CASUS 31 p.

Iedereen kan zich beroepen op boek XX WER door de nieuwe wet dat is ingegaan.

CASUS 32 p.9

Het faillissement maakt niet automatisch een einde aan lopende contracten. Dat betekent dan ook
dat de huur in beginsel verder blijft lopen. Wel kan de curator eenzijdig beslissen de huur te stoppen.
Doet hij dat, dan is de verhuurder gerechtigd op een verbrekingsvergoeding waarvoor hij een
schuldvordering kan indienen in het faillissement (of eventceel een garantie heef). De curator zal niet
altijd geneigd zijn beslissing dadelijk te nemen, wat leidt tot onzekerheid voor de verhuurder. Die kan
de curator dan ook aanmanen binnen de 15 dagen een beslissing te treffen. Reageert de curator
niets dan wordt die geacht de huur te hebben verbroken. Voor wat betref de achterstallige
huurgelden moet de verhuurder een aangifte van schuldvordering doen in het faillissement. Wel ligt
hier een voorrecht voor. Zet de curator de huur verder en zijn er dan achterstallen dan zijn dit
schulden van de massa. Dat betekent dat de verhuurder die nagenoeg steeds kan recupereren. Deze
vorderingen gaan namelijk voor op nagenoeg alle andere.

CASUS 33 p.9

De aangifte van schuldvordering moet gebeuren binnen de termijn die aangegeven is in het vonnis
dat het faillissement uitspreekt. Normaal is dat zowat een maand na het vonnis. Als schuldeiser kunt
u deze datum opvragen op de griffie van de rechtbank van koophandel van het arrondissement waar
de schuldenaar gevestigd was, via het staatsblad of in een schrijven dat u ontvangt van de curator.
Vergeet u tijdig de aangifte te doen, dan kunt u dat alsnog later doen voor zover het faillissement nog
niet gesloten is. De kosten die u dan moet maken zijn wel te uwen laste. U deelt bovendien niet meer
mee in wat al was uitgekeerd. Ten slotte moet u rekening houden met een verjaringstermijn van één
jaar. Praktisch gezien is het bij laattijdigheid vaak aangewezen even contact te nemen met de curator
en te vragen of er sowieso een dividend te verwachten is. Is dat niet het geval, dan is de curator
misschien wel bereid u dat te bevestigen zodat u dit document voor fiscale doeleinden kunt
gebruiken.

CASUS 37 p. 11

We gaan ervan uit dat Lucien in casu zijn café niet uitbaatte via één of andere vennootschap, maar
dat hij daarentegen optrad als natuurlijk persoon-handelaar. Of Lucien na de sluiting van het
faillissement al dan niet nog kan worden aangesproken door de schuldeisers, hangt af van het feit of
hij al dan niet verschoonbaar zal worden verklaard. Een failliete handelaar die verschoonbaar wordt
verklaard, kan immers nadien niet meer worden aangesproken door de schuldeisers uit het
faillissement. De uiteindelijke beslissing om iemand al dan niet verschoonbaar te verklaren ligt bij de
rechtbank. Wel dienen de schuldeisers hun advies te geven. De verschoonbaarheid wordt in beginsel
uitgesproken tenzij er gewichtige omstandigheden zijn. De wet stelt wel dat de rechtbank de
gefailleerde die werd veroordeeld wegens bankbreuk of wegens een aantal andere misdrijven, niet
verschoonbaar mag verklaren.