You are on page 1of 7

DEELOPDRACHT 1:

Vraag: Wat is globalisering, welke contacten zijn er op de wereld?

Globalisering betekent dat alle mensen van de wereld met hun verschillende leefwerelden, culturen
en economieën dichter bij elkaar komen.

Denk aan:

Economische globalisering, dit heeft te maken met het geld dat overal ter wereld heen gaat. Dit
wordt voornamelijk veroorzaakt door bedrijven die over de hele wereld meerdere vestingen
hebben.

Politieke globalisering, denk aan de Europese Unie en dat er weer landen gaan samenwerken wordt
het makkelijker om handel te drijven of te reizen van het ene land naar het andere land.

Culturele globalisering, McDonalds filialen overal ter wereld en gebedshuizen voor elk geloof in
Nederland (moskeeën, synagogen).

Sociale globalisering, denk aan toenemende migratie. Het is veel makkelijker om te verhuizen omdat
er in een ander land meer werk is of dat er in een ander land hogere welvaart is.

DEELOPDRACHT 2:

Mijn contactmomenten uit het buitenland:

Eten en drinken:

Sushi, Fish and Chips, Roti, Chinees, Indonesisch, Croissants, Mediteraans Fruit (sinaasappelen,
papayas, ananas), Koffie.

Kleding:

Er is heel veel kleding vanuit textielfabrieken in China, Turkije, Bangladesh en India om dat het daar
veel goedkoper is. (Dit zijn de lagelonenlanden.)

Informatie:

Internet, TV progamma's, buitenlandse kranten.

Productielanden:

Bedrijven zijn opzoek naar plekken waar ze zo goedkoop mogelijk hun producten kunnen laten
maken. Dat is vaak niet in Nederland, denk bijvoorbeeld dan wel aan China, Turkije, Bangladesh en
India (De lageloonlanden van net ook weer). Voor auto's geld Duitsland, Frankrijk of Japan.
Nederland heeft dan bloembollen als belangrijk exportproduct (dit zijn goederen die vanuit
Nederland naar het buitenland gaan.) Ook producten uit de veeteelt zoals kaas en melkpoeder zijn
belangrijk voor de export. Ook de Nederlandse tuinbouw speelt een grote rol.
Mijn moeders leven toen zij 12 jaar oud was vergeleken met het mijne:

Mijn moeder had geen toegang tot het internet, zij had geen mobiel, en al zeker geen WiFi.

Ik heb nu een eigen mobiele telefoon en toegang tot het draadloos internet. Ik kan overal
Whatsappen en bellen waar ik maar WiFi heb of 4G aan heb staan.

De TV-zenders waren niet zo uitgebreid als nu.

In het nu hebben we heel veel TV-zenders en het aanbod in kanalen is veel groter dan toen.

De keuze aan kranten was daar ook beperkter dan nu.

Nu zie je elke dag als je naar de supermarkt gaat wel een stuk of 10 kranten in een rekje liggen. Toen
waren dat er minder.

Contacten in het buitenland verliepen via briefpost of de fax en pakketjes versturen was een luxe.

Als ik contact wil maken met bijvoorbeeld een bedrijf in het buitenland, kan ik bellen of mailen.
Pakketjes versturen kan nu op elk gewenst moment.

Mijn moeder had vroeger 1 tijdschrift-abonnement, dat was voor die tijd heel luxe.

Wij hebben er thuis nu 7, 5 voor de kinderen, (Donald Duck, Zo Zit Dat de Meiden, Donald Duck
Junior en de Kidsweek) en voor mam hebben we er 2, (de Flow, die delen mam en ik een beetje, en
de krant.)

Hoe ziet de toekomst eruit:

Pluspunten:

+ Ik denk dat er in de toekomst veel meer elektronica is en dat het ook veel beter ontwikkeld is. Dan
kan je bijvoorbeeld een chip in je hand commanderen om iemand te bellen.

+ Onderzoekers proberen nu al om diersoorten terug te brengen. Als dit lukt zou de fauna ook weer
een beetje een boost krijgen.

+ Waarschijnlijk kan je in de toekomst veel sneller van plaats verwisselen. Dit zou kunnen betekenen
dat als ik oma ben mijn kleinkinderen met een vliegende auto naar school gaan.

