You are on page 1of 3

Oefentoets Strafprocesrecht 2022-2023

Deel A (totaal 75 punten)

Casus Bejaarde drugsdealers

Deel I
Alice is werkzaam in het Arnhemse verzorgingstehuis ‘De Witte Linie’. Het is haar de laatste
tijd opgevallen dat verschillende bewoners klagen over verdwenen geld. Ook gaan er
hardnekkige geruchten rond dat onder leiding van bewoner Simon op grote schaal drugs
wordt verhandeld. Dit zou Alice niets verbazen, aangezien Simon bovengemiddeld vaak dure
nieuwe spullen koopt, zich vaak verdacht gedraagt en zij dagelijks verschillende mensen rond
het verzorgingstehuis ziet hangen en zij vermoedt dat dit drugsgebruikers zijn.

Iedere woensdagavond is het filmavond in De Witte Linie. Op een zekere woensdagavond


kijken de bewoners naar de film ‘Scarface’. Alice houdt deze avond een oogje in het zeil. In
een kwartier tijd ziet ze wel vier bewoners een bezemkast inlopen en na een minuut weer
uitlopen. Ze besluit een kijkje te nemen en treft daar twee lege zakjes en een vol zakje met
wit poeder aan. Ze neemt alle zakjes mee en belt James, een bevriende politieagent, en legt
uit wat ze heeft aangetroffen en ze vraagt of ze die avond nog bij hem langs kan gaan. Later
op de avond gaat Alice langs bij politieagent James. Zij vertelt hem dat ze al even het
vermoeden had dat in groepsverband criminele activiteiten plaatsvonden in De Witte Linie en
dat haar vondst van die avond haar vermoeden heeft bevestigd.

James schrikt van haar verhaal. Hij denkt dat het witte poeder cocaïne is en een sneltest
bevestigt dat. James legt Alice uit dat één zakje coke niet genoeg is om een georganiseerd
verband aan te tonen en dat het ook niet wenselijk is dat Alice op eigen houtje onderzoek
doet. James overlegt met de officier van justitie. De officier vindt alle informatie bij elkaar
voldoende om een van de oudste undercoveragenten, Piet, naar het verzorgingstehuis te
sturen. Hij zal immers niet opvallen tussen de andere oude bewoners. Hij krijgt het bevel om
zoveel mogelijk informatie te verzamelen om erachter te komen of er daadwerkelijk een
criminele organisatie actief is in de Witte Linie en hij moet zien te achterhalen of het
inderdaad Simon is die de handel organiseert. Piet krijgt dan ook de instructie om gesprekken
aan te knopen met de verschillende bewoners en de activiteiten binnen het verzorgingstehuis
actief waar te nemen, maar hij mag niet zelf deelnemen aan criminele activiteiten. Het is de
bedoeling dat Piet vier weken in het verzorgingstehuis gaat wonen zodat hij de boel 24/7 in
de gaten kan houden. De officier van justitie en James hopen daarmee bewijs te kunnen
verkrijgen van de vermeende strafbare feiten die in het verzorgingstehuis worden gepleegd.

Vraag 1a (10 punten)


Het Wetboek van Strafvordering, meer specifiek in de titels over bijzondere
opsporingsbevoegdheden (‘Wet BOB’), onderscheidt onder meer zogenoemde klassieke
opsporing en vroegsporing. Identificeer de in de casus beschreven bijzondere
opsporingsbevoegdheid, leg uit van welke vorm van opsporing sprake is en op basis van
welke wettelijke bepaling de bijzondere opsporingsbevoegdheid in de casus dus kan worden
ingezet.
Deel II
Stel, anders dan het voorgaande, dat de officier van justitie niet besluit om Piet als
undercoveragent naar het verzorgingstehuis te sturen, omdat er andersoortige informatie
beschikbaar is.

Het toeval wil namelijk dat een aantal dagen na de bewuste filmavond een bezorgde bewoner
zich bij Alice meldt. Hij stelt dat hij, toen hij bij Simon op bezoek was en deze even naar de
WC ging, brikken cocaïne in Simons kamer heeft zien liggen. Hij laat aan Alice foto’s zien
die hij van de brikken heeft gemaakt. Ook vertelt hij aan Alice dat hij heeft gezien dat Simon
cocaïne aan het dealen was. Alice neemt wederom contact op met James. James heeft nét een
MMA-melding binnengekregen waarin wordt gemeld dat ‘een bejaarde man wiens naam
begint met een S’ zich bezighoudt met cocaïnehandel vanuit De Witte Linie. James overlegt
de zaak met de officier van justitie. De officier van justitie beveelt James om, op grond van
artikel 126m Sv, de telefoon van Simon gedurende vier weken af te tappen, na hiervoor een
schriftelijke machtiging van de rechter-commissaris te hebben gevorderd en ontvangen. Het
bevel van de officier is schriftelijk en de inhoud van het bevel voldoet aan de wettelijke eisen.

