You are on page 1of 20

2022

ACHTSTE NATIONALE MEDEDELING VAN BELGIË OVER

KLIMAATVERANDERING
Onder het Raamverdrag van de Verenigde Naties inzake Klimaatverandering
1. Woord vooraf
Inhoud

 1. Woord vooraf..................................... 2
Eind 2022 bezorgde de Nationale Kli- Bovendien bepaalt het Protocol van de inspanningen om het aanpassings-
 2. Nationale omstandigheden m.b.t.
de uitstoot en de verwijdering maatcommissie aan het secretariaat van het Kyoto dat de Nationale Mededelingen ook vermogen van ontwikkelingslanden te
van broeikasgassen............................ 3 VN-Klimaatverdrag de 8ste Nationale Me- 'bijkomende informatie' moeten bevatten vergroten.
dedeling over Klimaatverandering. om te bewijzen dat de Partijen zich kwijten
 3. Informatie over de Bij de Nationale Mededeling wordt
van hun verplichtingen opgelegd door dit
broeikasgasinventarissen................... 5 De Partijen bij het Klimaatverdrag ook een tweejaarlijks rapport gevoegd
Protocol:
zijn immers (onder meer) verplicht een ge- waarin de balans wordt opgemaakt van
 4. Beleid en maatregelen....................... 7 detailleerde beschrijving te geven van de –– een beschrijving van het "nationaal in- de verbintenissen van het land ten aanzien
manier waarop ze het Verdrag toepassen ventarissysteem " (alle procedures die van het Verdrag.
 5. Projecties en het totale effect
van beleidslijnen en maatregelen, en na te gaan welke vooruitgang ze daarbij gevolgd worden om de kwaliteit van de
Om dit rapport voor te bereiden, heeft
en supplementariteit in verband boeken. Het gaat hierbij om de volgende inventarissen van de uitstoot van broei-
de Nationale Klimaatcommissie een werk-
met de Kyoto-mechanismen ............. 9 informatie: kasgassen te garanderen)
groep opgericht bestaande uit experts van
–– specifieke wetgevende bepalingen
 6. Evaluatie van de kwetsbaarheid, –– de landgebonden omstandigheden die de betrokken gewestelijke en federale ad-
–– informatie over het "nationaal register"
impact van de klimaatverandering van invloed zijn op de uitstoot van ministraties.
en aanpassingsmaatregelen............. 11 (de 'rekening' waarlangs alle transacties
broeikasgassen
voor het uitwisselen van uitstootkre- Deze samenvatting wil de essentie van
–– de gegevens afkomstig van de uit-
 7. Verstrekking van financiële dieten verlopen bij het gebruik van de het rapport in een bondige brochure ter be-
middelen en overdracht van stootinventarissen van broeikasgassen
'flexibiliteitsmechanismen') schikking stellen.
of toegang tot technologie............... 12 –– de beleidslijnen en maatregelen
–– bijkomende informatie over het beleid
–– de prognoses over de uitstoot van
 8. Onderzoek en systematische en de maatregelen, meer bepaald over
broeikasgassen Beschikbaarheid
waarneming..................................... 13 acties ter beperking van de uitstoot van
–– een inschatting van de kwetsbaarheid, Het volledige rapport (179 pagina's)
broeikasgassen veroorzaakt door het
 9. Bewustmaking, educatie van de gevolgen van klimaatverande- is enkel in het Engels beschikbaar, en deze
lucht- en scheepvaartverkeer, over de
en vorming...................................... 15 ringen en aanpassingsmaatregelen samenvatting in het Nederlands, Frans en
complementariteit van interne maatre-
–– de financiële bijstand en de overdacht Engels.
 10. Over de verbintenissen volgens gelen en het verwerven van emissie-
van technologie
het Verdrag voor de periode rechten Beide documenten zijn uitsluitend in
–– het onderzoek en de systematische
tot 2020............................................ 18 –– de financiële middelen, de overdracht elektronische vorm (als pdf) beschikbaar
waarneming
van technologie, de samenwerking, op https://www.cnc-nkc.be/nl/reports.  ■
–– de bewustmaking, educatie en vorming

2
2. Nationale omstandigheden m.b.t. de uitstoot
en de verwijdering van broeikasgassen
België, een federale staat

BELGIË DE GEMEENSCHAPPEN DE GEWESTEN

België is een klein land (30.689  km²) België heeft een heel open economie, DE FEDERALE STAAT DE VLAAMSE HET VLAAMS
in het Noordwesten van Europa. België is gelegen in het hart van een zone met in- GEMEENSCHAP GEWEST
sterk verstedelijkt en is het derde dichtst- tense economische activiteit. De Belgi-
bevolkte land van Europa (375 inwoners/ sche economie wordt gedomineerd door
km² in 2021). de dienstensector. Export van goederen en
Het gematigde maritieme klimaat diensten was in 2020 goed voor 80% van
van België wordt gekenmerkt door milde het bbp, import voor 79%.
temperaturen. De temperatuurevolutie in Het bruto binnenlands product bedroeg
de voorbije eeuw vertoont een opwaartse in 2020 456,893 miljard euro, maar incas- DE FRANSTALIGE HET BRUSSELS
trend, een fenomeen dat de laatste jaren in seerde het afgelopen jaar een groei van GEMEENSCHAP HOOFDSTEDELIJK GEWEST
kracht is toegenomen. -5,7% als gevolg van de COVID-19-crisis.
België is een federale staat die bestaat Daarvoor was het bruto binnenlands pro-
uit drie taalgemeenschappen en drie ge- duct van België sinds 1990 voortdurend
westen, die elk hun eigen uitvoerende en gestegen (met een kleine daling als gevolg
wetgevende organen hebben. van de financiële crisis in 2008-2009). In
Gelet op de federale structuur en op diezelfde periode konden de broeikasga-
de bevoegdheidsverdeling binnen België, semissies worden gestabiliseerd (1990-
werden er meerdere structuren in het leven 2005), waarna er tot nu toe een dalende DE DUITSTALIGE HET WAALS GEWEST
GEMEENSCHAP
geroepen om overleg en samenwerking trend werd ingezet (-26,9% in 2020 in ver-
tussen de verschillende bevoegdheidsni- gelijking met 1990, maar slechts -20,1%
veaus te bevorderen en om te zorgen voor in 2019 in vergelijking met 1990). De be-
samenhang in de actie van de federale staat langrijkste redenen voor die ontkoppeling
en zijn entiteiten. Als het gaat over het nati- zijn: toegenomen gebruik van gasvormi-
onale klimaatbeleid, is het centrale coördi- ge brandstoffen (en minder gebruik van
natieorgaan de Nationale Klimaatcommis- vloeibare of vaste brandstoffen), hogere
sie. Het centrale coördinatieorgaan voor energie-efficiëntie en veranderingen in de
energie is CONCERE-ENOVER. De twee structuur van de economie (minder ener-
werken steeds meer samen. gie-intensieve industrieën zoals staal en

