You are on page 1of 2

Tweede set inleveropgaven bij

vwo wiskunde B hoofdstuk 7: Exponenten en logaritmen

Gegeven zijn de functies 𝑓 (𝑥) = 2 ⋅ 3log(4𝑥 − 7) − 1 en 𝑔(𝑥) = 3 + 4log(6 − 𝑥).


1 Hoe ontstaat de grafiek van 𝑓 uit een standaardgrafiek?
2 Geef het domein van de functie 𝑓 .
3 Geef het bereik van de functie 𝑔.
4 Los op 𝑓 (𝑥) ≥ 𝑔(𝑥).

De grafiek van de functie ℎ ontstaat uit de grafiek van de functie 𝑔 door de grafiek
eerst ten opzichte van de 𝑦-as met −2 te vermenigvuldigen, daarna met 2 naar
links te schuiven, en daarna ten opzichte van de 𝑥-as met 5 te vermenigvuldigen.
5 Geef het functievoorschrift van ℎ.

Als je hierna nog zin hebt: maak de twee vragen uit een havo-eindexamen wiskunde B
op de achterkant.
Logaritmen en snijpunten

De functies f en g worden gegeven door


f ( x )  log(2 x  4)
g ( x )  log(6  x )
Beide grafieken hebben een verticale asymptoot. Het punt S is het
snijpunt van de grafieken van f en g. Zie figuur 1.

figuur 1

De afstand van S tot de asymptoot van de grafiek van g is groter dan


de afstand van S tot de asymptoot van de grafiek van f.
15 Bereken exact hoeveel keer zo groot.

De lijn met vergelijking x  a ligt rechts van S en snijdt de grafieken


van f en g in de punten P en Q. De waarde van a is zo gekozen dat de
lengte van lijnstuk PQ gelijk is aan 1. Zie figuur 2.

figuur 2

16 Bereken de waarde van a.

HA-1025-a-o 12 / 13 lees verder ►►►

You might also like