You are on page 1of 649

Over dit boek

Dit is een digitale kopie van een boek dat al generaties lang op bibliotheekplanken heeft gestaan, maar nu zorgvuldig is gescand door Google. Dat
doen we omdat we alle boeken ter wereld online beschikbaar willen maken.
Dit boek is zo oud dat het auteursrecht erop is verlopen, zodat het boek nu deel uitmaakt van het publieke domein. Een boek dat tot het publieke
domein behoort, is een boek dat nooit onder het auteursrecht is gevallen, of waarvan de wettelijke auteursrechttermijn is verlopen. Het kan per land
verschillen of een boek tot het publieke domein behoort. Boeken in het publieke domein zijn een stem uit het verleden. Ze vormen een bron van
geschiedenis, cultuur en kennis die anders moeilijk te verkrijgen zou zijn.
Aantekeningen, opmerkingen en andere kanttekeningen die in het origineel stonden, worden weergegeven in dit bestand, als herinnering aan de
lange reis die het boek heeft gemaakt van uitgever naar bibliotheek, en uiteindelijk naar u.

Richtlijnen voor gebruik

Google werkt samen met bibliotheken om materiaal uit het publieke domein te digitaliseren, zodat het voor iedereen beschikbaar wordt. Boeken
uit het publieke domein behoren toe aan het publiek; wij bewaren ze alleen. Dit is echter een kostbaar proces. Om deze dienst te kunnen blijven
leveren, hebben we maatregelen genomen om misbruik door commerciële partijen te voorkomen, zoals het plaatsen van technische beperkingen op
automatisch zoeken.
Verder vragen we u het volgende:

+ Gebruik de bestanden alleen voor niet-commerciële doeleinden We hebben Zoeken naar boeken met Google ontworpen voor gebruik door
individuen. We vragen u deze bestanden alleen te gebruiken voor persoonlijke en niet-commerciële doeleinden.
+ Voer geen geautomatiseerde zoekopdrachten uit Stuur geen geautomatiseerde zoekopdrachten naar het systeem van Google. Als u onderzoek
doet naar computervertalingen, optische tekenherkenning of andere wetenschapsgebieden waarbij u toegang nodig heeft tot grote hoeveelhe-
den tekst, kunt u contact met ons opnemen. We raden u aan hiervoor materiaal uit het publieke domein te gebruiken, en kunnen u misschien
hiermee van dienst zijn.
+ Laat de eigendomsverklaring staan Het “watermerk” van Google dat u onder aan elk bestand ziet, dient om mensen informatie over het
project te geven, en ze te helpen extra materiaal te vinden met Zoeken naar boeken met Google. Verwijder dit watermerk niet.
+ Houd u aan de wet Wat u ook doet, houd er rekening mee dat u er zelf verantwoordelijk voor bent dat alles wat u doet legaal is. U kunt er
niet van uitgaan dat wanneer een werk beschikbaar lijkt te zijn voor het publieke domein in de Verenigde Staten, het ook publiek domein is
voor gebruikers in andere landen. Of er nog auteursrecht op een boek rust, verschilt per land. We kunnen u niet vertellen wat u in uw geval
met een bepaald boek mag doen. Neem niet zomaar aan dat u een boek overal ter wereld op allerlei manieren kunt gebruiken, wanneer het
eenmaal in Zoeken naar boeken met Google staat. De wettelijke aansprakelijkheid voor auteursrechten is behoorlijk streng.

Informatie over Zoeken naar boeken met Google

Het doel van Google is om alle informatie wereldwijd toegankelijk en bruikbaar te maken. Zoeken naar boeken met Google helpt lezers boeken uit
allerlei landen te ontdekken, en helpt auteurs en uitgevers om een nieuw leespubliek te bereiken. U kunt de volledige tekst van dit boek doorzoeken
op het web via http://books.google.com
Femme

ਇਤe
/

>
1

!
1

į
.

BIBLIOTHECA
SEMINARIE
RYSENBURGENSIS.
A L G E ME EN
HUISHOUDELIJK-, NATUUR-, ZEDEKUNDIG- EN KONST-.

WOORDENBOEK , l'ervattende veele middelen om zijn

GOED TE V E R M E ERD ER EN ,
ZIJN E Ε Ν

GEZONDHEID TE BEHOUDEN ,
Met verſcheidene visſe en beproefde Middelen voor een groot getal van Ziektens ; en ſchoone Geleimen ,
om tot een hoogen en gelukkigen ouderdom te geraaken .
Een menigte van manieren , om LAMMEREN , SCHAAPEN , KOEIJEN, PAARDEN , MUIL -EZELS,
HOENDEREN , DUIVEN , HONING -BIJEN , ZIJDE WORMEN te kweeken ,
voeden , geneezen , en winst te doen met die Dieren.

Lene Natuurkundige Beſchrijving van HUISHOUDELIJK- en WILD.GEDIERTE , VOGELEN en


VISSCHEN , en de middelen om dezelve te jaagen en te vangen.
Een groot aantal van geheimen in den TUINBOUW , KRUIDKUNDE , AKKERBOUW , LAND .
BOUW , WIJNGAARD. en BOOMGAARDBOUW ; gelijk ook de kennisſe van VREEMDE
GEWASSEN ; en haare EIGENAARTIGE KRACHTEN , enz.
Met de voordeelen van het DISTILLEEREN , VERWEN , ZEEPZIEDEN , STIJFSELMAAKEN ,
SCHILDEREN met Water. en Olie.verf; het maaken van BAAIJEN en STOFFEN
voor deeze en andere Landen ; van TURF , STEEN , enz.
Al het geen een bekwaame HUISHOUDSTER dient te weeten ; als het bereiden van allerlei zoort van
SPIJZEN , DRANKEN , GEBAKKEN , CONFITUUREN ; het inmaaken van
GROENTENS voor de Winter , enz.
Om CHITSEN on KANTEN in 't nieuw te wasſchen , enz .
Wat er in de SLACHTTIJD moet rerricht worden. Het bereiden van MEED, CIJDER , AAL
BESIEN.WIJN , RATAFIA , veelerlei zoorten van LIQUEURS , enz .
De middelen , waar van zich KOOPLIEDEN bedienen , om grooten Handel te drijven .
Een korte fchets van de meeste KUNSTEN , WEETENSCHAPPEN en HANDWERKEN.
Voorts alles , wat HANDWERKSLIEDEN , TUINIERS, WIJNGAARDENIERS, KOOPLJEDEN , »
WINKELIERS , BANKIERS , COMMISSARISSEN , OVERHEEDEN , OFFICIERS van 'o
Gerecht , EDELLIEDEN , GEESTELIJKEN en andere Luiden van aarzien , in de
eerſte Bedieningen doen moeten, om zig welvaarende te maaken.
I
D 0 0 R

M. Ν Ο Ε L C Η Ο Μ Ε L,
Tweede Druk gebeel verletert, en meer als de belſte vermeerdert door
J. A. DE C H A L M от , спу .
Z ES DE DE EL,
L'errijkt met Kunstplaaten.

Te LEYDEN bij JOH . LE MAIR , en te LEEUWARDEN bij J. A. DE CHALMOT.


M D C C L X X V II I.
1
I ! Oi! I
!
1
)
5555555555 டுடுடு191
CS
GGGGGG GGGGGGGGG

HUISHOUDELIJK
WOORDENBOEK ,
2 Ę S D E ' ; DE EL.

S.

mais de agttiende letter , en veertiende con . egter mogen denken , of zij ook zag op deszelfs uitmun.
Sonnant ofmedeklinker, van het nederduit- tendheid in grootte en moed ; dewijl geen andere ор het
S, ſche Alphabet. Het is de o of s der grove wild aanvalt , dan deeze. Hij is veel grooter dan de
Grieken die het Sigma uitſpreeken , en de gemeene Valken en komt den Gier Valk zeernabij, heb.
o Samech der Hebreërs. bende een bruinag: ige rug en een gevlakt lijf, met witte
Bij de Ouden was de S. een talletter , welke zeven beenen. De Valkeniersonderſcheiden er drie zoorten van ,
betekende. In de telling der Grieken betekende de o de eerſte Saph genoemd, die Haazen vangt en jonge Her.
met een klein Atreepje er boven , o 200 ; indien het ten , vindt men in Egijpte ; en de tweede die zig mees ,
ſtreepje beneden was deed hij 1000 maal 200 , dus a, ter maakt van Deinen en Rheën , geeft men den naam
200.000. In de hebreeuſche telling doet de o Samech van Leurij; en de derde , die Sinaire heet of Pelgrim ,
50 , en indien er twee horiſontaale ſtippen boven ſtaan , wordt voor een Trekvogel gehouden , die uit Rusland ,
betekend het 1000 maal 50 , dus ö 50.000. Tartarie en van de zwarte zee , verhuist naar 't zuiden
De letter S. word in verſcheidene abbreviatien of zelfs tot in Indie. Men vangt deczen , op de Levant.
verkortingen der Ouden gevonden , waar van ik mij ſche Eilanden , Ciprus, Candia en Rhodus; dog, waar
hier zal vergenoegen , de zodanige bijtebrengen dien 't hij neſtele of zijne woonplaats hebbe , is gebeel onbe
veelvuldigst voorkoomen. S , betekend dikwils , Ser. kend.
vius een eigennaam , of San & us ; SS , Santisſimus; SAAMOUNA , zie PAVIA.
S. C. , Senatus Conſultum ; S. D. , Salutem dicit ; S. P. SABBAT, betekend bij de Jooden , de zevende dag
D. , Salutem plurimam dicit; SEMP. Sempronius; SEPT. der weeke , die zij vieren , ter gedagtenisſe , van dat
Septimus ; SER. Servilius; Sext. Sextus; SEV. Se. God na de wereld in zes dagen te hebben geſchaapen ,
verius; SP. Spurius ; S. P. Q. R. Senatus Populusque op de zevende ruste .
Romanus. Het woord Sabbat is zuiver hebreesch , naw , en be.
Bij de Geneesheeren betekend S. A., Secundum Ar. tekend ophouding of rust. Philo noemt het 7* xogues
tem , dat is na de konst ; en in de Scheijkunde verſtaat Jentgia , de dag van de geboorte der waereld. Zommigen
men door S. S. S. , Stratum Super Stratum , laag op zijn van denkbeeld , dat Gon van den eerſte tijd der
laag. Scheppinge af, aan de Menſchen gebood , den Sabbat te
SAAD , zie ZAAD. vieren ; zij gronden hun gevoelen op Geneſ. II v. 2 en 3 ,
SAAD- LOBBE , zie COTIJLEDON . dat God de dag op welke hij ruste , heiligde en dezelve
SAAKER , ook Britanniſche' Valk genoemd; is een zegende. Dit is het gevoelen van Philo, Clemens
zoort van Valk die voor de beste tot de jagt der groote Alex. en van eenige Rabbijnen ; maar de meesten der
Vogelen word gehouden , dog die teffens zeer moeijelijk Oudvaders denken , dat die heiliging en zegening waar
is te behandelen . van Mozes ſpreekt , niet anders was als de voorbeſchik .
Men noemt hem in 't engelsch the Sacre, in ’t fransch
king , die God als doen van den zevenden dag maakte ,
le Sacré, en het Mannetje Sacret ; in 't hoogduitsch Sat-
om na verloop van tijd door zijn volk geheiligt te wor.
ker of Socker, anders ook Stok . en Stoot-Valk. Bij den
den. Ook ziet men niet dat de Aartsvaders die hebben
naam van Falco Sacer , dat is de Heilige Valk , vind men
geviert, of dat God zijn voorneemen is geweest , om
hem in de werken der ouden geboekſtaafd , zonder dat er hun aan te onderwerpen.
de eigentlijke reden van die benaaming blijke. Men zou Maar bij maakt er in 't vervolg voor de Joden een uit.
Vi Deel. A druk .
1
SAB . SAB .
3174

drukkelijk gebod van , zie Exod. XX. enz. , en zulks met na maate men hem wet of kwaalijk heeft gediend. Eina
deezebedreiging, dat deovertreeders met den dood zou. delijk koomthet oogenblik , dat alle de lichten uitgaan.
den geſtraft worden. Ook vierden zij die nauwkeurig De Tovenaars en zelfs de Duivels vermengen zich ad
als een dag welke inzonderheid aan den Godsdienst was dan met de Toveresſen , en hebben vleeſchelijke gě.
gewijd, en hielden zich van alledienstbaar werk af. meenſchap met dezelve ; maar daar zijn er altoos eeni
Men zegt , dat zij zelfs de beſchroomtheit in dat opzigt gen, inzonderheid nieuw aangekooienen ,die den Bok met
zo ver lieten gaan, van te gelooven , dat het hun niet ge: zijne liefkozingen vereert, en met wien hij gemeenſchap
oorlooft was zich op dien dag te verdedigen , indien zij heeft. Dat gedaan zijnde , worden de Tovenaars en To.
aangerand wierden , en om zich eer te laaten om hals yeresſen , wederom op dezelfde wijze door de lucht na
brengen, dan te ſtrijden. Men ziet in het Euangelium , huis gevoert als zij gekoomen waaren. DelRio Disqui
datde Phariſeeuwen nog buitenſpooriger beſchroomthe fit.Magic. lib. II. quæft. XVI.
den hadden . De Sabbat begost vrijdags avonds , volgens De bewijzen die Delrio bijbrengt, om te betoogen
het gebruik der Jooden , die bunne feesten van den cenen dat dit alles waarheid kan zijn , ſtrekken ten waarborge
avond tot den anderen vieren. DeRabbijnen hebben nauw . dat hij veel heeft geleezen; maar daar heerscht geen
keurig dat geene aangetekend, 't welk op den Sabbat. zints die kragtvan redeneering in , welke in ſtaat is den
dag verboden is te doen , en hetwelk door hun tot negen- verſtandigen Leezer te voldoen; ook denken wij dat al
endertig boofdzaaken word gebragt , uit ieder van welke het geen tot nu toe't redelijkſteoverden Sabbat is gezegi,
verſcheidene anderen voortvloeijen. gevonden word , in ' t geen wij hier uit MALEBRANCHE laa:
De Sabbat neemt bijdeJooden aanvang, omtrent een half ten volgen , welke nauwkeurig verklaart , waarom zo
uur voor zonnen, ondergang , en als dan worden alle de veele Menſchen zich verbeeld hebben of verbeelden ,
verboden in agt genomen. De Vrouwen zijn verpligt bij die sagt-zaamenkomſten - tegerswoordig te zijn ge
om in de kamer een Lamp aan te ſteeken , die gewoon weest.
lijk zes pitten , ten minſten vier heeft, welke een groot Een Veedrijver , zegt dien Schrijver , verhaalt 's a.
gedeelte van den nagt brand enz. vonds na den eeten , aan zijn Vrouw en Kinderen , bij
De Sabbat ingeſteld tot een gedagtenis van de Schep . inalkanderen in hun hut zittende , de voorvallen van den
ping der weereld , en om er den Schepper van te verheer. Sabbat , dewijl hij zich zelven verzekerthoud, er geweest
lijken , is bij de Christenen in den Sondag of eerſte dag te zijn , daar bij zijnc verbeelding door de dampen van den
der weeke verandert , tot een heuglijk aandenken van de wijn tamelijk verhit zijnde , zo ſpreekt hij er op een ſterke
Opſtandinge Jesu Christi , onzen gezegenden Heiland. en hevige wijze over. Zijn natuurlijke weiſpreekend
SABBAT , dus word ook de ragovergadering ge heid , is dus vergezelſchapt met de geneigtheid waar in
noemd , daar men veronderlield dat zich de Tovenaars en het gantſche Gezin zich bevind , on over zulk een nieuw
Toverkollen door de lucht heen zweevende, na toe be. en verſchrikkend onderwerp te hooren ſpreeken . Het
geeven , en alwaar zij den Duivel aanbidden . i is niet wel mogelijk , dat met zulke zwakke zielvermo
Zie hier hoofdzaakelijk de beſchrijving die Delrio gens , als doorgaans de Vrouwen en Kinderen begaaft
van dic Sabbat geeft. Hij zegt , dat de Tovenaars of zijn ', zij niet overtuigd worden . Het is een Man , het
Toveresſen , zich in de eerſte plaats met eene zalf be . is een Vaderwelke ſpre :ekt van't geen bij gezien heeft ;
ſtrijken door den Duivel zelven bereid , en zulks aan ze. men bemind hein , men draagt hem eerbied toe , en waaro :
kere deelen van het lighaain , inzonderheid onder de ox . om zoude men hem niet gelooven ? De Veehoeder her
els ; dat zij vervolgens een beſemſlok , hooi. of mest. haalt zulks verſcheidene dagen agter een , allengkens !
vork tusſchen de beenen neemen , of wel op een Geit, `maakt zulks al dieper en dieper indruk op de verbeel .
Stier of Hond gaan zitten ; dat is te zeggen ,op een Dui ding van de Moeder en Kinderen ; zij gewennen er aan ,
vel , die een van deeze gedaantens heeft aangenoo. en eindelijk bevangt hun de nieuwsgierigheid om er zel.
men . In die toeſtand , worden zij met de vlugte (nel. ven heen te gaan . Zij beſtrijken zich , gaan leggen , huno'
heid , en in een ommezien , na ver afgelegene en een- ne verbeelding word nog vuiriger door de geneigdheid
zaame plaatzen gevoert ; zo als bij voorbeeld , na een van hun hart , verhit ; en de indrukzelen die de Vee
woud of wildernis . Hier ſtaat dan in 't midden van hoeder in hunne hersſenen gemaakt had , openen zich
een ruime vlakte , een groot vuur te branden , bene genoeg om bun in den Naap te doen denken , dat zij
vens een verheevene throon , waar op den Duivel die bij alle de dingen tegenswoordig zijn , waar van hij
bij de Sabbat preſideert, gezeten is , en zulks onder de aan hun de beſchrijving heeft gedaan . Zij ſtaan op,
gedaante van een Bok ofHond ; men knielt voor hem ondervraagen zich onderling , en verhaalen aan mal.
of wel men nadert hem ruggelings, een toorts van pik kanderen , wat zij gezien hebben. Het is op deeze
in de hand houdende , en eindelijk doet men hem hul. wijze , dat zich de denkbeelden van hun ingebeeld nagt.
de , met hem voor zijn agterſte te kusſen; nog ver- gezigt verſterken ; en die , welke de ſterkſte verbeel
ſcheidene andere verfoeijelijke ſchandelijkheden wor- dingskragt heeft , daar door in ſtaat zijnde de anderen
den er bedreven , om hem te eeren . Dit voor afgegaan zo veel te beter te overreden , blijft niet in gebreeke
zijnde , zer men zich aan tafel, en de Tovenaars ver. om in weinig nagten , de verdigte historie der Sabbat
zadigen er zich met vleesh en wijn , 'twelk hun door in order te ſchikken. Als dan heeft de Veehoeder vol
den Duivel word bezorgd , of't geen zij zelfs hebbenmaakte Tovenaars gemaakt , en deezen zullen er in 't ver.
medegebragt. Deeze maaltijd word zomtijds vooraf volg veele anderen maaken , indien met een levendige
gegaan en zomtijds gevolgd , door in 't rond gaande en doordringende verbeeldingskragt begaaft, de vreeze
danſen , waar onder gezongen of veel eer op een af- hun niet weerhoud , om dergelijke Sprookjes aan ande
fchurelijke wijze gehuild word ; men doet er Of. ren te verhaalen.
ferhanden , elk verhaalt daar de 'betoveringen dien Daar worden , vớegi hij er bij , dikwils Tovenaars
hij heeft gedaan, de bezweeringen dien bij heeft in van goede trouw gevonden , welke in 't algemeen aan
't werk geſteld ; den Duivel moedigt aan , of berispt ieder een zeiden , dat zij na den - Sabbat gingen , en die
shes
SAD. SAB . SAC. SAF.
3175
het zodanig ſterk gehoofden, dat niettegenſtaande ver- vervolgt , als wanneer dezelven geen andere uitkomst
ſcheidene Menſchen hun bewaakten , en aan hun ver- hebben , dan over te ſpringen op de takken van een an .
zekerden dat zij niet uit het bed geweest waaren , zij nog. deren boom , 't welk het Sabeldier niet kan doen. Ook
thans zwaarigheid maakten , om zich aan derzelver getui. verrast het , dikwils, niet alleen kleine ,maar zelfs groo.
genis over te geeven . Recher. de la Verité , tom. I. liy. te Vogels ; dog het ſtrekt wederom aan de verſcheurende
II. chap. 6. Zie een geval van deezen aart , zeer om. ' Dieren en Roofvogelen ten prooij.
ſtandig verhaalt, bij HEEMSKERK Batay. Arkadia pag . Dit Dier maakt, met de zwarte Vosſen en Otters ,
58 en very . 's Hage 1758. het kosbaarſte bont uit van Moskovie. Voor aan de
Deeze laatſte waarneeming is alleen voldoende, om Kop , aan de Keel en bij de Ooren , is het witagtig of
alle de bewijzen om verre te werpen , die Delrio op eer aschgraauw , dog verder is de Vagt , over 't geheele lijf ,
heeft geſtapeld, om te betoogen dat de lighaamen der To- donkervaal , met een roodagtigen glans, en wordt, hoe
venaars wezentlijk door de lucht na de plaats daar men bruinder of meer naar pek gelijkende, hoe keurlijker
Sabbat hield , wierden gevoert ; ten zij inen met BODI . geagt. Het Haair heeft , hoe fijn en zagt ook , die bij.
NUS mogte beweeren , dat hunne zielen er alleen tegens- zondere eigenſchap, dat het, met de hand geſtreeken
woordig zijn , die den Duivel de magt heeft om tot dat wordende, niet leggen blijft , maar aanſtonds weder op
einde geduurende den Naap uit hunne lighaamen te trek. rijst en zich houdt in de voorige geſtalte. Van deeze
ken , en ze er ná den Sabbat weder na toe te zenden ; Vagten moeten jaarlijks eenige duizenden , uit Siberie ,
belachelijk denkbeeld , waar van Delrio zelven , de tast•aan het Rusfisch Hof geleverd worden , onder andere
baare ongerijmtheid heeft gevoeld. Bonten , tot een ſchatting, de onderhooringe Tartaa
Het is zonder twijffel, uit aanmerking dat het tegens-ren opgelegd. Ook wil men dat de Staats gevange
woordig zijn bij den Sabbat , niet anders dan in de ver. nen , die naar dat land gebannen worden , zomtijds,
beelding huisvest, dat het Parlement van Parijs alle door dergelijke Dieren te vangen hun onderhoud moe
de zogenoemde Tovenaars ontlaat , die niet over- ten zoeken . Een Reiziger verhaalt , dat hij te Peters.
tuigd worden vergift te hebben gegeeven , en niet anders burg een Tabbaard van gitzwarte Sabelvellen zag , die
ſchuldig worden bevonden , als met de inbeelding van door de Keizerin aan den Turkſchen Keizer tot een ge.
na Jen Sabbat te gaan. De Rechtsgeleerde DUARENUS ſchenk zoude gezonden worden , meer dan duizend
keurt deeze gewoonte goed. De aniculis, zegt hij, quce ponden ſterlings waardig. Men vangt deeze Dieren
yolitare per aera , & no&turno tempore ſaltitare & cho • door middel van vallen of ſtrikken , of ſchietze, wan.
reas agere dicuntur , quæritur ? Et ſolent plerique que. neer zij in de boomen zitten , met pijlen uit een boog ,
Atores , in eas acerbius animadvertere quam jus et ratio neemende vooral in agt , hunne keurlijke Vagt niet te
poftulet , cum Sijnodus ancijrana definirerit quædam esſe beſchadigen.
que a cacedæmone multarum mulierum mentibus irrogan . SABINA , zie ZEVENBOOM .
tur ; itaque curia pariſienſis ( ſi nihil aliud admiſerint) SABURRA , zie BALLAST .
eas abfolvere ac dimittere merito conſuevit. AIJRAULT SACARE , dus noemen de Inwooners van het groo:
en Alciatus zijn van het zelfde gevoelen. Deeze laat. te eiland Madagascar, een zeker klein gewigt , waar van
ſte grond zich om dat het onwaar is dat de Toveresſen zij zich bedienen om goud en zilver te weegen . Het
in perzoon na den Sabbat gaan . Dog deeze reden is zeer heeft dezelfde zwaarte als de penning of ſcrupel van
zwak , want , de misdaad is reeds zeer groot van er te Europa. Boven de Sacare zijn de Somsſi en Vari, en
willen gaan , en zich door het bestrijken met zalven die beneden dezelve de Nanqui of Nanque.
zij tot volvoering van dat afſchuwelijk voorneemen no- SACCHARUM , zie ZUIKER .
dig agten , er toe te bereiden. Dit doet MALEBRANCHE SACCHARUM LACTIS , zie MELK SUIKER.
denken dat zij ſtrafbaar zijn . Fr. HOTMANNUS er over SACCHARUM PENIDIUM , zie PENIDIE -SUI
geraadpleegt zijnde , antwoorde dat zij den dood ver . KER .
dienden. TH. Erastus heeft het zelfde beweert , en SACCHARUM PERLATUM , zie MANUS CHRI.
zulks is ook het gemeene gevoelen der meeste Rechs. STI.
geleerden . BAIJLE Reponſe aux quest. d'un Provincial , SACCHARUM SATURNI , zie LOOD -ZOUT.
Chap . XXXIX. pag. 577. l'edit. de 1737. in folio. SACCHI of Saccho , is een koornmaat , waar van
Gelukkig dat wij zulke tijden beleeven , waar in het men zich te Livorno bedient ; veertig Sacchi , maaken
bijgeloof zo verre door de reden is overwonnen , dat een Amſterdamſche Last uit.
geene of ten minſten zeer enkele gevallen van dien SACCUS LACRIJMALIS , zie TRAANEN ZAK.
aart , in de Pleitzaale van onze Gerechtshoven worden SACCUS LACTÉUS , zie RECEPTACULUM
gebragt. CHIJLI.
SABEL-DIER , in 't latijn Zibellina ; (Mustela Sibel- SÁCK -GANS , zie KROP-GANSEN , n. I. pag. 1647.
lina. Raij. Quadr. 201.) Dit Dier onder het geſagt der SACODION , is de naam die door PLINIUS en ou.
Wezelen behoorende , word van zommigen de Rusſiſche of de Natuurkundigen , aan den Amethist is gegeeven ,
Siberiſche Marter genoemd, om dat de lighaamsgeſtalte wanneer dezelve een geelagtig Oog heeft.
veel naar den Marter gelijkt , en dat het gevonden word SACRO LUMBUS , zie HEIL. LENDEN- SPIER.
in de noordelijke deelen van Aſie , die thans in 't alge- SAFFIAAN , zie LEDER, pag . 1787.
meen den naam voeren van Siberie. Anderen noemen SAFFIER , Saphier, in 't latijn Saphirus; is de naam
het de Sabel-Wezel, Muſtela Sibellina of Sobella; de van een blaauwkoleurig edelgeſteente , 't welk door
Duitſchers Zobel , de Polakken Sobol , de Sweeden Sabbel. ſchijnend is , en in hardheid nietdan voor den Diamant
Men vindt het ook, dog veel zeldzaamer, in Litthau- en Rubijn behoeft te wijken . Derzelver koleur ver .
wen , Lapland , in China en Tartarie. Het leeft van dwijnt in 't vuur , zonder dat daarom den ſteen tot Imel;
Muizen , Rotten en zelfs van Inkhoorens , die het langs ten word gebragt.
de takken der groote boomen , tot in de toppen toe, Betrekkelijk tot de koleur, telt men vier verſchillen .
A 2 de

1
3176 SAF . SAF .

de zoorten van Saffieren : 1. De hemelschblaauwe of grond der bloemvoort , enis in drie gekopte en gekam .
azuurkoleurige Saffier, zijnde die geene , welke men deHelmſtijltjesverdeelt; naderhand word de koker een
voor 't fraaijite houd. Het is deeze Saffier, die door langwerpige driehoekige vrugt , in drie celletjes ver
zommige Schrijvers mannelijke Saffier wordgenoemd; deelt, en vol rondagtigezaadjesvervuld ;voeg hier nog
ook geeft men aan denzelven welde naam vanCijanus. bijdat ze een Tuberoozenwortel heeft, en lange gras.
2. De donkerblaauwe Saffier; deeze is minder geagtagtige bladen , met een lange witte groef door het mid
dan de voorgaande. 3. De ligtblaauwe Saffier , een den van elke blad.
weinig na het zeegroen trekkende; eenige Schrijvers Zoorten . Gelijk reeds gezegt is , telt men veelvuldige
noemen denzelven Saphirus praſitis. 4. De ligtkoleurde zoorten van dit gewas , waar van de onderſtaanden de
Saffier waar in het blaauwe genoegzaam riet te beſpeu . voornaainſten zijn.
ren is. Daar is om zo te zeggen tusſchen deeze , en 1. Gemeene bonte Krokus , doorgaans Schotſe Krokus
den Diamant geen ander onderſcheid, als de hardig- genoemd ; Crocus vernus ſtriatus vulgaris.
heit ; deeze laatſte is zomtijds vrouwelijke Saffier ge- 2. Beste goudlakenſche Krokus; Crocus vernus luteur
noemd, anderen hebben er de naam van feuco Saphi- verſicolor primus.
rus aan gegeeven. 3. Hollandſche geele Krokus; Crocus vernus latifolius
WALLERIUS zegt , dat de Saffieren gemeenlijk van flavus.
een agt- of meerhoekige gedaante zijn ; dog de berig- 4. Lente Krokus met kleine witagtige blocmen ; Cro .
ten der Reizigers geeven ons te kennen , dat men ze cus vernus minus albicans.
zo als genoegzaam alle de andere Edelgeſteentens , ge. 5. Lente Krokus met een witte bloem , en een purper
meenlijk onder de gedaante van kleine keijſteentjes vind violette grond ; Croçus vernus , flore albo, purpureo vio
in eenige Rivieren van Oostindien. De ſchoonſte Sac laceo bafis.
fieren koomen uit de Koningrijken Pegu, Bisnagar, 6. Goudlakenſche Krokus die drie dubbelde bloemen
Kambaijen en het eiland Ceilon. Die welke in Bohe- heeft; Crocus 'vernus latifolius , flavo vario, flore du
men , Sileſien , Saxen enz. worden gevonden , hebben plici.
nog de hardheid , nog de levendigheid van koleur der 7. Lente Krokus met kleine bleekgeele bloemen ; C :0
Oosterſche Saffieren. cus vernus , latifolius flavus , flore minore & pallidiore.
V
Na alle gedagten is de Saffier zijn blaauwe koleur 8. Lente Krokus met geelbonte bloemen ; Crocus ver.
aan het koper verſchuldigt. Wanneer men die ſteen nus latifolius fluvo- varius.
van zijn koleur wil berooven , en er een Diamant van 9. Lente Krokus die finalle bladen heeft met groote wit.
maaken , doet men die in een ſmeltkroes en omringt te bloemen ; Crocus vernus angustifolius magno flore
dezelve aan alle kanten met fijn zand , dat alvorens ter candido
degen is gewasſchen om het van alle vuiligheden te 10. Wit bonte Krokus; Crocus vernus albus ſtriatus.
zuiveren ; als dan legt men ' t detzel op de kroes , dat 11. Bonte Krokus met veele bloemen ; Crocus vernus.
allernaauwkeurigst moet gelucecrd worden ; zet dan de albus polijanthos verſicolor.
kroes geduurende twaalf uuren in een glas-ſmelters for. 12 Wit geveerde Krokus ; Crocus vernus latifolius
nuis ; na verloop van die tijd zal men er hem ailengs- fore penitus albo ad infima tubuli parum coerulescente.
kens uithaalen , en de Saffier zal zijn gantſche koleur 13. Lente Krokus met breede bladen , en een groo.
verlooren hebben ; dog men zal hem op nieuw moeten te purpere bloem ; Crocus vernus latifolius, flore purpu .
Nijpen . reo magno.
Om de Saffier te contrefeiten , heeft men maar Saf- 14. Lente Krokus met breede bladen , en een purper
fre of blaauw email bij de gas compofiiie te voegen : bonte bloem ; Crocus vernus latifolius purpureus yarie
men zal als dan proeven moeten in 't werk ſtellen , om gatus.
te weeten , hoe veel men van die ſtoffe bij het glas zal 15. Lente Krokus die veelbladig is , met een blaauwe
moeten voegen . violet bonte bloem ; Crocus vernus latifolius, flore coes,
De Saphirus der Ouden , was de Steen niet waar van ruleo lineis violaceis variegato.
wij hier geſprooken hebben , het was de lapis lazuli ; 16. Lente Krokus met breede bladen , en een witte
de eigenelijke Saffier, noemden zij Cijanus. of aschkoleurige bloem ; Crocus vernus latifolius albus
SAFFRÁ , of Safra , ook Smalt en Saffleur genoemd , vel cinerescens.
is een zoort van glas 't welk door middel van den Cobalt 17. Kleine Krokus die breede bladen heeft, en pur
word blaauw geverft, en waar van men zich bedient per violetkoleurige bloem ; Crocus vernus latifolius pur.
tot linnen blaauwzel, als mede om op het porcelein pureo violaceus.
en email te ſchilderen . Deeze zelfſtandigheid word ver. 18. Lente Krokus die breedbladig is , met een klei.
kogt onder de gedaante van een poeijer , dat min of meer ne bloem , aan de buitenkant bleek met purpere ſtree.
ſchoon blaauw is. pen , en van binnen van een bleek blaauwe koleur ; Cra.
SAFFRAAN , Krokus, in 't grieksch Kpixos , Kpóxov , cus vernus latifolius páryus , flore extus pallido , cung
in 't latijn Crocus; is een bólagtig bloemgewas , waar lituris purpureis , intus coerulescente pallido. BOERH.
van veelvuldige zoorten zijn , en die men in lente en Ind.
herfst Krokus of Saffraan onderſcheid, om dat de eer 19. Lente Krokus met ſmalle bladen, en een kleine
ften in het voorjaar en de anderen in het najaar bloei- purpere bloem; Crocus vernus angustifolius parvo flore.
jen ; onder de laatſten behoort de eigentlijk genoemde 20. Lente Krokus met een haairig blad ; Crocus vero
en in gebruik zijnde Saffraan. Rus , capillari folio
Kenmerken . Zij heeft een bloem die uit een blad be . 21. Opregte Saffraan , bloeijende in de herfst ; Cro.
ſtaat, zijnde van gedaante als een Lelij, van onderen cus autumnalis ſativus;
ſativus ; Crocus Spatha univalvi radica.
pijpagtig , openende zich den buis in zes verdeelingen li , corolla tubo longisſimo , Linn. Spec. Plantarum.
enop een voetſteel rustende. Het ſtijlije koomt uit den 22. Herfst Krokus van het Alpiſche gebergte ; Cro.
cus
SAF. SAF. 3177
aus Alpinus autumnalis ; Crocus Spatha diphijlla flori apo zevroeg zijn geplant.
proximata , tubo corolli brevi, Linn. Spec. Plant. Schoon de Saffraan bij ons niet anders dan bij zommi.'
23. Herfst Krokus met biesagtige bladen , en een ge Liefhebbers in de tuinen om de verandering der bloe
groote purperagtige bloem ; Crocis juncifolius autum. men word gekweekt , agt ik het echter niet ondienſtig
azalis, flore magno purpuraserite. Boerhav. Ind . derzelver cultuur, zodanig die in Vrankrijk , Engeland
Van de Lente Krokusſen worden nog verſcheidene ver- enz . geſchied , kortelijk aan mijne Lezersmede te dee.
anderingen meer, in de tuinen der Liefhebbers gevon. len ; te meer , dewijl ik van gedagten ben , dat men ze
den , die uit ’t zaad zijn voortgekoomen ; want daar hier te lande zeer wel zoude kunnen voortkrijgen ; bet
kan even groote verſcheidenheid uit het zaad gekweekt was waarlijk wel de moeite waard ,om er in 't klein een
worden , als er is van de Hijacinthen , Iris enz.; indien proef van te neemen dewijl de Saffraan die veelbij ons
men liefhebberij heeft, on zaad van alle verſcheiden word gebruikt , zeer duur is.
zoorten te winnen en te zaaijen . De landen waar op de Saffraan word gekweekt , zija
Plaats. De twintig eerſte zoorten , zijnde alle Lente. zelden meer dan anderhalf, ofminder dan een half mor
Krokusſen ofdie in het voorjaar bloeijen , vind men in gen groot ; en in derzelver verkiezinge is het voornaam
de meeste landen van Europa , en bij ons zijn ze ook ſte waar op men agt moet geeven , dat zewel open ſtaan ,
zeer menigvuldig ; de eenentwintigſte zoort 't welk de de grond niet mager , nog een zeer ſtijve klei zij , zijnde
opregte Saffraan is, groeit in de Levant, Spanjen , Ita. de beste't geen men een mollige of zavelige grond noemt.
lien , Oostenrijk , Languedoc, Normandien , eenige zui. Het is met de Saffraan de gewoonte om het land waar
delijke Provintien van Engeland enz .; de twee- en drie op die word gebouwd , twee jaaren te oogſten , en het
entwintigſte zoorten , koomen zeer veelvuldig in de Al. derde jaar te laaten braak leggen. De Saffraan word als
toos op het braakland geplant,
piſche gebergtens voor . en indien alle andere din
Kweeking. De twintig eerſte zoorten van Krokusſen , gen gelijk zijn , verkiest men dat geene , 't welk het jaar
zijn zeer harde gewasſen , en vermenigvuldigen buiten te vooren Gerst heeft gedraagen.
gemeen ſterk , door haare wortels of bollen , inzonder- In het begin van April moet het land zorgvuldig om.
heid wanneer men ze twee of drie jaar zonder uit den geploegt , en de vooren veel digter bij malkander en
grond te neemen laat leggen . Zij willen genoegzaam in dieper gemaaktworden , indien het land zulks toe laat ,
alle gronden of ſtandplaatzen groeijen , en verſtrekken dan men voor eenige zoort van Koorn doet , en diens.
vroeg in het voorjaar , wanneer men nog weinig andere volgens zijn ook de onkosten grooter. Vijf of zes weeker
bloemen ziet , tot groote ſieraaden voor een tuin. Door- na dat het land voor de eerſtemaal is geploegd , worden
gaans worden zij digt aan de palmſtrooken der rabatten er twintig of dertig wagens vergaane mest op elke half
aan de zijden der paden geplant , dienende men in agt morgen gebragt , en na die ter deegen is verſpreid, word,
te neemen , om zodanige zoorten die op den zelfden tijd het land voorde tweedemaal op dezelfde wijze geploegt.
bloeijen , en even groot groeijen , op den zelfden rij te Omtrent middenzomer ploeg, men het voor de derde:
planten , dewijl anderzints de rijen onvolkoomen ſchij. maal , en men laat tusſchen elke zestien en een half voet
nen. De haairwortels der bollen en de bladen te gelijk ver. in de breedte, een breede voorn , die zo wel dient tot ee ,
droogende , maakt dat men ze kan opneemen , en tot in ne ſcheiding voor de verſcheiden ſtukken , wanneer er
het begin van September droog houden , als wanneer ze meer als een eigenaar tot een omheind ſtuk land is , als
wederom in den grond moeten gezet worden ; de Bollen om er het onkruid dat zorgvuldig moet gewied worden
uit de grond genoomen zijnde, moet men zorge draagen in te werpen. De heiningen rondsomme deeze lan:
om ze voor het ngedierte te bewaaren , inzonderheid den zijn van gevlozten teen of rijs , dienende niet alleen
voor de Muizen , die er zeer op zijn verlekkert. om het Vee van allerlei zoort er uit te houden ,maar wel
Wanneer het zagt weer is , zal de Krokus bij ons ininzonderheid de Haazen , die anderzints de Saffraan
't begin van Februarij boven den grond koomen , en kort bladen geduurende den winter afknabbelen.
daar da zullen zich haare blocmen vertoonen , eer nog Ten aanzien van het weer , valt alleen aaantemerken ,
de groene bladen tot eenige langte gekoomen zijn , zodat deheetſte zomers tot deeze kweeking de besten zijn,
dat de bloem in 't eerst naakt ſchijnt, dog kort na dat de inzonderheid als er van tijd tot tijd zagte regenbuijen val.
bloemen verdorren , worden de groene bladen zes ofagt len ; als dan zal het zelden mislen , ofmen zal een rijken
duimen lang , welke niet moeten afgeſneeden worden , oogst inzaamelen , ten waare dat felle koude , {neeuw of
voor dat ze verdorren , niet tegenſtaande zij zich wat regen des voorgaanden winters , de Bolletjes beſchadigt
onzienlijk vertoonen ; want door de bladen afteſnijden , mogten hebben .
zullen de Bollen zodanig verzwakken , dat ze niet tot De tijd om te planten is doorgaans in julij , kort na
de helft van haare gewoone grootte koomen , ook zul. de derde ploeging, cen weinig vroeger of laater na maa:
len de bloemen als dan , hetvolgende jaar niet half zo te het weer gunſtig is. Het planten geſchied op deeze
groot zijn; doorgaans word haar zaad in Maij rijp , als wijze ; een Man ligt met een klein ſchopje dat de naam
wanneer de groene bladen beginnen te verdorren. van Spitfchopje draagt, tusſchen de drie en vier duimen
De drie laatſte zoorten of Herfst-Krokusſen vermenig- aardeop , en werptdie omtrent zesduim of wat meerder
vuldigen zo ſterk niet als die der lente , moeten ook voor hem uit ; cwce Menſchen , zijnde doorgaans Vrouws .
warmer ſtandplaats hebben , en brengen in ons klimaat perzoonen , volgen met de bolletjes, en zetten die in den
geen zaai voort. Dezelve konnen om het derde jaar uit verſten rand van denvoorn die hij maakt,omtrent drie duim
de grond genoomen worden , dog moeten niet langer van malkander ; zo ras de Graaver de lengte van den ak,
daar buiten blijven als tot 't begin van Augustus , want ker heeft afgedaan , begint hij wederom aan de andere
zij brengen doorgaans haare bloemen in 't laatst van Sep. zijde , en als vooren graavende, bedekt hij de Bollen
tember of begin van October voort , zo dat ze indien die 't laatst zijn gezet ; maakende daar door dezelfde .
men ze te lang uit den grond houd , geer zo ſterke nog plaats voor de zetters , om een nuiuwe regel te planten ,
overvloedige bloemen zullen voortbrengen, als wanneer 20. ver van de eerſte , als de voortjes van malkander zijn.
A 3 Duf

1
3178 SAF. SAF .

Dus gaat men voort,tot dat een gantſchen akker is be. deeze worden met andere vellen papier bedekt , en
plant ; het geene inzonderheid hier bij moet waargeno. over deezen lege men vijf of zes dubbeld een grove
men worden , is , dat vooral de Bollen in het zetten regt deken , of in deszelfs plaats een kannefasſe peluw met
op hunnen bodem koomen te ſtaan. ſtroo gevuld , en na dat het vuur eenigen tijd heeft gee
De hoeveelheid van Bollen die er tot de planting van brand , word alles met een plank bedekt, waar op een
een half morgen vereischt worden , is doorgaans omtrent zwaar gewigt ſtaat,
32 iudden , welke, volgens de afſtander , die tusſchen Eerst word er een vrij ſterke hitte gegeeven , om
beiden zijn gelaaten , zo als te vooren is gezegt , en in- zo als de Saffraan -Planters het noemen , de Helmſtijlt
dien ze alle door malkanderen één duim middellijn heb. jes zoet te maaken ; indien hier niet zorgvuldig word
ben , een getal van 392.040 bedraagt. opgepast , loopen ze gevaar om te verſchroeijen , en al
Van den tijd af, dat de Bollen zijn geplant , tot mid- wat op den Oven is te bederven,
den September , heeft men er niets meer aan te doen ; Op deeze wijze omtrent één uur gedroogd hebben
dog wanneer ze als dan beginnen uitteloopen , en boven de , worden de plank , de deken , en de bovenſte papie .
den grond ſtaan te koomen , 't geen men kan gewaar wor- ren afgenoomen , en men haalt de Saffraan die 'i digst
den met er eenigen optegraaven, moet men de grond voor: op't papier gelegen heeft er af, ter zelven tijd de kan
zigtig met een ſcherpe hak omhouwen , en het onkruid ten der koek met een mes opligtende ; als dan word het
in de tus chen beiden gemaakte vooren hakken ; dit ver. papier er weder opgelegt , en men ſchuift een andere
waarlooſende, word de groeijing aanmerkelijk verhindert. plank tusſchen het haairen kleed en de onderſte papie
Eenigen tijd hier na koomen de Saffraan -bloemen voor het ren , en keert zo wel de Papieren als Saffraan het on
licht, welke men namaate plukt dat ze volkoomen uit derſte boven , die vervolgens wederom gelijk als te
bloeijen , zijnde den besten tijd hier toe vroeg in den mor- vooren dekkende.
genſtond. De eigenaars der Saffraan dragen zorg dat zij een Met deeze zelfde hitte word nog één uur aangehou .
genoegzaam aantal Arbeiders bij een hebben , die zich den ; als dan ziet men weer na den koek , maakt die van
in verſcheiden deelen van het veld plaatzen , de gehee. de papieren los en keert ze om ; voorts word die bedekt
le bloemen afplukken , en die met handen vol in een man . en er als vooren het gewigt opgelegt. Indien er geduu. 1
de werpen. Na dat al het ingeoogſte is t'huis gebragt , rende deeze eerſte twee uuren geen tegenſpoed koomt,
word zulks terſtond op een groote tafel uit een geſpreid , word gerekend dat het gevaar over is ; want men heeft
men pluist er de helmſtijltjes uit , en met het zelve een veryolgens niets meer te doen , dan een matig vuur te
vrij lang ſtukje van het ſtijltje zelf waar aan ze vast zit . onderhouden , en de koeken alle half uuren omtekee.
ten , het overige der bloem word als onnut weggewor. ren , tot dat ze ten eenemaalen droog zijn , de gantſche
pen. Den volgenden morgen keeren de Arbeidersweder tijd der drooging van deeze koeken , word op vier-en
na het veld , zich niet kreunende of het nat of droog (wintig uuren gerekend.
is , zaamelen op voorgaande wijze de rijpe bloeizels in , Het vuur kan van allerleij zoort van brandſtoffe ge
en vaaren hier dagelijks mede voort , tot dat den gantſchen maakt worden , dog die welke het minst rookt, word
Oogst binnen is. voor het beste gehouden , en daarom word het houtskool
Alle de Helmſtijltjes uit de bloemen geplukt , en bij doorgaans gebruikt.
een verzaamelt zijnde, worden dezelve op de volgende Gemeenlijk rekent men dat men van vijf pond natte
wijze gedroogd. De Oven hier toe word op een dik- Saffraan , omtrent één pond drooge bekoomt, geduuren .
ke plank gemaakt, door vier korte pooten onderſteund; de de drie eerſte weeken van den oogst , en één pond van
het buitenwerk beſtaat uit agt ſtukken hout , omtrent zes pond geduurende den laatſten week. En wanneer de
drie duim dik , in de gedaante van een vierhoekige kas , Bolletjes zeer digt geplant worden , kan men twee pond
van onderen omtrent twaalf duimen in 't vierkant binnen. Saffraan midden door rekenen , voor een half morgen
werk , en boven twee-en - twintig duim ; 't welk insgelijks van het eerſte gewas, en vier- en -twintig pond voor de
deszelfs loodregte hoogte is ; van vooren word een gat twee overige , zijnde de tweede veelgrooter dan de eer
gelaaten omtrent agt duimen in't vierkant , en vier duim ſte en de derde dan de tweede.
boven de plank , waar door men er het vuur in doet ; over Omtrent het midden van de zomer , na dat het derde
al het overige worden vrij dikke latten gelegt , digt te . gewas geplukt is , moeten alle de Bollen opgenoomen
gen malkander, en aan de gemelde kas geſpijkert, en dan en verplant worden . Om zulks te doen , word , of den
worden ze aan beide zijden zeer dik over gepleiſterd , grond gebrooken zo als zij het noemen , 't welk met de.
insgelijks ook de planken op den bodem , om tot een zelve te ploegen word verrigt , ofze gebruiken daar toe
haardſtee te kunnen verſtrekken ; over de opening of het een gevorkt zoort van Hak-houw , 't welk de naam van
wijdſte gedeelte legt een haairen kleed , vast gemaakt aan Pattock draagt, en dan word den grond eens oftweemaalen
de zijden van den Oven, als mede aan twee rollen , of overgehakt; geduurende welken tijd van ploegen of ſpit
beweegbaare ſtukken hout , die door wiggen of ſchroe. ten , en harken , vijftien ofmeer Menſchen werk genoeg
ven gedraaid worden , om het haairen kleed te kunnen vinden, om de Bolletjes wanneer die opgehaald worden ,
uitrekken ; in plaats van het haairen kleed , gebruiken te volgen en te verzamelen .
zommigen ook een net- of draadwerk van ijzer , waardoor Vervolgens worden deeze Bollen in zakken naar huis
de Saffraan rasſer en met minder vuur droogt; dog de. gebragt en daar Ichoon gemaakt en geveegd. Dit werk
wijl de Saffraan hier door ligt een brandige ſmaak be . beſtaat in de Bolletjes geheel te zuiveren van aarde , en
koomt , word het haairen-kleed bij de kundigſten be. van de overblijfzels der oude bolletjes , oude hasten en
ter geoordeeld. uitwasſen ; en dus worden ze bekwaam om aanſtonds in
Den Oven word in een ligt deel van het huis ge. een nieuwe grond geplant, of eenigen tijd, zonder ge
zet , en men begint met vijf of zes vellen wit papier vaar van bederven , bewaard te worden.
op het haairen kleed te leggen , waar op dan de natte De hoeveelheid der Bollen die men opneemt naar ge .
Saffraan , twee of drie duimen dik word geſpreid ; lang die geplant zijn , is onzeker ; maar gewoonlijk kan
men
SAF . SAF. 3179
men rekenen , dat alle de toevallen gadeſlaande, men inoeten wagten , om niet met den inkoop van Saffraan
van elk half morgen agt-en veertig mudden zuivere Bol : bedroogen te worden . Want dergelijke manier van
len kan hebben ,die alle in ſtaat zijn om geplant te worden. bedriegen, is hedendaagsch zeer gemeen ; zommigen
De Eigenaars draagen zorg voor hun eigen gebruik , de vervalſchen de Saffraan , die alreeds tot lakens te ver
grootſte , bolste , en vetſte Bollen te verkiezen ; want wen gebruikt is , dan men goudglet, dan men de vezels
zodaanige die lang en ſpits zijn , worden ten eenemaal van gerookt osſenvleesch , of met wilde Saffraan, ( Cni.
afgekeurd. cus) daar onder te mengen, en geeven die ondeugende
Gebruik. Geenevan de zoorten van Krokus verſtrekken Saffraun een zeer hoogroode koleur, daar bij als de bes
tot eenig gebruik in het huishoudelijke en de Geneeskun . te Saffraan ruikt , en egter gebruikt wordende van geen
de , als alleen de 21tte zoort ,zijnde de opregte Saffraan of nut is. Derhalven moet inen hem wel beproeven , of
Crocus officinalis. Veelvuldig word die door de gemee hij zich ligt laat buigen en wrijven , en of er eenige
ne Menſchen bij thee gedronken ; ook dient die in de witte vezeltjes bij zijn , want ontbreeken die er aan
keuken tot 't bereiden van zommige gebakken ; ook ge. zo is hij voorzeker vervalscht , al was hij nog zo rood
bruiken die de Verwers tot ’t verwen van zommige ſtof- van koleur, en nog van zulk eenen goeden reuk. Ook
fen . Dezelve word als een uitmuntend geneesmiddel geſchied de vervalſching met de gedroogde blaaden van
aangepreezen : in verſcheidene ongeſteltheden der borst de calendula ofgoudbloem , onder egte en goede Saffraan
en longen , in de hoest , kortademigheid , pleuris of zijde- te mengen.
wee , ſtikkende zinkingen , teering , heesheid , hartklop- SAFFRAAN (BASTERD.) of wilde Saffraan , in 't
ping, beving der leden, flauwtens, beroerdheid , droef- grieksch rríxes, in’t latijn Charthamus, is dat zoort van
heid en bekommerdheid des gemoeds , zo dat Theo. Saffraan , 't welk bij TOURNEF. Inſtit. Rei Herb. 467.
PHR . Paracelsus dezelve noemt ſumma tristitiæ medi. Carthamus officinalis , flore croceo , word omſchreeven ;
cina. Behalven dit word hij geroemd in de kolijk en (Cnicus ſativus, ſive Carthamum . C. BAUH. Pin. 378.)
buikpijnen , de roode loop , verſtoptheid der ingewan- De ſteng van deeze Plant die omtrent drie voeten hoog
den , de geelziekte , ſteen en graveel , bet geronnen ſchiet , is ſtevig , getakt en met veelvuldige bladen voor
bloed , opſtopping dermaandelijke ſtonden van de Vrou. zien , de bloemen koomen bij wijze van hoofdjes op het
wen , zwaare baaring, tegens vergif, kwaadaartige koort- uiteinde der takken voort ; derzelver kelk is uit ſchub.
żeni, ja zelfs tegens de pest. Dog het is er wel ver. ben en kleine bladjes zaamengeſteld, waar uit verſchei.
re van daan , dat de Saffraan alle deeze uitwerkingen dene bloemtjes te voorſchijn koomen , van meer als een
zoude kunnen hebben , en de ondervinding leert dat duim langte, in vijven ingeſneeden , en van een ſchoon
men derzelver loftuitingen , wel wat naauwer mag be. roode Saffraan koleur.
paalen. Want of ſchoor de beginzelen van de Saffraan De bloemen koomen in Augustus te voorſchijn , en
2outagtig , zvavelig, ſcherp , bedwelmende en kruidag. het zaad is in ’t laatst van den herfst rijp. Men kweekt
tig zijn , en hij daar door een oplosſende, verwarmen- deezen Plant in eenige Provintien van Vrankrijk , Ita
de , verſterkende en pijnſtillende kragt bezit , diensvol- lien en Spanjen, niet alleen voor het Geneeskundig
gens in een kleine hoeveelheid in de opſtopping van de gebruik, maar ook tot het Verwen.
maandelijkſe ſtonden, en zuivering der Baarmoeder in het Het zaad van den Basterd Saffraan , 't welk door zom
Kraambedde, ook in de kortademigheid en hardnekki. migen ook Pappegaaij.Korrels word genoemd , om dat de
ge hoest , met eenigen baat kan gebruikt worden ; zo is Pappegaaijen het met gretigheid eeten , en er vet van
hij echter niet in ſtaat, de taaije vogtigheden en verſtop worden zonder te purgeeren , verſtrekt tot een purgans
pingen der ingewanden optelosſen , nog in het zijde-wee voor de Menſchen. Het zelve is met een ſcherpe olie
of de'teering zulke groote dienſten te doen , dat hij ver- vervuld , waar aan men derzelver purgeerende kragt inoet
dient anima pulmonum genoemt te worden. toeſchrijven. De Gereesheeren ſchrijven het in emulſie
Met een zekerer uitwerking, word de Saffraan uit voor , zommigen vermengen het met af kookzels uit krui
wendig in de roos en alle gezwellen met ontſteekingen , den , en alle tragten er de gebreken van te verbeteren ,
inzonderheid om het wateragtige vogt in dezelve ſtilſtaan door maagverſterkende middelen ; dog het veiligſte is , om
de, te verdrijven , en de hevige pijn te verzagten, gebruikt. er in 't geheel geen gebruik van te maaken.
Ten dien einde word bij dikwils in omſagen , pleiſters, SAFFRAAN DOEK , in 'c latijn Linteamen croceum ,
zakjes en pappen, die verdeelen , verdrijven en rijp ook Linteum crocatum Mijnſichti genoemd, word gezegt
maaken , gemengd. Op dezelfde wijze word hij ook een uitneemend middel tegens de roos en jichtpijnen te
in de ontſteekingder Oogen met melk nuttelijk gebruikt , zijn , wanneer op de aangedaane plaats word gelegt. Zie
en bewaart dezelve ook treffelijk in de Kinderpokken bier de manier hoedanig het zelve word vervaardigt :
voor ongemakken. Eindelijk word hij ook in het over. Neemt een ſtuk ruw hennipen -doek , wascht het vijfof zes.
maatige braaken , en de zeeziekte in een zakje gee maalen in Kikvorſchen -zaad, en laat het telkens in de ſcha.
naaid , met nrt op de maag gelegd, en in de pijne van duw buiten de zon droogen ; neeint vervolgens vlier-azijn
de aambeijen of ſpeenen gebruikt. en ſaffraan, van elk zo veelnodigis , en maakt er eene ſter
• De toebereidzelen van de Saffraan zijn volgens ke tin &tuur van ; kookt hier dan het hennipen -doek zo
SCHROEDER zeer veele in de Apotheeken : Bij voor. lange in tot dat het ter deegen is geel geverfd; als dan
beeld , de tin& uur of esſents van Saffraan, het extraft, koud geworden zijnde , laatmen het voor de laatſtemaat
oleum wejuce, oleum deftillatum , trochisci de croco , & in de ſchaduw droogen.
le &tuariium de ovo , emplastrum oxicroceum , oxicroceum vi. SAFFRAANGEELE-MIJT , zie MIJTEN 13. XXXV.
gonis , en meer anderen. pag . 2240.
Veryalſching. Voor dat wij van dit artijkel afſtap- SAFFRAAN - PLEISTER , zie OXIJCROCEUM en
pen , agten wij het nodig te waarſchouwen , dat die PLEISTER AN
.
geenen welke de echte van de onechte Saffraan niet SAFFRA VAN IJSER , zie CROCUS MAR .
wel geleert hebben te onderſcheiden , zich zorgvuldig TIS. SA
3180 SAG , SAK. SAL. SAL ,
SAGAPEEN.GOM , zie SAGAPEN -FERULA . SALAB , Salep, Salop, & Sulop. Met alle deeze ver
SAGAPEN -FERULA , in 't latijn Ferula Sagapenie ſcheidene naamen , word een meelagtige , of om beter te
fera ; in 'thoogduitsch Sagapen-Ferul Kraut; (Ferula fo- zeggen gomagtige wortel of bol-gewas betekend, waar
liolis alternatim ſinuatis obtufis. Linn. Spec. Plant.) Dit van de zelfſtandigheid zich geheel en al in waterige vog.
vreemde kruidgewas ' t welk natuurlijk in Perſien groeit , ten laat oplosſen , geen reuk heeft, geen andere ſmaak
levert uit haare wortel een gomagtige harst, die eenig. als die der gommen en Nijmen , ſterk in gebruik is
zints ſtinkt. bij de Turken , en waar van inen zich bij ons ook be.,
Gebruik. De Sagapeen -gom , Gummi Jagapenum of Sera. gint te bedienen. Zie hier het geen de Heer GEOFFROY
pinum , word uit Perſien tot ons overgebragt. Het is een er van zegt , in de Mem de l'Academie roijale des Sciences
Iterk laxeeriniddel; en word dienſtig gehouden voor de pour l'année 1740.
opſtopping der Ingewanden , inzonderheid die der lon- De Salab der Turken , met oplettenheid onderzoekende,
gen , lever , milc en darmſcheil; ook om de pis en 't gra. heeft men ontdekt, dat het de bol of wortel van een
veel af te drijven , en de maandſtonden der Vrouwen te zoort van Orchis of Satijrion is . Het is een witte wor.
bevorderen. Men prijst het mede in de waterzugt , vere tel , die min of meer rosagtig word , na maate die kort
ouderde hoest , kramp en zenuwtrekkingen, hoofdpijn, oflang uit den grond is geweest. Denzelvenword gebruikt
vallende ziekte , en beroertheid of lammigheden. Met om uitgeputte kragten te herſtellen ; het is een iterkend
azijn onder de neus der Vrouwen gehouden, ontdoethij middel voor de teeringzugtigen , en volgens Degner
de verſtikkingen en opítoppingen der Baarmoeder. In de die twee verhandelingen over de Roodeloop heeft uitge.
Apotheek zijn de Pilule de Sapapeno in 't gebruik. geeven , word het als een uitneemend middel in die ziekte
SAGREIN , Sagrein-leder; is een zoort van zeer hard voorgeſchreeven. Het isaan de bovengenoemde HeerGe
vel of leder , met kleine rondagtige korreltjes overzaait OFFROY gelukt , om dewortels van den gemeenen Orchis,
en bedekt, die er waarſchijnelijk de franſche naam van zodanig te bereiden , dat zij volkoomenmet de Salab over
Chagrin aan heeft doen geeven. eenkoomen . Ook vinden wij in de Philofoph. Tranſact.
De Heer JaugeOn nieuwsgierig om te weeten , hoedanig Vol. LIX . een brief over dat onderwerp, door Mr. J. #

en waar van het Sagreinleder wierde bereid , nam zijn MOULT aan Dr. Percival geſchreeven , waar in onder an.
toevlugt tot de Heer Feriol wegens het Franſche Hof deren word gezegt : De wortelen , waar van ik tot nu toe
Ambasſadeur te Conſtantinopolen; deezen onderrigte gebruik gemaakt hebbe, zijn die van de Orchis moris mas
hem , dat de huid van het kruis of agterſte der Muilezels en foliis maculatis van PARKINSON , de Cijnoforchis moris $ 4

Paarden , diende,om het Sagrein -leder van te vervaardigen. mas van GERARD , en de Cinoforchis major ; ſchoon uit
Tot dat einde bloot men ze ter deegen , en maaktze een ſtaal van de Orchis palmata major mas van GERARD ,
zodanig dun als doenlijk is ; vervolgens worden ze even welk gij hebt onder de Salep , blijkt , dat derzelver wor.
eens als ander leder bereid ; waar na men ze geduu. tel even bekwaam is tot het zelfde oogmerk als de ande.
rende een zekeren tijd in de pers zet , na er van het al. re. De beste tijd , om de wortels te vergaderen , is ,
lerfijnſte mostaard -zaad tusſchen geſtrooid te hebben ; dit als het zaad gemaakt is, en de ſteel begint te vallen ;
is al het geen wij ten aanzien der bereiding van het Sa.
want dan is de nieuwe bol , waar van de Salep gemaakt
grein-leder weeten ,het welk hoe onnauwkeurig het ook word , tot volkoomen grootte gekoomen , en kan van 1

is, wij na alle waarſchijnelijkheid aan den gemelden Heer


de oude, waar van de kragt door den voorgaanden grueij
JAUGEON zijn verſchuldigt. Zie les Memoires de l'Acao verſpild is , onderkend worden , door een witten knop ,
demie des Sciences de Paris , ann. 1709. uit den top derzelven opſchietende , welke het ſpruitje is
Het Sagrein -leder koomt van verſcheidene plaatzen , der plant van het volgende jaar. Dees nieuwe wortel ,
onder anderen van Tunis , Conſtantinopolen, Algiers, Tri. van den ſteel geſcheiden zijnde, moet in water gewas
poli , Polen , enz. Dat van Conſtantinopolen is het meest ſchen , en een dun huidje , 't welk den zelven omvangt ,
geagt; het grijze Sagrein-leder 't welk men er van daan met een klein ſchuijertje , er afgeſtreeken worden ; of
brengt, is het beste van allen ; het witte of vuilverwige bet kan , door denzelven in heet water te ſteeken , er
het minſte. met een linnen doek afgenomen worden.
Dit leder 't welk buitengemeen hard is , droog zijnde; Als men dus een genoegzaam getal van wortelen ge
word zeer week wanneer het eenigen tijd in water heeft reinigd heeft, moetenze, op een dunne plaat geſpreid,
geſtaan; deeze laatſte hoedanigheid, maakt er het gebruik in een bakkers oven gezet, en daar in zes , agt of tien
gemakkelijk van voor de werklieden die het verarbei. minuuten gelaaten worden ; in deezen tijd zullen zij
den , onder anderen de Boekbinders , die er wel het mees- hanne melkagtige witheid verlooren , en eene doorzig,
te van te werk ſtellen . tigheid als van boorn gekreegen hebben , zonder in
Het Sagrein -leder neemt zodanigen koleur aan als men grootte verminderd te zijn. Tot deezen ſtaat gekoomen
wil, zo als zwart , geel, groen , rood enz. het roode is zijnde, kunnen zij op een andere plaats gelegd worden ,
't ſchoonſte en kostbaarſte, uit oorzaake van 't vermil. om droog en hard te worden , 't geene in weinige da
joen en carmijn , 't welk gebruikt word om 't zelve te ver- gen zal geſchieden ; en , in een geringe warmte , in eeni
wen. ge uuren . Op beiderleie wijze heb ik het gedaan met
Men moet zodanig Sagrein-leder kiezen , dat van Con- goed gevolg .
ftantinopolen koomt; bi; deszelfs gebrek dat van Tunis , Zie hier 't geen de Heer ANDR1 Drogist te Parijs ,
Algiers en Tripoli, maar volſtrekt het Poolſche verwerpen, over de manier om de Salab te gebruiken in eene brief
als al te droog zijnde , en bezwaarlijk de verf willende heeft medegedeelt , te vinden in de journaal de Medi.
aanneemen. De vellen moeten groot zijn , egaal, met cine , Septemb. 1759 .
kleine ronde korrels bezaaid , en zonder oneffenheden , Volgens Alb. Seba , gebruiken de Chineefen en Per.
SAK-BREUK , zie BREUK , 1. 1. pag . 284 . ſiaanen het zelve tweemaalen daags tot poeijer gemaakt
SAL , zie ZOUT. in wijn of chocolade , de doſis telkemaalen een vierde
SALAAD , zie LATUWE . loods. De Jeſuit SERICI berigt ons , dat de Indiaanen er
's avonds
SAL , SAL, 3181

s'avonds een once van neemen , in water met een wel. onderſcheiding van de Water-Salamander , hier vooren bei
nig zuiker ontbonden; dog dat de verſtandigſten onderſchreeven; zieHAAGDISSEN , 1.VIII.pag. 966. Plie
haar, zo wel als de Eropeaanen , het met melk gebrui- nius heeft het geſternd Dier, en ÆTIUS venijnige Haag .
ken ieder keer een balf once ; men ſtampt bet in een dis genoemt. In verſcheidene deelen van Europa heeft
mortier fijn , en men laat dit meel geduurende een half het deeze of geenen , en zelfs in verſchillende deelen
kwartier met suiker in melk kooken , als dan word het van Vrankrijk bijzondere naamen ; in Dauphijne word
een aangenaame brij of pap , daar men zijn ontbijt me. het Pluvine, in Gascogne, Poitou en Limoſin Mirtel ;
de doet ; men kan er om de geur eenige druppen rooſe in Languedok en Provence Blande, Alebrenne of Aras
of oranje-water bijvoegen . Sade; in Lionnois Laverne, aan de Maine Sourd , en in
Degner heeft een andere bereiding van dit middel Normandie Moron of Mouron geheeten ; de Hoogduit.
medegedeelt, 't welk wat omſtandiger is. Men laat een ſchers noemen het Maal, Puntermaal, Moll, Molon ,
vierde loods van de tot poeijer gemaakte wortel , in agt Molk of Olm , dog onder den naam van Salamander is
oncen warm water, weeken ; het zelve door een zagte het genoegzaam overal bekend. Linnæus noemt het in
warmte opgelost zijnde , laat men het door een doek of Sijft. Nat . Lacerta cauda tereti brevi, digitis muticis,
teems loopen , om het van alle onreinigheid te zuive. corpore poroſo nudo. Zie de afbeelding van dit zonders
ren , die er zich zoude hebbe kunnen bijvoegen ; het linge Diertje , op Plaat H. fig . 1.
doorgezijgde in een pan of pot ontvangen , ſtremt te De Heer WULFBAIN een Duitsch Geneesheer , zijnde
zaamen , en brengt een zeer aangenaameNijmagtige ge. Medelid van de Keizerlijke Natuur-Onderzoekers', heeft
leij voort; men geeft er de zieken om de twee of drie een geheel Werk geſchreeven , onder den tijtel van
uuren een halve ofheele lepel vol van , min ofmeerder na Salamandrologia , waar in hij zo wel de uitwendige ge
de omſtandigheden en goedvinden van den Geneesheer. ftalte , als de inwendige deelen van dit Dier , omſtandig
Deeze bereiding door DEGNER voorgeichreeven , beſchrijft. Het gelijkt, zegt hij , veel naar de groene
ſchijnt de beste , inzonderheid als men geen pap of brij Haagdis , dog heeft den Kop en het Lijf dikker , den
wil maaken , maar dat men dit middel in eenig vogtig Staart korter , den Snoet ſtomp, de Oogen tamelijk groot ,
vehiculum wil geeven , zo als in water, wijn , decoctum vier Vingeren aan de Voor. , vijf aan de Agterpooten
enz.; de geleij zal er zich veel beter mede vermengen de Huid zwart, gemeenlijk met geele vlakken doorzaait ;
dan het poeijer. glimmende , en alsmet een zoort van vernis beſtreeken . In
SALAMANDER is de naam van een Diertje zeer het Onderlijf word het Hart en de Longen van de overige
veel na een Haagdis gelijkende , en 't welk zo wel op Ingewanden afgeſcheiden door het Buikvlies. Het Hart,
bet drooge als in 't water leeft. was klein , met zwart geſtippelt , en de Long uit twee
Genoegzaam alle de Schrijvers hebben de Salamanders lugtzakjes of blaasjes beſtaande, die in de geheele lang
onder detwee algemeene verdeelingen , van land- en wa . te voorzien waaren met zeer kleine adertjes , van het
ter- Salamanders gebragt; dog deeze onderſcheiding ſchijnt begin des Slokdarms af voortloopende tot aan de Eijer.
niet zeer naauwkeurig, om dat deeze Dieren wezenlijk ſtok. In't Wijfje vond men den Lijfmoeder gevorkt , in
Amphibies zijn , en geen water-dieren kunnen genoemd 't Mannetje vier groote testikelen, met zakjes daar aan ,
worden , als om dat er een grooter aantal in het water die veel olie bevatten ; op den Kop , agter ieder Oog,
dan op het land van word gevonden; die welke men in vond men een geel bultje , met zwarte ſtippen, bet
't water vangt , leeven op het drooge; en die welke op welk gedrukt zijnde ofgekwetst , een melkagtig vogt
bet land worden gevonden, kunnen ook in 't water lee. uitgaf. Het krijstallijn der Oogen ſcheen bijna volko
ven ; dog de eene zo wel als d'andere , ſchijnen meer men rond te zijn , gelijk in de Visſchen ; het Geraamte
van het drooge dan van het water te houden. zweemde van vooren , meer naar dat der Kikvorſchen
Men kan egter niet ontkennen , dat er geene zouden dan der Haagdisſen .
kunnen gevonden worden , die alleen op het drooge Zie hier de Waarneemingen , welke den vermaarden
huishouden , maar zulks is egter tot nu toe door geen Heer MAUPERTUIS, Obferv. & Exper. Sur une des eſpé
een Natuurkundige met proefhoudende waarneemingen ces de Salamandre. Mem . de l'Acad . Roijale des Scien
beweezen. Men is , wat meer is, in twee tegens over. ces, de l'Ann. 1727., omtrent de eigenſchappen van den
geſtelde uiterſten gevallen ; of van diet ter degen de Salamander , heeft in 't werk geſteld. Die , daar hij van
verſchillende zoorten te onderſcheiden , of wel van die ſpreekt, is een zoort van Haagdis, langvijfofzesduimen ,
te veel te vermeerderen. Zeker is het ,dat het bezwaar. hebbende den Kop breed enplat als die van een Pad , en
lijk valt , het getal der zoorten van Salamanders te bepaa . de Poolen gelijken ook meer naar die der Padden , dan
len , om dat zo wel de ſexe als ouderdom groote ver. derHaagdisſen ,waar van hij bet Lijf en de Staart, dog bei-.
ſcheidenheden in een en dezelfde te wegebrengt, en dat den dikker heeft. De Staart echter , loopt niet ſpits uit ,
men er genoegzaam't gantſche jaar door, van allerlei ou. gelijk die van de Haagdisſen, maar mag aan 't end , om .
derdom vind. De verdeeling die door den Heer du Fais trent een linie breed zijn ; boven op is het Dier zwart
van de zogenoemde water- Salamanders in drie zoorten is met geele vlakken ; de Buik is bruin en zomtijds geel.
gedaan , kan niet algemeen worden aangenoomen , dewijlagtig; twee geele banden loopen van de twee zijden des
zich die maar aan een zekere uitgeſtrektheid van diſtrict Kops, boven de Oogen , af, en ſtrekken zich evenwij.
bepaalt; bet is om die reden dat zonder eene optelling dig uit , tot aan den wortel van de Staart ; deeze banden
te doen , waar van de eigenlijke bepaaling ons nog ont. eindigen , gemeenlijk omtrenthet midden des Lighaams,
breekt, wij onshier zullen vergenoegen , alleen de gemee. hervattende vervolgens; zomtijds , dog zelden , zijn zij
ne Salamander te beſchrijven , die genoegzaam overal onafgebrooken. Alhet overige van het Dier is net gee.
word gevonden. le vlakken geſprenkeld , die geen bijzondere figuur of
Het is dan dit Diertje , 't welk in de geſchiedenisſen zo plaats houden ; de Huid is ongeſchubd en taamelijk effen ,
zeer is berugt , onder den naam van Salamander, of Lando uitgenomen aan de zijden, alwaar zij zich een wei
Salamander
VI Deel.
, gelijk het bij de Ouden word getijteld , tot nig rimpelig vertoont; op de BRug zijn twee evenwijdi.
SAL . SAL
3182

ge rijën van Tepels , die de Ruggegraat in haar geheele de


langte verzellen
Salamander,zo door het uitzijpelende ofuitſpringen
de vogt , wanneer men hem Naat of tergt, als door de
De Salamander (zegt hij dan ) heeft zomwijlen den Nijm die hij uitbraakt, niet alleen moeskruiden en aard
„ 'Huid droog als een Haagdis; dog gemeenlijk isdezel- vrugten, maar zelfs het water vergiftigen kan , tot on
‫ور‬
ve overtoogen met een zoort van dauw , die hem op dergang van huishoudingen , ja van een geheele Natie of
't aanraaken , als gevernist maakt, en in een oogen- Land . Verſcheide proeven , in 'twerk geſteld op de ve .
blik gaat zijover nijnigheid
uit den eenenſtaat in den anderen. Tuis, van deeze Dieren, door den Heer MAUPER
hebben hem doen zien , dat dezelve, ten mintien
Een nog zonderlinger eigenſchap is , dat hij onder de
Huid een zoort van melkagtig vogt heeft, 't welk in die van Vrankrijk , geen plaats had. Hij liet er Beea
tamelijk ver been ſpringt, wanneer het Dier gedrukt ſten , die zeer teer van vel zijn , op de teerſte plaatſen ,
,, word , door een meenigte van kleine gaatjes, waar ja zelfs een Hond en Kalkoen aan de tong door bijten ,
van veele op 't gezigt zeer kenbaar zijn , zonder hulp zonder dat dit hun eenig kwaad deed. Een Hond en een
; van een vergrootglas, vooral de geenen die in de Tepels jonge Kalkoenſche Haan , gaf hij aar ſtukken geſneeden ,
uitkoomen . Schoon het eerſte vogt geen koleur heeft, rog leevende , Salamanders in , zonder eenig oogſchijn
‫رو‬ en niet anders dan een doorſchijnend vernis vertoont, lijk nadeel. Brood, in het melkagtig vogt gedoopt,
kon het nogtans wel hetzelfde zijn als die melkagtie deed hij een Hoen eeten ; ja brage dit voge door mid
ge , in zeer kleine druppeltjes en bij uitſtek dun ver. del van kleine ſtokjes in de wonden , aan de borst en
ſpreid over het Lijf van den Salamander . Het gelijkt billen van een ander Hoen gemaakt; dit alles was on 1
9 zeer naar het melkagtige fap , dat zommige planten, nut , om eenige venijnigheid te ontdekken , en deed
hem beſluiten , dat die niet op alle tijden of plaatſen ,
gelijk de Wolfsmelk ( Tithijmalus) uitgeeven , als men
ze kwetst ; het is opgemeen ſcherp en zaamentrekken in de Salamanders zij.
de ; ſchoon het op de Tong wel geen duurzaame DeGetuigenisſen , immers , aangaande de gedagte ei.
branding maakt, ſchijnt dog de aangeraakte plaats genſchap , zijn te algemeen, on ze zo geheel te ver
als geſchroeid , gerimpeld en met een lidteken over. werpen; te meer , dewijl de gemelde Doctor Wurff
toogen tezijnde
»„ gedrukt zijn. , een geeft het Dier
Ookzonderlinge , verpletterd of Bain, in Duitschland,de Salamanders geen bet minſte
kwaade reuk. melkagtige vogt heeft kunnen doen uitgeeven , nog
1
De ſterke regens van de inaand October laastlee. Nijm braaken. Misſchien zijn zij in de zuidelijke dee
den , deeden verſcheide Salamanders voor den dag ko.
len van Europa , of in Aſie , venijniger van aart , ter
%, men; want het Dier is zeer traag , en leeft onder de wijl men zekerlijk in Egijpte Haagdisten vind, die door
» ; grond op vogtige plaatzen , vooral aan den voet van een uitzweetend vogt de ſpijzen vergiftigen , gelijk wij in
> oude muuren , komende niet uit zijne gaten dan in re- de beſchrijving van den GEKKO , P.830 gezien hebben.
»; genagtigweer ;'tzij uit vreeze van in zijn hol te ſmoo. In de noordelijke deelen van Europa zijn zij zeldzaam .
s, ren , ofmisſchien om de Inſekten te vangen , waar van Hun voedzel beſtaat waarſchijnlijk in Slakken , Torren
het leeft. De eerſte proefneeming die ik op de geene , en Aardwormen.
„ welke men mij in menigle bragt , in ' t werk ſtelde , be. De genen die de Salamanders hebben geopend , be
trof het zo beroemde wonder , van derzelver onver- vestigen , dat zij als de Adders baaren. Bellonius maakt
>

brandbaarheid. Ik wierp er veele in 't vuur , daar de het getal der Jongen , t'eener dragt , veeriig of vijftig ;
meeste op 't oogenblik ſtierven , dog eenigen half ver- men heeft er een voor weinig jaaren , te Orleans , viere
brand uickroopen. Echter gebeurt, in deezen , iets en-derrig te gelijk zien werpen . Hoffman vond in een
> zonderlings. Naauwlijks is de Salamander op 't vuur , Wijfje , dat door hem te Padua ontleed werd , dertien
of hij ſchijnt geheel bedekt met druppelen van die Jongen ; maar de Heer MAUPERTuis vond in de zijnen ,
melk , daar wij van geſprooken hebben; welke aan zo wel Eijeren als Jongen . De Eijeren maakten twee
alle zijden , dog meest op den Kop en bij de Tepels, trosſen , gelijk de eijerſtokken der Vogelen , uitgenomen
qj uitdringt, en aanſtonds verhardende ,zomtijds de figuur dat de trosſen langer waaren , en de Jongen zaten in lan
van paarlen aanneemt. Daar is eenige waarſchijnlijkheid, ge buiſen , zo fijn van geweeſzel, dat men ze er zeer
», dat die zonderlingeuitvloeijing , gelegenheid tot de fa. duidelijk door heen kon zien. Hij telde in een Wijfjen
bel gegeeven heeft. Hoewel de veelheid van vogt , twee - en -veertig, en in een ander vier-en vijftig Jongen ,
»; op ver na niet in ſtaat waare , om het minſte vuur uit altemaal levendig , zo wel gevormd en vlugger dan vol
>> te dooven ; zou men echter mogen vermoeden , of er wasſen Salamanders zijn .
in andere landen ook zijn geweest , die dit vogt over. De Heer MAUPERTUIs had zijne waarneemingen , in't
,, vloediger uitwierpen ." bijzonder gedaan , op de Salamanders van Bretagne ; DO
Hier omtrent is het berigt aanmerkelijk , dat bij de Fáy deed naderhand' de zijnen , op de geene , die men
Koninglijke Societeit van Londen gevonden word. Een omſtreeks Parijs vind ; alwaar drie zoorten zegt hij, van
Salamander , uit de Indiën gebragt te Romen , door Salamanders zijn , in ieder van welken het Mannetje
den Ridder CORVINI , in het vuur geworpen zijnde zwolnog merkelijk van het Wijfje verſchilt . Die van de
anſtonds op , en braakte een groote veelheid dikke lij. eerſte en tweede zoort verſchilden alleen in grootte ,
mige ſtoffe uit , waar door de koolen werden uitgedoofd. zijnde van koleur zwart met geele vlakker. Het Man
Als men dit weder had doen glimmen , en er den Sala . netje was van het Wijfje onderſcheiden , door een
mander andermaal op wierp, bluschte die het vuur we . zaagswijze getande kam , die langs den rug licp en
derom , en , op deeze wijze beſchuite hij zich zelf voor een zilveragtige band ter wederzijde van den Staart.
de hitte , twee uuren lang ; leevende nog negen maanden Hij noemtze de groote en kleine zwarte Salamander 9

daar na . zijnde de eerſte , waar op hij zijne waarnemingen


Behalve die wonderbaare eigenſchap word dit Dier , deed , ongevaar vijf duimen lang en plat van Staart.
zo wel bij de Ouden als bij de meeste Hedendaagſchen , Omtrent de derde zoort , welker Jongen, als zij ter
voor zeer venijnig gehouden. PLINIUS geeft voor , dat waereld koomen , zeer geel zijn , en allengs een wei
nig
Plaat H. Pag . 3782,

Fig .2. Fig.2 .

Fig .
3. Fig. 4 . Fig. 5 .
50
B

Fig . 6 . Fig . 7

Fig . 8 ,

Fig. 9.

VILLA RAHA
ZO ,
Fig.20

Fig. 23 .

Fig. 22 .

17 ,
Su 6
‫ܚ‬
Fig. 15 .
ů

Fig. 14 , k
CE
TE
SAL SAL. 3183
mig bruin worden, merkt hij iets bijzonders aan. Ammoniak -Zout blijkt door proeven , zaamengeſteld
„ Hun gebeurt, zegt hij , een verandering, zo zon- te zijn uit zuur van zee zout, met een vlug loogzout
derling , dat dezelve nog nooit dan in één Dier , 'c vereenigd. Als het met vaste zouten vermengd word ,
Felk de Jonge Kikvorsch of Donderpadde is , waar. en aan een maatig vuur bloot geſteld , word er eene
genomen zij. Ik vond in de voortijd van 't gepas. groote meenigte van zuiver vlug zout opgeheven ; ter.
feerde jaar eenige kleine Salamanders, die ter plaatze wijl het zuur, met het middelzoortig zout vereenigd,
», waar de kieuwen in de Visſchen zijn , kleine kwast- overblijft; en als het op dezelfde wijze met levendige
jes van pluis hadden ; welke zij regt hielden in het kalk behandeld wordt , zo rijst een uitſteekend doordrin.
„ water , gelijkende naar taamelijk lange Ooren . Ik gende vlugse geest op ; dog men verkrijgt geen vast zout.
»s zag er in 't eerst niet dan aan kleine Salamanders, Alleen aan eene groote hitte bloot geſteld , word het
1 maar, eenigen tijd daar na, zag ik er van drie duimen , geheel en al opgeheven , zonder eenigezekere
verandering van
bergſtoffe.
die deeze kwasten ook hadden . Het verwonderde zijne voorgaande eigenſchappen ; met
mij zeer , hun kieuwen te zien hebben , gelijk delijke zelfſtandigheden gewreeven , heft het een gedeelte
Visſchen . Buiten 't water zijnde, worden deeze kieu- derzelven met zich op , en ſtremt met het overgeblevene
wen door twee dunne klepjes geſlooten, en verdwij. zaamen tot een klomp, die in eene vogtige lucht ligtelijk
nen verder , zo 't ſchijnt allengs.” Misſchien doet tot eene vloeiſtoffe (melt; en deeze wordt in de meeste
deeze verandering hun van water.tot land-Salamanders opzigten gelijk bevonden aan eeneverzadigde ontbinding
worden ; en , inderdaad , de eigentlijke onderſcheiding van 't metaal , welke onmiddelijk in geest van zout ge
van deeze Dieren , in dit opzigt is zeer duiſter. Mis maakt is.
ſchien leeven zij , gelijk de Kikvorſchen , zowel in 't wa- Zuiver Ammoniak -Zout is een volmaakt onzijdig zout ,
ter als op 't land. het welk bekwaam is , om lijmige vogten te verdunnen ,
Schoon de Salamander zeer taaij van leven is , heeft en eene zweeting , of de ontlasting van pis te bevorde
men echter het vergif gevonden , dat hem fchielijk den ren , naar dat de omſtandigheden van de geſteldheid , of
dood aan doet ; zulks beſtaat in fijn geſtooten zout. de behandeling met den lijder , geduurende de bewer
WURFBAIN is de eerſte die zulks heeft gezegt, en de king gehouden , vereisſchen. Als een dragma van dit
Hr. Du Fay heeft het door proefneemningen bewaarheid zout ,in water ontbonden , ingenomen en de lijder warm
gevonden. Om dezelve te dooden , heeft men maar fijn gehouden word , verwekt het doorgaans zweeting;
geſtooten zout op hun lighaam te ſtrooijen ; als dan de door middelmaatige beweeging, of wandeling in de open
ſpeurt men ten duidelijkſten door de beweegingen , dien lucht, wordt deszelfs werking tot de Nieren bepaald ;
zij maaken , dat zij er veel ongemak door lijden , uithun eene groote gifte inaakt zagtelijk openlijf, en eene nog
geheele vel perst dat fijmagtig vogt , 't welk men ge. grooter verwekt braaking. Dit zout wordt door veelen
dagt heeft dat hun tot een behoedmiddel tegens het vuur aangepreezen , als een uitſteekend middel om de koorts
verſtrekte, en zij ſterven in drie minuiten tijds. te verdrijven ; en 't is van zommigen gehouden geweest
Het gebruik der Salamanders in de Geneeskunde , is voor een groot geheim , om afgaande koortzen te genee
alleen uitwendig. Verbrand zijnde , en de asch op open. zen. Het is buiten twijffel een kragtig openend mid
loopende zweeren geſtrooit , zegt men dat dezelve naar del , en ſchijnt tot in de kleinſte vaatjes toe door te
wensch doet opdroogen , en den opperhuid heelen : Ook dringen ; en als zodanig kan het in zommige gevallen
geeven zommiger voor, dat het melkagtig vogt , 't welk dienſtig zijn , of alleen , of bij bittere dingen gevoegd ,
deeze Dieren uitgeeven , kan dienen, om de uitvalling van of bij den koortsbast , als de laatſte op zich zelven ge
' t haair te bevorderen. vaarlijke verſtoppingen zouden voortbrengen , of die er
Het zijn geen zints ALDROVANDUS, Gesner , RONDE. reeds waren , zoude verergeren,
LETIUS , CHARLETON , JOHNSTON enz. , die men over de Dit Zout wordt zomtijds ook uitwendig gebruikt , als
Salamander moet leezen ; maar Joh. PAUL. WURFSBAI • een middel om verrotting tegen te ſtaan , en in was
NIUS Salamandrologia , Norib. 1683. in 4to. met platen , ſchingen en ſtoovingen voor ettergezwellen , gelijk ook
en nog beter de Verhandelingen van de Heeren MAUPER in gorgeldranken , voor ontſteekingen der amandelen ,
TUIS en du FAY , te vinden in de Mem , de l Academie en om dik en lijmig ſlijm te verdunnen . Het is een
Roijale des Sciences de Paris , années 1727 1729. inmengzel , in de verdrijvende pap van de Edinburgſche
SAL AMMONIACUS ; Ammoniak.zout; Salmiak ; is Apotheek.
een zout dat door kunst toebereid word , en , naar men SAL AMMONIACUM FACTITIUM ; gemaakt
zegt uit roet van koeije-mist. Ammoniak -zout ; is een ſtreepagtig , bitter en ſcherp
Het wordt ons uit Egijpten gebragt , in groote ronde zout , gemaakt uit vijf deelen pis , een deel gemeen zout ,
koeken , die aan de eene zijde bolrond, en aan de an . en een half deel roet uit greinen hout gebrand. Het bes.
dere hol zijn , en zomtijds in kegelwijze brooden ; als te is dat geene, 't welk heel droog, helder wit , in 't
men ze doorbreekt blijkt, dat ze zaamengeſteld zijn uit midden of van binnen klaar en zwart is ; hoe ſterker reuk
naalden of ſtreepen, die overdwars loopen .' De besten het van zich geeft, als ’ t met potasch of levende kalk
zijn bijna doorſchijnende , zonder koleur , en vrij van alle in de hand te zaam gewreeven word, hoe beter het is.
zigtbaare onzuiverheden ; die men gemeenlijk ontmoet , SALANGAN , is de naam welke de bewooners der
zijn van eene grijze geelagtige koleur van buiten , en Philippijnſche Eilanden aan die Vogel geeven , wiens
zomtijds zwart, naar dat de ſtoffe meer ofminder zuiver nestzulk een heerlijk eeten voor de Chineezen is, bij
is. De ſmaak van dit Zout is zeer ſcherp en doordrin. heeft omtrent de grootte van de Zee-Zwaluw , en bij
gend. Het word in tweemaal zijn gewigt, of iets min. maakt zijn nest aan de rotzen vast.
der water ontbonden ; en als men een gedeelte van het SALARIS , is een onduitsch woord , 't welk belooo
ſcheivogt uitdampt, ſtremt het wederom zaamen tot lan- ning , vergelding voor dienst aan iemant gedaan , bete
ge blinkendeaairtjes, of dunne vezelagtige plaatjes, als kend,
vederen .
en in die zin in de praktijk van Regten word ge .
bruikt.
B2 SA ;
Red
3184 SAL: SAL :

SALAIJASIR , dusdanig noemen die van de Philip- ſtaat met bunne correspondenten hebben , zullen geens
pijnſche Eilanden een zoort van zeer kleine Eendvogel, gelegenheden verzuimen om hunne rekeningen met de.
die men inmeenigte op hunne poelen en meiren vind; zelven te Nuiten , en duste zien wat de een den andez
die zoort van Eenden zijn niet dikker als een vuist , en bij flotof per ſaldo ſchuldig blijft.
- met een wonderlijk fraaije pluimagie bezet. SALEP , zie SALAB.
SALBANDES , van dit woord bedienen zich de SALICARIA , zie WILGENKRUID.
hoogduitſche Mineralogisten , om die deelen van de rots SALICORNIA , zie SALIKORNIE.
eener Berg , mede te betekenen , die een metaliſche ader SALIE ; Self ; Savie; in 't grieksch insieuzon , énagem
aanraaken, en de mijnſtoffen van het ander gedeelte af. Bíoxor ; in 't latijn Salvia ; in 't fransch Sauge, en in 't hoog
ſcheiden . duitsch Salben ; is een welruikend kruidgewas, dat tot ken .
SAL CATHARTICUS AMARUS; dus word het tekens heeft , een Lipbloem uit een blad beſtaande, wiens
bitter buikzuiverend- Zout genoemd , 't welk uit het bitte- bovenſte lip zomtijdsverwulfd, en zomtijds gekromd is ,
Te vogt, na de krijftalmaaking van gemeen.zout uit zee. maar de onderſte lip of baard is in drie deelen verdeeld ,
water overgebleven , getrokken wordt. In 't eerst werd uitpuilende, dog niet uitgehold. Uit den Bloemkelk
het bereid, als een voornaam middel om het Epsom . komt het ſtijltje, verzeld , als van vier vrugtbeginzels,
zout , en andere buikzuiverende delfſtoffelijke wateren , welke naderhand even veel zaadjes worden , die rondag
van welken het niet veel verſchilt, het zij in kenbaare tig zijn , in een dop opgenooten , welke te voren de
eigenſchappen , of in geneeskragtige uitwerkingen , te Bloemkelk was ; de Helmſtijltjes gelijken eenigzints naar
vervangen . Wij ontmoeten het zelve gemeenlijk in het tongbeen.
kleine krijftallen , die er uitzien als ſneeuw ; met water Zoorten. Daar zijn zeer veele zoorten van deeze Plant ;
ontbonden , en van nieuws gekrijſtallizeerd zijnde, ſtremt wij zullen er de voornaamſten kortelijk van beſchrijs
het , als het wel behandeld word , tot grooter zaamen , ven .
van eene regthoekige gedaante , als een kantzuil, gelijken . 1. Groote of gemeene Salie ; Salvia major; Salvia of.
de naar die van het zout yan GLAUBER , dat door kunst ficinalis; ( Salvia foliis lanceolato-ovatis integris crenula.
bereid word ; in plaatze van welk zij ook zomtijds in de tis , floribus ſpicatis , calijcibus acutis ; Linn. Spec.
- winkels gebruikt worden. Plant. )
Alle deeze zouten hebben een doordringenden bitte- 2. Gemeene roode Salie ; Salvia nigra ; deeze en de
ragtigen ſmaak ; zij ontbinden in minder , dan gelijk ge . zeven volgende zoorten , worden voor veranderingen van
wigt van waater ; in eene middelmaatige hitte , ſmelten de eerſte zoort gehouden , toevallig uit het zaad voortge
ze , borrelen met blaaſen op , en veranderen ſchielijk in koomen ; dog de Heer Miller is van gedagten , dat dit
eenen witten {ponsagtigen klomp , met verlies van meer , een zoort op zich zelven is , dewijl zij uit zaad gekweekt
dan de helft van hun gewigt : Deeze kalk ſmaakt bitte. wordende , altoos dezelve blijft.
Ter , dan het zout in 't eerſte deedt , en ontbind wode. 3. Groote Salie met groen en wit bonte bladen ; Salvia
rom bijna geheel en al in water. Het zuur van deeze major, foliis ex viridi et albo variegatis.
zouten is voornaamelijk dat van vitriool ; de grondſlag 4. Veelkoleurige Salie ; Salvia foliis verſicoloribus.
van het natuurlijke, is eene fijne opflorpende aarde; 5. Breedbladige getande Salie; Salvia latifolia ſerra.
van het kunſtig gemaakte , een loogzout, te gelijk met ta .
den grondſlag van zeezout. Hieroin volgt er , op het 6. Breedbladige Salie met bonte bladen ; Salvia latifa.
bijdoen van loogzouten bij eene ontbinding van de lia ferrata , foliis ex albo variegatis.
zouten van GLAUBER , geene verandering ; terwijl de 7. Salie met den reuk van Allem ; Salvia abſinthium
zouten , die uit de buikzuiverende wateren verkreegen redolens
worden , of uit de peekel van zeewateren, op het bij . 8. Kleine Salie; Salvia minor aurita & non aurita.
doen van deezen , melkagtig worden , en derzelver aar- 9. Kleine Salie met bonte bladen ; Salvia minor foliis
dens afleggen ; wordende het loogzoutagtig zout, in der variegatis.
zelver plaatze opgenomen . 10. Oosterſche Salie met breede Bladen , ruikende gelijk
Het buikzuiverend.Zout , is een zagt en maatig buik Alfem , met een groote vleeskoleurde Bloem ; Salvia orienta.
zuiverend middel, werkende met genoegzaame kragt , lis latifolia , abſinthium redolens, fiore carneo magno.
en dog gemeenlijk , gemakkelijk en veilig ; zelden eenige 11. Oosterſche Salie met breede , haairige, kleverige,
krimpingen , ziekheid , ofte andere ongemakken , waar gevleugelde Bladen , en piltpere Bloemen en Bloemkelk , zon
van de harsagtige purgeermiddelen maar al te dikwijls der reuk ; Salvia orientalis latifolia hirſutisſima , viscoſa ,
verzeld gaan , veroorzaakende. Zes of agt dragma's pennata , flore & calice purpureis inodora ; (Salvia foliis
mag men , in eene behoorlijke hoeveelheid van water , compoſitis pinnatis. Linn. Spec. Plant.)
voor eene giſte ontbinden ; of vier , vijf of meer in een 12. Heesteragtige Afrikaanſche Salie met wilde Salie.
pint , of quart van de buikzuiverende wateren . De bladen en violet koleurde Bloemen ; Salvia Africana frutes .
vogten mogen ook zo behandeld worden , dat ze de cens , folio ſcorodoniæ , flore violaceo ; (Salvia foliis fub.
ontlastingen , door de andere afzonderingen bevor- rotundis ferratis, baſi truncatis dentatis. Linn. Spec.
deren ; want als de Lijder warm gehouden word , ver . Plant.)
meerderen ze de doorſtraaling; door maacige bewee. 13. Heesteragtige Afrikaanſche Salie met rondagtige
ging in eene koele lucht, bevorderen ze de ontlasting zeegroene Bladen, en groote guiden Bloemen; Salvia Afri
desPLDO. Dit woord is onder de Kooplieden inge cana frutescens , folio ſubrotundo glauco, flore magno au.
reo. ( Salvia foliis fubrotundis integerrimis, baſi truncatis
bruik , en word of genoomen , als ze zeggen willen , dentalis ; Linn. Spec. Plant. )
dat een rekening ten aanzien van credit en debet gelijk 14. Oosterſche' regtopgroeijende Salie , ruikende als
uitkomt; of ze noemen dus het reſtant van een van Alfem , metgevleugelde Bladen , en vleeschkoleurde Bloemen ;
beiden. Nauwkeurige Kooplieden , die gaarne een effen Salvia orientalis abfinthium redolens, foliis pinnatis, flore
car:
SAL SAL. 3185
Carneo , latior. enz. om er een goede geur aan medetedeelen ; geeven .
15. Spaanſche Salie met lavendel Blad; Salvid Hispa. de in het bijzonder ook een goede ſinaak aan gekookte
nica, folio lavendule ; ( Horminum fjlvestre, lavendule groene erwten, geſtoofde Aal en Schol enz., ook geeft
flore.BAUH. ; (Salviafoliis ovatis bafibusmucronato tubero- dezelve een verheven geuraan de Rolpensof Vleeschrol
fis, fpicis imbricatis , calijcibus trifidis. Linn . Spec. die men voor winterproviſie vervaardigt.
Plant.) Van ouds her is de Salie reeds als zeer gezond gehou.
Plaats. De natuurlijke groeijplaats van de Salie , teden en een zodanig nuttig middel voor het menschdom
weeten de eerſte zoort met derzelver veranderingen ,is geagt , dat de vermaarde SCHOLA Salernitana Cap. LX .
Provence , Languedocq , Italien , Spanjen enz. De niet geſchroomd heeft, om er zich op deeze wijze over
tiende en elfde zoorten, hooren in verſcheidene gewes- uittedrukken.
ten van Oostindien te huis. De dertiende en veertiende
Cur moriatur homo , cui Salvia crescit in horto ?
zoorten aan de Kaap de Goede Hoop , en de vijftiende 't welk in ' t nederduitsch betekend.
zoort in Spanjen.
Kweeking. Schoon de eerſte zoort , welke de gemeen. Zeg waarom hem de dood verrast ,
fte is en van het beste gebruik , inzonderheid bij ons In welkers tuin de Salie wast ?

in de tuinen der Liefhebbers kunnende


; alle ,debehalven Waar op niet onaardig door een ander is geantwoord.
de elfde zoort , die maar eenjaarig is , vermenigvuldigt Contra vim mortis non est medicamen in hortis.
worden , door ſtekken of uitloopen in eene der zomer. dat is ;
maanden ; in agt neemende , om ze te bevogtigen en te Om dat ter weering van de dood ,
beſchaduwen , tot dat ze wortel gevat hebben , na wel Geen tuin ooit medecijn aanbood.
ken tijd ze kunnen opgenoomen en geplant worden daar
Wat er ook van zij , zeker is het , dat de bloemen en
men ze denkt te laaten ſtaan , 't welk altoos moet zijn in
een drooge grond , en daar ze het voordeel van de zon bladen van de Salie , een geheel bijzondere en voor
kunnen hebben ; want indien ze in een natte grond , of treffelijke kragt bezitten ; wordende voornamelijk zeer
in een beſchaduwde ſtandplaats geplant worden , zijn ze dienſtig geagt om de maag , hersſenen en zenuwen te
onderhevig om in den winter uit te gaan. Ook kunnen verſterken ; en de gebreken weg te neemen , die door de
deeze Planten in een vetten grond ſtaande , zo wel de zwakheid van die deelen ontſtaan , als kwaade kooking
winterkoude niet doorſtaan , als wanneer een ſchraale , der maag , winden , buikpijn , beving der leden , draai.
drooge rotzige grond hebben , zijnde dit aan de mees. jing des hoofds, zinkingen , vogtige verkoudheid , wa.
te ſpillewervel-Planten gemeen. De zijſcheuten en terige of winderige oppuisting der buid enz. Men
toppen van deeze Planten , konnen in den zomer verza- prijstze in het bijzonder zeer voor zwakke kwijnende
meld en gedroogd worden , tot het wintergebruik. Menſchen , inzonderheid , die koud van natuur of zwak
De cwaalfde , dertiende en veertiende zoorten , zijn van ouderdom zijn . MATTHIOLUS verzekert , dat het
wat teer en moeten om die reden in potten , in verſche cen goed middel is voor beete en koude koortzen , 's
ligte , zandige aarde geplant , en in den winter in het welk uit deeze zijne vaarſen blijkt.
Oranjehuis gebragt worden , alwaar men ze zo digt als
mogelijk is , bij de vensſters moet plaatzen , op dat ze , Salvia confortat nervos , manuumque tremorem
wanneer het zagt weer is veel verſche lugt genieten. In Tollit , et ejus ope febris acuta fugit.
den zomer moeten ze in de lucht gezet worden , in een
welbeſchutte ſtandplaats; vrij bard van aart zijnde , heb. Men gebruikt de Salie-bladen als thee getrokken , met
ben zij alleen nodig voor vorst en ſcherpe winden be- zuiker ook wel op goed bier of wijn ; of ook in zoete
ſchut te worden. Men moet deeze Planten dikwils be melk gekookt en met zuiker zoet gemaakt, waar bij men
vogtigen , inzonderheid in warm weer , anderzints kruie wat caneel kan voegen . Welke Salie-melk voor deezen ,
pen ze in een en verdorren , ook moeten ze alle 20. eer de thee , koffij en chocolade bij ons bekend waaren,
mers tweemaalen worden verplant , dewijl haare wor• veel in gebruik was , om in plaats van die vreende dran
tels zeer ſterk vermenigvuldigen . De andere ooster- ken , 'smorgens of 's avonds te drinken.
ſche zoorten , zijn hard genoeg om onze winter . Uit de Salie.bladen word ook een conſerf gemaakt , die
koude, indien het niet al te fel en aanhoudend vriest insgelijks in de voorgemelde gebreeken , met nut kan ge
doorteſtaan , mits dezelve in een drooge grond en war. bruikt worden .
me ſtandplaats zijn geplant. Uitwendig zijn de groene Salie bladen zeer dienstig , om
De Salie kan ook door zaad vermenigvuldigt worden , de tanden en het tandvleesch te zuiveren , als men de.
't welk men ten dien einde in de maand april zaait , en zelve dagelijks daar mede wrijft.
de jonge planten daarna op 12 à 14 dunnen distantie ver- SALIKORNIE , in 't latijn Salicornia , is een plant on .
plant , als wanneer men ze van onkruid ſchoon houd , bij der de Zeeplanten behoorende ; hebbende tot kenmer
droog weer bevogtigd , en verders op dezelfde manier be. ken , een Bloem zonder bloembladen , dewijl de helm.
handelt, als zodanige planten die uit ſtekken gekweekt ſtijltjes en de vrugtbeginzels aan het uitterſte gedeelte
worden. Het zaad word ligtelijk van de jaarlijks opſchie . der bladen groeijen. Deeze vrugtbeginzels worden na
tende Planten gewonnen ,dat in het najaar rijp word , als derhand Peulen of Blaasjes , welke meest een zaadje be.
wanneer men de zaadſtengen met het zaad afſnijd , verder vatten.
legtte droogen , en dan uitklopt, ſchoonmaakt , en vervol. Zoorten. Men heeft verſcheidene zoorten van dit ge
gens op een drooge plaats, bij andere Moes-zaaden be. was , zijnde de volgende de voornaamſten.
waart. · Het zelve kan 2 à 3 jaaren duuren . 1. Altijd groenende
Gebruik, De Salie word in de keuken , zo wel groen ſempervirens; SalicorniaSalikornie
herbacea; ; Salicornia
(Salicorniageniculata
articulis
als droog , gebruikt, bij deeze en geene ſauſen , ragouts apice crasfioribus obtufis. Linn. Spec. Plant.)
B 3 2. Een.
3185 SAL. SAL.

2. Eenjaarige Salikornie ; Salicornid geniculata anza ASTRUC veroordeelt deeze manier , ib. cap. 13. p. 236 .
nua ; (Salicornia articulis cilindricis , Spicis filiformibus. gelijk ook BOERHAVE doet , Procesſ. Chem. 222. of ſchoon
LINN . Spec. Plant. ) Astruc hier in Boerhave kwalijk berispt heeft ; de re .
De Heer Linnæus heeft in zijne Spec. Plant. nog de is deeze, de geneezing is zeer ſmertelijk niet alleen
twee andere zoorten van dit gewas; waar van het eer- en langwijlig , maar gevaarlijk , omdat een gde daar door
ſte 't welk in Arabien groeit , door hem word omſchree. geſtorven is ; meer dan de helft niet geneezen is , en een
ven , Salicornia articulis obtufis baſi incrasfatis, Spicis 3de wederoin ingeſtort zijn. Astruc telt op , dat van 37
ovatis; en het tweede in Virginien tě huis hoorende , Sa : 4 geſtorven zijn , 22 niet volkoomen geneezen , en is
licornia articulis apice compreshis emarginatis bifidis. Nog weder ingeſtort zijn .
ſchijnt er van deeze Planten , twee of drie verſcheiden- Men moet voor de artificieele regte cinnaber gebrui.
beden te zijn , dog die verſchillen merkelijk van de bo. ken , en zorgen dat men er geen realgar of auripig
vengemelden , en worden voor geen onderſcheiden zoor- mentum bij menge.
ten gehouden . Salivatie door fieering,
Plaats. De Salikornie grocit in veele gewesten van Men neemt overgehaalde kwik uit cinnaber , mengt die
Europa op de ſtranden van de zeekant en ziltige moeras- met een weinig ſpog in een ijzeren vijzel , met wat terpen
len , wordende elker getij met zeewaater beſpoelt. Zel thijn.olie ; vervolgens roert men die onder reuzel zong
den plant men ze in de tuinen , om dat het zeer gevaar. der zout , tot één once , ook ininder ; 't welke voor ee
lijk valt , om ze in eenige andere ſtandplaats te doen ne keer genoeg is ; gelijk Astruc ib. p . 234. S. IV.C.12 .
groeijen dan in ziltige moerasſen en op de ſtranden , al . zeer naauwkeurig beſchrijft.
waar het zeewater veel vloeit. De Lijder word hier mede geſmeert voor een warm
Gebruik. De Inwoonersbij de zeekusten , daar dee. vuur, tot dat het vel droog is; dog het moet , zegt hij,
ze Planten groeijen , ſnijden ze af tegens het laatst van door den Lijder niet geſchieden , maar door eene kundige
den zomer ,wanneer ze volwasſen zijn , en na dat die ze hand ,die voor zich zelve moet zorgen met zich wel afte
in de zon gedroogd hebben , branden ze dezelve tot asſche, wasſchen , wanneer het gedaan is. Op deeze wijze be
welke gebruikt word , om Glas en Zeep van te maaken. [meert men de dijen , en beenen ; als het gedaan is dekt
Door de Landluiden worden deeze kruiden Zelp genoemt, men deeze deelen toe , en men legt den Lijder in een
en zonder onderſcheid tot het gebruik verzameld. Uit warm bed.
de asſche van de verbrande Planten , word een zout ge. Deeze (meering word of alle dagen , of naar eisch om
haald dat den naam van Kali of Alkali draagt , 't welk den anderen dag herhaald; dog voorzigtig , want als er
de Stoffcheiders veelvuldig gebruiken. te veel kwijl gemaakt word , moet men het verminderen
SALIVA , zie KWIJL. door buikzuiverende dingen.
SALIVATIO MERCURIAALIS
LIS of Kwijling door De Lijder moet niet boven een , of ten hoogſten twee
Kwiksilver. Wat Kwiksilver is, en hoe dezelve devui- pond kwijlen; men heeft daar toe kwispildoren , welker
le venusziektens als een bijzonder en zeker middel ge- maat bekend zijn moet.
neest , hebben wij onder KWIKZILVER beſchreeven , Onderwijlen houd men den Lijder in een maatig warm
voornamelijk pag.1692. en er bij gevoegt, hoe dit geſchie- vertrek , vult zijn lighaam op met zagte , verdunnende en
den kan zonder kwijling te veroorzaaken ; evenwel een weinig voedende afkookzels , op dat de Lijder 'snagts
is het eerſte vooroordeel zo groot geweest, dat men gerust Naapen zoude konnen , en door te ſterke kwijling
meende , dat in der daad de geneezing evenredig niet worden ontrust.
was aan de veelheid van ſpog , welke men kwijlde Men doe op deeze wijze de kwijling duuren zes , ze.
op één dag ; het is noodig dit ſtuk wijdloopig te be. ven of agt weeken lang, tot dat alle de toevallen ophou
handelen . den . In Engeland houd men de Lijders , en Lijderesſen ,
De Kwik word op tweërleij wijzen gebruikt om afzonderlijk in een zaal , men doet ze wandelen , met de
te doen kwijlen, inwendig, onder de gedaante van poe- kwijlpot in de hand , terwijl men de zaal boven lucht
der, van pillen , en dranken ; uitwendig , door rooking , geeft om de ſtank draaglijk , en de lucht zuiver te maa
pleisters , gordels , en ſmeeringen ; over welke allen de ken.
Beroemde Astruc de Morb. Veneris. Lib. 2. Cap. 12. D. GeoffrOI Mat. Med. Tom . I. p. 263. raad eene groote
228. uitmuntend gehandeld heeft , en alle anderen over. re veelheid kwik aan , tot dat zij 3 of 4 pond kwijien des
treft. daags ; dog dit is niet alleen onnut maar gevaarlijk , om
Salivatie door rooking . dat de kwijling niet geneest , inaar de kwik , gelijk wij
Men bereid den Lijder eerst met baden , en losmaa. aangetoont hebben , p. 1700 .
kende of buikzuiverende middelen , en vult zijn lighaam Geoffroi ſchijnt aan de kwikpleisters de voorkeur te
op met verdurnende dranken ; men doet hem bloed af. geeven , of ſchoon de werking traager zij. Hij verheft
trekken , als hij het poodig heeft. dezelve boven de rookingen en ſıneeringen ; die hij be.
Men zet hem dan naakt in een kas daar toe gemaakt, bedrieglijk noemt , of ſchoon de dagelijkſche ondervin
ofſtoof, en dekt hemmet een deken ;tewijl men onder in dingonsleert in de Hospitaalen , dat de ſineeringen aller
de ſtoof twee , of drie drachmen van vermilioen , dat is , uitmuntenſte gevolgen hebben .
artificieele cinnaber op de kool gooit , op dat die dus ver . BOERHAVE, MEAD en anderen , prijzen meerder het
vliegen, en de rook de poren van het lighaam indringen inwendig gebruik des kwikzilvers, om dat door het ſinee
zoude , op deeze wijze zweet de Lijder vrij ſterk , naar ren zomwijlen de kwik zich zet binnen in het beenmerg ;
maate hij van het af kookzel genoomen heeft , en zelf ſterk zie de voorreden des Aphrofidiacus BOERH. p. 20 , argene
is. Dit herhaalt men alle dagen , of om den, anderen tum vivum - cariem dipines cranii non ſanat, ſed in cellulas
dag , tot dat hij begint te kwijlen ; 't welk men uit het ejus osſeas confumpto pingui , vacuas , mers effufum , ftag.
Josworden der tanden , en de zweeren van den mond , ge. nat. Dat is , de levendigekwik geneeest het been -bederf
waar word . des bekkeneels niet, maar blijft hangen in deszelfs celletjes
8072
SAL. SAL : 3187
zonder werking. Astruc Itemt toe dat dit wel waar is , Tegenswoordig is men gemaatigder , en men bepaalt
p. 233. Le 3. dog nimmer dan wanneer de beenderen door de dagen na degrootte der ziekte , ook konnen de Lij
caries aangedaan zijn, en als dan daar blijft leggen zon- ders gemakkelijkdeeze kwijling 60 dagenuit houden
der eenig nadeel. In het Brittisch Miſeum , bewaart men zelfs langer
een Scelet , welkers beenderen met kwik op die wijze ge. Men prijst de Kwijbing niet alleen als een beproefd mid
Puld zijn ; met dat alles is het niet waarſchijnelijk , dat del in de Venusziekte , maar als het eenigſte; evenwel
dit dikwerf zal gebeuren . moeten wij opmerken dat zwaar beenbederf , en Tophus
De warmte van het vertrek moet niet te groot zijn , ofbeengezwellen er geheel niet naar luisteren , zo dat er
althans niet boven de 60 graad , of65ten hoogſten , van in deeze ziekte graaden zijn , die alle middelen vrugte.
FHARENHEITs Thermometer. loos doen zijn.
Wij moeten hier bij aantekenen , dat men met weinig In de Amauroſis, of zwarteſtaar is de kwijling door
kwik in Spir. nitri opgelost, kwijling kan veroorzaaken, veelen aangepreezen , dog ons is geen een voorbeeld van
daarom dient men voorzigtig te zijn in de ſchurft, van geneezing daar door veroorzaakt, bekend ; wel het tegen.
niet te veel in de ſmeeringen te doen , of ſchoon het an . deel.
ders de fimfte zoort ſpoedigst geneest. Eindelijk , is de kwijling door kwik ook aangepreezen ,
in de dolheid door Honden veroorzaakt , of in de water
Salivatie door inwendige Kwikmiddelen. vrees , of Hijdrophobia. De Beroemde D'ARLUC prijst in
BOERHAAVE heeft deeze manier meest gepreezen in zij- eenen brief aan de Hr. MOLMARD , Comment. de rebus in
ne Aphorism . I. 1468. en leert ze op deeze wijze Eerst Medicina geſtis Tom . VII.p.219. niet alleenlijk de ſmee
moet gij den Lijder opvullen met gerstdranken , daar na ringen met kwik , op de wond door den dollen Hondver
om de twee uuren een genoegzaame veelheił kwik gee oorzaakt , maar zelfs het gebruik van de turpethum mi.
ven. Neemt mercur. dulcis 9 grein , menge die met conſerf nerale inwendig , tot aan het kwijlen toe. Zelfs word de
van Roofen , en geef dit in eens in . Ik geloove dat inen Salivatie door kwik ſterix aangepreezen , door den Heere
negts 2 grein alle twee uuren behoort te geeven , om dat DU Chorzel in de water-vrees, ib. p . 479. Wij vree
10 grein mercur. dulcis alleen in ſtaat zijn kwijling te ver. zen echter dat het te laat zoude zijn , wanneer men zo
oorzaaken. Zo draa S. 1470. de adein begint te ruiken , lang wagtede ; de onzekerheid van de dolheid der Hon
de tanden los, en het gagel pijnlijk te worden , inoet men den , en de al te groote gezetheid der Menſchen , om op
opletten, of men voort zal gaan , dan ophouden. Hij weinig beproefdemiddelen te bouwen , zullen altoos de
wil dat de Lijder 3 , of 4 pond alle 24 uuren zal kwijlen. uitkomſte deezer dingen twijffelagtig maaken.
In zijn Voorreden voor den Aphrofidiacus p. 19. zegt hij SALIX , zie WILGENBOOM.
uitdrukkelijk ; - de kwaal geneest niet, ten waare de Lij. SALM , zie SALMEN.
der , als de dood zelve , verbleekt, en geheel uitteert , SALM , is de naam van een Siciliaanſche Koornmaat ,
en de geneezing zo lang gerektword , tot dat alle de ou. inhoudende 16 Tumani ; 8 Salm maakt een Amſterdam
de vogten uit het lighaam uitgedreeven zijn , - ten waa- ſchen Last.
re gij hem in een groote en geduurige warmte houd, an. SALMEN , Salm ; in't latijn Saimo ; in't fransch Sale.
ders zult gij uw te vergeefs beklaagen , den elendigen mon , en in 't engelsch Salmon ; is de naam van een Vis
Lijder op dien ſchrikkelijken pijnbank gebragt te heb . ſchen -geſagt, dat buiten en behalven die gewoone Sala
ben ! men , ook Houtingen , Forellen en Spierir gen bevat ,be .
GEOFFROI wil , datmen eerst den Lijder zal aderlaaten , revens derzelver verſcheidenheden , zo wel Europiſche
den buik zuiveren , en 6 dagen lang , inet warme baden als uitheemſche.
voorbereiden , en gebruik maaken van de Panacea mine- Kenmerken. De Kenmerken van dit geſlagt , beſtaan
Talis, of zwarte præcipitaat , die gemaakt word met kwik in 't algemeen , in een kop die effen is , of zonder ſte
en zwavel , welke dan met ſal ammoniak tot viermaa- kels , met Tanden op de kaaken en aan de cong. Het
len geſublimeert zijnde, op den bodem , dit præcļpitaat Lijf heeft agter de Rugvin , eene Vetvin , en de Buik .
overlaat; van deeze geeft hij 10 greinen , ib. p. 208. 's mor- vinnen hebben meer ſtraalen dan gewoonlijk. In het
gens, en 's avonds 5. , den volgenden dag morgens, en Kieuwenvlies worden van 4 tot 10 en meer Beentjes ge
avonds , 8 , den derden 10. den vierden 15. en zo ver teld , de Heer LINNÆUS zelfs tekent er 12 aan , en bij
volgens , tot dat de Lijder 3 of vier pond kwijlt op ce. STELLERus vind men gemeld , dat er zijn die 13, 14, ja
nen dag. 18 beentjes in het Kieuwenvlies hebben . Noy Comm .
Onderwijlen geeft hij den Lijder dun nat van vleesch , Acad. Petrop . Tom . III. p. 417.
weeke eijers en panade. DeHeer LINNÆUS heeft vier en-twintig zoorten , dien
De Kwijling gedaan zijnde , purgeert hij den Lij. hij in vier afdeelingen verdeelt ; waar van de eerſte on .
der twee of drie maalen , en voed hem met zagte ſpij. der den naain van Forellen ( Truttu )voorkomt , of Sale
zen . men die het Liif lont hebben , hier van zijn elf zoorten. De
Bij aldien het hoofd des Lijders te veel zwelt, en de tweede onder die van SPIERINCEN ( Oſmeri), welkerRug.
keel zo naauw word , datmen voor ſtikking bevreesd is, en Aarsvin tegen over elkander ſtaan , deeze afdeeling beo
moet men de kwijiing ſtuiten doorpurgeermiddelen , door vat twee zoorten . De derde onder dien van HOUTINGEN
dergelijke clijsteeren , en door zweetmiddelen. ( Coregoni) , met de Tanden nauwlijks zigtbaar ; heeft
Dog wanneer de kwik op den afgang werkt , moet men vijf zoorten. De vierde onder dien van BraASEMAGTIGE
opirem geeven tot 1.grein , eens, of tweemaal daags, of (Charachini), in welken het Kieuwenvlies niet meer dan
diascordium Sijlyii tot één once daags , welke teffens de vier Straalen heeft, en welke Afdeeling zes zoorten
ingewanden verſterkt. bevat.
BOERHAAVE liet den Lijder eerst 30 dagen tot 3 of 4 Nu zullen wij eerst de veſcheidene zoorten van Sal.
pond kwijlen , en dan nog 36 dagen bij vermindering, men beſchriiven; vervolgens een verhaal mededeelen
tot dat de kwijling langzaamerhand ophoud. yan de onderſcheidene manieren, hoedanig die worden ge.
vad .
3188 SAL , SAL

vangen ; en ten dotte aantekenen , op wat wijze men » geſchooten wordt ; daar de witte Salm er voor dex
die inzout, rookt, en versch zijnde het ſmaakelijk. » Rijtijd uit vertrekt. Tegen 't end van junij zwem.
Ite bereid . „ men zij den ſtroom op , en zakken in ſeptember niet
1. AFDEELING . weder af, gelijk de witte Salmen , maar blijven den
geheelen winter over. Hunne Kop word langs hoe
» , magerer en bleeker. Dan is er nog een roode oi Kalfs.
Salmen die het Lijf bont hebben. vleesch Salm , ( Rudlachs) die aan de Schubben een
.1, Gewoone Salm , zijnde de Salmo omnium Autorum ; vleeschkoleurigen rand heeft ; dog door deezen word
( Saimo roſtro ultra inferioren maxillam prominente. LINN. niet volkoomen in de rivier Hom en Kuit geſchooten.
Sijſt. Nat.) Door de Hr. Gronovius word deezen om- Van beiden is de zwaarte drie of vier lispond ; daar
ſchreeven , Salm die de Staart naauwlijks gevorkt heeft , , de gewoone witte Saim maar een of anderhalf, en de
het bovenſte der zijden alleen met zwarte vlakken beſprengd. , vetite of zwaarite derzelven , niet veel meer dan twee
Het is de gewoone Salm die men in Duitschland Lachs of drie lispond bedraagt.
noemt , in Zweeden Lax , in Finlard Lols. Geen ge- ' » , Een aanmerkelijk verſchil is er ook onder de Sal.
wag vind men er bij de Grieken van gemaakt , en onder » men , naar de wateren waar in zij gevangen worden.
de oude latijnſche Schrijvers , is PLINIUS de eenigſte In eenige rivieren zijn zij ſmaller en langer, in ande
die er van ſpreekt. Zo onbekend, nu , als hier uit blijkt ,, ren breeder en vetter. Men vind in een zelfde rivier
dat deeze Visch in de zuidelijke deelen van Europa is , naar de geſteldheid van het water , de Salm verandert.
9)
1

20 gemeen is hij in tegendeel in 't noorden ; ja zelfs Wanneer hij in de zomer door het ſaizoen , eenige ver.
zwemt hij de rivieren op , en komt dus tot aari Swit. , andering ondergaan heeft , kan hem weinig helpen ,
zerland inden Rhijn. Veelvuldig word hij jaarlijks in alle voor dat hij wederom voorjaars water krijgt ; 't welk
de rivieren van Groot-Brittannie gevangen ; en hij valt > hem als een nieuw leven geeft, en hem de ſtroomen
ook overvloedig in de Waal , en Merwe, Maas , Lek , , opwaarts lokt , daar hij langs hoe vetter word , krij.
Ysſel, ja zelfs in de Zuider- Zee aan de Friesſche kus- gende langs hoe witter huid , en langs hoe rooder
ten voor ; zo dat men er veel vertiering te Dordrecht , vleesch .
Schoonhoven en Kampen , als ook te Geertruidenberg ,, Het grootſte verlangen van den Salm is naar ſtroo .
en op meer plaatzen in ons land van heeft; dog de ſta. mend en versch water ; weshalve hij den Oever zoekt ,
pel van de Salm -yangst is eigenlijk geſprooken , op de zo dra het ijs los gaat ; maar als hij in Zee , genoeg . ‫ܕ ܬ‬

îtroomen van Sweden en Noorwegen , of van het zo. zaam zoet water bekoomen kan , door het ſmelten van
genoemde Noordland. het ijs , dan vergeet hij dikwils de ſtroomen op te
Het Lijf van den Salm is langwerpig , met een kleine » 2 wemmen , en , wanneer derzelver water door den re
Kop , en ſpitze Snoer ; de Staart gevorkt; de koleur „ gen troebel word , zwemt hij zomtijds te rug. De wind
blaauwagtig op de Rug, voor 't overige wit en door de doet daar in ook veel, die met den ſtroom been waai.
weerſchijn der Schubben zilveragtig ; in de Nek heeft , jende , van de Boeren Salmwind geheeten word; an
hij een groenagtige koleur, waarom de Sweeden hem derzins ftrijkt de Visch den mond der rivieren voorbij
ook wel Groen -Nek heeten ; langs de Rug heen , loopen » in de zeeboezems; op de rivier gekooinen zwemt hij
ſtreepen , met kleine glinſterende en zwarte vlakjes ge- voort , zo lang de Salmwind waait; anders gaat hij op
ſternd ; in de Rugvin zijn geteld 15 , in de Borstvinnen >> en neer , wordende als dan gemakkelijkst in de Fuiken
14 , in de Buikvinnen 10 , in de Aarsvin 13 en in de of Zetnetten gevangen .
Staartvin 19 ſtraalen . De zwaarte is doorgaans van ,, Het opzwemmen van den Salm uit zee, geſchied naar
twintig of dertig zomtijds van veertig ja vijftig pond ;zo ' t gene alle ervaarene Visſchers berigten , bij zekere
dat die welke in 't jaar 1755 bij Aberdeen in Schotland , > Schoolen , welke een driehoek maaken , gelijk de Gan
volgens verbaal van de EUROP. MERCUR. 1755. II. Deel ſen vliegen ; zodanig dat de grootſte gemeenlijk voor
bladz. 193. wierd gevangen en zeventig ponden woeg , , uit gaat; omtrent een elle daar agter , zwemmen twee
bijna eens zo zwaar was , als de Salmen gewoonlijk , nevens elkander , ook een elle van één , en dus, indien
zijn. 3) de School uit dertig ſtuks beſtaat, volgen aan ieder zijde
In Der Kon. Schwed . Akad. der Wisſenſch, auf das , vijftien , op gelijke wijze. In de Rijtijd gaan de Kui.
Jahr. 1751. and 1752. XIII. & XIV . Band. vind men ters doorgaans vooraf, en de kleine Hommers komen
een zeer uitgebreide beſchrijving, van de huishouding, , agter aan. Men heeft ze in groote rivieren , zomtiids
voorteeling enz. der Salmen , door de Heer Gisler aan ,, met zo groote Schoolen aangetroffen , dat er geheele
die Akademie medegedeelt, wij zullen er het voornaam- Netten door weggerukt zijn. In dit geval hoort men
ſte van aan onze Lezers voordragen . het geruisch van hun zwemmen als een ſtormwind , of
„ Driederleij zoorten zijn er , (zegt dien Heer) , die ,, rommelend geraas van ver af zijnde donderſlagen ; ter
men bij den naam van Salm , van Salm.Forellen en ,, wijl de Visch met het halve Lijf boven water zich ver
» Forellen , onderſcheidt. De eerſte zoort, daar wij , toont ; dog met harde wind zoekthij de diepte, en dan
hier van zullen ſpreeken,omze
wordt genoemd zee.Salm of ; , hoort men niets van hem. Door onweer, het ge
witte-Salm (Blanklachs) teonderſeheiden van raas van ſchieten , het ontmoeten van houtvlotten of
> den Wraklachs, die , door zich af te rijen in de Ri. netten en ondiepten , word zijn marsch in wanorder
vieren , geheel graauw geworden is , hebbende zelfs , gebragt ; anderzins gaat dezelve geftaadig voort , leg
door de vermagering , eene kromte aan de onderkaak „ gende een mijl , en meer , in een etmaal af. Men heeft
, gekreegen ; 't welk in het Mannetje zich meest open . ,, opgemerkt , dat zij , een waterval ontmoetende, zich
baart. Deeze wordt ook graauwe Salm ( Graulachs) verdeelen ; dog daar na zich weder , hoewel in kleiner
is genoemd, of Salm met de kromme Kin. Het is de Schoolen bij een verzaamelen . Dit zelfde gebeurt in
, grootſte van allen ; hebbende Kuit en Hom , die mees- dien de rivier zich in verſcheide takken verdeelt, ofbij
tendeels tot volle rijpheid komt, en in de Rivieren den zamenloop van haare Armen. Bij Tornea heeft
» men
SAL : SAL , 3189

men waargenomen , dat de Salm meer den eenen Arin ,j bezijden om. In 't eerst zietmen ze tot aan de ſchuttin .
die donkerer is, opſtijgt dan den anderen , die bleeker „ gen toe komen , en verſchrikkende gezwind te rug wij.
3) is van grond. Op deLuistorps-rivier heeft men onder- ~ ken: dit eenige maalen gedaan hebbende, worden zij
Fonden, dat een ſchool Salmen beneden een Salmhuis , ,, eindelijk ſtouter koomen nader neemen
, en , om zo te
't welk degeheele breedte benaat, een geheele dag kan ſpreeken alles op , tot dat zij een plaats vinden , daar
ſtaan blijven ; zwemmende zodra deKorven opgehaald „ zij onder door of over kunnen. In de Visſcherij bij Lu.
zijn om bezien te worden , aanſtonts door de openin . lea gebeurde het eens , dat men zich verwonderdeover
„ gen been. Zomtijds komen ieder dag, wel drie of vier den geringen vangst , tot dat men bij heldere zonneſchijn
>)

9) Ichoolen opzwemmen , zonder dat men één éénigen kan ontdekt had , dat de ſchoolen agtereen , door een hole
bekoomen ; zomtijds grimmelt de geheele Rivier van len Boom kroopen , die diep onder water lag ; welke
Salm. » men bij het ophaalen , Nijmig en vol Schubben vond.
» Detekenen van het opzwemmen zijn als volgt. Hij “ Wanneer de Salmen geen opening ofdoorgang aan de
in tuimelt als een Bruinvisch , kletst en ſpuit in 't water, ^ Schutting vinden , en dezelve te hoog is om er over heen
't weik men bij het afzwemmen niet beſpeurt. Meeu- , te fpringen , kunnen zij er den geheelen dag voor blijven
wen en Visch -Arenden volgen in menigte het ſchool, ſtaan, en zulks doen zij bij de watervallen, op de plaatzen
om er van te rooven ; dog inoeten ook menigmaal het daar geen ſterke ſtroom is , verſcheide etmaalen rustenie
leven er bij inſchieten , wanneer zij de Klaauwen in » de , beneden de ſchuttingen , met de Koppen nevenselk.
„s groote Visſchen Naan. Men vangt de kleinſten door. ander ; dog in ſnelle ſtroomen moeten zij ſchielijk een
„ gaaps aan den Oever,demiddelſten in de diepte. Met ſtil » kans wagen om voort te koomen, en hebben dan geen ge
, weer kan men ze , als gezegt is , boven water zien zwem- » legenheid , om alles zo naauwkeurig na te gaan. Regt
„ men. Veelal volgt ook het eeneſchool het ander , en 9) voor of tegen ſtroom heeft de Salm groote kragt ; hij
9 ) de eerſten zijn de vetſten . De zomerwarmte doetveel kreunt er zich naauwlijks aan , ofzijne Kaaken aan ſtuk
9 om den Visch traager te maaken in het op zwemmen ; ken geſlagen , de Oogen uitgeſtooten of het Lijf beſcha
» 20
Hoeook deregen
ſterker , die hetwater
de ſtroom is , hoe troebeldoetworden.
ſneller de Visch op- » in't
digt grootſte
zij , doorhet ſpringen
gevaar; dog , ;wanneer
hijbegeeftzich
hij zijn op nieuws,
Staart niet
» zwemt. Als de Salm zich in de watervallen heeft af. vrijelijk kan gebruiken , is hij zijn kragt kwijt. Hierom
„ gemartelt , en hem komen dan twee armen van eene moeten de Fuiken en Zernetten zodaanig gemaakt zijn ,
rivier voor , waar van de eene traager , de andere ſnel. dat de Visch daar in koomende , krom legt ; wantdit be
ler afloopt, zo verkiest bij den eeríten. Het tegendeel , neemt hem alle magt om zich te redden.
», daar van geſchied , wanneer hij zulke Armen aantreft De tijd van 't opzwemmen is , naar 't ſaizoen en naar de
niet ver van zee , en wanneer hij zich niet moede ge- „, ſtroomen , verſchillende. Den 3 junij 1749 begon men
arbeid of met zoet water vergenoegd heeft. Hier van w grooten Zee- Salm , met Netten op de Angermanniſche
komtophet
» vier ook waarſchijnlijk , dat hij hoe hooger de ri- ^, Rivier te vangen ,'tgeen vroeg was; dog in 'tvolgende
, hoe langzaamer zwemme. In ſtaande waters v jaar 1750 , ging de meeste reeds in de maij-maand voor.
> kan men ze gemakkelijkst magtig worden. bij, 't welk zeer ongewoon is. Op de Rivier van Tuna
Zonderling is de behendigheid van deezen Visch. Men word men gewaar, als men's voorjaars, in de Salmſtee .
,, ziet daar van de blijken als hij Watervallen ontmoet. ken den teruggaande Salm vangt , die den winter over in
9 Eerst een weinig onder groote ſteenen gerust hebben. 't Meir Marmen gebleeven is, dat deeze in de water
de , ſchiet hij als een pijl, twee of drie ellen hoog uit val Klingſta den regten opzwemmende Salm ontmoet ,
het water , en , te rug vallende, beproeft hij het van zo dat het opzwemmen van den eenen zich naar het af.
nieuwsaan , tot dat hij daar boven gekomen zij, wan- zwemmen van den anderen ſchikt. Mooglijk is , voor
neer hij met de Staart Naat , als 'twareom zijn blijdſchap 3)
beiden ook dezelfde reden . De Zee-Salm verlangt dat
,, te betuigen. Indien een voor af ſpringt, volgen er veele de rivieren van ijs bevrijd zijn , eer hij dezelve opzwem.
> hem na. Zo lang hij den Kop in 't water heeft, bezit hij me , dat gemeenlijk in maij plaats heeft; die in't mid
dubbelekragt , en in't ſpringen neeint hij zich zowel in den van de zomer, of laater , begint te zwemmen , komt
,, agt , dathij altoos met de vlakke zijde ofdeStaart voor meeftendeels nietboven de vijfmijlen van zee. Terwijl
„ aan , nedervalt. Tegen een ſterken ſtroom op moetende de Salm opzwemt eet hij niets , en heeft daarom een le.
» werken , ziet menze ook dikwils buiten't water , wel dige rob , ja de galblaas verdwijnt bijna geheel; men
twee vademen hoog voortſpringen , om den togt te be- word niet gewaar dat zij iets nuttigen , eer zij beginnen
vorderen ; te rug drijvende keert hijzich niet om , maar terug te zwemmen. Den 12 Augustus 1749. ving ik met
gaat met de ſtaart voor uit. Als hij zich wenden wil , of den Hengel, aan de zeekant een witten Salm , die zeer
» dwars voor den ſtroom komt, verliesthij zijn kragt, en , vet was en de maag volkleine Vischjes had .
word naar de kanten gedreeven , alwaar hij dan dikwils Als de rivier te hoog word , in de herfst, begeeft zich
» in deFuiken loopt. Sommigen maaken hun werk , om ze de Salmovervloediger en ſneller te rug ; dewijl hij zich
> met vuur te verſchrikken , en dus hun rustplaats te ont. in de ſtroom zodanig afgewerkt heeft , dathij niet langer
)
dekken , bijzulkewatervallen ; als wanneer zij de Sab. opzwemmen , nog op zijne plaats zich houden kan. Met
,, men kunnen ſteeken , dewijl die alcoos naar hunne rust- ſtormagtig weer, regenen ſneeuw , gaat hij ook ſterker
plaats weder keeren. Als het onder den waterval niet nederwaards; dog een gedeelte onderhoud zich in de
taamlijk diep is , kan de Salm geen hoogen ſprong doen. ſterkſte watervallen , tot tegen kerstijd. In de Tornea
Bij groote Watervallen vind men hem dikwils tegen de en andere Rivieren van Westbothnie , eindigt het af.
rotzen dood geſlagen . zwemmen eerderdan in de Angermanniſche en in Me.
Niet minder voorzigtigheid word van deeze Visſchen delpad. In groote Meiren , gelijk Halgomſee ;blijven
;, gebruikt , om de listigheid der genen , die hun tragten te >
de Salmen den winter over , die's voorjaars daar in ge
,, vangen , te leur te ſtellen . Met helder weer en klaar komen en door de watervallen opgeſteegen zijn. Men
water zwemmen zij , veel al , onder de Netten door, of vindtze daar gantsch blaauw , en welzo vet , indien niet
VI Deel. с » Vet .
3100 SAL ) SAL .

„ vetter , dan de Salmen die er uit de zee en inhammen „ lijk de anderen , op 't gevoel koud zijn , maar wegens ze
doordezeegaten ingekomen en van den ſtroom afgemat » kere veneriaale zoetigheid, welke zij uit dit onderling
, zijn. Door het kuitſchieten vermagert de Salm , dog in , Bijſaapen genieten.
ftil waterkoomende, en 's winters uitrustende , ſchoon Een merkelijk verſchil is er overden tijd der Voortees
negts in binnenlandſche Meiren herſtelt hij zich. Men ling. Zommigen hebben gewilt, dat zulks in dewinter,
*, is taamelijk verzekert , dat het kleinſte deelderSalmen , anderen dat het in de zomer geſchieden zou. De Sweece
die 's zomers de rivier opzwemmen, in dezee te fcheHeer HELLANT meentdit uit het berigt dergeenen ,
9. rug komt , want een gedeelte blijft in de meiren en die den Salm , den geheelen herfst door , op de Rivier van
%, moerasſen , door welke de rivieren loopen , een gedeel- Tornea ſteeken , te kunnen ophelderen, en ſpreekt daar
te in de rivieren zelf , en het grootſte deel in de zeega. van aldus, Na St. Jakob , of tegen het end van julij ,
ten. Wanneer zich het grond-ijs in de herfst vertoond, wil de Salm de rivier niet meer opzweinmen ; hoewel
, dan gaat de Salm bet gezwindſte neer , en zet zich dan in deeze tijd een weinig verandert , naar dat de Visch vroe .
» diep water. , j ger of laater in 't jaar aankomt of voortgaat. De zomer.
Den voorgaanden herfst , toen het ijs op deIndals-ri: ;; nagten, nu , zijn nog op deeze plaats , ofbij den pool.
‫ور‬ vier van den grond begon op te ſchieten , begaven zich ,,„ cirkel, tot een end wegs in augustus toe , 20 helder , dat
de Salm enHouting daar onder , ſtrijkende doorde mond men als dan met ſteeken eerst een aanvang kan maaken.
3

3)
der Luiftorps-rivier opwaards , en bleven ſtaan in 't meir De Salm ſpringt , diestijds , nu en dan uit het water , en
van Logdoe. Hoeeer de Visch in de herfst, op de ge- „, begintde Rivier af te zakken, houdende altoos den Kop
, zegde wijze daar in komt , zo veel vroeger is dewinter ,, tegen ſtroom en de Staart vooruit. Midden in de rivier
,, op banden . In't kerſpel Nerpis krijgt men den gehee. „ drijft hij nietgaarn , dog zoekt gemeenlijk een zoort van
len winter door , Salm. Ik heb ze in verſcheide rivie . ,, valgrond door den ſtroom gemaakt , uit grof zaid of
„ ren , omtrent St. Paulus-dag gezien. Na dat de rivier „ , kleine keiſeltjes beſtaande, met een ſteilte nederwaarts .
is toegevroozen,
%, vind Opzulk
blijft de Salm ſtaan , daar hij zich be- , meer een valgrond, daar zomtijds weinig , zomtijds
diepte is, onthoud zich de Visch in de ſterkſte
, en na nieuw - jaar begint hij zijne ſchubben en
witte koleur weer te krijgen , dog is danwatmager , maar ſtroom . Indien de diepte daar tegroot is , kiest hij den
als de rivieren in 't voorjaar, in beweeging komen , gaat », oever, en begint, in 'tmidden van augustus, mer den
hij verder af ; ſchoon er nog ijs in ware. De Salm , nu , Buik tegen ſteenen te wrijven , die daar door zo wit wor.
»; in't onderſte van den ſtroom , nabij de zee , gekoomen „ den, dat men deeze plaatzen niet alleen bij nagt door het
zijnde , blijft daar niet ſtaan, maar gaat aanſtonds af in 9 vuur , dat tot het Salmſteeken gemaakt word , maar zelfs
zee-boezems ; 't geen men ook in dewatervalSolefrea ,, op helderen dag kan zien en van den overigen bodem der
,, gewaar word. Verder opwaards toont hij zich meer , rivier , eenige roeden ver onderſcheiden .
wordende met Netten en door middel van ſteeken , den , Zulk een plaats of greppel , indien ik ze zo mag noe
, geheelen winter gevangen , op plaatzen , daar het ijs be „ men , is dikwils zes voeten breed , dog op ver na zo lang
kwaame openingen heeft. ,, niet. Onder 't wrijven houd de Visch doorgaans den
Het opzwemmen der Rivieren , doorde Salmen en dero ,, kop ſtil, maar het overige lijfkromt en zwenkt hij voor
gelijke Visſchen meer , geſchied, om Hom en Kuit te » , en agterwaards. Menigmaal vind men er een Hommer
ſchieten ; zie hier 't geen daar omtrent door de Heer „ alleen , dikwils een paar , Hommer en Kuiter , die zich
STELLEROS , Nov. Comment. Acad. Petrop. Tom. III.pag . daar digt bij elkander houden , als of zij aan elkander ge.
' 408. in ' t land van Kamtſchatka , in 't bijzonder omtrent de nageld waaren , zijd aan zijd , en , wanneer deeen onder
Salmen , is waargenoomen . het wrijven , het lijfbeweegt of buigt, zwenkt ook de
9 J. Heb ik , (zegt die Autheur) in ondiepe plaatzen > andere , zo dat men ze dikwils met het ſteekijzer, beide
» waargenoomen , dat de Mannetjes en Wijfjes, door on- te gelijk magtig word. Twee Kuiters zal men nooit bij
derlinge wrijving der Buiken , de uitvloeijingvan Hom , elkander vinden , dog wel twee Hommers, maar gemeen.
en Kuit bevorderen . 2.' Dat zij elk op zich zelf,door , lijkst één Hommer en één Kuiter , en de Kuiter ſtaat dan
,, wrijving tegen ſteenen , het zelfde doen. 3. Dat de Man: ,, een weinig laager in den ſtroom dan de Hommer; ja een
,, netjes , in januarij en februarij , de Wijfjes jaagen , en Hommer wrijft zich dikwils alleen . Indien de Visch ,
door minnedrift aangeſpoort, voor zich uitdrijven ; dog , middelerwijlverſchrikt word , zo kointhij dikwils bin
17 in tegendeel deWijfjes , met veelerlei omwegen , hun nen een uur op die plaats te rug ; dog zo men hem vangt ,
, tragten te ontwijken. Dus heb ik ook waargenoomen , dan gebeurt het dikwils dat op die zelfde plaats weder
dat de Mannetjes de ftaarten der Wijfjes met de tan . andere Salmen ,zich koomen wrijven, en daar ook gevan
den vallen , en dezelven zo itijf vast houden door zekere 1 gen worden .
wellustige begeerte , dat de Staart niet alleen van vel » De regte tijd , wanneer zich de Salm wrijft, is bij bet
beroofd , maar de beentjes van de Vin zelfs afgebeeten „ aanbreeken van
van den
den dag , en in 't vallen van den avond ,
> worden . 4. In de Rivieren word's winters waargeno. » niet in 't midden van de nagt. Onder't wrijven laat het
,, men , datzij in eensgezintheid op de dieper plaatzen le- ,, Mannetje zijne Hom , en 't Wijfje haare Kait loopen ;
ven ; 20 dat deeen zodigt tegensden ander aan gedrukt , waar omtrent aanmerkelijk is , dat in de Salmer , zowel
,, worde , als of zij door menſchelijke ſchranderheid ,op zo als in andere Visſchen , het Mannetje de Hom eerst van
veel liniën of rijën waaren geſchikt. Buiten twijffel , zich geeft en daarmede eer vaardig zij , dan het Wijfje
doen zij in't diep der zee even 't zelve of herhaalen , met haar Kuit ; maar de ſtroom voert , het geene de Vis -
door de ingeeving der natuur , het geene zij onder in ſchen van zich geeven , tegelijk heen en verſtrooit het
de zee gewoon waaren te doen, in de rivieren. Hier. „ zelve, zodaanig dat men niet kan zien wat weg het nee
om is 't waarſchijnlijk , dewijl Visſchen, van eenerleij me. Om Bartholomeus , wanneer de Kuithet grootſte
zoort , onder de wateren , een zo langduurigen tijd in en zo groot van korrel is als erwten , ſchat men dezelve
şi gezellige gemeenſchap doorbrengen , dat zulks niet ge. is in waarde een derde deelvan den Visch zelf, die als dan
ſchiede on elkander te verwarmen; dewijl zij altoos, ge- ,, veel Negter is van vleesch dan in de zomer , en zo wel ,
» Ona
SAL, SAL . 319 :

5 om dat hij als dan de rivieren af zwemt, als om dathij duisterheid een weinig op te helderen, en het eerstgemelde
nietzogoed is van ſmaak, metreden van het landvolk gevoelen te begunſtigen. In 't midden van november,
Wraklachswordgeheten. Om St. Michiel, en in 't be des Jaars 1748 kreeg hij een Hommer met de krommeKini
» gin van oftober, isdeSalm geheelzonder Kuitenuit- benevenseen Kuitervan eenlispond zwaar, die beidemet
„ geteerd ; als wanneerook de rivieren bij den poolkring het ſteekijzer in de rivier gevangen waaren . In de plooi.
, beginnen te bevriezen , dat zeven maanden aanhoud , jen van de zitplaatzen der Kuit, die geheel ledig en toe.
» zijndehet ijs doorgaans tweeellen dik . " gevallen waaren , werden van hem nog eenige ten vollen
Uit deeze waarneemingen blijkt, dat de tijd der voort- rijpe Kuitkorrelsgevorden . Deeze waaren bleek vleesch
teeling van den Salm in deherfstzij. Evenwel zou daar- koleurig en aan de eene zijde toonden zich inwendig , als
omtrent een aanmerkelijk verſchil kunnen plaats hebben , kleine, bleekroode,olieagtige , hoopswijze tot een ronde
naar de geſteltheid van het klimaat ; dog dat zommigen kloot bij een verzaamelde blaasjes, van een halve linie
eerst tegen 't end van november beginnen zouden , en den breed. De korrels waaren van binnen met een ligtgraauw
geheelen winter door daarmede voortgaan , tot in't voor. Nijm als wit van een eij gevuld , dater uit liep , zo dra men
jaar, gelijk van Baſel aan Gesnerus was geſchreeven, is een dunne eenvoudige en taaije huid opende. Na dat het
te onwaarſchijnlijker , daar LINNÆUS aanmerkt , dac de zelve uitgeloopen ware , zag men iets dat paar jonge
ſchieting van Hom en Kuit, in de zuidelijke deelen van groeij van Salm geleek , anderbalf linie lang , geheel
Sweeden eerder plaats heeft, dan in de noordelijke dee- doorſchijnende , ſpongieus, wit en Nijmig ; waar in zich
len . Faun . Suecica. p. 116. de gedaante van het Bekkeneel, de Ruggegraat, de Oo
Aangaande de plaats, waar de Voortteeling geſchied , gen , de grootſte Beenderen des Lighaams en de Werve
zullen wij den Heer PONTOPPIDANS hooren , die tevens len duidelijk vertoorden. Als men het zagt kookte , wierd
ook van de manier gewaagt. Nat. Hist. yon Norw. II. Th. het dik , gelijk wit van Eij.
p. 249. Gemelde WILLOUGBY spreekt het Gevoelen Hier uit ziet men (zegt die Schrijver,) dat in de Salmers
„ tegen van GESNERUS; aangaande de Voortplanting van » een eijwit , benevenshet lidtekentje van HARVÆUS , dui
den Salm in de zee ; meenende dat zulks alleen maar ge- » delijk zigtbaar zij ; gelijk Artedi dit in de meeste kraak .
ſchiede in de verſcheide rivierwateren , uit welken hij beenige Visſchen opgemerkt heeft. Ook kan men , zo het
1

» vervolgens zich in de zee begeeven zou. Daar in ech- ſchijnt, hier uit beſluiten , dat de Bevrugting van dee
» ter , heeft hij zekerlijk mis ; want ſchoon wij niet willen » ze te rug gebleevene Eijeren geſchied zij, terwijl de
ontkennen , dat zulks ook in de rivieren geſchieden » Kuit nog binnen 't moederlijk Lighaam zich bevond ;
», kan ; dewijl men midden in Duitshland ; ja ook geheel dewijl zich anders alle deeze deelen der Salmen , en de
boven in de Rhijn, bij Baſel, Salm vangt ; weet men dog natuurlijke geſtalte van hun lighaam zo duidelijk niet
hier te lande zeer wel , dat de Salm haar Kuit voorname- 21 hadden kunnen vertoonen . De beide zitplaatzen van
lijk bij den uitloop der rivieren , ten minſten digt daar de Kuit waaren ledig als gezegt is ; dog men zag er
5 bij, in brak wateruitſchiet , en wel op deeze wijze. Zij „ reeds het begin van nieuwe korrelen Kuit, die onder
buigt zich geheel krom en ſteekt den Kop in 't zand , om de buitenſte Huid in ontelbaare menigte , veelen in de
temeerkragt te hebben , ſpuitende dusdeKuit door de „ bude lidtekens, andere nevens en tusſchen dezelven , la
Navel ; daar op komtde Hommer , en , andere Visſchen » gen. De uitgang van de Kuit bevond zich onder bij.
terug houdende , diede Kuitwillen oprreeten, kromt , dog een weinig digter aan de Aarsvin dan de Navel
hij zich op even dezelfde manier, dat de Staart zich naar die met een duimbreed vet omringt , van binnen gee
den Kop toe buigt , om zijn Hom op de Kuit uit te ſtor . heel donkerblaauw glad en rimpelig , en aan't end zo
ten. Deeze Hom is niet gelijk in andere Visſchen , ver• zwartagtig bruin zich vertoonde , als of zij van koud
„ gaard in een menigte van fijne buisjes , als van ge- » vuur ware aangetast ; dat van de ſterke wrijving bij het
,, darmte; maar bij elkander in eene vergaderplaats, die Kuit ſchieten , zal voortgekoomen zijn .”
naar de Lever gelijkt. In de Kabeljaauw , Haring en ,, Weinige Visſchen (merkt hij aan) zullen er zijn , die
> andere Visſchen die Hom en Kuit hebben , zal de Voort. „ hunne Kuit met grooter bezwaarlijkheid en vermoeijing
%, teeling, waarſchijnlijk op even dezelfde of gelijke ma. uitſchieten , dan de Salmen . Vooraf, naamelijk , moeten
, nier geſchieden . " zij in de Rivieren alle overtollige vetcigheid en vol
95 Voorts berigt de Hr. GISLER dat het Wijfje , eer vleezigheid afwerken , eer hun zaad vrugtbaar word ,
9 het zijn Kuit ſchiet, de Hom van het Mannetje heeft en in de tijd der paaring worden zij zo uitgemergeld ,
%, ingeflokt. Dikwils ſtaan zij en beweegen zich ne- dat hun nog vleesch nog bloed , om zo te ſpreeken
vens elkander ; als wanneer de Kuiter ſcheef tegen de overblijft. De oorzaak , dat deeze Visch , bij't afleggen
Hommer zo digt daar bij ſtaat, dat zij bijna de Hom uit van de Kuit , zich met zo veel geweld wrijft en zo ſterk
hem ſchijnt te zuigen ; dog of de Kuit door die inflok- beweegt , komt behalven den ſtroom , die daar toe be
,, king van de Hom bevrugt word weet men niet. Den hulpzaam is , ook daar van daan , dat de zitplaatzen van
Salm immers , begint omtrent dien tijd alles te verſin. de Kuit geen bijzonder vlies of open gangen hebben ,
den, watbem Negts eerbaar voortkomt; 't geene daar uit waar door de Kuit gemakkelijker en ſneller zou kunnen
blijkt , dat zowel Hommer als Kuiters de maagvol van uitgaan ; maar in de Salm valt ieder korrel van de Kuit
97
eigen Kuit hebben , die zij bij 't afleggen van de Kuit in na dat zij uit de plooijen van dezitplaats is ontwikkeld ,
Nokken. Even zo zuigen zich ook de Houtingen aan el. in de ledige holligheid des Buiks; waar uit vervolgens
kander, en bijten de een in des anders Vinnen ; daar de ,, langs den bodem ,die den Zwemblaas maakt , moet ge
Salmen zich aan elkander vast haaken met de uitſtee. arbeid worden , tot dat ziļ door de openingen , die onder
kende kin ; om de Hom en Kuit uit te arbeiden. De 35 aan beide zijden van den Endeldarm zijn ,ontlast , en uit
Kuiter houd zich altijd aan de landzijde; dat een inge- „ geworpen worde;daarom duurt het ook zo lang, eer al de
Kuit geſchooten zij; dewijl er geen Lijfmoeder, nog
» , ving der natuur is , dewijl zij meer klemming en wrij-
.m ving nodig heeft. , Rok , nog Buis is , door welker zaamentrekking de uit
Een Waarneeming van deezen Heer , ſchijnt gemelde werping bevorderd zou kunnen worden , De Hommers
C2 n heb.
3

3192 SAL, SAL.

', hebben het gemakkelijker; alzo de zitplaatzen van hun- „ niet raadzaam is 't geboomte uit te roeijen. De Salm wil
>> ne Hom met open Buizen tot uitwerping zijn voorzien. ook in zijne loop niet zijn verbindert ; hij ſchuwt on
In groote Salmen is wel een ſtoop , en nog meer Kuit , ,, diepten , ten waare het water door ſtroom of vloed
dat vier pond of drie -en- twintig duizend en veertig » zeer drabbig mogte zijn. Bovendien bangt de reden ;
„ greinen bedraagt. Ook kan men nagenoeg zo veel kor: waarom in zommige rivieren meer , in anderen min.
,, sels van Kuit rekenen ; want ieder korrel weegt om. der Salm gevanger worde , van de legging der rivie.
,, trent den tijd der voortteeling , in groote Salmen iets ren zelf en de geſteldheid van het water af. Dus vind
meer dan een grein. Hier uit ziet men dat deeze Visch men in de eene arm der Lulea - ſtroom overvloed , inde
,, zich ongelooflijk zou vermenigvuldigen , indien alle , andere nooit een eenigen Salm .
korrels van Kuit bevrugt werden. Zo nuttig als een digt en gelijk houtgewas aan den
9 Niet eer dan bij het afzwemmen van de rivier , bea „ oever der rivieren is , zo ſchadelijk zijn eenige hier
» gint de Salm Hom en Kuit te ſchieten. Zommige raa. en daar ſtaande en over 't water hangende boomen ; de
ken de rivier ſchielijker af , anderen laater ; en die het „ wijl door derzelver Ningering de Visch ſchuw gemaakt
om St. Andries eerst doen , hebben in 't geheel geen word. Houtvlotten zijn zo hinderlijk , dat al waaren er
77Hom of Kuit meer ; zo dat hunne groeij altemaal in de „ eenige duizenden in 'topzwemmen ,dezelven altemaal
rivier moet blijven . Evenwel alzo niet alle Salm de » teruggaan zouden , wanneer hun het hout te gemoet
„ rivieren op koomt , zullen er ook zijn die in de zee kwain drijven . Even 't zelfde geſchied met voordagt ,
» voortteelen. Zo lang groote graauwe Salmen de Kuit , zomtijds door middel van dwars over de rivier geſpan.
hard hebben , verwagtmen den winterniet ; maar als de nen touwen , met ſtokken van één elle lang daar aan ,
Kuit begint los te gaan , dan is de winter op handen. en ſteenen daar tusſchen . Inzonderheid word de 1

In de rivieren ziet men nergens Kuit , dog daar moet Salm ſchuuw gemaakt door het ſchitteren der hout.
„ jonge groeij van Salmen zijn ; dewijl men twintig mij. vlotten van gezaagde planken , en het zaagzel bederft
len van zee , Forellen vangt, die buiten twijfel afſtam . den grond tot den Salmvangst t'eenemaal, zo wel als
melingen zijn van de opgezwommen Salmen. Hier andere Visſcherijen. De barſtigheid ran het vuuren
omtrent is 't aanmerkelijk , dat de Salm zulke meiren en hout , zal daar van de voornaamſte oorzaak zijn . Groo .
rivieren , die meer naar woeſtijnen en gebergten toe te Zegens , die de geheele breedte van de Rivier be .
» leggen , waar het water frisſcher en kouder is , boven de flaan , tot de Visſcherij te gebruiken , maakt ook den
, laage meiren en waterſtoomen verkiest ; en zich daar Salm ſchuuw ; ja alles wat hem ongewoon voorkomt
het ſterkſte voortplant. Wanneer bij gelegenheid krijgt 9) en ſchaduw geeft of beweeging maakt ; inzonderheid op
„ om in een meir of rivier te koomen , die te vooren af. plaatzen daar het water zeer helder is. Van Robben
„ geſchut waaren ; zo bereikt zijn groeij in drie of vier jaa- of Zee.Honden lijdt de Visſcherij veel ſchaade. Het
ren de zwaarte van drie of vier mark ; dog de Salmforel- 97 een en ander , of moogelijk ook de verzanding der ri.
len , die in de rivieren zijn voortgereeld, worden zo vieren zal oorzaak zijn , dat thans niet meer dan één
» , groot niet ; hoewel het waare afkomelingen van den vijfde deel van den Salm opzwemt, als in voorigen cijd .
9

» grooten zce-Salır , met de kromme kin , zijn . Even 't zelfde heeft plaats in de Aalvisſcherij ;zo dat ,
„ Zommige jaaren leveren ongelijk meer Visch , dan an. „ volgens een berigt van den Jaare 1005. in Angerman.
„ deren , uit. Als er des winters , voornaamelijk op het nie waaren 35 Aalhuizen , daar in 't Jaar 1748 inaar 2 '
9)
» gebergte , veel ſneeuw gevallen is , en daar op een » gevonden werden.
,, vroege warmte volgt , die , 't ijs doende ſmelten , een II. Graauwe Salm , ook Erior genoemd; Salmo cine.
,, vroegen voorjaars-vloed maakt,dan zwemt de Salmſter reus aut griſeus. WuLLOUGHB. p. 193 : (Salmo maculis
ker op. De Visſchers zien gaarn , dat de voorjaars-vloed cinereis, Caude extremo æquali. LINN. Faun. Suec. 307.)
den 18 maij gepasſeerd zijnde, de vloed van 't ge. Dit is na alle waarſchijnlijkheid die Visch, welke in
», bergte daar op aanſtonds volgt, omtrent St. Jan op 't Sweden Lax-Oring , Lax- Ockel en Erichs Lachs word
hoogſte zij, en ten regten tijde weder afneeme. Vijf genoemd , zijnde een kleine Salm , die lang en rank is ,
zwaare vloeden zijn er, van ' t voorſte deezer eeuw af met een dikke en niet zeer ſchubbige Huid , zijnde van
,, tot 1749 op de Angermanniſche Rivier geweest , die koleur loodgraauw met zwartagtige vlakken , ook wel
», vroegtijdig gekoomen en van goede Salmjaaren gevolgd eens met roode vlakken geſprenkeld.
zijn. Als de rivieren in de herfst met zwaare ijs. Zie hier 't geen de Hr. WILLOUGHBY er van zegt.
ſchotzen gevuld worden , die aan de oevers in groo . » Deeze Visch komt in grootte naast aan den Salm ,
,, te hoopen zaamenſchuiven , zo houd men dit voor een dog verſchilt er zeer veel van in lighaams-geſtalte , als
5) goed teken . Hoe hooger het water in de zee is en zijnde breeder en dikker , overal me : donker aschgraau
hoe warmer zomer men heeft, zo veel menigvuldiger „ we vlakken digt beſprengd; waar van hij zijn naam heeft,
» ſtijgt de Salın den ſtroom op ; dog de wind , die naar den ,, Zijn Staart is aan 't endgelijk en geenzins gevorkt; het
„ loop der rivieren verſchillende word vereischt , doet vleesch lekkerder dan dat van de Salm -Foreller , ja van
wel het meeſte. Ook is het opzwemmen van kleine den Salm zelf ; weshalve het ook bijna eens zo duur ver.
99 Visch , en het vinden van Luizen in de Kieuwen der ,, kogt word . DeGraauw -Salm versch uit de rivier gehaald,
Salmen , een blijk van een goed jaar. » geld 8 , 10 of 12 ſtuivers; terwijl een Forel van gelijke
Zodanige rivieren die hunnen uitloop hebben naar » grootte , naauwlijks op 5 ſtuivers geſchat word. Maar
't zuiden , en aan de noordelijke zijdemetlange ſtroo , dewijl deeze , met een wonderbaare fnelheid , uit de
ken lands gedekt zijn ; vind men vischrijker dan ande. 22 zee in de rivieren koomt , en naar geen Aas ziet , kun.
» , ren . Hoe verder naar noord -Bochnie toe , hoe ho. nende door zijne ſterkte en vlugncid , bijna alle belet
, ger de Salm opſtijge. De geſteldheid der kanten doet zelen , die hij ontmoet , met grootgeweld en gemakke
ook daar toe. Witte oevers houd men voor de bes. 9) lijk overfpringen ; vargt men hem zelden , en hij is aan
» ten , inzonderheid wanneerdie boschagtig zijn , dat de weinige bekend; voornaamelijk dewijl hij niet voor 't
J)Visch onder de ſchaduw kan ſpeelen ; wesbalven het begin van augustus, om de voortteeling , de rivieren
is op
SAL. SAL. 3193

si opzwemt,endan
ming waarneemt,ookdoorgaans
daar de Salm -dentijd
Forellen inder't overſtroo:
begin van fis ;(Salmomaculis
Linn. Faun . Suec. rubris, maxilla
309. ) Zie inferioreſublongiore.
FOREL.
maij totons komen , en de Salmen zelf het geheele voor V. Hucho ; Trutta fluviatilis, Huch germanis di&ta .
jaar door. WILLOUGHB . p. 199. (Salino oblongis , dentium lineis
ill. Salm-Forel, in 't latijn Trutta; Trutta Salmonata duabus palati , maculis tantummodo nigris. Arred. Gen.
WILLOUGHB, P. 193. is de Salmon -Trout, Bul-Trout of 12. Sijn 25.) In Duitschland vangt men een zoort van
Scurf der Engelſchen, de Orlax of Beurtingder Zwee. Forellen, Huchgenoemd, welke te Weenenzeer veel geagt
den , die hem zomtijds ook wel Tuarspol of Dwars-Staart word. Vooreerstisdezelve grooter; menvintze naamelijk
noemen , om reden dat de Staart overdwars legt; (Sal van over de twee voeten; ten anderen heeft zij het Lijfdun.
30 ocellis nigris iridibus bruneis, pinna pe &torali pun &tis ner en ſchraalder, geen roode en nietdan zwarte Vlakken.
ſex. Linn. Faun . Suec.308. )InSwitſerlandvind men Gesnerus ſchrijft, datalle de Vinnen van deeze zoort,
er van deeze zoort , die de zwarte vlakken wit geringd behalven die van deRieuwen en Staart , bruin en metvlak
ken., ten deele zwartagtig , ten deele goudgeel , getekend
hebben , en bovendien grootere van oranje koleur, in zijn
de zijdftreep ; de koleur is op de Rug en Kop donker ,
na den Buik witagtig , met de Vinnen bleek , dog de Door het niet hebben van Tanden in 't midden van het
Vetvin rood , volgens GRONOVIUS Zoophijl. Fasc. I. n . Gehemelte, is deeze inzonderheid ook van de Forellen
120.en de roode verſchillende. Wat de Vinſtraalen belangt, die ſchijnen
Depag.
307. grootte koleur van't vleesch , doet aan daar in niet getelt te zijn. In de Forellen waaren dezelven
deeze , zo zommige willen , den naam geeven van Bullo en na genoeg als in de Salmen gevonden .
Salm -Forel; dog de engelſche Scurf heeft het vleesch niet VI. Meir- Forel, in 't latijn Trutta lacustris; ( Salmo
rood, is kleiner en flegter dan de Graauw -Salm , zo WIL. cauda bifurca, maculis folum nigris, ſulco longitudinali
LOUGHBY aanmerkt. Met reden oordeelt Ray , derhalve , ventris. Arted.Gen. 12. Sijn. 25.)
dat deeze van de Truite Szumonée der Franſchen verſchil Deeze , die Meir.Forel getijtelt word bij de Autheu .
le. Zommigen agten de Salm -Forellen van den Salm af. ren , zou eigentlijk de Salmon -Trout der Engelſchen en
komſtig, ofdoorvermenging van Salmen en Forellen ge- Truite Saumonée der Franſchen zijn , volgens zommigen .
teeld te zijn. 't Is zekerdat menzevroeger ziet opzwem . Het isdie,welke gezegt word tot zulk een bijstere groote
men dan de Salmen en Houtingen ; en zij keeren ook ſchie. in het Meir van Geneve aan te groeijen , dat hij de Sala
lijker te rug. Men vangtze in 't voor-jaar met den Hen- men ver te boven gaat. Men had er gezien tot vijftig pon.
gel . Die om St. Maarten opzwemt, in Sweeden Marti. den zwaar , 20 de Ingezeetenen van die Stad verzeker
ni- Lachs genoemd, gelijkt in't aanzienmeest na Forellen , den.
en is zeer goed . Men vangt er van vijf tot agttien marken De Heer GRONOVIUS , die tot deeze zooit , onder de
zomtijds van tien pond zwaar. Dit is ongemeen in de voor. naam van Salm , welkede Staart nauwlijks gevorkt heeft ,
jaars-Visch, maar niet zo zeer in die Beurting of Taimen , de Kaaken egaal, de Zijden en Kop met menigvuldige klei
welke in de herfstna den Salm op komt zwemmen, blijven. ne zwarte Vlakjes beſprengd; de gewoone Forellen van
de den gebeelen winter over; en gaande's voorjaars, met Duitschland betrekt; getuigt dat zij inzonderheid van de
het Ys, den ſtroom weder af. Deeze behoud altoos zijne Salm - Forellen , die geringde of geoogde Vlakken hebben ,
zilverwitte koleur , en blijft rood van vleesch , zijnde vijf door de koleur verſchilt. In deeze, naamelijk , is deko.
tien of twintig mark groot. Het ſchijnt dat deeze , voor leur van den geheelen Kop aschgraauw , met zwarte
het opzwemmen , reeds Hom en Kuit geſchooten hebben . vlakker dunnetjes geſprenkeld ; die van de Rugzwart;van
De Dwars Staarten , die den Zee- Salm altijd volgen , ſchie- de zijden boven aan blaauw , wordende lager al bleeker ,
ten zomtijds aan't end van den Salmgang , dog gaan ook dog zo wel boven als onder de zijdſtreep met kleine ron.
om St. Michiel in de kleine rivieren en beeken , die aan de zwarte vlakjes getekent; aan den Buik witagtig ; de
de zeekant onderloopen , op veele plaatzen Kuit ſchieten. Vinnen rood , behalven de Rugvin , die aschgraauwag
Aldaar worden zij na zwaare herfstregens, zomwijlen in tig is met zwart gevlakt. De Vinſtralen fchijnen , in dat
overvloed met Aalkorven ofFuiken gevangen . voorwerp , niet geteld te zijn . Zulke Forellen zouden
Weinig verſchilis er in 't getalder Vinſtraalen gevonden zich , volgens zijn Ed. , zo wel in Engeland , als in
tusſchen deeze drie zoorten. In de Salm Forellen van Duitsch - en Switzerland bevinden .
Sweeden , die meest voorkoomen in de rivieren van Da- VII. Goud Forel; Carpio lacus Benáci. WILLOUGHE
lekarlie en Nordland , vond men in de Rugvin 12 , in de p. 197. (Salmo pede minor, dentium ordinibus quinque pa
Borstvinnen 13 , 10 in de Buikvinnen , , in de Aarsvin lati. ARTED. Gen. 13. Sijn 24.) + Woord Carpio, dar
en in de Staartvin 20 Beentjes. Die uit den Rijn bij Ba- men gemeenlijk Karper vertaalt, heeft bij de Ouden een
fel, aan den Heer GRONOVIUS vereerd door den Heer zoort van Forellen betekend , die in het meir di Garda ,
AMMAN , bad in de Borst en Buikvinnen ieder 12 , in de het grootſte van Italien , in het Veroneesch gebied , ge
Aarsvin 10 , in de Rugvin 14 Beentjes. De Staart was vangen werden. Oudtijds droeg dit Meir den naam vant
zeer breed , onverdeeld en bijna regt. Benacus. Hedendaags word deeze Visch nog Carpione ge
Aan de Salim -Forellen word , door onzen Autheur de noemd, en van de noordelijkſte deelen , voor een bijzon:
woonplaats toegeſchreeven in derivieren van Europa; de dere lekkernij gehouden , zo dat zij tot een ſpreekwoord
witte of gewoone en den Graauw - Salm ſtelt zijn Ed. in de woord gebruiken; die Spaanſche wijn gedronken heeft en
Europiſche Oceaan te huisvesten , en in de Rivieren voort Forellen gegeeten ,gaat op den halsin de gevangenis. Waaro
te teelen. In de Rivier boven Dartmouth vangt men erſchijnlijk willen zij daar door aanduiden, dat iemand door
yeel van bijde twintig duim lang , genoemt Salmon- Deal, deeze lekkere kost tot allerlei baldadigheden aangezet
die te Londen weldrie gulden het ſtuk waardig zijn . Gro. worde. Ondertusſchen worden deeze Forellen voor zo ge
NOVIUS merkt aan , dat de gewoone Salm in de Rhijo , bij zond gehouden , dat men ze zelf toeſtaat te eeten aan
Barel woont. de Zieken en de geenen die aan het Hoofd gekwetse
IV. Rivier- Forel, in 't latijn Forio, Trutta fluvjati. zijn.
C3 Dee.
3194 SAL . SAL .

Deeze Visch is niet aan Italie , of aan het meir alleen Vinnen die roodagtig zijn , van de anderen is onder.
bepaald . Men vind er naamelijk in een meir van West 9) ſcheiden . Men houd deeze voor gezonder en zijzou
moreland, Wijnander-Meir genoemd, het grootſte van den de gedagte ziekte niet onderhevig zijn . Zodanig
Engeland , die verzekerd worden de zelfde zoorten van eene roodheid der onderſte Vionen word door den Hr .
Visch te zijn , voerende aldaar den naam van Gilt dat GRONOVIUS thans , benevens de roodbuikigheid , aan
is vergulde Charre. Hierom , en om zijne waardig. „ de Mannetjes toegefchreeven ."
heid, kunnen wij er den naain van Goud - Forei aan toe pas. De Heer LINNÆUS heeft , op zijnen reistogt in de
ren . Laplandſche Bergen , deezen Goud,Forel waargenomen.
Niet ten onregte word deeze alleenlijk als een ver. Hij verwondert zich , hoe 't mooglijk zij, dat dezelve
ſcheidenheid van de Meir- Forellen aangemerkt; verſchil. aldaar leeven kan ; dewijl die altoos kilkoude wateren
lende zeer weinig daar van , dan in grootte. Hij is ook weinigWormpjes of Kruiden teelen. Hij verbeelt zich ,
breeder van Lijf , bleeker van Rug en kleiner van Schub- dat dezelve in dealgemeene zondvloed daar gebragt zijn ;
ben, hebbende den Buik en Zijden zilverkoleurig , den aangezien de ſchrikkelijke ſteilte der watervallen het on
Bek' blaauwagtig en den Kop doorſchijnende. In het mooglijk maakt voor Visch , om derwaarts te ſteigeren.
Gehemelte zijn vijf perkjes van Tanden en twee rijën Deeze Visſchen ondertusſchen , zijn er in taamelijke veel
heid ,en ſtrekken tot een aangenaam onderhoud voorhet
op de Tong. Het' Vleesch word door het kooken Bergvo
rood . lk in Lapland , dat hun 's zomers vischt en voor't
VIII. Berg- Forel, in 't latijn Salmo alpinus ; ( Salmo vuur braad, eetende ze dus zonder boter , zoutofbrood.
dorſo nigro, lateribus coerulos, ventre fulvo. Linn. Faun. Hetis bijna de eenigſte Visch in die Berg.Meiren , enzijn
Suec.) °Men twijffelt niet of dit zalde Visch zijn , die Ed.denktdat het dezelfdezij als de Torgoch der gebergten
van de Ouden Umblaminor, of kleine Umblagenoemd in 't land van Wales ; te meer om dat de koleur zilverag
word , tot onderſcheiding van de volgende. In’tland van tig , en het vleesch zeer rood is. Zie hier de Beſchrijving,
Wales noemtmen hem Torgoch , dat Roodbuik betekend, welke langte
en het zal dezelfde zijn , waar van Gesnerus zegt , dat
door hem daar vangegeevenword.
De is gemeenlijk dertien duimen ; hij heeft de
de Duitſchers hem om gelijkerederi , Reutele noemen, Schubben zeerklein ; den Kop glad , ovaal en ſtomp; de
de Sweeden Reuding . Van de bewoonders der Lapland- Kaaken getand ; de Tong met twee rijën Tanden , waar
ſche Bergen , in welker meiren hij zeer gemeen en bijna van ieder uit zes beſtaat ; het Gehemelte aan de zijden
de eenigſte Visch is, word hij Raud genoemd. Hier getand. De Nensgaten, die klein zijn , maaken weder
van heeft hij den bijnaam van Alpinus, dat is Berg- zijds een dubbeld gat, het een boven het andere, waar
Forel. van het onderſte dat grootst is , digt ;de Oogkringen zijn
Het ſchijnt mij toe , dat de geenen , die men in Noor. grijs; de Appel zwart ; onder de Oogen in den Kaak of
wegen Oerte of Oeret noemt, tot deeze of de voorgaande het metvleesch bekleede Been , vindmen zeven uit ge
behooren. Men getuigtdaar van , dat zij aan een kleine holde Stippen overlangs geſchikt. In het zelfde Been ag.
zoort van Salm aldaar Tart genoemd, niet ongelijk zijn , terwaarts, zijn drie ſtippen op een rij, in de loodlijn ge.
dog den Kop wat dikker en korter; de Staart breeder plaatst. Men vint in het Kieuwen -vleesch 10 Beentjes;
en een weinig donkerer hebben , zijnde ook niet zo vet in de Rugvin zijn 12 , waar van de twee voor ten allengs
en ſmaakelijk. Men vangt deOerte diein de zoete wate. langer , het derde en vierde allerlangst, met de volgende
teren aldaarde gemeenſte Visch is , niet alleen aan den verdeeld. De koleur van den geheelen Visch is op de
uitloop der rivieren met Netten ; maar 'c is aanmerkelijk Rug zwart ; aan de Zijden azuur ofbleek herrelsblaauw ;
dat dezelve, in 't Stift Haranger, ook gevangen worden aan den Buik goudgeel oforanje-koleur; aan den Kop en
in meirtjes op het gebergte , die zo veel men ontdek: Keel wit ; de Buikvinnen zijn rood , met den buiten ten
ken kan , geen gemeenſchap hebben met andere wateren, rand wit. Het lijf vind men langs de zijdſtreep , met
veelmin met de zee . Hoe hooger die meirtjes leggen , geelagtige ſtippen overlangs geſprenkeld ; de Staart is ge
hoe grooter en vetter deeze Visch zij. vorkt en van koleur als de zijden.
Het ongelukkigſte is , dat men deezen lekkeren Visch ' Artedi haddeezen Visch genoemd , Salm van naauwi
aldaar , zelden gezond in handen krijgt. Men vindt lijks een voet lang , met de Buikvinnen rood en de Onder .
hem doorgaans met een dikke Kop, het Lijf mager en kaak een weinig uitſteekende. Volgens GRONOVIUS zijn
in de Ingewanden kleine blaaren en gortkorreltjes . de Kaaken in deezezoort egaal, de Staartzwartbruin , de
Deeze ziekte word van zommigen aan het hout-zaag. Zijden wit geſtippeld. Op de Reize door Westgothland ,
zeltoegeſchreeven , dat bij de zaagmolens in de rivie. vond men in de Rugvin van zulk een Visch 13 , in de
ren valt; volgens het denkbeeld van anderen komt zulks Borstvinnen 14 , in de Buikvinnen : 0 , in de Aarsvin 12
1 daar van daan , dat de Kuit , die naar de grootte van den en in de Staartvin 19 Beentjes. Dit komt weder zeer na
Visch zeer groot is , terug gehouden , en niet in tijds met de tellingen der Vinſtraalen in de Forellen en Salmen ,
3
uitgeſtort worde. Doch wat de reden daar van zijn zou , overeen.
7) zie ik niet (zegt de Heer PONTOPPIDANS) , ten waare IX. Salvelin in 't latijn Salvelinus ; ( Salmo pedalis ,
», dat hij daar toe altijd geen bekwaame plaats kan vin- maxilla fuperiore longiore. Arted. Gen. 13. Sijn. 26.)
is den ; want zo eenigen hebben aangemerkt , zouden de. Deeze die veel te Lintz in Oostenrijk , in de Donau.
ze Visſchen voor zich , door de beweeging van den ſtroom word gevangen ; heeft de Rug zwartagtig; de
» Staart , in zand of kleij onder de bergen gaten uithol. zijden met geele ſtippen geſprenkeld, de Rug- en Buikvin
len waarin zij met elkander de Kuit en Hom ſchieten , nen geelagtig; de Schubben klein. In de Bovenkaak
en waar voor zij vervolgens ſteenen wentelen , om die begint , van de Neusgaten , wederzijds een rij van Stip.
99 te bewaaren. Men vint even het zelfde , aangaande de pen , die , over de Oogen heen gebrage, naar de hoeken der
Rivier. Forellen aangemerkt . Kieuwen voortloopen , en , vervolgens te rug geboogen ,
Onder de Dereten is zeker zoort , die Reus (misſchien zamenkoomen op į midden van 't Agterhoofd. De Bo .
Roodvin ) geheten word , dewijl zij door de koleur der venkaak is in deeze zo veel langer , dat , met den Bek
ge
SAL. SAL. 3195
geflooten, de buitenſte rij Tanden zigtbaar is. De De Kop van boven plat, met een groefje tusſchen de Oo
grootſtenweegen bijna zes pond, zo de Vischverkoopers gendie klein waaren , had een ſpitze Snoet en eenzeer
aan WILLOUGHBIJ verhaalden, die er een beſchreef van wijde gaaping van den Bek ; in beide Kaaken een rij van
ongeveer een voet lang. lange ſcherpe Tanden. Agter de voorſte Rugvin , digt .
X. Salmarinus; (Salmo dorſo fulvo; maculis luteis, bij de Staart, werd een zoort van vleezig of vettig bij
Cauda bifurcata. ARTED. Sijn . 24.) Deeze die men in't hangzel, gelijk inde overige van het Salm -Geſagt gevon.
gebied van Trente Salmarino ofSalamandrino noemt,oor- den . In de Rugin zijn getelt 12 , in de Borstvinnen 13 ,
deelt Ray geen ander zoort te zijn dan de gemelde Berg . in de Buikvinnen 8 , en in de Aarsvin 10 ſtraalen.
of Goud - Forellen . De Beſchrijving van SALVIANUS , naa.
melijk , komt in alle opzigten na genoeg overeen . Even III. AFDEEL ING.
als die om't meir de laGarda in Lombardie woonen,huonen
Carpione , zo houden die van Trente den Salmarino voor Salmen die de Tanden naauwlijks zigtbaar zijn .
den uitmuntendſten , niet alleen van alle rivier- maar ook XIV. Adelvisch , in 't latijn Lavaretus ; (Salmo maxil
van alle zee -Visſchen, enmisſchien heeft hij daar van den la ſuperiore longiore , radiis pinna dorſi quatuordecim .
naam gekreegen . 't Is een Rivier.Visch , die op’t hoog. Linn. Sijſt. Nat.) Deeze die door de Sweeden Sijk
Ite cwee pond zwaar word , onthoudende zich in de koel word genoemd , komt zo wel als de volgende zoort in
Ite en ſteenagtigſte rivieren , dog niet in allen even wel verſcheidene Meiren van genoemde koningrijk veelvul
Hij komt voort in een rivier van zekere plaats , gemeen. dig voor , en zelfs leveren die daar ook eenige verſchei.
lijk Valdenen genoemt, omtrent twintig duizend ſchree. denheden van op. In de grootſte bergwateren en mei
den van Trente af , en in een andere bij Brisſana , eens ren , daar de groote rivieren doorloopen , vind men al
zo ver van gemelde Aardsbisſchoplijke Stad , alwaar zij daar een zo genoemde Lappſijk of Fiallijk , dat is Berg
menigvuldigst voortceeelen . In 't voorjaar paart deezen fijk, die van drie, vier tot zeven en negen mark weegt ,
Visch , dog baartin de zomer , omtrent ſteenagtige plaat zijnde zeer breed en vet. De Zeeſijk die midden in de
zen. Hij leeft van Vischjes, en , bij gebrek derzelven , zomer de Rivieren en Stroomen opzwemt , is ranker,
ſpitzer van Lijf.
ook van veelerleij Vuil en libber, dat in de ſtroomende ſchraalder , langer engeeft
wateren groeit. Hij zwemt niet zo zeer ſchoolswijze en De Heer Gisler in de Stokholms. Verhand. van
word zelden in groote menigte gevangen. Versch gege. 1763. XV. Th. P. 198. enz. een breedvoerig berigt van
ten is hij niet taaij of flijmerig maar broosch , en op aller. de Sijkvisſcherij in Sweeden , waar van wij bier het
leij manieren kan men hem toemaaken , zijnde altoos even voornaamſte aan onze Lezers mededeelen . Kort na den
(maakelijk, Condiri facile potest , & quovis modo condia Haringvangst , of daar de Haringſchoolen Kuit geſchoo
tur , fuavisfimusſempereft , zegt SALVIANUS. ten hebben , kan men met Netten er wat vangen , die
XI. Umbla door JOHNSTON Umbla minor prior ge- zeer ſchraal en van verſcheiderlei grootte zijn; dog daar na
noemd ; ( Salmo lineis lateralibus furſum recuryis, cauda ziet men er niet veel tot aan St. Jakob , wanneer de eer
bifurca. Àrted. Gen. 13. fijn . 25. ) Deeze die men zegt lte Schoolen der regte opzwemmende Sijk, die van egaale
dat in zommige Meiren van Switzerland en Italie word grootte en vol van Hom en Kuit zijn , uit de zee naar 't
gevangen , bereikt zomtijds wel de grootte van twee el. land koomen. Het tweede School komt om St. Laurens ;
len . het derde te S. Bartholomeus . In 't jaar 1750 ſteeg het
II. AFDEEL IN G. eerſte Sijkſchool door de ſchorren , van 't begin tot het
midden van augustus oude ſtijl. Deeze Visch beinint zo
Salmen die de Rug. en Aarsvin tegen over elk. wel als de Salm , een tegenſtroom van zoet water ; weshal
ander hebben . ven bij , als een zeewind waait , die de afvloeijing belet ,
XII. Spiering , in 't latijn Eperlanus; (Salmo capite zich ook in de inhammen en tusſchen de banken ver
diaphano , radiis pinne Ani ſeptemdecim . Linn. Sijft. ſpreid;dog met een landwind zweint hij ſnel de rivieren op.
Nat.) Zie SPIERING , Met een ſterke zuidenwind en eenpaarige tegenſtroom ,
xill. Haagdis.Visch ; Saurus Salviani,Tarantola Ro. ftijgt de Sijk tot een agtſte en zomtijds een vierde mijls
me. WILLOUGHB. App. P. 29. (Salmo radius pinna Ani in een etmaal, dog in langzaam vloeijend water minder.
decem . Linn. Sijft. Nat.) De Visch , dien de Grieken Met westewinden kan hij anderhalf vierendeel wegs af
Saurus heeten , noemen de Latijnen Lacertus of Zee- leggen . De Visſchers derhalve wien bekend is , volgen
Haagdis, en duszou het de Haagdis Visch van de roode. dikwils het School een geheele week de Rivier op , en maa
zee zijn , daar Gesnerus van gewaagt. SaLVIANUS ge ken zich ieder nagt van een gedeelte daar van meester ,
tuigt, dat zijne Saurus een zeer zeldzaame Visch zij, in werpende het Net, vijf, agt en meermaalen agter een ,
1 de middelandfche zee ; zo dat er te Rome op de visch- dwars over de Rivier in de diepte ; als wanneer men be.
markt naauwlijks twintig in één jaar koomen. In de vijf vind dat de Sijk ,met een ſterken tegenſtroom van bene..
maanden , welke WILLOUGHBY aldaar vertoefde, gaande den , egaal en vinnig in het Net loopt. Ook neemt men
dagelijks de vismarkt bezien , heeft hij er maar één ge. inmiddels waar dat zijn loop is , even als die van den
vonden . De Romeinen noemen hem Tarantola , om dat Salm met twee armen of rijën , die in een hoek zaamen
hij naar een Huis Haagdisje aldaar gemeen , zo veel ge- koomen . Met warme zonneſchijn en zag : weer , vangt
lijkt. Zie hier de beſchrijving daar van. men ze ook bij dag , indien er aan de uithoeken des lands
Het Lijf was ſpilrond en langwerpig , aan de Meir-Fo- met Netten opgepast word. Als de zec zich tegen den
rellen niet ongelijk ;wordende allengs dikker tot aan de avond ongeſtuimig vertoond , dog 'smorgens wat ſtil word
voorſte Rugvin, en vooris verdunnende tot aan de Staart. en de lugt betrokken is , ſlaagt de visſcherij beter dan met
De langte was één voet , de dikte meer dan één duim ; heete zonneſchijn of doodt ſtilte van wind ; en allerbest
de koleur aan den Buik witagtig , op de Rug zwartagtig met een zagte zoete regen. Met zwaar onweer van blik .
groen , met veele groenagtige , blaauwe, roode en zwarto zem , donder en ſlagregen , heeft men des nagts van den
agtige vlakken over de Rug , Kop en Zijden geſprenkeld. 9 augustus , een goeden vangts gehad. De

1
SAL. SAL .
3196
De Sijk en Haringſchoolen volgen kort op elkander , van 't jaar 1733 , haalde ik (zegt de Heer GISLER ) een
zo dat zij zomtijds te gelijk aan land koomen. Meestal emmer vol zeer kleine jonge Sijken , van iwee tot drie
bereikt de Sijk twee of drie nagten daar na , de plaats, al- duim lang , uit Torpſio in Medelpad en zette dezelven in
waar de Haringſchoolen te vooren hunne Kuit geſchooten de Gisfio-Zee, een Meir , waar uit men ze in den jaare
hebben. Dat hij zulks doet om de Kuit te verhinden is 1737 met Netten wederom kreeg; zijnde toen yan drie
blijkbaar , dewijl men in faizoenen als er weinig Haring is , tot vier marken zwaarte gegroeit. De Finn- Sijk rijdt
zeer weinig dergelijke Visch aan land verneemt. De Sijk omtrent nieuw -jaar, in bosch- en bergagtige Meiren op
bemint ook dergelijke geſteldheid van grond en water, de grond ; alwaar men hem dan vangt met Zet- en Trek
als de Haring ; te weeten zeekusten , landſpitzen en eng- netten. Hoe vroeger zijne rijtijd is, zo veel vroeger
ten , daar een egaale en wijd uitgeſtrekte diepte is , van koomt ook die der Forellen en andere Salmagtige Vis.
twee tot zeven en tien vademen ; als ook inhammen , die ſchen .
zandgrond hebben , en een beſtendige tegen -ſtroom van De Toebereiding der Sijk , om ze te bewaaren , ver
zoet water. Zo dra de Sijk-ſchoolen hunnen loop in de eischt veel zorg ; want indien ze niet genoeg gezuivertof
rivieren genoomen hebben , worden zij gevolgd van gro- te weinig gezouten word , gelijk het landvolk veelal in
te Schoolen Harr en Salm -Forellen ; ook van Braaſems Sweden doet, dan bederft de Visch . Dit geſchied in
en dergelijke Visſchen , 'twelk een geduurige beweeging zonderheid ; door dien de pekel bloedig word, maar wel 1

in het water maakt , dog aan den oever is naauwlijks gewasſchen zijnde , blijft hij tot in het voorjaar wit. E
iets te beſpeuren . Zeehonden en Meeuwen volgen de venwel ſteekt daar ook zwaarigheid in ; dewijl het ſterk
ſchoolen Visch in engten en rivieren. zouten daar toe vereischt , den Visch droog en ſmaak
't Gereedſchap dat men tot de Visſcherij gebruikt , be loos maakt. Alle zorgvuldigheden kunnen dikwils niet be.
ſtaat meest in Zet.en Sleepnetten, ook ſteektmen ze gelijks letten , dat dezelve vroeg in de zomer gevangen zijnde,
den Salm , of vangt ze in Fuiken en Korven van teen ge- niet een weinig rood worde, en aan den Kop of Rugge
vlogten en dergelijke werktuigen meer. In zommige Ri. graat enigermaate bederve. De ondervinding heeft der.
vieren word eerst een Schakel van 't land afgezet aan bei. halve geleert, dat het best zij den Visch daar van te be.
de zijden , en dan daar : voor in 't midden een boogswijs rooven ; en dus in twee helften te ſnijden eer men hem
Net. Men gebruikt er Want toe , waar van vier en een hal- inzoute. Den beste en grootſte Sijk krijgt men van Nord .
ve Maas gaan in een vierendeel elle ,zijnde de hoogte van maling , zo laat in de herfst dat hij maar losjes met Zout
negen tot tien vierendeelen en de langte , op 't hoogſte, behoeft beſprengt, en als versch den gehelen winter kan
vijftien vadem . Het Sleepnet heeft twee armen en geen gegeeten worden. Ook heeft de Sijkvisſcherij hier in ' t
zak. In het afzwemmen, wanneer de Visch het land Noorden , totdusverre aan de Kroon weinig opgebragt;
zoekt , zijn zo diepe of lange Netſtellingen niet nodig, dewijl geen Vischplaats behalven eenige rivieren , ie .
als in het opſtijgen, wanneer hij de diepte kiest. Dit der jaar zo zeker is , dat men een bijzondere ſchatting
zelfde heeft ook met den Salmvangst plaats. daar op zou kunnen ſtellen .
Omtrent de Voortteeling word waargenomen , dat het XV. Witvisch in 'c latijn Albula ; ( Salmo maxillis edenza
Mannetje hangt aan de Kieuwen van het Wijfje , onder tulis , inferiore longiore. Linn. Sijſt. Nat.) Artedi
de beweeglijke dekzelen ; 't welk door bijten of zuigen merkt aan , dat men deeze zoort overvloedig vind in het
geſchied. Zij houden zich zodanig vast en fingeren metde Meir , waar aan Stokholm legt, worden de aldaar voor
Buiken dermaate tegen elkander, dat de zijden in't water naamelijk bij 't Steedje Sigtuna en elders , in de maand
ſchemeren en glinſteren. Als men ze dus met den Elger julij gevangen. Men vischt ze alleen bij nagt met Net
treft, word men gewaar dat het een Hommer en Kuiter ten , die veertig of vijftig ſchreeden nedergelaaten zijn ,
zij, die zich op dergelike wijze gepaart en met den Kopzegt Willoughby. Met helder weer gaan zij dieper;
boven 't water verheven hebben ; alwaar zij op gemelde met betrokken lucht ſtijgen zij hooger , en maaken groo.
wijze arbeiden en ſlingeren , tot dat zij ontlast zijn van hun- ter Schoolen dan de andere Witvisſchen of Albelen . De
ne Kuit en Hom , welke op de grond, als ook aan ſteenen koleur is op de Rug blaauw en voor 't overige zilverag
en netten aankleeft, dog door de op nieuws aankoomen- tig. In de Rugvin zijn gevonden 14 , in de Borstvin
de Schoolen geduurig los gemaakt word. Dit geſchiedt nen 16 , in de Buikvinnen 12 , in de Aarsvin 15 of 16 ,
op een ſteenige grond en zelfs in de watervallen ; alwaar en in de Staartvin 19 ſtraalen.
men opgemerkt heeft , datzij zich het ſchielijkſt hun zaad XVI. Thijm - Forel , door de Autheuren Thijmallus
kwijt maaken. Een kleine Hommer vat de Kuiter onder genoemd ; (Salmo maxilla ſuperiore longiore pinna dorſi
de Kieuwen aan de Borstvinnen ; om zich op gelijke wij. radiis viginti tribus. LINN. Sijft. Nat.) De naam van
ze Buik tegen Buik , en Navel tegen Navel, te kunnen Thijmallus zoude van de reuk van thijm afkomſtig zijn ,
wrijven. Na het ſchieten van Kuiten Hom , gaan zij aan . zeker is het dat deeze versch gevangen zijnde , niet on:
ſtonds, in groote Schoolen de rivieren af. aangenaain ruikt. De Duitſchers noemen hem Asch
De Sijk heeft bij de klippen aan de eilandjes der zee. Aesch of Esch; de Sweeden Harr ; de Franſchen Thijmo
kust , in de herfst omſtreeks St. Michiel, wanneer zij op- of Thijm ; de Italiaanen Temelo. In Engeland geeft men
zwemt , geheel harde Kuit , dog indien zij zich daar op er den naam aan van Graijling en Umver ; alzo het de Ri.
houd tot aan Simons dag, word de Kuit losſer en vloei. vier Omber-visch is der Autheuren.
baar , zo dat dezelve gelijk een draad uitloopt , terwijlGelijk de Adelvisch naar de Kuit van Haringen , zo is
de Visch heen en weer gaat in het Net. Men beſpeurt de Thijm -Forel naar die der Salmen zeer gretig, en word
als dan , dat zo wel de Mannetjes als Wijfjes hun zaad dikwils gevangen , met zulk een kuitkorl aan den hoek te
verteeren , waar mede de Darmen als volgepropt zijn , Naan. Indien de Salmſteekers in Sweeden Harren vin.
wanneer men ze komt te vangen . De Inwooners geloo. den , dan itellen zij vast dat er in de nabuurſchap Salm
ven voor vast , dat de Kuit van de Sijk den winter over zij op wiens Kuit die loeren. Het aanmerkelijkſte is , dat
leggen blijft tot aan het voorjaar , wanneer de jonge groeij de Laplanders uit de Darmen van deezen Visch het ſtrem
met het afttroomende water t zeewaarts gaat. In de herfst fel bereiden tot de Kaas van hunne Rendieren , als geen
ander
SAL. SAL . 3192
ander fremfel bebbende. Dit is te zonderlinger , om dat Ani radiis quinquaginta. LINX . Sijft. Nat.) In de af
de Thijmallus ,volgens SchwenKFELD , van Water-Kre- deeling van ditGenagt, welke LINNÆUS alleenlijk door
kels, Wormen, Vliegen en andere Inſekten leeft. Men het kleine getal der Beentjes van het Kieuwenvlies van
agtbein in zommige landen , beter tot ſpijze, zelis , dan de anderen onderſcheid ,komen eerst die Surinaamſchen
de Forellen . voor , daar GRONOVIUS een bijzonder geſagt van maakt
Thijm - Forellen onthouden zich niet alleen in de ri . onder den naam van Charax . Die naam betekende wel
vieren der noordelijke maar ook in die der zuidelijke eer , een zoort van Braaſem , waar aan de Duitſchers nog
deelen van Europa , zo wel digt aan zee als ver af, ja heden , den naam geeven van Karaijſche of Karaſs. On
zelfs in bergagtige gewesten. Men vind er in Lombar. zen Autheur noemt de Visſchen van deezeafdeeling Chan
dien van één of anderhalf pond zwaar. De koleur is op racini , als naar den Charax gelijkende.
de rug , vuilgroen naar't blaauwe trekkende , aan de zij.Dit gellagt heeft volgens delaastgemelde , het Lijf hoo .
den blaauwagtig met een goudglans en overalangs bruin ge• ger dan breed , eenigermaate zaamengedrukt, iet effene
ftreept of geishaduwt, gelijk de Omber:Visch ; ja boven glinſterende ſchubben geſchalied; de Navelbijna in 't inid.
dien nog zwart gevlakt. Die ſtreepen loopen in de voeden ; de Zijdſtreepen doorgaans regt ; de Kop is hooger
gen van de rijën der Schubben , welken deeze Visch bij. dan breed , zaamengedrukt, weerloos; de Kieuwendek
na ruitswijze heeft. De geſtalte is als die der Witvis . zelen zijn effen , ongeſchubd; de Tanden taamlijk groot
ſchen ; hij heeft de Snoet ſtomp en zeer kleine Tandjes egaal in beide Kaaken; het Kieuwenvlies heeft weder.
in de Bek , de kaaken bijna aal. In het Kieuwenvlies zijds drie of vier Beentjes. Vinnen zijn er agt, waar van
waaren 9 of 10 beentjes ; in deRugvin zijn doorGRONO onder de twee op de Rug , de agterite of Vecvin , zeer
VIUS geteld 21 , in de Borstvinnen 15 , in de Buikvin. ver af is van de voorſte die midden op de Rug ſtaat , en
nen 1o , in de Aarsvin 15 ſtraalen. De Staart was ge verder van den Kop dan de Buikvinnnen .
vorkt ; de zijdſtreepen regt, loopende in 't midden der Zijn Ed. telt thans vijf zoorten van Characes, allen uit
zijden . Amerika afkomſtig. De eerſte noemt hij , Charax met de
XVII. Houting , in 't latijn O.xijrinchus ; (Salmoma- Kaaken egaal , het Lijf langwerpig rank , de zijdſtreep
willa ſuperiore longiore conica. Linn. Sijft. Nat.) Dee- krom ; de tweede , Charax met de Bovenkaak langer er
ze die bij ons Houting word genoemd, en in de monden ſtomp; den Kop yan vooren breeder dan hoog; de Rug van
der rivieren van de Nederlanden voorkomt, onthoud boven ſcherp verheven ; de derde , Charax met de Boven
zich , volgens LINNÆUS , in de Atlantiſche Oceaan. Het kaak langst, het Lijf langwerkig rank , de Rug naauw .
ſchijnt dat dezelve niet in Sweeden gevonden word ; lijks boogswijze gekromd ; de vierde, Charar die de On.
men vangt hem's voorjaars veel in de Zuiderzee en op de derkaak lang heeft, de Rug bultig uitſteekende , den Kop
Maas. In Vlaanderen word hij Hautin of Outin gehe hooger dan breed en een zwarte vlak aan de Borstvinnen ;
ten , in't fransch Beccasſe , wegens de ſpitsheid van de de vijfde, Charax metden Kop hooger dan breed , de One
Neus; gelijk men hem dus ook bij de Autheuren, onder derkaak langst, de Rug eenigermaate verheven rond en een
den naam'van Oxijrhijnchus of Oxijrinchus, vind te boek zwarte vlak aan de Borstvinnen .
geſteld. De Kenmerken van deeze twee laatſten loopen zodanig
Men onderſcheid hem van de overige Witvisſchen , in malkander , dat zij met voordagt ſchijnen verſchikt te
en zo wel van de Schelvisch als van de Wijting , ligte zijn , om niet eveneens te luiden . De Afbeeldingen on.
lijk door deeze ſpitsheid van de ſnoet ; en drie Vinnen , dertusſchen , welke zijn Ed. van beiden geeft, en de Be
gelijk in de afbeelding van JOHNSTON , zijn er verkeer- ſchrijving toonen aan , dat het wezentlijk verſchillende
delijk door Rondelerius aan toegeſchreeven. Zijn ge. Visſchen zijn ; des de kenmerken die onze Autheur , gee
ſtalte zweemt zeer naar die der Forellen , dog is wat lijk de Hr. GRONOVIus te vooren ook gedaan had , van
platter. Men vint er van bijna anderhalf voet lang. In het getal der Straalen in de Aarsvin afleid , mij veel dui:
de Rugvin zijn 14 , in de Borstvinnen 13 , in de Buik. delijker voorkomen tot onderſcheiding; want de uitwendi.
vinnen 10 en in de Aarsvin 15 ſtraalen geteld , door ge vertooning , is in allen bijna eveneens ; gelijk zij ook
den Hr . GRONOVIUS . meest al , blaauwagtig zilverkoleur geſchubt zijn.
XVIII. Wimba; (Sandmo pinna adiposa fubferrata. LINN. XX. Tweevlakkige Hoogrug , door GRONOVIUS Cha
Sijft. Nat.) Deeze zoort van Houting, die in het Wc- rax dorfo leviter convexa, pinna ani radiis triginta uno
ner meir van Sweeden dat in Dalekarlie legt , gevangen omſchreeven ; (Salmo corpore compresſo bimaculato, pin
word , heeft in de Rugvin 12 , in de Borstvinnen 16 , in na ani radiis triginta. LINN. Sijft. Nat.) Deeze is , in
de Buikvinnen 10 en in de Aarsvin 14 ſtraalen . de beſchrijving van het Koninglijk Sweedſche Kabinet ,
DeVisſchen , die men Coregoni noemt , verſchillen vol. onder den naam van Albula ook afgebeeld , alwaar in de
gens STELLERUS , Nov. Comment. Acad. Petrop. Tom . Aarsvin twee en dertig ſtraalen geteld zijn, In ' t werk
III. p. 415. van de Salmen , door de weinigte van van Seba word hij genoemt Tetragonoptrus , die zilver.
Beentjes in het Kieuwen -Vlies ; (dat echter meer op koleurig is , met een grooten uitſteekenden Kop , een
die toepasſelijk ſchijnt ) ; door de kleinheid en ko . vliezig bijhangzelaan't uiterſte van de Rug ; de Staart
leur van de Kuitkorrels , en door de koleur van hun zeer gevorkt.
Vleesch ; als ook door de verheid der Ingewanden , Delaatstgemelde naam komt eenigermaate overeen met
uit welken gemakkelijk een groote veelheid van vet ge. de Geſtalte , die vier kantig zich vertoont. Men wil
kookt word. ook dat het de Piabuch der Braliliaanen zij. Wat de
zwarte vlak wederzijds , agter de Kieuwendekzelen be
IV. AFDEELING . treft , die was zo wel in het andere voorwerp ; genoemd
Hoogrug, als in deeze ; in andere afbeeldingen ontbreekt
Salmen die in het Rieuwen - Vlies niet meer dezelve geheel , even als in de volgende zoort. ARTE
dan vier Beentjes hebben. DI , die er zulk een , onder de naam van AmbonſcheHono.
XIX Deel,
Ka , Hoogrug; (Salmo dorſe gibboſo compresſo, pinna ting, Houtingagtige of Witvisch
D
van't Eiland Amboina,
be .
3198 SAL SAL,
beſchrijft, maakt ook geen gewag van de gemelde vlak. loopende de onderkaak in een ronde tepelswijzeſpits uit , 7
ken ; zeggende dat de koleur van 't geheele Lijf zilver- en dus ver voorbij de Bovenkaak uitſteekende. Dit maakt
agtig , dog op de Rug donkerer is ; zijnde het zelve met dat de Bek die getand is , op zulk een zonderlinge wijze
groote witagtige, halfronde , dunne en zagte , over elk opwaarts ziet, dat men den Visch met recht , Hoogbek
ander leggende Schubben gedekt. In de Rugvin worden noemen mag. In zijne Rugvin zijn in , in de Borstvin
door hem 12 , in de Borsevinnen 13 , in de Buikvinnen nen 13 , in de Buikvinnen 7 , in de Aarsvin 10 en in de
10 , en in de Aarsvin 34 Straalen geteld. De geſtalte ge. Staartvin 25 ſtraalen gevonden. De koleur was bruin ,
tuigt hij, was volkomen als een zoort van Braaſem , die met overlangze breede ongelijke ſtreepen gemengeld.
in Upland , een Provintie van Sweeden , Braxenpanka en LINNæusſtelt de woonplaats in de Indiën.
bij ons Bliek geheten word.
XXI. Ongevlakte Hoogrug ;-( Salmo corpore immacula . Verſcheidene manieren hoedanig de Salm
to , pinna Ani radiis duodecim . LINN. Sijft. Nat.) Het word gevangen .
kleine getal Beentjes of Straalen in de Aarsvin onderſcheid Wat de Salmvangst betreft , kunnen wij niet beter
deeze genoegzaam van de voorgaanden . Men heeft in de doen, als onze Lezers mede te deelen 't geen de Heer
Rug. en Buikvinnen 11 , in de Borstvinnen 14, in de PONTOPPIDANS in zijne Natur. Histor. von Norweg.
Staarivin 20 Straalen geteld in een voorwerp , dat zich daar omtrent heeft aangetekend .
bevind in het Koninglijk Sweedſche Kabinet. Het zel- > Men houd het daar voor ,zegt dien Heer , dat de Salur
ve is de voorgaande zeer gelijk , maar zonder vlakken ; „ zes Jaaren nodig heeft, om zijnen vollen wasdom te be.
zij komen zeer na aan de Houtingen , dog zijn breed van reiken ; als wanneer hij derdehalfelle lang kan worden ,
Lijf als de Braaſems. » en van 25 tot30 ponden zwaar. In de ſtroomen Mandal
XXII. Egijptiſche Hoogrug , in 't latijn Salmo niloti. „ en Tannefiord word, onder alle noordſche kusten , de
cus ; (Salmopinnis omnibus flavescentibus, corpore toto vetſte en beste Salm gevangen ; hoewel men hem anders ,
1

albo; Linn. Sijft. Nat.) Deezen onthoud zich in de Nijl, u bijna overal in 't voorjaar , van 't midden van april tot
en daarom noen ik hem Egijptiſche In de Rugvin zijn, aan het midden van julij vangt. Als dan komt hij bij groo.
9 , in deBorstvinnen 13 , in de Buikvinnen 9 , in de Aars- te Schoolen uit de zee , en begeeft zich opwaarts in de
vin 16 en in de Staartvin 12 Straalen geteld. In dit rivieren en ſtroomen , ten deele om zich in versch
opzigt , verſchilt dezelve grootelijks van den Nijl. 97
water te verkwikken , ten deele om zekere zoort van
Salm , dien Dr. HASSELQUIT beſchreeven heeft, gelijk Ongediert, door de ſterke ſchuuring van den ſtroom af
bier volgt. te wrijven en kwijt te raaken . Dit Ongediert dat
Dezelve heeft het Lijf hooger dan breed ; de Snoet , men Salmluis noemt , is groenagtig en zet zich tusſchen
langagtig dog niet zeer dun , aan 't end ſtomp ; de Kaa- de Kieuwen , plaagende , in de warmte van 't voor.
37

ken egaal , met Lippen die de Tanden dekken , welke jaar , den Salm , en dienende dus om naar 't oog.
>

lang , dun en buigzaam over zijde , digt aan elkander ge . merk van den Schepper, deeze zo kostbaare en nutti.
9)

-plaatst zijn . De Oogkringen waaren zilverkoleur, de „ ge Visch in de handen der Menſchen te jaagen , die
Oogappel blaauwagtig of zeegroen. Het Kieuwenvlies „ dan ook verſcheide konstgreepen gebruiken om hem
had 4 Beentjes ; de Dekzels beſtonden uit drie plaaten. , magtig te werden.
In de voorſte Rugvin vond hij 23 , in de Borstvinnen 17 , Zedert weinige jaaren heeft men hier omſtreeks, tot
>

in de Buikvinnen 10 , in de Aarsvin 16 en in de Staart. den Salınvangst begonnen gebruik te maaken van een
vin 20 ſtraalen. De Staart c'eenemaal met Schubben ge. groot Nei , dat in veele bogten en driehoekswijze uit
dekt , uitgenomen de rand en zeer gevorkt, had de pun- „ gezet word , en waar medemen zomtijds wel twee of
ten ſtomp gerond. De zijdſtreep was zeer regt , nader drie honderd Salmen te gelijk bekomt. De oude en al.
>>

aan de Rug dan aan den Buik ; de Navel veel digter „ gemeene manier is , den Salm te vangen in Laze-Verp ,
aan de Sçaart dan aan den Kop. De Schubben waaren naamelijk in een uitgeſteld Net , inzonderheid bij den
klein , ruuw , getand ; zittende zeer vast en op regte mond van een rivier , die een hooge valling in zce
lijnen geſchikt. heeft , welke ook daarom van den Visch , wanneer hij
Zodanige Salmen , die van onderen witagtig van boven den witten ſchuimenden waterval ziet , gezogt word.
zwartagtig bruin en op de zijden blaauwagtig geſtreept Dog dewijl dergelijken niet overal aan te treffen zijn ,
zijn , vallen erin de Nijl , inzonderheid bij Kairo , zeer weet men den Salm door list te verſchalken , maaken .
groot ; zomtijds wel hondert ponden zwaar , en worden de het ſtuk van een rots met kalk wit ; zo dat hijzich
van de Arabieren Nefasch geheten . Men houd ze voor van verre inbeelde , zodanig eenen waterval te zien .
de besten onder de Visſchen van dien ſtroom . Daarentegen word van ieder een verzekert , dat den
XXIII. Stoffige Hoogrug, in 't latijn Salmo pulveru . Salm een afkeer heeft van de roode koleur ; weshalven
lentus ; ( Salmo pinnis fubpulverulentis , linea laterali de- 2) ook de genen die hem zoeken te vangen , geen roode
Jcendente ; Linn. Sijft.Nat.) Dit is een Amerikaanſche borstrok ofmurs durven draagen. Zeker Man , hier
Visch , in wiens Rugvin It , in de Borstvinnen 16 , in de in Sundfiord , liet om deeze reden , nu onlangs de roo.
Buikvinnen 18 , in de Aarsvin 26 en in de Staartvin 18 9 dedakpannen van zijn huis afneemen en er blaanwein
Itraalen geteld zijn . de plaats leggen. Even zo ſchuuwt ook de Salin alle
XXIV . Hoogbek , in 't latijn Anostomus; ( Salmo ore Krengen , en wanneer die onvoorziens of door de nij
furfum ſpectante ; Linn. Sijft. Nat.) De zonderlinge en digheid van een kwaadaartigen Buurman in de Netten
bijna monſtreuſe plaatzing van den Bek heeft den naam 9) geworpen zijn , zuivert men dezelven met vuur ; dog
gegeeven aan dit voorwerp ,het welk door de Hr. GRONO- dat het zelve juist door tegen elkander wrijven van twee
vius uit de Kabinetten van Seba gekogtwas, en waar van ſtukken hours inoet aangeſtooken zijn , ruikt wat over .
zijp Ed de naauwkeurige afbeelding geeft. Het zelve geloovig. Bij het Werpnet zitten in 't voorjaar altoos
was langwerpig en dik van Lijf, dog niet te min hooger 92 twee Man ; de één is in een ſchuitje of liever op een
she breed , als ook de Kop die zeer klein zich vertoont, hoogen paal , om te letten wanneer de Salm 'chools.
w wijze
SAL SAL 3199
» wij ze aankomt, en dan geeft bij door roepen of wen : merkelijk , dat ſchoon de Rivier Ayer , waar deeze Stad
ken , den ander een teken die zich op 't land bevind, aan legt , in de baaij van Brest uitloopt , echter in een
i en een touw in de hand heeft , waar mede hij het Net andere rivier , of op de reede daar men ſterk vischt , bij.
is kan digt haalen. Op deeze manier worden dikwils tien , na nooit eenige Salm te vangen zi) .
» twintig ofdertig Salmen , in eens gevangen ; ja de me. De toeſtel, om den Salm te vangen , beſtaat op die ri.
* nigte derzelven is zomtijds zo groot, dat men er eeni: vier in zekere ſchutting van paalen, welke daar van de
» gen uit moet neemen , eer het Net opgehaald worde , geheele breedte beſlaat en een zoort van dam maakt ,
» ten einde het niet ſcheure. De Salm naamelijk is een daar men overgaan kan . Aan de eene zijde is een kist
v zeer ſterke Visch , en men heeft mij willen verzeke. van traliewerk , in 't vierkant overal vijftien voeten breed ,
» ren , dat een eenige , een Man kan optillen , wanneer en in 't midden , daar de ſtroom aankomt, een gat hebben .
» deeze hem met den Lijster ſteekt . de , van agttien tot twintig duimen wijd . Dit gat is van
Dit Werktuig is een zoort van Elger of Vork , met binnen bezet met blikken plaaten van ſpitze figuur en :
» drie ijzeren tanden , aan een langen ſtok , welke tot een een weinig omgekromd , zodanig , dat zij van buiten ge.
„ ander zoort van vangst gebruikt word. Men maakt, makkelijk open gaan , en van binnen het gat geheel toe
,, naamelijk , een Laxe.Keer of Salmkist , van houten lat, Nuiten. De Salm , nu , komt er dus met gemak in , en
» ten dwars over de rivier , en daar loopt de Salm , wiens gaat uit de Kist in een Hok, wordende aanitonds van de
begeerte zeer groot is oin in ſtroomend water hooger Visſchers die op de wagt ſtaan , met een ſchepnet daar
o op te gaan , niet alleen in ; maar blijft er in ſtaan , tot uit gehaald . De paalen echter , van de gemelde (chut
» dat men bem er met den gemelden Elger uitneemt; Ik ting zo digt niet zijnde, of de Visch zou er tusſchen
heb zelfs gezien , dat in een half uur , dus twaalf groote door kunnen ; zo worden daar voor ook Netten geſpan .
» Salmen gevangen werden. Hoe groot de drift van de- nen , en den Visch , die daar in loopt , werpt men in
» Zen Visch zij, om al hooger op in de rivier te koomen , het gedagte hok , dat als een houwer of bewaarplaats is
» kan men eerſtelijk daar uit opmaaken , dat hij , daar het om hem te ſpeenen. Men bedient zich ook wel van den
n zo ondiep is , dat hij met de Rug boven zwemmende , eerſten die men gevangen heeft, als tot een lokaas voor
» niet verder kan voortkoomen , zich op zijde werpt, de anderen , welke hem volgen en in de Staart bijten , wor.
» en dus kruipende voort arbeid , tot dat hij weder diep dende dan naar den oever gehaald en met den Elger ge.
j water bereikt. Ook toonen zulks zijne hooge en luch- nagen of op 't land geworpen.
tige ſprongen , zo in de rivier als in de watervallen , De Salm -Visſcherij begint aldaar omtrent het midden
» tegen den ſterken ſtroom aan. Schoon , naamelijk de van de maand october , als wanneer de Salmen de rivier
97
hoogte der klippen , over welken het water nederſtort , beginnen op te zwemmen , en van dien tijd af neemt de.
» twee of drie ellen bedraage ; wil hij dog niet te rug wij. zelve toe , tot dat zij, tegen 't end van januarij, omtrent
► ken , of het , wegens de beletzelen kampgeeven ;maar op haar ſterkſte zij, blijvende op dien zelfden voet bijna ,
» hij regt zich op den Staart overend, en ſpringt met al geduurende de drie volgende maanden . In maij ſchieten de
» zijn kragt , tot dat hij die te boven kome. Hierom zou Wijfjes Kuit , die bevrugt word door deHom van de Man
misſchien zijn latijnſche naam , Salmo , wel van het netjes , welken haar volgen . Als dan begint men de opper .
„ ſpringen (afaliendo) afkomſtig konnen zijn. vlakte van de rivier bedekt te zien met jonge Salmtjes ,
» Eenwonderlijke en ſtoute Salmvangst, dog die daar die de zee zoeken als hun algemeene vaderland. De Sal.
» om niet te minder voordeelig is , is de geene , welke men welken men als dan vangt zijn negt en onſinaakelijk.
men in hec Stift Christiaanzand , bij een over den ſtroom In de maand julij , wanneer men de hennip te rotten legt
* Mandal , tusſchen de ſteile bergen en op uitſteekende in de ſtaandewateren ,uit welken de rivieren hun water
balken rustende, Biellands-Brug , gewoon is te gebrui- hebben ; verdwijnt de Salm t'eenemaal.
„ ken . Deeze Brug , een der konstigſte werktuigen van Aangaande den tijd derVoortteeling,komtdit verbaal van
dit land , hangt agttien ellen boven het water ,' t welk den Hr. Deslandes taamelijk met die uit de noordelijke
niettemin door de ſmelting van de ſneeuw in het Landen overeen ; mitsmen alleenlijk in 't oog houde , dat
» gebergte zo hoog kan opzetten , dat het de Brug be. dezelve in de zuidelijker plaatzen wat vroeger geſchie
39 reike. Nietwijd van deeze Brug noordwaards , nabij een de , gelijk LINNÆUS ten opzigte van Sweeden zegt. In
» boeren -Bruiker, de Vos genoemd ſtort de ſtroom over eenige bijzonderheden , egter , fchijnt het te verſchillen
„ een uitſteekende holle rots heen, en maakt dus een zwaa- met de berigten uit Schotland , alwaar een voornaame
u re watergulp . Onder deszelfs overhangend gewelf waagt Salm -Visſcherij is , op de rivierNesj , van welke devier
» men zich, zwemmende op eenige platte korven , die van opperſten in de Magiſtraat der Stad Invernesſ de Hoof.
» teen gevlogten en , tegen 't geweld van den waterval , den en Bewindhebbers zijn. Men vangt den Visch
» aan een balk vast gemaakt zijn. Zo deeze balk breekt aldaar niet alleen met Werp. of Trek -Netten die door
» zijn de Visſchers verlooren , en worden in de klippen de Visſchers, 'tzij tot de kniejen in 't water ſtaande , of
geſlagen , gelijk zomtijds is geſchied ; waarna men hun met ſchuitjes worden opgehaald ; maar men ſteektze ook
voor den waterval ,half dood drijvendegevonden heeft. met Elgers of Harpoenen dood in houten kisten , daar
Anderszwemmen zij, op de plattekorven , tot binnen de Saim in loopt , onder dat hij er'uit kan koomen . Daar
onder de rots, in wier verſchrikkelijke holte de Salm word aangemerkt, dat de Visch dus geſtooken of gehar.
zich onthoud; waar van men dan tot twintig ſtuks en poneerd ,in lang zo goed niet is , als die met het Treknet
9) meer uit de openingen kan jaagen , daar men in ſtaat is gevangen word ; wanneer zij den Salm aanſtonds dooden ,
omze te vangen .' door hem met een ſteen op den Kop te ſlaan , en dit be
Dat er in Vrankrijk ook aanmerkelijke Salm -visſche let hem het gewoel in 't water , waar door zij anders
rijen zijn , blijkt uit die , welke het voornaamſte beſtaan veel van hun vet verliezen. Men bevind de geene die met
uitmaakt van het Steedje Chaulin in Neder- Bretagne, het Net gevangen , en aanſtonds toegemaakt worden ,
brengende volgens het berigt van den Hr. DesLANDES, ook veel harder; daar de geene die men een etmaal over
zomtijds wel vierduizend Salmen op ,in één Jaar. 't Is aanhoud veelweeker is, en niet metzulke vaste aderen van
De Vet
SAL. SAL.
3200
met doorregen. De Salm merktmen aan , ſchiet aldaar in faan , ſteekende hoog uit hetwater. De tusſchenwijd
de herfst Kuit op ondiepten in kleine rivieren , en be. te word met horden van dikke teenen, tot ver boven het
dekt dezelve met zand , waar uit in 't voorjaar eerst een water digt gemaakt, en agter deeze Schuttingen zet men ,
klein Vischje voortkomt , dat dan naar zee loopt. In de rij. op eenigen afſtand beneden den ſtroom , de Fuiken , diemet
tijd zijn deeze Visſchen zeerſchraal en mager, ja naauw . haare vleugels aan elkander Nuiten . De Salm , nú, de rie
liiks meer dan vel en been. Ook is de Salmvangst in vier opzwemmende langs den grond , en tegen zulk een
Schotland, om die reden van den 8 ſeptember tot den i ſchutting ſtuitende , ſpringt verſchrikt zijnde, op , om er
december geheel verbooden . over heen te koomen , valt te rug , wanneer hij in ver
Ongelooflijk is 't , welk een menigte van Salm in de baastheid in de Fuiken loopt, die methaar opening naar
noordelijke deelen van Groot-Brittannie gevangen wor. de Schuttinggekeerd ſtaan .
den , alwaar het een gemeene ſpijze is, zo versch als ge- Zodanige Salmſteeken zijn er , gelijk uit het zo even ge.
droogd. Van Perth voert menze na Edenburg en van daar melde blijkt, op verſcheide plaatzen boven Dordrecht ge.
word de Visch , in menigte gezouten en ingepakt, tot ver • weest , gelijk onder anderen een voornaamete Ysſelmon ,
tiering buitenslands , naar Engeland,Vrankrijk en zelfs aan de bijRotterdam ; en laager naar den Mond van deMaas,
deOostzee gezonden. Even zoword de Salm in ongelooflij. vind men er nog heden ; gelijk dus in den Jaare 1702 ver
ke veelheid , van Berwick aan de Tweed , over land gevoerd boden werd, de Salmſchutringen of Staaken van hunner Ed.
naar Sheal, bij Newcastle, daar men ze in de pekel legt Grootmoogende Visſcherij op Flacquee uit te haalen , op
en dan naar Londen brengt, onder den naam van New• te ligten , er door heen te vaaren of dezelve geheel on .
castle-Salm . Het vlek Cardigan niettemin ,aan de weſtzij, der voet te zeilen , op een boete van vijftig Guldens,
de vanEngeland, op de rivier Tijvij gelegen , is beroemd boven enbehalve de vergoeding van ſchadeaan de Pach
wegens de veelheid van den besten en grootſten Salm , in ters van deeze Visſcherije. Gr. Plakkaatb. V deel. p. 1503.
het geheele Rijk , die deeze rivier uitlevert. De Salmſchuttingen , naamelijk , zijn alleen geweest in
In verſcheide deelen van Engeland, zal waarſchijnelijk de verpagte wateren , gelijk dit zelve plaats heeft met de Ze.
manier van Salm -vangst verſchillende zijn. Dus verneem gens , waar mede de Visſcherij bij Schoonhooven en el
ik ,dat men te Lijmington, 't welk aan de vaste kust tegen ders geſchied. Deeze Zegens, die , als gewoonlijk de
over het agterſte van 't eiland Whigt geleegen is , een Treknetten inet een zak , dog zeer breed , zwaaren lang
voornaame Visſcherij heeft in de kreeken en riviertjes, zijn, worden aan 't eene end met Schuiten van de wal ,
die aldaar niet zeer breed zijn. Deeze worden afgedamd en dan in dier voegen weder te rug gebragt, dat het Net
met een zoort van kistwerk , waar in valdeuren zijn , een kring maakt , die den Vich beſluit en dwingt in den
die men digt doet als er de Salm door heen geloopen is. zak te loopen. Het Net word in de gemelde Visſcherij It
Verſcheide zulkedammen heeft men er boven elkander , en , doormiddelvan een Molen , waar in een Paard loopt,
tot dat de Salm op 't laatst in een naauwe kom loopt, op de wal getrokken ofopgehaalt.
waar uit men hem met een Net kan ophaalen ; zomtijds Voor 't overige beſtaat de Salm .Visſcherij op de Lek ;
word hij ook wel in't overſpringen op die Dammen ge. Waal, Merwe en Maas, in het gebruik van vlouwen of
yangen. Schakels, dat een drijvend Wand is , hebbende op ie
Voor anderhalf hondert jaaren reeds , werd in onsLand der vleugel een Schuit en bij nagt een lantaarn , die op
kene bepaaling gemaakt ointrent het zetten der Salmſtee. een vat, een ftuk houts of kruk drijft. Die van den Kin .
ken en Schuttingen in de Merwede en Maas, van Gor. derdijk, bij Alblasſerdam , hebben ,als 't in de tijd is ,hun
nichem aftotDordrecht, en van daar voorbij Rotterdam , meeſte beſtaan van deeze Visſcherij,welkegeoorlofd is aan
Delfshaven , Schiedam , en voorts tot in het zoute wa- alle de geenen die op hun hoefſag op de Dijken beſchei
ter toe ; ten einde daar door niet de vaart geſtremd, deden zijn ; dog de Salm en Steur mag niet worden verkogt
vaartuigen in gevaar gebragt of de rivieren zelf, door of vervoerd , zonder dat dezelve afgeſagen en bij den
verzanding verlamd inogten worden ; zijnde derhalven, afdag de negende Penning daar van betaald zij, op een
Bij vernieuwing van dat Plakkaat , in den Jaare 1752 het boete van honderd daalders, volgens de Ordonnantie der
gebruik van elzen , eicken of anderhard, als mede van Staaten van Holland en Westfriesland des jaars 1723. Ib.
se dik wilgen.hout tot de Salmſtaaken , als ook het zetten Gr. Plakkaatb. VI deel. pag . 1011. In den jaare 1749
der Fuiken of Schuttingen van den wal af, dieper dan vier was de Salmvangst te Schoonhoven zo gezegend , dat
voeten onder water , met gemeene ebbe of op zandplaa. aldaar van twee Visſcherijën tusſchen den 16 maij en 10
ten , op zwaare boeten verbooden . Naderhand echter , junij , 952 Visſchen ter marktkwaamen ;waar van men in
in den jaare 1757 , is op het vertoog der Gedeputeerden veele jaaren , geen voorbeeld had gezien.
van de Maasſteeden , aan dezelven , benevens de Heeren Gebruik yan de Salm.
Gecommitteerde Raaden , door hunne EdeleGrootmogen- De Salm is van een zeer groot gebruik , door gantsch
den magt gegeven , om daar van naar bevind van zaa- Europa niet alleen, maar ook in Ä lië. Geheele Natiën
ken , eenige dispenſatie toe te ſtaan , ten voordeele van in't land van Kampſchatka beoosten Tartarie , daar geen
de Visſcherij , wanneer zij na onderzoek der omſtandig . koorn geteeld kan worden , wegens de bijstere koude
beden , bevonden dat daar door aan de rivier of ſcheep. van't klimaat, leeven van Salin alleen ; en zijn aan koort
vaart geen binder werde toegebragt. In de herfst van zen , nog ſchurft , nog ſtuipagtige ziektens onderhevig.
1762 hebben de Staaten wederom goed gevonden , te ge. Dus moet deeze Visch een zeer gezond voedzel zijn,
bieden, dat alle Salmſteeken op de Merween Maas , van (dat zommige Geneesheeren ontkend hebben , ) en tevens
Gornichen en Dordrecht , voorhet end des jaars zouden zeer voedzaam , zweemende, onder alle Visſchen bijna
moeten weggeruimd zijn. het meeste naar vleesch, door zijne vastheid , en prikke.
Deeze Schuttingen of zogenoemde Salmſteeken , be . lende de lust tot bijſaapen meer aan dan vleesch , in.
ftaan in ſtaaken die men op bekwaame plaatzen midden zonderhed de Kuit '; 't welk uit de levensmanier der
in de rivier plant eenige voeten van elkander; zodanig Ooſterſche Volkeren blijkbaar is. Noy. Comment. Acad.
dat zij op een rij , opwaarts , dog cenigzins fuikswijze Petrop . Tom . III.p.416.
Dog
SAL . SAL , 3201
Dog de bereiding doet veel tot de hoedanigheid van omtrent gelegen te hebben , is hij reeds zo ftijf dat men
deeze waar . Men eet de verſche Salm die op onze hein in Tonnen kan pakken , 'twelk aldus geſchied.
markten komt, doorgaans gekookt ; ten dien einde moet Men legt onder aan de kanten in het vat', eenige
dezelve zo dra zij in ſchuinze mooten is geſneeden , in halve Visſchen , op dat ieder deel van de pekel beter
zuiver putswater gelegt worden , waar door zij krimpt ; „ opgevangen kan worden . Men ſpoelt daarin alle de halve
voorts wel afgewasſchen zijnde , kookt men ze als ande. Visſchen wel af, en , na dat de Pekel er ſchoon is uitges
Te Visch in water met een weinig zout ; men discht ze „, zegen , word zij in de 'Ton zo ſtijf het mogelijk is,
als dan warm voor met een zuure eijer ſaus ; dog meest > met de huidzijde onderwaards en naar de wanden toe,
word zij koud geworden zijnde , met beom olie, azijn , ,, te zaamen gepakt ; dog de bovenſte laag legt inen met
Peper en fijn gebakte peterſelie gegeeten, de huidzijde boven. Vervolgens laat men uit het vat ,
door een wollen doek pekel in de ton zijgen , tot dat
Geſtoofde Salm . 9 die bover den Visch Itaa ; dan word de Visch door een
Neemt zo veel mooten Salm als u goed dunkt; wel zwaar dekzel met ſteenen beladen , ingeperst en ein
gewasſchen zijnde , zo legt dezelve in een casſerol of , delijk de Ton toegekuipt. Dit geſchied zijnde, legt
nog beter in een vertinde koperen ſchotel , doet er bij 9 men ze op zijde , en boort aan ieder kant een gat , 't
een weinig boter , voorts zout , peper , notemuscaat , kap- welk met deeg of potaarde omlegt word , dat het een
pers en de ruimte geſtooten tweebak ; legt er dan een zoort van trechter maake. Deeze gacen giet men
taartedekzel met vuur op , en bekwaam vuur onder; vol pekel , en ſchuimt de vettigheid of tbraan ,
aandisſchende , zo drukt er een citroen over. Voor die welke er op komt , ſchoon af. Hier mede één of
er Liefhebbers van zijn , is 't niet onſmaakelijk , om er twee weeken aanhoudende , Nuit men de gaten toe ,
fijn gefneeden chalotten bij te voegen . , en dan zal de Salm niet ligt bederven.
De inzouting geſchied behoorlijk , wanneer een
Salm op de Rooster gebraaderi. vierendeel zout tot een Ton Salm gebezigt word ;
Maakt een papieren huisje , beſtrijkt het zelve van bin. van meer zout word de Visch bleek , ſtijf en droog ;
nen met boter , neemt dan één of twee dikke mooten ,, met minder blijft hij zelden goed. Ook moeten de
Salm die te vooren in wat zout water hebben geſtaan ; vaten wel pekel houden ; de magerſte Salm die hoog
hebt dan geſtooten tweebak , fijn gerneeden chalotten en „ op de rivieren gevangen word , is tot de inzouting
gehakte peterſelie in gereedheid , wentelt hier de Salm beter dan de vette. Men maakt er ook wel met
na afgedroogt te zijn , in om , begiet ze met geſmolten „ fijn zout gefprengde Salm van , die verſcheide wec.
boter en legt ze in het papier op een rooster; doet er ken goed blijft. Zelfs kan men deeze Visch , wan.
weinig vuur onder , en een taarte-dekzel met vuur boven „ neer hij opgeſneeden, met pijnboomtakken omlegt
op ; dus langzaam gaar gebraaden zijnde , zo drukt er word , eenigen dagen ongezouten tot gebruik bewaa
een citroen over uit , en discht dezelve warın in het pa. ren. Aanmerkelijk is 't , dat de geſprengde Salm
pier op een ſchotel gelegt zijnde , voor. van iedereen , zonder eenig ongemak , als een bijzon
dere lekkernij , na drie dagen , van eenige na éé
Hoe men gerookte Salm bereid . 99 nen dag , ja van zommigen na vijf of zes uuren ver
De Salm aan dunne ſchuinſe plakken geſneeden zijn- loops, kan gegeeten worden. Men vind er zelfs ver
de , zo zet een tinne ſchotel of bord op een comfoir » ſcheidene , die onder het toemaaken , dunne ſtrook
met vuur ; doet er een weinig beter in benevens de Salm „ jes van Salm ſnijden , welke zij inet fijn zout be.
en laat dezelve niet meer als door warm worden ; als , ſtrooijen en uit de hand eeten ; ' t gene bezwaarlijk
wanneer men ze op een boterham of bij falaad, enz. > met een andere zoort van Visch ,geſchieden zou kunnen.
nuttigd. Pot het Rooken gebruikt men best den vetten en
middelmaatig grooten Salm , die in de ſchorren aan het
Hoedanig de Salm word ingezouten en gerookt, zee -ſtrand , of beneden in de rivier in ' t begin van de
Tot bewaaring word de Salm ingezouten of gerookt, » Visſcherij gevangen word . Deeze word van buiten
waar van onze zo bekende Schoonhoviſche- ende Noorſche zeer ſchoon met een linnen doek afgeveegd en voorts ,
Salm een blijk geeft. De Heer Gisler verhaalt ons in ,, op de gewoone manier aan de rug in twee helften
't XIII . ſtuk Jer Stokholm. Verh . hoedanig 't een en an . „ geſneeden. Wanneer hij zeer dik van vleesch is,
der geſchied , zie hier het hoofdzaakelijke wat dien Heer maakt men een nieuwe ſneede van den Kop paar den
er van zegt. De Visch word zo dra het doenlijk is ,Staart toe , twee duimen diep , op dat het zout wel
>

,,aan den Buik overlangs open geſneden en gegromd ; doordringt. Dan word de vleeschzijde ter deeg , met
»men ſpoelt of wascht bem ſchoon uit , en ſnijd hem dan het eigen bloed van den Visch , 't welk men ten dien
» aan de Rug overlangs open. Eenige ſteeken hem , ter. cinde bewaart , beſtreeken ; men wrijft hem vervol.
»,wijl hij nog leeft, een Mes in de Staart , dat er het „ gens , zo van binnen als aan de huidzijde , met fijn
bloed te deeg uitloope; verder word hij aanſtonds op. zout in ; voornaamelijk daar het dikſte vleesch is , en
geſneeden enmen laat hem , vijf of zesuuren lang dus doet ze vervolgens, den één na den anderen , in een
„ leggen ; wanneer hij rooder word dan op eenige an . trog ; dat zij het zout twce , drie ofvier dagen lang , in
9)

dere manier , en ook duurzaamer is dan de geene die zich trekken . Men neemt hein er ſchielijker en later uit,
vol bloed ſterft. Vervolgens zout men hem in een naar dat hij dunner of dikker is, en het zout met een
» vat , met de vleeschzijde uitwaards gekeerd , zo dik , 9 bosje ſtruo afgeveegd hebbende , legt men hen op dun
dat het zout er ongevaar een vinger- of duimbreed bo . ne ſtokjes, eenige dagen in de zon te droogen , dat hij
» ven legt. Grof it. Ubes zout is daar toe het beste , dat wat ſtijf en vast worde. Vervolgens word de Salm dus
korrels heeft als erwten , daar men de groote brokken toebereid , in een rookhuis opgehangen , daar merr
uitzift. Een al te groote zwaare drukking of opeen- 32 hem ( even als gewoonlijk de Bokkingen , ) met een
» ſtapeling maakt de Salm droog. Na een maand of daar ‫ار‬ ſmeulend vuur. 1ookt , zonder ylan of aanmerkelijke
D3 nits
I

3202 SAL. SAL ,

bitte , keerende hem zomtijds met de Staart om hoog , Rweeking. Deeze Planten vermenigvuldigt inen , door
,, op dat de vettigheid en het zout gelijkerhand , door haare wortels in het voorjaar eer die uitloopen, te ſcheu.
den gantſchen Visch verſpreid word. Dit rooken duurt ren , en moeten in een zeer magere natte grond onder
van twaalf tot vijftien dagen of langer; wordende de de ſchaduw van een inuur geplant worden , want indien
,, deugd daar aan gekend, dat de Visch als half door ze aan de zon zijn blootgeiteld , willenze in 't geheel
, ſchijnende zij . Dan wrijft men hem fchoun af, hangt niet vieren.
hem nog in de lucht te droogen , en bewaart hem ver- Eigenſchappen . De wortel van de eerſte zoort , heeft
, volgens op een drooge plaats. een openende, bloedzuiverende , en zagt purgeerende
Dit rooken dat veel oppasſen vereischt, word nog. kragt, voerende de gal, Nijm en melancolijke vogten
thans wel betaald ; want behalven datdeBaas , den ge met gemak uit het lighaam ; zij opend de verſtoptheden
heelen winter genoeg ſpijze heeft voor zijn Volk , aan der Lever , Milt en Darmſcheil, en is een uitneemend
de Koppen en Ruggen , die hij kan inzouten of aan- middel tegens de hijpocondrie , melancolie en ſcheur
,, itonds gebruiken ; zo word hem voor de gerookte zij- buit , als mede tegens de jigt, borstziektens en drooge
den van een Salm, naar dat die groot is, van 16 tot 18 hoest. Nien gebruiktze in afkookzels, of trektze als thee ,
. Daalders Koperen Munt betaald ; daar hij voor één of gepoeijert en ook met andere dingen gemengd.
„ lispond gezouten Salm , op 't hoogſte, 6 Daalders SAL NITRUM , Sal Petre , berekend bet zelfde als
» krijgt. Salpeter, zie aldaar.
SALM-FOREL , zie SALMEN , n. III. pag. 3193 . SALPA , zie ZEE- BRAASEMS n . XV.
SALM-KARPER , dus word een zoort van Karpers SALPETER in 't latijn Nitrum . Het Salpeter of Ni.
genoemd, die in zekere rivieren worden gevonden , en trum , draagt behalven deeze twee zeer bekende naamen ,
het vleesch vast , vet , en roodagtig hebben. alle die andere , welke minder gemeen zijn , en door den
SALMIAK , zie SAL AMMONIACUM. grooten ſcheijkundigen Neuman worden bijgebragt; als
SALMO DENTEX , zie KARPER , 1. XXV . pag. Jal nitrum , ſal terre , Sal fulphuris vel fulphureum , her
1448 . mes , baurach , ſal anderona, anatron , cabalatar , bafi
SALOMONS ZEGEL.; in 't grieksch monzóvator; in lio, aqua ignis, lesberus chimicus, jerpens terrenus, fpi
't latijn Sigillum Salomonis ; Polijpodium . ritus mundi , retinaculum , fal catholicus, fal infernalis ,
Beſchrijving. De Salomons-Zegel is een gewas 't welk draco,fal hermaphroditicus . De oude Griecken hebben het
onder die Planten behoort , die zenuwagtig zijn en be- doorgaans progosov genoemd. Neuman , merkt aan , dat
ſiën draagen . De Steng groeit ruim anderhalf voeten onder deopgenoemde naamen , de volgende dubbelzinnig
hoog , is rond en glad , zonder takken , aan 't einde een zijn ; als , anatron , baurach , hermes, ſal ſulphuris, sal
weinig gekroint; de bladen ſtaan bij beurten aan den fulphureum , draco , Jai infernalis, Jal terræ, Het is ook
ftam , zijn langagtig , van koleur uit den bruinen of ſchoon waar, verſcheidene andere zelfſtandigheden ,draagen mede
groen ; de Bioeinen beſtaan maar uit een blad , dog zijn die naaien . Zelfs is de naain van nitrum ofnatruin niet
klokkenvormig, pijpagtig , zonder een Bloemkelk bloot , van dubbelzinnigheid vrij , dewijl het nitrum of natruna
dikwils verdeeld , zitten met een enkeld kort ſteeltje der oude natuurkundigen , in een zoutagtige zelfſtandig.
aan den ſtengel , hebbende zes inſnijdingen , en even zo heid beſtond, zeer onderſcheiden van die der hedendaag .
veel bloemvezels , die uit de binnenſte zijde der Bloem ſchen .
voortkoomen ; het Zaadhuisje 't welk uit het midden van Het Nitrum of de Salpeter , is een zoort van middel.
de bloem is voortgekoomen , ſchiet een lange pijp, die zout , dat , in Perſien en Oostindien , uit zekere aar
met een gezoomde ſpits is voorzien , waar uit als de dens , die aan de zijden der bergen leggen , getrokken
Bloemen verwelken , eene Beſie te voorſchijn koomt , word; en door kunst word voortgebragt, in zommige
die de dikte heeft van een Eppen-befie, zijnde rondag. deelen van Europa , uit groeijende en dierlijke ſtoffen ,
tig , week , van koleur groen , bruin of zwart , bevatten. die zaamen rotten , met bijvoeging van kalk en asch, en
de langwerpig , harde , witte zaadkorrels ; de wortel is een geruimen tijd aan de lucht worden blootgeſteld , zon
lang , zo dik als een vinger , bij tusſchenruimtens vol der het bijkoomen van welke , de Salpeter nimmerword
van gewrigten , knobbelig, wit , en zoetagtig van ſmaak. voortgebragt.
Zoorten . Daar zijn veele zoorten van dit kruidgewas , Salpeter is een vermaard geneesmiddel, en van veel
waar van zommigen in de beide Indien , anderen in Ame. gebruik in verſcheidene ziekten. Behalven de openende
rika te huis hooren , dog dewijl die weinig bij de Lief hoedanigheid der onzijdige zouten (ſales neutrales) in 's
hebbers in de tuinen gekweekt worden, zullen wijmaar algemeen , heeft het klaarblijkelijk eene verkoelende
de drie volgende , als de voornaamſten beſchrijven . kragt, waar door het dorst lest en de hitte der koortzen
1. Gemeene Salomons zegel ,of de eigentlijk zo ge- maatigt, en de ſterke beweegingen van 't bloed doet be
noemde Eicken - Vaaren ; Polijpodium vulgare; (Polijpodium daaren ; het heeft een groot voordeel boven de verkoe
frondibus pinnatifidis; pinnis oblongis fubferratis obtufis , ra . lende geneesmiddelen , die van eenen zuuren aart zijn ,
dice Squamata. Linn . Spec. Plant.) Zie EICKEN: dat het de dierlijke zappenniet doet ſtremmen ; ja bloed,
VAAREN . dat door alle de delfítoffelijke zuuren (acida mineralia ),
2. Groote Salomons zegel met een gezaagd blad ; Polij, en melk , enz. door allerlei zuuren , geſtremd is , wordt
podium majus ſerratofolio. door ſalpeter dunder gemaakt, en voor 't ſtremmen be.
3. Salomons zegel met geſcheurde bladen ; Polijpodium waard; des niet tegenſtaande verdikt het de dunne weiag .
pinnulis ad margines laciniatis. tige , ſcherpe vogten eenigzins , en maakt van dezelven
Plaats. De eerſtezoort vind men op oude muu- een éénvormig mengzel met zulken , die dikker en lij.
ren en beſchaduwde dijken groeijen , in verſcheidene miger zijn ; hier door belettende , dat de eerſten geeno
gewesten van Europa. De tweede zoort , fchijnt alleen kwaade gevolgen hebben , gelijk ze anders zouden heb .
eene verandering van de eerſte te zijn , welke daar in ben ; alhoewel het , gelijk JUNCKER meent , geene ei.
verſchilt , dat ze grooter is , en gezaagde bladen heeft. genſchap heeft, om de ſcherpheid inderdaad te verſtom
pen .
SAL. SAL . 3203
pen . Dit Genees-middel bevordert meestentijds de pis ; SALPETER-KOEKEN , zie PRUNEL ZOUT.
zomtijds maakt het zagtelijk openlijf; maar in koude SAL POLIJCHRESTUM . Dit zout 't welk volgens
Nijmige geſtellen , beeft het zeer zelden deeze uitwer. LEMEris en anderen , van groot nut is ; beſtaat niet an
kingen, al word het met groote giften ingegeeven . ders als uit Salpeter, die door zwavel van deszelfs vlugge
Buikloopen , die uit al te groote ſcherpheid van de gal , deelen is beroofd geworden.
of ontſtceking der darmen voortkomen, worden er door Zie hier de manier hoedanig het zelve word bereid;
geſtuit; in galagtige en koorstagtige ziekten , veroorzaakt neemt Salpeter en gemeene zwavel van elks even veel ,
Bet doorgaands zweet; maar in kwaadaartige gevallen , pulveriſeer het ter deegen , en meng het wel onder een ;
wanneer de pols langzaam , en de kragt verlooren is , hebt dan een ſmeltkroes in gereedheid die ter degen gloei.
vertraagt het deeze heilzaame ontlasting , en de uitbree . jend is gemaakt , werpt hier omtrent een once van het
king van uitſlag. gemengde poeijer in , zo zal er een groote vlam opklim
Doctor Stahl heeft eene opzettelijke verhandeling men , wanneer die over is , zo doet er wederom zo veel
over de geneeskragten van Salpeter geſchreeven ; in wel. van het poeijer in , en vaar zo voort , tot dat het ge.
Kehijons, uit zijne eigene ondervindingen bericht , dat heele mengzel gebruikt is ; draagt zorg dat de ſmeltkroes
dit zout, in de gorgeldranken voor ontſteeking van de 4 of 5 uuren gloeijend blijve, giet denzelven als dan in
keel in ſcherpe koortzen gebruikt, er bijgevoegd , de een koperen en boven 't vuur wel gedroogd bekken uit.
kwijlagtige vogtigheid, op het verhemelteen de keel, De ſtofkoud geworden zijnde, 20 maakt die tot poeder ,
verdikt, tot de diktevan een ſlijm , welk dezelven eenen en ſmelt ze in een genoegzaame hoeveelheid water ; fil
langen tijd vogtig houd ; daar de droogheid van den treert de Solutie, en laat ze in een glazen vat, boven
mond , 20 er geen Salpeter bijgedaan is , anders ſchielijk een zandvuur , tot dat ze droog is , uitdampen. Het
wederkeert. Dat het voorzigtig gebruik van Salpeter, in zout ſchieragtigtig en niet wit zijnde , uit oorzaak dat het
graveel-pijnen , van meer dienst is , dan eenige van de nog zwavel in zich bevat, zo moet men het geduurende
menigvuldige geneesmiddelen , welken in deeze ziekte 3 of 4 uuren of tot zo lange het zuiver wit is , in een
pleegen aangepreezen te worden ; dat de Salpeter groote groote ſmeltkroes calcineeren, het zelve geſtadig met een
verligting geeft in bitte van de pis , het zij eenvoudig , ijzeren ſpatel omroerende , en na de calcinatie in water
het zij door venusbeſmettinge veroorzaakt ; dat het van ontdoen; voorts de folutie,filtratie en evaporatie herhaalen,
grooten dienst is in ontſteekende pijnen van 't hoofd , 'de zo verkrijgt men een zuiver zout. Het overblijfzel in 'e
oogen , ooren, tanden enz. in alle roosagtige aandoe. filtrum , word als onnut weggeworpen . Dit zout is bui.
ningen , het zij bijzondere, of algemeene, en insgelijks tengemeen dienſtig , om de weiagtige vogtigheden , door
in langdurige ijlhoofdigheden ; dat de Salpeter met op- den ſtoelgang, en ook dikwils door de pis te purgee.
Norpende, en zweet- verwekkende middelen vermengd , ren .
in buikloopen , welke in de peperkoorczen voorvallen , SAL PRUNELLĖ , zie PRUNEL -ZOUT.
de beste uitwerkingen heeft , dewijl het altoos den loop SAL SATURNI , zie LOOD , pag. 1861 .
ftopt, of de ontlasting heilzaam maakt; dat het in buik. SALSIFIE ; Artifie ; Haverwortel; in't grieksch Teeyou
loopen, die bij de kinderpokjes voorvallen , met het razov, in 't latijn Tragopogon.
zelfde gevolg gebruikt is ; want twee giften , of ten hoog. Beſchrijving. De Salſifie is een Plant met een ſchijf
ften drie (beſtaande elke uit twee , drie of vier greinen, naar bloem , uit veele halve pijpbloemtjes beſtaande; deeze
de jaaren enz. van den Lijder) om de twee of drie uuren zijn met de vrugi beginzels in eengemeene veelbladige
ingegeeven , ſtoppen den loop, na dat de Bezoar poe. Bloemkelk beſlooten , die niet ſchubagtig is zo als in de
ders zo welmet, als zonder Opium , te vergeefs gebruikt ſchorſonere, maar de verdeelingen ſteeken boven de Pijp
zijn . Dezelfde Schrijver prijst dit zout ook aan als een bloemtjes uit ; in 't vervolg worden de vrugtbeginzels
geneesmiddel van zonderlingen dienst , in het Bort, ver- langwerpige zaadjes , die in kokers of rokken zijn be
zeld met groote benaauwdheden en bitte van 't bloed ; footen , en waar aan een dikke wolligheid na een Baard
in de winderige ſtuipagtige hartbrandingen , die zo gemeen gelijkende, vast zit. Deeze Planten draagen ook de naam
zijn bij miltzugtige Menſchen , en in het verlies van eet- van Haver-wortels, wegens haare ſmalle bladen , die
lust, in walging , braaking enz. waar mede jichtige Men. wel eenigzints naar de bladen van Haver gelijken.
fchen zomeijds te worſtelen hebben , wegens de pijn aan Zoorten . Daar zijn verſcheidene zoorten van decze
de voeten , enz. die er ſchielijk door bedaart. in ge. Plant , die in dekruid-tuinen van zommige Liefhebbers ge
vallen van deeze laatſte zoort, vereischt het gebruik kweekt worden , om de verſcheidenheid , dog dewijl die
van Salpeter zekerlijk groote omzigtigheid , alhoewel de van geen gebruik in 't huishoudelijke zijn , zullen wij
Schrijver ons verzekert , dat er geene kwaade gevolgen alleen de twee volgende beſchrijven .
van te vreezen zijn. Des niet tegenſtaande merkt hij 1. Italiaanſche Salſifie; Tragopogon flore purpureo. J.
aan , dat het in de teering , en aandoeningen van zwee. BAUHIN. 2. 1058 : Tragopogon purpureo-coeruleum . Por.
ren , bevonden is van geenen dienst te zijn, en dat men ri folio , quod Artifi vulgo. Tournef. Inſt. 477. (Trago.
zich gevolglijk in deeze ongemakken van deszelfs gebruik pogon calijcibus corolle radiis longioribus, foliis integris
moge onthouden . En inderdaad wordt het , in ziekten frictis, pedunculis fuperne incrasſatis. Linn. Spec.
van de Longen , in 't gemeen eer ſchadelijk , dan voor. Plant.)
deelig gehouden. 2. Duitſche Salfifie ook wel Boksbaard genoemd ; Tra .
De gewoone gifte van dit geneesmiddel is, bij ons , gopogon flore luteo. J. BAUHIN . 2. 1058 ; Tragopogon
van twee of drie greinen tot een ſcrupel, alhoewel het pratenſe lureum majus. Tournef. Inf. 477 ; ( Tragopo
met groote veiligheid , en doorgaans met meer voor gon calijcibus corolle radium æquantibus, foliis integris .
deel, in grooter hoeveelheid moge ingegeeven worden , ſtrictis. LINN. Spec. Plant.)
het cenigſte ongemak daar van is , dat het een weinig on . Plaats. De eerſte zoort , die purper blaauwe Bloe
gemakkelijk in de maag kan liggen . men voortbrengt , groeit in Hongarien , Italien , Pro.
SALPETER GEEST , zie GEESTEN , pag. 811. vence , Languedoc enz. op graalige plaatzen .
De
3204 SAL . SAL . SAM .

De tweede groeit in Neder- en Hoog Duitschland , SALUTARIS , zie HEILZAAM.


Frankrijk , Engeland enz. Dezelve verſchilt weinig SALVIA , zie SALIE .
van de voorige , dan dat ze geele Bloemen draagt . SAL VITRI , zie GLAS - ZOUT.
Kweeking . De eerſte zoort word inzonderheid in de SAL VOLATILE of vlug -zout ; is een zodanig zout,
moestuinen gecultiveert , de tweede zeer zelden , { choon 't welk wanneer warm is geworden , zich ligtelijk om
ze in goede ſmaak en deugd der wortel weinig of niet boog heft. Dit zout word uit geheele Dieren , zo als
voor de andere behoeft te wijken ; hier te lande word Regen.ormen , Padden , Slangen enz. bereid of gedis.
de Salſifie echter weer lutiel , bij de Warmoeleniers of tilleerd ; ook uit derzelver zagte deelen , als bloed , pis ,
Groentebouwers gevonden . nageboorte , hersſens enz.; insgelijks uit de harde dee
Dezelve word door 't zaad voortgeteeld , 'twelk men len der Dieren , zo als ijvoor, hertshoorn , elands-klaar
in maart of april losjes en niet al te digt , op de bedden wen , Menſchen -bekkeneel en meer anderen. Ook maakt
zaait , moerende nog wanneer de Planten eenigzints men thans Salia volatilia Plantarum , of vlugge zouten
groot zijn geworden , op vier à vijf duimen diſtantie wor- van kruiden . Hoedanig het zelve word bereid , leert. Dr.
den verdunt , dewijl de wortels anderzinis tenger blijven ; WEDEL in zijne verbandeling de Sale volatil. Plantarum ,
om die zelfde reden, moet het onkruid ook zorgvuldig insgelijks Dr. Lange in zijne Oper. Medic. Tom . I. pag. 19
van tijd tot tijd gewied worden . 479. feq.
Tegen de winter graaft men de wortels uit de grond , SAMARITAANSCHE BALSEM , zie BALSEM ..
om dezelve, na dat er de kruin is afgeſneden , in de kel- SAMBACH , zie JASMIJN (ARABISCHE-)
der in het zand tot het wintergebruik te bewaaren ; hoe . SAMBIA.VISCH ; dus noemtValentijn een Vischje
wel ze anderzints onze winterkoude ook kunnen ver. onder het geſagt der Zee - Duivelen behooiende ; zie
dragen , wanneer men er een gedeelte van buiten wil laa. ZEE -DUIVELEN *. III.
ten ſtaan . SAMBAIJA ; Samboija of Sambaxa , is de naam van
Het zaad word van de zodanigen gewonnen , die men een oostindiſche vrugt , die er even als een eickel uit.
in de grond heeft gelaaten , of wel die men in 't voorjaar ziet , zeldzaam , en daar bij zeer duur is. Men houd de .
op zes à agt duimen diſtantie, weer buiten heeft geplant. zelve voor een dienſtig middel in veelerleij krankheeden ,
Wanneer het zaad begint rijp te worden , heeft men alleen beeten van vergiftige Dieren .
dagen aanſlag om het zelve van tijd tot tijd na maate dat SAMBUCUS , zie VLIER-BOOM .
het rijpt , te vergaderen , want anderzints vliegt het we. SAMBUCUS HUMILIS , zie HADICK .
gens zijn haairige of wollige baard , met de minſte wind SAMEQUIN , is de naam van een Turksch Vaartuig.
weg: als men derhalven ziet, dat zich hier en daar een je , 't welk dient om goederen enz . van groote Schepen
zaadhoofd eenigzints opend, zo neemt men er het zaad die niet aan de wal kunnen koomen , af te haalen .
van boven uit , en verzameld het dus van dag tot dag , SAMISCHE AARDE , is een witte vaste Mergel ,
het welk men vervolgens van het wollige zuivert en be. die onzes weetens nergens dan op het eiland van Samos
waart. Dit zaad is wel het moeijelijkſte van alle zaa. gevonden word , en bij de Ouden in hooge agtingwas;
den , om te verzamelen ; en indien men het met de ſtee. zij bereidden dezelve door ze te branden en te wasſchen ,
len wilde afſnijden , eer het nog , ten vollen rijp is , en en gebruikten ze vervolgens , met een goeden uitlag ,
vervolgens droogen , zo als men welmet andere zaaden inwendig tegen den buikloop , en uitwendig tegen ont
handelt , zoude men vergeefſchen arbeid doen , dewijl ſteekingen . Zij maakten er ook eene goede zoort van
het als dan geheel en al niet tot de zaaijing deugt. vaten van , waarſchijnlijk door ze metzekere andere aar.
De Salſifie bemind een goede losse , vette , diep geaar . de te mengen, van welken zij gebruik maakten op hun
de , liefst zandagtige grond, een opene zonnige plaats, feesten en bij hunne offerhanden ;en zij werd zeer goed
en tamelijk veel vogt. geoordeeld , tot het ſchoon maaken van wapenen. Deeze
Gebruik. De wortels van de Salſifie , zijn van een mergel ligt niet in een geregeld bed , onder andere aar:
goed gebruik in de keuken . Men ſtooft dezelve , na den , maar wordt in loodregte ſpleeten in horizontaale
datze afgeſchrapt en in lange ſtukjes of ſchijven geſneden ruimten , tusſchen de bedden van eenen harden graauw
zijn , met goed vleeschnat , boter , een weinig notemuscaat agtigen ſteen gevonden. Zij heeft eenen zamentrekkende
en zout kortaf ; ook kookt men zewelmet lam-, ſchaap , ſmaak, en haare kragten zijn veelal de zelfde als die van
kalf- of rundvleesch het zij kort af of in ſoep. Men eet de Lemniſche aarde.
ze ook week gekookt zijnde als ſalaad , met boom olie, SAMOLOIDES , ook Westindiſche Thee genoemd.
czijn , peper en zout, of warm met een zuur gebonden van dit uitlandsch gewas is maar eene zoort bekend, die
eijerzausje even als de Schorzoneeren ; zijnde op allerleij door Boerhave Ind. alt. Samoloides quæ Capraria cura.
wijze toebereid , een ſmaakelijke en teffens gezonde ſarica , Cabritta vulgo diła, word genoemd; Veroni.
ſpijze , die zelfs een zieke niet behoeft onthouden te ca fruticos ere &ta dulcis, hexangulari caule. Sioan.
worden . Hist. 1. p. 105 ; Phijteuoides americanum , flore albo
SALSUGO , zie PEKEL . tetrapetalo. Plukn. alm . 296. ( Scoparia. Linn. Spec.
SAL TARTARI, zie WIJNSTEEN- ZOUT. Plant.)
SALUIT. Dit woord dat van het latijnſche woord Beſchrijving. Dit kruidgewas brengt eene Blocm voort
Salus moet worden afgeleid, en nog nauwer betrekking uit een blad beſtaande, ' welk bijna tot onderen toe in
met het franſche Salut heeft, is ten eenemaalen onduits , vier bladen is ingeſneeden, en zich in de gedaante van een
en betekend zo veel als leil. Gemeenlijk vind men het ſter uitbreid ; in het middenpunt van de Bloein , komt het
zelve in de Placaaten van de Hooge Overigheid , door. ſtijlije voort , 't welk van onderen door een deel dunne
gaans met de woorden beginnende, alle de geenen die draadies word omringd , welke uitgebreid en met vier
deeze zullen zien ofte kooren leezen , Saluit; dog men Hemitijlljes verzeld worden ; in 't vervolg word die ſtijl
moet hier geenzints een groet, zo als de ineesten doen , tje een langwerpig zaadhuis , 't welk als twee llagedeurtjes
maar alleen een heilwenscb van de Hooge Overigheid heeft , en platte zaadjes in zich bevat.
door verſtaan . Plaats.
SAM. SAN . SAN . 320 $
Plaats. Deeze Plant is zeer gemeen op Jamaika , Cu. deren voort , zijn langwerpig , en verdeelen zich van bui.
rasſou en in andere Westindiſche gewesten, alwaar ze ten in vier bijzondere bladjes ; de vrugt die zwartagtig is
eertijds van zommigen gedroogd , en als thee wierd ge. van koleur, heeft veel overeenkomst met die van de
bruikt. Thijmelæa ; de wortel is houtagtig en dik .
Kweeking. Zommige liefhebbers der kruidkunde , Plaats. Dit kruidgewas groeit van zelven in Valen .
kweeken de Samoloides, om de verſcheidenheid van ge. tia en Granada, op zodanige plaatzen die van de zon
wasſen ; dog dewijl er weinig fraais aan derzelver wel kunnen beſcheenen worden ; ook word het volgens
Bloemen is , word ze zeldzaam in andere tuinen bewaard. getuigenis van Jonston. P. 237 , in Corſica , Sardinien ,
Men vermenigvuldigt dezelve door zaad , 't welk vroeg en aan de zeeſtrand van Marſeilje af tot aan Genua toe
in 't voorjaar in een broeibak moet gezaaid worden ; en gevonden , het bloeit in de maanden april en maart.
wanneer de Planten omtrent twee duim hoog zijn , moe- Eigenſchappen. Het voert alle wateragtige, gal. en
ten ze in een andere broeibak verplant worden , omtrent Nijmagtige vogten zo ſterk uit het lighaam, dat zomtijds
vier ofvijf duimvan malkander,alwaar ze in warmweer veel het bloed er mede uitvloeit , hebbende daar van de naam
lucht moeten hebben; en dikwils nat gemaakt worden. In gekreegen ; is diensvolgens ook zeer gevaarlijk te gebrui.
deeze tweede bak kan men de Planten laaten ſtaan , tot ken , en om die reden uit de geneeskunde verbannen.
dat ze ſterk zijn geworden , als wanneer ze in potten SAND , in 't latijn Arena , Sabulum , Glarea , is niet
moeten worden verplant , en in een maatig warme broei. anders dan eene verzameling van kleine ſteentjes ; het
bak gezet worden , om haare wortelvalting te bevorde- zelve is hard in 't aanraaken , en in het water onoplos
ren ; na dat ze ter degen wortel gevat hebben , plaatst baar. Zo wel als er ſteenen van verſcheidene zoorten
men ze in de ſtookkas, zorg draagende om ze in warm zijn , zijn er ook Sanden van verſchillende hoedanighe.
weer veel verſche lucht te geeven. In julij beginnen dee. den , zo wel ten aanzien van de gedaante , koleur,als
ze Planten te bloeijen , en geeven in augustus rijp zaad ; grootheid der deelen , die dezelve zamenitellen. Het
ook kan men de Planten den winter door houden , mits groffte Sand word drijfzand in 't fransch gravier ge
dat ze in een warme ſtookkas gezet worden ; dog dewijl noemd. De fijnſte zoort welke in 't fransch de naam van
ze het eerſte jaar rijp zaad geeven , is het niet de pijne Sablon draagt , is niet anders dan eene verzameling van
waard , oin er de ſtookkas in den winter mede te belem kleine ronde keijſteentjes , of doorſchijnendekrijſtallen ,
meren. waar van dikwils de hoeken door de wrijving zijn afge .
SAMOLUS, ook wel rondbladige Water -Pimpinel ge- Neeten. Het is aan deeze zelfſtandigheid , dat men eigent
noemd , Anagallis aquatica, rotundo folio non crenato. lijk de naam van Sand moet geeven ; van zulk een aart
Bauhin. Pin. 252 .; Alfine aquatica , foliis rotundis bec. is dat geene, 't welk men aan de zee-oevers vind , het
cabunge . Moris. Hist. 2. p. 323.; (Samolus valerandi. zelve is buitengemeen fijn , beweegbaar , en zeer wit ,
Linn. Spec. Plant.) Daar is maar eene zoort van deeze wanneer het met geen vreemde zelfſtandigheden is ver
Plant bekend mengd ; zodanig is ook het Sand , dat men in een groote
Beſchrijving. Deeze Plant brengt een wielgewijze menigte landen ontmoet. Men heeft gegronde redenen
Bloem voort, uit een blad beſtaande, het welk in ver- om te gisſen , dat dit laatſte er door overſtroomingen der
ſcheidene verdeelingen is geſneden. Het ſtijltje koomt zee is gebragt, of wel dat de plaatzen daar nu dat ſand
uit den koker voort, en ſteekt even als een ſpijker in word gevonden, in voorige tijden door de zee is be.
het middenpunt der Bloem , 't welk zich met den koker {poeit geworden.
vereenigende , een vrugt of peul word , die van boven Men heeft gezegt dat het aan deeze laatsgenoemde
open is , en veele kleine zaadjes bevat. zelfſtandigheid is , dat eigentlijk de naam van Sand toe
Plaats, Deeze Plant groeit in veele Europiſche ge kwam ; zulks is ook inderdaad waar , dewijl de andere
westen in 't wild , op natte plaatzen , waar op door zelfſtandigheden , waar aan men die naam geeft, geheel
gaans in den winter water ſtaat, en al niet dezelfde kerinerken hebben ; zij ſchijnen niet
Kweeking. Deeze Plant die eenjaarig is , bloeit in anders dan aarde te zijn , door de puinhoopen of over
junij , en het zaad word in augustus riip ; zelden kweekt blijfzelen van zommige ſteenen voorigebragt , wiens dee.
men ze in de tuinen ; dog wil men zulks doen , dan moet len ook geen bepaalde gedaante hebben , en die in niets
het zaad in 't voorjaar in een natte grord gezaaid wor. van ſtof verſchillen . WallerIUS heeft het Sand in
den alwaar de Planten kort daarna opkoomen , en geen een bijzondere klasſe geplaatst , onderſcheiden van de
ander oppasſen nodig hebben , dan dezelve van het on. aardens en ſteenen ; hij onderſcheid er verſcheidene zoor
kruid ſchoon te houden . ten van ; maar- zijne onderſcheidingen hebben geenen
SANAMUND-KRUID , in 't latijn Sanamunda , in anderen grond , dan omſtandigheden die zuiver toevallig
' t hoogduitsch Caraffes-kraut; Sanamunda viridis vel zijn ; zodanig als de koleur , de fijnheid der deelen , en .

glabra. BAUHIN . Prodr. 160.; (Daphne floribus ſesſilibus de vreemde lighaamen , waar mede het fand is vermengd.
oxillaribus , foliis lanceolatis , caulibus fimplicisſimis Linn. Het regte Sand of Sablon noemt hij arena quarzoſa ;
Spec. Plant.) Van dit kruidgewas is maar eene zoort. miſchien was hij nauwkeuriger geweest , het zelve arena
Beſchrijving. Het is een klein Heestergewas , bren- crijſtallifata te noemen.
gende uit de wortel verſcheidene ſtengels voort , van een Bijna alle de zoorten van Sand zijn met vreemde dee
voet langte , die zeer buigzaam zijn; uitwendig zijn dee. len vermengd, die aan het zelve verſchillende koleuren en
ze ſtengels met een zwartagtige ſchors overtrokken , die hoedanigheden bijzetten ; die deelen beſtaan in aar
van binnen een andere taaije in fijne vezelen zich zelve dens , in dierlijke gedeeltens , inetaliſche gedeeltens enz.
verdeelende ſchille omſluit; de Bladeren komen nabij Het zwarte Sand uit de Indien , 't welk door de zeil.
aan die van het vijfyingerkruid ; zijnde egter kleinder , ſteen word aangetrokken , en waar van de Hr. MUSSCHEN,
korter, en vleeschagtiger, eenigzints ruig , en ſtompagBROEK in zijne Beginsels der Natuurkunde ſpreekt, is
tig toegepunt ; zij ſtaan aan de takjes digt bij malkande. Sand 't welk met ijzeragtige deelen is vermengd ; bij
ten ; de Bloemen die geel zijn , komen tusſchen de bla . dit Sand in een ſmeltkroes gedaan , een groot gedeelte
VI Deel. E vette
3206 SAN . .
vette ſtoffen voegende , heeft die door (chrandere Na „ te Lijf met zwarte vlakken getekend ; hij heeft een
tuurkundige, niet anders kunnen uitwerken,dan die ijzer. „ zeer harde Staart, van boven afgeſneeden. Zommi.
agtige deelen tot ijzer te brengen ; en het is hier door „ gen hebben hem Cenchrias of Miliaris geheten , we.
dat hij heeft gevonden , dat dit Sand aantrekkelijker voor „ gens de hardheid van de Staart. Hij is met breeder
de zeilſteen was geworden als te vooren. De Natuur. Kaaken voorzien dan de Adder , daar hij anders in
kundigen ,weeten bij gebrek van chijmiſche kundighe- » veele opzigten naar gelijkt,dog doorde koleur best
den , niet altoos reden te geeven , van de proefneemin. van onderſcheiden kan worden ; want de Adder is
gen die zij in 't werk ſtellen . „ geelagtig. Die van den Ammodijtes worden getroffen ,
Eet groene Sand 't welk ingevolge de waarneeming „ fterven doorgaans heel ſchielijk ; in de genen , die zo
van de Hr. Rouelle , altoos beneden de beddingen van ſchielijk niet ſterven , loopt het Bloed uit de wond
9

zodanigen grond word gevonden , in welke men laagen , en de wond zwelt , maar een weinig daarna komt er
van ſchelpen en zee.lighaamen vind , ſchijnt deszelfs ko. » dunne inaterie uit , en er volgt op , zwaarte in 't hoofd
leur aan de vernieling der zee-dieren verſchuldigt te „ en flaauwte . Die er best tegen kunnen , en ſterk zijn ,
zijn , welken eertijds die ſchelpen hebben bewoond. » gaan in drie dagen heen . Evenwel heeft men er ge
Daar word , behalven het Sand dat wij beſchreeven ) vonden , die het tot den zevenden dag toe uithiel.
hebben , nog ander gevonden , 't welk uit brokken of den . "
kleine deeltjes ſteen van verſchillenden aart , is zamenge. Mooglijk zijn dit die vergiftige Slangen van Guinée ,
ſteld en aan welke de hoedanigheden van die zoorten waar van Bosman Ipreekt , hebbende naauwlijks de lang.
van ſteen eigen is ; hier toe behoort het glimmend te van een elle , van koleur zwart , met wit en geel ge
fand , 't welk eene verzameling is van kleine deeltjes mi. vlakt , of ook die venijnige Adders , waar van Adan .
ca of talk ; ook begrijpt men ligtelijk dat het kalkagtige son gewaagt , dat een jonge Dogter aan de kust van Afri
Sand andere eigenſchappen moet hebben. In 't algemeen ka , bij Kaap Verde , er door gebeeten zijnde, in twee
blijkt het, dat de Natuurkundigen , de Sanden nog maar uuren was geſtorven; mooglijk ook die van 't Eiland
zeer oppervlakkig hebben onderzogt, zij zijn in geen Cíjprus , Aspic bij de inwooners genoemd, welker beet ,
de minite uitbreiding getreden nog over hun maakzel of in eenige uuren , den Mensch door een algemeene ver
gedaante , dat niet anders als door het Mikroscoop kan ſterving dood , naar 't gene de Heer HASSELQUIST ver
worden waargenoomen ; nog over de wezentlijke hoeda. haalt ; zijnde dit Dier zo veranderlijk van koleur , dac
nigheden, waar door zij de een van d'andere verſchil. het, op ijzergraauwe aarde rustende, zich graauw , op
len. Eene nauwkeurige kundigheid van die zelfſtandig. zwarte aarde zich zwart vertoonde. Door den Heer
heid , zoude evenwel een groot ligt over de formeering CARLESON , Gezant van 't Sweedſche Hof aan de Por.
der ſteenen kunnen verſpreiden , dewijl een groot aan. te , werdt een dergelijk Dier gevangen , 't welk bezig
tal derzelve , niet anders beſtaat, als uit eene verzame- was om een Haagdis , zo groot als de Adder zelf , in te
ling van Sandkorrels, door een ſteenagtig jap zaamen zwelgen. Dit Dier was maar een half voet lang , op
verbonden ; van dien aart , zijn inzonderheid de hard. de Rug met een ſchakel van zwarte vlakken getekend,
fteenen , benthemer-ſteenen , enz. en had een zeer dun Staartje. Voor op den Snoet ver .
Het Sand met kleij vermengd , verdeeld deeze laat toonde zich 't gemelde uitſtek, dat egter niet hoornig .
He , en maakt dezelve vrugtbaarer. In Engeland bedien: maar vleezig was , hoewel het de geſtalte had van een
men zich van zee.fand omhet metal te zwaare gronden hoorntje , kunnende agterover geboogen worden. Tus.
te vermengen , daar door worden die bekwaam gemaakt ſchen dit hoorntje en de oogen hade de Kop , weder
om het vogt der regen in te ſlurpen , en diensvolgens de zijds , een verheven knobbeltje. Het ſchijnt dm dat
groei te bevorderen . de Sand . Adder , nog hedendaags, ook in de zuidelijke
SAND -AAL , zie SMELTEN. deelen van Europa gevonden worde.
SAND- ADDER , deeze zoort van Slang onder het ge- SANDARACHA zie ORPIMENT.
Nagt der Adders behoorende, word door Bellonius Itin . SANDARAK , Sandrack. Deeze raamen heeft men
203. Druinus genoemd; ( Coluber Ammodijtes. Linx. A. aan drie verſchillende zoorten van zelfſtandigheden ge
moen. Acad. I. p. 506.) geeven , dien het van ' t uiterſte belang is , om met de
De Ouden maaken gewag van een Serpent dat zij Am . Hr. Geoffror te onderſcheiden , 1. Aan een zoort van
modijtes noemden , 't zij om dat het de koleur had van rood rottenkruid , 't welk de Grieken care apaixn noemen ;
tand , of, gelijk waarſchijnlijkst is, om dat het zich om deeze reden is het , dat men het zelve Sandarak det
onthield de ſandwoeſtijnen van Libije. MATTHIO- Grieken noemt , om het van d'andere zoorten te onder
Lus noemt hetzelve een ijzelijk groot Beest , zeer naar ſcheiden : 2. Aan het lars of gam van de Fenever-boom ,
een Adder gelijkende , behalven dat het den kop grooter 't welk de Arabieren Sandarach of Sandarax noemen , en
en de kaaken breeder heeft ; zijnde aan 't end van de 't welk hunne uitleggers Sandarak der Arabieren genoemd
bovenkaak voorzien met zeker uitſtek , dat naar een ſpitze hebben : 3 . Aan eene zelfſtandigheid , welke men een mid
wrat zweemt; weshalve de Landloopers en Goochelaars, delzoort kan noemen van de honing en het wasch , 't
die middelen venten tegen de Sianger -becten , hetzelve welk zomwijlen op zich zelfs in de ledige plaarzen der
Afpide del Corno, of gehoorde Ajpis noemen. Die Bijekorven word gevonden , en tot voedzel der Bijen
Jaam , zegt hij , is inderdaad niet oneigen , want het verſtrekt, wanneer die werken ; deeze derde zoort van
brengt niet traager de dood aan als de Aspis; wij wee- Sandarak, word volgens 't zeggen van PLINIUS, San .
ien dat Menſchen , die er onvoorziens door gebeeten darache , Rithace & Cerinthus, genoemd. 'Deeze laat.
waren , in drie uuren tijds geſtorven zijn. Dus getuigt ſte zoort verſtrekt tot geen gebruik , en is ook niet in
ook Aëtius Lib. XIII. cap. 25 , daar van , het volgende. de winkels bekend.
De Aminodijtes heeft ongevaar de grootte van een De Sandarak der Grieken , is door de Arabieren ge.
elle, ( want grooter wordt hij niet afgebeeld nog be. noemd , zasnich-aliner, of realgar , 't welk vergif bete.
fchreeven) van koleur is bij fandagtig , over 't gehee. kend ; dit is ons orpiment of rood rottenkruid , 't welk een
ſterk
SAN. SAN . 3207

Derk vergif is. Zie ORPIMENT A ROTTEN . is dit Infekt een der fraaiſten. Behalve de fluweelagtig
KRUID . groene koleur der Dekſchilden , met witte ſtippen uitge
Daar blijft ons hier dan maar over , om van de San . monſterd, heeft het zelve het Lijf van onderen , bene.
darak der Arabieren te ſpreeken , 't welk de vernis , gom vens de Pooten en Sprieten bronsagtig , niet goudko
of bars der Jeneverboomen is; in 't arabisch word het leurig , gelijk GeoFFROY zegt. 't Getal der witte ſtip
zelve Sandarax genoemd , in 't griekſch Kopeni cipacidos pen vind men in veelen maar vijf op ieder Dek.
en is in de winkels bekend , onder de oaamen van Sante ſchild , daar van hem er twaalf aan dit Inſekt worden toe
daracha, Verniz , en Gummi juniperum . Het is een hars. geſchreeven. Voor aan de Dekſchilden is nog wel een
agtige zelfſtandigheid , voorts droog , vlamvattend , door. ttipje, dog dit vertoond zich als een zilverkoleurig Schub .
fchijnend , bleekagtig - geel of citroen -koleurig, in drup. betje. Het Borstſtuk dat ook groen is , heeft van voo
pen of traanen zo als de Maſtik , van een harsagtige ren en van agteren een gebronſten rand , die zeer fraaij
ſmaak, doordringende en lieffelijke reuk , wanneer ge- afſteekt wanneermen 't Inſekt, in dezonneſchijn met een
brand word ; dezelve laat zich in geen water ontbinden , vergrootglas beſchouwt. Als dan ziet men ook de keur.
maar alleen in olie of wijngeest. Men verkiest de zo lijke ſtippeling van het groen der Dekſchilden ; van on
danige , welke blinkende is , doorſchijnende , en van deren heeft het Lijf een blaauweweerſchijn . Het is zeer
den geelagtige koleur ; zij word uit Afrika tot ons ge- vlug om andere Infekten te vatten tot zijn aas,
bragt. De Maskers of Wormen van de Sandloopers zijn tot nog
Deeze hars loopt in de warme landen uit de Jenever toe aan weinig liefhebbers bekend geweest. In deeze
boom , en beſiëndraagende Cederboom met cijpresſe zoort heeft de Hr. Geoffroy zo bij verhaalt , het geluk
bladen, zo wel van zelfs, als door inſnijdingen in den gehadvan dezelven te ontdekken. Om zete vinden ,zegt hij,
bast. De Sandarak welke uit de Cederboom vloeit, moet men de ronde gaatjes , die dikwils in de grond voor
heeft eene lieffelijker reuk wanneer gebrand word , dan koomen , maar opwroeten , ſteekende eerst daar een ſtok
de andere, en is om deeze reden meerder in achting; je of rietje in , om het kanaal niet te verliezen. Op den
dog men vind die zeldzaam in de winkels. De Sandarak bodem komende , zal mnen dikwils het Masker vinden ,
der Jeneverboom , word uitwendig gebruikt tot genee. dat eruitgehaald , zich in bogten plooit. Het is een lan
zing van kwaade zweeren , en tot eede rooking op een ge , witte , weeke, ronde Worm , met zes harde Pooten ,
jest met vuur tegens zinkings.pijnen ; ook dient het die gelijk de Kop , bruin zijn ; aan den Bek , waar agter
zelve fijn gepulveriſeert zijnde, om wanneer men vlakken de Kop een rond ſchulpagtig plaatje heeft, zijn twee ſter
op 't papier heeft gemaakt, die men met een mesje uit ke Nijpers, waar mede deeze Worm de andere Diertjes
krabt, er over te ſtrijken , dit belet het papier te vloei. die over de opening loopen , trage te vatten. Hij onthoud
jen ; dog voornaamelijk gebruikt men deeze gom of hars zich ten dien einde, digtaan de oppervlakte der aar de ; dog
tot bereiding van een vloeijbaare vernis , ten dien ein. kruipt , zo dra hij geſtoord word naar beneden , doerde
de laat men dezelve in lijn -otie, terpentijn , Spijk -olie of dikwils ook de gedagte Inſekten in zijn hol tuimelen. Uit
geest van brandewijn oplosſen. de openingen van dergelijke gaatjes in de harde paden
SANDARESUS , is de naam eener Steen waar van van ſandige gronden , ziet men dikwils ook de Iniekten
PLINIUS ſpreekt , en dien hij zegt , goud koleurig en zelfs voortkoomen , die wegens hun gezwind loopen en
doorſchijnende te zijn. vliegen , niet gemakkelijk te vangen zijn.
SANDIGE MILLIOENPOOT , zie MILLIOEN . II. Paarſche Sandiooper , in 'tlatijn Cicindela hijbrida ;
POOTEN , 1. V. p . 2120. (Cicindela ſubpurpurascens, elijtris fascid lunulisque dua
SAND- KRAB , zie KRABBEN , n. XIV. p . 1621 . bus albis. Linn. Sijſt. Nat.) Het is inzonderheid door
SANDLOOPERS , is de naam van een Inſekten -ge- de koleur, dat deezeword onderſcheiden ; dog hij is groo .
flagt, welke meestal in Europa te huis behooren, en die de ter dan de voorgaande ; van koleur bruin met een paar
Heer LINNAUS onder den titel van Cicindela heeft be. (che weerſchijn , voorts een wit bandje en twee wit.
greepen. De naam , inderdaad , van Luchtende Kaefer, le maantjes op de Dekſchilden , de ogen zijn glanzig
dat is lichtgevende Tor , welken de Hr. Sulzer aan dit ge zwart.
Tage geeft, is voor deeze Inſekten zeer oneigen. De Heer III. Duitſche Sandlooper , in 't latijn Cicindela germa
GEOFFROY heeft deeze met de Aardiorren in een zelfde nica; (Cicindela viridis, elijtris punt is duobus albiscum
gelagt betrokken , wegens een aanmerkelijke dikte of lineola apicum . Linn. Sijft. Nat.) De Heer FOKSKAÖL.
knobbel onder aan de Dijën der Agterpooten , hun met heeft deezen in Duitschland gevonden. Hij gelijkt zeer
dezelven gemeen ; dog de uitwendige geſtalte doetze naar de cerſte zoort, maar is driemaalzo klein en geheel
grootelijks daar bij uitmunten. Ook heeft hij dezelve we. koperglanzig groen ; het ſtreepje aan 't end der Dekſchil
gens de ſmalheid van het Borstſtuk , in een bijzondere den , iswitagtig en de twee witte ſtippen ſtaan digt aan den
familie van dat geſlagt geplaatst. buitenrand der Dekſchilden .
De Kenmerken der Sandloopers, waar door zij van de IV. Zwarte Sandlooper ock Sandlooper der bosſchen ge .
andere ſchildvleugeligen verſchillen , beſtaan in uitſtee. noemd , in 't latijn Cicindela ſijivatica; (Cicindela ni.
kende Nijpersdie getand zijn ; uitpuilende Oogen en het gra , elijiris fascia pun &tisque duobusalbis. Linn. Sijft.
Borstſtuk rondagtig met een rand ; hunne Sprieten zijn Nat.) Deeze zoort gelijke in geſtalte naar de eerſte,
borſtelig. De zo even gemelde Knobbels aan het onder dog is grooter en geheel zwart , zegt LINNÆUS, zelfs het
ſte der Dijën word in alle niet blijkbaar gevonden . Lijf en de Pooten. Men vindze menigvuldig in de pijn.
De Heer LINNÆUS heeft zeven zoorten van Sandloo. boom -bosſchen van West-Bothnie , alwaar dit Inſekteven
pers, waar onder maar een uitheemſche; zie hier korte als de anderen zijn voedzel zoekt, hebbende groote uit.
lijk de beſchrijving derzelve. ſteekende Nijpers , die met veele Tandjes gewapend zijn,
I. Groene Sandlooper , in 't latijn Cicindela campeſtris; ook loopen de Schenkels in twee ſtekels uit.
(Cicindela viridis, elijtris pun &tis quinque albis ; LINN, De Heer Geoffroy vond omſtreeks Parijs , tweeder.
Sijf. Nat.) Onder de Schildvleugeligen van ons Land, leij van deeze Inſekten ,diehij
E
bruingroen zegt te zijnvDeks
an
R
3208 SAN . SAN .

Dekſchilden , het Lijf en de Pooten verguld , dat is gea 1, BROWN . , die onder de huid nestelt, en de tek-agti
bronst (denk ik ) of koperkoleurig, met een paarſchen , » ge Luis van ROLANDER , wezentlijk in zoort verſchilo
groenen ofzelfs blaauwen weerſchijn, gelijk de onzen heb- len ? Of het ook eerst een Mijt , dan een Luis , dan
3

ben . De eene had een wit borduurzel van zes gegolfde „ een Vloo worde ? CATESBY beeldt de zijnen af met
banden ; de andere was getekend met zes witte ſtippen. » het Vorkje van de Plantvloo : BROWNE geeft aan de
De eerſte was een half duim , de laatſte eer derde duims „ zijne agt Pooten , zo als een Mijt heeft : ROLANDER ,
lang. Hiſt. des Inf. eny. Paris. Tom . I.p. 155 , 156 . » integendeel , inaar zes Springpooten , als in de Vloo ,
V. Moorſche Sandlooper, in 't latijn Cicindela maura ; ,, aan deeze; maar het Weegluis-Spinnetje dringt op
(Cicindelanigra ,elijtris punftisfexalbis,tertio & quar. , dergelijkemanier in het lighaam en huisvest er met
to confluentibus; Linn. Sijſt. Nat.) Deeze zoort vind „ pijn in. Die in de Westindien zijn , nogen derhalve
men te Algiers , volgens Brander. Hij komt met de nader onderzoeken van welk geſagt deeze Diertjes
eerſte vrij wel overen , maa: heeft den Kop van vooren en of er ééne dan meer zoorten van zijn.
wit en de Dekſchilden zwart, waar op zes witte ſtippen , De Heer Jussieu heeft , toen hij voor eenige jaaren
in ieder , aan den buitenrand, overlangs geplaatst. zich in Peru bevond , waargenomen ; dal er twee ge.
VI. Oeverſche Sandlooper, in 't latijn Cicindela riparia ; heel verſchillende zoorten zijn van dit Ongediert; de
( Cicindela viridi-enea , elijtris punétis latis excavatis. eene bruin als een Vloo , de andere geelagtig, die bei;
Linn. Faun. Suec.) Dit Inſekt onthoud zig in Sweeden den in de huid kruipen of booren en aldaar een nest
menigvuldig in het natte fard , aan de oevers der wa- maaken als een platte paarl, dat in eenige dagen de groot
teren ; het loopt zeer ſnel zelfs onder water , dog zwemt te van een erwt krijgt , veroorzaakende een geweldige
niet. Het is klein , en van onderen bronskoleurig , ge. jeuke en pijn ; dog de laatſten ſcheenen eenigermaate ver.
lijk de gewoonen , dog de Schilden zijn koperglanzig giftig te zijn. De eerſten , die men ook Chiques, en in
groen met uitgeholde ſtippen of putjes , uit het midden de Kolonie van Rio de Berbice Mobitjes noemt , kunnen
van welken een heuveltje oprijst, dat groen is op een met regt de naain voeren van Sandvlooijen , alzo zij ,
koperigen grond. Hier uit kan men begrijpen hoe de Hr. naar 't mij toeſchijnt , bij de beenen opſpringen uit het
GEOFFROY deeze zoort betrekt tot zijn Bupreste a mam- zand ; daar die andere , geelagtige, niet ſpringen , en
melons , van omtrent een vierde duims lang. deeze zijn het , die de kwaadaartige zweeren welke den
VII. Water- Sandlooper , in 't latijn Cicindela aquatica ; Mensch kunnen doen ſterven , veroorzaaken .
(Cicindela ænea , nitida. Linn. Sijft. Nat.) Deeze zoort Die ſchadelijke eigenſchap , van deeze Inſekter , is
die glimmend koperglanzig is , en zich ook op natte plaat- reeds lang bekend geweest, zie MOUFFETUS de Prilicello.
zen onthoud , beirekt de Heer Geoffroy , tot zijnen Bu• Inf. Theatr. p. 277.. » Westindien levert ons , uit het
preste a tête cannelée of met een gegroefden Kop ; welk Gelagt der Vlooijen , zegt CARDANUS Libr. 9. fub .
kenmerk hij oordeelt dat denzelven zeer onderſcheid van ,, til. , de Nigua uit , zekere wreede pest . Dit Diertje
de anderen. Deeze is omtrent van grootte als de laaste is veel kleiner dan een Vloo , en , aan 't Lijf zich
gemelde. Men heeft in Sweeden nog een geelpootigen » hechtende , vreet het dermaaten in , dat zommigen de
voeten of ook de banden kwijt raaken. Het mid .
Sandlooper gevonden , van dergelijke groote en een vier- 9

vlakkigen , die zeldzaam voorkomt , zijnde niet grooter 99 del , dat men er tegen uitgevonden heeft, is de plaats
dan een Luis. Faun. Suec. ed. II. p. 211. N. 750 , 751 . „ met olie te ſmeeren en met een ſcheermes te ſchraa.
SAND OESTERS , zie OESTERS. » pen. Hier voegt Scaliger, in zijne aamerkingen ,
SAND TOR , in 't latijn Scarabæus fabuloſus;( Scara. het volgende bij. Het is een klein Vlooijtje , met
bæus muticus , clijpato emarginato, femoribus posticis den . een zeer ſcherpe Snuit , dat de beenen , meest , (zel
tatis. Linn. Sijft . Nat.) Deeze Tor die ongehoorndis , , den andere lighaamsdeelen ,) aandoet , niet alleen
van een donker zwarie koleur , heeft den bijnaam van van de geenen die loopen , maar ook die op den grond
Sand- Tor van zijn woonplaats gekregen , zijnde in zan. leggen . Hierom gaan de Indiaanen , doorgaans , hoog
dige landſtreeken van Europa. Men heeft er zodanigen » Naapen. 't Gezwel groeit den vierden dag aan , en
een in Denemarken gevonden , die met knobbeltjes ge. » word vervolgens grooter dan een erwt , ziitende vol
rimpeld was , hebbende de Sprieten aan den wortel haai. witte Neetjes, die zich door 't krabben met de nage
rig . Ook ſchijnt mij die Tor , welken de Hr. Geofe len onder de huid verſpreiden , maar indien het nest
FROY op den kleinen blaauwen Mesto of Voorjaars.Tor geheel word uitgehaald en in de wonden warme asch
laat volgen , er niet kwaalijk naar te gelijken. Hij geeft ,, geſtrooid , komt het tot geneezing ". ' t Berigt van
er den naam aan van de Gepaarlde, om dat dezelve Benzo, in zijne ſcheepstochten , is weinig daar van
op het Lijf vijf rijën heeft van groote ronde ſtippen , die verſchillende , die zegt . „ De Indiaanen hebben veel te
zich op den doffen zwarten grond der Dekſchilden als lijden van kwaadaartige Inſekten , onder welken de
paarltjes vertoonen , en tusſchen ieder rij is een ander van » Niqua is , die de grootte omtrent van een Vloo beeft ,
kleiner ſtippen. Men vind hem , zegt hij , zeldzaam bij “, dringende, zonder dat men 't voelt , iusſchen vel en
Parijs , dog te Fontainebleau is dezelve vrij gemeen. vleesch , en inzonderheid onder de nagels der 100.
SAND -VLOO , door Catesbij Carol. III . p. 191. Pu- ,, nen , in ; 'vant zij teelen voort in 't ſtof. Het gebeurt
lex cutem penetrans genoemd, en door BROWNE , Jam. dikwils , dat zij, zonder eenig gevoel , de grootte krij
418. Acarus fuscus fub cute nidulans , proboscide acutio. „ gen van cicers of linzen , en dan zit dat test vol van
Te . Dit Inſekt 't welk tot een plaag voor de bewooners een menigte Neeten , wordende niet , dan met veel
van de Westindien verſtrekt , koomt met die , welken moeite en pijn , door middel van een naald of doorn
in Peru , van de Spanſchen , Nigua's, en in de West- uitgehaald , en de wond met warme asch genezen . De
indiën , van de Franſchen , Piques geheten worden , Neger.Slaaven der Spanjaarden , die zonder ſchoenen
overeen. Het ſchijnt, dat men die Inſekt, in Braſil, Tun . loopen , hebben hier meest van te lijden , en krijgen.
>

ga noeme. Dog Linnæus vraagt : „ Of de Vloo van ze zomtijds zo merigvuldig in de beenen , dat men dit
Catesby , die door de huid dringt; de Mijt van Ongediert niet dan door ſnijden of branden daai uic
» kan
SAN , SAN 3209
,, kan krijgen. Hier om ziet men ook veelen van de Ne- STOLT or GESTREMT-}
, gers, die hunne toonen dus , ja zelfs de voeten , SANGUINIS EBULLITIO , zie BLOED (GIS.
verlooren hebben ” . TEND OF VERHIT.)
Aan de kust van Senegal, in Afrika , was men , zo SANGUINIS SPUTIO , zie BLOED SPOUWING .
de Heer ADANSON aanmerkt, in het drooge ſaizoen zeer SANGUINIS VOMITUS , zie BLOED -BRAA ,
geplaagd met Sand Vlooijen , dus genoemd, omdat zij zich KING .
in het land der bewoonde hutten onthouden. Dit ſand SANGUIS, zie BLOED.
was er zo vol van , dat zij , zo dra men de voeten daar SANGUIS DRACONIS , zie DRAAKEN-BLOED..
in gezet hadt , de bloote beenen bijna geheel bedekten , SANGUIS- MISSIO , zie ADERLAATEN.
kupnende door de kleinte naauwlijks gezien worden , SANGUISUGA , zie BLOEDZUIGER.
dan door haare menigte. Zij iteeken niet vinnig , maar SANICULA ALPINA , zie AURIKEL.
veroorzaaken een ſchrikkelijke jeukt. Zij kunnen niet SANIKEL , ook Breuk -kruid genoemd , is een Kruidge.
meer dan drie of vier duim hoog ſpringen , en dit maakt was 't welk in de meeste Europiſche taalen genoegzaam
dat de genen , die een half voet van den grond Naapen , dezelfde naain draagt , afkomſtig van de latijnſche be
er niets van te duglen hebben . naaming Sanicula ; in 't griekſch draagt het de naam van
SANGUIFICATIO , of Hematofis , Bloedmaaking. dhoud ,dass vor. ( Sanicula foliis radicalibus fimplici
Dit geſchied volgens 't geen de Ontleedkundigen er ons bus , flosculis omnibus felilibus. Linn. Spec. Plant.)
van berigten, op de volgende wijze. Na dat uit de ( pijs en Zoorten. De Heer LINNÆUS telt drie zoorten van dit
drank , de chijlus in de Maag is toebereid geworden , kruidgewas op ; als de gemeene zoort hier boven ; eene
gaat die door de Melkvaaten , naar de klieren van het die in Canada te huis hoort , dien hij noemt Sanicula fo.
Darmſcheil, en als deeze door het wateragtig vogt, 't welk liis radicalibus compofitis, foliolis ovatis; en eindelijk die
de naam van Limpha draagt , is ontbonden of gedilueertge- welke in Virginen en Marijland groeit , zijnde in zijne
worden , gaat het zelve door de Melkvaten van het twee- Spec. Plant, de Sanicula flosculis masculis pedunculatis,
de zoort , die wel weiniger in geval maar ruimer zijn , hermaphroditis fefilibus. Wij zullen alleen , de eerſte,
naar den almeenen ontvanger, of het receptaculum com • als de eenigſte bij ons in gebruik , beſchrijven .
mune over. Van daar word het te gelijk met de toevloe . Beſchrijving. De Wortel van dit kruidgewas is van bui.
jende Weij, door behulp des Middelrifs in 't uitademen ten zwart, van binnen wit en vezelagtig; uit dezelve
door den du &tus thoracicus of Chijlbuis voortgedreeven , ſpruiten Bladeren voort , die in een redelijk getal bijkans
en als dan eindelijk in de flinkere onder oxel-ader (vena fub. ten eenemaalen rond en glad zijn , dog aan den ſteelminder
clavia ſinistra uitgeſtort.Wanneernu de Chijlmet hetbloed ſtaan ; elk van deeze Bladeren verdeelt zich wederom
op zodanigen wijze is vermengd , verliest het zijn koleur vijfmaal, zijnde aan den rand ingeſneden , glad in 'taan .
en word van wit in rood verandert, na dat het , te wee- voelen, zomtijds aan den rand rood , en zittende aan
ten in den omloop of circulatie , van de onzuivere deeltjes lange ſteelen van koleur donker groen ; tusſchen deeze
afgeſcheiden , en van de levensgeesten meerder gedige. Bladeren komen ſteelen voort , die naakt en omtrent een
reert geworden is. Vraagt mem nu welk de werkplaats voet hoog zijn , ſtaande opwaarts , en zijnde aan 't onderſte
is, waar in de bloedmaaking geſchied ? zo kan men niet deel een weinig roodagtig ; op 't bovenſte deezer ſteelen ,
anders antwoorden , als dat de gevoelens ten deezen op- groeijen roosagtige,vijfbladige,en kroonsgewijze Bloemen,
zigte , nog veel van malkander verſchillen . die op een hoofuje zamen zitten , zich tegens het mid
HIPPOCRATES houd het Hart voor dezelve ;GALENUS , delpunt der Bloem toe buigen , en in een kelkje zitten ;
DEMOCRITUS en meer anderen , in tegendeel de Lever ; na de Bloemen koomt er eene Vrugt te voorſchijn , uit
THRUSTON de Resperatione pag . 15, 16 , is van gedagten twee bloote en onbekleede zaadkorrels beſtaande; zijnde
dat het de Longis ; ARISTOTELES, BAUHINUS, HOFFMAN deeze zaadkorrels aan de eene zijde een weinig ingebo.
en meer anderen , ſtellen het de Milt te weezen . Wat er gen of verwelfd , ook met kleine ſpitzen voorzien , dog
ook van zij , men zal na mijn denkbeeld niet dwaalen , aan d'andere zijde plat.
wanneer men ſtelt, dat alle de barde deelen des lighaams Plaats. Deeze Plant word in 't wild gevonden in de
de werkplaats daar van kunnen zijn , door welker porien bosſcben en beſchaduwde plaa!zen , van Hoogduitschland,
het bloed circuleert of omloopt ; dog wilde men hier een Frankrijk , Engeland enz .
boven 'tandere bekwaam ingewand toe kiezen , 20 zou . Kweeking. Wil men dit kruid tot het medicinaale ge
dezulks met de meeste reden de Milt zijn; dewijl in de. bruik in dehoven planten , 20 heeft men niet te doen , dan
zelve een groote menigte chijt, als zijnde de ſtof tot de de wortels in maart of april te ſcheuren, en dezelve in
bloedmaaking en der levensgeesten , door de ſlagaderen en een goede , losſe , vette grond te planten ; ze beminnen
groote zenuwen te zaamen koomen . liefst een lommerige plaats , en behoorlijk nat gehouden
SANGUINEM PURIFICANTIA , zie BLOED. wordende , tieren ze uitneemend wel .
ZUIVERENDE MIDDELEN, Gebruik. De Sanikel, te weeten het kruid , is verwar.
SANGUINEUS ; dit latijnſche woord betekend Bloed. mend , openend , zámentrekkend , en zeer wondheelend ;
rijk. Zulks word in de eerſte plaats gezegt van die dee .
buitengemeen dienſtig voor allerleij in en uitwendige
len , welke men eertijds geloofde dat ten eenemaalen uitwonden , gezweeren , en breuken ; wordende derhalven
bloed beſtonden . Ten (weeden word er een bloedrijk veel in wond-dranken gebruikt ; en uitwendig gekneusd
Mensch, die veel en overvloedig bloed heeft door ver- of in boter gebraden , tot een zalfje gemaakt en opge
Itaan. Ten derden begrijpt men er door de rechte kamer legt.
van het Hart , om dat ze door middel van 't regter Oor SANIKEL met een geſpoorde Bloem , zie PINGUICU .
van het Hart , het uit de hol -ader te rug vloeijende bloed LA .
opneemt, en weder door de long flag-ader in de Longen SANTEL-HOUT , in 't indiaansch Chandanacon ,
verdeelt. Chandama ; in 't latijn Santalum .
SANGUINIS COAGULATIO , zie BLOED (GE- Zoorter. Van dit' indiaansch Boomgewas zijn hoofd
E 3 zaake
3211 SAN. SAN ,

zaakelijk , twee zoorten; als SANTOREIJ (GROOTE ); in 't grieksch Kersaupues


I. Gemeen Santel-hout, ook Braſilie- en Fernambuco Tomize, in 't Spaansch Ruipontico, in 't latijn Centaurum
Bout genoemt ; in 't latijn Santalum feu lignum Bruſilii; majus, Rha , Centaurea Linn.
zie debeſchrijving van deeze zoort , op het artikel BRA- Beſchrijving: Dit kruidgewas ſchiet een regtopſtaan..
SILIE -HOUT. de ſteel, die zeer lang is en van boven in telgjes is ver
2. Wit Santel-hout , ook Santel-hout der Apotekers deeld; de Bladeren zijnzeer breed in de gedaante van vleu
genoemt ; Santalum album ; (Santalum ; Linn. , Spec. gels, hebbende de lengte van een ſpan en de breedte van
Plant.) drie of vier duim , rondom gekurven , zenuwagtig glad ,
Beſchrijving: IIct wit Santel hout word zeldzaam ge en hoog gruen van koleur, aan 't uiterſte einde van
harde rouweknopjes, daar de Bloemen
vonden , vermits er van vijftig Boomen nauwlijks een wit . de telgjes zitten
te onder is , wordende van de Inwooners voor beter dan die zeer groot zijn , uit purperagtige vezeltjes zamenge .
een wolagtigheid eindigende , uit ſchieten
een medezoort gehouden , die geelagtig is. De natuurlij. weefd, en inlangagtig ;
ke groeijplaats is Iridiën. hec Zaad is glinſterend en van boven met bor.
,
Gebruik. Het Santel hout , 't welk een lieffelijke en ftels bezet ; de Wortel is lang en lijnregt, vleeſchig , broos ,
geurige reuk heeft, word onder de hartveiſterkende din van buiten min of meer zwart , dog van binnen roodag .
gen gerekend, en zo wel voor de maag als lever dienſtig tig, van een zoeten , iets zaamentrekkende, en ſcherpen
zijnde middelen geoordeeld , wordende inzonderheid ge- ſinaak.
: bruikt voor hartkloppingen , duizeligheid en zwakheid Zoorten . Daar zijn zeer veel zoorten van dit Kruid.
: van kragten , alsmede voorverſtopping der ingewandil, gewas , waar van wij die , welke 't meest in aanmerking
miltzugt, en om het bloed te verdunnen enz . 11-17 ge- koomen , bier laaten volgen.
bruikt het poeijer tot één drachma , of in decoctie van 1. De groote Santoreij met geveerde of geſnippelde
.anderhalf tot twee oncen; dog het word zeldzaam Bladen, en met blaauwe, incarnaate of witte Bioemen ;
meer gebruikt , doende de Kaneel dezelve , zo niet beter Centaurium majus , folie in lacinias plures diviſo. Bauh.
dienst. Piis. 117. ( Centaurea calicibus inermibus; Squamis ovatis ,
SANTERNA , zie BORAX. foliis pinnatis, foliolis ſerratis decurrentibus. LINN. Spec.
SANTOLINE , Breuk -kruid , ook Heilig -kruid ge. Plant.)
noemd; in't latijn Chame.Cijparisſus en Santolina. Van 2. De groote Santoreij met grijſe alandswortels, ook
dit kruidagtig Heester-gewas zijn verſcheidene zoorten , Rbaponticum genoemt ; Rhaponticum folio helenii incano.
waar van de twee volgende ’t meest bekend. Bauh . Pin. 117. ( Centaurea calijcibus ſquamoſis , foliis ova .
1. Gemeene Santoline ; Santolina vulgaris ; (Santolina to-oblongis denticulatis integris petiolatis ; ſubtus tomentofis.
pedunculis unifloris, foliis quadrifariam dentatis. Linn. Linn. Spec. Plant.)
Spec. Plant.) 3. De groote Santoreij met weede baden , en geele
2. Groote Santoline met rosmarijn-bladen ; Santolina Bloemen ; Centaurium majus orientale ere &tum , glasti
foliis roſemarinimajor; ( Santolina pedunculis unifloris, fo. folio, flore luteo. Comm . Rar. 39. (Centaurea calicibus
his linearibus. LINN. Sijft. Nat.) Squamofis , foliis indivifis integerrimus decurrentibus,
Plaats. De eerſte zoort groeit in de meeſte zuidelij . LINN. Spec. Plant. )
ke plaatzen van Europa , en de tweede word veelvuldig 4. De Alp- Santoreij met geveerde bladen en geele
in Spanjen gevonden . Bloemen ; Centaurium alpinum luteum. BAUH. Pin . 117.
Kweeking. Men vermenigvuldigt dit gewas door ( Centaurea calijcibus inermibus; Squamis ovatis obtufis,fe
ſtekken of uitloopen , die in het voorjaar op een ra : liis pinnatis glabris integerrimis , impari ferrato. LINN. 1
bat met verſche ligte aarde moeten worden gezet , en in Spec. Plant.) 1
heet droog weer beſchaduwt en behoorlijk nat gehouden 5. De groote Santoreij met weeke, puntige , geſnip . 1
worden , tot dat ze wortel hebben gevat; na welke tijd pelde bladen en goudgeele Bloemen ; Centaurium majus,
ze geen meer oppasſing nodig hebben , dan ze tot in au. folio molli acuto laciniato, flore aureo magno, calijce fpi .
gustus van onkruid ſchoon te houden , als wanneer ze nojo. Boerd . Ind. I. p. 144. ( Centaurea calicibus ſeta
voorzigtig moeten opgenomen en verplant worden , daar ceo ſpinoſis , foliis lanceolatis petiolatis, inferne dentatis,
men ze denkt te laaten ſtaan . LINN. Spec . Plant.)
Deeze Planten zijn zeer hard , en indien ze in een ma- Plaats. De eerſte zoort groeit in de gebergtens van
gere, keizelgruizige , of zandige drooge grond verplant Savooijen , Italien , Apulien, Griekenland, Aſien, enz.
worden,blijven ze veele jaaren over, en verdraagen de kou. de tweede in de Alpen andere gebergtens van Switzer
de zeer wel ; maar indien ze in een natte koude grond land en Italien ; de derde in de Levant , Siberien enz .;
Ataan , gaan ze in den winter Jikwils uit. de vierde in de Italiaanſche gebergtens, en eindelijk de
Gebruik. Men kan deeze Planten zodanig kweeken, vijfde zoort in Zuid-Frankrijk , Italien enz.
dat ze tot cieraaden voor een tuin worden , inzonderheid Kweeking. Alle deeze zoorten worden vermenigvuldigt,
in kleine Kreupel-bosſchen of altijd groenende Heefter- of door haar zaad te zaaijen , of haare wortels te ſcheu.
plantagien , alwaar ze tusſchen andere Planten van dezelf. ren, welk laatite 't gemeenst in ons land geſchied , de.
de grootte wel geſchakeerd en voor aan gezet worden. wijl het zaad zeiden rijp word ; de beste tijd hier toe
de , eene aangenaame verſcheidenheit maaken , inzon. is in maart of't laatst van feptember.
derheid indien men zorge draagt om ze tweemaal in de Deeze Planten willende vermenigvuldigen , moet men
zomer te ſcheeren , en ze binnen bedwang te houden ; den grond rondsom haare wortels openen , en haar
anderzins zijn baare takkçen onderhevig te ſlingeren , en aarde zuiveren. Dan moet men , daar men eenige der van
zij.
in nat weer naar beneden te hangen , en onordentelijk ſpranken met kopjes vind , die zich met wortels willen
te werden ; maar wanneer ze behoorlijk in order worden laaten ſcheiden , voorzigtig van de Moeder- plant aftrek.
gehouden , maaken zij door haare grijze en veelkoleuri. ken ; 't welk gedaan zijnde , duwt men de aarde weder
Ee bladen , een aangenaam gezigt in de Plantagien. tegens de oude plant aan , en indien de grond droog is ,
geeft
SAN. SAP. SAP. 3211
geeft men baar wat water. De jonge afgeſcheurde Plan Het is dus een gevolg , dat wanneer het Sap in den
ten , plaast men op bedden , één voet in 't vierkant van wortel dringt, wiens bast met uitlooſende vaten is voor
malkanderen af , ofwel tot cieraad hier en daar tusſchen zien , die bekwaam zijn om het onnutte gedeelte uit te
andere Bloemgewasſen op de Rabatten , en ſchoon de loofen , het zelve aardagtig , waterig , ſchraal , zuur en
Bloemen geen zeer groote fraaiheid hebben , zo maakt ter nauwernood eenigzints olieagtig word .
Dogthans de geregelde groeijing der Planten , en de lang.
Schoon dit vogt ſteeds zuur blijft , word het echter in
duurigheid van derzelver bloeitijd , dat zij eene plaats de ſtam en takken verder bereid , zo als in zommige Boo
in alle groote tuinen verdient. Een drooge zandige grond men kan blijken , wanneer men die in maart doorboort,
en warme ſtandplaats, zullen zij 't best in tieren . als wanneer zij een waterig Sap of vogt , 't welk merke .
Bekoomt men rijp zaad van eenige zoorten , 20 kan lijk zuur is , laaten uitdrupen.
men zulks in maart of april op een open bed van gemee . Dit Sap naar de Botten of Knoppen gevoert zijnde ,
ne ligte aarde zaaijen , en de jong opgekoomene planten word meerder gekookt , en hier de Bladen ontwimpeld
in maij of junij op bedden een half voet van malkande. hebbende , dienen deeze even als longen , tot den om .
ren verplanten , hier laat inen ze to: St. Michiel ſtaan , loop en verdere bereiding van het Sap .
als dan hebben ze ſterkte genoeg verkreegen , om in ee. Want deeze Bladen aan de beurtelingze werking van
pig ander gedeelte van den tuin , daar men voornemens hitte en koude blootgeſteld zijnde, als mede aan vogti
is ze te laaten ſtaan , verplant te worden. ge nagten en heete verſchroeijende dagen , worden beuro
Gebruik. Het is inzonderheid de eerſte zoort , die in telings uitgebroeiden zamengetrokken , er nog zo veel te
de Geneeskunde word gebruikt. Aan de wortel tot poei- meer, wegens derzelver netsgewijs zamenitel.
fer gemaakt of in wijn getrokken , word een droogende, Door zodanige middelen , word het Sap ſteeds meer
zuiverende, heelende en zamentrekkende krag: toege. der verandert en gekookt , zo als zulks verder in de
ſchreeven ; dat zij de buik- en roode-loop ſtopt, de maand. Bloembladen geſchied, die het Sap, 'twelk nu tot meer
ftonden bevordert , alle inwendige wonden en kwetzuu. der fijnheid is gebragt, naar de Helmſtijltjes doorlaaten ;
ren des lighaams geneest , en buiten gemeen dienstig is deeze deelen zulks mede aan het Poeijer of ſtuifmeel
voor teeringagtige Menſchen. in de Helmtjes , 't welk als het 't Mannelijk zaad der Plant
Het versſche kruid gekneusd , en met ongezoutene bou is , aldaar eene meerdere rijpmaaking ondergaat, vervol.
ter vermengd, op verſche wonden gelegd, vind men gens in het Stijltjeword geſtort, die als dan het werk van
door verſcheideneSchrijvers aangepreezen, als een dien. eene Baarmoeder verrigt , en na dat het Sap aldaar zijne
ftig middel om dezelve ſpoedig te geneezen . laatſte volkomentheid heeft verkreegen , geeft het den
SANTOREIJ (KLEINE ); zie DUIZENDGUL. Oorſprong aan een nieuwe Vrugt of Plant.
DEN -KRUID . De wortel of het deel , waar door de Gewasſen aan
SAP , dusdanig worden alle , of tenminſten het groot. haare Baarmoeder worden gehegt , en waar door ze haar
fte gedeelte der vloeijbaare ſtoffen of vogten , van het voedend Sap ontvangen , beſtaat uit een groot aantal van
dierlijk lighaam genoemd. opſlurpende vaatjes , welke door de tusſchenwijdtens der
Het zenuw -lap is een vogt , het welk volgens eenige aarde of grond verſpreid zijnde , waar in de Planten ſtaan ,
Geneesheeren , in de zenuwen , waar van het den naam derzelver Sappen na zich trekken of indrinken ; diensvol
draagt, word gevonden. gens zijn alle zodanige dingen in de aarde , welke door
GLISSON , WHARTON en WILLIS , zijn de eerſten ge. water kunnen geſmolten worden , onderhevig , om door
weest , die van het zenuw -ſap hebben geſprooken. Zij zijn de Planten te worden ingedronken , zo als lucht, zout ,
van gedagten , dat het toc een vehiculum of omwindzel olie , uitwaasſemingen van mineraalen , metaalen enz.; en
van de Dierlijke geesten verſtrekt , waar van het de alte het is onbetwistbaar dat de Planten dit tot voedzel ver-
groote verteering belet, en dat het teffens ook dient om ſtrekt, en dat zij er wezen : lijk door ocſtaan.
er de deelen van het lighaain door te voeden. Dog de mee- Deeze Sappen worden ten eenemaalen raauw uit de aar
ften van de hedendaagſche Geneesheeren , ontkennen de de getrokken , maar door het zamenſtel en maakzel der
aanwezigheid van dit Sap. Plant , en deverſcheide vaten die zij doorzijgen , veran
SAP DER PLANTEN. Over den omloop van de Sap . dert het zelve , ondergaat als eene kooking , ſcheid zich
pen in de Planten , hebben verſcheidene Schrijvers, zonder af , en word aan de zelfſtandigheid der Plant gelijkſor
dat de een de gedagtenvan de anderebekend was ,genoeg. mig.
zaam op een en dezelfde tijd hunne denkbeelden hier om. De beweeging van de voedende Sappen dergewasſen ,
treptdoor den druk gemeen gemaakt ; dit blijkt voorna. word veelal te wege gebragt , even als die van het bloed
melijk , uit de werken van deHeeren MAJOR , PERAULT , in de Dieren , namelijk door den invloed en werking der
Mariotte en MALPIGHI . lucht ; en het is onbetwistelijk, dat er de geheele Plant
Het Sap van een Plant , is een vogt , 't welk de aarde door , iets van den zelven aart en kragt huisvest , als de
of grond verſchaft , en in de Plant een merkelijke veran- ademhaaling.
dering ondergaat ; het zelve beſtaat uit zommige delf baare Deontdekking hier van , zijn wij aan den gooten MAL
deelen, en anderen uit de lucht en regen voortkoomen. PIGHI verſchuldigt, die door zijn onbedenkelijke vlijt in
de, benevens nog andere deelen , die uit verrotte Die het naſpooren van de natuursvoortbrengzelen , de eerſte is
Ten , Planten enz.ontſtaan ; diensvolgensbevatten de ge . geweest die gewaar wierd , dat de gewasſen uit twee rijo
wasſen , de eene min de andere meer , veelerleij zoort van en of orders van vaten beſtaan .
zouten , olie , water , aarde enz. en na alle waarſchijne- 1. De zodanige, die de voedende Sappen ontvangen ,
lijkheid eenigen ook , zommige zoort van metaalen. en overvoeren , dus zeer veel oveenkomst hebben , met
Dit Sap koomt in de gedaante van dun en fijn water in de de aders , Nagaders , melkvaten enz. der Dieren.
Plane; hoe nader bet nu aan den wortel is , hoe meerder 2. De luchtvaten ( trachec ), zijnde lange holle pijpen,
het van zijne eigeneaart behoud ; daarentegen hoe ver- waar in de lucht geduurig ontvangen en uit gedreeven,
der het in de Plant opklimt , hoe nader het aan de natuur dat is , uit en ingeademd word , binnen welke luchtv3.
ten
der gewasſen koomt.
3212 SAP. SAP,
ten hij toont, dat alle de voorgaande rijen en vaten zijn Wat de Pit betreft; naar maate de houtige zelfſtan
bellooten . digheid van de Stam meerer houcig word , word de Pic
Hieruit volgt, als dat de hittevan één jaar, ja van één gedrukt, en dermaate vernaauwd , dat ze in zommige
dag,uur of minuit,noodzaakelijk op de lucht moet wer. Boomen geheel en al verdwijnd ; waar uit blijkt, dat der.
ken , die in deeze luchtpijpen behooren is , dat wil zeg. zelver toebrenging tot de groeijing van weinig belang is ,
gen , dezelve uitzetten , en diensvolgens de luchcvaten dewijl haar gebruik van geen volitandige duur is. Door
verwijderen, waar uit 'een geduurige oorzaak van wer. haare ſponsagtige zelfſtandigheid ,zou ze bekwaain ſchijo
king voortvloei!, in ſtaat , om den omloop in de Planter nen , om eenige overtollige vogtigheid te ontvangen
te bevorderen. die door de porien van de houtige vezels doorwaasſemt,
Want door de uitzetting van de luchtvaten , worden en indien ze door de overmaat van zulke vogtigheid be
de vaten die de Sappen bevatten , gedrukt , en door dat derft en verrot , zo als dikwils ten aanzien van Olmen
middel het Sap dat daar in is betlooten , geſtadig voort- boomen gebeurt , groeit er echter de Boom niet minder
gedreeven , en derhalven verſneld ; wordende het Sap door weelig om , die verſtrekt dus tot een overtuigend bewijs ,
deeze voortdrijving , geduurig kleiner en fijner , en dus dat ze weinig tot gebruik verſtrekt.
bekwaam gemaakt , om in iteeds fijner en fijner va- De groote BOERHAAVE verdeeld de Sappen der Plan .
ten te dringen , ter zelver tijd het grootte en dikſte ten , in zes Klasſen .
gedeelte daar van af ſcheidende , 't welk in de zij.cellet . I. De eerſte Klasſe bevat de raauwe voedende Sappen ,
jes of buisjes van de Bast gaat , dienen te om de Plant of wel de Sappen van den wortel en ſtam der Planten ,
voor koude , en andere uitwendige ongemakken te be- die weinig anders behelzen dan de enkele ſtoffe van het
ſchermen . element , zodanig het door den wortel uit het lighaam
Het Sap dus zijnen loop gedaan hebbende uit de worm waar aan het vast zit word getrokken , 't zij het zelve aar:
tel, naar de verafgelegene takken en zelf naar de Bloe- de, water of iets dergelijks is. Dit Sap word in alle de
men , en in alle de deelen iets overgelaaten hebbende , deelen der Plant gevonden , en kan daarom voor een ab
beide tot voedzel er beſcherming, gaat het overtollige gemeen Sap worden gehouden , hij merkt het nogthans als
in den Bast , wiens vaten inmondigen maaken met die , het Sap van den wortel en Itam aan , om reden dat het
waar in het Sap is opgeklommen , en als dan zakt het door daar inzonderheid word gevonden . Dit denkt hij een zuur.
deezen weder na de wortel , en van daar naar de aar. agtig waterig vogt te zijn , zonder eenige bijzondere reuk
de , zijnde het op deeze wijze , dat den omloop der Sap- ofſmaak , als zijnde nog niet tot de rijpheid van een olie.
pen word volbragt. agtige zelfſtandigheid gebragt.
De hitte en koude, heeft beurteling haare werking op Tot deeze Klasſe behooren zodanige Sappen , die in
alle gewasſen ; inzonderheid worden de Sap.vaten ,ge grooten overvloed uit wonden of ſneeden in de houtag.
duurende den dag , terwijl de kragt der zon groot is, tige deelen der Planten gemaakt , vloeijen. Van dien aart,
geperst en gedrukt, en het Sap voortgedreven , opgehe- is, bij voorbeeld , het zuure vogt 't welk uit de wortel
ven , en eindelijk uitgeloosd en de vaten leeg gemaakt ; van de Okkernoot.boom zijpelt , wanneer die in maij
daar integendeel dezelfde lucht- vaten bij nagt door de kou word afgeſneeden . Van een zelfde hoedanigheid is ook
de van de lucht , zamengetrokken zijnde , zo worden de het Sap uit de Wijngaard loopende , wanreer die in het
andere vaten ontkneld en breiden zich uit , en derhalven voorjaar word gewond , zinde dit altoos zuuragtig van
bekwaam gemaakt , om nieuw voedzel voor de kooking ſmaak , en van een gestenden aart, even als de wijndruiven
en uitloozing van den volgenden dag te ontvangen. zelve.
Het is nog niet volkoomen bekend , welken loop het Dit Sap kan beſchouwd worden , als nog delfbaar
Sap neemt, na dat het door de wortels is ingedronken . (fosſile) , zijnde van en in de aarde voortgekoomen ;
De vaten die het zelve influrpen of opneeemen , zijn te want het Sap der aarde , in de vaten van deeze Plant ont
teder, om nageſpoord te kunnen worden. Dit is ook vangen zijnde , behoud geduurende twee of drie omloo.
de reden van het geſchil, of het de Bast , de Pit , dan pen, genoegzaam zijnen zelfden aart , en verandert niet
het Houtig gedeelte zij, waar door de Plantword gevoed. aanſtonds in een eigentlijk zogenoemd Plant.Sap.
Het gemeenſte gevoelen is voor de Bast. Het Sap door Hij beſchouwd derhalven deeze Klasſe van Sappen , als
de haairkleene vaten van het hout opgeheven , word hier de Chijl der Plant , wordende inzonderheid in de wor
onderſteld neer te daalen door de grootere vezels , die tels en het lighaam gevonden , 't welk met de darmen en
in het binnenſte gedeelte deszelfs ,onmiddelijk over het maag der Dieren overeenkomt.
hout leggen , in welke nederdaaling het Sap , nu genoeg . II. De tweede Klasſe van Sappen is die der Bladen ,
zaam bereid , een gedeelte van zijne zelfſtandigheid aan deeze de wezendlijke Longen der Planten zijnde , bren.
het naastleggend bout mededeeld , en het dus door bij. gen gevolgelijk een voornaame verandering aan het Sap ,
voeging vermeerdert. 't welk ze uit de wortels en den ſtam door de kragt der
Hier kan het van daan koomen , dat holle , ingekan. lucht ontvangen , te wege. >
kerde of verrotte Boomen , die nog Pit nog Hout heb. Diensvolgens verſchilt het Sap van de Bladen van het
ben , dan even zo veel om den Bast te onderſchraagen , eerſte Sap , door dien het zwavelagtiger is en meerder
echter tierig groeijen en vrugt draagen . bewerkt; niet dat het eenige zwavel van de zon be.
Het gevoelen var zommigen is , dat de Plant door het koomt, maar om dat deszelfs waterig gedeelte uit.
Hout word gevoed, 't welk zij zeggen uit dunnehaairklei waasſemeride en vervliegende , het daar door olicag.
ne buiſen te beſtaan , die evenwijdig met malkander uit tiger en minder vlug word .
den wortel naar den ſtam loopen , zijnde in ſtaat om een De Heer BOERHAAVE onderſcheid het Sap der Bla.
fijne damp in zich te ontvangen , bij welkers opklinming de den , in drie zoorten .
vezels geopend, en derzelver zelfſtandigheid vermeerdert 1. De eerſte is het voedend Sap der Bladen , zijnde
word , enomtrek
hunnen dus worden de ſtammen der Boomen gezegt , in dat geene, 't welk reeds is beſchreeven , en enkel in de
te groeijen . kleine luchtblaasjes der Bladen verder word bewerkt ,
en2
SAP. SAP 3213
en diensvolgens minder waterig , en meerder olie- en jes beſtaan , waar in dit Sap alleen is beſlooten , dienen.
zuikeragtig is. de om het vrugtbeginzel te beſchermen , en te bewaaren
2. De tweede is Wasch , 'twelk uit de Bladen zwee- van door water te worden bedorven , 't welk gelijk be .
tende, zich aan derzelver oppervlakte vast zet , en door kend is , bezwaarlijk door water wil heen dringen.
de Bijen word afgeſchrapt met haar ruwe Pooten , oin Deeze Olie word in het zaad van alle Planten gevon
er de Honingraaten van te vervaardigen. Dit word in- den ; in zommige, bij voorbeeld in Amandelen , Oker.
zonderheid van de Lavendel en Roosmarijn verſchaft , nooten , Lijnzaad enz. in grooten overvloed ; in anderen
op welke laatſte Plant , men dic wasch klaarlijk merken minder , gelijk in Peper , Kalfsvoet enz., waar in men
kan aan de Bladen vast te zitten. zich naauwlijks zoude verbeelden dat eenige Olie was.
3. De derde is Manna, zijnde een wezentlijk zuiker. V. De vijfde Klasſe van Sappen is die van den Bast ;
agtig zout , 't welk inzonderheid bij zomerſche nagten welk eene konſtige verzameling of bondel is , van door.
word uitgezweet uit een zoort van Esſchenboom, die in waasſemende buisjes, en op urpende vaatjes.
Kalabrien en Sicilien groeit , en daar aan in de gedaante Daar zijn verſcheiden zoorten van deeze Sappen , want
van een korst vast zit, moetende den volgenden morgen de verſcheiden vogten, door de Bladen , Bloemen en ande
voor zonnen opgang ingezameld worden. Zie MANNA. re deelen der Planten opgeheven en verdeeld , hebben al.
Ook vind men dat dergelijke zelfitandigheid word uit- le door den Bast rond geloopen , en worden diensvolgens
gezweet uit de Bladen van den Linde en Populierboom , dikwils gevonden uit wonden te druipen , die daar in ge
In de hette yan naij en junij , als wanneer ze een honing maakt zijn. In zommige gevallen is het mergagtige en
agtigen (maak hebben , en zelfs gezien worden met een houtige gedeelte ten eenemaalen weg gegeeten , en de
vetagtig Sap er aan , 't welk wanneer de koude avond. Plant niet anders dan Bast , zo als zomtijds ten aan
ſtond nadert , tot korlen verzamelt word. zien van de Wilgen , Populieren enz. kan gezien wor
III. De derdeKlasſe van Sappen zijn die der Bloemen , den , welke echter in dien toeſtand , nog lange kunnen
of teeldeelen der Planten . In deeze huisvest , leeven .
1. Een zuivere , bearbeide , vlugtige Olie of Geest , De Bast dient tot verſcheiden eindens ; want hij laat
waar in de bijzondere reuk van de Plantof Bloem is ge- niet alleen de voedende Sappen der Planten door , maar
legen , en die wegens haare grootte vlugheid van zelven bevat ook verſcheidene olieagtige vogten , om de vlees
uitwaasſemt, in zo verre , dat indien de Bloem eenigen ſchige deelen voor de ongemakken van het weer te be
ſchermen .
tijd in eene warme plaats word gelegd , het ruikend Sap
of Geest , ten eenemaalen vervliegt. VI . Gelijk de Dieren met een Vetrok zijn voorzien ,
2. Het tweede is het Sap uit de Bloem geperst , het 't welk doorgaans met vet is vervuld , en alle de vleesſchi
welk wezentlijk het zelfde is met dat van den Wortel en ge deelen omringt en bekleed , en ze voor de uitwendige
de Bladen , dog alleen beter bereid. Het zelve is dik aandoening der koude beſchermt, zo zijn ook de Planten ,
ker dan het voorgaande, en heeft ter naauwer nood ee omringd met een Bast , die met vette Sappen is vervuld ,
nigen reuk ; dus zal een Hijacinth of andere welruiken door middel van welke de koude word afgekeerd, en de
de Bloem , indien men ze aan ſtukken wrijft, en er het ijsdeeltjes in den winter verhindert, om de Sappen in hun .
Sap uit perst , ten eenemaalen zonder reuk bevonden ne vaten te ſtremmen en te bevrieſen , en het komt hier
worden. van daan , dat zommige zoorten van Boomen het gant
3. Het derde is het zoete Sap, 't welk den naam van ſche jaar door altijd groen blijven , om dat hunne Baſten
Honing draagt, en genoegzaam uit alle de Bloemen meer olie hebben , dan door de zon kan verſpild en uit.
zweet, de Alöes , Kolokwinten , en andere bittere gewaasſemtworden.
Bloemen niet uitgezondert. Alle de Sappen der Basten , konnen behoorlijk tot de
In alle Mannelijke Bloemen , welke luchtblaasjes aan agt volgende worden gebragt.
bet end der Bloem-bladen hebben , word tamelijk veel 1. Het rauw , zuur , waterig Sap , dat men de Chijl
kleeverig , zoetSapgevonden, van een roodagtige koleur ; der Plant noemt.
deeze worden door de Bijen bezogt , die er haare (nui. 2. Een olieagtig Sap, 't welk den Bast in het begin
ten inſteeken , er Honing uitzuigen, en er haare maa. van den zomer doende barsten , uit verſcheiden Planten
gen mede voorzien , om het vervolgens na haare uit waasſemt, gelijk de Pijn ., Dennen-, Seven-, Jenever-, en
wasch bereide Honingraaten te brengen ; zo dat de Ho. meer andere altijd groenende Boomen , en uit zulke ook
ning een Plant -Sap is. alleen. Dees olie raakt door de minſte warmte aan 't
IV . De vierde Klasſe van Sappen zijn die van de vrug. Imelten , en word gemakkelijk in brand geſtooken, en is
ten en het zaad , welker bereiding men het eindwerk der die , welke de Plant beſchermt; zijnde dit ook de re
natuur kan noemen ; dewijl dit volbràgt zijnde, de Plan . den, waarom deeze Planten in heete luchtſtreeken niet
ten voor een tijd ſchijnen te ſterven ; even eens zo als kunnen tieren.
men ziet , dat alle Dieren de eene min de andere meer 3. Een balſem of vetagtig Vogt, 't welk ſterker kleefc
verflaauwen , na dat ze hun zaad hebben uitgeſchooten . dan olie , zijnde niet anders dan het gemelde olieagtig
Het Sap van de Vrugt komt volkoomen met dat der Sap , 't welk geduurende het voorjaar vloeijbaarder was ,
Wortel overeen , alleen is het meerder bearbeid . maar door de grootte hitte der zon alle zijne fijnſte
Het Sap van het zaad is in tegendeel een wezentlijke deelen heeft uitgewaasſemd , en in een dikker vogt
Olie of Balſem , tot zijn uiterſke volkomentheid bearbeid is verandert.
en verheven. Dit Sap ofOlie , word niet in het punt zelf 4. Een pekagtig Sap, ' t welk het lighaam is van den
of vrugtbeginzel in het middenpunt van de Moederkoek olie zelven, verder verdikt en zwaarder geworden dan
gevonden ; al’t geen men in datgedeeltevind, zijn eeni- in den Balſem . Dit ziet men meest in Pijn. en Denne.
ge weinige fijne waterige deeltjes , uit de Moederkoek boomen.
afgeſcheiden ; maar het is in de Placentula of Cotijledo- 5. Harst , zijnde een Olie in zo verre verdikt , dat ze
nesVI
zelven ,welke uit ontelbaarekleine beursjes of cellet in de koude tot gruiskan gewreeven worden , en men
dien
Deel. F
3214 SAP . : ; SAP.

men ook uit alle olien kan bekoomen, met die langduu. ten , verſtrekt tot een ander bewijs. De bladen van de
rig te kooken . Indien men bij voorbeeld , terpentijn over gemeene Eick , 'twelk de ſtam was, verdorden , en vielen
een maatig vuur ſtelt, ſinelt ze eerst , en word olie , dan op de gewoone tijd af, dog de altoos groenende Eick die
een balſem , dan pik , en ten laatſten harst, in welken op de gemeene geënt was , bebield zijne bladen , en bleef
ſtaatzij koud zijnde, tot poeijer kan worden gewreeven, in den winter lot ſchieten ; waar 'uit men heeft belloo .
door vuur geſmolten, en daarenboven vlam vatten. Ook ten , datwanneer de Boomen hunne Bladen laaten val.
ſmelt ze in brandewijn , dog niet in water , zijnde dit het
len , het Sapin volkoomen beweeging blijften niet in den
merkteken van de Harst. wortel gaat, zo als zommigen gedagt hebben. Daar zijn
Hier om is de Olie , aller overyloedigst in de Basten nog verſcheidene andere proeven tot ſtaaving van het gem
noemde
geduurende den winter , de Balſem in den zomer, en de wij gevoelen, door den zelfden Heer genomen, dog
oordeelen dat het bovenſtaande aan onze Lezers zal
Harst in den herfst.
6. Spiegel-Harst, een Harst , die nog verder van haar voldoen.
vlugtig gedeelte is beroofd , zijnde doorfchijnend , kon. Tegens het denkbeeld van den omloop van Sap in de
nende tot poeijer gemaakt worden , en 't naast bij aan de Boomen, overeenkomſtig aan die in de lighaamen der Die.
natuur van glas koomende. ren , heeft de Hr. Hales in zijne verhandeling over de
7. Gom is een vogt , dat uit de Bast zweet , en door weeging der Gewasſen , ons verſcheidene proeven meede
de warmte der zon gekookt, verdikt en taaijer gemaakt gedeelt, waar van wij hier eenige der voornaamſte laag
word , dog ſteeds ſmeltbaar blijft in water , teffens kan ten volgen.
ontvlammen , en naauwlijks in ſtaat is om tot poeijer ge- Wanneer het Sap eerst gegaan is door dien dikken en
maakt te worden . Met deeze worden de Botten of Knop. fijnen teems , den bast van den wortel, dan vinden we
pen der Boomen in den wintertijd bedekt. het in de grootſte menigte in het aller lapfte deel tusſchen
8. Gomagtige Harst, is een vogt, 't welk in den Bast den bast en het hout, en dat eveneens door den gehee
word afgeſcheiden , en door de bitte der zon gedroogd , len boom .
maakende dus een lighaam , dat ten deele gomagtig is , En indien de Eick en verſcheiden andere boomen
en als zodanig taaij en in water ſmeltbaar, en ten deele vroeg in de lente onderzogt worden, digt bij den top en
harsagtig , konnende daarom tot poeijer gemaakt , en in van onderen , wanneer het Sap zich eerst begint te be
olie of brandewijn geſmolten worden. weegen , zo dat het den bast doet wijken , en gemakke.
De Kruidkenners koomen hedendaagsch in't algemeen lijk afſchillen, gelooft hij , dat men vinden zou, dat de
overeen , dat alle de Planten met zodanige werktuigen bast van onderen eerst word nat gemaakt ; terwijl de 93

en deelen zijn voorzien , welke beide tot de chijl en bast van de bovenſte takken eerst moest niat gemaakt
bloedmaaking vereischt worden ; dat ze Aders , Slaga. werden , indien het Sap door den bast neerdaalde. Wat
ders , een Hart , Longen , Vetvlies , Celletjes enz. heb . den Wijngaard belangt, hij zegt vrij wel verzekerd te
ben . Indien het er waarlijk zo mede ſtaat, is het ook zijn , dat de bast van onderen eerst word nat gennaakt.
allerzekerst , dat er eenig onderſcheid moet zijn , tus . Hij voegt er bij , dat men dit zien kan in veele voor .
ſchen de Sappen , welke de werking van die deelen niet beelden van proeven , die hij in dat boek gegeeven heeft,
ondergaan hebben , en de zodanige , die reeds eenige welke hoeveelheid van vogtigheid , de Boomen dagelijks
Teifen hebben omgeloopen . indrinken en doorwaasſemen . Nu de ſnelheid van het
Deverſcheidene Sappen , waar van tot dus verre is ge. Sap moest zeer groot zijn , indien de meeste hoeveelheid
ſprooken , zijn het eerſte, of voedend Sap ,'twelk ook de van vogtigheid moest opklimmen naar den top van den
Chijl der Plant word genoemd, onder zodanige verande. Boom , en dan weer neerdaalen en opklimmen , eer ze
ringen en nieuwe hoedanigheden , als het ondergaat door door de doorwaasſeming werd weggevoerd.
ontvangen en eenige tijd gehouden te worden in deelen Het gebrek van omloop in deGewasſen , ſchijnt eeniger.
van een bijzonder maakzel, zo als Bladen , Bloemen , maate vervuld te worden ,door de veel grooterhoeveelheid
Zaad enz. Dit laatſte Sap't welk den naam van Bloed van vogt , welke de Planten inhaalen , dan de Dieren ,
draagt, is het zelfde voedend Sap verder verandert , door. waardoor deszelfs beweeging verſneld word ; want door
dien hetverſcheidene maalen is doorgegaan door elk van het eerſte voorbeeld , dat hij geeft, vinden we, dat de
deeze deelen , en gemengd , en ten laatſten verandert in Zonnebloem , ſtuk voor ſtuk , zeventien-maal meer nieu
een nieuw Sap , met eigenſchappen , die van alle de an . we vogt indrinkt en doorwaasſemt, dan een Mensch in
dere verſchillen . vier- eri -twintig uuren .
De Heer FAIRCHILD heeft verſcheidene proeven door Daarenboven , het groot oogmerk der Natuur in de
hem genoomen , tot voorbeelden bijgebragt , om den Gewasſen , alleen zijnde , dat het leven der Gewasfen
omloop van het Sap in de Planten tebewijzen ; als on . voortgezet en onderhouden word , was het niet nodig ,
der anderen, zijne okuleering van de Pasſiebloem , welker om aan het Sap die ſnelle beweeging te geeven, welke
bladen met geel gerlake zijn , op eene van die zoorten nodig was voor het bloed der Dieren .
welker bladen eenkoleurig zijn ; want of ſchoon de knop. 't Is het Hart in de Dieren , 't welk het bloed in be.
penniethadden gevat . begonden nogthans degeele vlak . weeging brengt, en het geduurig doet omloopen ; maar
ken , na dat ze veertien dagen waaren geokuleerd ge. in de Gewasſen konnen we geene andere oorzaak van de
weest, zich omtrent drie voeten hoog boven de okula. beweeging van het Sap ontdekken , dan de ſterke aan .
tie te vertoonen, en korten tijd daarna zag men de gee. trekking van de haairkleine Sap-vaten, geholpen door de
le vlakken aan eene ſcheur , die uit den grond kwam van ſnelle golvingen en Ningeringen , die door de warmte der
een ander gedeelte van de Plant , 'twelk niet anders, dan zon veroorzaakt worden, waardoor het Sap tot den top
voor een volkoomen bewijs van den omloop van 't Sap kan van de hoogſte boomen opgevoerd , en daar, door de bla.
gehouden worden. den doorgewaasſemdword ; maar wanneer de oppervlak .
Een tweede proef van den zelfden Heer , met den ab. te van den boom veel verminderd is door het verlies van
Loos groenenden Eick of Ilex op den gemeenen Eick te en zijne bladen , dan word de doorwaasfeming en beweeging
vaa
SAP. SAP. 3215
van het Sap naar gelang ook verminderd , gelijk klaar oorzaakt door de groote doorwaasſeming van de bladen ,
blijkt uit veele vanzijne proeven. behalven in het ſaizoen van bloeden ; maar wanneer bij
Zodat de ſnelheid vanhet opklimmend Sap voorname. nagt die doorwaasſemende kragt ophoud, dan heeftde in
lijk verhaastword, door de overvloedige doorwaasſeming drinkende tegenſtrijdige kragt de overhand , en trekt
der bladen , maakende daardoor plaats voor de fijne haair. het Sap en dauw uit de bladen , 20 wel als de vogtigheid
kleine vaten, om hunne ſterk aantrekkende kragt te oeffe, uit de wortels.
pen, welke dovrwaasfeming uitgewerkt word door de En we hebben een nader bewijs hier van in de twaalf.
ſnelle uitzettende fingeringen van warmte , eene kragt , de proef, waar in men , door pegels me: kwik vast te
die geenzints wel geſchikt ſchijnt , om het Sap te doen maaken aan de ſtammen van verſcheiden Boomen , die
peerdaalen van de toppen der gewasſen , door verſchil niet bloeden , bevonden heeft, dat ze altijd in een ſterk
lende vaten , naar den wortel. indrinkenden ſtaat zijn , door de kwik verſcheiden dui.
Indien het Sap omliep, moest men het noodzakelijk men op te trekken , waaruit men zich gemakkelijk ver
hebben zien nederdaalen van het bovenſte gedeelte van beelden kan , hoe zommige deeltjes van den vergulden
groote (needen, welke men gemaakt had in takken , die knop in den geokuleerden Jasmijn daardoor konnen op
In water gezet waren , en met kolommen van water, geſurpt worden , en daardoor hunne verguldende be.
drukkende op derzelver onder-enden in lange glazen bui. Îmetting, aan het Sap van andere takken mededeelen; bija
zen , in Hales zijn 43 en 44ſte proef. zonderlijk wanneer de ſtam van den geokuleerden Jas
In welke beide gevallen hec zeker is , dat er eene mijn -boom , eenige maanden na het okuleeren , een wei.
groote menigte van water door den ſtam doorging , zo nig boven de okulaatſie word afgeſneden , waardoor de
dat men het noodzakelijk moest hebben zien neerdaalen, ſtam , waarop geokuleerd , en die het tegenſtrijdig wer
indien de wederkeering van het Sap naar beneden geſchied kend gedeelte van den ſteng was , weggenomen zijnde,
de door ſtooting of aandrijving , waardoor het bloed in de ſteng ſterker uit de okulaatſie naar zich trekt.
de Dieren door de Aders naar het Hart word te rug ge- Een ander bewijs voor den omloop van het Sap is , dat
voerd , en die aandrijving , indien er eenige was , moest zommige zoorten van Enten , de Stammen waarop ze
noodzaakelijk geſchieden met eene verbaazende kragt , geënt zijn , beſmetten en uitkankeren , maar door de
om in ſtaat te zijn , het Sap te drijven door de fijne haair . twaalfde en zeven en -dertigſte proef, waarin pegels met
kleine våten . kwik vast gemaakt waren , aan vericheiden ſtammen van
Zodat indien er een weerkeering van het Sap naar be. boomen , is het klaar , dat deeze ſtammen in een ſterk
neden is , dezelve geſchieden moet door aantrekking, en indrinkenden ſtaat waren ; en gevolgelijk , konden de in-.
wel door eene zeer kragtige , gelijk men zien kan uit vee. gekankerde ſtammen waarſchijnelijk zo wel Sap trekken.
le van deeze proeven, en inzonderheid uit de elfde , uit het ent , als het ent op zijne beurt uit den ſtam , net :
maar men kan zich nauwlijks verbeelden , welke en waar op dezelfde wijze , als de bladen en takken van malkan.
die kragt is, die gelijk ſtaat met dien voorraad , welken der doen , in de beurtwisſelingen van dag en nagt.
de natuur gemaakt heeft voor de opklimming van hetSap , En deeze indrukkende kragt van den ſtam is zo groot ,
in gevolg van de groote doorwaasſe:ning der bladen . dat alleen zommige takken van den ſtam door hunne
Ďe yoorbeelden van den Jasmijn -boom en de Pasſie- ſterke aantrekking deeze enten vermageren , om welke
Dloem , zijn aangemerkt als bewijzen van den omloop van reden men doorgaans het grootſte gedeelte van de takken
het Sap, omdat derzelver takken, die ver onder den geo- van den ſtam afſnijd , laatende maar eenige weinige klei.
kuleerden Knop waren , verguld waren ; inaar men heeft ne , om het Sap op te trekken .
veele zigtbaare proeven , in den Wörgaard en andere Het voorbeeld van den Ilex geënt op den engelſchen
bloedende boomen , van de terugkeering van het Sap, en Eick , ſchijnt een zeer aanmerkelijk bewijs te verſchaffen
de beurtelingſe voortdrijving deszelfs, op verſcheiden tij- tegen den omloop ; want indien er een vrije eervormige
den van den dag en nagt, en men heeft grootc reden , omloop van het Sap door den Eick en Ilex was, waarom
om te denken , dat het Sap van alle andere boomen zuik zouden de bladen van den Eick in den winter afvallen , en
eene beurtelingſe terugkeerende en voortgaande bewee. niet die van den Ilex.
ging heeft , veroorzaakt door de beurtwisſelingen van Een ander bewijs tegen een eenvormigen omloop van
dag en nagt, warmte en koude , nattigheid en droogte. het Sap in de Boomen , gelijk in de Dieren , kan gehaald
Want het Sap keert waarſchijnclijk in alle gewasſen worden uit de zeven -en -dertigſte proef van Dr. Hales ,
eenigermaate te rug van de toppen der takken , wanneer waaruit men gevonden heeft ,door drie pegels met kwik ,
de zon ze verlaat, om dat derzelver uitzettende kragt vast gemaakt aan denzelfden Wijngaard , dat terwijl zom
dan ophoudende, het ſterk uitgezet Sap en lucht , die er mige van zijne takken hunnen ſtaat van het Sap voort te
meede vermengd is , verdikt word , en minder plaats be. drijven veranderden in een ſtaat van ir drinken , andere
Naat dan te voren , en de dauw en regen worden dan het Sap bleeven voortdrijven , de één negen , en de an
ſterk ingedronken van de bladen , gelijk waarſchijnelijk der dertien dagen langer.
Is uit de 42ſte en verfcheiden andere proeven , waardoor Dat her Sap niet neerdaalt tusſchen den bast en het
de ſtam en takken der gewasſen , die door de groote uit. hout, gelijk de begunſtigers van den omloop onderſtel
waasſeming van den dag zeer waren uitgeput, bij nage len, ſchijnt hieruit te blijken , namelijk , dat indien er
Sap en dauw , uit de bladen konnen indrinken. de bast drie of vier duimen breed geheel in 't rond word
Want door verſcheiden proeven in het eerſte hoofd. afgenomen , het bloeden van den boom boven die naak .
ftuk van het gemelde Boek over de weeging der Gewas. te plaats veel vermindert , 't welk eene tegenſtrijdige uit.
fen, zijn de Planten gevonden merkelijk in zwaarte toe werking moest hebben , door nden loop van het te rug.
te neemen in dauwagtige en natte nagten. vloeijend Sap te onderſcheppe , indien het Sap door.
En door andere proeven met den Wijnſtok in het der. den bast nederdaalde.
de hoofdſtuk , is bevonden , dat de ſtam en takken der Maar men kan wel reden geeven van de vermindering
Wijngaarden , altijd in een indrinkenden ſtaatwaren , ver. van bloeden in dit geval , uithet
Fa
klaar bewijs, 't welk we
SAP SAP .
3216
in deeze proeven hebben , dat het Sap ſterk naar boven ſteente , waar van men de beſchrijving kan pazien op
getrokken word , door de kragtige werking van de door. SAFFIER.
waasſemende bladen , en aantrekkende haair-kleine vaten ; .
SAPINDUS , is de naam van cen Boom , die veel.
maar wanneer de bast eenige breedte onder de bloeden . vuldig op Jamaika, de Barbados , en de meeste andere
de plaats word afgeſneden , word het Sap , 't welk tus. Plaatzen van de Westindien groeit. Tournef. Inf. R.
ſchen den bast en het hout is , onder de plaats die van
Herb. noemt denzelven , Sapindus foliis costa alatae inna.
bast ontbloot is , beroofd door de ſterke aantrekkende
ſcentibus ; en het is, de Nuciprunifera arbor americana ,
kragt van de bladen , en gevolglijk kan de bloedende wond
fru & u faponario orbiculato monococco nigro , van Pluing.
niet zo ſchielijk met Sap verzorgd worden , gelijk te vo-
TUS ; (Sapindus foliis pinnatis. Linn. Spec.Plant.)
ren , eer er de bast was afgenomen . Deeze Boom , die bezwaarlijk bij ons word voortge.
Maar de aanmerkelijkſte tegenwerping tegen deeze kweekt , grocit in zijn natuurlijke ſtandplaats zeer hoog ;
voortgaande beweeging van het Sap zonder omloop; deszelfs Bladen zijn van een zonderling maakzel, zeer
komt hier uit voort , namelijk , dat de loop veel te ſnel lang en ſmal , hebbende aan weerzijden zoonen, die ome
is tot eene behoorlijke kooking van het Sap , om te kon trent om de twee duim veeren of vleugels hebben tegen
nen voeden , terwijl de natuur in de Dieren verzorgd over malkanderen ſtaande, en in eenen oneffen vleugel
heeft, dat veele deelen van het bloed een langen loop eindigen . De Bloemen koomen aan het end van de tako
af eggen , eer ze of tot de voeding gebruikt , of van het ken voort, zijnde klein , wit en aan trosſen groeijende.
Dier uitgeloosd worden . Deeze worden van bruine, bolronde Beſiën gevolgt, om.
Maar wanneer we aanmerken , dat bet groot werk van trent zo groot als kerſera, hebbende zeer weinig merg ,
voeding in de Gewasſen , zo wel als in de Dieren (ver- dog met een bruine ſchilomtogen , die een ronde , har
ſta nadathet voedzel gegaan is in de Aders en Slag.aders de, zwarte Noot bedekt. Deeze Nooten zijn voor dee
der Dieren ) voornamelijk voortgezet word in de fijne zen in Europa gebragt , om er knoopen van te maa
haair-kleine vaten , alwaar de natuur uitkiest en veree. ken , waar toe ze zeer dienſtig zijn, om dat ze nimmer
nigt , zo als met haare verſcheiden eindens best opereen berſten. De ſchil die de Noot omringd, ſchuimt gelijk
koint, de verſcheiden onderling zich aantrekkende voe. zeep , en word in Amerika gebruikt , om imoen te was.
dende deeltjes , die tot dus ver geſcheiden waren gehou ſchen.
den door de beweeging van het vloeibaar voer.vogt; zul. SAPONARIA , zie ZEEP KRUID.
len we bevinden , dat de natuur een overvloedigen voor. SAPOTA , is de naam die de Inboorlingen van de
raad tot dit werk gemaakt heeft in het zamenſtel der ge- Westindien ,aan een hooggroeijende Boom geeven ; en
wasſen , die geheel en al uit niets anders zijn toege. waar van twee zoorten zijn , als ,
ſteld , dan uit ontelbaare fijne haair-kleine vaten en klier- 1. Sapota met een kleine vrugt , van gedaante als een
agtige deeltjes of blaasjes . tol ; (Sapota fru & u turbinato minori. Plum. Noy. Gene
Alle deeze proeven en waarneemingen met aandagt Plani.)
overweegende , zoude men overhellen om te beſluiten , 2. Sapota met een groote eironde vrugt; Sapota fruitu
dat er geen omloop van Sappen in de gewasſen plaats opata majori. Plum . Nov. Gen. Plant ; Arbor america.
vind, niettegenſtaande het geen kundige Mannen uit ver. na pomifera, frondoſis ramulis, foliis amplis longioribus
ſcheidene fraaije waarnemingen en proeven hebben be- obtuſis duris venoſismargineæquali Pluk. Alm . 39.;
Nooten , die ook ten klaarſten bewijzen , dat het Şap ee- ( Achras. Linn. Spec. Plant.)
nigermaate te rug keert van den top naar de laager deelen Beſchrijving. Deeze Boomen groeijen in Amerika ect
der Planten , waar uit ze met veel waarſchijnlijkheid ge . de hoogte van vijfendertig of veertig voeten , hebbende
oordeelt hebben , dat het Sap in de Planten omloopt . eenen regten ſtam , met een aschgrzauwe Bast overtogen .
De Takken koomen aan alle kanten voort , zo dat ze
Middel om he: Sap uit de Boomen te trekken , een geregelde en aanzienlijke Kroon maaken : Deeze
Deongen op Paat XXXXIX bovenſte figuur Naande, zijn met Bladen bezet , van een voet lang , en bijna drie
zal men zich een volkoomen denkbeeld kunnen vormen , duimen breed. De Bloemen die uit de takken voortkoo .
hoedanig zulks geſchied. Men boort in 't voorjaar , een men , hebben de koleur van room ; en wanneer deezen
hand breed drie à vier boven den grond , een gat tothalf afvallen , wordenze van groote , eironde of tolgewijze
wegen in den Boom , ſteekt er een hol pijpje in van hard Vrugten gevolgd , die bedekt zijn met een bruinagtige
hout of tin , en ontvangt door dat middel het Sap in een ſchil, waar onder een dik merg is van een bruinagtige
yles of kruik . koleur , zeer zoet en in ſmaak met de marmelade van
SAPAJOU ; deeze naam word aan een zoort van klei- Kweepeeren overeenkoomende, wordende aldaar ook
ne Aap gegeeven , die eigentlijk onder het geſlagt der veelvuldig gegeeten , en niet ongezond gergt.
Meerkatten behoort. Dezelve heeft een lange Staart Plaats. De eerſte zoort groeit omtrent Panama, en
en korte Snuit , en is verſcheiden van koleur , als bruin , sommige andere plaatzen , in de SpaanſcheWestindien .De
zwart , geel enz. tweede zoort , is zeer gemeen op Jamaika , de Barbados ,
SAPAN-HOUT , dusdanig word het hout van een en de ineeste Eilanden in de Westindien , alwaar deeze
zekere Oostindiſche Boom genoemd, die ter hoogte van Boomen om de lekkerheid hunner vrugten , in de tuinen
onzen Lindeboom groeit. De Verwers gebruiken dit worden geplant.
hout 't welk rood is ,op dezelfde wijze , als het Braſilien . SAPOTILLE , is de vrugt van een Amerikaanſche
hout. Boom , door de Inwooners van het land , gewoonlijk Sa.
SAPGROEN , dusdaanig word alle groene Verf ge . poullier genoemd , aan welken de Europeers ook de naam
noemd , die tot het tekenen of miniatuur-ſchilderen ge. van Amerikaanſche Appel- of Peer-boom geeven , en wel.
bruikt word , en uit eenige planten of kruiden is ver. ke LINNÆUS door die van Achrus Plumieri heeft bete.
vaardigt . Zie MINIATUUR SCHILDEREN , kend .
SAPHIER -STEEN , is de paam van een Edelge. De korrels , of eerer de pitten van deezen vrugt, zijn
reeds:
SAP . Plaat 4.9

re

de Bakker fecit, 2741.