3
meer toegevoegde waarde in sectoren - de het verbruik van aardolieproducten, blijft het meest energievretende vervoermiddel Woningen
dienstensector en de commerciële sector - het aandeel van die producten in het to- in België. Het aantal particuliere voertui- Sinds 1995 is het aantal gebouwen toe-
die minder energie-intensief zijn). tale eindverbruik van het land dominant gen neemt continu toe (de autodichtheid genomen met 14,5%. In dezelfde periode
(46,1% in 2020). Aardgas was in 2020 is erg hoog: 1 wagen per 2 inwoners). De is het aantal woningen toegenomen met
De uitstoot van broeikasgassen per
goed voor 26,8% van het eindenergiever- meeste goederen die over land worden 25,8%. Het Belgische woningenbestand
bbp-eenheid bedroeg in 2019 261 ton CO2-
bruik van België. 89,8% van dit gas werd gedistribueerd, worden nog steeds over wordt gekenmerkt door een hoog percenta-
eq. per miljoen euro tegen prijzen van 2015
gebruikt voor het opwekken van energie, de weg vervoerd. Verwacht wordt dat de ge oude gebouwen. Aardgas is de belang-
(totaal UNFCCC zonder de activiteiten
waarvan 33,8% werd verbruikt in de resi- vraag naar fossiele brandstof in de sector rijkste warmtebron. Het aantal energiever-
'landgebruik, veranderingen in het landge-
dentiële sector. zal blijven stijgen. bruikende huishoudtoestellen blijft stijgen.
bruik en bosbouw' - Land Use, Land-Use
Change and Forestry - LULUCF)) en 253 België heeft beperkte energiebron-
ton in 2020. nen. Zijn totale primaire energieproductie Industrie Landbouw
vertegenwoordigt ongeveer 35% van het Hoewel het belang van de industriesec- De landbouw in België is gespeciali-
Belgische totale primaire energieverbruik. tor (vooral van zware industrie) binnen de
Energie seerd in marktklare tuinbouwteelten, gra-
België is dus erg afhankelijk van andere economie sinds de jaren 1960 is afgeno-
In België volgt de primaire energie-in- nen, aardappelen, suikerbieten, vee- en
landen voor zijn bevoorrading. In 2020 men, blijft de sector een relatief belangrij-
tensiteit sinds 1990 een dalende trend. Die melkproductie. Hoewel landbouwgrond
bestond 38,5% van de Belgische energie- ke component van de Belgische economi-
evolutie weerspiegelt de loskoppeling van het grootste gedeelte van het grondgebied
productie uit kernenergie. Het aandeel van sche activiteit (bijna 15% van het bbp).
de economische groei van het primaire beslaat (44.5%), is het aantal boerderijen
hernieuwbare brandstoffen en afval be-
energieverbruik. De belangrijkste bijdragers aan broei- de laatste jaren blijven afnemen. Het aan-
draagt 26,2%: in dit decennium is de pro-
kasgasemissies zijn: energieverbranding deel van de landbouw in de Belgische eco-
Als we kijken naar het marktaan- ductie met 181% gestegen in vergelijking
(vooral door de productie van elektriciteit nomie blijft dalen en bedraagt nu minder
deel van het totale eindverbruik, blijven met 2011.
en warmte, maar ook olieraffinaderij), in- dan 1% van het bbp. Ondanks een hoge
olieproducten de dominante energiebron De afhankelijkheid van geïmporteer- dustriële processen (vooral in de chemi- bevolkingsdichtheid, blijven bossen en an-
(46,1%), gevolgd door aardgas (26,8%) en de fossiele brandstoffen om aan de bin- sche industrie, minerale producten en me- dere natuurgebieden relatief stabiel (23,9%
elektriciteit (17,8%). nenlandse vraag te voldoen is erg groot. tallurgie) en energietransformatie (ijzer- en van het grondgebied).  ■
In 2020 was de industriële sector de be- In 2020 kwam de verhouding tussen net- staalindustrie, chemische industrie, voed-
langrijkste verbruiker van primaire energie to-import en primair energieverbruik neer sel- en drankverwerking en cementfabrie-
(26,3%), gevolgd door gebouwen (20,8%) op 78,1%. ken).
en transport (20,4%). De ontwikkeling in
de transportsector was echter verrassend: Transport Afval
het verbruik daalde in die sector met 15,8%
België wordt doorkruist door een be- Tussen 2004 en 2020 is de afvalpro-
ten opzichte van 2019.
langrijk netwerk van waterwegen en een ductie met 28% gestegen. Significante
Hoewel de maatregelen in het kader heel dicht wegennet (wegen en spoorwe- verbeteringen in de afvalverwerking heb-
van de bestrijding van het coronavirus een gen). Door zijn ligging als transitland blijft ben geholpen om de hoeveelheid stortafval
bijzonder grote invloed hebben gehad op de transportsector groeien. Wegtransport is drastisch te verminderen.

