You are on page 1of 6

Universiteit Gent Faculteit Wetenschappen Vakgroep Wiskunde

Betegelingen van Escher


Onderzoekscompetenties

Pieter Pareit Jordy Vanpoucke

Academiejaar 2011-2012

Project Didactiek Wetenschappen Prof. dr. Katrien Strubbe

Betegelingen van Escher

Onderzoeksvraag 1 Bepaalde kunstwerken van Escher vullen een vlak met e enzelfde guur, waarbij de guur telkens wordt getransleerd en eventueel geroteerd. Bestaat er een methode om zelf een guur te ontwerpen die een vlak zo kan vullen? Een voorbeeld van een kunstwerk van Escher waarbij een vlak wordt gevuld met vliegende vissen staat in Figuur 1. Deze prent komt uit een reeks van sketchboeken, Regular Division of the Plane Drawings, die Escher had aangelegd als een bron van idee en om patronen te kunnen gebruiken in zijn afgewerkte kunstwerken. In het totaal zijn 137 gelijkaardige vlakvullingen te vinden in deze sketchboeken.

Figuur 1: Sketch 73 uit Regular Division of the Plane. Wanneer we een vlak vullen met eenzelfde guur, waarbij deze guur telkens wordt getransleerd en eventueel geroteerd noemen we dit een betegeling. We wensen uiteraard dat er geen gaten tussen de guren zitten en dat de guren elkaar niet overlappen. Een betere denitie is dan de volgende: Denitie 1 Een betegeling is het vullen van het vlak met identieke guren zonder gaten of overlappingen. en guur uit de betegeling zullen we altijd aanduiden met sjabloon. Deze guur wordt als het E ware steeds gekopieerd en met behulp van translaties en rotaties wordt zo het vlak opgevuld. Het maakt niet uit welke guur als sjabloon wordt gekozen. Een speciaal geval is de reguliere betegeling: Denitie 2 Een reguliere betegeling is een betegeling bestaande uit congruente regelmatige veelhoeken waarbij hoekpunten op hoekpunten liggen en zijden op zijden liggen. Hierbij is een regelmatige veelhoek een veelhoek waarvan alle zijden en hoeken gelijk zijn. Het congruent zijn van twee veelhoeken betekent dat ze evenveel hoeken hebben en even groot zijn. We onderzoeken nu concreet welke soorten reguliere betegelingen in het vlak mogelijk zijn: 2

Situering Opgave Werkvorm Ori entering

Reguliere betegeling in het vlak. Welke soorten reguliere betegelingen in het vlak zijn er mogelijk? De leerlingen bewijzen eigenschappen over hoeken. De leerlingen kennen de denities van betegelingen, reguliere betegelingen, veelhoeken, regelmatige veelhoeken, congruente veelhoeken en regelmatige nhoeken. De leerlingen moeten dus onderzoeken welke n mogelijk zijn om een vlak te betegelen met regelmatige n-hoeken. Mogelijke onderzoeksvragen: Kan een regelmatige driehoek het vlak betegelen? Kan een regelmatige vierhoek het vlak betegelen? Kan een regelmatige vijfhoek het vlak betegelen? Kan een regelmatige zeshoek het vlak betegelen? ... Laat de leerlingen nadenken over een mogelijke werkwijze. Verdeel de klas in groepjes. Laat elk groepje zich concentreren op e en regelmatige veelhoek. Elk groepje kan dan een aantal regelmatige veelhoeken die congruent zijn uitknippen en kijken of hiermee een regelmatige betegeling kan geconstrueerd worden. Wat weten de leerlingen over de grootte van de hoeken van een regelmatige n-hoek. Om geen gaten of overlap te hebben, wat moet de som van de hoeken zijn in e en punt als verschillende congruente n-hoeken in dit ene punt samenkomen? De som van de binnenhoeken van een n-hoek is 180 (n 2) (als de leerlingen dit niet weten is dit een extra onderzoeksvraag, die we verderop ook toegevoegd hebben). Omdat een regelmatige n-hoek n hoeken heeft is dus de grootte n2) 2 = 180 (1 n ). Als we r regelmatige van e en binnenhoek gelijk aan 180 ( n n-hoeken plaatsen op e en punt, zodanig dat ze niet overlappen en geen gaten laten, dan moet de som van alle binnenhoeken gelijk zijn aan 360 . We krijgen dus de volgende identiteit: r 180 (1 wat we kunnen vereenvoudigen tot n= 2r . r2 2 ) = 360 n

Voorbereiden

Uitvoeren

Reecteren

Omdat n, het aantal hoekpunten van de regelmatige veelhoek, zeker positief moet zijn volgt daaruit dat r 3. Omdat de veelhoek met het kleinste aantal hoekpunten de driehoek is, hebben we n 3 en volgt er dus dat r 6. Vullen we nu r = 3, 4, 5 en 6 in, dan krijgen we n = 6, 4, 10 3 en 3. Het nummer n is een natuurlijk getal, dus n = 6, 4 en 3 zijn mogelijk. We vinden dus dat enkel regelmatige zeshoeken, regelmatige vierhoeken of regelmatige driehoeken het vlak regelmatig kunnen betegelen. We hebben alle eigenschappen die we hebben over regelmatige n-hoeken samen genomen en deze algebra sch uitgedrukt. Daarna hebben we gekeken in welke gevallen deze formule geldt. Dit legt restricties op aan n waardoor we weten welke waarden n allemaal kan aannemen. 3

De verschillende mogelijke reguliere betegelingen staan in Figuur 2. Steeds is e en regelmatig veelvlak de sjabloon. Dit sjabloon wordt dan over het volledige vlak herhaald aan de hand van verschuivingen en/of rotaties.