SCHAAP .
!
SAP. SAR . SAR . 3277
reeds voor lang in Amerika gebruikt , als een dienſtig gen , in Vrouwen- of Exelinnen-melk , met wat rooſe wae
middel tegens geweekt,en de oogleden
het kolijk ; en derzelver gebruik is zedert terSARCOEPIPLOCELE daar mede beſtreeken .
omtrenttwintig jaaren , in zommige Provintien van , betekent een Net- of Vleesch .
Vrankrijk aan de zee gelegen , gemeen geworden. Men breuk.
vind eene verhandeling over dat onderwerp van den Hr. SARCOLOGIA , is de latijnſche naam van dat gedeel.
RANSON , in de Journal de Medicine 1700. te der Ontleedkunde , 't welk van het vleesch , en der
SAPPADILLE , is de naam van een Westindiſche weeke deelen van het lighaain handelt.
Boom , die ter oorzaake van deszelfs vrugt , waar van de De Ontleedkunde word in twee deelen verdeelt ; na:
Inwooners veel werk maaken , zorgvuldig in Jamaika en melijk in Oſteologia , en Sarcologia. De eerſte bandele
de Barbadiſche eilanden word gekweekt. Deezen Boom van de beenderen en kraakbeenderen , en de tweede
noemt de Ridder Hans SLOANE , in deszelfs Catal. Plant. van het vleesch en de weeke deelen .
Jam.; Anona foliis laurinis, glabris , viridi-fuscis , fručtu SARCOMA , berekend een Vleesc!!.
gewas , en wel
minore , retundo, viridi-flavo, Scabro , Seminibus fuscis, inzonderheid een zodanig, 't welk aan de neus eigen is;
Splendentibus, fisſura alba notatis. de oorzaak en geneezing koomen genoegzaam met de Po
De Sappadille" is de meest geagtſte zoort van Anona ; lijpus overeen ; zie POLIJPUS .
die Boom groeit ter hoogte van een Appelboom ; des. SARCOPHAGUS , deeze naam word in 't algemeen ge.
zelfs Bladen zijn gelijk aan die van den Laurier , glad , geeven aan al wat vleesch eet of verteert. Door de oude
bruinagtig groen ; de Bloemen zijn van drie helmſtijltjes Dichters is om deeze reden de Dood ook met deezen
ſtaandeop een ſtampertje , zamengeſteld ; na dat de Bloe- naam beſtempelt. Inzonderheid is de naam van Sarcopha
men zijn afgevallen, koomt er eene Vrugt te voorſchijn, gus aan een zekere Steen gegeeven , die in 't latijn den
die met een ſchors is bedekt , en waar van het vleesch naam van Afius lapis en ook Chernites draagt , in 't fransch
de hokjes
kende of celletjes
zaaden omringt, in welke bruine ,blin- Pierre d'Asſo of Pierre ashenne , zijnde ligt en ſponsag
zijn bevat. De vrugt deezer Boom is tig , en kunnende gemakkelijk tot gruis gevreeven worden ;
kleiner als die der andere zoorten van Anona ; de ge- dczelve is witagtig van koleur en overal met geele adeo
daanie is rond , en de koleur word in het rijpen geelagtig. ren bezaaid , en van buiten als 't waare met ſtof of meel
SAPPE , is de naam die de inwooners van Friesland overdekt, aan de tong gewreeven van een zilcige en ee
aan eene verkoelende zomerſpijze geeven , welke op de nigzints ſcherpe ſmaak. Deeze Steen word in klein A:
volgende wijze word bereid. Neemt een groote potmet fie, in Italie, en elders in zommige ſteengroeven gevon.
ſuip of karnemelk, zet dezelve op een koele plaats zon- den. De Ouden gebruikten dietot opbouwingvanhun
der er iets anders aan te doen , en laat het dus zo lange neGrafſteden ,ten einde de Lijken daar door ſpoedigmog
ſtaan tot dat het wateragtige naar beneden is gezonken ten worden verteerd , voor en al eer de verrotting dezel.
en het dikke boven drijft; ſchept dan dit dikke er af, ve aantastede. Denaam van deeze Steen zegtmen af
roert het ter deegen effen , en geeft het op tafel met geleid te zijn van de Stad Afius in het landſchap Troasge
ſtrooizuiker of fijroop. legen , alwaar hij , gelijk reeds is gezegt ,tot de begraaving
SARCELLE, zie EENDEN , 9. XXIII. pag . 588. der Dooden diende , die van alle kanten uit Griekenland
SARCOCELÉ , zie VLEESCH BREUK. derwaarts wierden gebragt. Hij wierd acprópazos van
SARCOCOLLA of Vleeschlijm , is de naam van een het griekſche woord cxpě , dat is vleesch , en paqur, ee
uitbeemsch gewas , 't welk in 't grieksch word genoemd , ten , verteeren , genoemd , dewijl hij het doode vleesch
raproxóms ; in 't arabisch Aufarot; door PlukNetus in ſchielijk tot ſtof bragt.
Mant. 183. Tithijmali mijrfinitis ſpecie arbuscula ethio. Het is in de Grafſteden van deeze Steenen, die ook in aan.
pica , Subrotundis foliis e ſtoechudis arabicæ Squamato capi. merking van de ſtoffe waar uit zij waaren zamengeſteld met
tulo duro lachrijmam fundens; ( Penæa foliis ovatis planis. de naam van Sarcophagi wierden betekend , dat men oud
LINN . Spec. Plant.) tijds de beenderen of lighaamen der groote Heeren , na
Beſchrijving. Dit gewas is een zeer doorn- en knob: hunnen dood bewaarde . CassioDORUS ſpreekt er in dee
belagtige Heester , hebbende bleekgeele Bladen , die veel ze bewoordingen van : Artis tuæ peritia dele &tati, quam
gelijkvormigheid met de Sénes-bladen hebben. De Gom in exavendis , atque ornandis marmoribus exerces , præfen
welke uit dit Boompje zweet , is eigentlijk de zo ge ti auctoritate concedimus ut te rationabiliter ordinante disa
noemde Vleeschlijm , koomende als traanen uit den Bast penſentur arcæ quæ in Ravennati urbe ad recondenda fune
voort , of van zelf, of als in den Boom een (pleet ge. ra diſtrahantur ; quarum beneficio cadavera in ſupernis hi
maaktword .Totons komt hij geheel klein gekorrelt,is zeer mata funt, lugentium non parva conſolatio. Het is van een
bros in het aanraaken , rood- of witagtig.geel van koleur , dergelijk graf of Sarcophagus 't welk eertijds te Rome in
en van ſmaak bitter. Volgens Pomer moet men de zo. de Appiaanſche weg is gevonden , dat men het volgende
darige kieſen , die versch is, witagtig van koleur, bitter opſchrift of infcriptie heeft getrokken.
van ſmaak , vol gaten , en als ſchuimagtig, zo dat ze
zich ligt in water laat oplosſen. D. M. S.
Gebruik. De Vleeschlijm of Sarcacolla word een ver- C. Crerellio. C. F. Tab. Pultheriano Sabino
warmnende , zamenirekkende , rijpmakende , en zeer Vix. An. LXXI. M. IIII. D. VIII . H. VII . C.
wondheelende kragt coegefchreeven , dog weinig meer Cærellius. Raneus. Sabinus. Sarcophagum fecit
in de geneeskunde gebruikt , inzonderheid niet inwendig , marmoreum VI nonas Maii
dewijl ze een ſcherpe en brandende hoedanigheid bezit. M. Junio Sullano, & L. Norbano Balboa
Uitwendig dient dezelve , om ’t bloed te ſtillen , 't poei. Coll. H. M. D. M. A.
jer daar van met eijwit of terpentijn gemengd ; de wonden
te zuiveren , ' t zaamen te hegten en te heelen, en tot Henckel is van gedagten , datdeeze Steen niet anders
dien einde in zommige pleisters gemengd. Ook prijst is, als eene zelfſtandigheid aitPirijten zamengefteld,die tot
men het voor onſtookene, druipende , en donkere Oo- vitriool overgaat ; om reden dat het vitricol, de hoe
F 3 dar
3218 SAR . SAR .

danigheid heeft om al wat vleesch is , te knaagen. SARNIUS LAPIS , dusdanig noemt MERCATUS een
SARCOTICA , betekent Vleeschmaakenıle middelen , Steen
of om eigentlijher te ſpreeken , de zodanige , welke de be-
, die na een hoop verſteende Planten gelijkt.
SARRACENA , dit Americaansch Kruidgewas , 't welk
letzelen wegruinen ,die aan de werkende natuur tegen door de Hr. Tournefort zodanig is genoemd , ter ee.
ſtand bieden ; want dat het vleesch weder aangroeit , is re van Dr. SARRASIN een verſtandig Kruidkenner , die
eene uitwerking der natuur, om dat men met het lijmag- de Plant aan bovengenoemde Heer van Kanada te Parijs
tig deel des bloeds , dat geene 't welk verlooren is , we- had gezonden , is maar eene zoort van , ſchoon de Heer
derom zoekt te vernieuwen. Onder deeze iniddelen telt LINNeus nog eene verandering iteit , inet geele bloemen).
men de Sarcocolla , Hijpericum , Uimaria , Plantago, De Kanadeeſche Sarracena met holle geoorde bladen ;
Bardana , Peruaanſche Bulfem enz. Sarracena canadenſis foliis cavis & auritis. TOURNET .
SARDACHATÉS, is de naam welke door de Ouden Inft. Rei. Herb.; Bucanephijllum americanum , limonio
aan een Agaatſteen is gegeeven , die mei Cornalijn of congener di&tum ; ( Sarracena foliis gibbis. Linn. Spec.
eerder Sardonix is vermeng i ;dezelve is wit, en met geel Plant.)
of roodagtige aderen en vlakken foorza iit. Beſchrijving. De Bladen van de Sarracena ſpruiten
De Hr. Hill zegt,dat de grond van eezen ſteen bleek. ieder voorjaar uit den wortel , zijnde agt of negen in ge
aguig wit is , dat men er zeer veele kleine roode vlak. tal , die klein zijn van onderen , maar van boven groo .
jes in gewaar word , en dat de Sardachates die aan de terworden zoort, en hol zijn als een kruik, hebbendevan
oevers van eenigeindiaanſche rivieren word gevonden boven een van aanhangzel, eenigzints naar een
, o dat deeze Bladen doorgaans veel wa.
zeer hard is, en een fraaij polijst aanneemt. Zie Hills Aap gelijkende z
natural. Hiſtorij of Fosſils. ter bevatten. Tusſchen de Bladen groeit de Bloeiſteng
SARDELLEN , zie HAARINGEN , 9. II . p.982 . op , brengende aan den top verſcheidene roosagtige
SARDONISCH LACHGEN , zie LACHGEN . Bloemen voort,van een purperverwige koleur , wordende
SARDONIX , isde naain van een Edelgeſteente,wel. van rondagtige Vrugtengevolgd.
ke een geelagtige koleur heeft , van den aart der Agaat Plaats. Deeze Plant groeit natuurlijk in Nieuw -En
is , veel doorſchijnentheid heeft, en min of meer ver. geland , Virginien , en verſcheiden plaatzen van Noord
Icheiden is door de levendigheid van deszelfs koleur, die Amerika , in moerasſen en zodanige plaatzen , waar op
zomtijds helder geel is , ook wel eens donkerer naar het doorgaans in den winterwater ſtaat.
bruine trekkende, de eene ook veel zuiverer en ſchooner als SARSEPARILLE , Salſeparille , in 't latijn Saljepe.
de andere. De ineeste Schrijvers hebben deeze ſteen met rilla ; Smilax vituculis asperis virginiana , folio hederaceo
de Cornalijn ( carneolus) verward , maar zulks is te onreg. leni Zarza nobilisjima. PLUKN. Alm . 348. (Smilax caule
te ; dewijl hetom zo te ſpreeken tot de beſtaanbaarheid van aculeato angulatos foliis inermibus ovatis retufo-mucrona
de Cornalijn behoort , dat die rood zij, en bet is op die ko. tis. LINN. Spec. Plant.)
leur dat deszelfs naam is gegrond , terwijl de Sardoni.t B.ſchrijving. Dit Kruidgewas ſchiet uit lange , buig.
altoos geel is. De naam van deeze ſteen, zegt men , zaane, dunne wortels , verſcheidene stengels die hout.
af komſtig te zijn ,om dat mendezelvenabij de ſtad Sar- agtig, taaij, groen van koleur, en wijnrankagtig zijn,
des in klein Aſien pleeg te vinden, of volgens anderen , op daarde kruipende , en hebbende ter wederzijden kleine
van het eijland Sardinien, alwaar men zegt, dat zij ge ſtompe doornen ; hier aan groeijen Bladen die van vijf
meen waaren. De Ouden bedienden er zich veelvuldig tot twaalf vingeren lang , aan’t einde toegepunt, en van
van om Cachets in te graveeren, dat gebruik is zo alge. drie tot vijf vingeren breed, van koleur na buiten toe hel.
meen niet bij de hedendaagſche ; men graveert thans meer der, dog binnenwaarts donker groen zijn; bij ieder Bladſteel
op Cornalijnen . Het is denkelijk dat het de Sardonix is koomen twee koordjes of ſtrengele es voort , zijnde lang
geweest , welke de ouden onder de naam van Sarda en en taai ;, door welk middel dit kruidgewas zich aan an .
Sardion hebben willen betekenen. dere Planten vast hegt ; de Bloemen ſtaan druifgewijze
SARDIN , zie HAARINGEN , n .II.p.982 . bij een , zijnde klein, wit , en ſtervormig ; uitgebloeid
SARDIJNEN -EETER , deezen naam word wel aan zijnde , volgen er Beſiën, die in't begin groen , daar na
zeker zoortvan Walvisſchen gegeeven , die men zegt dat vermiljoen rood worden , dog geheel rijp zijnde zwart
gantsche Schoolen van deeze Vischjes kunnen inzwelgen . worden , van grootte als kleine Kersſen , elk daar van
SARGAZO , is een zoort van beſiëndraagende Zee- zit aan een bijzondere korte ſteel, die met veele andere
Vrugt, die genoemd word , Lenticula marina,ferratis fou te zaamen een kroontje maaken ; deeze Beſiën bevatten
liis. Parkins. Theatr. 1281 ; Fucus folliculaceus ferrato ſteenen , die witagtig geel en hard zijn , hebbende van
folio. C. Bauh. Pinn. 305. Rau Hift. I. 72. Tour- binnen een witagtig merg,
ner. Inſt. Rei Herbar. 508. De naam van Sargazo is Plaats. De Sarſaparille groeit op vogtige plaatzen in
2 portugeesch. Dat Volk noemt de uitgeſtrektheid der Mexico , Peru , Braſil, Virginien enz.
zee tusſchen de Caapverdiſche en Kanariſche eilanden , Gebruik . Het is alleen de wortel van dit Kruid wel.
benevens het vaste land van Afrika, Mar de Sargazo, ke men in de Geneeskunde gebruikt , wordende daar aan,
om dat dezelve inet dic Planten als overdekt is . Zij een verwarmende, opdroogende, zweetdrijvende , en
ſpruit verſcheidene dunne takken uit , die als door een bloedzuiverende kragt toegeſchreeven ; word derhalven
zijn gevlogten , van een grijsagtige koleur ; haare bladen zeerdienstig geagt , voor de jicht , het podagra , cathar.
zijn lang, dun , ſmal, getand en van een roodagtige ko. ren , zinkingen enz ., in decoctie alleen , dog meest met
leur; de vrugtbeſtaat in een ronde beſië , zo groot als een china-wortel , Saffraan , en meer gelijkzoortige din
peperkorrel , ligt en van binnen ledig. gen , gebruikt; ook verſtrekt de Sarfaparille tot een
SARMENIUS LAPIS , is denaam die eerige Schrij . ingredient in de zweetdranken voor de Spaanſche Pok.
vers aan een Steen hebben gegeeven , welke gebruikt ken , als mede voor vuile wonden en gezweeren enz.
wierd om het goud mede te polijsten , en waar aan men SARSIO JUS - NO- KI , is de naam van een Boom wele
de deugd toeſchreef, van de Miskraamen voor te koomen. ke in Japan groeit, en ook Yſerboom word genoemd ; hij
is
SAS . SAT. SAT. 3219
is buitengemeen groot; debladen beurtelings tegens mal . De Satelliten zijn tot aan de uitvinding der Telescoo .
kanderen overſtaande, zijn langwerpig , gepunt , twee pen toe , onbekend geweest , dewijl men met het blooce
duim lang , onegaal, dik , hard , zonder inſnijdingen ; zijn oog geene kan onderſcheiden , behalven alleen die van
vrugt die zonder ſteel aan 't bovenſte der kleine takskens onzen Aardkloor .
groeit , is van een kegelagtige gedaante; zij word op. Wij kennen geen andere Satelliten , als die van onzen
droogende, houtagtig , en is van binnen even als de gal. Aardkloot, van Jupiter en Saturnus; en men heeftniet
noot uitgeknaagd ; versch geplukt zijnde, is zij zo dik veel reden om te hoopen ,dat er in ' t vervolg van tijd an
dat zij een hand kan vuilen . De Aapen houden veel van deren zullen ontdekt worden , dewijl men alle de Planee.
haar , 't welk ook de naam van Sarſio berekend. ten met de beste en grootſte Telescoopen heeft beſchouwt
SASSAFRAS -BOOM ;. dit uitlandsch Boomgewas , 'c en onderzogt. Het is echter twijffelagtig, of er niet
welk door de Heer LINNÆUS onder het geſagt der Lau . ééne is , die rondsomme de Planeet Venus draait.
rieren is geplaatst, noemt BAUHINUS in Pin . 431 Sas. SIMON MARIUS Mathematicus bij de Keurvorst van
3 Safras arbor , ex florida ,ficulneo folio ;, Cornusmas odo : Brandenburg, ontdekte in het laatst van november 1609,
rata, folia trifido, inargineplano ,Sasſaphras dicto. Pluk drie kleine Sterren digt bij Jupiter, die hem toeſcheenen
net. Amalth. 66 .; ( Laurus foliis integris trilobisque. dat deezen Planeet verzelden , en rondsom haar draai.
Linn . Spec. Plant.) den ; en in januarij 1610 beſpeurde hij er een vierde.
Beſchrijving: De Sasſafras is een Boom van gedaan. In dezelfde maand, deed GALILÆUS de eigenſte ondek
te als een middelbaare Pijnboom , alleen aan den top tak- king in Italien , en hij maakte dat zelfde jaar zijne onto
ken voortbrengende, waar aan Bladen groeijen die zeer dekkingen door den druk wereldkundig; het is zedert
veel overeenkomst met de vijgebladen hebben ; dog ee- dien tijd , dat men heeft begonnen om de Satelliten van
nigzints ſpits en hoekagtig zijn, altijd aan de Boom blij. Jupiter waarteneemen.
vende , donker groen van koleur , welruikende , inzon. GALILÆUS om zijnen Beſchermer te eeren , noemde
derheid wanneer droog zijn ; de Schors of Bast van den deeze kleine Planeeten , ' Ajira Medicea ; en in Italie
Boom is van binnen effen en zwart , van buiten gerim ſtaat men er nog op , om aan haar dien naam te geeven ;
pelt en uit den aschgraauwen roodagtig , ſcherp , en niet maar men noemt ze nergens anders zodanig. MARIUS
onaargenaam van (maak ; het Hout zelve is wit , iets ná die haar het eerſte had gezien , noemde die welke't naast
den aschgraauwen trekkende , niet zo ſcherp van reuk en aan Jupiter ſtond , Mercurius jovialis ; de tweede , Venus
ſmaak als de bast ; de Wortels die niet diep in de grond jovialis ; de derde , Jupiter jovialis ; en de vierde , Satur
voortkruipen , zijn met een ſchors of bast omtoogen , nus jovialis.
die fpecerijagtiger is , als die , welke de Boom zelve be. De Satelliten van Saturnus , zijn vijf kleine Planeeten ,
dekt. Men zegt , dat de Spanjaarts eerst in Amerika die rondsomine denzelven draaijen.
landende , de Bosſchen van deeze Boomen , doorde ver- SATER of Bosch -Mensch , ook Wilde-Mensch ge.
{preiding van derzelver aangenaame en ſpecerijagtigen noemd , in 't latijn Satijrus. Onder de Ouden is het,
reuk milleid , voor kaneel-bosſchen aanzaagen. denkbeeld algemeen geweest, dat er zekere Schepzels
Plaats. De Sasſafras boom , groeit natuurlijk in Flo waren , die als een middelzoort uitmaakten , tusſchen de
rida , Virginien , Carolina , en meer ander Westindi. Menſchen en Beeſten . Men noemde dezelven Saters ,
ſche plaatzen. en de Poëeten , altijd gewoon hunne verhaalen op te
Kweeking. Wil men die bij ons cultiveeren , zo moet ſchikken inet herzensſchimmen , gaven dergelijke Schep
men dezelfde bebandeling in agt neemen , als ten aanzien zels voor halve Goden uit , onder den naam van Fauni.
van de Laurier-Boom is geleert. Zie LAURIER. Zij beſchreeven ze als Wangedrogten , die in 't boven
BOOM . lijf wel de gedaante van een Mensch , dog hoorens op
Gebruik. Het Hout en de Bast of Schors beide , wor. het hoofd hadden en van onderen naar Bokken gelee.
den in de Geneeskunde gebruikt, en daar aan een ken. De Oudvader HIERONIMUS verhaalt , dat zulk
openende , verdunnende , zweetdrijvende en verſter. een Monſter aan St. Antonius verſcheen , en dat een
kende kragt toegeſchreeven ; diensvolgens zeer ge- dergelijk Schepzel , onder de regeering van Konstan
preezen , door de konse tot esſens of extra & gemaakt , TIJN , levendig te Alexandrie in Egijpten was gezien.
voor inwendige verſtoptheden , catharren , zinkingen , PLUTARCHUS ſchrijft, dat aan SIJLLA een levendige
jigt , podagra, kwijnziekte, waterzugt, ſchurft, vuile Sater vereerd wierd , en DIODORUS Siculus dar de
gezweeren, en andere onzuiverheden der buid. Voor Tijran Dionysius er verſcheidene kreeg , welke lang
venus-ziekten , in infuſie of decottie alleen tot twee on. hoofdhaair hadden , dat hun tot midden op den buik
cen , dog beter met china-wortel en dergelijke gebruikt. hing.
SATELLITEN , of Trawanten , worden in de Sterre. Zo verward als deeze denkbeelden der Ouden wa
kunde zodanige kleine Planeten genoemd , welke ronds. ren , aangaande de lighaamsgeſtalte van een Schepzel,
om een grooten Planeet loopen , en den zelven geduu- dat wezentlijk in de natuur gevonden word ; zo naauw.
rig in haaren loop rondsom de Zon verzellen. Saturnus keurig is de beſchrijving , welke PLINIUS daarvan
heeft vijf zodanige Satelliten , Jupiter vier, en onzen geeft. Hij ſchrijft, naamelijk ; ,, dat de Sater een Dier
Aardkloot één , zijnde dat hemellicht 't welk vij Maan is , leevende op de bergen van Oostindie , kunnende zo
noemen. wel op vier voeten loopen , als regt op gaan in men .
Men bedientzich zomtijds onverſchillig van de woor- ſchelijke gedaante , dog ruig over 't gantſcheLighaam ;
den Maanen of Satelliten , en men zegt de Maanen van dat het geheel ongemanierd is , in de bosſchen zijn
Jupiter, of de Satelliter van Jupiter ; dog doorgaans word ſchuilplaats zoekt , en de ontmoeting van Menſchen zo
echter het woord Maan alleen gebruikt om de Satelliet veel mogelijk vermijdt. " Sommige Rabbijnen verbaa
van den Aardkloot mede uittedrukken , en men noemt len zeer belagchelijk , dat de Schepper , toen hijbezig
Satelliten de kleine Maanen , die rondsomme Jupiter en was met deeze Schepzels te inaaken , van den Sabbath
Saturnus zijn ontdekt geworden. overvallen werd en ze om die reden onvolkoomen had
ge
3220 SAT. SAT.

gelaaten. De Poëeten geeven hunne afers op als voor- Afrika. Het heeft een ongemeene kragt , en , ſchoon
beelden van onbeſchaamde onkuischheid , noemende de het op de agterſte pooten alleen loopt , is het zo vlug
zelven zomtijds de dertele Godheden der Bosſchen. Zo ter been , dat men moeite heeft om het magtig te wor .
dat men , omtrent de woonplaats deczer Dieren , en hun. den. Luiden van aanzien gaan op hetzelve ter jagt ,
ne houding in 't algemeen , een groote overeenkomst vindt gelijk wij op de Herten ; en deeze jagt is het gewoone
met den hedendaags bekenden Bosch Mensch der Indiën. vermaak van den Koning. Het is over 't geheele lijf
Drie Eilanden , tegen over India , aan de andere zijde zeer ruig , de oogen ſtaan diep in 't hoofd , 't gelaat is
van de Ganges, zegt Ptolomeus , worden door Saters wild , het aangezigt, als door de zonneſchijn verbrand ,
bewoond. Ook is er een gebergte van Æthiopie , digt heeft alle trekken taamelijk regelmaatig , dog grof. Dit
bij den Arabiſchen zeeboezem , dat Promontorium Sa had ik vernomen van een onzer Kooplieden , die eenigen
tijroruin , of Saters- Kaap, plagt genoemd te worden. tijd op 't gemelde eiland zijn verblijf gehouden had ,
De Sater is eigentlijk dat Schepzel, 't welk door de maar noeg er weinig geloof aan , tot dat ik , van China
Geneesheer BONTIUS die te Batavia heeft gepraktizeerd , te rugkomende langs de kust van Koromandel, in de
onder den naam van Orang-Outang , 't welk in de Indie ſtraat van Malakka zelfs een zoort van Aap zag , die
ſche taal Bosch -Mensch betekend , is afgebeeld en beſchree- mij het gezegde zeer waarſchijnlijk maakte.
ven . Uit die afbeelding blijkt , dat dezelve niet alleen Deeze loopt natuurlijk op zijne twee agterſte poo ,
over 't geheele Lighaam ruig is, maar lang baair heeft om ten , welken bij een weinig buigt gelijk een Hond , die
het Hoofd, en zelfs in de rondte om 't geheele Aange. men danzen geleerd heeft . Hijbedient zich , gelijk wij ,
zigt , dat anders kaal is , en niet veel van eens Menſchen van zijne beide armen. Het aangezigt is bijna even 20
gelaat verſchilt. Dit was een wijfjes Sater, zegt Bon. van gedaante , als dat der wilde Menſchen aan de Kaap
Tius , die zich met veel beſchaamdheid voor onbekende de Goede Hoop , maar het lighaam is t’eenemaal bedekt
Menſchen verbergde, bedekkende zelfs het aangezigt met een witte , zwarte of bruine wol . Het geluid , dat
met de handen ; zij ſtortte zomtijds veel traanen , zugt. bij maakt, is volkomen gelijk aan 't krijten van een
te zwaar en bedreef andere daaden van menschlijkheid; Kind. Voor 't overige zijn alle de gebaarden van dit
zo dat haar niets ſcheen te ontbreeken dan de ſpraak. Dier zo menſchelijk ; het drukt zijne driften zo leven
De Javaanen zeggen ( voegt hij er bij), dat zijwelkun- dig en zo kenbaat uit , dat geen ſtomme zijne aandoe
nen maar niet willen ſpreeken , op dat de Menſchen hun ningen en begeerten duidelijker kan te kennen geeven ,
niet vergen zullen te werken ; dat waarlijk belagchelijk is. Deeze Dieren ſchijnen inzonderheid van een zeer teder
Ik heb er verſcheide (zege bij) regt op zien gaan , van naturel te zijn , en , om hunne genegenheid te toonen
beiderleij Sexe , en onder anderen die , waar van ik hier voor de genen die zij kennen en lief hebben, omhelzen
de afbeelding geef. Men meent dat zij gebooren wor. en kusſen zij dezelven met eene minzaamheid , welke
den uit Indiſche Vrouwsperſoonen , die zich door wel iemand verſteld doet ſtaan. Zij hebben nog eene bijzon
Justigheid met Aapen of Baviaanen vermengen, en dit is dere beweeging , die in geen ander Beest gevonden
te meer geloofbaar, om dat in de bosſchen van Java Aa. word , te weeten, dat zij gelijk de Kinderen van blijd
pen , Baviaanen en Meerkatten , in menigte zijn. Bont. ſchap of ſpijt huppelen, wanneer men hun geeft of wei.
Hiſt. Nat. & Med. Ind. Orient. p. 84. gert , 't geen zij met zeer veel drift begeeren.
In de Reisbeſchrijving van Leguat word geſprooken Schoon zij zeer groot zijn , want die ik gezien heb
van een dergelijk Dier , dat hij insgelijks op 'e Eiland (zegt Pater le Comte) hadden de hoogte van ten min.
Java gezien hadt, hebbende een klein Huisje op de punt de vier voeten , is hunne vlugheid en behendigheid on
van 't bolwerk , de Safier genoemd. Het zelve was ook geloofbaar . Men kan ze niet zonder vermaak en ver
een Wijfje en geleek zeer veel naar een Mensch in ge- wondering zien klauteren in het want der ſchepen , daar
ſtalte des lighaams, loopende dikwils regt op de agter. zij zomtijds zulke grappen aanregten , als of zijde konst
pooten , als wanneer het met de eene hand zorgvuldig van tuimelen geleerd hadden , en , even gelijk de koor.
de ſchamelheid bedekte. Het was haairig over 't gehee- dedanzers, beloond werden voor 't pleizier, dat zij 't
le lighaam , behalve het aangezigt en de handen , ge. gezelſchap aandoen. Dan gaan zij eens aan een arm
lijkende in gelaat bijzonder naar de Wijven der Hotten- hangen , en balanceeren eenigen tijd , als zonder erg , om
totten . Dagelijks maakte het zijn bed , en ging orden- aan den gang te komen ; vervolgens draaijen zij eens
tlijk met het hoofd op 't kusſen leggen , dekkende zich klaps , met gezwindheid , rondom het touw , even gelijk
met een deken toe , en hoofdpijn hebbende deedt het zich een molen of Ninger , die men in beweeging gebragt
een doek om 't hoofd . Dit Dier werdt als eene zeld heeft; dan eens vatten zij het touw , aglervolgelijk met
zaamheid naar Europa gezonden , dog ſtierf op de hoog. hunne vingers , die zij zeer lang hebben , en , bun gant.
te van de Kaap. Deeze Schrijver is ook van verbeel ſche lighaam in de lucht laatende vallen , loopen zij van't
ding, dat het wel uit de vermenging van een Slaavin eene end naar ' andere , uit alle magt, en komen met
met een Aap kon voortgekomen zijn. De afbeelding , gelijke ſnelheid te rug. Daar zijn geen poſtuuren die zij
welke hij daar van geeft , verſchilt vrij veel met die van niet aanneemen, nog bewcegingen , die zij zich niet ge.
ven ; met hun lighaam boogswijze te krommen , rond te
TULPIUS , welke een Orang -Outång afbeeld, die onder maaken
t geſagt der Aapen behoort. en dan te rollen als een kloot ; aan de handen ,
Leguat was van denkbeeld , dat dit Dier niet in 't voeten of tanden te gaan hangen , volgens de verſchei.
eiland Java alleen gevonden worde, en dit blijkt ook derleij aaperijën , welken hunne zonderlinge verbeelding
uit het verhaal van anderen. Op't eiland Borneo, zegt hun aan de hand geeft, en dit doen zij op de allerpoto
Pater Le Comte, is een Beest, datgrootte
Bosch -Mensch noemt , dewijl het in men de wilde of zigſte manier , die men zich verbeelden kan .
en poſtuur , Het allerverbaazendſte in deezen , echter , is hunne
in gelaat en alle leden des lighaams, zo volkomen naar vlugheid , om van 't eene touw op het andere te ſprin .
ons gelijkt, dat men het, op de ſpraak naa, naauwlijks
onderſcheiden kan van zommige woeſte Volkeren van gen, die dertig en vijftig voeten van elkander af zijn .
Ook deeden wij ze , om er nog meer pleizier van te heb .
ben ,
SAT . SAT.

ben , zomtijds naloopen door vijf of zesMatroozen, aan zelven tot zijnen dienst noodig hadt, en , inderdaad, de
dit ſlag yan oefening gewoon en zeer bedreeven in 't Aap ſchonk voor 't geheele Gezelſchap in , na dat hij
beklimmen van het want. Als dan maakten onze Aapen , de glazen wel badt omgeſpoeld, en begaf zich eindelijk ,
om ze te ontwijken , zulke verbaazende ſprongen , en op zijn beurt , zelfs aan 't eeten en drinken , geevende
lieten zich zo knaphandig langs de masten en rees neder- de Gasten door de grimmasſen , die hij maakte , veel
glijden, dat zij eer ſcheenen te vlicgen dan te loopen , pleizier.
en hunne gezwindheid overtrof al 't geene men in andere Men kan naauwlijks twijffelen , of het is de zelfde
Dieren ziet. Deeze zoort van Aap(voegt hij er bij) is zoort van Dieren , waar aan de Engelſchen den naam
de Bosch-Mensch of Orang-Outang der Indiaanen , en de geeven van Champaniz , volgens den Abt Prevost , of
Baris van NIEREMBERG . Chimpanzee volgens den Heer Klein. Zodanig een
1, De Heer BRISSON heeft deezen Bosch-Menschgeplaatst Bosch -Mensch of Sater is , in den Jaar 1740 , op de St.
in het geſlagt der Aapen , onderſcheidende denzelven al. Laurens-Markt te Parijs te zien geweest , zijnde toen ,
de leen daar van door het hoofdhaair , dat het geheele Aan. zo men verzekerde , veertien jaaren oud. Hij werd ,
gezigt, zelfs onder de kin heen , omringd. Zulks zegt hij van de genen , die hem lieten zien , Kimpezé of Quim-,
is blijkbaar uit de afbeelding, welke Bontius daar van penſée genoemd , en zij verhaalden , dat twee anderen ,
gegeeven heeft; als ook dat het aangezigt naakt of zonder van den zelfden ouderdom , met welken hij over zee
haair zij . Voor 't overige , zegt BRISSON , hebben alle naar Europa gevoerd werdt, op de reize aan 't ſcheur
Schrijvers, van deeze zoort van Aapen ſpreekende, niets buit geſtorven waren , welke ziekte hem ook alle de
anders daar van gezegd , dan dat bij volmaakt naar een anden had doen uitvallen . Gezeten zijnde , ſcheen dit
Mensch zweemt, en dat het geheele lijf, zo van de Dier de grootte te hebben van een kind van zes Jaaren ,
Mannetjes als van de Wijfjes, bedekt is met kort en maar het was lijviger. Het hadt een plat aangezigt , bij .
zagt haair. Hij betrekt tot deezen Bosch -Mensch of Wil na geen neus, zo dat het van gelaat zeer naar een oud
de- Mensch , gelijk hij ze noemt , behalve den Orang. tandeloos Besje zweemde. Over 't lijf was het bijna ge.
Qutang der Indiaanen van Bontius, Klein en CHAR- heel kaal , zijnde niet dan met een zoort van wolagtig
LETON , ook den Baris van NieREMBERG , dien ik nu haair , kaſtaniebruin van koleur , bedekt. Het was zeer
gaa beſchrijven, zagtzinnig en gehoorzaain , blijvende gewillig overeind
La Croix verhaalt, in zijnen Reistogt naar Afrika , itaan ; dog, 't geen de Aanſchouwers allermeest verwon
dat er langs de kust van Sierra- Léona veele eilanden derde, was , dat het tekenen van ſchaamte gaf, wanneer
D zijn , daar men zekere zoort van Aapen vind , die Baris men het naar de mannelijkheid taste , om zich van de
0
genoemd worden. Men vangtze nog zeer jong zijnde
dat
, kunne te verzekeren. ' 't Gebeurde eens , dat het zodanig
e dien kweektze op , en weetze zo wel te temmen , een Nieuwsgierigen een goeden Nag om de ooren gaf;
zij bijna 20 veeldienst toebrengen als een Slaaf ; want dog aanſtonds, bemerkende dat zijn Meester er toornig
n zij gaan doorgaans regt op , gelijk een Mensch. Men over wierd , ſtelde het zich in eene biddende geſtalte ,
leert ze de geerst ſtampen in een mortier; men laatze wa. met gevouwen banden ſchreiende en huilende , bijna even
i ter in kruiken uit de rivier haalen en thuis brengen , als een Kind , dat vergiffenis van zijn kwaad doen ſmeekt.
het ſpit draaijen en veelerleij ander werk verrigten. Een De Meester niettemin , wat brutaal zijnde , kon door
5 ander Schrijver verhaalt , dat de Aapen van Guinée , die het verzoek der Aanſchouweren niet weerhouden wor.
10
men Baris noemt , groot en ſterk zijn ; dat de inwoo den , van het arme Dier wakker af te rosſen ; waar op
ners ze weeten te vangen met een zoort van voetangels het de partij koos van de Nagen te ontwijken , loopendo
en andere werktuigen , en dat zij de Jongen in hokken op vier pooten gelijk een andere Aap. Het hadt den
zetten , om dus de Ouden magtig te worden . Hard be. buik dik uitgezet , gelijk Kinderen die de engelſche ziek
handeld wordende , krijten zij als de kinderen. Zij dwin-
te hebben , en heeft niet lang daarna geleefd.
gen ze op cwee pooten te gaan , door de voorpooten aan Zie hier nog de beſchrijving van een dergelijk Schep
den hals vast te maaken met een ſtok ; dus gewennen zel , dat te Londen in de verzameling , die men het
zij ze om hun te dienen , en gebruikenze vervolgens totBrittisch Mufeum noemt, word bewaard , en 't welk inzon.
allerleij huiswerk . Altijd echter behouden zij een dief.
derheid uit het nagelaaten Kabinet van den vermaarden
agtigen aart en men kan hun bij geen lekkere ſpijs of Ridder Hans Sloane beſtaat. Dit Schepzel gelijkt meer
drank vertrouwen , of zij neemen er hun deel van. naar een Mensch , dan de Aapen in 'c algemeen; hec
Even 't zelfde wordt verhaald van zekere Aapen van heeft geen eeltagtige huid van agteren , aan den aars ,
Braſil, die de Portugeezen el Selvago noemen en de In- gelijk zij. Het hoofd is ook ronder ; de ooren en tan
diaanen Qunija Vorau. Deeze hebben, volwasſen zijn . den zijn zeer menſchelijk , dog de neus is plat en de
de, de langte van vijf voeten , zijnde ongemeen dik van kin met den mond ſteekt veel meer uit , dan gewoonlijk
lijf, hoofd en armen , dog zeer leelijk van gedaante. in de Menſchen plaats heeft. Het aangezige is kaal en
Men gebruiktze dikwils in plaats van Slaaven tot aller- van een bruine vleeschkoleur , gelijk ook de handen en
leij buiswerk. Het is aardig te zien , wanneer zij in de voeten , die nagelen als een Mensch hebben. Het haair
keuken zijn en de reuk van 't gebraad in de neus krijgen , van 't hoofd loopt, van de nek af, opwaards naar 't voor
hoe zij dan hunnen kop geduurig omdraaijen , of men er hoofd , het hangt er een weinig overheen en langs de
ook oppasſe; want , zodra zij alleen zijn , wordt ze zijden van 't aangezigt. Voor 't overige is het geheele
kerlijk iets door hun gekaapt.' 't Is een Portugees ge- lighaam en de leden bedekt met kort roodagtig bruin
beurd , die eenige Kooplieden ten eeten hadt genoodigt, haair , dikker aan de agterſte deelen en dunner van voo
dat men , toen zij aan tafel zouden gaan , bemerkte hoeren , dat van de hand tot aan den elleboog fchuins op.
de Aap , die het ſpit draaide , reeds , met veel behen- waards ſtaat.
digheid , de billen hadt opgegeeten van den Kalkoen , waar Het was een jong , omtrent twee en een half voet
van zij , bij geluk, het overige nog behielden. De Mees- hoog , toen het ſtierf, zo de Heer EDWARDS , uit wiens
ter wilde echter den Aap toen niet Naan , dewijl bij den- werk deeze beſchrijving genoomen is , verbaalt ; die er
VI Deel. bijvoegt ;
3229 SAT. SAT.

bijvoegt , dat de Ouden , volgens 't berigt van onze Rei- veelen van ons Volk aan 't Hof des Konings van Surcoa
zigers (zegt hij) , die in Afrika en de Indiën zijn ge- dan gezien hebben . Die ſtaart is een uitgroeijing van
weest , omtrent zes voeten lang zijn , wanneer zij wan. het ſtuitbeen , ter langte van vier vingeren of een
delen of overend ſtaan. Hij merkt aan , dat Docter 3) weinig meer , even als de afgekapte ſtaart der Honden
Tyson reeds voor vijftig jaaren de ontleeding uitgege- » die wij Spligiones noemen , maar kaal of zonder
ven heeft van dit Dier , 't welk deeze Heer de Pigmij » haair . ”
noemde , en zedert (vervolgt hij ) is in 't Jaar 1738 een De ruige Staart-Mensch , een Inwooner van de zui
afbeelding aan 't lige gebragt van een dat van deKust derdeelen des Aardkloots (zegt Linnzus) is ons onbe.
van Afrika gekomen was , Chimpanzée genoemd , dat te kend, en daarom bepaal ik niet , of hij tot het Geſagt
Londen is vertoond ; waarſchijnlijk het zelfde , waar der Menſchen behoore of tot dat der Aapen. 't Is won .
van wij gezegd hebben , dat het in 't jaar 1740 te Parijs der dat hij vuurmaakt en vleesch gaat braaden , hoewel
is te zien geweest. hij het ook raauw verſlind , volgens de berigten , die
De Heer EDWARDS is van gevoelen, dat men dit ons door de Reizigers daar van gegeven worden .
Schepzel moet aanmerken als een der eerſte zoorten van SATUREIJ , zie KEULE.
Aapen , dog het naast komende aan den Mensch . De SATURNÚS , is de naam van een der zeven Planee :
Heer Brisson brengt den Bosch Mensch of Orang-Outang ten , zijnde het verſte van allen , van den Aardkloot en
van Bontius , de Baris en de Chimpanzée der Engels Zon afgelegen , en die haar ook 't langzaamite beweegt,
ſchen , tot eene zelfde zoort. Ik heb in alle de bijgebrag. Gemeenlijk duid men haar met dit teken aan h. Zie ook
te beſchrijvingen iets gevonden , dat mijns oordeels meer PLANEETEN .
overeenkwam met het Geſlagt der Menſchen dan der Aa- SATURNUS , zie LOOD.
pen , ſchoon wel in allen deele niet voldoende aan de SATURION , zie STENDELKRUID .
kenmerken van den nagt - Mensch , door LINNÆUS opge. SAURUS , zie MAKREELEN , n. VI. pag. 1645.
geven . 't Is waarlijk te verwonderen , dat men , zo SAURURUS , is de naam van en Westindisch Hee.
dra een Schepzel, dat voor een Sater of Bosch -Mensch ſtergewas, waar van veelvuldige zoorten zijn , dog bij
't ſchepe komt , op vier voeten loopen gaat, of iets dier. ons geheel of genoegzaam niet bekend, daar bij van geen
lijks vertoont in zijn gebaarden , aanſtonds uitroept, 't minſte gebruik in de Geneeskunde zijnde , zullen wij
het is een Aap ; even of niet de Wilden en Negers , zo er onze Lezers niet inede ophouden.
wel , ja ruiin zo hard , op handen en voeten loopen kon. SAUS. Dit woord afkomſtig van het fransche woord
den , als op de voeten alleen , en in veele dergelijke Sauce , betekend in de Kookkunde een vloeibaare ver
Menſchen is de houding niet minder wild , dan in deezen menging of mengzel, waar in men verſcheiderleij zoort
Bosch Mensch der Indiën . van ſpijſen doet kooken ; of welke apart worden gereed
Ten opzigt van den voorgaanden Bosch.Mensch van gemaakt , om bij gekookt of gebraaden vleesch , visch ,
Guinée , Quojas-Murrou genoemd , om dat hij in het groentens enz . te nuttigen, ten einde aan het zelve een
Afrikaanſche Rijk Quoja gevonden wordt , vind men lekkere en verhevene ſmaak bij te zetten. Zie hier eeni,
aangetekend , hoe de Negers gelooven , dat zij uit Men. voorſchriften van verſcheiderleij zoort van Saufen .
ſchen voortkomen , en half Beesten worden door in de
bosſchen en onder de Aapen te woonen , een dergelijk Zuur -doop of Eijer faus.
denkbeeld als de Javaanen hebben van hunnen Orang. Neemt twee , vier , zes of meer dooijers van eijeren ,
Outang. Zij eeten vrugten en wilden honing; zij veg. het getal geregelt naar meate gij veel of weinig Saus no
ten alle oogenblikken met elkander , en zijn , naar men dig hebt; men kan er ook wel de helft van de witten
verhaalt , ſtout genoeg, om op een gewapend Man aan bij laaten ; klopt dezelve ter deegen , doet er als dan
te vallen. Zulk of dergelijk een Schepzel zal het waar. goede wijn -azijn bij , met ruim een derde water ge
ſchijnlijk geweest zijn , 't welk in 1700 onder den naam mengt , op ieder eij anderhalf lepel vol gerekent , als
van Sater, uit Amerika in Spanjen werd gebragt. mede een weinig foelie aan ſtukjes gebrooken ; zet dit
Onder de Ouden zijn veele van gedagten geweest , wel met de eijeren geroert zijnde in een ſteenen pannetje
dat de Saters ſtaarten hadden , ja wel zeer lange ſtaar op een comfoir met vuur , en roert het geftadig met
ten gelijk die van een Paard , zo PAUSANIAS ſchrijft. een houten lepel om; aan de kook zijnde en dik wor.
Onze Bosch- Mensch heeft in 't geheel geen ſtaart, dog dende , zo roert er de ruimte boter onder. Indien het
dit alleen onderſcheidt hem van de Aapen niet , dewijl mogte gebeuren dat deeze faus ſchifte , zo doet er wat
daar onderook zonder ſtaarten zijn , en volgens de berigten koud regenwater bij en roert het door een, als dan zal
der hedendaagſchen zouden er Menſchen met ſtaarten de ſaus weder volkoomen effen worden . Deeze faus is
zijn. JOHANNES ALTON HELBIGIUS ſchrijft , in zijne uitneemend lekker bij veelerleij zoort van Visch , als
waarneemningen omtrent verſche'de zeldzaamheden der orgen , enz.; ook bij zommig
Baars , Schol , Both , Torg
Indiën , dat de bewooners der gebergten , in de Provin. Vleesch , inzonderheid bij een Kalf s-kop , de bouten van
sie Kelang of Quelang , op het eiland Formosa, bijna allerlei Gevogelte en ander vleesch op de rooster gebraa
allen , volgens hun eigen bekentenis, ſtaarten hebben den ; insgelijks bij Aspergies, Artiſchokken , Schorſonee.
boven't fondament. Ik heb er gezien , zegt hij, die ze ren , enz.
kaal hadden , even gelijk varkent- itaarten . En , of men
de geloofbaarheid van deezen Schrijver mnogt in twijfel Suurling:Saus 1

trekken , zal ik hier 't getuigenis bijbrengen van den Neemt verſche ſuurling , plukt er de ftcelen uit ,
voornoemden Bontius , ' t welk volkoomen geloof ver- wascht ze en zo uit het water gedaan zonder uitdruk .
dient. ken in een pannetje op een comfoir met vuur gezel ,
Hij zegt ; „ in 't Rijk van Succodan , 't welk onze en zo lang laaten ſtaan dezelve altemets eens ontroeren .
» Kooplieden veel bezoeken , wegens de rijst en dia- de tot dat de ſuurling geſmolten is ; neemt dan een
manten , zijn Berg.Menfchen met ſtaarten , welke goed ſtuk boter , wentelt het in weiten -meel om , en roert
het
SAU . SAU . SAV. ŞAX . 3223
het in de fuurling tot dat ter degen is vermengt , als is, betekend zo veel als een Schut , behoed- of vrijgelgi
dan is de faus gereed , die men bij Schol , Tarboth, enz. Brief die aan iemand word gegeeven , en waar door hij
det. onder beſcherming van den Souverein of Vorst word ge.
noomen , met verbod aan een iegelijk om hem niet te be.
Chalotten - faus ledigen of te ſtooren , bij poene van zekere ſtraffen , en
Neemt fijn geſneeden chalotten , laat die in half wijn . voor ſchendervan de Sauvegarde verklaart teworden. Daar
esijn en half water kooken tot dat ze gaar zijn , doet zijn Sauvegarden voor Perzoonen op welke plaats hij
er dan in wat geſtooten peper en geraspte nootemuscaat , ook mag gaan ; daar zijn er ook welke in’t bijzonder ter
voorts een goed ſtuk boter in weiten meel omgewentelt bewaaring van de huizen en goederen zijn ingerigt, om
er ingeroert dat het een bekwaame dikte heeft. Dee. te beletten dat er geen ſchaade aan geſchiede ; ook om
ze faus is zeer ſmaakelijk bij allerhande Carbonade, den Eigenaar te bevrijden , voor de inquartiering van Oor.
ook bij Bouten van Kalkoenen ,Ganſen , enz. op de roos logsvolk.
ter gebraaden. Zomtijds verſtaat men door Sauvegarde, een plaatje op
de deur van een huis vastgehegt , op welke de wapens
Peterſeliufaus. van den Souverein of eenig ander Heer daar toe regt bebo
Hakt de peterſelie na dac dezelve gewasſchen is ter dee. bende is geſchildert, benevens het woord Sauvegarde ;
gen fijn , zet dezelve dan met wat water in een pannetje bet zijn deeze plaatjes niet , die de eigentlijke Sauvegar
op een comfoir met vuur , en laat het kooken tot dat de uitmaaken , deeze verſtrekken inaar tot een uitwendig
ze gaar en het water genoegzaam vervloogen is ; roert teken , dat de eigenaarofbewooner van hethuis , zich one
er als dan een goed ſtuk boter in , dat in weiten meelis om- der Sauvegarde van den Souverein bevind.
gewentelt. Deeze ſaus eet men doorgaans bij gekookte In den Oorlog betekend Sauvegarde, de beſcherming
Snoek , Tongen, Schelyisch , enz. ; ook wel over Dop- die den Generaal aan particuliere Menichen toeſtaat , om
orwtjes. hunne huizen en landgoederen enz. te bewaaren , en voor
plundering te beveiligen . De bewaarder of Soldaat wel.
Mostert-faus. ke ten dien einde op zulk een plaats huisvest, word Sarl
Neemt bij voorbeeld vier lepels vol mostert , ontbind vegarde genoemd. Hij is met een ſchriftelijk bevel voor.
die in zoetemelk tot dat tamelijk dun is , zet het dan op zien , waar in de meening van den Generaal uitgedrukt
'tvuur , en roert bet zo lange met een houten lepel tot · ſtaat. Het is bij ſtraffe des Doods verboden , om in zo.
dat dik word , neemt het dan van 't vuur en roert er een danige huizen of plaarzen te dringen , alwaar Sauvegardere
goed ſtuk boter in. Deeze ſaus eeten zommigen bij Roch , zijn gezonden ; dezelfde ſtraffe heeft een aanzien van een
Spierling , Schelyisch , Aardappelen , enz. Als men mos zodanige plaats , die de perzoon welke met het caracter
sert.ſaus biị Aardappelen wil eeten , is het niet onſmaa- van Sauvegardeis bekleed , eenig geweld aandoet . Zom
kelijk in plaats van boter , dobbelſteentjes ſpek in de koek- danige plaats daar zich Sauvegarden bevinden , door den
pan te braaden , en die dan benevens het vet dat er uit is Vijand vermeeſterd wordende, zo worden de Sauve
gebraaden , in de faus te doen . garden vrij gelaaten , en niet tot Krijgsgevangenen ge
maakt.
Saus om bij Wildbraad te eeten. SAUVEGARDE , zie HAAGDISSEN , . V. pag.
Laat wat weiten-meel in de boter bruin braaden , doet er 906.
dan bij wijn -azijn en gewoone ſiroop, geſtooten kruid- SAVIE , zie SALIE.
nagels, caneel en peper; roert het zaamen wel door een , SAVOOIJ-KOOL , zie KOOL , 7. 7 , 8 , en 9.pag .
en laat het kooken tot dat bekwam dik is . 1572 .
SAVOIJSCHE BISCUIT , zie GEBAK , P. 800.
Uije. of Ziepel.faus. SAXIFRAGA VENETORUM , zie BERG -PE
Snijd de ziepels fijn , en laat die in een pannctje met TERSELIE .
water kooken tot dat ze ter deegen gaar zijn en het wa- SAXIFRAGE ; Steenbrek ; Berg-Sanikel; Navelkruid ;
ter er genoegzaam af is , neemt dan de ruimte boter in 't latijn Saxifragun ; in 't grieksch oupšíodzor nad opšte
en roert die bij de ziepels , dan zal het een gebonden pp2g70r. Van dit Kruidgewas zijn verſcheidene zoorten ,
faus geeven , die uitneemend lekker bij Stokvisch is. en de volgende de voornaamſten .
1. Rond bladige witte Saxifrage, met korlige wortels
Ziepel. of Mostaart faus; doorgaans Saus en witre dubbelde Bloemen ; Saxifraga rotundifolia alba,
Robert genoemt. Bauh . Pin . 309.; (Saxifraga foliis caulinis reniformibus
Neemt fijn geſneeden ziepels , laat die in boter bruin lobatis, caule ramofo, radice granulato. LINN. Spec.
braaden , neemt dan beste wijn -azijn , ontbind er een Plant.)
goed gedeelte mostert in , en roert het in een pannetje 2. Rondbladige groote Berg- Saxifrage met geſnip .
onder de gebraaden ziepels; voegt er dan bij , zout, ge. pelde Bladen , en witte met bloedroode ſtippen fraaijger
ſtooten peper en kruidnagels, en laat het al roerende zo lan- ftipte Bloemen ; Sanicula montana rotundifolia major.
ge kooken tot dat bekwaam dik is. Deeze ſaus ſmaakt Bauh . Pin . 243.; ( Saxifraga foliis caulinis reniformibus
zeer wel bij veelerhande zoort van vleesch , doch wel dentatis petiolatis. Linn . Spec. Plant.)
inzonderheid bij gebraaden Verkens carbonade ; en wan- 3. Rondbladigekleine Berg Saxifrage of Sanikel, met
neer men een ribſtuk pekel vleesch op ſchotel heeft, dan ongeſtipte witte Bloemen ; Sanicula montana rotundifo.
van deeze ribben genoomen , en op de rooster gebraaden , lia minor. BAUH. Pin. 248. ( Saxifraga foliis cordato oya.
is met deeze ſausgegeeten , voor zommige Lekkerbekken libus retufis cartilagineo.crenatis, caule nudo paniculate.
een heerlijk koſtje . LINN. Spec. Plant. )
SAUSE -BOOM , zie BARBERISSE . 4. Pijramidaale' Berg -Saxifrage, met dikke huislook
SAUVEGARDE , dit woord dat ten cenemaalen fransch bladen , en een lange pijramidaale Bloeijtros , van veele
G2 witte
SAX . SAX .
9221
witte met rood geſtippelde Bloemtjes ; Saxifraga ſedi Neder- en Hoog -Duitschland, Switzerland , Siberien erz:
folio, flore albo, multiflora. Tourn. Inft. Herb.; (Saxi- op vogtige plaatzen. De twaalfde zoort , in de geberg
fragafoliis imbricatis fubulatis ciliatisſpinoſis, caule ſubo tens van Switzerland,Italien enz. Eindelijk , de veer.
ro. Linn. tiende zoort in Penſilvanien
5. multiflo
nudo Berg Saxifrage met kortePlant.)
Spec. tandformige vette geker. Kweeking. Genoegzaam alle deeze Planten worden
telde Bladen , en witte met rood geſtipte Bloemen, ook door afzetzels, die in grootemenigte uit de oude wortels
klein Navel.kruid genoemd; Sedum montanum hirſutum , voortkoomen , vermenigvuldigt. De twee eerſte zoorten
mucronato & dentato folio ,flore albo guttato. Moris. Hiſt. worden tot het medicinaale gebruik gecultiveert ; debesa
3.; ( Saxifraga foliis ſerratis , caule nudo ramoſo petalis acu te tijd om dezelve te verplanten is in julij , na dat der
minatis LINN. Sijit Nat ) zelver bladen verdord zijn , als wanneer ze in verſche
6. Berg Saxifrage, met heel lange tongformige velte onbemeste aarde moeten geplant en in de ſchaduw gezet
gekertelde Bladen , en kleine Bloemen ; Sanicula monta- worden tot in 't najaar ; zij bloeijen bij ons in maij , en
ne crenata , folio longiore, pediculo folioſo. PLUKN. Alm. indien ze groote trosſen hebben , maaken zeeen zeer fraaie
331.; ( Saxifraga foliis radicatis aggregatis lingula- vertooning. Dog het is voornaamelijk de vierde zoort,
tis cartaligineo-ferratis , caule paniculato. LINN . Spec. die men om deszelfs ſchoone Bloemen in de tuinen cul
tiveert ; deeze word doorgaans in potten metverſche lig.
Plant.)
7. Berg Saxifrage ,met rondagtige vettegekertelde teaardegeplant , en in dezomer in de ſchaduwe gezet,
Bladen ; Cotijledon 11. Dodon .; Saxifraga foliis ovalibus maar 's winters zo veel doenlijk is aan de zon blootge.
crenulatis cauilibus nudis. GMEL.; ( Saxifraga foliis ovali. fteld , en alle de afzetzels er afgenoomen , wordende de
bus retufis obſolete ſerratis petiolatis, caule nudo, pani. Plant alleen op zich zelven gelaaten, die al dan veelfter.
orata. LINN. ker en fraaijer bloemen voortbrengt ; want blijven de af
Plant.) vette , wollige zetzels
1

8. conglom
cula Berg Saxifrage met Spec.
tongformige, aan de Moeder.plant , 20 putten die het voedzel
ofgrijze witte Bladen, en witte geſtippelde Bloemen; Cotij. daarvan uit , en veroorzaaken dat dezelvezwak en kwij
ledon minus montanum II, LOBEL. Indien deeze zoort de nende word. Deeze afzetzels , plant men ieder afzonders
zelfde niet is als no. 5. heeft zij er ten minſten zeer lijk in een pot met verſehe, ligte aarde gevuld , dienen.
veel overeenkomst mede . de om op de ouder Planten te volgen, die doorgaans uit.
9. Berg Saxifrage inet getande puntige Bladen , en gee gaan , na dat ze gebloeid hebben. De afzetzels brengen
ſterde witte geſtippelde Bloemen ; Sanicula mijo- het tweedejaar Bloemen voort , zo dat er jaarlijks eeni.
fotis, floribus albicantibusfere umbellatis. PLUKN. Alm , ge van moeten geplant worden , om op de oude te vol.
331.1 (Saxifraga foliis ferratis , caule nudo ramoſo peta. gen, en wanneer ze tierig en gezond zijn , brengen ze
lis acuminatis. Linn . Spec. Plant. ) een ſteng vol Bloemen voort , van drie voeten hoogte ,
10. Smalbladige herfst-Saxifrage met geele geſtippelde die zich in takken verdeeld van een pijramijdale ge .
Bloemen : Sedumanguſti folium autumnale, flore luteo daante ,welke van onderentot boven met Bloemen zija
guttato. Moris Hift. 3.p.477.; (Saxifraga foliis caulinis bezet, zo dat zeeen fraaije figuur maaken.
linearibus alternis ciliatis radicalibus aggregatis. LINN. Kragt en Gebruik. De Saxifrage is verwarmend , op.
Spec. Plant.) droogend, verdunnend , openend , iets zamentrekkend ,
11. Geelé Poel.Saxifrage , of Frieſche laage Ciſtus; pisdrijvend en wondneelend, wordende gepreezen voor
Chamæciſiusfriſcusfoliis nardi celtice. BAUH .Pin,466 .; 'tgraveelen ſteenſmerte ,koude pis, buik- enroodeloop,
( Saxifraga foliis caulinis lanceolaris alternis nudis inermi . en witte vloed. Uiterlijk , word bet Kruid tot Badſtoo
bus, caule erecto. Linn. Spec. Plant.) vingen genoomen , ter bevordering van 't waterloozen en
12. Leggende Saxifrage met ſmalle, heele , en drie de graveelige zandigheid. Inwendig verordineert men
tandige, of ook vijftandige Bladen ; Sedum alpinun , het in poeijer en dranken , ofte de decoctie in wijn of
trifidofolio. Bauh. Pin. 284.; (Saxifraga foliis caulinis water, voor de eerstgemelde zicktens. In de Apothee.
linearibus integris trifidisve, ſtolonibus procumbentibus, ken heeft men het gedistilleerde water van Saxifrage of
&to nudiusculo. LINN, Spec. Plant.) Steenbrek , 't welk tot oplosſing of voortdrijvinge van de
13. ereHeidagtige
caule Saxifrage met blauwe of witte Bloe. taaije ſlijns in de Nieren en Pisblaas met nut kan gebruikt
men ; Sedum alpinum ericoides purpurascens. Bauh . Pin. worden .
284.; (Saxifraga foliis caulinis ovatis oppofitis imbrica- SAXIFRAGE (GULDEN.) ; Gulden Steenbrek ; Sax .
sis 14.
, summis ciliatis. Linn. Spec. Plant. ) ifraga aurea; Chrijjosplenium . Van dit Kruidgewas , zijn .
Saxifrage van Penſilvanien met groenagtige Bloe. de twee volgende zoorten .
men , die takkig groeijen ; Saxifraga penſijlvanica flori. 1. Gulden Saxifrage,met een om'ı ander ſtaande Bla
bus muscoſis. Dill. Hort. Elth ., Sanicula virginiana den ; Chrijſospleniun , foliis pediculis oblongis inſidenti
albo , folio oblongo mucronató. Plukn. Alm. 331.; ( Saxi. bus. Tournef. Inft. 146.; Saxifraga atirea , foliis pedia
fragafoliis lanceolatis denticulatis, caule nudo paniculato, culis oblongis infidentibus. Raj. Hill. 206. ; ( Chriſosple.
floribus fubcapitatis. Linn. Spec. Plant.) nium foliis alternis. LINN. Spec, Piant.)
Plaats. De eerſte zoort groeit in Hoog-Duitschland , 2. Gemeene Gulden Saxifroge met tegen over maikan.
Frankrijk enz.op dorre, heuvelagtige, grafige plaatzen. der ſtaande Bladen ; Chrijſosplenium foliisampliorum au.
De tweede op de Alpiſche en Oostenrijkſche geberg- riculatis. TournF, Inft. 146 .; Saxifraga aurea. Dodon.;
tens . De derde en vierde zoorten in de gebergtens van Sedum palustre luteum, foliis fubrotundis ſesſilibus. Mo
Oostenrijk , Hongarijen , Stijrien , Switzerland , Savoi. Ris. Hiſt. 3. pag. 477. ; (Chrijſosplenituin foliis oppoſitis.
jen , enz. De vijfde, zesde , zevende en agtſte zoor. LINN . Spec. Plant )
ten , in de gebergtens van Lapland , Helvetien , Spits. Beſchrijving. De Gulden Saxifrage is een klein kruid
bergen , Stijrien enz. De negende in de gebergtensvan gewas, ſchietende een meenigte van kleine Bladen uit
Oostenrijk , Switzerland , Stijrien enz. De tiende zoort desſelfs wortel , aan de rand rondsom gekerfd , en met
in Engeland , Pruisſen , Switzerland enz. De elfde in cen zamentrekkend , bitter zap vervuld ; tusſchen de Bla.
den
SCA . SCA. 3225
den koomen kleine ſtengels voort , van een hand hoogte , 8. Smal of grasbladige filververwige Scabiofe ; Scabios
in twee of driekantige takjes verdeeld , dragende op des fa argentea angustifolia. Bauh. Pin .
zelfs toppen kleine Bloempjes , van een ſchoone, goud- 9. Heesteragtige Scabioje van Kandia met Bladen als
geele, glinſterende koleur, en na verdeelde Roosjes ge. die der Aurikels; Scabiofa ftellata, folio non disfeito.
lijkende ; op deeze bloempjes volgen tweehoornige zaad- BAUH. Pin. 271 .; Scabioſa cretica frutescens , auricula
huisjes, fijne, bruin rood , of zwart zaad bevattende ; de urſi folio. TOURNEF. corol. 34. ; ( Scabiofa corollulis quine
Wortels zijn lang , zomtijds redelijk dik , knobbelig , en quefidis, foliis lanceolatis ſub integerrimus. Linn. Spec.
rondsom in de grond voortkruipende, van koleur bleek Plant.)
rood , zijnde ligt te breeken , en met dunne vezels bezet. 10. Grootſte heesteragtige Afrikaanſche Scabiofe met
Groeiplaats. Beide de zoorten van Gulden Saxifrage , ruwe en minder geſleufde Bladen ; Scabiofa africana fru
vind men in 'twild groeijen in veele gewesten van Ne. tescens maxima, foliis rugoſis & crenatis minor. HerM.
der- en Hoog-Duitschland, Engeland enz. op moerasſige Parad. 220.; (Scabiofa corollulis quinquefidis , foliislan
en brokkige gronden , als mede in vogtige beſchaduwde ceolatis ſubintegerrimis. Linn. Sijſt. Nat.) Hier van is
Bosſchen . nog eene verandering met fijne gekurvene bladen.
Kweeking . Zeldzaam worden deeze Planten in de tui II . Hooggroeijende Scabiofe met Agrimonie -Bladen ;
den gecultiveerd , wil men zulks echter om de verſchei. Scabioſa altisſima annua , foliis agrimonia nonnihil fimi.
denheid van gewasſen doen , zo moet men aan dezelve libus. Herm . Parad. 539. (Scabiofa corollulis quadrifi
een zeer vogtige , beſchaduwde plaats geeven , anders zul. dis æqualibus calijce brevioribus , foliis radicalibus lijra .
len ze niet tieren. De vermenigvuldiging geſchied door tis , caulinis pinnatifidis. Linn. Spec. Plant.)
ſcheuring in april . Beſchrijving. Degemeene Scabiofe, heeft langwerpi.
Kragt. De Gulden Saxifrage word even als de an. ge, breede, rouwe Bladen , aan de zijden ingeſneden of
dere zoortengepreezen,om de Steen te breeken , en de geſnippeld ; tusſchen de Bladen koorren ronde , regt op .
verſtoppingen der Milt en Lever, en moeijelijkewater. Itaande ſteelen van anderhalf voet boog, en met eenige
loozingen te hulp te koomen ; men gebruikt het kruid in haairigheid of rouwigheid bezet te voorſchijn , zijnde
afkookzels , en geeft die ook de Vrouwen , om haare ſton : eenigzints getreept of gevoert ; hier aan groeijen ook
den te bevorderen , te drinken . dergelijke Bladen , die nogthans allengskens kleinder
SCABIES , zie SCHURET. worden , en hoe nader bij de wortel hoe grooter zij zijn ;
SCABIOSE , Schurft-kruid , Aposteem -kruid ; in 't op het bovenſte van de dunne teere rijskes ofuitſchiet
grieksch frépce; in 't latijn Scabiosa. Van die kruidge- zelen van de takken, koomen de Bloemen in cen rond
was zijn de volgende zoorten , de voornaamſte. bolleken te voorſchijn , zijnde verſcheidene bij een ver.
I. Gemeene veld Scabioſe; Scabiofe inet veel gedeelde gadert , en waar van die welke buitenwaarts rondomme
Bladen, en geelagtige Bloemen ; Scabioſa pratenfis hir. Itaan , grooter dan de middelſte zijn , de koleur der Bloe
futa. Bauh. Pin . ; Scabioſa vulgaris major. DoDON.; men , is ligt of bleek blaauw witagtig; de wortel is.
( Scabioſa corollulis quadrifidis radiantibus , caule hispide. lang , en ſchiet zeer dik in de grond. Daar is ook ee.
Linn . Spec. Plant.) ne zoort,die hoog roode ofpurperverwigeBloemen voort
2. Scabiofe met geheele Bladen , ook wel Duivelsbeet brengt.
genoemd; Scabioſa integrifolia glabra , radice præmorſa , Plaats. De eerſte zoort , groeit in't wild in de meeſte
Succiſa hirſuta. BAUH. Pin. 209. ; ( Scabiofa corollulis geweſten van Europa op bouwland ; en de tweede bijna
quadrifidis æqualibus , caule fimplici, ramis approximatis, overal in de bosſchen en beſchaduwde plaatzen . De dere
foliis lanceolato -ovatis. LINN. Spec. Plant.) de zoort , hoort natuurlijk in Spanjen te huis. De vierde
3. Geſtarde Scabiofe met geſcheurde Bladen ; Scabiofa zoort is een Oostindisch gewas, waar van veelerlei ver.
ſtellata , folio laciniato , major. Bauh. Pin. 271 .; Scabioſa anderingen zijn , hoofdzaakelijk in de verſcheidentheid
major hispanica. Clus. hist. 2. p . I .; ( Scabioſa corollulis der koleuren van de Bloemen beſtaande. De vijfde en
quinquefidis, foliis disſe & is, receptaculis florum fubrotun. zesde zoorten ,hooren in Afrika te huis. Dezevende zoort,
dis. Linn . Spec. Plant.) Hier van is nog eene veran. die van zelfs groeijende in bet Alpiſche gebergte word ge
dering , met kleine onverdeelde Bladen . vonden , is een harde Plant , die om de verſcheidenheid
4. Indiaanſche Scabioſe met lange hoofden , en roode , van gewasſen wel in de tuinen der Liefhebbers word ge
donker-roode , bleek -roode, wirte , en bonie Bloemen; kweekt. De agtſte zoort, groeit veelvuldig in de geberg
Scabioſa peregrina rubra , capite oblongo; ( Scabiofa co. tens van Italien , Switzerland enz. De negende zoort ,
Tollulis quinquefidis, foliis disfeâis , receptaculis forum komt van zelven in Kandia, Creta enz . voort. Detier ..
fubulatis. Linn. Spec. Plant.) de zoort , is natuurlijk aan Afrika ; eindelijk de elfde
5. Afrikaanſche heesteragtige Scabiofe; Scabioſa afri. zoort , vind men in Hongarijen , Stiermark , Sevenber.
cana frutescens maxima , foliis tenuisſime inciſis. Borrh. gen enz.
Ind. 1. p. 128.; (Scabiofa corollulis quinquefidis, foliis Kweeking. De beide eerſte zoorten , kunnen in de tui.
incifis, caule fruticoſo. Linn. Spec. Plant.) nen vermenigvuldigt worden , door haar zaad in het voor
6. Afrikaanſche heesteragtige Scabioſe met ſtijve, jaar op een bed in verſcheaarde te zaaijen , en wanneer de
glinſterende Bladen en witagtige Bloemen ; Scabiofa afri. Planten zijn opgekoomen , kunnen ze verplant worden op
cana frutescens. foliis rigidis ſplendentibus & ſerratis, andere bedden met verſche aarde,omtrent agtoftien duim
foro albicante. Commel. Hort. 2. p . 185. ( Scabioſa co- van malkander , zorge draagende om ze behoorlijk vogtig .
rollulis quadrifidis æqualitus, Squamis calijcinis ovatis ob. te houden tot dat ze wortelgevat heben ,waarna ze wei.
tufis, foliis pinnatifidis. Linn. Spec. Plant.) nig oppasſens meer noodig hebben , dan alleen om ze van
7. Alp Scabiofe met geveerde groot Santoreij-Bladen ; onkruid te zuiveren , het tweede jaar in den zomertijd ge
Scabiofa alpina, foliis Centaurii majoris. Bauh . Pin. 276. , ven zij Bloemen en zaad ; derzelver wortels blijven vee
(Scabiofa corollulis quadrifidis æqualibus, floribuscernuis le jaaren over , en kunnen ook geſcheurd worden , om
foliis pinnatis, foliolis lanceolatis ſerratis. Linn. Spec. de zoorten te vermenigvuldGigen . De derde zoort , die
Plant. 3
3226 SCA . SCA .

tot de hoogte van vier of vijf voeten groeit, en een hou . over Smirna door de Scheepvaart tot ons overgebragt,
tige ſteng heeft, moet 's winters in het Oranjehuis wor- waar uit 't zo genoemde diagrijdium en 't hars of reſina
den bewaard ; men vermenigvuldigt dezelve door ſtekken vel magisterium word bereid. Van't diagrijdium is de do
of uitloopen , die in junij of julij in potten met verſche fis tot i 2 grein , en van'thars van 10 tot 12 grein ; vere
.. aarde moeten worden geplant; als wanneer men ze in een ſtrekkende voorts tot een ingredient , in veelerleij zamen
maatig warme broeibak zet , tot dat zij wortel hebben ge . geſtelde purgeermiddelen .
vat ' t welk in korten tijd gebeurt , waar namen zu allengs- SCAMNUM HIPPOCRATIS , deeze naam draagt
kens aan de open lucht gewend, waar in zijmoeten blijven een zeker heelkundig Werktuig , 't welk word gebruikt
tot in october, als dan brenge men ze in het Oranjehuis;dog on gebrokenen ontwrichte leden te regt te helpen.
in zagt weer moeten ze zo veel vrije lucht genieten als SCANDIX , zie NAALDEKERVEL .
maar eenigzints doenlijk is. Deeze Plant bloeit geduu. SCAPULA , zie SCHOUDERBLAD.
rende het grootſte gedeelte van ' t jaar , zijnde zulks ook SCARABEUS AURATUS , zie GOUDEN- TOR.
de eenigſte rede waarom dezelve word gecultiveert, de- SCARIFICATIO , betekend het zelfde als KOPPEN ,
wijl de Bloemen geen reuk , en weinig meer ſchoonheid zie aidaar.
hebben als de gemeene zoort. De vijfde zoort met der. SCARLEIJ ; Scharleij ; Algoede ; in 't latijn Sclarea .
zelver veranderingen , in Oostindien te huis hoorende , Van dit Kruidgewas zijn de volgende zoorten de voor
worden om haare ſchoonheid en aangenaame reuk van naamſte.
haare Bloemen die lang duuren , bewaard. De vijfde en 1. Gemeene tuin Scharleij ; Sclarea hispanica. TABERN.
zesde zoorten uit Afrika van daan , zijn lang leevende Hiſt. 764.; Horminui fillvestre , invendulæ flore. Bauh .
Planten , die in potten bewaard , en in den winter in huis Pin. 219. (Salvia foliis ovatis bafibus mucronato- tube
gebragt worden ; men vermenigvuldigt dezelve door uit . rofis, Spicis imbricatis, calijcibus trifidis. Linn. Spec.
loopen of ſtekken gelijk de derde zoort, en zij vereiſchen Plant.)
dezelfde behandeling. De zevende en agtſte zoorten , 2. Gemeene of tamme Scharleij ; Horminum ſativum ,
worden enkel van dezulken gecultiveerd, die liefbebberij Bauh. Pin. 238. (Salvia foliis obtufis crenatis , bratto
hebben om verſcheiderlei zoorten van Planten te verzaa is Jummi: ſterilibus majoribus coloratis. LINN. Spec.
melen , dog de Bloemen hebben geen reuk ; het zijn har . Plant.)
de Planten die geen andere kweeking dan de gemene zoort 3. Indiaanſche Scharleijmet bonte Bloemen ; Sclarea
nodig hebben. De negende zoort is tederder ; om die indira, floribus variegatis Tournef. Inſt. 179.; ( Sab
's winters te bewaaren , moeten ze in potten worden ge via foliis cordatis acute crenatis , fummis ſesſilibus, verti.
houden , en in het Oranjehuis gezet, dog bij goed weer cillis fubnudis remotisſimis . Linn. Spec. Plant.)
veel lucht worden gegeeven. De tiende zoort is nog te. 4. Sijriſche Scharleij ; Horminum Sclarea dictum ; (Sal.
derder, en kan weinig koude uitſtaan , ook is het een dor. via foliis rugofis oblongo- cordatis ferratis, floralibus 2
*
ſtige Plant, die veel vogt begeert. Deelfde zoort is een calijce longioribus concavis acuminatis. Linn. Spec.
éénjaarige plant , die alleen door zaad word vermenigvul. Plant.)
digt ; moetende vroeg in 't voorjaar in een warme broei . Plaats. De eerſte zoort groeit natuurlijk in Spanjen
bak worden gezaaid , en vervolgens in potten geplant zijn- en Portugal , enz. De tweede zoore, in Apuliën , Grie
de , in 't Oranjehuis geplaatst , alwaar zij in junij of julij kenland , enz. De derde zoort , in verſcheidene gewes.
bloeijen , en vervolgens rijp zaad geeven . ten van Oostindien. De vierde zoort , in Sijrien , Ita.
Gebruik . Het zijn alleen de beideeerſte zoorten die in de lien , enz.
Medicijnen worden gebruikt. Men ſchrijft aan de Scabiofe Kweeking. De gemeene Scharleij . zijnde de beide
een maatig verwarmende, afvaagende, zweetdrijvende, eerſte zoorten, worden bij ons tot'igebruik der Genees.
gifrweerſtaande, bloedzuiverende en wondheelende kragt kunde gekweekt ; maar de beide laatſte zoorten , om de
toe ; wordende inzonderheid gepreezen voor inwendige verſcheidenheid met veele andere zoorten van minder be
apoſteunen ofgezweeren , hoest, pleuris , allerleij ſchurft lang , in de Kruidtuinen bewaard. De hier gemelde vier
en jeuking ; de decoctien daar van of de ſijroop word on- zoorten , zijn wel eene plaats in groote tuinen waardig ,
der andere geneesmiddelen gemengd , of wel op zich alwaar ze geſchakeerd ſtaande , tusſchen andere groote
zelven tegens de bovengemelde kwaalen gebruikt. Planten , eene aangenaame verſcheidenheid geeven.
+
SCALPELLUM , zie ANCIJLOTOMUS . Deeze Planten worden vermenigvuldigt , door haar zaad
1
SCAMMONIE; Schammonie; Klokjes-winden uitſijrien ; in maart op een bed met versche aarde gevuld , te zaaijen ,
Scammonium ; Convolvulus ſijriacus; Scammonia ſijriaca en wanneer de Planten zijn opgekoomen , moeten ze op
MoRis. Hiſt. 2.; ( Convolvulus foliis fagittatispostice trun. bedden in verſche aarde verplant worden , ver van mal
catis , pedunculis bifloris; LINN. Spec. Plant.) kander , zorg draagende om ze wel te bevogtigen tot dat ze
Dit Kruidgewas 't welk in Sijrien , Cappadocien , Mij- wortel gevat hebben , na welke tijd men erweinig meer
fien enz. groeit , kan bij ons ook gekweektworden ; men met te doen heeft, dan ze van onkruid ( choon te houden.
ſcheurt ten dien einde de wortel, welke men in potten Indien deeze planten tot het geneeskundig gebruik ge
plant, die zomersop een warmeſtandplaatsmoeten ſtaan , kweekt worden , moeten ze op rijen gezet worden , die
en 's winters in 't Oranjehuis of in de getemperde kas moe- derdehalf voet van malkander af zijn , agtien duim van
ten bewaard worden , dewijl ze onze winterkoude niet malkander in 't verband ; dog die geene welke men tot
kunnen doorſtaan . cieraad voor de tainen op rabatten wil zetten , moeten
Kragt. De Scammonie purgeert heel ſterk de weii- , agt of tien voet van malkander geplant worden tusſchen
Nijm en galagtigevogten uit't lighaam ,en word met veel nut andere rabatten in , geſchakeerd . De meeste zoorten blij
gebruikt , in allerleij ziektens waar in 't purgeeren nodig ven veel jaaren over , mits dat ze in een goede grond ge
is; dog moet met voorzigtigheid en niet dan bij ſterke plant worden, die niet te nat nog te vet is ; dog andere
natuuren , ofmet andere corrigeerende dingen vermengd , bijven zelden langer over dan het tweede jaar, uitgaan .
gebruikt worden. 't Sap uit de wortelworduit de Levant de , kort na dat ze vip zaad hebben voortgebragt:
Ge.
SCA , SCE . SCH . SCH . 3227
* Gebruik en Kragt. Men ſchrijft aan de Scharleij , een tot titel voert ; larva legis Aquiliæ detrakta a &tioni de
verwarmende, openende, oplosſende en vrolijkmaaken- damnodato ,receptæ in foris Germanorum , en die opentlijk
de kragt toe ; en het zelve word zeer gepreezen voor een te Halle in Saxen in 1703. door hem is verdedigt. Dog
ongeſtelde maag , opſtijging der Moeder, witte vloed , de rust van het Menschdom, eischt geenzints dat men tot
buikpijn enz . , naamelijk de verſche bladen in wijn ge. 20 verre de verpligting uitſtrekke om aangedaane Schaa.
trokken. Deeze bladen geeven aan de wijn en’tbier daar de te vergoeden. De zamenleeving zoude zeer gelukkig
in getrokken, een muscaate aangenaame (maak , dog moet zijn , indien zich een ieder zorgvuldig wagiede om
niet te veel teffens van gedronken worden , dewijl het aan een ander Schaade toetebrengen , niet alleen in geval
anderzints dronkenſchap verwekt , verzeld van zwaare van een opgezet voorneemen , maar ook zelfs door het
hoofdpijn. Het zaad van dit Kruid word gepreezen , 't pleegen van de minſte onagtzaamheid. Behalven dat ,
Alijm daar van met rooſewater uitgetrokken zijnde , voor moet de veroorzaaker van de Schaade , er niet alleen de
roode geinfiameerde Oogen. Het verſche Kruid , inzon- natuurlijke maar ook de zedelijke oorzaak van zijn ; an.
derheid dat van de vierde zoort , agten zommigen , als derzints zoude het een noodzaakelijk gevolg worden ,
bet beste bekende middel , om Wandluiſen uit te roei- dat een Mensch die tot zijn groot leedweefen van een
jen ; daar zijn er die verzekeren , dat wanneer men een dak viel , en een voorbijganger door zijn val kwetste,
of meer boschjes daar van in het bedſtroo legt , dezelve verpligt zoude zijn denzelven ſchadeloos te ſtellen; eene
binnen weinig tijds verdwijnen . ſtelling , die allerongerijmst is.
SCARUS , zie LIPVISSCHEN , M. I. p. 1846. Maar indien men met opzet en door kwaadaartigheid
SCELETON , zie GERAAMTE . beſtierd , iemand Schaade toebrengt, is men onbetwiste .
vergoeden , dewijl zulks een we
SCELOTIJRBE , betekend (merte en zwakheid ir lijk verpligt het zelve teIndien
de Beenen , zijnde gemeerlijk een kenmerk en toeval zentlijke misdaad is. veroorzaakte kwaad aan
het
bij zwaare ſchorbuit . iemand , maar door een enkelde misgreep is veroorzaakt ,
Dit woord is zamengeſteld van oxinos , been , en túpBn , waar van deRechtsgeleerden drie zoorten onderſcheiden ;
ongefteltheid. te weeten , een groote misgreep , lata culpa ; een ligte
Deeze uitdrukking word zomwijlen voor de Schorbuit misgreep , levis culpa; en een allerligſte misgreep , levis
zelven genoomen , en ook zomtijds voor de geneesmid. fima culpa; als dan , is men altoos verpligt , van welken
delen , welke men in die ziekte gebruikt. aart die misgreep ook zij , om de belanghebbende ſchaa .
SCENOGRAPHIA , betekend de afbeelding van een deloos te ſtellen. De reden hier van is, dat de zamen .
Gebouw ofeenig ander lighaam in zijn geheel en in alle leeving van ons eischt , dat wij alle moogelijke omzigtig
deszelfs afmeetingen , zodanig als het zich voor 't oog heid in 't werk moeten ſtellen , op dat onzen omgang niets
vertoond ; of wel de afteckening van een Gebouw in gevaarlijks voor onze Medemenſcben hebbe. En behal.
zijn volkomen opſtal. ven dat, is het onwederſpreekelijk regtmaatiger , dat de
Het woord Scenographia, is zamengeſteld van de griek. veroorzaaker van de Schaade er hetverlies van boete , hoe
ſche woorden , oxnyn, vertoonplaats , en 3pson , beſchrij. gering zijne misgreep ook mag zijn, als die op de geene
ring. te doen weeromſtuiten aan wien de Schaade is toegebragt,
Om wel te doen begrijpen , 't geen men door Sceno- en aan wien men geen de minſte misgreep kan toe ſchrij
graphia verſtaat, en deszelfs onderſcheid met de Ichno. ven.
graphia' en de Ortographia , zo laat ons veronderſtellen Indien , men eindelijk aan iemand Schaade toebrengt ,
dat men een Gebouw wil afbeelden ; de Ichnographia van door een voorval dat enkel toevallig is , en zonder dat
dat Gebouw , is de platte grond van het zelve , of wel er van onze kant eenige de minſte ſchuld plaats vind , is
deszelfs doorſneed van onderen ; zie ICHNOGRA . men ook tot geene vergoeding verplige. Bij voorbeeld ,
PHIA , indien iemand terwijl er in een kaatsbaan word geſpeelt ,
DeOrtographia is de afteekening van de voorgevel, of dezelve voorbij gaat, en dat een bal die reeds geſlagen
eene van derzelver zijden ; zie ORTOGRAPHIE . is , hein kwetst, zo is de ſpeelder daar voor in geenen
Eindelijk is de Scenographia de aftekening van hetGe. deele verantwoordelijk . Si cum alii in campo jacularen.
bouw in zijn geheel ; dat is te zeggen , van alle kanten , tur , ſervusper eum locum tranfierit, Aguilia cesſat ; quia
met bijvoeging van deszelfs hoogte , breedte enz. non debuit per campum jaculatorium iter intempestive face.
SCEPTRUM CAROLINUM , zie RATELEN n. re. L. IX Ult ff. ad legem Aquiliam. Want dewijl als
VII. pag 2906 . dan de geene , die de Schaade te weege brengt er enkel
SCHAADE, dit woord betekend in 't algemeen , 't een de onſchuldige oorzaak van is , zonder dat hij in eenigen
of ander nadeel lijden , op wat wijze en door welke oor. deele er iets door zijne ſchuld heeft toegebragt; waarom
zaaken zulks ook mag zijn te weegegebragt. zoude hij dan eerder het verlies moeten draagen , als die
Dog in’t bijzonder word 't woord Schaade genoomen , geene, aan wien het door een uitwerkzel van klaarblij
voor 't een of ander verlies , 't welk iemand door een an . kelijk ongeluk is te beurt gevallen ?
der het zij met voorneemen om denzelven te ſchaaden , of SCHAAF.YZER, zie RASP.
door onagtzaamheid , of bij enkel toeval zonder dat het SCHAAK-BLOEM , bij zommige Schrijvers word
zijn ſchuld is , word toegebragt. de Fritillaria dus genoemd .
De Hr. THOMASIUS beweert , dat men altoos verpligt SCHAAKEL , SCHAKEL.
is , de Schaade te vergoeden waar van men de wezentlij. SCHAAM - BEEN , zie PUBIS OS .
ke natuurlijke oorzaak is , ſchoon er geen de minſte ſchuld SCHAAM KRUID , zie MELDE , 1. 4. p. 2022 .
plaats vind bij de geene welke aan een ander heeft SCHAAMTE . Zoalswijniemand minder kunnen ver
Schaade coegebragt , of die zijn goed heeft verdorven draagen als een Onbeſchaamden , zo behaagt ook de vol
zonder dat het zijn voornemen was. De redenen die maakte Mensch zelfs door niets meer , dan door eene
deeze groote Rechtsgeleerde hier voor inbrengt , zal zedige beſcheidenheid , waar door hij op'togenblik , als
men kunnen onderzoeken , in eene verbandeling welke bij ons met de grootſte achting vervult , eene bekoorlij
ke
3228 SCH . SCH .

ke vrees vertoond van onste mishaagen , of veragtelijk naars tot meerer eerbied dwingen , te gelijk eene ſterker
in onze oogen te worden . en zuiverer liefde in hen te verwekken . De geſchiede.
De Schaamtebeſtaat in deeze zoort van vrees , welke nisſen en dagelijk?che ondervinding , leveren hier duizend
de Hr. Haller noemt ; Pudor , timorislene genus. Ge- voorbeelden van op.
Jijk ik reeds gezegt hebbe , is zij eene vrees van onbe. Hoe beminnelijk eene Deugd de Schaainte ook zij , kan
ſcheiden te zijn of te ſchijnen , en zij geeftdus alcoos eene zij echter te verre gaan , en ten onze nadeele en verder
hoogachting te kennen , jegens den geenen , in wiens tegen. ve werken. Men kan zich door al te groote Schaamte
woordigheid zij zich vertoont. Deeze eigenſchap maakt benadeelen , en het ontbreekt geenzints aan voorbeel
haar tot de beminnelijk te hartstocht in't gezellige leven, den , die dit bevestigen.
en men bewijst haar gaarne alle die achting weder , wel In zodaanige Vrouwen gaat de Schaamte te verre , ja
ke zij jegens ons op zulk een inneemende wijze te kennen kan met het grootſte rechteene dwaaſe Schaamte genoemd
geeft. worden , die zulk een ſterk vooroordeel tegens de Vroede
De zoort van vrees welke eigentlijk de Schaamte uit . meesters hebben , dat zij zich dikwils liever van onkundige
maakt , is van zulk eenen zagten aart, dat men de werkin. Wijven laaten martelen en bederven, of on hals helpen,dan
gen daar van , negts in een zeer kleine maate beſpeurt. door bekwaame handen ligtelijk geholpen te worden. Ook
De zigtbaarſte uitwerking deezer hartstocht in het lig. is het een verkeerde Schaamte van de zodanigen , die om
haam is, dat zij het bloed in 't hoofd te rug houd , waar zo te ſpreeken liever zouden willen ſterven , dan zich een
door de aderen zwellen , en zich in't aangezigt eene onge. klijſteer te laaten zetten.
woone roodheid vertoont. De Hr. Van HALLER geeft ja zelfs in alle zodanige gevallen , waar in wij door ee
eene zoort van verklaaring hier van , die de moeite wel de natuurlijke noodzaakelijkheid gedwongen worden iets
waard is , dat ik ze aan inijne Lezers mededeele. te doen , 'twelk , buiten dat , eene overtreding van de
Het blijkt , zegt hij, uit alle de werkingen der harts. grenzen der beſcheidenheid zijn zoude,kan men niet ge
,, togten en driften in het menſchelijke lighaam , dac derekent worden zich aan ſchaamteloosheid fchuldig temaa
• zenuwen eene blijkbaare heerſchappij, over den om ken , naar dien de grond der Schaamte word weggenoo
» loop des bloeds hebben, waardoor het geſchied , dat men. Hoe kan men vreezen belachgelijk ofveragchtelijk
die omloop vermeerdert of vermindert word , naar te worden , wanneer men uit noodzaak , en om zijn le .
... maate de gewaarwordiogen onzer Ziel de levensgeeften ven te redden, 't welk op geene andere wijze gered kan
of ſterker aanzetten , of derzelver invloed verminde. worden , iets doet, dat men anders niet gedaan zou heb
ren. Op zulk eene wijze ſchijnen de zenuwen , die ben? Wie zou het Tijcho Brahe kwaalijk hebben ge .
» zich , als draaden om de fagaderen Ningeren , in de noomen , dat hij , om zich voor den dood te beveiligen ,
Toorn en Blijdſchap den invloed van 't nagaderlijke waare weg gegaan en zijn water had gemaakt ? En wie
. bloed , door herhaalde ſchuddingen en beweegingen heeft zijn bedrijf in tegendeel niec dwaas gevonden , dat
deezer vaten te vermeerderen; in deVrees daarente bij, uit eenete verregaande Schaamte, zijne natuurlijke
» gen , gelijk ook , ſchoon in minder trap, in deDroef- behoefte zo lang uitſtelde te voldoen , tot dat zijnen
» heidſchijnen zij , door cene aanhoudendezaamentrek. Blaas barſtende ,hij het flagtoffer zijner gewaande zedig
y, king, de Slagaderen toe te knijpen , zo dat het Bloed heid wierd ?
niet tot de uitterſte deelen kan doorſtroomen. Derge. Van een zelfden aart is het geval van de Aartshartogin
,,, lijke zenuwdraaden welke zich om de aderen Ningeren , MARIA VAN BURGUNDIEN , die insgelijks haar leven aan
vind men aan de binnenſteKrop-llagaderen (carotides in haare ontijdige Schaamte opofferde. Zij had zich door
ternce ) en veele anderen , die zekerlijk alle tot dezeif- een ongelukkigen val van 't Paard, bezeerd aan die deelen,
de oogmerken dienen. com De Schaamte , welke welke zij aan geen Mansperzoon vertoonen wilde. Zij
9) eene kleine trap van vrees is , ſchijnt de Naap- Naga zweeg , en verborg een ongemak , 't welk nu doodelijk
der (arteria temporalis) daar ter plaatze , alwaar zij wierd, en waar van zij ligtelijk te helpen zoude geweest
van de takken der harde zenuwen omſingerd word , zijn , had zij in tijds een bekwaame hulp gebruikt. Wat
,, zaamen te trekken , en dus hetbloed in 't hoofd te rug kan men van zodaanig eene Schaainte oordeelen ? Is die
te houden . Zie Haller in BOERH. Præle Acad. &t. deugd
een ? En is zij ten minſten een deugd , die ver
tom. IV . p. 448. 449. not. a. dient , dat zij boven den eerſten pligt , welken men zich
Als het bloed in het hoofd te rug gehouden word , zo zelven ſchuldig is , word voorgetrokken , die naaikelijk
dringt het met geweld in de kleinſte vaten onder de Huid , van zelfshewaaring ?
en ſchijnt door de Opperhuid heen ; en hier uit begrijpt SCHAAM - ZIJDE , zie BU30.
men , waarom in zoimige harstochten en gemoedsbewee- SCHAAPEN . Het Schaapen -Geſagt is over den gant
gingen , de bloedvaten van het aangezigt zwellen , en fche Aardbodem zo algemeen bekend, dat men er in de
eene levendige roodheid in het zelvemaaken . meeste taalen verſcheide naamen aan gegeeven vind , naar
De Schaamte heeft dat eigenaartigs , dat zij niet natuur. de verſchillendheid der ſexe , ouderdom en andere om
lijk , zo als alle andere Hartstogten kan nagebootst wor. ſtandigheden . De Hebreen noemden den Ram Ail en Eel ,
den , ja de bekwaamſte Toneelſpeeler , tragt te vergeefs het Schaap Zon , Zoneh en het Lam Kebes ; de Grieken
het natuurlijk rood der beminlijke Schaamte te vertoonen . den Ram Krios, het Schaap Ois, waar van zeer waar.
Intusſchen heeft echter ook de onvolmaakte nabootzing ſchijnelijk de latijnſche naam Ovis afkomſtig zal zijn.
deezer taal iets inneemends , on oneerlijke Vrouwlieden Voorts noemde men in 't latijn , den Ram Aries, en een
maaken er bijzonderlijk werk van , dewijl zij wel wee. geſneden Ram of Hamel Vervex , een Lamn dat zuigt Age
ten , dat zij op geen andere wijze zo wel behaagen, dar nu ſubrumis , en een geſpeend Lam abrumis. Ookmaak .
met eene aandoening te vertoonen , die zij niet hebben ; te men onderſcheid tusſchen de Schaapen , wordende de
terwijl de zulle , die haare andere verdienſten met dee . geſchoorene Minæ , die weinig wol hadden en klein van
ze aangenaame hoedanigheid onderſteunen , niet misſen geſtalte waaren Apice , de anderen Lanatæ , wegens baa
kunnen harten te veroveren , en , terwijl zij haare Min. ren dikken vagt , gebeeten . Bij de Spanjaarden zijn de naa
men
SCH . SCH 3229

mén van Carnero , Oveia en Cadere; bij de Italiaanen eenigen tijd onbeweeglijk in dit poſtuar; eindelijk na .
die van Montono of Ariete , Pecora en Agna , Agno of deren zij , en geeven elkander , bij herhaaling , harde
Agnello; bij de Duitſchers die van Wider , Schaaf en ſtooten , met het voorhoofd en den grondſteun der hoor
Lamb of Lamblin in gebruik ; de Franſchen noemen den nen ; want de punt is zodanig geplaatst , dat zij er geen
3 Ram Belier en geſneden zijnde Mouton , het Schaap Bre• gebruik van maaken kunnen, en men is die zomtijds ge
bis, en het Lam Agneau; de Engelſchen den Ram Ram noodzaakt af te zaagen, om dat dezelven tegen 't bek
of Tup , het Schaap Scheepe , en het Lam Lambe ofHogg, kenee aan groeit. Zij kunnen zich op geen andere wij.
El bijde Schotten is de algemeene naam Heirth ; bij de Swite ze verdedigen of op elkander aanvallen , dan met het
zers Herman , in Poolen Owca , en in Sweeden Foar.. voorhoofd , en , als zij op 't allervinnigſte vegten , zijn
ju Kenmerken. Door Schaapen word een geſagt van Bee. de oogen zonder vuur, de bek en oorenbijna zonder ee.
ni fter verſtaan , wiens onderſcheidende Kenmerken op 't nige beweeging. Zie de afbeelding van het Mannetje of
Oog gemakkelijker dan door eene nauwkeurige omſchrij. Ram zo wel als die van het Wijfje of Ooij, op Plaat
ving zijn te bepaalen. In 't algemeen noemt inenze Wol. XLIX . de onderſte afdeeling.
draagend of Wolvee; dog in dit geſagt koomen zoor- De Ingewanden van het Schaap gelijken volkoomen
* ten , of verſcheidenheden voor, die de Vagt veel minder naar die van de Koeijen en andere herkaauwende Bees
wollig bebben dan de Geiten ; anderen met volkoomen ten ; zo dat wij om een voorbeeld te geeven van dit
9 Geiten- haair. Ook ontleend de Hr. Linnæus en in na. wonderlijke geſtel, dezelve op Plaat #. fig. 2. pag.
volging van hem BRISSON , het kenmerk van Hoornen , 3182. afgebeeld hebben , zodanig zij zich , bij de eerite
die van binnen hol, agterwaarts gekeerd , omgekrulden opening van der Buik , in dit Beest voordoen. A vertoont
1 rimpelig zijn ; de Tanden koonnen met die van het overige de Pens of eerſte Maag , die het grootſte gedeelte van
Vee overeen. de flinkerzijde belaat, D de tweede Maag , genoemd
Om een geregelde order in dit arcijkel van zo veel be. de Muts , die agter het Middelrift legt ; B de derde of
lang voor het huishoudelijke , in agt te neemen ; zullen Boekpens, en C de Leb of vierde Maag , die in 't ge.
wij 1. de verſcheidene zoorten van Schaapen beſchrijven ; darmte uitloopt. De Nieren zijn niet uit bijzondere
2. derzelver Eigenſchappen , en de manier om dezelve klieren zamengeſteld gelijk die der Runderen ; nog ook
aan te fokken en op te pasſen ,mededeelen ; 3. eene be driehoekig , als die van 't Paard en den Ezel ; maar zij
ſchrijving van derzelver voornaamſte ziektens geeven , hebben , zo als ieder een is bekend , de gewoone figuur
benevens de beste geneesmiddelen daar voor ; s. het huis- van Nieren. Ten opzigt van de deelen der voortteeling ,
houdelijk gebruik van de Schaapen en derzelver deelen aan verſchilt het Schaap, zo veel niet van de andere Bees
tekenen , en eindelijk ten 6. de Keuken bereidingen die ten , als de Ram , wiens Schaft of Roede een zeer zon
van het Vleesch der Schaapen worden vervaardigtmede. derling hoofdje heeft. De Heer Ruisch heeft in zijn
deelen . Theſaurus Anatom . VIII . Num . 53. de Schaamdeelen van
Zoorten van Schaapen . een Schaap afgebeeld , welke hem , als van een Herna .
De Hr. Brisson die eenige verſcheidenheden van het phrodiet zijnde, van den Vleeschhouwer gebragt waa .
geſagt der Schaapen op zich zelven beſchouwt, heeft ren; dog waar omtrent hij met reden beweert, dat het
vijfderleij zoorten; naamelijk , het tamme of gewoone, niet was geweest dan een Wijfje; verwerpende ten ee.
het breedſtaartige,langſtaartige,het Afrikaanſche en Gui- nemaalen in zijn Adverfar. Anatom . Dec. 1. cap. 8. het
2
neeſche Schaap ; de Hr. Linnæus betrekt de vier eerſte denkbeeld , dat er waare Hermaphroditen zouden zijn. Hij
altemaal onder zijn eerſte zgort , en voegt bij het laatſte is van gedagten, dat de zodanigen altoos van de vrouwelij
nog het Griekſche Schaap ; 20 dat hij in ' t geheel drie ke Sexe geweest zijn ; dog de Hr. DAUBENTON geeft
zoorten heeft , als volgt. ons de beſchrijving en afbeelding van een dergelijk Beest ,
1. Gewoon of tam Schaap , in 't latin Ovis ; ( Ovis 't welk wezentlijk en volkoomen van de mannelijke Sexe
cornibus compresfis lunatis. Linn . Sijft. Nat.) Het ge- of een Ram was , niettegenſtaande het de Schaamdeelen
laat der Schaapen drukt , in de eerſte opſág van het ſcheen te hebben van een Schaap.
oog , haare eigenſchappen uit. De oogen groot en ver 't Is opmerkelijk , dat de Heer Ruisch in zijn wijf
van elkander ſtaande; de hoornen nederwaards gebogen ; jes.Herinaphrodiet ook iets vond dat naar ballen geleek ;
de ooren waterpas geſtrekt ter wederzijden van het weshalve men evenwel zou mogen denken , of er eenige
hoofd ; de ſnoet lang en dun , en 't voorhoofd bultig ; dit vermenging van de beiderleij Sexen , in deeze beide on .
alles geeft geen blijk van eenige loosheid ofbekwaamheid derwerpen , had plaats gehad . Deeze Mannetjes- Hera
tot verweering. Zommige Schaapen hebben zo wel maphrodiet , echter, was, zo min als die van RUISCH ,
hoornen , en van gelijke figuur en koleur , als de Ram- in ſtaat tot de verrigtingen der beide Sexen , zelfs niet
men. In de genen , die geen hoornen draagen , gelijk tot die van cen Ram ;of ſchoon het ſcheen te blijken ,
gemeenst is ; als ook in de Hamels en Lammeren ; ſtraalt dat hem , behalve den doorgang in de ſchaft en 't hoofd .
de eenvoudigheid en zagtmoedigheid , benevens de je , niets ontbrak , 't geene tot de voortteeling in een
weerloosheid, nog klaarder door. Ook is er geen de mannelijk Beest vereischt word.
minſte ſchijn van vlugheid of kragt in het geheele poſtuur De koleur der Schaapen is doorgaans vuilwit , of een
deezer Beesten ; hun lighaam vertoont zich als een log . weinig uit den geelen ; dog men vind er zomtijds onder
gc klomp, die op vier ſchraale , ſtijve pooten rust , en die zwartaguig of bruinagtig ros zijn , en in eenige Lan.
van de ſtaart hebben zij geen het minſte gebruik ; in den zijn , gelijk de Varkens, zo ook meest alle Schaa.
zommigen fchijnt die veeleer tot 'een last te zijn , door pen zwart. Nog moeijelijker valt het te verklaaren , hoe
haare dikte en langte. het bijkome, dat er, gelijk in de Nederlanden , onder
Wanneer 't gebeurt dat Rammen toornig worden en de vijftig of honderd Lammeren zomtijds een gevonden
zich tot een gevegt bereiden , dan doet hunne eerſte be. word , met een bruine of gebeel zwarte vagt. În Vrank
weeging veeleer vreeze en kleinmoedigheid , dan drift en rijk zijn er , bovendien , ook gevlakte ; in Spanjen vind
dapperheid blijken , zij houden den kop laag en blijven men roode en in Schotland geele Schaapen. Dit
VI Deel.
3230 SCH . SCH .

Dit is zo zeer niet te verwonderen , dan dat, in de gewag is bij de Ouden gemaakt van deeze zoort van
Noordelijke deelen van Europa, zelfs de Moerſchaapen Schaapen , die van Brisson gebragt word tot de Bok
hoornen draagen , die boogswijze zijn gekromd, gelijk ken of Geiten. ALDROVANDUS meld , dat de hoornen
ons van de Schotſche en Yslandſche verzekerd word , van deeze Beesten regt op ſtaan , dat zij in den omtrek,
ja zelfs meer dan twee , en zomtijds agt; waar van één of in 't ronde , gegroefd zijn , en als een wenteltrap ge
midden uit het voorhoofd groeit , gelijk ANDERSON ver- draaid. . Van de zodanigen zouden groote kudden op 't
zekert. Buiten twijfel zijn het deeze , welken de Heer Gebergte Ida , in 't Eiland Candia , dat oudtijds Creta
LINNÆUS onder den tijtel van Veelhoornige Schaapen genoemd werd, geweid worden , geevende zeer fijne en
bedoelt , en waar van gemeld word, dat de Rammen glanzige wol.
dikwils vier , dog zelden zes hoornen hebben , waar van
de binneniten rege op ſtaan ; hoewel men ze veeleer als Eigenſchappen der Schaapen , en de manier om dezelve
twee . of driedubbelde hooruen zou mogen aaninerken . aantefokken en op te pasſen.
Amanit. Acad. Vol. IV. pag . 174. Men verzekert , dat Onder alle viervoetige Dieren , ſchijnen de Schaapen
in Perſie ook zodanige Schaapen zijn , met zes of zeven wel de domſten te zijn; zij weeten het gevaar , dat haar
hoornen op den kop . Hled. Hiſt. IV. Deel, bl. 138 . dreigt , niet te vermijden en komen naauwlijks bij den
Het Afrikaanſche Schaap , dat bij de Hr. LINNÆUS Mensch om haare nooddruft. Die gemeenzaamheid ,
de vijfde verſcheidenheid uitinaakt , word van Charle- welke in de Geiten doorſtraalt, ontbreekt haar. Zij be.
TON Æthiopisch Schaap genoemd; in plaats dat het zel- zitten de zagtmoedigheid tot zulk een trap , dat zij
ve een wollige vagt heeft, is hetmet kort borſtelig haair naauwlijks geluid geeven , hoe zeer menze Naat of pij
bekleed ; voor 't overige zo als Brisson verzekerd , in nigt , ja ondergaan de dood bijna zonder eenige tegen.
de uitwendige geſtalte , naar onze gewoone Schaapen ge. kanting. Het ontneemen der Jongen , dat de meeste Die.
lijkende. ren verwoedmaakt, ſchijnt haar naauwlijks aandoening te
Twee verſcheidenheden van Schaapen zijn er in Ara. geeven , en men ziet er die onderlinge genegenheid niet
bie , die beiden door JOHNSTON , 20 de laatstgemelde in ; zo dat zij elkander naauwlijks kennen.
Heer verzekert , op Tab. XXIII. , taamelijk wel afge. Deeze domheid en vreesagtigheid heeft nog immer zo
beeld worden , en naauwlijks van de gewooren verſchil. veel plaats in de Hamels of gefneeden Rammen , als in
len , dan door de ſtaart, die in zonmigen zeer lang in de Schaapen. De Ram heeft anders nog eenige dertel.
anderen zeer breed en dik is. Gesneruš en ALDRO- beid ; hij vegt tegen de andere Rammen en rand zomwij.
VANDUS maaken gewag van die beiden , dog , dewijl de len zelfs den Herder aan ; dng als hij geſneeden is ; ver
ftaart in de geenen die ze zeer lang hebben ook tevens valt al de moedigheid. De Hamels toonen hunne vrees.
aan 't end breed en dik ſchijnt uit te loopen , heeft Lin . agtigheid , door op het minſte gerugt te vlugten en troeps.
Næus er maar eene verſcheidenheid van opgegeven , on- wijze tegen elkander aan te dringen , blijvende, zo lang
der den naam van ' t Arabiſche Schaap met een breede de oorzaak van die vreeze duurt , op de zelfde plaats on.
ſtaart, 't welk zommigen ook het Turkſche Schaap noe. bewoogen ſtaan , hoe zeer het regent of ſneeuwt. Om
men . Men wildat de ſtaart zomtijds de zwaarte van der ze van die plaats af te krijgen , moet er een voorganger
rig ponden heeft , zijnde een klomp van vet , die een zijn , die men door list of gewelt voor uit doet loopen ,
lekker geregt uitinaakt voor de Ooſterſche Natie. De en dien zij op de voetſtappen volgen . Zulks zou den
Perſiaanen , onder welker kudden zich veele zodanige Herder een onbeſchrijflijke moeite veroorzaaken indien
Schaapen bevinden , maaken een zoort van rolwagentjes hij geenen Hond had , die bekwaam was oin den voor.
aan deeze Beesten vast , waar op het breede dikke end ' ganger van dit doinme Vee te geleiden en den weg aan
van de ſtaart , dat anders ſleepen zou , in 't loopen legt te wijzer..
en rust . Deeze Schaapen zijn , bovendien , in Arme . De Schaapen zijn zwak van natuur , zij kunnen niet lang
nie , Sijrie , Egijpten en Arabie, en in andere Ooster. nog ſnel loopen , zonder te bijgen na den adem , en de
ſche Landen , daar de voornaamſte rijkdom der Landlie. groote hitte benadeelt ze niet minder dan de zivvåre kou.
den in die Vee beſtaat, zeer gemeen . Men vindze ook de en vogtigheid . Ook moet bij het Oonen derzelven ,
aan de Kaap menigvuldig. een bijzondere zorg gedraagen worden voor die Moer en
II. Guineesch Schaap, in 't latijn Aries Guineënſis; voor het Jong. Het Lam komt dikwils dwars of met de
(Ovis auribus pendulis , palearibus laxis , occipite promi pooten voor; en dan zou het Schaap ſterven , indien men
gente. Linn. Sijſt. Nat.) . Dit noemt men gemeenlijk het niet te hulpe kwam ; men haalt ook , zo dra het ge .
het Guineeſche of Angolaſche Schaap van MARCORAVIUS , oond heeft, de prammen uit, desvijl , het geen er in is ,
die er , in zijne Hiſtorie van Braſil , een goede afbeelding ſchadelijk zou zijn voor het Zuigiam , dat vervolgens drie
van gegeeven heeft, gelijk ook JOHNSTON, op Tab. Xlvi, of vier dagen , met de Moer opgellooten word gehouden,
onder den naam van Aries Guneën is. De ingezetenen van en middelerwijl voed men het Schaa? met hooij en ge .
Congo noemen hetzelve Memerian bacala Het verſchilt maalen gerst of zemelen met een weinig zout gemengd ,
van de gewoone Schaapen grootelijks, door zijne lange geevende het laauw water , dat met meel is wit gemaakt,
hangende ooren , en wel inzonderheid door de vagt , die te drinken .
niet inet wol , maar met kort Bokken haair bezet is , uit. De Lammeren van de eerſte dragt , zijn nooit zo goed
genomen aan de keel en hals, alwaar het een ruime als die van de volgende. Men kan ze reeds op den ou
kwab heeft en een groot bos draagt van lang haair. derdom van een maand ſpeenen ; dog het is beter, zulks
KLEIN houd het , 20 ' t ſchijnt, voor den witten Ram niet te doen dan op dien van zes weeken of twee maan .
der Ifraëliten of den Verzoen -Bok ; dog BRISSON getuigt , den. Men ſnijd ze als zij vijf of zes maanden oud zijn ,
dat de koleur verſcheiderleij is , gelijk die van onze of zelfs een weinig laater , in 't voorjaar of den herfst,
Schaapen , daar het in grootte weinig van verſchilt. als 't zagt weer is. Deeze bewerking geſchied op twee.
III. Cretisch Schaap, in ' t latijn Strepficeros cretenfis ; ' derleij wijze ; gewoonlijk haalt men de Balletjes uit door
( Ovis comibus reütis, ſpiralibus. LINN. Sijft. Nat.) Veel een opening, die in 'tzakje word gemaakt ; en dit heet
eigentlijk
SCH . .
'SCH . 3231
seigentlijkſnijden ; maar zomtijds bind men ze alleenlijk zij op haar zevende of agtſte jaár réeds onbekwaamdaar
af , beknellendehetBalzakje van boven met een daarom toe. ' DeRam ,wiens ouderdom tot twaalf of veertien
gebonden koordje , 't welk het zelve doet ſterven en af- jaaren reikt , deugt niet om te ſpringen dan tot zijn agt
vallen. Het Beest word er lusteloos, zwak en zieke. ſte jaar.
lijk door ; des men het in de eerſte dagen , door eenige In Vrankrijk is men , zo de Hr. ve BUFFON aanmerkt ,
zemelen met zout gemengd , tot herſtelling cragt te bren• zorgvuldig omtrent de Schaapen. Men ſtelt de Kudden
gen . onder het opzicht van een Herder , die haar naar verhe.
Op den Ouderdom van een Jaar raaken de Rammen , vene vlakten en drooge heuvelen geleid , vermijdende de
Schaapen en Hamels , hunne twee onderſte Voortanden laage en moerasſige landsdouwen. 's Winters zet men
kwijt. Zij bebben gelijk de andere herkaauwende Dieren, ze op’t hok , en geeft ze Haanekammetjes, Rupsklave.
geene Snijtanden in de Bovenkaak . Op agttien inaanden ren , Bladen van Olme. en Esſcheboonien , en dergelijk
ouderdom vallen de twee naaste Tanden ook uit , en op droog Voedzel, zelfs Zemelen en Kalk onder 't Hooij.
de drie jaaren zijn die uitgevallen Tanden weer vervuld; Men laatze dan echter als 't droog weder is , zomtijds
dan heeft het Beest al de Tanden egaal en taamelijk wit ; eens verlugten , brengende haar omtrent tien uuren 's
maar, naar maate het zelve in ouderdom toeneemt, wor . inorgens buiten , en te drie uuren 's nademiddags weer
den de Tanden Atomp, ongelijk en zwart. Dejaaren van in huis. In 't voorjaar en de herfst, in tegendeel , laat
den Ram kent men aan de Hoornen , die zich in 't eerſte men de Kudde uit de ſtal , zo dra de zon de rijm ofdaauw
jaar reeds vertoonen , dikwils kor na de geboorte , en heeft opgedroogd, en in 't veld blijven totdatden avond
jaarlijks een Ring meer krijgen , zo lang hij leeft. De valt. In die beide faizoenen is 't genoeg dat zij eenmaal
Schaapen hebben gemeenlijk geen Hoornen , maar op den 's daags drinken , tegen dat zij weer op 't hok gaan , al
Kop zekere uitpuiling van het been ; ook heeft men Schaa- waar zij altoos eenig voeder , dog in minder veelheid dan
pengezien met cwee en zelfs met vier Hoornen , dog min- 's winters , moeten vinden. In de zomer is 't alleen dat
der omgekruld en korter dan de Hoornen van de Ram . men ze al haar voedzel op 't veld laat zoeken entweemaal
Als het er vier heeft, zijn de twee buitenſte korter dan 's daags te drinken leid. " De Herder brengtze 's morgens
de twee andere. heel vroeg uit , en wage tot dat de daauw op gevaaren zij ,
De Ram is op den Ouderdom van agttien maanden , wanneer de Beesten vier of vijf uuren laat eeten ; zo dat
en het Schaap op dien van één jaar, tot voorteeling be- zij op 't heetſte van den dag weder in de ſchuur of op
kwaam; maar men doet best zo lang te wagten , dat de een lommeragtige plaats gebragtworden ,na datzij gedron
Ram drie en het Schaap twee jaaren oud zij; eer men ze ken hebben ; te drie ofvieruuren 's namiddags , wanneer
laat ſpeelen . Het al te vroege en zelfs heteerſte voort. de hitte vermindert, laat hij ze wederom weiden , tot
brengzel van deeze Beesten , is altijd zwak en niet behoor aan den avond.
Jijk geſteld. Een Ram kan gemakkelijk vijf en twintig Het is de koude niet , die de Boeren in Vrankrijk nood.
ofdertig Schaapen beſpringen ; men kiest er de ſterkſte toe zaakt om dit Vee , het geheele jaar door , bij nagt in
uit en van de fraaiſte geſtalte; hij moet gehoorndzijn, want de ſchuuren te brengen ; maar de Wolven dwingen hun
de ongehoornde Rammen zijn , in die klimaat, zo be hier toe. Zij zouden zelfs waarſchijnlijk , frisſcher , ge
kwaam niet tot de voorcteeling. Een goede Rain moet de zonder en zindelijker zijn , indien men ze de nagt over op
Kop dik en zwaar hebben , het Voorhoofd breed, de Oogen 't veld kon laaten gelijk in Engeland , alwaar dat Onge
groot en zwart , de Neus opgewipt, de Ooren groot , den diert is uitgeroeid . Iminers men doet zulks ook in Hol.
Hals dik , het Lighaam lang en hoog op de Pooten, de land , den meeſten tijd van 't jaar, en op Tesfel blijven
Lenden en 't Gat breed , groote Ballen en een lange Staart. zij zelfs den geheelen winter buiten ; gelijk ik insgelijks
De beste zijn de witten ,dit van Vagtaan den Buik , en vind aangetekend, dat op de Eilanden aan de westzijde
op den Kop zodaanig , dat de Wol hun over de ogen van Noorwegen veele Hamels in 't wilde loopen , die
heenhangt. Men verkiest ook tot de voorttecling , Schaa. nooit in huis koomen en 's winters de Osſen, welke men
pen , welker wol dikst , langst en fijnst is , en die tevens daar ook vet weid , het gras van onder de ſneeuw
groot zijn van ſtatuur, dik van hals en vlug van been. helpen opkrabbelen , vergenoegende zich , als de Osſen
De velſten , merkt men aan , zijn het miskraamen meest bunnebuik vol hebben , hecoverige af te ſcheeren. Men
onderheevig . geeftze deswege den naam van Udgangs -Vadre , dat is
De Springtijd der Schuapen duurt van 't begin van no . uiloopende Weeren. Deeze worden veel vetter, groo
vember tot aan't end van april; nogtans kunnen zij het ter en hunne wol is beter en ſchooner , dan die van ee.
geheele jaar voortbrengen , indien men haar zo wel als nige anderen . In Engeland maakt men 's winters de Ha.
den Ram , verhittend voedzel geeft; gelijk zout water mels vet, door ze te laaten loopen op landen , die met
of pekel, en hennipkoeken. Men laat ieder Schaap drie Raapen zijn bezaaid ; nen houdze in hokken , die ver
of viermaal beſpringen, en neemt waar, dat zulks niet plaatst kunnenworden , en dusmesten zij weder het land
in regen en onweergeſchiede; want de vogtigheid is hier met hunnen Drek. lets dergelijks heeft in Gelderland
in hinderlijk en een donderſlag kan ze doen iniskraainen. en de nabuurige ſtreeken plaats, alwaar ditVee 's avonds
Zij moetenna het beſpringen, een oftwee dagen van'tland opgehaald wordinde Schuuren, die op degrond met ee.
gehouden worden ; vervolgens laat men ze naargewoon. ne laag afgeſtooken hei-zoode belegt zijn , waar op de
te weiden , dog geeft hun de pekel en hennipkoeken niet Beesten hun gevoeg doen , en dit levert een bekwaamo
meer. De tijd der Dragt is vijf maanden , en gemeenlijk veelheid van Mest voor de Boekweitteeling en Tabaks.
brengen zij één Lam , dog zomtijds ook twee , voort. In landen uit.
de warme landſtreeken kunnen zij tweemaal Oonen in 't De Hamels en oude Schaapen , de men vet weiden
jaar. Zij geeven zeven of agt maanden lang Melk. De wil, worden jaarlijks van de andere afgeſcheiden en tot
Schaapen , wel opgepast zijn de, kunnen geduurende haar een bijzondere Kudde gemaakt. In Vrankrijk is men niet
geheele leeftijd, dat is tot den ouderdom van tien of minder zorgvuldig in het oppasſen derzelven, dan van het
twaalf jaaren , Jongen voortbrengen ; dog doorgaans zijn Melkvee. Dewiji men bevonden heeft, dat dezwaare hit
H 2 LG
3232 SCH . SCH .

te van de middagzon , in de zomer , bun grootelijks hin- ſchien hangt dit onderſcheid , ten grootſten deele , daar
dert , worden zij omtrent agt of negen uuren 's morgens van af.
Het berigt dat zeker ſpaapsch Edelman , in een brief
weder in de ſchuur of ſtal gebragt , alwaar menze eenig
zout geeft, omze tot drinken aan te zetten , laatende hun aan den Heer Peter COLLINSON lid der Koninglijke
's namiddags weder uitloopen. Deeze Beesten laat men Maatſchappij te Londen te vinden in de Tranſađ . Philo.
onbeſchroomd het gras afſcheeren , terwijl het nog nat ſoph. wegens de Schaapen en Schaaphoederij in Spanjen
is van den daauw ; dewijl de vogligheid hunne vetwor. geeft, verdient om derzelver nauwkeurigheid en het nut
ding bevordert; dog dit vet is maar een zoort van wa. dat onze Landgenooren er van kunnen hebben , hier eene
bekleeden.
terige uitzwelling, die het vleesch lafen Imaakeloos maakt. plaats tezijn (zegt dien Heer) tweederleij Nag van Schaa- .
Indien men de Hamels regt goed wil hebben , inoeten zij Daar
altoos , en in alle landen , met vast voedzel geſpijzigd pen in Spanjen , grof-gewoláe , welke altoos in de land.
worden ; waar toe men ze 's winters in een ſtal zet, en ſtreek blijven, waar zij geworpen zijn, en in de winter.
hun daar eenigen tijd , behalven 't Hooij, mec Haveren- nagten op ſtal gedreeven worden ; en fijn.gewolde, wolke
gersten- Meel , Koeken en Boonen voert , geevende hun geduurig in de open lugt blijven , en 'szomers uit het
daar onder eenig zout, 't welk bijzonder tot de gezonde koel gebergte der noordelijke gewesten van Spanjen , na
heid van deeze Beesten ſtrekt. de zuidelijke warme valleijen van Andaluſie , Mança en
't Is bekend , dat de Schaapen niet allerleij kruid even Eſtremadura overgebragt , en aldaar 's winters geweid
gretig nuttigen . Zij laaten het weelige gras ſtaan , om , worden. Uit de naauwkeurigst opgemaakte rekeningen
in Span
indien zij gelegenheid hebben, de teere ipruitjes van de blijkt, dat er 5milioenenfijngewolde Schaapenkudde
heide en een kort en zappig zoort van gras , dat in droo- jen zijn , en dat de wol en het vleesch eener van
ge landsdouwen over vloedig groeit, te eeten ; ook ſchee. tienduizend ſtuks , het eene door het ander gerekend,
ren zij het land , daar de Osſen het weeligſte gras heb- jaarlijks omtrent 24 realen uitlevert, welke wij zullen
ben afgeroomd, gretig na ; maar de bosſchen , welke de onderſtellen de waarde van 12 engelſche halve ſchellin .
Osſen laaten ſtaan, zullen zij niet eeten , dan door 't ui- gen te bedraagen . Van deeze 12 halve ſchellingen voor
terſte gebrek daar toe gedwongen zijnde. Men zegt voor ieder Schaap in 't jaar blijft maar één , als zuivere winst ,
een ſpreekwoord; dat in een land, daar vier Osſen ge. in handen van den eigenaar ; drie komen er van aan den
loopen hebben , nog twee Paarden hun voedzel kunnen Koning, en de overige negen worden aan onkosten voor
vinden , en dat er vervolgens nog genoeg te eeten is voor wei. Herder. en ſcheerloonen , tienden , Honden , zout ,
zes Schaapen of Lammeren . Zommige Planten , weder. enz. beſteed.
om , zijn er, die zij bijzonder graag eeten , gelijk het Dus brengen de 5 millioenen Schaapen jaarlijks 37 een
Takjes.Kruid of Herders.Tas , om welke op te zoeken tweede millioenen zulke halve ſchellingen op , iets meer
zij de bouwlanden , wanneer zij er in kunnen komen , of minder ; van dezelven genieten de eigenaars omtrent 3 bo
doorſnuffelen. Veele kruiden zijn er , die zij in 't geheel een tweede ; de koninglijke fchatkamer over de 15 , en
niet aanraaken ; 't zij, dewijl zij er geen ſmaakin hebben, bet gemeen 7 een tweede millioenen. Om deeze reden
of om dat de natuur haar leert, dat dezelven vergiftig worden ook de kudden dier Schaapen door de Koningen
zijn. Echterſpeelt in dit geval de domheid der Schaa . van Spanjen in hunne willekeuren den naam van het kos.
pen wel deerlijk haare rol; want gelijk het zeker is dat telijk juweel der kroon gegeeven.
dat juweel weezenlijk aan de
zij de Alzem ecten , 't welk weinig fijnheid van torg In voorgaande tijden was
auntound; zo heb ik zelf meermaalen gezien , dat de kroon gehegt; en verſcheiden elkander opvolgende Ko
Schaapen gretig aanvielen op de Taxisboomen , welken ningen waren Heeren en eigenaars van alle de kudden ,
een doodelijk vergift voor haar zijn. Dus heeft de Hieruit zijn de veelvuldige keuren , ſtrafwetten , voor
Schepper gewild , dat een voor ons allernuttigst Beest regten en vrijheden, onder verſcheiden regeeringen , tot
onze bewaaring niet ontbeeren zoude kunnen ! behoudenis en bijzondere beſtiering der Schaapen , voort
Zommige planten zijn er , die een zonderlinge uitwer . geſprooten . Om die reden wierd ook een Koninglijke
king op de Schaapen hebben . Men heeft opgemerkt, dat Raad opgeregt , onder de benaaming van den raad der
de geele water Affodillen , indien dezelven van deeze groote kudde des Konings, welke als nog , alhoewel de
Beesten gegeeten worden ,haar 20 zwak maaken , dat zij Koning geen enkel Schaap meer bezit , in weezen is.
op de beenen nauwlijks kunnen ſtaan. De Unjer , des Deeze groote kudde des Konings geraakte , onder ver
yoorjaars gegeeten , duet haar miskraaien . Verſcheide ſcheiden regeeringen , en naar vereisch van veelerhan.
andere kruiden zijn haar ſchadelijk , in ’t bijzonder het de redenen van ſtaat, allengs in vreemde handen , waar
Wol. of Katoengras, dat aan 't ená der ſteelen zekere bij tevens alle de vrijdommen overgingen , welken in
vlokken draagt, waar in de zaaden zijn vervat , groeie het Jaar 1731 bijeenvergaderd en in een groot folio
jende veel in vogtige plaatzen van Holland. Men ver. boek , beſlaande over de 500 bladzijden , onder den tij.
wondert zich hier dikwils , hoe het bij kome , dat de tel van de Wetten der Koninglijke kudde , uitgegeeven
Schaapen op digt aan elkander gelegen landen , die wierden.
enkel door looten afgeperkt zijn, op 't eene wel tie- Koning Philips de eerſte wierd door den oorlog en
zen , op 't andere ziek worden en ſterven ; ja ik weet gebrek aan geld genoodzaakt, de laatſte kudde der kroon ,
dat dit verſchil zich openbaart in landerijen , die door beſtaande in 40000 Schaapen , aan den Marquis van
een weg alleen van elkander zijn geſcheiden ; om van STURBIETA te verkoopen.
bijzondere distrikten , die door de cooge of laage leg . Eene kudde beſtaat uit 10000 Schaapen , welke weder
ging , in dit opzigt goede of kwaade weiden uitleve. in tien kavelingen geſmaldeeld is, en word door cenen
ren , nog van het blijkbaare nadeel der natte laizoe. Man beſtierd , die 4 of 500 Schaapen in eigendom bezit ,
nen , niet te ſpreeken. 't Was derhalve wel de moeite die ſterk , gaauw , wakker , wei en weerkundig , en in
waardig , onderzoek te doen naar de zoorten van Gras de ongeinakken en ziekten der Schaapen wel bedreven
en Kruid, die op deeze landen groeijen , want mis. is. Hij voert een onafhankelijk bewind over 53 Her
ders
SCH . SCH . 9233
ders en 50 Honden ; 5 voor ieder kaveling ; hij verkiest, vroome ABEL de eerſte Schaapherder , en alle de Oudva.
kaltijd en jaagt dezelven weg naar zijn welbehagen , en ders Schaapherders geweest waren ; dat de zagtmoedige
is de eerſte en opperſte Herder der gantſche kudde. Gij Moses , een Schaapherder , door God uitverkoren was,
zult zijn gezag uit40zijne jaarwedde kunnen opmaaken ; om zijn Volk uit de ſlavernijte verlosſen; dat Saul in
dezelvebeſtaat uit ponden ſterlings en een Paard ; waar het zoeken der kudde zijns Vaders , een Koningrijk gevon
tegen de eerſte Herder eener kavelingmaar 40 ;de tweede den had ; dat DAVID , van zijne kudde komende, den
34; de derde 25; de vierde 15 ; en de vijfde, zijnde Reus der Philiftijnen verſlagen had; dat Job , tot beloo
een jongen , 10 ſchellingen 's jaars wint; buiten en be. ning zijner onverwinnelijke geduldigheid , 14000 Schaa
halven nog twee ponden brood daags, dat hunne gehee. pen van den Heere verkreegen had ; dat ÍSIDRO , de be
le coegift is. Zij moogen eenige Bokken en Schaafen ſchermer der Hoofdſtad Madrid , nimmer een Akkerman ,
onder de kudde houden ; dog de wol is voor hunnen gelijk de vervloekte Kain , maar werkelijk een ſchaap.
de groote Pausen Sixtus
Meester , en zij zijn alleenlijk eigenaars van de Lamme. herder geweest was ; dat Schaapherder De V.
ren en derzelvervleesch. De opperſte Herder geeft in waarlijk en inderdaad een geen zwijnen
de maanden van april en october aan ieder van hun 3 drijver geweest was ; en dat hij , wat hem zelven in 't
chellingen , tot eenen drinkpenning onderweg , waarin bijzonder belangde , zijne Schaapen had verlaaten , om
al het verval van deeze elendige Schepzelen beſtaat , wel- een Herder van Menſchen te worden. Hij was op alle
ke het gantſche jaar door aan de ongemakken van lugt deeze dingen zo wel gevat , als op de geringſte omſtan
en weer blootgeſteld en 's nagts in een hutje gehuisvest digheden zijner voorige ſchaaphoederij , en deeze brief
zijn. Dus moeten 25000 Mannen , en wel doorgaans zoude onvolmaak: geweest zijn , indien ik dien vroomen
tot eenen hoogen ouderdom toe , zich geneeren , terwijl Man niet ontmoet had.
zij de Koningen met ſcharlaken , en de Bisſchoppen met De vijf millioenen Schaapen weiden geduurende den
purper kleeden. Deeze 25000 Zielen hoeden alleen de zomer op en tusſchen de hier voor gemelde koele bergen
fijngewolde Schaapen van Spanjen , meteeneven groot en heuvels. Aleer wij tot derzelver wintertogten over
getal Bulhonden , die mede dagelijks ieder hunne twee gaan , zullen wij eens zien, hoe eenige weinige kudden
ponden brood hebben . Ik heb die kudden dikmaalen in een paar buurtſchappen leeven , endeezen zullen tot
's zomers op de bergen en heuvels , en in de dalen van een voorbeeld van alle de andere kunnen dienen. Eene
Leon , Oud -Caftiliën, Cuença en Arragon zien weiden ; dier buurtſchappen is Montana , en de andere Molina
ik heb ze mede in haare winterweiden , in de valleijen Aragon. Ik heb deeze twee buurtſchappen uitgekipt , om
van Mança , Eſtremadura en Andaluſia ontinoet. Ik dat ik in de eene twee , en in de andere eene zomer door
heb ze dikwijls, in hunne drift , van de eene na de an. gebragt heb. Eene van dezelven ligt in het uiterſte noor
dere plaats geleid wordende, ontinoet , dezelve gezien derdeel van Spanjen , en allerverst van de winterwei
en herzien ; jeder oog behoorde honderd ooren te heb. den , de andere ligt oostelijk, en is de kortſte togt voor
ben. Ik vraagde , ik was oplettend, en nam teffens proe- de Schaapen. Geene is de hoogſte, en deeze de laagſte
ven. Zulks alles wierd werkſtellig gemaakt , nadat ik , zomerleiding in Spanien , en daarenboven is de eene vol
op eene zeer gelukkige wijze , met eenen goeden , opreg
ten ouden Kloosterbroeder in kennis geraakt was , wel .
geurige planten, en de andere in 't geheeldaar van ontbloot,
Aan het uiteinde van Oud -Caſtiliën ligt eene Land
ke van de ruigwerkelijke behandeling; van de laagſte ſtreek Montana genoemd , en in twee deelen verdeeld.
bijzonderheden en van de geringſte omſtandigheden , aan. Neder Montana beſtaat in eenen reeks van bergen , paa.
gaande de huishouding cener kudde, volmaakte kundig. Jende aan de kust van Biscaijen , en de ſtad Sant Ande
heid bezat. Hij verhaalde mij , de Zoon van een Schaap- ro is derzelve voornaamſte haven , van waar men zuid
herder te zijn , en de kaveling onder zijnen Vader 15 waards ter lengte van 12 groote mijlen , en over een
jaaren agtereen geleid en geweid te hebben; dat hij 25 reeks van zagtſteenige bergen , na de ſtad Reinoſa , ge.
jaaren oud zijnde , een oud a , b , boek gebedelt , en in legen in Opper-Montana , opklimt, en vandaar nog 3
zijn 3oite had kunnen leezen , en in zijn 36ſte zo ver mijlen verder komende, wederom 14 mijlen tot Burgos,
gekomen was, dat hij de mis en het breviarium in de la- de Hoofdſtad van Oud-Caftiliën , geduurig afdaalt. Reij.
tijnſche taal kon leezen ; dat hij wijders bij Don JUAN DE noſa ligt in het midden eener opene vlakte, door eene
NAVARRA , Bisſchop van Albarazin , welke , gelijk be. keten van hooge bergen omgeeven , aan welker voet ee
kend , en zelfs in Spanjen tot een ſpreekwoord gewor ne menigte heuvels liggen , die goede weiden uitleve.
den is , duizenden tot Priesters gewijd had ; insgelijks ren . De groote rivier Ebro heeft een uur gaans bewes.
geordend was ; en dat hij 40 Jaaren agtereen, celkens ten Reijnoſa haaren oorſprong. Alhet fontein regen.
met luider ftem , verklaard had , dat een Priester het al . en ſneeuwater van het gebergte benoorden Reijnoſa,
Jeredelſte geſchenk is , dat een Bisſchop van Gods wege , ontlast zich in de baai van Biscaijen. Het water van de
aan het Menschdom kan geeven , alhoewel hij een leek , en zuidelijke bergreeks vloeit in de rivier Piſuerga , welke
39 ongeleerd als een Apostelmoge zijn : Dat hij aldus ge- in de Duero valt, en zich bij Oporto in den Atlanti.
wijd , zich in de orde van St FRANCISCUS begeeven bad , Ichen Oceaan ontlast ;. dog dat in de valleijen van Reij.
en zich geduurende 24 agtereenvolgende Jaaren, met noſa valt , loopt met de Ebro , zeven mijlen beneden de
bunne kloosterlijke zaaken nooit bemoeid had , dan al- ftad Tortoſa , in de Middelandſche Zee Hieruit ziet
leenlijk met de bediening der Mis , de Biegt en het on . men dan , dat de Omlanden van Reijnoſa de wateren
derregten der jeud ; initsgaders het oog te houden op van drieërleie zeën verdeelen ; die ten noorden , oos
omtrent 500 Hamels , welken in de nabuurige duinen , ten en westen liggen. Een ſtuk van 8 mijlen in 't vier .
ten behoeve van het Klooster , graasden ; dat hij den Bij kant van Opper- Montana maakt het hoogstgelegen ge.
bel , de levens der Heiligen , en die der Pauzen , uit west van gantsch Spanje uit ; en de bergen rijzen in den
geen ander inzigt ter waereld geleezen had , dan alleen dampkring tot den graad van bevriezing. Ik zie heden ,
lijk om na te ſpooren en uit te vinden , al het geen , ten den vierden augustus, onder het ſchrijven van deezen ,
opzigte derSchaapherders, daarin gezegd wierd ; dat de uit mijn venſter , de toppen dier bergen beſneeuwd. Ec
H 3 nig
SCH . SCH .
3234
-nige jaaren geleden , plag er zo veel fneeuw te vallen , rel, wanneer dezelve mede vloeibaar is en zich ter kria
dat debewoonders dier ſtreek 's winters genoodzaakt wa• ftalliſatie ſchikt, in dat oogenblik vermengt, dan kriſtal
ren paden te delven , on door de ſneeuw heenen ter liſeeren beide te gelijk, worden één lighaam , en vermeer
kerk te kunnen koomen ; dog zedert de aardbeeving van deren deszelfs zwaarte en hardheid ,en dan is de amariifteen
Lisſabon is er weinig , en in zommige jaaren in 't geheel gebooren . De aardſtoffen der bergen en heuvels , zijn van
geen ſneeuw gevallen . Hierdoor worden zommige lugt: gelijke natuur , als derzelver lagere rotsgronden. Is de
itrecken van Spanjen werkelijk veranderd . Geene levend rotsgrond van kalkſteen , dan zal de aardſtoffe, in een
Mensch heeft ooit gezien , of van zijnen Vader gehoord zuur vogt gedaan , met eene hevige zieding van booyen
gehad , dat ointreeks Seviliën , ooit eenige ſneeuw ge- opborrelen, en het zuur dezelve ontbinden . Is de rocs.
vallen is , tot het Jaar 1756 toe, wanneer verſcheidene grond van zanditeen , pleisterſteen , of amarilſteen , dan
daaromtrent gelegene Kloosters , over die gantsch onge- zal de aardſtoffe van den berg ofheuvel in het zuur in ruste
woone vertooning , met ſchrik en vrees bevangen wier. blijven , en aan geene zieding of ontbinding onderhevig
den ; men luidde de klokken , om bedeſtonden te hou. zijn. Ik heb meermaalen ondervonden , dat wanneer de
den , men hield omgangen om de gramſchap van den He- rotsgrond gemengd, kalkagtig en niet kalkagtig was , de
inel te doen bedaaren, en men onderſtelde de vallende aardſtoffe van deszelfs oppervlakte van gelijke gemengde
ſneeuwvlokken , de voorbodem van den laatſten dag te natuur , en de werking van 't zuur zagt of ſterk op die
zijn . Ik vond hier verſcheiden planten eerst in 't begin aardſtoffe was , naar evenredigheid der zoort van ſteen,
van haaren bloei ſtaan , welken in 't noorden , te Sant die er de overhand in had. De Landlieden hebben den
Andero , reeds in 't zaad itonden . Ik herinner mij , in aart en de eigenſchap deczer beide enkelen , en ook de
Switzerland alle de planten , welke in het gebergte , op gemengde gronden , door ondervindingontdekt; zij wee
de heuvelen en in de vlaktens van Reijnoſa groeijen , ge- ten dat de graanen allerbest groeijen op de akkers , wier
zien te hebben , uitgenomen het kleine Priemkruid , met gronden uit kalkſteenen beſtaan ; datde geinengde gron
kleine geele bloemen , op eenen ruigen driekanten ſten den meer mesting vereiſchen , en dat de diepe en vette
gel , en het wilde Kruisbeſiënſtruikje. De hooge bergen kleiaarde , welke de zandſteenen overdekt , meerdere ploe
bebben overvloed van Eicke- Beuke. en Berkeboumen , ging en arbeid noodig hebben , dan de Landman kan be .
Hazelaars en Hulst. heeren ; dus zijn bouwlanden en kalkagtige gronden , in
De heuvels en vlaktens leveren goede weilanden uit. deeze gewesten ,eene en dezelve benaaming en geluidende
Ik heb nergens in eenig ander gedeelte van Spanje eene woorden . Het zou ongevoeglijk zijn , van de voorſchree
weide gevonden , nog Koeijen en Paarden met hooi zien ven verſcheiden aard. en ſteengronden in eenen brief over
Deeze bergen zijn uit zand , kalk , pleister- en de wolle te gewagen , indien deSchaapen zelve den aart
amarilſteenen zaamengeſteld. In zommige bergen en heu- en geſteltheid dier drie verſchillende gronden , niet zo wel
vels beſtaan de toppen uit zandſteen , en het overig lig . als de Landman en het zuur wisten te onderkennen .
haam beitaat uit kalkſteen . In andere ziet men het tegen. Het eerst en voornaamst, waar op de Herders letten ,
deel , want bij dezelve heeft de zandſteen de overhand, wanneer hunne kudden uit het zuiden na de zomerduinen
en de pleisterſteen is zeer gering. Bij voorbeeld , de te rug gekeert zijn , beſtaat in aan dezelve zo veel zout
hooge berg Arandilla , cene kleine mijl benoorden de te geeven , als zij maar willen eeten . Ieder eigenaar legt
Stad gelegen , heeft op zijne kruin niet dan zandſteen , aan zijne kudde van duizent Schaapen , 100 arobes, of
en deszelfs lighaam beſtaat enkel en alleenlijk uit asch. 35 quintaalen zout toe , welke binnen omtren vijf maan.
graauwe kalkſteen , waar in verſteende Vischjes, Am- den doordezelve verorberd worden ; zij eeten geen zout
monshoorens, en geribde Schulpen , en gantſche beddin. terwijl zij derwaarts gedreeven worden , en ook niet ge.
gen van Pleisterſteen , aan deszelfs voet naar de vlagte duurende de winterweiding krijgen zij in 't geheel geen
beſlooten liggen , welke laatſte aan andere beddingen , zout. Deeze gewoonte heeft altoos ſtand gehouden , en
van zwart met witte en geele aderen geſtreept inariner , is de waare reden waarom de Koningen van Spanje den
fluiten , beſtaande ſegts uit fijnder en zuiverder kalkſteen , prijs van het zout niet zo hoog als die in Vrankrijk is ,
gelijk alle andere marmerſteen ; in de valleij , en op den kunnen doen ſteigeren , want de Herders zouden daar
ooſtelijken heuvelvan Reijnoſa,ontmoetmen grooie blok door genoodzaakt worden , hunne Schaapen minder zout
ken amarilſteen , waar van ik iets meer moet melden , dé. toe te deelen , het geen zij onderſtellen derzelver aart en
wijl ik meen dat deszelfs natuur nog niet volkoomen be. gefteltheid , mitsgaders de waardij der wolle , grootelijks
kend is , ten minsten van dat ſlag , welk , gelijk de ſpie. te zullen verminderen. De Herder plaatst vijftig of zes.
gel glasſlijpers in de koninglijke fabrijk te Sant Ildefonſo tig platte ſteenen , op den afstand van omtrent vijf voer
getuigen , debijtenſte van allen is , welke aldaar gebruikt ſtappen van elkander, waar op hij zout ſtrooit , en de
word; ook heb ik denzelven nergens, dan aldaar in zij. Schaapen zeer langzaan door dezelven heenen leid , ter.
ne Baarmoeder gezien. Dat ijzer geweest is , en nog is wijl ieder Schaap daar van zo veel eet als het wil. Dog
in een ſtaat van vloeibaarheid ; dat het door de aarde heen wanneer zij op kalkagtige gronden, het zij in het gras der
zijpelt en zijgt ; dat het zich zet , kristallizeert , of ge. duinen of op de bouwlanden na den oogstweiden , krij,
precipiteert word, omverſcheidene lighaamen te vorinen , gen zij geen korrel meer . Echter moet de Herder wel
zulks is betoogd bij den zwarten en rooden bloedíteen zorg draagen , dat ze niet te lang zonder zout blijven ,
(hæmatites); door zommige fraaije ſtala &tites , welke door. maar wanneer zij op eene plek van taai en kleiagtig Land
gaans meest zuiver ijzer zijn ; door den adelaarſteen ; door gekoomen , en aldaar een kwartier uurs geweid zijn, dan
de gefigureerde vuurſteenen ; door echte vitriool en door vervoegen zij zich wederom naar de ſteenen , on zout te
natuurlijken crocus. 'Wanneer dit vloeijend ijzer een rots eeten . Indien zij op een gemengden bodem komen , het
van zandſteen doordringt , en alleenlijk de oppervlakte geen dikwils gebeurt, dan eeten zij zout naar evenredig .
van derzelver korrels met een bruine , roode of geelagti heid. Vraagtmen den Herder , waarom de de Schaapers
ge koleur verft , dan is het maar enkel zand en crocus; op een kalkagtig land in't gebeel geen zout, en op een
dog wanneer dat vloeijend ijzer zich met ieder zandkor: gemengde bodem , maar weinig zout eeten ? Hij zal zeg .
gen ;
SCH
SCH .
323
gen ; omdat het bouwlanden zijn , mijn Heer. Ikweet moeten , zijn derzelver eigenaars, volgens de wetten ,3
het, en waarlijk wie zou het niet weeten , dat de kalk gehouden , eenen doortogt voor de Schaapen door hun.
overvloedig van zoutdeelen voorzien is ? Maar het ne wijngaarden , olijftuinen , en door de aan de Steeden
zout door de Scheikundigen daar uit getrokken , kan niet in 't gemeen toebehoorende bouw- en weilanden , ter
voor het echte gehouden worden dat er plaats in beeft wijdte van ten miniten negentig yards , open te laaten ,
voor datze de ſtooking ondergaat , dewijl het vuur nieuwe ten einde zij elkander in naauwe paden niet zullen ver
vereenigingen kan vootbrengen. Het kan zee.zout, of dringen . Deeze doortogten zijn veelmaals zo lang, datde
2 tep miniten het kan zoutagtig zuur zijn , 't welk in de arme Schepzels o of 7 uuren gaans moeten voorttrekken ,
grasplanten oprijst , en aan den ſipaak der Schaapen voor eer zij in de opene onbebouwde velden kunnen komen
zout voldoet. In het uitgaan der maand julij , worden alwaar de Herder hen langzaam voortleid , om op hun
jaarlijks zes of zeven Rammen in ieder kaveling van Ooi. gemak en gerustelijk te kunnen weiden ; dog zij houden
jen toegelaaten ; en wanneer de Herder oordeelt, dat nergens ſtil, nog hebben eenige rustdag ; de minſte weg
dezelven beſprongen zijn , ſchaart hij alle de Rammen af. die zij op één dag afleggen is van twee mijlen , altoos den
zonderlijk bij een , om op zich zelven te weiden ; doch Herder volgende, en overal weidende ; of inet de hoof.
als dan is er nog eene andere kaveling van Rammen , wel: den om laag langs den grond na hun voedzel zoekende,
mede afzonderlijk weid , en nooit de Ooijen beſpringt, tot dat zij het einde van hunnen togt bereikt hebben ,
wordende alleenlijk om de wol en voor de Slagters gevoed. welke zich van de Montana af tot Eſtremadura toe , om.
Want alhoewel de wol en het vleesch der Hamels fijner en trent 150 mijlen , uitſtrekt, en dien zij in minder dan zes
ſmaakelijker dan deeze der Rammen zijn , zo weegt ech- weeken afleggen . De voornaamſte zorg van de Opper
ter de Vacht van een Ram zwaarder dan die van eenen herder beſtaat daar in , dat hij naauwkeurig toeziet , ten.
Hamel, welke ook zo lang niet leeft als een Ram ; het einde ieder kaveling geleid wordeter plaatze, alwaar de
geen dan ook de oorzaak is, waarom men zo weinig ka. zelve in 't voorgaande jaargeweid heeft, en waar de Schaa
velingen van Hamels in de Koninglijke Kudde van Spanje pen geworpen wierden , waar door men meent de veran
ontmoet. Drie Ramsvachten wegen doogaans vijfentwine dering der wol voor te koomen , dog zulks vereischt in
tig ponden , en tot gelijke zwaarte word de wol van vier derdaad weinig moeite , want het is eene bekende waar
Hamels, of van vijf Ooijen vereischt. Dezelfde even. heid , dat de Schaapen uit eigene beweging zich derwaarts
redigheid ontmoet men ook in hunne leeftijd , welke men vervoegen . Zijne verdere zorg is de netten , binnen wel.
uit hun gebit kan opmaaken . Want zo dra de tanden hen ke de Schaapen 's nagts beſlooten worden , om niet ver.
begeeven , dan kunnen zij geen gras meer kaauwen , en ſtrooid te raaken , of ten prooije der Wolven te verval.
moeten tot de Nagtbank overgaan ; de tanden der Ooijen , len , te doen ſpannen. Deeze netten zijn van Sparto ge
vermits haare teedere geſteldheid en vernoeijende wei maakt , derzelvermaazen één voet wijd , en zo dik als een
ding, beginnen, wanneer zij vijf jaaren , die der Hamely vinger , 20 dat deeze netten in plaats van hekken en hei
, als zij zes , en die der ſterke Rammen als zij agt jaaren oud ningen dienen. Het geheele in het vierkant geſpannen
1 geworden zijn , uit te vallen. Het verkoopen van Rams. Net, is zeer ligt. Sparto is een nag van biezen , welke
vleesch is verbooden , dog men ſtoort zich weinig aan die zaamengeſtrengeld , een touw uitmaaken om vaartuigen
wet ; inen weet de oude Rammen te lubben , en zo dra aan land te houden. Het is van een drijvenden aart , in
de wond geneezen is , verkoopt men dezelven aan de plaats dat de hennip van een zinkende hoedanigheid is .
Slagters tot lager prijs dan de flegtgewolde Hamels. Het Bij de engelſche zeelieden word het Bosſ genoemt . Ein
welk de reden is , waarom men doorgaans zulk Negt delijk Naan de arme Herders hunnne armelijke hutten op ,
Schaapenvleesch te Madrid eet , en aldaar dagelijks meer van ſtaaken , takken en doorn truiken , ten welken einde ,
Rams- en minder Lamsvleesch , dan in de andere gedeel als mede voor de noodige brandſtof, hen bij de wetten
ten van Europa gegeeten word . geoorloofd is , eenc tak van elke boon te kappen. Zulks
3 In 't laatst van ſeptember gaan de Herders , aan ſchijnt mij toe de reden te zijn , dat alle de boonen in
het roodmaken hunner Schaapen met okerverf. De de bosſchen , omſtreeks welke de Schaapen in Spanjen
Oker , anderzins Rood Krijt genoemd , is eene zwaa . weiden , zo hol en kaal als gekapte wilge ſtompen zijn .
se ijzeragtige aardſtof, welke in Spanjen zeer gemeen De wortels der Boomen en de hoeveelheid der zappen
is , de Herder ontbind ze in water , en befineert er groeijen jaarlijks met de takken aar ; wanneer inen der.
den rug der Schaapen meede van den nek tot aan halven dezelven afkapt , dan zullen de zappen , welken
den ſtuit. Dit is een oude gewoonte . Zommige anderzins tot het jaarlijks gewas, en tot voedzel van de
willen dat de verf zich met het vet der wolle ver. knoppen uitſpruitzels , bladen , bloesſems , vrugten en
mengd , en dat de Vacht der Schaaper, daar door den groeider takken dienen , in de ſtam blijven , en daar
een vernis bekoome, 't welk voor regen en koude on- uit ſtilſtand, gisting en verrotting ontſtaan . Hier op volgt
doordringbaar is ; anderen zeggen , dat de zwaarte dier de tijd , wanneer de Ooijen haare Lammeren beginnen
beſmeering de wol nederdrukt ,en derzelver groei in leng. te werpen , welke het moeijelijkst en kommerlijkst ge
te en grofheid verbindert , en nog andere beweeren, dat gedeelte van he: Herders leeven uitmaakt. Eeritelijk
het rood krijt de kragt heeft van een verteerende aarde , zonderen de Herders de onbevrugte van de bevrugie Ooi.
welke een gedeelte der uitwaasſeming naar zich trekt , jen af, welke laatſten naar het binnenſte , en de eerſte
die anderzins de wol vuil en ruw zoude maaken. naar het guurſte oord van de landitreek gedreeven wor
3 Op 't einde van feptember beginnen de Schaapen hun den. Wanneer de Lammeren geworpen zijn , worden
ne togt nade laage vlakten ; derzelver vertrek is volgens ze met hunne Moeders na eene andere bekwaame plaats
ongeheugelijke gewoonte bepaald , door keuren vastge. geleid. Een derde verdeeling en afzondering word om .
ſteld, en zo wel geregeld als den optogt van krijgsbenden . trent de laastegeworpene Lammeren gemaakt, voor wel
Zij moogen op alle onbebouwde en gemeene velden , over ke men var het begin af de vrugtbaarſte plek , den bes
welke zij trekken , vrijelijk weiden ; maar dewijl zij nu ten grond , en het aangenaamſte gras op duinen geſchikt
en dan ook onvermijdelijk over bebouwde plaatzen gaan heeft , ten einde zij in groei en ſterkte zullen toe nee.
i inen
3236 SCH . SCH.

men om aan de vroeger geworpene gelijk te worden ; ker getal Schaapen word in een groote langwerpig -vier.
want zij moeten allen op den zelfden dag hunne togt naar kante ſchuur geleid , welke 4 à 500 voeten lang en 100
de zomerkwartieren aanvangen. De Herders verrichten voeten breed is, waar in dezelve over dag opgeſlooten
vierderlei werk aan al de Lammeren omtrent den zelfden blijven . Zo veelen als men oordeelt dat de Scheerders
tijd , in de maand maart , dog betaalen alvoorens hunne den volgenden dag kunnen afdoen , worden van daarnaar
halve tiende , naamelijk het twintigſte Lam , wordende eene lange, naauwe en Jaage hut gedreeven , welke men
de wederhelft dier tiende in de winterweide voldaan. Zij de zweeplaats noemt; zij blijven aldaar geduurende de
ſnijdenhen tot bevordering van reinheid d, e Staartenaf, nagt , zo dige in elkander gedrongen en geſlooten, als
tot op vijf duimen beneden den ſtuit. Zij merken hen maar mogelijk is , om wel uit te zweeten , waar door , naar
op de Neus met een gloeijend ijzer . Zij zaagen een ge. men zegt, de wol zagter voor de ſchaar, en de ſcherpte
deelte van de hoorns af, ten einde de Rammen elkan van dezelve geſmeerd word . Van daar worden zij 's og
der , of ook de Ooijen niet beſchadigen. Zij ontman. tens bij gedeelten naar het ruime ſcheervertrek gebragt,
neo de Lainmeren , door hen geſchikt tot Belhamels 't welk aan de zwee plaats Nuit. De Herders voeren ze
te dienen , en de kavelingen der Kudden voor te af , zo dra zij geſchooren zijn , om ze één voor één met
gaan ; dog zij maaken daar bij geenerharide opening ; teer te tekenen , waar door zij teffens ſchoone gelegen.
de Herder draait de zaadballen ſlegts met zijn vin- heid hebben , om de Schaapen , welke niet meer van tan
ger omtrent twintig reizen in hun bekleedzels om , tot den kunnen wisſelen , van de gantſche Kudde voor de
dat de zaadvaten gelijk een ſtrop geſtrengeld zijn , waar Nagtbank uit te zonderen. De gefchooren Schaapen gaan ,
na dezelve opdroogen , en zonder eenig gevaar verdwij, wanneer het goed weer is , in de velden om een weinig
nen. Zo dra de maand april verſchijnt , welke de tijd te weiden , en koomen 's avonds te rug , om den nacht in
van vertrekken is , raaken de Schaapen in allerlei on- het voorportaal van de groote Schuur, en binnen derzelver
gemakkelijke beweegingen , en geeven door een aan : ſchutting , of , zo het een betrokken lucht en koud is ,
merkelijke rusteloosheid , hun ſterk verlangen tot den in de ſchuur zelve door te brengen , dus worden zij al.
optogt te kennen. De Herders moeten al dan de uiter. lengs weder gewend om de open lucht te kunnen verdraa.
fte oplettendheid gebruiken , ten einde zij hen niet ont- gen ; wijders zijn hunne dagreizen , in de eerſte dagen ,
loopen ; zijnde het dikwils gebeurd , dat eene gantſche van het Scheerhuis tot het gebergte , kort . Wij zullen
kaveling , terwijl de Herder diep in ſtilte eenen weg van ze aldaar laaten , om haare jaarlijkſche pelgrimnagie te
drie of vier mijlen had afgelegt; dog bij is vastelijk ver- beſluiten , en gaan zien , hoe het met de Kudden te Mo.
zekert hen wederom te zullen vinden , dewijl zij altoos lina in Arragon geſteld is , welke in dien tusſchentijd
naauwkeurig langs denzelven weg gaan dien zij gekomen derwaards gedreeven zijn ; doch , terwijl de Muilezel
zijn ; en men heeft eene meenigte voorbeelden , datdrie gezadeld word , een woord van de afgeſchooren wol
of vier verdwaalde Schaaper , wel hondert mijlen ver, zeggen.
naar de plaats , alwaar zij 's jaars te vooren geweid had. Zo dra de Schaapen geſchooren en de Scheerders ver! S.
den , gegaan waaren , en aldaar weder gevonden wier trokken zijn , word de gantſchewolſtapel gewoogen , ver
den. Dus trekken zij allen naar hunne zomergebergten volgens de wol van ieder Vacht in drieërhande zoorten
in gelijke orde als zij te rug kwaamen , alleenlijk meton- verdeeld , van den rug en van de buik komt de allerfijnſte ,
derſcheid , dat de Kudden , die naar Leon in Castilien van den nek en van de zijden de fijne, en van de borst ,
gaan , onderweg geſchooren worden ; waar wij een weinig de ſchouders en dijen , de groove wol. Deeze drieërlei
zullen vertoeven , om den toeſtel tot dit werk te beſchou- zoorten zijn op verſchillende prijzen bepaald ; dog de al
wen , terwijl de andere Kudden haaren weg naar Moli- geineene gewoonte is , den gantſchen ſtapel tot een zelfde
na en Arragon vervolgen . Zij beginnen , onderſteld zijn . prijs te verkoopen. De verkooping geſchied na dat de wol
de dat het weer goed en helder is , den eerſten meij te gewasſchen is, wanneer zij buiten het Rijk vervoerd
ſcheeren; wantde wol niet geheel droog zijnde, zouden word , of op eenen verre afitand in het zelve gaat , want
de vlokken , welken , aan een hoop op elkander gelegt dewijl zij door het wasſchen nooit minder dan de helft
worden , zaamen kleeven , aan 't broeijen raaken en rot- haarer zwaarte verliest , en veelmaals nog ligter word ,
ten , 't welk de reden is waarom de ſcheerhuizen zo ruim wanneer de zweeting geweldig geweestis , word daar door
zijn. Ik heb daar van zommigen gezien , waar in , bij de helftder vragtloonen uitgewonnen.
ſlecht weer 20000 Schaapen gehuisvest kunnen worden , Hier beſpeur ik de order , die ik mij in den beginne
en welke meer dan 5000 Ponden ſterlings kosten ; daar voorgeſteld had , te buiten gegaan te zijn , dewijl ik de
en boven zijn de Oijen ſchepzels van zulk een zwakke Schaapen van het gebergte tot de Valleijen , en weder te
geſteltenis , dat zij , na haare ſcheering, aan de lucht in rug gevolgd heb ; dog het is de moeite niet waardig zulks
eenen miſtigen nacht blootgeſteld zijnde, allen vergaan te verhelpen.
zouden. Eenendertig mijlen ten zuid -oosten van Madrid , en vijf
Om eene Kudde van 10000 Schaapen te ſcheeren wor. mijlen bezuiden den oorſprong der rivier de Taag , ligt
den 125 Scheerders gebruikt , welken ieder dagelijks 12 Molina d'Arragon, de hoofdſtad eener Heerlijkheid van
Ooijen en maar 8 Rammen de wol af haalen ;de reden de Kroon ; deeze Heerlijkheid, voor deezen een Hertog.
van dit verſchil is niet alleen daarin gelegen , dat de dom , beNaat 12 mijlen in haare langte en breedte , en
Rammen grooter van lighaam zijn , en meer en ſterker bevind zich bijna in het midden van Spanje. De hooge
wol hebben , maar ook , om dat de Scheerders derzelver landen van deeze kleine landſtreek zijn met Pijnboomen
voeten, gelijk zij de makke Ooijen doen , niet durven bedekt , en de laage landen verſtrekken tot weilanden
binden. De ondervinding heeft geleert, dat de fiere en voor omtrent 150000 Schaapen. Hier heb ik eenige
wederſpannigeRam , dus gebonden, zich onder de ſchaar waarheden geleerd , welke doen blijken , dat de volgen .
zou dood worſtelen ; de Scheerders leggen hem daarom de drie gevoelens onder de algemeene volksdwaalingen
zagtelijk neder, ſtreelen zijnen buik, en weeten hem on behooren geſteld te worden.
der die beguicheling van zijne vlokken te ontdoen, Zee 1. Dat de Schaapen na geurige kruiden greetig zijn ,
en
SCH . SCH . $237
en dat het vleesch van die , welken op heuvels weiden eik ; flex welker bladeren afvallen , witte doon , jene .
waar overvloed van aangename kruiden groeijen , het verbeſiën; deeze zijn ſchraale ſtruiken , dewijl ze door
imaaklijkste vleesch uitleveren. de Bokken worden afgeknabbelt; voorts cijfus, wilde
2. Dat nooit eenigerbande zoutwellen in de aloude roozen , uva urfi , phlomis, ſalvie fol. fi lut. verbafumé
hooge bergen , maar wel in de laage heuvelen en in vlak. van den gemeenen wez , ſtæchas, ſaga, opregte thijm
ten alleenlijk gevonden zijn. ſerpijllum , groote en kleine rosmarijn , helianthemum ,
3. Dat de mineraale uitwaasfemingen alle groeijing pimpernel, chamedris , filipendula , ftachijs, lijchnoides
beletten en vernielen , en dat geenerhande ſteenrotzen of incana anguſtifolia , met geele en bontebloemen&tum
, de groo .
, dui.
gebergten , van rijke erts -aderen bezwangerd , door eene te asphodil , cornilla van de velden , gallium , lu
rijke groeibaare aarde bedekt zijn. zendblad , campanula met eetbaare wortels , een zoort var
De Stad Molina ligt bijna in 'tmidden van de weiplaat. Jacobæa, welbe ik heb zien groeijen in het zand aan de
zen der Schaapen . De vaste grond van het landſchap is zeekust, geheel wit van koleur; gladiolus, en een klein
gevormd van roode aarde en zandſteen , kalkſteen , en glaucium , hetgeen in de bouwlanden van Spanje groeit ;
pleisterſteen , wit, graauw , geel ,blaauw , groenagtig en leuchanthemum , van de velden ; orchis ; ornithogalum ,
bloedrood krijt , op zommige plaatzen zijn alle die koleu . muscari; polijgala, en nog meer dan twintigerlei ander flag ,
ren in een en dezelve bedding uimuntend fraai door elk: welke insgelijks op wei- en bouwlanden, aan de hooge
anderen geinengeld. Tijd en vogtigheid ontbinden dee -wegen, heggen en langs de ſtranden gevonden worden.
ze ſteenen, want zij zijn vermolmd ofvermollen dagelijks Dog de onkakagtige aarde van dit mineraalbergje , is
in de aarde van het land , welke doorgaans van dezelfde met het zelve aangenaame en fijne gras gedekt , als alle:
natuur is als die van de rots. De roode volders-aarde, de overige , en zelfs het kalkagtige land. Ik heb gelijke
waar mede de Fabrikeurs te Molina hunne lakens zuive waarneemingen gedaar, omtrent dedrie groote mijnen van
ren , is ontwijfelbaar het zelfde zandgruis van de roo. Europa , als St- Maria in den Elzas, te Clausthal in het
de rots , in aarde veranderd. De rotzen rondom de Stad Hanoversch Hertsgebergte, en te Freijberg in Saxen.
bevatten , of zout, ofſalpeter; men ziet de gehouwene Die van St. Maria liggen aan het einde eener valleie in
fteenen van de huizen met ziltig mos overdekt, welke; het gebergte van Vogue ; zommige der heuvelen aldaar
na den regen , door de ſchijnzels der zonne is uitge. zijn met eicke- en pijn , anderen met appel. , peer- , pruim.
haald. De gantſche landſtreek van Molina is vol zout. en kerſe- boomen gedekt , en wijders ontmoet men aldaar
wellen , maar een overvloedige zoutbron is er , die uit fraaije groene duinen , waar op Kocijen en Schaapen wel.
eene grond , welke nog hooger ligt, dan die waar de Taag den , benevens een menigte van verſcheidene planten
haaren oorſprong heeft, en nier ver van daar is , zijnde groeijen , mitsgaders bouwlanden , waar men tarw teele,
het hoogſte land van Spanje in den binnen omtrek desRijks, welke in 't jaar 1759. , gelijk in mijne aantekeningen
dewijl het de wateren , welke zich in de Oceaan en in de vind , acht voor een uitgelevert heeft. Alle deeze vrug.
Middelandſche Zee ontlasten , van den anderen ſcheid. ten groeijen in eenen grond van één of twee voeten diep
De Taag loopt van hier naar Lisſabon, 150 mijlen ver, aarde , door welke eene rots , zo vol arſericum , zwavel
en de cwee Rivieren Gualdavir en Sucar, welken daar zilver-, koper., lood- en kobold ertzen als ergens in Eu.
1 nabij mede ontſpruiten, vloeijen na Valencia. Deeze ropa gedekt word , zijnde de meeste mijnaderen op en
1 Wel voorziet het regtsgebied en Bisdom van Albarrazin nabij derzelver oppervlakte te vinden.
met zout. Behalven deeze is er nog een zoutwel mede De mijnen te Claufthal zijn in ecne vlakte , welke el.
in het hooge land , welke de 82 Steden en Dorpen van genlijk de kruin van eene berg uitmaakt. “ De mijnen
Molina d'Arragon van zout voorziet. Hier moet ik ook van Dorothea en Carolina , met hunne zilver-, lood- en
gewaagen van de zoutwel , welke op een plaats van de koper aderen , ſtrekken zich agt mijlen ver , tot aan het
Montane ontſpringt hooger dan de bronader der Ebro , gebergte Wildeman , uit. De fraaiſte weilanden en het
en omtrent een vierendeel mijls van dezelve. aangenaamſte gras , worden boven deeze mijnen , en der.
Binnen het beſtek deezer Schaaphoederijen , bevinden zelver aderen , in de nabuurſchap der Stad , ontmoet, en
zich eene meenigte van ijzer , koper , en zuiver vuur. op dezelve vinden 900 Koeijen en 200 Paarden hun voed
ſteengronden , alwaar dezelfde planten , en het zelfde aan rel. Zij worden in junij afgemaaid ; het tweedegras ſpruit
genaam gras , als in de andere deelen gevonden worden . uit , en word in augustus gemaaid. Eene menigte van
!
Ik zal er een voorbeeld van geeven . Omtrent twee uu. planten groeijen in de weiden boven deeze mijnen ; als
!
fen gaans ten noordwesten van Molina ontmoet men een daar zijn valeriaankruid , gallium fl. alb , coronilla , chrij
klein gebergte, Platilla genoemd , het ſtrektzich omtrent ſanthemum ſegetum , leucanthemum , viola tricolor, bis-.
één halve mijl van de eene vallei tot de andere uit. fort, bonus Henricus, A. Janskruid , agrimonia ,juffersman
Het lighaam van dit gebergte is vast , rotzig , en van tel, tusſago , enz.
geſpikkeld marmer , door het zelve loopen in verſcheide- De mijnen van Freijberg zijn in de laage bergen nabij
ne ſtreeken ,en buiten eenige geregeldheid , meenigvuldi. de Stad gelegen. Ik zag haar allen in de maand junij met
ge blaauwe, groene en geele aderen van rijke koperërts, garst overdekt. Een vreemdeling zoude zich naauweliks
waaronder zich ook eenig zilver bevind , het geen door kunnen verbeelden , dat men graanen kan inoogſten bo
een menigte van arſenicum en zwavelſtoffen vermengd is. ven de hoofden van eenige hondert Mijnwerkers, die
De buiten oppervlakte van de rots heeft op verſcheide bezig zijn de aderen van ertz , arjenicum en zwavel te
plaatzen plekken , die blaauw en geel zijn , en de erts. doen ſpringen .
aderen zijn , zowel in de klooven als in 't vaste lighaam Het is waar , ik zag ook mijnen in de barre en kaale
niet boven éénen voet diep , bevattende loodërts, dat bergen en heuvels , dog het is zeker , dat derzelver on .
zomwijlen tot aan de oppervlakte zich uitſtrekt. vrugtbaarheid geene uitwerking der mineraale uitwaasſe
De volgende Planten groeijen aldaar in den grond , mingen is. De lucht , de vogten , de hitte en dekoude
door welken deeze arſenicum en zwaveladeren bedekt hebben op de oppervlakte van zommigerotſen meer krage
worden, en welke niet boven één voetdiepis: Echte danop anderen , om den ſteen lotaarde te doenvermol
VI Deel. t len .
a
3238 SCH . SCH .

len. Dus is het met den hoogen Rammelsberg geſteld , gevallen is ; want indien het gebeurde dat zij het bedaauw
aan wiens voet de Keizerlijke vrije Rijksſtad Goslar ligt , de gras aten , of hagelwater dronken , zoude de gantſche
wier Inwooners reeds 900 jaaren geleofd hebben en nog kaveling treurig worden , niet willen eeten , uitteeren en
leeven van de inijnen van dien ſteilen en onvrugtbaaren ſterven , gelijk dikwils gebeurt. Het hagelwater is in
berg. Ik beklom de kruin van den zelven , en bevond deeze luchtſtreek zo ſchadelijk voor de Menſchen , dat
ze geſpleeten en gekloofd in millioenen retten en berſten de inwooners van Molina uit de Rivier niet zullen drin.
van één voet tot één haairbreedte wijd , en zag wijders ken , na dat eene ſterke hagelbui gevallen is , hebbende
die rots om zommige plaatzen in kleine verrotte ſtee. zij door ondervinding geleert , hoe gevaarlijk zulks is,
nen gebrooken , welken hier en daar volkoomen ver: maar hoe troebel en van regen overzwollen de ſtroom is ,
molmd en tot aarde overgegaan waaren , waar uit eenig drinken zij er onbeſchroomd uit. Misſchien mag zulks
gras , mos , en eenige weinige planten voortſchooten, wel de onvermijdelijke oorzaak zijn van veelerleie zick.
In 't kort , ik zag dat de tijd van derzelver verval tot groei- ten , die aan de bijzondere ſteden eigen zijn. De Schage
baare molſem nog niet gekoomen was, en dat de Ram- pen van Andaluſie, welken nooit van grond veranderen ,
melsberg eens even groen als die van Clauſthal zal wor. hebben Negte , grove, lange en haairige wol. Ik heb
den ; waar uit mijns bedunkensblijkt, dat de waereld nog eene Kudde in Eſtremadura gezien , wier wol langs de
niet zo oud en verſleeten is, als zommigen zich wel ver. grond Neepte. De reizende Schaapen draagen in tegen.
beelden. Ik zal deeze uitweiding bij de Hr. Coulisson deel eene korte , zagte en witte wol . Ik geloof uit hoof
niet zoeken te verdedigen , ik heb hem door het gerugt de van eenige weinige procfneemingen en lange opmer
voor drie en-twintig jaaren reedshooren verklaaren als een king , dat , wanneer de fijngewolde Schaapen , geduuren
vijand van alle dwaaling; hij moet derhalven waarheden de den winter t'huis bleeven , derzelver wol, binnen wei.
beminnen, of ſchoon hij dezelve buiten haare behoorlij- nige voortteelingen, verbasteren en grover zou worden ;
ke orde vind . indien in tegendeel de grofgewolde Schaapen van lucht
Dewijl mijn ampt mij verpligte om honderden van ſtreek tot luchtſtreek wierden overgebragt, en in de opea
dagen bij de mijnen van Platillo te Molina door te bren• ne lucht geweid , zou derzelver wol, binnen weinige
gen , zag ik duizenden Schaapen rondom dezelve heenen voortteelingen , verbeteren , fijner , korter en zachter
weiden . Ik nam waar , dat , wanneer de Herder eene worden .
verpoozing maakte , en de Schaapen aan hen zelven over- De fijnheid der wolle heeft men daar aan toe te ſchrij.
liet, zij alleen naar fijn gras zogten , en nooit eenige geu. ven , dat het Dier in eene open lucht van evengelijke ge
rige plant aanraakte; dat, wanneer hetkruipend Serpil. matigheid zijn leeven Nijt. Het is in de Provintien van
lrum onder het gras gemengd doorliep , zij het zelve zorg. Andeluſie en Eſtremadura niet kouder in de winter, dan
vuldig ter zijden ſuffelden , on hetzuivere grasbladte omſtreeksMontana en te Molina in den zomer. In Anda.
eeten, welke n: oeite hen welhaast naar ongemengde gras . luſie heeft men zomtijds een weinig vorst, en te Molina
plekken deed zoeken. Ik bemerkte ook , dat , wanneerſneeuwt het zomwijlen in de maand van junij. Ik heb
de Herder een zwaare lucht zag opkoomen , en aan de er zomers bij de ininſte betrokkene lucht, koude dagen
Honden het teken gaf om de Schaapen bijeen te vergade- ontmoet. Geduurige hitte of geduurige koude , welkede
ren, en dan agter dezelven te gaan , en hij eenige ſchre. Schaapen tusſchen beiden onder dak doet blijven , maakt
den voor uit deed , om ze naar eene ſchuilplaats te lei. derzelver wol grof, zwart en geſpikkeld. Alle de Die .
den , dat zij, geen tijd hebbende om neder te bukken , ren die in de open lucht leeven , zo veelen mij bekend ziin ,
naar de ſtrechas, rosmarijn , of eenige andere heeſter hap behouden altoos de koleur van hun voorouders. Onder
len , om er een beet van af te rukken ; want de Schaa. de grofwollige Spaanſche Schaapei , vind men de aller
pen willen altoos iets hebben , wanneer zij horgeren of fraaist geſchakeerden , van welke ik onder de fijn gewol.
ſchielijk voortgedreeven worden. Ik zag ze bieſenkruid, de Kudden nooit een enkele ontmoet heb. De vrije , dog
ſcheerling, glaucium en andere walgelijke onkruiden zeer minder overvioedige uitwaasfeming in de oopen lucht,
greetig verſlinden , wanneer zij buiten de ſcheerhuizen word , zo dra ze begint te vloeijen, weggevaagd , daar.
gelaaten wierden. Indien de Schaapen liefhebbers van dezelve in tegendeel aangroeit, door de ongemeene hit
geurige planten waaren , zoude zulks een der grootſte te waar aan de Schaapen die des s'nagts in naauwe plaat
ongelukken zijn , datde Landlieden in Spanje zou kunnen zen bij groote getallen opgeſloten worden , onderheevig
overkoomen. Het getal der Bijekorven is ongelooflijk. zijn . De wol word er vuil en haairig door , en veran
Ik ſchaam mij bijna als waarheid op te geeven , dat ik zeke. dert van koleur. De Zwijnen in Spanje, die in de bos ,
ren Dorppriester gekend heb , die alleen ruim 5000 kor- ſchen en wouden leeven , zijn gezaamentlijk van dezelfde
ven heeft. De Bijën zuigen al haaren honing , en ver• koleur , als de wilde Beeren. Zij hebben fijne, zachte
gaderen al haar wasch uitgeurige bloemen , welke twee en gekrulde borſtels. Nooit is een Spaansch verkenshaair
derde gedeelten der velden, waar over de Schaapen trek. door de geſtooken gaten van het ſchoerleer gegaan . Welk
ken , ſchakeeren en met haar geur vervullen . Deeze een meenigte van vuiligheid word niet dagelijks van de
Priester ving zorgvuldiglijk alle de Koninginnen in een geſtalde Paarden , door de roskam en de haaire deekens
fijne gaazen vliegenknip , kortwiekte dezelven , zo dat teffens afgehaald ? Hoe fijn en zuiver in tegendeel is
haare Majestciten moesten thuis blijven. Hij verzeker . de huid van een Paard dat in de open lucht leeft ?
de mij nooit eenen zwerm verlooren te hebben , zedert
den dag dier uitvinding tot dien op welken hij mij ont- Van de voornaamſte ziekten en gebreeken der Schaa.
moete, 't welk ik gis dat vijf jaaren zal uitmaaken. pen , en geneesmiddelen om die te beteren .
De voornaamſte zorg van een Herder beſtaat , in de De Schaapen zijn veelerleij ziekten en ongemakken on
Schaapen nooit uit haar ſtaketzels te laaten , voor dat de derberig. Onder dezelven is de ſchurftigheid een van de
naar witte rijm gelijkende daauw door de morgenzon op . gemeenſten , waar door zij aangetast worden , als het we
gehaald is , en dezelven nooit eenige beeken of plasſen te der , kort na den tijd dat zij geſchooren zijn , broeijig
laaten naderen , wanneer kort te vooren eene hagelbui heet word , of dat er veel koude regens vallen , of wan ,
neer
SCH. SCH . 3239
geer zij door Vliegen ſterk geplaagd worden. Verſchei: van deeze Wormen of Betjes uit de Schaapen -Lever me.
de uit- en inwendigemiddelen zijn er tegen deeze kwaal, degedeelt,waar van wij de afteckening op Plaat H.fis,
Waar onder het ingeeven van bittere kruiden en zwavel , 4. le vinden , uit de Philosoph . TRANSACT . for. 1755.
het wasſchen in zeewater of in een aftrekzel van tabak , vol. XLIX . P. I. p. 247 , hebben overgenoomen . Hij
niet van de minſten is ; de Boeren in Friesland en elders merkt aan , dat het een kleine platte Worm zij , gelijken
doen zulks met een aftrekzel van rottenkruid in water, de naar den Visch , dien men Tong noemt ; waar van
Deeze kwaal vereischt , dat men de zodanigen van de dikwils veelen in de galbuis gevonden worden. De ei.
andere afzondere , dewijl zij anders de gantſche kudde genſchap van deezen Worm is , zegt hij , dat dezelve al
beſmetten zouden . toos een ſteenen muur bouwt tot zijne beſchutting , wel.
Ook zijn de Schaapen de koorts onderhevig , die haar ke de gedaante van de galbuis heeft , en dus dezelve ge
als gebeel uitdroogt, en gevaarlijk ziek maakt; zo dra heel verſtopt; zo dat de gal , hier door in haaren voort.
hun dit ongeinak overkoomt, moet men ze tusſchen de gang verhinderd zijnde , te rug vloeit in de bloedaderen ,
twee klaauwen van een der voorſte voeten aderlaaten. en die geele koleur aan 't wit der oogen geeft, welke
Zomtijds worden zij ook door hoest , verkoudheid , tee. het eerſte teken van deeze ziekte is , gaande doorgaans
sing en dergelijke kwaalen overvallen , waar tegen hun de uitteering of vermagering , en de opzwelling van den
veelerleij verzagtende borstmiddelen , inzonderheid een buik voor.
afkooksel van hoefbladen , dienſtig zijn . De ſnotterigheid , De oorzaak van deeze ziekte meenen zommigen te be.
die ook anderen aanſteekt, ſchijnt bijna zonder hulpmid. ſtaan in de groote vogtigheid der landerijën , of het te
del te zijn , en vereischt , dat men de zulken , zo wel veel drinken van water, iczonderheid uit flooten , die
als die door de Vee -pest worden aangedaan , ſpoedig van geen doortogt hebben , en daar hetzelve dus vervuild
Dog anderen oordee
de anderen afzondere . Zij zijn , gelijk de Koeijen, ee . is , of uit poelen en moerasſen.
De wervelziekte of duizeligheid onderworpen , welke haar len met meer grond , dat de oorzaak niet beſtaa in de
over eene zijde rond doet draaijen , en men heeft zom . overvloed van water, maar in de Diertjes of Inſekten ,
tijds een klap , haar aan die zijde van den kop gegeven , welken in dat water overvloedig zijn. Immers de Heer
daar tegen dienſtig bevonden. De Heer ScheuCHLER LINNEUS , die deeze Botjes in Amenit. Academ . Vol. IV.
nam in de Alpiſche Gemſen waar , dat deeze ziekte een Holm . 1759 P. 186. Fasciolæ Hepatice noemt, heeft op
waterblaas tusſchen de vliezen en de herſenen tot haare zijne reize door Gothland bevonden , dat dezelven , bije
oorzaak had . na in alle beekjes en waterplasſen , zeer dikwils zaten
De Schaapen worden ook door een zoort van Luifen en aan de bladeren en ſteenen ; van waar zij , ingeſlurpe
andere Dieren die de naam van Tijken draagen gekwelt, en zijnde, zich , zo men zich verbeeld , door de galbuis:
ſchoon dit geen gevaarlijke ziekte voor hun is , zo plaagt in de lever begeven zouden , om daar te nestelen , en er
2 bun echter dit ongedierte zodanig , dat zij er geheel van ontſteekingen , verſtoppingen , en eindelijk een doodelij.
=b vermagcren; hier tegens gebruikt men met vrugt dezelf. ke waterzugt , voortiebrengen. Behalve dat de reden ,
de middelen, welke dienen om deeze Beesten van de die gevoelen waarſchijnlijk maakt, wordt hetzelve nog
fcharft te geneezen . grootelijks bevestigd door het hulpmiddel , 't welk in 't
51 Dog onder alle de kwaalen der Schaapen , is er geen algemeen erkend wordt tegen deeze kwaal van dienst te
gemeener en erger dan de Leverwormen of zogenoemde zijn, het gebruik naamelijk van zout of pekel ; want men
bottigheid. Dezelve gaat altoos met eenig ongemak van heeft ondervonden , dat de pekel op ſtaande voet deeze
de lever gepaard , in welker zelfſtandigheid zekere wor. Wormen dood .
men huisvesten , die van de Hr. Redi nauwkeurig zijn De Heer NICHOLS merkt aan , dat men deeze Wormen
beſchreeven en afgebeeld , en waar van het maakzel door ook zomtijds vind in de lever der Runderen , gelijk om..
onze Lezers ook op Plaat H.fig . 3. kan worden nagezien. » trent een eeuw gele eden al waargenomen was; dog men
, Zij hebben , zegt dien Schrijver , de figuur van kau- meende dat dezelven alleen eigen waren aan de herkaau
woerden -zaad , of liever van een klein , dun mijrthe. wende Dieren , tot dat de Heer DAUBENTON , nu on .
bladje met een ſteeltje; hunne koleur ismelkagtig wit , langs, er dergelijken in de lever van een Ezel vondt zie
9) en er blinken veele takjes van vaten, of buisjes , in door , Plaat H. fig .5. en G. en 't is waarſchijnlijk dat menze
die uit den geelen groen zijn. Op de vlakte van hun ook vinden zal in die van veele andere Dieren . Gemel.
91 lijf is een bek , of rond gaatje , niet ver van het ſteeltje. de Heer , die een menigte Schaapen , Rammen en Lam
Dikwils vind men deeze Wormen in de galblaas, en zij meren , in allerleij faizoenen van 't jaar geopend en
» zwemmen ook in alle vaten van de lever , de nagade. naauwkeurig bezigtigd heeft, vond er geen één vrij van ;
ren alleenlijk uitgezonderd, waar in ik dezelven nim . weshalve hij meent, dat zij er altoos en in allen zijn ,
», mer heb gezien . Ik zou gelooven , dat zij in de gal- ten minſte nog zwemmende in de gal. Echter heeft hij
blaas gebooren worden , en alknaagende zich een weg ze niet ontdekken kunnen in de lever van de vrugt , ſchoon
baanen , gaande uit de galbuizen in de bloedvaten hij er naauwkeurig naar zogt, om reden dar , in de ver
„, over , alwaar zij, te zeer vermenigvuldigd zijnde , de zamelingen der Duitſche Natuurkundigen , door den
„ lowendige zelfſtandigheid van de lever uitknaagen en Heer FromMan gemeld word , dat hij zulke Botjes in
» holligheden daar in maaken , daar het bloed , met gal de lever der ongebooren Lammeren bad gevonden. Die
„ gemengd , poelen formeert, neemende een koleur aan waarneeming was in Frankenland geſchied , in 't jaar
" uit groen en graauw gemengd , leelijk in 't aanzien en 1064 , toen er een ziekte heerschee, door welken een
bitter van ſmaak; zo dat iemand , die zulk een lever groote menigte van Wolvee , als ook van Kalvers en
‫ܘ‬ wel beſchouwd heeft, niet ligt daar van zal eeten ." Vaarzen, weggerukt werd , waar van men de oorzaak
Redr , de generat. Infe &torum pag . 302. aan deeze Wormen coefchreef. Dit zo zijnde , zegt de
De Hr. NICHOLS , Lijfartz van wijlen den Koning van Heer DAUBENTON , kan en niet twijfelen, of zij draa.
Engeland , GEORGE den II. heeft zedert korte jaaren aan gen hetzaad van deeze kwaal altijd bij zich. Zomini.
de Kon . Maatſcbappije van Londen een nieuwe afbeelding gen hebben gewild, dat dezelve aan bei eeten van zeker
I 2 kruid ,
"

!
1

32402 SCH SCH

kruid , naar welks blaadjes die wormen gelijken, zoude toe, welke deeze Beesten als uitzinnig maakt; en deduid
toe te ſchrijven zijn , 'twelk inderdaad zeer belaggelijk zeligheid of wervelziekte kan in dezelven, zo wel als je i
is . de Runderen , ook daar van afgeleid worden.
Maar eene zonderlinge waarneeming is 't , welken de In de maag der Schaapen groeit zomtijds , zo wel als
Heer de BUFFON ons mededeelt. De Heer Rouillé , in die der Gemſen , Koeijen en andere Beesten , zekere
Minister en Sekretaris van Staat in het departement der bal , die zomwijlen de grootte van een appel heeft; van
buitenlandſche zaaken aan 't Franſche Hof, had hem een binnen met wol , mos en dergelijke dingen, gevuld ; van
brief ter band geſteld , die , in 't Jaar 1759 , door den buiten met een ſteep. of kalkagtige harde korst overtoo .
Heer de Beaufort , Doktor in de Geneeskunde te Mon. gen. De Heer Daubenton verhaalt, dat in het Kabi
tier in Tarantaiſe, aan deezen Staatsdienaar was geſchree. net van den Koning van Vrankrijk zulk een Ægagropile
ven. Zie hier den inhoud. „ Men heeft zedert langen uit een Schaap gevonden en als iets raars bewaard wor.
„ tijd beſpeurd , dat de Hamels, die op onze Alpen de de , die van eene onregelmaatige figuur is , ten deele rond
besten van Europa zijn , zomwijlen blijkbaar verma. ten deele plat , hebbende de dikie omtrent van één en
%, geren, hebbende de oogen wit, ſmeerig en zainenge- drie vierde duim , dat is als een taamelijke kaatsbal,we
trokken, het bloed weiagtig bijna zonder eenig ken- gende maar iets meer dan anderhalf drachme. De op
% baar rood gedeelte , de tong droog en ingekrompen, pervlakte is wel met een ſchors bekleed , dog oneffen ,
>de neus met een geelagtig înot gevuld , dat Nijmig is en op de eene plaats meer uitpuilende dan op de andere,
en etteragtig ; zijnde uitermaate zwak ter been , ſchoon gelijk dit in de Ægagropilæ uit de Koeijen gewoonlijk
» zij veel eeten ; en dat eindelijk de geheele Dierlijke plaats heeft. De Heer ANDERSON , die er een uit Noor.
huishouding in verval raakt. Uit veele paauwkeurige wegen in zijn Kabinet hade , gaf er den naam van Tophus
3 onderzoekingen is mij gebleeken , dat deeze Beesten ovinus norvagicus aan , en men wil, dat de Schaapers
in de lever witte Kapellen hadden , met de Wieken op de Fero -Eilanden in de Noorder Oceaan , door onder
„, tegen 't lijf aan geplooid , den kop half ovaal, haairig de ſneeuw half begraaven 1taande elkander te likken , en
en ter groote van dien der Zijdewormen. Meer dan dus de wol in te zweigen , daar mede veel bezet raaa
, zeventig , die ik er door zamendrukking uit eene lever ken .
deed komen , hebben mij van de wezentlijkheid der
zaake overtuigd ; de lever ſcheurde midderwijl aan de Huishoudelijk en verder Gebruik van de
gantſche verhevenronde zijde van één ; men nam er Schapen en derzelver deelen.
» geenen waar dan in de aderen en nooit in de Nagade. Het Schaap is zekcrlijk een der allernuttigſte Beesten .
» ren, men heeft kleinen , met kleine Wormen tevens , Deszelfs wol , huid , vleesch , ingewanden , ſmeer , ja
in de galbuis gevonden. De poort-ader en de cap de drek of keutels zelfs, worden van den Mensch ge
, fula glisſonii, die zich daar in , gelijk in de menfche. bruikt ; 't welk aanleiding gegeven heeft tot het algemeen
„ lijke lever, ſchijnen te vertoonen , weeken voor de bekende ſpreekwoord, it is al goed dat van 't Schaap
,, allerzagtſte aanraaking. De long , ondertusſchen , en komt. Zommigen rekenen zelfs , dat de Schaapenwei
alle andere ingewanden , waren in een volkomen ſtaat derij voordeeliger zij , dan het vetweiden van Osſen ; 't
.», van gezondheid ”. welk zekerlijk in drooge , ſchraale, zandige Landsdou
Het waare te wenſchen , zegt de Heer de BUFFON , wen waar is. Zie hier, hoe men in Sweeden de reke
in Hiſtoire natur. de la Brebis. p. 23. (en inderdaad hij ning opmaakt. Vijf Schaapen hebben niet meer voedze!
ſpreekt met reden ,) dat de Doktor ons een omſtandiger noodig dan één Os , en leveren echter meer uit ; want
befchrijving gegeeven had van deeze Kapellen ; om alle vijf Schaapen geeven jaarlijks, in de herfst, tien pond
vermoeden weg te neemen , dat de Dieren , die hij ge beste wol , en 's voorjaars tien pond geringer zoort , waar
zien heeft, niet ſegts de gewoone Wormen van de bij men tien pond mag voegen voor de wol der Lamme
Schaapen-lever waaren , welken zeer plat zijn , en zeer ren , dit maakt derrig pond , en bedraagt , voor tweehon .
breed, en van een zo zonderlinge figuur, datmen ze , derd Schaapen , 450 zilveren daalders ; hier bij ( weehon.
in de eerſte opſlag van het oog , eerder voor bladjes hou. derd Lammeren van 2 daalders het ſtuk , dat is te zamen
den zou dan voor Wormen . 850 zilveren daalders , of, om dat dezelven ieder nage
Op Plaat H. fig . 7. geeven wij nog de afbeelding van poeg 18 ſtuivers hollandsch geld doen , 705 hollandſche
een zodaanige worm , welke in zekere vliezige beurſen guldens, en dus het profijt van de vijf Scbaapen te za.
onder de tong der Herten groeit , om reden , dat de men 19 guldens en 5 ſtuivers in ' t jaar.
Heer Redi verzekeri, dat dezelven , ten opzigt van de Zonderling is 't , dat in Sweden de Schaapen twce.
uitwendige geſtalte , volkomen gelijk zijn aan die Wor- maal 's jaars geſchoorenworden, gelijk in de warine lucht
inen , welke men vind in eenige holligheden der bek ítreeken , daar men niet ſchroomt het Beest geheel kaal
keneelen van 't Wolvee. Alleenlijk , zegt hij , zijn de te maaken , door 't zelve al de wol van 't lijf te pluk
ze kleinder , zo haairig niet , en met eenige zeer zwarte ken . In Vrankrijk en de Nederlanden doet men zulks
dwarsſtreepjes, die op hun ſpierwit lighaam zeer afſtee. maar eens , en wel in de meijmaand, in ’t midden van
ken , getekend ; dog dit heeft negts in de oudſten dier den zomer of in de maand julij , ſchuerende de wol het
Wormen plaats. De twee vlakjes , die men , aan 't ee. Beest met een groote ſchaar af, en laatende de Hamels
ne end van 't buisje, in de Wormen der Herten vind , een gedeelte van hunne vagt behouden , op dat zij tegen
zijn in de Wormen der Hamelen ook wel zwart , dog de koude beſchut zouden zijn . Het ſcheeren geſchied
volkomen cirkelrond. Zij huisvesten in zekere hollig. in meij , om dat het in de maand april nog te koud is ,
heid van 't voorhoofdsbeen , onder de inplanting der en , zo men de maanden junij of julij afwagtte, zou de
hoornen , en zontijds ook wel in het kanaal van de neus. wol in 't overige van den zomer dikwils niet genoeg aan
Men vind er zelden ineer dan twaalf , of vijftien op 't groeijen , om de Beesten in de winter te verwarmen. De
hoogſte , daar er in de Herten dikwils twintig zijn . De wol der Hamelen is doorgaans overvloediger en beter
Herders ſcorijven niet zonder reden daar aan die ziekte dan die der ooijen of Melkſcliaapen ; die van den hals ,
en
SCH. SCH . 3243

1 en van boven op de rug, is de beste; die van onder aan te ontdoen. Misſchien zou het even zo gegaan hebben ,
den buik en dekeel de flegtſte , en de vagt der van zelf indien het ontwerp, datnu ruim dertigjaaren gelee
geſtorvene ofzieke Schaapen deugt niet veel. Men agt den in de Nederlanden voorgeſteld werdt, zie de Te.
ook de witte wol meer dan de bruine , vaale of zwarle ; genw . Staat der Nederlanden, I. Deel. blads. 572. om
om dat zij door 't verwen allerleij koleuren aanneemt ; de Duinen aan het hollandſche ſtrand met Schaapen te
en, wat de hoedanigheid betreft, is de effene meer waar- beweiden , ter uitvoering gebragt waren .
dig dan de gekrulde; ja men ourdeelt dat het Wolvee , 't Schijnt mij derhalven toe , dat de laagheid van het
welks vagt zeer kroes is , zo gezond niet zij als het be- land , of deszelfs vogtigheid en de geſteldheid van den
i hoort. grond ; misſchien ook bet gebrek van verſchuiling en be
le Het wegneemen van de vagt der Schaapen , dat in de ſchutting voor de koude winden , of de mist- en nevel.
eerſte opſlag enkel ſchijnt af te hangen van het menſche . agtigheid van de lugt , oorzaak zijn , dat dit Vee op zom
lijk beleid , ſtrekt zeer tot gemak en verligting van dee. mige plaatzen niet zo wel riert als op andere. Immers ,
ze Beesten , en is t'eeneinaal met de natuur overeer.. in de Gebergten van Switzerland niet alleen , maar zelfs
komſtig. Immers de Heer ANDERSON verhaalt ons , in in die van Noorwegen en Ysland , vind men , gelijk wij
zijne Natuurlijke Historie van Ysland , Groenland en gezien hebben , wilde Schaapen , en , zo wel in Ierland
andere Noordelijke Gewesten ; dat de Schaapen aldaar als in Schotland , zijn dezelven menigvuldig. Het Eis
Dooit geſchooren worden en echter jaarlijks , omtrent land van Groot-Brittannie vertoond zich als eene natuur:
Sint Jan , nieuwe wol krijgen , terwijl de oude vagt ge. lijke kweekerij , daar deeze Beesten , een zuiverer lucht
heel los word , zo dat men haar dezelve met gemak van inademende , en het voedzel baalende uit een droo
het lijf kan ſtroopen . Deeze Beesten loopen daar in 't ger grond ; dog , 't geene wel het voorraaiſte is , van
wilde , en haare wol is bij uitſtek grof en lang , 't welk de Wolven bevrijd en volkoomen veilig , op het al
haar een dik beſchutzel tegen de winterkoude geeft , die lervolmaakſte tiert , groeit , voortceelt en vermeenigvul
in dat Gewest zeer zwaar is. Men maakt er tegen dien digt.
tijd met alleman jagt op . Een Herder , vergezeld van Immers de wol , het vleesch en de huid der Schaa .
Honden, die daar toe afgerigt zijn , klimt op een beu. pen , zijn het onderwerp van een verbaazende handel in
vel ,' en , wanneer hij het fein geeft met op zijn hoorn te dat Rijk .' Om eenig denkbeeld te geeven van de onge
blaaſen , gaan de Honden elk een kant uit , en drijven looflijke menigte Kudden Wolvee, die in Groot- Brittan
de Schaapen van alle rotzen en plaatzen , daar die zich nie geweid worden , zal het genoeg zijn te zeggen , dat
gewoonlijk onthouden , bij een in zeker groot beſlooten het getal der Vagten , die men er jaarlijks ſcheert , meer
veld , dat aan 't eene end naauw toeloopt , alwaar dee. beloopt dan dertig miljoenen , en ieder vagt geeft ten
ze Beesten gemakkelijk te vangen zijn. minſte vier ponden wol. Bij gelegenheid van eene wed
Niet lang geleeden werd door zeker Heer , in Vrank. denſchap heeft men 't getal opgenomen van de Schaaper ,
rijk , het ontwerp gemaakt om eene kweekerij van die er in den omtrek van Dorcheſter , op den afſtand
Wolvee , in 't wild loopende, aan te leggen ; dat anders van niet meer dan twee uuren gaans in 't ronde, gingen
in dit Rijk geen plaats kan hebben , wegens de Wolven weiden , en men vond er zeshonderdduizend. De En
en andere Roofdieren. Men twijfelde niet , ofdoor dit gelſchen waaren , onder deRegeering van Koning Hen
middel zouden de Hamels bevrijd zijn van de meeſte ziek- Rik den IIIde , op hunne Kudden reeds zo jaloers , das
ten , die hun gewoonlijk aantasten; de Oijen zouden be. deeze Vorst uitdrukkelijk verbieden deed, eenig Schaap
ter de ongemakken van het faizoen kunnen uitſtaan, en buiten het Rijk te vervoeren ; vreezende dat , indien de
het Ras, daar van oorſprongelijk, zou meer vleesch , zoort zich over zee vermenigvuldigde, de Natie zich van
fraaijer, fijner en overvloediger wolle, en bovendien haaren zwaaren handel in wollen ſtoffen, dien zij toen
grooter en zwaarder huiden uitleveren . Wanneer het reeds dreef, eerlang, beroofd zou vinden. Dit verbod
voorſtel daar van gedaan was aan den Koning , vergunde is , onder de volgende Regeering, vernieuwd en heeft
zijne Majeſteit aan dien Heer een arrest van den Staats- nog plaats. De Overtreeder verbeurt de eerſte maal alle
raad, door 't welke hij gemagtigd werdt , om in 't park zijne goederen ; hij moet een jaar lang gevangen zitten ,
van 't paleis van Chambord het gemelde ontwerp werk- en op het einde van het jaar word bem de hand afgehou
Atellig te maaken . De proeven , die men er van nam , wen op de Markt , die men vervolgens aan een paal ſpij
bevestigden de verwagting, welke men daar omtrent had kert op een zeer zigthaare plaats , en , indien hij 'r
dood ge
opgevat ; waar op de Koning , bij een nieuw arrest , dien voor de tweedemaal doet , word hij met de
zelfden Heer verlof gaf , om , door het geheele rijk , ftraft.
volgens zijne manier Hamels en Moerſchaapen aante. 't Is ontwijfelbaar, dat de voordeeligheid der fabric .
fokken , te doen aanfokken en te onderhouden. Dat ken van engelſche lakenen , tot welken men al de wol ,
meer is , zijne Majeſteit ſchonk, onder eene erfpagt, die in dat Rijk valt, en nog veele andere , uit Spanje en
aan dien Heer alle ledig leggende , onbebouwde en woes. van elders , is benoodigd , aanleiding gegeeven hebben tot
te Landen , aan de Kroon behoorende , op welken gee. dit ſtrenge verbod. Immers met heeft al voor veele
ne gemeenſchappen of partikulieren regt van weiding jaaren gerekend , dat in een vlak diſtrikt , in 't westen
hadden; willende tevens , dat de Deelgenooten en Be. van Engeland , niet ver van Briſtol, wel viermaalhon .
Atuurders, door dien Heer geſteld , nog ook deszelfs derd duizend Menſchen de kost winnen aan de wolle-ma
Herders of Bedienden , eenige vermeerdering van lasten nufaktuuren. In verſcheide Graafſchappen daaromſtreeks
onderhevig zouden zijn , wegens de profijten van die zijn plaatzen , welke den naam voeren van Laken-Vleks.
Schaapen kweekerij, of wegens de Landen , aan hun ver. ken, om dat men er die lakenen van gemengelde koleur
gund. Dit ontwerp , echter , waar van men zulk een maakt , zo fijn van ſtof en ligt , dat de Natie er een on .
groote verwagting had , is , wegens het ſterven van een gelooflijke vertiering van gehad heeft door de geheele
oneindig getał Schaapen , geenzint's geſlaagd ; des die Wereld. In 't Noorden van Engeland , te Leeds in 't
Heer zich genoodzaakt zag,om zich van al de orerigen Graafſchap York , is eweemaal 's weekseen Laken-Markt ,
1 3 daar
1
3242 SCH. SCH ,

daar de Kooplieden uit het omleggende Land hunne be. van den Prins Erfitadhouder, het draagen van binnens.
reide ſtukken brengen en op de banken te koop leggen. lands gewerkte ſtoffen , aan alle Ingezetenen dezer Pro
In een uur tijds, ziet men daar, zomwijlen , voor twee vintie , ten hoogſten aanbevolen, en , wanneer zulks de
tonne gouds aan laken verhandelen , dat grover , dog niet verwagting niet beantwoordde, behaagde het hunne Ed.
temin zeer goed is. In Schotland fabriceert men van de Grootmogenden , in den Jaare 1753, dit nader aan te
wolle , die daar ook in menigte valt, een zoort van ſer: dringen , door een uitdrukkelijk bevel, dat alle Leden
gie , genaamd Plaids, en andere ligte wolle ſtoffen of van 's Lands hooge en mindere Regeering , benevens al.
grove lakenen en baaijen ; om van demenigte van wolle , le Amptenaaren , tot de kleeding van bun, hunne fami.
die tot kouzen , mutzen , wanten en andere lijfsgewaad lie en livreij bedienden , geene andere lakeren en wollen
of dekzel , gebezigd word , niet te gewagen. of zijden ſtoffen mogten bezigen , dan die binnen deeze
De Ingezetenen der Vereenigde Nederlanden hebben , Provintie gemaakt waren. De Staaten hadden , reeds
voor een reeks van jaaren , veel voordeel gehad van de in den Jaare 1750 , den invoer van wolle door eene Pu.
vertiering deezer ſtoffen ; waar door hun eigene wolle- blikacie getragt aan te moedigen ; zo als men lian nazien
manufaktuuren , niettemin , zodanig in verval geraakt in de Nederlandſche Jaarboeken. IV . Deel bladz. 500 ;
zijn , dat men het ten uiterſte moet beklaagen. Het en VI.Deel. blädz. 928.
leidsch laken , immers , dat zo vermaard geweest is , Het fabriceeren der lakenen en andere wollen ſtoffen ,
heeft, al zedert een geruimen tijd , voor het engelſche is een werk van ongelijk meer konst en arbeid , dan dat
in fraaiheid moeten zwigten , dat daarom de algemeene der linnens en katoenen . De wol moet gewasſchen , ge
dragt geworden is van de Nederlanders, ten ſpijte van kamd, gekaard en geſponnen; dan geweven , geweven
ke verlies van hun eigen Natie. Een menigte Fabrikeurs zijnde gevold , en eindelijk geſchooren worden . Dit
hebben zich derhalve begeven naar plaatzen in het Lin maakt ſchier elk een bijzondere ambagt uit ; dog het ver
burgſche, Luikſche, Keulſche, of elders aan den Rijn , wen, dat of in de wol , of in 't gaaren, of in 't laken
in het Kleefſche, Brabant en de Meijerij van 's Herto- geſchied , vereischt niet minder kundigheid . De ſtoffen ,
genbosch, om daar beter te kunnen beſtaan . Dit heeft die rood of geel , groen en van veelerleij gemengelde
de lakenbereiderijen in Holland ,en inzonderheid te Lei. koleuren , moeten zijn, hebben een bijzondere voorbe
den, alwaar dezelve bijna vierhonderd jaaren gebloeid reiding noodig , en worden met aluin , wijnſteen en an
had , zodanig doen vervallen , dat er thans geen tiende dere zoutige ſtoffen , gekookt , om dat zij anders de ko
deel dier ſtoffen gemaakt word , als wel in voorige tijd , leuren niet wel , met geen behoorlijken glans of niet
1
toen er zomtijds , in één jaar , bij de vijftigduizend ſtuk. Juurzaam vatten. De enkele zuivering der wolle, in te.
ken werden afgeleverd. gendeel , is genoeg voor de blaauwe koleuren van Weede
De hooge Regeering onzes Lands , diettemin , heeft of Indigo , die des grond maaken van het zwart, welk
van tijd tot tijd zorg gedraagen, om die Fabrieken , zo laken , wegens het vitriool of koperrood , harder is of
vezl doenlijk was , in ſtand te houden of op te beuren. wreeder , en zo ſterk niet , als het gekoleurde laken ;
19 de Jaaren 1623 en 1630 werd de uitvoer, van ruuwe evenwel heeft het , weemaal geblaauwd zijnde, dit ge
ongekämde , 't zij ſcheer of bloot-wolle (dat is die van brek in minder graad.
de levendige Beesten afgeſchooren of van de huiden der Van de wolle der Schaapen worden , behalven 't laken ,
geſlagten afgehaald wordt, 't welk men blooten noemt , ) ook dekens of ſpreijen , ſergies , greinen, baaijen , zaai
als ook van Schaape.Vagten , naar Vlaanderen , Artois , jen , en andere ligte ſtoffen , gefabrizeerd. De hoeda
Henegouwen , of andere Landen aan Spanje onderhoo. nigheid van de wol verſchilt zeer naar de Landen , daar
rig , geheel verbouden, op eene boete van honderd ne zij geteeld wordt. In Duitschland is de Saxiſche, als
derlandſche gouden rijders ; zelfs ook naar neutraale ook die uit Bohemen en Ooſtenrijk , de beste; deeze
Landen , tot nader order ; insgelijks die van gekamde word van de Poolſche in deugd overtroffen en die we.
wolle , ten zij men borg ſtelde, 'dat het garen , daar deroin van de Engelſche, dog geene wol in Europa komt
van gemaakt, weder ingebragt , en , bier te Lande , aan in fijnheid bij de Spaanſche , die derhalve veelonder de
de Manufaktuuren verwerkt zoude worden. Ook mogt Nederlandſche, Engelſche,Franſche en Duitſche, gemengd
geen wolle , buiten deeze Provinciën gekamd en bereid , word , of op zich zelf gebruikt cot de allerfijnſte lake.
ingevoerd worden , op gelijke boete. Eenige jaaren te nen , waar van de Stad Segovia in Spanje bijna geheel
vooren was in Holland zelfs verbooden eenige Oon of beſtaat. De uitvoer derzelve, uit dat Rijk , naar Groot
Moerſchaapen te flagten , van den 25 november, tot den Brittannie, Vrankrijk en Holland, is zo groot , dat men
laatſten dag van april , en in Zeeland het ſteeken of die , jaar voor jaar , op vijf-en twintig-duizend baalen ,
dooden van Beitſchaapen, 20 gelde als ongelde, en van elk van elf centenaaren , plagt te rekenen .
Lammeren , tusſchen St. Maarten en Paasſchen. In 't Behalve de wol is ook de huid der Schaapen van groo.
Jaar 1663 verbooden de Staaten Generaal den invoer van te nuttigheid. Men gebruikt dezelve toc het maaken of
jakenen en wolle ſtoffen , 't zij in de wol , of geſpon- bereiden van kamoes-leder, of tot een ander zoort van
nen en geweven zijnde , geverwd ; de gemengelde koleu. zagi leder , waar van vrouwen -handſchoenen en derge.
ren alleenlijk uitgezorderd. Dus mogen alle engelſche lijke dingen , die niet veel hebben uitteſtaan , vervaar
Jakenen , die ongeverwd zijn , of van gemengelde koleu- digd worden , of tot parkement van het geringſte zoort,
ren , in deeze Provintien worden ingevoerd , van welker in de geneeskunde heeft die vettigheid , welke gehaald
verwing en vertier de Ingezetenen nog al taamelijk voor wordt van de wol , die aan de keel en eusſchen de dijën
deel trekken , terwijl het Land de middelen geniet, die der Schaapen groeit, van ouds her zeer veel naam . Dee.
op den invoer derzelven zijn geſteld ; dog dit is niet te ze wol , gewasichen zijnde, wordt in water gekookt ,
vergelijken , bij het profijt van de geheele bereiding der en , als dat water een weinig heeft ſtil geſtaan , vind
dakenen . men er een vette ſchuim op drijven , welke vergaderd
Uit dien hoofde werdt door de Staaten van Holland zijnde en door een doek gezegen , in een pot of vaatje
en Westvriesland , in den Jaare 1749 , op het voorſtel word bewaard. Dit noemt men Oslijpus, en vind het
bij
SCH. SCH. 3243

bij de. Drogisten , onder deezen naam ,bruinagtig van len ofgeſnedenen gemeste Rammen , is lekker van ſmaak,
koleur en onaangenaam van reuk ; dog het behoort niet ligt te verteeren en zeer voedzaam ; zie hier de voor
te ſtinken , nog door ouderdom verdroogd te zijn. Versch naamſte en beste bereidingen, die zo wel van het Lams
zijndeis deeze ſtoffe van eene bijzondere kragt tegen de als Schaapen-vleesch worden gereed gemaakt.
kwaalen der gewrigten , wordende uitwendig veel gebruikt
in de kneuzingen en verſtuikingen . De gemelde vette Hoe men een Lams- kop en Intast bereid.
wolle, die in 't latijn Lana Juccida heet, kan zelf op Wascht de kop wel af, benevens het hart, de lever en
de deelen gelegd worden , in dergelijke ongemakken ; zij long , kooke het als dan in zuiver water , waar in wat
· filt de pijnen der ontwrigtingen, wanneer het lid weder zout is gedaan ; gaar zijnde zo legt het op een ſchotel
te regt gebragt is , vermeerderende tevens de doorwaas. van een vischplaat voorzien , ſtrooit er wat peterſelie oo
feming en herſtellende de beweeging. Men heeft ook ver , en discht het warm met een zuure eijer.jaus
gezien , dat deeze wol , om die zelfde reden , zeer dien. voor.
ſtig ware tegen verhardingen in de borſten, door een
5 ftoot of nag ontſtaan , welker pijnlijkheid voor de kan Ragout van Lams•Intast.
ker vreezen deed. Niet minder dienſtig is de huid der Neemt het hart, de lever en long , kookt die half gaar
Lammeren tot verzagting , maar inzonderheid oin de jig. in water; ſnijd het vervolgens in kleine ſtukjes, neemt er
tige of rheumatieke pijnen te doen vernaan . de vezels ter deegen uit ; doet het dan in een casſerol ,
De andere gebruiken , die aan zommige lighaamsdeelen met een goed ſtuk boter, wat zout, een weinig peper ,
van de Rammen , Schaapen en Lammeren , in de genees . foelie, genoegzaam water en wat gehakte peterſelie , en
kunde toegeſchreeven worden , gaa ik , als inbeeldig of voor die er liefhebbers van zijn , eenige fijn geſneeden
verdagt, inet ſtilzwijgen voorbij. Dus zou ik ook geen chalotten ; gaar zijnde , zo bind de zaus inet een paareijer.
melding maaken van de drek of keutels , die men tegen dooijers die met wat citroen -zap klein geklopt zijn , en
de geelzugt inwendig , en uitwendig tegen de wratten discht het warm voor .
of andere huidpuisten aanprijst ; indien dezelven niet
een veel grooter , zekerder en algemeen gebruik hade Bruine Ragout van Lams-yleesch .
den. Men kan zich die uitwerpzelen ten nutte maaken , Neemt in vierkante ſtukjes geſneeden Lains-vleesch ,
door de Beesten , bij zomer , 's nagts op te ſluiten in een wenteit die in weiten -meel; laat dan boter in een casſerol
afgeperkt ſtuk lands, 't welk dus door hunne veiligheid bruin braaden , en fruit er de ſtukjes Lams-vleesch in ,
gemest wordt. Honderd Schaapen kunnen , in één zo- doet er voorts wat boeljon of water bij , eenige fijn ge.
mer, op die wijze vier morgen lands genoegzaam in ſtaat ſtooten kruidnagels, twee laurier.bladen, peper en zout,
ſtellen voor den tijd van tien jaaren ; zo de Heer de en een citroen in ſchijven geſneeden , laat het zo zaamen
Buffon verhaalt. In Engeland doet men dit 's winters, gaar ſtooven.
door deeze Beesten in hokken , die men verplaatzen kan ,
op de landen te houden , en ze er de raapen , die daar in Lams-vleesch met jonge Worteltjes.
gezaaid zijn , te laaten af eeren . In zommige deelen van Snijd het Lams-sleesch in ſtukken naar believen , laat
onze Provintiën wordt van die keutels , zegt men , in de het in water kooken ; geſchuimt zijnde , zo doet er jon
groene kaas gebruik gemaakt, en de Noorſche Boeren gewortelen bij , wat zout , eenigejonge ziepels ofpreijen ,
bereiden daar van , met elzenbast in dikke melk gekookt , en een half uur voor dat men het aanricht , wat fijn ge
een goede brandzalve. hakte peterſelie; aandisſchende , legt men de wortelen
Het ſmeer der Schaapen , dat men Ongel noemt en 't in een ſchotel en het vleesch er boven op. Na een
welke ook dient om Kaarzen van te vervaardigen , is ieders verkiezing kan men er veel of weinig nat op
zeer verzagtende en tevens oplosſende; men maakt er in doen .
veelerleij zalven en pleisters gebruik van ; zij wordt ook
wel in de klijſteeren gemengd , tegen het kolijk en de Een Lamsobout te braaden.
Toode loop , en komt in veele pomaden. De Ouden Neemt een Lams. voor- of agter- bout , ſteekt het aan
hebben opgemerkt, dat alle herkaauwende Beesten ſmeer 't ſpit, en bedruipt het in den beginne met een weinig
hebben , dat is een harder zoort van vet , dan de andere zoete-melk ; neeintvoorts geſtooten tweebak of kruin van
Dieren ; dog eigentlijk kan men dit niet zeggen , dan van wittebrood fijn gewreeven , doet daar wat gehakte peterſe
1 de Schaapen en Geiten , en dat der Hamelen overtreft lie ondermet wat zout , en voor di er Lief hebbers van
alle anderen niet alleen in hardheid , maar ook in blank- zijn fijn geſnecden chalotten , beſtrooit het vlceseh daar
heid en goede hoedanigheden . Men vind het zelve best mede , en laat het zo lange braaden ' , vooral het zelve ge
en overvloedigst bij de nieren, omtrent de ſtaart , en het ſtadig bedruipende , tot dat het gaar is.
1
is door al het vleesch verſpreid. Het bloed zelfs heeft
er een vrij groote veelheid van en het zaadvogt is er zo . Coteletten van Lams vleesch .
‫܀‬ daanig mede belaaden , dat het van een geheel andere na- Neemt de Coteletten of ribbetjes van een Lam , klopt
1
tuur ſchijnt te zijn , dan dat der andere Dieren ; alwaar ze met een mes plat ; hebt als dan geſtooten tweebak , pe
d
het , uitgeworpen zijnde , niet ſtolt of ſtremt, maar in per, 20ut , gehakte peterſelie en fijn geſneeden chalott:
de lugt langs hoe vloeibaarer word ; daar dat van den onder een gemengd in gereedheid ; haalt ieder Cotelet door
>
Ram , in tegendeel, en waarſchijnlijk van alle die Ongel geſmolten boter , beſtrooit hem ter deegen mit de twees
hebben , in de lucht hard wordt als ſmeer en zijn gehee. bak , enz. en beteert hem als dan in een blad ſchoon
le vloeibaarheid kwijt raakt , zo dra het koud wordt. papier , braad het vervolgens op de rooster gaar : is
d
zeer ſmaakelijk . Gewoonlijk eet men ze met citroen
Keukenbereidingen van het Lams. en Schaq- zap.
pen - Vleesch .
Het vleesch der Linueren , zo wel als dat der Hame
Pasteij
*8244 SCH . SCH .
Pasteij van een Lams.bout. Een Schaapeſchouder met een blanke Saus.
Neemt een der agterbouten van een Lam , kneust het Neemt het fchaft of de ſchouder van een Schaape
bovenſte zo dat men het genoegzaam in de rondte kan voorbout, kookt die in water en zout gaar ; neemt dan
leggen ; maakt dan een deeg zodanig op het artijkel verſche peperwortel, wrijft die op een rasp fijn , doet
DEEG , pag . 406. 9. 2. geleert word ; rolt de deeg la- er van 't nat wat bij daar het vleesch in gekookt is ,
melijk dik tot de onderkorst uit , de randen wat opzet- voorts een ſtuk boter , wat nootemuscaat en zout , zet
tende, legtdan op de korst eenige citroenſchijven , klei. het te zaamen in een pannetje op 't vuur , en roere het
ne kalver-frikadelletjes, ſtukjes zweserikken of Jebieten en tot zo lange dat het een ordentelijke dikte heeft; lege
wat mousſerons ofmoriljes, legt hier dan de Lams-bout op , dan het ituk vleesch op een ſchotel , giet er de ſaus
en ter zijden en boven op wederom citroen.fchijven , fri. over en garneert de rand der ſchotel met takjes peter
cadellen , enz. , benevens wat gehakte peterſelie, peper , felie. Op dezelfde wijze kan men ook een Schaape.boxt
zout en boeljon , of bij gebrek van dit laatſte , water; doet toerichten.
er dan de bovenkorst op en knijpt die ter deegen aan de
onderſte vast , boven op maakt inen een kleine opening Een Schaape-bout toéterichten .
en zet er een ſchoorſteentje van deeg op ; als dan op een Beſteekt de bout ter deegen met chalotten die in geo
plaat in een niet al te heete oven gaar gebakken. Als men ſtooten peper , kruidnagels en zout zijn omgekeert, laat
dan wil aanrechten , zo neemt vier hard gekookte eijer. hem als dan aan 't fpit, in den oven , of in een braad
dooijers, wrijft die met wat boeljon of water, benevens pan , gaar worden. Als men dunne Verkens-Sarſijsjer
wat limoen -sap tot een bekwaame diske ſaus, en giet heeft , is het zeer ſmaakelijk, dezelve hier en daar in
het door 't ſchoorſteentje in de Paſteij, { chud hein dan de bout te ſteeken .
wat heen en weer , op dat de ſaus door elkander koome,
en zet het warm voor. Schaape.bout op een andere wijze.
Lardeert de bout met ſtukken ſpek van een vinger dik .
Op een ander manier. te en lengte , die in geſtooten peper , kruidnagels, zout,
Behandelt het Lams.bout en de korst als boven , doch gedroogde en fijn gewreeven thijmiaan en ter deegen fijn
legt onder in eenige dun geſneedene ſchijfjes van gaar gehakte chalotten zijn omgewenteld; begiet dan de
gekookt Spek , daar geenmager nog zwaard aan zit , hier bout met wijn-azijn en bewind dezelve in een ſchoone >>

op geſtooten peper, kruidnagelen , de ruimte fijn geſnee, doek, die men ook ter decgen met wijn azijn bevogtigt,
den chalotten , gehakte peterſelie en zout onder een ge- laat het dus agtenveertig uuren of langer ſtaan , zorg
mengt , als dan het Lams borter op gelegt, en tusſchen draagende dat de doek ter deegen met azijn bevogtigt
beiden eenige aan ſchijfjes geſneedene dunne varkens fau- blijve ; laat hem als dan aan 'i ſpit of in een pan gaar
cijſen ; voorts weder kruiderijen en ſpek eropgedaan, zo braaden , vooral ter deegen op bedruipen pasſende;
als van onderen, benevens eenige citroen -ſchijven ; neemt men geeft er de fjeu , of wel een chalotte jaus bij.
dan drie-vierde mengelen beste wijn.azijn , doet daar in
vier lauriers-bladen , wat marjoleine en thijmiaan , laat dit Schaape -bout op de wijze als Wildbraad bereid.
een half uur in een verglaasde ſteenen pan kooken , waar Doet van een Schaape.bout al het vet af dat er uiter.
na men er de kruiden uitneemt, en koud geworden zijn. lijk aan zit , neeint er als dan het vel af en lardeert hem
de , drie vierdeportien van in de pasteijdoet; dan de bo. heel digt met dunne reepjes ſpek , zo als men gewoon
venkorst er over als vooren , en op een plaat in de oven is een Kaas of Kuikens te doen , legt deeze bout dan
gaar gebakken. Tot de ſaus neemt men als voeren vier twee à drie dagen in een met azijn bevogtigde doek ,
bard gekookte eijerdooijers, maakt die met de overge . zorge draagende om die van tijd tot tijd weder nat
houdene azijn en wat limoen -zap tot een ſaus, en han . te maaken , traad dezelve daar na aan 't ſpit, wel
delt er mede zo als boven geleert is. Deeze pasteij is oppasſende om veelvuldig te bedruipen ; en zet hem 1
zeer ſmaakelijk. dan warm op tafel met een chalotte. of wildbraad
Jaus; zie SAUS . 31
2
Hoedanig men een Schaapekop bereia.
Kookt de kop na dezelve gewasſchen te hebben , in Schaape bout met Concommers.
water en zout gaar, klooft ze als dan midden door , be . Snijd de ruimte concommers in dunne ſchijven , legt
giet ze met geſmolten boter., en beſtrooit ze met geſtoo. die in een ſteenen braad pan en hier de verſche Schaa.
ten tweebak , waar onder wat peper, nootemuscaat en pe-boat die met wat zout is beſtrooit boven op , laat hem
zout is geroerd , en laat ze op de rooster braaden tot dus in den oven gaar braaden. Ook kan men een
dat 't licht bruin is., zet ze als dan warm met een cha . Schaape.bout zonder er iets bij te voegen als wat zout,
Jotte.faus voor. wel in den oven , aan 't ſpit of in de pan laaten gaar
braaden , 't geen ook niet onſmaakelijk is.
Schaape tongen te bereiden.
Kookt detongen 20 lange dat men er met gemak het Ragout van gebraaden Scharpe vleesch.
ve! kan afſtroopen , 't welk gedaan zijnde laat men ze Snijd het overgehoudene van een gebraaden bout, in
koud worden ; klopt ze dan even eens als carbonade , heel dunne plakjes , doet er bij wat fijn geſneeden cha.
begiet ze met geſmolten boter , en wentelt ze in geſtoo. botten , geraspte nootemuscaat , zout, boter, wat geſtoo.
ten twveebak , waar onder zout , geſtooten peper en nooteo ten tweebak en een ſcheutje wijn -azijn of eenige citroen.
muscaat is geroert, laat ze voorts op de rooster bruin ſchijven , laat het een half uur ſtooven en discht het
braaden en discht ze warm aan met een chalotte Saus. warın voor.
De Schaape tongen eerst eenige dagen in zout geſtaan
thebbende, en als dan gerookt , zijn voorts gekookt Haché van Schaapengebraad.
en koud bij een boterham gegeeten , uitoeemená lekker. Hakt het vleesch van een overgehouden Schaape.ge.
brand
SCH . SCH . 3244
Braad ter deegen fijn , voegt er bij een goed ſtuk boter , lette genoemt , zijnde een ſtok van boven met een zoore
zout, wat gereeven nootemuscaat encitroensap, laat het van ijzeren lepeltje voorzien , waar van bij zich bedient om
dus een half uur ftooven , is zeer laakelijk. - ſteentj
kluiten modder of kleine es tegens de Honden aan
te werpen , wanneer zij verwaarloozen hunnen pligt te
Bruine Ragout van Schaape-vleesch. doen ; of wel voor de Schaapen uit te werpen , oin die te
Neemt hier toe de ribben en 's weeke dat aan een belette
SCHA n verkee rde wegen in te llaan.
APHERDER -SPIN , zie KREEFT SPIN
agterbout zit , kapt het aan ſtukjes van drie vingers
Jang en breed , wentelt dezelve in wciten -meel om en NEN, * . II. pag . 1637.
braad ze dan in boter bruin , legt deeze bruin gebraa . SCHAAPS GERVE , zie DUISEND- BLAD .
dene ſtukken in een ſteenen pan of casſerol, en voegt SCHAAPS-TEK , zie MIJTEN , 1. 111. . 2237 .
er bij fijn geſneeden chalotten, geſtooten peper, kruid. . SCHAAP van CHILI, zie KAMEEL .
nagels, zout , water en wijn -azijn en laat het zagtjes SCHAARKRUID ; Zaag - Kruid ; Edele - Betonie ; in 't
gaarflooven , zorg draagende dat er de ruimte Jaus latijn Serratula. Van dit Kruidgewas zijn veelezoorten
bij zij. en veranderingen , waar van de volgende de voornaam.
ften zijn .
Schijfjes van Schaape -vleesch . 1. Gemeen Schaarkruid , met purpere Bloemen ; Ser.
Slaat van het agterſte eener agter.bout , ſchijfjes van ratula vulgaris flore purpureo; (Serratula foliis dentatis
anderhalf vinger dik , klopt dezelve net een hakmes ſpinoſis. Linn . Spec. Plant. )
plat, doet er bij wat water , fijn geſneeden chalotten , 2. Gemeen Schaarkruid , met witte Bloemen ; Serra.
nootemuscaat, kruidnagels en een goede ſcheut wijn. tula vulgaris florecandido.
azijn , laat het dus zagtjes ftooven ; bijna gaar zijnde , 3. Virginiſch Schaarkruid , met ſtijve Bladen ; Ser.
zo braad weiten -meel in de boter bruin , bind hier de ratula virginiana foliis rigidis; Centaurium medium mori
faus mede; gaar zijnde , 20 discht het warm voor , er anum , folio irtegro cirfii noftratis more ſpinolis fimbriate.
eenige citroenſchijven opleggende. Plukn . Mant. 40.
-4. Hoogst Schaarkruid , met ſmalle Weegbreed -bla
Carbonade van Schaape-vleesch. den ; Serratula praealta altera angusto Plantaginis folio.
Zie hier hoedanig men geſtoofde Schaape.carbonade Bocc. Muf. ( Serratula calijcibusfubhirſutis ovatis. LINN.
bereid : Neemt de ribben van een voor-bout , klopt Spec. Plant .)
die plat , doet er bij fijn geſneeden chalotten , peper 5. Hoogst Schaarkruid , van de Italiaanſche Bergen ,
en zout, benevens geſtooten tweebak en een ſcheutje gelijkende naar Centaurie; Serratula praealta Centauroi.
wijn -azijn , en wanneer het vleesch mager is een des montana Italica . Bocc. Muf. ; Carduus inermis , for
goed ſtuk boter; laat het dus zagtjes ſtooven , er een liis glabris pinnatis, lacinia externa maxima , capitu.
dekzel met wat vuur opleggende, draagt wel zorg dat lis qualidis. Gmel. Sib. 2. p . 49.; (Serratula foliis
het van onderen niet aanbrande, ten dien einde moet pinnatifidis, pinna terminali' maxima. Linn. Spec.
men de pan dikwils heen en weer ſchudden ; aandis. Plant.)
fchende, zo legt er eenige citroenſchijven op. De 6. Hoogst Schaar-kruid met zagte Doria-bladen , die
manier om Schaape-carbonade op de rooster te braa. van onderen wit zijn ; Serratula noveboracenfis altisſima,
den , geſchied op dezelfde wijze als bier boven ten foliis Doriæ mollibus ſubincanis. MORIs. Hist. 3. p. 133.;
aanzien van Lams carbonade geleert is. ( Serratula foliis lanceolato oblongis ſerratis pendulis.
SCHAAPEN HORSEL , zie HORSELEN , 11. V. Linn. Spec. Plant.)
pag . 1147. Beſchrijving. De twee eerſte zoorten van dit Kruid .
SCHAAPEN KAAS , zie KAAS , pag . 1378. gewas die weing anders van malkanderen verſchillen ,
SCHAAPHERDER , in 't latija Opilio , in 't fransch dan dat de eene purpere , en d'andere witte Bloemen
Berger. Dusdanig word die geene genoemt, aan wien de heeft, brengt een ſteng voort van twee voeten hoog ,
zorg is bevoolen een Kudde Schaapen te hoeden , de regt opwaarts groeijende , en zich aan 't bovenſte gedeel.
zelve op te pasſen , te ſcheeren en te bewaaren. Hij te in verſcheidene takken verdeelende ; aan deeze tak.
moet waakzaam , robust of ſterk van lijf en leden , ken zitten langwerpige , breede , ingerneedene Bladen ;
en getrouw zijn ; in den zomer altijd 's morgens vroeg de Bloemen zijn volkoomen en zaamengeſteld, gelijk aan
opſtaan; deszelfs toevertrouwde Kudde in de koelte uite de Jacea ; na de Bloemen volgen veele langagtige zaad.
leiden , en hen op goede weiden en plaatzen brengen ; korrels met baarden , de wortel is vezelagtig en van een
van een leerzaame Hond voorzien zijn , die de Schaapen iets bitteren ſmaak .
‫ܙܪ‬ wanneer zij in koornlanden gaan weiden er uit jaagt entot Plaats. De beide eerſte zoorten , zijn vrij gemeen in
de Kudde wederbrengt, ter degen op de Wolven pasſen ; verſcheidene gewesten van Europa. De derde en zesde
altoos van goede Rammen voorzien zijn om de Schaapen zoorten , worden natuurlijk groeijende in Noord-Amerika
te dekken , en wanneer de een ofd'anderaan 't Lam were gevonden , alwaar ze in de Bosſchen zeer gemeen zijn.
pen toe is, moethij bekwaamheid hebben , het zelve te Devierde en vijfde zoorten groeijen in 't wild, in deberg
hulp te koomen. Hijzalzorge draagen dat zij haar Lam niet agtige gewesten van Italien en Spanjen.
dood of eenig kwaad doet , en het zelve ten tijde dat hij Kweeking. De twee eerſte zoorten kweekt men zel.
de kudde te rug drijft, nahuis draagen. Ook moet hij in den in de tuinen; dog dewijl het Planten zijn die in de
agtneemen dat de Scalaltoos zindelijk zij,dezelve zomtijds digtſte ſchaduw kunnen groeijen , kan men ze in groo
met welruikende kruiden berooken , de Spinnen en het te Plantagien onder Boomen zetten , alwaar ze wel zul.
ſpinneweb wegneemen , van tijd tot tijd ſchoon ſtrooin de len tieren en volmaaktelijk bloeijen ; men vermenigvul.
italbrengen, en altoos zorge draagen dat de Schaapen op digt dezelve gemakkelijk door de wortels in den herfsa
de Stal zijnde , van goed hooij of ander voeder zijn voor te ſcheuren , zo dat ze in den aanvang van het voorjaar
zien . In dehand draagt hij een Herderſtafin 't fransch Houe wel geworteld zijn , anderzints bloeijen ze zelden voor
VI Deel. K het
SOM . SCH
3347
het tweede jaar. De derde en zesde 2oorten , zijn harde deronderſchepte ftraalen afneemt, als het vierkant var
Planten , en kunnen onze gewoone winterkoude tame. den afſtand , dien men doet toeneemen; ik wil zeggen ,
lijk wel doorſtaan ,dog indien ze in de open lucht geplant dat het beletze!, wanneer het op een dubbelen , drice
worden, moeten ze een natte ligte grond hebben ; de der- dubbelen , of vierdubbelen afſtand ſtaat, viermaal, ne
de zoort , word bij ons zelden hooger, dan twee voeten , gemaal, of zestienmaal minder licht onderſcheppen zal ,
maar de zesde zoort groeit zomtijds tot de hoogte van vijf dan zo het ſtond op den eerſten afſtand, Want dewijl
of zes voeten , indien ze in een natte vette grond geplant een Kegel van wijderende ſtraalen , op het bordpapier ,
word ; maar deeze laatſte zoort bloeit zeer laat, zo dat op den tweeden of dubbelen afſtand , viermaal ineer
indien het ſaizoen koud is , ze veeltijds in dit land niet ruimte beſlaat, dan op den eeríten , ſpreekt het van zelf ,
bloeit : Deeze beide zoorten zijn langlevende Planten , dat een duister lighaam van zulk een bepaalde grootte ,
die door haare wortels te ſcheuren kunnen verinenigvul dat het op den afſtand van één voet dien ganſchen licht,
digt worden ; de beste tijd daar toe is in het voorjaar, kegel zou onderſcheppen , er niet meer dan een vierde
even voor dat ze beginnen uitteloopen. De vierde en gedeelte van onderſcheppen zal op een afſtand , daar de
vijfde zoorten , zijn hard genoeg om de koude van ons cirkel , door dien lichtkegel gevormd, viermaal grootes
klimaat te verdraagen ; dus kan men dezelve met de is, dan het duister lighaam zelf.
andere zoorten in Bosſchen of andere Plantagien van Men ziet hier uit , de reden waarom de vlekken , die in
Boomen zetten , alwaar ze geen onaangenaame ver. 't Oog vlak voor de Oogappel zomtijds ontſtaan , zo
fcheidentheid zullen maaken. Men kan deeze Planten lang ze er Negts een klein gedeelte van bedekken , niet
door zaad vermenigvuldigen , 't welk vroeg in 't voor- volſtrektelijk beletten de voorwerpen te onderſcheiden .
jaar op een rabat met verſche aarde moet worden ge- Want dewijl ze alleen maar een gedeelte van wijderen.
zaaid , en wanneer de Planten voor den dag koomen , de ſtraalen, waar uit ieder lichtkegel zamengeſteld is ,
moeten ze zorgvuldig van het onkruid worden ſchoon onderſcheppen , laaten ze er van ieder nog een genoeg
gehouden , en in droog weer dikwils bevogtigd ; in ſtaat zaame menigte door, om alle de ſtippen , waar uit die
zijnde om verplant te worden , plaatst men ze alwaar lichtkegels voortſchieten , zigtbaar te doen wordep ; hoes
men voornemens is ze te laten ſtaan . wel ze zich noodwendig echter flaauwer vertoonen moea
SCHAAVING , zie RASP. ten. Menſchen , wier Oogen in dien ſtaat zijn , kun.
SCHACHEREN , of Schachgelen , 20 als veelen het nen nogtans het getal der (traalen , die zij minder ont
bij verbastering uitſpreeken , is een woord dat van de vangen , weder eenigermaate vergoeden door de grooter
Jooden of Smousſen is ontleend, en doorgaans voor werkzaamheid van de overigen; alzo zij het voorwerp doen
woeker word gebruikt. Dog met regt mag men het on. beſchijnen met een helderer en ſterker licht. Zelfs zijn
der zodanige woorden tellen , die door misbruik een er middelen , om in het open gebleeven gedeelte van den
kwaade betekenis hebben ontvangen ; want oorſpronge. Oogappel, daar't gezigt niet belemmerd is , meer ſtraa
, betekent eigentlijk
Jijk is het een hebreuwsch woord en len te doen inſchieten, dan er natuurlijker wijs op val.
Koophandel drijven , van 700 , Sachar; hier van Scha. len moesten , en dus het Oog als chadeloos te ftellen
sheraar en Schacherij, voor Woekeraar , en Woeker- van ?t verlies , dat het door de vlek leed ; maar behalven
winst. dat deeze middelen tot het regtlijnsch licht , en deszelfs
Ook word het woord Schacheren of Schachgelen wel onmiddelijke werking daar wij hier van ſpreeken , eigent
ta de zin van bedriegen gebruikt, en wel 't meest vind lijk niet behooren , hebben zij dit nadeel, dat zij de wijen,
dit plaats, ten aanzien van kinderſpeelen , als wanneer dering der ſtraalen veranderen , en wij zullen elders doen
men dikwils aan de eene of d'andere hoort zeggen , hij zien , dat zulks, wel ver van het gezigt te helpen , het
Schachelt , voor bij bedriegt mij . zelve in tegendeel ſchaaden kan ,als het oog geen ander
SCHADUW , in't latijn Umbra. Schaduw is niet an. gebrek heeft, dan dat het gevlekt is.
ders dan een licht , dat door de tusſchenplaatzing van een In de Acad. Roijale des Sciences de l'Ann , 1743. vind
duister en ondoorſchijnend lighaam uitgebluscht word en men eeie waarneering over de Schaduwen der lighaa.
gedoofd ; zij moet diensvolgens de gantſche ruimte be . men , door de Heer Buffon inedegedeeld , welke in
Naan , die verlicht zou geweest zijn door al dat licht , zo den eerſten oplag vrij zonderling voorkomt, en hier in
het nog de beweeging had , die het nu , om dat beletzel beſtaat ; „ dat de Schaduwen der lighaamen , die na.
niet meer kan ontvangen . Oin dit beter te doen bevat. tuurlijker wijs zwart moesten zijn , om dat zij enkel
ten , zo heeft men maar het oog te Naan op fig . 8 plaat H. en alleen in een berooving van licht beſtaan , dat
pag . 3187. alwaar a. een houten fchijf verbeeld , met een die Schaduwen , bij het op en ondergaan van de zon
rond gat b doorboord , waar door de ſtraalen van het licht altijd gekoleurd zijn. Ik weet niet voege er de Hr.
heen ſchietende , op het witte bordpapier c. den verlich . BUFFON bij , dat ooit eenig Starrekundige , eenig Na.
te cirkel d. veroorzaakt , als men nu ſlegts het gat b. van tuurkundige, of met één woord , eenig Mensch van
de fchijf a. geheel of ten deele toeſtopt, zal aanſtonds ,, dit Verſchijnzel geſprooken heeft. Ik heb mhij ver .
de verlichte cirkel d . op het bordpapier e, ten eenemaal beeld , dat inen uit aanmerking van de nieuwheid
verdwijnen , of wel voor eeen gedeelte verdonkerd wor. van het ſtuk , mij wel zou willen toeſtaan) , dat ik
den , welk donker gedeelte men in dezelfde evenredig hier verſlag deed van deeze Waarneeming.
heid als den cirkel zelf , in grootte zal zien toenee- Dus zijn er dan in de Wetenſchappen , en inzonder.
men, naar maate men het bordpapier achter uitſchuift, heid in de Natuurkunde , zekere Ontdekkingen , die
om het verder van het ſtraalpunt e. te verwijderen . vergeeten worden , die zelfs geheel verloor en raaken ,
Hier uit volgt , dat een klein beletzel zeer veel Scha. en die men zomtijds eerst na verloop van verſcheiden
duw maakt, wanneer het digt bij het lichtend lighaam eeuwen weder vind. Het verſchijnzel daar hier van
geplaatst is ; en dat het zo veel minder geeft , naar maate word geſprooken , was reeds voor 250 jaaren bekend.
lát her er verder van afwijkt. Deeze evenredigheid, Men vind het zeer wel verklaard , in het werk van
Raamelijk , ziet men er bij ſtand grijpen , dat het getal den kundige en beroemde Italiaanſchen Kunstſchilder ,
Leo .
SCHAKEL . Plaat 50 .

L K LK
2.
Fig. I
H

Fig. 4 .

M.
T

Fig . 2 .
T
S R

Fig .3 .

Fig. 2 .

2.
Fig.
А.

F
S
Fig.3 .

I de Bakker fecit,174
SCHILDVINK .
1
SCH . SCH. 314)
S SOMARD DE Vtxet , tot tijtel voerende Traité de la nen , die van goed vierdraads touw moeten zijn. De
Peinture, 't welk voor de eerſteinaal, in 1656 te Parijs maas daarſtrengen
vanmoetwecſen
één duim wijdmaaſen
zijn , van gaarn
en dehetladder
is gedrukt. Op den tijtel van het 328 hoofdſtuk van van drie , er de
zijn Werk leest men deeze woorden : Waarom op het moeten negen duimen wijd zijn. Als 't Want af is , doet
eind gan den dag de Schaduwen van de Lighaamen , of men een ſterke draad door alle de laatſte maalen , bo .
een witte Muur yaliende, sich met een blaauwe Koleur ven en onder. Daarna heeft men verſcheiden ſtukken kurk
sertoonen; en hij lost dit Verſchijnzel op , door de rede van drie duimen lang, en één duim dik , alle aan 'teind
nen, die zeer aanmerkelijk voorkoomen. Ik zal bier deurboord om ze te ſteken aan een touw , dat geſlagen
van zijn eigen woorden gebruik maaken. is op de dikte van een kleine vinger, 't geen men moet
,, De Schaduwen der Lighaamen, zegt hij, die ge binden met beide de einden aan twee Boomen, vier voeten
maaakt worden door het roodagtig ſchijnzel van de boven den grond , en maaken de ſtukken der Kurk daar
Zon , die op het ondergaan ſtaat en digt bij den Ge- langs heen aan vast , en de ladder en’t lijwaad tusſchen
zigreinder is , zal men altous hemelsblaauw van beide , om't met een touw aan 'tbegin van't touw vasc
koleur vinden ; dit gebeurt dus , om dat de oppervlak te maaken , digt bij 't eerſte ſtuk Kurk ; leidende daar na
te van ieder ondoorſchijnend lighaam iets van de de kant van 'tWant altijd tusſchen de twee ladders, biod
koleur overneemtvan bet lighaam , daar en waar van zij 't alles van drie tot drie duimen aan 't touw vast, zonder
den
beſcheenen word. De wicte muur derhalven ,dewijlze de Kurken te doen nader bij een koomen , of van
i, in't geheel geen koleur heeft, neemt de verf aan van anderen afgaan , draagende altijd zorg dat het Want word
haare voorwerpen , dat is , van de zon , en van den gefronst zo veel noodig is. Gij zult hebben een ander
» Hemel; en dewijl de Zon tegen den avond roodagtig touw van de zelfde dikte , als dat waar aan de Kurk vast
van koleur is, de Hemel zich blaauw vertoont, en is , dewijl de andere kant van 't Want en de ladder,
de plaatzen daar de Schaduw valt, van de Zon niet op de zelfde wijs moet vast worden gemaakt , als op de
os gezien worden , (want geen lichtend Lighaam , heeft andere kant van 't Net , en als 't er aan vast zal gemaako
», ooit de Schaduw gezien van het Lighaam dat het be- zijn , zal men 't lood daar aan doen.
3) ſcheen ) maar in tegendeel die plaatzen van de muur , De Visſchers gebruiken voor hunne Netten twee
daar de Zon niet op ſchijnt, gezien worden van den zoorten van looden, in de twee eerſte figuuren der bo
, Hemel, zal de Schaduw van den Hemel afkomſtig , venſte afdeeling van Plaat so verbeeld. Zij noemen het
die zich op de witte muur werpen zal , hemelsblaauw eerſte Scheenen van lood. Deezen zijn yan twee of drio
van koleur zijn ; en het Veld , daar deeze Schas duimen lang en één vinger dik ; die ſcheenen hebben twee
9 duw op ſtaat, van de zon , wier koleur roodagtig is , armen , of haaken LK , aan elk eind , om't aan hettouw
; beſcheenen , zal ook aan de roode koleur deel nee vast te maaken , dat men tusſchen de haaken H. I. doet
men . deur koomen , daar na Naat men ze met een hamer rond
Dat is; dat de witte muur zigtbaar de koleur van het om aan't touw vast ie maaken ; naar dat men meer , of
hemelsblaauw licht, 't welk van den Hemel komt , over min Kurk aan 't Net vast heeft gemaakt.
neemt , en dat die koleur zich niet vertoont dan alleen De andere zoort van loden doet men ook van drie tot
op de plaats , daar de Schaduw valt ; om dat de muuro- drie duimen daar aan vast maaken ; dit zijn niet anders
veral elders door een ſterker licht beſcheenen word , het dan lange platte ſtukken lood , die een rijksdaalder dik ,
welk het blaauw belet zich te laaten zien . Het is ten en twee of drie duimen lang zijn ; men legt het touw door
dien einde genoeg , dat de Schaduw fiaauw zij ; en dit de ſpatie, Mo. fig. 2. op 't lood getekent,daar na ſaat men
is eene zaak , daar men ſtaat op kan maaken , dat altijd met een hamer op den kant PQ , op't touw , doende het
wel zo zijn zat, wanneer de Zon niet ver meer boven naden kant R S. draajen , tot dat het lood rondom 't touw
den gezigteinder verheven is. is gemaakt.
SCHAEFFERS MEIJ.TOR , zic MEIJTORREN , Wat mij belangt; ik heb mij altijd van een andere ma.
1. VII. pag. 2104. nier van looden bediend. De derde figuur van Plaat so
SCHAKÈL , is een zoort van Net , 't geen dienſtig verbeeld de gedaante van lood , waar mede ik alle mijne
is om Visch in de Rivieren en Binnenwaters mede te Vischneteen loodde. Ik maakte een vorm van ſteen , waar
vangen . in een holtewas van drie duimen lang en één vinger dik,
en in 't midden van die holte zette ik een ſtuk ijzer, ter
Hoe men een Schakel maakt. dikte van't touw dat er deur moest ; daar na de vorm ge
Als ik de manier op deeze plaats voorſtel om een Nooten hebbende, goot ik’t lood in 't gat,en als 't koud
Schakel te maaken , kan ik niet voorgeeven iets nieuws was , deed ik't ijzertje daar uit Naan, 'twelk dan het gat
voor den dag te zullen brengen . Elk Visſcher weet ze G.uitmaakte, daar 't touw in moest koomen,
te maaken ; maar geleert hebbende hoe men alle Netten Zo gij lood gebruikt , op die wijs gemaakt, kuntge wel
moet maaken ,die men van doen heeft; heb ik gedagt oordeelen ,dat het aan hec touw moet zijn gereegen eer
dat ik dit niet moet overſlaan , om dat men ze op ver. men daar de ladders en 't Want aanvast maakt. Draag
ſcheiden plaarzen moet gebruiken , daar men ze noodig zorg van 't op drie duimvan een te houden ; dit is naar
heeft , om te visſchen . mijn gedagte de beste uitvinding om Netten te looden ,
Ik zal dan zeggen , dat de Schakel , gemeenlijk uit om dat er niets verlooren gaat; ' t is ook netter en eer
fchuinſe maaſen beſtaat , zo voor de ladders als voor gedaan , dan de twee andere zoorten , welke de Vis.
de kleine maaſen. Men neemt de langte van een Scha- [ chers gebruiken.
tel zo groot als men wil, de hoogte is doorgaans van De 4. figuur verbeeld de vorm , die uit twee ſtukken
vier voeten ; maar men kan ze hooger, of min hoog beſtaat, waar van TT. de halve holcen beduiden , die's
maaken, naar dat het waater diep is , daar men visfchen buitenſte van 't lood bepaalen ; V V.'t holletje , dienſtig
wil. om't ijzertje in X. daar in te vatten , op dat het zijne
. Om zete maaken , moet men met de ladders begin- plaats en midden houde, en een eindje zoude hebben om
&& te
SCH , SCA .

te kunnen uitgenagen worden ; en 'maakende zulks het zijnde , doet men een ſcheutje wijn-azijn of citroen -E !
gat G. van 't Tood . in de bruine boter , en giet bet over de Visch ; op dee
SCHALBIJTER , was oudtijds , gelijk in 't bijzonder ze wijze zijn zij niet minder ſmaakelijk als gebakken Both
uit de Bijbel der Natuur van de Hr. SWAMMERDAM blijkt,
de algemeene naam der Torren. Hoe men de Scharren droogt.
SCHAMMONIE , zie SCAMMONIE. Zet de Scharren , na dat er de kop afgelneeden , het is
SCHAMNUM CHIRURGICUM , zie BATH . gewand uitgenoomen en bij de ſtaart een ſneed van een
RUM. vingerbreed door en door gegeeven is , vier-en twintig
SCHANDE , wil in derzelver uitgeſtrektſte beteke uuren in water dat tamelijk zout is gemaakt ; hebt dan
pis zo veel zeggen als Eerloos; en in de zin die wij er ſtokjes van een kleine vinger dikte , rijft hier de Schare
hier aan hegten , verſtaat men er door , wanneer iemand ren aan , zodanig dat ze elkanderen niet raaken , en bangs
in 't openbaar van zijn eer word beroofd , het zij zulks ze in de wind te droogen ; droog zijnde , rijft ze in
word te wege gebragt , door het pleegen van ſchandelij. een touwtje aan bosjes, en hangt die op een plaats die .
ke daaden , of wel door ſtraffen. De erkende onſchuld vooral niet vogtig is ; zij kunnen op deeze wijze lange.
wischt de Schande aan de ſtraffe gehegt , uit. De Schan- goed blijven.
delijkheid van een daad , is een vlek die nimmermeer uit. Deeze Scharren zijn zeer ſinaakelijk bij een boterbam .
gewischt word. Hetis beter met eere te ſterven , dan met gegeeten . Ook kan men ze op de volgende wijze ge
Schande te leeven. De Menſch die tot eerloosheid is vere kookt eeten ; zet dezelve 's avonds te vooren in ſchoon
vallen , is veroordeelt om met gebukten hoofde te gaan ; water te weeken , kookt ze dan in ruin water , doet er
daar is geen andere uitkomst voor hem , dan de onbe- gekookte jonge worteltjes bij , en eet dezelve met een
ſchaamtheid of den dood. Wanneeer de billijkheid der peterſelie-faus; zie SAUS.
eeuwen een Mensch van eerloosheid ontheft en vrijſpreekt , SHARLAAREN , is denaam van een Vogelen -geſlagt ,
zo vervalt die op de Natie welke denzelven geſchonden welke in’t latijn die van Coracias draagt , en door deHr.
heeft. Een kundig en verligt Wetgeever, zal dimmer LINNAUS aan eenige Vogelen is gegeeven , die van de
Schandelijke ſtraffen, dan aan zodanige daaden hegten , Raaven alleen verſchillen , doordien de Bek aan de punt
waar van deordeugenheid ten alle tijden en bij alle Vol. is omgekromd, en aan 't grondſtuk van borſtelhaairtjes
keren is erkend geworden . ontbloot. De Hr. Brisson had dien zelfde naam aan een
SCHANDVLEK , noemt men een zodanige, die door ander Geſagt gegeeven , uit zodanige Vogelen beſtaan .
't plegen van ſchandelijke en ondeugende daaden ,zich eere de , welker Bek wel degelijk ruig is begroeid , namelijk
soos heeft gemaakt. aan den Pijrrhocorax der Ouder , en aan de Switzerſche
SCHANSKORVEN , in't fransch Gabions ; dusnoemt Boschraave, of Phalocrocorax ; welke beiden door LIN
men van rijswerk gevlogtene Koryen , van een cijlindri. NÆUS, in't geſlagt der Hoppen zijn geplaatst.
ſche gedaante , weikein de Legers gebruiktworden , om De Hr. BRISSON heeft niet meer dan de twee opge.
zich in verſcheidene gelegenheden, voor den vijand te noemde in zijn geſagt; dog LINNÆUSwel zes zoorten ,
dekken . die ten deele onder de Merels of Lijsters , ten deele .
SCHAR ; is de naam van een Visch onder het geſagt onder de Geelvogels en anderen , van BRISSON zijn
der Platvisſchen behoorende , die in 't latijn Linguatu. geſchikt.
da word genoemd, en door Arten. Gen. 17. Sijn. 31 , I. Duitſche Pappegaaij, in 't ſatijn Garrulus; ( Cora-,
Pleuroneãtes oculis a dextra , ano ad latus finiſtrum , den ceas cærulea , dorfo rubro , remigibus nigris. LINN. Sijft.
ribus acutis; ( Pleurone&tes oculis dextris, ano ſiniſtro, den. Nat.) Zie DUITSCHE PAPPEGAIJ.
ribus acutis. LINN. Sijft. Nat.) Een merkelijke dui. II. Kaffer , in ' t latijn Caffra ; ( Coracias cærulea , rea .
ſterheid ſchijnt er nog omtrent deeze zoort van Visch migibus margine exteriore luteis. Linn. Sijft. Nat.) Dees,
plaats te hebben, die menigvnldig aan opze Noordſche ze door de Hr. LINNÆUS als de tweede zoort van Co
ſtranden , en inzonderheid aan dat van Katwijk voor- racias in zijn zaamenftel geplaatst, word gevonden in de
komt, en in menigte gedroogd vertierd word in onze verzaameling van Afrikaan [che Dieren van de Hoog-gel,
Provintien , als wanneer hij veel fijnder en lekkerer van Heer J. BURMANNUS Profesſor te Amſterdam . Het Mana
ſmaak is dan gedroogde Schol. Van de Hr. KLEIN word netje is blaauw , met uitwaards geel gerande Slagpennen ;
hij tot de Tongen betrokken , onder den naam van , het Wijfje blaauwagtig zwart. Hij onthoud zich in E
Tong met een zeer wijde Bek , die geſchubd of getand thiopien .
is. III. Wielewaal in 't latijn Oriolus ; (Coracias flavo , alis
Het verſchil der Scharren van de Tong zou , volgens caudaque nigris. Linn. Siiſt. Nat.) Veelerleij naamen
WILLOUGHBI daar
J in beſtaan , dat zij alloos kleiner voert deeze Vogel bij de Autheuren . Gesnerus noem .
zijn, en naar de grootte korter ; bleeker en witagtig van de hem reeds Oriolus , welke naam van zijn geſchreeuw ,
koteur , met de Navel niet aan de rand, maar aan dewit- afkomſtig ſchijnt te zijn , zo wel als de franſche Loriot ,
te of onderſte zijde.Ook zou de Schar grooter ſchube, als ook de ſpaanſche Oroijendota. De Italiaanen noemen ,
ben hebben dan de Tong, dog dit ſchijnt niet met de hem , in 't algemeen , Oriolo; dog bij Bononie heet hij
ondervinding te ſtrooken . Ook is de koleur roodagtig Galbedro of Regalbulo , gelijk hem ALDROVANDUS Gala
bruin , gelijk die der Bothens, bula noemt, willende dat hij ook de Chloreus van ART .
STOTELES zij , en de I&terus of Galgulus van PLINIUS,
Hoedanig de Scharren worden bereid . De Venetiaanen noemen hem Becquafigo , hem dus ver .
Dezelve ſchoongemaakt en wel gewasſchen zijnde , warrende met den Vijgeneeter of Ficedula . Van KLEIN
kookt men ze even als Both , en geeft er een zuure eij- en Frisch word hij zeele of Goud-Lijster getijteld , en
er zaus bij ; zie SAUS. Ook kerfi men ze wel , droogt de Heer BRISSON plaatst hem in 't geflagt der Lijsteren;
ze af , wentek ze in weiten -meel, en braad ze in de koe. gelijk men hem ook , in Nederland , plagë te noemen
Be pan in beter bruin ; de Scharren uit de pan genoomen Coud-Merel en in Brabant Olij Mereb. Zommige Duit
[chers
SCH. SCH . 3249

Ichers heeten hem Kerſendief , dog de algemeene naam pennen , wederzijds , zijn de buitenfte de eerſte helft
is , Witwol, Weidwal of Widdewal, bij de Switzers wit , de andere oranje geel ; de Bek , Pooten en Klaau
Witteualch, bij de Engelſchen Widwol ; bij ons, in na. wen, loodkoleurig. Deeze Vogel onthoudt zich in Vir.
volging van hun , Wielewaal. ginie , Marijland en Kanada.
LINNEUS , die zulk een Vogel uit Finland kreeg, oor. y . Goudyogel , in 't latijn Coracias aurea ; ( Coracias,
deelde, in '5 Jaar 1750, hem te moeten plaatzen in 't Havo fulva, gula , te &tricibus primariis , extremitateque
gelage van de Ampelis of Beemer, anders Zijde-Staart re& ricum nigris. Linn. Syft. Nat.) Van deezen vind
genoemd, die thans van hem onder de Klaauwieren ge. men een taamelijk goede en wel gekoleurde afbeelding
pekend word . Men vinde den Wielewaal zo wel in Aſia in 'twerkvan EDWARDS, onder den naam van goudgee
als in Europa , en meer in de Ooſtelijke Landen ; wes- le Paradijsvogel; hoewel hij geen lange Staartpennen
halve hij , van ALBIN, geele BengaalſcheVogel, en van heeft. Brisson noemthem låterus Indicus De groot
EDWARDS , Galbula Benghalenſis geheten word. Hij te is als een Lijſter, de koleur van boven oranje, van
komt niet menigvuldig voor in de Noordelijke deelen onderen geel, en voorts als wij gemeld hebben .
van Europa en het is een Trekvogel, zo de Schrijvers VI. Zwartkop , in 't latijn Xanthornus; (Coracias flava ,
aanmerken ; die tegen den winter zuidwaards verhuist, capite remigibusque primoribus nigris. Linn. Sijft. Nat.)
komende in 't vroege voorjaar weder in Italie , Vrankrijk Schoon de Hr. Brisson hier dien Lijster op toepast ,
en Duitschland aan, alwaar de Boeren niet ongaarne hem welke van ALBIN genoemd word geele Bengaalſcha
hooren roepen Compere Loriot ; als verzekerd zijnde , dat Spreeuw , en dien hij, zo wel als den Ifterus Indicus
men dan geen rijp of vorst meer te verwagten heeft. Hij van EDWARDS , noemt Loriot van Bengale ; dunkt mij
heeft een ſchel geluid , en zijn fuiten word als een voor- echter , dat hier zijn eerſte zoort van Geelvogel meda
teken van regenaangemerkt. word bedoelt , welke de Xanthorinus major nigro-varius ,
Meest is deeze Vogel aanmerkelijk , yan wegen de van Browne is , en die ook van LINNÆUS word aangea
zonderlinge eigenſchap , die hij heeft, om een hangend baalt. Hij was van zommigen onder de Aakſters ge
Nest te maaken iusſchen twee takken van boomen , als plaatst , van anderen onder de Spechten. Klein had
Oogen ;
een zoort van muts ofzak , zamengeſtelduit werk , ſtroo, hem genoemd zwart geeie Lijster met blaauweBananasa
mos en haair ; weshalve ALDROVANDUS hem genoemd Catesby zwart en geele Aakſter; ALBIN de
heeft, Specht, die zijn nest ophangt. In grootte en ge. Vogel. De Franſchen , in Guajana , noemen hem Cuba
ftalte komt hij naast met de Lijſters overeen , of liever jaune, de Indiaanen van dat Land Tapou, die van Braſil.
met de Merels, zo wel als in levensmanier; dewijl hij Guira - Tangeima, 20 MARCGRAAF getuige.
ook van Inſekten en besſen leeft. Hij vernielt veel kerse 't Is de algemeene eigenſchap deezer Vogelen , die men
ſen ; dog niet zo zeer om de vrugt, als om de pitten of Troupiales noemt , en de reden van dien naam ; dat zij
fteenen , zo het ſchijnt; want hij laat het vleesch han- nesten maaken van gedaante als een kous , en dezelven
gen. in groote menigte ophangen aan de uiterſte enden der
Men zou den Wielewaal onder de ſierlijkst gekoleur- takken van zeer hooge boomen, liefst van die digt bij
de Vogelen van Europa tellen mogen , indien hij niet be. woonhuizen ſtaan. Men vindze in Karolina, op Jamai
hoorde tot een ander wereldsdeel. De koleur van 'i ka , Martinique , Caijenne , in Guajana en Braſil ."
Mannetje is bij uitſtek fraaij, als goud ſchitterende , waar Brisson geeft den naam van Xanthornus, in 't fransch :
bij het zwart der wieken en ſtaart ongemeen afſteekt. Carouge, aan eene zoort derzelven , die van de Mexikaa..
Het Wijfje is van boven bruin geelagtig groen , van on . nen Xochitototl geheeten word , en van de Engelſchen ,
deren vuil-wit, met bruinagtige ſtreepen overlangs. Bei. op Jamaika , Watshij Pieket, Spaanſche Nagtegaal en
den hebben zij , wederzijds, een graauwe vlak tusſchen Amerikaanſche Hangnest. Sloane hade van 't Manne..
de Oogen en den Bek , die rood is aan 't grondſtuk en tje en Wijſje , ieder, eene afbeelding gegeven , onder
geel aan de punt. De Jongen hebben die vlak niet , en den naam van Geelvogel, die zijn nest ophangt. Dezel
zijn groenagtig over ' t geheele lijf , behalve aan de borstve is hoog oranje van koleur , dog heeft de Kop , Hals
en buik , met eene geelagtig groene ſtaart. en Borst , donker kaftanie-bruin , de Rug , Vlerken en
IV. Amerikaanſche Scharlaar , in 't latijn Galbula ; (Co. Staart , zwart. De grootte is minder dan die van een .
racias fulva , capite , dorfo , remigibusque nigris. Linn. Berg-Vink . Het Wijfje verſchilt van 't Mannetje , door
Sijft. Nat.) In de tweede afdeeling van den vierden dien het de koleuren zo hoog en fraaij niet heeft.
rang derVogelen ,bij den Heer BRISSON, zijn drie geſlagren Deeze Vogelties maaken Nesten van een zonderlinge
vervat, waar van de Rollier het eerſte uitmaakt; de Troupia. gedaante , beſtaande uit vezeltjes van bladeren door el
Je of Tēterus , dat is Geelvogel , het tweede , en de Para- kander geweeven , en een der deelen uitmaakende van
dijsvogel ,Manucodiata , het derde. De I &terus verſchilt een in vieren geſneeden bol, konſtig aangehegt tegen
van den Rollier , die den Bek een weinig krom heeft , een blad van den Bananas-Boom of Piſang ; zo dat dit .
door een geheel regten , bij uitſtek ſcherpen Bek. Dit zelve blad een der zijden van het nest uitmaake.
geſagt bevat twee en dertig , meest vreemde Vogelen ; - SCHARLAAKEN , in 't frapsch Ecarlate-of Escarlate,
waar onder die Collique, Baltimore en Carouge, genoemd word dat fraaije roode Laaken door verſtaan , 't welk met
worden. Drie derzelven komen overeen met deezen en eene der zeven ſchoone roode verwen is geepleurd . Daar
de twee volgende van LINNÆUS. is tweërlei zoort van Scharlaaken ; het fransch Scharlaa.
Deeze , die van de Engelſchen , volgens CATESBY , ken of dat der Gobelinen , 't welk met Scharlaaken befiën .
Baltimore Bird genoemd word , is de negentiende zoort. word geverfd , en het Hollandſche Sharianken ,'t welk
Klein geeft er den naam aan , van Lijster uit goudgeet met Conchenilje word gekoleurd. Zie eere omſtandige
en zwart gemengeld. De grootte is als een Berg.Vink ; beſchrijving van de Conchenilje op 't artikel SCHILD .
de koleur is oranje , met de Kop en bovenſte Rug zwart , LUISEN , n. XVII .
gelijk ook de Slagpennen , welker buitenſte randen wis : SCHARLAAKEN -BESIEN , zié KERMIS -BESIEN
zijn, de binnenſte witagtig . Van de vier buitenſte Staart- en SCHILDLUISEN , n. IV.
K 3 SCHAR :
SCH . SCH .

SCHARLAAKEN -BOOM, zic KERMIS-BESIEN-


BOOM . genDe
, zooorzaaken
dat zij, zijn, ongelijkheid
of ſchoon door de inwilde even
ſpierengelijk
derone
be .
SCHARLAAREN-KOORTS , zie KOORTS. wogen worden , egter ſterk het eene oog hooger, ofmeer
SCHARLAAKENROODE LIJCHNIS ,zie LIJCH. binnen , of buitenwaarts geneepen word dan het andere ,
NIS , n. II . pag . 1887, zulk geſchied egter buiten kennis der Kinderen,
SCHARLEIJ, zie SCARLEIJ. De tweede oorzaak is, kwaade gewoonte ; als de Kin.
SCHN
SCHARRE-TONG , zie PLATVISSCHN , 7. VII. deren nog zeer jong zijn , en te vroeg aan het leezen,
pag. 2701 . ſchrijven , tekenen , naaijen , enz. worden gezet , bren
SCHAT-AAKSTER , in ' t latijn Collurio; ( Lanius cau gen zij de voorwerpen te digt onder het oog , en trekker
da ſubcuneiformi,dorfo griſeo , retricibus quatuor interine de oogappels hevig toteen , waar door zij beginnen ſcheel
diis unicoloribus, roſtro piurnbeo. Linn. Sijft. Nat.) Be. te zien ; als men dit ſlegts laat geworden , krijgen zij ten
halven den witte Klauwier en den grooten of allergroot. lange laatſten de kundigheid om wel te zien, en den af
ſten , die zeer zeldzaam voorkomen , is er een kleine ge- ſtand der voorwerpen te bepaalen ; maar wanneer de Ou.
meene , waar aan de Engelſchen den naam van Wood Chat ders hun geduurig berispen, krijgen zij een kwaada
of Bosch-Kat geeven , en dien de onzen Schet Aakſter, plooi , om dat zij zelfs onbewust zijnde van dien afſtand,
Hankwerk of Vinkenbijter noemen , zomen wil. De la. en willende aanhunne Ouders gehoorzaamen, de oogen
tijnſche of liever griekſche naam is Collurio, de italiaan- geheel verkeerd trekken . Het is daarom best , de Kinde
ſche , bij Bononie, Buferula. De koleur verſchiltin 't ren vlak over het licht te zetten , de voorwerpen van ver
Wijfje grootelijks van die in 't Mannetje. Dit laatſte is re te laaten beſchouwen , en nimmer zijdelings te plaat,
- van boven driekoleurig, van onderen wit merros gezen daar een ſpiegel ſtaat, of iemand zit waar voor zij
mengd,met een zwarte ſteep door de Oogen wederzijds; ontzag hebben , om dat zij altoos het oog in dat geval ter
het Wijfje is van boven ros , met bruin overdwars ge- zijden aftrekken.
ſtreept, van onderen rosagtig vuilwit ; de borst en zij. Dog veel gevaarlijker ' is het den Kinderen eeneg
den met bruineſtreepen getekent. Wegens deeze koleur Meester te geeven die Scheel ziet , om dat zij dien
#an't laatſtgemelde , geeft er de Hr. Brisson den naam tragten na te bootzen ,en dus leeren Scheel zien ; ook is
Pan Pie grièche rousſe aan. het gevaarlijk hun te laaten ſpeelen met makkers die dit
Van deeze Vogel word gezegd , dat hij gelijk de groo- gebrek hebben , oin dat zij eindelijk door naabootzing
te Klaauwier, zes Eijeren legt , die wit zijn , dog aan zelfs in het gebrek vallen. De Hoog Gel . Heer CAMPER,
het ſtompe end een roodagtige kring hebben. Zijn aart verhaalt zulk een voorval in de Verh . van Haarlem Tom . E
is even dezelfde, in het ceten van Inſekten en Vogelt. 7. D. 439. , 't welk zelfs naderhand door zilvere dopjes
jes , met welke laatſten hij ſpeelt als een kat met den niet te geneezen was in twee Broeders, die te voorer
Muis ; pikkende er het brein uit. Hij houd zijn prooij zeer wel gezien hebbende , zich die hebbelijkbeid ver
in de eene Poot, en eetze , middelerwijl op den ande kreegen hadden .
Ten rustende , gelijk de Roofvogelen meer doen. Ver- In Ituipen de Kinderen eigen , worden zeer veelen uit.
fchrikt zijnde ſchreeuwt hij ijzelijk , beweegt zijn Staart termaaten Scheel. Een enkele reize gebeurt het door ver
heen enweer, en houd ze opgeheven. De Bouwlanden wonding. Te Franeker gebeurde het eens , dat terwijl een
worden door hem van Muizen gezuivert , en hij zoekt Student gebukt onder een brug met ſchaatzen reed , een
er ook veel Torren en ander Ongedierte uit. Het is ander zich nederliet , met aangebonden ſchaatzen, met
bem onverſchillig , of hij op discelen of fruiken zitten dit ongelukkig gevolg , dat de eerſte dit niet hebbende
gaat, dog gemeenlijk onthoud hij zich in 't geboomte. gezien, met het eene oog haakte in den punt van des
SCHATTEN , zie AESTIMEEREN. (weeden ſchaats, en affcheurde de musculus abducensof
SCHÆNOPRASUM , zie BIESLOOK . afleidende spier ; hier op wierd het oog door den addu ;
SCHEEDAGTIG OLIJPHANTJE , zie OLIJ. cens of inwendige regter ſpier , zodanig in den grooten
PHANTJES , n . XLIII. pag . 2359. hoek getrokken , dat hij zeer ſcheel zag , en ook zo bleef.
SCHEEDE , dusdanig word dat geene genoemd, 't In het eerst zag hij alle de voorwerpen dubbeld , dog langs
welk cen Schaar , Mes , enz. omvat, om te beletten , zaamerhand enkel ; dat zeer aanmerkelijk is.
dat men het in de zak draagende , zich er niet aan Wij krijgen eenehebbelijkheid , on ons te gewennen
kwetze. uit de twee ſchilderijen van een voorwerp , het denkbeeld
Ook verſtaan de ontleedkundigen door de naam van van een te vormen. De Gezigtkundigen hebben gemeend
Scheede (Vagina ), de hals van de Baar- of Lijfmoeder in dat dit oordeel athing van zekere gelijkvorinige draadjes
de Vrouwen . Žie BAARMOEDER. of vezelen in het Netvlies , gelijk de beroemde BRIGGS
SCHEEDE VLIES , in 't latijn Elijthroides; verſtaan in zijne Ophthalmographia ; dan het blijkt alleen van ge
zommigen , het eigen Vlies door , 't welk de Zaadballen woonte af te hangen , anders zou die Student altoos de
in de Dieren omvat. ,
SCHEELE HOOFDPIJN , zie HOOFD-PIJN een belachgelijk aanwendzel, zich Scheel maaken , enz..
(HALVE .) en MIGRAINE. Voeg hier bij , dat , indien er zulk eene analogiſche ge.
SCHEELZIEN , in 't latijn Strabismus, word genoemt ſteldheid plaats hadde in netvliezen der Oogen , als dan
Wanneer de beide Oogappelen niet gelijkelijk geplaatst de Kinderen de Oogen , zo lang, tot of van elkanderen
zijn in de ogen. Dit gebrek geeft eenen grooten mis- trekken zouden , tot dat zij de Schilderijen van het voor
ftand ; ſchoon het gezicht, ten waare het verſchil groot werp in het bepaalde punt zagen .
was , er niet door lijd ; min ofmeer zijn alle Menſchen De geneesmiddelen zijn volſtrekt nutteloos geweest bij
Scheel, dat is nimmer zijn de oogappelen juist in’t mid-, de meesten ,wij raaden den Lezer de Verhandel.van de
den der oogen , en altoos eer raakende den kleinen hoek geleerde Hr.CAMPER , 16 p: 439. in te zien; die Out
dan den grooten; dog gewoon aan deezen ſtand, vinden ders afraad , van bunne Kinderen hier over te beris
mij er geen nadeel in. pen , niet te vroeg aan de letreroeffeningen te zetten .
en
SCH . SCH .

m verders alle gelegenheid tot nabootzing te vermij. SCHEERLING ; Dulle-kervel; Winterling , ook Pijp.
den . kruid genoeınd ; in 't latijn Cicuta .
Dedopjes doorG. BARTSCH , Augendienst, Part. 2. Cap. Kenmerken . De Bladen zijn in veele kleine verdeelin .
2. fig.3.4.5. befchreeven , doenzeldzaam dienst; althans gen geſneeden ; de Bloen -bladen zijn in tween geſplee
in detwee Broeders,aan wien de Hr. CAMPER dezelve aan- ten , van een barcvormige gedaante , en ongelijk ; na de
prees , hadden zij eene verkeerde uitwerking , om dat Bloem , voigen twee korte gegroefde Zaaden.
verſcheidene zoorten van deeze :
die kleine jongens , de konst uitvonden om Negts door Daar
Zoorten . zijn
bet gat van eenen dop te zien , en dus het ander Oog Plant , die in de Kruidtuinen der Liefhebbers worden
Dog meerder af te trekken. bewaard ; dog de drie volgende zijn de voornaamſte .
Evenwel konnen zij in enkele gevallen van dienst zijn , 1. Gemeene of groote Scheerling; Cicuta major. Bauh.
gelijk ook de ſpiegels door den Hr. ANDRIJ voorgeſteld , Pin. 160.; Cicutaria major vulgaris. Clus. Hiſt. 2. De
om door zich daar in te zien , en van den misſtand over 200. (Conium feminibusſíriatis. Linn. Spec. Plant)
zuigd zijnde , zich te verbeteren . Dog aangebooren 2. Kleine Scheerling , die ook minst ſtinkende Dulles
Scheelzien is volſtrekt ongeneeslijk kervel word genoemd; Cicutaria fetida . Lubel. ic. 280 .; ,
SCHEEMERING , zie SCHEMERING . Cicuta minor petroſelino fimilis. Bauh. Pin . 160 .; (chu.
SCHEEN , Men noemt het Been van onder de Knie fa. Linn. Spec. Plant. )
tot de Voeten , van vooren , Scheen . 3. Water-Scheerling of eigentlijk genoemde Dulle- key
SCHEENBEEN , in 't latijn Ostibiae, uitmuntend bij vel; Sium alterum oluſatri facie. Lobel.; Sium erufe fo
alle Ontleedkundigen beſchreeven, en afgebeeld, is een lio. Bauh. Pin .154. ( Cicuta umbellis folio oppofitis, pec
Been 't welke boven in twee ondiepe holcens de knoopen tiolis marginatis obtufis. Linn. Spec. Plant.)
van het dijebeen ontvangt , dan recht nederwaarts loopt, Beſchrijving. De eerſte zoort , gelijkt zo volkomen :
en als driehoekig word , en uitloopt in een knobbel van na de tamme of welruikende Kervel, dat die dikwils door ?
onderen en inwaarts, welke men den Ankel noemt ; het die gelijkheid ſchaadelijke uitwerkzels heeft voortge:
onderſte deel naar ter zijde , voor en agterwaarts , heeft bragt; zo wel wortel, ſtengel als blad koomt er geheel i
eene vierkante oppervlakte , waar mede het op het koot. en al mede overeen , en het is er genoegzaam niet van
been , talus, of aftragalus rust en zich beweegt. Zijde. te onderſcheiden , als door de onaangenaame reuk , on :
lings aan den buitenkant, ontfangt het een dun been , het ſcherpe ſmaak. De tweede zoort , koomt zeer nabij de
-1
feutelbeen genoemd, 'twelke onder en buitenwaarts den eerſte, dog gelijkt volkoomen na Peterſelie , en dewijl !
buitenkankel maakt. die in de Moestuinen dikwils van zelven groeit , moet
Het Scheenbeen is van vooren bloot , dat is door gee. men voorzigtig weezen , het niet voor Peterſelie te pluk .
ne ſpieren gedekt , alleen door het beenvlies", den vet ken , wordende ligtelijk door deszelfs onaangenaame:
rok , en het vel. Men meent dat ſtooten, kwetzen enz. reuk , daar van onderſcheiden. De derde zoort , zijnde
meer kwaad hier dan elders doet , 't geene een veroor. de Water Scheerling hebben wij rede op het artijkel CI:
deel is ; het is wel waar dat in ons land aan den ſcheen CUTA beſchreeven , zie aldaar.
veel zweeringen koomen , die wij gewoon zijn ſchorbutijke Plaats. De eerſte zoort , groeit naast de heggen ,
zweeren te noemen, dog deeze vallen ook op de ankels , tuinen , Nooten , wegen enz . op kocle, loinmerige ,
en voorvoet , en zijn of ſchoon zeer moeijelijk te genee. vette en vogtige plaatzen , in Neder- en Hoog.Duitsch .
2
zen , nooit gevaarlijk , ook ziet men er nooit beenbe. land , Frankrijk , Engeland enz. en is een tweejaarig
derf op volgen. kruidgewas. De tweede zoort , groeit in dezelfde Landa
SCHEENBEEN - SPIER , in 't latijn Musculi tibiæ ; fchappen , in de moestuinen , tusfchen andere gewasſen . -
beſtaat voornamelijk in drie ; als in de cerſte plaats twee ,
De derde zoort groeit in de nooten en andere wateren
die de naam van groote Spieren van't Scheenbeen draagen ;
van Neder- en Hoog -Duitschland enz.
waar van de eene de inwendige word genoemd , die zijn Kweeking. Alle de zoorten der Scheerling worden
begin neemt in de geheele binnenſte zijde van 't dije . zelden of nooit in de tuinen gekweekt , maar tot het
been , en word ingeplane in 't ſcheenbeen bij de knie ; gebruik in 't wilde gezogt.
de tweede die de naam van uitwendige draagt , neemt Kragt. De Scheerling inwendig genoomen , is een
zijn begin van de geheele buitenſte zijde van het dije. doodelijk vergif; dog uitwendig gebruikt , zijn zommige
been , en word bij de voorengenoemde ingeplant. De van gedagten , dat het zeer oplosſende, pijpſtillende en
derde die den naam van ſmalle Scheen -ſpier , musculus verzagtende is, en prijzen het derhalven aan , de warme
3
gracilis tibie draagt, neemt zijn begin in de kraakbee. gemaakte bladen opgelegd in allerleij , inzonderheid .
nige zamenvoeging van het ſchaambeen , looptover de verharde , knoestige en kankerige gezwellen en infiamma.
binnenſte zijde van het dijebeen , en eindigt digt bij 't tien , de vijt enz.
einde van den halfvliezigen ſpier. SCHEERMES.VISCH , zie ORANJE -VISSCHEN ,
SCHEEP-ZIEKTE , in 't latijn Morbus Nauticus; ver. 1. IV . pag. 2460.
1. Ataat men door , alle zodanige ziektens , ongemakken, SCHEIDING EENER ZIEKTE , zie CRISIS .
$
en inwendige kwaalen , die de gemeene Matroos en Sol. SCHEIDWATER , zie CHRIJSULCA AQUA,
daat , als mede ook andere zeevaarende , uit menigerleij SCHEIKUNDE , zie CHIMIE .
11 oorzaaken treffen kunnen ; en voornameljk aan de zee SCHEILAN , zie MEIRVALLEN , n . X. pag. 2018
1
en de levenswijze der zeelieden eigen is. Onder de SCHEIVOGP , zie MENSTRUUM .
voornaamſte dezer ziektens , mag men met regt de Scheur . SCHELKRUID , zie GOUWE .
buit rekenen . Over de behandeling deezer ongemakken , SCHELPDIEREN , zie SCHULPDIEREN .
kan men de ſchoone ſtukken raadpleegen , die LIND , SCHEL SLANG , is het zelfde als RATELSLANG ,
e l
Pringl en Du Hame hebben uitgeg eev en ke
, wel dee ze zie aldaar,
Itof met alle roem hebben behandelt. Ook verdient ge- SCHELVISCH , onder deezen naam worden twee
leezen te worden ROUPPE de morbis Navigantium . zoorten van Visſchen begreepen , die bij LINNÆUS de
eerſte
3252 SCH . SCH .
eerſte en zevende zoorten van zijn Kabeljaauwen.geſagt , ſchoolen. Watouderwordende, noemt men hem Pale ,
uitmaaken. De eerſte is onze gewoone Schelvisch; en ,, en als dan is hij taamlijk goed van finaak. Vervolgens
de andere , die , welke bij de naam van groene Schelvisch word hij Seij. Ofs genoemd , en onderſcheiden in Soo
is bekend. Zie hier de beſchrijving van beide zoorten , mer -Seij , die te gelijk met den zomer-Haring aan
als mede de verſcheidene manieren , om dezelve ſinaake . ,, komt , en in Quale Seij. Deeze laatſte is wat kleiner
lijk voor onze tafels te bereiden . ,, en gaat met de Walvisſchen de voorjaars-Haaring na,
die aan hun groote vijanden en vervolgers
1. Schelvisch , in 't latijn Æglefinus ; (Gadus tripterij. ,, Wanneer hebben.
gius cirratus albicans , Cauda biloba , maxilla ſuperiore deeze , naamelijk van een Walvisch gejaagd
longiore. Linn. Faun. Suec.) Deeze Visch , bij ons zeer worden , die dezelve niet verder kan vervolgen , zo
gemeen , onder den naam van Schelyisch , maakt de derde Vaart de Seij.Visch voort , de Haaringen voor zich uit
zoort van Aſellus bij de Schrijvers uit ; Aſellus minor ge. n in een inhain , bogt of kromte des lands te jaagen ,
heten . Sommigen hebben hem genoemd Æglefinus of , en dit met zulk een drift, dat hij zelfs zomtijds op't
Ægrefinus ; anderen Callarias , Galerida of Galaxie ; » ſtrand loopt. Op Sundinoer heeft menze dikwils inet
eenigen Onos feu Afinus, dat is de Ezel der Ouden , waar een vat uit het water geſchept , en wel zo veel , als
van de gewoone naam Aſellus afkomſtig is. In Eogeland men begeerde ; want hunne menigte is zo groot , dat
geeft inen er den naam van Hadoek aan ; in Sweden geen hunner zich voor de andere omwenden kan. Ja
word hij Kallior , Kolja of Koll getiteld. În Noorwegen , dat meer is , zomtijus ziet menze ſchoolswijze , mid .
noemt men onzen Schelvisch , Hijlle, 20 PONTOPPIDANS den in zee bij grootte troepen , en elkander dermaate
verhaalt. Door den ouden Heer Dr. J. Fr. GRONOVIUS , knellende , dat veele daar door boven 't water op ge .
was hij met den Molenaar verward geweest, gelijk de i heven worden , eu dat één éénig Man met een klep ,
jonge Heer L. T. GRONOVIUS te regt aanmerkt. In de dat is te zeggen met zodanig eene aan 't end van den
lijst der Visſchen van Nederland , uit de Al . UPS. 1741, » Itok , waar aan een hoek is vast gemaakt , er , in een
Ook Muf. Ickth. Leid. 1754. P. 21. 91 half uur tijds, van zestig tot zeventig ſtuks, naar zig
Tamelijk overvloedig is deeze Visch in de Noordzee , haalen en in de Boot neemen kan , Anders worden
en komt des winters dikwils bij ſchoolen aan de kust , zij ook , zo wel met hoeken als met netten gevangen ,
wordende op ons ſtrand menigvuldig gevangen met eene en daar mede heeft inen zomtijds wel over de twee
oostenwind en heldre vriezige lucht ; dat men Schel . 95 hondert ton , in één trek gekreegen.
visch. Weer noemt. Dan is hij ook aan de kusten van Ik verbeeld mij, dat deeze Seij.Visch of Graafeij der
Noorwegen vrijgemeen ; dog wegens zijne kleinheid niet Nooren , de geelagtige Aſellus zij van Schoonēveld ,
geagt om te zouten of te droogen , tot verzending er die van den groenagtigen naauwlijks dan in Koleur ver
vertier. Zo veel te meer word hij versch gegeeten, en ſchilt ; want de andere , die de , Duitſchers tot onder.
is levendig geſneeden of anderzints versch , niet onſmaa. ſcheiding . ſchwarts Kolmulen, zwarte Kohler noemen
kelijk , nog ongezond. fchijnt mij toe de gde zoort van Kabeljauwen te zijn. De
De Schelvisch is niet alleen door zijn grooste van de gelbe Kohlmulen, die inen onder de zwarten bij Heiligland
Kabeljaauw en Wijting , waar hij tusſchen inkomt, on ook, dog beiden zeldzaam , vangt , heeft, volgens dien
onderſcheiden ; maar heeft ook een bijzonder kenmerk , Autheur , de vinnen onder de kin , geelagtig; de overi.
beſtaande in eenige zwartheid op de rug en ewee zwar. ge . gelijk ook den Buik en zijden donkergeel , dog met
te vlakken agter de kieuwen , welken het gemeen zeer ſaffraankoleurige ſtreepen ; den Buik glinſterend zil.
grappig elkander wijsmaakt , dat door St. Pieter , toen ver koleurig ; de zijdſtreep loopt in deeze aanmerkelijk
hij den Visch med den duim en voorſten vinger hield , krom .
daar ingedrukt ingebleeven zijn . De Baartjes aan de or.
derkaak , zijn zomtijds ininder duidelijk , en zelden lan. Hoe men de Schelyisch kookt.
ger dan één duim. 't Getal der beentjes in de Rugevin- Dezelve wel gezuiverd zijnde , 20 kerft ze aan de ee .
nen is 15 , 20 , 19 of 10 , 18 , 20 , in de Borstvinnen 18 ne kant het mes ſchuins houdende, en geeft ze aan de an
of 17 , in de Buikvinnen 6 , in de Aarvinnen 24 , 21 of dere kant maar één of twee dwarſe ſneeden zo als men
gewoon is de Baars te doen ; bind dan de kop en ſtaart
22 , 21, in de Staartvin 23 , geteld , volgens Linnæus. aan
Ik vind in de Schelvisſchen omtrent het zelfde. elkanderen vast , en laat ze dus nog eenigen tijd in
II. Groene Schelvisch , in 't latijn Æglefinus virens; zuiver putwater ſtaan ; waar na men ze in water kookt dat
(Gadus tripterijgius imberbis, dorſo virescente. Linn. ter dege gezouten is ; opdisſchende, zo mnijd de touwt.
Faun. Suec.) Deeze Visch die weinig aan onze kusten jes er af waar mede de kop en Naart zijn aan elkanderen
voorkomt , is volgens LINNAUS , in de Atlantiſche 0. gebonden ; legt er de gaar gekookte lever en airdappelen
ceaan , zodanig gemeen , dat hij den hoek , zonder aas tusſchen beiden, en geeft er een peterſelie-ſaus, of ge
zelfs, zeer gretig in Nokt ; wordende van de Noorwegers ſmolten boter en mostert bij , en voor de geenen die er
Seij geheeten. liefhebbers van zijn , eenige geſchilde chalot:en op een
De Seij , dien wij in 't deensch Graafeij noemen ſchoteltje.
(der Kohler) zegt de Hr. PONTOPPIDANs in zijne Na.
turl. Hiſt. von Norw. II. Th. bl. 269 , is bijna den Geſtoofde Schelvisch
» Lier gelijk. Hij heeft den kop wat ſpitzer, het lijf De Schelvisch wel gezuivert en gewasſchen zijnde ,
ſmaller, dog ook met fijne ſchubben voorzien. Zijn zo ſnijd er de koppen af, en het overige aan ſtukken van
vleesch is grover dan dat van den Dorsch , weshalven drie vinger breed , zet die regt op digt aan elkanderen
» hij ook van niemand, dan enkel van Boeren en van in een casſerol of vertinde koperen ſchotel . doet er dan
co gemeen Volk of Dienstboden, tot ſpijze gebruikt word. bij zout , nootemuskaat, fijn geſneeden chalotteil , wat ge
Zo lang de Seij Visch of Kohler klein is , word hij hakte peterſelie, de ruiin'e boter , een goe te ſcheut la .
Mort geheten , en dan ziet men hem , in ontelbaare moen- rap , kappers en geſtooten tweebak , doet er een dek
s menigte, om het broedzel van andere Visſchen heen zel met vuur op , en laat het dus gaar ſtooven , zorgdra.
gen
SCH . SCH . * 3253
gende dat er de ruimte faus bij zij; is zeer ſmaakelijk. SEBA voor als dederde soort van Exocetus,bij Bello .:
Men kan er ook even als bij de geſtoofde Kabeljaauw , NIUS , volgens GESNERUS , en dan zou bij het Draakje
Oeſters bijvoegen ; ook een Schotel. Pafleij van maaken. zijn van Rondelerius; welke echter meer op den vol.
Zie KABEL JAAUW . genden ſchijnt te pasſen .
Aan de Noordſche Kust vind men ook deezen Visch ,
Gefarfeerde Schelvisch. die aldaar Floij Fisk of Vliegende Visch genoemt word ,
Neemt hier toe een groote Schelvisch , na dezelve wel om dat hij door middel van zijne Vinnen , zich uit het
geſchubt en gewasſchen te hebben , zo neemt de Visch water weet te verheffen en voort te vliegen. De Heer
van de graat , zodanig echter, dat de kop en 't uiterſte PONTOPPIDANS , die hem insgelijks afbeeld , twijffelt of
der ſtaart aan de graat blijft vastzitten , hakt als dan de het niet de Water-Zwaluw zij , die aan de kusten der
Visch klein , en doet er bij twee ofdrie eijeren na dat de Middelandſche zee Rondela, Rondola of Rondinella, en
Visch groot is , gebakte peterſelie en chalotten , een le- van de Spaanſchen Peſce volador geheeten word ; welken
pel vol drie of vier room van zoete melk, één à twee ge- SCHOTTUS dikwils , aldaar , langs de zee had zien vlie.
Itoten tweebakken , voorts peper, nootemuskaat en zout , gen. De grootſte, dien de Bisſchop in Noorwegen ge
kneed het door een , beſmeert dan een taartepan of ver: zien had , was omtrent een half elle lang ; dezelve hade
tinde koperen ſchotel met boter , legt hier de vischgraat den Kop tamelijk groot naar het Lijf te rekenen , dog
met de kop , enz. in de rondte in , en het hakzel in de dun en ligt ; hij hield den Bek geduurig open ; de geſtal.
gedaante van een Schelvisch rondsom , beſtrooit het dan te was omtrent als een groote Haring.
met geſtooten tweebak en giet er geſmolten boter met wat Behalve de gewoone zwemvinnen , zegt PONTOPPI •
Naturl. Hiſt. von Norw . II. Th. bl.210 .
water over , doet er voorts kappers bij , dan een weinig Dans , in zijneVisſchen
vuur van onderen , maar een taartedekzel met de ruim- hebben deeze , onder aan den hals , drie bree
te vuur van bovenen ; gaar zijnde , bind men de ſausmet de en taamelijke lange Vinnen van een ander en fijner
een paar eijerdooijers in limoen-zap geklopt , en discht bet maakzel , bijna zo dus als de wieken der Vliegen , dog
warm voor ; is zeer ſmaakelijk, met cien daar door heen loopende graaten geſtevigd. Op
de nek hebben zij insgelijks een vleugel , of eene toc
Gebakken Schelvisch-ſtaarten . vliegen geſchikte zwemvin , die wel een vierde deel van
Kerft de Schelvisch ſtaarten , droogt ze ter deegen met één elle lang is , ftaande regt in de hoogte ; wat agter.
1 een doek af, wentelt ze in weiten meel waar in een wei- lijker op de rug een andere, die veel korter en breeder
ajg zout is gedaan , en laat ze langzaam in de koekpan is. Door middel van deeze Vleugels kunnen zij zich red
in kookende boter gaar bakken ; aandisſchende, zo doet den , wanneer zij van hunne vijanden vervolgd worden ,
een ſcheutje lamoen -zap in de boter die in de pan is over en men zietze , bij groote Schoolen, eenige ellen hoog
gebleeven , giet dit bij de Visch , en ſtrooit er wat kap. boven het water zich verheffen , en ongevaar een boog
pers over. ſchoot voortvliegen , als wanneer zij wedermoeten neer
SCHELVISCH DUIVELEN . De Hr. Linnæus zijn vallen ; want hunne Vleugels zijn als dan droog gewor:
tweede Rang der Visſchen , beſtaat uit de zodanige die de den , en dus kunnen zij zich niet langer op houden in
Buikvinnen voorlijker dan de Borstvinnen hebben , en de lucht.
die daarom door hen Fugularis genoemt worden. On. Door Dr. Tyson word , in de Verhandelingen der Ko.
der dezelven geeft hij , aan dit eerſte Geſlagt, den naam ninglijke Societeit van Londen , deeze Lier van Harwich ,
van Callionijmus, welke door de Ouden aan den Sterrekij . gelijk men hem wegens de gedaante zijner Vinnen noemt,
ker , zo het ſchijnt wegens de grootschheid van devertoo onder den naam van geele Gurnard beſchreeven . Hij
ning die hij maakt , was gegeeven . Anderen leiden dien onderſcheid hem met de benaming van gladde Koekkoek
naam af , van eenige gelijkheit, welke deeze Visch heeft visch , die uit den blaauwen geelagtig is, met de Kiello
met de Mannelijke Roede , of liever met een Zetpil , wendekzelen boven op den Kop. Deeze heeft , volgens
en de Etijmologisten getuigen , dat het gemelde woord Petiver, blaauwagtige vlakken. De eerſte en langſte
op een overdragtige wijze , voor de Schaamdeelen der Rugvin heeft 4 beentjes of ſtraalen , de andere en breed
beide Sexen plagt gebruiktte worden. Ons Volk noemtſte 10 ; de Borstvinnen hebben er 18 of 19 ; de Buikvin.
deeze Visſchen Schelyisch-duivels. nen 5 ; de Aarsvin en Staart ieder 10 ; zijnde de Aars.
E De Kenmerken van dit gelagt beſtaan daar in , dat de vin blaauw van koleur. DeNavel is digter aan den kop
Kop de boven-lip verdubbeld en de oogendigt aan elk- dan aan de ſtaart geplaatst.
anderen ſtaan ; het Kieuwen -vlies met vijf ſtraalen en 11. Pitvisch , in 't latijn Dracunculus ; ( Callijonimus
de zijdelingze openingen dikwils geſlooten, terwijl de dorſalis priorisradiis corpore brevioribus. Linn. Sijft. Nat.)
‫܀‬ Visch door den Nek adem haalt; het lijf is naakt Deeze waar van men eene afbeelding vind op plaat H.
1 of ongeſchubt ; de Buikvinnen ſtaan zeer ver van elkan. fig. 10. pag. 3182. ſchijnt het Draakje van RondeleTI.
3 deren. us te zijn . Artedihad hem voorgeſteld onder den naam
Dric zoorten heeft onze Autheur in't zelve geplaatst , van Cottus, met de agterſte rugvin wit , en daar toe het
te weeten : Draakje van Gesnerus , een zoort van Araneus, betrok
I. Lier van Harwich , in 't latijn Lijra, ook Gurnar. ken . De kortheid van de voorſte rugvin onderſcheid
dus luteus genoemt ; (Callijonimus dorſalis prioris radiis hem meest van den voorgaanden. LINNæus merkt aan ,
longitudine corporis. Linn. Sijft. Nat.) Van dit zonder dat men deeze te Genua en te Rome vind.
1 linge Vischje kan men de afbeelding zien , op plaat H.fig. III. Indiaanſche Schelvisch -Duivel , ook Harp- Visch
9. pag . 3182 . genoemt ; ( Callijonimus Capite lævi longitudinaliter rugo.
GRONOVIUS telt hem op onder de Visſchen van ons land; jo , operculis latere aperiendis. Linn. Sijft. Nat.) In het
hoewelhij hier nietminderzeldzaamis, dan op de Kust van Kabinet der Akademie van Stokholm , word dit Vischje
Sweeden , daar men er in den jaare 1743, aan den inham gevonden, dat uit Ooſtindie is overgebragt; het heeft
Oreſund, een gevangen had. Hijkomt in 't Werk van den kop platagtig, van boven over langs gerimpelt; de
YI Deel. L On
3254 SCH. SCH .
Onderkaak een weinig langer ; den Bek rouw ; de Tong zelfs wanneer de Zon in haar hoogſten graad van klima
ſtomp uitgerand ; de Kieuwen openingen groot , op zij. ming is , en met al haare hitte op ons werkt. De Aar
de ; de voorſte dekzeis met een dubbele , de agterſte de , die deeze ſtraalen ontfangt , keert dezelven aan alle
met een enkele doorn , het Lijf zeer plat loodkoleu. zijden te rug ; zij rijzen weder in den Dampkring, wel.
rig; de Navel in 'tmidden ;de voorſteſtraalvan de eerſte ke het grootſte gedeelte van hen tot ons nogeens doet
Rugvin zeer kort en ver af ſtaande; de Buikvinnen zeer wederkeeren. Dus maakt hij dezelven dubbel van nut ,
ver van elkander. Deeze ſchijnt zo LINNÆUS aanmerkt, bewaarende voor ons dien luister, welke de ſchoonheid
als een middelzoort te zijn tusſchen den Schelvischdui. der natuure is , en die hitte , in welke de ziel derzelve
vel , Sterrekijker en Pieterman . beſtaat; want hij vergadert eene ontelbaare hoeveelheid
SCHELP -GOUD , zie MOSSEL GOUD . van ſtraalen bijéén , van welken de meerder of minder
SCHELP-KALK , zie KALK , D. 1407. verééniging de maat van hitte en koude is. Dus word
SCHELPZILVER , zie MOSSEL - ZILVER . de Dampkring voor den Mensch een mantel van de
SCHEMER-BLINDHEID , zie NAGT-BLIND . ſchoonſte koleur , welke , zonder hem het minſte gewigt
HEID . te doen gevoelen , die verleevendigende hitte bewaart ,
SCHEMERLICHT , in 't latijn Crepusculum ook A- die anders welhaast zou verlooren zijn.
rora genoemd ; is dat Licht , 't welk onzen Horizon ver. De Dampkring veroorzaakt en onderhoud ten zelfden
heldert, lang voor dat de Zon , de eigenlijke oorzaak tijde , dat glansrijk en algemeen licht , 't welk onze gebee.
van hetzelve , in den kring gekomen is. Deeze geſchikt. le woonplaats ons voor oogen ftele, en 't welk , alhoe.
heid der natuure heeft iets verwonderlijks in zich ; want wel een noodzaaklijk gevolg van de ſtraalſchieting der
wij zien het licht op geene andere wijze dan door de zon op den Dampkring zijnde , echter nieer het werk
ftraalen die onze oogen toevloeijen . Nu kan de Zon , van den laatſten is , dan het voortbrengzel van de Zon
nog in dat gedeelte der Hemelen zijnde 't welk voor zelf.
ons verborgen is , geene van haar ſtraalen in eene regte Laat ons, om dit te verklaaren , 't welk in den eer.
Atreek tot ons zenden. Zij kan inderdaad wel eenigen ften opnag een wonderſpreuk ſchijnt', voor een oogen
van dezelven ſchieten op de uiterſte deelen van die lan. blik onderſtellen dat de Dampkring vernield was , en wij
den welken ons gezigt doen eindigen , maar deeze ſtraa« zullen overtuigd zijn , dat deeze gevolgen daar uit zullen
len moeten van daar verder voortgaan in de Hemelen. voortkomen .
Indien zij , in deeze ruimten , welken zij doorgaan , I. Het rijzen van de Zon zal niet voorgegaan worden
eenig vast lighaam ontmoeten , gelijk dat van de Maan door eenig Schemerlicht, nog zij zal ingehaald worden
of eenige andere Planeet , zullen zij weerom gekaatst door het Morgenrood , dewijl er niets voorhanden is om
worden , als van een glas , en een deel van hen tot ons het minſte van haare ſchuinſche Straalen tot ons te rug ''
te rug zepden. Is er eenig bijzonder lighaam in de na- te kaatzen , maar de dikſte duisterheid zou ons omringen
tuur , dat verordend wierd om ons deezen dienst te tot het oogenblik van haaren opgang. C
doen? Indien ja , dan zal deszelfs kunitigheid en werk . II. Zij zou in één oogenblik van onder den Horizon
tuiglijkheid zekerlijk te verwonderlijker zijn , dewijl het oprijzen, en vertoonen zich even als zij ons in het mid.
ons zijn dienst bewijst zonder begreepen te worden ; en den van haaren loop verſchijnt, en haar voorkomen in
de puttigheid van hetzelve zal onze dankbaarheid ſterker 't minst niet veranderen , tot het lijdſtip van haaren on
vorderen , omdat er een voorzorg in gelegen is , die door dergang , wanneer het ten onzen opzigte even zo duis.
den almagtigen Bouwmeester alleen ten onzen opzigte ter zou zijn als in het midden van den donkerſten nagt.
genomen wierd . Deeze voordeelen zijn wij gantſchelijk 't Is waar, de Zon zou ons treffen met een levendigen
verſchuldigd aan den Dampkring , die over onze hoofden luister , maar zij zou eeniglijk gelijk zijn aan een helder
op zulk eene wijze geſtigt en toegefteld is , dat , niette vuur, dat wij zien zouden , geduurende den nacht, in
genſtaande zijn wijdftrekkend lighaam , ons toelaat de een zeer ruim veld . Het zou dag zijn , zo men wil ,
Starren te zien , die op eenen onmeetelijken afſtand van want wij zouden de Zon zien zo wel als de voorwer
ons ſchijnen ; en , niettegenſtaande deszelfs doorfchija pen die ons omringen ; maar de ſtraalen die op landen
pendheid , voor ons buigt en vergadert een oneindig ge- vallen , welken een weinig zijn afgelegen , zouden gant
tal van Siraalen, van welken wij anders gantſchelijk be. ſchelijk verlooren gaan in de wijde uitgeſtrektheid des
Hemelen. Deeze landen zou men niet gewaar worden ,
hoofd zouden zijn.
Eenige ſtraal, of gedeelte van licht , die ongebogen en en de nagt zou blijven duuren , niettegenſtaande bet vuur
loodregt op den Dampkring valt , gaat in denzelven in van dithelder en luiſterrijk hemellicht. Want in plaatze
zonder eenige verhindering , en daalt er door been op de van zuivere witheid , die aan den dag bijzonderlijk eigen
Aarde , in de zelfde regie lijn. Maar zulken , die er is , en de gantſche natuur voor ons open legt , door het
van ter zijden op vallen , worden in denzelven toegelaa. azuur der Hemelen te verhelderen , en den gantſchen
ien , of er van afgekeerd , overeenkomſtig met de ge. Horizon te verwen , zouden wij niets anders zien dan
plaatstheid van het verlichtende lighaam . Indien deszelfs eene zwarte diepte , en een afgrond van duisterheid ,
Ichuinſche ſtand meer is dan 18 graaden , dat is , wan- waar in de Zonneſtraalen niets zouden ontmoeten dat in
neer het voorwerp meer dan 18 graaden beneden den ſtaat was om hen tot ons te rug te kaatzen. 't Is waar
Horizon is , worden alle de Straalen die er van uitſchie. het getal der voorwerpen zou in den Hemel vermeerderd
ten ter zijde afgekeerd , en verlooren in de onmeetelij. ſchijnen te zijn , en de Starren ten zelfden tijde met de
Be uitgeſtrektheid der Hemelen; maar wanneer de ſchuin- zon gezien worden ; maar het zou altoos duister zijn ,
fche ſtand minder is dan 18 graaden , gaan de Straalen en het onderſcheid van die duisternis en van onzen nacht
in den Dampkring, en worden naar ons gezigt toe geboo- zou hierin beſtaan , dat deeze lichtgeevende lighaamen ,
gen. Dit is dewaare oorzaak van den Dageraad , of het welken nu voorkomen als in een aangenaam en vermaake
Mergenrood , en de zelfde oorzaak brengt de aanhou- lijk azuur geplaatst , dan op een waar rouwtapijt zouden
dendheid , en voornaame fchoonbeid daar van voort , fchijnen vastgehecht.
Het
SCH. SCH . 3255
Het is misſchien moeijelijk te begrijpen , hoe de ver. SCHERPBUIK , zie KARPERS , *. XXXVII. pag.
nieling van den Dampkring het verlies zou naar zich ſlee- 1448
pen van dat fraaije azuur, dat de Hemelen verſiert, en SCHERPGENAGELDE HAAGDIS , zie HAAG.
de Aarde tot vermaak ſtrekt. Maar dit zal duidelijk blij. DISSEN , n . XV . pag. 968.
ken , wanneer wij overweegen welk eene hoeveelheid SCHERPRUG -HAAGDIS , zie HAAGDISSEN
van verdund water omhoog is gereezen , en in een vloei- n. III. pag. 966.
enden ſtaat opgehouden word , van het hoogſte gedeel. SCHERPSTAARTEN , is de nederduitſche naam van
te van den Dampkring tot beneden bij ons. Nooit is al een Visſchen.geſlagt, 't welk LINNÆUS thans mec den
daar grooter hoeveelheid van hetzelve verzameld , dan in griekfchen naam van Trichiurus betekend.
de ſchoonſte zomerdagen , wanneer geene wolken of De kenmerken beſtaan , in hei Lijf op zijdezaamenges
dampen gezien worden; en ſchoon dus deeze wateren , drukt of hooger dan breed te hebben , van gedaante naar
booger dan het gewest der wolken, onze zmnen ontſnap. een degen gelijkende; den Kop in de langte uitgeſtrekt,
pen , wijst de reden echter hun beſtaan ons aan. Het is met zijdelingze Kieuwerdekzels ; de Tanden elsvormig ,
onder deeze vergaderingen van licht en verdunde wate- voor in de Bek troepswijze ; het Kieuwen -vlies heeft
9
ren , alcoos boven ons opgeheeven , werwaarts alle de maar eene Straal zegt LinnÆUS, dog GRONOVIUS merkt
lichtſtraalen , door het oppervlak der Aarde te rug ge aan , dat het zelve wel zeven Beentjes hebbe ; de Staart
kaatst, zich begeeven ; en de Dampkring zend hen van is ſpits en ſcherp als een els , daar bij ongevind.
alle kanten ons weder toe. Deeze groote hoeveelheid In die geſagt is maar eene zoort bekend , te weeten
van verdunde wateren , die ons onringi, een enkelvou. die , welke bij de meeste Atheuren den naam van Dun.
dig en eenvormig lighaam in haare gantſche uitgeitrekt. ſtaart of Lepturus draagt. In het werk van WILLOUGHBY
.
heid zijnde , is de koleur daar van altoos enkelvoudig , vind men hem voorgeſteld onder den naain van Indiaan .
en bij aanhoudendheid dezelfde. ſche Aal, en Klein heeft hem Enchelijopus genoemtom
Maar zijn dan deeze azuure luchtboogen , die wij met zijne gelijkheid met den Aal (Eyxedve) aan te duiden .
den Sterrenhemel verwarren , niet anders dan een weinig men wil dat het de Mucu'der Braſiliaanen zij , dien Ray
lucht en water , en het geen wij voor den Hemel houden oordeelt een weinig van den Zee-Aal van NIEUWHOFF ,
een enkel dekkieed digt rondom de Aarde gewonden ? dat is van den Beef-Aal, te verſchillen. De naam van
Zij zijn inderdaad niets anders ; en dit is een nieuw won. Gijmnogaster, van BBOwne ontleend , welken GRONO.
derwerk , 't welk meer dan eene enkele verrukking vor. vius thans nog gebruikt , ſchijnt op deezen zo wel toepas
dert. Het is niet minder dan een volmaakt bewijs dat ſelijk wegens de ongevindheid van zijn Buik , als die van
wij de voorwerpen der tederſtegenegenheid onzes Schep- Gijmnotus op den voorgaanden .
pers zijn. Een weinig kleine bellen van lucht en water Eenige Verſcheidenheden heeft Klein opgegeven van
zijn inderdaad dingen van weinig belang op zich zelven , deezen Visch. De eerſte noemt hij Enchelijopus, met een
maar Hij, wiens hand dezelven met zo veel kunst en uitgeſtrekten Slangenkop , het uiterſte van de Bovenkaak
voorzorg boven onze hoofden geplaatst heeft, heeft als in de Rhinoceros haakig, twintig of een en -twintig
CD
zulks gedaan enkel omdat zijn Zon en Sterren niet nut- zeer ſcherpe Tanden ; de Oogen grooten rond, maar drie
ito teloos voor ons zouden zijn. Hij verſierd en verrijkt Vinnen hebbende. De tweede noemt hij , Enchelijopus
‫ܝܵܐ‬ alles wat bij goedvind ; en deeze droppels van water en die geheel bruin is , met den Bek langagtig, veeltijdsgaa •
$
lucht worden in zijne handen een onuitputtelijke bron pende met zeer ſcherpe Tanden. De derde word van hem
van heerlijkheid en geluk. Hij doet er die Schemerlich. enkel Enchelijopus of Aal-Visch geheten . Voorts heeft
tenuit voortkomen , die zo nuttig onze oogen voorbe. hij nog een Conger of Zee Aal, met zwarte Oogen in wit.
reiden tot het ontfangen van een ſterker licht. Hij haalt te kringen ,die door den Heer GRONOVIUS Zoöphijl.Gron
er de glanszen uit van het Morgenrood. Uit haar vormt faſc. 1. p. 136. n. 411., ook tot deeze zoort betrokken
hij dien luister van den dag , welken de zon ons nim. word : In 'c Werk van Seba word onze Scherp en Dun.
mer kon ſchenken. Hij doet haar medewerken tot den ſtaart afgebeeld , onder den naam van Enchelijopus, die
aanwas en bewaaring dier hitte , welke alles wat adein geheel als zilver is , met den Bek als een Slang , den Buik
haalt koestert en voed. Hij maakt van haar een luister. bloot, de Staart gepunt en zonder Vinnen . Seba Thes.
rijken boog , die het gezigt van den Mensch van alle 111. p. 102. N. I. Tab. XXXIII.f.1. Enchelijopus totus
is kanten betovert , en de zoldering zijner wooning word. argenteus, riĉu ſerpentino, Ventre nudo , Caudă acumi
1, SCHENKEL , Schenkel.been , in 't latijn Crus, Crura, nata , apenni.
begint boven aan de knie , het is het ſterkſte en grootſte van GRONOVIUS , die deezen Visch te vooren , bij de Aalen
den Voet ; van vooren is het rond , en van agteren een en dergelijke, onder de Weekvinnen geplaatstbad ,brengt
weinig ingeboogen ; het ſtrekt zich regt nederwaarts , en hem thans,als den allerlaatſten van zijn Kabinet, onder
is, van boven en beneden , met groote uitwasſen voor de Kieuw.Visſchen le huis, waar aan de waare Buik.
zien , die met haare aanwasſen vereenigt zijn . vinnen geheel ontbreeken . Zijn Ed. beſchrijft de geſtal
SCHEPEL , is een Maat van verſcheiden zoorten van te van het voorwerp , dat hij op de veiling van Seba
‫ܕܢܐ‬ dinger , als van Graanen , Meel , Erwten , Boonen , gekogt had zeer omſtandig. ' Zelve is 2-3- . ik
Zout, Koolen , Kalk , enz, denk wee voeten en drie duimen lang , anderhalf duim ,
- Men verdeelt ze doorgaans in halve, in vier Spinten , op't hoogſte , dik en maar een halfduim breed; van ko
en deeze weder in halven , en die weder in Pinten , zo leur glinſterend zilveragtig , dog daar de Opperhuid een
dat er twee en dartig in een Schepel gaan. Dog , gelijk weinig afgaat, bruin . Ik zou haast vermoeden , of dit
deeze Maat niet overal even groot is ; en er meer, of ook kleine Schubbetjes zullen zijn , hoewel men den
minder van in een Last gaan, zo is er ook eene verdee. Visch Ongeſchubd noemt ; mooglijk is het niet onderzogt
ling , die andere namen heeft, en bijna overal naar de op die wijze, gelijk Dr. Baster ons de Schubben derAa.
plaatzen verſchilt. ten leert vinden . In de Borstvinnen zijn 11 Beenjes ,
SCHERMINKEL , zie KREKELEN , n . II. p.1638. in de Rugvin 138 door hem geteld. LINNEUS vondeen
in
Le
3256 SCH . SCH .
een Scberpſtaart van 't Koninglijke Sweedſche Kabinet, tig te weezen . 1. Voorfchikkende , welken ons tot het
12 Beentjes in de Borstvinnen en 124 in de Rugvin ; daar verkrijgen dier ziekte vatbaarder maaken dan andere
Artedi in dezelve 100 Beentjes , en onder aan den Buik Menſchen , bij welken zodanige oorzaak en geen plaats
meer dan hondert, die echter geene Aarsvin maakten waar- hebben . 2. Voorafgaande grondoorzaaken , welken ze
genomen waaren prikkelagtig ſcherp , kere veranderingen in ons Lighaam te weeg brengen, zona
en niet tebad. Deeze laatſten
zamengevoeg d ; die der Vinnen zijn met een der welke veranderingen die ziekte niet ontſtaat. 3. Me.
vlies verknogt en weerloos,20 GRONOVIUS berigt. In't werk degwerkende oorzaaken , welke op zich zelven , niet in
van SEBA vind ik aangemerkt, dat de gaaatjes van de ſtaat zijn om die ziekte voorttebrengen ; dog echter de
Rugvin zeer lang en gedoornd zijn . Men meld daarook, zelve grootelijks helpen bevorderen . 4. Naaste Oorzaa
datde kleine graatjes aan den Buik , naauwlijksdan op ken ; zinde de veranderingen zelve, welkedoor de voor
afgaande oorzaaken , in ons voortkoomen ; door welke
't gevoel
Deeze zijn te ontdekken .
n onthouden
Visſche zich in Amerika en China , veranderingen wij al verder van onzen natuurlijken ſtaat
zegt LINNÆUS . Zij zijn geheel zilverkoleurig en ſprin- afgeleid worden , of in eene ziekte vervallen . Deezen
gen uit het water dikwils in een vaartuig . Dat zij ech- worden elk in 't bijzonder nader verklaard . ,, De voor
ter onze platte en breede Westindiſche zilver. Vischjes Schikkende oorzaaken deezer Landziekte ; zijn meest ee
nietSCHER
zijn , PVINN geſtalte
toont deIGE overISCH
elij, k .zie KLIPVIS . ne zwakheid des lighaams , en zekere ongeſteldheden
KLIPVduid 9
der vogten , als mede de droefgeeftigheid ; welke wes
SCHEN . 9. III. pag. 1524 . derom uit veelerleije oorzaaken ſpruiten kornen . ”
RPWIEK S * . IV . De voorafgaande grondoorzaaken zijn ; de bijzonderhe
SCHE
SCHERPZAP WATERHOE
PIG, zieOLIJPHANT JENTJE
, " zie , OLIJ. den ofverfcheidenheden der landen , in welke die ziekte
‫رد‬
» aan ofafwezig is . De erfen of beſme isſen ttingen door
PHANTJES , m. IX. pag. 2357
SCHERSSEN , Schertſen , in 'tfransch Raillerie ; word ,, een Scheurbuikige Moeder ofZoogſter ,tot de Kinderen C
een gezegde door verſtaan , dat zomtijds onſchuldig is , „ overgebragt; welken echter nog maar opzichtelijke T

en zeer dikwils te veroordeelen . Een ſchrander ver- , grond- oorzaaken zijn. " Tot bewijs bier van beroept
nuft van de voorleden eeuw , vergeleek de onſchuldige hill zich de Autheur, op debewoonders van bijzondere en ver.
Schertſingen bij Alikkeringen van hetweerlicht ,welke eeſc ende Landen;welken naar maate dezelve laag zijn
pe ſchemering veroorzaaken , dog niet branden. Het en aan de zee grenzen , meer van de Landſcheurbuik zullen
fteekend Schertſen beledigt meerer dan de kwaadfpree. geplaagd zijn , dan die zich in hoogern , drooger en verder
kendbeid , om dat zij twee Nagen te gelijk toebrengt , de van de afgelegen plaatzen onthoude . Zo dat , (het welk
eene aan de eer , de andere aan deeigenliefde ; zij ichend vreemd ſchijnt) de nabijheid van de zee een grond-Oor
iemands goedennaam , en ontſteld of maakt verlegen ; zaak word van de Land-Scheurbuik. Tot de medewerkende
de kwaadartige draaij diezijte werk ſtelt vermeerdert oorzaaken worden gebragt , kwaade of verkeerde levens
altoos het verdriet, 't welk men ondervind , van met een wijzen , ledigheid en kwaad voedzel; waar onder de dunne
gebrek of verkeerdheid beſchuldigt te worden , dat men laauwewateragtige dranken ook geteld worden. De nag .
wil verbergen. Men zoude liever bij afweezigheid uit. fte oorzaaken der ziekte , welke gevolgen der voorge
gemaakt willen worden , dan in zijn tegenswoordigheid melden , en wel bijzonder der grond-oorzaaken zijn , #

bijtende Schertfingen te moeten verdraagen. Met hoe worden best uit de kennisſe der voorafgaande oorzaa :
ken , en haar verzellende omſtandigheden ontdekt.
bruik geest
veel de Scher
nimmer tling
of ten ook gepaa
minsten
rt gaa , iswel
zeer zelden derze lver ge•
geplaatst. Derhalven moeten wij vooraf de gevonde oorzaaken ,
Zij kan niet geoeffent worden op die geene , welke het 9
te weeten , de voorſchikkende , voorafgaande en me.
zij door jaaren of aanzien boven ons zijn verheven , ook dewerkende , ieder afzonderlijk , wegens haaren aart en
niet op die welke minder zijn dan wij, om dat de verhe- >
werkzaamheden , en met betrekking tot de voorwer.
venheid van rang bevrijd om met dezelve munt betaald , pen , welke zij aandoen , onderzoeken ; " gelijk ver
te worden , en zeer zelden ook ten aanzien van ons ge. volgens gedaan word . Onder de voorafgaande grond-oor .
Jijken. In een woord, de Schertfing verwekt ons mees. zaaken word van den Schrijver bij uiſteekentheid , geſteld
tentijds een onverzoenlijken vijand, in die geene welke er de belette uitwaas ſeming, door de veranderde of vermin 1

het voorwerp van is. derde warmte en vogtigheid waar door deeze belet of te
SCHEURBUIK , Schorbuit , Scorbut. De naam van rug gedreeven word. „ Deeze " zegt bij, is mijns oor
Scheurbuik heeft in onze dagen een veel uitgeſtrekter be. deels de naaste oorzaak onzer Land - Schenrbuik . Want
tekenis , als zij het in de tijden der Ouden had. Niets hoe zeer ik alle andere bijkoomende of verzellende
is bij voorbeeld , gemeener, dan de cahexia , de jigt , „ omſtandigheden overweeg ; nogtans kan ik dezelven
de beroerte , de rhumatismus en meer andere kwaaien , niet anders dan als voorfchikkende of medewerkende oorza.
onder het getal der fcheurbuikige aandoeningen te plaat , ken agten , aangezien zij , op zich zelve, niet in ſtaat zijn
zen . om onze Landziekte voorttebrengen . Dit voorwerp
De eigentlijk genoemde Scheurbuik is eene ziekte waar onzer verminderde of belette uitwaasſeming eischt
aan de Inwooners der zeekusten van het Noorden veela derhalve een verdubbelde oplettendheid en 't naauwa
vuldig zijn onderworpen , en die als den oorſprong van ,, keurigst onderzoek ; verdienende daarenboven de aan
veeleandere ziektens moet aangemerkt worden. Dit is „ lustigi
dage van allen die de geheimen der Natuur, met ver
ng naſpooren ; want de ſtoffe onzer uit waasſe .
net geene men Land-Scheurbuik noemt.
DeMed. Dr. L. Stoeke geeft in zijn Werkje getijteld , mingen bezit veelvermogende eigenſchappen , welken
de kwijnende ziekten der Nederlanders , Spruitende uit hun- als zo veele wonderen zijn aan te inerken . Ook heb
ne landsgeſteldheid en levenswijzen enz. Utr. 1764 in 8vo. ik dieswegens eenige bedenkingen voor te ſtellen ,
eene beſchrijving der oorſprong en oorzaaken enz .onzer welken ik vertrouw dat de Genees- en Natuurkundi.
Land ſcheurbuik , die wij bij verkorting onze Lezers zul. digen zal opwekken tot verdere beſpiegelingen , ter
len mededeelen. De oorzaaken worden geſteld vierzoor ontdekking van Natuurs verborgentheden , en ter vor
be.
SCH . SCH . 3257

,, vordering der Geneeskunde . ” zich hierin als waare Menſchen -vrienden gedraagen. Ha
Her geene de fchrandere Artz omtrent deeze kwaal les heeft zijne Ventilators, welke de ongezonde lucht
en derzelver geneezing zegt , vinden wij zeer oordeel- uit de vertrekken en beſlootene plaatzen uitpompen, met
kundig, en zullen er om die reden het voornaamſte van verbazend goede gevolgen , zo wel op de Schepen , als
aan onze Lezers mede deelen . in de Gevangenisſen , ter toets gebragt. DesaGULIERS
Alle omſtandigheden ( zegt dien geestigen Schrijver) zogt door zijn blaas. of wind-rad dat zelfde oogmerk te
welke deeze ziekte vergezellen , de ongemakken in den bereiken , en men kan de Ventilators van Hales als eene
mond , de vlekken op de huid , de zweeren , en het ver- loutere verbetering van deszelfs uitvinding aanmerken.
teeren der knokkels, toonen eene zekere bederving in Sutton lag Buizen in alle afzonderlijke verblijfplaatzen
het bloed en alle de vogten . De meeste Genees- en Na- der Schepen , welke gemeenſchap hadden met het groot
tuurkundigen ſchrijven dit toe , aan de koude en natte lucht fournuis, om door middel van het vuur de lugt geitadig
der Noordſche Landen , aan het gebruik van ſtilſtaand uit die verblijfplaatzen te haalen , en door verſche, wel.
en zout of bedorven water , aan harde, drooge , gezou . ke in derzelver plaats inoest indringen, onophoudelijk
ten ſpijzen , die de ſpijsverteering hinderen , en gedeel., te vernieuwen. Mead , die deeze uitvinding zeer hoog
telijk te loor ſtellen , en dus rauwe kwaade zappen in ons ſchartede, voerdeze door zijn aanzien op de Schepen
lighaam voortbrengen . in , en de gevolgen waren voortreffelijk . De Admiraal
De Scheurbuik, welke op zee ontſtaat, is van de Lando Boscawen ſchrijft, in een brief van de Kaap de Goede
Scheurbuik in trappen nog merkelijk onderſcheiden ; want Hoop, aan den Secretaris van de Admiraliteit in En
het vergif der vogten werkt in de eerſte ziekte met zulk „ geland gezonden , en gedateerd den oden april 1749.
eene verbaazende beftigheid , als men bij de laatſten den goeden ſtaat , waarin zich zijn Volk na een vijf
nooit gewaar word. Als het volk van Mijlord ANSON , maandſche zeereis bevondt , voornaamlijk aan de Sut.
op deszelfs Reize rondom de Wereld , daarvan aangetast toniaanſche Buizen toe. Het water , voegt hij er
wierd , gingen de naaden of lidtekens van wonden , en » bij , op den onderſten ſcheeps-bodem , ' t welk anders
,, de callus van gebroken Beenderen , die reeds veele 20 ras ſtinkend word , was in zo verre goed gebleé
35 jaaren geneezen waren geweest , daarvan weder los , ven , dat het zijne Lieden geen het minſte ongemak
3 ja het been -eelt , of de callus , welke zich ter plaatze , veroorzaakt had , daar in tegendeel te Portsinouch ,
] daar voormaals de beenbreuk geweest was , gevestigd , en voor het gebruik der nieuwe Machine drie of vies
1 had , wierdt zo week , dat de beenderen even eens Menſchen door de kwaade dampen genoegzaam ver.
yan malkander los gingen , als of zij eerst gebrooken ſtikt waren " . Dergelijk een getuigenis had reeds te
9 waren . Hier noegen rotkoortzen , borst ontſteekin. voren een Scheepstimmerman gegeeven , welke een reis
% gen, geelzugt , verſtoppingen , en borstbenauwdhe. naar Amerika en Guinee gedaan had , ſchoon hij onder
den toe, welke laatſte dikwils de zieken bij de min. in het Schip zich vijf uuren hadt moeten ophouden , en
ſte beweeging verſtikten. Bij dit alles kwam eene bui. in veel water ſtaan , hadt hij er echter niet het geringſte
tengemeene neerſlagtigheid van geest , huivering , tril. ongemak van geleden. De Kapiten van een zeker Oor.
ling, en geduurige ſchrikken in den Naap, welk alles logſchip, 't welk in den Jaare 1747. uit China te rug
1, door het geringſte toeval van nieuws af aan werd kwam , verzekerde , dat tusſchen dit , anders zo bedor.
2.
» voortgebragt. ven water , en het goede zeewater , geen grooter onder.
Alle ondervindingen hebben geleerd, dat deeze ziek- ſcheid te beſpeuren was geweest , dan men tusſchen even
te door een bedorven lucht zeer ſchielijk word voortge. ſterke aftrekzels van theeboeij en groene thee bemerkt.
bragt , en hardnekkig onderhouden , en zodanig eene Zo veele overeenſtemmende goede gevolgen van het
bederving word , door de waterige , bedervende en zou gebruik der Windinachines op de Schepen , en de poo
tige uitwaasſemingen, uit de Schepen , en in kleine , gingen , welke de Schippers reeds lang te voren hadden
: vogtige , onreine Wooningen , zeer ſchielijk veroor- aangewend , om het ſcheepsruim van de ſchadelijke lucht
zaakt. te zuiveren , bewijzen duidelijk , hoe gegrond het ver
1 De eerſte grondregel derhalven , om de Scheurbuik moeden zij , dat de onzuivere lucht in het voortbrengen
overal voor te koomen , betreft de lucht , waarin wij ons van de Scheurbuik geen gering aandeel heeft . Men ge.
t
onthouden , en die , om van deeze ziekce bevrijd te blij . bruikte om die reden ſteeds op de Schepen een lange
* ven , dagelijksch vernieuwd moet worden. Die geenen , Buis of Slang van linnen , die ongeveer de gedaante van
*
die zich op 't vaste land bevinden , en dit met weinige die Buizen had , waardoor men de graanen van de
moeite werkſtellig zouden kunnen maaken , denken koornzolders naar beneden laat loopen. Deeze Buis was
1
naauwelijks ooit , om de lucht in hunne huizen en ver- aan een Rhaa vastgemaakt, zo dat de wind boven inval
trekken te ververſchen , alſchoon zij duidelijk zien , dat lende van onder weder uitkoomer moest , waar door
1
de Scheurbuik onder hun begint in te dringen , terwijl tusſches deks , alwaar het ondereinde van de Buis lag,
?
de lieden op de ſchepen hier aan bijna onophoudelijk een geduurige toevoer van nieuwe lucht gebragt wierd.
denken , zonder in ſtaat te wezen het zelve behoorlijk Geen middel zou bekwaamer geweest zijn , dan dit , bij
uit te voeren . Groote moeite en kosten inderdaad wor. aldien het , in ftilce ; en onder het zeilen , even goed
den hier aan gedaan , zonder dat men zijn oogmerk ge. als bij wind , en fil leggen op de Rhede , gebruikt had
heel kan bereiken. Nadat men bemerkt heeft , hoe onont. kunnen worden. Maar onder het zeilen floeg of drong
beerlijk de zuivering der lucht tot voorkooming der Scheur. de wind met al te veelgeweld door den ſlang tusſchen
buik is , hebben verſcheidene Geleerden hunne onder het verdek , en dewijl dit niet voorkoomeo konde wor.
zoekingen daar heenen gewend , om zekere werktuigen den , veroorzaakten het borst-ziekten en zinking.koort.
uit te vinden , waar door in 't bijzonder den zeelieden , zen onder het Volk.
op de ſchepen dit voordeel bezorgd konde worden. Behalven deeze wind -machines , pleegen de Schippers
STEPHANUS Hales , DeSAGULIERS, RICHARD MEAD , ook nog andere middelen lot zuivering van de lucht te
SUTTON , BIGOT DE MORogues , en anderen hebben bulp te neemen , welke middelen in de huizen en vertrek
13 ken

3258 SCH. SCH.

ken eveneens gebruikt kunnen worden , en dus ook tot ren niet geduurig verdrijft , het linnengoed niet dik .
voorkooming van de Land- Scheurbuik dienen . De Heer wils te luchien hangt , en het zelve niet genoeg ver.
BIGOT DE MORogues heeft verſcheidene daarvan ver. wisſelt, en als men zijn eigen lijf niet zuiver houd .
zameld en aangepreezen . Men moet de verdekken , het Deeze oorzaaken zijn zo algemeen , en tegelijk zo krag.
ruiin , en de vertrekken dagelijks reinigen , en inzonder. „ tig om de Scheurbuik voort te brengen , dat men bijna
heid de plaats , daar de zieken liggen , dikwils uitſtof alles verwaarloost, zo dra men de zorg laat vaaren ,
fen . Op de Schepen moet men dagelijks eenige tonnell „ om dezelve op alle moogeliike wijzen voor te koo .
versch zee -water in het ruim gieten, en het zelve aan men . ”
ſtonds weder uitpompen. Als het Schip op de Rhede De tweede voornaame grondregel ter voorkooming van de
ligt, en het weder het toelaat, moeten dagelijks de Scheurbuik, is een behoorlijken leerregel in eeten en drin.
fchutpoorten, in de huizen de deuren en vengiters geo . ken te houden Zekere zoorten van fpuzen maaken ons
pend , worden. De hangmatten en bedden moeten dik, bloed ongetwijffela Scheurtuitiek, en verergeren die ziek :
wils gelucht en in de zon gelegd , en bij die gelegenheid te derwijze , dat dezelve niet vo'koomen uitgeroeid
de verdekken en vloeren der kameren des te beter ge. kan worden , bij alšien men zich daar niet voor wagt.
ftoft , geveegd, en gereinigd, ook demeubelen ,en klee. Het Zeevolk , en zij die aan de noordelijke zeekusten
deren cenige uuren lang op den overloop gehangen , of wounen , leeven grootendeeis van gezouten Vleesch en
voor eene doorwaaijende lucht blootgeſteld worden . Men Visch , en men bediend zich doorgaans van zeezout
moet zorg draagen , dat tusſchen de verdekken, of in de om die ſpijze te bewaaren , 't welk Doctor Mead geheel
zieken -kamers niet te veel dampen van ſpijzen of ande. niet goedkeurd , en waar voor hij een ander zout , door
re dingen verzameld worden. Het vuur van een ſchoor. eenen Decor Lowades te Londen uitgevonden , aan.
ſteen of fornuis verjaagt, en de rook van vuur en azijn prijst. Moogelijk kan men hier echter eene wettige be.
verbetert die dampen. Een oud Schipper verhaalde den denking tegen inbrengen , dewijl en Scheurbutieke Men.
Heer Hales , dat hij zich zeer wel bevonden hadt , als ſchen met zee-water , of zee zout inet goeden uitslag pur.
de lucht in de Kajuit door dampen en uitwaasſemingen geert , hunne zweeren daar mede uitwascht, en henzelve
bedorven was , met de wanden af te wasſchen , en de in zee- water baad. Men ſchijnt ten minſten geen oor.
zelve allerwegen met azijn te beſprengen. Dit koomt zaak te hebben , om het zet-zout voor de voornaamſte
met de eigen ondervinding van de Heer HALES volkoo oorzaak van de Scheuróuik te houden , en de harde en on.
men overeen , naardien hij gevonden hadt , dat als men verteerbaare ſpijzen , die dagelijks zonder verwisſeling
de lucht door veele lappen fanel , die hij in wijn-edik met andere , gegeeten worden , zijn in dit opzigt veel
gedoopt had , ademde, dezelvedermaate gezuivertwerd , meer te vreezen . Men moest derhalven , buiten de in.
dat zij langer voor het ademhaalen dienen konde , dan gezouten , ook andere bewaarbaare ſpijzen aan boord nee
andere. men , om het Vo'k de noodige verandering in hun eeten
Uit deeze waarneemingen heeft de Heer BIGOT DE te kunnen verſchaffen . De Hollanders voorzien zich ten
MOROGUES beſlooten , dat men , tot de reiniging van de dien einde van drooge ongezouten Stokvisch , en in plaats
lucht op de Schepen en in de Huizen , zeer wel doen van Havermeel , Garſten-grutte , die men meent dat min
zoude , als men daar in dikwils rookte ; 't zij met gloei. der vernit, en opdroogt dan de Haver. Enkel door dit
jende geſchutkogels in azijn te werpen , of een klomp middel heeft eens de Ridder Wagen zijn Volk voor de
buskruid, met azijn natgemaakt, ie laaten verbranden . Scheurbuik beveiligt , daar anders de Engelſchen met hun
Dit laatſte middel is voortreffelijk ; men weet dat de a- ne gewoone Scheeps -victualie , zeer door de Scheurbuik
zijn -damp een behoedmiddel tegen de Pest zelve zij , geplaagt worden. De Bischuit, de Garſten -gort, Erwten
naardien hier doorde lucht tevens gezuivert en vernieuwd en Rijst zijn zeer goedeSpijzen voor het Scheeps.volk.
word. De ſalpeter, die in het buskruid voor handen Daarentegen kan hun Vleesch en Visch , het zij versch,
is , verdunt de lucht merkelijk, en brengt eene nieuwe gezouten , of gerooktniet anders dan enkel voor de ver
lucht voort, welkealle de eigenſchappen , der natuurlij . andering dienſtig zijn , naar dien men bevind , dat op de
ke lucht heeft , niettegenſtaande zij door konst voortge. Scheepen , daar zodanige ſpijzen alleen gebruikt worden ,
bragt is. De zwavel verteert daar wel iets van ; maar de Scheurbuik bijna onwejeritaanlijk word.
deswegen moet men ze niet verwerpen , dewijl het De ſtraks gemelde Ridder Wager heeft bij eene ande.
zuur van de zwavel , de loogzoutige uitwaasſemingen re gelegenheid zijn Volk daar door gezond gehouden ,
ſchielijk aantast , en zich met dezelve ten nauwſten ver- dat hijhen dageliks een kist met Oranjeappelen ten bes
eenigt; dus kan dezelve eene luchtmet bedervende uit- ten gaf, welke zij deels aaten , deels het uitgedrukt fap
waasſemingen vervuld, voortreffelijk reinigen. daar van dronken , en waar van zij de ſchillen op den
· Ik heb verſcheide maalen , zo wel de voordeelen ee- bodem van het Schip lieten liggen , om door dien reuk
ner zuivere lucht voor de gezondheid , als ook de mid. de lucht balſamiek te maaken. Men ziet hier uit , hoe
delen , om dezelvedagelijkste reinigen , voorgedraagen , nuttig het zij , het Volk een zuiver zuur te verſchaffen ,
dus zal ik mij niet verder in deze ſtoffe inlaaten, maar al hoedanigbijzonderlijk de wijn-edik is , waar door zowel
leenlijk dat geene bijbrengen , wat Doctor ADDINGTON het zout der ſpijzen getempert, als ook het gebrek aan
van de onzuivere lucht, als eene der voornaamſte oorzaa . zuuragtige vrugten vervuld word.
7 ken van Scheurbuik zegt. De eerſte oorzaak , welke Buiten deeze vrugten , beſchenkt de Natuur deeze on
de Scheurbuik voortbrengt , is de onreinheid op de gelukkige Lijders nog met verſcheidene planten , welke
„ Schepen , als men het water in het onder te gedeelte overvloedig op de Eilanden in zee groeijen , en eene aan
72 van het Schip bederven laat ; als men het verder nietzui. zienlijke hulpetoebrengen; hiertoe behooren het lepelblad ,
ver houd , nog lucht in de beſlooten plaatzen van het de water-kers, en alle zoorten van kers , welker planten
Schip , door middel van Blaasbalgen , vernieuwt ; als een fijn vlug, gelijk ook de zuuring , de andivie, de la
men de kwaade dampen van bedorven ſpijzen , zwee. touw en porcelein , die eenverfrisſchend zout bij zich
ren , zieken , dooden , en de onzuiverheden der Die hebben
Daar
-
SCH. SCH . 3259 .
Daarenboven is ook alles wat van melk koomt , bijzon- zijne Chimie , dat de beroemde Mathematicus CLAYI.
derlijk de weij , met eenige der gemelde kruiden bereid, us een retort met water gevuld , de opening toegeſmol.
van een voortreffelijk nut tegen de Scheurbuik. De Lij., ten , en van buiten met een ſtreek gecekend had , hoe:
ders die zich op 't vaste landbevinden , hebben veel meer hoog het water had geltaan ; na verloop van tagtig jaa
keuze om goede ſpijzen te vinden , dan het Scheepsvolk , ren , ſtond het onveranderd nog bij het zelfde teken ..
en het moet derhalven enkel uit onkunde of eene ver. In de onderaardſche Stad Herculaneum heeft men , nog
keerde ſpaarzaamheid voortkoomen , dat zij zich den ge. voor weinig jaaren , in de opgegraven huizen ſterkekrij
heelen winter , ten grooten deele enkel met zulke harde frallijne vaten gevonden , waar in zich het water bijna
enonverteerbaare frijzen voeden , die niet ſlegts kwaade zeventien hondert jaaren goed gehouden had.
fappen maaken , maar waar door zij bijzonderlijk eenen Dog deeze waarneemingen zijn in het huishoudelijke
Scheurbuikige geſteldheid krijgen. Die hun overreden van geen gebruik ; want hoe kan men in de Scheepen't
konde , van deeze ſchadelijke gewoonte aftezien , enten water voor alle toegang der lucht bewaaren ? Demee.
minſten na twee maaltijden van dergelijke Scheurbuikige ſte ongelegentheden veroorzaaken de Wormen , die in
pijzen , twee andere van zodanige daar tusſchen in ie het zoet water worden voortgebragt , en dit zelfs is op
voegen , welke de Scheurbuikige fappen verbeteren kon- de Scheepen nog minder dan te Lande voor te koomen.
den , die zoude een zeer groot voordeel aan hunne ge. Men heeft het lang daar voor gebouden , dat deeze Wor.
zondheid toebrengen , men van het hout der tonnen voortkwamen . Een ze.
Niettegenſtaande dit alles , moet zich echter niemant ker Geneesheer merkte in zijne reize door Arles op , dac
verbeelden , dat het enkel op den aart der ſpijzen alleen men in de omliggende ſtreeken dier Stad , het zuiverſta:
aankoome, om zich van de Scheurbuik te beveiligen . De
en hardſte water had , dat men wenſchen konde , niette.
onmaatigheid in het eeten en drinken bederft insgelijks
genſtaande daaromſtreeks nog Putten , nog Bronnen aan
de ſpijsverteering, en doet de andere daar bij koomende
getroffen wierden. „ Als hij naar de oorzaak daar van ver
oorzaaken ligtelijk de overhand verkrijgen , om deeze„, nam , zeide men hem , dat hetwater uit de Rhone was ,
ziekte voort te brengen , of te vermeerderen. Hierom 't welk men op deeze wijze van zijne onreinigheden
zegt ADDINGTON zeer wel , dat eene hoofd oorzaak des » zuiverde , dat men het midden in den ſtroom in groo
Scheurbuiks onder de zeelieden kon eene overlaading en in te aarden kruiken ſchepte, welke men vervolgens in
gulzigheid beſtaat, waar op dan eens buikloopen , dan de kelder zettede , om daar te bezinken , waar door
eens verſtoptheden volgen. Als zulk eene overlaading , alle Nijm en onzuiverheden op den bodem van de kruik
nu met eenerleij onverwisſelde Scheurbuitiſche , of ook vielen , en het water niet alleen volmaakt zuiverwierd ,
met bedorvene ſpijzen en dranken geſchied , zo moet zij in maar ook jaaren lang , zonder eenig bederf, in dien
-1 de gevreesde werking natuurlijker wijze des te ſchielijker ſtaat bewaard kon worden ; men voegde er bij, dat
voortbrengen . men in oude of vervallen kelders dergelijke vaten had
33 Men ziet uit dit alles tevens van zelve wel , dat de > gevonden , waar in het water langer dan tagtig jaaren
dranken in de leefregel der geenen , die de Scheurbuik zeer goed en klaar gebleven was . Deeze waarnee ..
vreezen , mede een voornaam arcijkel uitmaaken , en dat ming ſcheen te bewijzen , dat de houten vaten aan het
men bijzonderlijk het onzuivere en bedorven water moet voortbrengen der Wormen in het water de meeſte ſchuld
vermijden . ADDINGTON heeft een Spiritus uit zee-zout moesten hebben. Maar na dien tijd heeft men bevonden ,
vervaardigt, waarmede men het ſtinkend water , het dat deeze vrees ongegrond is , naar dien ook in de groo.
9 bloed , de galle , en het bedorven vleesch weder goed te aarden vaten , op de Schepen , Wormen gekoomen
kan maaken. Men doet daar van in een pint water Negts zijn.
1,
vijf droppen , en men krijgt daar doorde beste drank te. Zulk een bedorven water word na eenige tijd weder
gen de Scheurbuik . Als men dit zuur in dezelfde even- goed, als de Wormen geſtorven zijn. Maar het bederft
redigheid met water in houten vaten vermengt, word het weder op nieuws , om dat er weder andere Inſecten in
zelve daar door voor bederving bewaard , en blijft meer voortkoomen. Deeze verwisſeling kan in een vierendeel
dan één jaar, zelfs in de heetſte landen , goed en drink . jaars wel drie of viermaalgeſchieden , en telkens vertoond
baar. Hales heeft op gelijke wijze één pint water met zich een nieuw zoort van Inſecten.
!
drie droppels olij van zwavel , en Boyle met even Het water van verſcheidene oorden is deeze verande
zo veel droppels geest van vitriool goed gehouden. Men ringen niet even dikwils onderhevig ; vermoedelijk
kan ook met nut order het water het vierde deel wijn , zal het de ſtof van alle deeze Wormen , in zich zelven
of het dertiende deel rum , bandewijn , of eenige andere hebben , waar van eenige vroeger , eenige laater uitko
goede ſpiritus vermengen . men , omdat hunne koppelingen misſchien op verſcheiden
Voor het overige heeft ook de Heer Deslandes een tijden geſchieden , ofhunne geboorte langzaamer is ; hier.
raad, die waarſchijnlijk zeer goed is,gegeeven, om namelijk toe word altoos een zekere trap van warmte vereischt ,
de tonnen van binnen mei aangeſtooken zwavel te be. welke niet alleen de verſcheidene hemels.ſtreeken of kli
rooken ofte zwavelen , op dezelfde wijze als de wijn - va. maaten op de zeereizen , maar voornaamelijk ook de
ten. In zulke gezwavelde tonnen heeft hij het water Scheep3-bodemen veroorzaaken , als waarhetmeeſte zoet
1 boven het half jaar goed behouden. water behouden word , en waar een beſtendige, niet ge
Te lande is men om versch water niet verlegen , en ringe warmte is. De Hr. Deslandes heeft dit te Brest
dus koomt geduurig het eene voordeel bij het ander , om getoond , alwaar hij heeft waargenoomen , dat op den
te verhoeden , dat de Scheurbutieke ziekten niet zo diep Scheepsbodem van een Schip , dat eerst drie weeken van
bij de Landlieden inwortelen kunnen , als onder het Zee te vooren was uitgerust , de graad van warmte op den
volk. Het zout water is niet drinkbaar , en het zoet thermometer hooger ſteeg, dan in de heetſte zomerda .
water dat op de Schepen medegenomen word , bederſt gen , gelijk dan het Volk daar niet langer dan een half
daar ligter dan elders. Het is niet volſtrekt onmoogelijk , het uur , en niet anders dan naakt werken konde. De eit
water altoos goed te houden. BOERHAAVE verhaal in jes der Infecten moeten derhalven daar noodwendig uit.
3260 SCH . SCH.

gebroeid worden , en dewijl men in de water-vaten van langduuriger reizen doen ; zo zouden zij daar doorop het
de Officieren van 't Schip , welke gemeenlijk tusſchen de verinoeden zijn geraakt , 't welk hen tot eene onbedrieg
verdekken ſtaan , doorgaans ininder Wormen, dan in de lijke methodegeleid zou hebben , oun deezen gedugten vij
vaten des Scheepsvolks aantreft, welke men geheel on and af te weeren. 1
der den bodem van het Schip plaatst, zo is er weinig twij . Het is zeker , dat de Oorlogſchepen , ten opzigte der 1
fel aan te ſlaan , of dit zal de waare grond der zaake zijn ; gezonde ſpijzen , welke het Volk gegeeven worden , en
het zwavelen der watertonnen , gelijk ook de vermenging ten opzigte van de zuiverheid der Schepen zelve , groo.
van eenige druppels vitrioolgeestmet het water , is nog het te voorregten boven de Koopvaardijſchepen hebben ,naar
beste hulpmiddel tegens den groeij en voortteeling der dien men op de eerſten een veelfrisſcher lucht inademt,
Wormen . welke door de Schutpoorten een vrijen doortogt heeft.
Het geheele kwaad met het water op de Schepen zou. Maar het is met dit alles even zeker , dat eene reize naar
de door deeze uitvinding , alleen geholpen kunnen wor• de Westindiën de Equipage van die zelfde Schepen meer
den , dat men hec zee -water drinkbaar maakte. Depublijke met de Scheurbuik beſmet, dan het Volk van een Koop .
nieuwspapieren berigten ons zomtijds, dat zodanige vaardijſchip daar immer van lijd.
proeven genoomen , zulke uivindingen gemaakt zijn. Het Eskader van den Admiraal Watson werd van de
Maar de wijzen om dit uit te werken kunnen vernuftig Scheurbuik aangetast , eer het de Rhede van Madagascar
gegrond , en evenwel onbruikbaar zijn, als zij niet gevoeg bereikte , ſchoon het te Madera al ververſchingen ingeno.
lijk , en zonder groote kosten op de Schepen werſtellig men had. Des niettegenſtaande doen de Schepen van de
gemaakt kunnen worden , en dit is juist het gebrek van Compagnie die reize zomtijds regelregt , zonder in eene
alle die tot hier toe uitgevonden zijn. Anders is de zaak haven in te loopen, en zonder van deeze ziekte aange. C

buiten ewijffel mooglijk ; en ſchoon de Hr. DESLANDES tast te worden .