4
3. Informatie over de broeikasgasinventarissen

In België is de uitstoot van broeikas- ken de voorbije jaren ook bijgedragen tot re sector in 2020 gedaald, hoewel een aan- naar andere brandstoffen, betere isolatie en
gassen met 26,9% gedaald in vergelijking de vermindering van de uitstoot. tal indicatoren wel stijgen, zoals het aantal mildere jaren. Toch blijft de trend voor de
met 1990 en met 27,8% voor gefluoreerde woningen en het aantal werknemers in de tertiaire sector sinds 1990 een nettotoena-
In vergelijking met de afgelopen jaren
broeikasgassen (zonder LULUCF), met tertiaire en institutionele sectoren. Dat is me van de uitstoot vertonen, door de verde-
(met vergelijkbare graaddagwaarden) zijn
1995 als referentiejaar. De grootste bij- toe te schrijven aan een overschakeling re ontwikkeling van zijn activiteit.
de emissies uit de residentiële en de tertiai-
drage in de totale emissies is toe te schrij-
ven aan CO2, dat goed was voor 84,9% in
2020. De uitstoot van methaan (CH4) ver-
tegenwoordigt het tweede grootste aandeel
met 6,7% en de uitstoot van distikstofoxide Belgische broeikasgasemissies 1990-2020 (zonder LULUCF)
(N2O) het derde, met 5,1%. Eenheid: Indexpunt (emissies in het referentiejaar = 100). Voor de gefluoreerde gassen is het referentiejaar 1995
In 2020 was de energiesector goed 110
voor 72% van de totale uitstoot (zonder 104,5
106,7
LULUCF). Sinds 1990 is die uitstoot met 105
ongeveer 26% gedaald. De energiesector 104,2 101,0 100,8
en de productiesector zijn beide verant- 100
102,7
101,0 98,7
woordelijk voor bijna 79% van die daling. 100,7 100,4 99,6 100,2
99,9 100,0 100,2 96,8
98,8
= 100)= 100)

In de sectoren elektriciteitsproductie 95 94,3


94,3
(base year emission

en industrie wordt een overschakeling van 90,7


vaste naar gasvormige brandstoffen waar-
Index (referentiejaar

90

genomen. Dat heeft, samen met de ont-


wikkeling van biobrandstoffen in sommige 85
85,7
81,7
Index

sectoren, geleid tot een lagere CO2-emis- 82.6 80,7


79,0
79,4
siefactor bij een bepaald niveau van ener- 80 81,6

gieverbruik. Ook rationeler energiegebruik 77,9


79,6 79,8

is in opmars, maar dat gaat vaak gepaard 75

met een hoger elektriciteitsverbruik en dus 72,2

is de impact op de reële uitstoot meestal 70


19 19 19 19 19 19 19 19 19 19 20 20 20 20 20 20 20 20 20 20 20 20 20 20 20 20 20 20 20 20 20
90 91 92 93 94 95 96 97 98 99 00 01 02 03 04 05 06 07 08 09 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20
moeilijker te becijferen. Tot slot heeft de
sluiting van bepaalde ijzer- en staalfabrie- Greenhouse gas emissions (excluding LULUCF)

5
De uitstoot door het wegtransport is alleen het gevolg van een verkleining van
sinds 1990 continu blijven stijgen, door de veestapel maar ook van een verschui-
het toenemende aantal wagens en de gro- ving van melkvee naar fokvee) en land-
tere afgelegde afstanden. De toename van bouwmest (minder gebruik van kunstmest,
het verkeer is de laatste jaren echter stevig verkleining van de veestapel en dus daling
vertraagd en de emissies zijn sinds 2008 van de stikstofafscheiding in stallen en
gestabiliseerd (maximaal 27 Mt CO2-eq.). weilanden).
Niet verrassend vertonen de emissies in
De activiteiten 'landgebruik, veran-
2020 een sterke daling als gevolg van de
deringen in het landgebruik en bosbouw'
COVID-19-crisis en de gevolgen daarvan
(LULUCF) omvatten zowel putten als
voor de mobiliteit.
bronnen van CO2-uitstoot. LULUCF ver-
Industriële processen en productge- toont een nettoput (opname) in 2020 - zo-
bruik vormen de tweede grootste bron van als voor de volledige tijdreeks - maar wel
broeikasgassen in België, goed voor 18% met een constante daling sinds 1990. De
van het nationale totaal in 2020. De uit- emissies van deze sector omvatten CO2,
stoot van alle zeven directe broeikasgas- CH4 en N2O.
Aandeel van de belangrijkste sectoren in 2020 (zonder LULUCF)
sen is sinds 1990 met 28% gedaald. Alle
In 2020 was de afvalsector verant-
sectoren zijn hierbij betrokken, maar de
woordelijk voor ongeveer 1,1% van het
opmerkelijkste daling deed zich voor in de Afval Andere
nationale totaal. De uitstoot was afkomstig
metaalindustrie. Landbouw 1,1% 0,7% Industrie (energie)
van afvalverbranding, het storten van vast 11,2% 17,9%
De landbouw is goed voor 9% van de afval op land en afvalwaterbehandeling.
Tertiair
totale uitstoot, voornamelijk CH4 en N2O. De uitstoot in deze sector is voortdurend 4,9%
Sommige CO2-emissies worden veroor- gedaald en lag in 2020 72% lager dan in
zaakt door bemesting met kalk en ureum. 1990, vooral dankzij de recuperatie en het Industrie
(verbranding)
Sinds 1990 is de uitstoot van deze sector gebruik van biogassen op stortplaatsen Residentieel 12,3%
met 19% afgenomen, door een daling van voor vast afval.  ■ 13,8%
de uitstoot uit darmfermentatie (dit is niet
Industrie (pro-
cessen)

17,7%

Vervoer
20,4%

"Andere" omvat "Vluchtige emissies van brandstoffen", "Overige verbranding" en "Gebruik van oplosmiddelen en
andere producten". De verbranding van landbouwproducten zit vervat in het aandeel "Landbouw".

