You are on page 1of 101

Strijd om de Keukenhof

Tekst voor achterflap

Een stel tienervrienden wordt door een avontuurlijke ontdekking geconfronteerd met
witteboordencriminaliteit. Het tweetal maakt kennis met een projectontwikkelaar die
zijn doel tracht te bereiken via corruptie van een wethouder van Lisse, de directeur
van de Keukenhof en twee voorzitters van politieke partijen. Het tweetal verzint een
tactiek om dat te voorkomen maar komt bij de uitvoering daarvan in de problemen.
Zij vragen en krijgen hulp van een ervaren onderzoeksjournalist van Follow the
Money. Gedrieën schuwen zij op hun beurt afpersing niet om het plan van de
projectontwikkelaar te verijdelen. Een bijvangst van het stel vrienden is een unieke
archeologische vondst.

De auteur heeft bij het schrijven onder meer gebruik van zijn kennis en ervaring PAGE \*
MERGEF
opgedaan als forensisch onderzoeker. Zijn doel is de jeugd via een spannend
avontuur te informeren over de gevaren en gevolgen van corruptie en afpersing. Aan
leergierige lezers geeft hij via voetnoten een korte uitleg over bij jeugdigen minder
bekende begrippen zoals college van b en w, wethouder en gemeenteraad.

1 Een rollercoaster
Ik ga je vertellen over mijn te gekke avontuur dat ik samen met mijn buurjongen heb
beleefd. Een avontuur zo spannend als een rit in een giga rollercoaster.: in het begin
gaat het rustig en langzaam, je gaat langzaam omhoog, je hebt alle tijd om rond te
kijken en met je buurman of buurvrouw te praten. Dan komt, na een hoogtepunt,
plotseling de versnelling, je adem wordt afgesneden, je vliegt in je gedachten van ‘dit
had ik niet moeten doen’ naar ‘o wat heerlijk vreselijk spannend’. Geen tijd om adem
te halen: daar is de volgende loop. Is dit niet gevaarlijk? Blijft dit ding wel heel? En
dan wordt de rit weer rustiger. Je kunt weer normaal ademhalen. Maar dan komt nog
een dubbele loop. Nog spannender en heftiger. En dan is het afgelopen.
Zo ging het ook in ons avontuur.

Aan het einde van ons avontuur werden mijn buurjongen en ik door de burgemeester
van Lisse benoemd tot ereburgers van de gemeente Ereburgers! ‘Dankzij jullie is
Lisse en De Keukenhof aan een ramp ontsnapt. Jullie hebben risico’s durven nemen
om die ramp te voorkomen. En, niet te vergeten, jullie hebben een verloren
gewaande schat teruggevonden. Een schat die nu in het Rijksmuseum ligt. Daar zijn
wij jullie heel dankbaar voor.’
En later, tijdens een drankje met mevrouw de burgemeester en onze ouders en een
paar andere betrokkenen, zei ze: ‘Als jullie hier een boek over zouden schrijven dan
wordt dat zeker een bestseller.’
Nou dat idee heb ik enkele jaren later samen met mijn buurjongen en een journalist –
die ook een rol speelt in het verhaal - uitgewerkt. Het resultaat heb jij nu in je PAGE \*
MERGEF
handen.

Ons avontuur speelde zich af rond en soms zelfs onder de Keukenhof. Als je daar nog
nooit van gehoord hebt: De Keukenhof is het grootste bloemenpark van heel Europa.
Het park is wereldberoemd vanwege zijn ligging tussen de bollenvelden en met 7
miljoen bloeiende bollen in alle kleuren van de regenboog prachtig om te zien. Die
bollen bloeien voor periode van een paar maanden in het voorjaar. Als er geen
beperkende maatregelen zijn om ziektes zoals corona te bestrijden, komen er jaarlijks
ongeveer 1½ miljoen mensen kijken, van over de hele wereld. Op het terrein staat
ook een prachtig kasteel. Dat kasteel. kasteel De Keukenhof, speelt een belangrijke
rol in dit verhaal. Zo dadelijk zal ik mezelf voorstellen, maar ik geef eerst even het
woord aan Paul.
2 Paul

Hoi, ik heet Paul. Ik ben 15 jaar geleden geboren in Zuid-Scharwoude, een klein
dorpje in de kop van Noord-Holland. Sinds een jaar woon ik naast Lieke. Ik heb geen
broers of zussen. Ik zit in de 2e klas VWO, net als Lieke. Mijn hobby is archeologie. Ik
hou ervan om in de grond te wroeten naar spullen uit het verleden. Ik heb een
enorme collectie oude munten, pijpen en ijzeren voorwerpen. Ik spaar al een tijd
voor een metaaldetector. In verdien geld als afwasser bij een sushibar in het dorp. Als
ik 16 wordt ga ik mij aansluiten bij een organisatie die IT-ers aan huis beschikbaar
stelt. Computerproblemen oplossen bij oudere mensen. Dat verdient veel meer dan
vakken vullen en je ontmoet meer mensen. Koken is ook een hobby van me. Vooral
zuurkoolgerechten omdat mijn vader tot vorig jaar bij een zuurkoolfabriek in Noord
Scharwoude werkte en hij daar veel leuke gerechten leerde koken.
Ik wil later bij de politie gaan werken. Bij de IT-afdeling of bij de recherche. Ik wil
criminelen opsporen en ontmaskeren. Met dit avontuur kon ik daarvoor mooi PAGE \*
MERGEF
oefenen.

Ik vind Lisse een tof dorp. Je kunt er alle sporten doen, je hebt keuze uit scholen en er
zijn veel winkels, grote en kleine. En ik heb nu een tof buurmeisje dat niet snel bang
is. Ook niet voor beesten of vieze handen. Lieke heeft mij gevraagd om haar te helpen
bij het schrijven van dit boek. Dat doe ik heel graag, want dat kan mij misschien
helpen als ik later ga solliciteren bij de politie.
3 Lieke

Mijn naam is Lieke. Ik ben 14 jaar. Ik woon in een gezellige straat in Lisse, een dorp
met veel winkels en kerken. Ons huis heeft een tuintje voor en een grote tuin achter.
Onze straat is niet ver van de Keukenhof. Toen ik klein was ging ik daar vaak heen
met mijn moeder en mijn zus. Vooral naar het kasteel dat tegenover de tuinen ligt.
Naast dat kasteel ligt een boerderij waar geiten, schapen en konijnen verzorgd
worden. Soms mocht ik helpen de dieren te voeren.
Ik heb een lieve moeder die twee dagen in de week op kantoor werkt. Mijn vader
maakt graag grapjes en werkt vijf dagen in de week bij een bouwmaterialen fabriek.
En ik heb een leuke maar soms ook een beetje klierige zus van 12. Zij is bijna altijd
met paarden bezig. En als ze er niet mee bezig is, dan leest ze er over. Irritant af en
toe.
Mijn hobby is lezen. Ik heb alle boeken gelezen die we in huis hebben. En dat zijn er
PAGE \*
heel wat. Zoals spannende jeugdboeken van mijn vader. Ik stoei graag en veel. Toen MERGEF
dat voor de zoveelste keer leidde tot schade aan meubels en bloemenvazen stuurde
mijn vader mij naar een kennismakingsbijeenkomst van de judoschool van Lisse.
Sindsdien is judo mijn sport. Ik draag nu de gele band.
4 Een verrassing

Ons avontuur begon rustig, nou ja, wat is rustig, met een verassing die mijn vader en
moeder hadden voor mij en mijn zus. Op een middag kwam ik uit school en zag mijn
vader naast mijn moeder op de bank zitten. Dat was vreemd, want hij is nooit om die
tijd thuis. Hij zag er niet ziek uit. In tegendeel. Dames, gaan jullie eens zitten. Sophie
kom jij er ook bij. We hebben een verrassing voor jullie.’
Nadat ze een paar keer tegen elkaar gezegd hadden ‘zeg jij het maar’ zei mijn moeder
dat wij er een broertje én een zusje bij zouden krijgen. Zij waren die middag naar het
ziekenhuis geweest en er was een foto gemaakt waarop te zien was dat mijn moeder
in verwachting was van een tweeling.

Mijn zus en ik keken elkaar heel verbaasd aan. Vroeger had ik wel eens gehoopt dat ik
er nog een broertje of zusje bij zou krijgen. Mijn moeder zei dan zoiets als ‘Nee hoor,
jouw papa en ik vinden het wel mooi zo, met jullie twee’. Daarna heb ik er nooit meer PAGE \*
MERGEF
over nagedacht. Nu was het wel een heftige verrassing. Mijn zus stond te springen en
te juichen. Ik moest eerst even nadenken of ik het ook leuk vond. Huilende baby’s in
huis, is dat leuk? Kan je met baby’s ook op vakantie in een vliegtuig? Ik heb toen maar
gezegd dat ik het ook leuk vond.

Voor mijn vader en moeder was het blijkbaar ook een verrassing want zij hadden
onze wieg, box en babystoeltjes al lang geleden naar de kringloopwinkel gebracht. En
nu kregen ze er niet één kind bij, maar gelijk twee!

Mijn vader begon zich direct zorgen te maken: ‘Jeetje, nou moeten we een grotere
auto kopen. In onze auto passen geen vier kinderen’. Nog voor mijn zus en ik van de
schrik waren bekomen zat hij al te googelen.
5 Nu moet er verbouwd worden

Na de eerste reactie van mijn vader over het kopen van een nieuwe auto, bedachten
mijn ouders dat, als we straks met zijn zessen zouden zijn, het nodig was om de
keuken en woonkamer te vergroten. Ze maakten tekeningen: ‘Waar komt het
aanrecht? Kan er dan een grote eettafel staan? Kan er ook een raam bijkomen?’
Ik vond het allemaal best, zolang ik mijn kamer maar mocht houden. Stel je voor dat
ik samen met mijn zus op één kamer zou moeten. Ik moest er niet aan denken. Mijn
zus had ook al geroepen ’Ik ga niet met Lieke op één kamer hoor!’
Mijn ouders waren het gelukkig met ons eens. ‘Jongens dan gaan we ook de zolder
maar verbouwen, zodat daar kamers voor jullie komen’.
Na de zelf gemaakte tekeningen kwamen er aannemers op bezoek om te kijken en
om uit te rekenen wat het zou gaan kosten.
Op de dag van Sinterklaas kreeg pa van de uitgekozen aannemer te horen dat hij in
PAGE \*
het nieuwe jaar zou gaan beginnen met de klus. Ze zouden beginnen met het MERGEF
uitgraven van een kuil achter het huis, voor de fundering en de kruipruimte van de
uitbouw.
6 De ontdekking

Begin januari kwam de aannemer en nadat hij twee werkmannen instructies had
gegeven, vertrok hij weer. Toen de werkmannen aan het eind van de week naar huis
gingen lieten zij een grote kuil achter, met planken aan de zijkant om instorten te
voorkomen. Ik zag Paul met een schep door de heg stappen en in de kuil springen. Hij
begon direct hier en daar in de grond te spitten.
‘Dat vinden je vader en moeder wel goed he?’
‘Ja, ik denk het wel. Maar je denkt toch niet dat je hier iets gaat vinden?’
‘Waarom niet? Dit is een oud huis en hier is waarschijnlijk nog nooit zo diep
gegraven. Misschien vind ik wel gereedschappen of botten uit de oertijd’. Ik had Paul
nog nooit zo enthousiast gezien.
‘Nou, je doet je best maar’ zei ik en ging naar binnen.
Na een tijdje riep Paul voor het raam staand dat hij wat gevonden had. Hij hield een
PAGE \*
klein witstenen pijpje zonder steel in de hoogte. ’Zie je wel, hier hebben eeuwen MERGEF
geleden ook mensen gewoond’.
‘Het zal je hobby maar wezen’ dacht ik.
Na het eten kwam Paul weer terug.
‘Kijk pappa, Paul komt weer in de kuil zoeken. Hij heeft vanmiddag al een pijpje
gevonden. Ik heb gezegd dat jij dat wel goed zou vinden.’
‘Hij gaat zijn gang maar. Hij heeft zeker kattenogen, het is donker buiten! Doe de
lamp aan in de achterkamer dan schijnt die een beetje buiten in de kuil. En zeg tegen
hem dat als hij een pot met goud vindt, hij die met ons moet delen.’

Een uur later, ik dacht eigenlijk dat hij al naar huis was, kwam Paul binnen en
fluisterde heel zachtjes in mijn oor dat ik direct mee moest komen. Ik zag aan zijn
gezicht dat hij iets bijzonders had gevonden.
‘Neem een zaklantaarn mee. En zeg even niets tegen je vader en moeder’.
‘Uh, een zaklantaarn? Schijnt de kamerlamp niet genoeg naar buiten dan!’ wilde ik
fluisteren maar hij was alweer de tuin in.
Tjeetje, waar haalde ik zo gauw een zaklantaarn vandaan. Zou het niet weten.
‘Pap waar hebben wij een zaklantaarn? Paul vraagt of ik hem even wil bijlichten.’
Even later ging ik via de werkbank in de schuur gewapend met een zaklamp naar
Paul. Ik zag dat hij een klein muurtje van stenen had bloot gespit. Hij legde een paar
grote stenen opzij waardoor een donker gat zichtbaar werd.
We gingen op onze knieën zo dicht mogelijk bij de rand zitten. Er steeg een muffe
lucht uit het gat op. Wat was dit nou? Een put? Een kelder? We probeerden met de
zaklantaarn in het gat te schijnen. Na een tijdje zag ik een vloer in de diepte. Ik zag
ook een dooie muis en een skelet van een groter beest. En een zijmuur. Met
spinnenwebben.
‘Het lijkt wel een tunnel’ fluisterde Paul.
‘Een tunnel? Een echte tunnel? Waarvoor dan? Waar naar toe dan?’
‘Ja, weet ik veel. Dat moeten we gaan uitvinden.’
We keken elkaar sprakeloos aan. Wow. PAGE \*
‘Zullen we je vader en moeder halen?’ MERGEF

‘Ja, natuurlijk. Dit is echt te gek.’ Maar bij de achterdeur aarzelde ik. Moest ik het wel
vertellen aan mijn ouders? Als die werkmannen maandag weer kwamen zouden zij de
stenen vast en zeker ook ontdekken en die zouden het dan wel aan mijn ouders
vertellen. Tot die tijd konden wij het toch wel voor ons zelf houden?
Ik draaide me weer om ‘Nee, ik vertel het ze nog niet. Ik vind het leuk om het nog een
paar dagen geheim te houden. Maandag komt het toch uit als de werkmannen verder
gaan.’
‘Oh prima wat mij betreft.’

We wilden eigenlijk direct in de tunnel kijken: Hoe ver zouden we komen? En waar
zou hij naar toe gaan? Maar we snapten ook wel dat we in zo’n tunnel heel
voorzichtig moesten zijn. Wat als hij instortte terwijl wij erin zaten?!
‘Ik haal eerst een stok om te kijken hoe diep hij is,’ zei Paul, ‘misschien kunnen we
dan met een keukentrapje naar beneden en kijken.’ Met de stok van een bezem mat
hij de diepte. Hij moest zich bukken om de haren van de bezem nog vast te kunnen
houden, zo diep was de tunnel.

Ons keukentrapje was in ieder geval veel te klein, dat wist ik zeker. ‘Hebben jullie een
grotere trap?’ vroeg ik aan Paul.
‘Nee, mijn moeder staat altijd op een stoel als ze ergens bij moet komen. We zouden
een touwladder moeten hebben,’ zei hij.
‘Oh die moeten wij ergens hebben. Wij hebben een paar jaar geleden met kinderen
uit de buurt een hut gebouwd in de boom bij het bejaardenhuis. Daar hebben wij
toen een touwladder voor gekregen. Die moet bij ons in de schuur liggen. Ik ga
morgen bij daglicht zoeken’.

PAGE \*
MERGEF
7 De eerste ontdekkingstocht

Na een nachtje dromen over de tunnel – Was het wel een echte tunnel? Wat zouden
we gaan beleven? – ging ik na het ontbijt direct zoeken naar de touwladder. En dat
kostte veel moeite om hem te vinden want mijn vader is niet van het opruimen.

De eerste dwarsstok van de touwladder was lang genoeg om aan twee kanten van
het gat vast te klemmen. We lieten de ladder in het gat zakken en daarna klom Paul
heel voorzichtig naar beneden. Toen hij beneden was gaf ik hem zijn zaklantaarn aan.
Daarna gaf ik hem nog twee stokken aan, tegen de spinnenwebben. Ineens dacht ik
aan iets.
‘Wacht nog even,’ riep ik naar beneden, ‘ik haal mijn iPhone, dan kunnen we jouw of
mijn ouders bellen als er iets is.’
Toen we allebei beneden stonden konden we bij het licht van de zaklamp zien dat het
inderdaad een tunnel was, met een vlakke vloer en een mooi gemetselde ronde PAGE \*
MERGEF
bovenkant. Buiten het bereik van Pauls lamp was het aardedonker. We hadden geen
idee hoe lang de tunnel was.
‘Wat vet zeg, een echte tunnel,’ zei Paul, ‘kijk jij even naar het knopje voor het licht.’
Grappig hoor. Ik vond het zo spannend dat ik niets kon zeggen en me niet durfde te
verroeren. Ik voelde dat de grond een beetje glibberig was. En er lagen losse stenen
en soms kleine hoopjes aarde. En aan die muffe lucht moest ik ook wel even
wennen.
‘Zullen we die kant op gaan?’ vroeg Paul, ‘volgens mij is dat richting het centrum van
het dorp. Dan kunnen we gelijk een ijsje kopen.’ De grapjas begon meteen al
voorzichtig die kant op te schuifelen.
‘Hé wacht even op mij. Kan je mij een hand geven, ik ben bang dat ik struikel’.’ Het
was lastig dat we maar één zaklantaarn hadden.
Na een meter of vijftig schuifelen konden we niet verder: de hele tunnel was versperd
door stenen en zand. Teleurstelling. Terug dus.
Toen we weer bij het gat waren vroeg ik Paul even te wachten voor we de andere
kant gingen proberen. ‘Ik haal even onze kampeerzaklantaarn op zolder.’ Toen ik
terugkwam zat Paul op zijn hurken het skelet te bekijken.
‘Het is volgens mij een rat.’
‘Je bedoelt: het was ooit een rat. Het is nu geen rat meer. Ik ben bang van levende
ratten, maar niet van skeletten. Kom op, we gaan weer.’

Nadat we een tijdje heel voorzichtig en een beetje gebukt geschuifeld hadden en een
groot aantal spinnenwebben met onze stokken hadden weggezwaaid, zagen we aan
de linkerkant een tweede tunnel. Die was veel smaller, zo smal dat er maar één
persoon in kon lopen. ‘Laten we de grote tunnel maar blijven volgen,’ fluisterde Paul.
Het was vóór ons pikkedonker, en achter ons ook. Toen begon het licht van mijn
zaklantaarn heel langzaam te doven.
‘Paul, laten we teruggaan en sterkere lampen halen,’ stelde ik voor.
‘Ja prima!’ zei Paul teleurgesteld. De wandeling terug naar de opening leek veel
sneller te gaan dan onze heenreis. Toen we weer veilig boven de grond stonden had PAGE \*
MERGEF
ik eigenlijk spijt. Ik was heel erg benieuwd naar wat we zouden vinden in de tunnel.
Waar ging die tunnel nu naar toe? Wat zou ons daar te wachten staan? Eigenlijk wilde
ik zo snel mogelijk weer terug.
Ik had in de tunnel al bedacht dat we op zolder bij de kampeerspullen nog een veel
sterkere lamp hadden liggen, een echte schijnwerper. Die haalde ik snel op. Hij deed
het gelukkig nog.
En daar gingen we weer. We schuifelden niet meer maar liepen nu gewoon rechtop.
En in het eerste stuk van de tunnel waren de spinraggen al weg. We passeerden weer
de nauwe zijtunnel. In het volgende deel zagen we nog enkele schedeltjes en
verdroogde dieren liggen. Een paar keer moest ik een draad van een spin uit mijn
ogen wrijven. Na een lange wandeling verdwenen plotseling de zijwanden. Ook het
plafond was verdwenen. Ik schakelde mijn schijnwerper om naar een lamp die alle
kanten op licht geeft. We zagen dat we in een grote, hogere ruimte stonden. Hier
konden ook volwassen mensen rechtop staan. Er stond een stenen bank waarop een
roestig ouderwets geweer, een bijl en een paar kleine zwaarden lagen. ‘Oh kijk, dat
zijn degens, en dat geweer is zeker een musket,’ zei Paul enthousiast. Hij fluisterde nu
niet meer. We raakten allebei een beetje gewend aan donkere ruimtes bij lamplicht.

Langs de muren zag ik op verschillende plekken een touw naar beneden hangen. Elk
touw hing in een soort luchtkoker, een schacht. Paul scheen in een van die kokers
omhoog met zijn lantaarn, maar hij kon alleen maar het laatste stuk van het touw
zien. Hij ging even aan een touw hangen om te zien wat er gebeurde. Het touw kwam
een klein stukje naar beneden. Maar tot onze verrassing ging er tegelijkertijd een
soort éénmansliftje een stukje omhoog.
‘Aha,’ zei Paul peinzend, ‘ik denk dat dit een liftje is waarmee de mensen vroeger
konden ontsnappen. Ik heb daar wel eens iets over gelezen. Kijk die verticale kokers
zitten allemaal naast een verdikking van de muur. Ik denk dat daar bovenop de
schoorstenen gemetseld zijn. Die liften zitten dan in de muren naast de schoorstenen.
In elke kamer met een openhaard of kachel zit waarschijnlijk een toegang tot een lift.
Achter het behang, of achter een luik, wat er natuurlijk niet uitziet als een luik. Met PAGE \*
MERGEF
deze liftjes kon je dan vanuit die kamers naar beneden, naar de tunnel. Bij een
belegering van het kasteel konden ze via de tunnel naar het dorp om voedsel en
drinken te halen. Ze konden er als het nodig was ook door ontsnappen. En de
kasteelheer of kasteelmevrouw kon ongezien vertrekken naar en terugkomen van
een geheime afspraak. Kom, zullen we kijken of de liftjes nog werken? Probeer jij mij
eens naar boven te trekken’.
‘Ja daag, ik ben een meisje dus ik mag eerst,’ zei ik en stapte direct in een liftje. Paul
keek verbaasd maar hield zijn mond. Gelukkig, dacht ik, want ik had niet zo’n zin om
hem omhoog te trekken met die lift. Dat mocht hij doen, met zijn sterke
jongensspieren. Maar het lukte Paul niet om beweging in de lift te krijgen. Ik moest
uitstappen en helpen trekken. Pas nadat we de lift samen een paar keer op en neer
hadden getrokken begon het mechanisme wat al piepend soepeler te lopen. ‘Nu kan
het wel denk ik,’ zei Paul en ik klom er weer in. Langzaam trok Paul mij omhoog. Het
piepte en kraakte boven mijn hoofd. Maar het lukte: ik steeg langzaam! Nu pas kreeg
ik door hoe spannend dit was. Ik moest me met twee handen aan de touwen
vasthouden, waardoor ik niet met mijn lamp kon schijnen om te kijken waar ik was.
Toen ik een stuk gestegen was hoorde ik plotseling stemmen en gelach. ‘Nog een
klein stukje’ siste ik naar beneden, ‘Ho stop!’
Door een gaatje in de wand scheen er licht in de liftkoker. Ik kon door dat gaatje in
een kamer kijken. Ik zag een groot schoolbord waarboven Kasteel Keukenhof stond.
Er zaten mensen om een grote tafel. Ik keek recht in de ogen van een mevrouw. Ik
schrok me rot. Had zij mij gezien? Nu keken ook andere mensen mijn kant op.
Natuurlijk hadden ze mij niet gezien. Ik zat in het donker en mijn kijkgaatje was zo
klein dat ik mijn oog ertegenaan moest houden. ‘Jeetje, wat een lawaai in die
schoorsteen’ zei iemand. ‘Oh, dat zal wel een vogel zijn. Dan is het rooster boven op
de schoorsteen weer weggewaaid of doorgeroest’ zei een ander.
‘Omlaag. Heel langzaam!!’ siste ik naar Paul. Weer het piepende geluid natuurlijk. Ik
kromp in elkaar. Kan dit ook een vogel zijn?

