G

M O O L E N
2 0 05
A

VDM
L
S

D E R
R
E
V

V A N
R
A
A
J

J A A R V E R S L A G 2 0 0 5 V A N D E R M O O L E N
J A A R V E R S L A G

2 0 05
 Hoofdkantoor Handelsregister
Van der Moolen Holding NV De vennootschap is ingeschreven in het Handelsregister
Bezoekers Keizersgracht 307, 1016 ED Amsterdam van de Kamer van Koophandel te Amsterdam onder
Post Postbus 11374, 1001 GJ Amsterdam nummer 33000644.
Telefoon +31 020 535 67 89
Fax +31 020 535 67 44
E-mail info@nl.vandermoolen.com
Website www.vandermoolen.com

Vestigingen
Nederland Verenigd Koninkrijk
Van der Moolen Obligaties BV Van der Moolen Equities Ltd.
Van der Moolen Effecten Specialist BV, Curvalue IV Ltd.
vestiging Amsterdam Telefoon +44 207 190 0400
Van der Moolen Financial Services BV Fax +44 207 190 0450
Telefoon +31 20 535 67 89 E-mail info@uk.vandermoolen.com
Fax +31 20 535 67 44
E-mail info@nl.vandermoolen.com Frankrijk
Curvalue, Amsterdam Van der Moolen Financial Services SAS
Telefoon +31 20 713 4800 Telefoon +33 170 383 900
Fax +31 20 713 4809 Fax +33 170 383 881
E-mail info@curvalue.fr
Duitsland
Van der Moolen Effecten Specialist B.V., vestiging Keulen Verenigde Staten
Telefoon +49 221 924 250 VDM Specialists USA, LLC
Fax +49 221 924 251 61 Telefoon +1 212 495 0500
E-mail info@de.vandermoolen.com Fax +1 212 269 6737
Curvalue, Frankfurt E-mail vdm.spec@us.vandermoolen.com
Telefoon +49 69 7807 8554
Fax +49 69 7807 2908
E-mail frankfurt@curvalue.nl

Colofon
© 2006 Van der Moolen Holding NV
Ontwerp en productie - The KEY Agency, Amsterdam
Druk - Zwaan Printmedia
Fotografie - pagina 4 Bert Rietberg
pagina 5 Herman van Haasteren

 JAARVERSLAG 2005 VDM

 I n h o u d s o p gave

Inhoudsopgave

Directie en Raad van Commissarissen 4 Risicomanagement en -controle 34

Van der Moolen in hoofdlijnen 6
Kerncijfers 6
Missie, profiel en strategie 7
Structuur 9
Belangrijkste gebeurtenissen in 2005 10
Doelstellingen en strategie 2006 10
Belangrijke data 2006 en 2007 10
Aandeelhoudersinformatie 11
Bericht van de Raad van Commissarissen 14
Samenstelling van de Raad van Commissarissen 15
Aan onze aandeelhouders 15
Activiteiten van de Raad van Commissarissen 16
Committees van de Raad van Commissarissen 17
Beloningsrapport 19
Dividendvoorstel 21
Verslag van de Directie 22
Samenstelling van de Directie 22
Gang van zaken 22
VDM Specialists 25
Aandelenhandel Europa 26
Obligatiehandel Europa 26
Overige 27
Corporate governance 27
Introductie 27
Corporate Governance Code 28
Algemene Vergadering van Aandeelhouders 29
Raad van Commissarissen 29
Directie 31
Accountant 31
Intern risicobeheersings- en controlesysteem 32
Marktrisico 35
Valutarisico 36
Juridisch, compliance en operationeel risico 36
Liquiditeitsrisico 37
Verantwoord ondernemerschap 37
Financieel verslag 37
Samenvatting 38
Resultaten 38
Personeel 41
Kasstroom 41
Dividend en aantal uitstaande aandelen 42
Balans 42
Lopende rechtsgedingen en procedures 43
Inhoudsopgave bij de jaarrekening 46
Geconsolideerde jaarrekening 48
Statutaire jaarrekening 124
Overige gegevens 136
Accountantsverklaring 136
Resultaatbestemming 137
Gebeurtenissen na balansdatum 138
Stichting Van der Moolen Holding 139
Bijlagen
Van der Moolen vestigingen 2
Curvalue 12
Het nieuwe marktmodel van de
New York Stock Exchange 44
Van der Moolen specialistfondsen 140

Sommige uitspraken in dit jaarverslag betreffen uitspraken ten aanzien van de toekomst (“forward-looking statements”), zoals bedoeld in, en conform aan de Private
Securities Litigation Reform Act van 1995. Alle uitspraken over onze toekomstige financiële positie, onze bedrijfsresultaten en over de strategie, plannen en
doelstellingen van de onderneming zijn forward-looking statements. Uitspraken waarin de woorden “voorzien”,“geloven”, “van plan zijn”, “schatten”,
“verwachten”, “hopen” en soortgelijke woorden voorkomen zijn forward-looking statements. De volgende uitspraken zijn in het bijzonder forward looking:
uitspraken over de strategie en de doelstellingen van het management; lopendeof potentiële acquisities; lopende of potentiële procedures en overheidsonderzoeken,
inclusief procedures en onderzoeken met betrekking tot de handel als specialist in de VS; toekomstige bronnen van inkomsten; de effecten van veranderingen of
toekomstige veranderingen in de regelgeving of de structuur van de effectenmarkten waarop onze dochterbedrijven actief zijn; en ontwikkelingen in resultaten,
prestaties, successen of omstandigheden in de markten waarin wij actief zijn. Deze forward-looking statements zijn onderhevig aan risico’s, onzekerheden en andere
factoren, waarvan er een aantal buiten onze controle vallen, waardoor de resultaten, prestaties, successen of omstandigheden in de markten waarin wij actief zijn
mogelijk aanzienlijk kunnen afwijken van de wijze waarop zij zijn uitgedrukt of geïmpliceerd in deze forward-looking statements. Een aantal belangrijke factoren die
in het kader van deze forward-looking statements van belang zijn worden beschreven onder“Key Information - Risk Factors” en elders in onze jaarlijkse filing bij de
US Securities and Exchange Commission volgens Form 20-F. Wij waarschuwen u om geen overmatig belang te hechten aan deze forward-looking statements, die
slechts de visie van het management weergeven per de datum van dit verslag. Wij zijn niet verplicht om deze forward-looking statements te actualiseren.

Dit jaarverslag is ook beschikbaar in de Engelse taal. Bij verschillen in interpretatie is de Nederlandse tekst bindend.


 Directie

Directie Leeftijd
Fred M.J. Böttcher, Voorzitter 1) 59
Leo J. Pruis 53
Casper F. Rondeltap 50
Richard E. den Drijver 2) 44

Van links naar rechts: Richard den Drijver, Fred Böttcher,
Casper Rondeltap, Leo Pruis
1) D
 e heer Böttcher zal in 2006 met pensioen gaan.
2) V
 oorstel tot benoeming op de Algemene Vergadering van
Aandeelhouders van 5 april 2006.

 JAARVERSLAG 2005 VDM

 d ire c t ie en R aa d va n C o m m issarisse n

Raad van Commissarissen

Prof. dr. R.G.C. van den Brink, Voorzitter G.L. van den Broek, Vice-Voorzitter

J. Aalberts M. Arentsen

Raad van Commissarissen  Leeftijd

Prof. dr. R.G.C. van den Brink, Voorzitter 3) 58
G.L. van den Broek, Vice-Voorzitter 64
J. Aalberts 4) 66
M. Arentsen 66
G.H. de Marez Oyens 5) 64
3) D
 e benoemingsperiode eindigt op de Algemene Vergadering van
Aandeelhouders van 5 april 2006. Prof. Van den Brink is beschikbaar
voor herbenoeming.
4) D
 e benoemingsperiode eindigt op de Algemene Vergadering van
Aandeelhouders van 5 april 2006. Per die datum zal de heer Aalberts
zijn lidmaatschap van de Raad van Commissarissen beëindigen.
5) D
 e benoemingsperiode eindigt op de Algemene Vergadering van
Aandeelhouders van 5 april 2006. De heer De Marez Oyens is
G.H. de Marez Oyens beschikbaar voor herbenoeming.


 Van der Moolen in hoofdlijnen
Kerncijfers

(x € miljoen) International Financial

Dutch GAAP
Reporting Standards
2005 2004 2003 2002 2001

Opbrengsten 112,3 122,9 174,7 327,6 345,1

Nettoresultaat toekomend aan gewone aandelen 1) 11,3 12,3 (15,9) 55,6 123,8

Eigen vermogen, gewone aandelen 2) 221,2 183,0 150,1 260,8 214,3

Eigen vermogen, preferente financieringsaandelen - 51,4 51,4 51,4 51,4
Aandeel derden 10,9 26,4 33,0 62,0 64,1
Achtergestelde leningen 3) 179,3 117,2 151,7 199,4 207,7
Aansprakelijk vermogen 411,4 378,0 386,2 573,6 537,5

Aantal gewone aandelen, jaareinde 4) 39.343.295 38.317.100 37.537.100 38.419.282 37.502.455

Aantal gewone aandelen, jaarlijks gemiddeld 4) 39.031.219 38.078.411 37.797.329 38.388.043 38.139.964

Cijfers per gewoon aandeel (in €) 4)

Winst toekomend aan gewone aandeelhouders 0,29 0,32 (0,42) 1,45 3,24
Dividend per gewoon aandeel 5) 0,13 0,22 - 0,72 1,10
Eigen vermogen toekomend aan gewone
aandeelhouders 2) 5,62 4,78 4,01 6,80 5,74

Beurskoersen en volumes (gewone aandelen)

Euronext (in €)
Hoogste prijs 6,57 8,14 21,70 36,25 42,17
Laagste prijs 3,75 4,34 5,51 15,70 15,00
Prijs jaareinde 6,03 5,68 6,92 20,50 32,25
Gemiddelde dagelijks volume 378.539 321.192 415.219 202.758 358.201
NYSE (in $)
Hoogste prijs 8,27 9,95 22,04 32,35 30,24
Laagste prijs 4,57 5,68 6,70 15,64 22,75
Jaareinde prijs 7,14 7,59 8,69 21,49 29,30
Gemiddelde dagelijks volume 84.999 117.991 134.513 42.523 65.819

Voor zover van toepassing zijn de cijfers over voorgaande jaren aangepast voor vergelijkingsdoeleinden in verband met
presentatiewijzigingen. De 2004 en 2005 cijfers zijn opgesteld volgens International Financial Reporting Standards,
voorgaande jaren volgens Nederlandse waarderingsgrondslagen (Dutch GAAP).

1) Na dividenduitkering op preferente financieringsaandelen.

2) Voor resultaatbestemming.
3) Inclusief preferente financieringsaandelen en kapitaal van minderheidspartners in 2005 en inclusief de waarde van achtergestelde leningen gerelateerd aan
ingebrachte beurszetels door minderheidspartners van VDM Specialists onder Dutch GAAP.
4) Exclusief ingekochte eigen gewone aandelen.
5) Keuzedividend was elk jaar beschikbaar, met uitzondering van het jaar 2002 (alleen cash dividend beschikbaar).

 JAARVERSLAG 2005 VDM


Ten dienste van de publieke effectenmarkten:
missie, profiel en strategie van Van der Moolen
Missie
Met onze activiteiten dragen wij bij aan de versterking van
de kwaliteit en efficiency van de publieke markten in
effecten en afgeleide producten. Wij zetten ons financiële
kapitaal en onze handelssystemen in ter vergroting van de
beschikbare liquiditeit in centrale markten - een dienst die
uitgevende instellingen en alle andere deelnemers in de
markt ten goede komt. Daarenboven bieden wij directe
toegang tot die liquiditeit via onze brokerdiensten.
Met een solide basis in de Verenigde Staten en Europa
streven wij naar liquiditeitsverschaffing wereldwijd, in
iedere belangrijke markt en in elk relevant product, en
ontwikkelen wij via kostenefficiënte elektronische en
telefonische brokerdiensten de toegang tot deze markten
ten behoeve van alle daarvoor kwalificerende
professionele partijen in de effectensector.
Grondslag voor onze activiteiten is onze kwaliteit van
dienstverlening - aan uitgevende instellingen, aan
beleggers en aan de overige gebruikers van de effecten-
beurzen. Die dienstverlening wordt gedragen door:
■ O nze financiële positie, die ons in staat stelt om
aanzienlijke liquiditeit te bieden en waarmee we de
afnemers van onze brokerdiensten kunnen helpen bij
het tot stand brengen van moeilijke of complexe
transacties;
■ O nze focus op technologie, waardoor we snel en
effectief kunnen reageren op wensen van klanten en
wijzigingen in marktomstandigheden;
■ O nze professionaliteit, opgebouwd met meer dan
100 jaar internationale handelservaring en breed in de
organisatie gedragen;
■ D e integriteit van onze medewerkers, onze systemen
en de markten waarin we werken; en
■ D e toewijding aan onze klanten en aan de
kapitaalmarkten in het algemeen.
Bij onze dienstverlening spelen kostenefficiëntie,
snelheid en transparantie van dienstverlening een
doorslaggevende rol, als maatstaf voor de tevredenheid
van onze klanten en als maatstaf voor de vervulling van
onze missie.
Va n d er M o o le n in h o o f d lij n e n
Profiel
Van der Moolen is een effectenbedrijf dat dienstverlening
biedt aan de gebruikers van publieke markten. Het
hoofdkantoor is gevestigd in Amsterdam. Aandelen van
de onderneming zijn genoteerd op Euronext en de NYSE.
Van der Moolen realiseerde een totale opbrengst van
€112,3 miljoen in 2005. Het aantal medewerkers
bedraagt 404, inclusief de medewerkers die meekwamen
met de acquisitie van Curvalue op 2 januari 2006. Onze
activiteiten, inclusief de activiteiten van Curvalue sinds
2 januari 2006, betreffen:
■ L iquiditeitsverschaffer in de Verenigde Staten: wij
zijn de op drie na grootste specialist op de NYSE, en
het plan is om een vergelijkbare dienstverlening te
starten op de Amerikaanse optiemarkten;
■ Liquiditeitsverschaffer in Europa: wij zijn één van
de leidende specialists op de Europese optiebeurzen
(behorend tot de top 3 van de derivaten specialisten op
Euronext), wij onderhouden markten in obligaties op
de publieke beurzen en we handelen voor eigen
rekening in Europese aandelen;
■ Direct access brokerdiensten: via Online Trader, dat
werd gelanceerd in 2005, bieden wij professionele
marktpartijen bijzonder flexibele en kostenefficiënte
brokerdiensten op een groeiend aantal beurzen.
Ons bedrijfsconcept en de handhaving van een strikte
handelsdiscipline bewerkstelligen een consistent en stabiel
risicoprofiel: van de 258 handelsdagen in 2005 sloot Van
der Moolen er 251 af met een positief handelsresultaat.
Voor meer informatie over Curvalue zie pagina 12.
U.S. Liquidity provider VDM Specialists, Partner in de
franchise van de New York Stock Exchange
Met een omzet van $14 triljoen in 2005 staat de NYSE ten
dienste van de kapitaalmarktbehoeften van uitgevende
instellingen wereldwijd. Onze specialists op de NYSE
onderhouden doorlopend een markt voor de aandelen van
bedrijven die wij als specialist vertegenwoordigen en
brengen transacties tot stand tussen kopers en verkopers.
Met inzet van eigen kapitaal - in 2005 waren wij
tegenpartij voor $316 miljard omzet van de NYSE -
overbruggen wij tijdelijke onevenwichtigheden tussen
vraag en aanbod. Als specialist bieden wij tegenwicht bij
grote prijsschommelingen, waardoor prijsbewegingen in de
markt worden beperkt. In die functie optimaliseren wij
waar mogelijk de liquiditeit en de prijsvorming van de

 aandelen van 322 bedrijven waarvoor wij optreden als
specialist. Wij streven naar de best mogelijke
verhandelbaarheid van onze specialistfondsen op de NYSE,
en naar een zo accuraat en stipt mogelijke informatie en
dienstverlening aan uitgevende instellingen en alle andere
bij het handelsproces betrokken partijen.
Liquiditeitsverschaffer in Europa
Met een handelsvolume van 28 miljoen optiecontracten en
36 miljoen futurecontracten in 2005 behoren wij tot de
grootste Europese liquiditeitsverschaffers in derivaten. Wij
zijn Primary Market Maker (PMM) in 43 optieseries en
Competitive Market Maker (CMM) in nog eens 16 series.
Wij onderhouden de publieke markten in Nederlandse,
Belgische, Franse en Italiaanse obligaties voor
transactiegroottes bedoeld voor particuliere beleggers, en
we handelen actief voor eigen rekening in de meeste
Europese aandelen­markten, inclusief de Amerikaanse ADR-
markten voor Europese aandelen.
Direct Access Brokerdiensten voor professionele
beleggers - Online Trader
Onze dienstverlening als broker combineert de efficiency
en de onmiddellijkheid van directe elektronische toegang
tot beurzen met de klantspecifieke dienstverlening die
mogelijk is via telefonische ondersteuning. Wij bieden
klanten de mogelijkheid om hun orders direct ter
uitvoering naar een beurs te leiden tegen zeer lage kosten
met behulp van onze gebruikersvriendelijke en aan de
behoeften van de klant aanpasbare computerapplicatie.
Online Trader is gestart met het bieden van
handelsmogelijkheden op derivaten beurzen, maar zal
vanaf 2006 gefaseerd de mogelijkheid bieden om ook
andere producten te handelen waaraan bij de gebruikers
behoefte bestaat.
Strategie: ten dienste
van de gebruikers van
publieke markten
Van der Moolen is gepositioneerd voor een aanzienlijke
groei van zijn dienstverlening aan gebruikers van publieke
markten. Ons succes zal worden bepaald door op groei
afgestemde elektronische handelsplatforms die een goed­-
kope en snelle uitvoering van orders mogelijk maken en een
snelle en kosteneffectieve uitbreiding naar nieuwe markten.
 JAARVERSLAG 2005 VDM
Wij hebben ambitieuze doelstellingen op een termijn van
drie tot vijf jaar:
■ V
 DM Specialists: verdere uitbouw van de nummer
vier positie als NYSE Specialist, voortgezette werving
van nieuwe specialistfondsen en gebruikmaking van de
nieuwe handelsmogelijkheden die de introductie van
het hybride NYSE handelssysteem biedt;
■ L
 iquiditeitsverschaffer in derivaten en handel
voor eigen rekening op wereldschaal: verwerving
van een leidende positie als liquiditeitsverschaffer op
alle belangrijke Europese optiebeurzen, prominente
aanwezigheid als liquiditeitsverschaffer op de markten
voor opties en futures in de Verenigde Staten en groei
van onze handel voor eigen rekening tot een handel
op wereldschaal;
■ D
 irect Access Brokerage: continuering van de
succesvolle start van Online Trader, levering van
goedkope elektronische orderuitvoering aan een
groeiend aantal professionele klanten bij gelijktijdige
toename van het aantal effectenbeurzen over de
gehele wereld dat wordt ontsloten.
Voor het komende jaar zijn onze belangrijkste prioriteiten
de integratie van Curvalue’s derivaten- en brokerage-
activiteiten en de uitbouw van Curvalue’s succesvolle
elektronische bedrijfsmodel en de borging van een
succesvolle migratie van VDM Specialists naar het
nieuwe hybride marktmodel van de NYSE. VDM
Specialists is goed voorbereid voor de aanzienlijke
veranderingen die worden verwacht wanneer de
NYSE het hybride handelsmodel invoert.
Met inzet van de modernste technologie hebben wij het
vertrouwen dat het NYSE specialistbedrijf zich succesvol
zal ontwikkelen in de nieuwe handelsomgeving. De
toename van automatische uitvoering van orders biedt
gelijkere concurrentie­verhoudingen ten opzichte van
Electronic Communication Networks ("ECN’s") en andere
plaatsen voor orderuitvoering, waardoor beleggers
kunnen kiezen tussen onmiddellijke en directe
orderuitvoering of prijsverbetering via de specialist. Wij
verwachten dat het Hybride marktmodel kansen biedt
voor de ontwikkeling van nieuwe handelsstrategieën,
naast mogelijkheden voor kostenbesparingen.
Gegeven onze prominente aanwezigheid als market
maker op de Europese beurzen voor opties en futures,
 Va n d er M o o le n in h o o f d lij n e n

zullen we meer kapitaal voor deze activiteit beschikbaar
maken en breiden we onze rol als Primary Market Maker
uit. Het aantal mogelijkheden hiervoor neemt toe
wanneer in de loop van het jaar het Amsterdamse
handelsmodel ook op andere Euronextmarkten wordt
geïmplementeerd. Ook breiden we onze handels­
activiteiten uit naar nieuwe aandelen- en
derivatenmarkten met de start van elektronische market
making diensten in opties en futures op publieke beurzen
in de Verenigde Staten.
Online Trader, de dienstverlening als broker die in 2005
werd gestart door Curvalue, combineert de efficiency en
onmiddellijkheid van directe elektronische toegang tot
beurzen met telefonische handelsondersteuning. In de
komende twee jaar zullen we de klantenbasis van Online
Trader en de aansluiting op additionele effecten- en
grondstoffenbeurzen geleidelijk uitbreiden. Afhankelijk
van besluitvorming over Europese regelgeving is een
verder liggend doel de mogelijkheid van internalisatie,
door combinatie van orderstromen van klanten in het
Online Trader orderboek met onze eigen handels­
activiteiten, waardoor aanzienlijk kan worden bespaard op
handelskosten en beurstarieven, clearingskosten en
brokerfees.

Structuur

Bedrijf Product Beurslidmaatschap

Verenigde Staten
New York VDM Specialists Aandelen NYSE

Europa
Amsterdam Van der Moolen Effecten Aandelen Borsa Italiana,
Specialist, Vestiging Amsterdam Euronext, Deutsche Börse,
Helsinki S.E.,Virt-X/SWX, Eurex
Van der Moolen Obligaties Obligaties Euronext, Borsa Italiana
Van der Moolen Financial Services* Aandelen, Derivaten Euronext
(Online Trader)
Curvalue, Amsterdam* Derivaten Euronext-Liffe, Eurex, Eurex US,
Xetra, CBOT
Keulen Van der Moolen Effecten Aandelen Borsa Italiana, Euronext,
Specialist, Vestiging Keulen Deutsche Börse, Helsinki S.E.,
Virt-X/SWX, Eurex
Frankfurt Curvalue, Frankfurt* Derivaten Eurex
Londen Van der Moolen Equities Aandelen London S.E., Euronext,
Euronext-Liffe, Virt-X
Curvalue IV Ltd.* Futures -
Parijs Van der Moolen Financial Services* Aandelen, Derivaten Euronext, Eurex, CME, CBOT, ICE
(Online Trader)

* Onderdeel van de groep sinds de acquisitie van Curvalue op 2 januari 2006.


 Belangrijkste gebeurtenissen in 2005

■ T
 otale opbrengsten van €112,3 miljoen
■ N
 ettowinst beschikbaar voor gewone aandeelhouders van €11,3 miljoen
■ 2 51 van de 258 handelsdagen werden afgesloten met een positief handelsresultaat
■ 2 1 nieuwe specialistfondsen voor VDM Specialists in New York
■ O ntwikkelen en testen van het hybride systeem ter voorbereiding van het nieuwe handelsmodel op de NYSE
■ S ignificante vordering van de implementatie van de bepalingen die de Sarbanes-Oxley wetgeving oplegt
■ Implementatie van de Nederlandse Corporate Governance code
■ O vergang naar International Financial Reporting Standards
■ S tart van de reorganisatie van Europese handelsactiviteiten tot één organisatie met diverse vestigingen
■ A ankondiging van de acquisitie van Curvalue

Doelstellingen en strategie 2006

■ Integratie van Curvalue

■ U
 itbreiding van Curvalue’s Online Trader als direct access brokerdienst naar nieuwe markten en professionele gebruikers
■ M
 igratie naar het nieuwe marktmodel van de NYSE
■ V
 oortgezette marketinginspanningen ter verkrijging van nieuwe NYSE listings
■ V
 olledig voldoen aan de bepalingen van de Sarbanes-Oxley wetgeving
■ V
 ersterking van corporate governance, en compliance controls

Belangrijke data 2006 en 2007

5 april 2006 Algemene Vergadering van Aandeelhouders

7 april 2006 Ex-dividend
21 april 2006 Betaling dividend (gewone aandelen)
18 mei 2006 Publicatie cijfers eerste kwartaal 2006
17 augustus 2006 Publicatie cijfers tweede kwartaal 2006
16 november 2006 Publicatie cijfers derde kwartaal 2006
15 maart 2007 Publicatie jaarcijfers 2006
26 april 2007 Algemene Vergadering van Aandeelhouders

Alle data zoals genoemd zijn onder voorbehoud. In vorige jaren publiceerden wij onze kwartaalcijfers drie weken eerder dan
in bijgaand schema. Tot deze vertraging in 2006 is besloten om de conversie van de administratieve systemen van Curvalue
naar IFRS mogelijk te maken.

10 JAARVERSLAG 2005 VDM


Aandeelhoudersinformatie
Aandelen
Het aandeel Van der Moolen is sinds 1986 genoteerd op
de effectenbeurs van Euronext Amsterdam. Op de New
York Stock Exchange zijn sinds 2001 American Depositary
Receipts (ADR’s) op aandelen Van der Moolen genoteerd.
Ultimo 2005 waren 7.485.082 ADR’s uitgegeven
die gezamenlijk 19% van onze uitstaande aandelen
vertegenwoordigen. Op Euronext.Liffe zijn optieseries
genoteerd op het aandeel Van der Moolen.
Dividendbeleid
Tot en met 2004 was het beleid dat circa 40% van de
jaarlijkse netto winst werd uitgekeerd als dividend, mede
afhankelijk van de hoogte van het bedrijfsresultaat, onze
liquiditeitspositie, onze vermogensverhoudingen en de
toekomstige financieringsbehoefte van de onderneming.
In verband met de invoering van IFRS wordt een
dividend voor 2005 voorgesteld van 50% van de netto
winst beschikbaar voor houders van gewone aandelen.
De intentie is de resterende 50% aan te wenden ter
uitvoering van de strategische doelstellingen van de
onderneming en ter versterking van de vermogenspositie.
Wij verwachten dat dit dividendbeleid de komende jaren
ongewijzigd zal blijven.
Dividend op ADR’s -
American Depositary
Receipts
De betalingsdatum van het dividend op ADR’s van
Van der Moolen kan afwijken van de betalingsdatum
voor gewone aandelen. Informatie is beschikbaar bij
The Bank of New York:
■ g
 ratis binnen de Verenigde Staten: 1-888-269-2377;
buiten de Verenigde Staten: 1-212-815-3700;
■ e-mail: shareowners@bankofny.com;
■ P
 ostadres: The Bank of New York, Investor Relations,
P.O. Box 11258, Church St. Station, New York, NY
10286-1258.
Aandeelhouders met
minimaal 5%-belang
Op grond van de Wet Melding Zeggenschap in ter beurze
genoteerde Vennootschappen (WMZ) hebben twee
Va n d er M o o le n in h o o f d lij n e n
aandeelhouders op basis van hun wettelijke verplichting
ter zake, bij de Autoriteit Financiële Markten (AFM) een
belang in Van der Moolen gemeld van minimaal 5% op
31 december 2005:
■ F
 ortis Utrecht NV: 6,3%
(waarvan 88,2% in preferente financieringsaandelen)
■ D
 ucatus NV: 5,0%
(geheel in preferente financieringsaandelen)
 anaf 2 januari 2006 heeft de RDD Foundation een
V
belang van 6,3% in Van der Moolen Holding (alleen
gewone aandelen). Voorafgaande aan de acquisitie van
Curvalue in januari 2006 waren alle gewone aandelen vrij
verhandelbaar en waren er voor zover ons bekend geen
houders van gewone aandelen gebonden aan verkoop-
restricties. Volgend op de acquisitie van Curvalue zijn
3.803.509 van onze gewone aandelen aan verkooprestric-
ties gebonden, overeenkomend met 8,8% van het aantal
uitstaande aandelen op 2 januari 2006.
De preferente financieringsaandelen zijn vrij
verhandelbaar, maar zijn niet publiek genoteerd.
Meer informatie
■ H
 et jaarverslag, persberichten, documenten over
compliance en corporate governance en andere
informatie over Van der Moolen zijn beschikbaar via
onze website www.vandermoolen.com;
■ H
 et koersverloop van de aandelen Van der Moolen
wordt weergegeven in Reuters Equity 2000 Service
onder het symbool VDMN.AS en op Bloomberg onder
MOO_NA; het koersverloop van Van der Moolen’s
ADR’s wordt weergegeven onder het NYSE ticker
symbool VDM;
■ B
 eleggersinformatie: Investor Relations/Corporate
Communications, telefoon: +31 (0)20 535 67 89,
fax: +31 (0)20 535 67 44, e-mail:
info@nl.vandermoolen.com.
11
 Curvalue
Nieuwe activiteiten en een
nieuwe strategische horizon
Op 2 januari 2006 ronden wij de acquisitie af van
Curvalue. De activiteiten van Curvalue concentreren zich
op twee gebieden:
■ s
 pecialist op de Europese elektronische optiebeurzen
■ e
 lektronische dienstverlening als broker aan
institutionele beleggers en andere professionele
partijen, met ondersteuning via voice brokerage
waar nodig.
Beide activiteiten vormen een belangrijk element in de
verdere strategische ontwikkeling van Van der Moolen.
Specialist
De optieactiviteiten van Curvalue concentreren zich op
elektronische schermenhandel, in de rol van specialist of
Primary Market Maker ("PMM") en Compatitive Market
Maker ("CMM"). Deze handel wordt ondersteund met
moderne eigen softwareapplicaties. Curvalue heeft succes
in deze markten omdat het aanzienlijk heeft geïnvesteerd
in technologie en intellectueel kapitaal. Als één van de
grootste deelnemers in deze markten, biedt Curvalue Van
der Moolen een aanzienlijk grotere aanwezigheid dan we
in het verleden kenden of op eigen kracht hadden kunnen
ontwikkelen. Tegelijkertijd biedt de financiële kracht van
Van der Moolen voor Curvalue de mogelijkheid om zijn
aanwezigheid in deze markten verder te vergroten.
Broker
Online Trader, het systeem waarmee Curvalue
brokerdiensten verleent, biedt institutionele beleggers en
andere professionele partijen een directe verbinding naar
de belangrijkste Europese en Amerikaanse
derivatenbeurzen. Online Trader biedt een snelle,
betrouwbare en sterk competitieve manier van uitvoering
van orders (execution-only). Maar feitelijk biedt Curvalue
twee niveaus van dienstverlening: elektronische direct-
access dienstverlening die gebruikers een directe
12
verbinding met de beurs geeft, naast persoonlijke
dienstverlening waarmee Curvalue gebruikers van dienst
is bij grotere of anderszins meer complexe transacties.
Als onderneming die zelf actief is in de professionele
markt kennen wij als geen ander de waarde van
flexibiliteit in orderexecutie voor de klantenbasis waar
we ons op richten.
Het potentieel van
de combinatie
Als een bron van commissieopbrengsten is Online Trader
belangrijk voor Van der Moolen. Maar het potentieel van
Online Trader voor de verdere ontwikkeling van onze
gecombineerde bedrijven is minstens zo groot,
vergelijkbaar met de potentie van Curvalue’s handel voor
eigen rekening voor ons handelsbedrijf. Wij verwachten
via Online Trader nieuwe producten en diensten te
kunnen aanbieden, waardoor onze afhankelijkheid van
publieke beurzen voor orderstromen zal verminderen.
De Europese regelgeving voor een aantal aspecten van
‘direct access’ diensten van brokers is nog niet
uitgekristalliseerd, vooral wat betreft de uitvoering van
klantenorders op deze platforms zonder gebruik te maken
van de publieke beurzen (in-house matching). Toch
verwachten wij op termijn via Online Trader orders van
klanten tegen ons eigen boek te kunnen uitvoeren,
waardoor de toegevoegde waarde van het platform voor
klanten zal toenemen en wij additionele opbrengsten
kunnen genereren met het direct faciliteren van deze
orders.
Wij blijven ons daarbij concentreren op execution-only
dienstverlening, met daarnaast een specialisatie in
omvangrijke en complexe institutionele transacties die
kunnen profiteren van het feit dat wij tegenpartij willen
zijn: wij verwachten een uitzonderlijk hoog niveau van
dienstverlening te kunnen leveren aan instituten die
complexe handelstransacties initiëren.
Een snelle verdere introductie van Online Trader is
belangrijk. De nieuwste inzichten en modernste
JAARVERSLAG 2005 VDM
handelsondersteuning zijn in Online Trader geïntegreerd
en het concept is niet belast met een erfenis van
handmatige administratieve functies, researchkosten en
dergelijke. De verkoopondersteuning voor Online Trader
zal daarom in essentie bestaan in het vinden van nieuwe
klanten voor aansluiting op het systeem. Het systeem is
daarmee naar verwachting sterk kostencompetitief. Het
platform is vanaf de start ontwikkeld om te kunnen
voldoen aan de eisen die meervoudige handelstransacties
stellen. We zijn er daarom van overtuigd dat Online Trader
goed gepositioneerd is in een omgeving waarin klanten
steeds veeleisender worden.

Het groeipotentieel van beide activiteiten van Curvalue is

aanzienlijk, en met Curvalue kan Van der Moolen zich
ontwikkelen tot een wereldspeler als specialist in aandelen
en derivaten, en tot een wereldwijd opererende
execution-only broker.

Complementaire activiteiten

Curvalue en Van der Moolen zijn complementair en

synergie zal vooral worden gevonden in nieuwe
omzetmogelijkheden. De grootste voordelen van de
combinatie zullen komen van de ontwikkeling van nieuwe
activiteiten op basis van gezamenlijke kennis, waardoor
nieuwe opbrengsten ontstaan die geen van beide
bedrijven op eigen kracht – of zo snel – had kunnen
genereren. We kijken met spanning uit naar de realisatie
van deze mogelijkheden en zijn verheugd dat Curvalue
deel is geworden van de Van der Moolen Groep.

13
 Bericht van de Raad van Commissarissen

Van der Moolen Holding: Raad van Commissarissen

Leden Curriculum Vitae
Prof. dr. Rudolf G.C. van den Brink 1) Doctor in de economische wetenschappen (Universiteit van
Voorzitter Amsterdam). Professor in de Monetaire Economie en Financiële
Leeftijd: 58 jaar Instellingen aan de Universiteit van Amsterdam; Economisch
Adviseur van de Raad van Bestuur van ABN AMRO Bank NV.
Lid sinds: 2002
Overige lidmaatschappen van Raden van Commissarissen:
Afloop van huidige zittingstermijn: 2006 voorzitter: Center Parcs Europe NV, Arbo Unie BV, Nederlandse
Herbenoembaar tot: 2014 Waterschapsbank NV, Universiteit Nijenrode; lid: Samas-Groep
NV, Oranje-Nassau Groep BV, Legal & General Nederland
Expertise: algemeen management, risicomanagement,
Levensverzekering Maatschappij NV, Akzo Nobel NV.
financiering, strategie

Gerard L. van den Broek2) Meester in de rechten, Erasmus Universiteit (Rotterdam).

Vice-voorzitter Voormalig partner bij Spencer Stuart Management
Leeftijd: 64 jaar Consultants. Overige lidmaatschappen van Raden van
Commissarissen: Alkan BV.
Lid sinds: 1996
Afloop van huidige termijn: 2008
Herbenoembaar tot: 2008
Expertise: managementselectie, -advies en -ontwikkeling

Jan Aalberts Directeur en CEO van Aalberts Industries NV.

Lid van de Raad Overige lidmaatschappen van Raden van Commissarissen:
Leeftijd: 66 jaar Stork NV, Vado Beheer BV.
Lid sinds: 1998
Afloop van huidige termijn: 2006
Herbenoembaar tot: 2010
Expertise: algemeen management

Marinus Arentsen 3) Registeraccountant.

Lid van de Raad Voorheen CFO en lid van de directie van CSM NV.
Leeftijd: 66 jaar Overige lidmaatschappen van Raden van Commissarissen:
voorzitter: CSM Nederland BV, Klaverblad Verzekeringen
Lid sinds: 2004
UA, Koninklijke Frans Maas Groep NV; lid: Zuivelcoöperatie
Afloop van huidige zittingstermijn: 2008 Campina, Incotec BV, Océ NV.
Herbenoembaar tot: 2016
Expertise: financiering en accountancy, interne risicobeheersing en
controlesystemen

Gerrit H. de Marez Oyens 4) Meester in de rechten, Universiteit van Leiden.

Lid van de Raad Voormalig secretaris van de International Federation of
Leeftijd: 64 jaar Stock Exchanges. Overige lidmaatschappen van Raden van
Commissarissen: voorzitter: Bank Oyens & Van Eeghen NV;
Lid sinds: 1998
vice voorzitter: Amsterdam Power Exchange Spot Market BV.
Afloop van huidige zittingstermijn: 2006
Herbenoembaar tot: 2010
Expertise: algemeen management, compliance, wet- en regelgeving,
beursregels, corporate governance

Alle leden van de Raad hebben de Nederlandse nationaliteit.

1) Lid van het Audit Committee en lid van het Remuneration and Nominating Committee
2) Voorzitter van het Remuneration and Nominating Committee
3) Voorzitter van het Audit Committee
4) Lid van het Audit Committee

14 JAARVERSLAG 2005 VDM


Samenstelling van de Raad
van Commissarissen
De Raad van Commissarissen bestaat uit tenminste drie of
meer natuurlijke personen, nader te bepalen door de Raad
van Commissarissen. Leden van de Raad van Commissarissen
worden benoemd door de Algemene Vergadering van
Aandeelhouders voor een periode die eindigt op de datum
van de Algemene Vergadering van Aandeelhouders die
wordt gehouden in het vierde jaar na hun datum van
aanstelling. In onze statuten is de totale duur van het
lidmaatschap van leden van de Raad van Commissarissen
gelimiteerd tot twaalf jaar.
Op de Jaarlijkse Algemene Vergadering van Aandeelhouders
van 5 april 2006 loopt de vierjaars zittingtermijn af van Prof.
Van den Brink, de heer De Marez Oyens en de heer Aalberts.
De Raad van Commissarissen acht het in het belang van de
onderneming om Prof. Van den Brink en de heer De Marez
Oyens opnieuw te benoemen; beide komen in aanmerking
voor een nieuwe termijn. Met name Prof. Van den Brink
heeft als Voorzitter van de Raad van Commissarissen een
belangrijke coördinerende rol. Beiden zijn gewaardeerde
leden van de Raad en hun inzicht en expertise zijn van grote
waarde. De herbenoemingen zijn in overeenstemming met
het profiel van de leden, dat wordt gepubliceerd op de
website van Van der Moolen.
De heer Aalberts heeft ervoor gekozen zijn lidmaatschap van
de Raad van Commissarissen op de Algemene Vergadering
van Aandeelhouders van 5 april 2006 te beëindigen. De heer
Aalberts vertrekt na een lidmaatschap van acht jaar van de
Raad. De Raad is buitengewoon erkentelijk voor de brede
ondernemingservaring die hij beschikbaar heeft gesteld voor
de onderneming. De Raad heeft besloten deze vacature niet
op te vullen en met ingang van 5 april 2006 het aantal leden
van de Raad van Commissarissen te beperken tot vier.
De onderneming heeft een tweeledig bestuursmodel,
waarbinnen onafhankelijke, niet bij de dagelijkse leiding
betrokkenen, lid zijn van de Raad van Commissarissen,
die op hun beurt toezicht houden op en advies geven
aan de leden van de Directie bij de uitoefening van hun
bestuurstaken. Alle leden van de Raad van Commissarissen
voldoen aan de bepalingen van onafhankelijkheid van de
Nederlandse Corporate Governance Code en de regelgeving
B eri c h t va n de R aa d va n C o m m issarisse n
dienaangaande van de NYSE, met uitzondering van Prof.
Van den Brink. Prof. Van den Brink is economisch adviseur
op het gebied van macro-economie bij ABN AMRO Bank
en is niet betrokken bij het bestuur van de bank. Daarom
beschouwt de Raad van Commissarissen Prof. Van den Brink
als onafhankelijk. Verwezen wordt naar de persoonlijke
gegevens van leden van de Raad van Commissarissen
op pagina 14 en naar de uitleg in het hoofdstuk over
Corporate Governance op pagina 28 wat betreft de
onafhankelijkheid van Prof. Van den Brink.
De leden van de Raad van Commissarissen kunnen,
indien nodig, op kosten van de onderneming informatie­
programma’s bijwonen ter verbetering van hun kennis op
het gebied van management, financiën of accountancy die
specifiek is voor Van der Moolen en zijn bedrijfsactiviteiten
of betrekking heeft op verantwoordelijkheden van leden
van Nederlandse Raden van Commissarissen in het
algemeen. De Raad van Commissarissen onderzoekt jaarlijks
in welk opzicht leden van de Raad van Commissarissen
verdere opleiding en scholing behoeven tijdens hun periode
van aanstelling. Gegeven de achtergronden en de brede
kennis en ervaring van de zittende leden, achtte de Raad
van Commissarissen verdere opleiding niet opportuun in
2005. Nieuwe leden van de Raad krijgen een op maat
gesneden introductieprogramma.
Aan onze aandeelhouders
De Raad van Commissarissen heeft de in dit jaarverslag
opgenomen en door de Directie over het boekjaar 2005
opgestelde jaarrekening met toelichtingen beoordeeld
conform artikel 27, paragraaf 2 van de statuten.
De jaarrekening 2005 is gecontroleerd en van een
goedkeurende accountantsverklaring voorzien door
PricewaterhouseCoopers Accountants NV, de externe
accountant van de Vennootschap. De verklaring is
opgenomen in de Overige Gegevens bij de jaarrekening
2005 op pagina 136. De Raad van Commissarissen
stelt voor aan de Jaarlijkse Algemene Vergadering van
Aandeelhouders om de jaarrekening 2005, conform het
voorstel van de Directie, vast te stellen.
Dit jaarrapport bevat een uitgebreider verslag van de
toezicht- en adviestaken zoals uitgevoerd door de Raad van
Commissarissen. De Raad van Commissarissen onderschrijft
alle uitgangspunten en best practice bepalingen en zal
15
 verduidelijken wanneer en waarom van de Nederlandse
Code wordt afgeweken. Afwijkingen van de Code worden
toegelicht in het hoofdstuk over Corporate Governance
in dit jaarverslag. De Raad van Commissarissen heeft
ook aanzienlijke inspanningen geleverd om processen en
procedures aangaande de Jaarlijkse Algemene Vergadering
van Aandeelhouders te verbeteren en zal daarmee in de
komende jaren doorgaan.
Activiteiten van de Raad
In het verslagjaar kwam de Raad van Commissarissen
achtmaal bijeen met de Directie volgens een vast
vergaderschema. De vergaderingen werden goed bezocht.
Met één uitzondering werden alle vergaderingen gehouden
ten kantore van Van der Moolen in Nederland.
De Raad vergaderde tweemaal buiten aanwezigheid van
de Directie. Onderwerp van deze vergaderingen was het
functioneren en de beloning van de leden van de Directie,
het functioneren van de Directie en de relatie van de Raad
met de Directie, alsook de evaluatie van het functioneren van
de Raad en het functioneren en de beloning van individuele
leden van de Raad en de Committees, en de hieruit te
trekken conclusies.
Buiten de regulier geplande vergaderingen was er
regelmatig contact tussen individuele leden van de Raad
van Commissarissen en de Directie. Met name de Voorzitter
van de Raad van Commissarissen had regelmatig contact
met de Voorzitter van de Directie. Bevindingen van de
externe accountants werden besproken in één vergadering
buiten aanwezigheid van de Directie. Twee vergaderingen
vonden plaats in aanwezigheid van de Directie en de externe
accountant.
De belangrijkste onderwerpen op de vergaderingen
van de Raad van Commissarissen waren de strategie
van de onderneming en de acquisitie van Curvalue,
financiële resultaten, risicomanagement, de overgang
naar verslaglegging volgens IFRS, Sarbanes-Oxley
("SOX") en corporate governance. Regelmatig
terugkerende agendapunten betroffen de financiële en
operationele prestaties, de gang van zaken bij de diverse
bedrijfsonderdelen van Van der Moolen, budgetten en het
kostenreductieprogramma en de controlesystemen.
De Raad van Commissarissen sprak diepgaand over de
16
bedrijfsstrategie en de ontwikkelingen in de financiële
markten. Begin 2005 bracht een extern adviesbureau
in opdracht van Van der Moolen de positie van het
bedrijf in kaart ten opzichte van vergelijkbare bedrijven
en de wereldmarkt en werden alle strategische
mogelijkheden verkend. Met de Directie besprak de
Raad van Commissarissen dit strategische profiel en de
mogelijkheden die het meeste zouden kunnen bijdragen
aan een versterking van de positie van Van der Moolen in
de huidige marktomgeving. In het kader van de bepaling
van de bedrijfsstrategie werd ook een bezoek gebracht
aan VDM Specialists in de Verenigde Staten. De Raad
van Commissarissen was het eens met de Directie dat de
acquisitie van Curvalue een uitstekende mogelijkheid tot
groei is die past binnen het profiel.
Vergaderingen gingen vooraf aan de publicatie van
kwartaal-, halfjaar- en jaarcijfers. Voorafgaande aan de
vergaderingen adviseerde het Audit Committee de Raad
van Commissarissen over de financiële resultaten. De
internal auditor, de externe accountants, evenals de Directie,
verschaften de Raad van Commissarissen de vereiste
informatie om te komen tot een helder inzicht in de risico’s,
de resultaten en het vermogen. Speciale aandacht werd
besteed aan de International Financial Reporting Standards
en de invloed daarvan op de financiële verslaglegging van
Van der Moolen.
In de loop van 2005 werden aanzienlijke inspanningen
geleverd tot verdere versterking van de interne risico- en
controlesystemen, met gebruikmaking van de structuur
van het COSO Rapport ‘Internal Control Integrated
Framework’. Het doel van deze systemen is een zo efficiënt
mogelijk management van de potentiële risico’s waaraan
de onderneming blootstaat. De componenten van het
interne controlesysteem volgens het COSO Rapport waren
belangrijke onderwerpen op de agenda van de Raad van
Commissarissen. De Directie en het Audit Committee
informeerden de Raad van Commissarissen regelmatig over
de ontwikkeling van het interne risicomanagement- en
controlesysteem van de onderneming. De onderneming nam
een internal auditor in dienst die in de loop van 2005 de
internal audit functie heeft opgezet. Bedrijfsbreed werd een
risico-inventarisatie uitgevoerd en werd als onderdeel hiervan
volgens de vereisten van Section 404 van Sarbanes-Oxley,
een anti-fraudeprogramma geïmplementeerd. De Raad van
Commissarissen sprak uitvoerig over de risico’s die horen bij
JAARVERSLAG 2005 VDM

de activiteiten van de onderneming en over het risicoprofiel
van de onderneming, met inbegrip van kredietrisico,
marktrisico, operationeel risico en compliance.
In het Corporate Governance hoofdstuk van de Directie
wordt verder ingegaan op de risicobeoordeling. Begin
2006 heeft de onderneming het Audit Committee
ingelicht over een significante tekortkoming in de interne
risicobeheersings- en controlesystemen. Dit is besproken met
de Directie en wij keuren de oplossingsgerichte maatregelen
die de Directie heeft voorgesteld goed.
Veel tijd werd besteed aan de vooruitgang wat betreft
het voldoen aan de bepalingen van de Sarbanes Oxley
wetgeving, en vooral sectie 404 daarvan. De Raad van
Commissarissen begeleidt en ondersteunt de Directie
bij zijn voortdurende inspanningen om zeker te stellen
dat de activiteiten en procedures van de onderneming
voldoen aan de eisen van goed ondernemingsbestuur en in
overeenstemming zijn met corporate governance bepalingen
onder Amerikaans recht, Nederlands recht en de regelgeving
van effectenbeurzen. De onderneming kwam tot een verdere
verbetering van de procedures en processen op het gebied
van compliance, inclusief een compliance-beleid voor het
gehele bedrijf dat begin 2006 werd geïmplementeerd. Een
meer gedetailleerde beschrijving van corporate governance is
opgenomen in dit jaarverslag vanaf pagina 27.
Committees van de Raad
van Commissarissen
De Raad van Commissarissen heeft een Audit Committee en
een Remuneration and Nominating Committee. Gegeven
het beperkte aantal leden van de Raad van Commissarissen
heeft Van der Moolen ervoor gekozen de committees voor
remuneratie en voor selectie en benoeming te combineren,
in afwijking van de Nederlandse Code zoals verder wordt
toegelicht in het hoofdstuk over Corporate Governance.
Alle leden van het Audit Committee en het Remuneration
and Nominating Committe zijn leden van de Raad van
Commissarissen. Geen van de leden van enig committee
heeft enig persoonlijk financieel belang bij enig besluit van
een committee en/of de Raad van Commissarissen.
Audit Committee
In overeenstemming met het reglement zoals vastgesteld
door de Raad van Commissarissen bestaat het Audit
B eri c h t va n de R aa d va n C o m m issarisse n
Committee uit tenminste twee leden die worden benoemd
door de Raad van Commissarissen uit zijn eigen leden. Het
huidige Audit Committee bestaat uit drie leden: de heer
Arentsen (voorzitter) en de heren De Marez Oyens en Prof.
Van den Brink. De leden hebben de noodzakelijke ervaring,
financiële kennis en onafhankelijkheid om toe te zien op
de bedrijfsactiviteiten, de financiële verslaglegging en het
risicoprofiel, zowel ieder afzonderlijk als gezamenlijk. De
Raad van Commissarissen heeft vastgesteld dat de heer
Arentsen een onafhankelijk “financieel expert van het
Audit Committee” is in de betekenis van de Sarbanes-Oxley
wetgeving en de Nederlandse Corporate Governance Code.
De heer Arentsen is registeraccountant in Nederland en
bekleedde financiële, leidinggevende posities bij diverse
ondernemingen, het meest recent als Chief Financial Officer
en lid van de Directie van CSM NV.
Het Audit Committee kwam tien maal bijeen in 2005 in
aanwezigheid van leden van de Directie. De interne en
externe accountant namen deel aan zeven vergaderingen.
Het Committee vergaderde eenmaal buiten aanwezigheid
van de Directie in overeenstemming met de bepaling om
tenminste eenmaal per jaar te vergaderen met de externe
accountant buiten aanwezigheid van de leden van de
Directie.
De taak van het Audit Committee, zoals vastgelegd in
het reglement, is om de Raad van Commisarissen bij te
staan bij de uitoefening van zijn verantwoordelijkheden.
Het reglement is te vinden op de website van Van der
Moolen. Tijdens zijn vergaderingen besprak, beoordeelde
en adviseerde het Committee de Raad van Commissarissen
onder andere over de jaar-, halfjaar- en kwartaalcijfers,
het jaarverslag, de Form 20-F filing voor de SEC, het
rapport van de externe accountant, interne en externe
controleprocedures, risicomanagement en controle, het
anti-fraude programma, interne auditrapporten en het
functioneren, de onafhankelijkheid en de beloning van de
externe accountant. Bijzondere aandacht werd besteed
aan de invloed van de Sarbanes-Oxley wetgeving, specifiek
sectie 404. Van der Moolen blijft zich inzetten om Section
404 van Sarbanes-Oxley te implementeren.
Verdere onderwerpen die door het Committee werden
behandeld waren onder andere:
■ d
 e kwaliteit van die rapportages en daaraan gerelateerde
onderwerpen inzake de interne risicobeheersing- en
controlesystemen;
17
 ■ h
 et toezicht op de compliance met betrekking tot
relevante wet- en regelgeving en de werking van de
gedragscodes;
■ de klokkenluiderregeling;
■ h
 et effect van de overgang naar International Financial
Reporting Standards;
■ d
 e financieringsstrategie en de continuering en
ontwikkeling van een structuur voor de preferente
financieringsaandelen, zodanig dat deze als vermogen
wordt gewaardeerd;
■ d
 ue diligence in verband met de acquisitie van Curvalue;
en
■ fiscale zaken.
De externe accountant PricewaterhouseCoopers
Accountants NV deed verslag over zijn onafhankelijkheid
in het Audit Committee. PricewaterhouseCoopers
Accountants NV heeft zijn relaties met Van der Moolen
onderzocht en heeft aan het Audit Committee bevestigd
dat deze relaties geen afbreuk hebben gedaan aan de
positie van PricewaterhouseCoopers Accountants NV
als onafhankelijke accountant van Van der Moolen.
Het Audit Committee onderzocht het functioneren en
de kwaliteitsstandaards van de externe accountant en
rapporteerde zijn bevindingen en aanbevelingen aan de
Raad van Commissarissen.
Op een speciaal daartoe georganiseerde bijeenkomst in
2005 werden de leden van het Audit Committee diepgaand
geïnformeerd over de nieuwe IFRS bepalingen, en de
gevolgen daarvan voor de financiële rapportage van de
onderneming.
Remuneration and
Nominating Committee
De taak van het Remuneration and Nominating Committee
is om de Raad van Commissarissen bij te staan bij de
vaststelling van de arbeidsvoorwaarden en de beloning van
de leden van de Directie en bij de selectie van kandidaten
voor enige positie in de Directie of de Raad van
Commissarissen. In die functie doet het voorstellen en geeft
het adviezen en aanbevelingen aan de Raad van
Commissarissen over het beloningsbeleid en over de
individuele beloning van leden van de Directie. Het
Committee bepaalt en evalueert ook criteria voor het
functioneren van de Raad van Commissarissen als geheel.
18
Het bepaalt de vergoedingen aan leden van de Raad van
Commissarissen en zijn Committees. Bovendien verricht het
Committee voorbereidende werkzaamheden ter identificatie
van mogelijke kandidaten van de Directie of de Raad van
Commissarissen, ter voordracht van benoeming door de
Algemene Vergadering van Aandeelhouders.
Het Remuneration and Nominating Committee bestaat uit
de heer Van den Broek (voorzitter) en Prof. Van den Brink.
Het Committee kwam in 2005 zesmaal bijeen, waarvan
driemaal in afwezigheid van de leden van de Directie.
De Voorzitter van de Directie werd uitgenodigd bij de
vergaderingen van het Committee ter bespreking van
relevante zaken zoals de samenstelling en de beloning van
de Directie.
De volgende onderwerpen werden onder andere
behandeld:
■ d
 e gewenste structuur en het gewenste niveau van
honorering van leden van de Directie;
■ d
 e voorgestelde benoeming van Richard den Drijver
(directievoorzitter van Curvalue) als een nieuw lid van de
Directie;
■ d
 e voorgestelde herbenoeming van de heren Van den
Brink en De Marez Oyens als leden van de Raad van
Commissarissen; en
■ z
 aken met betrekking tot de lange termijn opvolging, de
beoordeling van de gewenste omvang en samenstelling
van de Raad van Commissarissen en de Directie en de
beoordeling van het functioneren van de individuele
leden daarvan.
De Raad van Commissarissen en het Remuneration and
Nominating Committee bespraken het onderwerp van
de opvolging van de Voorzitter, de heer Böttcher, van
de Directie. Na een lidmaatschap van negen jaar van de
Directie, waarvan vier jaar als voorzitter van de Directie,
zal de heer Böttcher met ingang van september 2006 met
pensioen gaan. De samenstelling van de huidige Directie
en de expertisegebieden van de leden werden in detail
beschouwd. Het profiel van de volgende voorzitter van
de Directie werd zorgvuldig vastgesteld teneinde tot een
evenwichtige samenstelling van de Directie te komen.
Voor begeleiding en advies werd het Remuneration and
Nominating Committee hiertoe bijgestaan door een extern
internationaal bureau voor executive search.
JAARVERSLAG 2005 VDM

Beloningsrapport
Inleiding
In overeenstemming met de statuten is de Raad van
Commissarissen als geheel verantwoordelijk voor
de beloning van de leden van de Directie en komt
de beloning overeen met het beloningsbeleid, zoals
vastgesteld door de Algemene Vergadering van
Aandeelhouders. Het beloningsbeleid van de Directie
werd in 2005 van kracht na vaststelling door de Jaarlijkse
Algemene Vergadering van Aandeelhouders op 6 april. Het
beleid betreft details met betrekking tot de beloning van
de Directie en wordt op de website van Van der Moolen
gepubliceerd onder Corporate Governance. Belangrijke
toekomstige wijzigingen in het beloningsbeleid worden ter
goedkeuring voorgelegd aan de Algemene Vergadering
van Aandeelhouders.
In het navolgende wordt in grote lijnen het belonings­
beleid voor 2006 en daarop volgende jaren beschreven.
Het beleid houdt rekening met de best practice
voorschriften van de Nederlandse Corporate Governance
Code. De Raad van Commissarissen beoogt geen materiële
wijzigingen in 2006 of latere jaren van de uitgangspunten
voor het huidige beloningsbeleid zoals hierna beschreven.
Beloning van de
Raad van Commissarissen
Ieder lid van de Raad van Commissarissen ontvangt
een jaarlijkse vergoeding en een additionele
tegemoetkoming voor elke bijeengeroepen en bezochte
Audit Committee en Remuneration and Nominating
Committee vergadering. De beloning van de leden
van De Raad van Commissarissen bevat geen variabel
of bonus component. De Raad van Commissarissen
heeft besloten om aan de Algemene Vergadering van
Aandeelhouders geen voorstel te doen tot wijziging van
de beloning van de Raad van Commissarissen in 2006.
Gedetailleerde informatie over het niveau en de structuur
van de beloning van individuele leden van de Raad van
Commissarissen conform artikel 383 van het Nederlandse
Burgerlijk Wetboek wordt gegeven in Toelichting 33 op de
geconsolideerde jaarrekening.
Beloning van de Directie
Het beloningsbeleid voor de Directie beloont leden van
B eri c h t va n de R aa d va n C o m m issarisse n
de Directie voor het feit dat zij in staat zijn een aantal
uitdagende doelstellingen te bereiken. Daartoe biedt Van
der Moolen een concurrerend basissalaris. Daarnaast ziet
de onderneming variabele beloning als een belangrijk
deel van het beloningspakket van leden van de Directie
en biedt de mogelijkheid om aanzienlijke beloningen te
realiseren wanneer de onderneming waarde creëert voor
zijn aandeelhouders.
Beloningscomponenten
De totale beloning van directieleden bestaat uit:
■ e
 en basissalaris;
■ b
 enefits; en
■ e
 en jaarlijkse bonus in contanten.
De belangrijkste elementen van de arbeidsovereenkomst
van ieder nieuw directielid worden bekend gemaakt,
waarbij het basissalaris, de variabele beloningscomponent
(structuur en bedrag), een eventuele ontslagregeling,
pensioenregelingen en prestatiecriteria worden
geopenbaard.
Basissalaris
Uitgangspunt voor het basissalaris is een honorering
vergelijkbaar met een referentiegroep van
beursgenoteerde ondernemingen die qua grootte en
complexiteit in grote lijnen overeenkomen met Van
der Moolen. Evaluatie en – indien van toepassing
– aanpassing vindt eenmaal per jaar plaats, met
inachtneming van persoonlijke prestaties, het resultaat
van het afgelopen jaar, persoonlijke ontwikkeling en
overeenstemming met het algemene beloningsbeleid in
de markt.
Benefits
Pensioen
Leden van de Directie nemen deel in een Nederlandse
pensioenvoorziening. De pensioenvoorziening
wordt geadministreerd door een pensioenfonds
dat onafhankelijk is van Van der Moolen. De
pensioenregelingen voor de leden van de Directie zijn
gebaseerd op het eindloonstelsel tot een maximum
jaarlijks pensioen van €136.135. Er zijn geen regelingen
voor vervroegde uittreding.
19
 Vergoedingen en beloning in natura
Directieleden hebben recht op vergoedingen en
beloningen in natura. De meeste van deze vergoedingen
en beloningen zijn conform algemene lokale gewoontes.
Van der Moolen verstrekt geen persoonlijke leningen of
garanties aan leden van de Directie.
Jaarlijkse bonus in contanten
Ieder lid van de Directie heeft recht op een variabele
bonus in relatie tot het bereiken van vooraf gestelde
doelstellingen die zowel de korte als de lange
termijn doelen van de onderneming bevorderen. De
doelstellingen en de prestatiecriteria zijn in belangrijke
mate afgestemd op het cyclische karakter van Van der
Moolen en op de prestatiebonussen die worden betaald
aan belangrijke personeelsleden van Van der Moolen,
zijnde de handelaren.
De doelstellingen worden aan het begin van ieder
jaar bepaald door het Remuneration and Nominating
Committee in overleg met de Directie en bevestigd
door Raad van Commissarissen. De bonus is gelimiteerd
tot maximaal 100% van het basissalaris. De externe
accountant is mede betrokken bij de vaststelling of aan de
prestatiecriteria is voldaan.
Het bonusprogramma voor leden van de Directie in
2005 is afhankelijk van het bereiken van kwantitatieve
prestatiecriteria. Deze zijn een weerslag van de financiële
parameters die de Raad van Commissarissen beschouwdt
als de meest kritische jaarlijkse meetpunten voor het
bereiken van de doelstellingen van de onderneming.
Daarnaast zijn kwalitatieve targets van toepassing.
Het bonusprogramma blijft onveranderd in 2006. De
prestatiecriteria zijn echter waar nodig aangepast in lijn
met de specifieke uitdagingen waarvoor de onderneming
in 2006 staat.
De bonus van de leden van de Directie is gerelateerd
aan een financiële doelstelling, een individueel bepaalde
niet-financiële doelstelling en een deel ter discretie aan de
Raad van Commissarissen. Leden van de Directie komen
alleen in aanmerking voor bonussen wanneer de financiële
doelstelling in relatie tot het jaarbudget is gehaald. In 2005
was deze doelstellling gebaseerd op opbrengstengroei en
rendement op het vermogen. In overeenstemming met dit
20
beleid zijn de financiële doelstellingen voor 2006 opnieuw
gerelateerd aan het budget. Wanneer deze doelstellingen
voor 2006 worden gehaald (gerelateerd aan 60% van
de totale bonussen) zijn individuele leden ook gerechtigd
tot hun 20% bonusdeel gerelateerd aan niet- financiële
doelstellingen. De toekenning van de resterende 20% is ter
discretie van de Raad van Commissarissen.
Als gevolg van de gedeeltelijke realisatie van één van de
financiële doelstellingen voor 2005 zijn de bonussen van
individuele leden van de Directie gereduceerd tot 90% van
de totale bonus.
De Raad van Commissarissen is bevoegd om, bij langdurige
afwezigheid van een directielid door ziekte, verlof of
afwezigheid, te beslissen dat een bonus in contanten niet
of slechts gedeeltelijk wordt toegekend. Of voldaan is
aan de kwantitatieve doelstelling wordt vastgesteld aan
het einde van het financiële jaar op basis van de door de
accountant goedgekeurde gegevens. Een gedetailleerde
beschrijving van de targets en voorwaarden wordt
gepubliceerd op de onze website. Van der Moolen
publiceert geen individuele prestatietargets voor leden van
de Directie.
Vertrekregelingen van
een lid van de Directie
Wanneer Van der Moolen de arbeidsovereenkomst
wil beëindigen en wanneer de beëindiging plaatsvindt
om andere dan ‘dringende’ redenen, houden Van der
Moolen en het directielid zich aan de regels van de
Nederlandse Code. In dat geval zal de vertrekregeling
voor de onderscheiden directieleden onder geen enkele
omstandigheid meer bedragen dan het equivalent van:
■ R
 .E. den Drijver 1) één jaar vast basissalaris
■ L
 .J. Pruis één jaar vast basissalaris
■ C
 .F. Rondeltap twee jaren basissalaris
De heer Böttcher is contractueel niet gerechtigd tot
een vaste vertrekregeling wanneer Van der Moolen het
contract opzegt.
1) De aanstelling van de heer R.E. den Drijver als lid van de Directie is
onderworpen aan besluitvorming daarover door de Jaarlijkse Algemene
Vergadering van Aandeelhouders van 5 april 2006.
JAARVERSLAG 2005 VDM
 B eri c h t va n de R aa d va n C o m m issarisse n

Prestatiecriteria 2005 van de Directie

De heer F.M.J. Böttcher Financiële doelstellingen

Opbrengstengroei 30% -
Rendement op vermogen 30% gehaald
Niet-financiële doelstellingen
Aquisities(s) in Europa 10% gehaald
Compliance met de Nederlandse Code 10% gehaald
Discretionair
Discretionair 20% -

De heer L.J. Pruis Financiële doelstellingen

Opbrengstengroei 20% -
Rendement op vermogen 40% gehaald
Niet-financiële doelstellingen
Succesvolle implementatie van IFRS 10% gehaald
Succesvolle implementatie van SOX 10% -
Discretionair
Discretionair 20% 10%

De heer C.F. Rondeltap Financiële doelstellingen

Opbrengstengroei 40% -
Rendement op vermogen 20% gehaald
Niet-financiële doelstellingen
Groei van nieuwe markten in Europa 10% -
Groei van activiteiten 10% gehaald
Discretionair
Discretionair 20% -

Een lid van de Directie dat zijn arbeidcontract opzegt is Het voorstel tot resultaatbestemming is opgenomen op
niet langer gerechtigd tot enige vorm van bonus. pagina 137 van dit rapport.