6
4. Beleid en maatregelen

Synthese van de Belgische doelstellingen


In het Belgische federale stelsel wor- huishoudelijke en industriële elektrische
den de verantwoordelijkheden en beleids- apparaten,…). De federale overheid staat Klimaat- Klimaat- en
Voorstel: Langetermijn-
bevoegdheden gedeeld tussen de federale ook in voor de veiligheid van de energiebe- energiepakket energiekader
Fit for 55 strategie
staat en de drie gewesten (Waals, Vlaams voorrading van het land en voor kernener- 2020 2030
en Brussels Hoofdstedelijk Gewest). Het gie. Ze houdt eveneens toezicht op de ter- Tijdshorizon 2020 2030 2030 2050
beleid rond klimaatverandering wordt dan ritoriale wateren van België, wat betekent Totale verminde- Nog geen
ook gevormd en uitgevoerd door de fede- dat ze ook verantwoordelijk is voor de ont- ring van broeikas- nationale
rale regering en de gewestregeringen, die wikkeling van offshore windmolenparken. gasemissies doelstelling
hun eigen prioriteiten en doelstellingen (Geen nationale (Geen nationale (Geen nationale (Geen nationale
Er worden verschillende instrumenten - ETS [1]
doelstelling) doelstelling) doelstelling) doelstelling)
stellen binnen hun eigen bevoegdheidsdo-
(strategieën, plannen) ingezet om de ver-
mein. -85%--87%
bintenissen van België op middellange - niet-ETS
-15% -35% -47%
(ref. 2005;
De gewesten hebben heel wat verant- termijn (2030) en lange termijn (2050) te (ref. 2005) [2] (ref. 2005) (ref. 2005)
projectie)
woordelijkheden op het gebied van ratio- begeleiden, met het oog op het bereiken 2009/28/EG EU 2018/2001
neel energiegebruik, de bevordering van van de Europese doelstelling van klimaat- 2009/29/EG EU 2018/2002
hernieuwbare energiebronnen, het open- neutraliteit. EU-referentie EU 2021/1119
2009/31/EG EU 2018/841
baar vervoer, de verkeersinfrastructuur, de 406/2009/EG EU 2018/842
Het Nationaal Energie- en Klimaatplan
stedelijke en ruimtelijke ordening, de land- RES [3] 13% [4]
2021-2030, dat in 2019 werd goedgekeurd,
bouw en de afvalverwerking. In de context
bundelt het beleid en de maatregelen die LULUCF: verwij-
niet inbegrepen
'geen debet'- toename van de
van de 6de Belgische staatshervorming deringen regel put met 320 kt
door elk van de vier beslissende entiteiten
hebben de gewesten ook nieuwe fiscale
zijn uitgewerkt. Dit is het meest gedetail- 15% PEC,
verantwoordelijkheden gekregen. EE -18%
leerde sturingsinstrument dat beschikbaar 12% FEC
De federale staat is verantwoordelijk is om het nationale klimaatbeleid uit te
voor grote delen van het belastingbeleid. voeren. Het zal binnenkort worden herzien [1] Een essentieel onderdeel van het Belgische kli- [2] Beschikking nr. 406/2009/EG inzake de verde-
maatbeleid berust op het Europese emissiehan- ling van inspanningen
Ze is ook verantwoordelijk voor het pro- om rekening te houden met de versterkte [3] Aandeel van hernieuwbare energiebronnen
delssysteem (Emissions Trading System - ETS)
ductbeleid (normen, brandstofkwaliteit, Europese ambities.  ■ (Richtlijnen 2003/87/EG en 2009/29/EG). Het (Renewable Energy Sources - RES) in de bru-
etikettering en prestatiestandaarden voor is een belangrijk instrument om energie-inten- to-eindvraag naar energie
sieve sectoren te helpen hun energie-efficiëntie [4] Hernieuwbare energierichtlijn 2009/28/EG
te verbeteren en tegelijkertijd de kosten te opti-
maliseren.

7
Overzichtstabel van de belangrijkste doelstellingen, beleidslijnen en maatregelen
van het BE NEKP

Dimensie Doelstelling 2030 Opmerkingen


Ontkoling
BKG-ESR -35% vergeleken met 2005
LULUCF geen debet
RES 17,5% van het bruto-eindverbruik van energie
Energie-efficiëntie
d.w.z. -15% in vergelijking met BAU Primes
Primair energieverbruik 42,7 Mtoe
2007 in 2030
d.w.z. -12% in vergelijking met BAU Primes
Eindenergieverbruik 35,2 Mtoe
2007 in 2030
Cumulatieve hoeveelheid
energiebesparingen
185 TWh
(artikel 7 van de Energie-
efficiëntierichtlijn)

8
5. Projecties en het totale effect van beleidslijnen
en maatregelen, en supplementariteit in verband
met de Kyoto-mechanismen

De projecties in dit rapport zijn geba- gerapporteerde projecties de som van de jaarlijkse rapport). De grootste verschillen een invloed hebben op de resulterende uit-
seerd op de Belgische rapportering 2021 projecties van de drie gewesten (Vlaan- kunnen worden verklaard door de verschil- stoot van broeikasgassen, meer bepaald in
aan de Europese Commissie in overeen- deren, Wallonië, Brussels Hoofdstedelijk lende sectorale aannames, wat resulteert de sectoren die vallen onder het Europese
stemming met artikel 18 van Verordening Gewest) die worden gekalibreerd op de in een ambitieuzer WAM-scenario in dit emissiehandelssysteem (ETS).
(EU) 2018/1999. Het WEM-scenario gewestelijke energiebalansen. De geweste- rapport.
("With Existing Measures") omvat alle lijke benadering gaat uit van de vraagzij- In de Europese verordening inzake
Tussen 1996 en 2019 is er een duide- de verdeling van de inspanningen, waar-
uitgevoerde en aangenomen Europese, fe- de van de verschillende sectoren (indus-
lijke vermindering in de totale uitstoot van
derale en regionale beleidslijnen en maat- trie, huishoudelijke sector, tertiaire sector, bij bindende jaarlijkse broeikasgasemis-
broeikasgassen in de inventaris en in 2020
regelen op het einde van 2019. Geplande transport, ...) en resulteert in sectorale siereducties door de lidstaten van 2021
vertoont de inventaris een scherpe daling
beleidslijnen en maatregelen of streefcij- energieprojecties. Binnen die benadering tot 2030 worden vastgesteld, wordt voor
als gevolg van de COVID-19-crisis. De
fers zijn opgenomen in een WAM-scenario worden de relaties tussen energieverbruik, België een streefcijfer van -35% in 2030
totale emissies in het WEM-scenario ver-
("With Additional Measures"). Sinds het activiteitsniveaus en energieprijzen op in vergelijking met 2005 genoemd. Met
tonen evenwel een duidelijke stijging in
laatste tweejaarlijkse rapport en de laatste sectoraal niveau beoordeeld. De elektrici- het WEM-scenario zullen de emissie-
de periode 2021-2030, gevolgd door een
nationale mededeling van België zijn er teitsproductie en de emissies van bunker- doelstellingen in alle jaren van de periode
lichte daling in de periode 2030-2040.
enkele wijzigingen geweest in de door het brandstoffen zijn gemodelleerd op natio- 2021-2030 worden overschreden. In het
De totale emissies in het WAM-scenario
Waalse Gewest gebruikte modelleertools, naal niveau.
vertonen een gestage daling in de perio- WAM-scenario worden de niet-ETS-doel-
als gevolg van de ontwikkeling en de eer- Voor sommige belangrijke parameters de 2021-2040. Die projecties omvatten stellingen in geen enkel jaar overschre-
ste exploitatie van "TIMES-Wal", dat het werden er sensitiviteitsanalyses gedaan, geen uitstoot of verwijderingen in de LU- den. Aangezien de projecties (AR4) en
EPM-model vervangt. Daarnaast werden zoals het aantal graaddagen en de invoer LUCF-sector. de niet-ETS-doelstellingen (AR5) op ver-
ook de invoergegevens voor de andere mo- van elektriciteit. schillende waarden van aardopwarmings-
Er bestaan onzekerheden rond exoge-
dellen bijgewerkt. vermogen gebaseerd zijn, moet echter wor-
De projectieresultaten in dit rapport ne variabelen zoals de economische groei,
Met uitzondering van de elektriciteits­ werden vergeleken met vorige rapporten klimatologische omstandigheden en de den opgemerkt dat beide datasets nog niet
productie en bunkerbrandstoffen, zijn de (7de Nationale Mededeling en 4de Twee- invoer van elektriciteit en hun niveau zal volledig vergelijkbaar zijn.  ■

