You are on page 1of 23

Wiskundige Basistechniek

Oplossingen

Academiejaar 2013-2014

Hoofdstuk 1

Analyse
Versie 2 van de antwoordenlijst: aanpassingen:
Oef. 1.29, oef. 1.30: Label van figuur is aangepast naar x1/4 , resp. x1/5 .
Oef. 1.47, b:nulpunt van de tweede afgeleide in de tabel is nu correct.

Oef. 1.51 (a): b = p,


Oef. 1.51 (b): HA in : y = +1.

1.1

Afgeleide

1.2 (a) f is gedefinieerd en afleidbaar in R


f 0 (x) = amxm1 + b(m + n)xm+n1 .
(b) f is gedefinieerd en afleidbaar in R en f 0 (x) =

6ax5
.
a2 + b2

(c) f is gedefinieerd en afleidbaar in R0 en


4b
2a
+ 7/3
5/3
3x
3x
n
o
(d) f is gedefinieerd en afleidbaar in R \ 52 5 , 5+2 5 en
f 0 (x) =

2x2 6x + 25

f 0 (x) =

(x2 5x + 5)





(e) f is gedefinieerd en afleidbaar in R \ 2 + k : k Z {k : k Z} = R \ k 2 : k Z
en
1
f 0 (x) =
cos2 (x) sin2 (x)


(f) f is gedefinieerd en afleidbaar in R \ 4 + k : k Z en
f 0 (x) =

2
1 2 sin(x) cos(x)

1.1. Afgeleide

(g) f is gedefinieerd en afleidbaar in R en


f 0 (x) = exp(x) (cos(x) sin(x))
(h) f is gedefinieerd en afleidbaar in R+
0 \ {1} ]0, +[\ {1} en
f 0 (x) =

x (2 ln(x) 1)
ln2 (x)

(i) f (x) is gedefinieerd en afleidbaar in ] 2a, a[. De afgeleide functie van f (x) is

x
1 (2 x)

=
, 2a < x 6 0,
2 2
2
2
4a x
4 a x2
f 0 (x) =

x
1 (2 x)


=
,
0 6 x < a.
2 a2 x2
a2 x2
1.3 = 4 of =

3
4 .

1.4 In de punten (2, 12), (0, 20) en (1, 15) de raaklijn evenwijdig met de x-as.
1.5 De raaklijn aan de grafiek van f in het punt (1, 3) is evenwijdig met de rechte 5x + y 3 = 0.
1.6 De normaal in het punt (0, 1) aan de grafiek van f is de horizontale rechte y = 0 of m.a.w. de x-as.
1.7 De vergelijking van de normaal luidt: y = 13 x +

1.8 De vergelijking van de raaklijn in (1, 0) is y = 12 (x 1).


1.9 De snijpunten zijn (2, 4) en (3, 34). De beide grafieken raken elkaar enkel in het punt (3, 34).
1.10 Op het moment waarop D(t) = 1m is de ogenblikkelijke toename van de diameter
1, 27.103 m/s.

103 m/s

1.11 Hun onderlinge snelheid op het ogenblik dat ze elkaar ontmoeten is 15.
1.12 De snelheid van B op het ogenblik dat A zich op 3 m van de muur bevindt is 1, 5m/s.
1.13 De afmetingen van de ingeschreven cilinder met het grootste volume zijn: hoogte h =

straal r = 36 R.
1.14 Het volume van de kegel is dus maximaal bij een openingshoek =

2 3
3 R

en

2 6
3 .

1.15 De lichtsterkte is maximaal als de hoogte van de lamp boven het middelpunt van de tafel
1.16 De kracht is maximaal als de magneetpool M zich op een afstand gelijk aan
bevindt.
1.17 Het draagvermogen van de balk is maximaal als de balk breedte B =
heeft.