Beloning De Raad van Commissarissen spreekt graag zijn dank uit

Voor de preciese omvang en details van de beloningen
aan leden van de Directie wordt verwezen naar de
geconsolideerde jaarrekening (Toelichting 33).
Dividendvoorstel
aan de Directie en alle medewerkers van Van der Moolen
voor hun inzet en toewijding voor Van der Moolen en alle
daarbij betrokkenen in 2005, en wij verwelkomen van
harte alle nieuwe medewerkers die sinds de acquisitie van
Curvalue begin januari 2006 deel uitmaken van de Van
der Moolen groep.

Conform IAS 32 zijn dividenden op preferente

financieringsaandelen ten bedrage van €2,9 miljoen Amsterdam, 16 maart 2006
in mindering gebracht op het resultaat in 2005. Wij
adviseren de Algemene Vergadering van Aandeelhouders Raad van Commissarissen
in met het voorstel van de Directie tot uitkering van €5,6
miljoen als dividend op gewone aandelen, te betalen in Prof. dr. R.G.C. van den Brink, Voorzitter
contanten, of naar keuze in gewone aandelen. Voorts G.L. van den Broek, Vice-Voorzitter
ondersteunen wij het voorstel van de Directie om uit de J. Aalberts
nettowinst over 2005, beschikbaar voor houders van M. Arentsen
gewone aandelen, van €11,3 miljoen een bedrag van G.H. de Marez Oyens
€5,7 miljoen aan de ingehouden winst toe te voegen.

21
 Verslag van de Directie

Leden Curriculum Vitae

Fred M. J. Böttcher Voormalig directielid van de Amsterdamse vestiging
Chief Executive Officer van Barclays Bank International Ltd., Barclays Kol & Co NV en
de Friesch-Groningse Hypotheekbank NV. Tot oktober 1992
Leeftijd: 59
directievoorzitter van CVB bank NV. Van 1992 tot 1996
Directievoorzitter sinds: 2001 vice-voorzitter van de Directie van SNS Bank Nederland NV.
Lid van de Directie sinds: 1997 Lidmaatschap van Raden van Commissarissen: FBS Bankiers NV.
Afloop van huidige termijn: 2006

Leo J. Pruis Econoom en registeraccountant.

Chief Financial Officer Benoemd tot directielid op 6 april 2005.
Voormalig bestuurder van Eureko BV en Achmea Holding NV.
Leeftijd: 53
Directieposities bij Credit Lyonais Bank Nederland NV en Fortis
Lid van de Directie sinds: 2005 NV. Trad in dienst bij Van der Moolen op 3 januari 2005, CFO
Afloop van huidige termijn: 2009 sinds 1 maart 2005.
Lidmaatschap van Raden van Commissarissen: geen

Casper F. Rondeltap Benoemd tot directielid op 9 april 2003.

Directie lid Voormalig lid van het Management Committee van VDM
Specialists (sinds 2000). Was van 1983 tot 1997 actief als
Leeftijd: 50
hoekman (specialist) op Amsterdam Exchanges en van 1997 tot
Lid van de Directie sinds: 2003 2000 directeur Investor Relations bij Van der Moolen.
Afloop van huidige termijn: 2007 Lidmaatschap van Raden van Commissarissen: geen

Richard E. den Drijver Voorgedragen als directielid aan de Jaarlijkse Algemene

Voorgedragen als lid van de Directie Vergadering van Aandeelhouders op 5 april 2006.
Oprichter van Curvalue Financial Services Group en
Leeftijd: 44
directievoorzitter sinds 1991. Eerdere functies bij Euronext,
Fortis Clearing en ABN AMRO Bank.
Lidmaatschap van Raden van Commissarissen: geen

Samenstelling van de Directie
Leden van de Directie worden benoemd door de Algemene
Vergadering van Aandeelhouders op basis van een bindende
voordracht van de Raad van Commissarissen. Leden van de
Directie die zijn benoemd in 2004 of later worden benoemd
voor een maximum periode van vier jaar, waarna ze opnieuw
kunnen worden benoemd. Na een lidmaatschap van negen
jaar van de Directie, waarvan vier jaar als voorzitter van de
Directie, zal de heer Böttcher met ingang van september
2006 met pensioen gaan. De heer Böttcher trad toe tot de
Directie in 1997.
Gang van zaken
De ontwikkelingen in 2005 leken sterk op die in het
voorgaande jaar: 2005 startte met een aanzienlijke
volumegroei in de markten waarin wij actief zijn, waarna de
handelsomzetten en de volatiliteit terugvielen gedurende
de zomer. Eind september was er sprake van een vroeger
en sterker herstel dan in 2004, maar dat compenseerde
slechts een zwakkere marktontwikkeling in de eerste
maanden van het derde kwartaal. Het effect hiervan op
VDM Specialists werd versterkt door een verschuiving van
de handelsinteresse van beleggers naar andere dan onze
specialistfondsen gedurende het jaar.
Onder deze omstandigheden was het realiseren
van handelsresultaten opnieuw een forse uitdaging.
Met inventiviteit en inzet en gesteund door iets
betere marktcondities in Europa dan in de VS wisten
onze Europese handelaren de dalende trend in hun
handelsopbrengsten in de tweede helft van het jaar tot
staan te brengen. VDM Specialists is gehouden aan zijn
verantwoordelijkheden naar uitgevende instellingen en
aan de handelsregels op de NYSE, en heeft daardoor
onder minder gunstige marktomstandigheden beperkte
mogelijkheden om de handelsstrategie te wijzigen,

22 JAARVERSLAG 2005 VDM

 V erslag va n de Dire c t ie

OPBRENGSTEN EN BEDRIJFSRESULTAAT
(x € miljoen, IFRS) Opbrengsten Bedrijfsresultaat*
2005 2004 2005 2004
VDM Specialists 89,9 99,6 36,2 42,5
Effectenhandel Europa 22,4 23,1 1,2 1,0
Overige - 0,2 (8,4) (4,8)
Totaal 112,3 122,9 29,0 38,7

* Bedrijfsresultaat vóór overige baten en lasten, afschrijvingen immateriële activa, bijzondere waardeverminderingen en de kosten uit hoofde van de
NYSE/SEC schikking in 2004, exclusief beeïndigde activiteiten.

waardoor in 2005 de opbrengsten onder druk bleven
staan. Na een kostenreductie van €9,1 miljoen in 2003
en een reductie van €5,6 miljoen in 2004 werden de
kosten in 2005 verder met €6,2 miljoen teruggebracht,
vooral door vermindering van het aantal gehuurde lease
zetels en door vermindering van het aantal medewerkers
in New York. Nog steeds is dit onvoldoende om het
effect van ongunstige marktomstandigheden op onze
handelsopbrengsten te compenseren, dus blijven we
zoeken naar mogelijkheden van verdere kostenreductie.
Wij verwachten dat de introductie van het nieuwe
handelssysteem op de NYSE dergelijke mogelijkheden
zal creëren, evenals de veranderingen die wij einde 2005
hebben doorgevoerd in onze Europese bedrijfsstructuur.
OMZETONTWIKKELING BEURZEN
waarop Van der Moolen actief is, 2005 en 2004
2005 2004
Borsa Italiana ▲ 38% ▲ 2%
Deutsche Börse ▲ 26% ▲ 9%
Euronext ▲ 16% ▲ 14%
London Stock Exchange ▲ 19% ▲ 23%
New York Stock Exchange ▲ 22% ▲ 20%
SWX Swiss Exchange ▲ 27% ▲ 22%
bron: Diverse beurzen. Alleen data met betrekking tot aandelen en aan
aandelen gerelateerde producten, in lokale valuta.
Op al onze markten steeg de omzet in 2005 ten opzichte
van 2004. Hiermee zette het herstel sinds het dieptepunt
van de bear-markt einde 2002/begin 2003 zich voort,
versterkt door herschikking van beleggingsportefeuilles
in antwoord op stijgende grondstoffenprijzen, een
stijgende korte rente en herstel van de markten voor
fusies, overnames en nieuwe beursnoteringen. De
omzetstijging in de Europese markten werd versterkt
door stijgende beurskoersen, waardoor onze handelaren
de trend van dalende opbrengsten konden ombuigen,
ondanks de zwakke volatiliteit. Gedurende een groot deel
van het jaar ging de groei van handelsactiviteiten niet
gepaard met een stijgende volatiliteit, en vooral in het
derde kwartaal was de volatiliteit zwak. Volatiliteit is de
belangrijkste factor die onze opbrengsten bepaalt. Dat
prijsbewegingen de potentiële opbrengsten van iedere
afzonderlijke transactie bepalen ligt voor de hand, maar
ze creëren in belangrijke mate ook de mogelijkheid om
te handelen. Dus een lage volatiliteit beperkt zowel het
aantal mogelijkheden om te handelen (“participatie”)
als de marge die gemaakt kan worden wanneer de
handelsmogelijkheid zich voordoet (“realisatie”).
De terugkeer van een hogere volatiliteit in oktober
was daarom uiterst welkom, hoewel het niveau niet
het gehele kwartaal standhield. Over het gehele jaar
genomen was de volatiliteit in alle aandelenmarkten
waarin wij handelen laag.
ONTWIKKELING PRIJSBEWEGING INTRADAG
2005 versus 2004
AEX Index (Nederland) ▼ - 29.6%
CAC 40 Index (Frankrijk) ▼ - 21.3%
DAX Index (Duitsland) ▼ - 28.1%
FTSE 100 Index (V.K.) ▼ -15.3%
MIB Index (Italie) ▼ -5.1%
NYSE Composite Index (V.S.) ▼ -5.7%
Swiss Market Index ▼ - 23.3%
bron: Bloomberg
Sommige typen volatiliteit zijn gunstiger voor ons dan
andere. Plotselinge en heftige koersbewegingen op basis
van incidenten gaan meestal maar in één richting en
bieden onze handelaren weinig kans om te reageren.

23
 We doen er alleen ons voordeel mee wanneer de onze aandacht. De migratie naar International Financial
handelaren met hun posities toevallig aan de 'goede' kant Reporting Standards eiste grote inspanningen van onze
van de markt zitten wanneer dergelijk nieuws bekend administratieve staf en adviseurs. De implementatie van
wordt. Optimaal voor onze handelaren is het wanneer de interne controle procedures op basis van Sarbanes-
de prijsverschillen tussen de 'ticks' relatief groot zijn, in Oxley is en blijft een andere grote en kostbare operatie,
combinatie met een beduidende prijsbeweging in een maar één die naar onze inzichten ook vruchten afwerpt
bepaalde richting, maar op basis van een groot aantal voor de onderneming.
bewegingen binnen een marge in plaats van in één grote
beweging in één richting. Aanhoudende perioden van dat In New York werden grote systeemaanpassingen
type volatiliteit waren in de afgelopen jaren afwezig; de doorgevoerd, vonden personeelsmutaties plaats en
verbetering die zichtbaar werd in oktober kon dit slechts werden nieuwe handelsstrategieën ontwikkeld, teneinde
gedeeltelijk goedmaken. volledig te profiteren van het NYSE hybride handelsmodel
na introductie in 2006. We zijn tevreden met de snelheid
De obligatiehandel droeg door het jaar heen op een waarmee onze minderheidspartners in VDM Specialists
gezonde wijze bij aan het resultaat, mede door een deze uitdaging hebben volbracht en met de kwaliteit van
opmerkelijke volatiliteit van de obligatiekoersen en een de oplossingen die ze hebben gecreëerd. Wij zien het
toegenomen belangstelling van particuliere beleggers gebruik van deze systemen met vertrouwen tegemoet.
voor obligaties (de directe klanten van deze handelsgroep De nieuwe handelsstructuur wordt meer gedetailleerd
zijn weliswaar banken en brokers, maar wij ondersteunen besproken op pagina's 44 en 45.
deze partijen via de centrale markt in hun dienstverlening
aan particulieren). Een ander belangrijk project was de acquisitie van
Curvalue, die werd afgerond op 2 januari 2006. Met
Gedurende 2005 vroeg een aantal grote en voor de Curvalue zijn wij terug in de derivatenhandel en verbreden
toekomst van Van der Moolen belangrijke projecten wij onze activiteiten als broker voor institutionele partijen.

NYSE Composite Index: maandelijkse gemiddelde volatiliteit tot 9/2/2006

Gemiddelde van (hoogste dagkoers - laagste dagkoers) ÷ ½ (hoogste dagkoers + laagste dagkoers) (bron: Bloomberg)

3,50%
3,25%
3,00%
2,75%
2,50%
2,25%
2,00%
1,75%
1,50%
1,25%
1,00%
0,75%
0,50%
0,25%
0,00%
JAN - 2000

APR - 2000

JUL - 2000

OKT - 2000

JAN - 2001

APR - 2001

JUL - 2001

OKT - 2001

JAN - 2002

APR - 2002

JUL - 2002

OKT - 2002

JAN - 2003

APR - 2003

JUL - 2003

OKT - 2003

JAN - 2004

APR - 2004

JUL - 2004

OKT - 2004

JAN - 2005

APR - 2005

JUL - 2005

OKT - 2005

JAN - 2006

24 JAARVERSLAG 2005 VDM

 V erslag va n de Dire c t ie

Deze acquisitie is van grote strategische betekenis voor Clear Channel Outdoor Holdings
Van der Moolen, zoals wordt beschreven op pagina's 7 Compton Petroleum Corp.
tot en met 9 van dit rapport. DCP Midstream Partners
Diana Shipping
Eind 2005 werd een verandering ingezet van de structuur Double Hull Tankers
van onze Europese aandelenhandel, met het oog op Emergency Medical Services
kostenbesparingen en vooruitlopend op de integratie van Excel Maritime Carriers
Curvalue. Onze aandelenteams in Amsterdam en Keulen Fidelity National Title Group
waren voorheen onafhankelijke dochterbedrijven onder Harvest Energy Trust
de Holding, maar zijn sinds begin 2006 vestigingen van IAMGOLD Corp.
één juridische entiteit. Hierdoor zijn kostenbesparingen Ivanhoe Mines
mogelijk op bijvoorbeeld beurslidmaatschappen en K&F Industries
clearingdiensten. De obligatiehandel blijft een juridisch Masisa Sealy Corp.
zelfstandige entiteit. Newkirk Realty Trust
New Skies Satellite Holding
Was 2004 een jaar van inkrimpingen waarin we Pike Electric Corp.
onze financiële positie herstelden, in 2005 kwamen Provident Energy Trust
wij weer in normalere omstandigheden terecht: er kwam TreeHouse Foods
meer ruimte voor strategische planning en voor het doen Tronox
van investeringen die zo'n strategie kunnen realiseren. VeriFone Holdings
Wij zijn verheugd over de vooruitgang die we hebben Western Alliance Bancorp
geboekt en over de kansen die we hebben gecreëerd.
De nieuwe fondsen brachten ons specialistboek op 322
VDM Specialists gewone aandelen ultimo 2005, overeenkomend met
14,9% van het totaal aantal gewone aandelen en 11,7%
Het handelsvolume op de NYSE steeg in 2005 met 13% van de totale dollaromzet op de NYSE in 2005. Van de 21
tot 404 miljard aandelen en de omzet in dollars steeg bedrijven die Van der Moolen kozen als specialist waren er
met 22% tot $14,1 triljoen. Op 24 juni werd een nieuw drie afkomstig van de Nasdaq, 3 van de American Stock
record gevestigd van 3,12 miljard verhandelde aandelen Exchange, betrof er 1 een verzelfstandiging van een deel
binnen één dag. In 2005 had de NYSE een aandeel van van een bestaand specialistfonds en waren er 14 initiële
76,8% in het handelsvolume van aandelen genoteerd op beursintroducties.
de Big Board, tegenover 79,3% in 2004. In tegenstelling
tot Europa was de koersontwikkeling van aandelen in de De twintig belangrijkste fondsen van VDM Specialists
VS gedurende het jaar per saldo gematigd, waardoor de – een lijst die regelmatig verandert als gevolg van zich
meeste Amerikaanse indices het jaar 2005 eindigden op wijzigende beleggervoorkeuren – genereerden 40%
slechts enkele procentpunten meer dan begin 2005. van onze directe NYSE handelsopbrengsten in 2005. De
maximale bijdrage van één fonds in de totale opbrengsten
In 2005 nam de NYSE 90 nieuwe fondsen in de van VDM Specialists bedroeg 4,5%. VDM Specialists
notering (alleen gewone aandelen, geen closed-end handhaafde in 2005 onverkort haar risicobeleid: in 11%
beleggingsfondsen), tegenover 134 in 2004. Door 21 van alle fondsen die we handelden (inclusief preferente
van deze fondsen werd VDM Specialists gekozen om aandelen, obligaties etc.) werd het jaar afgesloten met
op te treden als specialist, overeenkomend met 23,3%, een verlies, uitkomend op een handelsverlies van totaal
waarmee een succesvol jaar wat betreft de marketing $2,6 miljoen en overeenkomend met een negatief effect
van nieuwe fondsen werd gerealiseerd. Wij bedanken alle van 3% op de directe handelsopbrengsten.
bedrijven waarvoor wij op de NYSE als specialist optreden
voor het in ons gestelde vertrouwen, in het bijzonder de
bedrijven die ons in 2005 kozen als hun NYSE-specialist.

25
 BELANGRIJKSTE FONDSEN IN 2005 NYSE 2005
begin 2004. Door de gerealiseerde kostenreducties in
VDM Specialists omzet (miljard $)
2004 werkte deze verbetering grotendeels direct door
Pfizer 186 in het resultaat. Einde 2005 reorganiseerden wij onze
Hewlett-Packard 77 Europese handelsactiviteiten in Amsterdam en Keulen
Guidant 68
van zelfstandige dochterbedrijven tot één in Amsterdam
Eli Lilly 56
gevestigde onderneming met diverse vestigingen,
Kerr McGee 55
Wyeth 50 waardoor de kostenstructuur verbetert en de integratie
Walt Disney 48 met Curvalue wordt vereenvoudigd. De reorganisatie in
Apache 47 Londen wordt afgerond in 2006.
Kohl’s 39
Pulte Homes 34 Door onze Europese handelaren werden de
HCA 33
handelsstrategieën in 2005 verder bijgesteld op
Harley-Davidson 30
Abercrombie & Fitch 29
basis van de ongunstige marktomstandigheden. De
Cendant 24 handelsopbrengsten in Londen en Keulen waren beter
Arch Coa 24 dan in Amsterdam, en arbitragehandel bleef een betere
International Paper 24 optie dan de traditionele handelsstrategieën. We
Starwood Hotels and Resorts 23 concentreerden ons in 2005 op de beurzen waarop we
Stryker 23
reeds actief waren en betraden geen nieuwe markten; wel
Danaher 20
intensiveerden we onze activiteiten in een aantal markten
Coach 20
waar we geen beurslid zijn maar indirect handelen via
Bron: NYSE
derden.

Veel aandacht ging in 2005 uit naar aanpassingen aan
de hybride marktstructuur waarheen de NYSE in de
loop van 2006 migreert (voor meer informatie over het
hybride model wordt verwezen naar pagina's 44 en 45
van dit rapport). Dit vereiste systeemontwikkeling om te
komen tot een 'intelligente' verbinding met het Direct+
systeem van de NYSE, naast de automatisering van een
groot aantal activiteiten. Onze specialists kunnen in de
toekomst gebruik maken van aanzienlijk meer technische
ondersteuning dan voorheen, waardoor ze simultaan
kunnen handelen met alle ordertypes, onafhankelijk van
of ze elektronisch of via brokers de vloer van de NYSE
bereiken. Veel van deze technologie is specifiek voor VDM
Specialists ontwikkeld; van deze kosten is een bedrag van
€1,1 miljoen geactiveerd en is verantwoord in onze balans
als een afschrijfbaar immaterieel actief.
Aandelenhandel Europa
In 2005 werden onze Europese handelsgroepen opnieuw
geconfronteerd met de druk op opbrengsten en marges
die hun activiteiten reeds een aantal jaren beïnvloeden.
Echter, door betere marktomstandigheden realiseerden
zij in het tweede halfjaar betere opbrengsten dan sinds
Door combinatie met de activiteiten van Curvalue
vindt in de loop van 2006 een verdere herstructurering
plaats van onze Europese activiteiten. Handelaren
zullen gebruik gaan maken van het zelf ontwikkelde
handelsplatform van Curvalue en zullen nieuwe
handelsstrategieën ontplooien op basis van de optiekennis
en de kwantitatieve analysemogelijkheden van Curvalue.
Omdat de meeste nieuwe handelsstrategieën zijn
gebaseerd op arbitrage verwachten we een verbetering
van de resultaten uit deze handel, ook wanneer de
ongunstige marktomstandigheden van de afgelopen jaren
voortduren. Integratie met Curvalue maakt ook verdere
kostenreducties mogelijk op bijvoorbeeld materiaal,
beurslidmaatschappen, clearingdiensten en kantoorruimte.
De schaalvergroting van onze Europese handelsactiviteiten
creëert een grotere opbrengstenbasis waardoor ook het
draagvlak voor deze kosten wordt vergroot.
Obligatiehandel Europa
De obligatiehandel boekte positieve resultaten in 2005
en we blijven zoeken naar wegen voor uitbreiding van
deze handel. In 2005 werd het aantal obligaties waarin
werd gehandeld vergroot en voegden we België en Italië

26 JAARVERSLAG 2005 VDM


toe als nieuwe markten. Deze activiteit blijft voorlopig
gestructureerd als een zelfstandig bedrijfsonderdeel en
neemt dus geen deel in de herstructurering van onze
Europese activiteiten. Eventuele kostenbesparingen door
integratie wegen niet op tegen mogelijke problemen op
het gebied van bijvoorbeeld clearing.
Corporate governance
Introductie
Van der Moolen is opgericht naar Nederlands recht als
een Naamloze Vennootschap en is statutair gevestigd in
Amsterdam. De gewone aandelen zijn genoteerd aan
Euronext Amsterdam; American Depositary Receipts
(ADR’s) op deze aandelen zijn genoteerd op de New
York Stock Exchange. Van der Moolen heeft een
two-tier bestuursmodel, bestaande uit een Raad van
Commissarissen die toezicht en controle uitoefent op de
Directie. De Directie is belast met het bestuur van Van
der Moolen Holding NV. Het is in het belang van Van der
Moolen en alle daarbij betrokken belanghebbenden dat
ieder bestuursorgaan zijn taken naar behoren uitvoert en
dat er een heldere scheiding van verantwoordelijkheden
bestaat tussen de Directie, de Raad van Commissarissen,
de Algemene Vergadering van Aandeelhouders en
de externe accountant in een goed functionerend
systeem van interne controle en rapportage. Beide
bestuursorganen hebben de verplichting om bij hun
taakuitoefening het belang van alle betrokkenen bij de
onderneming te behartigen.
Corporate Governance
in Nederland
In Nederland werden in 2004 nieuwe richtlijnen voor
corporate governance van kracht, de Code Tabaksblat,
thans bekend als de Nederlandse Corporate Governance
Code. Ondernemingen die vallen onder de Code zijn ver­
plicht om aan de principes en de best practices van de Code
te voldoen, of om uit te leggen waarom ze dat niet doen.
De leden van de Directie en de Raad van Commissarissen
hebben herbevestigd dat het voldoen aan de bepalingen
V erslag va n de Dire c t ie
Overige
Kosten die hieronder worden gerubriceerd zijn vooral
kosten voor administratie en beheer die niet direct kunnen
worden toegerekend aan specifieke bedrijfsonderdelen.
van corporate governance en transparantie van het
grootste belang is. De Code wordt gezien als basis
voor de voortdurende ontwikkeling van de huidige
corporate governance structuur van de onderneming.
Gegeven de internationale omgeving waarin de
onderneming opereert voldoet de onderneming
bovendien aan internationaal geaccepteerde normen,
hetgeen in het algemeen bijdraagt aan het vertrouwen
in de onderneming. Van der Moolen vertrouwt dat
de volledige beschrijving van de governance structuur
het vertrouwen van aandeelhouders en andere
belanghebbenden verder bevordert.
Corporate Governance
in de Verenigde Staten
Van der Moolen is als onderneming geregistreerd bij
de US Securities and Exchange Commission ("SEC").
Wij vallen daarom onder de Amerikaanse financiële
wetgeving, de corporate governance regels van de
New York Stock Exchange ("NYSE") en de voorschriften
van de Sarbanes-Oxley Act.
Wij voldoen aan de corporate governance regels zoals
van toepassing op buitenlandse uitgevende instellingen
met een notering op de NYSE. Als buitenlandse
uitgevende instelling met een ADR-listing op de NYSE
is het ons toegestaan om met betrekking tot de meeste
corporate governance onderwerpen de Nederlandse
praktijk te volgen in plaats van de regels die gelden voor
Amerikaanse uitgevende instellingen, op voorwaarde
dat wij iedere belangrijke manier bekend maken waarop
onze corporate governance praktijk afwijkt van de regels
die gelden voor Amerikaanse uitgevende instellingen
met betrekking tot de NYSE noteringvereisten.
27
 Corporate Governance Code
Van der Moolen vertrouwt dat, afhankelijk van de
goedkeuring door de Jaarlijkse Algemene Vergadering
van Aandeelhouders op 5 april 2006 van het voorstel
tot statutenwijziging, de onderneming opereert in
overeenstemming met de uitgangspunten en de best
practice bepalingen van de Nederlandse Code, met
uitzondering van een beperkt aantal punten. Dit zijn
overwegend onderwerpen waarop naar verwachting in
de loop van 2006 verdere veranderingen zullen worden
gerealiseerd. In kort bestek zijn de afwijkingen:
1. Aanstellingen van nieuwe leden van de Directie zullen
plaatsvinden in overeenstemming met de best practice
regels wat betreft de duur van het contract (II.1.1) en
de vertrekregeling (II.2.7). Bestaande arbeidscontracten
van directieleden die oorspronkelijk werden benoemd
voor onbepaalde tijd worden gecontinueerd,
ondanks de best practice bepaling die aanbeveelt
benoemingen te beperken tot een maximale termijn
van vier jaar. De heer Rondeltap en de heer Böttcher
werden benoemd als leden van de Directie voordat
de Nederlandse Code werd geïntroduceerd. De heer
Rondeltap heeft een aanstelling voor onbepaalde tijd,
maar wat betreft zijn vertrekregeling is de Nederlandse
Kantonrechtersformule van toepassing, met een
maximum bedrag van twee vaste jaarsalarissen. Ook de
heer Böttcher heeft een aanstelling voor onbepaalde
tijd, met de aantekening dat zijn contract in september
2006 eindigt wanneer hij met pensioen gaat.
2. De best practice bepalingen III.2.1, III.2.2 en III.2.3
stellen dat alle leden van de Raad van Commissarissen
onafhankelijk moeten zijn. ABN AMRO heeft Van der
Moolen een kredietlijn verstrekt van €15 miljoen en
trad op als adviseur bij de acquisitie van Curvalue. Prof.
Van den Brink is economisch adviseur macro-economie
bij ABN AMRO en voldoet daarom formeel niet aan
het onafhankelijkheidsprincipe. Van der Moolen is er
echter van overtuigd dat Prof. Van den Brink, omdat hij
niet betrokken is bij het besturen van ABN AMRO, kan
worden beschouwd als een onafhankelijk lid van de
Raad van Commissarissen.
3. Best practice bepaling III.5 schrijft voor dat de
onderneming afzonderlijke Committees van de Raad
van Commissarissen heeft voor remuneratie en voor
selectie en benoeming. Gegeven het beperkte aantal
28
leden van de Raad van Commissarissen, vertrouwt Van
der Moolen dat het gepast is om beide committees te
combineren tot één Remuneration and Nominating
Committee.
4. De best practice regels II.2.6 en III.7.3 bepalen dat de
Raad van Commissarissen regels opstelt voor leden
van de Directie en de Raad van Commissarissen
inzake het houden van of handelen in effecten anders
dan effecten uitgegeven door Van der Moolen. Van
der Moolen zal intern rapporteren over posities en
transacties in effecten van leden van de Directie.
De Raad van Commissarissen heeft hiertoe regels
opgesteld, die worden gepubliceerd op de website.
De Raad van Commissarissen voldoet volledig aan
de voorschriften. Van der Moolen houdt echter geen
register bij van aandelentransacties van leden van de
Raad van Commissarissen. Dit beleid is niet geheel in
overeenstemming met de Code.
5. Best practice bepaling IV.1 bepaaldt dat de Algemene
Vergadering van Aandeelhouders van de onderneming
een besluit kan nemen tot het ontnemen van het
bindende karakter aan een voordracht tot benoeming
van een bestuurder of commissaris en/of een
besluit tot ontslag of schorsing van een bestuurder
of commissaris bij volstrekte meerderheid van de
uitgebrachte stemmen. Volgens onze huidige Statuten
kan de algemene vergadering echter aan deze
voordracht steeds het bindend karakter ontnemen bij
een besluit, dat genomen wordt met een meerderheid
van ten minste twee derde van de uitgebrachte
stemmen, indien die meerderheid meer dan de helft
van het geplaatste kapitaal vertegenwoordigt. Van
der Moolen doet het voorstel aan de Algemene
Vergadering van Aandeelhouders op 5 april 2006, om
de Statuten aan te passen conform de best practice
bepaling IV.1.
6. Best practice bepaling IV.3.1 stelt dat
analistenbijeenkomsten, analistenpresentaties en
persconferenties vooraf worden aangekondigd via de
website van de vennootschap en persberichten. Van
der Moolen heeft de aankondigingen van de algemene
pers- en analistenbijeenkomsten op de website
gepubliceerd en heeft in de persberichten aan deze
bijeenkomsten gerefereerd. De onderneming zal de
communicatie verder optimaliseren door aankondiging
van de algemene pers- en analistenbijeenkomsten via
afzonderlijke persberichten en door verbetering van de
JAARVERSLAG 2005 VDM

mogelijkheden om de pers- en analistenbijeenkomsten
te volgen via web casting.
7. Volgens de Statuten kan de Directie bepalen dat
iedere persoon die op een door de Directie te bepalen
tijdstip, hierna te noemen: het “registratietijdstip”,
gerechtigd is de Algemene Vergadering van
Aandeelhouders bij te wonen, indien hij of zij als
zodanig is ingeschreven in een door de Directie
daartoe aangewezen register en de houder van het
register op verzoek van de desbetreffende gerechtigde
vóór de Algemene Vergadering van Aandeelhouders
schriftelijk aan de Vennootschap heeft kennis gegeven
dat de desbetreffende gerechtigde voornemens is
de Algemene Vergadering van Aandeelhouders bij
te wonen, ongeacht wie ten tijde van de Algemene
Vergadering van Aandeelhouders gerechtigde is als
hiervoor bedoeld. De Directie is voornemens deze
door de statuten toegekende bevoegdheid vanaf de
Algemene Vergadering van Aandeelhouders van Van
der Moolen in 2007 te gebruiken en zal onderzoeken
in hoeverre Van der Moolen elektronisch stemmen
mogelijk kan maken.
Algemene Vergadering
van Aandeelhouders
Jaarlijks, binnen zes maanden na het einde van het
boekjaar, wordt de Jaarlijkse Algemene Vergadering van
Aandeelhouders gehouden. Buitengewone Algemene
Vergaderingen van Aandeelhouders worden gehouden zo
vaak als nodig wordt geacht door de Directie of de Raad
van Commis­sarissen, of op verzoek van één of meer
aandeelhouders of andere personen die gerechtigd zijn
tot het bijwonen van de vergaderingen die gezamenlijk
tenminste 10% van het uitstaande aandelenkapitaal
vertegenwoordigen.
Algemene Vergaderingen van Aandeelhouders worden
gehouden in Amsterdam. De agenda bevat alle
onderwerpen die aan de orde moeten komen op de
vergadering, een en ander ter beslissing aan diegenen
die de vergadering samenroepen of om een vergadering
vragen. Eén of meer aandeelhouders die tenminste
1% van het geplaatste kapitaal vertegenwoordigen
of, op basis van de Officiële Prijsnotering van Euronext
Amsterdam, een waarde vertegenwoordigen van
tenminste €50 miljoen, mogen schriftelijk verzoeken,
C o r p o ra t e g o ver n a n c e
uiterlijk op de zestigste dag voorafgaande aan de dag van
de Algemene Vergadering, om bepaalde onderwerpen in
de agenda op te nemen. Op de Algemene Vergadering
van Aandeelhouders kan geen geldige besluitvorming
plaatsvinden over onderwerpen die niet zijn opgenomen
in de agenda van de Vergadering.
Overnamebeperking
Van der Moolen heeft aan de Stichting Van der Moolen
Holding het recht toegekend om een aantal preferente
aandelen te verkrijgen waarvan de totale nominale
waarde gelijk is aan de totale nominale waarde van
het totaal aantal uitstaande gewone aandelen en alle
categorieën uitstaande preferente financieringsaandelen
op het moment dat het optierecht wordt uitgeoefend. Het
optierecht is nader uitgewerkt in de optieovereenkomst
tussen Van der Moolen en de Stichting Van der
Moolen Holding, gedateerd 12 juli 2001. De uitgifte
van preferente aandelen zal plaatsvinden à pari tegen
betaling van een bedrag gelijk aan 25% van de totale
nominale waarde van de preferente aandelen die worden
uitgegeven. De optie die de Stichting heeft om preferente
aandelen te kunnen verwerven heeft mogelijk beperkende
effecten bij een eventuele overname. Door uitoefening
van de optie kan de Stichting Van der Moolen Holding
een meerderheid verwerven in de Algemene Vergadering
van Aandeelhouders. Deze maatregel kan bijvoorbeeld
worden ingezet wanneer de Stichting Van der Moolen
Holding het bij een voorgestelde overname van Van der
Moolen in het beste belang van de onderneming acht om
een verandering van zeggenschap over Van der Moolen
uit te stellen, op te schorten of te voorkomen.
De Raad van Commissarissen heeft het recht van
bindende voordracht voor de benoeming van leden van
de Directie en de Raad van Commissarissen. Bovendien
heeft de Raad van Commissarissen het recht om het
aantal leden te bepalen van de Directie en de Raad van
Commissarissen. Deze rechten worden soms gezien als
een mogelijke belemmering bij overname
Raad van Commissarissen
Algemeen
De algemene verantwoordelijkheid van de Raad van
Commissarissen is om toezicht te houden op het
door de Directie gevoerde beleid en op de algemene
29
 bedrijfsvoering binnen Van der Moolen en zijn
dochterondernemingen. De Raad van Commissarissen
staat de Directie tevens met advies ter zijde. Het toezicht
op de Directie omvat in ieder geval toezicht op (i) het
bereiken van de doelstellingen van Van der Moolen,
(ii) de bedrijfsstrategie en de risico’s samenhangend
met de activiteiten van het bedrijf, (iii) de structuur
en het functioneren van de interne risicobeheersings-
en controlesystemen, (iv) het proces van financiële
verslaglegging, en (v) het voldoen aan relevante wet- en
regelgeving.
De Raad van Commissarissen kwijt zich van zijn taken met
inachtneming van de belangen van Van der Moolen, de
activiteiten van de onderneming en alle partijen betrokken
bij Van der Moolen, waaronder aandeelhouders maar ook
andere belanghebbenden. De Raad van Commissarissen
is zelf verantwoordelijk voor de kwaliteit van zijn
functioneren.
Reglement van de Raad van Commissarissen
De Raad van Commissarissen is zodanig samengesteld
dat de leden in staat zijn om te handelen met de vereiste
objectiviteit en onafhankelijkheid ten opzichte van elkaar
en de Directie. Ieder lid van de Raad van Commissarissen
beschikt over de specifieke deskundigheid die nodig is
voor de vervulling van zijn taken, zoals omschreven in het
profiel van de Raad van Commissarissen dat onderdeel is
van het reglement van de Raad van Commissarissen. Het
profiel beoogt een evenwichtige combinatie van kennis
en ervaring van leden van de Raad van Commissarissen
op de volgende gebieden: (i) financiële verslaglegging
en accounting en interne risicobeheersings- en
controlesystemen, (ii) de strategie van het management
en de risico’s verbonden aan de activiteiten van Van
der Moolen, (iii) managementselectie, -advies en -
ontwikkeling; compliance, recht, en (iv) relaties met
aandeelhouders en werknemers.
Het reglement van de Raad van Commissarissen
van Van der Moolen wordt gepubliceerd op onze
website. Onderdeel van het reglement zijn de statuten
van de Committees waaraan de voltallige Raad van
Commissarissen, onder handhaving van zijn eigen
algemene verantwoordelijkheid, bepaalde taken heeft
gedelegeerd, zijnde het Audit Committee en het
Remuneration and Nominating Committee. Deze
Committees bereiden een aantal specifieke besluiten
30
van de Raad van Commissarissen voor. Zij worden
verondersteld om minimaal éénmaal per jaar te
vergaderen buiten afwezigheid van de Directie en
kunnen naar behoefte extern advies inwinnen. Het
reglement van de Committees wordt gepubliceerd op
onze website. Een verslag van de wijze waarop de Raad
van Commissarissen en zijn Committees hun taken in
2005 hebben uitgevoerd, het aantal vergaderingen van
de Committees en de belangrijkste onderwerpen die zijn
besproken is opgenomen in het Verslag van de Raad van
Commissarissen vanaf pagina 15 van dit rapport.
Belangenconflicten
Voor besluiten tot transacties die een materieel belang
vertegenwoordigen voor Van der Moolen en/of de
betreffende leden van de Raad van Commissarissen en
waarbij een belangenconflict kan bestaan tussen leden
van de Raad van Commissarissen en Van der Moolen is
goedkeuring vereist van de Raad van Commissarissen. In
2005 zijn geen belangenconflicten in deze zin gemeld.
Het reglement van de Raad van Commissarissen bevat
regels over hoe om te gaan met belangenconflicten
en potentiële belangenconflicten tussen leden van de
Directie, leden van de Raad van Commissarissen en
de externe accountant enerzijds en Van der Moolen
anderzijds.
Vrijwaring van leden van de Raad van
Commissarissen en de Directie
Aan de leden van de Directie en de Raad van
Commissarissen zullen worden vergoed (i) de kosten
verbonden aan het voeren van verdediging tegen
aanspraken tot vergoeding van schade wegens een
handelen of nalaten in de uitoefening van de functie en
(ii) elke schade waartoe zij veroordeeld worden te betalen.
De vennootschap vrijwaart hen tegen vermogensverlies
dat hiervan rechtstreeks het gevolg is. Een betrokkene
heeft geen aanspraak op vergoeding van kosten als
hiervoor bedoeld en op vrijwaring, indien en voorzover
door de Nederlandse rechter bij gewijsde is vastgesteld
dat het handelen of nalaten aangemerkt kan worden als
opzet, bewuste roekeloosheid of ernstig verwijtbaarheid.
Verder is een vrijwaring niet van toepassing voorzover
het vermogensverlies door een verzekering is gedekt en
het vermogensverlies door de verzekeraar is vergoed.
De vennootschap kan ten behoeve van de betrokkenen
verzekeringen tegen aansprakelijkheid afsluiten.
JAARVERSLAG 2005 VDM

Beloning van de Raad van Commissarissen
De beloning van leden van de Raad van Commissarissen
wordt goedgekeurd door de Algemene Vergadering van
Aandeelhouders. Het beloningsrapport in dit jaarverslag
bevat informatie over de omvang en de structuur van
de beloning van de individuele leden van de Raad van
Commissarissen. Van der Moolen verstrekt aan de leden
van de Raad van Commissarissen geen persoonlijke
leningen, garanties of vergelijkbare regelingen, anders
dan op basis van de normale gang van zaken en met
goedkeuring van de Raad van Commissarissen. Leningen
kunnen niet worden kwijtgescholden.
Geen van de leden van de Raad van Commissarissen
ontvangt als deel van zijn beloning aandelen en/of
aandelenopties of vergelijkbare rechten om aandelen in
Van der Moolen te verwerven. Voorzover deze aandelen
worden gehouden door een lid van de Raad van
Commissarissen mogen deze alleen worden gehouden
voor de lange termijn.
Directie
Algemeen
De Directie is verantwoordelijk voor de doelstellingen, de
strategie, het beleid en de resultaten van de onderneming,
alsmede voor het dagelijkse bestuur.
De Directie legt verantwoording af over de uitvoering
van zijn taken aan de Raad van Commissarissen en de
Algemene Vergadering van Aandeelhouders,
en verstrekt aan de Raad van Commissarissen tijdig
alle informatie die nodig is om zijn taken uit te voeren.
De Directie legt aan de Raad van Commissarissen ter
goedkeuring voor:
a) de operationele en financiële doelstellingen van de
onderneming;
b) de strategie waarmee wordt beoogd deze doelstellingen
te bereiken; en
c) de middelen die worden ingezet bij de realisatie van die
strategie, bijvoorbeeld in relatie tot veranderingen in
financiële ratio’s of aantallen medewerkers.
De Directie kwijt zich van zijn taken met inachtneming
van de belangen van Van der Moolen, de activiteiten
van de onderneming en alle partijen betrokken bij Van
der Moolen, waaronder aandeelhouders en andere
belanghebbenden.
C o r p o ra t e g o ver n a n c e
Directiereglement
De Directie heeft zijn procedures en de onderlinge
taakverdeling vastgelegd in het Directiereglement van
Van der Moolen, dat wordt gepubliceerd op onze website.
Belangenconflicten
Voor besluiten tot transacties die een materieel belang
vertegenwoordigen voor Van der Moolen en/of de
betreffende leden van de Directie en waarbij een
belangenconflict kan bestaan tussen leden van de Directie
en Van der Moolen is goedkeuring vereist van de Raad
van Commissarissen. In 2005 zijn geen belangenconflicten
in deze zin gemeld.
Beloning van Directieleden
De beloning van leden van de Directie wordt
uitgebreid beschreven in het Verslag van de Raad
van Commissarissen. De Raad van Commissarissen is
gehouden om iedere beloningsregeling van leden van
de Directie in de vorm van aandelen of rechten op het
verkrijgen van aandelen, alsook materiële veranderingen
in dergelijke regelingen, ter goedkeuring voor te leggen
aan de Algemene Vergadering van Aandeelhouders.
De belangrijkste elementen van de arbeidscontracten
van Directieleden zijn bekendgemaakt. Deze elementen
betreffen onder andere het vaste salaris, structuur en
omvang van de variabele component van hun beloning en
eventuele ontslagregelingen, pensioenvoorzieningen en
prestatiecriteria.
Accountant
De externe accountant wordt aangesteld door de
Algemene Vergadering van Aandeelhouders op voordracht
van de Raad van Commissarissen. De externe accountant
wordt uitgenodigd om de vergadering van de Raad van
Commissarissen bij te wonen waarin de jaarrekening
wordt goedgekeurd en wordt voorts uitgenodigd om
de Algemene Vergadering van Aandeelhouders waarin
de jaarrekening wordt vastgesteld bij te wonen, waar
door de Algemene Vergadering van Aandeelhouders
vragen kunnen worden gesteld over de verstrekte
accountantsverklaring bij de jaarrekening. Conform het
reglement van het Audit Committee is vooraf goedkeuring
nodig van het Audit Committee voor de honorering van
de externe accountant en voor de instructies aan de
externe accountant betreffende dienstverlening die geen
31
 betrekking heeft op de controle. De internal auditor werkt
onder verantwoordelijkheid van de Directie.
Intern risicobeheersings-
en controlesysteem
Wij, de Directie, zijn verantwoordelijk voor de opzet en het
toetsen van de werking van onze interne risicobeheersings-
en controlesystemen. Onze interne risicobeheersings- en
controlesystemen zijn ontworpen om significante risico’s te
identificeren en ons te assisteren in het beheersen van de
risico’s die ons kunnen hinderen in het bereiken van onze
doelstellingen. Deze systemen kunnen echter geen absolute
zekerheid bieden tegen materieel onjuiste voorstelling van
zaken, fraude of overtredingen van wet- en regelgeving.
Onze interne risicobeheersings- en controlesystemen zijn
ontworpen op basis van het Committee of Sponsoring
Organizations of the Treadway Commission (‘COSO’)
internal control framework. Ter naleving van de
aanbevelingen van de Monitoring Commissie Corporate
Governance Code maken we een onderscheid (waar nodig)
tussen risico’s met betrekking tot financiële verslaggeving
en overige risico’s (met betrekking tot bedrijfsvoering,
strategie en wet- en regelgeving).
Beheersingskader
Wij hanteren de volgende voornaamste beheersings­
maatregelen met betrekking tot ons beheersingskader:
■ implementatie van Van der Moolen Holding NV’s
Interne Richtlijnen voor Ethisch Gedrag en een
klokkenluiderregeling;
■ interne bevestigingen (‘letters of representation’)
welke jaarlijks ondertekend worden door ons senior
management waarin zij bevestigen dat voor hun aan­
dachtsgebied (i) een effectief systeem van interne contro­
les en maatregelen is onderhouden en (ii) de financiële
rapportage een getrouw beeld geeft van de financiële
positie, de operationele resultaten en de kasstromen;
■ e en internal audit functie;
■ m aandelijkse compliance bijeenkomsten;
■ t oezichtstaken van ons Audit Committee; en
■ ‘ business performance reviews’ uitgevoerd door
de Directie.
Risicobeoordeling
In 2005 hebben we een externe adviseur aangesteld
om ons te assisteren bij het tot stand brengen van de
32
belangrijkste elementen van een anti-fraude programma.
Er is een uitgebreid rapport opgesteld, en we zijn de
aanbevelingen aan het implementeren onder toezicht van
onze Raad van Commissarissen. Gedurende 2006 zullen
we dit anti-fraude programma verder implementeren en
de werking ervan toetsen. We hebben de risico’s waar we
aan bloot staan geanalyseerd, beoordeeld en gerangschikt
en we hebben ons beheersingskader over 2005
beoordeeld. De uitkomsten van deze risicobeoordeling en
analyse hebben we afgestemd met ons Audit Committee.
Onze huidige belangrijkste risico’s zijn samengevat in het
volgende hoofdstuk Risicomanagement en Control.
Beheersingsmaatregelen
Zoals toegelicht in ons jaarverslag over 2004 kunnen onze
interne risicobeheersings- en controlesystemen verbeterd
worden. In 2005 hebben we een raamwerk gedefinieerd
om effectieve interne beheersingsmaatregelen over
financiële verslaggeving te implementeren. De voortgang
van implementatie van dit raamwerk en significante
wijzigingen en verbeteringen worden op regelmatige
basis gerapporteerd aan en besproken met ons Audit
Committee. Ons Audit Committee rapporteert over
deze onderwerpen aan onze Raad van Commissarissen.
We bespreken periodiek de implementatie van het
voornoemde raamwerk en significante wijzigingen en
verbeteringen in interne beheersingsmaatregelen met
onze Raad van Commissarissen.
We zijn van mening dat we adequate stappen
ondernemen om onze interne risicobeheersings- en
controlesystemen te versterken. We hebben het grootste
deel van onze aan financiële verslaggeving gerelateerde
processen en de belangrijkste beheersingsmaatregelen
gedocumenteerd. We hebben geïnvesteerd in een
gestandaardiseerde boekhoudapplicatie voor onze
Europese entiteiten, een nieuwe boekhoudapplicatie
voor VDM Specialists en een geavanceerd consolidatie
systeem voor Van der Moolen Holding. Wij
beoordelen en verbeteren doorlopend onze interne
beheersingsmaatregelen over financiële verslaggeving met
het oog op de aankomende vereisten onder Sectie 404
van de Sarbanes-Oxley Wet en gerelateerde regelgeving.
We hebben nog niet een beoordeling uitgevoerd van de
effectiviteit van onze interne beheersingsmaatregelen
over financiële verslaggeving gezien het uitstel van de
SEC voor ‘foreign private issuers’. We hebben nuttig
JAARVERSLAG 2005 VDM

gebruik gemaakt van dit uitstel tot 31 december 2006 en
hebben de extra tijd gebruikt om ons beheersingskader
verder te versterken. Verder hebben we geïnvesteerd in
software ter ondersteuning van de onderneming bij de
documentatie ten behoeve van de verklaring bij onze
interne risicobeheersings- en controlesystemen.
Informatie en communicatie
We hebben een aantal belangrijke procedures en
maatregelen met betrekking tot informatie en
communicatie. De meest significante zijn:
■ D agelijkse rapportage over operationele
handelsresultaten en posities;
■ M aand- en kwartaalrapportage over operationele
risico’s;
■ F inanciële verslaggeving op maand-, kwartaal- en
jaarbasis;
■ G edragscode en Klokkenluiderregeling inzake open en
heldere communicatie;
■ P resentatie van resultaten door de Directie aan
medewerkers op kwartaalbasis;
■ R egelmatige bijeenkomsten van de Directie en senior
management over financiële prestaties, realisatie
van operationele doelstellingen en reactie op
ontwikkelingen;
■ P ersbericht met betrekking tot financiële resultaten, op
kwartaalbasis;
■ P eriodieke bijeenkomsten met en rapportage aan
diverse toezichthoudende instanties; en
■ Interne procedures en regelgeving benaderbaar via ons
intranet en websites.
Bewaking
We hebben bewakingsprocessen die ons in staat
stellen om het bestaan en de werking van onze interne
risicobeheersings- en controlesystemen vast te stellen. De
belangrijkste zijn:
■ R egelmatige bijeenkomsten van de Directie en senior
management over financiële prestaties, realisatie
van operationele doelstellingen en reactie op
ontwikkelingen;
■ F inanciële planning bijeenkomsten van de Directie met
senior management op kwartaalbasis;
■ B eoordelingen door ons Disclosure Committee met
betrekking tot de tijdige beoordeling, openbaarmaking,
en evaluatie van periodieke (financiële) rapportage, en
met betrekking tot het onderhoud en evaluatie van
C o r p o ra t e g o ver n a n c e
disclosure controls en procedures, welke leiden tot
een advies aan onze Chief Executive Officer en Chief
Financial Officer; en
■ O
 nafhankelijk uitgevoerde internal audits die worden
gerapporteerd aan zowel de Directie als ons Audit
Committee. Aanbevelingen worden gevalideerd met
senior management en de opvolging daarvan wordt
bewaakt.
Evaluatie van interne beheersingsmaatregelen
Met betrekking tot de periode waar dit jaarverslag
betrekking op heeft hebben wij een tekortkoming
geïdentificeerd in onze interne risicobeheersings- en
controlesystemen welke mogelijkerwijs geclassificeerd
zou kunnen worden als ‘material weakness’ volgens de
Amerikaanse richtlijnen voor de accountantscontrole
('US GAAS').
Deze geïdentificeerde tekortkoming heeft betrekking
op een gebrek aan voldoende financiële beheersing van
onze Amerikaanse dochteronderneming VDM Specialists.
Hoewel we voortgang hebben geboekt in het verbeteren
van ons raamwerk van interne beheersingsmaatregelen
over financiële verslaggeving, hebben wij tekortkomingen
ondervonden tijdens de jaarafsluiting (bijvoorbeeld
de capaciteit van financiële medewerkers bij VDM
Specialists). Deze tekortkomingen kunnen beschouwd
worden als een indicatie van onvoldoende financiële
beheersing van VDM Specialists. In het geval dat deze
tekortkoming niet wordt opgelost zouden wij en onze
externe accountant dit mogelijk kunnen beschouwen een
‘material weakness’ volgens US GAAS. Op dit moment
hebben wij nog geen conclusie kunnen trekken omdat
we ons nog steeds in de implementatie-fase bevinden
van de Sectie 404 van de Sarbanes-Oxley wet. Deze
tekortkoming heeft geen materiele invloed op onze
jaarrekening gehad.
Oplossingsgerichte maatregelen (‘remedial actions’)
Wij hebben een aantal gerichte maatregelen genomen
om deze geïdentificeerde tekortkomingen op te lossen
en zullen onze Chief Financial Officer benoemen tot lid
van het Management Committee van VDM Specialists,
in de verwachting dat hij de benodigde acties zal
ondernemen om ons financiële toezicht te versterken.
Als onderdeel van onze maatregelen zullen we een
intensief trainingsprogramma opzetten om het financiële
33
 verslaggevingproces en de disclosure procedures van VDM
Specialists te verbeteren.
Verder zullen we een internal auditor toevoegen die
geplaatst wordt bij VDM Specialists en aangesteld wordt
door de Holding. Deze auditor zal rapporteren aan onze
group internal auditor. Tevens zullen wij directe toegang
realiseren tot de boekhouding van VDM Specialists.
We hebben aan het begin van 2006 een verbeterde
Group compliance policy geïmplementeerd, inclusief een
functionele rapportage lijn naar de Group compliance
officer, met als doel om onder meer de disclosure
procedures verder te versterken. Deze Group compliance
policy is gevalideerd door ons Audit Committee.
We hebben deze tekortkomingen met ons Audit
Committee en onze Raad van Commissarissen besproken
en hebben overeenstemming bereikt over de te nemen
maatregelen zoals hierboven beschreven.
In control statement
Het concept van interne risicobeheersings- en controle­
systemen zoals gebruikt in de nederlandse corporate
governance code wijkt significant af van de concepten
“disclosure controls en procedures” en “internal control
over financial reporting” onder de aangepaste US Securities
Exchange Act van 1934 en de gerelateerde SEC regelgeving.
Om te voldoen aan de Nederlandse corporate governance
Code, en in aanmerking genomen de aanbeveling van
de Monitoring Commissie Corporate Governance Code,
Risicomanagement en -controle
Van der Moolen loopt zowel algemene bedrijfsrisico’s als
specifieke risico’s gerelateerd aan onze activiteiten. Waar
mogelijk worden risico’s geëlimineerd. Noodzakelijke
risico’s worden nauwlettend gevolgd, beperkt en
gecontroleerd. Deze risico’s zijn:
■ m arktrisico, dat ontstaat door prijsverandering van
handelsposities;
■ v alutarisico, door effecten van koersveranderingen op
handelsposities en omdat veel van onze opbrengsten
en lange termijn balansposten luiden in uiteenlopende
valuta;
34
verklaren wij naar beste weten dat wij van mening zijn dat
onze interne risicobeheersings- en controlesystemen een
redelijke mate van zekerheid verschaffen dat:
■ O
 nze interne risicobeheersings- en controlesystemen
naar behoren hebben gewerkt gedurende 2005, met de
aan­tekening dat er gebieden zijn waar voornoemde
signi­ficante tekortkoming is geïdentificeerd waartoe ade­-
quate oplossingsgerichte maatregelen zijn genomen, en
■ E
 r geen indicaties zijn, in overweging nemende de
aandacht die gegeven wordt aan het versterken van
onze interne beheersingsmaatregelen over financiële
verslaggeving en disclosure controls en procedures, dat
onze interne risicobeheersings- en controlesystemen
gedurende 2006 niet naar behoren zullen werken.
We verwachten in de loop van 2006 te voldoen aan de
vereisten van Sarbanes-Oxley. We konden pas in januari
2006 starten met het toevoegen van de entiteiten van
Curvalue als onderdeel van onze interne risicobeheersing-
en controlesystemen. We streven er naar om de
beheersingsmaatregelen van Curvalue te evalueren
voor het einde van 2006, en om enige geïdentificeerde
tekortkomingen op te lossen. Om dit doel te bereiken
hebben we additionele medewerkers aangesteld.
Van der Moolen richt zich op een beleid van het
voortdurend testen en verbeteren van haar interne
risicobeheersings- en controlesystemen, teneinde de
betrouwbaarheid en effectiviteit te optimaliseren, en
deze waar nodig aan te passen.
■ l iquiditeitsrisico,dat ontstaat wanneer
handelstransacties en/of opgelegde liquiditeitseisen
leiden tot korte termijn verplichtingen waarvoor de
financieringsmogelijkheden zouden kunnen ontbreken;
■ k rediet- en afwikkelingsrisico, in verband met het
mogelijk niet nakomen van verplichtingen door andere
handelspartijen, en
■ juridisch, compliance en operationeel risico, dat
zich op veel manieren kan manifesteren.
Krediet- en afwikkelingsrisico’s worden besproken in
toelichting 3.1 (d) van de geconsolideerde jaarrekening.
JAARVERSLAG 2005 VDM