9
Broeikasgasemissies zonder LULUCF, Mton CO2-eq

160

CRF
CRF Totaal
Total
140
WEMTotal
WEM Totaal

120
WAMTotal
WAM Totaal

100 CRF
CRF niet-ETS
non-ETS

WEMnon-ETS
WEM niet-ETS
80

WAM
WAMnon-ETS
niet-ETS
60
Niet-ETS-doel
non-ETS 2013-2020
target 2013-2020

40 KP1 1-doel
KP target

20 non-ETS target 2021-2030


Niet-ETS-doel 2021-2030
1990 1995 2000 2005 2010 2015 2020 2025 2030 2035 2040

10
6. Evaluatie van de kwetsbaarheid, impact van de
klimaatverandering en aanpassingsmaatregelen

België voerde in 2019-2020 zijn in- tatieplan verschenen de studies "Evaluatie en gemeenten om het Burgemeesterscon- programma's en projecten (klimaatgere-
spanningen voor een klimaatbestendige sa- van de sociaal-economische gevolgen van venant te ondertekenen, lokale adaptatie- lateerde factoren waarmee rekening moet
menleving en omgeving op. De afgelopen de klimaatverandering in België" en "Re- plannen op te stellen en actie te onderne- worden gehouden bij het ontwerp en de
jaren werd België geconfronteerd met de kening houden met de impact van de kli- men met betrekking tot de aanpassing aan follow-up, klimaatacties en beleidscohe-
gevolgen van de klimaatverandering, met maatverandering en de adaptatiebehoeften de klimaatverandering. rentie) en bij de financiering (Fonds voor
onder meer ernstige perioden van droogte, in het kader van het toekomstige Nationaal de minst ontwikkelde landen, Adaptatie-
In het kader van de ontwikkelings-
riviergebonden en regengebonden over- Actieplan voor milieu en gezondheid (NE- fonds, Wereldmilieufonds, Groen Klimaat-
samenwerking is aanpassing aan de kli-
stromingen en aanhoudende hittegolven, HAP)". fonds en Vlaams Klimaatfonds).  ■
maatverandering een van de belangrijkste
waardoor het besef is gegroeid dat drin-
Momenteel worden er al adaptatiemaat- aandachtspunten bij de uitvoering van
gend maatregelen moeten worden geno-
regelen doorgevoerd en mainstreaming is
men om zich aan de klimaatverandering
volop aan de gang, dat wil zeggen op het
aan te passen.
gebied van de ruimtelijke ordening, het
De federale overheid en de drie gewes- waterbeheer (droogte en overstromingen),
ten hebben de uitvoering van de maatrege- de kuststreek (masterplan kustveiligheid
len in hun adaptatieplan voortgezet, aange- en langetermijnvisie kustvisie), de bio-
vuld met het Nationaal Adaptatieplan dat diversiteit (groen-blauwe netwerken, op-
tot doel heeft de samenwerking te verster- roepen, tools), de landbouw (onderzoek,
ken en synergieën tussen de verschillende projecten), de bosbouw (veerkrachtige
entiteiten rond adaptatie tot stand te bren- bossen, waarnemingsposten, uitbreiding
gen. De gewesten hebben allerlei inspan- van de bossen), de stedelijke omgeving,
ningen geleverd om de lokale overheden het vervoer, de gezondheid, ... Het infor-
te ondersteunen bij de ontwikkeling en uit- meren en sensibiliseren van de Belgische
voering van hun adaptatieplannen. bevolking blijft een belangrijk aspect.
Naarmate hiaten in de beschikbare ge- Op bestuursvlak ('governance') werd
gevens en evaluaties werden ontdekt en verdere vooruitgang geboekt, met een be-
nieuwe inzichten leidden tot nieuwe on- tere samenwerking tussen het gewestelij-
derzoeksvragen, werden er nieuwe onder- ke en het lokale niveau: door fondsen en
zoeksprogramma's opgestart om een beter tools ter beschikking te stellen en de uit-
zicht te krijgen op de effecten van klimaat- wisseling van kennis en goede praktijken
verandering en adaptatie. Naar aanleiding gemakkelijker te maken, stimuleren en
van de uitvoering van het Nationaal Adap- ondersteunen de gewestregeringen steden

11
7. Verstrekking van financiële middelen
en overdracht van of toegang tot technologie