de zwaarigheid vergroot, met aan te toonen dat het niet De Matrooſen van de Compagnie hebben geen beter 2
alleen daar op aankoome , om het zee- water zijn zout voedzel , dan die der Vloo:, zij hebben even zo veel
te beneemen , maar ook om het van eer zeker vet of bit moeijelijkheden en ongemakken als de laatſten. De Com.
tere, ongezonde en onaangenaame olijte bevrijden , wel . pagnieſchepen hebben ook meer Volk aan boord , dan de
ke van verrot hout , planten , doode visſchen , en ande. Oorlogſchepen , naar dien zij alle jaaren Volk overbren.
re lighaamen in het zelve gebragt word , zo zien wij eg. gen moeten. Het Volk moet op morſige ſtinkende hang
ter , dat de Natuur het zee-water zomtijds volkoomen maiten , en vogtige vuile touwen liggen ; en in plaats dat
zuiver en drinkbaar maakt. de lucht tusſchen de verdekken een vrijen omloop beb.
BARTHOLINUS heeft reeds waargenoomen , dat hetZee ben zoude , is er dikwils zo weinig plaats, dat men zich
water , als het bevriest, zijn zout verliest. In Amſter. nauwlijks roeren , en naar de verſcheide beweegingen
dam bedienen zich de Bierbrouwers , naar het berigt van van het Schip , onbelemmerd ſchikken kan , waar door
Boyle , in felle winters van bevroozen zout water , om het Volk zelfs op dien tijd , als ze de rustmeestvan noo
er Bier van te brouwen . De Heer Revher heeft , ter den hebben, oneindig veel ongemak moeten uitſtaan.
bevestiging , zelfs ſchotſen ijs uit zee doen hakken , en Ik heb mij laaten zeggen , dat de Schepen , die in de
geſmolten , en bevonden dat het water daar van zoet en Noordſche Zeën maar kleine reizen doen , gemeen.
drinkbaar was. Ja, dat nog verder gaat , hij heeft zelfs lijk van Scheurbuik bevrijd blijven. Als nu evenwel de
waargenomen dat het water onder of in de nabijheid van Oorlogſchepen , niet tegenſtaande alle de voorregten bo.
het ys, negts op een diepte van anderhalf voet zoutwas , ven de andere , op die zelfde reizen , de Scheurbuik meer
en dat als dan nog geen zeer ſterken zouten ſmaak had. onderhevig zijn , zo is het zeker , dat er eene bijzondere
Daarentegen was het op eene diepte van vijf voeten 20- oorzaak zijn moet , welke deeze ziekte voortbrengt , en zo
danig zout, dat vier pond water ineer dan twee loot zout moet het zelfs niet moeijelijk weezen , die oorzaak te ont
gaven . Die het geheim weet te vinden om de Natuur in dekken.
dit ſtuk op zulk eene wijze na te volgen , dat die uitvin- De Kooplieden neemer negts een klein getal Matroozen
ding op de Schepen gebruikt kan worden , zal zekerlijk aan boord hunner Schepen ; en deezen hebben derhalven
zich bij alle Zeereizenden een onſterffelijken roem ver. weinig tijds overig , on met de handen over malkander te
werven . ſtaan . De geduurige en vrij zwaaren arbeid nu , dien zij te
Zie hier nog het geen zeker Engelsch Schrijver over de verrigten hebben , bevordert de verteering der grove ſpij.
Scheurbuik verhandelt , en't welk als een derde grond- zen , die men hun geeft , den omloop des bloeds , en de
rege! vervattende om deeze ziekte voortekoomen, wij nut- uitwaasſeming zo hoogst noodzaakelijk voor de gezond.
tig oordeelen , aan onze Lezers in zijn geheel medete- heid. De ondervinding leert , dat nog hetpekelvleesch ,
deelen . nog het negte water; ſchoon men het buiten rede deswe
Naardien de Scheurbuik voor het Scheepsvolk eene gen beſchuldigd heeft , en dat nog de koude oog vogtig.
der ſchrikkelijkſte ziekten is , zo ſchijnt het dat men het heid en onzuiverheid der Schepen , nog ook alle deeze
zelve den gewigtigſten dienst des werelds zoude doen , oorzaaken te zaamen genoomen , den Scheurbuik voort . OF
als men hun een kragtig middel aan de hand konde gee. brengen kunnen , indien negts de Matroozeu op zee be. be
ven , om die kwaal voor te koomen . Daar zijn tot dit hoorlijk aan het werk gehouden , en belet worden zich
oogmerk verſcheidene proefneemingen te werk geſteld , der luibeid over te geeven.
maar dus verre ſchijnt het gevolg niet aan de aangewen . Het is op alle , maar bijzonderlijk op de groote Ooro
de poogingen te beantwoorden. log (chepen te over bekend , dat een groote menigte Ma.
Hadden de Schrijvers , die over de Scheurbuik geſcbree . troozen dagelijks onder in het schip kruipt, om daar te
ven hebben, deeze onwederſpreekelijke waarheid in aan . Naapen en te luibakken. Daar is tot den gewoonen ar.
merking genoomen , datde Scheurbuik op de Oorlogſche. beid op de Schepen niet al het Volk noodig , daar dezel.
pen veelerger dan op de Koopvaardijſchepen , of die ve mede bemand worden , en het is al genoeg, als de Of
van de Oostindiſche Compagnie woed,ſchoon deeze veel ficieren , zo dikwils als zij koomen , altoos zo veel Volk
vin.
SCH : SCH . 3261

vinden , als genoegzaam is voor 't werk , dat 'er te verrig. vergelijking van die op de uitreize, had het volk nauwe
'ten itaat; dus kunnen zi), die hun gemak onder in de lijks zes weeken in zee doorgebragt , of veelen begonden
fchepen zoeken , daar toe bijna altoos gelegenheid vin . over de Scheurbuik te slaagen , enkel omdat zij in dee.
den , als zij het begeeren , Eenigen , die van de Scheur. zen tijd niet veel te doen hadden. Onder de lijders beo
buik geſchreeven , en dergelijke lieden gezien hebben , vond zich ook de boven gedagte Hollander , twee Engel.
ſtellen daarom het gebrek van lighaams-beweeging me- ſchen , en één oud Man , die zeer zijn gemak beminde;
de onder de oorzaaken dier ziekte ; maar zij hebben nooit deeze Perzoonen kregen werkelijk de Scheurbuik , daar
eene geduurige werkzaamheid , als het beste middel te integendeel die , welke zich vaardig aan den arbeid gaa.
gen het zelve , voorgeſchreeven . ven , en zich daar aan hielden , niet het geringſte toeval
Om nu te toonen , hoe zeer de lighaams-beweeging de daar van hadden. De zieken genazen te St. Helena , en
Scheurbuik voorkoome , en hoe gegrond het zij, wat ik kwamen eindelijk gelukkig te huis.
gezegt hebbe , zal ik mijne eigen waarneemingen , die op Na alles, wat ik tot hier toe gezegd heb , houd ik het
eene reize naar Oostindien met het Schip de Éliſabeth voor opnodig , de voordeelen der lighaamsbeweging voor
gedaan heb , mededeelen . te draagen , en deeze aan allen , die de Scheurbuik ver
Dit Schip was , toen het uit Engeland zeilde , vol mijden willen , aan te prijzen. Ik weet wel , dat deeze
Soldaaten , en zodaanig met koopwaaren vervuld , dat leer veelen onzer Zeelieden niet behaagen zal , maar
pien nauwlijks een ledige plaats vinden konde. Kort na als zij zich te regt bedenken , moeten zij dezelve gere.
onze afreize in de maand februarij , hadden wij drie wee- delijk aanneemen . Want wie zou niet liever den hard
ken lang zo gedurig regen , dat het volk bijna altoos door ſten moeijelijkſten arbeid doen , dan gevaar van zulk
en moeijelijkſten
ſten en
en door Dat was , en des niettegenſtaande bleef het even eene lastige, langwijlige, en dikwils gevaarlijke ziekte
wel toen niet alleen , maar ook degeheele reize over ge. loopen ? Zolang de oniloop des bloeds door geene ver
zond, dewijl het onophoudelijk bezig was , en door den ſtopping der kleine vaten belemmert word , en zo lang
arbeid geftadig aan degang gehouden wierd. de uitwaasſening vrij blijft, heeft inen geen oorzaak de
Na dat wij eenige tijd te Bengalen gebleven waaren , Scheurbuik te vreezen . Dit beide kan men door maatige
kreegen veelen de koorts , welke zij aan het klimaat te lighaamsbeweging bekoomen.
wijten hadden. Men zegt , dat de Scheurbuik gemeenlijk Den arbeid der Artilleristen , die op eene Vloot een der
deze ziekte vergezeld, maar des niettemin wierd niemand voornaamſten is , zoude hier toe ten uiterſten dienſtig
op de reize daar van aangetast, ſchoon de verſche le zijn als men denzelve met zo veel zorg en nauwkeurig .
vensmiddelen voor het volk ſchaars genoeg waaren , en heid waarnam , als het billijkerwijze behoorde.
de arbeid hun niet geſpaard wierd . Op de Schepen , alwaar de Scheurbuik op 't hevigst
Als wij te Bombaij waaren , badden wij dikwils koude woed , zoude het derde deel van 't volk ten allen tijde
en regen. De Matroozen aten nietsdan gezouten vleesch , tot de gewoone ſcheepsearbeid toereikende zijn . Alsmen
en arbeidden minder dan anders. Hier toonde zich de derhalven het Volk in drien verdeelde , en elk derde ge
Scheurbuik bij een Hollander , die aan Boord was , en deelte op zijn beurt , tot het waarneemen van zijn post
wien de Matroozen voor een luiwammes van den hoog- verpligtede ,zou daar een wezenlijk voordeel uit geboo
ften graad kender .' Deeze was geheel niet lekker in 't ren worden , omdat elk dan op zijn beurt aan 't werk zou
eeten ; hij nam in zijn portie gaarn een ſtuk garſtig Spek koomen , en niemand gelegenheid hebben , om zich on
voor lief, 't welk , gelijk men zegt, de Scheurbuik ligre. der in het Schip te verbergen , en zijne luiheid in te vol.
lijk veroorzaakt . Veelen zijner landslieden gebruiktengen . Derust-tijden tusſchen beiden ,zouden dan ook lan
die ſpijs , en haddenechter geene aanvallen van deeze ger duuren ; en men konde het Volk dezelfde zekere on.
ziekte, om dat zij niet zo vadzig waaren , als hij. Dee. der hen gebruikelijke tijdverdrijven toeſtaan , om ze vro.
ze Kaerelkreeg zijn volkoomen gezondheid weder, toen lijk en werkzaam tehouden. Eer men dergelijk een mid.
bij aan land kwam , her welk voorviel op een tijd, dat del tegen de vadzigheid en te lange rust uitvind, en te
er geen kruiden op het gemelde Eijland groeiden. De werk ſtelt , zullen de Matroozen op de Oorlogſchepen
nieuwsgierigheid oin een vreemd Land te bezien, altoos Scheurbutiek , en die op de Koopvaardijſchepen
wekte hem op , hij ging dagelijks groote wandelingen gezond zijn.
doen , en deeze lighaams -beweeging heeft waarſchijn- Als men deeze drie voornaame grondregels ter voor,
lijk meer , dan al de rest, tot zijn herſtelling toe ge. kooming van de Scheurbuik, naar hunne behoorlijke on.
bragt, te meer, om dat zijne ziekte juist niet heel veel dergeſchiktheid, wel waarneemt, is men voor de aan
te beduiden had.
vallen deezer ziekte ten vollen verzekerd ; en dewijl dee.
: Dit zelfde Schip had bij deszelfs terugkomst van Ben- ze regels ofderzelver waarneeming , doorgaans meest van
galen niet meer zieken dan op zijne reize van daar naar der Menſchen verkiezing afhangen , zo kan mende Scheur.
Bencoolen , ſchoon het volk twee of driemaal'sweeks ge . buik met regt onder die ziekten tellen , die niet op onze
zouten visch moest eeten , die anders zeer geſchikt is waereld zouden wezen, indien het ons maar Negts behaag
om het bloed te bederven ,en dus de Scheurbuik voort te de , de allernoodzaakelijkſte pligten eener goede levens.
brengen. Als het Schip zijn laading had , vertrok het , wijze te vervullen.
wel gezuiverd van Bencoolen af. Het was wel gelucht ; Ook kan men mijns dunkens uit al het voorgemelde op
en naar evenredigheid van 't werk , genoegzaame Man. maaken , dat het Scheurbuik een ten hoogſten zamenge
ſchap aan boord. Ten overvloed wierd de ſpijsordening ſtelde ziekte is , die zeer bezwaarlijk valt om te kennen ,
or de te rugreize zo ingerigt , als de Heer Binet voor en nog moeijelijker om te geneezen. Het is een deezen
de beste had opgegeeven, namelijk op de volgende wij- opzichte dat men met recht kan zeggen : Ars longa , vi.
ze. Men gaf het volk in plaats van biſchuit , gekookte ta brevis , judicium difficile.
rijst, en alle week in plaats van twee of drie maal , vijf SCHEURBUITS .VLEKKEN , zie MACULE
maal ſpek . Niettenſtaande alle deeze voorzorgen , en het SCORBUTICE .
veel beter zoort van ſpijzen , op de te rug reize, in SCHEUREN, zie KLOOVEN .
VI Deel . M SCHEU :
SCM . SCH .
3163
4 *
SCHEUREN , zie RHEGMA . dat zij donkerer is van koleur , dan de voorgaande; hoge
SCHEUKZEL , zie BREUK. wel zij op dezelfde plaatzen gevonden word , zijnde zo
SCHEIJKONST , zie CHIJMIE. gemeen niet omſtreeks Parijs , en ruim zo groot als de
SCHIETERS , doorgaans Ongevleugelde Motten ge- platte. Moogelijk zou hier onder wel een verſchil van
poemd , is een Inſekten gellagt die op't uitwendige aan. ſexe, die in deeze Diertjes , zo wel als de paaring , nog
zien zeer naar Mot -Uiltjes, met de wieken om't lijf ge- niet ontdekt ſchijntte zijn , kunnen plaats hebben .
Nagen , gelijken. De latijnſche geſlagtnaam Lepisma , III. Aardmot, in’t latijn Lepisma terreſtris ; ( Lepisms
welke zo veel als Schubdiertje betekent, is op de derde nuda , Cauda triplici. Linn. Sijft. Nat.) Deeze gelijkt
zoort niet toepasſelijk. naar de Aardvlooijen , dog is grooter , geheel wit en rol
De Kenmerken van die van dit Geflagt beſtaan , voor rond; zij heeft de Sprieten half zo lang als 't Lijf en
eerst , daar in , dat zij zes Pooten hebben , waar zij me . ſtomp , gelijk die in 't genagt der Plantvloojen. Men
de loopen ; de Diën daar van , zijn breed en bedekt met vind ze op de aarde zeer zeldzaam , in Sweeden. De
dunne plaatjes , die naar Schubben gelijken , waar onder HeerMuller Fauna Inf. Fridrichsdalina , p. 89. heeft
het Inſekt zijne Pooten , als het dezelve intrekt, bijna niet dan deeze in Deenemarken gevonden. Bij andere
geheel verbergen kan ; aan de Bek heeft het , behalven Autheuren is dezelve onbekend.
de Voelertjes of Baartjes , die kort en met leedjes zijn ; SCHIER-AAL , zie PALING.
twee zeer lange borſtelagtige Spieren ; de Staart is , in SCHIET POEIJER , zie BUSKRUID.
alle die van dit Geſlagt, voorzien met driezeer lange SCHIETSLANG , in 't latijn Acontia, is de naam
borſtels ; het Lijf, in devoornaamſten , met de Schub- van een Indiaanſche Slang , van een vinger dik , en drie
ben , die over elkander ſchieten , gedekt; de Geſtalte a vier voeten lang , op de Rug aschgraauw , maar aan
lang , ſmal en rolrondagtig. de Buik met witte Schubben bezet. Zij onthoud zich
Drie zoorten van die Geſagt vind mèn thans aangete- in het veld op de grond of ook wel op de booinen, van
kend , die altemaal in Europa voorkoomen , als volgt. waar ze op de voorbijgangers als een pijl toeſchiet, Zij
1. Zuikergast, in’t latijn Lepisma faccharina ; ( Lepise leeft van Wormen , en van het bloed der grootte.Die
ma Squamoſa cauda triplici, Linn. Sijſt. Nat.) Dit In- ren die ze verrasſen en dooden kan .
ſekt is zeer glad en zilveragtig blaauw , met de Sprieten : SCHIFTING , zie PRÆCIPITATIE .
wit en zo lang als het Lijf , hebbende boven dien nog SCHILBE , zie MEIRVALLEN , n. IV. p. 2018.
knobbelagtige blaartjes; de Kop is klein dog duidelijk SCHILDDRAGER -HAAGDIS , zie HAAGDIS .
onderſcheiden van het Borstſtuk, dat gedekt is met twee SEN , 1. IV . Pug : 966.
grootere, en verder beſtaat het Agterlijf uit tien kleine SCHILD EEND , zie EENDEN , n. XVIII. pag .
ſchilden ; de Staart heeft drie van elkanderen afſtaan- 588.
de , lange borſtels, waar tusſchen nog twee of drie paar SCHILDER , zie SCHILDERKONST.
zeer korte aan den Aars , die als voorpooten ' ſchijnen te SCHILDERKONST. Wij onderwinden ons te ſchrij.
kunnen verſtrekken . ven , van de nuttigſte en teffens verrukkendſte van alle
De Heer Sulzer beſchrijft eene zoort, welke hij zegt konſten , die niet, gelijk de darcele franſchen meenen
dat in de tuinen , onder de cobbens en kasſen worden ge. de dogter is van wulpſche liefde, om dat volgens de
vonden, als ook in de ſpleeten der venſterluiken der hui- beuzelagtige verzieringen der Ouden , eene verliefde
zen .
Als men ze aanraakt zegt hij , verliest zij veel Herderinne haaren Naapenden Minnaar bij de ſchaduwe
van haare Schu en , en is wegens haare vlugheid niet der zonne afmaalde, 20 als de geeſtige Schenau den
gemakkelijk te vangen. Dit komt met de onze overeen , oorſprong dier bevallige zuster der Poëſie verbeeld
die in Amerika in de zuiker en 't huisraad woont , van in zijne Schilderij door J. OUVRier zeer konſtig in plaat
daar gemeen geworden in Europa , ja zelfs thans in Swe. gebragt , of ſchoon met dat verſchil, dat hij het werk
den ; eetende ook boeken en wolle klederen , zegt Lin• door den Minnaar bij de kaars doet verrichten.
NÆUS . In Karniolie ſchijnt zij nog zeldzaam te zijn , De Ridder de JAUCOURT , hoe zeer wij anders de
want D.Scopoli vid. Entropol. Carniol.p. 378. beſchrijft verhevenheid van zijnen geest , en oordeel roemen ,
er eenedie hem door Pater Wulfen , van Labacum toe. dwaalt, als hij zegt in de Didionaire Encijclopedique
gezonden was. &c . , dat zij alleenlijk tot de bevallige konſten behoort,
II. Veelpootige Schieter , in’t latijn Lepisma polijpoda ; die niets gemeens heeft met , en geene de minſte betrekking
(Lepisma ſcutata , cauda triplici. Linn. Sijſt. Nat.) Dee- tot de noodzaakelijkheden van het leven ; en alleen ge
ze die door den Heer BRUNniche in Denemarken is ont. Schikt is om de oogen , en den geest te vermaaken. Hij
dekt , heeft een bruinagtige koleur , is kleiner dan de noemt haar de zuster der Dichekonst , en mer rede voor
voorgaande zoort en breed , met de Sprieten zo lang als zo verre zij beide geestrijk zijn , en vermaaken ; maar
't Lijf ; de kleine ſprietjes , laager en digt nevens de an- voorzeker is de laatſte geheel onnut, daar de eerſte, of
deren , hebben maar een derde dier langte en zijn omge. alles bedriegt ons , in het geringſte deel onzes levens niet
kromd , beſtaande uit vijf leedjes; aan den Bek zijn twee ontbeert kan worden.
geknopte baardjes, en nevens den Bek zijn de Voorpo- Schilderen is eene gedaante na te bootzen. De eerſte
ten geplaatst ; het Lijf is met ſchilden gedekt , en de drie bewooners der aarde konden geene hut bouwen zonder
Staarten zijn zo lang als de Sprieten ; boven dien heeft tekenen , en derhalven niet zonder het Schilderen te
ieder ring des Agterlijts, van onderen , aan den rand, verſtaan. Welk een handwerk bid ik U ! van den Pot.
kan de Tekenkonst
een doorn , die voor Poot verſtrekken kan. Zie daar , . tebakker af tot den Beeldhouwer toe , Bouwmeester
waarom deeze zoort de Veelpootige genoemd word. verzaaken ? De Timmerman , de , de
Die twee paar Baardjes , buiten en behalvende lange Draaijer, allenerkennen den grond van hun werk op
Sprieten , welk als een bijzonder kenmerk van deeze zoort Tekenen of Schilderen te rusten.
zijn , heeft Geoffroy ook waargenoomen in zijn twee. Wij durven verder gaan , de Heelmeester , de Ont .
dezoort, die hij deſpilronde Springende noemt, en zegt leder , wat doen zij anders, dan met hunmes den om
trek
SCH . -SCH . 3263
trek maaken van het aangedaane deel , of de ſpieren , fraaije Tekening of uitvoerig Schilderij, en vermaakten
vaten en zenuwen konttig naa te trekken ? zich in hunne eenzaamheid onzondig ; thans ſinaakt het
Wij gaan den Schrijfineester willens voorbij, om dat weelderig hart geen geneuchte dan wanneer het kleed
een ijder ligt begrijpt, dat ſchrijven tekenen is ; waar van blinkend goud ſchittert, of op eene cintelige wagen
was de verbevene konst van onzen Laurens Koster , door half hollende Harddraavers het fiof ten hemel toe
indien het tekenen hem onbekend geweest was ? doet rijzen. De Konſtenaar onderwijlen teert uit van
Misſchien meent de Leezer, dat wij Schilderen en Te honger, en zijn lust en vermogens ſterven weg , door ge.
k kenen verwarren , voorzeker niet; de Ouden noemden brek aan brood !
te recht alles pingere of ſchilderen , wat een omtrek ver- De gewettigde Godsdienst van dit Gemeenebest , ver.
beeldde; maar wilt gij alleen ſchilderen noemen , duor meerdert de gelegenheid niet , gelijk in de Rooiſche
omtrek en koleuren allerleivoorwerpen op zeker vlak te Landen , daar Kerken , Altaaren, zelfs de Huiſen van
DA Perbeelden , 20 noeme ik dat met koleuren tekenen , en Burgers, den Konſtenaar gelegenheid geeven um zijnen
ch de konst blijft dezelfde. geest uittebreiden en geld te winnen. Men ziet dit ten
De wijze Schepper heeft ons deeze verrukkelijke klaarſten bij de Turken en alle Mahometaanen , bij wel
konst op verſcheidene wijzen , als met de vinger aange. ken overal de Schilderkonst vervallen is , zelfs zo laag,
weezen; het ſtille water immers geeft ons het levend dat zij tot in hunne handwerken toe er het gebrek aan
afbeeldzel van Bomen , Dieren , Menſchen , en wel op toonen. Hoe muerte de Schilderkonst en alle haare bij .
een vlak ! het tekent niet Negts den omtrek , maar de ko. zondere takken vervallen bij de Kinderen Israëls, in
leuren van ijder voorwerp ; wat behoefde er meer dan tegenſtelling der Ægijptenaaren ? die zelfs tot in het
na te volgen ? De Zon maalt met haare goude ſtraalen graf de prachtige afbeeldzels van hunne Afguden of zinne.
den netten omtrek van ijder lighaam zo meesterlijk , dat beelden met zich wegvoerden ? De Grieken en Romei.
het te verwonderen zijn zoude , indien er juist duizenden nen , deels uit pracht, deels om hunne godsdienst, had.
van jaaren verloopen moesten , eer het vernuftig Mensch- den veelen noodig die of in ſchilderen , tekenen of in
dom gedagt had om dit na te bootzen ? De Maan , de beeldhouwerij uitmunteden. De Princen zelf handel.
Kaars en Lamp , alle licht van welk een aart ook , kon den toen het penceel , of wekten de Konſtenaars op ,
de meesteresſe zijn van die nutte konst. Wij zwijgen ALEXANDER immers , ſchoon zelfs geen tekenaar, zag
de gevallige afbeeldzels van Menſchen , Dieren , Veld. dikwils Apelles met vermaak ſchilderen. De Mecae.
ES Tagen enz. welke de wolken ons dikwils vertoonen en naten ontbreeken nu ; en in ons land helaas ! Amſter.
gaan de gefigureerde marmerſteenen , de agaaten , de dam uitgezonderd , waar vind men liefhebbers van die
boomſteenen en dergelijken opzettelijk voorbij , om niet ſchoone konst? En in weerwil van alle deeze verdruk
al te verre uitteweiden . kingen en hinderpaalen , vind men nog goede konſte
Wij ſtemmen echter toe , dat de Schilderkonst verwon . Daars in Holland , en men vind nog eenige liefhebbers
derlijker en verhevener is, naar mate zij meerder voor- in ons gezeegenu land , die zich een eer rekenen in die
werpen , en dezelve niet néttere koleuren afmaalt. Zij bevallige konst uit te munten. Wij durven allen nietop .
deelt in den aart haarer voorwerpen ; de hartstochten , de noemen , dog weinige zijn aan den nijveren GOLL ge
aandoeningen van Menſchen levendig aftebeelden , in lijk , geen een overtreft den uitmuntenden Ploos VAN
eene beroemde geſchiedenis, overtreft alles ; de Schil. Amstel in zijne verrukkende konstplaaten, of ſchoon
der word een wonder van het Menschdom , en zijn verſcheidene roem verdienen , en wij hebben met ver
roem word door de nimmer ſtervende faam tot het einde maak gezien dat Profesſor CAMPER zich een eere rekent
der weereld voortgedraagen , terwijl de zulke de verach- niet alleen Lid van het Amſterdamſche Tekenſchool te
ting worden , die hunnen geest in het verbeelden van zijn , maar daar in opentlijk te leeren. Zijn ijver om
laage of verfoeijelijke voorwerpen afmatten . te Groningen een Teken - Akademie op te rigten , hoe
De Schilderkonst even als alle konſten , klimt op bij zeer ook mislukt , verdient geroemd te worden.
trappen eer zij voltooid is ; zij daalt van gelijken tot Zo veele wederwaardigheden die de konst onder
haare eerſte beginzelen , gelijk wij tot ons leedwezen drukken, moeten de verwondering beneemen , dat er
beden zien . In Holland , in Vrankrijk , in Italien , in thans Negts weinige goede en nog minder groote Meese
Europa zijn thans weinig goede Schilders, en hoe an. ters zijn .
ders ? thans ſchildert men geene glaſen , zo dat er in De Schilderkonst , die op een effen vlak verſcheide
eene Stad nu eenige honderden minder eren tekenen ne voorwerpen verbeeld , is in een eigentlijken zin
dan te voren : en onder die eenige honderden blonk ligt veel grooter konst dan de Beeldhouwerij , want des
eens een geest uit , die opgeleid door de Natuur en ze bootst en volgt de natuur alleenlijk naar , zij be.
goede Meesters , ſchielijk uitblonk. hoeft negts den pasſer en het paslood; doorzichtkun.
Thans krijgt de konst een tweeden krak , door dien de en verkorting koomen haar niet te pasſe , dan in
alle Paleizen, alle Kerken opgevuld zijn met kostbaare bas- relieven , die van een latere vinding zijn ; zij be.
konstſtukken die eeuwen verduuren konnen , terwijl de hoeft in het geheel geene ſchaduwe, daar de Schilder
pieuwe gebouwen en huizen der rijkſte Ingezetenen met allen deeze inderdaad verbeelden moet , dat is , hij
vodderijen , met gedrukte of dergelijke behangzels ver. moet op veelerlei middelen bedagt zijn , om dit alles
cierd worden. Het is thans alleen een Portrait-Schilder door behoorlijke verkorting , door het welaanleggen
die eeven brood heeft; hier koomt bij , dat de pracht der ſchaduwen en het maatigen van licht uittedrukken .
in kleeden , in meubilen en rijtuigen het hart der En daarin beſtaat de verhevenheid dier konst , en daar.
Rijken te veel verijdelt , en de beurs te naauw be. om is zij meer te achten dan de Beeldhouwkonst !
kneepen heeft, om een penning over te laaten voor Maar aan den anderen kant, is haare waardij min .
單7 dat dil vermaak , 't welk de beſchouwing geeft van der dan die der Bouwkonst , wanneer men het ver .
een konſtig tafereel. Onze Voorouders kogten
Onze Voorouders kogten ,, als zij nuft beſchouwd, deeze immers is zuiver uitgedagt, en
als zij
cenig geld met nijver en zuinigheid overwonnen , eene dus het gewrochtzel van Menſchen ; de natuur geeft
M 2 geen
}
3264 SCH . SCH .

geene Gebouwen , geene Paleizen , geene Tempels nog deeze dwaaling gevallen is. Wij zien immers heden
geene Schepen , om die na te bootzen ! De Bouwkonst daagsch in ons eigen land, op de gebakkene.potten , op
is derhalven de vinding van Menſchen , daar de Schil. de uithangborden , tafels en kasſen , zulke belagchelijke
derkonst en nog veel meer de Beeldhouwerij door de en ruuwe gedaantens geſchilderd , en overal aan de
natuur te volgen , en naatebootzen , konden en moestenſchepen zulke rauwe en mismaakte gedrogten uitge
gevonden worden . Welk onderſcheid de vernuftige houwen, dat men zeer ſterk dwaalen zoude, indien men ,
Stephen Riou in zijn voortreffelijk werk in folio the over duizend jaaren de konſten uit die voorbeelden be
Grecian Orders of Architecture, zeer we! opgemerkt heeft,
oordeelen wilde ? Wij zien uit Italien dagelijks beel- ,
dit werk , te Londen in den jaare 1768 gedrukt , ver- den koomen van marmer , en in onze tuinen plaatzen ,
dient als een juweel aangepreezen te worden. daar een kenner van ijzen moet ; zijn er daarom geene
De meeste, zelfs de onſterfelijke JUNIUS , in zijn goede Meesters in dien ouden zetel van fraaije konſten
overheerlijk boek , de Pittura Veterum , verheft de Schibe of zou daarom de konst nog in den wieg leggen ? voor.
derkonst boven de Poëſie en Redenkunde. De Ridder zeker niet , ten allen tijden is zulks gebeurt , en daarom
JAUCOURT ſchijnt van het zelfde gevoelen , en vestigt is die redeneering kwalijk gegrond.
het op het oog , als aandoenelijker zintuig. Wij maa. Het oude ſpreekwoord zegt , de Natuur maakt Schil .
ken geene zwaarigheid om te verſchillen , en houden ders, en wij zien zulke geesten , die nog kinderen
het Oor oneindig aandoenelijker, een enkele klank immers zijnde , beter teekenen , dan menig een die vijftig jaa.
treft ons tot in het hart. De Nachtegaal , welker ge- ren het penceel behandeld heeft ; Schilders hebben dit
zang wij niet verſtaan , dringt tot in ons hart door , met gemeen met de Poëten. Het is de aangebooren geſteld .
zijn uitgehaalde klaagtoon , en boezemt ons , als de na. heid tot de konst , die een Meester maakt, maar niet
derende nagt het bosch akeligermaakt, een allerdiepst de leermeester, nog de tijd. De groote Schilders en
ontzag in voor den alvermogenden Schepper! De zo. Beeldhouwers , zijn reeds voor hunne dertig jaaren be
genoemde goudlaakenſe Chineefche Faiſant , zal u ge roemd geweest,
zigt door de ſchittering van haare ſchoone koleuren ver- Vermits nu de Schilderkonst alleenlijk nabootst en
rukken , maar u hart zal niet getroffen worden. Wie niets uitvind , zo kan het , vallen in een Mensch , dat
weet niet dat een goed zegwoord eens gehoord , dieper hij van zich zelven een groot Meester word , terwijl alle
indruk maakt op ons geheugen , dan twintigmaal gelee. de overige jainmerlijke liguuren maaken. Het is alleen
zen ? De Redenkonst , even als de Dichtkonst , wind de ſinaak van den tijd daar men in leeft, die aan blijft
bij trappen het gemoed op , dan herhaalt zij dezelfde kleeven , even als de vooroordeelen in Wetenſchappen,
verrukkende waarheid, verheft den toon , en zo het on. waar van de een zich eerder ontdoen kan dan de ander;
derwerp teder of droefgeestig is , perst zij door haare Raphael bij voorbeeld , zag daar door heenen , hij
toverkragt niet alleen de ziltetraanen uit de gezwollene volgde de Nataur in alle haare bevalligheden , en ſtoor:
oogen , maar beklemthet hart duizendmaal ſterker dan de zich niet aan den gothſchen ſmaak van zijnen tijd ,
het ſchoonſte konsttafereel ! Een ſtervende Vader wel daar nogthans Albert Durer en LUCAS VAN LEIDEN
verbeeld , zal den aanſchouwer aandoen , maar hoe hij in verſtrikt bleeven , en veelen nog na hen . Michael
langer ſtaroogt op hec konſtig ſchilderij, hoe hij meer Angelo had een even doordringend vernuft in de Beeld.
gewennende aan het voorwerp ,onverſchillig word. Maar houwkonst, en dus ziet men dat de grondbeginzels van
Jaat een welſpreekend Man u den ſtervenden beſchrij. den Graaf de CAYLUS , hoe hoog hij ook te ſchatten
ven , zijne doodsangſten , het afſcheid van zijn kroost, zij om zijne keurige werken , fraaje ſtijl en goeden ſinaak
zijne bekommeringen, en eindelijk zijnen dood, ik ben over de Schilder- en Beeldhouwkonst, van geenekragt
zeker , ijder een zal zijn hart bekneld voelen , eerst zij . zijn.
ne traanen bedwingen , dan uitbarſten , hij zal weenen , De Lezer vraagt voorzeker bij zich zelven , of de
en nog lang daarna eene hartklopping gewaar worden. Ouden grooter Meesters dan wij geweest zijn in de
Hoe dikwerf heeft niet de redenvoering van een Schilderkonst ? wij durven zeggen , dat wij in de uitge..
welſpreekend Veld.Overſte , een gantsch Heirleger breide konst van tekenen , alle de Ouden overtreffen;
moed ingeboezemd , en overgehaald om de akelijkſte van de koleurer willen wij niet ſpreeken , om dat die
gevaaren uit te ſtaan, die den dood zelven oneindig o- niet tot ons gekomen zijn , of ſchoon hec opdelven van
ver!roffen ? en hoe ziet men niet dagelijks de Soldaaten het oud Herculanuin ons rede geeft te gelooven , dat
in den krijg , ſchielijk gewoon zijn hunne makkers zonder zij daarin niet zeer uitgemunt hebben. De groote uit.
aandoening te zien ſneuvelen ? het bewijs is aan onze legger van VITRUVIUS , de beroemde en zeer benijdde
zijde , het oor geeft meer ontroering dan het gezigt ! De De Graaf
PERRAULT heeft dit zeer wel aangeweezen. PERRAULT
ſchouwſpeelen treffen daarom allermeest , en hebben dit de CAYLUS ingenoomen voor de Ouden , heeft
voordeel boven de Schilderkonst , dat in dezelven , oo. zeer gebrekkig wederlegt in de XXIII Tom . des Mem .
gen en ooren teffens aangedaan , en derhalven het ge- de belles Lettres & Inſcript. p . 320. , bij wil vooral aan
moed allerfterkst beroerd worde. toonen , dat zij de Perſpectief zo goed als wij zouden
Ten opzichte van den oorſprong en voltoojing der verſtaan hebben, en daarin den Abt SALLIER helpen,
Schilderkonst, en alle derzeiver takken , moeten wij nog die in het VIIIdeeldier zelfde Verhandelingen, reeds op
aanmerken , dat de Oudheidkundigen veeltijds zeer ver. dit aambeeld geſaagen hadde , p. 97. Wij konnen wel
keerd redeneeren uit de onvolkomene figuren , die zij toeſtemmen dat zij er iets van geweeten hebben , maar
op potten geſchilderd , of in kleij , hout , of ſteen ver geenzints , dat de Perſpectief zo algemeen bekend en zo
beeld vinden , even als of in dien tijd , op welken die
verre gebragt
was , als nu .
ſtukken gemaakt waren , de konst nog in haare kinds- Dat zij weinig van de Doorzichtkonst verſtaan heb .
heid was. De Graaf Caylus is , in zijn Recueil di ben, en geene denkbeelden gehad hebben om platfonds of
Antiquites Egliptiennes , & Etrusques Grecques & Romai. zolderſtukken te Schilderen , geblijkt , uit alle de beste
nes , op verſcheidene plaatzen de voornaamſte, die in ſtukken der oudheid , vooral in de Ruinen van Palinijra
te
SCH . SCH . 3265

te Londen 1753 door R. Wood uitgegeeven , pl. XIX. dienst over Europa verſpreid heeft , daar de eerbaarheid
30 Zij ſchilderden de Beelden rechtſtandig, en dus was de geene de minſte van is , hebben de Schilders zedert be.
zwaartens lijn in de horizontaale lijn , 't geene zeer on . let in het afmaalen van naakte Beelden uittemunten , en
gerijmd is. wij hadden reden om ons gelukkig te achten , indien
Het is ook klaar te zien in de Basrelieven van den wij zo groot eene ruiling inderdaad gedaan hadden.
Trajaanſcben colom , in den triomph van M. AURELIUS , Onderwijlen dat er geene gelegenheid is om naakte
in den eereboog van Severus en andere gedenkitukken Beelden te zien en te beſtudeeren , moeten de tegens
deroudheid , welke MONTFAUCON zeer keurig verbeeld woordige Meesters zich vergenoegen , met de glorie van
beeft, Antiquités expliqueés. Tom . IV . p. 164 enz.
de gebrekkige afgietzels der oude ſtandbeelden te vol .
Het beroemde Muſief of Moſaik Werk van SULLA'te gen ; misſchien was er nog eenig middel over om door
Praeneste , overtuigd ons allerduidelijkst, hoe weinig geld , welgemaakte Menſchen te bekoopen , maar waar
or denkbeelden zij gehad hebben van Landſchap en Perſpec« toe , en voor wien ? Alle Gebouwen , alle Paleizen ,
om tief in het algemeen. Men vind ook zommige Schilde- en alle Kerken zijn met Standbeelden opgevuld , die nog.
rijen afgebeeld , bij den beroemden Spence in zijn Polij. eeuwen duuren kunnen , zo dat de Beeldhouwers chans
si ? metis pl. 27. uit de Ant.Sepelcri van BARTOLI; gelijk even weinig als de Schilders , door konst hun fortuin
de vier Menſchen leeftijden , eenige over de onderaard- konnen maaken. En dit is alleen genoeg , om de konst tot
ſche wereld uit MASSEI ib . pl. 36., die met elkanderen een diepen val te brengen.
niet veel verſchillen van de Schilderijen der Chineezen , Alle Schilders , alle Redenaaren , alle Dichters , alle
uitgezonderd de Beelden , die meest allen wel gedaan Wijsgeeren , redeneeren over het ſchoon , en willen ons
zijn . met rede overtuigen , dat wij in allen deezen het ſchoon .
E Zij ſchijnen in de groote ordonnantien niet te verge . moeten kiezen , zonder dat tot nog toe iemand ſtellig
lijken te zijn , bij Raphael , bij RUBBENS , PAUL VERO- getoond heeft , wat het zij ; Cicero , Seneca , Quin
nese , LA FAGE , LE BRUN , P. Testa , G. LAIRESSE TILIANUS , HORATIUS, VITRUVIUS , en oneindige an
En
en anderen . deren , ſpreeken er van ; de meeste ſcbijnen het te zoo .
Maar in het tekenen , in het hakken van ſteene Beel- ken in volmaakte proportie of evenredigheid der deelen ,
den , in het graveeren in Edelegeſteenten , overtreffen daar ook Junius heenen wil , en daar PAOLO LOMAZ
zij alles wat wij thans hebben of maaken konnen , om zo in zijne uitmuntende boeken over de Schilderkonst ,
verſcheidene phijſique redenen. In het gieten van me- zeer ſchrander over handelt , zoekende het ſchoon uit
taale Beelden , zijn wij misſchien verder dan zij gevorderd. de wiskonſtige gronden van de harmonie af te leiden ;
Om tot de phijſique redenen weder te keeren , moeten gelijk ook onlangs gedaan heeft, de meermaalen geroem
wij aanmerken , dat hunne Afgodendienst groote gelegen . de Abt WINCKELMAN ib. p. 39. Zo dat hij rond uit
heid gaf tot het maaken van zeer veele Beelden ;zij zegt , die ſchoonheit kann zwar ohne proportion nicht ge
, rigteden zeer veele Standbeelden op, in de openbaare dacht werden enz. Wij ontveinzen niet een langen tijd
V gebouwen, plaatſten een groot getal in hunne tuinen en van dat gevoelen geweest te zijn , tot dat wij het uitne
buizen , die als paleizen waren , zo dat er veele duizen. mend werk van den engelſchen Parlements Heer Burke
H. den Beeldhouwers noodig waaren , uit welke zekerlijk on the Sublime leezende , van het tegendeel overtuigd
du en dan een enkel groot Man te voorſchijn kwam. wierden .
Ten anderen mogten zij de keuze uit de ſchoonſte Vrou . Het zal de moeite waard zijn , dit met eenige voor
wen neemen , om een ſtandbeeld van Venus of derge beelden opgehelderd te zien ? Niemand is er voorzee.
lijke Godin te maaken ; Apelles nam CAMPASPE , vol. ker , die de Zwaan niet verrukkend ſchoon vind , en
gens Plinius de ſchoonſte Bijzit van ALEXANDER ten wien de fraaije zwaai van zijnen langen hals niet even
voorbeeld , om zijne Venus Anadijomene te ſchilderen ; ſchoon toeſchijnt. Geen Mensch ewijffeld aan de ſchoon.
anderen gelijk ATHENÆUS zeggen , dat bij PHRYNE ten heid van de Duif , welker kop nogthans in de weerglan.
model namn. Niemand is zo onkundig van de oude ge- zige vederen van haaren korten hals gedooken , het o.
ſchiedenisſen , of hij weet hoe alle Schilders de befaain. vergeſtelde uitinaakt. Hij houd evenwel beide ſchoon !
de Lais naaliepen , om haaren ſchoonen boerein en Het poezele Kind nog geen twee jaaren oud , verrukt
borst aftemaalen. PRAXITELES volgde de ſchoone trek een ijder , niet tegenſtaande zijn hoofd een vierde maakt
ken van Cratine die mede eene bekende hoere was. van zijn lighaam , terwijl hij de Venus de Medicis uit .
Moesten zij eenen Jongeling , of Held , of welgemaakt neemend ſchoon vind , welker hoofd liegts een agſte is
Man verbeelden , zo wel Beeldhouwers als Schilders van haare geheele lengte. Schoonheid beſtaat derhalven
liepen na de worſtelperken , en koozen den welgeinaak- niet in proportie.
ften uit, waar in QUINTILIANUS bunnen ſmaak prijst , Wij hebben met verwondering de uitmuntende ver
lib. V. cap. 12. JÚNIUS heeft dit ſtuk uitvoerig uitge handeling geleezen , van den Heere Hemsterhuys; dog
werkt, Lib. III. Cap. 2. p . 163. , daar. wij den Lezer die leert ons alleen , wat in onze ziel omgaat , als wij iets
1 beenen wijzen , en vervolgens naar den beroemden Abt ſchoon noemen , maar geenzints hoe wij met zekerheid
WINCKELMAN , anmerkungen über die Geſchichte der iets ſchoons zullen maaken. Allen hebben genoegzaain
kunst des Alterthums, I theil; een boek , 't welke alle of relatief er over gehandeld , of zichmet verdeelingen
konstbeminnaars van buiten behoorden te leeren . opgehouden van het ſchoon . Wij zullen altoos blijven
Laat ons nu zien , welk eene gelegenheid bij ons te getuigen , dat hoe groot ook de werken van P. ANDRÉ ,
.
verkrijgen zij ? Buiten eenige kleine, arme en magere van HUTCHINSON , van FORMEY , van Ten Kate , van
Jongens , die zich hier en daar in den zomer buiten de WincKELMAN , en BURKE te achten zijn, echter nog
Iteden baden, ziet men geen raakt lighaam als in de niemand een vasten regel gegeeven heeft, om het ſchoon
Tekenſchoolen , en dan negts een , welke ſchoon of le. voorttebrengen.
lijk , oud of jong , evenwel getekend moet worden ! Het gevoel van ſchoonheid, of van het ſchoone, is in
De uitmuntende zeden , welke de Christelijke Gods . ons ingeſchaapen , het is een ander niet medccedeeien ;
M 3 das
SCH. SCH,
3266
dat gevoel en dat goed oordeel daar over, heet ſmaak ; fereel afſchieten ; dat is , de lichtſtraalen die van het
dogbeide ſchijnen zich door woorden niet te laaien uit- gehouden naar het oog moesten loopen , wordentegen:
Schilderij door
drukken. de lucht des dampkrings , vooral , als
DeMeesters , welke over de Schilderijen oordeelen , de afſtand aanmerkelijk groot is, van eenige voeten
noemen haar ſchoon , zo haast zij volmaakt het voorwerp namelijk. . Om die rede , moet de dag hoe het Schilde.
afbeeld ; dog dit is wel eene volmaaktheid , maar geen rij grooter is , en van verder afitand gezien moet
Jchoon ; want in de natuur zelve zijn trappen , en men worden , breeder zijn , en de ſchaduwe minder zwart ;
behoort alleen te kiezen , 't geene in de natuur zelve want 20 de lichtſtraalen van de heldere koleuren niet
het fchoonſte is. kunnen tot ons oog koomen , veel minder zullen die
De Schilderijen van Ostade , zullen ons nooit vol . van de donkere koleuren er naa toe ſchieten ; daarom
doen , nog van ons ſchoon genoemd worden ; om dat hij immers zijn zij donker , om dat zij weinig licht afkaatzen .
ſchoon uitvoerig wel , in der daad het allerlaagſte der Dic verzuimd zijnde, zullen de ſchaduwen te zwart ſchij.
natuur verbeeld heeft. Wij zullen nooit de Haaring. en nen , gelijk bij veele Italiaaniche Meesters een groot
Visch-Vrouwtjes van Douw en Mieris , nog veel min. gebrek is. Raphael heeft dit konſtig vermijd , gelijk
der de Wasch-Vrouwtjes als ſchoon prijzen , om dat de ook Rubbens, Van Dyk , en alle de groote Meesters
voorwerpen hoe net ook geſchilderd , in zich zelven laag welker Schilderijen als juweelen in het Amſterdamſche
zijn. Wij zullen de morſigheid van JAN STEEN ver. Stadshuis bewaard worden. Men ſtaat verrukt over de
wijzen, en zijne Schilderijen nergens ſchoon noemen , ſchoonheid van het coloriet, en over de weinige ſcha;
daar hij de Menſchen opentlijk hun gevoeg laat doen , duwe, welke inzonderheid in het naakt te zien is.
of door dronkenſchap het genootene uit laat werpen enz. Onderwijlen misſtaat dit niet in de kleine Schilde
Maar wij zullen ſchoon noemen de Schilderijen van rijen , bij voorbeeld van G. Douw en F. Mieris de
LAIRESSE en REMBRANT , of ſchoon beide de natuur oude , en dergelijken , om dat de korte afttand , daar
niet volmaaktnagevolgt hebben ; wij zullen de geeſtige men ze op ziet, de lichtſtraalen niet merkelijk binderen
Atukken van JACOB De Wit prijzen , niet tegenſtaarde kan.
zij Negt getekend zijn , en de natuur niet volinaakt uit. : In het algemeen kan inen zeggen , dat onze Schilders
beelden. hunne lichten of vengſters te hoog neemen , en te klein ,
Het ſchoon moet ook uitblinken , in de verkiezing van wanneer zij groote Beelden maaken moeten ; de Nago
licht en bruin ; weinig hebben daar in uitgemunt, en mis. ſchaduwen vallen dan te groot, ie zwaar , en de wes
ſchien de Nederlandſche Meesters het beste. In eene deromkaatſing is te gering. Zij moesten zich gewennen
Schilderij moet ſlegs eene partij licht zijn ; want ons in groote , en welverlichte kamers te Schilderen , op
oog is zo geſteld , dat wij maar een punt teffens wel dat hunne manier breeder wierd , dat is de verlichte
zien ; deeze regel rust derhalven op de Gezichtkunde , declen breeder , en dus alles bevalliger en meer over
en het was te wenſchen, dat alle Schilders het uitdee. eenkomſtig was aan de Natuur , die ons zulke donkere
mend werk laazen van R. SMITH over de Gezichtkunde ſchaduwen niet vertoond.
't welke in onze taal zeer fraai is overgezet , en alle de Een Schilder behoorde teffens een goed Architect to
eigenſchappen van ons oordeel in het zien, allerduidelijkst zijn , om grootſcher ordonnantien te konnen maaken ; DA
opgeeft. VINCI , H. CARATS en LE Brun munteden daarin uit ,
De Italiaanen hebben in dit verheven ſtuk niet altoos en vooral G. Lairesse ; het was een gebrek in RUB.
uitgemunt ; in PAUL Veronese heb ik deeze eigenſchap Bens , en veele andere groote Meesters, daar geen meer
allermeest bewonderd , vooral te Verſailles in de zaal, der kennis van gehad te hebben ; men behoorde alle da
welkers zolderſtuk door Le Moine geſchilderd , zo al . gen bij wijze van uitſpanning te zien en te doorbladeren
gemeen licht is , dat men niet weet wat te kiezen zij om de ſchoone werken van BARBAULT zo van oud als nieuw
eerst gezien te worden. Ook is mij toegeſcheenen als Romen , van le Roy over de fraaje overblijfzels der
ik de Cartons van Raphaël te Hamptoncourt , (zedert Griekſche gebouwen , die van Palmijra en Heliopolis
te Londen gebragt) zag , dat die verwonderlijke Mees. door R. WOOD , van Desgodets waar van het eerſte
ter van dien kant niet het meeste uitblonk. Het is ook ſtuk neges is afgedrukt, de griekſche orders van Ste.
te jammeren in P. Testa , wiens ordonnantien ander. Phen Riou en dergelijke , en daarbij naarſtig vergelij.
zints voortreffelijk zijn . ken de VITRUVIUS door PERRAULT opgeheldert. Zij
Wij hebben REMBRANT gehad , die dit ſtuk meester. behoorden het ſchoone dog thans helaas! te veel ver.
lijk verſtaan heeft, of ſchoon hij in zijne ſchaduwagtige waarloosd werk van MONTFAUCON , dikwils door te loo.
plaatzen wat al te donker ſchijnt. Wij hebben van pen , om zich al wat de Ouden zo omtrent hunne Go.
HUYssum in de bloemen , de ſchoonheid en eenheid van den , tempels , kleedingen , werktuigen , begraafenis:
licht zien kiezen en uitvoeren , niet door ſchaduwen , zen , enz . gebruikt hadden , eigen te maaken. De wer:
maar door het wel ſchakeeren der bloemen en fruiten , ken der beroemdſten , over geſneeden ſteenen , van den
zo dat men als betoverd is op het gezicht. Baron Stosch en van Natter , behoorden niet over
Of ſchoon wij de Geometrie en Natuurkunde aanprij. geslaagen te worden. In eene welgeregelde Teken-Aca.
zen , oordeelen wij nogthans niet, dat de Schilder het demie behoorden de Leerlingen zulke boeken te kunnen
coloriet leeren kan , uit de eigenſchappen van de geko. zien , want in de openbaare Boekereijen koomen geene
leurde zonneſtraalen . De geheele wetenſchap van den Schilders , en de meeste Bibliothecarii , Litteratores
onſterfelijken Newton hier omtrent, is hem onnut in zijnde , of nog minder , 200 worden deeze ſchoone ſtuk
de menging zijner verwen. Maar hij behoort te wee ken , zelfs aan onze voornaamſte Akademien niet gevon
ten , dat zelfs de onzigtbaare lucht die wij ademen , de den . :
ſubtijle lichtſtraalen op eenen afſtand te rug kaatst, en De Perſpeaief of Doorzichtkunde , is nimmer tot hoo
dat daar van niet alleen eene weerkaatſing geſchiel , maar ger toppunt gevoerd, dan in het laatſte der zestiende en
ook eene verdoving van de lichtſtraalen die van het ta. begin der zeventiende eeuw . Met verwondering moet
men
SCH SCH . 3267
men zien, de heerlijke werken van den Ridder LOREN. worden , om dat hij de klaare manier, en de meeste
20 SIRIGATTI la pratica di Proſpectiva, in Venezia A., voorbeelden, uit denJeſuitiſchen Geestelijken heeft voor
1596 in folio, 'twelke evenwel meesi de geregelde lig geſteld. Wij gaan alle overige voorbij , als de GRAAF ,
baamen, den grond yan de geheele Doorzichtkonst , Wolf en dergelijken , die negts cenige weinige alge
verbandeld. meene regels gegeeven hebben, gelijk ook de zulke ,
En van VIGNOLA , die reeds in den jaare 1573 ſtierf, die alleenlijk wiskonſtig dit ſtuk behandeld hebben , als
wij hebben nimmer de eerſte uitgaaf gezien , maar die 's Gravesande , B. TAYLOR , P. Murdock enz.
inet de uitleggingen van E. DANTI te Romen 1644 uit. De Perſpectief om te rug te keeren , hoe zeer in de
gegeeven , met veel voordeel gebruikt , de tijtelis, le verledene eeuw geſteigerd , is thans weder aan hetdaa
due segule della Proſpettiva prattica di M. J. B. de Vig, len , zelfs in Parijs , aan welke zij haare opkomst ver.
NOLA Fot. in deeze worden regels gevonden , die door ſchuldigd is. In het uitneemend boek van de Bufron ,
de latere Schrijvers niet alleen zin overgellaagen , inaar moet men tot verwondering zien, dat de meeste zo niet
verwaarloosd , bij voorbeeld , p. 21. Coroll. prop . IX. alle Sceletten , op eene prent ſtaan met twee horizonten ,
La linea della distanza nella proſpettiva deve ſempre es: twee oogpunten enz. Minder ſchandelijk is het voor
- ſere piu lunga, o almeno uguale alla linea perpendicó de zulken , welkers eenige bekwaamheid beſtaat in een
loré. ' Dat is, de lijn van afſtand , of afſtandpunt in de enkelen Bloem , Plant of Dier gebrekkig af te maalen ,
Doorzigekonst, behoort altijd veel langer , teu 'weinig gelijk voor eenen CATESBY , EDWARDS , MARTINET en
ften gelijk te zijn , aan den perpendicularen lijn , naame Errier en dergelijken , wier veelverwige plaaten te
lijk de hoogte des zienders , of horizont. In alle de hoog geſchat worden , en deeze verlichte eeuw weinig
plaaten van den beroemden en grooten Wijsgeer 's GRA . eere aandoen .
VESANDE , of ſchoon hij zelf eene nieuwen manier in Leer dan al vroeg de Doorsigtkunde , wilt gij iets ze .
de Doorzigtkonst heeft uitgevonden , is die regel ver- kers en iets bevalligs voortbrengen in uwe Konstſtukken ,
zuimd, en daarom zijn alle zijne figuuren , die nogthansen overtuig eenen Caylus, dat wij waarlijk gelijk
5 alle uit den grond , en verhevene tekening zeer net ge. PERRAULT beweerdde', de Ouden ten minſten bierin ,
1 trokken zijn , te langwerpig , want in allen is het af. overtreffen !
ftandspunt veel digter bij het oogpunt , dan de hoogte Wij kunnen vad dit fruk niet afſcheiden zonder te
5 van den horizont; van den grootſten Wiskonſtenaar zij . melden dat het Schilderen in olieverwe eerst in het
Der eeuw , wierd dus een faut begaan , waar tegen bij al midden der vijftiende eeuwe door JAN VAN BRUGGE is
150 jaaren te vooren gewaarſchouwd was ! uitgevonden, gelijk bij K, VAN MANDER breedvoerig
H. HONDIUS (chijnt mij toe het werk van VIGNOLA te zien is , in de beſchrijving van Jan en Hubert VAN
met vrugt geleezen , en daaruit voor zijne Landsgenoo. EYK , p. 123. die hier door zichzelven een eeuwigduu .
ten een zeer goed boek zaajiengeſteld te hebben , on renden naam verworven , en de konst den allergrootſten
der den tijtel van , grondige onderrichtinge in de Optica luister toegebragt heeft; van dien tijd afaan is de konstom
ofte Perſpective, 2de druk , in folio. Hage 1647 . met beſtendige Olieverwen te ſchilderen langzaamerhand
Het allerſchoonſte ſtuk voor zo verre de beoeffening verbeterd , tot dat men in de zeventiende eeuwe dezelve
betreft over Perſpectief, Dioptriſche en Catoptriſche tot het grootſte toppunt gebragt heeft, gelijk men haar in
1 Doorzigtkunde , is in 3 deelen uitgezeeven , in 4to te Pa- deeze agtiende om de aangehaalde redenen weder zagtjes
rijs 1663 voor de cweedemaal, de eerſte druk is geweest ziet agteruit gaan , en kwijner, zo dat wij voor haaren
in 1645, de tijtel is , La perſpective pratique par un ondergangvreezen, zo er geene Vorſten zich opdoen ,
Religieux de la la Comp. de Feſus. Schilders, Beeld. die haar bijzonder beſchermen .
houwers, Bouwkonſtenaars , Ingenieurs, Spiegelkundi . Twee zaaken echter oordeelen wij dat heden door de
ge , in een woord allen , vinden hier een rijken oogse van Schilders verzuiind worden , het Boetzeeren in kleij , en
konſtige voorbeelden . de Ontleedkunde. Het eerſte is ten uiterſten noodig ,
De perspective Curieuſe du R. Pere Niceron, folio. op dat de Schilders , die de ronde lighamen op een vlak
Paris 1663. verdient vooral om de reguliere lighaamen moeten uitbeelden, eerst 'net en wel leeren , hoe zij
onderzogt te worden , die Vader heeft een onbegrijpe. in zich zelven beftaan , en gemaakt zijn. Het boetze
lijk geduld gehad , en eene netheid die alles overtreft. „ ren leert eene vaste hand, het leert den Schilder met
Voor Bouwkonſtenaaren is , traité de la Perſpective een oog zien , en eene gegronde kennis krijgen van de
pratique , avec des remarques ſur l'Architecture par Cour. proportie van 's Menſchen lighaam .
TONNE, Paris 1725 folio., zeer nuttig , gelijk ook de De Ontleedkunde is hem noodig , niet alleen om de
Perſpectiva ANDREÆ Puter door BOXBARTH in het !pieren wél te plaatzen , hij behoort het Beengeſtel wel
hoogduitsch vertaald , en te Augspurg,in folio 1708 ge te kennen, Șceletten en Koppen van allerlei ouderdom
drukt. te beſtudeeren ; niemand heeft dit ſterker aangetoond
Wij hebben ook in onze taal door J. BARA , A0. 1664 dan de kundige , en zo groote beoeffenaar en aanmoedi.
in 8vo overgezet , algemeenie manier van Desarques ger van kunſten en'weçenſchappen de Heer P. CAMPER,
tot de practijk der Perſpectiven enz. door A. Bosse bije niet alleen in zi'ne Leerreden te Amſterdam in de Te.
eengeſteld; dog de manier is te bepaald, en niet klaar , ken-Acade nie gehouden ,maar ook in de Noodwendigheden
om de moeijelijkheid der ſchaale ; voortreffelijk evenwel tot onderwijs , artik. 2. fol. 4. van zijn Ontwerp voor eene
handelt hij over de wijze van platfonds van allerlei aart Teken -Academie te Groningen , aldaar 1768 door zija
te ſchilderen; op den voet van DES ARQUES heeft D. H. Gel.,ſchoon zonder naam uitgegeeven.
Bosboom zijne Perſpectiva of Doorzigtkunde in 4to. Amſt. Alle boeken , alle plaaten tot nog toe uitgegeeven ,

1729 uitgegeeven. Deeze bevestigt wel den regel reeds hoe nuttig zij ook zijn inogen voor de Geneesheeren,
door Vignola gegeeven , p .90. maar hij bewijst dien niet. zijn onvolkomen voor de Schilders en Beeldhouwers ;
De Doorsigtkunde door van Houten in 4tq in het Het eenig werk , 't welk ons
o zeer ſchoon , en zeer nut
hollandsch uitgegeeven, verdient daarom gepreeżen te tig voorkomt, is dat van BERNARDO Genga Regio
Ana
3268 SCH 7
SCH.

Anatomico , ten tijtel voerende , Anatomia per ufo & in . OH met een oog , flegts zijn zoude gelijk aan a b .
telligenza deldiſegno & c.dimoſtrata — ju le ſtatue an. Hij behoort derhalven zo verre van het voorwerp af te
tiche piu infigni , con le Spegiajioni dei Sigur. G. M. zitten , dat de afſtand der beide oogen genoegzaam niets
Lancisi , in folio, in Roma 15 jept. 1691. Þe Farnee. was, of om niet te misſen Negts een oog te gebruiken ,
ſche Hercules Tay . 24 , 25 en 26 , de Laocon , de zo als de Ouden , gelijk Alb. Durer, VIGNOI. A en
GLADIATOR , en de Faunus van de villa Borgheſe , zijn anderen ons geleerd hebben te doen , door een Raam ,
er uitneemend in verteeld. De ſpieren behooren uit Dioptra genoemd.
het naakt geleerd te worden , en niet uit gevilde doode De tweede faut , welke niet minder wanftallig is ,
Menſchen . De aloude Beeldhouwers hebben de Anato . begaan zij dikwils in het verbeelden van een Tronie half
miſche Lesſen niet bijgewoond , die wij thans zien kun . op zijde , en wel voornaainelijk wanneer zij het eijrond
nen; voor Galenus immers kan men zeggen , dat de tipt gebruiken ; gelijk van alle voornaaine Meesters ge
Ontieedkunde zeer onvolkomen was , en evenwel waren leerd word , en gezien kan worden , in de Diction . Ěrbo
de oude Grieken volmaakt in het verbeelden der wer cijclop. Vol. III planches , Desſein . Tab. Vin fig. 7,
kende ſpieren. 8. 9. 't welke wij voor het beste konnen en moeten
Dokter BRISBANE heeft te Londen Ao. 1709 in folio houden , van alle thans uitgegeevene boeken . Evenwel ,
uitgegeeven , the Anatomij of Painting , genoomen uit de heeft Visscher Fundamentales regulæ artis Pictoriae & c.
żes plaaten van den Grooten Albinus , daar onzes er. dezelfde faut , inzonderheid Joh . Dan . Preisler , die
achtens de Schilder niet meer uit leert dan eene enkele durch Theorie erfundene Practic* &c. zu Zeichen -Werken
laag van ſpieren , welke door de onderliggende op hon 1705. Tab. IV en V. of ſchoon reeds zo lang te voren
derderleije wijzen kunnen van gedaante veranderen. door Jan van de Pas licht der Teken en Schilderkonst
Hoe zeer wij dit artijkel bier zouden kunnen lluiten , 1005. de goede regel zeer wel is aangetoond p. 33 en
zullen wij echter nog eenige weinige aanmerkingen maa . 37. n . 1.
ken , over zommige bijzondere takken der Schilderkonst , Laat ABCD A fig. 3. van Plaat I. een ovaal zijn waar
en beginnen met de Portrait Schilders. in de Schilder het kruis A GC , en BID tekent , zoo zal
het inidden der mond koomen in G. daar het vallen moest
Portrait Schilders. in H , want om het voor uitfteeken van den kin moet
Deeze begaan zeer dikwils twee fauten , door de we . men uit het punt I trekken den lijn E F , welke den mond
zens te groot of te breed , of het kruis in de zijdeling. en zijn midden aantoont in H.
Iche tronjen, -ie wijkend te maaken, Deeze faut is allerklaarst te zien , als men even als ik
De eerſte is een gevolg der onkunde in de Optica , gedaan hebbe, voor zijne Kinderen een groot houten
als zich niet verbeeldende , dat het Portrait verbeeld eij laat draaijen , en plaatzen op eenen beweegelijken
word te ſtaan agter de lijst op zekeren afſtand, en der. voet ; vervolgens de kruislijnen voor oogen , neus en
halven dat op dien ingebeelden afſtand , de ooghoek moet mond daar op trekt, als dan is altoos het punt G. te veel
bepaald worden. Alle Schilders behoorden over dit binnenwaarts. Rubbens zelfs heeft zo wij ons niet be
ſtuk te leezen Davinci traité de la Peinture, chap. 297. driegen , daar in dikwils gemist, maar Titian en van
P. 247. Wij voegen er bij, dat , als de Schilder te digo Dijk hebben dit konſtig vermijd. De Ouden , inzon.
bij zijn model zit , hij als dan , meer dan den middellijn derheid de Griekſche Graveerders van Edeleſteenen , als
van het wezen ziende , het aangezigt te breed ſchilderd. PIJRGOTELES in het ſchoone Afbeeldzel van Alexan.
't welke wij met een voorbeeld zullen ophelderen , zie der, in het werk van den Baron STOSCH te vinden , hebben
in Plast 1.de iſte fig. Laat A B de juiste grootte zijn deezen klip zeer zorgvuldig gemijd, en den middellijn
van het Aangezigt , 't welke geſchilderd moetworden in E F gehouden . De ProfesſorCAMPER heeft aangeno.
op het ſchilderij CD , op den afſtand van Ol; of men in zijne openbaare Leerreden , in de Tekenakademie
laat hetaangezigt moeten ſchijnen te ſtaan agter de lijst te Amſterdam gehouden , eenen regel te geeven , om dit
of ſchilderij ter lengte van K I. De Schilder zittende gebrek met zekerheid te konnen ontgaan.
in 0 , zier A B met den hoek A OB , waar van de Wij beveelen ondertusſchen alle Schilders, 20 over het
waare grootte in het ſchilderij CD , is a b , dat is , 20 ſchilderen , als vermindering van koleuren , de lesſen var
veel kleiner , dan A B als O K is tot O I. den Grooten DAVINCI zich eigen te maaken , alzo wij in
Stel nu , gelijk veeltijds geſchied , dat de Schilder dat kleine werk je meer, en beter lesſen vinden , dan
met zijne pasſer meet , de waare grootte van het hoofd in het groote en langwijlige werk van G. LAIRESSE.
AB , en dat plaatst op het doek CD , in F E , zo zal Over de Proportien hebben veelen , dog weinige wel
hij, en alle aanſchouwers naa hem , uit o , het hoofd geſchreeven , wij houden Lomazzo voor den besten ,al
zien met den hoek E O F , en oordeelen het op den thans beter dan Albert Durer , allen hebben VITRU.
waaren afſtand te zijn gelijk aan GH , dat is veel te vius gevolgd , weinige verſtaan. De Ouden hebben
groot ſchijnen ; 't geene te bewijzen was. Negs vier oogen genoomen , voor de breedte van het
Een Schilder behoort op zijne kamer eerst aftemee. hoofd : Als. Durer, en zo voortsallen die hem gevolgd
ten de zitplaats , dan volgens de regels ', de verkorting zijn vijf ; het is der moeite waard de Doodshoofden te
uitrekerien , en zo bij meeten wil, dan de duimen van meeten , en de antiike Beelden. JACOB De Wit is ee.
het wezen zo veel verkleinen , als hij volgens de per- ven gebrekkelijk over dit ſtuk, als de overige.
ſpectijf gevonden zal hebben . Wij hebben ons verwonderd over hetmoeijelijk werk ,
Het zelfde bewijs is toepasſelijk op de breedte. Maar 't welke zich de Plaatſnijder Georg LichtensteGER
ten tweeden , als de Schilder te digt zit , en met zijne gegeeven heeft in den jaare 1746 in zijn boek , die aus
twee oogen , fig. 2. E en F , het voorwerp A B be. der Arithinetic , und Geometrie heraus geholten gründe zur
ſchouwt en verbeelden wil , zal hij het zien op CD , Menschlichen Proportiok : hij heeft de gronden van AlB.
met de hoeken A E B en A FB , ter grootte van GH , DURER gehouden ,en zulke moejelijkerekeningen voorge
daar het zelfde voorwerp gezien op den zelfden afſtand fteld , dat weinige lust zullen hebben, ombem nate gaan .
44
De
Plaat 7 . Pag. 3263

Fig

la

KK

6이

B
H

Fig. O
A

B I
F 6
H

‫اتا‬
Fig. 3. D
HG

Fig. 4 .
B
T
)
SCH. SCH . 3269
De Schrijvers aan het einde van dit artikel door ons Historien te Schilderen .
zangepreezen , verhandelen dit onderwerp als ten uiter- Het is niet mogelijk te zeggen op welk eene wijze ie.
ften noodzaakelijk , met zeer veel naaukeurigheid . mand die groote begaafdheid verkrijgt , de zulke worden
even als de Poëcen geboren ; maar dit is zeker , dat zulk
Van het Bloem.Schilderen . een die uitmunten zal , niet alleen de Hiſtorien en Oud
Het Bloem - Schilderen heeft minder perſpectief nodig, heden in den grond verſtaan moet , maar de Bouwkonst
maar vereischt zeer veel oplettenheid , vooral in het en verders alle deelen der Schilderkonst; weinige en
ſchaduwen , om ' dat zeer veele tedere koleuren vuil niet dan groote geesten bevatten zo veele zaaken teffens ,
worden , wanncer ze metzwart of bruin worden aange- zij zullen daarom altoos zeldzaam zijn , en altoos in ach:
zet; van HUYSSUM is de eenige geweest die dit wel ting blijven ; zij zullen misſchien in tekening , of in co
heeft weeten in agt te neemen , ook heeft hij heldere loriet, of in iets anders gebrekkig blijven , dog altoos
gronden gebruikt, 't welk eene groote gratie geeft aan de verwondering van verftandige tot zich trekken.
zijne (tukken ; men kan de Bloemen zo ſchikken dat
haare koleuren de partij van licht en bruin uitmaaken , Over de Smaak in de Schilderkonst.
zo behoeft men geene in de ſchaduwe te plaatzen , en Wij zijn verpligt kort te zijn , om dat reeds dit artiſkel
in dat gevaldoetde heldere grond, de fombere vanzel. over
te verre uitgeloopen is ; maar de Lezer verwagi nog iets
den ſmaak.
ven ſterk uitkoomen .
Een Bloemſchilder kan derhalven met minder kennis Men inoet ſinaak hebben , zal men met netheid het
een grootman zijn , dan een Historieſchilder; inaar bij fraaije en grootſche der konst beoordeelen. Dat ſmaak
trektmeer de aandagt en verwondering van het gemeen . hebben , is even aangebooren , als het ſinaak tot Þicht
kunde of Redenkunde te hebben ; maar het kan verbas.
Schilderen van Stilleven . terd worden en onderdrukt , als wij leeven in eene
Het Schilderen van Stilleven vordert weinig verſtand, eeuwe die bedorven is , gelijk veeltijds gebeurt.
maar meerder kennis van de Doorzichtkunde; over het Grootę Geesten evenwel breeken door , gelijk de
geheel is die manier thans van weinig nut , oin dat de groote RAPHAËL ; daar A. Durer ſteeken bleef, of
imaak geheel veranderd is , niet alleen omtrent Schilde ſchoon hij zelfs Italien gezien hadde.
rijen , maar Bouwordre , waar door die Schilderijen ons Men kan evenwel iemand, die eenen middelmaatigen
gebeel onnut geworden zijn . fmaak heeft , opleiden door het geduurig laaten zien
van ſchoone tekeningen , prenten, ſchilderijen , beel
Het Schilderen van Landſchappen . den , basrelieven enz. Gelukkig is daarom de Zoon
De Landſchappen zijn van grootſcher aard , hij.die de. eens Rijken , om dat zijne Ouders hem dat voordeel
zelve ſchildert, behoort de gantſche natuur beſtudeerd , bezorgen kunnen , en onderwijlen verzuimen dit de
en alle haare voornaamnite eigenſchappen zich eigen ge. zulken het allerıneest ; Daar de armen die dit voor.
maakt te hebben. deel in het geheel niet verſchaffen kunnen , hunne
De Nederlanders gewoon op een vlak land te leeven , Kinderen zien uitblinken , alleen aangeſpoort door de
verkiezen altoos laage horizonten , daar de Italiaanen en natuur , en door de grootſche, ſchoone en goddelijke
zelfs de Brabanders aan de bergen gewoon , hoogen in voorwerpen , die de Schepper ons overal zo mildelijk
hunne tafereelen te pasſe brengen. In het algemeen voor 't oog ſpreid !
evenwel, als men weinig teffens wil toonen , -voldoet Onderwijlen zal ook dit altoos een hinderpaal blij.
een laage horizont best , om dat een Mensch altoos de ven voor de konst, dat de Armen door gebrek ver.
zelfde hoogte behoud, en des Schilderij's onderkant met liezen , 't geene de Rijken verzuinien , en om die re.
zijnen voet gelijk moet blijven. de is niets noodzaakelijker dan Teken -Academien în
de Steden , mits dat men niet alleen maar het leeven
Het Schilderen van Dieren . tekent, maar de konstſtukken ziet van beroemde Mees.
Omtrent de Dieren is het haair in acht te neemen , , ters .
waar door zij allen van elkander verſchillen , of in vede. In Holland , vooral te Amſterdam en Haarlem , moe .
ren. Wij zien hedendaagsch weinig WOUWERMANNEN, . ten daarom noodwendig nu en dan groote Meesters
WENIKSEN ; HondekoETERS, VAN BERCÃEMS en Por• koomen , oin de gelegenheid , die genoegzaam een
TERS , en geene Snyders ; Reidinger immers komt jeder heeft ; in Gelderland, in Overijsſel, in Gronin.
niet te pas bij den laatſten , en Oudry hoe zeer ge- gen en Vriesland, moet het om de tegengeſtelde rede
roemd, kan nimmer gezegd worden een groot man geweest raar zijn , iemand te zien opwasſen tot een groot
te zijn, dan in het ſchilderen van ſlegts eer enkel Beest. Schilder , ook bevestigd de ondervinding dat er zelfs
teffens, vooral in het profiji. weinige in die Provintien gevonden worden , die er
De ſlag om verſchillende Dieren te maalen is zo on . ſmaak voor hebben. Gelukkig was Vrieslands Hooge
derſcheiden , dat het nauwlijks vallen kan in een Mensch ſchool, 20 vermaard wegens Mannen in de oudheid ,
om allen wel te ſchilderen . in de griekſche en latijnſche taal , en poëſie , indien
Wij gelooven nogthans , dat het van nut zijn zoude , zich de zuster van die goddelijke konst, ook daar gezeteld
indien men de Geraamten, wel gemaakt te weeten , den , vond!
jonge Schilder koste voorzetten. J. VAN DE Pas heeft
daar het eerſte denkbeeld van gegeeven , vooral wanneer Van de voornaamſte en beste Schrijvers, die
men zekere analogie en trappen in de gedaantens duide over de Schilderkonst hebben gehandelt.
lijk konde aantoonen , gelijk men zegt, dat de Profesſor De Lezer verlangt eenige boeken om raad te plee.
CAMPER wel eer in zijne Lesſen gewoon was te doen , 't gen , ik zal in de eerſte plaats opgeeven , de Bibliothe.
welke een licht zoude geeven aan de Schilders, en het gee. que de Peinture, de Sculpture & de Gravure , par Mr.
De hen daar te boven zeer ſchielijt zoude doen vorderen. CHRISTOPHE THEOPHILE DE MURR. 2 Tom . a Francfort
PI Deel. N
3270 SCH . SCH.

& Leiphg. 1770. Dit werk , ſchoon hier en daar on- Uitvoeriger is het werk van de Heeren RICHARDSON
volkoomen , heeft zulke zonderlinge verdienſten , dat bet Pere & Fils , Traité de la Peinture & de la Sculpture,
niet genoeg kan gepreezen worden. gedrukt te Amſterdam bij UrtWERF 1728. 3 Tom . 8vo.,
Hier op volgt, bet Konstko,vinet der Bouw-, Schil. t welke uit het engelsch vertaald is ; vij dit werk is ge.
der., Beeldhouw- en Graveerkunde, door Th. LE COMTE voegd de fraaie Verhandeling van L. H. Ten Kate over
in 't fransch, beſchreeven
2 deelen , in Utrecut
overgebragt , dog in onze taal het ideaal ſchoon , om welke rede alleen dit werk behoort
te , 1745 . aangepreezen te worden .
Met alle krage beveelen wij den Lezer te onderzoe- AO. 1752 , is mede uitgegeeven , reflexions critiques
ken , de werken van den Abt WINCKELMAN , inzon fur les differentes Ecoles de Peinture: 8vo. evenwel meest
derheid , Gedanken über die Namachung der Griekſchen ingerigt om de franſche Schilders boven anderen te ver.
werke , in der Malerij und Bildhauerkunst. in 4to. 1756. heffen .
en zijne anmerkungen über die geſchichte der kunst des Van grooter nut en inderdaad noodig voor een Schit.
Alterthums. 1707, 't welke inderdaad niet wel gemist der, bouden wij Dialogo della Pittura , di M. Lodovi .
kan worden ; hij heeft nog over den ſmaak geſchreeven co Dolce , in Firenze , 1725. 't welke in het fransch
van het ſchoone, en veele andere ſtukken , die nogthans teffens uitgegeeven is. Titian is het groote model
meest de Oudheidkundigen raaken . 't welke daar in voorgeſteld word.
Het zal niet noodig zijn , dat wij aanraaden het Mr. Bouchottı heeft een grooten dienst gedaan aan
fraaie boek van Karel VAN MANDER , van HooGSTRA• de Bouwkonstrekenaars, ingenieurs enz. , door uit te
TEN en van LAIRESSE, maar het zal uw vermaak doen geeven , les regles du Desſein & du Lavis , a Paris
te weeten , dat de Schilderkonst door du Fresnoy , 1721 , 't welk alle Kaarten - Tekenaars enz . behoorden
met de aantekeningen van de Piles door J. VERHOEK , te leezen.
reeds in 1733 in 8vo , in het hollandsch gedrukt zeer Eindelijk moeten wij aan prijzen , de fraaje Redeyoe.
fraai is. Zo gij het fransch leest, zal uw ongemeen ringen in de Amſterdamſche Teken - Akademie gedaan,
bevallen, I. Artde Peindre par Mr. WATELET, Amſt. door de Heeren Ploos van Amstel , Buys , HUSLY
1701 een uitmuntend werkje , ik gaa voorbij weder aan en anderen.
te prijzen DAVINCI , die niet genoeg geleezen kan
worden. Schilderen in Wasch.
Met vermaak en zeer veel nut heb ik geleezen , PAO. De Ouden onkundig van het Schilderen met oliever.
Lo Lomazzo trattato del l'arte de la Pittura , 4t0 1584 , wen , hebben verſcheidene middelen uitgedagt om de
zijne proporsien overtreffen die van Albert Durer ; tafereelen inet koleuren te bewaarep voor de vogtigheid
bij is te langwijlig , dog veel korter en aangenaamer in der lucht en voor het water ; om dit te bewerken brand
zijne Idea del tempio della Pittura , 1590 gedrukt. Hij den zij , of liever (molten zij wasch over hunne Schilde.
heeft dit voordeel gehad van Raphaël , MICHAEL An. rijen, en gebruikten vuur, zekerlijk koolen in bekwaa.
Gelo en DavINCI voor hem te hebben , en van niet on. me ijzeren testen om de wasch overal egaalijk in te bran.
kundig geweest te zijn , van ALBERT DURERS werken , den , en op deeze wijze een vernis te maaken , 't welke
over de proportien. niet alleen het zoete water , maar zelfs de zoute zec .
Zomtijds vind men zonderlinge ſtukken daar men ze haaren wederſtond, wanneer zij de Schepen hier mede
minst verwagt , van dat Nag is het kleine boek van Wil : beſchilderden .
LIAM SALMON , Folijgraphice , London 1673 , 't welk PLInius zegt , dat die konst zoo oud was , dat men
de behandeling van Schilderen , Erzen , Graveren , Was. niet bepaalen konde wie er de uitvinder van was. Lib .
ſchen , Vernisſen , Vergulden enz. bevat. 35. Cap. 2. en dat men er penceelen toe bezigde, enz.
Van beter ſinaak evenwel is het werk van Mr. d' Het is bekend , dat men toen zo wel als nu , de ſpiegels
ARCLAIS DE MONTAMI, traité des Couleurs pour la der ſchepen met allerlei beelden beſchilderde, en daar
Peinture en email , & fur la porcelaine, Paris 1765. toe gebruikten zij ook dit wasch -ſchilderen en inbran.
daar is bijgevoegd, manier om Porcelain te maaken , den .
oi Carneolen te maaken en andere gefigureerde ſtee- De Ouden , gelijk uit VITRUVIUS Lib. 8. Cap. 9 .
nen , het witmaaken van Glas , van Spiegels , enz. -blijkt , verfden hunne muuren met eene koleur , en be.
Men vind er in , de manier om oude Schilderijen op nieuw minden vooral het rood , daar over heen ſmeerden zij
doek te brengen , zeer net en wel beſchreeven. Carthageenſche wasch en een weinig olie , en brandden
In het Italiaansch vind men zeer veele boeken over de dat is (molten er die zeer effen over, en wreeven ze
Schilderkonst , dog de meesten zijn oppervlakkig , of dan glad met doeken. Onze Kastmaakers doen nu he
handelen over de meesterſtukken en deveelvuldigeSchoo• derdaagsch het zelfde, als zij het hout gekoleurd heb.
Jen , zo als men die noemt der Schilders. De Bibliotheek ben. Deeze inanier beſchrijft PLINIUS Lib. 33. Cap. 7.
van Mr. De MURR zal uw de meeste aanwijzen , en op woordelijk even eens als VITRUVIUS.
' ieder ſtuk genoegzaam doen zien wie over het zelve ge.. Het is zeker dat de Ouden ook veel in fresco , of met
fchreeven heeft. waterverf ſchiiderden op de muuren , dog toen zo wel
Een kort , dog voor zo verre het mechanique betreft als nu , moet die ſchilderij van korten duur, en niet
een zeer goed boek, heeft M. Felilien uitgegeeven , gemakkelijk geweest zijn , om dat alle de figuuren eerst
des Principes de l'Architect. de la Sculpt. de la Peinture op karton moesten gemaakt worden ter grootte van de
&c. Paris 1699 , 410. waar agter een zeer fraai woor. ' muur, gelijk wij zo ſtraks zullen melden, bij Schilderen
denboek is . in Fresco.
ANTONIO FRANCHI heeft eene geſchikte verhande.' De Beroemde Graaf de CAYLUS heeft over deeze mai
ling over die konst gegeeven in zijne taal, la Theorica - nier van ſchilderen een voortreffelijk vertoog gegeeven,
della Pittura , in Lucca 8vo 1739 daarſchoone lesſen uit in de 'Mem . de l'Acad. de Belles Lettres & c. Tom . 28.
de grootte Meesters getrokken , in gevonden worden . P. 179. Hij noemt op vier verſchillende wijzen , 1. het
in
SCM . SCH. 3271
inbranden van koleuren met wasch ; 2. op elpenbeen eene natte muur, moet men zijne tekening eerst op
met het graveerijzer , welke manier wij niet begrijpen de vereischte grootte op carton brengen , en als dan
kunnen, ten waare men de figuuren uitholde, met ko. overtrekken op de kalk; ook dient men om zeker te
leuren invulde, en dan met wasch inbrandde ; 3. het zijn , eerst een carton met de verwen te beſchilde.
Waschſchilderen der ſchepen , 't welk volgens PLINIUS ren , om dat men anders de houding der koleuren niet
nec fole, nec fale, ventisque corrumpitur, 't welke nog kan verkrijgen , vermits men het geheele ſchilderij
door de zon , nog zout, nog wind bedierf; 4. het be- bij gedeeltes moet afmaaken. Men moet daar toe ge.
ſchilderen der muuren. bruiken dubbeld papier , om dat anders door de vog.
De Graaf DR CAYLUS heeft verſcheidene proeven ge- tigheid van de kalk te ſchielijk ſcheurt.
daag om in wasch te ſchilderen , waar van hij g. 200 ib. Deeze wijze van overtrekken verzekert niet alleen
de voornaamſte opgeeft, als ook de menging der ver- den Schilder in zijne tekening, maar haalt veel tijds
wen ; wij moeten den Lezer naar het vertoog zelve wij- uit , want nu kan hij terſtond beginnen te ſchilderen .
zen , daar men zeer veele zonderlinge dog zakelijke op- De verwen die men gebruikt , moeten natuurlijk ge
merkingen zal vinden. Eindelijk heeft hij , in wasch groeid zijn , en de zulke die tegens water ſtaan, en
doen ſchilderen onder zijn opzicht, en het ſchilderij geene zoute of bederfelijke deelen in zich bevatten.
weerſtond het water , zelfs liethet zich afwasſchen . Wij Om die rede , moet men geen loodwit , ' florentijn
gelooven dat het weder zal moeten worden opgewree. fche-lak, ſpaansch -groen, ſchijt-geel, napels.geel, nog
ven om zijn glans te behouden , want de poren van been -zwart gebruiken ,maar allerlei gekoleurde aardens,
wasch zijn zo digt niet , of zij laaten het water ligt kalkwit , wit van eijerſchaalen , gebrande-doodekop ,
door , waar van wij op ons geboend hout alle dagen de ook zwart van houtskool, enz ; de cinnaber of verinil.
gevolgen zien , en die watervlakken laaten zich niet lioen, en ſmalt moet men voorzigtig gebruiken ; voor
wegneemen dan door van nieuws of aan met beete ijzers blaauw is de ultramarijn de beste.
hetwasch er op te brengen . Men mengt deeze koleuren en wrifft ze met water ,
Hoe zeer onze manier van ſchilderen met olie beter en plaatst ze in potjes; vervolgens gebruikt men palet
is , verdient nogthans deeze konst aanmerking , om dat ten die hol zijn , van hout , of van koper blik ; dog men
men waarſchijnlijk de fresco's hier mede zoude kunnen probeert eerst de getemperde koleuren op witte kalk ,
bewaaren , en tegens de uitwendige vogtigheid beveili . over een nieuwe gebakken ſteen geſtrecken.
gen. Maar veel meer was het nodig er van te ſpree- Men begrijpt ligt , dat in ons land die manier niet te
ken , om dat veelen het emalieren noemen encausta , pasſe koomt om de vogtigheid des winters , dan alleen
daar het blijkt uit Plinius en VITRUVIUS , dat encausta misſchien tegens de gewelven van hooge Kerken , ge
pingere , beduid , met wasch -ſchilderen . lijk wij er nog enkele vinden , die zeer rijk zijn van
allerlei beelden ; zo als te Elburg , die men om hun.
Schilderen in Fresco. ne plaats in de algemeene beeldſtormetij , niet heeft
Schilderen in fresco , beduid eigentlijk ſchilderen met kunnen wegneemen.
waterverwen op natte kalk , pingere a fresco in 't Sta . Indien men nogthans met waterverf Schilderde ; dat
liaansch daar muro onder verſtaan word , dan is het ſchil. is in fresco, en men lag er wasch over gelijk de Ou.
deren op eene versch gemaakte of gepleisterde muur den deeden , zoude het misſchien van duur kunnen
gelijk wij nu zullen aanwijzen , want men bepleistert zijn. Italien echter is er alleen geſchikst toe , en
niet meer teffens, dan men in eenen dag met gemak af zulke landen die hoog en droog zijn , en korte win.
kan ſchilderen . ters hebben .
De Beroemde WATTELET heeft eene zeer uitvoerige SCHILDERIJE , Schilderſtuk ; deeze woorden be
beſchrijving van die konst gegeeven in de Di&t. Encij- tekenen de afbeelding van een onderwerp , 't welk de
clop. onder Fresque, welken wij zullen volgen. Schilder op een vak , gemeenlijk van een lijst omvangen ,
De muur daar men op zalſchilderen , dient zeer droog bevat. De groote Schilderſtukken , worden in Kerken ,
te zijn , en de eerſte kalk , welke uit cement, en goe. Saalen , Gallerijen en andere uitgeſtrekte vertrekken ten
de kalk beſtaat getemperd met zand , moet wel hou- toon geſteld , daar integendeel de middelzoortige en
den , om welke rede men muuren , en wulven van ge kleine Schilderijen ,overal anders worden geplaatst.
bakken ſteen verkiest; die van gehouwen ſteen , zijn In een ſchoon Schilderſtuk beeld zich de naiuur voor
te glad en houden geene kalk , ten ware men dezelve ons gezicht af. Word onze geest er niet door bedroo .
cerst ruuw maakte . gen , ten minſten worden er onze zinnen door verleid.
Deeze bepleistering moetwel effen , dog niet glad zijn . De afbeelding der voorwerpen , derzelver koleuren en de
anders houd de kalk niet , die beſchilderd moet wor- terugkaatzigen van het licht , de ſchaduwen , eindelijk al
den , en die beſtaan moet uit gebluſte kalk met goed dat geene'twelk’t oog kan gewaar worden , bevindzich
zand , en de kalk moet ten weinigſten een half jaar ge. even gelijk in een Schilderije , als wij het in de natnur
legen bebben ; deeze kalk brengt men met de troffel beſchouwen. Het ſchijnt zelfs dat het oog als verbijſtert
zeer glad en effen op den muur, dog de eerſte moet door de konst van een bekwaam Schilder, zomtijds in >

vooral wel droog zijn ; evenwel moet men de oppervlakte de voorwerpen beweeging denkt te beſpeuren.
die men bepleisteren wil , uitwendig vogtig maaken om Het vernuft der Menſchen heeft eenige middelen ge.
. beter te houden. vonden , om aan de Schilderijen meerdere hoedanigheden
Op deeze kalk ſchildert men , en vermits men het ges bijtezetten , om veel meer indruk op ons te verwekken ;
ſchilderde niet kan verhelpen , nog retoucheren , moet men vernist ze , men bevat dezelve in lijsten , die een
1
men niet meer dan juist zo veel muurs bepleisteren , als verhevener luister aan de koleuren bijzetten, en welken
men kan afdoen . ſchijnen , met de Schilderijen van de nabuurige voorwerpen
Het is derhalven noodig , dat men zeker zij van zij- afſcheidende , de deelen waar uit zij zijn zaamengeſteld ,
De tekening, en om dat men niet kan ſchetzen op beter onder malkanderen te vereenigen , bijna op dezelf.
N 2 de
SCH .
SCH
3272 als een venſterglas de verſchillende voorwer. tot dat er geen vuiligheid meer aan de daek koomt, veel
de wijze ,
pen verzaamelt , welke men door deszelfs opening beſchielijker ſchoon krijgen. Bij deeze behandeling moet
men vooral in agt neemen , dat men niets van de koleu .
Wijwtzouden
( chou . deeze ſtoffe wijdloopiger moeten behan. ren mede afwrijft ; wanneer men bemerkt dat eenie
delen, dog dewijl op het arrijkel SCHILDERKONST ge verf aan de doek koomi, moetmen ſchielijk met debe
volledig is gezegt, wat hier nog moeste bijgevoegd wor. werking ophouden. Nieuw geſchilderde ſtukken zijn aan
den , zo wijzen wij er onze Lezers na toe; alleen zul, deeze zwaarigheid 't meest onderhevig , en vereiſchen ve .
len wij hier nog de middelen mededeelen , hoedanig men le kundigheid in het ſchoonmaaken .
de Schilderijen die onzuiver geworden zijn , moet hehan- Dog zodanige Schilderijen die met harde ofzwaare ver
delen om ſchoon te maaken ,benevens nog eenige andere nisſen zijn overtrokken , en door langdurigheid van tijd
er als ingelijfd is , zullen na de bovengemelde middelen
zaaken hier toe betrekkelijk. niet luisteren. Om deeze ſchoon te maaken , neemt ſpie
Onderſcheidene manieren , hoedanig Schilderijen ritus vini , dat is geest van brandewijn , giet er teffenseen
weinig van op devuile plaatſen , het zelve zeer voorzigte
Tot het ſchoonmaaken Schilderijen in olijverf, word
ſchoonvante maaken. lijk met een klein kwasje daar over wrijvende ; bij dee .
een bijzondere kundigheid vereischt , dewijl het niet zel. ze bewerking moet inen ook een kom met ſchoon water
den gebeurt , dat konſtige ſtukken door beroemde Mee bij der hand hebben , waar in een ſpons; zo dra-men ziet
ſters geſchildert ,door onkundigen op haare wijze ſchoon, dat de vuile vernis los weekt,moetmen direkt watermet de
gemaakt, ten eenemaalen bedorven worden ;inzonder: ſpons daar laatenopdruipen , om te beletten dat de ſpiri .
heid dient er nauwkeurig agt gegeeven te worden , dat tus niet in deverfvreet, voorts het zelve met een ſchoone
men het retoucheeren niet te na koome , dat wil zeggen , en zagle linnen doek afveegen , hier mede houd men aan
de hoogzels en diepzels , die een uitvoerig Schilder , tot dat alles ſchoon en zuiver is. li
wanneer hij de laatſte hand aan zijn werk legt, de uiter.Het kan ook gebeuren , dat de vernisſen met olien ge
ſte toetſen, geheeldunnetjes overſchildert; 'twelk door. mengd , niet willen los laaten ; in dit geval is het zeer
gaans eene bijzondere fraaijigheid aan een ſchilderſtuk gevaarlijk , en vereischt meerdan een gemeene kundigheid
om niet alles te verbrodden. Neemt in een zodanig ge
Voor
bijzet.dat men het ſchoonmaaken van een Schilderſtuk, val ſpiritus vini, die niet al te ſterk is , een vierde min
onderneemt, dientmen zorgvuldig op de twee volgende gelen , doet hier bij twee à drie lood gezuiverde potasch ,
dit laat men eenigen tijd ſtaan , in een fles die wel gekurkt
zaaken agt te geeven. is , en ſteld het met de uiterſte vooi zigtigheid te werk als
1. Of het Schilderij gevernist is geweest of niet.
2. Zo ja , zoekt men den aart van die vernis te ont- boven.
ds of lakken
vernisſengebeurt
rijen
, datvanSchilde
dekkenonkund
door met'veeltij
igen het
; dewijl Middel om Schilderſtukken van het oude doek af
lijn- ofnoo.-
ten olie mei gomanen vermengd , overgeſtrooken , zoda. te neemen , en weder op nieuw te brengen ,
nig hard worden , dat bijna niet ſchoon zijn te maaken , Men neemt het Schilderij van zijn houten raam , en
dan met behulp van ſterkbijtende loogen , waar door niet hegt het met kleine ſpijkerijes ter deegen op een tafel die
zelden het Schilderij ten eenemaalen bederft, zo niet buiten gemeen effen moet zijn vast , het geſchilderde na
boven , nauwkeurig zorg draagende, dat het ter degen
door Schildenerijhand
eenervaare
Omeen word beſtierd.
dat nimmer gevernistis geweest , uitgeſtrekt zij , en geen de minſte plooij of rimpel maa.
ſchoon te maaken , moet men in de eerſte plaats onder. ke. Na deeze voorafgaande bereiding, overdekt men
zoeken , of zulks niet door het herhaald overſtrijken van het geheele Schilderſtuk met ſterke lijm , waar op men
een ſpons met ſchoon regen . of nog beterſneeuw -water, groote bladen wit papier legt , . 20 ſterk als men het kan
zich laat zuiveren ; zo niet, necint als dan blaauwe leem , bekoomen , en men zal zorge draagen om met een wrijf.
mengt die in ſchoon water , tot een dikke brij of pap , glas of ſteen het papier ter deegen te drukken en uit te
welkemen vervolgens door een doek wringt en tot het geſpreiden , op dat het geen de minſte plooij naake ,
bruik bewaart; neemt van decze leem , en wrijft er met en het zich overal wel aan het geſchilderde vast heg.
[choon waterzagtjes met de vinger de vuile plaatzen van te. Laat dan alles droogen , waar na men het Schilderij
het Schilderij mede, rauwkeurig gaade Naande of het los maakt en het zelve omkeert, met het geſchilderde da
ſchoon word , zo ja, ſpoelt men het water en leem daar af., beneden en het doek bovenwaarts , zonder het zelvevast
en droogt het zelve zagtjes met de ſpons, hier mede ver- te hegten ; als dan zult gij een ſpongie neemen , dezel.
volgende tot dat het geheele ſtuk ſchoon is. Zodanige ve in lauw water ſtippen, en bier mede allengskens het
Schilderijen die opdoek zijn geſchildert , moeten vooral gantſche doek bevogtigen , van tijt tot tijd aan de kanten
met het wasſchen niet te veel gedrukt- worden , de probeerende of het doek van het geſchilderde begint los
te gaan , en zich daar van afte ſcheiden ;zulks bevinden .
wijl
Hetdaar dooroekhetvan
onderz doek aartword
denſlåp .
der vernis , beſtaat om te de , zult gij het met de uitterſte omzigtigheid aan de eę .
ne kant van het Schilderij geheel los maaken , en het los
mengd ken
ontdek , dan, ofof't lijn ., van
er zelve terpenti
nooten jn -geest
- ofandere olieinetgomen ge gegaane toevouden als om het op te rollen , als dan het
onder is. Alle
weekevernisſen , zoals die van maſtik , hars enz. in terpen . zelve zagtjes met de beide handen drukkende, zal het
tijn water ontbonden, hard gedroogd zijnde,kan men met de gantſchedoek al rollendezich van het geſchilderde afheg.
vinger daar op te wrijven veeltijds er afkrijgen , dog zulks ten. Zulks geſchied zijnde , zult gij met uw ſpons en wa.
moet zagtjesgeſchieden, en vereischt veel geduld. Ook kan ter , het agterſte van't geſchilderdeter deegen wasſchen ,
men zodanig geverniste Schilderijen , met terpentijn water tot dat alle de oude lijm er geheel of wel ten naasten bij
daar op te gieten , en met een zindelijke kwast overal te af is ; in deeze laatſte bewerking zult gij zorgę dragen , dat
wrijven , en het zelve vuil wordende, met een ſchoone de.ſpons nimmer te ,vol van water zij, om dat er ander
linnen doek aftevegen , waar mede men zo lang aanhoud zipts van onder het geſchilderde zoude kunnen loopen ,
ев
SCH . SCH . 3273
en de lijm los weeken , die bet papier 't welk gij er in de zagtjes los maakt en opligt ; maar die bekwaamheid ver.
eerſte plaats hebt opgelegt, vast houd. liezen zij eindelijk . Indien men tegen 't end van de win ,
Dit alles met de uiterſte nauwkeurigheid in 't werk ge. ter , de genen los inaakt , die men in de herfst zich heeft
Ateld zijnde , zo zult gij de tegenzijde van het dus gelui. zien vast zetten , 20 word men er geen beweging of lee.
verde ſchilderſtuk , met lijm of wel met het gewoune be- ven in gewaar.
reidzel waar van men zich tot ſchilderdoek. bediend , o. Wanneer de Wijfjes zich dus vast gezet hebben , haalen
verſtrijken , en er zo ogenblikkelijk een nieuw ſtuk lin- zij haar voedzel waarſchijnlijk te overvloediger uit den
Ben overſpreiden , dat grooter moet zijn als het ſchilder plant of tak , waar op zij zitten. Middelerwijl verwis.
Auk, ten einde het aan alle kapten te kunnen vast ſpijke: ſelen zij van huid , die zij bij vrokken kwijt raaken , zon.
jen , om het zodanig uitteſtrekken dat er geen de minſte der dat oogenſchijnlijk , door hun eenige beweeging ge
plooi of rimpel in blijft; bet zelve wel effen gewre . maakt worde. Ook groeijen zij ſterk , wordende, van.
ven zijnde , moetmen het terdegen laaten droogen ; ver. zeer klein , gelijk zij te vooren waaren , in weinig tijds
volgens beſtrijkt men het voor de tweedemaal met lijm , van grootte als een peperkorrel, ja , in zommige zoor.
dog bij kleine gedeeltens teffens; na maate dat men er ten wel als een erwt. De Huid, naamelijk, ſpant zich uit;
de lijm overſtrijkt, moet het met de wrijfſteen uitgeſpreid word glad en bruin , van wit , gelijk zij te vooren was ,
en gewreeven worden, om daar door de lijm in het doek zo dat zij naar knobbeltjes in de Boombastgelijken . Ook
en zelfs in het geſchilderde te doen dringen , en ter zelo hebben eenige Natuurkundigen , haar voor eigentlijke
ver tijd de draaden van het doek plat te maaken. Het kuobbeltjes of uitwasſen genoinen ; niet denkende dat
Schilderij ter degen droog zijnde, zult gij het van de ta. een onbeweeglijk Lighaam , het welk zich als van gevoel
fel afneemen , en het op zijn raam ſpijkeren ; waar na gij ontbloot vertoont, een Infekt kon zijn. In figuur zijn
met een ſpongie en laauw water , alle de papieren ter degen deeze knobbeltjes verſchillende , naar het verſchil der
zult doorweeken om ze er af te doen gaan ; na dat zij er zoorten ; zommigen ronder , anderen langwerpiger , en .
af zijn , moet het ganiſche ſchilderſtuk zorgvuldig gewas eenigermaate naar omgekeerde ſchuitjes of ſchildjes ge
ſchen en van de lijm gezuiverd worden ; droog zijnde, zo lijkende, die met de holle zijde tegen de ſchors of tegen
beſtrijkt het met zuivere nooten-olie ,, waar na men het het blad , aangevoegd zijn.
kan vernisſen , Het werk der voortteeling , dat de Natuur zo hoofd:
SCHILDGEDAANTIG KRAAKBEEN ,zie deszelfs zaakelijk bedoeld in alle haar bedrijven , is het oogmerk
beſchrijving op KRAAKBEEN. zo't ſchijnt, van die verandering. De Wijfjes gaan ee .
SCHILDLUISEN , is denaam van een Inſektengedagt, nigen tijd na dat zijdeezegeſtalte hebben aangenomen ,
't welk dusdanig word genoemd, om dat de Wijfjes , in aan 't eijerleggen . Zij hebben de leg aan het agterſte ge>
veelezoorten, als met een Schild gedekt zijn. Jong zijnde , deelte van haar lighaam , zodanig geplaatst, dat de eit:
Joopen dezelve langs de boomen of planten , maar , ten jes niet dan langs den Buik voortgeſchooven worden,
einde van eenigen tijd, zetten zij zich op deeze of geene Voor de eijerlegging, was het lijf digt tegen de ſchors aan
en plaats vast , en , de ringen van hun Lijf verdwijnende , gevoegt ; maar de eitjes daar tusfchen in koomende, lig.
vertoonen zij zich als dekzels of ſchilden , en neemen en de onderſte huid op , die , als het lijft'eenemaal onto
92 door uitzwelling , defiguur aan van uitwasſen of gallet- ledigt is , zich digt tegens de bovenſte huid pakkende ,
jes ; weshalven zijook var veelen Gall. Inſekten genoemd van het geheele Inſekt , niet dan een dop of bekleedzei*
worden. Die bekleedzels zijn een zoort van doppen , maakt, waar in de eitjes vervat zijn .
welke tot huisvesting dienen van de Eijerijes of Jongen In de zomer zijn de boomen dikwils beladen met zul
deezer Diertjes , en dewijl zij zich in zommigen als be: ke. doppen , welken opneemende men daar onder een
fiën vertoonen , heeft Linnæus haar begreepen onder groote meenigte eitjes ontmoet; anderen , waar de Jon
den geflagtpaam Coccus, die anders , in 't bijzonder , aan gen reeds uitgekroopen zijn , vind men hol en ledig. Dee
zommige zoorten , welke tot verfſtoffen in gebruik zijn , ze doppen , 't zij droog, 't zij frisch , gelijken geenzins
gegeeven word. De Scharlaken .Beſiën , bij voorbeeld , naar Inſekten ; men word er terwijl zij nog leeven , zelfs;
het Poolfche-Grein , de Conchenilje-zelve, die echter de. geen Sprieten of Pooten aan gewaar , maar door een zag
ze verandering niet ondergaat , leveren daar van voor.. te drukking , kan men de haairies aan 't end van't Age
beelden uit. terlijf zeerwel doen voor den dag kooinen . Wanneer de
De Wijfjesvan deeze Infekten , veel gemakkelijker Jongen uitgekoomen zijn , blijven zij nog eenigen tijdon.
te vinden dan de Mannetjes , en op eenige Plantgewasſen der deeze dop , maar gaan er vervolgens uit door een
dikwils zeer gemeen , zweemen in de jongheid naar kleine ſpleetje , dat aan 't agterend is. Dit is doorgaans in het
Pisſebedden . Zij hebben twee Sprieten , zes Pooren , begin van den zomer ; tegen 't end daarvan, zetten zij:
en hun Lijf dat witagtig en als gepoeijerd is , beſtaat uit zich vast , blijven geduurende de winter onbewoogen ;
vijf Ringen ; aan het Borstſtuk van onderen , tusſchen leggen eitjes en ſterven in het voorjaar ; 20 dat het leet
het eerſte paar Pooten , is de Bek , die uiteen kort vliezig ven van de Schildluiſen omtrent een jaar duurt.
buisje beſtaat, het welke een dunnen fijnen draad uitgeeft, De Mannetjes van deeze zonderlinge Inſekten , gedija
die dikwils langer is dan de helft van 't Lijf. 't Is-buiten ken in 't eerst naar de Wijf es , en zetten zich , zo wel als
iwijfel, dat het Inſekt daar van gebruik maakt , om erme. die , aan de plantgewasſen vast, maar zij worden niet
de te booren in de bast of bladen , en daar uit zijn voed- grooter , en veranderen aldus'in een Pop , die onder het
zel in te zuigen ; aan het end van't Agterlijf zijn witte bekleedzel van hunne huid ', welke ook een zoort van
draadjes of haairtjes , vier of zes in getal, die men ech dop maakt , huisvest , en vervolgens een gevleugeld In. 1

ter dikwils niet ligt gewaar word , dan door het Lijfeen fekt uitlevert , dat zeer klein is , en maar tweeWieken
weinig te drukken , om dezelven te doen uitkoomen. Na heeft ; doch die vrijgroot zijn naar het Lijf te rekenen :
eenige tijd geloopen te hebben , zetten de Wijfjes zich Veelalzijn dezelve wit van koleur , met derandjes hoog
vast , als gezegt is ; zij doen dit niet om dat zij niet inee rood ; aan de Staart ziet men twee witte draadjes ofhaaire .
loopen kunnen, gelijk men befpeuren kan, als men ze jes , die dikwils eens zo lang als het Lijf zijn , en waar
N 3 tus
3274 SCH SCH .
tusſchen een kromme ſtekel is , van minder langte. Zij De Mieren , die den Heer Reaumur gediend hadden
hebben geen Snuitje , gelijk zij in de geſtalte van Masker om de Plantluiſen (Pucerons)te vinden , hadden hem ook
hadden , maar cwee halfrondetepeltjes, die daar moog. de Call-Infekten doen ontdekken, die op debladen van den
lijk deplaats van vervullen ; misſchien haalen zij daardoor perſikboom als zandkorreltjes verſpreid waaren , en zich
hun voedzei in ; misſchien ook hebben zij Bek nog Snuit aldaar bij plekken , zonder beweeging onthielden. Zij
nodig , koomende daar in met veele andere Inſekten over waaren meestendeels zo klein , datmen een vergrootglas
een , die in ſtaat van volmaaktheid zijnde, weinig of geen noodig had onze waar te neemen , en van verſchillende
voedzel gebruiken , en niet langer leeven , dan tot de koleuren ; dog begonnen zich wel haast te beweegen ,
voortteeling word vereischt. Ten minſten is het blijk. loopendelangsde pladen.Cestoni heide in 't eerst over,
baar , dat de Vleugelen aan deeze Mannetjes tot het op om tedenkendat zij van de lucht leefden ; dog wel haast
zoeken van de Wijfjes, om dezelve te bevrugten , gegee. werd hij van het tegendeel overtuigd. Hij zag nameljk ,
ven zijn. Men kan duidelijk zien , hoe zij van dekrom dat eenigen van deze Luisjes , die de Oranjeboomen ver
me ſtekel , die aan het Agterlijf is , daar toe gebruik laaten en zich op planten Tuinkers gevestigthadden , meer
maaken . dan anderen gegroeid waaren ; waar uit hij benoot, dac
Het voorgeme! de , heeft in de meeste zoorten van dee. de pnoren van de plant aan deeze Inſekten voedzel yer.
ze Gall- Inſekten plaats; dog inen vind er order die ee- ſchaffen ; dog het werktuig , daar zij het zelve mede in :
nigermaate verſchillen; in zo verre , naamelijk , dat het zuigen , het Snuitje naamelijk , was hem onbekend.
Wijfje zich wel vast zet , maar de geſtalte van een In. Oplettende Hoveniers zuiveren , zo veel hun doenlijk
ſekt behoud. Zo is het met de Conchenilje, en eenige is , de vrugtboomen , inzonderheid de oranje en perſiken ,
weinige anderen gelegen , die daaroin door den Heer Ge van dit Ongediert. De ondervinding, naamelijk , heeft
OFFROY, tot een bijzonder geſagt gebragt zijn , dat hij hun geleeerd , dat de gewasſen , die er veel mede bezet
Coccus noemt , hebbende den naam van Chermes toege. zijn , aan 't kwijnen raaken en ſterven. Dat zulks door
past aan de eersgemelden. Deze beiden maaken bij Lin- de veelheid van zap , welke deeze Inſekten uit de boo
NÆUS , seventien zoorten uit , waar onder als gezegt is , men zuigen veroorzaaktworde, is , volgens REAUMUR ,
drie voornaame verfſtoffen , de Scharlaken Beliën van waarſchijnlijk en wel , door dien zij een grooter ſpilling
Provence , het Poolſche-Grein en hel Westindiſche Conche- van't voedend vogi ir de boomen veroorzaaken , dan zij
nilje Infekt, begreepen zijn. tot hun onderhoud behoeven. Zulks was hem gebleeken ,
1. Schildluis der Oranjeboomen , in't latijn Coccus hese uit waarneemingen , in de laatſte belft van de maij.maand.
peridum ; ( Coccus hijbernaculorum . LINN. Sijft. Nat.) Op zekeren morgen verwonderde het hem , den grond ,
Meest komt dit Inſekt, dat in de Winterplaaſen of O. onder de takken van perſikboomen aan een heining ,
rangeriën zeer gemeen is, op de Citroen- of Limoen- die zeer bezet waaren met deeze Luiſen , geheel vogtig
boomen voort , welker ſteelen en takken het alsmet ſchurft te vinden , even of de aarde begooten waare ; bijbenoot 11

bevlekt. Men ziet het ook op de Boom die Sapindus ge- dat zulks moest veroorzaakt zijn door de uitſtorting van
noemd word , en op anderen, menigvuldig , volgens de het fap der boomen ; dewijl niet alleeen de grond onder
Heer Linnæus, die het noemt een ovaale, platte, andere Perſikboomen , en onder de zuivere takken droog ,
ſchuitformige Korst , naar een drinkſchaaltje gelijken maar ook de gedagte takken zelf, nat waaren , zodanig ,
de , van agteren uitgerand , welke de Pooten naar wel dat zij de latten bevogtigd hadden. Dat meer is , met zijn
gevallen , uitſteekt en weder inhaalt. In de Verhande vinger ſtrijker.de over den boom, bevond hij dit vogt en
lingen van Upſal word het , in 't bijzonder , de Schild. zelfs de vogtige aarde , die van hem insgelijks geproefd
voerende Luis genoemd. FRISCH vond deeze Inſekten , werd , zuikerzoet.
in julij nog bijna plat , zijnde weinig verdikt geworden , Om de Luiſen der Oranjeboomen te verdrijven , en te
't welk hij daar aan toeſchrijft , dat deeze Boomen , dike maaken dat zij hunne koleur wederkrijgen , moet men die
wils , zo laat uit de Oranjeriën koomen. Hij merkte op , of te deeg wrijven met een boendertje , in ſterken azijn
dat de koleur niet , gelijk die der Schildluiſen van ande- gedoopt of den top des Booms , van tijd tot tijd , beſproei.
re boomen , bruin , maar citroenverwig geel, ofuit den jen met water dat geſtaan heeft op hijſop , wijnruit , ſa
groenen was. Geoffroy zegt , in tegendeel, dat zij lie , lavendel, thijm en rosmarijn , in een vat onder elk.
bruin zijn , en bedekt met een ſchors van vernis , het ander gemengd. Mooglijk was het aftrekzel van tabaks
welk dezelven doet glinſteren. Aan't agrerendgeeven zij, ſteelen daar toe ruim zo bekwaam.
zegt hij , als inen ze een weinig drukt, vier draaden uit De ſchuitswijze Gall-Inſekten van de perſiken , abri.
die wit zijn . Het Mannetje had zijn Ed. nooit gezien - koozen , vijgeboomen , en die van de wijngaard, gelijo
en merkt aan , dat de oranje , citroen , limoen en ande. ken dermaate naar die der oranjeboomen , en naar elk .
şe boomen van dat geſagt, gelijkelijk of even ſterk anderen , dat de Heer ReAUMUR twijfelde, ofhecniet één
worden aangetast door deeze Inſekten , wier groote me zelfde zoort was van Inſekten ; het welk zo hij aanmerkt ,
nigte deeze gewasſen zomtijds kwijnen doet. door zeer gemakkelijke proefnee.ningen zou te onderzoe
Van de huishouding , levensmanier en voorttceling de. ken zijn.
zer Inſekten , kan men uit het geene hier voor gezegd II. Schildluis der Broeijkassen , in 't latijn Coccus ado.
is , zich een denkbeeld opmaaken. Zommige Autheu. nidum ; ( Coccus indarum alborum . Linn. Sijſt. Nat.) Op
sen hebben gerekend , dat er meer dan twee duizent ei. de altijd groene boomen , die uit Oostindie zijn overge.
jertjes onder vervat zijn; anderen verdubbelen dit geval. bragt, gelijk de Japanſche Roos en anderen, komt een
De Heer CesTONI , zulke legioenen van jongen ziende Inſeke voor, dat kleiner is dan het voorgaande , maar naar
grimmelen in een hoopje wit poeijer, verbeelde zich dat het zelve zeer gelijkt. Het Wijfje , naamelijk , word een
deeze Inſekten het lijf van de Moer hadden opgegeeten , rond en platagtige dop , die donker paarsch is , met een
en ging dus de Natuur een allerbarbaarſte wreedheid aan rond , rood knopje , dat in dezelve , als zij oud worden ,
wrijven; maar bij is daar in bedroogen geweest , gelijk open gaat op 't midden , maaken ie den top uit. Het
uit het gemelde blijkt. Mannetje , dat ongevleugeld , geelagtig en langwerpig is,
heeft
SCH . SCH . 3275
heeft aan het Agterlijf eenige regte haairtjes, die er als nige Schädlaifen voeden , maar, en wel inzonderheid op
een Staart aan geeven. De Spieren die de langte bijna de Ficken , daar men vier verſchillende zoorten opvind
van bet Borstſtuk hebben, zijn draadvormig. van zulk Ongediert, Men heeft er die rond en bruin
Zodanig is de beſchrijving, welke LINNÆUS thans zijn , weinig van die der Olmboomen verſchillende ; die
geeft van de Luis der uitheemſche Gawasſen , welke zijn rond zijn en witagtig geel met zwart gemengeld van ko.
Ed. te vooren ,20't ſchijnt gebragt had in 't geſagt der leur ; die bijna de figuur hebben van een nieren die lang
eigenelijke Luiſen, als hebbende het Mannetje daar van werpig zijn , bekleed met een witte wolligheid , hoeda.
Diet gezien. Hij noemde die , de ruige Boomluis der win nigen men ook aan de takjes van de wijngaard vind , waar
terhuifen ; waar van hij verhaalde, dat hij uit Engeland van de eijertjes , die zij bevatten , als een kettingje van
inde Nederlanden te rug koomende, en eenige zeldzaine koraalen aan elkander zijn gehegt.
Boomgewasſen medebrengende , op een derzelven eeni. Tot deeze zoort ſchijnt t'huis gebragt te kunnen worden
gen van deeze Luiſen , met voordagt overvoerde, en na die zwarte Schildluis , welke men behalven de laatſtge
dat zij in de Broeikasten op de plaats van den Heer CLIF melde ruige witte , en de roode der Oranjeboomen , al.
FORT gebragt waaren ,zorgvul bewaar
Ongediert , buiten zijn wetendig, binnen de;maardat
dit hier in de warmewinterhuizen vind en Schildluiſennoemt.
weinig weeken Dezelv e naamelijk is niet plat , maar zeer verheven , en
alle de Boomgewasſen die daar in waaren , beſmet hadde, ook ten naasten bij van omtrek rond , in volwasſenheid
"20 dac men het in 't vervolg niet weg kon krijgen ; zijn. breeder of langer dan een agtſte duims. De zwarte dop
de naderhand, ook in die van den Leidſchen Akademie. opligtende , komt een merigte van rood ſtof te voorſchijn ,
Tuin en anderen , welke Gewasſen uit den Tuin van de eitjes zijn , die door 't Mikroskoop zich egaal eirond
CLIFFORT kreegen , overgegan . vertoonen , omtrent zo lang als de breedte is van 't zaad
De beſchrijving is zo volkoomen niet, om te kunnen van ft. Janskruid. Wel haast ſchijnen de Luisjes , daar
vastſtellen, dat deeze Luis dezelfde waare , als die der In• uit voortkomende, die ook roodagtig zijn , zich vast te
diſche Booinen , zo even gemeld ; maar de Heer Geof. zetten , en worden dan een geelagtig ſchubbetje ;zowel
FROY merkt aan dat de laatfte, die bij de Conchenilje der als de groote , op de Rug inet een dubbeld Kruis , aldus ,
winterhuiſen noemt, uit de heete landen met de uit getekent; zo dat de geſtalte in'tklein , zeer naar dievan
;. heemſche Plantgewasſen te Parijs overgebragt zijnde , als een Land ſchilpad gelijkt, terwijl de witte meer de ge
daar in de Broeikasten genaturaliſeere is , daar zij zom, daante heeft van een Pisſebed.
+
tijds alle Geboomten bedekt, zonder dat menze ver. IV. Schildluis der groene Eicken , Scharlaaken -befie ,
pielen kan , welk een moeite men daar toe ook aanwen- Kermes-beſië ; in 't latijn Ilicis Kermes ; Coccus quercus
1
de. ,, Het Mannetje , zegt hij, is klein , met lange Sprie. coccifera . GARID. Alixenſ. 250. T.53.Geoff. Mat. 11.
1
» ten , hebbende de Pooren en het Lijf bijna rooſekoleu- P: 782. Reaum. Inf. IV. T. s. Onder alle zoorten van
„ rig , bedekt met een weing wit poeijer; maar de twee dit geſagt, is geen van oudsher, zo vermaard en tevens
Wieken , en de vier Draaden ran de Staart , zijn minder bekend geweest, dan die der groen - Eicken ( Ilex
ſneeuw wit. Twee van deeze vier draaden zijn lan. aculeata cocci glandifera C. Baux. Pic.), welke de zo
» ger , twee korter dan de andere , dog het verſchil is genoemde Scharlaken-Beſiën , geineenlijk Grana Kermes of
1
,, nietgroot ; het Wijfje langwerpig van Lijf , en geheel enkel Chermes en Kermes genoemd, uitlevert. 't Genelde
1 "S bedekt met een wit poeijer , heeft de Sprieten een wei. Gewas , dat wegens zijne vrugtden naain voert van Eick ,
„ rig korter , en beſtaat uit veertien Ringen , die op en dien van Groen-Eick , om dat het zijne-bladen na die
zijde aanbangzels hebben , waar van de twee laatſten van Hulst gelijkende , des winters behoud , en dus het
9 de Staart als gevorktmaaken. Daar tusſchen zijn vier geheele jaar door , groen blijft; is in de woeſtenijën van
draaden van het zelve , korter dan in het Mannetje , Provence en Languedok zeer gemeen ; hoewel men het
» en naauwlijks zigtbaar , ten zij men't Agterlijfeen wei. ook in Spanje , Portugal en op de Eilanden in de Mid.
„ dig drukke. Dit loopt op de planten , tot dat he! ge- delandſche zee , inzonderheid op Candia ontnioet. Het
reed zijnde om zijne eitjes of neeten te leggen , zich is doorgaans maar een Boontje van weinige voeten hoog ,
» vastzet en een nest maakt , het welk naar een klein waar op het Landvolk , in het bekwaam ſaizoen , de inza
, vlokje wit katoen gelijkt , waar in het zich bewint tot meling doet van de geinelde ſtof, die van ouds Coccus
de eijerlegging. Kort daar na ziet men de jongen baphica, dat is Verf.Bele , of enkel Coccum getiteld
„ voortkoomen uit dit nestje , waar in de Moer haar le . word.
» ven heeft afgelegd. Zij zijn als dan , altemaal onge. Onder de Romeinen betekende Coccinum , een rood
vleugeld , maar het Mannetje krijgt zijne wieken wel ſcharlaken kleed , en Coccinatus werd iemand genoemd ,
dra. Dewinterhuizen van 's Konings tuin zijn vol van die zulk een kleed aan 't lijf had. Het woord Rokkos ,
deeze Infekten , die zeer veel voorkoomen op de dat men in 't latijn heeft overgenomen , is zuiver
Franſche Eilanden en te Senegal”. grieksch , en word bij Hesych ( US ook voor dergelijke
Deeze Autheur heeft dan gelegentheid gehad , om dit Scharlaken .Beſie gebruike; weshalve men naauwlijks twijf.
Inſekt zeer wel te kennen , dat hij thuis brengt tot het felen kan ofhet kleed , dat onzen Heiland tot beſpotting
geſagt der Conchenilje, waar mede hetovereenkomtin aangedaanwerd, is gekoleurd geweestmet deeze verfſtoffe;
de eigenſchap van niet te veranderen van geſagt, en daar nietiegenſtaande de Nederlandſche Overzetting hetzelve
in alleen verſchilt van de Kermes of Gall- Infekten. een Purpere Mantel noemt. De Vulgata, naamelijk het
III . Schildluis van de Eickeboom ,door ReAUMUR Inf. Grieksch volgende , heeft Chalmijde Coccined, en 't woord
IV. T.6 . fig. 1.4. afgebeeld en genoemd Coccus quercus Coccineus is , gelijkmen weet , van ouds tot heden , in ge
roboris. Onder de Schildluifen ,die rond moeten wor. bruik voor een ſcharlaken of hoogroode koleur. Pll
den , zijn in 't eerst zodaanig gelijk aan die , welke een NIUS zegt , dat de Keizerlijke Gewaaden geverfd werden
Jangwerpige ſchuitswijze gedaante zullen aanneemen , dat met hecGrein van Galatie, Afrika en Portugal , dat hij
menze niet van elkander kan onderſcheiden. Dit ont. van de ſtoffe , die de Purpernak der Tijrieren uitlever.
dekt men niet alleen op de Perfiken , die tweederlei zoda- de , onderſcheid. Hij noemt het zelve , duidelijk , Coccus
Ili
3276 SCH . SCH .

Ilicis , en dat hij dit zelve Boompje daar mede meent, fche takjes, van den Kermesboom , met Befien begroeid ;
is blijkbaar uit de omſchrijving, die hij daar van geeft. deed aanbrengen. Hier uit zijn de naauwkeurige waar
Boven dien is het woord Karmijn en Karmozijn , baare neemingen geſprooten, weken GARIDEL in 't Jaar 1.715
blijkelijk van Kermes , het welk in het Arabisch een aan 't licht gegeeven heft , in zijne Hiscorie der Platten
Wormpje betekent , afkomſtig. omſtreeks Aix voorkoomende , en waar van dit de korte
BELLONIUS of Belon , die nu omtrent twee eeuwen inhoud is , volgens den Heer Reaumur .
geleden leefde , verhaalt, in zijne Bijzonderheden , Ob- De Kermes, tor haare grootte gekomen zijnde, ver
dervotions des Singularités. liv. I. cap .19 , omſtandig , toont zich als een klootrond dopje , dataan het boompje
hoe de inzameling van de Verfbeſie geſchiede op 't Ei. gehegt is, of om nauwkeuriger te ſpreeken , als een Belië
land Candia , oudtijds Creta genoemd , in de Middeland- taamlijk ſterk van ſchil, glanzig en van koleur als blaau
Tche zee. Men vond dezelve , zegt hij , op een klein we Pruimen , zelfs tot den waalem toe , dewelke door
Boompje , een zoort van groen Eick , die eickels draagt , een wit fijn ſtof, die er op legt veroorzaakt word. Hier
en ſteekende bladen heeft , als die van de Hulst ; de Her- uit blijkt dan dat de koleur der verſche Beſiën geheel an .
ders Jongens en Meisjes gebruikten , om dezelve in te ders is , dan der genen , die men in de winkelen vind,
zamelen , een klein vorkje of gaffeltje, waarſchijnlijk welke door het droogen, en door de beſproeijing met azijn
een mikje van een boomtak , dat zij in de Dinkerhand hiel. bruinrood geworden zijn.
den , om de takken over zijde te buigen , terwijl zij de De Ingezetenen van Provence , merken driederlei ſtaa.
kleine takjes met de regterhand affneeden , om er ver- ten , of tijdperken , in de aangroeijing van deeze Verf.
der de Beſiēn, die de tros of Scapus, daar PLINIUS van ſtoffen . De eerſte ſtaat is in 't begin van maart, wanneer
Spreekt , uitmaaken , af te plukken . Hij noemt dezel. zij de Kermes lou Vermeou noemen ; 't zij om dat dezele
ve kleine blaasjes of uitwerpzelen van den Boom , diehij ve dan nog loopt ofzich begint vast tezetten;'t zij om dat de
te vooren Scharlaken-Grein geheten had , waar van het blaadjes er van griminelen. Het Infekt, naamelijk , is
inkomen zeer groot was op dat Eiland. dan zo klein als zaadkorrels, en vertoond zich , inet een
Geen eigentlijk licht was er , wegens den oorſprong van vergrootglas beſchouwd zijnde, zeer ſchoon rood , heb
de Kermes, voor het begin van de regenwoordige Eeuw . bende op zijn Agterlijf , en in den omtrek van het zelve,
Het blijkt wel dat de historie daar van, aan eene Bisſchop een zoort van katoen , het welke tot zijne beſchuttinge
van Senez Pizbre DE QUIQUERAN DE Beaujeu, reeds verſtrekt. Als dan is het nog langwerpig van figuur, ge
vroeger is bekend geweest ;dog men had dien aangaande zo lijk de fchuitswijze Gall-Infekten , en op de onbedekte
weinig zekerheid, dat de Graaf MARSIGLI deeze befi- plaatzen van zijn Lijf, heeft het menigte goudgeele ſtip
ën , die onmooglijk de vrugt van den Boom konden zijn , pen . In de maand april, wanneer de Kermes rond en
nog hield voor uitwasſen , welke op dergelijke manier als van dikte omtrent als een aalbeſie geworden is, zeggen
galnooten der eicken voortgebragt werden . In zijne Ver. zij lou Vermeou eſpelis ; willende daar mede betekenen ,
handeling, die hij in den Jaare 1711 opdroeg , aan den dat het Inſekt begint uit te komen . De grootte , even:
Heer VALLISNIERI, word door hem beweerd , dat een wel, verſchilt merkelijk naar het faizoen en delandsge.
Inſekt zijne eitjes legt in een ſpleetje, door het zelvege- ſteldheid. Men vind de ſchil dan taamelijk vast, en van bui.
maakt in de Kermes-boomen , en dat deeze eitjes in den ten met de gemelde meelagtigheid bedeki; dog van binnen,
herfst gelegt zijnde , den geheelen winter overblijven , oogſchijnlijk, niets bevattende dan een roodagtig Vogt, hec
om in 't voorjaar te groeijen , als wanneer de gal daar zij welke naar bleek bloed gelijkt. Het derde tijdperk komt
in vervat waaren , ook groeide, door het fap van den in het midden of tegen 't end van maij , wanneer men in
Boom , en dus het Scharlaken -Grein wierd ; welks vor . deeze dop , of gelijk de Heer Emeric zeer wel zegt , ong
ming door hem bij de blaazen der Olme- of Ypeboomen , der den buik van het Inſekt, bij de cweeduizend kleine
welke de Plantluizen veroorzaaken , vergeleken word . ronde korreltjes vind , welke men in de landtaal, noemt
Kort daar na , evenwel , in het Jaar 1714 naamelijk , lou Fraisſet. Deeze eitjes die zich op't oog , maar half
ſchreef de Heer CESTON ! reeds een Bricf van Livorno , zo groot als papaver zaad vertoonen , leveren ieder één
aan den Heer VALLISNIERI , waar in hij voor eerst be. Diertje uit.
weert , dat de Gall-Inſekten van een kleine Eick , bij Li-De eierlegging , naamelijk , gefchied hier op dezelfde
vorno groeijende , tot dezelfde klasſe behooren als die manier , als ik te vooren ten opzigt van de Schildluiſen in 't
der Oranjeboomen en Vijgeboomen ; ten anderen, dat algemeen aangemerkt heb te geſchieden . Het Infekt, of
de eerſtgemelde , ſchoon zij geen roode koleur uitgee.. wel de Wijfjes daar van , tot volwasſenbeid gekoomen ,
wen , niet meer van de Kermes verſchillen , dan zoorten en door de Mannetjes, die gevleugeld zijn bevrugt, ont
van een zelfde geſlagtondereen . VALLISNIERI had waar . last zich op de plaats , daar het zich vast gezet heeft , van
ſchijnlijk wel de kragt der redenen van Ceston I gez'en ; zijne eijeren ; die het middelerwijl, onder zijn eigen lijf
dog hij liet de zaak onbeſist , misſchien uit agting voor , beſchut, het welke een dop geworden is , om tot uibroe.
den Graaf, die zijn gevoelen , dat de Kermes een zoort ding te dienen van de Jongen.
van galnooten waaren , daar door bekragtigen wilde , Twee zoorten merkt bij aan , dater van Kermes.beſiën
dat men er met kooperrood, ook inkt van maaken kan , zijn, de eene blaauw , als gemeld is , die roode eitjes legt;
het welk echter niets bewijst , want de Heer Lemery deanderewiragtig, en deeze legt witte eitjes. De Jongen
heeft getoond , dat zelfs die eigenſchap plaats heeft in uit beiderlei eitjes koomende , zijn ook wel in koleur ver.
menſchendrek . ſchillende , dog eveneens van geſtalte, langwerpig naa .
Omtrent den zelfden tijd werden ook andere Geleer• melijk , en naar Pisſebedden gelijkende. Die uit de roo.
den opgewekt, om den oorſprong van die zonderlinge de eitjes voortkoomen zijn rood, met gouden ſtipjes, die
ftoffe te onderzoeken . GARIDEL , Geneesheer te Aix in uit de witte eitjes vuilwit en platter dan de anderen ,met
Provence, daar toe aangeſpoord zijnde , door den Heer zilvere ſtipjes getekent ; van deeze laatſten diehet landa
TOURNEFORT, nam tot zijn behulp eenen Doktor Ene- volk , zeer oneigen de Moeder van de Kermes noemt, zijn
· RIC , die dagelijks, of om de twee , drie dagen , ver- er veel minder dan van de anderen ; zonmigen hebben
hec
. SCH . SCA . 3277

bet getal daar van , ,voor ieder Boompje , op maar vijf ſtoffen minder bekwaam , dan die van de eerſte. Men
bepaald. begrijpt ligt dat een gunſtig faizoen de Inſekten , die de
15
*
De Heer Emeric beſchrijft ons twee zoorten van Nim- winter zouden gepasſeert zijn zonder aangroeijing , tot
fen of Popjes , die men in eenige Kermes-Beſiën vind , volkomenheid kan brengen ; even als men dit met zom
en welke in twee kleine Vliegies, van verſchillende ko. mige Boom- en Plantgewasſen , die dan voor de tweede
leur, veranderen , dog die beiden dit gemeen hebben , maal bloeijen en vrugt draagen , ziet gebeuren.
dat ze ſpringen als de Springhaan-Vloo. Dit zullen buiten De Duiven beminnen deeze Beſiën , hoewel 't een kwaad
twijfel de Mannetjes zijn ; niet dat dezelve met elkan. voedzel voor haar is ; want zij krijgen er de loop van , en
der paaren zouden , gelijk hij zich verbeeld ; maar dienen de Jongen waar zij het aan geeven , werden zo zwak , dat
tot bevrugting van de Wijfjes op eene dergelijke manier ze naauwelijks op de beenen kunnen ſtaan en de meeſten
นะ
als in de Schildluiſen , hier voor , is opgemerkt. Zekerlijk ſterven ; gelijk bekend is , aan alle die Duivehokken daar
is dit veel waarſchijnelijker , dar, dat de Jongen , onder omſtreeks hebben. Moet men zich , hier over niet groo .
2 de gedaante van roode Wormpjes, in de winter langs de telijks verwonderen , wanneer men in aanmerking neemt,
grond loopen ; hebbende bij mooglijk een zoortvan kleine hoe zeer de Kermes in gebruik is in de Geneeskunde, en
roode Mijten , van ongemeene kleinheid, die men 's win welk een rang haar toegeſchreeven worde onder de hart
ters op de boomen en planten vind , daar voor aangezien. ſterkende middelen ? De fijroop , die er van te Montpel
immers is de grondſlag van
Naar dat de winter min of meer zagt is , heeft men een lier en elders gemaakt word ,
w !
rijkelijker of ſchaarſer inzaameling van Kermes-Beſiën. die vermaarde confe & io alchermes , welke men zelden
‫ܬܕ‬
Men hoopt op een goeden oogst , wanneer het voorjaaar agterlaat in hartíterkende mixtuuren . Tegen hartklop.
zonder rijp of mistig weer pasſeert. Ook brengt de ge. pingen niet alleen , en Aauwten , maar ook tot het ver
1.
fteldheid van het landniet weinig in deezen toe ; die digt drijven van zwaarmoedigheid en het voorkoomen van een
‫܀ܕ‬
aan zee groeit , word gezegd grooter en levendiger van ko. miskraam uit verſlapping, word dit geneesmiddel zeer
leur te zijn , dan die er veraf gevonden word. Oude boo : dienſtig geoordeeld. Ook kan men gebruik maaken van
men leveren , volgens de waarneemingen van den Heer de enkelde fijroop , en de Beſiën zelf , gedroogd zijnde ,
T.
EMERIC, meer uit dan jonge. Men gebruikt tot de in- komen in het verkoelende paarlen.poeijer. Uitwendig
zameling in Provence , geen andere werktuigen dan de word door GALENUS , het poeijer van de Kermes, als een
nagels der vingeren ; zo dat lange nagels aldaar dienſtig weinig zamentrekkende en niet ſcherp zijnde , tot op .
zijn . Het Vrouwvolk neemt, als 't in de tijd is , deezen ſtrooijing in wonden , en vooral in de kwetzuuren der pee
arbeid waar , beginnende 's morgens terwijl de daauw nog ſen , aangeraden.
over't land legt ; dewijl de bladen als dan zagter en niet Het gebruik dat men om rood ſcharlaken te verwen ,
zo ſcherp - ſtekelig zijn. Behalven de bekwaainheid omzebovendien van dit grein gemaakt heeft, of nog maakt ,
te plukken ,moetmen ook weeten , waar de meesten zijn . heeft doen denken om dergelijke knobbeltjes , welke aan
Zommige Vrouwsperzoonen kunnen er tot twee ponden andere Boomen groeijen , ook tot dat einde , of tot een
's daagsvan inzamelen . geneesmiddel te gebruiken . Op de laage Eick vind men
De prijs, tot welken men de Kermes vekoopt , is zeer volgens ReAUMUR , roodagtige Gall-Inſekten, die wel tot
verſchillende, en word al hooger , van dat de inzaame. verfitoffen niet bekwaam, maar geagt worden even zo
ling begonnen is tot dat dezelve eindigt. Het pond dat goed te zijn tot de confe&tio alchermes als die donkerer zijn
in den aanvang niet boven de agt of negen franſche ſtui. van koleur. De hooge Eicken leveren dergelijke Gallo
vers geld , loopt op het laatst totzestig ; om dat als dan Infekten uit , dog die wat moeielijk intezamelen zouden
de Kermes zeer ligt word ; ditwil zeggen , dat er minder zijn. Men weet ook dat de Inwooners van Aleppo zeke.
Eltjes en Jongen onder de overblijfſels van de Moeders se Blaasjes, van grootte als Haſelnooten , aan de ſtam
die dezelve voortgebragt hebben , en de Dop alleen uit. der Eickebogmen groeijende , met evenveel wijnſteen ,
maaken , gemengd zijn. De Heer Emeric getuigt, dat tot de belft onder de Conchenilje gemengd , plagten tege.
hij dezelve heeft zien betaalen tot zes franſche guldens bruiken tot het verwen van karmijnrood.
het pond. In de verhandelingen der Koninglijke Societeit van
Zij die deeze Befien , dat dan eigenlijk Inſekten zijn , Londen , op 't Jaar 1671 , leest men de waarneemingen
koopen tot het verwen van zijde en wolle , hebben de van Lister, omtrentzekere bruinroode dopjes, welke Kerſe
zorgvuldigheid van de eitjes, die zich daar van afſcheiden , hij op de Laurier- Kers , Wijngaard , Pruim en
met azijn te beſproeijen. Zij ſtellen dezelven , vervol- boomen gevonden had , en die hij meende dat dergelij
gens aan de zon , of aan een dergelijke hitte bloot om ke koleur als de Scharlaken -Beſiën van Provence en Lan.
de jonge Diertjes, die uitgekomen zijn of in ſtaat om uit guedok , konden uitleveren ; weshalve hij ze de Kerines
te komen , te doen ſterven; zonder het welke zij in van Engeland noemt. Deeze Dopjes hadden de grootte
van een graauwe erwt, en waaren zeer glad . zittende
'tvervolg , een groote vermindering van gewigt zouden
hebben te ondergaan , op deeze Koopmarſchap. De a doorgaans onder aan de takken , en verſcheide bij elkan
' zijn , nu, verandert de koleur van de Kermes en maakt der ; opgeſneden zijnde vond men er eenige Wormpjes
dezelve van blaauw , roodagtig; het welk de oorzaak is, in , die in een zoort van Wespen veranderden, waar
dat weinige kennis gehad hebben aan de natuurlijke kos uit dan blijkt , dat dezelven niet behoorden tot dit
leur van deeze Beſiën . geſlagt.
Het is niet zeldzaam , dat men in één Jaar , twee inzame- V. Schildluis van de Berkeboom ; (Coccus betulæ alba.
lingen van de Kermes heeft; zijnde de tweede zeer be. Linn. Faun. Suec .) Dit Inſekt word in de midden der tak.
kwaam om de overeenkomst te bevestigen, die wij tusſchen ken van de Berkeboomen , op zich zelf alleen gevonden.
dezelve en de Ĝall- Inſekten van den Perlikboom geſteld VI . Schildluis der Ahornboomen ; ( Coccus carpini betula.
*****

hebben , zegt REAUMUR. Die van de tweede inzameling Linn. It. Scan. 47. Op deeze zoort van Boomen , ge.
zitten , volgens Emeric , bijkans alle aan de bladen ; zij lijk ook op de Haagedoorn, de Eicken enWijngaarden, had
zijn zo groot nog zo koleurig niet ; derhalven tot Verf. de Heer RCAUMUR eenezoort van Schildluis gevonden ,die
VI Deel. tood .

i
3278 . SCH . SCH .

roodagtig bruin was , hebbende van onderen en op zijde den Sweedſchen Heer Kæller , in Apulie, waargeno
een hoop van witte wolligheid. men op de gemelde Piant. De gedaante was als een ge
VII Schildluis der Olmen ;(Coccus ulmi campestris. Linn. knotte Schulp of Schaal, van boven met een gaatje, agt
Sijſt. Nat ) Tot deeze zoprt betrekt de Heer LINNÆUS zijdig, als omringd zijnde met agt ſchildjes gelijk een
twederleiSchildluisjesvan deezen Boom , die in geſtalte Schildpad, welke alleen uitgenomen de iwee zijdeling.
zeer verſchillen , en door Reaumur grootelijks onder . ze, in’t midden een kropje hebben.
ſcheiden worden . De eene brengt die Autheur bij als XI. Schildluis van de Wilger ; (Coccus Salicis herma.
een voorbeeld van een zoort van Gall-Inſekter , t’eene. phodicæ. ' Linn. Sijft. Nat.) Op de bast der takken van
maalvan de anderen afgezondert. ilij had naamelijk , ge. Wilgeboomen , in Sweden , die zo wel Mannetjes als
ſprooken van de langwerpige of ſchuitswijze der Perfiken wijſjes zijn , komt deeze zoort van Schildluifen , dikwils
en andere Boomen ; als ook van de ronde of rondagtige der in zulk een menigte voor , dat zij de bast t'čenemaal be.
Eicken ,enz.Deeze ondertusſchen, heeft bijna de figuurvan dekken. Verbaasd moet men derhalven ſtaan over de on .
een mosſelſchulp , als breed zijnde aan’ceene en zeer ſpits begrijpelijke veelheid van deeze Diertjes , wier Lijfrood.
of ſmal aan 't andere end. Hij hadze lang niet gekend , agiig in de jongbeid , en door de kleinte naauwlijks zigt
en vooreen hokje gehouden , het welke een klein Inſekt baar met het bloote oog , in volwasſene platagtig asch .
maakte tot zijne verandering; tot dat hijze eindelijk , vol graauw van koleur is.
eitjes vond , van welker kleinheid men oordeelen kan , XII. Schildluis van den Wijngaard; ( Coccus Vitis vini.
daar de dopjes zelf, die uit het vergroote Lighaam van fere. Reaum . Inf. IV . T. 6. f. 5.7 . ) Het ſchijnt dat
de Moer beſtaan , een ſcherpziende oog vereiſchen om ont deeze zoortveel overeenkomst heeft met de zesde, die door
dekt te worden ; als in koleur zeer naar Boomſchors ge- den Heer Reaumur , op verſcheidene Boomen gevonden
lijkende. werd. GEOFFROY tekent een 'Luisje aar , dathij de lange
De andere zoort, niet minder klein ,word door gemel. werpige van den Wijngaard noemt. Het komt zegt hij,
den Heer tot de Pro.Gall- Inſekten te huis gebragt , en altoos op de ſtam en takken , nooit op de bladen voor ;
door Geoffroy , derhalve tot de Conchenilje betrokken. zijnde langwerpig , ovaal, van een bruine kaneelkoleur ,
Men vindze meest in demikjes der takken ,dog zomtijds met een weinig witte wolligheid , van onderen en op de
ook tegen de takjes zelfs aan . In de maanden junij en zijden . Aan de Staart heefthet zes witte draaden , Diet
julij , wanneer ze tot de volle grootte zijn gekoomen , vier, gelijk die der Perſikboomen; zij koomen dikwils
word men met het bloote oog , niet meer dan een klein van zelfs uit ; dog nog meer als men het Diertje een weinig
eijrond klompje gewaar , ſegt bruinrood van koleur, en drukt. Vroegtijdig hegt zich deeze Kermes aan den
omringd, met een wit katoenagtig koordje of kabeltje . Wijngaard , word groot en vergaat of ſterft, belluiten.
Dat roode klompje is het lighaam zelfs van het Diertje , de dan onder haar lighaam , een groote veelheid van eit.
' t welk men aan de ringen , die nog zichtbaar zijn , met jes. De Jongen die er uit voortkomen , zijn in 't eerst
een vergrootglas ontdekt, want het geheele lijf is maar helderbruin en zeer bleek. Ik heb nooit het Mannetje
een linie lang. Het legt in de gemelde wolligheid als in gevonden.
een Nestje , daar het zorg draagt voor de voortreeling. De Heer GUSMAN GALEATIUS , een menigte Mieren
De Heer ReAUMUR beweert , dat het geen eitjes legge , langs de ſtam van een wijngaard , in Italie , heen en we.
gelijk de Gall-Inſekten , maar leevende Jongen werpe ; der of op en neer ziende loopen , bevond eindelijk dat
dog de Heer Geoffroy verzekeri , dat hij zo wel eitjes zij dit deeden om het ſap te zuigen , 't welk uit zeke .
onder deszelfs lighaam gevonden heeft, als onder dat van re knobbeltjes kwam , die ten deele uit een hoornagtig
alle anderen . Dopje beſtonden , en ten deele van onderen met eenige
VIII. Schildluis der Hazelaaren ; (Coccus corijli. Re- wolligheid bedekt waaren , uit welke ten einde van veer.
AUMUR Inf. IV . T.3. f. 4. 10.) Deeze zoort behoort tot , tig dagen, kleine roode Diertjes voortkwaamen , dat ze.
de geenen, die in 't eerst wel ſchuitswijze langwerpig kerlijk Schildluisjes zijn geweest. Hij had de Mannetjes
zijn, dog in 't vervolg als de Kermes rond moeten worden. van dit Inſekt; dat groen en goudkoleurige Vliegjes waa
" Zij zijn als dan zeer mooi van koleur, bijna citroengeel ren , ontdekt.
met roodagtige vlakken getekend, en hebben als een bek- XIII . Pools Grein , in 't lat. Coccus polonicus; (Coccus
je daar de ſpleet is , door welke zij, waarſchijnlijk , be radicis ſcleranthi perennis. Linn. Sijſt. Nat.) aan de
vrugtmoeten worden ; de eijerjes, daar zij vol van zijn , wortelen van een overwinterende zoort van Knawel
doen hun naar een doosje met zand gelijken . De Jon. of Duiſendgraan , of ook van eenige andere Kruiden ,
gen zijn roodagtig , met ſprietjes en twee puntjes aan het groeit, in zommige deelen van Europa, zeker korrelt
agterlijf zigtbaar , wanneer men ze met een vergrootglas je, dat men , dewijl het veel in Poolen gevonden word ,
beſchouwt. den naam geeft van Poolsch Grein . Het groeit, bij Ro.
IX Schildluis der Lindens ; ( Coccus tiliæ . Reaum. Inf. ſtock , aan de wortelen van het Duiſendgraan ( Scleranthus
IV . T. 3. 1-3 . ) Op de Linden onthoud zich een derge . perennis Linnær. Herniaria of Knawel, ) overvoedig.
lijke Schildluis, in geſtalte weinig van die der Hazelaaren BURCHARD. Epiſt. ad Linn. 1747. Ait. Upf. 1742.
verſchillende. FRISCH heeft daar van , om dat het tot Verfſtof gebruikt
X. Schildluis van de ſteekende Palm, in 't lat. Coccus word , gewag gemaakt onder den naam van Hoogduitſche
rusci; ( Coccus rusci , teſta o &to clijpeolis cinta. LINN. Conchenilje , geevende de afbeelding van het Kruidje en
Sijſ . Nat.) COLUMNA ſpreekt van en zoort van Scho hoe het aan de Wortelen groeit , als ook van het Inſekt,
teltje of Klipklerertje, dat hij een kwaa ! noemt van de Mijr- zo gevleugeld als ongevleugeld , waar door dit Grein
teboomen ; hebbende de gedaante van een Landſchild voortgebragt word. Hij ſchrijft den oorſprong daar van
pad , uit hoekige tafeltjes zamengeſteld , van eene asch- aan zekerWespje toe , het welk in den grond zou kruipen
graauwe koleur , die naar hetpurper helt , en van onde. en de wortels ſteeken , leggende daar in een eitje ; waar
ren , daar het aan de ſtam zit, hol . De Heer Klein noemt uitblijkt, dat hem de eigentlijke huishouding van deeze
het zelve Patella, (niet Lepas ,) tesſellata. Het is, 'van ' Inſekten onbekend is geweest.
De
SCL . SCA $279
De Heer REAUMUR , die dergelijk Sobarlaken -Grein » Na dat er een menigte van deeze Greintjes ingeza
Be aan de Wortelen der Planten , in Vrankrijk , niet had ge- » meld is , doet menze in een pot , en laatze roosteren
vonden,maaktvan de Waarnemingen van den Dantziket voor't vuur , tot dat men de Wormpjes oordeelt dood
Heer BREINIUS gebruik , om de Historie daar van te te zijn. In auguſtus verlaat het Inſekt zijn eij , en
verklaaren .Die Heer , zegt hij , noemt het zelve », loopt traag langs het kruid . Het zelve heeft de grootte
Kermes der Wortelen , om het van de Kermes , die van hennipzaad , zijnde geheel week van zelfitandig.
3

aan Boomen groeit , te onderſcheiden ; alzo het zeer » heid , plat -van onderen , van boven eijrond ovaal,
naar de gemelde Scharlaken -Beſiën van Provence ge- », met dwarſe rimpels die half rond zijn , ongevaar cien
lijkt. GEOFFROY vond het ook omſtreeks Parijs niet , in getal , van den Kop tot aan den Aars. Deze rim
dog hem waren eenigen gebragt , die men er ontmoeten » pels loopen aan het onderſte van den Buik , als tot een
verzameld had ; desdit Grein ook van hem , onder den rand of plooi te zamen , langs den onderſten ointrek
naa n van purpere Kermes der Wortelen , tot de Indigena van het lijf. De Kop is klein , het Borstſtuk van bo.
betrokken word. Hiſt. des Inf. bl . 504. Zommigen , zijn i ven nauwlijks zigtbaar ; de koleur van het geheele
niet grooter dan papaver-zaad , anderen van grootte als Dier donker paarsch bruin ; het gantſche Lijf is aan
peperkorrels ; men vind er aan zommige planten maar alle kanten bezet met eene witte wolligheid van dun.
twee, aan anderen wel veertig , en zomtijds digt bij den , , ne zilverkoleurige haairtjes , die lang zijn naar de groot
oorſprong van de ſteel of ſtengeltjes. Hij nam waar, dat ,, te van het Inſekt, zo dat het zich als gepoeijerd of met
hier uit Wormpjes voortkwaamen , met zes pooten , die wit meel beſtrooid vertoond. De zes Pooten die het
eitjes leiden , onder zekere wolligheid , waar in het lijf heeft , zijn zeer klein en kort , glanzig zwart van ko :
veranderde, verborgen , en als met een dak bedekt ; wel . leur , met twee ſcherpe nageltjes gewapend. Hetheelt,
ke kleine Infekten , zo gevleugeld als ongevleugeld voort. „ twee draadagtige , zeer korte , bijuitſtek zwarte Sprie.
bragten; dog de eigentlijke vervorming van deeze Inſekten » ten , de Snuit is agterwaarts omgebogen en zeer kort.
in de gedagte Greintjes, was nog niet opgehelderd ; zo Is het Lijf aan 't end ook borſtelhaairig , gelijk LINNR.
dat daar van door den Heer ReAUMUR , negts bij gisſing » Us zegt ? De haairtjes ten minſte, ſchijnen aldaar wat
geſprooken werd. Het zal dan niet onnut , nog onvere dikker en langer te zijn , maar aan de overigen gelijk.
maaklijk zijn , dat ik hier de waarneemingen mededeel, Of zij Wieken krijgen heb ik tot nog toe , zo min als
welke aangaande dit Schepzel , door den Heer Doktor de Sexe kunnen ontdekken ; maar , zo God wil , zal
WOLFe uit Warſchau , de Hoofdſtad van Poolen , ge ik nader gelegenheid hebben , om zulks te onderzoe.
zonden zijn aan den Heer Henry BAKER te Londen , in ken . De Geſtaltewisſelingen zijn hier moeielijk waar
191
een brief , den 4 april 1763 gedagtekend , zie Philo- 99
te neemen ; dewijl dit tedere Inſekt , door allerlei leed ,
Soph. Tranfa &tions for the rear 1764. Vol. LIV. p. 91. », ligtelijk van 't leven beroofd word en ten dien tijde zig
ៗ76
» De Cocci Polonici zijn Eijeren of liever Poppen van tusſchen de ſpleeten der wortelen verbergt. De Heer
„ een Inſekt , dat nog niet genoegzaam bekend is, wele L.EDERMULLER , van Neuremberg , heeft onlangs
JE
> ke aan de wortels van verſcheide planten vast zitten , 92 daar een zeer goede afbeelding van uitgegeeven , in
212
..) en tegen 't end van juliſ, van deuitgeplukte wortelen ,, zijne waarneemingen met het Mikroskoop .
„ met een mes worden afgeſchraapt en verzameld . Die 99
Men geeft er mede een bleek karmozijne koleur aan
Planten zijn zeer verſcheiderlei, ook vind men die Wol , Katoen of Linnen , het welk op de volgende
" Greinen niet jaarlijks aan eene zelfde zoort , maar dit 9 manier geverfd word. Het Grein word in een kope .'.
jaar aan het eene , het volgende aan een ander Kruid . ren ketel gekookt met dat zuure vogt , het welke inen
In't algemeen gelooftmen , dat zij niet geronden wor. Kwas noemt, dienende in Podolie , Rusland en Ukrai.
39 den dan aan de overwinterende Sclerantius, met gea į, ne , den Armen tot een gewoone drank , die bereid
footen vrugtkelken , van Linnæus ; het welk de klei. word van roggenmeel . Men giet daar veel heet water
, ne Duizendgraan is van Bauhinus , met blad en bloem us op , en laat het in een warme plaats ſtaan tot dat het
, witagtig en naakte langwerpige zaadjes . Deeze Plant door gisting , zuur en helder word. Zo veel men da.
is
bemint de zandige plaatzen, maar is al te zeldzaam , gelijks daar van drinkt ; zo veel water word er op
dan dat daarafeen aanmerkelijke veelheid van dic Grein nieuws bij gedaan , met een hand vol Meel . Deeze
.) zou kunnen ingezaameld worden. Veel rijkelijker is drank kan ſchielijker gereed gemaakt worden , wan.
de oogst van 't zelve in de vette weiden van Podolie neer men bakkers-zuurdeeg , in een groote veelheid
en de Ukraine, alwaar men het aan alle zoorten van water ontdoet, en dit mengzel nederzet op een war.
• Aardbefiên -kruid en Zilverblad , ja dikwils ook aan de ; me plaats . In dat vogt , nu , word het Grein lang ge
wortelen van Rogge en andere planten vind ; waar van kookt; dan komt er veelſchuim en vettigheid op , wit
ik evenwel met zekerheid niet kan ſpreken . In groote zijnde als kaars- ſineer , die men zorgvuldig ſteeds af
veelheid heb ik het zien verzamelen van het witte ſchuimt tot dat zich daar van nietsmeer openbaare ; als
. Vijf vingerkruid met draadagtige kruipende ſteelen , Po . dan zal het afkookzel ſchoon bloedkoleurig , rood zijn.
„, tentilia alba , foliis digitatis quinatis , apice conniventi 9 ) Vooris kooken ze zuivere witte wol , in een andere ke.
>> Serratis, caulibus filiformibus procumbentibus , recepta. „ tel,met dergelijke Kwas en een maatige veelheid azijn ;
culis hirſutis, van Linnæus ; als ook aan het Aard- 99 welke wol zij , na dat die daar mede wel doordrons
ej beſiën -kruid, met witte bloemen , enz. Fragaria flore „ gen is , laaten droogen , en droog zijnde in het bloed
albo, foliis lanceolatis medio maximo, ſubtus villoſis, ,; koleurige vogt ſteeken, en eenige minuuten daar in op .
>> ſupra viridibus cum tenui margine argenteo, caulibus kooken. Dus blijft als in een oogenblik , al de koleur
» debilibus hirſutis. Insgelijks aan het Vijfvingerkruid , aan de wol hangen , en het vogt blijft helder als water
daar men in de Geneeskunde gebruik van maakt, Pen- over ; de dus geverfde wolle wasſchen zij afmet koud
. taphijllum officinale; en aan een zoort , die het groote ,, water , en laaten die droogen.
witte is derAutheuren , Potentilla caulescens. Linn. Deeze ruuwe behandeling leert , hoe veel die ko .
,, van alle de welken ik monſters zende. leur verbeterd zou kunnen worden , indien het in een
O 2 » tinnen
1
3286 SCH . SCH .

„ tinnen vat, met drmoniak- sout en eenfolutie van tin , zwarte , kromme Klaauwen ; de gedaante van de rime
os werde gereed gemaakt. De Inzamelaars hebben mij » pels en groeven , blijkt uit de Afbeeldingen.
„ verbaald , dat , indien de Diertjes levendig vergaderd Het is onmooglijk , de kentekenen der Sexe te vin
» en gedood worden , men daar veel fraaijer koleur van ,, den , en ſchoon zij zomwijlen bun agterfte le zaamen.
» krijgt ; het welk ik lige zou gelooven , inzonderheid » voegen , doen zij dit zo los , dat men het niet voor
, wanneer die met de zelfde zorgvuldigheid vergaderd een paaring houden kan. Zij ſchijnen in 't geheel niets
werden , als geſchied met de Conchenilje van Mexico , ,, te eeten , en kruipen rondom de plant één week of
» (aan welke , dat meer is , ons Inſektzeer gelijk ſchijnt. ,, twee ; gaande dikwils onder den grond , en daar weder
I>te zijn ,) en zij , in plaats van roostering door vuur , uitkomerde. Als dan maaken zij een diep cilindrisch ,
» met azijn gedood worden. Ik heb te Chokim veel „ gaatje , in het zand , cot aan den harden bodem van de
onderzogt naar het gene , waar mede de Turken aan » pot ; waar van zij het end bedekken met en fijne wit.
de wol een purpekoleur geeven ; maar die verwerij. ,, te zijde , die op hun lighaam groeit. Daar in leggen
my word niet geoeffend dan in klein Afie. Het algemeen zij hun Eitjes en ſterven. Anderen , die in hun werk
ne zeggen is , niettemin , dat die Verf bekoinen word „ geſtoord zijn , worden log en wit , als of zij over het
van Beſiën , welke aan de wortel van een Armeniſche „ geheele Lijf gepoeijerd waaren met een wit meel , het
Plant groeijen ,die men Romam noemt . Misſchien is dee . welk door een vergrootglas blijkt te zijn , zeer fijne ,
> ze Plant even de zelfde als het witte Vijfvingerkruid , en . witte , zijdagtige haairtjes, die overal uit het Lighaam
mooglijk hangt ook de ſchoonheid van de koleur niet „ groeijen . Op het laatſt leggen zij zich op de Rug neer ,
af dan van de konst des Verwers. de gemelde haairtjes groeijen zeer ſterk aan , tot de
De veelheid van dit Poolsch Grein , welke jaarlijks „ langte van anderhalf duim , en het Infekt vlegt , met
» uit Podolie , buitenlands word uitgevoerd , belooptten zijne Klaauwen , de haairtjes rondom het geheele Lijf;
minſte eenige duizend ponden , en bovendien gebruikt zo dat zij zig vertoonen als een klein hoopje katoen ;
, men veel daar van binnenslands. Het grootſte deel gaat maar de haairtjes zijn zo teder en fijn , dat het minſte
naar Turkijen , en veel komt daar van ook te Breslau » windje in ſtaat is om die te ſcheuren en te vernielen ;
in Sileſie. Een pond kost van agt tot tien Poolſche ..in dat hoopje katoen leggen zij hunne Eitjes , en ſtere
Guldens, dat omtrent één Rijksdaalder is , wat min of ,, ven dan , blijvende dus toe aan het midden van julij.
jy meer ; ep met eer pond , kunnen ongevaar twintig pon-, Naderhand , ſchoon gaatjes maakende in den grond, of
den woi gekol eurd worden . >> hoopjes wolligheid , ſterven zij zonder Eitjes te lege
In een Brief van den 23 November 1703 , door dien , gen . De Eitjes, wier getalvan vijftig tot honderd is ,
zelfden Doktor WOLFE , van Warſchau , aan den Heer ,, zijn karmozijnrood , doorfchijnende, naauwlijks zigtbaar
Baker gezonden , geeft dezelve hem berigt van zijne », met het bloote oog , langwerpig en inet ronde enden .
waarneemingen op dat zelfde Inſekt; inzonderheid de In een week zijds kruipen er de jonge Inſekten uit ,
verandering en voortteeling betreffende , die zeer merk- 9) die aan de ouden gelijk , maar glad , doorſchijnende en be
waardig zijn , en de historie van het zelve zeer ophelde. karmɔzijnrood zijn . Ik bood hun dagelijks verſche wor.
Ten . Zie hier wat zijn Ed . dienaangaande ſchrijft. Phi. telen van het duizendgraan aan , maar ik kan niet zeg .
lofoph. Tranſ. utſ upra.pag . 95. s gen , dat zij er eenigen van gegeeten hebben. In één
”. Ik heb dezen zomer , mij verlustigd met de Pool. week oftwee verdwijnen ze , gaande onder den grond.
sche Conchenilje , die onbekend is en verwaarloosd In het begin van augustus vond ik een zeer klein wic
9

word in Poolen . De verſcheiderlei zoorten van Poo » Vliegje , watgelijkende naar het geene onderſtelt word
) tentilla zijn hier zeer zeldzaam , en het was alleen op her Mannetje Inſekt te zijn ; het had een derdedeel der
» het kleine Duizendgraan of de overwinterende Scle . „ grootte van het geene io 't werk van LederMULLER
ranthus van LINNÆUS , dat ik de Conchenilje vond. is afgebeeld. Het heeft een Lighaam als een Mug,
Ik vergaderde ontrent driehondert van de Greinen , en * ſneeuw -wit,
van onderen gepoejerd , maar op de Rug
deed die met de planten en eenig zand in groote pot- » glanzig graauw , met zes dunne ſneeuw -witte Pootjes
ten ; zij zijn van verſchillende grootte. De Inſekten „ zonder klaauwen , een grooten dikken Kop , twee zeer
kruipen uit hunne huisjes, dat de gemelde Greinen kleine uitpuilende Oogen, twee haairagtige Hoorntjes ,
99

w zijn , van het begin van junij tot aan het midden van twee Wieken , die taamelijk groot zijn in vergelijking
s augustus ; omtrent vijftig kwaainen er uit onder mijn van het lijf, van onderen ſneeuw -wit en glanzig graauw
„ oog. Zij zijn allen naauwkeurig van dezelfde gedaan. ,. van bovea. Het lijf loopt daar agteren (maller , en
-> te; maar zommigen zijn driemaal kleiner dan de an- heeft een Staart van drie witte haairtjes , dieuitermaa..
deren , naar de grootte van hunne greintjes, die uit een te fijn , en drie of viermaal zo lang als het geheele
dunne , ronde wicce huid beſtaan . Altemaal zijn zij Vliegje zijn. Alzo dit , evenwel, maar het eenigſte
> min of meer haairig , zommigen van een donkere ko. > was onder driehondert , en zo weinig gelijkende naar
is leur, anderen wat hooger rood ; eenigen ſchijnen wat > de overige , ben ik zeer in twijfel , of het wel van
langer , eenigen wat breeder te zijn , maar deeze ver- dat geſlagt zij.”
> fchillendheden hangen , oogſchijnlijk afvan hunne vrij. Men heeft aan het Boomgewas , dat de Beerendruif ,
» willige uitrekking , en van hunnen ouderdom ; aange. Uva urfi word getijteld , in Sweeden thans ookhetgreintjes
zelve,
van
# zien zij, van dag tot dag , donkerer en haairiger worden. ontdekt , die eigentlijk aan de ſteeltjes
Geen Bek vertoond zich daar aan , maar een diepe op vogtige plaatzen in de grond leggen , groeijen ; be
$ plooij of groef aan het bovenſte gedeelte van de Borst, ſtaande insgelijks uit een blaasje, waar in het Diertje
Twee bij uitſtek kleine donkere tippen ſchijnen de Oo- zit , dat bloedrood ſap geeft. Zie Linn. Faun. Suec .
» gen te zijn . De twee Hoornen zijn dik , als een ſchroef ed . Il. p. 266.
* gedraaid , ter langte van de borst , in een ſtompe punt xiv. Schildluis van het Muiſenoor, in 't lat. Coccuspi.
» uiiloopende; de twee voorſte Pooten zijn tweemaal zo lofella ; (Coccus radicis Hieracii piloſelle. Linn. Sijft.
» groot alsde vier,agterſte, en zij hebben alle ſcherpe , Nat.) Aan de Wortelen van het plantje, 't welk Muizen
Oor
SCH. SCH . 3285.
Oor genoemt word , wegens de figuur en haairigheid zij- Iriſekt 't welk zijn Ed. zeer omſtandig beſchrijft, (om aan
der bladen; eenzoortvan Havikskruid , ook op zandige te toonen dat er de Botjes of Leverwormen , van het
hooge plaatzen in 't duin en elders groeijende ; onthoud Wolvee niet uit voortkomen , gelijk de Boeren in de Be
zichdeeze Schildluis. Het dopje van dezelve zit zom- verwijk zich verbeeld hadden ; ) viervleugelig zijnde ,
tijds ook wel , dog zeldzaam , aan de ſteeltjes van ſchijnt bovendien , door de manier van de bladen zamen
dat Kruid , en word van het gemeen , bij Rostok aan de tetrekken , en door zijn ſpringen , veeleer te behooren
Oostzee, omtrent Sint Jans-dag opgezogt , inzonderheid tot het der Bladzuigertjes geſlagt. Die evenwel , wel.
op den Galgenberg, als de beste zijnde. Men noemtze ke daar van de eerſte zoort uitmaaks, onthield zich op
deswegens Sint Jans Bloed , en heeft veele bijgeloovige een ander zoort van Gras.
denkbeelden , aangaande het verwen der Klederen , met XVI. Schildluis van de Hagedoorn ; ( Coccus crategi
deszelfs roode ſap en van deBeſiën bij zich te draagen. Dee. oxijacanthe. Reaum . Inf. IV . T. 6. f. 11 , 12 Dat Ge .
ze Dopjes , zegt de Heer BURCHARD , zijn hooger van was , het welk hier te lande Jikwils tot omheiningen
kolear , dog kleiner dan die van 't Poolsche-Grein . van Tuinen en Moeshoven gebruikt word , onder den
XV. Schildluis van het Kanarij-zaad , in't lat. Coccus naam van Hagedoorn , voed , volgens Reaumur een zoort.
phalaridis; (Coccusradicum Phalaridis. Linn. Sijft. Nat.) van Schildluijen, die , zo wel als de Schildluifen van den
Deeze onthoud zich , volgens LINNÆUS aan de worte. Wijngaard , in eene wolligheid alsgehuisvest zijn , dog,
len van die Plant , welke het Kanarij-zaad uitlevert, en: de gedaante niet van een ongekeerd fchoteltje of ſchuitje
in de Nederlanden ook veel gezaaid word. Zij komt over hebben , maar rond verbevererzijn , hoewel nietzo rond
vloedigst voor in een vette grond en wel allermeest , daar als de Kermes der Eickeboomen. Eigentlijk leggen dee .
de roode Mieren ſterk bezig zijn met graaven. Het Dier ze Inſekten maar als op een bed van wolle ; gelijk zijne
heeft de grootte van een hennipzaadje, is witagtig , met ſterk vergrootte afbeelding aantoond; zo dat nietde wol.
de Pooten alleen een weinig rood ; de Snuit omgeboo- ligheid hun , maar dat zij dezelve ten deele bedekken ,
gen ; het Agterlijf aan 't end ſtomp en naauwlijks haairig. gelijkerwijs een Vogel , die op zijn Nest te broeden zit.
Žijn Ed.had het vliegende Inſekt daar van niet gezien , Dit is een aanmerkelijke bijzonderheid van deeze Schild.
en twijffelde derhalven tot welk Gellagt het te betrek . Luizen , welke men , 20 't ſchijnt, in Sweeden niet ge.
ken waare . vonden heeft.
De Heer GEOFFROY brengt tot de Conchenilje thuis XVII . Conchenilje , door de meeste Autheuren Coccia
een Infekt, dat hij de Schildluis van het Gras noemt , nella alis deflituta , corpore rugoſo , genoemd ; ( Coccus
met het lijf roozekoleur, en daar hij ook niet van catti coccinelliferi. Linn. Sijft. Nat.) Tot dit geſlagt
kende dan het Wijfje , veel gelijkende naar die der Uitu behoort eene der vermaarde Drogerijën , welke de nieu.
heemſche gewasſen . Deeze was insgelijks witagtig , een hedendaags uitlevert ; te weeten het Con
we Wereld ons
weinig vleeschkoleurig ,met een meelagtig poeijer bedekt, chenilje- Inſekt. Zommigen meenen , met MENAGE , dat
hebbende twee korte Sprieten en zes Pooren. Men vind deeze verfſtof haaren naain , die zeer verſcheidelijk ge
dezelve , zegt bij , op die zoort van Gramen , welke Lir. {peld word , van het woord Coccus , en bij verkleining Coc
.
Næus Phalaris poemt, langs welkers pijpagtige ſteeltjes cinula, zou hebben. Doktor W. van Ranouw Natuur.
1 dit Luisje nestjes maakt van een katoenagtige witte ſtof- en Konse -Kabinet , jan. & feb. 1722. p . 115. oordeelde
fe , in welke hei zijne Eiljes legt. De draadjes van zijn dit te waarſchijnelijker , om dat de Conchenilje , zowel
Staart vertoonen zich naauwlijks . als de Kermes van Provence , eene der alleruitmunterdo
Linnæus noemt geene zoort van Gras Phalaris, maar ſten is onder de verfſtoffen . Dog ik vraag , of de ver
1
Phalaris maakt bij hem een Genagt , waar in voor eerst , kleining dan wel plaats moest hebben ,en ofde Spanjaarden,
. bet Kanarijzaad , dat van ouds dien naam voert; en ver- door wien reeds in den jaare 1526 deeze ſtoffe van His.
1 volgens eenige zoorten van Gras , die daar mede in de paniola , onder den naam van Cocheniglia of Cochinilla ,
deelen der vrugtmaaking overeen koomen , begreepen in Europa werd overgebragt , welgedagt hebben om bet
zijn. Die zoort , aan welks wortelen dit Grein zich be. woord Coccus ? Men heeft denkelijk toen al geweeten ,
vind , is volgens hem , hetKanarijzaad. Of het in Vrank dat het Inſekten waaren en geen veſiën gelijk de Kermes ;
rijk , aan een zoort van Gras tot de Phalaris behooren- zo dat men den naam met meer reden ,afleiden kan van
de , gevonden zij , weet ik niet ; nog ook of het een het ſpaansch word Cochina, het welk een Pisſėbed ofMuur
zelfde Diertje zij , als dat Luisje , waar van de Hooglee. varken betekend ; te meer, aangezien de Spaanſchen zelf
saar P. Camper ſchrijft, dat het zich onthoud aan Gras een Houtluisje, ofdergelijk klein Infekt, Cochinilla noe
welkers zaad , even als de Plampen , op den Halm ſtaat. men. Zeer verkeerd ſchrijven derhalven, zonmigen Cou
De latijoſche benaaming , welke zijn Ed . er bij voegt, chenille, en beter , gelijk de franíchen , Cochenille , of,
doet mij begrijpen , dat dit een zoort van Gras is, welks volgens onze uitſpraak en gewoonte, Conchenilje. Te meer
Aairen naar die van de Lischododden gelijken , dog ſmal mag dit laatſte plaats hebben , om dat deeze verfſtof
1 zijn. Gramen Tijphoides Spica anguſtiore, C. B. Pin. Die als tot vervulling ſtrekt van de purperverf der Ouden ,
zoorten van Gras heeten Vosſe.ſtaartjes in't neerduitsch , dieuiteen Zee Slak ( Conche 'Fijria) gehaald werd.
en men vind ze zeer dikwils op drooge weiden , meest in Reaumur ſchrijft , dat Mexico het eenigſte Land is ,
zandgronden , gelijk de Heer COMMELIN zeer wel aange. alwaar de Conchenilje word ingezameld. Men vindze ,
tekend heeft. Ook betrekt Linnæus dezelven tot het naamelijk , wel op de Westindiſche Eilanden , als ook in
geſlage van Alopecurus, onderſcheidende haar van die verſcheide deelen van Zuid-Amerika, inzonderheid in t
zoorien , welke naar het Kanarij zaad gelijken. Peru ; maar die aldaar valt , word niet zo zeer tot den
De Heer Camper heeft in de geſtalte van dit Gras , uitvoer naar Europa , als wel tot het verwen van ſtoffen
den grond, eenig verſchil gevonden , door het zel binnenlands gebruikt ; zijnde , naamelijk meest die men
ve te zaaijen in den Akademie Tuin te Groningen; als Wilde noemí, als van zelf voortkoomende. In Nieuw
zijndede airen dus veel grouter geweest , dan die in Vries- Spanje alleen , is ' t, dat aanmerkelijke teelingen van
land in 't wilde groeijen ; dat niet te verwonderen is. Het deeze verfſtof plaats hebben ; het welk op die mar
O 3 pie
3282 SCH. SCH .

nier geſchied , als wij ſtraks zullen beſchouwen. voert dikwils, zeer oneigen den naam van Conchoniljee
Men heeft , zeid ik daar even , waarſchijnlijk alvan Plant. Het ſchijnt evenwel dat de Vrugt weinig ver
ouds geweeten , dat het Inſekten waaren. Dit ſtuk, on. ſchille , alzo die der Westindiſche Opuntia ook een eet.
dertusſchen, gaf op't end van de voorgaande en in het baare Vijg is , met bloedrood ſap , het welk een denk
begin van deeze eeuw , aanleiding tot hevige geſchil. beeld geeft van den oorſprong dier ſchoone verwko .
len , die niet dan na verloop van veele Jaaren , t'ee leur ..
nemaal beſlist werden . De Heer PLUMIER had , in den De Indiaanen planten rondom huone wooningen de
Jaare 1692 , aan Pomet verzekerd , dat de Conchenilje een Nopal of Vijgplant, tot de ceeling van deeze Inſek
Inſekt was , hetwelk niet alleenin Mexico op de Opuntia ten, waar van zij verſcheide inzamelingen hebben in
groeide , maar dat ook op de Westindiſche Eilanden een jaar. De laatſte geſchied tegen de aannaadering
voorkwam , aan de Acacia's en aan zekere Boomen , die van het regen - faizoen . Op dat deeze Inſekten , die
men aldaar Kerſeboomen noemt; dog Pomer bleef, op zeer teder zijn , door het zelve niet vernield mogen
't gezag van een onkundig korrespondent, dien hij op worden , ſnijden zij eenige bladen af , waar op er vee
St. Domingo had, ſtaande houden , hat deeze verfſtof len zitten , die nog tot de volle aangroejing niet ge
het zaad was van een plant , grocijende in kleine peult komen zijn ; brengen die in huis , en beſchuttenze dus
jes van gedaante als een hart, enz . Andere geleerden , voor de ongemakken van wind en onweer. De bladen
HartsOeKur en de la Hire naamelijk , die verfſtof zijn , door hunne ſappigheid, van die eigenſchap , dat zij
zelf, naauwkeurig beſchouwende, ontdekten wel haast , lang frisch blijven , ſchoon zij geen voedzel meer van
dat Pater Plumber gelijk had ; het welk door de proe. de Plant ontvangen , en hun fap verſtrekt tot voeding
ven van Doctor Geoffroy in den jaare 1714 bevestigd der Inſekten , die dus, tegen dat het regen faizoen over
werd. Het allerkragtigſte bewijs , evenwel , van die is , bekwaam zijn om jongen te werpen . Hier uit kan
zaali , kwam in 't jaar 1729 eerst te voorſchijn ; wan- men begrijpen , waarom deeze Conchenilje de huiſelijke
neer zeker Heer de Ruuscher te Amſterdam , een of tamme getijteld word .
werkje aan 't licht gaf over de Conchenilje , en daar in De Indiaanen immers , maaken , 't zij van mos dat aan
buiten alle tegenſpraak ſtelde , dat dezelve een Inſekt is.. de boomen groeit , 't zij van fijn hooij of ſtroo , 't zij
Moogelijk was dit de eerſtemaal, zegt Reaumur , dat van de haairigheid die er zit om de kokosnooten ; of ook
geſchillen in de Natuurlijke Hiſtorie , op een gerechte van boomwol, kleine nestjes , doende in ieder twaalf
lijke wijze, behandeld en beſlist zijn geworden. Men of veertien van deeze Inſekten ; en deeze worden ge :
vind in dat werk , formeele verklaaringen , onder eede bragt in plantagiën van zulk gewas, daar toe bevorens
afgelegt voor den Regter , en door een Noiaris beſchree. gereed gemaakt, en tusſchen de bladen geplaatst , aan
ven in de Stad Antiquera, leggende in de Valeij van welker doornen men die nestjes zeer gemakkelijk kan
Guaxaca , dat een Provincie van Mexico van groote vast maaken. De veelheid ſchikt men , naar dat men
uitgeſtrektheid is , waarin men zeer veel van deeze verf. denkt , dat er de plant kan voeden ; het welk de onder
ſtof inzameld. Gemelde veris laaringen zijn gedaan door vinding genoegzaam aanwijst , en uit de meer of minder
Ingezetenen des lands , die de Corchenilje aldaar zien veelheid, die men op eene plant brengt , kan ook ge
teelen of zelf geteeld hadden , en deeze komen alle daar makkelijk verſchil in de groejing en grootte van deezo
in overeen , dat het een Inſekt is , en wel een Inſekt Inſekten ontſtaan. In Peru , daar geen zo ſterk of in 't
dat leevende Jongen voortbrengt , geen eijtjes of nee . geheel geen regen -faizoen plaats heeft, laat'men de Ou .
ten legt ; hoewel in eenige bijzonderheden van deszelfs den , die aan 't werpen toe zijn , zulks doen in kleine
levensmanier een weinig verſchillende. Zij hebben ten korfjes , en brengt de Jongen daar mede op de Opuntia;
grondſag geftrekt van het geene men aangaande deszelfs wordende de veelheid van een Henne eij.dop vol voor
historie bij ReUAMUR vind. eene Plant genoeg geoordeeld. In Mexico duurt het
Behalve de wilde Conchenilje, die , als gezegd is , omtrent drie of vier dagen , eer de Ouden , in gemelde
meest valt in Peru , of ook elders , en dikwils den naam nestjes voortteelen , die als dan van een ongelooflijke 1

voert van Campêchiſche, naar de Baaij van dien naam , menigte , bijna onzichtbaare Jongen grimmelen, want
is er eene , die men bij uitmuntendheid fijne of Meſtéque jeder werpt er duizenden van , die , om de woorden van
noemt; het zij naar een Provincie van de Honduras, eenigen der verklaaringen , boven gemeld , te volgen ,
het zij om dat men deeze als tam voortteelt. Of het niet grooter zijn dan ſpeldepuntjes, of als Kaasmijten ,
weezentlijk verſchillende Inſekten zijn , die de verſchil. jonge Vloojen , enz.
lende zoorten uitleveren , is niet zeker ; want het ver- De Concheniljes, nieuwlings gebooren , zegt Reau
9

(chil van grootte en gevoedheid zou inisſchien wel al. ,, MUR , verlaaten wel dra het nest ; zij gaan op de bla .
leen van meer of mindere fappigheid der Planten , waar den van de Nopal, verſpreiden zich daar , en loopen
op men ze verzameld , of van de behandeling afhanglijk , er waarſchijnlijk langs , gelijkerwijs onze jonge Galle
kunnen zijn. De Pijgplant, die deeze Inſekten uitle- » Inſekten of de Bastaard Gall- Inſekten doen , blijven .
vert , is een zoort van Opuntia , welke van de geene die de , even als die , niet lang zonder zich vast te zetten.
men in Europa heeft, verſchilt, door dien de bladen Zij knaagen dat gewas geenzints, vergenoegende zich
niet plat maar eijrondagtig en minder ſtekelig zijn , maa- met in de bladen te ſteeken en het ſap te haalen uit de
kende een gewas van ongeveer drie ellen hoog , dat de „ plaats , waar zij zich neergezet hebben ; om aldaar te
Indiaanen Nopalli, Nopalléra of Nopal Nichetzli noe. blijven , tot dat zij al hunne aangroejing hebben be.
men , volgens HeRNANDEZ. De Franſchen noemen de „ komen , en zelf in ſtaat zijn om ieder een groot getal
gemeene zoort , die in Spanjen en aan de Middeland- Jongen voort te brengen . De Concheniljes hechten
fche zeemenigvuldig groeit, wegensde platheid en fi- „ zich, voornaamelijk,aan plaatzen van de Plant die
guur der bladen ook wel Raquette, dat is Raketplant , , de groenten zijn , als de fappigſten zijnde , en tevens
of Cardasſe, dat afkomſtig is van Vollers-Kaarden ; de. daar zij meest beſchut zijn voor den wind. In de
wijl de bladen vol ſtekels zijn . Deeze laatstgemelde , koudſte landſtreeken , der genen waar van men deeze
» verf.
SCH . SCH . 3283
verfſtof teelt, worden de nestjes en de bls.den , op mij een berigt van derzelver levensmánier , met eeni.
welken de jonge Inſekten moeten kruipen , met mac. „ ge Mannetjes Inſekcen , die hij zelf verzameld had ,
7 ten bedekt, het welke dezelven beſchui ' oordekou. „ geliefde toe te zenden ; het welk hij de goedheid had
de , en voor den regen , die er veel van zou kuncen ,, van voorleeden voorjaar te doen , met eenige waar
sy doen vergaan . ” In de bergagtige deelen van Peru neemingen daar omtrent , als volgt. 33

zelf lijden zij , volgens D' ULLOA , veel afbreuk van In augustus van 't jaar 1759 ving ik een Mannetjes
den noordewind, die de eijtjes van de bladen ( chud. Conchenilje Vliegje, en onderzogt het zelve in uw wa.
• Voor rijp en ſneeuw trägten de Indiaanen hun , door vuurter-Mikroskoop . Zelden ontinoet men een Mannetje ;
enrook , te beveiligen. Ook zijn de kleine Vogeltjes zeer ik verbeeld mij , dat er wel honderdvijftig of twee
gretig naar deeze Inſekten , die boven dien door ander honderd Wijfjes tegen één Mannetje zijn . Het is een
Ongediert vernield worden; zo dat het Landvolk de han . zeer vlug en wel gemaakt Schepzeltje, maar rank in
den vol werks daar aan heeft. vergelijking van de Wijfjes, die veel grooter en wan
3 Omtrent de eigentlijke geſtalte van deeze Inſekten , is " ſtalliger zijn , oogſchijnlijk traag , vadzig en onwerk
men tot nu onlangs in merkelijke onzekerheid geweest. zaam . Zij vertoonen zich in 't algemeen , zo overgroeid ,
Zommigen hebben ze bij de Tekken of Hondsluizen verge dat haare Oogen en Bek teenemaal weg gedooken zijn
leeken ; dog hoewel de figuur niet veel daar van verſchilt , in haare rimpels of ploojen , ja haare Sprieten en Poo.
komt de grootte meer met die van de gewoone Weeglui: -ten zijn daar mede ook bijkans bedekt , en zo belemmerd
zen overeen , bij welken Pater Plumier hun vergelijkt. in de beweeging door de zwellingen omtrent de inplan
In't Jaar 1756 werd zodanig een Inſekt, door den Heer tingen haarer Pooten , dat zij die , veel min haar lijf ,
ROLANDER , levendig overgezonden in de Akademie-tuin naauwlijks beweegen kunnen .
van Upſal ,waar'op Linnæus de Geſtalte aldus beſchrijft. De Kop van 't Mannetje is zeer van de Hals onderſchei
Het lijf is plat , wollig , met dwarze rimpels , en de den , die veel finaller dan de Kop en nog ongelijk ſmal
„ zijdranden van de Rug wederzijds dubbeld ; waar van ler dan het Lighaam is , zoals men op Plaat H pag. 3182.
3) de bovenſte kortst ; de Buik purperkoleurig , de Bek fig. II kan zien , alwaar a het Diertje na 't leven , en 6 hec
een elswiize Stip , uit het midden van de Borst ; de zelve vergroot vertoond. Het Borstſtuk is elliptisch , iets
ji Sprieten elsvormig , een derde korterdan het Lijf; de langer dan de Kop en Hals te zamen ; van onderen plat.
Pooten kort en zwart." aglig. Op het voorhoofd zijn twee lange Sprieten , veel
Onder dit alles was een diep ſtilzwijgen bij de Autheu . langer dan de Sprieten der Wijfjes, welke het Inſekt zeer
ren , aangaande het Mannetje van de Conchenilje. Dit vlag naar alle kanten beweegt. Deeze Sprieten beſtaan
deed den engelſchen Heer ELLIS , weinig jaaren ge geheel uit leedjes, waar van ieder twee korte borſteltjes
Zo heeft het ook weder.
- leeden , beſluiten , om een vertoog in te leveren aan de uitgeeft, t'wee aan elke zijde.
Koninglijke Societeit van Londen , waar in zijn Ed. be. zijds , drie gewrichte Pooten , beweegende zich zeer vlug
rigt en naauwkeurigeſterk vergrootte afbeeldingen geeft, en met een verbaaſende fnelheid. Uit het eind van den
zo van de Mannetjes als Wijfjes Conchenilje- Injekten. Ik Staart koomen twee borstels of haairijes voort , die vier
zal, het geene ons onderwerp betreſt, daar uit mede- of vijfmaal zo lang zijn als het Infekt; wijkende al ver
deelen . der van elkander af, zeer dun en van eene zuiver (neeuw
Hoorende , zegt dien Heer , dat dit Inſekt in groo. witte kofeur. Het heeft twee Vleugels , die haar aan .
te overvloed voortteelt op de geineene Vijgplant, die vang neemen van het ruggelingſe deel der ſchouderen of
; een inboorling is en zeer menigvuldig groeit in Geor- des borsſtuks,en horizontaal nederleggen als de wieken der
,, zie en Zuid-Karolina , zo wel als op de Mexicaan- gemeene Vlieg, wanneer het Inſekt loopt; in welk poſtuur
ſche Vijgplant ,die reeds veele jaaren geleeden inge het zelve in fig. 11 is afgebeeld , deezeWieken zijn lang
voerd is op Jamaika ; zo verzogt ik met een brief , werpig , aan 't end rond , er bijna gelijk van breedte over
Doktor ALEXANDER GARDEN van Charles - Town in de geheele langte , maar ſchielijk verſmallende bij de in
Zuid-Karolina , mij eenige leden toe te zenden van planting, geheel doorſchijnende en van koleur zo wic als
de gemeene Vijgplant, met de Inſekten daar op , het ſneeuw ; twee aderen loopen er door heen , een aan de bui .
welk hij deed in 't laatſte van het jaar 1757. Deeze ten een aan de binnenkant. Het Lijf van het Mannetje
1
monſters waren vol van de nesten van dit Inſekt, waar is lichter rood , en op ver na zo breed niet als dat van't
op het zich vertoonde in zijn verſcheiderlei ſtaaten ,Wijfje .
9) van den allerkleinſten af , wanneer het her en der. De Heer Ellis heeft daar bij gevoegd de geſtalte van
waards loopt , tot den ſtaat wanneer het vast zit , be. het Wijfje, zo van boven als van onderen te zien , gelijk
9)wonden in fijne web , welkehet om zich heen ſpint. het zelve ook op Plaat H. fig. 12 en 13 vertoond word , al
Om nu de Mannetjes te vinden , onderzogt ik alle waar d en f de natuurlijke grootte van het Inſekt aan
de webben op deeze monſters , benevens een groote wijſen , en c en e het zelve vergroot. In die geſtalte is het
» partij, welke de Doktor mij gezonden had , die van veel kleiner , dan wanneer het volJongen of Eicies, tot
de Planten in Karolina afgeplukt waren , en ontdekte gebruik bekwaam word , als wanneer de Pooten bijna ge
» op 't laast drie of vier kleine Vliegjes met witte wie. heel weg zijn , zo als uit de vergrootte afbeelding fig . 14
ken. Ik liet dezelven in ſlappe wijngeest weeken , in g. op zijde te zien is. Wanneer het begint te ſpin
en ze met het Mikroskoop onderzoekende , beſpeur: ' nen , dan is de grootte en gedaante als k in fig. 15 , en
de ik , dat haare lighaamen van een helder roode ko. men word nog duidelijker het Snuitie gewaar , in de
leur waren, 't welk mnij overtuigde , dat zij geen an vergrootte gedaante į dan in e fig. 13, hebbende zijn
dere dan de Mannetjes Conchenilje. Inſekten konden oorſprong in 't midden van dit Borstſtuk. Dit werktuig ,
zijn. Om verder in mijn gevoelen te worden beves hoe klein ook , en voor het bloote oog geheel onzicht.
„, tigd , maakte ik mijne ontdekking aan Doktor GAR- baar , ſtrekt het Diertje niet alleen om zijn voedzel in te
,, den bekend ; waar ik een naauwkeurige tekening door zuigen , maar ook om zijne web te ſpinnen , als gemeld
n't mikroskoop bijvoegde , verzoekende hem , dat hij is ; waar toe het aan 't end, in twee fijne draadjes uit .
loopt.
: 3284 ICH . . SCH .

· loopt. Die de moeite neemt , van de Conchenilje , zo worden , als gezegd is , met een haairen penceeltje of
als wij die ontvangen , een etmaal in warm water te laa- kwastje van de planten afgeveegd. De derde Inzame.
ten weeken , zal dikwils daar aan , met het Mikroskoop ling eindelijk , valt tegen het rtgen-laizoen , wanneer
of met een enkel Vergrootglas , iets van de Pootjes, de Jongen, die door eenigen van de laastgemelden ge
Sprieten , en zelfs het Snuitje of ten minſten de ringen legd zijn ., weder tot volwasſenbeid zijn gekomen, en
van het Lijf , nog ontdekken kunnen . Ook zal men zelf gereed om voort te ieeien. Dan is het , dat men
zegt hij , op een orlogieglaasje, in een weinig water , tevens een voorraad opdoet van bladen met Jongen be .
met een fijn lancetje , het Diertje , dus geweekt, ope- laadun , om die in huis te bewaaren , tot dat het regen .
nende, gemeenlijk een groot getal Eijtjes met de Jongen ſaizoen een end genomen heeft. Deeze laatſte levert
daar in gewaar worden , hebbende een zeer ſterke kar. geen zo goede waar uit , als de middelſte; deels on dat ,
mozijn koleur. door het ſchraapen van de bladep veel vuil er onder
Het Wijfjes Conchenilje- Inſekt ondergaat dus wel gee . gemengd word ; deels , om dat de Conchenilje als dan
ne aanmerkelijke verandering, wordende alleen grooter uit Jongen en Ouden door malkander beſtaat ; 't welk
en dikker , tot dat het ſterft ; maar het Mannetje volgt de reden is , dat de Spanjaarden dezelve , die dus is in.
eenigermaate de manier der Inſekten in 't algemeen. In gezameld , Granilla noemen .
't eerst , naamelijk , is het ongevleugeld , dan ſpint het Deontdekking van Amerika heeft , buiten twijffel meer
: voor zich , insgelijks een fijn zijden tonnetje, van lang . voordeel aan Europa toegebra t door de ſtoffen , die tot
werpige figuur, waar het als een Pop in zal huisvesten, wezentlijk gebruik dienen, dan door 't zilver en goud ,
alzo het eindelijk met wieken , daar uit te voorſchijn dat dit wereldsdeel uitlevert. Aan den eenen kant bad
komt. De web die het Wijfje ſpint, is zeer dun en men die kostbaare metaalen reeds; zij zijn er negts ge
· wit , ſchijnende alleenlijk tot een bekleedzel te dienen , meener door geworden ,en hebben tot verrijking geſtrekt
om haar te beſchutten in de zwangerheid , tot dat de van de Koninglijke Schatkisten; daar de andere pro.
Jongen uit haar lijf kruipen , wanneer tevens de Moer ducten tot kostwinning dienen van Burger en Ambagts
ſterft. Dit laatſte tragt men in Mexico , alwaar de voor- man ; om nu niet te ſpreeken van het nut , dat er de
naamſte teeling van de Conchenilje plaats heeft , met al . Koophandel van trekt. Onder deeze laatſte is de Con.
le zorgvuldigheid voortekoomen ;dewijl anders die ſchoo. chenilje , zekerlijk van de miniten niet; 't zij wegens
ne Verf, om welke de Conchenilje zo gewild en geldig haar gebruik , 't zij wegens haare veelheid . Een Ver.
is , verlooren gaat. toog , dat door den Heer de NEUFVILLE , in 't voorſte
In dit artikel, naamelijk de Ouden te dooden , terwijl des jaars 1736 van Amſterdam aan den Heer du Far
de Jonger of Eijtjes nog daar in zijn , en niettemin zich te Parijs gezonden , en kort daar na in de Akademie
in een ſtaat van de uiterſte rijpheid bevinden , beſtaat voorgelezen werd , geeft daar van een omſtandig berigt:
de gebeele bereiding van deeze Verfſtoffe. Na dat de Men rekent, zegt hij , dat de Spaanſche Vioot, op
inzameling daar van geſchied is, door deeze Inſekten ieder retour in Europa , van twee tot drie duizend ſus
met een penceel of kwastje van deeze bladen af te vee . rons Conchenilje mede brengt. Een ſuron is een baal,
gen ; neemen de Indiaanen het mandje , waar in zij de gemaakt van een verſche Osſenbuid , met het haair bin.
Inſekten geveegd hebben , en dompelen het in heet wa- nenwaards gekeerd , weegende van honderd en dertig tot
ter , waarna zij het wederom in de zonneſchijn te droo- twee honderd ponden. De Azogue- Schepen die voor.
gen zetten. Anderen hebben een zoort van fornuisjes, uit gaan , brengen met zich van zeven tot veertien hon .
daar toe gemaakt , waar in men de Conchenilje, op mat- derd zulkebaalen . Bovendien word er , door engelſche
jes , doorzekeren trap van hitce doet ſterven. Anderen en andere Schepen ter Quik , nog zeer veel uitgevoerd ;
doen zulks op de plaaten , daar zij het brood op bakken , des men de veelheid van Conchenilje, die jaarlijks in
door vuur , daar onder geſtookt. Door deeze verſchei. Europa komt, met hem wel begrooten mag op 4400
derleihandelwijzen word het verſchil van koleur in dee baalen , en ſtellende ieder op 200 pond; zo bedraagt dic
ze Inſekten te weeg gebragt. Die men door heet water 880 duizend ponden , in 't jaar. Hier rekent hij , dat
dood, verliezen het witte poeijer, dat als een overblijf. omtrent een derde wilde Conchenilje onder zij ; des de
zel van de web haar bedekte , en de geenen , die op mat- veelheid der fijne, Mestéque genoemd , door hem ge
jes in de fornuizen gedroogd zijn , grijsagtig maakt of ſteld word op 700 duizend ponden , en ieder pond van
van koleur als jaspis , weshalven deeze den naam voert deeze rekenende op 21 franſche livres of ruim tien gul.
van Jaspeada, terwijl de eerstgemelde Renegrida word den hollandsch, bedraagt dit, in een jaar, meer dan ze.
genoemd, en die door vuur te ſterk gebrand is of ver. ven millioenen guldens. De wilde het pond op een
ſchroeid , gelijk op de gedagte haardplaaten dikwils ge. daalder rekenende , zou daar van nog bij de drie tonnen
ſchied, noemen zij Negra , dat is zwarte Conchenilje. gouds komen ; zo dat , volgens zijne rekening , de waar
Men kan ze ook wel door de bitte van de zonneſchijn de van deeze koopmanſchap , die jaarlijks in Europa
alleen dooden , en dit is de beste manier , om de koleur aangebragt word , ten minſten vijftien millioepen livres
te behouden in haare ſchoonheid . beloopt.
Drie Inzamelingen hebben er , jaarlijks , van deeze verf De Kooplieden ſtrekken hunne gedagten zelden ver .
ftof plaats in 't Mexikaansch gebied. De eerſte is van der uit , dan tot de waarde. Wij zullen deeze veelheid
die zelfde Ouden, welke men op de Planten gebragt eens natuurkundig beſchouwen , en den Lezer doen
heeft, om er de Jongen te werpen in de nestjes, voor opmerken , hoe groot een menigte er dan , van deeze
hun gemaakt. Deeze Inzameling moet een van de klein kleine Inſekten moet ingezameld worden. Een vierde
sten en geringſten zijn. Na verloop van drie of vier lood bevat er ten minſten vijf honderd , derhalven het
maanden , vroeger of laater naar dat het faiſoen meer of lood twee duizend , en dus zullen er tusſchen de 60 en 70
min gunſtig is geweest, geſchied de tweede. Als dan , duizend in een pond gaan. Men behoeft negts het getal der
naamelijk , zijn de Jongen reeds tot de volwasſenheid ponden daar mede te vermenigvuldigen ,om eenemenigie
gekooinen , en gereed om zelfs Jongen te werpen , en zij ie bekoinen , die de verbeelding bijna te boven gaat.
De
SCH . SCH . 3285

De Heer de Neuville " heeft, in zijne verhan. REAUMUR ſchier onbetwistelijk bevestigd , door dien
deling niet verzuimd te ſpreeken van eene eigenſchap hij in geweckte greintjes van deeze verfitof, dezelven
der Conckenilje, welke haar nog waardiger maakt , en openende , Lighaampjes ineende gezien te hebben , die
van -veel belang is voor de Kooplieden ; dat zij , naame- Pootjes hadden . Maar, zou het niet kunnen zijn , dat
lijk nietligt bederft, en hoe oud ook , even goed is tot deeze Inſekten , even als de Plantluizen , op het end van
verfitoffe. Hij heeft er gezonden aan den Heer du de zomer eitjes voortbrengen en levendige Jongen op
Fay , die geenzints veranderd was en welke men hem andere tijden van het jaar ? Mij dunkt , daar van , zou
verzekerd had , meer dan honderd dertig jaaren in de even de zelfde reden kunnen plaats hebben.
pakhuizen te zijn geweest. De Heer MARCHAND had De waarneemingen van den Heer LEDERMULLER
er aan ReAUMUR laaten zien , die door zijn Vader voor met het Mikroskoop ( Amuſemens Microscopiques. Neu
zestig jaaren in een glas was gedaan , en nog volkomen renberg 1764.) , maaken het niet onwaarſchijnlijk , dat
frisch bevonden werd. Daat men weet, hoe ligt de de zogenoemde gom -lak , die men tot dus verre gehou.
doode Inſekten door anderen beſchadigd en opgegeten den heeft voor een ſtoffe, welke door een zoort van
worden , is het te verwonderen, dat de Conchenilje niet vliegende Mieren ingezameld en aan de takjes van boo
van hun te lijden heeft. Moogelijk komt het daar van , men gehegt werd , ook niet dan dergelijke Diertjes zij.
dat men ze zo ſterk droogt ; misſchien ook is er iets in , Immers hij heeft bevonden , dat de geene , die men op
dat haar voor 't bederf bewaart , en tevens onſmaake. Stokjes noemt, ten grootſten deele een waschagtige ſtof
lijk maakt voor andere Inſekten. De Kermes ſchijnt is , welke geen koleur geeft , doch waarin hoogroode
insgelijks niet ligt aan bederf onderhevig te zijn. greintjes , als Inſekten , vervat zijn , op een regelmaa.
Het voornaamſte gebruik , dat men van de Conche. tige wijze in nesten, als van Wespen , geplaatst en ge
nilje maakt , is ,,gelijk ik meermaalen gemeld heb , tot rangeerd. Is het dan niet veel waarſchijnlijker , dat
het verwen van Scoffen. De Kermes is in 't eerst door deeze Diertjes alleen maar van de Conchenilje yerſchil
de Gomlak weggeboend, en deeze heeft naderhand voor len , gelijk de gezellige Rupſen van de eenzaame; te
de Conchenilje moeten zwigten . Evenwel , word dik meer daar zij een dergelijke koleur geeven als die , en
wils van de eene door de andere gemengd, gebruik ge. moogelijk vervolgen de Mieren haar om gelijke reden
maakt. De ſchoonheid van het paars , dat in de Conche. als de Plantluizen ; doch hoe het eigentlijk daar mede
nilje heerscht, heeft zelfs de Tournefol in onbruik ge. gelegen zij, zal nog de tijd moeten ontdekken . Ten
bragt , of die van deeze doen namaaken. Met Indigo minſten is dit zeker en bekend , dat de gom-lak door de
gemengd, verdonkert zij tot een violet of purperblaauw , Indiaanen eerst wel van haar wasch gezuiverd word ,
van verſcheide trappen. Door middel van ſterk -water , voor dat zij die tot koekjes maaken of in greinen bereia ':
daar tin in opgelost is , en waar van men het ruuwe la. den. Dus zou men , met Doktor BRBIJN , thans vier
kèn laat doordringen , word met de Conchenilje de heer- derlei zoorten van Infekten die een roode Verfſtof uita
lijkſte rood ſcharlaken -koleur geverfd. Men haalt er leveren , kunnen tellen ; naamelijk de Kermes van Pro
de verfſtof uit, die karmijn genoemd word, en vervol. vence, het Poolsch Grein , de Westindiſche Conchenilje,
gens het florentijnſche-lak. Verſcheiderlei verſappin. en de Gom Lak van Bengalen en Ceijlon.
yen , doen haar verſchillende trappen van roozėrood uit- SCHILDPAD, dusdanig word de Schulp van zeke
geeven . re Schildpad genoemd , die de naam van Karet draagt ;
Zommigen oordeelen haare kragten in de Geneeskun. en waar uit allerlei ſnuisterijen , als fuifdooſen , tae
de, zeer met die van de grana chermes overeenkomſtig baksdooſen , ſpiegellijsten erz. worden vervaardigt ,
Zij noemen het derhalven , een uitmuntend hartſter- zie SCHILDPADDEN , n, II.
kend , zweetdrijvend , tegengiftig en koortsverdrijvend Hoedanig men Schildpad kan week maaken , het zel
middel , dat alle koortzen , ja zelfs die kwaadaartig zijn , ve aan malkander ſoldeeren , enz. kan men nazien op
geneest , en derhalven ook in de pest en blutskoortzen het artijkel HOORN .
van goed gebruik zou zijn. Anderen beveelen de uit- SCHILDPADDEN , is de naam van het eerſte ge .
wendige oplegging van de Conchenilie, met azijn ge. Nagt, onder de Dieren van beiderlei Leven. De naam
wreeven , pleisterswijze aan , op wonden , en oordee. van Schildpad word in 't nederduitsch gegeeven aan
len haar dienſtig om de tanden te zuiveren. De een viervoetig , dog kortgepoot en digt langs den grond
voornaamſte Geneeskundigen houden het, in gelijken loopend Dier, 't welk in het grieksch Chelóné en in
graad omtrent als de Millepedes , voor een water af. 't latijn Testudo genoemd word, wegens het ſchilds:
drijvend middel, tot welk einde de tinctuur daar van wijze Ruggedekzei, waar mede het bekleed is , of
gemaakt met rijnſche wijn , volgens het voorſchrift van ook Domiporta, om dat het zijn wooning op de Rug
H. Buyzen Praitijk der Medicijnen. pag. 142 , niet draagt, en Tardigrada, wegens zijn langzaamen voort
te veragten is. Het word tegen den ſteen in de gang. De franſchen noemen het Tortue, de engel.
Blaas, als ook in de opſtopping van 'ż wateren , en ſchen Torteife , de of Tartaruca ,
italiaanen Testudine
waterwegen
der III. , aangepreezen , én de ſpanjaarden
en de ſpanjaarden Tartuga. In 't hoogduitsch geeft
Tartuga.
Lang . Oper.gebreken
dergelijke Omn. Pari. p. 444. men er den naan aan van Schild-krôte , die met ons
Dus hebben wij gezien , dat de CoAchenilje we. Schildpad , van wegens de gelijkheid in gedaante naar
zentlijk een Inſekt, en niet maar een gedeelte of het een Pad , overeenkomſtig is.
lijf van een Diertje is , dat zijne Vleugelen of Dek- De loopende Dieren ( Reptilia) , van deeze afdeeling ,
ſchilden verlooren heeft; waar voor zommigen dezel- hebben de algemeene kenmerken van adem tebaalen door
ve op 't gezag van Leeuwenhoek gehouden hebben , den Bek en viervoetig te zijn . Die der Schildpad.
waanende dat zij het lijf van een Lievenheers-Haantje den , in ' t bijzonder , beſtaan in een viervoetig , ge
was. Het eenigſte dat ons nog , in de Historie derzel. ſtaart lighaam , dat met een Schild of Schulp gedekt is.
ve, duister overblijft, is , of dit Inſekt eitjes legge , Men vind bij Linnæus elf zoorten van Schildpad
danVI levendige
Deel.
Jongen werpe. Dit laatſte oordeelde den opgetekend, waaronder
P
eenigen Zec., andere
Ri
3286 SCH. SCH ,

Rivier- of Zoet-Water-, anderen Land - Schildpadden zijn. ten. Hij werd eerst verkogt voor twaalf guldens , toen
1. Zee Schildpad,doorSebagenoemd, Testudo americana in veiling voor honderd zesenveertig en naderhand voor
Mijdas diłta; ( Testudo pedibus pinniformibus,unguibus pal. driehonderd guldens, dog het zij dat ons klimaat hem te
marum binis, plantarum folitariis, testa oyata. Linn. koud ware, of dat hem het noodige voedzel ontbrak;
Sijft. Nat.) Door deeze worden de gewoone Zee- Schild ., in december was hij al dood. Kron . yin Medenb. p. 231 .
padden betekend , waar van de afbeeldingen bij ALDRO- De Schildpad , die in den jaare 1729 , benoorden den
VANDUS en JOHNSTON , dog zeer onvolkomen , te vinden mond der Loire aan de tranſche Kust , omtrent dertien
zijn . Die Schrijvers, namelijk , weinig agt geevende mijlen van Nantes , door de Visſchers in hunne netten
op de Pooten ; welke deeze Dieren als Eendepooten gevangen werd , bevond men zeven voeten lang , drie
gewebd, of de vingeren met vliezen aan elkander ge voeten zeven duimen breed en twee voeten op 't
voegd hebben , om te kunnen zwemmen , geeven er dikſte. Dit Dier was in de netten verward geraakt,
Pooten aan , bijna als die der Land- Schildpadden. In en de Visſchers hadden veel moeite om het op het
de afbeelding van Bradleij is deeze groote fout ver. land , en daarna nog meer om het dood te krijgen ;
beterd , en EDWARDS geeft ons, uit de verzameling van want het verweerde zich met bijten en ſchreeuwde
Doktor Mend , die van zulke Schildpadden , eerst uit ijzelijk , terwijl men het met ijzere haaken op de kop
het eij gekomen , in natuurlijke grootte. noeg. Daar werd geen gebruik van hetzelve gemaakt,
Deeze Dieren koomen menigvuldig voor , aan kusten dewijl het vijf of zes dagen duurde eer men het te
en ſtranden van den Oceaan tusſchen de keerkringen ; Nantes gebragt had , en zulks in zeer warm weer in
dog men vindze in de grootſte menigte, zo 't ſchijnt, op de maand augustus; weshalven het afſchuwelijk ſtonk,
onbewoonde eilanden ; waar onder dat geene , 't welk en de Ingewanden niet alleen, maar ook de Kop en
men l'Ascenſion noeint, welhet vermaardſte in dit op. Pooten werden in zee geſmeeten. Men behield al.
zicht is . De Ouden hebben reeds hunne bijstere grootte leen het Buikvlies en de Schulp , en wel haast deeze
gekend. ELIANUS verhaalt , dat op 't eiland Taprobar.a alleen , die men op de Vischmarkt tot een gedagtenis
de daken der vuizen van derzelver Schulpen of Schilden heeft opgehangen , alwaar zij , voor weinige jaaren
gemaakt waren. DIODORUS SICULUS,' maakt gewag nog te zien was. 'Deeze Schulp was niet beenig of
van zekere Volkeren in de nabuurſchap van Ethiopien, gelijk Karet, maar had omtrent de hardheid van be.
die hij Schildpadden-Eeters noemt, welke' van deeze reide Osſenbuiden , en beſtond uit Schilden die met
Schulpen tot ' Schuitjes en Tenten gebruik maakten. Smaaden , als de beenderen van het Bekkeneel aan el.
Dit is, uit het berigt der hedendaagſche Reizigers , nietkander gevoegd waren . Oin dat men zodanige Schild .
ongelooflijk. Zommigen ſpreeken van Schildpadden die padden niet in de Westindien vind , verbeelden zom
zij in de Indiſche -zee gezien hebben , zo groot, dat welmigen zich , dat dezelve de twee ſcheepen, die niet
veertien Man te gelijk op eene Schulp konden ſtaan ; lang te vooren uit China op de Loire gekomen wa.
anderen zeggen dat er zijn , van tien ſchreeden lang en ten ; zou zijn gevolgd. Hiſt. de i' Acad. des Sc. 1729 .
zeven ſchreeden breed. Dit zou waarſchijnlijker voor. Met meer voorzichtigheid werd een Schildpad be.
komen , indien men voeten meende ; want het is zeker, handeld , die men in dě maand maij den jaars 1750,
dat zo wel in de Oost: als in de West-Indiën, Schild. levendig van Londen naar Kew, de lustplaatsvan den
padden gevonden worden , die vijf of zes Man op de toenmaligen Prins van Wales bragt, weegende 476
rug kunnen draagen en loopen er mede voort. Op Roi pond. Deeze was door den Admiraal BoscAwen , op
driguez , in de Indiſche zee, zegt LEGUAT , dai Zee . zijn terugtocht uit Oostindie, dog waarſchijnlijk niet
Schildpadden waren van wel vijfhonderd ponden zwaar. van daar , maar van l' Ascenſion of elders uit de Atlan
Schoon nu de Zee- Schildpadden meest aan 't ſtrand ge- tiſche-Zce , mede gebragt tot een geſchenk voor zijne
vonden worden , wil men dog dat zij die eilanden niet Koninglijke Hoogheid. Europ .Merc. 1750. Iſted.p. 298.
aandoen , dan om eijeren te leggen , zwervende anders Een der uitmunterditen van de Zee Schildpadden in
door den Oceaan . Op 't eiland Caiman , in de Mexi. grootte , welke men misſchien ooit gezien heeft , was
kaanſche zeeboezem , bezuiden Kuba , zou hunne verza- die den 24 julij des jaars 1754 , voor Rochelle , in 't
melplaats in de Westindiën zijn ; op l' Ascenſion in de zogenoemde gat of Pertuis d'Antioche, op de hoogte
Atlantiſche, en misſchien op Rodrigues en anderen in de van 'teiland Ré gevangen ,
Indiſche-zee. Dewijl echter de Schildpad een Dier is , Louvaux gebragt werd , leggende vier mijlen van Van
't welk van tijd tot tijd moet komen adem ſcheppen bo- nes in Bretagne. Deszelfs zwaarte werd op omtrent ze.
ven water , en zijn voedzel heeft van groente die aan de ven of agt honderd ponden getaxeerd; ten minſte woeg
cevers onder water groeit, is 't naauwlijks te begrijpen de Kop 29 en ieder Poot of Zwemvin 52 pond . De
hoe zij dien overtogi, van en naar het vaste land, zou. Lever bad ' alleen genoegzaame ſpijze uitgeleverd , om
den kunnen doen . Evenwel word van de hedendaag. vier maaltijden van te houden , voor de geheele Gees.
- Schen verzekerd , dat men in de Zuidzee geheele ſchoo. celijkheid van die Abtdij. Dertig Man , zo Werkvolk
len van Schildpadden op het water ziet drijven , daar als Bedienden , hadden , bovendien , rijkelijk de kost aan
zij op 't heetſte van den dag te Naapen leggen. En dat ' t vleesch van deezen Schildpad ; zo dat er ineer dan
zij zomtijds door den Oceaan zwerven moeten , blijkt honderd Menſchen door verzadigd werden . Toen men
daar uit , dewijl er nu en dan eens één gevangen word er den Kop afſneed, kwamen meer dan agttien pinten
aan de kusten van Europa , 't welk tevens de verbaa . bloeds uit het Dier. De langte van den Snoet tot aan 't
zende grootte van deeze Dieren bekragtigt. uiterſte van den Staart gemeten , was agt voeten en ee
In 't voorſte deezer eeuw , namelijk den 2 october des nige duimen . De Schulp , die men nog in de Aordij
jaars 1707. werd eene Zee-Schildpad gevangen binnen bewaart , had de langte van vijf voeten en is maar om
de grenspaalen van Holland , in de Wijker Meir , die trert twee duimen ingedroogd. Men heeft , uit deezen
zes vocien lang was , weegende vier à vijf honderd pon- Schildpad , ongevcer honderd ponden Vet gekreegen ,
den . Zijn ſpijze beſtond in kleine Vischjes en Garna. dat geſmolten zijnde en weer geſtold , de lijvigbeid had
van
SCH . SCH , 3287
den Walvisch -vangst;
van Boter , en zeer wel ſmaakte. Het vleesch geleek zijn , gelijk aan de Harpoenen totgeſmeeten
naar Kalfsvleesch , dog rook ſterk naar Moskeljaat. want zo dra de bout in de ſchulp het Dier
is er
Volgens de geloofwaardigſte berigten zijn de grootſte daar van de pija gevoelt, knijpt het zelve zo ſterk , dac
Zee Schildpadden , die men aan de Westindiſche eilan- men veel moeite heeft, om dien bout er weder uit te
den vangt, nog geen negen voeten lang. Drie manie. trekken.
ren om dezelven te vangen , zijn er in de Westindien in Voorts is 't ook niet ongebruikelijk , de Schildpadden
gebruik. De gemakkelijkſte en gemeenſte , die ook door met Netten te vangen , die de franſchen Folles noemen.
de Europeanen op 't eiland l'Ascenſion , dat zij om die Deeze Netten zijn van tagtig tot honderd twintig vade
reden alleen aandoen , in 't werk geſteld word , geſchied men lang en omtrent drie vademen boog ; gemaakt van
zorder eenig werktuig. Men neemt op 't ſtrand ,de dik touw of boombast , met maazen van agt of negen
plaatzen waar , op welken deeze Dieren komen eijeren duimen in 't vierkant. Men voorzict, als gewoonlijk de
leggen , en gaat tegen de nagt , met eenige Manſchap Vischnetten , de onderkantmet lood of ſteenen en de bo .
uit, maakende tusſchen dezelven en de zee te koomen ; venkant met bollen kurk of ligt hout. Dan worden de
alsdan kan men er , zo veel men wil,'t zij met de han- enden terwederzijden van de Baai of Inham , daarmen
den alleen , of met ſtokken , te onderſte boven keeren ; ze voor wil zetten , aan groote ſteenen of ankers , of ook
waar toe egter dikwils één Man , wegens de zwaarte wel aanpaalen op den Oever , vast gemaakt, zijnde het
boven gemeld, niet in ſtaat is. Dus op de rug leggen. Net wel bruin getaand , om van de Dieren niet gezien
de , kan de gewoone Zee-Schildpad, wegens de platheid te worden . Hier in loopen de Schildpadden , dikwils,
van haare Schulp , zich niet weder omkeeren , en als gelijk de Visſchen in een Schakel vast, wanneer zij op
er een menigte gekeerd zijn, laad men die in de boot, het ſtrand willen gaan ; weshalven men daartoe een zan.
brengende dezelven naar bet Schip . Zij kunnen ver. dige Baai verkiest ; vast zittende , word het Dier belet
ſcheide dagen levendig gehouden worden , mids men ze boven te koomen om adem te ſcheppen, en dus krijgt
Negts van tijd tot tijd beſproeje met eenig zeewater. Op men er des morgens dikwils eenige , die verſtikt zijn of
deeze manier werden zij ook van Leguat en deszelfs verdronken , in zijne magt.
Medgezellen , op 't eiland Rodriguez gevangen . Nog een andere manier , om de Schildpadden te van
Een andere manier , om de Schildpadden te vangen , gen , genoemt au Cavalage,dat is , in't riên, heeftplaats
word Varrér geheeten , om dat zij met een zoort van vanhet begin van maart tot aan het midden van maij.
maalſtok geſchied, welke de ſpaanſchen Varte noemen. Geduurende dien tijd , naamelijk , paaren deeze Dieren ,
De ſtok, dien de Indiaanen hier toe gebruiken , is als en het is hunne aart, zeer lang op elkander te zitten ;
de ſteel van een hellebaard , zeven ofagt voeten lang , één geevende als dan naauwlijks ergens agt op. Deeze paa
duim dik , en aan't end voorzien met een vierkant ſpits ring geſchied op de oppervlakte der zee , weshalven zij
ijzer van zeven of agt duimen , de koker daar onder be als dan ligtelijk te ontdekken zijn ; twee of drie Man be
greepen , waarde ſteelin ſchiet. Aan deeze koker is een geeven zich in een Kanoo, en , bij het paar gekoomen ,
ijzeren ring , of enkel een gat, waar in men een lang werpen ze de ééne een ſtrik om den hals of om een poot ,
touw vast maakt , dat om het voorſteven gewonden is, of grijpen ze met de hand , zo zij niet groot zijn. Men
en met het end daar aan gehegt ; aan 't hout is een an. kan ze dus magtig worden , door hun den hals afte fnij.
der klein touw , van 't welke de Varreur , dien men bij den ; want doodNaan inet een ſtok of handſpaak op den
na een Harpoenier zou mogen noemen , het end in de kop is naauwlijksdoenlijk , en anders het bijten zeer ge .
hand houd. Hij ſtaat voor in de Schuit , met den Harpoen vaarlijk. Het Wijfje ontſnapt doorgaans, en het Man.
in zijn regterhand, en na dat men des nagts al roeijende, netje is, op dien tijd , mager en hard van vleesch .
op een plaats gekomen is, daar men bij dag uit het drij- Wanneer een Schildpad uit zee komt om haare eijeren
ven van afgebeeten kruiden , vermoed heeft Schildpad. te leggen , duurt het omtrent een uur eer zij daar is , want
den te zijn , kijkt hij naarſtig in 't ronde, of er zich ook zij moet op een plaats weezen , boven den peil van het
één vertoone. Straks doet hij met den ſtok aanwijzing , hoogſte Tij, en zo 'tgebeurt , dat het laag water is als zij
werwaards geroeid moet worden. Het is niet moeielijk den Oever betreed , dan moet zij , wegens haare zwaarte
deeze Dieren bij nagt te ontdekken ; 't zij aan het borre. wel twee of driemaal rusten eer zij het drooge zand
! len van het water , als er een boven komt om adem te bereikt. Hier in word van haar met de Pooten of Vin
fcheppen , of aan de weerſtuiting van't licht , die in de nen , een groote kuil gemaakt, van wel twee of drie voe .
donkerſte nagten zelfs op 't water plaats heeft, van de ten diep , en daar in de eijeren gelegt hebbende, dekt
Schulp , terwijl de Schildpad op deszelfs oppervlakte zij die met zand toe, en keert terug naar de zee. 't Ge.
drijvende naapt , of dat een Mannetje het Wijfje dekke , beurt ook wel , dat zij een nagt van te vooren koomen ,
't welk Cavalage genoemd word. Wanneer er dus één om de plaats daar zij leggen wil , te beſpieden of uit te
onder'tbereik gekoomen is , werpt hij , uital zijn magt , kiezen , en dan blijft zij niet in gebreke, van de volgen.
den Harpoen , wiens ijzer in de Schulp blijft zitten , ter. de nagt weder op 't landte koomen, en bijof omtrent die
wijl hij den fteel met het touw , weder naar zich trekt. plaats, haar nest te maaken. Alle Schildpadden leggen
Het touw van de voorſteven, middelerwijl , uitgevierd op die zelfde manier; de grootſte bijna tweehondert ei.
zijnde, word de Schuit met een groot geweld door den jeren in minder dan twee uuren tijds ; hunne eijeren zijn
Schildpad , die zich gekwetst voelt, voortgeſleept; ter- rond als kaatsballen en van grootte als die der Hoende. 1

wijl de Harpoeniermet zijnen ſtok , den weg wijst aan ren , dog zagten vliezig van ſchaal. Ten einde van zes
den geenen die bij het roer zit. De Schildpad eindelijk weeken doet de warmte van de zon dezelve uitkoomen ,
kragteloosgeworden , ofonder 't water verſtikt zijnde, zegtLeguat,en binnen een uur tijdszijn alle de Jongen
word het touw ingepalmd; men haalt haar op zijde en uit het zand geworſteld, die dan terſtond naar zee loo.
binnenboords.Dan gaatmen wederom anderen opzoeken , pen , enveel rasſer,dan wanneer zij volwasſenzijn; zij
die men op even dezelfde wijze magtig word. 't Is niet hebbennaauwlijks degrootte van Hoenderpullen,wan
nodigdater weerhaaken ofiets dergelijks aan hetijzer neer die uit den dopkoomen. Hunne gaauwheid was on
P 2 ge.
!
3288 SCH . SCH

gemeen , en de menigee bijſter groot op 't ſtrand van het des Harts zijn drie in getal , waar van de regter het bloed
land Rodriguez, alwaar wederom een groot getal vernielt ontvangt uit de Hol-Ader , de finker uit de Long-Ader ,
werd door de Fregatten , Gekken en andere zee-Voge- gelijk in de Mensch ; dog deeze laatſte werpt haar bloed
len , die er in de boomen op te loeren zaten. Niette. niet doorhet Lighaam heen, zij ontlast het zelve ten groot
min konden zij zeer ſterk vermenigvuldigen, dewijl ieder ſten deele in de regter holligheid, terwijl een ander gedeel
Schildpad alle jaaren , naar Leguar rekende , wel dui . te in de derde kleine holligheid overgaat, die baar bloed
zent of twaalf hondert eijeren legt. uitwerpt in de Long-Slagader , en de regter holligheid
Men komt overeen , dat de Zee-Schildpadden zich nooit brengt het bloed in twee Slagaderen , die 't zelve
tę land begeeven , dan tot het leggen hunner eijeren , en door het Lighaam voeren . Wij zullen ſtraks dit zonder
voor de Jongen draagen zij zo 't ſchijnt, de minſte zorg linge zamenſtel van het Hart der Schildpadden , door de
niet. Den overigen tijd brengen zij door , niet te aazen verinaarde DU VERNEY nader verklaard zien .
in zekere velden van groente of zee.mos , welken er op Wat de Lever betreft , die was tot in het midden
den grond der zee langs veelen der Westindiſche-Eilan. haarer langte geſpleeten , 't welk als twee Lobben maak
den zijn ; daar fegts een diepte is van eenige vademen. te , één groote en één kleine , ſchoon het er eigentlijk
De Reizigers verhaalen , dat inen , met ſtille zee en hel. maar één zij. De twee Lobben van de Long zijn zamen
der weer, deeze Dieren op die groene plekken in menig. gevoegd met een tamelijk ſterk en dik Vlies ; zij zijn rood.
te kan zien loopen. Gegeeten hebbende koomen ze naar agtig en ſpongieus.DeLuchtpijp verſchaftaan ieder een tak
den mond der rivieren , om het zoete water te zoeken , die ze doorloopt in haar geheele langte, en er verſchei
alwaar zij adem ſcheppen, keerende vervolgensweer te. de kleineren , in haar geheele zelfſtandigheid verſpreid.
rug naar de diepte . Niet eetende hebben zij door. Het Hart geeft aan ieder Long ook twee groote Vaten ,
gaans den Kop of zelfs het gantſche ſchild boven water, welke over de verdeelingen van de Luchtpijp heen loo.
doch eenigen vijand verncemende, duiken zij ſchielijk pende, in derzelver zelfitandigheid dringen , en overal
weg. de Luchtpijpjes verzellen.
Pater Feuillee heeft ons in zijne waarnemingen , een SEVERINUS geeft ons kortelijk , van de inwendige dee .
ontleedkundige Beſchrijving nagelaaten , van de Zee. Jen dezer Dieren de volgende zeldzaamheden op. Zij heb.
Schildpad. Het Hoornvlies van het Oog is (zegt hij) van ben geen Net , geen blinden Darm , en de Darmen wor
dikte als een ſtuiver , in de geheele omtrek getand , te den nederwaarts langs hoe dunner , tegenſtrijdig met
eenemaal zwart van binnen en bekleed met een zeer fijn de viervoetige Dieren in 't algemeen. De hals van de Pis
ylies, van donker bruine koleur , het welk een Nijmag. blaaş loopt zaamen met de opening van den Endeldarm ,
tige ſtoffe bevat , als in een beurs of blaasje , dat zainen . zo dat zij de beide excrementen te gelijk loozen , even
geſteld is uit een bij uitſtek dun vliesje , vol van zeer als de Hoenderen . Haar Milt is rond als een eij , aan
helder water, waar in krijſtallijn drijft, dat in zijn eigen den bovenſten Darm gehegt; de Nieren zijn plat en
kasje is beſlooten . Men vond er voor 'l overige, bijna langwerpig , als uit veele kleintjes zamengeſteld. Het
dezelfde geſteldheid in , als in eens Menſchen -Oog. De hart is week van zelfſtandigheid , met de vaten bij hun.
Tong was kort , ſtomp , en taamelijk dik , van boven zeer nen oorſprong zeer door een gevlogten ; de Ooren van
simpelig en van binnen een klein langwerpig kraakbeen 't zelve groot en hangende met een dun vlies en zwart.
hebbende, gehegt aan de Beenderen die voor Tonge agtig van koleur ; de Longen wijd , veel laager daalen
been verſtrekken . de dan het Hart. Zootom . Democr. part. IV. p. 321 ,
De Schildpad , die het Onderwerp uitmaakte van dit In de Indiën is het Schildpadden- yleesch van een zeer
onderzoek , was een Mannetje van omtrent drie voeten groot gebruik tot ſpijze, niet alleen onder de natuurlijke
Jang. Deszelfs Darmen hadden van hun begin tot aan het Inwooners van die landen , maar bij de Europeaanen zelfs.
Aarsgaat, de langte van vijfenveertig voeten; de Keel De meeste Oostindiſche Schepen , die naar 't Vaderland
was zeer wijd ; zestien duimen lang , van binnen met een l'Asfencion
te rug koomen , doen 't eiland om
aan , dat
donsrok van witte wolligheid. De Maag ſcheen als uit trentin 't midden tusſchen Braſil en Guinée legt,om zich
twee holligheden te beſtaan , van binnen geplooid of ge- van Schildpadden-vleesch te voorzien. Zedert debevol
kreukeld , als de Boekpens der herkaauwende Dieren. king van Mauritius door de Franſchen, worden jaarlijks
de
Men kon door derzelver uitgang of regter Mond , naau. twee of drie Vaartuigen van dat eiland, thans Isle
lijks de pink ſteeken. De dunne Darmen waaren flegts France genoemd, naar Rodriguez afgezonden om daar
twaalf voeten lang, zijnde door een zwaare Nuitſpier een voorraad op te doen , welke voor vleesch verſtrekt
van de dikke Darmen afgeſcheiden ; deeze beſtonden uit aan de Bezetting en ingezetenen. Zij brengen , door
drie voorname Rokken,waar van de middelſte zeer diks gaans een laading van zeven of agtduizend Land- ,.be.
was, de buitenſte zeer dun en geheel doorweeven met nevens vijf- of zeshonderd Zee-Schildpadden
Waarſchijnlij
thuis
k zullen
zo
, zij
takjes van Bloedvaten , langs welken een band liep van .
de Abt DE LA CAILle meld
zeer geel vet , hur overal vergezellende. die daar Nagten en inzouten , gelijk van het Zee Volk ,
Het Hart was onmiddelijk op de Lever , en de Lever op dat de Schildpadden vangt , in de Westindiën word ge
de Longengeplaatst. HetHart van deezen Schildpadhad daan.Echter kanhet, door zijneteerheid, hetſcherpe
de gedaante van een groote peer , die een weinig was plat zout dat men daar heeft, en naauw lijks eenig zout ver
gedrukt, zijnde van buiten rimpelig en met twee ooren dragen , verliezende daar door, ten minſten veel van zijne
voorzien , waar van ieder onmiddelijk gemeenſchap bad ſmaak . Het is zeer voedzaam en ligt verteerbaar , wane
met de holligheden des Harts , dog op een zeer zonder: neerhet versch gegeeten word; men bereid het op allerlei
linge wijze . In plaats , naamelijk , dat in de Mensch manieren , als of bet Kalfsvleeschwaare, en aan't ſpit
het bloed eerst in het oor des arts komt, voordathet gebraaden , kan men’t er naauwlijks van onderſcheiden.
C overgaat in de holligheid, word hier, in tegendeel , het Alles, dat van 't Beest komt , is goed, tot de Darmea
bloed eerst in de holligheden gebragt, en deooren ſchij en Pooten toe, dog het beste is het borst- of ribſtuk ,daar
nen Negts het overtollige inte neemten. De holligheden men gemeenlijk, de diktevan drie ofvier vingerbreedten
vlecsch
I
SCH . SCH. 3289
vleesch aan laat , met al het vet , en het zelve in een rikaanſche Eilanden , verhaald. Zij worden zo groot niet
braadpanzet , daar op doende citroenſap,met een meng- als de andere Zee-Schildpadden , en leggen haare Eijeren
zel van zout en peper of andere kruiderijen. Dus , met niet in het zand, maar in een zoort van keizelagtig gruis.
een zagt vuur gebraden zijnde , maakt het een zeer lek. Men kanze niet gemakkelijk vangen , ten deele om dat
ker geregt uit, zo LABAT ons op zijn eigen ondervinding zij zo bijten , ten deele om dat hunne Schulp verheve.
verzekert. Het vet is ook eetbaar en zo lekker als Kalfs. ner is gerugd ; weshalve zij , ongekeerd zijnde, zich ge
merg , caar het getuigenis van LEGUAT ; hoewelhet, door makkelijk weder op de Pooten wenden. Ook worden
zijne groene koleur , niet veel aantreklijkheid heeft , en zij om hun vleesch niet gezogt, dat van een purgeeren
het water dat men loost, groen maakt. De Eijeren die de eigenſchap is en het lighaam doet oploopen met groote
geel zijn , kunnen als Hoender-eijeren gekookt worden , blaaren als bloedvinnen . Labat verhaalt de Historie van
en men maakt er lekkere eijer-ſtruiven van. Degene die een Monnik , die het ruggeſtuk van zulk een Schildpad
wit zijn , worden nie: hard door het kooken. gekogt en er rijkelijk van gegeeten hebbende , in een
TAVERNIER verhaalc, in zijne beſchrijving van hetRijk fchrikkelijken buikloop en zwaare koorts verviel, zijnde
van Tonkin in Oostindien , hoe tegenover de kust van na drie of vier dagen geheel bedekt met bloedvinnen als
Cochinchina vijf Eilandjes gelegen zijn , die men de Ganzen-eijeren , zo dathijnaauwlijks zitten of leggen kon .
Schildpadden - Eilanden noemt, om dat er deeze Dieren Na omtrent drie weeken verloops, werd hij eerst weder
in zeer groote menigte en van een zo uitmuntende ſmaak herſteld ; dog had er dit voordeel van , dat hij geduuren.
te vinden zijn , dat de Ingezetenen van die landen zich de de vijf of zes jaaren van zijn verblijf op de Westin
niet wel onthaald agten , als er geen geregt van Schild. diſche Eilanden , nooit door eenige ziekte werd aange.
padden. Vleesch op tafel is. Ook zegt hij verder, dat tast. Het Volk dat op de Schildpadden -vangst gaat , en
deeze beide Natien daar van een ongelooflijke veelheid geduurende omtrent vier maanden tijds , welke zij aan
inzouten , welke zij naar vreemde plaatzen zenden , dat dien vangst beſteeden , niets dan het vleesch en vet der
hun groot voordeelaanbrengt ; waar uit dan ſchijnt, dat Schildpadden nuttigt , word daar door van verſcheide on .
zij in Oostindie ook haar loop en zamelplaatzen hebben . gemakken , en zelfs veneriaale -kwaalen , zo men zegt,
De voornaamſte oorzaak van bun krijgvoeren tegen elk geneezen ;mits men het vleesch der Karet-Schildpadden ,
ander , beſtaat daar in , dat de Cochinchiners aan de Ton in behoorlijke veelheid naar de kragten van den Patient ,
kineezen den vangst niet willen toelaaten , onder voor onder dat van andere Schildpadden menge . Een weinig
wendzel , dat deeze eilanden en de zee hun alleen toe daar van gegeeten verſtrekt, voor een gezond Mensch ,
behoore . Het is hun niet alleen om het vleesch te doen ; ook tot een bekwaame buikzuivering. In't algemeenword
maar ook om de Schulp, waar mede door geheel Aſie aangemerkt, dat het vleesch en vet derSchildpadden aan
een ſterke handel gedreeven word. Om kort te gaan , de het zweet , dergeenen die het eeten , zulk een koleur geeft
vangst der Schildpaddesi, is bij deeze Volkeren van niet dat men het altoos aan hun linnen kan gewaar worden.
minder belang, dan de Haringvangst bij de Nederlan. Dat der Karet Schildpadden , in zout gelegt , is zo ſterk
ders. niet van uitwerking als te vooren. Ook zijn haare Eije
Alle Zee- Schildpadden , egter zijn in dit opzigt, niet ren lekkerder dan die der andere zoorten.
even puttig. Dampier merkt aan , dat er vier zoorten Deeze Schildpadden worden voornaamelijk gevangen om
zijn , te weeten groote , Dikkoppen , Haviksbekken en de Schulp , welke het zo genoemd Schildpad , dat zo kost
groene. Deeze laatſten , die men in de Westindien baar is en tot veele ſnuisterijen gebezigt word , uitle
noemt Tortue fraiche , wegens de groenagtigheid van vert. Men weet dat het beenige van de Schulp gedekt
haare Schulp 20 genoemd , zijn tot ſpijze meest geagt. zij met dertien bladen, vijf in het midden , en vier ter
De Zee-Schildpad word van onze Zee-kapiteins gemeen. wederzijden , die langwerpig vierkant zijn , platagtig en
lijk Turtle geheeten , zegt EDWARDS , waarvan drie zoor . grootst , de middelſten zeskantig en kleiner , dog dat den
ten zijn , doorgaans bekendt, die van de Europeaanen ge . Hals bedekt , driehoekig , hol, alseen klein ſchildje . Dit
geeten worden . De groene Schildpad houd men voor het Karet , dat men er door vuur kan uit krijgen , weegt
beste voedzel; daar aan volgt de Haviks.Bek , en de Loge doorgaans drie of vier ponden ; maar men vind er zom
ger-Head of Dik-Kop is de llegtſte van de drie , werden. tijds zo groot , dat zij zes of zeven ponden haalen . La
dende zelden tot fpijze gebruikt. Deeze allen groeijen bat rekent de zwaarte van een Karet-Schulp op omtrent
tot een zeer aanmerkelijke grootte. De Dik -kop , in’t vijf ponden , en zegt , dat het pond van vier en een half
fransch Caouanne, dus genoemd om dat zij den Kop een tot vijf livres verkogt word. Hier te Lande is de prijs
weinig grooter heeft , 'is gevaarlijk aan te tasten , om dat yan één pond zulke Karet of Schildpadbladen agt , negen
zij zich met bijten ſterk verweert. De Olie die men er of tien gulden , naar dat zij mooij en groot zijn . Het
uit haalt, word alleenlijk om in de lainp te branden ge. Oostindiſche is ver het beste, kostbaar en zeldzaam .
bruikt, zegt LABAT . Men maakt van Schildpad Kammen , ook Snuifdoosjes ,
II . Karet Schildpad,door CATERY, Car.II.p.39. en Ra Tabaksdoozen , Kokers en Koffertjes ; ja zelfs Bufet
Jus , Quadr. 258. Teſtudo Caretta genoemd ; ( Teſtudo pedie ten en Tafelbladen of Spiegel Lijsten , worden er mede
bus piniformibus , unguibus palmarum plantarumque bic ingelegt.
nis, Testa ovata acute ferrata. LINN . Sijft. Nat.) De dub- III. Rivier.Schildpad , in 't latijn Testudo orbicularis ;
bele ſcherpe Nagelen of Klaauwen zijn, bij de Autheu- ( Testudo pedibus palmatis , Testa orbiculata pianiuscula.
ren , het onderſcheidend kenmerk deezer Zee Schildpad . LINN. Sijft. Nat.) Deeze word de Schildpad der zoete wa .
den, die men in't algemeen Caretta , in 't fransch Caret teren genoemd van - RAJUS , en van anderen de zwarte
noemt, wegens de hoedanigheid van Haare Schulp. Zij Meir of Moeras-, ook wel de Rivier , en in't algemeen
onchouden zich ook aan de Amerikaanſche Eilanden en de Water- Schildpad , om haar van de Land - Schildpadden te
koomen zelfs, zomtijds aan de kusten van Europa. onderſcheiden . Het is de eenigſte die men natuurlijk in
Nopens de Karet-Schildpadden word ons het volgende Europa vind , en geenzins in de noordelijke deelen.
door ROCHEFORT, in zijn Natuurlijke Historie der Ame. Men geeft er ook wel den,naain van Franſche of gemee,
P 3 16
3290 SCH. SCH.

me Schildpad aan, en in Languedok noemt men ze men nuttig oordeelt voor de geene , die de Teering beli
Tortue d' Aigue. Zommigen der Ouden haddenze Lutaris ben. In de Apotheek van Parijs vind inen het voorſchrift
dat is Slijk-Schildpad ,geheeten , om dat zij zich veel ont der bereiding van een Sijroop vanwaaSch ildpadden, die zeer
e d
houd in moerasſig plaatzen , in de graften die ſteden en geroem word tegen alle Borruidigheid
stk len
. Met hetbloed ,
flooren Oinringen . versch uitgeſtort, word de kraauwagie en
,
Dewijl dit Dier veelerlei Inſekten eet , zet men zedik . ſchurft gewasſen; men geeft het droog in tegen de vallen
wils in de tuinen , om die te zuiveren , geevende er een de ziekte, en de opſtijging het moerſpel genoemd. Voorts
bak met water aan , daar zij zich van tijd tot tijd , in be . word de Mannelijkheid van de Zee- Schildpadden , die
geeven kunnen. Indien er in de tuin , een vijver of ſlegts omtrent één voet lang is , en dikker dan één duim , ge
een kom is , dan plaatst men aan de kant een plank, met droogd zijnde en geſtooten , van een half drachmatotcwee
behulp van welke de Schildpad in en uithetwater klimt. ſcrupels ingenoomen , zeer goed geagt tegen de ſteen
Naapende , verbergt
'sWinters zonder beweeging,
de'taarde,
ze zich in zo en blijft er als en het graveel. DeGal houdmen voor een oogmiddel ;
ſchijnt , en zonder te en het Vet is niet alleen verzagtende , maar dient ook om
eeren ; bij zonier nuttigtzij ook in verſcheide dagen, niets. gezwellen te doen vernaan.
Men zou haar in buis voeden kunnen , met zemelen , IV. Groote Land Schildpad , in 't latijn Testudo fcabra ;
of meel en Slekken , gelijk men doet , wanneer menze ver ( Testudo testa planiuscula , Scutellis omnibus intermediis
been wil voeren . dorſatis. LINN. Sijft. Nat.) De Land -Schildpad is een
ELIANUS zegt, dat , als een Schildpad de Kop word af. zeer leelijk en afſchuwelijk Dier , gelijkende door zija
geſneeden , die Kop nog een poos in 'tleven blijft , ope- Kop naar een Slang en door zijne Pooten naar een Haag .
nende en ſluitende de Oogleder ; ja indien men er inet dis. Het is bedekt met een ruime, .vaste en gewelfde
de hand digt bijkomt, daar in bijtende. De ondervin- Schulp, ſchildswijze van gedaante en metverſcheide don
ding leert, dat de Schildpad zeertaai en langduurzaam kere koleurengemarmeld ,de Rug geſprenkeld inet geele
is van leeven. Wij hebben , zegt Dokter Tyson, uit en zwarte vlakken . Het heeft geen oogleden nog Oorgat ;
Ooggetuigen verſtaan , dat er Schildpadden langer geleefd geen Tanden in een van beide Kaaken ,die niet te min
hebben dan tagtig jaaren , of ten minſten zo lang.
kunnen ook zeer lang zonder ademhaaling zijn .
Zij bijna zo ſcherpſnijdende zijn als een mes. Het Wijfje
De ver- is doorgaanis zwaarlijviger dan het Mannetje , waar van
maarde Anatomist Mery , Lid van de Koninglijke Aka . zij bovendien verſchilt, dewijl zij het onderſte Schild of
demie der wetenſchappen van Parijs, bad de Kaaken Borstſtuk plat heeft, daar dat van 't Mannetje in't mida
van twee Schildpadden met koperdraad ſtijf vast gebonden hol ſtaat; 't welk dienen kan om in het dekken beter
den , en haar de Keel en Neusgaten met zegellak digt daar op vast te zitten.
genooten , om te zien hoe lang zij leeven zouden zonder Op zekere Eilanden , in de Westindien , vindmen van
adem te ſcheppen ; de eeneleefdenog een -en dertig , de deeze Dieren een onbeſchrijflijke menigte , zo dat de In .
ander twee-en
Schildpad dertig
,' waar dagen
van hij in diedattoeſtand
hetſtuk
. Een
haar voor andere weegen
Borstbeen
alleen kunnenponden
daar vanoftweehonderd
gezetenenanderhalf leevenen zijngrootſten
. De omtrent
dient , had weggenoomen , zo dat zij in 't geheel nict drie voeten breed. De Land- Schildpadden op 't Eiland
ademhaalen kon , heeft niettemin nog zeven dagen in die Rodriguez, waar van Leguat , Voijage Tom . I. p. 89 .
ſtaat doorgebragt, eer zij ſtierf. ſpreekt, waaren zomtijds wel honderd ponden zwaar.
Ik wil hier niet treeden in het geſchil , tusſchen DU Men vondze er in zulken meenigte, dat men troepen
Verneij en deezen Heer , dat zeer hevig is geweest; daar zag , naar gisſing van twee of drieduizend ſtuks. Deeze
in beſtaande ,of het bloed in 't Hart van de Men.chelij- vergaderden tegen den avord op koele plaatzen en ſchik .
ke Vrugt op gelijke wijze omloope , als in dat van de ten zich zo digt in een , dat het naar een geplaveide
Schildpad ; en eigentlijk geſprooken , of het ovaale gat en vloer geleek . Het ſcheen , dat zij voor haar veiligheid
kanaal van gemeenſchap ,in beiden gevonden wordende , nog al zorg drocgen , want men zag er aan alle kanten ,
ook in beiden van een zelfde gebruik zij. De Heer Merig hier en daar één , die met het gat gekeerd was , naar de
beveſtigde zulks, maar de Heer du Verneij bield het legerplaats en als op ſchildwagt ſtond. Ondertusſchen
tegendeel ſtaande, en bekragtigde zulks naader door de ont zijn deeze Dieren niet in ſtaat om zich te verdedigen nog
leding van een groote Amerikaanſche Land-Schildpad, om te vlugten. Men kan zich , zonder eenige moeite of
waar van ik in 't vervolg zal ſpreeken. gevaar , wel hondert ſchreeden en meer , van hun op de
DeSchulp der gewoone Franſche of Europiſche Schild . Rug laaten draagen. Hun Vleesch overtreft in lekkerheid
Padden is ongeveer zes of zeven duimen lang en vijf dat der Zee-Schildpadden , en de Lever is een uitmun.
en een half duim breed , het Borstſtuk of platee Schild , tend geregt , dat hoe men het bereide , altijd zijne faus
dat zij van onderen hebben , heeft de breedte van drie en bij zich heeft. Middelerwijl is dezelve zeer groot naar
een half, de langte van vijf of zes duimen . Haar Schulp reden van het Dier, want een Schildpad van niet meer
is zwartagtig van koleur , en beſtaat als uit aan elkander dan vijftien ponden vleesch , heeft een Lever van vijfof
gelijmde ſtukken ; zij ſteekt er den Kop en Pooten uit , zes pond. Niet minder finaakelijk is het Vet, dat zij
benevens den Staart, welke in de Water-Schildpadden veel beter vonden , dan de keurlijkſte boter in 'Europa.
lang is , als die van een Rot; en trekt dezelve naar be. Zich daar mede te (meeren was een verwonderlijk mid .
lieven weder in ; zo dat het treeden van den Mensch haar del tegen kneuzingen , verdooving en pijnen der gewrig.
niet kan beſchadigen , en dus is zij ook tegen den aanval ten . De Eijeren , omtrent van grootte als die der Zee.
van veele Dieren beveiligd . Haar voedzel beſtaat in wa: Schildpadden , welken zij ook in 't zand leiden , om door
ter-Inſekten, Slekken, Wormen en Kruiden ofGras.Men de hitte der zonneſtraalen uitgebroed te worden, waaren
verkoopt ze in Vrankrijk op de Markten , 20 om te ee niec minder ſmaaklijk en voedzaam .
ten , als tot een geneesmiddel . De Oostindiſche Land-Schildpad, welke van de Fran •
Van het vleesch, dat taamelijk ſmaakelijk , dog taaij fche Akademie beſchreeven word, Ouvragesadoptéz. Tom .
on zwaar oin te verteeren , word ſoep gekookt,welke I. p. 395. , was gevangen op de kust van Koromandel.
Haar
SCH SCH .

faar Schulp was niet , gelijk die der geenen welke men vier ſchrpe Nagelen. De Voorpooren zijn meer gevliesd
in Vrankrijk heeft, placagtig , maar zeer verheven rond, dan de Agterpooten , beiden met ovaale Schubben ge
en beſtond niet uit twee bijzondere ſtukken , als die der dekt. Het Borstſchild is van agteren geknot , en in twee
Zee Schildpadden , maar het Ruggeſchild was met betën geſpleeten , verdeeld door vijf dwarze en een overlang
Borstſtuk vereenigd. DeStaart had aan't end een Hoorn ; ze ſtreep. Het Ruggeſtuk is gedekt met dertienPlaat
haar Pooten waaren niet geſchubd , en bekleed met een jes , als gewoonlijk in de Schildpadden , waar van devier
gerimpelde Huid als fagrijn ; zij had de Nagelen niet zijdelingſche, allen met hoekige ſtreepen omringd, in 't
icherp, maar ſtompen totdehelft afgeſleeten; de Kaa. midden
ken waaren zaagswijze getand.
een plek hebben die ruuw is en geſtippeld;derand
beſtaat uit vier en twintig in elkander ſchietende Itukjes .
De langte van die Dier, gemeeten van 't end van den Dekoleur is, aan de randen der plaatjes, zwartagtig of
Saoet tot aan het uiterſte van de Staart , was vier en een ijzergraauw , in 't midden bleek .
balf voet, de dikte veertien duimen. De Schulp of 't De grootte van deeze Schildpad word niet gemeld ; dog
Harnas had cwee voeten breedte en drie voeten langte. dewijlmen er die mede gelijk iteld , welke WORMIUS ge
De koleur , zo wel , als die van 't geheele Dier, was noemt heeft zeer kleine Oostindijche Land Schildpad , denk
graauwagtig bruin. Men vond de Schulp van bovenza , ik, dat hetgeenzins een van de grooten voorgemeld ,zal
mengeſteld uit verſcheide Bladen , van verſchillendefi zijn. Zijmoetenzich in dioerasſen ofNijk onthouden ,
guur, waar van de meesten , niettemin , vijfhoekig waa. volgens denlatijnſchen bijnaam . Men meent dathetook
ren, zijnde op gelijke wijze als de Karet der Zee- Schilde de Virginiſche zij van Grew , en dit brengt mij een zoort
padden , gekleef, aan een beenige ſchulp , die met het van Land Schildpadjes in gedagten, waar van de Heer Ed .
Borsuſtuk te zamen het Harnas uitmaakten , 't welk men WARDS zegt, dat hem zijn vriend een doosje getoond had ,
in de Indiën , Carapace noemt , gelijk in de Zee Schildpad- welks bodem van het onderſte Schilden het dekzei van het
den. Elianusgetuigt,dat de Land- Schildpadden jaarlijks bovenſte was gemaakt, zijnde geelagtig van koleur. Zijn
haare Schulp afwerpen , 'twelk waarſchijnlijk van die bla. vriend had hem verzekerd, dat er zodanigen zich in de
den te verſtaan zal zijn. Van vooren had bet Harnas ee Noordelijkſte deelen van Amerika, aan de Hudſons- Baai
ne opening , om den Kop en Voorpooten door te laaten ; ontbielden.
van agteren eene voor de Agterpooten en Staart. De VI. Afrikaanſche Schildpad , in 't latijn Testudo græca ;
rand van 'tBovenſchild was omgeboogen , waar door het (Testudo pedibus fubdigitatis, testa gibba , margine latera.
Dier zijn Kop en Hals opwaardsverheffen kon en daar li obtufisfimo, Scutellis planiusculis.Linn. Sijft.Nat.)Klei
van maakte het , op deRug gekeerd zijnde , gebruik om ne Afrikaanſche Schildpad
Schildpad , mes de Schulp van Moſaik
zich weder om te wenden , waar toe het van de bultig. werk, had EDWARDS deeze genoeind , die bij zeer fraai
beid van zijn Bovenſchild ook veel behulp had. Van bin . afbeeld. Het Mannetje en Wijfje van Santa Cruz in Bar.
den was het niet met de huid bekleed ; men vond de huid barié overgebragt zijnde, heeft twee jaren geleefd in de
van den Kop , Pooten en Staart , gehegt aan den rand der Tuin van 't Kollegie der Geneesheeren te Londen. In de
openingen van het Harnas , daar deeze Schildpadden , warme maanden paarden zij door beſpringing , gelijk de
gelijk men weet haar Kop en Pooren geheel in verbergen meeste viervoetige Dieren ; dog men kon , op de plaats
kunnen , en waar hun vleesch , zo lang zij leeven , onaf. daar zij in 'tzand geſchraapthadden , er geen Eijeren van
ſcheidelijk aan vast blijft. vinden ; ook zijn geen Jongen van hun voortgekomen. .
De grootte deezer Schildpadjes was ongevaar als eens
Ik zal hier de beſchrijving bijvoegen der Lighaamsgeſtal-
te van de Surinaamſche Land- Schilpad, uit hetKabinet Menſchen vuist ; zij hadden de Schulp van onderen plat ,
van de Heer GRONOVIUS. Deeze noemt zijn Ed. Schild. van boven zeer rond verheven , in veele vakjes verdeeld ,
pad met Pooten om te loopen , Scherpe Nagelen , aan de voor die nagenoeg vierkant'waaren , en met groeven , binnen
en agter-Pooten ieder. vijf. Deszelfs Kop is ovaal , van elkander al kleiner en kleiner ruiten maakende , getekend.
vooren ſcherp, van boven verhevenrond, platagtig , De koleur was hoog geel, gewolkt met donkere of zwar .
breed; de Oogen zijn zeer groot , met oogleden gedekt, te vlakken ; men vond den Kop met ſchubben gedekt ,den
ſtaande in 't voorſte van den Kop ,digt bij elkander; aan hals vrij lang eu vleeschkoleurig , gelijk ook de pooten.
de tip van den Bek twee zeer kleine Neusgaten , ook Aan de voorſten waaren vijf , aan de agterſten vier klaau.
digt bij één ; de Bek ſtompagtig ſpits , met beenige Kaa. wen. Het Dier had een tamelijke lange Staart, in wel.
ken, waar van de bovenſte veel langer is dat de onder- ke de opening van 't Aarsgat of de Leg is.
fte en deeze gekromd ; de Tong rondagtig ; de Hals wei. VII. Karolijnſche-Schildpad; ( Testudo pedibus digita .
nig dunner dan de Kop , zeer ruim van Vel; het boven- tis , testa gibba , cauda nulla. Linn. Sijſt. Nat.) Dee
Schild gewelfd , ovaal rond , zamengeſteld uit bultige, ze die dekleine Karoliniſche, met de Schulp als van Mo.
gelijke en zeer breede beenige Schubben, omvangendehet fáik_werk , door EDWARDS geheeien word , is levendig
Lijf t'eenemaal, zo dat er de Kop , Hals en Pooten, ge. uit Zuid-Karolina te Londen gebragt geweest. De Ena
heel onder verborgen kunnen worden . Het onder-Schild gelſchen , die aldaar woonen , moemenze, zegt hij , ge.
is vlak , en looptuit ineen ongekartelden ſcherpen rand. meenlijk Turapins, en daarom denk ik dathet die zul
De vier Pooten zijn kort en dik , met vijf [cherpe, krom- len zijn , welken de Spaanſchen aidaar Terrapen noemen ,
me Nagelen gewapend. De grootte van dit Dier word hebbende de Schulp als met ſnijwerk vercierd en fraai
niet gemeld . gewolkt. Deeze houden zich gaan op in vogtige ca
V. Kleine Italiaanſche- Schildpad , in't latijn Testudo moerasſige plaatzen , en zijn niettemin goed om te eeten.
lutaria; ( Testudo pedibusfubpalmatis ,cauda corpore dimi. Wanneer de Spaanſche Jagers er in de bosſchen aantref.
dobreviose,testa ſubconvexa,postice tribus ſcutelliscarinata. fen , neemen zij diemedenaar hunne-hatten, en tekenen
Linn. Sij/t. Nat.) Deeze , die in Italie en de Ooster- ze met een kerf of ſtreep ; waar aan zij , na eenige wee.
ſche Landen zich onthoud, was in de Verzameling van ken terug. koomende , elk de zijnen kennen, want dis
den Sweedſchen Baron van Gyllenborg ,onder de naam Gedierte gaat niet ver van honk .
van Schildpad , met aan de Voor. en Agterpooten , ieder , Volgens EDWARDS was de grootte van deeze bijna als
die
3292 SCH . SCH.

die van de voorgaande. De ſchulp was verdeeld in zes naam , Casſida, welken Linnæus gebruikt, is afkom ."
kantige of rondagtige Karetblaadjes , welke als inet rin . ftig van 't woord Casſis, dat een Helm betekend, en
gen , binnen elkander verkleinende, getekend waaren. De word aan deeze Inſekten gegeeven , om dat het Kops
koleur was donker bruin , met geele vlakken van verſchei. fchild hun als tot een Helin op't hoofd verſtrekt. In 't
derleije grootte , aartig geſprenkeld. Grootelijks verſchil. hoogduitsch noemt men ze Schildkaefer, dat is Schild
den zij van de voorgaande, door't maakzel van ’t onder- torretjes.
ſchild , dat in’t midden van den Buik geſpleeien was , en De Inſekten van dit geſlagt komen zeer gabij aan
aan de zijden niet onbeweeglijk , maar door middel van die welken men doorgaans Schilddraagers noemt, dog
een vlies , gehegt aan het bovenschild. Hier door kan de randen van hun Borstſtuk en die der Dekſchilden
het Dier zich, de Kop en Pouten ingetrokken hebbende, zijn veel breeder, en bedekken bijna den geheelen Kop .
daar in beſluiten als een Oester in zijn ſchulp , daar de De figuur der Sprieten verſchilt niet veel , als loopende
voorgaande alleenlijk de Kop en Pooten inhaalen kan. De denzelven ook naar 't end toe dikker. Het weezentlijk .
Kop heeft een ſchubagtig bekleedzel en is geel , gelijkſte onderſcheid beſtaat in 't getal der Leedjes van de
ook de Voorpooten ; dog de Hals , die zeer lang is , be. Voeten , die in de Doodgraavers vijf in getal , dog in
nevens de Agterpooten , zijn blaauwagtig vleeſchkoleu- de Schildpadjes maar vier zijn , zo de Heer Geor ,
rig. Het Dier heeft geen Staart en in de Stuit is zijne Leg ; FROY aanmerkt.
de Pooten zijn met harde ſchubben bekleed , aan de voor- De Maskers van deeze Inſekten , zegt dien Heer ,
ften heeft het vijfaan de agterſten vier Klaauwen. zijn nog veel zeldzaamer dan het volmaakte Dier.
VIII. Gekielde Schildpad, in 't lat. Teſtudo carinata ; Hun Lijf is kort , breed en plat, op de randen met
( Testudo pedibus digitatis, testa gibboſa , ſcutellis dorſa. doornagtig-getakte puntjes gewapend. Zij hebben zes
libus quatuor anterioribus carinatis, fterno integra. Linn. Pooten en hunnen Staart boven het Lighaam omgeboo
Sijft. Nat.) Deezen die zich onder de heete luchtſtreek gen , eindigt in een zoort van vork , tusſchen wiens
onthouden , hebben een bultige Schulp en de vier voor twee punten , het Aarsgat zich bevind. Dit is de reden ,
Ite Ruggeblaadjes gekield. dat de uitwerpzelen van het Inſekt, wanneer zij uit het
IX . GeſterndeSchildpad, in 't lat. Testudo geometrica , Lighaam koomen, als opgeſtapeld worden gelijk het hooi
door Sess M11.1. T. 80.f. 8. afgebeeld , en genoemd , op een hooivork , en een zoort van zonneſcherm maa
Testudo minor Amboinenfis; ( Testudo pedibus posticis pal ken , die over het Lijf is uitgeſtrekt. Ten einde van
matis , Teste. ſcuteltis elevatis truncatis. Linn . Sijſt. zekeren tijd , echter ontlast het zich daar van , en dan
Nat . ) Verſcheiderlei naamen voert deeze , die van worden wederom nieuwe in de plaats verzameld. Der
Piso genoemdword Jaboti , de Schulp met zwart en geel gelijke Wormpjes ontmoet men dikwils op de distelen ,
agrige figuurtjes, als meetkonftig getekend zijnde , ver op de kroontjes-bloem draagende Planten , enz. Aldaar
fierd. Andere noemen ze de geſchilderde of geſternde, vind men ook het wonderlijke Popje van dit Inſekt,
om dat de ſchulp op een zwarte grond, zeer lierlijk ge- dat niet in de grond kruipe om te veranderen.
tekend en beſchilderd is met geele ſterren-ſtraalen , die in Het Popje is breed en plat , bijna ovaal , en in zijn
't midden van de toppen der blaadjes , haar middelpunt omtrek met bijhangzels, die vee puntig zijn vercierd.
hebben , en met elkander te zaamen loopende zich ver- Gemelde bijhangzels gelijken naar een zoort van blad .
eenigen ; zij onthoud zich in Aſie. Men vind er van , werk , en aan 't voor ofboven-end is het bepaald als een
die ongelijk kleiner dan een vuist zijn , dog ook wel van halskraag, met takswijze puntjes. Dit doet het Popje
één of anderhalf voet ſchulps; weshalven Grew , ermet
veel meer gelijken naar een gekroond wapenichildje, dan
regt den naam aan geeft van groote Schildpad met deſchulp
naar een Inſekt of Worm . Deeze zonderlinge Pop is
van Moſaik-werk ; daar Raij ze de kleine noemt, en Se.
bleek groen van koleur , met eenige bruine vlakken op
BA de kleine Amboineeſche. Die van Grew was van de halskraag , en de Vinnen op zijde zijn wit . Ten
Madagaskar afkomſtig . einde van veertien dagen ziet men daar uit het Schild .
X. Klein Schildpadje, door WORM. Muf. 313. Teso padje of Schildtorretje voortkomen , 't welk door de bo.
tudo terrestris pufilla ex India orientali genvemd ; ( Teso venhuid aan het voorſte gedeelte uitbreekt, en waar van
tudo testa hemisfphærica , ſcutellis convexis trapeziis mar.men van onderen , reeds den Kop , Spricien en Pooten ,
gine ſtriatis, disco punčtatis. Linn. Sijſt. Nat.) Aan onder omwindzelen verborgen , in de Pop had kunnen
deeze geeft Grew , Muf. 38. de naam van Virginiſche; zien . Het zelve legt zijne eijertjes op de bladen der
het is echter zeker, dat zij in de Indiën zich onthoud. booinen , die door de Wormpjes van onderen worden
Zij heeft een half klootſche Schulp , welkers blaadjes afgegeeten .
verheven rond zijn , beſtaande uit ſcheefhoekige ruiten In Europa vind men maar weinige zoorten van deeze
aan den rand geſtreept, in 't midden geſpikkeld . Inſekten, dog uit de Indiën komen er die zeer fraai en
• XI. Serpentina ; ( Testudo pedibus digitatis, testa ſub groot zijn . Linnæus heeft van de eerſten drie , en
convexa postice obtuſa, acute quinque.dentata. Linn. Sijſt. van de anderen vijftien zoorten aangetekend.
Nat.) De Schulp van deeze Schildpad is nagenoeg ver- 1. Groen Schildpadje ; (Casſida viridis. Linn. Sijft.
hevenrond , van agteren ſtomp en met vijf ſcherpe tan- Nat.) Deeze zoort , die door haare groene koleur van
den gewapend. De Hr. LINNÆUS zegt , dat ze zich in de anderen onderſcheiden word , is zeer gemeen in Ea
de warme gewesten onthoud. ropa . Men vindze op de planten die gekransde bloemen
SCHILDPADDEN LAKWERK , zie LAKKEE- draagen , gelijk de Kruijemunt en dergelijken , als ook
REN , pag. 1724. op de Distelen. De langte is zomtijds een , zomtijds
SCHILDPAD -GEZWEL , zie MOL -GEZWEL . anderhalve linie , de breedte wat minder , dat het Lijf
SCHILDPADJES , deeze naam word aan een Inſek- ovaal maakt. Het Borstſtuk is zo breed van rând , dat
ten geſagt gegeeven om reden , dat de zoorten hier de Kop daar door geheel bedekt word , even als het ove.
van , hun geheele Lijf , gelijk bij de Schildpadden , als
rige des Lighaams door de Dekſchilden , en dit geeft er
onder een Schild is verborgen. De latijnſche gedagt de gedaante van een klein Schildpadje aan. Van orderen
ver
SCH. SCH .
5293
vertoont zich het Lijf, dat gebeel zwart is, uitgeno. die te huis; het zelve is roestkoleurig , met den gehee.
men de Pooten , welken bleek zijn van koleur. len rand der Schilden , een overlang (che ſtreep , en een
II. Gewolkt Schildpadje; ( Casſida pallido-nebulofa. halve dwarze, zwart.
Linn. Sijſt. Nat.) Deeze die bleek gewolkt van ko. XIII. Famaikaasch Schildpadje , in 't lat. Casſida fa
leur is , zegt LINNÆUS dat op de Distelen huisvest. maicenſis ; ( Casſida luteo ænea , elijtris immaculatis exaya
III. Sierlijk Schildpadje, in 't latijn Caſſida nobilis ; to pun &tatis. LINN. Sijft. Nat.) Dit Schildpadje dat
( Cafida griſes, elijtris linea cærulea nitidisſima. Linn. kopergeel is, hebbende de Dekícbilden ongevlakt, met
šilt. Nat.) Deeze wiens koleur graauw is, met een uitgeholde ſtippen getekend , word volgens de Ridder
zeer blaauwe blinkende ſtreep op de Dekſchilden , kan Hans Sloane in Amerika gevonden.
men met reden het Sierlijke noemen , wegens de ge- XIV. Goudgroen Schildpadje , in 't lat. Casſida cija
melde tekening , die egter , met het ſterven , daar in nea ; (Casfida cijaneo-enea , elijtris immaculatis exavato
verdwijnt. GEOFTBOY vond de gedagte ſtreep goud, pun &tatis. Pet. Gaz.) Dit Beesje dat twee derde duim
groen,en noemt het deswegengoudkoleurig gebandeerd lang is en een half duim breed, koperig-blaauw van ko .
Schildpadje. Het zelve, dat hij omſtreeks Parijs vond , leur , de Dekſchilden ongevlakt en met uitgeholde ftip
was wederom van de voorgaanden alleenlijk in koleur pen getekend ,onthoud zich volgens Petiver in Braſil.
XV. Oneffen Schildpadje, in 't lat. Casſida inæqualis ;
verſchillende , en in grootte kwam het tusſchen beiden.
De koleur was vuil bleekgeel,trekkende een weinig naar ( Casſida ferrugineo ænea , elijtrismacula flava ſuvovata
het vaale , en de goudgroene ſtreep verdween allengs in disco. Linn. Sijft. Nat.) Dit Diertje dat zich zo wel
het Inſekt , naar maate dat het uitdroogde. als de twee volgenden in Amerika onthoud , zegt de Hr.
IV . Gekruist Schildpadje , in 't latijn Callida cruciata ; ROLANDER , is roestagtig koperig van koleur , met een
(Casſida pallida , elijtris disco fusço:cruciato. Linn. Sijf. ronde geele vlak op de Dekîchilden .
Nat.) Deeze die een uitheemſche zoort is , heeft een XVI. Zijdvlakkig Schildpadje , in 't lat. Casſida late
zoort van bruinagtig kruis op het middelſtuk der Dek- ralis; ( Casſada fusco-enea, elijtris macula flava laterali,
ſcbilden . LINN . sijft. Nat.) Deeze is bruin koperig van koleur ,
V. Tweebandig Schildpadje, in 't lat. Casſida bifas. met een zijdelingſche geele vlak op de Dekſchilden .
ciata; ( Calida pallida , corpore fasciis duabus fuscis. XVII. Middelvlakkig Schildpadje , in 't lat. Casſide
LINN. Sij Nat.) Dit Beesje dat bleekkoleurig is, discoides; (Cashda viridi-enea , elijtris maculis duabus
het Lijf met twee bruine ſtreepen gebandeerd , onthoud flavis disci. Linn. Sijft. Nat.) Deeze is groen kope.
zich volgens den Heer ROLANDER in Zuid-America. rig van koleur , met twee geele vlakken ophet middel
VI. Geel Schildpadje, in 't lat. Casſida flava ; ( Casſ. ſtuk der Dekſchilden .
da flava immaculata, corpore testaceo. LINN. Sijft. Nat.) XVIII. Petiversch Schildpadje , in 't lat Casfida pe
DitSchildpadje met een ongevlakte geele koleur, hoort tiveriana ; ( Casſida nigra, elijtrismaculisquatuorflaves.
ook in Amerika te huis. centibus. Per. Gaz.) Dit Schildpadje dat zwart is , mec
VII. Paarsch Schildpadje , in 't lat. Casſida purpu- vier geelagtige vlakken op de Dek (childen , onthoud
Tea ; ( Casſida flava ,fupra corpus purpurea. Linn . Sijft. zich , volgens de Heer Petiver in Aſie, zijnde vol.
Nat. ) Deeze die ook in de Westin diën te huis hoort , gens die afbeelding dien hij er van geeft, een duim lang ,
is geel van koleur , met een breede paarſche vlak boven en drie vierde duim breed .
op 't Lijf. SCHILDPAD -SLANG , zie SERPENTEN , m. V.
VIIL Gerand Schildpadje , in 't lat. Casſida margina- SCHILDSNOEK , zie SNOEKEN , n. II.
ta ; ( Casſida testacea , margine thoracis elijerumque flavo. SCHILDSPIER , of Rings- en Schildwijze Krake .
Linn. Sijft. Nat.) Deeze die zo welals de twee vol- beens- Spier , in 't latijn Musculus thijro-cricoides. Deeze
genden, door de Hr. ROLANDER in Amerika is waargeno- naamen word aan een paar Spieren gegeeven , die de
men , heeft een roodagtige koleur, met den rand van Scrot verwijderen ; dezelve koomen voort van 't ringge.
bet Borstſtuk en van de Dekſchilden -geel. daantige Krakebeen , en worden in de zijden van 't Schild .
IX. Gestippeld Schildpadje , in ’t lat. Casſida pun&ta. gedaantige Krakebeen , ingeplant.
ta; ( Casſida flava punetato reticulata. Linn. Sijft. Nat.) SCHILDTORRETJES , zie SCHILDPADJES .
De koleur van deeze is geel , daar bij netswijze zwartge- SCHILDVARKENTJES , doorgaans Armadillen ge
ſtippeld. noemd , is een viervoetig Dieren -geſlagt, waar van de
X. Bont Schildpadje , in 't lat. Casſida variegata; ( Cas- ſpaanſche naam Armadillo bijna overeenkoomt met het
Cataphraftus, 't welk een Man , van
ſido sufa, elijtris nigro variegatis , lateribus fasciatis. latijnſche woordgebarnast
Linn. Sijft. Nat.) Deeze die ros is , met de Dek; hoofd tot teen , pleeg te betekenen. Immers
ſchilden zwart bont , en de Zijden gebandeerd , is veel dit Beest heeft over 't geheele Lijf een beenig bekleed.
grooter dan de anderen. zel , op verſcheiderlei wijzen in Schilden en Banden
XI, Groot Schildpadje, in 't lat. Casſida grofa; ( Cas- verdeeld, dog in de meesten zodanig , dat het voorſte
fida fanguinea , eliftris disco punétis nigris Sparſis, mar. en agterſte van het Lighaam geheel bedekt en als be.
gine lineis ramoſisnigris. Linn. Sijfi. Nat.) Volgens footen zijn in een holle Schulp , terwijlomden Middel
zeggen van de Hr. LINNÆUS , is dit het allergrootſte der cenige platte Gordels loopen van de zelfde ſtoffe , die 1
Inſekten van dit geſagt. De koleur is bloedverwig, de door een Vlies zijn te zamen gevoegd. De Portugeezen
Dekſchilden op 'e middelſtuk met zwarte ſtippen be. noemen het Encubertado, de Italiaanen Bardato, de
ſprengd, en aan den rand metzwarte takkige ſtreepjes. Braſiliaanen Tatu. LINN & US geeft er dengeſagtnaam
Het onthoud zich volgens den Hr. De Geer in Indie. aan van Dafijpus, 't welk een Dier met ruige of ſteke.
XII. Getralied Schildpadje, in 'tlat. "Casſida chatra- lige pooten betekend. Zomtijds worden zij met den
ta; (Casſida ferruginea, elijtris margine omni , linea lone nederduitſchen naam van Schildvarkens beſtempeld, dog
gitudinali, ſemiquetransverſali nigris. Linn . Sijft. Nat.) dezelve is, om dat zij in grootte of geſtalte weinig naar
volgens de Hr.De Geer hoortdit insgelijks in de In- een Varken gelijken , niet zeer eigen.
VI Deel Q De
3L94 SCH SCH .

De kenmerken der Armadillen of Schildvarkentjes zijn , De langte des Lighaams van het end van den Snoet ,
volgens LINNÆUS, dat zij het Lighaam te eeremaal be. tot aan het end van den Staart, zegt hij, is omtrent
kleed hebben met een beenige Schulp , die door Gordels een voet. De Pooten zijn , volgens MARCGRAVE en
is van een geſcheiden . Ontrent de Tanden maakt hij Ray in vijf, volgens Seba in vier vingeren of toonen
geen bepaaling, willende dat de geenen die gelegenheid verdeeld , waar van drie lang en vooruitſteekende, de
hebben om deeze Beesten te zien , naar dezelven , en vierde agterwaards geſtrekt is, als een ſpoor. Tusſchen
naar 't verſchil der Sexe , onderzoeken zullen. De Hr. de twee Schilden zijn drie Gordels , met vierhoekige
Brisson ſtelt als een vast kenmerk van dit geſagt, dat ſchubben ; dog "voor het overige zijn de ſchubben alte.
zij geen Voor- of Snijtanden , nog Hoek- of Hondstan . maal zeshoekig , zo wel op de Staart als op 't Lijf , en
den , en niet dan Kiezen of Maaltanden hebben. Hij vertoonen zich als roozen. De Ooren zijn klein , rond
yoegt er bij, dat alle hunne Tanden cijlindrisch zijn ; en kaal; de Staart is platagtig van boven en onderen ,
dog in de afbeelding van de Kop eener Ariadil ,door beſtaande inaar uit een lid. Onder aan den Buik heeft
hem gegeeven , zou hetmij , uit de plaatzing en figuur het een harde huid , digt bezet met lang ruig þaair gelijk
van deeze Tanden voorkomen , dat dezelven eer voor de Beenen . Het woont in Oostindie niet alleen ,maar
Hoektanden te houder waaren , in welk geval de Arma. ook ir Braſil en Guajana, zo Brisson aantekent.
* dil dan ook tot deezen rang van Dieren behoort, daar III. Schildvorkentje metvier Gordels, in 't lat. Arma
zij anders, zo het Kiezen zijn, van afgezonderd moeste dillus quadricinctus; ( Dafijpus cingulis quatuor. LINN.
worden , Sijſt. Nat.). Van deeze zoort kan men weinig zeg .
Van deeze Beesten worden door den Heer Brisson gen , alzo men er niets meer van weet, dan dat Co.
zeven zoorten opgeteld , en maar vijf door den Heer LUMNA de beenige Schulp heeft beſchreeven en afge
Klein. LINNÆUS. heeft er zes , welken bij naar 't ge: beeld ; die gelijk het bekleedzel van de meeste ande.
tal der banden of gordels om het Lighaam onderſcheid , ren , uit twee Schilden beſtaat , waar tusfchen vier
als volgt. ſmalle Gordels zijn. Het Beestje is over het gehee .
I. Schildvarkentje met een Gordel, in 't lat: Armadil: le Lijf bedekt met ſchubben van vier , vijf , zeshoe
Ius cingulo fimplici ; (Dafijpus tegmine tripartito, pedibus kige en eenige andere figuuren. Gemelde Schrijver
pentadattijlis. LINN. Siift. Nat.) De Heer LINNAUS geeft het den naam van Schildpadgelijkend Varkentje
brengt thans tot deeze zoort , als eene verſcheidenheid, of Schildpad-Egel, een uitheemsch Dier. Onder de he .
ook die , welke hij te vooren bij den naam van Armadil dendaagſchen is niet bekend , waar het zich onthoude.
met een eld Schild , daar van afgezonderd had . IV . Schildvarkentje met zes Gordels , in 't lat. Arma.
Deeze laatſte word van de engelſchen gemeenlijk de Are dillus ſexcin &tus; ( Dafijpus cingulis ſenis, pedibuspenta
madil met een Wezelskop geheten. Brisson noemt ze , dažijlis. Linn. Muf. 41.Frid. 7.) Dit is de gewoone
Armadil met een enkeld Schild en met agttien Banden , Amerikaanſche Armadil , die bij de meeste Autheuren
zeggende , dat van het Schild , 't welk het voorſte des voorkomt , wordende van Brisson de Mexikaanſche
Ligliaans bedekt , tot aan de Staart toe , de geheele geheeten . Decze allen , zegt hij , behalven ALDRO
Schulp verdeeld is in zo veele Banden ; waar van de VANDUS , hebben er figuuren van gegeeven, met meer
voorlten die de breedſten zijn , uit vierkante , de agter. dan zes Gordels tusſchen de twee groote Schilden , waar
fte en ſmalſte uit vierkante en ronde Schubben , onder. in zij mistasten . De engelſchen noemen het groote ge.
con gemengd, beſtaan. Zo zijn ook de Schubben , die traliede Egel, de Inwooners van nieuw Spanje Chir.
bet voorſte Schild bedekken , vierkant , even als die quinchum , 20 NieREMBERG aantekent. HernaNDEZ
van de Staart , welke ſcherp uitloopt. geeft dit Diertje den naam van Aijotochtli of Dafijpus
Van de eerſte, die bij Seba Tatu of Afrikaanſche Cucurbitinus, bij anderen Tatou of Armadillo genoemd.
Armadil geheten en afgebeeld word , is de Lighaams- De Pooten zijn ieder in vijf Vingeren , met rondagti.
geſtalte als volgt. De langte van het uiterſte van den ge nagelen aan 't end gewapend zijnde, verdeeld. De
Bek tot aan het begin van de Staart omtrent tien dui. Snoet is ſcherp , de Oogen zijnklein , de Ooren kaal en
inen ; de Staart zeven duimen . leder Poot is verdeeld kort. Tusſchen de twee Schilden vind men zes Gor.
in vijf vingeren , waar van de drie middelſten der voor- dels , bedekt met driehoekige Schubben , dog op de Schil
pooten grootst, met ſterke nagelen gewapend. De Oo. den zijn dezelven van onregelmaatige en onbepaalde fi
ren zijn lang, rond aan ' t end. Tusſchen de twee groote guur. De Staart aan haaren oorſprong dik , word allengs
Schilden zijn twaalf ſınalle banden , te zamen gevoegd naar het end toe dunner , en loopt piis uit. De woon .
door een dikke vliesagtige huid en bedekt met ruitswij. plaats is in Zuid Amerika.
ze Schubben , waar van die de twee groote Schilden V. Schildvarkentje met zeven Gordels , in ' t lat. Arma.
bedekken , een vier. , vijf. of zeskantige figuur hebben , dill:15 Septemcin & us; ( Dafijpus cingulis ſeptenis, palmis
dog altijd onregelmaatig of ongelijk van zijden . Het tetradaa ijiis, plantis pentadostijlis. LINN. Anen. Acad.
Beest o :ltboud zich in Afrika. Vol . I. p. 281.) Deeze Armadil, als in ' t Kabinet van
Il Schildvarkentje met drie Gordels , in 't lar. Arma de Akademie te Stokholmn zijnde , is door den lr. LIN
dillus tricinīus; ( Dafijpus cingulis tribus, pedibus pen. Næus naauwkeurig onderzogt en beſchreeven. De Kop
iadaa ijlis. Linn . S:ji. Nat.) Dit is een zeer mooij is eiſvormig , glad , met ontelbaare naaden die neyswijze
Eeestje, door veele Autheuren , beſchreeven en afge. door elkander loopen , verdeeld; de Snoet uitſteekeit
beeld. SEBA, die dit ook gehad heeft , geeft er twee de, de Neusgaten balfmaanswijze, de Ooren ei vorm
figuren van . De afbeelding van ' t zelve bij JOHNSTON , agrig , met tepelagtige ſtippen bedekt. De bcchige Schulp
Tab . LXII. zou volgens den Heer BRISSON goed die het Lighaam omklced , is in twee ſtukken van een
zijn : dog men ziet klaar , dat dezelve ten opzicht van geſcheiden door zeven ſmalle Gordels , die midden oin
die Schubben en banden ver van ' leven afwikt, zegt 't Lijf loopen , zijnde overdwars getekend met puntig
de kundige Schrijver van de Natuurlijke Hist, volgens ovaale merken. De Schulpen , die het voor en agter.
het ſamenſtel van LINNÆUS. Lijf -bedekken , bebben verbevene rondagtige ftippen .
De
SCH SCE $ 295
t,
De Schaft ſteekt uit, en is van onderen gekield. De eehe zweetdrijvende kragt , tot geneezinge der Venusa
Staaft met een groot getal ringen gebandeerd , is kaal ziekte zoude ſtrekken.
en een weinig korter dan het Lijf. Aan de Voorpooten · SCHILDVINK, ' Hier door word de gewoone Vink
zijn vier toonen , de twee binnenſten langer , de twee aangeduid , die men in 't latijn Fringilla noemt, in 't
buitenſten korter, aan de Agterpooten vijf , waar van italiaansch Franguello, in 't fransch Pinçon , Pinfoni, :
23
de zijdelingſche korter. Alle de Toonen hebben groote Grinjon of Quinfon; de neerduitſche, engelſche en
ſterke nagelen , dog die der Voorpooten zijn zeer ſpits ſweedſche naain , is van het hoogduitſche Finck afkom
en ſcherp als een els. ſtig; men geeft er in 't engelsch ook den naam van Chaf.
VI. Schildvarkentje met negen Gordels , in 't lat. Ar- fink , dat is Kaf-Vink aan , om dat bij 's winters de kost
madillus novemcin & us; ( Dafijpus cingulis novem. LINN. dikwils in ’t kaf van hooij zoekt, dat men weg werpt.
Sij/. Nat.) Deeze Armadil, die van Seea de Aneri. BRISSON heeft hem onder de Mosſchen geplaatst; de
kaanſche genoemd word en afgebeeld , verſchilt van de Grieken noemden hem Spiza ; (Fringilla artubus nigris,
eerſte zoorten merkelijk door de langte van de Staart en remigibus utrinque albis , tribus primis immaculatis , reca
de grootte der Ooren , die zo wel als 't Lijf met ſchub: tricibus duabus oblique albis. LINN. Faun. Suec. 199. )
ben zijn bedekt. De langte van het Lijf was anderhal. Zeer weinig verſchillen de Vinken in grootte van de
ve, die van de Staart een voet, en van den Kop vier Mosſchen. Het Mannetje is grooter dan het Wijfje en
duimen. Voor 't overige komt de beſchrijving met de word door zijne bruinroode Borst daar van onderſchei.
voorgaande zoort nagenoeg overeen . den. De koleur der gewoone Vinken is graauwagtig van
boven , en witagtig van onderen ; dog men vind er die
Eigenſchap der Schildvarkentjes of Armadillen. geheel wit , als ook die bruin zijn , en die de Staart en
De Schilden met derzelver Gordels , door eene vlie. ' Wieken zwart hehben . Onder de Sileziſche Vogelen
zige huid zamengevoegd , dienen als zo vcele geledingen ſtaat er een , met een witte Halskraag , van Schwenck 1

aan dit Beest , om over elkander te ſchuiven , en zich FELD aangetekend , en Linnæus maaktonderde Sweedi
rond te maaken gelijk een kloot , op de wijze der Egels ſchen gewag van eenen bruinen Vink , die met een vuur .
of Pisſebedden ; verbergende zijn Kop , Pooten en Buik , koleurig Kuifje praalde.
zodanig, dat het kan geſchopt, getreeden en geſaagen Van de Schildvink word door Linnæus , op het ge.
worden , zonder nadeel. Dus heeft de natuur het zel tuigenis van zekeren Sweed , aangetekend , dat het Wijf
vė , zonder eenige bekwaamheid tot verweering tegen je des winters vertrekt , terwijl het Mannetje blijft, en
Roofdieren , de behendigheid gegeeven om derzelver verder dat het zelve dus door de Nederlanden, naar
tanden te ontſnappen , daar het anders een lekker beet. Italien verhuist. In Duitschland niettemin , zijn den
tje voor zoude zijn , want het is zeer malsch van vleesch. geheelen winter Vinken , zo ook in Vrankrijk en de Nee
Zommigen zegt men , zijn venijnig , anderen niet , en derlanden , waar men beſpeurt dat de Wijfjes wel ver :
dit zoude aan 't getal der Gordels onderſcheiden kunnen het grootſte getal uitmaaken , dog dat altijd Mannetjes
worden, zijnde die met agt onſchadelijk met zes ſchade- onder dezelven vermengd zijn. Omirent St. Michiel
lijk . De Adders wil men , dat het in vrede mede leeft, vliegen zij bij ſchoolen van honderden en zomtijds dui.
houdende zijn verblijf met die Dieren in een zelfde hol. zenden , dog ſtrijken niet met het geheele ſchool te ge.
Men vind de Armadil ook de Kalabasagtige Konijn lijk neer. Hun voedzel beſtaat in allerlei zaad en wormp.
genoemd, en dit , eensdeels om de gedaante , welke dic jes; het hennipzaad beminnen zij zeer , dog het is hun
Beest aanneemt , anderdeels om de diepe holen , die het in kouwtjes niet gezond ; weshalven inen hun gemeen
in 't aardrijk graaft, waar toe het zijne lange ſterkelijk kanarij- en raapzaad geeft. Zij onthouden zich in
klaauwen gebruiken kan. De langte die het in eene digte bosſchagien en geboomte , alwaar zij nestelen , bren.
nagt doorboort, gaat de verbeelding te boven , zo dat gende vier of vijf Jongen voort , en broedende driemaat
men het in een hok, daar de grond bloot is , te vergeefs . in 't jaar.
zou tragten te bewaaren. Het aast op Mieren , gelijk
de Mieren -Eeters; dog de manier op welke het dezel- Hoedanig men gewoon is Vinken te vangen .
ven magtig word is nog zeldzaamer; naamelijk door De Vinken-vangst verſchaft een tijdverdrijf aan veele:
middel van zijn Staart , die het aan den Bek brengt. . Landluiden , en die aan het duin hunne buitenplaatzen
Voorts eetende Armadillen Wormen , Inſekter en hebben . De Boeren in Vrankrijk , vangenze dikwils bij
Vischjes , als ook zekere Vrugen en Beſiën, onthou. avond of 's nagts, door middel van een brandende kaars ,
$1 dende zich veelal op moerasſige plaatzen . fakkel of bosch ſtroo , en van takken met lijm beſtree .
Hoe kan men zeggen , dat de Pooten van deeze Bees. ken . Men kan bij dag ook met lijmſtokjes vinken , die
jes naakt zijn , terwijl de dikke huid aldaar met zulke in 't ijl bosſchagie van hak of kaphout geplaatst wor.
lange grove haairen bézet is , en zo ruig , dat de Arma- den, alwaar men de Vinken niet alleen , maar ook Mee.
dil deswegens den geſagtnaam van Dafijpus of Ruigpoot zen , Lijsters en ander Gevogelte, door middel van een
voert; gelijk men er ook tusſchen de Schubben vind, lokfluitje of lokvogel op de lijmſtokjes brengt. Gemeen
over 't Lijf ; naar misſchien zal men de afbeelding van zijn aan den duinkant van Holland de Vinkebaanen ,daar
een haairloos Jong tot de beſchrijving gebruikt hebben . men deeze Vogelen gewoonlijk , met toeſlaande Netten
Het vleesch der genen die onſchadelijk zijn , levert aan op den druip vangt, dikwils wel vijftig , zestig of hon.
de Indiaanen een zeer ſmaakelijke ſpijze uit. Van de derd in één nag , en wel duizend op éénen dag. Men
Schilden maaken zij een dergelijk gebruik als van de loktze op de Baan , door middel van roepende Vinken ,
Schulp der Schildpadden ,en zij dienen hun om door een en wanneer er een menigte is neergeſtreeken , haalt do
zoort van wichelarij als het waare , den geenen die iets Vogelaar in 't huisje zittende, dezelven 't Net over 't
geſtoolen of ontvreemd heeft, te ontdekkenen te ſtraf. hoofd. Op gelijke manier worden zij ook in 't open
fen. Van dezelve tot poeijer gemaakt, een vierde lood veld met Magnetcen gevangen ; want deeze Vangst ſtaat
dogenomen , verbeeld men zich in Amerika, dat door in onze Provintien aan iedereen vrij, zo wel als die der
Q2 Leeu
3296 SCH . SCH .

Leeurſkken en Lijsteren . Men vangtze in de Tuinen , dooden, op dat het geſcheeuw de andere niet ver,
en bij de Steden, ook dikwils met knippen , gelijk bee ſchrikke.
kend is , en , in zandige , booge , drooge Landsdouwen ,
de drinkplaats bezettende met lijmſtokjes , kan men zich Op een andere manier , Vinken met een
zeergemakkelijk meester maaken van allerlei klein Ge. Tak , of belijmde Rarik te vangen .
vogelte. Veelen gaan op een andere wijs te werk on Vinken
te vangen , en gebruiken een tak en toorts van ſtroo,
Om Vinken en andere Vogeltjes bij ndgt welke op de bovenſte afdeeling van Plaat 51 verbeeld
met een brandende kaars te vangen. worden .
Dit is een jagt waar mede zich de Boeren in zommige De tak kan gemaakt worden , van een tak van een
Provintiën van Vrankrijk , geduurende de winterſche nag. Olmboom , en moet van een ſtuk zijn , en deeze
ten verlustigen, zij gaan met hun drieën of vieren in om hoog verſcheiden kleine telgjes hebben , alle met
gezelſchap , elk met een kaars en een ſterke plak voor. lijm beſtrooken , of men kan een ſtok neemen IH ,
zien ; zij zoeken plaatzen daar 'c luw is , en de Vogels zes , of zeven voeten lang, ligt en regt , en daar aan
zich onder de bladers verſchuilen . 't eind I. twee of drie kleine takken van Olmboomen
Om een denkbeeld van deeze jagt te bekoomen , zo vast maaken , welke veele kleine dunne rechte takjes
heeft men maardeoogen te ſlaan op de benedenſte af. hebben , die overal moeten belijmd zijn. Men moet
deeling van Plaat 50. alwaar A B fig. 1. de plak vere zorge draagen , dat de takjes zo vast zijn , dat de
beeld , van een lang ſtuk houts gemaakt, welke aan den dunne takjes malkanderen niet raaken , en dat ze za
kantÁ . vier vingeren breed is, eneen half voet lang; weinigverdeeld zijn, dat ze met malkander een zoort
zij moet ſterk en dik zijn aan 't eind B. om ze in de hand van waaijer uitmaaken .
te kunnen houden , en er ſlag mede te hebben. De fig . Tot deeze Jagt is men met zijn drieën van doen ; de
2, op dezelfde Plaat , beeld af hoe men de kaars in de een draagthet vuur met de toorts van ſtroo ROP, de
linkerband,tusſchen de derde en vierde vinger,moet anderhet hout I H. De ſterkſte en behendigſte draagt
houden . Men gaat zamen in 't bosch vijf en twintig den belijmden tak ;men moet in 't bosch niet gaan ,maar
ſchreden van een , om malkander geen nadeel te doen; men moet het fangs de wegen houden , om dat debladen
en hebbende de Kaars op gedagte wijs in de hand , en zich aan de lijm kunnen vast zetten. Men kan langs de
de Plak onder den arm , men legt den duim van de rech. groote heggen en ſtruiken gaan wandelen. Die 't vuur
terhand in de langte in 't hol van de hand E. , ligtende draagt moet het gedurig zo hoog houden als hij kan ,en
devingers om hoog, om door 'tlicht in 't zien niet ver- die de lijmſtangdraagt ,moet gedurig in beweging zijn ,
bijsterd te worden,en de Vogels gemakkelijker te on . om de Vogelstevangen , die rondoin het vuur koomen
derſcheiden , die zich op den grond der takken , onder vliegen ; want zo haast hij, die de ſtok draagt , op de
de blaadep verſchuilen . Zo dra men er een ziet, moet heggen daat, komen er de Vogels uit , en ziende het
men de rechterhand op de Plak hebben , en Naan er met licht, meenen ze dat het dag is en vliegen er na toe ,
magtopomdeVogel te dooden . Want zo men niet waaromhetgeinakkelijk is zete vangen,als er delija
førs ſlaat, zal een klein takje die ſlag ophouden , en men mer maar handig mede om weet te gaan. Naarmaatea
dat men, Vogels
dal nietsdoodNaan,en in tegendeelde Vogelsverſchrik- brengen vangt , moet men ze vaardig om hals
op dat hun geſchreeuw de anderen niet ver .
ken , die in 't zelfde bosch zijn .
'ils wonderlijk zo veel kleine beesjes daar Naapende vaare, om dat dan de Vogels een anderen weg heen zul.
te vinden met den kop onder de Vleugels , die nog min. len vliegen.
der , als een ſteen waggelen , al is men er met het licht
dige bij , en ſchoon ze al wakker zijn en 't licht zien , Gebruik van de Vinken .
beweegen zij zich niet , zo lang men 't takje niet beweegt, De Mannetjes Vinken , worden door 't uitſteeken der
daar ze op zitten te rusten. Oogen blind gemaakt zijnde , in kouwtjes gehouden om
hun lieflijk gezang of Naan , in 't voorjaar . De Wijfjes
Hoedanig men een groot getal Vinken of roepen alleenlijk , en deeze zijn het , die men plukken
andere kleine Vogels , in de nagt , met laat, om ze gebraaden zijnde , te eeten als een ſmaake.
yuur en Vogellijm kan vangen. lijk geregt ; dog ieder Vink maakt naauwlijks een mond
Hier toe moet men ook een Kaars hebben , en ze op vol uit.
de bovenbeſchreven wijze gebruiken ; maar neemt in SCHILDVISSCHEN. De latijnſche naam Centriscus
plaats van de Plak een ſtok F G , fig. 3 Plaat 50 , van dit Visſchengeſagt, is van l'HEOPHRASTUS alkoin
dieeen duim dik is en vier voeten lanz, welregt en glad ; ſtig , die de ſtekelige of metprikkels voorzieneVisſchen ,
bebbende een gat zo groot als een naald dik is , aan 't dat is de Gedoornde der Autheuren , dus getiteld heeft
dunne eind F. Maak bij voorraad vier, of vijf dozijn met een woord , 't welk in 't grieksch zulks uitdrukt. De
kleine lijmtangetjes van vijf, of zes duimen lang aan 't Heer Klein gebruikt deezen naam ook voor de Stekel.
dikke eind vast, en wind ze in een ſtukparkement , op baarſen , en voor Westindiſchen die Bagre genoemt wor
dat ze niet vuil worden ; als 't wel donker en koud is, den. GRONOVIUS betrekt er de agtſte zoort der Hoorn .
ga met uwe ontſtoken Kaars, onder de takken zien, of visſchen van onzen Autheur toe, dien men Snepvischge.
er geene Vogels zijn , en als gij er ziet, neem een lijm woon is te noemen. Wijgeven er , zegt dekundige Schrij.
houtje , maak het vast aan 't gat F, van uwe ſtok , leg ver van de Nat. Hift. volgens het samenſtel van LINNÉ
het daar na zachtjes onder den buik van de Vogel , die us, om dat zij op de Rug geharnast zijn , den naam van
heen zal willen vliegen , zo dra zij voelt geraakt te zijn ; Schildvisſchen aan .
en zijne vleugels uitſtrekkende, zal bij ze op het lijm- De Kenmerken zijn; dat de Kop in een lange ſmalle
houtje Naan , 't geen hij er uit zalhaalen en daar me ſnoet uitloopt, hebbende wijde openingen der kieuwen ;
de op den grondvallen ; daar gij ze terſtond zult het Lijf op deRug geharnast met een Been , datvanag.
teren
SCHILDVINK . Plaat 51 .

M
N

H D
C

7.de Bakker fecit, 1742 .


SNIP .
5
1
1
.
SCH . SCH , 3297
reren gepunt is , regt , en lang als 't Lighaam ; de Buik gewoon is; om datmen op't midden van het enkele ſchild
gekield,een enkele Buikvin . Dit laatſte zegt Grono. een naadgewaar word ; dog bijeen naauwkeurig onder
vius , is fout , alzo er kleine buikvinnetjes aan zijn , in zoek bevind men zich daar in bedroozen. Verſcheiden
' t midden van den Buik geplaatst. hebben zelfs dit enkele ſchild onbeweeglijk ; de zijden zijn
De Heer LINNÆUS , heeft maar eene zoort in dit ge- omgeboogen en bekleeden een gedeelte van het L'ijfvan
Slagt, welke hij in Sijft. Nat.noemt Centriscus, en welke onderen . Het Kenmerk derhalven van Schilden , die de
van VALENTYN Ikan Piſau , dat is Mes.Visch word ge. vleugels dekken , moet niet dan in een ruimen zin , en
beren, om dat de geftalte eenigermaate, de gedaante van het grootſte gedeelte voor ' t geheel , worden genoomen,
een Mes verbeeld . Uit Oostindien is dezelve afkomſtig. dewijl zommigen zelfs ongevleugeld zijn.
Klein ſpreekt er van onder den naam van Amphi Silen, Buitendien zijn er eenige eigenſchappen der Schildvleu.
daar aan gegeven , om dat dit Vischje , bijna gelijk de zo gelige Inſekten in 't algemeen . Hun Lighaam is bekleed
genoemde Biceps of tweekoppige Slang , 'anders Amphis. met een boornagtig Harnas , 't welk hun ſchijnt te ver
bæna genoemd, aan ieder endeen Snoet ſchijnt te hebben , ſtrekken voor de beenderen , die het lijf der groote Die
Ruisch heeft deezen , in zijn Kabinet van Ambonſcheren onderſchraagen en ſtevigen . Hier in hebben de ſpie
Visſchen , allereerst beſchreeven , en hij meende dat men ren baare inplanting , door welken het Inſekt zijne ver.
bem onder de Naaldvisſchen moest tellen . In 't Kabi- ſcheiderlei beweeging verrigt , en tevens worden zij door

--
net van Seba , vind men er ook de afbeelding van , deeze beenige huid , vooruitwendige toevallen beſchut.
welke zo wel van de afbeelding van Ruisch, als Alle de drie voornaamne deelen , uit welke hun Lig.
van die van Klein eenigermaate verſchilt , en , gelijk haam is zamengeſteld , de Kop naamelijk, het Borstſtuk
de Heer GRONOVIUS ontdekt heeft , daar in gebrekkelijk enhet Agterlijf, zijn ermedeovertoogen .
is , dat men er de kleine Buikvintjes aap verzuimd heeft Het eerstgemelde ligluamsdeel is doorgaans het klein
te maaken. In die van Ruisch is de Staart tweepuntig, ſte van drie . Men word aan het zelve eerst de Sprieten
het eene end regt , en het ander krom ; die van Klein gewaar,die in de meeste Schildvleugelige Inſekten , uit tien
eindigt in een omgeboogen Doorn; dog de onze heeft de of elf, zelden uit minder , en in zommige uit een groot
Staart regt uitloopende. VALENTYN ſpreekt van een getal van leedjes zamengeſteld zijn. Het eerſte lid van
Mesvisch, die de gedaante van een Haak heeft. Mooglijk deeze (prieten , naamelijk , dat in het bosje aan den
zijn dit als bijzondere zoorten of verſcheidenheeden aan Kop zit, is gemeenlijk dikker , en zelfs dikwils langer dan
te merken. de anderen ; bet laatſte op één na , is zomtijds het kort.
Niet alleen is de geſtalte, maar ook in andere opzig. fte. In alle geſagten is de plaatzing van deezeSprieten
ten , is dit Vischje zonderling. De Snoet , die naauw . niet even dezelfde; zommigen , gelijk de Torren , hebben
lijks Kaakebeenen heeft, of door gaapinge geopend kan ze van vooren en een weinig boven of tusſchen de twee
worden , ſchijnt als door een buisje het voedzel in te Oogen ; anderen bijna op de Kruin van 't Hoofd . In zom .
zuigen. Langs het onderſte van de ſnoet tot aan het be migen zijn deeze werktuigen op een zeldzaame manier ge.
gin van den buik , hangen twee dunne vliesjes , die als plaatst; zij ſchijnen voort te koomen uit het midden van
goud blinken , van waar een andere vliesagtige Vin haar het Oog , het welk in plaats van ovaal te zijn , een zoort.
aanvang neemt , die tot aan de ſtaart voort loopt , heb . van halve Maan maakt, die den wortel van de Sprier be .
bende twaalf witte vaatagtige ſtreepjes. Dit Vliesje , dat dekt en omringt. Ik zal in ieder geſlagt in 't bijzonder ,
als de ſcherpte van het Mes zich vertoont, is doorſchij. decze verſcheiderlei plaatzingen der Sprieten ; als ook der
nende. Agter 'tzelve zijn twee Vinnetjes, die de Heer zelver figuur, naſpeuren.
GRONOVIUS , dat wegens haare plaatzing vreemd fchijnt , De Bek van deeze Infekten is gewapend, met twee
Rugvinnen noemt, en eeneAarsvin. Tusſcher: de doorn , harde Kaakebeenen , het eene ter regter , het ander ter
waar in de bovenſchulp van agteren uitloopt , en de Staart, flinker zijde , die zich in een halven cirkel omkrommen ,
zijn de Rugvinnen geplaatst, zegt onze Autheur, die dit uitloopende in een punt , die dikwils zeer ſcherp is , en
voorwerp niet gezien had. Hetwas door GRONOVIus uit aan de binnenzijde veeltijds gewapend zijnde met eene
de Kabinetten van Seba gekogt , zijnde geelagtig van ko . rij van Tandjes, meer ofminderſterk. Tusſchen deeze
leur, met een ſpiegelagtig vierkant plekje op't midden Nijpers zijn eenige tepeltjes, die de opening van den bek
van t Lijf, en de Borstvinnen doorſchijnende; 20 men ten van het Inſekt omringen ; en dikwils vind men boven en
opzigt van die van Seba aantekent. onder deeze tepeltjes, zekere harde lippen , ook tusſchen
SCHILDVLEUGELIGE INSEKTEN , noemt men de Nijpers geplaatst. Zij hebben , eindelijk, onder alle dee
de zodanige, wiens Vleugelen in 't algemeen geſprooken , ze deelen van de Bek , kleine bijhangzels ofvoelertjes, vier
als met Schilden zijn gedekt. Die welke men , gemeen . ir getal, twee grootere, twee kleinere ; doorgaans zamen
lijk Torren noemt, maaken daar van een voornaam gedeel- geſteld uit drie ofvier genoegzaam duidelijke geledingen.
te uit , en geeven ook een denkbeeld van de reden dier Wat de Oogen betreft , deeze Inſekten hebben mees .
bepaaming. Weinig Kinderen hebben niet gezien , dat tendeels niet dan de twee groote netswijze Oogen ,waar
een gouden Tor om te vliegen , een zoort van Schilden van op het artikel INSEKTEN pag. 1327 , bet maakzel
die zijne rug dekken , van elkander doet gaan , en zijne beſchreeven is. Men vind maar eenigen , en wel die de
vleugels van onder dezelve uitſpreid ; dezelven , als hij Dekſchilden zagt of vliezig hebben , gelijk de Sprinkhaa.
gedaan heeft, en zitten gaat om te loopen of te rusten en ' nen , Krekels en dergelijken, in welken , behalven de
te aazen , weder zamenplooijende en onder die ſchilden gemelde netswijze.Oogen, nog de drie gladde Oogjes zijn ,
verbergende. insgelijks onder Inſekten , op de aangehaalde pag. be
Onder de Inſekten van deezen Rang , hebben wel de ſchreeven , en die gemeen zijn aan de Inſekten van den
meesten twee Dekſchilden ; dog men vind er onder in wele vierden , vijfden en zesden Rang.
ke de ſchilden zijn vereenigt, zo dat zij niet meer dan Onder de Lighaamsdeelen is het Borstſtuk in deeze In
een enkeld ſchild uitmaaken. In den eerſten opſlag , ſchij- fekten zeer aanmerkelijk , alsbeſtaande uit een zoort van
den zij twee Dekſchilden te hebben , gelijk in de Torren ſchulpagtige ring , van een enkel ſtuk , bard en met een
Q3 ducha
3298 SCH . SCH .

luchtſtip of gaatjes op ieder zijde. In figuur ook verſchilt men , zij ecten en verlinden zeer vec!. Men heeft et
dit lighaamsdeel grootelijks ; zijnde in zommige breed , evenwel die werkzaam zijn ; de zodaanigen , inzonder .
in anderen langwerpig, en in eenigen met een rand ge heid die in het water leeven . Deeze laatſten loopen en
zoomd , die er een zoort van geltje omheen maakt; het zwemmen vlug, 't geene lun nodig was om hunne prooij
heeft in eenige. Inſekten fiaauwe bultjes, in anderen is't te betrappen en andere Infekten te vatten , welke hun
met ſcherpe puntjes en hoornen gewapend. Deszelfs ver . tot aas ſtrekken; terwijl de eerſten die wortels of Bees .
ſchillende figuur,maakt zomtijds een kenmerk der gerlag : jes en drek of andere vuiligheeden eeten , doorgaans in
ten . Ook zijn , aan het Borstſtuk, meestal van onde. 't midden van het voedzel, 't welk voor hun geſchikt
ren , twee Pooten gehegt, die de Inſekten van deezen is , en daar zij in ter waereld koomen , zich blijven ont:
Rang , bijna altemaal zes in geral hebben , waar van zij houden .
om te loopen , dog zommige ook tot ſpringen gebruik Alle deeze Maskers verwisſelen menigmaal van Huid ,
maaken , gelijk de Krekels en Sprinkhaanen . In de zo . en blijven onder die gedaante meer of minder tijd . Men
daanigen zijn de twee agterſte Pooten , ten dien einde dike heeft waargenoomen dat de Kwatwormen van eenige Tor
wils zeer lang , dik en ſterk, vooral de Dijë. Van de ge- ren drie volle jaaren in ſtaat blijven , veranderende niet
nen die in het water leeven, hebben de meesten eenige dan op het vierde Jaar. Deeze tijd daar zijnde , verlaa.
of alle Pooten , en het onderſte of de voet in 't bijzon- ten zij hunne laatſte Huid , en vortoonen zich in de ge
der , platagtig , met haairtjes of als gebaard , en dus tot ftalte van een Pop, van de zoort der genen , waar inal
zwemmen geſchikt. le declen van het Inſekt dat er nitmoet koomen , duidelijk
Het Agterlijf van deeze Infekten beſtaat uit verſcheide zigtbaar zijn . Men kan deszelf: Voor- en Agterlijf , den
harde plaatjes, dikwils ten getale van tien , die ringen Kop , de Sprieten, Dogen , Pooten en alles, duidelijk
of halve ringen maaken , welke van onderen ſchulpagrig onderſcheiden. De Wieken alleen, en derzelver Dek
hard , van boven zagier zijn ; maar hetbovenſte zagte ſchilden , zijn kort in elkander gefommeld , en in plaats
re gedeelte word beſchut door de Wieken 'en Dekſchil- van uitgeſpreid te zijn over de rug, gelijk in 't vervolg
den, die het zelve doorgaans op de rug bedekken ; langs' moet plaats hebben , leggen zij voorwaards of onder het
het Agterlijf word men de luchtgaatjes gewaar , ten geta. Inſeki geplooid ; deeze Pop is in het begin teer , week en
le van zestien , agt aan ieder zijde en iwee op ieder ring ; wit , zij krijgt allengs zelfſtandigheid en word bruiner,
uitgenoomen de twee agterfte , die er niet hebben. Van en eindelijk tot volmaaktheid gekoinen zijnde , onttreke
de Dekſchilden hebben wij reeds geſprooken ; ik zalhier zij zich van een doorſchijnend omkleedzel , in 't welk
alleenlijk bijvoegen , datmen tusſchen dezelve, bij hun. al haare deelen beſlooten waaren , 'even als de hand en
ne aanhegting aan het Borstſtuk , voor aan de zamen vingeren het zijn in een handſchoen , en komt in dege .
voeging nieestal een driehoekig ſtuk beſpeurt , ' t welk ſtalte van een volmaakt Inſekt te voorſchijn.
in eenigen grooter is , in anderen kleiner; in betrekking Alzo deeze Inſekten zich geen Tonnetjes maaken , 20
tot de grootte van het lijf aangemerkt zijnde; dit zoort hebben zij de bezorgdheid van hunne Poppen te beveili.
van ſtuk , 't welk de Autheuren nietoneigen , het Schildje gen , ' t zij in de aarde ' t zij in ſtammen van boomen , of
noemen , legt met het breede end naar vooren , en met onder de bast ; hunne Maskers , die week van zelfitan .
zijn punt agterwaarts naar de naad toe , gelijk de zamen. digheid en ieder zijn , worden ook dikwils op dergelijke
voeging der Schilden op het lijf genoemd word. plaatzen verborgen , en dit is de reden dat men de Wor.
Alle de Schildvleugelige Inſekten behooren tot het ge- men of Poppen van de Schildvleugelige Infekten , zelden
tal der genen , die agtervolgelijk verſcheidene verande. ontmoet, daar zij nogthans zeer gemeen zijn.
ringen ofgeſtaltewisſelingen ondergaan, Vooreerst, geen Men kan deeze manier van verandering , czter , niet
bunner is Jongwerpende (Viviparum ); zij koomen alte zonder uitzondering toeſchrijven aan de Infekten van dee
maal uit één Eitje voort, onder de gedaante van een Mas. zen Rang. Men vind er onder , gelijk die van het laatſte
ker. Dit Masker, Kwatworn wegens de figuur genoemd, geſagt , de Sprinkhaanen en Krekels naamelijk , welker
heeft den Kop ſchulpagtig , hard en eenigermaate bruin ; Maskers niet van de volmaakte Inſekten verſchillen , dan
men ontdekt er twee groote Oogen aan , en taailijkſter. daar in , dat zij Ongevleugeld zijn . Aan de Poppen van
ke Knijpers , welken het zelve ten uiterſten noodig heeft, deeze word men als de ſtompjes der wicken gewaar, die
om dat het onder deeze gedaante, het meest eet. Ook is zich allengs ontwinden , terwijl het Inſekt tot den ſtaat
het dikwilsinet twee korte Spriétjes voorzien , dog groo. van volmaaktheid overgaat; dus ſchijnen zij , wederom ,
telijks verſchillende van de geren, welke het Inſekt, in zijn als een overgang te maaken tot de Inſekten van den twee
ſtaat van volmaaktheid , moet hebben. Voorts is het Lijf den Rang.
zeer week , veeltijds witagtig , een weinig uit den geelen , SCHILDWAGT , zie EREMIET.
rooden of blaauwen , en uit verſcheide ringen, gemeene. SCHIMMEL, Schimmelen , in't latijn Mucedo, en
lijk uit dertien , zamengeiteld. In de eerſten van deeze in 't fransch Moisſisſure ; zegt men ten aanzien van zoda
ringen zijn de Pooten van den Kwatworin ingeplant. nige lighaamen , die aan de lucht blootgelteld zijnde ,
Deeze Wormen hebben de luchtſtippen zeer blijkbaar , bederven , ter oorzaake van het vogtig grondbeginzel'c
ten getale van agttien , negen aan ieder zijde ; men neemt welk er in legt verborgen , en waar van zich de beder.
er doorgaans twee waar op den eerſten ring ,die onmid .' ving , door een zoort van witte dons , welke men op der .
delijk aan den Kop volgt; de tweede en derde ring heb. zelver oppervlakte beſchouwd , aankondigt.
ben er geene , maar alle de anderen ieder (wee , uitgenoo' Dit schimmel is de moeite waard , om door middel
men de twee laatſtèn. De twee ſtippen van den eerſten van het Microskoop vergroot te zien; het vertoond
ring koomen overeen met de genen , die in 't vervolg een zoort van Weiden , waar in men bloemen en kruiden
aan het Borstſtuk van het volmaakte Inſekt zullen zijn, ziet uitſpruiten, waar van zommigen nog maar in knop ,
de genen die op de agt andere ringen zijn , moeten de andere volwasſen, eenigen reeds verwelke, iederhaarbij.
ſtippen van het Agterlijf , te zijner tijd uitmaaken . zondere wortels , ſteng , en alle andere deelen hebben ,
Hoe log eñ traag de Kwatwormen dikwils voorkoo• die aán de Planten eigen zijn . Men kan er de afbeelding
van
SCH. -SCH . 3299
Fanzien in de Micrographia van Mr. Hooke. Het zelfde die bun werk maaken van dien vangst ; het is bij de
word waargenoomen , in het Schimmel ' t welk zich aan de Oosterſche Volkeren zeer in gebruik , om de welluse
oppervlakte van de vloeiſtoffen verzauitd in't bijſlaapen te vermeerderen . Ten dien einde word
De Hr. BRADLEIj heeft met groote naauwkeurigheid, het pocijer , met eenig prikkelend vogt, ofhetversch
het Schimmel in een Meloen waargenomen, en hij heeft », afgekookte lop, gelijk deArabieren doen, ingenomen.
bevonden , dat de groeijing van die kleine plantjes buiten Om die zelfde reden konnt het ook in't Dia Satijrion , een
gemeen ſchielijk toegaat. Ieder plant heeft een meenig. zamenſtelling, welke hedendaags niet veel gebruik heeft
te zaadjes , die geen drie uuren ſchijnen werk te hebben in de noordelijke deelen van Europa.
om haare wortels te ſchieten , en na verloop van nog zes De Scincus, waar van zijn Ld. ſpreekt, was een Dier
zuren is de plant in zijn ſtaat van voikoomene rijpheid , van ruiin een half voet lang , zeer kort van ſtaart, in 't
en zijlaat haare zaaden vallen. Doen deMeloen zes da: midden van't Lijf omtrent twee duimen dik ; over 't ge.
gen met-Schimmelwas bedekt geweest , begon haare groe. heel met gladde dunne ſchubben , die als een leijen dak
jende hoedanigheid te verminderen , en die hield na ver- over elkander heen leggen , en het Dier dus zeer zigtbaar
loop van nog twee dagen , ten eenemaalen op ; als doen geſchubd maaken ; de koleur was aan den Kop uit den
ging de Meloen tot rotting over,en derzelver vleeſchi. zeegroenen geelagtig; op de rug, totaan 't midden der
gedeelen verſchaften niets meerder dan een ſtinkend wa. buikszijden ,met zwart en helder grijs beurtelings geban
ter, 't welk begost tamelijk veel beweeging op derzelver deerd ; van onderen , en de Pooten, witagtig ;deezezijn
oppervlakte te vertoonen. Twee dagen daar na verſchee aan 't end der klaauwen, met uitſtekende ſchubbetjes ge
nen er Wormen in , die na verloop van nog zes dagen in zoomd, en eenigermaate gelobd , dog niet zo duidelijk
Poppen veranderden , in welken itaat zij vier dagen ble. alş in de Gekko ,hebbende aan 'tend een klein kaal plek
ven, na verloop van welke tijd, zij als Vliegen te voor. en
ſchijn kwaamen .
je, dedatHals
voorkan
nagelerdient ; het Lijf is langwerpig rolrond,
naauw lijks van onderſcheiden wor;
SCHIMMEL. Dus word ook een zoort van Paarden den , zijnde bijna zo dik als de Kop , die kleine Oogen,
genoemd die een bijzondere koleur hebben , van de vier taamelijk wijde Neusgaaten , en den Snoe niet ſtomp
bekende hoofdkoleuren afwijkende, en met andere ko . heeft.
leuren gemengd zijnde ; zie PAARDEN , pag . 2508. SCHIRL , is de naam door eenige Mineralogisten , aan
SCHIMMELIG OLIJPHANTJE , zie OLIJ een ijzeragtige en arſenicaale zelfſtandigheid gegeeven ,
PHANTES , * . XLI . pag. 2359 . welke veeltijds het iin -ertz verzeld . Het Schirl heeft
blinkende
SCHIMMELPENNINGS-KERS , zie KERSSE. de gedaante van kleine hoekige crijstallen die blaauwag.
BOOM , pag . 1488. zijn , gemeenlijk zwart als git , en zomtijds
SCHINK , zie HAM. tig. Deeze zelfitandigheid is omtrent van den zelfden
SCHINK, in 't latijn Scincus ; ( Lacerta cauda tereti aart, als die , welke de naam van Wolfram of Spuma lupi
mediocri apice compresſa , digitis.muticis marginatis. draagt. Zie WOLFRAM .
LINN . Sijft. Nat.) RONDELETIUS heeft dit Dier Stin- SCHIRRUS , zie KNOESTGEZWEL.
cuis gehecten , en misſchien uit navolging van hem , noemt SCHNEE KOENING , zie KWIKSTAARTEN
Pomet het zelve Stinc marin , dog anderen Scink , en in 11. XXIX Pag. 1705.
't engelsch Scinck . SCHOBS , zie BOOM -UILTJE .
Daar is in de Apotheeken , onder den naain van Scirn . SCHOEN . Wat men door een Schoen verſtaat , is een
cusmarinus, een Drogerije bekend, die men tegergiftig ieder zo welbekend , dat het overtollig zoude zijn er hier
gehouden , of, om eenige andere reden in de bereiding, eene beſchijving vantegeeven ;maarhet iszo algemeen niet
welke Mithridaat genoemtword , ingevoegt heeft. Zon . bekend , welk de oorzaak is , dat ons dikwils de Schoenen
migen hebben het voor een Visch genoomen', eenigen zodanig knellen en onze voeten bederven ; het zal dus
hebben er den Water-Salamander voor gebruikt;dog Pli• niet onnut zijn , onze Lezers er de rede van medete .
Nius noemt het de Land.Krokodil , om dat het Dier zeer deelen .
veel , zegt hij , naar een Krokodil gelijkt. Seba , die er Wanneer men onzen Voet wel betragt , zal men be
zodanig een afbeeld , onder den naam van groote Zeen vinden dat de grootte toon in eene regte lijn ſtaat , met
Haagdis of Krokodil uit Arabie, durfde echter niet vast den binnenkant tot de hiel toe; maar dat van den groo.
ſtellen , dat het de Scincus officinarum was , maar hij zegt , ten toon af, de voet breeder uitloopt , en eenekromme
dat er eenige zoorten zijn , die met zout en zee-alst voor bogt heeft ,die zich weder verenigt naar de hiel. Men
't bederf bewaard , aan ons uit Italie overgezonden , en moet dit in alle ſchilderboeken naaſpooren , on overtuigd
dan in de Apotheeken gebruikt worden , zijnde geelvan te zijn ; want in ons , zijn de voeten door de Schoenen
koleur en kort van Staart. zodaanig bedorven en mismaakt , dat ze daar niet langer
De Heer Hasselquist heeft, geduurende zijne rei- toe geſchikt zijn.
zen, niet verzuimd zich daar omtrent te onderrichten . » De Om nu de waare gedaante van den voet te bewaaren ,
» , Scincusmarinus; zege bij , een medikainent dat in Eu zoude inen gelijk de Boeren ten platten lande nog doen ,
» ropa ſterk gebruikt , dog weinig gekend word , is een voor ieder voet een leest moeten hebben ; juist gevormd
» Haagdis, welke men in Egipte aan de oevers van de naar den voet. Dan , inen heeft de dwaashcid , cene
Nijl , in 'tland zelfs , en ook wel in de huizen , ont leest voor de twee voeten te maakon , en l.cert nog daar.
» moet Flet overvloedigst echter , komt dezelve voor enboven de Schoenen om , waar door de voet nog meer
in de Gebergten tusſchen Arabie en Egipte , alwaar bedorven word , de groote toon naar buiten gedwongen
» zij, van de Boeren in menigte gevangen , en ge. en de kleine naar elkander zodanig geprangd , dat zij al.
droogd zijnde , aan de Venetiaanen en Genueezen ver- le vierkant zijn , althans zeer plat daar zij elkanderen
,, kogt word, die ze veelal tot poeijer maaken , cer zij raaken.
„ ze in Europa verzenden. De Egiptenaars zijn bevreesd De puntigheid der Schoenen , vermeerdert nog decze
voor dit Dier , en daarom vind men maar weinigen , wanſchapenheid ; maar nog zo veel niet als de tekort.
beii
3300 SCH . SCH .

heid der Schoenen . 't gras kwijt raaken zoude door haa re gulzigheid . Ver
Als een Schoenmaaker de maat neemt, zet hij den ſcheide geele plekken bevonden zich , inderdaad in
voet plat tusſchen zijn maatſtok , en maakt den Schoenzommige Landen , en een kleine zoode opgraavende ,
een weinig langer naar zijne gisſing . Wanneer wij nu haalde ik , zegtdeSchrijver van de Nat. Hift. volgens het
itil op den grond ſtaan , knelt de Schoen niet; maar zoo zamenſtel van LinnÆUS, daar onder een menigte van
draa gaan wij niet, ofde toonen worden zodanig geknee deeze Wormen yan daan ; dog haare kort aanſtaande
pen , dat niemand het kan uitſtaan ; de rede is deeze , de verandering , deedze wel haast verdwijnen.
groote toon draait op den grooten knobbel van het voor. Deeze Wormen, bij onze Visſchers gemeenlijk Kat
voetsbeen ; wanneer derhalven de voet geboogen is , jęs , en ook wel Im of Immen genoemd, zijn van ge.
is de afſtand van den hiel tot voor aan den toon langer, daante langwerpig. Haar Lijf naamelijk , is als een
en het is in dit oogenblik van den gang , dat de Schoen Made, van vooren ſpits, van agteren breed enmet pun .
meest wringt , zo dat of de Schoen zich inoet uitzetten , tjes gewapend ; op 't gevoel eenigermaate ruig of ruuw
of de toonen inkrimpen , 't geene zonder opzetting der en zonder pooten , ongeveer een duim lang . Andere
knokkels in de hoogte niet kan gebeuren , en dat is de zoorten van Tipulaas hebben geheel andere Maskers.
voornaamſte rede van de exteroogen boven op de knok. Die , welke men vind in de molm van rottige booinen ,
kels der toonen. zijn met zes Pooten voorzien , en gelijken daar door zo .
De Schoenmaaker behoort de maat dus te neemen ; daanig , naar de Wormen van Torren of Bokken , dat
eerst de voet in eene rechte lijn te meeten , dan de 100. menze er , in de eerſte oplag , dikwils voor neemen zou,
nen opwaarts te zetten , en met een riemtje den afſtand in de ſtammen van routigewilgen is het niet ongewoon
van den biel tot den punt desgrooten coonste meeten , de zodaanigen te vinden. Aldaar woont ook de Pop , in
en den Schoen juist zo lang te maaken; dat is , de zool welke deeze Maskersveranderen, die veel naar de Pop
van den Schoen . pen derMuggen gelijkt; als twee hoorntjes aan de Kop
Wanneer men in Steden woont daar flegte ſtraaten hebbende tot de adembaaling, en eenige ſtekeltjes of
zijn , moet men hooger hielen hebben dan op gelijke puntjes op alle de ringen , wederzijds, welke er elf zijn
vloeren , anders ſtootmen in het oplichten en vooruit- aan alle deeze Wormen .
brengen des voets , de toonen tegens de ſteenen die uit. De Maskers der kleine Tipulaas houden meest in ' t
ſteeken , 't welke vooral dan eene groote pijn geeft, water huis. Zij hebben de luchtstippen met de voorgaan
als de zool teffens te kort is . den gemeen , twee aan den Kop en twee aan 't agterend ,
Ook behoort de 200l voor een weinig opwaarts te welke laatſten in zommigen met eenvoudige openingen ,
ſtaan , de manier van de zoolen volſtrekt plat te hebben , in andere met vleezige vezelen omringd zijn. Verſchei.
gelijk men nu doet , koomt alleen te pasſe bij de groote de van deeze Maskers hebben tot de adembaaling cijlin.
Heeren , die altoos op tapijten gaan , of in de koets rij. driſche buisjes , die in zommigen omzet zijn met lange
den. De opwippende Schoen , maakt de zool teffens lan- bijhangzels , naar de Armen van Polijpen gelijkende ;
ger, rijst lichter tegens de bultige ſteenen op , en geeft weshalven ReAUMUR dezelven genoemd heeft , veelyoe.
zich ligter to: den gang. tige Wormen (Vers Polijpes). Niet minder zijn zij ten
SCHOENANTHUM , zie KEMELS-HOOIJ. opzichte van de koleur verſchillende ; eenigen rood , an
SCHOENLAPPERS, ook Langpooten genoemd; is deren bruin. Bijna allen hebben zij van vooren , cwee
de naam van een Inſekten.gellagt, 't welk bij ouds door korte Pootjes, of kleine knobbeltjes, die naar ſtomp.
Tipula wierde betekend, en zodanige inſekten bedoel . jes van armen gelijken . Zommigen zwemmen zeer vlug
de , welke men in de zomer , langs de oppervlakte van in 't water ; anderen maaken zich gaten in de aarde , aan
het water , haare geboorteplaats ziet zwieren , om zich de kant der Beeken , waar in zij haare verſchuiling zoe.
vervolgens in de lucht te verheffen. Hij is van griek. ken ; eenigen eindelijk, formeeren zich een zoort van
Ichen oorſprong , en zal waarſchijnlijk van de lichtheid; tonnetjes van zijde, die een gedeelte bedekken van haar
om welke deeze Inſekten berugt waren , afkomſtig zijn . lighaam , bijna gelijk de Watermotten.
Levis Tipula levisfime frigidos tranſit Lacis, zegt VARRO. De Poppen , waar in deeze Maskers veranderen , ko.
en PLAUTUS , Neque Tipule levius pondus est , quam fides men met elkander en met die der groote Tipulaas daar in
Lenonio. Men plagtze in 't neerduitsch vliegende Wa- overeen , dat zij haare huid aleggen, en die niet tot een
terſpinnen te tijtelen, en zommigen noemen ze in 't ita. overtrekzel gebruiken als de Vliegen. Zij hebben , bo .
Jiaansch Capra di Aqua, dat is water.Geitjes , wegens vendien , twee luchtſtippen van vooren; dog zijn voor 't
de geſtalte van den Kop. overige , zeer verſchillende. Zommigen blijven zonder
Behalve de water-Tipulaas zijn er thans ook verſchei- beweeging in de gaten , alwaar baare Maskers gewoond
de anderen bekend, die in woonplaats verſchillen ; zo hadden ; anderen zwemmen en loopen vlug door het
dat men zommigen boom - Tipulaas noemt. Eenigen wor. water. Veelen hebben de bovenſte luchtſtippen eenvou.
den in moerasſige gronden , eenigen ic meschoopen , ee. dg , in sommigen zijn dezelve buis- of tregteragtig , ge
nigen aan de zeekusten voortgeteeld . De Maskers van lijkerwijs in de Muggen, naar welken deeze kleine Ti.
veelen onthouden zich in 't aardrijk , aan de wortels pulaas veel gelijken.
van het gras en andere kruiden , die zij afknaagen. Ti. Tot dit Geſagt worden thans ook zekere Inſekten be
pularum Larvæ , communiter , fub radicibus Vegetabilium trokken , die van de gewoone Tipulaas verſchillen , door
degunt , & radices exedunt. zegt Linnæus. Ten minſten dien zij de wieken niet uitgeſpreid houden , wanneer zij
beeft dit plaats met de Maskers van de gemeene Ti- ſtilzitten , maar het lijf daar mede bedekken , zodanig ,
pulaas of Langpooten , die van de Hengelaars dikwils dat de eene wiek overde andere ſlaat. De Maskers van
worden opgezogt, om aan den hoek te ſlaan , tot het deeze gelijken zomtijds veel naar Rupſen ; geliik die
vangen van Baars ; dog niet altoos te vinden zijn . In der gewoone zwarte Vliegen , zogenoemd, welke op ie.
de voorzomer van 1767 waren het deeze Wormen , die der ring in't ronde, een menigte ſtekeltjes hebben , die
zulk een gerugt in onze Provincien maakten , als of men haar ruig op 't aanzien maaken ,en haar Pop verſchilt ook
wei.
1
SCH . SCH 3301
weinig van die der Nagtkapellen. doornd, de Dekſchilden ſtomp , zwart en een weinig gc
De groote Tipulaas of Schoenlappers, koomen menigvul wolkt ; -bet Schildje bleek , de Sprieten zeer lang. Men
dig op de graslanden voor; 't zij vliegende, 'tzijloopende vindze in de bosſchen van Sweeden , zijnde groot en
over'tgras, - waar toe de langheid haarer poocen behulp- zwart van koleur, met geele ſtippen beſprengd. Het
zaam kan zijn ; men kan de Mannetjes gemakkelijk van Mannetje heeft de Sprieten drie of viermaal, het Wijf.
de Wijfjes onderſcheiden , aan de figuur van 't Lijf, en ziet je maar anderhalfinaal zo lang als het Lijf.
zedikwils gepaardmet elkander vliegen, gelijk Juffertjes. SCHOER , dusdanig word wel een ſterke regenbui
Toe wat einde de Natuur haar geſchaapen heeft, is dui. die men van gedagten is dat ſpoedig zal overgaan, ge
fter , ten waare het alleenlijk noge zijn , om tot voedzel noemd ; bier van de zegswijze , het is maar een Schoer.
te verſtrekken voor 't Gevogelte , gelijk de kleine, die langs SCHOERHAAIJ, zie HAAIJEN , n. IV. p . 992
'e water zweeven , en derzelver Maskers of Wormpjes SCHOERL of Schorl; dusdanig noemen de fweed
zo wel als die der Muggen , buiten twijffel een lekker fche en duitſche Mineralogisten ,een zeer harde ſteen ,
Aas voor de Visſchen en Water- Inſekten zijn ; bet is niet die of zwart, of bruin , of roodagtig, of groenverwig
bekend dat zij eenige ſchade doen , 'tzij aan de Mensch , is ; zij word in kantige krijstallen gevonden van een
aan Beesten , of Plantgewasſen ; uitgenoomen dat de Mas. buitengemeene grootte , en die ten aanzien van het
kers of Wormen de worielen van het gras en kruiden , getal haarer kanten verſchillen . WALLERIUS noemt in
afknaagen , en de vliegagtige bloemen der ooftboomen , zijne Mineralogia deeze ſteen , Corneus cristalliſatus;
zo 't fchijnt benadeelen. zij is het zelfde, als de Bafaltes of Toetſteen der Ou.
In 't algemeen hebben deeze Inſekten den Kop klein , den. De Steen van Stolpen , waar van de Hr. Porr
dog de Sprieten groot en ſierlijk , die haar als gehoornd in zijne Lijthogeognofis ſpreekt, en dien hij als een
doen ſchijnen ; haar Borstſtuk is kort en bultig ; het Lijf Steen aanmerkt , waar van leem de baſis uitmaakt, is
bij uitſtek lang en dun , niet minder dan de Pooten in vee- een zoort van Schoert.
le zoorten . Zij hebben de Wieken taamelijk groot , ſtee- Men moet deeze Steen niet verwarren , met de
kende in zommige over't Lijf been ; de Hamertjes, die mineraliſche zelfſtandigheid , welke de Duitſchers Schirt
men ook Onrusten noemt , zijn in de Inſekten van dit noemen, en 't welk een arſenicaale ijzer-mijnſtoffe is ;
.
Geflagt zeer zigtbaar , en niet met vliesjes gedekt , als zie SCHIRL
in die van 't volgende en de meeste andere geſagten . SCHOFFELAAR , zie LEPELAARS , *. I. pag.
Van de verſchillende houding der Wieken , die voet ge. 1813.
geven heeft tot twee afdeelingen , heb ik zo even geſpro . TEN , Schofttijd; dusdanig noemen de mees.
SCHOFTEN
ken. Men kan ze derhalven , in Mug- en Vlieg-agtige on te Handwerksgezellen, die gedeeltens van den dag ,
derſcheiden. Onder de eerſtgemelden vind men er die waar op zij van hunnen arbeid rustende , zodanigen
ſierlijk geel gebandeerd, of geelvan Lijf zijn , onder de tijd beſteeden om te eeten en te drinken.
anderen zijn eenigen groen, dog de meesten pekzwart. · SCHOL is de naain van een Visch , de agtſte zoort
In eenige zoorten verſchili de Sexe ook dermaate van ko. van het geſagt der Platvisſchen bij de Hr. Linnæus
leur, dat men ze niet voor Mannetjes en Wijfjes zoude uitmaakende ; bij de Aucheuren draagt dezelve de naam
aanzien . Zommige hebben de Voorpooten bijster lang , van pasſer levis en Platesſa; ( Pleuronettes oculis dex
ten opzigt van de anderen , en ſchijnen die tot loopen tris , corpore glabro, tuberculis fex capitis. Linn. Faun.
naauwlijks te kunnen gebruiken . Suec.) De Heer Klein heeft een afbeelding van
Het voornaamſte kenmerk der Tipulaas word afgeleid deeze Visch gegeeven , onder den naam van Pasſer die
van degedaante van den Bek , die in deeze Inſekten zich donker aschgraauw gemarmerd is aan de regter zijde, met
zeer zigtbaar vertoond, hoewel ze geen zuiger of ſnuitje bleek geelagtige vlakken, die aan de andere , witagtige
in't geheel hebben. De twee zijden van den Kop ver- zijde geeler zijn ;hebbende de onderkaak eens zo lang als de
langd zijnde , maaken als cwee lippen uit , welke ieder Bovenkaak. De HeerGRONOVIUsnoemt hem thans; Pleso
gedekt zijn met twee kromme Baardjes of Voelertjes, rone&tes die effen is , met knobbeltjes agter de Oogen , de
die uit een menigte van leedjes zijn zamengeſteld. Van Staart gerond , ſtompe Tanden die tegen elkander aan ſtaan .
veele hebben , bovendien de Mannetjes de Sprieten ge. Veel eer zou ik den Visch vuil olijfkoleur noemen , of
pluimd, als gemeld is . bruin met roodagtige ſtippelsgetekent , gelijk Raig doet ,
De Heer LINNÆUS heeft zevenendertig zoorten in wantdit is bij ons, een taamelijk gewoon kenmerk der
Or dit geſlagt aangetekend , waar onder de helft bijna; de Schollen , aan welker witte zijde men zelden ſtippen
Wieken uitgebreid , en de overige, dezelven onder 't vind.
TOU lijf gelaagen houden. Genoegzaam alle behooren tot Zeer gemeen , kan men zeggen , dat deeze Visch is ,
ra ons waerelddeel, en men kan van iedere zoo : t in het zowel aan onze en de Noordſche, als aan de Engelſche
bijzondereene naauwkeurige beſchrijving vinden , in het en Franſche kusten . In 't fransch noemt men hem Plije
1 zo keurige en dikwils aangepreeſene werk van den Hee- of Plie , in't engelsch Plaiſe , in 't deensch Scickpleder,
re M. HOUTTUIN , getijteld Nat. Historie volgens het in 't Sweedsch Skalla, in 't Hollandsch Schol. Men plag
Samenſtel van den Heer LINNBUS, Iſtedeel 12destuk. ze inonze taal naar 't hoogduitschPladife, ook Pladijs
SCHOENMAAKER , dusdanig word door zoinmi te heeten. De Visſchers van Enkhuiſen, Urk , Tesſel,
gen , de Zeelt of Muidhönd , ter oorzaake van de dikte zij. Ameland en Schiermonik-Oog , vangen in de voorzomer
ner huid , wel genoend. Zie de beſchrijving van dee- een menigte Schollen in deNoordzee ,die ten deele wel ter
zen Visch , op ZEELT. marktgebragten versch gegeeten ; ten deele ook gedroogd
SCHOENMAAKER , in 't lat. Sutor: (Cerambija verkogeworden. Ongemeen is het verſchil, in de groot.
thoraceSpinoſo elijtris obtufis atrisfubnebuloſis;Scutello te nietalleen , maar inzonderheid in deſmaaklijkheid
pallido , Antennis longisſimis. Linn. Sijſt. Nat.) Hier van deeze Schollen. Zommigen zijn week , en worden
doorword een Infekt begreepen onder hetgesagtder door't kooken alstot Nijm ;anderenzijnvast van vleesch,
Boko
VÍTorren
Deel. behoorende ,hebbendehet Borstſtuk geen wordenharddoor 't kooken.Decerſtenzijnaan dedun
R te ,
3302 SCHA SCH ,

te , en blaauwagtigheid van de witte zijde , ligt te on en door middel van een lang en wijd kanaal aan deNie
derſcheiden van de anderen, die dik en hard op 't gevoel, ren gevoegt ; de Staart is rond , en aan de Vinnen ſteeken
en aan de witte zijde rood of geelagtig zijn. Wat de re- de puntjes der ſtraalen een weinig buiten het vlies uit.
den mag weezen van dit verſchil, 't welk zo aanmerke.
Jijk is , zou wel nader onderzoek verdienen . Ondertus Hoedanigheden van de Schol.
ſchen merkt men aan , dat het warıne weer in de voortijd De Schollen , zegt Lemerij, bevatten veel olie en wa.
de beste Scholgeeft, niet alleen ; maar de plaats , waar ter , en een maatige veelheid van vlugze zouten. Hun
dezelve gevangen word ,ſchijnt er ook veel toe te doen . Vleesch voed veel en verzagt de ſcherpheden van de borst;
Die van Ameland en Schiermonik.Oog, is doorgaans de aangezien hetzelveeen olieagtig, lijmig en balſamiek vogt
beste. bevat , 'twelk bekwaam is om zich te bechten aan de vas
Med merkt aan , dat de Schol van dien aart is , dat zij te deelen des lighaams. Ook worden zij geagt zeer voed.
het verſche water zoekt. Men vangt veel in het meir zaam, dog wegens hunne ſlijmigheid , bezwaarende en
van Montpellier en in de Loire ; dog de Rivier.Schollen dikwils ongezond voor zwakke , hoewel ſchielijk ver;
zijn zo bruin niet , en weeker dan de Zee. Schol. Men maz teerbaar en afgang bevorderende in ſterke Maagen.
dezelven , zo wel als die in onze zuider-zee gevangen wor
den , met reden Scholletjes noemen in vergelijking met de Huishoudelijk gebruik van de Schol.
voorgemelden , waar vad men er dikwils ter markt Deeze Zee visch leevendig gerneeden zijnde , of ander.
ziet komen , van meer dan twee voeten lang , ande,half zins hard , is zeer ſinaaklijk . Ligtelijk onderſcheid men
voet breed , rijkelijk twee duimen dik , en bij de zeven de harde van de weeke zoort , zijnde deeze laatſte alcoos
pord zwaar. Of deeze grooten van de kleinen in zoortdun en blaauwagtig aan de witte zijde ; in tegendeel de
verſchillen , zou ook nog moeten onderzogtworden, ten eerstgemelde dik en hard op ' t gevoel, daar bij aan de wit
minſte is dit waar , dat zij beiden zich onthouden in de te zijde rood of geelagtig ; dit mag men als een vaste re .
flijk en Nibber van de zee of andere wateren. gelin het koopen van Schol waarneemen. De weeke Schol
Zo groote Schollen ſchijnen er in Engeland niet te val is niets aan , en word door'tkooken als cot Nijm. Men
Jen , dewijl WILLOUGHBij de grootle ſteltop één voet en kookt de Schol even als andere Visch in water dat wel is
2ointijds daar boven , de breedte op zeven duimen, aan de gezouten , en geeft er eene juurling of zuure eijer-fatis
witte zijde is het vleesch met gegolfde ſtreepjesverdeeld . bij; zie SÆUS. pag. 3222.,
Hunne ſchubbetjes zijn klein , en zitten in ronde kuilt
jes ; zo dat inen die zeer moeijelijk kan afſchraápen. Aan Geſtoofde Schol
den bovenrand der kieuwendekzelen vind men zes of ze- Snijd Schol in taamelijk dikke mooten , zet die regt op
ven beenige knobbeltjes , het vijfde van de Oogen grootst in een vertinde koperen ſchotel naast elkanderen ; doet
en hoogst. Geen oneffenheden hebben zij,nogaan de zijd- er de ruimte boter bij, wat noote muscaat en peper , een wei
Itreep , nog aan den omtrek van het Lijf, bij.den wortel nig gedroogde en fijn gewreeven ſalie , benevens ge.
der omringende Vinnen; gelijk de Both heeft. De ſter. ſtooten tweebak, een goede ſcheut lamoen -zap of citroen
ke ſteekende graat of doorn bij hunne Navel , daar ARTE• aan ſchijven geſneeden en wat water , laat het dus een
DI gewag van maakt , is zeer opmerkelijk. goed half uur ſtooven , met vuur van onderen en een
Omtrent de beentjes der Vinnen ,vind ik door LINNÆ • dekzel met veel vuur boven op , op dat het een bruine
us vierderleij tellingen aangetekend, die meestverſchillen koleur krijge.
in de Rugvin , welke er van 72 tot 77heeft; deAarsvin : Men kan de Schol ook op de rooster braaden , op de
Si tot 55; de Borstvinnen 12 , de Buikvinnen 6 , en de zelfde wijze als hier boven ten aanzien van de verſche
Staartvin 17 of 20. In de Rug- en Aarsvinnen is het min . Salm geleert is , zie SALM , pag. 3201. Ook in de
fte getal , in onze Schollen , waargeno omen door den Heer pan bakken , even eens als Schelvisch ſtaarten of andere
GRONOVIUS, die aanmerkt, dat de zijdſtreep aan de linker Visch.
zijde regt loopt , dog aan de regter zijde , bij de Borst. SCHOL -AAKSTEREN , is een Vogelen geſagtwaar
vin een kromte heeft. Zes knobbels vind zijn Ed. ook aan de Heer LINNÆUS de geſlagtnaam van Hematopus
aan de laatstgemelde of bruine zijde, op den Kop bij de geeft, zijnde ook reeds bij de Ouden , wegens de rood
Oogen . Naderhand merkt hij aan dat in de Schol , Both ; heid hunner Pooten dusdanig genoeind; in 't fransch en
Schar en Tarboth , de Oogen nu eens aan de regter, dan engelsch , geeft men er gemeenlijk den naam van Zee. Aak .
aan de. Nijker zijde ſtaan . Dit laatſte is misſchien wel ſters aan. BRISSON geeft haar den geſagtnaam van Oso
zo ongemeen , als dat zij zomwijlen ook de witte zijde tralega of Huitrier , dat is Oestervanger; de Gothlan.
geheel of ren deele bruin hebben; hoedanige ons hier ders noemenze volgens LINNÆUS Marſpitt , de Oelanders
zomtijds 'voorkoomen , en weinige in welken die zijde Srandskjura.
volſtrekt wit is. Ook ontbreeken dikwils als gezegt is, Hunne kenmerken zijn ; de Bek zaamengedrukt, aan
aan de bruine zijde zelfs , de roodagtige of oranjeko- de punt egaal gewigd ; de Pooten drie vingerig , niet
learige vlakken ; inzonderheid in de grootte Zee Schol. gepalmd. Volgens Brisson is de Bek regt, zeer lang,
1en . aan de zijden plat , aan de punt dik uitloopende.
Wat de Ingewanden betreft ; de Lever is lang , on- Daar is maar eene zoort van Schol- Aakſter , name
verdeeld en rood ; de Galblaas groot ; de Milt zwart- lijk de Oestervanger, in 't latijn Oſtralegus;Hematopus.
agtig. De Darmen zijn gehecht aan het Darmſcheil, 't Linn. Sijft. Nat. De geſtalte is omtrent, als die van
welk aan de eene zijde overlangs gegroeid aan de hol. een Aalſter; de grootte en koleur als een Bonte
ligheid van den Buik , dezelve in tweeën verdeelt. Bij Kraaij. De langte van den Bek is drie , die van 't Lijf
'tportier van de Maag (palkt zich de darm van één , maa. agt en een half , die van de Staart tusſchen de vier
kende tivee korte ſtompe hoornen ofbijhangzels, die naar en vijf duimen . Hij heeft de Pooten veel korter en dike
den Kop zien. De Darmen maaken verſcheidebogren en ker dan de Steltloopers in het algemeen ; de Kop ,Hals ,
omwindingen; het Buikvlies is zwart, de Pisblaas groot, Rug en 't end van de Staart , zijn zwart; dog de Borse
en
SCH. SCHO 3363
en Buik, het midden der Wieken en de Stuit , zijn wit ; meest in 't oog, en doet het ſterkst:aan. De ſchoonſte
de koleur
Oogkringen geel, de oogleden , Bek. en Pooten,í was van’ulighaam , die mogelijk immer bedagt word ,
die , welk Arelles in zijne beroende ſchilderij aan
rood.
Men vind de Schol. Aakſter in menigte aan de West+ Venus gaf, en ſchoon dit ſchilderſtuk zelve ver looren is
kust van Engeland ; 'hij koomt.ook'áan de tranden van geraakt , heeft Cicero 't eenigermaatebewaard , door
Sweeden en Noorwegen voor ; ja men vindbem piet als de treffelijke beſchrijving, die hij er van heeftnagelaater.
leen in Vrankrijk en Italien , maar zelfs in Noord -Ame: De koleur was ligt rood op't allerſchoonst doormengeld
rika, en het ſchijnt dezelfdete zijn, welken Feuille's met wit, en , in eene behoorlijke maace, over elk deel
is Zuid-Amerika waarnam en beſchreef,ondet den naam van hetlighaam verſpreid. : Hier op komen ook de be .
van Zee -Vogel, genoemd Hæmatopus. Oesters, Mos. fchrijvingen van een ſchoon Vel uit , bij verſcheide Las
ſelen en Zee -Slakken zijn het A as , 't welk hij aan de ſtran tijnſche Dichters ; van die koleur bediende zich Tr
den vind , en zijn Bek is zeer bekwaam om de ſchulpen , TIAAN dikwils, en bijzonder in zijne Naapende VENUS),
hoe digt ook ſluitende, te openen of aan ſtukken te bree . of welk eene andere verrukkelijke Schoonheid dat mee.
ken. Ik vind aangemerkt , dat hij niet eetbaar zij, om ſterſtuk afbeeld .
dat zijn vleesch te wild van (maak is. De rede waarom deeze Koleuren zo zeer behaagen, is niet /
SCHOLIAST , dusdanig word een Schrijver genoemd , alleen haare natuurlijke leevendigheid , gepaard met de
die het werk van een ander verklaart of uitlegt. $
meerdere maate van bekoorelijkheid, die zij ontvangen
Dit woord is afkomſtig van het grieksch xoxu , werk , door op eene gepaste wijze vereenigd te zijn ; maar te
uitlegging . vens , om dat zij het denkbeeld van gezondheid met zich
Wij hebben verſcheidene griekſche naamlooze Scholi. draagen ; zonder deeze word alle Schoonheid kwijnend en
asten , waar van men de tijden niet weet; zo als onder minder inneemend , met deeze verkrijgt zij altoos een
anderen de Scholiast van ARISTOPHANES , die van Eu . toevoegzel van leeven en luister.
RIPIDES , SOPHOCLES en EschIJLUS , die van HesióDUS , De Koleur van het aangezigt in 't bijzonder , is veel
Theocritus en PINDARUS . Ook hebben THUCIDIDES , aan de verſcheidenheid verſchuldigd ; ook heeft de Na
Plato en ARISTOTELES hunne Scholiasten gehad. tuur in dat deeldes lighaams, de meeste verfcheidenheid
Insgelijks heeft men Scholiasten over eenige oude la. van Koleuren gegeeven . De Koleuren worden behaaglijk
tijnſche Poëten , zo als HORATIUS, Juvenalis, Per door 't affteeken , en dit doen ze't allermeest in 't aange
sius ; maar na'toordeel der Geleerden , is al't geen wij zigt. De Schoonheid van de lucht in den avondſtond , bij
onder de naam van die oude uitleggers hebben , zeer on- 't ondergaan der zonne , word veroorzaakt door dever
zeker, en wat meer is ten uitterſten gebrekkig. Zie BAIL- fcheidenheid van Koleuren , die als dan 't gelaat des he.
Let ' Fugemens des Savans, Tom . II. puge 189 , 190 mels bedekken . De lichtroode wolken , vermengd met
en 191 . witte en zomtijds donkere , waar het helder hemelsblauw
SCHOONHEID.NHEIT Wij kunnen onze Lezers geen be- doorſchijnt, leveren die ſchoone vereeniging uit , welke
valliger en teffens na waarheid getroffener Schilderij van het oog zo zeer vermaakt, en een zo bedaard genoegen
de Schoonheid mededeelen , als 't geen te vinden is in de aan het hart ſchenkt. Even zo is het dat in eenige ſchoo .
N. Vad. Letteroeff. ze deel 2e ſtuk , 't welk door die verſtan- ne aangezigten , die zelfde verſcheidenheid van Koleuren ,
dige Schrijvers naar 't engelsch gevolgd, overweerdig is die bekoorelijke aantrekkelijkheid uitlevert, welke ons oog
hier geplaatst te worden. , trekt, en zo menigmaal het hart kluistert. Want al dee.
Elk voorwerp , 't geen op 't beſchouwen aan het oog ze Schoonheid is gelegen in eene geſchikte afwisſeling van
behaaglijk , of bij herdenking , voor de ziel aangenaam blank en rood, met de blauwheid der aderen om de Naa -
is, mag Schoon geheeten worden. "Weshalven'de Schoon- pen des hoofds aartig door een gekronkeld , waar bij de
heid, in 't algemeen geſprooken , zich zo wijd uitſtrekt zwarte wenkbrauwen afſteeken ,met hethaar't geen ge
als de zigtbaare ſchepping , ofzelf zo ver als de verbeel. fchikt rondsom het hoofd geplaatst is. Dan hocwel, in
ding , die men een tweede of nieuwe ſchepping mag noe. dit deel der Schoonheid mogelijk meer dan in eenig ander ,
men , kan gaan . Overeenkomſtig hier iede, ſpreeken wij iemands oordeel ligt gezwaaid word door eene bijzondere
niet alleen van de Schoonheden eens wijd uitgeſtrekten keuze, nogthans hou ik mij vrij zeker overtuigd, dat ee
vergeziges , van de opkomende of ondergaande zon , of ne bruine Schoonheid weezenlijk te ſtellen is boven eene
van een helderen ſtarrenhemel ; maar ook van de Schoon. geheel blanke ; het helder bruin geeft een luister aan al
heden een ſchilderſtuks, cens beelds, eens gebouws; wij le de andere Koleuren ook beſpeurt men eene levendige
breiden dit uit to: de daaden , hoedanigheden en gedagten heid in de oogen , en eene overvloed van bevalligheden
der Menſchen. In een groot gedeelte van dit alles kunnen in't gantſche gelaat, die men te vergeefsch zou zoeken
veele valſche Schoonheden weezen , gelijk er weezenlijk in het ſchemerblankſte aangezigt. RAPHAELS bekoorelijk.
zijn , naar de verſchillende ſmaaken , die onder onderſcheiº ſte Madona is eene fchoone Bruinette , en de grootſte
dene Volken , ja onderde Menſchen vaneen en het zelf Kunſtenaars in de beste eeuw der Schilderkunst, omtrent
deVolk heerſchen. Endus zou hij, diede Schoonheid in den tijd van Leoden Xden, vielen op deeze koleur.
haare volle uitgeſtrektheid wilde beſchouwen , dit niet DeGeſtalte heeft zo wel betrekking op ieder deel ,
kunnen doen , zonder in de grootſte verwarring te geraa. als op de evenredigheid van het geheele lighaam ; de
ken. Ik zal mij over zulks bepaalen tot de zizibaare boogswijze buiging van den winkbrauw en het hangen
Schoonheid , en denk dat alles wat daar toe behoort, on- des haairs , is hier van niet uitgezonderd. Ook denk ik ,
der 't een of ander van deeze vier hoofdhoedanigheden dat de Houding , wanneer iemand eene zekere heeft
komt. Koleur , Geſtalte, Uitdrukking , en Bevalligheid. aangenoomen , tot dit hoofddeel moet gebragtworden ;
De twee eerſte zie ik aan als het Lighaam , en de cwee door de Houding verſta ik niet alleen het postuur van
laatſte als de Ziel der Schoonheid. een perzoon , maar ook de geſchiktheid van elk deel ;.
Hoewel de Koleur 't minst is van alle de deelen , die als het houden van den hals , het uitſteeken van de hand,
de Schoonheid uitmaaken , "loopt dezelve doorgaans ' t het zetten van den voet , en dergelijke kleinigheden .
R 2 Tot
9304 SCE SCH .