‘En, heb je wat gezien?’ PAGE \*


MERGEF
‘Joh, we zitten onder Kasteel Keukenhof! Er zijn mensen aan het vergaderen. Ik kon
door een gaatje in een kamer kijken. En daar stond een bord waarop Kasteel
Keukenhof stond. Te gek hè? Maar die lift piept zo hard dat allemaal naar de
schoorsteen keken. Als we nog een keer omhoog willen dan moeten we daar wat aan
doen.’
‘Ja natuurlijk willen nog vaker omhoog. Ik wil omhoog. Nu.’
‘Nee niet doen. Ze hebben nu twee keer een vogel gehoord. Als jij nu weer gaat dan
gaat het op een vogelplaag lijken in de schoorsteen. Dan huren ze met spoed iemand
die het rooster komt controleren. En daar is waarschijnlijk niets mee aan de hand.’
‘Je hebt gelijk. Maar we moeten wat aan dat gepiep doen voordat we weer omhoog
gaan. Ik neem de volgende keer een oliespuit mee en ga kijken of ik dat gepiep kan
stoppen. ‘Maar als ik je goed begrijp –‘ zei Paul enthousiast – ‘dan kunnen we nu zien
en horen wat er allemaal in het kasteel gebeurt. Als we geluk hebben zijn we getuige
van een moord op zo. Of een geheime ontmoeting van twee verliefde mensen.’
‘Nou dan kan je lang in die lift hangen. En koud worden. Ik wil weg hier. Ik ben nu al
steenkoud.’
De wandeling terug ging veel sneller dan de heenweg. Maar het was toch best wel
een eind lopen.
Onderweg bedacht ik mij dat Paul wel erg sterk moest zijn. ‘Zeg hoe komt het dat jij
zo sterk bent? Jij kan mij niet alleen omhoog trekken maar mij daarna ook nog een
tijd in de lucht houden. Ongelooflijk.’
‘Nou dat is minder knap dan je denkt. Aan de lift zit een katrol1. en bovenin de
schacht zit natuurlijk ook een katrol. Het touw waaraan ik jou omhoog trok loopt
door die katrollen en dan is er veel minder kracht nodig om iets op te tillen. Als je
maar genoeg katrollen gebruikt kan jij in je eentje zelfs een heel groot blok beton
omhoog trekken. En waarschijnlijk veroorzaken die katrollen dat piepgeluid.’

PAGE \*
MERGEF

1
Met katrollen kan je hele zware voorwerpen gemakkelijk omhoog hijsen. Zie Wikipedia ‘Werking van
katrollen’ hoe het werkt.
8 Transport in de tunnel

Een geheim hebben is leuk, maar een geheim bewaren is moeilijker. En als het een
eng en bijzonder geheim is, dan is het hééél moeilijk. Thuis gekomen kon ik niet over
mijn avontuur praten. Jammer jammer.
‘Wat zien jullie er opgewonden uit. Wat hebben jullie uitgespookt?’ vroeg mijn
moeder toen we de keuken in stapte. Ze wachtte gelukkig niet op ons antwoord maar
schonk een kopje thee in.
Terwijl we thee dronken zat ik te dromen over de tunnel. Waar zou die zijtak eigenlijk
heen gaan? En wanneer zouden de werkmannen de tunnel ontdekken? Eigenlijk
wilde ik nog veel meer ontdekken daar beneden, voordat die mannen terugkwamen.

‘Paul loop je nog even mee naar boven. Ik wil je nog iets laten zien.’
Ik wilde even rustig overleggen wat we nog konden gaan doen.
Maar Paul begon: ‘Ik vind dat we eigenlijk een karretje nodig hebben. Het is best wel PAGE \*
MERGEF
een eind lopen door die muffe tunnel. Ik heb een tweepersoonsskelter. Daarop
kunnen we achter elkaar zitten. Er is alleen één probleem: hij is te zwaar voor ons om
door het gat te tillen. Misschien kan iemand hem in twee stukken splitsen. En dan zet
ik hem op de bodem van de tunnel weer in elkaar.’
Ik vond dat een goed idee maar waar vind je zo snel iemand die een skelter zodanig in
tweeën zaagt dat je hem daarna weer snel heel kan maken. Maar hij had een punt:
Hoe sneller we door die tunnel konden gaan des te beter.
‘Ik zou niet iemand zo snel weten. Is er geen ander, kleiner transportmiddel?’ Wij
keken elkaar aan en piekerden zwijgend.
Ík weet het. Autopeds! Mijn zus heeft nieuwe autoped voor haar verjaardag
gekregen, een met flink grote wielen.’
‘Ja, dat is een heel goed idee. Dat ik daar niet aan gedacht heb. Mijn moeder heeft
van mijn vader een elektrische step gekregen, een kickscooter. Kan ze in Den Haag
van het station naar haar werk had hij bedacht. Maar mijn moeder vindt zo’n ding
belachelijk. Hij staat nu in de garage. Ik neem hem morgen mee. Om 9.00 uur ok’?
‘Ok. Ik heb geen judotraining morgen, we hebben nog vakantie’.

De volgende morgen gingen mijn vader en moeder fietsen. ‘Nu kan het nog, straks
ben ik te dik om te fietsen,’ had mijn moeder gezegd. En Sophie was al lang en breed
bij de paarden. Wij konden ongezien onze gang gaan.

De twee autopeds konden zonder problemen door het gat. Wij wilden opstappen
maar liepen tegen een probleem aan. Bij een autoped moet je twee handen aan het
stuur hebben. Zeker op een niet heel vlakke en schone bodem. En dus hadden we
een probleem met het licht.
‘Shit, even niet aan gedacht. Maar wacht, op de fiets van mijn moeder zit een
klemlamp met een batterij. Die ga ik even halen.’ En weg was Paul.
Toen hij terug was en de lamp op de autoped bevestigde zei hij dat hij via het internet
twee nieuwe klemlichten ging bestellen.
‘Dat is misschien mosterd na de maaltijd: als maandag die mannen de tunnel
PAGE \*
ontdekken dan mogen wij er natuurlijk niet meer in.’ MERGEF
‘Tuurlijk wel. Dat gat kan je toch niet dichtmetselen. En een afdekzijl is er zo weer af.
Paul had een rugtas meegenomen waarin hij mijn lamp opborg. ‘Ik heb ook wat
gereedschap en een oliespuit meegenomen. Je weet maar nooit. En kijk…. voor
onderweg.’ zei hij terwijl hij twee repen chocolade omhoog hield.

Met een lekker vaartje stepten we daarna door de tunnel. We passeerden de


zijtunnel.
‘Hé stop. Ik wil eerst weten waar die naar toe gaat,’ riep ik snel.
We stopten. Paul haalde de lamp uit de rugtas en we liepen de smalle tunnel in. Hij
was zo smal wij niet naast elkaar konden lopen. Paul ging voorop met de
schijnwerper. Hij had pech want hij moest zich een weg banen door de
spinnenwebben. Met zijn handen want de stokken hadden we natuurlijk niet bij ons.
Nadat we een eind gelopen hadden, en Paul wel vijf keer ‘gatverdamme’ had
geroepen, stonden we plotseling voor een houten deur met grote roestige
scharnieren en een roestige deurknop.
‘Wow, moet je kijken,’ zei Paul zachtjes. Paul trok aan de deurknop maar de deur
bewoog geen millimeter.
‘Wacht, hou jij de lamp even vast.’ Hij deed zijn rugzak af en haalde er een grote
schroevendraaier uit. Maar het lukte hem nog steeds niet om de deur in beweging te
krijgen. ‘Help eens een handje’, riep hij dwingend. Ik ging helpen met trekken, maar
het hielp niet.
‘Misschien moeten we duwen in plaats van trekken’ riep ik. Toen kregen we de deur
in beweging. We konden hem op een kier krijgen die net groot genoeg was om ons er
doorheen te wringen.

PAGE \*
MERGEF
9 De grafkelder
We kwamen in een kamer met een plafond van mooie gemetselde bogen. Aan de
zijkanten zaten nissen in de muren. Vier naast elkaar, drie boven elkaar. In die nissen
kon je de achterkanten zien van wat nog het meest op stenen kisten leek.
‘Oh, kijk dat zijn doodskisten’ fluisterde Paul enthousiast.
Eén van de achterkanten was opengevallen. Je kon vaag twee voeten zien.
‘Oh, kijk daar ligt een man die geen schoenen aan heeft!’
‘Hoe weet je nou dat dat een man is?’
‘Nou, er ligt een zwaard of zoiets naast hem. Vrouwen werden niet met dat soort
dingen begraven.’

‘En kijk nou’ zei Paul even later, ‘zie je dat skelet boven op die kist, dat was zijn hond
waarschijnlijk. Zouden ze die nou later hebben toegevoegd toen hij vanzelf dood was
gegaan, of zouden ze hem….’
PAGE \*
‘He jakkes, natuurlijk niet, zoiets doe je toch niet,’ zei ik snel. Dat leek me vreselijk, MERGEF
een hond doodmaken omdat hij mee moet met zijn baasje de grafkelder in.

In een paar nissen stonden geen kisten. Recht tegenover de houten deur waardoor
we binnen waren gekomen was een heel brede stenen trap. De grote opening boven
aan die trap was afsloten door twee reusachtige platte stenen. Waar zou je
terechtkomen als je die stenen zou weghalen?
Ik zag dat aan binnenkant van de deur waardoor we binnen gewurmd waren stenen
geschilderd waren waardoor je vanuit de grafkelder niet zag dat daar een deur zat.
‘Zie je Paul, dat is slim!’ zei ik.
Maar Paul had zijn aandacht bij de voorwerpen die naast de stenen kisten lagen. ‘Jee,
ik heb de schat van mijn leven gevonden. Moet je eens kijken wat hier allemaal ligt
zeg. Kijk hier ligt een mooi blauw bord. En kijk, die beugels met kleine tandwieltjes,
dat zijn sporen voor op laarzen om paarden te porren om harder te lopen.’
‘Ja maar die spullen kan je niet meenemen. Dat is volgens mij diefstal.’
‘O ja? Van wie steel ik dan iets? De vinder van een schat mag altijd iets houden hoor.’

Vanaf het moment dat we in de grafkamer kwamen hadden we steeds heel zacht op
de achtergrond gerommel boven ons hoofd gehoord. Dat gerommel werd nu
langzaam luider. Het leek wel alsof er mensen boven ons hoofd liepen.
‘Zou het plafond wel sterk genoeg zijn?’
‘Natuurlijk, anders was het al lang ingestort’.
‘Ja, daar heb je gelijk in. Zullen we nog even naar het kasteel gaan?’
‘Wacht even, ik maak nog een paar foto’s.’ Hij maakte er wel meer dan een paar.
‘OK. Klaar. Kom op naar het kasteel.’

PAGE \*
MERGEF
10 Omhoog in het kasteel

Steppend door de tunnel leek hij veel korter dan de eerste keer. Al steppend zei Paul
plotseling luid: ‘Ik vind je een toffe meid. Ik zou wel verkering met je willen.’ Ik voelde
dat ik een kleur kreeg. Goed dat Paul dat niet kon zien. Wat een idioot om dat zo en
op deze plek tegen mij te roepen. Maar leuk vond ik het wel.
‘Dat hebben we toch al, gek!’

Aangekomen in de grote ruimte stapte Paul direct af op een lift in de hoek. Het touw
zat eerst vast, maar toen we er weer samen aan trokken kwam er beweging in. Maar
ook deze lift piepte. Door zijn step dwarst in het liftje te zetten kon Paul net met
oliespuit bij de katrol bovenop de lift. We trokken de lift een paar keer een paar
meter op en neer tot het gepiep verdwenen was. Paul stapte in het liftje en hij
verdween al trekkend aan het touw langzaam omhoog in het kanaal. Er kwam even
PAGE \*
later een heleboel roet en gruis naar beneden. In de verte hoorde ik Paul niezen. ‘Ik MERGEF
zie niets en ik hoor niets. En het stinkt hier. Ik kom weer naar beneden.’ Paul stapte
als een super schoorsteenveegpiet uit het liftje.
‘Dit is niks. Zeker een onbewoonbaar verklaarde toren’ mopperde hij.
‘Tja jammer voor je. Je bent vreselijk vies. En dan is het nu dus weer mijn beurt.’
Ik koos toen maar weer voor de lift waarmee ik eerder naar boven was gegaan. Ook
de katrol van deze lift werd geolied tot hij niet meer piepte. Je hoorde vaag nog wel
de katrol bovenin piepen, dat hoorden de mensen in de kamer waarschijnlijk niet.
Deze keer zat er in de kamer waar ik eerder in gekeken had een groot gezelschap.
Ik hoorde en zag een dame een presentatie geven over een nieuwe bloem, een reuze
grote lelie die speciaal voor de tuinen van de Keukenhof was gekweekt en die het
komende seizoen de ster van de tuin zou moeten worden. Die lelie zou veel
publiciteit gaan opleveren zei de dame. Zij vertelde dat een tuinontwerper bezig was
met een ontwerp waarin de lelie de hoofdbloem zou worden. Zij liet daarna blijkbaar
plaatjes zien van de lelie want ik hoorde geluiden van bewondering. De vrouw bleek
Nicole te heten. Er kwamen vragen over de kosten van ontwikkeling, over het aantal
bollen dat geplant was, over kleuren. Ik geloofde het verder wel.

‘Zakken’ siste ik naar Paul. Toen ik weer beneden was vroeg Paul onmiddellijk ‘Nou,
wat heb je gezien. Je bleef zo lang weg.’
‘Ik moet eerst even bijkomen hoor. Ik was bang dat de mensen in de kamer mij
zouden horen. Ik heb zitten kijken en luisteren naar een geheime vergadering. Nee,
de vergadering was niet geheim, ze bespraken een geheim. En ik vertelde Paul wat ik
had gehoord en gezien.

PAGE \*
MERGEF
11 Waarom Paul in Lisse is komen wonen

In ons rollercoaster verhaal is dit hoofdstuk zo gezegd een plat stukje. Maar ik wil het
je toch vertellen. Niet spannend, wel leerzaam en ontroerend.
Eenmaal uit de tunnel zag ik pas goed hoe vies Paul was geworden. ‘Zo kan je niet
naar huis joh! Als je vader en moeder jou zo zien gaan ze vragen hoe het komt dat je
zo vies bent. Ga bij ons douchen, dan zoek ik wat kleren. Mijn vader en moeder zijn
waarschijnlijk nog steeds aan het fietsen. Zeg straks maar tegen je ouders dat jouw
kleren bij ons te drogen hangen omdat ik je nat gespoten heb.’
Paul ging onder de douche. Omdat Paul te groot is voor mijn kleren zocht ik kleren in
de kast van mijn moeder. Even later gooide ik een groene broek en een rode trui in
de badkamer.
Even later kwam Paul grijnzend de trap af.
Ik keek hem vragend aan. ‘Wat grijns je?’ vroeg ik.
PAGE \*
Paul aarzelde en zei ‘Nou dat is een heel verhaal. Laten wij even een rondje lopen dan MERGEF
kunnen we rustig praten. Misschien komen je vader en moeder zo thuis.’
Toen we buiten liepen, begon Paul.
‘Ik grijnsde op de trap omdat ik die kleren zo leuk vond die je mij gaf. Ik heb mezelf in
de badkamer in de spiegel even bewonderd. Toen ik jong was wilde ik, als ik kon
kiezen, altijd kleren met felle kleuren. Hoe gekker hoe mooier. Mijn vader en moeder
vonden dat prachtig en lieten mij daarom vaak kiezen. Maar ik werd daar plotseling
op school mee gepest. Ik werd uitgescholden voor vieze homo en zo. Ik wist toen niet
eens wat dat was. Later werd ik ook op de voetbal gepest. Dat pesten komt misschien
ook omdat ik een vreemde hobby had: wie vindt het nu leuk om oude troep op te
graven. Dat ging ik door dat pesten juist steeds leuker vinden omdat je dat in je
eentje kan doen.’
De tranen kwamen in zijn ogen.
‘Misschien ben ik ook wel een homo’ zei hij even later grijnzend.
‘Nou als dat zo is, dan wil je toch geen verkering met mij hebben. En als je wel homo
zou zijn, wat mij betreft prima. En hier in Lisse zal je daar niet gauw mee worden
gepest.’

‘Mijn vader en moeder hadden na een lange tijd in de gaten dat ik niet blij was. Zij
vroegen steeds vaker ‘Wat is er met jou aan de hand?’ Ik heb toen toegegeven dat ik
gepest werd. Zij hebben daarna met de schooldirecteur gepraat. Na een oproep van
de juf in de klas om mij niet langer te pesten, werd het alleen maar erger. Ik lag soms
te huilen in bed. En toen vertelde mijn moeder dat ze in Den Haag zou gaan werken
en dat ze wilde verhuizen. Dat vond ik prima natuurlijk. Op een avond hoorde ik mijn
vader en moeder praten over de verhuizing en toen begreep ik dat ze dat ook voor
mij deden. En omdat mijn moeder geboren is in Lisse, wilde ze weer graag terug naar
Lisse, dichter bij Den Haag. Mijn vader werkte met plezier bij een zuurkoolfabriek en
hij vond het jammer om uit Noord Scharwoude te vertrekken. Na lang zoeken kreeg
hij een baan hier in Lisse bij een bloembollenbedrijf. Daar werkt hij nu met veel
plezier’.
PAGE \*
‘Tjee, wat een verhaal. En wat rot van dat pesten. Je zult wel gemerkt hebben dat er MERGEF
hier in Lisse niet zo veel gepest wordt. Je kent Nick toch wel, die voetbalfanaat die op
de hoek van onze straat woont? Hij is geen jongen maar een meisje. Iedereen weet
dat hier in de buurt. Niemand doet daar moeilijk over. Hij wordt niet gepest. Maar er
wordt natuurlijk wel eens gepest. Er is vorig jaar een meisje van school weggelopen
omdat zij een blote foto had gestuurd naar een vriendinnetje.’
‘En dat bleek geen vriendinnetje te zijn maar een crimineel die voor een leuk meisje
speelde?’
‘Nee, dat niet, het vriendinnetje bestond echt, maar haar telefoon werd gestolen
door een paar rotjongens, en die gingen dat meisje met die foto pesten. Op mijn
lagere school heeft onze juffrouw het in de klas een paar keer over pesten gehad. Zij
vertelde dat er op elke school een vertrouwenspersoon is om problemen in het
geheim mee te bespreken en dat er een kindertelefoon bestaat.’
‘Ja die kindertelefoon ken ik. Ik heb dat nummer twee keer gebeld. Aardige dames
die vaker met kinderen praten die gepest worden, dat kon ik wel merken. Zij hebben
me aangeraden om er met mijn vader en moeder over te praten. En dat heb ik toen
ook gedaan. Nou, en dat heeft wel even gevolgen gehad: nu woon ik in Lisse, naast
jou. Zolang ik niet uitgevonden heb dat ik homo ben wil ik verkering met je.’ En toen
gaf die idioot mij een zoen.
‘Kom je bij mij eten. Ik ga een soort zuurkoolpannekoek2 maken.’
‘Nee dank je ik wil nog niet langer wegblijven thuis. Graag een andere keer want ik
ben zo langzamerhand wel nieuwsgierig naar je kookkunsten. Dag, tot morgen.’

PAGE \*
MERGEF

2
Zie achterin het boek. Daar vind je het recept.
12 Terug naar de grafkelder

Toen ik thuiskwam na onze wandeling, zaten mijn vader en moeder met Sophie aan
de eettafel te puzzelen. Mijn vader houdt helemaal niet van puzzelen en kwam
meteen bij mij zitten. ‘En wat heb jij vandaag uitgespookt?’
‘Oh, we hebben heel lang gepest. Gekaart bedoel ik. En toen zijn we buiten gaan
spelen. Maar Paul was een beetje klierig. Toen heb ik hem natgespoten. Zijn kleren
hangen te drogen op zolder. Ik heb hem mama’s oude groene spijkerbroek en een
trui gegeven. Paul wil morgenochtend nog verder zoeken in de tuin.’
‘Hij weet van geen ophouden die jongen. Leuk dat hij zo’n hobby heeft. We gaan zo
eten. Ik heb pizza’s besteld.’

De volgende morgen, toen ik zag dat mijn moeder niet keek, kroop ik snel in de
tunnel en appte Paul dat ik op hem wachtte. Nog voor hij even later op de bodem van
de tunnel stond begon hij al: ‘Zullen we weer naar de grafkelder gaan. Dat vind ik PAGE \*
MERGEF
spannender dan dat kasteel. En er liggen meer spullen. Die wil ik graag bekijken.’
‘OK, jij eerst je zin, en dan ik, daarna wil ik graag weer naar het kasteel’. Ik ging
eigenlijk liever direct naar het kasteel, grafkelders vind ik niet zo interessant. Maar
duidelijk was dat Paul heel graag naar de grafkelder wilde. ‘Heb jij ‘soms van de
grafkelder gedroomd?’
‘’Ja natuurlijk heb ik daar van gedroomd.’

Aangekomen in de grafkelder begon Paul direct de spullen te bekijken die in de


nissen naast de kisten stonden. In een daarvan stond een ijzeren kistje met een groot
slot. Tot Pauls verrassing kon het deksel open en hij zag een oud boek met een
beschadigde leren kaft liggen.
‘Blijf nou van die spullen af.’
Maar Paul had het boek al in zijn handen. ‘Kom eens dichterbij met de lamp.’
We zagen een los vel voorin het boek met een plattegrond waarop een groot kruis en
daarnaast een klein kruisje stonden. Het leek wel op een plattegrond van een kerk.
Op de volgend pagina’s stonden namen, titels en datums. Ook een aantal korte
verhalen. Met prachtige letters in prachtige kleuren. Met veel goud. En soms waren
de letters een deel van een prachtige tekening. Waarschijnlijk verhalen over mensen
die overleden waren.
‘Wow, dit is wel heel mooi zeg. Fantastisch! En vast heel zeldzaam. Dit is het mooiste
voorwerp dat ik ooit gevonden heb!’
‘Terugleggen, in die kist en deksel dicht,’ zei ik zo streng mogelijk. ‘Wij gaan nu naar
het kasteel. Voor jou is dit een snoepkraam maar ik vind het eng hier met al die dode
mensen.’
En toen hoorden we weer gerommel boven ons hoofd. Maar even later werd het
plotseling muisstil. Doodstil zou nu een beter woord zijn. Een beetje gespannen
bleven we staan luisteren. Na een tijdje hoorden we zingen, “O heer die in de hemel
zijt”.
‘Verrek,’ zei Paul, ‘we zitten onder een kerk,’
Nadat we over die verrassende ontdekking even hadden nagedacht zei ik lachend: PAGE \*
‘He zeg, je mag niet vloeken in de kerk!’ MERGEF

We schenen met onze lantaarns omhoog bij de brede trap.


