You are on page 1of 5

COLIN ROWE EN ROBERT SLUTZKY.

TRANSPARENCY: LITERAL AND


PHENOMENAL
CRITICAL ESSAY
Aantal woorden: < 1171 >

Academiejaar: 2021 - 2022


Transparency: Literal and Phenomenal

Het concept van transparency was aangebracht door Colin Rowe en Robert Slutzky, die
beiden op dat moment werkten aan de School of Arcitecture aan de Universiteit van Texas. 1
Colin Rowe werd bekend in de late jaren 40 dankzij zijn vergelijking van de geometrische
structuren van Palladiaanse villa’s met Le Corbusier in zijn essay The Mathematics of the
Ideal Villa (1947).2 Hij was een theoreticus, historicus en criticus en gaf les in architectuur en
stedenbouw. Hij heeft bovendien een grote impact gehad op architectuuronderwijs. Robert
Slutzky was een schilder en was verantwoordelijk voor het aanleren van tekenen en
kleurdesign aan de universiteit.

Ze beschrijven in twee essays hun visie over transparency in architectuur. Hier maken zij het
onderscheid tussen literal transparency en phenomenal transparency en leggen deze uit aan
de hand van diverse voorbeelden van onder andere Le Corbusier en voorbeelden uit de
beeldende kunsten.
“Transparency may be an inherent quality of substance, as in a glass curtain wall; or it
may be an inherent quality of organization. One can, for this reason, distinguish
between a literal and a phenomenal transparency.”3
Literal transparency, als de term zelf laat uitschijnen, is de letterlijke doorschijnendheid van
materialen of constructie; waar er geen mogelijke twijfel zou kunnen zijn van wat er zich
achter een transparant vlak of samenstelling bevindt. Phenomenal transparency, daarentegen,
ontstaat wanneer er verschillende, niet transparante, vlakken achtereenvolgend op elkaar
geplaatst worden. De superimpositie van meerdere ruimtelijke structuren kan zo een gevoel
geven van multidimensionaliteit. Het onderscheid tussen de twee termen wordt vooral
duidelijk door voorbeelden uit de beeldende kunsten. In het eerste essay hierover halen ze
verschillende kubistische schilderijen aan om hun standpunt te verduidelijken, bijvoorbeeld
The Three faces van Fernand Léger (afb. 1).4 Hoewel er geen letterlijke transparantie te zien
is, suggereren deze schilderijen vaak een schikking van meerdere ruimtelijke vlakken.
Doordat deze vlakken grenzen elkaar aan en overlappen, kan de toeschouwer het inzicht
voltooien en een ruimtelijke compositie inbeelden zonder dat die effectief getoond wordt.
Deze schilderijen zijn vaak ook multi-interpretabel of kunnen dubbelzinnig ervaren worden.
Om deze concepten van transparantie toe te lichten op vlak van architectuur, hanteren
ze voor hun argument het Bauhaus gebouw (afb. 2) in Dessau (Duitsland), en de villa in
Garches (Frankrijk) (afb. 3) van Le Corbusier's als voornaamste referenties. 5 Door deze
gebouwen tegenover elkaar te plaatsen, wordt het vanzelfsprekend dat de façade van de villa
in Garches ten opzicht van de façade van het Bauhaus in een totaal verschillende lezing van
de gebouwen resulteert. Het Bauhaus van Gropius is ontegensprekelijk een toonbeeld van
letterlijke transparantie. Het gebouw wordt omhuld door een glazen scherm, daarachter
bevindt zich een vlakke wand met doorschijnende vlakken gescheiden door metaal op het
1
Rowe, Colin, Robert Slutzsky, en Bernhard Hoesli. Transparency. Geschichte Und Theorie Der Architektur.
Onder redactie van Bernhard Hoesli (Bazel: Birkhauser Verlag ag, 1997), 7.
2
Rowe, Slutzsky, en Hoesli. Transparency, 7.
3
Rowe, Colin, en Robert Slutzky, “Transparency: Literal and Phenomenal,” Perspecta 8 (1963): 46.
4
Rowe en Slutzky, “Transparency,” 49.
5
Rowe en Slutzky, “Transparency,” 49.
glas. Het vooraanzicht van de villa in Garches suggereert eerder phenomenal transparency
doordat het ene vlak op korte afstand achter het andere wordt geplaatst en in dezelfde visuele
richting ligt als het eerste vlak; de villa heeft meerdere geometrische vlakken die zowel
inspringen als uitspringen. Le Corbusier verstoorde het zicht op zijn villa door onregelmatige
vlakken toe te voegen en weg te laten, door ondoorzichtigheid en open oppervlakken. Le
Corbusier gaf de kijker in zekere zin voldoende aanwijzingen over hoe de ruimtes achter de
ondoorzichtige muren er mogelijk zouden kunnen uitzien (zoals dat meestal niet het geval is
bij phenomenal transparent schilderijen). Men kan dus vermoeden dat bij fenomenale
transparantie een voorkeur zou worden gevonden voor ondiepe ruimtes of een soort
gelaagdheid van een diepere ruimte. In hun tweede essay over het onderwerp gaan Rowe en
Slutzky hierop verder in en verduidelijken ze hun opvatting over phenomenal transparency
aan de hand van Ieoh Ming Pei's Mile High Center in Denver (Colorado, VS) en van het
voorgestelde ontwerp van Michelangelo voor de San Lorenzo basiliek in Firenze (Italië). 6 Hij
maakt een uitgebreide uiteenzetting over hoe de voorgestelde façade van Michelangelo op
verschillende manier geïnterpreteerd kan worden op basis van verschillende architecturale
elementen die de gevel zouden karakteriseren.