Minpunten:

~ Er sterven waarschijnlijk ook weer een paar diersoorten uit. De tijger bijvoorbeeld staat op het
punt van uitsterven.

~ Als je later met de vliegende auto naar school zou kunnen, zou dat ook betekenen dat er meer
ongelukken in de lucht zouden plaatsvinden.

~ Het gat in de ozonlaag wordt steeds groter en groter. Er bestaat dan ook een kans dat de kinderen
van mijn kleinkinderen in een volledig vervuilde wereld leven en moeten verhuizen naar de maan.

DEELOPDRACHT 3:

Moet Schiphol groeien of niet?


Ik vind van niet, omdat er al best veel wordt vervuild met de luchtvaartmaatschappijen en dat er per
dag genoeg vliegtuigen naar het buitenland gaan.

-Emma

Het vliegtuig is het meest vervuilende manier van transport. Omwonende kampen met fysieke en
mentale problemen door geluidsoverlast en fijnstof. Luchtvaart is verantwoordelijk voor een groot
deel van de uitstoot van broeikasgassen.

-Groenlinks Jesse Klaver

De bloemenveiling heeft vrachtvluchten vanuit Schiphol nodig voor de export van bloembollen. Wij
zijn daarom voor de uitbereiding van Schiphol.

-Bloemenexporteur uit Aalsmeer

Moet de haven van Rotterdam groeien?

Voor de haven van Rotterdam denk ik dat het daarintegen beter is om uit te breiden dan het
vliegveld, omdat er met een grote boot meer vervoert kan worden dan met een passagiersvliegtuig.

-Emma

Ik dacht zelf dat de Bloemenexporteur uit Aalsmeer liever niet de boot gebruikt, omdat de bloemen
dan sneller bederven terwijl je met het vliegtuig na een paar uur al met frisse bloemen in het
buitenland bent.

Overeenkomsten:

De mensen die afhankelijk zijn van hun sector met Schiphol willen dat Schiphol groeit. Groenlinks en
ikzelf hebben het milieu op de eerste plaats.

Verschillen:

De mensen die afhankelijk zijn van hun sector met Schiphol willen dat Schiphol groeit. Groenlinks en
ikzelf hebben het milieu op de eerste plaats.

(Voor de rest van deze mensen kon ik niks vinden kwa informatie over de haven, dus we gaan door
naar de volgende deelopdracht)

DEELOPDRACHT 4:

Soorten werk

Welke sectoren bestaan er:

De primaire sector: Landbouw, visserij en de winning van delfstoffen.

De secundaire sector: De industrie, bouwbedrijven en de elektriciteit- gas- en waterleidingbedrijven.

De tertiaire sector: bedrijven die diensten verlenen, een andere naam is de dienstensector. (Met als
doel geld verdienen)
Quartaire sector: niet commerciele diensen, gezondheidszorg, onderwijs, defentie, brandweer en
rechtspraak.

10 MENSEN IN MIJN OMGEVING:

Sander:

Tertiaire sector, piloot KLM.

Nienke:

Quartaire sector, basisonderwijs.

Suzanne:

Quartaire sector, docent voortgezet onderwijs.

Ronald:

Tertiaire sector/commerciele dienstverlening, architect.

Mieke:

Quartaire sector, arts spoedeisende hulp.

Maarten:

Quartaire sector, fysiotherapeut.

Josta:

Quartaire sector, speltherapeut.

Meneer Reinke:

Primaire sector, appelboer.

Jeroen:

Secundaire sector, aannemer bouwbedrijf.

Conclusie sectoren:

De meeste mensen in mijn omgeving werken in de Quartaire sector. Dit wordt ook wel de sociale
sector genoemd, omdat dit beroepen zijn waarbij je andere mensen helpt.

HOOFDOPDRACHT HOOFDSTUK 1:

Wat houdt vakantie in:

Vakantie houdt in dat je een bepaalde tijd vrij bent van werk of school en naar een
vakantiebestemming kan gaan of kan ontspannen thuis.
Vier redenen waarom een vakantiebestemming aantrekkelijk kan zijn:

1. Klimaat
2. Natuur
3. Cultuur
4. Voorzieningen

Klimaat: zomer: warm en droog, winter: sneeuw.