2 3
3 R

R
2

2
is.
2

van het vlak van C

en hoogte H =

2 6
3 R

1.18 De som van de oppervlakten van de twee bolkappen is maximaal als P op afstand
x=
1+

h
  32
R2
R1

van het middelpunt van de eerste bol ligt, waarbij h de afstand is tussen de middelpunten van de
twee bollen en R1 , R2 de resp. stralen.

EA16

Wiskundige Basistechniek: oplossingen

1.2. Primitieve

1.2

Primitieve

Geen oefeningen

1.3

Integraal

1.19 De kinetische energie van een rechte circulaire kegel met straal grondvlak R, hoogte H, massa M ,
3
die roteert om zijn as met hoeksnelheid is 20
M R2 2 .
1.20 De kracht, uitgeoefend op een rechthoekige plaat met afmetingen: lengte a en hoogte b, verticaal
2
ondergedompeld in water met zijn bovenrand aan het wateroppervlak, is g ab2 .
1.21 De kracht uitgeoefend op een halve schijf met straal R, verticaal ondergedompeld in water met zijn
diameter aan het wateroppervlak, is g 23 R3
v0
sin(6). Op tijdstip T1 =

voor het eerst op maximale afstand van de oorsprong. Op tijdstip T2 =


de tweede keer op maximale afstand van de oorsprong.

1.22 Op ogenblik t = 6 bevindt het punt zich op

1.23

bevindt het punt zich


2
3
bevindt het zich voor
2

(i) De arbeid die moet worden geleverd om, tegen het zwaarteveld in, een voorwerp met massa
m van op het aardoppervlak tot op een hoogte h boven het aardoppervlak te brengen is
W =

kmM h
R (R + h)

(ii) De (hypothetische) arbeid die zou moeten worden geleverd om dit voorwerp van op het aardoppervlak naar oneindig te brengen is m g R

1.4

Twee belangrijke integratietechnieken

1.24

Z2

cos(2 n) (t) dt =

k=1

cos(2 n+1) (t) dt =

(2 n)

sin


n 
Y 2k 1
(t) dt =
2
2k

Za
1.27 (a)

x2


n 
Y
2k
2k + 1

k=1


n 
Y 2k 1
2
2k

sin(2 n+1) (t) dt =

k=1


n 
Y
2k
2k + 1

k=1

p
4
a
a2 x2 dx =
16

EA16

Wiskundige Basistechniek: oplossingen

1.4. Twee belangrijke integratietechnieken

Z1
(b)

dx =
3
1 x2

1
2

Z1
(c)

1 x2

dx = 1
x2
4

2
2

Z2
(d)

x2 1
dx = 3
x
3

1
ln(5)
Z

(e)

p
exp(x) exp(x) 1
dx = 4
exp(x) + 3

Z5
(f)

1
4
1

dx = ln(7) + ln(2)
5
5
3x + 1

2x +
0

Z3
(g)
1

dx = ln
x x2 + 5x + 1

Z1
(h)
1
Za

(i)

!
21
3
+2
ln
3
3

1
(1 +
p

2
x2 )

dx =

s
!

3 21
7 + 2 7
= 2 ln 3 ln
7
3

1
+
4
2

ax x2 dx =

2
a
8

Z2
(j)

1
dx =
5 3 cos(x)
2

Z1
x exp(x) dx = 1

1.28 (a)

2
e

Z2
x cos(x) dx =

(b)

1
2

Z
(c)

a2
exp(ax) cos(bx) dx = 2
a + b2

1
b
(1 exp(a) cos(b)) + 2 exp(a) sin(b)
a
a

Ze
(d)

ln(x) dx = 1
1

Z1
(e)

x3 exp(2x) dx =

exp(2) 3
+
8
8

Z
(f)

x exp(x) dx = 1
0

Z
(g)

exp(a x) sin(b x) dx =

a2

b
+ b2

EA16

Wiskundige Basistechniek: oplossingen

1.5. Elementaire functies

1.5
1.5.1

Elementaire functies
Machtsfuncties, veeltermfuncties en rationale functies

1.29

x
2

x5
x1/5

1.30
8

x4
x1/4

2
x
0.5

1.5

1.31 f 1 (x) = x 2m , x [0, +[


1.32 (a) p even en q oneven: domein R en beeld R+ , even functie
(b) p oneven en q even: domein R+ en beeld R+
(c) p oneven en q oneven: domein R en beeld R, oneven functie
1.33 (a) p even en q oneven: gelijk
(b) p oneven en q even: gelijk
(c) p oneven en q oneven: gelijk
(d) p even en q even: niet noodzakelijk gelijk!
p