Tijdens de periode 2019-2020 verleen- Parallel aan die langlopende verlening


de België 208 miljoen euro overheidssteun van openbare klimaatfinanciering ten be- Belgische klimaatfinanciering in 2019-2020, verdeling per sector
aan ontwikkelingslanden. Die financiële, hoeve van ontwikkelingslanden, onder-
technologische en capaciteitsopbouwende steunt België ook de inspanningen van ont- 1%
ondersteuning aan niet-Annex I-Partijen wikkelingslanden om klimaat­ bestendige
was vooral gericht op: projecten en programma’s met een lage Cross-cutting/multisector
uitstoot te implementeren door middel van 3% Agriculture, forestry, fishing
–– Adaptatie en transversale activiteiten; 3% Environment
(i) forse financieringen voor multilatera-
–– Het verlenen van bilaterale en multi- Energy
le organisaties en (ii) de mobilisatie - via
laterale ondersteuning in de vorm van Water and sanitation
overheidsmiddelen - van private investe- 9% 34% Humanitarian Aid
subsidies;
ringen voor klimaatgerelateerde projecten Education/capacity building
–– Bijdragen voornamelijk aan Afrika en
in ontwikkelingslanden.  ■ Disaster reduction and prevention
de minst ontwikkelde landen (LDCs); 12% Job creation
–– Bijdragen aan klimaatspecifieke multi- Health
laterale fondsen (Groen Klimaatfonds, Awareness raising
Banking and financial services
Adaptatiefonds, Fonds voor de minst 15%
16% Rural Development
ontwikkelde landen enz.) of gespecia- Government and civil society
liseerde VN-agentschappen; other
–– Bijdragen aan bilaterale projecten,
voornamelijk aan Afrikaanse partner-
Sectoroverschrijdend/multisectoraal Jobcreatie
landen en de minst ontwikkelde landen.
Landbouw, bosbouw, visserij Gezondheid
Leefmilieu Sensibilisering
Energie Bancaire en financiële diensten
Water en sanitaire voorzieningen Plattelandsontwikkeling
Humanitaire hulp Overheid en maatschappelijk middenveld
Onderwijs/capaciteitsopbouw Andere
Beperking van rampen en preventie

12
8. Onderzoek en systematische waarneming

De financiële middelen voor klimaat- Het Belgische onderzoek richt zich op


onderzoek in België zijn sinds 2017 fors het hele spectrum van klimaatgerelateerde
toegenomen. Het Belgische onderzoek vraagstukken en omvat alle temporele en
maakt steeds meer deel uit van internatio- ruimtelijke schalen.
nale onderzoeksinitiatieven. Ook het aan-
België levert een actieve bijdrage aan
tal publicaties is toegenomen en er worden
plannen, programma's en steun voor kli-
steeds meer klimaatgerelateerde gegevens
maatobservatiesystemen op aarde en in
geproduceerd en verwerkt die vandaag toe- Evolutie van het aandeel van klimaatgerelateerde publicaties
de ruimte, een van de kernopdrachten van
gankelijk zijn voor verder onderzoek of de in de totale Belgische productie
verschillende Federale Wetenschappelijke
ontwikkeling van beleid.
Instellingen.
Terwijl fundamenteel onderzoek, dat 800
Dergelijke klimaatobservatievoor-
erop gericht is onzekerheden over de kli-
zieningen worden ook uitgerold door
maatontwikkeling te verminderen en waar- 700
gecoördineerde netwerken van universi-

of documents
bij academische wetenschappers betrok- Klimaatgerelateerde publicaties
teiten en onderzoekscentra. Die voeren 600
ken zijn, in België nog steeds kan rekenen Totaal Belgische publicaties / 100
voornamelijk metingen uit in verband met

documenten
op een stevig draagvlak, is er tegelijk ook 500
de samenstelling van de atmosfeer, broei-
meer steun voor oplossingsgericht onder-
kasgassen en proxies.  ■

Number
zoek of beleidsgestuurd onderzoek dat 400
wordt uitgevoerd door wetenschappelijke

Aantal
300
en beleidsdeskundigen.
200

100

0
2012 2013 2014 2015 2016 2017 2018 2019 2020 2021
Year
Jaar

13
Uitgaven voor klimaatonderzoek in België

Vorige verslagperiode Laatste vijfjarige periode Vorige verslagperiode Laatste vijfjarige periode
2012-2016 ( ~ NM7) 2017-2021 (NM8) 2012-2016 ( ~ NM7) 2017-2021 (NM8)
ENTITEIT Categorie O&O ENTITEIT Categorie O&O
Aantal Budget in Aantal Budget in Aantal Budget in Aantal Budget in
projecten miljoen euro projecten miljoen euro projecten miljoen euro projecten miljoen euro
VLAAMS GEWEST FEDERATIE WALLONIË-BRUSSEL / / 128 38.2
Klimaatonderzoek waarvoor metadata Klimaat Fundamenteel / / 88 23
235 53 610 107
beschikbaar zijn in FRIS, met Vlaamse Financier:
NFWO Klimaat versus alle
financiering / / 2.8 % 3.2%
onderzoek
Klimaat Fundamenteel 80% 83% 92% 88%
Financiers: Klimaat Oplossingsgericht
Klimaat Oplossingsgericht H2020 + (toegepast en / / 40 15.2
(toegepast en 16% 17% 7% 12% BELSPO beleidsgericht)
beleidsgericht)
FEDERAAL / / 27 6.03
Alle onderzoek 13 413 2 730 20 652 3 900
Klimaatonderzoek waarvoor metadata
Klimaat versus alle
1.8% 1.9% 3.0% 2.8% beschikbaar zijn in FEDRA, met financiering / / 11 3.10
onderzoek
van BELSPO
BRUSSELS GEWEST / / 237 44.4 Klimaat Fundamenteel / / 10% 10%
Klimaat Fundamenteel / / 0% 0% Strategisch /
Klimaat Oplossingsgericht Oplossingsgericht
/ / 90% 90%
(toegepast en / / 100% 100% (toegepast en
beleidsgericht) beleidsgericht)
Alle onderzoek / / 1 793 227.8 Strategisch klimaatonderzoek waarvoor
Klimaat versus alle metadata beschikbaar zijn in e-CORDA, met / / 16 2.93
/ / 13.2% 20.9% EU-financiering
onderzoek
WAALS GEWEST 989 230 648 164 Klimaat / alle onderzoek / / 25% 10%