Natuur: waddengebied, veluwe, alpen.

Cultuur: bezienswaardigheden: kerken, kastelen, musea.

Voorzieningen: goede hotels, leuke dingen om te doen, goed en lekker eten.

Waardoor vakantieparticipatie en het aandeel van vakanties naar het buitenland is gegroeid:

Omdat de mensen meer mogelijkheden hebben, er is meer informatie over buitenlandse


bestemmingen. Door de globalisering is er veel meer informatie uit te wisselen en te krijgen.
Mensen hebben meer geld te besteden. De infrastructuur is beter;

Je kunt met het vliegtuig, de trein, de auto of de boot.

Door de brede informatiestroom zijn mensen meer geïntresseerd in andere culturen en landen.
Skiegebieden zijn eenorm in opkomt gekomen. Het klimaat; mensen kiezen vaak voor warme
vakantiebestemmingen. Er is meer vrije tijd.

Waarom Nederland een aantrekkelijke vakantiebestemming is voor buitenlandse toeristen:

Klimaat:

In Nederland kan je door het gemiddelde klimaat (niet warm niet koud) best wel veel. Je kan er naar
het strand, je kan indoor skieën, je kan mooie wandelingen maken en snel reizen met het OV of via
snelwegen.

Natuur:

Er zijn veel bezienswaardigheden in de natuur, denk aan de Veluwe of de mooie duinen in het
waddengebied. We hebben wilde paarden, grote bossen en lange vlaktes.

Cultuur:

De cultuur is op hoog niveau in Nederland. Je hebt kerkjes, kathedralen, kasteeltjes en grote musea.

Voorzieningen:

De voorzieningen in Nederland zijn van goede kwaliteit, je kan op een schaal van 5km vaak wel een
goede/comfortabele slaapplek vinden. En er zijn genoeg restaurants en kleine cafétjes. De andere
voorzieningen zoals dierentuinen en pretparken zijn er ook in overvloed.

Mijn ervaring van een vakantie in het binnenland:


Wij gingen vorige zomer (zomer 2020) naar Cnossen Leekstermeer, op zeilvakantie. Je zat er naast
een klein slootje en je kon door het slootje naar het grote meer varen, zwemmen of suppen.

Het klimaat:

Het klimaat was warm, je kon er bijna wel elke dag zwemmen. Er waren ook een paar dagen dat er
alleen maar regen was. Die dagen waren koud. Het verdere klimaat was eigenlijk heel comfortabel,
alleen zaten er 's avonds wel heel veel muggen door het warme weer. De nachten waren vaak koud
en tot tegenstelling van overdag, moest je eigenlijk wel met trui of lange mouwen slapen.

De natuur:

De natuur was re heel mooi, er was een groot meer en veel slootjes waar je vanaf je campingplek
naar het meer kon varen, zwemmen of suppen. Er stonden veel waterplanten, vooral rond de
randen van het water, dat maakte dat het bijna ontoegankelijk was op sommige plekken. De nadelen
zijn dat je had 's avonds best wel heel veel last van de muggen, en dat er om het uur een nieuwe
eenden familie naast je tent zat.

De cultuur:

Er was niet heel veel te zien van de cultuur daar, er stonden 1 á 2 kerkjes echt in de buurt van de
camping. Naast de camping lagen wel 2 dorpjes, Leek en Roden. Daar was wel meer aan cultuur, in
Roden stond bijvoorbeeld een speelgoedmuseum.

Voorzieningen:

Er waren veel restaurantjes, je had een goede campingplek en er was een groot toiletgebouw dat
om de dat werd schoongemaakt. Je kon er slapen zonder overlast van mensen, ze hadden namelijk
het kampvuur aan het einde van de camping gezet, zodat mensen daar geen last van zouden
hebben. Er was ook een bootverhuur. Daar kon je boten huren voor een bepaalt bedrag per uur
zodat je het meer op kon. Je kon er ook zeillessen nemen, ik en mijn zusje hebben allebei de
optimistlessen genomen (kleinste zeilboot) en ik heb windsurflessen genomen. Er waren allerlei
activiteiten zoals een kanotocht door alle slootjes die ze hadden aangelegd, en een wandeling langs
de randen van het meer.