Tot een algemeene oorzaak van de Schoonheid in Ge- ſterke en wreede , Leelijkheid veroorzaaken, 't is uitdee.
ftalte moet, in de beide Sexen , geſteld worden , de zen hoofde een juist en gegrond zeggen , dat Goedaar
evenredigheid, en een gelijkmatigheid van alle de tigheid de bevalligſte trek , zelfs in 't ſchoonſte Wezen .
deelen ,des lighaams. Deheerſchende hoedanigheid in uitmaakt.
de Schoonheid van der Vrouwen Geſtalte is tederheid De onſterflijke Pope , heeft de voornaamſte Driften
en zagtheid , in die der Mannen ſterkte of vlugheid. van beiderleien aart, in de twee volgende regels , be:
't Uiciteekendst voorbeeld van de eerſte , vind men in greeper .
de Venus de Medicis; en van de twee laatſte , in den
HERCULES van Farneſe , en in den APOLLO van Belo Hoop , Liefde en Vreugde zijn de trein der Vrolijkheid ,
videre. In de laatst genelde is , in de daad iets 't welk Vrees, Haaten Smert 'tgezin van 't kwellend Ongenoegen .
alles overtreffend en hemelsch genoemd word , iets on
derſcheidens van alle menſchelijke Schoonheid en van De eerstgemelde, zetten de Schoonheid een nieuwen
eene verhevener natuure , iets dat een zweem van god. en aangenaamen luister bij , daar de laastgenoemde , de.'
lijkheid heeft; 't welk maar in de ſtukken van zeer wei- zelve ontluisteren en als met een' nevel overdekken.
nig Kunſtenaars gevonden word , en 't geen de Dich: Ik weet echter niet , of in deeze , en alle andere ge .
ters in hunne beſchrijvingen, nauwlijks hebben kun. moedsbeweegingen , de gemaatigdheid niet grootendeels
nen uitdrukken of met hunne verbeelding vatten , als de regel haarer Schoonheid zij aan te inerken , gelijk
of't moest HOMERUS en VIRGILIUS onder de Ouden , deeze in de daaden de regelmaat der Deugd uitmaakt.
en SHAKESPEAR en MILTON onder de Hedendaagſche Dus zal eene boveninaarige Vreugde al te ſterk kunnen
weezen. werken om bebaaglijk te weezen , en eene zekere maac
De Schoonheid van de menſchlijke Geſtalte gaat die van (mert, in zommige gelegenheden , zeer ſchoon kun
der Koleur verre te boven , en dit is misſchien voor nen zijn.. Toorn , Schaamte , Verbaastheit , Vrees en
een gedeelte oorzaak , dat wanneer iemand de grootſte Medelijden vertoonen zich , in zekeren trap , ſchoon; maar
kunstſtukken der Kunſtenaaren te Romeziet , waar de worden , buiten het ſpoor hollende, leelijk en afzigtig .
heerlijkſte verzameling van dezelve gevonden word , hij Gramſchap , Stuursheid , Onbeſchaamdheid , Hoogmoed ,
zich meer getroffen en bekoord voelt door de beerlijke Gemaaktheid, Kwaadaardigheid en Nijd , doen zich ale
Standbeelden , dan door de Schilderijen der beroemdſte toos leelijk op ; zo dat de hoofdregel van de Schoonheid
Meesters. der driften Gemaatigdheid is , zij vertoonen zich voor ,
De twee andere deelen , die de Schoonheid uitmaaken , naamlijk in de oogen. Met deeze ſpreektde Liefde baa
zijn de Uitdrukking en de Bevalligheid ; de eerſte is ge. re tederſte taal ; met deeze geeft de deugd bevelen ; met
meen aan alle Menſchen , de laatſte ontmoet men flegts deeze behaagt de zedigheid ; met deeze vermeerdert
bij weinigen . de vrolikheid de vreugde ; met deeze trekt het hartzeer
Door deuitdrukking verſtaa ik de uitdrukking der harts. 't mededoogen ;met deeze word het hartder aanſchou
togten , der aandoeningen en veranderingen van de ziel, weren getroffen en gewonnen. Vrees , Toorn en Ver
voor zo verre zij zigtbaar worden door onze weezens. baasdheid kan zich behaaglijk door de oogen uitdrukken.
trekken en gebaaren . Maar alle die aandoeningen moeten , om ſchoon te wee
Schoon de gefteltheid der Ziele zich voornaamlijk in zen , binnen behoorelijke paalen gehouden worden ; want
het aangezigt en de houding van't hoofd vertoont , krijgt een al te ſtreng vertoon van Deugd , eene te hevige op
bijkans elk deel des menſchelijken lighaams , bij deeze welling van drift, eene boerſche en gemaakte zedigheid ,
of gene gelegenheid , zijn deel in de uitdrukking . Het eene diepgaande droeffenis of te uitgelaatene vreugde,
kwijnend hangen van den arm , ofhet heevig uitſteeken , word mismaakt en onaangenaam .
heeft veel beduiden is ; in den beroemden Lacoon word Het laatſte en voortreffelijkſte deel der Schoonheid, is de
de pijn door de vingeren van een der Zoonen uitge- Bevalligheid; van deeze is elk gewoon te ſpreeken als iets
drukt, en vertoont zich in de toonen van den ſtervenden 't welk niet beſchreeven of verklaard kan worden , en ik
Zwaardicherner. Dan dit gaat bij ons door 't dekzel der geloof , dat bet voor een groot deel dus met de zaak be .
Ķlcederen, grootendeels verlooren ; dog is van te min . itaat. Wij weeten dat wij eene Ziel hebben ; maar nauw
der aangelegenheid, dewijl de gemoedsbeweegingen voor lijks wat ze is ; elk die over Schoonheid oordeelt , weet de
naamlijk op het aangezigt te leezen zijn , in trekken , bevalligheid aantewijzen ; dog niemand heeft erooiteene
die de Menſchen , totgroot geluk voor de zaamenleeving, bepaaling van gegeeven.
nog niet hebben weeten uit te wisſchen . De Bevalligheid hangt dikwils af , van zeer kleine trek
i Vertoon der driften in 't aangezigt, is meest in de oo ken in een ſchoon gelaat ; en wat de daaden betreft, dan
gen en in den mond , terwijl de deelen rondsom de oo. beſtaat ze meer in dewijze van de dingen te doen , dan
gen en nabij den mond , in veele gevallen , kragtig mede. in de dingen zelve. Zij verandert geduurig in haare ver
werken . cooningen , en dit maakt het bezwaarlijk om haar aan te
Hoe zeer de Philoſophen ook moogen redentwisten' , merken als iets beſtendigs. Terwijl men den eenen Be.
over de zitplaatze der ziele ,ben ik verzekerd , dat zij , valligen trek beſchouwe, verdwijnt dezelve uit ons oog ,
1 waar ze zich ook ontboude, door de oogen ſpreekt. en word gevolgd van een anderen , die even ſchielijk en
Ik twijfel of ik de wenkbrauwen niet te kort gedaan heb , ongemerkt wegſluipt. Men kan , te deezer oorzaake , het
door 28 als enkel van de oogen afbanglijk te maaken ; Bevallige beter leeren uit CORREGIO's , Guido's en Ra.
want zij hebben , boven al in het aangezige van vuurige Prael's ſchilderſtukken , dan uit het leeven. Wilde ik',
en driftige Menſchen , eene taal haar bijzonder eigen , bij voorbeeld , naſpeuren , wat de toorp bevallig maakt
die zeerverandert naar de verſchillende gemoedsbewee in wezenstrekken volvan de inneemendſte zagtheid, ik zou
girigen . dit eerder kunnen vinden in den St. MICHAEL ván Gui.
Wijmoogen in 't algemeen zeggen , dat zagte en tede. Do,dan in het wezen eener ſchoone Juffrouw ; in den
je aandoepingen , de Schoonheid vermeerderen , terwijl geſchilderden Engel, zou ik alles op mijn gemaks kunnen
na
SCH . SCH . 3305

Dagaan , daar de leevende Schoonheid al te verande . De Man en vrouw zijn bei yolſchapen , even ſchoon ,
rend en verwisſelend is tot eene aanhoudende waar- Van top tot teen. Met recht ſpant Adam wel de kroon
neeming . Door kloekheid van gedaante , en majesteit van 't wezen ,
Maar hoewel niemand net kan zeggen , wat Bevallig. Als een ter heerſchappij des aardrijks uitgelezen :
heid is , zijn wij echter in ſtaat om aan te wijzen in wel. Maar al wat Eva heeft vernoegt haars Bruigoms eisch ,
ke deelen zij zich voornaainlijk vertoont , en in welke Der leden tederheid , een zachter vel en vleish ,
gelegenheden zij't meeste voor den dag komt. Een vriendelijker verf , aanminnigheid der oogen ,
Rondsom den mond, onthoud zich de Bevalligheid bo . Een minnelijke mond , een uitſpraak , wiens vermoogen
yen al ; ſchoon ze , bij tijd en wijlen , ook in andere dee. Beſtaat in eedler klank.
len des ligbaams huisvest. Even gelijk de Schoonlieid der
driften ten grootſten deele de oogen uitſchittert , 20 is de Dan niettegenſtaande men in 't algemeen zo weinig re.
mond , de zetel der Bevalligheid. den van de Bevalligheid weet te geeven , heb ik echter
In een heel bevallig gelaat:(waardoor ik niet zo zeer twee bijzonderheden waargenomen , die ik denk dat ei
een deftig als wel een zagt en innemend verſtaa ) zietmen altoos toe behooren. De eerſte is , dat er geene Beval.
du en dan rondsom den mond'een zekeren bevalligen ligheid plaats hebbe zonder beweeging, waar door ik ver
trek , die niet volkomen een glimplach mag heeten , dog ſtaa, eene zagte en minnelijke beweeging, of van 't ge
er zeer na bij komt , en zich aartig in de aangrenzende heele lighaam of van eenig lid , of ten minſten van ee
deelen verſpreid, en zomtijds in een klein kuiltje zaa : nigen trek . - De tweede , dat er geene Bevalligheid
menkomt, dat welhaast weder verdwijnd, en bij beur met onvoeglijkheid kan gepaard gaan ; met andere woor
ten zich weder vertoont, Dit ſchijnt mij toe , een der ver. den , dat niets bevallig kan weezen't geen niet past aan
nukkendſte Bevalligheden te weezen. 't character van den perzoon. De Bevalligheden van ee
De Bevalligheid van houding kan in elk bijzonder lig . ne kleine levendige Schoonheid zouden onbevallig wor.
haamsdeel opgemerkt,ofaan 't lighaam in't geheeltoe. den in een Vorſtin ; de Vorstlijke houding eener Keize.
geſchreeven worden ;hoe veel meer het hoofd dan eenig rione zou al de aartigheid wegneemen. De leevendig ,
ander lid hier in aanmerkingkomt, kunnen de kunstſtuk- heid , die in de jeugd eene Bevalligheid aan de Schoon.
ken der beroemfte Schilders uitwijzen, bijzonder die van heid bijzet , zou de leelijkheid van eene Oude vermeer.
GUIDO , die kwistig geweest ismetdit deel der Schoonheid deren ; dezelfde airs , die , bij zommige gelegenbeden ,
aan meest alle zijne ſchoone Vrouwebeelden bij te zet. ten hoogſten bekoorelijk zijn , worden walglijk en ver.
ten ; dit deel, 't welk de Natuur , in 20 groot eene maate , veelende , wanneer zij ontijdig, of op verkeerde plaatzen
maar aan een zeer klein getal gegeeven heeft. zich vertoonen.
Het houden en draaijen van den hals , doet veel tot de Maar worden wij dermaate verrukt door de uitmunten
Bevalligheid ; het valt zo gereed dit op te merken , als de voortreflijkheden van 's Menſchen geſtalte , watzul
moeilijk om er reden van te geeven . Wat deel armen en len wij dan zeggen van de Schoonheden in de werken
beenen in de Bevalligheid hebben , zo wel als het hoofd der Natuure ? - Slaan wij't oog op de Aarde, wijzien
en de hals , kan het danſen toonen . duizend ſchoone ongelijkheden , eene behaaglijke verº
Daar ziįn twee zeer verſchillende zoorten van Beval. ſcheidenheid van Vlakten ,Hoogten , Valeijen en Bergen;
ligheid , de deftige en de gemeenzaame. De eerſte be. door de Natuur in't algemeen met leevendig Groen ben
boort bijzonder tot zeer fchoone Vrouwen , en de andeo dekt , de koleur die ' vermaaklijkst om te aanſchouwen
re , is het deel aller Schoonheden ; deeze isheerſchender , en 'e best voor de oogen is ; alles afgezet door licht en
geene vermaaklijker en inneemender. Milton ſpreekt ſchaduw op de behoorlijke plaatzen ; vercierd met Boo.
van deeze twee zoorten van Bevalligheid , en geeft de men , Vrugten, Bloemen zonder tal , doorſneeden met
eerſte aan Adam , en ze beide aan Eva , ſchoon de def. kronkelende Rivieren , zagle Beeken , en uitgebreide
tige in de minſte maate . Meeren ; zomtijds eindigt ons gezigt in 't wijkende ver
ſchiet van de Zee , die altoos van gedaante verwisſeld en
Geſagt en kunne wasniet een : Hij ſcheen geſchaafen , altoos behaaglijk blijft.
Om door beſpiegeling zijn vreugd in God te raapen , Heffen wij dat zelfde oog ten Hemel , hoe verrukke.
Voorzien met dapperheid en mannelijk beleid , lijk is de opgaande Zon , hoe ſchoon het blaauw Ge
Maar zij tot sagtigheid, en met bevalligheid , welfzel over onze hoofden uitgeſpannen , waar onder de
Die harten lokken en verimurwen kan en dwingen : veelkoleurige Wolken en de Regenbuijen drijven , waar
Hij voor zijn God alleen , den Oorſprong allerdingen , in de heerlijk geſchilderde Regenboog zich vertoont.
En zij voor God in hem : zijn voorhoofd , breed en ſchoon , Zelfs wanneer de leevendmaakende Zon afweezig is,
Zijn aangesigt altoos verheeven na Gods,throon , zien wij het uitſpanzel door duizenden Starren verlicht ,
De deftige agtbaarheid gevestigd in zijne oogen , en opgehelderd door de ſombre ſchoonheid der Maane ,
Betuigden heerſchappij en vorſtelijk verinoogen ; die in haaren onvolkoomen ſtaat 't bekoorlijkst , dog vol
zijnde , het luisterrijkst is .
Zijn haair , de hijacint in kleur gelijk , in 't rond Wenden wij ons gezicht op de verſcheidene zoorten
Geſcheiden van den lak , die't voorhoofdmoest vercieren , van Dieren , wij kunnen ligtelijk ontdekken , dat de
Hing , zonder ver beneen zijn ſchouderen te zwieren , Schoonheid , welke voornaamlijk geſchikt is , om de Đleren
Als trosſen krullen. Zij, diemet meer ſchoonheid praalt, van dezelfde zoort te behaagen , tevens inedewerkt om
Droeg als een floers, dat naar haar dunnen middel daalt; ook het vermaak van anderen , of ten minſten van den
De krullen van haar gulde en overtuite hiaairen Mensch , te vergrooten, Hoe ſchoon zijn voor ons de
Die golfden langs haar borst en rug als goude baaren . koleuren , die den hals der Duiven en Faiſanten ver
cieren , die in den faart der Pauwen ſchitteren , en zich
Onze Hoofddichter drukt deeze zelfde zaak , niet min vertoonen in de geheele p !uimaadie van verſcheide VO.
kragtig uit , als hij zingt : gelen , bijzonder die uit de Oost-of West-Indiën komen !
R 3 Hoe
8300 SCH . SCH .

Hoe wel geëvenredigt is het maakzel der Dieren . Be- zeer miskoleurd door de middelſtoffe , door welke zi
ſchouwt den Windhond en het Paard ! Hoe ſchoon drukt heen ſchijnen ; en hoe verrukkelijk , hoe' ſchoon komen
de gecrouwe Wagthond zijne aandoeningen uit! Ook zijn ze ons nogthans te vooren, in eenige perzoonen in zom
ze niet ontbloot van eene zekeremaate van Bevalligheid ; enige omſtandigheden ! Alle wareldiche grootheid is
deeze doet zich op in de natuurlijke beweegingen van de niets te agten bij eene weezenlijk goede en ſchoone
Chineeſche Faiſant, en in de aangeleerde ſtappen van daad.
een welafgerigt Paard. Laaten wij uit alles dit gevolg trekken , 'tgeenieder op
Hoe meesterlijk maalt het dichtpenceel van den groo. zich zelven wel mag toepasſen , dat, indien de Deugd
ten Vondel deeze Schoonheid der ſchepzelen , als hij de grootſte Schoonheid is , elk alles, vat hij kan , moet
aanheft. aanwenden om haare lesſen te volgen , en de Ondeugd
als het haarlijkſte en leelijkſte van alles , te vlieden.
Nu openbaart zich hier de Schoonheit van 't heelal , SCHOONMAAKING , zie PURGATIO .
Die mij voor 'tvoorhoofd ſtaet, aan welke leden zal SCHOONPLEISTERTJES , zie MOUCHES.
Ik'tſchoone lighaam van de weerelt best beginnen SCHOONVLEESCH , deeze naam word wel aan het
s'Ontleden ? wie verruktmijn geest, verſtant , en zinnen , Alvleeschgegeeven , ziedebeſchrijving van die Jugewand
In 't openſchuiven van dit goddelijk tooneel , Callicr
ор . eas.
En Godsyertooningen ? ô weereldsch lustpriëel ! SCHOORSTEEN. De Heer Gauger heeft een Ver .
1o Land ; chap , daer natuur zich zelf aan heeft gequeten handeling van de Schoorſteenen gegeven, welke van een
En elk om't rijkst volwrocht , voltrokken, niets vergeeten ! zeer groot gemak is. Hij doet ons zien , dat men
: Wat ordineerder heeft die vonden uitgezogt , door zijn nieuw maakzel van Schoorſteenen , ſchielijk
En elk zo wel geſchikt, en op zijn plaets gebrocht, vuur kan maaken , 't gedurig doen branden , wat voor
Den voorgrond , agterdogt , dat flauwen en verſchieten ; hout men er ook ſtooke ; een groote Kamer met weinig
Hier bosch , daar korinvelt ,gins weiden , elders vlicten , vuur warm maaken , 20 ook een tweede , zich van alle
.
E'lope lucht en bron , die uit den heuvel Springt ? kanten warm maaken , hoe koud ook het zoude moogen
Gins blaeut geberglite , en rots : hierkwinkeleert en zingt weczen , zonder zich te branden ; geduurig nieuwe
Denachtegaal in 't wilt. Wat vliegen daar al vogels lucht ademen , en zo warm als men wil ; nooit rook
Bij vlugten door 't geboomte , of drijven op hun vlogels in 't Vertrek gewaar worden , nog nooit vogt hebben ,
Bezadigt in de lucht, of over 't effen meer ! en alleen den brand blusſen , die in de Pijp der Schoor
De prolijke landou , verquikt door 't ſchoone weer , ſteen mogt koomen .
Aan't groeien , dat men't kruit en groene gras hoort piepen. Alle deeze voordeelen koomen van de ſchikking van
den haart, vleugels , en van de Pijp , en een ijzere ,
of kopere Plaat , op eene wijze gezet dat ze van agte
- Wie kan de ſchoonheid noemen ren een open plaats laat , waar door de buitenlucht die
1 Die zich in ' t weelig vee , en ooft en zaat en bloemen in de Kainer moet koomen onder 't warmen heen gaat ;
En ſtarren , zonne en maene , en wolken openbaert ! van een Valdeur die tot een Blaasbalk dient , van een wip
Hoe ſchoon Scbakeert natuur de tulpen , ſchatten waart , die men in de pijp der Schoorſteen doet , en van een zon.
Gewogen tegens gordt , verheven tot Augusten derling maakzel is , welke inen aan 't boveneind van de
De ſchoonſte en dierſte bloem , waar op oit bijën rustten ! pijp van een Schorſteenen geven moet,
Gelijk dus, volgens de even bijgebragte aanmerking , Model van den Haart en de Wangen , om
de Schoonheid van de eene zoort van Dieren , geſchikt de hitte te vermeerderen .
kan weezen om aan veele andere vermaak te ſchen . Men onderſtelt, dat de grootte tusſchen de einden der
ken , 20 mogen wij tevens ſtellen , dat de Schoonheid wangen genomen , van vier voeten zij , en de diepte der
van onderſcheidene Werelden niet tot elk op zich zelve Schoorſteen van 20 duimen. Deeze groote geeft men
bepaald , maar ook de eene ten dienſte van de andere doorgaans aan de Schoorſteenen ; zo men grooter of xlei.
is , het welk dus van wereldſtelzel tot wereldſtelzel ner vind , zal men verneerderen of verminderen , naar ge
voortgaat, en eindigt in eene groote algemeene Schoon- lang der linien welke we gaan bepaalen.
heid van al het Geſchapene, Neemt een Plank , A. B. b. a. in de bovenſte fig, van
Nogtans is aldie Schoonheid waar van ik geſprooken Plaat LII van vier voeten langen 20 duimen breed , waar
beb , ja die van 't Heelal zaamer genoomen , gering in van de kanten met een winkelhaak , naar malkander zijn
vergelijking met de Schoonheid der Deugd. PLATO ſprak geſchreeven , of den vierkanten ſtreep van 't midden M.
eene uitmuntende ſpreuk als hij zich dus liec hooren . aan de kant B. b. maaken. Teken de langte M. C. van
Indien de Deugd in eene zigtbaare gedaante op aar- elf duimen , en van C. ieken aan de zelfdekant de langte
3) de verſcheen , elk zou op haar verlieven." In C. G. van vier of vijf duimen ; haal dan de ſtreep G. A.
der waarheid , de Schoonheid der Deugd , der Goedheid , waar op gij zult nemen G H. ook van vier , of vijfduimen
gaat alle andere Schoonheid zo verre te boven , als de van ' punt H. Haal in den haak H.P.de linie G.H.A.
Ziel het Lighaam . Van'tpuntG. haal nog C. P. in den haak op de linie B. M.
't Verhevensd voorwerp van Schoonheid , 't geen wij van't punt P. , waar op die twee linien in den haard ge
zien konnen , is de goedheid van God zich ten toon haald inet de winkelhaak bij een komen , als op een mid .
{preidende, in de Werken der Scheppinge. In Hem delpunt, en van de wijdte PH ., of PC. moet gij een boog
woont alle Schoonheid ; wat er zedelijk Schoon in de trekken HC. Gij zult het zelfde aan de andere kant M.b.
geheele waereld is , komtalles af van den Godlijken Oor doen , om de linie c. h . a. te beſchrijven .
ſprong van alles wat Schoon en Goed mag heeten . Eene duim van de kant der Plank C. c. zult gij een regt.
Wij zien zomtijds eenige flauwe ſlikkeringen van die hoekige figuur trekken , waar van de langle is een voet,
Schoonheid in de daaden der Menſchen doorſtraalen , dog de breedte agt duimen . Drie duimen van deeze regthoe.
kige
1
Plaat 52

g. M G B
6

x
АН

P P

N
a А.

OM
Voet maat van 11 Duimen ,

F.de Bakker del.et


fec. 1742.
SCHOORSTEEN .
1
SCH. SCH . 3307

kige figuur, zult gij eene andere Z trekken , die lang is fingen overeenkomt, vullen dezelve met beſlagen kalk ,
drie duimen , en breed twee duimen en een halve, en daar de mesſigen doen inkoomen , die zich zeer wel
· Deeze twee regthoekige Figuren , moeten op 't mid verzegeld zullen bevinden , en tusſchen de muur en de
den M. van Cc koomen ; gij zult de plank afzaagen vol . Plaat eene ruimte van vier duimen diep zullen laaten.
gens de ſchreef AHCM . c. h .a. Dit zal uw ipodelzijn Het zoude mooglijk gemaklijker zijn , een ijzere kas van
om derondte te geven aan de Schoorſteen tot de hoogte geſlaagen ijzer naar de gegeeven maat te laaten maaken ,
van de Plaat. om ze in den bodem der flaard in te laaten. Men kan
De groote regthoek X. zal dienen voor model aan het zo veele zulke huisjes maaken als men wil; maarmen kata
As-gat, 't geen men in den Haard tot een bekwaame diep- er geene maaken die minder als tien , of twaalf duimen
te maaken zal, zo men'c ,wil, maaken. wijd zijn tusſchen de mesſingen. Ook zoude het dan no.
't Kleine langwerpig vierkantZ. zal 't model van 't wind- dig zijn , dat de tweede bolle grooter dan de eerſte waa
gat van een nieuwe uitvinding maaken. Men zal op de re , en de derde grooter dan de tweede , en dus inet de
ze plaats den Haard openen ; deze opening zal doortogt anderen.
voor de lucht geeven , die koomen zal van de ſtraat, of Deeze kas moet en mag hebben , van buiten twee 00 .
door een andere Pijp , die onder uwe Kamer verbct peningen , de eene om laag in D. en eene andere aan de
gen legt. Deeze zal men met een raam van koperdraad iegenovergeſtelde zijde om loog in R. Als men de Schoor.
voorzien ; doen daar met een klein luik , dat wel ſuit , ſteen maakt, zal men een Pijp leggen , waar van de open
een hengſel aan , dat na den kant van 't vuur open gaar. 'ning op de ſtraat, of een plaats zal koomen , en hebben
Men zal de kanten van de raam en van het luik , met een zal een voet vierkant. DeezePijp zal de koude lucht fot in
opgaandeſchuintein eenafgaande ſchuinte maaken ,als D. brengen, waar van daan ze, in de kas komt , door een
die van een Spiegel. Aan de andere kant van 't hengſel bijzondere pijp in Z. zal geleid worden , dat de luchtpijp
zal men een kleine knop geeven , om dit kleine luikje op is , waar van te vooren de beſchrijving is gegeven. Van
te ligtenmet de tang; menkan ervan onderen eengren- D. zalze koomen in de kas, daar zij Nangswijs alle de
del aan doen , die aan dieknop vast is. Aan beide de kan. kasſen zal doorloopen', die door die mesſingen gemaakt
ten van 't luik , zal er van onderen een kleine ſteel van worden ; zij zal daar in warm geworden door de opening
een rond zijn , waar van ’t midden 't hengſel zal raaken , R. er uit koomen , die gemaakt zal worden aan een hoek
op dat de lucht er niet kan uitgaan dan van vooren en na van de Schoorſteen -mantel; zo dat men de hitte van de ka.
bet vuur , als men 't luik zal opligten , en op dat men mer vermeerderen , of verminderen zal , naar maate dat
bet open houde , zo hoog als ons goeddunkt; om meer men dit gat openen of lluiten zal , dat niet meer dan twee
of min lucht te geeven ,zalmen er van onderen twee klei. duimen wijdee zal hebben.
ne veeren aan vast maaken , die rusten zullen op een van Zo men eene bijzondere plaats , van de Kamer wilde
de deelen om 't luik op te houden . warın maaken , zo als een zieke op het bed , kan men er
eene Pijp van blank ijzer aan vast maaken , die zelfs de ver.
Toeſtel van de Schoorſteen -mantel, en 't begin warmde lucht in een ander Kamer konde brengen .
van de Schoorſteer - pijp. Eindelijk zo de warmte niet groot is , kan men de ho
Maakt , dat het onderſte van deSchoorſteen-mantel en len van die kas onder den haart door, en onderdeSchoor.
zijne wijdte , evenwijdig metden horizont zij , of water. ſteen mantel laaten gaan. Als men eenmaal het maakſel
pas, even als wilde men ze (want zij kan worden over. begreepen heeft, dat wij hebben beſchreeven , is hetniet
wulft) in de winkelhaak , op den grond der Schoorſteen meer mocijelijk het in alle plaatzen van den haart te doen
zetten, waar van ze niet boven tien, oftwaalf duimen zal dienen , daar men van gedagoen zal zijn , dat zij moet toe
af zijn , op dat de Pijp der Schoorſteen op die plaats niet brengen , om de bitte te vermeerderen. Zo't zelfs niet
hebbe dan die wijdte. mooglijk is , om holten op den bodem der Schoor.
Zo de Pijp kwaalijk is gelegt , zult gij aan de kanten ſteen te maaken , zal men te vreden zijn , ze in de
maaken tongetjes, naar gelang van het rond, van het op. Posten te maaken , onder den Haart en Schoorſteen .
perfte der posten tot aan de planke vloer, mantel .

Hoe men den bodem der Schoorſteen ,maakt , one


Middel om het rooken der Schoorſteen te beletten.
de warme lucht in de Kamer te laaten De reden waarom de meeste Schoorſteenen rooken is
koomen . deeze , dat men te kleine vuuren aanlegt , die niet in
Men kan eene enkele koperen of ijzeren Plaat , van ſtaat zijn eene genoegzaame verdunning van lucht te
verſcheide bladen aan een peinen , die omtrent vier voe . maaken in de Schoorſteen pijp E F B A. fig. 8. Plaat G. ,
ten en een half hoog is ; zij zal voorzien zijn van ver- om den rook te doen opklimmen . De oude lieden van
ſcheiden banden, of mesſingen van ijzer , die ontret vijf over tweeeeuwen bouwden wijde Schoorſteenen
duimen breed zijn , en ontrent tien duimen minder hoog. gen teffens zeer groote turfvuuren aan ,
, dog la
die warmte
te hebben ,dan de langte van de Plaat ; zij zullen op deze over de geheele kamer verſpreiden . Dog thans is de
wijze aan de Plaatworden vastgemaakt, dat de eenekomt turf door de veelheid der Inwooners , den trek naar
van boven van dePlaat, en eindigt tot omtrent tien duimen buiten en de zwaare pagt , te duur, zo dat men klei.
van omlaag , de tweede laat die ruimte om hoog ; de der ne vuuren maakt , en naauwere Schoorſteenen , en om
de zij gezet als de eerſte; de vierde als de tweede ; de die reden moet men de koude zorgvuldig rondom uie
vijfde als de eerſte, gelijk inen in de afbeelding op Plaat
LII , kan zien .
de kamer nuiten , zo dat gebrek van nieuw inkoomen
de lucht nog een bijvoegzel is tot het rooken.
Het zoude goed weezen , zo men't doen konde , de Om nu inet zekerheid niet te rooken , moet men in het
muar zo hol te maaken als noodig is , op dat de Plaat vertrek A D. maaken de vuurplaat CDEF. zo is EF de
niet te veel voor uit ſchiete. Hoe't zij , inen moet de mantel, zet daar op door het haalen der kruislijnen EB,
muur één duim diep uithollen , zo dat het met de mes , en A F. den driehoek EFG. maakt de opening HI. , Jijk ge
8308 SCH . SCH .

lijk aan 1 of een tweede voct ; metzel uwe wanden E A. en Hoog-Duitschland , Frankrijk , Engeland , enz .
en F B.op een halve fteens muur EHA , en FIB , wel . Kweeking. Wil men dit Kruid gewas tot het medici.
ke gevac word in den voormuur A B EF. ,, 20 zal de
Schoorſteen niet rouken ; want de coloin van lucht zalal . naale gebruik kweeken , zo geſchied zulks door ſcheuring
van de wortelſpruilen , in de maanden maart en april;
leenlijk drukken op den bodem HI. , dat is in L KIH . wel. men moet dezelve een goede , losſe, en verte grond gee.
ke uusgeinakkelijkerzal opgaan , dan wanneerde Schoor. ven , daar bij een opene ſtandplaats, en dezelve op een
fteen -piip regt opgaat in EA , en FB. omdat dan de ge. voet afſtand van malkanderen planten.
hcele colom A B F E. moet opgeligt worden , het geene Gebruik. Het Kruid waar van men in de Apotheeken ,
met een klein vuur als wij nu gewoon zijn te ftooken , conſerv , ſijroop en esſentz vervaardigt , word een maa
niet moogelijk is. tig verwarmende, inſnijdende, verdunnende, afvaagen
De Heer Burgem .Rendorp , beroemd niet alleen we. de, zweet en pisdrijvende, gift- en verrotting weerſtaan .
gens zijne ijver tot het voortzetten van konften en we de kragt toegeſchreeven ; is diensvolgens dienſtig voor
tenſchappen, maar zelfs door zijne grondige kennis in de kwaadaartige en beſinettelijke koortzen , pest , om de
Bouwkonst , heeft hier van het eerſte denkbeeld gegee . Kinderpokjes te doen uitzellen , enz. Uitwendig de in .
ven ; en verſcheidene honderden Schoorſteenen zijn naar fuſie of decoctie om allerleij vuile wonden en gezweeren
ditmodelgemaakt, altoos inet den zelfden goeden uitlag te zuiveren en te geneezen , en tegens de gangræna of
Het invallen des winds word ook zeer belet door de rui- het heete vuur,
me (peeling in den boezem , 20 wel boven als onder de SCHORFTE , zie CUSCUTA.
opening Hl. Ook heeft al lang de ondervinding geleert SCHORHEID , zie HEESCHHEID.
in de kleine ijzeren Schoorſteentjes te Haarlein over 30 SCHORPIOENEN. Van dit Inſekten geſagt geeft ons
jaaren gemaakt, dat de vernaauwing van E F. tot Hil. de meermaaienaangehaaldeen nimmer volpreeſene Schrij
zeer gunſtig was. ver der Nat. Historie volgens het zaamenſtel van de Heer
Met dat alles is 't moogelijk, dat het inflappen der LINDÆUS, eene zo voldoenende beſchrijving, datwijniet
winden , den rook hevig nederſiaat, dat ook deeze ma . beter kunnen doen , dan onze Leezers het voornaamſte
nier nutteloos word ; in dat geval is het best eene quibus daar van mede te deelen.
zo als men dien noemt op de Schoorſteen te zetten , een De Inſekten welke men Schorpioenen noemt, hebben
zoort van draaibord thans zo gemeen overal bekend, en op haare griekſchen naam in de meeste bekende taalen , be
de Schoorſteenen zo overvloedig te zien , dat wij ons dendaags bijna onveranderd behouden. 't Woord Skor
ſchaamen zouden er eene tekening van te geeven. pios , in 't latijn Scorpio of Scorpius, agt men , met de
SCHOORSTEENVELGER , in 't latin Fulginator ; grootſte reden , van het uitſchieten of uitwerpen van
(Cerambijx thorace ſubſpinoſo niger , elijtris cinerascenti: haar venijn afkomſtig te zijn. De Italiaanen noemen dit
bus, Antennis brevioribus. Linn. Sijſt. Nat.) Dusdanig Ongediert Scorpione, de Spanjaarden Escorpion , de Duit.
worden Inſekten genoeind , onder het gelagt der Bok- ſchers , Franſchen en Engelſchen Scorpion. Verſcheide
Torren behoorende, welke door de Heer FORKAOL in latijnſche Autheuren evenwel, waar onder Cicero en
Duitschland zijn gevonden , zijnde kleiner dan een Ho. Plautus , hebben het Nepe geheten , van welke bena.
ningbije en geheel zwart, met deSprieten naauwlijks ming Columella dikwils gebruikmaakte. De Hebreeu
zo lang al 't lighaam ; het Borstſtuk rond en weinig geſche naam was Gnakrab , en de Arabiſche Natarab, A.
doornd ; de Dekſchilden niet zeer ſpits, en met een vui . chrab , enz.
. le aschkoleurige waasſem beſinet. Men vind in de gewijde Bladeren , van deeze Inſek .
SCHOPHAAIJ , zie HAAIJEN , Ph.VI. pag. 992 . ten gewag gemaakt, in de aanſpraak van Koning Rena
SCHORDIUM ; Water-Gamander ;Water-Look ;in 't Beam , aan hetVolk van Israël, welke figuurlijk is , dog
hoogduitsch Wasſerbathening ook Knoblochs-Kraut; Cha . niettemin de kwaadaartigheid der Schorpioenen uitdrukt,
madris palustriscanescens, Jeu Scordium officinarum ; Ten. ziel. Kon . XII. vs. II. Zo wel als het woonen onder
crium foliis ovato-lanceolatis ferrulatis fesAlibus, floribus da Schorpioenen , bij Esechiel , Ezech . II. vs. 6. die men
Sæpius binatis. Linn. Mat. Med. ( Tencrium foliis ohe elders met vuurige Slangen gelijk geſteld en geteld vind
longis fesfilibus ,dentato ferratis, floribusgeminisaxillari- onder het Ongediert der dorre , drooge Woeſtijnen ,
bus, caule diffufo. Linn . Spec. Plant.) Deut. VIJI. vs. 15. In de heete Landen zijn zij op.ver.
Kentekens. De Bloemen zijn als die van de Giman. ſcheide plaatzen van de Aardkloot, zo menigvuldig , dat
der , koomende uit de Vleugels der Bladen voort ; de men volgens het berigt der Autheuren , eenigen daarom
Bloemkelk is pijpagtig , en de geheele Plant heeft eene heeft moeten verlaaten. In Etiopia , inquit STRABO , ul.
Lookreuk. ta Acridophagos , Regio est deſerta , quæ Pascua larga
Beſchijving. Het Scordium ofWater -Look is eene Plant, habet , ob Scorpionum multitudinem dereli&ta, zegt Al
die een takkige ſtengel inaakt , zijnde vierkantig van ge. DROVANDUS. Aan de kust van Guinée , inzonderheid,
daante , gins en weder zich verſpreidende ; de Bladen en in andere deelen van Afrika, vind men ze dikwilsop
zijn week , witagtig, langwerpig en aan den rand inge. ſchaduwagtige plaatzen , in gaten van muuren , onder ſtee.
korven ; de Bloemen die middelmaatig groot zijn en van ned of brokken hout, die op den grond leggen , aazende
een roodagtige koleur , hebben lippen die vijfvoudig op Wormen , Vliegen , Spinnekoppen , enz. Aan de
zijn gedeelt, en welke aan de vleugels ofuitſpruitzels der Kaap de Goede Hoop zijn zij ook bekend , dog zo ge
Bladen groeijen ; de Bloemen vergaan zijnde , volgen vier meen niet als in de Oost- en Westindiën ; ja men vind ze
ronde tengere zaadkorrels , die in een zaadhuisje zijn be. zelfs in de zuidelijke deelen van Europa , Italie, Spanje
footen , 't welk is gevorint van het geen te vooren de en Tirol ; dog de middelſte en Noordelijke deelen zijn
Bloerkelk uitmaakte; de wortel die vezelagtig is , kruipt er van bevrijd.
Schuins rondom op de aarde. Deeze Inſekten zijn eigentlijk de genen , wiervenijnig .
Groeiplaats. Deeze Plant groeit in vogtige weiden heid in 't algemeen erkend word ; hoewel niet zonder ee.
EB op andere gras en moerasſige plaatzen , in Neder. pige bepaaling. Men heeft in de eerſte plaats , reedsover
lang
SCH . 2 SCH . 3309

lang opgemerkt, dat die der heetſte Landen de venijnig. 'venijnigheid , haaren roem gekreegen hebbe.
ſte , en die der gemaatigde lugtſtreeken dikwils anicha. Men had den Heer MAUPERTUIS , · tot bevestiging
delijk zij Ten anderen ſchijnt haare kwaadaartigheid van het vermogen der gedagte tegengiſten, dikwils een
ook af te hangen van den tijd van 't jaar , of liever van zonderling geval verhaaid. Men verzekerde hem , dat een
haare ritzigheid . Redi , de proef neemende op leeven . Muis , in een flesch belloten zijnde met een Schorpioen ,
de Schorpioenen , welke hij van Tunis , aan de Barbarie van denzelven geſtooken werd , waar op in 't kort de dood
ſche Kust , gekreegen had, in de maand november , be. volgde , maar dat men toen een ander Muis pam , die ins
vosd dat derzelver ſteek voor Duiven. en Hoenderkui. gelijks geſtooken wordende , zijn vijand aantaste en op
kens onſchadelijk was ; maar in 't voorjaar doodelijk. De vrat, zonder eenig nadeel . Dit werd als een ingeeving
eerſte en tweede Duif, evenwel , die hijaan deeze proef van de Natuur aangemerkt , die het geneesmiddel voor
T: opofferde, ſtierven Negts van de ſteek ; de derde en vier . de kwaal bekend maakt aan veele Dieren. Hij deed dan
de hadden er geen aandoening van , maar na dat hij de ook een Muis in een flesch met drie Schorpioenen , waar
Schorpioen een wagt had laaten rusten , was zij in ſtaat van dezelve wel haast verſcheide ſteeken kreeg , die haar
24 geworden , om wederom anderen den doodſteek te gee. deeden ſchreeuwen , tot dat zij toornig wordende , de
ven. Dus brengen ook volgens het berigt der Ouden , drie Schorpioenen dood beei , zonder één van allen op te
zelfs die op 't Eiland Maltha voorkoomen, den Mensch vreeten. De Muis gaf geen teken van eenig ongemak , en
door haare ſteek geen nadeel toe, daar die van Egipten , bleef frisch tot 's anderen daags morgens , wanneer men
Guinée en de Indiën , volgens de waarneemingen der haar op een andere manier om't leven bragt.
Hedendaagſchen , gevaarlijke wonden maaken . De Natuurkundigen de geweldige uitwerkingen beſpeu .
De Heer MAUPERTUIS, nam verſcheide proeven op de rende , welken de ſteek der Schorpioenen zomtijds veroor
inlandſche Schorpioenen te Montpellier , die aldaar twee zaakt , hebben vast geſteld , dat er eenig vogt door den
duimen larg vallen en bleek geel zijn , wordende van de Angel uit geſtort moet worden in de wond. Zij onder.
Landlieden opgezogt , en aan deApotheekers te koop ge. fte!den dan , dat die Angelaan 't end een opening moest
veild. Mem . de l'Acad. Roijale des Sciences de Paris., hebben , en na dat Redt met de keurlijkite Mikroskoo.
de l'An. 1731. Een Hond , aan het kaale van den Buik pen die opening niet had kunnen vinden , kwaamen zij tot
hebbende doen ſteeken van een getergde Schorpioen , be- de onderſtelling, dat dezelve onzigtbaar klein waare. Zie
gon dezelve een uur daar na te waggelen , en , het lighaam BAKER , 't Mikroskoop gemakkelijk gemaakt. Amft. 1744.
zeer gezwollen hebbende , gaf hijalles over wat er in zijn bl. 209. Leeuwenhoek evenwel , gelukkiger in dit ge
maag en gedarmte was , braakende nog lang daar na een val dan Redi , ontdekte dat er , in plaats van ééne, twee
Dijmagtig ſpeekzel uit , dat wanneer zijn Buik wederom openingen waaren aan 't end van de ſtaart der Schorpi.
geſpannen was , zich op nieuws vertoonde. Dit duurde oenen ; dog , dewijl de beſchrijving en afbeelding , wel
omtrent drie uuren, vervolgens kreeg hijſtuipen en ſtierf ke hij er van geeft, een weinig verſchilt van het geene
vijf uuren nadat hij was geſtooken . Men had op deplaats ik , dienaangaande , gezien heb , zegt MAUPERTUIS ,
der wonde wel een klein rood ftipje , dog geene derge- zal ikhier voordraagen , wat doormij, in een Schorpioen
lijke zwelling, als van het ſteeken derBijën of Wespen van Souvignargues , waargenoomen is.
ontſtaat, kunnen beſpeuren. Eenige dagen daar na een De laatſte Knobbel van de Staart is een klein Phi .
anderen Hond, tien oftwaalf maalen op de zelfde plaats , „ ooltje , van een hoornagtige zelfftandigheid, uitloo.
zelfs door verſcheide getergde Schorpioenen , hebbende 9 pende in een zwarten , harden en zeer ipitzen Hals,
laaten kwetzen , die den Hond zo diep ſtaken , dat zij er ;; die de Angel is . Ik wierd , met het Mikroskoop, twee
aan bangen bleeven , gaf de Hond alleenlijk eenige kleine gaatjes gewaar , veel langer zijnde dan breed,
ſchreeuwen , geduurendehetſteeken zonder dat het hem die geenzins aan't end van den Angel, maarwederzijds
15

eenig nadeel ſcheen te doen . Hij ai en dronk het ge- » geplaatst zijn , op eenigen afſtand van de punt. In
ne bem gegeeven werd , met veel finaak , en dewijl het verſcheide Angels heb ik zomwijlen de plaatzing van
een Hond uit de buurt was , liet men hem loopen. Het deeze gaatjes een weinig zien verſchillen ; hoewel zij .
onthaal was hem niet tegenſtaande de gelceden pijn , zo 9 doorgaans , op den zelfden afſtand van de punt aanvang
wel bevallen , dat bij dikwils weder kwam , als 'i waare neemen. Zointijds heb ik ook het één een weinig ver .
om zich tot herhaaling der voorige proeven aan te bieden . der naar het end gezien dan het ander. Men heeft
MAUPERTUIS vermoedende , dat misſchien zijne Schor. zelfs geen ſterk vergrootend Mikroskoop noodig, om
pioenen van venijn uitgeput waaren , deed nieuwe ko- deeze openingen te zien ; zij zijn duidelijk zigtbaar
men , en liet er zeven andere Honden door ſteeken , zon . met een vergrootglas van twee of drie lijnen brand.
der dat zijeenig toeval kreegen . Drie kuikens zelfs , die hij » punt , en , dat Redi ze niet in 't gezigt heeft kunnen
onder dewiek en aan de borst deed kwetzen door dit On- ,, krijgen , komt waarſchijnlijk daar van , dat hij aan de
gediert , gaven geen het minſte teken van eenige ongemak, „ punt van den Angel een gaatje gezogt heeft, het welk
Uit alle deeze Proeven , zegt gedagte Akademist , ismet er niet is , en dat hij , altoos niet dan de punt van
reden te beſluiten , dat de ſteek van een Schorpioen , hier den Angel bekijkende , de wezentlijke openingen niet
niet dan zeiden doodelijk zij. Misſchien hangı zulks af heeft kuunen zien ". Of liever , zo ik oordeel, dat
van zekere omſtandigheden , die men moeijelijk kan be.. hij de punt van den Angel niet dan voor 't Mikroskoop
paalen. Dedi merkt aan , dat de Adders na eenige Bee. leggende en dus op zijde bekeeken beeſt. Men moet de.
îten gebeetente hebben , bunnevenijnigheid verliezen ; zelve regt op de punt aan en met een zo ſterk vergroo.
maar dit kon in mijne laatſte Schorpioenen , naauwlijks tend glas beſchouwen, dat die punt zich geheel ſtomp
plaats hebben . Hij had er zowelMannetjes als Wijfjes vertoont, en als dan kan men die openingen tot ge
toegebruikt, des men het nietkon afleiden van een ver. noegen zien. ” Hier toe is zelfs geen vergrootglasnoo.
ſchil
der Sexe. Ondertusſchen meent hij dat de kragt, „,dig ; het bolletje van't laatſte lid een weinig ſterk druk
die aan de olie van Schorpioenentot geneezing van de , kende,zietmenhet voge daar wederzijdswitloopen ,
kwetzuur toegeſchreeven word , van die zeldzaame ,, door die twee gaatjes ."
VI Deel . S Men
SCA SCH
SSIO
Men heeft verbreid , zegt die zelfde Heer , dat een oogen verliezen haar helderheid , de leden haar bewee
Schorpioen , in een kring van gloeijende koolen beſloo- ging, en dit alles gaat met een fterke perfing tot afgaan
ten zijnde, zich zelf den doodſteek geeft. Hij had er de vergezeld. Den Lijder loopt het ſchuim uit den mond ; hij
proefop verſcheidene van genomen en zulks niet waarbraakt geweldig en valt in Haauwten met ſtuiptrekkingen ,
bevonden . Het geene reden gegeeven kan hebben tot die die voorboden zijn van de dood.
vermoeden , zegt hij, is, dat een Schorpioen , verontrust Deeze toevallen worden , zegt men , verhoed , door
wordende, of getergd, altoos zijne ſtaart op de rug om het inwendig gebruik van verzagtende middelen , gelijk
Naat , en zich dus in postuur ſtelt om daar mede te ſtee. de heemstwortels en pinkſternakelen , welke laatſte voor
ken ; het welk hij ook in dat geval doet , dog het komt zeer uitmuntende gehouden worden, 't zij menze alsge
hem , aangemerkt de hardheid van zijn huid onmooglijk woonlijk gebruike , dan gedroogd en totpoeijer gemaakt.
voor, dat dit Dier zich zelf dus zou kunnen kwetzen of Van anderen word inzonderheid het zaad daar van , met
om 't leven brengen . wijn ingenomen , voor een onfeilbaar middel gehouden .
Indien de Schorpioenen van zelfmoord vrij te pleiten Ik zal niet ſpreeken van de alst , averoon , donderbaard ,
zijn ; men kan dit Ongediert in andere opzigten niet van anijs, look en een menigte van andere kruiden, die bij
wreedaartigheid ontſchuldigen . Bebalven het opvreeten ALDROVANDUS, als tegengiften van dit venijn , volgens
van haar eigen Jongen , dat men ze dikwils heefc zien den rang der voorletteren opgeteld worden , en door de
doen , verſchoonen zij elkander zo min als de Spinnekop . Ze of geene Autheuren aangepreezen zijn ; want zulks
pen. » Ik had er, zegt MAUPERTUIS, omtrent hondert {teunt of alleenlijk op de algemeene aanmerking, dat hart
bij een gedaan , waar van in weinig dagen , niet meer Iterkende en zweetdrijvende middelen dienſtig zijn tegen
> dan veertien overbleeven, die alle de anderen had . allerlei zoorten van vergiften , of op de ondervinding,
den opgevreten.Men zou tot haar verſchooning kunnen welke in dit geval gelijk wij gezien hebben, zeer bedrieg.
» inbrengen , dat zij geen ander voedzel hadden . In lijk is ; niet minder dan het bij zich draagen van Hazel.
..derdaad , ik wist een geruimen tijd niet , wat van haar nooten, dat in de Di&t. des Animaux. Paris 1759. Tom . IV.
{maakwas; dog , Vliegen aan haar geevende, bevond pag. 119. in 4to. voor een behoedmiddel opgegeven word.
ik dat zij die aten , zonder evenwel met baare onder- In't algemeen word thans het beste geneesmiddel voor
*, Jingevernielingopte houden. Zij vraten ook Pisſo . den ſteek derSchorpioenen aangemerkt , te vinden te zijn
bedden , maar , op zekeren dag , aan haar een grooten in deeze Inſekten zelf. Men zoekt er zo dra het moog.
Spinnekop gegeven hebbende, ſcheenen zij dit geregt lijk is , een te krijgen, die men gekneusd zijnde, op de
> boven alle andere te verkiezen. Drie of vier Schor vond legt, en dit middel komt veiliger voor, dan dezel.
pioenen tastten denzelven aan , en bleeven er een lan. ven dus, geliik Celsus wil , met wijn in te neemen. In
„ gen tijd aan te kluiven zitten". plaats van dien word niet zonder reden , het inwendig ge
De vijandſchap der Schorpioenen tegen deeze Inſekten bruik van vlugge alkalijne zouten , gelijk dat van Adde
is onbetwistelijk. Gedagte Waarnemer heeft een Spin, ren , van Hertshoorn of dergelijke , met eenig hartſterkend
nekopzienaantasten en dooden door een Scorpioentje , vogt of zelfs met Veneetſche Triakel, in de Hiß . Natu
datveel kleinerwas ; zij vatten dezelven eerst metéén of relle des Anim . Paris1756 , O & avo.pag. 648. aangepree
beide ſchaaren , en , de Spin te groot of te ſterk zijnde , zen. Indien de kwetzuur dan tevensbeltreeken word met
om dus overweldigd te worden , Naan zij de ſtaart over olie van Schorpioenen , zo zal men alles gedaan hebben ,
den kop heen , en geeven hem een ſteek, waar na de twee wat volgens de gezonde reden , tot voorkooming van '
groote ſchaaren hem overleveren aan de kleintjes , die gevaar vereischtword.
voor aan't hoofd zijn , waar mede zij dat Infekt aan ſtuk- Die Olie , waar van men , onder de winkelmiddelen ,
ken breeken en niet verlaaten , voor dat het geheel op. 20 wel een zaamengeſtelde als een enkele heeft , is vol
gevreten zij. gens het getuigenis der Ouden , nog tegen verſcheide an.
Dit vind men ook elders bevestigd , zo als in de Ephem . dere kwaalen dienſtig. De enkelde word, als men , op de
Nat. Curioſor. Dec. 11.1687. Ann. 6. Obf,224. Zeker plaats vande blaas en nieren, het Lighaamdaar mede
Waarneemer , in Duitschland , had, om zich van deeze beſtrijkt, (inzonderheid in Kinderen , die nog jong zijn) ,
vijandſchap te verzekeren , leevende Schorpioenen gekogt, zeer aangepreezen tegen de opſtopping van het waterer.
waar van hij er één, met een Spinnekop , in een glazen Tegen de oorpijn heeft men er ook dienst van gehad, mits
bokaal deed. De laatſte begon aanſtonds
alle poogingen één drachma daar van mengende met een half drachma
aan te wenden , om den Schorpioen met zijne draaden te zoete amandelolie , en dan eenige druppelen van dit meng.
verſtrikken , dog dit Inſekt dus getergt zijnde, bragt hem zel , warm, in't Oor laatende vallen. De zamengeſtelde ,
een doodelijke ſteek toe ; brak vervolgens,met zijne Schaac volgens het voorſchrift van MATTHIOLUS, heeft veel
ren , er alle de Pooten af,en, de verminkte Romp aan de naam in kwaadaartige ziekten , in de Pest en tot het doo
bek brengende, zoog hij er al het weeke uit , laatende den der Wormen ; men ſtrijkt er van op de plaats van't
niers over dan het vel. hart en van de maag , aan de pols en ſag van 't hoofd ,
In de Menſchen word , zomwijlen , de ſteek van een aan de neusgaten en voeten, herhaalende die ſtrijkingen
Schorpioen door zwaare toevallen gevolgd. Op't oogen, om de drieuuren. Ook word er tot weekmaaking der plei.
blik lijd men een hevige pijn in het geſtoken deel, die ge. ſters en zalven , tegen de pestbuilen en de beeten van ve.
paart gaat met huivering er verdooving , benevenskoud- nijnige Beesten , gebruik van gemaakt. In de Ştad Flo.
zweer, 20 omſtreeks dewond , als door het geheele lig, rence alleen , gebruikte men , ten tijde van Redi, jaar.
haan . Die er door gekwetst zijn aan de onderſte lede- lijks meer dan vierhondert pond Schorpioenen , tot het
maaten , krijgen zwelling in de lieſchen, die in de boo. bereiden van Olie tegen de Venijnen. " De Gener. Inf.
venſte geſtooken zijn in de oxelen ; maar, de ſteek zwaar pag. 415.
zijnde , gevoelt men in het deel een hitte , als ofmen zich De voortteeling der Schorpioenen heeft , van ouds, aanlei.
gebrand had ; het lighaam Naat overal met puisjes uit , als ding gegeeven tot wonderlijke en belachlijke denkbeelden .
hagel, die ſterk jeuken. Het aangezigt is betrokken ; de Zommige Schrijvers van de voorgaande eeuw ,hebben op's
ge
SCH . SCIT. 3311

gezagvan Plinius vastgeſteld,dat zij uitdoode Kreeften voorſte gedeeltevrij wel naareen Kop gelijkt. Het lijf
gebooren worden . Hijhad deeze Fabel van den Poëet is plataſtigeijrond, en aan 't agterend met een dunnen
Ovidius , die de manier daar toe aan de hand geeft, kun. Staart voorzien, die uit verſcheide leedjes beſtaat en aan
nen overneemen. Anderen hebben geſchreeven , dat zij het end een ſcherpen krommen Angel heeft. Dog ik zal
uit Krokodillen of derzelver eijeren voortkwaamen . JA op de bijzondere Lighaamsdeelen nog een weinig ſtaan
COBUS HOLLERIUs ſchrijft, datzekeren Italiaan , doorhet blijven.
dikwils ruiken van het kruid dat inen Baſilicum noemt , ŚWAMMERDAM zegt , dat de Kop der Schorpioenen
een Schorpioen in’t hoofd kwam , die denzelven met he. als inet het Borstſtuk vereenigt is , hebbende boven op
vige pijn deed ſterven . Paré heeft kwapswijs, deezen twee Oogen , en nog twee meer naar vooren toe , onder
Schorpioen in zijn werk doen afbeelden. Avicenna zou , welken twee kleine Armpjes of Nijptangen , daar hijbui.
volgens'tverhaal van ALBERTUS MAGNUS , een vriend ten twijfel zich van bedient, om zijn aas in itukken te
3
gehad hebben , die , als 't hem behaagde, uit zeker roto breeken en aan den bek te brengen. Deeze Tangen , merkt
tig bout zodanige Inſekten deed verſchijnen. hij zeer wel aan , kunnen van het Dier uitgeſtooken en we.
Men moet zich over deeze dwaasheid verwonderen , derom zodanig ingehaald worden , dat men er niets ter
daar veelen der Ouden reeds van de paaring dier Inſek . wereld van ziet. Het Borstſtuk , welks bovenſte deel dan
ten verzekert waaren , welke zij meenden dat in de op de Kop zou zijn , heeft van onderen agt Pooten , aan het
zodanige wijs voortgeteelde Schorpioenen plaats had. Pli zelve gewricht , die met haairtjes bezet zijn en in zes
NIUS , immers , getuigt zulks van APOLLODORUS, en A. Leedjes verdeeld , waar van de uiterſten twee kromme Na.
RISTOTELES verbeelde zich , dat zij Wormpjes , naar eit- geltjes of Klaauwtjes hebben. Behaiven deeze twee
jes gelijkende , voortbragten , die dan van hen werden Klauwtjes , die in de gemeene Schorpioenen zelfs dui.
uitgebroed. ÆLIANUS had het beter , zeggende , dat zij delijk zigtbaar zijn , heeft de Voet nog veele kleine Na
jonge Schorpioentjes ter waereld brengen. Dit, naame- geltjes , waar van men er zeven telt aan ieder zijde. Op
lijk, is door REDI , SWAMMERDAM , LEEUWENHOEK , cene zelfde rij ,tegen den voorſten Poot aan , is de ge
MAUPERTuss en anderen bevestigd. Hier door vervalt wrichts-holligheid van de twee Armen , die dikker dan de
dan ook de zonderlinge uitvinding van KIRCHERUS , om Pooten , en aan't end met twee ontzaglijke Schaaren voor
Jongen voortte teelen uit doodeSchorpioenen , die ge- zien zijn ,welke ſpieren hebben, om dezelve ſterk te kun
itampt, en beſproeid worden met water, daar bladen nen toeknijpen , even alsde Kreeften en Krabben. Deeze
van Baſilicum in afgetrokken waren. Schaaren hebben tandswijze inſnijdingen , welke digt in
De ſterke vermenigvuldiging van het Ongediert , heeft elkander Nuiten. Het Agterlijf vond hij in zeven Ringen
aanleiding gegeeven tot zulke ongerijmde gisſingen. De verdeeld , aan wier agterſte de Staart was , als gemeld
Ouden ſtelden het getal der Jongen van een Schorpioen , is.
t'eener dragt , elf te zijn , maar Redi bevond ze veel Het getal der leedjes van de Staart , die elk als een
vrugtbaarder, merkendeaan , dat zij van zes-en -twintig knobbeltje , en dus, zelfs in kleine Schorpioenen, zeer ge
tot veertig Jongen draagen. Dit is nog weinig , te makkelijk te onderſcheiden zijn, heeft eenige aanmerking
vergelijken bij de geenen , die de Heer MAUPERTUIS, veroorzaakt . SWAMMERDAM had een groote Oostindi.
bij het openen zijner Schorpioenen , in derzelver lighaam ſche doen afbeelden met drie Leedjes , en ſpreekt van
vond ; naamelijk tot vijf en zestig toe. een Westindiſche met vijf leedjes ; dog naderhand merkt
De manier van Voortteeling der Schorpioenen is dus bij aan , hoe het hem gebleeken was, dat de Staart van
veeleenvoudiger, dan die van de meeste andere Iofekten. de eerstgemeldegebrooken en weder vastgelijmd waare ;
Zij leggen geen eijeren gelijk de Spinnekoppen , de Lui. des hij het zelfde gebrek in die met vijf leedjesvermoed
zen en anderen ; baar Jongen vertoonen zich niet eerst te zijn , als hebbende anders , in de ſtaart van alle Schor.
onder de gedaante van een Worm , gelijk dieder Torren ', pioenen , zes leedjes waargenomen . Inderdaad , wij vin.
om in die geſtalte aan te groeijen en dan vervolgens te ver- den bij Redi bet zelfde aangemerkt, die echter verhaalt,
anderen in den volmaakien ſtaat; maar haarevoortteeling dat de Ouden van Schorpioenen met zes en zeven leedjes
heeft de meeste overeenkomst met die der viervoetige ſpreeken, welke laatſten zeldzaamer, en volgens PLINIUS,
Dieren , en dus behooren zij weezentlijk , zo wel als de venijniger dan de anderen zouden zijn. STRABO ook en
Pisſebedden , tot de Fongwerpende Infekten. Dit blijkt de Talmudisten , die van Bochart , in zijne beſchrijving
nog te meeruit de plaatzing, in welke Rede dit gebroed- der Dieren uit de Heilige Schriftuur, worden aangehaald ,
zel in het lighaam vond van de Moer , als ieder aan een geeven er in 't algemeen, zeven leedjes aan .
Navelſtrengje zittende binnen een zoort van vlies, daar Onder de Italiaanſche , zegt Redi , zo wel als onder
zijelk door een fijne webbe als van elkander afgeſcheio deEgijptiſche, die in 't jaar 1657 aan den GrootHertog
denwaaren; dog SWAMMERDAM houd die draadjes voor overgezonden worden , heb ik nooiteen Schorpioen ge
eijërleiders en betrektdus de Schorpioenen tot zijne eer . vondenmet meer ofminder dan zes leedjes. Ik kan hetzelf
fte klasſe van natuurlijkeverandering, in welke het Dier degetuigen van de unijnen , 20 inlardſche als uitheemſche,
in de volmaakte gedaante voortkomt uit het eij , zich die ik er thansmeer dan twintig zo gedroogd als in liqueur,
verbeeldende dat de eijeren der Schorpioenen in het lig. voor mij heb . Misſchien heeft men dat kleine puntje,
haam worden uitgebroed. Hoe het zij, 'cis zeker ,datzij, 't welk zommigeen wel de minſte , onder den angel beb.
geworpen zijnde, allengs aangroeijen , en , om tot vol. ben , cok voor een leedje gehouden ; immers ik vind dat
wasſenheid te koomen, geen meer verandering behoeven puntje niet dan in mijne Westindiſche, die zekerlijk ve
te ondergaan , dan de afwerping van de Huid. nijniger dan de Europiſche Schorpioenen zijn . In het laat
De Geſtalte van een Schorpi oen , kan eigentli jk niet bij , op één naa, is eenig verſchil, gelijk Reds
die van een Kreeft vergeleeken worden , dan in zo verre teſteregt
leedje
aanmerkt, zijnde het zelve in de Italiaanſche vrij
de zamenſtelling van het lighaam aangaat, in 'twelke men veel langer dan de andere leedjes , elk op zich zel
geen zo duidelijke onderſcheiding vind van Borstſtuk en ve,maarin die van Tunisevengroot. Ik twijffel of dit
Agterlijf , als in de Spinnekoppen , maar waar van het verſchil welproefboud ; de koleurverſchilt niet toinder
S 2 dan
3319 SCH . SCH .

dan de grootte. Die ontzaglijke Afrikaanſche, is , behal. te is gemeenlijk van twee tot drie duimen ; men vindze
ven de gewrichten , geheel zwart; ik heb een wat kleine, veelvuldig te Surinaamen.
ren , dien ik voor een Oostindiſche houde ; en volmaakt V. Europiſche Schorpioen , in 't latijn Scorpio europeus ;
naar den Ceijloniſchen van Seba gelijkende, van koleur (Scorpio pettinibus octodecim -dentatis, manibus angulatis.
zeer ſierlijk glanzig kastanje-bruin . Zodanigen , dog klei- Mouff. Inf. 204.) In de Schorpioenen van ons Werelds .
ner , koomen ook onder mijne Westindiſche voor, en an . deet ſchijnt een aanmerkelijk verſchil van koleur te zijn.
deren die geel , of zelfs die graauwagtig zijn. Onder de De unze is zwartagtig ,gelijk Redi zegt, dat de meeste
Egijptiſche zijn de meesten ,zo wel als de Italiaanſche, Italiaanſche zijn , en wel rijkelijk tweeduimen lang. Die ,
zwartagtig, zegt Redi ; dog in’t Rijk van Tunis aan de welken zommige luiden uit Italie en Tijrol, levendig , in
Kust van Barbarije , koomen 'er in ongelooflijke menigte doozen te Neurenburg brengen , omze aan de Apothee .
voor , die grooter zijn en van verſchillende koleur. Zij kers te verkoopen , waaren ten deele bruin of zwartag
waaren, naamelijk , uit den groenen geel , wat bleek ago tig rood , en altemaal nog zeer jong ; ' welk daarom ge .
tig en alsbarnſteen doorſchijnende , uitgenomen de ſchaa- ſchied , dat , als er een oude zich bij bevind, de anderen
ren , die wat donkerer en als ondoorſchijnende zijn . Zelden meestendeels daar door opgevreeten worden. Dat de
zegt hij, vind men geheel zwarte , en zomtijds zelfswit- jongſte wit waaren , deed hem beluiten ,dat zij de ver.
te Schorpioenen , hoedanig de koleur der Jongen , vol. huidingaangroeijing
ondergaan gelijk andere Infekten , en háare lang.
gens zijne waarneming , was. zaame , dat zij wel rivee jaaren noodig heb .
Wij hebben nog niet gelet op de gedaante der Schaa : ben , om tot volwasſenheid te koomen. Eindelijk wer.
ren , die in eenige pecragtig breed, in andere bijna draad. den hem eenigen toegebragt, die haar volkoomen grootte
agtig ſmal en dun is; dog dewijl zommigen dit voor een hadden , en deeze waaren , aan de bovenzijdeop het Lijf, 1
verſchil der Sexe houden ,zo heeft Linnæus een ander taamelijk hoog rood , van onderen geelagtig, de Kop, .

Kenmerk opgezogt,om de zoorten van dit geſlagt te on . Armen en Schaaren , uit den blaauwen zwart, met eenig
derſcheiden ; de Kammen, naamelijk, welke zij onder aan rood doormengd. Hij heeft zo wel de Kannen die bij
don Buik hebben, op de ſcheiding van het Borstſtuk en : Vinnen noemt, als den Bek metde Nijptangen, die daar
Agterlijf; naar dat die uit ineer of minder Tanden be. nevens zijn , zeer fraaij in af beeelding gebragt , en heeft
ftaan. Het getal der Oogen ſtelt hij age te zijn , waaronder aan't Lijf een opening ontdekt,die mooglijk tot
van twee op’t midden van de Rug en drie wederzijdsaan ontlasting van vuiligheden of tot de Paaring zal dienen .
het Borstſtuk. Rose1, twijfeit , of deeze lastíte wel 00. De één , die zeer dik van Lijf was , verbeeldde hij zich
gen zijn . een Wijfje te zijn ; dog dan zou het verſchil der Schaa
1. Moorfche Schorpioen , in 't latijn Scorpio maurus; ' ren , ten dien opzigte niet in aanmerking kooinen . In de
(Scorpio pečlinibuso &todentatis, manibus fubcordatis pun. Kammen merkt hij ook aan , dat maar tien Tanden waa
dotis. Linn. Sijſt. Nat.) · Deeze die in Afrika woont ; ren , en kon zulksmet demenigte van Kam-tanden , wel.
heeft de Kammen agttandig ,de Schaaren eenigermaaten niet ken Linnæus aan de Italiaanſche Schorpioenen toeſchrijft,
overeenbrengen .
bartformiz en geſtippeld.
II. Carpatiſche Schorpioen , in 't latijn Scorpio carpathi. VI. Zuidlandſche Schorpioen , in 't latijn Scorpio aus.
cys ; (Scorpio peftinibus fexdentatis, manibus fubcordatis tralis; (Scorpio pettinibus triginta duo dentatis, manibus
glabris. Linn. Sijft. Nat.) De Heer Schller heeft levibus.LINN.Sijft. Nar.) Deeze die twee en dertig tan
deeze op de Carpatiſche bergen , hedendaagsch Caprak den aan de Kammen heeft, en de Schaaren glad , zegt
genoemd, aan de grenſen van Hongarije , Poolen, Mo. de Hr. LINNÆUS in Afrika en inisſchien ook in Amerika
savien enz. gevonden , dit Dier had zestandige Kammen , 'te huisvesten .
de Schaaren eenigermaate hartvormig en glad . De Heer SCHORPIOEN -KRUID ; Scorpioen -kruid ; Gcorpioena
GRONOVIUS beſchrijft er een met vijf tanden aan de Kam • ſteert; Rupſen -kruid ; in ’t latijn Scorpiodes, ook wel
men , en de Schaaren dik , effen, overlangsgeſtreept, dog Compoides genoeind , van Kéutos , een Rups, en Eisos,
meld de woonplaats niet ; zijn voorwerp was maar an- gedaante , om reden dat de zaad.peulen volkoomen naar
derhalf duim , zwartagtig van koleur. Dr. SCOPOL I merkt een Rups gelijken .
aan , dat de Jongen der Italiaanſche Schorpioenen , altoos Kenmerken . Dit gewas heeft een vlinterbloem , uit
één 'tand minder aan de Kammen hebben , dan de vol. welker kelk het ſtijltje voortkoomt, wordende naderhand T
wasſene. een met leden voorziene Peul , gedraaid even als een Slak
III . Afrikaanſche Schorpioen , in 't latijn Scorpio afer ; of Rups , hebbende in elke geleding een zaadje; 't welk
( Scorpio pe& inibus tredecimilentatis, manibus fubcordatis meest eijrond van gedaante is . onderſcheiden zoorien
piloſi . SWAMMERD. Bib. Nat.) Deeze zoort is veel be. Zodrien. Hier van zijn zes e , 1
ter bekend dan de voorgaande. LINNÆUS betrekt er de waar van wij hier de beſchrijving laaten volgen
Oostindiſche toe van SWAMMERDAM en Roesel,als ook de 1. Groot ruig Schorpioenkruid ; Scorpioides dupleur: fo .
Ceilonſche van Seba. Roesel,brengt de redenen bij, waar. lio ; Bauh. Pin . 287. ( Scorpiurus pedunculisjultrifloris,
om hij gelooft, dat deeze zoort van Schorpioenen ook in leguminibus extrorſum ſpines diſtin &tis acutis. Linn. Spec.
Afrika , en wel aan de kust van Guinée gevonden worden . Plant.)
Hij heeft de Kammen dertien -tandig, de Schaaren eeni, 2. Stekelig Schorpioenkruid ; Scorpioides Dupleuri fo.
germaate hartformig en haairig. lio , corniculis asſperis magis in fe contortis & convolutis.
1
IV . Westindiſche Schorpioen , in 't latijn Scorpio Ame. Moris. Hift. 2. P. 127.; ( Scorpiurus pedunculis fubqua.
ricanı; ( Scorpio peftinibus quatuordecim -dentatis , manibus drifloris, leguminibus extrorfum ſpinis confertis acutis.
fubciliatis. digitis filiformibus. Roes. Inf. III.) Van dee. Linn. Spec. Plant.)
ze zoort wiens Kammen veertien-tandig zijn , 'de Schaa- 3. Schorpioenkruid met gladde Peulen ; Scorpioides bup.
ren dunhaqirig , met draadagtige punten , zijn niet altoos leuri folio , ſiliquis levibus. Park . Theat.
de voorwerpen eveneens gekoleurd; want, zommigen zijn 4. Schorpioenkruid met dikke Peulen ; Scorpioides Aliqua
bruinrood, anderen geel, anderen graauwagtig; de groot. crasſa Boelii. Tournef. Inft. Ret Herb. 402. Scorpioi.
des
SCH. SCH , 3313 ,

des bupleuri folio, corniculis crasfioribus & magis ſpongio. I. Gemeene Schorpioen : Vlieg , in 't latijn Panorpa com
fis inftar litui contortis in seconvolutis. MORIS. Hijt. munis ; (Panorpa alis æqualibus nigromaculatis Linn.
2.pag. 127. ( Scorpiurus pedunculis unifloris leguminibus Sijft. Nat.) De Sprieten van dit zonderlinge Inſekt , dat
težis undique Sqamis obtufis. LINN . Spec. Plant.) ongevaar een half duim lang is , hebben omtrent de
5. Kleinst Schorpioenkruid met Jehroefswijzeen geſleuf. langte van het Lijf; zij zijn zwart en zaamengeſteld uit
de Peulen ; Scorpioides filiqua cochleata & ſtriata , Olijs. over de dertig kleine ringetjes, dog niet te min zeer
fiponenfis. dun en draadagtig van gedaante. De Kop is zwart , met
6. Kleinst Schorpioenkruid , met wikken bladen ; Scorpi. drie kleine gladde. Oogjes van boven , en heeft van
oides foliis viciae minima. MoRis. Hijt. vooren het gezegde Spuitje, dat bruin is met vier Spriet.
Beſchrijving: Deeze Planten die alle éénjaarig zijn , jes , cwee langere , twee kortere , aan’t end. Het Lijf
worden in de tuinen van zominige Liefhebbers bewaart, van het Inſekt is zwartagtig bruin , op de zijden geel,
meer om derzelver zonderlingheid , dan groote ſchoon- met eenige vlakken van die zelfde koleur van boven . De
heid. Zij brengen in junij kleine geele Vinterbloemen Scaait , door de drie laatſte Ringen van het Agterlijfgefor
voort, die gevolgd worden van Peulen , welke zodanig meert, is kaſtanje-bruin. Van deeze drie Ringen of Leden,
pa Rupfen gelijken , dat men zich op een kleine aſítand is hetuiterſte het dikſte, bijna rond, en loopt in twee haak
zou verbeelden , dat het wezentlijk Rupren waaren die jes uit , die er bijna de gedaante aan geeven van een
op de Planten aasden , en het is alleen om deeze zonder. Schorpioen - Staart. Dit heeftechter , alleenlijk plaats in
de Mannetjes; in de Wijfjes is deStaart zonder haakjes.
lingheid van de Peulen , dat deezc Planten voornaame. De
lijk bewaard worden . Wieken , zo lang als het Lijf, zijn doorſchijnende,
Plaats.. Alle de zoorten van Schorpioenkruid , worden inet bruine aderen en vlakken ; dog in de koleur der Wie.
van zelfs groeijende gevonden , in Zuid -Vrankrijk , Ita. ken koomen aanmerkelijke verſcheidenheden voor. Men
lien , Spanjen , enz. vind er die , in plaats van eenige Banden van Vlakken ,
Kweeking. Men vermenigvuldigt deczc Gewasſen, met niet meer dan eenen enkelden zwarten Band hebben , die
het zaad , in maart of april, in een goede losſe grond , ongeregeld dwars loopt over't midden van de Wiek ,wier
en openewarmeplaats te zaaijen ; zelden tieren ze wel end insgelijks zwart is. Anderen hebben de Wieken
indien ze verplant worden ; om die reden is het best , drie
volſtrekt geheel wit , uitgenoomen dat zwart aan het
of vier goede zaadkorrels op elke plaats te leggen , daar end .
men de Planten wil laaten ſtaan , 't welk kan zijn in het De verandering van dit Inſekt ſchijnt nog onbekend
midden van groote Rabatten in de Bloemtuin , alwaar te zijn . Dewijlmen het op de velden , meest aan den
ze tusſchen andere bloem - gewasſen ſtaande, geen onaan . waterkant , ontmoet , verbeeld GeoFFROY zich , dat het
genaame verſcheidenheid geeven. De Planten opkoomen. Masker wel , gelijk die der Muggen in 't water zich kan
de , moet er maar een die het fleurigſte tiert , in elke onthouden. LINNÆUS merkt aan , dat het meest voor .
plaats gelaaten worden , welke men geduurig van het on . komt op de weiden , daar een groote zoortvan Havikskruid
kruid moet ſchoon houden , en wanneer derzelver Peu- groeit , welk op de Duinen buiten Haarlemn ook gevonden
len rijp zijd , moeten ze geplukt en tot het volgende voor. word ; een heesteragtig gewas, hebbende ſmalle Blade
jaar op een drooge plaats bewaard worden , om ze teren en zonneſcherinswijze Bloemen. Dit geeft weder.
zaaijen . om aanleiding tot andere bedenkingen . Als men dit Diert
De eerſte, derde en vierde zoorten , zijn 't best waar je vangen wil , ſteekt het zijne Staart op , en ſchijnt zich
dig, om gekweekt te worden , zijnde derzelver Peulen te willen verweeren; dog het doet er geen kwaad mede
grooter en zigtbaarder dan de andere , en hebbende ook aan den Menſch . Misſchien zullen de gemelde Haakjes
beter de gedaante van Rupſen . alleenlijk tot de paaring behulpzaam zijn .
SCHORPIOEN SPINNETJE , zie KREEFT-SPIN. II. Duitſche Schorpien. Vlieg , in’t latijn Panorfa ger.
NEN , 9. IV . pag. 1637. manica; ( Panorpa alis æqualibus hijalinis , apice fuscis
SCHORPIOEN -VLIEGEN . Is een zoort van Vlie . LINN , Sijſt. Nat.) Deeze die wel de belft kleiner is
gen , die reeds bij de Ouden z jn bekend geweest , en dan de voorgaande , heeft de Hr. FORSKAOL in Duitsch :
welken zij Misca S :erpiouros noemden, wegens derzele land waargenoomen ; deszelfs Wieken waaren egaal van
ver Staart, naar die van een Schorpioen geliikende. AL- grootte en glasaglig , aan de rippen bruin.
DROVANDUS heeft zodanige viervleugelige Muggen afge- III . Levantſche Schorpioen .Vlieg , in 't latijn Panorpa
beeld, en Mouffetus geeft de beſchrijving van ewce. coa ; (Panorpa alis pofticis linearibus longisſimis. Linn.
derleij Schorpioen -ſtaart.Vliegen . Onder de Hedendaag ! Sijſt. Nat.) Op het eiland Metelina , en op Stanchio ,
ſchen ſtaan zij ook bij den meesten te boek , onder den wel eer Cöus, in Griekenland , heeft HASSEL.QUIST Jit
naam van Schorpioen -Vlieg , in't fransch la Mouche Scor. Beestje ontdekt , het welk hij tot de Haften had betrok ,
pion . ken. Het was van grootte bijna gelijk de eerſte zoort.
De Kenmerken , tuiten en behalven die van deezen : Dit fraaije Infekt ſchijnt veelovereenkomst te hebben ,
Rang, naameliik van vier ongeſchubde of naakte Wieken met het gene aan de Moldau gevonden was , en in de Stok
te hebben , beſtaan in een hard , onbeweeglijk , rolrond holmfche Verhandelingen beſchreeven . LINNÆUS had
Snuitje , dog voornamelijk in hetzonderlinge maakzel van het zelve , voorheen, tot de Water. Uiltjes betrokken.
de Staart , welke zich op de gezegde manier gewapend Het gelijkt veel naar een Haft of Juffertje, dog het
vertoond, in de Mannetjes. Zij hebben de Sprieten zo heeft daar van de kenmerken niet ; de Wieken zijn zwa.
wel langer dan het Borstltuk , als die van het Geſlagt velgeel, met donkere wolkies ten deele gebandeerd..
der Gaasvliegen . SCHORS , zie CORTEX .
Driezoorten heeft LINNeus van deeze Inſekten aange- SCHORZONEERE ; Scorzoneer wortel ; Gift wortel ;
tekend , waar van de eerſte , door geheel Europa, gemee. Slangen kruid ; in 't latijn Scorſonera ; in't fransch Salf .
ner is dan detweede , die in Duitschland , en vooral dan fix d'eſpagne.
dederde, die aan deMiddelandſche Zee gevonden word . Kenmerken . Dit Kruid.gewas heeft een Bloem , uit
S 3 vee
8314 SCH . SCH .

veele halve Pijpbloemtjes beſtaande ,welke rusten op de twee, in de ruimte water ſtaan , om er de bitterheid uic
vrugtbeginzels, die in een gemeene Koker welke ſchubagtig te trekken , men ſnijd ze aan ſtukken van een vinget lang ,
is , zijn beſlooten ; naderhand worden de vrugtbeginzels kookt ze voorts in water week, en discht ze warm met
langwerpige zaadjes , die met wolligheid voorzien zijn. een ziure eijer-faus voor , benevens wat nootemtescaat
Žoorten . Daar zijn veelvuldige zoorten van dit gewas , en zout.
dog die welke in de moestuinen gekweekt worden , be- Ook kan men ze kort afſtooven , met vleeschnat , boo
ſtaan in de twee volgende. ter , wat muscaat en zout. Ook eet men ze wel week ge
1. Spaanſche Schorzoneere, ook gemeene Schorzoneere kookt , en koud geworden zijnde als ſalaad, met boon
metgetande Bloemen genoemd ; Scorzonera finuata ; C. olie , azija , peper en zout ; zijnde op allerleij wijze toe
BAUH. Pin . 275. Tourner. Inft. R. Herb.476. Boeri . bereid , een ſmaakelijk en teffens gezond eeten .
Ind. alt. 1. 89. Scorzonera major hiſpanica . I. Clus . Hiſt.
2.pag . 137. ( Scorzonera caule ramofo , foliis amplexicau. Medicinaal gebruik der Schorzoneeren .
libus integris ferrulatis. Linn. Spec. Plant.) De Schorzoneer -wortels worden veel in de medicij
2. Duitſche Schorzoneere met gezenuwde bladen ; Scor. nen gebruikt , en inzonderheid gepreezen voor vergifti
Bonera humilis latifolia nervoſa.Bauh. Pin . 275;) Scor- ge Adders. of Slangen-beet, voor kwaadaartige en be.
zonera humilis latifolia pannonica. Crus. Hiſt. 2. p.138. imettelijke koortzen en andere dergelijke ziektens , tot
( Scorzonera caule ſubnudo unifloro, foliis nervofis planis. uitdrijving der Kinderpokjes, Mazelen enz. Men géo
LINN . Spec. Plani.) bruikt ze tot dien einde in decoctie of afkookzels , die
Groeijplaats. De eerſte zoort groeit hoofdzaakelijk in men met zuiker kan zoet maaken. In het bijzonder zijn
Spanjen , dog word echter ook gevonden in Languedocq , ze ook zeer dienſtig voor de hipocondriaake en zwaar.
Provence , en elders in dergelijke warme gewesten . moedige Menſchen ; en worden ter oorzaake van haare
De tweede zoort groeit in Hoog-Duitschland, Bohe. gezonde hoedanigheid ook wel geconfijt, het welk op de
men , Hongarijen en elders ineer , op graſige bergagtige onderſtaande wijze gefcbied.
plaatzen. Men kweekt hoofdzakelijk de eerſte zoort bij
ons in demoestuinen , ſchoon de tweede niet minder van Om Schorzoneeren te Confijten .
ſmaak en deugd is ; verſchilllende voornamelijk daar in Neemt van de beste en dikſte Schorzoneerówortels, die
van de eerſte, dat ze iets kleinder en minder takkig niet ouder als twee jaaren moeten zijn ; na dezelve van
groeit. buiten gezuivert tebebben , 20 (poud en ſnijdze in lange
Kweeking: Deeze wortels beminnen een goede , lose ſtukjes , laat ze daar ra agı à twaalf uuren in ſchoon wa.
le , vette , diep geaarde , liefst zandagtige grond , een ter uittrekken ; kookt ze vervolgens in water of wijn ,
opene zonnige plaats , en camelijk veel vogt. tot dat ze murw zijnbehoorl
, maakt dan een geclarificeerd fij.
Men teelt dezelve voort door 't zaad , het welk in roop van zuiker van ijke dikte , namentlijk tote dat
maart of april of bedden niet al te digtmoet gezaait wor het ſpint , doet hier in de wortels na datdie verlekt zijn ,
den , of zij dienen naderhand bij'twieden van't onkruid, en laat ze daar mede een reis of twee opwellen , doet ze
op vier duimen afitand verdunt te worden , want ander- dan omtrent koud geworden zijnde , in een confituur.
zints blijven de wortels tenger en dun ; het is oin die re. pot. Wil men er bij de laatſte opwelling eenige kruid .
den ook , dat het wieden op zijn tijd niet moet verzuimt nagels en wat fijn geſtooten caneel, benevens wat oranje.
worden. of citroen-/nippelsbij voegen , zulks zal het confijt geen .
Tegen den winter graaft men de worte's uit den grond, zints bederven. Daar moet zo veel fijroop weezen, dat
om dezelve , na dat er de kruin is afgeſneden in huis in't de wortels daar mede twee vingerbreed , overdekt zijn.
zand tot 't wintergebruik te bewaaren , hoewel ze ander. Tot één pond wortels zaltwee derde pond zuiker genoeg
zints de winterkoude kunnen doorſtaan , als men er een tot de fijroop zijn. Na eenige dagen zal de fijroop van
gedeelte wil buiten ſtaan laaten , ja zij kunnen zelfs vee- het vogt uit de wortels wat dunner worden , als danmoet
le jaaren na malkander duuren ſchoon ze zaad gegeeven men die van het confijt afgieten , en op nieuw totbehoore
hebben , ſpruitende jaarlijks weer op nieuw uit. Hoe lijke dikte kooken ; welke herkooking men zo dikwils moet
langer men derhalven de Scorzoneer-wortels in degrond laat hervatten , tot dat de fijroop op de wortels zijn behoorlij.
ſtaan , hoe dikker dat ze worden , dog tot ſpijze zijn de ke dikte behoud.
één of tweejaarigeWortels de beste , dewijl de oudere te Wilmen van deeze wortels droog confijt hebben , heeft
hard worden , kunnende die evenwel tot het medicinaale men niet anders te doen , als dezelve eerst wat in zuiker te
gebruik dienen . confijten, en vervolge deworte ls uit fijroop te nemen,
Het zaad word gewonnen van de zodanige welke men en dezelve hebbende ns laaten verlekkende, op een net ge
buiten heeft laaten ſtaan , of die men in 't voorjaar, op poeijerde suiker beſtrooit blikke of gladde plank te
6 of 8 duimen diſtantie weer buiten geplaatst heeft. Het leggen , en bij een warme kachgel ofop een andere warme
zaad beginnende te rijpen, moet men nauwkeurig het zelve plaats te droogen , dezelve van tijd tot tijd omkeerende
van tijd tot tijd vergaderen , want volkoomen rijp zijnde en met fijne zuiker overſtrooijende; droog zijnde , be.
vliegt het ligteliſk door deminſte wind wegen verdwijnt, waart menze in doozen tusſchen wit papier, op een droo
ter oorzaake, van deszelfs haairige of wollige baard ; als ge plaats.
men derhalven beſpeurt, dat zich hier en daar een zaad- SCHORS VAN WINTER , zie CANEEL (WITTE-)
boofd eenigzints opent , zo neemt men er het zaad van bo- SCHOTSCHE LAVAS , zie LAVAS , n. 2. pag .
ven uit , en verzamelt het van dag tot dag , wordende 1781 .
vervolgens van het wollige gezuivert en op een drooge SCHOTSCHE LINDE , zie ESCHDOORN.
plaats bewaart. SCHOTSCHE WILDE PIJNBOOM , zie PIJN
BOOMEN , 11. IV .pag . 2875 .
Hoedanig de Schorzoneeren in de keuken worden bereid . SCH OUDER , ' SCH OUDERBLAD , zie Omo .
Na dat dezelve geſchrapt zijn , laat men ze een uur of PLATA. OMO
SCHOUW ,,
SCH
SCH . 3315
SCHOUW , zie PONTON. heeren dit bevestigen. Door het geweld dezer drift, zag
SCHRAETSER , door WILLOUGHBIJ Schraitſer ra . HILDANUS de Nagaderen barſten. Door dezelve vallen Kin .
tisbonenfis genoemt; ( Perca pinnis dorſalibus unitis, deren en volwasſene in de vreesſelijk te ſtuiptrekkingen, of
Jineis corporisnigris. Linn. Sijft. Nat.). De Schraet ſer verſtijven , verſtomnien , en verliezen gedagten , ge .
is een Visch onder het geſlagt der Baarſen behoorende, voel, beweeging en leeven. Allerhande verwonderlijke
die menigvuldig in de Donau word gevangen , en veel uitwerkingen , heeft men van deeze aandoening gezien.
vuldig te Regensburg voorkoint. Zijn verſchil met den TULPIOS verhaalt van een jongen zeer verliefden En.
Posch (chijnt yoornaamelijk in de gemelde ſtreepen , die gelschman , die voor de voeten van zijne Schoone lig.
hij wederzijds twee , in de langte, op het lijf heeft , te gende, eene volſtrekte weigering en afſcheid van haar
beſtaan. Bovendien is hij langer en dunner , blecker van » kreeg , en deswegen zo aangedaan wierd , dat hij op
koleur, en heeft de Staart meer gevorkt, of geſpleeten. ,, het eigen oogenblik verftijfde, en den geheelen dag in
Ook zijn in de Rugvin 18 doornagtige graaten, dat is meer », dezelfde geſtalte ſtokftijfbleef zitten , met opene oo .
dan in de Posch . Voor 't overige kointhij, zo in 't getal „ gen , zonder de allergeringſte beweeging te maaken ,
van vidſtraalen , als van de ſtekels aan de kieuwendek . en in dezelfde toeſtand , als GALENUS reeds beſchree
zelen , met de voorgaande zoort dermaate overeen , dat ven heeft, Men zoude gezwooren hebben , dat men
de Heer Klein hem als eene verſcheidenheid , daar van „ geen levendig Mensch , inaar een Standbeeld zag , als
aangemerkt heeft. Gronovius zegt , dat de gewoone men hem beſchouwde, zo volſtrekt ſtijf en roereloos
langte van vier duimen en de koleur geelagtig zijn. Wil », waaren alle zijne leden. Het eenige woord dat zijne
LOUGBY bad er een van zes en een half duim langte ge- aanzoeking toegelaaten zoude worden , het welk men
91

bad. hem zeer luid toeriep , bragt bem weder tot zich zelven ,
SCHREEDE , zie PAS . deed hem opſpringen , en het gebruik zijner leden we
SCHREEUW-LELIJK , zie MENSCHEN-SETER. der krijgen ”. Gelukkig dat zijne Schoone hem het lea
SCHREIBER , zie KARPERS , 11. XXI.pag. 1447. ven behouden wilde ; maar nog gelukkiger , dat onze mee
SCHREIJEN , zie wEENEN . fte Verliefden het niet in zulk een maate zijn , om hun le.
SCHRIFT , Schrijven ; hier door verſtaat men met ven dus van hunne Schoone te doen afhangen ,
een pen door middel van inkt, zodanige caracters op het Wanneer een gezond Mensch door zodanigen heftige
papier te tekenen of te trekken ;welke bekwaam zijn om Schrik word aangetast, is hij genoegzaam in den zelfden
de gedagten mede te deelen , of wel het geheugen te be- toeſtand, alsof hij eenig vergifhad ingenoomen, hij word
waaren van iets dat men niet wil vergeeten. Zie eensklaps ziek en loopt zelfsgevaar. Ook werkt de Schrik
SCHRIJFKONST . wel enkel eens als een geneesmiddel, en het Schrikken
SCHŘIK , in 't latijn Terror. Wanneer ons een onge- heeft zekerlijk wel eens die ziektens geholpen , die het op
geluk , 't welk wij oordeelen van belang te zijn , plotze andere tijden , of bij andere Perzoonen veroorzaakt. Het
lijk overkoint, 20 worden wij die angst en ſchielijke heeft Menſchen van verlammingen , van Naapziekte , en
ontſteltenis gewaar, die wij Schrik noemen. De verwarde podagra bevrijd , gelijk Boyle, HOFFMANN, HILDA
toeſtand der ziele vertoond zich met alle de heftigheid nus en anderen verhaalen. Het heeft ſtervenden weder
in de bewegingen des lighaams , waar door de ziel zelve in 't leven te rug geroepen , gelijk men in de Breslauwſche
gelijk als van een Donder, ter neer geſlagen word. Het Verzamelingen vind aangetekent; hetheeftſtommen doen
hart jaagt , de pols ſlaat ongeregeld , de leden beven , ſpreeken , gelijk BLANCARD , CAMERARIUS, SQUIRE en
de adembaaling word in haare vermeerderde ſnelheid af. andere Schrijvers daar voorbeelden van bijbrengen. Ver
gebrooken, en deborst ſchijnt dan eens zijn werk te ver- ſcheidene Menſchen heett het van de koudekoorts verlost,
geeten , dan wederom in diepe zugtingen zijne verrigtin- zo als Pechlin getuigt; in't kort , de Schrik is altoos ge
gen te willen berhaalen , en zijne kloppingen te verdub- bleeken , dat werkt ofals een ſterk geneesmiddel , of als
belen. Eene koude huivering drijft met het bloed het een vergif dat dood , of levendigmaakt, ziektens voort
vuur des Levens, naar de inwendige deelen. Het ge. brengt of verdrijft, naar deverſchillende omſtandighee.
zigt verbleekt , en de geheele opperhuid word zaamen . den en geſtellen daar hij in werkt.
getrokken . De uiterlijke deelen worden koud , de krag . Nu dienden wij over de middelen te handelen , zo wel
ten ſchijnen onze leden te verlaaten , en deze zich der om het Schrikken voor te koomen , als de zulke die reeds
heerſchappije van de Ziel te onttrekken ; wijworden mag. geſchrikt hebben te hulp te koomen .
teloos, de handen trillen , de beenen knikken , de lip . Daar zijn maar twcederleije middelep om het Schrik .
pen beeven, de zenuwen zijn nap , en de Ziel ſchijnt ken voor te koomen , die men ligt begrijpen zal , als ik
het lighaam te ontvlieden , het welk zij als een lijk in ee. ze methetgeluid vergelijk. Om te beletten , dat een ſchel
ne volſtrekte gevoelloosheid laat nederzijgen. Zulke niet klinkt, moet men ze of ſtil laaten ſtaan , of ze van
vrees!elijke vertooningen maakt de Schrik ; en een en binnen met een wollen lap bekleeden. Dus ook , om het
kel woord is in ſtaat, om alle die uitwerkzelen in den Schrikken te verhoeden , moeten ons of geene ongeluk
gezondſten Mensch te weeg te brengen. ken ſchielijk overkoomen , of wij moeten ons zelven in
ใน Zulk een woedende drift , welke regelregt naar 't hart een ſtaat van ongevoeligheid , althans van mindere aan.
gaat , moet , natuurlijker wijze de geheele huishouding doenlijkheid brengen. Het eerſte is niet in onze magt ;
des menſchelijken lighaams in verwarring brengen. En de ſtaat der waereld lijd dit niet ; het noodloot volgt ons
hierom is 't geen wonder , dat men daar de verwonder- overal .
Jijkſte en geweldigſte uitwerkingen zo dikwils van gezien Op deeze waereld is alles aan geduurige veranderirgen
heeft. 't Is daar aan , dat wij de beroerte moeten toe. onderworpen. Terwijl de geringen groot worden , treft
ſchrijven , welke den Priester Heli eensklaps van't lee. een reeks van tegenſpoeden niet zelden de gelukkige en
ven beroofde; welke een vrij gemeen uitwerkzel en ma. werpt de groote lieden in het ſtof ter neder,
} nier van dood is , daar ſchrikagtgie Menſchen aan onder- Daar blijft ons derhalven niet anders dan het laatſte mid
heevig zijn , gelk alle de waarneemingen der Genees. del over , om namelijk onsgemoed voor onyoorziene coe
=; val
3316 SCH. SCH,

vallen te bereiden , en te leeren de flagen der ongunſtige voor alle ſpijzen , welke de verteering belemmeren , als
fortuin met eene wijsgeerige dapperheid , of zo men lie- vet , ofdie veel werk aan de maag en weinig voedzel aan
ver wil, met eene beredeneerde onverſchilligheid te draa. het lighaain geeven.
gen. Dit nu is het , waarin ons de Zedekunde en Gods . Dewijl door het Schrikken de geheele oppervlakte des
dienst behulpzaam moeten zijn. Lighaams zaamengetrokken word , zo ſtuit hier door de
Schoon het naamelijk nietmoogelijk is , om ons hart onzigtbaare doorwaasſeming , welke ſchielijk herſteld
tegen alle tegenſpoeden geheellijk te verharden , zonder moetworden . Dewijl het hart ſterk klopt, en het bloed
alle gevoel atteleggen en bloote werktuigen te worden , door de vernauwde vaten met grooter kragt voortperst,
zo kan de Wijsgeerte ons echter verſcheide middelen aan en dewijl dit om gemelde oorzaak , dikwils gevaarlijke kee.
de hand geeven , hoe wij veelerlei rampen , die zwakke ren neemt , zo is er een middel noodig , waar door de be.
zielen doen ſidderen, of in een paaren wanhoop neder. weegingen van het hart en het bloed gemaatigd worden.
ſtorten met meer gelijkmoedigheid en minder gevaar ver- Dewijl de Schrik door de algemeene Kramptrekkingen ,
draagen kunnen ; zelfs dan wanneer zij ons plotſelijk over• die hij in de inwendige deelen ,veroorzaakt , de natuurlij
vallen . En naar dien het Schrikken zo gevaarlijk en na . ke ontlastingen doet ſtil ſtaan zo moet men deeze ook
deelig is voor onze gelteilen , zo is het reeds een aanmer- weder openen ; en dit is de reden , waarom men na het
kelijk voordeel, dat wij ons daar tegen , zo niet in alle , Schrikken , de urine poogt te ontlasten , en open lijf te
ten ininſten in veele gevallen wapenen kunnen ; maar nu , maaken. Naardien verder , door die zelfde krampirek .
dit kan geſchieden ,als wij ons hart tot dapperheid gewen. kingen , welke de lever en galblaas zaamentrekken , de
nen , en ons een billijk vertrouwen op de Voorzienigheid , gal te overvloedig in de darmen word uitgeſtort , 20
eene verſtandige lugthartigheid, eene geregelde blijdſchap is er een middel noodig , om deeze gal te dempen , en ze
en een taaigeduld eigen maaken . Zij , ondertusſchen , uit het lighaam uit te voeren , en dit kan door een mid
aan wien de zorg onzer opvoeding is aanbevoolen ,kun del-zout , door Salpeter , de zogenoemde opſlurpende
nen hier zeer veelaan toebrengen. Zij zijn het , die onsmiddelen , en waier geſchieden . En hierom is het goed
vreesagtig of dapper maaken , en waar van het geluk on- te keuren , dat veelen na het Schrikken , een teug wa.
ter drinken , waar in Keuken.zout of Salpeter , geſmol.
zes volgenden levens in dit opzigt, gelijk in veele ande.
ten is . Dewijl de Salpeter tevens het bloed verkoelt,
ren grootendeels afhangt.. Elk derhalven, die voor de ge.
zondheid zijner Kinderen zorg wil draagen , moet dezel- en de kramptrekkingen verzagt , te gelijk diepſtig is voor
ven een redelijke vrijheid gunnen , en niet in eene ge- de gal , er de urine drijft, te gelijk de gisting vermin .
duurige Naafſche vrees houden , die zo nadeelig is voor dert, en het lijf cpent, zo word dezelve van de Genees.
het Lighaam , als onwaardig voor den Geest eens Men- heeren , met reden , bij alle geneesmiddelen gevoegd,
ſchen . Voor alle dingen moet men toezien , dat der Kin. welke na het Schrikken voorgeſchreeven worden , en ver:
deren verbeelding niet door zotte vertellingen var ſpook der , of met opſlurpende, of met andere Artzenijen ver.
en moorderijen ontſtelt, ofdoor wezenlijke of verſierde inengd, welke de uitwaasſeining bevorderen , of de gal
Monſters vervaard worden. Men moet hen gewennen , verbeteren en af voeren kunnen ; bij voorbeeld, met Rha.
1

om alles on verſchrokken aan te zien en te behandelen ; barber of Middelzouten .


men moet hun zodanige Historien doen lezen ofhooren , Als men van gelijke hoeveelheid van Salpeter , Kreefts
welke bunnen geest vervrolijken , hun hart verbeteren oogen en een Middel-zout , een poeder maakt, waar van
kunnen . Een ENÆAS , die zijn ouden Vader uit de brand inen na het Schrikken , een theelepel vol met ſchoon
van Troje red , zal hen niet minder aangenaam , en veel water inneemt , en dit alle twee uuren herhaalt , tot
nuttiger zijn , dan die zotte vertelling van Doctor Favº dat men afgang krijgt , en daar na door een gepaste bewee
STUS. Is het niet wonderlijk ? De Kinderen hebben reeds ging, en een weinig goede Wijn , de uitwaas ſeming we.
zo veel te leeren , meer zelfs dan zij af kunnen , en des der herſtelt, zo kan men voordegevolgen van het Schrik
niettegenſtaande ſpilt men hunnen tijd met dingen , daar ken tamelijk zeker ziin.
zij naderhand totrijperen ouderdom gekoomen , de groot . SCHROEF , is een Werktuig uit twee deelen beſtaan.
fte moeite mede hebben , om ze te ontleeren , en welke de , waar van het eene een Rolis , die verhevene en tus.
niet zelden eene altoosduurende oorzaak van de ſchade ſchen beiden verdiepte trekken heeft, welke van boven
dijkſte dwaalingen blijven. Nangswijze en ovaal eevenwijdig na heneden gaan , wor
Dog het valtmoeijelijker, de zodanigen die zekere jaa- dende dit deel de Zaar. of Vaar- Schroef, ook Tap en de
Ten hebben bereikt , en aan ligt te Schrikken onderhevig fangswijze trekken , Schroefgangen , of Reepen ,ook Tree.
zijn , totvoorkooming van deezen hartstogt dienſtige inid : den genoemt. Zie Plant B.1.2. fig. 24. en 25.
delen voor te ſchrijven ; de zulken moeten de ſtilte en cen- Het ander deel , de Moer of Moerſchroef genoemt ,
zaamheid vermijden , dat zij lugtige gezelſchappen zoe is dat deel , 'twelke om de vaar word bewoogen, of waar
ken , zich met het leezen van dappere bedrijven verlus. in de raur draait; zijnde een rond gat, waar in de ſlangs
tigen, een goed glas wijn die het hart verſterkt en verwijze trekken of gangen langs de inwendige oppervlakte
vrolijkt, te hulpe neemen ; dat zij echter de onmaatigheid voortloopen , en die accuraat in de gangen van de vaar .
daar in , en in alle andere zaaken vermijden , zich wagten ſchroef moeten pasſen .
voor alle overlaadingen met ſpijs, als waar door de Leeu- De Schroeven worden van allerleij harde ſtoffen ge
wen zelve , volgens de warneemingen van den Hr. Shaw , maakt , en op tweërleij wijze toegeſteld , als met (niiden
zo log en vreesagtig worden , dat een Meisje dezelven de Schroefgangen gelijk fig . 24 vertoood , of wel met vier.
met een ſtok kan wegiaágen ; dat zij zich wagten voor al. kante Schroef gangen zo als in fig. 25. Deeze tweede
Ius wat hun bloed ontſtellen , of eene ongeregelde drift zoori is ſterker en beter als de eerſte , dog is zwaarder
in het zelve veroorzaaken kan ; zich wagten voor alles om uit te arbeiden , en moet zeer nauwkeurig bewerkt
wat den geest nederlaat , voor koolendamp , bedompte zijn , om haare behoorijke uitwerkingen voort te bren
lucht , doffe vertrekken ; voor alles wat aanleiding tot dik gen .
bloedigheid , hijpocondrie enz, kan geeven ; zich wagten De Schroef kan op dricërleij wijze gebruikt worden.
De
SCH . SCH : $317
De eerſte manier is ; dat de Moerſchroef vast gemaakt , en p . 2. en ſtelt op haar einden de lootlinien , Den B C ;
de Vaarſchroef daar in omgedraait worde. De tweede, vervolgens zet uit A en Bin die lootlinen , de bepaalde
met deVaarſchoef vast tezetten en de Moerſchroef rondse wijdteder Schroefgangen, in 1 , 2 , 3 ,4, en trektdeſchuin.
om dezelve te draaijen. De derde, net de Vaarſchroef zelinien A 1 , I ,2.2 , 3. enz. Alsmen dan deze afte
zodanig aan een punt vast te begten , dat dezelve even kening om de rol of ſpil, die net van gelijken omtrek is
wel in de moer rond kan gaan , die langs, eene vlakte als de linie A B plakt , zo zijn de Schroefgangen van de
ſchuift, om dezelve naar zich te haalen , zonder dat de Vaar- Schroef daar op verdeelt , waar na de gangen vervol.
Moerdraait. gens moeten uitgearveid worden .
De Vaar- of Moerſchroef , worden rondsom gedraaid De verdeeling der Schroef - gangert van de Moer -ſchroef ,
door middel van handvatzels , of anders door handſpaa. geſchied op dezelfde wijze op de ronde oppervlakte van
ken , die dwars door haar kop getrokken worden ; zie fig . de binnenite holten ; maar deze zijn veel bezwaarlijker
24. 25. CD . uit te arbeiden. Dog de Schroeven , inzonderheid de klei.
Het gebruik der Schroef is , om de lighaamen te druk. ne , worden meest door de Draaikonst, en door middel
ken en te persſen , te beweegen , of opteheffen. van mechaniſche werktuigen vervaardigt , daar wij bier
Wat de uitwerking en groote kragt der Schroef betreft, niet verder van kunnen ſpreeken; zullende alleen nog
dient het volgende aangemerkt. maar zeggen ,dat hoe dieper de Schroef -gangen uitgearbeid
zijn , hoe de Schroef ſterker is ; mits dat die gangen niet
GRONDSTELLING. al te ſinal en zwak zijn , en de Vaar-Schroef nauwkeu .
rig in de Moer.ſchroef Nuit.
De doode kragt der Schroef , ſtaat in reden tot de Last
of de tegenſtand, gelijk de wijdte van een Schroef-gang , Van de Schroef zonder eind.
Lot den omtrek der Schroef. Een Schroef zonder eind word genoemt zodanige , daar
Want men kan elke Schroefgang rondsom deRo!, aan de Schroefgangen van een Vaarſchroef in een zoord
merken als een holle vlakte , waar op de last of zwaarte van Star- rad grijpen , om het zelve te beweegen :
om hoog ſtijgt, of de tegenſtand daar door redergedrukt Moetende derhalven de kammen des ſtarrads ſchuins uit.
word , waar uit volgt , dat volgens de eigenſchappen van geſneeden zijn , naar de ſchuinze hoek der Schroef-gan
een bellende vlakte , ( zie aldaaar) de doode kragt in re- gen ; en zodanige Schroef heeft niet meer Schroef-gan.
den ſtaat tot de last, gelijk de wijdte van een Schroefgang gen nodig , als drie of vier. Zie fig. 27. op Plaai B.
Lot den omtrek der Schroef; als derhalven de kragt een n. 2 .
weinig vermeerdert word , kan zij de last beweegen of
de tegenſtand overwinnen . GRONDSTELLING
Hier uit volgt , dat hoe digcer , of liever hoe minder
ſchuins de Schroefgangen zijn, en de Rol of Vaarſchroef De doode kragt der Schroef zonder eind , ſtaat in reden
dikker zij , hoe grooter ook de de kragt der Schroef is. tot de Last in D , gelijk het product uit de wijdte der Schroef .
Als men in de Schroef een Hand- of Draaiſpaak gebruikt gangen a.b. in de radius of halve diameter van de asſe of
om dezelve ointedraaijen , gelijk gewoonlijk geſchied , 't ſpil des Schroefrads CE , tot't produit uit de omtrek der
zij boven of beneden ; zie fig . 24 en 25 , 20 word haar Schroef in de halve diameter des Schroef-rads CF.
kragt grootelijks vermeerdert, en als dan ſtaat de kragt Dit volgt uit de eigenſchappen van de gemeene Schroef
tot de last of tegenſtand in rede , gelijk de wijdte van een en van het Star-rad. Laat ons , bij voorbeeld , eens on .
Schroefgang tot de omtrek , die 's einde derſpaak daar de derſtellen , dat de wijdte der Schroef-gangen is 2 duimen ,
kragt in ' omdraaijen geappliceert is , beſchrijft. Ik ſtel de omtrek der Schroef 36 duimen , dehalve Diameter
dat de wijdte der Schroefgangen was een half duim , en van de asſe des Star-rads CE , 1 voet of 12 duimen , en de
de langte van een Handſpaak 12 voeten of 144 duimen , halve Diameter C F dezes Rads , 8 voet of 96 duimen ,
dan zouw de kragt tot de last in rede ſtaan , als tot 288 ; (zie Fig. 27.) Derhalven 2 gemultipliceert met 12 , kom
dat een groote kragt is. Hoe langer derhalven de 24 ; en 24 gemultiplicert met 144 , komt 3450 ; zo dat de
Handſpaak is , hoe de Schroef grooter kragt oeffent. doode kragt der Schroef of de kragt die de Last in even-
Men ziet hier uit , dat de Schroef met een zeer groote wigt houd tot de Last , in dit onderſtelde geval in reden
kragt werkt, als ze door middelvan een bandſpaak bewo- ftaat, gelijk 24 tot 3450 , of als 1 tot 144.
gen word ; de wrijving hierniet in aanmerking neemende. Ofmen multipliceert de cokelde kragt der Schroef, die
De ruimte of de weg ſnelheid der kragt, ſtaat derhalven men vind gelijk 1 tot 18 , met de kragtdes Star- rads, wel.
tot de ruimte of ſnelheid van de Last of tegenſtand in re ke volgens de kragt der Rader.werken (zie aldaar) , is als
den , gelijk de omtrek der Schroef , of van't eind der Hand . I tot 8 , komt i tot 144 , als vooren . Als derhalven de
Spaak, daar de kragt geappliceert is , tot de wijdte van een doode kragt een weinig vermeerdert word , zo kan ze de
Schroefgang: Waar uit volgt, dat de werking der Schroef Last overwinnen.
zeer langzaam is ; gelijk zulks ook volgens de algemeene Maar deze kragtword grootelijks, zelfs tot verbaſent
wet derMechanica ,plaats heeft, in alle Werktuigen daar heid toe vermeerdert, door middel van en Draaiarm ,
de ruimte of weg ( die de ſnelheid aantoonen ) de bewee- Handſpaak , een of meer Star-raden met haar nodige tril.
gende kragt zeer veel de ruimteweg, of ſnelheid van de lingen, waar door de Schroef bewoogen en omgedraait
last, of tegenſtand , overtreft; en omgekeert. Zie ME. word ; zo dat een klein Kind in ſtaat is , door een zodanig
CHANICA . gecomponeert Werktuig 10000 ponden en meer op te lig
ten, als 't zelve nauwkeurig en behoorlijk wel toegeſteld is.
Om een Schroef te verdeelen en te vervaardigen , Laat ons dit eens door een voorbeeld wat nader beſchou .
Om dit te doen , zo zet op een papier de gemeten of wen ; ik ſtel ten dien einde , dat deze Schroef gedreven
bepaalde omtrek van de Rol daar de Vaarfcbroef van ge- word door twee Star raden en een trilling tusſchen beiden,
maakt zal worden , op linie AB , zie Fig. 26 , Tab . B. Waar van het eene Star -rad aan de ſpil der Schroef vast is ,
VI Deel. T voor
SCh . SCH .
8311
voor Draaiſpaak dienende , er det 25 voeten of 300 dul- SCHRIJFRONST , is die wetenſchap om meteen Pen
men in zijn omtrek heeft; de halve diameter van het twee kleine figuurtjes, die men Letters noemt, op een dunne
de Star-rad laat zijn 8 voeten of 96 duimen, en die van de en witte zelfsſtandigheid die de naam van Papier draagt ,
trilling één voet of 12 duimen ; de wijdte derSchroefgan : te tekenen. Die figuurtjes hebben naamen; en deeze
gen ſtel ik 2duimen , de halve diameter des Schroef-rads naanten onder elkanderenvermengd zijnde , verſtrekken
8 voeten of 96 duiinen , en de halve diameter van zijn tot een afbeeldzel van het geluid der woorden.
ſpillen , waar door een last opge'igt word 12 duimen. Laaten wij de oorſprong van deeze treffeiijke Konst ,
Hier door vind men op de bovengemelde wijze , de kragt derzelver verſchillende zoorten en voortgaande veran .
der Schroefmet haar Schroef-rad en aangevoegd Star-rad deringen , tot aan de uitvinding van het Alphabeth , uit de
tot de last , gelijk 1 tot 1200 ; dewijl in deze kragtdoor Oudheid na fpooren. Zulks is een uitneemende wijsgee
't tweede Star-rad vermeerdert word als i tot 8 , zo moet rige ſtoffe, waar van wij echter door de bepaaling waar
men 1200 nog met 8 multipliceeren, komt 9600 ; dat is aan dit werk ons verbind , niet dan het zaakelijke aan on.
dat de kragt ſtaat tot de last , als i tot 9000. Als men ze Lezers zullen mededeelen.
nu nog een derde Star- ofKam - rad gebruikte , wiens halve Van alle tijden , in alle landen , en bij alle volkeren
diameter bij voorbeeld , 0 voeten , en die van de trilling heeft men middelen uitgedagt, om het geheugen van zo.
tusſchen beiden één voet was , dan zoude de gemelde danige gebeurtenisſen en ontdekkingen te bewaaren , die
kragt nog 6 maal grooter worden , en dus de krage tot de die men dagt ,dat aan de Nakomelingſchap van nut kosten
last in reden ſtaan , als i loc 57600 ; dac een verbafende zijn ; maar de Schrijfkorist , dat is te zeggen , de weten
groote kragt is. ſchap om de woorden te ſchilderen en met de oogen te
Dewijl nu aan't Schroef -rad maar een tand uitgewon. ſpreeken , is niet zeer vroeg bekend geweest. Om het
den word , in de tijd dat de Schroef eens rond draait, 20 geheugen van merkwaardige daaden te bewaaren , heeft
volg! daar uit , dat de beweging der last met zodanig men opvolgelijk verſchillende kunstvonden uitgedagt. De
Werktuig zeer langzaam gaat; en zulks zo veel te meer, mondelijke overlevering of traditie, geholpen door eenige
als het totvermeerderingder kragt met Star- of Kam -raden lompe gedenktekenen , is het eerſte middel, 't welk men
zamengeſteld word. heeft te werk geſteld om dat doel te bereiken. In de eer
ſte eeuwen , was het gebruikelijk een ſtuk hout of ſtaak
Om de Kammen des Schroef -rads tot de Schroef in de grond te zetten , een Altaar te bouwen , ofeen hoop
zonder eind , wel te verdeelen . ſteenen op een te ſtapelen , feestdaagen inteſtellen , en
Zoeke den omtrek des Schroef-rads, door zijn Diame. zoorten van liederen te digten , ter gelegentheid van aan.
ters, volgens de proportie van 7 tot 22 , ofbeter van 100 merkelijke gebeurtenisſen. Bijna altoos,gaf men aan zo .
tot 314. danige plaatſen , alwaar eenige merkwaardige daad was ge.
Zet deze omtrek op een regte linie AB op een papier , beurt, een naam , die overeenkomst had met die daaden
en ſtelt op de beide einden de perpendiculare A D en B.C derzelver omſtandigheden.
op , van die hoogte als 't Schroef.rad dik moet zijn , zie De geſchiedenisſen van veele Volkeren , verſchaffen een
fig . 28 van Plaat B 1. 2. dat ten minſten zo veel moet menigte bewijzen en voorbeelden van die oorſpronkelij.
bedragen , als de wijdte der Schroef-gangen, en trekt ke handelwijzen. Men ziet de Aartsvaders een Altaar
de linie D C; zet dan van 't eene einde der linie bouwen , op zodanige plaatzen daar de Heere aan hun
A B tot 't ander, de wijdte en dikte der Schroef-gan. is verſchenen; een ſtuk hout in de grond zetten, een
gangen van de Vaar.ſchroef, welke hier toe gemaakt is , en hoop ſteenen op malkanderen ſtapelen ,ter aandenken van
irekt uit elk verdeelingspunt ſchuinſe linien naar deover. de voornaamſtevoorvallen hunner levensloop ; en aan de
zijde BC , welke alle zodanige hoeken formeeren als de plaatsen alwaar die voorgevallen waaren , naamen gee.
Schroef-gangen , en bij gevolg , alle evenwijdig moeten ven , die er het geheugen van herriepen . Indien men de
zijn. Maakt ten laatſten, deze figuur op de omtrek des ongewijde Schrijvers raadpleegt , zo vind men er de zelf
rads vast , zo kunnen de tanden na die aftekening uitge de gebruiken te boek geſteld . Het fragment van San.
arbeid worden. Dog deeze afdeeling kan in de practijk CHIONATON, leert 'ons datde ruwe ſteenen en het ſtellen
ook op de omtrek des rads geſchieden , inzonderheid van ſtaaken, de eerſte gedenktekenen van de Pheniciers
ats 't rad groot is . geweest zijn. Eerlijds zag men in de omleggende
Men moet ook aanmerken , dat de omtrek des Rads een plaatzen van Cadix , verzamelingen van ſteen hoopen ,
zekere proportietot dewijdte derSchroef.gangen moet heb . die men zeide tot gedenktekenen der bedrijven van Here
ben ; teweeten als 2, 3, 4, 5, enz. tot 1 ; want anders zoude cules in Spanjen , te verſtrekken . De oude Bewooners
de verdeeling der tanden in den omtrek , niet effen uit van het Noorden , bewaarden de geheugenis derdaaden ,
komen , met ſteenen van een buitengemeene grootte op zekere
Verder moet een zodaanig zaamengeſteld werktuig, plaatzen te ſtellen. Het is nog ten huidigen dage een
niet alleen van ſterke ſtoffe op ' t nauwkeurigſte uitgear- der gebruikelijkſte middelen voor de Wilden van Ame
beid , maar ook zodanig in malkander gezet worden , dat rica , aan wien de Schrijfkonst onbekend is. De Negers
alles behoorlijk wel in elkander Nuit , en niet in 't min . welke insgelijks die kundigheid ontbeeren, hebben zin .
fte wijken kan, want anders gaat de kragt verlooren, of iebeeldige tekenen verzonnen, die bij hun deplaatsvan
vermindert zeer; of ook 't Werktuig breekt in ſtukken, opſchriften vervullen. Zij zetten bij voorbeeld , pijlerop
waar uit ongelukken kunnen ontſtaan ; gelijk dit ook in de Grafſteden der Mannen , en vijzels met der elverItam
allerleij andere zamengeſtelde werktuigen dient in agt pers op die der Vrouwen. Het gebruik om oorſpronkelijk
genoomen , zullen ze van een goede uitwerking in 't gee aan zekere plaatzen naamen te geeven , die overeenkomst
bruik ziin . met de gebeurtenisſen hebben , welke er zijn voorge.
SCHROOT , door dit woord , word allerleij klein valler , vind men zelfs ten huidigen dage nog bij
oud ijzer verſtaan , 't welk zomtijds in grof geſchutword' zommige Volkeren van America.
gelaaden , om daar door den vijand zo veel te meer af. De inſtelling der Feestdagen in de oude tijden , had
breuk te doen. tos
SCA. SCH . 3314

tot onderwerp , en om de Godheid te eeren , en om hadden zich nog niet vermenigvuldigt; daar was ge
het aandenken van aanmerkelijke gebeurtenisſen in het noegzaam geen Koophandel; de denkbeelden en ſpraa.
geheugen te bewaaren. Men heeft maar de dagwijzers ken waaren gevolgelijk zeer ſchaars. Na maate de
der Oude Volkeren te doorloopen , om te zien , dat de Volkeren beſchaafder zijn geworden, hebben zich hun
inſtelling van alle hunde Feestdagen , betrekking heb- ne kundigheden uitgeſtrekt ; als doen is men ver
ben,met eenige creken van hunne geſchiedenisfen ; de pligt geworden, tot het vastſtellen van zaaken , ge.
gewijde boeken verſchaffen er zulk een menigte voor- makkelijker en onderſcheidentlijker middelen uittevin
beelden van, dat het niet nodig is van de ongewijde den , als de bovengenoemde. Men heeft opvolgelijk
geſchiedenisſen te ſpreeken . verſcheidene tekenen verzonnen , welke bekwaam
Ook moet men onder't getal der middelen , welke bij waaren , om het ſpreeken aftebeelden , en de gedag.
ouds gediend hebben om het geheugen van daaden en een uittedrukken. Het is aan de verſchillende pogin.
ontdekkingen te bewaaren , zekere gebruiken plaatſen , gen en onderzoekingen , die men op verſcheidene tij .
waar van eenige Volkeren zich hebben bediend. De den bij de beſchaafde Volkeren heeft in 't werk ge
Chineezen voor den tijd van Fo- hr, dat is te zeggen , in ſteld , dat wij de eigentlijk genoeinde konst of we.
een allervroegſte oudheid , hadden koordjes, waar in een tenſchap van ſchrijven verſchuidigt zijn , eene weten .
zeker aantal knoopen , die door baaren afſtand en ver. (chap waar van het onmogelijk is, het tijdſtip van
ſchillende plaatzing , aan die Volkeren niet alleen de deszelfs oorſprong nauwkeurig te bepaalen; zijnde
denkbeelden herriepen , waar van zij het geheugen wil zulks eene ontdekking die de Oudheidonderzoekers
den bewaaren , maar hun daar te boven ook nog dien. reeds zedert veele jaaren heeft bezig gehouden. Zon.
de , om hunne gedagten aan anderen medecedeelen. der tot de ontwimpeling van hunne bijzondere gevoe.
Aan de Peruviaanen was geen andere Schrijfwijze lens overtegaan , zullen wij alleen in weinig woorden
Bekend. Koordjes van verſcheiden koleuren met dat geene bijbrengen, 't welk ons 't waarſchijnlijkſte
knoopen van min of meerder grootte en die verſcheiden- is voorgekoomen.
lijk zamengeſteld waaren , maakten registers uit ,welke De Mensch geniet het bijzondere en uitſluitende
de geſchichten van het Rijk bevatteden , de ſtaat der voordeel, om zijne denkbeelden door middel van on .
algeineene inkomſten , ſterrekundige waarnemingen enz. derſcheidenlijke toonen of klanken te kunnen uit.
aantoonden. DeNegers van Juida , bedienen zich heden drukken ; maar deeze klanken bepaalen zich tot hec
nog van die zelfde middelen . Bij deeze Gebruiken kan oogenblik en de plaats daar zij worden uitgeſproo
men nog die van zodanige Volkeren voegen , welke het ken. Om onze denkbeelden geduurzaamheid bijiezet
gebrek der Schrijfkonst , door middel van zekere houtjes ten , is men dus verpligt geworden , na middelen te
die verſcheidenlijk zijn geſneden , vervullen, waar van zoeken , die in ſtaat waaren om aan de klanken
zij zich bedienen, om hunne Contracten enz. mede te duurzaamheid en uitgeſtrektheid te verleenen. Hier
bekragtigen. De houten kerfſtokken waar van zich nog toe heeft men niet kunnen koomen , dan na alvorens ,
ten huidigen dage onze Bakkers bedienen , zijn een ge- gedaantens en tekenen te hebben uitgedagt, die be
trouw afbeeldzel van die grove gebruiken . kwaam waaren om de woorden te verbeelden en te
Maar het middel 't welk in de eerſte tijden 't alge. bewaaren. Men kan zich geen onderſcheidend nog
meenst wierd in 't werk geſteld , om het geheugen der ge- klaar denkbeeld vormen , over de manier hoedanig
beurtenisſen te bewaaren , was om liederen of gezangen men tot de kundigheid van ſchrijven is geraakt, als met
zamenteſtellen. Dat zoort van gedichten , bevattede de die wetenſchap in derzelver verſchillende trappen, na
vooornaamſte omſtandigheden van de gebeurtenis die men te ſpooren. Men onderſcheid er met gemak bijzondere
tot de Nakoinelingſchap wilde overbrengen. Men ziet tijdſtippen, en malkanderen opvolgende verbeteringen
dit gebruik in de vroegſte eeuwen bij genoegzaam alle in .
de Volkeren vastgeſteld ; bij de Egiptenaars , Pheni. De eerſte proef der Schrijfkonst , die uitdrukking in
ciers, Arabieren , Chineeſen , Gaulen , Grieken , Mex. zijn gantſche uitgeſtrektheid genoomen , is de afbeel.
ikaanen , Peruviaanen enz. ding geweest van lighaamelijke voorwerpen . De
Zelfs bij de allerwoeste en wildſte Volkeren , wier- oorſprong van het tekenen , is bijna al zo oud als die
den die geſchiedkundige gezangen gevonden . De oude van het Menſchelijk geſagt , het denkbeeld er van,
bewooners van het Noorden , van Braſilien, van Ysland , is om zo te ſpreeken , ingeſchaapen . De eerſte Vol
van Groenland , van Virginien , van St. Domingo , en van keren , verzonnen natuurlijk dat middel te werk te
Canada , bevatieden in een zoort van liederen, die ge. ſtellen, om bunne denkbeelden gevoelig voor het ge
beurtenisſen welke zij gedagt hadden , het geheugen van zigt te maaken ; zij begosten met de oogen de af
te moeten bewaaren. Zijzongen dezelve op plegtige beelding der voorbeelden aantebieden , waar van zij
hoogtijden en feestdagen. wilden ſpreeken. Om bij voorbeeld bekend te maa
Alle deeze verſchillende gebruiken hebben oorſpronge. ken , dat de eene Mensch de andere bad gedood ,
lijk gedient , om het geheugen van beroemde daden te tekenden zij een menſchelijke gedaante die op de
herroepen , en ontdekkingen van belang aan de Nakome grond lag uitgeſtrekt, en daar bij een ander regtop
1
's lingſchap over te brengen. De mondelijke overlevering ſtaande, die 'teen of ander wapentuig in de hand bad .
vervulde als doen het gebrek der Schrijfkonst ; de Va. Om te doen verſtaan dat iemand over zee in eenig land
ders leiden aan hunne Kinders de beweegredenen uit , van was gekoomen , beelde men een ſchuit af daar een
$
die inſtellingen , en gaaven hun onderrigt van de daaden Mensch in zat , en dus met andere dingen meer.
die er gelegenheid toe gegeven hadden. Men kan overtuigd worden door de overblijfzelen
De opgenoemde Gebruiken , hebben in de eerſte der Oudheid , die nog in onze dagen gevonden worden ,
tijden voldoende kunnen zijn. De Maatſchappijen dat de Schrijfkonst oorſprongelijk in eene lompe en on
waaren doen niet zeer talrijk ; men had nog maar geſchikte afbeelding der lighaamelijke voorwerpen , bem
weinige Wetenſchappen ontdekt; de benodigheden ſtaan heeft. Dit oneigenlijk genoemde Schrift, is bet eerſte
T2 ge
3320 SCH . SCH

geweest waar van de Egijptenaren hebben gebruik ge. teduiden. Deeze tekenen op een zekere wijze afge
maakt. Zij zijn begonnen met te tekenen. Ook kan beeld en in een zodanige ſchikking geplaatst , waar van
men gisſen , dat aan de Pheniciers in den beginne geen men had moeten overeenkoomen , bragten genoegzaam
ander middel is bekendgeweest. De Schrijvers welke het zelfde uitwerkzel voort, als ons Schrift. Nogthans
't oordeelkundigſte over de geſchiedenis en de wetenſchap. hadden zij geen overeenkomst met het geluid of de
pen der Chineeſen hebben gehandelt, doen ons opmer- toonen welke men uitede , om de denkbeelden uitte
ken, dat de Schrijftekenen die ten huidigen dage bij die drukken die zij verbeeldden. Dusdanig zal na alle waar
Volkeren in gebruik zijn, van de eenvoudigheid der ſchijnlijkheid, de eerſte opvolgende voortgangen der
eerſte beoeffening voortvloeijen, welke beſtond , om de Schrijfkonst bij de Volkeren geweest zijn .
gedagten door de afbeelding der natuurlijke voorwer- Eenige vernuftige Volkeren , verzonnen na verloop
pen medetedeelen . Ik vermoede, dat zulks insgelijks van tijd , bandelwijzen, waar in veel meerer konst
oorſprongelijk bij de Grieken heeft plaats gevonden, doorſtraalde, maar die egter nog aan veele zwaarighe.
en gronde mijne gisſing, om dat het zelfde woord in hun den onderhevig was. De beroemdite van allen, is die,
ne ſpraak , Schilderen en Schrijven betekend. waar van men de Egijptenaaren voor uitvinders houd,
De Geſchiedenis der Mexikaanen , bied ons een nog en waar aan men de paam van Hieroglijphen , dat is Beeld .
klaarer getuigenis van de eerſte proeven der Schrijf Spraaken heeft gegeeven. In deeze manier van Schrij.
konst aan . De manier hoedanig de Bewooners der Zee. ven , was een enkele figuur het Sijmbolum of afbeeld
kusten van dat Rijk, aan Montezuma kennis gaven zel van verſcheidene zaaken. Moest er eene Belege
van de landing der Spanjaarden, beſtond, met aan die sing betekend worden , ſchilderden de Egijptenaars een
Vorst een groote lap doek te zenden , waar op zij ſtorm -ladder. Twee handen , waar van de eene een
naauwkeurig hadden geſchildert, al wat er was gebeurt. Schild, en de andere een Boog vast hield , betekende
Dit was de eenigſte manier , welke aan die Volkeren een Veldlag. Door dat middel wierd de Schrijfkonst
was bekend , om bunne weiten en geſchiedenisſen te die oorſpronkelijk maar enkel ſchilderij was , teffens en
fchrijven . ſchilderij en zinnebeeld ; dewijl de figuuren welke men
Het zoude overtollig zijn , ons optehouden , met de gebruikte, meerder betekenden als de enkele verbeel
zwaarigheden en beletzelen te willen aantoonen , die ding der onderwerpen.
uit een dergelijke beoeffening voortſpruiten. Welk Die nieuwe wijze van Schrijven , maakte veel op
een tijd en omlag was er niet nodig , om de geringſte gang, en ſteeg tot verſchillende trappen van volkomen.
daad of de beknoptſte redenwisſeling te beſchrijven ? heid. Daarwaaren verſcheidene manieren, om dezels
Men wierd uit dien hoofde bedagt , om de verbeel- ve in 't werk te ſtellen . Het blijkt door de min of
dings-tekenen meerder ineengedrongen en eenvoudi. meerere konst der methoden die men weer in de Oud.
ger le maaken . In plaats van een Mensch , een heid in gebruik te zijn geweest , dat zij trapswijze en
Paard, een Boom enz. , een geheel te Schilderen , in verſchillende tijden zijn uitgevonden . Alle de Vol.
vergenoegde men zich om er de voornaamſte trekken kerenvanwaar wijde eerſtevoortgangenin de kon.
van aftebeelden . Op deeze wijze verkortte men den ſtenenwetenſchappen nog kunnen nagaan; zo als
menverminderde den vreesſelijken omſlag de Egijptenaaren , Pheniciers, Chineefen en Mexikaa .
der boek deelen. Daar blijven ons nog eenige trek nen , hebben er gebruik van gemaakt; en ſchoon de be .
ken van dieverkorte Schilderſtukken over, in de wer . oeffening van een ieder dier Volkeren , niet volkoo .
ken van Hor -AppoLLO. Deeze Schrijver zegt, dat de men gelijk is geweest, zo hebben nogthans alle die
Egijptenaaren eertijds om een laken -Volder te bete methoden een algemeene grond ; zij ſpruiten voort, uit
kenen , twee menfchenvoeten in het water ſtaande, betoorſpronglijkegebruikom de voorwerpen van de
fchilderden ; en dat zij om het vuur te betekenen , eene gedagten te ſchilderen. Laaten wij onze aandagt vesti
opgaande rook ſchetſten. gen , dat niet alleen de Chineeſen in het oosten , de
Deeze manier om de ſchilderingen te verkorten , Mexikaanen in het westen , en de Egiiptenaaren in het
was de tweede trap van volmaaktheid , die de lompe- zuiden , maar ook de Schijthen in het noorden , de In
ne en woeste manier om het voorledene aan het ge- diaanen , Pheniciers , Ethiopiers, de Wilden van Afri.
heugen te bewaaren , onderging. Men vind er nog ka en Amerika, enz. alle van dezelfde manier gebruik
rekken in ran de onwetendheid der Oude Volkeren, gemaakt hebben , om door middel van ſchilderijen en
en de gewoonte die bij hun in zwang was, om het nieroglijphen te ſchrijven; een dergelijken zamenloop.
voorwerp natebootſen, welke het onderwerp van hun . kan nimmer aangemerkt worden als een uitwerkzel
Ne zamenſpreekingen uitmaakte. van navolging , of wel van 't geval ; men word in
De noodzaakelijkheid waar in men zich ongevoelig die overeenkomst, de ſtem der natuur gewaar, die op
hevond , om veel en over verſcheidene onderwerpen te een gelijkvormige wijze tot de onbeſchaafde bevattin
ſchrijven , deed wel haast vermerken , dat de enkelde af- gen van de eerſte Menſchen , ſpreekt.
beelding der onderwerpen niet voldoende was , om Na dat de uitvinding der hieroglijphiſche Schrijf
de meeſte der denkbeelden die men wilde mededee. wijze, de hoogſte trap van volmaaktheid had bereikt
len overtebrengen en te doen verſtaan . Ook zijn er ee- waar aan zij orderhevig was, moest er nog eene laat.
ne menigte , die men niet in ſtaat is om door dat mid- ſte poging geſchieden , tut uitvinding van merktekenen
del uittedrukken ; 20 als de ſpraak, de veranderingen of Caracters, die bekwaain waaren om de woorden , on .
van overeenkomst en hoedanigheden , en wel inzon- afhangelijk van de voorwerpen , aftebeelden . Daar
derheid de hartstochten en gevoelens der levendige zijn in alle tijden van die gelukkige Verſtanden , van
wezens , men zogt gevolgelijk de oude beoeffening, die verhevene en vindingrijke Geesten geweest, die
meerer te volmaaken. Men begost met bij de Schil door de Voorzienigheid als beſchikt ſchijnen , om de
derſtukken eenige trekken en tekenen te voegen , wel. menfchelijke kundigheden uittebreiden envolkomener
Je dienden omde hartstochten , handelingen enz. aan, te maaken. Deezen bemerkten het gebrekkige der
mida
SCH. SCH. 3321

middelen , waar van men zich tot die tijd toe had be . nen , kan men met even veel nauwkeurigheid als gemak ,
diend , om de gedagten duurzaam en beſtendig te maa. alle de gedagten en woorden afbeelden en uitdrukken .
ken ; en beſpeurden ter zelver tijd , aan welke zwarig . Dus is de Schrijfkonst , waar van hedendaagsch genoeg
heden een Schrift onderworpen was, uit tekenen za. zaam alle de Volkeren gebruik maaken , eene allerverhe
mengeſteld die altoos een tweeledig denkbeeld voort- venſte uitvinding, die een langduurigen arbeid en veel
bragten , en onophoudelijk een dubbeld denkbeeld den overdenkens heeft moeten kosten.
12
geest aanbooden . Ook vermerkten zij, dat de onderſchei- Maar op wat wijze is men totdie ontdekking geraakt ?
dene uitſpraaken door het geluid van de ſtem voortgebragt , door welk middel is men van de hieroglijphen en zelfs
in een zeer gering aantal zijn ; zij zogten om dat klein van het fillabisch Schrift tot de Alphabetiſche tekenen
getal van geluidmaakende toonen , door een gelijk aantal overgegaan ? Zulks valt niet gemakkelijk te bevatten ;
van tekenen te verbeelden ; ingevolge hier van , ſtelden de hieroglijphiſche en fllabisſche Schrijfwijze, hebben
zij zich voor , om de woorden te ſchilderen , en het geen de minſte overeenkomst met de letters van een Al.
uitwerkzel daar van voor de oogen uitiedrukken door phabeth. Men heeft dus ten eenemaalen den aart der
bebulp van tekenen , die een onmiddelijke overeenkomst tekenen waar van men gebruik maakte , moeten veran
‫ܝܪܐ‬
met de geluiden had die men voortbragt, en geen an. deren . Tot oplosſing van dit vraagſtuk , zoude men te
dere denkbeelden aanbooden. Ten dien einde verzon- vergeefs zijn toevlugttot de Schrijvers der oudheid nee
nen zijzekere tekenen , waar van de eigenſchap beſtond, men; zij onderrichten ons niet, op welk eene wijze die
om woorden en geen zaaken uittedrukken , en die al. Zonderlinge overgang heeft kunnen geſchieden .
leen en op zich zelven genoomen , niets belekenden Men kan gisſen , dat de verkortte tekenen van het hiero.
en geen zin kosten uitleveren, dan voor zo verre men glijphisch Schrift , waar van ik hier boven geſprooken heb.
dezelve zamenvoegde. be, tot de nog verkortermethoden van de alphabetiſche let.
De Uitvinders van die nieuwe Schrijfwijze, badden ters, die door hunne verſchillende zamenvoegingen alle de
zo als ik zegge opgemerkt, dat de woorden niet dan onderſcheidene uitſpraaken der Stem , op eeneeenvoudige
door een zeker aantal van geluiden of klanken , waaren en gemakkelijke wijze uitdrukken aanleiding gegeeven
zamengeſteld. Zij ondernaamen om ieder van die ver. hebben . Deeze gisſingword zeerwaarſchijnlijk ,wanneer
ſchillende geluiden , door een bijzonder teken aftebeel. men de oogen op de Alphabeths van eenige oude Volkeren
den. In deeze Schrijfwijze, dien ik fillabisch Schrift vestigd; de letters die hetzelvezamenſtellen ,(chijnen zo
zal noemen , gebruikt men maar een caracter of teken wel door derzelver gedaante als naamen , van de hiero.
!
om ieder fillabe te ſchrijven , waar van een woord is glijphiſche tekenen ontleend te zijn. Het geen ons van de
zamengeſteld. Men drukt als dan nog vocalen nog Egijptiſche Caracters overblijft, naaawkeurig met de Hie
confonnanten uit. Wij gebruiken bij voorbeeld der- roglijphiſche figuuren op de aloude Grafnaalden en ande
tien letters , om het woord Ootmoedigheid te ſchrij. re gedenkſtukken gebeiteld , vergelijkende , beſpeurt
ven ; in het fillabisch Schrift, zijn er maar vier teke. men dat de Egijptiſche letters haaren oorſprong van de
nen of caracters toe nodig. Dusdanig is mijn bedun . hieroglijpben ontleenen. Het Ethiopisch alphabeth en.
kens de eerſte ſtap geweest , die men gedaan heeft, om de hoofdletters der Armeniers , verſtrekken ook tot be.
de woorden op eene andere wijze als door Schilde . wijzen van mijn gezegde; men ontdekt er duidelijke
rijen uittedrukken. Ik zoude wel geneigt zijn te gis. treken van het aloude hieroglijphiſche Schrifs in.
fen , dat oorſprongelijk alle de Aſiatiſche Volkeren , Voor 't overige zal ik mij niet ophouden , ten aanzien
onder de naam van Sijriër: of Asſijriërs bekend , van eene aanmerkelijke verſcheidenheid die er plaats
van het fillabiſche Schrift gebruik gemaakt hebben. vind in dat zoort van Schrift, waar in de woorden door
Ik meene er voetſtappen van te ontdekken in een de zamenvoeging van verſcheidene letters worden ge.
oude overlevering , dewelke aan de Sijriërs, de uit vorint. Men weet dat in het Schrift van de meeste
vinders der Schrijfkonst toeeigenende, teffens toeſtaat, oosterſche taalen , de vocaalen niet uitgedrukt worden ,
dat de Pheniciers de oude Schrijf-caracters hadden maar alleen de conſonnanten of inedeklinkers ; daar in.
verandert , eenvoudiger gemaakt en verbeterd. Wat er tegendeel in alle de westerſche taalen , de vocaalen en .
ook van die gisfing mag zijn , zeker is het , dat er maar conſonnanten , gelijkelijk tot het zamenſtellen van 't
weinige Volkeren geweest zijn , die van het fillabisch Schrift worden gebruikt.
Schrift gebruik gemaakt hebben. Heden ten dage , Het is onmogelijk , met nauwkeurigheid het tijdſtip te
weet men geen andere dan de Ethiopiers en eenige In. bepaalen , tot het welk men de uitvinding van de alpha
diaanſche Volkeren , alwaar zij nog in gebruik is. betiſche cara & ers moet t'huis brengen ; alleenlijk ve}
Deeze ſchrijfwijze, is inderdaad zeer onvolkoomen. De merkt men , dat die wetenſchap van zeer oude tijden in
menigvuldigheid van tekenen , waar uit dat zoort van zommige landen moet bekend geweest zijn. De alphne
Alphabeth ,noodwendig moest zijn zamengeſteld, kost niet betiſche Schrijfwijze , was rede in Arabie ten tijde van
anders dan een groote verwarring te wegebrengen. Het Job in gebruik. Deeze vroome Man ſpreekt er op een
geheugen wierd er door bezwaard , en dienvolgens was zeer duidelijke en ſtellige wijze over. Men weet onge.
men veelmaalen onderhevig , om de verſchillende zinne. twijffelt, dat Job volgens 't gevoelen van veele Geleer.
beelden van dat Schrift te verwerren . Men zogt dus een den , een tijdgenont van JACOB was , en in Arabien
zekerer weg , die minder onderhevig was om misvattin. woonde. Men zoude zelfs kunnen gisſen, dat Moses de
gen te veroorzaaken. Men verzon ten laatſten , dat zooit wetenſchap van het alphabetisch Schrijven , in die land .
van Schrift, waar in de vocaalen en confonnanten , of klink- ſtreek heeft geleerd; voor zijne zending , had hij er ver:
letters en medeklinkers , altoos op zich zelve , door even ſcheidene jaaren doorgebragt. Hoe bet ten dezen opzigte
20 veele duidelijke en bijzondere tekenen uitgedrukt ook gelegen mag zijn , zo is het zeker , dat de wijze op
worden . Het groote put van deeze uitvinding , beſtaat in welke die Heilige Wetgeever zich ten aanzien van het
deszelfs eenvoudigheid. Door middel van een klein aan. gebruik der Schrijfkonst uitdrukt , tot een voldoenend be
tal , herhaalde en verſcheidentlijk zamengevoegde teke . wijs verſtrekt, dat in zijn tijd die ontdekking niet vol
T 3 koone.a
9323 SCH . SCH

koomen nieuw was. En ten laatſten , kan men niet twijf. Volkeren , dat de verſchillende zoorten van Alphabeths
felen ,ofde kennisder letters was zeer oud bij de inwoo. afkoomen , die ten huidigen dage , bekend zijn. Indien
ners van Canaän; want zelfs voor Josua’s tijd , waser men onderzoekt,welkede beginzelen van alle de Schrijf
bij die Volkeren een Stad , Darbir genoemd, die oor. wijzen zijn, zo weloude als hedendaagſche; zalmen bevin
Sprongelijk de naam van Kariath -Sepher droeg , 't welk den , dat zij van een en dezelfde oorſprong voortkoo .
wil zeggen Stad der letteren . men. Ik zondere hier van alleen uic de characters der
De alphabetiſche Schrijfwijze , moet ook van een zeer Chineeſen , die nog even zo als eertijds ten eenemaalen
oud gebruik in Egijpten geweest zijn . PLATO zegt, bieroglijphisch zijn; insgelijks het Ethiopiſche Alpba.
dat Thautde eerſte isgeweest, die de letters in vocaa. beth , en dat van eenige Indiaanſche Volkeren ; deezen
len en conſonnanten , in ſtomme en ſmeltende, onder hebben gelijk zulks boven reeds is aangemerkt, de fille
fcheide. Ik twijffele dat die onderſcheiding bij de Egijp- biſche Schrijfwijze behouden.
tenaaren , van die tijd af aan heeft plaats gevonden , Maar aan wien , het zij de Alijriers ofwel Egijptei
waar in de Chronijken van die Volkeren, Thaut ſtel. naaren behoort de eer van de uitvinding der alphabeti .
len . Het geen PLATO bijbrengt, kan nogthans aange. Sche Schrijfwijze ? zulks is eene vraag , dien ik niet ge.
merkt worden , als een bewijs van het gevoelen waar in loove dat iemandin onzen tijd zal kunnen oplosſen ; al.
men was , dat reeds in de tijden van T'HAUT , dat is te leen ſchijnt het door 't weinige Schrift dat ons van die
zeggen , in een veruitgeſtrekte oudheid, de alphabetiſche of
oudetekenen
Volkeren
veelisovereenkoms
overgebleeven , datmalkanderen
t met hunne caracters
bad .
Caracters aan de Egijptenaars bekend waaren.
Indien men koste îtaat inaaken op 't geen de Oude den. De gedaante was er genoegzaam gelijk van ; ook
Schrijvers, van SEMIRAMIS bijbrengen , zo verſchafte deſchikten zij ze op dezelfde wijze , namelijk van de rech
geſchiedenis van die Vorſtin, ons nogzekerer blijken ter na de linkerhand.
wegens de oudheid van de alphabetiſche Schrijfwijze. In Maar zal inen zeggen , hoe kan men overtuigd wore
DIODORUS word geſprooken van eene inſcripcie , die men den , dat alle de bekende alphabetiſche Caracters , van
zegt , dat op bevel van SEMIRAMIS in Sijriſche Caracters een en dezelfde oorſprong voortvloeijen , terwijl men
op den berg Baghisten was gebeiteld. Den zelfden Schrij. zulk eene verbaazende verſcheidenheid , in de Schrijfwij.
ver gewaagt ook van brieven , door een Indiſche Koning ze van de verſchillende Volkeren deezer Aardbodem
aan die Vorſtin geſchreeven. Maar dewijl er verſcheide- beſpeurt ? zoude zelfs de geringe overeenkomst die men
ne Alijriſche Koninginnen onder de naam van SEMIRA. in de manier vermerkt , hoedanig de meeste Volkeren
Mis bekend zijn geweest , kan dit verhaal van Diodo . hunne Schrijf.caracters geſchikt hebben , niet voldoen ,
RUS niet ſtrekken om het tijdſtip te bepaalen , waar in de om het tegendeel te bewijzen ? Zommige Volkeren heb .
alphabethiſche Schrijfwijze in het Oosten is in gebruik ge. ben voor deezen , en rdoen zulks nog , hunne caracters of
raakt. tekenen perpendiculai van boven na onderen geplaatst.
Men moet de uitvinding van de alphabetiſche caratters, Anderen ſchikken ze horiſontaal ,maar met een aanmer.
als de allerverwonderlijkſte pooging van het menſchelijk kelijke verandering. Het grootſte aantal heeft de na.
vernuft , beſchouwen. Het is een van die verhevene ont- tuurlijke beweeging van de rechter na de linkerband ge.
dekkingen , welke door geen andere dan een alderdiep. houden , 't welk de verrichting van den arm gemakke
denkenst verſtand kan zijn uitgevonden. Het is echter lijker maakt , dewijl zij als dan van het lighaam afwijkt.
aan ons onbekend, wie er de Autheur van is ; zijn naam Deeze inanier om de caracters te ſtellen , is die der Ev.
in de allerduisterſte oudheid verlooren , heeft zich toe ropiſche en veel anderen Volkeren meer.
nu toe aan de onderzoekingen onttrokken , dien men in Eenigen , dog in een gering aantal , hebben in het ſchrij
't werk heeft geſteld om hem te ontdekken ; ik ben dus ven de beweeging van de linker na de rechterhand,de
ontſlagen om er rekenſchap van te geeven , en mij blijft voorkeur gegeeven. Dit was de beoeffening der Aflij
alleen over , om te onderzoeken in welk gedeelte van de riers , Egijptenaaren , Pheniciers , Sijriers ,Hebreërs, en
weereld , een zo nuttige en dierbaare wetenſchap is te Chaldeërs; eene beoeffening , die zeer weinig aanhangers
voorſchijn gekoomen . heeft gevonden ; ook heeft deeze manier om de letters
De uitvinding der alphabetiſche Cara &ters behoort on- te ſchikken , veele zwaarigheden ; de hand en het werk
twijffelbaar tot die Volkeren te worden t’huis gebragt, tuig waar van men zich bedient om te ſchrijven , bedek
welke 't eerst zijn beſchaafd geworden. Zij hebben ken voor het oog , een gedeelte van de caracters die ter
vroegtijdig tekenen nodig gehad , die bekwaam waaren nedergeſteld zijn.
om fchielijk en gemakkelijk die meenigte en oneindige Schijnen alle deeze zoorten van Schrijfswijzen , zal
verſcheidenheid van handelingen en daaden te kunnen men zeggen, niet wezenlijk verſcheiden te zijn , en
ſchrijven , welke vereischt worden tot het beſtieren van geeven zij geen aanleiding om te denken , dat verſcheide
de burgerlijke zamenleeving. Ingevolge daar van , zul ne Volkeren aan niemand dan aan zich zelven de weten .
len zij zich met ijver en vlijt benaarſtigt hebben , om midſchap van Schrijven zijn verſchuldigt geweest, en dat
delen te zoeken , die bekwaam waaren de denkbeelden zij zich gevolgelijk , elk eene bijzondere methode daar
en woorden ter nederteſtellen en te ſchilderen. van hebben gemaakt ? Het valt zeer gemakkelijk om die
Verſcheidene Volkeren hebben zich eertijds den roem tegenwerpingen, te beantwoorden. Om die omverteſtoo.
betwist, van de alphabetiſche Schrijfwijze te hebben uit . ten, zal ik maar eene gebeurtenis die zeker is en wel
gevonden; ik zal mij niet ophouden, met hunne voor vastgeſteld , gebruiken ; ik denk dat dezelve belliſſende
geevingen te onderzoeken en te wederleggen ; ik ben zal zijn om te doen begrijpen , hoedanig alle de bekende
overtuigd, dat zij ten eenemaalen Negt gegrond waaren. Alphabethen van een en dezelfde oorſprong voortkoomen.
Ik zie maar twee Volkeren in de oudheid , aan wien Zijn er twee zoorten van Schriften , die op het oog
men waarſchijnelijk de uitvinding der alphabetiſche meerer van malkanderen verſchillen , als het Samari.
Schrijfwijze kan toeeigenen ;namelijk de Amjriers of de taansch en Nederduitsch ? intusſchen is het zeker , dat de
Egijptenaaren. Het is van de een of d'andere deezer twee alphabetiſche chara &ters van het Nederduitsch , van het
Sama
SCH . SCH
3389
Samaritaansch afkomſtig zijn ; de zaak valt gemakkelijk te waar van men gebruik maakte , om te ſchrijven . Men
bewijzen. Wij hebben onze letters van de Latijnen , weet dat de Egyptenaars, de oude Bewooners van het
de Latijnen hadden die van de Grieken , die ze van de Noorden, enongetwijffeldverſcheidene andere Volkeren,
Pheniciers hadden overgenomen. Alle de Geleerden ſtem er in de eerſte tijden dus met hebben gehandelt. Van
men hedendaagſch toe , dat de Caracters der Pheniciers, daar is het bijna algemeen gebruik bij alle de oude Vol
dezelfde waaren als die der Samaritaanen. keren vastgeſteld , afkomſtig , van op Colommen of
Onafhangelijk van het geſchiedkundig bewijs , behoeft Pijlaaren dat geene te ſchrijven , 't welk men waardig
men om zich van deezen oorſprong te overtuigen, maar oordeelde om voor de Nakomelingſchap bewaard te wor
zijn aandagt te vestigen op de naam en ſchikking der let. den. Niets is in de oudheid beroemder , dan de Pijlaaren
teren in de bijzondere Alphabethen der Volkeren dien door OSIRIS , BACCHUS , Sesostris en Hercules geduu
ik genoemd hebbe. Waarom zouden de letters in het rende den loop van hunne verrichtingen opgericht om
Pheniciers, Samaritaansch , Grieksch , Latijnsch en Neer. er het geheugen van te vereuwigen ; die van MercURIUS
duitſch dezelfde benaamingen hebben , en genoegzaam in TRISMEGISTUS, waaren nog beroemder. Hij had er zegt
dezelfde rangſchikking ſtaan , indien zij niet van een en men , mec Hieroglijphiſche Caracters zijne leer en voor
dezelfde oorſprong afdaalden ? ſchriften opgebeiteld. Op het Eiland Creta zag men
De weinige gelijkenis die er thans tusſchen het ſchrift zeer oude Pijlaaren met inſcriptien pronken , welke de
der verſchillende Volkeren van den Aardbodem ſchijnt beſchrijving der plegtigheden bij de Offerhanden der Co
plaats te vinden , verſtrekt dus tot geen hinderpaal om rijbanten in gebruik , behelsden. Ten tijde van De.
ons te doen gelooven, dat alle de bekende Alphabeths MOSTHENES , was er nog een wet van Theseus voorhan .
van een en dezelfden oorſprong afdaalen. Den voortrol. den , op eenen ſteenen Pijlaar geſchreeven .
lenden loop der tijden , heeft beurtelings veele verande- Schoon de Volkeren van het Noorden , zeer weinig
ringen in de Schrijfwijzen van ieder Volk op zich zel- gemeenſchap met die van Afien en Afrika hebben ge
ven ingevoert. De geſchiedenis der Schrijfwijze bij had , ſpreekt echter hunne geſchiedenis insgelijks van het
de Griecken , bij de Latijnen en bij de hedendaagſche gebruik, 't welk bij hun in de vroegſte tijden plaats vond ,
Europiſche Volkeren , verſchaft hier meer als voldoenen om op Pijlaaren al dat geene te ſchrijven waar van zij
de bewijzen af. Daar is zodanige Natie , bij wien de het geheugen wilden doen duuren. Men verzekert, dat
Schrijfwijze zulke merkelijke veranderingen heeft onder. er zodanige Pijlaaren van over de veertig voeten hoog
gaan , dat de gedenkſtukken der eerſte eeuwen met die waaren , zijnde met eenvoudige en met de woestheid
der laatſte tijden vergeleeken , bijna onkenbaar zijn , zo hunner zeden overeenkomſtige inſcriptien , vercierd. Met
wel ten aanzien van de gedaante als ſchikking der letters. Zekerheid kan men zeggen , dat de eerſte Volkeren geen
Het is nogthans zeker , dat alle die verſcheidene Schrijf. andere gedenktekenen hebben gekend , om hunne wet
wijzen van een en denzelfden oorſprong afdaalen. ten , handelingen , overeenkomſten , verhaal van gebeur.
Men kan niet dan zeer onvolkooinen over de hoeveel tenisſen en ontdekkingen van belang , te bewaaren. De
heid der Caracters ſpreeken , waar van de eerſte Alpha- meeste der oude Schrijvers, hebben hunne ſchriften na
beths zamengeſteld waaren . De Schrijvers der oudheid , dat zoort van boeken zamengeſteld.
hebben zich dienaangaande niet verklaart . PLUTARCHUS Ook is het gebruik zeer oud geweest , om op Tichel.
zegt , dat het Alphabeth der Egijpenaars , uit vijfen . ſteenen en Steenentafelen te ſchrijven. Het was op Tichel.
twintig letters beſtond ; maar was dit getal letters , van ſteenen , dat de Babiloniers hunne eerſte ſterrekundige
de eerite tijden af aan uitgevonden ? dat is iets waar toe waarneemingen hebben geſchreeven . De oudſte gedenk
men gegronde reden heeft om te iwijffelen . Mer weet ſtukken van de Chineeſche letterkunde , waaren in har.
dat de Pheniciers ,oorſprongelijk maar zestien letters had. de en breede ſteenen gebeiteld ; ook is het aan niemand
den ; hun Alphabeth was maar van dit getal zamenge . onbekend , dat de tien Geboden op ſteenen tafelen waaren
ſteld , doen Cadmus het na Grieckenland overbragt . Ik geſchreeven.
ben verzekerd , dat het bij de Egyptenaars oudstijds gelij- Deeze gebruiken met zo veele zwarigheden verzelt ,
kelijk is geſteld geweest ; men zalin den beginne maar moesten natuurlijk aanſpooren , tot het zoeken van gemak .
een zeker getal van Caracters uitgevonden hebben ; en kelijker en eenvoudiger middelen om te kunnen Schrij
van tijd tot tijd meer andere letters hebben verzonnen , ven. In de plaats van tichels en ſteenen , begost men ge.
welke ontbraken om duidelijk en gemakkelijk alle de on- bruik te maaken van verſcheidene zoorten van weeke
derſcheidene geluiden der ſtem uittedrukken. metaalen , waar in men gemakkelijk koste graveeren.
Laat ons voor 't overige niet gelooven , dat geduuren . Het ſchijnt dat in de tijden van Job , het gebruik inzon
de den loop der eeuwen , de ontdekking van het alpha- derheid plaats vond , om met ijzeren ſtiften op looden
betiſche Schrift ſterk is verſpreid geworden , in de verſchil. plaaten te ſchrijven . Ook bediende men zich in zeer
lende gewesten van den aardbodem ; in tegendeel is het oude tijden , van dunnekoperen plaatjes en houten tafele
beweezen , dat zeer veele Volkeren er als doen weinig tjes. Men kan gisſen , dat de Archiven der Steden en Rij
kundigheid van gehad hebben. Egypte en eenige land. ken , geduurende veele eeuwen op geen anderen ſtoffen
ftreeken van Aſien uitgeſlooten , hebben de overige Vol. dan de opgenoemden , zijn geprent geworden. De eerſte
keren , geduurende verſcheidene eeuwen , die zo nuttige Volkeren hadden er om verſcheidene beweegredenen dus
en wezentlijke wetenſchap ontbeert. danig mede gehandelt, waar van het waarſchijnlijkſte is ,
Nu zullen wij overgaan om over de verſchillende de onwetenheid , waar in men geduurende langen tijd
ſtoffen te ſpreeken , waar van men in de eerſte tijden is geweest , ten aanzien van de foffen die tot bet Schrij.
heeft gebruik gemaakt om te ſchrijven ; en onder deczeven dienſtig waaren . Ook kan men gisſen , daar de Schrijf
uitdrukking, bevat ik alle de zoorten van Schrijfwijzen konst in die vroege eeuwen zo weinig gemeen was , dac
oorſprongelijk bekend ; dat is te zeggen , de verbeeldin. men de handelingen en overeenkomſten op zulke vaste
gen , de verkorte tekeningen , de bieroglijphen enz. en duurzaame ſtoffen ſchreef, om ze daar door lang en
Steenen en Rotzen zijn de eerſte ſtoffen geweest met zekerheid te kunnen bewaaren . Na
ge本 SCH . SCH .
Na verloop van tijd, gebruikte men verſchetdene ande gebruik van de Schrijfkonst, in de handelingen of overa
te dingen om te ſchrijven, zo als bij voorbeeld , de bla. eenkomsten van het grootſte belang voor dezainenleving.
den van zekere planten , de inwendige bast van zommi. Koopen , verkoopen , beloften , verplichtingen , alles ge
ge boomen , de huiden van dieren , linnen , houten ta . ſchiede mondeling in tegenswoordigheid van een zeker
feltjes met wasch overtrokken enz .; en zulks vind nog ten aantal perzoonen ; en 'c was na 't geen deeze Getuigen
huidigen dage plaats , in verſcheidene gewesten van Aſie bevestigden , dat de zaaken wierden beoordeelten gevone
en Afrika . Jos gewaagt van een boek te ſchrijven . Het nist.
is mij onbekend , hoedanig en in welk gedaante ,die boeken Dus wierd als doen de Schrijfkonst niet in de meeste
geweest zijn , en uit welke ſtoffen zij waaren zamenge- der gelegenheden gebruikt, daar wij ze hedendaagsch toe
ſteld. Ik wil hier maar alleen uit doen opmerken , dat laaten dienen. Zulks moet ons in geenen deele verwon
men doen reeds tot het ſchrijven van zodanige ſtoffen deren. Ik hebbe boven aangemerkt, waarom die weten
heeft gebruik gemaakt , die toegevouden of opgerolt ſchap in den beginne weinig verſpreid en bekend moeste
kosten worden ; de uitdrukking waar van zich Job be. zijn ; 20 als ik het hebbe aangetekend, was de beoeffe
dient , geeft zulks ten klaarſten te kennen. Deeze voud. ning er al te moeijelijk en zwaar van. Het is ongetwij.
baare ſtoffen , hebben uit zeer dunne metaalen plaatjes , feltom die reden , dat de algemeene voortgang der kons
leder, bladen, inwendige bast der boomen ofuit plan- ten en wetenſchappen, in veele opzichten 20 langzaam
ten enz . kunnen beſtaan . Ten aanzien van het leder , er agterlijk is geweest. Demenichelijke kundigheden
de gewoonte om op huiden van beesten te ſchrijven , is kunnen zich niet uitbreiden , nog volkomener worden ,
zeer oud en vrij algemeen ; insgelijks het gebruik oin als na maate de eerſte Uitvinders eenige middelen heb
met een ſtomp ijzeren ſtift op bladen of inwendige bast ben , om hunne ontdekkingen op een zekere en teffens
van zekere boomen , caracters te prenten . Men kan uit duidelijke en klaare wijze, aan de Nakomelingſchap over
alle deeze bijzondere manieren kiezen ; enkel dient men te brengen. Die hoedanigheden ontbraaken volſtrekt aan
in gedagten te houden, dat op zodanige plaatzen waar de middelen , waar van de Menſchen zich in den begin
in Job van Schrijven meld , hij niet anders dan van het ne
ijzeren ſtift fpreekt. Hier van kan men afleiden , dat len .
hebben bediend , om hunne gedagten mede te dee.
er in zijn tijd geen ander werktuig bekend was , om tot De Konsten en Wetenſchappen zijn wat meer is , de
een ſchrijftuig te dienen. In 't algemeen kan men verze. eenigſte voorwerpen die geweest, die van deeze gebre.
keren , dat men in de eerſte tijden eerder graveerde dan ken geleden hebben ; zij hebben zelfs invloed op de ze.
fchreef. den gehad. De Mensch heeft om zich te vormen , on
Vervolgens heeft men de wetenſchap uitgedagt , om op derwijs nodig . Indien de verlichtingen van het verſtand
zekere ſtoffen, door middel van eenige gekoleurde vogten, niet in ſtaat zijn om ten vollen de kwaade geneigtheden
letters te trekken. Om zulks te doen , heeft men zich in uitteroeijen , zo brengen zij ten minsten veel toe, oin de.
den beginne van't penceel bedient , welke beoeffeningnog zelve te verzagten en te verbeteren ? Maar hoe is men
ten buidigen dage bij de Chineeſen en eenige andere Vol . in ſtaat, om zonder behulp van de Schrijfkonst een Volk
keren plaats vind. Stukjes geſneden riet heeft de plaats te onderichten en verſtandiger te maaken ? Ik ſchroo.
van de penceelen ingenoomen. Deeze rietjes , benevens me dusniet om te beweeren , dat er misſchien nimmer ee.
de ijzere ſtiften , waar van het gebruik onontbeerlijk was, ne ontdekking is gedaan , die zo veel toegebragt heeft om
doen degewoonte plaats vond om op metaalen plaatjes , de Menſchen uit de eerſte ſtaat van woestheid ie redden ,
of tafeltjes met wasch overdekt , ce ſchrijven, zijn de ee. als de gemakkelijke oeffening van de Schrijfkonst. De
nigſte werktuigen geweest, waarvan men zich geduuren voorplanting van deeze wetenſchap, heeft ontegenzegge .
de veele eeuwen heeft bedient. Het gebruik van pen- lijk boven alle andere dingen , het hart der Volkeren
nen , inkt en papier , is in de oudheid ten eenemaalen or- moeten verbeteren , hun verſtand beſchaaven , de zeden
bekend geweest. Dit alles toont genoegzaam , dat bij verzagten ,en debanden der zamenleevingen vereenigen en
ouds alle de ſchrijfmanieren belemmerend en lastig , van onderhouden. Zien wij noghedendaagsch in verſcheidene
veel omſlag , en met veel verdrietige moeijelijkheden ver. gedeeltens van het een en andere weerelddeel, wilde Vol.
zeld waaren. Deeze hinderpaalen hebben onwederſpree. keren , door hunne lompheid, onwetenheid en woestheid ,
kelijk, de voortgangen der Schrijfkonstmoeten vertraagen . de menſchelijkheid ſchenden; zo moet zulks toegeſchree.
Laat ons hier bijvoegen , dat in de eerſte tijden , het geven worden ,omdatzijvan deSchijfkonst ontbloot zijnde,
tal van de Menſchen in een gering aantal was , daar bij daar door een menigte van kundigheden ontbeeren , die er
meestendeels gebezigt met de allerdringenste nood ontegenzeggelijk van afhangen . Dat men die weten :
druften van het leven; weinigen dus de tijd hadden , of ſchap bij de woeste Volkeren invoere , en zij zullen wel
ook misſchien de geneigtheid , om zich op eene weten . dra menſchelijker worden en zagler zeden omhelzen.
tenſchap toeteleggen , die zo veel tijd , moeite en zorg Welk eene ruime maate van overdenkingen , indien mez
eischt. En ſchoon de Schrijfkonst reeds in vroege eeu. zich toeleide, om de veranderingen te beſchouwen, die de
wen is bekend geweest , zo blijkt het echter, dat men er uitvinding en gemakkelijke beoeffening van de Schrijf.
weinig gebruik van heeft gemaakt,inzonderheid niet in ge- korist bij zodanige Volkeren moet hebben voortgebragt,
woone handelingen van het burgerlijk leeven. Wanneer welke zich met iever toegelegt hebben , om die aan te
Joseph na zich bekend gemaakt te hebben , zijne Broe. kweeken ! Nimmer zoude men gedaan bebben , indien
ders na zijn Vader te rug zend, geeft hij hun geen brief men alle de voordeelen wilde doorgronden en optellen,
nog de minste ſchriftmede. Hij geeft hun mondeling zijn die de zamenleving uit die gelukkige ontdekking getrok
beveelen , en belast hun , om die met luider ſtemme aan ken heeft.
hem te herhaalen. Om de begraafplaats van zijne bemin- SCHRIJFPEN , zie CALAMUS SCRIPTORIUS.
de Rachel te doen kennen , laat JACOB er een Gedeok SCHRIJF - TORRETJE , in ' t latijn Micographus;
zuil oprichten; maar daar word niet gezegt,dat hij er ee. ( Dermestes testaceus glaber, Elijtris apice villoſis obtufus.
sige inſcriptie op liet beitelen. Ook maakte men geen Linn . Faun . Suec .) Dit Torretje is roodagtig en giad ,
met
SCHI
SCH 3323
met de Dekſchilden', aan het eind, haairig en ſtomp; bet mofa Duivel van Tajoan. De langte is van den Snoet
onthoud zich binnen de bast van doode boomen , alwaar tot het uiterſte van de Staart, drie voeten en tien dui.
bet doolboven forineert, en als letters of karakters men , die van de Staart alleen twee en een halve voet,
ſchrijft, van welke eigenſchap bet zijnen naam heeft ont. zo dat er maar één voet en vier duimen voor 't Lijf over
leend.
SCHUBDIER , ook. Duivel van Jaya , en Chineeſche blijft; des de Staart omtrent eens zo lang als het Lighaam.
Aan ieder Poot zijn vier Vingers met Nagelen gewapend ;
Duivel genoemd; maakt bij de Heer Linnæus het laat. Waar van de tweede der voorſten veel kleiner is dan de
fte in den tweeden Rang der zoogende Dieren uit , gee anderen , en die der Agterpooten zijn de allerkleinſten .
vende zijn Ed. er den genagtnaam van Manis aan , waar. De Voorpooten zijn een weinig korter dan de agterſte.
ſchijnelijk wegens de ſchrikkelijke vertooning die het ver- Ten opzigte van het bekleedzel des Lighaams is geen
gramd zijnde maakt , door zijne ſchubben overend te zet- verſchil, dan dat de Schubben in een ſcherpe punt uit.
cen. Bij de oude Schrijvers der natuurlijke Historie, loopen ; dit Dier heeft zijn verblijf op 't Eiland Formoſa
voert het den naam van geſchubdeHaagdis; bij Seba van en in Braſil.
de groote geſchubde Ceijlonſche Armadil; bij anderen van In de Verhandelingen van de Koninglijk Sweedſche
de geſchubde Mieren-Eeter; (Manis pedibus pentada & ij. Akademie der Wetenſchappen van Stokholm , vind men
lis. Act . STOCKH. 1749.) Dit laatſte was zekerlijk de de omſtandige beſchrijving en afbeeldingvan een Schub.
meest gepaste naam , als die zijn eigenſchap en gedaante dier , dat een Chineesch aan den Heer DAHLMAN , toen
zeer wel uitdrukt ; in Oostindie voert het den naam van hij zich in Oostindien bevond , gebragt en voor iets zeld
Pang -goeling , en in Amerika word het Tatoe gehee. zaams verkogt had. Het was cweeen een half voet lang ,
ten.
en als het liep trok het de Nagelen der Voorpooten niet
De Heer LINNÆUS geeft de volgende beſchrijving van in gelijk de Katten , maar kromde ze agterwaarts en ging
het Schubdier. Het lighaam , is van boven , als een pijn op de rondte der Klaauwen ; de Agterpooten , in tegen
1
appel bekleed met Schubben , die aan den grondſteun ge- deel, hadden lange breedde voetzoolen om op te loopen ,
ſtreept en door borſtels van een geſcheiden zijn ; van on. en derzelver Klaauwen waaren niet grooter dan de klein.
deren ſtekelig ruig ; de Staart is rondom geſchubd; de fte der Voorpooten , onder welken de middelſte wel zo
Oorlapjes zijn bloot en gerond; het heeft vijf Klaauwen , lang was als het platte van de Poot ; aan het end van de
waar van de middelſten der Voorpooten de grootſten zijn , Snoet vond men twee als een S gekromde Neusgaten ,
welken het onder 't loopen zamentrekt. Het heeft veel o- waar onder de opening van den Bek zich vertoonde klein
vereenkomst met de Mieren-Eeters. en rond ; de Ooren zaten digt tegen den Hals aan , ge.
BRISSON geeft twee zoorten op van dit geſagt, waarlijk Menſchen Ooren , de Oogen waaren klein.
van de eene aan alle de Pooten vijf vingers of klaau- Geduurende de twee maanden , dat de gemelde Heer
wen heeft en rondagtige ſchubben , de andere , die hij de dit Dier bij zich bield , heeft hij desſelfs eigenſchappen
langſtaartige Pholidotus noemt , vier klaauwen aan alle nagegaan . Hij meende in 't eerst , dat het een Haagdis
3
de Pooten ſ, cherpagtige ſchubben en een zeer lange Staart. Waare en dagt dat het tanden bad ; ook wist hij niet dat
De eerſte beſchrijft hij aldus. De langte van 't gehee . het Mieren , Wormen en Haagdisſen tot voedzel gebruik .
le Lijf is omtrent drie of vier Voeten ; SEBA zegi, dat te. Derhalve was hij er bang voor, en het Dier toonde
er zijn van over de zes voeten lang. Het Dier ſchijnt zich zeer onrustig , willende bij den wand op klau
geen Hals te hebben en de Staart is nagenoeg zo lang als .teren en ſcheurende de bed -gordijnen aan ſtukken . Men
, 't Lijf. Aan ieder Poot heeft het vijf vingeren oftoonen , had het niet kunnen vast binden , en derhalve zette hij
met ſterke nagels of klaauwen gewapend , waar van de bij nagt ſtoelen rondom zijn ledikant; dog het klom er
middelſten de grootsten zijn ; de Kop is langwerpig; de over heen en kwam op't bed , doende hem zeer verſchrik
Snoet (mal; de opening van den Bek naauw ; de Ooren ken , wanneer hij deszelfs tong aan zijn bloote beenen
klein ; de Kop van onderen en ter zijden , het onderſte voelde. Het ſprong zeer vlug , en wroette al de aarde
van 't Lijf en de Pooten aan de binnen zijde , zijn be- uit eenige bloempotten , die hij had ſtaan. Als men hec
kleed met een zagte Huid , waar op men haairen op de kop Noeg , ſtak het den kop tusſchen de voorpoo
vind. Het bovenſte van den Kop en 't Lijf, de buiten. ten in , en dan liet het zich draagen aan de ſtaart. Bui
kant der Pooten , de Staart van onderen en boven , zijn ten , voor aan de kamer was een piat, met een leuning ,
bedekt met groote Schubben , rond aan 't end , geſtreept, waar over het eens heen kroop , nedervallende terhoogte
onder welken eenige dikke roodagtige haairen leggen ; van zeven ellen , op een ſteenen plaats, daar het einde
de Schubben op den top van 't Hoofd zijn veel kleiner dan delijk van ſtierf.
de anderen . In de Jongen zijn deeze Schubben geelagtig . Na dat er de Huid afgetrokken was , vertoonden zich
vervolgens neemen zij een rosſe koleur aan, die langs twee dunne ſcheef loopende Borſten. DeHals reikte tot
hoe donkerer of bruiner word , met den ouderdom van aan de Voorſchouder Itak , van den Nek af te rekenen
s en
het Dier. Hetkan zich tot een ronde kloot maaken , door ' een vierde van ' s Lighaams langte buiten de romp uit,
kop en ſtaart zodanig naar den buik om te krommen , dat Tegen de keelaan lag, wederzijds, een langronde Klier ,
men er niets van kan zien. Men vind het in Braſil, als bijna over de geheele langte van den Hals ; waar van
ook op de Eilanden Ceijlon , Java en Formoſa. Buis afliep naar twee kleine kliertjes ,
Het andere Schubdier , 't welk Brisson beſchrijft , een
der bet (trotgat, aan de onderkaak ; men eer
weinig on .
vond er geen
voert in de Historie van de Akademie der Wetenſchap- ftrottenhoofds-fpleet in , ook had het Dier geen geluid
pen , den naam van de Haugdis van Ciuftus, of ook van gegeeven , dan dathetdoor de Neus ſnoof; de Tong , die
de Oostindiſche Haagdis. CLUSIus zegt hij , en ALDRO het zeer lang uitſtrekte wanneer het dronk , was zeer
VANDUS , hebben er een taameliįk goede afbeelding van ſmal , rolrond , dog aan 't end plat en ſpits, van onderen
gegeeven . De Volkeren van Oostin lien noemen het Pha- met twee groefjes aan de kanten , viermaal zo lang als de
tagen ; de Portugeezen van Braſil Bicho Vergonhoſo , dat Kop , tot aan een ſpier, welke zij verder tot aan het
isfchaamagtig
VI Deel
Dier, en de Inwooners van 't EilandFor. Borstbeen bedekte, waar door de langte nog een vierde
.
у deel
SCR SCW
3320
deel vergroot werd. De Long was taamelijk groot, in Diertjes huisvesten . Ik zal thans dezélven , benevens
vier lobben verdeeld ; de Lever vulde de geheele holte bunne levensmapier , beícurijven.
des Buiks cusſchen 't middelrift en de maag, en had Dat SWAMMERDAM deeze Diertjes reeds kende , is
een Galblaas ; de Milt was dun , langwerpig zwart ; de uit zijn algemeene Beſchrijving der Inſekten , en uit den
Nieren hadden de grootte van Duiven -eijeren ; de Bijbel der Natuure , dien de Heer Boerhaave aan 't
Balletjes zaten binnen de huid , boven de Schaft , want licht gegeeven heeft, blijkbaar. De Heer POUPART ,
het was een Mannetje. De Staart was voorzien met twee egter, heeft ons volkomener waarneemingen daar om
groote ſpieren en zeer peesagtig. trent nagelaten ; in de Hiſt. de l'Acad. Roijale des Scienc.
Pater TACHARD maakt gewag van een Schubdier , het de l' Ann. 1705. , dog er ontbreekt nog veel aan , de
welk de Siammers noemden Lin en de Portugeezen Bi. wijl hij de Infekten , die in dit Schuim leeven , bijna
cho Vergonhoſo, zijnde aan de enden der Pooten met drie in 't geheel niet beſchrijft. STEPHANUS BLANCARDUS ,
groote en twee kleine Klaauwen gewapend. Hij gaf een Amſterdamsch Geneesheer, heeft zich taamelijk
het zelve , om dat het , verſchrikkende , zich tot een ſte . toegelegd om deeze Diertjes te beſchrijven , in een
Belige kloot maakte den naam van Egel. Het was onge werkje , dat van hem Schouwburg der Rupſen , Wore
vaar twee voeten lang , de Staart daar onder begreepen. men , enz. getijteld word Cap. XXXI.; hij heeft er
De Schubben van de Staart waaren zo hard , dat men bij ook Aftekeningen van gegeeven , en noemtze Schuim
't openen van dit Dierdezelve niet kon doorſnijden. De beestjes, om dat zij in Schuim zich onthouden. FRISCH
opening van de Bek was klein , de Tong lang en ſmal, noemt hem Schaumworm , dat is Schuimworm , en heeft
die zomtijds , gelijk de Mieren -Eetersuitſchoot, en het het in zijn Viliſte deel der Inſekten - van Duitschland ,
deed geen kwaad. Schoon dit Dier op 't oogenblik van Cap. XI. beſchreeven.
zijn ſterven geopend werd , vond hij het bloed koud, 't ' Dewijt nu de waarneemingen van alle deeze Autheu.
welk het zelve van de zoogende Dieren zou ſchijnen af ren nog onvolkomen zijn , zo zal ik hier verhaalen , wat
te zonderen. Het Hart was zeer rood , en hield op het door mij, in den jaare 1737 , aangaandedeeze Inſekten
oogenblik dat men 't opende met kloppen op. Het was 'is opgemerkt ; zo wel het geene hun zelf, als bunne le.
een Wijfje , en had een Jong in't Lighaam , weshalven demaaten en veranderingen betreft , welken ik omftan .
men de Lijfmoeder blootmaakte , die als in twee zakken dig beſchrijven en daar nevens geduurig aanhaalen zal,
was verdeeld , waar van de grootſte de Vrugt bevatte , het bijzondere dat de voorgemelde Natuur-Onderzoe.
de andere inet eene kleverige ſtoffe was gevuld. Men kers , voornaamelijk de Heer Poupart , ten opzicht
zeide bem , dat deeze Dieren maar één Jong ter waereld van het zelve hebben opgemerkt.
bragten. Hij nam in een ander Schubdier waar , dathet Ik rukte , zegt de Heer de Geer een takje met een
Jong op de rug van zijne Moerkroop , en zich boven aan blad van een Olmeboom , waar op twee verbevenheden
't begin van de ſtaart vast hield , laatende zich overal waar waaren van 't gedagte ſchuim , diezo dik aan de bladen
de Oude ging , mededraagen. en takjes zitten , dat een groote en heldere druppel, van
Het Schubdier, in vrijheid leevende,bekomtzijn voedzel waterof
even gelijk de Mieren•Eeters. Het legt bij de nesten van
waterige ſtoffe, daar aan hangt. Dejonge
bladeren , waar op zich dit Schuim bevind , worden daar
zulk Gedierte te loeren met zijn uitgeſtooken tong , die door in de wasdom verhinderd , zij koomen zelden tot
van de natuur aan dit Dier tot een niet minder noodzaa. de regte grootte , maar blijven meest mismaakt en za .
kelijk werktuig gegeeven is , dan de Tromp aan den Olij. 'men geſchrompeld. In 't midden van dit vogtig Schuim
phant. Het vleesch is eetbaar en de vette Staart word zit het Diertje , en leeft er geduurig in , zonder er uit.
voor een bijzondere lekkernij gehouden . tekruipen .
SCHUBLUIS , zie SCHILDLUISEN , 9 . III. Tegens 't laatst van meij begost ik met het onderzoek
pag. 3293 . dezer Inſekten ; zij waaren reeds taamelijk groot , en
SCHUIFUIT , zie UILEN , n. 1. evenwel van verſchillende grootte en koleur. In 't eerst
SCHUIM in 't latijn Spuma, is de naam van die on . is de koleur geelagtig groen , dog voortgroeijende, word
zuiverheden , welke zich door 't opborrelen van de koo . den zij al langs hoe groener. De Oogen zijn bruin. Zij
kende vogten afſcheid , en zelfs boven het Vet komt kruipen taamelijk ſnel langs de takjes en bladeren , wan .
drijven. Het Schuim als eene zelfſtandigheid beſchouwt, neer zij uit het ſchuim zijn .
die niet alleen nutteloos maar ook veracht word en weg . De Kop heeft van vooren , een dik en rond uitſteek.
geworpen , heeft aanleiding tot het ſpreekwoord gegee. zel, waar mede de Snoet van onderen is vereenigd ; aan
ven , dat is Schuim van Volk , om daar mede het allerge. de Oogen hebben zij twee dunne korte Hoorntjes, die
meenſte en verachtelijkſte zoort van Menſchen , te be. in eenige leden zijn verdeeld.
tekenen .
Het lijf zweemt naar dat der Weegluizen en
SCHUIMBEESTJE ook Vloo -Sprinkhaan genoemd , groen van koleur. Midden in de langte van deeze, Snoetis
in 't latijn Cicada Spumaria : (Cicada fusca, elijtris ma- legt , als een klein geutje, een klein kastanie bruin lid ,
culis binis lateralibus, fascia duplici interrupta albida. 't welk in tweën geſpleeten is en dat men een Scheede
Linn . Faun . Suec .) Žie hier het voornaamſte van de kan noemen. Het zelve dient om een fijnen dog door
nauwkeurige verhandeling, die de Heer C. de Geer geboorden ſtekel te bedekken , door welken heen het ។
over dit Beestje heeft medegedeeld in de Verhandelin- ſap van het Inſekt uit de Kruiden gezoogen word. Dee
gen der Koninglijk Sweedſche Akademie voor 't jaar ze Stekel is, door zijn ongemeene fijnheid en dunte ,
1741 .
naauwlijks zigtbaar. Als het Infekt er gebruik van wil
Niemand zal het onbekend zijn , dat men in 't voor . maaken , zo buigt het denzelven , als ook de beide dee
jaar en de zomer , op de Bladen van meest alle Kruiden len der Scheede, van zich , en ſtelt hem loodregt, zo
en Boomen , een zoort van Schuim ziet , die geheel wit wel met zijn Lijf als op het blad of takje , zuigende
is en uit luchtblaasjes beſtaat. Zonder twijfel zullen dus het fap daar uit , 't welk er zo wel tot voeding als
veelep ook beſpeurd hebben , dat in dit Schuim kleine totkleedingaan dient; want ik zal in 't vervolg bewijzen ,
dat
SCH .
SCH . 3322
dat het zelve het Schuim , waar mede het zijn zwakke tak van den Kamperfoelie boom , waar op geene andere
Lighaam bedekt , insgelijks van dit Sap maake. zodanige Diertjes Schuiin gemaakt hadden ; ten einde ik
Bij de Borst zijn de Pooten aangehegt, aan ieder zien mogte, hoe zij te werk gingen met dit Schuim te
zijde drie in getal, groen , en elk verdeeld indrie hoofd. maaken. Deeze tak plaatſte ik in een vat met natte aar
leden. Boven op de Rag ziet men drie vlakke deelen de , ten einde dezelve niet verdorren mogte. Zij be ,
welke de Vleugels bevatten ; waar mede het zal voor- gonnen aanſtonds te zuigen ; Iteckende bunnen ſtekel in
zien worden , wanneer het zich de eerſtemaal verveld den tak , en haalende zo veel zap naar zich , als zij kon
heeft. De Buik is zeer glad en in veele geledingen den bergen. Kort daar aan begonnen zij Schuim te maa .
verdeeld , welken het in- en uithaalen kan en naar alle ken , en welmet hun agterſte , gelijk de Heer POUPART
zijden wenden . De: Rug is kegelvormig , in 't mid : zegt. Het Diertje ligt zijn gat een weinig op , en laat
den dikst. het wederom neer zakken ; dan wend het ' t zelve over
Deeze Inſekten tasten meest alle zoorten van kruiden beide zijden , en laat telkens een kleic luchtblaasje van
en boomen aan , waar uit volgt, dat hun de vogtigheid zich gaan . Dit herhaalt het Diertje zo dikwils , tot dat
van alle Planten tot voedzel dienſtig zij. Zomtijds vind het geheel en al van deeze luchtblaasjes, of van dit
men drie, vier en meer van bun in een Schuimheuvel. Schuim , bedekt zij. Wij zien daar uit , dat zij niet
tje , doch meest zitten zij elk op zich zelf in zekere eer Schuim kunnen maaken , voor dat zij een zekere
veelheid Schuim . veelheid van fap ingezoogen hebben . Want , als ik hun
Het is hun ten hoogſte nocdig zich in dit Schuim plaatſte op een blad of tak , zo maakten zij niet aanſtonds
op te houden ; niet, dat het zelve hun tot voedzel Schuim , maar zoogen eerst veelſap in, en begonnen
diene; want wij zullen in 't vervolg zien , dat zij dit dan daar aan te werken. Dit Schuim is , bijgevolg , geen
Schuim zelf maaken ; maar dewijl hetzelve hun beſchut natuurlijke vogtigheid , welke zij altoos in hun Lighaam .
voor regen en zonneſchijn. Hunne Huid , namelijk , hebben , maar het ſap van de plant zelve, welke het
is zu dun , en bun Lighaam 20 zwak , dat zij geenzints. Diertje ingezoogen heeft , dat door zijn Lijf loopt en
de werking der lucht, veel minder nog die der zonne- vervolgens, in de gedaante van heldere waterige lucht
Atraalen wederſtaan kunnen ; als waar door alle vogtig. blaasjes, agter uit zijn Lijf voortkomt. ..
heid van hun Lighaam in 't kort wegdampen en dus Als deeze Inſekten tot hunnen vollen wasdom zijn ge .
hupne dood veroorzaakt worden zou ; maar, als zij in komen , vervellen zij voor de laatſtemaal , en verſchij.
dit waterig Schuim zitten, dan kan nog de lucht nog nen alsdan gevleugeld. (Men moet opmerken , dat zij ,
de zonneſchijn , een nadeelige werking op hun hebben . gelijk alle anderen , dikwils van Huid veranderen , een
Bovendien bevrijd het zelve hun ook voorde vervolging zij vliegende Diertjes worden .) Om dit vermoeijende
van andere Inſekten , die hun tragten te vangen , gelijk werk te verrigten , kruipen zij niet uit hun Schuim , maar
de Spinnekoppen en veele anderen. • blijven daar in zitten , dog leggen alsdan zodanig , dat
Ik zette eenige takken van een Olmeboom , waar op het Schuim , 't welk anders onmiddelijk op hun legt,
zich verſcheide Schuimheuveltjes met zulke Diertjes ten deele rondsom hun verdwijne en verdrooge, en het
bevonden , in mijne kamer , in een vat, dat met zeer overblijvende Schuim een klein gewelf om hun heen
vogtige aarde gevuld was. ' Toen wierd ik gewaar , dat maake , waar onder zij los en vrij zitten. Vooraf, ech
het Schuim allengs , meer en meer verdroogde en weg. ter , verdwijnt en verdroogt allengs een gedeelte van
dampte , totdat het , op 't laatst altemaal verdweenen het Schuim , terwijl het overige het Diertje bedekt, en ,
ware . De Inſekten waren toen t' onvrede, naar 't dewijl zulks gefchied, zonder dat men 't zien kan , 20
fcheen ; zij kroopen langs de takken op en neer, zon- moet men de oorzaak daar van Negts gisſen.
der nieuw Schuim te maaken , tot dat zij eindelijk ftier Het zou niet ongeloofbaar zijn , dat het Diertje zo
ven en vergingen . Hier uit beſpeurde ik , dat zij de veel Schuim inzuige, als het los zijn wil ; dog dewijl
werking der lucht op hunne lighaamen niet kunnen ver- men bevind , dat alle Inſekten , wanneer zij hunne ge .
draagen. De oorzaak , dat zij geen nieuw {chuim maak- ſtaltewisſeling willen ondergaan , eerst hun Lighaam te
ten , was , dat de takken door de ſterke hitte , die al.deeg van alle vogten zuiveren , zo ſchijnt dit geen proef
te houden. Veeleer zou ik gelooven , dat hun Lighaam ,
daar plaats had , zeer ſchielijk verdroogden , so dat zij
er geen ſap uit konden haalen. op zekere tijden , een zoort van warmen damp uitwaa..
De Heer Poupart is de eerſte , die de wijze , op feme, waar doorhet Schuim aan alle zijden wegdroogt.
welke zij zulk Schuim maaken , wel heeft waargenoo . Ik kan dit welniet bewijzen, maar zal het zo lang gelooven,
men , BLANKNART , die voor hem daar van gefchree. tot datmen andere en betere oorzaaken ontdekt hebbe .
ven had , heeft wel reeds geweeten , dat zij 't zelve Thans zit het in een klein gewelfd huisje, en legt ver.
maaken van het ſap der bladeren , doch hij heeft niet volgens de oude Huid af , die zich eerst aan den Kop en
ontdekt, hoe dit eigentlijk in 't werk ging. Hij was op de Rug opent. De Vleugels komen ongelijk grooter
egter de zaak taamelijk nabij, dewijl hij in 't derde te voorſchijn , dan zij waren, eer het Diertje zijne Huid
artijkel van het eenendertigſte Hoofdſtuk zegt: ,, Wan- afleide; want vervolgens ontplooit het dezelven, zo dat
neer nu deeze Diertjes , volgens onze ſtelling , het zij tot vliegen bekwaam worden. Ik heb geen gelegen
», fap uit de kruiden en bladeren zuigen , zo geloof ik , heid gehad, om genoegzaam naauwkeurig waar te nee:
dat dit ſap hun in de eerſte plaats tot voedzel die- men , hoe deeze Wieken worden uitgeſpannen en uitge
„ ne , en , na dat het door hun Lijf is heen gegaan , breid , dog buiten twijfel zal het er eveneens mede ge
>

» van agteren uitgedreeven worde, De Heer Pou- ſchieden , als met die der Kapellen, waar van de Heer
maakenzag
PART duidelijk , dat zij met hun agterſte Schuim RBAUMUR ſpreekt, Mem. pour ſervir a l'Hijt.des Infec
, 't welk ik zelf insgelijks gezien beb. tes , Tom . I. Mem: 14. dat zijnaamelijk even alzo zich
Verſcheide van deeze Inſekten uit hun Schuim -ge. in de langte en breedte uitrekken , als men een nat ſtuk
nomen hebbende , droogde ik ze met een penceel te leder kan doen.
deeg af, en zette hun vervolgens op een frisſchen Wanneer, nu , onze Inſekten hunne Wieken ontplooid
V 2 bebben ,
3328 SCA . SCH .

hebben , dan vertoonen zij zich in de geſtalte, welke vast. De Pooten zijn ieder in drie hoofdleden verdeeld ,
zij tot aan hurnen dood toe behouden . In 't eerst zijn en met een klein kniertje aan het Lijf gevoegd ; het
zij nog zeer zwak en licht-groen van koleur; dog deeze derde lid is nog in kleinere geſmaldeeld. De beide Ag.
koleur verandert, terwijl hun lijf en leden ſterker en terpooten , en van deeze de twee uiterſte leden , zijn
vaster worden. Zij blijven zo lang in het Shuim , dat bijzonder merkwaardig.
rondom hun legt , zitten , tot dat hetzelve door de lucht 't Getal der Vleugelen van dit Diertje is vier , en de
en zonneſchijn volkomen weg gedroogd zij , en dan be- zelven hebben hunne aanhechtingnabij de ſpitſenvan de
ginnen zij eerſt , zo wel hunnen Pooten , Vleugels , als Borst. Van boven wordt het Lighaam er volkomen
de andere ledemaaten , te gebruiken. Ik zal thans dee. door bedekt , en zij buigen zich naar beide zijden ; ag.
ze Diertjes, in hunne nieuwe geſtalte , omſtandig be, terwaards zijn zij ſmal. De beide bovenſten bedekken
ſchrijven. de onderſten en zijn ſtijf genoeg , ja ook met Nerven
SWAMMERDAM noemt dit Inſekt Vloo -Sprinkhaan, (Lo- voorzien , die er de behoorlijke ſterkte aan geeven . De
cuſta- Pulex) dewijl het als een Vloo ſpringt; de Heer onderſte Vleugels zijn vliezig, dunner en doorſchijnene
POUPART laat hetzelve ook deezen naam behouden . In de , uitgenomen aan het begin , daar hunne koleur bruin
dien men het , nogthans , wat nader gelieft te beſchou- is. ' De inwaardze zijden derzelven is gedeeltelijkte za
wen , zal men wel dra beſpeuren, dat het geene de min . men gevouwen , en dogthans hebben zij onder de boven .
ſte overeenkomst in gedaante heeft met den Sprinkhaan ſten niet meer ruimte , dan dat zijwat uit elkander lege
(Locufta .) In de eerſte plaats zijn deAgterpooten , gen . Dceże Vleugels gebruikt het Inſekt eigentlijk om
naar evenredigheid , niet zo lang , als in de Sprinkhaa. te vliegen ; want de bovenſten dienen maar als toc , een
nen , en ſteeken ook niet zo hoog boven 't Lijf uit ; ten dekkleed , om de onderſten , die de regte Vleugels zijn ,
anderen heeft het geene Tanden , maar een Snoet aan te beſchutten , gelijk zulks in alle Vieugeldekzelen der
den Kop , die tusſchen de Pooten tegen 'tLijf aan legt. Inſekten plaats heeft. Om die reden zijn dezelvenook ,
Om kort te gaan , dit Diertje behoort tot het Genlagt in dit Diertje, ſtijf en vast , daar de eigentlijke Vleu
der Krekelen ( Cicade ), waar ran men de kenmerken gels zeer fijn en dụn zijn. Het agterſte ofde Buik , ' t
kan vinden in het samenſtel der Natuur van den Heer welk van de Vleugelsbedektwordt,is aan 't end ſpits ,
LINNÆUS. Het is derhalven te verſchoonen , dat de en heeft van boven een ſcherpen kant , daar het zwart
Heer POUPART als iets bijzonders aangaande dezen Sprink- is , van onderen lichtbruin.
haan , gelijk bij hem noemt , aanmerkt, dat dezelve een In ſebtember en october worden deeze Krekels , in
ſcherpen ſtekel of Snoet heeft; „ daar geen Sprinkhaan groote menigte , op alle kruiden en boomen , inzonder.
)buiten deezen, zegt hij , een ſtekelof angel heeft; heid op de Olinen of Ypen , als ook op het gras in de
want alle Sprinkhaanen , die ons bekend zijn, heb. weiden, gevonden . Men onmoet dezelven ook dikwils,
, ben Bek , Lippen en Tanden, waar mede zij kruiden met elkander gepaard zijnde. In dat geval zit het Man .
ja zelfs wijngaardsranken afknaagen ". Dit alles is netje nevens het Wijfje, dog zodanig, dat zij een hoek
waar; dog deeze Inſekten zijn geene Sprinkhaanen , de- met elkander maaken , waar van hunne agter-enden de
wijl zij naar dezelven in geenerleij opzigt gelijken , rnaar top zijn.. Als men ze van onderen beſchouwt, 's
Krekels, en alleKrekels hebben zulk een TrompofSnoet, welk geſchieden kan ,wanneer men ze dus in een glaas
en geene Tanden. Derhalve is de aanmerking van den je of fiesch beſluit , kan men beſpeuren , hoe zich het
Heer POUPART van geen waarde. agterſte van het Mannetje , ombuigt , ten einde zich met
Ik noem dit Inſekt, Krekel, die bruin is, met de bo- dat van 't Wijfje te vereenigen. Dus te zamen gepaard
venſte Wieken wit gevlakt , leevende in zeker Schuim . zijnde, en blijvende , kruipen zij langs de takken en bla .
Het gantſche Lighaam van deeze zoort van Krekels deren op en neer. Het Wijfje kruipt voor uit en bet
is bruin van koleur , dog op eenige plaatſen meer dan op Mannetje volgt haar pa, moetende derhalve zijdewaards
anderen. Ik heb er eenigen gevonden , die zo donker. voortkruipen , gelijkerwijs een Kreeft doet. Ik heb er
bruin waaren , dat zij bijna geheel zwart ſcheenen te ook gevonden , die in een regte lijn aan elkander zaten ;
zijn. De bovenſte Vleugels zijn vercierd met veele dog dit was zeldzaam. Niet alleen kunnen zij , dus ge .
grootte witte vlakken die veelerleij gedaanten bebben , paard zijnde, kruipen , maar ook zo vlug als anders
zijnde zommigen driehoekig , eenigen rond , en nog an. ſpringen , zonder van elkander af te gaan ; 't welk iets
deren van ongeregelde figuur. Men ontmoet , van deeze bijzonders is. Het Wijfje huppelt meest alleen , en
Inſekten , de zodanigen , welker koleur teenemaal neept het Mannetje met zich , dog meenigmaal bup .
lichtbruin is , zonder eenige witte vlak op de Wieken pelt ook het Mannetje , en word van 't Wijfje ge.
te hebben , en niettemin zijn die van dezelfde zoort als volgd.
de anderen . Het is ook in deeze tijd , dat de Wijfjes vol eijeren
De Kop is van boven zeer {mal, dog van onderen zijn , zo dat zij dikwils niet ſpringen kunnon. Ik be .
dik en rondagtig: Voor aan den Kop, niet verre van Nuit hier uit, dat zij , omtrent dien zelfden lijd , haare
de Oogen , die donkerbruin zijn , en gelijk in andere In- eijeren op de takken der boomen leggen , die vervolgens
fekten , uit veele facetten beſtaan , itaan twee korte en daar op blijven , tot aan het voorjaar, als wanneer de
zeer fijne dunne Hoorntjes. De Snoet legt onder tegen Jongen er uit kruipen. Het zou ook kunnen zijn , dat
't lijf aan , tusſchen de Pooten , wanneer het Inſekt er de Wijfjes de eijeren , den winter over , bij zich hiel.
geen gebruik van maakt; anderzints buigt het dezelve den , wanneer zij, in de herfst , bezwangerd zijn ge.
voorwaarts . Deeze Inſekten zuigen , in hunne gevleu . worden, en dat zij dezelven eerst in 't voorjaar op de
gelde itaat , ook lap uit de kruiden , en leeven den ge. kruiden leiden. Ik heb , echter, in april des jaars 1738 ,
heelen zorner daar van , doch zij maaken daar van geen waarneemingen gedaan , die mij in 't voorige gevoelen
Schuim , en hebben dat ook niet meer nodig. verſterken .
• Aan de Borst die een onregelinaatige vijfhoekige ge- Ik zag , naamelijk , tegen 't end van die maand , reeds
daante heeft , zitten de vier Wieken en zes pooten veel Schuim op boomen en planten , waar in kleine jon.
ge
SCH. SCH . 332

ge Diertjes zaten . Aan eenige takjes vondik erzes of ook de bewooner van een Schulp ofHooren. Het eeten
agt van , in een ſchuimheuveltje, zitten. Zij moesten der Schulpdieren , in 'talgemeen, ſtrekte zo wel als dat
eerst kortlings zijn uitgekomen , dewijlzij weinig groo. der Oesteren en Kreeften , tot opwekking der geile lus
ter waren dan de eijertjes , waar uit zij bunnen oorſprong ten. De Zee , die dezelven uitlevert , werd derhalven
hebben. De koleur was geel. Ik beſchouwde ze met als het ſchadelijkſte in de waereld , tot bederf der zeden
een vergrootglas, en bevondtze volkomen gelijkvormig aangemerkt.
aan de geenen, die in 't. eerst van mij beſchreeven Zedert een reeks van jaaren zijn de bekleedzelen der
zijn. Schulpdierert , het onderwerp geworden van een ander
Bij aldien , nu , deeze Infekten hunne eijeren eerst in zoort van overdaad , die eigentlijk de beurs betreft. Dee
' t voorjaar leiden , 20 moest ik onbetwistelijk , ten dien ze zogenoemde liefhebberij heeft de Conchijliën duurder
tijde, eenige volwasſene van dit Nag , als de Moertjes doen worden dan de Paarlen zelf , en Europa opgevuld
van deeze jongen , gevonden hebben. Ik zogt dan vlije met een menigte van Kabinetten of Verzamelingen van
tig , op alle boomen en kruiden , naar dezelven , dog Hoorens en Schulpen , wier kostbaarheid daar door ver
kon er geen eenige vinden. Hier uit benoot ik , dat zij goed word , dat zij van de duurzaamſte zijn , en de min .
in de herfst haare eijeren op boomen en kruiden leggen , ite oppasſing behoeven ; terwijl haare oneindige verſchei.
en aanſtonds daar na ſterven. Eun noodlot zou dus een den beid den geest bezigheid verſchaft , en de glans der mee
en 't zelfde zijn , als dat van andere Inſekten. De ſten , wanneer zij behoorlijk Schoon gemaakt en gepolijst
eijertjes hangen, den winter over, aan de takken , en zijn , het oog verblind door zijne ſchoonheid.
in 't voorjaar, wanneer de Zon het Aardrijk verwarmt , De Ouden, ſchoon in dit opzigt niet zo overdaadig ,
komen de Jongen daar uit , die op ſtaande voet begin . hebben niet te min kennis gehad aan deeze fraaiheden ..
Den het fap te zuigen uit de takken , en vervolgens PLINIUS ſpreekt van de ongemene verſcheidenheid van
Schuim te maaken. koleuren , die in de Conchijliën heerscht, van het groote
SCHUIMSPAAN , deeze naam draagt een uit dun verſchil der geſtalte , van het onderſcheid der oppervlak.
koper, blik , of hout vervaardigde ronde of langwerpige te ; hoe zommigen rond , anderen langwerpigplat , half
ſchijf volgaten , waar aan een lange ſteel zit. Dit werk. rond , pijramidaal ; hoe eenigen glad , veelen ruuw , met
7 tuig diece, om het ſchuim enz. dat zich op kookende uitſteekzels , takken , haair , gekamd , gekruld , gehaair.
vogten zet , mede afteneemen . lokt zijn ; bij geeft agt op de verſchillende zaamenvoe.
SCHUINSE LAAN , zie LAAN . ging der Schulpen , welke tbans een voorname grondſlag
SCHUINS UITGEBREID , zie PATENS , is der verdeeling. Maar het maaken van dergelijke ver.
SCHULDBRIEF , zie OBLIGATIE. zamelingen was het werk van laater eeuwen , toen men
SCHULP -DIEREN. Zie hier hoofdzaakelijk het ontdekte, hoe zeer de natuurlijke ſchoonheid der Conchi
geen de geleerde Schrijver van de Natuurlijke Histo- liën door 't polijsten aan den dag te brengen waare , die
rie volgens het ſamenſtel van den Heer Linnæus om- menigmaal door bijtende middelen en door affijpen , word :
trent deezen Rang van Dieren heeft te boek ge. bedorven of verbasterd.
ſteld . De Hoorens en Schulpen , derhalve , het aanmerkelijkſte
De Dieren van der derden Rang in de Klasſe der Woró deel der beſchouwing in deezen uitmaakende , zomoeten
men , zijn de genen die men , met regt Schulpdieren kan wij in de eerſte plaats agt geeven op derzelveroorſprong
noemen. Zommigen wel is waar, geeven er den naam vorming.
en Men ziet wel , dat zommigen , gelijk de
aan van Schaaldieren , dog dus worden zij verward met Wormbuisjes, Slakhoorens en Kinkhoorens, bij voorbeeld
de Crustacea, zo wel die totde Inſekten behooren , ge- een groote overeenkomst hebben , met de geſtalte der
1 ijk de Kreeften , Krabben , Garnaalen , en dergelijken Schepzelen ,die dezelven bewoonen en wien zij tot een
meer; als die tot den tweeden Rang der Wormen zijn't bekleedzel ſtrekken ; des men zou mogen denken , dat
huis gebragt, de Zee- Sterren, naamelijk , en Zee-Appe: zij, gelijkerwijs dit in de zandige huisjes ofkokers van
len. Deeze immers, hebben dikwils een zo harde Schaal, zommige Zee-Wormen plaats beeft, uit het Nijmig voge
dat ALDROVANDUS de laatstgemelde , volgens ARISTO. des Schepzels daarom gegroeid waaren ; doch in veele
Teles , onder de Testacea plaatste; waar in hij door de anderen heefteen bijster groot verſchil tusſchen de geſtal.
hedendaagſche nog dikwils word na gevolgd; terwijl de te der Hoorens en Schulpen en die van het Schulpdier
ſchaal der Dieren , van deezen derden Rang , zomtijds plaats. Ik neem de Spinnekoppen negts , met haare uit.
dezelve in brooschheid en dunte overtreft, ſteekende takken , de Lazarus. Klappen , Poolſe Hamers
De Schulpdieren zijn , van ouds , het onderwerp ge. en dergelijken tot een voorbeeld. Dit heeft veele doen
weest van wellust , pragt, en overdaad. De Romeinen twijfelen , of het Lighaam des Diers wel in 't algemeen
waaren er, tot bunne maaltijden , zo op verſingerd, dat tot eene Vorm voor de geſtalte van de Hooren of Schulp
de kostbaarheid deezer ſpijzen meermaalen aanleiding gaf verſtrekken kon , en doen denken , dat deez laatſte haa
tot het doorbrengen hunner goederen. „ De Moeder ren oorſprong had in het Zaad der Schulpdieren , die dan
„ der Wellust (zegt PLINIUS) heeft de Conchijliën in zouden ter waereld koomen met hun ſchulpagtig bekleed .
, prijs bijna gelijk gemaakt met de Paarlen ”. Zij wer: zel , 't welk allengs verhardende den ſtaat bereikten ;
den ongeloofijk ver van daan gehaald om de gulzigheid dien het in volkomenheid heeft.
te tergen ; gelijk Seneca , tegen de bedorven zeden zij. De duisterheid omtrent de voortteeling der Conchijlten
ner eeuw uitvaarende , ons nie!d . Men noemdeze, om heeft oudtijds zonderlinge denkbeelden ter baan gebragt ;
die reden , bij een ſpreekwoord Poma Maris , dat is Ap- meest daar in gebrekkelijk , dat men die alleen over ee.
pelen der Zee. De Paarlen zelfs zijn het voortbrengzel ne kam ſchoor en door geen genoegzaame ondervindin
van Schulpen of Schulpdieren , die ten minſten tot voed- gen , van de bijzondere eigenſchappen der Schulpdieren
fter of baarmoeder verſtrekken van deeze edele kleinoo overtuigt was. Dit deed Aristoteles, in 't algemeen
dije. De Purpernak , daar.de pragt tot her verwen der vastſtellen , dat zij niet paarden , en dat zij eigentlijk ge.
gewaaden , wel eer niet minder gebruik van maakte , was ſprooken , geen Eijeren wierpen , maar das haare voore
V 3 tet .
3330 SCH . SCH .

teeling, gelijk die der Preijen en Tulpbollen , door het te zeggen dat zulks afhange van het verſchit der Sexe
uitſchieten van dejongen geſchiedde, hoewel hij niet ont. Ik weet wel, dat men , op 't gezag van RUMPHIUS ;
kennen kon , dat zominige Teeldeelen , Baarmoeders en van Wijfjes - Bootshaaken en ook van Wijfjes. Krabbens
Eijeren hadden . Om kort te gaan , de waarneemingen ſpreekt , en deeze zeer duidelijk door het gemis der
der Hedendaagſchen hebben ontdekt , dat er , gelijk de takken van de Mannetjes onderſcheid ; dog of dit op
Schulpdier en zeer verſchillende zijn, ook derzelver Voort. een weezentlijk verſchil der Sexe van bet Dier beruste ,
teeling geenzins gebragt kan worden tot een algemeene is niet zeker. Misſchien zal het ook maar een verſchil
segel. van wasdom of aangroeijing zijn.
In eenige dog zeer weinige geſagten van Hoorens , De meeste, ja bijna alle Schulpdieren zijn Herma.
heeft volgens dewaarneemingen van den Heer ADANSON , porodieten , dat is , zij hebben de beide Sexen , in een
een onderſcheid van Sexe plaats, zo dat men er Mano Lighaam zaamengevoegd ; ten minſte mag men zulks
netjes en Wijfjes onder vind. Dit verzekert die Heer op de onderſtelling, dat het Mannelijke en Vrouwelijke
op pag. 57. zijner Hist. des Coquillages agter le Voia- ' altoos tot de voortteeling vereischt worde, opmaaken ..
ge au Senegal , van de Tepelbakken aan de Kust van Se. Van de Doubletſchulpen , in 't algemeen , verzekert de
negal ; dog in de bijzondere beſchrijving , vind ik , dat Heer ADANSON, dat zij geen blijkbaare Teeldeelen
hij dezelve voor Hermaphrodieten houd ; pag. 47. de la bebben en voortteelen zonder paaring. Van zommige
Descript. des Coquillages daar op volgende. In de genen , Patellen , in tegendeel , had hij het mannelijk Teellid
welken bij Purpure of Purperhoorens noemt; zommige gezien. Een tweede zoort van Hermaphroditismus
Blaas , Bel- en Rutshoorens naamelijk ; nain bij een aan . noemt hij de geene , welke met die der Tuinſlakken
merkelijk verſchil van Sexe waar. Men heeft er zegt overeenkomſtig is. leder Dier bezit de Mannelijke en
, hij, Mannetjes en Wijfjes onder , waar van de eer. Vrouwelijke Teeldeelen, en heeft de wederzijdſche
ſten kenbaar zijn aan de Geſtalte van de Hooren , die paaring tot bevrugting noodig. In zeekere kleine
, minder uitgezet is , en een kleinder getal van buisjes Hoorntjes , naauwlijks grooter dan een Speldekop, wel.
heeft. Zij laaten , zegt hij , bovendien, van tijd tot ken ADANSON op moerasſen en meiren van zoet water
tijd , aan de regter zijde , een roede uit , welke naar aan de Kust' van Senegal drijvende gevonden had , was,
,, een driehoekig pragtig Tongetje gelijkt , en alleen ge. door hem waargenomen , dar zij wegens de plaatzing der
i noegzaam is , om tot een kenmerk van de Mannetjes te Teeldeelen , op elkander klimmen moeten tot de paaring ,
19 verſtrekken .” Ibid. pag. 101. Die zoort van zijne Pur. en dat die bovenſte dan door een derde bevrugt word ;
pure , waar van hij zulks verzekert , ſchijnt tot de Bed- waar door het komt dat men dikwils een menigte van
detijken te behooren ; 't gedagte Tongetje, dat zijn Ed.ook de zelven , als een ketting kraalen of Paternoster aan el.
in de Tollen vond , zijnde driemaal zo lang als breed , kander geſchakeld vind. Dergelijke vond de Heer Bas.
was , zegt hij , door eenige Autheuren mede voor het TER , dat zonderling is , in groote menigte op 't Eiland
Mannelijk Lid genoinen ; dog hij had geen gelegenheid Schouwen , in zout water.
gehad , om zich te verzekeren ofdat Dier de beide Sexen Daar zou (vervolgd ADANSON) aan de Conchilien ,
vereenigt, dan onderſcheiden heeft; zijnde dat Tongetje „ niets ontbreeken , om alle zoorten van Hermaphrodi.
hem in allen voorgekoomen , die door zijne handen ge- „ tismite vereenigen , dan dat zij ieder in zich zelfs konden
pasſeerd waaren. Nazijne terugkomst van Senegal, had » paaren ,en dus zo wel Vader als Moeder zijn van een
de Heer B. De Jussieu hem de beide Sexen duidelijk on- , zelfde Dier. De zaak is niet onmogelijk , dewijl vee :
derfcheiden aangetoond in de gewoone Aliekruiken , wel- le met de beide Werktuigen , daar toe noodig , voor.
ke naar de gedagte Senegalſche, Marnat genoemd , groo. „ zien zijn , en , misſchien zal eenig Waarneemer , in
telijks geleeken , ſchoon zij dat Tongetje op zijde niet „ dezelven , t'eeniger tijd dat Nag van voortteeling ont.
hadden. Dit doet mij denken , zegt hij , dat het beent- 93 dekken , welke ons niet vreemder moet voorkoomed
, je , waar mede dit Tongetje gewapend is , een zoort dan die der Doubletten , der zoet water. Polijpen en
van Prikkel zij , welke de Wijfjes even zo wel hebben van veele andere dergelijke Dieren , welke Jongea
als de Mannetjes , om elkander in paaring aan te ſpoo „ voortbrengen zonder kennelijke paaring en zonder ee.
ren ,gelijk plaats heeftin de Tuinſlakken . Ibid. pag . 170. nige der Werktuigen , die in de andere Dieren om de
Ik moest dit naauwkeurig uitpluizen , om dat uit het » voortteeling te bewerken worden vereischt" .
Berigt over de Voortteeling van zommige Hoorens en Zee In de Schulpdieren , wier Sexe verdeeld is , vind
Inſekten , 't welk de Heer BASTER , aan de Hollandſche men de opening van het Werktuig geplaatst , aan de
Societeit der Wetenſchappen mede gedeeld heeft , op „ regter zijde
gemaakt zou worden , dat de Tepelbakken , Purpero , en es lijke deelen van zijn't Dier.
zaamenDe Mannelijke hebben
vereenigt, en en Vrouwe. veel
Rotshoorens , Tollen en Aliekruiken , benevens nog eeni. »» zaaken onder elkander gemeen , in de tweede zoort
ge anderen, de beide Sexen zo onderſcheiden hadden , van Hermaphrodieten , (gelijk de Tuinſlakken , enz.)
dat die zelfs aan de Hoorens zouden kenbaar zijn ; ,, zijn . Deeze hebben maar eene gemeene opening , aan de
de (zo zijn Ed. zegt) , de Hoorens der Mannetjes iets
kleinderen hebbende meer Kringen of draaijingen »» zoort regter van
zijde, bij den wortel der
Hermaphrodieten Hoornen
heeft . In de derde
ieder werking zijne
dan die der Wijfjes". Holl. Maatſch. IV deel. Haarl. „ bijzondere opening, waar van de eene zich bij de wor
1758. bl . 476. ADANSON , van wien het eerſte door hem tel der Hoornen , de andere veel laager bevind , bei
ſchijnt overgenomen te zijn , ſpreekt in zijne bizondere den aan de fiinker zijde in de Hoorentjes , die links
beſchrijving de algemeene tegen . Hij zegt ten opzigte », draaijen , (gelijk de gedagte Moeras-Hoorentjes van
van die Hoorentjes , naar onze Alikruiken gelijkende, ,, Senegal, door hem Bulin en Cornet genoemt) ; dog
dat men er geen verſchil in vind, dan 't geene door 9
aan de regter zijde in de genen die den gewoonen trant
den ouderdom veroorzaakt word , „ zijnde de klei. volgen". Gelijk bij waargenomen had in zekeregee
den naar evenredigheid korter en breeder , en heb. le Rivier Kinkhoorentjes, welke door hem in de kleine
29 bende ook minder draaijen dan de grooten " ; zonder Rivier des Gobelins, bij Parijs gevonden waaren .
Ten
* SCH . SCH . $ 3331
Ten opzigte van de manier van Baaring is, onder de zijne zesde Plaat afgebeeld , nog grootelijks van dat, 't
Schulpdieren, ook een aanmerkelijk verſchil. Eenigenbroe. welk Lister in Plaat gebragt heeft, ( Exercitatio Anato
den deJongen in de Baarmoeder uit; 't welk door ADAN. mica altera. Lond. 1695. Tab. 6. onder den naam van
SON verzekert word van de Tepelbakken , onder de Hoorens Uterus expofitus, in plures Cellulas , five Utriculos læves
en van de meesteDoubletten. Dat in de Oesters zomtijds &fubrotundos diviſus, quorum margines plane ac abtufe
Jongen, zomtijds Eitjes , waargenoomen worden , ſtrijd junt) verſchillende, doen ons een regelmaatigheid in deze
hierteminder tegen , om dat menze in de voorzomer vol waarnemen , die tot verwondering moet ſtrekken van
Eijeren , en laater vol van levendige Jongen vind. Ook de grootſte Natuurkundigen. Aan ſtrand geworpen ziet
FIE bevestigt de Heer Baster naderhand haar Jongwerping. menze dikwils voor verhard en verdroogd ſchuim der zee
Natuurkundige Uitſpanningen . I. Deel, bladz. 74. De aan , zegt Doctor WHYTT , die een der gemelden , van
meeste Hoorens, in tegendeel, brenger , gelijk de Tuin. de Buccinum ampullatum , uit Zuid -Karolina ontvangen
fakken -eijeren voort, die buiten’t Lighaam worden uit- had , zijnde ten vollen twee voet lang.- Esſaijs and Ob
gebroed. Men vind er die bij elkander gelegt worden ſery. Phij . and Litterarij. Edinb. 1756. Vol. II. p. 9.
in een zoort van lil of Nijm , bijna gelijk de Eijers der RUMPHIUS zegt , dat de Beſoar-Hoorens , die bij
Kikyorſchen . Zodanigen koomen onder de kleinſte Ri. graauweKasketten noemt , in de maand ſeptember, bij
vier.en WaterSlakjes voor. troepen van twintig dertig ſtuks vergaderen , en haare
De Zee Hoorens in 't algemeen , baaren een vliezigen eijeren bij elkander op de ſteenen leggen ,ter diepte:
Zak , die op eene onregelmaatige wijze in Celletjes ver van twee vademen onder water. Deeze eijeren zijn ,
deeld is , naar die der Honingraaten eenigzins gelijkende . volgens hem , omtrent een duim lang en zo dik als
Deeze Eijerſtok , die al van ouds Favago of Melicera ge- zeilgaren, bruinagtig van koleur,kort,getakt ,broosch ,
noemt werd , bevat een menigte van Celletjes , in ieder naar Hoornwier gelijkende , dog tevens week en Nijme.
van welken zomtijds vijftig , zestig of meer Eijeren zijn; rig , in 't midden digt gekropt , aan 't end ſtomp. Be.
zo dat er volgens den Heer Baster, eenige duizenden zwaarlijk zal men daar uit de regte figuur opmaaken ;
van Jongen uit zulk een Eijernest zouden voortkoomen. maar hij laat er op volgen , dat hij eens in october des,
Eene Doublet levert, volgens ADANSON , in ééne teelt jaars 1094 , een andere gedaante van dergelijke eijer
veele duizend Jongen ; dog dit getal is, zegt hij, veel nesten gevonden had , zijnde een klomp als een Een
minder, van de Schulpdieren die dekzeltjes hebben , en den-eij, van buiten vuilgeel, als vuil wasch , ruig en
nog minder van de meeste Hoorens. Ook koomen in die uit veele dunne laagen beſtaande, die door ſcheidvelle.
afbeeldingen , welke de eerstgemelde van eenige Eijer- tjes een menigte van hokjes uitmaakten. Doorgeſnee.
Desten ofEijerſtokken geeft, ongelijk minder dan vijftig den was het van binnen digter , van koleur vleeschrood
of zestig Jongen voor, zie Natuurk. Uitſpanningen, I. met wit gemengd en men vond er geene Hoorentjes
Deel , Plaat 5 , ep 6. in ieder celletje. Zo groot was om- in , dan daar zat een dergelijk Kasket boven op en :
trent het getal der Jongen en Eijeren , welken Listerin ter zijden waaren nog drie of vier Hoorentjes. Het
zijne groote groenagtige, gebandeerde Rivier- Slak , die was op een Steentje vast , gelijk men dikwils de eij
leevende Jongen werpt , bij herhalingen waarnam . Ex. ernesten van onze Wulken vind. Ambuinſche Rariteit:
ercit. Anatom altera
. .pag. 36. kamer. bladz. 83.
Die Lijerſtokken , Eijernesten of Baarnioeders , hoe ELLIS beſchrijft het zijne , dat van Hoorens was ,.
menze noemen wil, ondertusſchen , zijn van eenzonder- die men Vijgen noemt of getoornde Vijgen, inenig.
linge en zeer verſchillende geſtalte. Demeeste die thans vuldig aan zommige kusten van Amerika, in ’t bij.
nog bekend zijn , gelijken zodanig naar Vrugten of Trose zonder van Nieuw Jork tot Virginie voorkomende;
ſen van zaadhuisjes , dat menze dikwils daar voorgeno. aldus. De Huisjes daar het uit beſtaat, zijn van
men heeft; ja dat veelen , die van de zaak niet onderrigt „ een zamengedrukt ovaale form , zommigen naar de
zijn , dezelve nog heden daar voor houden . Ik behoef 2) Kapjes of Patellen gelijkende , maar platter aan
dat Eijernest van de Wulk , een Zee-Hooren van onze den top. Zij zijn aan de eene zijde , door middel :
ſtranden , flegts tot bewijs bij te brengen , 't welk men van een taaij- buigzaain " ligament, zo dig: aan el
wel eer voor een zoort van Alcijonium aangezien en Veſi- kander zamengevoegd dat zij op elkander ſchijnen
caria marina genoemt heeft. De geſtalte, inderdaad, ,, te leggen , en aan de tegenoverzijde is een ge
zweemt grootelijks naar die van eene Vrugt , en de groot- welfde deur , waar door de Jongen als zij in ſtaat
te heeft zo weinig evenredigheid met die van het Schep- ,, zijn om voor zich zelf te zorgen , uitgaan in de
zel daar dit Eijernest van komt , dat inen verbaasd moet zee. Het klepje dat deeze deur ſuit, is ongemeen
ſtaan over de voortreelende kragt der natuur. Men heeft konſtig gemaakt om het indringen van 't zeewater
gerekent , dat zulk een Eijernest meer dan honderd duizent te beletten. Zo lang hunne gevangenis duurt , zijn
Jonge Wulkjes kon uitleveren ; Uitgezogte Verhandelin- , zij met een Nijm , als eijwit , bedekt ; waar door,
gen 1. Deel Amſterd. 1757. alwaar op de zevende Plaat zonder twijffel, deeze Diertjes gevoed worden. -
een der grootſten afgebeeld word , bladz.464. Onder- Indien wij den ſtreng van deeze huisjes beſchou .
tusſchen ſchijnt het mnij, uit de manier van deszelfs vor, wen , zullen wij gereedelijk beſluiten , dat dezelvea
ming, welke de Heer BASTER opgeeft, Natuurkundige >>
zo wel als de Dieren aangroeijen na dat zij door de :
Uitſpanningen I. Deel . Haarl. 1762. bladz. 43. nog niet Moeder-Hooren geworpen zijo ; want zij koomen .
zeker , dat het geheele Nest van een enkel Dier afkom- veel te groot voor, om ooit in een der grootſten van
ftig zij. Het is, naamelijk , maar eene zainenhooping dit nag vervat te zijn geweest. In de eerſte oplag
van blaasjes , die verſcheide dagen na elkander , tegen >>
hebben zij iets dat naar de vrugt of zaadhuisjes van
een ſteen of iets anders aangelegt worden , en door hun. ) , een Plane gelijkt, inzonderheid naar die van den Jok.
De lijmigheid aan elkander kleeven . Ik bezit er een , boom ' (Carpinus). Natural Historij ' of Corallines.
lei
dat gehegt is aan een Oester ſchulp. Die drieder an. Lond 1755. D. 85.
dere, zeer wonderbaare Eijernesten van Hoorens , op Twee zaaken ftellen wij vast ; eerſtelijk dat de Schulp
die
SCH . SCH .
3339
dieren , eer, zij ter wereld koomen , reeds met een Hoo. wijst zulks onder anderen , door die kleine Hoorentjes ,
sentje zijn bekleed ; ten tweeden , dat zij allengs, en welke van den Heer Plancus aan het ſtrand van Rimi
niet aan de mond -opening zo zeer , als wel naar den ni gevonden zijn , naauwlijks zigtbaar met het bloote
top toe , aangroeijen . oog, hebbende nogthans ieder drie of vier Windingen ,
Wij ontkennen wel niet dat er in 't vervolg , een aan. En, dewijl tot de doorwaasſeming of uitdamping de vrije
groeijing kan geſchieden aan de Mondopening , te min- toegang van de lucht vereischt word , zo begrijpt zijn
der om dac zulks in veele Hoorns blijkbaar is en dat er Ed. te regt , dat die uitdamping geen oorzaak kan zijn
boven dien niets tegeſtrijdigs plaats in heeft; alzo dat van den oorſprong of aangroeijing van de ſchaal , terwijl
vogt of Nijm van het Schulpdier , 't welk de Hoorens naar het Diertje zich nog in 't Eij bevind ; zo inin als dezel.
den top doet aangroeijen , ook in ſtaat is dezelve aan de ve de oorzaak is , van de formeering van de Huid der
Mond-opening te vergrooten ; maar in de eerſte vorining Dieren.
Schijnt de Mond-opening eerst voltooid te worden , ge. De inwendige ſtructuur der Hoorens en Schulpen oor
lijk de beſtendige geſtalte van den Kop des Diers ook ver- deelt hij zijn gevoelen nog nader te bevestigen. STE.
eischte . Rumphius , die het in Oostindien waargenoo. no , de Solido intra Solidum. Flor. 1669. pag. 53., hoe
men heeft, verzckert zulks van de Hoorens, die men zeer met het denkbeeld ingenomen , datde uitdampende
graauwe Kasketten of Bezoars noemt , zeggende , dat de ſtoffe oorzaak zij van de vorming der Schaalen , erkent
dikke Naad , agter derzelver ongelagen Lip , het over. nogtans dat dezelven beftaan uit vezeldraaden , wier figuur
blijfzel is van een ouden Mond. Deeze (zegt hij hij oordeelt op tweederleij manier voortgebragt te kun.
„ groeijen mede door een toezettinge , (aanvoeginge wil nen worden ; of door de uitwerping zelve in de pooren
.., hij zeggen) , zodanig , dat haar oude Lip blijft ſtaan , of gaatjes; of door de uitgroeijing van het Lighaam des
, en daar onder een nieuwe dunne Schaal voortkruipt , Schulpdiers. Zo dat dan die eerſte draadjes reeds in het
99 dewelke alle hoeken en kancen aan de overzijde ont. Eij zouden hard geworden zijn. De Oester-Schulpen ,
moetende,door dekragt van't levende Dier wederweek bij voorbeeld , kunnen geheel genoopt worden tot kleine
word en zich nederlegt ; weshalven men dikwils de ſchaaltjes, en die ſchaaltjes in vezeien geſcheiden ; wel
oude Naaden in den Mond voelen kan , daar de nieu. ke vezelen bij aanmerkt tweërleij te zijn, verſchillende in
» we Lip alover heen geloopen is en deeze oude Lip koleur , zelfitandigheid en plaats. In de kleine ſchaalt
», ziet men zomtijds over de Rugge gaan". Amboinfche jes is volgens hem , debuitentte en binnenſte oppervlak
Rariteitkamer. bladz. 83. te niets dan het uiterſte der vezeldraaden , terwijl de
Hier zou ik , met den grooten ReaUMUR , wel den rand of omtrek uit de zijden der vezelen beſtaat. Leev
Wagen voor de Paarden ſpannen , door van de aangroei. WENHOEK gaat verder , en noemt de Vezeldraaden van
jinge der Schaalen eerer dan van derzelver oorſprong, Steno, Buisjes of Kanaalen. Hier mede moet men de
20 de Heer Klein aanmerkt , te ſpreeken. Die Heer aanmerkingen van Anton . De Heijde , in zijnę Oni
had echter, door deeze inanier van aangroeijing te ont- leeding der Mosſelen vergelijken. Deeze Autheur meenc,
vouwen , alleenlijk bewijzen willen , dat het Schulpdier dat de aangroeijing van derzelver ſchaalen , geſchied door
in zich een ſteenwordend vogt bevat , 't welk de herſtel een lijmerig vogt , 't welk nieuwe Schaaltjes, uic ſchuiaſe
ling uitwerkt van het verlooren gedeelte van de Schaal; draaden beſtaande, aan de binnenſte oppervlakte van de
zonder daar uit, gelijk de Historieſchrijver van de Ko. Mosſelſchulpen aanhegt. Dog het is baarblijkelijk , dat
ninglijke Akademie der Wetenſchappen van Parijs doet , deeze aangroeijing van binnen door de vernauwing, die
op te maaken , „ dat het Dier wel, doch de Schaal niet dezelve veroorzaaken moest , doodelijk zou zijn voor het
in het Eij gebooren worde, als zijnde deeze laatſte Schulpdier , zegt Klein . Hier tegen evenwel, moet men in
iets dat het Dier formeert en een wonder op zich zelo bedenking neenen , dat de Lighaamen deezer Dieren
ve " . Hist. de l'Acad . des Scode Paris, 1709. zeer week zijn , en door de gedagte aangroeijing naar vo
Reaumur , immers, had zelf in zijn Vertoog over de ren , of naar de Mond -opening toe , zo veelmeer plaats
vorming der Hoorens en Schulpen gezegt ; ,, de Slakken verkrijgen ; ja dat de gedagte aangroeijing bij het mond
koomen uit haar Eijeren niet , zonder reeds bekleed te ſtuk , met Schaaltjes die van onderen voortſchieten , in
» , zijn met haar Schaal”. Door de waarneemingen van veele Hoorens en Schulpen oogſchijnelijk blijkbaar is.
LEEUWENHOEK , LISTER , MARSIGLI en anderen , was De gedagte Vezeldraaden beſchrijft STENO nader , en
zulks bevestigd. SWAMMERDAM ontkent , dat de zegt dat dezelven , ten opzigt van de ſtoffe met het Dier
Hooren , eigentlijk geſprooken , het huisje of dewoo. lijk vogt over een koomen ; dog dat die ſtoffe tweērleij
ping der Slakken zij; bij houd dezelve voor een waar naamelijk harder of weeker zij, beiden lijmerig en vezels
bekleedzel, voor de huid van't Schulpdier, dat zon. agtig. Hij wil dat alle ſchaaltjes of plaatjes van de Schulp
der dezelve zo min kan leeven als een Mensch , wien tusſchen het Lighaam en de buitenſte Schaal zijn voort
de huid is afgevild , een Kreeft zonder haare ſchaal, gebragt , hebbende bijgevolg de geſtalte van het Dier ,
of een Schildpad zonder haar ſchild ; weshalven deeze en dus beſluit hij , dat de binnenſte Plaat ofSchaalde groots
korst voor een waar been te bouden is van de Slak , ſte moet zijn . Dit is ook , wanneer men de geduurige
waar aan derzelver ſpieren op gelijke manier aan gee aangroeijing in aanmerking neemt, zeer geloofbaar.
s, hegt zijn , als die der viervoetige Dieren aan debeen . En , gelijkerwijs de beenderen door het vogt van hun.
deren, gelijk zulks in de Mosſelen zich duidelijk open. ne buisjes groeijen , zo beeft in de Schulpen , of wel
baart". Bijbel der Natuure. bladz. 99. in de Plaatjes , waar uit zij beſtaan , door middel van
Uit de gezegde waarneemingen beſluit de Heer de buisagtige vezelen , het zelfde plaats ; terwijl de uit .
KLEIN , dat de Vrugtjes van alle Hoorens en Schulpen wendige oppervlakte gedekt is met een lederagtig meer
met de ſchaal ter waereld koomen ; die , hoewel dan bij of minder dik of dun vlies , dat met het Beenvlies , in
uitſtek dun en vliezig zijnde, door hem nietteinin aan de Menſchen en viervoetige Dieren , overeenkomſtig is.
gemerkt word, als reeds de volkomene geſtalte bebben. LISTER , Exercit. Anatom . III . p. 121. onderſtelt, ins
de , welke zij in volmaaktheid verkrijgt. Zijn Ed. be, gelijks, dat de Schulpen en Hoorens beſtaan uit Schaalt
jes
SCH . SCHI . 3335

jes of plaatjes, en dat deeze uit buisagtige vezelen za dien de vorming van de ſchaal was toe te ſchrijven aan de
mengeiteld zijn ; 'dog is aangaande de ſtoffe, uit welke flijmige vogten ,welken het Schulpdier uitgeeft. Wij ſtaan
de ſchaaltjes en vezelen voortkoomen , eenigermaate van den Heer Klern wel toe , dat ingevalle die ſtoffe zich
tra verſchillend denkbeeld. Hij onderſtelt een levensvogt van binnen aanvoegde, de llooren wel haast te klein
in de vezelen , als in zo veele uitwerpende vaten , ge zou worden voor het Dier, maar ingevalle die aanvoe.
dreeven, en aldaar door zijne vertoevinge, dewijlhet ging van buiten geſchiedde, zo zou dit daar van niet te
zich buiten den loopbaan der circuleerende vogten bevind, vreezen zijn. Dat, nu , zo lang he: Schipdier in zijn
allengs verhard wordende. Hij neemt zijn bewijs daar Hooren teeft, dezelve voor die Ilijinige vogten doorgang
van, dat het levensvogt, het Dier doorgeſneeden heb. baar zij , blijkt uit de zo gemeené aangroeijing van vecle
bende, daar uit geloopen, zagtjes gekooktzijnde tot een Hoorens en Schulpen aan malkander, wanneer zij zick
klonter ſtolt , en eene melkagtige half door?chijnende ko zodanig vereenigen, dat menze dikwils niet zonder kwet.
leur wanneemt; Willende dat de ſtof, waar uit de ſchulpzing van elkander af kan breeken ; 't blijkt uit de aangroe
door verdikking en verharding aangroeit, een levensvogt jing van Wormbuisjes,Pokjes , en wat dies meer is , aan de
zij, met een ſteenmaakend vogt vermengd. Wat nu de levende Hoorens en Schulpen , die nog gemeener is ; het
vezelen zelf, en de ſchaaltjes daar uit zaanen gelijmd , blijkt uit de groeijing van de Hoorens en Schulpen met ee
1
betreft ; deeze zouden bij den oorſprong van ieder ne korst, daar weinigen van uitgezondert zijn , en welke
Dier, zo veel 't getal en de geſtalte aangaat, gefor men wegneemen moet om de natuurlijke ſchoonheid van
meerd zijn . derzelver Schaal te ontdekken .
Hier mede ſtrookt , 't geene Steno ſchrijft van de Paar- Trouwens de Heer Klein beſluit ; dat de ſtructuur
>
1:

len. ,, Tuschen de rokken of plaatjes der Paarlen , van de Hoorens en Schulpen vezelagtig is , en , gelij.
en de ſchaaltjes zelf der Paarldraagende Schulpen , is „ kerwijs de beenderen van andere Dieren , dus gefor
jy alleenlijk dit verſchil ; dat in de ſchaaltjes de vezelen meerd , op dat zij door tusſchen -inneming genot zou
als in een zelfde vlakte gelegen zijn , terwijl die der kunnen hebben van het levensvogt, dat vermengd is
; Pearlen zodanig zijn geplaatst, dat zij met het 'eene met een ander ſchaalmaakend vogt , en op verſcheide
»; end ttrekken naar derzelver middelpunt, en met het .

wijze gefiltreert word , waar door de Hooren of Schulp


andere end aan de klootronde oppervlakte koomen”. gemeenlijk , onder een zigtbaar vliezig Periosteum kan
Op dezelfde manier brengt LiStEr zijn beſluit van de groeijen als de Planten. Welke groeijing overeenkom .
Paarlen tot de Schulpen over. De Paarlen , nu , komen . ſtig zoude zijn metde vorming der beenderen ”. Lucie
niet buiten 't Dier, maar in het lighaam van het Dier zelf bratiuncula , ut fupra. paz. 14.
voort, daar geene doorwaasſeming nog toegang van de Op deezen grond , die weezentlijk de naaste is , rede.
vrije lucht plaats heeft , zodanig dat men de Paarlen zou neerende, befluiten wij , dat het Schulpdiertje in zijn eij,
kunnen zeggen , verſteend te zijn of door ſteenwording door de natuurlijke cigenſchap een vliezig bekleedzel
gebooren . krijgt , 't welk allengs de gedaante aanneemt, die het in
Het geene de Heer Kleen , van wien ik dit ontleend volwasfenheid moet hebben , zodanig dat het in zommi
heb , van de Paarlen zegt , heeft een dubbele beproe. gen , gelijk in veele Slak en Kinkhoorens, reeds de ge.
ving noodig . De ſteenvorming geſchied ook zeer dik talte heeft als de oude Hooren , wanneer het uit zijn
wils in de Lighaamen , en zonder toegang vande vrije El, te voorſchijn komt; vergelijk Lister Exercit. 4.
lucht. Dit is waereldkundig. Maar , 't gené bij volgen nat. I. Tab. 6. dog in anderen minder draaijen of gieren,
Jaat , in Lucubratiuncula de Testarum formatione &c. f. 15. en eene onvolinaakte figuur. Dat dit bekleedzel ook in
pag. 13. op ondervinding rustende , gaat vaster. Be. het Eij reeds zekeren trap van hardheid aanneemt , doch
», halven zo veele waarneemingen en getuigenisſen der ongelijk kleinder dan in de volkoomen ſtaat, en altoos ,
Natuurkundigen , kan mijns oordeels, ieder een zelfs zelfs in volwasſen Hoorens 'en Schulpen , verſchillende
» met het bloote oog waarneenien , dat de ſchaalen der van die van ſteen , en nader komende aan die van talk
,, Schulpdieren , uit verſcheide buisagtige vezelen der of Moskovisch glas. Dat de uitzetting geſchied door
ſchaaltjes beſtaan , te gelijk met ontelbaare doorgan- inneming van het levensvogt, uit het Schulpdier , welks
„ gen en verſcheiderleij celletjes , die in zommige ſchaa. Lighaat vergrootende de vezelen doet van elkander wij
len elkander ſnijden. Laaten, bij voorbeeld , Kink ken en dus plaats maakt voor de tusſchenkoomende vog .
„ hoerens, Vleugelhoorens, Kasketten , met de vijl of op ten , waar van het overtollige aardagtige gedeelte , de op
een Nijpſteen afgeſleepen worden , of doorgezaagd; perhuid of korst formeert. Dat de aangroeijing in zom
dan zullen zich op ſtaande voet , celluleuze , vezelag. migen geſchied aan het Mondſtuk; dog in de genen , die
tige, buisagtige kanaalen , vertoonen , die bijna ontel. eenen gezoomden rand hebben , ſchijnt dezelve aldaar
baar zijn , en met wonderbaare draaijingen zaamen. niet tekunnen geſchieden ;mooglijk groeijen de knobbels ,
„ gehegt. Dit alles , 't welk zich in de inwendige zelf takken en punten op dergelijke wijze aan ; waarſchijn.
ſtandigheid der Schulp vanzelve , maar op de binnen. lijk zullen zij in de genen,die dezelven niet hol of geutswij.
of buitenſte oppervlakte niet dan in zodanige Hoorens ze hebben ,reeds in het Éij , door een formeerend begin .
en Schulpen ,welke op den oeververkalkt zijn, open zel , gevormd zijn ; ten minſte kan men 't in de zulken ,
„ baart , toont eenige overeenkomstigheid met de been gelijk de Spinnekoppen en Krulhoorens, niet toeſchrij
deren der Dieren. Laat hier ook in aanmerking kom ven aan de geſtalte van het Schulpdier , terwijl die in
men de ſchaal der Pokken ( Balani), zo der gemeene anderen, gelijk de Wormbuisjes en Slak- of Kinkhoo.
als vanbekwaam
zeer die der Walvisſchen ,welkerzeefagtige
is om de zelfſtandigheid ſtructuur rensDeeze
der Conchijli: , baarblijkelijk daar overeen
ſtelling komt toe doet.met het denkbeeld van
39
» te verklaaren , wat de groeijing als die der Planten aan. RUMPAIUS, die (zekerlijk in de Oostindiſche) zelfwaar
-» gaat, en de nevensplaatzing der deelen ten duidelijkſte genomen had , dat de aangroeijing van nieuwe ſtoffe in
,n tegenſpreeke”. zommigen aan den rand der Mond opening , in anderen
Die nevensplaatzing zou men onderſtellen moeten , in , door uitrekking van het Lijf naar alle kanten , en in een
VI Deel. X derde
3337 GCR , SCH

derde zoort op diebeide wijzen teffens geſchiedde. De vs polijst glad en leverkoleurig , aan den anderen kant ge
eerſte manier fielt hijgemeen te zijn aan de Purper- , Kink. ribd enmelkagtig; de andere geheelenal ſneeuwit ge
en Slakhoorens of dergelijke dikbuikige ; de tweede ei. vonden word ? Indien ik wist, op wat wijze de Appe.
gen aan de Porſeleirihoorens; de derde aan de Oesters , len aan de ſchil zo menigvuldig en fraaij gekoleurt wor .
Mosſelen en alle Doubletſchulpen , die niet alleen in dikte ,, den , daar hnn vleesch in 't gemeen wit is ; zou ik niet
toenemen , maar ook aan den rand oogſchijnelijk nieuwe , haperen in het uitleggen van de koleuringen der Conchij
uitzettingen bekoomen . De afgebroken takken of pun. „ liën en tevens der Pluimpjes, die de wieken der Ka
ten van de Spin- en Snippekoppen , en dergelijken , wor- » pe'len bedekken . Hier komen wij met den beroem
den , zo hij aanmerkt, nimmer herſtelt. den REAUMUR overeen , dat , bij aldien de natuur van
De Heer REAUMUR, zegt Klein , leid de aangroeijing bet Dier zo geſchikt is , dat de Schulp (welke wij ge
niet alleen , maar ook den oorſprong der koleuren , af van » gezegt hebben een zamenſtellend deel des Lighaams
de halskraag of zoom van't Schulpdier. In geen van bei. „ te zijn ) , geel zij of blaauw , of anders , of veelkoleu
de opzigten kon hij zulks toeſtemmen , „ Wij ontken. rig, de natuur van zulk een Hooren een ongelijkaartige
» nen niet (zegt zijn Ed.) , dat de Dieren uit zeker ge. , koleur geenzints toelaate , of deHooren moet, volgens
‫ رد‬deelte des Lighaams zomtijds ſterker dan uit anderen haare natuur op eene bijzondere wijze gekoleurd , uit
doorwaasſemen ,bijvoorbeeld nevens de halskraag van de het Eij zelf voortkoomen ”.
» Slak ; de ſtof, die uitzweet , moet niet van de halskraag De Heer Klein leit vervolgens den oorſprong der
de doorwaasſemende vogten at,
» alleen, maar van het geheele Lighaam zijn ; ook is de Hoorens en Schulpen vandoor
» Nijm der rimpelen oftepelen de ſtoffe zelfniet, welke die in de fijnſte vaatjes menging , filtreering , ver
tot behoud van het leven des Diers doorwaaſemt. Dus dunning of andere veranderingen , veelerlei koleuren kun.
» is de uitwaaleming of doorwaareming en wrijving of nen voortbengen; even als uit een melkagtig vogt bet
» aanwrijving niet een en'tzelfde ; daar is ineer in de purperroode bloed gebooren word . Bovendien kan z, o
wrijving dan in de doorwaasſeming. Bij aldien de hij oordeelt , uit het maakzel der ſchaalen , die uit regt
> rimpelige deelen en tepelen van de halskraag zaamenge- of dwars loopende, of elkander netswijze kruiſende en
9 drukt worden , leveren zij een overvloedige ſtoffe , kromme vezelen zamengeſteld zijn , de bijzondere fcbik .
,, zeer gelijkende naar het kwijl des beks van het Schulp: king der koleuren verklaard worden. „ Dog een men .
> dier , die ik geen ſtoffe noemen zou , welke uit- of door. „ geling (zegt hij ,) der koleuren ontitaat , zo menig.
> waasfemt. Even 't zelfde geſchied, wanneer het Dier de maal de vogten meer of min worden verdund en gefil.
voorſte deelen van zijn Lighaam , die uitgeſtoken wa- 2) treerd ; tot welke mengeling ook de lijmige en ſchaal.
„ ren , Negts door den vinger van een Mensch wat on. maakende vogten behulpzaam zijn. Dus is de lijm van
», zagt aangeraakt zijnde , wederom binnen zijne Schulp , „ de kwijl een andere als die van een gekwetst Schulp.
en wel zo diep verbergt , dat niets dan dat kraakbee- dier ; 't geen ScheuchzER , LISTER en LeEUWENHOEK
>> nige , welk de halskraag geheeten word , naar den mond » getuigen. De eerſte ſchrijft; zij geeven een Slijm als
des karteldarms gelijkende, in 't gezigt blijve. Ono ,,, ſpeekzel, tot den mond uit , die verſchillende is van
dertusſchen heeft evenwel't gene aangaande de koleur de Nijm , welke vloeit uit een gekwetste Slak en blaauw.
en zwarte vlakken van de halskraag voorgeſteld word , ,, agtig is , niet op ſtaande voet in vel of lijm overgaan.
,, een groote waarſchijnlijkheid ; indien , namelijk, de de. LISTER zegt, in Exercitat. Anatom . III. pag. 78.
halskraag geel zij of citroenkoleurig, of de ſtoffe die uit het levensvogt van den Oester worddoor bijmenging
dezelve zweet zodanig geſchikt, dat dezelve, een nieu. van water ligtblaauw , even als in de Slak , en p. 37 het
we winding maakende, die tevens een geele koleur bloed der Mosſelen , is op zommige plaatzen rood en
kan geeven , en de halskraag bovendien met vlakken » geel ja vertoont de ſchoonſte goudkoleur, volgens 't
3) bezet is , welke eindelijk , bij voorbeeld , of een zwar- » getuigenis van Leeuwenhoek. Wat mij belangt, ik
te ſpiraale lijo , of vlakken die in een Slangetrek ge- meen gegronde reden te hebben om te onderſtellen ,
» plaatst zijn , tekenen . dat het agterſte gedeelte van het Lighaam des Schulp.
» Aangaande zodanige verſchijnzelen zal ik in 't ver . > diers , waar in de ingewanden zich bevinden , als de
» volg mijn gedagten zeggen. Thans zou ik gaarn wee- tederſte zijnde , of ook desſelfs uitterſte deel , aan de
» ten ; van waar zo verſchillende en gemengde koleuren eerſte wirding , die de tederſte is , en in zommige Hoo.
%, zaamenloopen in de gevederde of geſchubde tekening », rens in een korter of langer draadje eindigt , de naaste
van de Triton -Hoorens, van de Kasketten , die gezoomd oorzaak zij , zo van de aangroeijing der Schaal , als van
zijn , de Tollen en ontelbaare andere zo Hoorens als derzelver koleuren ,” Licubratiuncula , ut ſupra . p. 22.
» Sckulpen , inzonderheid der Tooten , en onder dezelve Het gezegde Draadje verdient nog een nadere beſchou
der Admiraalen ? Die van de Toot , bij voorbeeld , wing. REAUMUR had van't zelve , als van een zeer fij.
» welkeik eenmaal heb gezien , onder den naam van Cedo ne ſpier, gewag gemaakt , door welke de Schulpdieren
i, nulli ? Terwijl ondertusſchen alle halskraagen , of altoos digt aan den top van hunne Hoorens zijn vastge.
deelen van het Lighaam die daar van de plaats be- hegt. Hij merkt aan , dat die aanhegting in de jongheid
‫ ܕܪܢ‬kleeden, zeer eenvoudig en van een ongeagte koleur zeer nabij den top der Hooren , dog in de volwasſenheid
zijn. Zeer bekend is de Slijkſchulp of gemeeve Moso
13 te vinden zij tusſchen de tweede en derde gier , van den
fel, een Dier van wit of geelagtige of oranjekoleur ; top af gerekend. Ten minſte is zulks in de Historie van de
», maar , hoe komt het, dat de wanden van deszelfs Schul. Koninglijke Akademie der Wetenſchappen van Parijs , als
, pen inwendig vuil paarlagtig , uitwendig en wel in de uit zijn Vertoog getrokken zijnde , voorgeſteld. Ces Lima.
> winter zwartagtig , des zomers hemelsch blaauw of consfontattachésa leurCoquille par un Muscle, qui , lorſu'ils
» blaauwagtig zijn ? Met welk penſeel zijn de Mantels Sont extremement jeunes,ne peut être qu'extremementproche
9) en Gaaper- Schulpen zo fraai geſchildert ?' Waar komt du centre deleurSpirale. Cependant il ſe trouve toujours en
het , om voorl te gaan , van daan , dat de bovenſte ſchulp tre le 2me & 3me tour de cette Spirale , quand ces Animaux
van den kostbaare Kompas.Doublet aan de eene kant ge ontpris toute leurnaisſance, Hist. de l'Ac. R. des Sc. de 1709.
Dic
SCH . SC .. 3335

Dit merkt Krein aan volſtrekt valsch te zijn , zeggende ſchaalige Schulp. Dit woord komt hier in plaats van 't
dat dit ſpieragtigdraadje nergens anders vast kan zijn , latijnſche woord Tests, dat zo wel de Hoorens der Slak
dan in de uitterſte punt of top van de Hooren. Het ken als de Schulpen der Mosſelen aanduid . Dus noemt
,, agterſte deel des Lighaams, immers, zegt hij) is vol. LINNEUS alle die van deezen Rang Vermes Testacea , ge.
-, maakt ſpiraal, zodat hetnoodzaakelijk tegen het eerſte lijk bij die van den voorgaanden Vermes Mollusca getiteld
» punt van de draaij der Hooren aan moet loopen ; en had. RONDELETIUS heeft reeds die woord gebruikt, dat
hierom is het geheel onmooglijk , dat die ſtip van de cen minſte zo eigen is als het gemeener woord Conchijlia ,
weeke Gier, niet ergens anders van af hangende , de welk men dikwils in 't nederduitsch navolgt met Cone
tweede Gier van de Hooren zou kunnen overſtappen , chijliën , in't fransch Coquillages, onder welken naam A
»al leefde het Dier honderd jaaren. En , wanneer men Danson de Dieren zo wel als de Hoorens en Schulpen
bet draadje eens verplaatst gezien heeft, moet zulks beſchrijft, noemende derzelver Schaal Coquille. Palla
,, aan een geweldige rukking toegeſchreeven worden . DIUS noemdeze beſlooten Dieren van de Zee ; dat in ver
Ondertusſchen is de kwetzing van den top der Hoorens, ſcheide opzigten gebrekkelijk is. Cicero gebruikte veel
zo bij zelf aanmerkt, altoos doodelijk voor het Schulp. eigener , de omſchrijving , van Belluæ rativis Testis ad.
dier of de Slak. Indien de groote Gieren ergens gebro. hærentes; dit drukt alles uit. Plinius, in tegendeel
ken worden of beſchadigt , dan worden zij door bet Dier die ze noemt, Animalia Testis inclufa duris ; Silicet
weder herſteld , maar de top doorgeſtooten of een ſtukjen Testd inclufa ; fuit er veelen buiten . Wij erkennen wel,
daar afgebrooken zijnde , komt er een zeer fijn zakje met TOURNEFORT , dat de gedagte bekleedzelen altoos
uit de wond te voorſchijn, daar ontſtaat het vuur in , en iets hebben , dat naar de hardheid zweemt van een broo•
bet Dier ſterft onvermijdelijk. ſche ſteenagtige ſtoffe , gelijk die van Porſelein of an
Is dit ook de reden , dat demeeste Zeehoorens, die der gebakken Aardewerk ,maar de hardheid van keijſtee
men in de handen krijgt . aan den cop beſchadigt zijn , nen bezitten de Hoorens of Schulpen niet , dan wanneer
en hoe veelen ziet men erniet , die aan den top niet vol zij verſteend zijn.
groeid zijn ; waar uit ik dan veeleer het denkbeeld van Gedagte Dieren verſchillen grootelijks in geſtalte; dog
REAUMUR zou toeſtemmen , die zegt ; „ , alzo de ftaart de Werkmeester der Natuur heeftze niet onverſchillig in
van het Dier niet gehegt is aan den top der Hooren , allerlei Hoorens of Schulpen geplaatst ; 't welk ook niet
, gelijk zommigen gemeend hehben , kan dezelve zich te verwonderen is , alzo deeze harde huid zekerlijk
99 gemakkelijk verplaatzen , vooral ten tijde als de plaats, ten dienſte van het Dier , niet het Dier ten dienſte van
9)daar het Dier aan zijne Schulp kleeft , verandere". zijn bekleedzel is geſchapen. Hoe zeer wij ten opzigte
KLEIN evenwel, die REAUMUR ook in andere opzigten van het gebruik , dat het zelve daar van heeft , in veele
tegenſpreekt, gelijk wij gezien hebben , brengt hier tegen gevallen en opzigten onkundig zijn , mogen wij dog wel
in. „ 't Zal zeker blijven , dat het melkzakje der Slak, vastſtellen, dat hier in niets overtolligs plaats heeft . Dit
van HARDERUS , en het Draadje van de Nautilus, (dat blijkt te meer , om dat Hoorens en Schulpen, die naar el
92 door alle de kamertjes gaat) , van het eerſte punt der kander gelijken , veelaleen zelfde Nag van Dieren hebben.
,, draaijen af hangen , zo dat zij niet van plaats veran. De Pijpagtige Kookers worden van Wormen of dergelijke
deren; veel minder zullen de peezer, der ſpieren van Schepzelen bewoond; de Slakhoornagtige van Slakken.
„ de Mosſelen, die in de Schulpen ingeplant zijn , zich Dit ſtrekt zich tot bijna alle zogenoemde Hoorens , die fpi
» verplaatzen ". raale draaijen hebben , uit. Evenwel is er een aanmer.
Aangezien de Heer Klein dit ſtuk negts redeneeren- kelijk verſchil in de geſtalte deezer Slakken. De Dou.
de tegenſpreekt, 20 neem ik de vrijheid van daar tegen bletſchulpen ſtrekken tot békleedzel van een ander Nag
in te brengen ; dat , ingevalle de Geſtalte van de 700. van Schepzelen. De meesten bevatten een Dier , dat
rens , in't algemeen ,aan den top , moest afhangen van naar de Tethijs, die wij Zee- Haas gedoopt hebben ,
de ſpiraale figuur des Lighaams , 'twelk aan zijn end in een zweemt. Dit heeft zelfs in de gewoone Oesters plaats ,
draadagtig ſtaartje uitloopt ; als dan ook alle Hoorens , dog in de Mosſelen koint het Dier nader overeen met de
van een zelfde zoort , even volmaakt getopt moesten Zee Scheeden of Zakpijpen , zo genoemt. Dit laatſte
zijn. Hoe veelen nu , ziet men er niet, die geenzins in heeft ook plaats in die Doubleteen, welke naar Peulen ,
een ſcherpe punt aan den top uitloopen , terwijl het ui- Scheeden , Meshegten en dergelijken zweemen . In ee.
terſte van de draai niettemin is geſlooten , en geen blijk nige weinigen , gelijk de Nautilusfen , komt het zelve
geeft van eenige onvolkomenheid ten opzigt van het le- met de Zee. Katten of Polijpusfen , in de Pokken met on.
ven des Schulpdiers. Ten anderen , ſchijnt de voorzich . ze Steen- Slak , Triton overeen.
tige Werkmeester der Natuur dat ſtaartend , zo nood- Deeze Dieren nu , hebben eene algemeene nuttigheid.
zaaklijk totdesſelfs leven , niet zonder een blijkbaar ge. Ik ſpreek niet van de verſnapering , welke de Oesters,
vaar aan het uiterſte toppuntje van de Hooren te hebben Mosſelen en Alijkruiken bier te Lande uitleveren. Hoe
kunnen aanhegten ; dewijl de minste aflijting , ſtooting dat de Schulpdieren aan de Romeinen , van ouds , tot
of afbreeking van een zo fijn puntje doodelijk voor het voldoening der gulzigheid en wellust ſtrekten, is reeds
Dier moest zijn geweest. Dit moet de Heer Klein niet gezegt. De Grieken in de Oosterſche Landen , gebrui
bedagt hebben. Ook gaathet vast , dat veele Dieren een ken in de Vasten , wanneer hun niet alleen Vleesch, maar
geheel andere ligbaamsgeftalte hebben , dan de Hoorens , ook Visch te eeten ongeoorlofd is, allerlei Schulpdieren
die tot bun bekleedzel ftrekken , gelijk wijin't vervolg tot ſpijzeſche
, ja zelfs de zogenoemde Tuinſlakken e, welke
zien zullen . de Ezijpti Boeren tegen dien tijd , in menigt te Kai.
Door Schulpdieren verſtaa ik , in 't gemeen , die Die- ro brengen , zo HASSELQUIST verbaalt ; ja zij voeden
reb , welke in de Hoorens en Doubletten , ja ook die in die met tarwe meel , om ze altoos versch te hebben , en
de Wormbuisjes , Patellen , Zee Ooren , of in de Pokken houden de Slakken dus veele weeken in 't leven . Rel.
buisvesten; dat is , alle de Schepzels, wier uitwendige jen nach Paleſtina. pag . 483. Est Cochlea pomatia , Lise
bekleedzel is een eenſchaalige, tweeſchaalige of vee!. TERI. & c. Onder de Oosterſche Volkeren piet alleen maar
,
X2
3330 SCH SCH .

maar bij de Indiaanen in andere wereldsdeelen, die om Mosſelen welgeſtampt , uitwendig goed tegen de winter
en aan de ſtranden woonen , zijn de Schulpdieren uit de hielen zijn , is zo verwerpelijk niet als veele andere ei
Zee een zeer gewoone ſpijze bij gebrek var. Visch. Die genſchappen , welken , 't zij uit inbeelding of bijge.
van het grootſte zoort , bij voorbeeld het Dier der Te- loof, toegeſchreeven worden aan eenige zoorten van
pelbakken onder de Hoorens , worden in de ſchulp op Conchijliën. De dekzels echtervan zommige Hoorens ,
koolen gebraaden , gelijk men hier zomtijds de Oesters gelijk de Blatta Bijfantina , als ook ,diezijn
Hoorentjes
nog onder,
loe Uit veel kleinere word de Visch raauw gehaald welken men Dentalia noemt ofEntalia
en dus gegeten . de winkeliniddelen bekend.
RUMPHIUS zegt , dat de Dieren of Slakken uit de Van de Ouden werden Schulpen gebruikt , om bunne
fraaist getekendeHoorens, gelijk die men Pauſekroonen , ſtem te geeven in de groote Vergaderingen , en hier uit
Bisſchops-Mijters, enz . noennt ; als ook uit de Porſelein- is de benaaming van Oſtracismus , die tot verzending in
hoorens, Harpen , veele Dadels , Rollen , Tooten , enz. ballingſchap te Athene ſtrekte, geſprooten. Bij deRo.
niet goed om te eeten zijn , ja van zommigen voor vergif- meinen hebben die Hoorens , welke men thans Trom
tig gchouden worden , brengende, als men ze gekookt pethoorens of Tritons noemt, reeds gediend tot Oorlogs.
eet, dikwils door verſtikking de dood aan. Het gemee- bazuinen ; gelijk men ze nog heden onder de Indiaanen ,
ne Volk evenwel , dat ze gebraaden eet , zou er geen dikwils daar toe bezigt. De Chineezen bakken zo men
hinder van hebben. Die hard van vleesch zijn , gelijk de verhaalt, Porſelein van zomnige Schulpen ,welke men ten
Kinkhoorens en dergelijke, hield men van ouds, reads, dien einde, eenigen tijd,in de grond begraaft. Oneindig
voor eene ſpijze , welke de maag bezwaart. Raauw zijn 't gebruik , dat er de Wilden van maaken , in de andere
de Oesters , Mosſelen , en andere zagte Schulpdieren wereldsdeelen , tot oplooijing van hun Lighaam en lie.
beter dan gekookt ; want zij verliezen door 't kooken raad ; zommigen draagen ze in de ooren , aan den hals ,
hun ziltig vogt , met welks behulp zij anders de natuur. armen en beenen of om den middel; andere Natiën, ge.
lijke ontlastingen, per alyum & urinam , bevorderen. Tijk de Turken en Arabieren , verſieren er bunne Paar
Ook ſtrekken zij tot aanprikkeling der Natuur , en hier. detuigen mede. In Europa dienen zij als bekend is , tot
om mooglijk , werd Venus gezegt in een Schulp te zijn veelerlei Grotwerken ; van zommigen worden Tabaks
gebooren. en Snuifdoozen vervaardigt ; men bekleed er ook wel
De zelfitandigheid der Hoorens en Schulpen , komt mij Tafels mede. Het Paarlemoer en de Paarlen , die men
voor , zeer veel te gelijken naar die der Beenderen van uit Schulpen haalt, zijn bij ons van veelerleij gebruik.
de Menſchen en viervoetige Dieren. Allen zijn die door In Vrankrijk en Engeland , zegt Lister , worden de Con.
geweld breekbaar , dog kunnen niet lig, tot fijn poeijer chijliön tot het witmaaken van Wasch gebezigt. De En .
gemaakt worden, wegens hunnetaaiheid ; dit heeft im. gelſchen mesten huone Landerijen met Schulpen , frisch
mers in alle verſche Beenderen plaats, 20 wel als in de van 't ſtrand gehaald. In veele Provintiën van Vrank
Hoorens en Schulpen; maar deeze zo wel als geenen , 't rijk gebruikt menze om het Linnen wit te maaken. Hier
zij door de lucht, door water of door vuur; (de aar- bezigt men die Schulpen , welke de zeeopwerpt, veel tot
de wil ik uitzonderen , om dat dezelve niet dan door de het vastmaaken van Wegen , Laanen en Voetpaden ,daar
andere elementen werkt), in meer of minder graad ver- zij zich door verbrijzeling , tot een gelijken effen grond
kalkt zijnde , laaten zich gemakkelijk tot poeijer maa. ſchikken , die tevens gemakkelijk te bewandelen is. De
ken. Dit openbaart zich in die Hertshoornen ,welke men , broosch
Oesters- en Mosſelſchulpen zijn hier toe te , en
tot medicinaal gebruik , Negts van den damp van kookend zo dienſtig niet als de gemeene Strandſchulpjes, zo effen als
water laat doordringen , en dan bekwaam om te ſtampen geribd , welke laatſten, men in Zeeland , Kokhaanen noemt.
zijn. Natuurlijke Hoorens of Schulpen bezoedelen ook van zommige Hoorentjes gelijk de Kauris en anderen ,
de handen en vingers door 'taanraaken niet , dat de gee. word bij vreeinde Natien , inzonderheid bij de Negers aan
nen doen die verkalkt zijn , en zommige zoorten van ver. de kust van Afrika, gebruik gemaakt in plaats van Geld.
fteende Conchijliën. Voeg hier bij de dierlijke of zoge- ſpecie. In 't algemeen ſtrekken zij in Europa, tot een
noemde visſchige reuk der frisſche Schulpen , die echter vermaakelijke en duurzaame liefhebberij.
wel ras verdwijnt. Kan dit alles niet tot een kenmerk De grootſte nuttigheid , echter, welkemen hedendaags
dienen , om de verſteende van de onverſteende te on- van de Schulpen heeft , is, dat men ze , zo hier le lande
derſcheiden ? Van de geenen die in Keijſteen , Agaat , als elders , gebruikt om Kalk van te branden. Men ver
brengt.
Oker of Mineraal, verandert zijn , ſpreek ik niet, de- zameltze, ten dien einde, aan onze Zee-Oevers,en worden
wijl de zaais als dan , uit de bloote beſchouwing , blijk . ze naar de plaarzen waar Kalkovens zijn. Ook
baar is. Nog bewijst de eigentlijke kalkbranding der Schul- zij wel naar andere Landen uitgevoerd . De Heeren Staz.
pen en die der Beenderen gedagte overeenkomst nader. ten der Vereenigde Nederlanden vonden , in 't voorſte
Groot was’t gebruik , dat men van deeze bekleedzels des jaars 1730. goed , dien uitvoer voor drie jaaren te
der Schulpdieren , oudtijds in de Geneeskonst maakte. verbieden , om dat de Noordzee , zedert eenige Jaaren ,
Volgens Galenus, genas men er mede de 'Traanfistels, veel minder dan te vooren , en in 't jaar 1729 genoeg
Tandpijn , Daauwworm der Kinderen , loopende Zwee zaam geene Schulpen opgeworpen had . Zo ziet men dan
sen en Brandingen. Lister ſchrijſt er, in 't algemeen , het aanbelang van dit oogſchijnlijk geringe uitwerpzel der
cene bijtende eigenſchap aan toe , en't is zeker , dat zij Zee. Op het Eiland Schouwen worden jaarlijks, zo van
die door verkalking bekomen. Men kan er ook een poei den zogenoemden Schelphoek , als van de kant van Ou
jer van maaken , na dat zij eenige tijd in de zon gele werkerk , tusſchen de twee en driehondert wagenvrag.
gen hebben , en dus door uitdrooging eenigermaate ten met Schulpen gehaald , 20 de Heer BASTER aan.
verkalkt zijn . Gebrande Oesterſchulpen koomen in 't zo merkt .
beroemde middel tegen den Steen . In 't algemeen zijn de Veele Doubletten beſchutten , door zich te Quiten , het
Schulpen zuurbreekende , welke kragt ook de voornaam- Schulpdier voor beſchadiging , dog de meeste Hoorens
te is, die de Paarlep en het Paarlemoer bezitten . Dat hebben een wijd openſtaande mord ; zo dat het Dier daar
in
SCH, SCH. 3337

in vervat, tot zijne beſchuttinge iets anders noodig had, dieren, gelijk de Pholaden , zich wooningen weeten uit te
De Tuinjakken befiuiten zich , tegen den winter,metze. hollen in rotzen van zand- of kalkſteen . Opde gezegde
kere dekzeltjes, welke zij in'cvoorjaar wederafwerpen; wijze, doormiddel van haare voet oftong, kruipen ook
dog deeze zijn even als de dezeltjes der Alijkruiken , de Mosſelen voort ; en de Oesters, ſchoon dit niet kun .
maar dun en teer. Geheel dikke, zwaare en ſteenharde nende doen , weeten zich dog in de Nijk om te keeren en
dekzeis, die mengewoonlijk Zee Navels noeint , draagt daar uit te redden. Meest, echter , zitten deeze laatſten
het Dier van de Knobbelhoorens, Soldaaten en Maanhoo vast , en de Schulpen hegten zig aan ſteen of paalen, ja
rens , voor aan 't Lijf. Dewijl derzelver opening rond aan elkander , en zomtijds die der Mosſelen aan Oesters,
is, zo hebben de dekzels ook eenen ronden omtrek , en zo vast ; dat men ze er moet afbreeken , Deeze aanklee .
zijn aan de eene zijde plat en bruinagtig rood ; dat is aan vende eigenſchap heeft wel meest in het geſlagt der Oe.
die zijde , welke aan het Dier heeft vast gezeten ; de ſteren plaats, dog men vind ook de meeſte Hoorens en
andere, die paar buiten komt , is verhevenrond en dik- Schulpen , zelfs die nog leevende uit de zee gehaald zijn,
wils, in de kleinere , van een ſchoone regenboogkoleur; begroeid metWormbuisjes en Pokken (Balani) , 't welk
weshalve men deeze dekzeltjes, in de Indiën , gemeenlijk Dieren zijn , die zich niet verplaatzen , zo min als het Dier
Maan.Oogen noemt. Dergelijken vind men er , die ovaal der zogenoemde Eende-Schulpen. Gelijk, men nu , deeze
zijn ; waarſchijnlijk van de Halve Maarhoorens. Van de laatſten met haaren hals gehegi vind, aan paalen, ſteenen of
gedagte Maan -Oogen maaken de Indiaanen bijgeloovige ſtukken houts , zo zijn er ook zommigen Schulpen, die zich
gebruiken . Die Hoorens , wier openingen langwerpig met zijden draaden vast maaken. De Ham - Doubletten
zijn , hebben dunne, langwerpige dekzeltjes , hoedanig leveren daar van een voorbeeld uit ; ook koomen in de
een de Blatta Bijlantita is, wordende in Indie veel tot Adriatiſche Zee , een zoort van Hartvormige-Doubletjes
reukwerken gebezigt. De beste daar toe , komen van voor, die lang zwart haair hebben ,'twelk waar?chijnlijk
de Spillen , Tritons en Krule of Purperhoorens. Zie de mede tot derzelver aanhegring dient.
XXX. Plaat in het I, deel der Verzameling van afgezette De Schulpdieren ſchijnen het meeſte voedzel te trek.
Hoorens en Schulpen door Knorr , en derzelver Verklaa- ken uit de Nijk of Nibber der wateren. Zonmige eeten
ring, In anderen is de reuk , wanneer zij verbrand wor. ook Wormpjes en Infekten ; ja Visch en Vleesch gelijk de
den, van dien aart, dat men dezelve tegen de opſtijging Aardlakken. Eenige Hoorens koomen geduurende den
en vallende ziekte dienstig geoordeelt heeft , zegt A- zomer , uit het water , en klimmen bij de takken der boo,
DANSON , Voijageau Senegal. Des Coquillages. p. XLI. men , die in 't water ſtaan op , om te aazen op derzelver
die ook aanmerkt,dat de langwerpige dekzeltjes op ver- bladen en vrugten . 't Is niet onwaarſchijnlijk , dat de
na niet toereiken om de opening te ſluiten van den mond Dieren der Hoorens, die in 't algemeen naar Slakken ge.
in veele Hoorens. Zij verſchillen daar in , aanmerkelijk lijken , ook dergelijke levensmanier bebben. Men vind
van de dekzeltjes der Slakhoornen , dat het Dier metzijn ze meest zitten aan de ſteelen en bladen van 't Zeewier
dekzeltje gebooren word , en het zelve altoos behoud, en andere Waterplanten in de Indien , op welken veeler
20 lang het in leven blijft. Ook zit dit dekzeltje , vol. leij Inſekten huisvesten. Maar dewijl zij altemaal de lig.
gens zijne waarneeming, niet aan den Kop der Slak , haamsdeelen omgekeerd , en den inond naarbeneden heb .
maar aan haaren Voet vast, wordende dikwils op eene ben , zo komt het voedzel van onderen in , en de vui.
· zonderlinge manier , wanneer het Dier te voorſchijnligheden, die men Papaver noemt, gaan opwaarts uit,
komt , omgekeerd en als tonderſte boven gewerteld; žo zommigen aanmerken . Die der Rivieren eeten klei
zo dat zulks in zommigen , gelijk in de Nerieten , naar de ne Vischjes en veelen gaan weiden ; de Mosſelen leeven
klepſluiting der Doubletten veel gelijkt. van water en eeten in haar voortgang de kuic der Vis.
De meeste Schulpdieren , en bijgevolg de Hoorens en fchen , zegt D'ARGENVILLE, Dewijl het zeker is , dat
Schulpen , die zij met zich omdraagen , hebben eenige de Dieren der Schulpen , die twee ſnuitjes hebben, als
voortgaande beweging. Aristoteles heeft reeds aan- de Zee- Scheeden , door het eene geduurig het water in.
getekend , dat de Kamſchulpen ſpringen. RUMPHIUS ſurpen , en door hetandere het zelve weder uitſpuwen ,
verzekert, dat de Maleijers dezelven vliegende Schulpen zo zullen zij buiten twijfel gelijk de kleine Vischies,
noemen , om dat men zeuit het water zomtijdseen ſprong gevoed worden door de Diertjes, zaadjes en olieagtige
ziet doeri, als of zij vloogen. Van die fraaije Hoorens, deeien , die er altoos in 't water zijn. Zie BASTER
welkemen Nautilusſen of Schippertjesnoemt, is't bekend Natuurkundige Uitſpanningen, I. Deel , bladz. 77.
dat zijlangs de oppervlakte der Zee gaan ſpeelevaaren , De Aardſlakken , waar toe ook veelen , wier Hoorntjes
en dan naar believen , wederom onder duiken . Dit heeft men tot liefhebberij bewaart, gelijk de Lampjes , Top
zo wel in de dikke plaats , als in de dunne of Papieren pakken en dergelijken , behooren, eeten , als gemeld is ,
Nautilus. Die Hoorens , wier Dieren Slakvormig zijn , bladeren en vrugten.
zullen waarſchijnlijk als de Slakken kruipen langs de rot- De gemeenſte woonplaats der Conchijliën is in de zee
ſen , zandbanken of op den grond der zee. Zulks is ten of derzelver ſtranden ; want dat er op den bodem der zee
mipften zeker van de Patellen , Zee-Ooren en dergelijken , zouden zijn van eene verbaazende grootte, die wegens haa.
Her Dier der Doubletten ſteekt een lid uit , dat naar een re zwaarte daar alcoos leggen blijven , gelijk RONDELE .
Poot gelijkt , en baant zich daar mede een weg door het TIUS wil, heeftgeene zekerheid. Ondertusſchen is zulks ,
Zand. De beweegingen , welke het Dier door hulp van ten opzigt van de orgineelen derverſteende Ainmons- Hona
deeze Voet.( dien zijn Ed. in de gewoone Strandſchulpen rens niet ongeloofbaar. Men vindze bijna in alle wa
afgebeeld heeft), volbrengt, zijn wonderlijk , zegt den teren des Aardbodems, dog die aan de Kusten der Spece
Hr. Baster , Natuurkundige Uitſpanningen . 11. Deel , rij-Eijlauden,en daarointreeks, in Oostindie, voorkomen,
bladz. 75. Herkeert zich niet alleen daarmede t'onderst ſchijnen de voortreffelijkſten te zijn van koleur. Dat het
boven ; maar trekt zich voorwaarts en maakt er ook ge voedzelderSchulpdieren daar van deoorzaak zij , is waar
bruik van even als de Varkens van hunne ſnuit , om in den ſchijnlijker, dan dat zulks zoude voqrikoomen van de
grond te booren . Verbaazend is t, dat zommige Schulp. ſterker werking der Zon ; dewijl als'dan de Westindi
.
X 3 ſche
3338 SCH . SCH .

ſche en die van de Guineeſche Kust ten minſten even zo betreft. In't algemeene'word hij door JOHNSTON gevolgd
fierlijk moesten zijn. De zonneſchijn evenwel , brengt met eenige verſchikking en naauwkeuriger verdeeling der
de bekleedzelen der Schulpdieren , even als de vrug geſlagten. Van CHARLETON , wiens Naamlijst der Dieren
ten der Planten , in zeker opzigt tot meer volkomenheid , nu hondert Jaar geleeden uitkwam , Onomasticum Zoicum ,
gelijk men ditwaarneemt in de Paarlemoer en de Paarlen ; Lond.1668. Quarto .pag .178. , zijn de Eenkleppige ,waar
die veelminder glans hebben in de Noordelijke landen dan toe deeze Autheur veelen betrekt , die daar niet toe be .
onder den Evenaar. Ook ſchijnen zij aldaar grooter te hooren , in’tmidden tusſchen de Hoorens en Doubletten
vallen ; ten minſten van zulke verbaazende Schulpen , als geplaatst. Hij had veel beter gedaan , aan die Klasſe den
Rumphius gewaagt , en die hij Vader Noachs -Schulpen naam te geeven van Onregelmaatige Conchilien . In de
noemt, welke men op zommige Eilanden in Oostindie tweede uitgave van zijn Werk, hoe zeer vermeerdert ,
vind , ſchijnt elders geen voorbeeld te zijn. Maar behal. volgt hij niettemin de zelfde Verdeeling. Oxonie 1677
ven de Zee , leveren de Rivieren ook veelerlei Hoorntjes in Folio , ſub eodem Titulo .
en Schulpen uit ; waar bij dan nog de AardNakken koo. Omtrent dien zelden tijd ſtelde de Heer MAJOR , Hoog
men, die een Hooren draagen ; want deeze tellen wij ook leeraar der Geneeskunde te Kiel , een nieuw ſiſtema der
onder de Testacea of Schulpdieren . Conchijliën voor, Annotationes ir. Librum FAB. COLUMNÆ
Gelijk men , nu , van de gedagte Schulpen , op Amboina , de Purpura. Kilie . 1675. Hij merkt aan , dat geen der
en deMolukkes ,verſteende vind, die zo groot zijn ,da: zij voorgaande Autheuren zich nog behoorlijk bad toegelegd
gemakkelijk tot een Lijkkist kunnen verſtrekken voor een op deezen arbeid. Niettemin is zijne methode gantsch
Mensch;zo vind men elders Ammons.Hoorens van omtrent gebrekkelijk ; doordien hij zich aan eene geduurige twee
één elle over 't kruis. Zulke verbaazend groote ſtukken {plitſing verbond. Twee Klasſen worden er maar van hem
koomen thans nietvoor, onder de onverſtcende Conchij. geſteld , van Eenkleppige en Meerkleppige , waar van de
lien , hoewel men nog Fonteinbakken heeft van ontzaglij laatſte zo wel de Doubletten als de Veelkleppige, gelijk
ke grootte, om nu niet te ſpreeken van Tritons, Kasket. de Pokken (Balani,) bevatten zou. In de Rangſchik
ten , Reuzen -Ooren , Krul- en Laphuorens , Tepelbakken , king verdeelt hij de Eenkleppige in zulken die de mond.
Nautilusſen en anderen , die ook zeer groot vallen. Hier opening naauwer en die dezelve wijder hebben , waar
mede die kleine Hoorentjes en Schulpjes, welke men van de eerſten wederom in overlangs en overdwars gaa .
Speculatie-Goed roemt , vergelijkende, openbaart zich pende , de anderen in de zodanigen die een ſpiraale draaij
reeds een verbaazend verſchil in grootte , 'twelk echter hebben , en die dezelve niet hebben , onderſcheiden wors
den. Hier uit blijkt genoegzaam de onvolkomenheid van ,
zeer overtroffen word , van de kleinte dierHoorntjes, door
Plancus in ’ı Zee-zand van Rimini , aan de kust van Na• zijne Methode in 't algemeen.
, waar van
pels , waargenomen , onder welken men vind KLEIN Vervolgens hebben SIBBÁLD en BONANNI geheel an
de hondertnaauwlijks een grein zwaar zijn. dere Verdeelingen ter baan gebragt , die naauwlijks aan
L4 .
curatiuncula de formatione Testarum . pag. 11 . merking verdienen , hoe zeer ook deeze Autheuren an
Het niet minder groote verſchil der Conchijliën in ge ders zich beroend gemaakt hebben in de Natuurlijke
Nalle , heeft al van over lang de noodzaaklijkheid doen Historie. De vermaarde TOURNEFORT , die de Kruide
zien, om er eenige verdeeling in te maaken , en dit ver kunde zo veel licht heeft toegebragt , was in deezen veel
ſchil is ook het eenige bijna, waar op de Sijstematiſche paauwkeuriger, en de methode , door hem uitgedagt,
Orde der tegenwoordige Liefhebberen berust. Maar on. ſchoon veele jaaren na zijn dood eerst in 't licht gegee .
gelukkig geld hier het ſpreekwoord , 20 veel hoofden 20 ven , verdientnog onze beſchouwing. Hij ſtierf in 't laast
veel sinnen. Vier-en -twintig verſchillende algemeene des Jaars 1708, drie- en - vijftig Jaaren oud zijnde , en
Stelzelen worden opgeteld , door den Hoogleeraar Car. deeze Methode, door bem in geſchrifte nagelaaten , is
Aug. De Bergen ,die dezelven beknopt voorſtelt , en daar in druk uitgegeeven door den Heer GUALTHIỆNI , in
over zijn oordeel geeft. Wij zullen de voornaamſten kor- deszelfs Werk, dat te Florence in 't jaar 1742 , in groot
telijk doorloopen . Folio aan 't licht kwam.
Áristoteles had , in zijne Verhandeling, zo wel op Dceze Autheur heeft allereerst de regte Hoofdverdee.
het Dier dat de Hoorens en Schulpen bewoont, als opling der Conchijlien , in drie Klasſen , van Eenkleppige,
de Geſtalte derzelven agt gegeven , dog zijne Onderdeelir . Tweekleppige en Veelkleppige ontworpen . De eerſten
gen zijn voor ons niet allen verſtaanbaar . PLINIUS heeft verdeelt hijwederom in drie Familiën , van Opene, Spi.
ook daar van geen gebruik gemaakt , en beſchrijft de Con “ raale en Pijpagtige. Tot de eerſte Familie word door
chijliën Negts volgens eenige van hem geſtelde Gelagten, hem , behalven de Patellen , ook de zogenoemde Zee
GeSNERUS, de Oude , die voor twee eeuwen leefde , Pisſebed , die hij dus voor eenſchaalig ſchijnt gebouden
volgt ARISTOTELES in veele opzigten ; dog ſtelt vier Klas te hebben , betrokken . Die van de tweede Familie wor.
fen , van Eenkleppige, Tweekleppige , Spiraal gedraaide den door hem in twee Rangen , naar dat zij de Krul
en onregelmaatige Conchijliin . In de eerſte Klasſe waa. trek duidelijk , of onduidelijk en verborgen hebben , on
Ten de Patellen en Zee-Ooren , in de tweede alle Doublet- derſcheiden . Van de geenen , die dezelve duidelijk hebben ,
ten , in de derde alle de zogenoemde Hoorens, in de vier. telt bij elf Gelagten, genoemd 1. Murex , 2. Buccinum ,
de de Pokken , Wormbuisjes , Zeeappelen , ja zelfsde Zee. 3. Buccino-Murex , 4. Purpura , 5. Buccino Purpura ,
terren vervat. ALDROVANDUs volgde Gesnerus, dog 6. Peribolus , 7. Turbo , 8. Verticillus, 9. Cochlea , 10 .
keerde de orde derKlasſen of Hoofdverdeelingen om , en Nerita , 11. Aurismarina. Tot het eerſte Geſagt, aan
de vierde Klasſe nam hij niet in aanmerking. Dus was de naauwe lange Mond -opening kenbaar , werden door
zijn eerſte Klasſe van de Hoorens, de tweede van de hem niet alleen de gewoone Rotshoorens, maar ook de
Doubletten en de derde van de Eenkleppige , waar toe hij Pieramidaale thans Tooten genoemd, t'huis gebragt. Het
de Patellen , Zee-Ooren en anderen , in welke de draaijen tweede Geſagt begreep de gewoone Trompethoorens , als
niet of naauwliiks zigtbaar zijn , gelijk de Porſelein -Hoo wijder van Mond en langer van Krultrek pederwaards
sens, Tepelbakken en Wormbieisjes of Pijpagtige Kookers zijnde , dan die van het eerſte . Het derde Geſlagt de
genen,
SCH SCH . 8339
genen , die in Mond-opening naar de Rotshoorens, Methode van Bonannt gevolgt heeft. De ſchikking van
maar in Spil gelijken naar de anderen. Die van het vier. HebenstreIT , Jo. Errest. HeBENSTREIT Disſert. de
de Geſagtwaren onze Purperhoorens , aan de Slakhoorn- Ordinibus Conchijliorum Methodicâ ratione inſtituendis
vormige geſlagte , met een lange puntof ſteel, kenbaar, Lipſ. 1728. 4to. die wel agt Klasſen maakt , vind,zo ten.
zijnde die met een korte ſteel of ſtaart in het vijfde ge- opzigt van de algemeene als van de bijzondere verdee .
Nagt geplaatst. Die van het zesde waaren de Pennen , lingen, nog minder ſmaak.
van het zevende de Tollen , en van het agtſte geeft hij Dus zag men dan , tusſchen de Jaaren 1720 en 1730 , drie
geen voorbeeld. Het moesten , zu't mij toeſchijnt, Tol bijzondere konſtige Methoden van Conchijliën-beſchrij
ien zijn , met een punt van onderen , die men thans Spil. ving te voorſchijn koomen, waar op niet lang daarna, door
len noemt. Het negende Genagt begreep de Slakkoorens den geleerde BREYNIUS , wederom een ander ter baan
in'talgemeen , waar onder Aard-en Zee- Slakken ; het tien- gebragt werd . Disſert. Phijſica de Polijthalamiis, novd
de de Nerieten en het elfdc de Zee. Ooren. Van de twee . Testaceorum Clasſe. Gedani. 1732. Quarto. Deeze Au .
de Familie die de Krulurek onduidelijk of verborgen theur heeft het ſtelzel der Conchij liền volkoomener ge
hebben , waaren vier Geſagten , bevattende de Porſeleine tragt te maaken , met zodanigen, die men niet dan ver
Hoorens, Tepelbakken en Nautilusſen. De derdeFami- fteend aantreft, gelijk de Orthokeratieten , Ammons- Hoo .
lie , die de Pijpagtige begreep , had de drie Gedagten , rens en Belemnieten , daar in te voegen , omtrent welke
van Dentale , Entale en Tubuli marini of Wormbuisjes , laatſten zelf twijffelagtig is ofzijvan Conchijliën afkomſtig
enz . De tweede Klasſe de Tweekleppige Conchijlien be. zijn. Zijne Methode kan derhalven aangemerkt worden
vattende , word door hem verdeeld in twee Familiën , meer ſpeculatief te zijn dan praktikaal. Ondertusſchen
waar van die der ééne de Schulpen altoos geſlooten , die verdient zijne Verdeeling in agt K !asſen nog haare op.
der tweede dezelven altoos open ſtaande hadden. In merking. De eerſte derzelven bevat de Pijpagtige Ko
de eerſte Familie waaren agt Geſlagten , naamelijk van kers , ( Tubuli,) waar onder dan de Belemnieten ; de tweede
1. Concha , 2. Concula , 3. Oftreum , 4.Mijtulus, 5. Pipo de genen die wij Hoorens noemen , in 't algemeen, on
na , 6. Perna , 7. Pholas , 8. Pečtunculus; in de tweede der den naam van Cochlidia ; waar onder zelfs de Zee.
Familie alleen maar twee,van Chama en Solen. Zijn der. Ooren begreepen zijn en de Papiere Nautilusſen , die
de Klasſe , van Veelkleppige , begreep , behalven de Pok, maar ééne holligheid hebben . De derde van Polijtha
ken , ook de Zee. Appelen . lamia , wegens de menigvuldige Hokjes , bevat de gewoo.
Deeze Mechode nu , hoe laat ook aan 't licht geko: ne Nautilusſen , Ammons- Hoorens en Orthokeratieten ; de
men , waszekerlijk een eerſteling deezer Eeuw en moog. vierde, onder den naam van Lepas, de Patellen ; de
lijk wel de Fakkel, die anderen eindelijk op den regten vijfde , onder dien van Concha , alle Doubletten , die uit
weg gebragt heeft. Van demanier van Rumphius, wel. niet meer dan twee Schulpen beſtaan ; de zesde, onder
ke mooglijk meer aan deszelfs vriend, Doktor Sipmann dien van Conchoides , de Pholaden en Eende- Schul
toe te ſchrijven is, zal ik als in het Nederduitsch Werk , pen ; de zevende , onder dien van Balanus, de Pokken
de Amboinſche Rariteitkamer vervat , en voor iedereen of Zee Tulpen ; de agtſte onder den naam van Echinus ,
bloot gelegt zijnde , niet gewagen . Alleenlijk moet ik allerleij Zee-Egels, of Zee- Appelen.
aanmerken, dat dezelve wel degelijk haare gebreken Twee Jaaren laater kwam het vermaarde werk van den
heeft , en zij word van de keurigſte Liefhebbers , he, Italiaan GUALTHIERI, die Lijf -Arts van den laatſten
dendaags, met regt verworpen . Voorts moet ik hier , in Groot Hertog van Toskanen , uit het Huis van Medicis ,
'tkort aanmerken ,dat zijne eerſte Klasſe van de Hoorens, en gewoon Hoogleeraar der Geneeskunde op de Univer .
de tweede van de eenſchaalige Schulpen, gelijk de Patel. fiteit van Piſa , te voorſchijn , onder de tijtel van Index
len , Zee -Ooren , Pollen , Pijpjes; de derde van de twee- Testarum Conchijliorum , que asſervantur in Mufæo Nico
ſchalige of Doublet-ſchulpen is; zijnde door hem het al. LAI GUALTHIERI E methodicedistributæ exhibentur Tab.
lereerst de Zee - Appelen van de Conchijliën afgezonderd , CX . Florent. 1742. in Folio. majori. Hetzelve voldoet niet
en onder de weeke Schaalvisſchen t'huisgebragt. minder door de keurige uitvoering der Afbeeldingen en
Voor LANGIUS , wiens zaamenſtel in 'tJaar 1722 te rijkheid van onderwerpen , dan door de naauwkeurigheid
voorſchijn kwam , onder de tijtel van Methodusnova Te. in derzelver beſchrijving waargenoomen , niettegenſtaan .
ftacea marina in duas Clasſes Genera & Species distribuen. de het een zonderlinge manier van verdeeling heeft, die
di. Lucern. 1722. 4to. heeft niemand de Geſlagten niet zo zeer behaagt. Zie hier een korte ſchets daar
der Conchijliën naauwkeurig door kenmerken onderſchei. van .
den. Hij volgt de Botaniſche Methode van TourneFORT Hij onderſcheid de Conchijlien in vijfhoofddeelen, waar
en , ſchoon er eenige duisterheden , door de alte fijnebe. van het eerſte degenen bevat , die buiten de zee vooitkoo.
paalingen , in zijne Methode zijn , heeft dezelve nog. men , naamelijk de Aard-en Rivier-Slakhoorens; het twee.
thans de eer genooten , dat er de beroemde GUALTHIE• de enkele Zee-Schulpen , die zonder Spiraale draaijen
Ri, met eenige verbeteringen of veranderingen gebruik zijn of ſchijnen te zijn ; gelijk de Patellen, Wormbuis
van maakte. Wij zullen derhalven, in 't vervolg , het jes en Porſeleinhoorens; het derde de genen , die menges
voornaamſte van zijne Methode beſchouwer , en mere woonlijk Hoorens noemt, uit dezee voortkoomende; het
ken alleen aan , dat hij de Zeenavels van BONANNI , on vierde de Doubleton ; het vijfde de Veelſchanlige; gelijk de
voorzigtig , tot Ammons. Hoornen maakt. Op hem is Pokken en Zee Appelen.Die Hoorentjeswelke Plancus in
KUNDMANN gevolgt, wiens beknopte Methode vrij ineer het Zeezand aan den Oever bij Rimini ontdekt heeft,zijn
gebreken heeft, Jon. CHRIST. KUNDMANNI , Promtua. door hem onder den naam van Tubuloje polijthalamie,t'huis
rium Rer. Nat. & Artificialium . Wratisl. 1726. Quarto. gebragt tot het tweede hoofddeel. De Klasſen aangaande ,
Devermaarde Valentijn , weleer Predikant op Amboi. die zijn er twee in het eerſte, twee in het tweede , zes in
na , voldoet wegens zijne Afbeeldingen , onder welken het derde, drie in het vierde, en maar één in het vijfde
veele raare ſtukken voorkoomen , ongelijk meer dan door of laatſte der hoofddeelen. Zijne Klasſikaale verdeeling der
derzelver verdeeling of Orde , waar ju hij t'eenemaal de Doubletten is beter dan die der Hoorens.
Het
-SCH. SCH.
4940
Het Werk van den Franſchen Heer d' ARGENVILLE , 3. Musculi feu Mijtuli; Moules ; Mosſelen ; bier on.
Histoire Naturelle eclaircie dans deux de ſes parties prin- der de Ham -Doubletten en allen die meer of min puntig
e, in uitloopen . Cordiformes ; Cæurs ; Hartformige of Hart
cipales, la Lithologie
Quarto 1742. dat in het la Conchijliologi
& zelfdeJaar heeft., ten
uitkwamà ,Paris 4. Conchæ
opzigt van deMethodiſche verdeeling , een algemeener gelijkende , waar onder de Venus-Harten , Paarde.Voe.
ſmaak. Ik zal om die reden dezelve omſtandiger voor ten , Nagel Doubletten , enz.
draagen , waar door men dan ook zal kunnen zien , hoe 5. Peñines ; Peignes ; Kam Doubletten , om dat zij
veel onze hedendaagſche Lief hebbers daar van hebben Kamswijze geribd zijn , gelijk de Mantels , enz.
overgenoomen , en in welke opzigten zij daar van afge- 6. Solenes; Manches de Couteaux ; Scheeden of Mes
weeken zijn. ſehegten.
Hij verdeelt alle de Conchijliën der Zee in drie Klas. De Veelkleppige, van de derde Klasſe , koomen we.
ſen, waar van de eerſte de genen bevat die uit één ſtuk derom in zes Familien verdeeld voor ; als
beſtaan , en in ' t latijn Univalvia , in ': fransch Univalves, 1. Echini ; Ourſins ou Boutons de Mer ; Zee -Egels of
in 't nederdu itsch
ingook wel Eenklep
, hoewel oneigenpige dog ind vergelij
, isgenoem worden.- Zee-Appe len.on ; Lepas a huit cótes ; Zee- Pisfebed ,
2. Oscabri
Deeze benaam
king met de volgende in trein gebragt en door 't gebruik 3. Balani ; Glands de Mer ; Pokken of Zee Tul.
gewettigd. Zijn tweede Klasſe bevat de genen die uit pen.
twee ſtukken of kleppen beſtaan , en derhalven zeer ge . 4. Pollicipedes ; Pousſepieds; Mijters,
past in 't latijn Bivalvia , in 't fransch Bivalves heeten , en 5. Conchæ Anatifcræ ; Conques Anatiferes; Eenden
in't nederduitsch Tweekleppige of Doubletten. Zijneder Schulpen of sGanzen -Mosſel en.
de Klasſe begrijptde genen die uit meer dan twee ſtukken 6. Pholade ; Pholades; Pholaden.
zamengeſteld zijn , in 't latijn Multivalvia , in't franscsh De Hoofdverdeeling van deezen Autheur , is zekerlijk
Multivalves of Veelkleppige getijteld . Onder de Rivier- zeer goed , zo wel als die der Conchijiiën van de eerſte
Conchijliën koomen alleenlijk de twee eerſte Klasſen voor. Kiasle , dog die der Doubletten niet zeer naaukeurig , zo
Die der Aarde worden door hem in levende en doode , min als die van de derde Klasſe. Evenwel kan ik niet
door welke laatſten bij de Gegravene of Verſteende , Co- zien , dat de Heer de Bergen reden had om te denken,
quillages Fosſiles verſtaat, onderſcheiden . De eerſte be of de Pollicipedes of Mijters ook onvolgroeide Doubletten
waaren . De Wormbuisjes zijn door hem als de tweede
hooren altemaal tot de Eenkleppige; onder de anderen
koomen er voor van alle de drie Klasſen . Familie van de derde Klasſe , in plaats van de Oscabrion
Dit is zekerlijk een aangenaame , en zeer geregelde of Zec - Pisſebed opgegeven. CAR. AUG. DE Bergen. Clase
Hoofdverdeeling . Wijzullen nu zijne Onderdeelingen be. Jes Conchijliorum .
ſchouwen. De Zee-Conchijliën , van de eerſte Klasſe , In de Catalogus van een Conchijliën - Kabinet , dat in
maaken bij hem vijftien Familien uit , als volgt. 't jaar 1743 te Leipſig in openbaare veiling kwam, werd
1. Lapedes five Patellæ ; Patelles ; Kapjes , Schilden of wederom een andere Methode gevolgd Daar heeft men de
Pateilen . Zee Tulpen onder de Eenkleppige geplaatst, en een derde
2. Aures Marinæ ; Oreilles de Mer ; Zee- Ooren . Klasſe gemaakt van gedeelten van Zeedieren , waar onder
3. Canales ſive Tubuli & Vermiculi Marini ; Tuyaux de Zee Appelen en Zee-ſterren ,datzonderling ongerijmd is ,
& Vermisſeaux de Mer ; Pijpagtige Kookers of Worin : een groote figuur maaken. De methode van Lesser ver
buisjes. dient nog minder roem . Hij maakt een hoofdverdeeling
4. Navicule five Nautili ; Vaisſeaux ou Nautiles ; in Buisagtige en Vatagtige Conchijliën , in de eerſte van
Schippertjes of Nautilusſen . welke alle Hoorens,in de andere alle Doubletten , ja de
5. Cochleæ Lunares; Limaçonsa Bouche ronde ; Maan- Pokken , Mijters en Eende Schulpen zelfs begreepen zijn ,
hoorens . De Heer Klein gaf ook eene Methode uit , die waar.
6. Cochleæ Semilunares; Limaçons a Bouche demi ronde ; lijk eeneder geleerditen en uitvoerigſten is. Dezelve voert
Halve Maanhoorens. ten tijtel Tentamen Methodi Ostracologicæ. Lugd. Batay.
7. Cochleæ Ore depresſo ; Limaçons a Bouche aplatie; 1752. Men dient zijn Werk zelfs in te zien om daar van
Tollen of Navelhoorens. , liever Plaimonden , te oordeelen. Ik zal alleen de Aanmerkingen van gezeg :
8. Conche difta Buccina ; Trompes ou Buccins; Trom. den Hoogieeraar de Bergen , op deeze methode, hier
en
pethoorens , Kinkhoorens. voordraagen). „ Hijheeft , 1. de Klasſen , Geſlagten
9. Turbines ſeu Strombi; Vis ; Pennen . Soorten , naar 't mij toeſchijnt al te zeer vermenig.
10. Volutæ ſeu Cuculli ; Volutes ou Cornets; Too. > vuldigd , en dikwils den naam van Soorten gegeven aan
ten . enkele Verſcheidenheden , die van Geſagten aan enke.
II . Rhombi ; Roulleaux ; Rollen , Dadels. le Soorten en uit zommige Geſagten Klasſen gefoto
12. Murices ; Rochers; Rotshoorens. meerd , 2. Door het invoeren van nieuwe Naam en
13. Purpuræ ; Pourpres ; Purperhoorens. der Geſagten begaat hij den zelfden misſag , dien bij
14. Concha Globoje ; Tonnes; Blaas. of Belhoorens. zo menigmaal aan Linnæus heeft verweten. 3. De
15. Porcellana ſeu Conche Veneris : Porſelaines ; Por. Soorten zijn voor 't overige , door hem , beter. dan
ſeleinhoorens. door iemand, in rang geſchikt. 4. De aanhangzels ,
Onder de Conchijliën van de tweede Klasſe , 't welk „ , agter de deelen zijner Methode gevoegd , met uitſlui.
Tweekleppige of Doubletten zijn , telt D'ARGENVILLE ,, ting van de Kenmerken der Klasſen, zouden beter aan
zes Familiën te weeten . het end geplaatst zijn , als overſchot der Concbij
1. Conchæ di&tæ Oſtrea ; Huitres ; Oesters ; waar liën. 5. In zommige Klasſen zijn geen Geſagten. 6.
onder de Lazarus-Klappen , Poolſche Hamers, Has- Het derde deel heeft geen Klasſen , en maar één Ge .
pels, enz. Nagt , te weeten dat der Eende.Schulpen . De Twee .
2. Chame ; Cames; Gaapers of Gaap -Doubletten, ; de Klasſe van het vierde deel heeft maar ééne Soort ,
de
SCH . SCH . 334B
;; de Schildpad - Pok , naamelijk ; zo wel als de derde Klaselijk niet gepaarlemoerd ,'nog van binnen nog van baiten,
Te , het Mijtentje. 7. In het vijfde en zesde deelzou Eenigen waaren van buitenzonder vlies , enigen hadden
biſ, de Zee- Appelen en Wormbuisjes niet ,, gelijk hij el. het dun , eenige weinigendik.
m ders doet, van de Conchijliën uit uiten willende, ook Tot verdeeling der Doubletten , geeft de Heer ADANSON
de zoortelijke verdeeling van ieder hebben moeten opo agt op zeven dingen ; naamelijk de Kleppen , de Toppen .
1
so geeven ”. het Scharnier , het Ligament, de Aanbegting , Iret Paar
De Concbijliën , naamelijk , worden door den Heerlemoer en’t Buitenvlies. Zommigen hebben de Kleppen
Klein in zes Hoofddeelen onderſcheiden; waar van het of Helften gelijkformig en even groot, anderen ongelijk
eerſte, onder den naam van Cochlides , de Hoorens; het formig. Eenigen hebben geen Toppen , anderen hebben
tweede onder dien van Conchæ , de Doubletten bevat; die in 'tmidden , boven of onder 'tmidden derSchulpen.
het derde , onder den titel van Policonche, de Eende. Onder de eerſte kwamen diet dan Veelkleppige, onder
Schulpen , als gezegt is , alleen ; het vierde, onder die de laatſten nietdan Tweekleppige voor. Ten opzigt van
Van Niduli Teſtacei, de Tulpen en Zee Pokken ; het vijf: het Scharnier, waaren er die het zelve onkennelijk of
de en zesde , als gemeld is , de Zee-Appelen en Worm . zonder 'Tandjes; die het met één , twee ofdrie 'Tandjes
buisjes. Ik vind opmerkelijk , dat hij de Patellen , onder hadden , welke taamelijk egaal waaren. In anderen ,met
den naam van Monoconcha , geplaatst heeft in het voor. ongelijke Tandjes, wasderzelver getal yan twee tot tien ,
fte van het tweede Hoofddeel. De onderſcheiding der en zijhadden holligheden , om die tandjes in te neemen .
oubletten ontleent hij, zo wel als D'ARGENVILLE In anderen had dit zelfde plaats, met tien egaale Tandjes in
en GUALTHIERI , van de figuur en Nuiting der Schul . ieder Schulp. Van alle deeze Geſcharnierde kwamen er
pen, geen voor dan Tweekleppige of Doubletten ; alzo de Veel.
BROWN was in zijne beſchrijving der Concbijliën van kleppige wel tandjes dog geen holligheden , om dezelve
Jamaika , The Civil and Natural Hiſtory of Famaica. in te neemen , hadden. Het Scharnier merkt hij aan , is
Lond. 1756. Folio , de eerſte die de verdeeling der Dou. doorgaans bij de toppen geplaatst. Het Ligament is in
bletten afeid van derzelver Scharnier ; dus ſtelt deeze , sommige Doubletten bijna rond , en om ot in 't midden
in zijne tweede Klasſe drie Rangen ; welker eerſte is van der toppen , van binnen geplaatst ; in anderen is hetzel .
de genen, die flegts door ligamenten zamengevoegt zijn , ve langwerpig en heeft zijn plaats boven de toppen , van
gelijk de Oeſters, Mosſelen , Mantels, enz; de tweede buiten ‫ ;ܪ‬in eenige tusſchen de toppen en rondom de top,
van de genen , die ligamenten hebben en uitſteekende pen , aan de buitenzijde van de Schulp. - Onder deeze
Tandjes in 't Scharnier ; de derde van de genen , die laatſte worden ook Veelkleppige geteld. Het Schulpdier
alleenlijk met Tandjes zamengewricht zijn. Hier mede heeft altoos ſpieren, die het zelve aan de Schulp hegten ,
komt de hedendaagſche Methode, om dezelven in Schar- waar van men de merktekenen vind in de Schulpen . Van
nier gelijkende , Halfgeſcharnierde, Geſcharnierde en On- zodanige vlakken hebben er eenigen ééne , anderen twee ,
geſcharnierde te onderſcheiden, eenigermaate overeen.' anderen vier in elke Schulp , maar ver de meesten heb.
Ik zal van andere bijzondere Verdeelingen, hoedanig.ee. ben twee zodanige vlakken, Zeven zoorten waaren ten
ne die van HebenSTREIT is , welke de Hoorers naar de minſte van binnen gepaarlemoerd ; agt anderen hadden er
langte van den krultrek onderſcheid, in Disſert. Phijs, de van binnen eenige ſchijn van ; dog vier-en-veertig , waar
Ordinibus Conchijliorum. pag. 20. , niet omſtandig ſpree- onder Veelkleppige ,hadden geen Paarlemoer van biznen
ken ; nog mij ophouden met de manier van Lister , dat nog van buiten. In omtrent de helft der Doubletten was
een methode zondermethode is, waar in hij de Liefheb : geen Buitenvlies kennelijk , dat in ver de minſten ee.
bers minder voldaan heeft, dan door de naauwkeurigheit ne aanmerkelijke dikte had .
zijner Afbceldingen . Voorts worden de Hoorens , volgens de hoedanighe
De Franſche Heer ADANSON (zie Hiſt. Naturelle de Se- den van het Dier , dat dezelven bewoont , door deezen
negal. Coquillages. Paris 1737. quarto).; die aan de Kust Heer beſchouwd , en wel ten opzigt van deszelfs Hoor.
van Senegal zich bijzonder toegelegt heeft, op de ken nen , Oogen, Bek, Lug pijp en Voet. Zommigen , dog
nis der Conchijliën, onderſcheid dezelven in de vier hoofd zeer weinigen , hebben geene, demeesten twee en eenige
zoorten van Eenkleppige, Gedekzelde, Tweekleppige , vier Hoornen, die of cilindrisch of kegelvormig zijn ,en
en Veelkleppige. Die van de eerſte zoort , op zijn vijf voor aan 't kop-end of agterlijker geplaatst. Žeer wei
eerſte plaaten afgebeeld , zijn onder anderen , de Potshoo : nigen hebben geene , de overigen twee Oogen , die of
Tentjes, Topflakken , Parellen, Zee Ooren, Tepelbak aan den wortel der Hooinen in't midden, of aan 'tend
ken , Pennen , Dadels en Porſeleinhoorens ; tot de twee- derzelven ſtaan. De Bek heeft of twee Kaaken zonder
de zoort behooren alle de overige Hoorens ; tot de der. Snuit , of een Snuit zonder Kaaken. Van deeze laatſten
de alle Doubletten of Tweeſchaalige ,en tot de vierde alle waaren agtien Eenkleppigen , zes en vijftig Gedekzelde ;
Meerſchaalige Conchijliën. Voorts worden de Hoorens van de anderen ook agtien Eenkleppige, dog maar drie
door hem , naar de verſcheidenheid van de draaijen ,den en -twintig Gedekzelde zoorten . De Lugtpijp maakt in
top , den mond, het dekzel , het paarlemoer en het bui eenigen het gat aan een der zijden van het Dier; in anderen
tenvlies , in Rangſchikking gebragt; waar onder bij dan een lange Buis , die naar de Rug toe uitkomt; deVoet ,
t'elkens de Gedekzelde van deOngedekzelde onderſcheid dat het gedeelte is , daar de Slakken en dergelijke Die
Dus koomen er bij voorbeeld, van de genen die de ren mede loopen , heeft in zommigen een groefje aan het
opening met ſtompe Randen hebben ,zonder uitwendi- voorſte gedeelte overdwars , 't welk in de minſten ont
ge zoom , vijf zoorten voor die ongedekzeld en tien die breekt. Om de Doubletten volgens de hoedanigheden
gedekzeld zijn; de meesten hebben het dekzeltje hoorn dog van het Dier , dat dezelven bewoont, te beſchouwen, geeft
cenige weinige ſteenagtig. Het is in veelen cirkelrond, hij agt op derzelver Mantel , Lugipijp , den Voet en de
in anderen ovaal, in zommigen halfmaanswijze, in zom Draaden. De Mantel, zijnde het vlies dat de Schulpen in.
migen langwerpig; de Schulp van eenige Hoorens was van wendig, bekleed , is of in de geheele ointrek , of alleen
binnen Paarlemoer; dog verde meesten vond hij natuur. aan de eene zijde in twee kwabben verdeeld , of maakt
VI Deel. Y een

1
2343 SCH . SCH .
een fak , die ſlegts aan de beide enden open is. Sommi. Hoorens maakt zijn Wel Ed. geene, dog in de Doutlet,
hebben maar ééne Lugtpijp , anderen twee , die dan ten zo veel te meer verdeelingen , alzo hij dezelve in de
gen
hegts als openingen zijn of buisagtig. In eenige weini. vier Rangen , van Scharniergelijkende, Halfgeſcharnier,
gen ontbreekt de Voetbebben vertoont zich uitwen. de , Geſcharnierde enNietgeſcharnierde plaatst. Dit zou
of dezelve
dig niet ; de meesten dier zigtbaar ; dog geenzins men liever als Geſlagts-Kenmerken mogen aanzien ; ten
die Veelkleppig zijn , welke zich ook niet met draader minſte dunkt mij, datde derde en vierde Rang veel bekwa
vasthegten , dat negts eigen was aan negenderleij Doub. mer op den vijfden hadden kunnen volgen , waar door dan
letten . de Doubletten in 1. Geſcharnierde, 2. Halfgeſchanier.
Op alle deeze Methoden ,heb ik in 't algemeen aan te de, 3. Scharnieragtige, en 4. Ongeſcharnierde, zou .
merken , dat de minst konſtige de beste is , dewijl de den verdeeld zijn. Dat zijn Wel Ed . met de Wormbuis.
Natuur zich niet laat dwingen , en ſchoon de Heer A. jes begint , is niet oneigen ; dog de Patellen en Zee . Oo.
DANSON zich voornamelijk toegelegt heeft, om de ſtel ren zouden naar mijn denkbeeld, beter op de Porſelein.
zels der Dieren en Planten in dit opzigt te herformen , Hoorens volgen ; te meer , dewijl die zo wel als deeze
20 ſchijnthij mij dog , wederom , de moeijelijkheid van Klipkleevers zijn , en dit zou een bekwaamen overgang
derzelver verdeeling vermeerdert te hebben doorte me: maakentot de Oesters en dergelijken. Voorts mogt zijo
nigvuldige onderſcheidingen. Men zal ook niet ligt zij. Ed. de Kenmerken der Geſagten wel aangetekent heb
ne Methode, hoe naauwkeurig anders zijnde, in gebruik ben , die door den Heer Vosmaer zeer omſtandig opge
kunnen brengen tot eene gevoeglijke ſchikking der Con . geven zijn. .
chijliën in de Kabinetten , 't welk in deezen een voornaam Zie bier de Naamen van de Geſagten , volgens de Me
vereischte is. Die Methode, welke onlangs door de Heer thode van den Heer Meuscher. 1. Wormagtige Koo
A. VOSMAER , Direkteur van het Muſéum en van de Dier. kers. 2. Piipagtige Kookers. 3. Schotels of Patellem,
gaarden zijner Doorlugtige Hoogheid , den Heere Prince 4. Zee. Ooren. 5. Zeilers. 6. Schippers. 7. Postrijders.
van Orange , aan't lichtgegeven werd , in de beredeneer. 8. Halve Maanhoorens. 9. Mianhoorens. 10. Tollen.
de en fijstematiſche Catalogus, van eene bij uitſtek fraaije 11. Pennen,
12. Trompetten. 13. Purperhoorens. 14.
en weergalooze Verzameling. 'sGravenhage 1705, en vol. Rotshoorens. 15. Vleugel en halve Vleugelhoorens, 16.
gens welke de voortreffelijke Verzameling van Hoorens Tooten , enz. 17. Rollen of Dadels. 18. Bigashoorens.
. en Schulpen , in de Erfítadhouderlijke Rariteitkamers 19. Kasketten. 20. Porſelein. en halve Porſeleinhoorens.
is geſchikt, overtreft de meeſten door haare duidelijk 21 , Mosfels. 22. Mantels._23.
23. Defters,
Defters. 24. Arken,
heid. 25. Lazarusklappen. 26. Foeliebladeren. 27. Fontein.
Zijn Wel Edele verdeelt de eigentlijke Concbijliën in bakken of Paardevoeten. 28. Hartgelijkende, enz. 29.
twee Klasſen , van Eenſchaaligeen Meerſchaalige. leder Gaapers. 30. Dunſchaalen . 31. Gooten. 32. Steen .
Klasſe heeft twee Rangen ,en dus ſtelt hij vier Rangen Schulpen. 33. Eendehalzen en Voet- Teenen. 34. Pok.
var Conchijlien. De eerſte Rang behelst de Eenſchaalige ken. Dit alles word beſlooten met zes Gelagten van
die ſpiraal gedraaid zijn , dat is alle zogenoemde Hoorens; Zee- Appelen, die ten uiterſten naauwkeurig onderſchei.
de tweede die niet gedraaid zijn , gelijk de Patellen enz. den zijn.
De derde bevat de Tweeſchaalige of Doubletten ; de vier- Het Samenſtel der Natuur van den Heer LINNÆUS bij
de de Veelſchaalige, gelijk de Eenſchulpen enz. In dee. herhaalingen veranderd en verbeterd zijnde , zo hebben de
ze vier Rangen zijn dertig Geſagten begreepen , die dus aanmerkingen, die er op de eerſte Uitgaaven zijn ge
2. maakt, dikwils geen plaats tenopzigt van de laatste. Ja
op elkander volgen . 1. Porcellana , Porſeleinhoorens. 4.
Globofæ , Blaashoorens. 3. Nautili, Schippertjes. als een andere Arelles , heeft zijn Ed. de gedagte aan.
Semilunares, Halvemaantjes. 5. Lunares , Maanhoo merkingen zich ſtilzwijgende ten nutte en daar van ge
rens, 6. Trochi, Tollen . 7. Strombi, Pennen. 8.Cij- bruik gemaakt, totverbetering van zijn Samenſtel,dat,
e verſchilt
lindri , Rollen. 9. Volutæ , Tooten. ro. Casſides , Kas- zo veel de Conchijlien aangaat, hemelsbreedt
ketten. 11. Alate , Vleugelhoorens. 12. Murices, Rotsw van de eerſte Uitgaave. Toen maakte hij agt , naderhand
hoorens. 13. Purpupe , Purperhoorens. 14. Buccina, negen Hoofdverdeelingen of Geſagten , namelijk van 1.
Trompetten. 15. Aures, Ooren. 16. Patella , Schot. Patellen. 2. gedraaide Hoorens. 3. Porſeleinhoorens. 4.
teltjes. 17. Vermiculi, Wormagtige. 18. Tubuli , Pijp . Zee-Ooren . 5. Wormkokers. 6. Nautilusſen. 7. Doub
agtige. 19. Pedines, Mantels. 20. Oſrea , Oeſters. letten. 8. Lepaden . 9. Microcosmus. De betekenis van
21. Chama ,Gaapers. 22. Labra, Fonteinbakken. 23. dit laatſte is duiſter en dubbelzinnig geweest , gelijk de
Cordiformes , Hartagtige. 24. Arce, Noachs-Arken . 25. Heer de Bergen billijk aanmerkt , Annot. in Car. Linn.
Solenes, Gooten. 26. Mytuli, Mosſels. 27. Tellina , Sijft. Nat. Ed. IV . Stockholm 1748, editam . Nature Cit
Dunſchaalige. 28 Anatifere, Langhalſen. 29. Balani, rioforum , ut fupra pag. 82 ; en in de volgende Uitgaaven
Pokken. 30. Pholades , Steenſchulpen. Op het end zijn heeft onze Ridder, dit woord niet als een Gellagtnaam
twee geſagten van Zee. Appelen , als een Rang van Week gebruikt. In de tiende Uitgaave is de Orde omgekeerd.
fchalige uitmaakende , bijgevoegd. Zijn Ed. begint met de Veelſchaalige of Veelkleppige, en
De Heer Legations Raad F. C. MEUSCHEN , door de eindigt metEenſchaalige ; dit was ook gepaster , dewijl
kihikking en het opmaaken der Naamlijsten van verſchei. hij den voorgaanden Rang der Mollusca , met het Ge.
de Kabinetten bekend en vermaard in onze Nederlanden , ſagt der Zee Egels of Zee. Appelen , die weezentlijk Veele
gafnog laater een Siſtematiſche Verdeeling aan 't licht , ſchaalige zijn , dog geen harde korst hebben , belooten
Catalogus van het Kabinet yan wijlen den Heer A. Leers, had , en de volgende Rang van de Lithophijta , uit Den
te Amſterdam verkogt in Maij 1767; thansmet andere ca ſchaaligen beſtaat. Dus heeft zijn Ed. dan ook die zelfde
talogusſen , van zijn Wel Ed.opgeſteld, onder den tijtel van Orde gevolgt in de twaalfde en laatſte Uitgaave van zijn
Meuſcheniana , bij een gevoegd en uitgegeeven . Samenſtel der Natuur , welke ik ihans gebruik ; met en.
Zijne Hoofdſchikking, in één. , twee- en Veelſchaali. kele bijvoeging van drie nieuwe Geſlagten, die van Ma.
se, koordt met die van D'AROENVILLE overeen. In de ara, baamelijk , Peredo en Sabella ; zodat hetgetal Ge.
der
SCH. SCH . 3343
Geñagten van Hoorens en Schulpen of Conchiglien in't Bulla. Def Schaalmet
die ſchee ſtaat. een naauwer coeloopende mond ,
algemeen , bij hem thaps zes-en dertig is ; en , dewijl
deeze geen Pooten hebbende Dier , door , onze
der, in het algemeen Samenſtel derenNatu Volut
n Rid a. DeSchaal met een wijd uitloopende mond;
ur en wel in de ſpil geplooid.
hetRijk der Dier
is in de Klasſe m, etregt
derenVermes in de zesde
of Wormen Afdeeling,
geplaatst zijn ; dat
20 Buccinum De Schaal met een Neufje aan de regter
zijde van den mond .
bekleeden
kende zij daar
Dieren inopde
volgende naakteden
, onder SlakkenenSlakgelij.
naam van Testacea Strombus. Demond.
de van den Schaalmet een Neufje aan de linket zij.
of Schulpdieren als gezegt is , den derden Rang. Murex . De Schaal met een regtuitloopende fleuf , bij
den mönd.
Verdeeling en kenmerken der SCHULPDIEREN , are Trochus. De Schaal met een vernauwde opening, die
ders weeklijvige Dieren , die het lighaam eenyou . eenigermaate vierhoekig is.
dig hebben , en meteen kalkwordende Schaal bekleed , Turbo. De Schaal met een vernauwde opening, dio
na de Methode van de Heer LINNÆUS. rondagtig is.
Helix . De Schaal met een vernauwde opening , maans
1. Veelkleppige. wijze.
Nerita. De Schaal met een vernauwde opening , dio
Chiton . Een veelkleppige Schaal , overlangs op de halfrond is.
Rug. Haliotis. De Schaal een wijde opening hebbende,
Lepas. Een veel. dog ongelijkkleppige Schaal, die er met gaatjes doorboord.
gets aangehegt is. 1

Pkolas. Een tweekleppige Schaal, met kleintjes van 4. Eenkleppige, niet regelmaatig gedraaid.
agteren .
2. Tweekleppige. Patella. De Scbaal kegelvormig , wijd open , rustende.
Dentalium . De Schaal vrij, elsvormig en aan de beide
SCH : U L PN. enden opeo .
Mija. 't Scharnier met een dikke nietſuitende tand. Serpula. De Schaal aangegroeid , buisagtig .
Solen. 't Scharnier met de zijd -tanden ver van el. Teredo. De Schaal in hout ingeboord.
kander af. Sabella . De Schaal uit ſandagtige greintjes zamenge!
ſteld .
Tellina. 't Scharnier met de zijd -tanden van de eene
Schulp niet ſluitende. SCHULPEN , zie GEBAK , pag . 800 .
Cardium . 't Scharnier met de zijd- tanden ver af en SCHULP-VISSCHEN , zie INŠECTEN .
ipſchietende. SCHULP-VLOO , zie WATER VLOOIJEN ,
Ma& ra. 't Scharnier met een middeltand die zamen. 1. VII.
gevouwen is. SCHULP- WAGTER , zie KRABBEN , ñ. V. pag.
Donaz. 't Scharnier met een zijd -tand die ver af is , 1620.
niet Quitende. SCHURFT , Ruidrigheid ; is eene velziekte, met
Venus. 't Scharnier met tanden die digt aan elkander ondraagelijke jeukte verzeld , eerst met eene ligte rood
ſtaan , met afwijkende tanden . heid , welke als ruuw is , daar na met puistjes , kleine
Spondijius. 't Scharnier met twee tanden , die door en grootte, die vervolgens in vrij groote zweeren over
een gaatje afgeſcheiden zijn. gaan , welke zich hoe langs hoe meer verſpreiden .
Chama. 't Scharnier met twee tanden , die ſcheef en Meest worden er de handen en armen inede aangedaan ,
ſtomp zijn. ook de beener , vooral rondom de ankels, daar na de
Arca. 't Scharnier met een menigte van infchietende dijen , ook de buik vooral rondom de navel ; zommige
tanden . hebben die jeukende puisten het geheele Lighaam over ,
Oſtrea. 't Scharnier zonder tanden , maar met een en deelen de Schurft mede aan allen die hun aanraaken ,
langrond kuiltje. of hunne klederen draagen , aantasten , enz.; zelfs met
Anomia. 't Scharnier zonder tanden , met een ſtreeps. het geld , kan men het elkanderen mededeelen.
wijs kuiltje aan den rand. Ofſchoon alle Schurft eenerlei zoort is , zo doet het
Mijtilus. 't Scharnier zonder tanden , aan een elfwijs zich dog tweezints op ; met groote zweeren als pokken ,
kuilije kenbaar. die doorbreekende etter uitlaaten , of wel, met kleine
Pinna . ' Scharnier zonder tanden , met den eenen blaartjes , vooral cusſchen de vingers, rondsom de hand ,
rand zamengevoegd. in de elboogs kneepen bij de Vrouwen , om dat zij met
de armen bloot gaan , welke open gekrabt of gekneepen
3. Eenkleppige die regelmaatig gedraaid zijn . een helder wateragtig vogt geeven , dat zich weder
verſpreid met vermeerdering van de kwaal. Mij is al.
H OOR EN S.
toos yoorgekoomen , dat dit zoort moeijelijkst geneest ,
Argonauta . De Schaal zonder hokjes. Het Dier tot en bijna niet luistert, dan naar een weinig kwik , dog
1
de Zee -Katten behoorende. hier van nader.
Nautilus. De Schaal met veele hokjes , die door mid . Zeer verkeerdelijk meenen veele Geneesheeren , als of
del van een gaatje gemeenſchap hebben. ziekte van de vogten des geheelen lighaams
Conus. De Schaalmet een wijd uitloopende mond , die was , en oordeelen de puisten en zweeren te zijn, eene
ſmal is en overal even breed , zonder tanden. voordeelige ontlasting ; zelfs zijn zommige tot de onge.
Cijprea. De Schaal met een wijd uitloopende mond , rijmde dwaasheid vervallen , om tot geneezing van bet
die smal is en overal even breed , wederzijds gecand. zogenoemd ſcherp bloed , de Schurft in te enten.
Y 2 Wij
3344 SCH . SCH.
Wij zullen den beroemden Mead volgen , die zeer PRINGLE zegt te regt, dat de ſmeerzels met kwikzil.
verſtandig daar over ſchrijft, naamelijk , dat het eene per te bedriegelijk zijn, om dat zij kwijling veroorzaa.
levendige ziekte is; afhangende van 20kleine Diertjes, dat ken, zonder daarom de Schurf te geneezen. Ik heb
zij naauwlijks met het vergrootglas te beſchouwen zijn ; dit meer dan eens gezien , dat door onnaatig te ſmee.
deeze leggen hunne eitjes in de huid , daar broeden ren met kwikzalven , inzonderheid met de kwik in fterk.
zij uit , en knaagen de huid geduurig door, verwekken. water opgelost , 't geene anders uitinuntend werkt , voor.
de bier door die ondraagelijke jeukte , ontſteeking en al om dus de kleine puistjes of blaartjes der handen te
zweering ; op deeze wijze dan , kruipt het kleine Dier geneezen ; dat zeg ik, daar door de Lijders in opmaatig
onder de opperhuid langs, en verſpreid zich hoe langs kwijlen vervielen, en evenwel niet geneezen wierden.
hoe meerder. Zie daar de rede , waarom men elkande. Pringle bedriegt zich , als hij meent dat de Schurft
ren aanraakende , handſchoenen, moffen enz. van een zeer raar is in de Nederlanden, de ondervinding leert
ander draagende die beſmet is, mede beſmet word ; mij daagelijks het tegendeel.
daarom door te Naapen in zuļk eens bed enz. Ik kan met verzekering zeggep , dat de helleborus al.
Deeze Theorie is van te meer gewigt, om dat de on . bus mij nimmer bedroogen heeft, dog een weinig merc.
dervinding reeds lang geleerd heeft, dat nog bụikzut dulcis met pomade is best voor de handen , wanneer
verende middelen , nog verzagtende , nog bloedzuive- men zeker is , dat de Llers zich voorzichtig gedraagen
Tende , eenig voordeel doen ; al wat er gedaan moet wor zullen.
den , is uiterlijk iets aan te leggen , 't welk die worm- : ' In de viervoetige Dieren , als Koejen , Schaapen ,
jes dood , en dus vernielt. Paarden enz. geneest men de Schurft op dezelfde wijze ,
Het is om die rede , dat een warm bad , dat het ſmee- dog met potasch , tabakswater , afkooksel van Helleb . ab
ren van zwavel , en van kwikzilver bijzonder de præci . bus , enz. maar om dat deeze dingen dikwerf de wol der
pitaat , 20 veel dienst doen . Men kan een ſmeerzel maa . Schaapen bederyen , neemt men het arſenicum of rotten
ken var welriekende pomade , met een weinig roode kruid .
præcipitaat, dit is aangenaamér* van reuk dan de zwa. Ik heb meer dan eens ondervonden , dat de Pudenda
Wel, die altoos ftank van zich geeft als men er zich gra , of jeukte der Schaamdeelen , zo ondraagelijk bij
inede ſmeert. de Vrouwen , en ook dikwils bij Mans, aanſtonds luis.
De Beroemde Dr. G. Cosimo Bonomo ſchreef in terd naar een ſineerzel van de Helleb. albus ; en wan
den jaare 1687. hier over een brief aan den grooten neer de Lijders het vet niet konden verdraagen , liet
Natuurkenner Rudi te Florence , gelijk gezien kan ik een afkookzel bereiden , 't welke het zelfde be
worden in de Philoſ. Transaft. n. 203. in welken hij werkte.
niet alleen dit onderwerp gebeel verhandelt, maar zelfs SCHURFT -DIERTJES. Zoals wij in het voorgaande
de gedaante der Wormtjes, en derzelver eijertjes af. Artikel hebben gezien , wordt de Schurft door zekere
beeld. De Heer Mead heeft een uitsrekzel van dien kleine Diertjes veroorzaakt. Deeze Diertjes dat een zoort
brief doen drukken agier zijne werken , p. 655. De van Mijten zijn , hebben in de gedaante veelovereenkomst
Diertjes zegt Bonomo zijn niet ongelijk aan kleine met een Platluis; inen vind er eene afbeelding van in
Schildpadjes, met 6 voeten , een ſcherpe kop, en twee Baker het Microscoop gemakkelijk gemaakt. Amft. 1744
kleine ſprietjes; hij beſluit hier uit met rede, dat GALE- Plaat. XIII. fig .2 en 5.
Nus kwalijk geoordeeld heeft, met de ' Schurft te be. SCHURFT KRUID , zie BRITANNICA .
ſchouwen als herkomſtig van melancolijk bloed , en van SCHURFT -VLIEG , in 't lat. Musca lepræ ; (Mus.
HELMONT , als afhangende van een bijzonder ferment, ca antennis ſetariis, atra , nitens , Antennis Pedibusqne al.
enz . bis , Oculis rufo inauratis. LINN. Sijft. Nat. ) In de
En vervolgens zegt Bonomo, ib. pag. 657. dat Schurft of Melaatsheid der Zwarten , onthoud zich vol.
potasch daarom , heete baden , ſineerzels met zouten , met gens Rolander, het Maskertje of de Maden van dit
zwavel, vitriool, en kwikzilver ,enkel, ofwel de præ . Vliegje,datkleiner dan een Luis is ,hebbende hec Ag.
cipitaat of ſublimaat, deeze ziekte zo ſchielijk en zo terlijf van onderen en aan den grondſteun wit , met een
żeker wegneemen . tandje wederzijds bij den wortel van de Snuit.
Eindelijk dat de rede , waarom nien niet te ſchielijk SCHUR.VOGELS. Onder den latijnſchen geſlagt
moet uitſcheiden met ſineeren, is , dat men wel de le. Daam Mij& eria ,word van Linnæus een Vogel begree.
vendige Beestjes dood, maar niet altoos de cijertjes , pen , die van anderen onder de Reigers geplaatst is.
enz .
De Nederlanders noemen hen Schurvogel. In Zuid.
De Beroemde PRINGLE P. 340. Obferv. on the itch , Amerika , alwaar zijne Woonplaats is in de heetſte Land
is in het zelfde denkbeeld , en zegt , dat daarom vee- ſtrecken , word hij van zommige Indiaanen Jabiru gua
le Lijders in de Hospitaalen altoos zo beſmet zijn cu , van anderen Nhandu apoa geheten . BRISSON geeft
met die ziekte , gelijk wij ook in onze weeshuijzen on er den naam aan van Braſiliaanſche Reiger.
dervinden , en onder de armer zoorten van Menſchen , De kenmerken zijn ; een Bek , die ſcherp is , ten
Hij houdt de zwavel zekerer dan de kwik om de Schurft weinig opklimmende, met de Bovenkaak driehoekig ,
te geneezen, en ſchrijft voor Ro. bloem van zwavel zi, ſcherp, opklimmende; de Neusgaten (treepswijze; geen
fel ammoniac 3i, pomade of reivzel zij , mengt dit iot Tong volgens MARKGRAAP ; de Pooten vier-vingerig.
een (meerſel. Men moet ſleges ' een vierde van het Van dit Geſagt LINNÆUS maar eene zoort op
geeft ,
highaam hier mede ſinceren. Te voren gebruikte hij het naamelijk.
volgende Ro. Rad . Helleb. albi 3i , fal ammoniac 31 , Amerikaanſche Schuryogel, in 't lat. Mijcteria america.
pomade enz zj. Ik heb dit Sineerzel dikwerf gebruiken na ; (Mijcteria. Linn. Sijft. Nat.) De grootte is om
Taaren , en beeft mij nooit gefaalt, dog men moet wat , trent als een Oijevaar , dog de Beenen zijn maar agt doj
minder zout neemen als bet vel te veel open is, om dat men lang en de Voeten dertien en een half duim . De
het anders te zeer bijke . koleur van 't Lijf is wit, de Slagpennen zijn roodaguig
zwart ,
SCH , SCH . SCI. SCL . SCO . 3345

zwart , de Staartpennen zwart . Van den Bek , die dik SCHIJF. Dit woord word in verſcheidene verſchil.
is en dertien duimen lang , ſchijnt de onderkaak opwaards lendebetekenisſen gebruikt ; als biļ voorbeeld , men zegt
omgekromd te zijn. De Kop is van vooren kaal, en al- de Schijven van een dainbord , een Kalverfchijf, Run.
leen bedekt met een geſchubde Huid , aschgraduw van der-ſchijf enz. In een woord , Schijf word gebruikt,
koleur. Dit zal waarſchijnlijk de beenige Mijter zijn , om al dat geene mede te betekenen , dat rondagtig en
dien deeze Vogel , zo zommige melden , op den Kop plat is.
draagt. Men vilt hem en kookt het vleesch , ' t welk SCHIJF.TALING , zie EENDEN , ' n . XXV. pag.
taamelijk goed is om te eeten , inzonderheid als het in 588 .
boter is gefruit , zegt Ruisth . SCHIJTISCHE- ROT , zie INKHOORNEN , n.
SCHUTTING , Heining, Hegge, in 't fransch - Espa- VII. pag. 1320 .
hier , is een kunswoord van den tuinbouw , waar mede SCIO MANTIA betekend het zelve als Pfijcomandia ;
men iets wil betekenen , daar tegen men aan Latten , zie aldaar.
Vruchtboomen vastbind . Men zer bier tegen en bind SCIRRHUS , zie KNOESTGEZWEL .
er de Vrugtboomen aan , en weetze door den kunſtigen SCIURUS , zie INKHOORNEN.
ſnoei te dwingen , om daar p!at langs heen te groején , SCLAREA , zie SCARLEIJ,
ſchoon bun deeze gedaante tiet natuurlijk is. Men SCLEROPHTHALMIA , is een heelkundige uit .
geeft de Boomen daar aan gemeenlijk de gedaante van drukking , betekenende een zoort van ongemak der oo
een waaier , of paauwe-ſtaart. DeEspaliers verſtrekken gen , waarin de randen der wijnbraauwen en oogen ,
tot een fraai cieraad , in een tuin dat ook wel geeft, droog, hard, rood en ſnertelijk worden.
zo ze een goeden Snoejer hebben , en ſteenvrugten krij . SCLEROSARCOMA , oxanpoepxoque , van oxaópos ,
4
gen in koele landen daar aan de beste rijpheid. hard , en oupxóm , Sarcoma; is een harde, en vleeſchige
De Boomen die men aan Schuttingen zet , en maar dikte , welke bet tandvleesch aandoet , en zomtiids na een
eenigen groei hebben , moeten ten minſte twaalf voet haanekam gelijkt. Deeze dikte word dikwils door een
wijd van een ſtaan , en omze in 't geheel boven en on- ſcheurbuitisch vogt veroorzaakt, daar hei bloed mede
der vol te krijgen , moet men laage en heele en halve bezet is.
Itammen zetten , en de laatſte boven de laagſtammen SCLEROTICA , dit woord heeft tweederlei beteke.
met hunne takken heen leiden , om de gantſche Muur , Disſen. In de eerſte plaats worden dusdanig de verhar.
of Schutting zuinig te beleggen. dende middelen genoemd, welke de deelen onder mal.
Als men Boomen plant, moet men zorge dragen dat kanderen vast te zaamenyoegen ; zulks word men ge .
men de takken wel ſpreid , en er de aarde wel tusſchen waar in de verwarmende, verkoelende en zamentrek.
in ſchud , op dat er geen ledig zij. Daar na moet men kende middelen. Ten tweeden word hier door verſtaan ,
de aarde wel met de voet toetreden , en men zal wel de eerſte huid van het oog onder de algemeene vlieſen ,
doen , dat men om de ſtam , een weinig er af, mest die 't gebeele oog omkleed , en harder en dikker is, als
legt, op dat de regen , de vettigheid daar van ontbin. 't uitwendige hersſen- vlies; waar van 't afkomſtig is.
dende, aan de onderſte aarde de zelve mededeele tot Het voorſte deel van die vlies, welk van buiten zonder
den groei. Men plant best in October, November, en ſnijding gezien word, is doorſchijnende , gelijk een hel
December aan Heiningen. der hoorn , waarom dit deel ook word genoemd 't hoornsa
Heiningboomtjes, welker takken met te groten kracht wijze vlies , of de hoornige huid, ( Cornea ); het overig
groeijen , en dus het voedzel der anderen zouden bene gedeelte van deeze huid , is duister, en heeft omtrent
men , worden eenmaal de top uitgenepen , omze in haare dezelfde koleur als het hardehersſenvlies.
ſterke groei te ſtuiten , en ze te dwingen wat ineer op SCOLOPAX , zie HOORNVISSCHEN , n. VIII.
zijde uit te llaan , om't onderſte van de Schutting te be. pag . 1135.
ter te bekleeden. Dog als de Heining boomen eenparig SCOLOPENDRA , zie DUISENDBEEN.
krachtig gewas maken , en genoegzame zijdtakken uit SCOLOPENDRIUM , zie HERTSTONG .
werpen , ſnoeit men ze niet anders , als dat men de tak- SCOLIJMUS , Goud-distel, Kuisdistel. De Bloem
jes der Pereboomen , die regt yoor de boofd , of middel van dit kruidgewas dat de gedaante van een Distel
takken uitgroeijen , en niet glad kuonen worden aange. heeft, beſtaat uit veele halve pijp- bloemejes , welke
bonden , inkort, latende alle anderen takken in vrijheid op de vrugtbeginzels rusten ; elk van deeze word
groeijen , mits men ze t'elkens aanbinde ; om aldus de door een dun blad geſcheiden , en boven aan elk
Boomen aan 't dragen , en tot een goede geſtalte te vrugtbeginzel, zit een klein bladje, deeze worden be
krijgen. Zo de middeltak genoegzame zijtakken uite vat in een ſchobbigen koker , die het zaad in zich be
werpt , en evenwel ſterk opwaard groeit , maakt men ze nuit. .

boven de Schutting tot een kroontje, tot dat het hout Zoorten. Daar zijn drie zoorten van dit Kruidgewas ,
vruchtbaar is ; wanneer men 't wegneemt, enden Boom , als volgt.
als anderen ſnoeit. 1. Langleevende Goud.Distel , ook Goud geele Kuise
SCHUUR is een plaats daar men 't Koorn in bergt distel genoemt; Carduus chrijjanthemus. Dodon .; Scolij.
en dorst. Men verdeelt de Schuur in een Deel of Vloer mus chrijſanthemus. Bauh . Pin. 384.; ( Scolijmus foliis
en de twee ruimten tasſchen de Balken . De Deel is in margine incrusfatis. Linn.Spec. Plant.)
't midden , en de twee ruimte tusſchen de Balken , zijn 2. Jaarlijkſche Goud -Distel, of eenjaarige goud-geele
aan weerskanten van de Deel . Jo de ruimten tusſchen Kuis- Distel ; Carduus chrijjanthemus 2. fig . DODON .;
de Balken ſtapelt men de gerven koorn , en men dorſcht Școlimus theophrasti narbonenſis . Clus. hist. 2. P. 153.6
op de Deel. ' De Schuur moet op een verheven plaats ( Scolijmus foliis margine attenuatis. LINN. Spec. Plant.)
worden gebouwd , en 't zoude niet kwaad zijn , dat de 3. AfrikaanſcheGoud Distel, of Afrikaanſche goud.
Poort-of deurin 't Oosten ſtond. Ook dienen de Schuu : geele Kuisdistel; Scolijmus ckrijſanthemus africanus pro
cerior , PARKINS.
Ten tot berging van het Hooij. pt .
Y 3 roeij.
3346 SCO. SCR . SCU . SCIJ. SEA. SEB. SEB .

