You are on page 1of 4

Proportionele klepsturing BOSCH B 830-303-187

Inleiding

De proportionele klepsturing wordt gebruikt om een hydraulische klep aan te sturen.


Zo'n klep heeft 2 spoelen en een positieopnemer.
Door de 2 spoelen gelijktijdig van een pwm signaal te voorzien kan de klep in elke gewenste positie
geplaatst en gehouden worden. De positieopnemer zorgt voor het terugkoppelsignaal, zodat de
sturing weet op welke positie de klep staat. Zo wordt een regelkring opgebouwd om de klep
daadwerkelijk naar een bepaalde positie te kunnen regelen.

De klep stuurt doorgaans een hydraulische cylinder aan. Door de klep meer of minder open te
regelen zal de cylinder sneller of trager bewegen.
Zo'n hydraulische klep heeft typisch 3 standen (stand A, middenstand en stand B)
Typisch zal de cylinder stil staan als de klep in de middenstand staat, en naar 1 richting bewegen(in
volle snelheid) als de klep in stand 1 staat en naar de andere richting bewegen (in volle snelheid) als
de klep in stand B staat.
Door nu de klep niet volledig naar stand A of B uit te sturen, maar slechts een deel, dal de
hydraulische vloeistof niet zo snel door de klep stromen en dus de cylinder niet zo snel doen
bewegen.

Aansluiting

De sturing B830 303 187 wordt als volgt aangesloten:

De klemmen zitten aan de bovenzijde links en rechts. Aan de rechtrerkant is een enkele klemmenrij
met nummers 1 t.e.m. 18. Hier worden de voeding, de magneetspoelen en de positieopnemer en de
sollwert op aangesloten.

De aansluitingen voor de 24V voeding,


de sollwert (+/- 10V), de 2 spoelen
en de positieopnemer.
Bij het aansluiten van de klep moet je
op 2 zaken letten:

1) de aansluitingen voor spoel B


(1 en 2) moeten omgekeerd
worden!
2) Bij de aansluiting voor de
positieopnemer zit klem 1 aan
de kant van de spoelaansluitingen.
Aan de linkerkant zit een dubbele klemmenrij. Hier worden de stuursignalen op aangesloten.

De klemmen 38 t.e.m. 41 zijn digitale


ingangen. Hier wordT +24V op aangesloten
om de ingang te activeren of 0V om de
ingang te de-activeren.

De klemmen 19 t.e.m. 26 worden voor de


test paarsgewijs gebrugd (dus 19-20,
21-22,...)

De klemmen 46 t.e.m. 51 zijn controle-


uitgangen.

Werking

De klep kan op een aantal manieren aangestuurd worden.

De eerste en eenvoudigste manier is door de sollwert te laten varieren tussen -10V en +10V.
Hierdoor zal de klep een bepaalde positie innemen. Bij 0V staat de klep in het midden, bij -10V
staat de klep in eindpositie A (spoel a volledig bekrachtiggd) en bij +10V staat de klep in
eindpositie B. (spoel b volledig bekrachtigd).
Als je een potentiometer aansluit op de sollwert, zodat je deze kan laten variëren tussen -10V en
+10V dan kan je de klep zien bewegen naarmate je aan de potentiometer draait.
Op het front van de klepsturing is er ook een uitgang Ist. Hier komt een spanning uit tussen -10V en
+10V Deze spanning varieert met de werrkelijke positie van de klep. Dit signaal is een vertaling
van het signaal van de positieopnemer. Als je een oscilloscoop op dit signaal aansluit kan je
hiermee ook de positie van de klep volgen.

De tweede mogelijkheid om de klep uit te sturen is met de 4 digitale ingangen. Dit is ook de
methode die in de machine zal gebruikt worden.

Hierdoor wordt ook de eigenlijke functie van de klepsturing


geactiveerd. De klep wordt namelijk door een soort
timerfunctie aangestuurd.
Per uitstuurkant (A of B) zijn er 3 duimwiel instellingen en
een potentiometer.
Met de middelste duimwielschakelaar (de zwarte) kan je
instellen hoe ver de klep zal uitsturen. Met de eerste (groene)
duimwielschakelaar kan je een vertragingstijd instellen. Dit is
de tijd die de klep nodig heeft om van de middenpositie naar
de ingestelde uitslagpositie te gaan.
Met de rechtse (rode) duimwielschakelaar stel je de tijd in die de klep nodig heeft om terug naar de
middenpositie te gaan.
Dit alles is gekoppeld aan de ingangen va (voor uitslagpositie A) en vb (voor uitslagpositie B)
Als de klep in positie A staat kan hij nog iets verder uitgestuurd worden in de richting van A. dit doe
je met de digitale ingang vra. (idem voor de richting B met de digitale ingang B).
Let op, de ingang va (of vb) moet nog steeds actief blijven (dus va en vra samen actief!)

De relatie tussen de eindpositie A en de hoeveelheid uitsturing van de klep er nog bijkomt d.m.v.
Vra is in te stellen met de potentiometer. De som van beide (va en vra) is steeds de volle uitslag.

Dit alles werkt zo als de in-uitgangen op de klemmen 19 t.e.m. 26 paarsgewijs gebrugd zijn.

Dus: va int. en va ext. met elkaar verbonden.


vb int. en vb ext. Met elkaar verbonden
vra int. en vra ext. met elkaar verbonden.
vrb int. en vrb ext. Met elkaar verbonden

deze signalen kunnen namelijk nog extern geconditioneerd worden, maar voor de test is het
eenvoudiger om deze signalen gewoon te overbruggen.

You might also like