HOOFDOPDRACHT HOOFDSTUK 2:

Wat is de invloed van de globalisering op Nederland (in het bijzonder op de in- en uitvoer):

Nederland heeft in tegenstelling tot andere landen veel minder last van de globalisering. De
werkeloosheid blijft laag, er is goede en soepele handel met andere landen en het
toeristengeldniveau is hoog.

Hoe heeft Nederland op Europese schaal veel contacten dankzij de Europese Unie:

Nederland heeft dankzij de economische en politieke samenwerking van de Europese Unie (EU) veel
contacten. Dit komt doordat er betere afspraken zijn in de EU dan bijvoorbeeld andere landen die
niet in de EU zitten. De EU zorgt ervoor dat er makkelijker handelgedreven kan worden, dat je
makkelijker van land naar land kan reizen.

Wat is het belang van landbouw, industrie en diensten in de export van Nederland:
Nederland is na de Verenigde Staten, de grootste landbouwexporteur van de wereld. Dit houdt in
dat de landbouw heel belangrijk is in de export van Nederland. De industrie was in 2015 goed voor
700 duizend voltijdsbanen, waarvan er 426 duizend aan de uitvoer te danken waren.

HOOFDOPDRACHT HOOFDSTUK 3:

Wat is een mainport:

Een mainport is een knooppunt van belangrijke transportroutes.

Waarom is Schiphol een mainport:

Schiphol is een mainport omdat het Nederland verbindt met de wereld. Schiphol is een knooppunt in
de uitwisseling van mensen en goederen tussen Europa en de rest van de wereld. Schiphol verbindt
niet alleen in de lucht maar ook met treinen, taxi's en OV: goede infrastructuur.

De hogesnelheidstrein naar Parijs rijdt 9x per dag. Er werken ongeveer 68.000 mensen op de
luchthaven bij zo'n 800 verschillende bedrijven.

Schiphol is kwa oppervlakte groter dan steden als Leiden en Delft.

Hoe werkt het systeem van hubs en spokes:

Het systeem van hubs en spokes is een transport- en distributiesysteem waarbij goederen op een
knooppunt (de "naaf") worden ingevlogen, hierna worden ze via de spaken doorgestuurd naar hun
bestemming.

Schiphol is de hub. De lijnen naar andere vliegvelden zijn de spokes.

Schiphol is een Europees verdeelcentum;

Waarom is Schiphol ook voor vracht een mainport:

Schiphol is belangrijk voor het vervoeren van bedervelijke vracht. Dit zijn onder andere bloemen en
groenten, maar ook geneesmiddelen en spoedleveringen gaan met het vliegtuig via Schiphol. Vracht
vervoeren via de lucht is duur; hiervoor wordt alleen gekozen wanneer verwachte kosten lager zijn
dan de opbrengsten, of wanneer er dus urgente lading is zoals medicatie.

Welke factoren hebben invloed op de toekomst van Schiphol:

Er zijn 3 factoren die invloed hebben op de toekomst van Schiphol:

1. De concurrentie. Er is veel concurrentie tussen de luchthavens van Europa. Andere


vliegvelden proberen ook zoveel vracht en passagiers naar zich toe te trekken.
2. De low cost bedrijven. Dit zijn luchtvaartbedrijven die reizigers voor een lage prijs vervoeren
naar Europese bestemmingen. Dit is bijvoorbeeld Easy Jet of Ryan Air. Zij kunnen dit
aanbieden omdat ze gebruik maken van kleine luchthavens, deze berekenen minder start-
en landingsgeld dan Schiphol.
3. De ligging. Schiphol ligt in de Randstad. In de Randstad wonen mensen, het is een
dichtbevolkt gebied. De geluidsoverlast van het vliegen is groot en hier aan zijn regels
verbonden. Schiphol zit over een tijd aan zijn maximaal aantal vluchten. Uitbreiden in de
Randstad is niet mogelijk, ze moeten dus andere locaties onderzoeken. Omdat er veel vraag
is, is uitbreiden voor een must have voor Schiphol.

You might also like