Groeijplaats. De eerſte en tweede zoort , groeijen in januarij, en een gedeelte van februarij. De Jooden be .
het wild, in Zuid-Vrankrijk , Spanjen , Italien enz. De gosten van deeze maand, de ouderdom der Boomen te tel .
derde zoort hoort in Afrika te huis. De eerſte en der. len die zij planteden. De tiende van deeze maand, was een
de zoorten , zijn tweejaarige Planten ; dog de tweede is dag van rouw , om de dood van de Richters te betreuren
cenjaarig , en gaat uit , kort na dat derzelver zaad is rijp die Josua waaren opgevolgt ; de drientwintigſte vierden
geworden. zij de gedagtenis van het beſluit'twelk zij naamen , om
Kweeking. Alle de zoorten worden door het zaad de ſchendige belediging aan de Vrouw van de Levijt ge
vermenigvuldigt , 't welk in maart op een bed in verſche pleegd, te wreeken; en de dertigſte, beweenden zij de dood
onbemeste aarde , in een opene ſtandplaats moet gezaaid van Simon MACHABEUS , door zijn Schoonzoon PTOLO
worden ; en wanneer de Planten opkoomen , moeten ze MÆUS vermoord .
van onkruid worden ſchoon gehouden , en daar ze te digt SEBESTEN , ook Borſtpruimen genoemt , zijn uit
ſtaan , op cwee voeten afſtand van malkanderen , uitge heemſche Vrugten ,welke bij de Arabieren de naam van
"haald worden. Zij laaten zich niet liefst verplanten e
, n Makeita draagen; P. ÆGINETUS noemt dezelve peétæ ,
moeten blijven voortgroeijen daar ze eerst gezaait zijn ; en Ætius púžupice; onze Geneesheeren hebben deeze
doorgaans tieren ze zeer wel , en wanneer het droogweer beide griekſche naamen in gebruik gehouden , wanneer
is , maaken ze haar zaad in den herfst rijp. Wil men de zij Sebeſten in hunne ordonnantien voorſchrijven.
eerſte en derde zoorten 's winters overhouden , moeten De Sebeſten zijn vrugten na kleine zwarce Pruimen
ze in bet Oranjehuis worden geplaatst , dewijl ze onze gelijkende , van een peeragtige gedaante, aan derzelver
winterkoude niet kunnen doorſtaan . top ſpits, gerimpelt en half uitgedroogt, bevattende een
Gebruik. Deeze Planten hebben geen ander gebruik , bruinagtig klevend Merg of Pulpa , het welk een zoe.
als dat zij van de Liefhebbers der Kruidkunde om de ten laaak beeft , en zeer vast aan een kleine kern of pit
verſcheidentheid der gewasſen , worden bewaard en gecul. zit.
tiveerd. DIOSCORIDES en Galenus hebben niets van de Sebe.
SCOMBER , zie MAKREELEN. ften gezege; men weet niet ofhet dezelfde vrugten zijd wel.
SCORBUIT , zie SCHEURBUIK. ke ATHÉN EUS , Japauubus noemt ; maar men weet ten
SCORPIUS , zie SCHORPIOEN . minſten zeker , dat de nieuwe of hedendaagſche Grieken;
SCORPIUS MARINUS , zie DONDERPADDE er dikwilsmelding van gemaakt hebben .
en KNORRHAANEN , 1. V. pag. 1535 De Boom waar op deSebeſten groeijen , word gedoemt
SCORZONEER -WORTEL , zie SCHORZONEE. Sebeftena domeſtica, door Bauhin. Pin. 446. Mijra , five
RE.
Sebeſten door J.B. 1. 197. Sebeſten domeſtica door P. ALPIN.
SCROPHULÆ ook Strume en Chorades genoemt , 30. Vidimoram . Commel. Hort. Malab. V. IV.77. Pru .
zijn Kroppen of verharde Klieren aan den hals , waar van nus malabarica , fru & u racemoſo, calice exepto, Ran ,
er eenige in de klieren , inzonderheid in de thijroidea Hift. 1563. ( Cordia foliis fubovatis ferrato-dentatis.LINN.
en jugulares ontſtaan ; anderen buiten dezelven. Daar Spec. Plant.)
zijn ook andere gezwellen , welke men Kroppen noemt, Deeze Boom die een dikke ſtam heeft , groeit taame.
dog die eigentlijk onder de ongemakken behooren , wel lijk hoog; deszelfs bast is oneffen , van koleur witagtig ;
kemen Aneurisma en Branchocele noemt , en in de ſtam de takken digt in een gegroeit , en na de grond neerhan .
van de luchtpijp ontſtaan . Insgelijks kunnen ook de gende. De Bladen zrocijen beurtelings aan de kleine
ſtrotaders wratagtig worden , en tot gezwellen uitzet. takjes ; zijn rondagtig , vast , en omtrent drie duimen
ten . De verbarde Klier kroppen zijn eigentlijk Scirrhi breed , aan derzelver bovenſte rand op een ongelijkewij.
of Knoestgezwellen , en moeten ook als zodanige worden ze ingetakkeld , aangenaam groen van koleur , van bo
geneezen, zo dat alle weekmaakende middelen daar bij venen blinkende, hangende aan een ſteel van één duims
nadeelig zijn. lengte.
SCROPHULARIA is de latijnſche naam van het De Bloemen zijn volgens getuigenisſe van AUGUSTI
Speenkruid ; zie GOUWE (KLEINE ). xus Lippi, zeer talrijk , hangende troswijze aan 'i uite
SCROTUM is de latijnèche naam van het Zakje , 't einde der takken , van een witte koleur en aangenaame
welk in den Mensch en de meeste viervoetige Dieren de lieffelijke reuk.
Zaad ballen bevat. Het is nevens andere huiden ook : De Vrugt is peervormig , zo groot als een Olijf, vlees
met vleesch -vel voorzien , ten einde het zich zoude ſchig , eerst groen en vervolgens witagtig van koleur,
kunnen zamentrekken , en de zaad -ballen voor ongemak' vervuld met een klevend zap, dat zoet van ſmaak is ;
beſchermen .
de Pit of Kero die platagtig is als die van een Pruim , be.
SCRUPEL in 't lat. Scrupulus, is de naam van een vat doorgaans een kleine Amandel, dog ook wel twee
medicinaal gewigt, maakende het derde deel van een De Sebeſte-Boom groeit in Egijpten en in het Oosten.
drachma of twintig greinen ; het word in de Geneeskun. Men ſpreekt oog van een ander zoort van Sebeſten- Boom ,
dige voorſchriften of ordonnantien , aldus j. getekend door Dillenius in Elth. 341. 6. 255.f. 331. afgebeeld en
SCUR VOGELEN , zie SCHUR.VOGELEN . genoemt, Sebeſtena ſcabra ,flore miniato crispo , door SLO.
SCUTELLARIA , is de naam welke zommigen aan ANE Famaic. 136. hiſt. 2. p. 20. Carijophijllus fpurius
het kruidgewas geeven , 't welk doorgaans Casſida word inodorus, folio ſubrotundo ſcabro , flore racemoſo hexapeta
genoemt ; zie CASSIDA . loide coccineo. ( Cordia foliisoblongo ovatis repandis fcabris .
SCIJLLA , zie ZEE- A JUIN . Linn. Spec. Plant.) De Bladen van deeze zoort , zijn
SEAH is de naam van een hebreuwſche koorn -maat , kleiner als die van de voorige , de Vrugten zijn ook klei
inhoudende 30 pond tarwe. ner en minder aangenaam .
SEBAT , dusdanig is de vijfde maand van het burgerlijk De Sebeſten worden uit Sijrie en Ægijpte over Alex
jaar der Hebreen genoemt, en de elfde van het kerkelijke andrie , naar Venetie en Marſeilje, en van daar tot ons ge
jaar , koomende overeen met een gedeelte van onze maand bragt. Om goed te zijn , moeten zij verschen vleeſchig ,
SEC. SED . SEE. SEG . SEK. SEL . SEL . 3347
{

van buiten zwart bruinagtig weezen , het vleesch moet I. De gemeene of grofbladige Selderie.
zoet en Oijmagtig , bruinrood en week zijn. Derzelver 2. De fijnbladige Selderie.
eigenſchap beſtaat, van de taaije Nijmen te doorweeken 3. De Knob. Selderie.
en op elosſen , daar bij de ſcherpe zoutagtige en kpagen- 4. De roode knol-Selderie.
de vogten , waar uit zinkingen en veelerleij borstziektens De tweede die ook brabandſche Selderie word genoemt,
ontſtaan, te verzagten ; en zijn dus dienſtig tegen dehoest, verſchilt daar in van de eerſte, dat dezelve in alle dee .
ſchorheid , engborſtigheid , longenzugt , zijde-ſteekingen , len niet zo groot groeit , en ook meer en fijner zijdſpruit
galkoorts, Dieren- en lendenpijn. Ten dien einde word zels maakt.
er voor de gemelde ongemakken , een ele & uarium van ver- De derde zoort verſchilt daar in van de tweede , dat ze
vaardige. dikker knolagtiger wortels heeft , die zomtijds wel zo dik
SECALE , zie ROGGE. als ecn vuist kunnen groeijen.
SECULUM , zie EEUW. Het verſchil tusſchen de vierde en derdezoort , beſtaac
SECUNDE , is een zestigſte gedeelte van een Minuit , daar in , dat dezelve roode of roodagtige wortels heeft,
dus gaan er 3600 Secunden in een Uur: dog deeze veraart ligtelijk en verandert in de derde zoort.
SECURIDACA , zie BIJLTJES-KRUID . Bij veelen word de tweede zoort het meest geagt , hoe
SEDANSCHE WAAFFELEN , zie GEBAK. pag. wel bij ons de eerſte het meeste gebouwt word , om dat
800 . een ſtruik daar van , tot het gebruik meerer uitlevert
SEDUM , zie HUISLOOK. dan een van de overige zoorten , daar bij ook ſinaakelij.
SEDUM ALPINUM , zie BERG - ROOS . ker geagt word ; dog de aart van den grond brengt ook
SEEP , zie ZEEP. veel aan de fijn of grofbladigheid toe.
SEGRIJN -LEDER , zie SAGREIN: Kweeking. Om tierig te groeijen , bemind de Selderle
SEKREET- VLIEG , in 't latijn Mufca tenax ; (M een goede losſe , liefst wat lijvige, en wat vogtige grond ,
ſca antennis jetariis, tomentofa ; thorace griſeoabdomine en een opene warme plaats. Dezelve word van 't zaad
Jubfuſco unicolore, tibiis poſticis compresſo gibbis. Linn. voortgeteeld , het welk in 't laatst van april ofbegin van
Faun. Suec .) Het Wormpje waar deeze Vlieg uit voort. maij op een warme ter zopne gelegen plaats duntjes ge.
komt, word doorgaans in ſekreeten , gooten , en andere zaaid word ; kunnende men zich wegens de kleinheid
rottende vuiligheden gevonden,weshalven GoedAART het van 't zaad , in 't zaaijen ligtelijk bedriegen , om 't te
den Verkens-Worm noemde. Die Schrijver is grootelijks dik. te zaaijen , het welk ſlenterige onbekwaame Planter
bedroogen geweest , wanneer hij zich verbeelde, dat er veroorzaakt; dog het welk door verdunning der jonge
wezentlijke Honingbijën , van deeze Wormen voort. Planten , kan verholpen worden.
kwaamen ; want hoewel het zeker is , dat de Vlieg in Om vroeg in den zomer Selderie te hebben , word de.
geſtalte grootelijks naar een Biję gelijkt, is zij dog door zelve ook wel in maart op een niet al te warme broeibak
het getal der Wieken zeer veel daar van onderſcheiden. onder glazen gezaait, of anders maar op een warme
Het geenebem hier omtrent heeft bedroogen , was, dat plaats , teegen een ſtaket, enz. met een glasraam er over
deeze Vliegen de zoetigheid beminnen , niet alleen op deheen , en rondsom digt; dog de vroeg gezaaide , ſchiet
bloemen aazende maar ook met zuiker kunnende gevoed zomers ligtelijk in 't zaad. En dewijl dit zaad lang in
worden . Dus kan men ze lang , zegt hij, in’t leven houden,
den grond legt eer het opkomt, zo kan men het zelve
en zomtijds heeft men ze ook wel drie weeken zien lee. een week of twee voor de zaaijing in vogtig zand zet.
ven zonder voedzel. ten te meuken , gelijk hier vooren van 't peteroelie -zaad
SELDERIE. Dit Kruidgewas 't welk men in 't lat. gezegt is.
Apium palustre ook Apium officinarum , en in 't fransch Wanneer nu de jonge Planten een vinger of wat
Ache en Celleri noemt , is een zoort van groote Peterſe. mcer lang zijn geworden, verplant men dezelve op bed
tie. den in diepe greppels , die 2 a 3 voeten van malkander
Zoorten. De Kruidkundigen tellen hier van twee dwars over het bed, of in het lang gemaakt zijn , dog
zoorten op over dwars is beter , op een groote voet afſtand in dee
1
1. Wilde Selderie, anders Juffrouw.Merk genoemt; ze greppels.Wilmen vande fijne zoort (wee of drie
Apium palustre & Apium officinarum . TOURNEF. Inſt. planten bij malkanderen zetten , gelijk zommige doen ,
305. Boern . Ind. alt. I. 58 .; Eleofelijnum . Dodon. & uit oogmerk om meer ſpruitzels te bekoomen , en dus
1
LOBEL, van de grond meer te trekken , zulks kan geſchieden ,
2. Tamme Italiaanſche Selderie of Juffrouw.Merk; maar van de overige zoorten inzonderheid van de knoba
Apium dulce , Celeri italiorum . Hort. Reg. Par.; Selinum Selderie , moet men niet meer als een plant bij malkander
fove Apium dulce. PARKINS. ( Apium foliolis caulinis c%. zetten , om dat de eerſte zoort veel grooter en uitgebrei
neiformibus. Linn. Spec. Plant. ) der of ſtruikiger groeit , en de Knol Selderie anders geen
Plaats. De eerſte zoort groeit in Neder- en Hoog. groote wortels maakt.
Duitschland , Vrankrijk , Engeland, en elders aan de Bij het verplanten kort men de bladen als mede de
kanten van de gragten , Nooten en andere wateren . wortelpunt wat af, waar door zij betor in de groeij raa
Wat de tweede zoort betreft, 20 houden de hedendaag . ken , en indien het verplanten bij of na een zagte regen
ſche Kruidkenners dezelve alleen voor een door de cul. kan geſchieden , zal de groeivaiting zo veel te zekerder
tuur verbeterde zoort van de voorgaande, ſchoon dezel. zijn ; zo als dit in de planting en verplanting van aller:
ve , of liever haar gebruik in de keuken , nog niet zeer leij andere kruidgewasſen insgelijks plaats vind : Dog
lang in Neder- en Hoog- duitschland is bekend geweest ; indien de planttijd het niet toelaat om deregen aftewag
hebbende men het eerſte zaad daar van uit Italien ont ten , 20 moel men ongetwijffelt de verplantte Planten
vangen , en derhalven gedagt dat het een buitenlands ge. door beſproeijing vogtig houden , tot dat ze in 't gewas
was was . Daar worden bij ons vier veranderingen van zijn , inzonderheid bij ſterke droogte; als de Planten
deeze Selderie gevonden , als : vervolgens groot en meest volwasſen zijn , zo aard men
de
SEL . SEL.?.03.18
3348 .
dezelve van weerzijden en rondom hoog aan , waardoor worden zeer verſchillende zelfſtandigheden mede bete
de groene bladen wit en mals tot bet gebruik worden ; kępt. De hoogduitſche Mineralogisten , eigenen die
maar alvoorens men ze aanaard , is het dienſtig en nodig naam aan een zoort van gijps of pleister-ſteen toe , uit
de bladen met een oftwee bandjesmuscoviſche mat los- ſchilferagtige piaatjes ofdoorſchijnendeblaadjes zamenge
jes bij malkander te binden , waar bij men agt moet gee. ſteld, zodanig als die , welke gemeenlijk onder den naam
ven om vooral geen bladen te kneuzen , dewijl zulks van iapis Specularis en Ezels- Spiegel is bekend , en waar
onvermijdelijk rotting te wegebrengt. Dog men aard de van een groote menigte te Montmartre word gevonden.
Selderie niet alle te gelijk aan, maar van tijd tot tijd , Eenige Schrijvers geeven den naam van Selenites, aaa
telkens zo veel als
houding meent nodig men voor een tijdlang langdeaange.
te zijn , want als hij tetot huis. , bet
jes langwerpig vierkantgeruite Spath, deeze
' t welknaam
uit plaat.
is zamengeſteld . Anderen hebben aan't
aard ſtaat, is hij ook aan 't rotten onderhevig , inzonder. Yslandſche Chrijſtal gegeeven , 't welk langwerpig vier
1
heid in het warme faizoen . kant geruit is. Daarzijn eindelijk Natuurkundigen wel.
Het zaad word
winter over bewaardgewonnen, van Planten die menvoet
heeft, en op een of anderhalf de ke zich van het woord Seleniteshebben bedient , om het
Talc mede te betekenen.
diſtantie geplant heeft , op even dezelfde wijze als het De franſche Scheij- en Natuurkundigen , verſtaan ge
peterſelie-zaad. Dog men agt hec vreemde zaad uit war. mecnlijkdoorSelenito, een middelzout,voortgebragt door
mer gewesten koomende , veel beter als het geene in de vereeniging van het vitrioliſch zuur en eene Kalkagtige
ons land word gewonnen; dit uitlandſche zaad word in , aarde , zo alskrijt, mergel, enz. Indien men vitrico).
de winkels van de voornaamſte Zaadkoopers gevonden . : olie op fijn gewreeven krijt giet , gebeurt er eene aanmer.
De Selderie
ſtrenge kan tamelijk
vorst verdragen tegen den
, wesbalven
winter, dog geen
dezelve voor de aan .
kelijke opbruizing ofzieding, dedisſolutie word troebel,
en daar precipiteert een wit poeder ; dit poeder met aan
koomende vorst alle hoog aangeaard worden , vervol- dagt beſchouwt, vertoont niet anders dan eene verzaame.
gers dekt men die alshet begint te vriezen dik met los ' meling vankleine criſtallen, die de gedaante hebbenvan
ſtroo ofmet lange ſtrooagtige paardemest: Welke dek kleine plaatjes of Vischſchubben. De rede waaro:n zich
king niet alleen dient om de Selderie te conſerveeren , dit zout, zo dra bet is gevormd , precipiteert , is vol
maar ook om dezelve bij vorst altijd uit de grond tekun- gens de Hr.Rouelle, om dat het genoegzaam onoplos.
nen krijgen , dewijl de aarde onder de mest ofhet ſtroo baar is in water ; want die geleerde Scheikundige heeft
bevonden , dat het 360 deelen water vereischre
niet lize bevriezen zal. om bettoc
Ook kan men ze wel tegens dat het begint te vrièzen ontbinding te brengen. De beste wijze om dit Seleni.
uitgraaven , en in de kelder diep in zand of in zandagti-. tisch zout te bekoomen , is vitriolisch zuur in kalkwaterte
ge aarde planten, om wit te blijven of te worden ; ofwel gieten ; maar ten dier einde, moet nauwkeurig de trap van
in een kuil in de tuin , zo als men met Artiſchokken han- verzadiging getroffen worden , 'tgeen men kan gewaar
delt ; maar dan is dezelve zeer onderhevig om te rotten, worden, inet een ſtuk blaauw papier in de disſolutie to
inzonderheid in de kelder. wanneer
ſteeken , papier niet meer rood word , ver
dit
Gebruik en kragt. De Selderie is van veel gebruik in ſtrekt zulks ten kenmerk , dat men volkoomen is ge :
de keuken ; de wortels, hetzijalleen , inzonderheid van . Naagd.
de Knol- Selderie , of met de witte ſteelen en bladen , ge., DeNatuur zich van dezelfde ſtoffe bedienende , brengt
zuiver i en in ſtukjes geſneeden zijnde, ſtooft inen met een ſelenitisch zout voort ,'t welk volkoomen aan bet bo.
vleeschnat , boter , zout, en muscaat. Of wel , men vengemelde gelijk is ; men vind hetzelve in de aarde , wela
kookt ze in hoender , kalver of Schaape-foepen , ook in ke op de grond van zommige waters valt. Veelc ſteenen
groene of geele erwten , ſmaakende op allerlei wijze be- en inzonderheid die , welke ſchitteren , zijn er mede bela.
reid , zeer goed: den. Zulks is niet te verwonderen , dewijl het vitriolisch
Inzonderheid word dezelve veel gegeeten als ſalaad , zuur, in onzen dampkring en ingewanden der aarde is ver
met boon- olie , azijn , peper en zout , het zij alleen of ſpreid, welke behalven dat , nog een menigte kalkagtige
met endivie, veldſalaad enz. vermengd , wordende ten zelfſtandigheden bevat , waar mede dat zuur zich kan ver
dien einde de ſteelen der bladen eerst wat geſpouden en eenigen . Men zoude kunnen gisſen , dat het aan een der.
omſtandigheden ge.
dan in ſtukjes geſneden. Maar om dezelve fraaij op te gelijke vermenging is , door eenige onbekend
tot nog toe aan ons
disſchen tot verciering der tafel, zo word het gantſche holpen , welkePleiſterſteen zijn dat ,
bosch gezuivert, de witte ſteelen fijn geſpouden , ver. het Gijps ofde zijne geboorte is verſchuldigt.
volgens een tijd lang , in koud water gelegt , waar door selENOGRAPHIA, betekend de beſchrijving der
de bladen aardig krullen , wordende hetbosch daar na al . Maan ; zijnde het woord Selenographia afkomſtig van de
dus op een ſchotel gezet, het zij alleen of met andere griekſche woordenonnin, maan, en spesa ikbeſchrijf.
De beſchrijving van de Maan beſtaat in de afſcherzing
lalaad er tusſchen beiden of rondsom . Ook kan men Sel .
derie eerst wat week kooken , en daar na met boom- van derzelver ſchijf of discus, met de vlakken , en ande.
olie , azijn , enz. of met een zuur boterzausje als ſalaad re duistere en lichte plaatzen die men er in , het zij
eeten , op welkewijze die voor een tedere maag 20 hard met het bloote oog , of wel met de Telescoop gewaar
dewijl dezelve raauw gegeeten , een word .
niet te verteeren is ,
goede gezonde maag vereischt. Men voegt bij deeze beſchrijving, de naamen welkeaan
Op wat wijze de Selderie ook word genuttigt , word die verſchillende plaatzen zijn gegeeven , en die voor 't
die zeer gepreezen om kragten te geeven , inzonder- meerengedeelte naamen van Wijsgeeren zijn , het zij ou.
heid aan zwakke Mannen ; dog van zommige Geneeshee- de of wel hedendaagſche. Die naamen zijn van zeer
ren word hij voor zodanigeMenſchen ſchaadelijk geagt , veel nut in de beſchrijving der Eclipſen , om de verduis .
wiens natuur tot draaijingen des hoofds , geraaktheid , terde plaatzen der Maan te betekenen ; dus zegt men ,
ftuiptrekkingen en vallende ziekte overbelt . Tijcho is om dat uur in de ſchaduwe gegaan ; zulks wil
SELENITES , Sal Seleniticum , door deeze woorden zeggen , dat het gedeelte der Maan , 't welk de naam van
Tijche
SEL SEM . SEN . 3349
Tijcke draagt, begonner is duister te worden , en das SENATUS CONSULTUM , volgens de definitie die
met de overige. ons van dit woord door Keiſer JUSTINIAAN word gegee .
Zedert de uitvinding de Telescoopen
phia aaninerkelijk verbeterd.
, is de Selenogra. ' ven , betekent het zelve, een Raadsbeſluit of Decreet varz
Helvetius beroemd : dę Senaat.;
Sterrekundige en Burgemeeſter ce Danczich , die de eer- SENATUS CONSULTUM MACEDONIANUM.
ſte Selenographia door den druk heeft wereldkundig ge . In Regten word dusdanig een raadsbelluit genoemt, uit
maakt, had aan de verſchillende plaatzen der Maan , Daa- kragt van welk de Ouders niet verpligt zijn , zodanige
men gegeeven , welke gelijk waaren aan de naamen van fchulden te betaalen , die zonder hun weten of toeſtem
sommige plaatzen onzer Aardkloot ; het is RICCIOLUS ming , door hunne Kinderen zijn gemaakt.
die haar de naamen van beroemde Wijsgeeren en Sterre : SENATUS CONSULTUM VELLEJANUM . Door
kandigen heeft gegeeven ; het geen de eerſte met denaam dit raadsbeſluit , word aan de Vrouwen de inage benoo .
van Porphijritiſche berg beſtempeld, noemt den ander A.i men , oin zich validelijk voor anderen te verbinden , zo
riſtarchus, en't geen door de eene word genoemt, Æthe, dat wanneer zij op zich hebben genoomen een ſchuidbe.
na , Sinai , Athos, Apenninus enz., word door de ande. kentenis van een ander, het zij als Borge of ander:
re genoemt, Copernicus, Poſidonius , Tijcho , Gallen- zints te voldoen , zij daar over in regten niet kunnen wore
dus enz. De naamen door Ricciolus gegeeven , hebben dat
de overhand gehouden.
aangeſprooke
denRaads n . Een Vrouw heeft de magt om aan
-beſluit te renuntieeren ofafſtand van te doen . "
SELLERI , zie SELDERIE. SEN - BLADEN , in 't lacijn Senna , van Sana ge.
SEMEIOLOGIA , Semiotica en Semiologia , betekent zond, om dat derzelverbladen de gezondheid herſtellen,
deWetenſchap der tekenen . Deeze woorden zijn grieksch , is een kruidgewas, tot kenmerken hebbende , dat de Bloe
afkomſtig van ruller, teken, en agos, redevoering: De men meest uit vijfbladen beſtaan , die zich in de gedaan.
Semeiologia is dan datdeel der Geneeskunde , 't welk on-, te van een roos uitbreiden ; het ſtijltje word naderhand
derwijst , hoedanig men de ziekten bij derzelver zekere een vlakke kromme peul met twee Nagdeuren , die vol
tekenen kennen en van malkanderen onderſcheiden moet. zaadjes is , zijnde elk door een dun dubbeld vliesje go:
Men onderdeelt dezelve in drie deelen; als , 1. in A. ſcheiden.
namnestia , welke van de tekenen handelt, uit de voor. Zoorten . Daar zijn hoofdzaakelijk drie zoorten van dit
gaande levenswijze van de zieken op te maaken. 2. Di- medicinaale kruidgewas , waar van wij hier de beſchrij.
agnefis welke leert om de tegenwoordige tekenen te er. ving kortelijk laaten volgen.
kennen , en ten derden in Prognoſis , handelende van de 1. Alexandrijnſche Sené-bladen met ſcherppuntige bla :
. toekoomende dingen , welke het voorzegt; waarom ook den ; Senna orientalis. LOBEL ; Senna alexandrina, for
de tekenen zelve ingevolge deeze onderſcheiding Anamá liis acutis ; ( Calia foliolis trijngatis quadrijugatisque fue
niſtica , Diagnostica en Prognoſtica genoemt worden . bovatis. LINN.Spec. Plant.)
SEMEN , zie ZAAD. 2. Amerikaanſche Sené bladen met liguſter blad ; Senna
7
SEMEN NUDUM , zie NAAKT ZAAD . americana liguſtri folio ; Senna occidentalis , odore opii vi.
SEMEN COCCOGNIDES, zie COCCOGNIDI. rojo, orobipannonici foliis mucronatis, glabra. Coxmel.
UM. Hort. 1. p . 51. ( Cafia foliolis quinquejugatis ovato-lanceo
.
SEMICOCTUS, betekent zo veel als half verteerd, latismargine fcabris , exterioribus majoribus, glandula ba
en word ten aanzien van de Chilus gezegd, wanneer 'de- feos petiolorum ., Linn. Spec. Plant.)
zelve maar ten deele en niet in zijn geheel verteerd is. 3. Italiaanſche Sené-bladen met ſtompe bladen ; Senna
SEMICUPIUM , zie HALF -BAD . italica foliisobtufis.
- SEMIFLOSCULI , of halve Bloemtjes , worden 20. Plaats. De eerſte zoort groeit natuurlijk in Epijpten ,
danige Bloemen genoemt, waar van veele te zaamen , ' Sijrien , Indien er.z .. De tweede zoort. in verſcheide.
een groote Bloem uitmaaken . ne gewesten van Zuid-Amerika , en de derde is inzon.
SEMI-MAS , betekent zo veel als Halfman; zie GE. derheid aan .Italien eigen.
SNEDENE. Kweeking De twee laatſte zoorten , worden in de
SEMIMEMBRANOSUS MUSCULUS , is de naam tuinen van zommige liefhebbers bewaard , dog de eerſte
van de buigſpier van de Scheenpijp, welke gelijk de Se . zoort die tot het medicinaale gebruik dient , en ten dien
minervofus van de krop van het Iſchion , als ook met den einde de gedroogde bladen cot ons worden overgebragt ,
mageren en tweehoofdigen Spier , in de bovenſte knop van word zeer zeldzaam bij ons gecultiveerd.
de tibia of knie eindigt ; en , te gelijk met de poplicæus De Sené planten kunnen jworden vermenigvuldigt door
de tibia buigt. haar zaad vroeg in het voorjaar in een broeibak te zaai
SEMIMÉTALLA , betekent halve Metaalen ,zijnde jen , en wanneer de planten zijn opgekoomen , moeten
zodanige bergſtoffen ,welke zich wellaaten ſmelten en ze in kleine potten , me: ligte verſche aarde worden ver
gieten , dog diet door den hamer laaten uitbreiden , nog plant, en in een nieuwe broeibak gezet, zorg draa
in draaden uitrekken ; van dien aart is het Spiesglas, Bise gende dat ze in de ſchaduw ſtaan en behoorlijk vogtig
muth , Zink enz. blijven , tot dat ze wortel gevatbebben , na welke tijd men
SEMIOTICA , zie SEMEIOLOGIA , er lucht bij moet laaten , door de glazen open te zetten
SEMISPINATUS, deeze naam draagteen Spier., die naar de warmte van bet weer en den bak waar in zijſtaan .
de borst om boog trekt, en den rug uitſtrekt , ontſtaan . Wanneer dewortels der planten de potten gevuld heb
de van 't buitenſte deel van ' t heiligbeen (os facrum ) , en
ben , moetenze in andere potten die groter zijn , ver
in de procesſus ſpinofus van alle delende -wervelen eindi- zet worden . In den herfst moeten ze in de ſtookkas
gende, worden gebragt , en in de runbak gezet worden , alwaar
SEMIUNCIA , ook Semuncia , betekent een half once , ze geduurende den winter zorgvuldig moeten bewaard
één loot , en word indemedicinaalevoorſchriften ,aldus worden ,haar van tijd tot tijd met water vervrisſende:
ZBVigetekend Lissone of Deeze ſtookkas moet's winters in meer dan gematigdebet
Deel. 2
3350 SEN . ..SEN .

te gehouden worden , anders willen er deze planten niet Kweeking. Deeze Planten worden uit zaad voortger
in iieren . De volgende zomer bloeijen de iwee laatſte kweekt, en moeten eveneens behandelt worden, als
zoorten en geven zaad; dog de derde zoort bloeit zel. zodanige gewasſen die veel warmte noodig en 's winters
den zo jong , en is doorgaans vier of vijf jaaren oud , in ſtookkasſen inoeten worden bewaard.
eer ze bloemen en zaad geeft. SENECIO , zommigen geeven deeze naam wel aan de
Kragt en Gebruik . De Sené-bladen purgeeren tame. Kruisdiſtel.
lijk gemakkelijk , allerleij water- en weijagtige taaije SENECIO MINOR VULGARIS , zie KRUIS.
Nijm en galagtige vogten uit 't lighaam , en kunnea van KRUID.
allerleij Menſchen zorder binder , zelfs van zwangere. SENEKA-WORTEL , deeze wertel draagt in 't ene .
Vrouwen worden gebruikt, dog vermits ze zomtijdskrim . gelsch den naam van the Ratthle Snake-foot, dat is Rai
ping en walging kunnen veroorzaaken , inzonderheid wan- telflang -wortel ; het is de wortel van de Virginiaanſche
neer er de ſteelen niet wel zijn uitgezogt, zo is 't niet Polijgala , waar van men de kennisſe aan den Schollen
kwaad , wat caneel en anijs -zaad of wijnfteen - crijſtallen GeneesheerM.TEINNINT is verſchuldigt.
daar bij te voegen . De doſis is , van de gepoeijerde bla. In 't begin van 1738 ontving de Academie van Wee
den tot één drachma, dog in decoctie of als thee gtrok « tenſchappen te Parijseen briefvan deeze Geneesmeefter,
ken en als dan 's morgensnugreren er van half kwartier waar in hij haar zijne waarneemingen op de kustvan Vire
tot half kwartier een goed theekopje vol ter dege warm ginien genoomen , mededeelde, over het gebruik van
van gedronken , tot agt zodanige kopjes toe , verſtrekt de Wortel eener Plant , in dat land Seneka of Seroka ge
voor een uitneemend purgeermiddel. Ook kan men een noeint , en dien bij na zijn zeggen met zeer veel nut coc
half once ter dege van de ſteelen gezuiverde Sene bla. geneezing van de ontſteekende borstziektens hadde ge
den neemen , doen die in een doekje, en laaten die met bruikt. De Hr. TeinNint voegde bij zijn brief de af.
gedroogde pruimen kooken , purgeert zeer gemakkelijk , teekening van de Plant , en omtrent een half once van die
en is bijzonder op deeze inanier dienſtig om het de Kin. wortel, die hij zo gelukkig !iik had te werk geſteld . Liefst
deren , die veeltijdsover de ſcherpeen bittere finaak van ſchreef de Hr.Teinnint het af kookzel voor, wijl het
de Sené bladen niet kunnen , in te krijgen. In de Apo. fchielijker ſcheen te werken , dan het poeijer. De dois
theeken , word er eene ſijroop , extra & ; en tin & uur van van het poeijer is vijfendertig grein , en van het afkook.
vervaardigt, zijnde de doſis van het extract van 1 tot 2 zel geeft hij drie lepels vol te gelijk , als men naamlijk
ſcrupels, na de jaaren. Dog men agt de Senė-bladen drie oncen van den Wortel, klein geſtooten zijnde, met
geheel niet dienſtig voor Menſchen die aambeijen , kwaa. twee pood Water, omtrent tot de helft heeft laaten ver.
deborst,of bloedvloeijing hebben ; of wel inwendig tot kookens dit middel drijft de urineen het zweet, verwekt
inflammatie geneigd zijn. stoelgang en zomtijds braaking ; de beide laatſte werkin
Het is de eerſte zoort of Sené-bladen van Alexandrien , gen , verhinderde de Heer TEINNINT door eenige opſur
die men tot het gebruik moet kiezen ; dezelve 'moeten pende middelen met het poeijer te vermengen , en erNap 51
versch zijn , van een ſterke reuk , zagt in het aanraaken , Kaneelwater bij te laaten gebruiken . Bij eene waare pleu
en de bladen heel fijn en niet gevlakt. ris met ontſteeking laat hij in den beginne aanſtonds ee .
De oude Griekſche en Latijnſche Geneesheeren , ne ader openen , en zulks naderhand , als 't noodig is,
hebben de Sent bladen niet gekend ; de kennisſe van het herhaalen. Bij eene bastaard -pleuris daarentegen , wel.
gebruik dier plant is men de Arabieren verſchuldigt. Se ke de zenuwen zo doet lijden, dat er eene groote zwako,
RAPION is de eerſte die dezelveheeft bekend gemaakt,en heid van komt, of welke maar alleen reeds lang aange
vervolgens Masin . Onder de nieuwe Grieken is er nie houden heeft, verbied bij ten eenemaal het laaten ,
mand voor Actuarius geweest, die er melding van heeft de ſpaanſche vliegen , en alle andere middelen , be.
gemaakt, en er de deugden en eigenſchappen van bekend halven alleen den Senekawortel , welke ſchier altoos, en
doen worden. wat meer is , in eenige gevaarlijke gevallen , gezegt word
SENé BLADEN (BASTERD.) , in 't latijn Senna geholpen te hebben. Hij prijst voor't overige deeze Art.
Spuria , is een kruidgewas dat door de Hr. Herman dus. zenij niet alleen in de gemelde heete ziekten, maar houd,
danig is genoemt, om dat de vrugt van dezelve zo wel ze ook voor dienſtig bij de jigt , waterzugt, en podagra.
als die der Sené-bladen in een peul beſtaat, die meest Wegens de pleuris hebben de Heeren Lemery en Jus.
krom is. SIEU , wien het onderzoek der zaake door de Academie
Kentekenen. Deeze beſtaan , dat zij een ongeregel. der Wetenſchappen te Parijs opgedraagen was ,gunſtige
de roosagtige bloem heeft , die eenigzints naar eene berigten van hunne proeven gegeeven ; en de Heer DU
Vlinter bloem gelijkt , en waar van het ſtijlje nader. Hamel bevestigt ook de goede werking van dic middel
hand een Peul word , hebbende meest twee rijen van in ontſteekings koortzen. De verzekeringen van den Hr.
zaadjes. BOUVARD en Paul , welke hij op de aangehaalde plaats
Zoorten. Bij MILLER Kruidk. Woordenb. worden hier bijbrengt, en die van den Heer Tissot zijn nieuwer ,
vijftien diverſe zoorten van op geteld. Dewijl nu deeze en men doet er nog tot den dagvan heden proeven mee.
planten voor zo veel mij is bekend , van geen 't minſte Toen de Academie der Wetenſchappen , de Polijgala uit
gebruik en bij ons ook zeer zeldzaam door de Liefheb. Virginië liet beproeven , werd reeds de vraag opgewor.
bers van vreemde gewasſen worden gecultiveert , zullen pen of niet mooglijk de gemeene inlandſche Polijgala
wijons vergenoegen met te zeggen , dat alle deeze Plan. even goed waare ? De Heer Du Hameb wildeze verzame
ten natuurlijk aan de warme gewesten van Amerika be- len ; dog de wortels dezer inlandſche Plant zijn te dun ,
hooren. Zommige derzelven zijn op Jamaika ontdekt, en om zo veel uitte!everen als men noodig heeft. . Hij be
anderen zijn gevonden te Kampeche en La Vera Cruz , Noot derhalven de geheele Plant te gebruiken , en liet
door den Engelſchen D. Willem HOUSTON , ' die haat eene hand vol afkookėn in een borst-drank'waar van hij
zaad. na Engeland
Planten heeft gezonden , alwaar veelevande in
in de tuinen der Liefhebbers groeijen ..
twee Lijders naar welgevallen liet drinken ,toen deeen
't allergrootſte gevaar ſcheen te weezen ; ditmiddel be
... w yor :
SEN: SEP . SEP. SER, 3351
gorderde de aitwerping der fluimen op een wonderbaare SEPHIROS , is een griekſeb woord , 't welk eene ver
wijze, en veranderde de eigenſchapder Huimen. Na. harde ontſteeking aan den Uterus betekent.
derhand bebben meer proeven beweezen , dat de inland- SEPLASIARIUS, betekent een zodanig Perzoon , die
ſche Polijgala deuitwerping der fuimen wel bevordert; veelerleij dingen tot geneesmiddelen dienende, verkoopia
dog dat die uit Virginië haar echter in deeze werking, den SEPS-HAAGDIS , zie HAAGDISSEN , H. XVII,
voorrang betwist , enz. pag. 968.
GRONOVIUS en MILLER noemen de Plani van deeze SEPTEMBER , zie HERFST -MAAND.
wortel, Polijgala virginiana , foliis alternis, integerri. SEPTEMTRANSVERSUM , zie MIDDELRIFT.
mis, racemo terminatrice ere &to. GRON. Flor. virg.; Po- SEPTENTRIO , zie NOORD .
2 bijgala virginiana foliis oblongis, floribus in thijrlo candi. SEPTIMESTRIS , betekent zeven -maandelijk, en word
dis, radice alexipharmaca. M :LLER. Deszelfs wortel gezegt yan al wat zeven maanden oud is ; dog wel in .
is langleevend, van een halve totéén ſpan lang , een klei- zonderheid word hier de menſchelijke vrucht door ver.
De vinger dik min of meer , na de Plant oud is , voorts ſtaan , die , na verloop van zeven maanden ter wereld
met kromme bogten , in verſcheidene takken verdeelt , komt , en zo een Geboorne word thans voor een regien ,
met zijdelingſe vezels voorzien ;van buiten is zij geelag- eglen , en levendigen aangemerkt .
T
tig , van binnen wit , van een ſcherpe eenigzints bittere SEPTUM LUCIDUM , ook Speculum pellucidum of
Imaak en ſpecerijagtigereuk. doorſchijnend Spiegel-ylies in de hersſenen ; beſtaat in een
SENEGROEN , Ingroen , Zegegroen , in’t latijn Bu• dun hersſen-vlies , 't welk tot in 't midden van de bersſe.
gula , Conſolida media ; is een Kruidgewas, 't welk tot nen reikt, en de hersſen-kameren onderſcheid.
kenmerken heeft , een Bloem uit een blad inet een lip be- SERJANIA , is de naam van een Planten -geſlagt,
Itaande, die in drie deelen is verdeeld , en welker mid . door vader PLUMIER , die dezelve in Amerika ontdekt
delīte in twëen is geſpleeten. De plaats van deonderſte heeft dusdanig genoemt, ter eere van den vader F.SER
lip word door kleine tanden vervuld . Uit de bloemkelk GEANT , zeer ervaaren in de Kruid- en Geneeskunde.
komt het ſtijltje , 't welk eveneens als een ſpijker in het Kenmerken . Ze heeft een roosagtige Bloem , uit
agterſte deel der bloem ſteekt ,, en als 'twaare van vier vier of meer bladen beſtaande, die in een kringwijze or.
vrugtbeginzels verzeld is ,'die naderhand evenveel lang. der ſtaan , uit welker Bloemkelk het ſtijlije komt, 'twelk
naderhand een vrugt word, uit drie celletjes of hokjes
werpige zaadjes worden , in een bast opgeſlooten die te
vooren de bloemkelk was. Bij deeze tekenen kan men beſtaande, bebbende drie vleugels, en elk celletje bevat
een rond zaadje.
voegen , dat de Bloemen rondsom de ſteelen ſtaan in ſpil.
lewervels, Drie zoorten zijn er van dit uitlandsch Gewas bekend ;
Zoorten . Veele zoorten zijn er van ditKruidgewas,
als
waar van de twee onderſtaanden de voornaamſte zijn , die
1. Klimmende en getakte Serjania , dié veele bladen
Wij ook alleen zullen beſchrijven , om derzelver gebruik
heeft ; Serjania Scandens poliphijlla & racemoſa. Puum.
in de Geneeskunde, Nov. Gen. 34.; Cordis indifolio & facie fruteſcens, por
I. Gemeen Senegroen ; Bugula. Dod. Pempft. 135. toricenfis. Pluk. Alm . 120. ; (Paullinia foliisbipinnatis.
Conſolida media pratenſis coerulea . Bauh. Pin. 260; ( Aju . Linn. Spec. Plant )
ge ftolonibus reptatricibus. LINN . Spec. Plant.) 2. Klimmende en getakte Serjanea ,met negen bladen ;
2. Senegroen meteenwitteof aschkoleurde Bloem ; Bw. Serjania fcandens enneaphijlla racemoſa. Plum .Gen.
gula fiore cinereo vel albo. Tournef. Inft. R.H. Quauhmecatl.Hern. Mex . 239 ; ( Paullinia foliis bie
34.;
Plaats. Deze gewasſen groeijen in 't wild, in vogti ternatis, petiolis marginatis, foliolis ovatis integris. Linn .
ge bosſchen en weiden van Duitschland , Vrankrijk, Spec. Plant.)
Engeland , enz. 3. Klinnende en getakte Serjania , met drie bladen ;
Kweeking, Deeze Planten vermenigvuldigen zich zel. Serjania ſcandens trijphilla racemoſa. Plum . Nov.
ven zeer , door haare kruipende ranken , welke bij elk Gen. (Paullinia foliis ternatis, petiolis teretiusculis, fo.
lid , wortels uitſchieten , zo dat ze grootelijkstoeneemen
daar ze plaats hebben om zich te verſpreiden ; dog ze, liolis ovato ablongis. LINN. Spec. Plant.)
Plaats . Deeze Planten zijn eerst gelijk gezegt is,
worden in de tuinen zelden bewaard , dewijl derzelver door Vader Plummer in Amerika ontdekt, en naderhand
bloemen weinig fraajigheid hebben . gevonden door den engelſchen Dr. W.HOUSTON te la Vera
Gebruik. De beide zoorten van Senegroen worden zon . Cruz en Kampeche , alwaar ze tot eene groote hoogte
der onderſcheid in de Geneeskunde gebruikt, en in de groeijen , wanneer ze bij hooge boomen ſtaan , die haar
winkels genoemt, Conſolida media , of demiddelſteWaal onderſteunen , want zij hebben klawiertjes, waar door
wortel. Zij zijn in groote achting als wondkruiden , en ze zich aan alle boomen vast maaken , die er omtrent
worden zo wel in als uitwendig gebruikt; doorgaans ver- groeijen.
ftrekken zij tot een ingredient in de wond-dranken , en , Kweeking. Men kan ze of door zaad , of door inleg
worden gepreezen om uitwendig op de zweeren gelegt gers vermenigvuldigen ; want indien in het voorjaar haa.
te worden . re takken in den grond gelegd worden , maaken ze voor .
SENES-BOOM , zie SENé - BLDAEN. den winter goede wortels ; kunnen dan ook van de ou.
SENSIBILITEIT, zie JRRITABILITEIT. de planten afgenoomen , en in bijzondere potten gezet
SEPARATORIUM . Dit latijnſche woord heeft twee worden.
betekenisſen. 1. Verſtaat men er een heelkundig werk. Indien men ze door zaad wil vermenigvuldigen , moet
tuig door , dat in onze ſpraak de naam van Scheimes zulks uit de landen worden verkregen , daar ze natuur
draagt; en ten tweeden , een ſcheikundig werktuig , doorlijk groeijen , want het zaad word in ons klimaat niet
welk middel men de fappen of vogten van malkanderen rijp ,het zelve moet vroeg in 't voorjaar in een broeibals
ſcheid , en dat ook bekend is onder den naam van Vitrum worden gezaaid, en wanneer de planten zijn opgekoo.
Hijpoclepticum . men, en in ſtaat om verzet te worden , moeten ze elk
Z 2 in
3338 SER . SER.;
in een bijzondere pot met verſche ligte aarde gezet , en in ne van een Slang, die van deBraſilianen Bojobi, că van
een maatige warme broeibak met run geplaatst worden, de Portugeezen Cobra verde, dat is groene Slang , gehe
in agt neemende om ze te beſchaduwen , tot dat ze op 'ten word wegens de koleur , die ligt zeegroen is ,
Dieuw wortel hebben gevat , na welken tijd zij veel met groote witte vlakken overdwars , langs de rug heen
moeten gelugt worden , wanneer het warm weer is; an. gemarinerd , dog aan den buik bleek geel. Dergelij.
derzints ſchieten ze te ſpillig op. Deeze planten grooter ke vlakken op de rug had de Ceijlonſche Bojobi-Slang
wordende ; inoet men baare takjesmet ſtokjes onderſteu. van SEBA, dog de koleur oranje-geel, en debleeke vlak
nen , om te beletten dat ze over andere planten kruipen , ken op de rug, als met ros gezoomd. Deeze zou dan,
die er omtrent ſtaan , en wanneer haare ſcheuten te hoog met regt den naam van Tleoa, dat is Vuurſlang , mogen
zijn , om onder de raamen van een gemeene broeibak voeren, die door de Indiaanen , zo JOHNSTON meld , aan
te blijven , moetenze in grooter potten verzet, en in de de groene Bojobi's word gegeven.
runbak in de ſtookkas gezet worden , alwaar men ze Hoewel deeze Slangen zeer fierlijk getekend of geko
doorgaans agter in met de Pasfie -bloem en andere klim leurd zijn , geeft echter de grootte en dikte , de wijdte
mende planter plaatst, die door een espalier of raam . van den bek en de ſcherpe haakige tanden , die zij in de
tje moeten onderſteund worden , als wanneer ze totbo- beide kaaken hebben , benevens de grootte oogen en dike
ven in de ſtookkas opklimmen , en eeneaangenaame ver- ke lippen , hun een ſchroomlijk aanzien. De Portus
fcheidenheid opleveren , dewijl haare bloemen altoos geezen zeggen , dat zij dikwils in de huizen koomen ,
groen blijven, zonder iemand te beledigen ; dog getergt wordende bij.
In de zomer wanneer het warm is , moet men haar ten zij, en hunne beet is van wegens de verſcheuring,
veel vrije lucht geeven ; zij zijn te teer oin in ons cli . die daardoor gemaakt word , of door het treffen der ze
maat zelfs in't midden van de zomer , in de open lucht nuwagtige deelen , ook dikwils zeer gevaarlijk .
geplaatst te worden , maar moeten geduurig in de ſtook . III. Hoornbek , in 't latijn Hipnale ; Serpensfeu . Vipera
kas blijven. fiamenſis-perelegans, ſpecies ceraſte . Seb. Muf. ( Boa hip
SERINS , zie KANARIVOGELS. nale. Linn. Sit. Nai.) Decze Siamſche Adderſlang ,
SERIS DOMESTICA , zie ENDIVIE . gelijk Seba hem noemt, heeft rondom den Bek een fier.
SERPENS CROTALOPHORA , zie RATEL 'lijk gekrulden geelen zoom , die zo hard is als hoorn , en
SLANGEN , 1. J. pag. 2910 . hem waarſchijnlijk foti bijten dient , alzo hij geene tan.
SERPENS SURINAMENSIS , zie DIPSAS- den heeft; de Kop is naar het Lijfte rekenen , zeer breed i

SLANG . en groot, met kleine ſchubbetjes gelijk de geheele Slang


SERPENTARIA , zie SLANGEN -WORTEL. gedekt, wiens koleur geelagtig is ,met zwarte ſtippen aan
SERPENT
GEN .
A SONNETTES , zie RATELSLAN. den buik , en op de rug met witte vlakken , die zwarte
randjes hebben , zeer fraaij gemarmerd. 3
SERPENTEN , is de naam van een Geſlagt van krui. IV. Knijper ; Serpens plijticus , Orientalis & Africa
pende Dieren , 't welk die monſtreuze Slangen bevät , nus, qui honore Divino colitur ab Incolis. Seb. Muf. I .;
door welken men wil dat wilde Runders of Buffels wor. ( Boa conftri&tor. Linn. Sijft. Nat.) Niet oneigen word
den ingefokt, en waar aan diensvolgens rie: oneigent- de naam van Knijper, in navolging van KÆMPFER ,
lijk de latijnſche geſagtnaam van Boa is gegeeven. Door toegevoegd aan een Serpent , dat zijn werk maakt van
de Ouden wierd de naam van Boa aan een Waterlang door zekere list de viervoetige Dieren te omſtrengelen , 3

gegeeven , door welken de Koeijen werden gemoiken, en ze dan dood te knijpen , omze verftikt zijnde in te .

zo zijmeenden , en deWaterſlangen in't algemeen noem- zwelgen ; dat zij dit met Bokken en Geiten , ja selfs met
den zij Serpentes of Serpenten . gehoornde Herte Bokken doen is geloofbaarder, dan dat.
Hunne Kenmerken zijn dezelfde als die van de Ratel. zij zelfs wilde Stieren , op die wijze overweldigen en
Nangen , behalven dat hun de ratel ontbreekt. Zij heb. afinaaken zouden. Evenwelt, indien er van deeze Slan
ben namelijk zo wel ſchilden of ſchildetjes aan de ſtaart ge , die twintig voeten lang zijn gevonden worden , ge .
als aan den buik . De Heer Linnæus die er negen zoor- lijk Piso verhaalt, zo is het nici ongelooflijk. Waar
ten van opgeeft, zegt , datze altemaal onſchadelijk ofzon ſchijnlijk zijn het zodanige, waar van ADANSON bijna
der venijn zijn. Gronovius heeft er eenige onder den het zelfde meld, en daar hij een vel van had , twee -en.
naam van Cenchris, anderen onder dien van Scijtale en Com twintig voeten lang ; wordende deeze of nog grootere
luber beſchreeven . te Senegal de Reus.Slang getijteld.
1. Stokſlang , in 't latijn Scijtale : (Boas Scijtale,LINN. Hetbijkt inderdaad , datdecze Serpenten van monſtreu .
Sijft. Nat.) De griekſche naam Scijtale wordaan zeker ſe grootte niet alleen , maar tevens van eene zo ſierlijke
Nag van Slangen gegeeven ,die de ſtaartniet ſpits heb . koleur zijn , dat mer. ze om eene of om die beide rede.
ben , en den kop weinig.dikker dan het lijf ; zo dat zij nen , Goddelijke eerbieding waardig keurt. Verſcheide
in de langteuitgeſtrektleggende, veelnaar een Stok ge der genendieuit SEDA ,als tot deeze zoort behoorende
" heeft
lijken;weshalvemen ze ook Stokſtangen noemt. SEBA worden aangehaald, hebben in de landcaal der werelds.
verfcheide Scijtala- Slangetjes afgebeeld , die echter deelen zeer voortreffelijkenaamen , en worden zelfs hoog
tot een ander geſagt behooren . geagt en zeer ontzien ; de Indiaanen aan de kust van Ma
II. Boomſlang; Serpens Bojobi braſilienfis. Seba Muf. labar, ftigtten maar vier of vijf jaaren geleeden , nog een
11. ( Boa canina. Linn. Mus. .41. Frid. 1.P 39.) Dee . Tempel op zekere plaats , daar zodanig een of een derge.
ze die in de beſchrijving van het Kon. Sweedſche Kabi. " lijke Slang verſcheen ; naar de Deenſche Zendelingen
net zeer wel is afgebeeld , draagt den naam van Boom ons verhaalen. Ook ſchijnt mij de Afgod der Negeren
Bang , dewijl hij , in Amerika , in de boomen zich ont. hier toe te behooren. Die van Mexico noemen een der.
houd , en aldaar van de Wilden aangebeden word , zo Ro- gelijke Slang, het Opperhoofd van Guadalajara, en de Javaa
Lander heeft waar genomen . Onder de twee afbeel. ' nen vereeren hem met den naam van Koning der Slangen.
dingen van SEBA , welke men hier toe betrekt , is de ce . Gemeenlijk voert de Slang daar wij bier van ſpreeken ,
ден

1
SER . SER . 3353
den naam van Boiguacu , dien er de Braſiliaanen aan gee. heeft, word in het Kabinet van den Heer de Geer in
ven , van wegen zijne grootte , en van de Portugeezen Sweeden gevonden , dog zijn afkomst isonbekend.
word hij Cobra de Veado geheten . Ray noemt hem Buf. VIII . Water -Serpent ; ( Bos enijdris. LINN. Sijft.
fels-ſlang, Ancandia der Ceijioneezen , en volgens de Nat .) Deeze diein Amerika te buis hoort, is grijs
LALT,zou men hem in Westindie Giboija ofFaboija of graauw bont vankoleur, en heeft zeer lange onder.
noemen. Onder de verſcheidenheden , welke men er van tanden.
vind, is een overeenkomst van wonder ſierlijke tekening IX. Tuin-fang ; Coluber Tlehua , ſeu igneus perpul.
der Huid , daar in beſtaande , dat dezelve met groote vlak cher ex nova hiſpania . Seb. Muf. II.; ( Boa hortulana,
ken, regelmaatig is geſprenkeld , en in zoinmigen als met Linn. Sijft. Nat.) Deeze die in het Kabinet van zijne
oogen verſierd. Het Opperhoofd van Guadalajara heeft Sweedſche Majesteit word gevonden , hoort ook in A
een keurlijke marmering en wapenen van donker zwart merika te huis , en is een der fraaiſten van de zogenoem .
op een helder witte grond. De Favaanſche Slangen-Ko. de Konings.Slangen ; zijnde bleek van koleur , met blaau.
‫܂ܐ‬

ning, dien Seba een pronkjuweel noemt, is zo onver. we wigswijze vlakken , en op den kop alseen parterre
beeldelijk fraai, dai de konst in de afbeelding , geenzins met geele vlakjes getekend. Die welke Seba Tehua
e in ſtaat is geweest de natuur te agterhaalen . Behalve noemt, en uit Nieuw -ſpanjen van daan is , komt mij
Pie de keurlijke tekening van den Kop , die geelagtig was echter nog fraaijer voor, zijnde fierlijk en vuurig ge
met een rood kruis , had dezelve het bovenlijf volwapens vlamd , en kettingswijze over de rug , met groote beoog.
en kroonen , ſierlijk door één gevlogten ; de buik ſchub- de bruine vlakken als gemarmerd , op een blij groenen
ben geelagtig, de ſtaart oranje-koleur; de Boom Slang van grond , de Buik geel met roode plekjes.
Amerika, isgeelagtig met donker bruine plekken. De Af- SERPENTS LOOK , zie DAS -LOOK.
rikaanſche dien de Negers aanbidden , isgeelagtig bruin , SERPENTS - TONG , in 't latijn Sagittalis ; Ranuncu .
met witagtige plekken. lus paluſtris, folio fagittato.
Het voedzel deezer Slangen is naar den landaart vere Dit kruidgewas brengt op zijne lange driekantige effene
ſchillende. Gemeenlijk beſtaat het zelve in Vogelen ', fteelen , bladeren voort, die over beide zijden ſpits zijn ,
dog buitendien eeten zij ook Haagdisſen , Armadillen , met ingetrokke zijden en ſcherp eindigende , als het ſpits
Tetuanſche Duivels , en zelfs viervoetige Dieren. MARK. van een ſchicht of pijl ; tusſchen de bladen , groeit een
Grade zag er in Braſil, één een Geit inzwelgen. Gemeen- ronde gladde effene van binnen helagtige of voole mid
lijk onthouden zij zich in 't gebergte of in de bosſchen , al. delſteel , draagende hier en daar drie bij eenſtaande bloe
waar zij zich om de takken der boomen Ningeren. In't men , elk uit drie bladeren beſtaande, wit van koleurmet
land van Senegal , zegt de Heer ADANSON , leggen zij op- roodagtige belmſtijltjes ; de bloemen afgevallen zijnde ,
gerold aan de kant van 't water , zo dat zij vanverre zich volgen er groene , ronde en wat rouwagtige of ſcher
als de rand van een put vertoonen ; loerende dus of er pe hoofdjes of bollen , iets kleiner als kastanien , zijnde
een Beest te drinken kome:De Menſchen doen zij geen hier in het zaad beſlooten , de wortelen zijn witagtig of
kwaad dan getergd zijnde , als wanneer zij vreeslijk kun bleek .
nen bijten met hunne ſcherp getande kaaken ; dog de Plaats. Dit Kruid groeit veelvuldig in Neder- en
beet is niet vergiftig . Hun vleesch is voor de Negers een Hoog.Duitschland enz., in wateragtige kuilen en noo .
lekkernij; maar zommige Natien in Afrika en Alie, ag. ten , en in andere ſtilſtaande wateren , ook in zagtvloei.
ten het kwaad decze Dieren te dooden , en een geluk de jende breken en rivieren ; de wortelen zijn in de grond
zelve bij, ja in hunne Wooningen te hebben ; dewijl er vast , dog debloemen , bladen en zaadhoofden , ſteken
Rotten , Muizen, Padden, Sprinkhaanen en veelerlei boven 't water uit. De gewoone bloeijtijd van dit Kruid
ander Ongediert , inzonderheid de Adders of venijnige gewas is in maij.
Slangen , door vernield worden ; eenigen zelfs bewijzen SERPENTS . TONG , of Verſteende Vischtand ,
ze Goddelijke eerbied , als gezegd is . noemt men in 't latijn , Glosſopetra , Ichtijoontes, Grao
V. Schilpad ſlang ; Serpens teſtudinea americana, mu- zirrhinchus , Odontopetra , Petroglola, Ichtijodus , La.
rium infidiator. SEBA Muf. II. (Boa murina. Linn . miodontes, Conichtijodontes, Hilin1; Licodontes Iche
Sijft. Nat.) Deeze is door. Seba: Schilpad Slang genoemt, tijperia, Batrachites, Cirelonites , MARCATI; Carapatina ,
om dat dezelve met zwarte vlakken , op een bruinen grond, LUIDI1; Plectronita , Rhombiscus. De Italiaanen noe
als gemarmerd is. Hij aast op Muiſen , waar van de bij. men deeze Steen , Pietra die tecono ; in 't hoog duitsch ,
naam is afgeleid. De Hr. GRONOVIUS betrekttot deeze Steinzahn , Steinzungen, Schlangenzungen, Ottezungen ,
zoort een zeldzaame guineeſche Slang , die de naam van 4. Natterzungen , Krætenſtein, Frochſchenſtein ; in 't poolsch
rius draagt , om dat hij de rug voł zwarte bruine plek Fezijk kamienij.
ken heeft getekent , die zich als oogen vertoonen . De Serpents-tongen of Glosſopetrums, zijn kleineſteent.
VI. Geſtippeld Serpent; ( Boa cenchris. LINN. Sijft. jes in de gedaante van een conus of zamengedrukte pij
Nat.) De bijnaam van Cenchris,die yan LINNÆUS te voo. ramide , die van een meer ofminder breede baſis, in een 1

Ten , als een Geſlagtnaam aan den Boiguaca of Konings. min of meer ſtompe punt eindigt, met min of meer rond
- Slang gegeven was ,maaktthans den bijnaam uit van deeze toeloopende en zomtijds gekertelde zijden ; dezelve gelij.
zoort van Serpenten , dien wij geſtippeldemogen noemen , ken veeltijds na tanden van Honden, Visſchen en ande
't welk het griekſche woord berekend. Men leid het zelo re Dieren , maar inzonderheid na Zeedieren. Zomtijds
ve af van geerst of geerstpuistjes, gelijk er in de febris zijn zij volkomen driehoekig , en zomtijds halfrond; der
miliaris op het lighaam van den Mensch komen . Dee- zelver dume, gladde, blinkende korst , is gemeenlijk
ze Slang , naamelijk , is geelagtig, met witte oogjes die grijs of geelagtig, en beſluit een vezelagtige en beenig
in graauwe kringjes ſtaan. Men vind hem te Suriname, kern of pit , die van de zelfſtandigheid der tanden is. Men
zegt LINNÆUS . vind ze in den grond of in allerleij zoorten van fteen
VII. Berg -Serpent: (Boas erophius, Linn. Sijft. Nat.) banken.
Deeze die bruin is , en de gedaante van de Konings-Slang De naam van Glosſopetrum is zeer oneigentlijk , en
Z 3 men
3354 SER .. SER . SES .

men behoud dezelve niet , als om dat die algemeenlijk fertat. de folido intra folidum naturaliter contento ; de Glos
overal is aangenomen . ſopetris et aliis lapidibus qui in terra generantur , in 4to .
REISKIUS , GeijeruS, Gesner , KOENIG , LANGIUS, Florent. :668 1672. OLAUS WORMIUS , de Glosſo
en veele andere ſchrijvers , hebben deeze gewrogten als petris, in 460. Haffnie 1686. KUNDMAN rar Natur & Art.
enkelde ſteenen zijnde, aangemerkt; als ſpeelingen der Scheucher quær. & vind. Piſci. LANGII Hift. Lapid .
natuur , door een vetagtige of leemige aarde voortge. VOLKMAN Sil ſubt. REISKius de Glosſopetris Luneburg .
bragt. LUID Litographie. Traité des Petrifications. M. E. Bert.
BORTIUS DE Boot ſtelt dezelve in navolging van PLI: RAND. Receuil de divers traitės ſur l'Hiſtoire naturelle
NIUS , in dezelfde clasſe met de Belemniten . Hij is zelfs de la Terre & des Fofiles, Avignon 1766. in 4to . Difti.
van gedagten , dat de Glosſopetrums met er tijd in deezen onaire univerſel des Fosfiles & c. par le meme Auteur , 2
worden verandert. tom . Haije 1763 in 8vo. P. BOCCONE Natuurkundige na
CÆSALPINUS, FABIUS COLUMNA , STENO en Boc- Spooringen enz.s'Hage 1745. in 8vo. en nog veele anderen
CONA , zijn de eerſte geweest die dezelve voor tanden van meer.
den Visch Charcarias en eenige andere Visſchen hebben SERPENTIJN- STEEN , in 't latijn Lapis Serpenti
aangezien . WORMIUS heeft in zijn Pijnotheca aan dat nus , Serpentinus marmor , orphites, Marmor Zoeblicenſe ; is
gevoelen onderſchreeven, en ReisKiusin zijn werk over een ſteen van den aart der zodanigen , welke men Potter
de Glosſopetrums van Lunenburg, heeft geen voldoende nen noemt; zijnde in 't gemeen groenagtig of grijsmet,
tegenwerpingen gevonden om dat gevoelen te wederleg. zwarte of witte vlakken doorzaait ; dezelve is zagt in het
gen , nieitegenſtaande alle de pogingen dien hij tot dat aanraaken , niet zeer hard , en gemakkelijk te bewerken.
einde heeft in 'twerk geſteld. Bijna alle Geleerden erken. De Heer Pott ſteld dezelve onder het getal der leem .
nen hedendaagsch die gefigureerde delfſtoffen, voor ver . agtige ſteenen , uit oorzaake van de hoedanigheid die zij
fteende tanden van verſcheidene Zee. Visſchen. Daar heeft om in het vuur hard te worden , en met de zuu
is niemand dan CHRIST. HARENBERG , Spec. lithogr. ren niet op te bruisſchen . Door die eigenſchappen , ver
Jove Epiſt. de Encrinis, p. 16 , die nog al zijn kragten ſchilt de Serpentijn -Steen ten eenemaalen van de Marmers,
aanwend , om het gevoelen van NIDERSTETT , CORNEL A en men ziet dus dat het te onregt is , dat zommige Natuur
LAPIDE , BOCHART , Major en Reiskius weder leven kundigen die in dat geſagt geplaatst hebben ; misſchien
dig te maaken , welke beweerd hebben , dat het verſteen dat zij door zodanige Marmers hebben kunnen bedroo
de Slangen-tongen waaren. gen worden , wiens koleur overeenkonfti
g was met die
De Glosſopetrums zijn van zeer verſchillende grootte, van zommige Serpentijn ſteenen . Deszelfs naam word
en het is deeze grootte van zommigen , die tot nu toe de afgeleid van derzelver gelijkheid inet het Vel van den
grootſte zwarigheid heeft gemaakt, en die zointijds heeft Slang.
doen twijffelen of het tanden waaren. Men vind er bij De Serpentijn Steen word inzonderheid te Zoeblitz in
voorbeeld te Malcha , in Karolina , ja zelfs in Switzer Misnien gevonden , het is om die reden dat men ze zom .
land , die van twee tot vier duimen hoog zijn. Heden tijds Marmer xoeblicenſe heeft nenoemt.
daagsch erkend men die grootte Glosſopetrums, voor tan- Het was eene Justus Raben die de Serpentijn -ſteen bet
den van den Visch Lamina of Charcarias. Anderen zijn eerst en wel in 't jaar 1546 ontdekte , dng het was niet
die van een Chineeſche Visch , van het geſlagt der Ro. voor 1580 dat men bedagt is geweest om dezelve tot de
chen . Die van de kleinſte zoort , welke drichoekig zijn , een en andere gebruiken te bearbeiden , en vervolgens
heeft men erkend voor de tanden uit het bovenſte kaake. is men zo verre gekoomen , om die op de draaibank te
been van den Zee-Hond , en de puntigen die na honds- bewerken , en er allerhande vaten , dooſen , bekers,
tanden gelijken , voor die van het onderſte kaakebeen van ſchrijfkookers, kopjes, ſchooteltjes enz. van te vervaar
het zelfde Dier. Ook verſchaft het Zee-Paard nog een digen , die overal worden verzonden .
ander zoort De Doraden geeven die , welke men Slan- Eertijds had men 't vooroordeel van te gelooven , dat de
gen - oogen heeft genoemt. Serpentijn Steen de deugd bezat om de vergiften te ont.
De Turkoijen en de Malachiten of zelfs de Molochiten , dekken , als namelijk iets waar in vergift gemengd was
die men tot nu toe onder de Edelgesteentens heeft ge. in't een of ander vat uit deeze ſteen vervaardigt wierd
plaa!st, zijn ook bekend geworden , oorſprongelijk de gedaan , was men in de waan dat het onfeilbaar van een
tanden van eenig Zeedier te zijn. De Heer REAUMUR , -berste ; maar ik zoude niet gaarne iemand raaden , om
Mém . de l'Acad.de Paris, heeft er zeer voldoendebewij op die proef zijn betrouwen te ſtellen.
zen voor verſchaft, daar hij derzelver zamenſtelling die . ' SERPIGO , zie DAUW.WORM.
uit concentrique bladen beſtaat, derzelver gedaante , die SERPILLUM , zie KWENDEL .
het zelfde is als die der Paddeſteenen , en eindelijk der. SERRATULA , zie SCHAARKRUID.
zelver beenagtige zelfſtandigheid gadenlaande, bewijzen . SESAMUM , zie VLASDOTTER ,
zulks na zijne gedagten ter overvloede. SESEL-KRUID , in 't latijn Seſel, is een Kruidgewas,
Die meerer over de Serpents- Tongen of Glosſopetrums 't welk de volgende kentekens heeft; ze heeft een roos
wil weeten , zo wel ten aanzien van derzelver 2oorten agtige en kroon -bloem , uit verſcheiden bladen beſtaan .
als verſcheidenheden , doorbladere de navolgende Werde, die in een kring ſtaan en op den kooker rusten , wel
ken . TH. BARHOLINI, epiſtol. LVII. cent. I. epiſtol. ke naderhand een vrugt word , uit twee lange zaadjes
medicin . pag. 12. FAB. COLUMNÆ , Stirpium rariorum ec . beſtaande, die gegroefd zijn ; hier bij kan men nog voe
phrafis , accedit de Purpura & Glosfopetris disſertatio , gen , dat de bladen breder en korter zijn dan die van de
in 4to. Romæ 1016. Em. Koenig , de Glosſop . in Hel. Venkel .
vetia repertis. Miscellan. nat. curios dec. II. an. VIII. Zoorten Daar zijn hoofdzaakelijk vier zoorten van dit
anno 1089 , Obf. 143. P. 303. GOTTFRID SCHUITZII kruidgewas, als volgt.
Obferv. de Glosſopetris Melit. Miſcell. mat. curioſ, dec. I 1. Overblijvend Sefel kruid , met korte zeegroene bla .
enn. IX. & X. obſery, 188. NiccÓL.STENONIS, Dis. den , Sefeli perenne folio glauco breviori. VAILL.
2. Over
SES: SET . 3355
2. Overblijvend Sefel-kruid, met lange zeegroene bla. Waterlosſing gemakkelijk te maaken , insgelijk dienftig
den ; Sefeli perenne folio glauco longiori. VAILL. voor het graveel, en bevordering der maandſtonden .
3. Seſel-kruid met de gedaarte van Ferula , die men SETAIBA , zie ANIME GUMMI.
meent dat de Turbith der Gaulen is ; Sejeli quae Ferulae SETON , is een zoort van Fontenel , waar van de o.
Le facie, Thapfia fiveThurbith Gallorum . BOERH. Ind. Alt. peratie ook het haair of ſnoer-trekken word genoemt , in
4. Sefelkruid of portugalſche Steenbrek van Clusi• 't latijn ſetaceum . Deeze operatie geſchied , met door
us Jefelique faxifragapannonica.Clus. Hift. ( Sefel caule middel van een naald een gat in den nek te ſteeken, en de
filiformi divaricato , foliis duplicato-ternatis linearibus, wonde door middel van een ſnoer, of ſtrookje linnen ,
.la bellis fubfex fifidis. Linn. Spec. Plant.) opentehouden , op dat daar door de kwaade vogten kun .
Plaats. Alle deeze Kruidgewasſen behooren in de af en uitgeleid worden . Bij deeze operatie heeft men
meeste gewesten van Europa te huis.' De drie eerſte vier zaaken in agt te neemen Als 1. op de nodige toe.
soorten , zijn overblijvendePlanten ; maar de vierde zoort, ruſting die er bij vereischt word , welke drie werktuigen
is een cweejaarige plant, die uitgaat kort na dat ze haar vereischt; als een tang , naald en ſnoer, waar door de
gaad heeft rijp gemaakt. wonde met de naald gemaakt, open gehouden word; de
Beſchrijving. De ſtengel van deeze plant , word door ſnoer beſtaat uit een wit zijden of hennipen draad , of ook
gaans var één elle tot anderhalf elle lang , is geſtreept , wel uit een ſtrook linnen , die de dikte van een dunne
glad en met wit merg vervuld ; ter plaatze daar hij uit de pennefchacht heeft. De Ouden gebruikten voor deezen ,
wortel voortkomt, deelt hij zich aanſtonds in verſcheidene een ſnoer die van paardehaair was gemaakt , om daar door
takken , welke ſterk , 't zaamen gedraaid , knobbelig en detoevloed van vogten zo veel temeer te bevorderen ; om
dik genoeg zijn , daarbij uit malkanderen verſpreid ſtaan ;, de huid te doorbooren , naamen zij ook wezendlijke caute
de bladeren worden redelijk breed , echter zijn ze in ge . ria , te weeten een puntig gloeijend ijzer. De nodige en
beelkleine ſtukken of bladjes ingeſneeden ; de bloemtros bekwaame middelen , daar toe , in gereedheid zijnde ; 20
beſtaat uit een kroon , die uit een meenigte van afzonder- word 2 , de plaats verkooren daar de operatie zalgeſchie.
lijke bloemtjes is zaamengeſteld ; de bloemen afgevallen den. De Ouden hebben zonder onderſcheid de Seions in
zijnde , verandert het bloem -kelkie in eene te zaamenge- de vliesagtige plaatzen gezet , bij voorbeeld in de Nek ,
ſtelde vrugt, van twee langagtige zaadkorrels, zeer na op de Oorlapjes enz . in die geene , welke maar met de
her Venkel-zaad gelijkende , en graauw , wit of bleekag. tange konden gevat worden. RIVERIUS plaatste dezelve
tig van kolear ; de wortel is lang , zomwijlen een vin. in de kuiter , tegens hoofdpijn ; Gebelhouwer in't Bal
ger dik en wit. De geheele Plant ruikt ſterk en aan zakje , en op de zijde der ſchamelheid , inzonderheid in
3 genaam ; de reuk van het zaad is ſpecerijagtig , en der. den pesttijd ; Paulus ZACChias ſtelde die te werk te.
zelver ſmaak ſcherp en eenigzints naar Wijn gelijkende. gens de vuile ziekte , en Luo Mercatus tegens de Mile
Kwecking. Men vermenigvuldigt deeze Planten door ziekte enz. Dog hedendaagsch worden dezelve in het
derzelver zaad te zaaijen , 't welk best in den herfst ge• geheel niet op de genoemde plaatzen , maar alleen oin.
fchied; want indien zulks in het voorjaar word gedaan , irent den Nek gezet, wanneer iemand met langduurige
legt het doorgaans tot het volgende jaar in den grond hoofdpijn of de gutta ſerena gekweld is. 3. De aart en
eer de planten voor den dag koomen , terwijl dat geene, wijze, hoedanig de Setonsgefteld worden , is deeze; wan.
't welk in den herfstgezaaid word , altijd -in het volgen- neer men in de Nek , de regte plaats heeft verkooren ,
de voorjaar op komt. Dit zaad moet in 't voorjaar , ſcheert men eerst de haairen af, als dan inoet de Lijder
omtrentagttien duim van malkander gezaaid worden , op het hoofd agterwaarts buigen , op dat de huid afwijke,
een bed met verſche aarde , alwaar men ze denkt te laa . ' voorts vat de Heelmeeſter met de tang de huid , en ligt
ten ſtaan , en wanneer deplanten in 't voorjaar opkomen , dezelve opwaarts , dog met veel omzichtigheid , op dat
moeten ze gedund worden daar ze te digt ſtaan . Vervolgens hij niet de onder de huid leggende trekkers mede aanvato
hebben de planten geen meer oppasſen noodig dan ze te; eindelijk ſteekt hij de naald door de huid , op dat aan
geduurig ſchoon te houden van onkruid , en den tweeden de ſnoer , die te vooren met ongezoutene boter, of ba .'
zomer geeven ze zaad . Voor de zoorten , die men laat filicums-salve of olie van witte lelien belineerd was , plaats
ſtaan na dat ze zaad hebben gegeeven , moet men elke gegeeven worden , en op dat er geen ontſteeking bij de
voorjaar den grond zagtelijk ſpitten tusſchen de reijen , wonde koome , zo moet men zamentrekkende middelen
om de aarde los te maaken ; maar men moet wel in agt gebruiken , uit eijwit, rooſewaater , gezegelde aarde en
neemen ,om derzelver wortels niet door de ſpaa te bena. armeniſche bolus bereid , dat men op een doek ſtrijkt, en
deelen. Deeze Kruiden beminnen een natte grond , want er np legt; en op dat de wonde geen korst of roofmaake, i
zaait men ze in een drooge grond , zo zullen ze op verre zo word de draad om de uur of vier heen en weergetrok.
na zo goed niet tieren , en maaken als dan zelden rijp ken ; en ten einde de ſnoer onder het trekken niet uit de
zaad, ten zij het een nat faizoen zij, en men ze veel. wonde glippe, zo moet dezelve op beide einden met een
vuldig bevogtigd .
ST knoop voorzien zijn ; vreest men voor eene rotwording ,
Gebruik. Het zaad van 't Sefel-kruid , word een gift. zo is dienſtig 't unguent. fuscum wurtzit of't ægijptiacum
weerſtaande kragt toege chreeven , on welke reden het om op het ſnoer te ſtrijken ; tegens de pijn word het em.
ook al door de Ouden tot een ingredient van de The- plastrum de hijoſciamo, en tegens de ontſteeking een em.
rigak van Androm. is gebruikt, en men agt bet ook als een plastrum ſaturninungepreezen. Op deeze wijze nuword
tegengift tegens de dolle kervel of cicuta. Het bezit de niet alleen de wonde opengehouden , maar men verkrijgt
deugd om optedroogen , te verwarmen , te verdunnen , ook zijn gewenscht oogmerk , namelijk , de uivloeijing
te openen en te verdeelen ; zijnde , zo men zegt , van van de overvloedige weij.
een groot nut in hoofd- en borstziektens , bijzonderlijk in Nu moeten wij nog ten 4den over de nuttigheid ran de
de vallende ziekte , aamborſtigheid , zinkingen , hoest , Setons handelen. Deeze is veelerlei ; want bij voorbeeld ,
enz. Wanneer het met wijn word genoomen , zou het in de eerſte plaats, wanneer het hoofd met water is op
ook een middel zijn , om dewinden te verdrijven ,ende gevuld ,zo kandoor zodanige middelen , dezondigende
vogten
3356 SEV . SEV .

vogten zeer gevoeglijk uitgeleid worden; ten anderen, Gewortelt zijnde, hebben ze geen ander oppasſen meer
wanneer de weijeenige ſcherpheid bezit ; of wel ten der. Dodig , dan ze van onkruid ſchoon te houden , en den grond
den , als de kwaalijk geſtelde weij al te fterk tot dedee. rendsomn de wortels, elke voorjaar om te ſpitten, 'twelk
len uitvloeid ; gelijk bij voorbeeld , in de gebreeken der haare groeijing zeer veel bevordert.
Oogen , gutta Serena , hoofdpijn enz .gebeurt , als dan kan Kragt en Gebruik. De Bladeren van de Sevenboons
door middel van een Seton , die weij bij uitnemendheid worden in de Apotheeken gevonden , en onder de ſterk
na buiten geleid worden. Ite en bevigst werkende bioeddrijvende kruiden voor .
SEVENBOOM , Savelboom , Zevenboom , is de neder. naamentlijk gerekent. Zij bevatten veel vlug zout en olie ,
duitſche naam van een Heeſtergewas , welke in 't latijn die en van wegens derzelver zeer fijne deelen , hebben ze ee .
van Sabina of Savina draagt , in 't grieksch Bradus faipa &por , ne verwarmende , droogmaakende, verdunnende , oplos.
in 't ſpaansh , Terva Sabina, in 'tarabisch Abel, Abbel , zende en verdeelende kragt. Hunne voornaamſte nuttig
Aiharam ; in 't engelsch Savine tree; in 't fransch Sabine , heid beſtaat daar in , dat ze het water , graveel, maandſtor
Sabinir , Savinier, en in 't hoogduisch Sevenbaum , Sa. den en doode vrugt, als ook de nageboorte afdrijft. Ver.
debaum , Jungfer Roszmarin . ders agt men ze nuttig in de gal . en waterzugt, in aam .
Kentekenen . De Sevenboom heeft vaſte, ſtijve en ſtee: borſtigheid en darmſcheils-pijn , en van wegens haare bals
kelige altijd groene bladen ; de vrugt is klein , bolrond zamijke kragt weerſtaan zij de verrotting ; uiterlijk ftillen
en wrattig, en de geheele plant heeft een vunlige, Iter- ze de tandpijn , dooden de worinen , en zijn in poeijer of
ke reuk. drank gebruikt, van een heilzaame uitwerking in .vuile
Zoorten. Drie zoorten zijn er van dit gewas , welke ſtinkende wonden en gezweeren , als mede voor verrot
alle door de hedendaagſche Kruidkundigen onder het ge• vlecsch. De bladen in verſche ongezouten boter ofvar.
Nagt van de Juniperus worden geſteld. kens-reuzel gekookt , of de drooge bladen daar mede of
1. Sevenboom met Tamariscen bladen ; Sabina folio met zocie room gemengt , agt men een dienſtig middel
tamarisci dioscoridis Bauhin . Pin . 487 . Sadina mas. voor ailerleij kwaade ſchurft des hoofds en elders, uit
Tab. Sabina vulgatior. LOBEL. ( Juniperus foliis op- wendig daar mede beſtrooken. Voor de witte vloed der
pofitis erectis decurrentibus , oppoſitionibus pijxidatis, Linn. Vrouwen , worden ze om uit te droogen en te verſter
Spec. Plant.) ken met nog andere middelen , als eene rooking , door
2. Serenboom met Cupresſe bladen ; Sabina folio cu • zommigen ſterk aangepreezen . In ftoovingen met wija
presfi. Bauh . Pin. 487., Sabina fæmina TAB., Sabina opgelegt, worden ze dienſtig geagt , tegens den dwang
genuina baccifera. LoBeL. ( Funiperus foliis inferné tot ſtoelgang. Men neemtze tot thee-dranken , genees.
adnatis , oppoſitionibus concanatis. LINN . Hort. Clift. wijn en baden. In de Apotheeken vind men er van ; ge
464.) distileerd water , esſentie, extra & en gedistilleerde olie.
3. Sevenboom met bonte bladen ; Sabina folio variegato. Men verzekert dat jonge takjes van de Sevenboom ,
Dit is eigentlijk maar eene verandering van de eerſte klein geſneeden , en aan de Paarden onder derzelver voe
zoort , die gevallig uit het zaad is voortgekoomen. der gegeven , dezelve van de droes, of ſnotterigheid
Pldats. Alle deeze drie zoorten groeijen in 't wild in en hoest geneest. Met deeze takjes de Hoender-hok
de Oosterſche landen, als in Griekenland, Kandien, ken berookt, of de takjes in derzelver drinkbakken ge.
Aſien, Tartarijen, Siberien en elders, in bosch en legt, ſtrekt tot haare geneezing , wanneer zij de Pip
bergagtige plaatzen. Hier te lande worden ze door de hebben .
cultuur voortgezet , en de eerſte zoort is hier't meest Schadelijkheid. Hoe ruttig dit kruidgewas ook in vee
bekend . lerleij opzigten zij , heeft het nogthans zijne ſchadelijk .
Kweeking. Dit Heeſtergewas word doorgaans tot heid , en wij zijn ten deezen opzichteeene raad aan de
gebruik der Geneeskunde gekweekt, en zelden in plai. Apothekers en Tuiniers verſchuldigt , hier in beſtaande,
zier tuinen geplant , om dat haar kwaade reuk ze onaan. om het zelve niet zonder onderſcheid aan ieder Vrouws
genaam maakt in plaatzen , die veel bezogt worden ; perzoon te geeven , die er om vraagt, dewijl die er zom
dog zomtijds plant men er op groote plaatzen , om de tijds een zeer kwaad gebruik van maaken ;want meenig
verandering van gewasſen laage heggen van, die 3 a 4 voe ligtvaardig Venusdiertje, zoekt zich niet zelden bij haare
ten hoog kunnen worden , ook gebruikt men ze om Am. ontuchtige levenswijze met de bladeren van deezen Boom
phijtheaters te maaken van altijd groene boomen , alwaar voor deopentlijke bekentwording van haare gepleegde
ze geſchakeerd ſtaande, tusſchen andere laag groeijende ſchande te beveiligen , en ó gruwel! de nog niet ontloo.
planten , de verſcheidentheid helpen bevorderen. kene vruge in haaren eigen ſchoot te vermoorden , zo als
Men vermenigvuldigt deeze Planten , door haare jon: al voor lange is aangemerkt, onder anderen door CAR IST.
ge takken in het voorjaar inteleggen , welke , indien ze PAULI SIMON62. , zeggende
in droog weer behoorlijk worden nat gemaakt, in een
jaar tijd wortel vatten , en dan konnen verplant worden Sæpe Thais folio Clematis folioque Sabine
op de plaatzen , daar men ze denkt te laaten ſtaan. Ook Servat in smisfa virginitate decus.
kunnen zij door fekken worden vermenigvuldigt, wel.
ke in een vogtige grond , in het laatst van maart of be. Dat is ;
gin van aprilmoeten geſtooken worden ; welke indien ze Dikwils bewaard TAAS bij haar verlooren maagdon ,
behoorlijk nat worden gehouden , wortel vatten , en in de luister dasr van , met bladeren van Maagdepalm en
het volgende voorjaar kunnen verzet worden . Sevenboom .
De tijd om deeze Planten te verzetten , is dezelfde met SEVENGETIJDEN KRUID , of blaauwe Melilote;
de meest andere altijd groene Boomen , te weten in april , in 't latijn Melilotus , ook Trifolium odoratum , en Lotus hor.
zorgdraagende on zulks meteen betrokken lucht te doen , tenksgenoemt, int fransch Melilot, in engelsch Garden
en ceffenswāt ruigte op den grond rondsomme de wortels Cleaver , in't deensch Siu .Tider, en in het hoogduitsch
te leggen, om door dat middel het droogen te beletten. Siebengezeit; Melilotus germanica. LOBEL .; Melilotus
SEV . SEX, SEIJ. SHA. SHE. SIA, SIB. SIC. 3357
oficinarum germaniæ . Bauh. Pin . 331. TOURNEF. Inſt. len ons bij de drie volgende , als de voornaamſten , be.
407. BOERH. Ind. alt. 2. 29. Trifolium foliis racemofis , paalen.
leguminibus nudis dispermis , caule ere & o. Linn. Hort. 1. Kruipende Sherardia , met bloemen , die in ronde
Ciiff. 376 .; ( Trifolium ſpicis oblongis , leguminibas feo kopjes groeijen ; Sherardia repens nodiflora, VAILL.
minudis mucronatis , caule eretto. Linn. Spec. Plant.) Nov. Gen .; Rubeola aryenfis repens coerulea . Bauh . Pin .
Plaats. Dit Kruidgewas groeit in Boheemen , Lijbien 334. (Sherardia foliis omnibus verticillatis , floribus ter
Hoog.duitschland , Vrankrijk enz. in de weiden , en el minalibus. LINN. Spec . Plant.)
ders , op -graazige plaatzen . 2. Kleinſte Sherardia , met geelagtige bloemen; As.
Kweeking. Het zelve bemind een goede , losſe , liefst perula verticillata luteola. BAUH. Pin . 334. ; Aſperula
zandagtige grond, en een open zonnige plaats. Men verticillata muralis minima. Column . Eephr. 302. (Shee'
teelt het voort door het zaad , het welk in 't voorjaar in rardia foliis floralibus binis oppofitis binis floribus, Linn .
een wel daar toe bereid bed word gezaait , en daar het Spec. Plant.)
eens gezaait is , komt het doorgaans jaarlijks van het ge- 3. Boomagtige Sherardia , met ruwe getande bladen en
1
vallen zaad , van zelfs overvloedig op. Wil men het purpere bloemen , die in een rond kopje groeijen ; She
zaad winnen , zo heeft men maar te letten , wanneer het 'rardia arboreſcens nodiflora , foliis rugoſis & Jerratis, flo
zelve begint rijp te worden , en het als dan intezaame. re purpureo. Houst ..; ( Sherardia foliis quaternis æquay,
len.
libus, caule fruticoſo. Linn. Spec. Plant.)
Kragt en Gebruik. Het Sevengetijden -kruid is medici. Plaats. De eerſte zoort , hoort in de meeste gewese
naal, het zelve is wind. en pisdrijvend en wondhee. ten van Europa te huis ; de tweede in Italien, Spanjen
lend. De bloemen met .camille bloemen een weinig in enz. en de derde in de warme gewesten van Amerika.
water gekookt en daarvan gedronken , ſtilt de pijn Kweeking. Om de beide eerſte zoorten te cultiveeren,
der colijk , en de pijn in het watermaaken , en drijft moet men het zaad in 't voorjaar op een bed met ligte
het water af. verſche aarde zaaijen in een warme ſtandplaats , en daar
Het afkookzel van dit kruid is ook zeer dienſtig in de men de planten denkt te laaten ſtaan , want zij verdraa .
pleuris. Uiwendig is de omNag daar van , namelijk in gen niet wel het verplanten. De planten opgekoomen
water gekookt zijnde en dan opgelegt, dienſtig, om de zijnde, moeten ze gedund worden, zodanig dat ze een
pijnen der gezwellen te ſtillen , dezelve week te maa. voet van malkander blijven , en indien ze van onkruid
ken en te doen rijpen , als mede voor de pijn der aam . ſchoon gehouden worden , hebben ze geen meer oppas.
beijen , en om de wonden voor inflamatie te bewaa. fens nodig. De takken van deeze plantkruipen over den
ren .
grond , en ſchieten wortels uit , uit haare geledingen , waar
Uit de Bloemen word een deftige wond- olie vervaar. door ze kunnen vermenigvuldigd worden; dog indien men
digt , door middel van dezelve in boom -olie in de zon te ze te uitgeſtrekt laat voortloopen , brengen ze weinig
laacen trekken ; dezelve is zeer dienftig voor verſche bloemen voort.
wonden , verwrongen leden , gezwellen te verweeken De derde zoort word negen of tien voeten hoog , en
en te doen rijpen , en voor de breuken der jonge Kin- heeft een houtige ſteng. Deeze is langlcevend , mits
ders. Deeze olie heeft dit eigenaartigs , dat hoe ouder dat ze in den winter in een ſtookkas worde bewaard.
die word , hoe kragtiger . Geduurende den zomer kan deeze zoort in de open lucht
SEVUM , zie ONGEL. in ecne warme ſtandplaats gezet worden , en moet in heet
SEXTILIS , zie OOGSTMAAND . weer dikwils worden bevogtigd ; dog in den herfst wan-..
SEXUS, betekent het Geſagt , of't onderſcheid van neer de nagten koud worden , moeten de planten in de
twee Lighaamen , naar derzelver verſcheide geſteltenis ſtookkas worden gebragt, en in den winter een maatige
en vorming , tot voortbrenging van een derde hun gelij. warmte hebben .
kend lighaam , door de tecling. SIALOGRAPHIA . In de dierlijke huishouding be.
SEIJ, deeze naam geeven de Nooren aan een zoort tekentditwoord , het deel, 't welk van de Spog handelt.
van Schelvis die weinig aan onze kusten voorkomt, dog Sialographia is zamengeſteld van het griekſche Flaner of
volgens Linnæus , in de Atlantiſche Oceaan zodanig sienos, Spog , en gep.co , ik ſchrijve.
gemeen is , dat hij den hoek zonder aas zelfs , zeer De Saxiſche Geneesheer SCHURIGIUS, heeft een Boek
greetig inNokt. Zie SCHELVISSCHEN , 9. II. pag . in 4to in 't licht gegeeven, onder de tijtel van Sialogra .
3252. phia , te Dresden in 1723 gedrukt.
SHAD , zie ELFT. De Hoogleeraar Nuck een werk in 80: onder den zelf.
SHERARDIA , is de naam van een Planten -geſlagt , den tijtel, te Leiden in 1690 en 1722 gedrukt .
dus door de Hr. VAILLANT Hoogleeraar der Kruidkun. SIBERISCHE MAANKOP , zie MAANKOPPEN ,
de te Parijs , genoemţ , ter eere van Dr. Willem She- n. 6. pag . 1916.
RARD de beroemdſte Kruidkenner zijner tijd. SIBERISCHE MOL , zie MOLLEN , 1. II. pag.
Kenmerken. De Sherardia heeft een Lipbloem , uit 2169 .
een blad beſtaande , 't welk aan de rand in vijf deelen SIBON , is de naam die de Hottentotten volgens Se.
is verdeeld , zijnde de bovenſte lip in twee , en de onder- BA , aan een Slang geeven , onder het geſagt der Adders.
ſte in drie deelen verdeelt. Het Ovarium , 't welk op behoorende. Deeze Slang die zich in de zuidelijkſte
de bodem van den Bloemkelk zit , word naderhand een deelen van Afrika onthoud, heeft een ronde en wit ge
droog zaadhuis, in zich hebbendetwee langwerpige zaad- koleurde Kop ; aan den Rug is dezelve geelagtig met
jes. Bij deeze kenmerken kan men nog voegen , datdebla. lichtroode , en aan den Buik witagtig of lichtgraauw ,
den, bij paaren tegens malkanderen over groeijen . met bruinroode vlakken. Seba geeft er eene Afbeelding
Zoorten.De Heer MILLER beſchrijft wel vijftien van, inMuf.I. Tab.14. 4. en omſchrijft hem , Serpens
$ zoorten van dit kruidgewas ; de Hr. VAILLANT in Noy. africana ab Hottentottis Sibon diéta .
Gen.telt er agt verſeheidenheden van op. Wij zul; SICILIAANSCHE LIJCHNIS , zie LICHNIS ,
VI Deel. A a 7, 28 ,
3358 SIC. SID . SIL. SJE. SIG, SIG , SIK . SIL
1). 28. pag . 1888. SÍGMOIDES , dit woord heeftdriederleij betekenisa
SICKEL -KRUID , zie FALCARIA . ſen in de Ontleedkunde ; als , 18. word er de Kraak
SICIJOIDES , is de naam van een vreemd Planten- beenderen der Lucht pijp door verſtaan , om dat ze niet
geſagt , 't welk tot Kenmerken heeft ; een wijde kloke cirkelrond zijn ; 20. de drie Klapvlieſen van 't Hart ,
gewijze Bloem , beſtaande uit één blad , 't welk aan den (Valvula Sigmoides) in de groote Slagader , en 30. ee
fand in verſcheiden verdeelingen gerneeden is. Van dee . nige procesſus of uitſteeksels , gelijk als aan het Schou .
ze Bloemen zijn zommige mannelijk , die aan geen vrugte derblad .
beginzel vast zitten , de anderen die op de jonge vrugt SIGNA COELI , zie HEMELS- TEKENS.
zitten , zijn vrouwelijk ; deeze vrugt die vervolgens tot SKKEL- KRUID , zie FALCARIA .
de grootte van een amandel-pit groeit , is plat en ſtee- SILAUM , dit Kruidgewas heeft tot Kentekens, een
kelig , en bevat in zich een zaadje van dezelfde ge. roosagtige en kroon -bloem , uit verſcheide bladen be .
daante. ſtaande , die in de rondte ſtaan , en op de koker rusten ,
Zoorten, Twee zoorten zijn er van dit kruidgewas , in welke naderhand een vruge word uit twee korte gegroef
Amerika te huis hoorende. i de zaadjes beſtaande, hier bij kan men nog voegen , dat
1. Amerikaanſche Sicijoides met ſtekelige vrugten en de bladen zeer (mal, en de bloeinen bleekgeel van ko.
1 hoekige bladen ; Sicijoides americana , fructu echinato , leur zijn.
foliis angulatis. TOURNEF. Inft. R. H .; Brijonioides flore Zooften. Men heeft inzonderheid vier zoorten van dit
& fruétu minore, Dill. Elth . 58. t. 51 .; Sicijos foliis, gewas , als
angulatis. Linn. Spec. Plant.) J. Gemeene Silauin ; Silaum quibusdam flore luteole,
2. Amerikaanſche Sicijoides met ſtekelige vrugten en 1. B.
geſcheurde bladen ; Sicijoides americana fruitu echinato , 2. Silarım met ferula -blad ; Silaum quod liguſticum fe
foliis laciniatis. PLUM. (Sicijos foliis laciniatis, Linn. rulæ folio ; TOURNEF. Inft: R. H.
Sper. Plant.) 3. Silaum van Kandia met venkel-blad en een kooba
Kweeking . Dervijl deeze Planten weinig ſchoonheid belige ſteng; Silaum quod liguſticum creticun, folio for
hebben en van geen gebruik zijn , worden ze zelden niculi , caulenodoſo.Tournef. Corol. 23. ( Peucedanum
anders , dan in de tuinen van zodanige Liefhebbers be. foliolis alternatim multifidis. Linn. Spec. Plant.)
Silaumquod
waard , die allerhande vreemde kruiden om de verande. 4. Silaum met gladde dulle kervel bladen ;
ring van gewasſen verzamelen . Het zijn beide éénjaari. liguſtrum cicutæ folioglabrum. TOURNEF.
ge Planten , die door zaaijing in de inaand april kunnen Plaats. De eerſte zoort, die in de Geneeskundeword
vermenigvuldigt worden ; zulks geſchied best op een gebruikt, groeit in het wild op de velden en natte wei.
rabat met verſche aarde, op de plaats daar men ze denkt den van Engeland, Frankrijk , Duitschland enz. Dedrie
te laaten ſtaan , en in omtrent veertien dagen koomen overige zoorten , worden van zelfs groeijende in Kandie ,
de pianten voor den dag , welke in't eerst veel overeen . op het eijland Creta , en elders gevonden. -
komst hebben met comcommer-planten ; opgroeijende , Kweeking. Alle deeze zoorten worden door het zaad
kruipen ze over den grond , en maaken zich door haare vermenigvuldigt, 't welk in het najaar kan gezaaid worden
klawiertjes aan alle de planten vast , die eromtrentgroeie op een rabat met verſche aarde in een beſchaduwde ſtand
jen , zo dat ze of bij een begge ,daar ze tegen kongen op-' plaats , en wanneer de planten zijn opgekoomen , hebe
klimmen moeten gezaaid worden , of wel men moet ze ben ze geen meer oppasſens nodig , dan ze van onkruid
een afzonderlijke plaats geeven, anderzints loopen zeover ſchoon te houden , en te dunnen daar ze te digt ſtaan , inoe.
de planten die er omtrent ſtaan . De planten opgekoomen tende van agt tot tien duim van malkander blijven. De
zijnde, hebben ze geen meer oppasſen nodig , dan ze van volgende zomer bloeijen de planten en geeven zaad , en
onkruid ſchoon te houden , en ze te dunnen daar ze te ' de wortels van de drie eerſte zoorten, blijven eenige jaa.
digt ſtaan . In junij bloeijen ze, en in augustus word het ren over, maar doorgaans gaat de vierde zoortuit , kort na
saad rijp , ' t welk , indien men het laat ſtrooijen , in 't volo dat dezelve zaad heeft gegeeven.
gende voorjaar een genoegzaam aantal planten ople . SILER , dit Kruidgewas heeft tot Kentekenen , een
vert . roosagtige en kroonbloem, uit verſcheiden bladen beſtaan .
SIDDERVISCH , zie BEEF -AAL . de , die in de rondte ſtaan en op den koker rusten , welke
SIDERATIO , zie BEROERTE. een vrugt word , uit twee groote langwerpige gegroefde
SIDERITIS , zie ĞLID KRUID. zaadjes beſtaande , hebbende aan de eene zijde bladagtige
SIREROMANTIA , old uponartha , is een zoort van randen . Voegt hier nog bij , dat de lobben der bladen
Waarzegging , die eertijds pleeg te geſchieden , met een groot , lang en geheel zijn , behalven haar end , alwaar
gloeijend ijzer, op 't welk men een zeker getal kleine ze effentjes in drie deelen geſneden zijn.
Atukjes ſtroo plaatste , en de Waarzegger voorſpelde de Zoorten. Daar zijn twee zoorten van dit gewas , ſchij.
gebeurtenisſen, uit de gedaantens en vonken , die de nende echter de laatste, maar eene verandering van de
ſtukjes ſtroo , brandende, veroorzaakten. POTTER, Ar . eerſte te zijn.
chæol. græc. b. II. c. 18. 1. Groote Berg-Siler; Siler montanum majus. MORIS.
SIERLIJKE ROOF.TOR , zie ROOF -TORREN , Hist. 3. p. 276. (Laferpitium foleolis lanceolatis integer.
2. IX. pag. 3097 . rimis petiolatis. LINN. Spec. Plant. )
SIERLIJK OLIJPHANTJE ,zie OLIPHANTJES , 2. Smalbladige Berg -Siler; Siler montanum angustifo. -
#. LXIV, pag. 2301, lium . PARKINS .
SJEU , zie JEU. Plaats. De eerſte zoort die tot het gebruik der Ge.
SIGILLUM HERMETIS , zie HERMETISCH neeskunde dient, groeit op het Alpiſche en Apenijnſche
ZEGLEN . gebergte , en andere bergagtige gewesten van Spanjen ,
SIGILLUM SALOMONIS , zic SALOMONS Italien , en Oostenrijk. Het zaad van deeze zoort,
ZEGEL . DI
is het femen fefeleos der wirkels , 't welk in zommige za.
men.
SIL, SIM , SH . 3359
mengeſtelde middelen word gebruikt. De tweedezoorť naáin van een Mensch, wel eens aanden Hapers gegee.
die niet anders van de eerſte verſchilt, dan dat ze wat ven word. Dus noemt men den Aap in 't fransch Ber.
kleiner is , en ſmaller bladen heeft , groeit in dezelfde trand , in't nederduitsch Kees , gelijk men den Ezel
gewesten . noemt Henri of Martin .
Kweeking. Deeze Planten konnen door 't zaad ver- Op het artijkel AAP , hebben wij maar ter loops van
menigvuldigt worden, 't welk in het najaar kort na dat deeze Dieren geſprooken , zonder van de zoorten en
het is rijp geworden, moet worden gezaaid , op een ra- verſcheidenheden van dit zo uitgebreid Gelagt te ſpreco
bat met verſche onbemeste aarde ; en wanneer de plan . ken; hier eene bekwaame plaats vindende om het ge.
ten in het voorjaar, voor den dag koomen , moeten ze brekkige daar van te vervullen , zullen wij onze Lezers
geſtadig van onkruid worden ſchoongehouden , enin zeer zo wel ten aanzien van de zoorten alsandere merkwaar.
droogweer vogtig gehouden , 'twelk haare groeijing cen digheden , dit Dieren -gellagt betreffende , het voornaan.
hoogſten bevordert . Daar de planten te digt bij malkan. fte mededeelen , 't geen in de uitmuntende Natuurlijke
der itaan , moeten ze gedund worden , zo datze drieen Historie volgens het samenſtel yan den Heer Linnæus ,
vier duim van malkander blijven , 't welk in het eerſte door den grooten en kundigen natuuronderzoeker , den
jaar plaats genoeg voor haar is; wanneer nu haare bladen Heere Med. Dr. Houttuin uitgegeeven en bewerkt,is
in het najaar verdorren , kan men ze voorzigtig opnee . te vinden.
men , zorge draagende, de wortels niet te beſchadigen of DeHeer Klein , (zegt zijn Ed,) brengt , in zijne Ver:
te breeken, en verplanten ze op een nat beſchaduwt ra. deeling der Dieren , den Aap onder hec Gellagevan de
bat, omtrentagtien duim van malkander, alwaar ze voor Saters, behoorende tot zijn vierde Gezin of Familie in
goed konnen blijven ſtaan. Deeze planten weltierende, de tweede Rang der viervoetige Dieren ; welk gedlagt hij
geeven ze het tweede jaar zaad , het derde jaar mist zulks in vijf zoorten verdeelt. De Heer Brisson onderſcheid
zelden of nooit , en als dan blijven de wortels nog veele de A apen, eerſtelijk, in de zulken die geen ſtaart en die
jaaren over , neemende veel in grootte toe , en alle jaa. al een ſtaart hebben , en de eerſten weder in zodanigen
ten zaad geevende. met een korten ſnoet, gelijk de gewoone Aapen , de Bosch .
Vorders hebbe deeze planten geen andere oppaſſing Mensch en een Traaglooper van Ceijlon , die bij hen het
podig , dan dezelve van onkruid ſchoon te houden , en eerſte Ras uitmaaken , en met een langer ſnoet , die
elke voorjaar , even voor dat de planten haare bladen van het tweede Ras zijn , gelijk een ander Traaglooper,
vitſchieten, den grond rondsom dezelve los te maaken , en Aap met een Honds-Kop. Onder de Aspen met een
zorge dragende haare wortels niet te benadeelen , en ſtaast, is dezelve in zommigen zeer kort , gelijk in de
wanneer haare bloem -ftengen uitſchielen , er ſtokken bij Baviaanen , die het derde Ras bij hem uitmaaken ; of
te zetten en ze tot onderſteuning daar aan vast te bin. lang, en van deezen hebben eenigen weder een korten
den. Zij bloeijen in 't laast van junij , en haar zaad Snoet, gelijk de Sapajou en anderen , die hij in 't vier . 1

word tegens het laast van augustus, of begin van ſep. de Ras plaatst ; anderen een langen Snoet , alsde Meer.
tember riip. kat met den Honds- Kop, zijnde het vijfde Ras. Van dit
SILEX , zie KEISTEEN. laatſte Ras telt hij drie zoorten of verſcheidenheden ,
SILIQUA , zie ST. JANS -BROOD . naamelijk de Cercopithecus van JOHNSTON , Tab.LIX. in
SILIQUASTRUM , zie JUDAS BOOM. de Beſcrijving der viervoetige Dieren afgebeeld ; een die
SILPHA ATRA , zie OEVER BEESTJE . door JOHNSTON p. 100 beſchreeven word, onder den naam
SILPHA GERMANICA , zie DOODGRAVER. van Macaquo , afkomſtig zijnde uit het Rijk van Angola
SILURUS , zie MEJRVALLEN. en Gujana ; en een derde die op Tab. LIX. van dien
SILVER , zic ZILVER . zelfden Autheur is afgebeeld , onder den naam van Cij.
SILVER KRUID , zie ZILVER- KRUID . nocephalus 2 , Bertrand. Maar tot het vierde Ras brengt
SIMMEN , Aapen, is een viervoetig Dieren geſagt , de Heer Brisson wel negen -en -twintig zoorten of ver
't welk in 't hebreuwsch de naatr. van Koph draagt , ſcheidenheden van Aapen , beſchrijvende den laatſten ,
als of men zeggen wilde, een Dier dat zich onophoude. diep hij Belzébut noemt, uit het kabinet van Reaumur ,
1 lijk omdraait , of dan deeze, dan geene postuuren aan thans in 's Konings kabinet zijnde , aldas.
zijn lighaam geeft ; in't grieksch Pithekos of Pithex , we- Het kenmerk van 't Geſagt der Aapen is bij hem , dat
gens het nabootzen van deMenschelijkegebaarden , zo zij , behalveg vier ſnijtanden in ieder kaak , gevingerde
men wil; in 't latijn Simia , waar van het ſpaanſche naam. poorên hebben met nagelen, allen van elkander af gee
woord Ximio, en ’t fransche Singe afkomſtig is; ' t zij Icheiden en den duim zeer kenbaar. Deeze Aap heeft aan
wegens de platte aan 't end opgewipte neus, welke dit de voorpooten geen duin , en de ſtaart is van onderen ,
Dier gelijk de Negers heeft;" 't zij wegens deszelfs ge- naar de punttoe kaal , de langte des Lighaams, van den
lijkheid aan de menſchelijke gedaante , volgens het beken. top des Hoofds tot aan hetbegin der Staart , is vijftien
de ſpreekwoord van Ennus, Simia quam fimilis turpisſima duimen, en de langte van de ſtaart twee voeten ,dievan de
Beſtia nobis ? 't Welkin onze ſpraak wilzeggen ; hoe pooten één voet en zes duimen ; de Ooren gelijken naar
Sweemt dat ſchandelijk Dier , de Aap , naar ons ? Zeker die van een Mencsh en zijn zwart ; het Aangezigt, de
. is het dat dit Dier verſcheidene lighaamsdeelen heeft die na Kop , het voorſte van de Rug , de buiten-kanten van de
den Mensch gelijkt. In 't hoogduitsch noemt men het Dijën der Voorpooten ,van de Agter dijën en Schenkels,
i Affe, in 'tengelsch Ape, enin'tneerduitsch Sim of Aap. - de Voorſchenkels,de Staart,en de enden der Pooten
In't fransch worden in 't algemeen , de roote Aapen , zijn zwart; het agterſte deel van de Rug is zwart bruin ,
Singes genoemt, 'tzij dezelve een ſtaart hebben ofniet, de zijden des Lighaams zijn rood of ros ; hec geheele
den ſnoetlang of kort ; maar de kleine worden Guenons Lijf van onderen , de Keel, naamelijk de Borst , Buik ,
genoemt. Den naam van Sim of Aap heeft men ook wel en binnenkanten der Pooten, zijn vuil wit en geelagtig ;
op Menſchen toegepast , die volgens de manier deezer aan de Voorpooten heeft hij vier , dog aap de Agterpoo
! Dieren het doen van anderen nabootzen , even gelijk de tet vijf Vingeren ; de Staart loopt (pits uit., en is gebeel
2 IHCC
SIM . SIM .
3360
met haair bekleed , uitgenomen van onderen tot agt dut. Plaat van JOHNSTON , onder den naam van Cercopition
nien van de punt , alwaar dezelve een Huid met groefjes cus. De Heer Brisson , die deezen Aap , in zijnetwee.
heeft , gelijk het plat der Pooten , en deeze ſtaart ge de rang , onder de Hondskoppen ( Cijnophali) beſchrijft,
bruikt hij ook , gelijk oun vijfde Poot of Hand , om de zegt dat hij , uitgenomen de langte van den Snoet , vol.
ſpijze aan den mond te brengen . Men heeft er deAf. koomen met de gemeene Apen overeen komt, die onge,
beelding van te Parijs , in't openbaar , onder den naam getwijffeld door Linnæus hier bedoeld worden , dewijl
van Beelzebut. die van agteren ook eeltagtig zijn. Volgens de Hr. BRIS
De Heer Linnæus onderſcheid de Aapen van de an, son verſchillen zij 't meest in grootte , hun Aangezigt,
dere zoogende Dieren , door de langte der honds- of Ooren en Nagelen , gelijken veel naar die van een
hoektanden , die van de anderen afſtaan en niet op een Mensch ; het haair dat hun geheele lighaam bedekt , uit.
Nuiten. Ook zijn de agtertanden of kiezen in den genomen de billen , die kaal zijn , is uit groen en geel
Aap ſtomp, gelijk in den Mensh. Linnæus maakt in gemengelt , hebbende het groen boven op 't lijf , en 'o
het geſlagt der Aapen drie hoofdverdeelingen , waar van geel van onderen de overhand; voorts heeft het Dier
de eerſte die geenen bevat , welke geen Naart hebben , of een vleijend en dreigend gelaat , groetende op de wijze der
eigentlijke Aapen ; de tweede degenen die een korte ftaart Kaffers. Het brengt het drinken met de hand aan den
hebben,of Baviaanen; de derde die een lange ſtaart hebben, mond. Het Wijfje heeft haare ſtonden. Deeze Aap is
naamelijk de Meerkatten. In de eerſte hoofdverdeeling uit Afrika en Ceijlon afkomſtig.
zijn twee zoorten , in de tweede ook twee zoorten en in de
derde ofdie der Meerkatten zeventien zoorten ; zo dat het Aapen met een korte Staart
geheele gellagt der Aapen in éér.-en twintig zoorten is on
derſcheiden , welkeik , volgens die order , beſchrijven zal. Β Α ν Ι Δ Α Ν Ε Ν.

Aapen zonder Staart, III. Sphinx of Kortſtaartige Aap, met haairen aan den
Bek en ſpitze Nagelen , ook wel Spilrinx genocid ; ( Sa.
A A PEN D E R OUDEN. pio fcit. Baboon Gesn . Quadr. 352. ) Hij gaat op vier
pooten , heeft de grootte van een Dog , een hangend
1. Aap zonder Staart , van onderen kaal; ( Satijrus in. balzakje. Het is een zeer geil Dier , dog tevens leere
dicus. Tulp. Obſervat. medical. libr. III. cap. 56. ) De zaam ; wordende op het brieven beſtellen afgerigt.
cerfte zoort van Aapen zonder Staart of Aapen der Ou . Men vind ze op't eiland Borneo.
den , geeft Linnæus den naam van Satijrus, dag is Sater, Hier mede word dat Dier gemeend , 't welk men ge.
zeggende dat zijn grootte is , als een jongen van zes jaa• woon is in 't nederduitsch Baviaan te noemen , dat bij
ren. De Rug is met zwart ruig haair bedekt, dog van JOHNSTON , Rajus en andere ſchrijvers Papio genoemd
onderen , dat is te zeggen van vooren , is hij overal glad . word, bij de Franſchen Babouin , bij de Engelſchen Bs .
Hij woont in Afrika en Afia . bon. BRISSON merkt aan , dat het een langwerpige Snoet
Deeze Aap is van Tulpius onder den naam van Sa. heeft, gelijk een Hond ; als ook dat de Billen geheel baair.
dijrus of Sater , en Orang - Outang of Bosch-Mensch der loos en glad zijn , van bloedkoleur, even of erde huid was
Indien , beſchreeven en afgebeeld . Schoon zommigen afgetrokken, en de ſchenkelen kort. Het word zegt bij
er afbeeldingen van hebben gegeeven , waar in zij met in IV. van Indien gevonden
de wildernisſenkortſtaartige .
banden en voeten van een Mensch voorkoomen , blijkt Apedia of Aap , met de Duimen dig!
het nogthans uit de afbeelding van Tulpeus hier nevens tegensdeVingers aangevoegd, de Nagelen langwerpig , die
gaande, zie plaat k fig. 1., datde voeten of Agterpooten der Duimen altemaalgerond ; (Simia cauda abrupta un.
ook zijn gevingerd alsde Handen , en zo wel bekwaam om guibus compresſis , pollice palmarum digitis adhærente.
zich in 'tklimmen mede vastte houden , als de Voorpoo. Linn. Amenit. Acad. 1. p. 278.) Deeze Aap isvan
ten , zo als dit bij de Aapen in 't algemeen plaats heeft . De grootte en koleur als de grijze Inkhoorn . De Duim der
geene, naar welke deeze afbeelding gemaakt is, heeft Voorpooten legt tegen de Vingers aan , gelijk in de Voe
men uit Angola in Europa gebragt, en vereerd aan Fre• ten der Menſchen ; die der Agterpooten ſtaat er wat ver
DRIK HENDRIX , Prins van Oranje. Het Dier was vier. der af , gelijk in Menſchen Handen ; ook zijn de Vingea
voetig , van langte als een kind van drie , van dikte als ren der Agterpooten langer. Alle Nagels zijn final, za.
een van zes jaaren. Het Lighaam was niet vet nog mengedrukt , behalven die der Duimen , welken naar
ſchraal, maar dik geſpierd en ſterk , zo dat hij zeer Menſchen Nagelen zweemen. De S:aart is naauwlijks
zwaar kon tillen , dog niettemin vlug was in den hoog. twee vingerbreedten lang , ſtomp ; het Haair over 't Lijf is
ften graad. Het Aangezigt was niet zo menſchelijk als geel met zwarte punten ; hij woont in de Indien.
in veele Aapen , en de Mond ſtak ſnoetagtig uit met een
zeer breede ſmoel; de Ooren waaren als die van een Aaper met een lange Staart.
Mensch , gelijk ook de ledemaaten ; zelfs de Handen met
Duimen , en de Voeten met een zoort van Hielen voor. ME ERKA I TEN .
zien , waar op dit Dier overend kon gaan en ſtaan ; dog
dit alles heeft het met de Aapen gemeen ; het was een V. Silenus, of geſtaarte Aap met een baard , xwart 6
Wijfie en had zeer zwaare Borsten , ook aapte het allerlei 't lijf , hebbende een grooten jneeuw witten baard. ; (Si.
menſchelijke daaden na. mia Callitriches , magnitudine Cijnocephalorum . ALPIN .
II . Aap zonder Staart , het Gat eeltagtig , door de Ægijpt. 242.) De zoort van deeze Aap is duiſter , zegt
bank Sijlvanus dar is boschagtige genoeint ; Simius Cij. Linnæus, om dat men aangaande de Nagels zijner Poo:
nocephalus alter. Alpin. Ægijpt. 241 .; (Simia. Gesn. ten , ' en verſcheide andere eigenſchappen van dit Diec .
Quadrup. 847.) onkundig is ; het woont in Alie , op Ceijlon , Java ,
De Heer LINNRUS wijst hier aan , de vijfde figuur op de enz.
VI.
Plaat K .. Pag. 3360.

Fig.2
Fig.1 .

Fig. 4 .

Fig .3 .

Fig. 23

Fig. Fig . 9 .
Fig.5.

оооооо
Fig.6 .

M
*

Fig.20.
Fig. 7.
X
Fig .12

Fig . 22 .

Fig.24 .

B'de Bakker, fecit .



{
SIM. SIM. 3305

VI. Faunus , of Geſtaarte Aap met een baard , de er maar bij kan koomen. Met Kinderen ſpeelt hij gaarn
faart aan 't end een kwast hebbende ; (Cercopithecus bare het moesten
en zal uit zich zelf niemant kwaad doen ofeigenſchap
batus. I. Clus. Exotic. 371.) Deeze word gemeenlijk de Vrouwsperzoonen zijn , gelijk de gemeene der
Baard. Aap met een Leeuwenſtaart geheeten. BRISSON Aapen is , die hij , inzonderheid als er Mansperzoonen
noemt hem , de gebaarde Meerkat, van boven zwart en bruin tegenwoordig zijn, op't lijf ſpringt, en in de armen of
gemengeld , van onderen witmet een grijze puntige Baard beenen bijt , dog zijn beeten hebben weinig te beduiden ,
en een Kwast aan't end van de Staart. De Baard aan de alzo er naauwlijks een blaauwe plek van komt. Men kan
Kin, heeft delangte van negen duimen ; de voren zijn hem echter ligt toornig maaken, gelijk wanneer hij op de
klein, de Nagels als van een Mensch , de Staart is zeer ſchoot ofarmen zit van een hem bekend perzoon en een an.
Jang en taainelijk dik, hebbende aan't end een bos lange der ſtelt zich aan om dien perſoon kwaad te doen , dan be.
haairen , gelijk een Leeuwen -ſtaart, weegt hij de kaaken ſnel als of hij kaauwde , en Naat de
VII. Paniscus, of geſtaarte Beard- Aap , met een aan . tanden verſcheidemaalen agtereen op elkander , waar na
vattende ſtaart , de voorpooten omtrent viervingerig ; (Sie bij den bek zb wijd ſpalkt als hij kan , houdende diewel
mia fusca major & C. BROWN. Jamaic. 489. ) Het lijf van één minuit open, even of hij den aanvaller verflinden ,
deeze is , behalve de uitwendige helft van deStaart en de ten minſte een ſchrik op 't lijf jaagen wilde; dit op ſpal.
Pooten die bruin zijn , bedekt metlang glimmend zwart ken van den bek en beweegen der kaaken herhaalt hij eeni.
· haair , leggende zo digtop een , dathet Dierzich glad ver. ge maalen , en als hij zijn partij bereiken kan , bijt hij
toont; dit haair langer zijnde aan de keel en kin , maakt die na zijn vermoogen . Anders is hij altijd zagtzinnig ,
een zoort van ronde baard . Het heeft de grootte omtrent goedaartig en vrolijk van humeur. Het eenigſte geluid ,
van een Vos ; . 't Aangezigt ſtaat opwaarts , de Oogen dat hij maaken kan is Greck , 't welk bij geroepen wor.
zijn zwart en vol vuur, de Ooren kort en rond; de lan- dende , voor antwoord geeft; dog honger, dorst of kou.
ge Staart is aan 't end kaal en ſangswijzegedraaid , door de lijdende , giert hij als om te klaagen , en men heeft hem
welk middel dit Dier hangen blijft en zich vast houd aan geweldig verſchrikkende, ook hooren roepen Hoi, het
alles 't welk het weet te vatten ; de Duim is kleiner dan welk inzonderheid gebeurd is , wanneer hij het onaange.
de andere Vingeren en ſtaat inwaarts van dezelve af ; de naam geluid van eene Paauwin hoorde. Dit alles heeft de
Nagelen der Voorpooten zijn gerond , die der Igterpoo . Heer LINNÆUS in een wijfjes Aap -van deeze zoort , die
ten elswijze ſcherp. Het draagt zijn Jongen op de Rug . hij wegens de witte Maan op 't voorhoofd, Diana noem
Men verhaalt dat deeze Aapen bij'top.en ondergaan van de , in den Koninglijken Sweedſchen Tuin , alwaar die
de Zon te zaamen koomen , en een zoort van vergade. Dier boven in de Orangerie zijn naapplaats had , waar
ring houden. De Woonplaats is in Zuid-Amerika, in genoomen.
't bijzonder in Braſil , alwaar het Guaribia genoemt IX. Cephus , ofgeſtaardeBaard aap , met gebaardewan.
word . gen , de top geelagtig , de pooten zwart, de staart aan het
VIII. Diana , of geſtaarte Baard- Aap, met een gekuif. end vaal; (Cercopithecus barbatus alius guineenſis. MARC,
de baard', en een toupet op 't voorhoofd ; Cercopithecusbara GR. Braſ. 228. De Heer Brisson noemt deeze, de Gui.
batus guinëenfis. MARCG. Braſil. 227. (Simia caudata neeſche Aap met een geelagtige Baard , ofanders ; zwart
barbata , fronte barbaque fastigiata. LINN. A. Stokh. agtige Meerkat , welker Wangen en Ooren met lang haair ,
1754. p. 210.) Dit Dier waar van de Afbeelding zo als uit den witten geelagtig bezet zijn , de Bek blaauwagtig.
die bij ons op Plaat K. fig .2 is te vinden, in de Verhan . Het Lighaam is bruinagtig, zegt LINNÆUS , van onde.
delingen der KoninglijkeAkademie van Stokholm is ge. ren bleek blaauwagtig , de Bek blaauwagtig ; de Baard
gegeeven , word door hem aldaar in 't breede beſchree. geelagtig. Het Dier woont in Amerika.
yen. Het is wat grooter dan een gemeene Kat , de ko . Xi Aijgula , of Geltaarte Baard-A1p , die grijs is van
leur is over 't geheele lijf zwart , dog met kleine witte koleur ; met een Kuif van haair langsheen , boven op den
ftippeltjes, alzo dehaairtjesaan de punten wit zijn. Van Kop; (Simia caudata fubbarbata grijea, eminentia piloſa
’t midden derRugge tot aan de Saart, eger , heeft het verticis longitudinali. Osbeck . Iter. 99. ) Hetlighaain
eene bruinekoleur, en van de Staart af, langs de dijë, van deeze Aap heeft een grijze Wolfs koleur; de Keel,
tot aan deknie toe , is het haair , aan den binnenkant, de Borst en Buik van onderen, zijn witagtig; de Staart
Toodagtig vaal, even of’t er bloedig waare ; aan de buiten is langer dan het Lijf , aschgraauw en dun ; het Aangezigt
zijde loopt een witte ſtreep , van de ſtaart tot aan deknie. platagtig , witagtig , kaal; de Neus is neergedrukt, zeer
Zo heeft het ook wit haair, van de Ooren af tot aan hetbui- kort, van den bek afſtaande, met een dubbeld kloofjë
gen der Voorpooten, als mede over de geheele Keel en in de bovenlip; de Wangen zijn met haair bezet , dat
Borst; zelfs een gedeelte van den Baard is wit , waarbij neerhangtzo laag als de kin , die een kleinen baard heeft.
het zwarte Aangezigt en het overige van den Baard , De Wenkbraauwen aan het Voorhoofd zijn bultig uitſte
dat kort is en rond beſneeden ,aardig afſteekt. Het Voor. kende , de Pooten zwart , de Nagelen der duimen gerond ,
hoofd is verſierd met een Toupetvan wit haair, eenigerma- de overige langwerpig; de Ooren eenigermaaten ſcherp.
te daar een wasſende Maan gelijkende; de Pooten zijn Hij word in Indiën gevonden.
altemaal met Vingers en, Nagelen gelijk Menſchen han . XI . Hamadrijas , of geſtantte Sap zonder baard , de o
den. Deeze Aap is van Guinée afkomſtig; hij nuttige ren met dikke haairdodden :(Simius cijnocephalus adutram .
allerleij ſpijzen gelijk de Menſchen , behalven vleesch ; que aure magna coma. Alpin . Ægijpt. 248.) Deeze
van boomvrugten , nooten , amandelen en rozijnen houd woont in Afrika zegt LINNÆUS , dog is niet zeer be.
hij veel ; in ' t gebruiken van natte ſpijzen , brij of ſoup kend.
tragt hij zorgvuldig zijn baard ſchoon te houden , en houd XII. Facchus , of geſlaarte Aap met wijde ruige Ooren ,
zich voor 't overige, zeer zindelijk , tegen de gewoonte een zeer lange en zeer ruige ſtaart , de nagelen elswijze ,
der andere Aapen . Hij bemint debeweeging zeer , en dog'die der duimen rond aan 't end ; (Cercopithecus brak
ſchijnt zijn vermaak te hebben , in tafels, ſtoelen , en ale lianus 3, Sagouin. Clus. Exot: 372.) Deeze Aap , die
les wat overend ſtaat te onderſte boven te fmijten , zo bij in Braſil , alwaar hij woont. Sagouin genoemd word ,
Аа 3 Is
SIM . SIM
3362
is volgens den Heer Boisson , zeven en een half duim bedektmet zwart zagt haair; de Staart ten mintten ocks
lang en heeft een Staart van elf daimen , die inet een zo lang als 't lijf; de Voor- en Agterpooten geeloforanje ;
digte vagt van zwartagtig bruin en grijsagtig haair ge . de Nagels der Vingeren aan de Voorpooten altemaal els
ringd is; de Ooren zijn rond , met lange witce haairen wijze ſcherp ; die aan de Duimen der Agterpooteq alleen
omzet. ' Alhet haair van't Lijf is zeer fijn en zagt op 't gerond. Ook kon het niets in de Hand houden , gelijk
aanraaken , en door zijn verſcheide koleuren maakt het de andere Aapen.
de Rug overdwars , tnet rood en grijs beurtelings geban . XVI. Cijnamolgos , of geſtaarte Aap zonder baard ,
deerd ; boven de Neus tusſchen de Oogen , is een witte met een geſpleeten opgewipte neus, de billen bultig : Cer
plek. DitDier zegt LINNÆUS , is hoogmoedig, kan geen pithecus angolenfismajor.MARCGR.Bra. 227. Rais.Quadr.
ongelijk verdraagen en ſchreeuwt bijſter luid. 155 ; (Simia egijptiaca cauda elongata , clunibus tubero .
XIII. Oedipus, ofgeſtaarte Aap zonder baard , met neer is nudibus. Hasselg. Iter, 189.) Deeze Aap , die de
kangend hoofdhaair; ( Cercopithecus minimus mexicanus, groote Aap van Angola genoem word, en de naam van
capillitio niveo. Edw . Av. 195.) Dit Aapje waar van Macaquo voert bij de inwooners van't Rijk van Congo ,
wij de Afbeelding op Plaat K. fig . 3. , volgens dat van heeft de langte van ruim één voet , van den Kop tot aan
EDWARDS geeven , heeft opzittende de hoogte van om- 't begin van den ſtaart, die ook één voet lang is , en al.
trent vijf duimen ; deszelfs aangezigt is zwart, dog door tijd boogswijze gekromd ſtaat. Het postuur is gelijk dat
zaaid met kleine witte haairtjes , weshalve't zelve zich van een Beer; de koleur uit den bruinen geelagtiggroen ,
grijs vertoont, met een witagtige kring ; de Oogen zijn dog wit aan den buik ; de Billen zijn kaal. Hij ſtelt bij
zwart zo wel als de Ooren ; het Hoofdhaairwit en lang , nagt wagten uit, de woonplaats is in Afrika.
hangt langs de ſchouders, gelijk de haairlokken van een XVII. Apella , of geſtaarte Aap zonder baard , moet
Vrouwsperzoon; de Rug is bedektmet bruinagtig haair, een staart die bijna kan grijpen , een bruin lighaam en
dat naar onderen toe roodagtig of oranjekoleurig word; zwarte pooten ; ( Simia caudata imberbis, cauda jubprehen
de Keel is zwart en kaal, de Staartaan 't end zwart , voor fili, corpore fusco, pedibus nigris. Linn. Muf. Freda
' toverige ros , de Buik en Pooten met wit haair bedekt ; 1.) Dit Dier dat in Amerika woont , kijkt geduurig
1 de Pooten hebben vijf Vingeren met ſcherpe Nagelen ge.. naar allekanten om , en maakt een geluid als het
wapend , als die der Inkhoornen. Het zonderlingſte in Jong van cene Kalkoenſe Hen , wanneer het honger
ditkleine Diertje is , dat heteen zagten fijn geluid maakt , heeft.
't welk veel naar 't zingen van een Kanarij-Vogel zweemt. XVIII. Morta, of geſtaarte Aap zonder baard , met
Het is vlug en maakt dergelijke kabrioolen als de groote een bruine hek , het lijf ſchırlaakenrood , de ſtaart kaal en
Aapen , en dit gedaan hebbende loopt het zointijds langs eenigermaate geſchubd; (Cercopithecus americanus minor ,
het vertrek met een opgeheeven ſtaart , wanneer het Monkie di&tus. Seb . Muf. I p . 52.) Dit Aapje , ge.
veel gelijkt naar een klein Leeuwtje. Om die reden meenlijk Monki genoemt in Amerika, en ook wel het
word het zelve 't kleine Leeuw - 4apje van Vera Cruz ge. Doodshoofdje, zijnde een zeer klein zoort van Meerkat.
>
noemt . je , hebben wij op Plaat K. fig .4 afgebeeld. In die ge
De Heer Brisson beſchrijft, onder den naam van ftalte zweemt het merkelijk naar een jong Kindje , dog
klein Leeuw-Aapje , een dergelijk Meerkatje , dat in'tjaar de Neus is zeer kort en opgewipt, de Oogen ſtaan diep
1754 uit Braſil gebragt , en aan Madame de Marquiſe in het Hoofd , dae van vooren rond is , naar agteren wat
DE POMPADonR vereerd werd ; dog dit was over het Lijf ſcherper; de Ooren zijn zeer gelijk aan die van een
geelagtig wit , met ros baair om 't Aargezigt en roodagtige Mensch , de Nagelen kort en plat; de Staart is lang, dik
Pooten , en kaal , gelijkende veel naar die van een Rot ; de Buik
XIV. Æthiopisch Aapje, of geſtaarte Aap zonderbaard , is ook kaal , dog aan de Pooten heeft het dun geelagtig
met overendſtaande witte haairen op den Kop, en een wit haair ; het Aangezigt is witagtig, het end van de Neus
maantje aan't Voorhoofd; Simia striops. Hasselg. Iter. en de omtrek van den Bek bijna zwart, voorts de Huid
190.) Het lijf van dit Napje is van grootte als de Dia: zeer rimplig , 't welk het een zeer leelijk aanzien geeft.
na , bruin , van onderen wit . De ſtaart gedekt , van on. Agter op den Kop heefthet zwartagtig haair ; van voo .
deren vaal , de wenkbraauwen maaken een wit maantje ren rood haair , gelijk ook op de rug , dog het is daar
dat dwars ſtaat , de bovenſte oogleden zijn kaal en wic ; bleeker rood dan op's voorhoofd . Men kan het noemen
de ooren ſcherpagtig . Het woont in Æthiopien at roode Meerkatje met de Rottenſtaart , gelijk BRISSON
XV . Midas, ofgeſtaarte Aap zonder baard , met de bo. doct. Dit Diertje woont in Amerika,
yenlip geſpleeten en kaale vierkante Ooren ; ( Caij , braſilia . XIX. Capucina , of geſtaarte Aap zonder baard , met
nii Toupinemboutiis di& us. RAJ. Quadr. 155. , Dit klei: een lange ruige ſtaart, het aangezigt geelagtig ; (Simia
ne zwarte Meerkatje,'t welk bij de Ingezetenen van Touo caudata imberbis , cauda longa hirſuta, facie flavescente.
pinambous in Braſil, Caij of Ca genoemd word , is de klein. Linn. Muf. Ad. Fr. II.) De woonplaats van deeze is
Ite zoort der Aapen , zegtEDWARDS,die ik ooit gezien heb niet zeker bekend. Het verjaagd zijne vijanden door een
be. De afbeelding dien hij er van geeft , heeft omtrent ijzelijk geſchreeuw ; knarst dikwils als een Krekel , en
de hoogte van vijf duimen ; dezelve is gemaakt na zoda: blaasd vergramd zijnde als een Hondje.
nig een Diertje , 't welk de Gravin van LICHTFIELD XX. Sciurea, of geſtaarte Aap zonder baard , het dg .
bezat , haar uit de Westindien gebragt zijnde. Het beet terhoofd uitſteekende, vier nagelen der agterpooten , lang .
zegt hij , niet ſcherper dan eenMosch ; het wasgeduurig werpig; (Simia caudata imberbis, occipite prominulo . u * .
in beweging gelijk de andere Aapen ; de Oogen waaren guibus quatuor plantarum oblongis. Linn. Muſ. Ad. Frid .
bruin , hetAangezigt van roode vleeschkoleur; de Neus I.) Dit Meerkatje heeft het lijf van een Inkhoorn , uit
bijna plat , de bovenlip als een Haazemond geſpleeten , den graauwen groen, van onderen ofaan den Buik bleek ;
de Tanden klein en zeer menſchelijk ; de Ooren groot , de Armen en Beenen zijn roodagrig bruin , de Staart
vierkant , van bruine vleeschkoleur; het haair tipswijze met fijn haair bezet , is eens zo lang als,bet Lighaam ;
maar het Voorhoofd neerdaalende. Het geheele l.ijf was de Nagels der duimen zijn rond. Het woont in In.
dien
SIM .
SIM.
3303
dien . Men zouw het kunnen noemen het Itik hoomi vinger: daar in tegendeel , aan de Voorpooten of Han .
Aapje. den dee voorDieren de duim 20 kort was , ep zo digt te
XXI. Sijrichta , of geſtaarte Aap zonder baard , de bek gen den zer ſte vinger aangevoegd , dat hij bijna on,
en oogleden met lange haairen ; ( Cerc opithecus luzo nicus nut een te zijn. 5. In de drie Mannetjes Aapen waaren
fch
minimus. Pet . Gaz . Die Diertje 't welk een zeer klein de deelen der voortteeling daar is van den Mensch ver
Meerkatje is , woont in de Philippijnſche Eilanden . ſchillende , dat de 'Testikels in een kreuk van de liesch

Ontleedkundige beſchrijving der Simmen of Aapen . verbwas


dit n zate
orgezoda Een
nign.opge bunn
krom pener, had wel een
dat men balzandig
er uitwe dog
kje,niets
De Autheu ren verſchi llen grootel ijks hier in. ARI van kon zien. 6. De Huid zat aan de Billen zeer vast
STOTELES ; PLINIUS en Galenus zeggen , dat derzel gekleefd.
ver inwendige deelen volmaaktelijk me: die van den Omtrent de geſteldheid der Ingewanden werd , bij 't
Mensch overeenkomſtig zijn . Anderen , in tegendeel , openen van de Buik , het volgende waargenomen. De
verzekeren , dat, hoe gelijk de Aapen uitwendig aan de Ringen yan bet Buikvlies waaren doorloopende gaten ,
menſchelijke gedaante zijn , zij inwendig zo zeer daar even als in de Hopden ; het Net verſchilde ook van dat
van verſchillen , dat men naauwlijks onder de viervoeti- der Menſchen in veele opzigten. Het was niet op zo
ge Dieren één vind, welks ingewanden minder naar die veel plaatzen aan den Karteldarm gehegt , en had een an
van den Mensch gelijker. Misſchien zullen zij een an. dere aanhegting, welke het in ons niet heeft, naamelijk
der zoort van Aapen bedoelen dan de eerſten . Immers met de ſpieren van den Onderbuik , door tusſchenkonist
wij hebben gezien , dat de Bosch Mensch , die van zommi- van het Buikvlies , inaakende aldaar een band. Bovendien
gen ook onder de A apen gereld is geworden , de ingewan was het veel grooter dan gewoonlijk in den Mensch , he.
den metdie van den Mensch weinig verſchillende heeft. dekkende de Darmen niet alleen , maar die zelfs van
De Franſche Akademisten,die vierkleine Aapen ofMeer.onderen omwindende, gelijk in verſcheide andere Bee.
katten geopend hebben , merken aan , Descript. Anatom . ften , voornaamelijk die hard loopen en met veel vlug.
de deux Sapajous & deux autres Guenons , dans les Ou- heid ſpringed; 't welk de Natuur dus ſchijnt geſchikt te
yrages adoptéz. Tom . I. dater meer andere Dieren zijn , hebben, om derzelver Ingewanden voor harde ſchokken
welker ingewanden zo veelnaar die van een Mensch gelij. te beſchutten. De Vliezen echter, waaren digt, gelijk
ken als in hunne Aapen , dan er zijn , die uitwendig zo in den Mensch , niet Netswijze open , gelijk in veele
veel , als deeze Aapen , overeenkoomen met de men. Beest en,
Ichelijke gedaante. De Lever die een der voornaamſte ingewanden
is ,
BLASIUS , 't is waar, heeft een volkomene Ontleed bad vijf Lobb, en , even als in de Honden , te weeten ,
kunde uitgegeeven van dit Dier , en in de Verzamelin- twee ter regter, twee ter ſinker zijde , en een vijfde nog
gen der Natuur-onderzoekéren van Duitschland vind men geſpleeten zijnde in twee bladen. In cen der Aapen wasde
er eene , die veel minder uitvoerig is ;dogik zal hier zelfſtandigheid van de Lever met veel bruine ftippen ge
alleen bijbrengen , 't geene ons van de gemelde Akade vlakt;en zeskantig van gedaante , gelijk men ze dikwils in
misten onderrigt word. Zij geeven eerst een uitwendige de Beesten en nooit in deMenſchen vind. Het Galblaasje,
Beſchrijving van hunne vier Aapen , die niet meer dan gehegt aan de voorſte der twee Lobben van de regter
veertien duimen lang waaren van den top des hoofds tot zijde , was één duim lang en half zo breed ; het gafeen
aan het begin van de ſtaart , welker langte was twintig dikke buis uit , die onmiddelijk onder den uitloop der
duimen. Drie derzelven , dat Mannetjes waaren , bade Maag ingeplantwerd, ontvangende bevoorens uit de le
den het Aang
ezigt plat ; de vierde , een Wijfje , was ver , niet één kanaal , gelijk in den Mensch , maar drie
lang van ſnoet, omtrent gelijk de Bologneeſche Honde dewelke een groot end wegs, met haare takmaakingen ,,
jes .
zig onder het vlies uitwendig zigtbaar vertoonden .
Deeze Meerkatjes , zeggen zij, verſchilden weinig dan De Maag had haaren uitgang of regter , veel laager
in de koleur van't haair , en kwaamen nog in verſchei. dar den Ninker Mond , en zeer wijd ; de Darmen waaren
de andere omſtandigheden overeen , die gemeen zijn aan niet gelijker aan die van den Mensch , dan de andere In .
bijna alle A apen . 1. Zij hadden haairtjesaan ieder ooglid , gewanden , en bijna allen even dik. Hunne langte was
't welk ARISTOTELES aangemerkt heeft den Aap bijzon . in twee deezer Aapen , vijf voet en twee duimen in 't
der eigen te zijn , onder de viervoetigeDieren; dog deeze geheel, in de twee anderen agt voeten. De Krinkel
ooghaairtjes waaren gelijk die Schrijver ook zegt , zo fijn , darm was naar evenredigheid veel korter , dan in den
dat men ze naauwlijks kon zien. 2. in ieder Onderkaak Mensch ; de Blindedarm had geen aanhangzel;. hij was
vond men wederzijds een zak of beurs , waar in deeze zeer groot, hebbende de langte van twee en een half duim ;
Dieren gewoon zijn te bergen 't geen zij bewaaren wil. en de wijdte van één duim aan zijn begin ; hij liep ſcherp
len. 3. De Tanden waaren wit , en aan Menſch en tan toe en was met drie banden verſter
kt; de Karteldarm
had
den gelijk , vitgenomen de hoektanden, welken zij zeer zijne Celletjes als gewoonlijk , maar was niet krom ge .
lang hadden in de beide kaaken , dog zonder punten , boogen , loopende geheel regt; men vond er zelfs een
en niet van de ſnijtanden verſchillende, dan doorhunne zoort van blaadjes in , gelijk in den Vogelſtruis zijn waar.
ſmalheid en langte. 4. DeVoor en Agterpooten waaren , genome
gelijks in meest alle viervoe n , welke zich dwars uitſtrekten , eindigende
tige Dieren , aan 't end ge- aan de banden , die volgens de langte van deezen darın
lijk aan elkander, zijnde de Vingeren der Voeten zo lang loopen ; zijn wijdte was één , de langte dertien dui.
als die der Hander: ; 't welk in den Mensch geen plaats men.
heeft, wiens toonen twee derden korter dan de vinge. De Afilt , tegen de Maag aangelegen als in den
geren zijn . De Agterpooten deezer Aapen , zweemden Mensch , had in één Aap de gedaante van 't Hart , zo
zelfs meer naar Menſchenhanden dan de voorpooten , als het zelve op de Wapenſchilden afgebeeld word ,
wegens hetmaakzel van den grooten toon , die naar een zijnde op 't breedſte één duim. Het Alvlees, wel in
duim geleek , zijnde klein en verafilaande van de eerſte figuur aan dat van den Mensch gelijk , had een geheel
3304 SIM . SIM.
andere aanhegting en inplanting , want het was ſtijf vast ke darmswijze fingeringen , als het menſchelijke brein
aan de Milt , en de uitloop van deszelfs kanaal in het ge. heeft, in het voorſte gedeelte , dog in het agterſte paar
darmte was , van den uitloop der Galbuis in het zelve, de kleine herflenen toe , kon men er naauwlijks beſpeu .
bijkans twee duimen af. De gedaante en plaatzing der ren. De groote Zenuwen van de reuk , die men de te .
Nieren was niet minder ongewoon ; zij waaren rond en pelswijze uitgangen van het Brein noemt, waaren niet
placagtig , en veel ongelijker van hoogte dan in ons, de week , gelijk in den Mensch , maar hard en vliezig ; de
regter naamelijk ſtond wel de helft zijner breedte laager Gezigtzenuwen vond men ook van vaster en harder zelf
dan de flinker ; zij hadden een driehoekige figuur, een ſtandigheid dan gewoonlijk . Het wonderbaare Net dat
helder roode koleur ; het zwarte Gals-doosje was wit en de Mensch heeft, was in deeze Aapen niet; want de
zeer zigtbaar , om dat de Nieren gants van vet ontbloot Hals-Nagader in de herſenen gedrongen zijnde , liep met
waaren . een eenigen enkelen Itam ter wederzijde van den rand
· ARISTOTELES zegt , dat de deelen der Voortteeling des zetels van het Wiggebeen , om 't dikke herſſen viies
van den Aap , naar die van den Hord gelijken ; dog de te doorbooren, en zich als gewoonlijk in de herflenen
Franſche Akademisten hebben ze in deeze Aapen , zo wel te verſpreiden .
daar van , als van die der Menſchen , verſchillende ge- De meeste Spieren werden , in deeze Aapen , gelijk
vonden . In de Mannetjes had de Schaft geen been als formig aan den Mensch gevonden . Zelfs die van het
in den Hond, en de Ballen waaren van een zonderlinge Tongebeen , de Tong , het Strottenhoofd en de Swelg.
Jangwerpige figuur, zijnde niet meer dan één linie breed , keel , kwaamen veelmeer met die van den Mensch over.
op de langte van agt linien . In één deezer Aapen , in een , dan de Spieren van de hand , waar van zich noge
tegendeel, vond men ze bijna volmaakt rond , vervat thans de Aap, die niet ſpreekt, bijna met zo veel vol.
zijnde in een Balzakje ,''t welk ze digt omvatte tegen den koomenheid bedient als wij. Hier uit blijkt dat de Spraak
wortel van de Roede aan. In het Wijfje waaren de dee . een werking is den Mensch bijzonderer eigen , en die
len der Voortteeling , in zommige opzigten aan die der hem meer van de Beesten onderſcheid dan de Hand , wel
Teeven , in anderen aan die der Vrouwen gelijk . Deuit- ke de oude Philoſoophen aangemerkt hebben het Werk
wendige opening der Scheede , naamelijk , was rond en tuig te zijn , dat de Natuur den Mensch gegeeven heeft,
paauw , gelijk in de meeste Beesten en zonder Waterlela als den verſtandigſten van alle Dieren. De Aap onder.
letjes; dog zij had een Kittelaax , die zeer groot en zigtbaar tusſchen , is van de Natuur voorzien met alle die wone
was , beſtaande uit twee peeśagtige ſpongieuſe banden , derbaare werktuigen van Spraak , welken deMensch beeſt,
door een ſterk vlies aan één gehegt, en daar zij ter lang: en dit zo naauwkeurig , dat zelfs de drie kleine ſpiertjes
te van één duim , zaamengevoegd waaren ,met dergelijk hem niet ontbreeken, die van het priemswijze uitſteek.
een vlies omwonden, hebbende aan 't end cen Hoofdję zel haare oorſprong neemen , ſchoon dat uitſteekzel in
als de Schaft. De zelfſtandigheid van deeze Banden was zo dit Dier uitermaate klein is ; deeze bijzonderheid toont
ijl , dat zij aanſtonds uitzwollen , wanneer men blies in daarenbooven aan, met hoe weinig grond zommigen
't geweefzel der aderen en Nagaderen , dat op die plaats ſtaande houden , dat de werkingen noodwendig geſchie
zeer zigibaar was , looperde langs den Kittelaar ten ein . den wanner er werktuigen toe zijn ; want volgens de ſtel
de uit. Voor'toverige kwaamen de deelen der Voort ling van deeze Philoſophen , zouden de A apen ſpree
teeling, in dit Aapje, met die der Vrouwen overeen, ken moeten , alzo zij de werktuigen hebben die tot de
on het had ook dergelijke Borſten , zo ten opzigte van ſpraak worden vereischt.
de plaatzing , als van het Klieragtig zaamenſtel en de In de Spieren van 't Aangezigt hebben die Aapen ,
Tepels. welker aangezigt plat is , gelijk dat van den Mensch ,
Bij het openen van de holligheid der Borst , werd ook eenige gelijkheid met de Beesten. De Buigſpieren
doorgaans een groote veelheid waters daar in verſpreid van het hoofd, die in den Mensch zijn ingeplant in de te
gevonden, De Borstklier was zeer groot ; de Longhad pelswijze uitſteken, zijn gehegt aan het zijdelijke ea
zeven Lobben, drie ter regter en drie ter Ninker zijde, agterſte van 't Agterhoofdsbeen , alzo de Aap geen te
de zevende in de verdubbeling der Vliezen van het pelswijze uitſtekken heeft, de Bilſpieren zijn veel kore
Middelſchot vervat, als in de meeste Beesten .Dit maakt ter dan in den Mensch, om dat de darmbeenderen der
1 nog een kennelijk onderſcheid , tusſchen de inwendige Aapen veel ſmaller zijn. De groote Toon heeft derge
deelen van den Aap en die van den Mensch , wiens Long lijke Spieren als de duim van de hand , en dit heeft in
op't allermeeste nietmeer dan vijf, gemeenlijk vier
, en onze voeten geen plaats ; alzo de werking der duimen in
dikwils maar twee lobben heeft. Vesalius bekent dat den Mensch veel verſchilt van die der toonen.
hij nooit in den Mensch die vijfde Lob gezien heeft, Wij zullen hier nog bijvoegen de beſchrijving van de
welke hij zegt in de Aapen te zijn , onderſtellende dat Beurſen of Zakken , welke de Aapen in den Mond heb.
zij 'er maarvijf hebben. Het Hart was veel puntiger ben ; dezelve beſtaan uit vliezen en klieren , benevens
dan gewoonlijk in den Mensch ; 't welk cen kenmerk is veele ſpieragtige en vleezige vezelen. Haar plaatzing is
van 't Hart der Beesten , dog niettemin was het van bin. buiten op de onderkaak wederzijds, gaande ſchuins van
pen , aan de wanden met veele vleezige vezelen enko. hetmidden der Kaak tot beneden derzelver hoek ,onder
lommetjes voorzien. Ook hadden deeze Aapen een Lel. een gedeelte van de ſpier ,die de zeer Breede genoemd
word. Zij waaren in deeze Aapen anderhalf duim lang ,
letje voor in dekeel, even als Menſchen ; dat men in en
geen andere Beesten vind. naar onderen toe omtrent zo wijd , hebbende haar
Het Bekkeneel was volkoomen aan dat van eens Men opening tusſchen het onderſte van de wang en van het
ſchen Hoofd gelijkformig, hebbende ook dat driehoekig tandvleesch. Men kan denken dat de ſpiervezelen, wel
been niet , 'twelk in de meeſte viervoetige Dieren het ke deeze Beurs heeft , dienen om haar in te trekken
voor- en agterbeen van elkander afzondert. De Herſle. en flap te maaken , tot het inneemen en weder uit laa.
nen waaren redelijk groot naar het Lighaam , weegende ten van 't geene de Aapen daar in ter bewaaring op.
twee en een halve once , en badden uitwendig dergelij: Quiten.
SIM SIM . 3365.
Eigenſchappen , Listigheid , Potſerijen enz. der 't ſchijnt in vrede ; even of deeze beide Geſlagten van
Simmen of Aspen , Dieren door de Natuur waaren voortgebragt , om tot
De Heer LINNBUS merkt aan , dat weinig zoorten beſchadiging van het Menschdom zaamen te ſpannen.
1203
van Aapen regt beſchreeven zijn, en dat men van de mee . Uit hoofde van dit alles haaten de Negers de Aapon
ften maar een ruuwe kennis heeft. Men weet , in 't al- als de pest , en kunnen niet begrijpen , om wat reden de
gemeen, dat het Dieren zijn , uit de heete landſtreeken Europeaanen hun die afkoopen , en als iets raars mede
Ner:
des Aardbodems afkomſtig , die aldaar in 't wild loopen neemen. 't Is gebeurt, zegt men , dat zij, denkende dat
ep in menigte voortieelen , en dat zij , in de Noordelij- dit Gedierte om zijn kwaad doen bij hun gewild was ,
ke deelen van Europa , niet dan tegen de Natuur, en be. Rotten vingen en die aan de Kantooren bragten. Zij
Rooten of vast gehouden worden , om de Menſchen te weeten naamelijk , zomtijds door list de Aapen te betrap •*
vermaaken door hunne kuuren en grimmasſen. Het na. pen , en dit is geen wonder, in een Land daar deeze
bootzen van allerleij gebaarden en bedrijven der Men. Dieren zo menigvuldig zijn . Ook kan men , indien een
Ichen, de geilheid en onreinigheid ,zijn hunne algemeen Moer dood geſchooten word, de Jongen zeer gemakke.
bekende eigenſchappen ; dog behalve die worden zo veel lijk krijgen , en die tam opvoeden , als wanneer zij zeer
aardigheden van dezelven verhaald , dat men er een ge- leerzaam zijn ; dog oud wordende , openbaart zich der
heel boek mede zou kunnen vol maaken. Ik zal hier al zelver kwaadaardigheid eerlang. Het Vleesch der Aapen
leen een kort berigt geeven van 't geene dienaangaande is voor dien Landaard een lekkernij, en men verhaalt ,
door geloofwaardige Reizigers , van deeze en de voor., dat zommige Europeaanen daar ook niet vies van zijn,
23 gaande eeuw , is waargenomen , om te dienen cot eene Volgens het Berigt van Bosman en anderen , is de
Natuurlijke Historie der Aapen. verſcheidenheid der Aapen , in die deelen van Afrika ,
In geen land van de waereld , mogelijk , zijn deeze zeer groot ; men telt er , aan de Goud-Kust alleen we!
Dieren zo menigvuldig, als in de westelijke deelen vijftig zoorten ; dog het word yerzekerd , dat die van éé .
van Afrika , zo Pater LABAT aanmerkt. Men wil , dat ne zoort zich altijd bij malkander houden. Atkins ge.
zij er bij troepen van eenige duizenden te zaamenwoo-, tuigt , dat het reizen langs deeze Kust , te lande, zeer
nen , maakende een zoort van Republieken uit , waar in gevaarlijk is wegens de menigte van Aapen , die den
de onderhoorigheid zeer wel in agt genomen word; dat voorbijgangeraanpakken , als zij hem alleen zien , wan
zij in goede ordervoorttrekken , als onder 't beſtuur van neer hijgeen andere toevlugt dan in't water heeft, daar
zekere Opperhoofden , die de grootſten en denkelijk de de Aapen zeer voor vreezen . Dit zullen denkelijk de Ba .
ouditen zijn ; dat de Wijfjes baar Jongonder 't lijfdraagen, viaanen ofeen groot zoort van Aapen zijn, die de Vrouws.
zo zij er maar één hebben, dog , zo zij er twee hebben, perzoonen , zo zij er bij kunnen koomen , nooit onge .
het eene op de rug ; en dat hunne Agterhoede altijd uit moeid laaten. Aan de Rivier van Gambra vind men roo .
de grootſten beſtaat. Hunne woon- en wijkplaats isin de de en blaauwe Aapen , dog de gemeenſten , zegt men ,
boomen; waar van zij detakken wonderlijk vast weeten te zijn bleek muisvaal ofgrijs van koleur en van grootte bije
houden met hunne voorpooten niet alleen , maar zelfs na als een Mensch. Aan de Rivier vao Senegal zijn veele
met hunne agterpooten , die als handen gevingerd zijn , Meerkatten , waar onder een zeer kleine zoort , die den
en zommigen mer den ſtaart. Om die reden is 't zeer naam heeft van Huilers of Krijters, om dat zij een ge.
moeijelijk , deeze Dieren , niet alleen levendig , maar luid maaken , dat naar 't krijten van een Kird gelijkt. Ook
zelfs dood zijnde, magtig te worden , ten zij men ze zijn er een menigte van witte , gevlakte en van ver
met ſchietgeweer in 't aangezigt weet te treffen , dewijl [cheiderleij koleuren , met Baarden en zonder Baarden ,
zijdan , de takken los laatende om de pooten aan de wond zommigenzeerfraai, anderenbijsterleelijk en zeer af
te brengen ,zomtijds van boven neder tuimelen ; dog het grijslijk om aan te zien ; dog onderdezelven , zegt LE
gebeurt niettemin dat hunne ſtaart , onder 't vallen om de MAIRE was er geene zonder Staart.
takken ſtrengelt , en dat zij dus hangen blijven te ver. De Naturalist BATTil verhaalt , dat in de Bosſchen
Totten of uit te droogen . De Negers weeten naauwlijks van Muyomba en 't Rijk van Loango, aan de Æthiopiſche
31
saad tegen dit Ongediert , 'twelk met een wonderbaare Zee , twee zoorten van zulke Wangedrogten zijn , waar
ſtoutheid en behendigheid hunne akkers , moeshoven en van men de grootſten Pongos, de kleinſten Enjokos noemt.
plantagien , van vrugten niet alleen berooft, maar zelfs' De eerſten gelijken veel naar een Mensch, dog zijn veel
de Kalabasſen in hunne Hutten ledigt en alles daarverzwaarlijviger naarhunne grootte; met holle Oogen.De
nielt, indien zij niet bijzonder zorgvuldig daar oppasſen. Handen , Ooren en 't Aangezigt , zijn kaal ; maar aan de
Een van de troep Aapen , die dikwils veertig ſterk op Oogleden ſtaan lange haairen. Voor't overige is het
den roof uitgaat , begeeft zich in de top van een boom, lighaam ruig, dog niet dik van haair , dat een bruine ko .
en zo dra bij onraad merkt begint bij ijzelijk te ſchreeu- leur heeft. Het eenigſte zegt hij , waar in ze van 't Men.
wen , waar op zijn Makkers ijlings de wijk neemen in 't ſchelijk postuur verſchillen , is , dat hunne Beenen geen
geboomte, daar zij voor alle vervolging zijn beveiligt. kuiten hebben . Zij loopen regt op , houdende met hun ,
En't is wonderlijk te zien , hoe vlug en iterk deeze Die. De Hand het haair van den hals vast. De verblijfplaats
ren zijn; zelfs de Wijfjes , met hun Jong op de rug of aan van deeze Dieren is in de Bosſchen , alwaar zij op de
den buik , ſpringen van tak op tak , en ſchijnen de Aan boomen Naapen , onder een zoort van dak , door hun
ſchouwers te tarten, of den gekmet hun te ſteeken ,door gemaakt, 't welk tot beſchutting voor den regen dient.
de takken ſterk te fingeren en te ſchudden , daar zij on. Hun voedzel zijn vrugten of wilde nooten ; nimmer
bekommerd langs heenen loopen. Men verhaalt zelfs , eeten zij vleesch. De Negers door de bosſchen trekken .
dat zij dikwils jonge Meisjes , van agt of negen jaaren , de , ontſteeken daar 'snagis groote vuuren , en , als zij des
rooven en met zich in't geboomte neemen , 't welk niet morgens weg gaan , merken zij , dat de Pongons rondom
veilig voor de Menſchen te bekliinmen is , wegens de dit vuur gaan zitten ,tot dat het uitgaat ;hebbende 'tover
Slangen en ander venijnig Ongedierte, dat daar in huis. leg niet , zo 't ſchijnt, omhet aan brand te houden. Zom .
vest. De Aapen , ondertusſchen , leeven daar mede , zo wijlen gaan zij troepswijze en vallen op de Negers aan ,
VI Deel. Bb A
SIM ?
3300
já zelf op de Olijphanten , die zij zodanig plaagen , dat zo dat hetvleesch bloot-lag. Een Valk, die,boven op
deeze Dieren, al ſchreeuwende, de vlugt neemen . Als den ſchoorſteen zat, diciziende, waagde het, daar op
een deezer Aapen ſterft , dekken de anderen het lijfmet neer te vallen , en voerde het fuk vleesch naar boo
takken en bladeren toe. Men wil dat tien Man naauw. ven. De Aap was hier over zeer bedrukt , en , 't zit
lijks in ſtaat zouden zijn om zich van één deezer Dieren dat hij redeneerde over de ſtraf, welke hij van zijn Mees
magtig te maaken ; zo dat men de Ouden nooit levendig : ſter te wagten had , wegens zijn onagtzaamheid , of dat
vangt. Waarſchijnlijk zal dit de Saterof eerſte zoort bij den Valk een pots wilde fpeelen; immers hij kroopis
der Aapen van LINNÆUS, of de Boſch - Menſch den pot , dewijl het vuur bijna uit was, met zijn kaale
zijn ; afgebeeld op plaat K. fig. 1 . billen om hoog ; denkende mogelijk dat de Valk die we.
Aan de Kaap van Goede Hope is een groot getal van derom voor een ſtuk vleesch zou aanzien . Inderdaad , die
Aapen, gelijkin deanderedeelen van Afrika. Men kent. gebeurde, de Vogel viel weder neer , en zo als hij zijn
ze daar voornaamelijk aan de ſchade, welke zij de vrugt, klaauwen diar in wilde Naan , draaide de Aap zich om ,
tuinen en moeshoven toebrengen door het ſteelen van de vattende den Valk bij den hals, dien hij doodde, plukte
vrugten. Dit doen zij op eene wonderlijk knaphandige en in den pot ſtak . De Neester t’huis koomende, en
manier en zo bebendig , dat men ze naauwlijks ooit be.. het eeten niet gereed vindende , keek den Aap zeer toor.
trappen kan. Terwijl eenigevan den Troep in den tuin nig aan , dog deeze wist door ſpringen en gebaarden , van
zijn, rangeeren zich anderen op een rij , daar buiten , tot 't voorval kennis te geeven aan zijn Meester, die toen
aan hunne wijkplaats in de Bosſchen en Wildernisſen .' niet nalaaten kon daar over hartelijk te lachen.
Naar maate nu , dat de voorſten de vrugten plukken, geven Dog in Afrika niet alleen , maar ook in de Indien ,
zij ze aan anderen over , en dus gaat het geltoolene uit de vind men een menigte van Aapen , hoewel gemeenlijk 20
eene Hand in de andere , tot dat het aan den laatiten komt , groot nog 20 boosaartig niet . Aan de Rivieren van Siam
die het alles bij een verzáamelt. Dit alles geſchied in zijn er een groot getal, die door hunne potſerisēn alleen
de grootſte ſtilte , en er ſtaan eenigen op de wagt , lijk de voorbijgangers (ëhijnen te willen vermaaken. Op
dié , 20 dra zij onraad verneemen , de anderen waar• Java, Borneo, Ceijlon en de andere Eilanden van Oost
Ichouwen door zeker geluid , dat tot een fein dient om indie , zijn veeleriij zo0rt van Baviaanen , Aapen en
af te trekken ;dan begeeven zij zich zeer ſpoedig op de Meerkatten . De Ambasſadeur van den Czaar , te Peking
vlugt , dog in goede orde ; de Jongen klimmen op de in China zijnde , kwaamen er verſcheide Landloopers met
fchouders der Ouden , en die aftogt is zeer vermaakelijk Aapen , die wonder konſtig waaren afgeregt en dingen de
ie aanſchouwen ; inderdaad , geloof ik , voor den Eige- den ,waar over men verſteld moest ſtaan. Onder anderen
paar van den tuin ! Men onderſtelt dat hetverzuim hyn- haalde de Aap , uit een korf, die met kleederen van vele.
Der Schildwagten niet ongeſtraft blijft, want zo het ge- terleij koleur gevuld was , zulk een kleed als zijn Mee.
beurt is , dat er een gevangen of gedood word ; hoort ſter hem beval, en trok het aan , bedriegende zich nooit
men zeveel geraasonder elkander maaken opdenaftogt, in de koleur ; waar ná hij grimmasſen maakte me: dac
en vind zomtijds verſcheidene , aan ſtukken geſcheurd ,' gewaad overeenkomſtig , en vervolgens op den grond
langs den weg. De Europeaanen , aen de Kaap , maaken ofop de koord danfte , tot groot genoegen der aanſchou .
dikwils de Jongen tam , en hebben er dan gelijken dienst weren.
Yan , als van Honden . De zorgvuldigheid , welke deeze Beesten hebben tot
Volgens 't verhaal van de BRUIN , in zijne Reize beſchutting van elkander , is bij uitſtek groot. Men kan
door Egijpte, vind men , onder andere bijzonderheden , er van oordeelen uit het verhaalvan den Baron Tavere
je Cairo een grootę menigte Aapen , die op verſcheider- NIER ,in zijnen Reize door Indie . Van Agra kooiende ,
leij kuurenen Porferiën zijn afgeregt. Zij worden der „, zegt hij , met het Opperhoofd der Engelfchen , die te
waards gebragi door Mooren , die met de Karavaanen van ,, rug keerde haar Suratte , pasſeerden wij vier of vijf
Mochakoomen , en de kost winnen met de Pelgrims op , mijlen , van Amenabad een klein bosch , van zulke
de reize te vermaaken. Alzo de Mooren natuurlijk groo . boomen die men Mangas noemt; daar zagen wij een
te ſnaaken zijn , en daarom met de Aapen zeerwel wee menigte Aapen , Mannetjes en Wijfjes, en verſchei.
ten om te gaan , zo verdubbelt dit de aardigheid. Men de deezer laaiſten hielden haare Jongen in de armen.
200 er , indien 't de moeite waardig was , duizenderleij %) Wij zaten elk in onze Karos , en het Engelsch Opper
kuuren van beſchrijven kunnen , dog tot één gevalletje, hoofd deed de zijne ſtil houden , om mij te zeggen , dat
welk in der daad zeer grappig was , zal ik mij bepaalen . hij een keurlijke ſnaphaam haden weetende dat ik zeer
Op zekeren dag, zegt de Reiziger, wanneer wij bij den net kon mikken, zo verzogt hij mij daar van de proef
Konful TORELLI aan tafel zaten , viel ons geſprek op 'de ‫ور‬ te neemen op één van deeze Aapen . Onder mijne die .
behendigheid der Aapen en Valken. Hier op vaste onze ,, naars was een natuurlijke Inboorling van het land , die
folk het woord , en zeid' dat hij een Arabier kende, die inij een teken gaf van zulks niet te waagen. Ik tragte
een Aap had, wiens weerga erniet waare in behendigheid. het derhalven dien Heer af te raaden, dog vrugteloos.
Deeze Aap had , als zijn Meesteruitging, de gewoonte, Hij nam zelfs den ſnaphaan , en doodde met éénen
om in de keuken de wage te houden in 't hoekje van der fchoot een Wijfjes- Aap, die tusſchen twee takken uit.
baard, op dat de Valken niets kaapen mogten . Die Vo. geſtrekt bleef leggen, laatende haare Jongen op de grond
gels , naamelijk , zijn te Kairo zeer menigvuldig , en ver- ,, vallen. Op't ogenblik zagen wiigebeuren, 'i geen mijn
gaderen zich troepswijze op de daken der Huizen , alwaar Lakeij gevreesd had. Alle de A apen die op deeze boo.
zij altijd loeren , of'er ook een goede brok voor hun te , men waaren , meer dan zestig in 't geral , kwaamen vol
Bekoomen zij . De ſchoorſteenen , nu, zijn zeer wijd en woede om laag , en vielen aan op de Karosvan 't Op .
lang , waar door het hun niet mocijelik valt , iets van perhoofd, dien zij buiten twijfel om hals zouden ge.
dea haard weg te haalen , 't Gebeurde op zekeren dag , ,, bragt hebben , indien men niet ſchielijk de portieren had
dat de Arabier een ſtuk vleesch in een pot op 't vuur te toegedaan en alle onze Dienaars gebruikt oni ze weg te
Kooken had gezet, eo ', uitgegaan zijnde,laag wegbleef, 7 jaagen. Zij vieler, tvel ts waar, tliet op tijne Karos
ij aan ,
SIM . SIM .
w 3307
aan , dog ik ontſtelde niettemin door de verwoed om de Azpen magtig te worden .Zommigen draagen kop
heid van deeze Dieren , die groot en ſterk waaren, pen met water of 'honing; 'daar zijin 't gezigt der Aả.
en zodanig vergramd, dat zij ons bijna één uur gaans pen, hun aangezigt mede'beſtrijken , en zetten dan in
2) vervolgden . plaats van dien, koppen met lijn onder de boomen neer.
In Zuid Amerika en de Westindien ontbreekt bet ook De Aapen komen , zo dra de Menſchen vertrokken zijn,
niet aan veelerleij zoort van Aapeo. Die der Antilliſche bij die koppen , om het zelfde te doen , maar maaken zig
of Voor-Eilanden van Amerika hebben , zegt Pater Le blind, zo dat zij niet vlugten kunnen . Anderen trekken ,
Comte , een bijzondere eigenſchap , om de genen te ken- als of zij er mede ſpeelden , verſcheide maal Laarzen aan
Den, die bun kwaad doen, en om, wanneer zij worden en uit ,laatende kleine Laarsjes leggen , die de Aapen ver
aangerand, elkander te bulp te koomen en te beſchermen . volgens aan hunne pooten doen , en dan zijn zij tot loo.
Als men ze nadert , 20 voegen zij zich altemaal bij een , pen onbekwaam . Zomtijds neemt men ook wel een Spie .
beginnen te ſchreeuwen , en maaken een afgrijslijk ge. gel inede, en bekijkt zich daarin verſcheide maalen , laa.
weld , linijtende met dorre takken , die zij van de boo tende er een leggen , die met veeren is , zo dat de Aap
men afbreeken . Daar zijn er, die hun gevoeg doen in hun die denzelven opvat , met zijn voorpooten vastgeklemt
ne pooten , en de vuiligheid de Aanvalleren naar 't hoofd raakt, als in een voet-angel. Meer dergelijke manieren
werpen. Zij verlaaten elkander nooit , ſpringende zo ge. zijn er , om zich van deeze Dieren meeſter te maaken ;
12 zwind uit den eenen boom in den anderen over, dat men er dog de gemeenſte is, dat men een Moer ſchiet, die Jon.
paauwlijks 't oog op houden kan , en hoe roekeloos dit in gen bij zich heeft , en zulks is de beste ; want de oude
't werk gaat, ziet men er geen op den -grond vallen, dewijl Aapen zijn zomtijds ontembaar wild en boosaartig. Men
zij altijd met de poten of ſtaart, aan den een of anderen kan de Jongen , behalven kruid , koorn en boomvrug.
tak blijven hangen. Zo wanneer één van hunne Troep ten , dat hunne gewoone ſpijze is , ook tot het eeçen van
gekwetst is , vergaderen zij rondom denzelven , en ſteea vleesch en visch, ja cot het drinken van wijn en ſter.
hen hunne vingers in de wonde , als of zij de diepte daar ke Drank gewennen , zodanig dat zij er op verflingerd
van peilen wilden . Zo er veel bloeds uitloopt, houden worden .
zij dezelve gellooten , terwijl anderen eenige bladen aan . ), Op het Eiland van St. Kristoffel, zegt Pater LABAT
brengen , die zij kaauwen en behendig in de opening ſtee. „ in zijne Wescindifche Reizen , hadden wij een divertis .
ken. De Wijfjes draagen haare Jongen op gelijke manier ſement 't geen ik niet verwagtte ; namelijk
de Jagt der
als de Negerinnen haare Kinderen draagen ; deeze Jongen » Aapen te zien . . Men had een menigte Rieten geplant,
houden zich op de rug van de Moer , zij omhelzen der , op een plaats daar deeze Dieren gewoon waaren te ko .
zelver hals , boven de ſchouders , met de voorpooten , », men , en wij verſtaaken ons, omtrent een uur voor 't
en met de agterpooten vatten zij ze om den middel. Als » ondergaan van de zon , zo dat wij die plaats beſchou.
de Ouden aan het Jong de pram geeven willen , neemen wen konden . Niet lang waren wij er geweest , of zá.
zij hetzelve in de armen , en laaten het zuigen gelijk de „ gen een groote Aap te voorſchijn koomen uit een kreu
Vrouwen. pelbosch , die eerst aan alle kanten rond keek en toen
Zonderling is het middel , 't welk deeze Dieren gebrui. » op een Boom klom , om te zien , ofook ergensonraad
ken om over eene Rivier te koomen , gelijk de gemelde ware. Eindelijk gaf hij een ſchreeuw , waar op in een
Schrijver zegt , dat hem voor waarheid is verhaald. Zij , oogenblik meerdan hondert ſtemmen antwoordden , en
3 verzamelen , ten dien einde in zeker getal , en neemen onmiddelijk daar na, zagen wij een geheele troep Aa
elkander bij de ſtaart , waar door zij een zoort van ke- .. pen , van verſcheiderleij grootte , die allerleij kabrioo .
ten maaken. De voorſte ſpringe uic alzijn magt , en door Jen maakende , zich begaven op het ſtuk lands , daar
deanderen geholpen, komt hij eindelijk overhet water , ,, zij de Rieten, met alle man uit den grond begonnen
wanneer hij zich aan de ſtam van een Boom vast houd , . te haalen , en zich daar mede te beladen. Eenige na
en de anderen voorttrekt, tot dat zij altemaal behouden », men er vier of vijfluks, welke zij op eenen ſchouder
aan den overkant gekoomen.zijn . leiden , gaande daar mede al buppelende op de agter
Hoe veel ſchade de Indianen ook van de Aapen heb. , pooten ,been ; anderen naamen er één in den bek, en
ben , zij weeten er zich ook tot hun gemak en voordeel , maakten dus een menigte potſerijën. Toen wij hun
van te bedienen. 't Gebeurt zointijds, wanneer deboo. bedrijfnaar genoegen beſchouwd hadden, fchooten wij
.men , die in 't wild groeijen , met vrugten belaaden zijti, c.) ,met onze ſnaphaanen onder den hoop , en doodden er
dat zij eenigen der onderſte takken belaaden met vrugten vier , waar onder een Wijfje was , 't welk haar jong op
afbreeken , en die op zekere wijze in de Aarde itee. », rug had , dat haar niet verliet , houdende de Moer om
ken , even of't uit joks geſchiede , gaande dan weg. De den hals vast . Wij namen het met ons , en het wierd
Aapen , die zulks naauwkeurig afgekeeken hebben ,klim , het alleraardigſte Diertje , dat men zou kunnen wen.
men niet lang daar na in die zelfde boomen , en pluk- [chen .
ken er tot boven coe , al de vrugt af , die zij met de Bij gelegenheid van dit kleine à apje , Yvervolgt LA
takken in den grondplanten, op gelijkemanier alszij „ BAT) moet ik een zonderling avonevur verhaalen, at
het de Menſchen hebben zien doen . Als het avond welk Pater CABASSON gebeurd is. Hij had dit Diertje
3)

geworden is , haalen de Indiaanen deeze vrugten , en opgevoed , en het 'kreeg zulk een genegenheid voor
dit maakt dat zij de Kokos-Nooten , bij voorbeeld , ,, zijnen weldoender , dat het hem overal na volgde. Men
bekoomen uit de toppen der boomen , die zij niet moest het derhalven zo menigmaal als Pater te Kerk
dan met veel moeite en gevaar , zouden kunnen be is girg , zorgvuldig op uiten ; want hij maakte het aan
klauteren ... » geen ketting vast. Op zekeren tijd wilde het geval,
dat de Aap zonder dat men 't merkte , in de Kerk ge
Manier om de Simmen of Aapen te vangen . i, noopen ware, daar hij zich boven op den Predikſtoel
Die zelfde drift, om de Menſchen te willen naboot- is verborg.en ſchuil bield , cot dat zijn Meester begon te
ſen , heeft de Indiaanen middelen aan de band gegeeven , preeken ; toen ging hij op de kant van het Paviljoen
Bь 2 zit .
SIM . SIM . SIN .
3308
„ zitten , en de gebaarden ziende , welke de Priester ken maakt met firoop de capillaire. Deeze Schors heeft
%, maakte, bootſte hij die aanſtonds na , met zodanige een uitneemende tegenkrampige , maagverſterkende ,
grimmasſen en postuuren , dat iedereen begon te grim en eenigzints verdoovende kragt. Zie meerder over dit
lachen. De Pater , wien de reden van die beweeging middel, in de Mem . de l'Acad . des Sciences. ann. 1729
,, onbewust was , berispte in 't eerst zijne Toeboorders & 1732.
,, met redelijke gemaatigdheid ; maar , ziende dat het SIMIA , zie AAP en SIMMEN.
>
lachen toenam , in plaats van te verininderen , en in SIMILAGO , zie MEEL (BLOEM .).
„ veelen tot gefchater overſloeg , ontſtak hij in een hei- SIMPATHIE , zie SIJMPATHIE .
, lige gramſchap , en begon hevig uit te vaaren tegen SIMPLICIA , Zie ENKELEN.
22
het weinig ontzag dat de gemeente toonde voor Gods SINAPI , zie MOSTAART-KKUID.
s. Woord. Bij die gelegenheid waaren de beweegingen SINAPISMUS , zie MOSTAART.PAR .
, zijner armen ſterker dan gewoonlijk , en tevens ver- SINAPISTRUM , 't welk zo veel betekent als Sinapi
„ meerderden de grimmasſen van den Aap zodanig , dat parvum , dat is kleine Mostaard ,om datzij de gedaante
de gantſche Vergadering zich niet onthouden kon , luid . en fcherpheid van mostaard heeft; ook Steen -Rakette en
» keels te lachen . Eindelijk wees iemand den Priester Wilde-Mostaard genoemd.
>>
eens op te zien , wat er boven zijn hoofd gebeurde , Kenmerken . De Bloem van deeze uitheemſche kruid.
en hij had zo dra den Aap aldaar niet beſpeurt, of hij be. gewasſen , beſtaat uit vier bladen , die in de gedaante van
begon mede hartelijk te lachen , en , dewijl ergeen mid- een kruis ſtaan , maar over end. Onder deeze Bloem
delwas om het Dier te vatten , zo verkooshijzijde Pre bladen ſtaan zes helinſtijltjes, die het onderſte gedeel.
dikatie aftebreeken, als zelfsniet in ſtaat zijnde om die te van de bloem bezetten , uit welker Bloemkelk het
tevervolgen ,nog zijne Gemeente tot een aandagtig ge ſtijleje koomt, 't welk naderhand een rolronde peul
32 hoor, word , met twee flagdeuren , en vervuld met rondagtige
zaadjes .
Zoorten . Veelerleij zoorten zijn er van dit kruid ,
Geneeskundig gebruik der Simmen of Aapen.
'tGebruik , dat men van den Aap in de Geneeskunde dog de vijf volgenden , de voornaamſten.
heeft, is gering. Zommigen willen dat het Hart gebraa- 1. Indiaanſch klein vijfbladig Sinapistrum zonder
den en gegeeten , het geheugen verſterki; anderen dat het doorns, met incarnaate of vleeschkoleurde Bloemen ; Sina
in mede gekookt zijnde , dienen kan totopheldering van pistrum indicum pentaphijllum , flore carneo , minus non
't gezigt. In de Galblaas , in de Maag of in den Kop , Spinofum . H. L.; Quinquefolium lupinifolio. Bauh. Pin .
van eene zoort van Indiaanſche Aapen, word zomtijds 820 .; ( Cleome floribus gijnandris, foliis digitatis. Linn .
een ſteentje gevonden , ter grootte van eenHazelnoot , dat Spec. Plant. )
rond is of ovaalen zwartagtig ; zeer zeldzaam en zeer kost- 2. Indiaansch driebladig Sinapistrum zonder doorns, en
baar. TAVERNier verhaale,dat men het, degrootte heb- met incarnaate Bloemen ; Sinapistrum indicum triphillum ,
berde van een Ockernoot,voor meer dan hondert rijks . flore carneo, non ſpinofum . Sloan Jamaic. 84. Sinapi.
daalders verkoopt; dat de Indiaanen niet gedoogen dat ftrum triphillum pumilum glabrum , flosculo purpureo,
het uit hun Land gevoerd worde , en dat de gependie men filiqua membranacea. BURMANN. Flor.Zeijl.210. ( Cleoma
inEuropa vind, aan de Ambasſadeursvereerd of die Na floribus dodecandris, foliis ternatis Linn. Spec.Plant.)
tie door list afhandig gemaakt zijn. De zweetdrijvende 3. Drie en vierbladig kleverig Sinapistrum van Ceilon
en tegengiftige kragt deezer ſteentjes, word hooger ge- met geele Bloemen ; Sinapistrum Zeijianicum triphijllum
( chat dan die van alle andere bezoars; men gebruikt ze & pentaphijllum viscoſum , flore flavo. Mart. Cent. 25.
tegen het venijn , beſmettelijke ziekten en de pest; de (Cleome Aoribus dodecandris, foliis quinatis ternatisque.
gifte is van twee tot zes greinen. LINN. Spec. Plant.)
SIMAROUBA , is de naam die de Inwooners van Gu . 4. Oostersch driebladig Sinapistrum met hauwen als
jana aan de Schors van een Boom geeven die tot nu toe de Vogelvoet ; Sinapistrum orientale triphijllum , orni.
onbekend is. Deeze Schors of Bast is geelagtig wit, thopodii filiquis T. Dill. Elth. 359.; (Cleome floribus
zonder reuk , van een eenigzincs bitteren ſmaak , uit hexandris, foliisternaris ; foliolis ovali lanceolatis. LINN .
buigzaame vezelen zamengeſteld . Spec. Plant.)
De Simarouba beſtaat uit een harsagtige gom , hebbende 5. Portugalsch driebladig Sinapistrum met moorde, vio .
een ſmaak die niet onaangenaam is. Door zijne eenigzints lette , of geele Bloemen ; Sinapistrum alterum , flore luteo.
bittere hoedanigheid , verſterkt bij de maag . Door zijne BARR. ( Cleome floribus hexandris, foliis ternatis folita .
s . Linn. Spec Plant.)
olieagtige en balſamieke deelen ſtilt hij de buikpijn, en risque; foliolis lineari lanceolatien
krimpingen in de darmen ; eindelijk doet hij de bloed. Plaats. Devier eerſte zoort arige
, dat eenja gewas
yloe ijingen en buikloopen , door zijn zamentrekkende en ſen zijn , groeijen van zelfs in de warmſte gewesten van
wondheelende deugd , ophouden . Aſien , Afrika en Amerika. De vijfde zoort , die mede
Deeze Schors is in 't jaar 1713 voor de eerſtemaal in éénjaarig is , hoort in Portugal enz.te huis.
Europa gebragt. Men had dezelve van Gujana gezon- Kweeking. Deeze Planten niet zeer fraaij en van geen
den , alwaar zijſterk gebruikt word, als een deftig middel gebruik zijnde , vind men zelden in andere tuinen als in
tegens de roodeloop. die van de liefhebbers van vreemde gewasſun . Om de
Inzonderheid iszij dienſtig in galagtige, waterige , Nij. zelve te kweeken , zaait men het zaad in ' t voorjaar in
merige en bloedige buikloopen , die egtermet geen koorts een broeijbak , en wanneer de Planten ſterk zijn gewor.
of ontſchikking der maag verzeld zijn ; in deeze ongemak. den , moeten ze in potten geplant en in de runbak gezet
ken word de Simarouba met het grootſte nut gegeeven , worden . In julij wanneer ze bloeijen kan men ze in de
het zij in decoctie tot twee drachmen toe in twee pond open lucht zetten , en in ſeptember word haar zaad
water, het zij het geraspte poeder, ter doſis van een half rijp , wanneer het moet geplukt en in de peulen be:
drachma, waar van men cwee of drie bolusfen of brok- waard worden tot den tijd om te zaaijen . Kort na
dat
SIN . SIN, 3309
dat het zaad is rijp geworden , verdorren de Planten en de reuk ; het zij onmiddelijk van binnen , door de inwen
gaad uit. dige Sintuigen , zodanig als de verbeelding , het geheu .
SINGULTUS , zie HIK. gen , de oplectentheid enz. waar bij men kan voegen , de
SINNAUW , ook , Onger Vrouwen-Mantelgenoemd, honger , de dorst , de pijn enz.
is de naam van een Kruidgewas, 't welk in 't latijn die Een uitmuntend hedendaagsch Schrijver, geeft ons een
van Alchimilla en Pes Leonis draagt; ( Alchimilla vul. 'zeer geestig denkbeeld van het Sintuig : volgens zijne
garis.Turner . Inſt. 508.) Pes Leonis five Alchimilla vul. grondbeginzelen , moet men het Sintuig bepaalen te zijn ,
garis. J. BAUH . 2. 598. ( Alchimilla foliis lobatis, Linn. eene hoedanigheid om gewaar te worden, of weleene
Spec. Plant.) hoedanigheid om denkbeelden te ontvangen . In zommi.
Beſchrijving. Dit Kruidgewas ſchiet uit de wortel, die ze gelegenheden , wilhij het in plaats van hoedanigheid ,
omtrent een vinger dik is , van buiten zwartagtig ofbruin , liever eene bepaaling of beſluit van de ziel noemen , om
en van binnen wit; en die zich met veel vezelwortelen denkbeelden te ontvangen ; de denkbeelden die op dee.
in de grond verſpreid, ronde ſteelen of tengen van om- ze wijze vermerkt worden , of in de ziel opkoomen , noemt
? tren: een voet hoogte; deeze ſteelen verdeelen zich in bij Sinraakingen .
zijdtakken , zijnde alle ruigagtig ; de bladeren zijn breed , De uitwendige Sintuigen zijn gevolgelijk , hoedanig
sond, doorgaans met agt ofnegen uitſteekende hoeken heden bekwaam om denkbeelden te ontvangen , in tegens.
rondsom bezet , en even als een zaag gekerteld ; op 'de woordigheid van uitwendige voorwerpen . In deeze ge.
toppen der ſtengen of takjes, groeijen , bij een gehoopte legenbeden bevind men , dat de ziel ten eenemaalen lijde.
en aaneen hangende groen gee e ofgrasverwige bloemen, lijk is, en dat zij niet regtſtreeks met de hoedanigheidis
na welke heel fijn en dun zaad volgt, in kleine huiskens begaaft, om de bevatting of het denkbeeld voor tekoo.
of hauwen benooten. Dit kruidgewas bloeit in meij en men, en het zelve bij de ontvangst te veranderen ofver
junij, blijft het gantſche jaar door groen, en de wor- fcheiden te maaken , geduurende den gantſchen tijd dat
tels blijven 's winters over . het lighaam in ſtaat blijft , om de indrukken van de uit 1

Plaats. Het zelve groeit in Neder- en Hoog-Duitsch- wendige voorwerpen te ontvangen.


land , Vrarkrijk enz.; in de vogtige weiden , naast de Wanneer twee bevattingen regtſtreeks de een van de
wateren , en elders . ander verſchillen , of dat zij niet overeenkoomen , dan
Kweeking. De vermeerdering geſchied door ſcheuring onder het algemeen denkbeeld van finraaking, zobetekent
derwortelſpruiten in het voorjaar, in de maand maart of men door verſcheidene Sintuigen , de hoedanigheid waar
april, en men plant dezelve op 10 a 12 duimen afitand. mede de ziel is begaaft, om die verſchillende bevat.
Zij beminneneen goede, losſe; liefst zàndagtige en wat 'tingen gewaar te worden. Dus wijzen hec Gezigt en
vogtige grond , en een opene, ook wat ſchaduwagtige
ſtandplaats.
't Gehoor verſchillende vermogens aan , om de denkbeel.
den van koleuren en geluiden gewaar te worden ; en niet
Gebruik. Dit kruid' dat medicinaalis, heeft een za. tegenſtaande de koleuren zo wel als de geluiden, onder
mentrekkende kragt , en is een der beste wond-kruid. ling zeer verſcheiden zijn , zo is er nogthans veel meer
en , zo wel voor in . als uitwendige wonden , weshal. overeenkomst , tusſchen de allerſtrijdigite koleuren , als
ven er veel gebruik van in de wond -dranken word ge . tusſchen een koleur en een geluid ; en hier van daan is
maakt. het , dat men de koleuren als gewaarwordingen aanmerkt ,
Ook is het zelve dienſtig om allerlei bloedvloeijingen die tot een en het zelfde Sintuig behooren. Alle de Sin
te ſtoppen , voor de overvloedige ſtonden en witte vloed nen fchijnen met onderſcheidende werktuigen begaafd te
der Vrouwen, bloedſpuwen en bloedwateren , roode zijn , het gevoel alleen uitgezonderd, 't welkmeerofmin
loop, enz. Men gebruikt het afkookzel daar van, inwater over het geheele lighaam is verſpreid.
of wijn , of het drooge gepoeijerde kruid tot één lood. De inwendige Sintuigen beſtaan in vermogens of bepaa
SINNEN ; zie SINTUIG , lingen der ziel , welke op zekere denkbeelden berusten ;
SINTUIG , Sinnen. Hier doorverſtaat men de hoe. die zich voor ons aanbieden , wanneer wij de voor
danigheid der ziel , waar door die de uitwendige voor werpen door middel van de uitwendige Sintuigen gewaar
werpen gewaar word , door middelvan eenigewerking of worden . Daar zijn er van twee verſchillende zoorten ,
indruk, op, ofin zekere gedeeltensvan hetlighaam voort welke door de onderſcheidene voorwerpen van ver
gebragt,indrukken
die men deWerktuigen der Sinnen noemt,wel. 'maak , onderſcheiden zijn ; datwil zeggen,door de be
ke die aan de hersſenen mededeelt. vallige of ſchoone gedaantens der natuurlijke voorwer. 1
Zommigen neemen het woord Sintuig , in eene veel pen , en door deugdzaame en verhevene daaden.
grooter uitgeſtrektheid ; zij bepaalen het zelve te zijn , Onze uitwendige Sintuigen beſpiegelende, worden wij
eene hoedanigheid waar door de ziel de denkbeeiden of handtastelijk gewaar, dat onze gewaarwordingen van ver
beeltenisſen der voorwerpen gewaar word,het zij de maaken ſmerte,niet regtſtreeksvan onzewilaf hangen.
zelve door denindrukdervoorwerpen zelve,baar van Devoorwerpen behaagen ons niet zodanig , als wij zou
buiten aan koomen , of het zij dat die dooreenige den wenſchen; daar zijn voorwerpen ,waar van de tegens.
werking
bragt . van de ziel op zich zelve, worde te wegege. woordigheidt, ons noodwendig moet aangenaam zijn ,
en anderen die ons tegens onze wil en dank mishad
Het woord Sintuigen onder dat oogpunt beſchouwen- gen , en wij konnen door onze eigen wil geen vermaak
de, moet men er van twee zoorten onderſcheiden, uia ' ontfangen en het kwaad afkeeren , dan met ons de eer.
wendige en inwendige, welke gemeenſchap hebben met ſte zoort van voorwerpen te verſchaffen , en ons voor de
de
der twee verſchillende wijzen , zodanig de beeltenisſen laatſten te wagten. Door de geſteldheid van onze na
voorwerpen die wij gewaar worden , worden veroor. tuur of aart zelven , geeft de eene gelegenheid tot ver
que
zaakt en aan de ziel aangebooden , het zij onmiddelijk van maak , en de andere tot t'onvredentheid. In der daad,
; is buiten , dat wil zeggen , door de vijf uitwendigeSintui. onze finnelijke gewaarwordigen , doen ons onniddelijk
gen , het gehoor , het gezigt , de ſmaak , het gevoel en of regelregt ten goeden of wel ten kwaaden aan , en zon
Bb 3 der
SIN . SIN .
$ 370
der dat wij eenige kundigheid hebben ; - van de oorzaak zaak, 20 zeggen wij, dat wij die met onze oogen gezien
van dat goed of kwaad , of niet van de manier hoedanig hebben ; 'en indien inen veronderfteld , dat wij het in der
zich datdoet gevoelen, nogvan de oorzaakendie het daad hebben gezien , kan men niet nalaaten om ergeloof
doen voortkoomen ; en eindelijk zonder het nut of de aan te geeven ; het getuigenis der Sintuigen is dan van dien
zwaarigheden gewaar te worden , waar van het genot kant eene eerlte waarheid , dewijl het als dan de plaats
dier voorwerpen in het vervolg aanleiding toe kan gee. bekleed van eerste grondbeginzel , zonder dat men hoo
ven. De allervolkoomenſte kundigheid van die zaaken , ger kliint, of van gedagten is , hooger te klimmen. Van
zoude het vermaak of de ſmert van de Sinraaking niet een andere kant, itemt ook een ieder toe , dar de Sin
veranderen ; ſchoon zulks een vermaak zoude kunnen ge. ' tuigen bedrieglijk zijn ; en de ordervindig laat ons niet
ven . 't welk zich aan de reden deed gevoelen , zeer on- toe, om er aan te twijffelen. Hoe kan het ondertusſchen
derſcheiden van het Sinnelijke vermaak , of wel, dat zulks zamen gaan, dat wanneer wij van een zaak overtuigd zijn
eene tastbaare vreugde kost veroorzaaken , door de be. '20 dra wij dezelve gezien hebben , wij door het Sintuir
ſchouwing van een voordeel , 't welk men van het onder- van het gezigt kunnen bedroogen worden ; en indien bet
weip zoude kunnen verwagten ; of wel een gevoelen van ons kan bedriegen , hoe zijn wij dan verzekert van een
afkeer verwekkers, door de bekommering of vreeze voor zaak , door dezelve gezien te hebben.
het kwaad. Het gewoone antwoord op die zwaarigheid beſtaat hier
Daar is genoegzaam geen voorwerp waar mede onze in , dat ons gezigt en overige Sintuigen ons kunnen be.
ziel zich bezig houd , welke niet eene oorzaak is van driegen , wannneer zij niet met de vereischte voorwaar
wel of kwaalijk tevredentbeid ; dus zullen wij ons ge . den worden geoeffend en te werk geſteld ; namelijk , dat
noeglijk aangedaan voelen, op't gezigt van een ſchoon het werktuig moet wel geſteld , en het voorwerp in den
Gebouw of Schilderij, of op 't gehoorvan een zoer vloe rechten afſtandgeplaatst zijn.Maar zulks is niets te zeg.
jend Muzijkſtuk , en wij hebben een inwendig gevoel, gen. Waar toe dient het inderdaad , om voorwaarden
dat ons dat vermaak natuurlijk toegebragt word door de die wij zelfs niet in ſtaat zijn te billijken , tot regels aan
beſchouwing van het denkbeeld , 't welk als dan aan onze te wijzen,om het getuigenis onzer Sintuigen te regtveer.
ziel tegenswoordig is , met alle derzelver omſtandighe. digen? Wat onfeilbaare regel geeft men mij, om te be
den ; alhoewel zommige van die denkbeelden niets in oordeelen , of hetwerktuig van mijn gehoor , van mijn
zich behelſen , van 't geen wij gevoelige gewaarwording reuk , redelijk wel geſteld is ? Onze werktuigen verſchaf
of bevatting noemen , dewijl in de zodanigen waar in het fen ons gecne volkoomene zekerheid , dan wanneer zij
zelve word gevonden , het vermaak voortſpruit uit volmaakt zijn gevormd; dog dat zijn zij niet dan voor
eenige gelijkvormigheid, (chikking, of navolging , en niet volmaakte geſtellen i en dewijl'deeze zeer zeldzaath
uit de eenvoudigedenkbeelden van koleur en geluid. zijn , volgt daar uit , dat er genoegzaam geenevan onze
Hier uit ſchijnt te volgen, dat wanneer de onderrig werktuigen zijn , die niet hier of daar eenig gebrek heb
- ting , opvoeding of eenig vooroordeel, in ons begeer. ben.
tens of afkeer ten aanzien van een voorwerp doet op Hoe klaarblijkelijk deeze gevolgtrekking ook ſchijne,
wellen ; die begeerte ofdat afkeer, op het gevoelen van ec. zo vernietigt zij, evenwel geenzints eene andere waar
nige volmaaktheid ofgebrek , datwij in de hoedanigheden heid , te weten ,dac men verzekerd is van 't geen men ziet.
denken te vermerken, gegrond is. Bijgevolg , indien ie. Deeze tegenstrijdigheid ſtrekt ten bewijze , dat hier iers
mand van het Sintuig van 'tgezigt beroofd , aangedaan overblijft om te ontwarren, dewijl een verſtandige ftel
word door de begeertevan Schoonheid , moet die begeer. regel , niet ſtrijden kan met een andere verſtandige ſtel
te voortſpruiten , om dat hij geregeltheid in de gedaante regel. Om de zaak in het daglicht te ſtellen , zo laat ons
voelt , eenige bevalligheid in de ſtem , eenige zagtheid, onderzoeken , in welke gevallen onze Sintuigen totgeen
of andere hoedanigheden die niet kunnen beſpeurd wor. regels of richtſnoeren yan de waarbeid verſtrekken , es
den , als doorzodanige Sintuigen die van het gezigt ver- in welke gevallen al.
ſchillen ; zonder eenige de minſte overeenkomst met de 1. Onze Sintuigen leeren ons niet, waar in die ge
denkbeelden van koleur. ſchiktheid der ligbaamen , hoedanigheid genoemt, die zulk
Het enkele vermaak van te gevoelen , 't welk onze Wjs. een ſterken indruk opmij maakt , beſtaat. Ik worde klaar
geeren ſchijnen te beſpiegelen , is dat geene , 't welk de blijkelijk gewaar , dat zich in een dusdanig Lighaam ee.
eenvoudige denkbeelden van zinraaking vergezelc. Maar ne geſchiktheid bevind , welke in mij het gevoelen van hit
daar is een zeer groot aantal aangenaame gevoelens, in te en zwaarte veroorzaakt ; maar deeze geſchiktheid voor
die zamengeſtelde denkbeelden , waar aan wij de naam 't geen die in zich zelven is,ontſnapt gemeenlijk aan mijne
van ſchoon en welluidend geeven ; dat men die denkbeel. Sintuigen , en dikwils zelfs aan mijne reden. Ik vermerkę,
den van ſchoon en welluidendheid gewaarwordingen van dat met een zekere ſchikking en zekere beweeging, in de al.
de uitwendige Sintuigen van 't gezigt en gehoor noeme, lerkleinſte deelen van dat ligbaam , er overeenkomse plaats
of niet , zulks doet er niets toe; men diende ze veel eer heeft, tusſchen dat ligbaain , en de indruk dien het op mij
een inwendig Sintuig te noemen , of wel een inwen, maakt. Diensvolgens gisſe ik , dat de hoedanigheid die de
dig gevoelen , al verſtrekte zulks tot geen ander einde, zon heeft om in mij een gevoelen van licht te verwekken ,
als om ze van de andere aandoeningen van't gezigt en't in een zekere beweeging , ofvoortſtooting van kleine lig
gehoor te onderſcheiden , die men kan hebben , zonder haamen beſtaat , door de porien van de lucht na het nete
cenige gewaarwording van ſchoonheid en welluidendheid vlies vån mijn oog gebragt ; maar het is deeze hoedanig
te ondervinden. heid zelver , waar in mijne oogen niets in 't minste zien,
Hier doet zich natuurlijk eene vraag op , namelijk, of en waar in mijne reden weinig meerder gewaar word.
de Sintuigen ons tot een rigtſnoer der waarheid verſtrek- 2. De Sintuigen geeven ons geen het minſte getuige
ken. Zulks hangt van de wijze af, dat wij ze beſchouwen . Disſe, van een oneindig aantal zelfs vroegere ſchikkin ..
Als wij aan anderen de grootſte blijk willen geven , die gen , welke in de voorwerpen gevonden worden , en die
zij van onskunnen verwagten over de waarheid van een het vernuft of bekwaamheid , van ons gezigt , van ons
ge 2
SIN . SIN . 3371

gehoor, van ,onze


klaarblijkelijk doorreuk te boven
middel van de gaan. Dezaakword
Microscoopen zij ook nietbekwaamzijn,'ons
bewaar beweeging te doen kennen. de waare grootte van de
heid ; zij hebben ons in 't onderwerp van het gezigt , een · Laat ons nuʼzien wat bij ons als waarheden in het ge .
vreesfelijke menigte uitwendige ſchikkingen doen gewaartuigenis van onze Sintuigen kan plaats vinden. De eers
worden,die voor onsnog verborgen waaren . Volmaakter (bewaarheden waar van wij door onze Sintuigen onder.
Microsopen , zouden aan ons nog andere ſchikkingen rigt worden , kan men gevoeglijk onder drie hoofjen be.
ontdekken, waar van wij nog de bevatting nog het denk. vatren. 1. Brengen zij altoos getrouwelijk over 'tgeen
13
beeld hebben . haar toeſchijnt. 2. 't Geen baar toeſchijnt is bijna altoos
3. De Sintuigen leeren ons in geenen deele , de nauw . overeenkomſtig met de waarheid , in zodanige zaaken ,
keurige indruk , die door haar middel op andere Men . Waar bij de Menſchen in 't algemeen belang hebben om
X
fchen als ons zelven , worden te wege gebragt . Die uit van onderrigt tezijn , ten zij er zich eenige redelijke oor
werkzelen hangen van de geſchiktheid onzer werktuigen zaak aanbiede,die er aan doet twijffelen. 3. Kan men
af, die genoegzaan alzo verſcheiden is in de Menſchen als ligtelijk onderſcheiden, wanneer het getuigenis der Sintus.
hunne geſtellen of uiterlijke gedaantens; eene zelfde uit- gen twijffelagtig is, en zulks , door de overweegingen die
wendige hoedanigheid, moet ook verſchillende indrukken. wij zullen mededeelen .
van gevoeligheid ofgewaarwording in verſchillende Men. I. De Sintuigen brengen altoos getrouwelijk over het
fchen veroorzaaken . Het zelfde vogt brengt in mij eene geen hun toeſchijnt. De zaak is klaarblijkelijk , dewijl
onaangenaame gewaarwording te wege, daar het bij een het natuurlijke hoedanigheden zijn , die door de nood .
ander tot een aangenaame gewaarwording verſtrekt ; ik wendige indruk der voorwerpen werken , met welke het
kan dus niet verzekert zijn , dat dusdanig lighaam nauwe geen de Sintuigen overbrengen , altoos gelijkformig is.
keurig op iemand anders als mijzelven , de indņuk maakt , Het oog op een Schip gevestigt 't welk met ſnelheid na.
dien het op mij te wege brenge . Ook kan ik niet weeten dert , brengt over , dat het hem toeſchijnt dat den Oever
of het geen een witte koleur voor inij is , . niet rood is na de tegengeſtelde kant toe , nadert ; zulks moet hem
voor een ander. " zo toeſchijnen , want in de omſtandigheden , ontvangt het
4. De reden en de ondervining ons leerende, dat de oog de zelfde indrukzelen , als of den Oever en't Schip
lighaamen in een geſtadige beweging of verandering zijn , elk van een tegengeſtelde zijde naderden, zo als en de
ſchoon dikwils ongewaarwordelijk in derzelver ailerklein . waarneemingen derNatuurkunde , en de regels der Optica
· ſtedeelen , zo kunnen wij met geen zekerheid oordeelen , of Gezigtkunde onderwijzen. De zaak van die kant be.
of een lighaatn van de eene dag tot d'andere, volkomen ſchouwe, bedriegen de Sintuigen ons nimmer ; wij zijn
dezelfde hoedanigheid behoud of wel dezelfde ſchikking het die door onze onvoorzigtigheid ons zelfs bedriegen
om op ons die indruk te verwekken , die het te vooren op hunne getrouwe overbrenging. Hunne getrouwheid
deed ; van haar kant gebeurt er verandering , en zulks beſtaat niet , om de ziel te waarſchouwen van't geen is ,
gebeurt ook aan de mijne. Ik zal de verandering van in- maar van het geen hun toeſchijnt ; het is haar werk
druk wel kunnen gewaar worden , maar om te weeten om te onderſcheiden , hoe het er wezentlijk mede ge
waar aan ' men die moet toeſchrijven , of het aan het legen is.
voorwerp is dan aan mij zelve , is iets dat ik niet kan 2. Het geen aan onze Sintuigen toeſchijnt, is bijna al
gewaarworden ,door het enkele getuigenis van het werk. toos overeenkomstig met de waarheid, in zodanige ge
tuig mijner Sinnen . vallen , waar in het op 't gedrag en gemeene nooddruf.
5. Wij kunnen door middel van de Sintuigen niet oor- ten van het leven aankomt. Dus doen de Sintuigen ten
deelen over de volſtrekte grootheid der lighaamen , nog aanzien van het voedzel, op eene voldoenende wijze de
over derzelver volstrekte beweeging. Dewirl onze oo. nooddruften onderſcheiden, die er tot gebruik van ver
gen niet op dezelfde wijze zijn geſteld , zó' volgt daar ſtrekken ; zo dat hoe heilzaamer ons een zaak is, hoe
uit, dat wij het zelfde gevoelige denkbeeld overde uit- grooter ook gemeenlijk het aantal van verſchillende ge.
geſtrektheid van een lighaam niet kunnen hebben . Wij waarwordingen die ons behulpzaam zijn om ze te on.
moeten in aanmerking neemen , dat onze oogen niet ane derſcheiden , en dat geene't welk wij niet inet haar be.
ders zijn , dan patuurlijke trillen ; dat derzelver vog. hulp onderſcheiden. , is iets , 't welk niet meer tot onze
ten dezelfde uitwerkzelen voortbrengen , als de gla . nooddruften , maar enkel tot onze rieuwsgierigheid , be .
fen in debrillen , en dat volgens de geſteldheid die zij hoord .
onder malkanderen houden , en na de gedaante van het 3. Het getuigenis der Sintuigen is onfeilbaar, indien het
crijſtallijne vogt en deszelfs verafgelegentheid van het in ons niet tegengeſprooken word , nog door ons eigen
netvlies, wij de voorwerpen verſchillende zien; zo dat reden, nog doorhet voorgaande getuigenis van dezelfde.
menniet kan verzekeren , dateriwee Menſchen in de Sintuigen ,nog door een daadelijk getuigenisvan een an.
weereld zijn , die ze naukwkeurig even groot zien , of der onzer Sintuigen, nog eindelijk door het getuigenis
van dezelfde deelen zamengeſteld , dewiji men niet kan van de Sintuigen der andere Menſchen.
verzekeren dat bunne oogen in alles naarwkeurig gelijk Wanneer onze reden , behalven dat , door zekere daa .
zijn. Een gevolgtrekking die even natuurlijk is , beſtaat den en overdenkingen onderrigt, ons handtastelijk het
bierin , dat wij de wezentlijke grootte of volſtrekė tegendeel doet oordeelen ,van't geen aan onzeSintuigen
naauwkeurige beweegingen der lighaamen niet kunnen toeſchijnt , zo verſtrekt derzelver getuigenis in zulk een
weeten, maar alleenlijk de overeenkomst, welke die bes geval, geerzints tot een richtſnoer voor de waarheid.
weegingende een met de andere hebben . Het isoribe
twistlijk, datwij niet over de grootte der beweegingvan
Bij voorbeeld, alhoewel de Zon ons maar twee voet en
de sterren één duim in derzelverdiameters groot, toes
een ligbaam kunnen oordeelen, als door middel van de ſchijnen , zo leert ons echter de reden , behalven dat
langteder ruimte, die datzelfde lighaam doorloopen heeft. door klaarblijkelijke kundigheden on terrigt, dat die
Indien derbalven-orizeoogen ons de waare langte van de Hemellichten oneindig grooterzijn,alszeons toeſchije
doorloopene ruimteniet doen zien , volgt daar uit , dat nen.
Wan :
SIN . SIR.. SIS. SIS .
3372
Wanneer het geene 't welk heden zo aan onze Sintui. Zoorten . Daar zijn veele zoorten van dit Kruld -gewas,
ger, toeſchijnt, ſtrijdig ismet het geen't yoor deezen heeft waar van de volgende, de voornaamſten zijn.
toegeſcheenen , als dan heeft men reden om te denken , I. Gemeene Watermunt , in 't latijo Sifimbrium aquati.
of dat het voorwerp niet order het bereik is, of dat er cum ; Raphanus aquaticus , rapistri folio. BAUH. Pin .;
eenige verandering in het voorwerp zelve of wel in ons Sifjmbrium foliis imis integris ovatis ferraris , fuperioris
werktuig is gebeurt ; bij die gelegenheder moet men lie . bus pinnatis. HALL. Hely . 548 ; ( Siſijmbrium filiquis ,
ver niet oordeelen, als gevaar te loopen, een verkeerd oor. declinatis oblongo-ovatis , foliis pinnatifidis Serratis . Linn .
deel te vellen . Spec. Plant. )
Het gebruik en de ondervinding zijn behulpzaam , om 2. Vroeg bloeijende Watermunt met kleine bladen ; Si.
het getugenis der Sintuigen te onderſcheiden . Een Kind fimbrium aquaticum foliis minoribus . Rais Sin .
dat zijne beeltenis in het water , of in een ſpiegel be. 3. Water Radijs ; Siſijmbrium aquaticum Raphani fo.
ſchouwd , ziet het zelve aan voor een ander Kind , dat lio, Siliqua breviori. Tournef . Ind. R. Herb.
of in 't water of van binnen in de ſpiegel is ; maar de 4. Water Radijs met diep geſcheurde bladen ; Siſjes
ondervinding hem de hand in het water of op de ſpiegel brium aquaticum , foliis in profundas lacinias diviſis , fils.
doende brengen , verbeterd hij wel haast het Sintuig van qua breviori. TOURNEF. Inft .R. Herb.; (Sifimbrium fi.
't gezigt door dat van 't gevoel , en hij word met er tijd liquis axillaribus ſubſelilibus folitariis , foliis dentate
overtuigd , dat ergeen Kind op de plaats is daar hij het finuatis. Linn. Spec. Plant.)
dagt te zien. 5. Water-Rakette; Siſijmórium palustre repens , Nas
De derde regel is , als dat geene 't welk aan onze turtii folio. Tourner. Inſt. R. Herb.; Nasturtium fajl.
Sintuigen dusdanig toeſchijnt, Itrijd met het geene het vestre tenuiſime diviſum . Bauh. Pin. 105 ; ( Siſijmbriui
zelve aan andere Menſchen toeſchijnt , die wij reden petalis calijce minoribus, foliisdecompoſito-pinnatis. Lins.
hebben om te gelooven dat met even gezonde werktui. Spec. Plant )
gen begaafd zijn als wij zelfs. Indien mijne oogen mij 6. Kleine Water-Rakette met ruuwe Peulen ; Siſijmbri.
tegenſtrijdig doen zien met de oogen van alle andere Men. um palustre minus , filiqua aſpera. Tournef. Inſt. Ř . Herb.
fchen , moet ik denken , dat het veel eer mogelijk is dat Eruca Sijlvestris minor , luteo parvoque flore.Bauh. Pin .
ik mij alleen bedriege , als de Menſchen zamengenoo 98. ( Šiſijmbrium filiquis declinatis, foliis pinnatis, fo.
men , zich alle zouden bedriegen. liolis lanceolatis ſerratis. Linn . Spec. Plant.)
SINTUIGEN (UITWENDIGE-) , zie GEHOOR , 7. Gemeene Winter Watermunt; Siſojml rium Erucae
GEVOEL , GEZICHT , REUK en SMAAK . folio glabro , flere luteo. TOURNEF . Inſt. R. Herb .; E
SINUS , ook Colpos, betekend gemeenlijk eene Hol. ruca monenfis laciniata , flore luteo. Dill. Elth. 135.
ligheid , als in de vleeschagtige deelen eenige plaatzen t . 3.; ( Sijijmbrium foliis pinnatifidis integerrimis, caue
met bloed onderloopen , en dat de als dan ſtilſtaande vog. libus fubnudis ftiplicibus procumbentibus. Linn. Spec.
tigheden beginnen te ſtollen , te bederven , en dat dezel. Plant.)
ve zoeken door te breeken. In de Ontleedkunde word 8. Winter Waternunit met dubbelde Bloemen ; Sifijn
het woord Sinus bij zommige deelen gevoegd ; als bij brium Erucae folio glabro , flore pleno. TOURNEF. Inft.
den bals der Baarmoeder , die Sinus Muliebris of Pudoris R. Herb.
genoemd word. Dus worden ook de holligheden die in 9. Kleine vroegbloeiende Winter-Rakette ; Siſijmbri.
de verdubbeling van 't harde hersfen - vlies gevonden wor . um Erucae folio glabro minus & praecocius. TOURNEF.
den , Sinus genoemt, en deeze zijn doorgaans vier in Inft. R. Herb .; Eruca fijlvestris minor lutea , burſa pa
getal; bij deeze hebben de nieuwe Ontleedkundigen nog ſtoris folio. Bauh. Pin. 98. (Siſijmbrium foliis lijratis
drie gevoegd. denticulatis , filiquis ſesfilibus LINN. Spec. Plant.)
SINUS OSSIUM , deeze naam word aan die holte 10. Winter Watermunt met ruwe Raket-bladen , en
der Beenderen gegeeven, welke het hoofd van een an. geele bloemen ; Sifijmbrium Erucæ folio aspero, flore itu.
teo. Tournef. Inf. R. Herb .; Eruca fujlvestris major
der been in zich bevatten , gelijk ten aanzien van de Heu.
pe beenderen enz. minorque, foliis fubasperis in orbem ſparſis. Lots. Prusſ.
SIRIASIS , zie CAPITIS INFANTIUM ARDOR. ' 68. t. 13.; (Siſijmbrium foliis lijrato-Serratis ſcabris ra
SIRIUS , zie HONDS-STER , dicalibus, caule ſubnudo ramoſo LINN. Spec. Plant.)
SIRONES , Sirenes , ook Chirones genoemd, zijn een , Plaats. De zes eerſte zoorten , groeijen in de ſtil.
zoort van kleine Wormtjes onder de huid , welke zom . ' ſtaande wateren van Hoog en Neder Duitschland , En .
wijlen bij de Menſchen , dog meest bij de Dieren , cus. geland enz. De zevende en negende zoorten , wor
fchen vel en vleesch gevonden worden , en ook Dracun . den in 't wild groeijende op drooge dijken enz. gevon
culi hieten , daar uit ontſtaande, als men in warmelan. den . De agtſte zoort, dat een verandering uit de ze
den , door de Ichneumon - Vlieg of eenig ander ſtekend In- vende is , word in de tuinen van zommige liefhebbers
ſekt gebeeten word , welk te gelijk zijne eijtjes in de bewaard , om dat ze een dubbele Bloem heeft. De
wonde te rug laat vallen , waar uit dan die Wormen voort. tiende zoort , die bij ons in 't wild groeijende word ge
groeijen . vonden , komt mede in verſcheide gewesten in Vrank .
SISIJMBRIUM , Raphanus aquaticus , in het neder. rijk van zelven voort.
duitsch Watermunt, Waterradijs ; is een kruidgewas, 't Kweeking. Dewijl deeze Planten veelvuldig genoeg
welk tot kenmerken heeft , een Bloem uit vier bladen tot het gebruik in 't wild groeijende worden gevon.
be taande , die in de gedaante van een kruis ſtaan , uit den , zo kweekt men ze zelden in de tuinen , te meer
welker kooker het ſtijltje koomt , 'twelk naderhand een om dat het waterplanten zijn ; wil men zulks echter
Vruge of Peulword , die door een middelſchotje in twee doen , het zij in looden bakken , vijvers of andere wa .
celletjes is verdeeld, zittende aan het middelſchotje de teren , zo heeft men ze maar vroeg in het voorjaar op
Nagdeuren aan wederzijderi vast , en hebbende zaadjes te neemen uit de plaatzen , daar ze natuurlijk groeijen ,
dic roodagtig zijn. zorgdraagende om haare wortels 20 geheel te bewaa
SIS . SIS. SIU . 3373
2 sen , als mogelijk is, en ze te planten in modder , en koomen .
er dan het water allengskens bij te laaten koomen. Wor- 3. Klein Asprenſiſche Siſijrinckium , met ſmalle Bia.
tel gevat hebbende, bloeijen ze ſchielijk , en verſpreiden den , en groote bonte Bloemen ;Sijijrinchium minus angu
zich over een grooten omtrek van water. Ze moeten ſti folium , flore majore variegato. C. Baunin.Pin .; Bilbo
den eerſten zomer niet geſneden worden , maar men moet bocordium crocifolium , flore magnoabbofundo luteo. Tour :
ze in't zaad laaten ſchieten , ' çwelk in't water valt , en ner. Corol. 50 ; (Crocus Spatha diphilla flori approxima .
naderhand een genoegzaame voorraad van Planten uitle. ta , tubo corollæ brevi. Linn. Spec. Plart.)
vert. Maar op plaatzen daar het water zo diep is , dat 4. Æthiopisch Siſijrinchium , met lieflijk roode , of wit .
het niet gemakkelijk valt , om er deeze Planten te zet. te gevlekte Bloemen ; Siſijrinchium , ex phrnicio ſuaveru.
len, is het best een gedeelte van dezelve te bezorgen , bente flore, ethiopicum. Breisn. Cent. ( Tulipa caule po
juist wanneer haar zaad rijp.word , en ze boven op het lijphillo , foliis linearibus. Linn. Spec. Plant.)
water te werpen , daar men ze denkt te laaten groeijen. Plaats. De drie eerſte zoorten groeijen in 't wild ,
Haar zaad zal daar rijp worden , en op de grond zinken , in Spanjen , Portugal , Italien , Kandia , enz . De
alwaar het wortel zal vatten , en een voorraad van Plan . vierde zoort in Æthiopien en andere Afrikaanſche ge .
ten voortbrengen . Deeze gewasſen geeven in 't laatst westen ,
van junij of begin van julij zaad . Kweeking. Behalven de laatſte , zijn alle de zoorten
Eigenſchappen en Gebruik. Het zijn de twee eerſte harde planten, die om haare Bloemen , welke een fraaije
zoorten , welke in de Geneeskunde tot gebruik dienen ; vertooning maaken , van de liefhebbers worden geculci.
aan dezelve word een tegenfcheurbuitige, bloedzuive. veerd ; zij bloeijen ter zelver tijd als de Bob-Iris in maij
Tende en pisdrijvende kragt toegefchreeven . Bij zommi- of begin van junij , men vermenigvuldigt dezelve door
gen worden ze tot dien einde in 't voorjaar als ſalade afzeczels , en de cultuur koomt volkoomen met die van
kruiden gebruikt , en van veelen beter gekeurd , dan alle de Iris of Lisch overeen. Zie LISCH pag. 1852 .
andere zoorten van bloedzuiverende ſaladen , ter oor- De vierde zoort aan een zeer warm gewest eigen , kan
zaake van haar ten hoogſten aangenaame , verwarmende in ons klimaat in de open lucht niet leeven ; maar moet wil
bittere ſmaak . men die cultiveeren in een goede ſtookkas worden be .
· SISIJRINCHIUM , is een kruidgewas het welk in't waard , zo dat de Bollen in potten , met ligte vette aar
grieksch de naam van cloufirxupu draagt; in 't ſpaansch de geplant, in den Runbak in de ſtookkas moeten gezet
die van Macucas; in 't hoogduitsch die van Spanische worden, alwaar ze, indien ze in een matige warmte be
Schwerdthel , en in 't nederduitsch die van Spaansch. waard worden , zeer ſterk vermenigvuldigen. De Bla
Zwaardkruid . den van deeze zoort ſterven in den winter, en daar koo .
Kenmerken " en Befchrijving. Het Siſijrinchium be- men in 't voorjaar nieuwen op , zo dat de beste tijd om de
hoort tot die Planten , welkerwortelen veele kleinebol. Bollen te verplanten is , even voor dat ze nieuwe bladen
letjes hebben , dog de Bloemen uit zes blaadjes beſtaan, uitſchieten , 't welk doorgaans in 't laatst van maart of
en een zaadhuisje met drie vakjes maaken . Dit kruid begin van april is, wanneer de Runbak moct opgeroerd ,
heeft zijnen naam gekreegen van vlees, en Suzxw rostrum ,'t en met wat verſche Run vernieuwd worden , en de pot.
weįk zo veel betekend als Verkens-fnuit ; door dien de ge. ten moeten erweer ingezet , en in warm weer dikwils
daante der wortel , daar eenigzincs mede overeenkomt, met water verfrist worden , 't welk buitengemeen haare
en dewijt ook de Verkens niet hupne ſnuiten, daar na voortgroeijing bevordert ; maar geduurende de winter ,
graaven , om er zich mede te voeden . De wortel is noge terwijl de bladen verdord zijn, moeten ze niet veel vogt
thans bollig en met eene graauwagtig bruine ſchors om- hebben , op dat de Bollen daar door niet aan 't rollen
geeven , neerwaards breid zij eenige vezels in den grond raaken .
1 uit , bovenwaarts omgeeft zij met even dergelijke vezels Gebruik. De Bollen van de drie eerſte zoorten , wor
den ſtengel; tusſchen deeze vezels is de bol in 'tmidden. den in haare natuurlijke groeijplaatzen van de kinderen
De Bladen zijn grasagtig , en ſchoon groen van koleur, en Schaapherders gezogt en opgegraaven , die dezelve
Nuitende zich om den ſtengel, echter zo, dat ze zich tef- eeten , 'twelk ook de Verkens doen , want ze zijn aan.
!
fens onder malkander zelve, of het onderſte altijd het genaam , en koomen van ſmaak zeer wel met onze Aard.
bovenſte mede inſluiten , en van binnen hol gekromt zijn, akkers overeen .
! dog piet altemaal. De Bloem komt met de Iris rede. De vierde zoort , 't welk een vergiftige plant is , heeft
1
lijk welovereen , beſtaat uit zes bladeren , en is onge- geen ander gebruik , als dat de inwooners van Afrika de
gemeen helder blaauw van koleur , ſchoon van aanzien Bollen daar van in de Rivieren werpen, om de Visch te
en lieffelijk van reuk. Zij is ter naauwernood voor den bedwelmen , ten einde ze door dat middel in menigte te
dag gekoomen , of wil al wederom afvallen , en laat een vangen .
tenger vliesje na , waar in ronde bruine zaadkorrels leg. SIUM , ook wel Pastinaca aquatica genoemd , is een
gen. Kruidgewas 't welk een roosagtige Kroon.bloem voort
Zoorten. De voornaamſte zoorten van dit Gewas zijn brengt, uit verſcheidene bloem-bladen beſtaande, die
vier in getal. doorgaans een even getal uitmaaken , en in de rondte
1. Groote Siſijrinckium , met Bloeme n die met een geele ſtaan , rustende op den kooker , die naderhanddeeen rond.
1
of wel een witte vlak, zijn getekend; Siſijrinchiun ma. agtige vrugt word , uit twee zaadjes beſtaan , welke
i
jus. Dodon.; Sifejrinchium majus flore iutea vel albama. bultig en aan de eene zijde gegroefd zijn , dog effen aan
cula notato. C. BAUHIN. Pin. ; ( Iris corollis imberbibus , de andere. Voegt hier nog bij, dat de Bladen zamenge.
foliis caniculatis, bulbis germinis fuperimpoſitis. Linn . voegd zijn , en aan een rib vastzitten , met een oneffen
Spec. Plant.) lobbe aan 't end .
2. Kleine Siſejrinchium ; Siſijrinchium minus. DODON . Zoorten . Daar zijn veele zoorten van dit kruidgewas ,
Dit is eigentlijk geen bijzondere zoort , maar eene ver- waar van de volgenden de voornaamſte zijn.
andering van de bovenſtaande , door het zaad voortge. 1. Sium met langwerpige bladen ; Sium live Apium pa
VI Deel. Cc lustre
SIU . SIV . SKI. SLA. SLA.
3374
foliis oblongeSium
lust2.re Breedbladige . C. Bau h . Pin.latifolium . C. BAUH. zich
; Sium
opwaarts , om dat ook de ſpieren ſterker zijnde, haa
re tegenwerkers overwinnen. 4. In de meesten is den
Pin. 154; (Sium foliispinnatis, umbella terminali. Linn. mond open , voor al als het lighaam op.den rug legt, om
Spec. dat de toetrekkers of ligters van de opperkaak , de kaaks
3. Plant.)
Sium met Bloemen , die aan de vleugels der Bladen los laaten.
groeijen ; Sium aquaticum procumbens, ad alas floridum . 5. Natuurlijk zoude de Blaas en Aars open blijven , in,
Moris Hist. 3. p. 283.; ( Sium foliis pinnatis, umbellis dien wij niet door gewoonte geleerd hadden , die beide
openingen te Nuiten. de Kinderen zien wij hoe die
Pidats. fedilibus.
axillaribus De drie opgenoemde Plant.) van Sium , zijn alles in den Slaap laatenIn loopen
LINN. Spec. zoorten , en yan gelijken in be.
alle waterplanten , die vrijgemeen in Nooten , vijvers en roertens, of zulke ziektens die de hersenen te veel aan .
andere ſtilſtaandewateren van Engeland , Hoog- en Ne.. doen, dan dat de ziel op die plichtletten kan , 't geene
der-Duitschland zijevenwel doet in den Slaap; waar uit , ofalles bedriegt
enz . groeijen.
Kweeking. Deeze planten worden genoegzaam nooit ons, volgt , dat de Slaap iets geheel anders is dan eene
gekweekt , en kunnen in geen droogegrondgezet wor. bedwelming der hersſener ; ook ishet droomen een be.
den , dewijl ze daar in niet willen tieren. Wil men ze wijs dat de ziel werkt, want of ſchoon wij dikwils vera
egter voortzetten , zo heeft men niet anders te doen , dan geeten't geene wij in de Slaap gedagt hebben , 20 den.
het zaad in't najaar kort na dat het rijp is geworden , op ken wij nogihans of nooit , often minſten heugt niemand
iets van 't geene omgegaan is , als hij door beroerte of
' t water te . ſtrooijen
Gebruik . zoort word van zommige verkeer
De eerſte andere kwaalen van dien aart overvallen was.
delijk voor Waterkersfe gehouden , en zomtijds als zo. .6. Is de werking van het hart ſterker, en teffens de
danig verzameld en gegeeten , ſchoon het zeer verſchil: ademhaaling dieper , waar van wij geene rede kon nen
lende planten zijn. Men ſchrijft aan alle deeze Planten , bevroeden ; want zo de Slaap afhing van de verininde.
eene verweekende en oplosſende kragt toe , en uitwendig sing der zenuw fappen , moest hij ook op het hartinvloed
opgelegd , dienſtig te zijn om kliergezwellen tot rijpheid hebben, enop de ademhaaling, die onderwijlen den ge.
heelen tijd door werken. De Slaap is derhalven een coe.
te brengen . val , die niet lijdelijk kan genoemd worden , maar hij be.
SIVET-KAT , zie CIVET -KAT.
SKIOUROS , zie INKHOORNEN. Ataat in de werking van zonnige , en in de rust van ana
SLAAP , in ' t latijn Somnium ook Sapor. De Slaap. dere deelen.
is eene der zonderling te toevallen , die het menfche. Zo draa het hart en de ademhaaling toeneemen , moet
lijk en dierlijk lighaam aandoet; hij is niet negts , ge- noodwendig de uitwaasſeming, en warmte vermeerderen;
lijk zommige willen, eenewerkeloosheid van alle de wil. dit is een noodzaakelijk gevolg van die werking , en on
lekeurige werkingen der ſpieren , of eene rust der zin. de zelfde redenen moeten alle de afkleinzingen van de
tuigen ; hij heeftnog dit bijzonder , dat de ademhaaling klieren grooter zijn , en om dezelfde rede is ook de groe
dieper , de omloopen van het bloed ſterker , en de nie jing meerder.
waasfeming grooter en overvloeijender is ; ter zelver tijd 7. Zommige hebben opgemerkt , dat wij veel ſlaapen .
ſchijnen de levensgeesten , die zommige zenuwzappen de mindereeten noodig hebben, om datde uitwaasſeming
noemen , in grooter veelheid afgeſcheiden te worden ; wel in ſchijn meerderis, maar dat de deelen die verlooren
althans de grootſte vermoeidheid , vind zich in den Slaap worden ſubtieler , en dunner zijn , dan die wij wakker
herſteld
zijnde vooral als wij zwaar werken , verliezen , en waar
Dit is, zo waar , dat gelijk niets het lighaam en alle des op wij hongerig worden. 't Welke veel waarſchijnelijk
zelfs deeien , het gezigt voornaamelijk , zo ſterk aandoctheid heeft , of ſchoon dit evenwel waar is , dat alle Men
als de bijſaap ; er ook niets is 't welk deeze vervloogene [ chen des winters meer Slaapen , en meer eeten dan 20 .
fappen en geesten zo ſpoedig herſtelt , als de Slaap zelve ; mers, 'tgeen eenigzints ſtrijdig ſchijnt met de eerſte ſtel.
daarom ſchijnt het vreemd dat veele , de Ouden zelve , ling. De voorbeelden van Menſchen , die eenige dagen ,
den bijſlaap s’morgens , en niet s'avonds aangepreezen weeken, ofmaanden ſiepen,bewijzen dat zij altoos weinig
hebben , daar de ondervinding aan allen geleerd moest eeten gebruikten, dog in deezen is de omloop van het
hebben , dat het gezigt als dan ten minſte voor den hal. bloed niet zo veel vermeerdert, als in den natuurlijken
ven dag zwakker is. Slaap, zo dat dit voorbeeld eigentlijk weinig bewijst.
Alle Ontleedkundige hebben zich toegelegd , om de 8. Men merkt op dat de kinderen veel Slaapen , en
noodzaakelijkheid en werking des Slaaps te ontvouwen , men leid dit af van de zwakheid der hersſenen , 't geene
dog met een ongelukkigen uitſlag onzes bedunkens, op zich zelve niets bewijst of ſchoon het eerſte waar is;
gelijk wij zo ſtrak bewijzen zullen , na eerst de algemee. want te willen , dat de klopping der Nagaderen , ſterker
toevallen
deAls opgegeeven
daar vanNaapen, te hebben. werkende op het teder hersſengeſtelder Kinderen , meer ,
wij zircende valt het hoofd voorover , der Slaap veroorzaken zoude, is te willen , dat zij altoos
en dit is zeer natuurlijk , om dat het zwaartens punt aan moeten Naapen , ' t geene echter zo niet gebeurt. Anderen
de voorkant van dat der beweeging zijnde , zo draa alle meenen dat het Kind in s'Moeders lighaam daarom al
de ſpieren ophouden te werken, hethoofd voorover val toos Slaapt, om dat behalven de eerſte rede , hier nog
len moet. 2. Sluiten zich de oogen , om dat de wer. bij koomt , dat zij door geen geluid , nog ſchitteren
king der Duitſpier veel grooter en kragtiger is, dan die de voorwerpen in het gezigt, van den Slaap afgetrokken
van de opligter van het ooglid. Zeer diepzinnig wil worden.
men dit uitleggen uit de zenuwzappen , dog de redenee . Wij beſluiten dat wij den Slaap eigentlijk niet kennen ,
ring gaat niet door, om dat in het ſterven , de oogen als maar wel zijne uitwerking en noodzaakelijkheid.
zoos open zijn , waar uit blijkt dat het niet afhangt van 9. De tijd van Slaapen , voor een Mensch 't welk zijn
de zenuw , die naar de opligter des opper -ooglids gaat. lighaam of geest ſterk oeffent, is , hoewel onbepaald ,
Sluiten zich de handen , meest al trekken de beenen echter te brengen tot6,7 of8 uuren ; wanneer men daar
bo .

1
SLA : SLA : 3375
boven of onder gaat , word men ziek. Ik heb in mijne dat alle deeze verſchijnzelen afhangen van de drukking
jeugd beproefd , of men niet met 5 uuren Slaapens toe der vaten van de hersenen enz.
konde, dog in eene groote magerheid , en lusteloosheid . In Friesland ziet men alle dagen, dat de kleine Jon.
vervallen zijnde , na 3 maanden tijds , Niep ik bijna ſtaan trekſchepen
gens die te Paard rijden voor de Slaap , in
de, tot dat ik allengskensmijne ſchaadeingehaald hebben geraaken, en een geheelen tijd lang diep Slaapen konnen.
de, weder cot mijne voorige ſterkte geraakte. Die Jongens Slaapen zelden uit overvloed van eeten ,
Als iemandoverden tijdSlaapt, wordhij koud , en warmte , en rust. De vermoeidheid van hetlighaam ver:
vervalt in hoofdpijn enz., de rede is loutere gewoonte ; oorzaakt hun Slaap , en de gewoonte van de gelijkvor.
veele Menſchen immers Slaapen meer dan 12 uuren op mige hobbclende beweeging van het moeijelijk draavend
één dag en blijven warm , ook voelen zij geen ongemak , Paard , hindert hun niet , en datis al wat men er van zeg
zo dat wij omtrent te lang of te kort niet bepaalen kon, gen kan,
nen , dan wanneer wij teffens de gewoonte in aanmerking 14. Wij konnen niet toeſtemmen , dat het ronken van
peeinen . de zulke die dronken zijn , ofvan anderen die verzwee.
10. Het wakker worden , is iets even zeldzaams als het ringen , gezwellen , of indrukzelen aan het hoofd heb.
Alaaperig worden ; voor al als men wakker gemaakt word; ben , Slaap kan genoemd worden. Ook erkennen wij
de meeſten maaken dan allerleij beweegingen, rekkenzich geene middelen , die eigentlijk tegengiften tegens den
uit , geeuwen , zijn eenigen tijd dommelig , tot dat zijwel Slaap zijn , of ſchoon veele door nappe thee te drinken ,
wakker geworden , frisch , en als ten eenemaalverkwikt , den Slaap beletten , niet als een tegengift , inaar om dat
vlugger en bekwaamer zijn tot allerlei zaaken. zij de maag verlapt , en dus eene bindernis maakt om
Wij durven niet beſluiten , datonze levendigheid , en welke men niet Slaapen kan.
geſchiktheid tot arbeid daarom grooter zijn , om dat , ge- ARISTOTELES heeft er wel over gehandeld , ook Boer:
duurende de Slaap de zenuwzappen' vergaderd zijnde, HAAVE , en de Groote HALLER , dog geene van deezen
nu beter werking kunnen doen. Wij hebben te vooren heeft tot nog toe eene duidelijkeuitlegging gegeeven van
getoond , dat het niet waarſchijnelijk was , dat de hersfe- dit zonderling verſchijnzel.
nen dezelve afſcheiden , zie HERSSENEN . Ook is dit Bij wijze van Aanhangzel zullen wij hier bij voegen ,
niet poodig , want de rust alleen kan dit veroorzaaken , dat de Slaap over ons geheele leven een derde verkort ,
om dat niets ons meer vermoeid , dan het zelfde denk : 20 dat een Man van 60 Jaaren , eigentlijk maar 40 geleefc
beeld altoos voor oogen te hebben. heeft , dat is inderdaat werkzaam geweest is , met zijnę
#
11. Om weder te keeren tot de oorzaaken van Slaap, Ziel , zodanig dat bij er bewustheid van houde ; want hec
moeten wij,aanmerken, dat er veele dingen zijn die de droomen kan men eigentlijk niet houden , voor gedagt te
Slaap aanzetten ; als veelbeid van ſpijzen , en wel van hebben met bewustheid .
zulken , die olijeagtig en dik zijn , als melk enz. 2. Ge- SLAAP DER PLANTEN . De Waarneemingen det
fermenteerde, ofgelijk wij het noemen , gedistilleerde, hedendaagſche Natuurbeſchouwers , wegens het maakzel
of gebrande wateren , als wijn ,moutwijn , arak , rum ,en der Planten , hebben hen geleerd , dat er zeer merkelij
al wat op dergelijke wijze gegist hebbende, overgehaald is; ke overeenkomſten en gelijkheden tusſchen dezelve en
ook bier, dog deeze werkt ſterker op de hersſenen. Alle de Dieren zijn . De eene en andere hebben vaten , waar
de Natuurkundige , willen dit afleiden van het vol zijn in zijde voedende fappen ontvangen , bereiden , en door
der maag , welke de vaten des onderbuiks drukkende, de de verſcheidene deelen verſpreiden , om den groeij en
Slaap verhaasten zoude. Dog diç alles is niet algemeen wasdom van elk hunner in 't bijzonder te bevorderen .
waar , want men Slaapt meest-al met een niet ſterk opge. De meeste planten zetten haar geſagt voort op eene wij.
zerte maag geruster en beter. Degebrande wateren ſchij. ze , even als die der Dieren , en deeze overeenkomst is
Den eene kracht te hebben ,die op de hersſenen werken. zeer opmerkelijk in de zulken , welke de beide kunnen
de , eenen Slaap of liever bedwelmdheid veroorzaaken , niet tevens in zich vereenigen , maar waar van de eene
even als de opium , en alle de andere Naapmiddelen , zic van het mannelijk , de andere van het vrouwelijk geſagt
SLAAPMIDDELEN . -
5
zijn . Verſcheide Planten , ( in deezen weder aan de Die.
12. Sterke hitte verwekt Slaap des zomers, en in de ren gelijk , wier leven zich binnen den kring van één jaar
warme landen die werkeloosheid, daar men in Europa zich .bepaalt ,) na debeginzelen of ſpruiten voor haare nakoo.
over verwondert, en ons in ſtaat stelt om de Inwooners melingſchap voortgebragt te hebben , ſterven ſtraks daar
der warme landen onder onze macht te brengen. In ha.. na , terwijl anderen , even als die Dieren welke ver
de winters ondervind men wel , dat Menſchen op het ijs fcheidemaalen teelen , in het leven blijven , en jaarlijks
of in de ſneeuw overvallen worden van een diepen Slaap , geboorte geeven aan een meer of min talrijk nageſlagt.
die dikwils in den dood overgaat, dog dat is eigentlijk Verſcheide ziektens eindelijk tasten het groeijend Rijk ,
geen Slaap: eveneens als het Dierlijk aan . Men kan daar van een
13. Maar ftilte , en rust , voor al als er aandagt bij bijzonder voorbeeld opmerken in de Sparre-boomen ,
koomt, geeven Slaap; zeker ééntoonig geluid , dat van wier lijinig en taaij lap hen dikwils verſtoppingen veroor
eene ruiſchendebeek , van een waterval, een lied , het zaakt , die hen doen ſterven. Vergun de Planten , bij
ſpreeken van iemand, of het hooren leezen op éénen dit alles, het gevoel, en het zijn volkoomen Dieren, welke
toon , alle deeze zijn aanlokzeten tot den Slaap.Alvroeg dien naam al zo wel verdienen, als verſcheidene dier
leeren ons , onze Moeders in de wieg Slaapen door het ſchepzels, welke onder die rangſchikking gebragt worden.
gezang van een ſlaaplied ; in de Kerken ondervind men En deeze eigenſchap , het gevoel , daar men buiten dit
helaas al te veel, dat de Predikant zijne Toehoorders teeds eenige overeenkomst en gelijkenis van opmerkte
doet knikkebollen , en in eenen gerusten Slaapvallen , in de Planten , komt men in des te grootere bekooring,
die niet eerder ophoud, voor dat het geluid des ſpree- om dezelve gebeellijk toe te ſtaan , zedert de nieuwe
kers geſtaakt, of door een ſterker vervangen word . Wij ontdekking , welke de beroemde LINNÆUS wegens de ge.
durven om alle deezeredenen niet ſtellig verzekeren , lijkheid der Dieren en Planten gedaan heeft, te weeten
Сс 2 den
3376 SLA : SLA .
den Slaap der laatſten. Men moet door dit woord in der De verſchillende zoorten van Dieren , vervolgen wij
waarheid niet verſtaan, die geheele opſchorting der Dier. met onze Botanisten , hebben verſchillende wijze van
lijke verrigtingen , waar in de Slaap der levendige ſchep. zich te plaatzen , als zij zich te rust begeeven. De vier .
zelen beſtaat. De Planten hebben geen eigentlijk gevoel , voetigen vouwen zich gemeenlijk in 't rond; de Vogelen
geere bewustheit, geene vrijwillige beweeging, en kun. ſteeken hun hoofd tusſchen de vleugels , en verſcheide
nen derhalven niec in een eigenlijken gezegden Slaap, ne derzelver Naapen op ééne poot ſtaande. De Psitta
door de vermoeijenis of uitputting veroorzaakt, verval. cus pendulus of ſinger Pappegaeij ſlaapt op eene nog bij.
len , nog rusten , dat is te zeggen , ophouden van hun zonderer wijze . Als hij wil gaan ſlaapen, hangt hij zich
De gewoone dierlijke verrigtingen , om bunne uitgeput. met één zijner pooten aan den tak eensbooms, 20 dat
te kragten te berftellen. Door den Slaap verſtaat dan men hem voor dood zoude aanzien. Even eens hebben
onze beroemde Botanist, alleenlijk die uitwendige ge. de Planten haare bijzondere wijze van haar rust te nee.
daante, en dat bijzonder voorkoomen , 'twelk de Plan . men , welke ſchoon inderdaad niet zo treffende , als
ten des nagts aanneemen , en dat geheel verſchilt van die der Dieren , echter niet min wezenlijk verſcheiden is .
dat , waar in zij zich des daags doen zien. Dezelve beſtaat eigentlijk in de verſchillende manier ,
Het was bij toeval , dat de Heer Linnæus deeze waar op zij haare bladeren vouwen , en op elkander leg.
eigenſchap ontdekte ; hij had van den Heer DE SAUVA: gen , om er de bloem mede te dekken , en voor de koude
GES , Hoogleeraar in de Univerſiteit van Montpellier te beſchutten. De Heer Linnæus heeft er een lijst van
zaad gekregen van zekere Plant , welke de Botanisten hee. gemaakt , en de Planten naauwkeurig aangeweezen , wel.
ten LotusOrnithopodioides; (Locusnaarde Ornithopodium ke op zulk of zulk een wijze Naapen ; gelijk de Heer
of Vogelvoet gelijkende) de Plant gelukkig opgekooinen PULTNEY van Leicester naderhand een dergelijke lijst
zijnde, zo bemerkce de Heer Linnæus daar over dag in de Philoſophical Transactions heeft medegedeeld ; wij
twee bloemen aan . Maar des avonds , als hij dezelve voegen hier deeze lijsten niet bij de reeds voorgedraage.
den Tuinier wilde toonen , en hem waarſchouwen , van ne , en nog voor te draagene waarnemingen , om dat
er cene bijzondere zorg voor te draagen , zo beſpeurde die optelling in zich zelve niet Negts vrij dor is voor al.
hij die bloemen niet meer. Des anderen daags onder len , die geene Botanisten zijn , maar ook om datmen de
zogt hij dit weder , en vernam dezelfde Comedie; de laastgenoemde Catalogus reeds in de Uitgezogte Verkan
bloemen lieten zich des morgens en over dag duidelijk delingen heeft gegeeven.
zien , en waaren des avonds en 'des nagts verborgen , Eene bijzonderheid moeten wij nog aantekenen we
zo dikwils onze Botanisten dezelve wilden gaan bezigti. gens de overeenkomst en gelijkheid tusſchen den faap
gen. Den derden avond eindelijk , ' na de Plant met al der Dieren en der Planten , en deze is niet de minst op
len aandagt beſchouwd , en de bladeren voorzigtig opge. merkelijke. De Dieren , welke op hunne dagen begin
ligt te hebben , bevonden zij de bloemen met eenige nen te koomen , naapen weinig ; de rust ' ſchijnt hunne
bladeren overdekt , daar zij des daags naauwkeurig van oogleden te vlieden , terwijl de jonge Dieren dezelve on.
omringe wierden en tusſchen in ſtonden. De Heer Linº verhindert genieten , en er zich zo veel aan overgeeven
NÆUS door dit verſchijnzel getroffen , herhaalde zijne dar de nagt hen naauwlijks lang genoeg ſchijnt te zijn.
waarneeming verfcheide dagen na malkanderen ; ook on- De Heer LINNÆUS verzekert ons , dat hij dergelijksiets
derzogt bij met de flambouw in de hand, de andere plan. in het groejend Rijk heeft waargenomen . De jonge Plan :
ten van zijn tuin en ſtooven , en hij beſpeurde, dat ze ten naapen langer dan de oude ; die laatſte Naapen naau.
allen iets dergelijks ondergingen. Met het begin van welijks, en ontwaaken eer de dag haar koomt opwek.
den nagt zag hij ze, zich zaamentrekken , haare blade. ken , of de zon haar beſtraalt.
deren op malkander ploojen , en zich om zo te ſpreeken De zulken onder onze Lezers , welke een teder en
in veiligheid ſtellen voor de koude en wind , om de zoe gevoelig hart hebben , en nog in dien gelukkigen leef.
tigheden van de rust onbelemmerd te (maaken. Als de tijd zijn , waar in de verbeelding alle wezens bezielt,
zon en de dag weder aankwaamen , 30 openden zij zich opheldert en verfraait, zullen ongetwijfeld met vermaak
weder, als om derzelver verkwiklijken invloed te ge. zien , hoe de naauwkeurigſte waarneemingen , in zeke.
nieten . 'ren zin , met de geestigſte vercieringen, en treffendſte
Men zou haast geneigd zijn te denken , dat deeže zaa . ſchilderijen der Digtkundige overeenſtemmen . Dat Naa.
mentrekking , welkede Planten , volgens den Heer Lin. pen en waaken der bloemen zal een nieuw cieraad bijzet
NÆUS , geduurende den nagt, ondergaan , niet anders zijn ten aan de beſchrijving, welke VIRGILIUS geeft, wegens
dan de verſchillende indruk, welke een meer of min hee. de ongelukkige bloem , die door het wreede kouter van
te lucht op dezelve maakt; maar deeze uitlegging, hoe haar ſteellie afgeſneeden , ' ontijdig valt , verwelkt en
natuurlijk zij ſchijnen moge, voldoet niet , om de ver. ſterft, en zij zullen het beklag des Digters met meerder
ſchijnzelen te verklaaren , welke de Heer Linnæus heeft aandoening leezen.
Waargenoomen . Hij heeft panelijk opgemerkt , datdie SLAAP KAMERS. Het is gantsch niet onverſchillig
opening en fuiting der Planten niet niegts voorvallen in voor de gezondheid , hoedanig onze Slaapkamers geſteld
de open lucht , maar ook in beſlooten plaatzen, in ſtoo . zijn. In de meeste huizen zijn die vertrekken zodanig
ven , daar de lucht alcoos in eene eenpaarige warmte geſchikt, dat men er geen ander gebruik van kan maa
word gehouden , daar dit verſchillen minſten zo gering ken. De gemeene Man Naapt veelal'in naauw behoote.
is , dat inen het naauwlijks kan voelen , en dus hier in ne bedſteedjes, in vakken van de inuuren gemaakt, en
geen aanmerking kan koomen. Zou die Slaap dan afban . heeft dikwils in zijne ſlaapplaatzen niet zo veel ruimte ,
gen van het licht, gelijk Doctor Hill , door zijne Proef. als een bandrekel in zijn hok. Aanzienlijke lieden heb
peeiningen met het kruidje roer mij niet , meent bewee- ben niet zelden Slaapkamers , die zo bekrompen , dui.
zen te hebben ? Dit is een ſtuk , dat wel verdiend door { ter , en dampig zijn , dat zij er niemant in ontvangen
de Natuurbeſchouwers nader onderzogt en opgehelderd durven ; en de voornaamſten zelfs maaken bunne Slaap.
te worden, vertrekken tot zaamelplaatzen van allerleie onzuivere ,
( cba .
SLA . SLA. 3377

i ſchadelijke uitwaasfemingen. Dit is een zeer voornaain Deuitwerkingen van deeze middelen hangen daaren.
1
gebrek in de levensregeling. Terwijl men een derde boven af van het eigen geſtel, offidioſincraſie der Lijders,
deel zijn levens in zijn Slaapkamer doorbrengt, zo be van de gewoonte, en van zekere bijzondere oorzaaken.
hoortmen redelijkerwijze alle moogelijke voorzorge te Ten opzigte der eigene geſteltenis ziet men , dat de
gebruiken , om er de lucht zuiver te houden , en men opium zommige doet waaken, walgen , ijlhoofdig zijn,
moet hier over dag zo veel meer op pasſen , de. en dolworden. Mij heugt eene Vrouw gekend te heb
wijl med des nagts geene gelegenbeid heeft dezelve ben , die zo dikwils zij opium gebruikte , een jeukerige
te verfrisſchen . I en dien einde nu , beboort men niet uitſag kreeg om den neus.
in die vertrekken ce Naapen , daar men over dag zijn De gewoonte ten tweeden , maakt , dat zommige tot 60
verbiijf in houd , maar men moet een ruime kainer', greinen daags zonder aandoening gebruiken; daar an.
en die op de zon ſtaat, daar toe houden ; men moet ders een grein genoeg is om iemand te doen Naapen.
dezelve des daags open zetten , om er de zon en lucht De Turken , maaken er gebruik van , even als onze Sol.
1
een vrijen toegang in te geeven , op dat de uitwaas. daaten van terken drank , om kloekmoediger en meer
femingen , welke geduurende de nagt , daar in verza. levendig te zijn.
meld zijn , verdreeven en't vertrek dus gereinigt wor . De bijzondere oorzaaken geeven ten derden deeze ver
den. Men moet de bezweette bedden dikwils te luch- andering in de uitwerking , dat de Slaapmiddelen niet
ten leggen , en zijne nagtklederen over dag in de zon alleen bedwelmen , maar alle ſtuiptrekkende aandoenin.
te droogen of te luchten hangen. Deeze regelen zijn zen wegneemen. Bij voorbeeld, iemand door ſchrik
zeer noodig , zo men zich voor de uitwerkzelen eener tuipen krijgende, bedaart door de opium ; eene baa
bedorse lucht in zekerheid wil ſtellen . rende Vrouwe'valſche weën hebbende , word door de
. SLAAP -KRUID , zie BILSEM- KRUID. opium hier in geholpen , dat de natuur zo draa de al te
SLAAPMAAKENDE JODENKERSSEN , zie jo. groote gevoeligheid dier deelen weggenomen is , beter
DENKERSSE , n . 2. pag. 1351. haare werking doet ; opgeſtopte kraamvloeijngen door
SLAAPMIDDELEN , worden alle de zodanige ge. toeſluiting der lijfmoeder, raaken door de opium weder
poemd , welke onze zintuigen ongevoelig maaken , en aan het vloeijen enz.
onze hersſenen bedwelmen . Slaapmiddelen zijn derhal- In tegendeel bedaart de opium eenen zwaaren afgang ,
ven vergiften , want alle , in te groote veelheid geno . of diſenterie, enz.
men , veroorzaaken den dood', of ſchoon het waar zij , Dog de Slaapmiddelen doen kwaad , alwaar eene ont
dat men langzaamerhand aan dezelve gewennende , ee . ſteeking of ſcherp zuur , de ſlaapeloosheid verwekt ; en
ne grootere veelheid verdraagen kan. om die reden is de opium , en alle de compoſitien in de
DeGrieken noemden zenarcotica , van narcotis , Naap , Apotheeken , daar opium in koomt, 20 ſchadelijk voor
en bedwelming; ook hijpnotica , van hijpnos , Naap. De de Kinderen; zo dat zeer veele gek worden door het
Geneesheeren hebben van gelijken ingevoerd het woord onmaatig gebruik . De Regeering behoorde de Apothee
다 paregorica, -van paregoria , verzagting ,om dat zij alleen kers. 20 wel het verkoopen van zulke middelen aan het
dijk de pijn verzagteden , zonder juist naap te verwek- gemeen te verbieden , als van het rottenkruid . Dephi.
ken. De Leezer ziet klaar genoeg , dat pijnſtillende, lonium de regma nicolai en dergelijke , maaken zeer veele
de Raap verwekkende, en de bedwelmende middelen , al. Kinderen zinneloos, en onnutter aan de zaaienleeving ,
leenlijk in graaden verſchillen , en door dezelfde din . dan of zij dood waaren, om dat men ze de kost geeven
gon veroorzaakt worden , uitgezonderd , wanneer, wij moet jaaren lang. Ook vind men de meeste hier door
de pijn ſtillen , met , bij voorbeeld, de ontſtekene of bedorven onder geringere zoort van Menſchen, als die
anders ſterk geſpannene deelen , door olieagtige, of ver• door hunnen arbeid gedreeven , de nagtrust niet konnen
murwendemiddelen zodanig te verzagten, dat de pij. misſen , de Kinderen opium ingeeven om het ſchreeuwen
voortekoomen.
nelijkheid , dat is , de onaangenaame aandoening weg ge.
noomen zij. In dien zin , is een pap uitwendig aange. De uitmuntende uitwerkingen van de opium , met ver.
legd , of een amandeldrank ingenoomen, een paregori. ſtand gebruikt , heeft het den naam doen verkrijgen
cum , of pijnſtillend middel. De Grieken noemden de van laudanum , of laudatum medicamentum , even of men
zulke mede anodijna , van de uitwerking , om dat zij ee. zeide , prijs middel. Zie OPIUM enz.
De ongevoeligheid verwekten . SLAAP -SPIER , in 't latijn Musculus temporalis , ook
De geneesmiddelen , welke eene Naapverwekkende Crotaphites genoemd , is een Spier die zijn begin neemt
kragi hebben , zijn vooral de opium of het geſtolde yogt van de geheele uitgeſtrektheid der Slaapen., en eindigt
der papaverbollen , gelijk ook het zaad daar van . De in 't ſterke uitſteekzel van 't Kaakebeen.
mandragora , de hijoscijamus, cijnoglosſa , dedatijra , de SLAAPVERWEKKENDE BALSEM , ' zie BAL
horminum -bloemen , die der turkſcheboonen , ſaffraan, en
dergelijke. Dog de opiun inzonderheid daar toe , van SLAAP WANDELAARS. Op het artikel Nagt -Wan .
alle tijden gebezigd zijnde , noemt men die middelen delaars, hebben wij enkel eene omſchrijving gegeeven ,
ook opiater. wat inen eigentlijk door deeze uitdrukking verſtaan moet,
De werking daar van is deèze, eerse verminderen zij de en hoedanige Menſchen hierdoor worden betekent; hier
aandoenelijkheid der zintuigen ,de hersſenen worden be- zullen wij omſtandiger zijn , en aan onze Lezers eeni.
dwelmi, men Naapt , ronkt, en word warmer, gelijk ge gevallen van die wonderbaare verſchijnzelen mede.
in de ſlaap gezegt is te geichieden ; maar wakker wor. delen.
dende , is men, wel verre van verkwikt te zijn , dom .. Hier toe zullen wij ons niet bedienen van 't geen ons
melig , en men voelt de ingewanden verzwakt; om rede de Heer La Mothele Varer verzekert, dat zekere Le
dat de Raapmiddelen in het algemeen , en de opium in Ferr £ , een Burger te Rouaan , in zijnen Naap op de
het bijzonder , de werking der Ingewanden ſchijnen te vraagen , die unen hem in onbekende taalen deed , in
duen ophouden . dezelfde taalen : antwoordde, en op deeze wijze zelfs
Cc 3 grieksch
3378 SLA . SLA .

grieksch en indiaansch , welk hij beide nooit had ge . het voorſtel , in zijn ſlaap , wezentlijk op. BLANCARD
leerd ,geſprooken had. Ook zullen wij ons niet beroepen maaktgewag van een geleerdEngelschman , die des nages
op deVrouw van Pile , in Gascogne,waar van een ver.. in zijn naap voortreffelijke verzen maakte , terwijl hij
zekert, dat zij in haare ziekte , van het begin tot het waakende geheel geen Poeët was. Hendrix van Heer
einde, zuiver fpaansch ſprak , ſchoon zij voorheen , of kende een Jongeling,die van zijne vroegſte jeugd af een
naderhand, toen zij herſteld was , daar niet het minſte Nagtwandelaar geweest was , en liefhebberij voor de
van verſtond. Ik laat die en andere gevallen van dien dichtkunde had . Als deeze over dag zijne verzen niet naar
aart, die ik mag zeggen , dat mij haast al te wonder zijn zin konde krijgen , ſtond hij des nagts Naapende
lijk zijn , om op het getuigenis van een enkel Mensch op, verbeterde dezelve, en las het geen hij geſchre.
voor zeker aangenoomen te kunnen worden, aan zijn ven had met luider ſtemme; dan begon bij te lagchen ,
plaats , om mij toi nader berigten te wenden. Zekere en verheugde zich over zijne gelukkige invallen , ja
jonge Juffrouw van zeventien jaaren , welker geval wilde hebben dat zijne makkers, die met hem in die
men in de Breslauwſche Verzamelingen vind , maakte kamer ſliepen zich deswegens mede verblijden zouden .
in haar ſlaap niet alleen allerhande wonderlijke gebaar. Hier op lei hij zijne papieren weder bij malkander,
den , lagte en weende overluid , maar vertoonde ook al noot zijn ſchrijf-lesſenaar toe , ontkleedde zich, en be.
le overige hartstogten op zulk eene wijze , als de kon• gaf zich weder te bed daar hij niep , tot dat men hem
ftigſte Pantomime zou hebben kunnendoen. Ten laat- ontwaakte, weetende als dan niet hetgeringſte van
ſten maakte zij zeer verſtandige zedekundige aanmerkin. alles , wat hij des nagt gedaan had . Hij ſtond vec
gen uit de H.Schrift , en als men haar tegenſprak , ant baasd , als hij zijne papieren weder in handen kreeg ,
. woordde zij op alles ordertelijk , en hield de ſtigtelijk
.
zijne verzen met zijn eigen hand verbeterd te zien,
.
fte geſprekken en andere redenen , over de opvoeding en had er zo weinig geheugen van , zo weinig begrip
inzonderheid der Vrouwen , met haare Zuster en ande dat het moogelijk waare , dat anderen hem door ber
re Perzoonen , die zij zich inbeelde dat tegenwoordig haalde verzekeringen overreden moesten , dat het in
: waaren. Zij zong in deezen ſtaat overluid , en voorna• derdaad dus waare toegedaan . Dezelfde Perzoon nam ,
melijk geestelijke gezangen , zonder zich in den toon te in vervolg van tijd , zijn Kind dikwils in den ſlaap
vergisſen , of van de wijs te laaten brengen , zelfs uit de wieg, droeg het op den arm het huis op en ne
ſchoon men daar met eenige Muzijk inſtrumenten on. der , en liet zich onderwijl van zijne Vrouw alle gehei.
der ſpeelde. Zomtijds ſpeelde zij te bed liggende , op men uitvraagen: Hij had onder dit alles de oogen wijd
het klawier, en ging daar mede voort , terwijl zij ons open , ſchoon hij te gelijk verzekerde, dat bij in dezen
der het ſpeelen in Naap viel , ſchoon er als dan wel toeſtand niets zien konde. Als dit Nagtwandelen einde
eens een valſche toon mede onder liep. Zij wist in lijk in den ouderdom ophield , begon hij in den Naap
haar ſlaap geheele ſtukken van Comediën , die zij in te droomen , te praaten , en voorzeide menigmaalen de
haare vroege jeugd geleerd had , met de vereischte gevallen , die hem overkoomen zouden.
toonvallen op te zeggen. Zij haalde zomtijds in haar Alle deeze geſchiedenisſen bewijzen , dat deziel , al.
Naap haar naaidoos voor den dag , en zettede zich aan thans bij zommige Menſchen , zelfs in den diepften Naap
het naaijen of borduuren , ofwel op andere tijden aan waakzaam zij. Maar het wonderbaarſte bij de Nagt.
bet ſchrijven , zo zij meende. Zij vouwde de ſervet- wandelaars is, dat zij geduurende den tijd dat de uiter
ten , die op haar bed lagen , gelijk een brief te zaa. Jijke zintuigen Naapen , de nauwkeurigſte gewaarwor
'men , eischte een kaars , om den zelven toe te maaken , dingen echter ſchijnen te ontvangen , en de ziel het
en antwoorde op de vraagen die men haar deed , aan gemis der zintuigen op eene onbegrijpelijke wijze te ver
wien de brief hield , dat zij aan die of die Vrien- vullen . Uit de vrijwillige beweegingen immers dier Naa
din geſchreeven had, las het opſtel van den brief, in pende Merſchen ſchijnt te blijken , dat zij zonder oo
een zeer goeden ſtijl en juiste bewoordingen , duide• gen zien , zonder ooren hooren , en alies waar toe zij
lijk voor, voude den brief weder toe , zegelde hem anderzins de zintuigen nodig hebben , zonder het gering
in haare verbeelding , gaf hem over , en bevalom hem fte gebruik derzelver volvoeren kunnen. Hier van leest
naar het Post-Comptoir te brengen. Als zij in den men verbaazende dingen.
Naap een onverwagi bezoek meende te krijgen, Noeg . Hildanus meld van eene Boerin , in het Baſelſche,
zij haar ſchoudermantel om , rigte zich op de intreede die in haar 1laap opſtond ., alle haare huis-bezigheden
van den Perzoon , die zij meende te ontvangen , overeind verrigtede , ja zelfs eens na buiten tot de Schaapherders
in het bed , verwelkomde denzelven , en betuigde haar ging , zonder naderhand ergens van te weeten. ALE
1

genoegen over de eer van dat bezoek. Zij verhaalde MANNUS'verhaalt , dat een Nagtwandelaarmetden degen
dien vriend ofviendin verſcheide bijzonderheeden, voer. op zijde de Seine overzwom , om iemand te dooden ,
de er allerhande geregelde en verſtandige geſprekken me . wien bij dit waakende had voorgenoomen te doen , en
.de , en pam bij derzelver vertrek haar afſcheid met zeer naderhand op dezelfde wijze weder te rug gekeerd ,
beleefde pligtpleegingen . Platen verhaalt van een ge. zich maar huis begeeven hebbe, zonder wakker ce
leerden Boekdrukker, JOHANNES OPORINUS , dat hijeens worden. Een dergelijk geval verhaalt FRITSCH , op
des avondshad begonnen een Grieksch proefbladte cor• getuigenis van den Vader Del Rio. Zeker School.
rigeren , daar bij in Naap, viel, en echter voortging met meester GUNDISALVUS , welke de Kinderen in de
.. de proef te leezen , zonder hat hij ontwaakende, daar gronden van den Godsdienst onderwees, en gewoon
iets van wist . Dezelfde Schrijver meld er bij , dat hij was in het Klooster van gemelde Vader te overnag.
naapende dikwils met leezen bad voortgevaaren ; en ten , plagt, droomende van zijn beroep , in zijnen aap
dat als hij op de fluit ſpeelende ir ſlaap raakte , hij dikwils te kijven , te vermaanen , te zingen , als of hij
geſlaapen en echter voortgeſpeeld had. Profesſor Kru . werkelijk ſchool hield. Een Kloosterbroeder , in
Ger ſliep zomtijds , als hij meende met de oplosſing wiens Celle hij fliep , dreigde hem eens , als hij zich des
van een Algebraisch Problema bezig te zijn , en loste nagts niet ſtiller hield , dat hij hem dan zelven met
de
SLA . SLA . 3379

de roede zoude afſmeeren . De Schoolmeester raakt met ge flaapzugt vergezeld ,welk ongemak uit dik bloed voort.
deze denkbeelden in den Naap , maar ſtaat s'nagt op , kwam , en waar door zij in die zelfde geſtalte , daar zij
vat een grooten ſchaar , die daar voor de hand lag, loopt op zulk een tijd in was, als haar die Naapzugtige verſtij.
naar des Kloosterbroeders bed , terwijl deeze hem dus ving overviel , itok ſtijf, en zonder eenig gevoel bleef
ziende aankoomen zich ſchielijk daar agter verborg , om ſtil ſtaan , zitten of liggen , en als een levenloos beeld
te zien hoe dit afloopen zoude. GUNDISALVUS dan met kon voortgeſchooven worden , als menhaar van de eene
deeze ſchaar het bed genaderd zijnde , ſtiet daar ver. naar de andere plaats brengen wilde. Dit ongemak maak
fcheidemaalen mede in de dekens en kusfens, en begaf te plaats voor een ander, het welk wel met dezelfde on
zich vervolgens weder naar zijn eigen bed ; den volgen. beweeglijkheid en gevoeligheid begon , maar vervolgens
den morgen wist hij nergens van,maarvertelde alleenlijk een wonderlijk en onbegrijpelijk zoort van verlevendi.
gedroomd te hebben , dat men zijn Kamer-gezel met de ging , met dezelfde gevoel en wezenloosheid ſteeds ge.
joede was agter na geweest , en dat hij zich met een ſchaar paard, voortbragt. Zij wierd eerst volſtrekt ſtijf, begon
daar tegen had geweerd. Waar uit men in 'tvoorbijgaan na verloop van eenige minuten te geeuwen , rigtte zich
ziet, dat het niet altoos veilig is bij een Nagtwandelaar op in 't bed, en vertoonde het volgend toneel, zonder
te Naapen . dat zij er zelve het geringſte van wist. Zij ſprak met
Horst heeft bij Helmſtad een Nagtwandelaar gekend , eene ongewoone levendigheid en helderheid van geest;
die in den naap de trappen afklom , en een groot eind en 't geen zij ſprak , was een gevolg van het geen zij in
door den hof naar de keuken ging , vervolgens met groo. een voorgaande aařval geſprooken had , of eene herhaa
te voorzigtigheid in een put nederdaalde , en als hij in ling der catechizatie-lesfen, welke zijdes avonds te vo.
't waterkwam , begon te roepen Ô mijn been!" help ! help ! ren aangehoord had. Zij ſprak dikwils haare bekenden
waar op men kwam toeloopen , en hem geheeleverbaasd uit den huize aan , en pasie onder bedekte termen , de
in een emmer weder ophaalde. Een zeker jong Edelman zedelesſen die des avonds verhandelt waaren , geestig
ftond des nagts naakt uit het bed ," nam zijn hembd 09. op dezelve toe , en dit allesmet opene oogen en zulke
der den arm , ſteeg het venſter uit , vattedeeen touw, dat gebaarden , als zij waakende bij die gelegenheid gemaakt
voor het buis hing , en klom er mede bij de gevel op , had. Dat zij thans echter niet waakte , maar van alle uit .
baalde een nese jonge Mosſchen uit , knoopte die in zijn wendige aandoeningen volſtrektelijk beroofd was , bleek
hembd , en ging met dezelve naar bed , en zich des mor• uit verſcheide proeven , welke men daar omtrent nam.
gens erinnerende, iets van een nest jonge Mosſchen ge. Men noeg haar ſchielijk met de volle hand tot voor de
droomd te hebben , ſtond hij wel verbaasd van dezelve oogen , zonder dat de oogleden daar in 't ininst van be .
in zijn hembd te vinden , en kon niet begrijpen , hoe zij weegden , of dit eenige de minſte verandering in haare
daar gekoomen waaren. rede maakte. Dit zelfde had ook plaats , als men eens
Een andere jonge droomde , dat zijnen Heere een Ka . klaps met den vinger als in haare oogen ſteeken wilde ,
narië-vogel ontvlogen was. Hij ſtaat deswegen 's nagts en tot vlak voor dezelve naderde , ja zelfs als men er
op , klimt op het dak , en legt zich in de goot ie ſlaapen. een brandende kaars zo kort voorhielt, dat er de haairtjes
Hier op overvalt hem een dondervlaag , en de jongeligt der oogleeden van ſchroeiden . Men riep haar zeer luid
in't water te zwemmen , zonder te ontwaaken, tot dat van agteren in 't oor ; men wierp een ſteen op de bedſtee .
hij eindelijk tegen den middag , toen men niet wist waar de , men klopte daar op , dog alles zonder de ininſte ver .
bij gebleven was , nat en koud in 't naakte hemd we andering of aandoening in haar uit te werken. Men goot
der voorſchijn koomt. haar zelfs (ranſche Brandewijn en geest van Ammoniac
· Een fransch Edelman , plagt alle nagten in zijn naap zout , in den mond en oogen, men blies haar ſpaanſche
op te ſtaan , en in zijne verbeelding op de Valkenjagt te ſnuif in de neus , ftak baar met naalden , kneep of druk.
gaan ; hij verontſchuldigde zich deswegen bij voorraad te haar de vingers , kittelde haar met de veder van een
&
desavondseer hij te bedging, bij eenen Postillon , welke pen in 't oog , raakte het zelve met de vinger aan , zon :
met hem in dezelfde berberg logeerde, en in dezelfde ka. der eenige gewaarwording te beſpeuren. Zij begon ſtaag
mer met hem Naapen moest . DePostillon, die geen behaa . ſterker te ſpreeken, en kort daarna overluid te zingen ,
gen in die nagtbeweeging had , maakte aanſtonds een ont. maakte beweeging om uit het bed te koomen , ſprong er
werp , om dezelve den franſchen Edelman ſpoedig af te eindelijk uit , en maakte een gejuich van vreugde. Zij
leeren; hij had ,zeidehij,een dergelijk ongemak , en ſtond bield de gang van de bedſteede tot het ander einde van
de nagts dikw ils op , in deverbeeldingdat hij te Paard zat , het vertrek , zo juist , dat zij zich niet eens ergens aan
en kwispelde dan met de karrewats niet zelden die geenen (tiet'; zij keerde zich vervolgens om nam een anderen
die naast bij hem waaren ;denkende dat hij zijn Paard voor weg door het vertrek, naar een afgeſchooie kabinetje ,
had. Des nagts dan koomt de Edelman in zijn bembd te . 't welk zij regelregt zonder voelen of tasten ; en zonder
voorſchijn,ſpreektzijne Valkenaan , ſchietzeop zijn ge. zich te ſtooten , vond ; toen zij daar geweest was , ging
dagten , en maakt onder een groot geraas, net alle be. zij op dezelfde wijze weder naar haat bed , lei er zich in
weegingen , die hijop de Jagtgewoon was. De Postil. neder , dekte zich toe, en wierd weder ſtijf, gelijk als in
lon koomt insgelijks voor den dag , met de karrewars in den beginne van den aanval. Dan ontwaakte zij lang .
de har.d , en Naat er denEdelman zo gevoelig mede over zaam,en als uit een diepen ſlaap ; en als zij aan debij;
de ooren , dat hij hem wel haast deed ontwaaken , en Randers bemerkte dat zij haare toevallen weder gehad
voor altoos van dat Nagtipooken genas. moest hebben , weende zij den geheelen dag van ſchaam
De Heer SAUVAGES DE LA Croix heeft aan de Pa. te, en wist zich niets te erinneren van 't geen zij gezegd .
rijfche Academie , een verhaal medegedeelt , van een of gedaan had.
Vrouwsperzoon , welke deeze wonderbaare eigenſchap in Zonderling is ook de gebeurtenis , van eene Dienst.
een hoogen en zeldzaamen trap had. maagd , welke niet alleen eene Slaap-Wandeiaarſter maar
Deeze Perzoon omtrent twintig jaaren oud , had voor ook eene Slaap ſpreekſter in den hoogſten trap was, welk
been gelaboreerd aan eene verſtijving vaneene geweldi. geval ons den geestigen Artz , waar van wij een groo t
8C.•
3380 SLA : SLA

gedeelte van het voorgaande ontleend hebben , ons dus. moete ik aldaar een Italiaansch Heer AgostiNE FOSARE
danig mededeeld. Deeze Dienstmaagd , zo dra zij des geheeten , die , zo 't ſchijnt, een Nagt-Wandelaar was,
avonds , na haar werk gedaan te hebben , koomt te zit . of tot dat ſlag van Menſchen behoorde, die Naapende al
ten , valt zij in Naap. In dezen Naap , welke in 't eerst le de werkzaamheden van een waakend Mensch verrich :
ligter is , en allengskens vaster word , is zij ſtraks met ten. Hij was omtrent de dertig jaaren oud , ſchraal van
haare kennisſen en vrienden bezig , riet die hier zijn , lighaam , bruin , en droefgeestig van gedaante , hij was
maar die in haare geboorteplaats woonen ; met dezen kloek van verſtand, diepdenkend , en vatbaar voor de
begint zij ſtraks te ſprecken ;inen antwoord haar , en afgetrokkendſte weetenſchappen. Dezeldzaaine toevallen
vangt eene redewisſeling met haar aan , die zij geregelt van bij nagt te wandelen , kwamen hem doorgaans over
uithoud. Zo dra inen zich met haar in geſprek begeeft, in 't afgaan van de Maan , maar zwaarder in den herfst
heeft men al haar vertrouwen ; vraagen cn antwoorden en in de winter , dan in de lente of in den zomer . – Ik
volgen malkanderen beurtelings; zij denkt ordentelijk , was zeer nieuwsgierig om ooggetuige te weezen van het
ſpreekt verſtandig , en drukt zich in zeer juiste bewoor- geen men mij ten zijnen opzigte verhaalde , en had
dingen uit. Zij heeft nauwkeurige begrippen van zede zijn Lijſknegt bewoogen om mij kennis te geeven , wan.
kunde en pligt, en weet alles wat men haar voorſtelt , neer het mogt gebeuren dat zijn Heer iets dergelijks over
zeer net ie onderſcheiden en te beaniwoorden. De ver- kwam.
beelding zo wel als het geheugen moeten bij haar onbe. Na dat wij in 't laatst van ſeptember , 's avonds gegee.
grijpelijk ſterk zijn , zo dra zij een nieuw klawier-ſtuk ten hebbende, ons in 't gezelſchap methet een en ander
dat zij te vooren nimmer hoorde , eens , of ten hoogſten ſpelletje verinaakten , waar in de Heer AGOSTINe van de
(weemaal, heeft hooren zingen , of op de Klavecimbaal partij was , ging bij omtrent elf uuren , te bedde ; wel
ſpeelen , weet zij het zelve in dezen haaren Blaap , zon- dra kwam zijn Lijfknegt en verhaalde ons dat zijn Heer
der een eenigen ioon te misſen, nauwkeurig na te zin . dicn nagt, het zonderlinge coeval zou krijgen , ons ver
gen. Spreekt haar cen vreemde, daar zij wel eenigen , zoekende of wij wilden kooien om het te zien . Ik kwam
maar weinigen omgangmedegehad heeft, toe, zo ſchrikt voor’t bedde met een kaars in de hand , vond hem op
zij daar van in den beginne wel een weinig , maar weet zijn rug liggende, met de oogen wijd open die zeer ſtrak
echter, op de vraag die men haar doet , wat haar ſcheelt, ſtonden , en dit ſcheen het vaste voorteken van zijn aan.
te zeggen, dat zij een vreemd geluid , en een anderen naderende ongefteldheiil. Ik greep hem bij de band , die
Item gehoord heeft, dan van dien Perzoon daar zij me. ik zeer koud vond, en zijn pols Noeg zo zagt, dat er bij.
de ſprak. Onder dit alles word haar llaap geduurig vas. kans geen beweeging in't bloed ſcheen. Maar omtrent
ter , en ten laatſten de allerdiepite Naap van de weereld . " twaalf uuren ſchoof bij de gordijnen met veel drift open ,
In dezen echter, onderſcheid zij , gelijk ik zeide zowel rees op en kleedde zich aan. Ik kwam met de kaars digt
de itemme, als 'tgevoelen den reuk. Men kan geduu. bij zijn neus , maar hij was ongevoelig , en zijn oogen
rende dien naap , niet ſlegts luidrugtig ſpreeken , lag. ſtonden onbeweeglijk wijd opengeſperd . Voor dat hij zijn
chen , ſtoeijen , of ecnig ander gedruismaaken , zonder hoed opzette , kreeg hij zijn draagband waar uit men den
dat zij daar van ontwaakt, maar een Trom of Piſtool. degen genomen had, om ongelukken voor te koomen ;
ſchoot zoude baar niet doen wakker worden. Zij gaat want deeze Nagt.Wandelaarszouden gelijk zinneloozen ,
zelfs dan als men het van haar begeert , mede door het zonder eenig nadenken alles beſtaan .
huis , ſchoon zij dan zwak ter been is , en ligtelijk val . Dus toegerust wandelde de Heer A GOSTINE verſchei.
len zoude , zo zij zich niet geduurig vast hield aan alles de maalen zijn kamer op en neder ; bij de haardſtee ko.
wat zij aantreft. Zij lagt , zij weent, zij kijft, zij bid , mende , ging hij in een leuningſtoel zitten , en trad wei
ja alle moogelijke hartstogten wellen in haar op , en zij nig tijds daarna , na een kamertje waar zijn reiskoffer
inaakt gebruik van alle haare zintuigen , behalven van't was, hier hield hij zich lang op , en roerde't een door
gezigt en de fmaak; en 't geen niet min verwonderlijk is , 't ander , en alles weder in order gebragt hebbende floot
in dezen ſtaat kan zij alle huiswerk verrigten , en brengt hij den koffer, en ſtak den Neutel in zijn zak , waar op
alles, wat zij omliaalt, weder net op zijn plaats. Dat hiị een brief ſchreef en dien als over 't vuur droogde. '
zij des nagts in haar ſlaap geestelijke en wereldlijke lie . Toen ging hij na de deur van de kamer , deed dezelve
deren zingt, is gemeen, en echter weet zij van dit , of open , en klom de trappen af ; toen hij beneden kwain
van alles , wat zij in den Naap gezegt of gedaan heeft , viel er iemand van 't gezelſchap , de Heer A GOSTINE
nicts het minſte bij haar ontwaaken . Zij heeft een Sus. ſcheen verſchriktdoor dat geluid , en verhaaste zijn tred.
ter van bijna dezelfde geaartheid. Ik heb ze beide in De Lijfknegt verzogt ons ſtilletjes te loopen , en niet
den ſlaap de ordentelijkſte geſprekken met elkander hoo ic ſpreeken , dewijl hij, als eenig vreemd geluid hem in
ren houden , daar zij, ontwaakonde , geen van beiden zijn droom nabij kwam , verwilderde en 't op een loo
iets van wisten . pen zette , als iemand die vervolgd werd.
Het is ten uiterſten inoeijelijk de thans beſchreevene. Hij liep den geheelenhof, die vrij groot was door ,
Perzoon uit den ſlaap op te wekken . Haar bij den naam regt op het Ital aan ; trad er in , ſtreelde zijn Paard en.
te roepen , helpt nietveel. Haar Heer alleen is na veel deed'i zelve het gebit in den bek , bij wilde er den za
roepens in ſtaat , om haar eindelijk te doen ontwaaken ; del opleggen , maar vond dien nietop de gewoone plaats ;
maar alles wat zij na dit ontwaaken doet , gaat half Naa: hier op ſcheen bij ce onvrede , als iemand die teleur geſteld
pende toe. In’t kort , zij heeft een half kwartier uurs is ; hij klom echter te Paard en reed na de voorpoort , die
noodig , om zich te herſtellen. genooten was. Hij ſteeg af en noeg met een ſtok ſterk
Zie hier nog ecn geval van een Slaap -Wandelaar , uit op de poort, na veel vergeefſchen arbeid klom hij weder
de Univerſal Magazine. for maij 1761 overgenoomen , te Paard reed er mede na den vijver , die aan 't andere
'welk wij merkwaardig
al te vinden om hier niet eene einde van den hof was , en liet het beest drinken ; ver .
plaats te gunnen. Het berigt luid in deezer voegen. volgens weder in 't ftal gereden zijnde , bond hij 't zelve
Een bezoek bij een vriend op 't land afleggende , onte aan de ribbe vast , en keerde met veel ſpoeds in huis.
Hij
SLA . SĽÀ.
3381

Hij lette nauwkeurig ophet geluid dat eenige Dienst- · kersfenen Kwelt; en waar om zij zeer gevaarlijkgehou
boden in de keuken maakten , en luisterde met zijn oor aan
den wordt.
het leutelgat , maar rasna de andere zijde zich keerende Niemand is er die niet ligt begrijpt , dat alle deezo
ging bij in een beneden kamertje , waar een billardcafel ziektens verſchillende oorzaaken moeten hebben , en als
ſtond,bij tradvooren agterwaards,en maakte dezelf. · dan behoort ieder tot zijn eigene zoort.
de mijnen als of hij met de daad geſpeelt bad. Van hier SLAAP -ZUGT , zie SLAAP- ZIEKTE.
begaf hijzich na een klavecimbaal, waar op hij zeer wel SLAA -WORM , is het masker van een Nagt- Kapel,
kon ſpeelen , en roerde die eenigzins. Na dus twee uu.. die in het latijn genoemd word , Phalena oleracea; ( Phan
ren bezig geweest te zijn , klom hij de trappen van zijn læna no&tua fpirilinguis cristata, Alis deflexisfuperioribus
kamer op , en ging met zijn klederen aan te bedde , waar fuscescentibus bimaculatis , ftriga marginis postica bidento .
Hij hem des anderendaags 's morgens , ten negen uurenta. Linn. Faun. Suec.) In de wortels der moeskruiden , als
in het zelfde postuur vonden , als wij hem 's nagts gelaa, ook van zommige andere Planten ,onthouden zich zekere
ten hadden ; want hij Niep na dusdanige toevallen , agt gladde kaale Rupzen , die aan de zijden met een zwart.
of tien vuren agter een. Zijn lijfknegt verhaalde ons,dat · agtige ftreep gecekent, en van onderen roodagtig zijn.
er maar ewee middelen waaren om hem uit die toevallen Deeze worden gemeenlijk voor Wormen aangezien, om
te doen bekoomen , 't eene was her ſterk onder aan de dat zij de wortels uitknaagen; dog het zijn in der daad
voeten te kloppen , en't ander met een hoorn of trompet . Rupſen , met zestien pooten , zeer vlug en zich ſterk
aan zijn oor te blaazen . beweegende; uit dezelve koome na haare verandering
Ten potte van dit artijkel merken wij aan , dat men die in de aarde geſchied , eene Nagt. Kapel te voorfchijn ,
uit alle deeze voorbeelden zeer klaar ziet, dat onze ziel met ongepluimde (prieten , die een zuiger heeft en ge.
geduurende den Slaap bekwaamheid benoude tot dekon. kamd is, de wieken afloopende, met twee vlakken, aan
îtigſte verrigtingen ,waar zij, waakende en niet behulp den dunnen rand blaauwagtig. Deeze Raps word veel
der Sintuigen , dikwils zeerveel werk aan heeft, ja wel. in verdorde Slaa-Planten gevonden , en yan den Tuirlie .
ke zij als dan zelfs nietaltoos doen kan. Schijnt hier uit den Eemten genoemd.
niet te volgen , dat zelfs de uitwendige gewaarwordin- SLABBERTJES, zie BOKKING.
gen , werkingen van het vrij vermogen der ziele zijn , en SLAGADER , in 'tflatijn Arteria. Eer men den omloop
dat de indrukzelen op de ſintuigen Negts de gelegenhe- van het bloed kende , noemde inen alle de bloedvaten ,
den zijn , bij welke de zieidit haar vrij vermogen gebruikt, venae of aders , het is om die rede , dat de franfchen
om zodanige gewaarwordingen voort te brengen, welke nog veines zeggen , zonder onderſcheid; dog om dat
zij even eens kan doen gebooren worden , ſchoon de fin . er een ſag beſpeurd werd in die aderen , welkehet bloed
nen haar haare hulpe weigeren ? Maar hoe geſchied dic ? uit het hartnaar alle de deelen van het lighaam voeren ,
Hoe kan het geſchieden ? Hoe kan de Ziel ſinnelijke ge. noemen wij dezelve Slagaders; zij verſchiilen van de
waarwordingen zonder behulp der finnen maaken ? Ik aders hier in, dat zij veel dikker zijn , en behalven de
beken het niet te weeten. Daar zijn misſchien andere uit. rokken of vliezen aan de aderen gemeen , nog eenen heb.
leggingen var dit raadzel voorhanden , welke mij even ben , welke , uiť vezelen die rond loopen beſtaande ,
weinig voldoen. Ik laat het alles fer nadere onderzoe. genoemd is geworden Spierige Rok ; of ſchoon die veze
king mijner Lezeren bevoolen. Ik kan hen in deezen len meest ſchijnen te beſtaan uit draaden , die neges door
niet onderrigten ; en zij zullen mij het grootfte vermaak veerkragt werken ; evenwel blijkt uit de ſchaamte , wel.
des werelds verſchaffen , met het mij te doen . ke ons rood doet worden , dat zij ook konnen geprikketa
SLAAP-SAP , zie OPIUM. worden , en daarom ſtelt men dezelve met rede , ook ir.
SLAAP-ZIEKTE. Eene Slaap-ziekte word genoemd, ritabel, dat is gevoelig.
wanneer de Lijders door eene tegennatuurlijke oorzaak , De nag , die in deeze vaten waargenomen word , hange
of geduurig ofmeer dan gemeen Jaapen , zo dat zij nauw af van de uitzetting des aders, welke veroorzaakt word .
lijks wakker konnen blijven. De Geneesheeren, bren: door hec fart , die het bloed persſende in de volle Slag.
gen deeze ziekte tot vier zoorten , en noemen haar Coro aders , maakt dat zij buiten baare diameters of middellij.
ni of haap , Comee 't welke mede Slaap betekent , dog van nen uitgezet wordende, den vinger , die men er tegen
f. bedwelming , en drank afkomſtig , welke door Hippoc aan houd, drukken of Naan ; zie HART.
CRATES Cataphora of helling tot Naap wierd genoemd. De Slagaderen zijn dan die bloedvaten , die het bloed
Lethargus van lethe of vergetenheid , is eene Daaperig . Dit het hart naar alle deelen des lighaams brengen ; zij zija
heid , gepaard met het vergeeten van all watmen doen dik , én wit wegens haare vliezen , loopen puntig toe ,
moest ; de apoplexia of beroertheid daar tegen , is eene dat is kegelswijs; daarom verwekken zij niet alleen te.
bedwelming van de hersſenen , met gevoelloosheid, en genſtand, maar grootere warinte, als het hart ſterk ſlaat.
verlamming van alle die deelen, welker werking van on .' De Aderen in tegendeel, loopen van naauw breeder
zen wil afhangt. uit , zij hebben dunne rokken , en nimmermeer eenigen
Vermits het ſaapen bij allen deeze een onafſcheidelijk Nag .
toeval is , worden zij gelijkelijk tot Slaap -ziektens ge- Wij hebben gezegt, dat de flag tegens den vinger af
bragt, of ſchoon zij in der daad ten opzigte van de oor. hing van de werking van het hart ; zo dra nu deeze wer
zaaken , dikwils hemelsbreedte verſchillen. king ophoud , trekken zich de Slagaders toe , gedeelte
Daar is nog een zoort van Slaap-siekte ,welke Gale: lijk door de veerkragt, gedeeltelijk door de inwendige
Nus en andere Geneesheeren noenen Coma vigil, als of beweegingskragt der vezelen ; zo dat de Slagaderen even
men zeide , eenewaakzaameſaaperigheid ,'tgeneiets onge. als het hart , hebben eenen ſtaatvan werking, en van
sijmdste kennen ſchijnt te geeven ; deeze ziekteevenwel Napheid , naamelijk fiftole en diatole, welke met die
geeft inderdaad een neiging tot ſlaap ,dog die geduurig vanhet hart verwisſelen ; dat is alshet hart is in wer.
geſtoord word , en den Lijder doetwakker zijn ; zo dat zij king ,zijn de Slagaders werkeloos , en als deeze
van eene ſcherp prikkelende oorzaak afbangt , die de werken , is het hart werkeloos. 'Gelijk wij bij OM .
VI Deel . Dd LOOP
SLA , SLA:
LOOP VAN HET BLOED , en HART gezegt heb. De Aspergie-Bodden , die in de voorgaandemaand niet
ben . gehayend zijn , moeten niet langer dan tot bet begin van
Dat ou de flag of pols van de Slagader, afhangtvan de deeze uitgeſteld worden . Ten dien einde moetmen de
meerdere uitzetting , blijke,als men metden yingerdear fengenafſnijden , en bet onkruid van debedden omhak ,
seria fubclavea, ofonder Neutelbeenfehe Slagader drukt , iken , en in de paden haalen , alwaar het moet onderge
want dan is er geen pols of Nag bij de hand, en als eene ſpit worden, en de aarde van de paden moet over de
Lusſchenpoozing, om dat door de toedrukking der Slag- bedden verſpreid worden . -- .
ader belet word , dat er meer bloed in dezelve geperst. Tegens het laatst van deeze maand, kan men een broei.
word. bak maaken om Aspergies te broeijen , waar toe men
Daarom hebben zommige Menſchen , eenen: tusſchen Aspergie planten neemt uit oude bedden , die men voor
poozenden pols in eenen arm , zonder dien in den ande: nemens is weg te doen,vermitsjongeof nog fleurige
ren te hebben . Detusſchenpoo Nag is om die zelf
zende planten hier toe te goed zijn . Deeze planten zet men
de rede nietaltoos gevaarlijk , nog doodelijk. Ookis opde met 4 à s duimen overdekte mest in de broejbak,
die tusſchenpoozende pols in deſtervenden geheel an . digt bij malkanderen, en dekt ze vervolgens met drie i
ders,want hij hangt af van deongeregelde beweeging van vier duimen aarde; zo zullen ze wel haast uitſpruiten
het hart zelve. als de mest broeit , dog de aardemoet ook niet al te beet
Het optrekken van de pols in de ſtervende, is eigent. worden ; want dan zouden de wortels verbranden , en
lijk de uitzetting van de Slagader in het bovenſte gedeel. er niets van komen. Op deeze wijze kan men ook de
te , terwijl het onderſte in dezelfde ſtaat blijft., . : Hop doen ſpruiten , en men kan dit den gantſche winter
SLAGADERLIJKE BUIS , in 't latijn Canalis arte. door verrigten.
riofus; dusdanig noemt men in een ongebooren Vrugt, In zagt weer moet men de Bloemkool en kroppen , die
den weg des bloeds, die van de Long-flagader na de onder glafen of bakken ſtaan, zo veel vrije lucht laaten
Aorta od groote Slagader.loopt, dewijl de als dan nog bebben , als het mogelijk is, door er de glaſen alle da
onbeweeglijke Long , Megts een weinigje van 't bloed genin droog weer af te nemen , en in nat weer weder
kunnende bevatten , al'coverige door dit canaalin dene: om op te zetten , om luche in te laaten ; want ze moe.
derdaalende Aorta loopt , groeijende deeze Buis na degeten in deezen tijd niet te veel vogt hebben, op dat het
boorte toe. haar niet doe rotten . Indien men de glaſen te digt toe
SLAG-BALSEM , zie BALSEM. houd , ſchieten zij te ſpillig op , en zijn te teder om de
SLAG GOUD , zie DONDEREND -GOUD minſte vorst , te weerſtaan ; dog áls het vriest , of heel
SLAG -POEDER , zie DONDEREND -POEDER . flegt weer is, mag,men de raamen wel geheel toe laa.
SLAGT.MA AND , in 't latijn November., ' t welk zo
veel betekend als nonus imber of de negende maand van
ten. mes
.
Men moet nu den grond mesten en vooren , die voor
Maart afgerekend, met welke men eertijds het Jaar pleeg vroege gewasſen geſchikt is, leggende die aan reeken ,
te beginnen; volgens de rekening der meeste Christenen tot den tijd ,dat men hem gebruikt', 'twelk van groo
maakt deeze maand thans de elfde van het Jaar uit ; de ten dienst is om de grond te verfrisſen en te luch .
zelve heeft 30 dagen, en omtrent de 20 of 21 treed de ten. Daarenboven, door du 20.veel van dit werk te
Son in het teken van den Boogſchutter (-) · doen als mogelijk is', zal-men' in het voorjaar , als et
werk zaait
meeſtemaand
Aan deeze maand is de naain van Slagt-maand gegee hetDeeze handen
is, demen des te ruimer hebben.
xen , om dat men geduurende dezelve gewoon is , Osſen ook alle zoorten vau Salades
en Verkens-Vleesch tot winterproviſie te Nagten en op te kruiden in maatig warine Broeibakken , als latuw , kers.
doen , als mede dat geene 't welk tot zomer gebruik in je , radijs enz. op dat de tafel geduurig daar mede -mo.
den rook word gehangen. Zie SLAGT.TIJD . ge voorzien zijn ; en neemt in droog weer de endivie
op die volwasſen is , legt ze in de vooren , om geel te
Werkdat in de Moestuin in deeze maand te worden , altijd in agt neemende, om ze aan de kanten
doen ſtaat. der reeken te zetten , op dat er de' nattigheid mooge afe
In de Moestuin is nu het drukſte werk gedaan , en loopen , anders doet het de planten rotten . Ook moet
go wel de Moes- als andere Tuiniers krijgen nu na veel men de nog buiten ſtaande ſelderijaanaarden om geel te
fomer.werk , eenigen rust tot 't aanſtaande voorjaar. worden , zorgdraagende, her hart der Planten niet on
Dog het is in deeze maand de tijd , om de grond tus , der te aarden , en het zelve altoos in droog weer te
eroos in droog weer te
fchen de Artisjokken in te vooren, zorg draagende , om, doen ,
een groote menigte aarde over de wortels te leggen , ge. In het begin van deeze maand , moet men wat geele
lijkelijk aan haare zijden en toppen , ten einde te verboe.. worteltjes ofpeen , en radijs op warme rabatten zaaijen ,
den , dat ze niet door de vorst benadeeld worden , bewaa- omtrent ſchuttingen en heggen , om vroeg in het voor .
rende hun dit veel beter , dan ruige mest, die van jaar aan te koomen.
zommige opkundigen daar toe gebruikt word. Dog De ſpinagie , uijen , en andere gewasſen , die in julij
eer men dit te werk fteld , moeten de planten gelijks of augustus gezaaid zijn , moeten gedaurig ſchoon gehou .
grond worden afgeſneeden , ten waare er eenige zeer den worden van onkruid , 't welk indien men het in dee.
sterke planten waaren , gereed om vrugten voort te zen tijd laat ſtaan , de Gewasſen overloopt, en door de
brengen, (want deeze moeten met een ſtrooband digt natrigeid op te houden ze doet rotten .
toe gebonden worden ) en aarde daar over heen gelegd ,, Indien deeze maand droog en vriezend is , moet men
5

' t welk haar voor de vorst beſchermt, ten waare die mest brengen op de akkers van de Moestuin , op dat
zeer. Itreng,was, wanneer dezelye met droog ſtroo moe ze gereed zij; wanneer men ze noodig heeft om den
Een gedeid worden , dat men er biſ zagt weer aloos grond ie ſpitten , waar door men in het werk veel voor
moet afneemen . Op deze manier handelende , heeft men uit raakt.
genoegzaan.den geheelen winter door Artisjokken . Men moet nu op nieuw de Riet-leggen met teentjes
bin
SLA SL22
338
binden , anders : fcheuren de ferkelwinden , die dobra dubbelde papieren op den bodemenrondom de zijden der
gaans in deeze tijd koomen , ze vande ſtaken en breken manden heen leggen en de fruitdaar wel in gepladtse
het Riet. " zijnde, een dubbeld papier daar op , en braaftarw -ftroo
Daarmen Broeibakken heeft', 't zij voorfalade, kom over dat papier heen gelegt,en dan op een plaats gezet
11 kommers, of tot eenig ander einde ,nioeten ze in deezen' zijnde, die voor de vorst en te veel lucht geſlooten is,
tijd zorgvuldig opgepast worden , want de nagten zijn nu bederven
zal het niet licht joy !
, of derzelver Schillen tiina.
Jang enkoud, ende dagen of vriezend , of nat, ofmisſtig pelig worden.
zo dat men weinig lucht aan de Bakken kan geeven ; Indien men in de voorgaande maand , niet heeft kunnen
waar door de Planten dikwils ſchimmelig worden en weg gedaar krijgen , met alle Boomen in de Enterij te vera
forten , en de hete van de Bakken word dikwilszeer veel planten , kan men het nu afdoen ; maar dit moet gedaan
verminderd door regen of ſneeuw ; 't welk hetzeer moes worden in het begin van de maand , op dat de haair.wor.
voor den winter mogen
jelijk maakt om de Broeibakken in deezen tijd!1 te be. ketelsBoomen uitſchieten; want alle zul
bandelen . , die in het laatst van deeze of in de twee vol.
Ook kan men nu bij open weer , de fijve gronden gende maanden geplant worden , ſchieten zelden wortels
fpitten , om door de vorstmul te vriezen , en de drooge uit voor de lente , dewijlde grond nu koud geworden zijn
lostezandgronden , om lijviger en vrugtbaarderte worden .' de , degroeijing ítil ſtaat, totdat de warmte van het voor
1
jaar, de fappen weder in beweeging brengt.
Keuken gewasſen van deeze Maand. ity Men moet nu wat ſtroo leggen op den grond rondom
Bloemkool, favooijkool, bruine- of boerenkool, toode de ſtammen der nieuw geplante Boomen , om de vorst
kool , Spinagie , ſpruiten van kool, uijen , look , knoflook , te beletten van tot dewortels door te dringen, 't welk de
tocambollen , chalotten , knollen , bieten , peen , pinxterna jonge haairwortels dikwils vernielt, en de Boomen zeer
kels , ſuiker wortel , falfefij, aardappelen , ſcorſoneeren , veel verzwakt of doet ſterven.
tammenasſen , peterſelie wortels , endivie, ſelderij, 346- Gaat voort , in droog weer mest te brengen op zulke'ge
ring , marjolijn, thijm , Chardons, kervel , vette-kous, win- deeltens van de Enterij, die het nodig hebben , en ſpreid
terkersſe en lepelblad. ze op'den grond tusſchen de Boomen , op dat de regen
in den winter , de zouten in den grond mag ſpoclen ,
Werk in de Vrugttuin en Enterij. eer de grond in de lente geſpitword.
Men vaart voort met 't boom -fnoeijen , en indien het Wanneer men beoogt nieuwe Plantagien in het voor
open en droog weer is , zo kan men in de drooge losſe " jaar aan te leggen , moet men nu den grond daar toe
gronden , nog allerleijBoomen planten. gereed maaken, door hem wel te vooren , en aan 'rees
Men kapt allerleiwilde Boomen , als Wilg , Elst, I. ken 'te leggen , op dat de vorst hem mag vermurven
pen , Eicken , Berken enz . zo wel cotbrand als timmerhout, en mul maaken.
waar toe het tegenwoordig , en de volgende maand de Bind alle nieuwgeplante Boomen vast aan ſtaaken ,
beste tijd is, vermits het nu gebakte hout nietalleentot op dat de ſterke winden dezelve niet mogen los of
branding , maar inzonderheid ook tot timmeragie, bet fcheef waaijen .
duurzaamſte , en niet aan de Worm onderhevig is. De Bedden met eenige buitenlandfche Boomen of
Vrugtboomen , die in de voorgaande maand voor Stam- Heesters , moeten nu voor de vorst beſchut worden ,
boomen geplant zijn , moeten , indien zulks nog niet is het zij met hoepels over dezelve te ſteeken , en die
gefchied , met taken bezorgd , en die tegen muuren of met matten te overdekken , als de vorst ſtreng is , of
eſpaliers gezet zijn , daar aan vast gemaaktworden , om met erwt-ſtroo , of ander ligt dekzel daar over te lege
te beletten , dat ze door de 'hevigheid der winden niet gen , en in zagt weer wederom weg te neemen.
worden gefchud , waar door de nieuwe haairwortels , die Ook kan men nu bij droog weer de bemeste Boos
uitgeſchooten zijn na dat ze geplant wierden , vernield men met kalk-water beſproeijen , om het mos te doen
worden tot groot nadeel der Boomen . Men moet ook weg gaan , en dus de Boomen te zuiveren .
in agt neemen , om wat ſtroo op de grond te leggen rond Men legt allerlei pitten en hardſchillige zaaden , als
om haare wortels, zo bet niet reeds gedaan is; om de van nooten , 'kersſen , pruimen , appelen , peeren , enz. in
vorst te beletten , van in den grond tot de wortels der vogtig zand te meuken , om te kiemen , en dezelve
Boomen door te dringen. daar na in het volgende vroege voorjaar te zaaijen.
Plant in 't begin van deezemaand , indien 't zagtweer
is , kruisbefin , aardbeſiën , frambooſen en aalbefien , en Ooftvrugten van deezen Maand.
Ipit de grond om , tusſchen de rijen van de kruisbeſtën Van de Appelen die in deeze Maand goed zijn te
en aalbefien die te vooren geplant zijn , om dezelve eeten , rekend men de volgenden voor de beste. De
ſchoon te maaken van onkruid ; maar men moet eerst Aurea libertas , herfst Calville , borstorfer Appel , franſe
de Boomen (noeijen , op dat er naderhand geen ruigte Guldeling, franſe Kroon , Heer- Appel , herfst Erveling
valle. enkelde Griet, Eijer appel ,blanke Pepping, Pigeon, Prin .
Indien men nog eenige laate vragten heeft , welke ces-appel,' Pomme d'etoile , Roos-appel, geele Silverling ,
nog aan de Boomen gebleven zijn , moet 'nen ze op Sijden.hemmetje, roode Wijn-appel.
den eerſten droogen dag plukken ;want indien inen ze lan- Van de Peeren. Beurre blanc tardif of Doijené ,
ger aan de Boomen laat hangen, zijn ze in gevaar om Beuré gris , Beurrérouge , herfst bon - Chretien , Calbasſe.
door den vorst en nattigheid verlooren te gaan ; en de peer , Citroen -peer , Convent-peer , Konings-peer , Rousſette,
beste winter-peeren en appelen , die in de voorgaande Rousſeline , Sucre.vert ,kerfst Šukereij,St. Germain , Spic.
maand geplukt zijn , moeten nu in manden met tarw -ſtroo gelopeer, Virgouleuſe.
digt opgepakt en gezet worden , daar nog vorst , nog te Voorts heeft men nog. Mispels, Oker- en Hafe-nov
veel lucht bij kan komen , anders zijn ze onderhevig om ten , Kaſtanjes, Amandelen , als mede Druiven en Vij.
in korten tijd te bederven. Ook is het goed, dat men gen , die men bewaart heeft . Werk
Dd
JLA , SLA .
3384
Werk in don Bloem- en Plaiper: Tuis . Auit , en op eene drooge plaats weg zet.
De bakken en potten met zaailing . Bol-Bloemen
moeten nu in een warme ſtandplaats gezet worden , Bloemen die in deezen Maand bloeijen .
daar ze de Son hebben , en voor koude winden beſchut Zommige zoorten van Starre-kruid , twee zoorten var
zijn . Gulden -roede, éénjaarige Stok -violieren , dubbelde Cola
Snijd de ſtengen af van zulke laat bloeijende Planten , chicum , Crocus , Viola tricolor , drie of vier zoorten van
die nu beginnen te verdorren , en harkt de Rabatten van overblijvende Sonne bloemen , Plumbago of Vlooikruid ;
den plaizier- uin, om degrondvan boven te roeren,'t welk en indien het zagt weer is , eenige enkelde Inemones en
het onkruid en mos belet van daar op te groeijen ; maar Poliantus-Narcisſen , wanneerze in de voorgaande zomer
men moet zorg dragen , de aarde niet te diep te roe- niet verzet zijn. Als mede de Jacobæa met purpere bloe
ren , op dat men de wortels , die onder den grond zijn , men , Eupatoriums , Clinopodiums en Helena's.
Diet benadeele.
. Indien het zagt weer blijft , kan men nog verplan . ' Werk in het Oranje-huis en Trek-kasſen. :
ten Peonie , Wolfs-wortel , Iris met calmus-blad , en In het begin van deeze Maand , moet men alle de barde
de meeste andere knobbel-wortelige Planten , zo als buitenlandſche Gewasſen , die men tot deezen tijd buiten
ook zommige Lijchnis , Eerenprijs , Geum , dubbelde huis heeft laaten ſtaan , in het Oranjehuis brengen , en nu
veld-Lijchnisſen , geele Gentianen , Gentianella , Fraxi•moet men alle de Planten in dat huis in die order zetten ,
onella , Guldenroede, laat bloeijende Asters, en andere waar in men ze den geheelen winter denkttelaaten ſtaan,
haairwortelige Planten ; ſchoon het beter is, dat zulks in
in't welk te doen men in agt moet neemen , de hoogſte
de voorgaande maand gedaan word , om dat, indien er Planten agter aan te zetten , en ze allengskens ſchuins af
vorst kont kort na dat ze geplant zijn , dezelve het naar vooren ţe laaten gaan ; maar zet ze niet te digt , op
wortelvatten belct . i
dat haare takken niet verwarren , want dat zou haare .
Debedden met zaailing Bɔl-bloemen , die in het voor. ' kroonen zeer veel benadeelen.
gaande faizoen niet op genoomen zijn ,moeten overge . In zagt weer, moet men de harde buitenlandſche Planten
harkt worden , om het onkruid en mos te beletten van zo veel vrije lucht geeven als mogelijk is , door de glaſen
daar op te groeijen , en daar moet wat verſche aarde dagelijks te openen , en men moet ze alle dag geduurig
boven over geſpreid worden , om de vorst te beletten overzien , om gewaar te worden , welke water nodig
van de Bollen je benadeelen. En als er vrees is voor hebben; want daar zijn zommige zoorten van Planten ,
ſterke vorst , bedektdan de bedden met vergaane run , welke drie of vierinaal in één week moetendanbevogtigd
eens no.
die de vorst belet diep in den grond te dringen.- worden , terwijl veele anderen het niet meer
De porten met fijne Auricula's en Anjelieren moeten dig hebben , zo dat men ze niet alle op den zelfden tijd
voor harde regens , vorst en ſneeuw beſchermd worden , moet nat maaken , maar alleen die , welke men ziet dat
door dekkingen met matten of kleden ;maar wanneer men het nodig hebben. Ook moet men in agt neemen, om
daar toe geen bekwaame gelegentheid heeft, moeten de her des inorgens te doen, op dat de damp moge uittrek 1

porten op deeene zijde gelegt worden, om de nattigheid ken , eer devenſters des avondsworden geſooten , ander.
te beletien van in de potten te blijven , 't welk de wor• zincs benadeelt het de Planten.
tels dikwils doet rotten . .Men moet dikwils alle de verdorde bladen van de Plan.
Spit de mengzels om , die gereed gemaakt zijn voor ten aftrekken , en ze niet laaten vallen tusſchen de potten
porten of rabatten , op dat de deelen gelijkelijk moogen of tobben , 't welk ruigte maakt in het Oranjehuis, en
gemengt worden , en het voordeel van lucht en vorst wanneer ze rotten , beſmetten zij de lucht , welke van
krijgen, om ze te luchten , en losſer te maaken. Ook de Planten ingedronken zijnde , de groente van haare bla.
moet men in dezen tijd nieuwe mengzels gereed maaken , deren doet veranderen tot eene bleeke en ziekelijke ge
op dat men het volgende jaar geen gebrek aan toevoer ſteltenis.
hebbe , zijnde het best drie of vier hoopen te hebben Naar maate dat de koude vermeerderd, moet men de
die op malkanderen volgen , op dat ze des te langer mo- vuuren in de Stookkas raar gelang vergrooten , zorgdraa
gen leggen eer ze gebruikt worden , want indien de dee . gende , de lucht niet te heet te maaken , op dat men de
len niet wel, gemengd zijn , tieren de Planten niet die Planten niet te ſterk doet uitſchieten, 't welk in deezen
men daar in zet. tijd voor haar nadeelig is. Ook moet men de lucht niet
Tegens het laatst van deeze maand , moet men de bed . te koud laaten zijn , op datde bladen niet verdorren en
den met Hiacinten , Tulpen , Tacetten of tros-Narcisſen , afvallen , en de uitterſte deelen der Pfanten ſterven .
enz. met hoepels overwulven , op dat ze met matten of Voorts dient er in agt genomen , om de Planten zo dik.
kleden mogen bedekt worden, om de vorst te beletten van wils te bevogtigen , als men merkt dat ze bet nodig heb.
in den grond te dringen tot de wortels. Ook kan men in ben , 't welk na de hitte der lucht moet geregeld worden ;
plaats van dit , er een duimbreed oude run of kif over dog het, water dat hier toe gebruikt word , moet vier-en
Atrooijen , dat ook zeer goed is. twintig uuren te vooren in de Stookkas gezet worden ,
Rolt en plet de gras.paden in dezen tijd, want de grond op dat het daar een evenredige warmte bekooine met
vogtig zijnde , maakt de rol die veel gelijker en een goe- de lucht van de kas , en geeft het nooit in te groote hoe
de korst daar op . veelheid ; want het is veel beter de Planten dikwils en
Houd de keizelgruis-paden ſchoon van onkruid en ſpaarzaam te begieten , dan in deezen tijd te veel nat te
mos ; want bet mos breid zich nu ſterk uit , en is in maaken.
bet voorjaar moeijelijk om uit te trekken. Men moet geduurig alle verdorde bladen aftrekken
Men heeft nu ook ſchoon tijd , om de vergaderde van de cedere Planten in de Stookkaş , en haare bla.
Bloem- en andere zaader die men heeft ingezamelt , den en ſtengen zuiveren van vuiligheid , welke er in dee
te zuiveren en ſchoon te maaken , waar na men ze zen tijd zeer ligt aan koomt, gelijk ook van Ongedier
in papieren zakjes gedaan zijnde , in een doos op te ; 't welk ze dikwils aantast, inzonderheid de Koffij.
boom
SLA . SLA . 3385
boom , die noodig heeft dikwils gezuivert te woi- overige't welk behoorlijk gezouten zijnde, in den rook
den. word gehangen , in den zomer tot proviant te doen ver
De Ananas-Planten moet men niet langer in de Run• ' ſtrekken. Ook is het in de deezen tijd dat men allerlei
Esame bak laaten ſtaan dan tot het begin van deeze Maand , wan, zoort van Worſten , Rolpens , Hoofdvleesch enz. vervaare
de es neer ze in de Stookkas moeten gebragt worden , in agt digt. Zie de bereiding van het een en ander , op os ,
neemende , zulks op een warme dag te doen , en zet ze VERKENS, WORSTEN enz.
daar ze veel hitte kunnen hebben , zonder welke ze zel- Deeze zo noodzaakelijke huishoudelijke verrigtingen ,
den vragt voortbrengen. Dog dit is alleen van zodanige geſchieden doorgaans in November , pimmer vroeger,zel.
€ 205 Ananas.Planten te verſtaan , welke des winters in de droo den laater, om welke rede deeze maand ook algemeen in
ge kas gebouden worden ; want als er een Runbed in de onze ſpraake, Slagtmaand , word genoemt.
Stookkas is , moeten de Planten voor deezen tijd , daar SLAG.WATER , zie KARBONKEL -WATER.
al in gezet worden. SLÄKKEN . Wij kunnen niet beter doen , als onze
Van de Planten in deezemaand , in het Oranjebuis en Lezers hier medecedeelen 't geen den zo kundigen Heer
Stookkas bloeijende , zijn de volgende de voornaamtten . M.HOUTTUIN , Schrijver van de Natuurl. Historie vol.
Verſcheide zoorten van Aloë's , zommige Geraniums , gens het samenſtel van den Heer LINNÆUS , omtrent dee
1, boomagtige Sedum , Cotijiedon , Amenomospermos , Leozen Rang van Dieren , heeft te boek geſteld.
IH nurus , Canariſche Klokjes, Kandiſche Thlaspiboom , gee. 't Latijnſche woord Mollusca (zegt dien Heer) dat van
est le Indiaanſche Fasmijn , Indiaanſche Kersſe met een dub . LINNÆUS hier, in 't meervoudige ,gebruikt word voor
bebelde bloem ,jpaanſche Fasmijn ,Viorneboom , Jasmijn met een algemeene benaaming der Dieren , van deezen Rang ,
llèxblad , Seneciomet ongebogen bladen, groot blaauw is door Plinius, in't enkelvoudige , voor een Nootmet
Virginisch Starrekruid , Mijrthus met dubbelde bloemen , een zagte Bolſter of Dop genomen. Het kan zekerlijk ,
Cashia Bahamenfis, Papaijaboom , boomagtige Chrijfanthe- niets anders dan iets weeks , in tegenſtelling van iets dat
mum , Afrikaanſche Doria met blad van St. Jacobskruid, hard is in dergelijke betrekking voorkoint , betekenen.
1 Mimoſa, Azoriſche Fasmijn , Pasſiebloemen , boomagtige Hierom word die benaming niet ongevoeglijk , toegepast
Afrikaanſche Alcee , Guernſeij-Lelie, Belladonna.Lelie , op Weeklijvige Dieren , die wel in't algemeen niet dan
Malpighia met blad van Granaatboom , Cacalia , Clutia, met een Huid bekleed zijn , dog waar van zommigen ge .
Tetragonia, verſcheiden zoorten van Meſebrijanthemum , lijk de Zec- Sterren en Zee-Egels , eok een zagte of weeke
Be Crasſula's, Gujava , Poinciana, Crinum , kleine Melocac. Schaal hebben , in tegenſtelling van de Schulpdieren . Al
tus , Peper , klimmende Arum , Turnera , heesteragtige DROVANDUS heeft een Boek gemaakt de Molibus, dat is
Africaanſche Salie met blaauwe bloemen, Cijclamen van van Dieren , die met een zagte Huid bekleed zijn , of
Aleppo, Afrikaanſche Afodil, twee of drie zoorten van ſchoon vast van Vleesch. Ik gebruik er de benaaming van
Gnaphalium , Teucrium Boeticum , Heliotropium Canari. Slakken voor , die aan 't eerſte Geſagt eigen en op zom ,
enfe , Apocinum , Oosterſche Ptarmica , Chrijfocoma, Stoe. mige andere ook niet ontoepasſelijk is.
chasmet getandebladen, Afrikaanſche heesteragtige Mal. Met Wormen koomen de Slakken overeen, in een een.
ys, heesteragtig Heliotropium van Peru, heesteragtige Chi. voudig naakt Lighaam te bebben ; dog verſchillen van de
neeſche Aster , Crinium met blaauwe bloemen ; Antheri. zelve door hunne ledemaacen , dat de Sprieten of Voelers
ciums, heesterachtige Pitolacca van Peru , Adhatoda , Her zijn , die in zommige naar Hoorntjes , in zommigen naar
mannia's , Diosma, en eenige anderen . Armen of Nijpers, in eenigen paar Pooten gelijken. Dat
zij geen Schaal hebben is zo algemeen niet, of het lijd
Huismans-werk en zijn Voordeel in deezen Maand . eenige uitzondering ; gelijk ditin de Zee- Appelen of Zee .
Als't winter-zaad nog niet alle in de grond is , zo lijd Egels en Sterren blijkt , die men deswegen, ook agter
zulks geen langer uitſtel, en moet noodzaakelijk in het de naakte Slakken geplaatst vind.
begin van deezen maand geſchieden , voor dat 't vriest. De geſtalte , voor 't overige , der Dieren van deezen Rang
Ook kan men in deezen tijd de ſtijve Akkers ploegen , is grootelijks verſchillende. Hoewel zij het Lijf , eeniger.
om door de vorst mul te vriezen , tot de voorjaars zaai. maate, naar dat der Slakken gelijkende hebben , zo is
jing van het zomer koorn . ; het dog in anderen Rups. , in anderen Wormagtig. Van
Žommige neemen deezen tijd ook waar , om de ſchraa. het eerſte leveren ons de Zee-Rupſen , zo genoeind; van
le weilanden met oude mest en asch te beſtrooijen . het andere de Zee-Duizendbeenen , die bovendien , met,
Deeze maand is ook de regte tijd dat de Huisman zijn cen menigte van bijhangzels als Pooten voorzien zijn ,
vet geweid Vee ter markt drijft en verkoopt; insgelijks de voorbeelden uit. Zommigen van deeze , gelijk die klei
gemeste Varkens enz. ne Water-Slangetjes der zoete waceren , hebben bijna de
Heeft hij Koeijen die vroeg gekalfd hebben, zo kan dunte van een draad. Anderen in tegendeel, gelijk de
hij niet voordeeliger doen , dan dezelve in deeze of de Zee-ſcheeden en Zee -netels , hebben een zeer plompe en
volgendemaand te verkoopen, dewijl de Kalven tot Nag. wonderlijke figuur, met zo weinig beweeging, dat men
ten voorbeſchikt, in deezen tijd zeer gewild en duur ze naauwlijks voor Dieren aanzien , of erkennen zoude.
zijn. Ook vind men er de Zee-ſchaften onder , die bijna cijlin
Heeft de Landman nog Appelen en Peeren te misſen , drisch zijn , en altoos ergens aan vast zitten , met haare
dan moet hijniet langer toeven , als tot op 't laatstvan grondſteun. Die, welke men Zee. Haasnoemt , hebben
|
deezen maand , om dezelve tot geld te maaken , dewijl hij een figuur, zeer vreeind aan de Schepzelen van dat ele .
anders aan veelzorg en oppasſen verbonden is, om die ment , zo wel als de Kieuw-Worm der Visſchen. DeZee.
voor bederf te bewaaren enz,
E
Katten en Polijpen zijn wegens haare armen niet minder
SLAGT. TIJD , noemt men gemeenlijk dat gedeelte wonderlijk, dan de Bezaantjes, door baare bijhangende
van het jaar , waar in men gewoon is Osſen , Koeijen, vezelen of riemen en blaaságtige gedaante, als die der
en Verkens te Naan , om dat geene , 't welk in pe. Kwallen. Welk een zonderlinge vertooning de Zee.
kel gezet word , totwinterprovifie te gebruiken , en het Sterren en Zee-Egels, in Dhaare menigvuldige ſoorten ,
d3 op
A
SL . SLA .
3386
opleve ren , is ieder een bekend . het Zijdgåt gemeen.
Ten opzigtvan de Ingewanden is 't zonderling, dat men Zee-LONG. Apliifia. Vier Hoorntjes; het Aarsgat bo .
in Dieren , die zo gering (chijnen , een zo wel geſchikt ven aan 'c agterend.
zamenſtel van binnen vind. De onvermoeide naſpoorin- Zee Slak. Doris. Twee Hoorntjes; het Aarsgat bow
gen van SWAMMERDAM , hebben zulks in de eigentlijke ven aan't agterend.
Slakken , op het keurlijkſte aangetoond. In andere Die Zee Haas. T'hetijs. Twee gaatjes aan de Ninkerzijde ,
ren die voor 't blooie oog als loutere Klompen of Kwab
ben , en dus zeer veragtelijk , zich vertoonen , zullen 3. Den Bek van vooren , het Lijf vooraan
wij het zelve ſtraks opgehelderd zien , en bevinden dat met Baardjes bekranst .
zijmet de noodige lighaamsdeelen tot het leven , Hart , Zee-Blaas. Holothuria. De Baardjes vleezig.
Longen , Maag en Darmen, niet minder konſtig dan de STEENBOURDER . Terebella . De Baardjes haairagtig .
edele Schepzelen , voorzien zijn .
Zo verſchillende bijna , als de Geſtalte , zijn ook de 4 Den Bek van pooren ; het Lijf met Armen ,
Eigenſchappen . Zommigen , gelijk ik aangemerkt heb , STEEN SLAK Triton. De Armen in tweën verdeeld ,
beweegen zich en zwemmen zeer vlug ; anderen kruipen zommigen met Schaaren ,
altoos langs den grond ; anderen zitten vast en ſchijnen ZEL-KAT. Sepia. Agt of tien Armen , met Napjes
Daauwlijkste leeven. Eenige Zee-blaszen maaken een zo voorzien .
aartige vertooning , door het drijven met een uitgeſpan . VLERA -WORM . Clio Twee uitgebreide Armen.
nen Vlies langs de oppervlakte der zee, dat men ze des. Kieuw- WORM. Lernea. Twee of drie Armen , die
wegen Bezaantjes noemt. Het voedzel van de meesten rond zijn .
beſtaat blijkbaarlijk uit andere Dieren of Inſekten , die Kroos - Slax. Scijlæu. Zes Armen , bij afgezonderde
zij inzwelgen en verteeren of uitzuigen. Ik neem de paaren .
Zee- Katten , tot voorbeelden van het eerſte; dewijl die
en s. Den Bek van vooren , het Lijf als met Posten .
te; den Kieuw -Worm en anderen van het laatſte. Door ZEE -Rups. Aphrodita. Den Bek ongewaapend , bet
zommige Zee- Duizendbeenen worden Zee-Wormpjes ver. Lighaain ovaal .
!
teerd ; terwijl degewoone Zee-Rups, zo wel als de Zee-DutsenDBEEN. Nereis. Den Bek genageld, het
Zee-Egels en Zee-Schaften , meest van Schulpdiertjes Lijf langwerpig.
ſchijnt te leeven. Tot verteering van zulke harde kost ,
zijn zommigen van deeze weeklijvige Schepzelen met 6 Den Bek van onderen , in " middelprint.
Tanden in de Maag , en tot beſchutting met een beenig Zee -KWAL. Meduſa. Het Lijf glad en Nijmerig.
Ruggeſchild voorzien. De manier , op welke ſommi. Zee-STAR. Aſteria. Het Lijf lederagtig en gedoornd.
gen haar voedzel uit de Nijk of nibber der wateren haa Zee-Egel. Echinus. Het Lijf korftig en met Pendea
len , is nog geheel onbekend. Mooglijk zijn er onder gewapend.
dezelven ook wel , die van wier of zee-gras leeven , Uit deeze lijst van de naamen en kenmerken der Ge.
gelijk de Land-Slakken van groente en vrugten. Men ſag en blijkt, dat ver de meeste, ja bijna alle de Die.
vindt er onder , gelijk de Zee- Schaften , ook Klafkonten ren van deezen Rang , Zee Schepzelen zijn. Veelligt
genoemd , die in zommige landen gegeeten , ja voor zou iemand , onverhoeds, daar uit opmaaken , dat de
een lekkernij gehouden worden ; terwijl de Zee-Katten Schepper der Natuur zulks zodanig geichikt had , on
bovendien een zoort van geneesmiddelen uitleveren. deeze weeklijvige gewrogten van zijne hand , voor de
Anderen , gelijk de Kwallen , Zee- Blaazen , Zee- Netels , randoening ofbeſchadiging door harde aardktompen en
fchijnen zo vergiftig te zijn, dat zij, door aanraaking ſteenen te beſchutten ; dog wij zien de ongegrondheid
van de bloote huid ,een ontſteeking of vuurigheid daar van zulk een denkbeeld , blijkbaar, doorftraaien in die
in verwekken . Eenigen glinſteren bij nagt ,als vuur ; van dit Geſagt, welk men tot onderſcheiding van ande.
anderen hebben , over dag , een goudglans, die haar ren , Aard.Aakken noemt ; en waar van wij onze Lezers
verſiert. Om kort te gaan , de eigenſchappen der ſlak- bier de eigenſchappen enz, zullen mededeelen,
gelijkende Dieren zijn grootelijksverfchillende.
Wij gaan nu over totde rangſchikking en kenmerken Beſchrijving van 't Geſlagt der. Aardjakken , be
der Geflagten , welken deeze Rang er agttien behelst , nevens derzelver Hoedanigheden en
als volgt. Eigenſchappen .
De latijnſche naam , Limax , word van de Slijk ofMod.
DIEREN DIE EEN EENVOUDIG LIGHAAM HEB. der , daar zij in voortkoomen en dikwils in huisvesten ,
BEN , DAT ONGESCHAALD IS EN MET volgens de Ouden afgeleid. 't Hebreeusch woord Chor
LEDEMAATEN. meth een Slak betekenende, zo werden zij geteld onder
de onreine Dieren Levit. XI. V. 30.; dog Schablul ( Pſalm
1. Den Bek van boven , en met den grond- 58. v. 9.;) aangaande heeftmen meer zekerheid, Schablul
ſteun zich aanhegtende. eſt reptile, quod cum egreditur e Concha ſua , Saliva fluit
Zee-Netet. Afinia . Met eene, gemeene, uitrek- ab ipfo, donec plane liquescat & moriatur. Scholias.
baare Opening of Mond. tes ad loc . Pſalmi.) Bij de Grieken ſchijnen zij geen
Zee Scheede. Aſcidia . Met twee Openingen , de ee bijzonderen 'naam gehad te hebben : want ÆLIANUS
ne langer dan de andere. noemt de Aardflak Kogniat Toy gupero's , in overeenkomst
met PLINIUS , door wien de ongeboornde Cochleæ nk.
2. Den Bek van vooren , het Lijf op zijde dæ , dat is naakte Slakken , getijteld worden . De he
met een gaatje. dendaagſche Grieken noemenze Rochlios of Saling as;de
AED.Slak. Limax . VierHoorntjes; het Aarsgat met Italiaanen Lumagotto , en de Hoornflakken , in 't bijzon.
der
SLA . SLA . 9387
der Lumaca : de Franfchen Limace of Limacon en ook n in het water geworpen is en in een flesch gedaan ,
wel Licoche; de Spanjaarden Caracol ; de Duitſchers » de beweeging van de Dierlijke Geesten zou kun :
Schneck , de Poolen Sklimak , de Engelfchen Snail of „ nen zien , en zulks onder de gedaante van kleine bel
Slug . in letjes , die zich van het hoofd naar de ſtaart en van
Zonderling is 't, dat zommige Slakken geheel naakt , de ſtaart naar het hoofd beweegen ; dit is niets dan een
leeven, en anderen een hoornagtig bekleed zel hebben , ,, inbeelding van dat Nag van Philoſoophen , die altoos
't welk men een Rakkenbuis , of een Slakhooren poemt. in de boeken kijken. De geheele reden van dit ver
Dat deeze Dieren , evenwel, in het weezentlijke niet , ſchijnzel legt daar in , dat , wanneer men de Slak in
verſchillen , blijkt daar uit , dat men de inwooners van 't water werpt , altijd eenige lucht in de flijin des Lig .
de Slak hoorens in 't latijn zo wel Limaces noemt en ge. haams blijft hangen ; dog daar is nooit eenige ge.
Doend heeft, als de anderen. In 't frausch noemimen Ichikte beweeging in te zien , hoe zij zich ook roert.
de naakte Slakken , gemeenlijk, Limaces of Limas, de » Altijd behouden deeze belletjes haar orde en plaats ,
Hoornflakken Limaçons. De Slakken , die in de Zee- hoewel zij inkrimpeu en uitzetten met het Lighaam ,
Hoorens huisvesten , worden in de meeste taalen , zo dat is op en van elkander ſchuiven .
lang zij in haar huisje zijn , en met het zelve, daar van De Hoornſakken koinen hier in met de anderen over.
onderſcheiden; gelijk men dus, in Italie , dezelven Ma- een , zo wel als in het voedzel; 't welk zij nuttigen,
raza of Zamaruca , in 't ſpaanſch Caramuijo, in 't fransch beſtaande in allerlei groente en vrugten ; waar van , die
Escargots, en in 't engelsch Cocklesnoemt. Derzelver malst en lekkerst zijn voor den Mensch , haar het mees
huisje, ook, is doorgaans veel ſterker dan dat der Aarde te ſchijnen te ſmaaken; dog zij onthouden zich meer op
jakken , 't welk meer naar een hoorpagtige ſchil of eijer- open plaatzen en in het geboomte, wordende voor de
ſchaal gelijkt. ' LINNAUS evenwel heeft, op het voor brandende zonneſtraalen door haar hoornagtigen dop be
beeld van andere Autheuren , de naakte Slakken van de ſchur. Dat zij geenszins van de daauw of van haar eigen
Hoornflakken , die in de Rang der Schulpdieren geplaatst { ap leeven , is uit de chade , die zij aan de gewasſen toe.
zijn , afgezonderd . brengen , blijkbaar .
De naakte Slakken onthouden zich in laage weiden ,: Alle Slakken worden hedendaags erkend voor Herma.
in digt beſchaduwde bosſchen, of ook binnenshuis in phrodieter , dat is Dieren , die zo wel Mannetjes als
kelders en andere vogtige plaatzen , welke nooit van Wijſjes zijn , en dus de teeldeelen der beide Sexen in
de Son beſcheenen worden. Evenwel zijn deeze of gee. één Lighaam omdraagen. Zij hebben die aan de regter.
ne zoorten aan deeze of geene plaatzen meer eigen. Zij zijde van den hals , alwaar een opening is , door wel.
loopen inzonderheid des nagts , en ook over dag , bij ke zij een zoort van ſchaftje, dat taamelijk lang is , uit .
regenagtig weer ; dog haare. gang is bij uitſtek traag : laaten . Dit fchaftje Ningert zich , ten tijde van de paa.
waar van het bekende ſpreekwoord komt, van iets dat ring , om het ſchạftje van de andere Slak , en wordt in
zeer langzaam voortgaat; als een Slak die kruipt . Haa.. een opening , die naast de andere geplaatst is , ingeſto.
te kruipende beweeging geſchiedt door intrekking en ken. Ten opzigte van de langte deezer fchaftjes, of
uitrekking van het Lijf , bijna als die der Wormen. derzelver uitrekking en inlaating , als ook van den tijd
Zeker Autheur heeft uitgevonden , dat de beweg . van paaring , heeft in verſchillende zoorten eenig onder
» ging der Spieren , die tot den voortgang der Slakken ſcheid plaats. In zommigen zijn de koppen met de hoorn.
dienen, cwintigmaal ſneller geſchiedt, dan die van tjes bijna kruislings tegen elkander gevoegd; in anderen
„n het geheele Lighaam . Dit ſchijnt , echter , weinig op eenigen afſtand van elkander. Zo meu ze , op dien.
1
1
> zekerbeid te hebben , want alle vlakte , op welke het tijd , van een trekt , dan ziet men de ſchaftjes in haar
Dier kruipt , tot een genoegzaam vasten grondſteun geheele langte uit de opening der Lijfmoeder van ieder
dienende , om niet toe te geeven aan de werking der Slak te voorſchijn komen , en , met een wonderlijk Nin .
Spieren , die de Slak voor Pooten verſtrekken .; zo zou gerende beweeging, binnen korten tijd weder in het Lig .
bier uit volgen , dat elke Spier, op de vlakte , negen- haam kruipen.
tien twintigſte deelen van haar geheele beweeging In de Huis- Slak , zegt SWAMMERDAM , die men in
» moest voortglijden, dewijl het twintigſte daar van vogtige kelders en aan de randen van regenbakken vindt ,
alleen gebruikt werdt, om het Lighaam te doen voort onthuiten zich de teeldeelen met drie bijzondere ope
» gaan ; 't welk een onnutte beweeging zoude zijn , ningen aan den hals , daar zij uitwendig in eene opening
Itrijdende tegen de volmaaktheid van de werken der uitkoinen . De eerſte is voor de roede, die daar uitge.
Natuur. Maar , het geene voet eeven heeft tot ſtoken wordt , de eweede is de opening van de Lijfmoc
► deeze misyatting , is de ſchielijke overgang der be. der , de derde is de uitgang van het purperbeursje ,welks
» weeging , van de eene Spier in de andere, welke het vogt ſchijnt te dienen tot ſpanning van de roede. Zij
Dier veroorzaakt door dezelven agtervolgelijk , langs is,in deeze Slak , taamelijk ſterk en peesagtig , leggene
den Buik van agteren,voorwaards, niet iwintigmaal, de als in een beursje , dat men opblaazen kan, en dus.
» maar omtrent vijf of zesmaalzo ras , als de voortgang maakende , dat de roede daar uit
te voorſchijn kome.
» des Lighaams, zamen te trekken . Deeze overgang Uit baar agterſte gedeelte ziet nen een fijn draadje ver.
>> der beweeging van de eene Spier in de andere is , ſchijnen , 't welk zich zamenvoegi mei den band der Lijf
» baarblijkelijk , door een ſtuk glas heen te zien , waar moeder ; welke band geheel vervuld was inet korrelagti.
'9 op men de Slak laat kruipen , en vertoont zich bijna ge deeltjes, die hij in de W’ijngaard- Slak voor eijeren
» als de golving van water , dat door den wind bewoogen hadt aangezien. De Lijfinoeder krinkelt zich , zegt hij ,
» wordt. Eman. Weiss , ſur le mouvement progresſif om deezen band , die haar een redelijke ſterkte geeft.
3
de quelques Reptiles., Ait. Helyttic. Vol. III. p. Zij was, in eenuitgezet
Huis Slak , welke hijvervuld
den 10 ; augustus
380." opende zeer en met eijeren ook vag
„ Maar dat men in een naakte Slak , (zegt SWAMMER- ter van zelfſtandigheid , dan wanneer daar in niets gevon .
» DAMI , Bijbel der Natuure. I. Deel ; bladz. 114.) die den wordt. Het lijmbeursje , daar agter, was ook zeer
uit.
3688 SLA . SLA .

uitgeſpannen; dog de eijerſtok vondt bij genooten, en metzuure vogten ; op andere tijden is het maar ten dee.
van eijeren beroofd, die in de Lijfmoeder allen aan eene le ſteen , en men ziet ook , als dan , dat het met adet.
zijde geplaatst waren , en zeer vast aangehecht. tjes doorweeven is , die als gevuld zijn met zand -kor.
Men weet dat de Slakken haare eijeren uitwerpen , die reltjes. Hier uit kan men met reden beſluiten , dat dit
rond zijn en witagtig , van grootte als witte peper. In Lighaampje uit de ſtremming van ſteenagtige deeltjes
de eijeren der naakte Slakken heeft gezegde Waarneemer , zijnen oorſprong heeft. En het ſchijnt wel , dat de na
zeer dikwils , het kleine Slakje zich zeer aartig zien roe- ruur der Slakken daar heenen ſtrekt; gelijk dit blijkt in
ren en beweegen , eer het daar uitkwam ; zijnde dan de aangroeijing van de ſchulp der Hoornſlakken . In de
aanſtonds 30 groot , dat men zich verwonderen moet , naakte Slakken komen deeze ſchulpjes zo wel in kleine
hue het binnen een zo klein beſtek heeft kunnen bepaald als in groote, in jonge als in oude, voor ; ja io de al
zijn geweest. De Hournjlakken , merkt hij aan , bren- lergrootſten is het zomtijds zeer dun en vliezig, in de
gen haar Jong met een volkomen hoorntje, dat echter kleinen geheel masſief ſteen . Zo dat de HeerSWAMMER
als dan onbeſchrijflijk dun en teer is , voort. Ook is DAM van gedagten was , of zij dit ſteentje ook jaarlijks
door hem een Waterſiakje onderzogt, het welke de bij. mogten uitwerpen, gelijk de Kreeften de zogenoemde
zondere eigenſchap bezit , van levendige Jongen te wer. Kreefts.Oogen doen.
' pen . Bijbel der Natuure. I. Deel biadz. 109. Dit laatſte moet zo onwaarſchijnlijk niet voorkomen,
De Slakken , in 't algemeen , hebben een langwerpig wanneer men aanmerkt, het gene hij verhaalt van ze.
Lighaam , waar aan men een Kop , Hals , Rug , Buik , ker ander Lighaampje , dat , in de nederduitſcbe text
en een zoort van Saart kan onderſcheiden . DeHuid is van zijn werk , het Zoutbeentje genoemd wordt , hoewel
van een peesagtig geweefzel; tot eene groote uitrekking men het in 't latijn een anderen naam kon geeven. In
en zamentrekking bekwaam . Op de Rug is deeze Huid het aarhangzel dat de Lijfmoeder , naar een blinden darm
ruuw en korrelig , aan den Buik zagt en glanzig; maa. gelijkende , heeft, vinde men , als het zelve opengefnee
kende op de zijden , door de zamentrekking der ſpierag. den word , zegt hij, op den bodem een knobbelagtig
tige vezelen , een zoort van plooijen , waar het Dier op deeltje, waar uit een ſpits, Ateenig en krom geboogen
loopt. Op de Rug hebben zij een vleezig ſchild , dat pennetje , als ' een ſcherpe priem , komt ſpruiien. Dit
in koleur verſchilt van de overige oppervlakte des Lig- beentje, met een vergrootglas wel bekeeken zijnde,ge.
haams, en ook dikwils groefswijze met korreltjes Bezet lijkt bijzonder naar een doorſchijnend vischſchubbetje,
is , zijnde gemarmerd met witte en zwarte vlakken. Dit hebbende aan zijn dikſte end eenige kerfies , dog verder
is echteraan alle naakte Slakken niet gemeen , doordien rond en effen , ſcherp uitloopende als een naald. Ter
zij merkelijk in koleur verſchillen . Aan de kopzijde plaatze , daar het gehecht was aan 't gezegde knobbelag-.
kunnen zij dit ſchild , als een luiffel, opligten en ver. tige Lighaamtje, is het uitgehold en zeer braosch . Om
ſcheidentlijk beweegen , maar naar de Staart toe is het dat het met ſterk -water ſterk opbruischt, heeft men't
zelve zeer vast gehecht aan de Rug. Aan de regter zelve genoemd het Alkalijne Beentje.
kant heeft het zelve een opening , waar door de Slak Wat gebruik dit deeltje heeft, (zegt SWAMMER
adem baalt en ook zijne vuiligheden loost. Boven op „ DAM , ) heb ik niet kunnen uitvinden . In 't eerst ver.
het Itaartend is het Lighaam als een haanekaminetje ver.
beeldde ik mij , dat het de roede was ; dog daar van
heven , 't welk geheel anders van maakzei is in de Veld . heeft mij de ondervinding het tegendeel getoond. 't
Slakken , en tot afſcheiding dient van de Nijm , die het Is echter zeker , dat het zijn gebruik in de voortlee .
pad , waar zij gekroopen hebben , altoos aanwijst , en , i, ling heeft; want, na dat de paaring gedaan is , vind
opgedroogd zijnde , als zilver blinkt. ,, men deeze Lighaampjes gemeenlijk leggen op de plaats ,
De luiffel, ter plaatze daar dit luchtgat is , met een waar de Slakken gezeten hebben , en dit is mij einde
ſchaartje openende, zo ziet men dat de inwendige Huid ) lijk tot een kenmerk geworden , om daar van over.
van een aartig netswijs ' maakzel is , als uit vaatjes of ade- cuigd te zijn . In żommige Slakken vond ik het zeer
ren zamengeweeven . Bij helder weer kan dit geweefzel klein , in anderen wat grooter , en wel , naar ik kon
door de opening van het ſchild , wanneer de Slak die > oordeelen , hoe zij minder of meer tot de paaring ge.
ontſluit, zeer fraaij beſchouwd worden . Dikwils houdt vorderd waren. Somtijds is het half geel, maar meest
zij dezelve zo digt geſlooten , dat men in 't geheel geen helder en ſpierwit. Het ſchijnt dat het, gelijkerwijs
opening beſpeurt. In de holligheid van deeze luiffel 9) de koraalen , komt aan te groeijen , het welk ik in de
vertoont zich , ter Ninker zijde van het Lijf, het klop. flakken ſteen duidelijker zal vertoonen, Bijbel der Na
pende Hart , met zijn Oortje en Hartzakje , bencvens nog tuur. I. Deel. bladz. 129."
cenige holligheden , waar in de lucht bewoogen worde. De Ouden maakten van dien ſteen veel gerugts. Pls. 1

De andere ingewanden openbaaren zich niet dan door Nius verhaalt, dat de naakte Slakken , dog niet alle , in
ontleeding of operſnijding van de Slak. de Kop een ſteentje draagen , dat hij zomtijds een teen 1

Wanneer het gedagte netje van zijne plaats is afgeſchei- tje noemt. CARDANUS ſpreekt er aldus van. De Slakken .
den , 20 wordt men daar onder een Beentje gewaar, 't Neen, Limacius Lapiskomtzeineenlijk in die Slakken ,
welk de Autheuren het Siakken- Steentje heeten , en daar welken geen korst hebben , voort. Dezelve behoort ,
men verſcheide nuttigheden , in de geneeskonst , aan gelijk ik zevertoonen kan, wit van koleur, en rouw van
toegeſchreeven heeft . Men zou ook het zelve, be. , oppervlakte te zijn , om dat hij uit een waterige zelf.
kwaamelijk, het Borst. of Ruggebeen kunnen noemen , le ſtandigheid is zamengegroeid; en klein om dat hij komt
om dat het alsin 't midden van deBorst of Rug geplaatst „, uic een klein Dier. Het ſteentje , dat ik , met eigen
is . De figuur is als een hol ſchulpje, dat langwerpy , handen , uit den Kop van een naakte Slak genomen
rond is ; het word in zijn omtrek door verſcheide vlies . heb , na dat ik het in veele vrugteloos had opgezogt ;
jes op zijne plaats gehouden , en is van boven aan het ,, was witagtig en van grootte als een boontje , dog veel
gedagte netje vast. Zomtijds vindt men het geheel vlie- » platter, middelmaatig doorſchijnende, oneffen en zeer
zig; zomtijds redelijk dik en ſteenagtig , opbruiſchende , glanzig ; aan de eene zijde plat , dog aan de andere
» oogs. 1
SLA, SLA .' 3389

oogswijs' uitpuilende ; mecde tanden vergruisbaar', zo is gekookte zwarte Slak”.


datbet als inzandkorreltjes overgaat. Men verkoopt Een Long, welke Repr ſtelt onder het Slakken - Stecno
ook veel grooter ſteentjes, die meer uitpuilen , min. tje te leggen , en de geheele ruimte , beneden bet zelve,
der wit en ondoorſchijnendezijn , hebbende van bin. te benaan ; ſchijntdoor LISTER niet erkend te worden ;
» nen een kuiltje; dog deeze geloof ik niet dat gehaald ten minſte boud bij die witte vooze foffe , alleenlijk ,
worden uit naakte Slakken . ' ALDROVAND. Libr. VI. voor een zoort van kusſen , om te beletten ,dathetHart
De Infettis. p . 280. der Slak, door het gezegde beentje , niet beſchadigd
Deeze Dieren hebben , aan 't voor end , een taame. worde ; welke ſtoffe derhalve ook ontbreekt in de Hoorns.
lijk grooten Dek , die twee lippen heeft , welke zagt en Slakken , die dan , tegen de overeenkomſtigheid der Na.
week zijn , dienende om de ſterke, met tanden gewa. tuur , geen Long zouden hebben. In de zwarte Slak .
pende kaaken , te bedekken en te beſchutten. De Nuiting ken , wien het gedagte beentje of Slakkenoſteentje ont..
van deeze kaaken is zo ſterk , dat men den Bek naauw . breekt, legt tusſchen het Hart en de Huik zekere dunne
lijks open kan krijgen in het getergde Dier. Agter de laag , als van krijt. Exercit. Anatomice , prima. Octavo.
tanden , die vijf in getal zijn en van cinnaberkoleur , vol. P. 36.
gens de waarneeming van Boeclerus ; en die hunne Een zo veragtelijk Dier is dog niet van Hersſenen en
zitplaats hebben in de Bovenkaak ;wordtmen eene kraak. Zenuwen ontbloot, nog van ontelbaare Watervaatjes ,
beenige holligheid gewaar, welke Doctor MURALTUS die in de holligheid van deszelfs Lighaam een dunne voge
deLuchtpijp , anderen de Keelofzwelgpijp noemen. Daar tigheid uitſtorten, welke de ſtoffe verſchaft tot die me.
aan volgt de Maag en Buik, bevattende het darm -kanaal, nigte van Nijm , daar de Slakken berugt door zijn en
dat onafgebroken , enkeld , lang is ten eenige draaijen zich zelf verraaden. Dit zal het zijn , waar de Ouden
maakt. De Maag opblaazende, vertoond dezelve zich gemeend hebben dat zij , als er geen daauw viel, van
geheel vliezig , en wonderbaarlijk zamengeweeven van leefden. Ik zal mij niet ophouden , met het gebruik te
vezelen , zo regt als dwarfë. Men vindt er dikwils , een onderzoeken , dat het Dier daar van heeft , en of dezel.
groene ſtoffe in , met zand gemengd , die hetoverblijf. ve alleenlijk tot aankleeving diene , om het vast te hou.
zel is van kruiden of wortelen en andere dingen , waar den wanneer het langs ſteile , gladde , glibberige baa .
van de Stok leeft. Naar het end van het darm kanaal nen , loopt of kruipt. Bovendien heeft het ,in de Buik ,
zijn dikker ſtoffen , van koleur zwartagtig , welken zij nog een andere vette, Nijmagtige ſtoffe, die geel is en
uitwerpt door een taamelijk groot gat , dat bijna altoos zich ſtijf aan de vingeren hecht, waar van de Slakken .
open ſtaat, aan de regter zijde. Voorts heeft de Slak' Pomade bereid word , die mentegen de puisten van het
ook een aanmerkelijke Lever , in drie of vier kwabben aangezigt gebruikt. De Teeldeelen , waar van ik reeds
verdeeld , bruinagtig van koleur zijnde en doorzaaid met geſproken heb , vervullen bijna de geheele holligheid des
een menigte van vaten , dog voor 't overige van eene Buiks.
klieragtige zelfſtandigheid. Sommigen hebben getwijfeld , of men 't voorſte deel
Zommige Autheuren , gelijk Muraltus en Boecle- van 'een Slak wel een Kop mogt noemen. Plinius ver
xus, zeggen , dat zij , met verwondering , het Hart in gelijkt het bij een Paarden ., en anderen , met meer re
een Slak hebben zien kloppen , of de natuurlijke bewee den , bij een Osſenkop. Dit Lighaamsdeel , naamelijk ,
gingen , van uitzetting en zamentrekking, maaken. Dit is merkwaardig wegens zijn vier Hoornen , waar van de
lighaandeel is van eene geelagtige koleur, omgeeven twee grootſten boven , de twee kleinſten onder ſtaan .
met een vliezig en doorſchijnend Hartzakje , 't welk Beiden zijn zij van kegelagtige figuur, dog de eerſten
naar een Waterblaasje gelijkt. Bij dit Hart vinde men kunnen zich het langſte uitrekken , en krijgen dan zomtijds
een kalkbeursje, dat ook plaatsheeft in de Tuin en Wijne de langte van drie vierde duims ; de anderen hebben
gaard -Slakken , en misſchien de ſtoffe, tot aangroeijing naauwlijks een derde van die langte, dog zijn zo wel als
der gedagte Slakken -ſteentjes, uitlevert. de eerſte van binnen hol , en aan ' t end met een randje
Men kan bij mij , zegt SwaMMERDAM , het Hart of zoompje voorzien , dat een knopje maakt, met een
„ van ' een Slak , met deszelfs Ooren , opgeblazen en geelagtig vogt gevuld. In de grootſte Hoorens word
)) gebalfemd zien. Te wenſchen ware het , dat die Au. men , op 't midden van dit knopje , een zwarte ſtip ge.
» cheur ons de afbeelding daar van had medegedeeld , waar, die zich bijna als een Oogappel voordoet.
» zegt Lister. Dog , op dat niemand in de ontleeding De Autheuren zijn verdeeld over 't gebruik van deeze
der Slakken misleid worde, zo gelieft te weeten , dat Liğhaamsdeelen. ALBERTUS verzekerde dat het Oogen
de baſis of't breedſte deel des Harts, (want het zelve waren , hoedanigen men baarblijkelijk in de Kreefren en
zwele daargrootelijks uit door 't kooken , ) ſchuins naar Krabben vindt. ALDROVANDUS tragte zulk te bevesti.
den Kop van het Dier geſtrekt is ; terwijl aan den gen door een befchimpend italiaansch ſpreekwoord of
top , of het ſmalſte deel , welke agierwaards ziet vloekwensch Ti venga il Cancro , dove hanne gli Occhi le
naar de Staart of liever inwaards naar de Ingewanden , Limaghe. Id eft. Auguror tibi Cancrum , eo loco quo Ocze
js zo wel de hol-ader als de groote Nag-ader zijn inge. tos fuos habent Limaces. Cancrum pro Cornibus. Perje.
plant. Deeze plaatzing, nu was gemakkelijker, en rus , Lister en anderen , zijn van het zelfde denkbeeld
is om de opklimmende hol-ader te ontvangen , en , om geweest. Sommigen wilden beweeren , dat het vier vete
» de groote Nag -ader , met derzelver'takkige verdeelin . rekijkers waren , welken de Natuur dit Schepzel geleerd
» gen , naar den Kop en de overige Lighaamsdeelen , hadt meer ofminder uit te ſchuiven , naar de afſtand van
1)die daar onder zijn , af te zenden . Voorts loopen in 't gezigt. SWAMMERDAM vertoont zelfs de gezigi-zenu.
deeze Dieren ook, van de oppervlakte des Harts naar wen , die van de Hersſenen afkoomen , welken bij in
,, alle omleggende deelen , gekrulde Kieuwen ( branchie twee bolronde deelen , gelijk in de Menſchen , verdeeld
* cirrate ) af, die een weinig uitſteeken , zijnde tevens vondt. Dat meer is , hij heeft, doorkwetzing van het
» aan de huik of luiffel , welke dezelven voor een rug: druiven -vlies , onder 't Mikroskoop , met twee fijne
» gevlies verſtrekt, aangebegt , en zeer zigtbaar in ceb paaldjes , het wateragtige en glasagtige vogt, benevens
İl Deel. Еe ber
SLA2 SLA .
$ 390 .
bet krijqallijn , zeer duidelijk kunnen onderſcheiden in de nieuwspapieren, bet berigte las van de proeface .
Zie Bijbel der Natuur. I. Deel, Bladz. 206. Tab. IV. mingen van SPALANZINI, 20 even gemeld.
Fig. 8. Zijne afbeelding van de Hersſenen , Spieren en Eenige weeken te vooren had de Heer SCHÆFPBI , té
Zenuwen , die tot den Kop , Bek en Hoornijes behoo. Regensburg ; reeds, door zeker voorval, het in leven
ren , in fig . 6. is verwonderlijk. blijven der doorgelneeden Slakken als iets zonderlinge
Niettegenſtaande zulks, durft men thans maar ſtoute opgemerkt. Zie J. Chr SCHÆFTERS Erfere Verſuchemitt
lijk verzekeren ,dat de Slakken geen oogen hebben; zie Bo- Schnecken . 1768 , § 8. en vervolgens.' Zeker Vriend
WARE Woordenboek der Natuurlijke Hiſtorie. Dort, 1769, riedų hem het aan ſtukken knippen der naakte Slakken , als
bladz . 514 . Zo men nog gezegd had , dat zij met de het gemakkelijkſte en zeker te middel, aan , om dezel.
Qogen niet kunnen zien , zou de waarſchijnlijkheid al; ven , in korten tijd , uit zijn tuin te verdelgen. Hij lies
leenlijk te kort gedaan zijn . Sommigen , evenwel, ver. zulks derhalve niet alleen door anderen doen ,maar hield
beelden zich , dat gedagte Hoorntjes voorde Slakken al zich zelf ook menigmaal daar mede bezig , en bij die ge.
Jeeu tot voelertjes veritrekken , en brengen tot bewijs legenheid nam hij waar , hoe de meesten deezer Siak.
bij , dat dezelven zo aandoenlijk zijn , op de minſte aane ken wanneer hij ze niet net in 't midden, maar voorlija
raaking zich intrekkende; dog, kunnen zij daarom niet' ker , en inzonderheid aan den Hals en Kop doorgernee
voor Ongen dienen ,' en word men niet juist het zelfde den haut, of onmiddelijk ofnaverloop van eenige oogen
gewaar in de Oogen der Menſchen , die zich Quiten te blikken , haare te zamengetrokkene geſtalte begonnen te
gen alle dreigend leed ? veranderen , zich uitrekten , den geknotten Hals ofhet
Deeze intrekkingder Hoorntjes is gemakkelijker te be- kopdeel voorwaards uitftreiten , en dus voortkroopeo.
grijpen , dan demanier, op welke zij weder omgeſtroopt Evenwel had hij, dieştijds geen denkbeeld, dat zij, dus
en uit het Lighaan naar buiten uitgebragt worden met verminkt , in it Jeven zouden blijven , alzo haar het oo
den geheelen Kop. , Ik oordeel (zegt SWAMMERDAM), digfte deel daar toe ſcheen te ontbreeken..
dat het binneníte vlies of Spieragtige deel van het hoori . Toen de Pastoor 'de zonderlinge waarneeming va
* tje diewerking doet ; waar in het veel geholpen wordt . SPALANZINI gelezen had, begon hij het aan ſtukken ſnije
m 20 door eenige natuurlijk kleine ſpiertjes, als verder, den van deeze Dieren op nieuws. Hij knipte ieder krui.
door eenige zwaarder Spieren , die het voorſte deel pende en uitgeſtrekte Slak die hen voorkwam , met
man van den Kop en Huid der Slak,naar buiten brengen een ſchaar, overdwars door ; 't zij op den grond , op eea
mi De eigentlijke werking , die ik meen dat de inwendi. blad of op het gras, waar hij ze ook kwam aan te tref
moge ringswijze ſpiertjes van de boorrtjes oefenen , oor fen ; zonder te letten , of hij zulks in 't midden , dan meer
deel ik daar in te beſtaan , dat zij , zich agtervolge.. naar vooren ofnaar agteren , deed. Enigen van dee
lijk zamentrekkende , en verſtijvende, het Hoorntje , ze doorgeſneeden Slakken ( zegt hij) bleeven op haare
dus uitgezet, en het cene deeltje daar van , boven plaats dood leggen; haar grootſte en agterſte gedeelte
het andere , opwaards gedrongen worde ; waar van trok zich niet zamen , en daar welde uit het zelve een
ej men als eene ver gezogte gelijkenis heeft, in de za . dikagtig zwartgroen Sap. Anderen , en wel de mees .
» ; mentrekking van de ringswijze ſpiervezelen der Dar- „ ten , haalden, wel is waar , niet , na de (neede , het
men " . * geknotte deel onder het borstſchild terug , maar zij
Ik heb dit een weinig omſtandiger aangehaald , om » krompen als tot een kleine en ronde klomp in een ,
dat ik nog moet ſpreeken van een zonderlinge waarnes. » dog rekten zich , gelijk bij de voorgaande proeven seeds
ming , welke chans de denkbeelden der Natuurkundigen » gemeld is , zeer ſchielijk weder uit en kroopen daar
niet minder verdeeld houd , dan onlangs het gebruik der heen . Nog anderen bleeven wel na de ſneede, en na
Hoorntjes deedt. 't Was in de voorzomer des jaars 1768 , , dat zij zich zamengetrokken hadden , leggen ; maar ,
dat Pater BOSCOVICH , uit Italie , een Brief aan den Heer wanneer ik ze aanraakte, beſpeurde ik er nog leven
DE LA CONDAMINE te Parijs ſchreef, waar in hij bem in . Deeze bedekte ik voor de zonneſtraalen met een
bekend maakte ; hoe de Heer SPALANZINI, te Modena, , groen blad , on haar den volgenden dag te gemakke.
lijker weder te kunnen vinden ; dog ik trof geen van
tontdekt had , dat de Kop der Slakken , na dat die af. >>
» geſneeden was , weder aangroeide , en volkomen bere deeze Slakkeri wederom , onder het blad , aan , en ik
ſteld werd , met alle de organizatie , die dezelve te, kon uit de ſlijmige ſtreek , die zich op den grond en op
vooren had gehad ”. > het blad vertoonde , ligt opmaaken , dat zij des nagis
Dit berigt bragt geheel Europa in verwondering. Hec , zich onder de aarde , of in de nabijſtaande palin , of
werd van veelen , die niet fcheenen te bedenken , dat », ergens anders heen , begeven hadden ”.
in de Wormen en Polijpen iets dergelijks plaats heeft, In de maand julij , des jaars 1763 , nam SCHÆFTEX
voor ongerijmd gehouden. Zeker Kanunnik, -Lid der eerst voor; de proefneemingen van ŞPALANZINI na te
Letterkundige Societeit van Arras , WARTEL genoemd, doen. Hij leed zes ngakte Slakken de Koppen , en zes
had dergelijke Proeven genomen, die maar ten deele anderen het Agterlijf met de punt af. De zes eerſten en
Maagden. Tegen 'r end van october des jaars 1767, (need de zes laatſten deedt hij ieder in twee bijzondere glazen,
bij den Kop af aan verſcheide Slakken , die aanſtonds in en gaf er frisſche boon -bladen om te eeten aan. in bet
haar ſchulp kroopen , en in de maand meij van 't volgen . glas , daar de Slakken zonder Agterlijf in waren , vond
gende jaar wederom daar uit , levendig , te voorſchijn bij den tweeden dag reeds de bladen afgeknaauweld ; in
kwamen , dog zonder Kop . Uit deeze zijne proefnee- het andere glas , waar in de Slakken zonder Kop waren,
mingen beſloot hij , dat de hervoortbrenging van de Kop bevond hij den derden en vierden dag , tot zijne verbaasd.
pen nier mooglijk waare ; aangezien de Hoorntjes , die heid , het zelfde. En, 'i geen alle verwondering ie
hij afgefneeden had , ook niet weder waren aangegroeid. boven ging , was dat bij , in de volgende maand , de
De Heer WARPEL ſtelde zich voor, om over de Slak, helft deezer Slakken met nieuwe Koppen aantrof. 1

ken van Artois een vertoog te doen drukken , hct welk 1


Men behoeft niet te denken , dat gedagte Paſtoor in
den 20 meij des jaars 1768 reeds voltooid was, toenmeir deezen met verhaasting is te werk gegaan, ofzich doori
ed : 1 lus
SLA . SLA . $ 398
fast naar nieuwigheden de Oogen heeft latenverblinden. De zevende Proefneemingvan den Pastoor betreft het
Vaneen Man , door zo veele waarneemingen in de Na. afſnijden der Agterlijven en Staart. Hij deed zulks den
tuurlijke Hiſtorie vermaard , die Lid is van bijna alle So. 4 augustus, aan twee naakte Slakken, wien , na eenige .

cieteiten der Weetenſchappen in Europa, en Korrespon- dagen verloops, allengs het agterlijfweder aangroeide en
dent van de Koninglijke Akademie van Parijs , kan men den s5 hadden drie derzelven , reeds een nieuwe Staart
zulkis niet denken . Ten anderen geeft bij ons zelf een ſpits, welke in't eerst wit was, dog den 4 ſeptember de
{ chets van zijne zorgvuldigheden in dit geval, ons ver. natuurlijke koleur , naamelijk diebad van hetgeheele age
haalende , hoe bij te werk gegaan zij; en men moet op lijf. Op dergelijke wijze , en in hetzelfde tijd verloop ,
E
zijn berigt, als Doctor in de Godgeleerdheid , Predikant waaren de agterlijven van Hoornflakken , die hij afgelve.
te Regensburg en Raad van den Koning van Deenemare den had , ook weder aangegroeid. Het zelfde gelukte
ken zijnde , te meer betrouwen . hem , met het afſnijden der Koppen in eenige Tuin- eni
» Toen ik de bladen afgegeten vond (zegt zijn Eerw .) Wijnbergs Hoornflakken , gelijk dit alles door hem in ge
» nam ik op ſtaande voet de Slakken uit het glas, en , de koleurde Afbeeldingen, naauwkeurig vertoont, en door
» wijl ik zeker wist, dat ik haar geen andere dan bladen , een omſtandige beſchrijving opgehelderd word .
» die geheel en gaaf waren , om te eeten voorgelegd had In 't algemeen is hier omtrent aan te merken , dat men
» zo keek ik mijne Slakken , in de eerſte plaats, naauw . den tijdmoetafwagten , eer men een beſuit maake , aan
, keurig na , ofhaar de Koppen altemaal wel volkomen gaande het gelukken of niet gelukken , van deeze proef.
afgelneeden waren. Ik vond er geene onder , met neemingen . Van twee Wijnbergs-Slakken , die hij den
> eenig het allerminſte overblijfzel van een Kop; ja 12 augustus de Koppen afgeſneeden had , was de eenena
» naauwlijks kon men , in baare ſterkſte uitrekking, nog veertien dagen verloops, reeds met een nieuwen Kop
„ iets zien van den overgebleven Hals . Misſchien, voorzien; dog aan de andere beſpeurde men , den 7 ſep.
, dage ik , zal in de aarde eenig ander Infekt zijn , dat cember , eerst eenige aangroeijng, welke zijn Tekenaar
deeze gaten in de bladen gemaakt heeft; dog hoe dat dien hijdeeze Slak , met de afgeſnceden Kop , ter afbeel.
ik die , zelfs met een vergrootglas, doorzogt ; ik vond ding had toegeſchikt, gevallig waarnamn . Toen zag men
„ geen blijk van eenig leevend Schepzel. Wie had dari ook reeds de beginzelen der nieuwe Hoorntjes , en zo
de bladen afgeknaauweld ? Kunnen Slakken zonder bleef deeze zaak onder verſcheide verhinderingen , als in
Koppen vreeten ? De toekomende tijd mag zulks be- twijfel hangen , tot dat hij eindelijk den io van die maand
» Qisſen " ! daar omtrent tot volkomen zekerheid kwam ; zijnde aan
Vervolgens bedenkende, hoe veele naakte Slakkers,, deeze Slak de Kop en Hoorntjes , als onder de oogen van
de voorgaande weeken , in zijne tuin doorgeknipt waren , den Waarneemer , weder aan gegroeid . Zie zijn Elfter
kreeg hij lust om te onderzoeken, of niet eenigen daar Verſuch. p. 25 : en de Afbeelding, Tab. III . Fig. 4.
van in 't leven mogten gebleeven en voortgegroeid zijn . In't beQuit merke SCRAEFTER aan , dat er omtrent die
Der 5 augustus derhalven, de plaatzen , alwaar demee . ſtuk nog veele zwarigheden overblijven , en belooft zij.
ften aan łukken gefneeden waaren , laatende doorzoe- pe nog niet geheel uitgegroeide Wijngaard - Slakken dage
ken , werden hem een menigte van Slakken toegebragt, lijks na te zien , en naauwkeurig op te merken , hoe en
waar onder bij wel haast eene aantrof, die het voorſte ge.. wanneer de eene haare bovenſte en groote Hoorntjes ,
deelte zeer wanſchapen had. Hij kon er , nog met het die er nog aan ontbraken , wederkrijgen, en derzelvet
bloote Oog , nog met een Vergrootglas, eenig blijk van nog'zigthaare wonde , of het overblijfzel van de ſneede,
den Kop , Hoorntjes , Bek of Lippen , aan beſpeuren .' zich heelen en Nuiten ; en in de andere het tweedegroo.
Haar voorſte end was lomp en ingekorven , en op de te Hoorntje te voorſchijn komen , en de onderſte kleine
plaats der Hoorntjes, wierd men negts twee zwarteitip :: tot de behoorlijke grootte aangroeijen zoude. Van dit
pen die zich als wratjes vertoonden gewaar. Ook het alles beloofde hij , in een nader vervolg van zijne proe
ragge-ſchild had zijne natuurlijke geſtalte niet ; maar ven , berigt te zullen geeven. In twee maanden verloops
was als van één geſcheurd ;voorts ſcheen deeze frisch en viel met deeze Wijnberg -Slakken, geene de minſte ver.
gezond te zijn. Hij deed ze in een glas met boonbladen , andering voor, en in 't midden van november bragt men
die hij pa twee dagen verloops afgeknauweld vond ; ja de hem die met het Huisje geſlooten ; zo dat hij wederom
g van diemaand,had deSlak werkelijk wederom een kop moest afwagten , wat zig daar omtrent in 't volgende voor.
met Hoorntjes , in de gewoone langte uitgeſtrekt, gekree- jaar zoude openbaaren . Fernere Verſuche mitt Schneckenha
gen . Het een en andere is door hem ,met gekoleurdeAf Regensb. 1769.p. &.
beeldingen ogeheldert. Als boven . Vierter Perfuch. Tabad Zie hier het omſtandig Berigt van eene Proef, die daar
1. Fig. 2 , 3. omtrent door hem , nog in 't jaar 1768 , was genomen ,
Deeze waarneeming oordeelt SCHAEFFER te ſtreke waar uit men tevens verzekerd ſchijnt te kunnen zijn ,
ken tot bevestiging der ontdekkinge van SPALANZINI ; aangaande zijne zorgvuldigheid , in dit onderzoek. „ Het
dog hier in niet berustende, nam bij weder de proef op : , was den 1 october , ( zegt de Pastoor) , dat ik een Wijn .
vier naakte Slakken ,methet afſnijden der grootſte hoornea ‫ܕ‬, bergs -Slak de vier Hoorntjes , metzulke voorzigtig.
jes, die den 4 ſeptember, altemaal volkoomen waaren heid en opmerking, digt aan den Kop afſpeed , dat iee
uitgewasſen . Op dien zelfden dag den 3 augustus naume. der Hoorntje aan de ſchaar bleef hangen, en aan de bij.
lijk, fneed hij vier andere Slakken wederom de koppen zijnde Perzoonen getoont kon worden . Zo dra de
af, en om alle tegenwerping voor te koomen , deed hij Slak één Hoorntje verlooren had , trok zij zich naar
zulks in tegenwoordigheid van vier Perzonen , die getui. de algemeene gewoonte , ijlings in haar huisje te rug ,
gen konden , dat de afgeſneeden koppen op den tafel leg. „ en dewijlik een aanmerkelijke tijd moest wagten , cer
gen bleeven. Twee Slakken beſtierven het, dog de twee zij daar uit weder te voorſchijn kwam , zo bragt ik ee .
andere hadden den 2 van de volgende maand , nieuwe ,, nige uuren door met het afſnijden van alle de Hoornto
Koppen en lange Halzen , als gewoonlijk Sechfter Vero ?, jes. Dit gefchied zijnde, tekende ik het Slakken huisje
fuck. Tab . I. Fig. 4 , 5, 6 . - , met een bijzonder merk van olij.verf, en liet de Siak
Ee 2 o toen
3398 SLA. SLA .

