Oef 1 blz 195

In de volgende figuur is een model te zien van een molecule

methaangas (CH4). De vier waterstofatomen H vormen 4 van
de 8 hoekpunten van een kubus.
a Blijkbaar is de afstand tussen 2 waterstofatomen
overal dezelfde. Alswe d e afstand tussen twee
waterstofatomen gelijkstellen aan 1, wat is dan de
afstand tussen koolstofatoom C en een
waterstofatoom?

b De hoek waaronder men twee waterstofatomen ziet vanuit het koolstofatoom, wordt
de valentiehoek of bindingshoek (van methaan) genoemd. Bereken deze hoek.
Tip: Kies de ribben van de kubus als lengte-eenheid.
Bereken de hoek AMC ˆ in driehoek AMC met de cosinusregel.

41 3.5 eigenschappen van vlakke figuren gebruiken in ruimtelijke situaties

Oef 2 blz 195
Bepaal |MF|.

Oef 3 blz 195

Een kist heeft de vorm van een balk met
afmetingen 12 m, 4 m en 3 m. In deze kist
moet een kostbare staaf met maximale lengte
verpakt worden.
a A ls het ene uiteinde van de staaf in A
wordt geplaatst, waar ligt dan het
andere uiteinde van de staaf?

b Bereken de lengte van de staaf.

42 3.5 eigenschappen van vlakke figuren gebruiken in ruimtelijke situaties

Oef 4 blz 195
Een driezijdige piramide TABC wordt door een vlak  ', evenwijdig aan het vlak  waarin het
grondvlak ABC ligt, gesneden in driehoek A'B'C'.
TH ⊥ vl(ABC), H  vl(ABC), {H'} =  ' ∩ TH

43 3.5 eigenschappen van vlakke figuren gebruiken in ruimtelijke situaties

Oef 5 blz 196
 EFGH 
Gegeven: recht prisma  
 ABCD 
 
snijvlak A'B'C'D' evenwijdig met BEFC
afmetingen (zie tekening)
Gevraagd: Bereken de oppervlakte van A'B'C'D'

Oef 6 blz 196

Beschouw een kegel met apothema [AB] zodat |AB| = 10 cm.
De straal van het grondvlak c1 is 4 cm.
Op 2 cm afstand van de top A snijden we de kegel met
een vlak  ⊥ AC (as van de kegel).
We bekomen als doorsnede een cirkel c2.
Bereken de oppervlakte van deze cirkel.

44 3.5 eigenschappen van vlakke figuren gebruiken in ruimtelijke situaties

Oef 7 blz 196
Een bol is ingeschreven in een kubus met ribbe 6 cm. De bol raakt de zes zijvlakken van de
kubus. Bereken de inhoud van de bol.

Oef 8 blz 196

De middelpunten van de zijvlakken van een kubus met ribbe 2 zijn de hoekpunten van een
regelmatig achtvlak, een octaëder.
A

C
z
D M
B

Oef 9 blz 197

45 3.5 eigenschappen van vlakke figuren gebruiken in ruimtelijke situaties

Je ziet een kubusvormige doos met ribbe 2 2 cm en een regelmatig viervlak (tetraëder) met
ribbe 4 cm. Toon aan dat het viervlak volledig en ongeschonden in de doos kan gestopt
worden. Teken je oplossing.

46 3.5 eigenschappen van vlakke figuren gebruiken in ruimtelijke situaties

Oef 10 blz 197
Een kubusvormig en een balkvormig stuk hout wordt in 2 stukken gezaagd. Bereken van
beide delen het volume en bepaal de oppervlakte van de doorsnede.

47 3.5 eigenschappen van vlakke figuren gebruiken in ruimtelijke situaties

Oef 11 blz 197

De piramide van Cheops is een regelmatige vierzijdige piramide, waarvan de hoogte en de

zijde van het grondvlak respectievelijk 146,3 m en 230,4 m bedragen.
De piramide van het Louvre is een regelmatige vierzijdige piramide waarvan de hoogte en de
zijde van het grondvlak respectievelijk 21 m bij 34 m bedragen.

a Bereken de inhoud van beide piramides.

TN
b Bereken voor beide piramides de verhouding . Voor welke piramide benadert
NM
TN
het best de gulden verhouding?
NM

48 3.5 eigenschappen van vlakke figuren gebruiken in ruimtelijke situaties

 E

C
B
D
A

P F

49 3.5 eigenschappen van vlakke figuren gebruiken in ruimtelijke situaties

50 3.5 eigenschappen van vlakke figuren gebruiken in ruimtelijke situaties
51 3.5 eigenschappen van vlakke figuren gebruiken in ruimtelijke situaties