You are on page 1of 8

3 november 2022

Toets voorkennis wiskunde — deel A

Vraag 1: Rekenkunde — machten

Als a, b, c > 0,
0
a(c ) + b(0 )
c

waaraan is dan gelijk?


(ac )0 + (b0 )c

b+1
O
2
a+1
O
2
2
O
a+1
2
O
b+1

Vraag 2: Rekenkunde — breuken

Welke van de volgende uitspraken is correct?

1 1 1
O ∀x, y ∈ R0 : 2
+ 2 = 2
x y x + y2
1 1 1
O ∀x, y ∈ R0 : − = 2
x2 y 2 x − y2
1 1 1
O ∀x, y ∈ R0 : 2
· 2 = 2 2
x y x ·y
1 1 1
O ∀x, y ∈ R0 : : = 2 2
x2 y 2 x :y
Vraag 3: Veeltermen — ontbinden in factoren

Welke van de volgende ontbindingen in factoren is correct?

O x8 − 1 = (x − 1)(x + 1)(x2 − 1)(x4 + 1)

O x8 − 1 = (x − 1)(x + 1)(x2 + 1)(x4 − 1)

O x8 − 1 = (x − 1)(x + 1)(x2 + 1)(x4 + 1)

O x8 − 1 = (x − 1)(x + 1)(x2 − 1)(x4 − 1)

Vraag 4: Veeltermen — vergelijkingen

Welke waarden van x zijn oplossingen voor de vergelijking


x3 − 4x2 + x + 6
=0?
x2 − 3x + 2

O x ∈ {−1, 1, 2, 3}

O x ∈ {−1, 2, 3}

O x ∈ {−1, 3}

O x ∈ {1, 2}

Vraag 5: Tekenonderzoek — veeltermen

Wat is de oplossingsverzameling voor de ongelijkheid

x3 − x ≥ 0 ?

O x ∈ ]∞, −1] ∪ [0, +1]

O x ∈ [−1, 0] ∪ [+1, +∞[

O x ∈ ] − ∞, −1] ∪ [+1, +∞[

O x ∈ [−1, +1]
Vraag 6: Tekenonderzoek — rationale vormen

Wat is de oplossingsverzameling voor de ongelijkheid


1 1
+ 2 ≥0?
x x

O x ∈ [+1, +∞[

O x ∈ ] − ∞, +1] \ {0}

O x ∈ [−1, +∞[ \ {0}

O x ∈ ] − ∞, −1]

Vraag 7: Rechten — snijpunt

De rechte door de punten (1, 2) en (1, 4)


en de rechte door de punten (2, 1) en (4, 1)
snijden elkaar

O in het punt (1, 1)

O in het punt (2, 4)

O in het punt (4, 2)

O nergens

Vraag 8: Rechten — bijzondere standen

Als de rechte A de vergelijking heeft 4x + 3y − 12 = 0


en de rechte B heeft de vergelijking 3x + 4y − 12 = 0
dan zijn

O rechte A en B evenwijdig

O rechte A en B allebei stijgend maar niet evenwijdig

O rechte A en B allebei dalend maar niet evenwijdig

O rechte A en B loodrecht
Vraag 9: Goniometrie — driehoeken

Welk verband geldt er tussen de lengten x en y in onderstaande rechthoekige driehoek ?

O y = x · cos α

O y = x · sin α

O y = x · tan α

O y = x · cotan α

Vraag 10: Goniometrie — goniometrische getallen

Als de hoek α in het tweede kwadrant ligt,


en je weet dat sin α = 1/2,
bepaal dan de andere goniometrische getallen.


3 √
O cos α = + en tan α = + 3
2

3 1
O cos α = + en tan α = + √
2 3

3 √
O cos α = − en tan α = − 3
2

3 1
O cos α = − en tan α = − √
2 3
3 november 2022

Toets voorkennis wiskunde — deel B

Vraag 1: Matrices — determinant

 
1 0 0
De determinant van de matrix  0 2 0  is gelijk aan
 

0 −1 3

O 5

O 6

O 7

O 0

Vraag 2: Matrices — produkt

!
3  
Als A = en B = 1 2
−1
welke van volgende uitspraken is dan correct?

!
3 6
O A·B=
−1 −2
!
1 2
O A·B=
3 −1
!
3 1
O A·B=
−1 2

O A · B = (1)
Vraag 3: Limieten — a

sin(ax)
Berekening van de limiet lim geeft
x→0 cos(bx)

O a

O 1/b

O 0

O 1

Vraag 4: Limieten — b


x+1−2
Berekening van de limiet lim geeft
x→3 x−3

O 0

O +∞

O 1/4

O −2/3

Vraag 5: Afgeleiden — a

1
De afgeleide van de functie met voorschrift f (x) = is gelijk aan
2x

1
O
2
1
O −
2x2
1
O ln x
2
1
O
4x2
Vraag 6: Afgeleiden — b

1
De afgeleide van de functie met voorschrift f (x) = √ is gelijk aan
x2 + 4

2x
O
x2 +4
x
O −√
x2 + 4(x2 + 4)
1
O − (x2 + 4)−3/2
2

O 2 x2 + 4

Vraag 7: Speciale functies — domein/bereik

Wat is het domein of definitiegebied van de functie met voorschrift



x+4
f (x) = ?
x+3

O ] − 3, +∞[

O [−4, +∞[ \ {−3}

O ] − ∞, +3[

O ] − ∞, +4] \ {−3}

Vraag 8: Speciale functies — logaritmen

Welke van volgende uitspraken is NIET correct?

O ln 2 + ln 3 = ln 6

O ln 8 − ln 2 = ln 4

O (ln 3)2 = ln 9

O ln 2 + ln 21 = 0
Vraag 9: Functieverloop — grafiek

Wat is de correcte grafische voorstelling van de functie met voorschrift

f (x) = (x − 1)2 + 1 ?

O O

O O

Vraag 10: Functieverloop — extreman

De functie met voorschrift f (x) = x3 − 6x2 + 9x bereikt

O een lokaal minimum in 0 en een buigpunt in 3

O een lokaal maximum in 0 en een lokaal maximum in 3

O een lokaal maximum in 1 en een lokaal minimum in 3

O een buigpunt in 1 en een lokaal minimum in 3

You might also like