Wiskunde voor chemici 3

Bachelor Scheikunde (joint degree)

Tentamen
Datum: 21 October 2019
Tijd: 12-14:45uur
Aantal pagina’s: 3 (inclusief voorblad)
Aantal open vragen: 14
Bij iedere vraag staat het maximaal te behalen aantal punten vermeld.Totaal aantal te
behalen punten: 20

VOORDAT U BEGINT
• Controleer of uw versie van het tentamen compleet is.
• Schrijf uw naam en studentnummer en indien van toepassing versienummer
op elk vel papier dat u inlevert en nummer de pagina’s.
• Uw mobiele telefoon moet uit staan en in uw jas of tas zitten. Uw jas en tas
moeten op de grond liggen.
• Toegestane hulpmiddelen: Scrap paper, Calculator (non-graphical), self-
made formula sheet 1A4 written on 2 sides. Overige hulpmiddelen zijn niet
toegestaan.

HUISHOUDELIJKE MEDEDELINGEN
• De eerste 30 minuten en de laatste 15 minuten mag u de zaal niet verlaten,
ook niet voor het bezoeken van het toilet.
• 15 minuten voor het eind wordt u gewaarschuwd dat het inlevertijdstip nadert.
• Vul na afloop van het tentamen het evaluatieformulier in, indien van toepassing.
• U bent verplicht zich op verzoek van de examinator (of diens vertegenwo-
ordiger) te kunnen legitimeren met een bewijs van inschrijving en een geldig
legitimatiebewijs.
• Tijdens het tentamen is toiletbezoek niet toegestaan, tenzij de surveillant hier
toestemming voor geeft.
• Het tentamen moet na afloop weer ingeleverd worden en mag niet worden
meegenomen.

Succes!
 Wiskunde voor Chemici 3
Exam

Monday 21 October 2019

The number of points associated to all subquestions (marked by letters (a), (b), ...)
is indicated as a superscript inside square brackets.

1. Consider the matrix

 
5 1−i
A=
1+i 4

a) [0.5]
Do you expect the eigenvalues of A to be real? Explain your
answer.
b) [0.5] Compute the eigenvalues of A.
c) [2.5] Compute the eigenvectors of A and normalize them.
d) [0.5] Write a unitary matrix U such that U † A U = D, where D
is a diagonal matrix.
e) [0.5]Write the matrix D and the matrix cos(D)
 
[1.5] 3−i
f) Write the vector v = in the basis of the normal-
−1 + 2i
ized eigenvectors of A.

2. Evaluate the following integrals

a) [1.5]

√
∞ ∞2 2 2 ∞
e−3 x +y +z
Z Z Z
dx dy dz p
−∞ −∞ −∞ x2 + y 2 + z 2

b) [1.5]

Z ∞ Z ∞ Z ∞
2 +y 2 +z 2 )
dx dy dz (x2 + y 2 + z 2 )3/2 e−2(x
−∞ −∞ −∞

c) [1.5]

Z ∞ Z ∞ Z ∞
2 +y 2 +z 2 )
dx dy dz x y z e−a(x a>0
−∞ −∞ −∞

1
3. Consider the following operator acting on the space of one-dimensional
square-integrable functions in [0, +∞), with f (0) = 0.

∂2 x2 1
Ĥ = − 2
+ + .
∂x 16 x

a) [0.5] Explain what square-integrable means.

x2
b) [1] Consider the function ψ(x) = e− 8 (2x + x2 ). Is it square-
integrable in [0, ∞) ? Explain your answer.
c) [3.5] Show that ψ(x) is an eigenfunction of Ĥ with eigenvalue 54 .
d) [1] Normalise ψ(x).

4. Consider the 3 following linear-independent but non orthogonal func-

tions in [0, ∞).
x 3
e− 2 , e−x , e− 2 x

a) [3.5] use the Gram-Schmidt method to construct an orthonormal

basis φ1 (x), φ2 (x), φ3 (x) from them.