in toen vrij loopen in mijn tuin. Twaalf dagen gingen in den heeft ; dog is het getal der Ringen groot, zo is er
» voorbij , eer men ze weder kon vinden , niet tegen- cen uitermaate lange tijd noodig , tot het weder in vol
; ſtaande aan de boonbladen , waar op ik haar in 't eerst koomenheid brengen van den Kop" .
,, neergelegt had , genoeg blijken waaren, dat zij bij Zo zou dan mijns oordeels, de ſpoediger of langzaamer
► der hand zijn , leeven en eeten moeste, Den 13 octo- aangroeijing eer afhangen van de plaats, waar de ſnee .
, ber viel zij mijne Bedienden weder in 't gezigt, en de was geſchied . Inmiddels ſtreki deeze waarneeming ,
97

toen ik ze voor mij leid, wagtende met verlangen af, op de Wormen , tot bevesting der mooglijkheid van de
in welke eene geſtalte zij zich zou vertoonen , kwam zij weder aangroeijing van den Kop, in Dieren . Ook brengt
0 na verloop van een kwartiers uurs , met vier nieuw de Heer SCHAEFFER een brief bij , waar mede deHofjon
% gegroeide Hoorntjes te voorſchijn. De langte derzel. ker en Opper-Luitenant ADELSHEIM hem vereerd had,
» ven was echter niet natuurlijk ; zijnde de onderſte zijnde gedagtekent Carlsruhe, den 19 october 1768. Deeze
»; Hoorntjes vrij veel langer dan de bovenſte ; (gelijk Heer verhaalt , boe het onlangs gebeurd was , dat een
as zijn Eerw. dit duidelijk afbeeld.) Zulks dan met teke.- Haagdis, door een jonge Kat midden door gebeeten zijn.
» ning en koleuren in afbeelding hebbende laaten bren, de , het voorſte gedeelte van die Haagdis, na verloop van
w gen , gaf ik aan mijne Slak de vrijheid weder ; en , omtrentzes weeken , met de wonde gebeeld , dog zonder
, toen zijmij den 20 October, bij hetafplukken der Boo. Agterlijf of Agterpooten , in de tuinberom loopende ge.
» nen gevallig onder 't oog kwam , zo waaren haare vier vonden werd , als of haar niets deerde. In die Brief word
» Hoornijes volkoomen uitgegroeid en hadden niet al . verder aangemerkt , dat de Haagdisſen, Kikvorſchen ,
» leen de behoorlijke langte, maarook de bovenſte haar Slangen , eenige maanden , ja jaaren lang in 't leven kun
» zwarte ſtipje. : nen blijven , zonder eenig voedzel .
In zulk een toeſtand liet ik deeze Slak met haare nieu. ' , Gedagte ontdekking van SPALANSINI , inmiddels , had
we en versch gegroeide Hoorntjes , tot aan den 7 no- zelfs, na dat zij door hein ' t licht geeven der waarneemin.
vember ongeſtoord voortleeven; dog op dien dag ſtel gen van Schaeffer bevestigd was , aan zommige tot een
de ik er een nieuwe proefneeming op in 't werk. Ik voorwerp van beſpottinge geſterkt. De Slakken zeiden
fneed haarden Kop thans met zijne Hoorntjes,en wel zij, trekken haare Hoorntjesop de minſte aanraaking in.
> digt agter de grootſte derzelven , zodanig af dat Kop en gelijk de vingers van een handſchoen omgekeerd en we.
» Hoorntjes op den tafel vielen , en na de afſnijdingaf. der uitgebragt kunnen worden. Dus kan het ligt gebeu.
aj zonderlijk konden gezien worden. De Slak trok zich , ren , dat inen dezelve meenende af te knippen, door het
s op de gewoone manier onder het van zich geeven van gezigt bedroogen worde. De Pastoor erkent, dat bet
een ſchuim , die het Slakkenhuis overſtroomde terug. om die reden zeermoeijelijk zij, deHooratjes afteknip
>)Ik zette haar toen weder in de tuin en lietze in vrij. : pen ; dog bij verzekert, door veel handeling een zodani.
heid ; eenige dagen zag ik ze , inzonderheid 's mor. ge behendigheid daar toe gekregen en te hebben, dat bec
» gens en 's avonds, van de eene plaats naar de andere hem van de twintig of dertig reizen naauwlijks eenmaal
zich begeeven ; maar toen zij begon in de grond tekrui. misſen zou. Ondertusſchen kon hier in geen bedrog der
» pen , nam ik haar aanſtonds naar huis, en deedze in oogen plaats hebben , dewijl de afgeſneeden Hoornijes
ſuikerglas; zij bleefwel dra aan aan deſchaar zitten bleeven en door zijn Eerw . aan ande
een met papier bedekt
> werden.
den zijdivand van het glas onbewogen zitten, en maakte ren vertoondMURALTO
den rand van haar Huisje aan het zelve vast ; na vijf Doctor de heeft waargenomen , dat , als meo
dagen verloop zag men het kalkagtig dekzel ,waar hethart uit een Slak wegneeme, dezelvedog nietoogen
mede zij haar Huisje toegeſlooten had, tot volko. blikkeijk ſterft, en voegt daar bij, dat het Dier aan ſtuk.
het nog met haar tot he. ken geſneeden zijnde , nog een langen tijd leeft. SchÆF.
menheid gebragt ; en zo ſtaat
den . Of zij in haarHuisje in een gezonde en goede toe- Fer zegt, dat door hem en alle anderen , die het onderzogt
ſtand is , kan ik waarlijk niet zeggen; dewijl ik haarmet hebben , bevonden zij , hoe de doorſnijding van een Slak
voordagt zo lang ongeſtoord wil laaten , for dat zij ten regt in’t midden , doodelijk is. Dit zalderhalven , waaz.
,» voorſchijn
zijnen tijdekoomen
, zo ik zal”.
hope zich zelf los maaken , en te hecwelk
ſchijnlijk de
nogTuinli
welhetbestemiddel zijn , om dat Ongediert
eden , in zommige jaaren , zo veelna .
De aanmerkingen van gedagten Pastoor, op zijne eigene deel doet , en de eelfte vrugten dermaate beſchadigt , te
waarneeming in deezen ; hoe het mooglijk zij , dat de Slak vernielen . Ik ſpreek van de naakte Slakken ; want de
zonder Kopen Bek te hebben , dit Dekzel kon vervaardi. Hoornflakken kunnen gemakkelijk op de grond aan ſtuk .
gon; ſtap ik , aizo zulks tot de Hoornſlakken behoort, hier ken gereeden , en dus verpletterd worden .
: droogvoets over. Ik zal thans alleen de vraag bijbren- Hoe walgelijk het ook aan de meesten zal voorkomer ,
gen , die hij op zijn dertiende proefneeming herhaalt. kan men echter niet nalaaten te melden , dat deeze Die
» Waarom groeijen de afgefneedene deelen in eenige ren in zommige landen , en in zommige omſtandigheden ,
Slakken eerder en ſchielijker , in anderen Jaacer en gezegd worden aan Menſchen tot fpijze te ſtrekken . De
„ langzaamer aan , en zulks dikwils met een verſchil van Grieken en Romeinen maakten er veel werk van ; ( Dum
», eenige dagen niet alleen , maar zelfs van weeken en pinguis mihi Turtur erit , Laduca valebis ; et Cochleas
%, maanden " ? Zijn Eerw. ineent dat de reden hier van in tibi habe , perdere nolo famem . MARTIAL . ,) en de laatſte
de ouderdom , en meer ofminder gezonde gefteldheid de hadden zelfs een zoort van bewaarplaatzen , Cochlearis
zer Dieren , te zoeken zij , en brengt totbevestiging van genoemt, om de Slakken te mesten , of te ſpeeden , ge
dit zijn denkbeeld, de waarneeming bij van den ontdek. lijk men de Oesters doet. Zulks leezen wij , heeft nog
ker dezer nieuwigheden , den Abt SPALANZANI, welke in eenige deelen van Duitschland en Vrankrijk plaats.
dienaangaande dus ſpreekt. De nieuwe aangroeijing is . Ook vind ik er nietsafſchuwelijkers in , dan in bei eeten
te gezwinder, hoe jonger het Dier zij. Regenwor. van het Dier der Alijkruiken . Dog , als men vraagt , of
men groeit de Kop weder aan , wanneer men niet bo . , het een gezondefpijze zij; dan moet ik de geenen toeval.
» ven een zeker getal Ringen van den Worm afgeſpeelen , die dezelve wegens haare flijmigheid , in 't alge.
meen
SLA . SLA . 9393

E meen wraaken . Ondertusſchen heeft deeze eigenſchap Nat. Curioforum . Dec. II. p. 201. Dergelijke pap word
haar eenigen naam gegeven in de Geneeskunde, tot vera van zommigen aangepreezen , om onder de zoolen der voe.
zagting van de Borst, en om een geweldige aanhouden, tenaan te leggen in kwaadaartige koortzen . Van de
de hoest tot bedaaringe te brengen. Men kookcze , ten naakte Siakken , zo wel als van de Hoorn . Slakken , word
dien einde in melk of huij , of distilleert er , na dat zij gebruik gemaakt tot wegneeming van vlaklien , jeukt en
door ftampen gekeusd zijn , een water van , dat door bij. vuurigheid der huid .. Men laat ten dien einde , flegts
voeging van eenige geurige kruiden zekerlijk een balla.
een Slak eenige maalen daar over heen loopen , op dat
mieke hoedanigheid verkrijgt. haar kwijl die plaatzen bevogtige. Zommigen raaden
ETTMULLER , een beroeind Autheur in de Genees. ook een ſtooving, met het afkookzel van Siakken aan ,
kudde, zegt ons , dat de Slakken een geleij uitleveren , tegen de uitzakking van hec fondament. HIPPOCRATES
die bezwangerd is met een groote veelheid van zeer ge. wil , dat men in dit geval , na dat de Darm ingebragt zij ,
temperd vlug zout , gelijkende naar het geene de verkoe. de plaats beſtrijke met Slakken , die volgens GALENUS
lende. Planten bevatten , waar uit hij opmaakt , dat zij door opdrooging en zaamenlijiing , zonder ſcherpheid ,
dienſtig zijn tegen deuitteerende koorts en teering , wan: ten allerbekwaamse middel voor 't fondament zijn. Van
peer zij toebereid zijn volgens de manier van zeker lta ; Aetius en Dioscorides word derzelver zuiverende en
liaan , die geen ander middel tegen dit dag van kwaalen oplosſende kragt , in de voorgedagte omſtandigheden ,
gebruikte ,dan Berg - Slakken op de volgende wijs gepre. grootelijks geroemd ; vid. HIPPOCRATIS Opera , Föesit .
pareert. Hij voedde dezelven geduurende eenige dagen , Genevæ . 1657.p. 888.
met meel en zuiker , twee of drie dagen daarna deed hij Ik wil niet ſpreeken van de ingebeelde kragten , die
ze kooken met water en een weinig azijn , en vervol: zommigen aan de Slakken.ſteentjes tegen de koorts toe
gens in Coupe van Gevogelte of Lamsvleesch . Boucler ſchrijven ; nog ook van de bereiding van een vogt of o .
verzekert, dathij tot dien trap toe uitgeteert zijnde ge. lie door afdruipen , nadat de Slakken op een teems mec
weest, dat zijn vel als 't waare aan de beenderen kleef. zout beſtrooid zijn , uit dezelven vergaard ;welkedienſtig
de , - uit deeze droevige ſtaat , niet tot herſtelling kwam , zou zijn als een liniment tegen het voeteụvel . Weinig
dan door middel van Slakken-foupen, en geleij van ha. meer kragts ſtel ik in het water , dat uit de Slakken word
verengort Ik zal echter, om dat dit Keuken -roup on- overgehaald, of ook in het gebruik van derzelver Huis:
der onze Natie , bij het algemeen , minder ſmaak dan af- jes in oogbettingen . Het is mij genoeg, aangetoont te heb
keuring zou vinden , als ook om dat de Geneeskundigen , ben, dat deeze walgelijke Dieren, van ouds tot heden ,
thans ruim zo bekwaame middelen , tot verſterking en bij zominige in gebruik geweest zijn , zo tot ſpijze als tot
herſtelling, weeten voor te ſchrijven, de manier van geneesmiddelen.
deeze Slakken ſoupen te bereiden , hier niet voordraagen, SLAKKEN , zie ONGEDIERTE .
De Sijroop van Slakken nogthans , kan ik niet ontken . SLAKKEN DRIEBLAD , zie MEDICA , 1. I. pag.
nen van een uitneemende dienst te zijn , tegen de Kiik- 2001 .
hoest en andere Borstkwaalen . Ook kunnen zonder wal- SLAKKEN-KLAVER , zie MEDICA , n. 2. pag .
gelijkheid , derzelver Huisjestot poeijer gemaakt zijnde ,, 2001.
worden ingenomen als een geneesmiddel, dat tegen de SLAKKEN MET HUISJES , zie KRAKOLLEN .
opſtopping van't wateren dienſtig is ; zommige voegen SLAKKEN-STEEN. Is een Sceen of Been , 't welk ,
er kreefts-oogen, anderen ſalpeter bij. Tegen de Steen zegt men , in den kop der naakte Slakken die in de bos.
en 't Graveel worden zij , niet zonder reden aangepree : ſchen huisvesten , word gevonden . Zommigen hebben
zen . Ook weet men dat gekalcineerde Slakken een voor: beweerd , dat men met die Steen bij zich te draagen , de
naam ingredient van het zo befaande geneesmiddel van derdendaagſche koorts koste geneezen . De Geneesheer
Juffrouw STEPHENS is. Helwig verzekert, dat men in zijn tijd in Italien , nog
In eenige Provintien van Vrankrijk word het poeijer veel op had met de gewaande kragten van deezen Steen.
van roode naakte Slakken , dat is zonder Huisjes , die in Plinius heeft aan dezelve nog andere deugden toege
de oven gedroogd zijn ; tegen de roode loop gebruikt. ſchreeven , die weinig ſchijn van waarheid hebben . Zie
De gift van 't zelve is van één tot twee ſcrupels in een Ephimerid. Nat. Curioforum , decur. VIL ann. II. Boet. De
glas wijn , gerftedrank of vleeschnat. Dit middel zegt Boot ; als mede het artijkel SLAKKEN in dit Woorden:
men , doet de persſingen bedaaren , en houd den bloedi. boek , pag. 3388.
gen afgang op ; waar door de roode loop in weinige da . SLANGEN, verſtaal men in 't algemeen die Dieren
gen , geneezen word. Volgens Paré zoude het ook een van beiderleij leeven , ( Amphibia ) door , welke eigent
goed middel tegen de Breuken zijn , roode Slakken , in lijk kruipende Dieren genoemd worden. Want hoewel
de oven , in een aarden pot te braaden , tot dat men er men de geenen , die thans in 't algemeen de naain van
een poeijer van kan maaken , het welke in de pap gemengd Reptilia draagen , gelijk de Schildpadden , Haagdisſen ,
word voor Kinderen ,en in de potagie voor Volwasſene. Kikvorſchen en Slangen , ook wel, in 't duitsch , den
Io beide die gevallen , moet zulks meest aan de tempering naam van Kruipende Dieren geeft; 20 is dog die vertaa
van het zuur , dat een uitſpanning der Ingewanden maakt, ling aan de eerſten niet zo eigen , als aan de Serpentes of
door krampen en beſlooten winden , mijns oordeels toe . Serpentia. 't I.atijnsch woord repere of reptare , immers
geſchreeven worden. vind men dikwils op viervoetige Dieren , ja zelfs op Kin
De Slakken , uitwendig gebruikt , zijn tot oplosſing en , deren en Menſchen in 't algemeen toegepast ; wanneer
ontbinding van Nijmerige koude ſtoffen, die zich elders die in plaats van loopen , op Handen en Voeten , of al
vergaard hebben , een kragtig hulpmiddel. Men ſtamptze , leenlijk op de kniejen , kruipen ; een ander kruipen ,
ten dien einde met de nuisjes, en legt een pap daar van waarlijk , dan der Slangen , die volgens den vloek , door
op de gewrigten ofandere deelen , die gezwollen en pijn.'den Opperheer van Hemel en Aarde over hun uitgeſpro .
lijk zijn. Drie waarneemingen van Doctor WAGNERUS, ken , op den Buik gaan .
bevestigen de goede uitwerkingen daar van ; vid . Ephem . Decze beweeging , ondertusſchen , in een Dier , dat
Ee 3 geen
SLA , SLA
8394

geen leden , nog oogſchijnlijk eenig werktulg tot den Kazilot zou zijn ; dog dewijl de Heer PONTOPPID ANS ,
voortgang heeft, verdient grootelijks onze opmerking. Bisſchop van Bergen in Noorwegen ,en Medelidvande
De natuur heeft deeze Schepzelen niet met een log Lig: Koninglijke Deenſche Academie der Weetenſchappen ,
baam of dikken Buik begaafd, maar ze een uiterſte dun zo min een liefhebber van ſprookjes of fabelen als iemand ,
gemaakt en lang , voegende daar bij een groote buigzaam- en een vlijtig Onderzoeker der Natuur, zich demoeite
heid , die tot den voortgang word vereiſcht. Men kan gegeeven heeft, om op 't naauwkeurigſte naar dit ſtuk te
zo de Heer Derham aantekent, een groote juistheid en verneemen; zal ik hier kortelijk melden , wat bij dien
bijna meetkonftige nauwkeurigheid beſpeuren in de be: aangaande ontdekt heeft. Natuurl. Hiff. von Norwegen.
weegingen , welken de Slangen al kruipende maaken . Kopppenb. 1754. II. Th. p. 168 , enz .
Zonderling is het maakzel en zaamenſtelvan de Rings- Alle Menſchen (zegt hij) , die van deNoorder Kuso
wijze Schubben of Schilden , waar mede hun Lighaam ten jaarlijks te Bergen koomen handel drijven , met
uitwendig is bekleed , en die van den Kop tot aan den hunne Vaartuigen , zijn van de beſtaanlijkheid van
Staart toe , niet alleen over elkander heen ſchieten , maar den Zee-ſlang zo wel verzekert , als van die der Ka
randen hebben die een weinig uitſtaan ; zo dat als eene , beljaauwen of Palingen. Voorleeden winter kwam ik,
Schub , door haare Spier , agterwaards getrokken of ge : bij toeval met den Koninglijken Kommandeur en Op
ſpannen word ,de rand een weinig van het Lighaam af , per-loots alhier, den Welgebooren Heer LaureNSVAN
wijke , en als tot een voet diene , om het Lighaam op » FERRY , over deeze ſtoffe in geſprek . Hij zeid , dat
den grond te doen rusten en voortlezetten . Ieder Schub hij lang aan het ſtuk getwijfeld had , tot dat hij eindelijk
of Schild heeft haare bijzondere Spier , waar van het ee- » in den jaare 1746 , daar van door eigen ondervinding
ne end aan haar midden , en het andere aan den boven. is was overtuigd geworden , en ten gevalle van gemeldo
ſten rand van de volgende Schub gehegt is. , Bisſchop , deed hij het berigt , 't welk door hem dien
De Heer Tyson heeft dit werkcuiglijk geftel ontdekt aangaande gegeven werd, van twee zeevaarende Per
in de Ratel-fang , die zeer craag is van gang , en op dee. „ zoonen , die met hem op de reize waaren geweest , door
ze wijze zou de manier van beweeging overeenkoomen , een plegtigen eed voor 't Geregt van Bergen bekragti.
met die derWormen , volgens de verklaaring welke Bo . » gen .. Dit berigt luide aldus ".
RELLI daar van geeft; dog de uitneemende ſnelheid van Als ik in den jaare 1748 , op mijne terug rcize van
commige en ver de meeste Slangen , waar onder eenigen Dronthem , tegen 't end van augustus , op een dag ,
bijna als een Pijl uit een Boog vliegen ; doet ons denk. , wanneer het zeer ſtil en warm weer was , naar de Mol.
en om andere middelen , die , buiten twijfel, in derzel- de wilde vaaren ; zo gebeurde het , dat ik , met mijn
ver Ruggegraat te zoeken zijn. Want , tusſchen de wer Reis.jagt gezegde Molde , tot op een mijl genaderd
velen van zulke Slangen, zijn dubbelde Vliezen, welke zijnde , op een plaats , die men Fule-Naes noemt, in
zich door lucht kunnen uitzetten , en dus de Beende. een boek te leezen zittende , onder mijne Roeijgezel
ren van elkander doen wijken , naar SEBA zich verbeel. len , waar van er agt waaren , een gemompet hoorde,
de , die zodanig een geſtel in de Springſlang gevonden 9) en bemerkte , dat de Man aan het roer van land hield,
had . Deeze heeft dien naam . om dat hij uit de boo Ik vraagde, hem wat zulk beduide , en kreeg tot ant.
men , met groote vaardigheid en vlugheid , ten minſte woord , dat de Zee Worm voor ons waare ; toen beval
zo ſnel als een Vogel voortſchiet. Waarſchijnlijk zul- ik den Stuurman naar land te houden , om dit Dier,
len de Ribben , met haare Spieren en Peezen , tot dee- waar van zo dikwils werd geſprooken , te gemoet te
ze beide-beweegingen niet minder behulpzaam zijn . ,, vaaren , ' en ſchoon de Roeijers eenige vreeze toonden ,
Men kan de Slangen , ſchoon geen Vinnen hebbende moeſten zij er zich dog naar ſchikken . De Zee -Worm
ook geenzins van deZwemmendeDieren afzonderen. De pasſeerde ons , ondertusſchen voorbij, zo dat ik mijn
Waterfangen toonen aan , dat er van deeze Dieren vok Jagt naar hem toe moest wenden , met oogmerk
zijn , die een ander element tot hunne woonplaats hebben. om hem nader te koomen ; maar dewijl de Slang fter.
Men vind boven dien, in de Indiên, Zee Slangen , hoedanig ker zwom , dan wij roeijen konden , 20 nam ik mijn
Jeenen van LEGUAT en zijne Medgezellen , in de klippen van roaphaan , die met hagel geladen was , en ſchoot op
een Rots , bij't EijlandMauritius, op welke zij gebannen het Dier, 't welk ſtraks onder water dook. Ik liet mijn
waaren , doodgeſlagen werd , zijnde meer dan zestig pon- Volk naar de plaats roeijen , waar de Slang onder ge
den zwaar. LABAT ſpreekt er vanéén , die in de Westindi. dooken was , die men met dat ſtille weer, ligtelijk had
en met het Net wierd opgehaald , zijnde bijna tien voeten kunnen waarneemen , en liet toen de Roeijers ſtil hou.'
lang, en in 'tmidden weltwee voeten van omtrek. Deeze , den , in verbeelding dat dezelve weder boven zou ko
beiden hadden langs de Rug een Vin , dog de Staart zal men , dog te vergeefs Het water inmiddels bevond
hun tot zwemmen dienen ,gelijk de Visſchen , waar toe , men , op de plaats daar de Slang onder gedooken was ,
men zommigen derzelven thans betrekt. „ eeniger maate troebel en roodagtig; misſchien dewijl
Dat zodanige Slargen nog wel veel grooter worden , ,, eenige korrels hagel het Dier , in die korte afſtand ge.
is zo ongeloo Rijk niet, als het verbaal van OLAUS MAG . „ troffen hadden. De Kop van deeze Zee-Slang , die
NUS , dat er eertijds tusſchen de klippen in Noorwegen , „ meer dan een elle hoog boven water uitgeſtooken had ,
zich een Serpent zou opgehouden hebben , van meer , geleek naar een Paards-Kop , was graauwagtig van ko
dan tweehondert voeten lang en twintig voeten dik. Dit leur en de Bek geheel zwart ; hij had een lange witte
Schepzel verliet des nagts zijne holen in 't gebergte, en Maane , die hem langs en om den Hals tot in de zec
ging op den roof uit , om de Kalveren en Schaapen der „ hing. Men zag voor het overige aan het Lighaam van
Boeren te verſlinden . Thans weet men er van zulk een dit Dier , 't welk zeer dik was, zeven of agt krointens
Monſter niet , dog maakt elkander wijs, dat er een groo. of bogten , die zo veel men gisſen kon , ieder onge .
te Zee- Slang zij, of Zee:Worm , die zich nergens dan op ; , vaar één vadem van elkanderwaaren " .
de Kust van Noorwegen zou vertoonen. Wij zijn van Behalve de Afbeelding , welke zeker Pastoor aan den
gedagten geweest , dat dit Schépzel niet anders dan een Heer.PONTOPPIDANS , van dit Zce -Monſter had medege
deeld ,
SL'A . SLA . 3995
deeld , zijnde zeer wel met de beſchrijving van deezen Geloofwaardige Menſchen hadden den Schrijver van
Bergſchen Kominandeur overeenkomſtig, geeft hijer nog dien brief verzekerd, dat door bun , in 't Rijk van A
etne, genomen uit het verhaal der Groenlandſche zendin- ftrakan , op de grenzen van Bengale , bet Geveg tus.
ge, door den Super Intendant Egedé, die zulk een Zeedier ſchen een bijster groote Slang en een Buffel was aan .
op den 6 Julij 1734 had gezien, 't welk zich boven 't wa. fchouwd. Het Ordierbegeeft zich elders in hinderlaag,
ter zo hoog oprigtte, dat de Kop over den grooten Mars en zo het eenig Beest betrappen kan , Ningert het zich
been reikte. Het bad een langen fpitzen Snoet en blies daar om en knelt het zo ſterk , dat alle de beenderen
water als een Walvisch , dog groore breede Pooten , met knappen. Is het Beest daar te ſterk toe , zo neemt de
de Huid zeer rompelig en ongelijk. Van onderen had Slang een Boom tot zijn behulp, daar hij het tegen aan
het de gedaante van een Slang; gelijk bleek , toen , het ſtrengelc, knijpt of verplettert , doodende het zelve te.
Bovenlijf onder gehaald zijnde, de Staart boven kwan; vens door de wonden , die hij er, bijtendeaan toebrengt.
die van het Lijf zo.ver af was , als het Schip lang. In Dekeel der Slangen is naauw , dog kan zich zeer verwij.
teele opzigten oordeelt de Heer PONTOPPIDANS, echter ; den , en zij hebben een groote kragt in hetzuigen , 'twelk
dat dit Groenlandſche Monſter van den Nooruſchen Zee. maakt datzij Beeſten , van aanmerkelijke grootte inzwel.
Slang verſchille, die men nooitheeftzien water ſpuiten, gen kunnen , na dat die aan ſtukken zijn gebrooken of geo
en glad is van Huid. In't jaar 1720 was zulk een Worm kneusd. De Heer Klever vond in zulk een Serpent, dat hij
gekoomen in zeker Baaij van 't Bergſche Stigt, en naar opende, een Hartebeest,van middelbaaren ouderdom ,nog
agt dagen toen dezelve er weder uitging , vond men een geheel met Huid en Leden ; in een ander een wilden Bok,
Slangen Huid , van bijstere breedte en langte , dien ze. waar aan niers dan 't leven onbrak , en in een derde een
ker Man welke den Bisſchop ſpra's, verzekerde zelf ge. Stekel Varken, dat met alle zijne prikkelswas gewapend.
zien en met de handen berast te hebben , zijnde niet hard Op een verbaazende wijze moet het Lijf van deeze Slan .
of geſchubd , maat week en flijmig. Men voege er bii , gen uitzetten , door het infokken van zulke groote Die .
dat dit Dier zich nooit in de winter , nog bij ſtormagtig ren ; om welken te verzwelgen zij zomtijds twee dagen
of ſlegt weer , vertoont ; waar uit men onderſtelt, dathet werk hebben , en dit maakt hun, gelijk dea Veelvraat,
als dan zijne paartijd zij. onbekwaam om te vlugten of zich van de plaats te be:
Ik wil nu niet verder ſtaan blijven , op het geene de weegen ; weshalven dat oogenblik van het Landvolk en
Heer PONTOPPIDANS aangaande verſcheide Eigenſchap de Jaagers waargenoomen word , om zich van die Mon.
pen van deeze Zee- Slang mededeelt; waar onder dit , dat fters meester te maakes. Zijdoen den Slang een touw
hij door Bevergeil te verdrijven zoude zijn , de geheele om den hals en verworgen of Naan hem metſtokken dood,
historie bijna fabelagtig maakt; zo wel als die verbaa. frijdende hem vervolgens na dat bij gevild is , aan ſtuk.
zende langte van bondert vademen of driehondert ellen , ken , die zij te koop brengen in de nabuurige Vlekken .
welke de Vaarendsgezellen te Burgen , in 't algemeen Ook worden veelerleij Slangen , die kleiner zijn van de
daar aan toefchreeven , 20 hij getuigt. Ook fchijnt vol . Harten en Zwijnen , van Oijevaars of Reigers en derge
gens het berigt , van den voorgemelden Bergſchen Kom- lijke Vogelen gegeeten. Zij hebben boven dien , den
mandeur , de langte van dien Slang , welke hij zag , niet Spinnekop , Sprinkhaan , Kreeft en ander Gedierte , toc
veel meer dan hondert voeten geweest te zijn . Nu vind vijanden . Men zegt , dat het geſchreeuw van de Paau.
men, door PLINTUS, gewag gemaakt van een Serpent , wen , de reuk van een Luipaard , de fchaaduw van den
van hondert en twintig voeten lang , in de Puniſche Oor. Esſchenboom , de bladen der Eicken , de Taxis , Wijn.
logen , aan de er Bagrad , door den Veldheer Regu- ruit , Alfein en andere Planten , voor hun nadeelg zijn
Lus, met allerleij Krijgstuig en Volk ter dood gebragı ; en haatelijk. Hun geluid , dat in een zonderling zoort
't welk Livius en Valerius MAXIMUS bevestigen . Di van geblaas of geſijfel, 't welk zeer kenbaar is , beſtaat;
ODORUS de Siciliaan ſchrijft , dat cen Slang van dertig doet aande andere kant, alle Dieren , en den Mensch
ellen naar Alexandrie gevoert werd , ten pleiziere van inzonderheid , verſchrikken. Evenwel zijn er Slangen ,
Koning PTOLOMEUS; die zich doorgaans in't water leg. die aangenaam zingen en daar door de Vogeltjes verlok
gende onthield . Ook is 't bekend , dat de Zee-Dieren ken , dat zij hun ien prooij worden .
gemeenlijk grooter zijn , dan de Land Dieren van eene Het Voedzel der Siangen , in't algemeen , beſtaat in
zelfde zoort. kruiden of klompen aarde , 20 zommigen aanmerken ;
Ik ga over tot de berigten der Hedendaagſchen , waar 't welk dan den vloek , over hun uitgeſprooken , nader
uit blijkt, dat er in de andere wereldsdeelen Slangen zijn bevestigt. Buiten dien worden ook Padden , Haagdisſen,
van ongelooflijke langte en dikte. Daar zijn er , in datge. Wormen en ander Ongedierte , door hun gegeeten. Als
deelte van Afrika, 'twelk tusſchen de Rivier van Sene er Vogelen door ingeſlokt zijn , braaken zij daar van de
gal en de Gambia gelegen is , zo de Negers aan den Hr. vederen en beenderen , gelijk die der viervoetige Die.
ADANSON verzekerden, van grootte als de gewnone mast ren , weder uit. Aan de Kust van Guinée worden die
van een Schip, en dus wel veertig of vijftig voeten lang , kleine Parkietjes, welke men Guineeſche Mosſchen poemt,
die men aldaar den Reus-ſlang noemt. Van zodanig een veel van hun gevangen; voorts houden zij ook veel van
langte der Slangen had Leguar in Oostindiēn ook hoo. boomvrugten. 't Schijnt dat deeze Dieren 's wineers ook
ren ſpreeken. Men vind er zekerlijk , van over detwin- niet ecten ; ten minſten heeft men er zomnige , wel een
tig voeten , en als men aanmerkt , dat in de bosſchen van halfjaar zonder voedzel , of neges met een weinig zeme
Suriname Haagdisſen , en in Afrika Krokodillen van die len , levendig gehouden. Onze Water-Slangen worden in
langte zijn , zo is het voorgemelde Berigt der Negeren een flesch met gras bewaard. , over
niet ongelooflijk. Ook zegtmen dat er in Guinée zijn , Belaglijk zijn de denkbeelden der Ouden geweest
van één voet over't kruis op de langte van age of negen de Voortreeling van deze Dieren. Zomrige hebben wel er
voeten . Van Batavia werd een brief geſchreeven , aan kend dat zij paarden : dog ieenden dat zij eerst uit bloot ,
Doctor Mentzel , wegens een Serpent in Oostindiën , ofuit verrottinggeſproten waren . KIRCHERUS wil . dat men
Yan over de vijf en twintig thijnlandſche voeten , dat door het poeijer van gedroogde Slangen te zaaijen , Jongen
kon
cen wilden Buffel g :heel had ingeflokr.
3396 SLA . SLA .

voortbrengen ; maar Redr heeft dit nooit door proeven dunt, tot aan het end , dat ook wel rond is en bijna zo
bevestigen kunnen . Hedendaagsch twijffelt men niee, of dik alsde Kop , gelijk in de Biceps; doch in veele is de ereaali
zij ceelen door paaring , koppeling of vermenging van het Staart zeer duidelijk van het Lijf te onderſcheiden door
zaad der beide Sexen voort; teminder nu het Manne• zijne dunie. Onder de Slangen zijn er , wederom , die
lijk lid der Slangen volkoomen is ontdekt. 't Schijntdat zodanig in langte en dunte van 't geheele Lijf uitmun. se N
zij zo wel Baaren als Eijeren leggen , want Labat een ten , dat men ze Zweepfangen heet. Ook noemt Plie
Slang doen de openen , die een Wijfje was, yan negen xsus hunne Tong driepuntig, dewijl zij die zo ſneluite
voelen lang , zag daar in Eijeren gelijk aan die der Schild . iteeken en in haalen , dat dezelve veel eer drie dan twee
padden , in ieder van welken hij ten minſte tien of twaalf ſpitzen ſchijnt te hebben. Omtrentde Oogen vind ik aan.
levendige Jongenvond , die zeer vlug waaren , yandikte gemerkt,dat alleen hetonderſte ooglidin dezelve be
als een ſchrijfpen, en ongeveer een half voet lang. Vier weeglijk zij. Zommigen hebben geen Neusgaten , Oo.
en -zeventig uit zes Eijeren , werden door hem gedood; gen , nog uitwendige Ooren , dog dat zijallen , geheel
anderen , uit een gebrooken Eij , noopen weg , waar uit doof ofzonder gehoor zouden zijn ,gelijk de Hr. LINNE
blijkt dat deeze Dieren volwasſen waaren. Ook worden uszegt, ſchijnt thans zeer twijfelagtig , nu men niet alleer
in de Eijeren der gewoone Europiſche Slangen , door in de kruipende Dieren en Adders,maarzelfs in de Vis.
gaans opgerolde Slangetjes gevonden. Van de Adders is ſchen het Gehoortuig vind. Plinius had reeds gezegt,
'i bekend, dat zij leevende Jongen voortbrengen. dat de Slangen Oorgaten hebben , waar door zij hooren ;
Bij aldien niet een menigte van dit gebroedzel, door hunne ademhaaling, geſchied niet op de wijze van den
andere Slangen , Mieren en Vogelen , vernield werde , Mensch en de viervoetige, maar op die der kruipende
zouden zij bijster vermenigvuldigen , hoewel het getal Dieren , Haagdisſen , Padden en Kikvorſchen .
hunner, eijeren niet zeer groot is , naar evenredigheid Een zonderlinge eigenſchap der Slangen is hunne ver
van de Salamanders, en bijster klein , maar dat van de andering van koleur, bij het afleggen of afſcheuren van
Kikvorſchen en Padden. Seba vond er veertien en zom hunne Huid , dat zij in’t voorjaar doen , en waar door
tijds meer, in ieder eijerſtok, welken er de Wijfjes Slang hunne gedaante als vernieuwd word. De Indiaanſche
twee heeft. Zo men dan het getal der eijeren ſtelt op Slangen veranderen dermaate, dat men naauwlijks twee
dertig , en dat uit ieder twaalf Jongen komen ; dit maakt van eenerleij zoort , in ko !eur volkoomen gelijk vind,
tusſchen de drie en vier hondert Jongen , in ééne teelt. 20 LINNÆUS aanmerkt , en dit maakt dat de wilde Die.
Maar misſchien hebben de Slangen eenige jaaren werk ren voor een ongewapende Slang zo bevreesd zijn , als
om tot de voortleeling bekwaam te worden ; gelijk Roe. voor een gewapende , dat is, voor eenen die kwetzende
SEL in de Padden en Kikvorſchen waarnam. tanden heeft ; zie Stokholmſche Verhand voor 't jaar 1749.
Omtrent deoverige deelen van de Voortteeling en pag. 256. In zommigen is de Huid zeer ſierlijk geſchubd,
dierlijke Huishouding der Slangen , geeft Seba zeer en wonder fraaij getekend. Men vind er van goud , zil.
naauwkeurige Afbeeldingen ; hij beeld in het Mannet- ver- en koper-koleur , of gebandeerd met allerleij hooge
je , de Teeldeelen af, en die zonderlinge, dubbelde , ge en ſchoone verwen. Om ze te dooien moet men ze op
doornde Roede , welke aan de Slangen eigen is. De ove . den Kop treffen ; want anders zijn zij ongemeen taaij , ten
rige ingewanden worden door hem in't algemeen en in 't waare men hun met een zweepnag of teentje door midden
bijzonder beſchrceven ; de Maag vond hij zomtijds niet floeg ; gelijk in zommigen zeerwelgeſchieden kan. Men
veel wijder dan het kanaal der darinen , 't welk aan 't end wil dat zij lang van leven zijn ; hunne vuiligheid of drek ,
uitloopt in een Riool, dat ook de Pisleider ontvangt ; word gezegd zomtijds te ruiken als moskeljaat.
TO .
zo dat deeze Dieren , gelijk de Vogelen hunne drek en De Venijnigheid , die in zommige Slangen zo blijkbaar
pis te gelijk loozen. De Nieren zijn zeer langwerpig ; en hevig is , heeft aanleiding gegeeven , om naar derzel.
de Lever is vastgehegt aan de Longen , welken een zak ver oorzaak onderzock te doen. Men is thans verzekert
maaken , die gelijk in de Kikvorſchen en Padden , een dat de zitplaats van dit Venijn niet is in de Staart, nog in
groot deel van den Buik behaat, ſtrekkende zich tot aan de de Tong , maar in twee Tanden van de Bovenkaak , die zij
Nieren uit. Het Hart is naar reden van het lighaam klein , als Pijlen uitſchieten en weder inhaalen ; deeze Tanden
en heeft maar ééne holligheid. De Tong is vleezigen dub. zijn de zeer vreeſelijke wapenen , met welken de Natuur
beld , áan't end ſpitze punten maakende, die niet zeerſtijf zommige Dieren van deezen Rang voorzien heeft , zijn
zijn , aan den wortel in een gemeene Scheede benooten; van binnen hol en laaten een vergiftig vogt door, dat
zie Seba Kabinet. II. Deel. 21. CIX.b. 117-123 . Van uit een Blaasje voortkomt , 't welk aan den wortel van de
het zamenftel der Ruggegraad heb ik reeds geſprooken. Tand geplaatst is. Men heeft bevonden , dat na dat alle
Men plagt te zeggen , dat zij zo veel Ribben hadden als vleeſchige deelen van de Kaaken , door kooking en door
er dagen in een maand zijn ; dog dewijl ieder Wervel , ongebluschte Kalk , waaren afgeſcheiden , nog het Ve.
twee Ribbetjes of Graaten uitgeeft , is het getal daar van pijn in deeze Tanden bleef.
ongelijk grooter, gelijk de afbeeldingen der Geraamten De uitwerking van dit Venijn is wonderlijk en zeer ver.
aantoonen . ſchillende. Daar zijn er , welker beet een zoort van ver•
De uitwendige Geſtalte der Slangen is , niet minder dan dooving der zinnen en eene afinatting toebrengt , die niet
de grootte en koleur, verſchillende ; lang en dun , onaangenaam is , waar op de dood volgt , als een zagle
dog tevens rond van Lighaam te zijn , weet men , is hun ontſlaaping, zonder eenige pijn. Anderen veroorzaaken
eigen, en daar in munten zij ui: boven alle Dieren , be verandering van koleur , grilling, hartklopping en hevi
halven 'de Rupzen en Wormen . Daar zijn er , die vol . ge ſmerten. Eenige brengen de kramp of geelzugt aan ,
maakt naar een Worm gelijken , dog de meeſten hebben gelijk de Alders ; anderen ver terving en het vuur , geo
een duidelijk onderſcheiden Kop en Staart; de Kop is in lijk die Malabaarſche , Heritinandel genoemt; zodanig
eenigen dunder, in anderen dikker en breeder. Het voor dat het vleesch , Joor verrotting , bij ſtukken en brok . 23
paamſte verſchil, ten opzigt van de Staart , beſtaat daar ken van het Lijf valt. Agathocles , verhaalt men ,, dat
in , dat dezelve in zommigen , ongewaarwordelijk ver- door een tandeſtooker , die met het Venijo van de Seps
V20
SLA . SLA .
8307
pan Libije vergiftigd was , op die wijze zijn leeven ver een Slang was , tot een zinnebeeld van den Geest of 't
loor. " Vergift van zommigen werkt langzaam , dat van Wezen , dat het Geheel-Albezielt, of aan alles den a
anderen ſchielijk , gelijk dat van den Ratelſlang , 't welk dem , het leven en beweeging geeft. Men wil dat de
in zes of twaalf uuren den Mensch wegrukt, en dat van griekſche naam van God, die de toťvoorletter beeft ;
; den Cöhra de Cabelo of Brilflang binnenéén uur, zo men Theos naamelijk, daar van afkomſtig zij. In zommige
de Reizigers gelooven mag. deelen der Indien worden nog hedendaags , de Slangen
De milde Natuur, echter, heeft den Mensch niet on- grootelijks geëerbied , en men vind daar van , order de
voorzien gelaaten van kragtige geneesmiddelen tegen de gedaante van Draaken in de Tempels der Siammeren vee.
uitwerk ing der Slangenbeeten .Ik wil nu niet omſtan- le Beelden , die aan de deuren ſtaan, als 'twaare om den
dig ſpreeke van den zogenoemden Slangenfteen , die op ingang te beveiligen .
n
dewond gelegd het Venijn zou uithaalen , en zich daar Te minder vreemd is't , dat dit onder de Heidenen en
van in Melk weder ontlasten ;nog van dien grooten Steen , Wilden plaats heeft , daar zelfs maar korte eeuwen ge.
welken de Kaper- Slang in zijn Kop zou hebben , en die leeden , de Slangen nog in eenige deelen , van Europa
voor een groot tegengift gehouden word. 't Schijnt dat werden aangebeeden . Weinige huisgezinnen zijn er in
er tegen het Venijn van zommige Slangen , bijzondere Samogitie , zegt de Baron van Herberstern , die de
middelen zijn , gelijk wij in't vervolg zien zullen. Het Slangen niet houden voor hunne Huisgoden , waar aan
Slangenhout ; zo genoemd wegens de koleur , in wijn af- zij meer dan gewoone eer bewijzen , ſchoontevens het
getrokken ,word gezegt in’t algemeen dienſtig te zijn , zo kristelijk geloof door hun beleeden word , dat Koning
wel als de Theriaak en andere zweetmiddele ; dog den JAGELLO , in 't jaar 1386 , aannam . Olaus MAGNUS Bis.
n
beet van een zelfden Slang is niet altoos , en ' niet dan fchop van Upſal, ſchreef, dat ten zijnen tijile de Afgo .
wanneer men ze tergt, vergiftig ; 't welk echter gemak. derij aan vuur, hout ofbosſchen en Slangen, nog plaats
kelijk kan gebeuren , door er onverhoeds op te trappen , had in eenige deelen van Noorwegen en Lapland. Ook
en om die reden zijn de Negers en Indiaanen , veelalge zijn er in de eerſte Kristen Kerk , Recters geweest, 0
1 laarsd. Anders, merkt men aan , vlugten de Slangen voor PHITEs genoemt, die de Slang dienden welke Eva verleid
den Mensch . bad , waanende dat het de Zaliginaaker geweest waare .
Niet tegenſtaande dit nadeel , 't welk dog in de heete Het is ookwel te begrijpen ,hoe de Slang in deGenees.
landen menig een het leeven kost , ſtrekken de Slangen kunde zo beroemd heeft kunnen worden , daar de genee .
in verſcheide opzigten , ten voordeele van Adamskroost. Žendekragtvan den Koperen.Slang , onder de Israëliten 2
Een der voornaamſte nuttigheeden is , dat er veel Onge- zo lang in gedagten gehouden was. De Romeinen, ge
diert , ' t welk de Ingezetenen van Afrika en de Indiën, weldig door de pest aangetaſt zijnde , zonden een ga.
anders zo geweldig plaagt, door vernielt word , ofdat de lei met Gezanten naar Epidaurus, een griekſche ſtad ,
vergiftige Adders door de Slangen worden gedood ; welk om den Slang , die aan ÆSCULAPIUS was toegewijd ,
één en andere mooglijk deeze Dieren in zulk eenhoog naar Rome te brengen; die Slang kwam uit zich zelf aan
agting gebragt had bij de Negers van 't Rijk van Fidah, boord; en overgevoerd zijnde, zwom hij naar’t Eiland
Whidah of Juda , bezuiden Guinée, dat zij dezelve hiel- in de Tijber, waar op naderhand , een Tempel voor Escu
den voor hunne Fetiches of Afgoden en Beſcherm -Heili. LAPIUS gebouwd werd , dien men daar en elders eerde,
gen , ja een Tempel van den Slang ſtigtten , zijnde als de onder de gedaante van een Slang . Zedert is het zinne
Moeder- of Dom Kerk van een menigte Kapellen , waar beeld van de Geneeskunde een Staf geweest , met een
in deeze Dieren gediend en aangebeden werden. Even Slang daar om geſlingerd. Voorts heeft dit Dier ook wel.
wel word gezegd , dat die Afgoderij uit een andere oor. eer , geſtrekt tot andere zinnebeelden. List en voor.'
zaak ſproot. Een Slang had bun, in een gevegt met de zigtigheid worden er door afgeſchetst , en de Eeuwig
Inwooners van 't Rijkvan Ardrah, tot een voorteken van heidvertoont men door een Slang , die een ronde kring
de overwinning geſtrekt, en zedert werden de Slangen- maakt, hebbende het end van de Staart in den Bek ; 't
zodanig van hun gevierd ; dog het vertrouwen , dat zijop welk bij de Egijptenaaren het zinnebeeld was van het
dien Afgod ſtelden , bekwam hun zeer negt , toen hun jaar.
Rijk , in den jaare 1727 , door den Koning van Dahome Behalve het gebruik , dat van het Vleesch der Slane
een binnenlands Vorst, werd overweldigt, en de Hoofd- gen , 't geen men zeer verſterkende en voedzaam agt te
ftad Sabée , als ook waarſchijnlijk die berugte Tempel van zijn, in de Indiën nietalleen, maar zelfs in Italie tot ſpijze
de Slang , geheel vernield . Beter was het overleg der gemaakt word ; zijn in de Geneeskunde verſcheide mid
Indiaanen van de vaste Kust van Zuid-Amerika, die door delen daar uit bereid , in agting , inzonderheid de geeft
HD
de Volkeren der Westindiſche Eilanden , zeer geplaagd en 't vlugge zout ; hoewel dit meest op de Adderen ziet.
wordende, een menigte van vergiftige Slangen derwaards Het vetder Amerikaanſche Slangen in't algemeen , is zo
overbragten , om dus die Wilden te beſtrijden op hun Pater Labat aanmerke, een koscelijk middel om tot uit.
eigen bodem . wendige ſmeering te gebruiken , in veelerlei ongemakken
De veneracie der Slangen is door de geheele Oudheid die uitkoudeontſtaan , inzonderheid jigtige pijnen ; men
verſpreid. Toen de kinderen Ifraëls doorvergiftige Slan- ſmelt het ,ten dien einde op 't vuur , en mengt er van den
gen gebeten waaren ,ſtrektehetaanzien van den Ko. ſterkſten wyngeeft of rum onder, doende daar mede dan
peren Slang, dien Moses in de Woeſtijne opregte , hun het lighaam wrijven ; waar van hij zelf de proef geno .
tot geneezing , en zedert hebben er de Iſraëliten , meer men had.
dan zevenhondert jaaren lang , Goddelijke Eer aan be. De meeste Slangen worden gevonden , onder de ver
weezen. Het is derhalve geenzins te verwonderen , dat zengde luchtſtreek . In Afrika is daar van een groote
het voorbeeld van een Natie , welker gerugt de geheele menigte , zo welals in de Oost-en Westindiën , dog ofde
wereld door drong, door veel Heidenen gevolge werd , verſcheidenheid wel zo groot zij, als het ſchijnt, zouw
in 't bijzonder door de Egljptenaaren . -De Pheniciers men wegens de verandering van koteur en grootte , bil
beelden de wereld af door een cirkel , in wiens middenlijk mogen twijfelen . Seba heeft dertienmaal eene zelt
PI, Deel. il FE de
3398 SLA , SLA .

de zoort, de Cobra de Cabelo, of Brilſläng, naamelijk, Slag ieder twee; dus in 't geheel hondert -en tien , pero
doen afbeelden. Ook geeft bij de figuuren van zeven ſchlilende zoorter van Slangen . Indien men hier nog bij
Kaapſche , zes Guineeſche en vijf Surinaamſche Slan . voegt negentien, die van den HeerGronovius beſchree
gen . Tien bijzondere zoorten zouden er op Caijenne ven en van LINNÆUs niet gezien waaren ; 20 is het ge
zijn , volgens BARRÉRE; bij de twintig in Noord-Ame tal reeds aanmerkelijk grooter dan dat dergeenen ,welke
rika , 20 Kalm aanmerkt. Hasselquist vond in Egijp . Seba in het II. Deel van zijn Kabinet heeft afgebeeld .
ten vierderleij zoorten , de Adders daar onder begreepen ,
De Heer GRONOVIUS heeft bij de vijf Gedagten van
en juist even zo veel heeft men er in Sweeden ontdekt. LINNÆUS,nogdrie gevoegt, onder den naam van Scijtala,
Behalve den voorgemelden Zee-Worm , dien PONTOPPI : Vipera en Cenchris. Het getal zijner Slangen , van aller
DANS, Bisſchop van Bergen , thans voor zo zeker houd leij zoort, was vijf en veertig ; thans 'worden door zijn
dateraan de Noordſche Kust zij, als eenige andere Visch ; Ed. opgeteld een-en zestig zoorten; als Cæcilia , 1. AT
vind men er zegt hij , overal in de zoete wateren , Wa• phisbane , 2. Angues, 7. Seijtale, 2. Colubres, 42. Vi.
terſlangen , en op 't land worden Adders gevonden , die Pera , 1. Cenchres, 4, Crotaloplori, 2. De Gellagtnaam
zomtijds vergiftig zijn. Men vind dergelijken in onze van Bea of Serpent word door hem niet gebruikt. Zie hier
Provintien , en Duitschland levert ook verſcheide zoor. de Keymerken , die bij tot onderſcheiding van de Ge
ten van Slangen , waar onder den Blindſlang uit ; dog, de nagten op geeft , in die orde, in welke hij ze , omtrent
vergiftigſten zijn in Italien , Afrika en andere beete lan- als LINNÆUS te vooren gedaan had , heeft geplaats.
den. 2

Hoe zeer men omtrent de onderſcheiding der Slangen Cæcilia, Blindſlang. Het lijf naakt, op zijde rimpelig;
in't duistere geweest zij , blijkt ait die onvergelijkelijke twee Voelers aan den Buik ; de Staart ſtomp
verzaaineling van Seba , in het II. Deel van zijn Kabinet , of geen ,
alwaar een verbaazende menigte van Slangen zonder ee AMPNISRÆNA. Biceps. Het Lijf van vooren en van ag.
nige orde is geplaatst. Behalven eenige weinige Europi, teren dikagtig , Itoinp gerond , met Schubben;
ſche heeft hij daar in , twee-en veertig Slangen uit Alie ; die kringswijze Ringen maaken , gedekt ; de
negen uit Afrika, waar onder één die aangenaain zingt , Staart dik en ſtomp , op de zelfde wijze ger
en vijf en vijftig uit de Westindien , waar onder één , ringd.
die gezegd word de waare Æſculapius te zijn ; dus in 't ANGUIS. . . . . Het Lijf naar vooren en agterer, ſtomp,
geheel hondert en zes uitheemſche Slangen. Buiten de gerond ; overal met Schubben geſchalied , zón
geſtalte, koleur , als ook de Indiaanſchenaamen , worden, der eenige ringswijze kringen ; de Staart dik ,
deeze Negts door eenige eigenſchappen onderſcheiden ; ſtomp rondagtig , met dergelijke Schubben , als
gelijk hij dus zijn werk met de Scijtale ofStokſlangen be het Lijf, gedekt .
gint , dus genoemt, om dat zij zich dikwils in de gedaan . SCYTALE. De Kop van boven met zeer groote
le van een Stok , en ongekrinkeld vertoonen. Men ziet Schubben , die vierhoekig zijn en van veeler.
ligt hoe bedrieglijk en onvoldoende deeze en dergelijke leij figuur, gedekt; de Buik en Staart van on.
kennerken zijn. deren metdwarſe Schilden ; de Staart dik , rol.
De ſchranderheid van den Heer LINNÆus en zijn on . rond.
vermoeide vlijt in het onderzoeken van de Schepzelen , COLUBER. De Schilden op den Kop van veeler.
heeft zijn Ed. Kenmerken doen uitvinden , waarom men leij figuur; het Lijf geſchalied met Schubben
Baauwlijks gedagt zou hebben. Zo veel verſchilt het , en van onderen met dwarſe Schilden bekleed ;
of men de Werken der Natuur oplettend dan Negts ter de Staart kegelagtig ; zeer lang en dun uitlo
loops beſchouwe ! Zijn Ed. oordeeld , dat de Schilden pende , van onderen met Schubben die tweeaan
of breede Schubben onder aan den Buik , en de kleine twee leggen .
Schubben onder aan den Staart , bekwaame Kenmerken VIPERA. Adder. De Kop van boven , de Rug en Zijden
zijn ; dewijl het getal daar van in een zelfde zoort van met geſchaliede Schubben ; de Buik van onde.
Slangen , indien zij niet verminkt zijn of beſchadigd , na ren met dwarſe Schilden voorzien ; de Staart
genoeg even groot is ; mids men zomtijds de ſom van kegelagtig , dun en ſcherp . uitloopende ; van
beiden neeme , om dat de onderſcheiding der Buik onderen met de Scubben twee aan twee .
ſchubben , van die aan de Staart niet zo klaar is. Dus CenCHRIS. ... De Kop van boven , de Rug en Zij.
werd een Slarg , in Sweeden door den Heer CLERCR ge den , met geſchaliede Schubben ; de Buik en
vonden , die 153 Buik - ſchilden en 32 Staart- ſchubben Staart , van onderen , met dwarſe Schilden ;
had , van zijn Ed. een zelfde gerekend te zijn als de ge de Staart kegelagtig , dun en ſcherp uitloo.
yoone Sweedſche Slang , Huggorm genoemd, waar in pende.
het getal der Buikſchilden 144 en dat der Staart-ſchub . · CROTALOPHORUS. Ratelſang. De Buik en Staart met
ben 39 is ; om dat de ſom van beiden zeer weinig ver Schilden ; de Staart zomtijds , behalven de
ſchilt ; want in deeze telling koomt het niet op één of Schilden , ook met Schubben gedekt, en uit
twee Schubben aar. loopende in een hoornig ſpits of Ratel , die
Hier voor onder het artijkel RIJK DER DIEREN pag. gemeenlijk uit leden beſtaat.
3163, hebben wij de zes Gellagien van Slangen en dero ,
zelver kenmerken opgegeeven , zo dat het nodeloos zou : Nu zouden wij hier de beſchrijving van de honderd
de zijn het zelve hier te herhaalen. Alleen zullen wij aan .: en tien zoorten van Slangen , uitmaakende de zes Ge.
tekenen , dat er in 't eerſte Geſagt dat de Ravelflang beo Nigen deezer Dieren , moeten laaten volgen ; dog dit
vat, drie zoorten zijn ; in het tweede , van Serpenten , zoude niet al!een bet beſtek waar aan wij bepaald zijn,
negen ; in het derde , van de Adders, twee-en twintig ; voorbij ſtreeyen , maar daar te boven hebben wij ook
in het vierde Geſlagt, van de Slangen , twaalf ; in het reeds op zomanige zowel der geſagt als eigeneNaamen
vijfde van den Tweekop, en in bet zesde van den Blind: de beſchrijving van eenigen gegeeven , en zouden dus
maar
SLA. SLA , 3399

maar in eene onnodige herhaalingvervallen. Begeert den , zet. De Kelkis éénbladig , vleeschagtig, verdeeld, het ee
Lezer echter eene omſtandige en aaneengeſchakelde be. ne onder het andere ſtaande, als een ſchede ; uit deszelfs
ſchrijving van ieder deezer Dieren in het bijzonderte grond komt een ſteel op, wiens einde naderhandveran.
leezen , hij raadpleege het 6e. Stuk van de ſchoone Na derd in een éénbladige Bloem ,beneden in een zaadbuis.
tuurlijke Historie , volgens het zamenftel van den Heer je verdeeld , en inet agt vezelen voorzien ; in de grond
LINN & Us, door de kundige Heer M. HOUTTUIN uitge. van deeze Bloem is het zaadhuisje, driekantig,met een
geeren , aan wien wij ook dit gantſche artijkel verſchul. driekantige buis voorzien , waar in het totrijpheid geko
digd zijn. men zijnde , driekantig zaad zit. De Bloemen en 't Zaad
SLANGEN , zie ADDERS , RATELSLANGEN , zijn als een lange koornair van gedaante.
SERPENTEN enz. Zoorten. Daar zijn hoofdzaakelijk drie zoorten van
SLANGENBALG , zie EXUVIÆ SERPENTUM . dit kruidgewas , dog dewijl zelden anders als de eerſte of
SLANGENH , zie ECHIUM .
OOFD gemeene zoort tot het medicinaal gebruik word geculti
SLANGENHOUT , zie COLUBRIN HOUT. veert , en de andere niets bijzonders hebben , zullen wij
SLANGEN -KOPPEN , zie ENTALIA . ons alleen tot deeze bepaalen.
SLANGEN-KRUID , zie SCHORZONEERE . Gemeen Slangen- Kruid ; Bistorta Officinar. Dodon.
SLANGEN STEEN ; in 'tlatijn Lapis Anguinur; is Bistorta major radice intorta. Bauh. Pin. 192.; ( Polijgo.
een Steen die men waant dat in de Kop van den Brib. yum caule fimplicisſimo monostachijo foliis ovatis inpetio.
fang te vinden is , en waar aan van zommigen de kragt lum decurrentibus. Linn. Spec. Plant )
word toegeſchreeven , om het vepijn door Slangen of Ad. Groeiplaats. In de gebergtens van Oostenrijk , Stier:
deren-beeten toegebragt, uit te haalen. Uit de proef. mark , Switzerland enz. op ſchaduwagtige plaatzen .
neeringen van Redi , CHARAS en anderen , is 't bekend , Beſchrijving. Dit Kruidgewas brengt uit zijne wortel ,
dat op deezen Steen al zo weinig te betrouwen zij, als lange, taamelijk breede en ſpitze bladen voort. Tus.
op andere opgelegdemiddelen . Op de dijë van een Duif, fchen deeze Bladen komen de ſteelen te voorſchijn , zijn .
welke door een Adder was gebeeten , leide Mead een de van een tot anderhalfvoeten boog , rond , en met klei.
Slangenſteentje ; dit kleefde aan de wond en maakte dat de bladjes bezet; zittende op de ſpitzen van deeze ſtee.
het Beest nog vier uuren in 't leven bleef, daar zij an : len de airen , en hier aan kleine vezelige vleeschkoleu .
ders gemeenlijk , binnen.'t half uur ſterven ; maar dien rige , of zomwijlen purperverwige Bloemtjes. Deeze
Steen kon het niet van de dood bevrijden . Ook lacht Bloemtjes afgevallen zijnde, zo volgt het driekantig zaad ,
men in Indië zelfs met de kragten van den Slangenſteen , het welk blinkende is , en in de hullen zit , die de Bloem
ten minſte met den naam ; dewijl het een maakzel is van eerst tot een Kelkje gediend heeft. De wortel die de dik.
konst , niet van de natuur. Evenwel is 't niet onwaar. te van een duim heeft , is vleeſig , gekronkeld , twee of
ſchijnlijk , dat het opleggen van zulke Steentjes in zom- drievoudig door elkander geſlingerd , volringen , uitwen .
mige gevallen dienen kan om het venijn uit de wond te dig bruin zwart , inwendig bleek rood , met vezelen om•
trekken. De Malabaarſche beſtaat uit de Asch van ge, geeven en bezet , en eenigzints zaamentrekkend en bit .
brande wortelen , meteen Aarde gemengd , welke bij ter van finaak .
de Portugeeſche Stad Diu gevonden word . Deeze heeft Kweeking . Om dit Kruidgewas voort te zetten , plant
dan zekerlijk , eenig ſcherp zout in zich , en kan dus de men de wortels in het voorjaar of de herfst , in een goede
wond ook open houden . Het namaakzel van denzel- losſe eenigzints vogtige grond, en lommerijke plaats, als
ven , uit het Poeijer van Adderen , Padden en Rivier• dan zal. że den grond ſchielijk met Planten voorzier , want
Kreeften , met gegraven Eenhoorn en Lemniſche Bolus , zevermeerdert veelvuldig door haare kruipende wortels.
door middel van Viperen- Geleij of Lil aan elkander ge- Gebruik en Kragt. De wortel van dit kruij, houd men
voegd , agt ik veel kragteloozer ten dien einde. Dater voor verkoelend , opdroogend , zweetdrijvend , zaamen.
eens bijgeval , een Steentje in de Kop van een Slang ge trekkend , en gift weerſtaande; wordende inzonderheid
vonden zij; 't welk men dan voor den echten Slanger zeer gepreezen, voor allerleij buikvloeijingen , als buik .
fteen zou mogen houden , is niet ongelooflijk. en roode loop , al te ſterke ſtonden , witte vloed , als ook
SLANGEN - TONG , zie SERPENTS.TONG. voor kwaadaartige en beſmettelijke koortſen , tot een on
SLANGEN -VIAND , zie HAAGDISSEN , 1. XXV. ce in decoctie ; of degepoeijerde, drooge wortel tot één
pag. 969. drachma. Uitwendig zuivert dezelve 't vuile ſchorbu. .
SLANGEN.WORTEL ; Herts-tong; Natter-wortel; tisch tandvleesch, en is dienſtig voor tandpijn en zeere
in 'tlatijn Bistorta , Serpentaria ; in't deensch , Schlanije. keel, de decoctie tot gorgelwater.
Urt; in't boheemsch , Hadijkoren ; 'in 't hoogduitsch , SLANG -HAAGDIŠ, zie HAAGDISSEN , n. XLII,
Schlangen -wurtz , Schlangen -Mond. Aan dit Kruidge, pag. 971.
was zijnalle deeze genoegzaam met elkanderen overeen . SLANG MET EEN HALSBAND zie RING
koomende naamen gegeeven ;dewijl men waant , dat 't een SLANGEN .
voortreffelijk middeltegens den Slangenbeet is. Of met SLANG VISSCHEN , in 't latijn Ophidion; is de naam
meer reden, om dat de wortel eveneens als een Adder van een Visſchen -Gelagt, dus genoemt, door dien der.
of Slang te zaamen kronkeld ; weshalyen zij ook Bistor. zelver voowerpen veel gelijkenis met Slangetjes hebben.
ta genocmd word , dewijl haar wortel twee of drievou. De Kenmerken beſtaan in de Kop omtrent naaktte heb.
dig door malkanderen gefingert is , ofwel , om dat het ben ; het Kieuwenvlies ruim , met vijf ſtraalen s het Lijf
met een huidje bedekte Slangentonge gelijk is ; ook om degenvormig; de Rag.en Staartvin met de Staart verce.
dat de wortel als een Slang door de grond kruipt, waar- nigd; de Buikvinnen met twee ſtraalen , waar van de bui
om haar ook den naam van Colubrina en Dracunculus is tenfte doornagtig is. Drie zoorten vind men daar van
gegeeven , opgeteld , als
Kenmerken. Dit Kruidheeft een vleeschagtige wortel, I. Gebaarde Slang -Visch , in 't latijn Ophidion bar.
telijk met bulten , langdurende, vast en methaairtjes be. batum ; (Ophidion maxilla fuperiore cirris quatuor. Ant.
É f 2 Gem .
-3400 SLA. SLA. SL

Gen. 25. Sijn. 42.) Deeze , die in de Middelandſche met kleine ſchubbetjes, die over elkander leggen , gee
Zee gevonden word, is het Slangen .Vischje, naar een fcalied ; dog van onderen ongeſchubd. De Rug en Aars.
Zee- Aal gelijkende , vap PLINIUS ; 't welk Ophidion vin , vereenigd en ſtreespwijze , bevatten in't geheel 248
Plinii van de Autheuren genoemt word. Anderen heb- enkele elsvorinige dog ſtompe Beentjes ; waar van er in
ben het aangemerktals een zoort van Aſellus, en Grijbo de Rugvin 147, in de Aarsvin jo1 zijn. De Borstvin
lu : getiteld. WilLOUGHBY had er verſcheidene te Ve. Den taamelijk groot en lancestwijze , hadden 26 Beentjes
netie gezien en beſchreeven , die zeer naar Aalen gelee die in tweën geſpleeten zijn. De Buikvinnen ontbraa
ken ; dog korter waaren naar reden van de dikte , opzij. ken. Dit alles uiteen gedroogd voorwerp :
de platter en bleeker van koleur. RONDELETIUS ſtelt Het Slange.Pischje , uit de Oostzee , dat LINNBUS
het zelve aan een Konger volkomen gelijk, en Bello. telt onder de Sweedſche Dieren , had de gedaante van
Nius ſchrijft dat de Vischhandelaars te Romen , er zom- een Moer. Aal ; het Kieuwen Vlies met 5 ſtraalen. De
tijds voor verkogten . Ondertusſchen geeft de laatſte bun Rugvin , van den Kop tot aan den Staart ſtrekkende , had
niet grooter dan een ſpan op , en de andere noemt ze Visch- er 79 , die gedoornd waaren , met eenige zwarte witge.
jes; gelijk ook alle die welke WILLOUGHBY zag , niet bo . rande vlakken , even ver van elkander ; de Aarsvin 41;
ven de agt duimen lang waaren. de Staartvin ongevaar 18 of 20 Beentjes.' In de Borst
De Rug is aschgraauw., zegt deeze Autheur; de zijden vinnen waaren er 11 ; Buikvinnen had het niet. Aan den
in het midden , hebben een glans van zilver. Het ſchijnt Vlinder- of Snorvisch met lien vlakken Coheen het zeer
kleine ſchubben te hebben , die van een zeldzaame figuur nabij te koomen ,
zijn ; lang en final, niet over elkander heen leggende, 111. Groot-Oog , in 't latijn Ophidion macroöpthalmum ;
gelijk in de andere Visſchen , maar bier en daar verſpreid. ( Ophidion maxillis imberbibus, pinna caudce acuminata
De Bek is wijd , aan de Kaaken met kleine Fandjes en LINN . Sijft. Nat.) Van deezen vind men niets aangete.
bovendien met drie als getande kusſentjes, één boven aan keni , dan dat hij in de Rugvin 69 , in de Borstvinnen
het gehemelte , twee onderhet zelve voorzien , De Tong 15 , in de Buikvinnen 6 ; in de Aarsvin 62 en in de
is ſcherp ; de Oogen zijn groot met zilver koleurige krin . Staarc- vin 12 beentjes of ſtraalen heeft. Dezelve word
gen , en gedektmet een gemeen doorſchijnend Vlies , ge- in de Middelandſche Zee gevonden.
lijk in veele Visſchen plaats heeft. Nevens derwee Kieuw- Naar den Slangen - Visch, gelijken taamelijk die Vis
Vinnen heeft het aan de onderkaak twee paar Baardjes ; ſchen ; daar de Heer Gronovius een bijzonder Geſagt
die een duim lang zijn , en de Buik is van onderen , met van maakt onder den naam van Maſtacembelus. Alleen.
een witàgtig vlies gedekt. lijk ftrekken'in dezelven , de Rug. en Aarsvin niet aan
De zonderlinge gedaante van het Luchtblaasje, in dee . elkander toe en de Buikvinnen ontbreeken er aan ; dog
ze Visſchen , trok de opmerkzaamheid van WILLOUGHBY voor de Rug-en Aarsvin hebben zij eenige onderſchei
naar zich. Het zelve had de figuur van een ampul of uri- dene , afgezonderde, elsvormige ſtekels , die zij overend
Danl ; als zijnde rond gebuikt of eijvormig., met een pijpje kunnen zetten. De Vinnen zijn altemaal weerloos. Ik
aan 't eene end , waar door de luche inkomt ;aan'tandere geef er den naam van Doorn .Aal aan.
end een dik , hard klieragtig lighaam dat voor dekzel ftrekt. Onder de twee zoorten , welke zijn Ed. tot dit Geſlagt
Het Buisje was met zekere taaije Nijmigheid gevuld. betrekt , is de ééne een Visch van Aleppo , welken Doctor
Rondeletius getuigt , dat het vleesch van dit Vischje Russel aldaar heeft waargenomen ; die in de nabuurige
wit en hard ; Bellonius dat het zelve zeer ſmaakelijk Rivier gevangen en van de Europeaanen gegeeten word.
zij. Plinius ſchrijft aan den Slangen -Vicch , met Le . Deeze Visch noemtmen Simack ilIngleſe. Hij heeft de ge
wit en ros gevlakt , aan
liebollen gebraaden en gegeeten , een bijzondere kragt daante van een Aal ; de koleur isgeſprenkeld
toe , tegen het niet ophouden kunnen van 't wateren. den Buik witagtig , de Rugvin met eenige !
IÍ . Ongebaarde Slang.Visch , in 't latijn Ophidion imber: rosſe vlakken.
be; Ophidion cirris carens. Art. Gen. 25. Sijn 42 : (Ophidi- De andere zoort is een Oostindiſche of Ceijlonſche,
en maxillis imberbibus,cauda obtufuscula. Linn. Sijft.Nat.) van Valentyn Ikan Gadja of Olijphants -Visch en Rood
De Autheuren maaken gewag van driederleij Slangen. Dreggetje getijtelt ; van NIZUwHOP genoemd Vijf-Dog
Visch, den ecnen gebaard ,en den anderen ongebaard ,en den ( Pentophthalmos), de Thelia der Ceijloncezen. Deezen
gebaarden met ofzondervlakken;dog WILLOUGHBY agtte noemt KLEIN Enchelijopus , met vijf vlakken als oogen
die allen te behooren tot ééne zoort. Evenwel komthet op de Rugvin die digt aan de ſtaart komt ; den Bek ge.
mij voor , dai de gebaarde wezentlijk van den ongebaar (noet, de Vinnen rood , de Staart blaauw . GRONOVIUS
den te onderſcheiden zij ; te meer , om dat deeze laatſte onderſcheid hem boven dien , door de Bovenkaak zeer
geel is van koleur. Petiver heeft daar van, onder den lang en ſpits te hebben . De figuur is anders ook naar die
naam van Sea Snail of Zee -Slek , eene af beelding gegee van een Aal gelijkende , de koleur bruinagtig.
yen , die de geſtalte taamelijk uitdrukt. Dit Vischje " De afbeelding van dit Vischje uit WILLOUGHBY over .
word in de Oost- en Noordzee , zomtijds in Oeſter- Schule genoomen , is te vinden op plaat M.fig . 13.
pen gevonden', en van de Heiliglanders Nognogen gehe. SLAVONISCHE LISCH , zie LISCH , H. VI. &
ten. KLEIN heef: het zelve ook betrokken tot zijn En VII.pag . 1851.
chelijopi of Aalagtige- Visſchen . SLEE DOORN ; Wilde Pruimboom ; Haver - Slee ; in
De Heer GRONOVIUs befchrijft een Ophidion uit de Midt 't latijn Prunus ſilvestris ; Acacia germanica , vel nos
delandſche Zee , dat in de uiterlijke figuur overeenkwam tras; (Prunus ſpinoſa , foliis lanceolatis. Linn. Spec.
met den Zee -Puitaal, dog in veele opzigten daar van ver. Plant:)
(chillende was. Het zelve had den Kop zeer dik , met Befc kryving . De Slee - Doorn ofwilde:Pruimboon ,draagt
groote Oogen ; het Lijf ſpilrondagtig , naar de ſtaart ver- menigvuldige takken en gevoelige doornen ; de Bastis
dunnende , van onderen opgeſchubd. De Rug was breed. graauw , en bijkans purperverwig. De Bladen koomen
agtig ; de Buik rond uitpuilende; met de Navel bijna in overeen met dié van camne Pruimboomen ,zij zijn echter
' t midden der langte. Op de Rug en aan de zijden was het kleiner en van een aantrekkende fimaak, zijnde de Kelk en
het
<
SLE. SLL. 3401

bet zaadhuisje, waar uit de vrugt word , gelijk met die SLEUTELBLOEM ; Bakkruid : Hemelſleutel; St. Ple
der tammen ; cer nog de Bladen groeijen , toonen zich terskruid ; in 't'latijn Primula Veris; in 't grieksch , φλόμος και
te
aan de cakjes uit de knoppen reeds de Bloemen , die be- in 't fransch , Braijes de Coci , Prime Vere ; in 'c itali
ftaan uit vijf bladen , zijn tenger en bitter , en maaken in ': aansch , Bracche di Cuculo; in 't engelsch , Primroofen ,
midden eenige vezeltjes , die wit en boven op regt rond Coweslijppe ; in't hoogduitsch , Schlusſel-blum , Himmels
geel zijn . De vrugt is eijrondagtig, ook dikwils geheel ſchlusſel, St. Peters-ſchlusſeb . Handjchun blum .
rood, blaauwagtig , naderhand zwart , van een ſtraffe Kenmerken. De Bloem beſtaat uit een blad , waar van
ſmaak , een weinig kleinder alsde gemeene Kersſen ; eerbetonderſte gedeelte pijpagtig is , maar het bovenſte breid
zij rijp word is zij groen, en naderhand blaauw , maar zich plat uit , in de gedaante van een ſchenkbord , en is
rijper wordende , word zij zwart blaauw . De ſteen is geſneeden in verſcheiden verdeelingen. Uit den Bloem .
bijkans gelijk als een Kersfeſteen , dog langer en zeer kelk die pijpagtig is , komt het ftijltje , 't welk , wanneer
moeijelijk om te kraaken , bevattende in zich een rede. de Bloem verdord is , een langwerpige vrugt of dopje
lijk groot piçof amandel ; de wortel is houtagtig , zwart word , leggende bijna in de Bloemkelk verholen , die
en kruipt aan alle kanten rondom ', ſpattende zomtijds zich van boven opent , waar in veele rondagtige zaadjes
hier en daar in knobbels uit. Zij bloeijen in april , wor. belooten zijn.
dende in ſeptember en october rijp . Zoorten. Gevoeglijk kan men de Sleutelbloemen in
Groeiplaats. In Neder- en Hoog -Duitschland enz . hier twee Hoofdzoorten onderſcheiden ; als in de zodanige
of daar in de Heggen en elders. die maar een Bloem op elke ſteel hebben , en de zulke
Kweeking. Zelden worden zij in de tuinen gekweekt, die veele Bloemen aan een Hoofdſteng , op bijzondere
maar meest al de Bloemen en Vrugten tot het medicinaal ſteelen voortbrengen , die als in een kroontje bij zaamen
USD
gebruik in 't wild gezogt. Wil men ze echter in zijn Boom ſtaan. Van welke beideHoofdzoorten weer veele veran.
gaard hebben , 20 heeft men maar jonge Boomtjes te nee. deringen , inzonderheid ten opzigt der koleuren zijn. Ook
inen , en die in goede aarde bij andere vrugtboomen te worden er nog jaarlijks door de Hollandſche en andere
EUR planten ; als dan zullen zij weelig tieren , en veelgrooter Bloemisten , heel fraaije en verſchillende zoorten uit het
vrugten voortbrengen als in 't wild groeijende , ook ver. zaad gewonnen , welke in ſchoonheid van koleur met de
minderen dedoorns en verdwijnen op 't laatst ten eene. Aurikulaas om den voorrang ſtrijden.
maale ; de Vrugten ſchoon wrang blijvende , zijn evenwel 1. Gemeene Sleutelbloem , of Sleutelbloem met een
ſappiger, zagter en aangenaamer , dan die in't wild Bloem op elke ſteel, Carchicer genoemt , met geele , 1
groeijen. roode, purpere , violette , incarnate , witte, bonce enz.
Gebruik. Uit de Bloemen word een conſerv en fijroop Bloemen. Primula -Veris vulgaris. PARK.
vervaardigt , welke beide eene-laxeerende hoedanigheid 2. Dezelfde, met geele, roode, of bonte dubbelde
bezitten , en dienftig geagt worden voor pleuris , Nijm Bloemen. Primula - V'eris vulgaris flore pleno.
op de borst en hoeſt. Het verdikte ſap of extrał uit de 3. Sleutelbloem met twee Bloenen in malkanderen . .
nog niet volkoomen rijpe vrugten , is verkoelend, ad . Primula -Veris geminato flore.
fringeerend, dienftig voor buikloop ; wordende dikwils 4 Gekransde of gekroonde Sleutelbloem , of met veel
gebruikt in plaats van 't opregte Acacia. Bloemen op een Hoofdſteel , van allerlei fraaije ko
SLEUTEL , zie CLAVIS . leuren . Primula- Veris umbellata , coloris multa plicis.
SLEUTELBEEN ,' in 't latijn Clavicula , Ingula, 5. Gekransde Sleutelbloem inet dubbelde Bloemen van
Furcula en Ligula. Dus word genoemt dat Been , 'twelk allerlei koleuren, vermaakelijk om haare verſcheidentheid.
het Schouderblad vereenigt met het Borstbeen ; hebben. Primula Veris umbellatæ , odoratæ , hortenfis, fimplicis
*** de de gedaante van een romeinſche S , dog minder ge varietas uberrima , pro varietate jucundisſima, colorismul
boogen tiplicis. Boeru. Ind.
Dit Been is alleen eigen aan die Dieren , die op hunne Plaats. De gemeene geele van beide Hoofdzoorten
bilten zittende , iets grijpen met de voorſte pooten om het groeijen in de Bosſchen en boschagtige weiden van Hoog,
te eeten , gelijk als Menſchen , alle Aapen, Inkboorens , en Nederduitschland , Vrankrijk, Engeland enz., van waar
27. De Rotten , Muizen , Vleermuizen enz. haare Planten gemakkelijk in de tuinen konnen overge
226, Dit Been , hoe hard ook ,kan uitgerektworden , zo dat bragt worden , alwaar ze , indien ze voor Heggen en in
der het als eene regte lijn maakt , in alle die agterwaarts ge beſchaduwde paden gezet worden , vroeg in het voorjaar
GRUDE boggeld zijn , of lang op krukken gaan. De keurslijven eene fraaije vertooning maaken , wanneer weinige an :
Barat die bijonze Vrouwen de ſchouders als krukken opligten , dere Planten in bloeij zijn. - De beste tijd om ze te ver
doen het zelfde, en daarom konnen zij gewend aan dat planten is op St. Michiel, op dat haare wortels ſterk mo.
ſchadelijk kleed , het zelve niet ontbeeren, of de armen gen zijn , om in het voorjaar vroeg te bloeijen. Zij be.
ASTO
RE 'bangen zonder kragt langs het lijf. minnen een ſtraffe vette grond ; maar groeijen ook in bij.
De Sleutelbeenen breeken niet ligt, dog gebrooken zijn. na alle zoorten van aarde, mits dat ze een beſchaduw .
de geneezen zij met verkorting , om dat de eindens van de ſtandplaats hebben .
de breuk, of op , of agter , elkander vast groejen ; ge . Kweeking. De verſcheiden zoorten van Sleutelbloem ,
Hosen lijk. HIPPOCRATES reeds opgemerkt heeft, en 't welke kooinen voort door het zaad te zaaijen, 't welk men
假 door geene konst kan voorgekoomen worden ; om dat winnen moet van zodanige Bloemen , die goede eigen
men geene zwagteling met zo veel kragten kan aanleg. ſchappen hebben , dat is , zulke die van groote regop.
gen , dat zij de zwaarte van den arm draagt, of tegens ſtaande ſtengen zijn voorzien , wier Bloeinen groot en
de werking van alle de ſpieren , die den Arm naar de fraaij bont zijn , en plat open gaan. Uit zaad van zulke
de Bees Borst trekken , beſtendig zijn kan . Bloemen kan men met reden hoopen , eene groote ver .
ila e SLEUTELBEENS-ADEREN , in 't latijn Venee ſcheidenheid van goede zoorten te zullen bekoomen.
jn echt Jubclavie , loopen onder de Sleutelbeenen tegen de ar- Dit zaad inoet in december worden gezaaid in Bakken ,
eKols
men. met ligte vette aarde gevuld , zorg draagende dat het
Ff3 zaad
5
Sit. SLI. SLI.
4402
zaad niet te diep koome; want het is genoeg , indien op de punt van een mes kan genoomen , en niet te ftijt
het maar ligtelijk met aarde word bedekt. Deeze Bak- bevonden worde om door te fikken .
ken moeten worden gezet , daar ze het voordeel van de De Slikmiddelen laaten voornaamelijk de zagter veran .
morgenzon tot tien uuren konnen hebben , maar moe. derende Geneesmiddelen toe , en zodanigen, die niet
ten geenzins aan de hitte van den dag blootgeſteld wor. onaangenaam voor 't geheinelte zijn. De kragtiger droo.
den , inzonderheid wanneer de Planten beginnen voor gerijen , als buikzuiverende , braakmiddelen , opiaten ,
den dag te koomen. Wanneer het in 't voorjaar droog en dergelijken (uitgezonderd in winkel Slikmiddelen , om
weer is, moet men ze veelvuldig met water verfrisſen, bij gewigt te verdeelen) worden zelden aan deeze ge
en naar dat de hitte verineerdert, moeten de Bakken daante toevertrouwd, wegens de onzekerheid der gifte ;
meerder in de ſchaduwe worden gezet; want groote hice onſmaakelijkheid , ſcherpe , bittere , ſtinkende kunnen er
te doet haar veel kwaad . niet gevoeglijk toegenomen worden ; ook is de gedaante
In maij zijn de jonge Planten ſterk genoeg , om ver- van een Slikmiddel niet wel geſchikt voor de zwaarer zelt.
niant te worden , op welken tijd men eenige beſchaduw . ſtandigheden , gelijk de mercuriaalen ; want deezen zou .
de Rabatten moet gereed maaken van goede vette aarde den in't bewaaren zinken , of het zaamenmengzel zoude
voorzien , waar in men de Planten omtrent vier duimen al te ſtijf geniaakt zijn.
van malkander af moet zetten , vervolgens zorge dragen De ligter poeders vereiſchen driemaal derzelver ge.
om ze vogtig te houden , tot dat zewortel hebben gevat , wigt van honing, of ſijroop tot de dikte van honing ge
na welken tijd ze geen meer oppasſen noodig hebben dan kookt, om ze tot de dikte van Slikmiddelen te brengen ;
ze van het onkruid ſchoon te houden , in augustus ver- van fijroop van de gewoone dikte , is tweemaal het ge'
plant men ze nogmaal op andere rabatten , zes duim wigt van de poeders genoeg.
van malkanderen op rijen, in agt neemende indien het Wanneer men gemeene ſijroopen bezigt , moet er ook
droog weer is , om ze vogtig te houden tot dat ze wortel een weinig conferf bijgedaan worden , op dat het zamen
gevat hebben . Het is hier dat ze in het volgende voor- mengſel niet al te ſchielijk verdrooge. Slikmiddelen van
jaar bloeijen , als wanneer men de zulke die fraaj zijn moet Peruviaanſchen bast, bij voorb. met fijroop alleen op ge
tekenen om te bewaaren, en de andere konnen weg ge: maakt, zullen dikwerf in één dag of twee al te droog
daan of op een onaanzienlijke plaats der tuin alwaar veel worden , om inteneemen .
ſchaduw is verplant worden , alwaar ze ſchoon ze niet Zommige Poeders, voornaamelijk die van de min fmaa .
zeer waardige Bloemen zijn , een aangenaame verſchei. kelijke zoorte , worden gevoeglijker opgemaakt met ſlije
denheid geeven. men, dan met fijroopen ,honing of conferf. De drie laat.
* Zonder verzuim moeten de Planten alle jaaren verzet ſten kleeven aan den mond en keel , en veroorzaaken dus PX

en geſcheurd , en de aarde van het rabat veranderd wor- dat de ſmaak van 't geneesmiddel een langen tijd daar in
der ; anderzints verloopen ze , en verliezen haare voor blijft; daar de Nijmen vrijelijk doorgaan , zonder eenigen
naamſte ſchoonheid . finaak in den mond agter te laaten . Een weinig zagt uit.
Indien men voornemens is zaad te winnen , het beste trekzel van zoethout , bij het Nijm gevoegd , maakt het
middel om eene groote verſcheidentheid te bekoomen , zaamenmengzelaangenaam genoeg , zonder het ongemak
moet men gelijk reeds is gezegt , de zodanige uit teke. van de kleeviger zoeten.
nen , die goede eigenſchappen hebben . Deeze moeten De hoeveeelheid van Slikmiddelen , die in eens wor .
van alle gemeene Bloemen worden afgeſcheiden , want den voorgeſchreeven , om op ſtaande voet gereed te
ze bevrugten malkanderen , waar door het zaad van de maaken , is zelden minder dan één once , of meer, dan
drie oncen.
waardige Bloemen op ver na zo goed niet is , als wanneer
de Planten , op een bijzonder Rabat ſtaan , daar geen ge.
meene Bloeinen groeijen. Het is hierom best de Plan . Algemeene regelen om Slikmiddelen te maaken .
ten van de zulken weg te neemen , waar voor men gee. 1. Gommen , verdikte fappen , en andere dergelijke zelf.
ne achting heeft , zo ras de Bloemen open gaan. Tegen ſtandigheden, die niet tot poeder kunnen gemaakt wor.
het laatst van maij word het zaad rijp , 't welk men daar den , moeten in het voorſchreeven vogt worden ontbon
aan gewaar word , dat dedopjes bruin worden en open den ; doeter dan de poeders biļkleine hoeveelheden bij,
roerende, om er een gelijkmaatig
gaan , zo dat men ze op dien tijd dagelijks moet over en houd alles ter degen van
zien , telkens de zodanige afplukkende , die rijp zijn , en eenvormig mengzel te maaken.
welke men op een papier te droogen legt, en daar na 2. Zaamentrekkende Slikmiddelen , en de zodanige die
tot den zaaitijd bewaard worden . vleesch van vrugten in derzelver zamenmengzel hebben ,
Kragt en Gebruik. De Sleutelbloem is verkoelend , moeten Negts in kleine hoeveelheden teffens vervaardige
t'zaamentrekkend , zuiverend en wondheelend; en word worden ; om reden , dat de zamentrekkende geneesmidde
inzonderheid zeergepreeſen voor inwendige wonden , be len veel van derzelver kragt verliezen , wanneer ze in
ſchadigde darmen van de roode loop , en breuken , de deeze gedaante worden bewaard ; en om dat het vleesck
deco& ie daar van gebruikt. Uitwendig voor verſche won. der vrugten onderhevig is zuur te worden.
den , breuken , en inzonderheid voor aapibeijen , in ver- 3 De overtollige vogtigheid van het vleesch der vrug
Sche boter tot een zalfje gebraden , als mede voor de viji sen, moet over.een zagt vuur worden uitgedampt , eer
( paronichia ), de warm gemaakte bladen opgelegt. de andere ingredienten daar bij gedaan worden.
SLEUTELBLOEM ( BERG .), zie CORTUSA . 4. Wanneer de Slikmiddelen in 't bewaaren al te droog
SLIKBROK , zie BROK. worden , moeten ze wederom tot een behoorlijke dike
SLIKKING , zie LIKKING. te gemaakt worden , door het bijvoegen van een weie
SLIKMIDDELEN , in 't latijn Eleftuaria , worden nig franſche witte of canarije wijn ; en niet van fij.
voornamelijk uit poeders met ſijroop enz. vermengd , te roop of honing. Hier door zal de gifte minst onze
zaainengeſteld , tot zulk een dikte , dat de poeders in't ker zijn ; eene omſtandigheid die inzonderheid dient in
bewaaren, niet.Icheiden , zo dat eene gifte gemakkelijk agt genoomen , voornamentlijk in zulken , die met ſija
coop
SLI. SLO. SLO. SLU. SLIJ. 3403

Foop worden opgemaakt, en eene ruime hoeveelheid kan nedergeperst worden ; dog deeze ziekte word niegts
opium bevatten als de Confectio ; Paulina en Philo . zeer zelden waargenomen.
nium. 5. Maar daar is cene blette doorswelging die thans
SLINGER STAART , zie HAAGDISSEN , M. II , meer dan voorheen waargenoomer word , en, aan welke
Pag. 965 . de Hollandiche Maatſchappije van Wetenſchappen , te
SLINKER MAAG -ADER , zie MAAG ADEREN . Haarlein gedagt heeft om er een prijs op te ſtellen , en
SLOBBE , zie EENDEN , P. XVIII. pag. 588 . te geven aan die best daar over ſchrijven zoude , gelijk
SLOFFEN , zie BOON (GROOTE ). dezelve inet recht toegeweezen is aan den zeer Beroem.
SLOKDARM , in 't latijn Oefophagus. De Slokdarm den Heer van Geuns , Geneesheer te Groningen ; of
is eene Buis , die haareti oorſprong neemt van agter het ſchoon de ondervinding geleerd heeft , dat de genee.
verbemelie en den ſtrot , maakende de keel uit in een zing even onmogelijk gebleeven is als voor heen.
eigentlijken zin. Even onder het ftrotrenhoofd word de Deeze helette door welging hangt gemeenlijk af van ee .
keel vernaauwd, en vormt de buis ,' 20 even befchree. De vernaauwing, door een uiterlijk gezwel veroorzaakt,
ven , die als een darm onder en boven even dik loopt, meest al bij den krop van de maag , gelijk in de Verhan.
door de Neuf van het middenrif, om zich te vereeni deling van den Heer van Geuns op de Plaaten kan ge.
gen met de maag ; welke eene verwijding is van dien zien worden . Deeze vernaauwing belet wel het eeten
darm , even gelijk de slokdarm is de vernaguwing van in de maag te koomen , maar niet het Nokken , want de
de keel. Lijders Nokken het eeten in der daat in , dog dan ſtuit
Deeze loopt agter langs de luchtpijp , en niet aan de bet , op de hoogte van de vierde ribbe , daar de maags
flinkerzijde gelijk zommigewillen, maar regt agter langs , mond is gelegen; en zij braaken al het ecten weder uit
en dus agter het hart , tot in de holte des buiks. - met zeer veel Nijm , dikwils zesmaal meer , dan zij in .
Hij beſtaat, uit een inwendi; vlies , 't welk vrij taaij geſokt hadden. Nu en dan Quipt er iets door, en den
en rekbaar is , gehegt , en vereenigd met het inwendige eenen tijd meer dan den anderen ; dog nooit genoeg om
vlies van den mond en maag ; daar om heen is een zeer het lighaam behoorlijk te voeden ; 'twelk dan verma.
i ſterke ſpierrok , welke uit langwerpige en ronde veze- gert , zwak word , en zodaanig uithongert , dat de Lij
len beſtaat, die zich zeer ſterk konnen toetrekken ; de . ders eindelijk den geest geeven , zo als men het noemt ,
ze rok derhalven , perst het eeten en drinken naar de met een gezond hart. Deeze ziekte overvalt oude en
inaag , als wij Nikken , dat is als het van den mond in jonge Menſchen van beider geſagte , en van allerleij
den darm komt , en in tegendeel, werpt deeze rok het geſteltenis; Vrouwen misſchien daarom meer , om dat
eeten opwaarts , als het uit de maag er in gevoerd zij meerder aan kliergezwellen onderhevig zijn.
word. Om deezen darm loopen zeer veele takken van De geneezing is tot nog toe onmoogelijk bevonden ,
het agtſte paar zenuwen , en daar langs leggen zeer en zal zo blijven , zo lang wij niet in ſtaat zijn om
veele klieren , te weeten , conglobatae of watervats de verhardingen van klieren weg te neemen , 't welke
klieren . wij beweezen hebben als nog onmogelijk te zijn , in al
Deeze darm is zeer gevoelig , en trekt zig toe op de lerleij knoest. en kreeft gezwellen .
minſte prikkeling van binnen ; evenwel is hij voorzien Evenwel is zagt eeten, 't geene teffens olieagtig is
van binnen , van zeer veele kleine kliertjes , die eene best, Arabiſche gom , geleij van hertshoorn , melkſpijzen
geduurige Nijmerigheid afkleinzen , om het eelen ge. en dergelijken voldoen best ; het inſpuiten van voeden .
makkelijk te doen doorglijden . de clijſteren is zeer hoog noodig ; de Lijders zouden
zich zelven de zulke met gemak leeren zetten , eeni .
Slokdarms Gebreeken. ge maalen daags , en dus hun leeven draagelijk maa.
Vermits een Mensch geduurig zijn lighaam onderbou . ken .
5 den moet met eeten en drinken , kan de slokdarm niet Wij verwijzen den Lezer liever naar de uitmuntende
.
zeer veel aangedaan zijn , of het word gevaarlijk , en verhandeling van den Heer van Geuns , Haarlemſche
om die rede hebben veele Geneesheeren opzettelijk ge. verhandeling XI. Deel.
handeld over de gebreken des Slokdarms. Inzonderheid SLOKDARMS-SPIER , ook Keel-Nuitſpier genoemt ;
heeft de Beroemde Hoogleeraar OOSTERDIJK Schagt, ic't latijn Musculus oefophageus. Aan de Siokdarm wor.
lofingeleid, met zijn hoofdeel de Morbis oeſophagi. Cap. den gemeenlijk drie paar ipieren toegeſchreeven . Zij
XII.pag. 181 . worden van L. Heister verdeeld en genoemt Obliquus
1. Voor eerst, kan deeze darm ontſteken en ontſteld major, groote Schuinſche, en Obliquus minor , kleine
zijn , waar door de Nikking pijnlijk , en moeijelijk word , Schuinſche: Deeze laatſte word ingeplant boven de
dog dit gebeurt echter niet veel. groote rechte ſpier; en de groote ſchuinſche in het dwar.
2. Kunnen zekere ſtukken te groot of te puntig , om ſche uitwas van den hoofd -draaijer.
doorgellokt te worden , blijven zitten, als ſtukken been , SLOOT , zie FOSSA .
ook graaten, ſpelden, enz . welke als dan ofmet een ſpons SLOT , zie CLAUTSRUM .
aan een balijn , of anderen ſtok vast gemaakt , moeten SLUIP-KOORTS , zie FEBRIS LENTA.
doorgeſtooten worden , of zo lang blijven zitten , tot dat SLUIT.LEEST , zie LEEST.
er eene verzweering koomt , die het ſtuk uitwendig doet SLIJK , zie MODDER
ontlasten .
SLIJKERIG LANDJUFFERTJE , zie LANDJUF
3. Kan dé Slokdarm zich door een ſtuip toe trekken , FERTJES, n . XI . pag. 1761.
zodanig dat er niets door kan , dan bij tusſchenpoozen ; SLIJR-HAAN , zie HOPPEN , 1. I. pag . 1143 .
f dit gebrek vind men bijzonder bij Vrouwen , die opſtij. SLIJM . Heet bij de Geneesheeren alle vogt die
gingen hebben ,en bij Mannen die droefgeestig zijn , ook helder°, en taaij is ; zo dat het als iet draaden kan
bijna bij allen die verſchrikt zijn. getrokken worden ; even als men alles in den dagelike
4. Kan de slokdarm verlamd zijn , in welk geval niets fchen ommegang Slijmerig noemt, ' we'ke die eigen
ſchap
3404 SLIJ. SMA: SMA.

ſchap bezit. Zie ook MUCAGO , MUCUS , MIJXA den. Omtrent dit ſintuig heeft MALPIGRIUS zeer om
en PHLEGMA . ſtandig geſchreven , die deze tepeltjes in drie ordens om .
SLIJMGEZWEL , in't latijn Oedema , is een Nijm- trent haar grootte verdeelt heeft. Dog bij heeft het
agtige en wateragtige Zwelling , of een Koud -gezwel ; ait Dieren beſchreeven , en om dat nen het in Men
zijnde eene witte , weeke, en niet pijnlijke zwelling , ſchen anders vind , zo zullen wij alleen beſchrijven boe
die , naar de deelen waar aan ze zich zet , verſcheide. de zaak gelegen is. In een Mensch kan men deze te.
ne naamen ontleend heeft. peltjes zonder eenige moeite zien , wanneer men vier.
SLIJM GRAVELL , zie NIER-GEBREEKEN. derleij zoort ontdekken zal.
SLIJMIGE BLINDSLANG , zie BLINDSLANGEN. Het eerſte zoort is geplaatst omtrent de wortel van
SLIJMLOOSENDE MIDDELEN , zie KAAUW. de Tong , en beſtaat uit acht , negen , of meerder zeer
MIDDELEN . groote tepeltjes, die geplaatst zijn omtrent het foramer
SLIJMPROP , zie POLIJPUS. coecum ; deze hebben alle een dikke en ſtompe cop.
SLIJM-ZIEKTE. Dit woord word zeer onderſchei. Het tweede zoort is geplaatst over de geheele rug
den gebruikt bij de Geneesheeren , want dan eens be. van de Tong ; deze met een naauwe wortel opkoo
duid het eene verdunning van het geheele bloed , 't wel. mende , eindigen in een dikker en breder top.
kc met zijn koleur teffens de vloeibaarheid verliest , en Het derde zoori is ook overal verſpreid , dog voor
in dien zin is de pijm eene ziekte van alle de vogten ; namentlijk omtrent de top van de Tong.
gelijk Boed AAVE in zijne Pathologie , dezelve l. 785 Tusſchen deze is het vierde zoort vermengt , die niet
zeer wel bepaalt , en $.787. Maar zomwijlen beduid het anders als met het Microscoop kunnen gezien worden ,
eene verlijmde Maag hebben , welke geduurig Nijm op- bijzonder wanneer zij opgeſpooten zijn .
geeft, daar over hebben wij gehandelt onder Maag, Alle deze groote tepeltjes zijn uit kleinere zamenge.
Maag ziektens. Dan eens is het een zoort van Longtee- ſteld, die zeer duidelijk inet de Microscoop kunnen ge.
ring , in welke de Lijders eene ongelooflijke menigte zien worden , even als in de huid , uitgezondert , dat
taaije Nijmen op geeven , die zich van het potje daar zij die veel kleinder en niet zo uitpuilende zijn ; bet maak .
in ontfangen worden niet ligt laaten afwasſchen . Ofwel zel van ieder tepeltje in 't bijzonder is ook met die van
Het is een ziekte der Nieren, welke met de pis veel Slijm de huid overeenkomſtig, want gelijk deze uit de fub.
aficheiden , maakende het zogenoemde Slijmgraveeb, zie ftantie van de huid boven de oppervlakte uitpuilen , al
GRAVEEL , NIEREN , enz . dus zijn deze uit de ſubſtantie van de Tong ook voortge
SLIJM -ZUGT , zie KWAADSAPPIGHEID. bragt , ,door welke Nagaderen , aderen en zenuwen gaan ,
SMAAK , in't latijn Gustus. De Smaak is een zoort welke takken tot ieder tepeltje zenden. Derhalven zija
san gevoel, dog veel vlugger of fijnder , door welke wij het geen naakte zenuwen, gelijk MALPIGHIUS gedagt
den aart der lighaamen beproeven , wanneer die met heeft; dit kan zeer duidelijk door opſpuiting beweezen
een wateragtig vogt ontbonden zijn , inzonderheid door worden.
het ſpeekzel. De Tong ontvangt zeer veel zenuwen , het geen ia
Dit ſintuig is voornamentlijk geplaatst in de Tong; de Ontleedkunde aangetoont word , zo dat er naauw.
ogtans hebben veele gedagt , dathetook huisveste in de lijks een deel ic 't lighaam is , tot het welke zo veele en
vinnenſte zijde van de Wangen ; het is zeker dat men hier verſchillende zenuwen gaan ; want hij ontfangt drie
iets proeven kan ; maar dat iszeer onderſcheiden van de groote takken. De eerſte is bijna het geheele negende
Smaak , die men op de Tong gewaar word, Deeze paar , dat tot de top van de Tong gaat, en in veel
mening heeft Rutsch tragten te bevestigen , dewijl hij takken verſpreid wordt , die tot de ſpieren van den
in de binnenſte oppervlakte der Wangen en Lippen de. Tong en tot het os Hijoides behooren ; de tweede tak
zelve zoort van tepeltjes of Papillæ gevonden had , als op is afkomſtig van het vijfde paar zenuwen , en is mede
de Tong ; dog het zijn geen tepeltjes, die men bier vind , zeer groot , en word verſpreit door de Tong ; de derde
maar een zoort van rezelagtigheit, 't welk vaſa exhalane tak is afkomſtig van het agtſte paar, deze gaat voorna.
tia zijn , die hier in menigte gevonden worden. mentlijk tot de wartel van de Tong , en is de kleinſte
De bovenſte oppervlakte, ofde rug van de Tong , is de van de drie takken , dewijl aan de wortel ook de mia.
voornaamſte zitplaats van de Smaak ; hoewelniet op alle ſte tepeltjes geplaatst zijn ; de andere takken zijn veel
plaatzen even ſterk ; want men heeft de fijnſte Smaak in de grooter , om dat in't midden en in de top oneindig veel
uiterfte rand van de top , daar na in de oppervlakte van tepeltjes zitten , tot welke deeze takken gaan.
de top , en vervolgens verminderende naar mate , dat Tot ieder tepeltje gaan takjes van deeze zenuwen , die
bet naar agteren tot de wortel der Tong gaat. men met het bloote oog kan naſpooren , tot dat zij aan
Het maakzel van dit werktuig is overeenkomſtig met de tepeltjes koomen, wanneer zij wegens hunne fijnheid
dat van 't gevoel, in weinige inaar verſchillende ; want uit het gezigt verdwijnen ; dog het is waarſchijnlijk , dat
de Smaak word ook geoeffend door tepeltjes, die in de zij hier komende in zeer veel kleine takjes , even als
oppervlakte van de Tong geplaatst zijn , gelijk in den ſtraaltjes tot de geheele omtrek van ieder tepeltje gaan.
huid ook is; nogtans zijn de tepeltjeshier veel grooter Op dezelfde wijze gaan tot ieder tepeltje Slagaderen, en
als in den huid. In veel Menſchen vind men deeze te. Aderen , die even als de Zenuwen, welke zij ook ver.
peltjes zeer groot;dat deeze het werktuig van de smaak zellen in kleine takjes , na ſtraaltjes gelijkende , tot de
zijn kan , men mer't volgende experiment bewijzen ; wan geheele omtrek van ieder tepeltje verſpreid worden ; al.
ineeriemand jong en hongerig is , en hij ' s morgens opſtaan, waar deze met opene montjeseindigen : deze vaatjes
dezijn :mond reinigt, 20 moet hijvoor een ſpiegel gaan maaken wel twee derde gedeelte van ieder tepeltje uit ;
Itaan , nemen een klein ſtukje zuiker en houden datdigt dit alles kan men door opſpuitingen bevestigen , en ieder
aan de Tong, dan zal hij zien , dat deze tepeltjes zwel een onderzoeken , wanneer men ook ontdekken zal , als
llen an zich opheffen , wanneer hij dan die zuiker daar de opſpuitingen wel gelukken , dat de materie door de
aanbrengt, zo zal hij aanſtonds de Smaak gewaar wore ze opene mondjes zal uicvloeijen. Het einde waar toe
de
SMA: SMA 3403
de Slagaderen en Aderenmetzodanige opene montjes dermisvoorhet eenigfte bekleedzel, dat de Tong omvangt,
onderſcheiden benamingen
eindigen , is ; ten eerſten on' de Tong gedurig te bevog : en willen bier geen twee aan
tigen , en met een fijn vogt te beſproeijen , waar door geeven. Wanneer nu dit bekleedzelover de tepeltjes gaat ,
de lighaamen die wij gebruiken , bevogtigt, en de tepele dan word het doorboord door veele gaatjes, die voort
zjes bewaart worden , dat zij niet uitdroogen , waardoor koomen door de Slagaderen en Aderen , die met hunne
men de Smaak der lighaamen beter kan onderſcheiden , mondjes hier eindigen , gelijk men door opſpuitingen ge
en bet fijnſte uit dezelve ontbonden word. leert heeft. Derhalven kan men hier begrijpen , op wat
Ten tweedenzijn hier Aderen geſtelt, om de ſubtiele wijze dezetepeltjes voor ſchuuring, hitte ofkoudevan 't
fte vogten opteforpen , bijzonder wanneer zij het fijn geen 'men in den mond neeint , beſchermt worden , en
ſte uit de lighaamen , die men gebruikt, ontbonden dat niettegenſtaande de Smaak nogtans gemakkelijk dee
bebben. Aldus kan men begrijpen , hoe de Smaak ze tepeltjes kan aandoen. Maar hoe geſchied no de
den Mensch udenigmaal zo ſchielijk verkwikt en ver. Smaak ?
Sterkt. Het is 'noodzaakelijk tot den Smaak ', dat dat geene,
Wij hebben nu het maakzel dezer tepeltjes ( Papille ) af het welk men ſmaaken wil , deze tepeltjes aanraake, en
gehandelt , laaten wij nu ook debekleedzelen onderzoe vervolgens door de bijkoomende vogten ontbonden word ,
ken , waar door deze voor onheilen beſchermt worden , het zij dat zulks te vooren in eenig vogt ontbonden zij ,
waar in wij zeer zullen verſchillen van de beſchrijving of dat het doorhet ſpeekzel in den mond geſchiede, want
van MALPIGHIUS, die dezelve zo als zijin een Kalf zijn, dit niet zijnde, zo kan men naauwkijks iets ſmaaken ,'t
beschreeven heeft, maar in een Menſch is het geheel geen blijkt, als de Tong zeer droog is ,dewijl men dan zo
anders gelegen . wel niet proeven kan. Het geen , dat men in de lig .
MALPIGRICS heeft gezegt, dat er twee bekleedze haamen Smaakt of proeft, is of de zoutagtige deelen in
len waaren , 'van welke bij het eene poemde het Netag. dezelve, of de zeer fijne geesten; want de olieagtigo
tige, en het tweede het dikke bekleedzel. zijn te zagt en aardagtig , dan dat zij door het ſpeekzel
Wij zullen inaar alleen onderzoeken, hoe de zaak kunnen ontbonden en aan de tepeltjes medegedeelt wor
in een Mensch gelegen is , waarin men zodanig een 'net den . Maar de zout. en geestagtige kunnen door het
of Rete , nog zo ook een dik bek'leetzel niet vinde ;maar ſpeekzelontbonden, en door hundoordringentheid aan
men vind een groote overeenkomst tusſchen deze en de repeltjes medegedeelt worden , derhalven kan men veel
die van de huit. fijnder deelen door den Smaak als door het gevoel gewaar
De oppervlakte van de Tong is 'bekleed met een worden,
vlies , dat men de epidermis van de Tong kan noe . ) Maar waarom is de Mensch met Smaak begaafd ? Ze
men. En is een dun witagtig en zagt bekleedzel, waar' kerlijk om verſcheide redenen.
in geen vaten kunnen aangetoont worden. Dit "be . 1. Tot een groote verkwikking en aangenaamheid van
kleedzel omtrekt niet alleen de oppervlakte van den 't leven ; want een Mensch hier door het noodzakelij.
Tong, maar ieder tepel of papilla in 't bijzonder, en puilt ke voor zijn lighaam met het grootſte vermaak ontfangt
met dezelve opwaarts , om deszelfs top te bekleden .' en inneemt. Zo dat een zeker Keiſer altoos wenschte .
Geen ander bekleedzel als dit kan men in de Tong vin. dat zijn tong en keel tanger waare, om lang de aange #
den , en het komt volkoomen met de epidermis van de naame Smaak van zijn maaltijd te kunnen behouden .
huid overeen , alleen verſchillende, dat het dikker en 2. Om dat een Mensch zou ſmaaken , het geen in de
zagter is , dewijl het aan de lucht niet blootgeſteld zij , maag ingenoomen word , en dus zorg draagen , dat er
maar altoos door het ſpeekſel vogtig en zagt gehouden geen [cherpe , ' heel koude of hete dingen in dezelveko
word, waar door het zeer Nijmerig is , 't geen ook de men , ed aldus de maag beledigt worden.
reden ſchijnt, waarom het niet lang bekend geweest is. 3. Om dat een Mensch zorg zou draagen , dat er geen
Dog het ſcheid zich van de Tong door branding , het zij vergiften , die door de ondervinding daar voor bekend
of door kookend water of door een gloeijend ijzer ; als zijn geworden , of buitengewoone dingen , die men niet
ook in de Spreeuw , wanneer dit bekleedzel met de weet ofgoed of kwaad zijn onbezonnen zouden ingeno.
Spreeuw , als die afvalt, met gehele ſtukken afgeſchei. men worden, maar alvoorens beproeft, of zij eenig leta
den word , waar door men veel verſchijnzelen, die zel aan de Tong mede deelen.
zich dan vertoonen , verſtaan kan , die naderhand vero Maar waarom is de Smaak in de jaaren verſchillende ;'
dwijnen , als het weder met diergelijk bekleedzél voor, want iemand jong zijnde , zal gemeenlijk zoete dingen
zien is. liefst hebben , en volwasfen wordende , zal hij liever
Dit bekleedzel afgeſcheiden zijnde, is aan de binnen ſcherpe beminnen ? Dit onderſchid ſchijnt af te hangen
zijde metzo veel indrukkingen of putjes voorzien , als er van de tepeltjes , die in een Kind veel teerder zijn als in
tepelejes onder gelegen zijn ,en wanneer deze groot zijn, een oud Mensch , waar in zij door de tijd harder en vas.
vind mer. hier ook groote putjes , en dushet tegendeel, ſter worden , waarom de eerſte zagte ſpijzen zal verkies
Niets ismoeijelijker als dit bekleedzel geſcheiden van de zen , om dat de ſcherpe te veel deze tepeltjes (teeken ; en
Tong te vertoonen , evenwel kan het op een ſubtijle en volwasſen Menſchen dees prikkeling beter kunnen ver.
kundige wijs geſchieden , gelijk wij het zelfsgezien heb- draagen, hierom dezelve ook verkiezen, te meer, wan
ben. Even als wij in de epidermis de binnen zijde het neer zij er zich aan gewennen. Maar eindelijk kan men
Rete Malpighianum genoemt hebben , zo zouw men de nog vraagen , waarom in ziektens, bij voorbeeld in de
binnenzijde van dit ook kunnen noemen; maar dan zou geelzugt , alles wat men gebraikt bitter is ? Of waar
men omtrent de benaming verſchil hebben , want Mat- om in andere ziektens weder alles een andere Sneak
PIGHIUS heeft hier gehcel iets anders door verſtaan , heeft ?
en men vind het op deze wijze niet ; want men kan dit De oorzaak hier van is in de vogren van 't lighaam ;
f bekleedzel of epidermis van de Tong in twee onderſchei. aldus is in de geelzugt de gal, dooralle de vogten vet.
dene vliezen niet verdelen, dierhalvenhouden wij de epio fpreid , en derhalven ookin het ſpeckzel en andere vog.
PI Duel . GS .
1

3400 SMA , SMA,


ten , die in den mond vloeijen ; deze vermengtworden. pag . 1634.
de met het geen men in den mond neemt , deeld aan 't SMALLE PISSEBED , "zie PISSEBEDDEN , *.
zelve die Smaak iede , waar door de natuurlijke Smaak X. pag. 2713 .
die in't zelve is , weggenoomen word , en aldus onéfan SMALLE SPIER, zie MAGERE SPIER.
gen de tepeltjes die vervalſchte Smaak , die in de vagten SMALT , zie BLAAUWZEL .
is. Hier uit blijkt de wijsheid Gods , dat hij hetſpeek- SMARAGD , in ' latijn Smaragdus, in t fransch Emt.
zel, dat ieder Mensch heeft voor hem zelve on finaake. raude; is een doorſchijnend en glinſterend Edelgeſteente
lijk geſteltheeft. Ik zeg onimaakelijk, dog bier door vere van een min of meer ligte of donkere, aangenaame groe
Aaat men , datieder Mensch aan zijn eigen ſpeekzelzoda, ne koleur , bij'den dag, dog bij vuurof kaarslicht , vera
rig gewoon is , dat het bem onlinaakelijk voorkomt, wap ! toond zich dezelve zwart. Haar natuurlijke crijftallifa.
indien hij het ſpeekzel van een ander Mensch of Dier in tie is van een onbepaalde gedaante, zomtijds cijlindrisch
zijn mond krijgt, danzal hij wel duidelijk eenandere Smaak en zomtijds prismatisch drieof vierhoekig , dog gemeen.
gewaarworden. Hierzitkanmen ook begrijpen , waar lijk is zijpijpagtig, inet oneffene zijden en ſtompehoe
oin ſcherpe dingen langer Smaakin de mond laaten als zag: key. Zij beeft tot Matrice of Baarmoeder, quarez , of
te ; wantdeze door hun ſcherptedoordringen tot inde tes crijftal, of wel ſmeltbaare ſpath die groengeko.eurd is.
peltjes, en daar langer blijven prikkelen ; daar zagte ook Men geeft aan die ſteenige en groengekoleurde Matrices
wel doordringen , maar hun kragt Ichielijker verliezen. de naam van phraſe of moeder Smaragd ; deeze zijn al te 1

» Het Sintuig van de Smaak bederf allengskens en ver, week, met te veel bersten en ſpleeten bezet en al te on
fit, even gelijk die van de andere zinnen , door een egaal gekoleurt, om eenige agting te verdiepen.
onmaatig gebruik van deszelfs verſcheiden voorwerpen, DeSmaragd bellaat de vijfde in rang onder de Edelge
Al die ſterke en kragtige smaaken , gelijk volgeestige fteentes, derzelver hardheid in aanmerking genoomen ;
dranken ; en die konſtig uitgedagte faufen , thans zo zeer de vijl heeft iets min of meer vat op baar, zij neemtecha
in gebruik , verminderen merkelijk de gevoeligheid van de ter een allerzuiverse en ſchitterents polijst aan. De Sme.
deelen , die derzelver indruk dikwils beproeven moeten. ragd weerſtaat langen tijd de hitte van een gewoon vuur,
De ondervinding doet ons zien , dat gemeene Lieden , zonder datderzelver koleur, die men denkt aan het ijzer
gewoon ſterk brandewijn of jenever te drinken , den wijn of koper te moeten worden toegeſchreeven , er door ont
iinaakeloos vinden , en er niet na vraagen. In tegendeel ſteld word ;nogtans vervliegt deszelfs koleur onder de ge
weet men , dat Waterdrinkers doorgaans gevoeliger en daante van een groen of blaauwagtige damp , indien het
fiinder van Smaak zijn dan anderen. Die vloeiſtof daar vuur geweldig en aanboudende. is , als dan blijft de ſteen
bijna geen Smaak aan te proeven is, laat het Sintuig al zonderkaleur, en word dikwerf doordewerkingvanhet
zijn gevoeligheid, welke het bezit, bebouden , dewijl vuur,
is niet in ſtaat is om deszelfs maakzel te verbasteren. toe in vernielt.
het vuur Indienmenåe Smaragd
laat blijven, word enkeldentotingloeijens
zij blauw hetdon
SMAAK ZENUW , in 't latijn Nervus guſtatorius . ker phosphorisch of lichtende; inaar zij behoud deeze to
Deeze maakt het vijfde paar uit, welk van 't medulla ob- leur en nagtlichtende hoedanigheid niet langer als Daar
longata ontſtaat , loopende door de finus ſphenoidei, in maate zij met vuur is doordrongen, dewijl zij oud worden
welker bloed het zich in een plexus uitbreid , en aldaar de ,haar eerfte natuurlijke koleurweder aanneemt.
drie groote takken maakt, waar om ze ook Trigeminus De Smaragd van een levendig groene verf, ' fraaij gol.
word genoemd. De eerſte tak draagt denaam van Opho vend water , wel ſchitterende en zeer hard , word door
talmicus; deeze verdeelt zich door de buitenſte deelen, de Juwelieren als oostersch en van oude rots (20 als
van , oog , in't bijzonder de oogleden. De andere tak zij het noemen) aangezien.De Arabieren geeven aan
is de bovenſte Kaakzenuw, die aan alle de deelen van 't aan- deeze Smaragd de naam van Zamarut; de Perſiaanen en
gezige en van 't gehemelte zenuwen geeft , en gemeen. Indiaanen , die van Pachée ; men vind er in Oostin .
ſchap heeft inet het harde gedeelte van degehoorzenuw dien en bij de Stad Afuan in Égijpten , die een duim dik
die agter het
de onderſte oorte voorſchijnkomt.
Kinnebakszenuw De derde
, die alle derzelver tak is zijn;
gedeelten Menechter zijn naam
geeftde zij zeervanzeldzaam .
Westindiſche Smaragden aan
doorloopt, den tanden zenuwen toedeelt,een zenuw-, die, welkers koleur ligtergroen is, en aangenaam op't ge:
draad naar't oor zend , en een tak naar de tong laat gaan ; zigt zijn. Zij fcbitteren minder als de Oorterſche; zij
waarom de geheele zenuwſtam , dog zeer ten onregte, zijn afkomſtig van Peru en Carthagena ,in de Valleij van
de Smoak -zenuw word : genoemi, Manta , onder het gebied van Porto Viejo , waar van
SMAK , zie SUMAK-BOOM. men er ten tijde dat die landen door de Spanjaarden wier.
SMALBLADIG , zie ANGUSTIFOLIUS. den overheert een menigte van daan bragt, onder welke
SMALBLADIGE ENDIVIE , zie EŅDIVIE . men ook veele Ooster (che heeft gevonden. Zedert dat
SMALBLADIGE GUAJACANA , zie GUAJACA. de Mijn van Manta uitgeput of verlooren is , heeftmen
NA. andere Mijnen die Smaragden bevatten, in Amerika ge.
SMALBLADIGE JACEA , zie JACEA 7.9.p.1199. vonden ; zij zijn in de Valleij van Tunca of Tomana
SMALBLADIGE LAURIER , zie LAURIER- nabij nieuw Carthago ,en tusſchen de Bergen van Grena .
BOOM da en Popaijan gelegen ; het is van daar , dat men jaar
SMALBLADIGE LISCH , zie LISCH , . 16-20, lijks zulk een groote menigte van die Edelgeſteentens na
pag . 1851. Carthagena voert.
SMALBLADIGE LUPIJNEN , zie LUPIJNEN , De baftaard Smaragden zijn zeer week , geheel geen
1 .. 4. pag. 1876 .. glan's uitwerpende, en in geringe achting. Men vind er
SMALBLADIGE MOLIJ , zie MOLIJ n. 4. p.2173. waar van de groene koleurmet eenig licht geelagtig bruin
SMALBLADIGE NARCISSE , zie NARCISSE , is verinengt; als dan geeft men aan deeze Smaragd den
fi. 6. pag . 2250 . naam van Peridot.
SMALLE KREEFT , zie KREEFTEN , n. XXII. De fijne Smaragden hebben geen vaste prijs bij de Ju
we
SNE. SME. 3447
19..weliers ; aHen hangt van de grooteen dikte der-fteen ,en SMLERIGE- TOR , zie MEI-TORREN , 2. l.pag.
van derzelver ſchoon weide -groen , zonder de minſte R102.
vlakken , af. DeOuden onderſcheiden twaalf zoorten SMEERSCL, in’tlatijnLinimentum ; is een uitwen.
van Smaragden , geregeld naarde minof meerderverhe- dig zamengeſteld geneesmiddel,dienende om deaangedaa .
venheid en luister van derzelverkolearen i en zij hadden ne plaatzen zagtelijk mede te bewrijven. Een zodanige
-Lo veel achting voor dien keen , dat er een uitdrukkelijk ſineering beſtaat uit olie , vet , ( meer , zalven , poeders,
verbod plaats vond , om er niets op te graveeren. De barsſen , gedistilleerde wateren , enz.
drie fchoonſte zoorcen was de Schijtische , de Bactriſche SMEER -WORTEL ; Hemels-Reutel; Wonden -kruid ;
en de Egijptiſche. Na verloop van tijd , heeft men ze in 't latijn , Crasſula Linnæi; $ a crasſa ,en Fabaria. Dit
Jteen van Domstiaan en van Nero genoemt...Die van de Kruidgewas heeft tot Kentekens, een roosageigeBloem ,
Smaragden welke geheel ondoorſchijnende waarenen van uit verſcheidenbladen beſtaande, die in de rondte ſtaan ,
een buitengemeene grootte ,waaren nietanders als groene uit welker veelbladige koker het ſtijltje koomt , ' t welk
21 Jaspisſen en zelden Crijfallen ; in één woord valſche of haderhand een driehoekige vrugt word , uit een felletje
bastaard-Smaragden . beſtaande, 't welk met rondagtig zaad is gevuld. Hier
Verſcheidene Geſchiedſchrijvers, onder anderen GAR. kan men nog bij voegen , dat de Bladen overhands aan
CILASSO DE LA Vega , gewaagt van de Godione Sma- de takken ſtaan .
Tagdo Deezen Schrijver zegt, dat de Volkeren woonen- Zoorten. Daar zijn vijf zoorten van dit Kruidgewas ,
de in de Valleij van Manta in Peru , een Smaragd aan- als volgt.
baaden , die de diktevan een Struis.Eij had . Op groote 1. GemeeneSmeer-wortel, in 't latijn Telepbisane vulgaro's
07 feestdagen wierd dezelve ten toon geſteld; en de Indi. Anacampjeros, vulgo Faba crasſo. BOERH .; (Sedum fer
aanen vloeiden van aller wegen te zaamen , om die Go- liis planiusculis ferratis corijmbofoliolo, caule ercato.Linn.
D: dinne te zien , en haar Smaragden te offeren. De Prier Spec, Plant.) Van deeze zoort zijn eenige veranderingen,
kters maakten het Volk wijs , dat de Godinne Smaragd als met getakkelde en bonte Bladen.
gaarne zag , dat men haar , baare Dogters aanbood, en 2. Opregte Smeer-wortel van DrOSCORIDES , volgens
door datmiddel verzaamelden zij een grodte meenig. IMPERATUS; Telephium Dioscoridis. IMPERAT ; Telephi
te van deeze Edelgeſteentens. In de tijd van de over. um luteum minus, radice rofain redolente. MoRis. Hift.
þeering van Peru , vonden de Spanjaarden alle de Dogo 3. p. 468. ; (Rhodiola. LINN .Spec. Plant.)
ters van de Godinne ; maar de Indiaanen wisten de Moe- 3. Amerikaanſche Smeer-wortel , met Porſelein -blad
der zo wel te verbergen , dat men nimmer beeft kunnen Telephium americanum Portulacæ folio. TOURNEB. Inft.
ontdekken waar zij was. D. ALVAREDO en zijne Mak . R. Herb.
kers verbrijzelden het grootſte gedeelte der Smaragden 4. Zee Smeer-wortel , met Huislook-bladen en roode
op aambeelden , om dat zij in de waan waaren , dat de bloemen ; Telephium maritimum Sedi folio , flore rubello.
zelve fijn zijnde, niet kosten aan tukken geſaagen wor TOURNP. Inſt. R. Herb.
den , 5. Zee Smeer wortel, met Porſelein -blad en witte bloe.
Hoedanig men de Smaragd kan namaaken en contre , men ; Telephium maritimum , Portulacæ folio. Buxb . Ad .
feiten , zie op het artijiel GLAS , pag.884. 3. p . 271. Alfine litoralis, foliis Portulace . BAUR . Pin,
SMEEDBAAR, Hamerbaar , noemt men al het gee. 251.; (Arenaria foliis ovatis acutis carnofis. LINN. Spec,
ne, dat hard en rekbaar is , en dus kan uitgeſaagen Plant .)
en door den Hamer uitgeſtrekt worden , zie REKBAAR 1 : Plaats. De eerſte zoort groeit in't wild.op ſteen en
HEID, boschagtige plaatzen in Neder en Hoog -Duitschland , En .
Alle de Metaalen zijn Smeedbaar; het Kwikzilver is geland enz.De tweede soort is eigen aan Italien , Span.
t niet. De Scheikundigen zoeken de ſtremiping van het jen en de zuidelijke gewesten van Vrankrijk. De derde
Kwikzilver , om het zelve Smeedbaar te maaken. Het zoort is natuurlijk aan Amerika , van waar het zaad ge
is eene Volksdooling te gelooven , dat men immer het bragt is paar verſcheiden tuinen van Liefhebbers in Eu.
geheim heeft gevonden , om het Glas Smeedbaar te maq. ropa. De vierde, soart is van de Kaap de Goede Hoop
ken; deszelfs aartftrijd er tegen ; want indien het Smeed gebragt , alwaar ze in groote meenigte bij de zeekant
þaar was , zouden derzelver poriën , niet meer nevens groeit. De vijfde zoort e, indelijk groeit van zelven aan
malkanderen ſtaan , diensvolgens niet meer doorfchijnen de zeekant vande noordelijke gewesten van Europa.
dezijn, en bij gevolg derzelver voornaame hoedanigheid Beſchrijving, De eerſte zoort , die een vaste wortel
verliezen . O heeft , brengt bladen , bloemen en vrugten voort, veel
Een doorſchijnende zelfſtandigheid die Smeedbaar was, overeenkomst met die van het Huislook hebbende, be
zoude geen glas zijn , om dat het in de onmoogelijkheid halven dat de bladen van deeze Plant in geen ronde kring
valt, datiets'twelk bros is ,teffens Smeedbaar kan zijn; groeijen, zo als het Huistook ; maar uit de Plant ſchiet
enhet isde
te wezen natuurlijkezelfſtandi
, om gheid van
dat het geen wezentlijk glasglas,
hethet zaamen eendeſteng
bros. en op , waar
Bloemen groeijen kroonenaan, allekantenſtaan
aan dein bladen op de toppen der
ſteld, de vereeniging derzouten met de aardens of fan . Itengen. De tweedesoort is een laage Plant, welkers
den onder malkanderen geſmoltep is, en die koud gewor. takken over de grond kruipen ; de bladen zijn klein en
den zijnde , te zaamen een lighaam uitmaaken van ver- rondagtig , zeegroen vankoleur, en vrij dik ; de bloe.
(chillende deelen zaamengeſteld en 't welke bros is.. men zijn , klein en witagtig groen van koleur. De derde
SMEELEN -GRAS, zie GRAS , 1. 18. pag. 932. , zoort die porcelein bladen heeft, brengt een witte bloem
SMEER , AXUNGIA en ONGEL. voort. Van de vierde en vijfde zoorten , dat deide zee.
1
SMEER -ADEREN , of Vet- Aderen , in 't latijn Ve. planten zijn , of ten minſten aan de oevers van de ze
ne Adipose, zijn de eigene bloed- en flagaderen van het groeijen , brengt de eerſte bladen voort met die van de
huitenſte vlies der Nieren. :) Sedam of Huislook ,overeenkoomende, en roode bloe:
SMEER -BLOEM , zie DOTTERBLOEM . “ ..ia men ; de andere heeft porſelein -bladen metwitte bloemen.
G2 Kyre
3408 SME. SME .

· Kwecking. De cerfte soortworddoorſcheuring verme: der rabat op en voet afſtand van malkanderen te planten
nigvuldigt. tiert'iberf in een goedelosſe ſandagtige grond, als wanneer mener verders nietmeer met te doen heeft ,
en opene of ook lommerige plaats , en ſchoon dezelve ' alsze van onkruid ſchoon te houden .
weinig fraaijigheid heeft , plant men ze echter in je tui. Gebruik en Kragt. Schoon dit Kruidgewas bij ons
nen tot het medicinaal, gebruik , op een voet afſtand van zelden tot medicinaal gebruik word gebezigt , verzekert
Walkanderen . men echter, dat deszelfs wortel en bladen een verkoelen
De tweede soort, kan vermenigvuldigt worden door de , t'zaamentrekkende , zuiverende , en wondheelende
zaad, 'twelk vroeg in 't voorjaar moet gezaaid worden , 'kragt-bezitten ; inzonderheid worden zij zeer gepreezen
op een bed met verſche ligte aarde in een open ſtand voor inwendige wonden , beſchadigde darmen van de
plaats, en wanneer de Planten opkoomen, moeten dezel- 'roode loop en breuken ,de decoctie. Uitwendig voor ver
ve worden gedund , zo dat ze omtrent zes of agt duim (che wonden, breuken en inzonderheid voor aambeijen ,
van malkander blijven , en ze moeten vooral van onkruid in verſché boter tot een zalfje gebraden , en mede voor de
worden ſchoon gehouden, want indien dit de overhand vijt ( paronijchia) de warm gemaakte blades bpgelegt .
krijgt, verſtikt het de Planten en vernielt dezelve; in SMELT -BLAAUW , zie ENGELSCHE ASCH .
junij beginnen ze te bloeijen , en deszelfs zaad word in " SMELTEN . Wanneer vaste ſtoffen door werking
augustusrijp . 'twelk men met veel zorgvuldigheid moet van het vuur, tot vloeibaare lighaamen wordgemaakt
Inzamelen , dewijl het fchielijk door de wind word ver. noemt men zulks Smelten . Ongemeene nuttig is de
ftrooit. Smeltkragt van 't vuur, ten aanzien van konſtenen we.
De derdesoort, is een zeer teere Plant, en biešom tenſchappen. Nauwhjks is er een handwerk , dat er
moet heç zaad vroegtijdig in het voorjaar in een broei- niet eenige behulp van heeft, of zelfs als een der voor
bak worden gezaaid , en de Planten opkoomende , moe. naamſte ſtukken van zijn gantsch bedrijf heeft aante .
ten die elk in een bijzondere kleine por , met ligte, ver- merken. De Schrijnwerker , de Viool en Speeltuigmaze
fche, onbemeste aarde worden verplant, en als dan in ker , de Beeldſijder , de Kabinetinaaker en zo veele
een maatig warme broeibak met run worden gezet ; andere , maaken dagelijks gebruik van Lijm , die niet
moetende in agt worden genomen , om indien het heet anders is dan hoorn of dergelijk 200rt van caaikleeven
weer is ,ze op het midden van den dag voor een korten de ſtoffen , naar de konst bereid om in warm water .: L
tijd te beſchaduwen , tot dat ze op nieuw wortel hebben te Smelten , en vervolgens weder hard te worden . Zij
gevat ,nawelken tijd men er dagelijks vrije lucht bij moet laat zich als zij vloeibaar is op het houe ſtrijken , ver.
jaaten , naar dat het weer warm is, en in heet weer moe- vult alle holligheden en openingen , en verbindt wag .
ten ze dikwils met water vervrischt worden , noglans neer ze weer hard word , iwee op elkander gevoegde
moet men zorg draagen dat ze niet te nat worden , de oppervlakten , als een onderlinge band vast aan een ,
wijl het fappige planten zijn ,die ligtelijk tot rotten over en maakt ze als. totéén lighaam. Even eensomtrent
gaan ; de bloeitijd is in junij , het zaad is gemeenlijk in gaathetook met de ſoldeerzels, die bijde Bliknagers,
ſeptember rijp, en kort daar na ſterven de Planten ; 20 de Loodgieters , de KoperNagers , de Zilverſmits , en
dat, indien men ze niet vroegtijdig in het voorjaar zaait , dergelijke Handwerkslieden zo gemeen zijn. 't Zijn za .
men hier te lande daar geen goed zaad van heeft tever, welke
menſtelzels
minderdieſterk
vloeibaarworden dooreener graadvan
is , dan die , welke vereischt hitte
zouw;
wagten :
De vierde soort word door het zaad vermenigvuldigt, worden om de ſtukken Metaal, die men aan elkander rok
or welk in 't voorjaar in een maarig warme broeibak moet deeren wil, te doen Smelten ; en die als ze weder koudwor
gezaait worden , en wanneer de Planten zijn opgekoo. den , een hardheid en vastheid van zamenhang aannee
men , konnen ze in een andere maatig warme broeibak men , welkedie van de geſoldeerde ſtukken bijna ofvol.
verplant worden , om haare groeijing te bevorderen , en koomen evenaart. Het gantſche bedrijf van Kaarsgieters,
wanneer ze redelijk ſterk zijn , moeten ze elk in eene Zegellakmaakers , en zulke Ambagten meer, beſtaat ge
bijzondere pot , met verſche aarde geplant, en in een noegzaam alleen in 't Smelten en Herfmetien van die ſtof.
maatig warme broeibak gezet worden,om haar op nieuw fen , om dezelve haar vorm te geeven ; en eindelijk is
wortel vatten te bevorderen . In junij moet men zege men , door de allerhardite lighaamen , tot Smelling te
wennen , om de open lucht allengskens te verdraagen brengen , zo ver gekoomen dat men Glas gemaakt heeft ,
waar.ip ze moeten gebragt en in eene warme ſtandplaats een ſtof hooger moogelijk dan het goud te waardeeren ,
gezet worden , onder de Fikoidesſen en andere ſappige indien men naar de dienſten en voordeelen ; die zij ons
Planten , die natuurlijkaan het zelfde land zijn, alwaar tot'slevens gemak engenoegen verſchaft, en daar'ıcie
ze kunnen blijven tot october, wanneer men ze in eene raad en luiſter ,datzijbehalven ' t nutder wetenſchap
luchtige glaſen kas moet brengen., alwaar ze op dezelf. pen , de waereld bijzet; haar waarde ſchotten wil.
de wijze konnen behandeld worden , als men de Fikoi. Maar van alles wat Smelten , en daarna weder bard wor .
des gewoon is te doen. Ook kan.men deeze zoort door den kan , ken ik niets dat en in menigvuldigheid en in
Qekken vermenigvuldigen , die men in eene der zomer. nuttigheid vangebruiken , daar men'ttoe zouw willen
maanden van de oude Planten moet neemen , en eenige bezigen , de Metaalen evenaart. Van het oogenblik af ;
dagen eer ze gęſtooken worden , te droogen leggen , op dat ze uit den ſchoot der aarde gegraaven zijn , tot aan
dezelfde wijzeals men met andere ſappige Planten gei het tijditip toe dat zij door de ontbinding en verſprei.
woon is te doen, Dan konnen ze geſtooken worden ding.Hunner deeltjes. derwaarts weder keeren , zijn zij
op een bed met ligte aarde , alwaar ze ſchielijk wortel alle gedaantens, die men hen heeft doen aanneemen ,
vatten, en naderhand konnen ze in porten geplant , en verſchuldigt aan het vuur , dat h' en in den ſmeltkroes
even eens als de zaailing -planten behandelt worden . vloeibaar maakt , om in Vormen gegooten te kunnen
Van de vijfde zoort heeft men het zaad maar vroegtijdig worden , of hen week maakt in de Smidſe , om zo
in het voorjaar, op een rabatmet goede, fosſe aarde te op . 't Aambeeld buigbaar te doen zijn onder den Ha.
zaaijen , en de planten opgekoomen zijnde, op een ana mer.
Het
SME . SME . 3409
Het Yzer , op het zelfde oogenblik bijna , dat uit víg als het ijzer, zo week en teder als het lood en ein .
de Mijn komt, geſmolten, verandert in allerhande zoot. Door jaaren en langheid van tijd , en derzelver onver.
ten van Poten en Kecels , van Geſchut , in Pijpen tot mijdelijke toevallen geflveren en teniet geraakt , of door
Waterleidingen, Haard- en Kachelplaaten , Vaazen tot de begeerlijkheid.der Menſchen weg geroofd en verſmol.
Fuincieraad , en ontelbaar ander Gereedſchap; en wat ten , zouden ze nimmer ongetwijffeld onze dagen bereikt
Jouw nen er nog al niet meer van maaken kunnen , in : hebben.
died jeder die er handel in drijft , zijn voordeel wist te Het 'Fin , eerst in zijn vorm gegooten , en daar namet
doen met alles , dat de Heer de ReAUMUR over de wij. den hamer plat en glad genagen ofafgedraaid , levertons
ze , om dat Metaal te behandelen en te bewerken, onder een zoortvan Vaarwerk uit , dat op verre na zo veel niet
zogt en geſchreeven heeft ? Het zagt Yzer en dat ,,'t kost als het zilveren , en geen gevaar van breeken loopt , .
welk men tot ſtaal gemaakt heeft, word niet meer vloei. gelijk Porſelein en gebakken Aardwerk. Om deeze twee
baar genoeg , om gegoocen te kunnen worden ; maar het reden is het zo opgemeen wel geſchikt, dat er onmoo .
is echter van dien aart, dat het nog geſchikt is om een gelijk een gevoeglijker toe gevonden zou kunnenworden,
balve Smelting te kunnen ondergaan , dat is , om week voor de keukens van groote Huizen , die een talrijken
te worden ; en neemt in dien ſtaat en door verder op- ſtoet van bedienden houden , in Gaste- en Weeshuizen ,
maaken onder de handen van den Slotmaker, Grof- en Kloosters, en in 't algemeen overal daar een vrij groote
Fijnſmid , Mesſemaaker, Zwaardveeger, Roermaaker, menigte van Menſchen aan tafel gaat , en men op pragt
Hoekmit , en andere dergelijke Handwerkslieden , en . en kostbaarheid in 't aandisſen van de tafel niet te zien
telbaare verſcheiden Vormen aan , waar door onze Ge. heeft.
bouwen , onze Rijtuigen , hegt en ſtevig , veilig , aan. Het gelinolten Tin hegt zich , door tusſohenkomst van
genaam en gemakkelijk gemaaktworden. Zij verſchaf: eenige bereiding geholpen, vast op het Yzer ; en uit die
fen ons Wapenen tot onze verdediging en tot ons ver onderlinge verbintenis en aaneenkleeving dier twee Me.
maak , en geeven ons allerhande Werktuigen en Ge. taalen itelt men die dunne bladen toe , welken wij den
reedſchappen aan de hand, tot beoeffening van Kon . naam van Blik geeven , en daar men zo veelaartigewerk
buisgereedſch
ften en Ambagten noodig ſtukken en appen van maakt , en voor zo
De Zilverſmit , de Juwelier, de Bereider van kosbaa . weinig geld. Vertint Txer roest niet ligt , en daarom be
se ſtoffen , Dienaars van de overdaad en van de mode , dient er zich ook de Spoormaker van , om er het inond.
werpen dikwils het voorheen reeds afgewerkte goud en ſtuk van zijn Paardetoomen meê blank te maaken ; en
zilver weer op nieuws in den fmeltkroes, om het maak. Op verſcheiden plaatzen is men ook gewoon , om al het
zel en beloop van hun goud en zilverwerk te veranderen , ijzerwerk aan de deuren en venſters der vertrekken , ce
om aan doosjes , kokentjes , en dergelijk gereedſchap vertinnen .
een nieuwe vorm te geeven , om -de farfoenen en vercier. Zonder dergelijk een bekleedzei van geſmolten Tin
zels van het voorgaande jaar met nog fraaijer ef konfti. daarmen de Ketels, Braadpannen , Stoofſchotels en ander
ger te verwisſelen . Zonder die gemakkelijkheid van Smel. Keukengereedſchap , van rood Koper gemaakt, van bio
won en Herſmelten zouw de ſmaak der nieuwigheid, daar nen meê vertint, 204 mun onophoudelijk gevaar loopen
men doorgaans zo veel mee op heeft, merkelijk minder om door het Spaans Groen , 't welk de roest is van
nad weeten om zich te voldoen en levendig te houden , dit Metaal, vergeeven te worden . In weerwit zelfs van
en vlijt en ſchrapderheid van zo veele middelen en ge. de algemeene gewoonte , om het Keukengereedſchap
legenheden niet voorzien zijn , om zich te oeffenen en te vertinnen , gebeuren er echter nog maar al te dikwils
te volmaakeni toevallen , door de agteloosheid van de Dienstbooden ,
Tot welk een eindeloos getal van gebruiken word niet die het gevaar en de ſchadelijke uitwerkzels van een ver
Het Koper, inzonderheid het geen men door vermenging Neeten of kwaalijk opgelegd Vertinſel niet kennen , en die
met Kalamijnſteen geel gemaakt heeft, gebragt ? Naau . bet Spaans. Groen aanleiding geeven , om zich gereederte
welijks is er thans eenig Huisraad , dat er niet een ge- openbaaren, door zoute ſtoffen en zuure voglen en sau :
deelte van zijn cieraad van ontleeni. Het Verguldzel, zen in dergelijk Vaatwerk te laaten ſtaan.
dat het zo gemakkelijk vat , en dat het zo ſchoon doet af Tot hoe veelerhande gebruiken doet men het Lood
keeken, heeft niet weing toegebragı om dat:Metaal in zo Smelten ? Toc bladen gegooten, is het zeer bekwaam
algemeen een gebruik te brengen.Maar 't geen ten allen geſchikt om er de daken en platten der Gebouwen mee
tijde die Smeltbaarheid van 't Koper inzonderheid dier te dekken , om er Gooten en Pijpen van te maaken , om
baar gemaakt, en zo hoog heeft doen ſchatten , is , dat er Bakken en Kommen van binnen mede te bekleeden',
men dit Metaal boven alle andere heeft kunnen en moe- of alles , met één woord, dat water vangen , bewaaren
ten kiezen , om er die Gedenkſtukken van te vormen , en leiden moet. Heet en terwijl 't nog vloeibaar is ge
die demerkwaardige gebeurtenisſen , de Afbeeldzels van bruikt , dient het om ijzeren Staaven , Ankers en aller.
doorlugtige Mannen , de Meesterſtukken van groote hande ander zoort van Yzerwerk , dat een hegt en ſte.
Konſtenaars vereeuwigen , en onder 't oog brengen der vig verband moetgeeven , of vast en onbeweeglijk ſtaan
laate Nakomelingſchap . Bij.Vorſten en andere voorna. blijven, in fteen ce zetten en er aan te verbinden. Ge.
me Liefhebbers vind men nog heden een aanzienlijken (molten en tot ronde Bolletjes gegooien , is het beter
voorraad van Afbeeldingen in half verheven werk , van dan eenig andere Roffe geſchikt om de ſnelheid, die het
Penningen , van Beelden en Beeltenisſen in rood Kó. krijgt van'ı Buskruid, wanneer geſchooten word uit ee .
per ,daar de Geleerden nieuwe kundigheden uit haalen; nig ſchietgeweer; lang te behouden. Bij dat voordeel ,
de Konſtenaars hannen finaak bij vormen of verbeteren. 't welk aan het zelve uit oorzaak van zijn zwaarte eigen
Alle die dierbaare overblijfzels der Oudheid waaren ge. is , heeft het ook nog dit , dathet niet zeerköstbaar valt ;
wisſelijk verlooren gegaan , indien het Metaal daar zij waar door een groo:er getal van Menſchen gelegentheid
van gemaakt waren 20 duur en kosthaar geweest krijgt om ' t vermaak te neemen van de jagt , en er bua .
was als het goud en zilver , zo ligi aan roeso onderbeen voordeel mee te doen.
G83 Ge .
03410 -SME . SME.SMI.
. Gelijk er grooter warmte vereischt word , om bet een kring faan , en zich in de gedaante van een doos uit .
Wasch ,dan om Boter of Kaars (meer te doen Smelten , zo breiden , welker ftijltjes naderhand een vrugt of zagte
worden ook de Metaalen niet vloeibaar, dan ieder door condagtige Belie word , in zich ovaalagtige zaadjes be.
zijn bijzondere graad van hitte , die met zijn aart over vattende.
reenkomt. Het Yzer laat zich 't bezwaarlijkst van allen Zgorten . Daar zijn een gantiche menigte zoorten van
Smelten. Het Koper ſmelt met minder vaur; maar moet dit Kruidgewas, dog de drie volgende de eenigfte zijnde,
er echter meer toe hebben dan het goud of zilver. Het welke hier te lande bij zommige Liefhebbersvan vreem .
Lood wijkt voor een graad van bitte, die rog merkelijk de gewasſen worden gekweeks, zullen wij ons bij de be .
zwakker is, en het Tin dat zich veel ligter Smelten laat, ſchrijving van dezelven bepaalen .
kan zelfs dien trap van warmte niet verdraagen , dien 1. Ruwe yrginiſche Smilax met gladde klimopbladen :
men vette ſtoffe kan doen aanneemen . Dit is ook de Smilax viticulis asperis virginiana , folia hederacee levi.
reden dat Schotels , Koinmetjes en ander dergelijk keu Plukn.
kengereedſchap van dat Metaal gemaakt , of er mee ver- 2. Ruwe Smilax met roode vrugten ; Smilax aspers
.cind, eerlang bederft of afloopt en ſmelt onder de han. flere rubente, Bauh. Pin . 296. ; (Smilax caule acuieate an.
den van een Keukenmneid , die het wil doen dienen om gulatofoliisdentato
, aculeatis cordatis. Linn. Spec, Plant)
boter , ſpek , vet en andere ſtoffen van dien aart op te 3. Ruwe Smilax met lange gladde puntige bladen , die
braaden . van onderen ronde ooren hebben ; Smilax viticulis aspe
i SMELKROES , zie KROZS. ris , foliis longis , angustis , mucronatis , laevibus aurich
SMELTVOGT, zie MENSTRUUM , lis ad bafir rotundieribus. PLUKN.
C: SMELT.VUUR , zie IGNIS ROTÆ . Plaats. Alle drie deeze zoorten groeijen in 't wild in
SMERTE ; Droefheid; Chagrin ; Hartzeer; Kwelling ; Virginien , Karolina en andere gewesten van Amerika ,
· Moeijelijkheid. Deeze woorden betekenen in't algemeen in de Bosſchen, alwaar ze rondsonime de ſtammenvan
de gefteldheid van eene lijdende Ziel. Smerte word ge. Boomen en Heesters groeijen , om zich zelve te op
lijkelijk van onaangenaame gewaarwordingen van het Lig: derſteunen ; want haare takken zijn zeer zwak , en
haam , en van de moeijelijke aandoeningen van de geest kruipen op den grond , indien ze niet onderſteund wor.
of ziel gezegt; de vijf anderen zijn enkel toepasſelijk op den.
deeze laatſte. Daar te boven is droefheid van chagrin , Kweeking. Deeze Planten zijn hard genoeg om de
daar in verſchillende, dewijl het chagrin inwendig kan koude van ons klimaat ve verdraagen , indien ze in een
huisvesten , en de droefheid zich alcoos van buiten laat ligten grond, en onder de beſchutting van Boomen ge
zien. Bebalven dat kan de droefheid als een aangebooren plant worden , alwaar ze verkiezen te groeijen. Ze kon
caracter van iemand zijn , zonder de minſte reden ; en nen gemakkelijk vermenigvuldigt worden door afzetzels,
het chagrin heeft altoos eene bijzondere oorzaak . ” die in maart van de oude wortel genoomen zijn , even
Ik vind het niet ongeſchikt, bij deeze gelegenheid eene yoor dat ze beginnen uitteloopen , en geſtoken wor .
ſchoone plaats uit het vierde boek der Tusculanen bij te den , daar ze moeten blijven ſtaan , alwaar ze indien de
brengen , zijnde het onderwerp daar van genoegzaam bet grond goed is, zeer wel bloeijen ; maar ze brengen in
zelfde als van dit. Artikel . dit land zeldzaam vrugten voort.
| Agritudo ;" zegt Cicero , cap. 7. eft opinip recensmali SMILAX HORTENSIS , zie BOON ( TURK.
præfentis , in quo demitti contrahique animo reâum esſe pj. SCHE )
deatur Agritudini fubjiciuntur .... angør , SMIRGEL , zie AMARIL .
meror , lu &tus, ærumna, dolor , lamentatio , ſollicitudo, SMITER , zie DUIVEN , *. XXII . 1. pag. 553.
molestia , affli&tatio , desperatio , & fi qua sunt fubgesere SMIJRNIUM , is de naam van een Kruidgewas , van
eodem . ...:: . Angor eft ægritudo premens; lu & us ægri- het griekſche woord Luu'puce,'t welk Mijrche betekent,
tudo ex ejus qui carus fuerit , interitu acerbo ; neror , e afſtammende ; of wel , om dat de Planc die de Ouden
gritudo flebilis ; ærumna , ægritudo laborioſa ; dolor ,ægri. Smijrnium noeinden , wanneer dezelye gewond wierd , een
tudo crucians; lamentatio, ægritudo cum ejulatu ; follici- dergelijk vogt liet uitvloeijen.
tudo , ægritudo cum cogitatione ; molestia , ægritudo perma- Kenmerken. De Bloemen koomen in kroontjes voort ,
nens; afflictatio, ægritudo cum vexatione corporis; despera. en beſtaan uit verſcheidene bladen , die inderondtezit
tio , ægritudo fine ulla rerum expectatione meliorum . Wij ten , en zich in de gedaante van een Roos uitbreiden
nodigen onze Lezers om deeze geheele plaats van Cice. Deeze rusten op den koker, die naderhand een bijnakloor
RO te lezen , met het geen er volgt en voor af gaat ; zij zub ronde vrugt word , uit twee tamelijk dikke zaadjes be.
len er door kunnen zien , hoe nauwkeurig en zorgvuldig staande , zomtijds van gedaante als een was!ende Maan ,
de Ouden bepaalingen hebben weeten te maaken , als bultig , en geſtreept aan de eene zijde , en effen aap
zij er de moeite toe wilden neemen . 1
de andere,
SMERTE , anulo , van wyelv, lijden , word in de Ge- 1. Gemeene Smijrnium ; Smijrnium MATTH.; Hippojen
neeskunde gezegt, van een zoort van gevoel of aandoe. dinum Theophrasti fc. fmijmnium Dioscoridis. Bauh. Pin .
ping , waaraan alle de deelen van het lighaam onderhevig 154 .; ( Smijenium foliis caulinis ternaris petiolatisferret
zijn , zowel de in- als uitwendige. sis. Linn. Spec. Plant.)
SMERTING , zie BLIKAARS , EXORIATIO en r 2.. Vreemde Smijrnium met ronde bladen ; Sanijmnium
INTERTRIGO.
I peregrinum rotundo folio, BAUH. Pin. 158 .; Smijrnium
SMID - TOR , zie ROOF-TORREN ,.. VII. P. 3097. Amani mortis. Dod . Pempt. 698 .; (Smirnium foliis case
I
SMIENT , zie EENDEN , n. XX. pag. 588. linis fimplicibus amplexicaulibus. Linn . Spec. Plant.)
SMILAX , is een Kruidgewas zodanig genoemt van 3. Vreemde Smijrnium met langwerpige bladen; Smijt.
were no , ſchrappen , uit oorzaake dat bet een ruwe Plant nium peregrinium folio oblongo. BAUH. Pin .; Smijrniun
is. De Kenmerken derzelve beſtaan , in een Bloem te foliis caulinis ternatis petiolatis ; foliolis oblongo-ovatis ;
hebben die ait verſcheidene bladen is zaamengeſteld , in integerrimis. GRON. Virg. 148 .;( Smijiniumfoliis call
linir
SNE ? SNE . 3411 €
linis duplicató ternatis integerrimis."LINN. Spec. Plant.) worden , en dus mi Soseoun veranderen ? ik meen gantsch
4. Smijmnium van Kandie met Juffrouwmerk -bladen niet; want het ijs beſtaat uit veele deelen waters tot een
Smijmium creticum Paludapii foliis. TOURN. Corol. geftold ; daar de damp uit enkele waterdeeltjes beſtaat,
(Smimium foliis pinnatis, posticis ternatis , floscutis en dus is het onmogelijk, dat een dampwolk , wier deel- >
omnibus fertilibus. Linn. Spec. Plant.) tjes van een liggen , en alle enkelvoudig zijn , tot ijs of
Plaats. De eerſte zoort , groeit natuurlijk is wild Sneeuw kan worden, voor dat haare deeltjes zijn begon .
in verſcheide gewesten vanEuropa. De tweede en derde ren tot een te loopen , dat is, tot eene zoort van reo :
ztörten,hooren in Amerikatehuis,en devierde zoort,is de En dewijl
gen verandert zijn. . er in de luchttusſchen
aap bet eijland Kandia eigen. wolken en de aarde zomtijds verſcheide ſtreekon zijn ,:
! Kweeking. Alle deeze Planten kunnen worden ver. waar van de eene koud, de ander warm is, kan het ge.
menigvuldigt , door derzelver zaad in augustus, 20 dra beuren , dat de sneeuw in het bovenſte der lucht ge :
het rijp is geworden , op een open ſtuk gronds te gaai- maakt , wederom valt door eenewarmer lucht , waar in
jen; want indien het zaad tot ' t voorjaar word bewaart , ' zij ſmelt ; zo dat zij niet onder de gedaante van Sneeuw
mislukt het meestentijds , of komt ten minsten niet voor neêrkomt, maar in die van regen , het welk van veele
het gweede jaar op , terwijl dat, 'twelk in den herfstge. "Reizigers ts waargenomen , welke op de toppen van ber. ;
zaait word , zelden veertien dagen of drie weeken naar gen bevonden dat het ſneeuwde, en laager koomende ale
dat het gezaait is , mist op te koomen , daar bij ook veel leen maar regen kreegen.
ferker Planten maakt , dan het andere. De figuuren der vlokken verſchillen , zijn of regelmaa
In het voorjaar moeten de Planten worden gedund , tig , of onregelmaatig; zomtijds zijn bet alleen maar als
zo dat ze tien daim of, één voet van malkander blij. langwerpige ſtraalejes , zie Fig. 5. van Plaat K. , deeze
ven , en geduurende de volgende zoner inoelen ze ge. beſtaan uit de zaamengevroore dampdeeltjes Fig. 6. ,
duurig ſchoon gehouden worden van onkruid , dewijl dit welke op malkander gevallen , of in een regte lijn tegens
hun zeer nadeelig is en haar ſpillig doet opſchieten . In een gedreeven zijn ; zomtijds zijn hetzeskante ftarretjes,
het volgende voorjaar fchieren de Planten weer ſterk in fine punten eindigende, en met elkanderen hoeken
I op , als wanneer de aarde tegen elke plant moet opge. van 60 graaden maakende , gelijk men ziet in Fig. 7 , na
haaldworden ,om ze geel temaaken , endrieweeken dat erdrie ſtraaltjes ,waar vanFig.5. één was,op mal
daar na zijn ze goed om te gebruiken , als wanneer ze kanderen gevallen, en aan eengevrooren zijn. Het ge
kunnen opgegraaven , en het geele gedeelte bewaard beurtook, dat het middelſte lighaam deezer ftar dikker is.
worden , 't welk kan geſtoofd , en als ſelderij gegeeten en in ſcherpe punten toeloopt,gelijk bij Fig. 8 ; ik heb ook
worden : vlokken zien vallen onder de gedaante van lelijbladen ,
SNEB VISCH ;in't latijn Batana roftrata; in't hoog. zeshoekig , welkehier afgebeeld zijn bij Fig. 9; opeene :
6 duitsch Snabelvisch , is een zoort van Walvisch die ons ' anderen tijd heb ik zeshoekige vlokken waargenoomen ,
door den Heer PONTOPPIDANSin zijn Naturl. Hiſt.von beſtaande uit dunne ſtraalen , als takken, waar uit veele an
Norwegen II. Th.p.233., op de volgende wijze wordt dere takjes uit gingen, waar door zij alle niet kwaalijks
Coupe Beſchreeven. Zij had de langte van zes-en twintig voe naar takken van eenen Boom geleeken , als bij Fig. 10. Op :.
ten, en men vond een jong van zes voeten lang in haar! eenen anderen winter heb ik gevangen zesboekige vlok .
lighaam , ook 'had zij drie Vinnen', en het Oog fchijnt ken , welke weerzijds als een ſtuk breed blad hadden; en
veel naar een Osſen Oog tezweemen. met haare punten eindigden , als in drie op een liggende ,
SNEELOOR , zie BIESLOOK. lelijbladen , zie Fig. 12. De Heer CASSINI Memoires de
SNEEUW , in 't latijn Nix . Wij kunnen niet beter l'Acad. Roy. 1692. heeft wederom een andere zoort van ,
doen, dan onze Lezers ten aanzien van dit wateragtige aardige zeshoekige vlokken befchreeven ; gelijk afge.
Verheveling medecedeelen, 't geen de Heer P.v. Mus.' beeld is bij Fig, 11. Daar vallen ook ſtarren met 12 puc
SCHENBROEK daar omtrent in zijn uitgelezen werk , ten ten , en van andere gedaanten ,welke ben door hec ver
tijtel voerende Beginzels der Natuurkunde , heeft te boek grootglas fraai nagegaan , kan afgebeeld zien bij den Heer
geſteld. Hooke in Micrograph. pag . 88. De Heer ENGELMAN
S# Indien de waterdamp uit de wolken naar de aarde vat. Med. Dr. te Haarlem ,heeft opzettelijk een werkjeover de
lende, onderwijlen in zijnen weg tot langedraadjesbe. Sneeuw -figuuren geſchreeven, waar in veele fraaije waar.
% vriest, welke op verſcheide wijzen op malkanderen lige neemingen worden gevonden, en waar in men totvierhon .
is gende vlokken maaken, zegt men dat het Sneeuwt, en dert verſchillende gedaantens van Sneeuwvlokken afge
hizodanige vlok word genoemt een Sneeuwvlok. beeld vind. Ik heb bevonden, vervolgt de Heer MUSSCHEN .
Zie hier op welk eene wijze de Sneeuw word voortge- BROEK , dat, na dat het alleen langwerpige staafjes ge.
bragt; dedamp inde wolk word of verdikt , ofzwaarder ſneeuwd had , weiniguuren naderhand eene vreeslijke kou
dan de lucht, en tot eenloopende begint hij in kleine re. de gevolgt is. Deeze regelmaatige Sneeuw valt niet heel
gendruppen verandertteworden ;deezenaarbenedenval. dikwils , maar gemeenlijk zijn de vlokken van ongelijke.
lende, loopendooreene lucht heen , welke en koud en grootte. Men verwondert zich niet te onreche over
metijsmaakende deelen bezet is ; (want alsdeeze erniet de vlokken van dezelve gerlaante, welke op eenen tijd
zijn, valt er maar regen )hier door bevriezen de drupjes vallen , maar waarom verſchillen deeze vlakkeneven
tot ijs, en worden wat opgehouden door de dikker lucht , wel , dat zij op eenen winter hebben de gedaante Fig .
daar zij inkoomen, als ookdoor den vorst , waar door 5 ,opeenen anderen zijn als Fig. 7, op eenen anderen
3: 4 zij in groolte uitzetten ;zo dat er tijd is waar in andere wederom alsFig.9 ,of Fig. 10 , of Fig .11 ,of Fig. 1h ?
drupies op hen vallen kunnen , vereenigd worden , en zouw dit niet koomen , oindat de ijsmaakende deeltjes,
met een bevriezen; dus' worden er als langwerpige balk. welke in de lucht bangen , op eenen tijd vermengd raa
jes of ſtaafjes gemaakt, ken met uitwaasſeningen van eene andere zoort , dan
Men zou hier vraagen kunnen , of door de ijsmaaken . op eenen anderen tijd , en dat daarom de neêrvallende,
CA de deelen
de wolk ook nietzoukunnen inijs veranderd damp der wolken verſcheide krijitallen ſchiet ; even វjkgeo
3412 SNE. SNE .

lijk de zouten in water geſmolten , naar hunner verd van Sneeuw zijn, welke vol gevur zijn . De wind
ſcheiden aart krijftallen ſchieten van verſcheide figuur ? ſchijnt te gelijk van alle kantentewaaijen , en ſmijt den
bet is waarſchijnelijk, maar tot nog toe niet klaar be. Sneeuw niet zodanig geweld, dat de wegen in een oogen
weezen ; indien men de Scheikonst te hulp riep , en on • blikvol enbedekt zijn ; die op het land van een dergelij .
derzogt of er in dergelijke Sneeuw verſcheide zoorten van ken ſtorm beloopen werd , kan onmogelijk te regt kooinen ,
lighaamen gevonden wierden , zouw men een Itap tot ſchoon hij de plaatzen kende, of zelfs detekens aan de
Sneeuw ten
nader bewijs gedaan hebben. boomen gegeven had , omdat hij door
De Heer MAUPERTUIS heeft waargenoomen op zijne eerſten blind word , en er in nederzinkende verſmoort ,
reis door Lapland, dat aldaar de Sneeuw is als een fijn en wanneer hij maar éénen ſtap voortgaat.
droog ſtof , welke geneenlijk ter hoogte van 4 of 5 voe- De Sneeuw is meest altijd zeerwit ; zij kaatst het licht
tonvalt, waar in , op deeze hoogtegekoomen zijnde, zeer ſterkte rug,ſchoonhetinaar ijs is , 't welk inge
men onmogelijk gaan kan ;zo datde dampen der wolken zien zijnde in iederdeeltje doorſchijnendis , zo dat veel
aldaar ſchielijk tot ijs moeten ſollen in het neervallen, eer al het licht moest door de poren en gacen tusſchen de
waar doorbelet word dat zij tot groote vlokken , gelijk deeltjes inliggende doorgaan , dan dat bijna alles weerom
hier in warmer vogtige landen , tot een loopen. gekaatst wierd; maar als men op de.gaten , cusſchen de
De Sneeuw lige luchtig en iji , wanneer zij eerst ge- deeltjes in , ter deeg let , ziet men , dat die zeer onregel .
vallen is ; die uit groote vlokken beſtaat, pakt digter op maatig van gedaarte zijn , waarom het licht wegens de
een. De Heer Sedileau Memoir. Mathemat. A0.1692. onordentelijke aantrekking der deelen er niet door kon .
heeft bevonden , dat de sneeuw 5 of 6 duimen hoog , en nende loopen , zeer ſterk weêrom gekaatst word , gelijk
daar na geſmolten, gemeenlijk eenen duim waters gaf. ook geſchied van het allerdoorſchijnenſte glas totpoeder
De Heer de la Hire bevestigt dit in Hift. de l'Acad. geſtampt, bet welk zo wit als Sneeuw is , en waar van
Roy. A0. 1712., hler bij voegende, dat hij in het jaar ieder deeltje op zich zelf beſchouwd , ook doorſchij
1711 tweemaal ijler Sneeuw gezien heeft, waar van 12 nend is.
duimen hoogte maar éénen duim water gaven. De Ge. De Sneeuw het licht dan zo lerk weêromkaatſende ,
leerde Heer WerDLER , in Obſervat. Meteorolog. tekent maakt dat die Menſchen wier oogen teder zijn , klaagen
aan , dat hijin 't jaar 1728 de Sneeuw heeft gevonden, dat het voor hun te licht is , wanneer alles met Sneeuw
negenmaal ijler dan water. Ik heb in Utrecht gemeecen bedekt is ; ja ieder bij dag door de Sneeuw lang wande
zeer ijle Sneeuw , welke de gedaante van tarretjes had ; lende , word er als blind door. XENOPHON verbaalt ,
deeze was 24 maal ijler dan water. dat toen het leger van CYRUS eenige dagreizen deed over
Indien er op eene plaats veel Sneeuw valt , en de vorst de bergen met Sneeuw bedekt, zommige Krijgsliedea
met mooi helder weer blijft duuren , zakt zij geduurig zeere oogen kreegen , anderen blind wierden. OLAUS
meer en meer, en vermindert , dewijl er veel uit haar Magnus zegt, dat men in de Noordſche landen bij het
wegdampt , ja zij raakt door langer tijd als ongevoelig licht der Maan, en den weerſchijn der Sneeuw zeer ge
weg , om dat de zon geduurig van baare deelen los en maklijk zien en reizen kan , en van verren de Beeren en
vlugtig maakt . andere wilde Dieren ontdekken. Het zelve bevindt trea
Indien het Sneeuwt , terwijl de vorstblijft duuren , zijn hier telande , dat ſchoon de Maap niet ſchijnt, wanneer
de vlokken altijd klein ; maar indien de lucht warmer er veel ſneeuw ligt, men op ſtraat vrij wel gaan en zien
word , of het weer ontlaat, zijn de ſneeuwvlokken groo . kan , waar toe men anders toortslicht van nooden heb .
ter ; menigmaal vallen de vlokken ie gelijk met regen hen zou. Dog wat zeggen wij , dat de Sneeuwwit is ?
verzeld . daar de oude Wijsgeer ANAXAGORAS bewijzen wilde , dat
Men heeft geloofd, dat het niet fneeuwen kon, als de Sneeuw zwart was, omdat zij gebooren was uit wà.
het fel vroos ; maar dat dit met de waarneemingen niet ter , het welk uit de natuur zwart is; hoe ſpitsvindig kan
overeenkoms, kan ik bevestigen ; want in het jaar 1729. men redeneeren , als men maar zoekt cegen te ſpreeken!
Sneeuwde het op dien dag , waar op het vrij,fel vroos. wij zullen ook andere Geleerden onder een laaten 't wise
Het weer ontlaat ook niet altijd , wanneer het ſneeuwt, ten , of de witte koleur der Sneeuw waarlijk zo is,
ſchoon dit dikwils gebeurt; want ik heb welgezien , dat dan of het maar een verſchijnzel.is, gelijk de koleurea
er veel feller koudeop de sneeuw volgde ; wanneer de ſtar in een regenboog zijn.
reſneeuw gevallen is , volgde er aantonds een vreesſelijke . Veelen die in deezen onkundig zijn , verbeelden zich ,
koude op , waar door de Kwik- Thermometer van Fah. dat de Sneeuw ſchadelijk aan degewasſen is, dog het teo
BENNEYT zakte van 25 tot op 4 graaden. Men heeft ook gendeel is waar zo als uit het volgende geblijkt.
gedwaald, meenende dat het op zee niet ſneeuwde, want 1. De Sneeuw omvat door zijn los zamenſtel, de zout.
in de Noordzee gebeurt het dikwils. ofſalpeter-, swavet en andere tot de groeijo dergewasſen
Gelijk er zomtijds ongemeen veel regen op eene plaats nodige, enin de lucht zich bevindende fine geestige deel.
valt, kan het ook ſterk ſneeuwen. De Heer LEOPOLD tjes , en voert dezelve met zich na beneden, welke zich
in zijne Sweedſche Reis tekent aan , dat het in 't jaar vervolgens , de Sneeuw ſmeltepde, met de aarde verec
1707 , in het bergagtige deel van Smaland op eenen pagt nigen en dezelve vrugtbaar maaken .
een halfmans hoogtegeſneeuwt had. Men heeft in het jaar 2. De Sneeuw dient 's winters aan veelerleij Plan
3729 op de grenzen van Sweeden en Noorwegen bij het ten tot een dekzel , om die voor koude en ſcherpſnijdende
dorp Villaras waargenomen , dat er als plotſelings zoveel winden te bewaaren , ten einde die niet zouden bevrieſen ,
Sneeuws gevallen is, waar door 40 huizen onderdezelve maar de volgende zomer haare ſpruiten en vrugten kun
bedolven raakten , en alle de daar in woonende Mon- nen voortbrengen. Deeze dienst word men , bij ons , maar
fchen geſtikt zijn ; dat er iets dergelijks in Sileſien en meer bijzonder gewaar op de Alp. , Pireneeſche en ande
Bohemen geſchied is , heeft de Heer WOLF aangetekent; re hooge Gebergtens, alwaar de koude 's winters zeer
dit koomt overeen met een wolkbreeuk. De Heer MAU. fel is , en evenwel de gewasſen door de menigvuldige
PERTUIS-tekent aan , dat in Lapland zomtijds tempeeſten Sneeum die daar doorgaans valt , wel behouden blijven,
ER
INE. SNE . 3418
1

en in het volgende voorjaar , wanneer de Sneeuw ges is Bosch Haan noemen, gelijk zommige Italiaanen. De
{molten is , ti erig wederom voor den dag koomen , en hedendaagſche Grieken noemen ze Căilornita, de Tar.
hunne Bloemen en Vrugten volkoomen wel voortbren- kèn Tcheluk, de Polakken Slomka en de Sweeden Mor.
gen. kulla .
Inzonderheid blijkt de groote dienst welke de Sneeuw LINNæus ftelt tor Kenmerken , behalven die der Stelt.
22
aan de Gewas fen doet , in de allerkoudſte noordelijke lan- looperen of Langpooten in 't algemeen, den Bek rolrond.
den, zo als bij voorbeeld in Lapland , alwaar nimmer agtig , ſtomp en langer dan de Kop ; de Pooten met vier
eenig gewas 's winters, voor de vorst zoude kunnen be. Vingeren , waar van de agterſte verſcheide Geledingen
waard blijven , indien de alvoorzienende Natuur haar heeft. Bersson heeft de Wulpenen Poelſneppen van de
jaarlijks dit kleed niet bezorgde om haare wortels te be. Sneppen onderſcheiden. Hij maakt , in zijn zeventiende
dekken. Rang , een Afdeeling van de geene die don -Bek dun heb.
De reden waarom de Gewasſen onder de Sneeuy be . ben , en deeze fmaldeelt hij in drie Geſagten , te weeten ,
houden blijven zonder te verſtikken , en door dezelve zo dat van de Tringa of Beccaffeatt, welker Bek van mid
heilzaam voor de bederfijke koude beſchormt worden , délbaare langte , regt, aan de punt ſtomp en glad is ; dat
moet hoofdzaaklijk gezogt worden. 1. In deszelfs los op van de Limoſa of Barge, welker Bek zeer lang is , om.
cen gepaktheid. En 2. in deszelfs vermogen van de vries ' trent regt en eenigermaate opgewipi , dog ook aan de
deeltjes niet door te laaten , welke in de sneeuw ſteeken punt ftomp en glad; dat van de Scolopax of Beccaffe , die
blijven , en dus de daar mede overdekt zijnde Planten , den Bek geheel regt , en tevens zeer lang , aan de punt
niet of weinig daar door aangedaan worden ; even als ſtomp en rauw hebben. De Numenius of Wulp , in 'c
men bevind, dat de aarde onder een dikke Sneeuw niet fransch Courlij, komt in de volgendeAfdeeling, beſtaan
bevriest . de uit zodanigen , welker Bek boogswijze nederwaards
Uit de gemelde ondervindingen , blijkt ook de reden , is gekromd.
Waarom na de winters ,waar in men veel Sneeuw heeft, : Dus heeft de Heer Brisson ., van den Poelſnep agt,
ſchoon ze zeer koud zijn , doorgaans een vrugtbaare zo var de eigentlijke Sneppen maar vijf, en van de Wulperz
mer en goede Oogst volgt. De koude winter van het veertien verſcheidenheden ; waar in de veertien zoorten :
jaar 1740. die bij veelen nog in geheugen is, verſtrekt van Linnæus zijn begreepen. De zes eerſte zoorten ,
daar van tot een overtuigend bewijs , want de koude was behalven de vierde , welke een Tringa is , behooren tot
toen zo vinnig als er zedert 't jaar 1709 niet geweest de Wulpen .
was , zo dat, indien er doen geen Sneeuw gelegen had. l. Roode Wulp van Braſil , in ' t latijn Scolopax rubra ;
de , de laage gewasſen mooglijk gevaar zouden geloopen . (Scolopax roftro arcuato, pedibus rubris, corpore fangus.
hebben , van , zo niet alle, 'nogthans 'het grootſte aan. neo, alarum apicibus nigris. Linn. Sijt. Nat.) Deeze
tal te bevriezen , daar ze in tegendeel door de Sneeuw is de roode Braſiliaanſche Wulp van Brisson , die van
niet alleen , meest voor bederf zijn bewaart gebleven , Klein Ardea porphiprio, van MOEHRING Ibis en van SEBA
maar er ook een gewenschten -Oogst van veldvrugten op de Amboineeſche Porphijrio , of Kraal-roode Reiger , een
gevolgt is. zoort van Ibis, genoemt word. Porphijrion 'noemde men
Hoe voordeelig nu ook , zo als wij gezien hebben , de oudtijds een Vogel, die hemelsh- blaauw van koleur ,
Sneeuw 's winters voorde gewasſen is, zo kanheteven- dog wiens Bek purper-rood was, en de Ibis is, gelijk
wel ook gebeuren dat zij er nadeel aan toebrengt;name. wij gezien hebben , een andere Vogel, hoewel Brisson
Jijk , wanneer het van te vooren eerde Sneeuw valt , fterk hem ook thuis brengt in't Geſagt der Wulpen en naast
gevrooren heeft , en dat er naderhand een ſchielijke dooij op deezen volgen laat , die van de Braſiliaanen Guara
op volgt ; want de Sneeuw als dan ſmeltende , en het genoemt word .
ſneeuw.water niet in de aarde kunnende indringen , De roode Wulp onthoud zich in verſcheide plaatzen van
zo blijft' 't zelve rondsomme de Planten ſtaan , 't welk Amerika , tusſchen de Keerkringen. Hij nestelt in de
die buiten gemeen verkoud, te meer ,dewijlhet ſneeuw. huizen ; leeftvanvisch , vleesch en andere ſpijze ,wanneer
water, door de bij zich voerende zoutagtige koude vries , die in water zijn geweekt. Zij vliegen troepswijze, en 1

deelen, kouder en ſcherper als anderwater is. het geeft een verrukkelijk gezigt , wanneer de Conne.
SNEEUW -HOEN , zie VELD-HOENDERS , 7 %. ftraalen op hun vallen. Ook maaken de Indiaanen veel
The IV . werks van hunne rahoone Veeren , tot Kroonen en an
SNEEUW -MOSCA , in 't latijn Pasſer nivalis; (Frin . dere Hoofdcierzelen .
gilla nigra, ventre albo. Linn. Sijft. Nat.) Dit vo. De grootte is als die van een Aakſter , zijnde de Poo.
geltjeonder'tGeſlagtder Vinken behoorende, is zwart ten dun , de Bek krom en lang als een Turkſche fabel.
metolieen
Kar na.
witte buik , en onthoud zich in Virginie en De koleur verandert naar den ouderdom grootelijks; eerst
uitkoomende zijn zij over 't geheele lijf donker bruin ,
SNEEUW -VOGEL , zie GEELGORSEN , th. 1. vervolgens worden zij grijs, daar na wit , en eindelijk
pag . 805. krijgen zij allengs die hoog -roode koleur , welke den Fia
SNEPPEN. Verſtaat men zekere Vogelen door, die mingo cart. In het tweede jaar hunnes leeftijds zijn zij
hunnen naam hebben van hannen Sneb of Snavel,welke nog grijs., wit- en rood-bont. De Beken Pooten blijven
lang en dik naar't end uitloopt, zo dat zij wel gefnedd altoosbleek rood en de cwee groote Slagpemen zijn , aan
zijn. Om die zelfde reden , gaven er de Grieken den de tippen, zwart.
naam van Scolopax aan , welke als een Geſlagtnaam van · II. Witte Snep of Wulp , van Catesb. Car I. P. 82.
de Hedendaagſchen gebruikt word. De Franſche naam Numenius albus genoemt: ( Scolopaxrostro arcuato , pe.
Beccaffe heeft daar van ook zijne afleiding, en word van dibus rubris, corpore albo ,alarumapicibus viridibus. LINN.
de Italiaanen gevolgt met Beccafa , gelijk de Engelſchen Sijſt. Nat.) Deeze, die een weinig grooter is als de
het hoogduitshSchnepff, met hun Snipe of Snite na voorgaande, woontin Braſil; het Wijfje verſchilt in gee.
bootzen ;hoewel zij decze Vogelen ookWood -Cock , dat nen deel van het Mannetje.
Hh III. Brui .
VI. Deel.
9414 SNE. SNE .
III. Bruine Snep. of Wulps Numenius fuscus. - CA en op de Rug zwartagtig , met grijze vlakken , volgens-
TESB. Car. I. p. 83.; ( Scolopax ruftro arcuato, pedibus LinnæUS. Misſchien dat de koleur , in verſchillende
subris , corpore fuſco cauda baji alba. Linn. Sijft. Nat.) geweſten , merkelijk verſchil. Ook heeft Bå isson een
Deeze die door de Franſchen van Guajana , grijſe Flat witten .Iulp , met geelagtige Pooten.
mingo genoeint word , verſchilt ook van de twee andere VI. Kleine Snep; Theopus altera f. Arquata minor .
nauwlijks dan in koleur. Hij onthoud zich mede in Bra ;. Gesn. Ay. 500.; ( Scolopax roſtro arcunto , pedibuscoerule
fil en verſcheidene andere landſtreeken van Amerika. fcentibus , maculis dorſalibus fufci rhomboidalidibus. Linn .
IV . Poelſnep; Totanus. Gesn. Av. 518 . ; (Scolopax roſtro Faun. Suec.) Deeze heet bij Brisson , de kleine Wulp ,
recto baſ rubro, pedibus coccineis remigibus ſecundariis of de Corlieu, in onderſcheiding van de andere die Cour.
albis. Linn. Kaun. Suec.) Deeze is van Brisson in 't ley.word genoemt. De Griekſche naam Helórios of He .
Gedagt der Tringæ gebragt, onder den franſchen naam lorius , is toepasſelijk op beiden. De Duitſcherš noemen
van Chevalier , dat is Ruiter; dewijl zijn Pooien zo lang deezen Regenvogel, daar zij aan den grooten Wulp , den
zijn , dat hij als te Paard ſchijnt te zitten. GesneRUS naam geeven van Wind-, Weder., Jut Vogel, en Braakye.,
beſchrijfc hem onder den naam van Waterhoentje, de eer- gel , of Braakhoen. Den kleinen noemen de Italiaanen Ta .
fte zoort, welke van de Duitſchers genoemt word Rotbein, rangolo , de Engelſchen Whimbrell, de Milaneezen Girar .
dat is, Roodbeen. Ook geven er de Engelſchen den naam dello. Men vind hem van de Schrijvers Pheopus of
van Red.fhank aan en zomtijds dien van Pool-ſnipe, dat blaauwpootig Hoentje getijtelt , en hij verdiende zo wel
is Poelſmep. De griek (che naam Kalidris , word bij de naam van Pardalus of Luipaard .Vogel, ais de andere ,
zommige Schrijvers gebruikt , gelijk ook Glareola en To. wegens zijne vlakken .
tanus. De kleine Wulp onthoud zich menigvuldig op de zan .
Deeze Vogel is zeer gemeen :op. de zee-ſtranden yanden aan den mond der Tefa , zegt Ray. Men noemt.
Europa. Hij is veel kleiner dan de Kievit , en komt hem in Engeland ook wel Blaf er, om.dac hij een der.
den Plevier nabij. Het Lijf is van boven gedekt met gelijk geluid maakt als Honden"; anderen zeggen dat zijn
Vederen , die in ’t midden bruin , aan de randen grijs. item naar die van een Geit zweemt. Doorhun ſchreeu
zijn ; . van onderen wit ; de Vederen, aan den onder. wen , terwijl zij opwaarts in de lucht ſtijgen , kondigen
Hals , zijn grijs met witte randen ; de Staartpennen zijn zij het onweer aan , zegt LINNÆUS.
bruin grijs , met witagtige tippen , de vier middelſten en DeezeVogel-is wel de helft kleiner dan de voorgaan.
twee buitenſten wederzijds, met zwart over dwars ge, de, zegt Rar. Linnæus heeft een Wijfjegehad , welk
streept; de looten bleek ofhelder rood , zegt Brisson , koleuren hij naauwkeurig beſchrijft. Die ,welke Brisson
fchoon rood , zegt. Ray, en Linnæus hoog of ſcharla in 't Kabinet vanReaumur had, was op 't Lijf gedekt
ken- rood . met donker-rosſe Veeren , aan de randen grijs ;, van onde.
V. Gemeene Wulpi Numenius S. Arquata. Gess . Av. zen wit , den Kop bruin , wilagtig gevlakt en een witte
122. ; (Scolopax roſtro arcucto, pedibus coeruleſcentibus, plek weerzijds , tusſchen den Bek en Oogen ; de Borst en
alis nigris: maculis niveis. Linn. Faun. Suec.) De alge. Zijden metbruine vlakken getekent ; de Stuic wit , alle de
meene naam van deezen , bij de Schrijvers , is Ņumenius, Staaripennen overd wars met bruin geſtreept.
misſchien afleidelijk van Neomenia zegt CHARLETON , om , Op deze laat Brisson de beſchrijving volgen van eenen
dat zijn Bek de zeisſenswijze figuur van de nieuw le voor Wulp, van Madagaskar. Dezelve is van grootie alsonze
ſchijo komende Maan uitdrukt . Om die zelfde reden noe groote Wulp , de koleur der Veeren boven op 't Lijf, don:
men zij hem Arquata of Arcuata ayis; de Franſchen Corly , ker bruid met grijze randen ; van onderen wit , dog de
Corliet , de Engelfchen Curlew , de Italiaanen Torquato, Borst en Zijden naar het vaale trekkende , met overlangſe
Arcaſe of Charlot. In ' Milaneesch noemt men hem Cá bruine vlakken op de Borst en overdwarſe aan de zijden ;
roli , welke naam , zo wel als de Engelſche en Franſche, even als onze kleine Wulp . De Staartpennen zijn met
van zijn gezang of roepen afkomſtig is. De Oostfriezen bruine dwars-ſtreepen , 't welk ook zo wel in de groote als
noemen
Wulp . ze Wallop, de Friezen Schrije en de Hollanders in de kleine Europiſche Wulpen plaats heeft; de Bek bo
ven roodagtig , onder wit, aan 't end zwart ; de Poo
De Wolpen vind inen zo wel aan 't ſtrand , als op deoe. ten bruin -rood. Hij is van 't gemelde Eiland overge
vers.der Rivieren en Meiren van ons wereldsdeel. Zij vlie, bragt.
gen troepswijze en aazen op kleine Wormpjes die er in de Behalve de gemelden heeft de Heer Brisson een groe
vogtige weilanden zijn , welken zij uit den grond haalen nen Wulp , dien ik bij LINNÆUS niet aangetekent vind,
met huonen langen kronmen bek . Zij leggen vier eije. hoewel hij een inboorling is van Europa. De Ouden
ren en broeden in de maand april; hun vleesch is niet on. noeinden hem FalcinellusofFalcata, waar van de leer
aangenaam van ſmaak, en was bij de Ouden vanwegen de Klein , buitentwijfel , den bijnaam van Falcatoresont.
zeldzaamheid , meer in agting dan dat der Kievieten. leend heeft , dien hij aan de Wulpen , Bijeneeters en Hope
Geen Vogelis er, zegi Belon , die naar evenredigheid pen geeft , wegens de figuur van derzeiver Bek , die in
van het Lijf, den Bek zo langheeft als den Wulp. In groot deeze nader aan de zeizenswijze' komt , dan in de overi
te evenaart hij een Kapoen , ten paaſten bij ; de langte des ge Wulpen . Van de Italiaanen.word hij ook Falcinello ,
Reks is nagenoeg zes duimen , en dus omtrent een derde van de Duitſchers Sichler of Sagiſer en Weltſcher- Fogel,
van die des Lighaams,van den Kop tot aan 't end der Staart. van de Engelſchen Scijthe billd Heron genoemt, zegt
De koleur der Veeren over 't geheele Lijf, is zwartaguig, CHARLETON , die er bijvoegt, dat deeze Vogel in grootte
dog met vaale randen op de Rug , witagtig op de Borst , en gedaante volmaakt naar en Reiger gelijkt , uitgenoomen
en rosagtig aan de Keel ; de Buik en Sluit zijn wit , de den Bck , en van koleur ongemcen cierlijk groen is , met ER
voorſte Slagpennen zwart , de volgende metwit geplakie, eenig hoog rood er onder gemengt. Volgens BRISSON
't Schijąt nat de geene , dien Brisson bjibrenge, bet is de koleur van zijn pluimagiq,cp de Rug goud groen ,
Wijfje zij ; dewijl het zelve aan de Kop, Haks en Borstý meç oenen weerſchijn van zuiver koper , van onderen
bleek grijs is , , met overlangze bruine vlakken getekept, bruinagtig de Keelkaſtanie bruin ; de grootte alsdie van
onzen

1
SNE. SNE 3475
$
sazen kleinenWülp, Ik ſpreek niet van de bruine en bonte vari een zwak geſtel. Verſcheide (maakelijke geregten
Amerikaanſche Wülpen , die hij beſchrijft ; maar ga met worden er van gereed gemaakt. In de Geneeskunde heeft
LINNEUS tot de eigentlijke Sreppen over, huone asch den naam van dienstig te zijn , tot vergrui:
2 VII. Horst-Snep , in 't latijn Rusticola ; (Scolopax ro. zing van den fteen .
Aro reiho bavi, pedibus cinereis,femoribus teftis , faſcia Van een Snep die geheel wit is , welke in Engeland
frontis nigra. LINN. Sijft. Nat.) Deeze die te vooren gevangenwas, word door ALBIN de afbeelding gegeven;
onder de-Wulpen door LINNÆUS was betrokken , heet dog Linnæus merkt aan , dat de koleur een bedrieglijk
bij de Schrijvers in 't algenieen , Scolopax en word van kenmerk zij in dit Geflagt van Vogelen , als veranderende
sommigen ook Ruſtikola of Perdrix Ruſtica , dat is Boe. zeer door Ouderdom er Sexe,uitgenomen die der Pooten ,
ren-Patrijs , getijtelt. 't Is die Vogel , welke de Fran . welke altoos,de zelfde is in eene zelfde zoort.
(chen in 't algemeen , Becasſe, de Engelfchen Snipe , de VIII. Tjerk; Fedoa americana. Edw. Ay. 137 .; ( Sco!
Dui chers Schnepff en wij Nederlanders Snep , of, toclopax roſtro recto longo ; pedibus fufcis, remigibus ſecure
onderſcheiding van den Poelſnep , Hout- Snep noemen . dariisrufis punitatis. LINN. Sijft. Nat.) Deeze is grooter
De Sneppen zijn in Sweeden , Duitschland , Vrankrijk , dan de gewoone Poelfneppen , " hebbende het Lijfomtrent
Engeland , om kort te gaan in geheel Europa gemeen , tien duimen lang, den Kop omtrent vier , de Staart twee
dog zij hebben hun faizoen; want het zijn Trekvogelen . en een half duim . De koleur is van boven rosagtig bruin ,
Zij komen in 't voorjaar bij ongelooflijke menigten , hun van onderen witagtig , de Wangen en Keel, benevens een
Aas zoeken op mo rasſige landen van Pruisſen , en , na ftreep boven de Oogen , wit ; de Stuit ros met zwarte
dat zij aldaar genestelt en gebroed hebben , vertrekken dwarsſtreepen ; de keel en Borst rosagtig , dog de eerſte
zij in de herfst, of zuid- of westwaarts. Immers, in met langwerpige zwarte , de andere met dwarze bruine
de na -herfst komen zij eerst in Engeland en blijven vlakken getekent ; de Staartpennen ros met zwarte dwars.
erden winter over , gaande in 't voorjaar weder weg , hoe ſtreepen ;deBek geel , aan 't end zwart; de Pooten zwart,
** wel ook eenigen, van de anderen afgedwaald, er blijven agtig. Men vind hem in Noord -Amerika.
1
en voortteelen . Zommige willen , dat zij in de zomer DeHeer EDWARDS heeft een witte Francolin , van de
haare wijkplaats nemen op de toppen der Alpen en Pij. Hudſons-Baaij, die van den rooden niet verſchilt , dan
Teneeſche bergen. Hunnen overtogt, als mede dien der in de koleur van de Pluimagie , welke over het geheele
Walpen over de Middelandſche Zee , en den te rug togt, Lijf wit is , uitgenomen dat de randen der Wieken , de
hebben wij op zijn plaats beſchreven , en daar uit blijkt dat groote Nag- en Staartpennen geelagtig zijn ; de Bek
zommigehunner, in dezomer,ook Afrikamet hunbezoek
vereeren. In Vrankrijk vertoonen zij zich zelden oranje-koleur, met een zwarte punt ; de Pooten donker
voor de bruin ,
maand october , en gaanwaarſchijnlijk , van daar voort IX . Glut, in 't latijn Glottis ; Pluvialismajor. Ald'ROV .
naar Engeland, naar de Nederlanden en de Noordelijke Orn. I. 20. c.66 .; (Scolopat roftro reito, baſi inferiori
deelen van Europa. Zeker Schrijver wil , dat zij voor hun rubro ; pedibus vireſcentibus. Linn. Sijjt. Nat.) Deeze
vertrek uit Engeland met elkander paaren , dewijl men maakt de derde zoort van BRISSON , onder den naam van
ze niet dan twee aan twee , ziet wegvliegen. groote grijze Poelſnep. De Ouden hadden hem Glottis of
't Zijn Vogelen , die in 't kreupelbosch of aan de kan. Pluvialis major , dat is groote Plevier , genoemt. De
ten van flooten en in de tuinen op Wormen aazen , wel, Griekſche naam word in 't Sweedſche Glutt en 't Hol.
ken zij dikwils uit den grond wroeten met hunnen langen landsch Glut , nagevolgd. De Engelfchen noemen hem
regten bek. Tegen den avond komen zij uit de bosſcha- groenpootige Ruiter , de Duitſchers Díeer-Hoen , de Na..
gien, en begeven zich in de weilanden om te drinken en politaanen Leverfina, de Bolonneezen Pluiero., die van
haaren bek te ſpoelen , die door zulk een manier van aa , Venetie Totano , en omſtreeks 't groote Meir , in 't Mis
zen zeer vuil word. Zij vliegen niet gaarn zeer hoog , laneesch , Girardel.
en mijden het geboomte in hun vlugt , als ook de wind , Hij is merkelijk kleiner dan de voorgaande, zijnde het
dog eenige opening in’t kreupelbosch of ruigte ziende , Lijf geen agt duimen lang, de Bek ruim drie , de Staart
Stuiven zij zeer onbezuisd daar door , en loopen dus , als twee en een derde duims. De koleur is van boven donkes
'twaare moecwillig in de Nerten , die door't Landvo ! bruin , metde rariden der Pennen witagtig ; van onderen
voor hun geſpannen zijn . Men kan door te letten op wit , de Keel rosagrig; de Hals wit , met bruine vlakken
den koers , dien zij tegens den avond neemen , hun ge. overlangs getekent ; de Stuit bruin , met de Veders wit
makkelijk vangen ; want zonder fout, keeren zij langs gerand , de Staartpennen wic , metzwarte dwarsſtreepen ,
den zelfden weg te rug. Om reden hunner domheid en de Bek bruin ; de Pooten die zeer lang zijn , groenagtig
onvoorzigtigheid in deezen , zijn de Engelfchen gewoon zwart. Men vind hem in Europa , alwaar hij zich ont.
den naam deezer Vogelen op iemand , die zich als een houd aan de kanten der rivieren , nooten en moerasſen.
i
gek gedraage , coetepasſen. Ook worden er zomtijds ftrik . Zijn vleesch word zeer ſmaakeljk geagt.
ken voor geſpannen , aan de kant van vijvers of Nooten. X. Geiten -Kop , in 'tgrieksch Aigo-kephalos; ( Scolopasc
Anders zijn zij , hoe log ook van vlugt , wegens het ſnel roſtro reato levi , pedibus fufcis, remigibus macula alba;
voortſchieten , gelijk de Patrijzen , niet wel te betrap- quatuor primis immaculatis. Linn. Sijjt. Nat.) De Heer
pen, BRISSON zegt, dat deeze veel grooter is dan de Chevalier
De Sneppen zijn watkleiner dan een Patrijsen lang van of Totanus, die van hem betrokken word onderde Trin •
Pooten ,met den Bekvrij lang en regt. Dekoleur isop geof Scrandloopers, en hier voor reeds is beſchreeven.
de Rug zeer fraaij,uitros ,zwart er,aschgraauw gemengi; De Bek is vierdhalf duim lang , bet Lijf negen, de Staart
de Borst en Buik metbruine dwarsſtreepen; de Řeel wit tweeduimen en vijf liniën. Van boven is de koleur bruin
agtig ; de Staart zwart , dog met de tippen der Pennen grijs, van onderen wit , aan de Keel rosagrig ; de Stuit
grijs, gelijk ook de Pooten , en de Bek trekt een wei- bruin ; de Staartpennen wit met zwarte tippen ; de Bek
dig naar bleek-rood. Zij geeven een ligt verteerbaar geelagtig rood , aan't end zwartagtig ; de Pooten zwart.
voedzel, 'twelk inzonderheid dienſtig is voor Menſchen Menvind hem aan de zeekust van Europa.
Hh z XI. W
3416 SNE. SNE .

XI. Water-Snep, in't latijn Gallinago; Gallinago mi. Staartpennen bruin met witte dwarsſtreepen ; de Bek is
nor. Gesn . Ay.5o. ( Scolopax. roftro re&o apice tuberculato, geelagtig rood aan 't begin ; aan ' t end gelijk de Pooten ,
pedibus fufcis, lineis frontis fuſcis quaternis. Linn. Sijft. zwartagtig.
Nat.) De Franſchen noemen deezen , die van BRISSON XIII. Roodhals ; ( Scolopax roftro retto , pedibus vires .
in 't Geſagt der Sneppen geplaatst word , bij verkleining centibus, capite colloque rufefcentibus remigibus tribus nja
Beccafine , hoewel men hem.ook Beccaffeau , Becalon gris bafi albis. Linn. Sijft. Nat.).' De Griekſche naam .
en petite Becalle getitelt vind. Kleinnoemt hem Sco. Ægocephala word van LINNÆỤS op dezen Vogel toege
lopax ofCapella cælestis Authorum , en CHARLETON Mol. past, dien Belon dergelijken naam toeeigende en Klein
liceps Ariſtotelis. De Turken noemen deze Vogelen fel noemt Glareola Ægocephalus. Dog. waarom geeft men er .
vé, de Italiaanen Pizzardella , de Polakken Bekas of Bao dien naam aan ? Sommige Engelſchen noemen hem rar..
ranek, de Zweeden Wald -Snae'uppa ofMall-Snaeppe. Bij Whelp of Tarwip , anderen Steen-Plevier ; de Franſchen
de Duitfchers hebben zij verſcheiderlei naamen , waar groote rosſe Poelſnep. Hij heeft de grootte. der gewoo .
onder Water Snep en Gras- Snep , als ook Schnepfflein , ne Sneppen, en is alleen aan den Hals roodagtig , voorts
'twelk Snepje betekent, en onder deezen naam zijn ze bij zwartagtig van onder en van boven , dog aan den Stuit
ons zeer bekend . wit; de Staartpennen zwartagtig met witte dwarsſtree
Men vind ze menigvuldig door geheel Europa , dog, zij pen. Hij onthoud zich meest in de zuidelijke deelen
hebben bunnen komst- en trektijd gelijk de Sheppen . In van Europa , zoekende zijn Aas in de zandige zee -oe ,
' linidden van den zomer koomen zij zo 't ſchijnt, uil Alie vers
over , en vertoonen zich in de herfst, in de zuidelijke dee. XIV . Roodborst , in 't latijn Hemaftica; ( Scolopax roftre
len van Vrankrijk, vertrekkende voorts naar de Neder. re&to flaveſcente , pedibus fuſçis, corpore fubtus fulvo fusco una
landen en Noordelijker. De vluge van't Mannetje is zo dato. Linn. Süft. Nat.) Deeze , die in Noord -Amerika
hoog en ſnel , dat men zijn geluid wel hoort, dog hem huisvest , ſchijnt dezelfde te zijn of naverwant aan den
Iraauwlijks in'tgezigt kan krijgen. Hunne verblijfplaats Laplandſche, als gemeld is. LINNBUS merkt aan , dat
is in broekige Landen of in 't Riet, alwaar zij hun voed- het Lighaam grijs zij , van onderen vaalagtig rood; de
zel haalen , 't zij uit eenige veutigheid der aarde, ofvan Slagpennen van den eerſten Rang zwart , met witte
Wormpjes en Inſekten. Hun geſchreeuw , gelijkende , ſtippen ..
eenigermaate ; naar dat der Kieviten , wil men , dat een
Noorteken zij van regenbuijen ofonweer. Manier om Houtſneppen te vangen .
De grootte deezer Vogeltjes is genoegzaam bekend , In zodanige Landitreeken daar bosch is , kan men
overtreffende niet veel die van een kwartel . · De Bek met veel nut gebruik maaken van het Net , op Plaat
en Staart zijn ieder derdehalf duim lang en 't Lijf maar LIII. fig . 1. van de bovenſte afdeeling verbeeld , om
drie duinen ; waar uit blijkt dat zij den Bek zeer groot Houtſneppen te vangen. Ik onderſtel dat het Bosch of
1 hebben en daar van met niet minder regt den naam voe- hooge Boomen , daar gij denkt dat Sneppen zullen doora
ren dan de Sneppen. Zij hebben een zeer fraaije mene trekken 300 ſchreeden , min of meer lang is ; houwt
geling van koleuren , van boven zwartagtig en bleekvaal; dan in't midden van 't zelve eenige boomen om ver,
van onderen wit, aan de. Keel.vaal; de Kop met drie , op dat gij een open plaats bekoomt van twee of drie roes
de Rug met vier bleekvaale ſtreepen overlangs ; de Stuit den tusſchen de tweeboomen A en B. op Plaat LIII , wel
zwartagtig met wit overdwars geſtreept ; de Staartpennen ke plaats geheel en al zonder boomen , ſtruiken , hout ,
zwartagtig, aan 't end vaal met zwarte dwarsſtreepen ; de of ſteenen moet zijn , ontrent drie roeden in 't vierkant ;
Bek bruin , de Pooten groenagtig. hier na , moet men aan de binnenkant daar het Net zal
Nog een Snepje is er , maar half zo groot ; en van ko . hangen , .de Boomen A en B. van derzelver takken ont.
Teur ruim zo fraaij, 't welk van de Franſchen twee voor bloocen . Hebt verders twee groote ſtaaken in gereed
ién , van de Engelſchen half -Snepje en oois Jack-Snipe heid , waar van ieder aan eene der boomen om hoog word
of Jud.Cock genoemt word. Zommige Franichen noe- vast gemaakt, invoegen dat het dikſte end geplaatst zijn.
men het Fouton en de Katalogners , in Spanje ,Becadell, de als in Cen D , op eenen cak ſteekt, en het middelite
de Schrijvers Cinclus of allerkleinſte Poelſnep. Daar zijn Een F op eene andere vast geborden worde, zodanig
er die zich verbeelden , dat dit het Mannetje der Snep dat het einde Gen H daar een armtje of vork aan is,over
jes zij, dog.'t verſchilt wat veel in grootte. De hoofd . de opene plaats heen hange , om het Net een weinig van
koleur is uit den vaalen kaſtanjebruin gevlakt. de boomen aftehouden. Hebt ook eenige karrollen ofrin .
XII. Laplandſche Snep , in 't latijn Scolopax-lapponica; gen van ijzer in gereedheid , ter dikte van één vinger ,
( Scolopax roftro Subrecurvato, pedibus nigris, pečtore fer. zo als in fig. 2 is afgebeeld ; maakt bier van aan het eind
rugineo. Linn. Sijſt. Nat.). De Heer. Brisson , die van ieder itaak Gen Heenevan vast , na dezelve alvoa.
deczen onder den naam van rosfen Poelſnep beſchrijft, rens met een touw van één pink dikte vcorzien te heb.
meent dat het dezelfde zij als de roodborſtige Snep van ben , dat men omde twee rondeeinden. van den ring,met
Amerika, welke de veertiende zoort uitmaakt van Lin. 3 getekent vast bind , er digte bij een knoop maakende;
NÆUS. Onze,Autheur had in de Beſchrijving der Sweed- vier vingers van deeze eerſte knoop , zo maakt een twee
ſche Dieren opgemerkt , hoe de kromte des Beks van dee. de , als bij 4 is afgebeeld , en laat de einden van het touw
zen , dien hij aldaar opder de Kluiten betrekt , zo weinig bij 5 en 6 ieder één voet lang blijven , om de katrol of
ware , dat men hem gevoeglijk bij de Sneppen kon plaate ring bij de ſtaaken vast te maaken, als te zien is bij Ien
zen . Dezelve had de Keel en Rorst ſaffraankoleur, tot L , digt bij de vorken of armen G. en H. Deeze armen
aan de Di: ën 10e; bij was door Rudbeck geſchilderd verſtrekken tot beletzelen , dat de ringen niet verder om
met een rosagtige Borst, en Brisson vond dien in de laag, kurnen loopen , als men wil hebben ;. Door deeze
geene , welken bij uit het Kabinet van den Heer Mau . ringen als dezelve zijn vast- gebonden , moet men een
nurt afbeeld , roestkoleurig of ijzergraauw . Dekoleur bindgaaren rijgen , welks beide einden aan de voet van
is van boven zwartagtig, aan den Stuit rosagtig wită de den boom moeten leggen , ons in derzelver plaats, wab.
' ncer
Plaat 53

H
Fig. 1
1.
І
N Mм

Fig. 2 .
Q

U R

K
RO
titunnumani

F.de Bakker fecit,1741


SNIP .
' 1

!
18
1
SNE . INE. SNO . 3417
neer men 't Net wil Spannen ſterker touwen door te rij. en aan 't end van dittouwtje', een ſtrop of Atrik van paar
gen. Dit alles in gereedheid zijnde ſchiet er niet meer debaair, met een klein houtje'twelk aan weerskanten als
over , dan een ſchuilplaatste zoeken voordegeene wel. een wigge is gefneeden ;voorts buigt men de lat, en
ke de Sneppen zal vangen, bier toe beſtemt men cene ſteekt de ſtrik p , onder den boog t door, en 'tſpringhou
plaats die regt tegens 't Nec overſtaat , omtrent 3.0f4 roetje opligtende tot.ba , zet men 't andere eind in de keep
den daar van daan , 20 als bij voorbeeld in R , welke R , die door dit:middel alles doet ſtaan ; daar na zet men
ſchuilplaats uit niets anders dan uit s.of 6 takken gehakt de ſtrik of ftrop p, rond boven op't ſpringhoutje,dat zo
kreupelhout beſtaat , dat ter hoogte van een Man in een weinig houden moet, dat een Snep daar doorwillende,
is gevlogen , en na de kant van het Net geheel open is , en haare poot op 't ſpringhoutje zettende, het latje doet
om het gezigt op te kunnen hebben ; dezitplaats word los ſpringen ,en de itrik depootvan den Vogelvat.
gemeenlijk van ſtroo gemaakt, drie of vier voeten daar
van daan . Na het Net toe , Naat men ter plaatze Qeen Hoe men de Sneppen gereed maakt.
houten haakje ter degen vast in de grond , om er herein . Van deeze. Vogelen heeft men twee zoorten , die on.
de van de couwen door te rijgen. Dit gedaan zijnde is der het lekkerſte Wildbraad gerekent worden , naamelijk
alles gereed ,men behoeft alsdan het Net maar te ſpan. de Water- en Hautſneppen ;zie hier de bestemanierenom
dezelve gereed te maaken .
nen , en de Sneppen af te wagten .
Wanneer een Snep in 't Net raakt , moet men 't zelve
ten eerſten neerlaaten , want is men er niet ſchielijk bij, Hoedanig men de beide soorten van Sneppen braad .?
zo vliegt bij heen ; daar op breekt men haar een vleugel De Sneppen wel geplukt en gezengt zijnde , zo ſteekt ze
en kneust haar 't hoofd. Dit gedaan zijnde , haalt men't zonder dezelveụittehaalen aan 'tſpit en braadze,bedruipt
Net aanſtonds weder om hoog, om geen -Sneppen te mis. zein den beginnemet watwater en citroen zap daarwat zout
fen , die er mogten voorbij vliegen. in is geſmolten , en vervolgens met het vei, enz. dat er
uitloopt; half gaar zijnde , zo legt (needen geroost witte
Om Waterſneppen in ſtrikken te vangen . brood in de braad -pan daar als dan de ſaus op druipt ; aan .
Ten dien einde maakt men ſtrikken van paardehaair, disſchende , zo legt de ſneeden wittebrood eerst in deſcho.
aan 't eene end met een losſe kroop of luts ; voorts heeft telen hierde Sreppen op, en giet er de ſaus over.
men houtjes van een vinger dik , en een voet lang , van Zommigen die wat vies zijn ,baalen er het ingewand uit;
onderen ſpits om in de grond te kunnen ſteeken , en hier inzonderheid van de Hout-Sneppen , lardeeren ze dan als
de ſtrikken aan vast te maaken ;, zie Plaat LI. bened. af. Patrijſen met fijne reepjes Spek ; en braaden ze op boven.
deeling H en l , alwaar de ſtrikken geſpannen leggen. gemelde wijze gaar.
Om deeze ſtrikken met hoop van een goeden uitſlag te Men kan de Sheppen ook in de pan of pot braaden ,
leggen , maakt men een kleire hegge van een half voet ten dien einde handelt men ze als boven , doet er een
hoog tusſchen de voeten van het kreupelbosch ;.onder- dekzel met vuur op en weinig vuur onder , past wel op
ſtel bij voorbeeld, dat A , B , C , D, en - E. zo veele bedruipen, en legi er eenige ſneeden geroostert witte.
Boomen of Scammen zijn , zo ofaakt van de eene tot de brood onder.
andere kleine Heggen met rijs of heeſters, en laatin't
midden geen grooter ruimte , dan dat daar eene Snep door -Ragout van Sneppen .
kan , zie F , G , H en 'I. zo dat zij in 't bosch loopende Snijd de Water- of Hout Sneppen in vier of meer ſtuk
om aas te zoeken , en deeze kleine hegge vindende , de ken , neemt er het ingewand uit , legt ze dan in een ver.
zelve vervolgt tot dat ze eene opening vind , want niet tinde casſerol of ſtoofpan , doet er bij ſebieten of kalver.
geſtoort wordende , vliegen ze nimmer weg. zwezerikken in plakjes geſneeden , kleine fricadelletjes,
Sjeu van gebraaden kalf- of ſchaap vleesch , of bijgebrek
Om Sneppen langs den waterkant te vangen. van dien water ; verders zout, wat peper , fijn geſneeden
Om dit te doen , zo beſchouwe men met aandagt de chalotten of gehakte bieslook , moriljes, truffen en een
benedenſte afdeeling van Plaat I.III , waar in het lang goede ſcheut roode wijn , laat het dus ſtooven , en om .
vierkant H , een Noot verbeeld die vol water is , waar trent gaar zijnde , zo roert voor die er Liefhebbers van
in gewoonlijk Sneppen koomen , en dat derzelver aan zijn , het ingewand onder de faus.
komstzij van de kant , door de cijffers 2 , 3 en 4 getekent, Van de beide zoort der Sneppen worden ook wel Pa .,
als dan vult men alle de andere plaatzen daar de Sneppen ſteijen gemaakt, die men opdezelfde wijze vervaardige
door bij het water zouden kunnen komen , van 2 ,X tot Z , als de Patrijſe-Paſteijen ; zie PATRIJSEN , pag . 2621.
mettakken van Brem of ander Rijswerk , en maakt aan de SNEP-VISCH , zie HOORN .VISSCHEN , n . VIII.
beste kant een klein heggetje 2 , y , P , 3 , M , N ,waar in pag . 1133.
men ſtrikken legt die op de volgende wijzeworden vervaar- SNOEIJKONST ; Snoeikonst. Door het woord Snoeir
digt. Steektop dekanevan de doorgangeen ſtok A.omtrent konst, verſtaat men die wetenſchap ; welke leert, hoe
vijfduimen hoog en iets-dunder als een pink , zet aan de an . danig men de Vrugtboomen volgens zekere grondbegin
dere kant omtrent een half voet daar van daan de kleine zels moet Snoeien; om in plaats van verwilderde , ono ',
boog S die drie of vierduimen boven den grond moetſtaan , aanzienlijke, fraaije en welgeſtelde Boomen , en goede
hebt vervolgens een ſpringhoutje in gereedbeid, dat om . Vrugten te bekoomen. Want het is onbetwistelijk, dat
trent zeven ofageduim lang is en dige aan 'tend R een kerf- wel geſnoeide Boomen , niet alleen tot veel cieraad.
je heeft, dit haakje zet menaan 't ſtokjeA. vast , en 't an in een groote tuin verſtrekken , maar daar en boven ook ,
der eind word onder de boog S doorgeſtooken. Ook is beter en aanzienlijkervrugten voortbrengen ; zo dat dees
men een latje van buigzaarn hout noodig van een vinger ze konst ook ten allen tijden voor het voornaamſte of
dik en om :rent drie voeten lang, 't welk men in de Heg bij grootte meesterſtuk der Hoveniers isgehouden. Ja bij
y, in de grond ſteekt; aan het dunne end van deeze las de Roineinen was de Snoeikonst in zodanige hoogachting
waakt men een touweje vast dat een balf voet lang is , geſteegen , dat zij eene Godinne der. Snoeikonst onler!
Hb 3 de
3418 SNO . SNO

der naam van PUTA eerden , zie ARNOBIUS adv. Gent. Inoeit worden , dat de Takken in plaats van in de hoog .
1. IV . cap . 4 . te te gaan , zich meerder in de breedte uitſpreiden. ·
Veele hedendaagſche Schrijvers hebben over de Snoes. 2. De gedaante en cieraad der Espalier- Boomen ver
konst gehandelt, waar onder de Hr. Quintinie geen eischt , dat derzelver Stammen niet boven de 6 of 8 dujo
weinig roem verdient, dewijl hij de eerſte is geweest men hoog moeten zijn. Dat de Boomvan ondertotboi
die goedegrondregels heeft gegeeven , waar op de konstven , en aan weerzijden met een gelijk aantal Takken
van Snoeien is gevestigt. Wij zullen zijne Leerſtellin- voorzien zij, dewelke zo lang de Boom nog jong is, en
gen als debeste , in 't oog houdende , zo kort doenlijk de muur of 't latwerk nog niet geheel bekleed, met haa.
is de gronden dier beoeffening, voor een ieder bevat- re uiterſte eindens , de gedaante van een halve cirkelof
baar zoeken te maaken . een halve ellips moeten vertoonen ; voorts moeten de
Voor en al eer wij ter zaake zelven overgaan , dient Takken cierlijk en net geleid zijn , de een genoegzaam
nog aangemerkt, dat , allerleij Nag van Vrugtboomen niet verder van den ander , als de overigen , en boven
zonder onderſcheid , niet geſnoeit worden , maar alleen al niet kruisſelings over malkanderen; dewijl dit niet in
de zodanigen , die de naam van Buisſons of Struikboomen agt neemende eene verwarring, of wel , eene ontcie.
voeren , het zij op hooge of laage Stam , waar van men rende holligheid der Takken veroorzaakt. Vooral
de eerſten doorgaans Arbres Nains, Nuantjes-, of Dwerg moet de Boom van onderen en in 't midden van geen jon.
Boomen noemt, als meede aan allerlei Espalier- of Leij- ge Takken ontbloot, en dus geen kaale Armen hebben ,
Hoogſtamde Boomen worden niet anders ge- welke een der grootſte misſtanden van de Espatier. Boso

4.
Baomen .
ſnooit, dan in de eerſte jaaren, om haareen goed fatsoen men is , en doorgaans in zodanige Boomen word gezien ,
te doen hebben ; wanneer ze in ’t vervolg grooter gewor. die kwalijk geſnoeit zijn , inzonderheid aan de Perfiken ,
den zijn , neemt men inaar hier en daar eenigegroote welke Boom vetre weg de meeste konst en ervaren heid
takken uit, daar die te overvloedig groeijen , om haar vereischt om dat gebrek voortekoomen. Om van het
daar door meer lucht en zon te bezorgen , en dus beter een en ander een duidelijker denkbeeld te bekoomen , zZO
vrugten te doen geeven , als mede oin het goede ſchik zie fig . 14 van Plaat K.
van den Boom te onderhouden. II . In de tweede plaats brengt de Snoeikonst veel toe
Tot beter verſtaanbaarheid van ' t geen wij omtrent de om de Boomen vroegtijdiger Vrugten te doen geeven ,
Snoeikonst die van zo veel belang in het huishoudelijke inzonderheid de zodanigen die van natuuren traag zijn in
is , te zeggen hebben , zullen wij de verdeelingen van het draagen ; zo als er zommige zoorten van dien aart
J. H.KNOOP Beſch. en Werkd. Hovenierskonst , als de ge- onder de Appelen , en nog meer onder de Peeren worden
ſchikſte tot ons oogmerk volgen , en dus een 'aanvang gevonden : Het is onbetwistbaar door deondervinding,
maaken , met de redenen wat nader te onder zoeken waar- dat deczen door een goede behandeling in het Snoeijen ,
om men Snoeit. verſcheidene jaaren vroeger tot vrugtdraaging gebragt
worden .
Van de Redenen waarom emen Snoeit . III . Door het wel Snoeijen der Boomen , brengen die
1. Geſchied zulks om aan de Boomen een goede ge. grooter , ſchoonder en teffens ſmaakelijker Vrugten
daante te geever . Want het is onbetwistelijk , dat een voort ; en dit is wel een van de voornaamſte redenen,
welgeſnoeide Boom door zijne bevallige gedaante , meer waarom het Snoeien nodig, en ten hoogłten aan te be.
voldoening aan Kenners en Liefhebbers geeven zal , dan veelen is.
een ander die niet , of wel gebrekkelijk, geſnoeit is. . De redenen waarom de Vrugten aan geſnoeide Boomen
Deeze bevalligheid nu hangt af van de luchtigheid , volmaakter zijn , beſtaan in de volgende, i . Om dat dee.
en eene welgeſchiktheid der Takken. Dog dewijl er in ze Boomen van haar overvloedige en onnutte Takken
' t algemeen (wederleij Nag van Boomen zijn , waar aan ontlast zijnde , de Wortels zo veel lighaamen niet hebben
de Inoeijkonst word verrigt , als Buisſons. en Espalier. te voeden a's te vooren , gevolgelijk de Vrugten meer
Boomen , 20 is de gedaante die ieder ilag of zoort moet voedende Sappen kunnen ontvangen, waardoor ze groo .
hebben , om wel geſnoeit en bevallig genoemt te kunnen ter en volkomener worden . 2. Omdat de Boomen van
worden , ook zeerverſcheiden . Eer wedan verder gaan, binnen hol geſnoeit zijnde,te weeten , Buiſſons, of als
zal het ten hoogſten nodig zijn , om de gedaante van ieder ze plat uitgebreid zijn , gelijk Espalier Boomen , de Tak
zoort aantewijzen , waar door men teffens eene theoreti. ken als dan , zo wel als de Vrugten , overal door de
ſche kundigheid van het fatzoepeeren van gemelde Boo. ftraalen der Son beſcheenen en aangedaan worden , door
men zal verkrijgen , die in 't vervolg bij de praktijk van welk middel , de voedende Sappen beter gekookt en toe
veel dienst zal zijn. bereid worden ; 't welk dan die uitwerking heeft , darde
1. Tot de gedaante van de Buisſons word vereischt, Vrugten niet alleen meer ſmaak en aangenaamheid , maar
dat deszelfs Stam niet hooger als 6 of 8 duimen zij , in. ook meer {choonheid van koleur verkrijgen , en dus be.
dien het een Naantje is; en drie à vier voeten , zo bet valliger op het oog worden.
een Halffamde is. De Kroon moet in zijn omtrek ter de . IV . Zodanige Boomen die geſnoeit worden duurem
gen rond zijn , insgelijks de bovenſte takken even hoog , langer , om reden , dat de Boom daar door vect wilde
en rondsom van het middenpunt ofStam des Boomseven takken verliest , die anderzinis door de wortels moesten
ver afſtaan . Ook moet de Kroon in het midden open of gevoed worden , en hier door word de heilzaame uit:
hol zijn , dog anderzints vooral geene gaten of openin . werking voortgebragt, dat de overgeblevene Takken ,
zen hebben , en de Takken niet te digt of te wijd , nog meerder en overvloediger Sappen ontvangen , waar door
dwars en verward door malkanderen ſtaan . dezelve beter worden gevoed , en bijgevolg kragtiger ge :
Van de Laagſtamde moet de Kroon niet boven de vijf was maaken , 't welk ook van langer duur is. De onder.
voeten hoog zijn , zo dat men van boven in den Boom vinding leert , dat bejaarde Boomen , die bijna ftil ftaan
kan zien. Dewijl egter de Boomen liefst om boog wil en geen gewas meer maaken , gekandelaart , dat is , in
den groeijen , zo moeten dezelve van jongs af daar page. het oude hout gekort wordende , op nieuw jonge fleuri
ge
SNO . SNO. 3419

se Takken uitſchieten , waar door ze verjongt of ver, die vroeg geſnoeit had , noodzaaken zoa , bet Snoe jen
nieuwt, en door het Snoejen tot een bekwaame Boom te hervatten en dus dubbeld werk te doen : Evenwel
kunnen gefatzoeneert worden ; daar ze , indien ongekort moet men ook niet te laat Snoeijen , als de bloem knoppen
waaren gebleven , zonder twijffel haast gedaan zouden reets groot gezwollen ,of open zijn , om dat het dan bijna
bebben gehad. onmooglijk is te vermijden , dat er niet veele bloeizels
afgeſtooten worden .
Van de beste Tijd om de Vrugtboomen te Snoejen. Behalven de winter Snoejingen , zijn er ook nog twee .
· De voornaamſte Snoeitijd is van het einde van de herfst derhande fomer- Snoejingen in gebruik , die zeer nodig zijn .
af, zo ras de bladen zijn afgevallen , tot het begin van De eerſte geſchied aan zodanige Boomen die al te geil
de lente , wanneer de Boomen aanvangen te botien , en en weeldrig groeien , en daar door weinig Vrugten voort.
een begin te maaken van haast weer nieuwe Bladen uit brengen , aan deezen kort men de jonge wilde loten in:
terchieten ; het is in deeze gantſche tusſchentijd dat het Doorgaans geſchied deeze Snoejing zonder mes , en al.
Snoejen kan verricht worden. leen door afknijping der eindens van de takjes met de na .
Daar zijn er welke de gedagten voeden , dat men voor gel van de vingers , om dat niet alleen de takjes, terwijl ze
al niet voor of in den Winter Snoejen moet, en zulks , nog jong en teder zijn gelijk als glas breken , en dus hec
om dat zij denken , dat de volgende winterkoude, aan werk gemakkelijker maakt , maar ook om dat dit af bree .
de geſnoeide Boomen veel nadeel toebrengt; dog dit is ken den groeij meer ſtuit als het afſnoeijen , wordende
eene dwaaling, van de Ouden afkomſtig. Men kan voli deeze behandeling bij de Franſchen Pincement genoemt:
komen gerust zijn , dat allerlei zoort van Vrugtboomen , De tijd wanneer zulks moet geſchieden , is in het laatst
alleen de Perfiken en Abricoſen uitgezondert, vroegtijdig van maij of in junij, wanneer de looten eenige lengte
geſnoeit zijnde , geen het minſte nadeel daar door aange hebben bekoomen , en dat men ziet , welke het weeldrigst
daan word ; en al Snoeit men ze zelfs in de allerſterk. groejen, moetende zulks aan geene anderen , dan aan dee.
Ite vorst , zullen zij daarom even goed in den volgen . zen geſchieden .
den zomer weelig gewas maaken en vrugten geeven , Dog deeze afknijping heeft alleen plaats ten aanzien
Het vooroordeel van anderen , die van gedagten zijn , van de Pit- yrugten , als Appel en Peer, alsmeede aan
dat om de Boomen vrugtbaarder te maaken, men dezel. de Beij:Vrugten , inzonderheid aan de Druif. Steen-Vrug.
ve in zekere Maan - Stand moet Snoejen , is even onge., ten , als Perſik , Abricoos , Kers , Pruim enz. wilien in
rijmd ; indien zulksmaar door een kundige hand geſchied , den ſomer niet geſnoeit worden , ten waare ten aanzien
kan bet niets met al verſcheelen , ofhet met een wasſen , van de Suigers , en zodanige looten , die men ziet dat de
de , volle , ofafneemende Maan geſchied. baas willen ſpeelen ; want door ze in den ſomer te Snoei.
Ik raade veel eerder , aan een ieder die veel te Snoejen jen worden ze niet alleen onvrugtbaar, maar raaken ook
heeft , om zo veel doenlijk is zorge te draagen , dat zij- dikwils aan het gommen , worden diensvolgens ziek , en
ne meeste Boomen , behalven de Perfiken , vroegtijdig ſterven doorgaans zeer ſpoedig.
geſnoeit worden , eer andere voorjaars.bezigheden nood. De tweede zoort van Somer-Snoeijing beſtaat daar in ,
wendig moeten verrigt worden , dit zal hem niet alleen dát men de Boomen van hunne overtollige, nyttelooze
meer genoegen en vermaak , maar ook verligting in zijn Loten , inzonderheid Suigers, als mede de zodanige die
ander werk geeven, niet wel geplaatst zijn , en dog bij de volgende winter .
Maar of ſchoon men gelijk gezegt is , de Boomen den Snoejing moesten weg geſnoeit worden , ontlast, op dat
gantſchen winter door kan Snoejer , zo behoort er egter de overige goede takken , niet onnut daar door vap haar
cenig onderſcheid in agtgenoomen te worden , tusſchen voedzel zouden beroofd worden , maar des te beterkun
den ten of den anderen Boom of Soort , welke hier in be- nen groeijen . Deze Snoejing die de frariſchen Ebourgement
ſtaat. 1. Dat men ſwakke Boomen , die weinig en te noemen , is algemeen voor allerlei Vrugtboomen , en
der houtgewas maaken , in de herfst ofvoorwinterSnoe- word den gantſchen Somer door verrigt, namelijk , 20 ras
jen moet ; daarentegen , 2. zodanige , die ſterk , weel. men maar jonge Loten gewaar word, diemen volgens het
derig gewas maaken, en om die reden doorgaans zeer.on- gezegde van oordeel is onnut te wezen , en derhalven
vrugtbaar zijn , laat in het voorjaar; de reden bier van weggeſnoeit moeten worden. Deeze Soner- Snoejing is
is , om dat zwakke Boonen laat in het voorjaar geſnoeit van zeer veel nut , en brengt veel tot de vrugtbaarheid
wordende , wanneer de fappen reeds aan het klimmen der Boomen toe , inzonderheid ten aanzien van de Pica
1
zijn , veel fappen door het Snoeijen verliezen , en Vrugten, dewijl de goede Loten daar door meerkragten
daar door Negter gewas maaken ; maar zo ze vroeg, in ſterkte bekoomen , om tot goede vrug voortbrenging bee
den herfst , winter of in ' t vroege voorjaar geſnoeit kwaam te worden . Want indien men alle Loten zonder
worden , behouden ze huone klimmende fappen , en onderſcheid tot aan de Winter.Snoejing toe laat groeijen ,
kennen in hetvervolgmetmeerder kragtuitſpruiten; daar zo trekke.a de ſterkſte Loten het meeste fap na haar ,
integendeel , Boomen die al te weeldrig gewas maaken ; waar door ze te weelig groeijen om vrugten voorttebren.
wit dat zelfde grondbeginzel laat dienen geſnoeit te wors gen , en de meeste van de overige Loten vermageren a
den , om dat ze door dat middel, veel lappen verliezen worden kragteloos , en onbekwaam tot vrugevoortbren ,
de, gematigder groeijen , en dus vrugtbaarder worden . ging.
Wat de Perſiken en Abricooſen betreft, van deezen is
de beste Snoeitijd in het voorjaar ,wanneer men denkt Van de Kennisë der Takken.
dat de ſterkſte vorst over is , zijnde doorgaans in 't laatst De kennisſe der Takken , is niet alleen van veel aange:
van maart. Die geſchied niet, om dat de koude deeze legenheid, maar ze is zelfs, benevens de manier van afa
Boomen indien ze vroeg geſnoeit zijn , hinderen zoude, ſnoejing, den grondſlag van de geheele Snoeikonst, zon.
maar om reden , dat dikwils veele van derzelver tederſte der welke hec Snoejen nimmer wel gelukken kan. De
looten eerst laat in het voorjaar , door de koude die ze Takken der Boomen worden in verſcheide zoorten ver
In dewintergeleden hebben ,verſterven , 't welk iemand deelt ,niet oin dat ze van verſchillenden aart zijn , maar
zij
SNO . SNO.
3428
zij worden onderſchelden volgens den ouderdom , plaats, aan volgende lagere Tak, de bovenſte naast deeze weg
krage en uitwerking , die een ieder derzelven in 't bij. Snoejende; zie fig. 1 , letter a , van plaat 1*.; vervol.
zonder heeft, en volgens het gebruik dat men derhalven gensbehoud men een of meer van de laager Takken , dic
daar van bij het Snoejen moet maaken . doorgaans om voor gemelde reden , zwakker als de bo .
Gewoonlijk verdeelt men de Takken volgens haare veníte zijn , om zo wel tot fatſoeneering en bekleding des
bijzondere hoedanigheden in agt Soorten , als , 1. Hoofd- Booms , als tot toekoomend Vrugt Hout te dienen , want
Takken ; 2. Sijd. Takken ; 3. Moer.Takken ; 4. Hout- deeze , om dat ze getemperder groeijen , worden in het
Takken ; 5. Vrugt. of Vrugtbaare Takken ; 6. Spoor. vervolg doorgaans vrugidraagende , of brengen andere
Hout , 7. Magere Takken ; 8. Water Leten of Suigers. vrugtbaare Takken voort.
1. Hoofd - TAKKEN , in 'tfransch Branches-capitales ge . Het hangt inzonderheid van de Snoejing en behandeling
noemt, zijn die , welke uit de Slam naar begin neemen , deezer hout-takken af, om zo wel den Boom zijn ver .
en waar uit alle de andere zoorten van Takken van jaar eischte fatzoen te geeven , als goede vrugt-takken te be .
tot jaar voortgekoomen zijn , of nog voortkoomen , zijn . koomen .
de gevolgelijkde ouuſte en zwaarſte of dikſte aan de ge. V. VRUGTBAAR Hout , of Vrugt- Takken in 't fransch
heele Boom. Van deezen valt verders niets te zeggen, Branche a Fruit. Hier in isonderſcheid , tusſchen dat van
als alleen , dat een welgegroeide en behoorlijk behandel. Pit- en Steen. Vrugten . Het eerste , naamelijk van Pis
de Boom , inzonderheid een Buiſſon , nooit minder als vrugten , is wederom tweederlei , als 1. aankomend Vrugt.
drie , nog ineer als vijf behoort te hebben , waar na der. hout ( Branche d'esperance ), dat voor tegenwoordig nog niet
halven de Snoejing van een jonge , nu eerst Sijd. Tak . vrug dragend is , maar hoop geeft zulks binnen korten , to
ken maakende Boom geſchikt moet worden. weeten , het volgende eerſte , tweede of derde jaar te
JI. SIJD -Tarken in 't franſch Branche a Coté, noemt worden. 2. Vrugedragend hout ( Branche foeconde), dat
men in 't algemeen die Takken, welke onmidlijk uit een reeds met vrugt.knoppen bezet is.
andere Tak, van wat zoort het zij , voortkomen , en Het aankomend Vrugt hout van Pit. of Korl Vrugten, kan
doorgaans zijdwaarts uit , na de eene of d'andere kant men gevoeglijk in vijf zoorten onderſcheiden , dat ieder
ſtaan . Deeze kunnen zo welcot fatzoeneering van den aan verſchillende merktekens gekent word , als volgt.
Boomn , als tot Vrugthout dienen , na maate dat dezelve 1. Het kenmerk van de eerſte zoort is , dat de Oogen
min of meer kragtig gegroeit, ofdus ofzogeplaatst zijn , of Botten ,niet plat en dun, maar eenigzints dik en rond
waar na derzelver Snoejing moet geſchiktworden . agtig , en daar bij de loten kortledig zijn, dat wil zeggen ,
· III. Moeder-Tak , in 'e fransch Branche-Mere, noemt dat de botten niet ver de een van de andere afſtaan ; wel.
men een ieder dier Takken , welke pa de laast voorgaan. ke Loten ook doorgaans na evenredigheid van andere
de winter-Snoejing , weer andere jonge Takken voort. Hout takken niet zeer dik , noglang,dog wel gevoed zijn ,
brengt, of voortgebragt heeft. Dus is fig. 13 van Plaat zie fig. 2. letter b. van plaat L * Zodanige cakken zijn
K. de Moeder- Tak van de daar uit voortgekoomene jon. de vrugtbaarſte van allen , en blijven zelden in gebreke ,
ger Takken. Menkan deHoofd - Tak ook noemen Hoofd. om het eerſte of tweede volgende jaar vrugt knoppen Le
Moeder Tak, of, zo men wil, Groot- en ver.Grootmoe. geeven ; doorgaans koomen dezelve aan het laagſte , ofbe .
der , om reden , dat alle de andere Takken daar van voort. nedenſte einde der Moer takken voort : Men moet derhal.
gekoomen zijn. ven dezelve , zo veel doenlijk is zoeken te bewaaren , en
IV. Hour- Tax , in 't frapsch Branche a Bois, van zom- vooral niet weg Snoejen nog korten , ten waare die kwa.
migen Wild -Hout genoemt, zijn in 't algemeen alle die lijk geplaatst of te lang waaren , en daar door hetfatzoen
grove Takken aan den Boom , welke geen Vrugten draa. van den Boom onſchikkelijk wierd.
gen : Dog in 't bijzonder verſtaat men daar door , die , 2. Het tweede zoort van een aankoomende Vrugt tak , is
welke uit een Moeder-Tak na de la ast voorgaande wino die , welke aan haar begin , daar ze uit de Moerstak ge
ter- Snoejing met kragt gegroeit zijn , en die dus na even- ſprooten is , eenige grove rimpelsgelijk verhevene ringen
redigheid van de andere jonge Looten, aan dezelfde Moe . heeft, zie fig . 3 en 4 let. C. van plaat L *, ſtrekkende dit
der. Tak of elders aan den Boom , de zwaarſte zijn ; en tot een onfeilbaar teken van de aanſtaande vrugtbaarheid
zulks zijn doorgaans die , welke aan het bovenſte des der tak ; dewijl die rimpels te kennen geeven , dat depijp
Booms voortkomen , want om dat het Sap altoos liefsc jes van het hout en ſchors, daar terplaatze dwars, of ver.
om hoog wil , wegens de vrije lucht, die de bovenſte Tak- ward loopen , waar door het Sap gekienst, bereid, en
ken , meer als de benedenſte genieten , en daarom't meest langzaamer in die tak als in andere bewogen word ,en die
uitwaasſemen , zo groeijen deeze gemelde en bovenſte tak vrugtbaar maakt. Deeze takken koomen ook door
Loten doorgaans het ſterkfte , en daarom brengen dezel. gaans , zo als de voorgaande n . 1. aan het benedenfte der
ve voor eerst geen vrugten voort, maar dienen alleen tot Moeder.tak voort , dog zijn doorgaans wat zwaarder en
Şijd Takken om den Boom te fatſoeneeren , en te beklee langer , moeten ook op dezelfdewijze als de voorige in't
den , dog waar uit in het vervolg andere Sijd-Takken Snoejen behandelt worden.
kunnen koomen te ſpruiten die vrugtbaar zijn , of met 3. Het derde zoort van jonge takken , die met er haast '
er 'haast worden. En , vermits doorgaans verſcheidene vrugten belooven , hebben geen rimpels aan haar begin
Hout- Takken uit een Moeder. Tak ſpruiten , als de Boom maar omtrent hetmidden der tak , zie fig. 4. let. d. van
fleurig groeit , zo worden dezelve ten deele weggeſnoeit , plaat L * , welke rimpels ontſtaan , wanneer de tak bij de
ten deele behouden en gekort , namelijk na maate die tot voorige Winter Snoejing , om dat klein was , en berem .
fatſoeneering van den Boom nodig , en wel ofkwalijk ge. perd groeide, niet gekort is ; of ze koomen ook wel tus
plaatst zijn, als mede geregelt na dekragtenvan den Boom . fchen de eerſte en tweede ſchotvandefomer.groejing.
Doorgaans zo word de bovenſte van deezeTakkenbehou. Deeze rimpels maaken de Tak op dezelfdewijze vrugtbaat
den , zie fig . 13. letter A. op plaat K ; maar zo die niet als de voorgaande n. 2., naamelijk door klenſing en lang.
regelmatig , dat is, te veel binnen , buiten, ofzijdwaarts zaaier klimming der Sappen ; de Snoejing daar van ge
ftaat, of anderzints gebrekkig is , behoud men de daar ſchied ook op dezelfde wijze.
4. Her
Plaat LA
Pag. 34 20 .

Fig. 3 .
Fig.

2.
6 k

..
.
k

g Fig. 4 .
Fig. 5.
Fig.6. d
h

Fig. 9 .
р
Fig. 7.
ZO,
Fig.
Fig . 8.
n
m

9.

22 ,
Fig. 22 . Fig. 22 Fig .13 . Fig .14 Fig. 15 .
9

Fig.26 m Fig.17. Fig.18.


Fig.19 .
k
и

2
SNO , SNO :
4. Het vierde zoort van vrugt -tak , is die welke aan gaan , wog Snoejen , en wel inzonderheid , aan zodanige
haar uiteinde een bloem -knop heeft; zie fig . 5. let. e. van Boomen , die zwak en teder zijn .
plaät L * ; zodanige knop maakt de geheele iak , binnen VIII. WATER -LOoten , ook Suigers genoemt , in 't
korten vrugtbaar , door dien ze dezelve gelijk als ſuit', fransch Branches gourmandes , worden ligtelijk daar aan
en die vervolgens, uit haar uiterſte geen ſchot meer maa- gekend , dat ze veel weeldriger als alle andere loten van
kende , haar betemperde Sappen beſteed, om de botten den zelfden Boom groeijen , weshalven ze doorgaans veel
tot bloemknoppen te formeeren , zo dat doorgaans die langer en grover zijn; ook groeijen ze meest regt opwaarts ,
tak, het eerſte of tweedevolgende jaar volbloemknop. bunne ſchorſe is glad en blinkende, en hunne knoppen zijn
pen zal zijn , en verſcheidene jaaren agtereen vrugtbaar klein , plat, en ſtaan vrij ver van malkander af.
Blijven; weshalven men nimmer die takken behoort weg De water loten koomen op verſcheiderhande wijze , op
te ſnoejen , en nog minder intekorten ; want kort men de verſchillende plaatzen , en door veelerleioorzaaken aan
zelve , zo zullen bijna altoos de botten doorſchieten , en de Boomen voort.
daar door de vrugebaarheid weggenoomen worden , in- I. Groeijen die aan Boomen , welke al te weeldrig ge .
zonderheid van jonge boomen die nog niet gedraagen was maaken , door derzelver overvloedig Sap , 't welk na
hebben , en ook aan bejaarden , die tot dees tijd toe on . de eene of andere kant een ſterke loop neemt, met kragt
vrugtbaar geweest zijn. Dog is het een bejaarde Boom , toevloeit, en dus deeze Loten doet voortkooinen.
die reeds vrugten draagt , en rijkelijk van vrugt hout is 2. Ziet men ze veelcijds voortkoomen aan Boomen naast
voorzien , dan komtheter zo naauw niet op aan , en dewonden ,daardikke Takken weggeſnoeitzijn , inzonder
noodzijnde kan men dan die takken ,wanneerzeal te over. heid als die niet kort genoeg zijn weggenoomen .
vloedig zijn , of den Boom ontſchikken , inkorten . 3. Zo koomen deeze Takken ook veeltijds voort direct
5. Het vijfdezoort van vrugt-takken , ſchiet zomtijds uit de ſchörs van groote takken , omtrent de Stam van
uit een kleine zoort van vrugt-tak, die reeds vrugten weeldrig groeijendebejaarde Boomen , die jaarlijks ſterk,
heeft gedragen , ofook wel uit de vrugt-knop, die door ee- inzonderheid van oude takken geſnoeit werden.
nig toeval zijn Bloem gemist heeft , zie fig. 6. lett. f. van 4. Ziet men die water looten ook zointijds aan het dikite
plaat L *. Deeze vrugt-takken inisſen zelden om het vol: der takken van oude Boomen voortkoomen , die weinig
gende jaar vrugten te geeven ; en dewijl ze doorgaans klein groeijen of kwijnen , waar van de reden ſchijnt, dat de
zijn , en geen verwarringte weegebrengen , zomoet men lapopvoerende pijpjes en vaatjes , het zij door ouder.
er niets van affnoejen. dom verzwakt , of door eenig ander toeval , als vorst ,
Het onderſcheid tusſchen het vrugt-hout der Steen- en al te natte , of ook te drooge grond gekrenkt zijnde , de
Pit-vrugten beſtaat hier in , dat het vrugt-houtvan Steen. Sappen die de wortel aanbrengt, niet genoegzaam tot
vrugten doorgaans, twee, drie , of meer knoppen bij het bovenſte van de Boom kunnen opvoeren , waar door de
malkander heeft, waar van zomtijds een , een blad-knop, Boom om hoog weinig groeit, maar om laag de Sappen in
en de overigen bloem -knoppen zijn , welk de hout-takken water-looten uitberſten .
niet , en gewoonlijk maar een knop alleen itaande , gelijk 5. Koomen.deeze water looten ook dikwils voort , aan
de pit-vrugten , hebben , en daar aan beide ligt gekend min of meer dikke takken van Espalier Boomen , die al
worden ; ſchoon men hier van zommige zoort van Steen . te ſterk gebogen worden , om ze na een ander plaats te
vrugten moet uitzonderen , als brengende het vrugt-hout leiden , want de Sap.vaatjes daar door gekrenkt en on.
maar eene vrugtknop op dezelfde plaats voort. bruikbaar gemaakt wordende , zo kan het voedend Sap
Ook is het vrugthout der Steen van dat der pit-vrugten niet langer zijn volkomen loop houden , en in de tak op
daar in onderſcheiden , dat de eenjaarige vrugtbaare loo- klimmen , en word dus genoodzaakt , zich beneden bij
'ten 't volgende jaar vrugt geeven , en niet langer, maar gebrek een opening door deſchors te maaken , en een of
daar na doorgaans hederven ; daar integendeelbet vrugt- meer nieuwe takken voortiebrengen.
hout der pit-vrugten doorgaans langzaamer vrugtbaar Dewijl ' nu alle deeze water.looten door te weeldrig te
word , en verſcheidene jadren aan een vrugtbaar blijft. groeijen, onvrugtbaar zijn , en daarenboven datze door.
VI. SPOOR-Hout , dusdanig word zodanig , twee, gaans kwalijk zijn geplaatst, de overige goede takken van
drie,of meererjaarig jong hout genoemt, 't welk met bekwaamvoedzel berooven, zo moetinen zederhalven
min of meer dikke lange ſpooren , eveneens als puncige altoos wegſnoejen , ten waare men er ergens een nood.
doorens ter plaatze daar anderzints de blad-knoppen zit. zaakelijk van doen hadde , om daar inede een opening
ten, bezet is , ' en aan welkers einde doorgaans de bladen in de Boom ,die misſtand veroorzaakt, te vullen ; in 20
voortkoomen. Dit heeft inzonderheid plaats aan zommi- danig geval kort men dezelve bij de winterſnoejing op
ge zoorten van Peeren en Pruimen ,waaraan zulks van drie , vier avijf, knoppen in , als wanneer daarna weder
natuuren eigen is . Daar zijn er die deezeſpooren,wan . om verſcheide andere ſijdtakken ſpruit, waar door het
'neer die zich beginnen te zetten , voor vrugtknoppen Sap verdeelt word , en dus die tak met er tijd tot betem
aanzien, of ten minſten voor een teken dat de Boom perheid komt, om tot bekwaametakken te kunnen die.
wel haast vrugtbaar zal worden ; dog deezen bedriegen den.
zich, dewijl zulks uit den aart des Booms voortkoomt;
en ten aanzien van het Snoejen deezer cakken , valt niet
bijzondersaantemerken .
Hoedanig men de Takken te regte moet afſnoejer .
Schoon het afſnijden der Takken van weinig belang
VII. Magere-TARKEN, in 'tfransch Branches chifon ſchijnt, en doorveelen als een zaak die ligtte doen ſtaat
nes genoemt ; zijnzodanigetakken , welkekleinen zeer aangemerkt word , zo ishet egter daargants anders me.
dun zijn ,en daar door een mager'aanzien hebben,zie de gelegen ;want deTakkenmoeten , om de Boom een
fig: 2, let. 3. enfig.5.let. h . en i. van plaatL*Deeze goedegedaantete geeven ,endezelve vrugtbaar tedoen
Takken nog tot vrugt, nog tot hout-takken dienende , worden , op verſchillendewijze, volgensderzelvergroot.
daarbij deoverigegoedetakken vanvoedzel berooven- te en ſtandplaatsgeſnoeitworden.
de,VImoetmen
Deel.
dezelve altoos,waar die ookgeplaatst Daar zijn zevenderhande bijzondere manieren van af.
Ii Inje
3422 SNO. SNO .
Snijding der takken,
als, J. Top Sneede ;die in de Snoeikomst
2. Heele. Sneede; 3.teDaalders
paskoomen
Snee.: moetnoodzaakelijk
aan de buitenkant , buitenwaarts groeijen,om
bout tot ſpruiten gelaten dat
is , alleen
en de
de ; 4. Halve- Sneede ; 5 : Ambligons-Sneede ; 6. Haak. fnede zoomende , de' cak nog meer uitwaarts geparsc
Sneede; 7. Te rug Sneede , of Stomp Sneede. Van alle word.
deeze bijzondere zoorten van Sneeden , moeten wij wat V. AMBLIGONS- Syeede in 't fransch Taille en ambli.
nader handelen . gonne ; deeze Sneede geſchied aan de uiterſte jonge , de
1. Top -Sneede in'c fransch Taille a racourcir , noemt laast voorgaande zomer geſprotenetakken of loten van Ap
men die , wanneer een jonge tak of lootdoor wegſnoejing pel en Peer, die heelweeldrig groeijen , op deeze wijze :
van de top, dat is , van het bovenſte laast gegroeide ge- Men Snoeit de gemelde loten van beide zijden ſchuinste
deelte, min ofmeer ingekort word , zie fig. 1.let. k. van gen malkander en kort af, zo als fig . 2. let. 0. van plaat
plaat L *. Verder ſtaat bij deeze Sneede aantemerken , L *. aantoont, invoegen er boven het volgende lager loot,
dat zulks altoos heel digt boven en aan de overzijde van welke tot fatzoei.eering van den Boom behouden word,
een knop of oog moet geſchieden ; want een lang ſtomp. een ſtompje blijft ſtaan, egter met dat inzigt om zulks
je boven het oog laatende, zal zulks verdroogen, en de bij de volgende Snoejing geheel weg te neemen.
overzominge beletten , ja het welk dikwils veroorzaakt, VI. HAAR -Snegde in 't fransch Taille en crochet ;
dat het loot kankerig word, en geheel , of ten minſten men ſtelt deeze manier van Snoejing te werk, zo wei
tot verſcheide botten nederwaarts bederft. Ook moet
aan maatig dikke , grove , als aan jonge takken , en dient
men de Sneede , 20 wel van deeze , als alle andere zoor-
daar toe, als een Boom eene opening heeft die hem mis.
ten van takken die men Snoeit, alcoos ſchuins doen , oni
maakt , en welke men diensvolgens gaarne gevuld wilde
dat daar door de wonde gemakkelijker en rasſer over-
zien , ten dien einde , ſnijd men ecn tak naast , en aan
zoomi. Niminer moet men ook de looten boven een her benedenſte end der opening , ' tot op een , twee, of
vruge-knop korten, inzonderheid van Steen Vrugten , om drie duimen van zijn Moeder- Tak af, zie fig. 8. let. q.
dat zulks de groei en vrugtbaarheid des loots wegneemt , plaat L * , welk ſtompje doorgaans daar na , als de Boom
of verzwakt. Ook dient men zorgvuldig te zijn , dat men wel groeit ; een of meer zijd-takken uitſpruit, welke bij
altijd boven een zodanige knop kort , die na die kant de volgende Snoejing weer gekort zijnde , wederom an .
gekeert ſtaat , waar heen men de tockoomende tak begeert dere zijdtakken maaken , en dus met er tijd aan het oog .
te doen groeijen. merk zullen voldoen , namelijk , om de opening te vul.
II. Heele Sreede in 't fransch Taille entiere, noemt len. Ook dient deeze Sneede, om wanneer een jonge
men., wanneer een tak het zij oud ofjong ,geheel aan zijn tak niet wel geplaatst is , andere beter geplaatſte uit het
Moeder-tak , daar hij uit voortgekomen is, weggeſnoeit gekort Stompje te doen voortkoomen , moccende men hier
word , zie fig : 13. let.M. van plaat K. Dit behoort altijd bij agt geeven , dat de korting digt boven een oog ofknop
heel' digt aan de Moeder tak te geſchieden , zonder dat geſchied , en zulks boven zodanigwelk na die kant ziet ,
er eenige oneffenheid overblijve, om dat anders , veel waar heen men wildat het toekoomende Lootgroeijen zal.
tijds naast de Sneede water-looten zullen ſpruiten , voor. Deeze Sneede is in het bijzonder van veel dienst aan de
maamelijk aan dikke takken ; en is er een ſtompje overge. Steen- Vrugten , als Kerſten en Pruimen , enz. om dezel.
bleven , zo zal deeze verhinderen, dat dewonde niet ge- ve van onderen digt en gevult te houden , dewijl ze an.
maklijk zoomt, en daar door dikwils rotting veroorzaa ders aldaar zeer ras naakt worden .
ken , inzonderheid indien het lang en ſcherp gefroeit is. VII . TE RUG SNeede of Stomp-Sneede, in 't fransch
III DAALDERS-SNEEDE in ' t fransch Taille faite @ Taille en moignon ; is die Sneede, wanneer een enkele
l'epailleur d'un ecu ; is die Sneede, wanneer men een jon. jonge Tak , aan het einde van een Moeder. Tak ,die men
ge cen of tweejaarige tak niet digt aan derzelver Moe ' t voorige jaar om te beremperen , zijne langte had gelaa.
der , gelijk bij de voorige Sneede, wegſnijd , maar dat ten , voortgekoomen zijnde , digt aan derzelver oorſprong
men er een ſtompje ter dikte van een rijksdaalder of een weggeſnoeit word , zie fig . 14. let.p. van plaat L .;dit
weinig meer aanzitten laat , zie fig. 7. let. m. van plaat wegſnoejen geſchied, om dat knoppen
die jongeingekort
tak als ze na de
wierde,
* Deeze Sneede word aan zodanige jonge takken te gewoone wijze maar eenige
werk geſteld , die om dat ze niet wel geplaatst of te weel . te lang en te naakt zijn , ook inzonderheid daar door mis.
drig zijn , geheel weggeſnoeit moesten worden , en ze dient ſtand of verwarring veroorzaaken zoude: Deeze Steede
hier toe, om in plaats van de weggefreede tak een of doet dan de Moeder-tak, zijd-takken ſpruiten , welke
meer beter geplaatſte en betemperder takken in hetvero piet alleen tot het fatzoen van den Boom kunnen dienen ,
ook veeltijds bekwaamevrugt-takken worden ;
wolg te bekoomen, welke doorgaans, als de Boom fleu- maar dieMoeder
Yig is en wel groeit , uit de gemelde aangelatene dikte of of zo de tak , geen zijd -takken maakt, zo gebeurt
het ſtompje , koomen te ſpruiten .. het veeltijds dat derzelver botten in vrugt- knoppen
IV. Halve Sneede of halve Daalders Sneede, in 't koomen op te zwellen , invoegen dat het een goede vrugt.
fransch Taille en talus , is van de voorgaande niet anders tak word .
onderſcheiden , dan dat de tak fchuins weggeſnoeit word , Het voornaamſte gezegt hebbende , dat wegens de af.
zodinig , dat aan de binnenkant , van de Moeder-tak , ſnijding der Takken diendewaargenoomen , hebbe ik hier
te weren , na de binnenkant van de Boom , niets, maar niet anders bij te voegen , dan datmen altoos de wonde ,
aan de buitenkant zo veel van de afgeſnoeide tak ſtaan waar dikke takken geſnoeit zijn , mec ertwasch behoort
blijft, als de dikte van een , of beter twee -rijksdaalders , te dekken , om daar door inroeting voortekoomen , en de
wonde des te beter te doen overzoomen. Ook diende ik
zie fig. 8 : leto n . plaat L * Van deeze Sneede bedient men
zich , wanneer een tak niet wel , maar te veel zijdwaards den Lezer te onderrichten , wat men eigentlijk door kort en
gegroeit is, ſchoon men die anders wel behouden kon- lang Snoejen verſtaat, dewijl die uitdrukkingen in 't ver .
de, om een andere beter geplaatſte, in derzelver plaats volg dikwils voorkoomt. Kort Snoejen of de looten kort
we doen voortkoomen ; want de tak uithet ſtompie ſprui. inkorten , noemt men , als die op drie , vier , a vijf oogen
ende , kan niet zijd nog minder binnenwaarts , maar ingekort worden . Integendeel betekend lang Snoejen ,
SNO , SNO . $ 425
als men het loot zes, zeven en meer oogen laat houden , plaatst te doen zijn ; op een ander tijd en plaats , fuijd men
of als men maar eenige oogen aan het einde wegſnoeit. deeze of geene Tak lang, om ze tot vrug voortbrenging
te betemperen enz.
Van de Gereedfchappen die tot het Snoejen Gebeurt het dat een Boom door eenigtoeval ergens een
vereischt worden opening van Takken in zijn omtrek verkregen heeft, dat
De Gereedſchappen dien men tot de beoeffening van den zelven misnaakt, zo moet nien bedagt zijn , dat ge,
het Snoejen nodig heeft , zijn de volgende. brek door middel van de haak.freede te vervullen . Ook
1. Een goed , bekwaamelijk groot , ſcherpſnijdend kan zulks zomtijds verholpen worden , door middel van
Sneci-Mes , ein kleine en middelmaatige Takken mede af. de Takken wat digter , door zamenbinding van wilge tee
tefnoejen . nen, bij malkander te haalen , als wanneer ze in die ſtand
' 2 Een ſcherp , fijn , niet al te breed , dog teffens (te. zullen begroeijen , en daar pa,deband weggedaan zijn
vig Steel Zaagje, om daar mede dikke Takken , die met de , dus zullen blijven .
bet Spoeimes niet kunnen afgeſneden worden , af te zaa. Wanneer een Boom te veel oude Takken heeft , die
gen ; waar bij in agt moet worden genoomen, dat mende men aan dezelve in zijn voorige jonger jaaren tot beklee.
wonde alcoos met het Snoeimes moet naſnijden , om de ding en betempering gelaaten hadde , moet men er hier
5
zelve glad te maaken , waar door die gemakkelijker over- en daar, waar ze te digt ſtaan , en met alle derzelver zijd.
zoomt , en niet zo ligt inrot. takken, uitſnoejen , of uitbeitelen , om daar door de ver
3. Twee ſcherpe Beitels van drie a vier duimen breed , warring der Takken voorttekoomen, en deoverige meet
en die boven na de ſteel toe , wel terk en ſtevig zijn , de lucht te doen hebben. Dog hier bij dient aangemerkt ,
eene met een korter, de ander imet een langer ſteel, om dat men weeldrig groeijende Boomen niet te ſterk met
dikke Takken, in plaats van aftezaagen , afte beitelen ; Snoejen moet aantasten , dewijl als dan deszelfs overvloe,
't welk altijd beter is als 't afzaagen , om dat de wonde diger Sappen , nietanders dan onyrugtbaare Houttakken
gladder word , en men ook met de zaag niet overal kan en Waterlooten zullen voortbrengen , en daar door van
bijkoomen . hunne vrugtbaarheid verliezen ; integendeel, zullen
4. Een bekwaam zwáare houten Hamer, van vasthout, zwakké Boomen indien men haar te veel hout laat, daar
omden Beitel mede door de Tak te drijven. door nog zwakker worden, aan het kwijnen raaken , en
5. Een ſcherpe Bijl of Hakmes tot af houwing van deeze veeltijds binnen korten tijd geheel verſterven ; om re,
er geene Takken . den , dat de weinige Sappen , die de wortels wegens bun ,
6. Eindelijk is men een dubbelde Ledder of Trap nodig ne zwakheid kunnen aanvoeren , niet toereikende zijn,
tot het Snoejen van hooge Boomen . om al het kroorhout te kunnen voeden . Derhalven moet
men bij 't aanvaarden van 't Snoejen , wel ter degen agt
Van de behandelinge van het Snoejen der Buiſſons, geeven , 1. op de deugd des gronds , en 2. op de natuur
of Struik -Boomen , en voor eerst van de Pitovrug- en kragt der Boomen ;dezelve min ofmeerbeſnoejende,
ten ; als mede over het betemperen der al te na maate dat die veel of weinig , ſterk of zwak hourge.
weeldrig groeijende Boomen . was gemaakt hebben .
Een Boom zullende Snoejen , moet men in de eerſte Om dezelfde reden , moeten de looten van den eene
plaats nauwkeurig toezien, wat jonge Lóten die in de Boom ook terker gekort worden , als die van een ander .
voorgaande groeitijd gemaakt heeft, of die zwak of ſterk Weelige Boomen , moet men lang laaten , inzonderheid
zijn , veel of weinig, vrugt ofonvrugtbaar , wel ofkwaa- de weelige Peerboomen , om dat die meer vrijheid in het
lijk geplaatst, en eindelijk of er hier of daar ook eenig groeijen o
, m vrugtbaar te worden , vereisſchen , dan de
gebrek aan is , 't welk herſtelt of verbeterd dientte wor- Appels. Zwakke Boomen daarintegen , en zodanige, als
den ; dit alles naauwkeurig nagegaan hebbende , vangt men de Appels op Paradijs, en Peeren op Quee geënt , enz.
met Snoegen aan , beginnende van een zijde van boven af, moeten korter geſnoeit worden ; zelfs wanneer de Boo .
en zo rondsom in ordre met de eene tak voor , en de an . men , te veel vrugt- en weinig hout-takken maaken , moet
dere na. Hoofzaakelijk dient men altoos de ronde ge- men niet fchroomen haar in het vrugthout aantetasten
daante en binnenopeningdes Booms , inhet oog te hou- en een gedeelte daar van wegtefneejen, om alzo de Boom :
den , en agt te geeven , dat de takken die men behoud , bij kragten te houden .
inzonderheid Hout-takken,zo veel doenlijk regt uitwaarts, Deeze behandeling , om de Boomen min ofmeerhout
of niet te veel zijdwaarts loopen ,nog ook dat ze te veel te laaten , korter of langer te Snoejen , isvan veel be.
door malkanderen ſtaan ; dog vrugthout moet men ſpaa . lang in de Snoeikonst , welke bij de kennisſe der Takken
ten , ſchoon het niet al te wel geplaatst mogte zijn , in gevoegt, en de Somer Snoejing , het meeste toebrengt
zonderheid wanneer de Boom daar niet rijkelijk van is om goede, welgeſtelde, langduurende, en vrugtbaare Boo
voorzien , derhalven moet men ook veeltijds het quarlig men te hebben.
of oestig houtgewas bewaaren , dat men anders doorgaans Daar zijn cogthans Boomen , die niet tegenſtaande do
wegſnoeit , om reden , dat veelezoorten , inzonderheid on- opgenoemde voorzorgen , door een al te weeldrige groei
der de Peeren , liefst haare vrugten aan zodanig bout onvrugtbaar blijven, zijnde doorgaans een al te weeldri.
voortbrengen . ge grond bier van de oorzaak , doghet is ook wel van na,
Men moet de Takken boven aan den Boom niet alle ruuren aan eenige zoorten eigen , datze nieteer draagen
even hoog kørten , dewijl zulks de Boomen niet alleen dan wanneer ze wat bejaart geworden zijn. In zodanig ge
ten hoogſten mismaakt , maar zulks in 't vervolg ook eene val nu moet men op andere middelen bedagt zijn , om
verwarring onder de Takken veroorzaakt; dezelvenoe dit te hulpe te koomen, te meer dewijl de Buiſſons door
ten na maate dat ze langer of korter , ſterker ofzwakker veel jaaren agter een lang te Snoejen , mismaakt en te hoog
zijn, op verſcheidene langte gekort worden. Zomtijds worden.
ſnijd men een Tak die te veel zijdwaarts ſtaat kort, om Vierderleij manieren zijn er bekend om de Boomen te
de in 't vervolg daar uit voortkoomende looten beterge. betemperen , als volgt.Ii 2 1. Kan
3424 SNO SNO .

1. Kan zulks geſchieden door middel van de Somer . verliezen zo dat weinig hout meer maakt, en kleine flege
Snoejing, wanneer men de jonge looten , als die omtrent te vrugten voortbrenge, die niet alleen kortmoet geſnoeit
een half voet lang gegroeit zijn, 't welk doorgaans in worden , maar dat men dezelve ook noodzaakclijk van
het laast van maij ofbegin van junij voorvalt, op vier eenige grove takken moet ontlasten , om daar door de
a vijf bladen door af knijping inkort, waardoor derzelver Boon in zijne kragten te onderteunen . Dog indien hij
groei voor eenige weeken geſtuit word , en ondertusſchen tot zo . verre verzwakt mogte zijn , van genoegzaam'in
een gedeelte van de voornaamſte groeitijd verloopt , in- 't geheel geen gewas meer te maaken , dan is er geen ana
voegen het tweede ſchot, dat ze daar na wederom maa.
dermiddel over , als om te kandelaaren , dat is de gehee.
ken, betemperder zal zijn. le Kroon tot op de helft, of ook tot omtrent bij de Stam .
2. Kunnen de Boomen betempert worden , door het af te Naan , als wanneer die weer jonge looten zal uit .
afplukken der Bladen ; want , dewijl de Bladen de werk. ſchieten , waar var in het vervolg een nieuwe Kroon kan
tuigen zijn , waar door het Sap om hoog gebragt word, geformeert worden , die op 't nieuw goede vrugten zal
20 volgt, dat wanneer een Boom van zodanige werktui- voorbrengen. Dog hier bij veronderſtel men , dat de
gen berooft is , dezelve minder groejen zal. " Ingevolge Boom niet al te oud en zijn leeftijd verloopen is , wang
van dien , zo plukt men in de zomervan de weeliglte in dit geval , zijn alle middelen vrugteloos, en men does
Joten , wanneer dezelve vier a zes duim lang geſchooten best zodanigen Boom , hoe eer hoe beter uitteroejen ,en
zijn , de Bladen voor het grootſte gedeelte af, alleen maar een jonge in derzelver plaats te planten.
aan den top een ſtuk twee drie laatende blijven , om dat la 't voorbijgaan dient bier nog aangemerkt, dat men
anderzints de looten gevaar zouden loopen om te beder. de Boomen bij het Snoejen van de doode , bedurve , en
ven. Dit afplukken maakt , dat die weelige looten min . verkankerde Takken , indien er zodanige gevonden wore
der groejen , en zet aan die zwakke meerder kragt bij, zo den , moet zuiveren , en zulks zo wel bij de winter- als
dat den Boom daardoor betempert en vrugtbaarzal war . Somer. Snoejing , ofliever zoras men dezelvemaar in 'roog
den . krijgt.
3. Hot derdemiddel , word ons door de kankerige Boo.
men aan de hand gegeeven ; want men ziet zomtijds , dat 1 Van het Snoejen der Buisſons Steen -Vrugten.
wanneer een of meer dikke takken van een Boom door De Steenvrugten zijn daar in van de Pitvrugien eenige
de kank er aangetast word , en deszelfs fchors op deeze zints onderſcheiden , dat de eersigenoemden , het Snoci
of geene plaats daar door ten grootſten deelen rondsom mes zo wel niet kunnen verdraagen als de laatsten , maar
afgeknaagt word , die tak doorgaans vrugtbaar word , liever hunne vrijheid in het groeijen willen hebben , in .
fchoon al het overige hout van den Boom onvrugthaar zonderheid de Kersſen en Pruimen , als wanneer meer.
blijft : 't welk daar door ontſtaat , om dat als dan door het der en ook ſmaakelijker vrugten voortbrengen. Ook
weinige gedeelte, der ſchors , dat de kanker aan de cene kan men derzelverKroonen zo wel niet fatſoeneeren als
zijde.overgelaaten heeft, maar weinig Sappen naar deTak die van- Pievrugten , weshalven niet zeer bekwaam tot
kunnen opklimmen , waar door die betemperder groeit Naantjes zijn , om onder het mes gehouden te worden.
en gevolgelijk vrugtbaar word. Wanneer men derhal Derhalven , worden zij doorgaans op hooge of halve
ven -in navolging hier van , de Stam van een al te weeli. Atam (behalven zommige Pruimen aan Espaliers) , en men
ge Boom ; of wel derzelver Hoofdtakken , in het voor laat ze in vrijheid opgroeijen , er maar alleen het doode
jaar, kringswijze ter breedte van een of twee duimen en overvloedige hout en de water.looten , in de inoei.
van derzelver ( chors of bast berooft, enkel maar een klein tijd , witfroejende.
gedeclte aan de eene zijde laatende blijven , zo zal Jaar Dog zo iemand dezelve tot cieraad , op de wijze van
door de Boom in het vervolg gematigder groeijen, en bin. Buisſons , het zij op lage op halve ftam , door Snoejen
nen korten vrugten voortbrengen. wil onderhouden , zo als bij zommige lief hebbers gedaan
4. Het vierde middel , om al te weeldrig groeijende word , zo heeft hij. maar het volgende in ag te neemen,
Boomen te betempercn , beſtaat daar in , dat men de koomende voor het overige met de Snoeiwijze der Pit
zelve van eenige haarer ſterkſte wortels beroove , dit zal vrugten overeen .
onfeilbaar de ał te weeldrige groei beteugelen . Want Vooreerst, zo moet men , eveneens als bijandere Buis
vermits het de wortels zijn, die het voedend Sap in de fons op het fatſoen wel agt geeven , en het Snoejen 20.
eerſte wegen moeten aanvoeren , zo is het zeker , dat danig aanleggen , dat de Kroon eere ronde gedaante be.
wanneer een Boom eenige van zijn hoofd-wortels, met kooit , dog wat de binnen opening betreft, zulks word
de daar aan zijnde , ſildewortels verliest , de aanvoerin- aan deeze Boomen zo zeer nietin agt genoomen , uit oor
ge der Sappen , en gevolgelijk ook de groei der Takken zaake dat zich derzelver takken zo wel niet buitenwaarts 25
minder zal weezen . Tot dien einde ontbloot men de willen laaten leiden , dewijl de meeste van natuuren ge
.worţels in het na- of voorjaar , door de aarde wegtegrai neigt zijn, om regt op en niet veel zijdwaards tegroei
ven, en men laat met een beiteleenige der zwaarſte wor. jen, het is derhalven genoeg , als men de takken maar in
tels omtrent den Stam af, de kuil vervolgens weer met een goede order zoekt te leiden, de verwarring derzelver
aarde aanvullende , zo is het werk verrigt. Deeze ma voortekoomen , en ze luchtig genoeg te doen zijn.
nier van betempering, word voor de gereedſte en beste En dewijl deeze Boomen’t liefst om hoog groeijen, en
van allen gehouden ; om dat zulks (poedig kan verrigt wor . van onderen kaale'iakken maaken , zo moet men zevan
den , daar door de Boom in zijn gedaante niet mismaakt boven 't ſterkſte aantasten , dat is de overvloedige loo
nog geſchonden word , en daar te booven nimmer de ver. ten , inzonderheid die kwalijk geplaatst ſtaan , ten ee•
wagting te loor ſelt ; wanneer zelfs alle andere middelen
nemaaten wegſnoejen , en de overige kort inkorren , om
vergeefs beproeft zijn . daar door de beſnedenſte takken ſterker te doen groei.
Qin onzen taak te vervullen , dienen wijnog aantemer. jen en ſpruiten , en dus de Boomen van onderen gevuld
ken , dat wanneer ee: Eroom bejaard is geworden , en door en bekleed te houden ; ten dien einde is de Haakſneede
ouderdom of vcele vrugtbaarheid zijn kragten begint te aan deeze Boomen , als bij bekwaamelijk te werk word
ge.
SNO . SNO . 1425
geſteld , inzonderheid terwijl dezelve nog jeugdig zijn , nige Takken moet ombuigen , leiden en aanbinden, ter.
zeer outlig en noodzaakelijk . wijl ze nog jong en teder zijn.
De Somer Snoejing , of korting der looten in den ra . Oin de Espalier. Boonen een bevallige en fraaije ge
mer , heeft aan Steenvrugten geen plaats , .dog water en daante te geeven , moeten dezelve aan weerzijden even
andere al te weeldrige looten mag, en moet men Snoe veel Hoofdtakken hebben, die ook genoegzaam even ver
jen, 20. ras men ze als zodanige in de zomer gewaar van malkanderen geſpreid inoeten leggen. Derzelver
word , insgelijks ook de magere looten. Dusſchenwijdte hangt van het getal dier cakken af , welk
niet al te groot moet weezen , op dat dezelve niet al te
Hoedanig de Pijramieden van Vrugtboomen digt aan malkander koomen ,, invoegen de jonge Hout
behandelt en geſnoeit moeten worden ., en Vrugttakken , netjes daar tusſche zonder verwar
· Geen andere Vrugt-Boomen zijn bekwaam oin piara . geleid kunnen worden , waar door nde Boomen nietring als
miedswijze voorttekweeken , dan alleen die van Pitvrug: leen een cierlijker gedaante bekoomen , maar ook vrugt.
ten , dewijl de Steenvrugten , zo als reeds is gezegt , het baarder , en de Vrugten volkoomener worden.
mes niet wel kunnen verdraagen, en door het kort hou. Eertijds pleeg men de Espalier- Boomen in het midden
den zeer opvrugtbaar zijn : Daarenboven zo zijn zelfs met een regt opgaande Hart-lteng te laaten groeijen , uit
alle zoorten van Pitvrugten niet bekwaam tot Pieramie . welke de zijdtakken voortkooinende ,, na weerskanten
den , en ' maar alleen de zodanige , die , van natuuren geleid wierden ; zo als mer er nog vind , die zulksdoen :
geen al te weeldrig houtgewas maaken , en hunne vrug. Dog deeze manier is geheel niet goed , om reden , dat
ten gewillig voortbrengen ; om die reden zijn ook de.Ap. deeze Boomen eenigzints bejaard wordende, doorgaans
pels hier toe dienſtiger als de Peeren , dewijl delaatſten aan het benedenſe en ontrent het midden , naakt wore
om Vrugten te draagen , meer vrijheid in haar groeij vor: den , dat is, kaale armen krijgen , doordien deSappen ale
deren , dan de eerſten ; Nuit hiervan eenige weinige zoor, toos't liefst na het uiterſte der Takken wilien , en daar
ten uit, die niet zeer onwillig in het vrugtvoortbren jonge looten doen ſpruiten ; waar door dan de Boomen
gen zijn. niet alleen zeer mismaakt en onaanzienlijk worden , maar
Wat het Snoejen der Pieramieden betreft , daar in is, ook minder vrugten voortkunnen brengen. Daarintegen ,
behalven de gedaante, weinig onderſcheid met de ſnoei. wanneer men de Takken van onder op , op de wijze als
wijze der Buisſons , behalven alleen , dat zekortermoe- een waaijer uitbreid , is men in ſtaat, wanneer er bij
Eten gehouden worden , om het fatzoen te bekoomen en toeval eenige opening mogte koomen , dezelve door het
te bewaaren , en om die reden de fomerokorting aan verleggen der Takken weder te vullen . Ook kan men
e deeze Boomen nodiger als aan andisere n . Bij het Snoejen daar door den Boom beter overal met jong hout beklee ,
moet men alcoos lecten , dat dezelve hunne pieramiedaale den , en dus cierlijkerhouden , en er met reden meer.vrugo
figuur behoorlijk behouden, en de Takken rondsomegaal ten van verwagten .
van de hartſtang af , en niet dwars of verward door male ? Om de Boomen digt en wel gevuld te houden , moet
kander ſtaan , dat ze voor 't overige ook niet te vol van men terſtond , wanneer men gewaar word , dat een jon ..
hout zijn ; tot dien einde ſnijd men het overvloedige , ge Tak de baas begint te ſpeelen, dezelve uit , of kort.
kwalijk geplaatſte, en ondeugende , gelijk te vooren bij te rug Snoejen , op dat ze weder andere zwakker Tak
de Buisſons is gezegt , weg , en men draagt zorg om het ken ſpruiten , en dus derzelver kragt verdeeld worden ;,
gebrekkige te vervallen . want anderzints zal ze al het voedzelna haar trekken , en
Daar zijn Tuiniers, die deeze Boomen , zo als ook de Takken die nevens haar ſtaan', niet alleen doen ver..
weldeBuisſons, met de baagſcheer in de fomer knippen zwakken , maar ook veeltijds doen ſterven ,, waar door de
en fatſoeneeren ; dog dit is geheel mis, en meninoet aan. Boom -naakt- en mismaakt worden
zodanige Boomen , geen , of wel zeer weinige vrugten Oin die zelfde reden moet men ook altoos zommige
verwagten , - looten die het ſterkſte groeijen , kort inkorten , en hier:
Wanneer men jonge Pieramieden plant, moet men er en daar , inzonderheid om laag, tusſchen twee lange
een lange , regte , ſtevige ſtok bijzetten, om niet alleen altijd een kort gefnoeide Tak inbinden , welke korte Tak.
de Hartſteng, die ter degen regt, en regt in het midden weder andere zijdrakker uitſpruit , die den Boom ali
moet zijn , wel opwaarts te leiden ' , maar ook om de. toos zullen bekleed houden , en bekwaame Vrugten en
zelve voor het fingeren der winden te beveiligen , dat andere Takken voor hetvolgende jaar verſchaffen . Daar.
haar veel nadeel in den groei toebrengt. integen , wanneer men de Takken alle even lang Snoeit ,
Wanneer de Pieramieden oud , te-dik , en wapſchik . kan zulks niet anders als door den tijd , eene naaktheid
kelijk geworden zijn , kan men dezelve weder vernieu. of ontblooting van jonge looten , aan het benedenite of
wen , doormiddel van derzelver Takken totomtrentaan middelſte gedeelte des Boomsveroorzaaken ; en dit.be.
deHartſteng af te ſnoejen, als wanneer er weder jonge hoart inagt genoomen van de eerſte jeugd des Booms.
looten zullen uit ſpruiten , die op nieuw moeten gefazoe.. af, wantde Boomenals dan verwaarloost zijnde, kuns
neerd worden . 1 nen genoegzaam niet weder berſtelt worden , door dien
bejaarde Takken gekort wordende , niet ligt, en zon
Van het Snoejen der Espalier.Boomen . der mismaaktheid te veroorzaaken , weder ſpruiten , in
Om dit zoort van Boomen wel te Snoejen , dient men zonderheid de Perſiken.
in de eerste plaats , ter degen te zorgen , dat de Takken Nudienden wij nog iets van het aanhinden der Espaa
behoorlijk vlak tegen de muuren , ſtaketten enz. koomen lier-Boomen te zeggen . Zulks geſchied wel't beste aan
aanteleggen , zo dat alle jonge Takken of Looten , die danne-latten die aan de muuren of ſtekkagien rege op.
van vooren of agrer uit den Scam , of uit de grove Take en neer , en vijfà agt duiin van elkander vast gehegt zijn .
ken ſpruiten , geheel glad moeten worden weggeſneeden, Men kan het ook zonder latten aan ſpijkers doen , die
ten zii men die noodwendig van doen had, om de een men ten dien einde in de muuren of ſtaketten Naat , dog ,
of d'andere opening te vallen , in welk geval med zodar om veele redenen is dit zo
Di 3
het
goed niet , en ook kan aatio


SNO SNO.

aanbinden aan fatten , veel rasſer gefchleden . Dog men dat het Ent' t eerſte jaar , wel ſcbot gemaakt heeft , dog in
dient aantemerken , dat hoe digter de fatten aan demuu- dien zulks niet mogte geſchied zijn , zo als wel gebeurt
ren enz. geplaatst zijn , zo dat er maar even een bind. dan moet men daar mede een jaar langer wagten.
teen agter door kan , hoe beter , om dat de ondervin- Wanneer men jonge Boomen tot Hoogſtamde wil tee .
ding leert , dat de Vrugten het digst aan de muuren enz. len , moet men hec Lot , wanneer laag geënt is , zo lang
het beste groeijen . jn vrijheid laaten opgroeijen , tot dat het de vereischte
Men vind Tuinlieden , welke van gedagten zijn , dat hoogte en dikte heeft bekoomen , 't welk vroeger of
men de Boomen jaarlijks bij het Snoejen geheel moet los laater gebeurt , naar maate het Ent zwakker of ſterker
maaken , en van nieuws aanbinden ; dog ligtelijk be. groeit.
grijpt men , dat dit meestentijds aan veele zwaarigheden De jonge Boomen dus gekort zijnde , zullen na maate
zoude onderworpen zijn . Het is hierom , dat men door. van derzelver kragt en ſterkte , min ofmeer zijdtakken
gaans die Takken verbind , na dat ze geſnoeit zijn , die maaken ., dewelke op verſcheiderhande wijze kunnen
het nodig hebben , welke hoofdzaakelijk in de jonge loo voortkoomen , en mitsdien ook verſcheidentlijk met Snoe.
ten beſtaan , laatende de overige bunne oude bindzels jen moeten bebandelt worden. Dog dewijl het niet al.
behouden zo lang die ſterk genoeg zijn , 't welk door- leen ondoenlijk maar ook volkomen vrugtelooszoude zijn ,
gaars twee jaaren is ; ten ware men de Takken moeſte alle die verſchillende voortkooming van Takken aante
los maaken , om door derzelver verlegging eene opening wijzen , zo zullen wijons vergenoegen met de voornaam
te vullen . ſte gevallen, die daar omtrent kunnen gebeuren , enwaar
Wanneer een Boom geheel los is , en van nieuwsmoet bij demeeste oplettenheid vereischt word, aantewijzen.
aangebonden worden ., zo moet men , om de Takken be . Dezelve beſtaan in de volgende. 1. Wanneer het gekor.
hoorlijk te leiden , en het werk metorder te doen , met te Ent maar een Tak of Loot geſchooten heeft. 2.Was
de Hoofdtakken na dat die geſnoeit zijn , een begin maa- meer die twee of meer Takken digt bij, ofnevensmalkander
ken, en wel in de eerſte plaats met de middelſte Tak; gemaakt heeft. 3. Wanneer hij twee , drie, of meer Take
deeze moet regt opwaarts gaan , daar na maakı men de ken op een zelfde zijde onder malkaar voortgebragtheeft.
twee benedenite Takken wederzijds vast, die waterpas , 4. Wanneer5.dietwee Takken tegenmalkanderover geſproe
Wanneer die drie Takken rondom de Stam
of maar een weinig klimmende moeten geleid worden; ten heeft
vervolgens breid men de overige Takken , tusſchen den geſchooten heeft. 6. Wanneer hij meer als drie Takkes
middelſten en beide benedenften , aan weerzijden zodanig rondom de Stam geſchooten heeft. 1
regt uit , dat ze even ver van malkanderen , en als een 1. Wanneer het gekorte Ent niet meer als een Tak of
waaijer , of als de uitgeſtrekte vingers van een hand ſtaan; Loot geſprooten heeft , zo moet men dezelve op drie :
ten laatſten worden dejonge looten tusſchen deeze Hoofd . vier oogen in de gewoonlijke Snoeitijd inkorten , zie fig.
takken ingebonden. 11. let. a van plaat L *. als wanneer bij de volgende ſprui
: Nimmer moet nen twee of meer loten met een band ting , verſcheidene andere Takken zullen uitſchieten ,
vastbinden , nog ook de looten kruislings over malkande. waar door de Kroon in het vervolg op eene voldoenen.
ren heen leggen, of na een verkeerde plaats ombuigen , de wijze zal kunnen geformeert worden. Ik veronder.
al het welk groote misſtand veroorzaakt. Dewijl even. ſtel dat die enkele Tak inet kragtgegroeit is , want indien
wel een naakte plaats aan hetoog meerer mishaagt als het dezelve zwak en teder mogte zijn , moet men niet ſchroo.
kruisſen der takken , want dit laatſte ziet men zelden an- men die tot digt aan haar oorſprong wegteſnoejen , want
ders dan wanneer den Boom bladeloos is, maar een ope, als dan zal de Stam indien niet ongezond of gebrekkig
ning altoos , en hoofdzaakelijk wanneer hij zijn meeste is, onveilbaar daar na kragtiger Takken uitſchieten , toi
cieraad zal vertoonen , zo is men zomtijds wel genood. fatzoeneering der Kroon. :
zaakt , wanneer de Boom door eenig toeval een naakte 2. Wanneer het gekorte Ent twee of meer Takken
plaats heeft verkreegen , jonge Takken door ombuiging digt bij malkander aan een zelfde zijde ſpruit, die regt
of kruisſing tot derzelver vulling daar na toe te lei. opwaarts groeijen, zie fig. 12. plaat L * en die beide
den , dog dit behoort nimmer dan in de uiterſte noodzaa- takken wel zijn , moet men alleen die bebouden die het
kelijkheid te geſchieden , en als men op geen ander moo . fterkst en best geplaatst is , en dezelve op drie a vier oo
gelijke wijze het gebrek kan verhelpen . gen inkorten, zo alsb.fig .12. en als dan c bij deszelfs oor,
Tot het vasthinden der Takken, gebruikt men gemeen . Iprong geheel wegſnoejen; en op dezelfde wijze moet
lijk en ook 't best bind -teenen , zijnde jonge , eenjaarige men handeien , wanneer de eene Tak ſterk en de andere
Jooten van Wilgen.Boomen , waar van de taalste zoor- zwak gegroeit is , als dan de eerſte alleen behoudende.
ten de beste zijn. Ligtelijk begrijpt men , dat men tot Bij aldien de gemelde twee Takken eenigzints van mal
kleine Takken , altoos de dunſte teenen moet neemen , kanderen verſpreid, en beide ſterk gegroeit waaren , als
want het ſtaat zeer wanſtaltig , wanneer een dunne Tak dan kan men ze beide behouden en op behoorlijke leng.
met een dikke teen is vastgebonden. - te inkorten zie d , en e fig 13 plaat L * , om daar van
een Espalier of Buisſon te formeeren :
Van het Snoejen derjonge Vrugtboomen in Ingevalle de Boom meer als twee Takken digt bij mal.
het eerſte jaar. kander geſchooten heeft, zo moet men weer als vooren
Om dit behoorlijk te doen, zal ik een begin met 20. op hanne ſterkte letten , en die geene behouden welke
danige Boomen of Plantzoenen maaken , die kort gelee. bekwaam ſterk zijn , het zij alle of wel ten deele , en de
den geënt zijn , en nog geen Kroortakken gemaakt heb- zelve op vier a vijf oogen inkorten , mits dat ze teffens
ben. Zodanige jonge Boomen, wanneer ze tot Naant. zodanig gefpreid zijn , dat ze tot formeering der Kroon,
jes Boomen , het zijtot Builons of Espaliers zullen die het zij tot Buisſons of Espaliers kunnen dienen , ander
nen , moeten hetvolgende voorjaar na de enting ingekort, zin :s moeten de kwalijk geplaatſte, geheel en al weg .
op zodanige hoogte als vereischt word , dienende hier geſnoeit worden . Moetende men altoos bij de fatzoe
roë behoorlijk laag geënt zijn ; dog men veronderſtelt neering van jonge Boomen , tot Espaliers , de platte
**
SNOW SNO.
s 3427
gedaante in ' t oog houden, aad dan geene andere behandeling behoeft te geſchie
Verders dient men in alle gevallen agt te geeven ,dat den , dandie bier boven is aangeweezen, van de Looten
wanneer de nieuwe jonge 'Takken een ſtuk weegs benee: die een Boom op verſcheiderhande wijze voortgebragt
den de inkorting van hetEnt of de Stam zijn uitgeſproós hadde , hebbendemen hier het enkele Lootvan 'tvoorlede
cen, gelijk veeltijds gebeurt, men altoos het ſtompje jaar maar aantemerken als de Stam . Zie fig.2.
digt boven de hoogſte Tak die men behoud , met een Dog heeft een zodanige Boom , die maar Plaat M.
een goed
fchuinfe neede moet afſnijden , zie fig . 11 , 12 , 13 , 14 Loot behouden heeft, het tweede jaar weder maar één
enz. van plaat I. *. Loot voortgebragt , zo moet men dat wederom op de:
3. Wanneer het Ent twee , drie of meer Takken regt zelfde manier behandelen als het eerſte jaar , dat is,
onder malkander geſprooten heeft, het zij die alle of men moet het drie 4 vier oogen inkorten , zie fig. 3
maar eenige wel gegroeit waaren , zie fiz. 14.plaat L *, Plaat M ;, in die verwagting dat 't daar na in i ver.
als dan kan er niet veel goeds van gemaakt worden, nog volg, als de Stam beter beworteld is ,meer Looten zal
tot Buisſon nog tot Espalier , derhalven moet men maar ſchieten.
een van die Takken , namelijk de ſterkſte behouden , en Wanneer de Boom die twee goede Looten heeft be. .

op vier avijf oogen inkorten , en deoverigen ,benevens houden , wel groeit , dan zal iederLoot doorgaans ten
het flompje f.boven de behoudene Tak , wegſnoejen. Dee.. minſten, weder twee goede Looten voortbrengen, die
ze gekorte Tak ; zal dan bij de volgende groejing weer bekwaam zijn om den Boom zijn gedaante te geeven ,
andere Takken uitſpruiten, die men als te vooren moet het zij Buisſon of Espalier ; welke Loot en weder op drie
behandelen .. vier à vijf oogen moeten gekort worden. Zie fig. 4 .
4. Zomtijds ſpruiten twee- Takken omtrenttegen mal. let. a ,a , a , a ,, van Plaat M.
kanderen over , deeze , wanneer ze ſterk zijn , zijn zeer : Heeft ieder Tak meer als twee Looten geſchooten ,
bekwaam zo wel tot fornieering van een Buisſon, als in- zo moet men noodzaakelijk die geene behouden , welke
zonderheid totEspalier, moetende tot dien einde op drie . het dienſtigst en bekwaamst geplaatst zijn, om aan de
vier , a vijf oogen gekort worden , zie fig. 15. let. g en Boom zijn fatzoen te geeven , het zij die boven ofwelbe
hvan plaat L.* moetende daar bijhet Stompje i. fchuins neden aan de Moedertak ſtaan ; deanderen ſnijd men of ge
worden afgeſneeden. Dog bij aldien een van die Tak. heel weg , ofmen kort ze in ,om daar uit andere beterege.
ken zwak mogte zijn zie fig. 16. let. l. dan moet die ge plaaſte tot ſtoffeeringe des Booms, in het vervolg te be.
heel en alweggeſnoeit en alleen de ſterkſte bewaart workoomen, zie fig . 5. letib ,b.vap Plaat M. In deeze geval.
den . len is de Haakſneede aan jonge Boomen , van een zeer put
5. Wanneer het gekorte Ent drie Takken rondsomme tig gebruik .
geſpreid , gefchooten heeft, zokan men 't niet beter wen . Heeft een van die Moertakken , twee zwakke , en de an
fchen, tot formeering van een'Buisſon of Espalier , zie dere, ſterke Looten geſchooten , dat niet zelden gebeurt,
fig. 17. Plaat L * ; dog dewijl bij de laatſte , inzonder zie fig.6. Plaat M.zo moetmen daar mede voorzigtig han:
heid op de platte-gedaante ſtaat te letten , zo inoet van delen, want hier door kan de Boom in het vervolg zeer
die drie takken , indien ze niet alle plat en uitgeſpreid ligt gebrekkig en mismaakt worden , indien men niet op
ſtaan , die welke te veel dwars of zijdwaarts geplaatst zijne hoede is. Ten dien einde moet men handelen als 1
is , weggeſnoeit, en maar twee behouden worden. Maar bier boven onder n . 4.is aangeweezen.
wanneer die drie geſchootene Tåkken , niet alle, en maar Indien de eene Moertak ſterke Looten heeft geſchoo:
3 één of ewee ſterk mogten zijn , zo moet men daar van de ten , daarentegen de andere maar een goed Loot , zie
zwakſte wegfnoejen ; zie fig . 18 let. s. Plaat L * fig. 7. Plaat M. dan heeft men reden te dugten, dat dit
6. Wanneer her Eot meer als drie Takken rondsom de laatſte door de andere zal onderdrukt worden weshal.
Stam heeft geſchooten , en dezelve alle wel gegroeid en ven men dit enkelde Loot, zo wel als de overige , vrij
geplaatst zijn , zo dat ze niet dwars ofconfuis door mal. kort , op twee à drie oogen moet Spoejen , in hoope dat
Xanderen ſtaan , zo kan men er vier à vijf behouden , te bet enkele Loot daar door twee à drie goedeLooten zal
weeten tot Buisſons, zie fig . 19 van Plaat L * , dezelve op voortbrengen , tot ſtoffeering van zijn zijde
e behoorlijke langte, op drie, vier, à vijf oogen ,inkortende, Maar zo beide de Moertakken , zwakke teere Looten
en men heeft in 't kort een ſchoone jonge Buisſon. Tot voortgebragt hebben , zie fig. 8. Plaat M. , dan is erniet
Espaliermoet men in dit geval maar twee à drie Takken anders op , als dezelve digt omtrent hun oorſprong wego
behouden, die't bestetot dien einde geplaatst ſtaan , om te ſnoejen , waar door den Boom dikwils bij de volgende
de platte gedaante te formeeren. ' Ingevalle de gemelde groeijing beter gewas maakt , maar ingevalle van niet ,
: Takken niet alle even ſterk mogten zijn , beboud men als dan moet men vastſtellen dat den Boom ziek of geo
de ſterkſte, beste geplaatste , de overige wegſnoejende ; brekkig is.
zie fig .1. Plaat M. Wanneer een Boom het eerſte jaar , drie , of meer goes
Dit zijn nu in 't kort de voornaamſte regels , die men de Looten behouden heeft, moet men er op dezelfde
ten aanzien van het behandelen der éénjarige Enten of wijze mede handelen , als met een die twee goede Loo..
: neemen
Vrugtboomen , bij de eerſte Snoejing, beeft in agt le ten heeft behouden : want veronderſtellen de dat de Boom
. wel groeit , en ieder Moedertak verſcheidene , en daar
onder een of meer goede Looten gemaakt heeft, zo heeft
Hoedanig men de jonge ' Boomen in het tweede men alleen maar op die te letten , welke het ſterkst en
jaar Snoejen moet best geplaatst ziin , om aan den Boom het fatzoen te kun .
Wanneer de jonge Boom bij de eerſte Snoejing maar nen geeven , deeze moet men ontegenzergelijk behou.
een goed loot gehad ofbehouden heeft , dat behoorlijk op den , en op vier , vijf of zes oogen inkorten ; de ande.
drie à vier oogen gekort is, dan zaldatgekorteloot door ren, die ondeugend , kwaalijk geplaarst of te overvloe:
gaans , het eweede jaar verſcheideneLooren , het zij ſterk dig zijn , weg ſnoejende, zo als te vooren is gezegt , zie
of zwak , en dus of zo geplaatst , voortbrengen ; waar fig. 9. Pleat M.; of men kan deeze ook kort op een twee
of
3428 SNO . SNO .

twee oogen let. c. fig .-9. Snoejen , om daar uit andere Deeze zou volgens de bepaaling van GRONOVIUS, die
Takken die beter geplaatst zijn , te verwagten , welke aan de Snoeken maar zeven Vinnon en ééne Rugvin coe
dikwils met er tijd goedeVrugtrakken kunnen worden. ſchrijft, niet tot dit Gelagt behooren kunnen. 't Is een
Indien één of twee Moertakken , zwakke , en de ove: Visch uit de Middelandſche Zee , dien de Italiaanen , te
rige ſterke Looten voortgebragt hebben , zie fig. 10 en Livorno , Luzzo marino heeten , en de Franſchen Spet ,
11. Plaat M. , 20 moet men die behandelen als hier bo · volgens RONDELETIUs. De teritgemelde naam betekent
ven onder n. 4 ; of, indien alle voorkoomende Looten Zee Snoek , gelijk men hem ook in 't engelsch Sea - Pike
zwak waaren , gelijk onder n. 5. gezegt is . of Spittfisch getiteld vind. Bij de Schrijvers geeft
men er den griekſchen naam Sphyræna , en den lacijn .
Hoedanig men de Boomen in het derde faar bij fchen Sudis aan , of Sudes, welk woord een Staak of Stok
de derde Snoejing moet behandelen. betekent ; gelijk Sphijra en Werpſpies , Schicht of ſcher
1. Wanneer een jonge Boom van den beginne af aan wel pe Pijl.
gegroeit heeft , en behoorlijk beſtierd is, zal hij niet in DeGeſtalte , naamelijk van deezen Visch , is nog lan
gebreeke blijven , in het derde of vierde jaar, veele Tak . ger en dunner dan der Snoeken , zweemende dus naar die
ken van allerlei zoort uit te ſpruiten, en een fraaije ge . der Naaldvisſchen, gelijk uit die van JOHNSTON blijkt ,
daante te vertoonen zie fig 12. Plaat M. , ook begint men waar in echter de voorſte Rugvin ontbreekt.' De koleur
hem dan als een bejaarde Boom aan te merken , hen is op de Kop en Rug bruinagtig groen , aan den Buik zilver.
diensvolgens ook in de verdere jaaren met Snoejen genoeg . agtig. Met een geſooţen Bek , vertoont zich de Spoet
zaam op dezelfde wijze behandelende , als van de bejaarde als een kegel , hebbende een wijde gaaping , maar binnen
Boomen , hier boven gezegt is. In het bijzonder moet de Bek geel van koleur, en de Kaaken met een rij van
men nu bedagt zijn op de vrugtbaarmaaking des Booms ; groote Tanden gewapend. Langs de Snoet opwaarts loo.
weshalven men zodanige Looren die een vrugtbaare.ge pen twee verheven ſtreepen ;-weshalven mogelijk de Bek
ſteltheid hebben , moet bewaaren en niet weg ſnoejen ; gezegt word met ſnijwerk vecierd te zijn . Roftrum foris
ten waare dezelve de gedaante des Booms te veel kwa. cælatum ſchrijft RondeLETJU . De Oogen zijn grooc ,
men te krenken , en verwarring der Takken veroorzaak met zilverkoleurige kringen , bruin gewolkt. Het Lijf is
tei . gedekt met kleine ſchubbetjes; onder de Vinnen heeftde
Het bovenſtaande zal inijn dunkens voldoen , ten aan voorſte Rugvin 5 , de agterſte gelijk de Aarsvin 10 , de
zien van de Snoe ikonst der Vrugtboomen ; want het is Borstvinnen 13,de Buikvinnen 6 , en de Slaarivin 17 ſtraa .
ondoenlijk , om alle gevallen die er kunnen voorkoomen , len , zijnde de Staart zeergevorkt.
aan te wijzen , dog de gemelden zijn de voornaamſten , In de Oceaan hebben wij deezen Visch nog nooit ge .
waar door men van de behandelingen van al de overige zien , zegt WILLOUGHBY. Het voorwerp door hem te Li
ligt zal kunnen oordeelen , als men verder door de oeffe- vorno beſchreeven , was van zestien duimen. Bij het open
ning wat ervaaring , die er even noodzaakelijk bij het ſnijden vond men de Rob zeer naauw en lang, met omtrent
Snoejen, als bij andere Wetenſchappen weezen moet, veertig bijhangzels aan 't Portier. , 't Gedarmte liep, zon
'zal verkregen hebben. der eenige bogt , regt uit tot aan de Navel. De Gal.
SNOEK , Snoeken . Dit geſagt van zwemmende Die blaas was wijd , de Milt langwerpig. Voor goede ſpijze
ren , ontleend zijnen hoofdnaam van zeer bekende Vis. houd men deezen Visch , koomende in ſipaak de Schelvis.
fchen onzer binnen en buiten wateren , die men Lucius fchen of Kabeljaaliwen nabij.
of Snoek tijtelt; dog in plaats van dien heeft hetde Heer II. Schild -Snoek , door CATESBIJ Car, II, Acusmat
LINNÆus in navolging van ARTEDI, goed gevonden, ima ſquamoſa viridis genoemt; (Esox pinna ani duplici ,
den zeer duisteren naam Efox te gebruiken , die moge ſquamis osſeis. Linn. Sijft. Nat.) Klein geeft aan dee.
lijk van eſitare , dat is veeleeten afkomſtig zal zijn; ze wegens de gedaante van den Bek , den naam van Plan
want de Visſchen van dit geſagt zijn buitengemeen gul• lidoftomus, dat is , Visch die den Bek heeftals een ſchaar
zig. of tang ; zijnde dat griekſche woord de bijnaam van den
De Kenmerken der Snoeken beſtaan , volgens de Heer Kreeft, biiHOMERUS. Die Autheur heeft er drie , waar
LINNÆUS, in het Lijf zeer lang , den Kop van boven van de eerſte allergrootſte, detweedenaastdaar aan koo.
platagtig, de Bovenkaak plat en korter, de onderkaak mende , en dederde met de buik en Staart paarsgenoemt
geſtippeld te hebben;Tanden in de Kaaken , en op de word. Allen ſchijnen zij te behooren tot deeze zoort,
Tong ; het Kieuwenvlies met agt of dertien Itraalen . De zo wel als de Visch van CATESBY , getijtelt allergrootſte
Heer GRONOVIUS ſtelt veertien beentjes in het zelve, geſchubde groene Naaldvisch.
en zijn Ed. merkt aan , dat de Rugvin agter op de Rug , Hij noemt hem the green Gar-Fish , en zegt dat dezelve
tegen over de Aarsvin geplaatst is. drie voeten langword , hebbendeeen lange Bek of Sneb,
In de eerſte plaats zullen wij de verſchillende zoorten vol kleine Tanden. Het Lijf wasvan boven groen , van
van Snoeken , dit Visſchen geſlagt uitmaakende, beſchrij- onderen bleek rood, gedekt met een harden been igen
ven . Ten tweeden , de verſchillende manieren aantoonen , rok , die zaamengeſteld was uit groote ruitswijze Schub
om. die zoort , welke bij ons gemeenlijk door den naam ben. De Vimen waaren geelof hoog rood , de Staartvin
van Snoek word betekend , te vangen . Ten derden , der- rond. Men vind hem in de Vijvers en zoet-water,Rivie.
zelver Keukenbereidingen mededeelen ; en endelijk ten ren in Virginie.
vierden , derzelver medicinaale gebruik opgeeven . Ongelijk fraaijer is de Afbeelding van deeze Autheur ,
Zoorten van Snoeken.
dan de geene,die in 'twerk van WILLOUGHBY gevonden ,
en dus door Dr. Lister beſchreeven word. Het voor
De Heer LINNÆUS, bepaalt het getal der Sroeken op werp was middelmaatig, (want hij had er eens zo groot
negen zoorten , als volgt. gezien ,) en niettemin derdehalf voer lang , drie duimen
1. Piil-Snoek, door ARTEDT Sphijrena genoemt; breel, met een Onderkaak van zes duimen , de Boven .
( Efox dorfo dipterijgio , anticaſpinosa. Linn. Sijf. Nat.) kaak een weiniglanger, beide ſcherp getand. Bij de Kieu
wen
Plaat M Pag.3428.

Fig.1 . Fig.2 . Fig. 3 Fig.4 .

Fig. 5 .
Fig. 8 .
Fig.6.
Fig. 7.

10,
Fig.2.2. Fig. 12,
Fig. 9 .

Fig .25 .

Fig.14,

Fig.23 .
TE

|
IA

!
UNO . SNO . 3413
wen waaren tweeVinnen, zo ook bij deNavel, en twee kan menhem den Zee-Wolfnoemen der zoete Wateren ,
anderen bijdeStaart, één bovenop, een onder. DeStaart Rivieren , Meiren en Plasſen. De beeken en vijverswor!
vin was vierkanten zat ſchuinsaan't Lijf. De Schubben ' den doorhem van Visch ontledigt: des hem zommigen
groot en ſterk , vastaan dehuid klevende , ruitagtig , waa. dok noemen de Tijran der wateren. Zijn naain aftelei.
ren zeer fraaiop rijën geſchikt en bandświjze ſchuins om den van het lichten, om dat zijn Oogen helder zijn , en
den Buik , loopende langs de Rug een ſtreek van rondagti. dat hij gedroogd zijnde , bij nage licht geeve als Phose
geSchubben . De koleur vanden gedroogden Visch was zonderling
phorus,is voor
veel te, dat
ver AUSONIUS
gezogt. Ondertusſchen komt het
groenagtig wit , hier en daar eenigermaate gévlakt. de eerſte zij , die zich
In een voorwerp van deeze zoort , dat in Sweeden van het latijnsch woord Lucius bedient heeft, om een
ſchijnt geteld te zijn , werden in deRugvind, in deBorste Snoek te betekenen . DeGrieken noemen hem thans zek
pin 11 , in de Buikvinnen 6 , in de Aarsvin 5 , en in die van Luczo , en die van Bourdeaux Luca, dog in Anjou en le
de Staart 12 ſtraalen gevonden. De Heer GRONOVIus be. Maine, dat Landſchappen van Vrankrijk zijn ,heet men
zit er de Kaakebeenen van , uit Oostindie afkomſtig . hem Becquet of Bechet wegens zijn langen Bek', die er
III. Vos-Visch ,door Catesby Car. II. Vulpes baha- oudstijds den naam van 'ožu pur xec of Scherpſnoet, aan
benfis genoemt; ( Ejox pinria in medio dorſ , membrana deed geeven,
branchioſtega triradiata . Linn. Sijft. Nat. ) Deeze is Volgens BeLLONIUS zou de gewoone franſche naam
doorgaans zestien duimen langen loopt zeer (mal naar de Brochet, van Broche, dat een Braadſpit, Spil of ander
Staart toe, die wijd gegaffeld is. Den Bek die zeer veel Werktuig, van een ſpilronde figuur, betekent, afkom .
van den voorgaande verſchilt, heeft hij zeer wijd, meteen ftig zijn ; dog Menace wil dat het veel eer afleidelijk zou
enkele rij van kleine ſcherpe Tandjes in ieder Kaak. zijn van Brochus , een woord 't welk gebruikt word om
Hij is bekleed met vrij groote dunne ſchubben , die op de iemand aan te duiden , die den inond uitſteekende , de
Rug omberkoleur , aan den Buik witagtig zijn. De Rug. lippen groot en dik, de tanden uitſpringende heeft.
vin is na genoeg op 't midden der langte. Zommigen noemen de kleine Snoeken , anders Brochetona
IV. Snoek die een vin heeft op 't midden van de Rug en genoemt , ook wel Lanceron of Lancon , dat men van het
het Kieuwenvleesch met vijf (traalen ; (Eſox pinna in medio voortſchieten in 't water afleid ; een middelmaacige Poig.
derf , membrana branchioſtega quinqueradiata. Linn. nard , en de allergrootſten , die van dikte als een Mea .
Sijft.Nat.) De Heer GRONOVIus geeft van deezen de fchen been zijn , Brochet Carream.
beſchrijving onder den naam van Sijnodus, die eeniger- De Geſtaltevan deezen Visch is taamelijk bekend. Hi
maate overeenkomt met Sijnodon of Dentex , gelijk men heeft het Lijf lang en dun , den Kop plai, de Snoet uit.
een zoort van Zee-Braaſem , die zeer gecand is , noemt. geſtrekt en als de bek van een Gans gefatzoeneerd, mee
Deeze Snoek verdientdien naam met regt, gelijk de Af. een wijde gaaping. In zijne Kaaken heefthij zulke ſter
beelding , welke zijn Ed. daar van geeft klaar aantoonit. ke én ſcherpe Tanden , dat men zeer zorgvuldig moet
Zie hier de Kenmerken van deeze zoort , die 'naar den zijn , om van hem niet gebeten te worden . De koleuris
voorgaande Visch zeer gelijkt. vuil groen , met geelagtige ftippen en vlakken beſprenges
Het Lijf is 'langwerpig, ſchraal , hooger dan breed , de Schubben zijn klein dog digt aan elkander geplaatst;
met Schubben die geſchalied leggen , gedekt zijnde, de de Staart isgevorkt. LINNæus ſtelt in de Rugvin 21 , in de
Navel komt nader aan de Staart dan aan den Kop ; de Borstvinnen 15 , in de Buikvinnen 11 , in de Aarsvin 18
zijdſtreep loopt regt en onafgebrooken , midden door de en in de Staartvin 19 ſtraalen. GRONOVIUS 18 in deRug.
zijden heen ; de Kop ishooger dan breed , ongeſchubd, vin , il in de Borstvinnen , g in de Buikvinnen en is in
ruuw , ſcherpagagtig , de Bek wijd van gaaping met zeer de Aarsvin.
ſterke lange , digt aan elkander geplaatſte Tanden , zo in De laatstgemelde Heer berigt ons , in zijn onlangs uit .
de Kaaken als aan 't Gehemelte, op de Tong en in de gegeven werk, Zoophijl. Gron. Faſc. I. p. 11.7. , dat hem
Keel . Het Kieuwen -vlies onder de dekzels verhoolen in de zomer van 't jaar 1760 , door de Visſchers gebragt
is uitſpapbaar, en wederzijds met vijftien Beentjes voor- ware een verſcheidenheid van deeze zoort , die volkoo.
zien .' 't Getal der Vinnen die weerloos zijn, is zeven ; men Oranje koleur was , en met zwarte vlakken .Zij
op de Rug een enkele , niet groot , aan den Buik twee , noemden denzelven Koning der Snoeken. Hier beſtond
bijna midden tusſchen de Borst en Aarsvinnen. DeRug. de Rugvin uit 20 weerlooze beentjes ; de Borsvinden
vin heeft 11 , de Borstvinnen 12 , de Aarsvin 6 , de Buik. hadden 13. de Baikvinnen 10 , de Aarsvin 17 , en de
en Staartvinnen ieder 8 ſtraalen. Het onderzogte voor- Staartvin 21 ſtraalen. Deeze was halfmaanswijze gegaf.
werp , onbekend van waar , was bij de zes duim lang. feld , met de bovenſte Kwab een weinig langer. De
V. Gewoone Snoek , in 't latijn Lucius; Eſox roſtro pla- koleur der Snoeken zegt zijn Ed. , is doorgaans aanzien
gioplateo. ARTED. gen. 1o. fijn. 26. Spec. 53. ; ( Efox roſtro lijk en zwart gevlakt.
depresſo ſubæquali. Linn.Sijft.Nat.) GRONOVIus noemt Van aanmerkelijke grootte moet die Snoek geweest zijn ,
deeze tot onderſcheiding van de anderen , die de Ber in daar Johnston van ſpreekt, dathij er één gezien had ,
't geheel of ten deele ſpilrondagtig hebben , Snoek met de die in de Rob een anderen Snoek bevatte, wiens Buik
kaaken breed en eenigermaate neergedrukt. De Autheuren met een Water -Rot geladen was. 't Is zeker , dat men er
noemen hem eenvoudiglijk , Lucius, dat is Snoek , ge- zomtijds vangt van tusſchen de dertig en veertig , ja vijf.
lijk de Italiaanen hem ook nog Luzzo of Lucio noemen. tig ponden zwaar. Hier uit benuit men met regt , dat
De Franſchen geeven er den naam aan van Brochet , de deeze Visch zeer oudworde , en uit een Ring , dien Kei.
Engelſchen van Pike of Pickerell , wanneer hij jong is ; zer FREDERIK de II . een Snoek had laaten aandoen , wan .
bij de Sweeden heet hij Giadda , bij de Deenen Gidde , neer hij denzelven in een Vijverof Meirtje wierp , word
bij de Duitſchers in 't algemeen , Hecht. opgemaakt , dat deeze toen men hem weder ving , ten min .
Men kan niet twijffelen of de latijnſche naam zal van te 200 jaaren oud was . Men zou zich , door het tellen
de vraatagtigheid en verſlindende aart, waar in deezen van de blaadjes der ſchubben , misſchien , dien aangaan .
Visch naar de Wolves gelijkt, afkomſtig zijn. Met regt de nader bebben kunnen verzekeren.
VI Deel. Ks Da!
SNO , SNO ,

Dat er onder de Snoeken , zo wel als onder de Kabel- van haar lighaam , en de werking die het zelve op der
jaauwen , Hermaphrodieten , of Hommers en Kuiters te grond doet, te bevorderen. Het Mannetje verzelt haar
gelijk zijn , word van zommigen verzekerd. Ook heeft altoos getrouwelijk , dan van agteren , dan ter zijde. Zo
-men er gezien die maar één Oog hadden ; voorts is er een dra zij ſtil ſtaat, voegt hij zich zo digt als hijkan aan
Berigt van den vermaarden WEPFERUS, A &t. Phij fico- haare zijde, zo dat de onderſte opening , die de Visſchen
- Med . five.Eph. Nat. Cur. Dec.III. Ann. 2. P. 196. & C., 'beneden den buik hebben , en die ik de Teeldeelen zal
die ons verhaalt, dat bij groote Snoeken , die omtrent de poemen , op de zelfde hoogte of in de zelfde ſtreek-lijn
bronnen van den Donau ,alwaar eene menigte is van Moe koome met die van het Wijfje. Zij beginnen met zich
rasſen , gevangen waaren, openende, in dezelven ver. wederkeerig de zijden te wrijven , en de ſtaarten regts
ſcheide Lincwormen vond, die als Bloedzuigers vast zaten en links te laan , blijvende de eene regen den anderen
aan het gedarmte; hebbende hunneSnoetjes weinig groo . Ondertusichen altoos wel geſlooten ; met deeze bepaa.
ter dan de koppen van groote ſpelden, in den zenuwagtigen ling echter , dat het mij voorkwam , dat zij met het on.
rok ingeplant, en den Hals van twee ofdrie duinen lang, derlijf, of de ſtaarten , nog meer regen elkanderen druk
niet dikker dan een dubbele draad. Deeze waarneeming ten , dan met de hoofden of het bovenlijf.
toont dat de Snoeken , zo wel als de Zeelten , van dit on Na dat zij zich eenigen tijd wel gewreeven hebben ,
gediert geplaagt zijn. 20 keert het Wijfje zich ſchielijk om tegen het Mannetje ,
Dat de Eenvogels de Snoeken zaaijen , Ab Anatibus dat eene gelijke beweeging tegen haar doet , zo dat zij
ſeritur. Sijft. Nat. X. pag. 314. , is iets 't welk men , geloof op haar, zijden met de buiken tegen elkarderen koomen
ik , voor een Fabel uit zoumaaken , indien LINNÆUS het te leggen. Ter zelver tijd Naan zij zo hard met de ſtaar
niet verzekerde. Ondertusſchen hebben wij, ineerdan ten , dat het water er vrij hoog van opſpringt. Dit alles.
eens gezien en aangetoond , dat onze Ridder niet opfeil- gaat genoegzaam in een ogenblik toe. Zij gaan verrol
baar zij. Gesnerus was voorzigtiger , toen hij zeid' ; gens wat wijder voort, ſcheijende zich ter zelver tijd,
» Men gelooft dat de Kuit van Snoek , in een Vijver gee een weinig van malkanderen af. Zo dra het Wijſje ſtil
worpen , aldaar voortreelt; want , als een Reiger de. houd, herneemthet Mannetje ook zijn plaats , en be
zelve inflokt, en van een boom in 't water weder uit . gint op dezelfde wijze te werken , als ik zo aanſtonds
» gebraakt heeft, meent men dat er Snoeken van voorte zeide ; het geen zij tien of twaalf uuren kunnen vervol .
» komen ”. Hij agt het niet waarſchijnlijk , dat de jonge gen , gaande en koomende heen en weder langs den oc
groei der Snoeken zich tusſchen de Kieuwen van andere ver, daar zij zich bevinden .
Visſchen zou verbergen , om daar gekoestert en beſchut Kundige Visſchers meenen te weeten , dat de Kuit
te worden , weshalven zij dan ook de zodanige , uiterken . Visch zich niet op eenmaal van alle baare eitjes ontdoe,
tenis niet zouden opeeten , nog beſchadigen, en dus veel maar dat zij meer dan eens naar den oever wederkeere,
dankbaarer dan de Koekoek zijn. Dat uit de Kuit der en verſcheide maalen her haale te ſchieten , het welk
Snoeken jonge Aaltjes voortkoomen zouden , is buiten ik echter geene gelegenheid gehad hebbe , oin waar te
Bijf een Fabel. neemen .
Zie bier 't geen door een Lid der Sweedſche Academie DeHom en de Kuit der Visſchen , die men in den tijd
ten aanzien van het rijen der Snoeken is waargenvoinen , van het ſchieten vangt , loopen er van zelve uit , en
en in derzelver Gedenkſchriften medegedeeld. ſpuiten zelfs vrij verre a's men den buik negts een wel
Van alle Visſchen , die men in Savolaxia , (een Pro . nig met de vingers drukt.
svintie van Finland) vind , is de Snoek de eenigſte , waar Ik heb mij zeer vermaakt met te zien , hoe de Man
van de manier van ſchieten zo zigtbaar is , dat men zich netjes malkanderen het voordeel van het naast bij de
daar ontrent niet vergisſen kan. De andere, ten minſten Wijfjes te zijn , wanneer deeze meer dan één in haar
voor zo verre ik het heb kunnen na gaan , ſchieten bij gevolg hebben , betwisten. Zij , die ditgeluk nog niet
troepen , de meeste in Beeken en ſnelloopende Rivieren , gehad hebben , plaatzen zich aan de zijden der anderen,
of in diepe wateren , alwaar men er niets met zekerheid die er digtst bij zijn , en 'men ziet zomtijds vier of
van kan ontdekken, vijf , welke zich op deeze wijze aan de beide zijden
DeSnoek ſchiet in de maand april , en geduurende de van het Wijfje in order ſchikken .
geheele maand maij , atloos op de Oevers, die weinig Zij draait zich in deeze gelegentheden dan eens naar
water hebben , en inet groente , of ruigte en laage ſtru- den eenen , dan weder naar den anderen kant , en wan.
wellen bedekt zijn. neer zij 'met de ſtaart laat , doen alle de Mannetjes
De kleine beginnen eerst , de andere volgen daar na , bet mede. Zij die zich niet aan de zijde der anderen
- en hoe men de zomer meer nadert , hoe men grooter hebben kunnen ſchikken , houden zich agter, en zon :
Snoeken in beweeging ziet. De tijd van haare vooritee. tijds onder den buik van het Wijfje. Het geen moo.
}ing kan eenige weeken duuren ; het gebeurt echter nu gelijk aanleiding zal gegeeven hebben om te denken,
en dan , dar alles onder het ijs geſchiede. dat het Wijfje het Mannetje volge , en dat zij de Hom
Wanneer het Wijfje of de Eijer- of Kuitvisch den oe- inzwelgt , om haar kuit of eitjes te bevrugien. Dog ik
ver nadert , zo word zij reeds verzeld van het Mannetje ; ben zo veelmeer verzekere , dat die Visſchen, die ik aan de
bij aldien het Wijfje groot is , zo heeft het verſcheide zijden der grootſte van den hoop zag, Mannetjes of Hom .
Mannet rjes, of Hommers in haar gevolg , maar de klei- merswaaren , en dat de grootedie vooraanging , eenKuit
ne Snoekjes gaan altoos ſlegts bij paaren, één Mannetje Visch of Wijfje zij geweest , om dat het mijdikwils ge
en één Wijfje. De Homvisch is doorgaans kleiner als lukt is , er geduurende den tecltijdverſcheide van te doo:
香.
de Kuitvisch , zelden even groot, maar nooit grooter ; den met een zoort van ijzeren hark , daar wij onsin
het Wijfje loopt den oever zo hoog op , als zij van we . de visſcherij van bedienen, en dat ik zelfs met één ſlag tot
gen het water kan , zo dat haar rug en een gedeelte van drie toe gehad hebbe, waar door ik ligtelijk ontdekken
haar hoofd , tot aan de oogen toe bloot leggen , waar. konde uitwelke de Horn of de Kuit uitliep.
fchijnlijk om het uitwerpen der eitjes, door de zwaarte Hier zal ik alleen nog bij voegep, dat in de Kuit eevann
SNO . SNO. 3438
een Snoek , die tusſchen de agt! en negen ponden woog. Rugvin , op't end van de Rug , digt aan de Staart, ha !
door BALTNERUS, een vermaarde Straatsburgſche Vis. 13, de borstvinnen baddun 10 , als ook de Aarsvin, de
ſcher, geteld zijn of geſchat, bijna anderhalf-honderde Buikvinnen o , en de Staartvin 15 ſtraalen. Het voor
duizend eijertjes. Dit verſchilt veel van negen millioe. werp van LINNÆUS geteld , had in de Aarsvin 17 (traz.
nen , gelijk Leeuwenhoek er in de Kuit van een ka. len en 16 in de Staart.
beljaauw vond ; dog het zou gelegenheid genoeg geeven IX . Blootkop , in't latijn Gijmno -Cophalus; (Efoxmax .
tot een verbaazende vermenigvuldiging , zonder dat de illis æqualibus , operculis obturiDimis , capite denredato.
Sreek door Lenden of Reigers gezaaid behoefde te wor. LINN. Sijt. Nat .) Een Vischje uit Indië, van grootte als
den; indien niet een groot gedeelte der Kuit vernield wer: de Sinelt, 't welk onze Autheur gezien had , word dus
de , gelijk in de Salmen enz. De tijd der Paaring is in van zijn Ed . onderſcheiden . In de Rugvin van het zelve
naart en april, en dan is het te Straatsburg , de verboo- zijn door hem geteld 13 , in de Borstvinnen 10 , in de
den cijd van Snoeken-vangst . Buikvinnen 7 , in de Aarsvin 26 en in de Staartvin 19
Niet ongelooflijk zal het iemand voorkoomen , dat men ſtraalen . 1

in Engeland den Buik van een leevende Snoek wel open


(nijd , om zien te laaten hoe vet de Visch zij, en den Snoek Verſchillende manieren om Snoeken te vangen.
niet verkoopen kunnende , hem weder in een Houwer De vangst der Snoeken is niet alleen vermaakelijk ,maar
doet , na dat de wond is toe genaaid ; niet ongelooflijk , teffens ook zeer nuttig en voordeelig , dewijl de wateren
zeg ik, numen weetdat
worden
de Visſchen zelfs gelubd kunnen door hun beroofd worden van andere Visch , welke zij
zaadvaten door te ſnijden , zonder dat in menigte verſlinden. Zelden kan menze , op de gewoo
, met de
zij er van fterven . Dat er juist Zeelten in die Houwer ne manier met een hengel vangen ; nogthans is het moog.
zouden moeten zijn , op dat door de lijmigheid van het lijk , dewijl mij zelven is gebeurt , dat ik eenige jaaren
vogt, welk dezelve oinkleed , de wond beter mogt toe geleden , met een gezelſchap nabij Tietjerk een Dorp in
heelen , luid wat klugtig. In alle opzigten is het zeker, Friesland een paar uur van Leuwarden , met den Hen
dat de Snoek zeer taai van leven zij . gel in een zogenoemde turf-pet visſchende, er een Vische
VI. Snepvisch; Menidia corpore fubpellucido , lineala je aan den hoek kwam , die dadelijk door een Snoek wierd
terali latiore argentea. Brown. I am .441 .; ( Efox lineala. ingezwolgen , en met veel moeite door mij opgehaald
terali argenter LINN . Sijſt. N 1t.) Deeze , die in het zijnde omtrent anderhalf pond zwaar. Het zelfde getuigd
Vorſtelijk Kabinetder Academie van Upral in Sweeden , ook de Heer HOUTTUIN , hem gebeurt te zijn ; zie Nat.
door den Heer Balk , onder den naam van Argertina, Hiſt, yolgens het samenſtel van LINNEUS 8ſte Stuk
was voorgeſteld , krijgt bier den bijnaam van Hepſetus, pag. 240.
welke ook op den Koornaair- Visch is toegepast. 't Schijnt
de Piquitinga te zijn van MARCGRAAF , en die Visch Hoe men de Snoek net een Looplijnvangt
of daar Brown ; in de Beſchrijving der Jamaikſche Vis . Hier toe moet men een Angelroe of iterk Riethebben ;
lchen , den naam aan geeft van Menidia , waar van't Lijf zie H.G.P.O. Plaat LIV . de bov.afdeeling ; deeze moet
bijna doorſchijnende , de Zijdſtreep breed en zilverko. lang en ligt zijn , van één of twee ſtukken die de een in
leurig is . d'ander worden geſtooken , en twaalfà vijftien voeten lang.
Deeze heeft den Kop langwerpig , op zijde en boven Maak hier aan een ſterke lijn , omtrent het midden der
plat; den Bek met dunne Tandjes ; de onderkaak een ſtok bij P. vast , 'en Naat het zelve langswijs om de An.
weinig langer ; het Kieuwenvlies met lien ſtraalen , of gelroe heen tot aan't dunne eind H. , daar moet men hec
daar omtrent. Her Lijf is lang , ſpilrondagtig , zilver- vast maaken , en er omtrent de langte van negen voeten
koleurig , met dunne Schubben gedekt ; deRug dikagtig ván laaten hangen , doende aan't eind van die lijn , bij
door een dubbelde ítreep van de zijden afgezonderd. De K , een haak van dezelfde grootte en dikte , als die van
Rugvin naar de Staart toe geplaatst, beſtaat uit omtrent fig. 1. Plaat LIV , aan deeze haak moet een Vischje wor
14 weerlooze ſtraalen ; de Borstvinnen , die lancetvormig den gedaan , dat op zijn best vier vinger-breed lang is ;
zijn , hebben er 12 ; de Buikvinnen 6. Deeze zijn rond; om dit Vischje aan de hoek te Naan , zo ſteekt 't eind K
kort, in ’t midden der langte van den Visch geplaatst. van't kettingje onder de kaak M. van 't Vischje door , en
tegen de Rugvin over , heeft ongevaar 15 doet het door den bek N. uitkoomen , tot dat de punt
De Aarsvin , Staartvin
Itraalen; de diegevorke is , 14. van de weerhaak een weinig onder de ſchubben in 't
VII. Geep ; in 't latijn Belione; (Esox roftro utraque lijf gaat ; daar na knoopt men de lijn bij K. aan het
inaxilla ſubulato. LINN. Sijſt. Nat.) Zie GEEP. kettingje, daar de haak met het Vischje aan zit, vast ,
VII. Braſiliaanſche Snoek , in 't latijn Lucius brafili: en maakt een ſtukje loot I. zo groot als eenhaſelnoot ,
enfis; doorMARCGR.Braf. 169. Timicu geroemt;( Ěfox één voet van hetaas af, vast. Ditalles gereed zijnde,
marilla inferiore longisfima, corpore ſerpentino. 'Linn. zo houd uw Angelroe aan het dikke einde metbeide
Sijft. Nat.) Uit het abinet van den Heer W. VAN DER de handen vast , en gaat langs het water , het zij ri.
Meulen, heeft de Hr.Gronovius er zodanig een ge. vier , meir of noot wandelen , werp dan uw lijn na
kreegen van tusſchen zes en zeven duimen lang, uit de de diepte uit, zo dat de haak met 'i Aas na de grond
Indien afkomſtig , dien bij thansomſtandig beſchrijft en gaan ; beweegt geſtadig de ſtok of Angelroe , waar door
noemt, Shoekmet de onderkaak ſpilrond, geſpitst, zeer herVischje zich , als ſpringende en zweminende ver
Jang; de Bovenkaak zeer kort. Deeze had ook de bei. toond. Indien zichhierdan een Snoek nabij bevind,
de Kraken beweeglijk ; de onderſte zeerſpitsdog niet zal hij welhaast op hetAas toeſchieten . Men moet
zeer ſcherp gepunt; ' de Schubben waaren groot en dun , vooral niet aanſtonds ophaalen wanneer inen voelt dat
zeer ligt afgiande ; het geheele Lijf, behalven de Rug , er bijt is , maar zo lange pot vieren als mooglijk is,
pilveikoleur; de ziiditrecp nauwlijks zigtbaar. In het dit maakt de Snoek zo veel te vaster aan de haak
bieuwenvlies, dat van de Dekzelen geheelbeſchut word, vast; voorrs haalt men het langzaam aan , on palmo
zijn duor hun vecrtien zeer dunne ſtraalen geeeld ; de hem na geraden in , tot dat men hem op 'i land heeft.
Ook
XK 2
343 . SNO , • SNO :

Ook kan men de lijn wel op een klosje wlnden , en Plaat LV.fig .A , B , C , D. Zij moeten vier of vijf dut
de Snoek vast zijnde, met de klos laaten afloopen om inen in’t geheel van A tot C lang zijn , te weten van ' t
dezelve te vermoejen en gemakkelijk optehaalen. eind A tot de plaats B daar de vorkjes of takjes van ander.
In plaats van een Vischje ,kar men ook een Kikvorsch half duim.tot cwee toe uitgroejeo , en van B tot het eind
aan den hoek Naan. Deezę visſcherij geſchied het best der takjes van derdebalf tot drie duimen ; ' eind van dic
een weinig, voor , en na zonnen op- en ondergang. takjes is geſpleeten , om daar het touwtje in te doen ,
zo als nader gezegt zal worden. Om deeze vorkjes te
Om de Snoek met Fleuren of Dobbers te vangen. gebruiken , 20. maakt een kerf aan 'i einde A. om daar
Deeze visſchernije die in de Provintie van Vriesland een touwtje van één voet lang aan vast te maaken , dit
op cene boete van 25 en in die van Stad en Lande dient om de Fleur daar mede op de plaats vast te maaken ,
op eene van 12 guldens verboden is , geſchied op de daar men ze wil leggen .. Bind dan het einde van de lijn
volgende wijze op de plaats der vork bij B., en wind het overige op de
Men heeft in de eerſte plaats een hoek (zie fig, 1. tweetakjes Cen D , laatende het touwtje in 't windennu
Plaat LIV. ) waar van de weerhaak met D getekent, eens over’teene en dan over'ı ander takje , beuriswijze
open genoeg is om te beletten , dat wanneer de Visch heen gaan , tot -op age of tien voeten van 'tAas, doende
er eens aan vast zit , die niet weder los kan koomen . de kurk E..op drie of vier voeren van de haak. Maak
Aan het eind van deeze hoek moet een oog C zijn , om daar na met het touwtje de Fleur aan een ſtok of paaltje
het koperen kettingje C. B. Ą . Z. aan vast te maaken. vast , en werpt de hoek met het Aas er aan vast , heel zagt.
Of wel men heeft een dubbelde hoek met twee weer- jes in 't water op de plaats die uw goed dunkt , zo dat de
haaken , zie fig. 2 en 3 , deeze maakt men aan de twee Snoek door ' t water zwemmende, 't Aas H. vind, 'tgeen
einden N , 0. als een gemeene haak ; daar na buigt men zij in zal fokken , en van plaats willende veranderen zo
ze in 't midden M , en maakt daar aan een zoort van als zij gewoon zijn te doen , wanneer zij haaren prooij
oog , en doet die twee haaken van agteren bij een bui. weg heeft, zal zij zich gevangen vinden en veel geweld
gen , als ofze van één ſtuk waaren , daar na doetmen er maakende om los te komen , zal het touweje uit de ſpleet,
een kettingje P. B.M.aan , 't welk uit twee of drie ftuk C of D glippen ; na 't welk de Snoek zal voortloopen ,
ķen is zamengeſteld. Aan deeze zoort van hoeken kan denkende los te zijn , en hier door zal zij het gevaar one
met mogelijkheid geen Snoek ontkoomen , dewijl altijd koomen van in de ruigte te verſmooren . Het is hieron
de een ofd andere en zomtijds alle beide teffens haaken. dat men de lijn zo lang moet neemen , en voor al zorg
Nimmer moet men de Fleuren ter plaatze zetten, daar draagen dat ze ter deegen aan de vork vast zij , en de vork
veel ruigte in -'t water is , of daar Boomen , takken of aan de tak , Itaak of ſtok , dewijl men anderzints gevaar
wortels zijn ; om dat de Visch zich gevangen voelende, loopt om niets te vangen , en zelfs de lijn kwijt te raaken.
in de takken of't ruigte loopt , zo dat men ze niet alleen
kad krijgen , maar zelfs dikwils gevaar loopt zijn gantſche Om Snoeken op een andere wijze te vangen .
vischtuig te verliezen. In de Nouvelle. Maiſon rustique par Leger . Tom . II.
De plaats uitgezien hebbende daarmen de Fleur wil zet- pag. 547. vind men de volgende manier beſchreeven om
ten , maakt men de Visch aan den hoek vast. Neemt Snoek te vangen , die niet kan nalaaren veel vermaak aan
daar na een ſtuk kurk of anderzints ligt hout', in wiens de Liefhebbers te geeven , indien zij doorgaat. Neem ,
midden een gat is , en maakt dat aan de lijn op drie à vier met heldere lucht en zonneſchijn , een Spiegel, die tame.
voeten na , wat meer of minder-na dat hetwater diep is , lijk groot is , en breng het zonnebeeld daar van te rug
i vast; werpt dan de lijn , de kurk' , en de hoek waar aan gekaatst , op't water, daar gij van gedagten zijt dat zich
hec Vischje tot Aas zit met al uw magt -weg , en maak Snoek onthoud.
het eind van de lijn , aap iets vast dat op de kant van't De Visch zalniet nalaaten , 20 men verzekert ; zich op
water ſtaat. De regte tijd om Fleuren of Dobbers te zet die plaats aan de oppervlakte , oftusſchen wind en water
ten , is drie of vier uuren na den middag. Men haalt ze zo men't noemt , te vertoonen ; dan kan men hem met den
'smorgens om agt of negen uuren op ; want de Snoek bijt Snaphaan treffen, en van den wal met een ſtok of in een
s'avonds zo wel als s'morgens . Schuitje ophaalena,
Daar is veel onderſcheid in het ſtellen der-Sleuren ,
namelijk of zulks in ftit dan in loopend water geſchiede. Keukenbereiding van de Snoek.
In ſtil warer doet men 't op de voorbefchreevene wijze , Deeze Visch ſchijnt oudtijds , in weinig achting to
dog in loopende rivieren zoude het op deeze manier niet ſpijze geweest te zijn. Hedendaagsch word hij , dik en
Jukken en de Lijn benevens het Aas weg drijven en met er : vet zijnde , onder de beste zoete water Visſchen geteld ;
haast aan de kant zijn ; om dit te beletten neemt men een in Vrankrijk inzonderheid , alwaar de Kloosterlingen ,
Meen , ter grootte van een Hoendereij , en maakt die aan als 't in de vasten is , daar van veele lekkere gerechten
de kurk vast , zo dat die als tot een anker diept , waar weeten te bereiden . In Engeland maaktmen er zo veel
voor de kurk legt .. werks.van , dat de Snoeken , in drijvende Houwers , ge.
Qin Fleuren in een rivier of ander wijd water te leg. Speend en met goed voedzelworden vet gemaakt, hoe
gen , heeft men een Schuitje nodig ; want zonder dit, is't danige men in menigte , te Kambridge op de rivier zice
Diet weldoenliik , om-ze zodanig te leggen als men gaar. dobberen, die met kettingen aan den walvast zijn. Ook
De heefp. verſchilt de hoedanigheid vrij veel , naar de plaats daar
Is een zodanige rivier of water daar men voornemens. hij gevangen word . Om te kooken kiest men gemeeplijk
is Fleuren te zetten , aan de kanten diep genoeg , als dan de grootſten , na dezelve welgeſchubt en gewasſchen te
kan men zich van een lijn bedienen , zodanig die op Plaat; hebben , ſnijd men ze in ſchuinſe mooten van een vinger
IV. de bovenle werdeeling is afgebeeld. dik , kookt dezelve in water en zout zo als andere Visch ,
Men neemt als dan zo veel kieine vorkjes van hout ;, en zet ze met jonge wortelen of aardappelen , benevens
als men voornemens is , Fleuren te zetten . Van deeze een peterſelie , mostert. of zuure eijer Saus voor ;
vorkjes kan men af zonderlijk eene afbeelding zien , op SAUS. Ge.
Plaat 54..

M
N

Fig . 2 . B M N
POoo

Fig. 1 . с
B
Α.
D
o
oc
Go

F
H Fig. 3 .
ISIS

G B

SU
Fig . 4 . D

V
Y H

i
ish
Lub
N L Fig . 5 .
K
ta
s

7. de Bakker fecit,2741 .
SNOEK .
!
SNOEK . Plaat 55.

B
F
EE

B А.

BO

BB

7 8

X
V

SPANNET . F. de Bakker fecit,1742.


