You are on page 1of 2

CLIL- REFLECTIE

Wat ging er goed? Dit wil ik behouden.

De groepsamenstelling heeft ervoor gezorgd dat de sfeer erg goed zat en dat we makkelijk tot beslissingen
konden komen. Verder hebben we de beginsituatie, tijdens de observatie breed kunnen observeren. Waardoor we
de les erg goed op hun voorkennis konden afstemmen. De les was met andere woorden noch te makkelijk noch
te moeilijk.

Differentiatie en afwisseling kenmerkden onze les erg goed. We brachten variatie in de werkvormen en
activiteiten, waardoor de leerlingen tijdens het hele les verloop actief betrokken werden.

Om de voorkennis van de leerlingen op te roepen, tijdens de instap, hebben we een quiz voorbereid. Alle
leerlingen werden actief betrokken aangezien de quiz doelgericht opgesteld was. Op het einde van de quiz was
het immers de bedoeling dat de leerlingen met behulp van de verzamelde letters een woord vormden.

We traden ook alle drie op als inhoudelijke didactische experts, we konden de leerlingen steeds verder helpen en
inhouden, instructies en/of de uitleg parafraseren als dit nodig was.

Ook beschikten we over een rijk aanbod aan materialen, namelijk: memory-kaartjes, leitjes, …

De les was een groot succes! Iedereen nam actief deel aan de les, ze probeerden ook steeds een antwoord te
vinden op de vragen die we stelde.

Het niveau van Nederlands bij de leerlingen was ook vrij goed. Tijdens de les verbeterde we af en toe de
leerlingen wanneer ze fouten maakten, dit gebeurde op een subtiele manier. Door middel van verschillende
gesprekstrategieën: parafraseren, positieve bekrachtiging, verschillende soorten vragen. Dit allemaal om een
negatief zelfbeeld, bij de leerlingen, te vermijden.

Wat ging er slecht? Dit moet ik veranderen en verbeteren.

Tijdmanagement was ons grootste werkpunt. Tijdens het geven van de lessen, hadden we te maken met
tijdgebrek. Wij hebben ervoor gekozen dat de activiteiten op een speelse manier gegeven werden, door een
mimmenspel, raadspel te organiseren. Waardoor we het bijhorende didactisch materiaal afgedrukt hadden:
werkblaadjes, mimmenspel, maar konden deze uiteindelijk niet gebruiken. Toch, hebben we ervoor gekozen om
het materiaal niet weg te gooien en deze met de klastitularis mee te geven.

Door gebruik te maken van actieve werkvormen wouden we de focus leggen op de individuele
aanspreekbaarheid van de leerlingen. Deze zat behoorlijk goed, maar na reflectie vinden we dat dit iets beter
kon. Onbewust duidden we steeds de meest mondige leerlingen aan.

Tot slot, werden we geconfronteerd met een technisch probleempje. Het smartboard deed het niet erg goed. Men
kon er immers onmogelijk of zeer slecht op schrijven. Waardoor we behoorlijk wat tijd zijn kwijtgespeeld. Als
we dit van te voren hadden uitgetest zou dit niet erg een probleem zijn geweest.
Individuele werkpunten

We vonden het belangrijk om elkaar feedback te geven om onze werkpunten te vermijden tijdens onze stage. Na
het houden van een korte groepsreflectie zijn we tot specifieke werkpunten gekomen.

Lamia: Lamia heeft de neiging om te snel te spreken. Dit vormde nu niet echt een groot probleem, maar dit had
wel het geval kunnen zijn. Meer specifiek omdat het geen Nederlandstalige school is. Van haar
spreekvaardigheden zal ze werk moeten maken.

Nihad: Nihad legde de opdrachten soms lang uit, bij het geven van de instructies.

Yasmine: Yasmine was in het begin heel verlegen, ze durfde niet in te gaan tijdens de les. Maar na een 20-tal
minuten ging het veel beter. Ze vond het moeilijk om les te geven met andere personen. Ook moet ze rekening
houden met het gebruik van verkleinwoorden.

You might also like