Marktrisico
De verantwoordelijkheid voor de beheersing van het
marktrisico ligt primair bij het management van onze
dochterondernemingen. Op de NYSE, waar onze
verplichtingen als specialist met zich meebrengen dat op
elk moment van de handelsdag wordt gehandeld in een
omvang noodzakelijk voor handhaving van een eerlijke
en ordelijke markt, stellen we algemene risicoparameters
vast in overeenstemming met het risicobeleid van
Van der Moolen als groep. Bij VDM Specialists is het
risicomanagement in eerste lijn de verantwoordelijkheid
van medewerkers die tijdens handelsuren voortdurend
op de handelsvloer van de beurs aanwezig zijn. Op
basis van bestaande regelgeving worden de eindedag
handelsposities op de NYSE direct na sluiting van de
beurs doorgegeven aan het hoofdkantoor in Amsterdam.
Voor de Europese handelsbedrijven worden door de
centrale risicomanagementafdeling op het hoofdkantoor,
in overleg met het lokale management, meer specifieke
risicoparameters vastgesteld. Voor deze bedrijven
worden positielimieten gedefinieerd voor individuele
en geaggregeerde handelsposities, alsmede limieten
op specifieke karakteristieken van de handelsvoorraad,
bijvoorbeeld renterisico. Positiegegevens van deze
handelsgroepen worden direct doorgegeven aan het
hoofdkantoor, waar ze real-time door onafhankelijke
risicomanagers kunnen worden geanalyseerd. De Directie
wordt dagelijks geïnformeerd over het totaal van de
risicoposities.
Handelsdiscipline is de belangrijkste bescherming tegen
marktrisico. Omdat onze handelsgroepen hun posities in
het algemeen niet langer dan een paar uur aanhouden
wordt het risico van ongunstige prijsbewegingen beperkt.
In het bijzonder worden grote netto posities bij het
sluiten van de markt vermeden, ter beperking van het
risico dat nieuws zou leiden tot prijsbewegingen op een
moment dat handelaren daar niet op kunnen reageren.
Arbitrageposities kunnen voor een langere termijn worden
aangehouden, maar creëren op gesaldeerde basis geen
marktrisico. Wanneer lange termijn posities onvermijdelijk
zijn – vooral in weinig verhandelde aandelen – beperken
we onze posities zover als onze handelsverplichtingen dat
toelaten: hoe geringer de liquiditeit van een fonds, des te
beperkter onze bereidheid om risico te nemen. In Europa is
de handel in illiquide fondsen beperkt.
R isk Ma n age m e n t and Control
Posities in obligaties worden op langere termijn gehouden.
De risicoafdekking van deze posities is onvolledig, omdat
instrumenten voor risicoafdekking zelden volledig aansluiten
op het specifieke renterisico van de positie. Voor zover
mogelijk beperken en volgen we het resterende risico
na afdekking. Voorts bieden deze instrumenten geen
risicoafdekking voor wijziging van de kredietstatus van
bedrijven die obligaties uitgeven. Wij accepteren het risico
van circa zeshonderd op Euronext verhandelde Nederlandse
fondsen en een selecte groep van Franse, Belgische en
Italiaanse obligaties, en we beheersen het gerelateerde
risico door posities snel af te bouwen of door tegengestelde
posities in andere obligaties van dezelfde uitgevende
instelling aan te gaan. De posities zijn gelimiteerd met
betrekking tot individuele obligaties, uitgevende instellingen
en categorieën van uitgevende instellingen.
Met de acquisitie van Curvalue op 2 januari, 2006 hebben
wij ons risicomanagement en onze controlesystemen
uitgebreid tot alle activiteiten van Curvalue. Voorzover
Curvalue handelt voor eigen rekening zijn deze
technieken gelijk aan wat wij toepassen voor onze andere
handelsactiviteiten, hoewel het controleren van posities
in derivaten additionele aandacht vereist voor factoren
zoals implied volatility. Posities in derivaten worden zowel
theoretisch als marked-to-market geanalyseerd. Het korte
termijn risico dat ontstaat uit de activiteiten van Curvalue
als broker voor derden wordt separaat geanalyseerd, maar
in principe op basis van dezelfde technieken. De acquisitie
van Curvalue zal waarschijnlijk leiden tot een toename van
de Value at Risk (VAR).
In dagelijkse risicorapportages aan de Directie van de
Holding worden de omvang en de karakteristieken van
de posities geanalyseerd. Onderdeel van deze rapportages
zijn Value at Risk (VAR) analyses en stresstests, en analyses
van de winst-en-verliesrekening van zowel individuele
handelaren als handelsgroepen. Met behulp van VAR-
analyses wordt het grootst waarschijnlijke verlies berekend
dat onder ‘normale’ marktomstandigheden kan ontstaan,
terwijl in stresstests het risico wordt bepaald onder
verschillende crisisscenario’s. Beide analyses vereisen
veronderstellingen en projecties, waardoor de resultaten
niet kunnen worden beschouwd als objectief. Bijgaande
gegevens kunnen daarom slechts worden gezien als
een benadering van het maximale verlies dat we op
één dag zouden hebben kunnen lijden onder ‘normale’
35
 marktomstandigheden gedurende 2004 en 2005. Het
betrouwbaarheidsniveau geeft aan dat op 2,3% van de
handelsdagen het potentiële verlies groter had kunnen zijn
dan de genoemde bedragen.
Overnight VAR levels
(x € miljoen, betrouwbaarheidsniveau 97,7%) 2005 2004
hoogste 2,0 2,0
laagste 0,3 0,4
gemiddeld 1,2 1,2
De ontwikkeling van de Value at Risk in 2005 is vooral
het gevolg van marktomstandigheden, waardoor onze
handelsvoorraad zich ontwikkelde in de lijn met 2004.
Bij de berekening van correlaties en volatiliteit maken
we gebruik van een tijdshorizon van één dag en een
voortschrijdend gemiddelde van negentig dagen, hetgeen
korter is dan gebruikelijk bij veel andere bedrijven. Een
dergelijke tijdshorizon sluit aan bij onze handelspraktijk
en negentigdaagse gegevens vormen de beste
weerspiegeling van de marktomstandigheden in relatie
tot de eis van statistische significantie. Wij berekenen
VAR-waarden voor elke handelsgroep afzonderlijk en voor
onze totale positie. In de analyse wordt geen rekening
gehouden met correlaties tussen producten die slechts
een beperkte onderlinge relatie hebben (bijvoorbeeld
aandelen van verschillende uitgevende instellingen).
Wij beschouwen de VAR-methodiek als een geschikt
analyse-instrument voor onze activiteiten, in de
wetenschap dat een standaardmethodiek niet bestaat
en dat verschillende veronderstellingen tot aanzienlijke
verschillen in uitkomsten kunnen leiden. Gegeven het
belang van historische gegevens bij de analyse bestaat
er een risico dat marktgegevens uit het verleden een
onjuist beeld geven van toekomstige risico’s. Alle andere
VAR-methodes kennen deze beperkingen. Daarom
voeren we naast VAR-analyses ook stresstests uit, waarbij
de normale negentigdaagse correlaties en volatiliteit
worden vervangen door extremere schattingen. Omdat
stressscenario’s kunnen verschillen al naar gelang het
handelsgedrag en de financieringswijze van onze
handelsgroepen, ontwikkelen onze risicomanagers tests
voor de specifieke risico’s die wij identificeren. Wij zijn
ons bewust van de beperkingen van elke methode van
risicoberekening, maar gaan ervan uit dat door toevoeging
van stresstests aan onze VAR-analyses een betrouwbaar
36
beeld ontstaat van de ontwikkeling van onze dagelijkse
risicopositie. Ook de diversiteit van onze activiteiten
beperkt ons marktrisico. Met gemiddeld meer dan
100.000 transacties per dag, verspreid over een breed
scala van uitgevende instellingen, producten en markten in
diverse landen ontstaat een evenwicht in het risicoprofiel.
Valutarisico
De Groep is onderhevig aan diverse valutarisico’s:
■ het risico van koerswinsten en -verliezen op
monetaire activa en passiva luidende in valuta anders
dan de functionele valuta van het betreffende
bedrijfsonderdeel;
■ de invloed van koersfluctuaties op de omrekening
van de winst-en-verliesrekening en de balans van
bedrijfsonderdelen bij de samenstelling van de
geconsolideerde jaarrekening in euro’s; en
■ het risico volgend uit handelsposities luidende in valuta
anders dan de functionele valuta van de betreffende
handelsentiteit.
Ons beleid ten aanzien van valutarisico’s is gebaseerd op
de volgende uitgangspunten:
■ onze handelsgroepen handhaven hun beleid van directe
afdekking van valutarisico’s die ontstaan in het normale
handelsproces in hun functionele valuta;
■ waar mogelijk en economisch gewenst streven we naar
beperking van het effect van koersverschillen op onze
winst-en-verliesrekening;
■ w ij stemmen inkomende en uitgaande kasstromen in
de diverse valuta zoveel mogelijk onderling af, zodanig
dat translatie-effecten op onze liquiditeitspositie waar
mogelijk worden gemitigeerd; en
■ w aardeveranderingen als gevolg van omrekening naar
de presentatievaluta worden in beginsel niet afgedekt.
Juridisch, compliance
en operationeel risico
Deze categorie van risico’s betreft een breed spectrum
van gebeurtenissen, variërend van menselijke fouten van
medewerkers tot systeemuitval en brandrisico’s, bij onszelf
of bij partijen die diensten aan ons verlenen, inclusief de
beurzen waarop wij handelen. Deze risico’s kunnen niet
geheel worden uitgesloten. Ter beperking van deze risico’s
maken we gebruik van verzekeringen, back-up faciliteiten,
gedetailleerde procedures en voortdurende controle.
JAARVERSLAG 2005 VDM

Liquiditeitsrisico
Het liquiditeitsrisico betreft de mate waarin de Groep in
staat is zijn handelsposities en de door beursregulerende
partijen opgelegde liquiditeitseisen te financieren. Dit
risico wordt beperkt door de goede vermogensbasis van
de Groep in verhouding tot het vermogensbeslag van de
activiteiten en door het liquide karakter van de producten
Verantwoord ondernemerschap
Van der Moolen wil nadrukkelijk bijdragen aan de zorg
voor het milieu en betrokkenheid bij de gemeenschap
waarin het bedrijf opereert.
Wat betreft werknemersaangelegenheden is Van der
Moolen typisch een organisatie van gespecialiseerde
professionals. Onze werknemers hebben individuele
arbeidsovereenkomsten, en wij zijn gevestigd in jurisdicties
die gelijke arbeidskansen voorschrijven voor iedereen.
Gegeven de schaarste aan talent op ons werkterrein
zien wij geen mogelijkheid tot positieve discriminatie in
het belang van diversiteit. Onze opleidingsmethodiek
is vooral gebaseerd op mentorschap. Soms zijn wij
gedwongen tot personeelsreducties: wij doen dit binnen de
overeengekomen contractvoorwaarden en op basis van de
gangbare praktijk in de betreffende jurisdictie. Het lokale
management van elk bedrijfsonderdeel heeft de primaire
verantwoordelijkheid voor het beleid ten aanzien van
Financieel verslag
Onze jaarrekening is opgesteld op basis van International
Financial Reporting Standards (IFRS) zoals aanvaard door
de Europese Unie. Deze grondslagen zijn met ingang van
het boekjaar 2005 van toepassing op de geconsolideerde
jaarrekening. Als gevolg van de presentatie van
vergelijkende cijfers in de verstrekte financiele informatie,
is de overgangsdatum naar IFRS 1 januari 2004, zijnde
het begin van de periode waarover vergelijkende
cijfers worden verstrekt. De functionele valuta van
Van der Moolen Holding en het merendeel van haar
groepsmaatschappijen is de US dollar. De jaarrekening
wordt gepresenteerd in euro’s.De gegevens opgenomen
V era n t w o o r d o n d er n e m ers c h a p
waarin wordt gehandeld. Daarnaast beschikt de Groep
over financieringsfaciliteiten bij commerciële banken.
Door het jaar heen maken wij 12-maands cashflow
prognoses. De kasstroom en de vrije kasposities worden
dagelijks bepaald, met terugkoppeling naar de cashflow
prognoses waar nodig.
arbeidszaken, onder toezicht van de onderneming.
Wat betreft milieuverantwoordelijkheden is
openbaarmaking voor Van der Moolen weinig relevant.
Het gebruik van grondstoffen en de productie van afval
zijn in essentie beperkt tot kantoorartikelen. Onze facility
managers zien erop toe dat onze vestigingen handelen in
overeenstemming met de geldende milieuvoorschriften.
Onze relaties met klanten zijn uniek voor onze sector.
De relaties met uitgevende instellingen op de NYSE zijn
ogenschijnlijk normale klantrelaties, maar wij ontvangen
geen gelden van deze instellingen: op deze relaties is
gedetailleerde NYSE-regelgeving van toepassing. Tot
2006 waren onze enige ‘echte’ klanten de tegenpartijen
waarmee wij in obligaties handelen, maar met de acquisitie
van Curvalue hebben we ons klantenbestand uitgebreid. Al
onze klanten zijn professionele beleggers of bemiddelaars.
in de winst-en-verliesrekening, het overzicht van de totale
baten en lasten van de Groep en het kasstroomoverzicht
zijn - indien van toepassing - omgerekend op basis van
gemiddelde valutakoersen in het betreffende jaar. De
gegevens opgenomen in de balans zijn omgerekend
op basis van eindejaarsvalutakoersen. De gemiddelde
wisselkoers tussen de euro en de US dollar bleef
nagenoeg constant ten opzichte van 2004. Gedurende
het jaar versterkte de koers van de US dollar ten opzichte
van de euro: op 31 december 2004 bedroeg de euro/
dollar koers 1,3648 in vergelijking tot 1,1829 op 31
december 2005.
37
 Samenvatting
De winst beschikbaar voor gewone aandeelhouders
bedroeg in 2005 €11,3 miljoen, een daling van 8% ten
opzichte van de winst over 2004 van €12,3 miljoen. De
winst beschikbaar voor gewone aandeelhouders over
2004 is herrekend op basis van IFRS. Deze overgang
naar IFRS is in detail uiteengezet in toelichting 5 op de
geconsolideerde jaarrekening. De winst over 2005 is
inclusief de onderstaande materiële eenmalige posten:
■ D
 e verantwoording van een bijzondere
waardevermindering ten bedrage van €13,6 miljoen
met een negatief netto-effect van €5,4 miljoen op de
winst beschikbaar voor gewone aandeelhouders (na
belastingen en aandeel derden);
■ U ltimo december 2005 zijn er vier NYSE beurszetels
van de in totaal 10 in eigendom verkocht met een
boekwinst van €7,4 miljoen. Deze verkoop heeft een
positief effect op onze winst beschikbaar voor gewone
aandeelhouders van €3,4 miljoen (na belastingen en
aandeel derden). De verkoopopbrengst is in januari
2006 ontvangen en de hieruit voortkomende middelen
zullen worden aangewend ter financiering van onze
groei;
■ T en laste van het resultaat is een voorziening gevormd
van €3,1 miljoen voor de verwachte juridische kosten
in relatie tot een deel van de juridische procedures
van de Groep en de verwachte afwikkeling daarvan.
Deze voorziening heeft een negatief effect op de winst
beschikbaar voor gewone aandeelhouders van €1,5
miljoen (na belastingen en aandeel derden);
■ T en gunste van het resultaat is een bate verantwoord
van €1,1 miljoen uit hoofde van de uitkering van
reserves van de Vereniging Voor de Effectenhandel
en de Vereniging Voor de Optiehandel. Deze bate
heeft een positief effect op de winst beschikbaar voor
gewone aandeelhouders van €1,0 miljoen;
■ T en gunste van het resultaat is een valutawinst van
€2,6 miljoen verantwoord. De hier aan ten grondslag
liggende valutarisico's zijn in april 2005 gemitigeerd
door een valutatransactie. Samen met een aan het
valutarisico gerelateerde belastinglast van €0,9 miljoen,
heeft deze post de winst beschikbaar voor gewone
aandeelhouders over 2005 met €1,7 miljoen positief
beïnvloed; en
38
■ D
 everwerking van een bijzondere (non-cash)
belastingbate van €7,7 miljoen, waarvoor wordt
verwezen naar pagina 40 van dit verslag.
Exclusief de bovenstaande niet wederkerende
posten, bedraagt de winst beschikbaar voor gewone
aandeelhouders over 2005 €4,4 miljoen.
Resultaten
Opbrengsten
De opbrengsten bedroegen €112,3 miljoen in 2005,
een daling van 9% ten opzichte van de €122,9 miljoen
verantwoord in 2004.
De totale opbrengsten van VDM Specialists daalden in
2005 met €9,7 million, of 10%, ten opzichte van 2004. In
2005 realiseerden we 80% van onze totale opbrengsten
in de Verenigde Staten, in vergelijking tot 81% in 2004.
De opbrengsten uit Europese effectenhandel daalden met
€0,7 miljoen ten opzichte van het voorgaande jaar.
Overige baten en lasten – netto
De overige baten en lasten bedroegen in 2005 per saldo
€8,3 miljoen. In deze post is de gerealiseerde boekwinst
uit hoofde van de verkoop van de vier NYSE beurszetels
van €7,4 miljoen begrepen. De vier zetels zijn tegen een
gemiddelde prijs van $3.537.500 verkocht (€3,0 miljoen).
Voorts bevat deze post een €1,1 miljoen uitkering van
reserves van de Vereniging Voor de Effectenhandel
en de Vereniging Voor de Optiehandel, gedeeltelijk
gecompenseerd door een last van €0,2 miljoen uit
waardeverminderingen van inmiddels afgewikkelde
renteswaps.
Bedrijfslasten
De totale bedrijfslasten (inclusief afschrijvingen
immateriële vaste activa, bijzondere
waardeverminderingen vaste activa en de in 2004
verantwoorde last inzake de schikking met de NYSE/SEC)
stegen met 7% van €92,3 miljoen in 2004 tot €98,6
miljoen in 2005. Exclusief deze posten daalden de
bedrijfslasten met €0,9 miljoen, of 1%, van €84,2 miljoen
in 2004 naar €83,3 miljoen in 2005. De relevante factoren
die per saldo aan deze daling een bijdrage leverden zijn
onderstaand per kostensoort uiteengezet:
JAARVERSLAG 2005 VDM

■ D
 e beurs, clearing en transactiekosten daalden met
3% van €21,4 miljoen in 2004 naar €20,8 miljoen in
2005. Uitgedrukt in procenten van de omzet stegen
de beurs, clearing en transactiekosten van 17%
naar 19%. Deze relatieve stijging was voornamelijk
het gevolg van relatief lagere opbrengsten uit onze
handelstransacties.
■ D
 e vaste personeelskosten zijn in 2005 met €1,7
miljoen of 6% gedaald ten opzichte van 2004. Deze
daling wordt voornamelijk verklaard door een daling
van het gemiddelde aantal full-time equivalenten in
dienst van de Groep ten opzichte van 2004.
■ D
 e variabele personeelskosten zijn ten opzichte
van 2004 met €0,3 miljoen of 5% gestegen. Deze
stijging wordt veroorzaakt door veranderingen in de
relatieve bijdrage van de diverse van toepassing zijnde
bonusregelingen binnen de Groep.
■ D
 e huurkosten van beurszetels zijn €5,5 miljoen of
59% afgenomen ten opzichte van 2004. Deze daling
is gerelateerd aan het herafsluiten van jaarlijkse
huurovereenkomsten ultimo 2004 en gedurende het
eerste halfjaar van 2005 tegen lagere tarieven, welk
effect werd versterkt door een lichte daling van het
aantal gehuurde zetels.
■ D
 e bijzondere waardevermindering op NYSE
specialistfondsen van VDM Specialists bedraagt
€13,6 miljoen. De afwaardering is gebaseerd
op waarderingen uitgevoerd door externe
deskundigen. Dergelijke waarderingen worden
conform het groepsbeleid uitgevoerd in het vierde
kwartaal van ieder jaar. Het deel van de bijzondere
waardevermindering dat betrekking heeft op het
minderheidsbelang bedraagt €3,4 miljoen. In 2004
bedroeg de bijzondere waardevermindering op
specialistfondsen €3,1 miljoen en werd tevens een
bijzondere waardevermindering verantwoord op de
NYSE beurszetels van €2,2 miljoen.
■ D
 e overige bedrijfskosten bedragen €21,1 miljoen
in 2005, in vergelijking tot €14,3 miljoen in het
voorafgaande jaar; een stijging van 48%. Deze
toename wordt voornamelijk verklaard door de
stijging van adviseurskosten in vergelijking tot
2004, waaronder begrepen verwachte juridische
advieskosten van €1,8 miljoen in relatie tot juridische
procedures, de kosten verband houdend met de
implementatie van de Nederlandse Code in Nederland
en de Sarbanes Oxley wetgeving in de Verenigde
F I N A NC I E E L VERSLAG
Staten alsmede het IFRS conversie project. In 2005
is een voorziening van €1,3 miljoen gevormd ten
laste van het resultaat voor de verwachte uitkomst
van een deel van de diverse lopende rechtsgedingen
en procedures. Voorts is ten gunste van de overige
bedrijfskosten in 2004 een bate verantwoord van €2,4
miljoen volgend uit de vrijval van een voorziening op
een lening.
Bedrijfsresultaat
Het bedrijfsresultaat bedraagt €22,0 miljoen in 2005,
een daling van 28% ten opzichte van de €30,6 miljoen
verantwoord in 2004. Exclusief de overige baten en
lasten, afschrijvingen immateriële vaste activa, bijzondere
waardeverminderingen vaste activa en de in 2004
verantwoorde last inzake de schikking met de
NYSE/SEC) bedroeg het bedrijfsresultaat €29,0 miljoen
in 2005 in vergelijking met €38,7 miljoen in 2004;
een daling van 25%. Deze daling wordt voornamelijk
verklaard door de opbrengstendaling en de stijging van
de overige bedrijfskosten, welke slechts gedeeltelijk
worden gecompenseerd door een daling van de
overige kostencategorieën. De brutomarge berekend
als percentage van de opbrengsten exclusief de
voornoemde posten bedroeg 26% in 2005 ten
opzichte van 31% in 2004.
Financieringsresultaat
Als een gevolg van de toepassing van IAS 32 met ingang
van 1 januari 2005, wordt het dividend op preferente
financieringsaandelen en de interest vergoeding op het
minderheidskapitaal verantwoord als interestlasten.
In de vergelijkende cijfers over 2004 zijn deze
posten respectievelijk verwerkt als onderdeel van de
resultaatbestemming en als aandeel derden.
In 2005 is een bate uit hoofde van valutaverschillen
verantwoord van €2,6 miljoen ten opzichte van €0,7
miljoen in 2004. Het onderliggende koersrisico is in april
2005 gemitigeerd door middel van een valutatransactie.
De overige rentelasten gesaldeerd met rentebaten
en exclusief de interest over kapitaalrekeningen van
minderheidspartners bedroegen €8,3 miljoen in 2005
ten opzichte van €6,3 miljoen in het voorafgaande jaar.
Deze stijging wordt voornamelijk verklaard uit de stijging
van de US dollar variabele interestpercentages en de
39
 afwikkeling van de renteswaps in juni 2005. Een stijging
van €0,5 miljoen ten opzichte van 2004 is het gevolg van
de in april 2005 uitgevoerde valutatransactie.
Belastingen naar het resultaat
In 2005 is een belastingbate uit hoofde van voortgezette
bedrijfsactiviteiten verantwoord van €0,9 miljoen, leidend
tot een geconsolideerde effectieve belastingdruk van 9%
(bate) ten opzichte van 4% (last) in 2004. Beide jaren
zijn sterk beïnvloed door bijzondere belastingbaten. Het
gewogen gemiddelde belastingtarief over ons resultaat
voor belastingen uit voortgezette bedrijfsactiviteiten
bedroeg in 2005 48% ten opzichte van 39% in 2004. De
stijging van het gewogen gemiddelde belastingtarief ten
opzichte van 2004 is hoofdzakelijk veroorzaakt door een
wijziging in de winstgevendheid van groepsonderdelen
in de diverse belastingjurisdicties. Deze wijziging is vooral
het gevolg van de afbouw van de activiteiten van de
concern financieringsentiteit van de Groep. Het gewogen
gemiddelde belastingtarief van 48% in 2005 wordt
bepaald door de bijdrage van ons bedrijfsonderdeel in New
York aan het geconsolideerde resultaat voor belastingen.
Inclusief lokale belastingen bedraagt het belastingtarief
over inkomsten gegenereerd in New York circa 47%.
De onderstaande factoren hebben de vergelijking tussen
de effectieve belastingdruk en de gewogen gemiddelde
belastingdruk in belangrijke mate beïnvloed in 2005.
Verantwoording van een belastingbate in relatie
tot de afbouw van activiteiten van de concern
financieringsentiteit van de Groep
In 2004 zijn de activiteiten van de concern financierings­
entiteit, Van der Moolen International BV, gedeeltelijk
afgebouwd door middel van de conversie in eigen
vermogensinstrumenten van een aanzienlijk deel van de
intragroep leningen (verstrekt aan dochtermaatschappijen
van Van der Moolen). De intragroep leningen van
deze financieringsentiteit waren, onder andere, in
omvang afgenomen teneinde de rentelasten van deze
dochtermaatschappijen te verlagen en vooruitlopend op
het einde van het speciale fiscale regime van toepassing
zijnde op Van der Moolen International BV.
De Nederlandse belastingwetgeving en regels van
toepassing op dit speciale fiscale regime bevat geen
expliciete interpretatie over de wijze waarop zulke
40
conversies fiscaal dienen te worden behandeld. Door deze
onzekerheid, heeft de Groep in 2004 geen belastingbate
verantwoord verbonden aan deze leningconversies
gegeven het risico dat de belastingautoriteiten dit niet
zouden accepteren.
Op 17 december 2005 is de aanslag over 2003 van
Van der Moolen International BV opgelegd door de
belastingautoriteiten. In deze 2003 aanslag heeft Van der
Moolen International BV soortgelijke leningconversies
gerapporteerd. Als gevolg van de acceptatie door de
belastingautoriteiten van de in 2003 gevolgde fiscale
verantwoordingswijze, is het management van mening
dat het waarschijnlijk is dat de belastingbate volgend uit
de 2004 conversies kan worden gerealiseerd. Op basis van
deze beoordeling, is een niet wederkerende (non-cash)
belastingbate van €9,0 miljoen verantwoord in de winst-
en-verliesrekening over 2005. De effectieve belastingdruk
is door deze post met circa 86% positief beïnvloed.
Aanpassing van belastingtarieven gehanteerd
voor de berekening van de waarde van
latente belastingvorderingen uit hoofde van
compensable verliezen voor lokale belastingen
in de Verenigde Staten
In 2005 is een wijziging in de tariefstelling voor New
York State belastingen doorgevoerd. Als een gevolg
van deze wijziging is het belastingtarief gebruikt voor
de waardering van compensabele verliezen, welke hun
oorsprong vinden in 2003 en 2004, verlaagd. Dit leidt tot
een belastinglast van €0,8 miljoen welke is verantwoord
in de winst-en-verliesrekening over 2005. Voorts is
een last van €0,5 miljoen verantwoord als gevolg van
de verlenging van de ingeschatte periode waarover
de verliezen worden gecompenseerd. De effectieve
belastingdruk is door het totaal van deze posten met circa
12% negatief beïnvloed.
Niet langer opnemen van latente
belastingvorderingen
Op basis van een test op de realiseerbare waarde van
latente belastingvorderingen volgend uit fiscale verliezen
in 2005 is bepaald dat een latente belastingvordering
van €0,6 miljoen niet voldoet aan de criteria voor
verantwoording volgens de relevante verslaggevingsregels.
De effectieve belastingdruk is door deze post met circa
6% negatief beïnvloed.
JAARVERSLAG 2005 VDM

Niet-belastbare/aftrekbare baten en lasten
De effectieve belastingdruk in 2005 is sterk
beïnvloed door de niet-belastbare bate uit hoofde
van de liquidatieuitkering van de Vereniging Voor de
Effectenhandel en de verantwoording van het niet-
aftrekbare dividend op preferente financieringsaandelen
welke, in overeenstemming met IFRS, als rentelast is
verantwoord in de winst-en-verliesrekening vanaf
1 januari 2005. De effectieve belastingdruk is door het
totaal van niet-belastbare/aftrekbare baten en lasten met
circa 8% negatief beïnvloed.
Netto bijzondere belastingbate
verantwoord in 2004
De post belastingen naar het resultaat in 2004
omvat mede een belastingbate van €7,7 miljoen,
waarvan €0,4 miljoen verband houdt met beëindigde
bedrijfsactiviteiten. Deze belastingbate is inclusief een
eenmalige bate van €3,2 miljoen die het gevolg is van de
hierboven beschreven gedeeltelijke afwikkeling van de
financieringsactiviteiten van de financieringsentiteit van
de Groep. Het restant van €4,5 miljoen heeft eveneens
een eenmalig karakter. Het bedrag hangt voornamelijk
samen met de aanpassing van in voorgaande jaren
gepassiveerde bedragen als gevolg van definitief
opgelegde aanslagen door fiscale autoriteiten in de
jurisdicties waar de Groep actief is, herbeoordeling van
toepasselijke belastingtarieven en de inschatting van
resterende belastingverplichtingen door het management.
Aandeel derden
De daling van het aandeel van derden in het resultaat
ten opzichte van 2004 houdt verband met de daling
van het resultaat van VDM Specialists alsmede met de
verantwoording van een bijzondere waardevermindering
op de specialistfondsen in het vierde kwartaal 2005
welke voor €3,4 miljoen toerekenbaar is aan de
minderheidspartners (2004: €0,8 miljoen). Als gevolg van
een specifieke bepaling in het Operating Agreement van
VDM Specialists komt de boekwinst uit de verkoop van
de NYSE beurszetels in december 2005 grotendeels toe
aan Van der Moolen.
Winst per aandeel
De winst per gewoon aandeel berekend over het
gewogen gemiddeld aantal uitstaande gewone aandelen
gedurende het jaar en na aftrek van het dividend voor
Fi n a n c ieel verslag
preferente financieringsaandelen bedroeg €0,29 in
2005 tegenover €0,32 in 2004. De winst per aandeel uit
voortgezette bedrijfsactiviteiten bedroeg €0,29 in 2005 in
vergelijking met €0,38 in 2004, een daling van 23%.
Personeel
Ultimo 2004 bedroeg het totaal aantal medewerkers van
de Groep 282 (336 ultimo 2004). In Nederland nam het
aantal medewerkers af van 41 naar 40. Buiten Nederland
nam het aantal werknemers af van 295 tot 242. De daling
van het aantal medewerkers is grotendeels het gevolg
van de kostenreductiemaatregelen welke gedeeltelijk
werden gecompenseerd door eens stijging van het aantal
medewerkers op het gebied van compliance met wet- en
regelgeving zoals de Sarbanes Oxley wetgeving in de
Verenigde Staten. Het gemiddelde aantal medewerkers
berekend op basis van tijdsevenredige weging gedurende
het verslagjaar bedroeg 304, tegenover 361 in 2004.
Naast de hiervoor genoemde kostenreductiemaatregelen,
is deze daling te verklaren uit de sluiting van onze
optieactiviteiten in de Verenigde Staten ultimo 2004.
Het aantal medewerkers van de Groep is met ingang
van 2 januari 2006 gestegen met 122 als gevolg van de
acquisitie van Curvalue.
Kasstroom
De kasstroom uit operationele activiteiten bedroeg
€14,5 miljoen in 2005. Deze kasstroom bestond uit een
positieve operationele kasstroom van €34,1 miljoen,
gedeeltelijk gecompenseerd door een stijging van de
werkkapitaalbehoefte met €19,6 miljoen. Aan onze
handelsposities gerelateerd werkkapitaal steeg gedurende
het jaar met €40,4 miljoen als een gevolg van een stijging
van de netto afgewikkelde posities. Dit werkkapitaal
bestaat voornamelijk uit liquide posities in effecten van
onze obligatiehandel en VDM Specialists.
De kasstroom uit investeringsactiviteiten bedroeg €5,5
miljoen negatief en is voornamelijk gerelateerd aan de
verstrekking van de €5,0 miljoen lening aan Curvalue
in 2005 en investeringen door VDM Specialists in de
ontwikkeling van handelsoftware ten behoeve van het
Hybride systeem. De opbrengst uit hoofde van de verkoop
van vier van onze NYSE beurszetels in december 2005
ten bedrage van circa €12,0 miljoen, is in januari 2006
41
 ontvangen. Deze verkoop heeft derhalve onze 2005
kasstroom niet beïnvloed.
De negatieve kasstroom uit financieringsactiviteiten ten
bedrage van €44,3 miljoen volgt hoofdzakelijk uit de
aflossing van achtergestelde en langlopende leningen
en de betaling van een dividend in contanten op onze
gewone aandelen en preferente financieringsaandelen
van respectievelijk €3,2 miljoen en €2,9 miljoen. De totale
uitkering (gesaldeerd met kapitaalcontributies) aan de
(voormalige) minderheidspartners van VDM Specialists
bedroeg €10,2 miljoen in 2005.
Inclusief het effect van valutaverschillen en onder aftrek
van verschuldigde bedragen aan bankiers, daalden de
liquide middelen met €38,5 miljoen vergeleken met 31
december 2004.
Dividend en aantal
uitstaande aandelen
De Directie heeft voorgesteld om een dividend uit te
betalen aan houders van gewone aandelen van €0,13 in
contanten of naar keuze in gewone aandelen.
Het aantal uitstaande gewone aandelen ultimo boekjaar
bedroeg 39.343.292 (exclusief de 102.182 ingekochte
gewone aandelen). Als een gevolg van de acquisitie van
Curvalue in januari 2006 en de gedeeltelijke vereffening
van de acquisitieprijs in aandelen, is het aantal aandelen
dat stemgerechtigd is en gerechtigd is tot dividend
gestegen tot 43.146.804. Ultimo 2004 bedroeg het aantal
uitstaande gewone aandelen 38.419.282, waarvan er
102.182 waren ingekocht door de vennootschap. Exclusief
de ingekochte aandelen bedroeg het gemiddeld aantal
uitstaande gewone aandelen in 2005 en 2004 respec­
tievelijk 39.031.219 en 38.078.411. De stijging in
vergelijking met 2004 kan voornamelijk worden toege­
rekend aan het stockdividend uitgegeven in april 2005.
Naast gewone aandelen waren er ultimo 2005 tevens
251.000 preferente financieringsaandelen A en 391.304
preferente financieringsaandelen B uitgegeven en
geplaatst (onveranderd ten opzichte van 2004). Wij zijn
momenteel in heronderhandeling over de voorwaarden
van de financieringspreferente aandelen B waarvoor op
31 december 2005 het dividend opnieuw vastgesteld
42
diende te worden. De nieuwe dividendvoorwaarden zullen
met terugwerkende kracht met ingang van 1 januari 2006
worden toegepast. Voor nadere details zie Toelichting
35(c) van de geconsolideerde jaarrekening. In 2005 is een
totaal bedrag van €2,9 miljoen gereserveerd in relatie tot
het dividend op preferente financieringsaandelen.
Op de New York Stock Exchange zijn American Depositary
Receipts (ADR’s) genoteerd, die ieder één gewoon aandeel
Van der Moolen Holding vertegenwoordigen.
Balans
Onze balans is sterk beïnvloed door de toepassing van
IAS 32 en IAS 39 met ingang van 1 januari 2005. Deze
standaarden voor verslaggeving hebben betrekking op
de presentatie, toelichting en de opname en waardering
van financiële instrumenten. De verslaggeving voor
deze financiële instrumenten in de vergelijkende balans
van 31 december 2004 is gebaseerd op Dutch GAAP
in overeenstemming met de overgangsvrijstelling
opgenomen in IFRS 1.
Op 31 december 2005 was ons balanstotaal €731,3
miljoen, een stijging van 48% ten opzichte van het
balanstotaal van €493,1 miljoen op 31 december 2004.
Deze stijging is met name zichtbaar in de vlottende activa
en kortlopende schulden als een gevolg van de toepassing
van de salderingsregels van IAS 32 en de regels voor het
(niet langer) verantwoorden van financiële instrumenten
onder IAS 39. De appreciatie van de US dollar gedurende
de onderhavige periode heeft dit effect versterkt.
Het Groepsvermogen ten opzichte van het balanstotaal
daalde van 53% per 31 december 2004 naar
32% ultimo 2005, met name als gevolg van de
herclassificatie naar langlopende schulden van het
preferente financieringskapitaal en het kapitaal van
minderheidspartners met ingang van 1 januari 2005 als
een gevolg van de toepassing van IAS 32.
Het aansprakelijk vermogen, bestaande uit het
groeps­vermogen en het langlopende deel van de
achtergestelde leningen (inclusief preferent financierings­
kapitaal en kapitaal van minderheidspartners), steeg
van €378,0 miljoen ultimo 2004 naar €411,4 miljoen
gedurende 2005.
JAARVERSLAG 2005 VDM

Deze stijging is vooral het gevolg van de sterke appreciatie
van de US dollar, waardoor het eigen vermogen, het
aandeel derden en de achtergestelde leningen werden
beïnvloed. Deze valutakoerseffecten, tezamen met het
nettoresultaat en de reële waardestijging van de NYSE
beurszetels in eigendom, werd gedeeltelijk tenietgedaan
door aflossingen van achtergestelde leningen van
€16,3 miljoen, een €18,0 miljoen herclassificatie van
achtergestelde leningen naar kortlopende schulden, en
de uitbetaling van het dividend op gewone aandelen
van €3,2 miljoen in april 2005. Als percentage van het
balanstotaal, steeg het aansprakelijk vermogen van 77%
ultimo 2004 naar 56% ultimo 2005.
Liquide middelen
Als gevolg van de toepassing van salderingsregels
opgenomen in IAS 32, is het saldo liquide middelen
sterk gestegen. Een gelijksoortige stijging is
verantwoord in de post schulden aan bankiers, een
onderdeel van de kortlopende schulden. De stijging
vertegenwoordigt de bruto weergave van saldi van
bankrekeningen die zijn opgenomen in de overeenkomst
tot saldoverrekening met een commerciële bank. Deze
saldoverrekeningsovereenkomst voldoet niet aan de
salderingsvereisten onder IFRS. Per 31 december 2005,
stond een bedrag van circa €39 miljoen (2004: circa €31
miljoen) aan liquide middelen ter vrije beschikking van de
Groep (inclusief dispositie op effectenposities en overige
activa). Voorts beschikt de Groep per 31 december 2005
over een gecommitteerde kredietfaciliteit van €15 miljoen
met een looptijd tot in december 2006.
De niet vlottende liquide middelen betreft dat deel van de
liquide middelen van VDM Specialists dat aangehouden
wordt ten behoeve van de Net Liquid Asset (NLA)
requirement zoals opgelegd door de New York Stock
Exchange. De totale NLA requirement bedraagt $243,0
miljoen per 31 december 2005. Op basis van onze huidige
inschatting verwachten wij een reductie van de NLA
requirement van circa $90 miljoen in 2006.
NYSE beurszetels
Zoals hierboven reeds beschreven, heeft de Groep
in december 2005 vier van haar in totaal tien NYSE
beurszetels verkocht. De resterende zes zetels in
eigendom zijn per 31 december 2005 gewaardeerd
tegen de reële waarde van $3.550.000 (€3,0 miljoen) per
F I N A NC I E E L VERSLAG
zetel. De beurszetels zijn verantwoord onder financiële
activa beschikbaar voor verkoop. De reële waardestijging
van in totaal €10,7 miljoen is verantwoord via het eigen
vermogen (onder aftrek van latente belastingen) en het
kapitaal van minderheidspartners.
Lopende rechtsgedingen en
procedures
In relatie tot het onderzoek uitgevoerd door de NYSE/SEC
naar handelsactiviteiten van de specialists op de New York
Stock Exchange zijn Van der Moolen Holding NV, VDM
Specialists, hun bestuurders en (ex)medewerkers gedaagd
in diverse class actions en juridische procedures.
De NYSE stelt verder een onderzoek in naar stock lending
activiteiten van interdealer-brokers, gericht op transacties
met betrokkenheid van finders, inclusief transacties van
de afdeling stock loan van VDM Specialists.
In 2005 betaalde VDM Specialists een bedrag van €5,6
miljoen aan juridische advieskosten verband houdende
met de lopende rechtsgedingen en procedures.
Voor een nadere uiteenzetting hierover wordt verwezen
naar Toelichting 32 van de geconsolideerde jaarrekening.
De Directie spreekt graag haar dank uit aan alle
werknemers van Van der Moolen voor hun inspanningen
en enthousiasme gedurende 2005.
Amsterdam, 16 maart 2006
De Directie
Fred M.J. Böttcher, Voorzitter
Leo J. Pruis
Casper F. Rondeltap
43
 Het nieuwe marktmodel van de
New York Stock Exchange
Innovatie op de Big Board
In 2006 introduceert de NYSE zijn nieuwe hybride
handelsmodel. Dit betreft een majeure verandering van
de manier waarop ’s werelds grootste effectenbeurs
functioneert, met aanzienlijke gevolgen voor iedereen die
bij de beurs betrokken is, inclusief de specialistbedrijven
zoals VDM Specialists.
De veranderingen die leiden tot het hybride handelsmodel
zijn ogenschijnlijk eenvoudig. Een bestaand systeem
voor orderinvoer, Direct+, wordt zodanig veranderd
dat het elke omvang van orders accepteert en dat
meer ordertypen kunnen worden geplaatst dan sinds
de oorspronkelijke start van het systeem in 2001.
Orders die via dit systeem worden ingevoerd krijgen
als nieuw kenmerk dat ze automatisch worden
uitgevoerd tegenover de gepubliceerde beste bied- en
laatprijs. Gebruikers krijgen zo de keuze tussen directe
elektronische uitvoering van hun orders en een tragere
maar potentieel goedkopere zoektocht naar liquiditeit
op een betere prijs via het veilingmechanisme. De naam
spreekt voor zich: de essentie van het hybride marktmodel
is om de gebruikers een keuze te bieden.
De gevolgen van deze ogenschijnlijk kleine verandering
zijn aanzienlijk. In het huidige handelssysteem van de
NYSE is sprake van onderlinge interactie van alle orders,
geplaatst via brokers op de vloer of via SuperDOT. Alle
orders ontmoeten elkaar in de veiling op de beursvloer,
met tussenkomst van de specialist. In het hybride systeem
worden de Direct+orders alleen nog afgewikkeld tegen
de orders die zijn ingebracht en bekendgemaakt in het
‘publieke’ deel van de markt, dat wil zeggen tegen
alle andere Direct+orders, de quote van de specialist,
orders die via SuperDOT zijn ingebracht en orders die
de brokers op de vloer publiek hebben gemaakt door
ze in het handelssysteem in te brengen. Orders die
niet op deze wijze openbaar zijn gemaakt, zoals orders
waarmee de brokers op de vloer willen ‘werken’ en de
niet gepubliceerde handelsbelangstelling van de specialist,
44
kunnen niet worden afgehandeld tegenover de orders in
Direct+, tenzij en totdat deze orders elektronisch bekend
zijn gemaakt in het limietenboek.
Alleen orders die zijn ingebracht in het elektronische
handelssysteem zullen worden afgewikkeld tegen orders
in het Intermarket Trading System ("ITS"). Dat wil zeggen:
alleen NYSE orders ingevoerd in het volledig automatische
handelssysteem kunnen worden afgewikkeld tegen
orders op andere beurzen zoals Nasdaq, en dan alleen
wanneer deze beurzen vergelijkbare automatische
afwikkelingssystemen gebruiken. Dus als de beste
bied- en laatprijs op landelijk niveau National Best Bid or
Offer, ("NBBO") in het limietenboek van de NYSE staat
zullen orders op andere beurzen tegen die order worden
afgewikkeld. Maar wanneer een broker op de vloer of
de specialist bereid is tot prijsverbetering van NBBO,
maar daartoe geen order in het systeem heeft ingevoerd,
zullen orders van andere beurzen hiertegen niet worden
afgewikkeld. De handel via ITS kan daardoor aanzienlijk
versnellen. Een veel gehoord punt van kritiek op het ITS
– dat het de NYSE in staat stelt om de afwikkeling van
orders naar zich toe te halen die met opzet elders waren
geplaatst ter vermijding van de relatief trage handmatige
orderafwikkeling op de NYSE – is daarmee van tafel,
omdat de elektronische afwikkeling op de NYSE min of
meer even snel zal zijn als in iedere andere omgeving.
De precieze effecten van het hybride systeem zullen pas
duidelijk worden in het gebruik: de belangrijkste reden
om het systeem in te voeren was het bieden van een
keuze wat betreft transactiesnelheid aan gebruikers,
dus de effecten ervan hangen af van de keuzes die de
gebruikers zullen maken. Die keuzes worden mede
bepaald door de keuzes van anderen, inclusief de partijen
op de handelsvloer, in een proces van actie en reactie.
Op dag één zullen de gebruikers zich op een bepaalde
manier gedragen, waarop andere gebruikers en partijen
op de vloer zullen reageren, waardoor andere gebruikers
opnieuw hun gedrag veranderen, enzovoort. Daarom
zal de toekomstige manier van handelen op de NYSE
JAARVERSLAG 2005 VDM

vermoedelijk pas zichtbaar worden enkele weken nadat
het hybride systeem is ingevoerd. Tests met een beperkt
aantal fondsen geven een indicatie van wat er kan
worden verwacht, maar het beeld zal pas volledig zijn
wanneer alle gebruikers de kans hebben gekregen met
het hybride systeem te werken en om te bepalen welke
wijze van orderafhandeling het beste aansluit bij hun
behoeften.
Beslissende factoren zullen zijn:
■ h
 et deel van de orderstroom dat via Direct+ zal worden
aangeboden, en de aard van die orderstroom;
■ d
e mate waarin het ‘werken’ met grote orders via
Direct+ ten koste gaat van het volume via brokers op
de vloer;
■ d
e mate waarin via Direct+ orders worden afgewikkeld
van handelsplatforms die met de NYSE concurreren om
orderstromen; en
■ d
e omvang van en de wijze waarop de specialists
zullen handelen in Direct+.
Daarbij zal de handel niet in ieder fonds op dezelfde
manier worden beïnvloed door het hybride systeem.
Gebruikers zullen hun keuze van orderafwikkeling
ongetwijfeld laten afhangen van de liquiditeit van het
fonds en soortgelijke invloeden, en partijen op de vloer
zullen hun gedrag daar weer op afstemmen. Het aandeel
in het handelsvolume van Direct+ zal zeer waarschijnlijk
groter zijn voor meer liquide aandelen dan voor de minder
actief verhandelde fondsen; het aandeel zal vermoedelijk
ook groter zijn op actieve handelsdagen dan bij rustige
handel.
Een aantal gevolgen van het hybride systeem voor
de NYSE is echter vanaf het begin duidelijk geweest.
Partijen die hun orders plaatsen via Direct+ verliezen
de mogelijkheid van prijsverbetering: het limietenboek
is transparant voor alle gebruikers en biedt geen
mogelijkheid voor specialists om de prijs te verbeteren.
Daartegenover zijn ‘bestens’-orders in liquide fondsen
via Direct+ verzekerd van vrijwel directe uitvoering. Dit
element is vooral aantrekkelijk voor arbitrageanten, die
JAARVERSLAG
genoegen nemen met iets minder dan de beste prijs in
ruil voor de zekerheid dat ze de koersverschillen kunnen
realiseren waardoor hun handelstransacties worden
gemotiveerd. Snelheid is de enige zekerheid die ze in dit
verband kunnen krijgen. De administratieve last van de
‘clerks’ van de specialistbedrijven, die op dit moment elke
aandelentransactie op de NYSE handmatig verwerken
(behalve transacties via Direct+ in zijn huidige vorm),
wordt aanzienlijk beperkt. Onderdeel van het project
van de NYSE om een hybride markt te creëren was de
ontwikkeling van systemen voor geautomatiseerde
afhandeling van traditionele specialistfuncties, en
specialistbedrijven besteedden een belangrijk deel van het
jaar 2005 aan de ontwikkeling van eigen systemen om
maximaal van deze automatisering te kunnen profiteren.
De handel in een hybride systeem is een boeiend
vooruitzicht, maar vraagt zeker nog een aantal
aanpassingen van alle marktpartijen. VDM Specialists is al
ruim een jaar intensief bezig met de voorbereiding van de
start, en wij vertrouwen dat de systemen die wij hebben
ontwikkeld in aansluiting op het hybride systeem tot de
beste behoren op de vloer van de NYSE. Diverse tests
hebben tot op heden tot goede resultaten geleid, en wij
verwachten een succesvolle start, gelijke tred houdend
met de lange en bijzondere geschiedenis van innovatie
van de NYSE.
45
 Inhoudsopgave bij de jaarrekening
Geconsolideerde jaarrekening 48
Geconsolideerde balans 48
Geconsolideerde winst-en-verliesrekening 49
Geconsolideerd kasstroomoverzicht 50
Geconsolideerd overzicht van de totale baten en
lasten van de Groep 52
Toelichtingen op de geconsolideerde
jaarrekening 53
1 Algemene informatie 53
2 Overzicht van de belangrijkste grondslagen
voor financiële verslaggeving 53
2.1 Gehanteerde grondslagen voor financiële
verslaggeving 53
2.2 Grondslagen voor de consolidatie 54
2.3 Gesegmenteerde informatie 56
2.4 Valuta-omrekening 56
2.5 Immateriële activa 57
2.6 Materiële vaste activa 58
2.7 Bijzondere waardevermindering van materiële
vaste activa en immateriële activa 59
2.8 Latente belastingvorderingen en
-verplichtingen 60
2.9 Financiële activa 60
2.10 Bijzondere waardevermindering van
financiële activa 62
2.11 Hausse-positie effecten en
baisse-positie effecten 62
2.12 Geleende en uitgeleende effecten 63
2.13 Vorderingen op/schulden aan
clearingorganisaties en professionele partijen 64
2.14 Liquide middelen 64
2.15 Saldering van financiële instrumenten 64
2.16 Vaste activa aangehouden voor verkoop,
groepen van af te stoten balanselementen
en beëindigde activiteiten 64
2.17 Aandelenkapitaal en agioreserve 65
2.18 Leningen (opgenomen gelden) 65
2.19 Voorzieningen 66
2.20 Personeelsbeloningen 66
2.21 Opbrengstverantwoording 67
2.22 Lease-overeenkomsten 68
2.23 Belastingen naar het resultaat 68
2.24 Dividenduitkering 68
2.25 Winst per aandeel 68
46
2.26 Nieuwe verslaggevingsregels en
interpretaties van de IFRIC 69
3 Derivaten en financieel risicobeheer 69
4 Essentiële schattingen en beoordelingen 72
5 Reconciliatie met Dutch GAAP 73
6 Gesegmenteerde informatie 90
7 Immateriële activa 93
8 Materiële vaste activa 95
9 Latente belastingvorderingen
en verplichtingen 96
10 Financiële activa beschikbaar voor verkoop 98
11 Hausse-positie en baisse-positie effecten 98
12 Leningen 99
13 Overige vorderingen en overlopende activa 99
14 Liquide middelen 99
15 Aandelenkapitaal, agioreserve en ingekochte
eigen aandelen 100
16 Herwaarderingsreserve –
reële waarde­aanpassingen, reserve
koersverschillen en ingehouden winst 102
17 Aandelenoptieplan 102
18 Preferente financieringsaandelen 104
19 Aandeel derden (onderdeel groepsvermogen)
en kapitaal van minderheidspartners (vreemd
vermogen) 105
20 Achtergestelde leningen 105
21 Langlopende leningen 106
22 Kortlopende leningen 106
23 Voorzieningen 107
24 Overige schulden en overlopende passiva 107
25 Pensioen- en overige langlopende
beloningsregelingen 108
26 Overige baten en lasten - netto 111
27 Personeelskosten 111
28 Overige bedrijfskosten 111
29 Rentebaten en Overige financieringskosten 112
30 Belastingen naar het resultaat 112
31 Winst per aandeel 114
32 Niet uit de balans blijkende (voorwaardelijke)
verplichtingen 114
33 Transacties met verbonden partijen 119
34 Beëindigde bedrijfsactiviteiten 122
35 Gebeurtenissen na balansdatum 123
JAARVERSLAG 2005 VDM
 I n h o u d s o p gave bij de jaarreke n i n g

Statutaire jaarrekening 124

Vennootschappelijke balans 124
Vennootschappelijke winst-en-verliesrekening 125

Toelichtingen op de
statutaire jaarrekening 125
36 Overzicht van de belangrijkste grondslagen
voor financiële verslaggeving van de statutaire
jaarrekening 125
36.1 Algemeen 125
36.2 Gehanteerde grondslagen voor financiële
verslaggeving 125
36.3 Immateriële vaste activa 125
36.4 Financiële vaste activa 126
36.5 Stelselwijzigingen 126
37 Immateriële vaste activa 130
38 Materiële vaste activa 130
39 Financiële vaste activa 131
40 Leningen 131
41 Kapitaal en reserves toekomend aan de
aandeelhouders van de vennootschap, en
preferente financieringsaandelen 132
42 Aandelenoptieplan 135
43 Langlopende leningen 135
44 Overige baten en lasten na belastingen 135
45 Niet uit de balans blijkende
(voorwaardelijke) verplichtingen 135

Overige gegevens 136

46 Accountantsverklaring 136
47 Resultaatbestemming 137
48 Gebeurtenissen na balansdatum 138

47
 Geconsolideerde jaarrekening
Geconsolideerde balans

(x € miljoen) Toelichting* 2005 2004

Activa 31 december 31 december
Vaste activa
Goodwill 7 24,8 21,5
Overige immateriële activa 7 45,3 51,2
Materiële vaste activa 8 4,0 4,0
Latente belastingvorderingen 9 80,8 83,5
Pensioen- en overige langlopende beloningsregelingen 25 3,4 3,7
Financiële activa beschikbaar voor verkoop 10 18,0 9,8
Liquide middelen 14 188,5 178,0
364,8 351,7

Vlottende activa
Hausse-positie effecten 11 91,8 43,9
Vorderingen op clearingorganisaties en professionele partijen 127,6 39,9
Leningen 12 5,0 -
Te vorderen belastingen naar het resultaat 8,9 11,4
Overige vorderingen en overlopende activa 13 17,4 5,4
Liquide middelen 14 115,8 40,8
366,5 141,4

Totaal activa 731,3 493,1

Passiva
Kapitaal en reserves toekomend aan de aandeelhouders
van de vennootschap
Aandelenkapitaal 15 3,2 3,5
Agio 15 135,7 186,8
Ingekochte eigen aandelen 15 (2,5) (2,5)
Herwaarderingsreserve - reële waardeaanpassingen1) 16 5,1 -
Reserve koersverschillen 16 7,8 (17,3)
Ingehouden winst 16 71,9 63,9
221,2 234,4
Aandeel derden 19 10,9 26,4
Groepsvermogen2) 232,1 260,8

Langlopende schulden
Preferente financieringsaandelen 18 51,4 -
Kapitaal van minderheidspartners 19 16,3 -
Achtergestelde leningen 20 111,6 117,2
Langlopende leningen 21 1,4 1,7
Latente belastingverplichtingen 9 1,1 1,4
181,8 120,3
Kortlopende schulden
Baisse-positie effecten 11 77,7 34,6
Schulden aan clearingorganisaties en professionele partijen 65,9 16,8
Kortlopende leningen 22 33,8 15,7
Bankiers 14 114,2 0,7
Verschuldigde belastingen naar het resultaat 4,3 12,3
Voorzieningen 23 3,1 -
Overige schulden en overlopende passiva 24 18,4 31,9
317,4 112,0

Totaal passiva 731,3 493,1

* De toelichtingen bij de geconsolideerde jaarrekening op pagina's 53 - 123 vormen een integraal onderdeel van deze geconsolideerde jaarrekening.
1) Herwaarderingsreserve - reële waardeaanpassingen betreft geen wettelijke reserve.
2) Groepsvermogen is het synoniem voor "Totaal eigen vermogen" in deze jaarrekening.

48 JAARVERSLAG 2005 VDM

 G e c o n s o li d eer d e jaarreke n i n g

Geconsolideerde winst-en-verliesrekening

(x € miljoen) Toelichting* 2005 2004

Opbrengsten 6 112,3 122,9

Overige baten en lasten - netto 26 8,3 -

Beurs-, clearing- en transactiekosten (20,8) (21,4)

Personeelskosten 27 (33,2) (34,6)
Huur beurszetels (3,9) (9,4)
Informatie- en communicatiekosten (2,8) (3,0)
Afschrijvingen materiële vaste activa 8 (1,5) (1,5)
Afschrijvingen immateriële activa 7 (1,7) (1,7)
Bijzondere waardevermindering immateriële activa 7 (13,6) (3,1)
Bijzondere waardevermindering financiële activa beschikbaar voor verkoop 10 - (2,2)
Schikking NYSE/SEC - (1,1)
Overige bedrijfskosten 28 (21,1) (14,3)
Totale bedrijfskosten (98,6) (92,3)

Bedrijfsresultaat 22,0 30,6

Koersbaten en -lasten 2,6 0,7

Rentebaten 29 1,2 1,1
Financieringskosten van preferente financieringsaandelen 18 (2,9) -
Overige financieringskosten 29 (10,8) (7,4)

Resultaat uit voortgezette bedrijfsactiviteiten voor belastingen 12,1 25,0

Belastingen naar het resultaat 30 0,9 (0,7)
Resultaat uit voortgezette bedrijfsactiviteiten 13,0 24,3

Resultaat uit beëindigde bedrijfsactiviteiten voor belastingen 34 (0,5) (4,0)

Belastingen naar het resultaat 30 0,4 1,6
Resultaat uit beëindigde bedrijfsactiviteiten (0,1) (2,4)

Nettoresultaat 12,9 21,9

Toekomend aan:
Aandeel derden 1,6 6,7
Houders preferente financieringsaandelen van de vennootschap - 2,9
Houders van gewone aandelen van de vennootschap 11,3 12,3

12,9 21,9

Winst per aandeel toekomend aan houders van gewone aandelen

van de vennootschap (in € per aandeel):

Uit voortgezette activiteiten:

- Gewoon 31 0,29 0,38
- Verwaterd 31 0,29 0,38

Uit beëindigde activiteiten:

- Gewoon 31 - (0,06)
- Verwaterd 31 - (0,06)

Totaal
- Gewoon 31 0,29 0,32
- Verwaterd 31 0,29 0,32

* De toelichtingen bij de geconsolideerde jaarrekening op pagina's 53 - 123 vormen een integraal onderdeel van deze geconsolideerde jaarrekening

49
 Geconsolideerd kasstroomoverzicht

(x € miljoen) Toelichting* 2005 2004

Kasstroom uit operationele activiteiten

Nettoresultaat 12,9 21,9

Aanpassingen voor:
Belastingen naar het resultaat 30 (1,3) (0,9)
Afschrijvingen immateriële activa 7 1,7 1,7
Afschrijvingen materiële vaste activa 8 1,5 1,5
Bijzondere waardevermindering immateriële activa 7 13,6 3,1
Bijzondere waardevermindering op financiële activa beschikbaar
10 - 2,2
voor verkoop
Pensioen- en overige langlopende beloningsregelingen 25 0,3 -
Vrijval van voorziening op leningen en vorderingen, en overig 28 - (2,3)
Koersbaten en -lasten (2,6) (0,7)
Rentebaten 29 (1,2) (1,1)
Financieringskosten van preferente financieringsaandelen 18 2,9 -
Overige financieringskosten 29 10,8 7,4
Lasten aandelenoptieplan 17 0,1 0,4
Resultaat op verkoop financiële activa beschikbaar voor verkoop 26 (7,4) -
Distributies 26 (1,1) -
Reële waardevermindering van renteswaps 26 0,2 -
Mutatie in voorzieningen 23 3,1 1,1
NYSE/SEC schikking 24 (4,8) (42,2)
Ontvangen belastingen naar het resultaat 5,4 22,4
Kasstroom uit operationele activiteiten voor mutatie werkkapitaal 34,1 14,5

Mutatie werkkapitaal (exclusief invloed van acquisities en

valutaverschillen door consolidatie):

- Liquide middelen gepresenteerd onder vaste activa 14 16,1 -

- Handelsgerelateerd werkkapitaal 1) (40,4) 23,9
- Overig werkkapitaal 4,7 (2,6)
Mutatie werkkapitaal (19,6) 21,3

Netto kasstroom uit operationele activiteiten 14,5 35,8

* De toelichtingen bij de geconsolideerde jaarrekening op pagina's 53 - 123 vormen een integraal onderdeel van deze geconsolideerde jaarrekening

1)
Handelsgerelateerd werkkapitaal bestaat uit de hausse- en baisse positie effecten en vorderingen op en schulden aan clearingorganisaties en professionele
partijen.