Rowe analyseert ruimtes op een manier die te maken heeft met de ruimte op zich, de aard van
de ruimte, het ding zoals het is. Wat is een ruimte? Is het het materiaal dat het omsluit of is
het een soort atmosfeer tussen de muren? Rowe probeert te verstaan wat ruimte is in de
abstractie ervan. De verklaring van het concept zet de toon voor het analyseren van eender
welk gebouw. Hoewel het niet lijkt alsof zijn terminologie toe te passen is op alle gebouwen,
zijn er wel elementen van terug in een groot aantal constructies. Het onthult misschien eerder
een interessanter aspect over hoe architecten taal gebruiken in plaats van het concept zelf.
Het essay begint namelijk met: “’Transparency,’ ‘space-time,’ ‘simultaneity,’ ‘interpretation,’
‘superimposition,’ ambivalence’: in the literature of contemporary architecture these words,
and others like them, are often used as synonyms.”7 Hierbij wijzen zijn bijna de verschillende
nuances die deze woorden met zich mee brengen af om hun eigen concept van phenomenal
transaprency te verduidelijken. De relevantie, voor architectuur(studenten) vandaag en in de
tijd dat het essay geschreven werd, lijkt te liggen in zijn verbinding tussen literatuur, de
schilderkunst en architectuur. Zij geven hiermee een denkbeeld van materiaal en ruimte mee;
het is, bijvoorbeeld, interessant om te kijken hoe de Deutscher Werkbund en Bauhaus werkten
met de mogelijkheden van materialen en materialiteit. Letterlijke transparantie valt te
vergelijken met schilderijen van Raphael, waar we de ruimte letterlijk in perspectief zien en
hoe de dingen in die ruimte zijn zoals het in werkelijkheid zou kunnen lijken. Fenomenale
transparantie lijkt meer samen te hangen met de ervaring van een ruimte; een belangrijk
aspect hiervan is dat het beïnvloeden van vorm en ruimte een bepaald gevoel of ervaring kan
geven aan de gebruiker. Ook hier zit een waarde in het essay: door aan te tonen dat het
manipuleren van vorm een belevenis kan voortbrengen. Berhnard Hoesli brengt in zijn
commentaar of de essays nog een andere fundamentele reden naar voren om het belang ervan
aan te tonen: […] “it demonstrates by way of example that theoretical bases can be obtained

6
Rowe, Colin, en Robert Slutzky. ‘Transparency: Literal and Phenomenal...Part II’. Perspecta 13/14 (1971):
298.
7
Rowe en Slutzky, “Transparency,” 45.
from what has been developed empirically.”8 Deze commentaar brengt een kwestie naar voren
die omnipresent is in een architectuuropleiding: het doen versus het denken; iets maken of
creëren en bijgevolg leren in het proces en leren door te denken.
De essays van Rowe en Slutzky over Transparantie zijn vandaag nog even relevant als
de tijd waarin ze geschreven zijn. Ze brengen een notie van ruimtelijkheid naar voren die
weinig of niets te maken heeft met sociale, politieke of filosofische discussies. Ze kijken naar
de ruimte op zich en linken deze aan de materialiteit en vorm ervan.

Afbeeldingen
Afb. 1 – Fernand Léger, The Three faces, 1926, gouache en penseel met Oost-Indische inkt op
papier 26 x 37.7 cm

Afb. 2 – glazen façade van het Bauhaus in Dessau, Duitsland, © Jörg Dietrich

8
Rowe, Slutzsky, en Hoesli. Transparency, 8.
Afb. 3 – vooraanzicht van Villa Stein in Garches, Frankrijk, ontworpen door Le Corbusier, ©
Cemal Emden

Bibliografie
Rowe, Colin, en Robert Slutzky. “Transparency: Literal and Phenomenal.” Perspecta 8
(1963): 45-54.

Rowe, Colin, en Robert Slutzky. “Transparency: Literal and Phenomenal...Part II.”


Perspecta 13/14 (1971): 287–301.

Rowe, Colin, Robert Slutzsky, en Bernhard Hoesli. Transparency. Geschichte Und Theorie
Der Architektur. Onder redactie van Bernhard Hoesli. Bazel: Birkhauser Verlag ag, 1997.

You might also like