Tel

1.
SNO. SNC 6433
Geſtoofde Snoeki zouden zijn tegen het zijdewee en keelziekten ; weshal.
De Snoek wel geſchraapt zijnde, zo ſnijd dezelve aan ven er in veele.zamengeſtelde middelen daar tegen ge
nooten , legt die naast malkanderen in een vertinde ko. bruik van gemaakt werd. Dus vind men in de Pharma.
peren ſchotel, doet er bij boter , wat water , zout , note, copes Bateana een Pulvis Antipleuriticus, beſtaande uit
muscaat, kappers, fijn gelneeden chalotten , een citroen gelijke deelen bereid bokkebloed en bloem van zwavel,met
in ſchijven geſneeden, geſtooten tweebak en wat noode zo veel van de Snoeken -kaaken als van diebeiden te zaamen,
wijn , zet hei dus op 't vuur , en een dekzel met vuur gemengd, om er een ſcrupel of een half drachma van in te
er op , op dat het van boven een bruine koleur verkrij. neemen , met drie oncen Aq. Card. Benediti , en dus den
ge; men moet zorge draagen , dat er de ruimte faus Pacient te doen zweeten. ETTMuller beweert , datdeeze
bij zij. Kakebeenen door hunne alkalijne en diaphoretieke hoeda
pigheid , het fremmend zuur opſlurpen , dat de opgisting
Aangelegde of Farde van Snoek. maakt,in zodanige ziekten . Inderdaad, daar zijn zoorten van
De Shoek als boven wel gezuivert zijnde , zo haalt het zijdewee en keelkwaalen , in welke zo wel deeze kaaken,
vel van de Visch , dog zodanig dat het aan de kop en als de zaagjes uit den Kop , gelijk de Kreefts-Oogen en
ſtaart vast blijve zitten ; neemt dan alle de Visch van de zogenoemde Steentjes van de Baarſen en Karpers, tot
de graat , hakt die klein , doet er bij eenige eijeren ge- die beide oogmerken zeer dienſtig voorkoomen. Het
regelt na dat de Visch groot is, benevens peper., zout , Poeijer van deeze ailen word , onverſchillig tegen het
Hootemuscaat en gehakte peterſelie; menge dit alles wel graveel aangepreezen ; wanneer men het tot een vierde.
onder een ; legt dan de graat daar de kop aanzit , in loots , in peterſelie water of dergelijken gebruiken laat.
een taarte- pan of vertinde koperen ſchotel , die met Sommigen ſtellen, dat door de Snoeken -kaaken het zuur
boter is beſmeert en het hakzel daar om , zo veel de ſterker opgeſlurpt worde dan door den Zee-Eenhoorn , en
gedaante van een Snoek behoudende als doenlijk , trekt zo ferk niet als door de Kreeften- Schaaren. Om de
hier het vel weder over , en laat het met vuur van on- gezegde redenen kunnen de eerstgemelde , gebrand en
deren en boven gaar ſtooven ; gereed zijnde op te dis. tot Poeijer gemaakt , ook tegen den buikloop, dienſtig
{chen , bind men de ſaus met eenige geklopte eijerdoijers; zijn .
of wel men legt de Snoek in een ſchotel en giet er een SNOEK BAARS, in 't latijn Lucio- Perca ; Perca pal
suure eijer.ſaus over , er voorts de ruimte kappers over. lide maculofa, duobus dentibusmaxillaribusutrinque majo.
ſtrooijende en er eenige citroenſchijven opleggende. Van ribus. Arted. Gen. 39. Sijn. 62. Spec. 76. ( Perca pinnis
het gehakte dat er overbli ft en niet behoorlijk aan de dorſalibus diftin &tis, fecunda radiis viginti iribus. Linn.
graat onder het vel kan , maakt men kleine fricadelle. Faun. Suec.). De geltalte van deeze Visch , die onder het
ijes, die men er bij laat gaar ſtooven. Wil men zo veel geſlagt der Baarſen behoort , is langwerpiger dan die van
moeite niet doen, maakt men maar van het gehakte den Baars , de Snoet langer en ſpitzer , de Rug laager ,
dén groo:e of verſcheidene kleindere fricadellen , en be: de Buik breed en plat. De koleur van de Rug en Zijden
handelt het voorts op de beſchreevene wijze ; ook hak . is uit den vuilbruinen geelagtig , met donkerer itreepen ,
ken zommigen er wel wat Aal onder ; het een en an: die onregelmaatig loopen, getekend; de Onderbuik , gee
der is zeer ſmakelijk.. lijk ook de Buikvinnen , zijn een weinig rood , dog min.
der dan in de Baars. De Bovenkaak , die , zo wel als
Gebakken Snoekjes. de Onderkaak , met kleine Tandjes is bezet , ſteekt een
Neemt- hier toe Snoekjes van anderhalf ſpan of daar weinig voorbij dezelve uit. Nevens het eerſte paar Vin ..
omtrent, ſnijd er de koppen en knipt er de vinnen en nen is een Beentje met drie ſtekels ; ook loopen., aan den
ftaart af, kerft ze dan aan beide zijden tamelijk fijn, wortel der Vinnen , de Kieuwendekzels uit in een terka
wascht en zuivert ze wel , droogt ze met een doek af. doorn . De Schubben zijn ruuw gezoomd.
wentelt ze in weiten -meel waar in wat zout is gedaan , Men vangt deeze Visch zelden , om dat hij altoos inde
en bakt ze in de koek-pan in bruine boter gaar; aan- diepte zich onthoudt. Sommigen willen , dat er van
disſchende, zo drukt er een citroen op uit , ſtrooit er wat een elle lang zijn . WILLOUGHBY beeft er één gehad ,
cappers over , en zetze warm voor ; is zeer ſmaakelijk ., die in den Donau Stroom gevangen was , van anderhalf
Yolgens getuigenis van Lekkerbekken .. voet. Zelden vallen zij zwaarder dan tien ponden. ARTER '
Di beſchrijſt een Snoekbaars , van bij de twee voeten lang,.
Geneeskundig gebruik van de Snoeken . zeer omſtandig. Hij is zeer vet en witvan vleesch , wora
Verſcheidene deelen van den Snoek zijn in de Ge dende gebraden of geſtoofd gegeeten en; voor een leker.
Heeskunde beroemd geweest. Het Vet is zeer verzag . nij gehouden.
tende en oplosſende ; men beſmeert er de Voetzoolen SNOER TREKKEN , zie HAAR TREKKEN .
en Borst der kleine Kinderen mede om de zinkingen af SNOT, Mucus. De Snot word genoem dat Nijmerig.
te wenden , den hoest te doen bedaaren en hun naap vogt, 't welke in den neus afgeſcheiden word door de
te bezorgen. De Gal word aangepreezen in zodanige kliertjes in het footplies of vlies van SCHNEIDER , die de
kwaalen , die uit verſtopping van de Galbuizen , gebrek eerſte over het zelve wel gefchreeven heeft.
of onwerkzaamheid van de Gal , in Menſchen die zich De Snot dekt den neus geheel van binnen , en bewaart
weinig beweegen , ontſtaan ; zij gaat ook voor een ge . de fijne en tedere zenuwen tegens de ſcherpe deelen der
neesmiddel van afloopende koorizen ; men neemt er ze. lucht; iets ſcherps opgeſnoven vermeerdert daarom de
ven of agt druppelen van , in eenig bekwaam vogt. Voor Snot , en verdunt ze teffens. In verkoudheid , welke
zommige oog en oorkwaalen, is dezelve niet ondienſtig .. eene ligte ontſteeking is van dat vlies , word de Snos:
De Gehoorbeentjes uit den Kop , zullen waarſchijnlijk , van gelijken meerder afgekleinsd ; en na maate dezelve
van niet minder kragt zijn , dan die der Baarſen. geneest , dikker, geel, en groenagtig , tot dat zij weder
Allerhoogsı , egter , heeft men opgegeeven van de de natuurlijke helderheid en Nijinigheid verkrijgt , even
Kakebeenen der Snoeken , die van een bijzonderen dienst als in de verkoudheid der borst
Kk
in de longepijpen geſchied.
3 Hoc
3434 SNO . SNO.
Hoe de Snot in den neus , uit verſcheidene holtens i ze ſchiet baar Kuit welke zeer groot is, omtrent pink
koomt , hebben wij getoont in de beſchrijving van den » j fteren in overvloed uit ; waar van deeze Visch ook
NEUS , zie aldaar. » , zijnen naam heeft. Hoe vetter hij zij hoe rooder hij
SNOTTOLFEN is de naam van een Visſchen Geſagt, er uit ziet , trekkende anders naar het groene ; zijn
dat door LINNÆUS Cijclopterus word genoemt , wegens Lijf, als gezegt is , is maar klein , en de Visch zouw
den ronden omtrek , welken de Vinnen onder aan het Lijf zeer lekker zijn , naar men wil; dog ik heb ze nooit
maaken . » geproefd. De Otters zijn er groote liefhebbers van.
De Kenierken , die dit geſagt onderſcheiden , beſtaan „ Dewijl deeze Visch aan geen hoek bijt, word bij fegts
in een ſtompe Kop , gerande Kaakebeenen ; het Kieu. » toevalliger wijze , in de Kabeljaauw of Salmnetien 23

wenvlies met vier Straalen , het Lijf hoekig met bceni. » gevangen , maar als hij geheel boven aan de oppervlak
ge Schubben , die van elkander afitandig zijn , gedekt; te van 't water zwemt , kunnen hem de Visſchers zom
de Buikvinnen kringswijze zamengegroeid. » tijds , een Nag met den riem , in de Nek toebrengen;
De Heer LINNÆUS geeft twee zoorten van dit Ge- waar na men hem ligtelijk magtig word. Zij gebrui.
Nagt op , waar van wij hier de beſchrijving der eerſte , hem in dit geval , niet dan tot aas , waar mede zij andere
als wel de voornaamſte , laaten volgen. Visſchen aan hunne hoeken lokken ; inzonderheid de
Lump , in 't latijnLumpus; ( Cijclopterus corpore Squa. », Heilbotten, die er zeerheet naar zijn ",
mis osſeis angulato. Linn. Sijjt. Nat.) Deeze Visch , De Lump is breed en plat van Buik , loog en ſcherp
die in de Oost- en Noordzee gemeen is, word aldaar van van Rug ; den Kop heeft hij ſtomp , inet-uitpuilende
de Duitſchers Zee -Haas , van de Sweeden Spurijgg- Neusgaten , gelijk in de Koekoek -Visch. Vijf of zes
Fisk , van de Heiliglanders Haffpodde, van de Schotten Vinnen is hij mede voorzier ; twee Borstvinnen , name:
Cock. Paddle , van onze Visſchers Snottolf , van de En- lijk, waar boven de opening der Kieuwen zijn , iedervan
gelſchen Lumpfish en Sea -Owl ofZee Uil, van de Zeeu . 20 Beentjes of Straalen , eene Aarsvin van 10 Straalen ,
wen Klieft genoemt. Die naamen drukken min of meer eene Rugvin daarboven , en eene Staartvin , als ook een
de gedaante uit, welke zeer lomp en wanitaltig is ; niet kringswijze Buikvin. Deeze laatſte maaktwelhet aan:
minder dan die van den Zee-Duivel of Hooſenbek, wel- inerkelijkſte gedeelte van dit Schepzel uit. Zie de afbeele
ke ook de Pad of Kikyorsch -Visch genoemt word, van ding op plaat M. fig. 14.
wegen zijne Geſtalte. Ondertusſchen geeven de beeni. Het is een Lighaam van gedaante als een bouten Nap
ge Schubben er veel overeenkomst aan met den Steur. of Schotteltje, in’t midden uitgehold , met een breede
SCHOONEVELD heeft dit Schepzel genoemt , Zee. Haas rand; ſchijnende zeer ſpieragtig of peezig , inwaarde
van ons Land , een zoort van Moolenſteen -Visch. De Hr. kraakbeenig te zijn. Het dient den Visch om zich daat
Krein geeft er den naam aan van Oncotion , die zwarte mede aan de rotſen en ſteenen in zee vast . te hegten.
agtig en bleekrood bont is , met den Buik roodagrig, Dr. Tyson vond deeze Nap twee en een half duim breed,
hebbendeknobbeltjes, die ſcherp uitloopen , op de huid. met een rand van drie vierde duims, in een Snottolf van
Volgens Ray heeft deeze Visch , aan beide de zijden , veertien duimen lang en negen breed, die door hem onto
drie rijën van omgekromde Doornen of Steekels , hoeda- leed werd. Van de Ingewanden geeft die Heer eene om:
nig eene rij er ook op de Rug gevonden word. Hij ſtandige Beſchrijving. Append. ad Hiſt. Piſc. WILL. p. 26.
komt zegt men , te Leiden op de Visinarkt dikwils voor, De Maag was zeer wijd en had een menigte bijhang.
dog is weinig geagt tot ſpijze . Men gebruikt in de Noor- zels aan het Portier, die zich in verſcheide Takken ver.
delijke Landen , het poeijer daar van, veel tegen de an. deelden. Het Kanaal der Darmen , maakte verſcheide
derendaagſche koorts. fingeringen , gelijkerwijs in de viervoetige Dieren , gee
In Noorwegen maakt men onderſcheid tusſchen het ſtevigt door het Darmſcheil. De Endeldarın was nage.
Mannetje en Wijfje, noemende het eerſte Rogn -Kal, het noeg een duim wijd en over de vijf duimen lang. De La
andere Rogn-Kexe, zo de Heer PONTOPPIDANS meld , ver had een driehoekige figuur , ieder zijde van drie dui.
die er het volgende van berigt. Naturl. Hiſt. von Norw . men , en was van koleur bleek citroengeel. Geen Gale
II . Th. pag. 266 . Het is een zeer wonderlijke Zee blaas vond men , maar een wijde Galbuis , zich onmidde
Visch, weinig langer dan een elle , dog zeer breed , lijk bij de bijhangzels ontlastende.
dik en plomp van Lijf, 't welk eigentlijk geſprooken De Nieren waaren in deeze Visch, zegt Doctor Tr*
weinig grooter is , dan dat van een Braaſem of groote ,, SON , zo door hunne figuur als hun maakzel, aanmer. 11

; Bleij , beſtaande voor 't overige uit een dikke Schulp , kenswaardig . Nabij het Middelrift , namelijk, vond
of bekleedzelvan kraakbeenige zelfſtandigheid , ' weli men twee lighanen van anderhalfduim breed , dieter
hem zeer oneffen en knobbelig maakt. Dit kraakbeen » Jangte van één duim zeer {mal wierden , eindelijk za•
vind men overtoogen inet eene roodagtigeHuid , wel. ,, menliepen tot één Lighaam , van ongevaar twee en een
ke door eenige platte en geſtippelde beenen Schilden , half duim lang ; 't welk twee Pisleiders uitgaf naarde
van onderen overlangs op drie rijën bezet is. De Kop 99 Waterblaas . Deeze laatſte had haaren uitgang , ne
is dik en plomp; om den Smoel heeft hij, aan beide ,, vens de Navel, door zeker uitpuilend lighaam , dat T
zijden een ring , van figuur als een halve Maan ; de ik de Schaft oordeelde te zijn en geloof, dat de Hom
Staart is aan't end volkomen gelijk , even als een be- door het zelve word uitgeſchooten. Zulks waar zijn.
>>
D
si zem , die van onderen afgehakt waare. Langs de Rug de , zou men een ander gebruik kunnen toeſchrijven
>

.., vertoont zich eenige krulligheid , en onder aan den aan 't gedagte Napie , tusſchen de twee voorſte Vinnen ;
Buik zit een ſtuk ſponsagtig week vleesch , waar me . te weeten om de Paaring te bevorderen . Want , door
de de Visch zich , gelijk de zwarte Slakken , vast aan behulp van 't zelve , voegen de Hommers en Kui.
97 klippen zuigt en houd , zo dat hij er met geweld ters zich zaamen , kleeven aan elkander , en voeren ,
van afgeſtooten of gefcheurd moet worden. 't geen noodig is tot de Voortrecling , met meer
De Rogner of Rogn.Kexe, is wat grooter dan de gemaks uil. Ten dien cinde heeft de Natuur deezen
Regn Kal, en daarenboven blaauw van koleur. De . Visch rijkelijk verzorgd . Ik heb in ' t Mannetje twee
ni groe
SNO , SNO . 8435
groote Lighaamen gezien , van bijna agtduimen lang, Dat van den gemelden Heer heeft den Kop , zo wel
en één duim breed , uitgeſtrekt over de geheele lang. als 't Lijf , booger dan breed , en dik ; deOogen groot ;
, te van den Buik , en met een Vlies aan 't midden der den Bek klein , met een menigte var kleine Tandjes
* Nieren verbonden ; welk Vlies de Nieren omvangen- in de beide Kaaken. Tusſchen de Oogen voor de Rug.
de, dezelven hegt aan de Rug van den Visch. Dat die vin , is een kam , beſtaande uit veele zeer kleine ,
lighaamen zaadvaaten of de Hom zijn van den Visch , zwarte en op een rij geplaatſte Borsteltjes ; de Navel
vermoed ik , dewijl zij in verſcheide afſcheidingen is digter aan den Kop dan aan de Staart. Het Kieu.
> verdeeld waaren , en , geborſten of gedrukt zijnde , wenvlies heeft vijf Beertjes, die krom zijn ; van de
», een mielkagtig vogt uitgaven”. zeven Vinnen beſtaat de Rugvin uit 26 enkelde Been
SNOT - VISSCHEN . De geſagtnaam Blennius, die tjes ; de Borstvinnen hebben er ieder 14 , die takkig
van Blenna word afgeleid , dat Snot en Slijm betekend , zijn , en de Buikvinnen 3 dergelijken. De Aarsvin ,
.en aan deeze Visſchen ter oorzaake hunner (nocierige die kort agter de Navel begint, en tot aan de Scaart
hijinerigheid , waar in zij uitmunten , gegeeven is , kan zich uitſtrekt, heeft 10 ;, de Staartvin , die rond van
men gevoeglijk door Snotyisch vertaalen . omtrek is , 11 Beentjes , waar van de negen middelſten
OmtrentdeKenmerken deezer Visſchen is Artedi zeer getakt zijn.
uitvoerig , brengende dit Geſagt onder de Visſchen met III . Gehoornde Sorvisch , in 't latijn Blennius cornu .
ſcherpe of gedoornde Vinnen te huis , welker Kieuwen . tus ; Blennius pinnis ocularibus fubulatis , pinna ani Olli
vlies, in dit Geflagt, zes beentjes heeft, die duidelijk culorum viginti fer. Linn. Åmoen. Acad. 1. pag. 3165
zijn te onderſcheiden. De Kop , zegt hij , is hooger dan ( Blennius radio fimplici fupra oculos, pinna dorjali foli.
breed , gelijk ook het Lijf , dat LINNÆUS lancetvormig taria. LINN . Muf. Ad. Fr. 11. ) Deeze die , gelijk de
noemt. De Kop loopt ſteil af van de Oogen naar den Bek, voorgaande zoort , haare afkomst heeft uit Indie , voert
en iſ gedekt , of, zo de Heer GRONOVIUS zegt , doorgaans den bijnaam van Gehoornde, dewijl zich aan den Kop
tusſchen de Oogen , 't zij met Vinnetjes ofBorſtels , 't als twee Hoorntjes of Sprieten vertoonen. Men hadze
zij met de voorſte Straalen van de Rugvin , gekamd. De derhalven genoemt Snotvisch, met de Oogvinnen elsvore
Buikvinnen hebben twee ſtompe Beentjes. De Aarsvin mig , de Aarsvin van 26 Beentjes. Zie hier de beſchrij.
is afgezonderd. DeRugvin , die gemeenlijk van den Kop ving uit die van 't Vorſtelijk Kabinet der Stokholmſche
zich bijna tot aan de Staart uitſtrekt, heeft dikwils eenige Akademie.
ſcherp gedoornde Straalen ;,zomtijds vindt men die ſtekels De Kop is zamengedrukt , met zeer kleine knobbel
alleenlijk alszekere aanhangzels op den Kop , die daar de1 tjes op het Voorhoofd en op zijde ; van vooren ſtomp,.
gemelde Kam maaken. met een menigte Tandjes boven en onder in de Bek ;
ARTEDF telt zeven zoorten van dit Geſagt , dog Lin. tusſchen welken in de onderkaak , wederzijds een lan :
NÆUS heeft er twaalf van opgetekend, waar onder de En , ger kromme Hondstand ſtaat ; de Lippen dekken de Tan.
thelijopi , of aalgelijkende Visſchen van Gronovius en den ; de ogen zijn groot , en een lang elsvormig baard.
Klein behooren. De zes eerſten hebben den Kop ge . je gaat wederzijds, aan den bovenſten Ooghoek , tot het
kamd ; de zes laatſten ongekamd. midden van den Kop uit ; het Lijfis langwerpig , met een .
1. Zee Leeurik ; Alauda criſtata Jonst.; Alauda cri: naakte Huid gedeki , met ſtippen ofvlakjes , die ijzerko .
Itata fivegaterita WILLOUGB. Pag . 134.; ( Blennius criſta leurig zijn beſprenkeld. De Navel bevind zich in 't mido
capitis transverſa cutacea . Arted. Gen. 27. Sijn. 44.) Bij den , de Rugvin heeft 34 , de Aarsvin 20 beentjes, die
de meeste Schrijvers , voert deeze den naam van Kuif. zagt en niet gedoornd zijn : de Rugvin blijftoveralbijna
Leeurik , ter oorzaake van een Kuif ofKam van de huid , van de zelfde breedte , aan 't agterend rond ; de Borsti
boven op den Kop tusſchen de Oogen geplaatst , zijnde vinnen die ovaal zijn , hebben 15 dergelijke ſtraalen ; de
driehoekig van gedaante, en aan de kanten rood. Om Buikvin onder aan de Keel , die elsvormig zijn , 2 ; de
die zelfde reden , hebben hem anderen , Galerita ge- Staartvin die niet verdeeld is , heeft er II takkige ; de
noemd. Linnæus zegt , dat hij zich in de Europiſche overige Beentjes zijn enkeld.
Oceaan onthoud. IV . Vlinder. Visch , in 't latijn Blennius oceliaris ; Blen ,
II. Gekande Snotviscb , in 't latijn Blennius criſtatus; nius ſalviani & fortasſe etiam Bellonii . WILLOUGHB. p.
(Blenniuscriſta Setacea longitudinaliinter oculos.GRON. 131. ŘAY P. 72. ( Blennius radio fimpliciſupra oculos, pinna'
Mus. 1. 1 75.) Deeze word uitde verzameling van den dorſali anteriore ocello ornata, Linn. Muf. Ad. Fr.
Wel Edelen Heer A. VOSMAER , Directeur van 'tStadhou. 11.} Men geeft aan deezen , niet onaartig den naam van
derlijk Kabinet van zeldzaamheden , door den Hr. Gro . Vlinder :Visch , om da: zich de Rugvin niet alleen als de
NOVIUS beſchreeven , die aanmerkt, dat het de Puna. Vlerk van een Kapel vertoont,maar ook met eene donkere
su der Braſilianen zij, waar van Ray ſpreekt, als een oogswijze vlak is getekent , gelijk in zommige Vlinders
Vischje van vier duim lang, langwerpig, met den Kop dit plaats heeft. Men houd hem voor den Blennius of
dikagtig en van vooren ſtomp; den Bek klein ; twee Blennus der Ouden , in 't grieksch Belennus of Blennos ,
Tandjes , alleenlijk in de onderkaak, die lang, dun, hoewel de Belennus van RONDELETIus een andere Visch
en ſcherp zijn als ſpelden; de Oogen boven in de Kop ; ſchijntte zijn. De Romeinen noemen deeze zoort Mo
en de Appelkringen goudgeel; waar boven twee korte foro, de Engelfchen Butterfly Fish .
uitſteekende roode draadeir ; de Kieuwen ruim . In die De Geſtalte beſchrijft RAY als volgt. Hijheeft de
Vischje begint, zegt die Autheur , digt agter den Kop langte van zeven of agi duimen , diks van Kop zijnde en
de Rugvin , welke tot aan de Staart toe voortloopt en bleekblaauw of aschgraauw van koleur, met olijf-koleu .
geſtevigt is door uitpuilende Doorntjes ; kort agter de rige of vuilgroene treepen ; de Oogen ſtaan taamelijk
Navel een Aarsvin , zich ook tot aan de Staart digt bij elkander , boven op den Kop en in zonmige is ,
Arekkende. Het is met cen bruine Huid gedekt , en boven ieder Oog een Vinnnetje; de Voortanden lang
de Vinnen zijn van de zelfde koleur. en rond , nevens elkander , kamswijze , in een fraaije
fchi
3436 SNO . SNO .

fchikking geplaatst; de Rugvin is in 'tbegin zeer hoog , Afbeelding van dit zonderlinge Visſchje , 'op plas M.
en heeft agter de vijfde ſtraal in 't bovenſte een fchoone fig. 75.
vlak , naar een Oog gelijkende , in 't midden zwart VII . Snotvisch met den Kop effen , de zijdſtreep krom ,
met een witten ring , die aan de agiſte Itraal. ophoud ,, en eenigermaate in tweeën geſpleeten ; Alauda non criſto
door welk kenmerk deeze zoort zich zeer gemakkelijk, ' ta Authorum. Will. p. 133. Raj. p. 73. JONST.; (Blen.
van alle andere laat onderſcheiden. De geheele Vin is nius capite lævi , linea laterali curva ſubbifida. Linn. Sijft.
bont , te weten vuilgroen of olijfkoleur met blaauwe , Nat.) ARTEDI had van deezen , die de eerſte is onder
bruine, witagtige vlakken , zonder eenige orde , geſtip. de Snotvisſchen welke geen Kam of Uitſteekzels op den
péld ; de Buik puilt wat uit. Hij heeft in 't geheel geen Kop hebben , een bijzonder Gedagt gemaakt , onder den
Schubben . naam van Pholis. Deeze naam word door de Ouden gen
Men verhaalt dat ditVischje , hoe fraaij ook getekent geven aan een Vischje , in Provence Bavoſa genoemt we
in zijn leven ; dood zijnde de koleur kwijt raakt. Te gens zijne Nijmigheid , 't welk WILLOUGHBY Ook reede
Venetie komt het in de maand october , en misſchien wel oordeelde tot de Zee - Leeurikken te behooren . Artedi 1
den geheelen winter door , veel te koop , onder andere wil , dat de Blennius , door hem getijoelt , met de Opper.
Visch ; zo dat het onder de Europiſche Visſchen geteld kaak langst en den Kop van boven ſpits, de Alauda nox
mag worden . criſtata der Autheuren zil , welke de Cornwallers Muis
V. Snotvisck met de Vinnetjes der Wenkbraauwen , granoc en Bulcard , die van Livorno Galeētta noemen;
en die van den Nek; gepalmd ; Blennius pinnulis duabus wordende een half voet lang en grooter , van koleur bont; 093

ad oculos , pinna ani oficulorum viginti orium . Arted. met den Kop van agteren cen weinig neergedrukt.e Het
Gen. 26 Sin. 44. ( Blennius pinnulis ſuperciliorum nur zelve onthoud zich , zegt hij , in de Middelandſch Zec
chaque palmatis. Linn. Sijft. Nat.) Dit Vischje word en de Oceaan .
te Venetien Gattorugine.genoemt ; welke naam een roe. Door GRONOVIUS vind ik een Snotyischje van deezo
ftige Kat zou kunnen betekenen , van wegens de koleur ; zoort beſchreeven , dat aan de kust van Cornwall gevan
hoewel men twijfelt, of die ook afkomſtig zij van Guttu. gen is , den Heer Doctor SCHLOSSER toebehoorende. Het
roſus; dewijl zommigen meenen , dat de uitſpraak der zelve is bij de vier duimen lang, en heeft den Kop,dik,
Visſcheren ten dien opzigt , Gotorofala, en dat het de van vooren tusſchen de Oogen , ingegroefd , agter dezel.
Onder de Neusgaaten
Piſcis gutturojus zij van GESNERUS. ve overlangs en laag gekield.
Die Vischje, van grootte en gedaante als 't voorgaan is een bosje kleine haairtjes ,, in ’t ronde geplaatst, die
de , heeft insgelijks geen Schubben , zijnde glad , aan de voorwaards ſtrekken . Het Kieuwenvlies word door zes
zijden zamengedrukt en zeer cierlijk getekent. Breede beentjes geſchraagd ; de Rugvin heeft 31 ftraalen , waar
banden , naamelijk , beurtelings van olijfkoleur en groen . van de twaalf voorſten wat ſtijver zijn dan de agterſten ;
agtig geel , met bleekblaauwe ſtreepjes van een geſchei. de Bortvinnen hebben 13 , de Buikvinnen 2 ; de Aarsvin
den ; loopen om de Rug heen , en van onderen is het , 19 , de Staartvin 10 beentjes. Het is t'eenemaal onge.
even ſchilderagtig , met koleuren afgeperkt, die beurte . ſchubd , bruinagtig van koleur , met zwarte vlakken .
lings bleek tegen bet donkere van de Rug , en donker te. VIII. Snotvisch wiens Rugvin tien swarte Oogjesheeft;
gen bet bleeke over ſtaan. De Straalen van de Rug- en Blennius maculis circiter decem , nigris, limbo albo , utrim .
Åarsvin ſteeken met witte puntjes boven hetVliesuit. que,ad pinnam dorſalem .Art. Gen. 27. Sijn. 45.; ( Bler
datdezelveverbind; boven de Oogen zijn twee Baard. Fr.
niusI.pinna dorſali ocellis decemusnigris.Linn.
p. 69 ) Dit is de Gunnell , die.
Mus.Ab
der Cornwalleren
jes en de Kop loopt zeer ſteil af.
De tellingen van de Straalen der Vinnen , in drie voor . van zommigen Butterfisch , dat is , Boteryisch genoemo
werpen , komenten naaſtenbijovereen , zijnde er 30 word , komende ook bij ons in de Noordzee, dog zeer
of 31 in de Rugvin , 13 of14 in deBorstvinnen; 2 in zeldzaam , voor.Hijheeft omtrent tien swarte Vlak
de Buikvinnen ; 20, 21 of23 in de Aarsvin en12of 13 in ken die witgerand zijn , terwederzijde,bij deRugvin,
de Staartvin bevonden . Detien of twaalfvoorſte been overlangs geplaatst, twelk zijnonderſcheidend ken:
tjes van deRugvin waaren ſtijf en een weiniggedoornd, merk is.aanAlle
Kop tot de ſtraale
de Staart n vandeRugvi
uitloop n , ofgedoor
t ,zin graatig die van ndden.
volgens ARTEDI .
VI.Snotvischmet de Vinnetjes der Wenkbraauwen ge. De koleurisrosagtig of donker groen , met wit geban.
palmd ende Zijdſtreep krom B;lennius officulis anterioribus
pinne dorſalis majoribus. Gronov. Muf.11.n. 172.
deerd ; de groottezomtijdseen half voermetde breed
tevan een duim ; alles volgensWILLOUGHBY , die het bij
( Blennius pinnulis ſuperciliorum palmatis , linea laterali St. Yves inCornwall gezien hadenbeſchreeven. Duezein
surva. Linn. Sijft. Nat.) De Kop van deeze is zamen heeft in de Rugvin geteld 87 , in de Borsvinnen 11..
gedrukt, en ſteil afloopende ; boven de Oogen , weder. deBuikvin 2 , in de Aarsvin 40 ſtraalen , waar van twee
zijds, met een vleeſchig , ſtomp, zeer kort, geſpleeten ſcherp gedoorndzijn . Van dit Vischie, word door den
Kwab. In de Bek ſtaan veele kleine Tandjes. Boven HeerGRONOVIUS , een geſlagt gemaakt, onderden naar
denKop begint de Zijdſtreep, die langs de Rug heen vanPholis;waar van de kenmerken zijo;het Lijflang
were
looptterlangtevan
omgeboogen denBuik
.gaat dezelve ,voorts naarde zijde vei
overlangs,doorhetmidden pig ſpilrond, rank,
in't midden hoogerdan breed, ongeſchubd;de
desLighaams;deKop klein van dikteaNo:
ls
heen. De Rugvingbegint nevens den Kop , enloopt het lijf, enſtomp , hooger danbreed, niet gedoornd; 01
totaande staarttoe ,hebbende 40 Straalbeentjes,waar detanden egaal en tegen elkanderaan , in de Kaaken;
van de vierendertig voorſtenſtekelig ,dogde zes agterſten hetKieuwenvliestengrootſte deele van de Dekzelsjer
een weiniglanger en Nap zijn.De Borstvinnen , rond Kieuwen gedekt, en met zesbeentjes geſteried; de
van omirek en breed , zijn met 12beentjes geſtraald ; de Vinnen vijf ofzeven; dewijl de Rugvin en Aarv.n tot
Buikvinnen ,nevens 'denKop, hebben ieder twee(traa aande Saart toe uitloopen ; deeerſtebegint op 'emid:
len diedezelvevorkagtigmaaken ; de Aarsvinheeft24; den vandeRug en heeft de ſtraalen weinig gedoornd;
de Staartvin die niet geſpleeten-is , 12 ſtraalen . Zie de de andere aan de Navel. De Buikvinnen zijn in zom.mi.
SNO. SNO:
3439
migen naauwlijks, in anderen duidelijk zigtbaar. Zoo Lente (chijnt dit Vischje te paaren , want vervolgens vind
phijl. Gron. Faſc. I. pag . 78. men er Kuit in , gelijk andere Visſchen . Na Pinkſteren
. ix. Lampreijagtige Snotvisch , in 't latijn Blennius vind men de Eijertjes grooter , rooder en langwerpig; tot
-Mustelaris ; ( Blennius pinna dorſi anteriore radiis tribus, dat zij in Vrugtjes overgaan . Ditdoetden buik derWjf- ,
posteriore quadraginta.Linn. Mus. Ad. Fr. 1. p. 69.) 'jes zeer zwellen, die middelerwijl vervuld ismet een wic
Dit Snotvischje , dat men vind in het Kabinet van den Rijkerig vogt , dat ook een weinig bloedig is, dienende
Koning van Sweeden , is van de anderen onderſcheiden ;. waarſchijnlijk zo totvoedzel alstotbeſchutting, van die
door dien het twee Rugvinnen heeft , waar van de voor. teere Lighaampjes ; ten waare zij hun voedzel alleen door
ſte met 3 , de agterſte met 43 beentjes is geltevigd ; terwijl zekere vezelaglige Navelſtrengetjes, die in dit vogever.
er in de Borsevinnen 17 , in de Buikvinnen 2 , ni de Aars- ſpreid zijn , inoeten bekomen . Evenwel is dit niet zeer
vir my en in de Saartvin 13 zijn. LINNAUS heeft eene waarſchijnlijk; dewijl op 't laatſte maar weinig van dat
verſcheidenheid daar van , die in de agterſte Rugvin maar Nijkerige vogt des Moeders lighaam gevonden word.
40 ſtraalen voert , aangetekent . Het komt uit Indië. Degrootte derMag -Aalen is naar de plaats , daar zij zig
X. Mag - Aal, of Snotvisch met twee Baardjes aan den onthouden , verſchillende. Eenigen rekenende langte
Bek ; in 'č latijn Blennius viviparus; Biennius capite dor- op een voet of wat meer ; in Sweden en Noorwegen
Joque fusco flavescente, lituris nigris , pinna Ani flavd. vind men ze zomtijds van een half elle , dog doorgaans
Arteb . Sijn. 45.; (Blennsus oretentaculis duobus. LINN. korter. De koleur der geenen die men in helder water
Sijft. Nai.) De Heer Klein had deeze Visch mede be. vangt, is ligter ; die der geenen welken zich in de diepte
trokken onder de Aalagtige Visſchen , en dus maakt erde : onthouden , donkerer. De Snoet of Snavel , en de Kop
Heer GRONOVIUs een bijzonder Genagt van , onder den gelijken wel naar die van een Kikvorsch , dog het Lijf
naam van Enchelijopus. Het is bij de Autheuren bekend zweemt naar dat van een Aal of Lampreij, en daar van
onder den naam van Fongwerpende Zee-Lampreij van hebben zij den bijnaam . Het is zeer ſlijmerig en op een
SchoonEveld , alsdoordezen Autheur eerst beſchreeven bruin geelen grond, aan de Rug met zwarte vlakken ge .
zijode. Menigvuldig ontmoet inen het in de Inbammen of tekent; de Kaaken zijn niet gecand maar ruuw ; de Rug .
Havens en aan deoevers van de Oostzee,daarmen het Aelo vin heeft 79 of 80 , de Borstvinnen 19 of 20 , de Buik .
quappe en Aelpute noemt. Zomwijlen word het ook bij Hei- vinden 2 , de Aarsvin 66 of 70 Beentjes , die echter geen
ligland, voor de Elve gevangen. In 't algemeen noemen van allen graatig of gedoornd zijn ; weshalve de Heer
de Duit (chers het zelve Aelmutter of Aelmoer , om dac GRONOVIUS te regt aanmerkt , datmen hem van de Ste.
het zijne Jongen levendig voortbrengt. De Sweeden gee, kelvinnen bij Artedi behoorde af te zonderen. Stokh.
ven er den naam aan van Tanglake, in Schotland word Verhand. X. Th.Ann. 1748.p.45.
bet the Guffer , van zommigen Eelpoutgeheeten. De Sweedſche Visſchers bebben als een afkeer van de
Het komt mij zonderling voor, dat dithetzelfde Visch- Aalkwabben , en werpen dezelven weg , wanneer die van
je zij, 't weld de onzen Magge, Mag. Aal of Pilatus. hun gevangen worden. In Engeland worden zij , niet
Vischje noemen ; (welke laatite naam er aan gegeven zou te min , van den gemenen Man gegeeten. De groote.
zijn , om dat het de andere Vischen wegjaagt, wanneer Visſchen zijn er gretig naar ; en 't is niet onwaarſchijn .
het uit de Haarlemmer Meir in denRhijn loopt); want lijk , dat de kleiner er door verſlonden worden ; aizo
men verzekeri, dat het nooit uit het zoute water kome. die er dermaate bang voor zijn.
Zomtids word bet in de Zuiderzee, onder de Spiering De Heer GRONOVIUS , die deeze zoort thans noemt ,
gevangen , en hetkomtook wel in de Noordzee voor. Vrij Enchelijopus met het Lijf vlakkig bont; de Rugvin bij de
gemeen is het zelve in de Noord -Bothniſche-zee van Swe. Staart uitgegulpt; betrekt tot dat Geſagteen Vischje uit :
den , onthoudende zich op den bodem , en , wanneer het de Westindiſche Zee , 't welk hij noemt Enchelijopus die,
zich van zelf en inmenigte aan de oppervlakte vertoont , bruinagtig is en van ééne koleur, met de Rugvin bij de
zo verwagt men ſtorm of negt weer , vangende dan ook Staart niet ingeſneeden . Het zelve kwain in geſtalte des
zelden andere Visch. De afbeelding daar van is in Lighaams, volſtrekt met het voorgaande overeen ; dog de
Sweden gemaakt, die aan de Koninglijke Stokholmſche Rugvin was onafgebrooken , vereenigd met die van de
Akademie der Weetenichappen vertoont werd. Staart en de Aarsvin ; zo dat het eigentlijk geſprooken
- Men is verzekert , dat deeze Visch Jongwerpende zij , maar vijf Vinnen zou hebben. De langte was een half voet
dog in het getal dier Jongen ſchijnt men merkelijk te ver- en de breedte naauwlijks een halfduim .
ſchillen. Schooneveld verhaalt , dat hij er in de tegen- XI . Snotvisch , die het Lijf , op de Rug, met bruine
woordigheid van den Hertog van Sleeswijk en Holſtein , perkjes heeft getekend ; Blennius cirris fub gula pinnifor .
drie hondert en meer , uit ééne Muſéla had gekregen ; inibus, quaſi bifidis, areolis dorſi transverfis. Art. Sijih. -
dog in anderen vond hij er ongelijk minder. Om die re- 45.; ( Blennius corpore aregiis dorſalibus fuscis. Linn.
den zegt hij, gaan de Koks, wanneer zij een Wijfje, dat Sijft. Nat.) Tot de zoort, welke Artedi genoemd
met Jongen is, willen ſchoon maaken , dus te werk . Zij heeft Snotvisch met vinswijze Baardjes , die als in
knijpen het met de hand , en dan vallen er de Jongen uit , tweeën geſpleeten zijn , onder aan de Keel , en dware
die men in 't water zig aanſtonds ziet beweegen en zwein- ze perkjes op de Rug , word van hein betrokken een
men. Dus zullen ook die genen, daar men maar weini. Viseh , te Antwerpen Lumpen heetende, welken men
ge bij voorbeeld twee-en -twintig Jongen , in vind , gelijk als een meedezoort der Lampreijen aangemerkt vind.
de Oude Heer GRONOVIUS daar in gevonden had ; waar. Gesnerus geeft er ook den naam van Galea aan.
ſchijnlijk reeds eenige geworpen hebben. In de voor- Deeze heeft het Lilf ſpilrondagtig , dog minder dan
winter word hetvolstmet Jongen gevonden ; in het voor een Aal , naar de Staart verdunnende; de koleur is uit
jaar zijn de Mannetjes naauwlijks van de Wijfjes te on- den groenen geelagtig , met dwarze perkjes die zwart
derſcheiden . zijn op de Rug. Het end van de Staart is een wei
Zeer uitvoerig is de manier van voortteeling van den nig roodagtig: Eenige donkere vlakjes of ſtippen vind
Mag-Aal beſchreeven. Omtrent den Evennagtstijd der men over het geheele Lijf verſpreid . In plaats van een
VI Deel, LI ges
9438 SNO. SNU . SNIJ, SOB . SOC. SOL. SOL.

geſtippelde zijdſtreep loopt wederzijds zekere . Groet regte , veeltakkige Steelen , ter hoogte van twee en meer
van den Kop naar de Staart , beneden welke geene ellen , voort , aan welkeBladen zitten , na linſen-bladen:
vlakken zijn. De Bek is rood met een ronde gaaping , geliikende, dog die veel grooier , vast , vettig , kleverig:
en heeft in ieder Kaak èène rij van Tandjes ; de oog in ' i aanraaken , van koleur donkergroen , blinkende en
kringen zijn geelagtig. Men brengt hen te Antwerpen gevleugelt zijn. De Bloemen zijn meerendeels purper
op de vismarkt, alwaar WILLOUGHBY er gezien nad ; verwig , volkonen, ongeregelt en vierbladig. De daar op
de geen dien hij beſchrijft , was agi duim lang. volgende Peulen , zijn eenvakkig , roodagtig, kort en
Deeze Visch zouw naar den Zee- Puitaal zweemen , regt op ſtaande; het bloeit in junij en julij..
indien hij twee Vinnen op de Rug , en Baartjes aan den Zoorten. Daar zijn hoofdzaakelijk drie zoorten van dit
Bek had. Kieuw -ofBorsivinnen heeft hij , van 18 itraa. Heestergewas , als.
len , dog de Buikvinnen onder aan de Keel, zijn veel 1. Gemeen Soet-Hout; Glijcirrhiza vulgaris. DODON.
eer een zoort van baardjes. Op de Rug heeft hij een. Pempt. 34:1.; Glijcijrrhiza filiquoja i germanica. BAVEL
Vin , die niet ver van den Kop begint, en om de Staart Pin. 352. ; (Glijcijrrhiza . leguminibus glabris. LINN ..
heen loopende , aan de Navel cindigt; de Rugvin is , ge. Sijft. Nat.) M
lijk in de tweede zoort van Euchtlijupus van GRONOVI- 2 Soet-Hout met ruume Perlen ; Glijcirrhiza capite echia
us-, bij de Staart eenigermaate uitgepuilt. Hij heeft een nato. Bauh . Pin. 352.; (Gliji irrhiza leguminibus echio
Aterke onaangenaame reuk . natis. LINN. Spec. Plant.)
Xil. Snotvisch net de Buikvinnen , als 't waare , in zes. 3. Oostersch Soet-hout met haairige. Peulen ; Glijciſtº
Jen gepleeten en een Baardje aan de keel ; bij zommige rhiza orientalis, filiquis hirſutiſiinis. TOURNEF. Corolla
Schrijvers vind men dit Raninus genoemd ; ( Blenniuspin . 26 ; (Glijcijrrhiza legumirious hirſutis. LINN. Spec.
nis ventralibus fubfexfidis, cirro gulari ; Linn . Sijſt. Plant.)
Nat) Een Vischie , dat in de Meiren van Sweeden zich Plaats. De eerſte soort groeit in Frankenland, Zuid.
onthoud , en van dergelijke Gellagre is als de Mag - Aal, Frankrijk , Italien en Spanien , De tweede zoort in Apu.. HO

kan misſchien tot dit geſagt gebragt worden , 20 Lin- leijen , de woestijnen van Tartarijen enz. De derdezoort: * ‫ܬܐܙ‬
NBUS oordeelt ; aangezien de ſtraalen der Buikvinnen in de Oosterſche Landen , TO
wel o in getal , dog de 2 voorſten in de beiden borſtelig Kweeking. Doorgaans word de eerſte 3001t, tot ge.
zijn en voor waare ſtraalen te houden. Immers de Snot- bruik der Geneeskunde in de tuinen geplant. De twee.
visfchen hebben de Buikvinden van twee ſtraalen ofbeen de en derde zoorten worden in de kruid.tuinen der Lief
tjes, gelijk wij gezien hebben. Zijn Ed. noemt het zel- hebbers om de verſcheidenbeid van gewasſen bewaard,
ve, ik weet niet om wat reden , Kikvorschagtig maar derzelver Wortels zijn op verre na zo vol Sap niet ge

SNUITIGE KRAB , zie KRABBEN , 1. XXXI . p . als die van de eerſte , ook is het Sap zo zoetniet , ſchoon 128
10231 het de tweede soort ſchijnt te zijn , welke DIOSCORIDES Ice
SNUIT- TORRETJES, dusdanig word ook wel het In- befchreeven, en aangepreezen heeft; denkelijk is hetde
fekten -geſlag genoemt, dat bij oons doorgaans door Olij: deugd der eerſte die te weege heeft gebragt, dat die zo
phantjes word betekend , en waar van men de beſchrijving algemeen in Europa gekweekt word .
ap dat artikel kan nazien. Dewijl het grootſte voordeel deezer Plant in de langte
SNIJBOON , zie BUON (TURKSCHE ) van derzelver wortels beſtaat; zo moet de grond waar
SNIJDEN , zie LUBBEN . men voorneemens is het zelve te kweeken , drie voet
SNIJDERS- SPIER , in 't latijn Mufculus Sartorius; omgeſpit, en met geheel vergaane koemest voorzien wor
is een Spier van't Scheenbeen , die aldus genoemt word , den ; dit niet geſchiedende, verhindert zulks dewortels,
om dat ze dient tot de overmalkander legging der bee. om naar beneden te loopen. De grond dus wel bereid

合行 同
nen , in diervoegen de Snijders of Kleermaakers gewoon zijnde , moetmen zich van verſche Planten voorzien , die


等;
zin te doen van de zijden of koppen der oude wortels zijn genoo.
SNIJDER VISCH , zie KARPERS 7.XXI.p. 1447 men , in agt neemende, dat zij een goeden knop of oog ME
SOBRIETAS , zie MAATIGHEID. hebben , anderzints mislukken ze liglelijk. Deeze Plan
SOCIETAS , zie GENOODSCHAP. ten moeten omtrent tien duim lang , en volmaakt geo
SOEP KOEKJES , zie KOEKJES VAN BOELJON . zond zijn.
SOESEN , zie GEBAK P. 800 De bekwaamſte tijd om dezelve te planten , is tegen
SOET HOUT , Zoet.Hout , Galliſie Hout , Lacrijt- het laatst van februarij of begin van maart , en zulks ge
ſen .Hout ; in 't griekschg Auxu'piisa ; in 't latijn Glijcijr. fchied 't best op de volgende wijze. Trekt eerst een
Thiza , dulcis Radix; in 't italiaansch , Regolitia; in''t lijn dwars over den grond, waar in gij wilt planten ; zet
ſpaansch , Regaliza ; en in 't fransch Regatije ,Re: er dan met een langefpaa ,die er toegemaakt is, deſcheut
g'isie. in , 20.dat de geheele Plant regt in der grond kan gezet b
Kenmerken en Beſchrijving Het Soethout , is een Struik worden met den kop omtrent een duim onder de oppervlak. d
of gewas ' t welk een vlinterbloem voortbrengt ,uitwiens ie in een regte lijn , op rijen die omtrent twee voet van 66
kelk een Seel ſpruit , welke naderhand in een korte, malkanderen zijn ; voorts heeft men er niets meer aan te
en metveel nierformig zaad ervulde peul verandert. Bij doen, dan het van onkruid ter degen zuiver te houden.
deeze kenmerken kan men nou voegen , dat de B.aden al. Het eerſte jaar ſchiet het Soet hout nietzeer hoog , en
tous twee aan twee tegen over malkanderen ſtaan ,behal. in october, wanneer de Scheuten daar van verdordzijn,
ven dat aan den top maar e'n enkel blad zit De wor. moet men wat ter degen vergaane mest over de opper. bes
te! dic het voornaamſte deel van dit Heester-gewasuit vlakte van den grond ſpreiden, het welk' onkruid be:
maakt; verſpreid zich w.jd , breed , en diep in den grond, let , om in het najaar te groeien , en daarteboven , zalde
#6 uitwendig bruinagtig, en van binnen geelagtig alsPalm : regen de krage van demestin den grond dringen,'twelk
boorienhout, eenigzints zuur. bitteragtig , maarnogtans veel tot de voordeelige groei van de Plancen zal 10 €.
zoct van finaak , enfijn van reuk als boning. Zijbrengt brengen . IA
SOR. SOL. SOL 3430

In het beginvanmaart des volgenden jaars, moetmen ter degen met een vierde pond witte poeijer-suiker,
den grond tusſchen de rijen Soethout luchtig roeren , en en een pond van het op de voorige wijze, zonder zui.
het overblijfzel van demest onderſpitten ; en vooralzor. ker , toebereide foethout.ſap, laat vervolgensditmeng
ge draagen , met deeze bewerking de wortelsniet af te ſtee . zel op een zagt vuur uitdampen , tot de dikte van een
ſtijf deeg, waar van men als dan koekjes formeert , van
ken ofte kwetzen ; dit houd de grond niet alleen langen verſchillende
tijd ſchoon van onkruid , maar verſterkt ook de Planten gedaante , zo als men die begeert, die ver .
buitengemeen veel. volgens koud geworden zijnde , hard worden , en in
Het Soethout moet drie jaarenblijven ſtaan na de plan een blikken trommel op een drooge .plaats moeten wor ,
ting , als wanneer het in ſtaat is om tot gebruik opgenoo . den bewaard.
men te worden , 't welk niet moet geſchieden , voor dat Zo wel bij de koking en verdikking van dit als allerlei
de ſtengen volkoomen verdord zijn; want worden zij te andere fappen, inoet men zeer zorgvuldig zijn , dat het
ſchtelijk opgenoomen , zijn ze onderhevig om ſterk te zelve niet aanbrande ; inzonderheid loopt zulks't mee
krimpen , en veel van haare zwaarte te verliezen . te gevaar op het laatst van de kooking , wanneer het ſap
Decwee laatſte zoorten maaken haar zaad in verſcheide begint dik te worden ; zo dat het vuur dan niet al te ſterk
De warme gewesten van Europa rijp , waar door ze ver. moet zijn, en daar bij moet men het op dat tijdſtip geftadig
menigvuldigd kunnen worden, terwijl de gemeene 200rt omroeren .
hier te lande zelden zaad geeft. Ook kunnen zij door SOLAND GOOSE , zie KROP -GANSEN , A. IV .
wortels vermenigvuldigt worden , op dezelfde wijze als pag . 1649.
bier boven van de eerſte zoortgezegt is. SOLANOIDES , is de naam van een Plantengeflagt,
Kragt en Gebruik. Het Soet-hout is maatig verwar. . 't welk cot kenmerken heeft, een roosagtige Bloem uit bla.
pend, vogtmaakend , en de ſcherpe vogten temperende; den beſtaande, welker ſtijltje naderhand een rondagtige
derhalven zeer dienſtig voor ſcherpe verkoudheid, en daar Vrugt word , hebbende een hard zaadje , 't welk met
vit ontſtaande heeschheid, hoest, engborſtigheid , zinkin, een dun merg is bedekt , zo dat het de gedaante van een
gen; als medevoor brandendepis , graveel en andere ge. befie heeft.
breeken der nieren en blaas. Men kookt tot dien einde de Zoorten . Daar zijn twee zoorten van dit uitlandſche
| wortels in water , omtrent één once voor één mingelen of Kruidgewas , als volgt,
twee pondwater;van dit afziedzel drinkt men zountijds een 1. Amerikaanſche Solanoides met grijſe circea -bladen ;
glas vol, dog men moet het niet te lang laaten kooken , an. Solanoides americana, circeae foliis canescentibus. Tours
derzints word het te dik en lijmagtig. Daar word bijna ner. At. 1706. ( Rivina. Linn. Spec. Plant.)
geen deco &tie voorgeſchreeven , ofhet Soet-kout maakt er 2. Amerikaanſche Solanoides met gladde circea bladen ;
een ingredient van uit , ten deele om daaraan een aange. Solanoides americana circeae foliis glabris. TOURNEF .
naame (maak te geeven , ten deele ook , wegens zijne A &.1706 (Rivina ſchandensracemoja, amplis ſolanifeliis,
tempering der ſcherpe vogtep. In de Apotheeken maakt baccis violaceis. Plum. Gen 48. )
men er een extrait of ſap , dog inzonderheid koekjes (tro. Plaats. Beide de zoorten deezer Planten , hooren in
Thiſci) van , welke in de gemelde ongemakken ook zeer de warme gewesten van Amerika te buis.
dienſtig zijn , en van een veelvuldig gebruik. Kweeeking. Deeze gewasſen worden vermenigvuldige
Heeft men veel Soet -hout in zijn tuin , en wil men zel. door 't zaad , 't welk vroeg in het voorjaar in een broeibas
ven het ſap daar van , voor het huishoudelijk gebruik moet worden gezaait , en wanneer de Planten zijn opge:
bereiden , zo kan zulks op de volgende wijze geſchie. koomen , moeten zeelk in een bijzondere kleine pot, met
den. ligte verſche aarde gevalt, verplant , en in een maatig
Neemt een goed gedeelte wortels van Soet hout, zui.. warme broeibak met run gezet worden , in agt nemende
Tert die wel en neemt er zorgvuldig de draadjes af, ſnijd om ze voor de zon te beſchaduwen , tot dat ze op nieuw
dezelve vervolgens in kleine ftukken , en doet ze in een wortel hebben gevat , na welken tijd , men er in warm
pan , giet er een goed gedeelte kookend water op , en weer veel lucht bijmoet laaten , en ze moeten geſtadig
laat het over een zagt vuur 7 of 8 uuren lang trekken , bevogtigd worden. De Planten kerk zijnde geworden ,
waar na men het aftrekzel in een zuivere linnen doek , ter moetmen ze al hoe langs hoe meer lucht geeven , en in
deegen uitperst. Op de overgebleeven wortels , gietmen junij moeten ze in groote poten verzet , en in de ſtook.
ten tweedenmaalen kookend water, en doet als vooren. Of een luchtige glaſenkas gebragt worden , alwaar ze in
Giet als dan de twee aftrekzels bij malkander , en dampt warm weer veel lucht kunnen hebben ; en indien ze na be.
het over 't vuur uit , tot dat het een maatig ſtijf extrait hooren bevogtigt worden , tieren ze wel en brengen in iu
of ſap is geworden , dat men in potjes bewaart , op een lij vrugten voort, en derzelver vrugt word in ſeptember
drooge plaats , dewijl het anderzints ligt vogtig word, riip. Deeze Planten in eene bekwaame maatigheid van
Wil men op 't laarst van de kooking , wat poeijer-zuiker hette gehouden wordende, brengen den geheelen winter
bij het ſap voegen , is zulks zeer dienſtig, om reden door Bloemen en Vrugten voort, zo dat de vrugten van
dat de ſmaak van het ſap, ſchoon zoet zijnde ,niet aan . deeze Planten , die helder rood van koleur zijn , en in
genaam is . lange trosſen groeijen , in den winter door haare fraaije
Wil men koekjes van Soethout, of zogenoemde drop vertooning , eene aangenaame verſcheidentheid in de
maaken , zulks kan op de volgende wijze geſchieden , ſtookkas verſchaft. Verſcheidene jaaren agter een blij
en ſchoon er veelerlei andere manieren zijn oin die te ven deeze Planten over , en brengen veele Bloemen en
vervaardigen , 20 is echter dit voorſchrift een van de Vrugten voort , maar ze moeten geduurig onder dak blij.
besten . ven ,want indien ze ſomers in de lucht gezet worden , vero
Smelt gom draganth en arabiſche gom , van elkstwee liezen ze haaregroote bladen , en vertoonen zich onziens
oncen , in anderhalf pond heet water; dit door finel lijk ; zo dat hetbest is om ze altijd in de ſtookokas te las
ting tot een fijm geworden zijnde , zo laat het nog ten blijven , gevende haar in den Comer veel lucht, 'twalk
warm zijnde door een teems loopen , en mengt het dan ze in kragt koud en fraaimaakt.
LI ,
8448 SOL: SOL.

Gebruik. Huishoudelijk nog medicinaalgebruik , heeft gaans een gedeeltevan het zelfde metaal word gedaap
deeze Plant nog derzelver vrugten niet ; alleen kan men dai. men wil ſoldeeren , en waar bij men een min of
van devrugt zeggen , dat die een fraaije roode koleur geeft meerdere hoeveelheid van eenige anderemetaliſche zelf
wanneer gekneusd word , dog die verfiaauwt ſchielijk tandigheid , die ligtelijk tot ſmelten overgaat , voegt. In
op't papier,'t welk haar van weinig waardemaakt. In. 'talgemeenkan men de konst van foldeeren tot de volgen .
dien men een partij van decze vrugten in een glas helder de grondbeginzelenbrengen. . 1.Moet hetfoldeerzellige
water verpletterd , zodat het water daar door een hoog ter totſmelten overgaan , als het metaal ofdemetaalen die
roode koleur aanneeint, en inen een Bloemfteng van de men wil foldeerens 2. Moet hetfoldeerzel, zo na moo .
Tuberoos in het glas zet , drinkt die in eene nagt zo veel gelijk dezelfde koleur hebben als het te foldeerene metaal.
vogt in , dat de Bloemen met een roofen koleur geverfd 3. Word er vereischt, dat ber folderzel even rekbaar en
worden . vast zij , als het metaal dat men wil ſoldeeren , zonder dit
SOLANUM , zie NAGTSCHAIJE . zoude hetfoldeerzel van geen duur zijn , en niet kunnen
SOLANUM POMIFERUM , zie EIJER -PLANT. bewerkt en gepolijst worden. 4. De zamengevoegde af
SOLANUM STANDENS, zie ALFSRANKE geallieerde metaalen , gaan gemakkelijker tot fine ting over
SOLANUM VESICARIUM ,zic JOODEN KERS. als de zuivere. Ook inoetmen nog in agı neemen , datde
SEN . metaalen verſchillend geallieert zijnde , ook verſchillende
SOLDAAT , zie COEMAN : ſoldeerzels vereiſchen . In dit artijkel zullen wij de ver
SOLDAAT , zie KREEFT-KRADBEN , n . II. pag. ſchillende zoorten van foldeerzels aantoonen, die tot el
1635 . ke metaal en derzelver verſchillende zamenſtellingen of
SOLDAATEN.VISCH , zie KLIP -VISSCHEN , 1. maaken
alliages. vereischt worden ; en met het Goud een begin
XV .pag. 1524 .
SOLDANELLE , Soutenelle Zee Winde , Zele
1. Kwb, in 't latijn Soldaneila ; dit: Kruidgewas heeft cot . O in Goud te Soldèeren .
kenmerken , een kloksgewijze Bloem , uit een Blad be- Indien het goud dat men wil joidetren , zeer zuiver
{ Itaande, 't welk ineest gefranjet is. Het Stijltje 't welk uit is , heeft men maar een deel zuiver goud te neemen,
het onderſte gedeelte van de Kooker komt, word nadero ' bijvoorbeeld , 16 grein , men zal er een agtite zuiverzil.
hand een vrugt, roirondagtig van gedaante , zijnde van ver bij voegen , bij voorbeeld , 2 grein ; Goet het alles in
boven
zitten .
open
1
, en vol zaadjes, die aan de moederkoek vast, een reine- ſmeltkroes , alwaar mens het mengszel in lagt
ſinelten , zorg draagende het zelve omteroeren , en voegt
Zoorten . Daar is hoofdzaakelijk maar eene zoort van er bij de dikte van twee erwten Borax , wanneer al.
dit kluidgewas , waar van echter eenige veranderingen , les ter deegen zal. geſmolten zijn .
dog die er weinig van verſchillen . Wanneer de ſtukken die men wil foldeeren reeds gta
Zee Winde , Zee Kool , Soldanelle ; Soldanella mari- allieert goud zijn , als dan gebruiken de Goudſmeeden,
tina minor. Bauh. Pin . 295 ; Bralica marina. CORD . de volgende compoſitie om te ſoldeeren. Men neemt
Hiſt. 205; (Convolvulus foliis reniformibus, pedunculis twee parten fijn goud, bij voorbeeld, twee greiben ,
unifloris. Linn. Spec. Plant.) men voegt er een part of een grein fjn zilver , en even
Plaats. Deeze Plant groeit van zelfs aan de zeekanten zo veel koper bij, dat is te zeggen een grein ; men laat
: in Vriesland , Holland , Engeland , Vrankrijk enz. het te zamen ſmelten , en men, bekomt eene compofi:
Kragt en Gebruik. Zelden maakt men gebruik van dit tie die zeer. dienſtig is het geallieerde goud , het zij
kuid in de geneeskunde. Deszelfs bladen hebben eene met zilver of koper , of wel met beide deeze metado
purgeerende kragt ; en worden door zommige aangepree. len te foldeeren ; alleenlijk zal men agt moeten gee
zen in de waterzugt en ſcheurbuit, 't poeijer toteen drach . ven , dat de compoſitie van het foldeerzel een gelijke
ma , of in infuſie in wijn ; dog men moet dit middel met koleur hebbe met de ſtukken die men wil joideeren;
maagmiddels verbeteren , bijvoorbeeld metcaneel, anijs. 't welk kan geſchieden, inet in het foldeerzel, de hoe
zaad enz. veelheid zilver of koper te doen , die evenredig is met
SOLDEEREN , of Soldeerzel , is eene bewerking man
de alliage van het te folderene goud. Een Hantwerks
waar door men twee of ineer Metaalen aan malkanderen moet altoos den aart van ' t goud dat hij moet
begt, door behulp van een metaaliſche vloeiſtoffe (fone . Soldeereu , raadpleegen , en zijn foldeerzel daar na-in.
dant) , die door het vuur ligter tot ſmelten word gebragt , richten.
als de metaalen die men zaaien wil lijmen of vast maa- Dit geſteld ; alle de metaalen , het ijzer uitgezondert,
a ken. De lineltſtoffe of fondant waar vanmen tot die be. gaan ligter tot ſmelting over als het goud, maar men kan ch
: werking gebruik maakt, word foldeerzel genoemt , de . het daarom evenwel niet gebruiken , on dat die fobo
: zelve verſchilt 1. na den aare der metaalen die men wil deerzels', nog de koleur nog de rekbiarheid van het
1 foldeeren , 2. door de manier hoedanig diemoet in'twerk goud hebben . Van zilver , tin of lood gebruik maken,
gebeld worden . de , zoude men een wit foldeerzel hebben , in regendeel
Het is bekend , dat de inetaaler eigenaartige hoedanig. van koper een rood ſoldeerzel. Behalven dat , maakt
heden bezitten , en dat zij om tot ſmelten gebragt te wor. · het tin en lood , 't goud breekbaar, en het ſoldeerzel
den , verſchillende trappen van bitte vereiſchen. Wan- zoude niet houden. Het geel koper zoude raamelijk
i neer men nu twee ſtukken van een en't zelfde , of wel nabij de koleur van het goud kooinen , en ook eerer
van verſchillendemetaalen wilGoldbeeren , zomoetenelk tot ſmelting overgaan , maar dewijl hetgeel koperveel
Yau die Itukken een beginzel van ſmeltirg aan derzel zink bevat, is het zelve zuurder, als het goud', en
ver kanten hebben, dat is te zeggen , op die plaats daar zoude aan het zelve deeze ſlegtehoedanigheidmededee t
men ze wil doen zaamenhegten , zonder dat het ove.. len. Dus is hetbeste om tot Goldeerzel te neemen, een
nige des ſtukkep in linelling overgaat ; : om dit uit te deel.goud dat van het zelfde alioij is als men wil ſoldes
weken , maakt men cene compoſitie waar in door seu , en daar bij tot beguniliging van de Imeltbaarheid .
ees
SOL :
SOL.
M.

- 4341
een agtſte , of op zijn hoogſt een vierde zilver of ko- sels tot 't silver te maaken-, zommigen zeggen dat er arſe
per , of wel beide ţe gelijk , te voegen. s kwik geda worden
nicumkanenligtzelf
Het foldeerzel tot 't goud dus bereid zijnde , heeft men men begr ijpezilv
n, dat in moe
er die zelftitan an eden
digh ; maarr.
hetfoldee
het volgende in agt te neemen , om het zelve te werk te zeb zuur en breekende moet maaken , en een ſlegte hoeda.
ftellen of te foldeeren. Men zal voor eerst over de ſtuk nighied aan de gefoldeerde ſtukken moet geeven. Zon.
ken ter plaatze daar men wil ſoldeeren de vijl laaten gaan , der ons met alle die verſchillende voorſchriften op te hou
twelk geſchied op dat de onzuiverheden en het zoortvan den , zullen wijenkel die bijbrengen , welke de onder.
joest dat op deszelfs oppervlakte zit ter oorzaake van het vinding heeft geleert de besten te zijn .
koper waar mede het geallieert is , weggenooinen worde, Het beste harde foldeerzel word vervaardigt, met een
als dan zal men de beide itukken zeer naauw vereenigen , gelijke hoeveelheid of zwaarte geel-koper en zilver on .
dezelve ter degen met een ijzerdraad vastbindende; ver- der een te mengen ; men laat deeze beide metaalen in een
volgens bevogtigd men de plaatzen die men wil Sobileeren , ter degen zuivere kroes ſmelten , en men roert het ge.
met wat water 't welk men er met een penceel op doet ; ſmoltene met een ijzeren roedje om ; geduurende de ſinel
hier op zal men hec foldeerzel doen , dat in heel dunne ting voegt erwat borax bij, en zomtijds ook wel een wei
plaatjes moet zijn , en aan zeer fijne ſtukjes geſneeden; · nig glas.gal. Wanneer alles wel geſmolten is , giet men
men beſtrooit het vervolgens met gecalcineerde en tot een het uit , laat het koud worden , en brengt het tot zeer
fijn poeijer gemaakte borax met glas.gal vermengt , zo dat dunne plaatjes die men in het vogt wascht, waar mede
het foldeerzel en de plaatzen diemen wil doen vatten , er men gewoon is het zilver wit te maaken; vervolgens knipt
volkomen mede bedekt zijn . .. Alles aldus in gereedheid men die plaatjes aan kleine ſtukjes.
gebragt hebbende, zal men de itukken in een ter degen Wat het weeke ſoldeerzel voor het zilver betreft, zie
brandend koolenvuur leggen , zo dat zij er ten eenemaa hier welke men voor de beste houd. Menneemt een part
. Jen van onringt zijn , men zal tot zo lange zagtjes met een of deel van het fijnſte zilver en even zo veel geel koper;
blaas balg of de mond, blaaſep , tot men ziet dat het fobo men laat het zaamen fmeiten , waar namen er een agtite
2881 : deerzel wel geſmolten is , ' geen men daar aan kan wee. part zo veel zink als zilver bijdoet, als dan laat men bet
cten , wanneer het zelve zich effen en glimmende als een mengzel op nieuw ſmelten , inen roert het alles om , en
- ſpiegel vertoond , als dan zal men de koolen die er boven voege er een weinig borax bij , waar na men het terſtont
op en van ter zijden omleggen , wegnecmen , waar namen uititort , en koud geworden zijnde , tot dunne plaatjes
00 : de gefoldeerde ſtukken met een tang uit het vuur neemt, maakte.
en in water werpt om te verkoelen.
Wanneer de ſtukken goud die men wil foldeeren klein
zijn , kan men ze in geen koolen - vuur leggen ; als dan be . verſc
Men gebruikt On hille
Rope compo
te Solde
r nde ſitie
eren . n tot het fole
dient men zich van een lamp met een dik pit voorzien , deeren van koper ; de cene worden harde ſoldeerzels en
waar van men met een pijp de vlam op de kleine ſtukjes de andere weeke foldeerzeis genoemt. Zie hier eene ma.
Net blaast , die men wilzaamenvoegen , en welke men in een nier om hard foldeerzet te maaken , welke bij de Hand
holletje tot dien einde in een boutskool gemaakt , gelegt werkslieden van koper in gebruik is. Men neemt 16 dee
21 , Cheeft ; wanneer men de ſtukjes in dic holletje heeft gelegt , len geel-koper en een deel zink"; men laat eerst het geel
IT: overdekt menze met een ander klein kooltje, waarnamen koper in een kroes ſmelten ; en wanneer het wel gefipolo
De - met de pijp , de viam van de lamp zodanig blaast , dat die ten is , voegt men er de zink bij , die men aivoorens heeft
ed , volkoomen op het te foldeerene ſpeelt, men houd aan met warm gemaakt; men roert het mengzel om , en doet fchie .
2012 blaaſen , tot dat men ziet dat het foldeerzel ter degen ge- lijk het dekzel weder op de kroes; wanneer men het ge.
cele Sinolten is , als dan laat men hec van zelven koud worden , duurende twee minuten in eene vloejende toeſtand heeft
of wel ſmijt het toc dien einde in water.
gelaaten ,-giet men de kroes uit op een bos rijs van ber
. Om Zilver te foldeeren. ken boomen , boven een kuip die vol water is , geplaatsk;
‫اما‬ door, dit
Tot Soldeering van het zilver moet al dat geene in agt rels 't welk l geraa
middehet het geſm
begekterde erzelnis meng
foldeolte tothtkoro
; menzelwasc de
genoomen worden , 't geen wij ten aanzien van het goud zelve en bewaart die tot'e gebruik. Dit foldeerzel is uit
hebben aangeweezen ; de groote werken kunnen insgelijks neemend goed om groote ſtukken te foldeeren , en het laat
in een koolen vuur, en de kleine aan de lampmetbehulp zich buitengemeen wel hameren ; inaar dewijl het be
van de pijp geſoldeert worden . Wat het foldeerzel be. zwaarlijk valt te ſmelten , verkiezen zommigen om naar
treft, dat men er toe gebruikt , de Goudſmeden onder. agt deelen koper tegens een deel zink te neemen , dit laat
- ſcheiden er twee zoorten ; het eene word hard ſoldeersel ſte imelt gemakkelijk , en is daar te boven , zeer handel.
en het andere week foldeerzel genoemt. vermt engi
Het eerſte word hard genoemt , om dat het moeijelijk is baar.zink
deel Eene
, maak ook ng
eenvan drie deelezel.
goedfoldeer n roodAnde
koper
renenmee.
een
om te ſmelten , en dat het eveneens de hainer dult, als de inen maar eenvoudig dunne blaadjes geel koper in kleine
ſtukken zelve die geſoldeert zijn geworden . Het andere ſtukjes geknipt , die zij ophet geene leggen dat zij willen
Soldeerzel (melt gemakkelijker, maar is breek baarder. Soldeerer , en voegen er gepoejerde borax bij
Schoon het zilver zowel als het goud , ten aanzien van · Het weeke foldeerzel voor her koper is niet anders dan
de alliage ofvermenging met andere metaalen , verſchilt ,zo een mengzel van twee deelen tin , en een deel lood , '
Naae men echter wanneer men het wil ſoldeeren , meerder welk men ziamen doet (melten .
agt op de grootte en dikte der ſtukken, alş, op derzelver Wanneer men pét keperwer's wil maaken , zonder ne
keur; ingevolge van dien , gebruikt men hard foldeer. de onkosten te zien , kálinen zicli van eene der foldeer .
gel wanneer de ſtukken groot zijn ; en wanneer zij dun zels bediunen die voor het zilver zijn beſchreeven , en
en klein zijn , bedient men zich van het weeke ſobe zelfs voor die vatt het goud .
derrzel .
Wannerwein
De boeken zijn met voorſchriften vervuld om foldeer eerst een inenig frukk en zen
de plaat die menſolde
koper wil wileren
zame", vijlt
nvoemen
gen
L13 als

1
4342 SOL . SOL :

als dan maakt men de ſtukken in een koolen- vuur heet, ren , daar na laat men zagtjes de kleij droogen , dezelve
vervolgens doet meneen weinig colophonium op deplaat vanverren bij het vuur zettende. Als dan plaatst men
zen die men wil doen houden , waar na men er eenige de ſtukken die geſoldeert zullen worden in het ſnelevuur,
Atukken week foldeerzel oplegt; wanneerdie ſoldeerzel ge. zorgdraagenje , dat de wina der blaasbalg regt ſtreeksop
(molten is , neemt men erterwijlhetzelve nog vloeibaar die plaats ſpeele welke geſoldeert moet worden. Want
is , het overtollige met hijde of vlas weg. neer men gewaar word, dat de ſtukken tot witwordens
Men bedient zich nog van een andere manier, om ko- toe gloeijen , en dat de kleijaarde verglaast is , zo neemt
so
per te foodeeren. De Werklieden hebben hier toe bijzon men het uit 't vuur , is het week ijzer , 20 Ateekt men het in
dere werktuigen , Soldeer-ijzers genoemt , van koper of 'i water , maar is het ſtaal, laat men het van zelfs koud
ijzer die men in 't vuur laat rood worden. Wanneer het worden. Als dan word er de verglaasde kleij afgenoomen,
Soldeer-ijzer gloeijend rood is, houd men er een ſtuk week en men polijst met daar toe bekwaame werktuigen, de 1:00
ſoldeerzel op , datdaar door ſineltende, druppelswijze op plaats die geloideert is geworden.
bet geene valt dat men wil ſoldeeren , en waar op men
een weinig colophonie heeft geſtrooit ; daarna ſtrijkt men Om Tzer -Blik ze Soldeeren .
met het beete ijzer over de plaatsdie men wil doen vat- Het foldeerzel der Blikllagers is niet als een mengze!
ten , hier door maakt men her ſoldeerzel effen , vervol. van gelijke deelen tin en loot. Om de naden te foldeeren,
gens neemt men met een vijl het overtollige weg. doen zij niet anders dan die een weinig nat te maaken,
zij ſtrooijen er een weinig gepoejerde colophonium op,
Om geel Koper te Soldeeren . dan neemen zij hun Soldeerijzer dat ter degen heet woet
Tot foldeering van het geel koper.gebruiktmen ook een zijn , wisſchen het af, en doen door deszelfs middelest
hard
en een week foldeerzel. Het hardefoldeerzel is het nige druppen foldeerzelop het te foldecrepe vallen, war es
zelfde als dat voorhet rood koper. Het weeke foldeerzel na zij er het Solderijzer over ſtrijken. Om het fola voce
tot geelkoper, word gemeenlijk van zes deelen geelkoper deerzel te doen doordringen tot dat zij geen ledige plaatsen
en een deel zink en tin vervaardigt. Men laat eerst het meer vernerken , ligten zij het bovenite van de colophon
geel koper ſmelten , waar na men er hettin en ten laatſten de nium en hec foldeerzel weg, het zelve met een wollen
Zink bijvoegt , na het zelve voor af te hebben doen heet lap overveegende. Dit foldeerzelis uitneemend voor alles
worden ; men roert alles ter degen om , en brengt hetop zodanige werken die vertind zijn.
de voorengemelde wijze tot korrels , waar na men het
wasche en tot gebruik bewaart. Soldeerzel voor Tin .
Ten aanzien van kleine werkſtukken , die nietveel vast. Om Tin te Soldeeren , bedient men zich van eene tom .
heid vereisſchen , maakt men gebruik van foldeerzel uit tin pofitie uit gelijke deelen tin en loot beſtaande , anderen
en loot vervaardigt. Doorgaans neemtmen daartoe drie doen er een weinig meer tin als loot in ; zij neemen bij Be
deelen best fijn zin en één deel boot. Om ditfoldeerzel te voorbeeld vierdehalf pond tin tegens twee pond loot,datis
werk te ſtellen , moet men altoos de plaatze die men wil het geen de Tionegicters hard foldeerzel noemen. Het wet.
foldeeren een weinig vijlen , en er wat colophonium over kefoldeerzel is datgeene, waar van zij tot kleiner werkjes
ſtrooijen ; waar na men er het foldeerzel op laat vallen , gebruik maken. Om dat te vervaardigen ,voegt men bismuth
met het gloejend Soldeerijzer , en verders bedient men bij het tin en loot , en zulks in verſchillende proportien.
zich van het zelve om de geſoldeerde naaden effen te Zommigen neemen drie oncen bismuth tegens twee oncen
maaken . loot , en vieroncen fijn tin ; anderen maaken hun ſoldeerzel
Voor het Tombac en andere metaliſche compoſitien , met een deel bismuth, één deel loot en twee deelen fin tim
die het geel koper tot baſis hebben , kan men zich van men ſinelt deeze drie zelfitandigheden te zaainen, engier
dezeltde ſoldeerzels bedienen , als welke men tot het geel erſtaafjes van:
koper gebruikt. De manier om dit foldeerzel te werk te ſtellen ,is de
zelfde als die van het blik , namelijk met het Soldeerij,
Soldeerzel voor het rzer. zer. Dog zijn het zodanige werken die veel zindlijkheid
Alle de Metaaler. zonder uitzondering , zijn gemakke. vereiſchen, als dan bedient men zich van de pijp en lamp,
lijker tot ſmelten te brengen , als het ijzer, bij gevolg even als tot bet goud en zilver te Soldeeren.
kan men van alle gebruik maaken , om dat metaal te fob
deeren. Gemeenlijk gebruikt men er rood koper toe , en Hoedanig het Loot gesoldeert word .
tot groote ſtukken werk geel kooper. Ten anzien van zo. Men bedi zich van verſcheidene Soldeerzels tot bet
danige werkſtukken van ijzer, die veelnetheid vereiſchen , loot; de gemeenſte is die welkevan loot en tin word geo
en tenwelkers opzichte men na geen kosten behoeft te maakr, waar bijmen een weinig bismuthvoegt. Yet jou 101
zien , kan men met goud foldeeren . 1
deerzel van de Orze maakers is uit vier deelen bismuth,
Wanneer men groote ftukken ijzer met koper wil folo veertien deelen tin en elf deelen loot zamengeſteld. Het
deeren , vijlt menin de eersſte plaats de eindens daar men foldeerzel voor de org =lpiipen moet bijzonder zijn, ..
deſtukken wilzamenvoegen , enmen doet die door mid. maate van de verſchillende alliages, waarvan menzich
del van een ſterk ijzerdraad ter degen nevens of op mal- bedient voor de onderſcheidene pijpen. Dan neemtmea
kanderen Naiten , vervolgens ſnijd menkleine blad esko. eens gelijke deelen loot en tin , dan eenstwee deelen
per , welke men op de te ſoldeerene plaats legt, en dit loot tegens één deel tin , zomtijds twee deelen tin tegens
overdekt men met kleij, zodanig , dat het gantſche ſol één deel loot; ook voegt men erzomtijds antimento
deerzel er van bedekt worde. Zommigen doen een wei . um bij.
pig geſtooten glas of fijn zand op het koper dat tot fol. Ook kan men tot het loot dezelfde foldeersels gebruik
deerzel zal dienen,
overdekken.
,die de Bliknagersen- Tinnegieters te werk ſtellen.
voor en al eer het zelve met kleij te enSOLDIDO
Anderen vermengen met die aarde allerlei , zie DREG DOLPHIJN.
zoort van dienſtige middelen om de ſinelting te bevorde. SOLEA , zie PLATVISSCHN , pag 2760. SO
SOL , SOM. SOM . 3443
SOLIDAGO , zie GULDENROEDE. beſchaduwd zijn , vatten ze fcbielijker wortel, dan indien
SOLITAIRE , zie EENZAAME VOGEL. ze in een opene ſtandplaatst geplant waarep . Wanneer
SOLLOTNICH , is de naam van een zilver-gewicht men dus her.cene gewas zet , dat het op't anderevolgt,
in Muscovien , zijnde.eenigzints zwaarder, als een vier- kan een bekwaamie Tuinman meer op één ltuk land doen
i dendeel loots. voortkoomen , als anderen op twee of drie van dezelfde
SULSEQUIUM , zie CICHOREIJ. grootte ,
SOLSTITIUM , zie KEERKRINGSTIJD . De bloemkool-planten die in de voorgaande maand tot
SOLUTIE ; Ontbinding; is de overbrenging van een wintergebruik zijn gezaaid , inoeten nu op bedden van een
vast lighaan tot een vloeijende ſtaat , door middel van vette grond voorzien , verplant worden ; in agt neemen.
eenig menſtruum of ſcheijftoffe. de , dezelve te beſchaduwen tot dat ze wortet hebben ge
Men verwart zomtijds de ſolutie , met 't geen wij dis• vat , en zorg draagende haar bij droogte behoorlijk te be.
Solutie noemen , intusſchen is zulks niet het zelfde, ten vogtigen , anderzincs zijn ze onderhevig om te verdor
mintten in alle ,ogzigtenEN STRU
zie MENSTRUUM.
ren , en van het Ongedierte vernielt te worden .
Roert den gropd om , en hake het onkruid cusfchen de
SOMER, Zomer, in't latijn Arſtas ; is eene der vier peen , pinkſternakel, knollen , uijen , look , bieten , en alle
jaargetijden , welke in de noordelijke landen op die dag ander laat gewas , want indien men in deezen tijd zulks
begint, dat de Son in het teken van Cancerofde Kreeft verwaarloost, en het onkruid laat groejen , laat het zijn
treed, en ten opzichte van ons op hut hoogſte ſtaat , tot zaad in korten tijd vallen , en word daar na lastig , daar
aan het berfst aequino &tium toe , als wanneer de Son de bij verſtikken de groote zoorten het goede gewas, en
Maagd uitgaande, in de Waag, treed , duurende dusdrie doen het zelve tot groot nadeel, ſpillig opſchieten.
maanden . In het begin van deeze maand kan men ook nog ſteka
Om nauwkeuriger en algemeener te ſpreeken , zo zeg ken Ateeken van falie, rosmarijn , ſtoechas , lavendel , ijsop,
gen wij , dat de Somer begint, wanneer de zuidelijke af- winterkeule en andere welriekende Planten. Deeze iteka
Atand der Son met den Zenith op't kleinſte is , en eindigt ken moeten een klein ſtukje hout aan zich hebben van't .
wanneer derzelver afitand nauwkeurig tusſchen de groot voorleden jaar , 'tweik toebrengt om ze beter en ſpoedi
htte en kleinſte in is. ger te doen vatten .
Met het einde van de Somer neemt de Herfst aanvang. Verplant de jonge planten , van alle zoorten van wel
Van het begin der Sumer af , tot aan de Herfst toe, ruikende kruiden, die in Maart gezaait zijn ; als thijn ,
zijn de dagen langer als de nagten ; maar zij gaan altoosijsop , marjoleine enz. als ook ſcarlei, pimpernelle, ſuure
afneemende , en zijn eindelijk in 't begin van den Herfstling , goud-bloemen , en veele andere zoorien , in aginee.
i gelijk aan de nagten . mende baar plaats genoeg te laaten , om zich behoorlijk
1 Het is op den eerſten dag van de Somer dat de son te kunnen verſpreiden , haar tegens de Son te beſchadú .
zijne ſtraalen genoegzaam loodrecht uitſchiet , en dus wen tot dat zij wortel gevat hebben , en ze bij droog weer
: zoudedeezen dag de heetſte van allen moeten zijn ; intuse te begieten.
ſehen is het gemeenlijk in 't midden van augustus , dat is Zuivert en roert den grond , waar in de vroegſte bloem
in ’t midden van den Somer , dai - wij't meeſte bitte gevoe. koolen groejen , die in het midden of laatſte van deeze
len. Dit heeft zijn oorſprong van de angheid der da. maand geheel.weggaan , en indien men bergen van koma
gen en kortheid.der nagten in den Somer , welke veroor kommers ofmeloenen tusſchen de rijen van bloemkoolen ge
zaakt , dat de hitte die de son geduurende den dag aan maakt heeft , zo als zommige Tuiniers gewoon zijn te
het aardrijk heeft medegedeelt , nog gedeeltelijk in wezen* doen , zo moet de geheele grond tusſchen de sijen om
is bij de aanvang van de volgende dag , en zich dus bij geſpit, en de loopers in een geregelde ordre gelegt wora
die voegt,welke de Sonop nieuw geeft. Deop deeze wij den . Dit maake den grond niet alleen los voorde wortels
ze bewaarde hitte van verſcheidene op malkanderen vol- der Planten , maar vernielt teffens ook het onkruid , en
gende dagen , formeert in ’t midden van den Somer , de maakt de oppervlakte van den grond beter voor de loo.
grootſt mogelijk te bitte. pers om op te leggen ; in deeze bewerking moet men
SOMER-MAAND , Zomer. Maand, Junij, in 't la• naauwkeurig zorg draagen , datde loopers niet gekneust
tijn Funius ; is de zesde van het jaar , dat met januarius ofgebrooken worden, dewijlzalks haar veel nadeel zou
begint : Deeze maand heeft 30 dagen , en omtrent den de toebrengen ; ook moet zulks indien het moogelijk is ,
21 treed de Son in der teken van of de Kreeft ( cancer ) in of kort na den regen geſchieden.
en maakt op deeze zijde van de linie overal den langſten Het is nu ook de tijd om de planten tusſchen de me.
dag , welken tijd men den ſomer -fonneſtand noemt, de- loen -bedden op te vullen , 't welk met goede zwaare aarde
wijl men eenige dagen niet kan merken dat zij langer of en ter degen verrotte koemest, wel onder een gemengt ,
korter worden , zo dat de Son op dezelve plaats van moet geſchieden ; dit wel aangetrapt zijnde , behoeven
den Dierenkring. ſchijnt ſtil te ſtaan , tot dat ze weder de Planten in 't vervolg niet begooren te worden . Wan:
te rug loopt. neer de wortels in een zwaare grond , diepte genoeg vin .
den , om behoorlijk na beneden te ſchieten , zullen zij
Wat werk in deeze Maand in de Moestuin veel meer vrugten voortbrengen , dan zodanigen die be .
te doen valt. gooten worden , en , wat wel't voornaamite is , zullen
In het begin van deeze maand moet men de hoere- en die vrugten ook veel ſmaakelijker zijn.
ſavoij koolverplanten, lie de keuken in den winter voor : Indien het regenagtig weer is , 20 zaait op een vogtig
zien moeten , 't zij op een open ſtuk gronds, of tusſchen ſtuk lands knollen , als dan zullen de planten in weinig da.
rijen van boonen , bioen -koolen enz, die in korten tijd uit gen voor den dag koomen; dog bij droog weer blijft het
den grond genoomen worden , wanneerde nieuwgeplan. zaad in den grond en groeit niet , en zo de planten al op..
te gewasſen plaats hebben om onbelemmert te groeien ; koomer', en het zeer heet en droog weer is , vailen er
endewijl ze in den beginne , door de andere gewasſen de vliegenop en vernielen ze in korten tijd. Ver
$ 444 SON. SOM .

Verplant felderijin ondiepe vooren om geel te worden , de haar wel te bevogtigen , tot dat ze wortel hebben
laatende omtrent vier of vijf duimen tusſchen wijdte cus- gevat.
fenen elke plant in de rijen , en maakt de vooren drie De jonge afpergie- bedden , die in maart aangelegt zijn ,
voei van malkander, op dat er plaats genoeg overblijve moeten om dees tijd ter degen, van onkruid worden
om de Planten aan te aarden , wanneer die volwasſen ſchoon gehouden , hetwelk , indien men het lietgroejen ,
zijn . de wortels zoude verzwakken en zointijds doen ſterven;
Legt Turkſche boonen voor 't laatſte gewas , om voor want als men een groote plant onkruid digt bij een afper.
de winter in te zulten , en op die te volgen , welke in gie.plant laat groejen , dan groejer haare wortels door
april gelegt zijn ; en zaait krop -Salade om laat te gebrui. een , en als men dan het onkruid uittrekt , volgt de as.
ken , verplant ook die welke in maij is gezaaid , in agt pergie plant ook , of word ten minſten los gemaakt.
neemende , die in een beſchaduuwde plaats dog niet on . ' In deeze maand moet men in 'ı algemeen zorgvuldig
der de Boomen te zetten , nog te dige bij muuren of an. zijn , om het onkruid uit te roejen , want laat men het
dere gebouwen , dewijl zij als dan ſpillig opſchieten en onder het goed gewas , zo overgroeid het 't zelve zeer
niet willen kroppen . ſchielijk , en alle Planten die er omtrent ſtaan , s be
Verplant endivie op een open vogtig ſtuks grond om derven.
geel te worden , laatende de planten één voet van malkan .
deren , op dat ze plaats moogen hebben om zich te ver ' Keuken.gewasſen van deeze Maand.
{preiden , en zaait nog wat endivie voor het laatst van de In 't begin van deeze maand , nog aſpergies ; voorts,
herfst. vroege zuiker- en dop erwten , roomſche boonen , geele wore
Gaat voort , met om de dag vijf of zes kleine Salade tels ofpeen ; vroege witte enſavooij-kool , bleem kool, kropa
kruiden te zaajen , als kersfe , mostert , knol-radijs, raa Jalade, radijſen , porceleın seldeSpinagie, kervel, kerse
pen , radijs enz. want in deezen tijd worden die ſchielijk je , pieterſelie worielen , felderij, endivie die vroeg ge.
tot het gebruik te groot. zaaid in , en eenige andere zoorten .
De broccoli die in maijgezaaid is , moet nu op bedden Voorts , alle zoorten van welruikende kruiden , zo als w

gezet worden , omtrent drieduim van malkander, alwaar lavendel, thijm , winter -keule, ijſop , marum , maſtok ,ſtoe
ze ſterk zalworden , om ze in de volgende maand te ver- chas , ſalie, roosmarijn , orego, kruisen munt, melisſe, po 0
planten ; want laatmen ze te lang op het zaaibed groejen , lei , pieterſelie, Juurling , pimpernel , ofſetong, bernagie,
Ichieten ze ſpillig op , en brengen nimmer zulke goe- en veele andere zoorten van medicinaale en keuken plan:
de koppen voort , als die welke kort en ſterk vap leng ten .
zijn .
Wied en dunt de planten in de komkommer-kuilen , die Bezigheden in de Vrugt-tuin on Enterij.
gezaaid zijn om in te leggen , in agt nemende , om vier Tegens het iniddden van deeze maand of wat verder
van de ſterkſte en best geplaatſte planten in ieder kuil te omtrent St. Jan ; begint men ſteen-vrugten te oculeeren,
laaten , en aard ter zelver tijd haare hart-spillen aan , ' t men
als perſiken , abricolen,
zich , ien pruimen
opzigte der tijd , enz. Dog
hoofdza hier fcbikken
akelijk in moet
welk haar zeer veel verſterkt.
• Plant de cardonsvoor goed , geevende aan ieder plant na de klimming des ſaps; weshalven de oculeering 20m
viervoet ruimte , anders kunnen zij zo hoog niet aan ge tijds wat vroeger of laater, moet begomenworden,
aard worden als nodig is, als zij haare volle grootte naameli jk , wanneer men bevind dat de Schórsſe wel
hebben . loft.
Verzaamelt in droog weer zaad van allerleij zoorten , Men begint de jonge looten der Eſpalierboomen aan te
die maar rijp zijn , het zelve op matten of kleeden vere binden , en teffens ontlast men dezelve van de water
ſpreidende oin tedroogen , eer het uit zijne doppenofpeu- looten , benevens de al te overvloedige of onnutte tedes
len gewreeven of geklopt word. re takken .
Verzamelt kruiden om te droogen , van zulke zoorten Men zuivert de druive - boomen van de zogenoemde die
als nu in bloei zijn , als, de carduus-benedi&tus, munt , la ven en overvloedige onnutte ranken , de overige goede
vendetl,marjolein, ſalie,citro en -kruid ,thijmiaan , en iets inkortende
n , 'twelkaande
nſte vrug
tdraagende tweeàdrie
hang ze op in een drooge beſchaduwde plaats , alwaar bottenbove de bove vrug ttros ied
geſch , indien
ze langzaam kunnen droogen , 't welk haartot alle ge. deeze goed is , anders ſnijdmendie weg, alleen twee
brui ker betermaakt,danwanneer zein de Son gedroogd á drie van de lager atste
geplagrondgrondso
de ; ook moet men den rooterem den
trosſenbewarten.
Wijnſtok vol.
waaren .
1
DeMeloenen, die nu zetten , moeten op het heetst van koomen ſchoon houlen ,van alle andere planten of om
den dagmet mattenbeſchaduwd worden , indienhetwarm kruid,'twelk, indienmen 't laatgroejen , de Wijngaar
weer isn, anderzints valt haare vrugt af, en men moet zorg den ten hoogſten benadeelt .
draage haar niet veel water te geeven ,'t welk haar dik. Zoek zorgvuldig na Slakken en ander Ongedierte , ' €

wils nadeelig is. Debestemanier is, de paden tusſchen welk uwe beste vrugten aantast, en indien het niet in
de bedden nat te gieten , als dan zakt het water tot aan tijds geſtuit word , haar in 't kort bederft.
de wortels der planten, en maakt haar vogtig genoeg , Maakt ir droog weer de Boomen nat, die in het voor.
en daar is geengevaar, dat de planten zullenrotten, gaande
houden faizoen
om reden dat het water niet aan derzelver ſtain koomt.
t zijn,m haare
verplanrondso
op den grond nemends ,eomfroots
in agtwortel te be.
'sMorgens en 's avor.ds, en na regenbuijen , moetmen letten , datzorg
ze , niet
de Slakken opzoeken , zijnde dit de tijden , dat zij uit Draagt omdoordeSon en windverdrougen.
den grond tusſche n de Vrugeboomen ,
haareholen enverblijfplaatzen koomen , endusgemak vanonkruid , en alle andere planten ſchoon te houdens
kelijk kunnen vernield worden .
de Het is nudaar
plaatzen ookzedezullen
tijd blijven
om de preij
ſtaan te
, inverplanten op hetvoedzel
agt neumen- uitgeput, envan den grondtotgrootnadeel
de vrugten die zodanige Boomender Boomen.
voortbren.
gen ,
SOM , SOM .

gen , zijn op verre na 30 groot en (maakelijk niet dan die, genoeg moet geeven om te groejen tot den herfst, 't welis
welke van Boomen voortkoomen , bij welke men geene de bekwaame tijd is , om ze op de rabatten van den Bloem .
planten heeeft laten groejen. Ook is het zeer goed de tuin te zetten , oin te blijven ſtaan . Van deeze zoorten
rabatten , daar de Vrugt-boomen op geplant zijn , voor zijn , de kamperfoelies, anjelieren, duizendſchoonen , joka
Zigtig met een mestvork -te-roeren, en de aarde die door violieren, akeleijen , klokjes , Stokroojen , Jchurft kruid ,
het aanbinden der Boomen vast getrapo was , wederom enz. alle welke in het eerſte jaar in de Bloem-kwekerij
'los te maaken. Dit maakt een harde en vaste grond be. moeten gekweekt , en dan in de Bloemtuin gebragt wore
kwaam om de zagte regens te ontvangen , die tot aan den om te bloejen.
de wortels der Boomen te laaten doorzijperen. Dog dit Men kan nu ook oculeeren de ongemeenſte zoorten van
middel
' doende , roert men de grond niet te diep , op dat men roojens , die geen uitloopers maaken , om door datſtammen
de wortels der Boomen niet boven haale , en aan de son vermenigvuldigt te kunnen worden. De beste
en du . ht bloot ſtelle . om te oculeeren , zijn de frankforter en damast Roos , om
dat die het beste vatten . Ook kan men nu oculeeren en
Ooft- t'rugten van deeze Maand . zoogen, alle zoorten van jasmijn , oranje-, limoen . , citroen
Aardbeien , Aalbeſiën , Kruisbeſiën , Kersſen . In de en granaat-Boomen , die men wenscht te vermeenigvul.
Trekkas Perſikken en Druiven ; en in den Broeibak, to digen.
Danasſen . Steekt ſtekken van lichnidea's ofphilox , dubbelde duo
Jendſchoonen , dubbelde ſcharlaaken lijchnis , anjelieren ,
Werk in de Bloem- en Plaiſier - Tuinen. en dergelijke andere haairwortelige planten , diemen no
Men neemt de klauwen van de ranunkels en anemones dig heeft te vermeenigvuldigen , welke, indien ze op
uit de grond , 20 ras men ziet dat de bladen beginnen een bed met ligte vette aarde geplant, beſchaduwd.,
geel en dor te worden ; insgelijksde vroege tulpen en hij. en behoorlijk nat gemaakt worden , zeer wel wortel
acinthen , men legt dezelve in huis op een drooge plaats , vatten .
om op te droogen , waar na men ze zuivert , en voorts
op een drooge luchtige plaats , tot de herplantingstijd coe Planten die nu in de Bloemtuin bloejen.
bewaart. Ridderſpooren , witte leliën , oranje leliën , roode lilio-ass
Ook vergadert men verſcheiderhande zaad van bloem fodelus vaſte lathijrus , ruikende lathijrus, guldenroede van
gewasſen , dat nu rijp word, als van auriculaas , primu. Kanada , tangerfe lathijrus, breedbladige regropgroejen
Xaveris, ridderſpoor, vingerhoed , leeuwenbek enz. de hondendood, hondendood met bloemen van leliën van da.
}
Men vaart voort debloem -gewasſen van week ont week len , geele wolfs-wortet, verſcheiden zoorten van papa
aan de daar bij geſtooken ſtokken op te binden ; en bij ver , capnoides, witte , zwarte en geele zwaluwowortel,
droogte moet men niet verzuimen de bloei en andere gee eerenprijs , blattaria , Scharlaaken -lijchnis, lijchnis corona.
wasſen van tijd tot tijd te hevogtigen , inzonderheid die ria , anjelieren , dubbeld en enkeld wit vierkruid, ijſop,
in potten ofbakken , broeibakken en kasten ſtaan . Scarlei , oosterſche ofſetong , dubbelde ptarmica , terant
De anjelieren welker kookers beginnen te breeken , hemum , coronilla herbacea met verſcheiden bloemen , ja .
moeten op twee ofdrie verſcheiden plaatzen geopentwor: cea , Santolina, beerenklauw , leeuwenbekjes, boomagtige
den , op dat haare bloenen zich aan alle kanten gelijke. primula.veris , franſe wilgen , vederik of lijfimachin , cha
Jijk moogen uitbreiden , anderskoomen haare bladen maar menerioil, valerianella , cornucopoides , afrikaanſche goud.
uit aan eene zijde van den kooker. Ook kan men deeze bloemen , haviks-kruid , chrijſanthemums,lijchris nigella ,
'barftende kookers te hulpe kooinen , dezelve moet het klokjes met perſiken-blad ,lijchnidea caroliniana, gentia.
vel van kleine gedroogde Scholletjes, in zeer ſmalle reep• nella, dubbelde en enkelde witte muurbloemen , witte en
jes geſneeden , die een uur of zes in lauw water geweekt "roode franſe camperfoelies , vliegenet van Lobel , navel
hebben , vast te binden , door derzelver ſlijm kleeft dit kruid , bruinetten ,Speculum veneris, dubbelde en enkelde
zeer vast , en belet de kookers om verder open te ber- duiſendſchoonen , dubbeld vliegenet , bolagtige vuurige lee
Iten. Ook moet men in agt neemen , om ze met glaſen lie , verſcheiden zoorten van bergoleliën, vogelmelk , bolo
tebedekken , kort na dat haare kookers open zijn , haar agtige iris , bloed -wortel, roode en witte iris multipleso
voor nattigheid te beſchermen ; en op het heetst van den met dubbelde en enkelde bloemen , dubbelde tuin -lijcko
dag, moeten deeze glaaſen metgeolied papier of koolse nis, ſavoiſe en fradescantfe phalangium , verſcheiden
bladen tegens de hitte der Son gedekt worden , als zijn- zoorten van papaver, akeleien van verſcheiden koleuren ,
de nattigheid en hitte even 'nadeelig voor dezelve. Ee. Spaansch ſpeenkruid , indiaansch Schurft-kruid , verſchei.
nige voornaame liefhebbers maaken groote peperhuiſen den zoorten van ſtatice, thlaspi van kandia , laage lijch
van geolied papier , om deeze bloemen te dekken , 't nis, laage heſperis, vingerhoeds-kruid, twee of drie zoor.
welk veelbeterisdan glas , want dehitte der Son is door ten van gladiolus, witte helleborus, geele overblijvende en
dezelve nimmerzo groot , dat de Bloem kan verſchroejen , tangenſche duive-kervel, zee St. Jacobs-kruid , afrikaanen ;
en den tegen loopt langs ' t geolied papier af. Zoekt ook wijfjes balſamina, maagde-palm , eflenkrud met purpere
zorgvuldig na Oorwormen en Mieren ; want indien zij en wittebloemen , groote blaauwe wolfs sportel, chalce
bij de Bloemen kunnen komen , vernielen zij die in kordoniſche iris, Jonne-bloemen , zce lavendel, ſmilax , pha
ten tiju.varkens
Het is goed ledige kreeftſchaaren , papaver-bol langiumzoorten
, affodillen , eupatorium ,kooren bloemen van vera
len , ofkalfs-klaauwen op ſtokjes
daar bij te zet. cheide lupijnen chriſtophoriana virginiana,
, , gee.
ten , en die dan s'morgens in een potje met kookend wa. le groote gentiana , twee zoorten van ruiſchiana , ruiken
ter uit te ſchudden,
ze tuin vijanden .
hier door verdelgt men veel van dee. dereſeda ,phlomis, verſcheide zoorten van betonica , cir
ciums, tracheliums, pijramidalen , Oosterſche malva , ce
Verplant zodanige zoorten , van vaste of twee jaarige rinthe, geele anonis, erijngium ,'alcea, drie zoorten van
haairworteligeplanten, die hetin de voorgaandemaand ketinia veficaria, vulnerariametbloedroodebloemen ,
nietgedaan
VÍ Deel
opkweek-bedden
zijn , plaats purperejacobea, pancratium eenige andere minder
, daar men haar .en van
belang. Mm
JOM SOM .
6440
Harde Boomen en Heeſters, nu in bloct. gemeene roofen, (rofa rulgaris), vlier vloemen (Hoges
Lombaurtjche lintjen, graanaat-apppel met dubbelde en Jambuci), ſtoechas kruid (ftoechas), water eerenprijs (vero
enkelde bloemen , Jpaanſche brem , breedbladige geele nica aquatica) , en eenige anderen.
jasmin, witte jasmin, roofen van verſcheiden zoorten ,
tamarix , virginiſche Jumax , doricnium , heesteragiige al. Werk in het Oranje- huis en Trekkas.
thea met brijonie blad, oleaster , frutex trifoliatis ulmi De Oranje-boomen nu in bloei zijnde , moeten geduo
ſamarris, lotus boom of celtis, regtopgroejende zoete bram. rig met water verzorgd worden , om het zetten van de
koojen vankanada , linde-boom , heesteragtig vijfvinger vrugt te bevorderen ,en de bovenſte aardevan haar tob
kruid , groote gamander , laate roode , hollandſche , al. ben en potten , moet geroerd , en wat vergaane koe-puesto
tijd groene, en laagbloeijende kamperfoelies, Spiræa met daar op geiegtworden , leggende die hoog op rondsom
wilgenblad, clematitis van Catesey, overblijvendehee. van de buitenkant van de cobben of potten ; zo dat ze
fteragtige lamium , Sijringen , cijtiſus lunatus, boomagtige een hol maakt om het water te bevatten , maarmen moet
maluwe, tulp-boom , paarde-kastanje met ſcharlaken bloe. nimmer eenige nieuwe inest op de pocten leggen, nogees
men , drie of vier zoorten van Westindiſche mispelen , nige mest in het water doen om het vet te maaken , gea
twee zoorten van viburnum , oosterſche colutea, pasſie- lijk van veelen gedaan word , tot groot nadeel van hun
bloemen , celastrus , drie zoorten van clematis , perſimon , ne Boomen . Het beste water voor deeze Boonien is,
ſneeuwvlok-boom of ſnowdrop, toxicodendron , virginiſche 't welk men neemt uit rivieren ofvijvers, alwaar hetvol.
acacia , catalba , basterd indigo , fabago, coccijgria , cle : koomen aan de ſon en lucht is bloot geiteld, zo dat, in
thra , itæa , roode en witte ſpirea, kleine magnolia, dier. dien men geen ander dan fontein , bak ofput.water heeft,
villa', portugeeſche lauwrier, nerium. periploca , twee of het altoos twee of drie dagen , eer hetgebruikt word,
drie zoorten van brem , colutea æthiopica, pistacie-noct, 10. aan de ſon en lucht moer bloot geſteld worden. Ook
binia , en eenige andere van minder belang. moet men de meeste Bloemen van deeze Boomen af
plukken , laatende er naar alleen eenige weinige aan de
Medicinaale planten , die in deeze Maand Aterkſte takken , tot voortbrenging van de Vrugten .
vergaderd moeten worden Steekt ſtekken van mijsthe-boonien op een bed met ligte
Wolle kruid (verbascumm) , eerenprijs (veronica) , ſpeen vette aarde , in agt neemnende, om ze nat te maaken en te
Kruid. ( Scrophularia), fanikel (Janicula ), bruin heilige beſchaduwen , tot dat ze wortel gevat hebben. Het is
( brunello) , poleij ipulegium ), kanker-bloemen of klape nu ook de tijd om ſtek te frecken van geranium , cijtijus,
joolen (papaver erraticum ),glas-kruid (parietaria), katte. leonurus , doria's, afrikaanſche goudsbloemen, lantana's
Kruid ( cattaria ), kruis en munt (mmentha crispa), plom , haleria's, afrikaanſche asters , cistusſen , favago's, lotus.
pen (nijmplea), duiſend-blad (millefolium) , ſchurft-kruid ſen, arctotisſen , conijſa's, afrikaanſche fiémach, en veele
Uchabiosa ), moeder-kruid (rizatricaria) , meloten (men andere buitenlandſche Planten, die beeiteragtig zijn.
Blatus); pimpernel ( fanguiſorba ), malve (malya) , an- Men kan nu eenige van de oranje -huis-planten in groo. 59

doorn (marrubium ) , tragoſelinum (tragoſelinum ), ſalie ter potten zetten , in agt neemende alle ſchimmelagtige
Salvia) , peper kruid ( lepidium ), vlas kruid (linaria); en verdorde wortels afteſnijden, die doorgaans rondom
vederik ( lijſimachia ), wurm -kruid (tanacetum ), bloemen aan de kanten der potten zijn , en neemt zo veeloude
van liguster , huislook ( fedtem ), haſenvoets-drieblad (la. aarde van de kluit, als gevoeglijk geſchieden kan , 2014
gopus), St. Jans-kruid ( hijpericum ), ijſop (hijlopus, dui. der de wortels te bloot te laaten. Wanneer ze op nieuw
lend koorn (herniaria) , bittere peen (mirnium, bladen geplant zijn , moeten ze in eene beſchaduwde ſtandplaats
van esſchen.boom ( fraxinus) , St. roberts kruid ( gera: gezet worden , en daar ze beſcherind konnen zijn voor
misin robestianum ), muskeerende ojevaars - bek (geranium ſterke winden , tot dat ze op nieuw wortelgevat hebben,
moſchatum ), brem ( genista), edele rakette (erijis.mum ), agri- na welken tijd zij op de plaatzen gezet moeten worden,
mónie ( agrimonia',, aardbeſiën ( fragaria ), ſmalle en daar ze geduurende den ſomer zullen blijven ſtaan.
breede weegbree (plantago) , dragon (dracunculus), aver- Neemt ſtekken van de verſcheiden zoorten van cerius,
zuit (abrotanum ) ,fantoline Santolina) , onzer lieven vrou. fedum , euphorbium , ficoides , cotiledon , en andere fappige
wen bedſtroo ( asperula odorata ), gemeene en roomſche planten, leggende die omtrent veertien dagen , in een LA
alfem (abſinthium vulgare & romanum ), lavendel (lavan. beſchaduwd gedeelte van de Stookkas , om haare won:
dula), linde-bloeiſem ( lorestiliæ ), waal.wortel(ſijmphij: den te heelen , eer ze geplant worden , anders zijn ze in
1 tiuin , ageratum (ageratum ), quendel ( ſerpillum ), dolle gevaar van te verrotten .
kervel (cicuta ), water- ſcheerling (cicuta aquatica) , thijm Roert de run in zodaanige Runbakken , die lang lau
(thijmus), ſuikerij ( cichoreum ), lieven vrouwenmantel maakt zijn geweest, en doe erwat nieuwe run bij,
(alchimilla ), pimpernel (pimpinella) , ſtal-kruid (anonis), welk de hitte vernieuwt, en zet er depotten aanſtonds
soren bloemen (cijanus), roſemarein (rosmarinus),gouds- weder in; maar ditmoet in zagt weer gedaan worden , lo
Bloem ( calendula ), zilverſchoon (argentina ), laage eick wanneer er weinig wind is, op dat deplanten nietlijden, 12
(chamedrijs), ſmeer-wortel (telephium) , wortels van var- terwijl ze in koud weer aan de open lucht zijn bloot ge PA

Kens-brood cijclamen ) , vingerhoeds-kruid (digitalis), ſteld . Of als het ſlegtweer is , brengt dezelve zo lanz C
bijvoet (artemiſia), bernagie ( borago), osſetong (buglos. in her Oranjehuis, want deeze tedere Planten kodren
Jum ), haaſen.latouw ( fonchus), melde (atriplex ),îtin. de open lucht niet verdraagen , inzonderheid wanneer het
tendemelde(chenopodium ), herders-tasch (burſapastoris), In goed
kamperfoelie (caprifolium ), betonie (betonica) , gezegen- hard waait.weer moet men
aan de meeſte tedere buite'.
de distel (carduus benedicus), calaminth (calamintha), landſche Gewasſen open luchtgeeven ,maarhet is died:
nagel-woziel ( carijophijllata), duiſend-knoop, (poligo- ftig de glaſen van de ſtookkas midden op den dag te be
nain ), kamille (canamelum ), honds tonge (cijnoglos. ſchaduwen , wanneer de Son zeer heet is ; voornaame:
fun ), oogentroost(euphraſin),brambooſen (rubus ideus), lijk in kleine ſtookkasſen , daar de Planten digtonder
2005 vandamast(rolarubra), witteroofen (rofa alba), het glas ſtaan. Want in groote ſtookkasſen daar veel
ruim
SOM . SOM .
$448
Dimte is , is het niet noodig de Planten te beſchadu. doen , dan lijden de Planten op die wijze even veel.
wen ; ten waare zij eerſt verplant, en nog niet vaft In het midden van deeze maand , kan men beginnen
geworteld waaren. uit de ſtookkas eenige harde zoorten van Aloë , en an.
Het is nu ook de tijd om zodanige zaailing buitenland: dere ſappige Planten te neemen , zettende die in 't eerde
fche Planten , die in het voorjaar opgekoomen zijn , in in eene beſchaduwde ſtandplaats , daar niet veel Slakken
groote .poiten , en die onder dezelve zeer teder zijn , of ander Ongedierte huisveſten , want indien ze zo aan .
moeten in een nieuwe Broeibak gezet worden , om baa- ſtonds als ze uit het Oranjehuis genoomen zijn , aan de
re groejing te bevorderen ; maar die hard zijn , hebben hevigheid van de Son worden blootgeſteld , verande
alleen nodig beſchut te worden , tot dat ze wortel ge . ren ze van koleuren vertoonen zich onaanzienlijk , zo dat
yat hebben, na welke tijd men ze op zodanige plaats ze allengskens moeten gehard worden , en indien er Slak.
Len kan verzetten , daar ze in den ſomer zullen blijven ken bij kunnen koomen ,knabbelen die aan de bladeren ,
Itaan . en ontzieren die zeer veel. Na dat dus de ſtookkas- van
Men kan nu opneemen de bollen van de kanariſche klok . eenige deezer harde zoorten ontledigt is , moeten de in .
jes , en alle de bol-wortels die van de Kaap de Goede Hoop dere verder van malkanderen op de stellinger: gezet , en
koomen , zo als de hemanthus , afrikaanſche gladiolus, van vuiligheid gezuiverd worden, waar door ze meer
blaauwe bolwortelige hijacinthers , lelien , fijirinchiums, luchtigheid bekoomen , fterker en jeugdiger gemaakt wor.
fquilla , perfiſche ciclamen , cunonia , watſonia, antholjze, den , en bekwaamer om in 't begin van den volgenden
Aria's , ornithogalums, en vericheidene andere zoorien , maand , buiten in de open lucht gezet te worden .
wier bladen geheel verdord zijn , wanneer ze van elk
ander genoomen , en aanſtonda in potten met verſche aar . Planten die nis in het Oranjehuis en Stookkas ,
de verplant moeten worden , zettende haar , daar ze de als ook zommige in de open lucht bloejen .
morgen-ſon kunnen hebben tot elf uuren ; geeft haar nu Oranje-, limoen ., citroen- , mijrthe- en olijfboomen ,
en dan in droog weer wat water , maar doet het ſpaar- pompelmoezen , cijftus met halimus-blad , verſcheiden
faan , tot dat ze nieuwe bladen uitſchieten ; want veel zoorten van mannelijke-cijftus, cijftus-ledon , afrikaans
nattigheid op dien tijd , als de bollen genoegzaam werke. Jche jupiters baard , afrikaanſche regtopgroejende honden .
loos zijn , doet haar rotten. dood met wilgenblad en witte bloemen , verſcheiden
Thans is het ook de bekwaamſte tijd om de bellen van de zoorten van anemonospermos, rijn-bloemen met gulde-bloe.
guernj ijje en belladonna-leijën te verplanten, dewijl om men , jasmijn met ilex.blad , ketmia met papaja blad , ka.
deezen tijd haare bladen geheel verdord zijn , en op dee: toen-plant; verſcheiden zoorten van ficoides, indiaanſcke
Een tijd moet men nieuwe bollen van buiten ' s lands bezor goele jasmin , verſcheide zoorten van fedum , ethiopiſche
gen ; wantdie na deeze tijd worden opgenoo.nen , tieren colutea met jupiters-baard -blad, heeſteragtige africaanſcho
zelden zo wel. Deeze bollen inoeten in potten geplant wor alcen met roode bloemen , laage amerikaanſche klokjes,
den , gevuld met het volgende mengzel, naamelijk een der. boomagtig amerikaansch ſchurft-kruid , basſella , twee
de verſche aarde', één derde Zee-Zand , en één derde kalk- zoorten van melianthus , mimoja , witte spaanſche brem ,
puin . Dit moet wel gemergd , en de bodems der potten cotijledon , ricionidesmetveelverdeelde bladen ,ricinoides
met ſteen.puin bedekt worden , om door dat middel een met luiskruidblad, indiaanſche fagitta , dubbelde indican.
doortogt te bezorgen , waar door het water kan uitloo- fche kersſe, koffijboom , keeſteragtige afrikaanſche pou
pen. De bollen hier in geplant ziinde , 20 zet de porten lijgala, amoinum van PLINIUS, verſcheiden zoorten van
in een ſtandplaats daar ze demorgen ſon kunnen hebben , aloë , laage granaat.appel, indiaanſch bloejend riet , cije
maar geeft haar weinig of geen water voor dat ze wortels tijus lunatus, drie of vier zoorten van phlomis , canari.
geſchooten hebben . De belladonna-leli n die redelijk hard ſchecitijus, verſcheiden zoorten van geranium , verſchei.
zijn , tieren best op een warm rabat, dog als het in een den zoorten van pasſie bloemen , plumeria , casfia , olean
natte grond is , moet het rahat zo hoog gelege worden , der , teucrium van beotien , zilveren lotusboom van kan .
dat de nattigheid aan de wortels niet kan koomen , en dia , groote en kleine ruige lotus , lelie-narcis , pancrats.
eenige puin of ſteen.gruis daar onder gelegt , dat het wa. um , abutilon , papaja's, cereusſen , lantana's , crotalaria's,
ter gemakkelijk kan weg zakken , anonusſen , lotus Janttijacobi, drie zoorten van diesite
De tuberoojen ,die vroeg geplant zijn , beginnen nu te heliotropiums , lijciums, celaftrum , drie zoorten vanmar.
bloejen , en kunnen in potten gezetworden , behouden. tinia's, lavendel uit de canarien , crinum , faururus,yine ta
de zo veel aarde aan haare wortels, als inaar iets moge bernæmontana, waltheria , tournefortia , brunsfelſa,
lijk is. Men kan ze nu plaatzen , daar men ze denkt te và van madagascar , Solarsams, verſcheiden zoorten van
laaten ſtaan , om te bloejen , in agt neemende , haar dik alkekéngij , arums , hæmanthums met colchicum blad ,
wils met wat water te verfrisſen , en die , welke laater anthæricums, pireæa, meloen distels , gesneria , heefterage
geplant zijn , om op de eerſtgeplantete volgen , moeten tig vingerhoeds-kruid, twee zoorten van adhadota , kig.
zo veelvrije lucht hebben , alsmogelijk is , en dikwils gelaria , grewie , afclepias africana, clutia , pasſerine,
nat gemaakt worden , 'twelk haar ſterk maakt , en veel phijlauthus , tithijmalus, drie zoorten van phijtolacca,
meer bloemen doet voortbrengen. chironia , aſijrum balearicum , arabiſche jasmijn , heefter.
Ook moeten nu de ananasjen dikwils met water ver agtige convolvulus , afrikaansch heeſteragtig levatera ,
vrist worden, en in heet weerveel vrije lucht hebben , rauwolfia, baſtèria , afrikaanſche fumachs, borbonia ,las.
want indien de glaſen te digt genooten worden gehouden , rus regia, crasſula , palmboom , malpighia's , turnera ,
verſchroejen de bladen , tot groot nadeel van de Plan- hedijfarums, boomagtig bupleurum , en eenige anderen.
ten , ook is dan de vrugt minder geurig van ſmaak . Dog
hier dient ook een juiste middelmaat in te worden gehou Huismans werk in deeze Maand .
den , want geeft men haar te veel water , en laat men Men ploegt nu zodanige Braaklanden , voor de tweco
zonder onderſcheid van weer in agt te neemen , de demaal, die men voornemens is in den volgenden herfst
glalen bij dag open , zo als zommigen zonder oordeel met winter- graanen te bezaajen.
MO2
SOM . SON SON .
In’t laatst van deezen maand begintmenook te hocijen , als een platte cirkelrondeSchijf vertoond,ontftaatdaaruity
als het gras voordeelig en het weer gunſtig is. daver op een zo ongemeen verren afſtand niers is, 't welk
Anderzints valt er nu in de velden niet veel ten aan. ons kan doen gewaar worden , dat de gedeelten van het
zien van de cultuur te doen , en den Landman wagt met midden , naar ons toe , verder uitſteeken dan die.yan den
werlangen haast een goeden Oogst der veld-vrugten , tot rand , en dat derhalven de kromme lijnen of halve cir
belooning van zijn veelvuldigen arbeid en moeite. kels , die deszelfs voorſte verheven rondheid vormen ,
SOMER-ROGGE , zie ROGGE . zich op den bodem van ons oog als regte lijnen tekenen..
SOMER -SALAAD , zie LATUWE, n. 44.8 . 1771. Op dezelfde wijs moet :nen ook begrijpen , dat de zaak.
SOMER.SPRUITEN , in ’t latijn Maculæ folares ; gelegen is met de volle Maan , en met de andere D.waal
Lentigines. Dit zijn kleine geelagtige vlakken , die in 't ſtarren , als men die ziet door een Teleskoop.
gezigt, op de handen , aan den hals, op de borst enz. 2
Het lighaam van de Son is van een verbaazendegrootte ..
in den fomer ontſtaan , en in den winter genoegzaam van Haar Middeilijo , volgens de nieuwſte en nauwkeurig.
zelfs verdwijnen . De oorzaak is een verdikte taaiheid ſte waarneemingen , gaat die van de Aarde , welke men
in 't bloed , die door de hitte der Sonne daar uit word in 't ruuwe op drieduiſend mijlen rekent, ineer dan ne
getrokken . gentigmaal te boven. Dewijlde vaste inhoud der kloot
Het beste middel om dezelve te verdrijven , agtmen ronde lighaamen tot elkanderen ſtaat, als de Taarlingen.
het volgende zamengeſteld water te zijn , 't welk door- van hun Middellijnen , zo volgt bier uit ; dat de lighaa.
gaans Blanketzelowater van de Princes van ENGENBURG melijke inhoud van de Son ontrent 729000 maal grooter
word genoemd, een waar van wij het voorſchrift heb is, dan die van onzen Aardkloot.
ben overgenoomen , uit de Mifcell. Natur.curiof. Déc. 1 . De ſchijnbaare grootte van de Sonneſchijf blijft niet al
Ann . VII. toos beſtendig dezelfde. Men ziet ze veranderen ,'en
Neemt water van boone-bloeizel, witte lelien en rijm . kleiner of grooter van omtrek worden , even als die der
Pharum , van elks twee oncen ; van ſalomons-zegel en kik- Maan , naar maate dat dieeze Hemellichten zich na hus
forſchen.zaad, elks anderhalf once ; roofen water , een opgang hooger boven den Gezigteinder : verheffen , of
half once ; magist. marcas. vier ſcrupels; ſacchar.fatur. of den zelven weder naderen om onder te gaan. Maar
Lipot-zuiker, een drachma; campher, twee ſcrupels ; olie deeze zelfde ſchijnbaare grootte verandert daar en bo.
tart. per dei.een half drachma, mengt dit wel onder een , ven ook nog om een andere oorzaak ;: dat , naame:
en wascht hier ecnige maalen op den dag de huid mede, lijk ,. die Hemellicbten zomtijds nader bij de Aarda
die met Somer.jpruiten bezet zijn . ' zijn , zomtijds verder van dezelve verwijderd , 't welk
SOMNIFERA , zie PIJNSTILLENDE MIDDE- aanleiding geeft dat de gezigthoeken , waar onderwij de
LEN: zelve zien , op den çenen tijd grooter zijn , op dez an
SON , Zon , in 't latijo Sol, in't fransch Soleil. De deren kleiner..
Son is een klootrond lighaam van een verbaazende groot Hoewel er niets aan den Hemel te vinden is , dat in :G
de , welks natuur wij tot nog toe nog met geen genoeg . luiſterrijkbeid bij den glans der Son in vergelijking komt,
saame naauwkeurigheid nog zekerheid kennen. Zij is de, is dezelve echter zo volkoomen zuiver niet, of men word
voornaame en hoofdoorſprong van de warmte , die onze van tijd tot tijd eenige duiſtere plaatzen en vlekken, og
Waereld beziele en koeſtert , en van het Licht dat haar dat Hemellicht gewaar. Galiler , ( anderen zeggen ,
beſchijnt. Hier uit oordeelen wij , dat zij mogelijk uit Vader SCHEINE , een Jeſuit ) deed nu omtrent hondert
een Yuur , uit een verzameling beſtaat van brandſtoffen , en vijftig jaaren geleeden eerst deeze ontdekking; en
die gebrand hebben van de ſchepping af; maar een Vuur, wel haast ſtelden de Natuurkundigen hun verbeeldings
dat waarſchijnlijk brand zonder te verminderen en zich kragt te werk om naar de corzaak van decze Verſchijn.
te verteeren, of zonder duister worden en verdooven ; zelen te raaden. Dog alles , wat er uit gebooren wierd,
dewijl deszelfs kragt en helderheid altoos dezelfde blij- waaren enkele gislingen , ter naauwer nood waarſchijn. C
ven en onveranderlijk ; geheel anders dan de aart is van lijk.

#NSE
andere vuuren , die niet dan door voedzel van brandſtof- De Starrekundigen deeden er beter hun voordeel me
fen in ſtand en aan te houden zijn , en wier belderheid de. Zij merkten op , dat die Vlakken , 20 lang als 28
bijna altijd bezwalkt word door uitgebrande kool , en de duuren (want zij blijven niet altijd in weezen en vergaan
jookdampen die ze uitwerpen. wel eens) van den ooſtelijken rand der Son voortlo
De werking van dit Hemellicht , het luisterrijkſte , heil. pen naar den westelijken , dat ze dan verdwijnen , en
zaamſte , en noodzaakelijkſte van allen , daar wij den in na verloop van een zekeren tijd wederom voor den dagko.
Floed van gevoelen , ſtrekt zich rondom het zelve naar men , om den zelven weg op nieuws langs te wandelen,
alle kanten uit , tot op een onmeetbaaren afſtand ,,20 Dit deed hen in 'teerst vermoeden , dat het mogelijk wel
dat men het zelve moet aanmerken als het middelpunt deeze of geene duistere Lighaamen zouden kunnen zijn,
yan een paar alle zijden uitgebreide klootronde werking, een zoort vau Dwaalftarren , die , even als de andere en
1.
Welke de wijderende ſtraalen maaken ,die uit alle deftip. bekende Dwaalftarren , baaren loophadden rondom de
pen van de oppervlakte der Son voortſchieten . 't Zij der
Son , en zeer na aan deszelfs lighaam langs gingen. Maar
balven de Son verlichte , 't zij ze verwarme; baar wer- deeze vermoedens merkte men eerlang dat ongegrond wa.
king en kragt zal zo veel ſterker zijn en grooter , naar maa . ren , om dat men waarnam , voor eerst, dat elke Vlek,
Pe dat ze nader bij de Lighaamen is daarzij die op oef. als ze nader bij den rand van de Sonneſchijf komt , zich
edi; en wel volgens deeze evenredigheid , dat dezelve altijd ſmaller vertoond , dan wanneer men ze meer naar
op verſchillende afſtanden , tot malkanderen ſtaan in 't midden van de Schijf geplaatst ziet. Ten tweeden,
de amgekeerde reden van de vierkanten dier afſtan. om dat de tijd welken zij, na haar verdwijnen , onzigt
den , baar blijft , omtrent net even lang duurt ,als de tijd dien
Dit Hemelliche, in 't middelpunt van ons waereldge- ze zich zien laat. Hier uit beſlootmen ,en inetreden ,das
Helgepianist, isklootrond van figuur. Dat hetzich aan ons de Vlekken van de Son plat zijn ,en geen klootronde
Lig
SON .
SON :
Dighaamen , en datzij op de oppervlakte zelve , van dat bro. LINN. Sijt. Nat.) Van deeze zoort zo wel als3449
de
Jenellichtmoeten liggen en er aan vast zijn. Want in voorgaande, zijn verſcheidene veranderingen , als met
sien het ronde bollen waaren gadie los en vrij met het dubbelde Bloemen , wit en ook zwart zaad enz .
aghaam van de Son , geen gemeenſchap hadden , gelijks 3. Doorgaans gemeene of vaste Sonne,Bloem ; Corona Sou
MERCURIUS bij voorbeeld, of Venus ,zou men ze uit lis perennis & vulgaris. Hier van zijn ook eenige very
e aarde in T. fig . 4. van plaat I. geplaats, altijd onder anderingen, als met geſcheurde Bladen , enz.
= ene zelfde gezigthoek moeten zien , 'tzij ze vlak voor 4. Ruigbladige vaste Sonne-Bloem , hebbende drie of vier
de middelpunt van de Son S. ſtonden , 'tzij ze verder ter bladen , ſtaande aan elke geleding van den fleng ; Corona.
ājden en naar den rand weeken ; en het gedeelte. A B. Solis asperis tribus vel quaternis ad genicula fitis. MORIS.
van hun omloopstijd , terwijl men ze voor de Son zag voor- Hist.; ( Helianthus foliis oppofitis Jesfilibusovato-oblongis
bij gaan , zou merkeliļk korter moeten zijn , dan het an . trinerviis, panicula dichotoma. Linn. Spec. Plant.).
der gedeelte BCA. dat men ze uit het gezigt verloor. Uit 5. Tubercos-wortelige vaste Sonne - Bloem , ook wel Arti
deeze redeneeringen en waarneemingen begreep inen , ſjokken van Jeruzalem genoemt; Corona Solis parvo flore ,
dat de Sor , die men'tot nog toe gedagt had ſtil en onbe. tuberofa radice. TOURNEF.; Helenium indicum tuberoſum .
wuogen in 't middenpunt van ons wereldgeſtel zich be. Bauh. Pin. 277.; (Helianthus foliis orato cordatis; nervis.
T: yond, in den tijd van vijfentwintig dagen en een halven intra folium unitis. LINN. Spec. Plant.);
om haar eigen as draajde.
SONCHUS , zie HAASEN -LATUWE. Plaats. Alle de zoorten van Sonne - Bloemen zijn na .
SON -DAAUW , zie ROSSOLIS. tuurlijk aan Amerika, waar van daan nog dikwils nieu .
‫ܙܝܐ‬ we zoort
SONDAG ; van het latijn dies Dominica , dng des" zeer worden
ons breid
grootenentotuitge over
Plant en gebr gt;, zijn
-geſlaagt de dit
en het een
is aan
Heeren genoemt; is de naain door de Christenen aan die merkelijk , dat er niet een eenige zoort van dit geſagt is die.
de dag gegeeven , waar mede de week bij Jooden en Hei: natuurlijk tot Europa behoort; zo dat wij eer Ameri.
o denen begon , zo als ze ook nog bij ons daar mede be. ka on.dekt was , geheel onkundig van deeze. Planten
gint. In derzelver ſchikking , ten aanzien van de week waaren .
13. , beſchouwt, koomt deezen dag over een met den dag der Beſchrijving. De Sonne- Bloemen die 'c meest bij ons :
* ſonde van de Heidenen ; als een feestdag beſchouwd aan worden gekweekt , zijn de twee eerſte zoorten met der.
den Godsdienst toegewijd , koomt bij met den Sabbath zelver veranderingen .. Deeze ſchieten in zeer korten tijd
der Jooden over een en is er zelfs een gevolg van , met heel hoog op , inzonderheid in Spanjen dog bij ons over .
dat onderſcheid echter, dat den Sabbath ſaturdags ge treffen zij zelden een Mans hoogte. Zij ſchieten maar
vierd 'wierd.
SONDAGSLETTER , in 't latijn Litera Dominica. ken eeneisn ; Steng el,die
de Blad dik rezto
en zijn grootpitaa nde den, metmenigezijdtak
en bree aan dekantgekerft,.
lis; noe mt men die lette r, met welk e in den Julia anſch en en voor punti g; bove n op haar top draagt zij een ſchoo .
en Gregoriaanſchen Alinanach , ieder Sondag van het jaar ne, groote , en breede , aanzienlijke geele Bloem , even
bemerkt word. En ten einde de opſteller van den Alma . als met Itraalen omcingelt , en rond als een tafelbord ,
nach , de week.dag op welke de Paasch volle-Maan in- ſtellende een kroon voor , die van de halve Bloempjes ,,
valt , gemakkelijker zoude vinden, betekenen zij de da: door een groote menigte van kleine Bloempjes , gefor .
gen der weeken met de zeven eerſte letteren van het A. meerd word. Deeze Bloem neigt zich geduurig na de
B. C. , noemende altijd den eerſten dag van't jaar A. , zijde van de . Sonne , want zij moet in zich zelfs
van daar tellen ze tot op den Sondag , en dus openbaart zwaar zijnde, en de ſtengel ter zijden , daar hem de ſon .
zich de Sondags-letter , die nogthans ieder jaar niet ee neſtraaien reeds geraakt, doorwarint, en week gemaakt
nerleij is.
hebben
SONNE-BLOEM ; Zonne- Bloem ; in 't latijn Helian .. de , toegee
neigen Bloem, natuurl
. De vende vergaanijkerwi
zijndejze zich op
, volgt haar zij
die een
thus ; Corona folis ; Coreopſis; Buphtalmum ; is een Plan- groot aantal langagtige zaaden , die veel dikker zijn als
ten -geſagt , 'twelk tot Kenmerken heeft, een ſchobbigen Meloenzaaden , hebbende een ieder van bovenen een
Kelk ; de Bloemen ſtraalswijze gelijk die der groote paar blaadjes , en in een blaadję zittende , dat als een
Star-wortel; de vrugtbeginzels der zaaden worden in de klein gootje is uitgehold.
bloemſchijf door kleine gefchaliede bladen onderſchei. Kyyeeking .. De beide eerſte soorten eenjaarig ziinde,
den ; de top van het ovariuin is met twee kleine bladen moeten ze alle voorjaaren in de maand april , in een goe.
gekroond ; het zaad word uit de grond der Bloem geſtoo- de , losſe , vette grond , en op een opene warme plaats
ten , laatende een ledige plaats ,die veel gelijkheid aan gezaaid worden , en wanneer de Planten omtrent drie :
een honingraat heeft. duimen hoog moeten
zijnof, tien op bedden
ze van verplant wor.
Zoorten. Daar zijn zeer veelé zoorten van dit Bloem- den omtren t agt duimen malkanderen , alwaar
gewas , waar van wijde voornaamſte benevens derzelver ze konnen blijven ſtaan , tot dat ze één voet hoog zijn , .
cultuur , zullen beſchrijven . wanneer ze voorzigtigmidden
1. Gemeene groote eenjaarige Sonne -Bloem ; Corona So. genome n , en in het met eenvankluit
groote moeten
aarderabatte op
n vere
lis radice annua; Helenium indicuin maximum ; ( Heliar piant worden , ofwelin kreupel bosſchen van hooggroe.
thus foliis omnibus cordatis; nervis pone baſin unitis , ex • jende gewasſen , in agt neemende haar dikwerf te bevogo
trorfum denudatis. Linn . Spec. Platt. ) tigen , tot dat zij wortel hebben gevat , na welken tijd.
2. Groote eenjaarige Sonne- Bloem , met aschgraauw ge- zij geen verder oppasſen nodig hebben , dan haar van het .
fireept zaad ; Coruna Solis maxima, Semine albo , cinereo, onkruid ſchoon te houden , en er een groote bloemſtok
& triato ; TOUREF .; Chriiſantheinum Virginianum al bij te ſteeken , waar aan zij gebonden zijnde , voor het ',
sisfimum angustifolium , puniceis caulibus. Moris. Hiſt." ſchudden der winden beveiligd worden. In julij koo.
3. p.441.; Chrijſanthemum virginianum elatius angustifo men de groote Bloemen aan de toppen der ſtengen , voor
liun , cauli hirſuto viridi. PLUKN . Alm. 99.; ( Helian- den dag , onder welke de beste en dubbelite Bloemen
thus foliis lanceolatis ſcabris ,,caule ftrião, infeme gla- voor het zaad moeten worden bewaard ; want die laater
M m 3 aan
SON . 301 . SOP SOR .
3450
aan de zijdtakken bloejen , zijn zo fraai niet, en maaken voortkoomen, zijn klein en geelagtig van koleur; dePeu .
haar zaad ook zo wel niet rijp als die eerst in bloei zijn, len die daar op volgen , bebben omtrent de langte van
Wanneer de Bloemen geheel verwelktzijn , en het zaad één duim , zijn zo fijn als een draad , kunnendemen aan
geformeert is, moet men de krooner zorgvuldg voor de dezelve de legplaats der zaadkorrels , die op zich zelven
Vogels beſchermen , die anderzints het goede zaad opee. zeer klein en rood zijn , van buiten zien ; de wortel is
ten ; en omtrent het begin van october , wanneer het zaad wit.
rijp is , moet men de kroon met een klein gedeelte der SOPORIFERA , zie PIJNSTILLENDE MIDDE
ſtengen afſnijden , en dezelve in eene drooge luchtige LEN .
plaats omtrent een maand lang ophangen , in welken tijd SORBEN- BOOM ; Spree Boom ; in 't latijn Sorbus ; ia
het zaad voikoomen droog en hard zal worden , als wan . ' t hebreeuwsch , Tolesch ; in 't arabisch , Sepitaluma,
neermen het gemakkelijk kan uitwrijven , en in doofen Talenum , Zarea &c ; in 't grieksch , on en ön ; in't ita
ofpapieren doen , het zelve zorgvuldig voor Ongedierte liaansch , Sorbo , Sorbelero ; in 't portugeesch , Serval,
tot de tijd der zaaijing toe , bewaarende. Sarveiro ; in 't littauwsch , Sierimiimis; in 't poolsch
De derde en vierde zoorten brengen in ons land zelden Farzebina; in 't hongaarsch, Berkinijefa ; in 't engelsch,
zaad voort , maar zijworden zeer ſpoedig door haare wor-
tels vermenigvuldigt.
Service trée , Quicken trée; in 't transch Cormier, Sor.
bier ; en in 't hoogduitsch , Vogelbeer Baum , Sperber.
De vijfde zoortword in eenige tuinen om de wortels Baum , Meel-Baum , Mesibeer-Baum ,Quitchen-Baum,
gekweekt, die bij zommigen even hoog als de Aardap. Speijerling , Sper. Aepffel , Sorb Aepffel , Spindelbeer,
pels geagt worden , dog zij zijn veel wateriger en van Spelbeer, Arlesbeer , Sper-Bijren, Smeer-Bijren.
een laffe ſinaak , verwekkep daar bij ligtelijk door haareKenmerkens. De Bloem die deezen Boom voortbrengt,
winderige hoedanigheid buikpijn ; zijnde dit ook de oor beſtaat uit verſcheiden Bladen , die in de rondte ſtaan,
zaak , dat zij genoegzaam in onbruik zijn geraakt. Men en zich in de gedaante van een Roos uitbreiden , wel
vermenigvuld ige dezelve door de kleine wortels te plan- ker Bloemkelk naderhand een vrugt word , van figuur
ten , of wel de groote in het voor of najaar in ſtukken als een Peer of Mispel, waar bij men moet voegen, ge
te ſnijden ; in agt neemende aan elk bijzonder ſtuk een veerde Bladen , 20 als die van de Esſchenboom .
knop te bewaaren , en baar een goeden afſtand te geeven , Zoorten. Daar zijn veele zoorten van deezen Boom ,
voornaamſten,
want haare wortels vermenigvuldigen buitengemeen dog de vijf volgende wel deLijsterbeſiën
1. Wilde Sorben Boom ,
ſterk. Het volgend najaar wanreer haare ſtengen ver . -Boom , Vogelsbe
dorren, konnen de wortels tot gebruik opgenomen wor- fiên Boom , Qualſterbefiën-Boom , Haver.Esſchen ; 01.
den. Men inoet dit zoort niet anders dan in een afge. nus. Dodon .; Sorbus / ylveſtris alpina . LOBEL.; Sorbus DE
legen boek van den tuin planten , want geduurende haaren aucuparia. TOURNEF. Inft. R. Herb. 634.; Sorbus fijk.
groei zijn ze zeer onzienelijk , en de wortels overloopen veſtris, foliis domesticæ fimilis. BAUH. Pin. 415.; (Sora
ligtelijk , wat daar omtrent groeit; ook eens in een tuin bus foliis pinnatis utrinque glabris. Linn. Spec. Plart.)
gevestigd zijnde , laaten zij zich niet dan zeer be 2. Tamme Sorben - Boom , Slupper- Boom , Sperwer- Boom ;
Gebruik.uitroejen.
zwaarlijk andere Gewesten van Ame- Sorbus domeſtica . Lobel ; Sorbus fativa. Bauh . Pin
In Virginien en
rika gebruiken deInwooners hetzaad vande grootSon e : 415.; Sorbus legitima. Clus.I. p. 10.; (Sorbus foliit
me Bloemen , om brood van te bakken , ook bereiden zij er pinnatis ſubtus tomentoſis. Linn. Spec. Plant.)
3. Berg Sorben -Boom ; Sorbus torminalis ; Cám. Epil.
Soepen voor haare Kinderen van ; insgelijks eeten zij de 102 .; Sorbus tormiralis & Cratægus theophrasti. BAUI.
jonge toppen , na dat die alvoorens gekookt en niet olie Hist. I. p. 63 .; Mespilus apii folio, Jijlvestris non fpire
en zout zijn toegemaakt .
fa. Bauh . Pin. 454.; ( Cratægus foliis cordatis ſeptar
SONNE - VISCH , zie SPIEGEL -VISCH , E. III. gulis, lobis infimis divaricatis. Linn. Spec. Plant)
SONNE -WENDE , zie KREEFT- KRUID.
SOOLEN 4. Wilde Engelfche Sorben -Boom ; roode Berg Sorbera
SOPHIEN-LEER
-KRUD, ;zieFije-Kruid
PONDSLEER; Sophia. ; Naſturtium Bobm :Sorbus fijlvestrisanglica. RAJ. Hiſt. 1459 ; Aris
Sijlves tre tenuisſime diviſum .Bauh. Pin. 105.;Sifimbri. 452.: (Cratægus foliis ovatisinæqualiter Serratis fubise
un corolla calijce minore, foliis multifidis linearibus. Hall. tomentofis. Linn. Spec. Plant.)
Hely. 337.; ( Siſijmbrium petalis calijce minoribus , foliis
5. Virginiſche Sorben -Boom ; Sorbus aticuparia virgi.
decompoſito pinnatis. LINN . Spec. Plart .)
Kenmerken . De Bladen van deeze plant zijn op 't niana, foliis
virginiana arbuti. BREIJNTOURNET
, foliisarbuti. . Prodrom . 1. p. 15.
Inft. 633.Cratagu
Mespi
allerfijnſte ingeſneden; brengende reguliere vierbladige lus virginiana , foliis arbuti lanato folie. Plumn. A..
Bloemen voort, en langwerpige in tween gedeelde zaad mag . 248. (Mespilus inermis, foliis lanceolatis crenatis
huisjes .
Plaats. Het zelve groeit in de zuidelijke deelen van ſubtus tomentoſis. LINN. Spec. Plant.)
Plaats. De eerſte zoort groeit op veele plaatzen 431
Europa , bij oude muuren en puinhoopen , ook op ſteen Hoog- en Neder -Duitschland in het wild, in zand of ſteen.
; . agtigegronden enboschachtige plaatzen. Detweede
mende, alle jaaren ligtelijk voort uit haareigen zaad,
waar het eens geweest is ; het zelye kan niet veel koude 300rt groeit in 't wild in de warme Landen , als in Ita:
verdraagen .
lien , Spanjen , Provence , Languedoc enz. , dog word
ook op zommige oorder van Hoog-Duitschland op berg:
Beſchrijving. HetSophien- Kruid brengt een ſtengel voort en boschachtigeplaatzen , en elders gevonden. De der
van een tot anderhalve elle hoog , waar aan ongemeen de zoort, groeit in Hoog Duitschland , Boheemen , 0.0
veele takken groeijen , die hard , houtagtig , en in veel ſtenrijk , Italien , Spanjen , Switzerland. Frankrijk,
zijdſpruitenverdeeld zijn , van een langwerpige gedaan- Engeland en elders, in de koudeberg en boschachtige
te en haairig. De Bladen zijn zeer fijn ingeſneeden , van plaatzen . De vierde zoort, word in de gemelde land.
(maakals Moeskruid , deBloemendieer in menigte op Streeken op dergelijkeplaatzen gevonden i,nzonderheid
veel
D
SOR . SOR. SOU . 3453
veel in Engeland , als mede in de Noordelijke landen. daar in de tuinen geplant , enkel ook om de vrugten ,
De Natuurlijke groeiplaats van de vijfde zoort , is het die even eens als de Lijſter.befiën , troswijze voorikoo ,
Landſchap Virginien en Carolina in Amerika. men , en die dikwils aan de eene zijde bleekgeel en aan
Beſchrijving . De eerſte zoort dat een middelgaarig d'andere rood zijn. De Vrugten hier van op de wijze
groote Boom word , is takkig en vol van loof; de Scam der Mispelen week geworden zijnde , kan men eeten ,
is regt opwaarts ſtaande , met een bruine gladde Bast , en zijn eenigzints zuur of rijnsagtig., dog niet onaange
die er geheel veroudert uitziet; het Hout is digt en ta naam van finaak. Dezelve worden ten dien einde boschse
melijk vast ; de Bladen zijn lang.verpig , gelijk als van wijze zamengebonden , en in een drooge kamer opgehan.
den Esſchenboom , aan de rand gekarteld , en veeltijds gen , als wanneer ze lang kunnen duuren ; ook worden
haairig , week , naar beneden toe witg van een zamentrek- ze wel , eer ze week zijn , in water opgekookt en tot
kende ſmaak; zij ſtaan zeven of agt bij paaren tegens ſpijze bereid. Ook word er met zuiker of honing, als
over malkanderen aan een ſteel , en aan 't einde elke van de Queën , wel confituuren van gemaakt;deeze con
keer een enkeld , ze zijn droog , ſchoon groen , en van fituur verwekt appetijt en ſterkt de maag , is inzondere
gedaante langwerpig rond , aan den rand puntig ingekar- heid voor de zodanige dienſtig , welke aan búikloop , of
reld . De Bloemen zijn wit , klein , en ſtaan veel bij aan't braaken zijn . Uit de vrugten zo wel van deeze als
malkander aan een ſteeltje , 't welk tusſchen de Bladen de eerſte zoort , kan men ook , na datze wat geſtaan heb
uitgroeit, aan een dik Bloemkroontje ; zij beſtaan ei ben te gesten , een goede Brandewijn distilleeren . Het
gentlijk uit vijf , witte, holle . rondagtige, en in de Hout van beiden is hard en vast , en word op plaatzen $
rondte leggende bladen ; wanneer deezen zijn vergaan , daar het veel groeit, van de Schrijnwerkers en Draaijers
volgt er de Vrugt op , die er als een druiven-tros uite gebruikt, ook is het goed om te branden.
ziet, van wegens de meenigte Beſiën die bij inalkande- De derde en vierde zoorten 't welke fraaije , groote uit
ren ſtaan ; deeze Beliën zijn in 'tmidden dik, en tegens kroonende en lommerrijke Boomen worden , zijn zeer
den ſteel toe , allengskens dunner gelijk de Peeren , met bekwaam tot allées op groote plaatzen. Echier ziet men
een kroontje voorzien , van koleur roodagtig , bevat. hier te lande deeze Boomen zeldzaam , en niet anders
tende van binnen een geelagtig merg of vleesch; de als bijzommige Kruidminnaars , wordende geljjk ook de
zaadkorrels die drie in 't getal zijn, hebben eene lang. vijfde zoort alleen uit liefhebberij en verandering van ge.
werpige gedaante. De tweede 20grt verſchilt weinig wasſen , hier en daar in de tuinen of bosquets geplant ,
van de eerſte , dan dat ze in de warme landen meer in 'č als mede om de vrugten. Dog deeze Boomen draagen nieć
wilde groeit, en derzelver vrugten ook eetbaar zijn. cerer dan wanneer ze bejaard geworden zijn , en willen
De derde, vierde en vijfde zoorten worden groote Boomen , om vrugten te verkrijgen , niet geſnoeit worden. De
en brengen insgelijks eetbaare vrugten voort. Vrugten van de derde zoort, groejen tros- ofbosjes-wijze ,
Kweeking: De twee eerſte zoorten beminnen een goe. en zijn na genoeg , van grooite en gedaante als de eerſte
de losſe, liefstDerzelver
winterkoude.
zandagtigevermeerdering
grond, en vreezen
geſchiedgeene
door zoort
agtig. , inaar de koleurvanis ,dewanneer
De Vrugten ze rijpzijn
vierde zoort zijnook
, graauw
van de.
de Beſiën te zaaijen , of door uitfpruitzels, ook door zelfde gedaante , maar wat grooter , en rijp zijnde , rood
sa inlegging der takken .. Dedrie laatſte zoorten , begee van koleur. Beide worden ze gegeeten , en zijn aange.
ren een goede, vette , liefst zandagtige grond , kunnen on naam en rijnsagtig van ſmaak. Het Hout van de derde
i Co ze winterkoude zeer wel doorſtaan , dog worden bij ons en vierde zoorten is zeer hard en vast , en word daar het
weinig , en niet anders dan in de tuinen van zommige zelve van natuuren groeit, veel van de Draaijers en
liefhebbers gevonden. Haare vermeerdering geſchied Schrijnwerkers gebruikt, tot’t maaken van allerleij buis.
door uitloopers of inlegging der takken , of bij de wor- raaden en ſnuiſterijen.
41 tel uitgeloopene ſpruiten . Ook kan zulks geſchieden door SORBET , is de naam van een drank die bij de Per.
't zaaijen der vugten , dog die van de vijfde 200rt bekoo- fiaanen en Turken in gebruik is , en gemaakt word , met
men zelden bij ons haare behoorlijke rijpheid. Men ver- roſijnen in water te kooken , en daar dan citroen zap en
meerdert ze ook wel door enting ofzuiging op Haagdoor een weinig muscus bij te voegen , om den ſmaak aange
ofopQuee , dog't inleggen en zaaijen is ' t best , geeven . naam te maaken .
de zulks de aanzienlijkſte Boomen . SOREX , zie MUISEN.
Gebruik . De Lijſterbefën -Boom , zijnde de eerſte zoort , SORG ZAAD-GRAS , zie GRAS , n. 19. Pag. 932.
Word in de Bosquets tusſchen ander wild gewas , of op SORTES VIRGILIANÆ , zie RHAPSODO
andere plaatzen van de tuinen geplant , naast gragten en MANTIA .
No oten , eensdeels om haire aangenaamewitte bloeitros- SOUDA , ook wel Fritta en Rochette genoemt ; is
ſen die ze in maij voortbrengen , en anderendeels , wel eene zelfſtandigheid, welke door konst uit Plantgewas.
inconderheid , om haar bevalligeroode vrugttrosſen, die fen word gehaald. Men brand , namelijk , een bijzon
in het najaar rijp worden , en als dan een fraaij gezigt der zoort van Planten , die de Kruidkundigen Kali noe
tusſchen de groente geeven . Ook plant men erwelfinal. men , tot asſche , waar
kriigt; hoewel
eeniszoutige
menookzulkwaar
uit het zelf.
, dat eenige
le of kleine Laanen van in de Bosquets of elders , van ſtandigheid
10 à 15 voeten breed , en de Boomen op 10 à 12 voeten andere op dezelfde wijze behandelde kruiden , insgelijks
afſt and in rijen , dewijlze niet zeer groot worden . De een zoort van Souda uitlevert.
Bejën van deeze Boom worden veel gebruikt, om daar Heckruid Kali, word bij de Duitſchers genoemt Galz .
medle Lijſters en Kramets-Vogelen te vangen , die dezel- kraut of Glaskraut. Men vind verſcheidene zoorten van
ve zeergaarne eeten , en waar van ze de naam van Lije dit genage, waar onder de gemeenſte vijf zijn ; naame.
ſer-beliën hebben werkreegen ; tot dien einde moet men liik groot en klein Kali geniculatum , Kali arabicum ,
ze niet al te rijp plukken , om dat ze dan langer duuren Kali feminibus cochleatis en Kali ſpinoſim . Het groeit
kunnen, en niet 20 ligt van de ſteelen afvallen. in grooten overvloed aan de Middelandſche Zee , in
De tweede zoort word allcen uit liefhebberij , hier en Egijpten, Sijrie, Sicilien , Napeis, in Vrankrijk , inzonder;
heid
3452 SOU : sou .

heid in de zuidelijke deelen aan zee leggende Provinti. Haan of jaarig Hoen , een ftuk Schaapvleesch en een ſtuk
en , als ook in Spanjen en de zuidelijke deelen van je versch ſpek; hangt het met de ruimte water enwat
dat Rijk , die aan zeegrenzen , als Andaluſie , Granada 2out over 't vuur , ichuimt het wel. Neemt voorts in
enz. Men vind het daar zo wel in 't wild groejende dien het in de zomer is, allerlei groente , als kervel, pe.
als op akkers , daar het zorgvuldig word voortgekweekt. terſelie, bete, porcelein , krop-ſalaad , preijen en ſuurling ;
Ook koomt het menigvuldig voor in de bionenlandſche hakt alles ter deegen fijn onder een , behalven de ſuure
treeken van Europa , daar Sout-bronnen zijn. ling en porcelein die men maar fijn ſnijd , doet er nog
Of ſchoon nu de zoorten van Kali , verſchillende zijn , bij uitgedopte erwtjes en het bovenite van dunneaspergies;
hebben zij tog altemaal een zoutige ſmaak , naar die van zet de groentens in een aparte pan op 't vuur als 't vleesch
't gewoone keuken of tafel zout gelijkende, zo dat waar. reeds een uur gekookt heeft , en doet er van 't vleesch.
fchijnlijk uit allen wel een dergelijke zelfitandiheid te nat bij daar inen het mede laat gaar ftooven ; een klein
bekoomen zoude zijn . Tot de bereiding echter van de uur voor dat men wil aandisſchen , ſnijd men oudbak.
Spaanſche Souda , die verre weg voor de beste word geken fransch brood in een diepe tinnen of koperen ver
houden , word maar een bijzoridere zoort gebezigt , die tinde ſchootei aan heel dunne plakken , raspi er noote
van zommigen , heeſteragtige, rooskoleurige Kali met ros. muscaat over en doet er zo veel van 't vleeschnat ор dat
marijn-bladen genoemt word .' De beroemde Jussieu , hec ter deegen weekt , voorts er de gekookte groenter
die'i eerst , deeze Spaanſche Plant befchreeven heeft, op gedaan , laat men het dus op een comfoirmet vuur
met een ſchotel overdekt zagtjes pruttelen , zorg draa.
soemt , dezelve omgebogenie jaarlijkſche Kali , met bla .
den van klein buislook , en daar van verſchillen de gene gende om er van tijd tot tijd vleeschnat bij doen;
weinig , die dezelve grotte Kali met.bladen van middel dus een klein uur gepruttelt hebbende , zet men het
baar huislook en faks.wijze zaaden , noemen. warm voor , en geeft het vleesch op een aparte fchotel for
Zie hier nu de manier hoedanig uit dit kruid de Souda met mostert en gereeven peperwortel. Wanneer het in
word vervaardigt. In de eerſte plaats word bij deszelfs de winter is en men dus de bovenſtaande groentens niet
inzaameling, alle moogelijke zorgvuldigheid in 't werk kan bekoomen , neemt men andi vie, ſelderie en kleine
geſteld; want men vergadert niet op eenmaal al het kruid , sandraapjes of knolletjes , of wel ſavoijſche kool, kookt
maar Negts het geene dat rijpis ; men haalt naamelijk de die op dezelfde wijze gaar , en handelt er voorts medo SP
Planten , elk op zich zelf uit den grond , vervolgens als boven is aangeweezen .
worden zij in de zonneſchijn uitgeſpreid, tot dat zij vol
koomen droog zijn ; dan word het ingeoogſte kruid voor Rijst-ſoup met Schaapvleesch.
den regen bewaard, en gezorgd dat er niets van andere Neemt de ribbetjes benevens de lap die er aanzit vat
planten bijkoome. Als dan werpt men het in daar toe een agter Schaape.bout, laat het in zijn geheel en na het 10
gemaakte groeven , die van boven naauw zijn , zo dat het gewasſcheri te hebben , zo hangt het over 't vuur met SE
niet meer lucht heeft , dan nodig is om het vuur aan de water en wat zout; aan de kook koomende , zo ſchuimt po
gang te houden , dat het kan verbranden . Eindelijk word het wel en doet er in rijst die wel gezuivert is , de SPE
het aangeſtooken , en door langzaam verbranden tot as- hoeveelheid geregelt na maate men de ſoup dik begeert,
ſche gemaakt , waar van men een zourige ſtoffe krijgt , voorts wat foelie aan ſtukjes gebrooken. Het vleesch
welke zo hard word als een ſteen , zo dat men ze koud gaar zijnde , neemt men het er uit , en laat de ſoup zazi.
zijnde , met hamers moet aan ſtukken Naan , om ze uit jes kooken tot dat wel gebonden is ; als dan laat men
de groeven te haalen . het vleesch , na het zelve met peper en zout beſtrooit te
De Souda moet om goed te zijn , een wit of blaauw. hebben , op de rooster bruin braaden , en geeft het op
agtig aschgraauwe koleur hebben , met een roode weer. een aparte ſchotel bij de soup , daar men wat citroen
Schijn , waar in zich overal zwartagtige, witte, groote zap of wel cremor tartari indoet , is ſmaakelijk en ge
en kleine vlakken , benevens veele gaatjes of kuilejes zond. In deeze foud kan men benevens de rijst, ook
openbaaren. Ook moet deeze ſtoffe op 't gevoel zeer aan ſtukjes geſnedenſelderieen andivie of favoiſchekoh
zwaar zijn , en wanneer men er op ſaat, een klank van doen , dat er zeer goed in ſinaakt.
zich geeven , voorts niet onaangenaam van reuk zijn , op
de tong zeer ſcherp en loogzoutig , en maakende een ge. Groene Soup , door de Franſchen Soupe
kners onder de tanden . maigre genoesnt.
Wat het gebruik van de Souda betreft , zo beſtaat haa . Neem kervel , peterſelie, ſuuring, porcelein , bete,prei
fe grootſte nuttigheid in de glasmaak-konst , want het zout jen , uitgedopte erwtjes, koppen van aspergies, enz ., bak?
der Souda is het bekwaamite, boven alle alkaliſchezou. de kervel, peterſelie, bete en de preijen ter deegen fijn,
ten om een regt goed fijn glas te maaken , als ook zelfs ſnijd de fuuring en porcelein aan kleine ſtukken, zethet
de vloejing van het glas-metaal te bevorderen. met malkanderen met water op ' t vuur,doeter bij de
SOUP ; Soupe ,ook wel Potagie genoemt, is eene ruimte boter , zout en aan tukjes gebrookene foelie;
Ipijze die van verſchillenden aart is, en ook zeer verſchei: laat het dus kooken tot datde groentens ter deegen week
den word toebereid. Op veelvuldige artijkels, hebben en gaar zijn , doet er dan bij fijn gebrokkelde tweebakvier,dal
wij de manier aangeweezen om ſinaakelijke Soupen gereed het ordentelijk gemengt worde ; neemt voorts twee ,
te maaken ; zieonder anderen op AAL , CANDEEL , zes of meer eijeren na maate men ſoupheeft, kloptdie
EENDEN , ERWTEN , HOENDERS,KALKOEN , ter deegen en roert die in de foup, zodanig dat het voor
KREEFTEN , PAP , enz. Hier laaten wij nu nog zoda . al niet ſchifte. $
danige voorſchriften van Soupen volgen , die uitneemend
goed zijn . Ziepel. of Vijen ſoup.
Soup van Rundvleesch , eng . doorgaans franſche Snijd ziepels aan dunne plakken ,braad die indekoek
Soup genoemt pan in boter bruin , insgelijks wat weiten -meel; bruin ge
Neemt een goed ſtukmager Rundvleesch , benevens een fruit zijnde , zo doet het te zaamenineen ſteenen mepart
SOU . SPA . SPA. 3453
Met kookend water, wat zout en peper , laat het dus SPAANSCHE OLIJVEN , zie OLIJVEN.
een goed half uur kooken , doet er nog een ſcheut wijn . SPAANSCHE OREGO , zie OREGO , 1. 2. pag .
azijn in , en indien het niet genoeg mogte gebonden wee. 2461.
zen , 20 roert er wac aan ſtukken gebroken tweebak in , SPAANSCHE PAARDEN , zie PAARDEN , pag.
laat het daar mede nog wat opkooken , en discht het 2506 .
warm voor; dit noemtmen een bruine Ziepel-foep. SPAANSCHE PARONIJCHIA , zie PARONIJ
Om dezelve blank te hebben , zo zet de ziepelsaan ſtuk . CHIA , n. 2. pag. 2002.
keni gefneeden zijnde , in plaats van dezelve te braaden SPAANSCHE PEPER , zie BRASILISCHE PE,
met water , boter , zout , wat peper en een goede ſcheut PER .
wijn -azijn over't vuur ; laat wat fransch brood aan plak-SPAANSCHE POKKEN , zie POKKEN , pag.2785.
ken gerneeden zijnde op de rooster braaden , dog dat het 1
SPAANSCHE SCHOOT - HONDJES , zie HON
niet te bruin worde, brokkelt het aan kleine ſtukken bij DEN , pog. 1089.
de ziepels , en laat het dus kooken , tot dat de ziepels gaar SPAANSCHE -VLIEG , zie MEIJ - TORREN , 11.
en de foep wel gebonden is; dit draagt den naam van blanke. III pag . 2103.
Ziepel SPAANSCHE WILDE EVERWORTEL , zie E.
SOUP-KOEKJES , zie KOEKJES VAN BOUIL-. VERWORTE
SPAANSCH
L (WILDE ).
ZWARTSTA
JON. E ART , zie KWIK .
SOUT EN , zie ZOUTEN. STAARTEN , n . XVI. pag . 1704 .
SOURIJ . zie PALMWIJN . SPAANSCH -GROEN , in 't latijn Aeris viride ; A.
SPAANSCHE BOOM MALUWE , zie MALU. rugo; in t fransch , Verd de gris. Onder deeze benaainin .
WE ( BOOMAGTIGE ) .m . 4. pag. :949. gen , verſtaat mer het groene of blaauwe roest , dat zich
SPAANSCHE BREEDBLADIGE MOLIJ , zie aan de vaten zet , die van koper zijn vervaardigt , ofvan
MOLIJ , n. 2. pag. 2173. andere metaaliſche compoſitien , daarkoper in koomt , zo
SPAANSCHE DISTEL , zie ARTISCHOK , 1.4. als geel koper , klokken -ſpijs enz.; en waar van men in de
påg. 109. Konsten en Wetenſchappen gebruik maakt , tot een me.
SPAANSCHE DUIF , zie DUIVEN , 1. X. pag .. nigte van werktuigen .
552 . Daar is ook een door konst gemaakt Spaansch -groen , 't
SPAANSCHE ERWTEN , zie CICERS. welk gefchied door het koper van 't zuure wijnſteen -Zout
SPAANSCHE FAGONIA , rie FAGONIA , n. 2. te laaten doordringen en uit zetten . Men legt namelijk
SPIANSCHE GULDENROEDE , zie GULDEN- koperen-platen , met het overſchot ofde moer van uitgepere
KOEDE , n. 13. pag . 961 . ſte druiven , waar van de most is afgegooten , bij laagen
SPAANSCHE HAASE -POOT , zie HAASE- op malkander , en laat ze weeken , tot dat er een blaauw.
agtig
SPAANSCHE HAZELNOOT, zie HAAZELAAR , {chrapt en totbroodenvorme;welk werk in Languedoc
9. 6. pag . 1009. en Provence , daar de wijn-moer veel kragt heeft om het
SPAANSCHE JENEVER-BOOM , zie JENEVER . koper te doordringen , en methaarzout te bezwangeren ,
BOOM , n. 4. pag . 5285 . ' t meest door de Vrouwen verrigt word . De koeken daar
SPA A’NSCHE JACOBSKRUID ', zie JACOBS. vanwordenin menigtenaHolland en elders overgezon .
KRUID , n . 5. pag. 1200 . den. Om goed teweezen , moeten die hard , droog, heel
"SPAANSCHE KATTEN , zie KATTEN , n . IV. groen , en metweinige witte vlakken voorzien zijn.
pag. 1456 . Het Spaansch-groen word veelvuldig gebruikt, om ven
ŠPAANSCHE KATTENKRUID , zie KATTEN- ſters en deuren ,enz. mede te verwen. Het word ook ge .
KRUID , n. 3. pag. 1463. bruikt om er ſtoffen en hoeden mede zwart te verwen. Ook
SPAANSCHE KERS," zie KERSE- BOOM , pag . tot een tinctuur gebragt zijnde, om er landkaarten enz. me.
1
1487. de aftezetten .
NSCHE KERVEL , zie KERVEL ; 1. 2 .
SPAANSCHE Het Spaansch.groen is ſterk afveegende , het weelig
pag. 1494. vleesch wegbijtende, en zeer ontbindend , dog word al
SPAANSCHE KLAVER , zie BOURGONDISCH leen uitwendig gebruikt.
HOOIJ. SPAANSCH-LEDER , zie LEDER.
SPAANSCHE KNOFLOOK , zie KNOFLOOK , SPAANSCH ROGGENBROOD , zie GEBAK ,
n. 2. pag . 1533 pag. 808 .
SPAANSCHE KOEK , zie GEBAK , pag. 800 .SPAANSCH RIET , zie RIET, 11. 2. pag. 3050.
SPAANSCHE KROP, zie LATUWE , pag. 1771.SPAANSCHWIT , in ’t fransch Blanc d'esſpagne; duse
SPAANSCHE LATHIJRUS , zie LATHÌJRUS, danig word een zoort van Blanketfel genoemt , dienſtig
Mo 12. pag. 1769. om de vlakken uit het aangezigt weg te neemen , zijnde
SPAANSCHE LISCH, zie LISCH ( ENGELSCHE .), een fijnekalk ofmagiſterium van de marcaſiet; waar van men
SPAANSCHE LOOK , zie PORREIJ. de bereiding kan nazien, op het artikel BLANKETZEL
SPAANSCHE MAKREEL , zie MAKREELEN , M. (SPAANSCH) pag. 129.
III . pag . 1944 . Dog daar is ook nog een andere ſtoffe die de naam
SPAANSCHE MALROUW , zie MALROUW , the van Spaansch -Wit draagt, en waar van wij hier de be
2. , zodanig
, vinden
SPAANSCH
en 5. pag . 1948.
E Maluwe, zie Maluwe , 7.4. Memoires de Mathem. Phiſique. Tom . 11.Paris 1755.
pag. 5 .
SPAANSCHE MEDICA , zie MEDICA , M , 5. De Steengroeven van Cavereau , aan den Oever van
Pag. 2001 de Rivier Loire , niet ver van Orleans, ſtrekken zich bij
VI. Deel . NA na
· SPAI SPA :
3454
na een kwartier gaans uit. Zij zijn , op de ſteilfte plaat- der iets daar bij. Men bedient er zich tot verſcheide oog:
zen , ongevaar veertig of vijftig voeten hoog. In deeze , merken van ; Bij voorbeeld , tot het Witten van Dey .
Steengroeven is 't dat de Inwooners van het gehugt , 't ren , Beſchotten , Muuren , Zolders, als ook van Sergie
welk in 't midden derzelven legt, jarlijks gaten graaven en grove Lakenen , ja zelfs van wollen Dekens , gelijk de
van twaalf of vijftien voeten diep , niet alleen om er de meeste Dekenbereiders van Pathay in Beauce doen , in
Menschgelijkende en Boomſteenen ( Antropomorphie plaats van dezelven met den damp van Zwavel wit te
Dendroïtes) uit te haalen, waar van zij zich qot het bouwen , inaaken .
hunner Huizen bedienen, maar vooral om er een ſtoffe uit . SPAANSCH ZWAARD-KRUID , zie SISIJRIN ..
te krijgen , welke zij gebruiken tot het maaken van een CHIUM.
zoort van Krijt , 't geen men Spaansch- Wit noemt. SPAAREN KLIPVISCH , zie KLIPVISSCHEN ,
Volgens de overlevering des lands , was er in 't eerst n. XVII . pag. 1525 .
maar één Perzoon , genoemt Vigreux , die 't zelve wist te. SPAAT, is het zelfde als Aſphalt of Fadenlijm , zie
maaken ; deez' heeft hetzijne Kinderen geleerd ,en ande- ASPHALT.
ren hebben 't nagevolgd ; zo dat tegenwoordig verſcheide SPA -BISCUIT , zie GEBAK ; pag. 800 ..
Familiën zich daar mede bemoeijen , hebbende iederhet SPALK , zie FERULA .
regt van te graaven in dat gedeelte der Groeven , daar zijn SPALKSWIJZE -SPIER , in 't latijn Musculus Sple.
Land , Veld of Wijngaard aan uitkomt; en , zedert ineer nius. Deeze Spier neemt zijn begin van de drie onder
dan tivintig jaaren , zijn de Inwooners van Cavereau al. Ite werwelbeenderen van den hais , en van de vijfboven.
leen in bezitting van die Wit te bereiden en te verkoopen. Ite van den rug , en word boven het tepelswijze uitſteek
Naar maate zij nieuwe ingraavingen doen , brengen zijden zel ingeplant.
Oever van de Rivier agterwaards , ſpictende dekantlood- SPALT , zie ASPHALT .
regt of een weinig ſchuins af. Zij beginnen er aan te were SPANNÉT , is een Net zeer dienſtig om kleine Vo.
ken met de maand april , 't welk hunne eerſte uitgraaving geltjes mede te vangen , zie de afbeelding daarvan op plaas
is , dienende om de belemmering weg te neemen van groote LV de benedenſte figuur.
ſteenen , zo boonifteener als anderen , welken zij krijlag. Om dit Net te gebruiken , zo neemt twee regte ſtaa.
tige of zagte Steenen noemen , om dat men zein het Krijt ken 1. N. van een arm dik , en twaalf à vijftien voeten
vind zitteri , dat zij er var. gevormd zijn , en gemakkelijk lang , maakt daar hetNet van ' t dunne einde 1.afaan vast,
breeken in 't koomen uit de ſteengroeve. Dit doen zij , totaan 't dikſte coe met de letters.I.K. L. M. gemerkt , en
om naderhand met geinak het Krijt zeif daar uitte kun van de andere kant desgelijks op de letters O. P.Q.R. Rol
nen haalen , 't welk eene verte , kleevende ſtof is , ben het dan biieen , en gaat met uw vieren , want tweemoe.
& waam om aan kluiten uitgedolven te worden , gelijk de ten het Net draagen , een ander de ſtroojen toorts , en de
Mergel of Kleij . vjerde een lange ſterke ſtok , ga dan langs zodanige we.
Zij leggen die ſtof aan kleine hoopen , welken zij met gen , die door groote digte beggen voor de wind beſchut
de bloote voeren treden , zoekende alle kleine ſteentjes zijn . Ontrol daar het Net , en laat twee van uw ſterkſte
er uit, en bij verſcheide herhaalingen water daar op wer Makkers de flokken neemen , dezelve zo hoog opligtende
pende. Al het Volk word tot deezen arbeid gebruikt, zo als nodig is ; elk dus zijn end vast houdende, moeten ze het
Mannen , Vrouwen , als Kinderen ; na deeze eerſte toe. Net ſpannen zonder aan de hegge te raaken , op dat het
bereiding maaken zij er rollen van , ter dikte van een arm , kleinemiddelnet daar niet aan vast haake , waar door het
en ſnijden die vorvolgens met een mes in ſchijven van om ligtelijk zoude breeken ; die de toorts draagt , moet dezel
trent vier of vijf Juimen lang, om dezelve tot geljke vier. ve agter het midden van't Nethouden , zodat het licht regt
kante ſtukken te vormen, door ze opeen plankje te klop. tegen over het midden van 't ſpannet ſchijne. Terwijl
pen . Dit ishun gemeen Spaansch-Wit ,'twelk zij noemen men het Net geſpannen houd , moet hij die den ſtok draagt,
groot-wit of vierkant-wit , is onderſcheiding van een an- agter de heggegaan , en als gijhein door een zein zult beb.
der zoort , bij hun klein of rond-wit genoeind ; dit laat- ben te kennen gegeeven, dat alles gereed is , zal hij op de
fte is in der daad tepelswijze gerond , zijnde fijnder en hegge Naan , om er de Vogels uit te jaagen. Deeze zo
volkoomener dan het voorgaande , om dat het uit de hand ontzagt wakker gemaakt en daar door vervaartzijnde , zul.
gek need zijnde , minder grofzand of ſteenkorrels bevat, len zich met de vlugt zoeken te redden , en na het licht
Deeze arbeid duurt tot aan den wijn - oogst, of tot aan toevliegen , dat zij gelooven het daglicht te zijn , en in
het begin van ' t koud en regenagtig faizoen ; als wanneer het ſpannet vallen ,waar in ze verwarren zullen en geo
zij daar mede ophouder , om dat ereen heldere zonne- vangen blijven. Men moet zich niet opbouden met
ſchijn noodig is tot het droogen van het Wit; weshalven zij de Vogeis uit het Net'te haalen , naar maaie dat ze
ook wanneer het regent , het zelve zorgvuldig bergen ; zich verwarren , maar met het Naan op de heg voort.
het zij in hunne huizen of ſchuiren ofonder een afdak, of vaaren , tot dat er de Vogels uit zijn gejaagt , en als
't zelve met planken (oedekken. Wanneer zij er een taa, dan zal men ze uit het Net haalen ; want daar is geen
melijke veelheid van gemaakt hebben , brengen zijhet in mogelijkheid dat ze kunnen ontſnappen , ofdaar moeften
tonnen of bij fchuiten vol te Orleans , om het in 't gros gaten in het Net zijn.
te verkoopen aan de Koopluij van die Stad , van welken ŞPAN RUPZEN , zie NAGT KAPELLEN , .IIL
ber voor zich zelfgebruikt, ofaan anderen geflecten , en pag, 2252,
bij groote veelheden naar Lijons , Marſeille of elders ver- SPARGANIUM ; zie RIET -GRAS.
zonden word . SPARGEL , zie ASPERSIE .
De gewoonſte manier om dit Spaansch.Wit te gebrui. SPARREBOOM , zie DENNEBOOM .
ken , is het te inengen in zuiver Lijin der Handſchoenmaa . SPARSIE , zie ASPERSIE : I.
I ;
kers , doende , om het beter te bewaaren , een weinig SPARTIUM , zie BREM .
indigo of berlijnſch hlaauw er onder ; dikwils houd men SPARTIUM SPINOSUM , zie AGUL .
zich tevreden , met het enkel in Water te ontdoen , zon SPARUS AURATA , zie GOUDSBRAASSEM .
SPA
SPA , SPA: SPE . 34,55
SPARUS BERGSNIJLTRA , zie LIPVISSCHEN , heeft geen bepaalde gedaante , maar breekt in onregel
#, XVI. pag.1847. maatige ſtukken , even zo als het Quartz , waar na het
SPASMUS , is de latijnſche naam van de Kramp, in den eerften opſlag veel gelijkt ; zo wel als dit laacīte
zie de beſchrijving van dat ongemak op KRAMP bruischt het niet met de zuuren op ; maar 't geen het van
SPASMUSCINIJCUS, zieHONDSKRAMP en 'equartz onderſcheid ,is dat hetgeenvuur van hem geefc
LACHGEN . wanneer er met ftaal op word gedagen ; heet gemaak zijn .
SPATH ; Spaat; Spar ; in 't latijn , Spatum ; Mármor me. de , word het phosphorisch of lichtende,wanneer men het
tallicum ; in't engelsch Sparr; is een kalkagtige ſteen , die in een donkere plaas wrijft.
tamelijk zwaar is , zamengeſteld uit lange dunne plaatjes 9. WALLERIUS voegt bij alle deeze zoorten , nog die
of bladen die niet kunnen buigen . Dezelve knapt en ver- welke men hard Spath of Spathun pijrimachum noemt , om
brijzelt zich in'c vuur , derzelver platen verliezen haa. dat het vonken van zich geeft, als het met 't ſtaal word
re verbinding, en eindelijk verandert zij er in tot een geſlagen. De Heer Pott is geneigd om te denken , dat
waare kalk ; in een woord , het Spath heeft alle de hoe- zulkskoomtom dat het Spath zeer nauw verbonden is , met
danigheden der Kalkſteenen. deelen quartz ; want dit is zeker , dat vuur te maaken ce.
WALLERIUS telt negen zoorten van Spath op ; ' te ne hoedanigheid is aan het Spath oneigen. Wat er ook van
weeten 1. het ondoorſchijnende en langwerpig vierkan- mag zijn , WALIERIUS zegt, dat dit Spath zich in regthoe
tige Spath , dat is het geen altoos in langwerpig viet. kige cubiſche ſtukken verdeelt, waar van deoppervlaktens
kantige ſtukken breekt ; het zelve is zwaar , ineengedron. volkoomen effen zijn. Zie WALLERI Mineralogia.
gen en van verſcheidene koleuren. Men ziet uit het voorgaande, dat het Spath een regte
2. Het gebladerde Spath of in plaatjes, Spathum lao Proteus is ; het vertoont zich onder een menigte van ver
mellofum ; deeze is zeer week , dezelve knapten ver- ſcheidene gedaantens ; door verſchillende plaatzingen
brijzelt in 't vuur , echter gaat die ten laatſten tot ſmelting waar in zich de blaadjes ſchikken , waar van deeze ſteen
over. De fchikking der plaatjes waar van deeze Spath alcoos is zamengeſteld , en die gemeenlijk cot kenmerken
is zamengeſteld , doet dezelve veeltijds zeer zonder van het Spath verſtrekken . Het is uit de ſchikking en
linge gedaantens aanneemen , en die oneindig van mal- meer of min ſterke verbinding van die blaadjes , dat de
kanderen verſchillen . min of meerdere hardheid en vastheid , van die ſteen af.
3. Het Spath uit vaste deeltjes zamengeſteld , en die bangt. Het Spath word bij veelerleij zoort van mijnſtof.
zonder order nog evenredigheid geſchikt zijn , zo dátfen aangetroffen ; hoe weker het zelve is , hoe meerder
het nict gemakkelijk valt de gedaante der plaatjes of hoope het verſchaft dat men kostbare metaalen zal vinden ,
de vierhoekige vierkanten waar van het iszamengeſteld om dat het als dan bekwaam is , om aan de mineraliſche
U23 te onderſcheiden ; daar zijn er van verſchillende koleu. uitwaasſemingen dic de mijnſtoffen formeeren , ingang ta
ren . geeven .
4. Het weeke en doorſchijnende Spath , deeze is SPECERIJEN , zie KRUID.
Tcheef , ruitig van gedaante , derzelver koleuren zijn SPECHTEN , is een Vogelen:Geſagt , waar van de
verſcheiden , men vind hier zomtijds zoorten van die ge. griekſche naam Dendrokolaptes, en Druscopos of Xu !oke
adert zijn. pos , hunne bijzondere eigenſchap uitdrukt, van op de
21 5. Het ſcheefruitige Spath, helder en doorſchijnende', Boomen te kloppen , om daar met hunnen Bek in te boo .
'twelk de voorwerpen verdubbelt die men er door ziet ; ren of gaten te maaken. Hier om noemen ook de Duit
6 ‫مما‬ deeze Spath is wit en even doorſchijnende als rots.crij . Ychers hun Baumhécker en de Engelſchen Woodpecker; hoe .
. ftal, dit is het geen men Yslands Crijſtal noemt. wel de algemeenenaam , in Duitschland , gelijk bijons ,
6. Het Spath in crijſtallen ; deeze verſchillen van het is Specht. DeFranſchen volgen met hun Pic, de Italiaa.
Tots-crijſtal daar in , dat derzelver ſtukken of zuilen ge. nen met hur Pico , den Latijnſchen naam Picus na. De
. meenlijk aan de enden geknot of als geſneeden zijn ; daar Sweeden noemenze Spillkraka of Tillkraka.
zijn er vierhoekige , zeshoekige , agthoekige , met negen De Kenmerken , volgens LINNÆUS, zijn ; dat de Bek
ja zelfs met vecreien kanten , zommige zijn prismatiek of veelkantig is ,, regt, aan de tip wigswijze ; de Neusga.
zuilswijze van gedaante, anderen zijn bij gantſche klom- ten bedekt met borſtelhaitties ; de Tong rond , bij uit.
pen gecriſtalliſeerd , en vertoonen allerleij zoort van ſtek lang, worinswijze , ſcherp aan de punt, die met
vreemde en zonderlinge figuuren. Ook zijn zij verſchei. doornige ſtekels , welke agterwaards gekeerd ſtaan, is
den ten aanzien van de koleuren ; daar zijn er witte, gewapend. De punt van de Tong is beenig , hard en
geele, purpere , groenagtige enz., het is eigentlijk aan ſcherp , zegt Brisson , die er bij voegt , dat de Staartpen:
deeze Spatagtigecriſtallen datmen de naam van Fluors nen ftijf zijn en wigswijze , dog de zes of agt middelſten
moet geeven. Zij hebben alle de vereischte hoedanighe. ſtrekken zich niet aan 't end uit ; weshalve de ſtaart zich
den om phosphorisch te worden ,wanneermen ze tegens eenigermaate gevorke vertoont.
malkanderen wrijft , of dezelve in het vuur heet maakt , Het getal der zoorten van Spechten is bij Linnæus der .
zonder ze evenwel te doen gloejen. tien , die altemaal , op één na , onder de twee en dertig
7. Hetſtinkende Spath , Lapis fuilusgenoemt , dewelke zoorten van BRISSON begreepen zijn , gelijk wij zien zula
ofvan een rondagtige, of geſtraalde, of wel kantzuilige len.
(prismatijque) gedaante is. Deeze ſteen verſpreid een on- 1. Kraaij Specht; Picus niger maximus. Gesn. Ay. 708.
aangenaame reuk , wanneer gewreven word ; maar deze (Picus niger , pileo coccineo. Linn . Sijt. Nat.) Bij de
hoedanigheidalleen toevalligzijnde, verdientniet dat Specht;
Ouden heet deeze de Zwarte en ook welde allergrootſte
de Duitſchers noemen hem Holtz -Kraka en Krah .
men er een bijzondere zoort van maake.
8. Het vaste en zamengedrongene Spath , 't welk men Specht, dat is , Hout-Kraaij en Kraaij-Specht ; de Engels
glasagtig Spathnoemt, om dathet tamelijk welna een ſchengreat blackWoodpecker, dat is groote zwarte Specht.
klompglasgelijkt. Dit ismin of meerdoorſchijnend ; Hijmag inderdaad dien naam wel voeren, dewijl hij groo
derzelver koleur is wit,grijs, groenagtig of violet.Het ter is dan een Kaauw ,gelijkBRISSON aanmerkt, diehem
Nn 2
3456 SPL . SPL .

de Ewarte Specht , Pic noirnoemt. De koleur is in 't sitetoto rubro, aliscaudaque nigris, abdomine allo. Lima,
Mannetje zwart , dog in 't Wijfjezwartagtig; beide heb Sijft. Nat.) Specht met den Kop en Hals rood , word de.
ben zij een langwerpige hoogroode of purperevlak , die ze bij Klein , met den geheelen Kop rood bij Catesas
van't grondſtuk des beks tot aan ' t agterhoofd loopt ; de genoemd. BRISSON noemt hem roodkop ppige Spechtvan
Bek en Pooten zijn blaauwagiig aschyraauw . Virginien , dog zegt , dat men hem ook vind in Karolina
Deeze groote zoort van Spechten onthoud zich in 't ge- en Kanada. Hij voegt erbij , dat deeze Vogel zeer gaar
bergte zegt Brisson ,hebbende er één uit Switzerland ge . ne bij de Dorpen zich onthoud, eetende veel Vrugten en
kreegen . Volgens LINNÆUS Zouw dezelve in Engeland - Graanen , tegens den aart der Spechten .
zeer zeldzaam zijn ; zij woonen in Duitschlard en andere Degrootte is omtrent als die , van onzen bonten Specht.
deelen van Europa , zelfs in Sweeden ; alwaar zij voor Hij heeft een zwarte ſtreep dwars over zijn Borst, die,
zich een gat booren in oude geſtorven Boomen , om gelijk de Buik , wit is. Van die koleur zijn ook de kleine
er in te nestelen , Slagpennen , dog met zwarte ſchaften ;de Pooten , Bekea
11. Zwart gekuifde Witbek ; Picusmaximus, roſtro al. Klaauwen , loodkoleurig.
bo. Catess. Car. I.p.16 .; ( Picus niger , criſta coccinea , VI . Roodbuik van Karolina ; Picus ventre rubro. CA
tienia uirimque collari remigitusque fecundariis albis. Linn. Tess. Car. I.p.19 .; ( Picus pilco nuchaque rubris, derje
Sijt. Nat.) Men vind deezen van Klein , groote zwarte fasciis nigris , redricibus mediis albis nigro puntatis.
Specht met een witten Bek genoemt, en van Catesby een Linn . Sijſt. Nat.) De naain van Ruad - Buik is van CA
van de grootſte zoort , met een witte bek. Brisson geeft TESBY afkomſtig ; BRISSON noemt hem de bonte Spechtvan
er den naain aan van zwarte gekuifde Specht van Karolina , Jamaika , en betrekt er die toe , welke Browne noemt,
en hij getuigt, dat dezelve ook in Virginie . Nieuw Spar : bruin- en witbonte Specht, met den top van 't Hoofd rood,
je en Braſil, te vinden zij,alwaar de Spanjaarden hem noe de Tong aan de tip ruig. De Engelſchen geven er vol.
men Carpenteros , de Portugeeſen Certapao, de Braſiliaa. gens Edwards , die het Wiifje zeer net al beeld, den
nen lpecu en de Mexicanen Quatotomomi. naam aan van roodbuikige of middelflag bonte Specht, van -2 !

Degrootte is als een Europiſche Kraai ; het geheele Lijf Jamaika.


en itaartpennen zijn zwart, gelijk ook de groote ſlagpen- Hij is wel zo groot als een Merel ; de koleur van bo DE
nen ; die daar aan volgen , benevens de Vederen van de ven zwart met grijs overdwars geſtreept, 't welk dan
onderrug en ſtuit , zijn wit , en een ſtreep van die koleur zwarle banden maakt op de Rug. De ſtuit is wit geſtreept.
frekt zich van de Oogen nederwaards langs den Hals heen . Van onderen is hij vuil rood , aan den Buik met brui.
Op den Kop heeft bij een Kuif van hoogroode Vederen , ne ſtreepen ; aan de Borst roodagtig olijfkoleur. Het he
zommigen wel twee duimen lang, die hem een Vorfelij. Wijfje verſchilt alleen , door dien het den top van het 24
de zwier geeven . De Oogkringen zijn geel ; de Bek wit; Hoofd witagtig ros, heeft, niet hoogrood gelijk hetMan
de Pooten en Nagelen zwart. Het is , om kort te gaan , netje. S
een zeer ſchoone Vogel. VII. Groene Spocht; Picus viridis ; (Picus viridis,vero
Ill. Zwart gekuifde Roodkop ; Picus niger maximus, tice coccineo. Linn . Faun. Suec.) Deeze is de aigemeenst
mapite rubro. Catesb. Car. I. p.17 ; ( Picus niger, capite bekende , in ons wereldsdeel , onder de Spechten. Men
sriſtato rubro, temporibus alisque albis maculis. Linn. Sijft. vind hem bij de Autheuren , alom voorgeſteld en beſchree:
Nat. ) Aan deezen wordt door Catesby , in 't bijzonder ven onder den naam van groene of Boom -Specht. In 't
de naain gegeven van grootſte Roodkoppige Specht, en fransch heet hij Pic verd , dog word bij verkorting , 2010
KLEIN noemt hem zwarte Specht, met den geheelen Kop wijlen Pivert en Pic Mart of Pimnart genoemt , daar den
good , den Bex loodkoleurig . Dit is reden genoeg om hem naam Picus Martius, die eigentlijk echter tot den groo.
Rook.kop te noemen , temeer, dewijlLinnæusaanmerkt, ten zwarten of Kraaij-Specht behoort. Hij
dat deeze van den Kraaij- Specht verſchilt , door dien het groen geele , ja zelfs geele Specht genoemt,word ook wel
om dat zijn
rood breeder over den Kop verſpreid is. Hij meent dat groene koleur, min of meer naar 't gee !e trekt. DeEn
deeze de Ipecu der Braſiliaanen zou zijn. BRISSON , die gelſchen geeven er den naam aan van Rain-Foul , omdat 2

hem de zwarte gekuifde Virginiſche Specht noemt , zegt zijn ſterk kloppen , zo men zich verveeld , den regen aan
dat dezelve zich onthoud in Virginie
en Guajana , wor- zou kondigen . In de Noordelijke deelen noemt men hem
dende van de Franſchen aldaar Carpenteros en van deIn- Heyhoe , dat zo veel zegt als Gatenhakker, om dat hijmet
diaanen Ventou geheeten . zijn Bek , gaten in de Boomen hakt . Zijn kloppen , ten
Hij is zo groot niet als devoorgaande. Het Mannetje die einde , op de ſtammen van dorre Boonen , maakt
heeftbehalven deroode Kuif, den Kop rood , dog in het een geluid , dat in de Bosſchen zeer verklinkt, en des.
Wijfje is de Kop bruin van boven. Beiden hebben zij de wegens word hij in Duitschland dikwils de Timmerman
Wangen , den Hals van onderen en aan de zijden, bleek. getijteld,
geel,de Slagpennen zwart. Het Mannetje is insgelijks , De grootte is omtrent als een Kaauw , zegt BRISSON;
aan de Onderkaak rçod. de koleur van boven olijfkoleurig groen, vat onderen
IV.Zwaluw-Specht; Picus hirundinaceus ; (Picusniger , vuil wit , naarolijfkoleur trekkende, aan de Seuit geelag.
occipite coccineo ,humeris albido prunetatis. LINN. Sijf.Nat.) tig ; op den Kop rood. De Staart , die bruinagtig is met
Deeze die niet grooter dan een Zwaluw is , voert den zwarte rippen , heeft de langte van vier duimen , daar het
naam van kleinſie zwarte Specht bijKlein , en van klei. geheeleLijf met bek en ſtaart, de langte van twaalf
nezwarte Boomkruiper bij ALBIN , die er eenellegege- en een half duim heeft, de Ber omtrent twee duiwen.
koleurde afbeelding van geeft. BRISSON noeint hem de Her Mannetje is aan de Wangen en om de ogen zwart,
kleine zwarte Specht van Nieuw -Engeland, alwaar hij wit aan de Keel; de Borsten Buik groenagtiggolfswijze
zich ou:hout Het Agterhoofd is rood , dog deranden bont,zegt Linnæus;dieaangemerkt heeft,dat zomtijds
der Wieken en de onderbuik zijn wit ; de Staartpennen de Kop van deezen 'Specht paarsch was met zwarte, zom
2ware : de Pooten geelagtig. tijds paars metwittevlakjes, zomtijds ongevlakt; 'e welk
V. Klejne Roodkop; Picus erijtlro-cephalus;(Picuscar hij als verſcheidenheden te boek ſtelt. IK
8PE . SPL. ( 3457
Ik zal bier van de eigenſchappen der Spechten dienen den gaan onder den Bek heen , in het lighaam van het
te ſpreeken , om dat die meeſtendeels in de groene Specht Tongebeen uitloopende; de agterſte enden zijn over den
zijn waargenomen . Het kloppen van deeze Vogelen op Kop ongebougen , en gaan cer regter zijde in de Neus ;
de Boomen dient ten deele om daar gaten in te booren , maar't is op werkelijk ,dat zij daar niet gewricht zijn ; 'c
ten einde daar in te kunnen nestelen. In dit geval zijn welk veel doet tot het uitkomen van de Tong , gelijk in
degaten zo rond, ofzij met een pasſer getrokken waaren. 't vervolg zal blijken.
Zommigen , echter , twijfelen hier aan en meenen , dat hij Het Tongebeen , en de voorſte Vezelvan deszelfs tak.
veeleer zulks doe tot zijn onderhoud ; te meer , Jewiji ken, zijn belooten in eene ſcheede , gemaakt van 't Vlies ,
men dikwils in zodanige gaten , in plaats van Spechten jon- dat de onderkaak inwendig bekleed. Het end yan deeze
ge Spreeuwen of Vledermuizen , gevonden heeft. 't Is ſcheede vereenigt zich aan 't begin van't hoornagtig be.
zekerdatde Spechten het kruipen langs en rondom de Boo kleedzel derTonge. Deeze ſcheede rektzichuit , als de
, als dezelveword
men eigen is , waar toe zij van de Natuur met ſcherpe Tong uitgeſtooken word , en krimpt inBeentje
nagelen voorzien zijn , rustende boven dien op de tippen ingehaald. Het huisje dat het kleine van de Tong
van bun kaartpennen , die deswegens altoos zijn afgeſlee. mede bekleed , is van boven rond, van onderen plat , van
ten. Onder dit kruipen om de boomſtammen en takken , binnen hol ; wederzijds gewapend met zes kleine , zeer
kloppen zij geduurig met de bek daar op ; 't welk ſchijnt fijne puntjes, die doorſchijnende en onbuigzaam zijn , het
te dienen om de Inſekten , die onder de bast verholen zit- end een weinig naar de keel gekeerd . Men kan nauw .
ten, in beweging te helpen , en ze dan vervolgens, 't zij lijks twijfelen , ofdit Hoornije , met deeze kleine punt
uit ſcheuren ofgemaakte openingen , met hunne aan't end jes gewapend , zal het werktuig zijn , waar van de Specht
ſcherpe en haakige Tong uithaalen. Veelerleij Inſekten zich bedient , tot het naar zich haalen , van zijne prooij;
immers, dog inzonderheid Rupfen of Houtwormen, zijn 't welk bij met te meer gemak doet, aangezien die werk .
in 't algemeen bun Voedzel. De groene Specht koont tuig altoos beitreeken is meteene lijnige ſtoffe , die uit.
meer dan de anderen op den Grond , om te aazen op Mie geſtort word in het end van de onderkaak door twee uit.
ren. werpbuisjes, afkoomende van twee Klieren, aan de bin.
De zonderlinge gedaante en werkzaamheid van de nenzijde van dit deel geplaatst.
Tong , die haare aanhegting in 't voorhoofd heeft , gelijk Om zich van dit Werktuig te bedienen , heeft de Na.
LINNÆUS aanmerkt; gaf verſcheide Natuurkundigen aan- tuur aan den Specht verſcheiden Spieren gegeeven , waar
leiding , om op derzelver werktuiglijk geſtel nader ſtilte van eenigen behooren tot de takken van het Tongebeen
ſtaan. ALDROVANDUS heeft de Ontleeding daar van in en deeze haalen de Tong uit den Bek ; anderen behoo .
Plaat gegeven , Av. Tab. 13. Borellus De motu Ani. ren tot de ſcheede, die het lighaam van het Tongebeen
malum . Pars. II. Prop. 13. , verklaart de werking der vier en de voorſte Vezelen van zijne takken bevat ; deeze
Spieren , die in den kraakbeenigen wortel van de Tong trekken de Tong in den Bek te rug. Eindelijk heeft ook
zijn ingeplant, zeer omſtandig. Hij merkt aan dat twee de Tong haar eigen Spieren , die dezelve oni hoog , om
van deeze Spieren over den Kop zijn omgeſlagen , en bij laag en wederzijds beweegen.
- het grondſtuk van de Bovenkaak aangehegt; de twee an- Jeder tak van het Tongebeen heeft maar ééne Spier ,
dere Nangswijze om een kraakbeenige katrol gewonden ; die haare oorſprong neemt van het voorſte binnen zij.
ten einde haare kragt van uit- en intrekking te vergrooten. delingſehe van de Onderkaak , en agterwaards gaande,
Ook heeft de Heer PERRAULT , breedvoerig daar van ge. door het Hoofd heen , met zijn wederga word zamen .
ſprooken ; dog de Heer MERY , zie Mem. de l'Acad. Royale gevoegd door middel van twee veerkragtige Banden ,
des Sciences, de l'An. 1709. P 85. gaf , naderhand, een die een derden zamenſtellen , welke deeze Spieren hegt
naauwkeuriger Ontleedkunde van dat geſtel aan 't licht , aan het Vlies van de Neus. Deeze Spieren belluiten
waar van ik hier verſag zal doen . in zich , als in een kanaal of geut, de agterſte veze .
Van welk een uitgeſtrektheid , zegt hij , de Tong van len der takken van het Tongebeen , en dit maakt dat
den Specht ook ſchijnt, 't is zeker datdie op zich zelf ge. de voorſten, met de Tong en derzelve ſcheede, door
nomen , niet meer langte heeft dan ongevaar een vierde de zamentrekking dezer Spieren , met kragt word uit
duims; want de langte van 't lighaam , en de takken van den Bek geſtooten, '! geen niet zo wel had kunnen ge.
het Tongebeen , welke er deeze Autheuren aan hebben ſchieden , indien de kraakbeenige enden zelf aan been ge .
toegeſchreeven , behoort eigentlijk niet tot de Tong. De . hegt ofgewricht waaren geweest.
zelve is gemaakt van een klein zeer kortbeentje , bekleed Oin de l'ong weder in den Bek te haalen is de gemel
met een peperhuis van boornagtige zelfitandigheid ; de de ſcheede voorzien met twee Spieren , die , alzo dic
figuur is piramidaal ; zij is aan den wortel gewricht met lighaamsdeel een zelfden weg te rug inoest gaan, met
het voorſte end van het Tongebeen, dat de gedaante heeft twee Nagen zijn gewonden oin het bovenſte gedeelte
van een Stijlet , zijnde omtrent twee duimen lang en een der luchtpiip , van welke deeze Spieren haaren oorſprong
halve linie dik. Dit Tongebeen is, met zijn agterſte end , neemen. Hier toe helpt ook de veerkrage der Banden van
gewricht aan twee beenige takken, die nog dunner dan aanhegting , behoorende tot de eerstgemeide Spieren in
het Lighaan zijn . leder tak van het Tongebeen beſtaat de Neus. Boven op den Kop is eene neuf die met den
uit tweebeenige vezelen , van ongelijke langte , end aan Huid een Kanaal maakt , waar in de kraakbeenige tak.
end te zaamen gevoegd . De voorſte Vezel ismaar ander ken van het Tongebeen een vrijen loop en ſpeling heb.
half duin lang; de agterſte, die aan Borelli is onbe. ben , in het uitſchieten en terug haalen van de Tong, zon
kend geweest", heeft een langte van vijf duimen ofdaar der zich zijtwaardste kunnen verplaatzen.
omtrent, zijnde vereenigt meteen klein Kraakbeen , daar Indien men op dit alles age geeft, zo is 't blijk haar, dat
zij mede eindigt. Ieder tak van het Tongebeen is , der- BORELLI zich grooteliiks vergise hebbe , ten opzicht van
halve, driemaal zo lang als het lighaam van dit Been en de werking deezer Spieren . Begrijpende, inimers, dat
de Tong te zaamen . De takken zijn boogswijze gekroind , de Tong , met het Toneebeen en deszelfs takken te zaa.
en bevatten tusſchen zich den Hals. Hunne voorſte en: men, agt duimen lang zijn , en dat daar van telkens vier
Nn 3 duimen
3438 SPE . SPE .
duimen uit den . Bek koomen , zo moet men toeſtaan telende ook in holle Boomen. Deeze, die gemeenlijk
dat de Spieren , zo wel die de Tong uitſchieten als die de de groote bonte Specht genoemt word, is de allergrootke.
zelve inhaalen, elk vier duimen moeten ingekort worden wordende van de Italiaanen . Culrosfo gecijteld , wegens
tot deeze werking. Het blijkt dat die Autheur niet.ge zijn roode koleur aan den Aars, van de Sweeden Gyl.
weeten heeft , dat deeze Spieren de geheele uitgeſtrekt lenrenna ; men noemt hem in Engeland ook Witwali,
heid van de Tongebeen langs loopen , en overzulks be. dog gemeenlijk de groote gevlakte; in Duitschland Bull
kwaam zijn tot zulk eene inkorting. PERRAULT was , in Specht.
dit geval , nog meer van de koers , dewijl hij van de ſpie- In grootte komt hij den Merel zeer nabij , of gaat dien
ren, die om de Luchtpijp gellagen zijn , in 'tgeheel geen zelfs te boven , zo dat hij veel kleiner is dan de groene
gewag maakt. Ook is al het onderzoek van deeze Hee Specht. Hij is van boven zwart , van onderen rosagtig
ren bepaald geweest aan die Spieren, welke de Tong uit grijs, aan 't onderſte van den Buik rood; een zwarteband
en in den Bek doen gaan ; daar zij niet gedagt ſchijnen te Itrekt zich wederzijds , van de hoeken des beks langsden
hebben om de vier eigen Spieren , welken de Tong in hals uit, tot op de borst. De Scaartpennen zijn zwart,
deeze Vogel heeft, door welken zij op en nederwaards, dog de drie buitenſte, aan beide zijden met rosagtig vui
naar deeze of geene zijde getrokken word , 't zij dat zij wil getipt, overdwars met zwarte ſtreepen. Het Man
zich binnen ofbuiten den Bek geplaatst bevinde . Deze netie heeft niets roods aan het Agterhoofd,daarhet Wijfje
allen neemen haaren oorſprong van het voorſte deel der een roode ſtreep heeft.
takken van het Tongebeen , twee van den eenen , twee XI . Middelbaare Specht ; Picus medius; Picusalbo ni
van den anderen , en loopen uit in vier dunne Peezen, groque varius, ano verticique rubris. Linn. Sijft.Nat.)
die het lighaam des Tongebeens omvatten , en ingeplant BRISSON noemt deezen , eenvoudig de bonte Specht;want
worden in den wortel van het kleine Beentje der Tonge, s-buj is maar weinig kleiner dan de voorgaande, daarhij
Allen te zaamen werkende, houden zij de Tong regt; in gemeenlijk onder huishoud. Ook hebben verſcheide At
't bijzonder werkende, brengen zij die naar dezen of ge theuren hem groote bonte Spechtgenoemt, in onderſchei 13
nen kant, op en nederwaards; zo dat de Tong , uit den ding van den allerkleiniten . Hij voert in Vrankrijk den
Bek gebragt ofweder ingehaald zijnde , door de vier bo. naam van Epeifche of Cul rouge en Pic rouge, in Engeland
vengemelde Spieren ; dus altoos in ſtaat geſteld word dien van Franſche Specht of Hickwall; de Switzers noe.
tot die beweegingen , welke het vangen en innokken van men hem Alkster-Specht, en zommige Duitſchers Weis
het Aas in deeze gelen vereischt. Specht , dat is witte Specht.
Dit konftige geſtel van de Tong der Spechten , is door Van deezen , in 't bijzonder, getuigt RAJUS , dat bijmet
meer Natuurkundigen met veel verwondering beſchouwd. zijn Bek in een ſcheur van een Boom te ſteeken , en zeer 37
Doctor Derham merkt aan , dat dezelve zeer bekwaam ſnel heen en weder te beweegen , of doordikwils teklop.
is , om het Ongedierte te prikken, dooden en uit de pen, een helder kraakend geluid maakt, dat van verre
Teeten van hout of ſteenen te haalen. Als de Specht, zegt hoorbaar is . Hij is van onderen witagtig geel, en aan
een anderSchrijver, door zijn natuurlijke ſchranderheid de ſtuit roozekoleur, 't welk hem voornaamlijk van den
komt te ontdekken , dat erGeworintein eenige oude boom voorgaanden onderſcheid .
zij , loopt hij langs of rondom den ſtam heen , en , rus- XII . Kleine bonte Specht: Picus variusmirror ; ( Picas
tende op zijn Klaauwen nietalleen, maar ook op dePen- albo nigroque varius, vertice rubro., ano albido. Lixx
Men noemt deeze gemeenlijk de kleine, on
nen van zijn ſtaart, boort hij.met zijne ſcherpe en ſter- Sijft. Nat.)
ken Bek , een gat in den Boom , waar in hij vervolgens eendat hij niet veel groo :er dan een Mosch en kleiner dan
een ſterk geluid maakt , om de Iniekten in beweeging te Leeurik is. De Hoogduitſchers noemen hem Graſs.
helpen , in welker lighaam bij de haakjes en puntjes van Specht, de Engelſchen Piannet, en de Italiaanen Pipra,
zijne Tong hegt , om dezelven naar zich te haalen en ver. naar het grieksch. Zijn koleur is van boven zwart, met wit
der in te ſlokken . overdwars geſtreept, van onderen rosagtig , met eenige
VIII . Bengaalſche Speckt; Picus bengalenſis; ( Picus zwarte vlakken. De buitenſte Staartpennen zijn ook wit
viridisoccipite rubro , nucha nigra,fubtus anticeque albus getipt; hij heeft een zwarte ſtreep langs den hals, als de
nigro maculatus. Linn. Sijſt.Nat.)Deeze word van ALBIN anderen , en’t Mannetje is boven op 't hoofd rood.
de Bengaalſche, van EDWARDS de gevlekte Indiaanſche, en XIII. Drievingerige Specht; Picus tridadtijlus anom
van Klein de Bengaalſche bonte Specht genoemt. BRISSON lus; (Picus albo nigroque varius , pedibus tridadijlis.
beſchrijfthem onder den naam van groene Specht van Ben . Linn.Faun.Suec.) Onder debonte Spechten is deezede
gale. Hij is , zegthij, een weinig kleiner dan de Euro. zonderlingſte, dewijl hij van hun allen verſchiltdoorde
piſche , dog , volgens de opgegevene maat, moet het bij Pooten , dienietmeer hebben, dan drie Vingers ofKla- *
na een derde verſchillen. De koleuris als boven gemeld ; wen. Hijkomt inSweeden dikwils voor , aan dehoc
de woonplaats in Bengale. ge Bergen van Lapland en Dalekarlie , als ook in Sibe
IX.Halfgebekte Specht; PicusSemirostris: ( Picus max . rie en aan de Hudzons-Baaij, zegtLinnæus,die eréén
illa ſuperiore breviore.(Linn. Mus. Ad .Fr. I.p.16.) Dit in 'tjaar 1734 , op zijne reize naar Dallandkreeg, wel
isSONdeniet
eenigſte der zoorten van Linnæus , welke Bris ke hijtoen als een nieuwen en nooit beſchreevenen Vo
heeft. Men vind dezelvein't Kabinet van gel aanmerkte. Brisson twijfelt of deeze ook het Will
de Koning van Sweeden. De woonplaats isin de In. je waare, en die,waar van Edwardsdeafbeelding
diën . geeft ,het Mannetje vandeeze zoort van Specheen.Op
X. Groote bonte Specht; Picus varinis major; (Picus alto deeze onderſtelling denkt hii, dat die van Caijenne, wel.
nigroque varius, anooccipiteque rubro. Linx. Siſ. Nat.) ke in'tKabinet van Reaumur was, misſchienwel de
In Europa vind men Spechten , die wegens hunne koleur zelfde mogte zijn.
borte Spechten genoemt worden. Zij verſchillen bijna Degrootte is omtrentals de middelbaare bonteSpecht;
alleen in grootte , enleeven altemaal vanInſekten ,die dekoleurisboven zwart, in' Mannetje metwittedwarfe
zij op de voorgemeidemanieruithet houthaaien, 'nes. Vlakken; van onderen wit, dezijdenmetzwartedwarso
SPE . SPIRE 3459
freepen ; een witte band onder de Oogen ; de Staartpen : raakt zijn ; terwijl ze echter de eer genieten , om , hoe ,
nen zwart; ten deele met witte en rosagtige tippen . Het algemeen geworden, haare agting bijde grooten redelijk
Mannnetje heeft den top van 't Hoofd rood , zegt Bris. op te houden . Men wil naailijk dat zij omtrent den
SOr , en LINNÆUS merkt aan , dat de Europiſche den . jaare 1390 aan 't Hof van Frankrijk zijn uitgevonden ,
zelven geel heeft. om Karei, den VI . Koning van dat Rijk , wanneer hij .
SPECIES ; dus noemt men in de Apotheeken alle zo .-- in cenezwaare drofgeestigheid vervallen was , op te beva
danige ingredienten , die tot de bereiding eener coinpoſt. ren , en een nieuw vermaak le verſchaffen .
tie of zamengeſteld middel genoomen worden . Hier van . Dat de ouderdoin dezer uitſpanninge niet hooger te
vind men veele voorſchritten bij J. J. Woift , Schatka. zoeken of te vinden is , kunnen de volgende geſchiede
mer van Genees- en Natuurkundige zaaken . kundige bewijzen , tot eene zeer hooge waarſchijnlijk .
SPECIFICUM ; is men een zodanig Geneesmiddelge. heid brengen . Voor eerst ziet men in geene ſchilder of
WOON te noemen , ' t welk in 't bijzonder tegen de een of beeldhouwitukken of tapijiwerken , ouder dan 't gemelde
andere ziekte dienſtig is . tijdperk , eenige Speelkaart afgebeeld , maar zinis dien tijd
SPECILLUM , zie BRIL . koomen ze in veele werken van dat nag te vooren . –Ten .
SPECULA ASTRONOMICA , zie OBSERVATO. 2den ontdekt men voor dien tijd geen verbod van 't Kaart.
RIUM . ſpeelen in de Koninglijke willekeuren , ſchoon er toen
SPECULUM , zie SPIEGEL . eenige jaaren geleden , een zeer ſtreng verbod was uite
SPECULUM CAUSTICUM,zie BRANDSPIEGEL. gegaan , verbiedende alle zoorten van ſpeelen en tijd.
SPEERZEL , zie KWIJL. kortingen , op dat deOnderdaanen zich mogten oefenen
SPEEKZEL -BUIS, in 't latijn Ductus ſalivalis; van de in den wapenhandel en in ſtaat ſtellen om den Engel
ze heeftmen verſcheidene , dewelke ieder met een bijzon- ſchen wederſtand te bieden. In welk verbod het niet
dere naam naar haren uitvinder genoemt worden,alsvolgt. te denken is dat de Speelkaarten , die een zo aantrek
1. Speeksel Buiſen van Cosch 12 ; Ductus ſalivalis Co- kend ſpel uitleveren , zouden zijn overgeſlaagen , wa.
ſchwizianus ; deeze door de opgenoemde Autheur voor ren zij toen reeds in gebruik geweest. Ten 3den vind
Syeekzel Buizen aangezien , zijn niet anders dan de Aders men in de Kerkelijke regelen voor dien tijd opgeſteld ,
onder de Tong. 'Vid . HÉISTER compend. Anat. Tom . geen gewag van Speelkaarten gemaakt, dog wel dat zij
II. p. 109. (wintig jaaren laater in ' t Gallicaanſche Sinode den Gee.
2. Speeksel Buis van RIVINUS; Du tus ſalivalis Rivie - ſtelijken verboden zijn . Omtrentdien zelfden tijd ziet men
nianus, heeft zijn beginzel uit de kleine klier onder de in 't ſchuldboek van's Koning Boekhouder deeze ſchuld.
Tong , en gaat te gelijk met die van WARTHON in den Betaald voor een ſpel geſchilderde blaadjes, gekogt tot's Koo .
mond. Deeze Buis word van zommigen ook wei Speeksele nings uitſpanning , drie livres. De kunst om Kaarten te
Buis van BARTHOLINUS genoemt , dog te onregte, want drukken toen nog niet uitgevonden zijnde, moeſten zij
Rivinus is deszelfs uitvinder, en heeft de kennis daar van geſchilderd worden , ' t welk dezelve zo duur maakte ;
ook veel eerder gemeen gemaakt als BARTHOLINUS, 20 ook worden ze in de bovengemelde Sinodale regelen ,
als blijkt uit zijne Disputatio de Dij peppa gehouden in pagella picte , of kleine geſchilderde blaadjes genoemt.
den jaare 1689. Ten 4den kwam er , omtrent dertig jaaren daar na
3. Speekzel-Buis van Sieno ; Duftes ſalivilis Steno. cen ſtreng verbod uit tegen de Speelkaarten in Frankrijk ,
nianus ; deeze neemt zijn beginzel uit de Klier agter 't en een ander van Emanuel Hertog van Savoije , die
Oor , en eindigt in den mond bij den (weeden maaltand. dit tijdverdrijf alleen aan de Juffrouwen vergunde, mits
4. Speeksel- Buiſen van Walther; Ductus fnlivnlis dat ze om ſpelden of iets van geringe waarde ſpeelden .
Waltherianus. Dit zijn zeer dunne Speekſel-buisjes , wel . Door de vier koleuren en figuuren worden de vier
ke uit de tong-klieren koomende , zich ter zijden van de zoorten of ſtaaten van Menſchen in het Koningrijk af.
tonge onder dezelve openen , zijnde aan ieder kant vier gebeeld. De Harten duiden de Kerkelijken aan , van
in getal. waar de Spanjaards, die zeker het gebruik der Speel.
5. Speeksel.Buis van WARTHÓN ; Duftus ſalivalis kaarten van de Franſchen ontleenden , in ſtede van Har.
Warthonianus, neemt zijn begin van de inwendige Kaak- ten , Bekers hebben. De Adel en het ten krijgtrekken.
klier, en eindigt onder de Tong in den mond. de deel des Volks word verbeeld . door de einden van
SPEELEN , zie SPEL. Pieken of Lanfen , welke onze okunde van de oorſprong.
SPEELKAAR TEN , zijn kleine langwerpig vierkan, lijke betekenis , of de 13-gtheid zelve der afbeelding ,
te bladjes van Carton , aan de eene kant gemeenlijk wit Schoppen noemt. De Spaanjaards hebben hier voor
en aan d'andere kant geſchildert, waar van men zich tot Zwaarden , ' welk van dezelfde beduidenis is . Door
verſcheidene ſpeelen bedient, welke men om die reden de Ruiten worden de burgers , kooplieden en handwerks.
Kaart/peelen noemt. lieden betekent , en het Klaverblad zinſpeelt op de boe.
De JeſuitMENESTRIER ,geeft ons in zijn Bibliotheque ren en landlieden , waar voor de Spanjaards een knods
curieuſe & inſtructive , een kleine verhaal over den oor . hebben.
ſprong der Speelkaarten ,en over de betekeris van derzel. De Historie der vier Koningen , gelijk de Franſchen
ver Figuuren , waar van 'thoofdzaakelijke op 'e volgende zointiids boerten.de de Speelkaarten noemen , komt uit
uitkomt. op DAVID , ALEXANDER , CÆSAR en KAREL , wier naa .
De Speelkaarten , die aan eenigen tot een onſchuldig ver- men toen op de l'ranfche Kaarten waaren en nog zijn .
maak en tijdverdrijf dienen , terwijl ze van veelen zeer Deeze geeven de vier beroemde heerſchappijen te ken .
misbruikt worden , hebben een dergelijk lot ondergaan nen , der foden , der Grieken , der Romeinen en der Fran .
als veele andere ſtukjes van uitſpanning, wier toeſtel Schen onder Karri, den Grooten.
weinig gelds kost ; hier in beltaande, dat zij van'ı Hof De naimen der Konirginnen geliik ze nog op de Fran.
en de aanzienlijkſte perſonagien herſtomlig , in de han fche Kaarten gevon ten worden , ziin ARGINE , Esth
den der geringſte ingezetenen , en handwerkslieden ge- ER , Judith , en PALLAS. ARGINE is een letterkeer
VOOT
3460 SPE . SPE .

voor Regina , dat Koningin betekent , terwijl Esther niet te veel verzwakt en onnut word , om de tedere
de Godsvrugt, Judith de Dapperheid , en PALLAS de vrugt welke zij in haaren boezen draagt , naar behooren
Wijsheid afſchetst . te voeden .
Door de Knegts , of Boeren , gelijk men ze zomtijds Het Speenen heeft derhalven geen vasten tijd , maar
noemt , worden de hedendaagſche Ridders betekend, of hangt af van verſcheidene omſtandigheden.
zo anderen willen de Ridders zelve ; om dat Hogier en De Vrouwen die bejaard , of met Mannen van meer.
Lalzire , cwee naamen die men nog op de Franſche kaar- der jaaren getrouwd zijn , moeten haar Kinderen niet
ten leest , ten tijde dat de Speelkaarten gezegt worden ' lang de borst geeven , om dat zij anderzints niet ſchie.
uitgevonden te zijn , twee beroemde Ridders waaren . lijk , althans niet volgens de waarſchijnelijkheid ſchie.
SPEEN , of Tepel, is het roode langwerpig knob. lijk zwanger worden ; en daarom vereischt haare plicht
beltje , 't welke zo wel in Mans als Vrouwen , op de om liever haar Kind te Speenen , eene Min , of pap te
Main zit , hebbende één rooden kring rondom zich heen , geeven , dan een volgende bezwangering voor te kooien.
in welke kleine klieren , en zelfs groote haairen gezien Het verzekeren van erfenisſen enz. , kan daar van af.
worden . hangen .
De zelfſtandigheid van den tepel is ſponsagtig , en veer ;
Wij moeten voor het overige den Lezer wijzen
kragtig , zelfs zo , dat hij even als het mannelijk lid naar OPVOEDING .
Ewelien en ſtijf worden kan ; om die rede zwelt de tepeb SPEEN -KRUID , zie GOUWE (KLEINE ).
door behandeling , en verwekt de lust tot voortteeling . SPEER HAAIJ, zie HAAIJEN , 1. III. pag.992,
Bij de Minnen zwelt zij en word grooter door het zuigen SPEER- WORTEL , is het zelfde als Slangen -wortel;
der Kinderen , welke last ook hier door aangenaam word zie aldaar.
bij de Vrouwen . SPEK , door dit woord verſtaat men dat witte vet,
Midden in die zelfſtandigheid , vind men 7 of 8 melk- " 't welktusſchen het zwaard en het vleesch der Varkens of 092

buizen , welke de melk in deMammen afgeſcheiden, door- Zwijnen zit. Ook word het vaste vet der Walvisſchen,
laaten, en welker einden zich konnen Nuiten , zo dat zij Kazilotten , enz. waar uit de traan word gekookt , Spek
de melk inhouden . Zie MELK. Deeze buizen hebben genoemt.
even veel openingen , in het topje des tepels. Hec Varkens Spek is een voedzel dat voor geen andere
Het is zonderling , dat de tepels zwarter worden , en dan ſterke maagen dient ; zo als bij voorbeeld Handwerks
eenen grooteren kring krijgen , bij de zwangere Vrou: lieden die zwaar moeten arbeiden, de zulken die agter
wen . den ploeg luopen , en meer ander werk van dien aart
Be tepels hebben behalven dat een groot getal zenu. verrigten. 1
wen , welke dewerktuigen zijn van de ſterke aandoening SPEK -STEEN , in 't fransch Pierre de lard ; dusword
ter
als zij gekitteld worden : De Groote Albinus heeft in gemeenlijk een in 'i aanraaken , zagte en zeepagtige Steen
zijne Annot. Acad . best over dit deel geſchreeven , daar genoemt , die zich zeer gemakkelijk laat bewerken , ea
wij den Lezer toe verwijzen. waar van een groote menigte figuuren , Beelijes en Die.
SPEENADER , word genoemd de Vena haemorrhoi. ren worden vervaardige, die men uit China tot ons over
dalis ; welke eene ader is rondom den aars loopende , en zend. Deeze ſteen heeft meer of min doorſchijnent
gevende takken aan deszelfs klieren ; deeze worden bij heid ; maar die zoort van faauwe doorſchijnentheid is
bejaarde Menſchen meest al varikeus, dat is uitgezet , even alsdie van het wasch ofongel ; en het is deeze hoe
en vormen als tepels , en knobbels , die vol geronnen danigheid , die haarwaarſchijnelijk zo wel de franſcheals
zwart bloed bevonden worden ; deeze ontlasten zich dik- nederduitſche naam heeft gegeeven. Derzelver koleur
wils van het grove bloed , en verſchaffen gezondheid aan is of wit ofvuilwit , of grijsagtig , of wel op het geele en
den bloedrijken, om welke redenen deeze aders de gube bruine trekkende, zomtijds is zij even als Marmer met
dene aders in Duitschland genoemt worden ; bij ons Speen. aderen doorweeven .
aders genoemt, om dat men die gezwellen , Speenen , Het Spek.ſteen behoort onder het getal van die ſteenen
Potſteenen
welke men waar
ook takken of tieken , oin de gedaante der Hout-luizen , kelijkheid noemt, teroorzaake van de gemak
mede men dezelve kan bewerken on er
noemt.
SPEENEN VAN KINDEREN . Speenen van een Kind potjes enz. van te maaken. De Hr. Port heeft bewee. van
word genoemt , als men het van de borst afneemt en zen , dat deeze ſteen dien bij Steatites noemt,
afwent , om het te voeden met het dagelijksch voorko. een leemagtigen aart is , en in het vuur hard en vastword ;
mend eeten in de huishouding. Het beduidderhalven, wanneer men dezelve eerst ter deegenfijn geſtooten
het Kind nietlanger met de Moeders of Minnes melk, heeft , en als dan met water tot een deeg maakt,kan 0

maar met vaste ſpijzen , te voeden . men er even goed als met regte leem vaten van maaken,
៨de
De natuur leere dien tijdvrij klaar van zelven , naame- enook op het Pottebakkers draaijrad bewerken.De
llik het kind krijgt tanden een half jaar oud zijnde, en zuuren hebben geen de minſte vat op deeze ſteen , wan.
vervolgens , dat is het krijgt die werktuigen dienoodzaa. neer die zuiver is. Zie Port Lithogeognofia, tom. I. GE
kelijk zijn om de ſpijze eerst te verdeelen, en te bree. pag. 278 & ſeq .
ken, eer zij in de maag koomt. Het Kind moet derbal . De Natuurkundigen hebben een menigte verſchillende
ven niet eerder geſpeend worden , dan wanneer het van naamen aan deezenſteengegeeven . Zommigen hebben die
deeze nutte deelenvoorzien is. De Tanden daarenboo. Steatites ,anderen Smea is genoemt; de Engelſchengeta
venworden nadeelig , en gevaarlijk voordeMoeder, ven daar aan den naam van Soap-rock; de Duitſchers die
om dat de tepeldikwerf doordezelve hevig gebeeten, van Speck-ſlein,Smeer.ſtein,Topsſtien en Potštein. Delapis
en zodanig gekwetst word, dat degeneezingbezwaar. JijphniusderOuden, delapiscomilder Hedendaagſchen,
Hjk volgt. >

De Moeder nog jong zijnde moet , zo dra zij bemerkt vanden zelfden aart. Zointijds is deeze ſteen in Duitsch }

»
wederom zwanger te zijn, haarKind Speenen, op datzij land bekend, onder den naam van Spaansch-krijt. Vol
SPE. SPL. 3401
Volgens de Hr. Port word het Spekuffeen gemeenlijk , om die met een dobbelſteen -werp, te waagen".
aabij de oppervlakte der grond gevonden, en men behoeft Het geen nog zonderlinger voor koomt , is , dat de
niet diep te graaven om het zelve te ontmoeten . Mer Germaanen zelven , zodanig op hazard.ſpeelen verſlin .
vind het in Engeland, Sweeden , in verſcheidene plaat- gert waaren ; dat zij volgens 't getuigenis van Tacitus,
zen van Duitschland en in Vrankrijk. na alle hunne goederen verſpeelt te hebben , ten laatſten
SPEL , Speelen ; is een zeer in gebruik zijnde over om hun lijfeigendom ſpeelden , en novilino jactu om inij
eenkomst of verdrag , waar in de bedrevenheid , het enkel van zijn uitdrukking te bedienen , hun perzoon en viij.
geval , of wel het geval met bedrevenheid gepaard , na heid waagden te verliezen.
de verſcheidenheid der ſpeelen , het verlies of winst uit- Men ziet overal , zo wel in de voorleeden als tegen.
wijst, door die overereenkomst tusſchen cwee of mee . woordigen tijd Menſchen, die een aanınerkelijk gedeel.
der Menſchen bepaalt. te van hun goed , aan de wisſelvalligheid van de kaarten
Men kan zeggen , dat in zodanige Spellen , die enkel en dobbelſteenen overgeeven ,zonderdat er bun denegte
voor Spellen van verſtand , of bedrevenheid gehouden gevolgen van onbekend zijn . Welke mogen dog de oor.
worden , het geval er echter ook plaats in heeft , voor zo zaaken , van zulke eene ſterke aantrekkelijkheid wezen ?
verre dat mer niet altoos de kragten weet van de geene Een ervaren Speelder , zegt den Abt du Bos , zoude
tegens wien men ſpeelt , dat er zomtijds onvoorziene ge. alle dagen een zekere winst kunnen doen , met zijn geld
vallen voorkoomen , en dat eindelijk , de geest of het lig. niet anders dan in zodanige Spellen te waagen , waar in
haam niet altijd gelijkeljk welgeſteld zijn, en ook niet altijd den goeden uitſag meerder van het vernufc en ervaaren
derzelver verrichtingen met gelijken iever waarneemt. heid des Speelders af hangt , dan van de grilligheid der
Wat er ook van mag zijn , de liefde of zugt tot het Spel , kaarten en dobbelſteenen ; intusſchen verkiest bij dike
is een voortbrengzel van de zugt tot het vermaak, die van werf zodanige Spellen, waar van de winst geheel en al van
een oneindige uitgeſtrektheid en verſcheidentheid is. Van de grilligheid der kaarten en dobbeltteenen af hangt , en
de vroegſte oudheid af, hebben de Menſchen zich door waar in zijn bekwaamheid hem geen ’t minſte voordeel
allerleij zoort van Speilen , na hunne geneigtheden en boven zijne medeſpeelers geeft. De voornaamſte reden
imborst geregelt, zoeken te vermaaken , te verkwikken , van een dusdanige verkiezing, ſpruit voort uit gierigheid ,
en onledig te houden. Langen tijd voor de Lidiers , vooi of uit de żugt , om ſchielijk en eensklaps zijn fortuin te
het beleg van Troijen , en geduurende dat beleg , bezig. verbeteren.
den eich de Grieken , om de verveelingen die de lang- Behalven deeze reden , 30 vereiſchen zodanige Spellen
duurigheid van het beleg te wege bragt, en om hunne ver. waar van den uitſlag meest van't vernuft en ervarenheid
moeitheden te verzagten , met verſchillende Spellen , die des Speelers af hangt , een al te aaneengeſchakelde inge .
onder beſcherming van de rust en ledigen tijd , wel dra ſpannenheid van geest , en houden daar bij de ziel in
hunnen wijk van het Leger na de Steden nam , geen geſtadige ontrustende onzekerheid , zo als bij het
De Lacedemoniers waaren de eenigſten , die ten eene. pasſe dix , bluffen , trente et un , en alle die andere Spel.
maaien het Spel uit bun Gemenebest verbanden. Men len , waar van de goede of kwaade uitkomst ten eene.
verhaalt dat CHILON , een van hunne Burgers , gezon . maale van 't geval afhangt. Bij deeze laatſte Spallen, zijn
den zijnde, om een bontgenoodſchap met die van Corin . alle de Nagen uitwijzende, en ieder uitkomst doet iets
then te lluiten , bij zodanig verontwaardigt wierd , van winnen of verliezen ; zij houden dan de ziel in een zoord
de Regenten , Vrouwen , Oude en Jonge Krijgslieden , van ontroering , beweeging , verrukking , en dit geſchied
geheel en alaan het Spel overgegeeven te vinden , dat hij zonder dat het nodig is , dat zij door eene ernſtige aan.
ſpoedig te rug keerde , tegens hun zeggende, dathet de dagt of ingeſpannentheid van geest aan haar vermaak .
roem van Lacedemon , die nu kort geleden Bijſantium toebrenge ; waar van onze aangeboorene luiheid , won.
had geſtigt, zoude zijn te beſwalken , van met een Volk derlijk in haar ſchik is , bevrijd te weezen .
uit Speelers beſtaande , een Bontgenoodſchap te lui; De Hr. MontESQUIEU bevestigtdit ailes , door eeni.
ten . ge korte aanmerkingen over die ſtoffe. Het Spel (zegt
Men moet zich niet verwonderen de Corinthers met hij) behaagt ons in 't algemeen , omdat het onze gie.
vervoering aan een vermaak overgegeeven te zien , 't welk „ righeid verbind , dat is te zeggen , de hoop om meerder
gemeenlijk in de Staaten heersch , na evenredigheid van te hebben . Het vleit onze verwaantheid , door het
derzelver, weinige of veelheid van bezigheden , weelde, ,, denkbeeld van de voorkeur die de fortuin ons geeft.
en rijkdommen . Het was om eenigermaate dezelfde woe- 3) Het voldoet onze nieuwsgierigheid , met ons een
de te beteugelen , dat de Romeinſche wetten verboden ſchouwſpel te verſchaffen . Eindelijk geeft het ons die
om niet hooger te ſpeelen als tot eenzekere tepaaldeſom ; verſchillende vermaaken, aan de verrasſing eigen . In
maar deeze wetten wierden niet onderhouden, dewijl on- zonderheid zijn het de hazard -ſpellen die ons 't meest
der de onmatigheden welke door Juvenalis aan de Ro. bekooren , om dat die ons onophoudelijk nieuwe en
meinen word verweeten , die van het grofſpeelen in zijn ,; onverwagte voorvallen aanbieden . Ook behaagen ons
eerſte dicht, vers 88 ter degen word gehekelt. de andere Spellen , om dat zij een vervoig van onver
,, wagte gebeurtenisſen zijn , diehetvernuft bij het geval
Alea quando ,, gevoegd , tot oorzaak hebben .
Hos animos ? Neque enim loculis comi tantibus Ook word het Spel in de zamenleeving niet anders als
Ad caſum tabule , poſita ſed luditur arca. voor een tijdkorting aangemerkt , en ik laat het deeze
gunſtige benaaming , uit vreeze , dateen ander die nauw.
Is de raſernije van hazard ſpeelen wel immer tot keuriger zoude zijn , te veel Menſchen zoude doen 00.
s zulk eene hoogte geklommer ? Want verbeeld uw fen. Dat er zelfs zo veel verſtandige lieden zijn welke
niet , dat men zich in die Speel-zaalen vergenoegt , gaarne ſpeelen , koomt , om dat zij de verborgene doolwe.
het geld dat men toevallig bij zich heeft ,te waa- gen, geweldige gevolgen en tijdverfindingen van het
» gen ; neen , men laat er kistjes vol goud brengen , Spel, niet zien nog vermerken. Niet dat ik wil bewee.
VI Deel. 00 ren
3462 SPE . SPL

ren als of de gemengde ſpellen , ja zelfs de hazard.spelo SPELDE , zie BIER .


len enkel aan het regt der natuur getoetst zijnde , iets SPEL DEGELD, dusdanig word een zekere kleine toe
onregtveerdigs in zich behelſen ; want behalven dat men gift genoemt,die men dikwils op de koop van 't een of an
zich mecvolkoome eigen genoegen aan het Spel begeeft, der voor de Vrouwen bedingt , zo als wijnkoop voor de
zo waagt ook ieder Speelder zijngeld aan een even grooc Mansperzoonen een zekere toegift is , die aan wijn word
gevaar ; elk verſpeelt ook zo als wijveronderſtellen zijn bedongen. Dit klein geſchenk onder de benoeming van
eigen goed , waar over hij diensvolgens na goedvinden Speldegeld , is reeds zedert langen tijd hier te lande be.
kan beſchikken . Het Spel en andere verbintenisſen waar kend geweest ; ja zelfs blijkt het , dat de Graven na bet
omtrent wisſelvalligheid plaats heeft , zijn wettig , 20 verleenen van vrijdommen van Tollen voor haar of haare
dra als 't geen men van weerskanten waagt,dezelfde waar. Vrouwen , nog een dusdanige geringe last onder de be.
de heeft , en zo dra het gevaar van te verliezen en de naaminge van Speldegeld aan zich hebben behouden; blijk. 1.

boop om te winnen , van weerskanten eene nauwkeuri- baar uit eene Sententie van het jaar 1448 in de 2.Mem .
ge evenredigheid hebben , met het geen waar om men ran BOSSAERT. fob. 90 te vinden , waar bij den Tollenaar
fpeelt. van Geervliet als Pagter van het Speldegeld van Jr. van
Ondertusſchen , beperkt zich die tijdkorting zelden bin . GAASBEEK , zijn eisch tegens eenige Koopluiden is ont
nen de paalen, welke derzelver naam belooft.Zonder van zegt. Ook is er bij de genoemde Bossaert 3. Mem .een
de kostelijke tijd te ſpreken die voor de Speelers verlooren bewijsſchrift en daar op gevolgde Sententie voorhanden,
is, en die men vrij wat beter zoude kunnen beſteeden , ver. waar bij die van Amersfoort, tolvrij worden verklaart,
andert het zelve in kinderlijke hebbelijkheid of aanwend . alleen het Speldegeld uitgezondert
zel , en zelfs maar al te dikwils in een jammerlijke en ramp- SPELDKONST , zie ORTOGRAPHIE . IS
zaalige drift door het lokaas der winst voortgebragt. Men SPELONK , zie GROTTE. 0
weet ten dien opzichte , de ſchoone gedagten van Me. SPELT , in latijn Ador , Far , Zea ; is een zoort van
Mouw DesHOULIERES, in deeze verzen uitgedrukt. graangewas , dat veel naar tarw gelijkt ; doz heeft ge•
lijk als de gerst , een langen baard. Men zaait dezelve
Le déſir de gagner , qui nuit et jour occupe , even als andere wintergraanen in den herfst. De Spelt
Eſt un dangereux aiguillon : is aangenaam van ſmaak ., gezond voor de maag , en ver.
Sou vent quoique l'eſprit , quoique le coeur foit bas , ſtrekt tot beter voedzel dan de gerst.
On commence par etre dupe , SPELVIER , zie HOPPEN, a . IV . pag . 1144
On finit par étre fripon . SPÆRA , zie KOGEL .
SPERGULA , zie SPURIE .
De zugt om te winnen die nagt en dag bezig houd , SPERMA , betekent het zaadvogt der Dieren .
is een gevaarlijke prikkel : Dikwils ſchoon de geest ,SPERMA CETI ,'t welk Walvischen zaad berekent,
ſchoon het hart goed zijn , begint men met bedrogen word zeer oneigentlijk dusdanig genoemt, dewijlhet naar
te worden , en men eindig met zelven te bedriegen . men verzekert , van het vet der hersſenen van den Wal
Het is te vergeefs dat men weet, dat de menigte van visch word bereid , door het zelve met loogagtige zou
Menſchendoorhet Spel bedorven, verreweg de zoda. ten te kooken en te zuiveren. Hetis een verte ſchil Da
nigen overtreft,die van ſterkdat zijwaaren doorbehulp feragtige zelfſtandigheid , van eenſneeuwagtige witheid
van onkundige Geneesmeeſters ofKwakzalvers , zukke- en eene zagte boteragtige ſmaak , zonder eenige merkelij
lende zijn geworden ; men vleit zich altoos dat men on. ke reuk. De kragten van dit zamenftremzel zijn , die van
der 't klein getal van die geenen behoort, welke van den een zagt verzagtend middel ; het is van groot gebruik en
oorſprong de weereld af door weldaaden zijn begunſtigt nut in pijnen en verbijtingen der darmen , in hoesten,
geworden. die uit dunneſcherpe vogten ontſtaan , en in 't algemeen
Maar dewijl de Wethouderſchap haar aandagt moet in alle gevallen , waar de vaste deelen dienen verſlapt,
vestigen , om't bederf van baare Burgers, ten aanzien van of de fcherpe vogten verzagt te worden . Tot uitwendi.
allerlei contracten voortekoomen en te beletten , zoſtaat ge gebruiken ſmelt het gereedelijk in Olien, en tot in:
het ook aan haar om zulks ten aanzien van het spel te wendige , kan het met wateragtige vogten vereenigtwola
regelen , en te zien , tot hoe verre hetbelang van den den , totdegedaante van een Amandelmelk, door het biſ
Staat en der Particulieren vereischt , dat zij het Spel ver- doen van anandelen , gom , ofeendooijer van eij; fui
bieden , ofwel duiden dat het onderzekerebepaalingen kerdoethetnietvolkoomen met watermengen ; en loog:
worde toegelaaten . Dog deWetrenvan wijze Regee zouten , die andere Oliën enVetten in zeepverande:
singsbeſtieringen kunnen niet te ſtreng zijn , tegens alle ren , werken weinig op Sperma-Ceti. Deeze droogerij moet he
zodanige hazard-ſpellen , daar geen volkoomene even. zeer digt belooten voor de lucht bewaard worden ; an.
redigheid in plaats vind. ders, verandert haare witte koleurſchielijk in eenen duf
Degroote BarbeyraC, in leeven Hoogleeraar in het fen en lelijken. Dog als zij deeze onaangenaamevero
Natuur-Regt te Groningen , heeft in het frarisch eene andering ondergaan heeft, zo kunnen beiden ,de koleur ze:
ſchoone Verhandeling over het Spel in 't licht gegeeven , en de ſmaak weder herſteld worden , door dezelve in
onder de tijtel van traité du feu , ou l'on examine les prin. Joogzoutagtige vogeen tedoopen , ofin eene genoegzaa.
cipales queſtions du Droit naturel et de la Morale, qui ont rap. me hoeveelheid van geest van wijn te ſteeken . als
port a cette matiere. 3 vol. Amſt. 1737 in 80. , waar in deeze SPERMATOCELE, is een zoort van Breuk ,
ftoffe , volgens de grondbeginzelen van Zedekunde naamlijk de zaad-vaten in 't balzakje gevallen zijn. Dit
en Vatuurlik Regt beſchouwt, `met even veel ver- woord is zamengeſteld van hetgriekiche roupa faed,
ſtandals oordeel zeer nauwkeurig word verhandelt. Zo. en van anar, dikte.
danige onzer Lezers die genegen zijn om grondig onder. SPERMATOLOGIA . In de Dierlijke huishouding
rigt dan omtrent te bekoomen , kunnen wij niet beter berekent dit, het deel't welk van het Zaad handeld;
dit woord is zaamengeſteld van het griekſch roupa
doen als daar na toe te wijzen.
Soad
SPIO SPE . SPH . 3463
Faad en agos, verhandeling. kwam het ons vreemd voor , zo veel Sperwers en Ha
Wij hebben eenboek van SCHURIQIUS onder den ti. pikken te zien aankoomen van de regter zijde der gemel.
tul van Spermatologia , te Frankfort in 1720. in 4to. ge . de zee . De Vogelaar ving er ieder uur , over 't dozija
drukt. van. . Hij was ſchuil agter een boschje voor 't welke
SPERWER , is de naam van een Roof-Vogel onder · hij een vierkante vlakte gemaakt had ,, van ongeva ar
het geſlagt derValken behoorende, in 't latijn Sperveri • twee ſchreeden breed, omtrent twee of drie ſchreeden
us; Accipiter fringillarius , in 't fransch Epervier , in't van het boschje af. Zes fokken waaren er rondom ge
engelsch Sparrow . Hawk ; dog het Mannetje, 't welk in plant , een mans langte hoog en één duim dik , boven
deeze Roof. Vogelen veel kleiner is dan het Wijfje , en aan welken een Net was vastgeinaakt van zeer fijn groen
daarom Tiercelet , Tercel en Terzolo , genoemt word , gaaren. In’t midden van 't perk was een paaltje , met
heeft hier den naam van Mouchet en Muscet, in 't fransch een touw daar aan vast , welks end hij in de hand had ,
en engelsch , 't welkwijmet Mosket navolgen ; in’thoog- en aan dit touw waaren verſcheide kleine Vogeltjes die
duitsch noemt men 't zelve Sprintz, en'tWijfje Sperber. 't zaad aaten , dat op de aarde was geſtrooid , en welken
De latijnſche naam Accipiterword in 't bijzonder op dee. de Vogelaar deed opvliegen , zo menigmaal hij een Roof.
zen toegepaſt, met den bijnaam Fringillarius , 't welk vogel van over zee zag aankoomen ,die , deeze Vogel.
zommigen hem Vinken- Valk heeft doen noemen ,in na, tjes van verre ziende, zoplotslings daar op nederviel,
volging van Klein , die erden tijtel van Falco- Fringil. dat hij in het Net verwaard raakte. Op dat oogenblik
larius aan toelegt ; ( Falco cerd viridi, pedibus flavis , greep hem de Vogelaar, en ſtak zijne Wieken , tot de
pettore albo fufco undulato , cauda fasciis nigricantibus. buiging toe, in een linnen doek , die tot dit einde met
Linn. Faun. Suec.) een hals genaaid was , bindende hem verder dien doek
De dikte van 't Lijf in omtrent als een Duif, hebben om de pooted , vleugels en ſtaart, zodanig dat hij , op
de tien duimen langte en (waalf duimen hoogte. Van den grond nedergeworpen zijnde , zich niet verroeren,
boven is de koleur bruin , met de randen der Vederen veel minderwegvliegen kon. Ik zag hem er dus in twee
rosagtig , van onderen wit in hetMannetje , dog rosagtig uurentijds , meerdan dertigvangen.
wit in het Wijfje , met puntige ſtreepen overdwars , die SPHON DILIUM , Spondilium , Beerenklauw ; is een
bruin zijn en ros gemengeld ; de Staartpennen grijs-bruin , Kruidgewas , 't welk in 't grieksch de naam draagt van
met donkere ſtreepen overdwars. FRISCHgeeft van spord'sev; in 't fransch Branche urfine, enin 't engelsch
deeze ook zeer goede Afbeeldingen , zegt BRISSON, Cow Parſnip , Middow Perfneppe.
daar die van Albin Negt gekoleurd zijn en die van Kenmerken. Het Sphondilium is een kroondraagende
JOHNSTON niet naauwkeurig getekent. Hij beſchrijft een Plant met een roosagtige Bloem , uit vijf ongelijke bart
gevlakte Sperwer , die van Klein genoemt word , Valk gewijze bladen beſtaande, die in de rondte ſtaan en op den
met goaden handen en een zwartagligen Bek , en ſpreekt Koker' rusten , welke naderband een vrugt word , uit
van eene die nog kleinder is , zijnde door den Heer Go- twee groote zaaden zamengeſteld , die plat en cirond
Denev , van Maltha, aan den Heer Reaumur gezon, zijn , hebbende één pant , 't welk binnenwaarts loopt ,
den , hebbende ook den bek zwarten de pooten geel. met de holte van een hart, geſleufd , en doorgaans hun .
Deeze kleine Havikken zijn , gelijk de Heer LINNÆ- ne bast afwerperde , en met donkere vlakken getekent
Us aanmerkt , tot Vogelerij , en inzonderheid tot het bij het gedeelte , daar ze aan malkander vast zitten.
vangen van Leeurikken , zeer dienſtig en van veel gebruik Zoorten . Daar zijn veele zoorten van dit Kruidgewas ,
in Europa. Zij jaagen , bovendien , ook op Patrijzen, waar van de volgende de voornaamften zijn.
Duiven , Mosſen en Vinken , ja bijna op allerleij klein Gemeene haairige Sphondilium ; Sphondilium vulgare
Gevogelte , daar men ze op wil afrigten . Ik vind dat hirfutum . Bauh. Pin. 157.; Heracleum foliolis pinnatifi.
omtrent het laaten vliegen der Havikken , naar eenig dis. Linn. Spec. Plant.) Hier van zijn verſcheidene
Wild , in de Provintie van Holland en Westfriesland , nu veranderingen ; als eene met purpere Bloemen , een an .
laast ook nog een bepaaling is gemaakt , volgens de voo dere met gekrulde Bladen , enz.
rige Plakkaaten. Deeze Vogel heeft een ſtouten zwier 2. Groote Sphondilium of Panacea van Hercules ; Panas
en word gemakkelijk getemd , zijnde zeer ſnel van vlugt. ſphondijlii folioS. Heracleum. Bauh. Pin. 157.; Sphondijli.
Waar Vinken zijn worden zij, inzonderheid des winters , um majus five panax Herculeum quibusdam . J. B . ; (Hera
bijna altoos gevonden , dewijl hun daar dan geen aas ont. cleum foliis pinnatis, foliolis quinis, intermediis ſesſilibus,
breekt. Men kan ze echter in de Kooijen, ook Brood floribus radiatis. Linn. Sijjt. Nat.)
geeven , en bij gebrek , eeten zij zelfs hun eigen vuilig . 3. Kleine Sphondilium vanhet Alpiſche gebergte ; Sphone
heid ; hoewel zijanders vijanden zijn van ſtinkende, ver. dijlium alpinum parvum. Bauh. Pin. 157 .; ( Heracleum
rotte ſpijzen. foliis pinnatis utrinque fcabris , floribus radiatis. Linn.
De Havikken zijn zo gemakkelijk niet met ſtrikken te Spec. Plant.)
vangen als de Valken ,on dat zij niet altijd rüsten op eene 4. Gladde Sphond lium van het Alpiſche gebergte ;
zelfde plaats. Zij maaken hun Nest in hooge boomen en Sphondilium alpinum glabrum . Bauh . Pin. 157 .; Sphon.
zomtijds ook in toorens of oude muuren , leggende vijf dijlium montanum glabrum , alboflore. BARR. 1. 55. ; (He
eijeren te gelijk , die wit , dog aan 't dikke end met bloed racleum foliis fimplicibus, floribus radiatis. LINN. Spec.
Toode ftippen getekent of gevlakt zijn. Men vind ze Plant.)
door geheel Europa, zó wei in 't zuiden als in 'tnoore Behalven deezen 5 zijn er nog verſcheidene andere
den. Zie bier hoe Belon dezelven zag vangen . Wij wa • zoorten , die in de Ooſterſche landen te huis hooren ,
yen zegt hij , aan den mond van de zwarte zee , en , op Plaats. De eerſte soort is zeer gemeen in de meeſte
een hoogen Berg geklommen zijn.de , vonden wij daar gewesten van Europa, en groeit overalin natte landen ,
een Vogelaar , die op een zeer handige wijze Havikken aan de kanten der Slooten en velden. De tweede zoort ,
ving. Dewijl het tegen 't end van april was , wanneer word op het Apennijniſche gebergte en elders gevonden .
alle Vogels bezig zijn, met hunne Nesten te maaken . De natuurlijke groeiplaats van de derde en vierde zoorten
0 0 2 is
SPH, SPL SPL
3401
is de Alpifche Bergen . lijk bij de Schrijvers over de Perſpectijf, en Schilderkoost
Kweeking. Alle de bier boven beſchreevene zoorten handelende , zie SCHILDERKONST, enz.
van Syhondijlium , zijn harde planten , die door het zaad De Brandſpiegels maaken geerr klein gedeelte uit van
kunnen vermenigvuldigt worden. Het zelve moet ter deeze wetenſchap. Die van den beroemden Hoesen van
plaarze gezaait worden , daar ien de Planten denkt té Dresden , zijn het allermerkwaardigite , hij maakte Brand.
twee.
ſpiegels van hout met koper gedekt, tot g en eengroen,
laaten ſtaan , om reden dat ze de penwortels uitſchie. Je
ten , eenigzins gelijk die van de Pinxternakel, zo dat ze voet diameter , men linoli de amiant tot geel
20 wel niet eieren als ze verplant worden. Deeze Plan• agtig glas , en de witte talk tot zwart glas, alle aarditof.
ten worden zeer groot , en het zaad moet in voorens , fen en ſteenen , wierden vooral met den Spiegel van s
derdchalf voet van malkanderen , in het voorjaar gezaait voet en 3 duiin diameter , in weinig tijds in glas veran
worden , en wanneer die voor den dag koomen , moet dert , bet krijt alleen wederitond de hevigbeid van het
men ze dunnen ,zo dat ze omtrent agrien duim in de rije brandpunt.
van malkander blijven , na welken cijd ze geen oppasſens De verrekijkers, vergroorglazen , de werkcuigen tot
meer nodig hebben , dan ze van onkruid ſchoon te hou , het neemen van hoogtens ter zee ; in alle koniten en
den ; en wanneer de Planten zijn iterk geworden , bena. wetenſchappen bijna, heeft men Spiegels van metaal te
deeltenhaar 't onkruid niet ligt; want ze overrompelen pasie gemaakt, met eene verwonderlijke uitwerking:
Maar de glaaze Spiegels zijn nog voor het gezigt de
het, beletten dat het opſchiet. Het tweede jaar bren ,
gen deeze planten bloemen en zaad voort , en derzelver verrukkenſte van allen, en niemant kan onklundig zijn
de pragtige huiscieraadien , die men maakt van de
wortels blijven veele jaaren over, en geven alle jaar zaad , van
'twelk indien men het laat ſtroojen , de nabuurige grond glaaze Spiegels; het zijn de maakers alleen , die er de S
vervult en een lastig onkruid word. last van lijden , want het vertinnen , of verfoelien niet $!
Kragt. Dit gewas 't welk in de Apotheek Branca-arſina kunnende geſchieden dan door kwikzilver , maakt dat S.
word genoemt, telt men onder zodanige kruiden , die een veelen lam en doof worden , door de geduurige uitwaası SE
verweekende , openmaakende en verzagtende kragt heb • femingen van dat zonderling metaal.
ben , wordende zomtijds gemengt in pap-omſlagen , en Vermits men de Spiegels op verſchillende wijze maakt,
kliiſteeren . Uiterlijk gebruikt men ze maar in hevige zal hetden Lezer niet onaangenaam zijn , een denkbeeld
darinfcheels- pijn , en als de zuivering van 't lighaam geen te hebben van derzelver toestelling.
gewillige voortgang heeſt , insgelijks oin de verſtopping
van de pis te beletten ; als ook tot Baden ter verbrij Spiegels van Glas.
zelinge en afdrijving van 't graveel, en ter verligting van : De Spiegels welke voor huiscieraden dienen, maakt
zwaare kraamen .
SPICA INDICA ,
SCHE.- )
zie NARDE. (INDIAan. wel men blaast ze; wanneer dezelveegeblaazen wor
den , konnen zij zo groot niet vallen , als wanneer zij
SPIEGEL , Spiegels , zijn zekere huisgeraaden, wel- worden gegooten. Daar tegens kosten de gegootene
ie van ſtaal, koper, zilver , goud of eenige metaalen on- veel meerder , om dat er zo veel werklieden toe be
der een geſmolten , gemaakt worden , of wel van glas hooren , en zuik een groot toeſtel van werktuigen.
't welk van agteren inet ein belegt , de lichtſtraalen we. Waar bij nog koomt het gevaar van kromtrekken , in
deroin kaatst met zo veel levendigheid , dat men de voor het bakken , en van breeken eer dezelve uit de Fabriz
werpen als op de oppervlakte fchijnt ie zien , welke dit koomen . Men giet het geſmoltene glas op eene ijze:
zonderling verſchijnzel te wege brengt. re tafel, en men rolt het effen , bijna geli;k men bet
De aloude Volkeren hebben Spiegels van metaal ge. lood , giet tot plaaten .
maakt, en het is zekerlijk niet dan laat , en wel in de Wanneer de Spiegels worden geblaazen , maakt men
beroemde glaswerken van Sidon , dat men glaaze Spiegels eerst een holle cijlinder, welke doorgerneeden zijnde,
begon te maaken . word plat gerold.
De Natuur leerde al ſchielijk het gebruik , en de aan- Vermits deeze konst zeer veel omſlag heeft, en diet :

genaambeid van deeze wederomkaatzingen , de ſtille wa . wel naar verdienſte kan bevat worden in die Woorden
teren immers , kaatsten al van het begin der wereld bloe. boek , prijzen wij den Lezer aan het uitmuntend werk
men , kruiden , dieren , en bergen te rug ; en vormden over de Spiegels gegeeven door den Heer ALLUT, den
een verrukkend ſchilderij; en al vroeg , hebben deMen. Zoon , waar van alle de werktuigen getekend , en uit
fchen hunne gedaante met vermaak beſchouwd, in het gelegd zijn , door den Heer GOŅSTIER. Recueildes plan
water. cher. du Diction. Encijclop. Tom. IV . Glaces, en bet ar
De Wijsgeeren hebben zich veel moeite gegeeven om rijkel Verrerie.
dit betoverend verſchijnzel te ontvouwen , en tot re- Men begrijpt ligt , dat de Spiegels het zij gegooten,
gels te brergen : Orze groote Wijsgeer, en die meest het zij geblaazen , moeten worden geſleepen en gepo
van zijne landgenooten roem verdiend heeft , P. Van lijst , eer zij konnen worden verfoelied , en dat ook
MUSSCHENBROCK , heeft breedvoerig gehandeld in hei ne- deeze behandelingen met zulk een bros lighaam , ten
derduitsch overdit ſtuk; naderhand zijn de voornaamite uiterſten gevaarl;k , enerezon veel te geva arlijker zija, 2
werken der Wijsgeeren overgezet , en wij konnen niet als zij in groote elkand overtreffen .
dan met roem gewag maaken , van het uitmuntend Werk Het verfoelien , geſchied met bladrin en kwikzilver ,
van P. Smith , door den ſchranleren Krithout in het 't welke te zaamen een amalgana of gemengd deeg uito
nederduitsch vertaald. Men vind daar op deeze wijze maakt, welke niet kleeft op het glas wanneer het vet
de uitleggingen , en beſchrijvingen der Spiegels , en Spie . -of vogtig is. Men moet hier toe eene tafel hebben wel
gelkuidbe of Crtoftrica in het algemeen. Men leert de glat , en zo volinaakt recht en vlak als zijn kan, met
juiste voorbeelden maaken voor kegel, cilinders , hol. eenen houten rand, om de overtollige en afloopenda
is, bolie , pijramidaale en andere Spiegels , voornaame kwik , niet te verliezeu . On
SPI. SPI. 3465
Onderwijlen verwonderen veelen zich , over de vlek. 455.; Zeuscanda biforca . Arted. Gen. 35. Sijn . 78 . ; (Ze.
ken welke in de Spiegels koomen , die afhangen konnen us radio dorſali decimo , analique fecundo, corpore longio
of van de zouten zelve van het glas , dog meest van het ribus. Linn. Sijſt. Nat.) Den langheid van twee Straalen
tin , 't welke zomwijlen niet geheel en al gezuiverd is of Beentjes der Vinnen, is een zoortelijk kenmerk van
van de halve metaalen, die er mede gemengd zijn in de dit Vischje, 't welk van de Braſiliaanen Abucatuja en van
mijnen , zwavel , arſenicum enz. Een klein weinig is de Portugeezen in Braſil Peixo GalloofHaanvischjege.
Oostindiſche naam ,
genoeg , om langzamerhand door de lucht aangedaan te noemt word. Ikan Kapelle is een
worden ; de kwik verlaat dan het ein en rolt weg. welke Ruisch gebruikt , en Valentijn ſchijnt er , on
Deeze vlakken konnen niet weg genooinen worden , der den naam van Ikan batoe Fang Mahaaſing, gewagvan
dan door de Spiegels op nieuws te polijsten , en van te maaken . De naam van Line of Maan word er door
vooren af aan te verfoelien , ' t welke met nieuw ge- DU Tertre , in de beſchrijving der Voor-Eilanden van
vaar verzeld gaat ; en om die rede , hebben de Spiegel. Amerika, niet onaartig aan gegeeven ; weshalve wij
maakers niet veel lust , om oude Spiegels wederom te het Maanvisſcije noemen . Gemeenlijk worden zij Zil.
verfoelien , omdat de Eigenaar onkundig van bet gevaar' ver.Vischies genoemt, en deeze naam voegt hun im.
deezer bewerking , niet wel te vrede zijn zoude als het : iner zo wel, als aan die van de voorgaande zcort. Zic
glás , gebrooken, te rug gegeeven wierd ; welk gevaar , hier de beſchrijving, welke de Heer GRONOV :Us ons
nogtans niet voor rekening van der Spiegelmaaker kan van zulk een , uit de verzameling van den Heer VosMAER
koomen . geeft.
SPIEGEL-HARST , zie COLOPHONIE. 'Het zelve heeft Lijf en kop dun , en perpendiculaar
SPIEGEL -MISPEL , zie MISPELBOOM , n. 3 pag. breed ; de Rug en Buik zeer ſcherp , de Bovenkaak een
2148 . weinig korrer dan de onderkaak ; naauwlijks zigtbaare
SPIEGEL -ROCH , zie ROCHEN , 1. IV. p. 3009. Tardies in de beide Kaaken ; het Lijfglinſterend zilver,
SPIEGEL -POET , zie ROET. koleur ; de zijdſtreep krom , naar de Rug geboogen ; eene
SPIEGEL -VISSCHEN . De naam Zeus op dit Vis. Rugvin van 3+ Beentjes , van welke de negen voorſten
Ichengeſagt toegepast , was bij de Grieken den opper- doornagtig icherp , de overige zagt. Van deeze laatſten
îten der Heidenſche Godheden eigen . Plinius heeft is het eerſte als een borſtel uitgerekt ; de overigen zijn veel
denzelven , zonder te melden om wat reden , aan der. korter , de Borstvinnen lang , uit 20 Beentjes beſtaande ;
gelijk een Visch gegeeven. de Buikvinnen zeer lang en zwartagtig , van 6 Beentjes.
Volgens LINNÆUs beſtaan de Kenmerken , in een op De Aarsvin heeft 20 Beentjes , waar van het eerſte al.
zijde platten , van vooren ſteilen Kop : de Bovenlip met leen ſcherp en ſtijf is , de overigen zijn zagt en flap , en
een dwars vlies gewelfd ; de Tong elszorinig. Het Kieu : het eerſte van deeze laatſten , is als tot een Borſtel ver
wenvlies'heeft zeven loodregee (traalen , waar van de on- langd , even als dat Beentje van de Rugvin . De Staart
derfte dwars loope ; het Lijf is te zamengedrukt ofplat op is breed en zeer wijd gevorkt , hebbende 1? langagtige
zijde. 't Gemelde dwarſe viies dient , zo de Heer Grono . beentjes. De Buik , tusſchen de Aars . en Buikvinnen ,
vius verzekert, om de Bovenkaak , welke deeze Visſchen beſtaat uit een enkel dun en ſcherp Beer .
naar welgevallen uitſteeken en inhaalen kunnen , te ver . III . Sonne - Visch ; Zeus ventre aculeata , caudd in ex
bergen. Zijn Ed merkt aan , dat zodanig een Vlies ook trema circinata .Arted.Gen. 50. Sijn . 78.(Zeus cauda ro.
in Baarſen , Spaaren en andere Geſlagten te vinden , en tundata , lateribus mediis ocello fulco. Linn. Sijſt. Nat.)
derhalvetonrege voor een onderſcheidend kenmerk opge. Deeze is de Faber of Zee-Smid , en Gallus marinus of
geven zij ; weshalve van hem , de Bek aan de lip des Kops , Zee- Haan der Ouden , van zommigen St. Pieters.Visela
en zeer kleine Tandjes, te hebben , in de plaats. gefteld genoemr ; als of de ronde Vlak op zijne platte zijde , den
word . Stater verbeeldde , die den Apostel Petrus in de Bek van
't Getal der zoorten , welke LINNÆUS opgeeft , is vier , den Visch vond , welke door hem op 's Heilands bevel
waar onder de Westindiſche Zilvervisſchjes en onze Son. haald
den Hoek in Zee werpende, met den Hengel werd opge.
. Wegens die zelfde Vlak , word hij van de Kat.
3

ne Visch behooren .
I. Zilver - Vischje; Rhomboida , alepidota , argentea , wijkers , Zonne- Visch ' genoemt, zegt GRONOVIUS. In
pinnis omnibus brevibus. Brown. Jam .454.;( Zeus cauda veele deelen van Italie noemtmen hem , nog hedendaags ,
bifurca , Spina ante pinnam ani decumbente. LINN . Sijſt. Peſce San Pietro , Cicula en Rotula ; in Dalmatie Falro ;
Nat.) De Heer LINNÆUS betrekt hier toe het onge. 't welk de Ingezetenen afleiden van de Smids werktui.
ſchubde zilverkoleurige Ruitvischje, van Browne op Ja gen , die bij aan het Lijf ſchiint te hebben , dog anderen
maika waargenomen , met alle de Vinnen kort. Het voor- oordeelen het afkomſtig van de koperagtige koleur; wes .
werp dat door dien Heer , in de beſchrijving van het Ka. halve de Grieken hem Xanxets noemden. Dus geeven de
binet zijner Koninglijke Sweedsche Majesteit , afgebeeld Franſchen er , nog heden den naain van Dorée , dat is
is , had twee Graaten agter de Navel ; en ſcheen dus, ceni. vergulde Visch aan , 20 wel als de Engelſchen , en de
germaate, overeen te koomen met dat van Seba , genoemt Spanjaarden noemen hem Gob.
zilververwige Cheton ; Chreton quadratus, Argentei colo- Het is een bij uitſtek breede Visch ,, met het Lijfzeer,
ris , aculeis duobus brevibus loco Pinnarum ventralium plat , overal even dik , en dus naar een Schol gelijkene
præditus. Seb. Thef. Ill.; verſchillende ten minſte door de ; dog niet op zijn piat 2'emmende , gelijk zodanige
de kortheid der Vinnen van de volgende zoort. Het is Vischen , en daarom ook niet tot de Platvisſchen be
ruitagtig van figuur, gelijk de gewoone Westindiſche Zite hoorende . Den kop heeft hij zeer groor , inet een vreca,
verviscljes, en zilveragtig van ko'eur . 't Geral der Straa . zelijk wijde gaaping van den Bek ; de Oogen zijn groot
len , in de Vinnen , verſchilt weinig met dat van 't vol met tviide Appelen en geele Kringen ; de Neusgaten ſtaan . .
gende. digt aan de Oogen . De zijden zijn oliifkoleur , met wito
II. Maanvischje ; Rhomboidamajor alepidota , radiis an- agtig blaauw verſcheidelijk beſprengd of gemengeld. In ' t
terioribus pinna dorſalis & ani longisſinis. Brown . Jam. midden van ieder zijde vertoont zich een ronde zwarte
003 Vlak ,
3466 SPI. SPI.

Vlak , ter grootte van een zestehalf. De Visch heeft IV . Zee -Zwijn ; Aper Authorum . WILLOUGH.]. 296 ;
kleine Schubben, kleine Tandjes , en boven dien ruuwe ( Zeus cauda æquali , corpore rubente. Linn . Sit. Nat.)
beentjes in de Keel. Op de rug zijn twee Vinnen , waar Men houd deezen voor den Aper van Rondelerius,
van de voorſte 10 Beentjes heeft, die ſtijf zijn wet Nap. dus genoemt , om dat hij op de Rug als Varkens-borſtels
pe Oraalen daar nevens, die verder uitloopen met het draagt en lang van Snoet is , of met den Bek opwaarts
Vlies, 't welk aan deeze Vin de gedaante van een Zeis. gebogen , gelijk Artedi zegt ; weshalve .ik hem Zee
ſen geeft. De agterſte Rugvin heeft 24 buigzaame Kraak. Zwijn noem. Te Genua word hij Strivale , te Romen
beenige Straalen, waar van de twaalfde de langſte is. De Riondo genoemt Hij onthoud zich nabij den grond der
Staarivin uit 15 takkige Beentjes beſtaande, heeft eene zee , en word daarom zelden als na een ſterke beroering
ronden omtrek aan ' t end; de Borstvinnen hebben ieder der wateren , door ſtormwinden gevangen . Of het de
14 Straalen , de Buikvinnen 7 ; zijnde daar van deeerſte Kdopos der Ouden zij, die een knorrend geluid maakte,
of voorlijkſte ſtijf, beenig en graatig ,deandere zes Kraak ſchijnt zeer twijfelagtig.
beenig en buigzaam . De voorſte Aarsvin heeft 4 Itijve , Dit Vischje is ongelijk kleiner dan de Sonnevisch, dog EN

de agterſte 22 Nappe Straalen. Voorts zijn er aan den van dezelfde geſtalte. Noolt hebben wij het grooter geo 120
wortel der Rug en Aarsvinnen , zomtijds zekere Doorn- zien dan vier duimen , zegt WILLOUGHBY . De koleur 100

tjes , aan dien der voorften enkeld , aan dien der agter is rood ; hetLijf bekleed met Schubben , die ruig ofhaaie
ften dubbeld ; ook vind men twee rijên Doorntjes , die rig gerand zijn , en daarom ruuw op 't gevoel; de Bek
van de kieuwen naar de buikvinnen , en verder naar de ſcherp een weinig opwaards geboogen ; de Staart geens
Aarsvin , langs de ſcherpte van den Buik , zich uitſtrek- zins gevorkt , aan 't end heogrood. Twee Rugvinnen
ken ; en verſcheide Stekels agter aan den kop. zijn er, waar van de voorſte 9 ſtijve , ſterke Stekels
Met deeze Beſchrijving der Geſtalte , uit het Werk heeft ; de agterſte 23 Nappe Beentjes. De Borstvinnen
vari WILLOUGBY ontleend , komt nagenoeg overeen die hebben 14 kraakbeenige Straalen , de Buikvinnen 6 , waar
van den Heer GRONOVIUS , door wien de Sonne. Visch onder één ſtijf en ſcherp ; de Aarsvin 20 , van welken de
aldus beſchreeven word. Het lijf is hooger dan breed , drie voorſten kortst en doornagtig . Het word , aan de 1220
ovaal en zeer plat , met kleine ſchubbetjes gedekt ; aan Engelſche Kust , of niet gevangen of wegens zijn klein
de wortels.der Rug- en Aarsvinnen met tweepuntige Ste- heid van de Visſchers weg geſmesten .
kels gewapend, aan den Buik geharnast met uitermaaten SPIER , in 't latijn Musculus; word in de Ontleed.
harde doornagtige Schubben , en op 'tmidden der zijden kunde een werktuig des Lighaams door verſtaan , uit
met een ronde zwarte Vlak getekent. De Zijdſtreep is vleesch , haair en vliesagtige draatjes, zenuwen , aderen
zeer gekromd en komt digt aan de Rug met haare kromte , en watervaten beſtaande, dienende voornamelijk om de
ftrekkende van den Kop bijna tot aanden Staart, en dan beweeging te maaken. Ieder Spier word gemeenlijk in
regt in de Staart voortloopende. De Kop groot, wan- drie deelen verdeeld , dainelijk , in 't hoofd , welk dat
ftaltig, met de Bek aan de tip ; de onderkaak veel lan- deel is , alwaar zich de Spier te zaamen trekt, in den
ger dan de Bovenkaak , en kleine Tandjes in de beiden. Ataart of het tweede end, en in den buik , 't welk het
De voorſte Rugvin is groot en zeer vezelagtig , beſtaan . vleeschagtige deel, tusſchen beide de einden is. Wij
de uit 10 driehoekige zeer ſcherpe Beentjes , met een hebben gezegt, dat de werking der Spieren is om de be
zwart Vlies aan een verknogt ; de tweede heeft 20 of 21 weeging te maaken. Hier bij ſtaat aantemerken , datde
weerlooze Nappe Beentjes . Zij ſtrekt zich van de voor . Spieren die te gelijk een en dezelfde werking doen , een:
ſtetot aan de Staart uit. De Borstvinnen bebben 13en- Argtige Spieren (musculi congeneres ) genoemt worden,
kelde Beentjes, de Buikvinnen 7 , waar van de voorſten als daar zijn de Spieren die tot de ademhaaling dienen.
doornagtig zijn. Deeze laatſten zijn onder de Keel, dig. Als derzelver werking tegen malkander aan trijd, dan
ter aan den Bek dan de Borstvinnen geplaatst. De voor. worden ze tegen -werkers ( antagonista ) genoemd, gelijk
ſte Aarsvin , digt agter de Navel , die in 't midden des lig. als de Spier , waar door de arm bewogen word in 'tbuiº
haams is , beſtaat uit 4 ſtijve gedoornde , driehoekige gen , en de Spier die den arm uitſtrekt. Niet alleen
Beentjes , met een zwart Vlies te zaamen gevoegd ; de worden de Ledemaaten , welker grond uit beenderen
agterſte , die zich tot aan de ſtaart uitſtrekt , beeft 22 en beſtaat, maar ook ongeleedde , als de mond, oogleden
kelde, weerlooze en Nappe Beentjes ; de Staartvin rond de ooren enz. , door Spieren geregeerd. Dedeelen die
van omtrek en groot, heeft 14 getakte ſtraalen . in de holte des lighaams gelegen zijn , een geduurige be
Bij de Ontleding werd de Rob vol Smelten gevonden. weeging bezittende, zijn eigentlijk holle Spieren, of hole
Menheeft er gezien van zeventien duimen lang, en ze ten die door Spier.Vezelen omgeeven zijn , gelijk het | Sir
ven duimen breed. Aan de kusten van Engeland niet al . hart , de maag , de darnien , de blaas, de lijfmoederenz.
leen , maar ook in de Noordzee, word hij dikwils gevan . Alle Spieren beſtaan uit bundelen van ontelbaare kleine
gen , zo wel als in andere deelen van den Oceaan . Men beweegende draaden , die met vet omgeeven zijn. En
telt hem onder de eetbaare niet alleen , maar onder de naar de verſcheiden ordening deezer draaden , zijn de
ſmaakelijke en gezonde Visſchen . SALVIANUS verhaalt Spieren ook op eene verſchillende wijze gevormd,en lang
dat de Sonnevisch , van wegen de dunheid des Lighaams ſcheef, rond , tweebuikig , twee ofdriehoofdigenz. El
niet wel gebraden kunnende worden ; ' t zij gebakken enke Spier word van de geene die er naast bij legt, door
zijn eigen bekleedzel, en daar benevens, doorhet daar
met verjuis en oranje -appelen lap beſprengd,ofin halfwijn
en water gezooden , en dan met olie , zouten ſpecerij. tusſchen liggend vet , onderſcheiden. De meeste Spie
ën toegemaakt, voorgezet worde. ALDROVANDUS zegt, ' ren beginnen van een been af, gelijk ze zich gemeenlijk
datmen hem in de Kristen Kerken plagt op te hangen ; ook weder in een been inplanten , en loopen over de
waarſchijnlijk wegens die [choone Vlakken op de zijden , geledingen heen , en eindigen in de beweegbaare been
welke.de indrukzels zoude zijn der Vingeren van St. Kri. deren , waarom derzelver begin het onbeweeglijke, en
ſtoffel; weshalve men hem ook St. Kriſtoffels , zo wel het eind het beweeglijke punt geheeten word. En,
als St.Pieters-Visch genoemtheeft . gelijk alle Spieren uit hef-boonien , als 't waare be
ha
ſtaan ,
SPI. SPI. 3467
faan , zo zijn ook alle de geledingen (articuli) derzel. nend Galblaasje ; de Maag klein, met vier of meer kor.
ver , deonderlaagen (hijpomochlija) waar op de hefbooin te en dikke bijhangzets aan 't Portier; de Luchtblaas en
Iteunt. keld , in 't midden wijder , aan de enden naauwer ; bet
SPIERING , Spierling , is een lekkere en fijne zee. Darınvlies zilverkoleurig met zwarte ſtippen ; 't getal der
Visch , die op zommige tijden van 't jaar de Rivieren op. Werwelbeenderen negen en-vijftig , de Ribben weder
zwemt , als wanneer ze veelvuldig gevangen word ; in 't zijds vijf en dertig Twee breede witte Beentjes vond
latijn word die Eperlanus genoemt, en maakt bij Lin bij in de Kop , dat de geboorbeentjes zullen zijn.
NÆUS de twaalfde zoort van zijn Salmen geſlagt uit; Niettegenſtaande de Spiering in een kwaad gerugt en
( Salmo capite diaphano , radiis pinnæ ani jeptemdecim . bij veelen walgelijk zij wegens de reuk , leert de onder
LINN. Sijft. Nat. ) vinding niettemin , dathet een gezonde en ligt verteer .
Dit Vischje word aan de monden der groote Rivieren, baare ſpijze is , wanneer de Viſch wel gekookt en inet
zo wel van Vrankrijk als van Engeland , in 't begin van behoorlijke faus gegeten word. In de zoort van Spie.
de herfst; 20 ook in de Zuidzee , op de Schelde bij Ant- ring word egter veel onderſcheid gemaakt, en de klein
werpen , en elders in Europa menigvuldig gevangen. Ook ſte voor de lekkerſte gehouden. De groote Zee Spie
vind men het overvloedig in eenige binnenlandſche Mei- ring , gebakken zijnde , laat zig ook wel eeten. Men
ren van Sweeden , werwaards het in 't vroege voorjaar, kan ze, twee aan twee, na 'tzouten met de Kop -enden
langs de Rivieren opzwemt. in elkander ſteeken , en dus op den rooſter zagtjes braa
ARTEDI Spec . Piſc. pag. 4-7 meld , dat de Spieringen in den. Men ſtooft ze ook wel in witte wijn , met noote .
maart en aprilrijēn , en als dan , in groote veelheid gevan- muscaat en peper, doende er een ituk van een citroen en
gen wordende, een zwaare reuk , die voor zommigen boter , en op 't laatst wat geroost meel bij. Dit word
onverdraaglijk is , van zich geven. Dit zelfde ondervinº dan met kappers, heet opgedist zijnde , met ſmaak gege
den wij ook in onze Spiering , maar den violen -reuk , ten.
die er van zommige aan word toegefcheeven , zullen wei.. SPIESGLAS , zie ANTIMONIUM .
nigen er in waarneemen. Ook komt de Spiering bij ons SPIESSIGE-KRAB , zie KRABBEN , Y. XXXIX.
zelden in zulk een overvloed , om doorgaande koortſen pag. 1623.
in de Stad te veroorzaaken . ŠPIN , zie SPINNEKOPPEN ...
Arredi inerkt aan , dat de kleine en groote Spiering , SPINA , zie DOORN.
waar van door hem één van drie duimen en één van SPINA ACUTA , zie HAAGDOORN.
agthalf duit onderzogt waaren , in geenerleij opzigt ver. SPINA BIFIDA , zie RUGGEGRAAT .
fchillen. De geheele Kop van boven grijsagtig , met SPINACHIA , zie SPINAGIE .
kleine zwarte ſtipjes en eenige groenheid daar onder ver- SPINA CHRISTI , zie JODEN -DOORN .
mengd , is dermaate doorſchijnende, dat de herſenen en SPINA HIRCI , zie DRAGANTH .
derzelver kwabben van buiten zigtbaar zijn. Tanden SPINAGIE. Dit Keuken Gewasword in 't grieksch
heeft de Visch in beide Kaaken. De koleur is verſchei. Itsvaxın genoemt; in 't latijn Spinachia , Spinacia; in't
derleij op de Rug , boven grijs , daar onder groen , door franſch Eſpinaces, Eſpinars , en in 't Hoogduitsch Spinat,
een blaauwagtige ſtreep bepaald , onder welke de zilver . Binetsch , Spinetsch .
º koleur begint , welke in 't onderſte der zijden , een vio. Kenmerken . De Spinagie heeft een Bloem zonder
letten weerſchijn heeft. De Schubben zijn , naar reden bloem bladen , uit veele Helmſtijltjes beſtaande , die in
van het Lijf, zeer groot , weezentlijk grooter dan die de Bloemkelk zijn beſlooten , welke aan de mannelijke
der Forellen , ja nabij komende aan die der Heilbotten. planten die onvrugtbaar zijn , in Airen voortkoomen ;
In deRugvin waaren 11 ſtraalen ; zijnde de agterſte , een maar de vrugtbeginzels koomen voort uit de vleugels der
bijhangzel van deHuid , met de Vetvin der Salmen over Bladen aan de vrouwelijke planten , die naderhand een
: eenkomſtig. De Borstvinnen hadden 1r en zomtijds 12 rondagtig of hoekig zaadje worden , waar aan in zoin .
ſtraalen , de Buikvinnen 8 , de Aarsvin 17 , en de Staart- inige zoorten doornen zitten,
: vin 19 ſtraalen. Alle deeze Vinnen waaren wit , dog Žoorten. Daar zijn hoofdzaakelijk drie zoorten van dit
de Borst- en Staartvin grijsagtig van koleur , zijnde het Gewas , als volgt.
& geheele Lijf, inzonderheid naar de Rug toe , bijna door. I. Gemeene ſpitsbladigeSpinagie; Spinachia fæmina. Da
$ {chijnende. LECH. Hiſt. 543 ; Lapathum hortenſe S. Spinacia femine
De Heer GRONOVIUS merkt aan , dat het getal der Spinoſo. BAUH. 114., Spinachia vulgaris. TOURNEFORT
Straalen in de Aarsvin verſchilt , zijnde in zommigen 12 , Inft . 533 .
. 15 of 17. Zijn Ed, noemt de Spiering , Salm die eenko . 2. Rondbladige Spinagie met glad zaad ; Spinachia ſe.
Jeurig witagtig is , met de Staartgevorkt en de onderkaak mine non pungente, folio majore & rotundiore. J. BAUH.
langst. Hij betrekter toe, dien, welke de Heer Klein 2. 964.; Lapathum hortenfefeu Spinacia fernine non foie
genoemt heeft, Forel die getand is , met de Rug donker nojó. C. Bauh. Pin. 115.
aschgraauw , den Ruik zilverkoleur , de Schubben af gaande, 3. Groote rondbladige engelſche Spir.agie met glad zaad ;
de Staart gevorkt, en dien , welken de zelfde Autheur Spinachia vulgaris capſula ſeminisnon aculeata, folio max
i tijtelt , Forel die ongetand is , geheel zilveragtig , half imo rotundo Tournef.
doorſchijnende , gemeenlijk van drie, zelden vijf duim Plaats: Waar de Spinagie natuurlijk van zelfs groeit ,
I lang. Bus ſchijnt er , in de Geſtalte en Koleur , mer . ſchijnt niet wel hekend te zijn , en is mij nergensgeblée.
+
keliik verſchil of verwarring plaats te hebben. ken. Dezelve begeert een goede losſe vette welgemes.
Omtrent de Ingewanden zal ik het volgende , uit de te grond , en een opene warme plaats , en taamelijk
waarneemingen van den vermaarden Artedi Spec. Piſc. vogt.
pag.45 . , te berde brengen. Het Hart is bleekagtig en Kweeking. Alle de drie zoorten van Spinagie worden
drie of vierkantig ; de Lever rood , in twee of drie kleine door het zaad voortgekweckt , het welke in het voor.
Kwabbetjes verdeeld , met een zomtijds geheel doorſchij. jaar op verſcheiden tijden maatig dik gezaait word , ver.
vol .
3468 SPL SPI .

volgens zaait men die weer in augustus en in 't begin van SPINNE-DOODER , in 't latijn Sphex fabuloſs;
ſeptember,voor het herfst en wintergebruik , welke niet (Sphex nigra hirta , abdominis petioio biarticulato , jeg
doorſchiet , en deeze laatſte moet wat luchtig gezaait mento fecundo tertioque ferugineis. Frisch. Inſt. 11.) L

worden. Die welke men in 't voorjaar zaait , ſchiet haa. Het is de eigenſchap van deeze Wesp die onder het gé.
fig op , inzonderheid met warm weer, zo dat die in tijds Nagt der Battert- Wespen behoort , van na dat zij in een 10

moet gebruikt worden , en 'nen ze om die reden ook niet zandige grond een kuiltje , op de manier der Honden,
in den ļomer zaait . met de voorpooten gegraaven heeft, daar in een half
Tot Winter Spinagie is de rondbladige het beste , om doode Spinnekop of Rups te begraaven , met één eijtje
dat die beter tegens de koude kan als de ſpitsbladige of daar bij gelegt, en dan Nuit zij het gaatje toe. Zij ont
eerſte zoort , hoewel deeze de koude ook wel doorſtaat houd zich in ons wereldsdeel . Haar Bek die ingetrok.
als hij maar op een voor ſcherpe winden gedekte plaats ken kan worden , is cweeklappig , de Tong bevattende,
staat , als mede tusfühen wat ruigte. Men zaait derhal . De Wieken zijn maar half zo lang als 't agterlijf, dat
ven met voordeel winter-Spinagie en winter-kervel luchtig zeer dun is.
onder malkanderen ; heeftmen dezelve te dik gezaait, zo SPINNEKOPPEN. Wonderlijk naauwkeurig heek
kan men zulks ligt verhelpen door middel van te dunnen de Heer HouTTUIN . Schrijver der Natuurlijke Hiſtorie
en in de keuken te brengen , dog het welke bij tijds moet volgens het samenſtel van de Heer Lingus, over dit 20
geſchieden , op dat het overige beter kan aangroejen. bij een ieder veratichuwend Inſekter Gellage gehandelt;
Men is gewoon in het voorjaar Spinagie, kervel enz. wij kunnen niet beter den, als onze Lezers het voor
tusſchen de rijën erwten en boonen te zaaijen , om daar naamſte wat die kundige Natuurbeichrijver daar van heeft 022
door meer voordeel van den grond te trekken . opgetekent , medettdeelen .
Het zaad wint men van die Planten , welke s'winters Veel eenvoudiger en klaarder ( zegt dien Heer) is do 92

zijn overgebleven, het welk beter is als dat van het voor- afleiding van den naamder Spinnen of Spinnekoppen, in da :
jaars.gezaai, hoewel veele hier van ook het zaad winnen . onze taal , dan die van het latijnsch woord Araneus, en ten
van Aranea , dat men zo wel voor de Webbe , als voor
Huishoudelijk gebruik van de Spinagie. het Dier zelfs , plage te neemen. Het kan geen Inſekt
Deeze ſmaakelijkegroente, die zo veel te aangenaa.. betekenen , dat met de lucht zich voed , gelijk isido
mer is, dewijl ze in het voorjaar heteerſte geregt is dat Rus wil ; maar, van het loopen of hangen in de luchtA,
het Moeshof voor de Keuken geeft , word op deeze wij. zou kunnen afkomſtig zijn , waar van het grieksch,
ze bereid . rachne of Arachnes , ook afgeleid word , en mooglijk heeft
Na de ſpinagiewel gelezen en gewasſchen te hebben , deijiheid van 't Geweefzel, dat zij maaken , wel gelegen
kookt men ze in ruim water gaar , doet ze voorts in een heid daar toe gegeven. Het Meisje van dien viaan werd,
gatje-kop , uitgelekt zijnde zo hakt ze fijn , doet ze in volgens de Fabel-Historie , om dat het Minerva in ge.
een ſteenen pan met de ruimte boter , een lepel vol of weeven werk de loef wilde afiteeken , in een Spinnekop
twee zoete room , 2out en wat gerceven nootemuskaat , laat verandert. Rupii opus Dea , & radio, quem manu tenebus.
het dus een uur zoetjes ſtooven , van tijd tot tijdde. De Spinnekop is in de Paleizen der Koningen, vinden wij
zelve ter deegen omroerende; op de ſchotel gedaan zijn. in SALOMONS Spreuken -Boek , Prov. 30. vs. 28. alwaar
de , kan men er ſtukjes wittebrood in de koekepan in 't Hebreeusch woord Simmit) gebruikt is, dog elders,al
boter bruin gebraaden hier en daar opſteeken , en men waar van de Spinnewebben geſprooken word , ſtaat het
geeft er een citroen bij. woord Gnakobish, fob 8. vs. 14. Fej. 59. Ys. 5. De Frans
ſche naam Araignée is , zo wel als de Spaanſche Aratio IN

Om een Spinagie- Tanrt te maaken . en de Italiaanſch Ragni, van het Latijn afkomſtig; daar
Neemt twaalf à veertien lepels vol gekookte Spinagie de Engelfche naain Spider, de Hoogduitſche Spinne, en
die wel uitgedrukt en gehaktis, voegt er bij een vie de Sweedſche Spindel,zeer gelijken naar den Nederduit
rendeels-pond fiin gewreeven kalver niervet, zes lepels fchen .
vol zoete room , drie dito poejer-zuiker , zes eijerdooijers De algemene eigenſchap der Spiennekoppen, wat bet
en één wit, wat geconfijte oranjeſnippels, een weinig maaken van haare Webbe betreft,iszowereldkundig,
zout , geſtooten peper en nootemuscaat ; roert het alles datmen de. Kinderen daar van niet behoeftte ſpreeken.
ter deegen onder een , neemt blad deeg zo wel tot de Ook word dat werk , bij de meeste Menſchen ,even zo ge.
boven- als tot de onderkorst , en legt boven op ſtreenen ring aangezien , als men een hoopedie in rook verdwijnt,
van het zelfdedeez kruisſelings over malkanderen ; voorts een arbeid , die vrugteloos is en in 't geheel niet ten nutte
ba gewoonte gaar gebakken. ftrekt, in gedagte Schriftuurplaatzen , bijhet maakzel ofbij
het weevenvan Spinnewebben vergeleeken vind. Indera Ć
Hoe men de Spinagie voor de winter daad , wanneer men dekrankheid van dat Geweefzel bij
kan bewaaren . de ſterkte van de ſtoffen , welke hetMenſchelijkvernuft,
Vlasch
Om dit te doen , zo neemt gezuiverde Spinagie bla . allengsopklimmende, var. Zijde , Katoen ,Wolle,
den , kookt ze een weinig in water,daar na uitgeparst of Hennip , weet te vervaardigen ; bij die der Necten
zijnde , zo hakt dezelve wat klein , en maakt er vervol. waarmedemen den Zee-Visch .Vogelen of wilde Dieren,
gens kleine balletjes van , laat die op een warmeplaats vangt , wil vergelijken; zo blijkt dat zij als een ſtofje
ter degen drooger , en bewaart ze vervolgens op eene in de waagſchaal zijn; maar gelijkerwijs een Aas, bij
drooge plaats in doofen . Als men s 'winters hier van wil voorbeeld ,geen enuitwerking heeft op deſchaalen vande
één honderſte van één Aas een fijn
gebruiken , weekt men ze in water , en bereid ze daar Groote Waag ,
na even eens als de groene ſpinagie , zijnde ook weinig Balansje doet overnaan ; 20 zal het ook, bij nader be
minder van ſmaak . ſchouwing blijken ,dat er in het Gewecízel dertotSpirne
berei
SPINDELBOOM , zie PAPENMUTS . koppenvannietdeininder
king oogmerſchranderheid enNatuurmede
ken , die er de outrigheid, bedoeld
SPINCL na te maaken , zie GLAS , pag . 853. heelt
SPC. SPI. 3468
heeft gehad, uitblinkt, dan in de fijne ftoffen van onze », kreegen". Om van veele anderen niet te ſpreeken ,
Manufaktuuren. En't geene daar dat Geweefzel dezel- zal ik alleen , wederom ,de woorden bijbrengen van 02
ven oneindig in te boven gaat , is , dat het niet door VIDIUS, die een Werkſtuk van allergrootſte arbeid en
voorgaande proeven , allengs tot volmaaktheid gekoo. vernuft zullendeprijzen , zegt , dat het zelve niet van de
men , maar in 't Paradijs reeds, waarſchijnlijk, even zo konftigheid der Spinnewebben zou moeten worden over
konſtig als heden in onze Tuinen , geſponnen en geweetroffen. - Non illud Opus tenuisſima vincant ſtamina , near
ven zij. ſummo quce pendet Aranea tigno. Libr. IV. Metamorph.
Deeze Inſekten , naamelijk , (het welk nog aan de Alle Spinnekoppen zijn , echter , van deezen aart niet ;
menſchelijke konst ontbreekt ) , Spinnen en Weeven te men vind er eenigen die in het geheel niet ſpinnen ; men
gelijk. Zij maaken draaden , die van aanmerkelijke kragt vind er die niet , dan op een onregelmaatige wijs eenige
zijn, van eene ſtoffe, welke in 't geheel niet draad.of ve. draaden fpannen of een zoort van Webbe maaken voor de
zelagtig is ; draaden die zich , zonder eenig behulp van gaten , waar in zij zich , 't zij aan muuren , ſchuttingen of
ſpelden , naalden , ſpijkers , nagels , haaken , krammen , boomen onthouden ; men vinder,eindelijk, die haareWeb
zo vast begten , dat de Webbe , hun Vegelaars. Net in de be niet loodregt maar waterpas of horizontaal maaken. Dit
allerergſte plaatzing, dat is loodregt , beſtand is tegen heeft aanleiding tot verſcheide verdeelingen gegeven , die
een aanmerkelijke beweeging van de lucht. Voeg hier meer of minder naauwkeurig zijn ; hebbende de Ouden
bij de regelmaatigheid van hun Gewecfzel, dat de inene reeds drie Hoofdzoorten geſteld van deeze Inſekten , en
ſchelijke konst bijna beſchaamt, en zommigen iets meer onder de genen die geen Webben maaken , maar haare
dan Dierlijks ; een Geest , dienmen ( te dwaas !) van de prooij door vlugheid en bij verrasſing overmeeſteren ,
invloed der Sterren ging afleiden ; in deeze veragte Schep heeft Lister drie afdeeldingen gemaakt, van Wolfagti
zelen heeft doen onderſtellen , terwijl men klaarlijk zag ge , Krab-agtige en Springers , van welke laatſten hij er
dat er niets overeenkomſtiger kon zijn , met de oogmer- vier in Engeland waarnam . Deeze kunnen evenwel een
ken , welke zij met deezen arbeid ſcheenen te bedoelen , Web maaken tot haar Eijernest en winterleger. Van de
en dat dus deeze Dieren dan ook niet van denken en ge . Wolfagtige vondhij er vier in Engeland , van de Krabagti
voel konden ontbloot zijn ; al waare het dat men Paar. ge twee , en van de Springende ook vier, dus in't geheel
den , Buffeis en dergelijken , in dat opzigt, met onver- tien ; terwijl van de Webſpindcrs door he :n vierentwintig
nuftige Menſchen , die men ook wel Ezels noemt, ge in dat Rijk gevonden waaren ; waar onder tien van de ge
Tijk mogt ſtellen. nen die vlakke Webben maaken , gelijk de Tuin -Spinnen ;
De oude Philofophen , inzonderheid , hebben zich zes die ze digt maaken , als lappen lijwaat of katoen . Men
over het vernuft der Spinnekoppen verwondert. ARISTO- ziet hier uit, dat hetgetal der laatiten verre dat der eer.
TELES zeg' , dat zij in wijsheid uitmunten ; zo door de ſten , welke de Heer HOMBERG Zwervers of Zwervelte
ſcheering die zij maaken , als door den in Nag ; zonder de genoemthad , te boven gaat,
fpoel, den konſtigſten Weever beſchaamende. Welkeen De Heer ReAUMUR , willende deeze Inſekten uit hoof
vastheid van de Webbe tegen den wind, tegen het aan de van de Zijde , welke haar Webbe uitlevert, paauw .
hangende ſtof, zegt Plinius, die zijnen Lezer delang. keurig ter toets brengen , onderſcheid de Webſpinners
heid der draaden tusſchen twee Boomen, of van om hoog in vier Hoofdzoorten. De eerſte is , van de genen die
naar den grond voor oogen ſtellende, hem tevens de ſnel . haare Webben , wier geweefzel vrij digt is , zo veel de
heid doet gade ſlaan, waar mede die Inſekten , tot het ſtandplaats toelaat, waterpas of horiſontaal inaaken . Hier
weeven van de Webbe , langs dien draad op en neder loo- onder begreep hij de genen , die men Huisſpinnen noemt,
, aan
pen ; de vaardigheid , waar mede zij, als er roof in de maakende haare Webben in de hoelen van muuren Veld
Webbe komt, zict: derwaards begeeven , om die te vat• balken , zolders of elders, en zodanigen ook van .
ten , en de nijverheid in het herſtellen van het geenedaar Spinner , als aan haar Webben zulk een ſtand geeven.
aan gebrooken is; als ook hoe ſcherp zij van gevoel zijn Zijne tweede Hoofdzoore was van de genen , die in de
en van gezigt. ÆLIANUS oordeelt , niet onaartig , dat de gaaten van oude muuren woonen ; de derdevan degenen ,
Spinnen gebooren zijn tot de Weeverij, en dat de draa- wier Webben geen vlak geweefzel , maar als een zamen
den , die zij ( pinnen , de allerfijnſten , welke een Vrou hooping van Netten maaken , die in verſcheiden vlakten
we hand forineeren kan , overtreffer. Euclides , zelf, ſtaan, en devierde eindelijk , van de gewoone Tuin -Spins
moest haar bedrevenheid in de Meetkonst prijzen, daar zij men , wier Webben zo zeer in 'toog loopen en zo ver
niets dan haare pooten tot een pasſer of maatſtok gebrui. wonderlijk zijn , wegens dekonſtigefiguur en evenredigan
ken , en van anderen worden zij, met reden daar in bij heid der draaden , uit welken zij beſtaan, en waar van
de Bijen vergeleeken. PluTaRCHUS, gezegt hebbende de Scheering altoos naar een middelpunt loopt. Onder
dat veele Dieren leerzaam zijn , voegt er bij; „ maar , alle deHoofdzoorten was deeze de eenigſte , wier Tonne .
het is misſchien belachelijk , dat wij de Dieren in dit tjes of Beursies , daar zij de Eijeren in beſluiten , tot het
opzigt prijzen , daar DeMOCRITUs'verzekert, dat de weeven van ſtoffen gebruikt konden worden .
» Menſchen , in de voornaamſte noodwendigheden des Men had , namelijk , ontdekt, dat het Spinrag ,'t welk
3)Tevens, Leerlingen zijn geweest van hun ; gelijk van een zo veragtelijk en nutreloos ding ſcheen te zijn , een
de Spinnen in de konst van Weeven en herſtellen ; zoort van Zijde was , welke kon aangewend worden ten
> van de Zwaluwen in het Bouwen ; enz''. Het zelfde dienſte van den Mensch . In 't jaar 1709werden , door
bijna , getuigt Seneka , fprekende aldus: Ziet gij den Heer Bon , een paar Kouſen en Handſchoenen , daar
niet, hoe onnavolgbaar dat geweefzel der Spinnewebe van geweeven, aan de Akademie der Weetenſchappen van
ben zij voor eenig Sterveling ? Hoe veel werk het Parijs toegezonden , en zedert heeft de Heer ReAUMUR
zij , de draaden in dier voegen te ſchikken ; zommigen zich toegelegd , om te onderzoeken , of inen daar van wer
om vastheid te geeven , anderen om een Net te maa- kelijk Fabrieken zouw kunnen opregten. Men had reeds
ken , bekwaam tot het vangen van zo kleine Diertjes. opgemerkt, dat zij de draaden van haare Scheering veel
Die konst word gebooren en niet door onderwijs ver. Berker dan die van den Infiag maakten , dog toen werd
VI, Deel PP ont
JP SPI.
347
ontdekt, dat de draaden van die tonnetjes of beursjes, tegendeel,anderen, zonder ſcbroom , de Tuinſpinnen bij
waarin zij de Eijeren beſluiten , eigntlijk de geenen zijn bij handen vol , met de bloote hand vangen , om ze dood
welke men , tot het bereiden yan ſtoffen , hebben moeste te trappen , zonder eenig nadeel. Weinigen , onder de
Deeze Tonnetjes zouden Zijde geeven , die wit ,geel, hedendaagſche Liefhebbersder Natuurlijke Historie, zowe
graauw , hemelsblaauw of koffiikoleurig was , en bij ge den dog, geloof ik , tot de reukeloosheid durven koomen
volgmeer verſcheidenheden van natuurlijke
leveren , dan die der Zijdewormen koleuren uit van den wijdvermaardeHarvæus, die dus van Zelfs
. De koffijkoleurigen door hem daar omtrent genomen , ſpreekt. een proef
heb
waaren de zeldzaamſten : REAUMUR had er niet gevon. 9 ik eens, om het door ondervinding te weeten , mijn
den , dan in eenige velden van Genets , dog derzelver , hand met een naald geſtooken , en op ſtaande voet,
Zijde was zeer ſterk en ſchoon . Hij vergeleek de veel- die zelfde paald aan den Tand van een Spinnekop wrij.
heid , welke een Spinnekop in 't jaar zou kunnen verſchaf. » vende , ſtak ik er op een andere plaats mede in mijn
fen , met die van een Zijdeworm , en bevond dat er vier hand ; dog kon geen onderſcheid tusſchen de tweeſtee.
van de grootsten toe vereischt werden ;alzo derzelver Ton- ken onidekken”. Daar was, echter , merkt Listeraan,
netjes zich niet zo ſchoon lieten afhaalen , als die der Zij eenig verſchil in ; dewijl op de plaats van den venini.
dewormen ; maar , dewijl de Zijde der grootſten fterkstnigen ſteek een rood puisje kwam ,inet ontſteeking; zo dat
is, zo zou men mogen denken, of die van grooter Indi. hij zich verbeelde , dat de beet der Agt-Oogige Spinnen 60
fche Spinnekoppen niet bekwaamer daar toe zoude zijn. altoos gevaarlijk zij . Ook meld Boyle van iemand, die
Een groot beletzel in het aanleggen van Kweckerijen blind geworder was , door dien hij hetvenijn van een Spine
van Spinnekoppen , tot dit oogmerk , was de wreedaartig , nekop in de Oogen gekreegen had ; waar bij men dewaar.
heid van deeze Inſekten , die bij ſchaarsheid van voedzel neeming voegen kan van Piso , die aangaande zijn onzag. det
elkander verſlinden , als wanneer de zwakſte altoos de lijk grooten Braſiliaanſchen Spinnekop , Nhandu genoemt, de
prooij van den ſterkeren word . Zij eeten , zo’t ſchijnt, verhaalt , datmen in dezelve te vangen , de grooiſte voor. 601
géen Bladen of Vrugten , maar alleen Gedierten , gelijk zigtigheid gebruiken moet, dat het venijn daarvan niet
Muggen en Vliegen, 't welk haar gewoone Aas is ; als in de Oogen koome, als waar uit een volllaagen blind.
ook Pisſebedden, Duizendbeenen , Rupfen , Kapellen heid zoude ontſtaan ;dog het vozt dat deeze Inſekten uit E
en zelfs Aardwormen , wanneer ien haar die ſtukswijze geeven , en het welke dan de oorzaak van die uitwerking dat:
geeft. Ongemeen beminnen zij die weeke zelfſtandig. zou moeten zijn ; loozen , ten minſte de gewoone Spin.
heid , welke er in de Schaftjes of Pluimen van het jong gekoppen , 20 MEAD verzekert , uit een bek of ſpuit dien .
Gevogelte , voor dat dezelven uitgeſpreid zijn , begreepen zij uitſteeken , en brengen het dus in de wond.
is, en dus is het licht te begrijpen , dat de ruige Surinaama . De ſchadelijke eigenſchap nu van dit Vogt , dat de Spin 1
ſche, die de Eijeren der Kolibrietjes ui:zuigen , de Jon. nekoppen dan , op de een of andere manier uitgeeven, kan 82
gen of deeze Beestjes zelfs, waarvan zommigen nietveel niet van het Voedzel ,dat zij gewoonlijk gebruiken , af
grooier dan een Vlieg zijn , als zij dezelven in 't Net kun- geleid worden , alzo het zelve ook tot Aas ftrekt voor's
nen krijgen , niet ſpaaren. Daarentegen worden zommi.. Gevogelte. En , dit Vogt behoeft juist niet venijnig of
gen van zekere Wespen, die men deswegens Spinnedooders vergiftig ;. dat is altoos en in alle opzigten doodelijk te
noemt, gedood en in haar Nest geſleept. Aan veeler. zijn , of ſchoon het zomwijlen , bij groote veelheid inde
leij Gevogelte ſtrekken zij ook tot Aas., omloopende Vogten van eenig Diertje gebragt zijnde,
7 Dewijl er voorbeelden zijn , van Menſchen , die uit een derzelver beweeging ſtremmen. De Melk, immers, die
bedorven lust , Spinnekoppen hebben gaan eeten ; zo is het gereedſte en een der beste middelen tot bedwangvan
bet denkbeeld , als ofdezelven , in't algemeen , venijnig ſcherpe Venijnen , welke ingenomen zijn , geagt word,
zouden zijn , thans geheel verworpen. Men weet , even.. kan , als men die in de Aderen ſpuit , een Mensch on
wel , dat zommige vergiften ingenomen zijnde, niet ſchaa. middelijk doen ſterven , en men brengt een voorbeeld bij,
den aan den Menſch , en , in tegendeel, door een wonde dat dezelve door gramſchap aangeſtooken , een doodelijk
met het bloed gemengd , van verderflijke uitwerking zijn . vergif is geworden. Het een en andere zal inisſchier de
De Heer BAKER heeft in de Tand van een groote Spinnekop, reden zijn, dat de Spinnen zo geredelijk haare prooij om
dien hij gedroogd van't Eiland Nevis gekregen had , aan 't leven brengen, en tevenszo vaardig elkander den dood.
' t end een klein ſpleetje ontdekt , 't welk LEEUWENHOEK ſteek geeven , het welk wederom eenteken van haare
zeeds in de Tanden van Spinnekoppen had waargenomen ; wreedaartigheid is, worden er eenigen bij elkander in
dog de Heer Mead , zo ervaaren in het onderzoek der een glas gedaan, zo zal men haast zien , hoe vinnig zij
vergiften , die opening in de Tanden van verſcheide Spin- op elkander aanvallen , en hoe , in korten tid , die allen
ben gezogt en niet gevonden hebbende , dagt dat Leeu . op één na, dood zijn; welke laatſte , overwinnaar blij
WENHOEK mis hadde, voor dat dezelve door gedagteBA vende, niettemin weinig nut heeft van zijn zegepraal,
Irr aan hem vertoontwerd . Zijn Ed. beſchouwde zulks . alzo bij ook gemeenlijk welhaast, aan de bekoomene
mer verwondering , en maakt er dit beſluit uit op , dat , wonden ſterft, Meado de Venenis. Lugd. Bat. 1731
gelijkerwijs onder de Slangen alleenlijk eenige zoorten pag. 45. -
Tanden hebben , die doorboord zijn tot uitlaating van 't Anderen, wederom , de Venijnigheid der Spinnekoppen
vergift in dewonde, zoook alleenlijk eenige2oorten van geheel verwerpen willende,brengen toteen voorbeeld
Spinnekoppen een opening in hunne Tanden hebben , en bij , hoe groote er door kleineVogeltjes verſlonden wor.
dat men deezemeer dan gemeen vergiftig mag onderſtel. den , die men waarneemt, dat, wanneer men ze dit Aas,
len te zijn. Barer Nutrig gebruik van a Mikroskoop. du en dan in dekouwtjes geeft, daar van ongemeen vro.
Aml .: 7756 :bl. 424.9 lijk entierig zijn. Ookvestigen zijhun oogop de Spin
van grooten
Zo ingeworteld is het denkbeeld , dat Padden , Haag, newebben , die men weet tot bloedſtemping
disſen, Spinnekoppen , en ineer dergelijkehaatelijke Die dienst en vangeen het minite kwaad gevolg te zijn, in
ren , renijnig zijn ,dat veele als voor’t gezige derzelven dien men ze op een verſche wond lege. Verderhaalen
ſchrikken , enze vooral niet durven aanraaken ;daar in zij aan ,dat die ſchadelijke eigenſchap der Tarantulavan
Apulie , }
SPI. SPI: 3470
&pulie , welke zo veel gerugt gemaakt heeft in dewereld , minneſpel, het welk voor eene paaring ſchijnt te verſtek
i al voorlang beuzelagtig is bevonden, gelijk wij vervol- ken , die door den Heer Lyonner, eerst, aldus is waar.
gens zullen zien. Ook zijn die groote Spinnekoppen zelfs, genomen , zo de Heer REAUMUR , in een brief van den
welkemen op de Westindiſche Eilanden heeft, geheel i7 augustus 1745 , aan één zijner Vrienden te kennen
niet venijnig ; zo Pater L'ABAT verzekert, door een me- geeft, ſpreekende aldus.
nigte van proefnemingen , ondervonden te hebben. Ik heb langen tijd geteend , cwee Spinnen waar
De voortteeling der Spinnekoppen is geen geheime zaak. '» genomen te hebben , die Buik tegen Buik gepaard
Men weet dat zij een menigte van Eijtjes leggen , en die ,, waaren ; maar de Heer LyonNET , die zeer wel weet
beſluiten in een dik katoenagtig Beursje , van haar eigen te zien , verzekert mij , er op een geheel andere ma .
ſpinzel, dat naar een Tonnetje gelijkt. En , ſchoon zij nier te hebben zien paaren . Zo gij van zijne Waar.
die Eitjes niet uitbroeden , zo het ſchijnt, maar de ver. „ ming onderrigt geweest waart , zoud gij misſchien
warming van dezelve aan de fonneſchijn overlaaten , zijn een weinig meer gezien hebben, wanneer gij de lief.
er dog inzonderheid onder de zwervende Spinnen, die kuozingen opmerkte , welken twee van uwe Water.
het Eijer-zakje en dus vervolgens ook de Jongen zelf , op Spinnekoppen elkanderſcheenen te doen ; want het is een
de Rug draagen Dit geeft dan een aartige vertooning : jn groot voordeel, voor af te weeten , wat men kan zien.
een geheel ruige Bol te zien , met leevende haairtjes, », Behalven de agt Pooten hebben de Spinnekoppen ,
het welk de Pootjes van gedagte Jongen zijn , die , als „ van vooren , als 't waare ,' twee Armen , die gelijker .
men er aan raakt zich verſchuiilen en daar afgaan. Iets , wijs de Sprieten geplaatst zijn . Ieder Arm beeft , in
dergelijks neemt men zo dikwlis waar in de Jongen van », 2ommigen , aan 't end een knopje. Gedagte Heer nam
de gemeene TuinrSpinner , die , wanneer 't gevaar ver- twee Spinnekoppen waar , die naar elkander gekeerd
dweenen is , allengs weder bij elkander kruipen , en zich waaren , en eenigen tijd met de Pooten ſpeelden. Een
tot een Bolletje verzamelen ,even als de Jongen op dee. derzelven , vervolgens , het Knopje openende van één
ze ſakdraagende Spinnen ; waar van in 't vervolg nader. zijner Armen , kwam daar uit het Mannelijk teeldeel
De Paaring heeft meer duisterheden in gehad , voor te voorſchijn , 'twelk onder het lijf van 't Wijfje ge
0

dat men door waarneemingen , dienaangaande eenig licht , bragt , en ingevoerd werd in een ſpleet, die aan dese
kreeg. De gemeenzaamheid der Spinnekopper is bijftér zelfs beginzel is . Deeze paaring is zeer verſchillen-.
klein. Wanneer men er twee in -ceneWebbe ziet , zal de van alle de genen , welke ons de overige Infekten
dat doorgaans een gevegt voorſpellen ; het welk zelden , vertoonen ; men behoorde daar toe te koomen , vata
dan met het verjaagen, of om 't leven brengen van den het meer dan eenmaal waar te neemén " .
zwakſten , eindigt. Deoude Spinnekopperi,naamelijk, be. Had de Historie der Spinnekoppen , welke die vermaar
gint op 'e laatst , na dat zij eenige Webben geſponnen en de Academist bezig was te beſchrijven , aan ' t licht mo
geweeven hebben , de ſtoffagie daar toe te ontbreeken , en gen koomen , zouden wij van eenen Autheur, die de we
dus zijn deeze tot hun beſtaan genoodzaakt, zich van de reld zo veel opheldering gegeven heeft omtrent de paa
Webbe van een andermeester te maaken , die zij dan even ring van de Juffers, Bijën en Kapellen , met reden ook
als haar eigene, tot den vangst gebruiken. Dikwils vlugt meer zekerheid , in dit ſtuk, hebben mogen verwagten.
die, welke de Webbe gemaakt had , op het zien van haaren Ondertusſchen word ons door den tegenwoordigen be
vijand, en maakt elders een anderWebbe. Maar hetge . ſchrijver van de Historie der Inſekten , die omſtreeks
beurt ook wel , dat het Mannetje het Wijfje een bezoek Parijs voorkomen, verzekerd , dat hij de gedagte paaring ,
komt geven in de Webbe, en dit geſchied niet dan tot de zo als ik die beſchreeven heb, meermaalen had waarge
paaring , en in zeker faizoen. nomen . Clerck zegt , ten dien opzigte præpoſteri coi
De Tuin -Spinnekoppen paaren doorgaans in de nazomer bant; (datgeloofik , zeggen wil, averegts ofomgekeerd ,
of in de herfst. Als dan ziet men het Wijfje ſtil in't gelijk de Kemels en veele Kapellen ,) unus Ano cérvici
midden van de Webbe , met het borstltuk nederwaards, alterius ita applicato, rit Mas commode inferiorem fæmine
hangen , terwijl het Mannetje daar om heen zwerft ;het Alyum brachiis ſuis attingere posſet. De Vulva , nu,
welk gemakkelijk daar van te onderſcheiden is door zijne word geſteld te zijn van onderen bij den hals van 't Wijf .
kleinte , en door de dikke knobbels , aan 't end van zijne je, aan't Agterlijf ; 20 die plaatzing geheel onbekwaain
Voelers of Sprieten. Het vordert langzaam en als met was,tot zulk een paaring. Zij ſcheiden , zegt hij vreed.
ſchroom op de Webbe ; het nadert zagtelijk aan 't Wijf- zaam . Anderen verzekeren , dat het Mannetje op 't ein
je , dat opbewoogen op haar plaats blijft, en , er einde. de van de paaring, dikwils van het Wijfje een doodelij
lijk geheel nabij gekomen zijnde , raakt het effentjes baar ke neep krijgt;het welk dan dit ſtuk nog zonderlinger
Pootmeteen van dezijnen aan, gaande dan alsverſchrikt en verwonderlijker maakt , hoewel er die zeldzaamheid
zijnde, eenige ſchreeden te rug. De verſcheide herha- van af raakt, dat de Spinnekoppen hunne Teeldeelen aan
lingen van dit werk , ſchijnen een voorſpel van de paa- 't end der Voorpooten hebben zouden ; gelijk zommigen
ring te zijn , waar door zij als met elkander kennis maa- verzekeren .
ken , en middelerwijl zwellen de armen van het Manne- Verſcheide Autheuren willen , dat deeze Inſekten zeer
tje aan't end , als 't waare , uit of openen zich , en men lang leeven ; zommigen ſchrijven van wel drie of vier jaa
ziet dat hetknopje vogtig is. HetMannetje als dan fou . 'ren . Of dit naauwkeurig onderzogt zij , weet ik niet;
ter geworden , komt digter aan het Wijfje , het welk maar het is zeker, dat zij den geheelen winter kunnen
ſteeds met het Agterlijf opwaarts blijft hangen, en dus vasten , gelijk veele andere Inſekten ,en bovendien ook, 1
de opening van haare Teeldeelen ,die naar een Spleet ge. zelfs in de Comer, verſcheide maanden zonder eeten zijn.
lijkt, open heeft. Hier voegt de Mannetjes Spinnekop In dit opzigt gelijken zij dan eenigermaate , naar de vier.
het Knopje van een zijnerArmen , en een oogenblik daar voetige Roofdieren; terwijl het tammeVee , dat Krdio
nahet Knopje van zijnen anderen Arm , als oogenblikkelijk den eet, 'niet lang kan vasten. Hier uit kan'men ook be.
aan ; berbaalende zalks beurtelings , verſcheide maalen. grijpen , hoe dat veele het zo geduldigafwagten , dat er
Men zietze zomtijds , ' wel een half uur bezig aan dit eenige prooij in baare netten valt. En hetisverwonder.
P2 lijkers
SPI. SPI.
3472
lijker, dat de Jongen in de eerſte dagen ,zo ſterk aangroe- ten de haakswijze Nijpers zijn , welke men ook Tander
jen , daar zijnog geen Vliegen hebben kunnen vangen: kan noemen. Men kan niet zeggen dat bunue Bek uit
dandat zij deHuidafwerpen, naar maate zij grooter wor. deeze Nijpers bestaat; even zo minals wijzeggen kunnen,
den ; het welk de Ouden , 20 zommigen verzekeren , een- dat onze Mond beltaat uit onze Tanden. Buitendien heeft
maal 's jaars in ' t voorjaar doen , gelijkerwijs de Krabben de Spinnekop , aan den Bek , of van vooren , nogtwee
un Kreeften . deelen , die zodanig naar Pooten gelijken , dat zommigen
De Huid , welke de Spinnekoppen afwerpen , » (zegt er tien Pooten aan toeſchrijven ; dog het zijn veel eereen
CLERCK ,) is hoornagtig en doorſchijnende ,dog kraak. zoort van Armen , die zij als Handen of Voelers gebruia
beenig en de voorige geſtalte van den Spinnekop onder ken , om hunne prooij aan te vatten , naar den Bek Oftus
! ) proog brengende , zo ten opzigte van het Borstſtuk en ſchen de Tanden te brengen , en op allerlei manieren te
de plantzing der Vogen ', als van de Pooten en Armen ; draaijen en te wenden. Zij beſtaan ten minſte, uit dric
. de Klaauwen of Tanden zelfs niet uitgezonderd; maar leedjes, en worden onder't loopen , door het Infekt ge
. het bekleedzel van het Agterlijf is een Vliesje , dat ge duurig bewoogen , even als de Sprieten of Hoorentjes der
" ‫رو‬ heel inkrimt en door zamentrekking met rimpels zijne Torren , enz . Dat hier de teeldeelen in de Mannetjes aan
,, gedaante niet behoud. De Spinnekop , zijn Huid af zitten , word thans in ' t algemeen geloofd.
zullende leggen , zoekteen bekwaameplaats , daar hij De Spinnekop , hoe zeer ook de Nederduitſche naam ,
,, vadzig in de webbe zich bewind , dan gaat de uitwen. die in gemeen gebruik is , het tegendeel ſchijnt aan tedui
dige Korst van het geheele Borstſtuk, de Pooten , Ar. den , kan geen kop gezegd worden te hebben ; wantzijn
s, men en Tanden , door opſcheuring af, blijvende even . gcheele Lighaam beſtaat ſtegts uit twee deelen, diemet
wel een weinig zitten aan het agterſte van het Borst. een dun Halsje aan elkander gehegt zijn , en het voorſte
ſtuk , met het voorſte deel opwaards omgebogen. Bij derzelven kan men den naam van Borstſtuk niet weige
5, deeze gelegenheid vervalt het Dier in zulk een bezef- ren , want de Pooten zijn er gelijk gewoonlijk , ingeplant.
loosheid en flauwte , dat het geen Mug van zich weet Dit deel is van omtrek rondagtig , dog platter dan het Ag.
af te drijven ; maar eindelijk komthet tot zich zelve , ‘ terhijf , 't welk in de meeſten , en inzonderheid in de Wij.
- en begint zo veel de kragten toelaaten , door ſchoppen jes Spinnen , eirond en zeer dik uitgezet is, dog in 'tal
en plukken eenige vlugheid tetoonen, tot dat het al. Terminſte niet met Ringen overdwars of in geledingen ver
lengs meer en meer to: herſtelling koomende , van de deeld ; zo dat men de Spinnekoppen dan niet met regt den
» oude Huid zich geheel ontſlaagen heeft. Dat groot naam kan geeven van Gekorvenen. Van -agteren heeft het
gebrek van kragten , evenwel , belet het Dier nog , Lijf in deWebſpinnen verſcheide Tepelijes , die toteen
verder dan de langte zijns Lighaams, van de afgevor Spintuig ftrekken.
Te
s, pen Huid af te wijken ; des het in de Webbe hangen Dit brengt ons tot beſchouwinge van dat Werktuig,
blijft, zo lang tot dat deszelfs lucht de Opperhuid ge- het well: tot een verwonderlijke eigenſchap dient ; het Na
» noegzaain droog en ſtevig heeſt gemaakt, om den voo. Spinner namelijk , daar ik reeds van geſprooken heb.
%; rigen arbeid en levensmanierte kunnen hervatten. De Aan't end van 't Agterlijf heeft de Wijfjes Spin, behalve
Araneis Suecicis. pag . 14 . en bij de opening van 't Fondament, verſcheide Tepel
Verwonderlijk is 'l, hoe iemand , die de Spinnekoppen ejes , zomeijus zes in geral , die uit kleinere ſchijnen za
een Bek toeſchrijft of Mond , Les Yeux , les Antennes mengeſteld te zijn. Deeze Tepeltjes ſchijnen te ſtrekken
la Bouche de l'Araignée. Hiſt. des Inf. eny. Paris. tot doorlaating of doorziiping , van een taaij of hijmerig
Tom. II. pag.630. als in een zelfde adem zeggen kan , vogt , waar van Doctor SWAMMERDAM het Beursje had
dat de twee ſcherpe Tanden , voor aan den Bek , (die waargenomen. Meermaalen heb ik duidelijk gezien , dat
men eindelijk als cen nijptang , waar mede zij haar prooij de Spinnekoppen , met hunne agterſte pooten , als uit hun
pvatten en dooden , moet aanmerken , ) van binne : hol zijn. Lijf een Draad trekken , die zij dan of laaten waaijen of
de , dienen om dezelve uit te zuigen , gelijkerwijs de Mie. ergens aan vast maaken ; dog nooit zag ik 'tgeen LISTER
renleeuw . De opening van deeze Tanden word immers aanmerßt , dat zij dien Draad als een Pijl uitſchooten .
i'e duidelijk ., door de genen die dezelve in veele Spinne. Dat lijinerig Vogt laat zich buiten twijfel, even als wij
kopp en opgezogt hebben , om den zogenoemden uitgang dit in geſmolten Gom zien , tot draaden uitrekken , die
van 't Venijn te vinden ; ontkend , dan dat men die voor er de Spinnekop, zomtijds meer , zomtijds ininder in getal te
algemeen zou kunnen houden . Ook is het zeker , dat vee "gelijk nirgeeft ; waarſchijnlijk naar de veelheid van ftoffe,
le virn deeze Inſekten hunne prooij niet alleen uitzuigen , die hij heeft , of ook naar dat de draad ſterker vereischt
maar
veel groot
endeels , datinden
eer gelooven verſl . Wij zullen dan ntlijFrisc
de Spinnekoppen weezemet
h word
k een te zijn . 't Is niet te denken , dat
igenzijdoor 'tFonda.
ment die ſtoffe uitgeeven , gelijk zomm verzekerd heb,
Bek hebben , tusſchen de Nijpers ; hoewel de Tong, die ben ; want dit zou de Webbe bezoetelen , en hoe konden
hij in deeze Bek waargenoomen had , yeel eer de Zuiger zij dan de Draaden zo fijn inaaken ; ook daar aan naarbe. fic
ſchijot te zijn , daar Meid van ſpreekt , gelijk bij zelf ook lieven hangen blijven , enz. 't Is zeker dat die Draaden
daar aan een opening badwaargenomen , en zich verbeeld niet alleen doorgaans dubbeld , maar ook zomrids wel
dat dit Werktuig dienen kon, om iets in te zuizen. De tien- of twaalfvoudig zijn . Mooglijk geeft jederTepeltje
25
69

ck oont lijk ing


Heer Cler vert zeer duide de open i.? Plaat, een dubbelde Draad uit, 't welk dan van de gedagte zes,
die men den Bek of Keei kan noemen , en die hetvoge, indien ze er allen te gelijk uit koomen , een getal van
zegt hij,ontv
drukt
angt
word . CLER,CKdatdedoorde kaake
Araneis Sueciuit
n
cis . de prooi se twaa, lfhoeDraa
pb. 6. T. 4 . ons
den zou uitmaaken . SWAMMERD leert AM
men dit best kan waarneemen ,
Fig . 2. De Pooten, die er een Spinnekop agt heeft, verdienen
Ik ſchroom dan niet , vast te ſtellen , dat een Spinnekop' dik wel degelijk, haare opmerking. Derzelver lante
behalven de Keel , als de doorgang naar de Maag aange verzchild in de meeſten , en inzonderheid in de Web .
merkt , ook een Bck heeft , ofopening van de Keel, die Spinner ; tot het gedagte einde , zijn de agterſte langit,
met een zoort van Lippen is genooien en waar bui. dog inanderen , zo wel de voorſte als de agterſte, en de
twee
SPI. SPI. 3473

iwee middelſte paaren veel korter. In die, welke menlijk in de Zwervende of Springers ,bevind men drie rijën
Wolfs Spinnekoppen, of ook Zwervers nueint, zijn gemeen. yan Oogen , de voorſte van vier , de anderen ieder van twee,
lijk de voorſte Pooten ailerlangst, en in zommigen ook maakende deeze laatſten een zoort van vierkant met elk.
veel ſterker of dikker dan de anderen , het welk inzone ' ander. Doorgaans verſchillen de ogen , aanmerkelijk
derheid in de Springers blijkbaar is , welken LISTER Pha- in grootte ; dog dit heeft niet in alien plants. Zij zijn
langia poenit.drieDeeze Autheurmerkt aan , dat alle de altoos op het voorſte van het Borstſtuk , een weinig bo
Spinnekoppen gewrichten in de Pooten hebben ; dog ven den Bek geplaatst.
naderhand heeft men waargenoomen , dat hunne Pooten GEOFFROY Spinnekoppen , die
Op zulk een wijze heeft de
wel , als gewoonlijk , uit drie deelen , de Dije , Schen- hem omſtreeks Parijs voorgekoomen zijn , in vijfFamilien
kel en Voet beſtaan , maar dat deeze deelen ieder , van verdeeld, volgens de plaatzing der Oogen, en Doctor Sco
boven , nog een kort leedje hebben ; zo dat men de Poo. POLI , ook op dergelijke onderſcheiding gevallen zijnde ,
er wel zeven Afdeelingen van , die wederom an .
ten van een Spinnekop, met Frisch , wel zesledig kan maaktplaatzingen
noemen . ,, Zij hebben alle (zegt die Autheur, ) zes Ge- dere opgeeven , en ik twijfel niet, of men zou
wrichten of buigingen , welke met twee ronde deelen de , dit naauwkeurig nagaande , er bijna zo veelverſchil
,, in haar hollen of Acetabula gaan , en over alle zijden in vinden , als er Spnnekoppen zijn ; zo dat die manier van
, zeer buigzaam zijn ; dog tevens bij beurtwiſſeling, gelijk onderſcheiding mij dienſtiger voor komt, om bij geval
in de Kreeften · voor en agterwaards een Knie maa: eens een bijzonder zoort te beſtempelen , dan Familien
» ken. Zij ſtaan met de ſchenkels, van boven digt bij van deeze infekten , op zulk een losten grondlag , te for
elkander, en zijn daar donker , van binnen gevuld , meeren,
het diksten ſterkst ; wordende, verder nederwaarts , al
lengs dunner , en als 't waare witagtig doorſchijnende. Zoorten van Spinnen.
Zij hebben enkel regtopſtaande haairtjes, benevers de Dat er veelerlei Spinnekoppen zijn , is ieder een be
kleine leggende haairtjes, die overvloedig aan de Poo. kend , dog het getal der zoorten , in een zelfde Land ,
ten zich bevinden , gelijkerwijs aan 't geheele Lijf” . tot hondert veertig te brengen , gelijk men van den Heer
De Oogen maaken het voornaamſte Kenmerk uit van DANDRIDGE, in 't Werk van Bradley , aangetekent
dit Geſagt. De natuur , om een reden ons onbekend , aan vind , is ongerijmd, en ik zou gelooven , dat hier een
de Spinnkoppen geen gepaarlde ogen of inet Facetten , groote miſag ingeſloopen zij. Lister , immer, geeft
reply die het getal der Vogen als oneindig groot in de meeste van de Spinnekoppen , in Engeland hem voorgekoomen ,
;: ; andere lurekden maaken , vergund hebbende , ſchijnt dit niet meer dan agtendertig zoorten op , waar onder nog de
gebrek eenigermaate te hebben willen vergoeden , door twee-Oogigen begreepen zijn. Hoefnagel , die de voor
verineerdering van het getal der Oogen. Verſchreide naamſte Schilder van Keizer RUDOLPHUS was , heeft
Natuurkundigen hebben zich verbeeld , dat dit getal niet dertig zoorten van Spimmen in afbeelding gebragt. Dok.
T * vast zij ; en datzominigen er agt , anderen maar zeszou . tor Scopols vond er , in Karniolie, ruim veertig en Ge.
den hebben. Ook is het waar , dat men Spinnekoppen' OFFROY telt er zeventien omſtreeks Parijs. LINNÆUS
‫ܟܘ‬ vind , die, bij't eerſte aanzien maar zes Oogen ſchijnen ſtelt thans zeven er veertig zoorten voor in dit Gelagt ,
te hebben; maar bij nadere beſchouwing heeft men be. onder welke elf uit vreemde Landen . Zijn Ed. onder
vonden , dat de twee uiterſte Oogen zointijds uit twee ſcheid dezelven niet naar de plaatzing der Oogen , maar
zamengeſteld zijn , maakende elk een bijzonder Ooguit. Volgens de zigebaarſte Kenmerken en Eigenſchappen , op
t Bet Dus kan men dan vrij algemeen verzekeren , dat het ge. de volgende manier.
i gott
fal der Oogen agt is in de eigentlijke Spinnekoppen. Zij I. Gekroondde Spinnekop; Diadema ;( Aranea abdomine
zitten onbeweeglijk , zo het ſchijnt, en kunnen derhal . fubglobofo rubro fuſco , cruce albo punétato. LINN . Sij/t.
27 ven alleen maar dienen naar dateen voorwerp zich regt. Nat.) Hoewel de Spinnekoppeit, die in verſchillende
ſtreeks voor het een of andervertoont , en ſchijnen als uit Landſtreeken van Europa voorkomen , zodanig verſchil.
een zoortvan vergrootglasjes te beſtaan , het welk aan lende zijn , dat de, Dierbeſchrijvers, gelijk Dortor Sco .
deeze Inſekeen een goed gezigtvan nabij , dog niet van POLI en GeorFROY , weinig overeenkomſtigheid hebben
verre , 'moet geeven . De Heer Baker heeft zulks, met kunnen vinden , in die van hun Land en andere, zo ſchijnt
de uitgeſneeden Oogen van een grooten Westindiſchen dog deeze eerſte zoortvan Sweeden vrij algemeen iczijn .
Spinnekop onderzogt. Zie Nutttig gebruik van 't Mikros. Het is , aamelijk , die bekende Tuin Spinnekop, welke
..
koop. Amft. 1756. bladz. 426 zomtijds ter grootte , bijna, van een Hazenoot voorkomt ,
De onderlinge plaatzing der Oogen , is in de Spinne. zo Lister aanmerkt, en ook bijna de koleur daar van
koppen grootelijks verſchillende. In zommigen zijn zij heeft. De tekening op de Rug, die uit langwerpige en
halfmaanswijze op twee rijën geſchikt , zodanig dat de ronde figuuren van itippen , bij Frisch vertoond , is za.
1973 vier middelſte met elkander als een Vierkant formeeren ; mengeſteld , geeft een bijzondere fraaiheid aan dit anders
terwijl de anderen wederzijds , veel nader bij elkander zo haatelijk en afſchuwiijk Dier; dat deswegen met rege
CT
zijn. In eeniger. Itaan de vier middelſten als in’t vierkant , de Gekrconde mag heeten. Doctor Scopoli, die de Spin.
be en de twee buitensten , wederzijds tegen elkander aan , nekoppen van zijn land met de naamen der voornaamſte
ta
waar door de Spinnekop maar zes Oogen ſchijnt te heb Inſekten -Kenneren beſtempelt , gecft aan deeze den naam
ben . Deeze laatſten zijn ſchuins geplaatst , ten opzigt van Spinnekop van,Linnæus, en hetſchijnt mij toe , dat
van de overige. Men vind er , van welken de twee voor- door zijn Ed. dergelijke verſcheidenheden , als in onze
he ofmiddelſte Oogen nevens elkander ſtaan , en de an : - Tuin- Spinnekoppen; door mij, zijn waargenomen ; want
deren , wederzijds drie , een zoort van Bouquet raaken , hij maakt van eene geele van dien aart gewag , welke
als in een drielzoek geplaatst zijnde. In andere Spinnekon . hem uit de Bosſchen gebrage werd , in 't laatstvan {eptem
pen zijn de Oogen gerangeerd op twee lijnen , waar van ber , en die , welke GOPEROY , als omſtreeks Parijs voor
de eerſte beſtaat uit zes Oogen , en dus de andere maar komende , beſchrijft, en opeeeft als bijzondere zoorten ,
twee Oogen heeft. In zommige zoorten , eindelijk , ge• gelijk die met de bladerige tekening of van een Pauſen
Рp3 Kroon ,
SPI. PSL
3474

Kroon , op het Agterlijf; komen in de plaatzing der Oo. bleek bruine vlakken , is een van de kleinſte zoort, a
gen , kruislings bij paaren , en die eigenſchap overeen , onthoud zich in de pluimkwasten van het Riet.
dat zij de Webben loodregt in het geboomte maaken. Ook VIII. Hoekige Spinnekop; Aranea angulata ; ( Aranh
isdit haar eigen , dat zijin'tmidden van de Web zitten. abdomineovato, antice lateribus angulato acuto. Lins
de, dezelve nuen dan ſterk hortende ſchudden ; waar van Sijft.Nat.) Deeze, die op de Boomen in Gothland over
de reden mij voorkomt te zijn , dat zij dus onderzoeken , vloedig gevonden word , had zomtijds degrootte welvan
of dezelve nog wel geheel is en geſpannen zit ; 't welk tot een lid des duims. Indien het de eerſte was der Spir.
haar voornaamedoelwit word vereischt. Het denkbeeld nekoppen van Clerck , diendeeze Autheur de-Hoekig:
van derzelver geweldige vijandſchap tegen de Padden en getijtelt heeft, zo als hier aangehaald word ; dan zou het
dat zij die dooden zouden , ſchijnt nader onderzoek te Lijf vrij rood moeten zijn , met een graauwe en witte
vereiſchen . " Het klein Gevogelte ſchroomt, zo min als tekening op de Rag ; daar dog volgens de beſchrijving
de Wespen, deeze ontzaglijke Spinnekoppen aan te tas. der Sweedſche Dieren, op't geheele Lijfgeenvoorkwam.
ten , te vatten , en die aan haare Jongen te brengen tot Maar het Wijfje van deeze, dat Clerck naderhand vond
haar Aas. in zijne fig . 2 afgebeeld , had het Lijfniet zo gekarteld op
II. Getekende Spinnekop ; Aranea reticulata ; ( Aranea de zijden als hetMannetje , geel, graauw en witgeſpren
abdomine globoſo reticulato, ſupra purpurascente fusco ne, keld , zonder eenig rood. De Pooten waaren in beiden,
buioſo. Linn. Faun.Suec.) Daar devoorgaande in Swee. graauw en geel bont. Wijhebben hier ook dergelijke Spin
deri, meest in de Boomen , en inzonderheid op de Ber- nekoppen, die loodregte Webben in de Boomen maaken.
gen , gevonden word , komt deezen meer in de Tuinen IX. Huis-Spinnekop ; Aranea domestica; ( Aranea abdo
voor, alwaarzij door Celsius , Doctor in de Godgeleerde mine ovato fusco , meculis nigris quinque ſubcontiguis,ay
heid , is waargenomen. Zij had het Lijf witagtig ; het terioribus majoribus. Link. Faun. Suec.) Die, wella
Borstſtuk als doorſchijnende; het Agterlijf met zwarte Doctor Scopoli, de Spinnekop van Derram genoest
ſtreepen doorreegen , op de zijde donker paarsagtig; de heeft, is , zegt hij, aan alle man bekend. Zijontbord
Pooten met zwarte vlakken. zich in de Huizen , haar Webbe maakende in hoekender
III. Tuin-Spinnekop ; Aranea cucurbitina ; ( Aranea ab- Bedſteden en bij de Venſteren.Het Lijf is ruig, bleek bruin 64

domine fubgloboso flavo, pun &tis quibusdam nigris. Linn. of rosagtig van koleur, met het Agterlijf bruin gevlakte
Faun.Suec.) Dit is een groenagtig geele Spin, die tegen Waarſchijnlijk zal het die dan ook zijn, waar KoningSt
den avond veel gevonden word op de bladen der Appe- LOMON van meld , dat zij met de handen grijpt en zich ✓

len , Peeren en andere Boomen , alwaar het Wijfje bij onthoud in de Paleizen der Koningen ; want deeze inde
een ruim Net zit , waar mede de Eijeren los omwonden daad ook , volgens de aanmerkingen van SCOPOLI, de
zijn , en niet gemakkelijk daar van daan te krijgen is , Armen aan't end geknotst heeft. In foribus lacos super
zegt Linnæus. Het getal der Eijeren , zegt Clerck , dit Aranea casſes. Virg .
is omtrent veertig , die tot een klompje zaamengevoegd Wij zullen hier , buiten twijfel , dergelijke hebben,
zijn , tergroote van een erwt, deeze zoort maakt volgens Zou het die ook zijn , welke Petiver noemt de eller
LISTER , op de Hazelaar horizontaale Webben , die men grootſte Huisſpin met zeer lange ruige Pooten , als wel
er hier te lande , ook dikwils op vind; des ik geloof , dat ke door den Heer GRONOVIUS is aangehaald op eenzoo?
daar medeonze groene geelagtige Tuinſpinnen , welke van Spinnekoppers, diebij ons in de Tuinen enHuizenge
het Agterlijf eenigermeate kalabasagtig hebben , gelijk meen en venijnig zoude zijn ? Voor eerst worden dus de
de bijnaam aanwijst , bedoeld worden . Tuin- en Huis Spinnen onder elkander verward,en tena:
IV. Bleeke Spinnekop; Aranea calicina; ( Aranea ab. deren waare het te wenſchen, dat zijn Ed. onseenigbewijs
domine globoso pallido flavescente. LINN. Faun . Suec.) had bij gebragt , dat deeze Spinnekop-zoort venijnig is,
Deeze bleekgeele Spinnetjes, met een rond Agterlijf, zijn of venijniger dan anderen ;; om zich daar voorte meerte
in onze Tuinen ook gemeen. Doctor Scopoli beſchrijft wagten. Evenwel , on dat wij niet durven denken, da:
onder den naam van Spinnekop van Klein , een derge. zijn Ed. zulkszonder grond zoude gezegt hebben, zalik
lijkedieeen Zwerver is , enbij gevolg geenWeb maakt, hier zijne beſchrijvingvandeezen Denijnigen Spinnekop
hebbende dezelfde eigenſchap , naamelijk van in de Kelk vertaalen.
der Bloemen , na dat de bloem afgevallen is , te gaan zite Het Borstſtuk is eirondagtig , naar vooren een weis
97

ten , om de Bijen of Vliegen , die dan nog daar uit Ho . nig verhevener, voorts plat en breed naar deranden to
ning willen verzamelen , te vangen . Het is bekend , dat ,, met een groefje uitgehold, in 't midden vercierd met
er dus dikwils Spinnetjes te voorſchijn koomen uit afge- , een uitpuilende Ster van zes ſtraalen en eenigarinaate
vallene Bloemen. haairig . De Bek is voorzien met twee ſterke Tanden
V. Agtſtippige Spinnekop ; Aranea o &topun & ata ; ( Ara . Van de agt Oogen , aan den voorkantvanhet Borsſuk,
nea abdomine fubrotundo flavo , ſtigmatibusutrinque qua. », zijn de vier voorſten grootst en eenigzins halfmaans
tuor nigris, ano rufo. Linn. Sijft. Nat.) Deeze die het , wijze geplaatst, met de holte naar de agterſten, die
agterlijf rondagtig heeft, maakt een horizontaale Web- - op een regte lijn ſtaan . De ag: Pooten zijn ruig en
be , op eenemeetkonſtige manier. » , lang , allen even groot, en omringen het Lijf als ſtras
VI. Tweeſtippige Spinnekop ; Aranea bipun &t ata ; ( Ara- len uit een middelpunt. De Voelers zijn kort en bzaie
nea abdomine globofo atro , pun &tis duobus excavatis. LINN. rig. De koleur is donker aschgreauw .
Faun. Suec.) Deeze die het agterlijf klootrond zwart De plaatzing der Oogen verſchiltweinig van die, wel
heeft, mettweeuitgeholde ſtippen , komt zomwijlen in ke ons doordenSweedſchen Heer Clerckvoorgefteld
de venſteren voor, maakendehaare webbe niet regelmaa. word, in zijn Huis- Spinnekop, die in Sweeden bijna het
cig , maar als van verſtrooide draaden . geheele jaar, voorkomt in de venſters en hoeken der bui
VII. Riet Spinnekop ; Aranea arundinacea; ( Araneaab. zen , en waar van hij er in eeneKamer, die maar twee
domine ſubgloboso albo, maculis dilutefuscis. Linn.Faun. venſteren had, tienving. Zijhaddenalternaal haare web
Suec.) Deeze wiens Agterlijf klootrondagtig wit is ,met betjesgemaakt in dehoeken der venſteren, naauwlijkseen
SPI. STI, 3475

den vierendeel-elle van malkander, die zich plat vertoon- Volgens de aangehaalde Autheuren moet dit een van de
den , dog in tregterswijze gaaten uitliepen , alwaar de grootſte der Europiſche Spinnekoppen zijn ; dat echter ,
Spinnekop op zijn roof te loeren zat. Allen hadden zij volgens de afbeeldingen , incer van de uitgeſtrektheid der
die manier van Spinnen , en degeſtalte der Footen , die Pooten , dan van de Lighaans grootte, te begrijpen is.
wel ruig en geringd dog nietvolmaakteven lang waaren , LISTER , evenwel , zegt, dat zij te teilen is onder de ale
kwam in allen overeen ; maar de koleur van 't Lijf ver. lergrootſte Spinnekoppen , en zeer geneen in de zuidelijke
fchilde zodanig, dat er van de tien geen twee gevonden deelen van Engeland, dog minder in de noordelijke ; hoe
werden, die daar in overeen kwaamen . De grondkoleur ' wel hij ze onder de ſteekelige Bren , omſtreeks Jork en
was in de meeſten graauw , in zonnigen met eene teke elders , ook dikwils had gezien. Ray merkt uit dien Schrij.
ning van andere koleuren , zomtijds hoog geel ; 20 dit nu.. ver aan , dat men ze na St. Ján kan vinden in de wil.
van de venijnige zijn , mag menze wel tevensVerraders, dernisſen van distels en doornen , alwaar ze dergelijke :
noemen, om dat zij dus voorkoomen onder een zo ver. Webben maaken , als ik gemeld heb ; dog waar aan ook
fchillende gedaante ! vecle enkele draaden , van boven nederwaards en van ter
Uit de figuur der Webben blijkt , dathet de zelfden zijden , naar dat het de plaats toelaat , geſpannen zijn ,
zijn , die Lister met zijn Huis-Spinnekoppen bedoeld en daarom word deeze Spinnekop Labirinthica; als een
heeft, en waar van hij aanmerkt , dat die door ouderdom Doolhofmaakende, genoemd. Het nut dat zij van deeze
veel grooter word ; niet zo zeer door uitzetting van het draaden hebben , zegthij, is, dat , wanneer er Vliegen
lijf ,maar doorde toeneeming der Pooten in langte , dikte 'tegen aan ſtooten , dezelve dus dikwils op de web
en ruigte. Dit is een zeldzaame aanmerking ; als ook , dat ben nedervallen en dan gevangen worden. - Meest *ſchij
hetWijfje op 't end van julij haar nest in hetmidden van nen deeze Spinnekoppen , evenwel te aazen op de Bijën
de Webbe bij den Tregter maakt, ſpannende daar over een en groote Mieren ; weshalve zij haar Webben dikwils bij
ſneeuw -witgeweefzel, als of de Eijeren tusſchen tweeWeb : de Mieren nesten plaatzen .
ben zaten . De Eijeren zijn wilagtig, en hangen niet aanmal.. Van deeze zoortheeft Lister één Wijdje , datbevrugt
kander, zo dat als men 'tbeursje,daar zij in zijn ,opent, de, was , lang in een Glas bellooten gehouden , geevende er . '
zelve zich verſpreiden, alsof het jonge Spinnetjes waaren . Vliegen en andere Inſekten tot voedzel aan. Na verloop
Ik twijfel niet , of het is dit Nag van Spinnen , waar van een maand leid het Eijeren , en omwond die , dezel.
van men de webben bij ons zo menigvuldig in de hoeken vein't glas ophangende , met eenwonderbaar geweefzel,
van Schaap -ftallen , Varkens- en Hooi-fchuuren ; in de dat het inaakzel hadt als een Ster. Bovendien werd het
toppen der Hooi bergen , of cok zelfonder de overhan- geheele glas, door deezen Spinnekop , met draaden zodanig
gende kant der Rieten daken , aan Boeren -Huizen; ja op . vervuld , dat het zich als vol rook vertoonde; tusſchen
alle luuwe drooge plaatzen , daar het tevens niet al te welke echter veele gangen, en als een menigte van Ka .
koud is , en die weinig of niet gereinigt worden , ontmoet. mertjes overbleeven , zo dat zij een vrijen toegang van
Of het een verſchillende zoort zij, welke GEOFFROIde alle kanten -behield , tot het Eijerbeursje. De Eijerer.
bruine Huis -Spin tijtelt, en diede Pooten ook bijſterruig kwaamen niet voor de maand februari uit; dog andere
heeft, zou men uit de plaatzing, der Oogen haastmogen beursjes dievan dergelijke Spinnekoppen, in vrijheid zijn.
vermoeden.. de gemaakt waaren , op't end van augastus des Jaars 1670 ,
X. Drieſtreepige Spinnekop ; Aranea trilirieata ;( Aranea wanneer het een zeer heete zomer was geweest, openen.
abdomine ovato allido, lineis tribus longitudinalibus punc. de, vond , hij ir žommige reeds Jonge Spinnekopjes, ros
torum nigricantium. Linn. Faun. Suec .) Deeze wiens agtig van koleur.
Agterlijf eijrond en witagtig is , met drie over langze De Webbe van deeze Spinnekoppen , het welk een voors
ſtreepen van zwartagtige ſtippen , onthoud zich in de bos naamne bijzonderheid uitmaakt, is bruin rood , volgens
fcben van Sweeden . LISTER , daar zij in die Gothlandze wit was , gclijk ik
XI . Oever -Spin , Aranea riparia ; ( Aranea abdomine gemeld heb. Ook ſchrijft CLERCK er Nijpers of Tana
svato nigro- eneo, Ano ſubluteo bicorni. LINN. Faun , den aan toe , die loodrege, haairig en zwartagtig zijn 豪9

Suec .) Dat nien , in Europa, ook raare Spinnekoppen van koleur. Dit is zeker , dardeeze Spinnekoppen onge.
heeft, bewijstdeeze zoort , welke Linnæus aan 't ſtrand meen dikke lange ruige Pooten , en het Lijf zwartagtig :
van Oeland waarnam . Onbeſchrijflijk veel dergelijke blaauw hebben ; zo dat men die , op het aanzien , veel
Spinnen hadden aldaar lusſchen de ſteenen haare web- eer voor venijnig houden zou , ten minſten zijn zij ruim .
ben horizontaallangs den grond uitgebreid , er zaten zelf zo afſchuwlijk als de gedagte Huis Spinnekopper.
daar onder. . Haar geheele Lijf was met fijne haairtjes XIII. I'ierſtreepige Spinnekop; Aranea quadriliniata; ( A.'
bezet ; tegen de Son hadden zij eenige koperglans , en ranea abdomine fubrotundo flavo , punktis quatuor lineaque
waaren met dunne ſtaartjes voorzien. utrinque purpurascentibus. LINN . Sijft. Nat . ) Deeze
XII. Doolhofmaaker ; Aranea labijrinthica ; ( Aranea zijnde van een middelbaare grootte , hct Lijf glasagtig
abdomine ovato fusco , linea exaltida pinnata , arobifurco, doorſchijnende , onthoud zich in Sweeden .
LINN. Faun Suec.) Op verſcheide weiden in Gothland , XIV. Bekranste Spinnekop ; Arameare :limita : ( Aranea
zegt deHeer LINNÆUS, lagen brede witte Spinnewebben , abdomine oblongo-ovato favo , annulo ovali , dorſali; rubro.
aan welker eene zijde een cijlindriſche Buis , tot op den Linn. Faun Suec.) Witagtige Spinnekop, met een n oog
į grond nederwaards, van de Spin geweeven was, in wel . ' roode Kroon op het cirondeLijf, heet de gcene die hier
ke zij haar woonplaats, voorde Vogelen en voor de fon aangehaald word, van LISTER . Uit de afbeelding van
De hitte beveiligt had. Zo dra men aan haar Net raakte , Clerck blijkt , dat zij mede lange , ruige Pooten heeft. .
ſteeg zij onmiddelijk opwaasts , en zag rondom zich heen Door deezea Autheur word ook die gangehaald , welke
naar de prooij. Haar Borstſtuk was bleek graauw met Frisch noemt de Witte Tuinfrin , met de cinnaberroo.
drie bleeke ſtreepen overlangs; het lijf glanzig donker de Rug -Krans; des menze met reden , de Gekranfte noe
bruin , van onderen met drie bleeke ſtreep es en van agte- men mag ; zij orthoudzig in de Tuinen .
ren met vier puntjes , twee langer , twee korter zijnde. XV. Geringde Spinnekop ; Aranea sorollata ; ( Aranes
3476 STI . SPI.
abdomine ovato-nigro , annulo dorſali ovali albo. Linn. Webben , van beiden , wonderlijk onder een geſtren.
Faun. Siec.) Deeze die op Oeland in ' t veld is gevon. geld ”.
den , heeft het Agterlijf eijrond en zwart , met een ova- XXIII. Gezoomde Spinnekop ; Aranea fimbriata; ( A.
le witte ring op de rug. ranea abdomine oblongo nigro, linea utrimque laterali alba,
XVI. Bruine Spinnekop; Aranea fumigata; ( Aranea pedibus fuscis. Linn. Faun. Suec.) Deeze zoort word
abdumine ovato fusco , bali pun &tis duobusalbis. Linn. gezegd, langs de oppervlakte der wateren te loopen,
Faun. Suec .) Deeze zegi de Hr . Linnæus onthoud zich CLERCK verzekert zuiks niet van dien Spinnekop , waar
op de Velden , traakendehaare Webbe voor een nest van aan hij gedagten bijnaam geeft , inaar van een anderen;
jonge Rupſen , waar van zij bij het uitkoomen , de een na dien hij2eejchuimernoemt,als langs de wateren roovende.
de andere vat , uitzuigt , wegfmijt , dan wederom een an. De afbeeldingen ondertusſchen en zelfs de plaatzing der
dere aanvattende , enz . Ooget verſchillen weinig. Zou ook de een het Mannetje ,
XVII. Berg Spinnekop : Aranea montana ; ( Aranea ab- en de andere het Wijfje kunnen zijn?
domine ovato alba , iaculis cinercis. Linn. Faun . Suec. ) XXIV. Zesſtippige Spinnekop ; Aranea ſexpunitata;
Deeze , die zich in Sweeden op de boomen onthoud, ( Aranea abdomine oblongo,punctorum exavatorum paribas
heeft het Agterlijf eijrond en wit , met aschgraauwe tribus. LINN . Faun . Suec. ) Deeze die van taamelijke
vlakken . grooite is , woont in de Bosſchen , tusfchen den bast
XVIII . Roode Spinnekop ; Aranea ſanguinolenta ; ( A- der Pijnboomen . i
ST

ranea abdomine ovato coccineo, linea longitudinali atra. XXV. Egijptiſche Spinnekop; Aranea flavisfima; ( A. 11

Linn . Sijft. Nat.) Deeze die van middelbaare grootte ranea abdomine oblongo , flavisfimo lævi. M.L.U.) Dee te1
is , heeft men in Spanjen waargenomen. ze zoort is door de Hr. Hasselquist in Egiptewaarge. The
XIX. Gemerkte Spinnekop ; Aranea notata ; ( Aranea ab nomen , het Borstſtuk is oranje koleurig en de Pooten zija of
domine ovato fusco , lineis albis transverſis arcuatis. Linn. niet gehaaird . I pla
Faun . Suec . ) Deeze die zo wel als de beide volgen . XXVI . Tweevlakkige Spinnekop ; Aranea bimaculats;
de overal in Europa word gevonden , is van een middel . ( Aranea abdomine ſubrotundo caſtaneo , pun&is duobusal. 14
maatige grootte , heeft het Agterlijf eijrond en bruin , met bis. LINN . Sijt. Nat.) Deeze , die zich in Europa ont
witte boogswijze dwarstreepen . houd , heeft het Lijf kleiner dan een Vloo-, geheelkaſtan.
XX . Rospotige Spinnekop Aranea rufipes; ( Aranea jebruin of donker tegelrood; het Agterlijf eijrond, plats
abdomine fusco , pedibus.rufis. Linn. Faun Suec.) Deeagtig, ongelijk , met twee witte vlakken getekend ,waar
ze die insgelijks van een middelmaatige grootte is , komt van de voorfte groo: st is en uit twee zamengevoegdewit
't meest voor op de brandnetelen. te rippen beſtaat, 20 wel als de agterſte , die een wei. 1

XXI. Nagt Spin : Aranea no &turna ; ( Aranea abdomi. nig kleiner is .


ne nigro pun&to duobus albis, baſique lunula alba. Linn. XXVII. Knod spoot Spinnekop ; Aranea clavipes; ( An
Faun.Suec.) Deeze wiens Agterlijf zwart is , met twee mea abdomine oblongo, tibiis , exepte tertio pare , clavatis
witte ſtippen en bij't Borstſtuk een wit maantje , draagt villoſis. LINN. Sijſt. Nat.) Dit is een Westindiſche Spir.
de naam van Nagiſpin , om dat zij over dag itii houd in nekop , op Jamaika gevonden en door Browne afges
de bosſchen , en bij nagt loopt. beeld , die dezelve noemt , langwerpige geel bonteSpins
XXII. Uitgerekte Spinnekop ; Aranea extenſa.; ( Ara .. met de Pooten zeer lang, en de onderſteleedjes derzelvega.
nea abdomine longo, argenteo virescente , pedibus longitu . zwollen , ruig.
dinaliter extenfis. Linn . Fuun. Suec.) Eer zonderlinge XXVIII . Vierſtippige Spinnekop ; Aranea quadripuncta
eigenſchap van deeze Bosch-Spinnen , die digt tegen de ta; ( Aranea abdomine oblongo nigro, pun &tis quatuorescard
takkenaanzitten met het lijf,houdende de viervoorſie tis.Linn. Faun. Suec.) Deezewerd op Oeland in deHui.
Pooten voorwaards, de vier agterſte agterwaards regt uit zen gevonden , alwaar zij haar Geweefzel in de Venſte
geſtrekt. Dit is insgelijks door Geoffroy, in een der- ren maakte , hebbende daar toe vijf of zes bleckerepun
gelijke Spinnekop, omſtreeks Parijs waargenaomen. tjes aan het Agterlijf, dat zwartmet graauwe hairen
Zij zijn ook in ons Land wel bekend , zo wegens de was en het Borstītuk roesskoleurig , de Pooren bruin.
groenagtige zilver-koleur , als wegens de langte en dun . XXIX Fluweelagtige Spinnekop , Aranea holoferices;
te der Pooren .Zij ſpinnen onregelmaatigeWeiben ,aan ( Aranea abdomineovato oblongoholosericeo , baſi jubtus
footen ofbeekjes, en ook wel in debosſchen , volgens pun & isduobus, fiavo. Linn . Faun. Suec.) Onder de
Lister, die eenewaarneemingomtrent de paaring van Zwervende Spinnekoppen is deeze een van de aanmerke:
deeze Spinnekoppen bijbrengt, welke de zeldzaame be- lijkſte ;zo wegens degrootte ,dieechter bij degrootte
ſchouwing van LIJONNET ſchijnt te bevestigen. åer gewoone Tuinſpinnen veel te kort ſchiet, als we 2
., Op'e end vanmaij, (zegt hij),dat is omtrent den gens de bruin blaauwekoleur en dikte van haare Pooters
vijfentwintigſten van diemaand, wilde het gevaldat Zij maakt een zeer kleine Webbe,die als linnen ofno
ik, tegensSonneondergang ,verſcheidevan deze teldoek digt geweev en is , tot het vangen van hetprooij,
Spinnekoppen zag paaren; 't welk zij, aan baare Draa- endaar informeert zij ookhaareijeren , zowelagter de C
den zich aflaatende, en onderde webben in de lucht losſe ſchors van oudeBoomen ; als in de hoeken van
, hangende, Buik tegen Buik deeden. Het lijf van't Schuttingen, Beſchotten en Muuren , zelfs in deHuis
Mannetje was onder dat van 't Wifjes en regtuit ge- zen . Deeze zijn het , die men zo dikwils, in de om : 12

ſtrekt,en datvan 'tWijfjedaar over ongekromd raaken- gekrulde Boom-of Plantbladeren , naar Rupſen willende
dehet Aarsgatvan 'tzelve,aan'tbovenſte des Agterlijfs zoeken, uit het ſpinzeltje, aan de agterzijde geinaakt:
» van't Mannetje;waar aanikevenwelgeenander Teel. ziet valien ,endusdienen zij eenigermaate tocverſchrika
deel onderſcheidenkon,dan een der Hoorntjes,het king van den Liefhebber. Haare zwarte koleur heeft 2
welk geknobbeld was,en dat hijgeduurigaanhet bo. zommigen ook doendenken , dat zijvenijnigerzouden
venſte des Agterlijfsvan 'tWijfje, en zulksbeurtelings, zijn dan anderen ; dog het vogt,dat, wanneer men za
*; (cheen te brengen. Ondertusſchenzijn de Pooten en met een ſpeld gek wetst heeft,uit haar lijfvloeit, is dan

1
SPL. SPI 9477

en helder, en droogt in weinig minuutenop, tot eenze derde Figuur van Seba word vertoond; welke Spinnekop
ker lijm . Lister heeft waargenomen, dat de eijeren aldaar geheel wanichapen is afgebeeld. Het Borstſtuk
van een anderen Spinnekop , dien hij op tafel gelegd had , heeft een zoort van indrukkingen, die als ſtraalen naar
het midden waar een kuiltje is zaamenloopen dog een
door zulk een Zwerver werden opgevreeten. , , ;
XXX. Zesoogige Spinnekop ; Aranea ſenoculata ; ( Ara. zodanige diepe dwarſe ſpleet, waar uit de baairtjes ,die
nea sculis tantum Jenis. LINN. Faun. Succ.) Deeze eigen- het Borstſtuk bedekken , als uit een middelpunt aan alle
{ chap verdient inderdaad eene afzondering van deandere kanten naar den rand zijn omgeboggen ; gelijkBALK
zoorten . Lister twijfelde, wel is waar, of zijn Ver . ſchrijft, dat men in die van het Kabinet van den Sweed.
grootglas hem ook bedroogen had , met maar zes Oogen fchen Kroonprins vond , kan ik in de mijnen niet ontdek.
in dic Inſekt aan te wijzen ; dog ik vind dat andere ook ken. Hij ſpreekt dat zonderling is, niet van de Voelers
dergelijke zesoogige Spinnen hebbengevonden. Doctor of Armen van deezen Spinnekop,die vanzommigen , one
SCOPOLT, in 'tbijzonder, heeft er ééne, die bij de Spin. dat zij in dikte en gedaante , zo zeer naar Pooten gelij
nekop van Homberg noemt, en vraagt , of het ook de ken , ook voor Pooten gehouden worden , en wel met
zelfde zoort als deeze zij. De aart is ten opzigte van dit gevolg, dat men dus, aan deeze Westindiſche Spin
de tevensmapier , even als die der naast voorgaande nekoppen tien Pooten toegeſchreeven heeft.
zoort . XXXII. Doornpootige Spinnekop ;Aranea ſpinimobilis;
Alle de Spinnekoppen , tot dus verre opgteld , maaken ( Aranea crurum ſpinis mobilibus nigris. ALB.) Deeze
Webben , om haar Aas te vangen gelijk wij gemeld heb: door D. SHANE, te Surinamen waargenoomen , had de
ben , dog de volgende zoorten , waar onder veele Uit grootte van die der voorgaande zoort; het Borstſtuk was
heemſche zijn , ſpinnen draaden langs welken zijloopen, oraalagtig , van agteren breder, van voorenverheven
rond en kaal ; het Agterlijf rondagtig,
om van de een naar de andere vier
of zich laaten afzakken ,LINNÆUS. van onderen met
plaats te koomen , zegt rijen van zwartagtige ſtippen , geelagtig bruin van
XXXI. Westindiſche Bosch -Spin ; Aranea avicularia ; koleur, dog het Borstſtuk en de Schenkels ijzergraauw
(Aranea thorace orbiculato convexe , centro transverſe exa- of rosagtig.. DePooten aan't end ongenageld, hadden,
+
vato. Linn. Amoen. Acad .) Men heeftin de Indién een aan het middelſtuk , gladde, regte, zwarte, beweeglij.
zoort van Spinnen , die wegens haare grootte niet alleen ke doornen .
.
maar ook wegens haare ruigte afſchuwlijk zijn. Op de : XXXIII. Fager-Spin; Aranea venatoria ; (Aranea fube
Westindiſche Eilanden zou men er kunnen vinden , van hirfuta, thorace orbiculato convexo , abdomine ovato mag.
wel één vuist groot zegt LABAT, die echter , gelijk door nitudine thoracis. Gron. Zooph .II.) De Afbeeldingen die
veele proefnemingen gebleeken is , geenzinsvenijnig zijn , van deeze zoort , door Linnæus aangehaald zijn , too.
en een wagt zich wel van ze te dooden, dewijl zij veel nen genoegzaam , dathet een geheel verſchillende zoort
dienst doen doorhet vernielen der Kakkerlakken , die in is , dan de voorgaande. Bij SLOANE word hij genoemt
haare webben zich verwarren . Dit moet dan een ander de groote ruige Huisſpin , die bruin is en de Pooten met
flag van Spinnekoppen zijn. Andere ſpreeken van zoda. zwarte Vlakken getekent heeft.
nigen , op die Eilanden voorkomende , wier Lijfde groot- XXXIV. Geoogde Spinnekop ; Aranea ocellata ; ( Ara.
te van de palm der hand heeft, en vergelijken derzelver nea femoribus ocellis tribus geminatis. Linn . Sijſt. Nat.)
Agterlijf bij een Duiven-Eij . De twee Haaken of Nij, Men behoeft zich thans niet te verwonderen, dat zom .
pers, die zij aan den Bek hebben , worden , zego men , migen deTeeldeelen aan 't end der Pooten ſtellen, daar
in goud gezet, en dan gebruikt tot Tandeſtookers , die men Spinnekoppen vind , met de Oogen aan de Beenen,
ver van venjinig , dienſtig zouden zijn , om de Tanden Dit voorwerp , ten minſte , uit de verzameling van de
voor 't bederf te bewaaren. Pater du Tertre , in te. Geer ofdoorden zelven beſchreeven , bad op ieder Dije
gendeel , zegt , dat zommigen die Spinnekoppen voorzeer drie vlakken met dubbelde witte Oogjes , en aan deSchen .
venijnig houden, en hij vergelijkt haar Agterlijf bij een kelen ook zulke vlakken , dog minder in getal. Men zwij.
Hoender-Eij. Door Piso word onder de Dieren van Bra ge nu van Argusſen met honderd Dogen , dewijl deeze
fil , van een Spinnekop gewag gemaakt , die zich in de Spinnekop er dan ten minſte , bij de tagtig moet hebben
ſpleeten der Rollen aldaar onthoud , zijnde meer dan ze. gehad. Het Borstſtuk heeft op zijn vlakte, een dubbel
ven duimen lang. de zwarte Vlak , en de plaats daar anders de Oogen ſtaan ,
Seba, die zekerlijk een weergalooze verzameling ge. is zwart. Het Agterlijf is bleek gewolkt , met een zwarte
had heeft van zeldzaamhede n der Natuur, verzekert ons, Ring ; de grootte als die van de Tarantula. In China
dat de Oostindiſche Spinnekoppen nog grooter vallen dan onthoud zich , zegt men dit Monſter; des het te be.
de Westindiſche. Hij heeft ze beide op éénePlaat doen grijpen is, waar om men op het Porcelein Gedrogten
afbeelden; zo wel die groote ruige Surinaamſche, waar afgebeeld vind.
van ik chans ſpreek , als twee Ceilonſche , die door de XXXV. Italiaanſche Spinnekop ; Tarantula ; ( Aranea
cierlijke tekening op 't borstſtuk uitmunten . Julius atra , pedibus fubtusatro fasciatis. Linn. Sijft.
LINNÆUS betrekt tot deeze zoort , zo wel de kleine Nat.) zie TARANTULA.
Ceilonſche van Seba als de Surinaamſche , welke in het XXXVI. Muurſpringer; Aranea ſcenica ; ( Aranea fa ..
Kabinet van den Erfprins van Sweeden , aan de Akademie liens nigra , lineis semicircularibus tribus albis transver.
van Upſal geſchonken , en naderhand in het Kabinet van fis. Linn. Faun. Suec.) Thans koomen wij tot die
haare Koninglijke Sweedſche Majesteit, zich bevonden , Spinnekoppen , welke een eigenſchap hebben , daar de
maar aan wier Pooten men geen Klaauwtjes kon ontdek. andere geheel niet van ſchijnen te weeten ; dat zij , na.
ken ; of om dat zij zo klein zijn , of ingetrokken en in 't melijk, in plaats van te loopen , als de Vlooijen ſprin.
haair verborgen als deklaauwen der Katten. Wat het Lijf gen . LISTER , ten minſte, verzekert zulks van deeze
aangaat, dit is in deeze doorgaans kleiner dan het Borst. zoort , welke zegt hij , op de agterſte Pooten gaat
kuk, zelfs in die ik in vogt bewaar ; hoewel zo oneven ſtaan , als of zij rondom keek , werwaards haare ſprong
redig klein , zelfs in mijne gedroogde niet, als het in de te rigten , en dan overvalt zij haar prooij , met kleine
VI Deel. ୧୨ (pron .
8478 SPL SPI. "

Sprongen. Getergd zijnde , geeft zij draaden uit, en POLI word deeze Zakdraager de Spinnekop. vap Lijeans
en maakt zich , tol beſchutting voor de winterkoude , genoemt.
een bekleedzel van dikke.webben , waar in zij tot Van dergelijke Wolfſpinnen , die wegens het roofzug.
aan het midden var februarij zich verſchuilt , dan tig vervolgen van haare prooijdus genoemt, en altemaal
voor den dag koomende om haar aas te zoeken . Aller- langs de aarde,zeldzaam op boomgewasſen gevonden wor.
Jei zoort van Muggen zijn haar liefſte voedzel. Men den , heeft Lister vier zoorten in Engeland waargeno
vind ze aan de wanden der Huizen , en in de Bosſchen men, onder welke een geele, met een langwerpig Lijf ,
zeer gemeen . de grootſte was. Volgens zijne afbeelding geleek dezel.
XXXVII. Boomſpringer; Aranea truncorum ; ( Aranea ve wel waar die groote OostindiſcheSpinnekoppen, bij SEBA
ſaliens nigra , dorfo punctis altis. : LINN. Faun. Suec.) afgebeeld. Een bruine die hei Agterlijf ſchuins geſtreept
Deeze is in Sweeden waargenomen , zo wel aan de wan: had , heeft hem voornaamelijk de gedagte eigenſchappen
den alsſtammen der boomen, Deepende altoos een draad der Jongen , in de voorgemelde Muisvaale beſchreeven ,
agter zich . doen ontdekken . Hij meent , dat zij de draaden uitſchie
XXXVIII. Steenſpringer; Aranea rupestris; ( Aranea ten , waar van hij een ongelooflijke menigte op de velden
faliens, abdomine maculata nigra , marginerubra medio van Kambridge, in het inidden vanoctober , als de Saf
alba. Linn. Faun. Suec. ) Deeze ook in Sweeden ge fraan word ingezaameld , bij zeer helder weer in de lucht
vonden , onthoud zich op dergelijke plaatzen , als de had zien zweeven. Wanneer men haar het Eijerzakjen
voorgaande. tragt van het Lijf te trekken , mids men het niet breekt;
XXXIX . Waterſpin ; Aranea aquatica ; ( Aranea livida , blijft het zelve aan een draad zitten , die zich toteen ver
abdomine ovato , linea transverja pun disque duobusexcaya- wonderlijke langte uitrekken laat,en, als men het zakjelos
tis. Linn. Faun . Suec ) Zie WATERSPIN. geeft door de Moeraanſtonds wederingepalmt word. Zul
XL . Zakdraager ; Aranea Saccata ; ( Aranea abdomine ke bekwaamheden heeft de Natuur de Schepzelen tot be
ovato ferrugineofusco . Linn. Faun . fuec.) Aangaande vordering van haar beſtaan en voortteeling, elk naar zij
deeze zoort ( zegt de Heer HouTTUIN) ſchreef mij wij. nen aart, ingeſchaapen ! De vierde zoort , die hij de eerſte
len den Heer Petrus BelKMEER, Medicina Doctor plaatst, is een zwarte Wolfſpin, welke ook haare Jon
se Enſchedé, in de maand februarij des jaars 1762, on- gen op de Rug draagt , en waar omtrent hij als een der
der andere zaaken de Natuurlijke Historie betreffende geheiinen van Doctor RAULEY, uit de aantekeningen van
bet geene volgt. „ Weet UW Ed. ook ergens geleezen zijne.Overgrootvader Doctor Lister bijbrengt, dat het
9 te hebbende Huishouding van die zonderlinge Spinne. gedistilleerde water van zwarte Spinnekoppen , een zeer
* koppen , welke in hetSijſtemaNaturæ van den Heer goedheelmiddel voor de wondenzij.
LINNÆus onder den naain van Saccifera of Zakdraager XLI. Meirſpin ; Aranea paluftris ; ( Aranea abdomine
voorkoomen , en welke haare eijertjes in een zeerkon- oblongo nebulofo , lineis lateralibus albis. Linn . Faun.
"; ftige Zak , uit een wonderlijke ſtoffe genaakt, en op Suec.) Dewijl LISTER , onder zijne Wolfjpinnen , die
een geeſtige wijze onder aan den Buik gehegt, inetzich altemaal Zakdraagendezijn , in geene zoort gewag maakt
► ondraagt . Hoe dat , namelijk , deeze eijtjes gekipt van het Borstſtuk, wederzijds en in't midden , met een
nj zijnde, hetjonge broedzel, beſtaande in een groote wit ſtreepje getekent te hebben; zo wistLinnæus nier,
menigte van kleine Spinnetjes , terſtond plaats neemt tot welke zoort van gemelde vier , hij deezezwarte , die
7, roouom het lighaam van de Moer , met de Koppen aan in de uitgedroogde Meiren of Moerasſen van Sweeden
> deszelfs Vel of Tepeltjes gehegt, 't welk als dan een gemeen is , t’huis zou brengen.
» groote ruigen Bol vertoont, die geſchakeerd is met wit- XLII. Groenagtige Spinnekop; Aranea virescens; A
teltippen ; wordendedit broedzel dus , door de tedere ranea abdomine oblongo flavo-viridi, lineis lateralibus albis.
Moeder vlug omgedraagen , en door haar bloed ofande. Linn. Faun. Suec.) Dergelijke witte zijdſtreepen heeft
re fappen , 20'tichijnt tot een zekere trap opgevoed , eenTuin- ofAaardſpin, welkevan Frisch onder de Sprin
m zelfs met verlies van haar eigen leven ? gefs betrokken word , om dat zij een Vlieg , die hij bij
Lister, die dit , als een algemeene eigenſchap van zij. haar in het glas wierp , met een ſprong bemagtigde Hij
neWolfsſpinnen heeft aangetekent, verbeeld zich ,dac de noemt ze ook de Kolvenz-Syin ,wegens de figuur van haa
Jongen van deeze zakdraagende Spin de geenen zijn die de re Armen , die zij dorſtig zijnde, met het dikke end in 't
herfstdraaden maaken ,waar van voorheen geſprooken is , water doopt, en dan het Vogtdus , daar mede, aan den Bek
en metdezelve in de lucht vliegen. Dit zijndie vliegende brengt, waar in de gevangen Vliegen door de baaken of
Spinnekopjes, waar van bij aan Rargeſchreeven had ; dog tanden gedrukt worden. Evenwel, merkt hij aan , is dic
men houd thans die draaden afkomſtig te zijn van ſpin- het enkele gebruik niet der gedagte Armen , wier dikſte
pende Mijten. De Webbe, merkt hij aan , word van dee deel of kolf aan het end een kraakbeenagtig werktuigjen
ze zakdraagende Spinnen klokswijze gemaakt op de hei heeft , om de prooij vast te houden ; dat haar derhalven
jen en velden , en dient haar Negts tot een Nest om in als tot Handen dient. Dat deeze kolven Teeideelen 200 .
te kruipen inet het eijerzakje',dat van het Wijfje nietop den zijn , gelijk men thans zich verbeelt, had hij niet
orde, waar in bij de Oogen plaatst, na
de rug inaar aan den buik gedraagen word , en tweemaal opgemerkt. Deonderſten
zo groot is als een peperkorrel, vliezig , wit van koleur, melijk de vier op een regte lijn , en de vier
blijvende ſtijf en rond, zelfs na dat er de jongen uitge- bovenſten als een omgekeerd Maantie , was door Doctor
kroopen zijn, terwijl hetAgterlijf, door de eijerlegging SCOPOLIen GEOFFROY, onder de Spinnekoppen van hun
ontledige en verſlapt , dit Beursje bedekt en daar op als land , zo het ſchijnt niet waargenomen,
zijne rusting heeft, volgens Frisch , die aanmerkt, dat Gedagte plaatzing is , wegens het opſteeken met een
de Spinnekop dit Zakje met Draaden vast aan't Lijf hegt, ſpeld , niet zo duidelijk zigtbaar als de koleur in dat
en het zelve naloopt, wanneer men't er afgeruktheeft ; kleine cierlijk goudgroene Surinaamſche Spinnetje van
begrende het dan wederom aan haaren Buik , gelijk SWAM . het welk boven dier uitmunt door de dikte en langte van
BERDAU Ook heeſe waargenomen . Door Doctor Sco- de Voorpooten ; weshalve-ik geloofdat het ook tot de
Zwer

1
SPI. SPL 3479

Zwervende en Springers of Wolfſpinnen behoort. Het van koleuren op de Rugge-ſchild maaken. Dit Spinnetje
Agterlijf heeft die ſchoone groene koleur, zo wel als de inderdaat, is zo wegens zijn poſtuur,als wegens de verſchei.
Armen , maar het Borstſtuk en de Pooten zijn thans glan- denheid van koleuren , dubbel waardig datmen het in een
. n onze Pro
zig bruin. Van de Oogen vertoonen zich voor aan den glas houde, om zijne werking na te ſpoorenI
Kop twee groote , die in’t midden tusſchen twee kleine vintiën is het mede niet onbekend ; zo min als de voor
re Itaan , en aan deeze Spinnekopjes een ſcherp Gezigt gaande zoorten .
moeten geeven . XLV. Vierdoornige Spinnekop ; Aranea tetracantka;
XLIII. Potſemaaker ; Aranda viatica ; ( Aranea abdo- ( Aranea abdomine lunato, ambitu quadridentato. LINN .
mine ſubrotundo, plano obtufo , pedibus quatuor posticis bre. Sijft. Nat.) Op't Eiland van St. Thomas is deeze zoort
visſimis, Linn . Faun. Suec.) Deeze kortheid der Ag- gevorden , die zeer wel naar de volgende gelijkt, maic
terpooten merkt Lister , als een algemeene eigenſchap van dezelve verſchilt door het getal der doornen of ſte .
aan, van zijne Krabagtige Spinnen , voornaamelijk aldus kels aan het Agterlijf; zij heeft het Borstſtuk ros en de
genoemtwegens haaren gang , die zo zonderling is, dat ik Pooten bloedrood; het Agterlijf roestkoleurig , en met
dit Inſekt wel de Potſemaaker mag noemen , aangezien zwarte ſtippen getekent, aan den omtrek vier doornen
mij de reden van den latijnſchen bijnaam nict blijất. In hebbende, waar van de twee zijdlingſche grooter, do
de geſtalte zo als Frisch het afgebeeld heeft, gelijkt het twee agterſte kleiner. Van de Oogen ,die er vier , trops.
boven dien , volkoomen naar een Krabbetje. Hij geeft wijze bij elkander, op den Kop , en twee zijdlings enkeld
er maar zes Oogen aan , allen even groot, dog Listen ſtaan , heeft LINNBUS maar zes in dit voorwerp kunnen
agt , twee voor den Kop , twee agterlijker en vier op de waarneemen.
zijden ; die altemaal vuurig , met een purperglans, blin. XLVI. Krabagtige Spinnekop; Aranda cancriformis ;
ken , wanneer men ze naauwkeurig beſchouwt. De ko. ( Aranea abdomine ſemiorbiculato, ambitu ſexdentato. Linn.
leuris in zommigen bleek of citroenagtig , in andere hoog Sijft. Nat .) Den Ridder H. SLOANE noemt dit klein Veld .
geel , en in eenigen oranjekoleurig ofbruingeel met roo- ſpinnetje van krabswijze gedaante , dat een ſpirale Web
zekoleurige ſtreepen , volgens FRISCH , die baar de Tuin- heeft , hebbende het Agterlijf van boven wit , als met ver.
Spin noemt , met lange Voorpooten en een plat Agter- nis overtoogen en met zwarte ſtippen getekent, zijndo
lijf. Die lange Voorpooten zijn , volgens GEOFFROY , op de zijde bezet met zes doorntjes. Brown noemt zijn
bij wien het de eerſte zijner Spinnekoppen is , geel en zwart Krabagtig Spinnetje van Jamaika, zwart, dat
geringd. Deeze meld, dat dezelve haar Eijerzakje met zich het den Kop en 't Borstſtuk onderſcheidelijk heeft, dog
oindraagt ; dog Lister had het zelve aan een takje van dan worden de twee dikke Tanden of Nijpers voor den
doornige Brem vastzittende gevonden , wordende door Kop genomen .
de Moer , die erals op zat te broeden , wel bewaard. Het XLVII. Agtdoornige Spinnekop ; Aranea ſpinofa ; ( Ara .
Dier , zegt hij, (chijnt zich te vermaaken door het uit. nea fpinis dorſalibus odonis , posticis duabus patentibus,
ſchieten van Draaden , het loopen langs dezelve en daar abdomine ſubtus conico. Linn . Sijſt. Nat.) Deeze die in
aanhangende in de lucht te Ningeren. Het ſcheen hem Surinaame te huis hoort , heeft het Lijfmet agt doorns
een kwaadaartige Spin te zijn ; ten minſte was hem de fie bezet, waar van twee groote zijdlings uitkeeken , en het
guur en gang zeer afſchuwlijk ; hoewel hij nooit ongemak Agterlijf als gevorkt maaken .
aan zijne Handen had beſpeurd , van het daar mede aan te SPINNEKOP -KRAB, zie KRABBEN , R. XXX .
vatten en te vangen . pag . 1623 .
XLIV. Bontpootige Spinnekop ; Aranea lævipes ; ( Ara , SPINNE -KRUID , zie PHALANGIUM .
bdomine rhombeo depresſo, pedibus transverſaliter ex . SPION ; Verſpieder ; in 't fransch Eſpion. Door de
tenſis variegatis. LINN. Faun. Suec. ) Met deeze ſchijnt bank noemtmen dus , zodanige Menſchen, het zij Soldaa
de tweede zoort der Krabagtige van LISTER overeen te ten of Boeren , welkemen in een Vesting, Leger enz. weet
koomen , die wegens de vlugheid in 't loopen van deezen te brengen , om ten aanzien van de geſteldheid en beweeg
te bekooinen.
Autheur levipes , nietlævipes, genoemd word. Hij telt ging der Vijanden, onderrigtzoort
dezelve onder de kleinſten , en merkt aan , dat men ze Daar zijn verſcheiderlei van Spions. Men vind
'swinters, dikwils verſchoolen vind in oude Vogelnes. er bijVorſten , in de Kabinet:en der Staatsdienaars , bij
ten of in opgehoopte dorre Bladeren ; maar bij zomer zegt de Bevelhebbers in de Legers , in de vijandelijke Steden ,
hij , vervolgt ze in heggen en wildernisſen haare prooij, ten platten Lande , enz.
zijnde in de noordelijke deelen vanEngelandzeldzaamer. Zommige bieden zich aan , andere worden door de zorg
De koleur was oruinagtig, dog wanneer men 'tvoorwerp en vlijt van den Staatsdienaar, Generaal, of die het beo
tegen de Son oftegen de kaarsbield , als verguld. Die, wind van de uitvoering der zaaken is toevertrouwt, ge.
welke Frisch de wit en zwart geſprenkelde Boomſchors formeerd ; en alle worden , door gierigheid en zugt tot
Spin noemt,om dat zijhaare draaden over de ſcheuren winst,gelokt. Het behoort aan den Vorst en zijneStaatsa
van de ſchors of in de hoekjes, der takken ſpant , ſchijnt dienaars, de voorneemensvan zijnen Vijand te ontdekken.
dan in koleur ten minſte , merkelijk te verſchillen.. Het is de pligt van een Generaal en van die geene wel
Deeze laatſte Autheur maakt, onder de Europiſchen , ke met hem medewerken tot welzijn van de gemeeno
nog gewag van een ander Tuinſpinnetje ; 't welk de zon . zaak , om goede Spions toeteſtellen .
derlinge eigenſchap heeft , van het Borstſtuk , bijnaaltoos, In't algemeen , bekoome men onderrigtingen van de
tegen het Agterlijf omgeboogen te houden , zo dat het Spions, en nimmer ontdekt men zich aan hun Tot een
zich als gebogchelt vertoont of dubbeld te zaamen gevou- en dezelfde zaak ſteld men er verſcheidene te werk , die
wen , met de voorſte Pooten over den Kop heen. Het malkanderen niet kennen; niminer moet men eenige onder
Borstſtuk heeft van boven , twee vermiljoen roode vlak . handeling anders als in ’t geheim met hun hebben . Veel.
ken , met een witte zoom , waar tusſchen een zwarte fi tijds onderhoud men hun over zaaken daar men weinig
guur is met een witte vlak in 'tmidden , van welke we : belang heeft. Men doet hun veel ſpreeken , en zegt
in heeft.
belang in
derzijds vier ſtrecpen afgaan , die een aartige mengeling hun weinig , om hier door hunne bekwaamheid en aart
Qq2
3480 SPI .

de leeren kennett . zodanige middelen te baate te hebben genoomen. Der


De Spions zelven moet men door anderen laaten ver. Onderdaan te verlokken, om zijn Vaderland te verraa
ſpieden , na dat men van hun geſcheiden is , om te on- den ; een Trouwfooze over te haalen , om een Magazijn
derzoeken , of zij met valschheid omgaan ,'t geen dikwerf in brand te ſteeken ; de getrouwheid van een Bevelheb.
gebeurt. Wanneer men op het afzonderlijk rapport van ber te toetzen , hem te verleiden en te beweegen om de
verſcheidene, ztker denkt te kunnen zijn dat zij waar. Vesting over te geeven die hem is toevertrouwe, is die
heid hebben geſprooken , laat men ze afzonderlijk bewaa. Menſchen aan te zetten , om allerafſchuwelijk te mis.
ren. Is het om een onderneeming ten uitvoer te bren. daden te plegen. Is het eerlijk om zelfs zijn allerergſte
gen , brengtmen ze er afzonderlijk na toe , men onder. Vijand ondeugend te maaken, en tot het pleegen van
vraagt hen dikwils, en ziet of zij in 't verhaal der zaa- guiteſtukken te lokken ? Op zijn best genoomen , zou
ken met malkander overeenſtemmen . de -men zodanige handelingen in een allerregtveerdigſten
Gemeenlijk worden de Spions ontdekt zijnde , met den Oorlog kunnen verontfchuldigen , wanneer het er opaan
dood geſtraft , en dit koomt inet de rechtveerdigheid over- kwam ,om den ondergang van het Vaderland door een on
een ; dewijl men genoegzaam geen andere middelen heeft, regtvaardig Veroveraar gedreigt ,daar door voor te koo
oin zich voor het kwaad te bchoeden , dat zij ons kunnen men en te beletten. Het ſchijnt, dat als dan den On
toebrengen. Hier om is het ook , dat een Man van een derdaan of Bevelhebber , die zijn Vorst in een baar.
die zich niet wil blootftellen , door Beuls handen te blijkelijke onrechtvaardige zaak , verried , in geenen dec.
fterven , een afkeer heeft om de rol van Spion te ſpee- le , zulk een haatelijken misdaad zoude plegen. Want
len ; en behalven dat , oordeelt hij zulks onweerdig van een zodaanige , welke zelfs niet ſchroomt onn de pligten
hem , om da: dit gevaarlijk ambagt niet kan geoeffend van eer , deugd en regeveerdigheid ce vertreeden , ver.
worden , als met een zoort van verraad vérzeld gaande. dient om op zijn beurt ook , de uitwerkzelen van trouwe in
Hier uit volgtook , dat de Souverain geen recht heeft, om loosheid en ondeugd te ondervinden , en indien iemand
een dusdanigen dienst van zijne Onderdaanen te vorderen, immer verſchooning verdient, van de geſtrenge regels
ten zij in een zeer buitengewoon gevai . Doorhet lokaas die de eerlijkheid voorfchrijft, te overtreden , is zulks
van winst, nodigt hij er laagdenkende en baatzugtige zie- tegens een Vijand van zulk een imborst , en in een dus.
len toe. Indien de zulken welke hij gebruikt, zich van danig hachgelijk uiterſte. De Romeinen wiens denkbeel
zelfs koomen aanbieden , of indien hij er geen anderen den over de rechten van Oorlog , doorgaans zo zuiver I
toe aanzet, als Menſchen dat geen Onderdaanen van dert en edelmoedig waaren , keurden die linkſe practijker Porn

Vijand zijn , en daar generhande betrekking op heeft , zo volkoomen af. De zegen door den Burgemeeſter Servi.
is het ongetwijffelt , dat hij op eene weteige wijze , en LIUS CAPIO OP VIBIATUS behaald , droeg geenzintshun
zonder gemoedsknaaging van hunnen dienst kan gebruik ne toejuiching weg ,en vraagt men waarom ? om datdie C.:
maaken . Maar is het geoorlooft ?kooithetwelmet de gekogt was. VAL. MAXÍMus zegt , dat zij door een dub
eerlijkheid overeen ? de Onderdaanen van zijnen Vijand belde trouwloosheid wierd bezoetelt; EUTROPIUS, en
aan te zoeken om hem te verraaden , en hem tot Spions té een ander Geſchigtſchrijver, meld , dat den Raad die nies
dienen ? goedkeurde. PLUTARCHUS.
Deeze vraag bepaalt zich in 't algemeen tot het onder- Anders is het gelegen , met enkel de aanbieding van een
zoek , of het geoorlooft is , Onderdaanen of andere lie- Schurk en Verraader aan te neemen ;men verleid denzel
den die aan den Vijand behooren , te verleiden , om hunnen ve niet; en men kan voordeel van zijn misdaad trekken,
pligt door een ſchandelijk verraad, te vertreeden ? Hier dezelve verafſchuwende. De Deſerteurs, de Overloo
is het , dar men moet onderſcheiden , watmen aan den pers , plegen eene misdaad tegens hunnen Souverain;
Vijand niettegenſtaande den Oorlog verſchuldigt is, en wat men neemt ze nogtans aan , uit krage van het recht des
de inwendige wetten van het geweeten , en de regelen Oorlogs , 20 als de Romeinſche Wetgevers ons leeren.
der eerlijkheid , van ons eisſchen. Wij kunnen alle onze Indien een Bevelhebber zich zelven verkoopt, en aan.
kragten inſpannen , om den Vijand door alle moogelijke bied de aan hem vertrouwde Vesting voor geld over te
middelen te verzwakken , mits dat die niet ſtrijden met het leveren , zal men als dan ſchroomen om van zijn misdaad
algemeene welzijn der Maatſchappije; zo als 't vergif, voordeel te trekken , en om zonder gevaar dat geenete
en verraderlijk om hals brengen. De verleiding nu van bekoomen , 't welk men regt had on door geweld te net
een Onderdaan , oin voor Spion te dienen ; die van een men ? Maar indien men zich in ſtaat bevind, om zijn
Bevelhebber om de aan hem vertrouw de Vesting over te doel zonder behulp van Verraaders te bereiken, is her
geeven , tasten geenzints de zuilen van heo algemeene edelmoedig en grootsch , met hunne aanbieding verwel. 1

welzijn der Menſchen , en hunne veiligheid, aaſi. On pende,te toonen , welk een verregaanden afkeer zodanige 1

derdaanen tot Spions voor den Vijand verſtrekkende, is gruwelen , aan grootmoedige zielen inboefemt. ka
geen onoverkoomelijk en doodlijk kwaad ; men kan zich SPIONS , zie HONDEN .
tot op een zekere hoogte; voor hun wagten ; en wat de : SPIPOLET , zie LEEURIKKEN , % . VII. pag.
veiligheid der Vestingen betreft , is het aan den Sou. 1795.
verain ', om een goede keuſe te doen , ten aanzien van SPIRÆA, is de naam van een Heestergewas, 'twerk
die geene, aan wienbij dezelve vertrouwt. Diemidde genoegzaam inallede Europiſchetaalen , eveneensword
len zijn bij gevolg in den Oorlog , niet ſtrijdende met het genoemt.
uitwendig recht der Volkeren ; en den Vijand heeft geen Kenmerken . Derzelver Blom beſtaat uit veele Bladen,
tegt om er zich over te beklaagen , of het zelve een die in eene kringswijze order ſtaan , en zich in de gemo !
Haatelijken aanſlag te noemen ;ook zijnzij in alle Oor- daante vaneen Rocs uitbreiden , uit welker bloem-kelk
Jogen practicabel. Maarde vraag is , zijn zij eerlijk en het ſtijltje voortkome, 'twelk naderhandeenvruge word.
met dewertenvan een zuiver geweeten overeen te bren- uit verſcheidenpeulen beſtaande, waar in verſcheidene
gen ? Ongetwijfelt Deen ; en zulks gevoelen de Bevel- langwerpige zaadjes zijn beflooten.
bebbers zelven: wel , dewijl die zich rimmer beroemen , Zoarter Schoon zommige Kruidkundigen , veelerleij
2001
SPI. SPE 3481
soorten van dit Heester optellen , zijn echter de drie raigne afgeleid hebben , dat de Gráuwbunders volgen
volgenden wel de voornaamſte. in hun Muferaing. De Italiaanen noemen her Toparogno,
1. Druifjes Wilg, of Spiraea met wilge bladen ; Spiraea de Spanjaarden Ratto Pequenno of Murganho , de Swie
Theophrasti forte, Clus. Hiſt. 1. p.80 ; Spiraea frutex fo. zers Mutzet, de Duitſchers Spitsmaufs. De Engelfchen
liis Jalignis ferratis. C. Bauh. Pin. 475 .; Spiraea falicis geeven er den naam aan van Shrew , Shrew -Mauſe of
folio longiore ferrato, floribus rubris. AMM . Ruth. 205.; Hardy-Shrew.
Spiraea ſativis folio. TOURNEF. Inſt. 018 .; (Spiraea for Dereden van deeze benaamingen zal ten deele van de
liis lanceolatis obtufis ferratis nudis , floribus duplicato-ra- figuur de Lighaams, waar door het naar een Muis gelijkt,
cemofis. Linn. Spec . Plant.) ten deele van de vlugheid en manier van in den grond te
2. Boomagtig St. Fanskruid , of Spiraea met St. Fans. booren , afgeleid moeten worden . Het is ook aan zijne
kruid bladen; Hijpericum arborescens ; Pruno Silvestri af- ftank te onderſcheiden , en ſchijnt vergiftig te zijn. Men
finis canadenſis. BAUH. Pin. 517.; Spiraea hijperici folio , heeftveel moeiteom het te vangen ;het doetaan de Wijn .
non crenato. TOURNEF. Inft. 618 . ; (Spiraea foliis integer- gaarden , en de Aard. of Boom-vrugten in 't algemeen,
Timis , umbellis ſesſilibus. Linn. Spec. Plant.) veel ſchade. Men vind het door geheel Europa , zowel
3. Spiraea met Watervliers.bladen; Spiraea opuli folio. in de noordelijke landen ,als in Italie, daar volgens Ges
Tournef. Inft.618.; Evonijmus virginiana , ribefii folio, NERUS , de beet van dit Diertje venijnig zou zijn, en Di.
capſulis elegantis bullatis. Comm. Hort. 1.0.109.; ( Spi- OSCORIDESmeld , dathet zelve geopend en op de beet ge .
taea foliis lobatisferratis, corijmbis terminalibus. Linn. legd, tot geneezing daar van Ärekt. +

Spec . Plant.) RAJUs onderſcheid het van de Muizen ; dat het kleiner
Plaats. De eerſte zoort groeit patuurlijk in het wild , zij; dat het den Snoet langer en als van een Varken heeft;
in de bosſchen van Sileſien , Ooſtenrijk , en inzonder- aan de Vingeren der Pooten, die vijf in getal zijn ; aan
heid , in de koude noordelijke landen , in Tartarijen , Si. de Oogen , die klein zijn en zwart; aan de kortheid der
5 berien enz. De tweede en derde zoort groeit in de West- Ooren ; de zwarte koleur; de lange witte Nagelen en de
indiſche lanáſtreeken , Virginien , Canada , en elders. ſcherpe Tanden , die niet van de Kiezen afſtaan . '
Van de tweede is er nog een medezoort , die gekertelde De langte des Lighaams is , volgens den Heer BRISON ,
Bladen heeft en in Spanjen groeit. van't end van den Snoet tot aan 't begin van de Staart ,
3 Kweeking . Alle de zoorten van Spiraea, beminnen derdehalf duim , die van den Kop drie vierden , en van de
een goede, losſe , liefst zandagtige grond, er kunnen Staart vijf vierden duims, dog volgens LINNÆUS is de
onze winterkoudegemakkelijk doorſtaan. Derzelver ver- Staart langer dan 't Lijf. De Neus ſteekt ver over den
meerdering. geſchied zeer gemakkelijk door de uitloopers, Onderkaak heen en is zeer ſpits; waar van het 'Spitsmuis
die ze doorgaans overvloedig voortbrengen , inzonder genoemt word. De Oogen zijn klein en zwart, de 00
heid de eerſte zoort , en daar die ontbreeken , door inleg. ren en Pooten kort, iedermet vijf Vingeren. Boven op heç
ging, der jonge takken. Lijf is de koleur bruinros , var, onderen witagtig , gelijk
Gebruik. Aangaande het gebruik in de Hoven van dit ook die der Pooten ; in ieder Kaak ſtaan twee puntige
Heeſter- gewas ; men plant dezelve wegens haare fraaije Snijtanden , de bovenſten ingekeept en haakig , de onder .
Bloemen , hier of daar in de tuinen , op de rabatten der ſten voorwaards uititeekende,cen weinig krom naar het
Bloemperken en elders. Ook wel in de kleine Bosquets
end toe ; behalve welken het Diertje drie dondstanden
onder ander wild gewas , inzonderheid , de eerſte zoort.
wederzijds beeft, aan de Bovenkaak , en twee aan de
Van de eerſte en tweede soort kan men ook laage Scheer.
Onderkaak , zijnde, daarenboven , met vier Kiezen aan
heggen planten , die tamelijk fraaij op 't oog zijn , dog als
beide zijden boven , en drie onder in den Mond , voor
dan nietſterk bloeijer. zien , zo dat het getal der Tanden in 't geheel agt- en ,
SPIRITUS , zie GEEST. twintig is.
SPIRITUS CARDIACUS , zie GEEST (HART. SEBA ſpreekt van een Oostindiſche Spitsmuis , Santis
E
genoemt , dien bij afbeeld , en BRISSON beſchrijft een A.
STER KEND DE
SPIRITUS ). TRIBUS , zie MIXTURA SIM. merikaanſchen , welke wat grooter fchijnt te zijn , als de
PLEX langte hebbende van omtreni vijf vingeren ; bruin van ko.
SPIRITUS LAVENDULÆ , zie EAU DE LA leur met drie zwarte banden of ſtreepen ,langsheen, op
VANDE . de Rug Deeze onthoud zich , zegt hij , in Braſil.
SPIRITUS PANIS , zie GEEST VAN BROOD . - II. Gekonde Spitsmuis ; Mus criſtatus; ( Sorex mari .
SPIRITUS VINI , zic BRANDEWIJN . * bus criſtatis , cauda corpore breviore. Linn. Sijft. Nat.)
SPITSMUISEN , is de naam van een viervoetig Die De gedaante van deeze is als een Mol , de koleur zwart,
Ten Geſagt, 't welk de Heer LINNÆUS mede onder de die van de Pootjes ſneeuwwit . Het Diertje heeft geen
latijnſche naam van Sorex bétrekt , en waar van hij tot Ooren , maar een zeer langen Snoet. De Staart is om
kenmerken opgeeft ; twee voortanden , die in tweěn ge- trent kaal, de helft korter dan het lijf en van de zelfde
ſpleeten zijn , in de bovenkaak ; vier in de onderkaak , koleur. De Neurgaten zijn omringd met haairtjes , die
de twee middelſte korterdan de anderen ; wederzijds ver. Atraalswijze in't rond daarom heen ſtaan , van tien tot
ſcheidene Hoektanden . Zijn Ed . beſchrijft er thans drie vijftien in getal , maakende een zoort van Kam of Kuif,
zoorten van ; namelijk de Spitsmuis , de Gekamde en die dog naakt gelijk in den Egel . Het onthoud zich , vol.
zich aan 'e water onthoud. gens den Heer Kalm , in Penſilvanie. '
1. Spitsmuis ; Mus araneus; (Sorex cauda corpore lon- III . Water -Spitsmuis ; Mus aquaticus ; ( Sorex plantis
giore. Linn. Sijft. Nat.) Grooielijks verſchillende zijn palmatis, palmis, cardaqué corpore breviore ,albis. LINN.
de naamen , welke dit Dier in de bijzondere taalen , van Sijft. Nat. ) Dit is de zwarte Virginiſche Mol van SE
Europa zelfs, voert. In 't hebreeusch noemtmen 't zelve BA , welke volgens den zelfden Reiziger, in Noord Am
Kaanafa , in't grieksch Mugalee, in 't latijn is de gewoo- merika doorgaans gevonden word ; zijnde van lighaams
De naam Muſaraneus, waar van de Franſchen hecMufe geſtalte als de voorgaandemaar , aschgraauw ofbruin van
Qq 3 ko
3415 SPL . SPO. SPO.

koleur; de Staart viermaal korter dan het lijf, Bais- te faaten toekoomen , watwijgezien hebben in de Proc.
son zegt, dat het haair is glimmend zwart , gemengd met ven welken wij gedaan hebben aan den zeekant; het we
hoog purper, gelijk men dit Dier in 't Werk van SEBA ge • zenlijke vanhet gene over dit onderwerp gezegd is van de
koleurd vind. Hedendaagſchen zowelals van de Ouden ; en eindelijk hoe
SPLANCHNOLOGIA , verſtaat men in de Ontleed- na zij koomen aan de Alcijoriums, een zoort van wezens
kunde , eeneverbandeling of uitlegging der Ingewanden naast boven dezelven op den trap der natuure , als zijnde
door, waar in 't onderwerp van dat gedeelte der Ontleed . eene trede nader aan de gedaante van Dieren.
kunde , word voorgedraagen . Als wij de Ouden raadpleegen , zullenwe bevinden ,
Dit woord is gevormd van het Griekſche relazX" , dat de perzoonen die in den tijd van ARISTOTELES hun
viscera ,, ingewand , en Aogos , redevoering. werk inaakten, van deeze zelfſtandigheden te verzameler,
De Splanchnologia is dat gedeelte van de Sarcologia, een zekeregevoeligheid , als eene krimping, gewaarwier
het welke van de inwendige deelen , en inzonderheid den als zij dezelven van de rotzen aftrokken ; en in den
van de ingewanden handelt. tijd van Plinius was men nog in het zelfde gevoelen, 100
SPLELT, zie FISSURA , dat zij een zoort van gevoel of diarlijk leven in zich hade
SPLEETBREUKEN , zie FISSURÆ OSSIUM. den ; maar na dien tijd had men geene achting voor dat
SPLEETEN , zie KLOOVEN. zoort van kundigheid , en het bleef een ſtuk van twijfe.
SPLEN , zie MILT. ling , tot dat de doorlugtige Graaf MARSIGLI uitſpraak
SPLENETICA , zie MILT-MIDDELEN. deed datze groeijende wezens waaren , gelijk hij ook geo es
SPLENIA, betekent Compresſen of Drukdoeken , daan heeft, van alle Korialen , Keratophijtors en Alcije. Bi
welke mede tot de Chirurgicaale werktuigen behoo . niums enz. ge
ren . Na bem viel het den ſchranderen Dr. Personel to
SPLINTERS VAN GEBROOKEN BEENEN , zie beurt , in zijne onderzoekingen te ontdekken dat het
FRAGMENTA OSSIUM. Dieren waaren , ofliever, gelijk bijze noemt , een werk.
SPOG , zie KWIJL. ſtuk van Dieren , gemaakt door een zoort van Urtica ma. 200.
SPONDILIUM , zie SPHONDILIUM. rina ; dog bij nader onderzoek van deeze ingewikkelde
SPONDILOLIJTES ; is de naam die eenige Schrij: lighaamen in zeewaater te Guadeloupe , vereerde hijbet
vers aan de werwelbeenderen der Visſchen hebben ge. Koninglijk Genootſchap met een brief, van daar gedagtes
geeven , die op verſcheidene plaatzen in de boeſem kent imaart 1757 , waar in hij een bijzonder berigt beeft
der Aarde worden gevonden , zo als in Tirol, te Dax gegeeven van het Dier welk hij ons verzekert de Spons to
enz. vormen. In zijne beſchrijving van het Dier , als ook van
SPONGIE , zie SPONS. de wijze van de Spons te maaken , is iet zo aanmerkens.
SPONGIEUS, is de naam die men aan verſcheidene waardig , dat ik eenige van de gewigtigſte deelen er van
deelen van het Lighaam geeft, ter oorzaake van derzel zal meiden , om de waarſchijnlijkheid van zijn gevoe.
ver zamenweefzel die poreus en met holtens voorzien , len aan Uw en het Koninglijk Genooiſchap te onderwer
20 als die van een ſpons is , 20 als bij voorbeeld het ſpons. pen .
agtig lighaam der Penis enz. De Spongieuſe beenderen Hij merkt aan dat het zelfde zoort van Dier de vier
van den neus, diemen ook Os cribriforme noemt. voornaame zoorten van Spons, door Vader PlumIER
SPONGIOLITES , is de naam van een Steen volko. beſchreeven , als de Pijp -Spons , de Koordlijkende
men na Paddeſtoelen gelijkende, welke in de buurt van Spons , de gevingerde-Spois, en de Honigraat-Sportu
.