50 JAARVERSLAG 2005 VDM

 G e c o n s o li d eer d e jaarreke n i n g

Geconsolideerd kasstroomoverzicht – vervolg

(x € miljoen) Toelichting* 2005 2004

Netto kasstroom uit operationele activiteiten 14,5 35,8

Kasstroom uit investeringsactiviteiten

Investeringen van immateriële activa 7 (1,5) (0,1)
Investeringen materiële vaste activa 8 (1,2) (1,0)
Opbrengst verkoop materiële vaste activa 8 0,1 1,1
Opbrengst verkoop dochtermaatschappijen, verminderd met liquide middelen 34 - 2,7
Opbrengst verkoop financiële activa beschikbaar voor verkoop - 0,3
Dividenden en distributies 26 1,1 0,3
Aflossing van leningen - 14,3
Verstrekte leningen 12 (5,0) -
Ontvangen rente 1,0 1,1
Netto kasstroom (ten behoeve van) / uit investeringsactiviteiten (5,5) 18,7

Kasstroom uit financieringsactiviteiten

Aangetrokken achtergestelde leningen en langlopende leningen - 0,9
Aflossingen van achtergestelde leningen en langlopende leningen (16,6) (7,5)
Aangetrokken kortlopende leningen - 41,1
Aflossingen van kortlopende leningen - (82,5)
Opbrengsten uit de verkoop van ingekochte eigen aandelen - 5,6
Opbrengsten uit renteswaps 1,1 (0,2)
Uitgekeerde dividenden op gewone aandelen 16 (3,2) -
Financieringskosten van preferente financieringsaandelen 18 (2,9) (2,9)
Betaalde rente (12,5) (10,6)
Uitkeringen aan minderheidspartners, gesaldeerd met het
gestort kapitaal 19 (7,1) (4,3)
Betalingen aan voormalige partners VDM Specialists 24 (3,1) -
Netto kasstroom ten behoeve van financieringsactiviteiten (44,3) (60,4)

Netto afname liquide middelen, onder aftrek van

schulden bankiers (35,3) (5,9)

Liquide middelen, onder aftrek van schulden bankiers per 1 januari 14 40,1 44,0
Omrekeningsverschillen op liquide middelen, onder aftrek van schulden
bankiers (3,2) 2,0
Liquide middelen, onder aftrek van schulden bankiers
per 31 december 14 1,6 40,1

* De toelichtingen bij de geconsolideerde jaarrekening op pagina's 53 - 123 vormen een integraal onderdeel van deze geconsolideerde jaarrekening

51
 Geconsolideerd overzicht van de totale baten en lasten
van de Groep

Aandeelhouders
Toekomend aan: van de vennootschap Aandeel derden Totaal
(x € miljoen) Toelichting* 2005 2004 2005 2004 2005 2004
Reële waarde-aanpassingen op financiële activa beschikbaar
voor verkoop 10 9,7 - - - 9,7 -
Belastingen over reële waarde-aanpassingen op financiële
activa beschikbaar voor verkoop 9 (4,6) - - - (4,6) -
Koersverschillen op de omrekening van buitenlandse
bedrijfs­onderdelen en de invloed van omrekening naar de
rapporteringsvaluta 16 25,1 (17,3) 1,9 (2,1) 27,0 (19,4)
Netto baten/(lasten) die direct in het eigen vermogen
zijn verwerkt 30,2 (17,3) 1,9 (2,1) 32,1 (19,4)
Nettoresultaat 11,3 15,2 1,6 6,7 12,9 21,9

Totale baten en lasten 41,5 (2,1) 3,5 4,6 45,0 2,5

Invloed van stelselwijzigingen toekomend aan:

Toepassing van IAS 32 en 39 per 1 januari 2005 5 (51,6) - (13,6) - (65,2) -

* De toelichtingen bij de geconsolideerde jaarrekening op pagina's 53 - 123 vormen een integraal onderdeel van deze geconsolideerde jaarrekening

52 JAARVERSLAG 2005 VDM


Toelichtingen op de geconsolideerde jaarrekening
1 Algemene informatie
Van der Moolen Holding NV (“de vennootschap”)
en haar dochtermaatschappijen (tezamen “Van der
Moolen Holding” of “de Groep”), is een internationaal
handelshuis dat als specialist, market maker en handelaar
voor eigen rekening actief is op de belangrijkste effecten-
en optiebeurzen van de Verenigde Staten en Europa. Het
hoofdkantoor is gevestigd in Amsterdam.
De onderneming is een naamloze vennootschap (NV) die
in Nederland is opgericht en gevestigd. Het statutaire
2 Overzicht van de belangrijkste grondslagen voor
financiële verslaggeving
2.1 Gehanteerde grondslagen voor financiële
verslaggeving
Deze geconsolideerde jaarrekening van Van der Moolen
Holding heeft betrekking op het boekjaar eindigend op 31
december 2005. De jaarrekening is opgesteld volgens de
International Financial Reporting Standards en de
interpretaties van de IFRIC (hierna aangeduid als “IFRS”)
zoals deze zijn aanvaard door de Europese Unie en
voorzover deze zijn uitgevaardigd en van kracht zijn voor
boekjaren beginnend op 1 januari 2005. Bij het opstellen
van deze geconsolideerde jaarrekening is IFRS 1 "Eerste
toepassing van IFRS" toegepast, aangezien dit de eerste
jaarrekening van de Groep op basis van IFRS is. De
grondslagen die in het navolgende zijn uiteengezet, zijn
consequent toegepast op alle gepresenteerde boekjaren,
met uitzondering van de grondslagen met betrekking tot de
presentatie, toelichting, opname en waardering van
financiële instrumenten. De Groep heeft gebruik gemaakt
van de optie die onder IFRS 1 wordt geboden om IAS 32 en
IAS 39 pas vanaf 1 januari 2005 toe te passen (hierna
“overgang IAS 32/39”).
De grondslagen die in 2004 en 2005 voor financiële
instrumenten zijn toegepast, worden afzonderlijk in
de relevante toelichtingen uiteengezet.
Tot 31 december 2004 werd de geconsolideerde
jaarrekening van Van der Moolen Holding opgesteld
conform de in Nederland algemeen aanvaarde grondslagen
voor financiële verslaggeving (“Dutch GAAP”). Dutch
GAAP wijkt op bepaalde gebieden af van IFRS. Teneinde te
voldoen aan IFRS heeft het management bij het opstellen
T o eli c h t i n ge n op de ge c o n s o li d eer d e jaarreke n i n g
adres is Keizersgracht 307, Amsterdam. De primaire
beursnotering van de onderneming is aan Euronext
Amsterdam. Aan de New York Stock Exchange zijn
American Depositary Receipts genoteerd.
De publicatie van deze geconsolideerde jaarrekening
is door de Directie opgemaakt op 16 maart 2006.
De jaarrekening zal in de Algemene Vergadering van
Aandeelhouders van 5 april 2006 ter vaststelling aan de
aandeelhouders worden voorgelegd.
van de geconsolideerde jaarrekening van Van der Moolen
Holding over 2005 bepaalde verslaggevings-, waarderings-
en consolidatiegrondslagen aangepast, die werden
toegepast in de jaarrekening 2004 volgens Dutch GAAP.
De vergelijkende cijfers over 2004 zijn dienovereenkomstig
aangepast, behalve daar waar omschreven in de
grondslagen voor financiële verslaggeving.
In Toelichting 5 worden de reconciliaties weergegeven
en wordt de invloed beschreven van de overgang van
Dutch GAAP naar IFRS op het eigen vermogen van de
Groep per 1 januari 2004, 31 december 2004 en 1 januari
2005, alsmede op het resultaat en de kasstromen over het
boekjaar 2004.
Deze geconsolideerde jaarrekening is opgesteld op basis van
historische kosten, met uitzondering van de herwaardering
van financiële activa beschikbaar voor verkoop en van
financiële activa en passiva (inclusief derivaten) tegen reële
waarde met verwerking van waardeveranderingen in de
winst-en-verliesrekening.
Bij de opstelling van deze jaarrekening volgens IFRS is de
toepassing van bepaalde schattingsposten noodzakelijk.
Daarnaast dient het management bij de toepassing van de
grondslagen voor waardering en resultaatbepaling bepaalde
aannames te hanteren. In Toelichting 4 worden posten
vermeld waarbij sprake is van veel of complexe aannames,
of waarbij veronderstellingen en schattingen van materieel
belang zijn voor de geconsolideerde jaarrekening.
53
 Toepassing van nieuwe en herziene IFRS-standaarden
gedurende 2005
Nieuwe en herziene IFRS-standaarden die halverwege
de periode van de eerste IFRS-jaarrekening van kracht
werden, hebben de vergelijkende posten van het vorige
boekjaar voorzover vereist beïnvloed. Hierbij is rekening
gehouden met de vrijwillige en verplichte toepassing
van vrijstellingen bij de eerste toepassing van IFRS als
uiteengezet in IFRS 1.
Vervroegde toepassing van IFRS
De Groep heeft in 2005 reeds voor de ingangsdatum
de navolgende IFRS-standaarden en interpretaties
toegepast die op de activiteiten van toepassing waren.
De vergelijkende cijfers over 2004 zijn waar nodig
aangepast, waarbij rekening is gehouden met de vrijwillige
en verplichte toepassing van vrijstellingen bij de eerste
toepassing van IFRS, als uiteengezet in IFRS 1.
(a) IAS 19 Personeelsbeloningen
(herzien december 2004)
De Groep heeft besloten om de wijzigingen op IAS 19
Personeelsbeloningen van december 2004 reeds voor
de ingangsdatum (1 januari 2006) door te voeren. Deze
wijzigingen hebben geleid tot een uitbreiding van de
toelichting (Toelichting 25).
(b) IFRS 5 Vaste activa aangehouden voor verkoop en
beëindigde bedrijfsactiviteiten
De Groep heeft besloten om IFRS 5 reeds voor de
ingangsdatum (1 januari 2005) toe te passen, namelijk
met ingang van 1 januari 2004. De Groep beschikt over
de (waarderings-)gegevens die voor de eerdere toepassing
van de IFRS 5-criteria benodigd zijn. In de openingsbalans
van de Groep per 1 januari 2004 zijn de activa en passiva
van Van der Moolen UK, Ltd opnieuw geclassificeerd en
verantwoord als activa aangehouden voor verkoop en
passiva aangehouden voor verkoop. Deze herclassificatie
heeft geen gevolgen voor de perioderesultaten, noch
voor het groepsvermogen per 1 januari 2004 (Toelichting
2.16 en Toelichting 34). Het verlies op beëindigde
bedrijfsactiviteiten over 2004 is volgens IFRS 5 afzonderlijk
verantwoord in de winst-en-verliesrekening.
(c) IFRIC 4, Vaststelling of een actief een lease-
overeenkomst bevat
De Groep heeft besloten om IFRIC 4 reeds voor de
54
ingangsdatum in te voeren, zijnde de boekjaren beginnend
op of na 1 januari 2006. De Groep heeft IFRIC 4 toegepast
op basis van de feiten en omstandigheden die van kracht
waren op 1 januari 2004. De invoering van deze IFRIC-
interpretatie heeft geen invloed gehad op de jaarrekening
van de Groep.
Vennootschappelijke winst-en-verliesrekening
Overeenkomstig Artikel 402, Titel 9, Boek 2 van
het Nederlands Burgerlijk Wetboek volstaat de
vennootschappelijke winst-en-verliesrekening van de
Groep (pagina 125) met de vermelding van het resultaat
van groepsmaatschappijen en de overige baten en lasten
na belastingen.
Informatie over entiteiten waarover de
vennootschap invloed van betekenis uitoefent
In overeenstemming met de bepalingen onder artikel 379
lid 5 en artikel 414, Titel 9, Boek 2 van het Nederlands
Burgerlijk Wetboek zijn de gegevens van de in de
consolidatie betrokken groepsmaatschappijen alsmede
van de deelnemingen waarover Van der Moolen Holding
NV invloed van betekenis uitoefent, gedeponeerd bij
het handelsregister van de Kamer van Koophandel te
Amsterdam. Voorts wordt Stichting Van der Moolen
Holding geconsolideerd.
Grondslagen voor het opstellen van het
geconsolideerde kasstroomoverzicht
Het geconsolideerde kasstroomoverzicht wordt
opgesteld op basis van de indirecte methode, waarbij de
mutatie in liquide middelen, gesaldeerd met schulden
aan bankiers, wordt gebaseerd op het nettoresultaat
volgens de geconsolideerde winst-en-verliesrekening.
In vreemde valuta luidende kasstromen worden naar de
euro omgerekend tegen de gemiddelde koers over de
desbetreffende periode. Koers- en omrekeningsverschillen
worden geëlimineerd voorzover zij niet tot een kasstroom
hebben geleid. Liquide middelen verkregen bij overnames
of afgestoten bij verkopen worden gesaldeerd met
de in contanten betaalde aankoopprijs c.q. verkregen
verkoopprijs.
2.2 Grondslagen voor de consolidatie
(a) Dochtermaatschappijen
Tot de dochtermaatschappijen worden alle entiteiten
JAARVERSLAG 2005 VDM

gerekend (met inbegrip van ‘voor een bijzonder doel
opgerichte entiteiten’), waarbij de Groep het financiële
en operationele beleid bepaalt. Gewoonlijk is hierbij
sprake van een belang van meer dan de helft van de
stemrechten. Bij de beoordeling of de Groep over een
andere entiteit beslissende zeggenschap uitoefent,
worden de aanwezigheid en het effect van potentiële
stemrechten die direct kunnen worden uitgeoefend
mede in aanmerking genomen. Dochtermaatschappijen
worden volledig geconsolideerd vanaf het moment dat
deze dochtermaatschappijen onder de zeggenschap van
de Groep vallen, en zij worden niet langer geconsolideerd
vanaf het moment dat de beslissende zeggenschap
beëindigd wordt.
Geacquireerde dochtermaatschappijen worden op
moment van verkrijgen tegen de verkrijgingsprijs
gewaardeerd. De verkrijgingsprijs van de acquisitie wordt
bepaald op basis van de reële waarde van de afgestane
activa, uitgegeven eigen vermogensinstrumenten
en aangegane of overgenomen (voorwaardelijke)
verplichtingen op de datum van overdracht, plus de
kosten die direct aan de overname zijn toe te rekenen.
De verkregen identificeerbare activa en passiva en
voorwaardelijke verplichtingen van een bedrijfscombinatie
worden bij de eerste opname gewaardeerd tegen de reële
waarde op de acquisitiedatum, zonder rekening te houden
met eventuele minderheidsbelangen. Een uitzondering
hierop vormen de vaste activa (of groepen van af te stoten
balanselementen) die aangehouden zijn voor verkoop
overeenkomstig IFRS 5 Vaste activa aangehouden voor
verkoop en beëindigde bedrijfsactiviteiten. Deze activa
worden verantwoord en gewaardeerd tegen reële waarde
minus verkoopkosten.
Het positieve verschil tussen de verkrijgingsprijs en de
reële waarde van de verkregen identificeerbare activa
en passiva wordt als goodwill geactiveerd (Toelichting
2.5(a)). Indien de verkrijgingsprijs lager is dan de reële
waarde van het aandeel van de Groep in de netto activa
van de geacquireerde dochtermaatschappij, dan wordt
het verschil onmiddellijk in de winst-en-verliesrekening
verantwoord.
Onderlinge transacties, saldi en ongerealiseerde winsten
op transacties tussen groepsmaatschappijen worden
geëlimineerd. Ongerealiseerde verliezen worden eveneens
geëlimineerd, tenzij deze het gevolg zijn van bijzondere
T o eli c h t i n ge n op de ge c o n s o li d eer d e jaarreke n i n g
waardeverminderingen op de overgedragen activa.
De grondslagen voor financiële verslaggeving van de
dochtermaatschappijen worden waar nodig aangepast om
deze in overeenstemming te brengen met de grondslagen
van de Groep.
Het minderheidsbelang van derden in een dochtermaat­
schappij wordt bij eerste opname gewaardeerd als het
aandeel van de minderheidsaandeelhouder in de netto
reële waarde van de identificeerbare activa, passiva en
voorwaardelijke verplichtingen (Toelichting 2.2 (c)).
(b) Deelnemingen
Deelnemingen zijn entiteiten waarover de Groep
invloed van betekenis kan uitoefenen (op het zakelijke
en financiële beleid van de deelneming), maar geen
overheersende zeggenschap heeft. In het algemeen is er
sprake van een belang van tussen de 20% en 50% van de
stemrechten.
In de jaarrekening worden de resultaten, activa en
passiva van deelnemingen verantwoord op basis van
de vermogensmutatiemethode, behalve wanneer de
deelneming wordt geclassificeerd als aangehouden
voor verkoop. In dat geval wordt de deelneming
opgenomen volgens IFRS 5 Vaste activa aangehouden
voor verkoop en beëindigde bedrijfsactiviteiten. Volgens
de vermogensmutatiemethode worden de investeringen in
deelnemingen in de geconsolideerde balans opgenomen
tegen de verkrijgingsprijs. Deze wordt aangepast voor
eventuele wijzigingen in het aandeel van de Groep in
de netto activa van de deelneming na het moment
van verkrijging, verminderd met eventuele bijzondere
waardeverminderingen op de waarde van de afzonderlijke
investeringen. Na het moment van verkrijging wordt het
aandeel van de Groep in de winsten of verliezen van de
deelneming verantwoord in de winst-en-verliesrekening.
Wijzigingen in de reserves van de deelneming na het
moment van verkrijging worden verwerkt in de reserve
ingehouden winst. De boekwaarde van de deelneming
wordt aangepast voor de cumulatieve aanpassingen
na de acquisitie. Wanneer het aandeel van de Groep in
de verliezen van de deelneming gelijk is aan de waarde
van de deelneming (inclusief eventuele ongedekte
vorderingen) of deze overtreft, dan worden door de Groep
geen verdere verliezen meer verantwoord, tenzij de Groep
verplichtingen is aangegaan of al betalingen voor de
deelnemingen heeft verricht.
55
 Het positieve verschil tussen de verkrijgingsprijs en het
aandeel van de Groep in de netto reële waarde van
de identificeerbare activa, passiva en voorwaardelijke
verplichtingen van de deelneming wordt op het moment
van verkrijging als goodwill geactiveerd. De post goodwill
wordt opgenomen in de boekwaarde van de investering
en wordt als onderdeel van de investering op eventuele
waardeverminderingen beoordeeld. Indien het aandeel van
de Groep in de netto reële waarde van de identificeerbare
activa, passiva en voorwaardelijke verplichtingen de
verkrijgingsprijs overtreft, dan wordt dit verschil op het
moment van de herbeoordeling terstond in de winst-en
verliesrekening verantwoord.
Ongerealiseerde winsten op transacties tussen de Groep en
haar deelnemingen worden geëlimineerd naar rato van het
belang van de Groep in de deelnemingen. Ongerealiseerde
verliezen worden eveneens geëlimineerd, tenzij deze het
gevolg zijn van bijzondere waardeverminderingen op de
overgedragen activa. De grondslagen voor waardering en
resultaatbepaling van de deelnemingen worden waar nodig
aangepast om deze in overeenstemming te brengen met de
grondslagen van de Groep.
(c) Minderheidsbelang van derden
Minderheidsbelangen van derden in de netto activa
van geconsolideerde dochtermaatschappijen worden
afzonderlijk in het Groepsvermogen verantwoord. Het
minderheidsbelang van derden bestaat uit de waarde
van deze belangen op het moment van overname (zie
Toelichting 2.2 (a)) en het aandeel van derden in de
mutaties van het eigen vermogen van de geconsolideerde
dochtermaatschappijen sinds het moment van overname.
Wanneer het aandeel van derden in de verliezen van de
dochtermaatschappij de waarde van het belang van de
minderheidsaandeelhouders in het eigen vermogen van de
dochtermaatschappij overtreft, dan worden deze door de
Groep verantwoord, tenzij de minderheidsaandeelhouder
verplichtingen is aangegaan of in staat is om additionele
investeringen te verrichten om de verliezen te dekken.
Vanaf 1 januari 2005, de datum van de IAS 32/39
overgang, wordt het kapitaal van minderheidspartners
van VDM Specialists USA, LLC (“VDM Specialists”)
geclassificeerd onder de verplichtingen en niet meer als
aandeel van derden in het Groepsvermogen, hetgeen
de verwerkingswijze was volgens Dutch GAAP tot 31
december 2004 (en derhalve de verwerkingswijze per 31
56
december 2004 in deze jaarrekening – zie Toelichting 5
voor nadere details over de invoering van IAS 32 en IAS
39 door de Groep). De classificatie van het kapitaal van
minderheidpartners onder de verplichtingen is volgens IAS
32 vereist, aangezien deze balansposten rentedragend
zijn. Echter, vanaf 1 januari 2005 blijft het winst- of
verliesaandeel toekomend aan minderheidspartners van
VDM Specialists verantwoord als resultaat toekomend
aan het aandeel derden in de winst-en-verliesrekening
(en niet als component van het nettoresultaat). De rente
betaalbaar op het kapitaal van minderheidspartners wordt
onder de rentelasten verantwoord (Toelichting 2.18 en 29).
In de winst-en-verliesrekening over het boekjaar eindigend
op 31 december 2004 werd deze post ten bedrage van
€2,1 miljoen als onderdeel van de winst toekomend aan
het aandeel derden verantwoord.
2.3 Gesegmenteerde informatie
Een bedrijfssegment is een groep van activa of activiteiten
die goederen voortbrengt of diensten verleent met een
risico/rendementsprofiel dat afwijkt van dat van andere
bedrijfssegmenten. Een geografisch segment is een
onderdeel van de Groep dat goederen voortbrengt of
diensten verleent in een specifieke economische omgeving
die een van andere economische omgevingen afwijkend
risico/rendementsprofiel heeft. De waarderingsgrondslagen
van de segmenten zijn gelijk aan die gehanteerd voor de
geconsolideerde jaarrekening.
2.4 Valuta-omrekening
(a) Functionele valuta en rapporteringsvaluta
De posten die zijn opgenomen in de jaarrekening van elke
entiteit van de Groep worden gewaardeerd in de valuta van
de economische omgeving waarin de entiteit voornamelijk
haar bedrijfsactiviteiten uitoefent (de “functionele valuta”).
De functionele valuta van de vennootschap is de US dollar.
Op grond van de statutaire zetel van de vennootschap
is de euro de rapporteringsvaluta, de valuta waarin de
jaarrekening wordt gepresenteerd.
(b) Transacties en balansposten
Transacties in vreemde valuta worden omgerekend naar
de functionele valuta tegen de wisselkoers die geldt op
de transactiedatum. Koersverschillen die optreden bij de
afwikkeling van transacties in vreemde valuta en bij de
JAARVERSLAG 2005 VDM

omrekening van monetaire posten in vreemde valuta
tegen de ultimokoers worden verantwoord in de winst-
en-verliesrekening, behalve wanneer hedge accounting is
toegepast zoals uiteengezet in Toelichting 3.
Niet-monetaire posten die worden gewaardeerd tegen
historische kostprijs, worden omgerekend op basis van
de historische wisselkoers die gold op het moment dat
de posten werden verantwoord. Niet-monetaire posten
die worden gewaardeerd tegen reële waarde, worden
omgerekend op basis van de wisselkoers die gold op het
moment dat de reële waarde werd vastgesteld.
De volledige aanpassing van de boekwaarde van
financiële instrumenten die zijn gewaardeerd tegen reële
waarde met verwerking van waardeveranderingen in de
winst-en-verliesrekening (Toelichting 2.9) wordt op het
eerstvolgende waarderingsmoment als reële waarde-
aanpassing in de winst-en-verliesrekening verantwoord,
inclusief het effect van koersverschillen.
De volledige aanpassing van de boekwaarde van niet-
monetaire financiële activa beschikbaar voor verkoop
(Toelichting 2.9) wordt per de balansdatum in het eigen
vermogen onder de herwaarderingsreserve reële waarde
verantwoord, inclusief het effect van koersverschillen.
Aanpassingen van de boekwaarde van monetaire
financiële activa beschikbaar voor verkoop worden bij
de waardering na eerste verwerking uitgesplitst in een
valutacomponent en een reële-waardecomponent. De
valuta-aanpassing wordt in de winst-en-verliesrekening
verwerkt, en de reële waarde-aanpassing in het eigen
vermogen. Gedurende de boekjaren eindigend op 31
december 2005 en 2004 hield de Groep geen financiële
activa uit deze categorie.
(c) Groepsmaatschappijen
De resultaten, activa en passiva van alle
groepsmaatschappijen waarbij de functionele valuta
afwijkt van de rapporteringsvaluta (geen van deze
maatschappijen hanteren een functionele valuta van
een economie met hyperinflatie) worden als volgt in de
rapporteringsvaluta omgerekend:
i. Activa en passiva worden steeds tegen de slotkoers
op de balansdatum naar de rapporteringsvaluta
omgerekend;
ii. Baten en lasten worden steeds tegen de gemiddelde
T o eli c h t i n ge n op de ge c o n s o li d eer d e jaarreke n i n g
koers omgerekend naar de rapporteringsvaluta (indien
dit gemiddelde geen redelijke benadering vormt van het
cumulatieve effect van de koersen die achtereenvolgens
op de transactiedata werden gerealiseerd, worden de
baten en lasten tegen de koersen op de transactiedata
omgerekend); en
iii. Alle resterende omrekeningsverschillen worden in een
aparte reserve in het eigen vermogen verwerkt.
Koersverschillen die voortvloeien uit de omrekening van
netto-investeringen in buitenlandse bedrijfsonderdelen
worden, na aftrek van belastingen, op het moment van
consolidatie in de post kapitaal en reserves toekomend
aan de aandeelhouders van de vennootschap ("eigen
vermogen") verantwoord, inclusief langlopende monetaire
posten die deel uitmaken van een netto-investering in
buitenlandse bedrijfsonderdelen, alsmede schulden en
andere valuta-instrumenten die worden aangemerkt als
afdekkingsinstrumenten van dergelijke investeringen. Bij
verkoop van een buitenlands bedrijfsonderdeel wordt het
aan dit bedrijfsonderdeel gerelateerde deel van de reserve
koersverschillen in de winst-en-verliesrekening verantwoord
als onderdeel van het verkoopresultaat.
De Groep heeft gebruik gemaakt van de in IFRS 1 geboden
optie om de valutareserve op het moment van de overgang
naar IFRS, zijnde 1 januari 2004, op nul te stellen. Derhalve
zal het resultaat op iedere volgende desinvestering van
een buitenlands bedrijfsonderdeel dat via de winst-en-
verliesrekening wordt verwerkt geen valutaverschillen
bevatten die voor de overgangsdatum naar IFRS zijn
ontstaan. Alleen de valutaverschillen die na deze datum
zijn ontstaan, worden meegenomen.
Goodwill en reële waarde-aanpassingen die op het
moment van verwerving van een buitenlandse entiteit
ontstaan, worden behandeld als activa en passiva van de
buitenlandse entiteit en worden tegen de slotkoers op de
balansdatum omgerekend.
2.5 Immateriële activa
(a) Goodwill
Goodwill is het positieve verschil tussen de verkrijgingsprijs
en de reële waarde van het aandeel van de Groep
in de netto identificeerbare activa en passiva van de
overgenomen entiteit op het moment van acquisitie.
57
 Goodwill uit de verkrijging van dochtermaatschappijen
wordt onder de immateriële activa opgenomen. Goodwill
uit de verkrijging van deelnemingen wordt onder de
investeringen in deelnemingen verantwoord. Ten minste
eenmaal per jaar wordt beoordeeld of er bijzondere
waardeverminderingen zijn opgetreden, of vaker wanneer
gebeurtenissen en omstandigheden erop duiden dat
toetsing noodzakelijk is. Goodwill wordt opgenomen
tegen de verkrijgingsprijs, verminderd met de cumulatieve
bijzondere waardeverminderingsverliezen. Bijzondere
waardeverminderingsverliezen worden ten laste van het
resultaat gebracht. In het resultaat op de verkoop van
een entiteit is de boekwaarde van de goodwill van de
desbetreffende verkochte entiteit inbegrepen. Ten behoeve
van de toetsing op bijzondere waardeverminderingen, wordt
de goodwill toegerekend aan alle kasstroomgenererende
eenheden van de Groep die naar verwachting zullen
profiteren van de synergieën uit de combinatie. De
kasstroomgenererende eenheden waaraan de goodwill is
toegerekend, worden ieder jaar beoordeeld of er bijzondere
waardeverminderingen zijn opgetreden, of vaker als er
aanwijzingen voor bijzondere waardeverminderingen zijn.
Indien de opbrengstwaarde van de kasstroomgenererende
eenheid lager is dan de boekwaarde van de eenheid, dan
wordt het bijzondere waardeverminderingsverlies allereerst in
mindering gebracht op de boekwaarde van de goodwill die
aan de eenheid is toegerekend en vervolgens aan de overige
activa van de eenheid. Dit geschiedt pro rata op basis van de
boekwaarde van iedere actiefpost in de eenheid. Bijzondere
waardeverminderingsverliezen op goodwill kunnen in een
volgende periode niet worden teruggeboekt (Toelichting 2.7).
Conform de vrijstelling volgens IFRS 1 is vóór 1 januari 2001
verkregen goodwill uit hoofde van bedrijfscombinaties, na
aftrek van belastingen, ten laste van de reserves gebracht.
(b) Specialistfondsen
De specialistfondsen vertegenwoordigen het recht om
als specialist op te treden voor effecten die aan de New
York Stock Exchange genoteerd staan. Specialistfondsen
worden tegen verkrijgingsprijs opgenomen en worden
in de jaarrekening verwerkt tegen de verkrijgingsprijs
onder aftrek van cumulatieve afschrijvingen en bijzondere
waardeverminderingsverliezen. Specialistfondsen worden
lineair over een periode van 40 jaar afgeschreven, zijnde
de geschatte economische levensduur. De afschrijvingen
zijn gebaseerd op de verkrijgingsprijs minus bijzondere
58
waardeverminderingsverliezen en worden in de winst-
en-verliesrekening als afschrijvingskosten verantwoord.
Op basis van onafhankelijke taxaties is de verkrijgingsprijs
bepaald van specialistfondsen die uit hoofde van
bedrijfscombinaties zijn verworven, alsmede de geschatte
economische levensduur van de specialistfondsen. De
economische levensduur is gebaseerd op een analyse van de
historische omzetontwikkeling van de toegewezen fondsen.
Conform de vrijstelling volgens IFRS 1 zijn vóór 1
januari 2001 via een bedrijfscombinatie verworven
specialistfondsen – na aftrek van belastingen – ten laste
van de reserves gebracht.
(c) Computersoftware
Gekochte softwarelicenties worden geactiveerd op basis
van de kosten die gemaakt zijn om de desbetreffende
software aan te schaffen en in gebruik te nemen. Deze
kosten worden lineair over de geschatte economische
levensduur (twee tot drie jaar) afgeschreven en in de
winst-en-verliesrekening onder de afschrijvingskosten
verantwoord.
Kosten die verband houden met het ontwikkelen of
onderhouden van softwareprogramma’s worden ten
laste van de winst-en-verliesrekening gebracht zodra ze
zich voordoen. Kosten die direct verband houden met de
productie van identificeerbare en unieke softwareproducten
waarover de Groep controle uitoefent en die waarschijnlijk
economische voordelen gaan genereren die na een jaar
de kosten zullen overtreffen, worden als immateriële
activa verantwoord. Tot de directe kosten worden de
personeelskosten van softwareontwikkeling gerekend,
alsmede het toepasselijke gedeelte van de desbetreffende
overheadkosten.
2.6 Materiële vaste activa
Alle materiële vaste activa worden gewaardeerd tegen
de verkrijgingsprijs onder aftrek van afschrijvingen en
bijzondere waardeverminderingen. Een uitzondering geldt
voor grond, die tegen de verkrijgingsprijs minus bijzondere
waardeverminderingen wordt opgenomen. In de kostprijs
zijn de kosten inbegrepen die direct zijn toe te rekenen aan
de aankoop van het actief. Na de eerste opname worden
deze kosten in de boekwaarde van het actief opgenomen
of, indien van toepassing, als afzonderlijk actief
JAARVERSLAG 2005 VDM

verantwoord indien het waarschijnlijk is dat de toekomstige
economische voordelen met betrekking tot het actief naar
de entiteit zullen vloeien en de kostprijs van het actief op
een betrouwbare wijze kan worden bepaald. Alle overige
kosten voor reparatie en onderhoud worden ten laste van
het resultaat gebracht in de financiële periode waarin ze
zich voordoen.
De afschrijving op materiële vaste activa wordt berekend
op basis van de lineaire methode, waarbij de kostprijs van
ieder actief minus de restwaarde als volgt aan de geschatte
economische levensduur wordt toegerekend:
■ Gebouwen: 40 jaar
■ Verbeteringen aan
gehuurde objecten: economische levensduur,
met als maximum
de leasetermijn
■ Inventaris en inrichting: 2 - 10 jaar
■ Hardware (inclusief
systeemgebonden
software): 2 - 3 jaar
■ Bedrijfsauto's: 3 - 5 jaar
Verbeteringen aan gehuurde objecten worden verantwoord
onder inventaris en inrichting en worden niet langer
afgeschreven dan de duur van de leasetermijn van
het desbetreffende pand. Hardware wordt eveneens
onder inventaris en inrichting opgenomen. Op iedere
balansdatum worden de restwaarde en de economische
levensduur van de activa beoordeeld en waar nodig
herzien. De boekwaarde van een actief wordt onmiddellijk
afgeschreven tot de opbrengstwaarde indien de
boekwaarde van het actief hoger is dan de geschatte
opbrengstwaarde (Toelichting 2.7). Het resultaat op
desinvesteringen wordt bepaald door de opbrengst met de
boekwaarde te vergelijken. Dit resultaat wordt in de winst-
en-verliesrekening verantwoord.
2.7 Bijzondere waardevermindering van materiële
vaste activa en immateriële activa
Activa die een onbepaalde levensduur hebben, zoals
goodwill, worden niet afgeschreven. Deze activa
worden ieder jaar op bijzondere waardeverminderingen
beoordeeld. Activa die worden afgeschreven, worden op
bijzondere waardeverminderingen beoordeeld wanneer
T o eli c h t i n ge n op de ge c o n s o li d eer d e jaarreke n i n g
gebeurtenissen of omstandigheden aangeven dat de
boekwaarde wellicht niet kan worden terugverdiend.
Bijzondere waardeverminderingsverliezen worden
verantwoord voor het bedrag waarmee de boekwaarde
van het actief de opbrengstwaarde overschrijdt. De
opbrengstwaarde is de hoogste uitkomst van de reële
waarde minus de verkoopkosten en de gebruikswaarde
van een actief. Teneinde de gebruikswaarde te bepalen,
maakt de Groep de kasstromen contant die naar
verwachting gedurende de resterende levensduur uit
het gebruik van het actief zullen voortvloeien. Om de
bijzondere waardevermindering te beoordelen, worden de
activa gegroepeerd in de kleinst mogelijke eenheden die
afzonderlijk te identificeren kasstromen genereren.
De Groep beoordeelt op iedere verslagdatum of in
voorgaande periodes verantwoorde bijzondere waarde­
verminderingsverliezen op activa anders dan goodwill niet
langer bestaan of in bedrag zijn afgenomen. Bijzondere
waardeverminderingsverliezen die in voorgaande periodes
zijn verantwoord, worden alleen teruggeboekt indien
sinds het moment dat het laatste bijzondere waarde­
verminderingsverlies werd verantwoord een wijziging heeft
plaatsgevonden in de schattingen die gebruikt zijn om de
opbrengstwaarde van het actief vast te stellen.
Indien een bijzonder waardeverminderingsverlies op
activa anders dan goodwill in een volgende periode
wordt teruggeboekt, dan wordt de boekwaarde van
het actief (of de kasstroomgenererende eenheid)
verhoogd tot de herziene geschatte opbrengstwaarde.
Hierbij wordt voorkomen dat de verhoogde
opbrengst­waarde de boekwaarde overtreft die
bepaald zou zijn indien in voorgaande jaren geen
bijzondere waardeverminderingsverliezen op het
actief (of de kasstroomgenererende eenheid) waren
verantwoord. De terugboeking van een bijzonder
waardeverminderingsverlies wordt via de winst-en-
verliesrekening verantwoord. Indien er mogelijk sprake
is van een bijzonder waardeverminderingsverlies
of een latere terugboeking van een bijzonder
waardeverminderingsverlies op activa met een bepaalde
economische levensduur, dan zal de Groep beoordelen of
de resterende economische levensduur of de restwaarde
al dan niet moet worden aangepast overeenkomstig de
toepasselijke IFRS-grondslagen.
59
 2.8 Latente belastingvorderingen en -verplichtingen
Latente belastingen worden opgenomen voor tijdelijke
verschillen tussen de fiscale boekwaarde en de commerciële
boekwaarde van activa en passiva in de geconsolideerde
jaarrekening. Latente belastingen worden niet verantwoord
indien ze ontstaan uit de eerste verwerking van een
actief- of passiefpost in een transactie anders dan een
bedrijfscombinatie die op het transactiemoment noch het
commerciële resultaat, noch het fiscale resultaat beïnvloedt.
De latente belastingposten worden vastgesteld op grond
van de geldende belastingtarieven (en wetten) of waarvan
het wetgevingsproces op de balansdatum materieel is
afgesloten en die naar verwachting van kracht zullen zijn
wanneer de desbetreffende latente belastingvordering
wordt gerealiseerd of de latente belastingverplichting
wordt voldaan.
Latente belastingvorderingen worden verantwoord
voorzover het waarschijnlijk is dat er toekomstige
belastbare winsten beschikbaar komen waartegen de
tijdelijke verschillen kunnen worden gecompenseerd. De
boekwaarde van de latente belastingvorderingen wordt op
elke balansdatum beoordeeld en afgewaardeerd voorzover
het niet meer waarschijnlijk is dat er voldoende belastbare
winsten beschikbaar komen waarmee de belastingpost
geheel of gedeeltelijk kan worden gecompenseerd.
Latente belastingen over tijdelijke verschillen die
voortvloeien uit investeringen in dochtermaatschappijen
worden verantwoord, behalve wanneer het tijdstip van de
terugboeking van de tijdelijke verschillen door de Groep
wordt bepaald en het waarschijnlijk is dat de tijdelijke
verschillen niet in de nabije toekomst zullen worden
gerealiseerd.
Latente belastingen die voortvloeien uit de herwaardering
van financiële activa beschikbaar voor verkoop worden
tezamen met het herwaarderingsresultaat rechtstreeks in
het eigen vermogen verwerkt en worden vervolgens in
de winst-en-verliesrekening verantwoord, tezamen met
het verkoopresultaat in het geval van verkoop of met het
bijzondere waardeverminderingsverlies in het geval van
bijzondere waardevermindering.
60
2.9 Financiële activa
Van 1 januari 2004 tot en met 31 december 2004
Beurszetels die eigendom zijn van de Groep worden
gewaardeerd tegen kostprijs of reële waarde. De reële
waarde wordt toegepast indien deze lager is dan de
kostprijs en de waardedaling ten opzichte van de kostprijs
niet van tijdelijke aard wordt geacht. Andere dan tijdelijke
waardedalingen worden in de bedrijfslasten verantwoord
als bijzondere waardeverminderingsverliezen op financiële
activa beschikbaar voor verkoop.
Leningen en andere financiële activa worden gewaardeerd
tegen nominale waarde, zonodig onder aftrek van een
voorziening voor mogelijke niet-inbaarheid.
Hiernavolgend worden de grondslagen voor waardering
en resultaatbepaling beschreven voor de onderstaande
financiële activa:
■ H
 ausse-positie effecten en baisse-positie effecten
(Toelichting 2.11)
■ Geleende en uitgeleende effecten (Toelichting 2.12)
■ V
 orderingen op/ schulden aan clearingorganisaties en
professionele partijen (Toelichting 2.13)
■ D
 erivaten die niet voor handelsdoeleinden worden
aangehouden (Toelichting 3)
Vanaf 1 januari 2005
De Groep heeft de financiële activa in de volgende
categorieën ingedeeld: financiële activa tegen reële waarde
met verwerking van waardeveranderingen in de winst-
en-verliesrekening, leningen, tot het einde van de looptijd
aangehouden beleggingen en financiële activa beschikbaar
voor verkoop. Deze classificatie is afhankelijk van het doel
waarvoor de activa werden verworven. Het management
bepaalt de classificatie bij de eerste verwerking en
heroverweegt de classificatie op iedere verslagdatum.
(a) Financiële activa gewaardeerd tegen reële waarde
met verwerking van waardeveranderingen in de
winst-en-verliesrekening
Deze categorie kent twee subcategorieën: financiële activa
in de handelsportefeuille en financiële activa die bij de
eerste verwerking worden geclassificeerd als activa tegen
reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in
de winst-en-verliesrekening. Financiële activa worden in
deze categorie ingedeeld indien ze in hoofdzaak zijn
JAARVERSLAG 2005 VDM

verworven om weer op korte termijn te worden verkocht of
als zodanig zijn geclassificeerd door het management. De
activa in deze categorie worden als vlottende activa
geclassificeerd indien ze hetzij voor handelsdoeleinden
worden aangehouden, hetzij naar verwachting binnen 12
maanden na de balansdatum zullen worden gerealiseerd.
De Groep heeft de hausse-positie effecten en baisse-positie
effecten aangemerkt als aangehouden voor handels­
doeleinden. Derivaten worden eveneens geclassificeerd als
aange­houden voor handelsdoeleinden, tenzij ze als
afdekkings­instrumenten zijn aangemerkt (Toelichting 2.11).
(b) Leningen
Leningen zijn niet-afgeleide financiële activa met vaste
of bepaalbare betalingen die niet op een actieve markt
verhandeld worden. Ze ontstaan wanneer de Groep direct
aan een debiteur gelden, goederen of diensten verstrekt
zonder de intentie te hebben de vordering te verhandelen.
Leningen worden opgenomen onder de vlottende activa;
wanneer de looptijd langer is dan 12 maanden na de
balansdatum, worden deze posten echter geclassificeerd als
vaste activa.
(c) Tot het einde van de looptijd aangehouden
beleggingen
Tot het einde van de looptijd aangehouden beleggingen
zijn niet-afgeleide financiële activa met vaste of bepaalbare
betalingen en vaste looptijden waarbij het management
van de Groep stellig voornemens en in staat is om deze
tot het einde van de looptijd aan te houden. Gedurende
het boekjaar hield de Groep geen beleggingen uit deze
categorie.
(d) Financiële activa beschikbaar voor verkoop
Financiële activa beschikbaar voor verkoop zijn niet-
afgeleide financiële activa die ofwel in deze categorie ofwel
niet in de overige categorieën zijn ingedeeld. Zij worden
gerangschikt onder de vaste activa, tenzij het management
voornemens is deze beleggingen binnen 12 maanden na
de balansdatum te verkopen. Beurszetels die eigendom zijn
van de Groep worden geclassificeerd als financiële activa
beschikbaar voor verkoop.
Financiële activa, niet zijnde financiële activa gewaar­
deerd tegen reële waarde met verwerking van
waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening,
worden bij de eerste opname gewaardeerd tegen de reële
T o eli c h t i n ge n op de ge c o n s o li d eer d e jaarreke n i n g
waarde plus transactiekosten. Financiële activa worden niet
langer in de jaarrekening opgenomen wanneer het recht
op de ontvangst van kasstromen uit de financiële activa
vervallen of overgedragen is en de Groep nagenoeg alle
risico’s en opbrengsten die uit het eigendom voortvloeien
heeft overgedragen. De Groep past voor de hausse-positie
in effecten en baisse-positie in effecten verslaggeving
op basis van de transactiedatum toe. Activa beschikbaar
voor verkoop en financiële activa opgenomen tegen reële
waarde met verwerking van waardeveranderingen in de
winst-en-verliesrekening worden na de eerste opname
tegen de reële waarde gewaardeerd. Leningen tot het
einde van de looptijd aangehouden financiële activa
worden gewaardeerd tegen de geamortiseerde kostprijs
op basis van de effectieve-rentemethode. De rente die
aan de hand van de effectieve-rentemethode berekend
is, wordt in de winst-en-verliesrekening verantwoord.
Gerealiseerde en ongerealiseerde winsten en verliezen die
voortvloeien uit reële waarde-aanpassingen in de categorie
‘financiële activa tegen reële waarde met verwerking van
waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening’
worden in het resultaat verwerkt in het boekjaar waarin
zij ontstaan. Ongerealiseerde winsten en verliezen die
voortvloeien uit reële waarde-aanpassingen bij niet-
monetaire effecten die geclassificeerd zijn als beschikbaar
voor verkoop worden in het eigen vermogen verwerkt.
Indien effecten die geclassificeerd zijn als beschikbaar
voor verkoop worden verkocht of onderhevig zijn aan
bijzondere waardevermindering (Toelichting 2.10), zullen
de cumulatieve reële waarde-aanpassingen in de winst-en-
verliesrekening verwerkt worden. Dividenden op eigen­
vermogensinstrumenten beschikbaar voor verkoop worden
in het resultaat verwerkt indien bepaald is dat de entiteit
recht heeft op ontvangst van het dividend.
De reële waarde van beursgenoteerde financiële activa
wordt gebaseerd op de actuele biedkoers. De reële waarde
van financiële activa die niet actief verhandeld worden (of
die niet beursgenoteerd zijn) wordt door de Groep op basis
van waarderingstechnieken bepaald. Tot deze technieken
wordt gerekend het gebruik van recente, marktconforme
transacties, vergelijkingen met andere, nagenoeg
identieke instrumenten, contante-waardeberekeningen
en optiemodellen die aangepast zijn aan de specifieke
omstandigheden van de uitgevende instelling.
61
 2.10 Bijzondere waardevermindering
van financiële activa
(a) Financiële activa gewaardeerd tegen
geamortiseerde kostprijs
De Groep beoordeelt op iedere balansdatum of er
objectief bewijs is dat een financieel actief of een groep
van financiële activa aan bijzondere waardevermindering
onderhevig is. Een financieel actief of een groep van
financiële activa is aan bijzondere waardevermindering
onderhevig indien en voorzover er objectief bewijs is voor
een bijzondere waardevermindering als gevolg van een of
meerdere gebeurtenissen die zich na de eerste opname
van het actief hebben voorgedaan (‘loss event’) en die
gebeurtenissen een betrouwbaar te schatten invloed
hebben op de verwachte toekomstige kasstromen van het
financieel actief of de groep van financiële activa.
Indien er objectief bewijs is van een bijzonder
waardeverminderingsverlies op leningen of tot het
einde van de looptijd aangehouden effecten die tegen
de geamortiseerde kostprijs gewaardeerd worden,
dan wordt de omvang van het verlies bepaald als
het verschil tussen de boekwaarde van het actief en
de contante waarde van de geschatte toekomstige
kasstromen (exclusief toekomstige kredietverliezen die
nog niet zijn opgetreden), verdisconteerd tegen de
oorspronkelijke effectieve rentevoet van het financieel
actief. Als praktische benadering kan de Groep de
bijzondere waardevermindering ook bepalen op basis
van de reële waarde van een instrument, waarbij van een
waarneembare marktprijs wordt uitgegaan.
Indien het bedrag van de bijzondere waardevermindering
in een volgende periode afneemt en deze afname op
objectieve wijze in verband kan worden gebracht met
een gebeurtenis die zich heeft voorgedaan nadat het
bijzondere waardeverminderingsverlies werd verantwoord
(zoals een verbetering in de kredietwaardigheid van de
debiteur), dan zal het eerder verantwoorde bijzondere
waardeverminderingsverlies ten gunste van de winst-en-
verliesrekening worden teruggeboekt.
(b) Financiële activa gewaardeerd tegen
reële waarde
De Groep heeft geen andere niet voor handelsdoeleinden
bestemde financiele activa dan beleggingen die zijn
62
verantwoord als beschikbaar voor verkoop (Toelichting
10). De richtlijnen van IAS 39 worden door de Groep
toegepast ter bepaling of een financieel actief beschikbaar
voor verkoop onderhevig is geweest aan een andere dan
tijdelijke waardedaling. Bij deze beoordeling worden
diversen factoren meegewogen, waaronder recentelijke
verkoopprijzen. In de winst-en-verliesrekening verwerkte
bijzondere waarde­verminderings­verliezen op eigen-
vermogensinstru­menten die als beschikbaar voor
verkoop zijn geclassificeerd, worden niet via de winst-en-
verliesrekening teruggeboekt.
2.11 Hausse-positie effecten en
baisse-positie effecten
Van 1 januari 2004 tot en met 31 december 2004
De hausse-positie effecten (effecten in eigendom) en de
baisse-positie effecten (verkochte effecten die nog niet
zijn aangekocht) vertegenwoordigen activa en passiva uit
hoofde van handelsactiviteiten. Aan- en verkopen van
effecten worden verantwoord op de transactiedatum.
Handelsposities worden gewaardeerd tegen marktwaarde.
Zodra er wijzigingen in de marktwaarde van de
handelsposities optreden, worden deze wijzigingen door de
Groep onder de opbrengsten in de winst-en-verliesrekening
verwerkt. Handelsposities in effecten worden gewaardeerd
op basis van genoteerde marktprijzen. Indien er geen
genoteerde marktprijzen beschikbaar zijn, wordt de
reële waarde geschat op basis van de middenkoers van
soortgelijke beursgenoteerde instrumenten. Tegengestelde
koop- en verkooptransacties in dezelfde effecten of in de
aan deze effecten verbonden American Depositary Receipts
(ADR’s) worden niet in de balans opgenomen.
ADR’s kunnen tegen betaling van conversiekosten in
de onderliggende aandelen worden omgeruild. De
conversiekosten worden in de balans opgenomen onder de
overige schulden en overlopende passiva.
Afgeleide financiële instrumenten die voor handels­
doeleinden worden gebruikt, met inbegrip van
afdekkingsinstrumenten voor handelsinstrumenten, worden
tegen de reële waarde gewaardeerd. De reële waarde van
beursgenoteerde derivaten, voornamelijk futures en opties,
wordt gebaseerd op genoteerde marktprijzen. Indien er
geen genoteerde marktprijzen beschikbaar zijn, wordt een
schatting van de reële waarde gehanteerd.
JAARVERSLAG 2005 VDM

De grondslagen voor waardering en resultaatbepaling van
afgeleide financiële instrumenten die in aanmerking komen
voor hedge accounting zijn beschreven in Toelichting 3,
Derivaten en financieel risicobeheer.
Vanaf 1 januari 2005
De hausse-positie en baisse-positie in effecten
hebben betrekking op activa en passiva die voor
handelsdoeleinden worden aangehouden. Tot deze
effecten worden ook de afgeleide financiële instrumenten
gerekend die voor handelsdoeleinden gebruikt worden,
met inbegrip van afdekkingsinstrumenten voor
handelsinstrumenten. Aan- en verkopen van effecten
worden op de transactiedatum verwerkt; tenzij hierna
anders wordt bepaald, worden effecten ook weer op basis
van de transactiedatum van de balans verwijderd. Posities
in effecten worden tegen reële waarde gewaardeerd,
waarbij reële waarde-aanpassingen in het resultaat
worden verwerkt zodra deze zich voordoen. Hausse-
posities in effecten en baisse-posities in effecten worden
gewaardeerd tegen de respectievelijke genoteerde
bied- en laatprijzen. Hausse-posities in effecten en baisse-
posities in effecten met een tegengesteld marktrisico
worden gewaardeerd tegen de middenkoers voor deze
instrumenten. Indien er geen genoteerde marktprijzen
beschikbaar zijn, wordt de reële waarde geschat op basis
van de marktprijzen van soortgelijke instrumenten.
Overeenkomstig de specifieke IAS 39-regels voor het
(niet langer) opnemen op de balans van financiële
instrumenten worden bepaalde tegengestelde koop- en
verkooptransacties met dezelfde onderliggende waarde
gebruteerd. Posities in ADR’s en onderliggende aandelen
die voortvloeien uit de arbitrage-activiteiten van de Groep
worden uitsluitend van de balans verwijderd indien de
ermee verbonden verplichtingen niet langer bestaan.
ADR’s kunnen tegen betaling van conversiekosten in
de onderliggende aandelen worden omgeruild. De
conversiekosten worden gepassiveerd onder de overige
schulden en overlopende passiva. Bij baisse-posities
verkoopt de Groep effecten die zij niet in bezit heeft of
die niet onmiddellijk omwisselbaar zijn. De Groep is in dat
geval verplicht de desbetreffende effecten op een latere
datum terug te kopen.
Transactiekosten uit hoofde van deze financiële activa en
passiva worden in de winst-en-verliesrekening verwerkt in
T o eli c h t i n ge n op de ge c o n s o li d eer d e jaarreke n i n g
de post Beurs-, clearing- en transactiekosten zodra ze zich
voordoen.
2.12 Geleende en uitgeleende effecten
Van 1 januari 2004 tot en met 31 december 2004
Onder de vorderingen op en schulden aan clearing­
organisaties en professionele partijen is onder andere
begrepen het saldo van vorderingen en verplichtingen
die verband houden met de volledig gesecureerde
effectenleenactiviteiten van de Groep. De balansposten
uit hoofde van effectenleentransacties worden gesaldeerd
en in de jaarrekening verantwoord onder ‘vorderingen
op/ schulden aan clearingorganisaties en professionele
partijen’. Het gesaldeerd verantwoorden volgt uit het feit
dat deze balansposities resulteren uit activiteiten waarbij
de Groep in de capaciteit als ‘agent’ optreedt binnen
een gereguleerde markt en doordat deze activiteiten
aanleiding geven tot grote en aan snelle verandering
onderhevige posities met een zeer beperkt risico. Geleende
en uitgeleende effecten waarvoor kasmiddelen als
onderpand worden verstrekt of verkregen, worden als
gesecureerde financiële transacties verwerkt en tegen de
contractwaarde opgenomen. De onderneming dient voor
effectenleentransacties bij de uitlenende partij kasmiddelen
in onderpand te geven. In geval van uitgeleende effecten
ontvangt de onderneming kasmiddelen in onderpand ter
hoogte van een bedrag dat gewoonlijk de marktwaarde
van de uitgeleende effecten overtreft. De onderneming
bewaakt de marktwaarde van de geleende en uitgeleende
effecten op dagelijkse basis; waar nodig wordt extra onder­
pand verkregen of overtollig onderpand teruggestort. Baten
en lasten uit hoofde van effectenleenactiviteiten worden
gedurende de looptijd van de transactie verant­woord en op
nettobasis onder de post opbrengsten verwerkt.
Vanaf 1 januari 2005
De effectenleenactiviteiten van de Groep zijn begin 2005
gestaakt. Ten behoeve van de afwikkeling van baisse-
posities worden nog wel effecten geleend. Dergelijke
leentransacties verplichten de Groep tot het verstrekken
van onderpand in de vorm van liquide middelen. Dit
onderpand wordt verantwoord in de posten vorderingen
op clearingorganisaties en professionele partijen. De
onderliggende effecten worden niet in de jaarrekening
verantwoord in overeenstemming met de bepalingen
opgenomen in IAS 39.37(d).
63
 2.13 Vorderingen op/ schulden aan
clearingorganisaties en professionele partijen
Vorderingen op/ schulden aan clearingorganisaties en
professionele partijen vertegenwoordigen vorderingen
uit hoofde van verkochte effecten en verplichtingen uit
hoofde van gekochte effecten die verhandeld zijn maar
aan het einde van het boekjaar nog niet zijn geleverd
(niet-afgewikkelde transacties). Daarnaast bevat de post
vorderingen op clearingorganisaties en professionele
partijen de te ontvangen liquide middelen voortvloeiend
uit de zekerheidsstelling van handelsposities en
effectenleenovereenkomsten.
Van 1 januari 2004 tot en met 31 december 2004
Te ontvangen en te betalen posten die voortvloeien
uit niet-afgewikkelde transacties worden per beurs
gesaldeerd.
Vanaf 1 januari 2005
Te ontvangen en te betalen posten die voortvloeien uit
niet-afgewikkelde transacties worden op ongesaldeerde
basis verantwoord, behalve daar waar het wettelijk is
toegestaan om te salderen en de Groep op nettobasis
wenst af te wikkelen.
2.14 Liquide middelen
Van 1 januari 2004 tot en met 31 december 2004
Liquide middelen opgenomen in de overeenkomst tot
saldoverrekening met een commerciële bank worden
onder saldering van de gerelateerde bankschulden
weergegeven.
Vanaf 1 januari 2005
De salderingsbepalingen van IAS 32 staat de saldering
van liquide middelen en bankschulden opgenomen in de
overeenkomst tot saldoverrekening met een commerciële
bank niet toe. Deze posten zijn als gevolg hiervan
gebruteerd in de balans opgenomen.
Tot de liquide middelen worden gerekend: kasmiddelen,
direct opvraagbare tegoeden bij banken, overige
kortlopende zeer liquide beleggingen met een
oorspronkelijke looptijd van maximaal drie maanden
en voorschotten in rekening-courant. Voorschotten
in rekening-courant worden op de balans onder de
64
kortlopende verplichtingen als bankschulden verantwoord.
Liquide middelen die als onderpand voor handelsposities
gebruikt worden of die voor marginverplichtingen worden
aangehouden, worden geclassificeerd onder de post
Vordering op clearingorganisaties en professionele partijen.
Liquide middelen die vereist zijn om te voldoen aan de
netto liquiditeitseisen die aan de specialistactiviteiten van
VDM Specialists op de New York Stock Exchange gesteld
worden, worden geclassificeerd als vaste activa.
2.15 Saldering van financiële instrumenten
Financiële activa en passiva worden gesaldeerd en het
netto bedrag wordt op de balans verantwoord wanneer
de Groep een wettelijk afdwingbaar recht heeft om
de opgenomen bedragen te salderen en de Groep
voornemens is om op nettobasis te verrekenen, dan wel
de realisatie van het actief en de verrekening van de
verplichting gelijktijdig te laten plaatsvinden.
2.16 Vaste activa aangehouden voor verkoop,
groepen van af te stoten balanselementen en
beëindigde activiteiten
Vaste activa en groepen van af te stoten balanselementen
(activa, mogelijk met direct eraan verbonden
verplichtingen, die door een entiteit gezamenlijk
in één transactie worden afgestoten) worden als
aangehouden voor verkoop geclassificeerd indien de
boekwaarde grotendeels zal worden terugverdiend via
een verkooptransactie, en niet via voortzetting van de
bedrijfsactiviteit. Deze voorwaarde wordt alleen geacht te
zijn vervuld wanneer de verkoop zeer waarschijnlijk is en
het actief (of de groep van af te stoten balanselementen)
in de huidige staat onmiddellijk voor verkoop beschikbaar
is. Het management dient zich gecommitteerd te hebben
aan de verkoop, die naar verwachting binnen een jaar na
het moment van classificatie als voltooide verkoop moet
kunnen worden verantwoord.
Een groep van af te stoten balanselementen kan betrekking
hebben op een groep kasstroomgenererende eenheden,
een afzonderlijke kasstroomgenererende eenheid of een
onderdeel van een kasstroomgenererende eenheid waar-
aan goodwill is toegerekend (Toelichting 2.5). De toegere-
kende goodwill wordt opgenomen in de boekwaarde van
de groep van af te stoten balanselementen.
JAARVERSLAG 2005 VDM

Vaste activa en groepen van af te stoten balanselementen
die als aangehouden voor verkoop geclassificeerd zijn,
worden gewaardeerd tegen de laagste uitkomst van de
eerdere boekwaarde van de activa en de reële waarde
minus verkoopkosten. Vanaf het moment van classificatie
als aangehouden voor verkoop vinden op materiële en
immateriële vaste activa geen afschrijvingen meer plaats.
Vaste activa aangehouden voor verkoop en de activa van
groepen van af te stoten balanselementen die worden
aangehouden voor verkoop worden afzonderlijk op de
balans weergegeven. De verplichtingen uit hoofde van een
groep af te stoten balanselementen die als aangehouden
voor verkoop zijn geclassificeerd, worden afzonderlijk van
de overige verplichtingen op de balans weergegeven. Voor
voorgaande vergelijkende periodes wordt de presentatie
van activa en passiva aangehouden voor verkoop niet
aangepast.
Een beëindigde activiteit betreft een onderdeel van een
entiteit dat ofwel afgestoten is ofwel geclassificeerd is
als aangehouden voor verkoop en dat een belangrijke
afzonderlijke activiteit of belangrijk geografisch werkgebied
vertegenwoordigt en dat onderdeel uitmaakt van een
afzonderlijk beleidsplan om een belangrijke afzonderlijke
activiteit of belangrijk geografisch werkgebied af te stoten
of dat een dochtermaatschappij is die uitsluitend verworven
is met het oogmerk om weer afgestoten te worden.
Eventuele winsten of verliezen op de herwaardering van
vaste activa (of groepen van af te stoten balanselementen)
die geclassificeerd zijn als aangehouden voor verkoop en
die niet voldoen aan de definitie van beëindigde activiteit,
worden in het resultaat uit voortgezette activiteiten
verantwoord.
2.17 Aandelenkapitaal en agioreserve
Van 1 januari 2004 tot en met 31 december 2004
Gewone aandelen en cumulatief preferente financierings­
aandelen worden als eigen vermogen geclassificeerd.
Dividenden worden uitgekeerd uit de ingehouden winst die
niet is toegevoegd aan de statutaire reserves of uitbetaald
is aan de aandeelhouders van de cumulatief preferente
financieringsaandelen en preferente aandelen. Dividenden
worden op de ingehouden winst in mindering gebracht
zodra ze betaalbaar zijn gesteld.
T o eli c h t i n ge n op de ge c o n s o li d eer d e jaarreke n i n g
Vanaf 1 januari 2005
Gewone aandelen worden als eigen vermogen
geclassificeerd. Cumulatief preferente financierings­
aandelen worden onder de langlopende verplichtingen
gerangschikt (Toelichting 2.18).
Incrementele kosten die direct zijn toe te rekenen aan de
uitgifte van nieuwe gewone aandelen worden in het eigen
vermogen verwerkt door deze, na aftrek van belastingen,
op de opbrengsten in mindering te brengen.
Indien een groepsmaatschappij aandelen in de
onderneming koopt (ingekochte eigen aandelen), dan
wordt de geleverde tegenprestatie, inclusief eventuele
direct toe te rekenen incrementele kosten (na aftrek van
belastingen), op het eigen vermogen in mindering gebracht
totdat de aandelen ingetrokken, opnieuw uitgegeven of
vervreemd worden. Indien dergelijke aandelen vervolgens
verkocht of opnieuw uitgegeven worden, zal de geleverde
tegenprestatie, na aftrek van eventuele direct toe te
rekenen incrementele transactiekosten en de bijbehorende
belastingposten in het eigen vermogen worden verwerkt.
2.18 Leningen (opgenomen gelden)
Van 1 januari 2004 tot en met 31 december 2004
Leningen worden tegen de nominale waarde verantwoord.
De rentelasten worden volgens het beginsel van
periodetoerekening toegerekend aan het boekjaar waarop
zij betrekking hebben. Zie Toelichting 2.17 voor cumulatief
preferente financieringsaandelen en Toelichting 2.2(c) voor
de post Kapitaal van minderheidspartners.
Vanaf 1 januari 2005
Leningen, inclusief cumulatief preferente financierings­
aandelen en de post Kapitaal van minderheidspartners,
worden bij de eerste opname verantwoord tegen de reële
waarde onder aftrek van gemaakte transactiekosten. Na de
eerste opname worden de leningen verantwoord tegen de
geamortiseerde kostprijs; eventuele verschillen tussen de
opbrengsten (na aftrek van transactiekosten) en de
aflossingswaarde worden op basis van de effectieve-
rentemethode over de looptijd van de opgenomen gelden
verantwoord in de winst-en-verliesrekening.
Opgenomen gelden worden geclassificeerd als kortlopende
schulden, tenzij de Groep een onvoorwaardelijk recht heeft
65
 om de afwikkeling van de verplichting tot ten minste 12
maanden na de balansdatum uit te stellen.
2.19 Voorzieningen
Voorzieningen worden in de balans opgenomen wanneer
als gevolg van een gebeurtenis uit het verleden een
wettelijke of feitelijke verplichting voor de Groep ontstaat,
wanneer het waarschijnlijk is dat een uitstroom van
middelen nodig zal zijn om de verplichting af te wikkelen
en wanneer de omvang op betrouwbare wijze kan worden
ingeschat. Voorzieningen worden gewaardeerd tegen de
contante waarde van de best mogelijke schatting die het
management ten aanzien van de benodigde uitgaven voor
afwikkeling van de huidige verplichting op de balansdatum
kan maken (Toelichting 4). De disconteringsvoet die gebruikt
wordt om de contante waarde te bepalen, weerspiegelt de
marktverwachtingen inzake de tijdswaarde van geld en de
specifieke risico’s die aan de verplichting verbonden zijn. Als
de tijdswaarde van geld van verwaarloosbare betekenis is,
wordt geen discontering toegepast.
2.20 Personeelsbeloningen
(a) Pensioenregelingen
De groepsmaatschappijen kennen verschillende
pensioenregelingen. Deze regelingen worden gefinancierd
via betalingen aan verzekeringsmaatschappijen of aan
fondsen die door een onafhankelijke beheerder worden
beheerd. De desbetreffende premies worden vastgesteld
op basis van periodieke actuariële berekeningen. De
Groep beschikt over werknemerspensioenregelingen
in Duitsland, de Verenigde Staten en Nederland,
waaronder zich zowel toegezegd-pensioenregelingen als
toegezegde-bijdrageregelingen bevinden. Een toegezegd-
pensioenregeling is een pensioenregeling waarin de
hoogte van de pensioenuitkering aan de gepensioneerde
werknemer vastgelegd is. De hoogte van de uitkering
hangt gewoonlijk af van een of meerdere factoren, zoals
leeftijd, aantal dienstjaren en salaris. Een toegezegde-
bijdrageregeling is een pensioenregeling waarbij de Groep
vaste bijdragen aan een afzonderlijke entiteit betaalt. De
Groep heeft geen wettelijke of feitelijke verplichtingen om
verdere betalingen te verrichten indien het fonds niet over
voldoende activa beschikt om aan alle in de huidige en
voorgaande perioden opgebouwde rechten op uitkeringen
te kunnen voldoen.
66
De actiefpost uit hoofde van de toegezegd-
pensioenregeling op de balans (inclusief netto vorderingen
uit overige langlopende beloningsregelingen (Toelichting
2.20(b)) betreft het positieve verschil dat de reële waarde
van de fondsbeleggingen op de balansdatum vertoont ten
opzichte van de contante waarde van de verplichtingen
uit hoofde van de toegezegd-pensioenregeling, aangepast
voor niet-verantwoorde actuariële winsten en verliezen
en backservicekosten. De actiefpost die uit deze
berekening voortvloeit, is beperkt tot de cumulatieve niet-
verantwoorde actuariële verliezen en backservicekosten,
plus de contante waarde van de beschikbare
terugbetalingen en verrekeningen met in de toekomst aan
de pensioenregeling verschuldigde bijdragen.
De contante waarde van deze economische voordelen
wordt bepaald tegen een disconteringsvoet die gebaseerd
is op bedrijfsobligaties van hoge kredietkwaliteit.
De verplichtingen uit hoofde van de toegezegd-
pensioenregeling worden jaarlijks door onafhankelijke
actuarissen berekend met behulp van de actuariële
methode die bekend staat als de ‘Projected Unit Credit’-
methode. De contante waarde van de toegezegd-
pensioenverplichting wordt bepaald door de geschatte
toekomstige kasstromen te verdisconteren op basis van de
rente die op bedrijfsobligaties van hoge kredietkwaliteit
wordt vergoed. Deze bedrijfsobligaties luiden in de valuta
waarin de uitkeringen zullen worden voldaan en hebben
een looptijd die overeenkomt met de looptijd van de
desbetreffende pensioenregeling.
De Groep heeft besloten om alle cumulatieve actuariële
winsten en verliezen per 1 januari 2004 (de datum
van overgang naar IFRS) in het eigen vermogen te
verantwoorden, zoals is toegestaan onder IFRS 1. Deze
vrijstelling uit hoofde van IFRS 1 is op alle toegezegd-
pensioenregelingen van de Groep toegepast.
Met ingang van 1 januari 2004 worden de cumulatieve
actuariële winsten en verliezen die voortvloeien uit
ervaringsaanpassingen en uit wijzigingen in actuariële
veronderstellingen ten laste van de winst-en-verliesrekening
gebracht indien deze cumulatieve winsten en verliezen
meer dan 10 procent bedragen van de hoogste uitkomst
van ofwel de contante waarde van de toegezegd-
pensioenverplichtingen van de Groep ofwel de reële
waarde van de activa in de pensioenregeling. De
afschrijving vindt plaats over het verwachte gemiddelde
JAARVERSLAG 2005 VDM

aantal resterende arbeidsjaren van de deelnemende
medewerkers.
Backservicekosten worden direct in het resultaat
verantwoord, tenzij de aanpassingen in de
pensioenregeling alleen geldig zijn als de medewerkers
een specifieke periode (de wachtperiode) in dienst blijven.
In dat geval worden de backservicekosten gedurende de
wachtperiode lineair afgeschreven.
Voor de toegezegde-bijdrageregelingen betaalt de Groep
bijdragen aan gemeenschappelijk of particulier beheerde
pensioenverzekeringsregelingen op een verplichte,
contractuele of vrijwillige basis. De Groep heeft geen
verplichting om verdere betalingen te verrichten nadat de
premies zijn betaald. De bijdragen worden onder de post
Personeelskosten verantwoord wanneer ze verschuldigd
zijn. Vooruitbetaalde premies worden als actiefpost
opgenomen voorzover sprake is van terugbetaling
in contanten of van verrekening met in de toekomst
verschuldigde premies.
(b) Overige langlopende beloningsregelingen
Overige langlopende beloningsregelingen betreffen
personeelsregelingen anders dan pensioenregelingen, met
een looptijd van meer dan 12 maanden na balansdatum.
Actuariele winsten en verliezen worden direct verantwoord
in de winst-en verliesrekening, zonder toepassing van de
zogenoemde corridor. Voorts worden backservice kosten
direct in de winst-en verliesrekening verantwoord.
(c) Op aandelen gebaseerde betalingen
De Groep voert een via het eigen vermogen afgewikkeld,
op aandelen gebaseerd beloningsplan. De reële waarde van
de diensten die medewerkers als tegenprestatie voor de
toekenning van opties hebben geleverd, wordt bepaald op
basis van de reële waarde van de opties die zijn toegekend
en die naar verwachting onvoorwaardelijk zullen worden.
Deze reële waarde wordt over de vestingperiode ten
laste van het resultaat gebracht, in combinatie met een
overeenkomstige verhoging van de post ingehouden
winst in het eigen vermogen. De optieregeling kent geen
marktgerelateerde voorwaarden. Niet-marktgerelateerde
voorwaarden komen tot uitdrukking in de aannames met
betrekking tot het aantal opties dat naar verwachting
onvoorwaardelijk zal worden. Op iedere balansdatum
vindt een herziening plaats van de schatting van het aantal
T o eli c h t i n ge n op de ge c o n s o li d eer d e jaarreke n i n g
opties dat naar verwachting onvoorwaardelijk zal worden.
De eventuele gevolgen van deze herziening worden in
de winst-en-verliesrekening op lineaire basis verantwoord
over de resterende vestingperiode, in combinatie met een
overeenkomstige aanpassing van de ingehouden winst in
het eigen vermogen.
Bij uitoefening van de opties worden de ontvangen
opbrengsten, na aftrek van eventuele direct toe te rekenen
transactiekosten, ten gunste van het aandelenkapitaal
(nominale waarde) en de agioreserve gebracht.
(d) Ontslagvergoedingen
Ontslagvergoedingen worden uitgekeerd indien het
dienstverband vóór de normale pensioendatum wordt
beëindigd, of wanneer een werknemer in ruil voor
deze vergoeding een vrijwillige afvloeiing accepteert.
Ontslagvergoedingen worden in de jaarrekening
opgenomen wanneer de Groep zich aantoonbaar heeft
verplicht tot betaling op basis van een gedetailleerd formeel
plan en de Groep zich hieruit niet kan terugtrekken.
Vergoedingen die pas 12 maanden na de balansdatum of
later opeisbaar worden, worden tegen de contante waarde
opgenomen.
(e) Winstdeling en bonusregelingen
De Groep verantwoordt verplichtingen en lasten uit hoofde
van bonussen en winstdeling. Dit geschiedt op basis van de
bonusregelingen voor werknemers, die over het algemeen
afhankelijk zijn van de individuele prestaties van de
werknemers en de resultaatontwikkeling bij de individuele
bedrijfsonderdelen van de Groep. De Groep neemt een
verplichting op in de jaarrekening indien dit contractueel
verplicht is of wanneer er door een handelwijze in het
verleden feitelijke verplichtingen zijn ontstaan.
2.21 Opbrengstverantwoording
Tot de opbrengsten worden gerekend:
■ R
 eële waarde-aanpassingen op financiële instrumenten
aangehouden voor handelsdoeleinden, inclusief netto
rentebaten uit effectenleenactiviteiten;
■ C
 ommissie-opbrengsten; en
■ R
 entebaten en – lasten en koersverschillen die worden
toegerekend aan de primaire bedrijfsactiviteiten.
67
 Commissie-opbrengsten worden in de jaarrekening
verantwoord op de verrekeningsdatum, die niet
wezenlijk afwijkt van de transactiedatum. Commissie-
opbrengsten komen voornamelijk voort uit de
specialistactiviteiten die door VDM Specialists op de New
York Stock Exchange worden verricht.
Baten en lasten uit hoofde van rente, dividenden
en koersverschillen die verband houden met de
handelsactiviteiten worden in de opbrengsten
verantwoord aangezien deze een belangrijk onderdeel
vormen van het behaalde resultaat op hausseposities en
baisseposities in effecten. Rentebaten en lasten worden
verantwoord op basis van de effectieve-rentemethode
en dividenden worden verwerkt zodra zij betaalbaar zijn
gesteld.
Overige baten en lasten uit hoofde van rente,
dividenden en koersverschillen worden opgenomen in
de posten Rentebaten, Koersbaten en -lasten en Overige
financieringskosten.
2.22 Lease-overeenkomsten
Lease-overeenkomsten waarbij een aanzienlijk deel van
de aan de eigendom verbonden risico’s en beloningen
bij de leasegever rusten, worden als operationele lease
geclassificeerd. De betalingen die worden verricht uit
hoofde van operationele lease-overeenkomsten (na
aftrek van eventuele incentives die van de leasegever
ontvangen worden) worden op lineaire basis gedurende
de looptijd van de lease-overeenkomst ten laste van
het resultaat gebracht. De Groep least kantoren en de
hieraan gerelateerde kosten worden gepresenteerd in
de Overige bedrijfslasten. Daarnaast huurt de Groep
beurszetels van minderheidspartners en van derden;
de desbetreffende betalingen worden onder de
posten Huur beurszetels in de winst-en verliesrekening
verantwoord.
2.23 Belastingen naar het resultaat
De belasting naar het resultaat heeft betrekking op
acute en latente belastingposities. De belastingen
worden berekend over het resultaat uit gewone
bedrijfsuitoefening vóór belastingen, verminderd
met het aandeel derden, op basis van de geldende
68
belastingtarieven of belastingwetgeving waarvan het
wetgevingsproces op de balansdatum materieel is
afgesloten in de diverse jurisdicties waar de Groep actief
is. Belastingen worden via het eigen vermogen verwerkt
indien de belastingen verband houden met posten die
in dezelfde of een andere periode direct via het eigen
vermogen zijn verantwoord.
De post Belastingen naar het resultaat omvat mede
de belastingen berekend over het aandeel van de
Groep (exclusief het aandeel van minderheidspartners)
in de belastbare winsten van de Amerikaanse
Limited Liability Corporations ("LLC’s") die voor
Amerikaanse fiscale doeleinden als transparant worden
aangemerkt. De minderheidspartners in deze LLC’s
zijn aansprakelijk voor de belastingafdracht over hun
aandeel in de winsten van de LLC’s. In het resultaat
uit gewone bedrijfsuitoefening voor belastingen zijn
de resultaten van deze LLC’s volledig geconsolideerd.
Dientengevolge vertegenwoordigt het aandeel van
de minderheidspartners gerelateerd aan deze LLC’s
het aandeel in het resultaat vóór belastingen. De
effectieve belastingdruk van de Groep wordt derhalve
bepaald door het bedrag van de belastingen te delen
door het resultaat uit gewone bedrijfsuitoefening vóór
belastingen verminderd met het aandeel derden.
2.24 Dividenduitkering
De dividenduitkering aan de gewone aandeelhouders
van de vennootschap wordt als verplichting in
de jaarrekening van de Groep opgenomen in de
periode waarin de dividenden worden goedgekeurd
en vastgesteld door de aandeelhouders van de
vennootschap (Toelichting 41).
2.25 Winst per aandeel
De gewone winst per aandeel wordt berekend door het
nettoresultaat toekomend aan de gewone aandeel­
houders te delen door het gewogen gemiddelde aantal
uitstaande gewone aandelen (exclusief ingekochte eigen
aandelen). De verwaterde winst per aandeel gaat uit van
dezelfde elementen als de gewone winst per aandeel.
Bovendien komt hierin de verwatering van het aantal
gewone aandelen uit hoofde van de uitoefening van
aandelenopties tot uitdrukking (Toelichting 31).
JAARVERSLAG 2005 VDM