‘Die stenen haalden ze vroeger bij een begrafenis natuurlijk weg en dan kon je met de
kist en dragers de kelder in lopen. Ik heb daar wel eens tekeningen van gezien,’ zei
Paul.
Naast de twee grote stenen zagen we nog een klein houten luik.
‘Hé, kijk daar kan iemand doorheen als de twee stenen op hun plaats liggen. Dan kan
je zonder die grote stenen weg te halen, toch de kelder in.’
Paul liep langzaam de stenen trap op tot de vijfde tree van boven en drukte met zijn
gebogen rug tegen het luik. Het luik ging een stukje omhoog. Ik ging naast hem staan.
Ik zag eerst een paar schoenen, toen benen en toen mensen. We keken op de zijkant
van een eerste rij kerkgangers. Die kerkgangers keken allemaal strak en schuin
omhoog. Zij luisterden geboeid, waarschijnlijk naar een dominee.
Ik herkende onze burgemeester. ‘Zakken,’ fluisterde Paul dringend, ‘ik heb het wel
gezien. Straks worden we nog ontdekt en dan is ons geheim geen geheim meer.’
Maar ik wilde wel weten welke kerk het was. Er zijn er nogal wat in Lisse. We spraken
af om terug te gaan en uit te gaan zoeken onder welke kerk wij zaten.

PAGE \*
MERGEF
13 Naar de kerk

Zodra we uit de kuil waren liepen we de straat in, in dezelfde richting van de tunnel
en we gingen linksaf waar we dachten dat de zijtunnel was. Toen zagen we dichtbij
een kerk. De kerkdeur was dicht. We hoorden gezang. We wachtten net zo lang tot
de kerk uitging. Toen de mensen eindelijk de kerk uit kwamen zagen we onder
andere de burgemeester. Wij hadden dus de goede kerk gevonden. Toen er geen
mensen meer uit de kerk kwamen gingen we naar binnen en zochten we naar het luik
naast de eerste rij. Ik stootte Paul aan en wees naar de houten vloer waarop de
wenteltrap van de kansel was geplaatst. Als je wist waar je kijken moest zag je de
dwarssnee in het hout: ons luik! Vóór het houten plateau van de kansel lage twee
grote stenen. Dat moesten de stenen zijn boven aan de trap van de grafkelder. Mooie
gladde stenen, zonder ingebeitelde namen. Toen klonk van dichtbij de stem van de
dominee: ’Dag jongelui, waarmee kan ik jullie van dienst zijn? Iets vergeten of
PAGE \*
verloren?’ MERGEF
‘Nee hoor dominee,’ zei Paul en hij kwam snel met een smoes: ‘Ik zoek naar een
grafsteen van één van de oude kasteelheren van Kasteel Keukenhof. Ene heer
Adriaen Maertenszoon Block. Weet u, mijn hobby is geschiedenis en archeologie. En
ik bestudeer nu de geschiedenis van Kasteel Keukenhof voor een presentatie op
school.’
‘Aha. Wat leuk dat geschiedenis jou interesseert. Maar die grafsteen zal je niet
vinden. Daar heb ik ook wel eens naar gezocht, want de familie die je net noemde
schijnt hier wel begraven te zijn. Zelfs onze koster 3, die hier al 50 jaar werkt, weet niet
waar dat graf is. Maar hij weet wel heel veel over de geschiedenis van de kerk.
Misschien moeten jullie maar eens met hem praten. Als je jouw naam en adres op dit
papiertje schrijft, dan vraag ik aan hem of hij contact met je opneemt.’
Buiten gekomen zei ik bewonderend: ‘Wat kan jij snel een goede smoes verzinnen

3
Een koster (van het Latijnse woord custos = bewaker) is een persoon die zorgt voor het kerkgebouw
en het klaarzetten van de voorwerpen die nodig zijn voor een kerkdienst.
zeg. Cool hoor!’
‘Nou, ik zag hem aankomen dus ik had even de tijd om iets te verzinnen. Die naam
Block vond ik gisteravond op de website van Kasteel Keukenhof. Zeg Lieke hou jij er
rekening mee dat de werkmannen van de aannemer morgen waarschijnlijk de tunnel
zullen ontdekken? Als dat gebeurt is het over met onze pret. Ik zal de stenen bij het
gat op zijn plaats leggen en er een beetje zand over gooien. Misschien zien ze het dan
niet.’ Ik had er niet aan gedacht. Maar Paul had gelijk. Dat zou super jammer zijn.

PAGE \*
MERGEF
14 Ontdekt

Toen ik thuiskwam, kwam mijn moeder net de trap af. ’Zeg waar zat jij? Nee, niet
meteen naar boven rennen, loop mee en ga eens even zitten. Ik wil even rustig met je
praten.’ Ik dacht dat ik een standje zou krijgen voor mijn late thuiskomen.
‘Ik zag je vanmorgen vanuit de slaapkamer de tuin ingaan. Ik zag Paul ook komen. Ik
heb even later een glas drinken voor jullie klaargemaakt, maar toen ik daarmee de
tuin in ging waren jullie ineens foetsie. Nou dan moeten jullie achter het schuurtje
zijn, dacht ik. Maar daar waren jullie niet. En toen zag ik een gat met een touwladder.
En een soort gang. Ik heb pappa er bij gehaald. Die stond ook wel even te kijken.
Klopt het dat jullie die ladder zijn afgeklommen en in die gang zaten?’
Ik schrok geweldig. Betrapt. Geen geheim meer.
‘Ja, dat klopt. Het is een tunnel mamma. Paul heeft hem ontdekt toen hij aan het
graven was en we zijn een paar keer in de tunnel in geweest.’
PAGE \*
Daarna vertelde ik mijn moeder alles wat Paul en ik gezien en beleefd hadden. MERGEF
Mijn lieve moeder riep: ‘Maar Lieke hoe haal je het in je hoofd om een half ingestorte
tunnel in te gaan? Dat doe je toch niet zonder dat aan ons te vragen?! Je bent niet
goed bij je hoofd!’
‘Nou, we waren met z’n tweeën, en die tunnel zag er wel stevig uit. En we hadden
onze telefoons meegenomen. We wilden graag een geheim avontuur beleven. Jullie
zouden het zeker niet goed gevonden hebben.’
‘Nou, dat is dan precies de reden waarom je het ons had moeten vragen. Je vader en
ik vermoedden al dat jullie in die tunnel gekropen waren. Je vader is daarom zelf ook
in die tunnel geklommen. Hij vond jullie steppen, de rugtas en de lamp en is op
onderzoek uitgegaan. Toen hij terugkwam zei hij dat de tunnel hem wel veilig leek. En
dat jullie weinig kanten op kunnen daar beneden. Je vader wil het voorlopig geheim
houden want het vervelende is namelijk dat als er bij een verbouwing of aanleg van
een weg een archeologische vondst wordt gedaan, die verbouwing of aanleg wordt
stilgelegd. Soms wel voor jaren! Dan komen er mensen kijken, foto’s maken
enzovoort. En dat willen we natuurlijk niet. Dan is de tweeling al lang geboren. We
zitten niet te wachten op zo’n vertraging. Dus onze vraag aan jou en aan Paul is of
jullie het voorlopig asjeblieft geheim willen houden. Wij denken dat jij en Paul dat wel
kunnen. Toch?’
Ik was verrast over deze positieve draai. Ik dacht eerst dat ik op mijn donder zou
krijgen en we ons geheim kwijt waren en nu gingen we samen met mijn ouders een
geheim bewaren. Ik wist niet dat mijn moeder zo soepel kon reageren.
‘Ja natuurlijk kunnen wij het geheim houden. We vonden het net zo leuk om een
geheim te hebben. Zal ik ook geheimhouden dat jullie het weten? Maar dan moeten
jullie wel beloven dat jullie het echt aan niemand vertellen. Ook niet aan Sophie. En ik
zeg ook niet tegen Paul dat jullie het weten.’
‘Dat beloof ik. Maar ik heb eigenlijk liever dat jullie niet meer die tunnel ingaan, maar
dat vond pappa te streng. En omdat hij die tunnel geïnspecteerd heeft mag het dan
van mij ook wel. Maar, je moet me heel plechtig beloven dat jullie altijd je iPhones bij
je hebben als jullie die tunnel ingaan. Beloof me ook dat je er nooit alleen in gaat en PAGE \*
dat jullie oppassen voor instortingsgevaar. Niet gaan dansen of met stokken op de MERGEF

muren en plafonds slaan, of zoiets.’


‘Ja mam, dat beloof ik.’
‘Verbergen jullie de toegang tot de tunnel asjeblieft heel goed, want die werkmannen
moeten niets zien. Zij gaan morgen geloof ik aan de randen van de kuil een houten
wand voor de fundering maken. In het midden gaan ze niet meer graven.’

Het duurde die avond lang voordat ik sliep. Er was wel heel veel gebeurd vandaag. Ik
hoopte vurig dat de werkmannen morgen niets zouden zien. Paul en ik hadden de
ingang zo goed mogelijk verborgen met zand en wat bladeren.
15 Wat gebeurt hier

Op maandagmorgen was er een hele leuke verassing voor Paul en mij. De


werkmannen waren niet gekomen en de aannemer had gebeld dat ze de komende
dagen ook niet zouden komen. Hij moest de bouw een tijdje stil leggen vanwege
personeelsproblemen bij zijn andere bouwprojecten. De twee mannen die bij ons aan
het werk waren geweest moesten ergens anders aan het werk.
‘Heel vervelend, maar onze verbouwing is voor die aannemer maar een kleine
opdracht en hij laat zijn grote opdrachten voor gaan. De aannemer weet niet hoelang
het gaat duren. Heel vervelend. Nee super vervelend.’

Jammer genoeg hadden we die maandag en dinsdag geen tijd om de tunnel in te


gaan. Ik was na school druk met huiswerk en een judotraining. Paul was ook druk. Pas
woensdagmiddag konden we weer de tunnel in.
Met de steps waren we in no time bij de grote ruimte onder het kasteel. PAGE \*
MERGEF
Paul: ‘En nu is het weer mijn beurt, want de vorige keer werd het een mislukking. Ik
wil dat liftje in het midden wel eens proberen, dat is nog nieuw voor ons’.
We trokken eerst weer samen aan het touw totdat het liftje soepel omhoog en
omlaag ging.
Paul keek peinzend naar het touw dat hij nog in zijn handen had. ‘Dit kasteel is een
paar honderd jaar oud. Maar die touwen zijn niet zo oud. Ik denk dat ze nog niet zo
heel lang geleden zijn vernieuwd. Misschien wel in de tweede wereldoorlog. Ik zal
eens uitzoeken of het kasteel een rol heeft gespeeld tijdens de oorlog,’
Ik trok Paul met zijn hulp omhoog tot ik stop hoorde sissen. Toen het stil bleef ging ik
op de stenen bank zitten. Paul had kennelijk ook een interessant kijkgaatje gevonden.
Na een tijdje begon ik langzaam koud te worden. ‘Hé Paul, schiet eens op’ fluisterde
ik in de liftkoker. Maar de lift bewoog nog een tijdje niet. Ik vond ondertussen de
chocoladerepen in de rugtas. Die waren we de vorige keer vergeten en kwamen nu
goed van pas.
Ik kreeg een ping op mijn Snapchat. Van mijn vriendin Emma. ‘Waar zit je? Ik zie je
niet?’ Oh shit ik mijn Snapchat open en Emma is een vriendin met wie ik Snap Maps
heb gedeeld. Zij kan dus mijn locatie zien. Ze is blijkbaar in de buurt en zoekt mij.
Maps geef aan dat ik in Kasteel Keukenhof ben maar ik ben er niet. Niet reageren dus.
Maar nu wel mijn Snapchat uitzetten, anders ziet ze mij straks naar huis gaan terwijl
er niemand naast de weg loopt of fietst. En straks met Paul iets verzinnen waarom ik
niet bij Kasteel Keukenhof was. Na deze afleiding en mijn reep werd ik ongerust: aar
bleef die jongen. Opeens liet Paul zich haastig naar beneden zakken. Hij was nog niet
uit de lift of begon al te ratelen over wat hij had gehoord.

‘Ze gaan de Keukenhoftuinen doodspuiten om er woningen te gaan bouwen’ riep


Paul ontdaan. ‘Ze gaan …’
‘Ssst, zachtjes praten, ze kunnen je boven horen man. Ga zitten. Hier, eet eerst je
reep. Vertel dan wat je gehoord en gezien hebt.’
Paul at en werd rustiger en begon te vertellen wat hij had meegemaakt.
De lift was op de eerste verdieping langs een prachtige chique kamer met een antiek PAGE \*
MERGEF
bureau en vergadertafel gekomen. Door een kier van het toegangsluik kon Paul in de
kamer kijken.
‘Eerst hoorde ik een man, later bleek dat de directeur te zijn, ruzie maken met een
mevrouw. Dat ging er heftig aan toe. Daarom ben ik met mijn iPhone gaan opnemen.’
Hij pakte zijn iPhone en liet de opname horen. Ik hoorde de stem van een mevrouw:
‘Oké, oké ik zal er nog eens over nadenken. Je hoort van mij.’ Je hoorde dat de dame
daarna de kamer verliet.
‘Flutwijf’ hoorde je een mannenstem zeggen. Toen rinkelde er een telefoon. De man
in het vertrek zette de telefoon op de speaker: ‘Dag meneer de projectontwikkelaar.
Mooi dat je zo snel reageert op mijn voicemail. Ik maak mij namelijk zorgen over het
aantal tegenstemmen straks bij de stemming in de gemeenteraad 4. Ik ben een beetje
bang dat jouw plan niet doorgaat.’
4
Een dorp, een stad of een polder met eigen bestuur wordt een gemeente genoemd. De inwoners van een
gemeente kiezen een raad, die voor de gemeente plannen maakt. Plannen op het gebied van woningbouw,
wegen, parken, jeugdzorg, enzovoort, enzovoort. Inwoners die in die raad gekozen willen worden maken
bekend voor welke plannen zij hun best gaan doen als ze gekozen worden.
Op de luidspreker van de telefoon klonk het opgewekt: ‘Maak je geen zorgen Jan, ik
zorg ervoor dat de voorstemmers gaan winnen. Ga jij nou maar dat gif op tijd
bestellen, en zorg dat dat een paar dagen vóór de stemming wordt gespoten over het
hele terrein, dan komt alles goed. Het gif waar ik je de bestelcode van heb gegeven is
zo sterk dat je daar volgens de leverancier alle planten en bomen van heel Lisse en
omgeving mee dood kan spuiten. Dat zal de stemming wel beïnvloeden: als die
bloemen nu toch door vergissing dood zijn en de toeristen een paar jaar wegblijven,
kunnen we maar beter woningen gaan bouwen. En o ja, laat de rekening van dat spul
naar mij sturen he. Anders gaat jouw administratie lastige vragen stellen.’
‘Nou Andre ik hoop dat je gelijk krijgt. Maar luister, als ik dat gif heb laten spuiten en
de gemeenteraad besluit toch om geen woningen te gaan bouwen, dan is het niet
alleen met de Keukenhof gedaan maar ook met mij. Je moet mij overtuigen dat jouw
plan zeker gaat slagen. Je moet mij meer vertellen over hoe je dat denkt te doen.’
‘Maak je wederom geen zorgen Jan. Ik heb vaker dit soort plannen uitgevoerd. Maar
ok, ik wil je wel meer vertellen, maar niet over de telefoon. Laten we maar ergens PAGE \*
afspreken. Wat stel je voor? MERGEF

‘Ik stel voor dat wij vrijdag aanstaande in Eetcafé Lef op de Heerenweg een biertje
drinken. Ik reserveer een tafeltje om vier uur’.
‘Prima, jij je zin. Tot dan en tot daar’.
Einde opname

‘Lieke, dit klinkt helemaal niet goed. Ze willen de hele Keukenhof doodspuiten.’.
‘Nee dit is niet te geloven. Kan niet waar zijn. Stuur mij een kopie van de opname.
Dan luister ik het nog een keer op mijn gemak. Ik heb wel eens gehoord dat ze
bollenvelden met gif besproeien. Misschien gaan de bloemen dan wel beter bloeien.
Op appels schijnen ze soms ook gif te sproeien.’
‘Maar wij kunnen het risico niet nemen dat ze de hele Keukenhof, met alle bloemen
en bomen echt en voorgoed gaan doodspuiten.’
‘Ok, maar dan moeten we te weten komen wat ze nog meer van plan zijn. En dat
bespreken ze niet in het kasteel’.
‘We gaan ze afluisteren als ze bij Lef gaan lunchen. Ik krijg al een idee. Wij gaan
proberen te weten komen aan welke tafel zij gaan zitten bier drinken. Op of onder die
tafel verberg ik mijn iPhone die het gesprek opneemt. Simpel.’
‘Durf jij dat? En mag dat?
‘Dat zijn twee vragen. Ik durf het en het mag niet. Maar als die twee iets ergs van plan
zijn kunnen wij dat voorkomen met die opname, en dan vind niemand het erg dat ik
dat gedaan heb. Als het allemaal netjes is wat ze doen dan gooien we de opname
weg.’
‘Wacht even voor je wegloopt. Wat moet ik hier mee? En ik liet Paul de chat zien van
mijn vriendin. ‘Jij bent altijd goed in smoezen.’ Paul keek. ‘Ja, dat is natuurlijk niet zo
handig, in een tunnel gaan die je geheim wilt houden en via je Snap Maps aan je
vriendin laten weten waar je onder de grond zit.’
‘Dat weet ik nu ook wel. Maar verzin eens wat.’
‘Je hebt hem onder het kasteel uitgezet he? Nou dan vertel je Emma dat je een een
afspraak, een date, had met een jongen en dat jij met hem achter een dikke boom PAGE \*
stond. En dat je daarom je Maps voortaan niet meer deelt met anderen. Dat zal ze MERGEF

wel begrijpen. En als het helpt: je mag mijn naam wel noemen. Ik ben bereid te
getuigen dat ik bij je was.’
16 De koster van de kerk

Toen ik donderdag uit school onze straat inliep stond er een meneer voor het huis
van Paul te wachten. Toen ik naar de voordeur liep vroeg hij mij, wijzend op het huis
van Paul, of daar Paul woonde. ‘Ja zeker. Daar komt hij aanfietsen.’ Ik bleef staan om
te zien wat er ging gebeuren.
‘Ben jij de Paul die een paar dagen geleden in onze kerk was en wilde weten waar de
kasteelheren en dames van Kasteel Keukenhof begraven liggen? Ja, nou loop maar
even mee naar dat bankje daar. Ik ben de koster van de kerk en de dominee heeft mij
verteld van jullie bezoek. Ik zal jullie vertellen wat ik weet.’
Paul wenkte mij: ‘Mag mijn vriendin mee want zij vindt het ook interessant’.
Wij gingen zitten en hij begon te vertellen.
‘Ik ben de koster van de kerk waarin jullie op onderzoek uit waren. Deze kerk was
heel vroeger de kerk van de familie Block van het kasteel. De eerste rij rechts in de
kerk was volgens de overlevering altijd voor deze familie gereserveerd. Daar mocht PAGE \*
MERGEF
niemand anders zitten. En als er iemand van de familie overleed, dan werd die in
onze kerk begraven. In een grafkelder. De plek waar de toegang is tot die grafkelder
zou beschreven zijn in een boek. In dat boek staan ook alle namen van de mensen die
in onze kerk begraven zijn. Dat boek werd heel vroeger bewaard in de kerk in een
kast, later in een kluis waarin onder andere ook het prachtige zilver voor de
avondmaalsviering5 wordt bewaard. Daarna is er een kluis gekomen die je alleen
maar kunt openmaken met twee sleutels die door twee verschillende ouderlingen 6
worden bewaard. Maar nu komt het: dat boek is weg. Verdwenen toen we nog niet
zo’n goede kluis hadden. Niemand weet waar dat boek gebleven is. En dat is heel,
maar echt heel jammer. Want het is een heel oud en zeer zeldzaam boek.’
Paul: ‘Dus uw kerk was de kerk van de familie Block. Goed om te weten. Dank u
meneer, dat u ons dat bent komen vertellen. Ik ga mijn presentatie voor school
5
Tijdens de avondmaalsviering worden het lijden en het sterven van Jezus Christus herdacht door het eten van
een heel klein stukje droog, ook wel hostie genoemd brood en het drinken van een heel klein slokje wijn.
6
Een ouderling, het woord zegt het al een beetje, is een persoon op leeftijd, en lid van de kerkenraad, het
bestuursorgaan van een protestante kerk.
aanvullen.’
‘Wacht even. Je kunt ook vermelden dat de eerste gouverneur van Kaap de Goede
Hoop, Simon van der Stel, in onze kerk begraven ligt. Hij heeft bovendien daar het
wereldbekende wijnlandgoed Groot Constantia gesticht. Rond 1700 jaar. Dus
jongeman, onze kerk is niet zomaar een kerk!’
Toen de koster wegliep en buiten gehoorsafstand was zei Paul: ‘Nou dat wordt nog
een grote verrassing voor hem als ons geheim bekend wordt.’

PAGE \*
MERGEF
17 Het echte spionnenwerk begint

Op vrijdagmiddag gingen wij naar Eetcafé Lef. Dat café staat onder andere bekend
om zijn lekkere pompoensoep. Paul had een plannetje uitgewerkt. Daarvoor was hij
eerst gaan kijken in het café. Hij had mij gezegd mijn iPhone mee te nemen.
Onderweg bespraken we zijn plan. ‘Er staan allemaal houten tafeltjes met een
verticale rand langs de zijkanten van de tafels. Dus onder die tafels kan je gemakkelijk
ongezien een telefoon onder plakken. Ik heb twee stukken sterke tape bij me.’
En toen bespraken we hoe we te weten zouden kunnen komen welke tafel we
moesten hebben. Toen we binnenkwamen zagen we dat er op drie tafels een bordje
Gereserveerd stond. Ik liep naar de ober en zei ‘Ik kom hier met mijn vriend van jullie
pompoensoep genieten. Maar mijn moeder, die secretaresse is bij de Keukenhof
heeft mij gevraagd even te checken of er een tafel voor de heer Bloemsma
gereserveerd is.’ De ober keek in een boek en wees naar de tafel waar maar twee
PAGE \*
stoelen bij stonden. ‘Ja die reservering is goed aangekomen.’ Gelukkig was het meest MERGEF
nabije tafeltje niet bezet. Wij gingen daar zitten en bestelden een pompoensoep.
Toen de ober naar achteren ging maakte Paul zijn iPhone gereed en plakte daaraan
een stuk tape aan de boven en onderkant. ‘Plak je tape niet over de microfoon
slimmerik? vroeg ik. Paul keek beledigd. Bij het volgende bezoek van de ober aan de
keuken liet Paul een huissleutel op de grond vallben. Heel toevallig onder de bewuste
tafel. Paul kroop op de grond en het duurde heel even tot hij de sleutel had
gevonden. Genoeg tijd om de iPhone onder de tafel te plakken. De andere bezoekers
hadden helemaal geen aandacht voor ons.