Klimaat Fundamenteel 0% 0% 0% 0%
Klimaat Oplossingsgericht
(toegepast en beleidsgericht 100% 100% 100% 100%
- energie-efficiëntie)
Alle onderzoek 7 664 1 695 5 046 1 465
Klimaat versus alle
13.6% 14.5%
onderzoek

14
9. Bewustmaking, educatie en vorming

Dit hoofdstuk bevat een niet-exhaustie- Een korte inleiding tot het onderzoek is, met dus overlappingen tussen thema's of Tot slot wordt een overzicht gegeven
ve inventaris van initiatieven van (gewes- naar de mate van bewustwording bij het activiteiten. van 65 nuttige internetbronnen, die kort
telijke of federale) overheden, instellingen grote publiek wordt gevolgd door een kor- worden beschreven.  ■
In het deel 'Educatie en vorming' wor-
(bv. universiteiten) en niet-gouvernemen- te beschrijving van 22 bewustmakingsini-
den 25 activiteiten beschreven, ingedeeld
tele organisaties die met succes een be- tiatieven die uitsluitend betrekking hebben
in drie categorieën: educatieve projecten
hoorlijk groot publiek hebben bereikt. Om op klimaatverandering of op thema's die
(voornamelijk voor lager en secundair on-
een opeenstapeling van kleinschalige initi- daar nauw mee verbonden zijn zoals ener-
derwijs), hoger onderwijs en internationa-
atieven te vermijden, zijn acties van lokale giebesparing, gebouwen, mobiliteit en het
le samenwerking en educatie in de landen
gemeenschappen, bedrijven of particulie- milieu in het algemeen. Deze indeling kan
van het zuiden.
ren hier buiten beschouwing gelaten. ietwat kunstmatig lijken, aangezien kli-
maatverandering een transversaal domein

Doelgroepen
Nr. Activiteit Lager Secondair Hoger
Burgers Organisaties Overheden Business Buitenland
Onderwijs Onderwijs Onderwijs
9.2 - SENSIBILISATIE
OPWARMING
9.2.1 Sensibilisatie door de federale en gewestelijke overheden x x x x x
9.2.2 Earth Hour x x
ENERGIEBESPARING
9.2.3 Haal geen energievreters in huis : EnergyWatchers x
9.2.4 De TopTen-website x x
9.2.5 Energiebesparende investeringen x x
9.2.6 Begeleiding van kansarme bewonersgroepen x
9.2.7 Energieconsulenten x x x
9.2.8 Sensibilisatie voor energiegebruik in de landbouwsector x

15
Doelgroepen
Nr. Activiteit Lager Secondair Hoger
Burgers Organisaties Overheden Business Buitenland
Onderwijs Onderwijs Onderwijs
GEBOUWEN
9.2.9 Begeleiding van verbruikers x
9.2.10 Begeleiding van professionals x
9.2.11 Pixii en het Passiefhuisplatform x x
9.2.12 Energieprestatiecertificaten en -audits x x x
9.2.13 Ecologisch bouwen x x
MOBILITEIT
9.2.14 Promotie van een duurzame mobiliteit x x x x x x x
9.2.15 Milieuvriendelijk rijgedrag (ecodriving) x x x x
9.2.16 De aankoop van energiezuinige voertuigen x x x
9.2.17 Logistieke consulenten x
LEEFMILIEU EN DUURZAME ONTWIKKELING
9.2.18 Maatschappelijk verantwoord ondernemen x x x x x x x
9.2.19 Duurzame wijken x x
Het label "Ecodynamische onderneming" en "veerkrachtige
9.2.20 x
coaching"
9.2.21 Jeugd-empowerment en de stem van de jeugd x x x x
9.2.22 Het HERA-programma x x
9.3 - EDUCATIE EN VORMING
EDUCATIEVE PROJECTEN
9.3.1 Websites voor klimaateducatie x x
9.3.2 Klimaatworkshops in scholen x x
9.3.3 De ‘Climate Challenge @ School'-conferenties x
9.3.4 De webtool My2050 x
9.3.5 Nodig een klimaatcoach uit in je (secundaire) school x
9.3.6 Belexpo - Gezocht: klimaathelden x x
9.3.7 Training voor leerkrachten x x
9.3.8 Initiatieven rond energie-efficiëntie in scholen x x
9.3.9 Het MOS-project (Milieuzorg Op School) x x

16
Doelgroepen
Nr. Activiteit Lager Secondair Hoger
Burgers Organisaties Overheden Business Buitenland
Onderwijs Onderwijs Onderwijs
Samenwerkingsakkoord voor educatie rond natuur, milieu en
9.3.10 x x
duurzame ontwikkeling
9.3.11 Sensibilisatie voor het leefmilieu op school x x
9.3.12 Het netwerk van CRIE-centra x x x
9.3.13 Ener’jeunes x
9.3.14 Réseau Idée x x
9.3.15 GoodPlanet x x
9.3.16 Met de fiets naar school x
9.3.17 Dikketruiendag x x x x x
Association pour la Promotion des Energies Renouvelables
9.3.18 x x x x
(REnouvelle)
9.3.19 Vorming van bouwprofessionals x
HOGER ONDERWIJS
9.3.20 Sensibilisatie op de universiteit x
9.3.21 Educatie rond leefmilieu en duurzame ontwikkeling x
9.3.22 Zomeruniversiteit gewijd aan klimaat en klimaatincubator x
Engagementsprogramma om de koolstofvoetafdruk van
9.3.23 x
studenten te verlagen
INTERNATIONALE SAMENWERKING EN EDUCATIE IN DE LANDEN VAN HET ZUIDEN
9.3.25 Federale initiatieven x
9.3.26 Initiatieven van Wallonië x