2.26 Nieuwe verslaggevingsregels en
interpretaties van de IFRIC
Er zijn nieuwe verslaggevingsregels en interpretaties
van de IFRIC bekendgemaakt die verplicht zijn voor de
boekjaren die aanvangen op of na 1 januari 2006. Hierna
wordt weergegeven hoe de Groep de gevolgen van deze
nieuwe standaarden en interpretaties beoordeelt.
IFRS 7 Financiële instrumenten: Toelichting
IFRS 7 is van toepassing op de boekjaren die aanvangen
op of na 1 januari 2007. Eerdere invoering wordt
aange­moedigd. De Groep heeft IFRS 7 niet vervroegd
toegepast. IFRS 7 is alleen van toepassing op
toelichtingen die betrek­king hebben op financiële
instrumenten en heeft geen invloed op het eigen
vermogen of het resultaat van de Groep.
IAS 39 (aanpassing) – De reële-waardeoptie
Deze aanpassing, effectief vanaf 1 januari 2006,
verandert de definitie van tegen reële waarde
opgenomen financieel instrumenten via de winst-en-
verliesrekening en beperkt de mogelijkheid om financiële
3 Derivaten en financieel risicobeheer
3.1 Financiële risicofactoren
De Groep is door haar activiteiten aan meerdere financiële
risico’s onderhevig: marktrisico, valutarisico, renterisico,
kredietrisico en liquiditeitsrisico. Het overkoepelende
risicobeheersbeleid van de Groep legt de nadruk op de
onvoorspelbaarheid van de financiële markten en is erop
gericht potentieel nadelige gevolgen voor de resultaten
van de Groep te minimaliseren.
(a) Marktrisico
Marktrisico betreft het risico dat prijswijzigingen
de waarde van aan het normale handelsproces
gerelateerde aandelen , opties- of obligatieposities
negatief beïnvloeden. Het marktrisico wordt groter
naarmate marktbewegingen scherper worden en de
volatiliteit toeneemt. De beheersing van het marktrisico
vindt voornamelijk plaats binnen de afzonderlijke
handelsgroepen, waarbij het centrale toezicht,
T o eli c h t i n ge n op de ge c o n s o li d eer d e jaarreke n i n g
instrumenten als zodanig te classificeren. De Groep is van
mening dat deze aanpassing geen significante invloed
heeft op de classificatie van financiële instrumenten
omdat de Groep in staat moet zijn te voldoen aan de
aangepaste criteria voor de opname van financiële
instrumenten tegen reële waarde door de winst-en-
verliesrekening. Deze aanpassing zal door de Groep
toegepast worden voor verslagjaren vanaf 1 januari 2006.
IAS 39 (aanpassing) – Financiële garantie contracten
Volgens deze aanpassing, effectief vanaf 1 januari 2006,
moeten uitgegeven financiële garanties, andere dan die
eerder door de onderneming als verzekeringscontracten
zijn aangemerkt, bij eerste opname tegen reële waarde
gewaardeerd worden, en vervolgens tegen het hoogste
van (a) de niet geamortiseerde balans van de ontvangen
en uitgestelde vergoedingen en (b) de kosten om de
verplichting te vereffenen op balansdatum. De Groep
zal deze aanpassing voor financiële garantiecontracten
uitgegeven of herzien na 1 januari 2006 toepassen.
Overige nieuwe verslaggevingsregels en interpretaties zijn
niet relevant voor de Groep.
de analyse en de bepaling van het risicobeleid op het
niveau van de Groep worden uitgevoerd. De centrale
afdeling Risk Control stelt, in overleg met de Directie en
het lokale management, specifieke maximale risico­niveaus
voor de lokale handelsteams vast, ziet erop toe dat deze
limieten worden nageleefd en rapporteert dagelijks
rechtstreeks aan de Directie over het risicoprofiel van
de Groep. De afdeling Risk Control verricht deze taken
echter niet met betrekking tot VDM Specialists, waar het
risicobeheer in eerste lijn de verantwoordelijkheid is van
medewerkers die tijdens handelsuren op de handelsvloer
van de New York Stock Exchange aanwezig zijn.
(b) Valutarisico
De Groep is onderhevig aan een aantal valutarisico’s:
■ h
 et risico van koerswinsten en -verliezen op monetaire
activa en passiva die in andere valuta’s luiden dan de
functionele valuta van de desbetreffende entiteit;
69
 ■ d
 e invloed van valutakoersschommelingen op
de omrekening van posten van de winst-en-
verliesrekening en de balans van entiteiten ten
behoeve van de presentatie van de geconsolideerde
jaarrekening in euro’s; en
■ h
 et risico dat voortvloeit uit handelsposities die in
andere valuta’s luiden dan de functionele valuta van de
desbetreffende handelsentiteit die de handelsposities
aanhoudt.
Het beleid van de Groep is om:
■ h et effect van valutakoersschommelingen te beperken
teneinde volatiliteit in de winst-en-verliesrekening van
de Groep op basis van IFRS te verminderen;
■ inkomende en uitgaande kasstromen in verschillende
valuta’s af te dekken teneinde mogelijke
valutakoerseffecten op de liquiditeitspositie van de
Groep te beperken; en
■ w aardeveranderingen als gevolg van omrekening naar
de rapporteringsvaluta van de Groep in beginsel niet af
te dekken.
Voorts loopt een aantal van onze handelsgroepen
valutarisico’s tijdens het normale handelsproces. Deze
risico’s worden afgedekt zodra ze ontstaan, onder
andere door het gebruik van valutaderivatencontracten
die verwerkt worden als derivaten aangehouden voor
handelsdoeleinden.
(c) Renterisico
De Groep trekt financiering aan ter ondersteuning
van de bedrijfsvoering, mede in het kader van door
beurzen gestelde kapitaals- en liquiditeitseisen. Het
renterisicobeleid van de Groep is om de financiering­s­
instrumenten op het risicoprofiel van de onderliggende
activa af te stemmen. Het renterisicoprofiel kan worden
aangepast met behulp van renteswaps. Tot juni 2005
werden renteswaps gehanteerd door VDM Specialists
om het vaste renterisico op haar achtergestelde leningen
om te zetten in een variabel renterisico. Als gevolg van
de ontwikkelingen in de US dollar rentetarieven is in juni
2005 besloten deze renteswaps af te stoten.
(d) Kredietrisico
Voor de bedrijfsonderdelen die handelen op
gereguleerde beurzen is het kredietrisico in termen van
tegenpartijrisico beperkt. Het risico bij de afwikkeling
70
van handelstransacties is de facto verlegd naar de
clearingorganisaties van deze beurzen. Overtollige liquide
middelen worden geïnvesteerd in geldmarktinstrumenten,
waarbij de hiermee verbonden kredietrisico’s via een strikt
selectiebeleid voor tegenpartijen worden geminimaliseerd.
(e) Liquiditeitsrisico
Het liquiditeitsrisico betreft de mate waarin de Groep
in staat is haar handelsposities en door beurzen
en clearingorganisaties opgelegde liquiditeitseisen
te financieren. Dit risico wordt beperkt door de
vermogensbasis van de Groep, in verhouding tot het
vermogensbeslag van de activiteiten, en door het liquide
karakter van het merendeel van de handelsportefeuille.
De Groep beschikt bovendien over financieringsfaciliteiten
bij commerciële banken. De kasstromen van de Groep
worden op een 12-maands voortschrijdende basis
gebudgetteerd. De kasstromen en zogenaamde ‘vrije’
kasposities worden dagelijks beoordeeld; waar nodig
vindt bijstelling van de kasstroombudgetten plaats.
(f) Compliance risico, juridisch risico en
operationeel risico
De vennootschap en haar dochtermaatschappijen,
alsmede de bedrijfssector waarin zij hun activiteiten
verrichten, zijn in zowel de Verenigde Staten als Europa in
belangrijke mate onderworpen aan wet- en regelgeving
van (lokale) overheden en beurstoezichthouders. De
wet- en regelgeving waaraan de dochtermaatschappijen
moeten voldoen, heeft onder meer betrekking op
financiële verslaggeving, de handel in effecten,
kapitaalvereisten en toezicht op medewerkers.
Overtredingen van deze wet- en regelgeving kunnen
resulteren in boetes, dan wel schorsing of uitsluiting
van management en/of medewerkers alsmede in
andere maatregelen die de activiteiten en financiële
performance van de Groep nadelig zouden kunnen
beïnvloeden. Dergelijke overtredingen kunnen ook het
intrekken van handelsvergunningen tot gevolg hebben.
In laatstgenoemd geval zou de Groep een deel van haar
bestaande activiteiten niet langer kunnen uitvoeren,
hetgeen een materiële invloed op de financiële positie,
nettowinst en kasstroom van de Groep kan hebben.
Zie Toelichting 32 voor een overzicht van de lopende
rechtsgedingen en procedures.
JAARVERSLAG 2005 VDM

3.2 Verantwoording van afgeleide financiële
instrumenten en afdekkingsactiviteiten
Afgeleide financiële instrumenten (derivaten) voor
handelsdoeleinden, met inbegrip van instrumenten om
handelsinstrumenten af te dekken, worden door de Groep
verantwoord volgens de in Toelichting 2.11 omschreven
grondslagen. De grondslagen voor verwerking van
derivaten voor andere doeleinden dan handel worden
onderstaand uiteengezet.
Van 1 januari 2004 tot en met 31 december 2004
Afgezien van handel in derivaten maakt de Groep
hoofdzakelijk van derivaten gebruik om valutarisico’s en,
in mindere mate, renterisico’s te beheersen. Wijzigingen in
de reële waarde van financiële instrumenten waarmee het
valutarisico op activa en passiva wordt afgedekt, worden
op dezelfde basis verantwoord als wijzigingen in de reële
waarde van de onderliggende activa en passiva waarop de
afdekking betrekking heeft.
Renteswaps die de vaste rente op bepaalde leningen in
een variabele marktrente omzetten, zijn niet in de balans
opgenomen. Gerealiseerde winsten en verliezen die
voortvloeien uit het tussentijds beëindigen of verkopen
van dergelijke swaps worden uitgesteld en in de winst-en-
verliesrekening verantwoord onder financieringskosten.
Deze verantwoording geschiedt op lineaire basis over de
resterende looptijd van de onderliggende schuld waarop
de afdekking betrekking had. Wanneer de Groep gebruik
maakt van renteswapovereenkomsten ter afdekking van
het renterisico, wordt het ingevolge de renteswap netto te
ontvangen of verschuldigde bedrag over de looptijd van
de swap verantwoord. Het verantwoorde bedrag wordt
verwerkt als een aanpassing op de rentebaten of -lasten
die voortvloeien uit de renteverdienende of rentedragende
actiefpost of schuld.
Vanaf 1 januari 2005
Derivaten worden bij de eerste opname gewaardeerd
tegen reële waarde per de datum waarop een
derivatencontract is aangegaan. Na de eerste opname
vindt herwaardering tegen reële waarde plaats. De
verantwoording van winsten of verliezen uit een derivaat
is afhankelijk van de functie van het derivaat en, indien
het derivaat als afdekkingsinstrument is aangemerkt, van
de aard van de afgedekte post. Afgezien van derivaten
T o eli c h t i n ge n op de ge c o n s o li d eer d e jaarreke n i n g
voor handelsdoeleinden kan de Groep bepaalde derivaten
aanmerken als reële-waardeafdekkingen van het
renterisico van bepaalde vastrentende leningen.
Bij afdekkingstransacties legt de Groep op het moment
van afsluiting de relatie tussen afdekkingsinstrumenten
en afgedekte posten vast, alsmede de doelstelling en
de strategie om de afdekkingstransacties aan te gaan.
De Groep documenteert tevens, zowel bij afsluiting
als op doorlopende basis, in hoeverre de binnen
afdekkingstransacties gebruikte derivaten door haar
als zeer effectief worden beoordeeld om het risico
van veranderingen in de reële waarde van afgedekte
posities te compenseren. Wijzigingen in de reële waarde
van derivaten die aangemerkt zijn als en voldoen aan
de criteria van een reële-waardeafdekking, worden
verantwoord in de winst-en-verliesrekening, tezamen
met eventuele wijzigingen in de reële waarde van de
afgedekte actiefpost of schuld die aan het afgedekte
risico toerekenbaar zijn.
Indien een reële-waardeafdekking op het moment
van eerste toepassing van IAS 39 op 1 januari 2005
niet voldoet aan de criteria voor hedge accounting,
wordt de reële waarde van het afdekkingsinstrument,
inclusief hierop uitgestelde winsten verwerkt als een
aanpassing van de boekwaarde van de afgedekte
post (waarvoor de effectieve-rentemethode wordt
toegepast) en deze aanpassing wordt in de winst-en-
verliesrekening afgeschreven over de looptijd op basis
van een herrekende effectieve rente. Op 1 januari 2005,
bedroeg deze aanpassing €8,0 miljoen en heeft derhalve
de boekwaarde van de achtergestelde leningen verhoogd.
Deze aanpassing had geen invloed op het eigen
vermogen. Indien de reële-waardeafdekking na 1 januari
2005 niet voldoet aan de criteria voor hedge accounting,
worden alle waardeaanpassingen verwerkt in de winst-en
verliesrekening als Overige baten en lasten - netto.
71
 4 Essentiële schattingen en beoordelingen
Schattingen en beoordelingen worden doorlopend ge-
ëvalueerd. Ze zijn gebaseerd op ervaringscijfers en andere
factoren, zoals verwachtingen omtrent toekomstige
gebeurtenissen die onder heersende omstandigheden
aannemelijk worden geacht.
De Groep maakt schattingen en veronderstellingen met
betrekking tot de toekomst. Deze schattingen zullen,
per definitie, zelden gelijk zijn aan de feitelijke resultaten
waarvan ze een voorspelling zijn. Hierna worden de schat-
tingen en veronderstellingen besproken die een aanzien-
lijk risico in zich bergen om binnen het volgende boekjaar
een materiële aanpassing van de boekwaarde van activa
en passiva te veroorzaken.
(a) Goodwill
De Groep toetst jaarlijks of goodwill een bijzondere
waardevermindering heeft ondergaan, conform de in
Toelichting 2.5 vermelde grondslagen. De Groep bepaalt
de reële waarde van kasstroomgenererende bedrijfseen-
heden aan de hand van gangbare waarderingstechnieken,
zoals de contante waarde methode en de marktvergelij-
kingsmethode. Bij de marktvergelijkingsmethode wordt
de kasstroomgenererende bedrijfseenheid afgezet tegen
soortgelijke entiteiten in een fusie- of overnameproces of
tegen genoteerde ondernemingen waarin op de aande-
lenmarkt actief wordt gehandeld. Bij de contante waarde-
methode wordt de contante waarde van de toekomstige
kasstromen van de kasstroomgenererende bedrijfseenheid
geschat op basis van prognoses over de kasstromen die
de eenheid naar verwachting zal genereren, waarbij deze
kasstromen tegen een bepaalde disconteringsvoet contant
worden gemaakt. Elk van deze methoden vereist schat-
tingen en veronderstellingen van het management, onder
meer met betrekking tot omzetgroei, kosten, effectieve
belastingdruk, rendement op werkkapitaal en investerin-
gen. De Groep schat bij haar berekeningen tevens een
disconteringsvoet en een lange termijn groeivoet.
De toetsing op bijzondere waardeverminderingen vindt
plaats in het vierde kwartaal van elk jaar. Voor de toetsing
op de kasstroomgenererende bedrijfseenheid VDM
Specialists heeft de Groep in 2005 een onafhankelijk
waarderingsbureau in de arm genomen om haar bij de
analyse te ondersteunen. Toekomstige kasstromen zijn
verdisconteerd op basis van een disconteringsvoet van
12% (Toelichting 7(c)). Op basis van deze waardering is
72
bepaald dat voor goodwill geen bijzondere waardever-
mindering heeft plaatsgevonden per 31 december 2005.
Verwezen wordt naar Toelichting 7 (c) voor een nadere
uitleg over de sensitiviteit van deze toetsing ten opzichte
van de onderliggende belangrijkste veronderstellingen.
(b) Specialistfondsen
De waarderingsgrondslagen van de Groep ten aanzien
van specialistfondsen zijn beschreven in Toelichting 2.5. Bij
indicaties dat specialistfondsen op een mogelijke bijzondere
waardevermindering moeten worden beoordeeld of op een
latere terugneming van een waarderverminderingsverlies
of dat de economische levensduur van specialistfondsen
herbeoordeling vereist, schat de Groep de contante
waarde van verwachte toekomstige kasstromen gedurende
de resterende levensduur om te bepalen of de activa
kunnen worden terugverdiend. Als gevolg van onzekere
marktomstandigheden en afnemende resultaten heeft de
Groep in het vierde kwartaal van 2005 specialistfondsen
op bijzondere waardeverminderingen getoetst. De waar­
deringen zijn uitgevoerd door externe onafhankelijke
con­sul­tants, in overeenstemming met de bepalingen van
IAS 36.
Er is een bijzonder waardeverminderingsverlies, berekend
als het verschil tussen de geschatte reële waarde en de
boekwaarde van de specialistfondsen, van €13,6 miljoen
verwerkt. Bij de berekening van de reële waarde is een
disconteringsvoet van 15% gehanteerd (Toelichting 7(c)).
Verwezen wordt naar Toelichting 7(c) voor een nadere
uitleg over de sensitiviteit van de bijzondere waarde­
vermindering ten opzichte van de onderliggende belang-
rijkste veronderstellingen.
(c) Latente belastingvorderingen
De balans van de Groep vertoont aanzienlijke latente
belastingvorderingen, die een lange looptijd kennen. Zoals
vermeld in Toelichting 2.8 worden latente belastingvorde-
ringen geactiveerd naarmate het waarschijnlijk is dat er
toekomstige belastbare winsten beschikbaar komen waar-
tegen de Groep de tijdelijke verschillen en ongebruikte
compensabele verliezen of ongebruikte fiscaal verreken-
bare tegoeden kan compenseren.
De inschatting van de mate van waarschijnlijkheid dat
er toekomstige belastbare winsten beschikbaar zijn, is
gebaseerd op gedetailleerde verwachtingen van fiscale
JAARVERSLAG 2005 VDM

resultaten in de periode beschikbaar voor compensatie
van tijdelijke verschillen en ongebruikte compensabele
verliezen en fiscaal verrekenbaar tegoeden.
Op basis van deze gebudgetteerde fiscale resultaten
en met inachtneming van een carry forward periode
van 20 jaar in de Verenigde Staten, heeft de Directie
geconcludeerd dat het waarschijnlijk is dat er voldoende
toekomstige belastbare winsten beschikbaar zullen zijn
ter onderbouwing van de opname van deze latente
belastingvorderingen. Indien het resultaat vóór belastin-
gen opgenomen in deze verwachtingen neerwaarts met
10% zou worden bijgesteld, dan zou dit tot een €1,1
miljoen verlaging van de waarde van de latente belas-
tingvorderingen leiden.
(d) Belastingen naar het resultaat
De Groep is in een groot aantal rechtsgebieden ven-
nootschapsbelasting verschuldigd. Bij de vaststelling
van de wereldwijde voorziening voor deze belasting
speelt beoordeling een belangrijke rol. In het kader van
gewone bedrijfsvoering doen zich transacties en bere-
keningen voor waarvan de uiteindelijke fiscale behan-
deling onzeker is. De Groep reserveert bedragen voor
verwachte fiscale beoordelingkwesties op basis van de
inschatting of er al dan niet aanvullende belasting ver-
schuldigd is. Indien de uiteindelijke fiscale behandeling
van deze kwesties resulteert in bedragen die verschillen
ten opzichte van eerder verantwoorde bedragen, zullen
deze verschillen verwerkt worden in de post belastingen
naar het resultaat in de winst-en verliesrekening of in de
latente belastingen in de periode waarin de beoorde-
lingskwesties door belastingautoriteiten zijn behandeld.
Verwezen wordt naar Toelichting 30 voor nadere details.
5 Reconciliatie met Dutch GAAP
5.1 Grondslagen voor de overgang naar IFRS
5.1.1 Toepassing van IFRS 1
De jaarrekening over het boekjaar eindigend op 31
december 2005 is de eerste jaarrekening van de Groep
op basis van IFRS. De Groep heeft de geconsolideerde
jaarrekening 2005 opgesteld op basis van IFRS 1, conform
de beschrijving in Toelichting 2.1. De overgangsdatum
van de Groep is 1 januari 2004. De Groep heeft haar
T o eli c h t i n ge n op de ge c o n s o li d eer d e jaarreke n i n g
(e) Voorzieningen en voorwaardelijke activa
en verplichtingen
Er worden voorzieningen opgenomen wanneer de Groep als
gevolg van gebeurtenissen uit het verleden aantoonbaar een
in rechte afdwingbare of feitelijke verplichting heeft, wan-
neer het meer waarschijnlijk is dan niet dat de afwikkeling
van deze verplichting een uitstroom van middelen zal verei-
sen en indien een betrouwbare schatting van de omvang van
de verplichting kan worden gemaakt.
De Groep is betrokken bij rechtsgedingen zoals vermeld in
Toelichting 32. Voor zover de Directie de afloop van deze
rechtsgedingen niet kan voorspellen, is hiervoor in de jaar-
rekening over het boekjaar eindigend op 31 december 2005
(en 2004) geen voorziening opgenomen. Er is een voorzie-
ning van €1,3 miljoen opgenomen met betrekking tot be-
paalde zaken waarvoor de uitkomst redelijkerwijs kan worden
ingeschat. Voorts is op 31 december 2005 een voorziening
van €1,8 miljoen verantwoord voor te verwachten juridische
advieskosten welke betrouwbaar kunnen worden ingeschat.
Zie Toelichting 23 en Toelichting 32 voor nadere details.
Het management is de overtuiging toegedaan dat er tegen
de diverse beschreven rechtsgedingen en -handelingen
ingestelde vorderingen een deugdelijk verweer kan worden
gevoerd. Er kunnen echter geen garanties worden ver-
strekt met betrekking tot de uitkomst van deze gedingen
of het tijdstip waarop ze beëindigd zullen zijn. Tot de reeks
mogelijke uitkomsten behoren ook vonnissen en beoordelin-
gen die voor de Groep nadelig zijn alsmede schikkingen op
grond waarvan de Groep substantiële betalingen moet doen.
Dergelijke vonnissen, beoordelingen en schikkingen zouden
een materieel nadelig effect kunnen hebben op de financiële
positie, het bedrijfsresultaat en de kasstromen van de Groep.
openingsbalans onder IFRS per die datum opgesteld. De
verslagdatum van deze geconsolideerde jaarrekening is
31 december 2005. De invoeringsdatum van IFRS door
de Groep is 1 januari 2005. Bij de opstelling van deze
geconsolideerde jaarrekening op basis van IFRS 1 heeft de
Groep de verplichte uitzonderingen en bepaalde optionele
vrijstellingen ten aanzien van volledige retroactieve
toepassing van IFRS toegepast.
73
 5.1.2 Gebruikte vrijstellingen ten aanzien van
volledige retroactieve toepassing van IFRS
De Groep heeft als volgt gebruikgemaakt van opties om
IFRS niet volledig retroactief toe te passen:
(a) Vrijstelling Bedrijfscombinaties
De groep heeft de vrijstelling bedrijfscombinaties
ingevolge IFRS 1 toegepast. Er zijn geen aanpassingen
doorgevoerd met betrekking tot bedrijfscombinaties die
plaatsvonden vóór 1 januari 2004, de overgangsdatum.
(b) Vrijstelling Reële waarde als geschatte kostprijs
De Groep heeft geen gebruikgemaakt van de
mogelijkheid om bepaalde materiële vaste activa per
1 januari 2004 tegen reële waarde te waarderen. De
waarderingsgrondslagen voor materiële vaste activa zijn
weergegeven in Toelichting 2.6.
(c) Vrijstelling Personeelsbeloningen
De Groep heeft besloten alle cumulatieve actuariële
winsten en verliezen te verwerken per 1 januari 2004.
De toepassing van deze vrijstelling is beschreven in
Toelichting 5.2.2(d).
(d) Vrijstelling Cumulatieve valuta-
omrekeningsverschillen
De Groep heeft besloten de bestaande reserve
koersverschillen per 1 januari 2004 op nul te stellen.
Deze vrijstelling is overeenkomstig IFRS 1 op alle
dochtermaatschappijen toegepast. De toepassing van
deze vrijstelling is beschreven in Toelichting 5.2.2(l).
(e) Vrijstelling Samengestelde financiële
instrumenten
De Groep heeft geen samengestelde financiële
instrumenten uitgegeven, zodat de vrijstelling niet van
toepassing is.
(f) Vrijstelling Activa en passiva van
dochtermaatschappijen, geassocieerde
deelnemingen en joint ventures
Aangezien deze vrijstelling betrekking heeft op
dochtermaatschappijen en geassocieerde deelnemingen
die IFRS later invoeren dan de moedermaatschappij, is
deze vrijstelling op de Groep niet van toepassing.
74
(g) Vrijstelling Aanpassing vergelijkende cijfers voor
IAS 32 en IAS 39
De Groep heeft ervoor gekozen van deze optie gebruik
te maken. In de vergelijkende informatie over 2004 zijn
derivaten, financiële activa, financiële verplichtingen en
afdekkingsrelaties verwerkt op basis van Dutch GAAP.
De benodigde aanpassingen op grond van verschillen
tussen Dutch GAAP en IAS 32 en IAS 39 zijn vastgesteld
en verwerkt per 1 januari 2005. De aard van deze
aanpassingen en hun effect op het groepsvermogen per 1
januari 2005 zijn beschreven in Toelichting 5.2.5.
(h) Vrijstelling Classificatie financiële activa en
financiële passiva
De Groep heeft bepaalde financiële activa
geherclassificeerd als beleggingen beschikbaar voor
verkoop. De aanpassingen uit hoofde van IAS 32 en IAS
39 per 1 januari 2005, de datum van de openingsbalans
en de overgangsdatum voor IAS 32/39, zijn weergegeven
in Toelichting 5.2.5.
(i) Vrijstelling Op aandelen gebaseerde betalingen
De groep heeft besloten van deze vrijstelling gebruik te
maken. IFRS 2 is vanaf 1 januari 2004 toegepast op alle
na 7 november 2002 toegekende aandelenopties die
per 1 januari 2005 nog niet onvoorwaardelijk waren. De
toepassing van de vrijstelling is beschreven in Toelichting
5.2.4(c).
(j) Vrijstelling Verzekeringscontracten
De Groep geeft geen verzekeringscontracten uit, zodat
deze vrijstelling niet van toepassing is.
(k) Vrijstelling Ontmantelingsverplichtingen in de
kostprijs van materiële vaste activa
De Groep kent geen ontmantelingsverplichtingen. Deze
vrijstelling is niet van toepassing.
(l) Vrijstelling Waardering financiële activa en
financiële verplichtingen tegen reële waarde bij
eerste opname
Deze vrijstelling, mogelijk gemaakt door de herziening
van IAS 39, heeft betrekking op de eerste opname van
financiële instrumenten tegen reële waarde in de winst-
en-verliesrekening indien er geen sprake is van een actieve
markt. De vrijstelling is niet van toepassing.
JAARVERSLAG 2005 VDM
 T o eli c h t i n ge n op de ge c o n s o li d eer d e jaarreke n i n g

5.1.3 Uitzonderingen op volledige retroactieve
toepassing
De Groep heeft de volgende verplichte uitzonderingen op
retroactieve toepassing verwerkt:
(a) Uitzondering Niet langer opnemen in de balans
van financiële activa en financiële verplichtingen
Financiële activa en verplichtingen die vóór 1 januari
2005 niet langer in de balans waren opgenomen, worden
onder IFRS niet opnieuw opgenomen. De toepassing
van de vrijstelling ten aanzien van het aanpassen van
vergelijkende cijfers in het kader van IAS 32 en IAS 39
betekent dat de Groep vanaf 1 januari 2005 alle financiële
activa en financiële verplichtingen heeft opgenomen die
sinds 1 januari 2004 uit de balans waren verwijderd en
die niet voldoen aan de criteria die IAS 39 ten aanzien
van niet-opname stelt. Het management heeft ervoor
gekozen genoemde criteria niet vanaf een eerdere datum
toe te passen. De toepassing van deze uitzondering in
de openingsbalans per 1 januari 2005 is beschreven in
Toelichting 5.2.5.
(b) Uitzondering Hedge accounting
Het management heeft hedge accounting vanaf 1
januari 2005 uitsluitend toegepast in gevallen waarin de
afdekkingsrelatie volledig voldoet aan de criteria die IAS
39 aan hedge accounting stelt. De toepassing van deze
uitzondering in de openingsbalans per 1 januari 2005 is
beschreven in Toelichting 5.2.5 (c).
(c) Uitzondering Schattingen
Schattingen per 1 januari 2004 onder IFRS dienen in
overeenstemming te zijn met schattingen per dezelfde
datum onder Dutch GAAP, tenzij die schattingen
aantoonbaar onjuist waren.
(d) Uitzondering Activa aangehouden voor verkoop
en beëindigde bedrijfsactiviteiten
Het management heeft gebruikgemaakt van de
vrijstelling om IFRS 5 vanaf 1 januari 2004 prospectief
toe te passen. Activa aangehouden voor verkoop en
beëindigde bedrijfsactiviteiten zijn vanaf 1 januari 2004
verwerkt overeenkomstig IFRS 5. De toepassing van
deze uitzondering per 1 januari 2004, de datum van de
openingsbalans onder IFRS, is beschreven in Toelichting
5.2.2 (h) en (u).
5.2 Reconciliaties tussen IFRS en Dutch GAAP
De volgende reconciliaties kwantificeren het effect van
de overgang naar IFRS. De twee eerste reconciliaties
geven een overzicht van de invloed van de overgang op
het groepsvermogen per 1 januari 2004 en 31 december
2004. De reconciliaties daarna bevatten nadere gegevens
over het effect van de overgang op:
■ h
 et groepsvermogen per 1 januari 2004
(Toelichting 5.2.2)
■ h
 et groepsvermogen per 31 december 2004
(Toelichting 5.2.3)
■ h
 et resultaat over het boekjaar eindigend op
31 december 2004 (Toelichting 5.2.4)
■ h
 et groepsvermogen per 1 januari 2005
(Toelichting 5.2.5)
■ d
 e kasstromen over het boekjaar eindigend op
31 december 2004 (Toelichting 5.2.6)

5.2.1 Overzicht van het groepsvermogen

(x € miljoen) Toelichting 2004 Toelichting 2004

1 januari 2004 31 december 2004
Groepsvermogen onder Dutch GAAP 234,5 235,0
Aanpassing latente belastingvorderingen overeenkomstig IAS 12 5.2.2 (c) 30,0 5.2.3 (d) 21,7
Verantwoording van pensioen- en overige langlopende
beloningsregelingen, na aftrek van latente belastingen 5.2.2 (d) 2,7 5.2.3 (e) 3,2
Wijziging voorziening voor de schikking NYSE/SEC
overeenkomstig IAS 37 5.2.2 (m,q) (0,8) -
Aanpassing aandeel derden in verband met de gewijzigde voorziening
voor de schikking NYSE/SEC 5.2.2 (n) (0,3) -
Aanpassing van goodwill als gevolg van stopzetting van afschrijvingen
overeenkomstig IAS 36, na aftrek van latente belastingen - 5.2.3 (a,d) 0,9
Groepsvermogen onder IFRS 266,1 260,8

75
 5.2.2 Reconciliatie van het groepsvermogen op 1 januari 2004 (overgangsdatum naar IFRS)
Effect overgang
(x € miljoen) Toelichting* Dutch GAAP naar IFRS IFRS
Activa 31 december 2003 1 januari 2004
Vaste activa
Goodwill 23,3 - 23,3
Overige immateriële activa a 60,2 0,1 60,3
Materiële vaste activa b 6,3 (0,6) 5,7
Latente belastingvorderingen c 69,0 26,1 95,1
Investeringen in geassocieerde deelnemingen 0,3 - 0,3
Leningen 12,0 - 12,0
Pensioen- en overige langlopende beloningsregelingen d - 3,3 3,3
Financiële activa beschikbaar voor verkoop (beurszetels) e 22,8 (9,5) 13,3
Liquide middelen 192,4 - 192,4
386,3 19,4 405,7
Vlottende activa
Hausse-positie effecten f 302,0 (197,0) 105,0
Vorderingen op clearingorganisaties en professionele partijen g 93,5 (24,3) 69,2
Activa aangehouden voor verkoop h1) - 235,4 235,4
Te vorderen belastingen naar het resultaat 23,6 - 23,6
Overige vorderingen en overlopende activa i 9,8 (1,2) 8,6
Liquide middelen j 69,2 (12,6) 56,6
498,1 0,3 498,4

Totaal activa 884,4 19,7 904,1

Passiva
Kapitaal en reserves toekomend aan de aandeelhouders van de
vennootschap
Aandelenkapitaal 3,5 - 3,5
Agio 186,8 - 186,8
Ingekochte eigen aandelen k - (8,1) (8,1)
Reserve koersverschillen l (101,2) 101,2 -
Ingehouden winst m 112,4 (61,2) 51,2
201,5 31,9 233,4
Aandeel derden n 33,0 (0,3) 32,7
Groepsvermogen 234,5 31,6 266,1

Langlopende schulden
Achtergestelde leningen o 151,7 (9,5) 142,2
Langlopende leningen 2,0 - 2,0
Latente belastingverplichtingen p 4,7 (2,5) 2,2
Voorzieningen q 44,6 - 44,6
203,0 (12,0) 191,0
Kortlopende schulden
Baisse-positie effecten r 259,7 (150,3) 109,4
Schulden aan clearingorganisaties en professionele partijen s 77,9 (69,4) 8,5
Kortlopende leningen 48,3 - 48,3
Bankiers t 25,2 (1,1) 24,1
Passiva aangehouden voor verkoop u2) - 221,2 221,2
Verschuldigde belastingen naar het resultaat 7,1 - 7,1
Overige schulden en overlopende passiva v 28,7 (0,3) 28,4
446,9 0,1 447,0

Totaal passiva 884,4 19,7 904,1

1 Activa aangehouden voor verkoop is het totaal van de betreffende posten hieronder in Toelichting (b)i, (f), (g) en (j)
2 Passiva aangehouden voor verkoop is het totaal van de betreffende posten hieronder in Toelichting (r), (s), (t) en (v)i
* De toelichtingen op pagina's 77 - 81 vormen een integraal onderdeel van deze reconciliatie

76 JAARVERSLAG 2005 VDM

 T o eli c h t i n ge n op de ge c o n s o li d eer d e jaarreke n i n g

Toelichting op de effecten van de overgang naar IFRS op de balans per 1 januari 2004 (in € miljoen)

De materiële aanpassingen in de balans houden verband met het volgende:

(a) Overige immateriële activa

Herclassificatie vanuit materiële vaste activa 0,1
Totaal effect – toename overige immateriële activa 0,1

Onder Dutch GAAP werd software opgenomen onder de balanspost materiële vaste activa. Onder IFRS kan alleen software die een
integraal onderdeel vormt van materiële vaste activa als zodanig worden geclassificeerd. Alle andere software dient te worden verwerkt
onder de post immateriële activa. Met de herclassificatie per 1 januari 2004 was een bedrag van €0,1 miljoen gemoeid.

(b) Materiële vaste activa

i. Herclassificatie naar activa aangehouden voor verkoop (0,5)
ii. Herclassificatie naar overige immateriële activa (Zoals beschreven in
(0,1)
5.2.2 (a))
Totaal effect – afname materiële vaste activa (0,6)

i. De Groep heeft met ingang van 1 januari 2004 IFRS 5 toegepast. In de openingsbalans zijn de activa en passiva van Van der Moolen
UK Limited (UK Bonds) derhalve geherclassificeerd als respectievelijk activa aangehouden voor verkoop en passiva aangehouden
voor verkoop. Deze herclassificatie heeft geen gevolgen voor het nettoresultaat of groepsvermogen. De resultaten van beëindigde
bedrijfsactiviteiten in 2004 zijn overeenkomstig IFRS 5 separaat in de winst-en-verliesrekening gepresenteerd.

(c) Latente belastingvorderingen

i. Terugneming van de discontering van latente belastingvorderingen 30,0
ii. Saldering van latente belastingverplichtingen en latente
belastingvorderingen (3,9)
Totaal effect – toename latente belastingvorderingen 26,1

i. IAS 12 verbiedt de discontering van latente belastingvorderingen en verplichtingen. Onder Dutch GAAP werden de latente
belastingvordering uit hoofde van fiscaal afschrijfbare goodwill en andere door middel van bedrijfscombinaties verworven immateriële
activa vóór 1 januari 2001 contant gemaakt op basis van een disconteringsvoet van 10%.
ii. IAS 12 staat saldering van latente belastingvorderingen en -verplichtingen toe indien, en slechts uitsluitend indien, de Groep een
juridisch afdwingbaar recht heeft om actuele belastingvorderingen te salderen met actuele belastingverplichtingen en indien de latente
belastingvorderingen en verplichtingen uiteindelijk betrekking hebben op dezelfde fiscale autoriteit. Deze salderingsregel neemt
eventuele tijdelijke verschillen in de terugnemingsperiode van latente belastingvorderingen en -verplichtingen niet in aanmerking;
onder Dutch GAAP was het uitsluitend mogelijk saldi te verrekenen die in dezelfde periode teruggenomen werden.

(d) Pensioen- en overige langlopende beloningsregelingen

Opname van actief uit hoofde van pensioen- en overige langlopende
beloningsregelingen 3,3
Totaal effect – toename pensioen- en overige langlopende
beloningsregelingen 3,3

77
 IAS 19 vereist dat een actief of passief uit hoofde van toegezegd-pensioen en overige langlopende beloningsregelingen in de balans moet
worden opgenomen. Onder Dutch GAAP werd een dergelijk actief of passief niet in de balans verantwoord. Het door de Groep conform
IAS 19 in de openingsbalans opgenomen actief is gelijk aan de reële waarde van de activa van de regelingen minus de contante waarde
van de verplichting uit hoofde van de pensioen- en overige langlopende beloningsregelingen. De Groep heeft verkozen alle cumulatieve
actuariële winsten en verliezen te verantwoorden per de overgangsdatum naar IFRS, waartoe IFRS 1 de ruimte biedt. Het actief gerelateerd
aan pensioen- en overige langlopende beloningsregelingen in de openingsbalans is derhalve niet gecorrigeerd voor niet-verantwoorde
actuariële winsten of verliezen. Vanaf 1 januari 2004 zijn actuariële winsten en verliezen die voortvloeien uit ervaringsaanpassingen en
wijzigingen in actuariële veronderstellingen met behulp van de corridormethode ten laste of ten bate gebracht van het resultaat over
de verwachte gemiddelde resterende dienstjaren van de werknemers. Kosten van reeds verstreken dienstjaren zijn direct verwerkt in het
resultaat, tenzij de wijzigingen in de pensioen- en overige langlopende beloningsregelingen afhankelijk zijn van een specifieke periode
waarin de werknemers in dienst moeten blijven (de vestingperiode). In dat geval zijn de kosten van reeds verstreken dienstjaren lineair
afgeschreven over de vestingperiode. In de openingsbalans van de Groep per 1 januari 2004 is een actief van €3,3 million opgenomen,
tegenover een nettoverplichting uit hoofde van deze regelingen van €0,8 miljoen onder Dutch GAAP (som van €(0.2) miljoen, €1,1
miljoen en €(0,1) miljoen, zoals respectievelijk beschreven in Toelichting (i)ii, (q)ii en v(ii)). Onder IFRS is een hiermee verbonden latente
belastingverplichting van €1,4 miljoen opgenomen. Het totale effect op het groepsvermogen per 1 januari 2004 is een toename van €2,7
miljoen.

(e) Financiële activa beschikbaar voor verkoop (beurszetels)

Verwijdering van beurszetels die zijn ingebracht voor gebruik (9,5)
Totaal effect – afname financiële activa beschikbaar voor verkoop (9,5)

Beurszetels aan de New York Stock Exchange die door enkele van de minderheidspartners van VDM Specialists voor gebruik zijn ingebracht,
werden onder Dutch GAAP op de balans geactiveerd, in combinatie met de opname van een overeenkomstige achtergestelde verplichting.
Onder IFRS is activering echter niet toegestaan. Deze ingebrachte beurszetels worden als een operationele lease behandeld. Deze
aanpassing heeft geen gevolgen voor de winst-en-verliesrekening of het groepsvermogen.

(f) Hausse-positie effecten

Herclassificatie naar activa aangehouden voor verkoop
(Zoals beschreven in 5.2.2 (b)i) (197,0)
Totaal effect – afname hausse-positie effecten (197,0)

(g) Vorderingen op clearingorganisaties en professionele partijen

Herclassificatie naar activa aangehouden voor verkoop
(Zoals beschreven in 5.2.2 (b)i) (24,3)
Totaal effect – afname vorderingen op clearingorganisaties en
professionele partijen (24,3)

(h) Activa aangehouden voor verkoop

Herclassificatie vanuit verschillende actiefposten
(Zoals beschreven in 5.2.2 (b)i) 235,4
Totaal effect – toename activa aangehouden voor verkoop 235,4

78 JAARVERSLAG 2005 VDM

 T o eli c h t i n ge n op de ge c o n s o li d eer d e jaarreke n i n g

(i) Overige vorderingen en overlopende activa

i. Herclassificatie naar activa aangehouden voor verkoop
(Zoals beschreven in 5.2.2 (b)i) (1,0)
ii. Opname van activa gerelateerd aan pensioen- en overige
langlopende beloningsregelingen (Zoals beschreven in 5.2.2 (d)) (0,2)
Totaal effect – afname overige vorderingen en overlopende activa (1,2)

(j) Liquide middelen

Herclassificatie naar activa aangehouden voor verkoop
(Zoals beschreven in 5.2.2 (b)i) (12,6)
Totaal effect – afname liquide middelen (12,6)

(k) Ingekochte eigen aandelen

Herclassificatie vanuit ingehouden winst (8,1)
Totaal effect – afname ingekochte eigen aandelen (8,1)

Ingekochte eigen aandelen zijn onder IFRS separaat gepresenteerd, terwijl ze onder Dutch GAAP in mindering werden gebracht op de
ingehouden winst.

(l) Reserve koersverschillen

Aanpassing van de cumulatieve reserve koersverschillen naar nul 101,2
Totaal effect – toename reserve koersverschillen 101,2

De Groep heeft verkozen gebruik te maken van de vrijstelling om de reserve koersverschillen op nul te stellen. De vrijstelling is toegepast op
alle dochtermaatschappijen.

(m) Ingehouden winst

i. Aanpassing van latente belastingvorderingen overeenkomstig IAS 12
(Zoals beschreven in 5.2.2 (c)) 30,0
ii. Opname van actief gerelateerd aan pensioen- en overige langlopende
beloningsregelingen, na aftrek van latente belastingen
(Zoals beschreven in 5.2.2 (d)) 2,7
iii. Aanpassing van de voorziening schikking NYSE/SEC
overeenkomstig IAS 37 (0,8)
iv. Herclassificatie van ingekochte eigen aandelen
(Zoals beschreven in 5.2.2 (k)) 8,1
v. Aanpassing van de cumulatieve reserve koersverschillen naar nul
(Zoals beschreven in 5.2.2 (l)) (101,2)
Totaal effect – afname ingehouden winst (61,2)

iii. De per 31 december 2003 opgenomen voorziening voor de schikking NYSE/SEC was afgestemd op de ondergrens van de
schikkingsbandbreedte die door het management is bepaald. Volgens IAS 37 vormt onder dergelijke omstandigheden het midden
van de schikkingsbandbreedte de beste schatting van het bedrag dat als voorziening moet worden opgenomen. Deze aanpassing in
de openingsbalans reduceert de ingehouden winst per 1 januari 2004 met €0,8 miljoen, hetgeen de voorziening van €1,1 miljoen
vertegenwoordigt, rekeninghoudend met het aandeel derden.

79
 (n) Aandeel derden
Aanpassing aandeel derden in verband met de gewijzigde voorziening
schikking NYSE/SEC (0,3)
Totaal effect – afname aandeel derden (0,3)

Deze aanpassing heeft betrekking op de bijdrage van het aandeel derden in de voorziening voor de schikking NYSE/SEC, zoals beschreven
in 5.2.2 (m) iii.

(o) Achtergestelde leningen

Verwijdering financiële passiva uit hoofde van beurszetels die inge-
bracht zijn voor gebruik (Zoals beschreven in 5.2.2 (e)) (9,5)
Totaal effect – afname achtergestelde leningen (9,5)

(p) Latente belastingverplichtingen

i. Saldering van latente belastingverplichtingen met latente
belastingvorderingen (Zoals beschreven in 5.2.2 (c)) (3,9)
ii. Latente belastingverplichting in verband met de opname van het
actief gerelateerd aan pensioen- en overige langlopende
beloningsregelingen 1,4
Totaal effect – afname latente belastingverplichtingen (2,5)

ii. D
 eze aanpassing houdt verband met de herberekening van latente belastingverplichtingen als gevolg van de aanpassing in de activa
gerelateerd aan pensioen- en overige langlopende beloningsregelingen, zoals beschreven in 5.2.2 (d).

(q) Voorzieningen
i. Wijziging van de voorziening NYSE/SEC schikking overeenkomstig
IAS 37 (Zoals beschreven in 5.2.2 (m) iii en 5.2.2 (n)) 1,1
ii. Opname van een actief inzake pensioen- en overige langlopende
beloningsregelingen (Zoals beschreven in 5.2.2 (d)) (1,1)
Totaal effect – voorzieningen -

(r) Baisse-positie effecten

Herclassificatie naar activa aangehouden voor verkoop
(Zoals beschreven in 5.2.2 (b)i) (150,3)
Totaal effect – afname baisse-positie effecten (150,3)

(s) Schulden aan clearingorganisaties en professionele partijen

Herclassificatie naar passiva aangehouden voor verkoop
(Zoals beschreven in 5.2.2 (b)i) (69,4)
Totaal effect – afname schulden aan clearingorganisaties en
professionele partijen (69,4)

80 JAARVERSLAG 2005 VDM

 T o eli c h t i n ge n op de ge c o n s o li d eer d e jaarreke n i n g

(t) Bankiers
Herclassificatie naar passiva aangehouden voor verkoop
(Zoals beschreven in 5.2.2 (b)i) (1,1)
Totaal effect – afname bankiers (1,1)

(u) Passiva aangehouden voor verkoop

Herclassificatie naar passiva aangehouden voor verkoop
(Zoals beschreven in 5.2.2 (b)i) 221,2
Totaal effect – toename passiva aangehouden voor verkoop 221,2

(v) Overige schulden en overlopende passiva

i. Herclassificatie naar passiva aangehouden voor verkoop
(Zoals beschreven in 5.2.2 (b)i) (0,4)
ii. Opname van een actief inzake pensioen -en overige langlopende
beloningsregelingen (Zoals beschreven in 5.2.2 (d)) 0,1
Totaal effect – afname overige schulden en overlopende passiva (0,3)

81
 5.2.3 Reconciliatie van het groepsvermogen per 31 december 2004

Effect overgang
(x € miljoen) Toelichting* Dutch GAAP naar IFRS IFRS
Activa December 31, 2004 December 31, 2004
Vaste activa
Goodwill a 19,9 1,6 21,5
Overige immateriële activa b 51,1 0,1 51,2
Materiële vaste activa c 4,1 (0,1) 4,0
Latente belastingvorderingen d 66,3 17,2 83,5
Pensioen- en overige langlopende beloningsregelingen e - 3,7 3,7
Financiële activa beschikbaar voor verkoop (beurszetels) f 12,9 (3,1) 9,8
Liquide middelen 178,0 - 178,0
332,3 19,4 351,7

Vlottende activa
Hausse-positie effecten 43,9 - 43,9
Vorderingen op clearingorganisaties en professionele partijen 39,9 - 39,9
Te vorderen belastingen naar het resultaat 11,4 - 11,4
Overige vorderingen en overlopende activa g 6,2 (0,8) 5,4
Liquide middelen h 40,7 0,1 40,8
142,1 (0,7) 141,4

Totaal activa 474,4 18,7 493,1

Passiva
Kapitaal en reserves toekomend aan de aandeelhouders
van de vennootschap
Aandelenkapitaal 3,5 - 3,5
Agio 186,8 - 186,8
Ingekochte eigen aandelen i - (2,5) (2,5)
Reserve koersverschillen j (99,1) 81,8 (17,3)
Ingehouden winst k 117,4 (53,5) 63,9
208,6 25,8 234,4
Aandeel derden 26,4 - 26,4
Groepsvermogen 235,0 25,8 260,8

Langlopende schulden
Achtergestelde leningen l 120,3 (3,1) 117,2
Langlopende leningen 1,7 - 1,7
Latente belastingverplichtingen m 3,8 (2,4) 1,4
Voorzieningen n 1,6 (1,6) -
127,4 (7,1) 120,3

Kortlopende schulden
Baisse-positie effecten 34,6 - 34,6
Schulden aan clearingorganisaties en professionele partijen 16,8 - 16,8
Kortlopende leningen 15,7 - 15,7
Bankiers 0,7 - 0,7
Verschuldigde belastingen naar het resultaat 12,3 - 12,3
Overige schulden en overlopende passiva 31,9 - 31,9
112,0 - 112,0

Totaal passiva 474,4 18,7 493,1

* De toelichtingen op pagina's 83 - 85 vormen een integraal onderdeel van deze reconciliatie

82 JAARVERSLAG 2005 VDM

 T o eli c h t i n ge n op de ge c o n s o li d eer d e jaarreke n i n g

Toelichting op de effecten van de overgang naar IFRS op de balans per 31 december 2004 (in € miljoen)

De aanpassingen van Dutch GAAP naar IFRS op 31 december 2004 zijn van dezelfde aard als de aanpassingen van Dutch
GAAP naar IFRS op 1 januari 2004, zoals beschreven in Toelichting 5.2.2. Aangezien de verkoop van Van der Moolen UK
Limited begin 2004 is afgerond, zijn er op 31 december 2004 geen activa en passiva aangemerkt als activa aangehouden
voor verkoop en passiva aangehouden voor verkoop. Er is op 31 december 2004 een aanvullende aanpassing met
betrekking tot goodwill noodzakelijk (zie (a) en (d) hierna).

(a) Goodwill
Beëindiging van de afschrijving op goodwill vanaf 1 januari 2004 1,6
Totaal effect – toename goodwill 1,6

De afschrijving op goodwill van €1,8 miljoen die in de winst-en-verliesrekening over het boekjaar 2004 onder Dutch GAAP opgenomen
was, is geëlimineerd. Het bedrijfsresultaat is dientengevolge met hetzelfde bedrag toegenomen. Aangezien onder IFRS afschrijving
van goodwill niet is toegestaan, is de boekwaarde van goodwill op 31 december met €1,6 miljoen gestegen, een toename die het
afschrijvingseffect na koersverschillen weerspiegelt.

(b) Overige immateriële activa

Herclassificatie van software vanuit materiële vaste activa 0,1
Totaal effect – toename overige immateriële activa 0,1

(c) Materiële vaste activa

Herclassificatie van software naar overige immateriële activa (0,1)
Totaal effect – afname materiële vaste activa (0,1)

(d) Latente belastingvorderingen

i. Terugneming van de discontering van latente belastingvorderingen
(Zoals beschreven in 5.2.2 (c) i) 21,7
ii. Verrekening van latente belastingverplichtingen met latente
belastingvorderingen (Zoals beschreven in 5.2.2 (c) ii) (3,8)
iii. Aanpassing van belastinglatenties in verband met de stopzetting
van de afschrijving op goodwill (0,7)
Totaal effect – toename latente belastingvorderingen 17,2

iii. Deze aanpassing houdt verband met de invloed die belastinglatenties ondervinden van de gewijzigde afschrijving op goodwill, zoals
beschreven in 5.2.3 (a).

(e) Pensioen- en overige langlopende beloningsregelingen

Opname van actief uit hoofde van pensioen- en overige
langlopende beloningsregelingen 3,7
Totaal effect – toename pensioen- en overige langlopende
beloningsregelingen 3,7

83
 Op grond van de in 5.2.2 (d) beschreven IFRS-grondslagen is in de balans per 31 december 2004 een actiefpost van €3,7 miljoen opgenomen,
tegenover een nettoverplichting uit hoofde van deze pensioen- en overige langlopende beloningsregelingen van €0,9 miljoen onder Dutch
GAAP (som van €(0,7) miljoen en €1,6 miljoen, zoals respectievelijk beschreven in Toelichting (g) en (n)). Onder IFRS is een hiermee verbonden
latente belastingverplichting van €1,4 miljoen opgenomen. Het totale effect op het groepsvermogen per 31 december 2004 is een toename
van €3,2 miljoen.

(f) Financiële activa beschikbaar voor verkoop (beurszetels)

Verwijdering financiële passiva uit hoofde van beurszetels die zijn
ingebracht voor gebruik (3,1)
Totaal effect – afname financiële activa beschikbaar voor
verkoop (3,1)

(g) Overige vorderingen en overlopende activa

 pname van een actiefpost uit hoofde van pensioen- en overige
O
langlopende beloningsregelingen (0,7)
Totaal effect van overige posten (0,1)
Totaal effect – afname overige vorderingen en
overlopende activa (0,8)

(h) Liquide middelen

Totaal effect van overige posten 0,1
Totaal effect – toename liquide middelen 0,1

(i) Ingekochte eigen aandelen

Herclassificatie vanuit ingehouden winst (2,5)
Totaal effect – afname ingekochte eigen aandelen (2,5)

(j) Cumulatieve reserve koersverschillen

Aanpassing van de cumulatieve reserve koersverschillen naar nul per 1
januari 2004 voorzover de reserve onder Dutch GAAP gedurende 2004
niet gerealiseerd was 81,8
Totaal effect – toename cumulatieve reserve koersverschillen 81,8

De cumulatieve reserve koersverschillen verantwoord onder Dutch GAAP per 31 december 2004 in relatie tot koersverschillen ontstaan
vóór 1 januari 2004 bedroeg €81,8 miljoen negatief (voorzover de koersverschillen niet waren gerealiseerd in 2004). Het resterende bedrag
verantwoord in de Dutch GAAP balans vertegenwoordigt cumulatieve omrekeningsverschillen ontstaan gedurende 2004.