Paul haalde een klein vierkant doosje uit zijn zak. ‘Mag ik jouw iPhone even?’ Paul
bevestigde het doosje aan mijn telefoon, boven op de lens van de camera. ‘Kijk dit
heb ik via internet bij een spyshop gekocht. Een spyshop is een winkel waar je allerlei
spullen voor spionage, afluisteren en stiekeme fotografie kunt kopen. Criminelen en
jaloerse echtgenotes die hun partners in de gaten willen houden kunnen daar hun
spullen kopen. Kijk maar eens op hun websites. Interessant wat je allemaal kunt
kopen. Met dit doosje kan je foto’s om een hoekje maken. Nu ik de iPhone op jou
richt lijkt het net of ik een foto van jou maak omdat jij tegenover mij zit, maar in
werkelijkheid maak ik een foto van de mensen aan de tafel naast ons. Dat ga ik dus
straks doen. Dan hebben we ook een foto van die twee. Kunnen ze niet zeggen dat ze
elkaar niet hier gesproken hebben.’
Kort daarna kwamen de twee heren tegelijkertijd binnen. De ober bracht ze naar hun
gereserveerde tafel. Zij keken niet om zich heen en begonnen direct druk te praten.
Wij konden in het begin nog een enkel woord opvangen zoals ‘plan’, ‘wethouder’, en
‘cadeautje ’maar al snel kwamen er nog meer gasten en werd het lawaaierig. Maar
gelukkig gingen de twee mannen daardoor wat harder praten. Wij moesten heel lang
blijven zitten want het gesprek duurde lang. Na de soep moesten wij daarom ook nog
een pannenkoek bestellen. Pas toen we die met heel kleine stukjes langzaam hadden
opgegeten, stonden de heren weer op. Bloemsma liep langzaam naar de buitendeur
en Van Deuren liep naar achteren om aan de bar te betalen. Toen ze vertrokken PAGE \*
waren en voordat de ober de tafel kwam afruimen, liet Paul zijn sleutel weer vallen MERGEF

en kwam met zijn iPhone weer boven tafel. Ik betaalde snel en wij fietsten joelend
naar huis. Brandend van nieuwsgierigheid of onze afluistertruc had gewerkt.
18 Het criminele plan

Thuisgekomen liepen wij direct door naar mijn kamer. We zaten nog niet op de rand
van het bed of Paul had zijn iPhone al op afspelen gezet. Wij moesten goed luisteren
en af en toe de achtergrond geluiden wegdenken en soms terugspelen om het
gesprek te kunnen volgen. Na de begroetingen vroeg Bloemsma aan Van Deuren
waarom hij er zo zeker van was dat de gemeenteraad voor het plan zou gaan
stemmen. ‘Je snapt toch wel waarom ik zekerheid wil hebben neem ik aan. Stel je
voor dat alles doodgespoten is en het plan gaat niet door. Dan ben ik directeur van
een dooie boel. En dat wil ik niet meemaken vlak voor mijn pensioen.’
‘Ik heb mijn plan om van De Keukenhof een woonwijk te maken verschillende keren
besproken met Fred Stroom, hij is wethouder7 Ruimtelijke Ordening en
verantwoordelijk voor de woningbouw in Lisse en omstreken. Hij vind het een goed
plan: in bloembollen kan je niet wonen. En die toeristen komen maar in een korte
PAGE \*
periode. En ze komen met bus en auto en vertrekken daarna weer. Ze kopen bijna MERGEF
niets in de winkels van Lisse. We hebben er eigenlijk alleen maar last van. Morgen
spreek ik hem weer aan de rand van het hockeyveld. Zijn jongste dochter speelt dan
een thuiswedstrijd. En dan krijg ik zijn definitieve jawoord. Ik heb hem een geweldig
aanbod gedaan. Ik kom binnenkort wel een keer bij jou langs met de tekeningen dan
mag jij ……(onverstaanbaar).’
‘Hoe heb jij die wethouder zo gek gekregen dat hij dit plan van de andere wethouders
mag voorleggen aan de gemeenteraad. Zijn collega-wethouders zullen waarschijnlijk
niet enthousiast zijn geweest over dit plan’.
‘Klopt maar hij heeft net zo lang over dat plan gezeurd dat hij het mocht voorleggen.
Omdat die wethouders denken dat het voorstel toch wordt afgewezen.’
‘Maar ik mag zeker niet vragen hoe die man zo ver hebt gekregen?’
‘O, je mag het wel vragen maar ik geef er geen antwoord op.’

7
Een wethouder is iemand die moet zorgen dat de plannen die de gemeenteraad heeft goedgekeurd, worden
uitgevoerd.
‘Maar je moet nu wel antwoord geven op mijn vraag waarom jij zeker meent te
weten dat de raad het plan gaat goedkeuren’.
‘De voorzitters van twee politieke partijen 8, de Partij voor Lisse – de PVL – en Forum
voor Lisse – het FVL - zullen hun leden vóór het plan laten stemmen, want ……
(onverstaanbaar) . En vóórdat de stemming in de gemeenteraad plaats vindt, zal er
bovendien een rapport verschijnen van het wetenschappelijk bureau van de
Nederlandse Bollen Club, de NBC, waarin geconcludeerd gaat worden dat
bloembollen slecht zijn voor het milieu. Heb ik ook al geregeld. Want zoals je weet,
die zogenaamd onafhankelijk rapporten van wetenschappelijke bureaus kunnen soms
een beetje bijgestuurd worden.’
‘OK dat klinkt goed. En ik ga met die twee partijvoorzitters een praatje maken
voordat ik met dat gif aan de gang ga. Gewoon even vragen wat zij van het plan
vinden’.
‘Natuurlijk mag je dat. Maak ik heb ook een vraag voor jou’ zei de
projectontwikkelaar. ‘Vinden jouw bazen in de Raad van Commissarissen 9 het wel PAGE \*
goed plan?’ MERGEF

‘Ja, uiteindelijk wel. Die raad ….(onverstaanbaar)’


Einde opname.

Ik keek Paul sprakeloos aan: ‘Die mensen gaan dus inderdaad De Keukenhof om zeep
helpen. Met gif en stiekeme spelletjes’.
Van beneden werd er heel hard ‘Kom je eten’ geroepen.
‘Laten we allebei nadenken wat we gaan doen. Ik denk dat wij iemand om raad
moeten vragen met ervaring in dit soort zaken. Kom je na het eten nog even bij om te
overleggen’ vroeg Paul. Hij stak zijn duim ophoog en lachte. ‘Dit wordt een te gek
avontuur. Tot straks.’

Na het eten ging ik eerst een tijdje zoeken op het internet. Zoekwoorden: onderzoek,
onderzoekervaring, onderzoeksdeskundigheid, criminelen. Daarna ging ik naar Paul.
8
De mensen met dezelfde plannen vormen een politieke partij.
9
Een Raad van Commissarissen is een klein gezelschap van ervaren personen dat toeziet of de directie of een
directeur van een organisatie zijn werk volgens afspraken uitvoert.
Paul kwam naast mij zitten op de rand van zijn bed. Spannend. Zou hij mij weer
zoenen. Zijn arm om mij heenslaan? Maar niets van dat alles. Geen
verliefdheidsgedoe: hij was alleen maar bezig met ons avontuur.
‘Ik heb zojuist geïnternet en ik wil dat graag uitgebreider doen. We moeten er de tijd
voor nemen. Ik wil er ook een nachtje over slapen.’

PAGE \*
MERGEF
20 Ons strijdplan

Na een nacht piekeren viel ik de volgende morgen direct met de deur in huis:
‘Ik vind dat we met iemand moeten overleggen, dat we iemand om advies moeten
vragen.’
‘Ja dat vind ik eigenlijk ook wel’ zie Paul. ‘Maar laten we kijken of we iemand anders
kunnen vinden dan onze ouders. Die moeten we er nog maar even buiten laten. De
mijne hebben genoeg aan hun hoofd.’
‘Ja de mijne denk ik ook. Die verbouwing loopt niet zo lekker. Die loopt dus helemaal
niet. Mijn vader kijkt al naar een andere aannemer.
Paul: ‘Ik heb gekeken op het internet. We moeten nog niet naar de politie lopen want
die zullen zeggen ‘doe maar even niets meer’ en vervolgens doen zij maanden niets
en dan is ondertussen de Keukenhof een dooie boel. En er is tot nu toe nog niets
vervelends gebeurd. Nog niet eens zeker is dat dat gif wel gestrooid gaat worden.
PAGE \*
Voor een adviseur heb ik gekeken naar onderzoeksbureaus en recherchebureaus, MERGEF
maar dat kost geld, net zoals advocaten.’
‘Ik kwam bij het zoeken op de website van Follow the Money: www.ftm.nl. Dat is een
club van journalisten die onrecht opspoort en aan de kaak stelt. Journalisten die daar
mee samenwerken zijn gewend om zaken tot op de bodem uit te zoeken. Zij hebben
ervaring en kunnen, denk ik, ook goede adviezen geven. Bovendien zegt FTM dat het
hun doel is om de maatschappij te verbeteren. Nou dan kan je hier aan je gang gaan.
Ik stel voor dat we een journalist van die club uitnodigen. Die laten we een
geheimhoudingsverklaring tekenen. Ze mag hier voorlopig geen verhaal over
schrijven. Als je het een goed plan vindt dan ga ik kijken welke journalist ons
misschien zou kunnen helpen’.
‘Ik vind dat een goed plan. Maar we moeten snel iets bedenken om dat gif strooien
te voorkomen. We moeten iemand zoeken die dat gif wil omwisselen voor onschuldig
spul. Weet jij iemand? Het is inbreken met een goed doel, daar moeten we iemand
voor kunnen vinden.’
‘Ik ga er over nadenken. Misschien een wat oudere jongen van mijn judoclub?’
‘Geen slecht idee. Maar dan moeten we wel weten wanneer dat gif geleverd wordt
en waar het wordt opgeslagen. Kan jij een rondleiding regelen op de Keukenhof? Zeg
maar dat we voor school een presentatie moeten maken over De Keukenhof achter
de schermen, hoe alles georganiseerd is bij de Keukenhof en zo. Bij die rondleiding
moet die judojongen, als je die kunt vinden tenminste, er wel bij zijn. Dus snel iemand
zoeken. En we moeten meer te weten zien te komen over wat ze nog meer van plan
zijn. Maar we kunnen niet steeds in die liftjes luisteren. We moeten naar school. Het
is toch al heel toevallig geweest dat we iets gehoord hebben tijdens onze ontdekking
van de liften.’
Hij keek naar zijn computer. Op het scherm stond nog de website van een spyshop
open.
‘Ik heb een voorstel: we zetten een opnameapparaat in een liftje en dat liftje hangen
we achter de muur van de kamer van de directeur. Je hebt tegenwoordig
opnameapparaten die pas gaan opnemen als er geluid is. Die ga ik kopen.’ PAGE \*
‘Joh dat is vast duur; hoe kom je aan dat geld?’ MERGEF

‘Uit mijn spaarpot voor de metaaldetector, die moet dan maar even wachten. Nou en
dan heb ik tot slot nog een heel gedurfd idee: we maken een afspraak met die
projectontwikkelaar en laten hem een klein stukje van de opname in het eetcafé
horen, en zeggen dat wij ons mond houden als hij aan ieder van ons € 1.000
overmaakt. Wij nemen dat gesprek op en als hij toehapt dan hebben we weer een
bewijs dat die man niet deugt.’
‘Jeetje, durf jij dat. Is dat geen afpersing10?
‘Ja, dat is het, maar niet echt want we doen het om extra bewijs te krijgen. Als hij dat
geld echt betaalt, geven wij het aan de kinderboerderij. Zullen we dat doen. Durf je
dat?’
‘Het lijkt mij eng maar als jij het woord doet met die man, dan neem ik het op.’
We zaten een tijdje in gedachten onze plannen te herkauwen.

10
Door middel van dreiging van geweld of bekend maken van vertrouwelijke informatie een persoon tot
medewerking dwingen of tot het afgeven van geld of spullen.
‘Dus, jij gaat een opnameapparaat kopen en je probeert snel een afspraak te maken
met de projectontwikkelaar. Ik ga snel zorgen voor een rondleiding op de Keukenhof,
een journalist zoeken en afspraak maken en een toffe jongen op de judoclub zoeken.
Toen ik zijn kamer uitging kreeg ik geen zoen maar een klap op mijn schouders.

PAGE \*
MERGEF
21 Het plan gaat in uitvoering

Dinsdagmiddag doken wij de tunnel in met het opnameapparaat. Om spullen mee te


nemen op een step heb je een rugtas nodig. Daar had Paul aan gedacht. Paul had het
apparaat zaterdag direct besteld en het was vanmorgen bezorgd.
‘Als jij er nu inklimt sis jij wanneer ik moet stoppen. De bodem van het liftje moet zo
dicht mogelijk bij de kijk- en luister opening zijn. Ik plak dan een plakbandje om het
touw. Dan weten we straks hoe hoog we het liftje met het apparaat er in moeten
trekken’. Voordat ik mij omhoog liet trekken zei ik nog dat ik boven ook even wilde
luisteren en kijken. Je weet maar nooit.
De directeur zat achter zijn bureau. Door een kier kon ik hem goed zien. Hij zat te
lezen. Ik besloot even af te wachten of er nog iets ging gebeuren. Na een tijdje
bedacht ik dat als we weer gingen kijken we een klein krukje mee moesten nemen
om op te zitten. Plotseling ging de directeur op één bil zitten en liet een heel harde PAGE \*
MERGEF
scheet. Ik was totaal verrast en moest een schaterlach bedwingen. Dat lukte niet
helemaal: ik gaf een duidelijk hoorbare snik. Mijn hart bonsde direct in mijn keel. Was
ik nu gesnapt? De directeur had inderdaad iets gehoord, want hij keek op en de
kamer rond. Hij zag natuurlijk niets dat het geluid kon verklaren. Hij bromde wat en
hij ging verder met lezen. Mijn hart bonsde nog een tijdje. Daarna siste ik naar Paul m
dat de lift nog een stukje moest stijgen. Toen de bodem voor de kier zat, siste ik ok en
liet mij daarna zakken. Toen ik beneden was vertelde ik zacht lachend wat er
gebeurde. Paul had alleen aandacht voor zijn apparaat. Hij had hem thuis getest. Hij
legde het apparaat op de bodem en trok het liftje omhoog totdat het plakbandje op
het trektouw de bodem had bereikt. Paul maakte het touw vast. ‘Zo en nu maar
hopen dat die man niet constant onbenullige besprekingen voert. Zullen we vrijdags
de disc gaan wisselen en afluisteren?’
‘Onderweg vertelde Paul dat wij de volgende middag, woensdagmiddag aan het
begin van de middag, een afspraak hadden met de projectontwikkelaar. Hij had dan
nog meer besprekingen in Lisse en had een kamer geregeld bij een makelaarskantoor.
‘Ik heb gezegd dat wij een presentatie gaan geven op school over de woningnood en
wat je daar aan zou kunnen doen. Natuurlijk vond hij dat een interessant onderwerp.
Hij wilde wel geïnterviewd worden.’
Toen we aangekomen waren onder onze tuin zei ik ‘Ik heb over een paar weken een
afspraak gemaakt met een journalist, Marije Glas. Ze gaat eerst nog op vakantie. Bij
dat FTM weten ze trouwens ook wat opgraven is zeg. Wat wordt er veel en vaak
gerotzooid in Nederland. Er worden op de website van FTM veel zaken genoemd.
Dossiers noemen ze dat. En er werken wel 30 journalisten bij FTM. Je kan ze ook tips
geven. Die Marije moet wel een geheimhoudingsbelofte doen. Ze mag er pas over
schrijven als wij dat goedvinden. Dat moet ze plechtig beloven. Tot morgen. Wordt
spannend.’
‘Piece of cake. Bij de recherche doen ze dit dagelijks. Mooi dat ik kan oefenen.’

PAGE \*
MERGEF
22 De projectontwikkelaar

Bij het makelaarskantoor werden wij hartelijk ontvangen door een jonge dame.
‘Mijnheer Van Deuren heeft jullie komst aangekondigd. Kom maar mee. Kan ik iets te
drinken halen voor jullie?
Mijnheer Van Deuren begroette ons vriendelijk. ‘Zo dus jullie gaan de woningnood in
Lisse oplossen. Mooi. Doe jullie jassen uit, ga zitten en vertel hoe jullie zo in het
onderwerp geïnteresseerd zijn. Is het vrije keuze of in opdracht van jullie school?’
Zoals afgesproken zou Paul het woord doen en ik zou zorgen voor de opname. Ik had
mijn iPhone buiten op de stoep al op ‘opnemen’ gezet en hem in mijn borstzak van
mijn blouse gedaan. Ik had expres voor deze bloes gekozen vanwege de borstzak. Als
ik dan mijn jas een beetje open laat staan dan kan de telefoon mooi opnemen. En nu
moest ik mijn jas uittrekken. Niet doen want dan kan je die telefoon zien. ‘Ik hou mijn
jas liever aan. Ik voel mij vandaag niet zo lekker.’ Ik voelde dat ik een kleur kreeg.
PAGE \*
Paul nam snel het woord. ‘Wij bezochten een tijdje geleden eetcafé Lef. Mijn mobiel MERGEF
is toen uit mijn jaszak gegleden. Dat merkte ik pas toen wij weggingen. Hij lag onder
een andere tafel. Toen ik thuis kwam merkte ik dat het apparaat continue op
opnemen had gestaan. Ik heb toen de opname afgeluisterd. Ik zal u een klein stukje
laten horen.’ Paul pakte zijn iPhone. Hij had de opname op een bepaalde plek klaar
staan. ‘Ik heb hem beloofd dat hij op de mooiste plek een mooie woning krijgt voor
een heel zacht prijsje. Ik kom binnenkort wel een keer bij jou langs met de tekeningen
dan mag jij ……(onverstaanbaar).’ Paul stopte de opname. ‘Ik heb een opname van
het hele gesprek.’
Van Deuren zat met open mond. Hij zei niets. Ongeloof: Is dit waar? Gebeurt dit
echt? Toen kneep hij zijn ogen een beetje dichter en zei uiteindelijk: ‘Nou en?’
‘Nou, wij hebben uit de hele opname begrepen dat hier een spel gespeeld wordt. En
wij willen graag meedoen met dat spel. Die presentatie op school was maar een
smoes om met u een afspraak te maken. Wij willen mee doen. Wij willen elk € 1.000
en dan houden wij verder ons mond. Als u dat niet toezegt dan gaan wij advies
vragen bij een journalist of bij de burgemeester.’
Mijn hart klopte in mijn keel. Dat Paul dit durfde.
Van Deuren was enigszins bekomen van de schrik. “Zo dat is een verrassing zo op de
vroege middag. Wat zal ik daar nu op zeggen. Nou laat ik zeggen dat het verboden is
wat je doet: gesprekken opnemen van andere mensen zonder dat je daar
toestemming voor hebt. En wat je hebt gehoord is minder schokkend dan jij denkt.
Mensen belonen als ze meewerken en hun schouders ergens onder zetten, daar is
niets mis mee. Dus je gaat je gang maar. Ik verzoek jullie nu onmiddellijk dit vertrek te
verlaten.’
Ik keek Paul verbaasd aan toen ik opstond. Dit hadden wij niet voorzien. Paul stopte
zijn iPhone in zijn zak en wij liepen richting de deur.
‘Wacht even. Misschien moet ik het zo zien dat jullie ook mee willen werken aan de
realisatie van het plan. En daar hoort dan natuurlijk ook wel een beloning bij. Geef
jullie bankrekeningnummer maar dan zal ik er over nadenken.’
Ik haalde een papiertje uit mijn zak met onze namen en bankrekeningnummers. Een PAGE \*
goede voorbereiding is het halve werk. MERGEF

Van Deuren nam het papiertje zwijgend in ontvangst en draaide zich om. Wij botsten
bij de deur tegen de dame met een dienblad met onze drankjes. ‘Gaan jullie nu al
weg? Wat jammer nu. Hier drink op.’ Wij liepen door.
23 De projectontwikkelaar laat het er niet bij zitten

Een paar dagen na ons gesprek kwam er een mijnheer naast mij lopen toen ik op weg
was van school naar huis. ‘Dag Lieke. Jij kent mij niet maar de heer Van Deuren heeft
mij gevraagd jou op te vangen en met je mee te lopen naar je huis. Mijnheer Van
Deuren maakt zich zorgen over jou. Er zijn tegenwoordig zulke onbetrouwbare
mannen die meisjes kwaad willen doen. Daarom loop ik even met je mee. Je weet
maar nooit.’
Mijn bloed stolde. Ik keek om mij heen voor hulp. Niemand in de buurt. Mijn hart
bonsde. Ik keek niet naar die man. Ik begon sneller te lopen. Hij ook.
‘Maar meisjes die geen gekke dingen doen, die lopen geen gevaar. Die hoeven niet
bang te zijn voor vreemde mannen.’
Op de fiets passeerde mij een klasgenootje. ‘Hé Marianne, Stop even, ik wil je wat
vragen.’ Zij stopte gelukkig en ik rende naar haar toe. De man riep mij na ‘Nou
PAGE \*
misschien tot ziens Lieke. De groeten aan je zus Sophie.’ MERGEF
‘Wat is er met jou Lieke. Ben je geschrokken? Viel die man je lastig? Hij kent kennelijk
je zus.’
Ik begon van spanning te huilen. ‘Die man wilde met mij meelopen. Ik ken hem
helemaal niet. Maar hij maakte mij bang. En hij kent de naam van mijn zus. Eng. Wil
je met mij meelopen naar huis?.
‘Natuurlijk. Maar hij heeft je niets gedaan? Hij wilde niets van je?’
‘Nee, hij heeft niets gedaan. Hij vindt het blijkbaar leuk om meisjes bang te maken. Ik
zal voortaan voor hem uitkijken. En niet meer alleen lopen. Goed dat je stopte.’

Thuisgekomen was ik weer een beetje bekomen van de schrik. Die man moest mij
natuurlijk bang maken, dat snapte ik wel. Zijn boodschap was ‘met mij kan je beter
geen ruzie maken’. Ik had wat te vertellen aan Paul. Ik kon er niet over praten met
mijn ouders. Tenminste nu nog niet.
Paul stond een half uur later op de stoep. Gestrestst zei hij dat hij mij dringend moest
spreken. Op mijn kamer begon hij onmiddellijk te praten. ‘Ik ben zojuist overvallen
door twee onbekende jongens. Oudere jongens. Ze bedreigde me met een mes. Ik
moest mijn iPhone en mijn portemonnee geven. Gelukkig had ik geen portemonnee
bij me. Jammer van die telefoon. Gelukkig had ik de opname van het eetcafé gesaved
op mijn computer. Dat was wel even schrikken zeg.’
‘Maar dit is geen toeval. Hier zit Van Deuren achter. Wat een schoft’ zei ik en vertelde
Paul wat mij was overkomen.
‘Nee’ zei Paul, ‘dit is inderdaad geen toeval. En inderdaad wat een schoft. Ik had nog
niet bedacht dat de projectontwikkelaar achter de overval zou kunnen zitten. Ik word
daar wel een beetje woest van. Heb jij de opname in het makelaarskantoor ook
gesaved?’
‘Nee maar dat ga ik nu wel doen. En wij moeten nadenken wat we nu doen. Ik ben
bang. Die man is tot alles in staat.
‘’ Maak je niet ongerust. Hij gaat ons echt niet vermoorden. Hij weet niet aan wie wij PAGE \*
die opname hebben laten horen. Slaap lekker en tot morgen.’ MERGEF
24 Tegengas
‘Ik heb vannacht liggen nadenken wat ons te doen staat’ zie Paul de volgende dag. ‘Ik
heb ook nog een keer gekeken wat er over het plan te vinden is op het internet. Dat
is ondertussen enorm veel. De Lisser Courant stond er vol mee. Het bestuur van de
gemeente11 had er lang over gedebatteerd tijdens hun vergaderingen. Drie van de
vier wethouders waren tegen het plan geweest. De vierde, wethouder Fred Stroom,
vond het een geweldig plan. En hij had volgehouden. Om ruzie te vermijden was het
college uiteindelijk akkoord gegaan met het voorstel van Stroom om de bevolking van
Lisse te laten stemmen over het plan door middel van een stemming in de
gemeenteraad. Over ruim 6 weken. Argumenten voor en argumenten tegen krijgen
nog steeds alle aandacht in de media. De plaatselijke ondernemersvereniging is
positief: meer klanten voor hun winkels.’