1.34 De functies x q en x p zijn elkaars inverse functie voor het geval (c) (alsook die gevallen binnen (d)
die zich tot (c) herleiden).
EA16

Wiskundige Basistechniek: oplossingen

1.6. Verloop van functies

1.35 (a) p even en q oneven: domein R0 en beeld R+


0 , even functie
+
(b) p oneven en q even: domein R+
0 en beeld R0

(c) p oneven en q oneven: domein R0 en beeld R0 , oneven functie


1.40 Als de graad van de teller van het functievoorschrift een hoger is dan de graad van de noemer
van het functievoorschrift zal de grafiek van een rationale functie steeds een schuine asymptoot
vertonen.
1.42 (a)

VA: x = 2
HA : y = 0
geen SA

(b)

VA: x = 1 en x = 3
HA : y = 0
geen SA

(c)

VA: x = 2 en x = 2
HA : y = 1
geen SA

(d)

geen VA
geen HA
SA: y = x

1.5.2

Exponenti
ele en logaritmische functies

1.5.3

Circulaire functies

1.5.4

Inverse circulaire functies

Telkens geen oefeningen

1.5.5
1.43

1.6

Hyperbolische functies
lim (cosh(x) sinh(x)) = 0

x+

Verloop van functies

1.46
(a)

geen VA
geen HA
SA1 : y = x voor x +
SA2 : y = x voor x

(b)

geen VA
HA1 : y = 1 voor x
HA2 : y = 1 voor x +

EA16

Wiskundige Basistechniek: oplossingen

1.6. Verloop van functies

geen SA
(c)

VA1 : x = 1 en VA2 : x = 1
geen HA
SA1 : y = x voor x
SA2 : y = x voor x +

(d)

geen VA
geen HA
SA: y = x 1 voor x

(e)

geen VA
HA: y = 2 voor x
geen SA

(f)

VA: x = 0
HA1 : y = 1 voor x
HA2 : y = 0 voor x +
geen SA

(g)

VA: x = 0 voor x > 0


HA: y = 1 voor x
geen SA

(h)

VA1 : x = 1 en VA2 : x = 1
geen HA
SA1 : y = x voor x
SA2 : y = x voor x +

(i)

VA: x = 1 voor x > 1


geen HA
geen SA

(j)

VA: x = 1
HA: y = 0 voor x
SA voor x +: y = 2 x + 2.

1.47 Onderzoek het verloop van de volgende functies:


(a) f (x) =

x2 10x + 16
x2 16x + 60

(i) dom(f ) = R \ {6, 10}


VA1 : x = 6 en VA2 : x = 10
HA: y = 1
(ii) Nulpunten: x = 2 of x = 8
(iii) f is afleidbaar in dom(f ) = R \ {6, 10}:
0

f (x) =

2 3x2 44x + 172


(x2 16x + 60)

Geen nulpunten van f 0 : geen extrema.