84 JAARVERSLAG 2005 VDM

 T o eli c h t i n ge n op de ge c o n s o li d eer d e jaarreke n i n g

(k) Ingehouden winst

i. Beëindiging van de afschrijving op goodwill, na aftrek van latente
0,9
belastingen (Zoals beschreven in 5.2.3 (a))
ii. Aanpassing van latente belastingvorderingen overeenkomstig IAS 12
21,7
(Zoals beschreven in 5.2.2 (c))
iii. Opname van een actiefpost uit hoofde van pensioen- en overige
langlopende beloningsregelingen, na aftrek van latente belastingen 3,2
(Zoals beschreven in 5.2.2 (d))
iv. Herclassificatie van ingekochte eigen aandelen
2,5
(Zoals beschreven in 5.2.2 (k))
v. Wijziging van de cumulatieve reserve koersverschillen
(81,8)
(Zoals beschreven in 5.2.2 (l))
Totaal effect – afname ingehouden winst (53,5)

(l) Achtergestelde leningen

Verwijdering van de balans van financiële passiva uit hoofde van
beurszetels die zijn ingebracht voor gebruik (3,1)
Totaal effect – afname achtergestelde leningen (3,1)

(m) Latente belastingverplichtingen

i. Saldering van latente belastingverplichtingen met latente belast-
ingvorderingen (3,8)
ii. Latente belastingverplichting in verband met de opname van een
actiefpost uit hoofde van pensioen- en overige langlopende belon-
ingsregelingen 1,4
Totaal effect – afname latente belastingverplichtingen (2,4)

(n) Overige voorzieningen

Opname van een actiefpost uit hoofde van pensioen- en overige
langlopende beloningsregelingen (1,6)
Totaal effect – afname overige voorzieningen (1,6)

85
 5.2.4 Reconciliatie van het nettoresultaat over het boekjaar eindigend op 31 december 2004

(x € miljoen) Toelichting* Dutch GAAP Beëindigde Andere effecten IFRS

bedrijfs- van de overgang
activiteiten (a) naar IFRS
2004 2004
Opbrengsten b 123,3 - (0,4) 122,9

Beurs, clearing- en transactiekosten (22,1) 0,7 - (21,4)

Personeelskosten c (36,3) 1,7 - (34,6)
Huur beurszetels d (8,6) 0,2 (1,0) (9,4)
Informatie- en communicatiekosten (3,1) 0,1 - (3,0)
Afschrijvingen materiële vaste activa e (1,6) - 0,1 (1,5)
Afschrijvingen immateriële activa f (3,4) - 1,7 (1,7)
Bijzondere waardevermindering immateriële activa (3,1) - - (3,1)
Bijzondere waardevermindering activa beschikbaar voor
verkoop (2,2) - - (2,2)
NYSE/SEC schikking g (2,2) - 1,1 (1,1)
Overige bedrijfskosten (14,6) 0,3 - (14,3)
Totale bedrijfskosten (97,2) 3,0 1,9 (92,3)

Bedrijfsresultaat 26,1 3,0 1,5 30,6

Overige financieringskosten – netto h (8,3) 1,0 1,7 (5,6)
Resultaat uit voortgezette bedrijfsactiviteiten voor
belastingen 17,8 4,0 3,2 25,0
Belastingen naar het resultaat i 7,1 (1,6) (6,2) (0,7)
Resultaat uit voortgezette bedrijfsactiviteiten 24,9 2,4 (3,0) 24,3

Verlies uit beëindigde bedrijfsactiviteiten voor belastingen - (4,0) - (4,0)

Belastingen naar het resultaat - 1,6 - 1,6
Verlies uit beëindigde bedrijfsactiviteiten - (2,4) - (2,4)

Nettoresultaat 24,9 - (3,0) 21,9

Toekomend aan:
Aandeel derden j 6,4 - 0,3 6,7
Aandeelhouders van de vennootschap 18,5 - (3,3) 15,2

* De toelichtingen op pagina's 86 - 88 vormen een integraal onderdeel van deze reconciliatie

Toelichting op de effecten van de overgang naar IFRS op het nettoresultaat over 2004 (in € miljoen)

De materiële aanpassingen in de winst-en-verliesrekening houden verband met het volgende:

(a) Beëindigde bedrijfsactiviteiten

Onder Dutch GAAP werd in de winst-en-verliesrekening geen onderscheid gemaakt tussen resultaat uit voortgezette bedrijfsactiviteiten
en resultaat uit beëindigde bedrijfsactiviteiten. IFRS 5 maakt dit onderscheid wel. Herclassificatie (a) geeft het effect van deze separate
presentatie weer (zie ook Toelichting 34).

(b) Opbrengsten
Herclassificatie van opbrengsten naar overige financieringskosten - netto (0,4)
Totaal effect – afname opbrengsten (0,4)

Deze herclassificatie heeft betrekking op valutakoerswinsten die onder IFRS als een component van overige financieringskosten -netto
dienen te worden verwerkt.

86 JAARVERSLAG 2005 VDM

 T o eli c h t i n ge n op de ge c o n s o li d eer d e jaarreke n i n g

(c) Personeelskosten
i. Opname van lasten uit hoofde van aandelenopties (0,4)
ii. Aanpassing van de pensioenkosten als gevolg van de invoering van
IAS 19 (Zoals beschreven in 5.2.2 (d)) 0,4
Totaal effect – personeelskosten -

i. De Groep heeft overeenkomstig IFRS 2 een last in de winst-en-verliesrekening opgenomen die gelijk is aan de afschrijving van de reële
waarde van de uitstaande aandelenopties die aan het personeel zijn toegekend. Onder Dutch GAAP werd een dergelijke last niet
opgenomen.

(d) Huur beurszetels

Herclassificatie vanuit rentelasten (1,0)
Totaal effect – toename huur beurszetels (1,0)

Deze aanpassing, beschreven in 5.2.2 (e), leidt tot een herclassificatie. In de winst-en-verliesrekening over het boekjaar 2004 is een last van
€1,0 miljoen vanuit rentelasten naar huur beurszetels geherclassificeerd.

(e) Afschrijvingen materiële vaste activa

Herclassificatie van de afschrijving op software van afschrijvingen
materiële vaste activa naar afschrijvingen immateriële activa 0,1
Totaal effect – afname afschrijvingen materiële vaste activa 0,1

Afschrijvingen op software die IFRS als immaterieel actief aanmerkt (zie 5.2.2 (a)), zijn in de winst-en-verliesrekening geherclassificeerd van
afschrijvingen materiële vaste activa naar afschrijvingen immateriële activa.

(f) Afschrijvingen immateriële activa

i. Herclassificatie van de afschrijving op software vanuit afschrijvingen
materiële vaste activa (Zoals beschreven in 5.2.4 (e)) (0,1)
ii. Beëindiging van de afschrijving op goodwill
(Zoals beschreven in 5.2.3 (a)) 1,8
Totaal effect – afname afschrijvingen immateriële activa 1,7

(g) NYSE/SEC schikking

Wijziging van de voorziening NYSE/SEC schikking overeenkomstig IAS 37
(Zoals beschreven in 5.2.2 (q)i) 1,1
Totaal effect – afname NYSE/SEC schikking 1,1

(h) Overige financieringskosten – netto

i. Herclassificatie vanuit opbrengsten (Zoals beschreven in 5.2.4 (b)) 0,4
ii. Herclassificatie naar huur beurszetels (Zoals beschreven in 5.2.4 (d)) 1,0
iii. Overig 0,3
Totaal effect – afname overige financieringskosten – netto 1,7

87
 (i) Belastingen naar het resultaat
i. Terugneming van de discontering van de latente belastingvordering
onder Dutch GAAP (6,7)
ii. Opname van belastingbaten die onder Dutch GAAP in het eigen
vermogen werden verantwoord 1,2
iii. Latente belastingverplichting in verband met de aanpassing op
(0,8)
goodwill
iv. Latente belastingvordering in verband met de actiefpost uit hoofde
van pensioen- en overige langlopende beloningsregelingen 0,1
Totaal effect – afname belastingbate naar het resultaat (6,2)

i. Deze aanpassing maakt het effect van de discontering van een latente belastingvordering ongedaan (zie 5.2.2 (c)).
ii. Onder Dutch GAAP verwerkte de Groep in 2004 een belastingbate van €1,2 miljoen ten gunste van het eigen vermogen (het bedrag
werd toegevoegd aan de reserve koersverschillen) in verband met aan CFM-gerelateerde intragroepfinanciering. Onder IFRS is deze
belastingbate verantwoord in de winst-en-verliesrekening.
iii. De bruto aanpassing van goodwill is beschreven in 5.2.3 (a).
iv. Zoals beschreven in 5.2.2 (c). De bate houdt verband met de wijziging in het geldende belastingtarief dat bij de waardering van
de latente belastingbate wordt gebruikt. De toename van de onderliggende belastbare tijdelijke verschillen doet het effect van het
gewijzigde belastingtarief voor een deel teniet.

(j) Aandeel derden

Aandeel derden in verband met de wijziging van de last NYSE/SEC
schikking overeenkomstig IAS 37 (Zoals beschreven in 5.2.2 (n)) 0,3
Totaal effect – toename aandeel derden 0,3

5.2.5 Reconciliatie van het groepsvermogen op 1 januari 2005

De invoering van IAS 32 en IAS 39 heeft geleid tot aanpassingen in het groepsvermogen per 1 januari 2005 (onder IFRS).
Deze aanpassingen zijn weergegeven in het volgende overzicht.

Kapitaal en reserves
toekomend aan de aandeel-
Toelichting houders van de vennootschap Aandeel derden Groepsvermogen

IFRS op 31 december 2004 234,4 26,4 260,8

Aanpassingen in het beginvermogen als
gevolg van de invoering van IAS 32 en IAS 39:
Herclassificatie van preferente
financieringsaandelen a (51,4) - (51,4)
Herclassificatie van aandeel derden b - (13,6) (13,6)
Verantwoording reële waarde van derivaten c 0,4 0,2 0,6
Aanpassing van de boekwaarde van
verplichting­en op basis van de
geamortiseerde kostprijs c (0,5) (0,2) (0,7)
Waardering effectenposities tegen bied-/
laatkoers, na aftrek van belastingen d (0,1) - (0,1)
Totale aanpassingen (51,6) (13,6) (65,2)

IFRS op 1 januari 2005 182,8 12,8 195,6

De Groep heeft gebruikgemaakt van de vrijstelling om de vergelijkende informatie niet voor IAS 32 en IAS 39 aan te passen.
IAS 32 en IAS 39 zijn derhalve ingevoerd per 1 januari 2005. De aanpassingen in het groepsvermogen per 1 januari 2005
ten opzichte van het groepsvermogen per 31 december 2004 worden in de hiernavolgende toelichtingen verduidelijkt.

88 JAARVERSLAG 2005 VDM

 T o eli c h t i n ge n op de ge c o n s o li d eer d e jaarreke n i n g

(a) Herclassificatie preferent financieringskapitaal

Preferent financieringskapitaal wordt onder IAS 32 niet gepresenteerd als eigen vermogen, maar als een financiële
verplichting. Dividenden op cumulatief preferente financieringsaandelen worden derhalve vanaf 1 januari 2005 als rentelast
verantwoord.

(b) Herclassificatie aandeel derden

De kapitaalrekeningen van minderheidspartners van VDM Specialists zijn onder IAS 32 niet gepresenteerd als een
component van het aandeel derden in het groepsvermogen, maar als een verplichting. Vanaf 1 januari 2005 geeft het aan
minderheidspartners toerekenbare resultaat in de winst-en-verliesrekening het winstaandeel van de minderheidspartners
van VDM Specialists weer exclusief de over hun kapitaal betaalde rente. Vanaf 1 januari 2005 wordt deze rente behandeld
als een rentelast.

(c) Reële waarde derivaten/aanpassing leningen op basis van geamortiseerde kostprijs

Onder Dutch GAAP en per 31 december 2004 zijn derivaten aangehouden voor niet-handelsdoeleinden niet verwerkt in
de balans. Volgens IAS 39 moeten alle derivaten tegen reële waarde in de balans worden verantwoord. De renteswaps
met behulp waarvan de Groep bepaalde vastrentende achtergestelde leningen in variabel rentende schuld heeft omgezet,
zijn derhalve per 1 januari 2005 opgenomen tegen reële waarde. Het groepsvermogen is dientengevolge met €0,6 miljoen
toegenomen. Deze toename doet het effect van de aanpassing in achtergestelde leningen, die vanwege waardering tegen
geamortiseerde kostprijs ingevolge IAS 39 (zie Grondslagen met betrekking tot geamortiseerde kostprijs in Toelichting 2.18
Leningen (opgenomen gelden)) zijn gestegen, grotendeels teniet. Aangezien de Groep er niet voor heeft gekozen hedge
accounting op de swaps en de corresponderende leningen toe te passen, is de volledige verandering in de reële waarde van
deze swaps tot hun beëindiging in juni 2005 in de winst-en-verliesrekening over 2005 verantwoord als een component van
overige baten en lasten - netto.

(d) Waardering effectenposities tegen bied-/laatkoersen

Onder IAS 39 worden de hausse-positie in effecten en de baisse-positie in effecten tegen respectievelijk de biedkoers en
de laatkoers gewaardeerd. Hausse-posities en baisse-posities waarvan de marktrisico’s elkaar compenseren, zijn tegen de
middenkoers gewaardeerd. Onder Dutch GAAP, en in 2004, werden posities gewaardeerd tegen de laatst genoteerde koers
van de desbetreffende effecten.

(e) Presentatie van balansposten

Het gevolg van de invoering van IAS 32 en IAS 39 was een hoger balanstotaal zonder invloed op het groepsvermogen.
De kwalitatieve aard van de aanpassingen wordt hieronder toegelicht:
i. Vóór de invoering van IAS 32 werden hausse-posities en baisse-posities in American Depositary Receipts (‘ADR’s’)
die voortvloeien uit arbitragetransacties niet in de balans opgenomen en effectief gesaldeerd met compenserende
risicoposities in de onderliggende aandelen. Volgens de regels die IAS 39 met betrekking tot het al dan niet opnemen van
balansposten oplegt, dienen hausse-posities en baisse-posities in ADR’s en onderliggende aandelen op brutobasis te worden
verantwoord. Posities in ADR’s en onderliggende aandelen als gevolg van de arbitrageactiviteiten van de Groep worden
niet langer opgenomen in de balans, uitsluitend wanneer de handelsverplichting die eruit voortvloeit is verdwenen.
ii. Onder Dutch GAAP werden handelsposities op basis van de transactiedatum niet langer opgenomen in de balans indien
er tegengestelde aan- en verkooptransacties in hetzelfde effect waren uitgevoerd. Hoewel de Groep onder IAS 39 ook
administratieve verwerking op basis van de transactiedatum toepast, staan de regels van IAS 39 met betrekking tot het al
dan niet opnemen van balansposten dit niet altijd toe. Dit aspect van genoemde standaard heeft geen gevolgen voor de
winst over de periode of het eigen vermogen; het balanstotaal van de Groep neemt er echter substantieel door toe.
iii. IAS 32 stelt voorwaarden aan saldering die bepaalde tot ultimo 2004 toegepaste salderingen niet langer mogelijk maken.
Dit geldt met name voor liquide middelen en vorderingen op en schulden aan clearingorganisaties en professionele partijen.

89
 5.2.6 Reconciliatie van de kasstroom over het boekjaar eindigend op 31 december 2004
Hoewel liquide middelen alsmede bankschulden onder IFRS per 1 januari 2004 geherclassificeerd zijn naar activa
aangehouden voor verkoop en passiva aangehouden voor verkoop, is de post liquide middelen ten opzichte van Dutch
GAAP niet materieel gewijzigd. Alle in de paragrafen 5.2.1 tot 5.2.5 beschreven aanpassingen hebben betrekking op
posten zonder feitelijke in- of uitgaande kasstroom (met uitzondering van de aanpassing zoals beschreven in Toelichting
5.2.3(h)). De belangrijkste wijziging die de overgang naar IFRS in het kasstroomoverzicht voor het boekjaar 2004 teweeg
heeft gebracht, betreft de indeling van het overzicht.

6 Gesegmenteerde informatie

6.1 Primaire segmentatiebasis voor de verslaggeving – bedrijfssegmenten

Voor managementdoeleinden omvat de structuur van de Groep momenteel twee bedrijfsonderdelen:

■ V
 DM Specialists – VDM Specialists is de grootste dochteronderneming van de Groep en tekent voor meer dan 80%
van haar opbrengsten. VDM Specialists is een specialistbedrijf aan de New York Stock Exchange. Een specialist helpt
marktpartijen betere prijzen bij hun transacties te realiseren doordat in het veilingproces de beste bied- en laatprijzen
worden ontdekt. De specialist kan bij transacties optreden als:
- veilingmeester. De specialist bepaalt openingskoersen voor zijn specialistfondsen en koppelt de hoogste biedprijzen aan
de laagste laatprijzen, wat kopers en verkopers in staat stelt rechtstreeks met elkaar te handelen;
- facilitator. De specialist brengt kopers en verkopers bijeen die niet van elkaars interesse op de hoogte zijn, wat
transacties mogelijk maakt die anders niet tot stand waren gekomen;
- agent. De specialist fungeert als agent voor broker-dealers die transacties conform de instructies van hun klanten willen
uitvoeren (deze orders zijn gewoonlijk limietorders die aan de specialist worden toevertrouwd tegen prijzen die boven
of onder de actuele marktprijs liggen); of
- handelaar. Het specialistbedrijf gebruikt eigen middelen om aandelen voor eigen rekening te kopen of te verkopen.
De beslissing om voor eigen rekening aandelen in specialistfondsen te kopen of te verkopen, kan zowel ingegeven zijn
door een verplichting als door animo. Bij de handel voor eigen rekening is het specialistbedrijf aan handelsrestricties
onderhevig. Zo mag een specialist niet het initiatief nemen tot transacties die de markt destabiliseren. Alle aan- en
verkopen dienen in redelijkheid noodzakelijk te zijn om de specialist in staat te stellen om, voorzover mogelijk, een
eerlijke en ordelijke markt in zijn specialistfondsen te onderhouden.
■ E
 ffectenhandel Europa – handel in aandelen, aandelenopties en vastrentende waarden vanuit dochtermaatschappijen in
Amsterdam, Londen en Keulen. Hoewel deze dochtermaatschappijen op dagelijkse basis grotendeels onafhankelijk van
elkaar opereren, zijn de drie in aandelen handelende eenheden min of meer vergelijkbaar. Ze houden zich primair bezig
met intradaghandel voor eigen rekening, met name in de meer liquide segmenten van de markten waarin ze actief zijn.
De eenheden handelen over het algemeen niet op basis van de privileges en verplichtingen die een specialist kent. De
liquide marktsegmenten waarop de dochtermaatschappijen de nadruk leggen, zijn ordergedreven. Dit betekent dat deze
segmenten een officiële liquiditeitsverschaffer ontberen en dat alle in het centrale limietorderboek van deze markten
geplaatste orders onbelemmerd met elkaar in interactie staan.

Deze business units vormen de primaire segmentatiebasis op basis waarvan de Groep verslag uitbrengt. ‘Niet-toegerekend’
zijn groepsmaatschappijen die voornamelijk een (sub-)holding- of financieringsfunctie vervullen. In voorgaande jaren
was de Groep ook actief in een segment dat Opties VS werd genoemd. Deze activiteit is per december 2004 beëindigd.
De gesegmenteerde informatie over de voortgezette bedrijfsactiviteiten van de Groep is hieronder weergegeven. Voor
gesegmenteerde informatie over de beëindigde bedrijfsactiviteiten van de Groep wordt verwezen naar Toelichting 34.

90 JAARVERSLAG 2005 VDM

 T o eli c h t i n ge n op de ge c o n s o li d eer d e jaarreke n i n g

De resultaten van de segmenten over het boekjaar eindigend op 31 december 2005 en het boekjaar eindigend op 31
december 2004 zijn:

(x € miljoen) VDM Specialists Effectenhandel Europa Niet-toegerekend Totaal

2005 2004 2005 2004 2005 2004 2005 2004
Specialistactiviteiten 1) 68,0 71,1 - - - - 68,0 71,1
Effectenhandel voor eigen rekening/ market making 2) 0,2 1,0 21,9 22,4 - - 22,1 23,4
Commissies 3) 21,6 23,9 0,5 0,7 - - 22,1 24,6
Overig 0,1 3,6 - - - 0,2 0,1 3,8
Opbrengsten 89,9 99,6 22,4 23,1 - 0,2 112,3 122,9

Bedrijfsresultaat 28,3 34,4 1,1 1,0 (7,4) (4,8) 22,0 30,6

Overige Informatie
Investeringen 2,0 0,3 0,4 0,5 0,3 0,3 2,7 1,1
Overige baten en lasten - netto 7,2 - - - 1,1 - 8,3 -
Belangrijke non-cash segmentkosten:
- Afschrijvingen materiële vaste activa 0,8 0,7 0,3 0,3 0,4 0,5 1,5 1,5
- Afschrijvingen immateriële activa 1,5 1,7 0,1 - 0,1 - 1,7 1,7
- Bijzondere waardevermindering immateriële activa 13,6 3,1 - - - - 13,6 3,1
-B
 ijzondere waardevermindering financiële activa
beschikbaar voor verkoop - 2,2 - - - - - 2,2

1) Opbrengsten uit specialistactiviteiten betreffen voornamelijk het netto handelsresultaat uit transacties voor eigen rekening in fondsen waarvoor de Groep
als specialist optreedt. Dit netto handelsresultaat uit transacties voor eigen rekening bestaat uit handelswinsten verminderd met handelsverliezen en wordt
gerealiseerd wanneer de Groep voor eigen rekening aandelen in specialistfondsen aankoopt en verkoopt. Deze opbrengsten zijn voornamelijk afhankelijk
van het totale aantal specialistfondsen waarvoor de Groep als specialist optreedt, alsmede van wijzigingen in het handelsvolume en fluctuaties in de koer-
sen van specialistfondsen.
2) Opbrengsten uit market making/effectenhandel voor eigen rekening bestaan hoofdzakelijk uit het door de Groep behaalde handelsresultaat uit de handel
voor eigen rekening in concurrentie met derden. Evenals bij de specialistactiviteiten bestaat dit handelsresultaat uit handelswinsten verminderd met han-
delsverliezen. Een marketmaker handelt voor eigen rekening en risico, net als een specialist, zodat market making/handel voor eigen rekening een soort-
gelijke liquiditeitsfunctie voor de markt vervult. In tegenstelling tot specialistactiviteiten wordt deze liquiditeitsfunctie echter in concurrentie met anderen
vervuld en leveren de activiteiten over het algemeen geen commissieopbrengsten op.
3) Commissie-opbrengsten vloeien met name voort uit specialistactiviteiten van VDM Specialists.

De activa en passiva van de segmenten zijn:

(x € miljoen) VDM Specialists Effectenhandel Europa Niet-toegerekend Totaal

2005 2004 2005 2004 2005 2004 2005 2004
Segmentactiva 430,5 322,6 97,0 58,8 103,0 15,0 630,5 396,4
Activa beëindigde bedrijfsactiviteiten (Toelichting 34) - - - 1,1 - 0,7 - 1,8
Totaal activa 430,5 322,6 97,0 59,9 103,0 15,7 630,5 398,2

Segmentpassiva 108,3 56,9 59,4 21,0 100,8 5,9 268,5 83,8

Passiva beëindigde bedrijfsactiviteiten (Toelichting 34) - - - - 0,1 0,2 0,1 0,2
Totaal passiva 108,3 56,9 59,4 21,0 100,9 6,1 268,6 84,0

Het segmentresultaat omvat operationele resultaten die rechtstreeks toerekenbaar zijn aan de bedrijfssegmenten van
de Groep. Het resultaat van de bedrijfssegmenten is exclusief niet handelsgerelateerde rentebaten, financieringskosten,
koersresultaten en belastingbaten en -lasten. Bijzondere waardeverminderingen op goodwill, specialistfondsen en financiële
activa beschikbaar voor verkoop, indien van toepassing, zijn wel in het segmentresultaat verwerkt.

91
 Bedrijfslasten zoals hoofdkantoorkosten met betrekking tot bestuurlijke en financiële activiteiten, die niet rechtstreeks
toerekenbaar zijn aan de bedrijfssegmenten van de Groep worden verantwoord onder ‘Niet-toegerekend’ .

Segmentactiva betreffen voornamelijk materiële vaste activa, immateriële activa (inclusief specialistfondsen), financiële activa
beschikbaar voor verkoop, hausse-positie in effecten, vorderingen en liquide middelen. Onder segmentactiva zijn geen
activa met betrekking tot belastingen opgenomen.

Segmentpassiva omvatten operationele verplichtingen. Posten als belastingen en leningen en daarmee verbonden
afdekkingsinstrumenten worden niet tot de segmentpassiva gerekend.

De segmentactiva en -passiva gerelateerd aan het beeindigde bedrijfssegment Opties VS zijn opgenomen in
'Niet-toegerekend'. Een uitsplitsing van deze activa en passiva is opgenomen in Toelichting 34.

Investeringen bestaan uit toevoegingen aan materiële vaste activa en immateriële activa, met inbegrip van toevoegingen die
het gevolg zijn van bedrijfscombinaties.

6.2 Secundaire segmentatiebasis voor de verslaggeving – geografische segmenten

De bedrijfssegmenten van de Groep verrichten hun activiteiten hoofdzakelijk in twee geografische gebieden: de Verenigde
Staten en Europa. De geografische segmentering benadert de bedrijfssegmentatie zoals opgenomen in Toelichting 6.1.

Het overzicht hierna bevat een analyse van de opbrengsten en de investeringen (toevoegingen aan materiële vaste activa
en immateriële vaste activa) per geografisch gebied waar de activa zich bevinden. Het overzicht heeft betrekking op de
boekjaren eindigend op 31 december 2005 en 31 december 2004:

(x € miljoen) Verenigde Staten Europa Niet-toegerekend Totaal

van Amerika
2005 2004 2005 2004 2005 2004 2005 2004
Opbrengsten 89,9 99,6 22,4 23,1 - 0,2 112,3 122,9
Investeringen in vaste activa 2,0 0,3 0,4 0,5 0,3 0,3 2,7 1,1

De boekwaarde van segmentactiva is hieronder uitgesplitst naar het geografische gebied waar de activa zich op
31 december 2005 en 31 december 2004 bevonden:

(x € miljoen) Verenigde Staten Europa Niet-toegerekend Totaal

van Amerika
2005 2004 2005 2004 2005 2004 2005 2004
Segmentactiva 430,5 322,6 97,0 58,8 103,0 15,0 630,5 396,4
Activa beëindigde bedrijfsactiviteiten - 0,7 - 1,1 - - - 1,8
Totaal activa 430,5 323,3 97,0 59,9 103,0 15,0 630,5 398,2

92 JAARVERSLAG 2005 VDM

 T o eli c h t i n ge n op de ge c o n s o li d eer d e jaarreke n i n g

7 Immateriële activa

(x € miljoen) Goodwill Specialistfondsen Software Overige

immateriële activa
Op 1 januari 2004
Kostprijs 23,3 90,6 0,4 91,0
Cumulatieve afschrijvingen en bijzondere waardeverminderingen - (30,4) (0,3) (30,7)
Boekwaarde 1 januari 2004 23,3 60,2 0,1 60,3
Investeringen - - 0,1 0,1
Afschrijvingen - (1,6) (0,1) (1,7)
Bijzondere waardeverminderingen - (3,1) - (3,1)
Koersverschillen (1,8) (4,4) - (4,4)
Boekwaarde 31 december 2004 21,5 51,1 0,1 51,2

Op 31 december 2004
Kostprijs 21,5 83,8 0,5 84,3
Cumulatieve afschrijvingen en bijzondere waardeverminderingen - (32,7) (0,4) (33,1)
Boekwaarde 31 december 2004 21,5 51,1 0,1 51,2
Investeringen - - 1,5 1,5
Afschrijvingen - (1,5) (0,2) (1,7)
Bijzondere waardeverminderingen - (13,6) - (13,6)
Koersverschillen 3,3 7,8 0,1 7,9
Boekwaarde 31 december 2005 24,8 43,8 1,5 45,3

Op 31 december 2005
Kostprijs 24,8 96,7 2,0 98,7
Cumulatieve afschrijvingen en bijzondere waardeverminderingen - (52,9) (0,5) (53,4)
Boekwaarde 31 december 2005 24,8 43,8 1,5 45,3

Goodwill en specialistfondsen zijn volledig toegerekend aan de kasstroomgenererende eenheid VDM Specialists, gevestigd in de
Verenigde Staten.

De kostprijs van goodwill per 1 januari 2004 omvat de goodwill die betaald is in relatie tot in de periode na 1 januari 2001
verworven bedrijven, na aftrek van voorheen onder Dutch GAAP verantwoorde cumulatieve afschrijvingen en cumulatieve
koersverschillen. Goodwill uit hoofde van acquisities vóór 1 januari 2001 zijn overeenkomstig de optionele vrijstellingen van IFRS 1
ten laste van het eigen vermogen gebracht.

Specialistfondsen vertegenwoordigen bedragen die in relatie tot de acquisitie van specialistfondsen zijn betaald. De Groep heeft
specialistfondsen die na 1 januari 2001 via bedrijfscombinaties verworven zijn, geactiveerd op de balans; eerder verworven
specialistfondsen zijn overeenkomstig de optionele vrijstellingen van IFRS 1 ten laste van het eigen vermogen gebracht.

Alle vermelde bedragen zijn vastgesteld op basis van de onderliggende bedragen in US dollars; omrekening naar de euro, indien
van toepassing, is geschied tegen eindejaarskoersen. De kostprijs van goodwill en specialistfondsen per 31 december 2005,
omgerekend op basis van historische wisselkoersen, bedraagt €165,8 miljoen (31 december 2004: €165,8 miljoen).

(a) Toetsing op bijzondere waardeverminderingen van goodwill en specialistfondsen

De toetsing op bijzondere waardeverminderingen van goodwill en specialistfondsen is gebaseerd op waarderingen uitgevoerd
door externe onafhankelijke deskundigen. De waardebepaling is uitgevoerd conform het beleid van de Groep om de toetsing op
bijzondere waardeverminderingen in het vierde kwartaal van elk jaar te verrichten.

De realiseerbare waarde van goodwill is gebaseerd op berekeningen van de gebruikswaarde (contante waarde methode) in
combinatie met berekeningen op basis van de marktwaarde vergelijkingsmethode zoals uiteengezet in Toelichting 4(a).

93
 De realiseerbare waarde van specialistfondsen is bepaald aan de hand van berekeningen van de gebruikswaarde. Deze
berekeningen maken gebruik van de contant waarde van toekomstige kasstromen gebaseerd op financiële budgetten over een
periode van zes jaren, zoals geautoriseerd door het management. Kasstromen na deze zesjaars periode worden geëxtrapoleerd
onder hantering van een verwachte groeivoet. De groeivoet kan de lange termijn gemiddelde groeivoet voor de specialist
branche, waarbinnen VDM Specialists actief is, niet overtreffen.

(b) Essentiële veronderstellingen bij berekeningen van de gebruikswaarde

Essentiële veronderstellingen en operationele trends welke zijn gebruikt voor gebruikswaarde berekeningen voor de toetsing
op bijzondere waardevermindering voor zowel goodwill als specialistfondsen zijn:

Projecties

Verwachte jaarlijkse groei van handel op de NYSE uitgedrukt

in US dollar 6% (met effect op handelsopbrengsten)
Disconteringsvoet voor belasting - test op bijzondere
waardevermindering - Goodwill 17% (equivalent aan een disconteringsvoet na belasting van 12%)
Disconteringsvoet voor belasting - test op bijzondere
waardevermindering - Specialistfondsen 22% (equivalent aan een disconteringsvoet na belasting van 15%)
Verwachte afname in de zogenoemde "NLA requirement" *
in 2006 $90 miljoen (equivalent aan circa €76 miljoen)

*) Net Liquid Asset requirement zoals beschreven in Toelichting 14.

De uitkomst van de berekeningen op basis van de bovenstaande essentiele veronderstellingen heeft geleid tot een
bijzondere waardevermindering op de boekwaarde van specialistfondsen van €13,6 miljoen. Geen bijzondere
waardevermindering is verantwoord op de post goodwill.

(c) Sensitiviteitsanalyse
Indien de geprognosticeerde primaire handelsresultaten en commissie-opbrengsten opgenomen in het waarderingsmodel
met 10% verhoogd zouden worden, dan zou de bijzondere waardevermindering op specialistfondsen verminderen van
€13,6 miljoen tot €4,7 miljoen.

Indien de geprognosticeerde primaire handelsresultaten en commissie-opbrengsten opgenomen in het waarderingsmodel

met 10% verlaagd zouden worden, dan zou de bijzondere waardevermindering op specialistfondsen worden verhoogd van
€13,6 miljoen tot €22,4 miljoen.

Een afname in handelsopbrengsten en commissie-opbrengsten met 10% in vergelijking tot de gegevens gebruikt in het
waarderingsmodel zou niet leiden tot een bijzondere waardevermindering van goodwill per 31 december 2005.

94 JAARVERSLAG 2005 VDM

 T o eli c h t i n ge n op de ge c o n s o li d eer d e jaarreke n i n g

8 Materiële vaste activa

(x € miljoen) Onroerend goed Kantoorinventaris Bedrijfsauto’s Totaal

en -inrichting
Op 1 januari 2004
Kostprijs 0,8 12,4 1,0 14,2
Cumulatieve afschrijvingen (0,1) (7,9) (0,5) (8,5)
Boekwaarde 1 januari 2004 0,7 4,5 0,5 5,7
Investeringen - 0,6 0,4 1,0
Afschrijvingen - (1,5) (0,2) (1,7)
Desinvesteringen (0,9) - (0,2) (1,1)
Winst op verkoop materiële vaste activa 0,2 - - 0,2
Koersverschillen - (0,1) - (0,1)
Boekwaarde 31 december 2004 - 3,5 0,5 4,0

Op 31 december 2004
Kostprijs - 11,5 0,8 12,3
Cumulatieve afschrijvingen - (8,0) (0,3) (8,3)
Boekwaarde 31 december 2004 - 3,5 0,5 4,0
Investeringen - 1,0 0,2 1,2
Afschrijvingen - (1,4) (0,1) (1,5)
Desinvesteringen - - (0,1) (0,1)
Koersverschillen - 0,4 - 0,4
Boekwaarde 31 december 2005 - 3,5 0,5 4,0

Op 31 december 2005
Kostprijs - 13,9 0,8 14,7
Cumulatieve afschrijvingen - (10,4) (0,3) (10,7)
Boekwaarde 31 december 2005 - 3,5 0,5 4,0

Het onroerend goed van de Groep is in 2004 verkocht. De netto-opbrengst bedroeg €0,9 miljoen, hetgeen in een boek-
winst van €0,2 miljoen resulteerde. Deze boekwinst is in de geconsolideerde winst-en-verliesrekening verwerkt onder
afschrijvingen materiële vaste activa.

95
 9 Latente belastingvorderingen en verplichtingen

Het overzicht van de mutaties in latente belastingvorderingen en verplichtingen gedurende het jaar, waarbij salderingen niet
in aanmerking zijn genomen, is onderstaand weergegeven:

Latente belastingvorderingen Immateriële Compensabele NYSE/SEC Bijzondere Niet- Overig Totaal

(x € miljoen) activa geboekt verliezen Schikking waardever- gerealiseerde
ten laste van minderings­- koersverliezen
het eigen verliezen
vermogen
Op 1 januari 2004 76,4 4,3 8,9 9,4 9,2 - 108,2
Geboekt ten (laste) / gunste van de winst-
en-verliesrekening (12,9) 10,8 (9,0) - (4,0) 1,2 (13,9)
Koersverschillen (4,5) (1,3) 0,1 (0,6) - (6,3)
Op 31 december 2004 59,0 13,8 - 8,8 5,2 1,2 88,0
Effecten belastinglatenties als gevolg van de
invoering van IAS 32 en IAS 39 - - - - - 0,1 0,1
Op 1 januari 2005 59,0 13,8 - 8,8 5,2 1,3 88,1
Herclassificaties 1,4 (1,4) - - - - -
Geboekt ten (laste) / gunste van de winst-en-
verliesrekening (7,1) (0,2) - 3,7 (5,2) 1,2 (7,6)
Koersverschillen 8,9 1,9 - 1,5 - - 12,3
Op 31 december 2005 62,2 14,1 - 14,0 - 2,5 92,8

De actieve belastinglatentie uit hoofde van immateriële activa die ten laste zijn gebracht van de reserves, bedraagt
€62,2 miljoen per 31 december 2005 (31 december 2004: €59,0 miljoen). Aan goodwill en specialistfondsen in de
Verenigde Staten betaalde bedragen zijn tot 1 januari 2001 rechtstreeks verwerkt in het eigen vermogen. De fiscale
afschrijvingstermijn bedraagt 15 jaar voor deze immateriële vaste activa. De gemiddelde resterende looptijd van de latente
belastingvordering is circa 8 jaar.

Een bedrag van €13,1 miljoen van het totaal van €14,1 miljoen houdt verband met voorwaartse verliescompensatie
inzake Amerikaanse belastingen met een gemiddelde resterende looptijd van een tot zes jaar. Belastingverliezen in de
Verenigde Staten kunnen binnen een periode van 20 jaar worden gecompenseerd. De verliescompensatie heeft betrekking
op belastingverliezen die in de jaren 2003 en 2004 verantwoord zijn en die verband hielden met de volgende specifieke
gebeurtenissen:
■ B
 eëindiging van de activiteiten van Opties VS, als gevolg waarvan met Opties VS verbonden immateriële activa in 2003
en 2004 voor fiscale doeleinden zijn afgeboekt;
■ F
 iscale verantwoording van de schikking NYSE/SEC in 2004.

Latente belastingvorderingen van €14,0 miljoen zijn gerelateerd aan de bijzondere waardeverminderingen op immateriële
activa in de jaren 2003 tot en met 2005, welke fiscaal lineair over een resterende periode van ongeveer 11 jaar worden
geamortiseerd.

Latente belastingvorderingen uit hoofde van tijdelijke verrekenbare verschillen en voorwaartse verliescompensatie worden
verantwoord voorzover de Groep voldoende tijdelijke belastbare verschillen heeft betrekking hebbend op dezelfde fiscale
autoriteit en dezelfde fiscale entiteit, die leiden tot belastbare bedragen waartegen de tijdelijke verrekenbare verliezen
en compensable verliezen kunnen worden afgezet alvorens zij vervallen, of dat de realisatie van de desbetreffende
belastingbaten waarschijnlijk is op basis van verwachte toekomstige fiscale winsten.

96 JAARVERSLAG 2005 VDM

 T o eli c h t i n ge n op de ge c o n s o li d eer d e jaarreke n i n g

Per 31 december 2005, heeft de Groep latente belastingvorderingen van €0,6 miljoen met betrekking tot compensabele
verliezen niet opgenomen. De realisatie van latente belastingvorderingen ter grootte van ongeveer €80 miljoen is afhankelijk
van toekomstige fiscale winsten in de Verenigde Staten. Zie Toelichting 4(c) voor meer details.

Latente belastingverplichtingen Fiscaal versnelde Financiële activa Baten die Pensioen- en Totaal
(x € miljoen) afschrijvingen bechikbaar voor voor fiscale overige
verkoop doeleinden langlopende
zijn uitgesteld belonings-
­regelingen
Op 1 januari 2004 3,9 - 10,0 1,4 15,3
Geboekt ten laste / (bate) van de winst- en
verliesrekening 1,1 - (10,0) - (8,9)
Herclassificaties (0,2) 0,2 - - -
Koersverschillen (0,5) - - - (0,5)
Op 31 december 2004 4,3 0,2 - 1,4 5,9
Effecten van belastinglatenties als gevolg van de
invoering van IAS 32 en IAS 39 - - - - -
Op 1 januari 2005 4,3 0,2 - 1,4 5,9
Geboekt ten laste / (bate) van de winst- en
verliesrekening 1,6 0,2 - (0,3) 1,5
Geboekt ten laste / (bate) van het eigen vermogen - 4,6 - - 4,6
Koersverschillen 0,8 0,3 - - 1,1
Op 31 december 2005 6,7 5,3 - 1,1 13,1

Latente belastingverplichtingen met betrekking tot bronbelasting die verschuldigd zou zijn over de niet-afgedragen winsten
van de dochtermaatschappijen in de Verenigde Staten, zijn niet verwerkt, aangezien de onderneming controle heeft over
het tijdstip van dividenduitkeringen. Bovendien is er met ingang van 1 januari 2005 een nieuw belastingverdrag tussen de
Verenigde Staten en Nederland van kracht op grond waarvan belasting op dividenduitkeringen vanuit de Verenigde Staten
naar Nederland niet langer wordt ingehouden. Dientengevolge zijn er geen tijdelijke belastbare verschillen op investeringen
in dochterondernemingen per 31 december 2005.

Actieve en passieve belastinglatenties worden gesaldeerd wanneer er sprake is van een juridisch afdwingbaar recht
om acute belastingvorderingen met acute belastingverplichtingen te verrekenen en wanneer de belastinglatenties
betrekking hebben op dezelfde fiscale autoriteit. De gesaldeerde bedragen en de geschatte perioden waarover de latente
belastingvorderingen en verplichtingen worden gerealiseerd en afgewikkeld, luiden als volgt:

(x € miljoen) Op 31 december 2005 Op 31 december 2004

Latente belastingvorderingen
Latente belastingvorderingen die na meer dan 12 maanden worden gerealiseerd 82,9 77,1
Latente belastingvorderingen die binnen 12 maanden worden gerealiseerd 9,9 10,9
92,8 88,0
Saldering met latente belastingverplichtingen (12,0) (4,5)
Netto latente belastingvordering 80,8 83,5

Latente belastingverplichtingen
Latente belastingverplichtingen die na meer dan 12 maanden worden afgewikkeld 7,0 5,9
Latente belastingverplichtingen die binnen 12 maanden worden afgewikkeld 6,1 -
13,1 5,9
Saldering met latente belastingvorderingen (12,0) (4,5)
Netto latente belastingverplichting 1,1 1,4

97
 10 Financiële activa beschikbaar voor verkoop

Financiële activa beschikbaar voor verkoop omvatten beleggingen in beurszetels, voornamelijk aan de New York Stock
Exchange (‘NYSE’).

(x € miljoen) Beurszetels Beurszetels Totaal

NYSE elders
Boekwaarde op 1 januari 2004 13,0 0,3 13,3
Desinvesteringen - (0,3) (0,3)
Bijzondere waardeverminderingen (2,2) - (2,2)
Koersverschillen (1,0) - (1,0)
Boekwaarde 31 december 2004 9,8 - 9,8

Desinvesteringen (4,6) - (4,6)

Reële-waardeaanpassingen via het eigen vermogen 10,7 - 10,7
Koersverschillen 2,1 - 2,1
Boekwaarde 31 december 2005 18,0 - 18,0

In 2004 is een bijzondere waardevermindering van €2,2 miljoen op de verkrijgingsprijs van de beurszetels in eigendom
verantwoord, die op basis van een externe onafhankelijke waardebepaling is vastgesteld. De NYSE-beurszetels in eigendom
zijn in de balans per 31 december 2004 gewaardeerd op $1.344.000 (€984.759) per zetel.

Op 31 december 2005 had de Groep zes NYSE-beurszetels in eigendom (2004: 10 beurszetels). Deze beurszetels zijn
niet-genoteerde effecten. De NYSE-beurszetels in eigendom zijn in de balans per 31 december 2005 gewaardeerd op
$3.550.000 (€3.001.099) per zetel, zijnde de reële waarde van deze zetels per 31 december 2005.

11 Hausse-positie en baisse-positie in effecten

(x € miljoen) 31 december 2005 31 december 2004

Hausse-posities Baisse-posities Hausse-posities Baisse-posities

Obligaties 21,8 8,2 23,0 3,8

Gewone en preferente aandelen 69,9 69,5 20,5 30,8
Derivaten voor handelsdoeleinden 0,1 - 0,3 -
Overig - - 0,1 -
91,8 77,7 43,9 34,6

Op grond van overeenkomsten met clearingorganisaties en professionele partijen heeft de Groep ten behoeve van de
financiering van haar handelsactiviteiten haar effecten aan clearingorganisaties, bewaarnemers en andere financiële
instellingen in onderpand gegeven.

De hausse-positie en baisse-positie in effecten op 31 december 2005 zijn inclusief €43,9 miljoen hausse-posities en €43,9
miljoen baisse-posities met een tegengesteld marktrisico, onder andere in American Depositary Receipts (ADR’s) en de
corresponderende aandelen in het kader van de arbitrageactiviteiten van de Groep. Deze posities zijn gewaardeerd tegen de
middenkoers genoteerd aan de markt van het originele aandeel.

98 JAARVERSLAG 2005 VDM

 T o eli c h t i n ge n op de ge c o n s o li d eer d e jaarreke n i n g

12 Leningen

De vennootschap heeft in oktober 2005 een lening van €5,0 miljoen verstrekt aan Curvalue Beheer BV. Deze lening heeft
een rentevoet van 6,5% per jaar. Alle aandelen in Curvalue Beheer BV zijn op 2 januari 2006 verworven door de vennoot-
schap. Verwezen wordt naar Toelichting 35.

13 Overige vorderingen en overlopende activa

De post overige vorderingen en overlopende activa omvat het volgende:

(x € miljoen) Op 31 december 2005 Op 31 december 2004

Vorderingen inzake overige belastingen 1,0 2,2
Vorderingen op partners VDM Specialists 0,2 0,1
Vorderingen uit hoofde verkoop NYSE beurszetels 12,0 -
Vorderingen uit hoofde van renteswaps - 0,6
Overig 4,2 2,5
17,4 5,4

Vorderingen op partners van VDM Specialists zijn kortlopend van aard en kennen een rentevoet van 5% tot 5,75% per jaar.
De Groep heeft vier NYSE-beurszetels verkocht in december 2005. De opbrengsten uit deze verkopen zijn ontvangen in
januari 2006.

14 Liquide middelen

Liquide middelen die als vlottende activa verwerkt zijn, bestaan uit:

(x € miljoen) Op 31 december 2005 Op 31 december 2004

Liquide middelen 59,9 15,0
Kortlopende bankdeposito’s 51,0 9,9
Liquide middelen bij clearingorganisaties en professionele partijen 4,9 -
Geldmarktfondsen en andere uiterst liquide beleggingen - 15,9
115,8 40,8

Een bedrag van €104 miljoen aan liquide middelen en kortlopende bankdeposito's is ondergebracht bij een commerciële
bank. Voor deze middelen bestaat een saldoverrekeningsovereenkomst tezamen met €112 miljoen aan door de Groep
verschuldigde bedragen aan bankiers.

De effectieve rente op kortlopende bankdeposito’s uitstaand per 31 december 2005 lag tussen de 2,38% en 4,5%.

Per 31 december 2005, stond een bedrag van circa €39 miljoen (2004: circa €31 miljoen) aan liquide middelen ter vrije
beschikking van de Groep (inclusief dispositie op effectenposities en overige activa). Over de resterende middelen kan
de Groep als gevolg van de saldoverrekeningsovereenkomst zoals hierboven beschreven, vergeven onderpand en door
clearingorganisaties en beursinstanties gestelde liquiditeitseisen niet vrij beschikken.

99
 De aansluiting tussen de liquide middelen en de bedragen gehanteerd voor de opstelling van het kasstroomoverzicht is
onderstaand weergegeven:

(x € miljoen) 2005 2004 2004

31 december 31 december 1 januari
Liquide middelen
- vlottende activa 115,8 40,8 56,6
- activa aangehouden voor verkoop - - 12,6
Schulden bankiers
- kortlopende schulden (114,2) (0,7) (24,1)
- passiva aangehouden voor verkoop - - (1,1)
Liquide middelen, onder aftrek van schulden bankiers 1,6 40,1 44,0

Niet-vlottende liquide middelen maken geen deel uit van het kasbeheer van de Groep en zijn derhalve in het geconsolideer-
de kasstroomoverzicht niet in de saldi per jaarultimo verwerkt. Mutaties in niet-vlottende liquide middelen worden verant-
woord in de kasstroom uit operationele activiteiten.

Per 31 december 2005 beschikte de Groep over gecommitteerde kredietfaciliteiten ten bedrage van €15 miljoen met een
looptijd tot in december 2006.

Niet-vlottende liquide middelen

VDM Specialists is onderworpen aan Regel 104.22 van de New York Stock Exchange, die minimumeisen stelt aan de liquidi-
teitspositie (de zogenoemde "Net Liquid Asset requirement"). Ten behoeve van deze "Net Liquid Asset requirement" houdt
VDM Specialists aanzienlijke posities in liquide middelen aan. Op 31 december 2005 bedroeg de Net Liquid Asset requirement
van VDM Specialists €205,4 miljoen, het equivalent van $243,0 miljoen (2004: €178,0 miljoen, het equivalent van $243,0
miljoen). Liquide middelen die als gevolg van deze vereisten niet ter vrije beschikking staan bedragen €188,5 miljoen (2004:
€178,0 miljoen) en zijn geclassificeerd als vaste activa.

15 Aandelenkapitaal, agioreserve en ingekochte eigen aandelen

Mutaties in aandelenkapitaal, agioreserve en ingekochte eigen aandelen zijn als volgt:

(x € miljoen, uitgezonderd aantallen Kapitaal toekomend aan de aandeelhouders

aandelen) van de vennootschap

Preferente Gewone Ingekochte Agioreserve Totaal

financieringsaandelen aandelen eigen aandelen

Aantal Aantal Aantal

Bedrag Bedrag Bedrag
aandelen aandelen aandelen

Op 1 januari 2004 642.304 0,4 37.537.100 3,1 882.182 (8,1) 186,8 182,2
Verkoop ingekochte eigen aandelen - - 780.000 - (780.000) 5,6 - 5,6
Stand op 31 december 2004 642.304 0,4 38.317.100 3,1 102.182 (2,5) 186,8 187,8
Invoering van IAS 32 en IAS 39
(Toelichting 5.2.5(a)) (642.304) (0,4) - - - - (51,0) (51,4)
Stand op 1 januari 2005 - - 38.317.100 3,1 102.182 (2,5) 135,8 136,4
Stockdividend 2004 (Toelichting 41) - - 1.026.195 0,1 - - (0,1) -
Stand op 31 december 2005 - - 39.343.295 3,2 102.182 (2,5) 135,7 136,4

100 JAARVERSLAG 2005 VDM

 T o eli c h t i n ge n op de ge c o n s o li d eer d e jaarreke n i n g

Preferente financieringsaandelen
De preferente financieringsaandelen zijn met ingang van 1 januari 2005, de datum van de overgang naar IAS
32/39, geclassificeerd als leningen. Van 1 januari tot 31 december 2004 waren de preferente financieringsaandelen
overeenkomstig Dutch GAAP geclassificeerd als eigen vermogen, zoals hierboven besproken en uiteengezet in Toelichting
5.2.5 (a). Voor nadere bijzonderheden wordt verwezen naar Toelichting 18.

Gewone aandelen
Het totale aantal gewone aandelen in het maatschappelijk kapitaal bedraagt 54.000.000 (31 december 2004: 54.000.000).
Gewone aandelen hebben een nominale waarde van €0,08 per aandeel. Alle geplaatste aandelen zijn volgestort.

Agioreserve
De gehele agioreserve is belastingvrij uitkeerbaar.

Ingekochte eigen aandelen

Gedurende 2003 heeft Van der Moolen Holding NV op Euronext Amsterdam 882.182 gewone aandelen ingekocht. Deze
transacties hadden ten doel verplichtingen uit hoofde van het aandelenoptieplan van de Groep af te dekken. De Groep
heeft deze aandelen gekocht voor een totaalbedrag van €8,1 miljoen, dat in 2003 in mindering op het eigen vermogen
is gebracht. Op 22 april 2004 werden 780.000 aandelen verkocht via Euronext Amsterdam, met een totale opbrengst
van €5,6 miljoen. Deze opbrengst is in 2004 toegevoegd aan het eigen vermogen. De verkoop hield verband met een
gewijzigde methodiek voor de bepaling van het aantal aandelen dat nodig is om uitstaande verplichtingen inzake het
aandelenoptieplan af te dekken. Op 31 december 2005 bezit Van der Moolen Holding NV 102.182 gewone aandelen die
op een later tijdstip door haar opnieuw mogen worden verkocht.

Preferente aandelen
Op 31 december 2005 bestond het maatschappelijk kapitaal tevens uit 13.200.000 preferent aandelen met een nominale
waarde van €0,60 per aandeel. Per die datum waren er geen preferente aandelen uitgegeven. De vennootschap heeft
op 1 mei 2001 haar statuten gewijzigd om de toekomstige uitgifte van preferente aandelen aan de stichting Van der
Moolen Holding (de ‘Stichting’) mogelijk te maken. De Stichting heeft ten doel de belangen van de vennootschap en haar
dochtermaatschappijen te beschermen indien deze door gebeurtenissen als bijvoorbeeld een dreigende vijandige overname
in gevaar komen. De Stichting verwezenlijkt deze doelstelling door de preferente aandelen van de vennootschap aan te
kopen en te beheren en door de eraan verbonden rechten, in het bijzonder stemrechten, uit te oefenen. De vennootschap
heeft met de Stichting een call-optieovereenkomst gesloten. Deze overeenkomst geeft de Stichting het recht preferente
aandelen in het kapitaal van de vennootschap te verwerven. Dit recht is beperkt tot een maximum dat gelijk is aan de
gezamenlijke nominale waarde van alle uitstaande gewone aandelen en cumulatief preferente financieringsaandelen van de
vennootschap.

Stemrechten
Elk gewoon aandeel geeft recht op het uitbrengen van één stem. Aan elk preferent en preferent financieringsaandeel van
€0,60 nominaal is het recht op het uitbrengen van 7,5 stemmen verbonden (Toelichting 18).

Resultaatbestemming en dividend per aandeel

Verwezen wordt naar Toelichting 41 op de statutaire jaarrekening.

101
 16 Herwaarderingsreserve - reële waardeaanpassingen,
reserve koersverschillen en ingehouden winst

De mutaties in de herwaarderingsreserve - reële waardeaanpassingen, reserve koersverschillen en ingehouden winst zijn als
volgt:

(x € miljoen) Reserves toekomend aan de aandeelhouders van de vennootschap

Herwaarderings­- Reserve Ingehouden Totaal
reserve reële koersverschillen winst
waarde­
aanpassingen

Op 1 januari 2004 - - 51,2 51,2

Resultaat toekomend aan aandeelhouders - - 15,2 15,2
Dividend op preferente financieringsaandelen (Toelichting 18) - - (2,9) (2,9)
Lasten uit hoofde van aandelenopties (Toelichting 17) - - 0,4 0,4
Koersverschillen - (17,3) - (17,3)
Stand op 31 december 2004 - (17,3) 63,9 46,6
Invoering van IAS 32 en IAS 39 (Toelichting 5.2.5) - - (0,2) (0,2)
Stand op 1 januari 2005 - (17,3) 63,7 46,4
Nettoresultaat - - 11,3 11,3
Contant dividend 2004 (Toelichting 41) - - (3,2) (3,2)
Lasten uit hoofde van aandelenopties (Toelichting 17) - - 0,1 0,1
Wijziging in de reële waarde van financiële activa beschikbaar voor
verkoop, na belastingen 5,1 - - 5,1
Koersverschillen - 25,1 - 25,1
Op 31 december 2005 5,1 7,8 71,9 84,8

Reserve koersverschillen
De Groep heeft gebruikgemaakt van de door IFRS 1 geboden mogelijkheid de cumulatieve reserve koersverschillen per 1
januari 2004 op nul te stellen. De reserve koersverschillen is een wettelijke reserve conform Artikel 373, paragraaf 4, Titel 9,
Boek 2 van het Nederlands Burgelijk Wetboek.

17 Aandelenoptieplan

Het aandelenoptieplan voor het personeel van de Groep is begin 2003 beëindigd. Ultimo 2005 beschikten (ex)
medewerkers over optierechten voor de verwerving van gewone aandelen die in eerdere jaren waren toegekend. Deze
optierechten kennen een looptijd van 4, 5 of 10 jaar. De Groep heeft de uitoefening van optierechten gereglementeerd,
om te voorkomen dat haar regels ten aanzien van voorwetenschap worden overtreden. Op 31 december 2005 hielden
(voormalige) leden van de Directie en huidige en voormalige medewerkers in totaal 627.005 opties op gewone aandelen
Van der Moolen Holding NV (eind 2004: 1.108.905).

De vestingperiode van optierechten is drie jaar, gedurende welke termijn het personeelslid in dienst moet blijven bij de
Groep. Bij beëindiging van het dienstverband binnen de voornoemde driejaarstermijn vervallen de optierechten of 80% van
de geblokkeerde gelden uit reeds uitgeoefende optierechten, na eventuele belastingen, ten gunste van de vennootschap.
Uitzonderingen op deze regel worden door de Directie in bijzondere gevallen goedgekeurd. Van der Moolen koopt vanaf
begin 2003 eigen aandelen in om verplichtingen uit hoofde van het aandelenoptieplan af te dekken. Ultimo 2005 had de
vennootschap in dit kader 102.182 gewone aandelen ingekocht (Toelichting 15).

102 JAARVERSLAG 2005 VDM

 T o eli c h t i n ge n op de ge c o n s o li d eer d e jaarreke n i n g

Overzicht van de mutaties met betrekking tot personeelsopties in het boekjaar eindigend op 31 december 2005:

Aantal Gewogen Gewogen Bandbreedte Gewogen

opties gemiddelde gemiddelde uitoefenprijzen gemiddelde-
uitoefenprijs resterende reële
looptijd waarde bij
(in jaren) toekenning
Uitstaand op 1 januari 2005 22.500 € 16,17 4,92 € - - 16,17 € 4,63
Uitstaand op 1 januari 2005 250.205 € 21,06 2,96 € 21,00 - 24,79 € 7,12
Uitstaand op 1 januari 2005 836.200 € 30,78 1,42 € 27,30 - 35,22 € 7,37
Geëxpireerd 278.400 € 30,99 - € 27,30 - 35,22 € 7,66
Vervallen 64.125 € 21,00 1,96 € 21,00 - 24,79 € 7,13
Vervallen 139.375 € 32,30 0,33 € 27,30 - 35,22 € 7,08
Uitstaand op 31 december 2005 22.500 € 16,17 3,92 € - - 16,17 € 4,63
Uitstaand op 31 december 2005 186.080 € 21,08 1,96 € 21,00 - 24,79 € 7,11
Uitstaand op 31 december 2005 418.425 € 30,13 0,81 € 27,30 - 31,45 € 7,27
Totaal aantal uitstaande opties op
31 december 2005 627.005 € 26,94 1,26 € 16,17 - 31,45 € 7,13
Uitoefenbare opties 627.005 € 26,94 1,26 € 16,17 - 31,45 € 7,13

Overzicht van de mutaties met betrekking tot personeelsopties in het boekjaar eindigend op 31 december 2004:

Aantal Gewogen Gewogen Bandbreedte Gewogen

opties gemiddelde gemiddelde uitoefenprijzen gemiddelde-
uitoefenprijs resterende reële
looptijd waarde bij
(in jaren) toekenning
Uitstaand op 1 januari 2004 236.125 € 16,61 1,35 € 16,17 - 20,95 € 4,76
Uitstaand op 1 januari 2004 310.375 € 21,07 3,96 € 21,00 - 24,79 € 7,11
Uitstaand op 1 januari 2004 1.302.580 € 30,98 2,24 € 27,30 - 35,22 € 7,28
Geëxpireerd (213.625) € 16,65 - € 16,17 - 20,80 € 4,77
Geëxpireerd (177.630) € 33,81 - € 33,81 - 33,81 € 6,89
Vervallen (60.170) € 21,13 2,96 € 21,00 - 24,79 € 7,10
Vervallen (288.750) € 29,82 1,50 € 27,30 - 35,22 € 7,26
Uitstaand op 31 december 2004 22.500 € 16,17 4,92 € - - 16,17 € 4,63
Uitstaand op 31 december 2004 250.205 € 21,06 2,96 € 21,00 - 24,79 € 7,12
Uitstaand op 31 december 2004 836.200 € 30,78 1,42 € 27,30 - 35,22 € 7,37
Totaal aantal uitstaande opties op
31 december 2004 1.108.905 € 28,29 1,84 € 16,17 - 35,22 € 7,26
Uitoefenbare opties 1.086.030 € 28,44 1,82 € 16,17 - 35,22 € 7,26

In relatie tot het aandelenoptieplan is een bedrag van €0,1 miljoen ten laste van de winst-en-verliesrekening gebracht
(2004: €0,4 miljoen). De Groep heeft gebruikgemaakt van de in IFRS 1 geboden vrijstelling inzake Op aandelen gebaseerde
betalingen. IFRS 2 is derhalve vanaf 1 januari 2004 toegepast op alle na 7 november 2002 toegekende aandelenopties die
per 1 januari 2005 nog niet onvoorwaardelijk waren. De last voor de periode heeft dus betrekking op opties die na
7 november 2002 uitgegeven zijn en omvat derhalve de opties die zijn toegekend op 16 december 2002, de laatste datum
waarop toekenning van opties plaatshad. De last is bepaald aan de hand van het Black-Scholesmodel voor optiewaardering.
Met betrekking tot de op 16 december 2002 toegekende opties is uitgegaan van de volgende veronderstellingen:

Dividendrendement 3,5%
Verwachte volatiliteit 50%
Risicovrije rentevoet 3,6%
Verwachte looptijd 3 jaar

103
 18 Preferente financieringsaandelen

Preferente financieringsaandelen
Tot 31 december 2004 zijn de preferente financieringsaandelen overeenkomstig Dutch GAAP geclassificeerd als eigen
vermogen, zie Toelichting 15. Dividend op deze aandelen in het boekjaar eindigend op 31 december 2004 is derhalve in
mindering gebracht op de ingehouden winst (Toelichting 16).

Nadere informatie over de preferente financieringsaandelen voor de boekjaren eindigend op 31 december 2005 en 31
december 2004:

Het maatschappelijk en geplaatst kapitaal omvatte op 31 december 2005 de volgende aantallen preferente
financieringsaandelen (aantallen niet gewijzigd ten opzichte van 31 december 2004):
■ 1
 .200.000 cumulatief preferente financieringsaandelen A met een nominale waarde van €0,60 per aandeel, waarvan
251.000 zijn geplaatst en volgestort;
■ 1
 .200.000 cumulatief preferente financieringsaandelen B met een nominale waarde van €0,60 per aandeel, waarvan
391.304 zijn geplaatst en volgestort;
■ 1
 .200.000 cumulatief preferente financieringsaandelen C, 1.200.000 cumulatief preferente financieringsaandelen D en
1.200.000 cumulatief preferente financieringsaandelen E met een nominale waarde van €0,60 per aandeel, die niet zijn
geplaatst.

De preferente financieringsaandelen zijn niet verplicht aflosbaar. De cumulatief preferente financieringsaandelen A geven
recht op een cumulatief dividend. Dit dividend wordt berekend op basis van een dividendpercentage dat gelijk is aan
het gemiddelde effectieve rendement op drie staatsleningen waarvan de resterende looptijd zo dicht mogelijk bij 10 jaar
ligt, verhoogd met 100 basispunten en naar boven afgerond op hele centen. De winstbasis (de dividend last is gelijk aan
de winstbasis vermenigvuldigd met het dividendpercentage) van de preferente fianncieringsaandelen A is gelijk aan de
uitgifteprijs van de preferente financieringsaandelen A die op 16 januari 1997 uitgegeven zijn, te weten €40,21. Het
dividend voor het jaar 2005 bedraagt in totaal €0,7 miljoen (onveranderd ten opzichte van 2004) en is in de winst-en-
verliesrekening over het boekjaar 2005 als rentelast verantwoord. Het dividendpercentage wordt om de tien jaar opnieuw
vastgesteld; de eerstvolgende keer op 16 januari 2007.