‘Ik heb ook liggen nadenken. Ik heb er zelfs wakker van gelegen.’
PAGE \*
‘Ok, zeg jij maar eerst wat je vindt dat we moeten doen.’ MERGEF
‘Ik vind dat we het onze ouders moeten vertellen en dat we naar de politie moeten
gaan. Die bekijken het maar.’
‘’ Ja, maar dan zijn we alles kwijt. Einde avontuur. En die verbouwing kunnen je vader
en moeder dan voorlopig op hun buik schrijven.’
‘Maar wat had jij dan bedacht?’
‘Luister. Jij had een journalist van FTM op het oog. Die gaan we binnenkort
ontmoeten en die kan ons advies geven. Het zou goed zijn als we wat tijd konden
rekken. Maar die gek van Van Deuren moet ons niet weer lastig vallen. En hij heeft
ook nog niet betaald. Ik stel voor dat ik hem een mail stuur. En die mail heb ik
vanmorgen bedacht. Paul las voor:
‘Geachte heer Van Deursen,
U houdt zich niet aan onze afspraak. U heeft toegezegd € 1.000 aan ons over te
maken. Wij hebben nog niets ontvangen. Maar ondertussen is Lieke in uw opdracht
11
Het bestuur van een gemeente, vaak aangeduid met college, bestaat uit de burgemeester en de wethouders.
bedreigd, en ik denk dat die twee jongens in uw opdracht mijn iPhone hebben
gestolen. Ik had de opname gelukkig op een veilige plek gesaved. Ik ga daar nu een
nog veiligere plek voor zoeken: in een kluis bij een vriend. Deze mail stop ik daar ook
bij. Ook de opname die we gemaakt hebben van ons gesprek en uw toezegging om te
betalen. Ik schrijf een brief aan mijn ouders voor het geval mij of Lieke iets overkomt
en daarin vertel ik dat er een kluis is met een opname.
Wij vragen u per retourmail te beloven dat u geen onaardige dingen meer doet en dat
u het geld overmaakt. Wij gaan anders volgende week met het verhaal naar de
burgemeester.
Paul
PS Wij adviseren u te wachten met het gif tot de vrede met ons gesloten is.’

Als Van Deuren niet binnen een paar dagen betaalt dan vertellen we alles aan onze
ouders. Als hij wel betaalt dan zullen we geen last meer van hem en hebben we tijd
om te overleggen met die journalist. En als hij betaalt hebben we nog een bewijs dat
hij een crimineel is. Het verschil tussen jouw plan en mijn plan is maar een paar PAGE \*
MERGEF
dagen. En als hij niet meewerkt: dan ben ik het met je eens, dan gaan we naar onze
ouders.’
Ik zuchtte diep. ‘Ik wil absoluut niet nog een keer die vreemde kerel tegenkomen. Ik
wil nog wel een paar dagen wachten, want dan houden wij ons geheim, onder de
voorwaarde dat we de komende dagen samen naar school gaan en samen naar huis
gaan. Stuur die mail dan maar zo gauw mogelijk weg.’

Paul ging opgetogen naar huis. Ik probeerde mijn huiswerk te maken. Hetgeen niet
lekker lukte.

‘s Avonds belde Paul aan en liet mij op zijn iPhone een mail lezen.
‘Beste Paul,
Een bijdrage aan jullie schoolproject van € 2.000 is naar jullie onderweg. Ik wens jullie
veel succes.

Fred van Deuren.’


We gaven elkaar een high five. Voorlopig geen vervelende verrassingen meer uit de
hoek van Van Deursen. Het huiswerk maken lukte daarna veel beter.

PAGE \*
MERGEF
25 Aan het werk

Toen ik maandagmiddag bij de voordeur van de school stond te wachten op Paul om


samen naar huis te gaan – ‘je weet het maar nooit met die gek’ had ik die morgen
tegen Paul gezegd, ik wil voorlopig alleen samen met jou over straat – zag ik in de
verte “de vriend” van Van Deuren staan. Ik schrok me rot. Toen Paul mij vrolijk
begroette wees ik naar hem. ’Wat doen we nu?’
‘Gewoon samen op pad. Hij pakte mijn hand en daar gingen we. De man stond ons
duidelijk op te wachten en probeerde vriendelijk te lachten. Ik moet jullie van Van
Deuren een enveloppe geven.’ Hij gaf Paul een enveloppe en liep direct daarna weg.
Opgelucht voelden wij beiden aan de enveloppe. ‘Hier zit waarschijnlijk het geld in.
Gaan we thuis bekijken, niet hier op straat.’
Thuisgekomen vonden we inderdaad 20 briefjes van € 50.
‘Mooi, die kat zit in het bakkie’ zei Paul opgelucht. ‘Weer een bewijs dat die man niet
PAGE \*
deugt.’ MERGEF
‘Bewaar jij dat geld maar ergens Paul. Jij hebt geen nieuwsgierig zusje. Of brengen wij
het direct naar de kinderboerderij?’
“Nee laten we wachten op advies van de journalist.’

Ik had om 17.00 op de judoclub afgesproken met Rolf , een jongen van 18 met een
gele band en een rijbewijs. Hij leek mij wel iemand die de omruil van de gifvaten wel
spannend zou vinden en het wel zou aandurven. Na een glas fris keek hij mij vragend
aan. ‘Wat kan ik voor je betekenen?’
‘Stel dat een paar boeven een gifaanslag willen plegen op een park waardoor alle
bomen en bloemen doodgaan. Zou jij dan willen meewerken om dat gif om te ruilen
voor onschuldig spul?’
‘Tjee wat een vraag. Die zag ik niet aankomen.’ zei Rolf verrast. ‘Maar als ik dat
zonder risico op klappen of gedoe met de politie zou kunnen doen, dan lijkt mij dat
wel spannend. Ik zeg geen nee, maar je moet me meer vertellen voordat ik ja zeg.’
‘Ok, maar dan moet je eerst beloven dat je er met niemand over praat. Echt met
niemand. Beloof je dat?’
‘Hoelang moet het geheim blijven?’
‘Nou misschien wel altijd.’
‘Dat wordt moeilijk. Maar ik beloof het. Ik ben erg nieuwsgierig.’
Ik pakte mijn iPhone en zette hem op opnemen. ’Herhaal nog even je belofte graag.’
‘Zo wat professioneel. Ik wordt steeds nieuwsgieriger. Hierbij beloof ik
geheimhouding over een gifzaak waar ik nu nog niets van weet.’
Toen liet ik Rolf een gedeelte de opname horen van de opname in de lift waarin de
projectontwikkelaar en de directeur spraken over gif “waarmede je heel Lissen en
omgeving” zou kunnen doodspuiten.
‘Goh wie zijn dit en hoe kom je aan die opname?’
‘Ik kan je alleen zeggen dat degene tegen wie het gezegd wordt, de directeur van de
Keukenhof is. Hij moet er voor zorgen dat dat gif gestrooid of gespoten gaat worden.
Meer kan ik je niet zeggen want ik heb ook geheimhouding beloofd.’ PAGE \*
‘Wat heftig zeg. Wat stel je nu voor?’ MERGEF

‘Mijn vriend en ik, ik doe dit namelijk samen met mijn buurjongen, zijn van plan een
rondleiding te regelen op de Keukenhof om te zien waar dat gif is opgeslagen en hoe
de verpakking er uit ziet. Dan maken we die verpakking na en ruilen een keer op een
avond dat spul. Als je ja zegt moet jij natuurlijk mee met die rondleiding.’
‘Jullie willen dus dat ik ga inbreken.’
‘Ja, maar voor een heeeel goed doel. Als je gepakt wordt dan heb je wel een geweldig
excuus.’
‘Klinkt geweldig spannend en het lijkt mij wel wat, maar ik zeg pas ja als we die
rondleiding gehad hebben. Als dat gif in een brandkast wordt opgesloten dan haak ik
af. Trouwens toevallig ben ik bevriend met iemand wiens vader bij de Keukenhof
werkt. Geen idee wat hij daar doet. ’
‘Mooi dan ga ik kijken of ik een rondleiding kan versieren. Ik app je als ik meer weet.’
Bij thuiskomst stuurde in een mail aan de pr-afdeling van de Keukenhof: een
rondleiding voor het maken van een presentatie voor school en voor het
bejaardenhuis Berkhout in Lisse. Dat laatste was een idee van Paul. ‘Ze zullen wel
vaak verzoeken krijgen voor rondleidingen van scholieren. Zet er bij dat we die
presentatie ook maken voor een bejaardenhuis in Lisse. Dat zal schelen.’

Na twee weken kreeg ik een mailtje van ene Nicole van de pr-afdeling van de
Keukenhof. ‘Bel mij maar voor het maken van een afspraak.’ Ik overlegde met Paul
hoe lang we nog moesten wachten met die rondleiding.
‘Doe het maar over twee weken. Nu is het nog te vroeg, maar over een paar weken
zal dat gif wel gearriveerd zijn. Die directeur zal het vast ruim van tevoren bestellen
om zeker te weten dat het op tijd geleverd wordt.’
Ik maakte met Nicole een afspraak op een woensdagmiddag en informeerde Rolf.
Helaas brak er toen een periode van wachten aan. Gelukkig voor ons lag de bouw nog
steeds stil.
PAGE \*
MERGEF
26 Op bezoek bij het kasteel Keukenhof en de tuinen

Tijdens het wachten op de woensdag van de rondleiding kregen mijn ouders het voor
hen treurige – voor ons positieve – bericht dat de aannemer failliet was gegaan en
dat ze een andere aannemer moesten gaan zoeken. Woensdagmiddag stond Rolf op
ons te wachten voor de hoofdingang van de Keukenhof. ‘Ik heb natuurlijk een
heleboel vragen. Waar ligt dat gif precies? Hoe groot is de verpakking? Kan het wel in
de auto van mijn moeder? Is de verpakking na te maken? Kan je er gemakkelijk bij
komen? Is het met de hand te versjouwen? We kunnen het beste vragen naar de
logistiek12, de organisatie, de inkoop, het magazijn en dat soort dingen. Die bloemen
interesseren ons niet, toch?’

We werden verwelkomd door Nicole, de mevrouw van de pr-afdeling.


‘Ik heb een beetje spijt dat ik deze afspraak heb gemaakt, want we hebben het
vreselijk druk om alles klaar te krijgen voor de opening. En we hebben ook nog een PAGE \*
MERGEF
wereldprimeur, daar vertel ik jullie straks meer over. Maar ja, belofte maakt schuld.
Jullie gaan een presentatie maken over de Keukenhof hé? En daarna voor de
bewoners van Berkhout? Wat goed van jullie. Maar vertel eerst eens Lieke wie je nog
meer hebt meegenomen dan je vriend Paul met wie je de presentatie gaat doen?’
Stom maar ik had die vraag niet verwacht en keek voor hulp naar Paul. Die reageerde
weer snel en verrassend.
‘Dit is Rolf en die gaat ons helpen bij die presentatie. We dachten dat het misschien
leuk zou zijn om een klein praalwagentje te maken voor bij de presentatie. Rolf is een
knutselaar en wij hebben hem gevraagd of hij ons daarbij wil helpen.’
‘Dat klopt,’ zei Rolf, ‘En ik laat een kans om een privé rondleiding te krijgen natuurlijk
niet lopen.’
‘Zo, jullie maken wel veel werk van jullie presentatie zeg. Dat zie ik niet vaak. Maar jij

12
Logistiek: alles wat nodig is om iets goed te laten verlopen, zoals voorbereidingen en transport van dingen
bent natuurlijk ook van harte welkom bij ons Rolf. Wat zullen we het eerst gaan
doen? Hebben jullie nog iets op het oog of is het meer een algemene presentatie?’

‘Ja we willen graag eerst iets zien of horen over de planning. Dat zal best ingewikkeld
zijn. En wie maakt de keuzes voor de planten. En daarna willen we graag het magazijn
zien, en de verschillende soorten machines,’ zei Paul.
‘En ik’, zei ik, ‘wil graag weten of de Keukenhof bijdraagt aan het milieu. Worden
bollen bespoten? En doen jullie dat met milieuvriendelijk spul?’

We kregen een geweldige tour: via de planning naar de computerafdeling, naar de


ontwerpafdeling waar alle tuinonderdelen worden getekend en ingekleurd, met
vermelding van plantsoorten en bollensoorten. Daarna kregen we met z’n drieën een
rondleiding door de tuinen. In het hart van het park vroeg Rolf: ‘Tjee wat zijn jullie
hier van plan?’
We stonden voor een soort piramide met aan de voorkant een trap die naar de top
PAGE \*
gaat. En bovenaan die trap was een soort opengewerkte klokkentoren gebouwd. MERGEF
‘Ja dit wordt onze trots,’ antwoordde Nicole, ’deze toren wordt bedolven onder een
nieuwe leliesoort. We komen binnenkort met een wereldprimeur. Dat nieuwe soort
is speciaal voor ons gekweekt. Hierdoor worden we nog beroemder dan we al zijn. En
dan ga ik er van uit dat de Keukenhof nog lang niet volgebouwd wordt met
woningen.’
Ik moest denken aan het gif, dat alles heel snel zou kunnen gaan vernietigen.
En Paul zei een beetje ongeduldig: ‘Mooi, maar we zouden ook het magazijn graag
nog willen zien.’
Nicole moest een beetje lachten om deze koele reactie. Ze riep vriendelijk een
tuinman bij zic h die dichtbij aan het werk was en vroeg hem of hij ons het magazijn
wilde laten zien, zelf moest ze iets anders gaan doen.
‘Sturen jullie een kopie van jullie presentatie naar mij op, en laat weten wat je klas en
de bejaarden ervan vonden hè. O ja, als het kan ook een foto van de praalwagen
graag’ en weg was ze.
Een tuinman deed zijn rubberen kniebeschermers af, zijn handschoenen uit en gaf
ons een hand: ‘Ik ben Teun, en jullie mogen het magazijn zien begrijp ik. Dan zijn jullie
zeker belangrijke gasten,’ zei hij grijnzend. Toen keek hij nog eens goed naar Rolf: ‘He
heb ik jou niet eens eerder gezien?’
Rolf keek nu ook goed naar de heer Teun en zei verrast: ‘Ja mijnheer, dat kan
kloppen. Ik ben een vriend van uw zoon Sander.’
Toen we in het magazijn waren zagen we van alles maar helaas niet iets wat leek op
gif.
Rolf: ‘Sander heeft mij wel eens verteld dat er niet alleen veel kunstmest maar ook
wel gif gespoten wordt in de Keukenhof. Bewaren jullie dat in één ruimte en is er dan
geen risico dat jullie je een keer vergissen?’
‘Nee dat risico lopen we niet. Gif zit meestal in kleine verpakkingen en moeten we
mengen. Het gif bewaren we in die kasten daar. Zie je: met dubbele sloten. Er
moeten altijd twee mensen met twee sleutels bij zijn voor controle. De kunstmest
bewaren we in een aparte loods hierachter.’ PAGE \*
MERGEF
‘Ja en nu u ons alles hebt laten zien, willen we natuurlijk ook die loods zien!’ zei Rolf.
Teun leidde ons naar een kleine loods achter het grote magazijn. De deur was met
een dikke ketting met cijferslot gesloten. In de loods stonden stellages met
verschillende soorten en maten dozen en vaten. In een hoek stonden twee vaten
apart. Donkerrood. Met grote stickers Vloeibare Kunstmest erop.
De heer Teun zag Rolf naar de vaten kijken. ‘Dat zijn twee vaten met speciale
kunstmest die bezorgd zijn door een nieuwe leverancier. Die moeten we binnenkort
gaan sproeien.’ Paul maakte op dat moment een foto van iets wat aan de andere kant
stond. Maar ik wist beter: hij fotografeerde die vaten ‘om een hoekie’. De aandacht
van Rolf werd getrokken door een prachtige lichtblauwe scooter: ‘Is dat niet een
oude Vespa?’ Voordat Teun kon antwoorden riep Paul: ‘Sorry, is hier een toilet in de
buurt?’ Teun, kijkend naar de scooter riep, wuivend met zijn hand ‘In het magazijn
waar we net waren, rechts als je binnenkomt’ en vervolgde met ‘Ja dat is een Vespa.
Een Vespa 50 uit 1973. Mijn hobby en mijn dagelijks vervoer naar mijn werk . Jij
herkent een Vespa?’
“Ja de vader van een andere vriend had vroeger ook een oude Vespa, maar die werd
gestolen. Mag ik er even op zitten? ‘ Rolf mocht even genieten van het zadel en stuur.
Toen we weer richting de buitendeur liepen kwam Paul weer bij ons terug. En ik
dacht: die moest helemaal niet naar de wc, die heeft iets uitgespookt.
Na heer Teun hartelijk bedankt te hebben verlieten wij het terrein. ‘Wilt u Nicole
namens ons ook hartelijk bedanken?’

PAGE \*
MERGEF
27 Op inbrekerspad

Op weg naar huis waren we in een juichstemming: we wisten nu waar de vaten


opgeborgen waren en hoe ze eruit zagen. ‘Nou Rolf, wat zeg je er van? Piece of cake
he’ zei Paul opgewekt.
‘Nou, ik zie nog wel een paar problemen. Ten eerste zijn die vaten te groot voor het
Fiatje van mijn moeder. Ten tweede moeten nog wel aan twee dezelfde vaten zien te
komen en we moeten een oplossing vinden voor het slot van de loods.’
‘Nou om met laatste probleem te beginnen: dat heb ik al opgelost ’zei Paul. Ik heb
een foto gemaakt van het cijferslot, want dat stond nog op de openingscombinatie.
Toen Teun de deur weer op slot deed zette hij de cijfers allemaal weer op 0. Maar ik
ken de code nu. Ik moest helemaal niet naar de wc.’
‘En ik heb een oplossing voor het vervoersprobleem. Wij hebben een grote strandkar
en daar kunnen die vaten wel in’ zei ik.
PAGE \*
‘En wij hebben nog een paar vaten van de zuurkoolfabriek waar mijn vader gewerkt MERGEF
heeft. Alleen zijn die donker blauw. Dus dat probleem is ook opgelost. Ik heb foto’s
gemaakt van de stickers die op de vaten zitten. Hebben jullie gezien dat het
eenvoudig na te maken stickers zijn en dat ze over andere stickers waren heen
geplakt? Die stickers zijn al een keer nagemaakt. Die vaten deugen dus echt niet.’

‘Ik wil het vanavond al gaan doen, want de situatie zit nu vers in mijn hoofd en ik heb
er ook zin in. En we moeten niet het risico lopen dat ze eerder gaan spuiten of dat ze
op een andere plaats worden opgeborgen. Of dat ze morgen al gaan spuiten. Ik heb
wel jullie hulp nodig: jullie moeten namelijk voor afleiding zorgen. Ik heb gezien dat
het magazijn en de loods beveiligd zijn met een inbraakalarm. Jullie moeten
vanavond aan de deur rammelen van de winkel bij de grote ontvangstruimte aan de
andere kant van de weg. Dan gaat daar het alarm af en dan gaan de
beveiligingsmensen daar het eerst kijken. Dan heb ik meer tijd om in de loods die
vaten om te ruilen. Mooi dat jij de cijfercode kent Paul. Stuur mij even die foto. Paul,
jij maakt zo twee nieuwe stickers en plakt die op de vaten. Teun zal zich later
misschien menen te herinneren dat de vaten rood waren. Ze staan gelukkig in een
beetje donkere hoek. Hij zal niet gaan proeven of bellen denk ik. Dat risico moeten
we maar nemen. Paul wil jij de vaten vullen met water. Ik sta om zeven uur vanavond
bij jullie op de stoep.’
‘Ok en allemaal donkere kleren aan doen, liefst met capuchons’ zei Paul.

Om half zeven ’s avonds gingen we met z’n drieën richting de Keukenhof. ‘Raar he, nu
lopen we boven op de tunnel,’ zei Paul op een gegeven moment zachtjes tegen mij.
Bij de ingang gingen Paul en ik rechtsaf naar het bezoekerscentrum en Rolf met
strandkar en twee vaten linksaf een bospad in, dat vlak achter de loods met de
gifvaten loopt. Het kasteel was beveiligd met camera’s, had Rolf ook eerder gezien,
maar rondom de loods hadden ze gelukkig geen camera’s opgehangen. Rolf had ons
gewaarschuwd dat er een bewegende camera aan het hoofdgebouw hing. Van achter
een boom konden we hem goed zien. Toen hij bijna op onze boom gericht was
kropen we er helemaal achter en telden hoelang het duurde voordat hij weer op de PAGE \*
MERGEF
boom gericht was. We telden twee keer tot 23. Toen de camera nog een keer de
boom voorbij was begon ik hardop te tellen en Paul rende naar de voordeur en
rammelde daar zo hard mogelijk aan. Er ging een bel in het gebouw rinkelen en de
lichten gingen aan in de grote hal.
‘…. Achttien! Negentien! Rennen Paul Eenentwintig. Tweeëntwintig.’ Precies op de tel
dook Paul weer achter de boom.
‘Nou zeg, kon je niet wat eerder terugrennen. Volgens mij staan je hielen nu op de
film.’
Toen zagen we dat op de grote parkeerplaats lichten waren gaan branden. Oei, daar
hadden we niet op gerekend. We moesten in het volle licht over de parkeerplaats
naar de weg rennen. Goed dat we allebei onze capuchonjassen aan hadden. Mijn
lange blonde haren hadden mij anders verraden. Rolf had niets gezegd over camera’s
op de parkeerplaats, ik hoopte maar dat ze er ook niet hingen. Terug bij de donkere
openbare weg wachtten we op Rolf. Dat duurde lang. Te lang. Veel te lang! Er klopte
iets niet. We keken constant of de beveiligers er al aankwamen. Eindelijk kwam Rolf
aangelopen, hijgend trekkend aan een kar met twee zware vaten. ‘Sta daar nou niet
te kijken maar help me asjeblieft. Duwen! We moeten hier wegwezen.’
Zwijgend trokken en duwden we. Toen we bij de rotonde bij het dorp waren draaide
er een klein autootje van een beveiligingsbedrijf met twee personen langzaam
richting de Keukenhof.
‘Die zijn zeker bang om de inbrekers te ontmoeten,’ mompelde Paul.
Toen we voor de garage van Paul stonden, vertelde Rolf ons wat hem was
overkomen.