Vraag 1b (20 punten)


Beoordeel de rechtmatigheid van inzet van de telefoontap (art. 126m Sv).

Deel III
Ga ervan uit dat de tap rechtmatig was. Uit de telefoontap blijkt dat Simon dagelijks
afspraken maakte met als doel een ontmoeting en dat over de telefoon onder andere werd
gesproken over “doekoe”, “dope”, “sos”, en zijn speciale aanbieding: “3 gram voor een
barkie”. Daarnaast heeft Alice inmiddels een belastende verklaring afgelegd op het
politiebureau. Ook heeft een medebewoonster aangifte gedaan van diefstal waarbij zij heeft
verklaard dat zij Simon heeft betrapt op het moment dat Simon haar portemonnee stal. Dit in
combinatie met het feit dat Simon in 2019 nog onherroepelijk is veroordeeld voor eenvoudige
diefstal (art. 310 Sr), maakt dat de politie besluit direct verdere actie te ondernemen. Op 12
maart 2022 wordt Simon door twee opsporingsambtenaren met toestemming van de officier
van justitie in het verzorgingstehuis aangehouden op verdenking van eenvoudige diefstal en
handel in cocaïne als bedoeld in respectievelijk artikel 310 Sr en artikel 2 sub B jo. artikel 10
lid 4 Opiumwet. Tijdens een rechtmatig uitgevoerde doorzoeking worden in zijn kamer
inderdaad de twee brikken cocaïne aangetroffen. Simon wordt op rechtmatige wijze verhoord
en in verzekering gesteld. Tijdens het verhoor grapt Simon dat hij altijd al geïnteresseerd is
geweest in drugscriminaliteit en dat hij dat ook altijd zal blijven. Ten slotte blijkt uit een
rapport van een psycholoog dat Simon een ernstige neiging heeft tot kleptomanie.
De officier van justitie wil dat de rechter-commissaris een bevel tot bewaring verleent voor
de duur van veertien dagen. Hij doet daartoe een vordering. De inhoudelijke zitting is nog
niet ingepland.
Vraag 2 (30 punten):
Kan een bevel tot bewaring tegen Simon worden verleend? Ga er bij de beantwoording van
deze vraag van uit dat de aanhouding, het verhoor en de inverzekeringstelling van Simon
rechtmatig waren. NB: Je mag je antwoord baseren op de informatie die in dit deel (deel III)
van de casus staat genoemd.

Deel 4

Het is 18 februari 2023: Simon moet voor de rechtbank verschijnen. De raadsman van Simon
voert tijdens het onderzoek ter terechtzitting een uitgebreid betoog en doet, met betrekking tot
het verkopen van cocaïne (art. 2 sub B jo. art. 10 lid 4 Opiumwet), een beroep op
ontoerekeningsvatbaarheid in de zin van artikel 39 Sr. Volgens de raadsman van Simon is
Simon namelijk verstandelijk beperkt. Het verweer van de raadsman wordt schriftelijk
vastgelegd: hij overhandigt zijn pleitnota aan de rechtbank. Gelet op de feiten en
omstandigheden acht de rechtbank het verweer niet aannemelijk; de rechtbank verwerpt het
verweer.

Vraag 3 (15 punten):


Dient de rechtbank de verwerping van het verweer in het vonnis op te nemen en te
motiveren?

Open vragen

Vraag 4 (10 punten)


Bij de politie komen in korte tijd veel meldingen binnen dat in de Utrechtse wijk
Wittevrouwen uit een bepaald type auto steeds de stuurinstallatie wordt gestolen. Deze zijn
kennelijk veel geld waard en relatief makkelijk uit de auto’s te halen. De politie overweegt
om, in een straat waar al meerdere meldingen zijn gedaan, een geprepareerde auto klaar te
zetten, voorzien van het begeerde stuur. Zo hoopt zij de mogelijke dieven op heterdaad te
kunnen betrappen. U wordt gevraagd om advies. Zet uiteen onder welke omstandigheden dit
wel of niet zou mogen.
Vraag 5 (15 punten)

Leg uit wat – in het kader van bewijsuitsluiting als mogelijk aan een vormverzuim te
verbinden rechtsgevolg – wordt bedoeld met het reparatieargument, het
demonstratieargument en het effectiviteitsargument.

You might also like