You are on page 1of 2

Extra oefeningen: Goniometrische functies: §1.

Radialen
Oefening 1 Zet om naar graden, minuten en seconden. Met rekentoestel.

1) 9,425 rad = 3) 0,77 rad =

2) 3,1416 rad = 4) -9,3456 rad =

Oefening 2 Zet om naar radialen. Met rekentoestel.

1) 15°12’13’’ = 3) 158°32’’ =

2) -63°54’18’’ = 4) 58°36’ =

Oefening 3 Zet om naar graden. Zonder rekentoestel.


4𝜋
1) 15 =
3𝜋
2) =
10
11𝜋
1) 9
=

Oefening 4 Zet om naar radialen. Zonder rekentoestel.

1) 260° =

2) 24° =

3) 63° =

Oefening 5 Vereenvoudig:

1) sin𝛼 . cos(𝜋 − 𝛼) + cos𝛼 . sin(𝜋 − 𝛼) =


𝜋 𝜋
2) sin𝛼 . cos( − 𝛼) + cos𝛼 . sin( − 𝛼) =
2 2

sin(𝛼+4𝜋). sin(𝜋+𝛼)
3) =
cos(𝜋+𝛼). 𝑐𝑜𝑠𝛼

Oefening 6

Oefening 7
Oefening 8

Oefening 9

Oefening 10 Zonder rekentoestel


3𝜋 1
a) Vul aan met een waarde tussen 𝜋 en : cos ( ……….. ) = −
2 2

3𝜋 √3
b) Vul aan met een waarde tussen en 2𝜋 : sin ( ……….. ) = − 2
2
3𝜋
c) Vul aan met een waarde tussen en 2𝜋 : tan ( ……….. ) = −1
2

Oefening 11

Herleid naar een hoek uit het eerste kwadrant en geef daarna de bijhorende waarde.
19π
1) cos =
4
17𝜋
2) tan (− )=
6
15π
3) cos =
4
14π
4) sin (− )=
3
17π
5) sin =
6

You might also like