(a) Regelmatige driehoeken

(b) Vierkanten

(c) Regelmatige zeshoeken

Figuur 2: De drie mogelijke reguliere betegelingen Niet alle betegelingen met congruente veelhoeken hoeven regulier te zijn. In Figuur 3 staan twee voorbeelden van een niet reguliere betegelingen. In de linker guur worden zeshoeken gebruikt die niet regulier zijn, in de rechter guur liggen de hoekpunten van het ene vierkant op een zijde van een ander vierkant. Voor de betegelingen van Escher zullen we enkel werken met reguliere betegelingen.

(a) Geen regelmatige veelhoeken

(b) Hoekpunten niet op hoekpunten

Figuur 3: Voorbeelden van niet reguliere betegelingen We construeren nu, gegeven een reguliere betegeling, een betegeling van Escher: In het vorig onderzoek werd gebruikt dat de som van de binnenhoeken van een n-hoek 180 (n2) is. We kunnen dit ook onderzoeken:

Situering Opgave Werkvorm Ori entering

Voorbereiden

Uitvoeren

Som van de binnenhoeken van een n-hoek. Wat is de som van de binnenhoeken van een n-hoek? De leerlingen bewijzen een eigenschap over veelhoeken. De leerlingen kennen de denities van veelhoeken. De leerlingen weten wat een inductiebewijs is. De leerlingen weten reeds dat de som van de hoeken van een driehoek 180 is (behoord tot de eindtermen van de 2de graad). De leerlingen moeten dus bewijzen dat de som van de binnenhoeken van een n-hoek 180 (n 2) is. Laat de leerlingen de grootte meten van verschillende veelhoeken. De groottes, gevonden door te meten kunnen in een lijstje geplaatst worden. De leerkracht kan aangeven dat de groottes telkens voldoen aan 180 (n 2), waarbij n het aantal hoekpunten is van de veelhoek. Omdat dit zeker geldt voor een driehoek (n = 3) is inductie de aangewezen vorm om dit te bewijzen. Inductiebasis: Een driehoek is een veelhoek met de kleinste waarde voor n. Voor n = 3 geldt 180 (3 2) = 180 . En we weten reeds dat de som van de hoeken in een driehoek 180 is. Inductiehypothese: We veronderstellen dat voor n >= 3 geldt dat de som van de hoeken van een n hoek 180 (n 2) is. Inductiestap: Neem nu een veelhoek met n + 1 hoekpunten. Omdat n + 1 4 is kunnen we twee hoekpunten A en B nemen zodat er nog e en hoekpunt tussen A en B zit aan e en kant. Aan de andere kant van A en B zullen dan nog n 3 hoekpunten zitten. Verdeel de veelhoek nu in twee door een lijn te trekken tussen A en B . De som van de hoeken van de twee nieuwe veelhoeken samen is gelijk aan de som en van de nieuwe veelhoeken is een van de hoeken van de originele veelhoek. E driehoek en de andere een veelhoek met n hoekpunten. De som van de hoeken van de driehoek is 180 , de som van de hoeken van de n-hoek is wegens de inductiehypothese gelijk aan 180 (n 2). Samen is dat 180 + 180 (n 2) = 180 ((n + 1) 2) wat we moesten bewijzen. We bestudeerden de som van de binnenhoeken van een n-hoek en gebruikten een inductiebewijs om de resultaten te bewijzen.

Reecteren

De bovenstaande betegelingen zijn al leuk, maar het zijn nog geen betegelingen zoals Escher ze zou gemaakt hebben. De betegeling met veelhoeken kan wel als onderliggend rooster dienen. We zullen hiervoor de veelhoeken op een bepaalde manier wijzigen, die gewijzigde veelhoek zullen we een tegel noemen.

Figuur 4: Voorbeeld van een geconstrueerde betegeling van Escher. We construeren nu, gegeven een reguliere betegeling, een betegeling van Escher: Situering Opgave Werkvorm Ori entering Betegeling van Escher. Geef een methode om een betegeling van Escher te construeren? De leerlingen construeren zelf een betegeling van Escher. De leerlingen kunnen reeds een reguliere betegeling construeren. De leerlingen gebruiken e en van de drie mogelijke reguliere betegelingen om een betegeling van Escher te construeren. Mogelijke onderzoeksvragen: Hoe moet een gelijkzijdige driehoek gewijzigd worden om als sjabloon te dienen voor een betegeling van Escher? Hoe moet een vierkant gewijzigd worden om als sjabloon te dienen voor een betegeling van Escher? Hoe moet een gelijkzijdige zeshoek gewijzigd worden om als sjabloon te dienen voor een betegeling van Escher? De leerlingen kunnen uit karton een gelijkzijdige driehoek, vierkant of gelijkzijdige zeshoek knippen. Deze kan dan als sjabloon dienen om het volledige vlak mee te vullen. Een stukje uit e en zijde van de sjabloon kan worden weggeknipt en dat stukje wordt dan aan een andere zijde geplakt. Zo wordt bijvoorbeeld in Figuur 4 e enmaal een cirkelboog weggeknipt bovenaan de sjabloon. Deze wordt dan rechts van de sjabloon geplaatst. Onderaan en rechts in de sjabloon worden korte gekartelde stukjes uitgeknipt en teruggeplaatst. Door verschuiven en roteren kan nu het vlak gevuld worden. Zo wordt de zijde van een sjabloon waar een stuk uit was geknipt steeds geplaatst aan een zijde waar dat stuk was bijgeplakt. Zie opnieuw in Figuur 4 voor een voorbeeld. Door te experimenteren komen we tot een constructie voor een betegeling van Escher.

Voorbereiden

Uitvoeren

Reecteren

You might also like