De cumulatief preferente financieringsaandelen B geven eveneens recht op een cumulatief dividend. Dit dividend wordt
berekend op basis van een percentage dat gelijk is aan het rekenkundig gemiddelde van het effectieve rendement op
staatsleningen met een (resterende) looptijd van 6 tot 7 jaar en 7 tot 8 jaar over de laatste vijf beursdagen voorafgaand
aan de uitkeringsdatum (zoals berekend door het Centraal Bureau voor de Statistiek en gepubliceerd in de Officiële
Prijscourant van Euronext Amsterdam), verhoogd met 175 basispunten, naar boven afgerond op hele centen en uitgekeerd
in contanten. De winstbasis (de dividend last is gelijk aan de winstbasis vermenigvuldigd met het dividendpercentage) is
gelijk aan de uitgifteprijs van €104,37. Het dividend voor het jaar 2005 bedraagt €2,2 miljoen (onveranderd ten opzichte
van 2004) en is in de winst-en-verliesrekening over het boekjaar eindigend op 31 december 2005 als rentelast verwerkt.
Het dividendpercentage wordt om de zeven jaar opnieuw vastgesteld; de eerstvolgende keer op 31 december 2005.
Voor nadere details omtrent de nieuwe vaststelling van het dividendpercentage wordt verwezen naar Toelichting 35,
gebeurtenissen na balansdatum.

De effectieve rente bedroeg in het boekjaar eindigend op 31 december 2005:

■ Cumulatief preferente financieringsaandelen A 6,74 %
■ Cumulatief preferente financieringsaandelen B 5,52 %

De (dividend) financieringskosten op preferente financieringsaandelen zijn niet aftrekbaar voor de vennootschapsbelasting.

104 JAARVERSLAG 2005 VDM

 T o eli c h t i n ge n op de ge c o n s o li d eer d e jaarreke n i n g

19 A
 andeel derden (onderdeel groepsvermogen) en kapitaal
van minderheidspartners (vreemd vermogen)

Het verloop in het aandeel derden en het kapitaal van minderheidspartners is als volgt:

(x € miljoen) Aandeel derden Aandeel derden Totaal aandeel Kapitaal van

in specialist- overig derden minder-
fondsen heidspartners als
gedeelte vreemd
vermogen
Boekwaarde 1 januari 2004 15,1 17,6 32,7 -
Mutatie aandeel derden in specialistfondsen uit hoofde van
afschrijvingen en bijzondere waardeverminderingen (Toelichting 7) (1,2) - (1,2) -
Overig resultaat toekomend aan minderheidspartners - 7,9 7,9 -
Kapitaalinbreng minderheidspartners - 2,7 2,7 -
Uitkeringen aan minderheidspartners - (7,0) (7,0) -
Herclassificatie naar overige schulden en overlopende passiva - (6,6) (6,6) -
Koersverschillen (1,1) (1,0) (2,1) -
Boekwaarde 31 december 2004 12,8 13,6 26,4 -

Effect van de invoering van IAS 32/39 (Toelichting 5.2.5 (b)) - (13,6) (13,6) 13,6

Boekwaarde 1 januari 2005 12,8 - 12,8 13,6

Mutatie aandeel derden in specialistfondsen uit hoofde van
afschrij­vingen en bijzondere waardeverminderingen (Toelichting 7) (3,8) - (3,8) -
Overig resultaat toekomend aan minderheidspartners - 5,4 5,4 -
Allocatie van winsten aan kapitaalrekeningen - (5,4) (5,4) 5,4
Kapitaalinbreng minderheidspartners - - - 0,6
Uitkeringen aan minderheidspartners - - - (7,7)
Reële waarde-aanpassingen op financiële activa beschikbaar voor
verkoop (Toelichting 10) - - - 1,0
Rente toerekenbaar aan de kapitaalrekeningen van
minderheidspartners - - - 1,3
Koersverschillen 1,9 - 1,9 2,1
Boekwaarde 31 december 2005 10,9 - 10,9 16,3

Over het boekjaar eindigend op 31 december 2005 bedroeg de effectieve rente op het kapitaal minderheidspartners 10%.

20 Achtergestelde leningen

Het overzicht van de achtergestelde leningen en hun uiteindelijke vervaldatum is onderstaand weergegeven:

(x € miljoen)
Effectieve Uitstaande
Boekwaarde
rente hoofdsom

2005 2004
5,66%, betaalbaar 14 december 2005 - - - 3,6
8,00%, betaalbaar 30 december 2005 - - - 3,7
7,54%, betaalbaar 3 augustus 2008 5,05% 54,9 59,2 47,6
7,80%, betaalbaar 3 augustus 2011 6,62% 54,9 59,4 47,6
7,11%, betaalbaar 1 maart 2008 5,53% 25,4 26,5 29,3
7,00%, betaalbaar aan partners 31 oktober 2005 - - 0,8
135,2 145,1 132,6
Verminderd met het kortlopende deel (Toelichting 22) (26,7) (33,5) (15,4)
108,5 111,6 117,2

105
 Het onderstaande overzicht geeft het aflossingsschema van de achtergestelde leningen weer, op basis van de uitstaande
hoofdsom:

(x € miljoen) 7,54% 7,80% 7,11% Totaal

Achtergestelde Achtergestelde Achtergestelde
lening lening lening
2006 18,3 - 8,4 26,7
2007 18,3 11,0 8,5 37,8
2008 18,3 11,0 8,5 37,8
2009 - 11,0 - 11,0
2010 - 11,0 - 11,0
> 5 jaar - 10,9 - 10,9
54,9 54,9 25,4 135,2

Op 31 december 2005, zijn alle achtergestelde leningen uitgeschreven door VDM Specialists en luiden in Amerikaanse
dollars. De leningen zijn achtergesteld ten opzichte van vorderingen van concurrente schuldeisers van VDM Specialists. Bij
de berekening van het kapitaal waarover VDM Specialists op grond van voorschriften van beurstoezichthouders dient te
beschikken, worden deze achtergestelde leningen meegenomen. De leningen zijn door VDM Specialists aangetrokken om
aan de gestelde minimumeisen met betrekking tot liquiditeit en kapitaal te voldoen.

De achtergestelde leningen van VDM Specialists kennen financiële, verslaggevingtechnische en andere beperkende con-
venanten. De financiële convenanten hebben onder meer betrekking op de minimumeisen ten aanzien van liquiditeit en
kapitaal en op de ratio’s "Tangible Net Worth" en "Debt to Total Capitalization".

De reële waarde van de achtergestelde leningen benadert de boekwaarde ervan.

21 Langlopende leningen

De post langlopende leningen betreft de uitstaande hoofdsom van een 6,25% lening met als uiteindelijke vervaldatum 28 januari
2010. De lening is aflosbaar in jaarlijkse termijnen van €0,3 miljoen. Het gedeelte van de hoofdsom dat binnen één jaar moet
worden afgelost, is in de geconsolideerde balans verantwoord onder kortlopende leningen (Toelichting 22). In 2006 is €0,3
miljoen verschuldigd, terwijl het binnen twee tot vijf jaar af te lossen bedrag €1,4 miljoen beloopt. De effectieve rente bedraagt
6,25% per jaar.

22 Kortlopende leningen

(x € miljoen) 2005 2004

31 december 31 december
Kortlopende deel van achtergestelde leningen (Toelichting 20) 33,5 15,4
Kortlopende deel van langlopende leningen (Toelichting 21) 0,3 0,3
33,8 15,7

106 JAARVERSLAG 2005 VDM

 T o eli c h t i n ge n op de ge c o n s o li d eer d e jaarreke n i n g

23 Voorzieningen

Op 31 december 2005 is een voorziening getroffen van €1,3 miljoen in relatie tot de verwachte uitkomst van door regule-
rende instanties ingestelde procedures tegen de Groep. De uiteindelijke uitkomst van deze procedures kan niet met zeker-
heid worden geschat, en het uiteindelijke bedrag kan afwijken van de €1,3 miljoen getroffen voorziening, en deze afwijking
kan materieel zijn. Voor andere procedures of lopende rechtsgedingen kan geen betrouwbare schatting worden gemaakt
van de wettelijke of constructieve verplichting als het gevolg van een gebeurtenis uit het verleden waarvoor het waarschijn-
lijk is dat hiervoor een uitstroom van middelen van de Groep zal plaatsvinden.

Op basis van het Operating Agreement met zijn minderheidspartners is VDM Specialists verplicht om gelden ter beschikking
te stellen voor de kosten van procedures van diverse voormalige partners inzake bepaalde rechtsgedingen en procedures.
Op 31 december 2005 is een voorziening verantwoord van €1,8 miljoen met betrekking tot deze verplichting. De band-
breedte van potentiële uitkomsten in relatie tot deze verplichting is geschat tussen €0,8 miljoen en €2,8 miljoen. Op basis
van de tot op heden bij het management bekende feiten, is er geen reden om aan te nemen dat enig bedrag binnen de ge-
noemde bandbreedte de meest waarschijnlijke uitkomst zal zijn voor het bedrag dat VDM Specialists verplicht is te betalen.
De voorziening is daarom gewaardeerd tegen de mid-point van de bandbreedte. De uiteindelijke uitkomst van deze zaak
kan niet met zekerheid worden geschat, en het uiteindelijk te betalen bedrag kan afwijken van de geschatte bandbreedte,
en deze afwijking kan materieel zijn.

24 Overige schulden en overlopende passiva

De overige schulden en overlopende passiva zijn als volgt samengesteld:

(x € miljoen) 2005 2004

31 december 31 december
Overige belastingen en premies sociale verzekeringen 0,6 0,3
Dividend op preferente financieringsaandelen 2,9 2,9
Variabele beloningen 1,5 1,0
NYSE/SEC schikking - 4,4
Kapitaalafrekening voormalige partners VDM Specialists 4,3 6,6
Overige 9,1 16,7
18,4 31,9

VDM Specialists heeft de verplichting uit hoofde van de NYSE/SEC schikking in 2005 volledig afgewikkeld. Hiertoe zijn drie
driemaandelijkse termijnen voldaan, die tezamen een bedrag van €4,4 miljoen (het equivalent van $6,0 miljoen) vertegen-
woordigden, zie Toelichting 32.

Over de uitstaande verplichting inzake de kapitaalafrekening van voormalige partners van VDM Specialists wordt een rente
vergoed die gelijk is aan het behaalde rendementspercentage op uitgezette liquide middelen.

Op 31 december 2004 omvatten de overige schulden en overlopende passiva ook het resultaat op de verkoop van rente-
swaps dat kon worden toegerekend aan de resterende looptijd van de achtergestelde leningen ultimo 2004. Dit resultaat
bedroeg €7,4 miljoen. Als gevolg van de invoering van IAS 32/39 is dit saldo vanaf 1 januari 2005 verwerkt in de geamorti-
seerde kostprijs van de achtergestelde leningen.

107
 25 Pensioen- en overige langlopende beloningsregelingen

De Groep kent pensioenregelingen in Duitsland, de Verenigde Staten en Nederland.

(a) Pensioenregelingen - Toegezegde-bijdrageregelingen

De Duitse dochteronderneming beschikt over een toegezegde-bijdrageregeling voor leden van het management en bepaal-
de medewerkers. De jaarlijkse bijdrage aan deze regeling in de boekjaren eindigend op 31 december 2005 en 31 december
2004 bedroeg respectievelijk €31.999 en €28.893. In de Verenigde Staten draagt de vennootschap bij aan een zogeheten
401(k)-pensioenregeling waarin alle in aanmerking komende voltijdmedewerkers zijn opgenomen. Onder bepaalde wettelijk
voorgeschreven omstandigheden kan de vennootschap verplicht zijn bijdragen aan deze regeling te leveren. In het boekjaar
eindigend op 31 december 2005 is een bedrag van €144.601 bijgedragen aan deze regeling (2004: nihil).

(b) Pensioenregelingen - Toegezegd-pensioenregelingen

In Nederland zijn zowel premievrije als niet-premievrije toegezegd-pensioenregelingen van kracht. Deze regelingen hebben
betrekking op nagenoeg alle medewerkers, met inbegrip van leden van de Directie. Toegezegd-pensioenregelingen zijn
gebaseerd op het aantal dienstjaren en het salarisniveau bij uitdiensttreding. De Nederlandse regeling is een toegezegd-pen-
sioenregeling op basis van gemiddeld eindloon.

Medewerkers hebben uit hoofde van deze regeling recht op pensioenuitkeringen van tussen 70% tot 80% van het eind-
loon wanneer zij een pensioengerechtigde leeftijd van 59-60 jaar bereiken. Er zijn geen andere vergoedingen na uitdienst-
treding van toepassing. De meest recente actuariële waarderingen van de activa van het pensioenplan en de contante
waarde van de verplichtingen uit hoofde van deze toegezegd-pensioenregelingen vonden plaats op 31 december 2005 en
zijn verricht door een onafhankelijk actuarieel adviesbureau. De contante waarde van de toegezegd-pensioenverplichtin-
gen, en de daarmee verbonden aan de lopende periode en aan voorgaande perioden toegerekende pensioenkosten, zijn
gewaardeerd met behulp van de toekomstig-pensioenwaarderingsmethode. De Nederlandse collectieve pensioenregelingen
van de vennootschap zijn verzekerd bij Nederlandse verzekeringsmaatschappijen. Deze maatschappijen garanderen een
rendementsniveau van ongeveer 4% op de actuariële reserve. Het feitelijke rendement op de beleggingen is gewoonlijk
hoger dan het bovengenoemde gegarandeerde rendementsniveau; het surplus wordt aangeduid als rentewinst. De ven-
nootschap heeft recht op een aandeel in deze rentewinst. Het feitelijke rendementsniveau van de beleggingen is gebaseerd
op het rendement van bepaalde staatsleningen in Nederland. Vanwege de aard van deze verzekeringscontracten is er geen
afzonderlijk beleid voor de activa en beleggingen van de pensioenregeling ontwikkeld.

(c) Overige langlopende beloningsregelingen

Buiten de hiervoor genoemde pensioenregelingen onderhoudt de vennootschap overige langlopende beloningsregelingen
voor bepaalde medewerkers van een voormalige dochtermaatschappij van Van der Moolen Holding NV.

In de balans zijn met betrekking tot de toegezegd-pensioenregelingen en overige langlopende beloningsregelingen van de
Groep de volgende bedragen verwerkt:

(x € miljoen) 2005 2004

31 december 31 december

Contante waarde van afgefinancierde verplichtingen 18,9 17,5

Reële waarde van fondsbeleggingen (20,6) (21,7)
Overschot van fondsbeleggingen boven afgefinancierde verplichtingen (1,7) (4,2)
Contante waarde van niet-afgefinancierde verplichtingen 0,7 1,5
Ongerealiseerde actuariële (winsten) / verliezen (2,4) (1,0)
Ongerealiseerde backservicekosten - -
Activa in de balans (3,4) (3,7)

De totale contante waarde van afgefinancierde en niet-afgefinancierde verplichtingen bedraagt €19,6 miljoen per 31
december 2005 (31 december 2004: €19,0 miljoen).

108 JAARVERSLAG 2005 VDM

 T o eli c h t i n ge n op de ge c o n s o li d eer d e jaarreke n i n g

Het verloop van de actiefpost in de balans is als volgt:

(x € miljoen) 2005 2004

Balans per 1 januari 3,7 3,3
Kosten verwerkt in de winst-en-verliesrekening (0,3) (0,3)
Betaalde premies - 0,6
Overig - 0,1
Balans per 31 december 3,4 3,7

De belangrijkste veronderstellingen bij de actuariële waarderingen waren:

2005 2004
Disconteringsvoet 4,25% 4,75%
Verwacht rendement op fondsbeleggingen 4,0% 4,0%
Verwacht gemiddeld percentage van salarisverhogingen
(inclusief verwachte inflatie van 2,0%) 3,0% 3,0%

De veronderstellingen met betrekking tot sterftecijfers zijn gebaseerd op gepubliceerde statistieken, die bekend staan als
'Collectief '93' alsmede op ervaringscijfers per gebied.

In de winst-en-verliesrekening zijn met betrekking tot de pensioen- en overige langlopende beloningsregelingen van de
Groep de volgende bedragen verwerkt:

(x € miljoen) 2005 2004

Aan het lopende jaar toegerekende pensioenkosten 0,2 0,3
Rente op verplichtingen 0,9 0,9
Verwacht rendement op fondsbeleggingen (0,8) (1,1)
Verwerking van actuariële verliezen 0,1 -
Overige (baten) / kosten (0,1) 0,2
Totaal 0,3 0,3

De last of voor het boekjaar is in de winst-en-verliesrekening verwerkt onder de post personeelskosten (Toelichting 27).

In de contante waarde van de afgefinancierde en niet-afgefinancierde verplichtingen uit hoofde van pensioen- en overige
langlopende beloningsregelingen hebben zich de volgende mutaties voorgedaan:

(x € miljoen) 2005 2004

Beginstand contante waarde van de verplichtingen 19,0 18,2
Servicekosten 0,2 0,3
Rentekosten 0,9 0,9
Betaalde bijdragen (0,8) (0,6)
Verwachte contante waarde van de verplichtingen (jaarultimo) 19,3 18,8
(Feitelijke actuariële winst) / Feitelijk actuarieel verlies 0,3 0,2
Eindstand contante waarde van de verplichtingen 19,6 19,0

109
 Overzicht van de mutaties in de reële waarde van de activa van de regelingen is als volgt:

(x € miljoen) 2005 2004

Beginstand reële waarde van fondsbeleggingen 21,7 21,5
Verwacht rendement op fondsbeleggingen 0,8 1,1
Werkgeversbijdragen - 0,6
Betaalde bijdragen (0,8) (0,6)
Overig (0,9) (0,1)
Verwachte activa pensioenplan (jaarultimo) 20,8 22,5
Feitelijke winst / (Feitelijk verlies) (0,2) (0,8)
Eindstand reële waarde van fondsbeleggingen 20,6 21,7

(x € miljoen) 2005 2004

Verwacht rendement op fondsbeleggingen 0,8 1,1
Feitelijke winst / (Feitelijk verlies) (0,2) (0,8)
Feitelijk rendement op fondsbeleggingen 0,6 0,3

Overzicht van de reële waarde van de activa van de regelingen per de balansdatum:

(x € miljoen) 2005 2004

31 december 31 december
Overige activa 20,6 21,7
Reële waarde van fondsbeleggingen 20,6 21,7

De fondsbeleggingen omvatten geen eigen financiële instrumenten van de Groep, noch door de Groep betrokken vastgoed
of gebruikte andere activa. De verwachte rendementspercentages in de afzonderlijke categorieën van activa zijn bepaald
op basis van relevante, door de beurzen gepubliceerde indices. Het totale verwachte rendement is berekend door de
afzonderlijke rendementspercentages overeenkomstig het verwachte saldo in de beleggingsportefeuille voor de regelingen
te wegen. Het plan kende in de boekjaren 2005 en 2004 de volgende ontwikkeling:

(x € miljoen) 2005 2004

December 31 December 31
Contante waarde van de afgefinancierde en niet-afgefinancierde
verplichtingen 19,6 19,0
Reële waarde van fondsbeleggingen (20,6) (21,7)
Tekort / (Surplus) (1,0) (2,7)

(x € miljoen) 2005 2004

Ervaringsaanpassingen met betrekking tot verplichtingen uit hoofde van
toegezegd-pensioen en overige langlopende beloningsregelingen 1,4% 0,9%
Ervaringsaanpassingen met betrekking tot fondsbeleggingen 3,7% 5,2%

De voorgaande financiële informatie is prospectief vastgesteld vanaf 1 januari 2004. De overgangsbepalingen met
betrekking tot de wijzigingen in IAS 19 Personeelsbeloningen van december 2004 staan dit toe, evenals IFRS 1.

De Groep verwacht in 2006 circa €0,5 miljoen aan haar pensioen- en overige langlopende beloningsregelingen
bij te dragen.

110 JAARVERSLAG 2005 VDM

 T o eli c h t i n ge n op de ge c o n s o li d eer d e jaarreke n i n g

26 Overige baten en lasten - netto

De post overige baten en lasten - netto in 2005 bevat de uitkering van reserves van de Vereniging Voor de Effectenhandel en
de Vereniging Voor de Optiehandel ten bedrage van €1,1 miljoen; de boekwinst van €7,4 miljoen gerealiseerd op de verkoop
van vier NYSE-beurszetels in december 2005; en een last van €0,2 miljoen in relatie tot reële waardeveranderingen van
renteswaps.

27 Personeelskosten

De personeelkosten bestaan uit:

(x € miljoen) 2005 2004

Salarissen 23,6 25,2
Sociale verzekeringspremies 3,0 3,2
Pensioenkosten – toegezegde-bijdrageregelingen (Toelichting 25) 0,2 0,1
Pensioenkosten – toegezegd-pensioenregelingen, en overige langlopende
beloningsregelingen (Toelichting 25) 0,3 0,3
Totale vaste personeelskosten 27,1 28,8
Aandelenopties, toegekend aan directieleden en medewerkers (Toelichting 17) 0,1 0,4
Bonussen - variabele beloningen 6,0 5,4
Totale variabele personeelskosten 6,1 5,8

Totale personeelskosten 33,2 34,6

De post salarissen bevat ontslagvergoedingen ten bedrage van €0,9 miljoen (2004: €0,7 miljoen).

Gedurende 2005 bedroeg het gemiddelde aantal medewerkers 304 (2004: 361, inclusief 11 voltijds medewerkers inzake
beëindigde bedrijfsactiviteiten), waarvan 264 in dienst waren van een buitenlandse groepsmaatschappij (312 in 2004). Het
aantal medewerkers op 31 december 2005 bedroeg 282 (31 december 2004: 336).

28 Overige bedrijfskosten

De overige bedrijfskosten zijn als volgt samengesteld:

(x € miljoen) 2005 2004

Advieskosten 11,8 8,5
Voorziening voor uitkomsten van gerechtelijke procedures (Toelichting 23) 1,3 -
Overige kosten 8,0 5,8
Totale overige bedrijfskosten 21,1 14,3

In 2004 is een in het verleden getroffen voorziening van €2,4 miljoen voor mogelijk niet-inbaarheid van leningen vrijgeval-
len ten gunste van de overige bedrijfskosten zoals verantwoord in de winst-en-verliesrekening. Overige kosten bevatten
huisvestingskosten, marketinguitgaven en overige niet in een andere categorie opgenomen kosten.

In de advieskosten zijn in 2005 juridische advieskosten begrepen van €5,6 miljoen (2004: €4,0 miljoen), zoals beschreven in
Toelichting 32.

111
 29 Rentebaten en Overige financieringskosten

De rentebaten en overige financieringskosten zijn als volgt samengesteld:

(x € miljoen) 2005 2004
Leningen 0,1 0,4
Overig 1,1 0,7
Totaal rentebaten 1,2 1,1
Rente op kapitaal van minderheidspartners (Toelichting 2.2(c) en 19) (1,3) -
Achtergestelde leningen (Toelichting 20) (7,3) (6,6)
Langlopende leningen (Toelichting 21) (0,1) (0,1)
Overige rentelasten (2,1) (0,7)
Totaal overige financieringskosten (10,8) (7,4)

30 Belastingen naar het resultaat

Het resultaat uit voortgezette bedrijfsactiviteiten voor belastingen hierna gebruikt ten behoeve van de belastingberekening is als volgt
samengesteld (zie Toelichting 2.23):
(x € miljoen) 2005 2004
Resultaat uit voortgezette bedrijfsactiviteiten voor belastingen 12,1 25,0
Af: resultaat toerekenbaar aan aandeel derden (1,6) (6,7)
Resultaat uit voortgezette bedrijfsactiviteiten voor belastingen
ten behoeve van de belastingberekening 10,5 18,3

De post belastingen naar het resultaat in de winst-en-verliesrekening is als volgt samengesteld (bedragen tussen haakjes zijn baten):
(x € miljoen) 2005 2004
Acute belastingen (10,4) (5,9)
Latente belastingen (Toelichting 9) 9,1 5,0
(1,3) (0,9)
Af: gerelateerd aan beëindigde bedrijfsactiviteiten (0,4) (1,6)
Belastingen naar het resultaat uit voortgezette bedrijfsactiviteiten (0,9) 0,7

De geconsolideerde effectieve belastingdruk op het groepsresultaat voor belastingen uit voortgezette bedrijfsactiviteiten naar
het resultaat en na aandeel derden bedraagt 9 % (bate) (2004: last van 4%). De gewogen gemiddelde belastingdruk op het
groepsresultaat voor belastingen uit voortgezette bedrijfsactiviteiten, rekening houdend met de fiscale jurisdicties waarbinnen
de afzonderlijke groepsmaatschappijen hun activiteiten verrichten, is 48 % (2004: 39%). De stijging houdt verband met een
wijziging in de winstgevendheid van de groepsmaatschapijen in de diverse fiscale jurisdicties, met name als een gevolg van de
afbouw van de activiteiten van de concern financieringsmaatschappij van de Groep.

Een aansluiting tussen de feitelijke belastingen naar het resultaat en zoals deze kan worden bepaald uit de toepassing van de
gewogen gemiddelde belastingdruk op het groepsresultaat voor belastingen uit voortgezette bedrijfsactiviteiten en na aandeel
derden is hierna weergegeven:

(x € miljoen) 2005 2004

Resultaat uit voortgezette bedrijfsactiviteiten voor belastingen ten behoeve de
belastingberekening 10,5 18,3
Gewogen gemiddelde belastingdruk die op de Groep van toepassing is 48% 39%
Belastingen naar het resultaat berekend op basis van de gewogen
gemiddelde belastingdruk 5,0 7,2
Niet-aftrekbare kosten 1,4 0,7
Niet-belastbare baten (0,6) (0,8)
Niet langer opnemen van latente belastingvorderingen 0,6 0,7
Effect van wijzigingen in het belastingtarief 0,8 (0,2)
Bijzondere belastingbate (netto) (8,5) (7,3)
Overig 0,4 0,4
Belastingen naar het resultaat uit voortgezette bedrijfsactiviteiten (0,9) 0,7

112 JAARVERSLAG 2005 VDM

 T o eli c h t i n ge n op de ge c o n s o li d eer d e jaarreke n i n g

De onderstaande factoren hebben de vergelijking tussen de effectieve belastingdruk en de gewogen gemiddelde

belastingdruk materieel beïnvloed in 2005:

Niet langer opnemen van latente belastingvorderingen

Op basis van een test op de realiseerbare waarde van latente belastingvorderingen volgend uit fiscale verliezen in 2005 is
bepaald dat een latente belastingvordering van €0,6 miljoen niet voldoet aan de criteria voor verantwoording volgens de
relevante verslaggevingsregels (2004: €0,7 miljoen).

Verantwoording van een belastingbate in relatie tot de afbouw van activiteiten van de concern
financieringsentiteit van de Groep
De netto bijzondere belastingbate van €8,5 miljoen verantwoord in 2005 heeft voornamelijk betrekking op de verantwoording
van een belastingbate van €9,0 miljoen in relatie tot de afbouw van activiteiten van de concern financieringsentiteit van
de Groep. In 2004 zijn de activiteiten van deze concern financieringsentiteit, Van der Moolen International BV, gedeeltelijk
afgebouwd door middel van de conversie in eigen vermogensinstrumenten van een aanzienlijk deel van de intragroep leningen
(verstrekt aan dochtermaatschappijen van Van der Moolen). De intragroep leningen van deze financieringsentiteit waren,
onder andere, in omvang afgenomen teneinde de rentelasten van dochtermaatschappijen te verlagen en vooruitlopend op het
einde van het speciale fiscale regime van toepassing zijnde op Van der Moolen International BV.

De Nederlandse belastingwetgeving en regels van toepassing op dit speciale fiscale regime bevatten geen expliciete
interpretatie omtrent de wijze waarop zulke conversies fiscaal dienen te worden behandeld. Door deze onzekerheid,
heeft de Groep in 2004 geen belastingbate verantwoord verbonden aan deze leningconversies gegeven het risico dat de
belastingautoriteiten dit niet zouden accepteren.

Op 17 december 2005 is de aanslag over 2003 van Van der Moolen International BV opgelegd door de
belastingautoriteiten. In deze 2003 aanslag heeft Van der Moolen International BV soortgelijke leningconversies
gerapporteerd. Als gevolg van de acceptatie door de belastingautoriteiten van de in 2003 gevolgde fiscale
verantwoordingswijze, is het management van mening dat het waarschijnlijk is dat de belastingbate volgend uit de 2004
conversies kan worden gerealiseerd. Op basis van deze beoordeling, is een niet wederkerende (non-cash) belastingbate van
€9,0 miljoen verantwoord in de winst-en-verliesrekening over 2005.

Aanpassing van belastingtarieven gehanteerd voor de berekening van de waarde van latente
belastingvorderingen uit hoofde van compensable verliezen voor lokale belastingen in de Verenigde Staten
In 2005 is een wijziging in de tariefstelling voor New York State belastingen doorgevoerd. Als een gevolg van deze wijziging
is het belastingtarief gebruikt voor de waardering van compensabele verliezen, welke hun oorsprong vinden in 2003 en
2004, verlaagd. Dit leidt tot een belastinglast van €0,8 miljoen welke is verantwoord in de winst-en-verliesrekening over
2005. In 2004 heeft een wijziging in de geldende belastingtarieven in Nederland geleidt tot een verlaging van de waarde
van latente belastingverplichtingen en tot een hieraan gerelateerde belastingbate van €0,2 miljoen.

Netto bijzondere belastingbate verantwoord in 2004

De post belastingen naar het resultaat in 2004 omvat mede een belastingbate van €7,7 miljoen, waarvan €0,4 miljoen
verband houdt met beëindigde bedrijfsactiviteiten. Deze belastingbate is inclusief een eenmalige bate van €3,2
miljoen die het gevolg is van de hierboven beschreven gedeeltelijke afwikkeling van de financieringsactiviteiten van
de financieringsentiteit van de Groep. Het restant van €4,5 miljoen heeft eveneens een eenmalig karakter. Het bedrag
hangt voornamelijk samen met de aanpassing van in voorgaande jaren gepassiveerde bedragen als gevolg van definitief
opgelegde aanslagen door fiscale autoriteiten in de jurisdicties waar de Groep actief is, herbeoordeling van toepasselijke
belastingtarieven en de inschatting van resterende belastingverplichtingen door het management.

Aanpassingen van acute belastingen inzake voorgaande perioden

Naast de belastingbate van €9,0 miljoen zoals hierboven besproken, is een belastinglast van €1,6 miljoen verantwoord in
2005, welke gerelateerd is aan voorgaande perioden. Voor een gelijk bedrag is ook een latente belastingbate verantwoord.

113
 31 Winst per aandeel

Winst per aandeel

Winst per aandeel is berekend door het nettoresultaat toekomend aan gewone aandeelhouders van de vennootschap te
delen door het gewogen gemiddelde aantal uitstaande gewone aandelen gedurende de periode,
waarbij de door de vennootschap ingekochte en gehouden gewone aandelen niet zijn meegeteld (Toelichting 15).

2005 2004
Nettoresultaat toekomend aan gewone aandeelhouders van de vennootschap
(x € miljoen) 11,3 12,3
Gewogen gemiddelde aantal uitstaande gewone aandelen 39.031.219 38.078.411

Winst per aandeel uit voortgezette bedrijfsactiviteiten (€ per aandeel) 0,29 0,38
Verlies per aandeel uit beëindigde bedrijfsactiviteiten (€ per aandeel) - (0,06)
Winst per aandeel (€ per aandeel) 0,29 0,32

Verwaterde winst per aandeel

De verwaterde winst per aandeel is berekend door het gewogen gemiddelde aantal uitstaande gewone aandelen te
corrigeren voor een veronderstelde conversie of uitoefening van alle potentiële gewone aandelen die tot verwatering zullen
leiden. De vennootschap heeft één soort potentiële gewone aandelen die verwatering teweeg zouden kunnen brengen:
de uitstaande opties uit hoofde van het aandelenoptieplan (Toelichting 17). Met betrekking tot deze personeelsopties
is berekend hoeveel aandelen er met de geldswaarde van de aan uitstaande aandelenopties verbonden inschrijfrechten
tegen reële waarde (bepaald als de gemiddelde marktkoers van het aandeel Van der Moolen op jaarbasis) zouden kunnen
zijn gekocht. Het hierboven berekende aantal aandelen is vergeleken met het aantal aandelen dat uitgegeven zou zijn
geweest indien de aandelenopties waren uitgeoefend. In 2005 en 2004 is er geen verwatering opgetreden terzake van het
aandelenoptieplan, daar de uitoefenprijs van alle uitstaande optierechten boven de gemiddelde beurskoers per gewoon
aandeel lag over de respectievelijke jaren; hierdoor is de verwaterde winst per aandeel gelijk aan de winst per aandeel.

32 Niet uit de balans blijkende (voorwaardelijke) verplichtingen

Garanties en borgstellingen maatschappijen, met uitzondering van de buiten

Door Van der Moolen Holding NV zijn garanties verstrekt
aan derden ter grootte van in totaal €2,3 miljoen (2004:
€3,4 miljoen). Deze garanties dienen ter waarborg voor
verplichtingen aangegaan door partners, ex-partners en
een medewerker van VDM Specialists om hen in staat te
stellen om beurszetels te verkrijgen op de New York Stock
Exchange.
Van der Moolen Holding NV heeft een garantie
verstrekt aan derden van €1,0 miljoen in relatie tot de
kredietfaciliteit van Stichting Van der Moolen Holding.
Ultimo 2005 zijn er geen bedragen getrokken op deze
faciliteit (31 december 2004: nihil).
Van der Moolen Holding NV heeft zich hoofdelijk
aansprakelijk gesteld voor de uit rechtshandelingen
voortvloeiende schulden van de 100%-(klein)dochter­
Nederland gevestigde maatschappijen.
VDM Specialists heeft garanties afgegeven van in
totaal €4,4 miljoen (2004: €4,0 miljoen) in relatie tot
zogenoemde 325(e) verplichtingen van de New York Stock
Exchange.
In de dagelijkse operationele gang van zaken, vrijwaart
de vennootschap bepaalde service verleners zoals
clearingorganisaties en bewaarnemers, tegen specifieke
potentiële verliezen in relatie tot de door hen uitgevoerde
functie als agent van, of service verlener aan, de
vennootschap of aan haar verbonden partijen (hierna
tezamen aangeduid als "de vennootschap"). Tevens is de
vennootschap een deelnemer aan betaling, clearing en
settlement netwerken alswel effectenbeurzen die mogelijk
eisen stellen aan de vennootschap ter voldoening van

114 JAARVERSLAG 2005 VDM


verplichtingen van zulke netwerken en beurzen in geval
van het niet nakomen van verplichtingen van deelnemers.
De vennootschap is niet in staat te bepalen wat de
maximale hoogte van eventuele betalingen onder deze
garanties en vrijwaringen is. Echter het management is van
mening dat het onwaarschijnlijk is dat de vennootschap
materiele uitgaven moet doen onder deze overeenkomsten
en daarom zijn er geen hieraan gerelateerde verplichtingen
verantwoord in de geconsolideerde balans per 31
december 2005.
Huurcontracten (niet opzegbare operationele leases)
Kantoor huur
2006 1,3
2007 0,9
2008 0,9
2009 0,9
Latere jaren 0,6
Totaal 4,6
Op bepaalde leases zijn verlengingsopties en
ontbindingsclausules van toepassing. De huursom voor
het jaar 2005 bedroeg €1,3 miljoen (2004: €1,3 miljoen).
Lopende rechtsgedingen en procedures
VDM Specialists USA
"Specialist Trading Investigations"
Op 30 maart 2004 maakten wij bekend een schikking
te zijn overeengekomen met de New York Stock
Exchange (NYSE) en de US Securities and Exchange
Commission (SEC) inzake beschuldigingen voortkomend
uit een onderzoek naar handelsactiviteiten van diverse
specialistbedrijven, waaronder VDM Specialists. De
schikking, die werd overeengekomen zonder schuld
te erkennen of te ontkennen, werd overeengekomen
in relatie tot veronderstelde overtredingen van Section
11(b) van de Exchange Act, en regels die onder deze
wet worden gesteld met betrekking tot de handel
van specialists op de NYSE, inclusief de eis dat de
specialist een eerlijke en ordelijke markt onderhoudt, en
overtredingen van Section 15(b)(4)(E) van de Exchange
Act, inclusief het verzuim om toezicht te houden op
transacties waarbij één of meer van onze medewerkers
naar verluid in overtreding waren met Section 10(b)
van de Exchange Act en de daaronder vallende Rule
10b-5. Conform de schikking, en zonder daarbij enige
T o eli c h t i n ge n op de ge c o n s o li d eer d e jaarreke n i n g
overtreding toe te geven of te ontkennen, maakten wij
bekend dat VDM Specialists in totaal $57,7 miljoen zal
betalen als restitutie aan klanten en als civil penalties
voor bepaalde transacties die plaatsvonden in de
vijfjaarsperiode van 1999 tot en met 2003. Van het totaal
overeengekomen bedrag aan restitutie en civil penalties
betreft $34,9 miljoen de restitutie en $22,8 miljoen de
civil penalties. Het volledige bedrag van de restitutie werd
betaald binnen tien dagen na de schikkingdatum. We
zijn met de SEC overeengekomen om het bedrag van
$22,8 miljoen aan civil penalties in termijnen te betalen,
waarvan de eerste termijn van $10,8 miljoen binnen tien
dagen na de schikkingdatum en vervolgens iedere drie
maanden een bedrag van $2,0 miljoen totdat alle boetes
volledig zijn betaald. De $6,0 miljoen nog te voldoen per
31 december 2004 over de resterende termijn, is in 2005
betaald. Voorzover wij weten hebben ook de vier andere
grote NYSE specialistbedrijven een schikking getroffen
inzake het onderzoek naar hun handelsactiviteiten als
specialist in de periode van 1999 tot en met 2003.
De SEC, de NYSE en het Amerikaanse Ministerie van
Justitie onderzoeken het gedrag van bepaalde huidige
en voormalige medewerkers van VDM Specialists.
Op 12 april 2005 zijn 7 voormalige medewerkers van
VDM Specialists aangeklaagd voor fraude in effecten
en samenzwering om effecten fraude te plegen.
Bovendien is de SEC is op 12 april 2005 begonnen met
civiele procedures tegen 7 voormalig medewerkers
van VDM Specialists en een andere medewerker van
VDM Specialists. Ook de NYSE heeft deze voormalige
medewerkers van VDM Specialists aangeklaagd.
In "re New York Stock Exchange Specialist Securities
Litigation"
In het vierde kwartaal van 2003 werden vier vermeende
class action rechtzaken aanhangig gemaakt bij het US
District Court for the Southern District of New York tegen
VDM Specialists en andere NYSE specialistbedrijven.
Op 11 maart 2004 werd een vergelijkbare rechtzaak
aanhangig gemaakt bij het US District Court for the
Southern District of New York door een individuele eiser,
die niet verklaarde namens een groep op te treden. In
één van de class action rechtzaken en in de individueel
aanhangig gemaakte rechtzaak worden ook de namen
van de NYSE en Van der Moolen Holding NV genoemd
als gedaagden. Alle vijf rechtzaken werden aanhangig
gemaakt door eisers die beweren dat de gedaagden
115
 de federale handelswetten hebben overtreden door
onrechtmatige handelsactiviteiten ten nadele van reeds in
het orderboek aanwezige klantenorders. De rechtzaken
werden aanhangig gemaakt op grond van de eerder
genoemde handelsovertredingen die werden onderzocht
door de NYSE en de SEC.
Met de aanklacht tracht men een niet nader
gespecificeerd bedrag aan schade te verhalen. Op
27 mei 2004 gelastte het US District Court for the
Southern District of New York samenvoeging van de
vier class action rechtzaken en de individuele zaak,
wees lead plaintiffs aan en eiste dat binnen 45 dagen
een consolidated amended complaint werd ingediend.
Co-lead eisers maakten op 16 september 2004 een
consolidated amended complaint aanhangig (zie NYSE
Specialists Securities Litigation, No. 03-8264 (S.D.N.Y.)).
Op 16 november 2004 verzochten Van der Moolen
Holding NV, VDM Specialists en de andere NYSE
specialistbedrijven om deze Second Amended and
Consolidated Class Action Complaint niet ontvankelijk
te verklaren. Op 15 december 2005 kende de
rechtbank gedeeltelijk wel en gedeeltelijk niet de niet-
ontvankelijkverklaring toe, waardoor de eiser de vordering
jegens Van der Moolen Holding NV, VDM Specialists en
de overige specialistbedrijven kon handhaven. Van der
Moolen Holding NV en VDM Specialists hebben hun
verweren op 23 februari 2006 ingediend.
De groep ("class") is nog niet door de rechter vastgesteld.
Wij zijn van mening dat Van der Moolen Holding NV en
VDM Specialists voldoende grond hebben om verweer te
voeren tegen deze aantijgingen, hoewel de omvang van
de class momenteel onbekend is en op dit moment niet
kan worden voorspeld.
In "re Van der Moolen Holding NV Securities
Litigation"
Op 20 oktober 2003 heeft een eiser, die beweert de
houders van American Depositary Receipts (ADRs) te
vertegenwoordigen, een vermeende class action rechtzaak
aanhangig gemaakt bij het US District Court for the
Southern District of New York tegen Van der
Moolen Holding NV en de leden van onze Directie
gedurende de relevante periode. De eiser beschuldigde
de gedaagden ervan Amerikaanse federale wetten te
116
hebben overtreden omdat bijzonderheden over het
onderzoek van de NYSE en de SEC naar onrechtmatige
handelsactiviteiten van NYSE specialists niet tijdig en langs
publieke weg openbaar zouden zijn gemaakt in het NYSE
specialist proces en het NYSE en SEC onderzoek naar
NYSE specialist handelsactiviteiten. Op 14 april 2004 werd
door de rechtbank gelast om co-lead eisers te benoemen.
Op 9 juli 2004 maakten de co-lead eisers een gewijzigde
aanklacht aanhangig om een niet nader gespecificeerd
bedrag aan schade te verhalen. Op 14 september 2004
maakten de co-lead eisers een Second Amended and
Consolidated Class Action Complaint aanhangig (zie Van
der Moolen Holding NV Securities Litigation, No. 03-8284
(S.D.N.Y.)) waarin VDM Specialists ook als gedaagde
wordt genoemd. Op 22 november 2004 verzochten Van
der Moolen Holding NV, VDM Specialists en de individuele
gedaagden om deze aanklacht niet ontvankelijk te
verklaren. Op 15 december 2005 kende de rechtbank
gedeeltelijk de niet-ontvankelijkverklaring toe. Van der
Moolen Holding NV, VDM Specialists en de individuele
gedaagden hebben hun verweren op 17 februari 2006
ingediend. De fase van inzage van de stukken is nog niet
gestart en de class is nog niet door de rechter vastgesteld.
Wij zijn van mening dat de gedaagden voldoende grond
hebben om verweer te voeren tegen deze aantijgingen,
hoewel de uitkomst van dit rechtsgeding op dit moment
niet kan worden voorspeld
Overig
In december 2003 werd een NASD arbitragezaak
aanhangig gemaakt, getiteld Margaret Ann Furman
Individually and for Ashley B. Furman, and for the Estate
of Samuel E. Furman v. Robert Fagenson, Fagenson & Co.,
Inc. and Van der Moolen Specialists USA, LLC (NASD Case
No. 03-08145) door een voormalige klant van Fagenson
& Company en van VDM Specialists (van naar schatting
1 september 2001 tot en met 30 maart 2002), inzake
vermeende ongeschiktheid, contractbreuk, overtreding
van verplichtingen uit hoofde van zaakwaarnemerschap,
fraude en bedrog en grove nalatigheid. Op of rond
17 februari 2006 heeft het NASD arbitragepanel
verantwoordelijk voor deze arbitragezaak, alle eisen tegen
VDM Specialists onvoorwaardelijk verworpen.
JAARVERSLAG 2005 VDM

Op 22 februari 2005 werd VDM Specialists door de NYSE
geïnformeerd dat de NYSE de mogelijkheid onderzoekt
dat (i) medewerkers van VDM Specialists gefingeerde
verklaringen van Floor Officials of misleidende of
inaccurate Floor Official goedkeuringen zouden hebben
overlegd of geacht overlegd te hebben, in de periode
van september 2002 tot en met augustus 2003, en (ii)
in hoeverre VDM Specialists en/of toezichthoudende
medewerkers zich mogelijk niet van hun taken hebben
gekweten in het houden van toezicht op de medewerkers
op de beursvloer van de onderneming. De uitkomst van
dit onderzoek kan op dit moment niet worden voorspeld.
In 2005 betaalde VDM Specialists een bedrag van
€5,6 miljoen aan juridische advieskosten verband
houdende met de lopende rechtsgedingen en procedures
(2004: €4,0 miljoen). Op basis van artikel 5.5 van het
Operating Agreement met zijn minderheidspartners is VDM
Specialists verplicht om gelden ter beschikking te stellen
voor de kosten van procedures van diverse huidige en
voormalige medewerkers inzake deze rechtsgedingen en
procedures. Al deze bedragen zijn verantwoord als kosten
in de winst-en-verliesrekening; in 2005 is ongeveer €4,5
miljoen verantwoord (2004: €0,7 miljoen). Verwezen wordt
naar Toelichting 23 voor nadere uitleg met betrekking tot
de voorziening van €1,8 miljoen welke getroffen is per 31
december 2005. Het is niet met zekerheid te stellen dat
verdere proceskosten boven de genoemde voorziening niet
zullen voorkomen en zulke kosten kunnen van materiele
invloed zijn.
Stock Lending
Eind 2004 verzocht de NYSE informatie over en interviews
met bepaalde medewerkers van de afdeling Stock Loan
van VDM Specialists. Op 14 januari 2005 beëindigde VDM
Specialists de arbeidsrelatie met twee senior medewerkers
van de afdeling Stock Loan in verband met overtreding
van het bedrijfsbeleid en van hun arbeidsovereenkomst.
Op 11 februari 2005 maakte Van der Moolen bekend
dat de NYSE een onderzoek uitvoerde naar stock lending
activiteiten van interdealer-brokers, gericht op transacties
met betrokkenheid van finders, inclusief transacties van de
afdeling Stock Loan van VDM Specialists. Van der Moolen
Holding heeft tevens op 11 februari 2005, op basis van
het onderzoek van de NYSE en op basis van de uitkomsten
van eigen intern onderzoek, bekend gemaakt dat VDM
Specialists zijn stock loan activiteiten heeft beëindigd.
T o eli c h t i n ge n op de ge c o n s o li d eer d e jaarreke n i n g
Op het moment dat VDM Specialists zijn stock loan
activiteiten beëindigde kenden de regels van de NYSE geen
expliciet verbod op de betaling van een redelijke vergoeding
aan partijen die effecten vinden ten behoeve van de stock
loan activiteiten van beursleden, hoewel sommige broker-
dealers een beleid hadden vastgesteld dat deze betalingen
verbood.
Op 26 mei 2005 heeft de SEC een dagvaarding duces
tecum uitgevaardigd met het verzoek om stukken inzake
VDM Specialists' stock loan activiteiten te overleggen aan
welk verzoek VDM Specialists heeft voldaan.
De uitkomst van het onderzoek van de NYSE naar de stock
loan activiteiten van VDM Specialists kan op dit moment
niet met zekerheid worden voorspeld, inclusief eventuele
maatregelen die de NYSE zou kunnen nemen tegen VDM
Specialists of tegen huidige of voormalige medewerkers
van VDM Specialists, evenals de uitkomst van eventuele
arbeidsrechtelijke procedures die tegen VDM Specialists
zouden kunnen worden aangespannen door voormalige
medewerkers van de stock loan activiteiten van VDM
Specialists.
Het Audit Committee heeft de bevindingen van voor­
noemd intern onderzoek beoordeeld en heeft, gegeven
deze bevindingen en gegeven de door het management
genomen maatregelen, het vertrouwen dat de juiste
maatregelen ter verbetering zijn genomen. De stock lending
activiteiten van VDM Specialists droegen €0,1 miljoen bij
aan het nettoresultaat van 2005 (2004: €0,6 miljoen).
Opties VS
Cohen, Duffy, McGowan is geïnformeerd door het Market
Regulation Department van de American Stock Exchange
(AMEX) dat de AMEX Enforcement Division een onderzoek
heeft ingesteld waaruit mogelijk disciplinaire acties kunnen
volgen. Het onderzoek is gericht op, onder andere, geuite
beschuldigingen inzake overtredingen van de AMEX Rule
156 (b) en Article V, Section 4(h), gecombineerd met het
overtreden van de AMEX limit order display rule gedurende
de periode 3 juni 2002 tot en met 30 mei 2003. Daarnaast
heeft de AMEX Enforcement Division op 25 februari 2004
een onderzoek ingesteld naar, onder andere, vermeende
beschuldigingen inzake overtredingen van de firm quote
rule (AMEX rule 958A).
Voorts heeft de Department of Market Regulation van de
117
 Chicago Board Options Exchange (CBOE) VDM Options
verzocht om informatie omtrent het voldoen aan de
CBOE firm quote rule. Op 28 januari 2004 vroeg de SEC
gegevens van alle Amerikaanse optiebeurzen, inclusief
alle beurzen waar onze bedrijven optraden als specialist
of in een vergelijkbare rol, inzake het functioneren en de
handelsactiviteiten van de specialists op deze beurzen.
Mogelijk zijn deze verzoeken gedaan vooruitlopend op
nader onderzoek naar handelsactiviteiten door de CBOE of
de SEC. Op 11 mei 2004 vroeg de SEC financiële informatie
en informatie aangaande compliance regels van Cohen,
Duffy, McGowan. Per december 2003 zijn de activiteiten
van Cohen, Duffy, McGowan beëindigd en is Van der
Moolen Options USA, LLC in december 2004 afgestoten.
"Last Atlantis Capital et al. vs. Chicago Board Options
Exchange et al."
Op 20 januari 2004 startten vijf partijen, die zeggen
kopers en verkopers te zijn geweest van opties, een
zaak bij het US District Court for the Northern District of
Illinois tegen vier nationale effectenbeurzen (de AMEX,
de CBOE, de Philadelphia Stock Exchange (PHLX) en
de Pacific Stock Exchange (PSE)) en 35 brokers en/of
handelaren in effecten die optraden als market maker
in opties, inclusief Cohen, Duffy, McGowan en Van der
Moolen Options en tevens Van der Moolen Holding
NV. De eisers beschuldigen onze dochterbedrijven van
vermeende samenspanning met andere gedaagden, door
koop- en verkooporders voor opties niet uit te voeren, te
cancelen of te weigeren te cancelen. De door aanklagers
vermeende overtredingen betreffen federale antitrust
wetgeving (Secties 1 van de Sherman Act en 4 en 16
van de Clayton Act), wetgeving inzake effecten (Sectie
10(b) van de Exchange Act en rule 10b-5), contractbreuk,
fraude, overtreding van en inbreuk op fiduciary duty,
overtreding van de Illinois consumer fraud and deceptive
business practices statute en onrechtmatige inmenging
in zaken. Met de aanklacht tracht men een niet nader
gespecificeerd bedrag aan schadevergoedingen te
verhalen inclusief boetes. Cohen Duffy McGowan, Van
der Moolen Options en Van der Moolen Holding NV
hebben in het kader van deze zaak nooit een formele
aanklacht ontvangen, en hoewel zij worden genoemd in
de aanhef van de aanklacht, worden er in de aanklacht
geen specifieke beschuldigingen geuit tegen Van
der Moolen Holding NV of Van der Moolen Options.
Verzoeken tot niet-ontvankelijkverklaring werden bij
118
de rechtbank ingediend op 14 juni 2004. Op 30 maart
2005 werd het verzoek niet ontvankelijk verklaard door
de rechtbank. Op 9 mei 2005 heeft de rechtbank de
motion of reconsideration van de eiser afgewezen,
behoudens de federal securities count waar de rechtbank
de eiser toestond de zaak opnieuw te bepleiten. Cohen
Duffy McGowan of Van der Moolen Options USA, LLC
(die deze activiteiten hebben gestaakt) hebben geen
formele nieuwe aanklacht ontvangen, evenmin als Van
der Moolen Holding NV. Op 28 januari 2005 werd door
de rechtsvertegenwoordiger van de aanklagers een bijna
identieke aanklacht ingediend bij de U.S. District Court for
the Southern District of Illinois. Cohen Duffy McGowan
of Van der Moolen Options (die deze aciviteiten hebben
gestaakt) hebben geen formele nieuwe aanklacht
ontvangen, evenmin als Van der Moolen Holding NV.
Op 7 november 2005 heeft de advocaat van de eiser in
deze zaak een nagenoeg identieke aanklacht aanhangig
gemaakt bij de U.S. District Court for the Northern
District of Illinois. De aanklacht heeft de oorspronkelijke
Last Atlantis aanklacht en de aanklachten van de eiser
Bryan Rule en River North Investors LLC geconsolideerd
tot een consolidated complaint. Cohen Duffy McGowan
en Van der Moolen Options USA, LLC hebben de
consolidated complaint niet ontvangen, evenmin als Van
der Moolen Holding NV. De genoemde market maker
gedaagden hebben gezamenlijk een verzoek tot niet
ontvankelijkverklaring ingediend bij de rechtbank op
6 januari 2006. Dit gezamenlijke verzoek bestrijdt de
feitelijk en juridische grondslagen van de consolidated
complaint. Van der Moolen Options USA, LLC en Van
der Moolen Holding NV hebben separaat een niet
ontvankelijkverklaring van de consolidated complaint
ingediend voor twee additionele redenen, te weten het
ontbreken van het betekenen van de dagvaarding en het
ontbreken van de specifieke beschuldingen op beiden.
Beide verweren zijn nog aanhangig onder de rechter.
Op 11 februari 2005 heeft de CBOE VDM Options
geïnformeerd een onderzoek te zijn begonnen om vast te
stellen of VDM Options, als Designated Primary Market-
Maker op de CBOE of via zijn designee members, in strijd
met de regels van de CBOE of de SEC, tussenposities
heeft ingenomen (inter-positioning) of voor eigen
rekening heeft gehandeld vooruitlopend op orders die
VDM Options bij de uitvoering vertegenwoordigde, in
JAARVERSLAG 2005 VDM
 T o eli c h t i n ge n op de ge c o n s o li d eer d e jaarreke n i n g

de periode van in ieder geval januari 1999 tot en met
december 2004. De uitkomst van dit onderzoek kan op
dit moment niet worden voorspeld.
Daarnaast informeerde op 21 december 2004 de PHLX
VDM Options dat de PHLX een onderzoek verricht naar en
gegevens verzamelt over de afhandeling van orders en de
handelsactiviteiten van VDM Options in de periode van
februari 2003 tot en met september 2004, betreffende
het voldoen aan PHLX Rule 1082 (“Firm Quotations”).
Inzake deze civiele procedures en onderzoeken zoals
hierboven beschreven is het niet mogelijk een garantie
te geven met betrekking tot de uitkomst en de timing
van deze zaken. Het bereik van mogelijke uitspraken
in deze procedures zou uitspraken en veroordelingen
tegen ons of schikkingen welke substantiële betalingen
tot gevolg kunnen hebben en welke materieel
effect kunnen hebben op onze financiële toestand,
bedrijfsresultaten of kasstromen kunnen bevatten.

De omvang van de class inzake de US Option activiteiten

is momenteel onbekend en kan op dit moment niet
worden voorspeld.

33 Transacties met verbonden partijen

i) Huur beurszetels
VDM Specialist betaalt haar minderheidspartners een vergoeding die gerelateerd is aan de door hen voor gebruik
ingebrachte beurszetels. Deze vergoeding is gebaseerd op de marktwaarde van de beurszetels en bedroeg over 2005
€0,2 miljoen (2004: €1,0 miljoen).

VDM Specialists huurt voorts beurszetels van haar medewerkers en minderheidspartners via operationele lease-
overeenkomsten. Deze leases zijn gebaseerd op door de New York Stock Exchange gepubliceerde huurbedragen op het
moment van verlenging van de overeenkomsten en bedroegen in 2005 €0,5 miljoen (2004: €2,3 miljoen).

Alle genoemde bedragen zijn verwerkt onder huur beurszetels in de winst-en-verliesrekening.

ii) Beloning van managers op sleutelposities

De Raad van Commissarissen bestond in 2005 uit vijf leden (2004: vijf), welke een beloning ontvingen van in totaal €0,21
miljoen (2004: €0,21 miljoen). Voor het bijwonen van vergaderingen van het Audit Committee en de Remuneration and
Nominating Committee ontvangen de commissieleden €1.500 per vergadering exclusief btw.

119
 De totale bezoldiging van de leden van de Raad van Commissarissen in 2005 en 2004 kan als volgt worden uitgesplitst (de
genoemde individuele bedragen zijn indien van toepassing, inclusief btw):

(in €) Bijwonen Bijwonen Bijwonen Totaal 2005 Totaal 2004

Raad van Audit Committee Remuneration &
Commissarissen Nominating
Committee

Prof. dr. R.G.C. van den Brink, Voorzitter 40.504 16.065 8.925 65.494 61.683
G.L. van den Broek, Vice-Voorzitter 27.227 - 7.500 34.727 30.959
J. Aalberts 27.003 - - 27.003 27.003
M. Arentsen (benoemd tot lid van de Raad van
Commissarissen op 14 april 2004) 27.003 17.851 - 44.854 30.963
G.H. de Marez Oyens 22.692 13.500 - 36.192 44.853
Prof. dr. S. Bergsma
(teruggetreden op 14 april 2004) - - - - 19.051
144.429 47.416 16.425 208.270 214.512

De totale bezoldiging van de leden van de Directie in 2005 en 2004 was als volgt:

(in €) Salaris Bonus Pensioen en Overige Totaal 2005 Totaal 2004

sociale lasten kortetermijn-
beloningen

F.M.J. Böttcher, Voorzitter 1) 431.100 246.755 77.718 27.963 783.536 530.788

L.J. Pruis 329.004 177.662 53.692 27.892 588.250 -
C.F. Rondeltap 305.104 88.831 55.430 90.252 539.617 677.417
F.F. Dorjee 2) 54.832 37.961 10.013 6.581 109.387 545.228
J.P. Cleaver, Jr. 3) - - - - - 241.176
1.120.040 551.209 196.853 152.688 2.020.790 1.994.609

1) Naast de bonussen gerelateerd aan prestatiecriteria voor 2005 is de heer Böttcher gerechtigd tot een bonus van €52.780 als onderdeel van een lange termijn
bonusplan dat in 2003 werd toegekend voor de periode 2004-2006.
2) De heer Dorjee is per 28 februari 2005 afgetreden uit de Directie.
3) De heer Cleaver is per 31 december 2004 met pensioen gegaan.

De bonus verantwoord in de bovenstaande tabel is inclusief de ultimo december 2005 gereserveerde bedragen, welke wor-
den betaald in 2006 en daaropvolgende jaren.

In de overige korte termijn beloningen van de heer Rondeltap is een bedrag van €71.901 aan verblijfskosten in het buiten-
land opgenomen (2004: €137.173).

De heer Cleaver, een voormalig lid van de Directie, had gedurende 2004 een partnershipbelang van 1,0% in VDM
Specialists. Dit belang is beëindigd bij de uitdiensttreding van de heer Cleaver in december 2004. Het winstaandeel met
betrekking tot zijn belang in VDM Specialists (inclusief rentevergoeding op zijn kapitaal) bedroeg in het boekjaar 2004
€0,3 miljoen. Op 31 december 2005 had de heer Cleaver als inactief partner in VDM Specialists kapitaal gecontribueerd
aan VDM Specialists ten bedrage van €0,9 miljoen, waarvoor hij in 2005 een interestvergoeding ontving van €0,1 miljoen.
Tevens huurt de Groep een beurszetel van de heer Cleaver, waarvoor hij in 2005 betalingen van minder dan €0,1 miljoen
ontving (2004: €0,2 miljoen).

Verwezen wordt naar pagina 19 en verder van dit jaarverslag voor details van het beloningsbeleid van de Directie.

120 JAARVERSLAG 2005 VDM

 T o eli c h t i n ge n op de ge c o n s o li d eer d e jaarreke n i n g

Aandelenoptieplan
Looptijd Aantal opties Gemiddelde Vervallen Verlopen Aantal opties Gemiddelde
(jaren) 31 december uitoefenprijs 31 december uitoefenprijs
2004 2005
Directie
F.M.J. Böttcher 5 115.000 28,68 - (45.000) 70.000 27,72
C.F. Rondeltap 5 45.000 30,64 - (19.000) 26.000 30,97
5 160.000 29,23 - - 96.000 28,60
Voormalige directieleden
F.F. Dorjee 1) 4 40.000 35,22 (40.000) - - -
5 25.000 21,00 (25.000) - - -
J.P. Cleaver, Jr. 2) 5 32.000 28,41 - (6.000) 26.000 27,99
5 97.000 29,31 (65.000) (6.000) 26.000 27,99

Management Committee VDM Specialists 5 59.100 28,05 - (8.100) 51.000 27,71

1) De heer Dorjee is per 28 februari 2005 afgetreden uit de Directie.
2) De heer Cleaver is per 31 december 2004 met pensioen gegaan.

Gedurende 2005 en per 31 december 2005 hield geen van de leden van de Raad van Commissarissen of van de Directie
gewone of preferente financieringsaandelen of hieraan gerelateerde (publiek verhandelde) opties in het kapitaal van Van
der Moolen Holding NV.

Voor de beloning van de leden van het Management Committee van VDM Specialists welke worden aangemerkt als
personen met een sleutelpositie binnen de Groep wordt gerefereerd naar iii) Beloning van minderheidspartners.

iii) Beloning van minderheidspartners

Minderheidspartners van VDM Specialists, die optreden als medewerker van deze entiteit, ontvangen salarissen, bonussen
en aanverwante beloningen. In dit verband is gedurende 2005 een bedrag van €9,3 miljoen ten laste van de winst-
en-verliesrekening gebracht (2004: €9,5 miljoen). Tevens ontvingen minderheidspartners €1,3 miljoen rente op hun
kapitaalrekeningen in 2005 (2004: €2,1 miljoen).