EA16

Wiskundige Basistechniek: oplossingen

1.6. Verloop van functies

(iv) Tweede afgeleide:


f 00 (x) =

Nulpunt f 00 (x): x =

4.2 3
3

4.2 3
3


4 3x3 66x2 + 516x 1432
(x2 16x + 60)

22
3

7, 77

(v) Waardengebied: im(f ) = R


(vi) Samenvattende tabel:
x

f (x)
00
f (x)

&

&

f (x)

bol
(b) f (x) =

7, 77

|
|

bol

10

&

0, 34

&

&

hol

bgpt

bol

|
|

bol

&1
hol

x2 2x
x2 + 2x + 1

(i) dom(f ) = R \ {1}


VA: x = 1
HA: y = 1
(ii) Nulpunten: x = 0, x = 2
(iii) f is afleidbaar in dom(f ) = R \ {1}:
f 0 (x) =
Nulpunt van f 0 : x =

1
2

2 (2x 1)
(x + 1) (x2 + 2x + 1)

(mogelijk lokaal extremum).

(iv) Tweede afgeleide:


f 00 (x) =
Nulpunt: x =

2 (4x 5)
(x2 + 2x + 1)

5
4

(v) Waardengebied: im(f ) = [ 13 , +[; de minimale waarde is f ( 12 ) = 13 .


(vi) Samenvattende tabel:
1

f (x)
00
f (x)

f (x)

+
+

hol
EA16

1
2

5
4

|
|

0
+

+
+

+
0

+ +

&

&

0, 33

0.19

%1

hol

min

hol

bgpt

bol

hol

bol

Wiskundige Basistechniek: oplossingen

1.6. Verloop van functies

(c) f (x) =

x2 2x + 2
x1

(i) dom(f ) = R \ {1}


VA: x = 1
SA: y = x 1
(ii) Geen nulpunten
(iii) f is afleidbaar in dom(f ) = R \ {1}
(x 1) (2x 2) 1. x2 2x + 2

f 0 (x) =

(x 1)

x (x 2)
(x 1)

Nulpunten f 0 : x = 0, x = 2
(iv) Tweede afgeleide:
f 00 (x) =

2
3

(x 1)

Geen nulpunten.
(v) Waardengebied: im(f ) =] , 2] [2, +[
(vi) Samenvattende tabel:
x

f (x)
00
f (x)

f (x)

&

max

bol

bol

|
|

0
+

+
+

&

%+

hol

min

hol

(vii) Grafiek:
10

x
-2

-1

-5

-10
(d)

(i) dom(f ) = R, geen VA, geen HA


SA1 : y = x +
SA2 : y = x

EA16

1
2

1
2

voor x

voor x +
Wiskundige Basistechniek: oplossingen

1.6. Verloop van functies

10

(ii) Geen nulpunten


(iii) f is afleidbaar in dom(f ) = R, en
1 + 2x
f 0 (x) =
2 4 x + x2
dus f is afleidbaar in dom(f ) = R, en Nulpunt f 0 : x =
(iv) Tweede afgeleide:

1
2

15

f 00 (x) =

4 (4 x + x2 ) 2
(v) Waardengebied: im(f ) =

15
2 , +

(vi) Samenvattende tabel:


1
2

f (x)
00
f (x)

f (x)

0
+

& 1, 94

hol

+
+

%+

min

hol

(vii) Grafiek:
10

x
-10

-5

10

-5

-10
(e)

(i) dom(f ) = ], 2[ [0, 1] ]2, +[


VA1 : x = 2 en VA2 : x = 2
HA: y = 1
(ii) Nulpunten: x = 0, x = 1
(iii) f is afleidbaar in dom(f ) = ], 2[ [0, 1] ]2, +[ en
f 0 (x) =

1
x2 8x + 4
q
2
2
x2 x
(x2 4)
x2 4

Nulpunten f 0 : x = 4 2 3
EA16

Wiskundige Basistechniek: oplossingen

1.6. Verloop van functies

11

(iv) Tweede afgeleide:


f 00 (x) =

4x5 51x4 + 80x3 40x2 + 16


q
3
x2 x
4 (x2 x) (x2 4)
x2 4

Nulpunt: x 11, 02

EA16

Wiskundige Basistechniek: oplossingen

EA16
hol

f (x)
1

|
|

+
+

f (x)
00
f (x)

kkk
0

kkk +
kkk

bol

max

0, 26

0, 54

bol

&

kkk

kkk
kkk

|
|

(v) Samenvattende tabel:

hol

&

min

0, 97

0
+

7, 46

hol

+
+

bgtp

0, 97

+
0

11, 02

bol

%1

1.6. Verloop van functies


12

Wiskundige Basistechniek: oplossingen

1.6. Verloop van functies

(f)