‘Nadat ik de deur had opengemaakt – dat ging dus heel makkelijk - ben ik op zoek
gegaan naar een plankje om de vaten van kar af te rollen en de vaten gif er weer op.
Stom: ik was dus dat plankje vergeten. Daarom moest ik het licht aandoen. Terwijl ik
liep te zoeken hoorde ik plotseling een luide stem: ”He Rolf, wat ben jij nu aan het
uitspoken?”
Mijn hart stopte even met kloppen, dat snappen jullie. Ik zag in de deuropening een PAGE \*
MERGEF
man staan. Ik herkende ogenblikkelijk de heer Teun. Ik zei dat hij mij had laten
schrikken, maar hij zei hetzelfde: ik had hem laten schrikken. Hij vroeg me of ik
kunstmest kwam stelen. ‘Nee ik kom niet stelen. Ik kom ruilen. Laat mij het
alstublieft uitleggen mijnheer Teun. Mijn twee vrienden Lieke en Paul hebben via een
bevriende vrachtwagenchauffeur gehoord dat die onlangs twee vaten heel sterk gif
bij de Keukenhof heeft moeten afleveren. Ik herhaal: vaten gif. Lieke en Paul hebben
toen een rondleiding versierd om dat verhaal van de chauffeur te checken. En ze
hebben mij om hulp gevraagd. Vanmiddag zag ik de etiketten op de vaten waarop
staat dat het vloeibare kunstmest is. Die zien er niet professioneel. Kijkt u zelf maar.
En je kan zien dat er etiketten onder gezeten hebben. Dus het verhaal van die
chauffeur klopt waarschijnlijk. En stel je nu eens voor dat het inderdaad gif is wat er
inzit, dan kunnen wij een grote ramp voorkomen door die vaten om te ruilen voor
vaten met schoon water. Wij willen deze twee vaten laten testen. Als ze vloeibare
kunstmest bevatten kom ik ze weer omruilen. Geen haan die er dan naar kraait.
Niemand die het hoeft te weten. Als de test uitwijst dat er vergif in zit laat ik u dat
natuurlijk weten. Maar dan onder geheimhouding. Dan komt er waarschijnlijk een
onderzoek en degenen die dit geregeld hebben moeten niet van te voren
gewaarschuwd worden. Wilt u mij helpen duwen, want de beveiliging staat zo op de
stoep.
Nou, daar moest heer Teun natuurlijk even over nadenken. Hij ging op één van de
twee rode vaten zitten, boog zich omlaag en keek een tijdje naar de etiketten. ‘Het is
wel vreemd ja. Inderdaad. Ik heb nog nooit vloeibare kunstmest moeten spuiten. Wij
werken altijd met korrels. Die strooien we en daarna zetten we de sproeiers pas aan.
En die etiketten zien er niet betrouwbaar uit. De etiketten die jullie gemaakt hebben
zien er zelfs nog beter uit. Oké, ik doe mee en ik wacht jij de resultaten van de test
hebt ontvangen van het laboratorium. Als jouw vaten vol gewoon water zitten dan
valt het ook niet direct op dat het geen kunstmestwater is. Zo hard gaat het nu ook
weer niet groeien van vloeibare kunstmest. Kom op, ik help je een handje.’
‘Einde van mijn verhaal. Het was even schrikken, maar het viel uiteindelijk dus wel PAGE \*
mee’ zei Rolf. Hij wreef in zijn handen: ‘Het is koud hè als je stilstaat! Ik kom morgen MERGEF

één vat halen dat ik direct naar een laboratorium breng om te laten onderzoeken.’

Een week later appte Rolf ons dat hij bericht had gekregen dat het inderdaad gif was.
Hij zou diezelfde avond op bezoek gaan bij de heer Teun om hem dat te vertellen en
hem nogmaals dringend vragen om voorlopig zijn mond te houden. Hij kwam ook het
vat ophalen dat nog in de garage stond van Paul en zou dat naar het magazijn
brengen van het laboratorium. Dat was veiliger en het zou het risico op ontdekken
door de ouders van Paul vermijden. Hij sloot een foto bij van de factuur van het
laboratorium: € 200.
Paul zei later: “Dat is even een probleem, die factuur. Voorlopig kan betaling nog wel
een aantal weken wachten. We hebben gelukkig geld in kas! Maar mooi dat het
gevaar van vergiftiging van de Keukenhof voorbij is. Nu gaan we afwachten wat de
gemeenteraad met het plan gaat doen. Als die het plan afwijzen, wat iedereen
verwacht, is de hele zaak voorbij.’
Ik: ‘Nee niet voorbij want wat doen we dan met die boeven? Laten we die lopen?
Moeten we niet naar de politie dan? Dat kunnen we bespreken met onze journalist.
Daar hebben we over twee weken een afspraak mee.

PAGE \*
MERGEF
28 Nieuwe opname

Vrijdag gingen we de lift in om te luisteren wat ons opnameapparaat had


opgevangen. Het was doodstil in de kamer van de directeur. Ook verder hoorde we
niets. Het weekend was begonnen. In de grote ruimte speelden we af. Zodra we door
hadden dat het gesprek niet interessant was spoelden we door. Totdat we hoorden
dat de wethouder Stroom binnenkwam. Na een praatje algemeen:
‘Is de Raad van Commissarissen13 akkoord met het plan?’
‘Ja natuurlijk. Zoiets mag ik niet doen zonder hun goedkeuring. Ze hebben er wel lang
over gesproken. Een kleine meerderheid was uiteindelijk vóór. Want weet je, het zijn
heren en dames op hoge leeftijd. Ze vinden het goed dat er meer seniorenwoningen
komen. En misschien hebben ze ook een mooi huis op het oog, wie zal het zeggen? Ze
vinden dat de bevolking van Lisse maar moet beslissen over zo’n belangrijke zaak. Het
is een keuze tussen veel toeristen of veel woningen.
PAGE \*
Van Deuren heeft iets verzonnen wat ik kan doen om de stemming in de MERGEF
gemeenteraad te beïnvloeden. Ik kan je daarover geen details geven. Je merkt het
wel een paar dagen voor de stemmig. Ja en ik hoop dat de voorzitters van die twee
partijen die voor het plan willen stemmen gevoelig zijn voor de argumenten van Van
Deuren, als je begrijpt wat ik bedoel.’
‘Nee niet helemaal. Maar ik heb een afspraak met Andre aanstaande zaterdag aan de
rand van het hockeyveld. Dan komt hij kijken hoe goed mijn dochter kan spelen. Nee
geintje: daar kunnen wij even vertrouwelijk praten.’
‘Jij wordt als wethouder nog populair bij alle mensen die een huis zoeken.’
‘Wat vond je van Ajax afgelopen woensdag …….

Paul: ‘He dat is interessant. Zullen we kijken of we dat gesprek morgen kunnen
opnemen?

13
Een Raad van Commissarissen is een klein gezelschap van ervaren personen die in hun vrije tijd toeziet of de
directie of een directeur van een organisatie zijn werk goed doet.
‘Zal moeilijk gaan want Van Deuren kent onze gezichten. Hoe had je dat willen doen
dan?
‘Nou ik dacht er aan dat wij een verliefd stelletje zouden kunnen spelen, dan even
heel dicht bij ze stil blijven staan aan de rand van het veld en daar een tas laten staan
met een iPhone er in, dan kan het lukken. Maar je hebt gelijk, Van Deuren kent onze
gezichten.’
‘Zullen we het Rolf vragen? Die zal dat wel willen doen.’
“Nee laten we Rolf niet nog meer bij deze zaak betrekken. Maar luister: want wat
kan ons gebeuren als Van Deuren ons herkent? Dan groeten wij hem gewoon terug.
Alleen zal dan misschien de truc met de tas niet lukken. Maar als wij met capuchons
op aan komen lopen aan de kant van de wethouder, even stil staan en weer
teruglopen, dan denk ik niet dat Van Deuren ons zal zien en herkent. Ik wil het risico
wel lopen. En het is lekker spannend.’
‘En dat is leuk. Ik doe mee. Kom je mij morgenochtend ophalen?’

PAGE \*
MERGEF
29 Aan de rand van het hockeyveld

Paul belde de volgende morgen gekleed in een jas met capuchon en met een tas van
modezaak Schulte in zijn ene hand en een hockeystick in de andere: ‘Ben je er klaar
voor? Opnametje maken? Fotootje maken?’
‘Ik ben er helemaal klaar voor. Wij gaan een verliefd stelletje spelen. Heb jij
vanmorgen al nieuwe kleren gekocht? Groene broek en rode trui?’
‘Nee joh daar zit mijn opnameapparaat in en een oud trainingspak voor de vulling.
Doe jij ook een jas aan met capuchon?

Bij de hockeyvelden aangekomen liep Paul direct naar het planningsbord. ‘Zijn
jongste dochter speelt in XXX. Die spelen op veld 7. Begint over een kwartier. Weet je
hoe de wethouder er uit ziet? Ik heb de foto van hem op het internet opgezocht. Ik
zal hem wel herkennen. Wij spelen dus het verliefde stelletje.”
Ik vroeg mij af wat verliefd stelletje spelen ging inhouden. Eigenlijk nog spannender PAGE \*
MERGEF
dan het gedoe voor de opname.
‘Ik vind alles prima, zolang we maar goede opnames krijgen.’
De hockeyteams kwamen aanlopen vergezeld van een aantal ouders. De wethouder
zagen we vrij snel. Hij wenste zijn dochter succes maar hij had daarna weinig
aandacht meer voor haar. Hij bleef maar rondkijken. Waar bleef die
projectontwikkelaar nou. Halverwege de eerste helft voegde die zich bij hem. Ze
zochten direct een plek op langs de lijn waar geen andere toeschouwers stonden. En
begonnen direct te praten. Paul sloeg zijn arm om mij heen en zei dat ik mijn arm om
hem heen moest slaan. ‘Steviger, dit is niet verliefd genoeg.’ Ik kleurde weer en deed
graag wat hij zei. We hielden met capuchons op halt, dicht bij het duo dat voorover
over de railing leunden. De wethouder, aan wiens kant wij stilhielden, keek
onmiddellijk verstoord naar ons, hij ging zelfs weer rechtop staan. Zo van we moeten
hier wegwezen. Paul draaide zijn rug naar hem toe, zoende me en trok me gelijk mee
de kant op waarvan we gekomen waren. De wethouder boog weer over de railing en
het stel praatte verder. In de pauze bleven ze op dezelfde plek doorpraten. De
wethouder had geen aandacht voor zijn dochter die twee keer vlak voor zijn neus
haar best deed.
Bijna aan het einde van de pauze gaf de projectontwikkelaar plotseling de wethouder
een hand en liep weg. Hij keek nog een keer om en zwaaide. Paul trok me snel mee
terug naar de tas. De tas pakkend en snel teruglopend riep hij ‘Trutje nou moet je
ophouden met tassen laten staan.’ De wethouder keek opzij. Paul: ‘Ja, ze is een
beetje verliefd op mij en dan vergeet je wel eens wat.’
De wethouder keek alweer naar zijn dochter en ging haar zelfs heel enthousiast
aanmoedigen. Hij was in een goede bui.
Wij gingen snel naar huis om te luisteren. Wij hoorden eerst een begroeting en de
vraag wie is je dochter. Toen kwam de projectontwikkelaar direct ter zake. ‘Ik wil van
jou een bevestiging dat je je volledig inzet voor het plan, dat je alles zult doen wat in
je vermogen ligt om het plan te laten slagen. Uiteraard binnen de grenzen van de
wet.’ PAGE \*
‘Is omkoping binnen de wet?’ MERGEF

‘Nou ik bedoel natuurlijk dat het plan binnen de kaders van de wet ontwikkeld moet
worden. En ik koop je niet om. Ik beloof alleen … wacht even. Ik pak mijn mobiel, pak
jij ook je mobiel dan nemen wij het allebei op onze beloftes op.’
‘Moet dat nu echt?]
‘Ja dat moet want ik heb iets in gang gezet dat straks niet meer teruggedraaid kan
worden.’
Je hoorde wat gerommel en de wind.
De stem van de projectontwikkelaar: ‘Ik beloof hierbij dat Fred Stroom op de mooiste
plek van het plan, naast dat parkje, een prachtig huis krijgt voor een uitzonderlijk lage
prijs. We zetten in de koopakte dat het huis beschadigd is omdat het een jaar lang
heeft gediend als showhuis. Het huis zal volledig ingericht zijn om indruk te maken op
potentiële kopers. Jij Fred of je oudste dochter die er in gaat wonen, kiest de keuken
uit, de tegels van de badkamer etcetera alsmede de inrichting. En dat alles voor een
prijs van € 100.000 terwijl dat huis zeker wel € 500.000 waard zal zijn. Ik wil dat jij nu
zegt dat je je uiterste best gaat doen om dat plan te realiseren.’
‘Ik zal alles doen wat in mijn vermogen ligt om jouw plan voor elkaar te krijgen onder
voorwaarde dat jij zorgt dat de voorzitters van de PVL en het FVL hun raadsleden
gaan stimuleren om voor het plan te stemmen.’
‘Ok dan ga ik nu weer naar huis. Ik heb niks met hockey.’
‘Ik heb nog een opmerking en een vraag. Mijn opmerking is dat ik natuurlijk nog meer
mijn best ga doen als mijn dochter ook de tuininrichting van je cadeau krijgt. Mijn
vraag is: Wat wat doe jij met die voorzitters?’
‘Jouw opmerking heb ik gehoord. Gaan we zien. Wat de voorzitters betreft: dat ga ik
je niet vertellen. Maar zij gaan er ook belang bij krijgen dat het plan doorgaat.’
Daarna geruis en getik van hockeyballen en een enkele meisjesschreeuw.

Paul knikte goedkeurend. ‘Kat in bakkie. Hier kunnen we wat mee.’


‘Zeker, die wethouder gaat ook hangen!’
Van verliefdheid is weinig te merken dacht ik. Hij vindt criminelen leuker. PAGE \*
MERGEF
30 Aanvullend bewijs

De opname van de volgende vrijdag bevatte een groot aantal gesprekken over de
aanstaande opening. Paul wiste ze na afluisteren. Wij keken uit naar een opname van
een gesprek met de projectontwikkelaar. Hij had in het eetcafé immers gezegd dat hij
nog een keer langs zou komen met tekeningen. Na een uur luisteren en doorspoelen
hoorden we dat de projectontwikkelaar werd aangekondigd.
‘Dag Jan, ik zou nog een keer langskomen met de tekeningen. En het leek mij niet zo
verstandig om dat in een eetcafé te doen.’
Nee dacht ik, je hebt geleerd dat je daar afgeluisterd kan worden. Je hebt geen idee
dat dat hier ook kan gebeuren.
Geritsel van papier en een korte algemene uitleg van de projectontwikkelaar. ‘Kijk dit
huis, hier op het hoekje aan de rand van dat kleine parkje, verkoop ik aan de dochter
van de wethouder voor een zacht prijsje. Het wordt eerst gebruikt als een
PAGE \*
modelwoning waar mensen kunnen komen kijken hoe de woningen er uit gaan zien MERGEF
en hoe je zo’n huis leuk kunt inrichten. Daarna kan ik het als een gebruikt huis heel
goedkoop aan zijn dochter aanbieden. Maar nou kwam die kwibus vorige week bij mij
en riep dat ik ook inrichting van de tuin voor mijn rekening moest nemen. Wat een
boef he? Maar hij heeft niet begrepen dat die tuin natuurlijk al is ingericht en betaald
door mij. Een modelwoning moet je toch niet midden in het zand presenteren.
De voorzitters van twee politieke partijen14, de Partij voor Lisse – de PVL – en Forum
voor Lisse – het FVL - zullen volgende week bij de stemming hun leden vóór het plan
laten stemmen, want ook zij krijgen een mooi aanbod van mij. Ik heb natuurlijk al
diverse keren met ze gesproken. Maar nu jij. Met jou had ik hetzelfde afgesproken als
met de wethouder, maar bij nader inzien is dat niet slim.’
‘Wat krijgen we nu, je trekt je toch niet terug. Ik wil op die prachtige plek die ik had
aangewezen een huis voor dezelfde prijs als de wethouder’ zei de directeur met
stemverheffing.’
14
De mensen met dezelfde plannen vormen een politieke partij.
‘Luister, ik kan maar één mooi en luxe huis inrichten als modelwoning. Tenzij je een
rijtjeshuis wilt hebben, want daar maak ik ook modelwoning van.’
‘Nee natuurlijk niet, dat snap je wel.’
‘En een heel lage prijs is voor jou als directeur of voormalig directeur van Keukenhof,
heel gevaarlijk. Daar komt gedonder van. Die prijzen waarvoor woningen verkocht
worden zijn openbaar via het Kadaster, dat weet je wel. Ik stel voor dat we de
transactie doen voor een scherpe prijs, jij was tenslotte de eerste die kocht en dat
geeft een voordeel, maar niet voor veel minder. Maar jij kunt mij wel alle rekeningen
voor de inrichting en verhuizing doorsturen. En ik zal de rekening voor het ontwerp
en inrichting van de tuin voor je betalen. Per saldo kom je dan redelijk in de buurt van
onze oorspronkelijke deal. Maar wel met veel minder risico voor jou.’
‘Tja normaal bespreek ik alles met mijn echtgenoot, maar deze details met haar
bespreken lijkt mij niet verstandig.’ Je hoorde dat hij opstond en een glas inschonk.
Stilte. ‘Ik denk dat je wel gelijk hebt. Ik lig natuurlijk onder een vergrootglas als
directeur en er zal maar een journalist wezen die ..’ PAGE \*
Mooi’ onderbrak de projectontwikkelaar hem. ‘Dan wens ik je succes met het gif. We MERGEF

wensen onszelf succes bij de stemming en dan zie ik je weer bij de opening.’
‘Ja dat wordt na die stemming een bijzondere opening. Eén van laatste dus. Dat
wordt een bijzondere toespraak van mij waar ik nog even over moet nadenken. Ik zie
je bij de opening.’
31 Een woedende directeur

Mijn vader kreeg een week voor de stemming in de gemeenteraad te horen dat de
aannemer failliet gegaan was. Hij moest dus nu echt haast maken met het vinden
van een nieuwe aannemer, opnieuw offertes aanvragen en dan natuurlijk weer
wachten totdat die nieuwe aannemer tijd voor ons had. Omdat mijn moeder al aardig
dik begon te worden van de tweeling vonden mijn ouders het verstandiger om de
verbouwing uit te stellen tot een tijdje na de geboorte. Mijn vader wilde grote houten
platen over de kuil te leggen, zodat we straks bij mooi weer toch buiten konden
zitten.

De vrijdagmiddag voordat er gestemd zou worden in de gemeenteraad wilde mijn


vader plotseling met ons mee. Hij wilde zien hoe de liftjes werkten en hij was
nieuwsgierig naar de grafkelder. Mijn moeder wilde ook wel graag maar haar buik
was te dik: ze vond het risico te groot. PAGE \*
MERGEF
Omdat we maar twee steps hadden gingen we lopend. Alle drie gewapend met een
lamp. We lieten hem eerst de grafkelder zien. Hij vond het indrukwekkend. “En nu
zitten we dus onder de kerk van de Veldhorststraat?’
Paul liet hem het boek zien. ‘Zo, dat zullen veel mensen mooi en interessant vinden.
Geweldig dat jullie dat gevonden hebben. Daar komen jullie zeker mee in de krant.
Maar dat moet wachten tot na de verbouwing.’
Toen we in de grote ruimte onder het kasteel aangekomen waren liet ik aan mijn
vader zien hoe je met een liftje omhoog kon gaan. Hij vroeg wat het spannendste
liftje was. Ik wees natuurlijk niet op de lift van de directeur want die was omhoog en
daar lag het opnameapparaat op. Paul en ik hadden gefluisterd dat onze
opnameactiviteiten nog maar even geheim moest blijven. Want dan zou hij ook willen
weten of we spannende dingen hadden gehoord. Ik wees op de lift die achter de
vergaderkamer liep . Hij stapte in het liftje en riep: ‘Omhoog met dat ding!’ Wij
trokken hem langzaam omhoog tot de vergaderkamer. Na een paar seconden lieteen
we hem weer zakken. ‘Te gek zeg. Je kunt zo naar binnen kijken. Je kunt zo ook
afluisteren. Maar er was niemand. Interessant. Als dit bekend wordt krijgt de
Keukenhof nog meer belangstelling.’ Toen we weer terug liepen deed Paul achter in
de rij plotseling zijn rugzak af en zette die op de grond. Toen we weer in de tuin
stonden riep Paul ‘O shit ik ben mijn rugtas vergeten. Ga ik even ophalen. Even later
kwam hij met de tas weer boven de grond. ‘Gaan wij nog even overleggen over onze
presentatie’ zei hij tegen mij. Wij gingen de opname beluisteren van de afgelopen
week. Luisteren naar opnames, doorspoelen, luisteren, luisteren, tot we geluiden
hoorde van een tv uitzending over de Keukenhof. In de kamer van de directeur stond
blijkbaar de regionale televisiezender aan. Zowel de stemming van de volgende week
als de opening van de Keukenhof over een paar weken werden aangekondigd. Het
was een rechtstreekse uitzending. Van begin van deze middag.
‘Wat is de Keukenhof toch mooi. Zoveel groen, en zoveel kleuren. En dan te
bedenken dat er een plan bestaat om hier woningen te bouwen’ zei een
commentatorstem. Toen hoorde je de directeur vloeken. En nog eens vloeken. Hij PAGE \*
belde iemand op. Via de luidspreker van de telefoon herkenden wij de stem van MERGEF

tuinman Teun.
‘Zeg Teun, ik heb jou toch duidelijk instructies gegeven om die nieuwe vloeibare mest
te sproeien. Heb je dat gedaan?’
‘Jazeker Jan. De twee blauwe vaten uit de loods. Die zijn vorige week de sproei-
installatie ingegaan. Er was net genoeg om alles te besproeien. Ik heb een paar
gekeken of ik al effect zag. Maar ik zie geen verschil. Worden we niet besodemieterd
met dat spul? Is het niet gewoon water wat er in zat? Jij zei dat het nogal duur spul
was?’’
‘Blauwe vaten? Die vaten waren toch rood?!’
‘Nee,’ antwoordde Teun, ‘Ze waren echt blauw. Die vaten staan hier nog. Je kunt ze
komen bekijken. Hoezo is er iets verkeerd gegaan?’
Even stilte. ‘Nee niets verkeerds. Ik had die vaten zien staan en ik dacht dat ze rood
waren. Bedankt. En een goed weekend.’
Geluid van een telefoon die hard neergelegd werd. Er werd weer gevloekt. ’Hoe kan
dit nou? Hoe kan dit nou? Ik snap er niets van.’
Een paar seconden later weer een rammelende telefoon. Een opgewonden
projectontwikkelaar op de luidspreker.’ Jan heb jij net die tv-uitzending gezien? Ik
dacht dat ik een geel Keukenhof zou zien. Niets van dat. Stralende bloemen en
bomen. Waarom heb jij je niet aan de afspraak gehouden? Waarom? Waarom?
‘Andre, ik leg net de telefoon met de chef tuinman neer. Hij zei dat hij mijn instructies
had uitgevoerd. Misschien duurt het een tijdje voordat je het effect gaat zien. Ik zou
nog even geduld hebben Andre. Komt wel goed.’ Maar dat laatste klonk niet
overtuigend.
‘Ik mag het hopen voor je.’
De projectontwikkelaar gooide de telefoon er op. De directeur zat blijkbaar nog even
na te denken: de piepjes van de verbroken verbinding bleven nog even klinken.