Individuele leden van het Management Committee van VDM Specialists ontvingen beloningen, inclusief interest op
hun kapitaalrekeningen, van in totaal €1,6 miljoen. Dit bedrag bevat €0,5 miljoen aan basissalarissen, €0,9 miljoen aan
bonussen, €0,2 miljoen aan interest op kapitaalinbreng en andere korte termijn beloningen van minder dan €0,1 miljoen.
Voorts is een bedrag van €0,5 miljoen aan hen toegerekend uit hoofde van hun aandeel in het resultaat van VDM
Specialists.

iv) Leningen verbonden partijen

Verwezen wordt naar Toelichting 12.

v) Niet uit de balans blijkende (voorwaardelijke) verplichtingen

Zie ‘Niet uit de balans blijkende (voorwaardelijke) verplichtingen’ in Toelichting 32 voor nadere bijzonderheden over
garanties die verstrekt zijn aan verbonden partijen.

vi) Aandeelhouders met minimaal 5%-belang

Op 31 december 2005 had Fortis Utrecht NV een belang van 6,3% in de vennootschap (31 december 2004: 6,4%).
Aan Fortis Utrecht NV gelieerde entiteiten functioneren tevens als clearingorganisatie van de vennootschap. Deze
activiteiten worden tegen marktconforme tarieven verricht. Op 31 december 2005 hield Ducatus BV een 5,0% belang
in de vennootschap (31 december 2004: 5,1%). Deze entiteit verricht geen andere services aan de Groep.

Verwezen wordt naar Toelichting 35, Gebeurtenissen na balansdatum, voor de invloed van de acquisitie van
Curvalue Beheer BV.

121
 34 Beëindigde bedrijfsactiviteiten

De bijdrage van beëindigde bedrijfsactiviteiten aan de geconsolideerde winst-en-verliesrekening, de geconsolideerde

balans en het geconsolideerde kasstroomoverzicht in de boekjaren 2005 en 2004 is, uitgesplitst naar bedrijfssegment,
weergegeven in het overzicht hierna:

Effectenhandel Europa Opties VS Overig Totaal
2005 2004 2005 2004 2005 2004 2005 2004
Opbrengsten - - - - - - - -
Bedrijfskosten - (0,4) (0,5) (2,6) - - (0,5) (3,0)
Financieringskosten – netto - - - (1,0) - - - (1,0)
Verlies uit beëindigde bedrijfsactiviteiten voor
belastingen - (0,4) (0,5) (3,6) - - (0,5) (4,0)
Belastingen naar het resultaat - 0,4 0,4 1,2 - - 0,4 1,6
Verlies uit beëindigde bedrijfsactiviteiten - - (0,1) (2,4) - - (0,1) (2,4)

Overige activa - - - 0,6 - - - 0,6

Liquide middelen - 1,1 - 0,1 - - - 1,2
Overige schulden en overlopende passiva - - (0,1) (0,2) - - (0,1) (0,2)
Netto activa - 1,1 (0,1) 0,5 - - (0,1) 1,6

Opbrengst uit verkoop (voldaan in contanten) - 14,2 - - - - - 14,2

Af: Liquide middelen, exclusief schulden bankiers die
onder activa en passiva aangehouden voor verkoop zijn
verwerkt - (11,5) - - - - - (11,5)
Netto inkomende kasstroom uit verkoop - 2,7 - - - - - 2,7

Kasstroom uit operationele activiteiten - 3,1 (0,7) 0,9 - 0,5 (0,7) 4,5
Kasstroom uit investeringsactiviteiten - 2,7 - 0,3 - - - 3,0
Kasstroom uit financieringsactiviteiten - - - (0,1) - (0,1) - (0,2)

Beëindigde bedrijfsactiviteiten in het segment Effectenhandel Europa

De beëindigde bedrijfsactiviteiten in het segment Effectenhandel Europa betreffen voornamelijk de desinvestering van VDM
UK Limited. Op 7 januari 2004 sloot de Groep een principeovereenkomst tot verkoop van alle aandelen VDM UK Limited
aan een derde. De feitelijke transactie is op 7 april 2004, na goedkeuring door de relevante beurstoezichthouders, ten
uitvoer gebracht. De aandelen zijn verkocht voor een bedrag van €8,3 miljoen. Bij de effectuering van de verkooptransactie
is tevens de door VDM UK Ltd. verschuldigde intragroepslening ten bedrage van €5,9 miljoen afgewikkeld. VDM UK Limited
werd vanaf 7 januari 2004 niet langer opgenomen in de consolidatie. Ook de Amsterdamse optieactiviteiten zijn in 2003
beëindigd.

Beëindigde bedrijfsactiviteiten in het segment Opties VS

Op 31 december 2004 zijn de afzonderlijke activa en passiva van VDM Options USA, LLC verkocht aan een derde. VDM
Options USA, LLC maakte deel uit van het segment Opties VS.

122 JAARVERSLAG 2005 VDM

 T o eli c h t i n ge n op de ge c o n s o li d eer d e jaarreke n i n g

35 Gebeurtenissen na balansdatum

(a) Bedrijfscombinaties
Op 2 januari 2006 heeft de Groep een 100%-belang verworven in Curvalue Beheer BV en haar dochtermaatschappijen
(hierna gezamenlijk ‘Curvalue’ genoemd). Curvalue is een van de belangrijkste onafhankelijke handelshuizen en broker-
dealers van Europa. Curvalue richt zich als specialist hoofdzakelijk op de Europese derivatenmarkten. In 2005 lanceerde
Curvalue de internetbroker 'OnlineTrader', die professionele klanten directe toegang tot de internationale future- en
optiemarkten biedt.

De kostprijs van deze acquisitie bestaat uit een initiële betaling in contanten van €5,0 miljoen en 3.803.509 gewone
aandelen in Van der Moolen Holding NV ("VDM aandelen") uitgegeven op de acquisitiedatum ("closing"), zijnde 2 januari
2006. Voorts wordt de kostprijs bepaald door een earn-out regeling, bestaande uit twee betalingen: een maximale betaling
van €10,4 miljoen in contanten en een maximum van 1.920.964 in VDM aandelen verschuldigd ongeveer vijf maanden en
respectievelijk een jaar na closing. De tweede betaling bestaat uit een maximale betaling van €10,4 miljoen in contanten en
een maximum van 1.920.964 in VDM aandelen verschuldigd ongeveer 17 maanden en respectievelijk twee jaar na closing.
Het bedrag aan earn-out betalingen is afhankelijk van de winstgevendheid van Curvalue in 2005 en 2006 in vergelijking tot
vooraf bepaalde winstdoelstellingen.

Op basis van een voorlopige waardering, zijn de kosten van de business combinatie Curvalue ingeschat op circa €60
miljoen. Dit bedrag bestaat uit de inschatting van de reële waarde van de uitgegeven en uit te geven VDM aandelen tegen
€6,37 per aandeel (de genoteerde prijs van het VDM aandeel per 2 januari 2006), de initiële betaling in contanten van
€5,0 miljoen, de verwachte earn-out betalingen in contanten (gecorrigeerd voor de tijdswaarde van geld) en kosten direct
toerekenbaar aan de acquisitie.

De uitgegeven en uit te geven VDM aandelen in het kader van deze transactie hebben verkooprestricties van twee tot vier jaar.

De uit te geven VDM aandelen in het kader van de earn-outregeling hebben een verwateringseffect op de winst per
aandeel vanaf 2 januari 2006.

De vennootschap is momenteel in een afrondende fase wat betreft het proces van allocatie van de aankoopkosten van deze
Curvalue business combinatie. Als gevolg hiervan kunnen in dit stadium verdere details van de financiële consequenties van
de acquisitie niet worden gegeven.

(b) Uitkering van dividend op gewone aandelen

Verwezen wordt naar Toelichting 41 op de statutaire jaarrekening.

(c) Nieuwe financieringsstructuur cumulatief preferente financieringsaandelen B

Op 31 december 2005 diende het dividend opnieuw te worden vastgesteld voor de preferente financieringsaandelen
B. Met de investeerders is een overeenkomst gesloten om de voorwaarden zodanig aan te passen, dat de preferente
financieringsaandelen B in overeenstemming met IFRS (IAS 32) als eigen vermogen kunnen worden verwerkt. De Statuten
dienen op dit punt te worden aangepast, wat staat geagendeerd voor de Algemene Vergadering van Aandeelhouders op 5
april 2006. Het preferente dividend zal worden vastgesteld op 475 basispunten boven de zeven jaars rente van Nederlandse
Staatsobligaties en retrospectief worden toegepast vanaf 1 januari 2006.

123
 Statutaire jaarrekening
Vennootschappelijke balans
(voor resultaatbestemming)

(x € miljoen) Toelichting* 2005 2004

31 december 31 december
Activa
Vaste Activa
Immateriële vaste activa 37 0,2 -
Materiële vaste activa 38 0,7 0,8
Financiële vaste activa 39 321,3 283,9
322,2 284,7
Vlottende activa
Leningen 40 5,0 -
Vorderingen op groepsmaatschappijen 0,7 3,7
Te vorderen belastingen naar het resultaat 1,4 0,7
Overige belastingen en premies sociale verzekeringen 1,0 1,0
Overige vorderingen en overlopende activa 2,7 0,5
Liquide middelen 45,9 -
56,7 5,9

Totaal activa 378,9 290,6

Passiva
Kapitaal en reserves toekomend aan de aandeelhouders van
de vennootschap
Aandelenkapitaal 41 3,2 3,5
Agioreserve 41 135,7 186,8
Herwaarderingsreserve - reële waarde aanpassingen 41 5,1 -
Reserve koersverschillen 41 7,8 (17,3)
Ingehouden winst 41 58,1 45,8
Onverdeeld resultaat boekjaar 41 11,3 18,5
Dividend op preferente financieringsaandelen 41 - (2,9)
221,2 234,4
Langlopende schulden
Preferente financieringsaandelen 41 51,4 -
Langlopende leningen 43 1,4 1,7
Latente belastingverplichtingen 1,1 1,4
53,9 3,1
Kortlopende schulden
Schulden aan groepsmaatschappijen 1,4 11,2
Kortlopende leningen 0,3 4,0
Bankiers 94,4 33,1
Verschuldigde belastingen naar het resultaat 1,7 0,2
Overige belastingen en premies sociale verzekeringen 0,2 0,1
Overige schulden en overlopende passiva 5,8 4,5
103,8 53,1

Totaal passiva 378,9 290,6

* De toelichtingen op pagina's 125 - 135 zijn een integraal onderdeel van de statutaire jaarrekening. Statutaire jaarrekening is het synoniem voor "enkelvou-
dige jaarrekening".

124 JAARVERSLAG 2005 VDM

 S T A TUT A I R E JAARREKENING

Vennootschappelijke winst-en-verliesrekening

(x € miljoen) Toelichting* 2005 2004

Resultaat van groepsmaatschappijen na belastingen 2,4 17,5
Overige baten en lasten na belastingen 8,9 (2,3)
Nettoresultaat 1) 11,3 15,2

1) Vanwege de stelselwijzigingen (zoals beschreven in Toelichting 36.5) is het nettoresultaat van € 15,2 miljoen over het boekjaar 2004 niet gelijk aan het
onverdeeld resultaat van € 18,5 miljoen in datzelfde boekjaar. Dit verschil wordt veroorzaakt door het feit dat het onverdeeld resultaat over 2004 bepaald is
op basis van Dutch GAAP. Het verschil van € 3,3 miljoen is in mindering gebracht op de ingehouden winst. Nadere informatie hieromtrent is opgenomen in
Toelichting 36.5.3 op de statutaire jaarrekening.

* De toelichtingen op pagina's 125 - 135 zijn een integraal onderdeel van de statutaire jaarrekening

Toelichtingen op de statutaire jaarrekening

36 Overzicht van de belangrijkste grondslagen voor financiële

verslaggeving van de statutaire jaarrekening

36.1 Algemeen
De statutaire jaarrekening van Van der Moolen Holding NV maakt deel uit van de jaarrekening 2005 van Van der Moolen
Holding NV en is opgesteld in overeenstemming met de wettelijke voorschriften van Titel 9, Boek 2 van het Nederlands
Burgerlijk Wetboek.

Bij het opstellen van de vennootschappelijke winst-en-verliesrekening heeft Van der Moolen Holding NV (‘de vennootschap')
gebruikgemaakt van de door artikel 402, Titel 9, Boek 2 van het Nederlands Burgerlijk Wetboek geboden mogelijkheid om
uitsluitend het resultaat van groepsmaatschappijen en overige baten en lasten na belastingen te presenteren.

36.2 Gehanteerde grondslagen voor financiële verslaggeving

Van der Moolen Holding NV heeft gebruikgemaakt van de door artikel 362, lid 8, Boek 2 van het Nederlands Burgerlijk
Wetboek geboden mogelijkheid om de statutaire jaarrekening van de vennootschap op te stellen op basis van dezelfde
grondslagen voor financiële verslaggeving (waaronder begrepen de grondslagen voor de presentatie van financiële
instrumenten als eigen of vreemd vermogen) die worden gehanteerd in de geconsolideerde jaarrekening van Van der
Moolen Holding NV.

Met ingang van 2005 stelt de vennootschap haar geconsolideerde jaarrekening op volgens de International Financial
Reporting Standards (‘IFRS’) zoals aanvaard door de Europese Unie.

Grondslagen die in de Toelichtingen op de statutaire jaarrekening niet worden behandeld, zijn beschreven in de
Toelichtingen op de geconsolideerde jaarrekening.

36.3 Immateriële vaste activa

Goodwill wordt bepaald in overeenstemming met de grondslagen die gelden voor de geconsolideerde jaarrekening
(Toelichting 2.5). In de vennootschappelijke balans wordt uitsluitend goodwill gepresenteerd die betrekking heeft op
rechtstreeks verkregen deelnemingen in groepsmaatschappijen. De vennootschap heeft alleen goodwill verworven via
middelijk verkregen belangen in groepsmaatschappijen die in boekjaren voor 1 januari 2001 van de reserves zijn afgeboekt
(Toelichting 5.1.2(a)) en derhalve wordt in de statutaire jaarrekening geen goodwill verantwoord.

125
 Via middelijk verkregen belangen in groepsmaatschappijen verworven goodwill wordt geactiveerd binnen de deelnemingen
die deze investeringen direct hebben verkregen (Toelichting 36.4).

36.4 Financiële vaste activa

Deelnemingen in groepsmaatschappijen of ‘dochtermaatschappijen’ betreffen deelnemingen in alle entiteiten (inclusief
zogenoemde "special purpose entities") waarbinnen de vennootschap beslissende zeggenschap heeft over het financiële
en operationele beleid. In dergelijke gevallen is vaak sprake van een belang van meer dan 50% van de stemrechten. Bij de
beoordeling of de vennootschap over een andere entiteit beslissende zeggenschap uitoefent, worden de aanwezigheid en
het effect van potentiële stemrechten die direct kunnen worden uitgeoefend mede in aanmerking genomen.

Deelnemingen in groepsmaatschappijen worden verantwoord en gewaardeerd volgens de vermogensmutatiemethode.

De nettovermogenswaarde en resultaten van groepsmaatschappijen worden vastgesteld volgens de grondslagen
voor verslaggeving die bij de geconsolideerde jaarrekening zijn toegepast. De grondslagen voor verslaggeving van
groepsmaatschappijen worden waar nodig aangepast om consistentie met de door de vennootschap gehanteerde
grondslagen te waarborgen.

Bij de vaststelling van de nettovermogenswaarde van deelnemingen in groepsmaatschappijen zijn de overgangsbepalingen

inzake eerste toepassing van de in de geconsolideerde jaarrekening gebruikte grondslagen (de zogenoemde IFRS-
aanpassingen zoals vermeld in Toelichting 36.5, Stelselwijzigingen) in aanmerking genomen.

Indien het aandeel in verliezen toerekenbaar aan de vennootschap leidt tot verliezen die hoger zijn dan de boekwaarde van
de desbetreffende deelneming in groepsmaatschappijen (inclusief separaat gepresenteerde goodwill, indien van toepassing,
en andere ongedekte vorderingen op deze deelnemingen), worden verdere verliezen niet verantwoord, tenzij de
vennootschap namens de groepsmaatschappij verplichtingen is aangegaan of betalingen heeft gedaan teneinde te voldoen
aan verplichtingen van de groepsmaatschappij waarvoor de vennootschap zich garant heeft gesteld of zich anderszins
verbonden heeft. In een dergelijke situatie wordt door de vennootschap een voorziening ter hoogte van deze verplichtingen
getroffen.

Eventuele ongerealiseerde winsten en verliezen op transacties tussen groepsmaatschappijen worden niet opgenomen.

36.5 Stelselwijzigingen
Aangezien Van der Moolen Holding NV haar statutaire jaarrekening heeft opgesteld volgens de grondslagen voor verslag­
geving die bij de geconsolideerde jaarrekening zijn gehanteerd, heeft er een stelselwijziging plaatsgehad. Deze stelsel­
wijziging houdt verband met de toepassing van de in artikel 362, lid 8, Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek geboden optie.

De statutaire jaarrekening werd voorheen opgesteld op basis van de algemeen aanvaarde grondslagen voor financiële
verslaggeving in Nederland (hierna aangeduid als ‘Dutch GAAP’).

De eerste toepassing van IFRS heeft geleid tot wijzigingen in de gehanteerde grondslagen voor verslaggeving (hierna
aangeduid als ‘IFRS - aanpassingen’). Deze IFRS - aanpassingen zijn in de vergelijkende cijfers vanaf 1 januari 2004 met
terugwerkende kracht doorgevoerd, tenzij gebruik is gemaakt van vrijstellingen, zoals beschreven in de Toelichtingen 5.1.2
en 5.1.3 op de geconsolideerde jaarrekening.

Wijzigingen in de grondslagen voor verslaggeving voor financiële instrumenten binnen het kader van IAS 32 en 39
(hierna aangeduid als 'IAS 32/39 aanpassingen') zijn ingevoerd en toegepast vanaf 1 januari 2005, zonder aanpassing van
vergelijkende cijfers over 2004. In de vergelijkende cijfers over het boekjaar eindigend op 31 december 2004 zijn financiële
instrumenten derhalve verantwoord volgens de grondslagen onder Dutch GAAP.

126 JAARVERSLAG 2005 VDM

 TO E L I CHT I N G E N OP DE S T A TUT A I R E JAARREKENING

De reconciliaties opgenomen in Toelichtingen 36.5.1 tot en met 36.5.3 kwantificeren het effect van de overgang van Dutch
GAAP naar de grondslagen zoals deze in de statutaire jaarreking zijn toegepast.

36.5.1 Het effect van de stelselwijzigingen – vennootschappelijke balans per 1 januari en 31 december 2004

Dutch Effect Aangepast Dutch Effect Aangepast

GAAP overgang voor stelsel- GAAP overgang voor stelsel-
wijzigingen wijzigingen

(x € miljoen) Toelichting* 2003 2004 Toelichting* 2004 2004

31 december 1 januari 31 december 31 december
Vaste activa
Materiële vaste activa 1,0 - 1,0 0,8 - 0,8
Financiële vaste activa
Deelnemingen in groepsmaatschappijen a 302,5 29,2 331,7 a 257,6 22,6 280,2
Leningen 12,0 - 12,0 - - -
Pensioen- en overige langlopende
beloningsregelingen b - 3,3 3,3 b - 3,7 3,7
315,5 32,5 348,0 258,4 26,3 284,7
Vlottende activa
Vorderingen op groepsmaatschappijen 4,2 - 4,2 3,7 - 3,7
Te vorderen belastingen naar het resultaat 3,3 - 3,3 0,7 - 0,7
Overige belastingen en premies sociale
verzekeringen - - - 1,0 - 1,0
Overige vorderingen en overlopende activa b 2,6 (0,2) 2,4 b 1,2 (0,7) 0,5
10,1 (0,2) 9,9 6,6 (0,7) 5,9

Totaal activa 325,6 32,3 357,9 265,0 25,6 290,6

Kapitaal en reserves toekomend aan de

aandeelhouders van de vennootschap c 201,5 31,9 233,4 c 208,6 25,8 234,4

Voorzieningen b 1,1 (1,1) - 1,6 (1,6) -

Langlopende schulden
Achtergestelde leningen 3,6 - 3,6 - - -
Langlopende leningen 2,0 - 2,0 1,7 - 1,7
Latente belastingverplichtingen b - 1,4 1,4 b - 1,4 1,4
5,6 1,4 7,0 1,7 1,4 3,1
Kortlopende schulden
Schulden aan groepsmaatschappijen 1,5 - 1,5 11,2 - 11,2
Kortlopende leningen 44,3 - 44,3 4,0 - 4,0
Bankiers 62,9 - 62,9 33,1 - 33,1
Verschuldigde belastingen naar het resultaat 1,9 - 1,9 0,2 - 0,2
Overige belastingen en premies sociale
verzekeringen 0,1 - 0,1 0,1 - 0,1
Overige schulden en overlopende passiva b 6,7 0,1 6,8 b 4,5 - 4,5
117,4 0,1 117,5 53,1 - 53,1

Totaal passiva 325,6 32,3 357,9 265,0 25,6 290,6

* De toelichtingen op pagina 128 zijn een integraal onderdeel van deze reconciliatie.

127
 Toelichting op de wijzigingen in de vennootschappelijke balans als gevolg van stelselwijzigingen

De materiële aanpassingen in de balans per 1 januari 2004 en 31 december 2004 worden hieronder verduidelijkt.

(a) Deelnemingen in groepsmaatschappijen

(x € miljoen) 2004 2004

1 januari 31 december
i. Terugneming van de discontering van latente belastingvorderingen overeenkomstig IAS 12
(zoals beschreven in Toelichting 5.2.2 (a) op de geconsolideerde jaarrekening) 30,0 21,7
ii. Wijziging van de voorziening voor de schikking NYSE/SEC overeenkomstig IAS 37 (zoals beschreven
in Toelichting 5.2.2 (m, q) op de geconsolideerde jaarrekening) (0,8) -
iii. Aanpassing van goodwill zoals gerapporteerd door groepsmaatschappijen als gevolg van stopzetting
van afschrijvingen overeenkomstig IAS 36, na aftrek van latente belastingen (zoals beschreven in
Toelichting 5.2.3 (a) op de geconsolideerde jaarrekening) - 0,9

Totaal effect – toename deelnemingen in groepsmaatschappijen 29,2 22,6

(b) Verantwoording actiefpost inzake pensioenregelingen en overige langlopende beloningsreglingen

In Toelichting 5.2.2 (d) en 5.2.3 (e) op de geconsolideerde jaarrekening is het effect van IFRS op de verantwoording van
een actiefpost uit hoofde van pensioen- en overige langlopende beloningsregelingen beschreven. In de openingsbalans
van de vennootschap per 1 januari 2004 is een actiefpost van €3,3 miljoen opgenomen (31 december 2004: €3,7 miljoen),
tegenover een nettoverplichting uit hoofde van deze regelingen van €0,8 miljoen onder Dutch GAAP (31 december
2004: €0,9 miljoen). Onder IFRS is een hiermee verbonden latente belastingverplichting van €1,4 miljoen opgenomen
(31 december 2004: €1,4 miljoen). Het algehele effect op het eigen vermogen is een toename van €2,7 miljoen in het
beginvermogen per 1 januari 2004 (31 december 2004: €3,2 miljoen).

(c) Reconciliatie van het kapitaal en reserves toekomend aan de aandeelhouders van de vennootschap

(x € miljoen) 2004 2004

1 januari 31 december
Kapitaal en reserves toekomend aan de aandeelhouders van de vennootschap - Dutch GAAP 201,5 208,6
Toename in deelnemingen in groepsmaatschappijen (zoals beschreven in Toelichting 36.5.1 (a)) 29,2 22,6
Totaal effect van de verwerking van de pensioen- en overige langlopende beloningsregelingen
(zoals beschreven in Toelichting 36.5.1 (b)) 2,7 3,2
Kapitaal en reserves toekomend aan de aandeelhouders van de vennootschap -
aangepast voor stelselwijzigingen 233,4 234,4

128 JAARVERSLAG 2005 VDM

 TO E L I CHT I N G E N OP DE S T A TUT A I R E JAARREKENING

36.5.2 Het effect van de stelselwijzigingen – 1 januari 2005 toepassing IAS 32/39

Het overzicht hierna geeft weer welke aanpassingen door de invoering van IAS 32 en IAS 39 zijn gemaakt in de post
kapitaal en reserves toekomend aan de aandeelhouders van de vennootschap per 1 januari 2005.

(x € miljoen) Kapitaal en reserves

toekomend aan de aandeel-
houders van de vennootschap

31 december 2004 234,4

Aanpassingen in het beginvermogen als gevolg van de invoering van IAS 32 en IAS 39
(zoals beschreven in Toelichting 5.2.2(a) op de geconsolideerde jaarrekening):
Herclassificatie van preferente financieringsaandelen (51,4)
Afname van deelnemingen in groepsmaatschappijen (0,2)
Totaal aanpassingen (51,6)

1 januari 2005 182,8

Samenstelling van het eigen vermogen

Met ingang van 1 januari 2005 zijn de wettelijke voorschriften met betrekking tot de verantwoording van wettelijke
reserves en herwaarderingsreserves gewijzigd. Binnen de statutaire jaarrekening hebben deze gewijzigde voorschriften, in
combinatie met de stelselwijzigingen, geresulteerd in een andere samenstelling van het eigen vermogen (verwezen wordt
naar Toelichting 41).

36.5.3 Het effect van de stelselwijzigingen – vennootschappelijke winst-en-verliesrekening

(x € miljoen) Toelichting Dutch GAAP Effect overgang Aangepast voor

stelselwijzigingen

2004 2004
Resultaat van groepsmaatschappijen na belastingen a 21,1 (3,6) 17,5
Overige baten en lasten na belastingen b (2,6) 0,3 (2,3)
Nettoresultaat 18,5 (3,3) 15,2

Toelichting op de wijzigingen in de vennootschappelijke winst-en-verliesrekening over 2004 als gevolg van

stelselwijzigingen

(a) Resultaat van groepsmaatschappijen na belastingen (x € miljoen)

i. Aanpassing van de voorziening voor de schikking NYSE/SEC overeenkomstig IAS 37

0,8
(zoals beschreven in Toelichting 5.2.4 (g, j) op de geconsolideerde jaarrekening)
ii. Terugneming van de discontering van de latente belastingvordering onder Dutch GAAP overeenstemming IAS 12
(6,7)
(zoals beschreven in Toelichting 5.2.4 (i) op de geconsolideerde jaarrekening)
iii. Opname van belastingbaten die onder Dutch GAAP in het eigen vermogen werden verantwoord
1,2
(zoals beschreven in Toelichting 5.2.4 (i) op de geconsolideerde jaarrekening)
iv. Beëindiging van de afschrijving op goodwill, na aftrek van latente belastingen
1,0
(zoals beschreven in Toelichting 5.2.4 (f, i) op de geconsolideerde jaarrekening)
v. Afronding 0,1
Totaal effect – afname resultaat van groepsmaatschappijen na belastingen (3,6)

129
 (b) Overige baten en lasten na belastingen (x € miljoen)
i. Opname van lasten uit hoofde van aandelenopties (zoals beschreven in Toelichting 5.2.4 (c) op de geconsolideerde
jaarrekening) (0,4)
ii. Aanpassing van pensioen- en overige langlopende beloningsregelingen als gevolg van de invoering van IAS 19, na
aftrek van koersverschillen en latente belastingen (zoals beschreven in Toelichting 5.2.4 (c) op de geconsolideerde jaar-
rekening) 0,5
iii. Overig 0,2
Totaal effect – toename overige baten en lasten na belastingen 0,3

37 Immateriële vaste activa

Gekochte softwarelicenties worden geactiveerd op basis van de kosten die gemaakt zijn om de desbetreffende software aan
te schaffen en in gebruik te nemen. Deze kosten worden lineair afgeschreven over de geschatte economische levensduur
(twee tot drie jaar) en verantwoord in de winst-en-verliesrekening.

De boekwaarde van software per 31 december 2005, zijnde €0,2 miljoen, heeft voornamelijk betrekking op aangeschafte
licenties voor software die binnen de boekhoud- , controle- en informatiesystemen van de vennootschap worden gebruikt.
De afschrijvingskosten zoals verantwoord in de vennootschappelijke winst-en-verliesrekening bedragen in 2005
€0,1 miljoen (2004: nihil).

38 Materiële vaste activa

De mutaties in materiële vaste activa zijn als volgt:

(x € miljoen) Inventaris en Bedrijfsauto’s Totaal

inrichting

Boekwaarde per 1 januari 2004 0,8 0,2 1,0

Mutaties 2004
Investeringen - 0,2 0,2
Afschrijvingen (0,3) (0,1) (0,4)
Boekwaarde per 31 december 2004 0,5 0,3 0,8

Mutaties 2005
Investeringen 0,1 0,2 0,3
Afschrijvingen (0,3) (0,1) (0,4)
Desinvesteringen - (0,1) (0,1)
Koersverschillen 0,1 - 0,1
Boekwaarde per 31 december 2005 0,4 0,3 0,7

Op 31 december 2005
Kostprijs 4,2 0,5 4,7
Cumulatieve afschrijvingen (3,8) (0,2) (4,0)
Boekwaarde 0,4 0,3 0,7

130 JAARVERSLAG 2005 VDM

 TO E L I CHT I N G E N OP DE S T A TUT A I R E JAARREKENING

39 Financiële vaste activa

De mutaties in financiële vaste activa zijn als volgt:

(x € miljoen) Deelnemingen Leningen Latente Pensioen- Totaal

in groeps-­ belasting en overige
maat­- vorderingen langlopende
schappijen belonings­-
regelingen
Boekwaarde op 31 december 2003 302,5 12,0 - - 314,5
Effect van stelselwijzigingen – IFRS -aanpassingen (Toelichting 35.5.1(a)) 29,2 - - 3,3 32,5
Boekwaarde op 1 januari 2004 331,7 12,0 - 3,3 347,0

Mutaties 2004
Kapitaalstortingen 155,4 - - - 155,4
Resultaat 17,5 2,4 - - 19,9
Desinvesteringen, uitkeringen en aflossingen (198,9) (14,3) - - (213,2)
Mutaties in pensioen- en overige langlopende beloningsregelingen - - - 0,4 0,4
Overig 0,2 - - - 0,2
Koersverschillen (25,7) (0,1) - - (25,8)
(51,5) (12,0) - 0,4 (63,1)

Boekwaarde op 31 december 2004 280,2 - - 3,7 283,9

Effect van stelselwijziging – wijzigingen verslaggevingsgrondslagen
voor financiële instrumenten ingevolge IAS 32/39 (0,2) - - - (0,2)
-
Boekwaarde op 1 januari 2005 280,0 - - 3,7 283,7

Mutaties 2005
Verstrekte leningen - 54,8 - - 54,8
Resultaat 2,4 - 1,0 - 3,4
Reële waarde-aanpassingen op financiële activa beschikbaar voor verkoop 5,1 - - - 5,1
Desinvesteringen, uitkeringen en aflossingen (65,6) - - - (65,6)
Mutaties in pensioen- en overige langlopende beloningsregelingen - - - (0,3) (0,3)
Koersverschillen 40,8 (0,6) - - 40,2
Boekwaarde op 31 december 2005 262,7 54,2 1,0 3,4 321,3

Pensioen- en overige langlopende beloningsregelingen

De pensioenregelingen die als toegezegd-pensioenregelingen en andere langlopende beloningsregelingen zijn verantwoord,
betreffen uitsluitend regelingen die met Van der Moolen Holding NV zijn afgesloten. De medewerkers die onder deze
regelingen vallen, zijn hoofdzakelijk werkzaam bij ofwel Van der Moolen Holding ofwel haar Nederlandse handelsentiteiten.
De medewerkers die in andere Nederlandse handelsentiteiten werkzaam zijn, worden door de vennootschap doorbelast op
basis van feitelijke betalingen aan de verzekeraars waarbij de pensioenregelingen zijn ondergebracht. In de boekjaren 2005
en 2004 werd een bedrag van respectievelijk €134.000 en €135.000 aan de Nederlandse handelsentiteiten doorbelast. Voor
nadere informatie over het verloop in de activapost inzake pensioen- en overige langlopende beloningsregelingen wordt
verwezen naar Toelichtingen 2.20 en 25 op de geconsolideerde jaarrekening.

40 Leningen

Verwezen wordt naar Toelichting 12 op de geconsolideerde jaarrekening.

131
 41 K
 apitaal en reserves toekomend aan de aandeelhouders
van de vennootschap, en preferente financieringsaandelen

Algemeen
Het kapitaal en de reserves toekomend aan de aandeelhouders van de vennootschap in de statutaire jaarrekening waren in
de boekjaren eindigend op 31 december 2005 en 31 december 2004 gelijk aan het kapitaal en de reserves toekomend aan
de aandeelhouders van de vennootschap in de geconsolideerde jaarrekening.

Aandelenkapitaal

Maatschappelijk en geplaatst aandelenkapitaal

Het maatschappelijk en geplaatst kapitaal per 31 december 2005 bestond uit:
■ 5
 4.000.000 gewone aandelen met een nominale waarde van €0,08 per aandeel, waarvan 39.445.477 zijn geplaatst en
volgestort. Exclusief de ingekochte aandelen bedraagt het aantal uitstaande gewone aandelen 39.343.295
(31 december 2004: respectievelijk 38.419.282 en 38.317.100);
■ 1
 .200.000 cumulatief preferente financieringsaandelen A met een nominale waarde van €0,60 per aandeel, waarvan
251.000 zijn geplaatst en volgestort (31 december 2004: 251.000);
■ 1
 .200.000 cumulatief preferente financieringsaandelen B met een nominale waarde van €0,60 per aandeel, waarvan
391.304 zijn geplaatst en volgestort (31 december 2004: 391.304);
■ 1
 .200.000 cumulatief preferente financieringsaandelen C, 1.200.000 cumulatief preferente financieringsaandelen D en
1.200.000 cumulatief preferente financieringsaandelen E met een nominale waarde van €0,60 per aandeel, die niet zijn
geplaatst (31 december 2004: nihil);
■ 1
 3.200.000 preferente aandelen met een nominale waarde van €0,60 per aandeel, die niet zijn geplaatst
(31 december 2004: nihil).

Ingekochte eigen aandelen

Op 31 december 2004 waren er 102.182 gewone aandelen met een nominale waarde van €0,08 per aandeel ingekocht.
Deze aandelen maken deel uit van het geplaatste en volgestorte aandelenkapitaal, maar dragen geen stem- en
dividendrechten. In het overzicht hierna zijn de mutaties in de ingekochte eigen aandelen in 2004 en 2005 als volgt
weergegeven:

(aantal aandelen) Gewone Ingekochte Preferente

aandelen eigen aandelen financierings-
aandelen
Stand op 1 januari 2004 37.537.100 882.182 642.304
Verkoop ingekochte eigen aandelen 780.000 (780.000) -
Stand op 31 december 2004 38.317.100 102.182 642.304

Stockdividend 2004 1.026.195 - -

Stand op 31 december 2005 39.343.295 102.182 642.304

Inkopen van eigen aandelen en verkopen van ingekochte eigen aandelen worden respectievelijk in mindering gebracht
op en toegevoegd aan de ingehouden winst. De waardering geschiedt tegen de transactieprijs op het moment van in- of
verkoop.

Preferente financieringsaandelen
In overeenstemming met IAS 32, zijn de preferente financieringsaandelen, inclusief gerelateerd agio, met ingang van
1 januari 2005, verantwoord als langlopende schulden. Voor een nadere uiteenzetting wordt verwezen naar Toelichting 18
op de geconsolideerde jaarrekening.

132 JAARVERSLAG 2005 VDM

 TO E L I CHT I N G E N OP DE S T A TUT A I R E JAARREKENING

De mutaties in het kapitaal en de reserves toekomend aan de aandeelhouders van de vennootschap in 2004 en 2005 zijn
als volgt:

(x € miljoen) Preferente
Gewone
financierings-
aandelen
aandelen
Aandelen- Agio- Aandelen- Agio- Herwaar- Reserve Inge- Onver- Dividend Totaal
kapitaal reserve kapitaal reserve derings- koers­ houden deeld op
reserve verschillen winst resultaat preferente
- reële boekjaar financie-
waarde aan­ rings-
passingen aandelen

Stand op 31 december 2003 3,1 135,8 0,4 51,0 - (101,2) 128,3 (15,9) - 201,5
Stelselwijziging – IFRS -aanpassingen
- - - - - 101,2 (69,3) - - 31,9
Stand op 1 januari 2004 3,1 135,8 0,4 51,0 - - 59,0 (15,9) - 233,4
Resultaatbestemming - - - - - - (15,9) 15,9 - -
Verkoop ingekochte eigen aandelen - - - - - - 5,6 - - 5,6
Koersverschillen - - - - - (17,3) - - - (17,3)
Lasten uit hoofde van aandelenopties - - - - - - 0,4 - - 0,4
Nettoresultaat - - - - - - - 18,5 - 18,5
Dividend op preferente financierings­
aandelen - - - - - - - - (2,9) (2,9)
Stelselwijziging –effect resultaat als
gevolg van IFRS -aanpassingen - - - - - - (3,3) - - (3,3)
Stand op 31 december 2004 3,1 135,8 0,4 51,0 - (17,3) 45,8 18,5 (2,9) 234,4
Effect van stelwijziging – gewijzigde ver-
antwoording van financiële instrumenten
ingevolge IAS 32/39 - - (0,4) (51,0) - - (0,2) - - (51,6)
Stand op 1 januari 2005 3,1 135,8 - - - (17,3) 45,6 18,5 (2,9) 182,8
Resultaatbestemming - - - - - - 15,6 (18,5) 2,9 -
Contant dividend 2004 - - - - - - (3,2) (3,2)
Stock dividend 2004 0,1 (0,1) - - - - - - - -
Reële waarde aanpassingen op
financiële activa beschikbaar voor
verkoop na belastingen - - - - 5,1 - - - - 5,1
Lasten uit hoofde van aandelenopties - - - - - - 0,1 - - 0,1
Koersverschillen - - - - - 25,1 - - - 25,1
Nettoresultaat - - - - - - - 11,3 - 11,3
Stand op 31 december 2005 3,2 135,7 - - 5,1 7,8 58,1 11,3 - 221,2

Reserve koersverschillen
Met ingang van 2005 is de reserve koersverschillen een wettelijke reserve conform artikel 373, lid 4, Titel 9, Boek 2 van het
Nederlands Burgerlijk Wetboek die gevormd dient te worden voor cumulatieve valuta-omrekeningsverschillen. Voorzover de
reserve koersverschillen negatief is, reduceert dit het vrij uitkeerbare deel van de reserves.

In overeenstemming met de verslaggevingsgrondslagen van de geconsolideerde jaarrekening is de reserve koersverschillen

per 1 januari 2004 op nul gesteld door gebruik te maken van de desbetreffende vrijstelling in IFRS 1.

Aangezien de rapporteringsvaluta van de vennootschap, de euro, verschilt van haar functionele valuta, de US dollar, (voor
nadere uiteenzetting hiervan wordt verwezen naar Toelichting 2.4 op de geconsolideerde jaarrekening) omvat de reserve
koersverschillen tevens de koersverschillen die voortvloeien uit omrekeningen van de activa en passiva en de resultaten (niet
gerelateerd aan deelnemingen) van de vennootschap van de functionele valuta naar de rapporteringsvaluta.

133
 Voor nadere informatie over de rapporteringsvaluta en de functionele valuta wordt verwezen naar Toelichting 2.4 op de
geconsolideerde jaarrekening. Een uitsplitsing van de reserve koersverschillen is in onderstaand overzicht weergegeven:

(x € miljoen) Reserve koers- Overige Totaal

verschillen op reserve reserve
investeringen in koersverschillen koersverschillen
buitenlandse
bedrijfsonderdelen
Stand op 31 december 2003 (101,2) - (101,2)
Op nihil gesteld en overgeheveld naar ingehouden winst -IFRS aanpassing 101,2 - 101,2
Stand op 1 januari 2004 - - -
Koersverschillen (25,7) 8,4 (17,3)
Stand op 31 december 2004 (25,7) 8,4 (17,3)
Koersverschillen 40,8 (15,7) 25,1
Stand op 31 december 2005 15,1 (7,3) 7,8

Ingehouden winst

De effecten van stelselwijzigingen op het nettoresultaat over 2004 zoals vastgesteld onder Dutch GAAP komen tot
uitdrukking in de post ingehouden winst.

Voorstel tot resultaatbestemming

Tijdens de Algemene Vergadering van Aandeelhouders ("AVA") op 5 april 2006 zal het volgende voorstel tot
resultaatbestemming ter goedkeuring aan de aandeelhouders worden voorgelegd (in vergelijking tot de bestemming van
het nettoresultaat over 2004 zoals vastgesteld tijdens AVA van 6 april 2005):

(x € miljoen) 2005 2004 1)

31 december 31 december
Dividend op preferente financieringsaandelen 2) - 2,9
Keuzedividend op gewone aandelen: €0,13 per aandeel in contanten of
gewone aandelen (2004: keuzedividend €0,22 per aandeel in contanten
of gewone aandelen) 5,6 3,2
Ten gunste van de ingehouden winst 5,7 12,4
Nettoresultaat 11,3 18,5
1) Verwezen wordt naar Toelichting 36.5.3 voor de uitleg van het verschil tussen het nettoresultaat over het boekjaar 2004 van €18,5 miljoen zoals vastgesteld
tijdens de AVA van 6 april 2005 en het nettoresultaat zoals verantwoord in de vennootschappelijke winst-en-verliesrekening als vergelijkend cijfer.
2) Met ingang van 1 januari 2005, is het dividend op preferente financieringsaandelen verantwoord als financieringskosten in de vennootschappelijke winst-
en-verliesrekening. Dit is in overeenstemming met de verslaggeving voor financiële instrumenten opgenomen in IAS 32.

Verwezen wordt naar Toelichting 47 voor nadere details over de statutaire bepalingen rond de resultaatbestemming.

Dividend per aandeel 2004

Tijdens de Algemene Vergadering van Aandeelhouders op 6 april 2005 hebben de aandeelhouders ingestemd met het
uitkeren van een contant dividend van €0,22 per aandeel of het equivalent daarvan in aandelen. Als gevolg van het
keuzedividend in aandelen zijn op 22 april 2005 1.026.195 gewone aandelen in de vennootschap uitgegeven. De
dividenduitkering in contanten bedroeg €3,2 miljoen.

134 JAARVERSLAG 2005 VDM

 TO E L I CHT I N G E N OP DE S T A TUT A I R E JAARREKENING

42 Aandelenoptieplan

Voor informatie over het aandelenoptieplan wordt verwezen naar Toelichting 17 op de geconsolideerde jaarrekening.

43 Langlopende leningen

Voor informatie over de langlopende leningen wordt verwezen naar Toelichting 21 op de geconsolideerde jaarrekening.

44 Overige baten en lasten na belastingen

Overige baten en lasten na belastingen in 2005 bevat een bate uit hoofde van valutakoersverschillen van €15,5 miljoen die
ontstaan is op de omrekening van monetaire activa en passiva luidende in euro's (dergelijke valutakoersverschillen ontstaan
doordat de functionele valuta van de vennootschap de US dollar is). De vennootschap beheerst en mitigeert het valutarisico
met invloed op de geconsolideerde winst-en-verliesrekening op groepsniveau. Resultaat van groepsmaatschappijen
na belastingen omvat tegengestelde lasten uit hoofde van valutakoersverschillen van €12,9 miljoen. Derhalve is in de
geconsolideerde winst-en-verliesrekening per saldo een koersbate verantwoord van €2,6 miljoen.

45 Niet uit de balans blijkende (voorwaardelijke) verplichtingen

Informatie over niet uit de balans blijkende (voorwaardelijke) verplichtingen is opgenomen in Toelichting 32 op de
geconsolideerde jaarrekening.

Amsterdam, 16 maart 2006

Raad van Bestuur Raad van Commissarissen

F.M.J. Böttcher, Voorzitter Prof. dr. R.G.C. van den Brink, Voorzitter
L.J. Pruis G.L. van den Broek, Vice-voorzitter
C.F. Rondeltap J. Aalberts
M. Arentsen
G.H. de Marez Oyens

135
 Overige gegevens
46 Accountantsverklaring

Opdracht
Ingevolge uw opdracht hebben wij de in dit verslag op pagina 48 tot en met pagina 135 opgenomen jaarrekening 2005
van Van der Moolen Holding N.V. te Amsterdam gecontroleerd. De jaarrekening bestaat uit de geconsolideerde en de
enkelvoudige jaarrekening. De jaarrekening is opgesteld onder verantwoordelijkheid van het bestuur van de vennootschap.
Het is onze verantwoordelijkheid een accountantsverklaring inzake de jaarrekening te verstrekken.

Werkzaamheden
Onze controle is verricht overeenkomstig in Nederland algemeen aanvaarde richtlijnen met betrekking tot
controleopdrachten. Volgens deze richtlijnen dient onze controle zodanig te worden gepland en uitgevoerd, dat een
redelijke mate van zekerheid wordt verkregen dat de jaarrekening geen onjuistheden van materieel belang bevat. Een
controle omvat onder meer een onderzoek door middel van deelwaarnemingen van informatie ter onderbouwing van de
bedragen en de toelichtingen in de jaarrekening. Tevens omvat een controle een beoordeling van de grondslagen voor
financiële verslaggeving die bij het opmaken van de jaarrekening zijn toegepast en van belangrijke schattingen die het
bestuur van de vennootschap daarbij heeft gemaakt, alsmede een evaluatie van het algehele beeld van de jaarrekening.
Wij zijn van mening dat onze controle een deugdelijke grondslag vormt voor ons oordeel.

Oordeel met betrekking tot de geconsolideerde jaarrekening

Wij zijn van oordeel dat de geconsolideerde jaarrekening een getrouw beeld geeft van de grootte en de samenstelling
van het vermogen op 31 december 2005 en van het resultaat en de kasstromen over 2005 in overeenstemming met
International Financial Reporting Standards zoals aanvaard binnen de Europese Unie en voldoet aan de wettelijke
bepalingen inzake de jaarrekening zoals opgenomen in Titel 9 Boek 2 BW voorzover van toepassing.

Tevens zijn wij nagegaan dat het jaarverslag voorzover wij dat kunnen beoordelen verenigbaar is met de geconsolideerde
jaarrekening.

Oordeel met betrekking tot de enkelvoudige jaarrekening

Wij zijn van oordeel dat de enkelvoudige jaarrekening een getrouw beeld geeft van de grootte en de samenstelling van
het vermogen op 31 december 2005 en van het resultaat over 2005 in overeenstemming met in Nederland aanvaarde
grondslagen voor financiële verslaggeving en voldoet aan de wettelijke bepalingen inzake de enkelvoudige jaarrekening
zoals opgenomen in Titel 9 Boek 2 BW.

Tevens zijn wij nagegaan dat het jaarverslag voorzover wij dat kunnen beoordelen verenigbaar is met de enkelvoudige
jaarrekening.

Amsterdam, 16 maart 2006

PricewaterhouseCoopers Accountants N.V.

J.A.M. Stael RA

136 JAARVERSLAG 2005 VDM

 OVERIGE GEGEVENS

47 Resultaatbestemming

(a) Statutaire bepalingen

Artikel 29 (gedeeltelijk).
1. Uit de winst – het positieve saldo van de winst-en-verliesrekening – wordt allereerst op de preferente aandelen die
gedurende enige tijd in dat jaar geplaatst waren een dividend uitgekeerd gewogen naar het aantal dagen waarover de
uitkering geschiedt. Indien en voorzover de winst niet voldoende is om de hiervoor in dit lid bedoelde uitkering volledig te
doen, zal het tekort worden uitgekeerd ten laste van de reserves, met uitzondering van de agioreserves A, B, C, D en E.
2. Van de winst die resteert na toepassing van het vorige lid wordt aan de houders van preferente financieringsaandelen
uitgekeerd het aan ieder van hen toekomende dividend – gewogen naar het aantal dagen waarover de uitkering
geschiedt.
3. Indien over een boekjaar de hiervoor bedoelde uitkeringen als bedoeld in lid 1 en lid 2 niet of niet geheel kunnen
geschieden omdat de winst dat niet toelaat wordt ieders uitkering evenredig verminderd en wordt het tekort ten laste
van de winst van de volgende boekjaren uitgekeerd.
4. Door de Directie wordt vastgesteld welk deel van de resterende winst wordt gereserveerd. Het daartoe strekkend besluit
is onderworpen aan de goedkeuring van de Raad van Commissarissen. Het daarna overblijvende wordt als dividend op
de gewone aandelen uitgekeerd.
5. Indien over enig jaar verlies is geleden, wordt over dat jaar op gewone aandelen geen dividend uitgekeerd. Ook in de
volgende jaren kan eerst uitkering van dividend op gewone aandelen plaats hebben nadat het verlies door winst is
goedgemaakt. De Algemene Vergadering kan echter, op voorstel van de Directie onder goedkeuring van de Raad van
Commissarissen, besluiten zulk een verlies te delgen ten laste van het uitkeerbaar deel van het eigen vermogen. Besluit
de Algemene Vergadering een verlies te delgen ten laste van het uitkeerbaar deel van het eigen vermogen dan vindt het
in de eerste twee volzinnen van dit lid bepaalde geen toepassing.
6. Ter delging van verliezen kan geen afboeking plaats hebben op de agioreserves van preferente financieringsaandelen van
een bepaalde soort dan nadat alle overige reserves waarvoor dat mogelijk is, zijn uitgeput.
7. De Directie kan onder goedkeuring van de Raad van Commissarissen een interim-dividend uitkeren.
8. De vennootschap kan slechts uitkeringen doen voorzover het eigen vermogen van de vennootschap groter is dan het
geplaatste en opgevraagde deel van het kapitaal, vermeerderd met de wettelijke reserves.
9. Aandelen die de vennootschap houdt in haar eigen kapitaal tellen niet mee bij de berekening van de winstverdeling.

Artikel 30 (gedeeltelijk).
1. De Algemene Vergadering van Aandeelhouders kan op voorstel van de Directie, onder goedkeuring van de Raad van
Commissarissen, besluiten dat een uitkering van dividend op aandelen geheel of ten dele plaatsvindt niet in contanten,
doch in aandelen in de vennootschap of in certificaten daarvan.
2. De Algemene Vergadering van Aandeelhouders kan, op voorstel van de Directie onder goedkeuring van de Raad van
Commissarissen, besluiten tot uitkeringen aan houders van gewone aandelen ten laste van het uitkeerbaar deel van
het eigen vermogen daarvan uitgezonderd de agioreserves A, B, C, D en E. Het bepaalde in het voorgaande lid is van
overeenkomstige toepassing.
3a. De Directie kan, onder goedkeuring van de Raad van Commissarissen, besluiten tot uitkeringen van de overeenkomstig
artikel 29 lid 1,2 en 3 verschuldigde bedragen aan houders van preferente aandelen en houders van preferente
financieringsaandelen ten laste van het uitkeerbaar deel van het eigen vermogen, daarvan uitgezonderd de agioreserves
A, B, C, D en E.

Voorstel tot resultaatbestemming

Voor informatie over de voorgestelde bestemming van het resultaat over 2005 wordt verwezen naar Toelichting 41.

137
 48 Gebeurtenissen na balansdatum

Voor een uiteenzetting van de gebeurtenissen na balansdatum wordt verwezen naar Toelichting 35 op de geconsolideerde
jaarrekening.

138 JAARVERSLAG 2005 VDM

 OVERIGE GEGEVENS

Stichting Van der Moolen Holding

Stichting Van der Moolen Holding

Het bestuur van de Stichting Van der Moolen Holding (‘Stichting’) bestaat uit de heren:
H. Langman (voorzitter)
R.W.J.M. Bonnier
Prof. dr. R.A.H. van der Meer
J.C.T. van der Wielen

Op 1 mei 2001 heeft Van der Moolen Holding NV haar statuten gewijzigd teneinde de uitgifte van preferente aandelen aan een
onafhankelijke stichting genoemd Stichting Van der Moolen Holding mogelijk te maken. De doelstelling van de Stichting is het
beschermen van de belangen van Van der Moolen Holding NV en haar groepsmaatschappijen bij een gebeurtenis van, bijvoorbeeld, een
vijandige overname door het aankopen en beheren van de preferente aandelen van Van der Moolen Holding NV en door het uitoefenen
van de hieraan verbonden rechten, in het bijzonder de stemrechten.

Tussen de Stichting en Van der Moolen Holding NV is een call-optieovereenkomst gesloten. Deze overeenkomst geeft de Stichting het
recht preferente aandelen in het kapitaal van Van der Moolen Holding NV te verkrijgen tot een maximum dat overeenkomt met de
gezamenlijke nominale waarde van alle uitstaande gewone aandelen en cumulatief preferente financieringsaandelen van
Van der Moolen Holding NV.

Per balansdatum waren geen preferente aandelen uitgegeven. In overeenstemming met artikel 29 lid 1 van de Statuten, zijn de houders
van preferente aandelen gerechtigd tot een dividend. Andere preferenties zijn aan deze aandelen niet toegekend. De preferente aandelen
van Van der Moolen Holding NV zijn niet inwisselbaar voor gewone aandelen.

Naar het gezamenlijk oordeel van de vennootschap en de bestuurders van de Stichting Van der Moolen Holding is de Stichting
onafhankelijk van Van der Moolen Holding NV, een en ander bedoeld in bijlage X bij het fondsenreglement van Euronext Amsterdam NV,
te Amsterdam.

Amsterdam, 16 maart 2006

Directie Van der Moolen Holding NV

Bestuur Stichting Van der Moolen Holding

139
 Van der Moolen als Specialist
VDM Specialists - NYSE specialistfondsen
Op 31 december 2005, alleen gewone aandelen, exclusief beleggingsfondsen
A.G. Edwards, Inc.
AAR Corp.
Aames Investment Corp.
Aaron Rents, Inc.
Aaron Reuts Class A
Abercrombie & Fitch Co.
ACE Ltd.
ADVO Inc.
Affiliated Managers Group, Inc.
AK Steel Holding Corp.
Aleris International Inc.
Alliance Data Systems Corporation
American Home Mortgage Investment Corp.
Ameron International Corp.
AngloGold Ashanti Ltd. - ADR
Apache Corp.
Apria Healthcare Group, Inc.
Aracruz Celulose S.A. - ADR
Arch Coal, Inc.
Arrow Electronics, Inc.
ArvinMeritor, Inc.
Ashford Hospitality Trust
Associated Estates Realty Corp.
Avalonbay Communities Inc.
AVX Corp.
Banco Santander Central Hispano SA - ADR
BankAtlantic Bancorp, Inc.
Bedford Property Investors Inc.
Benchmark Electronics, Inc.
Beverly Enterprises Inc.
Bill Barrett Corp.
Black Hills Corp.
Bluegreen Corp.
BOC Group plc - ADR
Brady Corp.
British Sky Broadcasting Group plc - ADR
BRT Realty Trust
Buckeye Technologies, Inc.
Buhrmann NV - ADR
Cabela’s Inc.
California Water Service Group
Canadian Imperial Bank of Commerce
Canon, Inc. - ADR
CARBO Ceramics, Inc.
Cascade Natural Gas Corp.
CDI Corp.
Cedar Fair L.P.
Cendant Corp.
CenterPoint Properties Corp.
Central Parking Corp.
Cenveo Inc.
CGI Group, Inc. - Class A
Impac Mortgage Holdings, Inc.
Interline Brands Inc.
140
Interstate Hotels & Resorts, Inc. National R.V. Holdings, Inc.
International Paper Co. Nationwide Health Properties Inc.
International Power plc - ADR Natural Resource Partners L. P. & Sub.
CHC Helicopter Corporation Class A Natuzzi SpA - ADS
Chemed Corp. Nautilus Group, Inc.
Chesapeake Utilities Corp. Eli Lilly & Co.
Chico’s FAS, Inc. Embotelladora Andina Serie A ADR
China Southern Airlines Co., Ltd. - ADR Embotelladora Andina Serie B
Christopher & Banks Corporation Emergency Medical Services
Clear Channel Outdoor Holdings, Inc. Enersis S.A. - ADR
Coach, Inc. Enesco Group Inc.
Coeur d’Alene Mines Corp. Equity One, Inc.
Colonial BancGroup, Inc. Espirito Santo Financial Group - ADR
Colonial Properties Trust Excel Maritime Carriers Ltd.
Commercial Metals Co. Extra Space Storage Inc.
Community Health Systems, Inc. Fairchild Corp.
Compass Minerals International, Inc. Fairmont Hotels & Resorts, Inc.
Compañia de Minas Buenaventura S.A. - ADR Family Dollar Stores, Inc.
Compton Petroleum Corp. FBL Financial Group Inc.
Computer Task Group, Inc. Fiat S.p.A - ADR
ConAgra Foods Inc. Fidelity National Financial, Inc.
CONSOL Energy, Inc. Fidelity National Title Group Inc.
Converium Holding AG - ADR First Commonwealth Financial Corp.
Cooper Cameron Corp. First Industrial Realty Trust Inc.
Cox Radio Inc. Flowers Foods, Inc.
CP HOLDRS (Canadian Pacific Dep. Receipts) Four Seasons Hotels, Inc.
CP Railway Ltd. Fresh Del Monte Produce Inc.
CPI Corp. Gartner Group, Inc.
Credicorp Ltd. Giant Industries, Inc.
Crescent Real Estate Equities Company Global-Tech Appliances, Inc.
Crown Holdings Inc. GMH Communities Trust
Cummins, Inc. Golden West Financial Corp.
Cypress Semiconductor Corp. GP Strategies Corp.
Cytec Industries, Inc. Group 1 Automotive, Inc.
Dana Corp. Grupo Radio Centro S.A. de C.V. - ADR
Danaher Corp. Guess ?, Inc.
Darden Restaurants Inc. Guidant Corp.
DCP Midstream Partners Handleman Co.
De Rigo S.p.A. - ADR Harley-Davidson, Inc.
Del Monte Foods Co. Harmony Gold Mining Company Limited
Delta & Pine Land Co. Harvest Energy Trust - Units
Desarrolladora Homex S.A de C. V. ADR Harvest Natural Resources Inc.
Diana Shipping Inc. HCA, Inc.
Dillard’s, Inc. Head NV - NY Reg. Shares
Dollar Thrifty Automotive Group, Inc. Hearst-Argyle Television Inc.
Domtar, Inc. Hellenic Telecommunications Org. - ADR
Donaldson Co., Inc. Herbalife Ltd.
Doral Financial Corp. Hewlett-Packard Co.
Double Hull Tankers Inc. Hitachi Ltd. - ADR
Downey Financial Corp. HNI Corp.
Drew Industries Inc. Horace Mann Educators Corp.
Dril-Quip, Inc. Hormel Foods Corp.
Duke Energy Corp. HRPT Properties Trust
E.On AG - ADR Hudson United Bancorp
JAARVERSLAG 2005 VDM
 OVERIGE GEGEVENS

Humana, Inc. MPS Group, Inc. Signet Group PLC ADR

IAMGOLD Corp. Nam Tai Electronics Inc. SITEL Corp.
IDT Corp. Common and Class B National Health Investors, Inc. SPX Corp.
Sizeler Property Investors, Inc. National Financial Partners StanCorp Financial Group, Inc.
Smart & Final, Inc. Wyeth Starwood Hotels & Resorts Worldwide, Inc.
Smithfield Foods Inc. Zarlink Semiconductor Stewart Information Services Corp.
Spartech Corp. New Skies Satellites Holdings Ltd Stryker Corp.
Speedway Motorsports, Inc. Newell Rubbermaid, Inc. Sunoco Logistics Partners LP
International Rectifier Corp. Newfield Exploration Co. Sunoco, Inc.
Intrawest Corp. Newkirk Realty Trust, Inc. Swift Energy Co.
Iron Mountain, Inc. Newpark Resources, Inc. Synnex Corporation
Ivanhoe Mines Ltd NICOR, Inc. Tanger Factory Outlet Centers, Inc.
Jarden Corporation Nordic American Tanler Shipping Ltd. Tata Motors Ltd.
Journal Communications, Inc. Norfolk Southern Corp. Tefron Ltd.
K&F Industries Holdings Inc. Nortel Networks Corp. Telekom Austria AG - ADR
K2, Inc. Northwest Natural Gas Co. Temple-Inland, Inc.
Kerr-McGee Corp. NOVA Chemicals Corp. Tempur-Pedic International
Kilroy Realty Corp. Novo Nordisk A/S - ADR TETRA Technologies, Inc.
Kimco Realty Corp. Ormat Technologies Inc. Textron, Inc.
Kingsway Financial Services, Inc. Omega Healthcare Investors Inc. Thor Industries, Inc.
Kindred Healthcare Inc. Pengrowth Energy Trust Tiffany & Co.
Kite Realty Group Trust Pentair, Inc. Titanium Metals Corp.
Kohl’s Corp. Perini Corporation Too, Inc.
Korean Equity Fund PerkinElmer, Inc. Toro Company
LaBranche & Co., Inc. Petro-Canada TreeHouse Foods Inc.
Laclede Group, Inc. PFF Bancorp, Inc. Trex Co., Inc.
LandAmerica Financial Group, Inc. Pike Electric Corp. Tronox Incorporated
Landry’s Restaurants Inc. Pfizer, Inc. Trizec Properties, Inc.
Levitt Corp Class A Par Pharmaceutical Companies, Inc. U.S.B. Holding Co., Inc.
Limited Brands Petroleum Geo-Services ASA UBS AG - GDR
Lithia Motors, Inc. Piedmont Natural Gas Company Inc. UGI Corp.
LTC Properties Inc. Pioneer Natural Resources Co UICI
Lydall, Inc. Post Properties Inc. United Auto Group , Inc.
M/I Schottenstein Homes, Inc. Potash Corp. of Saskatchewan, Inc. Unitrin, Inc.
Macerich Co. (The) Potlatch Corp. Valhi, Inc.
Madeco S.A. - ADR Prentiss Properties Trust Valmont Industries, Inc.
Maguire Properties Inc. PrimeWest Energy Trust Ventas, Inc.
Manulife Financial Corp. PRIMEDIA, Inc. VeriFone Holdings, Inc.
Marshall & Ilsley Corp ProAssurance Corporation Viña Concha y Toro S.A. - ADR
Martha Stewart Living Omnimedia, Inc. Provident Energy Units Veolia Environnement - GDR
Masco Corp. Pulte Corp. W.P. Stewart & Co., Ltd.
Masisa S.A. - ADR Quaker Chemical Corp. Wabtec Corp.
Maverick Tube Corp. R&G Financial Corp. Walt Disney Co.
MBIA, Inc. Repsol YPF, S.A. - ADR Waters Corporation
McKesson, Inc. Rockwell Automation, Inc. Wellman, Inc.
Mechtel OAO - ADR Rockwell Collins, Inc. Wendy’s International, Inc.
MeriStar Hospitality Corp. Royal Bank of Canada Westcorp
Mesa Royalty Trust Royal Group Technologies Ltd. Western Alliance Bancorp
MetroGas, S.A. - ADR Ruddick Corp. Westlake Chemical Corp.
Mittal Steel Co. NV - NY Reg. Shares Saks, Inc. WGL Holdings Inc.
Molina Healthcare Inc. Santander BanCorp Wimm-Bill-Dann OJSC - ADR
Monaco Coach Corp. SAP AG - ADR Winston Hotels, Inc.
MortgageIT Holdings Inc. Sealed Air Corp.
Movado Group Inc. Senior Housing Properties Trust

141
142 JAARVERSLAG 2005 VDM
JAARVERSLAG

143