We gaan uit van de formule y = 0,08 x3 − 1,44 x 2 + 6,48 x − 3 . Voer deze formule in op het formule-invoerscherm en plot de grafiek waarbij je voor Auto kiest. Zie het scherm hiernaast. De grafiek heeft een aantal bijzondere punten: de twee toppen, de drie snijpunten met de x-as en het snijpunt met de y-as. Je leert hoe je de coördinaten van deze punten met de GR berekent, hoe je x-waarden berekent bij gegeven y-waarden en hoe je de coördinaten van de snijpunten van grafieken berekent.
Zorg ervoor dat de cursor op de grafiek staat die je wilt onderzoeken.
Druk op O. Je komt bij de Plotopties, waar je kiest voor het Bereken-menu.
Het berekenen van coördinaten van bijzondere punten van een
grafiek gaat met het Bereken-menu van de Plotopties.
Toppen van grafiek
De grafiek van y = 0,08 x3 − 1,44 x 2 + 6,48 x − 3 heeft twee toppen. De linkertop is een hoogste punt. Je krijgt de coördinaten van deze top als volgt. Kies de optie Maximum uit het Bereken-menu. De GR berekent de coördinaten van de top en laat deze onderin het scherm zien. Zie de figuur hiernaast. De top is het punt (3; 5,64).
Met de optie Minimum vind je de coördinaten van de top (9, −3).
Met de opties Minimum en Maximum uit het Bereken-menu
Snijpunten van grafiek met de x-as en de y-as Van het snijpunt van een grafiek met de y-as is de x-coördinaat gelijk aan nul. Om de y-coördinaat van dit snijpunt te krijgen, tik je in 0 O. Je krijgt y = −3. Het snijpunt met de y-as is dus (0, −3).
De grafiek van y = 0,08 x3 − 1,44 x 2 + 6,48 x − 3 heeft drie snijpunten
met de x-as. Je krijgt de coördinaten door het kiezen van de optie Nulpunten uit het Bereken-menu. De GR berekent de coördinaten van het linkersnijpunt met de x-as. Met R springt de cursor naar het volgende snijpunt met de x-as. Zo krijg je achtereenvolgens x ≈ 0,522, x ≈ 6,620 en x ≈ 10,858.
Met de optie Nulpunten uit het Bereken-menu krijg je de
coördinaten van snijpunten van grafieken met de x-as.
Snijpunten van grafieken
In het scherm hiernaast is behalve de grafiek van y = 0,08 x3 − 1,44 x 2 + 6,48 x − 3 ook de grafiek van y = 1,5x − 9,5 geplot.
Om de coördinaten van de snijpunten te berekenen, kies je
Plotopties, Bereken, Snijpunt. Je krijgt het scherm hiernaast. De cursor staat op het snijpunt (−1, −11). Na indrukken van R krijg je het snijpunt (6,5; 0,25) en nogmaals R geeft (12,5; 9,25).
Met de optie Snijpunt uit het Bereken-menu krijg je de
x-waarden berekenen bij een gegeven y-waarde. Wil je bij de functie f ( x) = 0,08 x3 − 1,44 x 2 + 6,48 x − 3 weten welke x-waarden horen bij f(x) = 4, dan zet je de cursor op de grafiek van f, kies je in het Bereken-menu voor de optie Origineel en tik je 4 in.
Na Bevestig krijg je het scherm hiernaast.
Dus voor x ≈ 1,60 is f(x) = 4. Met R vind je x ≈ 4,67 en nogmaals R geeft x ≈ 11,73.
Met de optie Origineel uit het Bereken-menu krijg je de