PAGE \*
MERGEF
32 Strijd in Lisse

De ondernemersvereniging organiseerde de volgende dag, de laatste zaterdag voor


de stemming over het plan in de gemeenteraad, een optocht in het dorp om hun
standpunt te onderstrepen, compleet met spandoeken en borden: van “Bloemen kan
je niet eten”, “In een prieeltje kan je niet wonen”, “Bloemen verwelken, schepen
vergaan maar woningen blijven altijd bestaan” tot “Weg met die files”.

Ik had mijn leraar maatschappijleer al eerder voorgesteld om op de dag van de


stemming in de gemeenteraad ook een demonstratie te organiseren. ‘Mijnheer we
moeten iets doen voor het klimaat. Kijk eens naar Greta Thunberg. Dat kunnen wij
ook. De Keukenhof is goed voor het milieu. En de Keukenhof laat ons zien hoe mooi
de natuur is. Door de Keukenhof is Lisse een wereldberoemde plaats geworden. Dat
moeten we ons niet laten afpakken.’ Hij vond het een goed idee en een voorbeeld
van vrije meningsuiting. De schoolleiding was het met hem eens. Alle leerlingen van PAGE \*
MERGEF
de school mochten in het laatste schooluur de straat op.

Paul liep voorop. Hij had een megafoon geritseld en toeterde: ‘Wie de Keukenhof wil
redden volgt mij.’ Maar hij liep niet naar het plein voor het gemeentehuis, nee, hij
liep naar de dichtstbijzijnde andere school en riep daar door zijn megafoon: ‘Doe met
ons mee, dan trekken we de Keukenhofwoningen door de plee.’ En de leerlingen van
die school kregen ook toestemming om mee te lopen. Na vier scholen was de optocht
drie straten lang. Het plein voor het gemeentehuis stond daarna vol. De leden van
het college, behalve mijnheer Stroom, kwamen naar buiten op het bordes en staken
hun duim omhoog.
33 De stemming in de gemeenteraad

Wij wilden allebei de stemming van de raad bijwonen op de publieke tribune. Maar
dat wilden een heleboel mensen: ondernemers, media, familie en nieuwsgierigen.
Omdat de belangstelling groter was dan het aantal plaatsen waren er
toegangskaartjes uitgegeven. Omdat Paul voorop had gelopen in de schooloptocht
kreeg hij twee kaarten. Het zou heel spannend worden. De twee politieke partijen die
voor het plan zouden gaan stemmen hebben samen 10 leden in de raad. Omdat de
raad uit 19 leden bestaat, zouden er dus 10 leden vóór en 9 leden tegen gaan
stemmen. Het plan voor woningbouw zou dan worden aangenomen.
Maar, een moeder van een klasgenoot van mij was lid van de gemeenteraad voor een
van die twee politieke partijen. Die klasgenoot had op school duidelijk laten blijken
dat haar moeder tegen ‘dat stomme plan’ zou gaan stemmen. En als zijn moeder
tegen ging stemmen dan bleven er nog maar 9 vóórs over. Dan zouden de
PAGE \*
tegenstemmers met 10 winnen en dan was het plan van de baan. Op weg naar het MERGEF
gemeentehuis hadden we vertrouwen in een goede afloop.

Omdat het ook een gewone vergadering van de gemeenteraad was werden er ook
nog andere zaken behandeld. Het duurde een eeuw voordat de stemming begon. De
moeder van mijn klasgenootje stemde inderdaad, tot grote woede van haar
voorzitter, tegen. Gejuich barste los op de publieke tribune. Ik omhelsde Paul. Maar
een paar seconden later kwam de verbijstering: De twee leden van de partij 75+
stemden geheel onverwachts vóór het voorstel. ‘Dan komen er tenminste ook
seniorenwoningen bij in Lisse’ gaven ze als verklaring. Nu waren er dus 11 leden voor
en 8 tegen het plan. Het voorstel om de hele Keukenhof om te bouwen tot een
woonwijk was aangenomen! De burgemeester en drie wethouders zaten er verslagen
bij. De twee voorzitters van de partijen die voor hadden gestemd en wethouder
Stroom vierden feest. En Paul en ik keken elkaar aan: ons avontuur was dus nog niet
afgelopen. ‘Wij gaan zorgen dat dit niet gebeurd. Wij gaan die boeven tegenhouden.’

PAGE \*
MERGEF
34 We krijgen hulp

De volgende dag hadden wij ’s middags de afspraak met de journalist Marije Glas. Ik
had vier weken geleden een afspraak met haar gemaakt. Zij was ondertussen met
vakantie geweest maar wij hadden elkaar wel een paar keer gebeld. Ik had haar,
nadat zij geheimhouding had beloofd, al verteld dat wij een tunnel uit de tijd van
Gouden Eeuw hadden ontdekt. Ik had ook gezegd dat wij met hulp van die tunnel
gehoord hadden dat er waarschijnlijk iets niet pluis was met het woningbouwplan
van de Keukenhof. Meer had ik niet gezegd. We ontmoetten elkaar in een café aan
de Heereweg. Marije had zich goed voorbereid: ze kende het plan voor de
woningbouw en zij kenden de namen van de personen die een rol spelen.

‘Nou vertel jullie verhaal maar eens. Ik ben heel nieuwsgierig,’ en ze ging er eens
goed voor zitten.
‘Nee, je moet eerst een geheimhoudingsverklaring tekenen. En je mag pas iets doen PAGE \*
MERGEF
als je van onze toestemming hebt.’
‘Nou jullie maken mij steeds nieuwsgieriger. Maar jullie begrijpen toch wel dat een
journalist graag wil publiceren. Dat is mijn werk.’
‘Begrijpen we. Maar wij hebben jou gekozen omdat je meewerkt aan het Follow the
Money project. Dat project is gericht op waarheidsvinding in dienst van de
samenleving. Dat staat op de website. Het doel is dus verbetering van de samenleving
en niet publiceren. Wij hebben jouw hulp gevraagd omdat jij ervaring hebt met
criminaliteit en zo. Wij willen graag adviezen van je.’
Paul: ‘En dan kunnen we later wel kijken of publiceren helpt om het doel te bereiken.’
‘Marije was even sprakeloos. ‘Nou jullie zijn voor jullie leeftijd wel erg bijdehand en
zelfverzekerd. Mijn nieuwsgierigheid wordt steeds groter. Maar ik begrijp jullie
redenering. En ik ga er mee akkoord. Publiceren moet niet het doel zijn. Om het doel
te bereiken moet je soms juist geen verhaal schrijven. Ok. Ik beloof hierbij
geheimhouding.’
‘Herhaal dat nog even, dan neem ik dat op,’ zei Paul, zijn iPhone pakkend.

Paul en ik vertelden haar daarna heel gedetailleerd wat we gezien en gehoord


hadden. Alleen het verhaal over de tunnel naar Kasteel Keukenhof en de liften; we
vertelden niets over de tunnel naar de grafkelder en het oude boek. We lieten de
geluidsopnames horen en foto’s zien zien van de gifvaten en de uitslag van de
laboratoriumtest.
‘Tjonge jonge wat een verhaal zeg. Niet te geloven. Witteboordencriminaliteit ten
top. Maar voordat ik reageer op wat jullie te weten zijn gekomen en reageer op wat
jullie gedaan hebben, wil ik graag eerst die tunnel zien. Dan heb ik ook tijd om dit
allemaal even op mij door te laten dringen.’

Onderweg naar ons huis, in haar auto, zei ze geen woord. Ze volgde mijn instructies
op hoe ze moest rijden. Aangekomen bij ons huis doken we de tunnel in. Ik had mijn
moeder gewaarschuwd dat we terug zouden komen met een gast. Ik had haar ook
PAGE \*
verteld wie en waarom. Ze was blij dat wij adviezen gingen vragen bij een volwassene MERGEF
met ervaring. ‘Maar laat haar wel een geheimhoudingsverklaring tekenen.’ Wij
gingen lopend omdat we maar twee steppen hebben maar ook omdat lopend de
tunnel meer indruk maakt. Marije maakte wel een paar foto’s. ‘Voor het geval ik ooit
mag publiceren.’
Ik liep voorop met de schijnwerper, Paul sloot de rij. Marije zag even later de
zijtunnel. ‘Hé,’ riep ze, ‘waar gaat die gang naar toe?’
‘Dat weten we niet, de gang is daar ingestort en er lagen skeletten van dode dieren
en ik wilde die tunnel niet in.’ Ik begon ook steeds sneller smoezen te verzinnen.
In de grote ruimte aangekomen haalden we eerst het liftje dat langs de kamer van de
directeur gaat naar beneden. Marije maakte een foto van het opnameapparaat. ‘Klim
er maar in, deze lift is al soepel gemaakt, wij trekken je wel naar boven. Misschien
heb je geluk en hoor je iets spannends.’
Marije had geen geluk. De directeur zat te slapen in zijn stoel en zijn gesnurk was niet
de moeite van het opnemen waard. Toen ze weer beneden was keek ze nog een keer
goed rond. ‘Als je dit niet met eigen ogen gezien hebt is het moeilijk voor te stellen.
Die directeur zat gewoon te slapen in zijn stoel en had er geen idee van dat er iemand
naar hem zat te gluren en te luisteren dwars door de muur. Wat bijzonder.’

Terug in het café pakte Marije haar iPad en controleerde alle namen van de mensen
die Paul en ik hadden genoemd. Toen zuchtte ze diep.
‘Dit hele verhaal is bijna niet te geloven. Witteboordencriminaliteit 15 komt helaas
vaker voor maar het ontdekken van zo’n tunnel is heel zeldzaam. Maar nu ontmoeten
die twee elkaar. Die criminelen hebben wel geweldig pech.
Maar voordat we gaan praten over ‘wat nu?’ wil ik eerst zeggen dat jullie ongelooflijk
onverstandig, nee zeg maar gerust dom, zijn geweest om op die projectontwikkelaar
af te stappen en hem af te persen. Want dat is wat jullie gedaan hebben: jullie
hebben hem afgeperst. Met de informatie die jullie hadden over zijn criminele
activiteiten hebben jullie, onder dreiging dat jullie het anders bekend zouden maken, PAGE \*
MERGEF
hem gedwongen geld over te maken. Je reinste afpersing. Jullie zijn nu eigenlijk ook
criminelen. Heel onverstandig en gevaarlijk. Met dat gevaar hebben jullie dan ook
kennisgemaakt. Dat had veel vervelender kunnen aflopen. En dat kan misschien
alsnog wel. Jullie moeten vermijden dat mensen kunnen denken dat jullie dat geld
voor jullie zelf gevraagd hebben. Bedenk een goed doel. Bel die op en zeg dat je een
anonieme gift gaat doen en dat je een enveloppe met € 2.000 in hun brievenbus
doet. En zeg dat ze daarna de ontvangst op de website moeten vermelden. Dan kan
niemand van die organisatie die enveloppe in zijn eigen zak steken.’
‘Ja wij hadden ook al bedacht dat we dat geld een goed doel moesten geven. Wij
dachten aan de kinderboerderij hier in Lisse.’
We dronken zwijgend een glas fris. Toen vroeg Marije: ‘Wat is jullie gedroomde
afloop van dit avontuur? Lieke jij eerst.’
‘Ik wil dat de Keukenhof blijft en niet volgebouwd wordt en dat die directeur van de

15
Criminaliteit door keurig geklede (vroeger: een wit overhemd met das) mensen die op kantoor werken.
Keukenhof en die wethouder voor altijd uit Lisse verdwijnen.’
‘En jij Paul?
‘Ik wil dat die projectontwikkelaar, de directeur en de wethouder de gevangenis
ingaan. Een flink tijdje. Maar ze zullen wel een taakstraf krijgen of zoiets.’
Marije: ‘Stel dat jullie aangifte doen bij de politie dan komt er een onderzoek. Alle
betrokkenen worden daarover geïnformeerd, dat hoort zo. Dat onderzoek en wat er
mogelijk aan de hand is wordt dan bekend in de media. En dat is misschien maar
goed ook want de Keukenhof moet wel op tijd weten dat het plan waarschijnlijk niet
doorgaat. De rechtszaken met die mannen zullen jaren duren. Jullie worden bekende
personen. De media zullen jullie graag willen interviewen. Jullie straat, jullie huizen,
jullie vaders en moeders, jullie broers en zussen – als jullie die hebben – komen in de
media. En tot je 80e verjaardag blijven jullie ‘het meisje of de jongen van het
Keukenhofschandaal’.
Wij zaten Marije stom – dat wil zeggen zwijgend - aan te kijken.
‘Wat kunnen we nog meer doe dan aangifte doen? Dat is toch hetzelfde als naar de PAGE \*
politie gaan of naar justitie, niet? MERGEF

‘Ja dat is hetzelfde. Aangifte doe je bij de politie, die - dat wil zeggen de afdeling
recherche - doet het onderzoek. Justitie kijkt dan of er voldoende bewijs is om de
zaak voor de rechter te brengen.
Wat we anders kunnen doen? Nou we zouden kunnen kijken of we deze affaire zo
zouden kunnen sturen dat het plan vanzelf doodloopt en de prullenmand ingaat. Als
er nieuwe stemming komt in de gemeenteraad en het plan wordt dan afgewezen
omdat enkele raadsleden anders gaan stemmen, dan is het afgelopen. Als de
wethouder of de projectontwikkelaar het plan intrekt dan is het waarschijnlijk ook
afgelopen. En dan vermijd je een heleboel gedoe. Dan heb ik jammer genoeg geen
scoop zoals dat heet, een artikel waarin iets nieuws bekend wordt, een primeur, maar
ik kan wel schrijven over de tunnel, de grafkelder en het boek van de familie Block. En
zoals jullie al gezegd hebben: het doel van FTM doel is verbetering van de
maatschappij en niet het najagen van primeur.’
‘Ik zou dat wel een mooie oplossing vinden. En ik denk mijn ouders ook’ zei ik.
‘Ja maar dan ontsnapt die gifstrooier, die directeur’, dat wil ik niet’ zei Paul.

Wij dronken nog een glaasje fris. En toen kwam Paul met een idee: ‘Als wij tweeën in
een gesprek de directeur de uitslag van het laboratorium laten zien en we vertellen
hem dat wij die vaten hebben omgeruild, en dat wij de Keukenhof en hem hebben
behoed voor iets vreselijks, dan zit hij klem. En we hebben ook nog een opname in
het eetcafé. De opnames die we in de lift hebben gemaakt moeten we nog maar even
geheim houden vind ik. Je weet maar nooit. Dan zeggen wij dat we de zaak laten
rusten als hij direct vertrekt. Hij gaat geloof ik al bijna met pensioen. En dat gesprek
wordt weer opgenomen op ons apparaat in de lift. Kat in bakkie. Maar dan komt hij
er wel gemakkelijk van af., dat vind ik dan jammer.’
Marije: ‘Ja maar als die man eerder met pensioen gaat dan is het plan nog niet van
tafel.’
Ik: ’Nou dan gaan we ook met die wethouder praten. We hebben bewijs dat hij iets
geregeld had voor zijn dochter. Als hij aftreedt dan is een belangrijke motor achter PAGE \*
MERGEF
het plan weg. De andere motor is natuurlijk de projectontwikkelaar. Daar kunnen we
ook mee gaan praten.’
‘Moeten we niet praten met een voorzitter van één de politieke partijen die vóór het
plan gestemd hebben?’ vroeg Paul.
‘Marije: ‘Nee dat moet je niet doen. Er is weinig bewijs tegen die voorzitters. En het
risico dat dan de zaak bekend wordt is te groot. Maar we kunnen wel tegen de
directeur zeggen dat hij de voorzitters moet waarschuwen. Hij moet ze adviseren om
hun raadsleden de vrijheid te geven te stemmen zoals ze zelf willen en niet zoals hij
had gedicteerd. Die stemming was tenslotte ook bedoeld als een mening van de
bewoners van Lisse en niet die van een paar voorzitters.
Als de wethouder en de directeur afhaken dan staat die projectontwikkelaar met lege
handen. Dan stopt hij er geen energie meer in dit plan en zoekt hij ander project. Zo
kunnen we denk ik de zaak stoppen. Maar het wordt tijd om naar huis te gaan. We
gaan er allemaal nog eens goed over nadenken. Ik voel wel voor de stille variant, dus
geen aangifte doen en niet naar de burgemeester gaan. Een burgemeester mag zo’n
zaak niet stilletjes oplossen. Maar als er gesprekken gevoerd gaan worden met foute
wethouders of directeuren dan moeten we dat absoluut met zijn drieën doen. Dit
soort gesprekken voeren is grote mensenwerk. Mee eens?
Wij knikten.
Dan stappen we nu op. Ik zal de rekening betalen en we appen wat we gaan doen.
We moeten wel snel handelen want volgende week zaterdag is de opening van de
Keukenhof. En dan moet die directeur niet gaan speechen.’
‘Ja, dat is waar. Dat is volgende week al. Paul en ik zijn uitgenodigd om naar de
opening te komen.’
‘Wat leuk. Hoe zijn jullie aan die uitnodiging gekomen?’
Ik vertelde Marije over onze rondleiding, de presentatie voor scholen en bejaarden
en over de kleine praalwagen die Rolf zou moeten maken.
‘Ik denk dat Nicole na ons bezoek en de rondleiding onze namen op een lijst met
genodigden heeft gezet. Ik hoop niet dat ze dan vraagt naar onze presentatie. Ik zal PAGE \*
voor de zekerheid alvast een smoes verzinnen.’ MERGEF
35 De directeur in de tang

Marije appte s ‘avonds: “Hierbij mijn voorstel. Ik maak als journalist van Follow the
Money deze week een afspraak met de directeur. Hij zal schrikken maar nieuwsgierig
zal hij ook zijn. Jullie gaan met mij mee en nemen de opname mee waarin alleen hij te
horen is in het eetcafé. Dan kunnen we het verhaal van de tunnel nog even geheim
houden. En vergeet de testuitslag van de het laboratorium niet. En de rekening. OK?
Ik appte ogenblikkelijk: OK maar denk om onze schooltijden. Na 15.30 is ok. Paul
appte half uur later ‘prima’. De volgende dag appte Marije: Afspraak is morgen om
16.00 bij hem op het – jullie bekende – kantoor.
De volgende middag ontmoetten wij Marije op de parkeerplaats bij het kasteel.
‘Nou jongens moeten we nog iets bespreken? Ik stel voor dat ik het woord doe, dat
jullie inspringen als ik het vraag. En we vragen hem om zich ziek te melden, en dat hij
vóór de opening bekend maakt dat hij met vervroegd pensioen gaat.’ PAGE \*
MERGEF
Paul: ‘Ik verheug mij er op. En als hij het doet dan komt hij er goed mee weg.’
Ik: ‘En geen afscheidsreceptie. Dat verdient hij niet en bovendien zal niemand dat erg
vinden want het schijnt geen aardige man te zijn.’

Ik herkende de dame die ons ontving, de dame waar de directeur ruzie mee had
gemaakt. Zij keek een beetje verbaasd omdat zij denk ik alleen Marije verwachte,
maar ze zei alleen: ‘Kan ik jullie straks iets te drinken aanbieden?’

De directeur keek verbaasder en liet dat ook blijken ‘He ik dacht dat het een gesprek
a deux zou zijn. Verrassend en het maakt mij nog nieuwsgieriger. Mag ik vragen wie
jullie zijn en waarom jullie zijn meegekomen.’
Nadat wij ons hadden voorgesteld zei Marije dat de reden dat wij meegekomen
waren duidelijk zou worden gedurende het gesprek.

‘Laat ik met de deur in huis vallen mijnheer Bloemsma’ zei Marije. ‘Lieke en Paul
hebben heel toevallig kennis genomen van zaken die het daglicht niet kunnen velen.
Zij zullen dat zo vertellen. Wij willen graag uw reactie horen. Journalisten noemen dat
wederhoor16.
Paul liet een deel van de opname horen uit het eetcafé. De directeur werd bleek en
steeds bleker. Toen legde ik het testrapport op tafel: ‘En dit is een test van de inhoud
van de twee rode vaten die wij stiekem hebben omgeruild voor twee blauwe vaten.
Daarmee hebben wij de Keukenhof gered.’
De directeur slikte, en slikte. ‘Dit is niet te geloven. Ik wordt niet goed. Ik ga even
naar het toilet.’ Hij stond op, struikelde over zijn eigen stoel en liep naar de deur.
‘Mijnheer Bloemsma’ zei Marije heel nadrukkelijk ‘u gaat toch niet iets geks doen.
Moeten we de dokter bellen? Of de politie?’
‘Nee, nee ik moet echt even naar het toilet. Ben zo terug’.
Toen hij weg was zei Marije fluisterend “Hij moet nu geen zelfmoord gaan plegen. Die
man ziet zijn eer en die van vrouw en kinderen besmeurd worden door iets heel
stoms wat hij gedaan heeft. Hij zal de eerste niet zijn die door de schrik nog een
tweede keer iets doms doet.’ PAGE \*
Na een klein tijdje kwam de directeur terug. Nog net zo bleek. MERGEF

‘Twee vragen. Hoe komen jullie aan die opname en wat gaan doen? Ik reageer niet op
die opname en ook niet op die test.’
‘Op de eerste vraag geven wij geen antwoord. Wat we gaan doen hangt van u af. Wij
stellen voor dat u zich na dit gesprek ziek meldt en dat u voor de opening van de
Keukenhof volgende week zaterdag bekend maakt dat u vervroegd met pensioen
gaat om gezondheidsredenen. Misschien moet u voor de show even langs uw
huisarts. U kunt wel iets verzinnen’ zei Marije koel. ‘En u praat hier niet met anderen
over. Ook niet met projectontwikkelaars, met wethouders of politici. In uw eigen
belang. Wilt u dat toezeggen?’
De directeur knikte. ‘En wat doen jullie dan verder?
‘Dat weten we nog niet. Wij wachten misschien eerst wel om te zien of u doet wat wij

16
Voordat je iets over iemand publiceert moet je die iemand altijd eerst de gelegenheid geven om te
controleren of dat ‘iets’ de waarheid is en volledigheid is en om die iemands reactie te vernemen en te
vermelden.
zojuist gevraagd hebben. Wij zoeken geen publiciteit en gedoe. En o ja – Paul geef jij
mijnheer de rekening van de test – zou u dit willen betalen? En nog een aanvullend
verzoek. Wij gaan proberen te bereiken dat er opnieuw over het plan gestemd wordt.
Wilt u de twee voorzitters van de bekende fracties adviseren geen dwingend
stemadvies op te leggen aan hun fractieleden. Dat druist in tegen de wens van het
college van b en w om de stemming in de gemeenteraad te zien als een
meningspeiling in de gemeente Lisse.’
Wij stonden op. Toen kwam de mevrouw binnen met de drankjes. ‘Sorry, ik was jullie
niet vergeten hoor maar ik kreeg plotseling enkele telefoontjes achter elkaar.’ Ze zag
en voelde dat er iets bijzonders aan de hand was. De directeur keek uit het raam,
Paul en ik naar onze schoenen en ik geloof dat Marije een gebaar naar haar maakte
van ‘laat maar’. Zij zette de drankjes neer en vertrok snel en zwijgend. Wij liepen
direct achter haar aan de kamer uit. Ook zwijgend.
Toen we buiten stonden haalden we allemaal diep adem.
‘Paul: ‘Zo die zal zich wel ziek melden want dat is hij nu echt.’ PAGE \*
Ik: ‘Ik ga kijken of we een goede opname hebben en of we nog iets horen nadat we MERGEF

de kamer hebben verlaten.’