13

(i) dom(f ) = R \ {1, 1}


VA1 : x = 1 en VA2 : x = 1
geen HA, geen SA
(ii) Nulpunt: x = 0
(iii) f is afleidbaar in dom(f ) = R \ {1, 1}, en
f 0 (x) =

x2 3
4

3 (x2 1) 3

Nulpunten: x = 3
(iv) Tweede afgeleide:
f 00 (x) =

2x3 + 18x
7

9 (x2 1) 3
Nulpunten: x = 0, x = 3, x = 3
(v) Waardenverzameling: im(f ) = R

EA16

Wiskundige Basistechniek: oplossingen

EA16

f (x)

hol

bgpt

1.5

+
0

+
+

f (x)
00
f (x)

bol

max

1.38

bol

&

|
|

&

hol bgpt bol

&

(vi) Samenvattende tabel:

|
|

hol

&

min

1, 38

0
+

1.5

+
0

hol bgtp

+
+

bol

%+

1.6. Verloop van functies


14

Wiskundige Basistechniek: oplossingen

1.6. Verloop van functies

(g)

15

(i) dom(f ) = R \ {2}


VA: x = 2
geen HA, geen SA
(ii) Nulpunt: x = 0
(iii) f is afleidbaar in dom(f ) = R \ {2}, en
x6

f 0 (x) =

3 (x 2) 3
Nulpunt: x = 6
(iv) Tweede afgeleide:
f 00 (x) =

2x + 24
8

9 (x 2) 3
Nulpunt: x = 12
(v) Waardenverzameling: R
(vi) Samenvattende tabel:
x

f (x)
00
f (x)

f (x)

+
+

12

+
+

+
+

|
|

0
+

+
+

+
0

+ +

&

2, 38

2, 59

%+

hol

min

hol

bgtp

bol

hol
(h)

hol

(i) dom(f ) = R
geen VA, geen HA, geen SA
(ii) Geen nulpunten
(iii) f is afleidbaar in dom(f ) \ {2, 4} = R \ {2, 4} en
f 0 (x) =

2
2
1
1
(x 2) 3 + (x 4) 3
3
3

Nulpunt: x = 3 (lokaal extremum)


Ook lokale extrema optreden in x = 2 en x = 4.
(iv) Tweede afgeleide:
2
2
4
4
f 00 (x) = (x 2) 3 (x 4) 3
9
9
Geen nulpunten
2

(v) Waardenverzameling: im(f ) = [2 3 , +[

EA16

Wiskundige Basistechniek: oplossingen

1.6. Verloop van functies

16

(vi) Samenvattende tabel:


x

f (x)
00
f (x)

f (x)

&

bol

|
|

|
|

1, 59

&

1, 59 %+

krpt

bol

max

bol

krtp

bol

(vii) Grafiek:
8
6
4
2
x
2

10

2
(i)

(i) dom(f ) =] 1, +[
geen VA, geen HA, geen SA
(ii) Nulpunten: x = 0
(iii) f is afleidbaar in dom(f ) = ]1, +[, en
f 0 (x) = ln(x + 1) (2 + ln(x + 1))
Nulpunten: x = 0, x = exp(2) 1 0, 86 (lokale extrema)
(iv) Tweede afgeleide:
2
f 00 (x) =
(1 + ln(x + 1))
x+1
Nulpunt: x = exp(1) 1 0, 63
(v) Waardenverzameling: im(f ) = R+
(vi) Samenvattende tabel:
1

