You are on page 1of 2

Er was een kleine punkkabouter

Die was aan ’t lopen door het bos

Ze was op zoek naar een mooi plekje

Om te picknicken op het mos

Ze zag een beestje in de verte

Ze dacht een haas, en keek toen beter

Het was geen das of een konijn

Het was een babyreuzenmiereneter

De punkkabouter zei: hallo, wat doe jij hier alleen?

Moet jij niet bij je ouders zijn, of heb je er soms geen?

De reuzenmiereneter zei: nou, ik verveel me dood!

Wil jij met mij mee op avontuur? Dan zijn we samen groot!

Nu rijdt de kleine punkkabouter

Trots op de babyreuzenmiereneters rug

En gaan op avontuur maar komen elke avond voor het donker terug

Kabouter en de miereneter

Waren eerst één maar zijn nu twee

Ze lopen heel wat kilometer

En maken avonturen mee

Een hele wereld aan hun voeten

Met vreemde landen te ontdekken

En vreemde dieren te begroeten

In alle vreemde gekke nieuwe plekken

Voor een kleine punkkabouter lijkt de wereld groot

De reuzenmiereneter zei: kaboutertje, geen nood

Als jij bij mij wilt blijven, nou dan blijf ik ook bij jou

En reken maar dat ik jou over alle hobbels sjouw

En met een miereneter bij je

Lijken je hobbels soms ineens heel klein te zijn

En in de wijde wereld ben je klein maar ben je samen altijd fijn


En daarom wandelden zij samen

Tweepoot en vierpoot zij aan zij

En als zij dan wat zij tegenkwamen

Dan deden zij dat allebei

En alle dieren die hen zagen

Konden hun ogen niet geloven

Nog nooit in al hun dierendag-en

Waren zij ooit zo ondersteboven

De vogels in de bomen floten hoog en hoogst verrast

Een miereneter en kabouter, is dat wel gepast?

Toen zei de punkkabouter: kijk, wij zijn een prima paar

Wij zijn pas pasgeboren dus wij passen bij elkaar

En ieder dier was overdonderd

Geen dier dat ooit zoiets bijzonders verzon

Dat miereneter en kabouter wonder boven wonder passen kon

En zo vervolgden ze hun reis weer

Er was nog zoveel om te doen

En hadden zij geen wandelzin meer

Dan sliep het tweetal in het groen

En als hun buiken luidkeels knorden

En om het hardst om eten sprongen

Hadden zij altijd volle bord-en

Dankzij reuzenmierenetertongen

De reuzenmierenetertong dat is een fenomeen

De reuzenmierenetertong, daar kun je niet omheen

Want mierenhopen slurpen is de miereneterdroom

En gaat de tong omhoog dan plukt ie vruchten uit de boom

En als de buiken weer gevuld zijn

Zijn mens en dier natuurlijk dik tevreden

Alleen de mieren kan ‘t niet plezieren want die worden opgegeten

You might also like