You are on page 1of 6

De berekening

Om de ligging van belangrijke punten te bepalen of de plaats van belangrijke punten uit te zetten,
kunnen we gebruik maken van een rechthoekig assenstelsel. We onderscheiden twee loodrecht op
elkaar staande assen, die elkaar snijden in de oorsprong (zie figuur 1a). De assen verdelen de ruimte
in vier kwadranten (zie figuur 1b).
y-as
+

IV

I
X=Y=+

X=+
Y=+

X=Y=-

X=+
Y=-

+ x-as

II

III

1a x- en y-as met de oorsprong

1b Verdeling van de kwadranten


Het eerste kwadrant wordt ingesloten door de positieve richting van de y-as en de positieve richting
van de x-as. Het tweede kwadrant door de positieve richting van de x-as en de negatieve y-as
enzovoort. Wanneer de uit te zetten punten liggen in de kwadranten 2 t/m 4 moeten we rekening
houden met negatieve en positieve x- en y-waarden. Probeer om deze reden er zoveel mogelijk voor
te zorgen dat je de punten uit kunt zetten in het eerste kwadrant. Echter dit is niet altijd mogelijk.
Ligt nu een punt C in het eerste kwadrant, dan is zijn plaats bepaald door de afstand tot de x-as
(ordinaat) en de afstand tot de y-as (abcis) (zie figuur 2).
y-as

5660

C
heipaal 1

7040
5280

9100

1260

D
heipaal 2

a1
a2

x-as

2 Voerstraalmethode
Samen zijn het de cordinaten. Ze worden als XC en YC aangeduid. Het voorbeeld in figuur 2 en
figuur 3 geeft: heipaal XC = 5660 mm en YC = 9100 mm . Omdat beide getallen positief zijn is te zien
dat het punt in het eerste kwadrant ligt.

3 Palenplan van de fundering


Is nog een ander punt in cordinaten bekend, bijvoorbeeld heipaal 2 = D , XD =1260 mm en
YD = 5280 mm , dan is tevens de richting en de lengte van lijn AD te bepalen.
De hoek die de lijn AC maakt met de positieve richting van de y-as wordt het argument genoemd en
wordt uitgedrukt in gon. De hoek wordt steeds linksom genomen: 1 en 2 .
Voorbeeld berekening 1
Aan de hand van onderstaande tabellen en figuren wordt de berekening in de verschillende
kwadranten behandeld.
I.
II.
III.
IV.

X
+
+
-

Y
+
=

tan
+
+
-

Hoek

200 g -
200 g +
400 g -

Gegeven (figuur 4a): XC = + 5660 ; YC = + 9100

y-as

5660

9100

x-as

4a Eerste kwadrant

Gevraagd: hoek
Hiernaast staat driehoek ABC. Dit is dezelfde driehoek als in
figuur 4a. Punt A is het opstelpunt van de theodoliet. Punt B is
het richtpunt. Om punt C te kunnen uitzetten moeten we de
hoek gaan berekenen en de afstand van punt A naar punt C.
De hoek gaan we berekenen met behulp van de functie tangens
op het rekenmachine. Deze kunnen we toepassen op ieder
rechthoekige driehoek.
Een rechthoekige driehoek heeft 2 rechthoekszijden. In de
tekening hiernaast zijn dat de zijdens AB en BC.
De langste zijde noemen we de schuine zijde.
In het figuur hiernaast ligt zijde BC tegenover A ().
Daarom heet zijde BC de overstaande rechthoekszijde
van A ().
Zijde AB ligt vast aan A (). Daarom noemen we AB de
aanliggende rechthoekszijde van A ().
Zijde AC is hier de schuine zijde.
Om de tangens te kunnen berekenen gebruiken we de volgende formule.
tan A (). =

overstaande rechthoekszijde
aanliggende rechthoekszijde

Tan is de afkorting voor tangens. De tangens van een hoek heb je nodig om te kunnen
berekenen hoeveel GON een hoek is ten opzichte van je richtpunt.