17
10. Over de verbintenissen volgens het Verdrag
voor de periode tot 2020

De EU heeft haar UNFCCC-doelstel- De EU heeft haar reductiedoelstelling


ling gezamenlijk gehaald en intern uitge- in het kader van het Verdrag ruimschoots
voerd via EU-wetgeving in het Europese gehaald, wat betekent dat haar lidstaten en
Klimaat-energiepakket 2020. In het pakket het Verenigd Koninkrijk ook aan hun emis-
introduceert de EU een duidelijke aanpak siereductieverplichtingen hebben voldaan.
om de totale broeikasgasemissies met 20% Zoals vermeld in de in 2022 door de EU
te verminderen ten opzichte van het niveau bij het UNFCCC ingediende broeikasga-
van 1990, door de inspanningen te verde- sinventaris zijn de totale broeikasgasemis-
len tussen de sectoren die onder het Eu- sies, zonder LULUCF en inclusief de in-
ropese emissiehandelssysteem (EU-ETS) ternationale luchtvaart, in de EU-27 + het
vallen en de sectoren die onder de Beschik- VK met 34% gedaald ten opzichte van het
king inzake de verdeling van de inspannin- referentiejaar 1990, goed voor 1,94 miljard
gen (ESD) vallen. In die Beschikking zijn ton CO2e
bindende nationale doelstellingen voor de
Omdat de doelstelling voor de EU in
lidstaten vastgelegd. De effectieve nale-
haar geheel werd gehaald, wordt België
ving door de EU van de doelstellingen van
geacht zijn doelstelling ook te hebben
het Klimaat-energiepakket 2020 en van de
gehaald, ongeacht of het zijn eigen doel-
nationale doelstellingen vastgelegd in de
stelling in het kader van de ESD heeft ge-
ESD is niet onderworpen aan de beoorde-
haald.   ■
ling door het UNFCCC van de gezamen-
lijke verbintenis van de EU volgens het
Verdrag.

18
SAMENVATTING VAN DE ACHTSTE BELGISCHE NATIONALE MEDEDELING
Onder het Raamverdrag van de Verenigde Naties inzake Klimaatverandering
Dit rapport werd voorbereid in samenwerking met:

Federale overheidsdienst Volksgezondheid, Federaal Wetenschapsbeleid Vlaamse overheid Ministère de la Fédération Wallonie-Bruxelles /
Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu WTCIII Maritieme Dienstverlening en Kust, afdeling Kust AGERS
DG Leefmilieu - Dienst Klimaatverandering Simon Bolivarlaan 30 bus 7 Vrijhavenstraat 3 Direction Générale de l'Enseignement Non
Galileelaan 5 bus 2 1000 Brussel 8400 Oostende Obligatoire et de la Recherche Scientifique
1210 Brussel e-mail: aline.vanderwerf@belspo.be e-mail: kust@vlaanderen.be Rue A. Lavallée, 1
e-mail: climate@health.fgov.be URL: http://www.belspo.be URL: https://www.afdelingkust.be 1080 Brussel
URL: https://www.climatechange.be e-mail: etienne.cools@cfwb.be
Vlaamse overheid Leefmilieu Brussel URL: https://www.recherchescientifique.cfwb.be
Federale Overheidsdienst Economie, K.M.O., Vlaams Energie- en Klimaatagentschap Havenlaan 86c en http://www.enseignement.be
Middenstand en Energie Koning Albert II-laan 20 - bus 17 1000 Brussel
DG Energie 1000 Brussel e-mail: pvanderplancke@environnement.brussels IRCEL-CELINE (Intergewestelijke Cel voor het
Vooruitgangstraat 50 e-mail: veka@vlaanderen.be URL: https://www.leefmilieu.brussels Leefmilieu)
1210 Brussel URL: https://www.vlaanderen.be/veka Gaucheretstraat 92-94
e-mail: info.eco@economie.fgov.be  Service Public de Wallonie 1030 Brussel
URL: https://www.economie.fgov.be Vlaamse overheid Agence wallonne de l'air et du climat (AWAC) e-mail: biernaux@irceline.be
Departement Omgeving Avenue Prince de Liège, 7 - boîte 2 URL: https://www.irceline.be/
Federale Overheidsdienst Mobiliteit en Vervoer Koning Albert II-laan 20 - bus 8 5100 Jambes
DG Duurzame Mobiliteit en Spoorbeleid 1000 Brussel e-mail: info-airclimat@wallonie.be Koninklijk Meteorologisch Instituut (KMI)
Vooruitgangstraat 56 e-mail: omgeving@vlaanderen.be URL: https://www.awac.be Ringlaan 3
1210 Brussel URL: https://omgeving.vlaanderen.be 1180 Brussel
e-mail: DirMobSec@mobilit.fgov.be e-mail: stijn.nevens@meteo.be
URL: https://mobilit.belgium.be Vlaamse overheid URL: https://www.meteo.be
Departement Kanselarij en Buitenlandse Zaken
Federale overheidsdienst Buitenlandse Havenlaan 88 - bus 100
Zaken, Buitenlandse Handel en 1000 Brussel
Ontwikkelingssamenwerking e-mail: secretariaat_sg.dkbuza@vlaanderen.be
DG Ontwikkelingssamenwerking en Humanitaire URL: https://www.vlaanderen.be/dkbuza
Hulp
Karmelietenstraat 15 Vlaamse Milieumaatschappij (VMM)
1000 Brussel Emissie Inventaris Lucht en Milieurapport
e-mail: annemarie.Vanderavort@diplobel.fed.be Vlaanderen Een uitgave van de Nationale Klimaatcommissie - Januari 2023
URL: http://www.diplomatie.be Dokter De Moorstraat 24-26
9300 Aalst Publicatie door de Federale Overheidsdienst Volksgezondheid,
Federaal Planbureau e-mail: info@vmm.be en mira@vmm.be Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu
Task Force Duurzame Ontwikkeling URL: http://www.vmm.be Galileelaan 5 bus 2 - 1210 Brussel
Kunstlaan 47-49
1000 Brussel Vlaamse overheid Wettelijk depot: D/2023/2196/2
e-mail: tfsd@plan.be Departement Economie, Wetenschap en Innovatie
URL: https://www.plan.be (EWI) Dit document is eveneens beschikbaar in het Frans en het Engels.
Koning Albert II-laan 35, bus 10
1030 Brussel Een elektronische versie van dit document is beschikbaar via het internet:
e-mail: info@ewi.vlaanderen.be https://www.cnc-nkc.be/nl/reports.
URL: https://www.ewi-vlaanderen.be

19

You might also like