EA16

exp(2) 1

exp(1) 1

f (x)
00
f (x)

kkk
kkk

|
|

0
+

+
+

f (x)

kkk

|0

0, 541

&

0, 368

&

%+

bol

max

bol

bgpt

hol

min

hol

Wiskundige Basistechniek: oplossingen

1.6. Verloop van functies

(j)

17

(i) dom(f ) = R+
0
VA: x = 0
HA: y = 0
(ii) Geen nulpunten
(iii) f is afleidbaar in dom(f ) = R+
0 en
f 0 (x) =

x 1 + x2

Geen nulpunten
(iv) Tweede afgeleide:
f 00 (x) =

1 2x2

x2 (1 + x2 ) 1 + x2

Geen nulpunten
(v) Waardenverzameling: im(f ) = R
0
(vi) Samenvattende tabel:
x

f (x)
00
f (x)

kkk
kkk

|
|

f (x)

kkk

%0
bol

(k)


(i) dom(f ) = R \ 4 + k : k Z


f heeft periode 2; we beperken ons tot het interval [0, 2[. In dit interval heeft de functie f
7
3
, VA2 : x =
.
twee verticale asymptoten: VA1 : x =
4
4
(ii) Geen nulpunten.


(iii) f is afleidbaar in dom(f ) = R \ 4 + k : k Z , en
f 0 (x) =
Nulpunten: x = 4 , x =
(iv) Tweede afgeleide:

sin(x) cos(x)
1 + sin(2 x)

5
4

f 00 (x) =

3 2 cos(x) sin(x)
(cos(x) + sin(x))

Geen nulpunten!
(v) Er zijn in het interval [0, 2[ twee symmetrie-assen, nl.

5
en x =
4
4
en twee puntsymmetrieen, nl. t.o.v. de punten




3
7
, 0 en
,0
4
4
i h
(vi) Waardengebied: im(f ) = R \ 22 , 22 .
x=

EA16

Wiskundige Basistechniek: oplossingen

EA16
&

&

f (x)

+
+

hol hol min hol

2
2

0
+

f (x)
00
f (x)

|
|

3
4

bol

2
2

max

5
4

(vii) Samenvattende tabel:

bol

&

|
|

7
4

&

hol hol

&

1.6. Verloop van functies


18

Wiskundige Basistechniek: oplossingen

1.6. Verloop van functies

19

(viii) Grafiek:
10

5
3
4

5
4

7
4

10
(l)

(i) dom(f ) = R
geen VA
f heeft periode 2, dus geen HA of SA. We zullen ons wegens deze periodiciteit beperken tot
[0, 2[.
(ii) Nulpunten: geen
(iii) f is afleidbaar in dom(f ) = R, en
f 0 (x) = esin(x) cos(x)
Nulpunten: x =

2,

x=

3
2

(iv) Tweede afgeleide:



f 00 (x) = esin(x) cos2 (x) sin(x)




51
51
0, 67, x = arcsin
2, 48
Nulpunten: x = arcsin
2
2
(v) Er zijn in het interval [0, 2[ twee symmetrie-assen, nl. x =


(vi) Waardengebied: im(f ) = e1 , e1

en x =

3
2 .

(vii) Samenvattende tabel:

51
2

3
2

f (x)
00
f (x)

+
+

+
+

+
0

0
+

+
+

+
+

f (x)

1, 86

e1

&

1, 86

&

e1

hol

hol

bgpt

bol

max

bol

bgpt

hol

min

hol

(m)

51
2

(i) dom(f ) = ... ]2, [ ]0, [ ]2, 3[ ...


f heeft periode 2: geen HA of SA. We zullen ons wegens deze periodiciteit beperken tot ]0, [.
VA1 : x = 0 en VA2 : x =

EA16

Wiskundige Basistechniek: oplossingen

1.6. Verloop van functies

20

(ii) Nulpunten: x = 2
(iii) f is afleidbaar in dom(f ) = ... ]2, [ ]0, [ ]2, 3[ ..., en
f 0 (x) = cot(x)
Nulpunt: x = 2
(iv) Tweede afgeleide:
f 00 (x) =