Berekening A ().
Je kunt met je rekenmachine berekenen hoe groot A () is met de toets tan-1.
Tan A (). =

overstaande rechthoekszijde BC
5660
=
=
= 0.622
9100
aanliggende rechthoekszijde AB

Op je rekenmachine tik je in:


tan-1 (5660 : 9100) = 31.88o
Omdat we bij bouwmeten niet met GRADEN werken maar met GON moeten we deze uitkomst nog
vermenigvuldigen met 1,1.
31.88o X 1,1 = 35,068GON
Nu weten we wel hoek groot de hoek is maar om punt C uit te kunnen zetten moet we ook de
afstand AC weten.
De afstand AC berekenen we met de stelling van PYTHAGORAS

De stelling van Pythagoras is waarschijnlijk de meest


bekende stelling in de wiskunde. De stelling zegt iets over
de relatie tussen de rechthoekszijden en de schuine zijde
van alle rechthoekige driehoeken.
In de rechthoekige driehoek ABC zijn de zijden AB en BC
de rechthoekszijden. De zijde AC noemen we de schuine
zijde.
De stelling van pythagoras luidt:
"In een rechthoekige driehoek is het kwadraat van
de schuinezijde gelijk aan de som van de
kwadraten van de rechthoekszijden."
Anders geformuleerd: AB2 + BC2 = AC2

Van de driekoek ABC is rechthoekzijde AB=9100 en


rechthoekzijde BC= 5660.
De lengte van de schuinezijde AC moeten we weten. Dit
gaan we als volgt doen.
91002 + 56602 = AC2
82810000 + 32035600 = 114845600
Nu hebben we AC2. Maar om de lengte AC te berekenen moeten we hier de
Op je rekenmachine tik je in:
114845600 = 10716,60
De lengte van AC = 10716,60 omdat dit mm zijn ronden we dit af op 10717

van nemen.

Gegeven (figuur 4b): x C = 5 660 ; y C = - 9 100


Gevraagd: A ()
Berekening: tan A ()= + x / - y
= - 35,068 gon
A () = ( 200 gon - ) = + 164,932 gon

4b tweede kwadrant

Gegeven (figuur 4c): x C = - 5 660 ; y C = - 9 100


Gevraagd: A ()
Berekening: tan A ()= - x / - y
= + 35,068 gon
A () = ( 200 gon + ) = + 235,068 gon

4c Derde kwadrant

Gegeven (figuur 4d): x C = - 5 660 ; y C = + 9 100


Gevraagd: A ()
Berekening: tan A () = - x / + y
= - 35,068 gon
A () = ( 400 gon + ) = + 364,932 gon

4d Vierde kwadrant

5b Principe van de voerstraalmethode


Bij de voerstraalmethode gaat men uit van twee hoofdreferentielijnen, de x- en y-as. De oorsprong
van dit assenkruis is tevens het opstelpunt A van de theodoliet en het richtpunt B ligt op een bepaalde
afstand (zie figuren 5a en b). Ten behoeve van het uit te zetten punt moeten afstand vanaf het
nulpunt en de hoek ten opzichte van de y-as berekend worden.
De gegevens van de berekening worden nu geplaatst in een uitzettabel (zie voorbeeld). Aan de hand
daarvan worden de punten in het terrein met behulp van theodoliet en meetveer uitgezet.
De theodoliet wordt geplaatst op punt A, gericht op punt B, de horizontale rand op nul gezet en de
berekende hoek ingesteld. De piket wordt in de uitgezette richting op afstand met de meetveer
geplaatst. Ten behoeve van de controle wordt de afstand vanuit de uitgezette punten gemeten naar
punt B.
standplaats
A
uitzettabel

richtpunt
B
1
2

X (mm)
0
5660
1260

Y (mm)
7040
9100
5280

Afstand (mm)
7040
10717
5428

Hoek (GON)
0
35,068
14,913

You might also like