You are on page 1of 4

HERHALINGSOPDRACHTEN: 2de semester

ALGEBRA
1. Ontbind de volgende veelterm van de tweede graad in factoren.
−15 x ²+ 14 x+ 1
2. Bepaal m zodat de volgende vergelijking van de 2de graad één en slechts één oplossing
heeft.
mx ²+ 9 x+ m=0

3. Een vierkantsvergelijking heeft de volgende oplossingenverzameling: V = { 6 ,−7 }


Stel een vergelijking op van deze vierkantsvergelijking.

4. Bepaal de vergelijking van de parabool met als top T(-3,-2) en die gaat door het punt P (0,16).

5. Bepaal de vergelijking van de symmetrieas van de parabool die gaat door de oorsprong en
door de punten P(2,8) en Q(-2,24).

6. De parabool met vergelijking y=9 x ²+bx +c heeft als symmetrieas x=1 en heeft juist één
punt gemeenschappelijk met de x-as.
Bepaal b en c.

7. Gegeven : een parabool met als voorschrift f(x) = px² + qx + 4.


Gevraagd : p en q zodat (2,5) de top van de parabool is.

8. Bereken telkens de coördinaten van de eventuele snijpunten van de 2 parabolen.


2
P1 : y=−0,5 x + 3,5 x +3
P2 : y=x 2−10 x+24

9. Los op in IR en stel de oplossingenverzameling voor door een interval.


2 2
6 x −x +8 ≥3 x +4 x +6
10. Een rechthoek heeft een omtrek van 80 m.
Tussen welke waarden moet de lengte en de breedte van deze rechthoek liggen opdat de
oppervlakte groter zou zijn dan 175 m²?

11. Bepaal parameter m zodanig dat parabool P volledig boven de x-as ligt.
2
P : y=m x + 4 x+ 1
BESCHRIJVENDE STATISTIEK
1. In een broodjeszaak worden 45 dagen het aantal verkochte broodjes bijgehouden. Dit
verkregen we als resultaat:

Gegroepeerde frequentietabel

index Klasse Klassenmidden absolute relatieve cumulatieve cumulatieve


frequentie frequentie absolute relatieve
i frequentie frequentie

1 [77,89[ 83 3 7% 3 7%

2 [89,101[ 95 7 16% 10 22%

3 [101,113[ 107 7 16% 17 38%

4 [113,125[ 119 6 13% 23 51%

5 [125,137[ 131 7 16% 30 67%

6 [137,149[ 143 11 24% 41 91%

7 [149,161[ 155 4 9% 45 100%

Bereken:
a) Gemiddelde
b) Modus
c) Mediaan
d) 1ste kwartiel (Q1)
e) 3de kwartiel (Q3)
f) Variatiebreedte
g) Interkwartielafstand (IQR)
h) Standaardafwijking
VECTORIELE EN ANALYTISCHE MEETKUNDE
1⃗ 2⃗
1. Construeer: 3 ⃗
A− B + C
2 5

2. Vervang door één plaatsvector:


3⃗
AB + 2 ( ⃗
BD+ ⃗
BC )−( ⃗
CD +⃗
BD )=¿

3. We nemen een vierhoek ABCD en de zwaartepunten Z 1 en Z2 van ABC en ACD.


⃗ 1
Bewijs: Z 1 Z 2= ⃗BD
3

4. Teken 2 niet evenwijdige plaatsvectoren ⃗


A en ⃗
B van ПO. De parameter k is een reëel getal.
Teken de rechte met volgende vectoriële vergelijking.
a: ⃗
P= (1−2 k ) ⃗
A +( k−2) ⃗
B
5. Ten opzichte van een assenstelsel geven we: A(-3,4), B(5,2)
Bepaal de coördinaat van de punten M, N en P die [AB] in vier even lange delen verdelen.

6. Bepaal een koppel richtingsgetallen en de richtingscoëfficiënt van de rechten bepaald door


volgende gegevens:
a) gaande door (-2, 7) en (1, -8)

(a,b) = m=

b) de x-as

(a,b) = m=

c) de y-as

(a,b) = m=

d) de rechte met vergelijking: 2x - y + 4 = 0

(a,b) = m=

3
e) de rechte met vergelijking: y= x
4

(a,b) = m=

7. Bepaal p zodat de volgende punten op één rechte liggen.


A(2 , 3) B(p , 2) C(p + 2 , p – 3)

8. Stel een vergelijking op van de middelloodlijn l van het lijnstuk [AB].


A(2,3) en B(4,5)

9. Bepaal de afstand tussen de rechten a en b.


a :12 x−5 y−2=0
b :12 x−5 y−6=0

10. Gegeven is de vergelijking van de rechte a: (p – 1)x + (p + 1)y – 3(p + 3) = 0


Bereken voor welke waarde van parameter p de rechte a:
a) evenwijdig is met de x-as
b) evenwijdig is met de y-as
c) door de oorsprong gaat
d) richtingscoëfficiënt 3 heeft

You might also like