1
<0
sin2 (x)

Geen nulpunten!
(v) Symmetrieen: in [0, 2[ zijn er twee symmetrie-assen, nl. x =
(vi) Waardengebied: im(f ) = R
(vii) Samenvattende tabel:

f (x)
00
g (x)

|
|

g(x)

&

bol

max

1.48 Gegeven de functie f met f (x) =

en x =

|
|

3
2 .

kkk
kkk

|
|

kkk

bol

xn 4
, n N, x R.
x2 + x 6

(a) n 6= 2: dom(f ) = ], 3[ ]2, +[


n = 2: dom(f ) = ], 3[ [2, +[, waarbij we f stilzwijgend hebben vervangen door de
geextendeerde functie f met f (2) = 0.
(b) Voor n 6= 2: VA1 : x = 3 en VA2 : x = 2.
Voor n = 2: VA: x = 3.
(c) Voor n = 1: HA1 : y = 1 voor x en HA2 : y = 1 voor x +
(d) Voor n = 2: SA1 : y = x +

1
2

voor x en SA2 : y = x

(e) Er is een minimum in x = 2 en een minimum in x =

1
2

voor x +.

7 65
.
4

15

10

5
x
4

(f)
EA16

Wiskundige Basistechniek: oplossingen

1.6. Verloop van functies

21

1.49 Gegeven de functie f met f (x) =

x2
, x R.
x2 x 6

6= 4 en 6= 9: dom(f ) = ], 2[ ]3, +[
= 4: definitiegebied van f uitbreiden met x = 2, m.a.w. dom(f ) = ], 2] ]3, +[,
met f (2) = 0.
= 9: definitiegebied uitbreiden met x = 3, m.a.w. dom(f ) = ], 2[ [3, +[, met
f (3) = 0.
(b) Als R \ {4, 9}: VA1 : x = 2 en VA2 : x = 3.
(c) = 4: VA: x = 3
= 9 : VA: x = 2
(d) SA1 : y = x 21 voor x en SA2 : y = x + 21 voor x +.
(a)

(e) Minima: x = 2, x =

7 65
4

1.50 In deze opgave zijn en twee reele parameters, niet noodzakelijk verschillend.
(a) De primitieve F is geldig in R:
() 6= :
F (x) =

sin(( + ) x) sin(( ) x)
+
2 ( + )
2 ( )

() = 6= 0:
F (x) =

sin(2 x) x
+
4
2

() = = 0:
F (x) = x
(b) () 6= :
Z2
sin(2 ( + ) ) sin(2 ( ) )
f (x)dx =
+
2 ( + )
2 ( )
0

() = 6= 0:
Z2
sin(4 )
f (x)dx =
+
4
0

() = = 0:
Z2
f (x)dx = 2
0
k
2,

(c) =
k Z\{2, 2}
2

Z
(d)
g(x) dx = 0, (de functie is oneven).
0

Z
(e)

cos2 (x) dx = .

(1.51) (a)

a=0

b= p

(x + 2)

c = 2 p
f (x) =
en

x2 4

q = 4 p

p > 0 (willekeurig)
EA16

Wiskundige Basistechniek: oplossingen

1.6. Verloop van functies

22

(b) Teken de grafiek van f . Zo u hiertoe bijkomende informatie bepaalt omtrent het functieverloop
van f , dan dient u deze ook in uw antwoord op te nemen.
Oplossing:
() dom(f ) =] , 2] ]2, +[
() HA in : y = 1:
()

x+2

x2
f (x) =

x+2

x2
() afgeleide: f 0 (x) =

x < 2
x>2

2 (x+2)
(x2 4)3/2

() Samenvattende tabel:
2

x
0

f (x)
f (x)

kk

&

kk

+
%1

() Grafiek:
4

2
x
6

EA16

Wiskundige Basistechniek: oplossingen

You might also like