You are on page 1of 3

1.

Kolonisatieproces

1.1 Suriname: Europese expansie

Het onaantrekkelijke Suriname, wegens zijn moeilijk toegankelijke tropische regenwoud en de

modderige wilde kust van de Guyana 's, werd gekoloniseerd in het jaar 1651. Suriname was

slachtoffer van de expansietochten die door de Europese werden uitgevoerd. De kolonisators

ijverde naar uitbreiding en richtte zich in de eerste instantie op gebieden die snellere

exploitatiemogelijkheden leken te bieden of terwijl plaatsen die extreme winst aan extreme lage

prijzen konden bieden, zoals in Zuid-Amerika. De belangstelling voor de Guyana 's nam pas toe

vanaf het einde van de zestiende eeuw, toen Spanje en Portugal als initiatiefnemers van de

koloniale expansie en ook andere Europese mogendheden zoals Engeland, Frankrijk en

Nederland zich op het strijdtoneel vertoonden. Alhoewel de Guyana 's werden ingelijfd door

Spanje ondernam dit land weinig initiatieven om het gebied nader te koloniseren (Petrus

Canisius Scholtens, 1954).

1.1.1 Eerste Europese bezitters

De eerste Engelse poging om een nederzetting langs de Surinamerivier te stichten was van

kapitein Marshall in de jaren 1630 en begin 1640. Hij streefden ernaar tabak te verbouwen in

1
navolging van het succes van de kolonies van Virginia en Barbados. Kapitein Marshall was

inderdaad vertrokken van Barbados met minstens 60 kolonisten en in de volgende jaren

kwamen daar nog meer bij. Op het hoogtepunt telde de kleine nederzetting 300 kolonisten.

Helaas voor hen hield de prijs van de tabak niet langer de hoge prijzen in Europa vast, omdat

vooral Virginia de productie en de expertise in de tabaksteelt opvoerde. Bovendien raakte een

poging tot Franse vestiging verderop aan de Surinamerivier verwikkeld in een conflict met lokale

stammen. Het daaruit voortvloeiende antagonisme sloeg over naar de Engelse nederzetting,

omdat de plaatselijke inheemse bevolking moeite had met het onderscheid te maken tussen

Europeanen (Surinam Colony, z.d.).

1.1.2 De Nederlandse “overwinning”

In 1667 werd Suriname in beslag genomen door een Nederlandse vloot, en in dat jaar werd het

aan Nederland afgestaan in ruil voor Nieuw Amsterdam (nu New York City). Suriname

ontwikkelde zich tot een bloeiende plantagekolonie nadat de Nederlandse planters, verdreven

uit Brazilië vanaf het midden van de zeventiende eeuw, zich in het gebied vestigden. Suiker was

de belangrijkste export, en de productie van koffie, cacao, katoen, indigo en hout won in de

achttiende eeuw aan belang. Tot het midden van de negentiende eeuw vormden slaven,

meestal afkomstig van de westkust van Afrika, de meerderheid van de bevolking. De kleine

Europese bevolking was voornamelijk van Nederlandse afkomst, maar er waren ook mensen uit

Frankrijk, Duitsland, Groot-Brittannië en een Joodse gemeenschap, die grotendeels uit

Portugal, Spanje en Italië via Brazilië was gekomen (Suriname | History, Geography, Facts, &

Points of Interest, 2023).

2
Bibliografie:

Petrus Canisius Scholtens, B. P. C. S. (1954). BOSNEGERS EN OVERHEID IN SURINAME

[Proefschrift]. Universiteit Nijmegen.

Surinam Colony. (z.d.). https://www.britishempire.co.uk/maproom/surinam.htm

Suriname | History, Geography, Facts, & Points of Interest. (2023, 5 januari). Encyclopedia

Britannica. https://www.britannica.com/place/Suriname/History

You might also like