Marije: ‘Ik denk dat hij zich over een kwartier al ziek meldt bij zijn secretaresse, dat hij
daarna langs zijn huisarts gaat met hartklachten of aanvallen van ernstige
duizeligheid en dat hij dat ook gaat spelen voor zijn vrouw en kinderen. We gaan het
zien.
Maar wie is de volgende? Ik stel voor dat we nu de wethouder aanpakken. Misschien
doet hij ook nog iets goeds vóór de opening. Dan kan het toch nog een vrolijke
opening worden. Zal ik voor morgen eind van de dag een afspraak maken met die
wethouder. De woorden follow the money doet wonderen als je snel een afspraak
wilt. Ik app jullie wel. Goede reis naar huis! En ze stapte energiek in de auto.
Marije appte s ‘avonds: ‘Het tempo zit er in jongens: we kunnen morgen om 17.00
terecht bij de wethouder. Nemen jullie de hockeyveld opname mee?
Paul en ik gingen s ‘avonds nog even luisteren naar de opname van ons bezoek aan
de directeur. Het gesprek spoelden we snel door: we waren heel nieuwsgierig wat er
gebeurde nadat wij de kamer hadden verlaten. Stilte. Een lange stilte. Toen hoorden
we de deur opengaan. ‘Mijnheer Bloemsma, is alles goed met u? Kan ik iets voor u
doen?’
‘Nee je kunt niets voor mij doen. Maar ik ben niet ok. Laat me maar even met rust.’
‘U ziet er echt niet goed uit. Zal ik een dokter bellen?
‘Nee laat mij maar even.’
‘Zoals u wilt. U roept maar als ik iets kan doen.’

Daarna hoorden we geluiden van lades die open en dicht gingen, papieren die
gestapeld werden, het welkomsgeluid van zijn computer en geluid van zijn muis.
‘Hij is zijn koffer aan het pakken’ zei ik. ‘En hij is de papieren van zijn samenzwering
aan het inpakken.’
‘En hij is waarschijnlijk computerbestanden of e-mails aan het wissen’ zei Paul.
Even later ging de deur weer open en hoorden wij de stem van Bloemsma: ‘Wil je mij PAGE \*
MERGEF
asjeblieft naar mijn huisarts brengen. Ik heb duizelingen. Ik durf nu niet auto te
rijden. Misschien kan je mij daarna naar huis brengen. Mijn auto komt later wel.’
‘Maar natuurlijk. Ik maakte me al ongerust. Gaat u even zitten. Ik haal de auto. Geeft
u mij uw tas maar.’
‘Nee die draag ik zelf wel.’

‘Nou dat zal die dame wel vreemd vinden: duizelig zijn, naar de dokter willen, geen
auto willen rijden, maar wel zelf een tas willen dragen.’
‘Ze mag niet weten hoe zwaar die tas is natuurlijk. Waarschijnlijk neemt hij nooit veel
werk mee naar huis.’
Dat was het laatste wat wij hoorden.
36 De wethouder van gemene zaken

Aan het eind van de volgende dag ontmoette we Marije op de parkeerplaats voor het
stadhuis.
‘Zijn we er klaar voor? We gaan eisen dat hij op zeer korte aftreedt en hij mag zelf de
reden verzinnen. Of hebben jullie een ander idee?’
‘Nou hij mag van mij eerst nog een donatie doen van € 2.000 aan de kinderboerderij’
zei ik.
‘Ok daar gaan we.’
Als een goed op elkaar ingespeeld team stapten we op de receptie af.
Bij de assistent van de wethouder en bij de wethouder wederom de verbazing dat
Marije twee tieners had meegenomen. We stelden ons voor. Marije en de wethouder
spraken af elkaar te tutoyeren.
Op de kamer van de wethouder werd een muur grotendeels in beslag genomen door
PAGE \*
een grote afdruk van het plan. ‘Ja dat wordt mijn trots en levenswerk’ zei de MERGEF
wethouder. ‘Ik ben natuurlijk nieuwsgierig waarom een journalist van FTM interesse
heeft voor een eenvoudige wethouder uit het kleine Lisse. Vertel. Maar vertel eerst
waarom je Lieke en Paul hebt meegebracht.
Marije koos weer voor de korte weg. Nu de superkorte weg.
‘Lieke en Paul hebben jou en projectontwikkelaar Van Deuren zien praten aan de
rand van een hockeyveld. Dat vonden ze verdacht en daarom hebben ze van dat
gesprek een opname gemaakt. Ze hebben mij die opname laten horen en mij om
advies gevraagd. Maar misschien moet je eerst zelf even luisteren.’
De wethouder zat als een ijskonijn, roerloos en zei: ‘Je maakt wat mee tegenwoordig.
Laat maar horen.’
Paul zette zijn apparaat op afspelen. Bij het punt dat de twee mannen hun mobiele
telefoons gepakten zei hij ‘Stop maar’. Wat willen jullie?
De wethouder was blijkbaar ook van de korte klap.
‘Wij vragen jou op uiterst korte termijn, dat wil zeggen vóór de opening van de
Keukenhof, af te treden als wethouder. Je mag zelf een reden verzinnen.’
‘En als ik dat doe, wat doen jullie dan? Wat doen jullie met die projectontwikkelaar?’
‘Wat we met de projectontwikkelaar doen weten we nog niet maar als alle
betrokkenen zich terugtrekken en het plan niet doorgaat, dan wordt wat ons betreft
aan de spelletjes rondom het plan geen aandacht meer besteed. Wij gaan na je
inwilliging van dit verzoek daarna niet met nog meer eisen komen, ook niet bij andere
betrokkenen. Wij gaan u dus niet afpersen of zo. U – ze ging nu toch weer over op u -
mag van geluk spreken dat Lieke en Paul geen criminele ouders hebben.’
Ik: ‘Ik heb nog een verzoek. Zou u voor uw aftreden een gift van € 2.000 over willen
maken aan de kinderboerderij?’
De wethouder bleef ijskonijn. ‘Verder nog wensen? Niet? Om met dat laatste te
beginnen: ik ga niet over giften. Daar heb ik niets over te zeggen binnen de
gemeente. Wat jullie eerste verzoek betreft: daar zal ik over nadenken. Jullie horen
spoedig mijn antwoord.’
Hij stond op, keek naar de klok en gaf ons kalm een hand. PAGE \*
Toen we buiten stonden keken we elkaar stomverbaasd aan. ‘Zo’n ijskoude ben ik MERGEF

nog nooit tegengekomen’ zei Marije. ‘Paul: ‘Ik vertrouw hem niet. Het zou mij niet
verbazen als hij iets onverwachts doet.’
En Paul kreeg gelijk. De volgende dag was het groot nieuws in het dorp. De
wethouder was afgetreden. Niet zijn aftreden was het nieuws maar de reden die hij
daarbij gaf trok alle aandacht. Hij had een verklaring gegeven dat hij bij nader inzien
de ondergang van de Keukenhof niet op zijn geweten wilde hebben. Hij was tot
inkeer gekomen. Dat tot inkeer komen bij wethouders ongebruikelijk is, was hij zich
bewust. Dat is niet goed voor je geloofwaardigheid. Daarom trad hij af. Hij hoopte dat
de leden van gemeenteraad die voor het plan hadden gestemd, ook tot een ander
inzicht zouden komen.
Paul en ik waren eerst sprakeloos te zijn. Toen juichten we. Toen omarmde we elkaar.
En toen zoende ik Paul en kreeg een kleur. Wat kan het leven leuk zijn.
Een paar dagen later stond op de website van de kinderboerderij dat de boerderij
een gift had ontvangen van de gemeente van € 2.000.

PAGE \*
MERGEF
37 De opening en de primeur

In de periode voorafgaand aan de opening had Nicole met haar afdeling veel reclame
gemaakt. De ontvangstruimte stond al vol met bezoekers toen wij aankwamen. Om
ons heen hoorden we allerlei talen. Er waren blijkbaar journalisten van over de hele
wereld. Fotografen mochten de dagen vóór de opening in alle rust al foto’s maken
van de prachtige tuinen. Vooral van de wereldwijde lelieprimeur: De Prinses van de
Keukenhof.

De burgemeester verrichtte bij afwezigheid van de directeur de opening door op een


knop te drukken waardoor het bloemblaadjes regende bij de toegang van het park.
De gasten dachten dat daarmee het openingsspektakel achter de rug was, maar dat
moest nog komen. We werden naar het hart van park geleid, recht tegenover de
ingang. Daar hing een hele grote luchtballon aan touwen. Toen alle fotografen en
televisiecamera’s klaar stonden, draaide de burgemeester een kraan open van een PAGE \*
MERGEF
gastank waardoor de ballon groter werd en aan de touwen begon te trekken, de
touwen werden daarna voorzichtig gevierd en de ballon steeg langzaam omhoog. Er
was een gigantisch groot doek aan vastgemaakt waarmee de piramide van de nieuwe
lelie, die wij in aanbouw gezien hadden tijdens onze rondleiding, bedekt was.
Langzaam werd de bloementoren zichtbaar en werd De Prinses van de Keukenhof
onthuld. Aan alle kanten hoorden je ooooh’s, aaaah’s en wow’s. De opening en de
primeur kwamen later die dag in het jeugdjournaal en het journaal van acht uur. Met
commentaar als ‘toch heel erg jammer dat deze tuinen mogelijk worden opgeofferd
voor woningbouw’.

Nicole was tot nu toe steeds druk geweest om andere gasten te begroeten. Toen ze
ons zag staan kwam ze naar ons toe, en ja hoor, wat ik vreesde gebeurde: ‘Hoe ging
jullie presentatie? Goed cijfer gekregen?’
‘Nee die moet nog komen. Vanwege die verschrikkelijk nare uitslag van de stemming
in de gemeenteraad hebben we gevraagd om uitstel tot na deze opening. Nu kunnen
we de foto’s van de nieuwe lelie meenemen in onze presentatie.’
‘Ja wat afschuwelijk hè, die uitslag. Wie had dat nu verwacht. We hebben daarna als
personeel een beroep gedaan op onze directeur om te helpen het plan de
prullenmand in te krijgen, maar hij zei dat hij er niets tegen kon doen. We zijn er
allemaal ziek van. Niet alleen omdat we onze banen gaan verliezen, maar vooral
omdat al het moois verloren gaat waar we zo veel jaren hard en met liefde aan
gewerkt hebben.’ Ze kreeg tranen in haar ogen. ‘Ja sorry hoor. Ik moet er nog iedere
keer van janken. Maar wij hebben inmiddels weer hoop gekregen. Doordat die
wethouder is afgetreden en hij als grote voorstander van het plan nu zegt dat hij spijt
heeft en dat de Keukenhof moet blijven bestaan. En we krijgen een nieuwe directeur.
En die zal ook wel hard gaan vechten voor ons voortbestaan. Het komt misschien nog
wel goed. Ik ga nu verder. Ik spreek jullie nog wel.’

PAGE \*
MERGEF
38 Het einde van het geheim van de grafkelder

Paul en ik waren nog een keer naar de grafkelder geweest. Paul had toen alle
voorwerpen naast de kisten nog eens rustig bekeken. En ik had op de trap zittend bij
het licht van mijn lamp het oude boek doorgebladerd. Er viel niet zo veel te lezen. De
letters waren ingewikkeld getekend en er werden veel woorden gebruikt die ik niet
kende. Maar het idee dat dat boek 350 jaar oud was, was wel iets om even bij stil te
staan.
‘Wat doen we nu met dit geheim. Ik vind dat we het wel moeten vertellen aan
iemand. Dan is het boek weer terecht. En dan wordt de kerk misschien weer een
echte Block kerk. Maar aan wie vertellen we het dan? Aan de dominee? Aan de oude
koster? Of brengen we het naar het politiebureau, naar afdeling gevonden
voorwerpen?’
Toen kwam Paul met een idee: ‘Laten we Marije uitnodigen voor een bezoek aan de
PAGE \*
kelder. Zij weet nog van niets. Dit is een verrassing voor haar. En dan heeft ze een MERGEF
mooi verhaal om over te schrijven. Misschien leven er nog mensen van de familie
Block. Dan kan ze die interviewen. Natuurlijk kan ze ons ook interviewen. En als er
nog iemand leeft van de familie dan geven we het boek aan hem of aan haar. Het is
tenslotte hun boek.’
‘Goed idee. Maar laten we de koster en de dominee niet vergeten. Als we Marije de
kelder laten zien vragen we de dominee en de koster om op die tijd in de kerk op ons
te wachten. “We hebben dan een verrassing voor jullie,” zeggen we. Aan het einde
van de rondleiding van Marije in de grafkelder lopen we de trap op in de kelder, doen
we het luik open en roepen we de dominee en de koster. Zal je ze zien kijken zeg.’
‘Prachtig’ juichte Paul, ‘dat gaan we doen!’

We nodigden Marije uit voor een verassingstoer op een zaterdagmorgen om 11.00


uur, met als start bij ons huis. En we nodigden de dominee en koster uit om 12.00 uur
in de kerk te zijn voor een verrassing.
Marije was na aankomst verbaasd dat we weer de tunnel in gingen: ‘Goh hebben
jullie een nieuwe samenzwering ontdekt?’
Toen we de smalle tunnel ingingen riep ze: ’Oh, hé, die tunnel is dus helemaal niet
ingestort. En nu zijn er plotseling geen enge beesten. Ik ben benieuwd.’
Marije vond de kelder fantastisch. ‘Wat bijzonder. Wat interessant. Hier kan ik een
mooi verhaal over schrijven.’
‘Ja, geen probleem. Leuk. Wij kennen nog wel een paar mensen die je kunt
interviewen. Wacht maar even.’ Terwijl ik dat zei was Paul al de trap opgelopen en
drukte met zijn rug het luik omhoog. Ik ging naast hem staan en toen riepen we in
koor: ‘Hallo mijnheer de dominee. Hallo mijnheer de koster. Wilt u die de kist even
opzijschuiven, dan kunnen wij eruit om u te verrassen!’ Met open monden staarden
de dominee en de koster naar onze hoofden die uit de vloer omhoog staken. ‘Mijn
hemel, dit is een wonder,’ riep de dominee. ‘Nee hoor dit zijn Lieke en Paul,’ zei de
koster.
Nadat ze van de schrik bekomen waren, hebben we met zijn vijven de kelder PAGE \*
geïnspecteerd. Paul riep: ‘Kijk eens wat wij gevonden hebben’ en hij pakte het boek MERGEF

en gaf dat aan de koster.


‘Is dit wat ik hoop dat het is? Is dit het boek waarover ik met jullie gesproken heb? Ja
inderdaad, ik zie het al.’ Tranen kwamen tevoorschijn. ’Wat geweldig. Wat ben ik blij
dat het boek weer gevonden is.’
‘Maar hoe hebben jullie deze grafkelder gevonden?’ vroeg de dominee, rondkijkend.
Omdat wij de deur weer dichtgedaan hadden was dat een logische vraag. ‘Hebben
jullie het luik onder de kansel17 ontdekt en zijn jullie naar beneden gegaan voordat wij
in de kerk kwamen?
‘Nee, we zijn door deze deur binnengekomen.’ En toen vertelden wij hoe we de
tunnel en de zijtunnel hadden gevonden. ‘Maar willen jullie dit asjeblieft geheim
houden? Wij willen als vinders het boek misschien aanbieden aan een lid van de

17
Een kansel of preekstoel is een verhoogde plaats in een kerk van waar de dominee – staande! - spreekt.
familie Block, als er nog iemand van die familie in leven is tenminste. We laten het
boek hier liggen.’

PAGE \*
MERGEF
39 Wat er daarna nog gebeurde

Het laatste deel van de rollercoaster. Plat, om bij te komen en terug te kijken.
Enkele weken na de opening van De Keukenhof kwam in het plaatselijke nieuws dat
de politiek partij 75+ het woningbouwplan opnieuw in stemming wilde brengen in de
gemeenteraad. Journalisten hadden daarna leden van de twee partijen gesproken die
eerder vóór het plan gestemd hadden: zij gingen nu bijna allemaal tegen het plan
stemmen zeiden ze. De twee fractievoorzitters hadden hun leden de vrijheid gegeven
te stemmen wat ze wilden. Alleen die voorzitters zelf bleven nu over om voor te
stemmen. Met andere woorden: het plan om de tuinen van de Keukenhof vol te
bouwen met woningen ging de prullenbak in.

De NBC maakte haar excuses voor een gebrek aan kwaliteit in één van haar
onderzoeksrapporten en doneerde € 5.000 aan het restauratiefonds van Kasteel PAGE \*
MERGEF
Keukenhof. Het geld was bestemd voor het restaureren van het oude
ontsnappingssysteem van het kasteel: de tunnel en de liften. Na de restauratie van de
tunnel en het liftsysteem zou de tunnel opengesteld worden voor wetenschappelijk
onderzoek en voor studenten die geschiedenis en archeologie studeren.

Er verscheen er een interview van Marije met mij en Paul in de Lisser Courant, waarin
alleen het verhaal van de ontdekking van de tunnel, de grafkelder en het prachtige
boek in het kort werd verteld. Het artikel werd in de hal van onze school opgehangen.
In een bekend landelijk dagblad publiceerde Marije later een gedetailleerd
achtergrondartikel over de tunnel, de grafkelder en de gevonden voorwerpen. Daarin
schreef ze dat een nazaat van de familie Block het boek had geschonken aan het
Rijksmuseum in Amsterdam. Het museum beloofde naar aanleiding van deze gift een
tentoonstelling te organiseren rondom de VOC, de Vereenigde Oost-Indische
Compagnie. Dat was de organisatie waar Adriaen Maertenszoon Block voor werkte en
waar hij zoveel geld had verdiend dat hij een kasteel met een tunnel kon laten
bouwen. Paul en ik kregen een brief van het museum dat wij als eregasten zouden
worden uitgenodigd voor de opening van de tentoonstelling door de koning.
De witteboordencriminaliteit, de omkoping en onze afpersing bleven geheim.

De tweeling werd eind maart geboren: een jongen en een meisje. Dat gaf zoveel
drukte en afleiding voor mijn ouders dat zij de hele verbouwing op de lange baan
hebben geschoven. De tweeling krijgt straks mijn kamer en ik ga naar de zolder waar
een grote kamer is.

Bij de feestelijke start van de restauratie van de tunnel en het ontsnappingssysteem


bijna een jaar later waren Paul en ik ook de eregasten. De burgemeester benoemde
ons toen tot ereburgers van Lisse. Zij kwam toen met het idee om over ons avontuur
een boek te schrijven.

Toen Nicole – je weet wel de p.r.-functionaris van de Keukenhof – ons later op straat
hand in hand lopend tegenkwam omhelsde ze ons en vertelde ze dat ze met haar
collega’s een groot feest hadden gevierd toen ze hoorden dat het woningbouwplan PAGE \*
MERGEF
niet doorging. Ze bedankte ons voor het vinden van de tunnel en de kelder. Ze moest
eens weten wat we allemaal nog meer gevonden hadden, dacht ik toen. Daarna
vertelde ze dat ze een geweldige nieuwe directeur hadden gekregen. Met
belangstelling voor tuinarchitectuur. ‘En heel aardige man’ zei ze.

De rollercoaster was tot stilstand gekomen.

PS Onze ouders riskeren bij het lezen van dit boek een hartstilstand: zij kennen
slechts het verhaal van de tunnel en de grafkelder. Maar zij zien tijdens het lezen het
eindresultaat: wij springen nog gezond in het rond.

Naschrift
Afpersing

Lieke, Paul en Marije dwingen in het verhaal de directeur om met vervroegd pensioen
te gaan en de wethouder om af te treden. Zij dwingen door te dreigen hun
kennis/informatie bekend te maken. Dat heet afpersing. Bij afpersing is een van de
twee partijen het slachtoffer: degenen die iets tegen zijn wil moet doen.
Afpersen is verboden.
Maar als je, zoals in dit boek, een ramp kan voorkomen door boeven af te persen,
mag het dan wel? Ja dan mag het wel, want dan pers je niet af om er zelf beter van te
worden, maar dan pers je af voor een goed doel.
Soms mag je dus wel dingen doen die verboden zijn.
Als je ooit in de praktijk twijfelt of iets wel of niet mag, overleg dan altijd met een
paar anderen: wat zou jij/u doen? Dan neem je altijd een beter besluit.

Lieke en Paul eisen van de projectontwikkelaar dat hij aan ieder van hen € 1.000 over
PAGE \*
maakt, anders …. Dat is ook afpersen. En ze worden er zelf beter van want zij krijgen MERGEF
geld. Dat ze van plan zijn dat geld over te maken aan een kinderboerderij, ja dat is
nog maar een plan. Zullen ze dat ook echt doen? Als de kinderboerderij plotseling
afbrandt en niet opnieuw wordt opgebouwd, dan betalen ze dat geld niet en dan ….
Deze afpersing zal de rechter niet goedvinden.

Corruptie

In het boek is er sprake van ernstige corruptie: er wordt een dubieus plan in gang
gezet door mensen die een beslissende rol hebben. Dat plan is niet in het belang van
de inwoners van Lisse maar in hun eigen belang: ze krijgen een hele grote beloning in
de vorm van een mooi huis voor een zeer laag prijsje. Dit wordt ook omkoping
genoemd. Bij corruptie/omkoping zijn beide partijen tevreden; geen van de twee is
slachtoffer. Anderen zijn het slachtoffer: in het verhaal zijn dat de bezoekers van de
Keukenhof, de mensen die er werken, de leveranciers. Die raken iets moois kwijt, hun
baan of hun klant.
In Nederland komt omvangrijke corruptie niet zo vaak voor als in landen in Oost
Europa, Afrika en Midden Amerika. Een vaak voorkomende corruptie, ook in
Nederland, is de kleine corruptie. Een paar voorbeelden.
Voor een buurman die slecht ter been is ga jij elke week boodschappen doen bij een
slager. Bij die hele dure slager krijg jij altijd een groot stuk worst; bij de goedkoopste
slager krijg je niets. Als jij kiest voor die dure slager – en waar die buurman dus veel
meer moet betalen - laat jij je omkopen door die dure slager.
Is dat niet wat flauw: met een stuk worst iemand omkopen? Misschien wel. Maar als
die worst nou dure biefstukken worden? En als jij inkopen mag doen voor duizenden
euro’s voor een verpleeghuis, en je krijgt van die winkel elke dag gratis een maaltijd?
Kleine corruptie groeit zomaar naar grotere corruptie.
Nog een voorbeeld van kleine corruptie. Stel je mag in jouw dorp of stad maar één
keer in de week gratis naar de vuilstort. Als je vaker komt moet je flink betalen. Als jij
gaat storten vraag je om hulp bij het uitladen en geef je jouw hulp € 5. Dan kom je PAGE \*
een dag later weer met een kar vol. Die man van € 5 gaat je weer helpen en hij zegt MERGEF

niet ‘ho, ho, dit is de tweede keer, nu moet je flink betalen’. Die man is corrupt. En jij
hebt hem omgekocht. Daarom mogen mannen bij de vuilstort nooit fooi aannemen.

Diefstal
Een derde vorm van witteboordencriminaliteit is natuurlijk diefstal. Mensen die op
kantoor werken stelen soms. Bijvoorbeeld door spullen te kopen voor thuis en de
rekening laten betalen door kantoor. Of letterlijk iets stiekem mee te nemen van
kantoor. Een mooi schilderij bijvoorbeeld. Een veelvoorkomende diefstal is het
meenemen van suikerzakjes en melkzakjes, om tijdens de vakantie te gebruiken op
de camping. Zo iemand zal je niet snel een crimineel noemen, maar het is wel
diefstal!

You might also like