Bologno in Italien word gevonden . maakt ".


>
SPONGITES , met deeze naam hebben eenige Na. Deeze Sponſen ” , zegt hjj , „,beſtaan uit harde vaste
tuurbeſchrijvers ligte en ſpongieuſe Steenen willen bete- » vezelen, dubbeld rond gedraaid , en de tusſchenruim.
ken , die niet anders zijn als verkorſtingen ( incruſtations ), ten zijn gevuld met een taaije Nijmige ſtoffe, hebben.
in het water , op zee -lighaamen , of voortbrengzels uit „ de grooteholten , met rolrondepijpen verſpreid door
het groeijend Rijk , te wege gebragt, de geheele zelfſtandigheid , een zoort van doolhof
SPONS ; Spongie ; dit geſlagt van voortbrengzelen , maakende , welke vol is van deeze Women ".
)

behoort onder dezodanigen , welkers twijffelagtigen aart Hij zegt, hij had bemerkt , dat de Sponſen beginnen
tot heden toe nog niet volkoomen bekend is. Zie hier „ gemaakt te worden op een knop van ſteengewor.
't geen de groote Natuuronderzoeker Joh. ELLIS, over ,, den zand ofeenanderedergelijkeſtoffe, rondom wel.
de natuur en vorming der Sponfen , aan Dr. SOLANDER ke de Wormen beginnen te werken , enrondomwelke 102
ſchrijft. Philofophical Tranſałt. Vol. LV. zij intrekken als hun laatſte verblijf of toevlugt". G.SE
Gij die uw bij uitſtekendheid oefent in de natuur , ziet Hier på gaat hij voort om er eene beſchrijving van de
haar in alle haare werkingen voortgaan met geregelde op geeven , welke is , dat zij zijn een derde van een lijn
klimmingen van het geringſte tot het volmaakſte van alle dik , twee of drie lijnen lang , van een kegelvormige
geſchapen wezens ; onder de Dieren welken gemeenlijk gedaante , met een klein zwart hoofd voorzien met twee
Zoophijten genoemt worden , kunt gij een baarblijkelijke » nijpers ; hetander uiteinde is vierkant , en veelbreeder
opklimming , van een ruwe onregelmaatig gevormde Spons dan het hoofd.Hunne beweeging begint bij denſtaart,
(welk het laagſte wezen is , welk mij totnog toe is voor. » en eindigt aan het hoofd. Zij zijn 20 doorſchijnend ,
gekoomen eene ſchijnbaarbeid van dierlijk leven te heb. dat de oinloop van het bloed gezien kan worden ; en
ben) tot het ſchoon en cierlijk rood koraal. waar de ingewanden moeſten zijn , is een zoor van
De natuur en vorming van de Spons, tot nog toe niet kringswijze beweegingvaneenzwartagtige ſtoffe:
ten volle nageſpoort zijnde , zal elke poging om dit dui . heen en weer gaandein het Dier. Hij zegt, dat hij
Itere deel der natuure op te helderen ,den Onderzoekzug- . dezelvebuitendeSpons, meerdan een uurin 'tleven
tigen genoegen geeven. Het oogmerk dan van deezen heeft gehouden , en ,(het welk zeerbijzonder is)aawan:
w d r e
brief is, het Koninglijke Genootſchapdoor uwe banden ; neer hijze bragtnabij een ſtuk verſche Sporas, #nes .
.: SPO. SPO . 9483
Desten vogtig waaren , en waar uit hij hen te voore plaatze aanhaalen vau dien getrouwen pavorſcher der na.
» genomen had , bij er hen wederom zag inkruipen en tuur , den beroemden Graaf MARSIGLI , in zijne Histoia
verdwijnen. Hij gaat voort ons te zeggen , dat dee. te Phij fique de la Mer.p 53. die , niet tegenftaande hij
», ze Wormen geen afzonderlijke huizing hebben ; dat dezelve hield voor Gewasſen zo wel als deKoraalen ,
zij zonder onderſcheid wandelen in den pijpagtigen enz. in zijn hoofdſtuk over de Sponfen , deze bijzondere
doolhof, zo dat , zegt hij , hij zonder de agting van waarneeming heeft, welke volſtrekt het tegendeel bewijst.
PLINTUS- en andere Natuurkundigen te verkorten , Ik heb een genoegzaamen voorraad van Gewasſen
niet zien kan , dat het in hunne magt zij de lichaa: ,, om er een geheele Kruidkunde van te maaken , en ver.
», men der Spunſen te verwijden of zaamentetrekken , ſcheiden bijzondere bedenkingen aangaande de ſijftole
welken altijd blijven in den zeifden ſtaat van grootte , ,, en diaſtole, welke ik opgemerkt heb in veele ronde
zonder gevoelig te wezen van aanraaking , als zijnde », openingen van deeze planten , terwijl ze uit zee ko.
een levenloos lichaam , en al het gevoelige leven be- » men , eene beweging welke duurt zo lang tot dat het
> hoorende tot de Wormen ,9. » water ten eenemaal verteerd is".
Voorts zegt bij ons , , dat zij met de kwijl of het fap Niets kan duidelijker beſchrijven 't geene ik in onze
> welk zij afgeeven , de Spons doen grooter worden of Sponſen gezien heb , zo dat , met toegeving aan het toen
» groeijen , gelijk de Bijen en Wespen , en voornaam : inaals heerſcliende gevoelen dat ze Gewasſen waaren ,
) , Jijk de Houtluizen van Amerika , hunne nesten en huis. hij , zo mij dunkt , de waarheid nader is , dan het berigt
„ jes vergrooten". van Personel aangaande de formeering der Sponſen
Dit berigt mij zo ſtrijdig voorkoomende tegen de wer door kleine Dieren die heen en weder loopen indendool.
king der natuur , in de vormingvan de andere hieraan ge. hof van de pijpen , om dit zo bijzonder dierlijk werkſtuk
lijkende Zee-lichaamen , Zophijten genoemt , gelijk Ko. zaagen te ſtellen.
raalen , Keratophijtons en Alcijoniums, voornaamlijk de Ik zal nu overgaan om te toonen hoc na zij koomen
laatſten , deed mij de waarheid vinden van zulk een buiten aan de Alcijoniums, ten opzigte van de inwendige gedaan
gewoone ontdekking. te en maniere van groeijing.
In het jaar 1702 dan , wanneer wij bij malkander waa- Men moet , om hier van begrip te maaken , eene regl.
ren aan den zeekant bij Brighthelmſtone, ontleedden wij ſtandige en waterpas vlakke (neede van de gemeene win .
met veei omzichtigheid de Spongia medullam panis referens, kel.Spons beſchouwen; en dit kan elk een gemaklijk doen ;
of de kruim van brood-Spons, in hoope van de kleine Die- engelijke ſneden vande Alcijonium manus marina , met
ren te ontdekken, welken onderſteld waaren dezelve te het bloote oog en met een vergrootglas; om dat deeze
maaken ; en wij waaren vervonderd een groote menigte zoort ook gemaklijk te krijgen is.
van kleine Wormen er in te vinden , in't bijzonder een Men zal zien , dat de zaamgevoegde pijpen van bei
zeer klein zoort van Neris ofzee-Scolopendra. Dog deeze den opkoomen van het gedeelte met welk zij aan deRot.
Worinen ſcheenen baarblijklijk , in plaats van de Werke zen vast zitten enz. Hier van daan breiden zich beide
meeſters er van tewezen , zich een weg geboord te heb zoorten in takken uit, en zwellen in onregelmatige kwab.
ben in deeze zagte zelfſtandigheid, en zich dezelve alleen ben , met dit onderſcheid, dat de oppervlakte van de Spons
tot een plaats van verblijf en veiligheid te doen dienen. bedekt is met holen , voorzien met kleine punten , als
Hier na gingen wij de zee-kust langs tot Klein Hampton , kleine doornen ; de oppervlakte van de Alcijonium met ze.
Dabij Arundel, op de kust van Susſex , waar wij uit de ſternde openingen van agt ſtraalen , waar uit de po.
zee verſcheiden ſtukken van dezelfde zoort van Sponsop- lijpwijze zuigers voortgeſtooten worden, om bekwam
haalden , vol van een oranjekoleurige taaije ſtoffe; en voedzel te zoeken ; en deeze geſternde openingen in het
terwijl ze nog versch uit zee waaren , onderzogten wij eene , en de holen in de ander , koomen in zo verre over
dezelven na datze eenigen tijd gelegen hadden in glazen een , dat ze in beide zoorten gevonden worden van ver.
met zeewater; en tot onze groote verwondering, in fchillende grootte; dogdit is evenredig met den ouder
plaats van eenige polijpgelijkende zuigers , of de gedaan- derdom van de vakmaakende pijpen , welken aan de op
ie van eenig klein Dier, uit de tepeltjes of kleine holligo pervlakte koomen .
heden, waar mede ze omringd zijn , te zien koomen , za. In de doorinijdingen van de Alcijoniin, kan men de
gen wij alleen dat deeze kleine holligheden zich zaamen netwijze veerkragtige vezelen , welken het doorſchijnen
trokken en verwijdden. En tot meerdere bevestiging van de ſtijve lilagtige deel inſluiten , klaar onderſcheiden ge
deeze beweeging, te Hastig in Susſex zijnde, in augustus lijk in de Sponſen ; maar , wijl deeze taaije zelfſtandig.
1764. in gezelſchap met Dr.Gowin KNIGHT, L.v. b. K. heid van een vaster weefzel is dan in de Sporſen , word
G. verzaamelden wij van de Rotzen , op den ebtijd , even er meer moeite vereischt om ze van de veerkragtige veze.
i onder water , eene menigte van dezelfde zoort van Spons, len af te ſcheiden ; het kan evenwel met eenigemoeite
dog van een bleekgeele koleur , in de gedaante van ver gedaan worden , genoeg om te bewijzen het gene ik heb
fcheiden Haanekammen met palkander vereenigd , waar be getragt aan te toonen ; ik wil zeggen , de groote ge
! van de toppen volwaaren van piipagtige holligheden ofte lijkheid welke er is tusſchen her Dierlijke leven van de
peltjes. Als wij deezen in glaazen met zee-water onder. Sponſen en de Acijoniums, .en gevolgelijks dat beide Die.
zogten , konden wij duidelijk zien , dat deeze kleine pijp. ren zijn.
jes het water naar zich namen en weder lieten loopen , Eer ik beſluit , moet ik nog zien weg te neemen ce.
heen en weder zo dat de Spons is een dier van zijn ei nige ewijfelingen , welke de meeſte Onderzoekers verle.
gen zoort , welks monden zo veel holen of einden zijn gen gemaakt hebben om reden van te geeven ; de eene
van getakte pijpen , open aan de oppervlakte ; hier mede is , wat die zeer groote holen , welke hier en daar onre .
beemthet zijn voedzel, en hier door ontlast het, gelijk gelmaatig op de oppervlakte voorkoomen van de meeſte
de Polijpen , zijnen drek. Sponſen , niaakt ? ' de andere is , hoe zulke vreemde lico
Maar, om een verder bewijs te geeven dat de Sponsen haamen, alskleine ſchelpen, ſteenen en zelfs gedeelten van
bet zee-water inzuigen en weder uitwerpen , zal ik een Fucus , in't midden van deeze Dierlijke lichaamenkeo
neo
3484 SPO , SPO .

men In antwoord op het eerſte, bij het operſnijden en deeeze bewerking wel ten einde te brengen. De Spous
onderzoeken van deeze lichaamen , als ze nog versch in moet klein geſneeden worden , en eenigen tijd in een mor
zeewater zijn , gelijk ik te vooren al getoonthebbe, vind tier geſtooten, op datalleſteenagtige ſtoffe daar uitgekre.
men dikwils eene menigte van verſcheide Wormen , die gen mogen worden ; welken , bij de zwaarte van de Spous,
zich een weg in dezelvebooren , en er hunne nesten en alsze tereid is,vergeleeken zijnde,zomtijds eene vrij groo
verblijfplaatſen maaken , of miſſchien aazen op de lilagti . te menigte zullen bedraagen. Men moet met het branden
ge ſtoffe van de Spons. Dit bevestigt de beroemde Dona- ophouden , zo haast als de ſtoffe maar geheel zwart is.
Ti , in zijne Historie van de Adriatiſche -Zee; die gelijk Als de menigte in eene reize in 't vat gedaan , groot is,
Personel, het Dier willende vinden , welk de zamen . zal de buitenzijde genoeg gebrand zijn , eer de Spons
ſteller was van de Alcijonium primum Dioscoridis, welke van binnen aangedaan is ; en het vlugge zout van het bui IN
de Spons zeer nabij koomt; ontmoette hij veel onregel . tenſte zal een deele vervliegen , eer hetzelve in hetbin.
waarige holiigheden in het zelve , en dusook verſcheiden nenſte zal beginnen geformeert te worden. Daarom is de
zoorten van bewooners, waar van bij er één in 't bij. beste wijze, om dit ongemak voor te koomen, dat men
zonder heeft beſchreeven en afgebeeld. Dog hij zegt , de Spons geduurig in beweeging houd , in zulk een werk.
met veel oordeel , deeze zijn de werkmeesters niet , maar tuig , als waar in men de koffij brard.
de bewooners ; en hij erkent de Alcijonium van een dier- SPONSIEUS - VLEESCH ; Vleeſchig Uitwas, in'tle 102
lijken oorſprong te zijn , waar in hij zegt duidelijke blijken tijn Hijperſarcofis , noemt men dat Vleesch , 'twelk indo
van gevoel gezien te hebben. wonden word veroorzaakt , wanneer de tubuli van een Ne!
Belangende de tweede twijfeling , een naauwkeurig al zegroote menigte weij uitgerekt worden. sec
Onderzoeker der Natuure zal bevinden , dat dezelfde ei. SPONS STEEN ; Lapis Spongiæ ; is een doorgate, ble
genſchap , van vreemde lichaamen in te Nuiten , gemeen brosſe en kleine Steen , zomtijds wit en zomtijds graduw 200
is aan de geheele clasſe der Zoophijten , als zij groeijen , van koleur, diemen in zommige 3 e Spongien vind ; an VO
van de Spons tot het rood Koraal. Om dit te betoonen den zeiven word ook wel den naam van Cijstiolithus ge 20
heb ik verſcheiden Itaalen , zo wel van Spons , als Kera. geven.
plijtons en Koraal, met verſcheiden lichaamen in dezel- SPOOKDIEREN , in ' t latijn Lemures ; dusdanig Pok
ve beſlooten , dierlijke en groeijende. Ik heb ſtukken noemt de Heer LINNÆUS het derdeGeſlagt in den eer
van welken zelfs het rood Kooraal het wit Kooraal induit, ſten rang der zogende Dieren. De Romeinen noemden bet
en het wit het rood ; met veele Keratophijtons , ingeſloo- zekere Geeſten , die men oudtijds meende dat nadedooi
ten hebbende kleine rondagtige ſcheipen van het Barna- der Meriſchen wederkwaamen , Lemures. Men is van
cle geſagt, van zommige oppervlakkige Onderzoekers gedagten , dat Lemures, gezegt zij voor Remures, want
der Natuure , (welken ze voor Gewasſen willen hou. dewijl Remus na zijn dood zijn broeder Remuluskwan
den) geoordeeld de vrugt van de Keratophijtons te we plaagen , ſtelde deeze, om zijn broeders geestte bevre
zen . digen , een feest in , in den beginne Remuria , naderhand 12
Lemuria genoemd , dat zedert dien tijd jaarlijks wierd ge
Kragt en gebruik van de Spons. viert om zulk geſpuis te verjaagen . Het begon den 9 maij
De Sporzs verſtrekt ook tot een geneesmiddel ; ten en duurde die dagen agter een ,geduurende welken tijd
dien einde brand men dezelve in een beſlooten aarden alle de Tempelen gelooten waaren . PERSIus noemt de
xat , tot dat ze zwart word , en zich gemakkelijk laat Lemures zwarte , en HORATIUS Nagt-Geeſten; 'tzelfde
fijn wrijven , 't welk in een glaſen of marmeren mortier, datmen in onze taal Spooken plagt tenoemen , en bieron
en vooral in geen koperen , moet geſchieden. is dit geſagt Spookdieren genoemt.
Dit geneesmiddel nu eerst in de Apotheek aangenoo. Volgens de Heer LINNÆUS, beſtaat het kenmerk der
men , is al voor langen tijd in gebruik geweest; en ge- Spookdieren daar in , dat zij boven in den Bek vier voor.
beezigt tegen kropagtige ongemakken , en vuiligheden tanden hebben , de middelſte van elkander afſtaande;on.
van de huid , in de gifte van één ſcrupel en meer. Der. der zes , die langer uitgeſtrekt zijn , platagtig, evenwijdig,
zelver kragt ſchijnt te beſtaan in een vlug zout , dat juist digt aan een. De Honds . of Hoektanden ſtaan enkel en
geformeerd en vereenigtis metderzelver eigeneolie;want digt tegen elkanderenaan; de agtertanden of Kiezen zija 6
als deSponsmet eene ſterker'hitte gedistilleerd word, veel ingetal, eenigermaate met puntjesopzijde, de
levert ze een groot gedeelte van dat zout in zijne eige. voorlijkſte langer en ſcherper.
ne gedaante uit. En dit zout word door deeze bereidin . De Heer Linnæus beſchrijft drie zoorten van Spook
ge in zo verre daar uit getrokken , dat het eene leelijke dieren ; waar van de eerſte in't geheel geen Staart heeft;
beſmetting, en zomtijdseene braaking verwekkende hoe- de tweede een lange gebandeerde Staart; en de derdeis,
danigheid aanneemt, als degebrande spons in een kope. behalven de Staart,met een Vlies omgord ,daarhetDier
ren mortier gewreeven word; om dat het zelve het mee mede vliegt .
taal afbijt. 1. Traaglooper van Ceijlon ; Animal cijnocephalum tar
Bijen, Aardwormen , en andere Dierlijke ze!fſtandig- digradum ; (Simia ecaudata, ungibusindicisfubulatis,
heden , zijn door zommigen op dezelfde wijze bereid ge. Linn . Sijſt. Nat.) Dit is een zeerfraaij Diertje, van
weest, en in verſcheidene ziekten aangepreezen ,maar grootte als een Inkhoorn ,dog zeer dun van deledemaaten.
gewoone
gelijk deeze zelfſtandigheden veel bij de Spons te kort Het Wijfje heeft vier Borſten , twee op
Lchieten in vlug zout, door vuur uit dezelve te haalen , plaats , en twee laager. Het Mannetje proeft eerse de
uittein leev
der
eren ,zo zijnze waarſchijnlijkook veel min. Vrugtendie het geplukt heeft, engeeft ze dan aan be
geneeskragten . Van alle de dierlijke ſtoffen , die wijfje over. De Ooren zijn rond, breed, kruiswijze,
beproefd zijp , is deruwe zijde de eenigſte , die deSpons van binnen twecbladig ; de koleur van het wolagtige
overtreft,of althans evenaart,in zout voort te bren. haair, zozagt als zijde ,'twelk her over 't geheele lijf
gen. heeft , is geelagtig graauw , met een bruinagtigeſtreep
Grooteoplettenheid is er noodig om de beſtiering van largs deRug, en een witte Atreep tusſchen de Ourense Het

1
'. SPO . SPO. SPR : 9485
Het is zeer traag van gang , en men heeft het daarom den vier Pooten , 20 wel als de Staart, zijn tot aan de kor,
naam van Tardigradus gegeeven. Het heeft een zeer te kromme Nagelen , die het heeft, aan het vliezig
ſcherp gehoor. Het Mannetje houd zich bij één Wijfje. uitſpanzel der Wieken vast ; dus word hetvan alleLig.
De woonplaats is op 't Eiland Ceijlon , haamsdeelen tot vliegen geholpen , de Kop zelfs niec
II. Inkhoorn- Aap; Animal catta ; . ( Simia ſciurus, he uitgezondert, die er mede vereenigt is , door dien de
pe Maucauco. Edw. Ay. 197.) Degedaante van dit Dier Wieken zich zelfs langs den Hals uitſtrekken ; de om.
gelijke naardie van eenInkhoorn ,dog 'tpoſtuar is als trek der Wieken ſchijnt eenigzins getand te zijn , en
van een Aap en de grootte als een middelmaatige Kat, hunne binnenſte oppervlakte is zo haairig niet en blee.
hoewel het lijf en de Leden ſchraalder zijn. De Kop ker dan de buitenſte. Het vliegt zeer ſnel maar laag .
zweemt naar die van een Vos ; de Voortanden zijn klein omtrent gelijk de Vledermuis , al rond gaarde om aas
en ſcherp, zo dat het ſchijnt te kunnen knauwelen. De te zoeken. Het Mannetje gelijkt t'eenemaalnaar hec
Kringen der Oogen zijn vrij breed en blinkend kaſtanie Wijfje , de deelen der Voortteeling uitgezondert; het
bruin ; de Ooren wit , eeu groot gedeelte van de Neus Lighaam en de Wieken zijn met kort dik haair bezet;
zwart, gelijk ook de plekken , waar in de Oogen ſtaan. de Staartis flaauw getekent met veele Vlakken.
Aan den Snoet , de zijden van den Kop , en boven de Seba ſpreekt nog van een vliegende Kat , van bin .
Oogleden, zijn lange haairen , gelijk die van de Kne- nen gevuld zijnde en gedroogd , zo groot als een ge
pels der Katten. Het haair boven op den Kop en in de woone Huiskat ; die, door Czaar Pieter gekogt zijn .
Nek is donker grijs ; langs de Rug heen roodagtig grijs , de , naar Petersburg is gebragt ; derzelver Wieken kong
verder langs de Billenen Beenen word het gaandewegs den zich een half vadem wijd uiſtrekken . Men wil dać
bleeker; aan de enden der Pooten wit grijs; dog de Voet het vlies deezer vliegende viervoetige Dieren , als zij
zoolen zijn zwartagtig van Huid en kaal. Deenden der loopen , geplooit is en zaamengevou wen.
Voorpooten zijn als Menſchen Handen , die der Agter . SPOOR -HONDEN , zie JAGT HONDEN , * . I.
pooten hebben een zeer breeden groote Toon; de Na. pag . 1252. -HOUT, zie PIJL-HOUT.
SPORKEN
gels der Vingeren zijn een weinig [ cherper dan die der
Voorpooten , maar die der duimen rond. Van onderen SPOT -LIJSTER , zie LIJSTERS , 4. VII. p . 1900.
is het geheele Lighaam , gelijk ook de binnenzijde der SPOT-MEEUW , zie MEEUWEN , n. VII . pag .
Beenen wit , en zagt van haair als Auweel ; aan de Borst 2015.
heeft het twee Tepels ; de Staart , ten minfte een zo SPRAAK , in 't latijn Loquela, is cene eigenſchap
lang zijnde als het Lighaan , is wit, taamelijk ruig en waar mede de Menſchen elkanderen hunne denkbeel
1
gehandeerd met Ringen . den mededeelen , door het vormen van klanken , wel.
Dit Dier fchijnt het te zijn, 't welk deHeer BRISSON ke altoos tot dezelve zaaken gebezigd , ook altoos de
bedoelt onder den naam van Maki of Profimia , en waar zelfde: denkbeelden aanduiden ; dog , de verſcheiden
van hijmet de Vledermuis zijnen veertienden Rang maakt heid der voorwerpen is zo onuitſpreekelijk groot , dat
onder de viervoetige Dieren; wiens kenmerk is , dat zij er geene klanken zo verſchillend konnen gevormd wor. (
vier Snijtanden in de Bovenkaak hebben , en zes in de den , zonder de zelfde tot onderſcheidene zaaken te
Onderkaak. Hij beſchrijft van deeze Maki vier zoorten , gebruiken , bier van daan koomt de duisterheid in alle
altemaal uit Madagaskar afkomſtig , naamelijk drie brui- Taalen , inzonderheid , in alle bijzondere Konſten en We.
ne, waar onder één met witte Pooren , en één met vaa• tenſchappen.
Je Pooten ; de vierde aschgraauw over 't geheele Lijf , De konst yan Spreeken ſchijnt langzaamerhand tot vol.
de Staart met witte en zwarte Ringen , beurt om beurt ; komenheid gebragt te zijn , en daar uit hebben zommi.
deeze drie laatſten waaren in 't Kabinet van ReAUMUR LE ge Wijsgeeren benooten , dat de Spraak eene uicvin
vinden. Misſchien zijn het enkele verſcheidenheden ding was van Menſchen , terwijl de Godgeleerden be.
van grootte en koleur. weeren , dat zij door God zelven aan ADAM , en dus aan
III. Vliegende Kat van Ternate; Felis volans ternatea. het Meuschdom geſchonken was.
Seb. Muf. I. pag. 93.; (Cato Similis yolans Camelli. Pet. Het is moejelijk om die beide verſchillende gevoe.
Gazoph. 14. ) Bontius noemt deezen , dewonderbaare lens te vereenigen , dog men kan dit met zekerheid zeg
Vledermuis. Het heeft , eveneens, als de vliegende Ink- gen , dat hoe ook die Spraak in ons gekoomen zij , de
koorn of Muis , een vlies over de rug heen geſpannen , Menſchen alleen , met uitNuiting van alle andere Die .
zich tot aan de enden der voor- en agterpooren , en tot ren hoe genoemd , van Gods milde hand ontfangen
aan de punt van de Staart uitſtrekkende. Het heeft ſcher. hebben , de bekwaamheid om te konnen ſpreeken .
pe Nagelen, en twee Borſten, eetende boomvrugten . Vol. Beſchouwen wij de Vogelen , en andere Dieren dio
gens de Borſten , zegt LINNÆUS , ſchijnt dit Dier zeer geluiden geeven , in veele omſtandigheden zeer verſchil.
na te koomen aan de Spookdieren of Aapen , dog wij heb. Jend, en tot het uitdrukken van bijzondere driften ge
ben't niet gezien , en 't verdient nader onderzoek. Het ſchikt , zo is dit geluid altoos bij alle het zelfde, en zeer
word in Aſien gevonden. bepaald ; zo dat de Spraak der Dieren , of ſchoon zij
De Heer Seba beſchrijft dit Dier , dat , van agteren in hetgeheel niet ontkend kan worden, oneindig ver.
gezien , meer naar een Kat gelijkt, als volgt. Het ſchillend is, van de Spraak welke de Menſchen hebben .
Wijfje verſchilt i'eenemaal van de Wijfjes vliegende De meeste hedendaagſche Vrijgeeſter , die altoos alles
Hond. Haare Wieken zijn , zo uit- als inwendig, be. aanwenden om de verhevenheid van het Menschdom te
dekt met fijn Haair , dat zagt is en roodagiig grijs. Haar verkleinen , en datder Dieren te vergrooten; beweeren ,
Kop heeft meer van de wilde- Kat dan van de huis dat de Aapen, inzonderheid de Orang Outangs zouden
Kat ; dit Dier heeft een Snoet als een Hond , Ooren kunnen ſpreeken indien zij geleerd wierden , of indien
van middelmaatige grootte , de Oogen groot en glin- zij zelve verkoozen gebruik te maaken van dit voordeel.
ſterende . Zijn haairige Wieken !preiden zich op ee- Dog wij hebben binnen kort van den Heere P. CAMPER
ne andere wijze uit , dan in de vliegende Hond. Zijn eene Verhandeling te verwagten , waar in hij uit het ge .
VI Deel. RE itel
3480 SPR . SPR .

ftel van het ſpraakdeel dier Schepzelen , wiskonſtig zal die heerlijke en Goddelijke begaafdheid , welke maakt,
aantoonen , dat zij volſtrekt niet ſpreeken konnen ; ge. dat wij 't gene wij niet weeten , leeren , en 't gene wij
lijk zijn Ed, ditreeds in het openbaar getoond heeft, in weeten , aan anderenmededeelen kunnen . Hier uit is de
het Gronings Theatr. Apatoinicum , als hij een Orang vraag ontſtaan, of ook de Beeſten het vermogen hebben om
Outang ontleede , in den Jaare 1771 . te ſpreeken ; en een andere , met de eerſte verknogt ; of
Dog om weder te keeren tot de Spraak in Menſchen , de Mensch een bijzondere ſtem van de Natuur gegeeves
dient , dat kinderen niet ſpreeken voor dat zij eenige zij , dan niet ?
maanden , één jaar , of meerder oud zijn ; de rede daar De ftem in't algemeen , is een klank , welke het Dier
van is zeer klaar, zij moeten niet alleen leeren de be. door werktuigen , daar toe geſchikt, vrijwillig uitlaat.
duidenis van bijzondere klanken , maar die allen naar. Deezewerktuigen zijn van tweederleij zoort ,eenigen
bootzen , waar in zommige eerder , anderen laater Na- middelijk, gelijk anderen
het Middelrift; de Longen, de Spieren, der
onmiddelijke ademhaaling
gelijk de Tong,,
gen.
Dog het is onmogelijk dit te konnen doen , zonder bet enz. De Lucht, door de eersgemelde werktuigen uitge
gehoor wel gemaakt'te hebben , zo dat doofheid van de perst , een klank inaakende noemt men het de Stem, als
geboorte , cene volſtrekte ſtómheid mede brengt. Zie zij geen klank maakt den Adem. Dat geen , 't welk een
DOOFHEID en GEHOOR. Adem zonder klank maakt , kan men bekwaamlijk noemen
Om Kinderen te leeren ſpreeken , en wel en duidelijk het Werktuig van de Stem ; maar wat het gene zij, dat
de letters uit te brengen , is het noodig , hun langzaam den Adem en Klank geeft, ſtaat in groot geſchil bij de
te doen ſpreeken , en iets in den mond te geeven; men Geleerden. De Ouden , voor den tijd van GALENUS,
word immers gemeenlijk gewaar, dat zij ongeduldig aan ſtelden dat de Luchtpijp het werktuig waare, 't welk de
cafel, een ſtuk brood in den inond hebbende genoomen , ſtein formeert; en inaakten zich wijs ,dat deeze Buis, op
duidelijker de woorden voortbrengen. DEMOSTHENES gelijke manier als de fuiten , de verſcheiderlij Toonen
volyoerde het zelfde met ſteentjes in den mond te nee gaven aan den Stem . Galenus wasde eerſte , die , een
men . Het is ook noodig dat men de dubbelde medeklin : weinig volkomener de Spleet van het Strottenhoofd als
kers den Kinderen van een gezonderd doe uitſpreeken , het werkcuig van de Stem aanmerkte. Eindelijk heeft
als Neen , ſneeuw, twee , klaar, blaar enz. es teen ; es. DODARD , in de Verhandelingen van de Akademie der
neeuw ', du.ee , ke -laar , be-laar enz. Wetenſchappen , geleerd , dat de Luchtpijpflegts de ſtof
(
Dog boven al behoortmen de kinderen , dié moeje . fe tot het formeeren van de Stem verſchafte , en niets
lijk leeren ſpreeken , niet te veel te berispen, maar lie meer daar toe deede , zijnde de Spleet alleen het egte
ver gebrekkig laaten ſpreeken , dan door bevreesdheid, en onmiddelijke werktuig van de ſtem , die , wanneerzij
voor altoos te doen ſtamelen. De Kinderſchoolen , en door de peesagtige bandjes van haare lippen , meer of
het ſpeelen met kinderen van gelijke jaaren , zijn best ge minder word zamengetrokken en vernaauwd , fijoder of
fchikt om ze vaardig en wel te leeren ſpreek en. groover klanken maakt. Na hem echter heeft FERREIN
De te groote voortvaarenbeid van rijke Ouders , is aangetoond, dat de Stem , en derzelver verſcheiderleij
oorzaak , dat onder de kinderen der Grooten , meer Toonen , door de enkele vernaauwing van de ſplees
ſtarnelaars gevonden worden , dan onder het gemeene des Strottenhoofds onmooglijk te verklaaren zijn , en
Yolk . derhalve een nieuwe en zijn verſtand zeer waardige ma.
De Spraak op zich zelven kan er mede gelegenheid nier , om de Stem te verklaaren , uitgedagt , welke door
toe geeven , want het engelsch moejelijker zijnde omhein met veele en voortreffelijke proeven isbevestigt. Zij
uit te ſpreeken , dan onze taal , geeft meerder ſtame. beſtaat hier in ; ,, dat het werktuig van de Stem een waa.
is, en datde lippenvan
laars , voor al, wanneer de Engelſchen haaſtig ſpreeken „ re windpijp met twee ſnaarenklinkende
willen . de ſpleet, die , van hem de Snoertjes ( Te.
99 nice sonore ) ofStem -Snaaren genoemt , niet ongevoeg .
Onderzoek of de Spraak de Menſchen alleen lijk met twee gelijkluidende înaaren van een ſpeelcuig
eigen zij, dan of de Beeſten ook een -zoort „ vergeleeken kunnen worden ; de lucht, die tegen deeze
van Spraak hebben. ,, Snoertjes aanſtoot , op den tijd der uitaademing met
De geleerde Verhandeling van den Heer Jac. SAVA- den ſtrijkſtok , en de kragt , zo van de Borst als de Lon .
wij over deeze materie , opentlijk te Parijs in het jaar „ gen , in de uitademing , mnct de hand van den Speels
1757 in de Geneeskundige School verdedigt , vinden wij , man , die de ſnaaren ſneller of langzaamer ſtrijke”.
zo verſtandig , datwij denken onze Lezers geen ondienst De Autheur toont verder aan, op hoe veelerleij wij.
te zullen doen , het voornaamſte daar van mede te dee. zen de werktuigen der viervoetige Dieren , van die der
len. Vogelen verſchillen , en uit deeze verſchillendheden , be
De Mensch , (zegt dien Heer) , het voornaame werke nevens meer andere zaaken, welken de ondervinding ons
Atuk der Natuur , Ichijnt een onverklaarbaar wonderwerk Jeert , beſluithijeindelijk , dat er drie geſagten zijn van
te zijn , van voortreffelijkheid en van elende tevens. Werktuigen der Stem , in haaren aart verſchillende, en
Want, 20 men hem volwasſen zijnde in de zamenleving dat deNatuur driederleij geſtel om de Stem te formeeren
verkeerende beſchouwć, gaat hij alle andere Dieren ui- gebruikt. Volgens dien trant kan men ook drie Clasſen
termaate ver te boven , zo in uitmuntende verinoogens van Dierlijke Steinmen ſtellen. De eerſte , allermeest
van den Geest , als in verhevene bekwaainheden van 't verſchillende van de Menſchelijke Stem , is die van zul.
Verſtand; maar op zich zelf alleen , en in’t begin zijns ke Vogelen , welke geen vliesagtig Tongetje in 't laagſte
levens, is hij het allerzwakſte en onbekwaamſte van de van de Luchtpijp hebben, en deeze noemt hij de Pieper
Dieren. Wat de vermogens van den Geest betreft; eea de of eenvoudige Stem ; de tweede is die der Watervo
nigen derzelven heeft hij van de Natuurverkregen , an- gelen en anderen met een vliesagtig Tongetje boven de
deren door onderwijs uit de gewoonte. Het onderwijs, verdeeling van de Luchtpijp in haar takken voorzien;
Duo, hangt voornaamelijk af van de magt van ſpreeken , een middelzoort tusſchen 't piepend gelaid , en de Sten
dez

11
SPR : SPR : 3487
det viervoetige Dieren, en van hem Klinkende Stem of ken , gelijk de Tong , de Kaaken met de Tanden daar in
Klank genoemt; de derde, eindelijk , is die van den gehegt en de Lippen ; of enkel doorlaatende, gelijk de
Mensch en viervoetige Dieren , en beboud in 't bijzon- twee doorgangen van de uit de Longen rukkende lucht,
der den naam van Stem . Verder onderzoekt bij , hoe de de holligheid van den Mond en 't Gewelf derNeusgaten .
Stemmen , die onder ieder klasſe begreepen zijn , gefat. Door deeze worden de Elementen van de Spraak, niet
zoeneerd worden of haare eigene form verkrijgen ; als zeer veel in getal , de letteren naamelijk , geformeerd ,
volgt. die of Klinkers zijn of Medeklinkers . De Klinker of Vio
ået Schreeuwen , gelijk hij't noenit , meer of minder caal is een menſchelijke Klank of eenvoudige Stem .
verandert in zoorten van Dieren, die met meer of min door de enkele opening var den Mond gewijzigd , zon .
vernufts begaafd zijn , maakt de Spraak der Beesten uit. der eenige aanbotzing van de Tong of Lippen tegen een
De form van dit Gefchreeuw is niets anders, dan de bote ander deel. 'tGetal der wel klinkende en onderſcheiden
zing van 'teene gedeelte des monds tegen 't andere , waar Vocaalen is klein ; men telt er maar twaalf in de Fran
door de Klank der Stem gewijzigd , veranderd en getus. fche taal , van welker aart en uitſpraak de Autheur re ,
ſchenpoost word. Hier van daan is 't Geſchreuw verſchil: deneert . Geen Redevoering kan uit Klinkletteren al
lende, zo in de gevleugelde als in de viervoetige Die leen beſtaan ; de Stein zou eer zeker gedruisch zijn dan
ten ; het eene ſnel en als van één lettergreep , gelijk dat Spraak. Zekere oogenblikkelijke onderſchepping word
yan de Mosſen en al het piepend Gevogelte ; het andere daar toe vereischt , welke door de botzing van het eene
aanhoudende, 't welk of zonder nieuwe aanbotzing dier deel tegen 't andere geſchied en dus de Medeklinkers
deelen geſchied, gelijk in de Osſen en Koeijen , Schaa- of Conſonanten maakt. Zo iemand mogt zeggen dat die
pen en anderen ,of met verſcheide herhaalingen var aan: gedeelte van de Spraak niet natuurlijk zij, kan hij gemak .
botzing , gelijk in een blaffende Hond , een brieſchend kelijk , zo door de ondervinding als de reden ,overtuigd
Paard ; 'twelk men een tusſchenpoozende Stem inag noe. worden , gelijk de Schrijver dit ook ,met zijn gewoon
me. Zommige Dieren herbaalen die aanbotzing negts oplettendheid , heeft gedaan. Vervolgens worden van
a tweemaal , gelijk de Ganzen , 't welk een dubbele Sten hem de Medeklinkers , op een zeer geleerde wijze , be.
geeft; anderen knoopen twee lettergreepen duidelijk aan ſchouwt, op dat derzelver natuur en verſchillendheid blij
elkander , gelijk de Tokaijſche Haagdis, waar uit een ken moge. Dog hoe kunnen zo weinig letteren zo veele
PL Stem , die met leden zamenhangt, voorkomt; zommig en zo verſchillende Spraaken in verſcheiderleij taalen for.
Geſchreeuw , eindelijk , kan niet tot eenig dervoorgemel neeren ? Niemand , die de regelen van zamenvoeging
Lit den gebragt worden , gelijk het balken van de Ezels, en verſtaat , zal zich hier over verwonderen. Dus heeft de
2, 5 dit noemthij een ongeregelde Stem . Op een andere wij. Autheur door het berekenen van de woorden , van één
ORD , ze kan ook het Geſchreeuw der Dieren dus onderſchei- lettergreep, uit vier letteren op 't hoogſte beſtaande,
ad i den worden. Daar zijn er , die , met een ruuwer aart 28.520 verſchillende woorden gevonden , door de zamen
to begaafd , een minder duidelijke en veranderende Stem voeging van twaalf Vocaalen en zestien Cenfonanten gee
Tet uiten; bij voorbeeld , Schaapen , Osfen , Haazen ; an- formeerd, en het getal der woorden van drie lettergree.
deren van meer vernuft, en aan ſterker bewegingen van pen , ieder lettergreep uit maar vier letteren op't hoogst
12:03 : de Ziel onderhevig ; die een duidelijker Stem maaken , beſtaande, omtrent 95.005.096 208.000 , dat is meer dan
en dezelve naar de verſcheiderleij uitwerking verinderen vijf- en -negentig milioenen van milioenen.
2.6 . kunnen . Alle deeze verfcheidenheden echter , zijn bin- SPRAAKELOOSHEID , is het verlies van de bes
is bts nen zeer naauwe paalen beperkt, indien men ze verge kwaamheid om te ſpreeken. Deeze heeft veele oorzaa.
lijkt met de ontelbaare veranderingen van de Menſche. ken ; de natuurlijke is doofheid, de toevallige is het ver.
' lijke Stem, lies van den Tong , en van het gehemelte in den mond.
$ 52 Deeze Stem kan men op tweederleij wijze beſchouwen, Het zij de Tong door de wreedheid van anderen is weg .
of in dien ſtaat, welken zij met de overige Dieren ge- genomen , het zij door koudvuur , zo verliezen deMen
meen heeft ; of, in zo verre de Mensch , met reden be- ſchen de bekwaamheid on woorden te vormen , of ſchoon
die gaafd , die Stem gebruikt, om zijne bijzondere gedagten een klein overblijfzel van de Torg, dikwerf genoeg in
uit te drukken , en aan een ander mede te deelen. De ſtaat zij om iemand verſtaanbaar te doen ſpreeken.
wiil nu alle Menſchen , van welke Natie ook , gelijke Wanneer door een geſpleeten Verhemelte , van dege .
klanken uitgeeven , niet van hunne bijzondere landtaal boorte , of door het verlies van het zelve door de Ve
afhangende, om hunne begeerten en aandoeningen uit te nus ziekte of pokken , de klank in den mond , niet ge
drukken , zo word daar uitopgemaakt, dat de Menſchen vormd kan worden , zijn de lieden Spraakeloos ; 't en wa
een Stem toebehoort, die zij gemeen hebben met de ove- re men door konst een Verhemelte maakte , gelijk geſchie:
le phone rige Dieren . Dit is derhalve een Natuurlijke Taal, wel. den kan ; in welk geval de Lijders geredelijk en klaar
ke door het onderlinge deelgenootſchap van gevoel tus ſpreeken konnen.
‫ایا‬ ſchen de zenuwen van het Hart en het Stottenhoofdver. " Maar dikwerf hangt dat gebrek af van ziektens die op
Tere oorzaakt word ; gelijk ,in die verheugd zijn en lachgen , de ſpraakzenuwen werken , gelijk wijzien dat door ſtuip:
het Schateren ; in die bedrukt zijn en weenen , het Ge trekkingen , kinderpokjes, ontſteltenisſen , opſtijgingen ,
.]
‫من د‬
huil; enz. Het geſtelde word wonderlijk bevestigd door en in de kolijk van Poictou dikwerf gebeurt. Het agtſte
e, i
de Stopwoordjes van verwondering en tekenen van uit- paar zenuwen zend de genoemde wederkeerende zenu.
roeping die bij alle Menſchen , de hoogſten in rang zelfs wen uit de Borst opwaarts naar het Strotrenhoofd , en
;S07 niet uitgezonderd , in Geluid en Toon na genoeg de deeze aangedaan wordende, veroorzaaken dit toeval.
zelfden zijn . GALENUS wist reeds , dat men door het binden en af.
Dit zij genoeg gezegd van de Natuurlijke Stem. Nu fnijdenvan die zenuwen ,deDieren konde beletten ge .
volgt de Spraak, waar van de Werktuigen of ver af en luid te geeven , en de hedendaagſche Geneeskundigen
als de ſtofuitleverende, of onmiddelijkeen naaſte zijn ; hebbendit door zo veeleproeven bevestigt, dat er niet
waar van men weder eenige als uitwerkende kan aanmer aan te twijffelen valt. R12 Do
1

3488 SPA UPR .


De geheele en halve beroerdheid , is vooral in Oude zuiver. In de meeste , kan inen weinig met vrugt doen,
lieden oorzaak vanSpraakeloosheid ; dog alle deeze laatst in dit geval, om dat zij gemeenlijk door zwakheid leg.
genoemde als afhangendevan de zenuw -aandoeningen zijn gen; en buiten ſtaat zijn te gorgelen, of al zulke mid.
coevallig of fijmptomatijk , en konnen niet geneezen wor• delen in den mond te houden , die nurtig zijn konnen.
den , dan door het wegneeemen der oorzaaken , het wel. De beste zijn , die maatig verſterken , en teffens bez
ke niet altoos , nog op alle ouderdom even gemakke . ledten , dat tong en mond , als de Spreeuw weg gevallen
lijk valt. Zie de sangehaalde ziektens op haare plaat. is niet door ſcherpe middelen , of zuur voedzelword aan
zen . gedaan ; derhalven een afkooksel van roode roozen , met
SPREEUW , Sprunw , en Sprouw , zo als het bijzon. bistorta, bast van kina, of dergelijk , een weinig aluin,
derlijk in verfchillende Provintien uitgeſprooken word, honing van roozen, arabiſche of andere gom .
is tweërleij; naamelijk , eene oppervlakkige bezetting, Depurgeermiddelen houden wij ſchadelijk om de reeds
als van kleine zweertjes op de tong, in den mond , voor. plaats hebbende zwakheid der Lijders.
al van kinderen , en aan de tepels der borſten van zui- Weinige hebben wel over deeze toevallige ziekte ge.
gende Vrouwen ; of wel eene witagtige korst die zich ſchreeven , en de meeſten hebben haar voor eene ziekte
i in zwaare ziektens op de tong , aan hetgehemelte , tand- op zich zelve , en niet als eene onvolkoomene ſcheidin.
vleesch en kieuwen vertoont, tot diep in de keel , en ge aangemerkt.
11
die eene fcheiding der ziekte , ſchoon onvolmaakt ge- SPREEUWEN , is die naam van een zeer bekend Voge.
noemt word , in ons land , en in het noordon van Euro- len Geſagt, welker latijnſche naam Sturnus is, de franíche
pa incest voorvallende. Men onderſcheid derhalven de Eſtourneau ,de engelſche Stare of Starling,de hoogduitſchek
Spreeuw , in die van Kinderen en van Bejaarden, Staar, Sthar of Stoer en Slamn , de italiaanſche Scorno. In WO

't hebreeuwschworden zij Sarfir geheeten ; in 'tgriekschbe


Spreeuw in Kinderen. Psar , Psaros , enz.
Weinige daagen na dat de kinderen gebooren zijn , De Kenmerken van den Spreeuw , volgens LINNÆUS
word de tong en verhemelte, ook wel het gavel bezet zija ; de Bek elsvorinig , hoekig neergedrukt , ſtompag. en
met eene korst, welke zommigen van HIPPOCRATEs af, tig ; de Bovenkaak zonder eenige ongelijkheid van tan
houden voor kleine zweertjes , of ſchoon DOLAEUS, en den , die een weinig gaapende zijn , de Neusgaten van
Díet te onrege , dit houd voor eene bekorſting, even als boven gerand ; de Tong uitgerand en ſcherp. Bij Brise
een zagte roof; de ondervinding leert, dat zij niet zeer son maakt de Spreeuw , met en ben evens een nieuwe Se.
gevaarlijk is , en best geneezen word door verſterkende negalſche Vogel, die Osſenpikker genoemt word, den
middelen , als een afkooksel van de binnenſchors van of zesden Rang uit. Hij zegt , dat de Spreeuw den Bek CE

men -boomen , met roofen-honing, door het ſap van lucislook , regt heeft, verheven -rond , aan de punt ſtomp en bree:
van raapen, vooral als er een weinig aluin onder gedaan der dan de dikte is , de beide Kaaken zijn geheel.
word , waar mede men de mond van het kind door mid . In zijn Spreeuwen -Geſagt vind men vier zoorten , gea 162

del van een vedertje , of penceel beſtrijkt. lijk LINNÆUS er ook heeft , dog van deeze zijn er Negos 00

Dit zelfde middel is ook zeer goed tegens de Spreeuw twee in vervat ; van de anderen is de één , doorBris.
der Tepels in zuigende Vrouwen SON onder de Lijſters , de ander onder de Strandloopers
betrokken .
Spreeuw in Bejaarden . I. Gemeene Spreeuw ; Sturnus vulgaris ;(Stumus roftrofia
De Spreeuw in Bejaarden is door mij, zeer dikwerfge- vescente , corpore nigro punétis albis. Linn. Faun.Suec.)
zien , na veelerleij ziektens zonder onderfcheid , welke Deezé is de gemeene Spreeuw , zeer bekend in geheel
cene groote verzwakkinge maaken. BOERHAVE zegt wel, Europa , en , wegens zijne gloeijend zwarte koleur nie
dat zij met hevige afgang,met walging en koorts begint, onaardig. Men vind ze bijna up allerleijplaatzen, zij
dogliever ſtel ik , dat zij de onvolmaakte ſcheiding was woonen bij zomer in deBoomgaarden ,als ook opWei
van alle zulke ziektens. den en moerasſige Landen, 's winters verbergen zij zich 2017
Het is nogthans zeker , dat er meest al , koorts , wal. in de gaten van oude muuren en coorens, als ook on.
ging , groote benaauwdheid , en Alaaperigheid voor af der de pannen , daar de huizenmede gedektzijn, ofin
gaat, met moejelijkheid in de fikking. Men behoord in derieten daken , leggende daar zonder beweeging. Op.
alle zwaare ziektens in onsland, zorgvuldig daar op te dergelijkeplaatzen maaken zij ook hun Nest, broedende
Jetten ; wantmen ontdekt in den mond , keel, enz. als tweemaal 's jaars , en brengen telkens, gemeenlijk vier
het zoort zeer gunſtig is , eene korst , die even is als of of vijf Jongen voort. Hun voedzel beſtaat in Torren,
femand dikke room in den mond genomen hadde; dee Wormen en Inſekten , zij eeten naarmen zegt,nooitBefi:
ze is zomwijlen zeer dik , vellig en taaij , en naar graa. ën ,ſchrijft Ray. Dat hijbier in grootelijksbedroogen zij
u'en flimmer. Alle deeze vallen afbij lappen , minder of geweest, kunnen degeenen getuigen , die ophunneBui
meerder groot,naarde taaiheid van dit vlies ; afgevallen tenplaatzen en in de Tuinen , tot hun leedwezen, hun
zijide , is de tong enz. zeerhoog roozenrood , en zuiver. ne Kerſe en Aalbëſie.boomen doorde Spreeuwen hebben
Dog ſchielijkdaarop koomt er wedervan vooren af aan zien ledig eeten ; 't is in tegendeel zéker ,dat zijuiter
gulzig zijn, eetende gelijk de Kraaijen , alleswat
Spreeuw, zo dat men die tot 7,8 en meerder keeren ziet maa:evoorkomt,
afvallen , en weder opkooomen . hun zelfs koorn en zaad, ja dolle kervel en
BOErhave zegt , dat deeze korst niet alleen den mond, Krengen.
keel en maag bedekt, maar ook de ingewanden of dar- DeSpreeuwen zijn geen Trekvogelen, maar vliegen bil
men inwendig, totdenaarstoe,'twelk nietweetmet ſchoolenoftroepswijze, en voegen zich zelfbijeen zopet
voorbeeldengeſtaafdtekonnen worden ;dik og het is ge. van Lijſters
en andere Vogelen. Zonwijlenverzamelen
noeg , dat mond en keel daar meewe bezet zijn. zijzich,tegen den avond, in zulkenmenigte, en vlie:
Ookhoudik diecze bekorftingvoorgeenezweertjes, gen20inel,dathetgeluid ,'twelk zij maaken inhet
fyantafgevallenzijnde, is de cong en mond volmaak over'thoofd pasfeeren,naar eenwerwelwird zweem
SPR .
Zomtijds vliegen zij zo boog, en zweeven zo aartig in de wit zijn ; en een grijzen of aschgraauwen , van onderen
lucht , dat hun ſchoolzich als een wolk vertoont. Daar geelagtig, met de Pooten en Bek zwart.
zulk een ſchool neervalt , 't zij op een Akker of in een Zijn Spreeuw van Louiſiana is grooter dan de Euro.
Boomgaard , kan men verzekerd zijn des anderendaags ropiſchen en zeer fraaij geſtippeld of gevlakt. Dezel
de merktekenen te zullen gewaar worden van hunne gul- ve is van boven bruin en rosagtig grijs bont, van
zigheid. Zij leeven , zegt men , vijf- of zes-en-twintig onderen geel , met een zwartagtige vlak aan de Keel ,
jaaren . hebbende de Staartpennen grijs met bruine dwars
De ſtoutheid is een eigenſchap van deeze Vogelen , die ſtreepen , doch de vier buitenſten wederzijds aan de
door hun geſchreeuw , als 't waare , den Mensch uitjou . buitenzijde wit ; den Bek witagtig en de Poolen
wen. Men kan ze in kouwen houden , en de Jongen zijn grijs.
niet alleen leerzaam , maar men kan ze zelfs doen klap .. II . Geele Bengaalſche Spreeuw ; Sturnus luteus bers
pen. Plinius verhaale , datde twee jonge Prinſen , Dau . ghalenſis; ( Sturnus luteus, capite fusco, pe& ore maculata,
sus en BRITANNICUS, Zoonen van CLAUDIUS, onder alis fuscoluteis. Linn. Sijft. Nat.) De Heer BRISSON
wien hij ſchreef, een Spreeuw hadden , die grieksch en verbeeld zich dat dit dezelfde Vogel zij, dien den Heer
latijn praatte; daaglijks hoorde men hem iets nieuws LINNÆUS , met den bijnaam Xanthornus, geplaatst had
zeggen , en dikwils werden gebeele redeneeringen van in zijn Geſlagt van Coracias of Scharlaaren. Die , waar
hem herhaald . Zo dit waar is , moeten deeze Voge- van Albin , onder den naam van geele Bengaalſche
len dies tijds vernuftiger zijn geweest dan heden . Eg. Spreeuw de afbeelding geeft, denkt bij dat mooglijk het
ser meld Gesnerus , dat hij een Spreeuw gezien had, Wijfjezou kunnen zijn van deeze , welken hij in zijn Lij
wordende bij de Nagtegaalen opgevoed, die, zijn Poot ſteren -Geſlagt geplaatst heeft, onder den naam van La.
bezeerd hebbende, Mieren -Eijeren nam , dezelve met riot de Bengale . Dien , welken Ray beſchrijft en afbeeld ,
zijn bek kneusde , onder zijn wieken broeide , en ver- onder den naam van Aakſter van Madras , door Linne
volgens er den Poot mede wreef, die in weinige da. us tot deeze zoort betrokken , heeft hij onder de. I'rou
gen genezen was . piales of Geelvogelen geplaatst. Zo ziet men , dat over
Onder de Ouden waaren de Spreeuwen niet alleen de ſchikking van uitheemſche Vogelen , waar van men de
een gemeene, maar zelfs een zeer geagte ſpijze. Ga Kenmerken niet zeer naauwkeurig weet , een groot ver.
Lenus ſteltze onder de voedzels die niet alleen gezond ſchil kan zijn.
en voedzaam , maar zelfs dienſtig zijn voor de genen III. Bonte Spreeuw van de kaap; Sturnus capenſis ; (Stur
die met graveel of met den ſteen zijn gekweld. Zulks rus fuscus , macula oculari fascia alari abdomineque albis..
echter , moet men ſegts verſtaan van jonge Spreeut. Linn. Sijft.Nat.) Deeze is bijna van grootte en geſtalte als
wen , en in de herfst , wanneer dezelven vetter , teer. de Europiſche; dekoleurvan boren zwartagtig ,van onde .
der en ſmaakelijker zijn , om dat zij als dan veel vrug ren vuil wit , de Kop en Hals glimmend zwart, naar vio.
ten en druiven eeten ; want oud zijnde of mager , is let koleur trekkende ; een ronde rosagtig witte vlak op
hun vleesch hard, onaangenaam van finaak en moeije ieder wang ; de buitenſte randen der Schoudervederen
lijk verteerbaar. Veelen agter het Spreeuwen :Vleesch wit , de Staartpennen zwartagtig; de Bek geelagtig aan
bitter, dog. ALBIN. zegt , dat het daar van bevrijd den wortel, naar 't end toe rood, de Pooren geel, de
word , door'tafneemen van de huid , en de kop moet Nagelen grijs.
voor al er worden afgeſueeden , om dat die, zomen wil , IV, Wuter-Spreeuw ; Merula aquatica. Gesn. Ay.
waar Mieren ruikt, 16.9.; ( Sturnus niger, pe&ore albo. Linn. Sijjt. Nat.)
De grootte en geſtalte van deeze Vogelen is zeer be . Van deezen ,, dien Linnæus te vooren onder de Kwik
kend. De koleur zwartagtig , met een purper- en groe- ftaarten geplaatst had , word bij de Schrijvers geſproken
pen weerſchijn van boven en op de Borst; van onderen onder der naam van Water. Merel, en dus word hij Mer .
met enkel groen gloeijende; de tippen der Vederen van le d'eau genoemt van Brisson , die bein onderde Sirand.
't Bovenlijf rosagtig, die van 't Onderlijf witagtig; de of Moerasloopers ( Tringa) plaatst. De Italiaanen , in
Staartpennen donker aschgraauw bruin ' , met de buitenſte 't Milançeſche en daar omſtreeks, noemen hem Folot of
sanden rosagtig. De Oogkringen hazelnooten koleur ; Falunt d' Acqua , de Duitſchers Wasſer-Amſel , Bach. of
de Bek aan den wortelgeelagtig , naar depunt toe bruin , See-Amſel, de Engelfchen Water. Oüzel ofWater.Crake.
de Pooten vleeschkoleur. Het wijfje heeft de koleur Wij kunnen er gevoeglijk den naam aan geeven van Wa
van de Rug niet zo glimmende en den Bek geheel en al ter- Spreeuw.
bruin . Deeze Vogel onthoud zich , in Europa , aan de wate .
Ik weet naauwlijks wat het zeggen wil, dat er wei- ren; des winters bij de Nuizen en niet toevriezendebee.
nig zoorten van dit Geſlagt in Europa, dog in de bei. ken , gaande in het water neer om in de draaijende ſtroo
de Indiēn bijna oneindig zijn. In 't werk van BRISSON, men te aazen op Water-Pisſebedden en andere Inſekten ;
immers , vind ik maar drie uitheemſcheSpreeuwen , daar bij komt er zonder moeite weder uit , ſchoon zijne Poo.
hij wel vier verſcheidenheden heeft van den Europi. ten niet gepalmd zijn , als die der Zwemvogelen. Des
fchen ; één witten , naamelijk , wiens Bek een weinig naar winters leeft hij eenzaam , bijzomer gemeenlijk gepaard.
bet roode trekt ; één zwart en witten , wiens top van 't Hij eet niets dan Inſekten, geen graanen of zaad, en,
Hoofd, de Hals , Slag- en Staartpennen , zwart zijn, het dat de Neusgaten door een Vliesje bijna gnooten zija ,
overige wit , en de Bek , van de wortel af tot aan het onderícheid hein genoegzaam van de Kwikitaarten,
midden der langte , zwart, voorts geelagtig ; één met één SPREIJ-VISSCHEN , is denederduitſchenaam van een
witten Kop , bij JOHNSTON uit ALDROVANDUS afgebeeld , Visſchen Geſagt ,het welke in 't latijn die van Stromate .
die ook den Hals, de Borsten Buik, wit heeft, met blaauw . us draagt , afkomſtig van het griekſche woord Stroma ,
agtige vlakken ; den Bek wit , de Pooten geel; maar 't welk een Spreij of dekkleed betekend. Degeſtreeptheid
de slag.en Staartpennen even als in de gewooneSpreeuw , van de voornaamſte zoort heeft daar oudtijds reeds aan .
uitgenomen dat de cwee buitenſte Pennen van de Staart leiding toe gegeeven ; hoewel
RI
men ze thaps ook Leer.
3 VIS

1
3490 SPR : SPR .
Visſchen noemt. GRONOVIUS beſchrijft ze onder den groot verſchil aanwijst. De koleur is bruin rood of don .
geſlagtnaam Hepatus. ker leveragtig , met langwerpige bleek blauwe vlakken ,
De kenmerken beſtaan , in den Kov zamengedrukt of en overlangs cierlijk Spreijswijze getekent. Hij ont
hooger dan breed ; het Lijf eijrondagtig en glad ; de houd zich ourſtreeks Java inde Indiſchezee ; zijnde een
Staart in tweën geſpleeten te hebben , en Tanden , zo eetbaare en gezonde Visch .
wel in de Kaaken als in 't Geheinelte. De Maroeke-Visch van Valentyn , dien Ruisch ook
De Heer Linnæus heeft twee zoorten vandit geſlagt, Leervisch noemt , zou volgens dien zelfdec Heer, de
insgelijks ook de Heer GRONOVIUS , die echter van dee. Seſerinus zijn van RONDELETius, en de Visch ,welken
ze ſchijoen te verſchillen. Klein tijtelt Rhombotides , die donker blaauw is , met
1. Geſtreepte Spreij-Visch ; Stromateus fiatola ; Stroma- de Vinnen en de halfmaanſch wijze Staarthooghemelsch .
teus fubfasciatus.Linn. Sijft. Nat.) De Visch , dien men blaauw ; den Bek klein en Tandeloos , aan den oor
te Rome noemt Fiatola, volgens ALDROVANDUS, en Licet ſprong van de Staart wederzijds een beweeglijke Sre.
ta te Venetie, word gehouden voor den Stromateus of kel hebbende. In 't werk van Seba vind ,men deezer
Spreij-Visch van RONDELET IUS , de Callichthijs van Bel afgebeeld , onder den naam van Chætodon die blaauw .
LONIUS en Gesnerus. Ook meende WILLOUGBY reden agtig is met een zwarte Rug , de Start bijna gelijk ,
te hebben om te denken , dat de Fiatoba van Rondele- wit en zwart bont; wederzijds aan de Staart een priko
tius die zelfde Visch waare , welke hem de Visſchers kel , die naar den Kop toe ſtrekt. GRONOVIUS noeme
ce Romen bragten , en Lampuga of Lampuca noemden. hein Hepatus met een omgebogene ſpits , ter wederzija
Men vond alleen eenig verſchil in de ſtreepen en derzel: den , nabij de Staart ; zeggende dat dezelve voorkomt.
ver koleur ,'twelk hij aan den ouderdoın toeſchreef. Het zo in de Middelandſche als Indiſche Zee. In de Rugvin 1
is een zeerlekkere Visch , die ook voorkomt in de Roo heeft deeze maar 34 , in de Aarsvin 26 Beentjes, zijn
de-Zee. de van beiden eenige doorgagtig ſcherp. Dekoleur is
Voor den Spreij -Visch , word van RONDELITIUS be- gemeenlijk bruinagiig.
( chreeven een Visch die naar een Schol gelijkt , zijnde II. Eenkoleurige Spreij. Visch ; Paru braſilienſi conge
bijna vierkant van Lijf. Hij vond er , te Rome , van an- fier . SLOAN F
. am. II. 281 .; ( Stromateus unicolor. LINN. 3

derhalf pond zwaar. De koleur is opde rug bleekblaauw , Sijt. Nat.) Deeze Visch word door den Heer SLOANE,
onder aan de Zijden en den Buik zilveragtig ; zijnde de onder den naam van Pampus, die een medezoort is van
Visch op de Rug , en boven de geſtippelde zijdftree- de Paru van Bralil , zonder Buikvingen , aldus beſchree
pen , zeer cierlijk met geele vlakken en lijntjes ; onder yen. Vanvooren was hij rondagrig, wordende allengs
de zijdſtreepen met geele of goudkoleurige vlakken ge dunner naar de Staart toe. Hij had de Tong ſpilrond,
tekent. De Staart is zeer gevorkt;de Snoec ſtomp ;de Bek vleezig, gevlakt ; de Kaaken met ſcherpe Tandjes bezet;
zeer klein , aan de Raaken met ééne rij van zeer kleine de Oogen groot, met breede zilverk oleurige kriogena
Tandjes gewapend. Het geheele Lijf is , gelijk in de 't Getal der Vinnen was vier, waar van ééne midden
Schol, met Vinnen, langs de Rug en Buik , bijna om• op de Rug beginnende en eindigende bij den Staart ;
ringd. daar tegenover eene van de Navel, tot aan de Staart
Ten opzigt van de Ingewanden ſchijnt deeze Visch ſtrekkende en twee langen aan de Kieuwen . VapBuik
Van de meeſte anderen te verſchillen . Vooreersthad hij vinnnen was hij onvoorzien . Twee Zijdſtreepen bad
twee Maagen of Robben ; de eene agter het Haft, digt deeze Visch , de eene krom opwaards, 'de andere regte
bij den Bek geplaatst ; die vleezig was,en , van binnen , uit loopende; waar door hij naar de Venetiaanſche Li.
met lange , ſcherpe uitſteekzels digt bezer, bijna als de cetta geleek . Hij had de Maag rond , bezet met ſcherp. C
huid van een Egeltje ; de andere groot, vleezig en zich agtige Beentjes even als in de werktuigen , waar mede
verder uitſtrekkende, zelfs , dan de Navel . Aan den uit de wol gekaard word , bezet , en dus als in de voorſta
gang van de Rob, in het Gedarmte, vond men verſchei. Maag of Rob van den Spreij Visch . De Darmen waa :
de bijbangzels , die zich in al fijner en fijner takmaakin . ren eenige reizen omgewonden.
gen verſpreiden , en als met zekere vliesagtigheid door- De langte van deezen Visch , zijnde een der kleinſten
weven waaren , zo dat het naar een Lijfmoeder-Koek in zijne zoort , was zes duimen , de breedte , in 't mid
geleek, even als in de Spaanſche Makreel. De Darmen den , vier en een half duim ; de Staart gevorkt, twee
die zeer lang waaren , maakten verſcheide draaijen en duim en zes liniën lang. Hij was geeheel bedektmet
Aingeringen, hebbende van binnen een purperagtig vogt kleine witte Schubbetjes. Men had hem in de oude Ha
waar door nietalleen de uitwerpſelen, maar zelfs de zij. ven , op Jamaika evangen .
den van den Visch , bij de Navel , paarsch geverfd wer: SPRIETEN , zie INSEKTEN .
den. Onder de Navel nam men twee geele langwerpige · SPRINGBRON, zie FONTEIN .
lighaamen waar , die met zaadvogt ſcheenen gevuld te SPRINGENDE STIP , zie PUNCTUM SALI.
zijn. ' Een Gal- nog Zwemblaas werd er niec in gevon- ENS.
SPRI
den . NGHAANEN . Op het artifkel KREKELS page
De eerſte zoort van Hepatus, met de Staart en Kop 1638., hebben wij reeds aangetekent, dátde Heer LINE
ongewapend, dien VALENTIJN Leervisch noemt of ge- NÆUS de Springhaonen als eene vijfde en zesde afdees
doornde Klipvisch , beſchrijft de Heer Gronovius naar ling met de naamenvan Tettigonia en Locuſte , onder
een voorwerp van den Heer VOSMAAR , omſtandig. De. het Krekelen -Geſlagt plaatst , en aan de een en d'ande
zelve heeft de zijdſtreep naauwlijks zigtbaar en is met re dezelfde kenmerken toeſchrijft . Dewijl wij aldaar de
zeer fijne Schubbetjes , die men met een vergroot-glas vier eerſte afdeelingen hebben beſchreeven , moeten wij
beſchouwen moet , gedekt. De Rugvin en de Aarsvin nu hier de beide laatſten , als de eigenlijk genoemdo
zijn gedoornd , beſtaaande de eerſte uit 21, de laatſte Springhaanen , verhandelen .
uit 16 Beentjes ; daar men in de Spreij-Visch 46 Beent. I. Citroenbladige Springhaan ; of fabel-Springhaan ;
jes in de Rugvin en 24 in de Aarsvin vind ; 't welk een die het Borstſtuk vierhoekig heeft , aan de hoeken
rouw ,
SPR . SPR . 3497
nuow , (Grijllus - tettigonia , thorace tetrageno angulis - van onderen met een zwart oogtijze viak , de Wieken
fcabro. ROESEL .. Inf. 'II.) Deeze hoort in de Indien te groen; (Grijllus tettigonia, thorace rotundo , vertice acu
huis . minato , -frbtus punéto oculari nigro, alis viribus. Linn.
II. Laurierbladige Springhaan ; of fabel-Springhaan , Sijſt. Nat.)
die het Borstituk effen , omtrent vierhoekig en driekwab. IX. Rimpelige Springhaari; of fabel.Springhaan , die
big heeft , de vleugels gehoekt, enlanger dan de Dek- ' het Borstſtuk rond,rimpelig, gekamd, den Kopfpits, de
fchilden, die ſtomper zijn; ( Grijllus tettigonia, thorace agterſte Dijen van onderen breed uitloopende heeft;
ſubtetragono, lævi , trilobo, alis angulatis, elijtro obtuſ- (Grijllus tettigonia,thorace rotundato, rugoſo criſtato,
ore longioribus. Linn. Sijft. Nat.) De Ridder Hans capite acuminato femoribusposticis fubtus repandis. LINN.
SLOANE , die er den naam aan geeft van allergrootſte groe- Sijſt. Nat.)
ne Springhaan , met de Wieken zeer breed , beſchrijft de X. Gekroonde Springhaan ; of fabel-Springhaam , die het
zeive ‘ aldus . Borstſtuk met overend ſtaande Doornen gekroond , de
Van de Kop tot het end des Agterlijfs , is hij niet lan. Dekſchilden met holle pokputten heeft; (Grijllus tetti
ger dan een duim , maar tot het end der Wieken derde- gonia , thorace ſpinis ere &tis coronato, elijtris variolofo-con
half duim , hebbende den Kop zeer klein , met twee cavis. Linn.Sijft.Nat.) De Sprieten zijn in deezedriemaal
zwarte Oogen , zes Pooten van't Borstſtuk afkoomen- zo lang als het Lijf, draadagtig , geel- en grijs-bont. Het
de , de agterſte ook derdehalf duim lang ; de Vleugels Borstſtuk is van boven, agteraan , omringd met een ſterk
één duim op het breedſte , in’t midden naamelijk , be- getande rand; het heeft, voor aan , neevens den Kop ,
dekken na genoeg het geheele Lijf. De woonplaats is één , en in 't midden twee Doornen of Stekels ; de Dek
Indien . fcbilden zijn graauw , beſprengd met groote , holle,
III. Mijrthebladige Siringhaan ; of fabel- Springhaan , bruine ſtippen ; de Wieken zwartagtig ; de Schenkels en
die het Borstſtuk effen en bijna vierhoekig heeft, de Diën zeer ſtekelig. De Staart is lancetvormig , vrij
Wieken neergebogen , en langer dan het Dekſchild , de lang.
Pooten niet ſtekelig ; ( Grijllus tettigonia, thorace ſubte- De beſchrijving van deezen Indiſchen Spring haan is
tragono levi , alis deflexis , ellijthro longioribus , tibiis muo ' van den Heer De Geer ontleent. De vier volgende waa
ticis. Linn. Sijft. Nat.) ren ook uit Indie afkomſtig .
' De Heer ROLANDER heeft deezen te Suriname gevone XI . Geaderde Springhaan ; of Sabel- Springhaan , die
den. Dezelve heeft de Sprieten zo lang als 't Lijf, het het Borstſtuk rond en wrattig heeft , de Wieken bij uit
Borstſtuk effen of ongekartelt, omtrent vierhoekig en ſtek breed, met vijftien adersdaardoorloopende;(Grijl.
van agteren rond ; de Dekſchilden zijn ovaal , neerge. lus tettigonia , thorace rotundato , ſubverrficolo , alis latis.
bogen , groen , als tweebladerig , aan den boven-rand fimis , nervis quindecim . Linn. Sijft. Nat.) Het Lijf is
E verheven rond ; de Wieken een weinig langer en witag van de eerſte grootte , de Dekſchilden zijn lancetswijze ;
tig ; de Pooten ongewapend. Hij is viermaal zo klein als de Wicken breedstvan allen ; de Schenkels met vier rijep
de voorgaande . van ſtekels bezet.
IV. Smalbladige Springhaan ; offabel-Springhaan , die XII . Zwartwiekige Springhaan ; of.ſabel-Springhaan ,
het Borstſtuk effen en omtrent vierkant , de Dekſchilden die het Borstſtuk effen en rond , de Dekſchilden korter
en Wieken langer dan het Lijf heeft; (Grijllus tettigos dan de helft van't Agterlijf , de Wieken zwart heeft ;
nia , thorace fubquadrata lavi,elijtris alisque corpore longiori. (Grijllus tettigonia , thorace rotundato lævi , elijtris ab.
bus. Linn. Sijft. Nat.) In deeze waaren de Dekſchilden domine dimidio, brevioribus , alis nigris. Linn. Sijft.
overal omtrent even breed , en met bruinagtige halfmaans Nat.)
wijze vlakjes getekent. Dezelve , gelijkerwijs de vijf vol- xill. Getopte Springman , of fabel-Springhiaan , die
gende, uit de Indiën afkomſtig, bevond zich, zo wel het Borstſtuk effen en rond, de Dekſchilden ovaal, de
als die , in het Kabinet van haare Koninglijke Sweedſche Wieken geknot , de ſtekels der Schenkelen draadagtig
Majesteit . heeft; (Grijllus tetrigonia , thorace rotundato levi , elijoris
V. Kleinbladerige Springhaan ; of fabel-Springhaan , ovatis , alis truncatis,Spinis tibiarum filiformibus. Linn.
die het Borstſtuk omtrent vierkant heeft, met ovaale Sijſt. Nat.)
blaadjes voor de Dijen der Agterpooten ; (Grijllus tetti- XIV. Léderagtige Springhaan ; of fabel-Springhaan ,
gonia, thorace ſubquadrato , foliolis ovatis ante femora po die het Borstftuk effen en rond , de Dekſchilden leder:
štica. Linn .Sijft.Nat.) Bij de aanhegting der agterſte agtig heeft, de Wieken bleek , de Sprieten zeer lang ;
Dijen zijn , in deeze zoort, twee ovaale holronde Blaad. (Grijllus tettigonia , thorace rotundato lævi, elijtris cori.
jes. aceis , alis pallidis , antennis longisſimis. LINN . Sijft.
VI. Genogde Springhaan ; offabel-Springhaan ,die het Nat.) Deeze heeft hetLijf groot , van koleur als zeem.
Borstſtuk rondagtig heeften de agterſte Vleugels , met leer , de Dijen rond.
een Oogje getekent; (Grijllus tettigonia , thorace rotun- XV. Groote groene Springhaan; of fabel- Spring haan ,
dato , alis pofticis ocello notatis. Linn. Sijft. Nat.) Dee die het Borstſtuk rond , deWieken orgevlakt groen , de
ze zo wel als de naast voorgaande , is een van de grootſte Sprieten borſtelagtig en zeer lang heeft ; (Grijllus tetts
Springhaanen. Dezelve heeft een grootOogje , met twee gonia , thorace rotundato, alis viridibus immaculatis , ani.
witte maantjes uitgemonſtertop ieder Wiek. tennis fetaceis longisfemis. Linn . Sit . Nat. ) Alle de voor .
VII. Breedſtaartige Spring haan ; of ſabel-Spring haan , gaande Springhaanen van dit artijkel, zijn uit de Indien
die het Borstſtuk rondagtig heeft, den Kop van 'boven afkomſtig; wij gaan chans over tot de Europiſchen, die
fpits, de Wieken groenagtig van koleur ; (Grijllus tetti. tot het zelve behooren. Hier onder is , wegens zijne
groote , de aanmerkelijkſte die van Frisch de groote groe:
gonia, thorace rotundato , vertice ſubulato , alis virescen • ne
tibus. Linn. Sijft. Nat.) Spring haan geheeten , en onder deezen naan beſchree
VIII. ' Drieoogige Spirnghaan; of ſabel-Springhaan ,die word , niet alleen, maar ook gelijk bij Roesel, afgebeeld .
het Borstſtuk rondagtig , den Kop van boven Ipits heeft, Men vind dezelve jaarlijks , dog zeldzaamer dan de vol
gen
4392 SPR : SPR .

gende zoort , door geheel Europa , en het zijn de gec- te zweemtnaar hetgeknarsder Krekelen ; dog het is ook
ne niet , die de grootſte ſchaade doen , maar een an alleen maarbet Mannetjedat zulksdoet. SWAMMERDAM
dere zoort welke kleiner is , en den naam voert van O. was van verbeelding , gelijk de Ouden , dat deeze Ipſeks
vervliegers of Trek -Springhaanen , gelijk wij vervolgens ten zulks niet de Vleugelen , of eigentlijk met de Des.
zien zullen. ſchilden , tegen elkander , en zommigen met die tegen de
Deeze groene Springhaan heeft de langte van omtrent Pooten , te wrijven , zoude veroorzaaken. Zij hadden ,
twee duimen ; zijne Spriecen, uit een menigte van klei- ten dien einde, zeker Blaadje of Plaatje agter aan de
ne ringetjes zamengeſteld , zijn langer dan het Lijf en Vleugelen , bij de Borst , 't welk als een Trommelvlies ver
zeer dun . Het Borstſtuk van boven plat , buigt zich op ſtrekken kon , tot voortbrenging van dat geluid. Van dit
zijde met een ſcherpen hoek,en maakt, agterwaards ,een Werktuig heeft Casserrus reeds geſprooken , en Plinius
breede lip. De Dekſchilden , fchoon groen van koleur , ſchijnt daar ook om gedagt te hebben , wanneer hij zegt dat
zijn een derde langer dan het Lijf. Het Wijfje draagt, hun gezang voortkomt van het Agterlijf. 't Is dan zo veel
aan'tend van 't Agierlijf, een zoort van Dagger die op zij nieuws niet; wanneer men hederdaags ſpreke van een
de plat, regt en lang is , beſtaande uit twee Plaatjes die dun Vliesie, dat een gat Nuit bij de aanhegting der
er de geſtalte aan geeven van een Degen of Houwer. Dekſchilden , van onderen , en ' t zelve opgeeft als bet
Deeze Inſekten ſpringen door middel van de Agterpoo- werktuig van dit geluid. Ook maaken zij onder 't vlie.
ten, die zeer ſterk en veel langer dan de Voorpooten zijn ; gen, met de Wieken eeniggeruisch, dat echter veel ver.
zij zijn in 't loopen log dog taamelijk vlug in 't vliegen. (chilt van het andere , hetwelkeRoesel noemt een swit .
Hunne Wijfjes leggen deEijeren in den grond, met haare zerende Schal, en dat , zo hij meende , verſterkt worden
Leg, welke degemelde Dagger is, daar in te ſteeken . Het vergroot, door de lucht uit (wee Nieragtige bruine deel.
Eij,naamelijk, glipttusſchen de twee gedagte plaatjes door. tjes, van binnen hol:, die door hem gevonden waaren bij
Lijf. Zijkrieken dus ciet dan
Het getal der Eijeren ,die zij op eens leggen , is vrij groot, de Voorpooten , binnen in 't
endezelven door een dunVlies te zaamen gevoegd,maa. tegen den avond, envervolgen daar mede de geheele
ken een zoort van Tros uit. De Jongen , daar uit voort- nagt , 't zij op den grond zittende in het veld, op de hal.
komende , .zweemen volmaakt naar de Ouden , dog heb men van gras of koorn -airen , of op de bladen van een
ben , in plaats van Dekſchilden , vier Knobbeltjes of boon in haagen en bosſchagien .
Stompjes , waar uit de Wieken voortkoonien moeten , Frisch merkt aan , wat de reden zij, dat deeze Spring. 9

gelijk bij de laatfte vervelling geſchied, even als in de Kre- haanen , zo min als de andere inlandſche of vreemde, zich
kelen . in Duitschland nietzodanig vermenigvuldigen , dat zij een
Het voedzel der Springhaanen is Gras , Kruiden en merkelijk nadeel doen. Hunne breede legpunt, welke
Boombladeren. Zij weeten zo wel als 't Vee , hec lekker. zommige Landlieden , zegt hij , het zwaard noemen , ont
fte te verkiezen,en dewijl zij een driedubbele Maag heb. breekt aan de Overvliegers of Trek Springkaanen , en
ben , zo wel als deKrekels , worden zij van zonnige ge- deeze leggen derhalven hunne Eijeren veelal, gelijk de
teid onder de Herkaauwende Dieren . SWAMMERDAM kleine Springhaantjes , in het gras, of maar weinig diep
heeft , in zijnepaauwkeurige onderzoekingen , aan dit ſtuk in de aarde, alwaar die aan het Gevogelte of ander Ge.
niet getwijfeld, want dat gedeelte van de Maaſ , 't welk dierte tot aas ſtrekken , of in de Koornakkers , door het
men het Boek noemt, en tot geen ander einde ſchijnt te ploegen vernielt worden ; maar boven dien doet de nat
kunnen dienen , is in derzelver Ingewanden , zegt hij , tigheid van het winter- faizoen veelen , zelfs die van de
over kennelijk. Ook verbeelde hij zicb zelfs die werking ; groote groene Spring haanen diep in de Aaarde geboord
in hun , met zijn Oogen gezien te hebben ; dat wel mooge zijn , vergaan , ofbrengt in'i voorjaar de Jongen om hals ;
lijk is , want een Springhaan , inzonderheid deeze groe . door dien de regen kun, wegens de lange Sprieten , aan
ne , zegt Frisch , is zeer taaij van leven ; hij had eralle de Aarde doct vast kleven , dat zijſtervenmoeten , Bo
Ingewanden uitgenomen , en het Dier kroop nog voort , vendien zijn deeze laatſten een bijzonder ongemak on.
een etmaal lang . derhevig, waar van hii , in de Verhandelingen der ko.
Aan de Zweigpijp Balg of eerſte Maag , waar in de ſpij. ninglijke Societeitvan Berlijn , berigt gegeeven had. Mis.
ze zich vergaderi, volgt, in deeze Inſekten , de eigent. cellan. Berolinenſia. Tom , IV . P. 393
lijke Maag, die van binnen met groefjes en plooijen is ; De groene Springhaanen worden zomtijds zeer dik van
vervolgens twee aanhangzels of holligheden die men voor Buik , en , als men hun opent , koomen zekere witte
de derdeMaag neemten eindelijk het Gedarmte. Deeze Wormpjes, van dunte als een naald , dog zommigen tot 1
deelen zijn uit de volgende zoort , door Roesel naauw. zeven duim lang , als darmen daar uit dringen , zittende
keurig afgebeeld, die het herkaauwen der Sprnghaanen buiten de Ingewanden. Ook vind men er ,zomtijds , even
echter niet waarſchijnlijk ſtelt. Men vind door de gehee. als in de Rupfen, Wormen in van Vliegen, die er nietal.
le holligheid van 't Agterlijf luchtbuisjes verſpreid, tus. Jeen in groeijen, maar zelfs in Popjes veranderen , zijn
ſchen welken een inenigte Vaatjes loopen van ſmaragd ko. de in de Buik van den Spring haan zwart, dog daar uit ge
leur, die mooglijk het groene ſap der Kruiden door het nomen worden ze graauw , en er kruipt vervolgens uit ie. R
Lighaam brengen. De Kop is met een zonderling gebit der één Vlieg. In de andere zoort had hij zodanigen niet
voorzien; hebbende den Bek gedekt met een zoort van uit. gevonden , ſchoon een menigte daar van door hem geo .
{ pringend Schild , dat beweeglijk is en voorzien van twee pend waaren . Hij bevond dat deeze Inſekten ecrst in
Kaaken met bruine , ſcherpe , aan 'tend kromme Tandjes, de groenen kwaamen , na derzelver legtijd , en dus tegen
en van binnen een dikke roodagtige Tong aan de Ondere dat zij ſterven moesten ; het welk een voorzorg ſcheen te
kaak die breed en rond is , gehegt. Ook is nabij de Kaa. zijn van den alwijze Schepper , om deeze zoort van
ken een groenagtig , haairig Baardie, dat zich buigt door Springhaanen , die na de dood afgrijzelijk ſtinken , {poe
middel van drie Geledingen , gelijk de Proevertjes ge diger te doen vergaan.
woonlijk XVI. Bonte Springhaan ; of fabel-Springhaan die het
De Springhaanen maaken een geluid , da teenigermaa. Borstſtuk effen en omtrent vierkant beeft, de Wieken
groen
SPR . SPR . 3493 :
groen met bruin gevlakt, de Sprieten borſtelagtig en zo Kaapſche Infekt, dat nader met de Molkrekels ſchijnc
het, boven den Sabel , twee
lang als't Lijf ; (Grijllus tettigonia, thorace fubquadrato overeen te koomen ;dewijl Roesel,immers,was
levi, alisviridibusfufco maculatis, antennesjetaceis lon- uitſteekende punten heeft. ook
gitudine corporis. Linn. Sijft. Nat.) van dat denkbeeld , noemende dit Inſekt , daar hij de af.
Men geeft den bijnaam van Wrattenvreéter aan dee. beelding van geeft , een soort van nog jonge en onuitge
ze zoort van Springhaanen, om dat de Boeren zich groeide Springhaan . Hij oordeeltdat dezelve nog twee .
daar van bedienen om de wratten weg te krijgen , want maal zou hebbenmoeten vervellen , om de volkoomene
her Infekt krabbelt dezelve af of bijcze open , enbraakt grootte en geſtalte te krijgen. Ondertusſchen is dege.
in de wonde een vogt uit , waar door de wrat verteerd daante zo zonderling , dat Periper er den naam van de
word, ſchrijft Linnæus. Men noemt dit Infekt, derhal. Kaapſche Mol-Springkaan , met lange Pooren aan geeft.
ve , in Sweeden Waortbit. GOLDAART niet alleen , maar HetAgterlijſ, naamelijk , is dik en eijrond , met rijën van
ook Hoefnagel , Merian , Johnston en anderen, heb- ſtekels bezet, en het Borstſtuk verſchilt zeer van dat der
ben deeze , onder den naain van Springkaanen , bedoeld , andere Spring kaanen .
en wij noemen ze , tot onderſcheiding van de Groene , de XVIII. Olijphant; of Springhaan , die het Borstſtuk
Bonte , hoewel zij ook veel kleiner zijn , en boven dien gekield en onverdeeld , het Lijf ongevleugeld heeft;
door dekromte van de Legpunt ofSabel,agter aan het Lijf (Grijlluslocufta , thorace carinato integro, corpore aptero.
der Wijfjes,verſchillen . Dit laatſte doet GEOFFROY deeze Roesel Irf. II.) Deeze uit Afrika afkomſtig , voert we .
zoort noemen, Sauterelle a Sabre, daar hij de andere tijtelt gens de zwaarli den
bijnaam van Olijphant, als
Sauterelle a Coutelas. Hiſt. des Inf. Tom. I. p.397 , 398. onder de overigejvighei d
in plompheid en grofheid uitmuntende.
De langte van het Lijf der bonte Springhaanen is onge . Het Lijf was geheel groen , met uitgeholde ftippen of
vaar één duim , en dus maar de helft van de voorgaande; puntjes als ſagrijn , en het Borstſtuk had een verheven
dog naar evenredigheid zijn de agterſte of Springpooten {cherperug, zonder verdeelingen , inkeepingen of plooi
veel grooter dan in de Groene; des het ook daar mede jen . De Dijën der Springpooten , aan twee kanten be.
geweldige ſprongen doet. De koleur verſchiltgrootelijks, .. zet met uitgeſneeden ſpitzen , en de Schenkels ieder met
3 dog is altoos min of ineer bont. Men vind de Vlerken een dubbele rij van ſcherpe ſtekels. Twee ſtompjes der
zomtijds wel groenagtig met graauw gevlakt , maar dik. Wieken vond men er aan, geen vier , als in de Poppen
wils ook geheel graauw met zwarte vlakken; zomtijds is der Krekelen ; de Sprieten waaren kort. Roesel hield
het Lijf en de onderſte Vleugelen geelagtig ofpaarsch, deeze ook maar voor een onvolgroeid Dier , dat nog twee
en gemeenlijk vindmen eenig geel daar aan ofaan de Poo . maal van Huid zou moeten verwisſelen , en derhalven
15 . ten , welker Dijën en Schenkelen dikwils van koleur ver- aanzienlijk groot worden , eer het zijn vollen wasdom
Schillen , inaakende den Springhaan kakelbont ; gelijk dit en Vleugels kreeg.
alles uit de agtſte plaat van Roesel zeer blijkkaar is.. Mooglijk zullen 't van deeze zoort van Springhaanen ,
Deeze Autheur heeft opgemerkt , datde bevrugting in of van de naastvoorgaande geweestzijn , welken de Heer
de Springharnen op dergelijke wijze als in de Krekels ge- ADANSON , in 't jaar 1750 op de Rivier Gambia vaaren
fchied. Nadat, naamelijk , het Mannetje, door zijn krie. de, waarnam en van welken zijn Ed. er verſcheidene
ken, betWijfje tot zich gelokt heeft, laat hij het zelve heeft mede gebragt, die hij zedert in zijn Kabinet , te
op hem kliminen, en paart dan daar mede. In de Eijer. Parijs bewaarde. Dezelven , naamelijk, waaren zegt
legging heeft dit bijzonders plaats , dat door deeze zoort hij, geheel bruin , van langte en dikte als een vinger en
niet meer dan zes of age Eijertjes in één kuiltje bij elkan . voorzien met twee getande Kaaken , als een zaag , waar
der gelegt worden, welke ook langwerpig en weinig klei . mede zij een groote kragt konden doen . Zij hadden veel
ner dan die der Groene Springlaanen zijn . Het Infekt kan langer Vleugels dan alle de anderen , die hij ooit te voo .
voor dezelven , verder geen zorg draagen ; alzo het ze . ren had gezien , en waaren dus bekwaamer om zich hoog
kerlijk nog voor de winter ſterft , en uit de Eijeren die op te heffen in de lucht , en met vermaak ver heen te
de vernieling door het Ongedierte of nattigheid ontgaan , vliegen.
koomen in 't voorjaar kleine Spring haantjes voort , die al. Nog op de Reede leggende voor het Kantoor d'Albré
leen door de kleinte, en door dien zij geen Vleugels heb da , zes of zeven mijlen opwaards aan die Rivier gele.
ben , van de volwasſenen verſchillen . gen , zág men 's morgens om agt uuren de lucht verdui.
De Heer GONOvius tekent , onder de Inſekten van ons ſteren door een dikke wolk , die i'eenemaal beſtond uit
Land , een ongevleugelde Springhaan aan , die wegens de dergelijke Springhaanen . Dezelve was ongevaar tien of
fabelagtigheid van de Staart , in 't Wijfje, tot dit artijkel vijftien roeden boven het Aardrijk verheven , en bedek.
behoort. Het is zegtzijn-Ed.,een van de kleineren, groen te een uitgeſtrektheid van verſcheide mijlen lands , alwaar
van koleur , en onthoud zich ook in 't gras , dog word zij als een regen verſpreide van Springhoanen , die er ,
zelden gevonden. Het Borstſtuk is , in deeze , effen en zich op het gewas neerzettende, gingen aazen , hervatten
rondagtig ; het Agterlijf eijrond , op zijde plat , met de de vervolgens hunne vlugt. Onbeſchrijflijk was de ver.
Rug boogswijze gekield , en zo wel als de Dijën, niet woeſting die hier door aangeregt werd; niet alleen ver .
ſtekelig. Het Dier heeft den Sabel zeer breed , opwaards fonden zij de bladen van het gebooite en al het groene
en bast van veelen
omgekromd, van langte als het Agterlijf, op zijde plat. kruid , maar tasten zelfs de ſpruiten Landwooningen
Grijllus tettigonia aptera, Thorace rotundatomutico, Cor. aan , ja het riet van de daken der of
pore viridi. Act. Helvet. Vol. V. p . 129. N. 256. Hutten , hoe droog ook , werd van hun niet verſchoond.
XVII. Pop; of Sabel- Springhaan , die ongevleugeld is , Niet minder ſpoedig evenwel , was ook in die Landſtreek
met het Borstſtuk -gedoornd en de Dijën geſtippeld ; de herſtelling, alwaar men , na verloop van weinige da.
(Griillus tettigonia apterus,
, thorace ſpinofo , femoribus gen , alles wederom zag groenen ; het land met gras en
pun &tatis. Linn. Sijft. Nat.) De laastgemelde zou men het geboomtemet bladen bedekt, als voorheen. Gemel
eer voor een Pop 'houden , gelijk LINNÆUS vit een der. de Wolk werd aangebragt door een ſterken ooſten wind ,
geliikvermoeden ;dien bijnaam geeft aan dit ongevleugeld en dewijl dezelve dien voormiddag daaromſtreeks pasſeer
VI. Deel. SO de ,
394 SPR . SPR .

de , zonder dat er eenige Springhaan overbleef, kon meis mige Ketters hebben geredeneerd , dat God geenSchep
niet twijfelen ofdeeze Inſekten werden dus al voortge- per kon zijn van zulke kwaadaartige Schepzelen , die
dreeven , en eindelijk in den Oceaan geſmeeten, omtot men
yoedzel der Visſchen te ſtrekken .
den Mensch derinaate benadeelden ,alsde Mieren , Wor
, Muggen en Springhaanen . Deeze laatſten zijn zelfs
'tis , naamelijk , gantsch niet te denken , dat deeze ver- ſchaadelijkna hunne dood. Zeker Schrijver verhaalt ,dat
nielende Schepzels den Oceaan overvliegen zouden tot in in 't jaar de werelds 3800 een ongelooflijke menigte van
Amerika ; dog , hoewelmen er in de Westindien weinig Springhaunen Afrika overſtroomde , dewe!ke, na alle
van geplaagd word , is men er niet geheel van bevrijd. groente verteerd te hebben , vervolgens in Zee verdron
THOMAS Gage verhaalt een dergelijke verwoeſting , wel. ken , en zulk een geweldigen (tank gaven, dat er , in wei.
ke ,geduurende zijn verblijf in deProvintie van Guati- nig tijds , driemaal honderd duizend Menſchen door
mala , aan de kust van de Zuidzee , bezuiden Mexiko , ſneuvelden.
door dergelijke groote Springhaanen gebeurde. Zijvloo , Uit de Heilige Schrift blijkt niet alleen dat de Spring
gen ook als een wolk die de lucht verduiſterde ,en daar . hganen in deooſterſche Landen zeer bekend, maar dat zij
zij nederkwaainen , braken zommige takken derboomen er ook dikwils een zwaare plaag waaren. Ik wil nu niet
door de zwaarte , terwijl allesdoorhun werd kaalgegee . ſpreeken van die , welke , onder andere plaagen , over
ten . Eindelijk nam men , op 't bevel der Regeeringe, Egipten gebragtwerd , om dat Pharao den uittogt wei
daar tegen een hulpmiddel bij der band , 't welk was , gerde aan de Kinderen Israëls ; warc hoewel dezelve
een groot geraas te maaken met het blaazen op hoorens dergelijke verwoeſting veroorzaakte , als gemeld is , en
en trompetten , bet Naan met ſtokken op trommels , ke dus dePlaag zeer zwaarwas, word dienaangaande ge
tels en luid geſchreeuw ; het welk dic Ongediert deed zegd ; ,, dat te vooren dergelijkė Springhaanen als die ,
vlugten , tot dat zij in de groote Zuidzee bun graf von- nooit geweest waaren , en dat er na dien tijd , zoda.
den . Vervolgens, echter, werd men in een nieuw ge. iy pige niet meer zijn zouden ; want zij bedekten de ge.
vaar gebragt door de Jongen , welke uit de Eijeren die „ , beele Oppervlakte des Aardrijks , alzo dat het Land
zij in 't gras gelegd hadden , voortkwaamen ; weshalve ,, verduiſterd of onzigtbaar gemaakt werd". Evenwel
inen de moeite nam van die op te zoeken en in greppels moeten in Paleſtina naderhand , meermaalen , deeze 1o.
te werpen , alwaar zij met aarde werden geſmoord. Dee. ſekten als een Plaag geweest zijn , gelijk uit andere
ze plaag , welke hij een der zeven plaagen van Egijp- ſchriftụurplaatzen blijkt. De Almagtige gebruikte de
ten noemt, was er nooit meer zodanig geweest. Nouvé zelve toc ftrafoefening over ongehoorzaamheid van het
Rel. des Ind. Occident. IIJ . Part. p . 159. Joodſche Volk , aan 't welke God belooft de jaaren te
In de noordellike deelen van Afrika, is de plaag der vergoeden , die de Springbaan , Kever , Kruidworm ,
Springhaanen , die de zuidelijke deelen van Spanjen ook en de Rupſe , zijn groot Heir , dat Hij onder hun ge.
20 dikwils kwelt, gemeen , Degenen die de HeerSHAW zonden had , hadden afgegeten. Joel ll. vers 25. Ook
aldaar nu omtrent veertig jaaren geleeden zag , waaren ſchijnt , boven en behalve de verwoeſting des Lands,
bruin van koleur en veel grooter dan de gewoone; zo dat dat voor het zelve als een Lusthof is , maar agter't zel.
het insgelijks anderen moeten geweest zijn dan die , wel. ve als een woeste Wildernisſe , van het geruisch , 't welk
ke nu en danbij íchoolen , uic Tartarie in Europa over zij bij hun aankomst maaken , geſprooken te worden.
koomen. Zij vertoonden zich op 't heetſte van den dag, Joel II. vers 3. De Springkaanen hebben geen Koning
als wolken in de lucht , die 't lonnelicht verduiſterden. of Voorganger, en niet te min marſcheeien zij bij hoo
De Jongen naauwlijks uitgebroed zijnde, begaven zich pen of troepswijze; ſchijnt Koning SALOMO te willen
in de maand junij, al kruipende langs den grond , bijge. zeggen , wanneer hij hun telt onder de viere , die van
heele troepen , die een lighaam uitmaakten van verſchei. de kleinſte der Aarde zijn , dog wijs en met wiijsheid wel
de honderi ellen vierkant , aan het afеeten van allerleij voorzien. Spreuken XXX . vers 27. Rex non eft Locu.
groente , en maakten dus het land , dat zij pasſeerden , ſtis, tamen procedunt confertæ omnes. Bibl. TREMELL.
volkoomen kaal. Het Landvolks meende hun die ſtroo. JUNII .
perij wel te beletten , met greppels te maaken dwars door Volgens Bochart vind men in den Springhaan , boe
de Akkers heen , en dezelve met water te vullen , of klein een Diertje ook zijnde , veele eigenſchappen , med
dijkjes op te werpen van ſtoppelen en andere brandbaare die der groote Dieren overeenkomſtig. Zij hebben , 1
ftoffen , welke zij bij het naderen der Springhaanen in zegt hij,den Kop van een Paard , de Nek van een Scier ,
brand ſtaken , dog dit alles hielp weinig ; de voorſten , de Hoornen van een Hert , den Borst van een Leeuw ,
door de agterſten voortgedrongen , doofden 't vuur uit , de Buik van cen Scorpioen , de Vleugels van een A
of vulden de greppels , en , weinig dagen na dat de eer- rend, de Dijën van een Kemel , de Schenkels van een
ften in beweeging waaren geraakt , bevonden zich ande. Struisvogel en de Staart van een Serpent. Dit zou , mis .
sen gereed , om de nateezing agter hun te doen , kaau ſchien , eenige opheldering kunnen geeren aan het gee.
wende de jonge takkjes , ja zelfs de bast der boomen ne in de Openbaaringe gezegd word van de Spring haa.
af. Na verloop van omtrent een maand , Vleugels nen, die uit den Put des Afgronds opkwaaien toi pij
gekreegen hebbende, begaven zij zich noordwaards niging der Menfchen ; te meer , dewijl het gedruisch
op de vlugt , en vielen dus, waarſchijnlijk , meest in hunner Vleugelen vergeleeken word bij het geraas van
Zee. ; Wagenen en Paarden. Apocal, Kap. IX. 9. Immers het
Op deeze hedendaagſche berigten , zal men niet fchroo- gedruiſch, dat deeze Inſekten , wanneer zij ſchoolswijze
men geloof te flaan aan 't geene de Ouden ons van de nedervallen of in de lucht zweevende, maaken , klinkt,
verwoeſtingen , door de Springhaanen in de ooſterſche naar men getuigt , wel zes duizend ſchreeden ver ; ja
Landen aangerigt, verhaalen. Wij leezen dat van de het geknars zelf , wanneer zij het Kruid of Graangewas
Heidenen, bij tijd en wijlen, openbaare gebeden en en Bladerloof afſcheeren , laat zich hooren,
geloften zijn ingeſteld geweest aan hunne Goden , om De algemeene naam der Spring haanen is , in 't be
verlost te worden van die afgrijzelijke plaag: : Zon : breeuwscb , 20't ſchijnt Arhé geweest, van hunne me
nigte
SPR: SPR . 3495
nigte of ſterke vermenigvuldiging, afkomſtig. Het blijkt, derzelven rusten , en wezentlijk met twee ſpringen , gem
evenwel ,dater ook andere naamen aan gegeeven zijn ,en lijk dit van de Spring haanen ieder een bekend is. Het
zommige houden diedrie woorden , welke onzeDordſche woord Arbeh , zijnde het eerſte van de vier,kan, bo.
overzetting onvertaald gelaaten heeft ,Ley. XI. 22. maar ven dien , onmooglijk iets anders dan zodanige Inſekten
voor bijzondere benaamingen van Springhaanen . Buiten betekenen ; ten waare men twijfelen wilde , of de Plaag
dien willen eenigen , dat zij Chaſil genoemt werden , we der Springhaanen , in Egijpte , ook in een overſtroo .
gens de vernieling die zij aanregien ; Gob om dat zij uit ming van Hoenders, Eenden , Duiven of dergelijke Vo.
de Aarde voortkoomen ; ook Gozam ,enz. Hetis zeker dat gelen beſtaan had ; want daar word het zelfdewoord ge.
de Arabieren hun Giazanagenoemthebben ; welke naambruikt. Exod . X. vf. 4.
van een werkwoord afkomſtig is , dat ſnijden of afknaa. Wij zullen dan ook vastſtellen , dat Johannes de
gen betekent. In 't grieksch was het woord Axpàs alge. Dooper Springhadnen tot zijne ſpijze gebruikt heeft, en ,
meen , zo wel als in 't latijn Locufta. De Europiſche hoe walgelijk dezelve aan Roesel voorkoomen mogte, is
naamen , in't italiaansch Cavalletta of Saltarella , in het het volgens het berigt van geloofwaardige Reizigers, 01 .
ſpaansch Langoſta, in't engelsch Locust , in 't fransch der de hedendaagſchen zeker , dat zij in verſcheide dee
Sauterelle en in 'thoogduitsch Heuschrecken , zijn zo wellen van Afrika gegeeten worden. De Arabieren eeten
als de onze , van het latijnfcbe , of, van hun ſpringen , af Springhaanen , volgens Shaw , en men verbaalt, zegthij.
te leiden . 'tSchijnt dat menze, in Duitschland , ook wel dat dezelven , met zout beſprengd en in botergebraden
Grafepferde dat.is Gras-Paarden , noemt. zijnde, omtrent van ſmaak zijn als onze Garnaalen . Ver .
XIX . Gekamde Springhaan ; of Springhaan die het ſcheide Natien , aan de kust van Guinee , zegt Adan
Borstſtuk gekamd heeft , drievoudig ingeroeeden ;:(Grijl. Son, maaken er gebruik van tot ſpijze , en bereiden die
lus locuſta , thorace criſtato, ſegmento triplici. Linn. op verſcheiderleij wijze; zommigen ſtampen ze en maa .
Sijft. Nat.) De vier- of vijf-dubbele Kam , welke deeze ken er Brij van met Melk , andere braaden ze alleenlijk
zoort in de Nek heeft, geeft er den bijnaam aan . Het op't vuur. Hier kan men bijvoegen , dat , volgens het
Infekt is zeer bekend onder den naam van Ezijptiſche of verhaal van DRAKE, in zijn Reistogt rondom dewereld ,
Arabiſche Springhaanen , enword gehouden voor alge. opde Grenzen van Ethiopie een Volk woont,'twelk men
meen over dengeheelen Aardkloot. Dat Westindiſche, Springhaanen -Eetersnoemt; alzo deezeInſekten in die dor.
immers, 't welk zich bevond in de verzameling van In . re en droogezand Woeſtijnen , bijgebrek van beter, bun
ſekten , de Grilliaanſche genoemt, van Suriname gebragt gewoone voedzel zouden zijn.
zijnde, kwam overeen met die Springhaanen , welke in Dewijl veelen , echter , ik weet niet welk een groote
zommige jaaren , uit de ooſterſche Landen in Poolep en afſchuwlijkheid in deeze ſpijze, boven die van de Kik
33
andere deelen van Europa overvliegen, en aldaar zulke vorſchen , Paddeſtoelen , Oeſters en Mosſelen , Alikrui.
3 ken, ja Kreeften en Krabben gevonden hebben , oorg
verwoeſtingen aanregten , of liever met die , welke bij deelden
tijd en wijlen uit Barbarie in Spanjen koomen . griekſche woord
zij dat het Axpidos cok iets an.
Frisch geeft een fraaije ongekoleurde, en Roesel een ders ; de vrugten van een Boom ofdeuiſpruitzels van een
heerlijke gekoleurde Afbeelding van dezeSpringhaanen ; Kruid , betekenen kon. Dit gaf de HeerHasselQUIST
: waar uit blijkt , dat dezelve zeer ſchoon , met een roode , aanleiding om te onderzoeken , of de Springhaanen ook
groene en -geele koleur getekent zijn . De laatstgemelde nog heden tot voedzel in gebruik zijn op die plaatzen ,
maakt het lijf en de Pootenhoogkarınijn rood, de Borst daar de Boetgezant geleeft heeft. Zie hier de uitſag van
oranje koleur, de onderſte Vleugelen groen, de bovenſten zijn naſpooringen , te vinden in DerKon . Schwed. Akad.
groen en geel gemengeld. Volgens Frisch zouden de Abhandl. auf das Fahr. 1752. p. 81.
onderſte Vleugelen rood zijn , hoedanigen ik gezien heb. Alle Franken , die zich lang in de Levant opgehouden
!
Het gemelde Surinaamſche was tegelrood ofbleekbruin , hadden , van hem over dit ſtuk ondervraagd zijnde , zei
23
een handbreed lang . Dit is ten minſte ook de grootte den var ja. De Kristen inwooners des lands, 't zij Ar.
van de gedagte van Roesel en FRISCH , volgensde Af- merieren , Grieken , Kopten of Sijriërs , die omſtreeks
beeldingen , die zij daar van gegeven hebben. Het Lijf de Roode Zee in Egijpten veel gereisd hadden , getuig .
naamelijk , heeft bij hun de langte en dikte van een vin. den , dat zij dezelven zien eeten ,of ten minſten gehoord
ger , de Wieken breiden zich ter breedte van een ſpan hadden , dat het een gewoone ſpijze der Arabieren was.
uit. De Sprieten zijn draadagtig en kort ; de Schenkels Zeker voornaam Arabier, Scheik Platon genoemt, te
der Agterpooten , alleen , met eene rij van doornagtige Kairo , in tegenwoordigheid van twee andere, door hem
ſtekeltjes gewapend; het geheele Lijf, de Kop en 't gevraagd zijnde, of hij wist dat men in Arabie Springhaa .
Borstſtuk zijn ongedoornd. nen tot ſpijze gebruikte , gaf tot antwoord , dat te Mo
Bij gelegenheid derbeſchrijving van deeze groote zoort cha, welke plaats haaren meeſten toevoer van Koorn uit
van Springhaanen , ſpreekt Roesel zeer omſtandig over Egijpte moest hebben , zomwijlen een hongersnood ont
het 22ſte vers van Levitic. XI. , waar uit blijkt, dat ſtaat, en dat dan aldaar , een menigte van dit Ongediert
deeze Inſekten aan de Israëlieten tot ſpijze zijn toe. vergaderd word , het welk men ſterk in de ſonneſchijn
geſtaan geweest. · Het Not van zijne redeneering is , dat laat droogen , en verder met een Handmoolen tot meel
door de vier hebreeuwſche woorden , die men gemeen- maakt , of het in een ſteenen Mortier tot een fijn poeijer
lijk houd voor verſchillende benoemingen van Spring haa- ſtampt en wrijft. Van dit Meel maaken zij met Water een
nen , Vogelen te verſtaan zijn ; gelijk Hoenders , bene. Deeg , en vervaardigen daar van dunne Koeken , die zij,
vens allerleij tamme en wilde Ganzen en Eenden , Dui- even als hun gewoonlijk Brood, in een ijzeren pan bak .
ven en dergelijken. Dog ongelukkig is de Man geweest , ken , het welk tot levensonderhoud dient , bij gebrek van
in dit geval. Hij begrijpt niet dat de zwaarigheid , van beter voedzel,
vier Voeten te hebben en met twee te ſpringen , dus on. " Ik vraagde verder, zegt de Hr. HASSELQUIST , ofniet
gelijk grooter is , dan wanneer men erInfekten door ver- , deSpringhaanen , buiten deeze noodzaake , tot een ge .
#aat, die zes Pooten hebben , en dikwils maar op vier woone (pijze van de Arabieren gebruikt werden . Hij
SE 2 Item
3490 SPRE SPR .

2 ſtemde zulks toe , en zeide , dat het niets ongewoons dat in China zommige landſchappen , op een deerlijke
% was, deeze Dieren , ook buiten gebrek van andere wijze,aan de.verwoestingen der Springhaanen zijn bloos
* ſpijze ,totvoedzel te zien gebruiken. Men kookt geſteld. Een Chineesch Autheurgeefter de volgende be
% ze , eerſtelijk , een maatigen poos in water, doeter als ſchrijving van , volgens den Heer du HalDx , dans l'Hi
dan Boter bij , en maakt aldus van Springhaanen een ſtoire generale des Voijages., enz...."
Fricasſee, die niet onaangenaam van ſmaak was , ge- Men ziet een zo verbaazendeveelheidvanSpringhas
>>

* lijk hij verzekeren kon , als hebbende zelf dergelijke „ ren verſchijnen , dat zij elkander mec de Wieken ſchij,
» gegeeten , » nen te raaken , bedekkende dus den geheelen Hemel.
,, Eindelijk (zegt onze Sweedſche Doctor, ) oin Oog: Het is , als dan , even of groote Bergen van groente
» getuige te zijn , dat de Springhaanen zich laaten eeten. de Menfchen op 't boofd kwamen vallen. Hij voegt
Toen ik deezen zomer , van het meir Tiberias , door » er bij , dat het geraas , 't welk deeze Inſekten onder 't
Galiléa naar Nazareth ging , reisde ik in een Arabiſche vliegen maaken,naar dat van Trominels gelijkt. Deeze
w legerplaats aan den Berg , waar Kristus zijne Predika. , gevaarlijke Legioenen bezoeken China niet, dan inde
„ . tie van de zaligheden gedaan heeft. Terwijl ik nu al. ,. drooge jaaren , die op de overſtroomingen volgen . In
» daar ruste , vond ik goed , alzo ik een menigie Spring. „ zulken ongelukkige omitandigheden Jooſt het Land
haanen rondom de Tent zag , eenen Arabier te vraagen, volk zich af, op het heelte van den dag , oin deeze
,, of dit Ongediert , gelijk men geureenlijk zegt, van hun » vijanden van hunnen arveid te verdrijven , door het
90 tot voedzel gebruikt werde ? Hij antwoorde , tot uitſpannen van Lakens over de Velden . Zomwijlen
ſpijze zijn de Springheaner wel bij ons niet in dage. word die Plaag niet dan in de uitgeſtrektheid van één
» gelijks gebruik, en , 20 lang wij Melk en Brood hebben , „ mijlbeſpeurd, terwijl men in'toverige des Landſchaps
► eeten wij dezelven niet ; dog men kan ze eeten , en „ . een ſchoonen oogst heeft”.
„ ik , 20 wel als mijn Vader , hebben ons dikwils daar In drooge fomers word het Land der Koſakken of de U.
van bediend, wanneer wij op lange reistogten niets kraine, gelijk men dat gedeelte van Tarcarie noemnt , 20
andersbadden . Daar op bevalbijeen hoop Jongens, er danig aangetast door Springhaanen , die er mer een oase.
» ſchielijk zo veel te vangen als zij konden ; dan zou hij ten of zuidoosten wind in overkoomen , dat al het ge.
» mij toonen , hoe men dezelven at , Zodra hij er een was een geheele verwoesting ondergaat. Uit de Lijeren
i meenigte gekreegen had , ſcheurde bijer de Vleugels , die zij in de herfst . leggen , komt in 't voorjaar een nog
so de Sprieten en de Schenkelen of dunne Pouten af , grooter veelheid voort van deze Inſekten , ten zij dere
9, waar op bij ze aan het vuur (e braaden bragt, en , zo zelver Eijeren of de uitgekoomen Jongen vernield worden
heet als hij die van 'e vuur pam , goot bij daar Boter door den regen , of dat er een ſterke noordooste wind ont.
» , over, uit een klein ijzeren pannetje, waar in de bo , ſtaat, die de Springhaaneil in de zwarte Zee komt were
> ter door de bitte van de ſon was geſmolten. Toen pen , De Varkens daar te Lande , ſtrekken ook in dee.
ging mijn Arabier zitten , en inaakte zich een maaltijd zen tot behulp , dewijl zij veel finaak hebben in die Eie
» van zijne Springhaanen , waar van hij er ettelijke twin. jeren , en dus het land,daar van zuiveren , het welk er
%, tigen binnen noeg , nadezelve wel in bragt.
de botergedoopt zomtijds zo vol van is , dat zij in de Huizen koomen ,
Hij noo. en op de bedden kruipen , vallende op de tafelen, ja dik
>
te hebben , eer hij ze aan den mond
», digde ook mij en een Jeruit te gast op zijn geregt; dog wils in de ſchotels met ſpijze neer , terwijl men maal.
„ wij wilden , wegens de onzekerheid dergevolgen , ee. tijd houd . Wanneer zij 's nagts gaan rusten , bedekken
s ne ons 20.ongewoone ſpijze niet beproeven . Als wij zij het Aardrijk hier en daar wel tot eenige duimen hoog.
» genoegzaam tijd hebben , en ons de moeite willen gee. le, en , 20 er dan eenigen door de wielen van een Rij
„ ven , zeid' de Arabier , on ze eerst in Water eens te tuig verpletterd worden, koomt daar een onverdraagiijke
laaten opkooken , en dan in de boter e braaden , Itank uit voort.
kunnen wij ons daar van een ſmaakelijker Geregt be. In den jaare 1690 kwamen , in Rusland , als drie legers
reiden " .. van Springhaanen aan , van drie verſchillende ſtreeken. Het
De Springhaanen , die men in Arabie vind , zijn vol- eene trok regenaar de Poolſche Armee , het andere pas
gens het berigt van gedagten Sheik , even dezelfde als ſeerde ter regterhand van Leopold, uit Volhijnie koo
de Egijpciſche, en deeze koomen met die van Palestina mende, en het derde kwain van de zijde der Gebergten
en Sijrie over een. Men vond er groote en kleine on . van Hongarie. Deze Beeiten verſpreidden zich door Poo
der , ja zelfs alle de zoorten van Europiſche Springhat- len en Litthauwen , in eene zo verbaazende veelheid dat
nen , die men zo hij van den Arabier vernam , zonder on. de lucht er geheel door verduiſterd ; en de aarde door be.
derſcbeid tot het gezegde gebruik bezigt. Ook zeid de. dekt werd , als met een zwart laken . Op eenige plaat.
zelve hem , dat zij op zekere tijden in Arabie zo me. zen vond men ze dood op elkander leggen , tot vier voe.
nigvuldig waaren , als zij hedendaagsch zeldzaam zijn in ten hoogte , en de takken der Boomen boogen neer door
Egipte, alwaar zij ten minſte geene Landplaag zijn , ge . de zwaarte , van de geenen die er op zaten, on de bla.
lijk in andere gewesten . den af te eeten. Men wil, dat toen dezelve geſtorven
Hier kan ik thans gevoeglijk ſpreeken , van de nadee- waaren door den regen , die er viel , de lucht dermaate
len , die aan ccnige deelen van Aſie door de Springnaa. door de ſtank beſmet werd , dat daar uit kwaadaartige
sien worden toegebragt. Te Balſora , in Perſie , pasſeert ziekten en ſterfte ontſtaan zijn , onder de Menichen en
doorgaans , vier of vijfmaalen in 't jaar , een zo verbaa het Vee. Meimerkt aan , dat in den jaare 1648 aldaar
zende veelheid van deeze Inſekten , dat zij van verre zich dergelijke bezoeking was geweest, die van den opſtand
als een dikke Wolk vertoonen , waar door de lucht i'ee. der Koſakken gevolgd werd. Ruim één teuw vroeger ,
nemaal verduiſtert word .. Somwijlen (mijt de wind hun . dat is in 't jaar 1542 werd Hongarie , benevens een groot
over de Euphrales heen ; en dan moetenze in de Woe . gedeelte van Duitschland en Italie , door dergelijke ſchoo
Itijnen omkoomen. Hier uit blijkt , dat die van Wousto . Ten van Spring haanen overſtroomt, die van omſtreeks de
Arabie oosiwaarts gebooten zijn, en dus vinden wij ook zwarte Zee,kwamen .
KA
SPR . SPR . 3497
Karel de XII., Koning van Sweeden, zich bevinden van zekere Springhaanen , die uit Tartarie in het zelve
dendein Besſarabie, werd aldaar verſchrikkelijk geplaagd overkoomen , en door Poolen en Duitschland zich zom
door deeze Inſekten . Zijn Hiſtoriſchrijver drukt zich , tijds verſpreiden , tot in Vrankrijk en de Nederlanden ,
dien aangaande , aldus uit. ” Een verſchrikkelijke veel niet alleen , maar zelfs tot in Groot-Brittannien en de Ei
» heid van Springhaanen verhief zich , op den middag van landen benoorden Schotland. Men noemt deeze dan, met
>> de zijde der Zwarte Zee ; in 't eerst met kleine gol- regt , Overvliegers of Trek - Springhaanen , gelijk FRISCH
» ven ; vervolgenszag men als wolken , die de luchtvere er de Hoogduitſche benaaming aan geeft van Strich - Heu
duisterden , maakende een zo dikke duiſternis , dat de ſchrecken , om dat zij bijitreeken of ſchoolswijze , gelijk
Son in die geheele wijduitgeſtrekte vlakte , zich als de Trekvogelen aankoomen , en na verloop van tijd.we.
totaal geëklipſeert vertoonde. Deeze Inſekten vloogen der vertrekken. Onder die benaaming heeft Roesel de:
», nietdigt aan den grond , maar omtrent op zulk een hoog zelve ook beſchreven , en er gekoleurde Afoeeldingen
y te als men de Zwaluwen ziet vliegen , tot dat zij een van gegeeven.
veld gevonden hadden , waar op zij zich konden ne- Deeze Springhaanen zijn grooter dan die wij gewoon
derwerpen. Wij ontmoetten er dikwils ( fchoolen van) lijk in Europa hebben, want de langte van het Manner
,, op den weg , die zich met een dergelijk geraas verbie- men
je is . ongevaar twec , en die van hetWijfje derdehalf dui
ven als dat van een ſtormwind, en op ons kwamen Hunne koleur is bont , met het Lijfen de Pooten
nederſtorten als een hagelbuij. Zonder te vreezen , van paarschagtig , de Vleugels bruingeel, het Borstſtuk en de
door de Paarden met de pooten vertreden te worden , Dijën groen, de Kop blaauwagtig , ván votren bleels.
kwaamen zij op ons aan ſtormen , met zo veel geweld rood ; de Sprieten zeer kort. Zodanig, namelijk , was
dat wij naauwlijks uit de Oogen konden zien , tot dat de geſtalte van de geene, welken Roesel in 't jaar 1748
wij die plaats gepasſeerd waaren. Overal , waar deeze ving , toen zijnoggrooter verwoeſting in Europa aanreg
Springhaanen zich gingen nederzetten , werd door hun ten , dan in 't jaar 1730 , wanneer Frisch zijn Werk uir
is
‫ ار‬een ſchrikkelijke verwoeſting gemaakt ; want zij knaage gaf, die ook van een dergelijke zoort van Springhaanen
» ; den het Kruid tot aan den wortel af; zo dat men , in gewag maakt.
„ plaats van die ſeboone groente , waar mede het land Zij vliegen zeer ſnel , wegens de grootte van hunne
bedekt was geweest , aldaar niets zag dan een dorren , Vleugelen, en de uitpuilendeoogen geeven er een zeer
droogen , zandigen grond. Nooit zou men gelooven ſcherp gezigt aan , zo dat men ze niet gemakkelijk kan
dat een zo klein Dier de Zee kon overkoomen , indien vangen . Het knarſend geluid is in de Mannetjes iterker
de ondervinding deeze arme Volkeren , niet daar van dan in die der groeneSpringhainen , en zij maaken ' t zelve
as overtuigd had ; want na een kleinen arın van de Zwar- niet met de Vleugels alleen , gelijk de Krekels , maar ook
te Zee, koomende van de Eilanden of nabuurige Lan. met deSpringpooten , die zij zeer gezwird tegen de Dek
den , te zijn overgeſtoken , gaan deeze Inſekten n' og ſchilden aan wrijven , even of zij op de Viool ſpeelden ,
grooter Landſchappen door, alwaar zij alles verwoe. Volgens hetgeene Rousel, dien aangaande waargenomen
Iten wat hun voorkomt , in zo verrezelfs, dat de deu• heeft. De Paaring, zegi hij, is even als die van de an
ren der Huizen door hun beknabbeid worden " . dere Springhaanen , en word verſcheidemaalen herhaald ,
Uit deeze deelen van den Aardkloot, koomen in on telkens eenige Eijeren te bevrugten ; 'dog in de Eijer
Duitschland zomtijds die ſchoolen van Springhaanen , wel. legging is een groot verſchil met die zoorten, welke ee.
ke mer Overvliegers of Trek-Springhaanen noeint, daarneLegſpits of Sabel aan de staart voeren .
wij ſtraks van zullen ſpreeken . Deeze vréende zoort legt haare Eijeren ook wel in de
XX. Mazelvlakkige Springhaan ; of Springhaan , die aarde , die zij met het end van het Agterlijf eenigermaa
het Borstſtuk vierkant en wrattig heeft , de Dekſchilden te weet te openen ; dog veelen plakt zij aan andere lig
Wrattig , de Wieken los; (Grijllus.locufta thorace quadra- haamen , gelijk de halmien van gras of koorn ., takken van
to verrucoſo, elijtris verrucofis. LINN. Sijft. Nat) De boomen , wortelen en zelfs aan ſteenen , overtrekkende
soode koleur zal waarſchijpelijk aan deeze , de bijnaam dezelven tevens met een witte ſchuinagtige Nijm , die
van Mazelviakkige hebben gegeeven , dat echtermet dee. ook nit de leg komt, 'wordende in 'tkori bruin en hard ;
ze wratten weinig ſtrookt. des de Eijeren daar in eenigermaate , voor koude en voga
XXI. Sukkelige Springhasn ; of Springhaan ; die het tigheid bewaard zijn. De Eijeren hebben een oranje -gee.
Borstſtuk omtrent vierkant, getand en wratagtig heeft, le koleur , en zijn in ' t uitkoomen gelijk aan die van ande.
de Dekſchuleten meteeltige pukkeltjes geſtippeld ; (Grijl. re Springhaanen. Met een warm voorjaar, en zo zij aan
lus locufta , thorace fubquadrato dentato verrucofo, elijtris de connefcbtin bloot leggen , koomen de Jongen reeds in
pun&tis callofis. LINN. Sijft. Nat.) Deeze zijn natuur- meij en april te voorſchijn ; maar met ongunſtig weer
lijke woonplaats is Amerika. : dikwils eerst in junij . " Een harde' vorst ofnatte winter
XXII. Roodpoctige Springhaan ; of Springhaan , die doet de meesten verlooren gaan, tot groot geluk der gee
het Borstſtuk een weinig gekield , van een enkeld ſtuk, nen' , die er mede zijn geplaagd geweest:
den Kop ſtomp , de Kaaken zwart heeft; (Grijllus locus FRISCH ſtelt eenige middelen voor, om de Springhaa .
fto , thorace fubcarinato feabro, capite obtulo; femoribus men , wanneer zij zo menigvuldig zijn , te vernielen. Men
pilofo ciliatis. Linn . Sijft. Nat.) Van deeze Indiſche, moet wagten zegt hij, tot dat het Koorn rijp is en afge.
zijn de agterſte Dijen , aan den hoek , wederzijds bezet ſneden word , als dankunnen er veelen met plankjes , die
met een maantje van lange haairen . aan ſtokken vast gemaakt zijn , tusſchen de koornhoopen
XXIII. Trek -Springhaanen ; of Springhaanen , die het dood geſlagen worden. Het verjaagen door rook ofgroot
Bors:ſtuk een weinig gekield , van een enkeld ſtuk, den geraas kan ook dicoftig zijn, wanneer het zelve op’t midi
Kop ſtomp , de Kaaken zwart heeft ; ( Grijllus locuſta ', den van den dag geſchied ; want 's morguns en 's avonds
thorace ſubcarinato, ſegmento unico, capite obtufo , mat. gaan zij , wat men ook doe niet in de hoogte , ook drijft
illis arris. Linn . Sijſt. Nat.) 't Is bekend, dat ons we- men ze dus maar van de eene plaats naar de andere De
reldsdeel, nu en dan eens , ongelukkiglijk bezogt word beste manier daar een Landheer zijn Onderdaanen , Boe
ren
SI 3 .
SPR . SPR .
3498
ren en Nabuuren zelfs , mede redden kan , is , dat als De oude Historien beſchrijven ons deerlijke verwoe
men de ſchoolen van Springhaanen ziet aankoomen , zo ſtingen van Europa door de Springhaanen. In't jaar 593d.
veel Volk als 't mooglijk is , op de been gebragt word , na'sHeilands geboorte , was daar door een hongersnoo
om 's morgens met zakken in het veld te gaan , en daar de ontſtaan . Men had ze in 't jaar 852 , door geheel Duitsch
Springhaanen ,'tzij dood oflevendig , met platte ſchoppen land, endaar op volgde een zwaare peſtilentie, waarſchijn
inſcheppen. Want , terwijl zij des nagts ,dikwils met hun lijk door de beſmetting van de lucht, van deeze rot
tienen ofmeer , eenen ſtoel of halm hebben afgegeeten , orzaakt. Een dergelijk noodloc trof
tende Inſekten verond
Vrankrijk en Engela in ' t Jaar 874. In 't jaar 1048 we
leggen zij 's morgens digt aan, ja zomtijds wel op elkander, rt
zo dat men er dus een menigte kan vangen ofdoodNaan . er Rusland door verwoest. Men ſchrijft dat in den jaa
De minſte Nag inaakt ze bedwelind, zo dat zij niet meer re -1475 , een groote magt van Springhaanen , uit Hon.
ur e e
op- ofwegvliegen kunnen .Een Gouverne vanMilanen garie , Moravi en Silezi , zich in Duit schland
verſ preid
eenig geld tot belooning geſteld hebbende op ieder zak , beeft. Poolen onderging deeze plaag , in de volgende
diehem van dit Ongediert zou aangebragt worden , toen Eeuw , meer dan eens . In’t jaar 1541was een ongeloof.
eens zijn gebied op een vreezelijke wijze daar door werd lijke menigte var deeze Inſekten in Poolen en Walacbie ,
geruineerd , kreeg in weinig dagen twaalf duizend zak- welker Jongen in 't volgende jaar , zich verſpreiden door
ken. geheel Europa , zelfs totin de zuidelijke deelen. CoR.
Gelukkig is’t, datmen het bezoek van deeze Spring. NELIUS GEMMA verhaalt, dat zij in 'c eerst geen Vleu.
haanen , in Europazo zelden krijgt. De jaaren 1730 en gels badden , die zij vervolgens kreegen , waar mede zij
1748 , evenwel , zijn kort op elkander gevolgt , en van van het eene Land in het ander overvloogen , vertee.
de verwoeſting, die zij in dit laatſte aanregtten , hebben rende alle groente , zonder onderſcheid , en laatendeag
veelen onzer tijdgenooten , uit berigten , nog geheuge. ter zich een zwaaren tank , tot dat zij , eindelijk , door
nis. De grootſte ſchoolen daar van , bij ons in 't najaar de koude van den herfst om't leven raakende, nog boven
koomende, deedenweinig ſchade, en verdweenen met dien een gevaarlijk voedzel wierden voor hetvee . Een
dewinter , t'eenemaal ; maar in Duitſchland, inzonder ander Autheur geeft er de langte van een vinger aan , met
heid naar den kant van Hongarie , was het erger geſteld, dikke Koppen en gezwollen Buiken , vol etter , en ver.
door dien de ſchoolen of zwermen van Springkaanen , in haalt dat deeze Inſekten geſtorven zijnde , de lucht niet
de herfst van 1747 uit Walachie en Moldavie in Seven. zulk een ſtank vervulden , dat de Roofvogelen daar door
bergen gekoomen , aldaar hunne Eijeren leiden , die in't werden afgeſchrikt.
voorjaar 1748 Jongen voortbragten ; weshalve de Keize . De Springhaanen zijn geteld geweest onder de genees.
rin Koningin daar omtrent, den 25 junij 1749 , een Pa. middelen . DIOSCORIDES verzekert , dat deeze Inſekter
tent deed uitgeeven , waar in boven en behalven eene bij wijze van berooking gebruikt zijnde, de opbouding
beſchrijving dier Inſekten , ook van de bovengemelde van 't Wateren , in de vrouwelijke Sexe geneest. Ande
middelen , als ter uitroeijing dienſtig zijnde , geſproken ren raaden ze aan , tegen de Opſtijging. Ten dien ein
word ; gelijk ook van dezelve, bij hoopen zaamenge de liet men ze droogen en tot poeijermaaken , het wel.
voegd, met ſtroo te verbranden, of in greppelsmet Aar ke ingegeven werd tot tien oftwintig greinen , met eenig
de toe te dekken , en dus te doen ſmooren. Zie Euro- bekwaam vogt, gelijk het afkookzelvan Glaskruid , of
dergelijke.
piſche Mercurius. 1749. 11.deel. bladz. 10. enz.
Deeze en dergelijke middelen waaren in die ſomer van xxiv . Tartaarſche Springhaan ; of Springhaan , die
grooten dienst , voor de ingezetenen van Oostenrijk , het Borstſtuk eenigermaate gekield , met drie in (nijdin
alwaar men dat Ongediert, op veele plaatzen , wist te gen , den Kop rond , de Kaaken van dezelfde koleur als
verjaagen ofte vernielen; dog in de maand ſeptember kreeg den Kop heeft; (Grijllus locusta , thorace ſubcarinato , feg
men dien aangaande droevige berigten zo uit Bohemen en mentis tribus , capite rotundato , maxillis concoloribus.
Silezie , als uit Frankenland en Beijeren. Zij zworven veel Linn . Sijft. Nat. ) Deeze zo als de naam aantoond uit
van de eene plaats naar de andere , en eenige waaren er "Tartarije afkomſtig , is door een roode rib der Vleugelen
die op een verſchrikkelijke wijze daar door leeden . Dus baarblijkelijk vande gewoone Overvliegers of Trek
was bij Wurtzburg , in 't laatſte dier maand, een zo groote Springhaanen verſchillende:
menigte van Springhaanen te voorſchijn gekoomen , dat XXV. Bonte Springhaan ; of Springhaan , die het Borst
er het Aardrijk wel een Juitfche mijl in de breedte.door ſtuk geel geſtreept , de Dekſchilden groen , de Wieken
bedekt werd, daar en tegen werd den 21 , zijnde fon- blaauw heeft; (Grijllus locusta , thorace lineato flavo , elij.
dag, te Windsheimn , ook in Frankenland , een darkzeg. tris viridibus, alis coeruleis. Linn. Sijft. Nat.) Deeze
ging in de Kerken gedaan , wegens de verlosſing des Lands in de Westindien te huis hoorende, heeft het voorſte van
van die ſchadelijke bezoeking. In verſcheide deelen van den Kop rood en is met zwarte karakters getekend .
Bohemen en Moravie , en inzonderheid in Lithauwen , XXVI. Blaauwe Springhaan , of Springhaan , die het
was men er in 't volgende jaar , nog vreezelijk mede ge- Borstſtuk eenigermaate gekield , de Wieken groenagtig
plaagd. blaauw heeft, met een zwart bandeerzel; (Grijllus lock
't Is geenzinste verwonderen , dat in die Landen , wel. ſta , thorace ſubcarinato, alis viriscenti-coeruleis, fascis
ke digt aan Tartarie leggen , alwaar deeze Springhaanen nigra. Roes. Inf.II.) De Geſtalte van deeze zoort van
hunne oorſprong hebben ,dezelve gewoonlijker bij fchoo. Springhaanen , die men volgens LINNÆUS in de zuidelij
len koomen ; dog het blijkt niet, van waar die Spring- ke Landen vind , is uit het werk van Roesel blijkbaar.
kaanen gekoomen zijn , door welke de zuidelijke deelen Deeze Autheur getuigt, dat dezelve meest op drooge ſand
van Vrankrijk , Provence en Languedok , in 't jaar 1013 , gronden of aan de kant der bosſchen in Duitschland, ge
zo ſchrikkelijk gehavend werden. Ditis zeker dat men in vonden word. Bij FRISCH word er onder de inlandſche
Spanjen , meermaalen geheele Heirlegers van deeze In. Springhaanen , ook gewag van gemaakt. Zij onthoudua
fekten heeft, die er op een deerlijke wijze huishouden , zich op onze duinen menigvuldig , zo de Heet GRONO
en buiten twijfel afkomſtig zijn uit Afrika of Arabie. VIUS aanmerkt, die er de langte van één duim of iets meer
aan
SPR SPR . 3499
aan geeft, maar met eenig verſchil , door dien er drie het welkeKarolina word genoemt.
zwartagtige dwarze banden over de Dek ſchilden loopeo. XXX. Donkere Spring haan ; of Springhaan , die het
Doctor SCOPOLI vond , in Karniole deeze zoort , met de Borstſtuk eenigermaaten gekieid , de Wieken zwart , naar
Dekſchilden bruinagtig , dog van onderen bruiner , en met 't Lijf toe rood en aan de tippen wit heeft ;(Grijllus locito
eer donker Bandeerzel. Bij Roeser is de grondkoleur fta, thorace fubcarinato , alis nigris, baſi rubris , api
der Dekſchilden bleek , en die der vlakken of banden o . ce albis. Linn . Sijjt. Nat.) Deeze hoort in Afrika ſe
kerbruin . huis.
De Heer GEOFFROY betrekt tot zijn Geflagt van Acrij- XXXI. Geele Springhaan ; of Springhaan , die het
dium ofCriquet ,(waar in hij zodanige Springhaanen t'huis Borstſtuk eenigermaate gekield , de Wieken geel heeft ,
brengt , welker Voeten altemaal drieledig zijn , gelijk die eenigermaate gebandeerd; ( Grijllus locusta, thorace fub .
der Krekelen , )twee zoorten ; waar van de eene de Wie : carinato , alis disco flavo fascia nigra. Linn. Sijft. Nat.)
ken geheel blaauw heeft, en de Dekſchilden uit den ro. Deeze zoort die ook in Afrika te buis hoort , heeft Pes
len of roodagtig , gelijk die , welken Roesel afbeeld. De Tiver eer; afbeelding van gegeeven ,
andere , met de voorgemelde overeenkomſtig , heeft de XXXII. Sweedſche Springhaan ; of Springhaan , die
Dekſchilden bruin gewolkt, de Wieken blaauw en zwart. het Borstſtuk gekruist heeft, de Sprieten van langte als
Deeze beide hebben ongevaar één duim langte , en ont: het Lijf; Grijllus locusta , thorace crucigero , antennis
houden zich omſtreeks Parijs. Hiſt. des Inf. env. Paris, longitudine corporis. Linn . Sijft. Nat. ) Deeze zegt de
Tom . I. p.392. Men vind ze beiden ook in ons Land. Heer LINNÆUS onthoud zich in Sweeden in de Velden
XXVII . ItaliaanſcheSpringhaan ; of Springhaan , die van Oeland , inzonderheid omítreeks Borgholm , zeer
het Borstuk eenigermaate gekield , de Wieken rood , overvloedig in de maand julij , verſpreidende zicb , even
aan de tippen aschgraauw heeft ; (Grijllus locusta thora. als 'tſtof derwegen voor de voeten van een Wandelaar.
ce fubcarinato , alis rubris , apice cinereis. Roes. Inf.II. ) Zijn Ed. telt hem onder de kleinſten van dit Gellage, heb.
Een dergelijke als deeze , die evenwelniet met de aangee bende het Lijf meer uit den geelen dan groenagtig , waar
- haalde van Roesel,noch met de verſcheidenheid van Lin . door hij van de volgende verſchile; de Dekſchilden zijn
NEUS volkoomen overeenkwam , vond Doctor SCOPO bleek , met wit doorweeven , daar eenig zwart tusſchen
Li in Karniolie ; 20 dat er de naam van Italiaanſche , met door ſchijn :; het Borstſtuk is van boven bleek , meteen
regt, aan gegeeven kan worden . Roeseu evenwel heeft zwarte vlak op ieder zijde; de Dijën zijn bleek met een
de zijnen ook in Duitschland waargenomen . langwerpig zwartagtig bandeerzel ; het Agterlijf van bo
XXVIII. Ratelaar; of Springhaan, die het Borstſtuk ven bleek , aan de zijden bruin , van onderen geelagtig
eenigermaate gekield , de Wieken rood , en aan het end groen.
zwart , de Dekfcbilden gewolkt heeft; (Grijlius locusta , XXXIII. Groenagtige Springhaan ; of Springhaan , die
thorace fubcarinate, alis rubris extimo nigris, elijtris ne. het Borstuk gekruist heeft, het Lijf van boven groen ,
bulofis. Linn. Sijſt. Nát.) Men noemt deeze zoort van den rand der Dekſchilden witagtig; ( Grijllus locusta , tho .
Springhaanen , wegens het kraakend geluid , dat zij in 't race cruciato , corpore ſupra viridi, elijtrorum margine ale
: opvliegen methunne Wieken maaken , ook wel de Klap . bido. Linn. Faun. Suec.) Men zou deezen het kleine
perman of liever Ratelaar. Het zweemt naar dat ge. Groentje kunnen noemen ; want het is onder de Sweed.
klapper , 't welk men op zoinmige plaarzen bij de Haa- ſche, een der allerkleinſten , zo wel als de voorgaande
zen-Jagt verwekt , zegt Roesel, die aanmerkt, dat zij zoort. Bij Burswiken , aan de zee , was het zo over .
niet alleen gejaagd worden , maar ook in vrijheid opſtij- vloedig , dat het zich als ſandkoorn voor de voeten ver.
gende, zulks doen, en dat het Mannetje buiten dien , fpreide. Bij ons zijn de kleine groene Spring haantjes, in
: 20 niet knarst als de andere zoorten , onder welken hem de graslanden zeergemeen.
geene bekend was , die dit klapperend geluid maakte. On- XXXIV. Tweevlakkige Springhaan ; of Springhaon ,die
ze Autheur , niet te min , zegtdatdeeze zoort , in de vel het Borstſtuk gekruist heeft , de Dekſchilden wolkig inet
den , geduurende de maand julij knafst , en Doctor Sco- een lanwerpig witte ſtip aan de tippen ; ( Grijllus locufta,
POLI gecuigt; dat dezelveonder de blaauwe huishoud , den thorace cruciato, elijtris nebuloſis pun &to oblongo albo ver .
geheelen dag tot diep in de nagt, knarſende totaan het end jus apices. Linn. Sijt. Nat.) Deeze onthoud zich in de
van ſeptember. Geen van beide onderſcheid dus het ge. Velden in Sweeden .
Juid , dat deeze maakt , van dat der Krekelen of andere XXXV. Rosſe Springhaan ; of Spring haan , die het
Springhaanen. Borstſtuk gekruist , het Lijfros , de Dekſchilden uit den
Volgens den laastgemelden is de roode koleur der Vleu : graauwen , de Sprieten eenigermaaten geknodst heeft;
gelen als die van rood Sandelhout. Friscu had de blaauw (Grijllus locusta , thorace cruciato, corpore rufo, elijeris.
gewiekte eerstvoor de Mannetjes van deeze roodgewiek griſeis, antennis fubclavatis. Linn. Sijft. Nat.) Men
te gehouden , dog vond naderhand , van beiden , Manne heeft een dergelijke zoort als deeze, welke .de Sprieten
tjes en Wijfjes. Roesel vond van de rooden in het met knopjes gelijk die der Dagkapellen , dog aan de tip
eerst, niet dan Mannetjes , tot dat hij eindelijk er één pen een weinig ſpits heeft , ook in Karniolie gevonden.
ontdekte , die veel grooter en dikker was , dog tevens de De Heer GRONOVIUS tekent dezelve aan , als een der In
Wieken korter had , 't welk hij door ontleeding, bevond fekten van Nederland .
een Wijfje te zijn ; als hebbende hetzelve , het Lijf vol XXXVI. Bonte Springhaan ; of Springhaan , die de
Eijeren . Dijën bloed (oleurig, de Dekſchilden uit den groenen
XXIX. Karolijniſche Spring haan ; of Springhaan , die rosagtig, de Sprieten cijlindrisch heeft ; (Grijllus locusta ,
het Borstſtuk eenigermaate gekield, de Wieken zwart, femoribus fanguineis , elijtris virescenti-fubrufis , antennis
en aan den rand van agteren , geel heeft; (Grijllus loci cijlindricis. Linn. Faun . Suec.) Deeze die bleeker is dan
fta, thorace ſubcarinato, alis nigris margine postico flavis. de overigen , heeft de Dijën' van onderen donker rood ,
Linn. Sijft. Nat .) De bijnaam van deeze wijst de woon- den Buik van onderen groen geel , de Dekſchilden bleek .
plaats aan ; namelijk dat gedeelte van Noord-Amerika, geel , inzonderheid aan den voorſten rand , verder nets
wij :
3500 SPR : SPR .

wijze geſchakeerd , gelijkerwijs de Vleugelen ; de Sprie. hier Negts op den naam , die in 't latijn Elater is , in's
ten die rolrond zijn , beſtaan uit vierentwintig leedjes. grieksch Notopeda , Yom dat dit Inſekt alleenlijk op deReg
De agterſte Schenkels zijn zwart met witte Tandjes , en leggende, ſpringt), waar van men het fransch woord Tau.
loopen uit in vier Klaauwtjes; boven en behalve die der pin afgeleid heeft , zegt GEOFFROY. Men geeft er ook
Voeten ; de agterſte Dijën zijn , aan den onderkant rood. wel den naam van Kniptorren aan.
Het geheele Inſeke ziet van boven , uit den bruinen , heba Het voornaamſte Kenmerk bestaat dan daar in , dat zij
bende de ſpits van 't Borstſtuk tusſchen de Voorpooten , van agteren een punt aan ’t Borstſtuk hebben , waarme
geelagtig . de zij dien ſprong volbrengen ; door dien dezelve te rug
De Heer GeOFFROY geeft de afbeelding van een ſpringt uit een Neuf van het Agterlijf. Het is niet de en
Spring haan , omſtreeks Parijs voorkoomende, daar hij kele buiging van het Hoofd tegen deBorst , die bun dee
den naam aan geeft van de Bloedkoleurige ; betrekkende ; ze ſprong doet maaken . De Sprieten zijn in de Manne .
daar toe niet alleen deeze zoort van LINNÆUS, maar ook tjes zaagswijze getand , in de Wijfjesdraadagtig , en kun .
die , welke Roesel onder de kleine Springhaantjes van nen zich verbergen in een lange neuf, die onder aan den
Duitschland afgebeeld heeft. Uit de beſchrijving van de Kop en bet Borslſtuk is.
zelven blijkt , dat deeze niet alleen bont , maar zeer veran- Behalven de gemeldepunt aan’t Borstſtuk , moet men
derlijk van koleur zijn ; dit zelfde heeft de Franſche Au. agt geeven op de zonderlinge gedaante van dit Infekt,
theur ook in de zijde opgemerkt , ſpreekende dien aan diehet zelve zeer kenbaarmaakt ; deszelfs Lijfis eijrond
gaande , als volgt. agtig ovaal, van agieren ſpits , van vooren ſtomp , en het
”Men vind weinige zoorten , die zo veel verandering Borstſtuk dae langwerpig vierkant is , heeft ook weder:
ó onderhevig zijn . Sommigen zijn minder dan een half , zijds een punt , in zommigen vrij ſpits.
anderen ontrent een duim lang. In allen zijn de Sprie. De Maskers ſchijnen zich te onthouden en de veran
ten cijlindrisch , beſtaaande uit ongevaar vierentwintig dering te ondergaan in de ſtammen van rottige Boomen,
» Leedjes, en niet langer dan een vierde van het Lig alwaar ook dikwils zommigen van deeze Inzekten gevon
haam. De Jongen zijn bijna geheel rood , met zwartge. den worden , eenige op de Bloemen.
,, vlakt , hebbende het Lighaam alleenlijk van onderen , LINNÆUS heeft in dit Geſagt vierentwitig zoorten ,
is groenagtig geel. De Volwasſenen hebben het geheele waar onder niet meer dan vier uitheemſche zijn , de ove
Lijf groenagtig, en van onderen geeler, zijnde alleenlijk rige twintig altemaal Europiſche , en , benevens nog ver
is de Agterdijën aan debinnenkant rood. Een bijzonderſcheide naderhand ontdekte , in Sweeden waargenomen.
Kenmerk is de gedaante van het Borstſtuk, dat van bo. In de zuidelijke deelen van Europa vond Doctor Scopo.
ven een overlangse verhevenheid heeft, en twee ande. Li wel vijftienderleij Springkevers; GEOFFROY zestien
» ren, wederzijds één , die , in 't midden aan de eerſte omſtreeks Parijs. Het is dan te verwonderen, dat deHr.
** naderende , een zoort van Kruis maaken . Boven dien GRONOVIUS dezelven van de Infekien van ons Land
heeft deeze zoort tusſchen de Klaauwtjes aan 't end heeft uitgemonſterd ; daar men er zekerlijk verſcheidene
der Pooten , kleine Kusſentjes, die veel grooter dan zoorten van vind .
in de anderen zijn. Men vind die Inſekt op alle Lan. SPRING -KOORTS , zie FEBRIS ERRATICA.
den " . SPRING - KRUID , in 't latijn Caputia is een twee.
Van dergelijken aart ſchijnt die zoort van Springhaa . jaarig zaai-gewas , waar van de twee volgende zoorten
nen te zijn , welke Doctor Scopoli , wegens de kromte de voornaamſte zijn .
der zijdelingze van de gemelde verhellingen op het Borst- 1.GrootSpring -Kruid; Lathijrusmajor.Bauh. Pin. 293.;
Auk , de Halfmaanswijzen noemt , en waar van hiị twee Euphorbia inermis fruticofa, ramis ficcis pungen
verſcheidenheden waarnam , ten opzigte van de kolcur , ad umbellas ternis fæpius ovatis, floribus folitariiss,foliis
.SALT.
hebbende de eene de Kop, uitgenomen de Nek, het Borst. Monfp. 51.; ( Euphorbia umbella ſubquinquefida fimplici,
ſtuk op zijde, en de Pooten roodagtig. Deeze waaren involucellis ovatis; primaris triphijilis , foliis oblongis in
in de Velden van Karniolie niet zeldzaam . tegerrimis, caule fruticoſo. Linn. Spec. Plant.)
XXXVII. Looper ; of Spring haan , die ongevleugeld 2. Klein Spring- Kruid , deeze verſchilt niet van de
is, van koleuruit den rooden bleek bruin ; (Grijlluslocu- eerftgenoemde zoort , als dat dezelve iets kleiner groeit
fta , colore bevido incarnato , corpore aptero. Linn. Sijſt. of welſmaller bladen heeft.
Nat.) Men heeft deeze zoort op.de Landen in Sweeden Groeiplaats. In Engeland , Frankrijk , Italien enz. aan
gevonden , en zou dezelve gehouden hebten voor een de karten der Akkers , en is tweejaarig.
Pop of Masker , indien de paaring niet getoond had , dat Kweeking. Men kan dit gewas voortkweeken , door
het bijzondere Inſekten zijn . Zij hebben de Sprieten , middel van het zaad in 't laatst van maart of april , in een
draadagtig , ſtomp en korter dan het Lijf, en behooren goede losie , liefst ſandagtige grond en open plaats te
tot de groote Springhaanen van Sweeden. zaaijen .
SPRINGKEVER's , is de naam van een Inſektenge. Kragt. Niets van dit gewas word gebruikt als alleen
Nagtr 't welk hun zeer duidelijk van de andere onder het zaad, 't welk een beete opdroogende hoedanigheid be
fcheid . Men vind, wel is waar , ook andere Torretjes zit, en zeer ſterk van onderen en van boven , de water,
die ſpringen ; gelijk wij dit gezien hebben in de Goud. weij- en galagtige vogten purgeert ; moet derhalven voor.
haantjes en Olijphantjes , dog he: ſpringen is hun niet in zigtig , en niet anders dan bij ſterke pațuuren , en op
't algemeen eigen, en ook zo geweldig niet. Het werk- de raad van een ervaaren Geneesmeeſter , gebruikt wor.
tuiglijk geſtel, waar door onze Kever zulke verbaaſende den .
ſprongen doet, in evenredigheid die der Springhaanen SPRING -MUIS , zie MUISEN , 1. XV . pag . 2209 .
overtreffende , is iets verwonderlijks . Men vind hier van SPRING -STOK , zie POLS.
eene volledige beſchrijving , met afbeeldingen opgehel . SPRITS , zie GEBAK , pag. 800.
dert , in het II Deel der Uitgezogte Verhand. bl. 399 enz. SPROKKELMAAND , ook Schrikkelmaand genoemt,
overgenoomen uit de At. Helvetic, Vol. II. Wij letten in 't latijn Februarius, is de tweede Maand van het Jaar,
vol.
SPR : SPR : 3500
volgens de rekening der meeſte Christenen . Deezo Werk in de Moestuin in derxe Maand
maand, heeft drie jaaren agter een agtentwintig , maar Men maakt wederom Broeibakken voor ſteek- falaad ,
in't vierde jaar negenentwintig dagen , dat dan de naam weeuw -kroppen , radijs, kersfen , geele peen ; als mede Broei.
van Schrikkeljaar draagt, bij voorbeeld in 1776 , 1780 , bedden voor champignons.
1784 , 1788 , 1792 enz . , tele deeze maand 29 dagen . Omtrent 't midden van deeze maand , plant men de come
Omtrent den 18€.cot den 20ſte, treedde Son in het teken commers en meloenen , die men in de voorige maand ge.
van de Visſchen ( x ) ; dezelve is veeltijds vorſtig , en men zaaid heeft over in een andere warme broeibak , op cir.
heeft doorgaans in deeze en in de voorgaande maand de ca drie voeten afſtand van malkanderen , zodat ze altijd ,
ſterkſte wintervorst. midden onder een glasraam koomen , en zulks vas de con.
Ten aanzien van den oorſprong der benaming van Sprok . commers , drie à vijf planten kringswijze niet ver van mal
kelmaand , vinden wij niet onaartig, 't geen daar omtrent kander ; maar van de meloenen niet meer als twee planten
door den Oudheidkundigen Heer ANT . DE Roor in des. te zaamen. Dog 20 men nog geen concommers en meloe
zelfs Taal. Oudheid en Gordeelkundige Mengelſtukjes nen in de voorige maand gezaaid heeft , zo moet zulks nu
Dord. 1774. bl. 28 en very . is aangetekent, en waar van zonder verzuim in'tbegin van deezemaand geſchieden , in
het voornaamſte hier op uitkoomt. een kleine bijzondere broeibak ; die men daar na , zo alo
Kiltaan leert ons , ( zegt dien Heer ) , dat het bij gemeld is , in een andere verplant.
voeglijk woord Sprok , of Sporck , betekene breekelijk Ook zaait wen in 't midden of tegen 't laatst van dee.
( fragilis) gelijk die woord inGelderland , ook nog indie ze maand in kleine broeibakken die niet te warm zijn ,
betekenis gebezige word . Hier van ſtamt af het zelfitan- krop-falaad van de kleine geele zoort , voorts bloem -kool
dig Sprokkel (cremium ), bijden zelfden te vinden , en te en vroege favooij-kool, om zedaarnain andere groote war.
kennen geevende een afgebrooken tak , of rijs om te ver- me bakken te verplanten ; insgelijks porcelein , dog zon .
branden . der die naderhand te verplanten .
Van dit woord , meene ik dat de benaaming van Sprok. Men legt ook turkſche ſtamboontjes in een warme bak ,
kelmaand ontleend zij .Althans ik weete zeker , dat in om ze daar na in een ander , bekwaamegroote en hooge
Gelderland , ten minden op de hooge en houtrijke Velu . warme bak over te planten; elke plant op één à één en één
1
we , de ſpreekmanier ſprokkelen , en gaan ſprokkelen , voor vierde voet afſtand , in 't verband , tot vroege ſnijboont.
I
Houtleefen en opfaamelen onder de behoeftige gemeente jes; op welke wijze men ook devroege laage franſche
zeer in gebruik is; en dat zelfs dit ſprokkelen aldaar zo zeer Juiker-erwtjes om ze vroeg te hebben, cultiveeren kan ,
in zwang gaat, dat men wel onder voorwendzel van dor als men de regte vroege laage zoort heeft, die niethoo.
en afgewazid hout en rijzen op te leezen , zich niet ontzie ger als van anderhalf tot twee voeten opgroeit, en heel vol
het leevende hout aantecasten, af te breeken , en daar mee draagt , dog die men digter als de boontjeskan planten ,en
de heen gaan
te . waar bij ook , zo wel als bij de gemelde ſtamboontjes kor .
Alwaarom ik ook meene, dat de Officieren en Schouten, te takkige rijsjes moeten worden geſtooken.
in de Steden en ten platten Lande , wel uitdrukkelijk in Omtrent 't laatſte van deeze maand kan men ook , in.
last hebben , dit misbruik , zo veel mogelijk te keer te dien de grond open en handelbaar is , tegenseen muur,
gaan. En dus mogen al van ouds , de Burgers van Nije ſtaket of rietſchutting , op de zuidelijke of zuidoostelija
meegen in het Rijkswald , van de groote boomen niets ke expoſitie , verſcheiderhande keukengewasſen tot ver.
wegneemen , dan het verdorde hout, en deonderſtetak- vroeging zaaijen, als ſteek-ſalaad, krop-Salaad , sadijs,
ken, die zij, op een karre ſtaande , zonder egter op de geele peen , Spinagie , kervel , franſche Juurling . fuiker
wielen te klimmen , konden bereiken. Zie SMETIUS, erwten , groote boonen enz., welke gewasſenmen vervol.
Oppid , Batav. cap. III .. gens bij vorſtig weer met riet-matten of houten luiken
Maar mij dunkt , ik hoor hier weder vragen : Heeft dekt , inzonderheid 'snagts , waar door men deeze keu .
dan dit Sprokkelen juist in deeze maand alleen plaats, ze ken -groentens veeltijds vroeger kan hebben , als na ge.
dat men dezelvedaar van beroemd hebbe ? Niet , alleen , woonte in de open lucht, indien de koude niet alte ſtreng
maarwel, voornaamelijk. Want het is immers bekend, is , en men de gemelde kosten en moeite van dekking.
hoe dat het boomgewas, door de barre winterwinden niet optziet, daar bij de grond bekwaam fandig , los ,
geſlingert , niet alleen veel dood en verdord houd ont- en warm is.
valt; maar ook hoe , inzonderheid in de maand Februari. Men ſpit en bereid de fandige en andere drooge losſe
wi , de Tuiniers en Boomplanters bezig zijn het geboom- gronden tot de volgende gewoonlijke zaaijing , te weten ,
te te zuiveren , en van verſtorvene en overtollige tak . bij open en droog weer.
ken te ontlasten ; 'tgeen als dan veel rijzen enſprokkelen Men ziet in de kelder na de nog overige keuken gewas.
aanbrengt, welke den gemeenen Man tot branditoffen sen , als mede in de kuilen , gelijk in de voorige
kunnen verſtrekken ; te meer nog , wijl omtrent , en in maand.
deeze maand , de te vooren opgegaarde brandſtoffe veel Het is nu ook tijd om de wilge.toomen te kappen , en van
al bij den ſchaamelen hoop doorden nijpenden winter is derzelver daar toe bekwaame takken erwte en boone-rij.
verminderd of verteerd , waar door dezelve dus genood. fen te bereiden ; als mede wilge-pooten tot voorckwee-:
zaakt word zich weder van nieuwe te voorzien , nu de king , indien zulks nog niet in de voorige maand is ge.
ſcherpſte koude langzamerhand beginnende afteneemen ſchied.
toelaat, dat dezelve zich buiten de poorten begeeven , om
wat voorraad optezoeken . Vrugten van de Moestuin .
En dus zoude men niet opvoeglijk Relruarius paar het Men heeft nog raapen of knollen en allerleij zoort van
fnoeijen, kunnen noemen Snoeimaand, gelijk onze Voorva: kool en wortels, dog de wittte en favooi kool word ſchaar
ders dezelve , naar de afgewaaide , of afgeſnoeide Sprok. ſer, en de bloemkool en endivie hebben meest algedaan.
kels, genoemt hebben Sprokkelmaand. Bij zagt open weer , beeft men uit de open lucht, Spie
VI Deel. TE na
3502 SPR : SPR .
nagie , tervel , peterſelie , fuurling, rette-kous.Salade, Werk in de Plaiſiers of Bloemtuin in deeze
winter-kersfe, water kersfe en taraxicum . De boere-kool is 1.9 maand te doen .
ou een ſmaaklijk kostje , met goede varkens worsten of. Bij open en droog weer kan men'nu ránunkels en and
een ſtuk gepekeld Spek. mones planten , om het vermaak te hebben van deeze bloe
men die tot zulk een groote verciering vanhet parterre vet
Werk in de Vrugttuin of Boomgaard te doen . ftrekken , vroeg te zien bloeijen .
f
Men vaart voort met het ſooeijen van boomen , boom , Ook is deeze maand zeer gevoeglijk om aarde te berei.
Juiveren , en mesten gelijk in de voorige maand. den , voor allerlei pot en andre fijnegewasſen ; 't welk ge
In deeze maand begint men ook , bij bekwaam , droogſchied door vermenging met oude ten eenemaalen verg aane
weer , allerleij ooftyrugten , inzonderheid ſteenvrugten , mest, van verſcheidene dieren , houd of blad-aarde en fand ;
als kersfen , pruimen , apricoofen enz. in de klove te en welke ſtoffe men verſcheidene maalen , op verſchillende
ten , dewijl de ondervinding geleert heeft , dat hoe tijden in 'tvoorjaar ter degen onder een inengt, en eindelijk
yroeger dezelve worden geënt , hoe zekerder ze voort op een drooge tijddooreen hier toe expres vervaardigde
koomen. en bekwaam gemaakte aardseefwerpt,om fijn te worden .
: Nu breekt men ook de enten of ent-rijſen van allerleij : Zie hier een voorſchrift om zodanige aarde toe te ſtel.
zoort van appel- en peer-boomen , dewelke men met haar len , waar bij ik mit in 't kweeken van mijne bloemen en
afgebrooken einden , in de grond op een ſchaduwagtige fijne gewasſen , altoos uitnemend wel bevonden hebbe.
plaats ſteekt, en aldaar tot de tijd van haare enting be. Neemt oude vergaane koe-mest, twee deelen ; dito paarde.
waart, moetende men zorg draagen, om altijd de enten té mest , één deel ; dito ſchaape-mest , één deel ; oude vergaane
breeken van vrugtbaare en gezondeboomen ; en 't is iets boombladen en afval van groentens, vier deelen ; groene los .
dat van zelve ſpreekt, als dat men elke zoort om de goe- ſe vrugtbaare tuinaarde , drie deelen , rivier ofmeer fand,
de order , afgeſcheiden van de overigen , behoort te be, twee deelen ; en ſalpeter, één ofmeer panden , na dat de
waaren, kwantiteit groot is. Deeze ſtoffen mengt men in 't voor.
Indien de grond open en bekwaam droog is , zo kan jaar ter degen door malkander , en werpt zedaar na door
men nu ook allerleij tamme en wilde boom-" en heesterge een aard zeef , om de grove deelen afteſcheiden , en de
wasſen planten , inzonderheid in ſand- en andere drooge aarde fijn te hebben , welke dus behandelt zeer bekwaam
gronden . , zal zijn tot allerleij bloein en andere gewasſen. Indien
Ook kan men als dan de pitten van appels en peeren , en men gelegenheid heeft om vette lijmagtige aarde uit poe..
allerleij hardſchillige, tamme en wilde , de winter in zand len en ondiepe meeren , waar in veel riet groeit, te be
te meuken geltaan hebbende ziaden , zaaijen. koomen , en daarvan twee deelen onder 't geheele meng
Men froeie nu de druive-boomen , dat veel beeter is als zel doet , 20 zal de aarde nog beter zijn ; en naar maze
indien het laater geſchied , om dat ze als dan door het te een gewasmeerder ſand bemint, kan men er altijd wat
bloeden kragleluos worden . meerder als hier voorgeſchreeven is , bijvoegen..
Men ſteekt en legt in open weer , nu ook wijnſtokken Iodien het zagt weer is , kan mennu uitgeleſene anje.
of druiven in ; en men ſteekt aalbeſën , kruisbeſën , en lieren in de potten , met bovenſtaande bereide aarde ge
dergelijke heesters. vuld , verplanten , daar ze in zullen bloeijen , in welk te
• Het is nu ook de tijd om de noodige wilde teenen te doen men niet te veel aarde van haare wortelsmoet ne
vergaderen tot aanbindingen der Eſpaliers , en andere men, en wanneer ze geplant zijn , is het dienstig de pot.
booinen .
ten in een warme ſtandplaats te zetten ', dog niet te digt
Een goed Huishouder, ziet nu zijne ooftvrugten in de bijmuaren ofheinigen , die dezelveſpillig zouden doen
kelder na , om die welke aangeſtooken zijn, ' t eerst te ge. opſchieten , en haar met hoepels te overwelven , op dat
bruiken , en de verrout wegtew
e erpen . ze in kwaad weer met matten kunnen overdekt worden ,
of wel , men moet ze in een afdak zetten dat van vooren
Vrugten op haar best , of nog duurende in kan worden genooten,
deeze Maand . Het is nu ook nog de tijd om auricula's en polianthus
Van de Peeren . Muscadt l'allemand ; louwtjes-peer, saad , in tobben of bakkenmet ligte vette aarde gevuld , te
winter ſuikereij , bergamotte ſoulers , angelique de bourde. zaajen, plaatſende die zodanig dat zetot april de morgenfon
aux , befij de chaumontel, winter-bergámot', winter.rousſe. kunnen hebben, als wanneer ze in een meer beſchaduwde
let ,-colmar incomparable , foppen.peers groote mogol, witte plaats moeten worden gebragt's en aldaat geduurende den
ter rict.peer , en winter bon -chretien ...??? gantſchen ſomerblijven . Deeze zaaden moeten maar zeer
Van de Appelen. Roode guldeling, kruis-appel , vrouw . luchtigmet aardeoverdekt worden, wantals zij te diep leg
tjes appel , winter.Ariepeling,dubbeldezoeteguldeling, roo- gen ,blijven zij zomtijdseen jaar in dengrond eerzij op.
dekroon of aagt-appel, kantjes appel,zoete courtpendu,bruin .. koomen , en verrotten inmiddels. Zommige Liefhebbers
deling ; witte teinet, graauwereinet, groene-reinet , wildjes overdekken humne zaaden niet , maar laaten die maar in
appel, geele-reinet, winter citroen -appel, 'reinette nonpa. de grond beregenen. Sie
reili, reinette van aizema, anijs- of venkel- appel , reinette Men - legt een broeibak aan , voor tedére térjaarige
franſe; weiniet van forgvliet, peppin d'or , borfoirfer-appel, Bloemen , die vroeg in 't voorjaar moeten voortgezet
gouden.reinet, pomme durant of kroppekruin, reineite de Worden , en welke anderzirts gevaar loopen , om haar
montbrun, nelguin , foete-yeentje, drap d'or of caraâer-. zaad niet rijp te maaken, zo als de amaranth , amarant
appel. courtpendu rouge, witte ribling, paasch.appet, hoides, dubbelde bloeijende ſtramonium , dubbeldebonte
pooinfche griet; pomme d'apis, Spaanſche guldeling, dub . balſamine, en eenige andere. Ook moet men eenige
belde 4 code winter paradijs-appel, winter erveling, zoete tuberoofen in een broeibak zetten , om vroeg in den fo
grcauwe reinet z boete geele reinet, parmain rojal," enk- mer te bloeijen. Men kan ook duboelde ridderſpoorens
Mwiles-aagje en eenige weinige aoderen ... op rabatten zaaijen , zullende deeze, die zo vroeg ge
zaaid
SPR : SPR : 8503
zaaid worden , indien zij wel gelukken , veel ſterker en ander Ongedierte , waar door het zaad opgegeeten ,
en zwaarder bloemen voortbrengen , dan wanneer ze en vernield word.
later gezaaid zijn. Het zaad van dubbelde chijneeſche Tegen het laatst deezer maand moet men de kroonen
asters moet nu ook op een warm rabatvan ligte aarde , of der ſtammen afſnijden, die den voorgaanden ſomer met
in een maatige warme broeibak gezaaid worden , om de vrugten geokuleerd waaren , omtrent vier of vijf duion
planten te doen voortkoomen ; dog zij moeten veel vrije boven de okulatie, altijd in agt nemende den ſtam zoda
lucht hebben , of zij ſchieten te tenger op. nig te fnijden , dat de ſchuinte van de oculatie afloopt, op
dat die niet mag benadeeld worden door het ſap, dat uit
Planten nut in bloei in de Plaiſiertuin . het gewondedeel van den ſtam vloeit .
Het moet heel zagt weer zijn , als wanneer in het Indien het zagt weer in deeze maand is , zo maakt inlege
7

Haatst van deeze maand in de open,lucht bloeit , winter gers van alle uwe harde buitenlandſche Boomen , die gij
wolfs-wortel, regte zwarte helleborus, swarte helleborus, vermenigvuldigen wilt ; want zommigen derzelven zijn te
met groene bloemen , helleboraster, narcisſo -leucojum , te teder , om in den herfst ingelegd te worden , zijnde de
nigeweinige zoorten van lente-krokus, enkelehiacinthen
anemonen , ſchadelijk
nattigheid van den winter , door vorstwanneer
gevolgd, zeer
lente varkens brood , vroege witte en blaauwe , voor deeze tedere Planten , ze zija
ftar- hiacinthen , perfiaanſche iris, hepatika's , enkelde muur . ingelegd.
bloemen en eenige weinige andere . Ook kan men nu zommige buitenlandſche Boomen en
Heesters vermenigvuldigen , die moeijelijk van ſtek of
Harde Bromen en Heesters nu in bloei. inleggers voorttekweeken zijn , door zommige van
Twee of drie zoorten van laurus-tinus, roode en witte hunne ſterkſte wortels af te ſnijden , en die in ſtukjes
peperboomtjes, haſelnooten , hamemelis, manna geevende van vier of vijf duimen te verdeelen , vervolgens in
esſchenboom , palm -boom ,alaternus , phillijræa en eenige an . potjes met ligte goede en mulle aarde te planten , en
deren . deeze potjes in een maatig warme broeibak te zetten ,
en met glazen toe te dekken , 't welk haar wortels na
Medicinaale Planten , die nu moeten beneden , en ſcheuten na boven doet uitſchieten , zo
vergaderd worden . dat zij in één jaar redelijk groote Planten worden . Door
Verſcheidene zoorten van vrouwenhauir ( trichomanes), deeze manier worden veele dingen voortgeteeld , die
i vogel-kruid ( alfine ) , boom des leevens ( arbor vitæ ),mans. anders op de gewoone wijze , zeer bezwaarlijk zija
ooren (afarum ) , aardveil (hedera terrestris ), vrugt van voorttekrijgen .
cijpres en pijn-boomen fthijmelæa) , aschgraauw aard lever
kruid (lichenterrestris cinereus ), eenige zoorten van mos. Werk dat in deeze Maand in het Oranjehuis en
In een voordeelig voorjaar heeft men viool bloemen (vio. de Stookkas valt te doen .
la marcia) , bloemen van hoef bladen (tusſilago) , waterkers Indien het goed weer is met een zagte lucht , moet
(nasturtium aquaticum ), en het is nu ook de tijd om het men beginnen de lucht in het Oranjehuis te laaten ko
jap uit den berken-boom te tappen . men , dog dit moet in den beginne met omzigtigheid
geſchieden , en nimmer de glaſen worden geopend,
Werk in de Enterij te doen . * wanneer de wind ſcherp is , ten minſten niet aan de
Men moet nu indien het weer gunſtig is, de meeste zijde daar de wind waait ; want een ſcherpe lucht in
zoorten van harde Boomen en bloei;ende Heesters vers deeze tijd doet groote ſchaade aan de Planten , terwijl ze
planten ; dog het welt niet voordeelig zijnde, is het nog teder zijn . Mijrtheboomen, Oranjeboomen , Gerani:
beter ditwat laateruitteſtellen. ' Jadien men de inleggers ums, en andere harde Planten , moeten nu dikwils met
der olm -boomen , linde boomen , en andere harde Boomen water vervrist worden ; maar doet zulks dikwils en maa.
en Heesters , op St Michiel niet heeft opgenoomen moet tig , want te veel vogt op een ſtuit , is haar in deezen tijd
dit nu gedaan worden , plantende dezelve in de kwee. zeer nadeelig .
kerij op rijen , die drie voer van malkander zijn , en haar Zuivert uwe Planten van alle doode en verdorde bla .
anderhalf yan malkanderen afin de rijen zettende , alwaar den , en roert de oppervlakte van den grond de potten
ze vijf of zes jaaren kunnen blijven ſtaan , oin' ſterk te oftobben , dezelve ſchoonmaakende van onkruid , en in :
worden , om haar te kunnen verplanten , waar ze blijven dien een weinig zeer vergaane koe -mest boven op depotten
voor de
of tobben gelegt word , zal zulks zeer dienſtig
moeten
De grond, daar men voornemens is , een Enterij van Planten zijn . Het is nu ook de tijd om alle de Spinne.
altijd groenende.Boomen aan te leggen , moet nu zorg. webben weg te veegen , en het Oranjehuis over al ſchoon
vuldig worden omgeploegt, in agtnemende die te zuive. te maaken , zijnde de zindelijkheid even noodzaakelijk
ren van dewortels van allerleij fchadelijk onkruid, in tot de gezondheid der Planten , als tor die der Die.
.
welk, indien het in de grond renMaakt
zonderheid honds- gras, 'tde
gelaaten word , zich met wortels der nieuw geplante Broeibakken , om ' er teder buitenlandſch zaad
Boomen vermengi , en daar zeer nadeelig voor is , daar in te zaaijen , 't welk uit zeer heete landen gebrågt word ,
bij ook hezwaarlijk valt uitierbeien . in agt neemende de mest wel te bewerken , op dat de
Daar de grond tusſchen de Boomen in de Enterij in de Bakken hunneherre moogen behouden , en gelijkelijk
voorige maand niet omgeſpit was, moet dit nu gedaan zakken ; want wanneer de mest niet gelijk geroerd , en
worden , in agt nemende , de wortels niet te beſchadi vork neergeſaagen is , zakt ze tot garen , 't welk
een groot gebrek in zodanige Bakken is, om dat , wan.
g .
Met moet nukastanjın planter, en het zaad , akers, neer ze begooten worden , het water in de gaten loopt,
of beſiën van andere harde Boomen en Heesters zaaijen , en maakt , dat die plaarzen te pat zijn, terwijl andere
zorgdraagende die met aarde te bedekken ; want indien deelen van den Bak weinig ofgeen voordeel van dat vogt
er tenige bloot gelaated worden , lokken ze de Muifen ontvangen. Dog zijn bet saaden van Boomen of Hees
T 2 ters ,
son SPR: SPR . SPU .

ters , is het beter die in pocten met goede aarde te zaala de fooken; want voorhet begin vasapril is de warmte
jen , en dezelve in een Řunbakte zetten,omdatdeeze van de run alleen niet voldoende voorde Planten . 29
zaaden veeltijds lang leggen eer ze uitſchieten, en wan. danige Runbedden , daardevrugtdraagende Planten in
neer dehettevan den Bak vermindert, kan die door de run worden gezet , moeten in het laatst van deeze maandmet
teroeren , en eenigenieuwe daar bij te doen , wederom nieuwe run voorzien worden , inzonderheid zulke bed
gemakkelijk vermeerdert worden . den daar de hette van vermindert ; want word de run in
Indien het gebeurt dat eenige der Oranjeboomen door dit faizoen niet op zijn behoorlijke warmte gebouden ,
kwaade behandeling of anderzints , zodanig hebben zo veragterd zulks buitengemeen de groei der Vrug.
geleeden , dat derzelver kroonen verdord zijn , moet ten.
men die kort inſnocijen , in verſche aarde verzetten , In deezen tijd moet men de aloës, euforbiums, toorts
en dan een maatig warme Broeibak in een glaſen Stook. distels., meloen -distels, en andere tedere ſappige Planten ,
kas bereiden , waar in ze moeten gezet worden, om weinig water geeven , dog de ficoidesſen ,ledums , kotile
haar in het vroege voorjaarte doen uitloopen, op dathaa . dons, diwilsbevogtigen , echter weinigop een ſtuit ,
re ſcheuten tijd mogen hebben , om voor den winter hard dewijl veel dat teffens, haar ook dikwils in deezen tijd
te worden; dog die verzettende, moet men oplettend zijn doet rotten.
alle derzelver ſchimmelige of verdordewortels af te ſnij. Ook ishetin 't laasevan deezemaand, dat men-wat mest
den , en dewortels en ſtammen van alle vuiligheid , die in gereedheid moet hebben tot aanlegging van een dieu
zemogten verkreegen hebben , te reinigen ; en wanneer weBak, om de tedere éénjaarige bloemen in te verplan
ze in den Broeibak gezetzijn , moet men zorg draagen , ten , want dit niet doende , zullen die niet vroegtijdig
dat de bette niet te groot zij , en haar dikwerfmetwater genoeg bloeijen , om haar zaad voor de winter rijp te doen
vervrisſchen , en zulks niet alleen aan hunne wortels , worden .
Twaar ook over alle de declen van hunne ſtammen , dit Wanneeer het weer in deeze maand, zich na voorgaan
zal de bast zagt maaken, en ſterk doen uitſchieten, de ſterke vorst ontlaat , brengt men de zwaare dekking,
Wanneer nu de son met groote kragt begint te ſchijnen , alsſtroo -matten en dikke haaire kleden binnens buis , voor
20 moeten de glafen van het Oranjehuis, met matten of dat die nat worden , of zo die nat zijn moet men niet ver
kleden beſchaduwd worden , anderzints ſchroeijen debla. zuimen dezelve voor af te droogen, dog de riet-matten
den , en de bast derjonge ſcheuten verdroogt, 'twelk hun moet men nog bij de band houden , dewijl die nog dik
zeer veel doet lijden. wils te ſtade komen
De run in de Bakken der Stookkasfen heeft u nodig op:
.
geroerd te worden , en het is dienstig om er in deezen tijd Planten die deeze Maand in het Oranjehuis.
watverſche run bij te voegen , tot vernieuwing van de hit en de Stookkas bloeijen
te die nu begint te verminderen ; want indien die niet in Indiaanſche geele jasmijn , jasmijn met ſcharlaakers
tijds vernieuwe word, lijden de Planten zeer veel ;dog dit booms-blad, Spaanſche jasmijn , geraniun met ſcharlaa.
moet op eenwarme dag gedaan worden , wanneerde lucht ken-vloem-, geranium met een bonte bloem , verſcheide
zagt is ; want in zeer koud weer moetende glaſen nietge. zoorten van ficoides, boomagtige polligala , turksch yar
opend worden , zodater de run danniet kan wordeninge- kensbrood ,afrikaansch grinskruid metomgeboogen bloe
bragt. Ter zelver tijd moet men de Planten , die baare men , afrikaanſche doria met tamme hertshoorn -blad,
wortels door de gaten van de potgeſchooten hebben , in hermannia met elſen-blad , aloës van verſcheiden zoor
grooter potten verzetten; dog dit doende moetmen op . ten , anemonuspermusferai ," turnera, euforbiums, navela
Jettend zijn , om de teere wortels niet te ſchenden , want kruid met breede gekurven bladen , malphigia mali pula
zulks gebeureude , hebben zij veel werk om het nadeel nici facie , jacoboa met purpere bloemen , cistus, koffij
daar door geleden , te boven te kooinen. boom , arum -æthiopicum , mijrtho-cistus, narcisſus , jaco
De bladen van dekoffiboomen en andere houtige planten beus, mexikaanſche celie., exia's, warfonia , mexicasze
in de Runkas , moeten nu van Ongedierte en vuiligheid Sche oxijsmetgeele bloemen , afrikaanſcheasters met pur
gezuivert worden, ook er alle de verdorde bladen worden pere bloemen , fiſijrinchium , crinum , pancratium , corrse
afgetrokken ; welke indien men ze er aan laat, de lucht na regalis, indiaanſchegladiolus, indiaanſchearistolochia
van bet Oranjehuis beſmet. Ook moet het bovenſte der met ſcharlaaken bloem , africaansch wormkruid , decoraal,
aarde in de potten dikwils worden geroerd , om baar pak . boom , antholiza , en eenige anderen .
king voor te koomen, en het is iets dat van zelfs.Spreekt, SPROT , zie HAARINGEN , 9. II.pag.982
dathet onkruid er altoos, zorgvuldig van moet gewied SPROUW , zie SPREEUW...
worden . SPRUIT KOOL , zie KOOL ,
SPRUIT - TIJD , zie FONDESCENTIA.
zien , en zulke gebeurende , verſtrekt totwaarſchouwing SPRUUW , zie' SPREEUW .
om ze tot derzelver bevordering dikwils nat te maaken , SPUIT . Eene Spuit is een werktuig , waar mede
ook moet vooral de hitte der Stookkas worden bewaard ; men het water opgezoogen door den zuiger , door ees
wans laat men die verminderen , zo krijgen dePlanten een te kleine opening perst.
onaanzienlijke koleur, en daar bij word de vrugt kleinen De persſing van de lucht drukt het water of ander
van een Negte ſmaak. Tegen het eindevan deczemaand vloeiſtof in de holte der buis, 20 dra de zuiger opge
moetmed wat verſche run bereiden , om Somerbakken voor trokken word even als in de pompen ; maar dan we
de ananasfen-te maaken , waarin ze in devolgende maand der word het langs de kleine opening der pijp uitge
eenigen tijd moeten worden gezet. Dog dit is alleen ten dreven door de nederdrukking van den zuiger; ste ſnel
aanzien van zodanige Planten te verſtaan ; die in het ver- heid en hoogte waar mede het water werkt, bangen
volg moeten draagen ., en afzetzels zijn van het laatſte af van de wijdte van de kleine pijp , met betrekking
Saizoen , deeze nioeten ook niet te vroeg in de bakken tot de wijdte der groote buis , en van de kragt der
worden gezet , ten waaremen die ook in kwaad weer kon nederdrukking van den zuiger, evenwel met deeze om.
ftan
SPIJ. SPU . SPIJ.
Atandigheid, dat de kleine pijp meerder tegenſtand bied ring fo de Maag en Darmen ; hevige gemoedsbeweegin
hoe zij naauwer is. gen , en andere gebreken van de ingewanden des Onder
De ſtraal water of vogt, welke opgeperst word , rijst buiks enz. De oorzaaken verſchillend-zijnde, moet de
hooger naar maate dezelve meerder geboogen is naat geneezing daar na ook ingerigtworden .
den grond , want hier in hebben alle dezelfde wetten SPIJS VERTEERING ; Kooking ; of Perduuwing der
plaats , als bij de fonteinen; waar over de Wijsgeeri: Spiifen in de Maag; Chilificatio; Conco& io; Digeſtio pria
ge werken , inzonderheid van de Heeren P'. v. Mu; na. De Spijsverteering is eene verrigting , waar door
SCHENBROEK , en 's GRAVESANDE moeten geraadpleegd uit de gebruikte ſpijſen een melkig of voedend fap , en
worden . een goede chijl bereid word , tot voeding van het lig .
Spuiten nu hebben allerleij gebruik , en ' allen ' wer haam ; en waar van het overige als overtollig zijnde , door
ken zij door nederpersfing van den zuiger, zo wel in de gewoone wegen word uitgeworpen.
brand , huis , hand en tuin - Spuiten . Veelen houden het Speekzel voor een onnut vogt ,
Maar tot beelkonſtig gebruik , bezigt men ijvoore of welk zij meenen dat alleen daarom in den mond zich
elpenbeenen Spuiten , die minder goed zijn dan de me vergaderd , op dat het uitgeworpen word. Maar men
taalen, van zilver, of tin ,omdat het vogt in het el. heeft gevonden dat het een voge is, welk op de ma
penbeen intrekkende de ſpeeling van den zuiger belet ; nier van zeep werkt , dewijl het in ſtaat is de oliag.
't welk minder goed is naar maate het Spuitje kleiner , of tige en waterige deelen met malkander te verbinden ;
in teerer deelen werken moet. Best is daarom dezelve en zo een fap is tot Verteering der Spijzen zeer noo
van tin , op de draaibank gedraaid , te laaten maaken. , dig .Wijgebruiken menigerbande levensmiddelen van
De Oude Heelkonſtenaars, gebruikten tot het infpui.' verſcheidene beſtanddeelen ; en als deze alle aan ons
ten van bekwaamegeneesmiddelen inde pisblaas , inhet Lighaam gelijk gemaakt zullen worden , moeten zeee .
gedarmte of andere holtens, de blaas van eenig Dier, ne bijzonderemenging, waar door zij meer overeen
vastgebonden om eene houten elpenbeenen, of andere komst met onze fappen krijgen , ondergaan . Op wel 1

pöp , en als dan gooten zij die volmet het geneesmiddel ke wijze kon dit oogmerk bereikt worden , dan doop:
en drukten dezelve ,boven toegebonden zijnde toe, met de dat de Natuuropallewegen ,die deSpijzen gaan moe.
hand. Deeze wijze van Spuiten is eenvoudig, en pleeg ten eer zijin ons Bloed koomen , zekereMachines plaat
31 nog totover weinige jaaren , bij de Vroedvrouwen in Ate , welke uit ons eigen Bloed- verſcheidene vloeibaare
zwang te gaan , om Clijsteeren te zetten aan Vrouwen ; ftoffen , die reedsde eigenſchappen onzes Ligbaamshad
dog is thansbuiten gebruik , om de gemakkelijke verkrij. den , afſcheiden , en dat deeze Machines haare fappen
ging van tinnen Spuiten,die evenwel minder goed zijn zonder
en eerder kwetzen .
ophouden metdeniouwe Spijzen moesten ver.
inengen , tot dat haare verandering geheel volbragt was .
SPUMA , zie SCHUIM . ‫و‬ . ‫د‬: Deeze verandering begint reeds in den Mond. Behal
SPUMA'LUNÆ , zommige Schrijvershebben zich ven 'eene menigte van kleine Klieren in den mond , die
7 van deezen naam bedient, om de Talk mede te beteke. haare vogten daar in uitſtorten , heeft de Natuur agter
nen . ieder Oor eene groote Speekſelklier geplaatst, om ſteeds
SPUMĂ LUPI , is de naam door eenige Mineralis. een voorraad van Speekzel van het Bloed af te ſcheiden.
ten aan de arſenicaale ijzer.eresgegeeven , welke zwart is, Deeze Klieren zijn voorzien met een Buis, die onze
Blinkende , en totkleine crijstaltjes gevormi, welke cot Wangen doorboort, en zich opentin de holligheid van den
een rood poeijer worden , wanneer men dezelve fijn Mond. Zodra een ſmakelijk lighaam dezenuwen der Ton.
wrijft. Zij gelijkt na de crijstallen van tin-erts,enword dik - ge aanraakt, ofook 20 dra wij onder 'tkauwen der Spij,
wils in demijngroeven van dat metaal gevonden , 't welk zen de Kinnebakken beweegen , worden deeze Klieren
men er zorgvuldig moet afſcheiden , voor en al eer het gedrukt en goprikkeld , om hun Speekzeldat ze in voor
zelve te imelten ; om Jat hetaan t ein een Negte hoe raad hebben, doorde zo evengemelde Buis in den mond
danigheid bijzet. Deeze zelfsſtandigheid is zodanig uit te ſtorten. De Tong, de Spieren der Wangen , da
hard , dat men er even als met Staal vuur mede kan Tanden , alles komt te zaamen, om de nieuwe Spijzen
Taan. Men vind er van een teerlingſche gedaan. met ditſpeekzel door en doorte bearbeiden, en ze reeds
te,geſtreepte ,en half doorſchijnende. De Duitſchers in denmond te veranderen in een grove Pap , welke eer
noemen deeze ftoffe Wolfram of Wolfsſchuim . Zie ze in de Maag gebragt word, rijkelijk voorzien is van
hierverdet over WALLERII Mineralogia. fappen , die met onzeNatuur overeenkoomen. Wij persa
SPIJKE-NARDE ; Naruus vulgaris, zie LAVEN : ſen deeze- Pap in den Slokdarm ; en dit is ' t laatſte werk ,
DEL. dat wij in eenigen opzigte willekeurig aan de verandering
SPIJKER , zie CLAVUS. der Spijzen doen ; want al het overige geſchied zonder
SPIJK.OLIE , zie LAVENDEL . dat wij het weeten , tegen onzen wil , en zonder dat wij
SPIJSKOOKING , zie KOOKING. het zouden kunnen verhinderen , al wilden wij. Zodra
SPIJSLOOP, Lienteria ; 'Fluxus chijlofus ; Diarrhosa een brok in den Slokdarm gebragt is-, perst deeze hem
asſumtorum ; is een zodanige Buikloop , waar door de door de mechanismus , welke hem eigen is in deMaag ;
genoomen Spijzen , zo 'als ze gènuttigd zijn , zonder want door zijn " eigene zwaarte zou de Brok er niet koo:
verteering, dikwils met pijn wederom ontlast wurden: men. Een Mensch die op zijn Hoofd ſtaat , kan een glas
Derzelver oorzaak is aan een gebrek in deMaag en -Dar. wijn uitdrinker , en brengt den wijn als bij hem door.
men toe te ſchrijven ;want derzelver vezelen ( fibre ) trek- geſikt heeft, even zo ligt in de Maag , als wanneer hij
ken zich als dan niet wel te zaamen , zo dat de genut. regt opſtond, ſchoon in dit geval de zwaarte der Spijzen.
tigde ſpijze niet verteerd, maar door de wormswijze veel meer iets tot het tegendeel moesttoebrengen. De
beweeging der darmen (motus periſtalticus) wederom uit- vezeltjes van den Slokdarın zijn zo geſteld , dat hij een
geworpen worden. Gelegentheid tot dit gebrek geeft brok eenigzints voortſchuift; daarenbooven is de geheele
eene verkouding , overdaad , als mede eene verzweet Slokdarm beſproeid met een vogtuit kleine Klieren , welk
It 3 de
3506 SPIJ: SPIJ.
de Spijken terwijl ze er doorgaan , afwislohen , en met dat Vogels die zo eene Maag hebben , Iteenen , fand en
zichvereenigen , zo datzij ook op deezenweg reedsmeer hård 'koorn veteeren; dat de Struisvogel zelfs ijzer , ea
verandering ondergaan . Uit deezen Slokdarın, welke ag dat een Kalkoen vierentwintig Okkernooten ,die d'eene
ter in de Borst nederklimt, en door het Middelrift, dat na de andere in zijn Krop getoken worden , in weinige
de Borst van den Buik afſcheid , heen dringt , gaan de Spij : uuren vermaalt en verteert.
zen in de Maag , welke onder de Borst van de linkerzij. De Heer de REAUMUR bragt in de Maag van een Kala
de naar de regter toe ligt. Men zoude ze een verwijd. koen , eenelooden pijp,welkezo ſterk was datdeMaag ze
den Slokdarm kunnen noemen , in wiens holligheid , nu niet kon plat drukken. Hij ſtak er gerstkorrels in,om te be
grooter geworden zijnde, de Spijzen zo lang blijven , tot proeven of een ontbindend vogt in de Maag ze zou kunnen
dat ze daar in grootendeelsontbonden , verinurwd en in perceeren,als ze ineene opene pijp voor dedrukking veilig
eene dunne Melkſap verandert zijn , welkedan tot de ver. lagen. Na vierentwintig uuren , vond hij deezekorrels
dere bearbeiding overgegeeven word aan de lange rijder weder in de pijp en merkte er, behalven eene kleine uic.
Darinen , die men moet beſchouwen als eene verlangde dijing van de vogtigheid , geene de minſte verandering
en vernauwde Maag. Een Eendvogel die met een zo goede bekwaamheid
De krage der warme lucht en der dampen in de be. om vleesch te verteeren begaafd was, dat zij alleen , in
footene Maag ; de menigte van de vloeibaare ſtoffen , zeer korten tijd , elf anderein ſtukken geſucedene Ende
welke de openingen derkleinſte Stagadertjes uitlaaten ; de vogels, die men haar voor wicrp , volkoumen opvraten
geduurige verwisſelende beweeging en persfing der Maq. verteerde, bebield een klein itukje oslenvleesch in ec
ge , duels door haare eigene Vecelen , die haar zonder ne looden pijp gebeel onveranderd bij zich. Het is der.
ophouden beurtelings zaamertrekken en verwijden, deels halven zeker , dat de Verteering in de Maagen deezer
door's kloppen haarer Slagaderen , deels ook doordebe. Dieren niet door een ontbindend ſap , welk de Spije
weeging van't Middelrift, de Buik {pieren en de overige zen haaren zaamenbang kan beneemen volbragt word ,
nabij gelegenedeclen ; eindelijk het geduurig van boven hoewel het niet te Jochenen is, dat hun Maagſap zeer
toevloeiende Speekſel, dit alles brengt iers coc tot devol- noodig moet zijn , om de vermaalene Spijzen te ver.
volkoomene ontbinding en verdunning in de Maag. Men dunnen.
moet echier niet gelooven dat de Verteering in de Maag Om nu uit deeze Proeven piel te beluiten , dat de Ver
bij alle Dieren op dezelfde wijze geſchied. DeGenees eering bijalle Dieren door een geweldig wrijven der Maa.
beeren waaren het in vroeger tijd lang niet eens, of de ge verrigt word , moet men ook wexcen welke Proefnee
Maag dit groote werk verrigtte door het wrijven der Spij. mingen de Heer Re AUMUR, te werk geſteld heeft met
zekere zoord van ontbinding te weeg bragten ? De be:
, plaats een
zige Maag hebben. Van deeze laautte zoort, zijn de
,
roemde Heer de REAUMURwas de eerſte , die doorzijne Roofvogels, welke geen Srijzen;uit het groeijend Rijk
( chrandere proefneemingen bewees, dat de Verteering maar alleen vleesch gebruiken , en alles wat bunne Maag
in't eene Dier op eene geheel anderewijze geſchied , danin ééne periode der Verteering niet kan meesterworden ,
in't ander, en ik kan mijnen Lezeren deeze zaak op geenedoor een vrijwillig braaken weder overgeeven . Zulk ee
manier beterverklaaren, dan door eenige van 's Mansnut- nen Roofvogel wierden kleine opene piipjesvan blik, die
tige waarneemingen hier plaats te geeven. niet ligtzich lieten plat drukken , bijgebragt; en bij braak
Zommige Dieren hebben eene zeer dikke viceſchige te ze na vierentwintig uuren onbeſchaadigt en zonder in
Maag van een vast weefſel; gelijk , bij voorbeeld , de drukking weder uit. Een Kalkoen zou ze zeer ligt. ver.
Hoenders , Duiven ; enz. Bij andere Dieren is de Maag plec hebben. De Heer de Reaumur maakte voor de
wijd , dun , en gelijk aan een vliezigen zak ; 20 eene Maag beide openingen der pijpjes, een rooſter van gaarn , welk
hebben de Menſchen en de meeste viervoetige Dieren. de Vogels , dewijl het iets uit het groeijend Rijk isniet
Ook zijn er Dieren , die beide deeze zoorten van Maa- verteeren. Dus kon een ſtuk vleesch , welk hij er in
gen te gelijk hebben, wordende dan tot onderſcheiding ftak , daarniet uit vallen, houdende echter het Maagſap
de ééne de Krop , en de andere de Maag genoemt. De den vrijen toegang in de hoļligheid. Het Dier hield het
dikke vleeſchige Maagen verteeren door het ingenome vierentwintig uuren bij zich , en braakte het toen we.
De klein te wrijven, en gelijken hier in den Molenſteenen , der uit , zonder dat het gaarn iets verſchooven of once
welke de ſterkſte Lighaamen vermaalen. Deeze Maagen bonden was. Dog het vleesch was in eene weeke wit
hebben haare vloeibaare ſtoffen alleen noodig om de Spij. agtig graauwe brij veranderd , - tot omtrent het midden
zen te verdunnen , maar niet om ze eigenlijk te ontbin. van de pijp , alwaar het nog wat roodagtig , vast en op .
den. De Hoenders, Eendvogels en Kalkoepen wrijven verteerd was. Deeze Proeven dikwilsherhaald zijnde, di
bolletjes van dun glas ligt in de Maag tot poeijer. De hadden altoos het zelfde gevolg. Het vleesch was geen .
Heer de ReAUMUR liet ze korte holle glaſene piipjes ee zins verrot , maar hadalleen een zwakken reuk, zonder dis
sen, en vond dezelve na vierentwintig uuren in de Maag te ſtinken. De Heer de Reaumur ftak Beenderen in
deezer Dieren voor.'t grootſte gedeelte van een geſpou de pijpen , en vond ze na vierentwintig uuren zo ver.
wen , even als waare dit door eenbeitel geſchied. Ee teerd , dat er , behalven een weinig gelei , geenſpoor 2

nige kleine ſteentjes door de kragt der Maage in de ope meer van overgebleeven was . De allerhardite Beenderen
ningen der pipes gedreeven zijnde , hadden dit verrigt. verdweenen dus in de Maag van den Roofvogel, zonder
Een onbindend middel badde ze onmogelijk in cweën dat de drukking en wrijving hier toe iets hadden kun.
kunnen ſpouwen #
nen doen . Daarenteegen bleef de Gerst , Weiten andere
Kleire blikkene piiples booden even weinig weder voortbrengzels van 't groeijend Rijk in de pijpen onver
ftand aan het geweld der Maage, en wierden meestal vot- teerd ; zelfs was een (tukje broodkorst- wel wat week daar
kooinen plat zaamengedrukt, of zomtijds ook openge in geworden , maar niet in Pap, verandert Een ſtuk van een
rol gevonden. Aangezien deeze verbaazende kragt der rijpe Peer kwam ,na vierentwintig uuren in de Maag des
Maag , kan men er zich niet ineer over verwonderen , Roofvogelsgelegen te hebben, wederom voor den dag, zop
der
SPIJ. :! SPIJ: 3507
der dat het eenige verandering ondergaan had, behalven de Spijzen vermengen . Daarenbooven zijn in de Dar
dat hetwat weeker geworden was,waar toe de vogtigheid men zeer veeleandere Klieren , die haare vloeibaareſtof.
en warmteder plaatze, alwaar het gelegen had , het mee. fen tot eene dergelijke vermenging vrijwillig aanbieden ,
fte ſcheen gedaan te hebben . en alle te zaamen een Sap , welk veel overeenkomstmet
Uit alle deeze Proeven blijkt buiten tegenſpraak , dat het Speekſel heeft , van het Bloed afſcheiden. De Gal
iedere Maag op haare eigenewijze verteert ; dat de Ver. zelve heeft de natuur eener zeep, helpt veel tot de Ver.
teering bij Dieren met vleefchige Maagen voornaamlijk teering , en word nooit ſchadelijk, behalven als ze ofin
door de wrijvende kragt der yleesch-vezeles , dog bij Die al te groote menigte zich uitſtort, of in de wegen der
ren , welker Maag vliezig is , meer door een bijzonder Verteeringe verderft, of in het bloed blijft. Men zou
ontbindend fan volbragt word ; dat dit Maagfap bij ver- de te veel van mij vergen , als men verlangde , van
fcheidene Dieren alleen zekere zoorten van ſpijzen ont mij te verſtaan, waaron zo veelerhande fappen tot de
bint, en de andere onveranderd laat ; en dat de neiging Spijs-verteering noodig zijn , en wat ieder Sap in 't bij.
deezer Dieren tot het kiezen van hun voedzel, naar dee, zonder daar eigentlijk toe helpe ? 't Is mogelijk , dat ee.
ze ontbindende kragt van hun Maag ſap zonder hun wee. nigen mijner' Ampstgenooten dit weeten ; maar ik ben
ten , ingerigt is , dat dit Maagſap bij 't eene Dier regt te geene verzaamelplaats van der Artzen Geleertheid , het
ġenſtrijdige Spijzen verteert metdie van 't andere Dier; en welk omtrent zo veel zou zijn als eene levendige Po.
eindelijk dat het bij zommige, waaronder de Menſchen lemica.
ook zijn , bijna alle zoorten van Spijzen , hoe ftrijdig dok In den twaalfvingeren Darm wordt buiten twijfel de
met malkanderen , even goed verteert en ontbint. Verteering voor 't grootſte gedeelte volbragt. DeMelk
In deeze beſchouwingen alleep ,'liggengeheimen verbor. brij wordt daar in zo zeer verdund, doorgekookt en ge .
gen , waar van wij tot nog toc'met alons verstand , en zuiverd, dat ze ten deele verandert in een vloeibaat
medicinaal inzigt niets begrijpen ,als dat ze er zijn. Waar. Melklap , welk reeds hier , dog nog veel meer in den
ſchijulijk verteert de Mensch , wiens Maag vliezig is , daaropvolgenden wijden Darm , die vol vouwen is , van
door zo een ontbindend ſap , zonder dat haar wrijvende eene oneindige menigte kleine openingen , welke in den
kragt veel daar toe doer. Dit Verteeringſap kan nergens inwendigen Rok der Darmen te zien zijn , ingezoogen :
anders uit voortkoomen dan uit het Bloed zelf, en dee. en vervolgens naar 't Bloed gebragt wordt. Onderrus.
ze eigenſchap kentnog piemand. Dezwaarigheid welke ſchen houdt in deez' tweeden Darm het verdunnen nog
VALISNIERI tegen de theorie der Verteering door het niet op ; want het Melkſap wordt og al voort vermengd
wrijven , en PITCARN tegen die door een ontbindend fap, met de vloeiſtoffen veeler Klieren en met den vogtigen
hebben ingebragt, waarom naamlijk, het eerſte geſteld waasſem dien de Aders uitdampen. In den derden Darm
zijnde, de Maag zich zelve niet ſtukken wreef, en waar wordt het Melklap insgelijks verdund en ingezoogen ;
om het andere middel tot de Verteering, te weeten het en al wat deeze kleine zuigende openingen van de Rok
ontbindend Sap , alleen de pijzen en niet de Maag zel ken der Darmen naar zig trekken , gaat doordeezen weg
ve ontbond en verteerde, houde ik niet zo gemaklijk over, in veele kleine Melk -Aders, welke in grooten ge
optelosſen , als veele Theoristen zich verbeeld hebben. talle zig verſpreiden door het zogenoemde Darmſcheelof
Aan de Kreeften immers zien wij, dat zo iets mogelijk Darmſcheidſei, zijnde een dun Vlies , dat van buiten aan
is, en in de daadverteerd een Roofvogel of een Eend de Darmen vast zit , en waar in men na de Verteering
de ruwe Maag eens Vogels van zijn Gelingt met geringe het witte Melklap duidelijk ziet ſtroomen. 't Is waar
moeite , eene omſtandigheid welke den Geleerden Heerſchijnlijk , dat het verteerde Melkſáp in deeze kleine
HAMBERGER, toen hij in zijne. Phiſiologie, PITCARN'S ' Melk-aderen ook nog verder verdund wordt,
gevoelen wederleide , niet ſchijnt in de gedagten gekoo . heeft waargenomen , dat deeze Melkaders op haaren
men te zijn . Eindelijk kan ik ook , wegens alhet geen weg in 't Darmſcheidſel twee of driemaalen , zekere Klico
ik gezegd heb , niet begrijpen , hoe onze Theoristen met ren ontmoeten , en dat zij ſteeds als zij agter dezelve we.
zekerheid uit Natuurkundige gronden kunnen verklaa-, der voor den dag koomen, om haaren loop te vervolgen ,
ren , wat de rede zij , dat verſcheidene zoorten van Spij.' eene grootere middellijn hebber , dan te vooren ; zo dat *
zen, voor onze Natuur en Verteeringskragten best geo' men reden heeft, met den Heer Hamberger te geloo.
ſchikt, en welke artzenijën bekwaamst zijn , 'tothet ver- ven, dat deeze Darınſcheid fels-Klieren haar fap mede
breken der Verteeringe. Ik beb daarom aleijd geloofd , deelen aan deeze voedende Melk , die uit de Spijzen be.
dat men in alle deezedingen veel meeraan de ondervin?reid zijnde , door haar heen gaat.' Men vinde eindelijk
enin ding, dan aan de Natuurkundige gronden zich houden ook op die algemeene vergaderplaats , waar alle de Melk ..
moet ; en is dit waar ten opzigte van zulke artzenijën ,. Aders op 'e laatst te zaamen koomen , nog al meer
Fal die genoegzaam onmiddelbaar op die plaats koomen waar nieuwe blijken van fappen onzes lighaams; al het wells
, toe ze beſtemt zijn ; wat zal men dan zeggen van die, ons. ſchijnt te tooneli , dat geen druppel voedend ſap
welke eer ze daar heen gebragt worden waar ze werken in ons Bloed gebragt wordt, of het beſtaat reeds voor
is zullen , de Verteering voor af moeten doorſtaan ? Dog het grootſte gedeelte uit de eigene vloeiſtoffen onzes
pweder ter zaak . lighaams.
De Spijzen worden in onzeMäag , door welke kragt dit De vergaderplaats der Melkaderen is een vliezige Zák ,
ook geſchiede , veranderd in een witagtig graauwe Brij , doorgaans de Gijlzak genoemd, welke, agter in den Rug
Selen welke, na dat genoegzaam verdund is , overgaat in den bij het begin der Wervelbeenderen der Lendenen ge
hiss eerſten Darm , die om zijn langte twaalf vingerige Darm plaatst zijnde, van daar in de Borst oprijst , gelijk een
genoemt word. Hier geſchieden op nieuw vrij watvero - weerglas-pijp uit haaren bol , dog met dit onderſcheid,
anderingen met deeze Brij. Uit de Lever en uit eene dat de Buis, die dus,haaren oorſprong neert, vervol.
groote Klier, die onder de Maag .ligt, en de Alvleesche gens - in meer kleinere Buisjes , welke dikwils weder
Klier genoeint word , koomen Buizen, welke in deezen zaamenloopen , verdeeld en met veele ploojen voorzien
Darm zich ontlasten , en de Gal en het Ab-yleeschſapmet 'is. In deeze Borstbuis , welke ook de Gijlleider of
Gijli
5508 IRIJ: SPH .
Gijl-veerder genoemd wordt, klimt het Melklap uit zij. Wortel; word de Plant of Wortel genoemt, die een der
ne vergaderplaats om hoog , en legtdus zijn laatſten weg eerſte Lentebloemtjes voortbrengt. Dit kruid heeft geen
naar het Bloed af, Want boven aan de linkerzijde van bladen , maar beſtaat geheelenal uit de Bloemftengel;
de Borst , opent zig eindelijk deeze Buis in een Bloed zijnde de Bloemen éénbladig , onregelmatig gelooten ;
ader, en wel door middel van een beweeglijk klapje , en daar op volgen twee gedeelde peulen. De Wortel
welk zo geplaatst is , dat het door het voorbijloopend is ſchubagtig, zeer bitter, en dientdeswegen in verſtop .
Bloed toegedrukt wordt , en dus de Buis Quit ; waarom de pingen der ingewanden ; zie ook OROBANCHE , .
aandrang van het toevloeijend Melklap uit de Buis in het II. pag.2481.
Bloed ſteeds grooter moet zijn , dan die van het Bloed , SQUATINA , zie HAAIJEN , n. IV . pag.992.
welk door deeze Ader been loopt. Dus verhindert het SQUILLA GIBBA, zie GARNAAT.
Melkcap door zijn ſterkeren aandrang , dat het Bloed SOUINANTHUM , zie KEMELS-HOOIJ.
ciet in de Borstbuis koome ; welken dienst ook vee. SQUINANTIA , zie KEEL ZEER .
2

len gemeend hebben dat het gemelde klapje deed ; dog ST , is eene uitdrukking , waar van men zich gemeen
dit gevoelen is voornaamelijk door den beroemden We lijk bedient, om filſwijgen tebeveelen.
Del tegengeſprooken. De Romeinen ſchreeven die beide letters op de deuren
Men begrijpt ligtlijk , dat bij alle de verandering der van hunne eetkamers , als of zij daar mede wilden zeg.
Spijzen in de wegen der Verteering , altoos eenige dee . gen , Sed tace of Silentium tene.
len moeten overblijven , die op geene wijze zo verteerd PORPHIRIUS merkt aan , dat de Oujen het als iets biel
kunnen worden , dat ze een dun genoeg ſap uitleveren , den , datden godsdienst medebragt, om bij het in en uits
om in de fijne Buisjes der Melkaderen te dringer. Hoe gaan der deuren geen enkeld woord te ſpreeken.
zal het nu gaan met deeze groove overblijfzels der Spij. STAAL , in 'e fransch Acies , welk woord volgens
zen ? In de Maag waaren ze nog vermengd met dat alge. Menage afſtame van Aciarium , waar van de Italiaanen
meene deeg , welk in den twaalfvingerigen Darm over- Acciaro, en de Spanjaarden Azero gemaakt hebben ; dog
ging . In deezen en in den tweeden Darm wordt het aciarium , acciare, & axero, koomen alle van acies af ;
vloeibaare van deeze.Brij zodanig verdund, dat het zich waar van PLINIUs zich in de plaats van het woord cha.
liet opſurpen van de dorſtige Monden der Melkaderen ; lijbs heeft bedient on Staal mede te betekenen. De la
en dus verloor de overige masſa grootendeels haare tijnen roemden het Chalijbs, om dat het eerſte Staal dat
vloeibaarheid. In den derden Darm duurde dit nog al bij hun geen naam heeft gehad , zo als men zegt , uit Span
voort, en het geen van de Brij overbleef, werdt hoe jen kwam , daar een vloed was Chalijbs genoemt, waar
langer hoe dikker, Hier was het; daar ik er zo even van het water buitengemeen dienſtig wierd bevodder ,
van afweek ,om den loop van 't Melklap toc in bet Bloed om hetStaalie harden.
na te gaan. Laaten wij nu wederkeeren om te zien , waar Het Staal Scheikundig beſchouwt, is niet anders als
deeze groove ſtoffen op 't laatst blijven. Yzer, door konst tot een bijzonderen ſtaat gebragt , 't
De Ďarmen hebben eene beſtendige wormswijze of welk eenige veranderingen in derzelver hoedanigbeden
wentelende beweeging , welke in den natuurlijken toeſtand en eigenſchappen te wegebrengt; maar die hoedanighe.
van de Maag af nederwaards gaat, en al het vaste , wat den zijn wezentlijk dezelfde als die van bet Yzer , dit wil
zij in zich bevatten , gemaklijk naar beneden perst. De zeggen , dat het Yzer en het Staal geen twee verſchillen
krage deezer beweeging had de dunnere Brij , vermengd de , maar een en het zelfde metaalzijn , in twee toeſtan.
met het Melklap, tot in den derden Darm gebragt ; en den ; om welke reden , wij onze Lezers wat de kendis.
nu brengt ze dezelve , fchoon veel dikker en vaster , ſe van de grondeigenſchappen van het Staal betreft , da
in den vierden, vijfden en zesden Darm. De drie laat. het artikel YZER wijzen. Hier zullen wij alleen be
ſte Darmen zijn dikker van Vliezen dan de eerſten; en ſchrijven, hoedanig het Staal word vervaardigt.
men ziet er zeer weinige Melkaders aanhangen , welke Om het Staal te verkrijgen , verkiest men middelma .
nogiets vloeibaarsuit de groove masſa opzamelen. Als tig dikke ſtaven van zuiver en best Yzer , plaatst dezel
nu degroove en bijna geheel uitgedroogde overblijfzels, ve tusſchen zodaanige Stoffen , die zeer veel en zaiver
tot aan het einde van den laatſten Darm gekoomen zijn, phlogiston bevatten , zonder dat er echter zwavelonder
zouden ze daar een zeer langzaamen en geduurigen uit vermengt zij , als bij voorbeeld , uitgedoofde koolen , hout.
gang vinden , het welk allen Dieren zeer lascig ,zou val• asch , beenen , hoorn , leder, hasir, enz . De deelen der
len , indien niet de Natuur deeze laatſte opening om . Dieren zijn echter om derzelver fijn en overvloedig
ringd had met eene Spier , die ze toenuit. Derhalven phlogiston , de bekwaamſte. Men dekt en ſluit deeze Vaj
verzamelen zig de overblijfzels van iedere Verteering ten nauwkeurig met een ſteen en leem , en plaatst die ee.
allengskens in deezen laatſten Darm , en blijven daar zo nige uuren lang in een egaal vuur. Eindelijk worden de
lang, tot dat de persfing en verwijding, die ze te weeg ſtaven , die niet in gewigt vermindert zijn , ſchielijk in
brengen , ons een onaangenaam gevoel doet gewaar wor koud water gedompeld. Ook heeft men nog een andere
den , 't welk ons noodzaakt , de kragt van de Spier, die manier om 't gemeene ruuwe en niet ſmeedbaar Yzer ,
den Darm Nuit, door eene tegengeſtelde kragi te over. of deszelfsertz , door ſmelting tot Staal te brengen , dog
winnen. Wij haalen naamelijk onze Long vol lucht, zulks is veel Negter.
houden den Adem in , op dat het Middelrift de Dármen Het gebruik van dit metaal ſtrekt zich tot in't oneindi
van boven drukke , en werken te gelijk met de Buikſpie. ge uit , tot het vervaardigen van allerlei gemaakkelijke
ten , om de Darmen ook in hunnen omtrek zaamen te en noodzaakelijke werktuigen en gereedſchappen , die
drukken. Deeze drukking doet de zaak af, en wij ont. men volſtrekt zonder deszelfs behulp.zonde ontbeeren .
lasten ons van het geen onbruikbaar voor onze Natuur Maar het geen er 't gebruik , nog veel algemeener van
was , op eene plaats, die wij allen moeten bezoeken . maakt, is dat men na willekeur ,derzelver bardheid en
SQUALI , zie HAAIJEN , pag. 991. taaiheid kan maatigen en verſcheiden doen worden , het
SQUAMARIA ; Anblatum ; Schulp , of Schubben- geen alleen van het koelen of lesſcben , 't welk de Fran
ſchen
STA, STA. 350g
fchen trempe noemen , afhangt. Hoe heeter het Staal den dood , in het water gelegt , ſplijt in ſchilletjes, in
is wanneer men het hard , en hoe kouder het water dat vieren , agten enz.; eindelijk zonderen die zich van
men er toe gebruikt , hoe harder het zelve word ; maar een , en vertoonen eene dubbelde hijacintb , dit is een
na niaate men het door dat middel eene meerdere bard. ſchoon verſchijnzel als men een Osſen , of Honden , of
heid bezorgt , hoe brooſer en ligter breekende het ook 20 men de gelegenheid heeft een Menſchen Oog daar toc
teffens word . Deeze zo ſterke harding , is noodzaake- bezigt. Gelijk nudit naar den dood ſplijt , en donker
lijk tot zommige vijlen en eenige andere werktuigen om wordt, zo geſchied dit ook bij bet leeven , en het Oog
zeer harde lighaamen te bewerken. Integendeel , hoe min. word na graaden donkerer , dat is witter, en de pupil
der heet het Staal is.wanneer men het hard , en hoe minder wijder open,
koud het water is , hoe minder hardheid hetook aanneemt , Evenwel dient men te weeten , dat niet altoos deeze
maar dan behoud het ook meerder taaiheid , en maakt ſplijting zigtbaar is ofplaats heeft , want zomtijds is er eene
het bekwaam , om er een menigte werktuigen van te ver- egaale kleur, wit , of geelagtig , en dat zoort noemden
vaardigen, zeer dienftig om zodanige lighaamen te be. de Grieken Glaucima , en de hedendaagſche Oculisten
werken , die niet al te hard zijn ; deeze werktuigen beb. Melk -Staar. En inderdaad , als deeze door de gewoone
ben het voordeel boven de geene die zo ſterk gehard Operatie word aangevallen , loopt zij weg en verſpreidt
zijn, dat zij niet zo ligt breeken , en er ſtukken uit zich door het Oog , als melk.
ſpatten . Daar zijn dan twëerleij Catarazten , en zo gij wilt vce .
STAAL-MIDDELEN , zie YZER -MIDDELEN. lerleij ; dog de melk en geſpleeten Caterałt , zijn meest
STAAL -SAFFRAAN , zie CROCUS MARTIS. voorkoomende; zomtijds is de Catara &t als een bagel , en
STAAL-WATER , zie AQUA MARTIALIS . drijft op en neder , zomwijlen is zij zo vast aan het Drui.
STAAR , of Catara&t. Het geen in't nederduitsch een venvlies , dat door debeweeging van betooglid , hetge.
vlies agter of in het oog genoemt word , heeten de hoog. heele druivenvlies drilt, en zeerzigtbaarſchud; zij zijn
duitfche Geneesmeesters, gelijk BARTISCH , de Staar, zomwijlen zeer hard, en of ſchoon wit in het aanzien ,
en , om datmen meende, dat dit vlies even als een vals donker geel , en bruin , als zij er uitgenomen worden .
deur , het licht belettede , heeft men het met het latijn .
De beste zoort is de geſpleetene , voor al wanneer die
ſche woord Cataratta even kwalijk toegepast , beſtem- niet zeer oud is , en deeze kan bestgeopereerd worden ,
peld , daar het waarlijk bij Celsus genoemt word Suffu. als de Lijder de Oogen ſtil kan houden ; zommige immers
sio. Lib. 6. cap. 6. . 35. vooral die van kindsbeen af, deeze ziekte hebben , be.
Deeze ziekte wierd door de Griekſche Geneesheeren ge . weegen het Oog geduurig heen en weder , en verkrijgen
houden , voor zeker vlies, of zaamengegroeid deel , 't eene hebbelijkheid daar van , die zij nooit overwinnen
welke agter het druivenvlies (zie OOG ) in de agterſte konnen.
.
kamer van het watervogt zich ophield , en het gezigt be
jettede. En dit was allernatuurlijkst , want zij ſtelden dat Manier om de Catara &t te onderzoeken .
-
gedeelte van het Oog leedig , dat is alleen met water ge- Men plaatst den Lijder vlak overhet licht , ofwel zo ,
vuld , gelijk Celsus S. 15. P. 432. de Oculorum natura , dat het zijdlings in het Oog valt ; men doe hem de beide
qua parte pupilla eſt, locusvacuus eſt; dat is " agter de puó Oogen Nuiten; dan plaatstmen de vier vingeren van de
pil , dat is eene leedige plaats. ” Zij meenden daarenbo.handen op de Naapen des hoofds , en de duimen op de
ven , dat het gezigt eigentlijk gezeeten was in het crijſtal-
Oogen. Men doet daar mede eene korte ligte drukkende
vogt; zo dat alles zaamenliep , om de Heelmeeſters in en draeijende beweeging, en dat gedaan zijnde , opent
die dwaaling te brengen , dat de Staar was zeker vlies, men met den duim het ooglid ſchielijk van een Oog ;
hangende in die groote ruimte ; welke men noest neders wanneer als dan door de invalling van het licht , het Oog
ſchuiven , op dat het gezigt herſteld wierd . of Pupil zich ſchielijk toe trekt , is het een goed teken ,
Vesalius Lib. 7 Tab . Cap. XIV.fig. 1. p.554.heeft op dat is een bewijs , dat het Oog anders wel is geſteld ,
dien zelfden verkeerden voet voortgaande, het crijítai. maar dat het crijſtalvogts is verduistert. Men doet dezelf.
vogt getekent in het center , of middenpunt van het vogt ; de behandeling aan het andere Oog.
en deeze dwaaling heeft gelegenheid gegeeven tot groo. Dog men behoort wel gedagtig te zijn , dat zomtijds
te twist , tusſchen Herster , WOOLHOUSEN , BRISSALUS, de Oogen reeds doorandere Meesters geopereerd zijnde ,
DE LA Hire en Britss. , d'een wilde dat het een vlies , de het crijſtalvogt, of het zo genoemd vliesweder op rijst ,
ander dat het de verduistering was van het crijftalvogt of wel zeer diep binnenwaarts, vastgroeit aan het drui
zelve. Dog niemand twijffelt heden , of het is het crijftal venvlies. In dat geval is er geen beweeging in de pu
vogt zelve verduisterd, 't welke zeer kort agter het drui pil , en de operatie kan niet aaangeraaden worden .
venvlies gelegen, zeer ligt gezien kan worden. Dog wij moeten eerst melden , dat de Ouden , en ook
Dan , de Franſchen , gelijk Morand en de la Perg. zommige der Nieuwe Schrijvers oordeelden , dat men
RONIE ; zie LA FAIje notes ſur Mr. Dionis. pag. 555. deeze verduisteringen konde doen verdwijnen door in
oordeelden, dat het voorſte vlies van het crijſtalvogt dub wendige middelen ; door aderlaating , rookingen , en het
bel zijnde, evenwel gelegenheid konde geeven, tot een beſmeeren , of inblaazen van ſcherpe dingen. De groote
losbangend vlies enz. Zo moeijelijk ishetzich van voor- Boijle voert het gezag bij van Harveus, dat dit ge.
oordeelen te ontdoen ! De Beroende Petit , le Me- ſchieden kan , en ook geſchied is met Pisſebedden , of
dicin , heeft allerſchoonst geſchreeven , in de Mem . de Millepedes , en door kwikmiddelen . PITCAIRN , en Sir
l'Acad. des Sciences 1725 en 1727 over deeze ziekte , en HANSSLOANE zijn groote voor anders van deMillepedes;
de wijs van nederdrukking.. dat een enkelderéize dee.
wij willen niet tegenſpreeken ,
ze geneezing gelukt , maar in de duizende keeren naau.
Oorſprong van de algemeen plaats hebben. lijks ééns ; ook zouden groot en klein , zo geweldig de
de Catara &t. Oculist niet naar loopen , bij aldien er zekerheid was
Het crijftalvogt van alle Dieren , en Menfchen naa in deeze geneezing door inwendige middelen ; en wel te
VI Deel. Vv
3510 STA . STA .
te minder , om dat ook de operatie onzeker , en grou. verzellen ; het is genoeg , dat wij aanmerken gebeurt te
welijk is ; als men bedenkt, dat men een deel van zo veel zijn , dat het crijſtalvogt in de voorkamer van het water .
ſubtijheit uit het oog drukt, gelijk zu geſchied. vogt of hoornvlies geraakte, en noodwendig vereisch
te , dat men het hoornvlies open (need , om er deeze
Over den Ouderdom die geſchikst is tot ſtukken uit te haalen ; ofwel dat de Catarał weder op de
het ondergaan der operatie. zelfde plaats ging zitten eenige dagen , maanden of jaa
De Ouden , keurden den hoogen ouderdom af, gelijk ren na de operatie. Wij beveelen den Lezer in te zien ,
bij Celsus te zien is ; dog Bartisch haalt verſcheidene bet fraaije werk van St. Yves, van ANTOINE , MAI
gevallen bij, van Lieden over de honderd jaaren oud, Tre- Jean , Petit, Palucci, HEISTER , en ULHOORN ; .
die gelukkig geopereerd zijn ; waar uit blijkt , dat men den inzonderheid Mem . de l'Acad. Roijale de Chirurgie. Tom .
ouderdom niet behoeft te ontzien ; maar in tegendeel bij II . daar men de fraaije obſervatien van Davill , LA
kleine Kinderen is de operatie onmoogelijk, om dat zij FAIJE , en anderen vind.
zich niet ſtil houden , ook kan inen hen niet beduiden
de noodzaakelijkheid daar van , ten zij , zij reets één jaar Operatie door Extractier , of uithaaling
9 of 10 oud zijn. Ongelukkiglijk immers gebeurt het , van het Vlies .
dat Kinderen met die verduistering gebooren worden ; Deeze manier is wel door AviceNNA , in den jaare
dog de zulke konnen ouder geworden zijnde herſteld. 1145 reets aangehaald als gebruikelijk , en door MERIJ a
worden , 't welk ook door Boijle bevestigd word. Ao. 1707 aangepreezen , maar de eer der geheele vin
ding komtzeer regtvaardig toe aan den Heere Daviel , I

BASIN
De Operatie geſchied op twëerleij wijze. zonder welkers keurige ontdekking en zeer fraaije ma.
De operatie geſchied op tweërleij wijze ; of de Staar nier , niemand AVICENNA verſtaan zoude hebben. Men hai
word door de naald nedergedrukt , of wel, men opent het moet hem naſlaan , Lib. III. 8. 3. Trad. 4. de Ocul. morbis
Hoorenvlies , en men haalt er het verdikte crijſtalvogt in fine Cap. 20 . En DAVIEL Mein, de l'Acad . R. de
uit. De eerſte manier is de oudſte ; de laa: te heden. Chir. Tom. II. p . 337. Dog nauwlijks was Daviels ma
daagsch meest in zwang ; om rede, dat zij meermaa. cier bekend., of verſcheidene beroemde Heelmeesters ,
len gelukt, en dit ongelukkig gevolg niet heeft , van maakten veranderingen en verbeteringen , want DAVIELS
wederom opteriizen , en of ſchoon inet een gelukki- manier is wijdloopig , en vereischt te veel werktuigen.
gen uitſlag nedergedrukt , van vooren af aan , blind : De Heeren Porsets, La Farje, SHARP, WARNER , BE
heid te maaken . RENGER , en hier en daar anderen , hebben verdienſten
CELSUS , beſchrijft de wijze om de naald te gebrui- gehad , in het eenvoudig maaken van Davies manier ; e
ken allercierlijkst. Lib. VII. cap. 7. S. 14. p. 433 . inzonderheid La Fatje , welkers manier gevolgd is door
de Engelſchen en door de Wenzel en anderen , even те
Operatie met de naald. wel zo , dat zij nu en dan de ſchaar gebruikt hebben , als:
Men plaatst den Lijder op eene laage ſtoel, tegen de cornea te hard of de wond te klein was .
over het licht , en inen laat het hoofd door een Hel. Wij zullen ons alleen houden bij de manier van de
per ſteunen , en het ooglid ophouden door den vinger , WENZEL , om dat die thans de meeste operatien ook in
't gene beter is dan alle de zogenoeinde oogſpiegels , ons land doet , met zulk een algemeenen goeden uitſlag,
of werktuigen om het lid op te ligten , en het oog dat het te verwonderen is ; evenwel gebeurt hem , ' t ge.
Atil te houden . ce anderen gebeurt , dat er één dag drie of vier na de
Alen neemt eene ronde , ſpitze naald , of wel gelijk welgeſaagde operatie, eene hevige ontſteeking koomt,
de Engelſchen een platagtige , voor als een ſpiesje , ge- die eindelijk in etter overgaande, het oog gebeel ver.
lijk Cheselden enz.; en men ſteekt die tusſchen het nield.
hoornvlies , en ' den kleinen ooghoek , in het Oog , De Baron de Wenzel , plaatst zijne Lijders gelijk de
terwijl het oog naar den neus gekeerd is. Maar eenis andere Oogmeesters; laat het ooglid door den middelſten
ge verkiezen de doorſteeking digter bij het hoornvlies vinger van iemand daar kundig in ophouden ; of wel laat
te doen ; het ſchijnt weinig verſchil te maaken. Den hetdoor eenen zilveren haak die ſtomp is en breed , in ma
reets aangehaalden Petit, heeft hier over uitmuntend gere Lijders, ophouden. Berenger is daarvan de uit.
gefchreeven , Mem . de l'Acad. des Sciences 1725 en 1727. vinder. Hij drukt zelf met zijnen vinger het onderſte lid
Heister heeft mede zeer veele zoorten van naalden nederwaarts , en vestigt dus het oog..
afgebeeld. Hij neemt een regtmesje , puntig toeloopende , plat
Wij zeggen , dat het verſchil van den afitand van het rond geſleepen , en ſnijd daar mede niet alleenlijk het
inbrengen der naald , daarom niet veel verſchile , om hoorenvlies door , tot aan de overzijde in den middelo .
dat digt, of verre , altoos de naald door de vlieren van lijn , maar opent te gelijk de capſula lentis , dat is het
het Oog , voor eerst , dan door het netvlies , vervolgens voorvlies van het crijſtalvogt , vervolgens ſnijd hij regt
door het glasvogt heen moet , om van agteren het vlies nederwaarts in het vlak evenwijdig aan het druivenvlies.
van het crijſtalvoyt te openen , het vlies er uit te ſcheu- Dit gedaan zijnde , volgt de cataract van zelve , of wel
ren, en door het glasvogt heen te brengen , naar den kooit op eene zeer ligte drukking te voorfcbijn . Hij
bodem van het Oog. Alle deeze deelen derhalven , verzekert op deeze wijze meest geſlaagd en de minſte
worden gekwetst en verſcheurd ; en het crijſtalvogt word ontſteekingen gehad te hebben.
gebragt buiten zijn plaats ; zo dat het niet teverwonde. Wel eer gebruikte hij het verborgen mesje van LA Fars.
ren is , dit het glasvogt het zo genoemd vlies weder op. E ; ouk wel eens de ſchaar van Daviel , als door eenig on•
ſtoot; of wel, dat het oog door hevige ontſteekingen , verwagt toeval meest van den kant des Lijders af han
Daderhand geheel veretterd , en vernield word. gende , de ſneede niet groot genoeg was,
Het is bier de plaars niet , om langwijlig te zijn in het Hij haalt daar na de overgeblevene vezelties of ſchil.
opgeeven der toevallen , die deeze behandeling dikwerf letjes van het crijſtalvogt uit het Oog , inct een goud
krom
STA, STA :
3$ t1
krom geboogen filetje, een weinig hol zijnde, al het Wijsgeer aan het Hof van PHILIPPUS opgevoed, en ge.
welke het Oog verdraagen kan zonder ongemak. tuige van die meesterſtukken der Staatkunde , welke die
Na den Lijder de proeven te hebben laaten doen van Koning 20 beroemd hebben gemaakt , liet zulk een gung
wel tezien, legt hij een plaafter op het Oog, doet een ader- ftige gelegenheid niet ontſlippen , om de geheimen van
laaticg in het werk ſtellen, en inaakt gebruik van verſter : die zo nuttige en gevaarlijke wetenſchap , te doorgron
kende oogwaters. den , maar hij hield zich niet op na het voorbeeld van
Zo als het crijſtalvogt uit het oog gekoomen is, zijnen Meeſter PLATO , om een ingebeeld Gemeenebest
volgt dikwerf zeer veel vogt, als het wit van een eij, 't te baaren , nog wetten te maaken voor Menſchen die
welk verkeerdelijk door zommige gehouden is voor het niet in wezen zijn ; in tegendeel, hij bediende zich van
glasvogt. Het ſchijnt ons toe , te zijn eenig afgeſchei. de onderrichtingen dien hij uit den gemeenzaamen omgang
den vogt uit de vaten van het crijſtalvogt, 'twelke ſtol. met ALEXANDER De Groote, met Antipater , en met
lende , deeze. gedaante krijgt ; ook hebben wij op dit vogt ANTIOCHUS trok, om zodanige wetten voor te Schrijven,
meest al de gelukkigſte geneezingen gezien. die overeenkomſtig waaren met den ſtaat der Menſchen,
Wij hebben als nog niet gezegt, dat men in alle deeze en den aart van ieder Regeering; zie Aristot. Politi
bewerkingen , hetOog't welke nietgeopereerd zal wor• ca & Moralia.Intusſchen hoe agtenswaardig ook de
den , met een dikagtig vierkant drukdoekje en eene Voorſchriften zijn , welkemen in de Schriften van deezen
zwagtel bedekt, en vervolgens het geopereerde, wan . Wijsgeer ontmoet, moet men egter belijden , dat de mee .
neer beide zullen geneezen worden . ften daar van , geheel nietgeſchiktzouden zijn om de Staa.
Deeze operatie heeft gelijk de andere , haare ongeluk. ten te beſtieren , die voor het tegenwoordige de Wereld
kige lotgevallen. De cornea is zomwijlen zeer dik , en uitmaaken. De gedaante van den Aardkloot heeftzo veele
haast niet door te ſteeken , zonder de uvea te kwetzen ; verwisſelingen ondergaan , en de zeden zijn zodanig ver
zomwijlen raakt de uvea tusſchen het mes en decornea in , andert , dat'tgeen in de tijden doen Aristoteles ſchreef
en word voor een gedeelte of gekwetst of afgeſneeden . zeer verſtandig was , het geheel en al niet zoude zijn ,
Dikwils groeit zij vast in de wond, of welmaakt eene indien men het zelve hedendaagsch wilde beoeffe
uitzakking. De pupil verliest haare rondheid ; dug in nen. En dit is zonder twijffel ook dereden , waarom van
weerwil van alle deeze rampen , beſlaat zij de gelukkigſte alle de deelen der Wijsgeerte , het de Staatkunde is , die
van allen , en verdient verre weg de voorkeur boven de de meeſte veranderingen heeft ondergaan , en waarom on.
naald . der het groot aantal van Schrijvers welke deeze Weten.
COMTI een Italiaan , ſnijd op Berengers wijze eerstſchap hebben verhandelt , er niet een is geweest , ofhij
eene opening in de cornea, brengt er vervolgens eene heeft een verſchillende Staatsbeſtiering voorgeſteld .
ſchaar in die vrij ſtomp is van punten , om de uvea nietSTAATKUNDIGE GODSDIENST , zieGODGE
te haaken , 't geenemet de ſcherpe ſchaaren van DAVIEL LEERTHEID .
ligt gebeurt. Hij knipt de cornea zo lang , en zo dik- STAATKUNDIGE HUISHOUDING , zie OECO.
wils tot dat zij voor de helft los is , daar na haalt hij zon- NOMIA POLITICA .
der drukken de Catarałt uit het Oog , even als de WEN• STACHIS -KRUID ; Andoorn ; in 't latijn , Stachijs,
zel met een goud kromagtig ſtiletje. van het grieksch Etx'xus , een Koornair , om dat de bloe.
Hij laat zijne Lijders , als er geene ontſteeking koomt, men van deezen Plant naar een Koornair gelijken ; in 't
den 4den of 5den dag reets het licht zien, en de Oogen italiaansch , Stachi; in 't fransch , Souge molle ; en in 't
hoogduitsch , Andorn , Feld - Andorn , Riechender. An .
opers houden. De Wenzel laat ze 14 dagen in 't bed leg. dorn
gen in ’t duister , en ſtil. .
Alle ouderdom en jaargetijden , zijn geſchikt tot die Konmerken. Ze heeft een lipbloem uit een blad bea
operatie , evenwel behoort men vries koude in den win. ſtaande , wiens bovenſte lip eenigzints overwulfd is ,
ter , en de zwaare brandende hettes , te vermijden in den en regt op ſtaat, en de onderſte lip is geſneeden in drie
ſomer . verdeelingen , zijnde de middelſte grooter, dan de twee
STAART , zie CAUDA. anderen. Uit den Bloemkelk konit het ſtijltje , van vier
STAARTBEEN ; rsbeen , ook Stuitbeen genoemt; in 't vrugtbeginzels verzeld , die naderhand even veel zaad
latijn Coccijgis Os , is hetbeentjc aan het end van 't Heili. jes worden , welke rondagtig zijn en in een bolſter be
gebeen , uit drie wervelbeenderen zonder mergpijp , be. Nooten , die te vooren de Bloemkelk was. Voegt hier
Itaande. In de kinderen is het zelve nog kraakbeenig . nog bij , dat deeze Plant wollige grijſe Bladen heeft.
Het is binnenwaarts gebogen gelijk een Snavel ; en bij Zoorten . Daar zijn veelerleij zoorten van dit gewas ,
de Dieren die een Staart hebben , is het verlengd; zijn zijn.
waar van de vijf volgenden de voornaamſtemajor
de die Staart niet anders , dan eene voortzetting van 't 1. Groot duitsch Stachiskruid ; Stachijs germa.
Os Coccijgis. Het dient om den aarsdarm te draagen , nica. Bauh. Pin. 236 ; ( Stachijs verticillis multifloris,
en om de Lijfmoeder in de zwangerheid te onderſteu. foliorum ſerraturis imbricatis. Linn. Spec. Plant.)
nen . 2. Stachiskruid van Kandia ; Stachijs cretica . BAUH .
STAARTFORMIG , zie CAUDATUS . Pin. 236 ; Stachijs folio obfchure virente, flore purpura .
STAART- MENSCH , zie SATER. ſcente. WALTH. Hort. 108; ( Stachijs verticillis trigin .
STAATKUNDE ; Politica ; is dat gedeelte der Phi. ta floris , calycibus pungentibus. (LINN. Spec. Plant.)
lofophie of Wijsgeerte, welke de Menſchen onderwijst 3. Breedbladig Stachiskruid van Kandia ; Stachijs cre.
om zich voorzichtelijk te gedraagen , het zij dat hun be. 'tica latifolia. BAUH. Pin.; Sideritis glutinoſa bitumen re.
ſtier zich uitſtrekt, over een gantsch Gemeenebest , of dolens. Moris. Hift. 3 ; (Stachijs ramis ramofilimis, fo.
wel , dat zij maar alleen aan het hoofd van een Huisgezin liis lanceolatis , glabris. Linn. Spec. Plart. )
zijn geplaatst. Ditgewigtig gedeelte van de Wijsgeerte is 4. Kleiri italiaansch Stachiskruid ; Stachijs minor ita
niet van de Ouden verwaarloost geworden , en inzon- lica. Bauh. Pin . 230 ; Stachijs lychnuides incana anguſti.
derheid niet van de School van ARISTOTELES. Deezen folia , flore aureo. BARR.;VSideritis
v 2
cretica torrentofa can.
die
STA, ST ..
3512
dilima , flore luteo . Tourner. Corol, 12.; (Sideritis ſcheiden van onze Mijrrhe inkorrels of traanen . Het is
fruticoſa tomentojo-langta; foliis lineari-lanceolatis. Linn . een natuurlijke vloeibaare Mijrrhe , en die tot een groot
Spec. Plant. gebruik van de weelde verſtrekte . Men vermengde de .
5. Kanarisch , heesteragtig Stachiskruid met wolle- zelve in liqueurwijnen , die men vina mijrrhita noemde ,
kruids-blad ;. Stachijs canarienſis fruteſcens verbaſci folio. en die in groote achting was. Hier van daan dat een oud
TOURNEF. Wijf bij PLAUTUS zegt :
Plaats De eerſte zoort groeit in Duitschland , Enge,
land , Vrankrijk enz. De tweede en derde zoorten op Tu mihi Stacte , cinnamomum . Tu roja ,
Kandia. De vierde zoort groeit in Italiën , Spanjen, ' Tu crocum & casfia es !
zuidelijke deelen van Vrankrijk enz.; en eindelijk hoort
de vyfde zoort in de Kanariſche Eijlanden te huis . Ook maakten de Ouden nog met State welruiken .
Kweeking: De vier eerſte zporten , blijven zelden lan- de wierooken , pomaden voor het haair, en balſemen
ger over , dan twee of drie jaar; want na dat ze bloe. van hooge prijs .
men en zaad hebben gegeeven , zijn de oude planten on. STADS-KIND , noemt men een zodanige , aan wien
derhevig om te verdorren ; ten zij er vroeg in het voora door die geene , welke het waarnemen der justitie en
jaar een gedeelte van haare Bloemítengen word afgenoo. goede orde is aanbevoolen, het bewind van zijne goe
men , 't welk ze van onderen weer doet uitſpruiten, deren bij openbaare afkondiging , om kwaade admini
waar door de Planten konnen bewaard worden . tratie of verkwistinge is verboden, en onder de magt.
Alle deeze zoorten worden door het zaad vermenige van een Curator geftelt. De latijnen noemen zodanige
vuldigt , 't welk in maart op een bed met ligte verſche Verquisters , Prodigi; en het is hier van dat T. Cicero
aarde moet gezaaid worden , en wanneer de planten zija lib. II. de Offic. art. 10.zegt , ſunt qui epulis & visceratio.
opgekoomen , konnen ze op andere bedden, omtrent ribus , & gladiatorum muneribus , ludorum venationumque
zes duim van malkander verplant worden , in agt nee- apparatu pecunias profundunt, in ea res , quarum memo.
mende, om ze te bevogtigen, tot dat ze wortel gevat riam aut brevern , aut nullam omnino ſunt reliữuri .
hebben , na welken tijd ze geen oppasſens meer nodig STAKETZEL , noeint men allerlei zoorten van Heg.
bebben , dan ze ſchoon te houden van onkruid tot St. gen , die tralieswijs gemaakt zijn ; en verſcheidentlijk
Michiel , wanneer ze moeten verplant worden , daar ze worden toegeſteld ,met meerdere en mindere kosten , om
zullen blijven ſtaan ; 't welk moet zijn in een open ſtand. er Boomen , Wijngaarden, enz. aan te binden , die men
plaats en in een drooge ligte grond, die niet te vet is , leiden wil ; men zoude ze ook Heggen kunnen noemen .
waar in ze den winter veel beter verduuren dan in een Men noemt ze in Holland wel Eſpaliers met een franſche
vette ſtraffe grond. Deeze Planten bioeijen den vol . naam , niet wetende dat de Franſchen daar dour , de Boca
genden romer, en haar zaad word in augustus rijp , alsmen verſtaan , die tegen de Heggen .geplant zijn . De
wanneer het kan verzameld , en tot het voorjaar om Staketzels mogen tot cieraad geplant worden , maar zij.
weder te zaaijen , bewaard worden . zijn van groote kosten , en geen groot gebruik , on
De vijfde zoort is een heesteragtige Plant , die bij ons dat er ſnijwinden van alle kanten door heen waijen ;
zes of zeven voet hoog groeit. Deeze vermenigvuldige en zij kooien nict te pas , dan in groote en ruime
men door het zaad op een bed met ligte verſche aarde plaatzen.
te zaaijen , gelijk de andere zoorten , en wanneer de Men maakt ze hier van Ribben die in den grond
Planten zijn opgekoonen , moeten ze in potten worden geſlagen aan een gehegt worden door andere . Ribben,
verplant , met verſche ligte zandige aarde gevuld , zet. die in de ſtaande Ribben worden ingelaten ; waar aan
tende die in een beſchaduwde ſtandplaats tot dat zewor. dan regt over eind , de Latten worden vast geſpijkert;
tel hebben gevat, na welken tijd ze in een opener ſtandi maar indien men zo veel onkosten niet wil doen , bego
plaats kunnen gebragt worden; maarmenmoet zedan in men de palennietaan een dan door latten ,die men lege
droog weer dikwils bevogtigen. Hier kunnen ze gende daar aan ſpijkert.
blijven tot in het midden of laatst van october, wan. Men maakt zulken Staketzel in Vrankrijk wel van lat
neer ze in het Oranjehuis moeten gebragt worden , zet: ten die van eicken ofander hout geſpleten zijn, en wel
tende haar in het koelſte gedeelte , alwaar ze zo veel ke men aan ruiten bint, met ijzerdraad even ver van mala
vrije lucht moeten hebben, als doenlijk is; ook moe- kander, zo dat de ruiten genoegzaam vierkantzijn ;de ge
ten ze dikwils bevogtigd worden , anderzints gaan ze meenſte zijn van zes of zeven duimen , of van agt en ne
(chielijk uit. gen , grooter zijn ze niet goed.
Deeze Planten zullen ze wel tieren , moeten - twee. Men maakt ze op eenige plaatzen alleen van grof ijzer
maal in den ſomer verzet worden , doende nieuwe aar- draad , om de onkosten te mijden , 'tgeen ook minder kost
de bij haare wortels , en indien ze in de winter maar dan van latten ; maar behalven , dat dit de Tuinen niet ver
voor harde vorst beſchut worden , is het genoeg ; want ciert , 20 is't zo gemaklijk niet om daar takken aan te bin .
ze zijn zeer hard van aart. Het tweede jaar nade zaai- den, en dikmaal gebeurt het dat 't niet ſtijfſtaat. Daar bij
jing geeven ze Bloemen en zaad,en vervolgen 20 jaar- doet het dikmaalde Boomen kwaad , en ſchaaft er debase
lijks , en fchoon er niet veel fraaiheid in haare bloemen af , en doet ze kankeren. Men maakt ze ook van latten
is, verdienen ze nogthans om de verſcheidenheid van van twee duimen breed., die men in 'tvierkant over mal,
haare groote zagte wollige Bladen , een plaats onder an. kander heen ſpijkert , 'tgeen de minſte kosten is.
dere buitenlandſe're gewaſſen. STALACTITES , zie DRORSTEEN.
STACTE , dusdanig noemden de Ouden de kostbaar . STALKRUID ; Ezelj -kruid ; ook wel Prang wortel ,
fte zoort van vloeibaalo Mijrrhe, welke zonder in ſnij- Hou -hekel en Hekel-kruid genoemt; in 't latijn , Anonisof
ding uit de boomen dioop. Het was geenzints de Sto. Ononis van 't griekſche woord cros;in 't fransch , Bugrane ;
tax van onze winkels , zoals eenige hedendaagſchen het in 't italiaansch Bunaga ; in 't ſpaansch Gatihos; in't
zich bebben verbeeld; want de Storax is zelfs zeer ver- engelsch , Rest-Harow ; en in 'thoogduitsch , Edel-futters
Kerz
STA . STA . 3373
Kenmerken . Dit gewas brengt een Vlinterbloem voort , De vierde zoort is éénjaarig , en moet daarom ieder
uit wiens kelk een ſteel opkoomt, die daar na in een dik voorjaar worden gezaait. Zij tiert uitneemend wel ,
ke peul verandert, dewelke zomtijds langer , zomtijds indien ze in de open lucht , op een bed van verſche.
korter, en vol niervormig zaad is. Bij deeze tekenen aarde gezaait word , alwaar ze kan blijven, om bloe.
koomen drie bladen , welke 't meest te zaamen aan een men en zaad voorttebrengen.
steel hangende , dog zomtijds ziet men ook aan deeze De vijfde en zesde zoorten , zijn ook éénjaarige Plan .
Plant de bladen een alleen groejen. ten en hard van aart. Derzelver zaad moet omtrent het
Zourten De Heer Milier teld wel agtentwintig midden van maart op een warnr- rabat gezaaid worden ,
zoorten van dit Kruidgewas in zijn Woordenboek op; alwaar men voornemens is haar te laaten bijven , want
wij zulien ons bepaalen, alleen de voornaamſte aan onze zij dalden niet wel 't verplanten. De beste wijze is
Lezers daar van mederedeelen . het zaad in kuiltjes zaaijen
te , omtrent drie voeten
1. Steekelig Stalkruid met purpere Bloemen ; Anonis van malkander; en wanneer de planten zijn opgekoo .
fpinofa, flore purpureo; ( Ononis floribus racemofis gemi. men , moeten ze gedund worden , zo dat de planten
natis, foliis ternatis , ramis ſpinoſis. Linn. Spec. Plant.) omtrent vijf of zes duimen van malkander in de rijën .
hier van zijn nog drie veranderingen , als een met witte gelaaten worden. Voorts heeft men er niet anders
Bloemen , en de twee anderen zonder ſtekels , de eene aan te doen ; dan dezelve van onkruid ſchoon te hou .
met purpere en d'andere met witte Bloeien. den . In julij brengen ze haar bloemen voort , en in
2. Portugals Stalkruid met airwijze purpere Bloemen ; ſeptember word haar zaad rijp , 't welk zorgvuldig,
Anonis ſpicata , five Alopécuroides luſitanica .Hofm .Cat.; moet gewonnen worden , om haare zoorten te bewaa-,
1. Anonis purpurea ſpicata Alopecuroides major. Boern. Ind.; ren .
(Ononis fpicis foliolis, foliis fimplicibus obtufis. Linn. Kragt en Gebruik. Het is alleen de eerſte zoort met>
Spec. Plant.) derzelver veranderingen , die in de Geneeskonst word :
3. Vroeg heesteragtig purper Stalkruid met breede roo- gebruikt, namelijk de Wortel en het Kruid ; zijnde de
de Bloemen ; Anonis purpurea verna precox fruteſcens, wortel een van de V kleine openende wortels. Daar word
flore rubro amplo. Moris. Hiſt. 2.; ( Ononis florihus pani- een verwarmende , opdroogende, openende , afvaagen
sculatis , pedunculis ſubtrifloris, ftipulis vaginalibus, fode en zeer pisdrijvende kragt aan toegeſchreeven ; wor.
tiis ternatis. Linn . Spec. Plant.) dende inzonderheid zeer gepreezen , voor opgeſtopte pis ,
4. Stalkruid met peulen gelijk de Vogelvoet; Anonis graveel- en ſteen ſinerten , vleeschbreuk, de decoctie in .
filiquis ornithopodii. "BOERH . Ind .; Fenum græcum ficu- wijn; voor kwaadaartige en heete koortzen , 't gedistin
lum , fliquis ornithopodii, TOURNEF. Inſt. 409. ; ( Ono- leerdewater , of de decoctie , of ook de gepoejerde wortei,
nis pedunculis bifloris filo terminatis. Linn. Spec. Plant.) tot één drachma..
5. Groot geel Stalkruid zonder doornen ; Anonis viſco- STAM , zie CAUDEX .
sa; fpinis carens lutea -latifolia annua. Magn . Monfp. STAM-BOEK , zie ALBUM.
21.; ( Ononis pedunculis unifloris filo terminatis , foliis fim STAM.BOOMEN , zie BOOMEN , pag. 243. en
plicibus. LINN . Spec. Plant.) KROON- BOOMEN .
6. Glad Stalkruid met een geele bonte Blom ; Ano : STAM -BOONTJes , zie BOON (TURKSCHE-).
nis Spinofa , flore luteo variegato. Bauh. Pin . (Ono. STAMELEN , zie SPRAAK .
nis ftipulis bracteisque acute ferratis, LINNÆh Spec . STAMEN , zie HELMSTIJLTJE .
Plant. ) STAMPERTJE , zie PISTILLUM .
Plaats. De eerſte zoort met derzelver veranderingen , STANDEL - KRUID , zie STENDEL -KRUID .
groeit in Neder- en Hoog-Duitschland , Frankrijk , En. STANK ; Foetor; is een onaangenaame reuk , welke
geland , enz. in de ſchraale weiden , naast de wegen en uit zommige bedorven of andere lighaamen waasfemt, en
elders. Detweede en derde zoorten, behooren natuurlijk te de neus als mede de hersſenen aandour..
buis in Spanjer , Portugal, Italiën enz. De vierde zoort, is STANNUM , zie TIN.
aan Sicilien enz. eigen. De vijfde zoortword in sommige STANNUM CINEREUM , zie BISMUTH .
gewesten van Frankrijkeneldersgevonden. De gesde soort STAPELIA ; Asclepia Aizoides ; Asclepias africuna ai.
groeit in veele gewesten van Europa aan de zeekant: : zoides , flore pulchre fimbriato. COMMEL. Rar. (Stapeli a ,
Kweeking. De eerſte zoort met derzelververanderin- denticulis ramorum ere&tis. Linn. Spec. Plant.) Ditkruido.
gen, word zelden als nooit in de tuinen gekweekt,maar gewas dat aan de Kaap de Goede Hoop te huis hoort,
tot het gebruik in 't wilde verzamelt. is van daar na Europa overgebragt. Het is een veel .
De tweede en derde zoorten , zijn ſchoone tuinplanten. jaarige Plant, die in een goede, losſe, vette grond ge.
Men vermenigvuldigt die met haar zaad in het voorjaar kweekt, en 's winters voor de koude beſchut wordende,
op een openleggend bed van ligte aarde , te zaaijen , en alle . jaaren bloeit ; welke bloemen , niettegenſtaande die
wanneer de planten zijn opgekoomen, moetenze zorgvul- weinig ſchoonheid hebben , echter om derzelver groote
dig verplant worden ,ofin potten gevuld met goede verſche zonderlingheid een plaats in alle fraaije verzaamelingen
aarde, of op warın leggende rabatten , want ze worden van Planten verdienen. De zonderlingheid deezer Bloeg
ligtelijk door harde vorst vernield. Daarom is hetbest men beſtaat, dat zij in reuk zo wel naar ſtinkend vleesch
eenige planten van elke zoort , in potten te bewaaren , gelijken , dat de Vliegen dezelve met haare eijeren be.
welke in de winter konnen gezet worden in een ge. dekken , welke even zo ver nitkoomen dat ze leven .
meene Broeibak ; en in het volgende voorjaar kunnen ze hebben , inaar dewijl ze geen bekwaain voedzel vin.
uit de potten worden genoomen , behoudende zo veel den , ſterven ze ſchielijk.
aarde als doenlijk is aan haare wortels , en op een warm STAPELREGT of Marktregt, heeft een en dezelf.
rabat geplant worden , alwaar ze konnen blijven om te de betekeris , want in zodanige oude Schriften daar hes
bloeijen; en indien het weer gunſtig is , zullen ze in woord Stapel in word gevonden , kan het niet anders dan
auguſtus rijp zaad geevent door Markt verſtaan worden. KILIAAN vertaalt het Em .
vv 3 porium
STA: STA :
3516
porium , Forum rerum venalium , een Markt ofHandelplaats. Kan men zonder eene aandoening van mededoogen en
Her Stapelregt is cen voorregt dat door de Heer van 't ſchaamte , de lompheid dier Volkeren gedagtig zijn ,
Land aan een Stad of plaats is geſchonken, waar bij hun welke geloofden , dat met een groot geraas te maaken ,
wor i gegunt, de voorbijvaarende Schippers en Kooplie geduurende een Maaneclips of verduistering, men het
den te noodzaaken van hunne ingeſcheepte goederen te lijden van die Godin verzagtede; ofwel,dat die verduiſte:
onclaaden , en binnen hunne Stad ter markt te brengen , ringen , door toverij wierde voortgebragt ?
of daar voor eenige gerechtigheden te betaalen enz.
STAPHISAGRIA ; zie LUIS -KRUID . Cum fruftra refonant era auxiliaria Lune .
STARREKONST , Sterrekonst ; Hemelloopkunde; Met. IV. 333.
Aſtronomia ; Veritaat men in't algemeen door, de weten .
tenſchap der hemelſchen beweegingen , der verſchijnzelen Cantus & é curru lunam deducere tentat ,
die men in de Hemel waarneemt, en van al 't geen eenige Et faceret , fi non era repulfa Sonent.
betrekking met de Starren of andere hemelſche lighaa. Tib . I. & VIIJ.
men heeft ; het maakt een gedeelte van de vermengdeMa
theſis uit , waar in men de grootheden , beweegingen , Onafhangelijk van deeze angsten , welke tot groote
en afſtanden der Siarren , Planeten en Cometen tot zo [chande voor een Volk verſtrekken , vind men in de ge
verre leert kennen , als het menſchelijk vernuft, gehol- fchiedenisſen verſcheidene treken , welke aantoonen ,
pen door de waarnemingen en uitrekening , er in kan hoe onvoordeelig en ſchadelijk de onkunde in de Starre
doordringen . konst dikwils aan Legerhoofden , ja aan geheele Volke
De Starrekonst is van alle menſchelijkewetenichappen , ren is geweest. Het Atheniſche Legerhoofd Nicias
die, welke ons 't voortreffelijkſte , het verhevenſte tafe . benooten hebbende Sicilien met zijn Leger te verlaaten ,
reel aanbied , en't welk door de edelheid en uitgeſtrekte wierd door een Maaneclips verſchrikt, en zodanig ont
heid van derzelver voorwerpen , het allerweerdigſte is roerd , dat hij het gunstig ogenblik om te kunnen aftrek.
om het menſchelijk vernuft mede bezig te houden . ken , verwaarloosde, en daar dooroorzaak was van zijn
Ook ſpraaken de grootſte Wijsgeeren van de oudheidmet eigen dood, en de vernieling van zijn gantſche Leger,
opgetogenheid en verrukking van de Starrekonst. Dio. welk verlies zo noodlottig voor die van Athenen was ,
GENES LAËRTIVS verhaalt, dat men ANAXAGORAS Vraa- dat zij tot een tijdſtip des vervals van dat Gemeene.
gende tot welk einde bij gebooren was , tot antwoord best verſtrekt. ALEXANDER zelven wierd voor develd.
gaf, om de Starren te beſpiegelen. Heerscht er in ditNag van Arbelles , zodanig door een Maaneclips ver.
antwoord vergrooting ten voordeele van de Starrekonst , ſchrikt, dat hij gebood Offerhanden aan de Son , Maan
zo ziet men er ten minſten uit , met welk een vervoeren- en Aarde te doen , als aan Godheden welke deeze Eclip
den ijver een Man van verſtand het Schouwtoneel des He. ſen veroorzaakten.
mels beſpiegelde. PuJTHAGORAS zeide , dat de Menſchen In tegendeel ziet men andere Legerhoofden , wiens
maar twee onderwerpen van ſtudie moeſten hebben , kundigheid in de Aſtronomie hun van veel nut is geweest.
namelijk die der Natuur om den geest te verlichten , en PERICLES de Vloot der Athenienfers beſtierende , gebeur.
die derDeugd om het hart te beſtieren. Met reden ben de hei dat een Soneclips zich vertoonde, en een algemeene
ſchouwt men de beſtudeering der zedekonst, als de aller verſlagenheid en verbaaſing te wegebragt ; de Stuurman
noodzaakelijkſte en allerwaardigſte voorden Mensch . A zelfs, leefde. Pericles ſtelt hem gerust door een gemeen .
proper ſtudi of mankind is man , zegt Pope. Maar ien zou- zaame vergelijking : Hij neemt het end yan zijn mantel ,
de zich ten hoogſten vergisſen , indien men dagt , dat men en er hem de Oogen mede bedekkende , vraagt hij
een regtſchapen Wijsgeer kan zijn zonder de beoefening hem ; gelooft gij dat 'tgeen ik daar doe tot een teken van
van de natuurwetenſchappen ; om niet door zwakheid , ongeluk verſtrekt ? neen waarlijk niet, antwoorde den
maar door grondbeginzelen wijsie zijn , moet men weeten Stuurinan ; evenwel is hetook een eclipsvoor uw, hernam
te overdenken en ſterk te denken; men moet door kragt PERICLES, en zij verſchilt niet anders van de geene die
van beoefening , zich van de vooroordeelen hebben ont. gijgezien hebt , dan dat de Maan grooter zijnde als mija
heven, welke het oordeel bedriegen , en zich tegens de mantel , ook de Son voor een grooter aantal Menſchen
ontwimpeling van de reden, en het verſtand aankanten. bedekt.
Hieroin was het , dat PIJTHAGORAS geen Discipel wilde AGATHOCLes Koning van Sijracuſe , in Afrika oorlo .
hebben, dan die zich alvoorens in de Matheſis haddege. gende, zag ook op een dag dieden veldroge ſtond te be
geoeffent; men las op de deur van zijn School , Ovótis met
« γεωμετράτος εισιτα,
nisſen, op het gezigt van een Eclips zijn gantſche Leger
ſchrik en angst vervullen ; hij gaat na zijn Soldaten
Plato maakte ook veel werk van de Starrekonst ; zie toe , verklaart hun de oorzaak van het verſchijnzel, en
het geen bij er in zijn 35ſte boek van zegt, getijtelt.E- ſtelt hun gerust. Bijna het zelfde vind men verbaalt van
pinonis vel Philofophus, 'twelk MARCILIUS Ficinus de Sulpitius en DIONISIUS, Koningen van Sicilien .
fchat van Plato noemt : Nolite ignorare aſtronomiam fa . In de opdragt van Roing aan Karel de Vde voor zijn
pientisfimum quidam esſe, enz. Hij gaat zo verre , van op boek geplaatst, dat getiteld is , Commentaires ſur le Planise
een andere plaats te zeggen, dat de Ongen aan de Men. phere, vind men een verhaal gelascht, 't welk tot veel
ſchen zijn gegeeven , om erde Starren en andere hemel . lofder kennisſe in de Aſtronomie verſtrekt. Doen CHRIST.
ſche Lighaamen mede te beſchouwen. Dit was misſchien COLUMBUS het oppergebied over het Leger voerde, 't
ook het denkbeeld van OVIDIUS doen hij zeide welk door FERDINAND Koning van Spanjen na Jamaica
weinig tijds na de ontdekking van dat Eijland , wierd ge.
Finxit in efigiem moderantum cuncta deorum , zonden ; bevond hij zich op eenmaalen in zulk een groo
Pronaque cum ſpectent animalia cætera terram , te verlegentheid , door gebrek aan levensmiddelen , dat
Os homini ſublime dedit , cælumque tueri hem geen hoop meer overbleef om zijn Leger te behou.
Jufit, & erectos ad federa tollera vultus, den , en hij en alle de zijne door honger en gebrek in de
hang
STA , STA . 3575
ħanden der Wilden moeſten vervallen. De aanſtaande vaaren in de kennisre van het Henelgeſtel, en dit zet
verſchijning van een Maan -Eclips verſchafte aan deezen tede hem dat vertrouwen bij, metwelkehij zijn cours
fcbranderen Veltheer,eer middelonzich uit dieverlegen na'twesten beſtierde,verzekert zijnde, van door het oo
heidte redden, enmet zijn gantſcheLeger behouden te ſten het vaste land van Aſiër weder aan te treffen ,of
blijven. Hij liet aan de Hoofden der Wilden zeggen, wel een nieuweKust te ontdekken .
dat indien men bem na verloop van eenige uuren niet al. Het gebruik dat men van de Astronomie heeft, ten aan.
les zondwat hij vroeg , bij hun aan de allerzwaarſte en zien van den Almanach , de Tijdrekenkunde , het vervaar.
ſmertenſte ongelukken zoude overgeeven , en een begin digen der Sonnewijzers enz. zijn alle onderwerpen, die
maaken met hun van’t licht der Maane te berooven. De derzelver nuttigheid ten klaarſten betoogen .
Wilden veragteden in den bezinne zijne bedriegingen ; De Meteorologia , dat wil zeggen , de kennisſe van de
maar 20 dra zij zagen , dat de Maan inderdaad begost te veranderingen der lucht , der winden , regenvlagen , ſter
verdwijnen , wierden zij met ſchrik en angst vervult, brag- ke droogtens, van de beweegingen der Thermometers
ten al wat zij hadden aan de voeten van den Generaal , en en Baroineters , heeft onbetwistbaar een wezentlijke en
kwaamen zelfs om genaade ſmeeken. onmiddelijke invloed , met de gezondheid van het men
Hoe vergenoegt moet thanshet Menschdom niet zijn , ſchelijke lighaam. Het is zeer waarſchijnelijk, dat de Star
van de Aſtronomie tot zulk een trap van volmaaktheid ge- rekonſt van een gevoelige nuttigheid zoude zijn , indien
steigerd te zien , waar door zij van onder het juk eener men door middel van waarneemingen zo verre gekoomen
elendige onwetentheid zijn bevrijd geworden. Men weet was , van de natuurlijke invloeden die de son en Maan
het geval van 't jaar 1186, 't welk alle de Starrekundigen op den dampkring veroorzaaken , le vinden , benevens de
met ſchaamte moest bedekken . Christenen , Joden en veranderingen die er uit voortſpruiten . GALexus waara
Arabieren , zij hadden zich alle te zaaien vereenigt, om ſchouwt de Zieken , zich niet aan het beſtier van zoda
zeven jaaren te vooren door brieven , welke door gantsch danige Geneesheeren te vertrouwen , aan wien de loop
Europawierden verſpreid , eene vereeniging of conjunc- der hemelſche lighaamen onbekend is, om reden , dat de
tie van alle de Planeten aan te kondigen , die met zoda. geneesmiddelen oponbehoorlijke tijden gegeeven , onnus:
nige ſchrikkelijke verwoestingen zoude verzelt gaan , dat of wel ſchadelijk zijn.
men een algemeene omkeering te vreezen had. Een ie. Alle deeze verſchillende begaaftheden , welke zich ten
der zag met angst en ſchrik dat ogenblik te gemoet , en voordeele van de Starrekonst vereenigen , hebben der
dagt niet anders dan dater een ontnooping derwereld nabii zelver beoeffening van alle tijden , en van alle Volkeren
was ; dog dat jaar ging evenwel als naar gewoonte voor der wereld doen aanzoeken.Josephus doet tot in de tij.
bij . den van ADAM , de ſmaak voor de Astronomie en de
Hoe hebben veele de Cometen niet aangemerkt, a's eerſte ontdekkingen die men er in maakte , opklimmen.
Boodſchapſters van allerleij rampen en onheilen, daar eg. Hij zegt ons in zijne Antiq. Fudnice , dat deAfſtamme.
ter door de beoeffening der Aſtronomie is gebleeken , dat lingen van Seth , er zeer groote vorderingen in had.
het hemelſche lighaamen zijn ,die zo wel haar geregelde en den gemaakt , en dat zij er 't aandenken van willende be.
natuurlijke loop hebben als alle de anderen. Daar is een waaren , hunne Starrekundigewaarneemingen op ſteenen
geest van wijsgeerte en onderzoek noodig geweest , die ſúilen beitelden. Josephus ſchrijft aan ABRAHAM , de :
zich onder de Menſchen verſpreide , aan hun de uitge. voornaamſte kundigheden der Egijptenaaren toe. Men
ftrektheid en bepaalingen der natuur open lag , en hun ge ontmoet verſcheidene aſtronomiſche plaatsen in het Boek
wende om zich niet langer zonder nauwkeurig onderzoek van Jos, alwaar God zelven van Astronomie ſpreekt. Num .
quid conjungere valebismicantes ſtellas Plijadas, aut gije.
en bewijs , te verſchrikken . En dus kan men zeggen, dat rum
de grondige beoeffening en vordering in de Aſtronomie, Arcturi poteris disſipare ? Numquid producis Lucife
ongerijmde vooroordeelen heeft doen verdwijnen , en onrum in tempore fuo, & vefperum fuper filios terre confir .
ze reden in alle haare regten herſteld. Maar het is niet gere facis. Ook eigentmen aan Moses kundigheden van :
: alleen daar aan , dat zich denuttigheid van die wetenſchap dien aart toe ; ten minſten zegt den Heilig. STEPHANUS
bepaalt; zij werkt ook op meer als eenewijze , tot het al. van hem , Hand. VII. 22, ende Moses wierd onderweefen
gemeene welzijn . in alle wijsheid der Egijptenaaren ; waar door men inzon.
Men weet ten overvloede , dat de wereldbeſchrijving, derheid moet verſtaan , de kennisſe der Hemelſche lighaa.
(cosmographia), en aardrijksbeſchriving,( geographia ),niets men, diede Egijptenaars zo beroemd had gemaakt,
żonder behulp der aſtronomie kunnen uitvoeren. De waar- Dit heeft eenige Geleerden aanleiding gegeeven , om te
neemingen ten aanzien van de Polus hoogte , leerde aan de beweeren, dat de Patriarchen de eerſte uitvinders van de
Menſchen dat het Aardrijk rond was; de Maansverdui. Starrekonst geweest zijn. Den Apt RENAUD. Mom Tier
fteringen ofEclipſen,waaren behulpzaam om de lengte der l'originedela Sphere, zie Acad. des jnc . Tom .I., ſchijntna
verſchillende landen van den Aardbodem te doen kennen, dat gevoelen overte hellen ; tot ſtaaving daar van , brenge
of wel derzelveronilerlingen afſtand van het oosten en het hij verſcheidene redenen bij , naar wij durven met jen
westen; de ontdekking der Satelliten van Jupiter , heeft Hr. BAsnage gelooven , dat zij niet verdienen weder
denegrootere volmaaktheid aan onze land en zee kaarten legt te worden. Het zoude mischien even gelijk met de
bijgezet , als tien jaaren reizeris hadden kunnen doen. Mijthologiſche of vercierde oorſprong door de Gricken
I Deuitgeſtrektheid van de Middelandſchezee , was om bijgebragt,geſteld zijn, indien de beroemdheid der paarren,
trent't jaar 1600 nog genoegzaam'onbekend ; heden ten ' welke de fabel tot ons heeft overgebragt, ten minſten
dage weec men die al zo nauwkeurig , als die van eenig niet eenige aanhaalingen verdiende.
bekend Landſchap . De Schrijvers raadplegende welke over den oorſprong
Het wasaan de Aſtronomie, dat men de eerſte Scheepse van de Starrekonst geſchreeven bebben , word men eene
togten der Pheniciers verſchuldigtwas ; en hetis ook aan zodanige duiſterheid en verſcheidenheid van gevoelens
haar, dat wij de ontdekking dernieuwe Wereld te dan. gewaar, dat men er zich bezwaarlijk uit zoude kunnen
ken hebben. CHRIST. COLUMBUS was buitengemeen er. redden , indien inen niet met zeer veelnaauwkeurigheid.??
zo
STA ,
5516 STA
zo wel de tijdſtippen , als de verſchillende gedeeltens der verwonderende , dagten dat hij van een verhevener na
Starrekonst en de trappen der kundigheden waar van wij tuur was als de menſchelijke , en na zijn dood beweezen
voornemens zijn te ſpreeken, onderſcheide; en dit is 't geen zij hem goddelijke eer , ter oorzaake van zijne ſchrander
tot nog toe niemaad onzeswetens, met genoegzaame naau . keid in de Astronomie , en voorde weldaaden die zij van
keurigheid heeft gedaan. Wij zullen dan zorgvuldiglijk hem hadden ontvangen. D10DOR. L.III.
onderſcheiden de Mijthologie, die op zijn hoogst 2 300 jaa- Onder de zoonen van URANU3 waaren Atlas en Sa.
ren voor de tijdrekening der Christenen ,geſteld word, TURNUS de beroemften , en deeze deelden het Koning.
zijnde die tijd op welke men gewoon isdealgemeene zond- rijk van hunnen Vader. ATLAS kreeg de aan de zee leg.
vloed te veronderſtellen ; de Chaldeefche waarneemin- gende Landſchappen tot zijn deel; men zegt dat hij in de
gen , die weinig vroeger als 720 jaaren yoor CHRISTI Starrekunde uitmuntte , en dat hijde geene was die den
geboorte te huis hooren , en eindelijk de uitgebreide na. Aardbodem door een Kloot verbeelde ; dit is de reden van
ſpooringen die niet eer dan 400 jaaren voor detijdreke. het voorgeeven , dat Atlas de wereld op zijne ſchouders
torschte . Diod. ut fupra.
ning
Deder Christenenezijn
Mijthologiſch aanvangder
oorſprong namnStarrekonst,
. verliest CICERO verklaarde op dezelfde wijze de fabel van dr.
zich in de duisterheid der tijden , inaar men ziet klaarlijk LAS. Nec verò Atlas cælum fuftinere traderetur, niſice .
genoeg , dat die Astronomieniet anders bevattede , als de lestum divina cognitio nomen eorum ad errorem fabulæ tra
kundigheid van de dagelijkſe beweeging , die der ſchijn- duxisſet. Tuscul. Lib. V.cap. 8. Genoegzaam alle de Au.
baare veranderingen van deSon en Maan , met de plaat. theuren ſchrijven aan ATLAS de uitvinding van de Sphe.
zing en de naamen der: Starren , benevens de voornaam- ra of Kloot toe , als mede van de eerſte kundigheden der
ſte hemelstekenen , en de tijden van het jaar waar in zij hemelſche lighaamen. Zie Homer. Odijsf. Lib. I. v. 52.
door de Son bedekt waaren . De Chaldëers voegden hier Vitruv. Lib. VI.c. 10. VIRG . Æneid . 1. 745. PLINI.
bij, allernaauwkeurigſte waarneemingen over de Maan- us Lib. II.c. 8. WEIDLERI Histor. Astronomie p .3. &. 11,
Eclipzen , benevens eene oppervlakkige kundigheid , Het was ook ATLAS die zijn naam aan de Volkeren gaf,
ten aanzien van de Planeten." Maar niet veel eerder als welkedie Kuſten bewoonden , als mede aan een der groot.
400 jaaren voor de geboorte van CHSISTUS , onderzogt fte aaneenſchakeling van Bergen , die er in Afrika gevon
men de ongelijkheden der Maan en andere Planeten , den worden..
de duurzaarheid van derzelver veranderingen , de ge. DIODOR. SICUlus voegt er bij, dat ATLAS zijne kun .
Iteltheid van derzelver lijnen en wegſtreepen of loop- digheden aan HERCULES mededeelde, tot vergelding van
kringen , de grootte van den Aardboodem en de gedaan. de dienst welke dien Held bem had beweezen , met zija
te van het gantſche Planeetergeſtel ;het was mede in ne Dogters te verlosſen die door Dieven gerooft waaren.
Hercules bragt aan de Grieken de kundigheden over,
deezen tijd , dat men ondernam de Eclipſen te voorzeg dien hij van ATLAS hadde ontvangen , en ging in 't ver.
genPLINIUS'den
. Natuurkundigen , klaagt hevig over de na volg voor de uitvinder der Astronomie door. SOPHOCLES
laatigheid der Ouden , in 't beſchrijven van het geſchied- in Palamed. Festus Pomp. Vossiusde Nat. Artium , III.
kundige der Astronomie; „ , het is zegt hij cene ondankbaar- 32.9. 1 . . Petavius is van gedagten , dat
beid , een bederf van den geest ; men vult liever zijn De gel Atlas omtrent
)
Geſchigtboeken op , met verhaalen van oorlogen en 't jaar 1638 voor CHRISTUSgeleeft heeft , en HERCULES
,, bloedſtortingen , om demisdaaden der Stervelingen ken- 400 jaaren later;die tijdrekening fchijnt ons de waarſchijn.
baar te maaken , terwijl men hun in de onwetenheid lijkſte van allen . De zodanigen welke de leeftijd van AT:
laat ten aanzien van de fructuur en ſchikking van het Las op 2400 jaaren voor CHRISTUS verſchuiven , plaat
Heelal , en de weldaaden der geenen die hun verlicht zen die in den tijd dat Noach leefde , zo als de Uitleg.
1
gers der H. Schrift verklaaren ; volgens de Chineeſchen
hebben .
Diodo rus SICILUS, van de Atlantiers ſpreeken is dit ook de leeftijd van Yao , en zulks is de verſte oud.
de, verhaalt 't geen die Volkeren over de geboorte der beid die het mogelijk is , aan de beginzelen van de aller
Goden zeiden ; hij voegt er bij , dat hun gevoelen daar eenvoudigſte Astronomie te geeven , al Aaat men zelfs de
in niet veel van dat der Grieken verſchilde, diensvois overlevering der Grieker , ten aanzien der oudheid van
gens zullen wij het zelve bijbrengen als eene der oor- ATLAS toe.
Iprongen van de Griekſche Mijthologie . De Atlartiers Bij de fabels ofverdichtſelen van URANUS, ATLÁS en
waaren het befchaafſte Volk van gantsch Afrika; hun land HercuLÉS , moet men die van alle de beroemde Mannen
was rijk en met groote Steden vervuld; zij waanden dat . voegen , die in de Aſtronomie uitgemunthebben , en voor
de Goden aan de Zeekusten van hun land gebooren waa. derzelver uitvinders gehouden worden. LUCIANUS Ver.
ren , en dit ſtrookt tamelijk wel , zegi DIODORUS, met klaart in zijn klein werkje over de Astronomie, door dat
het geen de Grieken er van verhaalen. Hun eerſte ko . middel , de fabels van Orpkeus, T :RĘSIAS , ATREUS,
ning was URANUS. Die Vorst verzamelde in de Steden, THIESTUS, BELLEROPHON , PARIXUS , DEDALUS,
de Menſchen , die voor zijn tijd in de Velden verſpreid PASIPHAË , ENDIJMION en PhaëȚON . Alle , zelfs da
waaren ; hij regelde bunne gebruiken , en trok hun uit 't oordeel der Ouden , waaren hunne beroemdheid aan
dat woeste leven , 't welk zij gewoon waaren te leiden. hunne kundigheden , in de Aſtronomie verſchuldigt: De
Dewijl hij een zorgvuldig waarneemer van het Geſternte Menſchen van verwondering als opgetogen , beſchouw
was, bepaalde hij verſcheidene omſtandigheden van der. den met een heiligen eerbied, de geenen die aan hun zul
zelver veranderingen . Hijmat betjaar door de loop der ke verhevene dingen geleert hadden. Cicero Tufcul.
Son, en de maanden door die der Maan ; en hij toonde quæst. Lib. V. cap . 8. Plin. II. 9.
het begin en einde derjaarſaizoenen aan . Die Volkeren Eindelijk is het ten overvloede bekend , dat de Mij.
welke nog niet wisten dat de beweeging der hemelſche thologie der Grieken , en de geſchiedenis van derzelver
Nighaamen altoos gelijkvormig en ſtandvastig duurende Helden , met de tiaamen der hemelstekenen , conſtella.
. is,zich over de nauwkeurigheid van zijne voorzeggingen tien en der Planeten vermengd is. Men kan er de bij.
ZOR
STA . STA , 3517
NILIUS , LUCIANUS. Zie ook Jos. SCALIGERWMA Mobilitate.,pone013. JosePHUS, ALEX
.
Manil. Riccioli Almaz. Tom I. pag. 398. en Blaew of Præp. Ev.IX. 10 , 17. tn 18. Daar word van verſcheide
Ph. CÆSIUS , Coelum Astronómico.Poeticum .1062. De Conſtellatien in JoB 1X . 9 geſpooken , en Job was een
Toi bier toe is het niet anders, dan een verdichte en Arabier van geboorte, welk tand aan dat van Babijlonien
duistere overlevering ; maar omtrent den tijd van de grensde. In detijd van Achaz reeds , zijnde 750. jaaren
tochien der Argonauten , [300 of 1400 jaaren voor de ge- voor de geboorte van den Heiland, vind men dat het ge
boorte van CHRISTUS, maakte de Starrekonst eenige vor: bruik der Sonnewijzers te Jeruzaiem in zwang was , en
deringen. Den Centaurus Chiron een Thessalier van het ſchijnt dat inen ze van de Babijloniers had bekoo .
geboorte, die anderen gezegt hebben de zoon van Sa. men , aan wien HERODOTUS er de uitvinding van toe.
SURNUS te zijn, leeraarde de Menfchen de regeveerdig ſchrijft , 11. 109 .
beid , de godendienst , en de kennis der hemelstekenen , Daar zijn zegt STRABO , 'in Babilonien Wijsgeeren , die
Exmuata o'avu is , volgens den Schrijvervan de Tita- zich ſterk in deAstrologie'oeffenen , en welke men Cal
nomachia , door Clemens Aleń . aangehaalt, in Strom . deērs noemt ; zommigen voegt hij er bij denken , aan de
Menſchen reeds van bunne geboorte af , te kunnen voor
1. I. 15. P. 300. Ook word er van geſprooken in du
SON I US Edijllium -W.vs. 20.,als Achilles hebbendeop: zeggen wat hun ſtaat te gebeuren; maar zijworden van
gevoed en onderwezen . Memoir.del'Acad. des Inſcript. anderen tegengeſprooken. De natie der Caldeërs en bet
de Paris. Tom . XIV.8. 391. en XVII. p.46. landſchap Babijloniën dat zij bewoonen , grenst aan Ara .
De beroemde cogi der Argonauten , ſchijnt met de be. bien en aan de Zee diemen de Perfifche noemt , STRA :
paaling dernaamenvan hetGeſternte in Griekenland,ver. BO XVI. p. 739. edit Parifiens. 1620. Op een andere
bonden ; zoals Newton het in zijre chronologie of tijd . plaats zegt bij, dat de Grieken deeze wetenſchap ' van
rekenkunde opmerkt, insgelijks FRERET défence de la de Egijptenaars en Caldeërs geleert hadden, lib. XVIL
Chronologie 1758. Dit ſchijnt te bewijzen , dat die naa pag. 806.
men door de Grieken aan het Geſternte wierd gegeeven , Ook verhaalt CICERO , dat de Aslijriêrs bewooners der
weinig tijds na de tocht der Argonauten. Dit was ook het uitgeſtrekte velden , daar niets het gezigt koste bepaa
geene Seneka dagt , doen hij zeide, het is nog geen len, nog de beſchouwing van het Hemelgeſtel verhinde
1500 jaaren geleden, dat Griekenland de . Starren heeft ren , zich met vlijt hadden toegelegt , op de kennisſe
geteld en aan dezelve naamen gegeeven. Nat.queſt. Lib. der Starren , de Divinatione Lib. I. no. 92. en 93. Diod.
VII.c.25. SENEKA fehreef omtrent't jaar05 ; dus ver . Sic. Schoon ten voordele van de Egijptenaars ingeno .
onderſtelde hij , dat die naamen op zijn best 1400 jaaren men , zegt duidelijk , dat de Caldeërs de fchranderſte
1 ouder waaren , als onzegemeene tijdrekening. Astrologisten zijn , die er in de wereld gevonden wor . !
äen , als hebbende de wetenſchap der Starren met meer
Scarrekonst of Astronomie der Caldeers. der vlijt dan eenig ander Volk beoeffent , Lib. 11. V1.
De Inwooners der uiigeſtrekte velden van Sennaar , Truvius ſpreekt er genoegzaam in dezelfde bewoordin
daar de Stad Babel wierd geſtigt , fchijnen de ouſte Scar. gen van.
rekundigen , en allereerſte waarneemers van dehemeliche Plato voegt dezelve bij de Egiptenaars , onder de
Lighaamen te zijn geweesi. Alles liep te zamen , om hun naam van Sijriërs , Epin. Pag. 822. edit. de ann . 1548. Als
aandagt op den Starrenhemel te vestigen ; de bewaaring uitvinders der Astrologie worden zij gelijkelijk aange.
der Veekudden maakte hunne voornaamſte bezigheid uit , haalt , door ARISTOTELES deCoeto II. 12 , en door zijn
maar de hitte van den dag , deed hun.de naſt kiezen tot uitlegger SIMPLICIUS , fol. 77. verfo , edit. lat. Venet.
' t waarnemen van hunne bezigheden , oeffeningen en rei. 1540. door PLINIUS VII. 56. in 't leven van PIJTAGO .
zen , 20 Jat'her Schouwtoneel der hemelſche lighaamen , RAS ; door JAMBLICUS C. 29, Set. 158. pag. 135. edit. de
hun om zo te ſpreeken , tegens wil en dank moest bezig ann. 1707 , in de griekſche commentarius van THEONUS
bouden . Laat ons 'bier bijvoegen , dat in die Velden over ARATUS pag. 80. edit. Parisiens.; door ACHILLES
waar van sommige met liſt zand overdekt waaren , het Tatius , in den aanvang van zijn Ifagoge , Petavii U.
welk door den wind gints en derwaarts wierd verſpreid , ranologion , pag. 73. edit . Antverp. 1705 ; door SOLINOS
de Starren hun cot geleidemoeſten dienen om de wegen te Ajia , cap. 05. pag. 168 ; MARTIANUS Capella , Lib.
vinden ; zie Voijages des Indes Orientales parCarré chap. VI. de Babijl.edå .deann. 1599. CLEM . Alex. na gezegt
I. pag. 230. Eindelijk heeft nieuwsgierigheid , het bijge . te hebben , dat de Egiiptenaars de eerſten waaren , wel.
loof , en misſchien de Starrevoorzegging of Astrologie , na ke aan de Menſchen de Astrologie onderweezen , voegt
verloop van tijd ; bij redelijker beweegredenen gevoegt, er 'terſtond bij, insgelijks ook de Caldeērs , Stromatum ,
de Caldeěrs geheelenal tothet beoeffenen der Starrekonst Lib. I. art. 16. p.361. edit. Oxf. 1715. en hij haalt ze al
bepaalt. Zo als het toeſchijnt, waaren zij de eerſten toos 'te zaamen aan , pag 354 enz .
die er merkelijke voortgangen in maakten , en de Egiip- Onder de Hedendaagſchen , is inzonderheid Vossius
tenaaten kunnen niet met hun gelijk geſteld worden overtuigd geweest , dat de Babijloniers de eerſte uitvinden
in de geſchiedenisſe der Astronomie ; onderwij'en heb. van de Starrekonst geweest zijn, de natura Artium , Lib III.
ben zommige Schrijvers , de voorkeur aan de Egipte . cap. 30.pag .105. Zie ook Gogues , de l'origine des Loix ,
naars gegeeven , inzonderheid LUCIANOS en MARSHAM , des Arts & des Sciences. Tom . I pag. 215. in 4to.
de eerſte onder de ouden , de andere onder de heden .
daagſchen Starrekonst of Astronomie der Griekerk
De Astrologiſche kundigheid der Babiiłoniers , word STRABO ſchrijft aan de Barbaaren , dat wil zeggen
op verſcheidene plaatzen van de H. Schriftuur aange aan de Vreemdelingen , alle de Wijsgeerte der Grieken
haald. Zonmige Schrijvers hebben ’ABR A M als een toe, zo als het Clem. Alex. opmerkt, Strometum Lib.
Challeeſch Starrekundige aangezien, die de rekenkorst XV pag : 355.
en Astronomie aan de Egiptenaars had geleert. Philo de Thalés van Mileten , die verſcheidenen gezegt heb.
VI Deel. Xx ben
STA . STA
3518
ben uit Phenicien afkomſtig te zijn ,verſcheen in een tijd, ten hebben , die in geſchrift gebragt zijn , is zo kort ,
dat de Grieken nog geen 't minſte Astronomiſch ſtelzel » in vergelijking der uitgeſtrektheid van een dergelijke
hadden , omtrent 600 jaar voor de geboorte van CHRIS- , onderneeming , dat het niet moogelijk is , gerustelijk
TUS. Drog. Laërt , Lib. I. leert ons , dat Thalés de ſtaat te kunnen maaken op de waarzeggingen die dien er
eerſte onder de Grieken is geweest, welke de loop der voor een langen reeks van tijd van zoude kunnen doen
Son van het eene Solftitium cot het andere bepaalde , en dus denk ik dat HIPPARCHUS beminnaar van het
daar bij de verdeeling van het jaar op een vastevoet ,, waare , wel is waar , dien arbeid ten aanzien van de be
bragt; al taamelijk bejaaard zijnde, reisde hij door Egijp- „ weegingen der Son en Maan heeft ondernomen , beto.
ten . Thalés was de eerſte , die aan de Inwooners van „ gende voor zo ver bet mogelijk was , dat diebeweegin .
Griekenland de oorzaak der Eclipſen leerde, PLUTARCH. „ gen in derdaad kringswijze geſchieden : maar hij on.
de plac. Phil. Lib. II. cap. 24. Hem was de ronde ge- dernam zulks niet ten aanzies van de vijfoverige Plane.
daante van den Aardbodem bekend , en hij verdeelde de- ten ; ten minſten voor zo ver zulks blijkt, uit de were
zelve door middel van de Keerkringen ( tropici); hij ſprak , ken die wij van hem hebben kunnen bekoomen " . .. Ai
van de ſchuinſe cirkel der Zodiak,van den Meridiaan, wel. mag. Lib. IX .
ke alle de cirkels doorſnijd zich van het noorden na het POSIDONIUS moet ook onder het getal der griekfcbe
zuiden uitſtrekkende, en van de grootte der waarſchijn. Astronomisten gerekent worden. Het is van hem , dac
lijke diameter der Son. Plinius de gedagten over den afſtand, der Plapeeten
Hetjaar der Grieken zo wel als dat van de Egijptenaars , heeft overgenomen , en deeze waaren zeer naauwkeu .
was oorſprongelijk van 354 dagengeweest. Ten tijde van rig.
Solon was het nog 360. MARSHAM , pag. 350. Om over de Griekſche Astronomisten alle de moogelij.
Ten aanzien van de Planeten , zo is Venus de eenig . ke onderrichting van de uitgeſtrekſte geleertheid te beko. 1

ſte waar van bij Hesiodus en Homerus word geſproo. men , moctmen zijn toevlugt neemen tot de Bibliotheca .
ken . DEMOCRITES vernoede dat er verſcheiden dwaa: greca van FABRITIUS Tom .II ; ook kan inen SCALIGER
kende Starren waaren , maar hij had er het getalniet van Prolog, in Manil. ; iosgelijks Vossius de Scient Mathem .;
durven bepaalen , Sen. Quest. Nat.Lib. VII.cap. 3. , en PETAVIUS Uranologion enz. , raadplegen.
aan de Grieken was de beweeging der vijf Planeten nog. De Romeinen met de konst van Oorlogen gebezigt ,
niet bekend , doen Eudoxus er de eerſte kundigheid van kweekten luttel de wetenſchappen aan. Het Raadsbeſluit
uit Egijpten bragt, 380 jaaren voor de geboorte yan yan den jaare 52 na de geboorte van CHRISTUS, waar bij
Christus. De Grieken , Kenus dan eens s'morgens, dan de Mathematici uit Italiën wierden gebannen , en welk
eens 's avondsziende ſchitteren, badden er twee verſchil. beſluit in het jaar 83 door DOMITIAAN is vernieuwi,
lende Planeeten van gemaakt , Ejperos en Eðsphoros. Men kost niet anders uitwerken , dan de ſmaak en ijver voor
ftelt datPIJThacoras de eerſte is geweest,welkeaan de alle de Mathematiſche wetenſchappen te vervreemden,
Grieken onderwees dat die twee Siarren maar eene was , en uit te dooven. Wij zien er geen andere bekende A
STOBÆI Ecl. pliijs. Lib. I. Plin. Lib. II. cap. 8. ſtronomist dan MENELAUS ; die in het begin der Regee .
Diocen. Laërt. Lib. VIII. sec. 14. pag. 499. edit. de ring van TRAJANUS in hetjaar 98 te Romen leefde, Pe
min . 1092 . TAV , Lib. XI. cap. 23; bijbepaalde de lengte van verſchci.
ANAXIMANDER in 't jaar 1610 voor Christus ge. dene Starren , door middel van de vereenigingen (conjun.
boorte , vervolgens ANAXIMENES , ANAXAGORAS , De- &tiones) der Maan ; daar word van geſprooken bijPTOLO.
MOCRITES , en PFILOLAUS , zijn alle van de Griekſche mëus , VIII. 3.
Schrijvers geroeint, als grootelijks tot de voortgangen in PTOLOMëus is de eenigſte van alle de Astronomisten
de Astronomiſche kundigheden toegebragt te hebben . der Oudheid , waar van een aanzienlijk werk tot op on
EUDOXUS wierd 421 jaaren voor CHRISTUS gebooren en zen tijd is overgebleven; het is van bem dat icij zijn ver.
leefde 53 jaaren. Cicero zegt , dat men hem als den pligt geworden , alle de waarneemingen der oudheid te
Vorst derStarrekundigen kan aanmerken, en zulks vol. ontleenen , waar op de middelbaare beweegingen der Pia .
gens'ı oordeel der allergeleerdíte Mannen, de Divinat. neten gegrondvest is.
Il. 87. Sextus EMPIJRI CUS. haalt Eudoxus met Hire ZedertProlomëus kunnen wij geen Autheuren opſpoo
PARCHUS aan , dat is te zeggen met de grootſte Astrono . ren , die iets wezentlijks tot den voortgang van de Starte.
mist van Griekenland, Adver /. Mathem. Lib. V. initio. konst hebben toegebragt, maar wij ontdekken eenige
Nog kan men onder het getal der griekſche Astronomis. Schrijvers totwien wij verpligt zijn toevlugt te neemen ,
ten Pitheas noeinen. Intuschen waaren hunne, voorte ten aanzien van het gefchiedkundige deezer wetenſchap :
gangen in deeze Wetenſchap, langzaam en middelmatig , men kan er de optelling van vinden , bij Weidler, pag.
tot op de tijden van Proloneus PHILADELPHu s, die de 184 202 .
Wetenſchappen te Alexandrien verlevendigde, en zich Theones van Alexandrien is de eenigſte waar van ons
omtrent 't jaar 280 voor Christus geboorte, tot opent een nuttig boek is overgebleeven , zijnde eeneverklaaring
)

lijken Voorſtander der Geleerden en Wetenſchappen ver. of uitbreiding van de Almag. van Prolomčus ; dit Werk
klaarde. De waarneemingen van TIMOCHARÉS , "van E- behelst ook eene beſchrijving van een Son. Eclips, in het
BATOSTHENES en van HiPPARCHUS , gaven een gantsch jaar 385 te Alexandrien waargenomen . Hij had eene Dog
nieuw aanzien aan de Starrekonst. Die waarneeiningen ter, HIJPATIA genoemt,wiens Astronomiſche kundighe.
verſtrekten om de grootte van den Aardbodem te leeren den eene zo verregaande minijver onder zijne medebur.
kennen ,als mede de bepaaling der Æquinoxen ,en de onge . gers verwekte , dat zij door het gemeene volk vermoord,
lijkheden der planetiſche beweegingen aantetoonen. Maar verſcheurd , en door de ſtraaten van Alexandrien geſleept
de kundigheden die men over dat gedeelte bezat, waaren wierd ; zie BOUILLAUD Pag. 15. deeze haalt Suidas en
Ook maakt Prolomëvs de vol . Hesrjchius tot ſtaaving van zijn gezegde aan.
gende aanmerking ter gelegenheid van HIPPARCHUS.„ De De Eclips door Thion waargenoomen , gevoegt bij
3 , tijd zedert 't welke wij waarneemingen over de Planee- die, welke Thius in 't jaar 500 te Athenen beſchouwde,
zijn
STA . STA . 3310

zijn genoegzaam de eenigſte waarneemingen , welke aantal Arabiſche Starrekundigen word geſprooken , wiens
zedert Ptolomeus in Griekenland zijn gedaan. Het is werken niet anders dan in ſchrift in wezen zijn : De Bi
nogthans zeer waarſchijnelijk , dat indien men de oude bliotheek van Oxford , bezit er meer als veertig Hand
manuſcripten of handſchriften , inde voornaame Boeke. ſchriften van,welkeAstronomiſche verhandelingen of waar
rijen van Europa berustende nauwkeurig doorſnuffelde, neemingen behelzen ; daar worden er ook verſcheidenein
mennog wel 't een of ander deeze wetenſchap betreffen- deKoninglijkeBibliotheek te Parijs en in die van het Es.
de , zoude opſpooren . curiaal in Spanjen gevonden , waar van men zedert eenigo
Men weet niet nauwkeurig , in welken tijd de weten- jaaren het naamregister heeft in 't licht gegeeven. Het
( chappen in Griekenland wierden uitgeblust ; ons is alleen zoude een gewenschte zaak zijn ,dat onze geleerde Uitleg .
bekend , dat in de verdeeling van het Keizerrijk , Egijp- gers in plaats van zich met Romans die zij vertaald hebben
-cen tot in hetjaar 614 onder het gezagvan de Oosterſche optehouden , hunnen arbeid hier aan beſteededen; 't geen
Keizers verbleef, dat het aan Keizer HERACLIUS wierd niet alleen veel nut tot de bevordering der wetenſchappen
benoomen door de Perſiaanen , onder aanvoering van zoude toebrengen , maar teffensook de Oosterſche letter..
CosRoës; ABULTARAGIUS Hist.Dijnast. pag. 99. Onder kundewaar mede zij zich bezigen , luister bijzetten .
de beſtiering van Omer ,tweede Kalif of tweede Opvol. In de agtfte eeuw veroverdende Arabieren , Spanjen ; zij
ger van MAHOMET, wierd Alexandrien door AMRON bragten er hunne Starrekunde en peripatetiſche Wijsgeer
1
EBNO'L -Aas verovert, en de beroemde Boekerij in het te , en daar waaren verſcheidene geleerde Mannen , die
jaar 641 verbrand ; zulks was het tijdperk der ophouding langen tijd de roem van Spanjen uitmaakten. Onder dee
vanden voortgangder wetenſchappen in Egijpen en Grie. zeStarrekundigen teld men inzonderheid,ARZACHEL en
kenlend; want den Arabiſchen Vorst badde in den begin . ALHAZEN.
ne, nog ſmaak nog ledigen tijd , om er zich mede bezig . De wetenſchappen drongen met de Mahometaanſche
te houden, Godsdienst tot in Perſien door, en van daar in Tartarien
en de Indien ; daar blijft er ons een dierbaar gedenkte
Starrekonst der Arabieren. ken van over , in de werken van Ulug-Beg of ULUGH
Daar verliepen omtrent 200 jaaren in geduurige oor . Bergh,'t welk een Kleinzoon van den grooten TAMERLAN
logen en omkeeringen, voor dat de Arabieren iets toebrag. was , en omtrent 't jaar 1430 in Bactrien regeerde; de
ten tot voortzetting van de wetenſchappen ; maar toen hoofdſtad van zijn Rijk was Samarkand, op 39 graaden
eindelijk de Kalifs van Babijlonien , hun beſtier tot in de 37' , 23" breedte gelegen , en zijn gebied ſtrekte zich toc
Indien toe hadden uitgeſtrekt, ſpoorde de rust dien zij in op de beide oevers van de Rivier Oxus of Gihon die men
het vreedzaam bezit van haare overwinningen genooten; ook Gilhus noemt, uit. Wij hebben van hem een be.
hun tot't beoeffenen der Studien aan. De tweede Ka roemd Naamregister van de langtens en breedtens der Star.
lif uit het geſlagt der Abbaſides, was ALMANSOR of Al. ren . ULUG -Beg ſtelde ook Astronomiſche tafelen te za
XANSOUR , zijnde een Vurstmet veele kundigheden be, men voor den Meridiaan van Samarkand, zo op zijne eige.
gaaft,en die de ſmaak voor de beoeffening derweten chap. ne waarneemingen gegrond als op die van SALAHUDDIN
pen , in zijn Rijk verſpreide. Historia compendioja Dij. AL Roomt , die er de onderneming van gevormt had.
nastiarum , Authore GEORGIO A BUI.PHARAJIO , enz.1763. vid . HERBELOT Biblioth . Orientale pag. 935. ,
2 Vol.in 40. pag. 60. Zie ook Ditionaire de P. BAYLE,
op het woord Abulpharage, Starrekonst der Chineefen .
ALMAMON zoon van HARUN AL -RASAID , en Klein- Al ſchoon de Starrekonst reeds van zeer ouden tijd in
zoon van ALMANSOR , geraakte in 't jaar 814 aan 't hoofd China is geoeffent geworden , bad zij er echter weinig
van ’t rijksbeſtier; met veel zorge van zijn iedere jeugd voortganggemaakt,enhet ſchijnt ofmen de Chineeſen de
af aan de zugt tot wetenſchappen ingeboezemt zijnde, andereVolkeren ſtapvoor ſtap in derzelver voortgangen
leide hij zichmet veel lever op derzelver beoeffening toe , ziet navolgen . De Jeſuit GAUBILbeeſt eene geſchiedenis
en ſpaarde niets om die in zijne Staaten te doen bloejen; van de ChineeſcheStarrekonst zamengeſteld , die door den
hij verzogt aan de griekſche Keizers , de boeken over de eerw . SOUCIet in 't jaar 1729 en 1732 is in't lichtgegee.
Wijsgeerte die bij hun gevonden wierden. ALMAMON ven , waar in men verſcheidene geſchiedkundige uitbrei
verzamelde ( chrandere Tolken , alsonder anderen Mesué dingen vind; maar daar word om zo te ſpreeken maar
zijn Geneesmeeſter , om er vertaalingen van te maaken. eene waarneeming van het jaar 1178 in gevonden , waar
Hij moedigde zijne Onderdaanen aanom diete beſtudee. van de Sarrekundigen nutgehad hebben. In de eerſte ecu .
Ten ; had gemeenzaamen omgang met de Geleerden , en wen van de Chineeſche geſchiedenis, en tot op het jaar
woonde vlijtig derzelver oeffeningen bij . ABULPAAR. Ib. 1122 voor CHRISTI geboorte , vind men maar van één
P. 160. Hij liet de Almagestes van Ptolomēus vertaalen ; enkelde Eclips gewaagt, en zulks nog op een zoda
bepaalde de ſchuinsheid van den Sonneweg , en deed een nanigonzekere wijze, dat men er niets ten aanzien van
graad lengte van de Aardbodem aan den oevervan de roo. de tijdrekenkunde uit kan bepaalen. Deeze waarnee
de Zee meeten, zo als men ziet in de Astronomiſche be. ming, indien er het eene is , word in de Chou -Kink bije
ginzelenvan ALFRAGAN , welke een tijdgenoot van bem gebragt, zijndeeen boek 't welk tot baſis van de Chinee.
was, dat is te zeggen , 'die in het jaar 830 lecfde. ſche geſchiedenis en wetvastſtelling verſtrekt ; daar zijn
ALBATEGNIUS een Arabisch Vorst, die in 't jaar 912 Chineeſen welke dezelve op het jaar 1948 voor CHRI•
leefde , deed insgelijks waarneemingen te Aracte in Me- sti geboorte brengen ; anderen, op't jaar 2159. De eerw .
ſopotamien , en te Antiochien ; bij verbeterde de tafels van GAUBTL bepaalt die op den 12 october 1255 , na de
Ptolomeus, en zijne waarneemingen waaren in 't vervolg gewoone wijze der Tijdrekenkundigen tellende , Tom . II.
nog van nut voor de Alfonfijnſche tafels. Wij hebben ook pag. 115. De Hr. FRERET berustende op de uitrekenin
waarneemingen van TABETH en van IBN JOUNIS . In de ge van CASSINI, plaatst dezelve op den 23 ſeptember
Transat . Philoſophic. van Londen, vindmen eene verhan van hetjaar 2007. Memoires de F Acad. roijale des In
deling van EDOUARD BERNARD , waar in van een groot ſcript. Tom . XVII. pag. 251. Ze
XX 2
STA : STA .
3510
Zedert hetjaar 1122 tot op het jaar 727 , befde voor 'voorreden dieTANNSTETTer aan 'thoofd van het werk
Christus geboorte , heeftmen insgelijks maar van eenen deezer Schrijverover de Eclipſen heeft geplaatst ; vind
Eclips melding gemaakt; dezelve viel voor op den o lep- men een Naamregister van alle zijne werken: Schoon
tember 776. Soucier Tom . II. pag. 154. Het gevolg der men niet kan zeggen, dat hij een nauwkeurig Waarnemer
32 Eclipſen door CONFusrus in de Tohun-tſie'ou bijgebragt, was, vind men echter eenige obſervatien van hem , ge.
begint niet voor het jaar 729 , en gaat tot aan 't jaar 480 ; voegt bij die van REGIOMONTANUS en W -ALTERUS door
'maar de Caldeërs maakten in die tijd , veelvuldige en SCHONER uitgegeeven ; dog het is eigentlijk met Regro .
nauwkeurige waarneemingen , zo datmen met grond zou. MONTANUS dat de naamlijst der regte en nauwkeurige
de kunnen gisſen, dat de Chineeſen van de Caldeērs de Waarnemers een aanvang neemt.
waarneemingen hebben overgenoomen , daar zij hunne In 't jaar 1540 maakté Petr. APpianus zijn Astronomi.
geſchiedenis mede verrijkt hebben . cum Cæfareum door den druk gemeen .
Omtrent het jaar'06. voor CHRISTUSgeboorte, ſchreef In 1531 vervaardigde Erasmus REINHOLD Astronomis
LIBOU -HIN een volkoomen astronomiſch zamenſtel; hij fche tafelen , dien hij aan ALBERTUS VAN BRANDENBURG
veronderſtelde de ſchuinsheid der Sonneloop op 34 chinee. Hertog van Pruisſen zijnen weldoenderopdroeg , en wel
fche graaden', of 236 graaden 39 minuten , 18 fecunden; ke bii om die reden-tabule Prutenice tijtelde; zij waaren
hem was de eigentlijke beweeging der Starren onbekend; ingevolge de waarnemingen van COPERNIous en PTOLO
zo wel als alle de eveningen ofoneffenheden van de Maan , mēus zamengeſteld ; maar veel nauwkeuriger als die van
van de Son , en van de Planeeten ; bij ſchreef aan de Mid COPERNICUS, om dat deezen aan wien de laugheid der
dellijn (@quator) de gefteldheid van alle de Planeeten toe: uitrekeningen verdroot, luttel vlijt had beſteed in het be
Dus ziet mendat de Starrekunde in Egijpten , daar Hip eijfferen van zijn Astromiſchetafelen; zomtijdskan men er
PARCHUS gewerkt had , minder gevordert was... !! zelfs nietnauwkeurig de waarnemingen innagaan , waar
Het jaar 206 na CHRISTUS geboorte , waaren Lirou op deezen Schrijver dezelve heeft gegrond. De tafels van
houg en Tsarj-HONG de eerſten, die overde oneffenheden REINHOLD zijn voor deMeridiaan van Koningsbergen ge
der Maan ſpraaken, dien zij op vijf Chineeſchegraaden ſchikt;ook gaf bij behalven dat ,nog verſcheidene andes
Helden ; zij wierden gewaar dat de langte van het jaar re werken uit, en hij had er nog eenigen onder banden ,
niet volkomen in 305 dagen en buuren beſtond ; maar doen de doodhem in 't jaar 1553 verraste.
de Starrekonst van PTOLOMEUS , was reeds het gantſche : In de zestiende eeuw munteden uit',.ORONC Fréus,
Qoften door bekend;en het is zeerwaarſchijаlijk ,datnen Gemma Frisos, LeovitIUS, JON. FERNELIUS,PETR .
er doen ook in China gebruik vaninaakte .. CARDANUS , RHETICUS , NOMUS, STADIUS , en MEEST
De waarneemingen van Co -Chrou :KJo; in het jaar LINUS ; zommigen door 't berekenen van tafelen , ander
1278 met een Sonnewijzer van 40 voeten hoogte , zijn ren door. Astronomiſche verhandelingen , of nieuwe uit
van veel laater tijd , als die welke.de Arabieren ten tijde vindingen den loop der hemelſche lighaamen betreffene
van ALMAMON en ALBATEGNIUS gemaakt hadden. Om de. WILLEM de IV. Landgraaf van Hesſen -Casſel, was
kort tegaan , zo is het onbetwistelijk , dat de Starrekonst. de eerſte Vorst die door zijne beſcherming , aanmoedi.
toteen verregaandetraprinChina verwaarloost was , doen ging , enkosten dien hij niet ontzag , tot de herftelling
de Jeſuitiſche Zendelingen er die der.Europiaaneb brag van de Astronomie van 5.561 tot 1592ongemeen veel toe.
ten, die ook wel ras op bevel des Keizerswierd aange. bragt; hijleide zich zelver toe op de Starrekundige waars
nomen .. neemingen , en trok tot zich ROTHMANNUS en BIRGIUS;
+
zijnde de eerſte een ervaaren Astronomisc, en de tweede
Pernieuwing van de Starrekonst munte uit om de werktuigen die in zijn tijd bekend waas
Europa van hetjaar 800 tot op het jaar 1300 toe , in de ren, te veryaardigen. Deeze waarnemingen zijn de beste
duisternisſenvan de allerdiepſte onwetenheid gedompelt , welke voor Ticho zijn gedaan. De meeste daar vas
waaren ergeenkundige werken nog geleerde:Mannen dan heeft men in 't jaar 2018, te Leiden door den druk ge.
onder de Arabieren te vinden. Omtrent het jaar1230, OR- meen gemaakt; de anderen zijn in gefchrifte te vinden,
dernam Keijzer FREDRIX de II. de vernieuwing van de in de Bibliotheek van.de Academie der Wetenſchappen
beoeffening der Wetenſchappen , en verklaarde zich te Parijs..
| opentlijk devoorſtander der Geleerden te zijn. Hij her: Eindelijk verſcheen T1CHO -Brahé , de grootſte Waar
ſtelde.de Univerſiteit van Napels, vernieuwde in het jaar neemer die er immer geweest is ; hijwas de eerſte die
1237 die van Weenenin Oostenrijk ; bijzetteeen nieu- door de nauwkeurigheid en het aantal zijnerwaarneemid
wen ijver aan de Schoolen van Bologne en Salemobij;liet gen , den weg totde vernieuwing derStarrekunde baande;
verſcheidene oude boeken uithet arabisch vertaalen , 20 alle de beſpiegelingen,tafelsen ontdekkingen van KEPLER,
wel over de Medicinen als de Wijsgeerte , in 't bij. zijn op die waarnemingen gegrond, enhunner beide namen
zonder de Almagestes van PTOLOMEUS; zo dat men dit verdienen agter die van HIPPARCHUS en Prolomeusge
alshet eerſte tijdperk van de vernieuwing,der Astronomie plaatst, tot in de onſterfelijkheid overtegaan .
in Europa kan aanmerken . Van het jaar 1.582 tot op 1597, maakte hij ce Uraniena
Sacro -Bosco die in het jaar ļ250 ſtierf , was een der burg zulk een groot aantal waarneemingen over de bij
zondere deelen der-- Astronomie, dat hij niet alleen allede
eoſten die de naamals een kundig beoeffenaarder Star- beſpiegelinge
rekorist verkreeg. ALPhonsus Koning van Kastilien liet en berekeningenwaar van men voorzijn
n
in het jaar 1952 tafelen zamenſtellen , die de Alphonfijne tijd gebruik maakte, verbeterde, maar hij verſchafteook
fiche genoemtwierden. PurbachIUS gaf in het jaar 1460 aan Kebler gelegentheid omde ſchoone wetten overde
zijne beſpiegelendewaarneemingen in 'c licht, waar over beweeging der Dwaalfterren uittevinden , welke wetten
in 't vervolg verlebeidene verklaaringen zijn uitgekoo. Newton totde ontdekking der aantrekkingskragt geleid
men; hij ſtierfin het jaar 1461. GASSENDI heeft de le. hebben , en welke diensvolgens de Astronomie tot die trap
vensloopvan Purbach tusbeſchreeven ,zieMelek .A- vanvolmaaktheid hebben gebragt, waar in dezelveten
DAMI vit. German . Philoft Heidelb. 1615. in 80. In de huidigen dage verheven is.
Het
. STA . STA . 3527

Het is met Ticho, dát de Astronomisten van deze waerela ; hij woonde agt jaaren bij T1JCHO -BRĂÁé, en
ventiende eeuw beginnen . Onder die, welke de opregting was hem zeer behulpzaam in zijne waarneemingen en uit.
der Acadendien zijn voorgegaan , moet men inzonderheid rekeningen ; hij ſtierf in 1647 te Koppenhagen. Wij heb .
JOR . BA'I trus tellen ; deeze gif in het jaar 1003 hemels- ben van hem Tafelen , als mede zijn Astronomia Danica ..
kaarten uit , waar in alle de Starren door griekſehe lete dat een zeer goed werk is. Zie BARTHOLINus de Scrip
3 ters wierden betekent, die nog ten huidigen dage in ge: tis Danorum ; Di& ionaire de Bayle op het woord Lon
bruik zijn ; voorts- CLAVIUS , die een uitgebreide ver- gomontanus ; Le Noble Urania ou tablettes des Philofo
handeling over den Almanach ſchreef; Piticus die veel phes. Tom . II. LONGOMONTANUS word zeer tè onregte
uitgeſtrekter Sinus tafelen berekende,als men ze voor zijn CHRISTOPHORUS genoemt, zo wel bij Vossius , MORE
sijd gebad heeft; FABRICIUS dic de veranderende plaat: AI , als in het Naamregister van Oxford , en in het Digos
zing van zommige Starren ontdekte ; Macinus die zo rium van de WITTE,
welals D.ORIGAN Ephemeridisfche tafelen berekende; Sr. CHRISTOP . SCHEINER Jeſuit, in 1575. te Swaben ge.
1 MON MARIUs die aan Galileus de ontdekking der Sa. bporen , en teNeis in 1650 geſtorven , was de eerſte die
telliten van Jupiter betwiste; Snellius die in 1017 eene Vlakken in de Son ontdekte, ſchoon nog op een onvol;
meeting van den Aardbodem in’t licht gaf. NICOLAAS komene wijze.
MULERIUS welke in 1611 goede Astronomiſche tafeler Dion. Petavius Jefuit, was niet alleen de ſchran .
wereldkundig maakte , onder den tijtel van tabulæ Fri. derſte Tijdrekenaar die er bekend is , en een der groot :
fice . ſte rekenaars in de oude Astronomie , maar daar te boven
Ook verdient den Schotſchen Baron Nepper in de ger nog een zeer verſtandig Geſchigtfchrijver , Dichter , Re
ſchiedenis der Starrekonstgeroemt te worden , wegens de denaar , en Beoordeeler. Hij wierd in 1583teOrleans
uitvinding derLogarithmi-tafelen , dien hij in 1614 te E- gebooren , en ſtierf in 1652te Parijs. Zijn groote werk
denburg in 't licht gaf. Do& rina Temporum , en wel inzonderheideid het derde
LANSBERGIUS in 1560 teGent gebooren , gaf in het deel Uranologion getijtele, bevat veele wetenswaardige
jaar 1032 Astronomiſche tafelen uit , waar van-men lan. dingen overde Sterrekonst .
gen tijd gebruik heeft gemaakt, ſchoon die niet zeer . PETR. GASSENDI IN 1592 gebooren , ſtierf in 1655 te
naauwkeurig zijn . Daar zijn verſcheidene werken van Parijs. Zie les Memoire de M.l'AbbéGoujer Sur le Coba
bem , die men in 't jaar 1063 te Middelburg in een deel lége Roijab, Tom . II. pag. 157, in 120. In de ver.
in folió heeft gedrukt, hij ſtierf in 1632 in Zeeland , al. zaameling zijner Werkenin 5 deelen in Folio , vind.
waar hijgereformeerd Predikant was . men veele Astronomiſche waarneemingen en verhande
HEN. BRIGGS Profesſor in de Matheſis te Oxfort , be . lingen .
rekende de groote Logarithmi-tafelen , waar yan wij ons Jan BABTISTMOnn den 23 Febr. 1583 te Villefran
ten huidigen dage nog bedienen ; hij ſtierf den 26 janua. che gebooren , was Profesſor in de Matheſis in het Ko..
, n den ouderdom van 74. jaaren .
bij 1630 i nirglijk Collegie van Vrankrijk ; hij wierd zeer beroemd ,
Justus BisRGTUS , in 'tjaar 1552 in Switzerland geboo door zijn boek over de kundigheid der Lengtens. Ook
ren, werkte le Casſel aan waarneemingen en Mathema. hebben wij nog andere werken van hem . Hij ſtierf in ,
tiſche werktuigen; hij had zeer veel bekwaambeid. Men 1655. Zie Memoires de Govjet ut fupr. Tom . II. pag.
zegt dat hij voor Nepper het denkbeeld der Logarithmen 137.
had, en voorHUI (GENS dat van de finger in de uurwer. CORNELIUS , Markgraaf van Malvaſien , ſtelde in
kene : 1662. te Bologne , zijne Ephemeridiſche tafelen zamen .
LAUR. EICHSTADIUS berekende in 1634 te Dantzich , De Heer CASSINI verzeide hem in zijne waarnemin,
zijne Ephemeridiſchetafelen .In 't jaar1644gaf hij zijne gen , en hij was een der doorluchtigfte beoeffenaars dee
Harmoniſche of overeenſtemmende tafelen in't licht, ook zer wetenſchap. Hij was Raadsheer te Bologne, en
heeft men van' hem eenige Astronomiſche waarneemin, teffens Generaalder Krijgsbenden van den Hercog van
gen . Modena.
Jerem . HORROCCIUS OF HORROCIEs ,een Engelschman , THOMAS -STREET gaf in 1661 te Londen de Carolijnia ;
was een ijrerig beoeffenaar der Starrekonst , hij ſtierfden fche tafelen in 't licht, hier hebben de Starrekundigen lan.
3. januarij 1641in den ouderdom van 22 jaaren . De ver- gen tijd gebruik van gemaakt, en zij zijn in 1795 en 1710,
zameling zijner werken is te Londen 1678 in 4to gedrukt herdrukt, de laatſte uitgaaf is geſcbied onder opzigt van
met vermeerderiogen van FLAMSERAD. de Hr. HALLEY.
WILLEM CRABT6e een Lakenfabrikeur te Broughton ADRIAN. Auzout, deed in't jaar 1666 en 1668 zijne
bij Manchester, in de Provintie van Lancaster , nam in waarneemingen te Parijs , men vind dezelve in de Hisa
1639, de pasſage van Venus waar, en deed nog verſcheio toire céleste par MONNIER. Auzout reisde tot voorzet..
dene andere Astronomiſche waarneemingen , zo als blijkt ting van zijne Astronomiſche kundigheden,in Italiën , en :
CIUSibij een verzamelt, liet drukken . Crabtée , zo StiefAR 156.9 LUBINIETZKI
STANISL. LUBINIET Poolsch Edelman , was de
wel als zijn vriend. HORROCCIUS ſtierf in 1641. Zie Schrijver van een grootwerk , ten tijtel voerende , Theao,
SCHERBORN in zijn Manilius, waar in men eene tijdbe trum Cometicum ,in 2 deelen in folio Amít. 1667 , en in 1686
ſchrijving der Astronomisten vind: te Leiden herdrukt. Hij wierd in 1675. door vergif van ,
Galiléus in 1564 te Florentien gebooren en in 1042 kant geholpen Zie Dictionaire de Bayle,
geſtorven , is beroemd doorde ontdekkingen der Satelli. GABR. Mouton , van Lijons geboortig , gaf in het jaar
ten van Jupiter , over die der wetten van de vermeerde. 1679. een werk uit , getiteld Obſervationes Diametro..
rende ſnelheid in de beweeging,der lighaamen , als mede rum , waar in men aanmerkingen en waarneemingen van
over de waggelende beweeging der Maan . zeer veel belang vind.is
LONGOMONTANUS of CHRISTIAAN SEVERINI , zoon Jan Bapt. Riccioli Jeſuit, in 1598: te Ferrare geboo:
van een Landbouwer in Denemarken , kwam 1562.ter ren , was zeer verre in de Starrekonstgevordert , hij heefts
XX 3 ve
3527 STA STA ,

verſcheidene voortreffelijkewerken in 'tlichtgeeven , op. 1764. Men maakte verfag van deTransact. Philofophical
der anderen kan men zijne Geographia & Astronomiare, in de Journal du 30 mars. Die twee werken hebben
formata,alsuitmuntende verhandelingen voor die tijd , tijdmet reeds
malkanderen veel overeenkomst, en gaven doen ter
gelegenheid tot een wederzijdſche onderbande.
aanmerken .
NICOLAAS MERKATOR in Holſtein gebooren , gaf in ling, cusſchen de Geleerden van Parijs en die van Lon:
1057 eene Cosmographia uit , in 1676 Inſtitutiones A. den .
stronomicæ , in 1078 Logarithmotechnia , en eenige ſtuk . Laur. Rook , Hoogleeraar in de Astronomie en Wis.
ken in de Tranfact.Philofoph. no. 13 & 52. Zie J. G. kunde in hetCollége van Gresham te Londen , was een
DE CHAUFEPIED nouveauDidionaire nistorique & criti. der eerfen ,welke met nauwkeurigheid de verduisteria
que pour ſervir de Supplément ou de continuation au Dic. gen en weer te voorſchijnkoomingen der Satelliten van
lionaire de Bayle , Amft. 1750 1756 , 4 vol. in Fupiter waarnam ; hij bragt veel toe tot de opregting
fotio. van de Koninglijke Societeit te Londen , en ſtierfden 27
De waarnemingen van Hevelius, van 1641 tot 1677 junij 1662., in den ouderdom van 40 jaaren .
gedaan,verttrekken medetot een ſchat voor de Astronomie, Ismaël BOUILLIAUD in 1605 te Londen gebooren ,
want na deeze waarnemingen worden nog ten huidigen deed veele Astronomiſche waarneemingen; het hand
dage de beweegingen der Planeten berekend. Maar dit ſchrift daar vanberustin deKoninglijke Bibliotheek. Zija
wasde eenigſte verdienste van Hevelius niet ; hij ver- Astronomia Philoſophica is een der beste boeken , welke
beterde oneindig dekonst om Astronomiſchewerktuigen te men gemaakt heeft om de loop van alle dePlaneeted te
vervaardigen , en beſteedde tot die verbetering zulke aan- bepaalen , men vind er goede astronomiſche tafelen in .
merkelijke commen , dat zij zonder vergrooting , verdien- BOUILLAUD ſtierf te Parijs in 1694.
den de ininijver van Vorſten optewekken . - ROBERT HOOKE in 1635 gebooren , was een der gee
De Academie der Wetenſchappen van Parijs , in 't jaar leerdſte Mannen van Engeland ; hij gaf gelegentbed cot
1666 opgericht, verſtrekt tot eene der gedenkwaardigſte der ' ontdekking van de aantrekkings en terugſtootende
tijdrekeningen , 20 wel in de geſchiedenis derStarrekonst, kragt. Hij ontdekte in het jaar 1064 een vlak in fu.
als die der andere Wetenſchappen , welke zij omhets- piter. Philif. Tranſact.n. II. Ook deed hij nog veel meer
den . andere Starrekundige waarneemingen , en ſtierf den 3
De Societeit te Londen , was zo wel als de Academie der maaft 1720 te Londen .
wetenſchappen van Parijs , door de vergaderingen van Gee: DAVID GREGORI een neef van den beroemden Mache.
leerden en Konstlievenden geformt, welke zich te Ox : maticus Jacob. GREGORI, was in 't jaar 1691 Profesſor
ford en te Londen verzamelden. De beroemften hier in de Astronomie te Oxford ; hij gaf zijne beginzelen der
van waaren , Boijle,WARD , WALLIS, Wilkins, Pet. Stärrekonst uit , welke veel roem hebben verworven, en
TY , Wallis, GODDARD , M. Wren en C. Wren. In die men in 1726 te Geneve herdrukt heeft. Hij ſtierf
de voorreden van Peter LANGLOFT's Cronicle , ed, van reeds in 't jaar 1708. :
Tn. Hearne, Tom . I. pag. 161. ftelt Wallis de oprig. . WILLIAM WHISTON gaf in 1696 uit, Theorie de la Ter.
ter deezer Societeit in het jaar 3645. M. Birch zegt, sé , en in 1707 te Cambridge leçons d'Astronomie, en nog
dat TH. Haak uit de Paloz van geboorte , het eerſte denk• eenige andere zeer goedewerken , daar men ſchoone vera
beeld verſchafte tot oprechting van die wijsgeerige Verhandelingen in vind.
gaderingen. Zie Histoire de la Société Roijale par Th. Mart. de CHAZELLES, den 24 julij 1657 te Lijonsge
SPRAT , in 80. ed . franc. de 1669, pag.72, en inzonder. booren , maakte te Marſeille en geduurende zijne reiſen
heid het groote werk , getiteld ; the Historij of the Roije in de Levant, veelvuldige waarneemingen van belang ;hij
alSocietij of London for improving of natural Knowledge, ſtierfden 16 janrij. 1710. Zijn lofſpraak is te vinden in
from its first riſe ; in wich the most conſiderable of thoſe de Histoire de l'Academie des Sciences.
papers communicated to the Societij , which have hitherto Godef.KIRCH IN 1640 te Guben in neder Lufatien ge .
not been published , are inſerted in their proper order , as a booren , had bij HevELIUS gewoont. Hij gaf in 1681
Supplement to the Philofopical Tranſactions, bij THOM . Ephemeridiſche tafelen uit ; ging in 1700 te Berlija
BIRCH D D. Secretarij to the Roijal Societij. 1756 & woonen , deed aldaar een groot aantal waarneemingen ,
1757. 4 vol.in 4to. Daar is geen register bijdit werk , en ſtierfden 25 julij 1710 in den ouderdom van 71 jaa
dat het gebruik er van zeer ongemakkelijk maakt; maar ren .
men vind er echter veel wetenswaardige aantékeningen OLAUS ROMER of Rožmer in 1644 in Denemarken
in ten aanzien van de Geſchiedenisfen der Wetenſchap gebooren , kwam in 1672 met de Hr. PICARD in Vrank.
pen , als mede een dagverhaal van al 't geen er in de ver rijk ; hij was het die in 1675 de opvolger.de voortgang
gaderingen van de Koninglijke Societeit zedert den 28 van het licht ontdekte. Hij keerde in 1681 na Koppen
november 1660 is voorgevallen. hagen te rug , alwaar hij verſcheidene waarneemingen
De Astronomisten van Parijs waaren GASSENDI, Av. deed ; hij ſtierfden 19 ſeptemb . 1710 .
zout en ROBERVAL ; die van Engeland Hooke , Rook , Phil. DE LA Hire den 18 maart 1640 teParijs geboo:
Wren en WARD. Maar de Academie der Wetenſchap - ren , gaf in 1687 zijne eerſte Astronomiſche tafelen uit ;
pen van Parijs , deed ſpoedig de verkrijging van PICARD , hij maakte een groot aantal waarneemingen , tafeien , en
CASSINI , en HUYGENS ; en de Koninglijke Societeit van Starrekundige naſpooringen ; hij ſtierf te Paris den 21
Londen, die van FlAMSTEED en NEWTON. De beroemde april 1718 ; zie zijn Tofſpraak in de Histoire de l'Aca.
verzameling der Transactions Phijlofophical, uit de gedenk demie.
ſchriften van dat Genoodſchap zamengefteld , begostmaar FRANC . BIANCHINI den 13 december1662 te Verona
ID -1605, ter navolging van de Journal des Scavans, die gebooren , en den 2 maart 1729 te Romen geſtorven,
voor het eerst den 5 januarij. 1605 te Parijs het licht zag , maakte zeer veele Astronomiſche waarneemingsn. In alle
en waar van deHC SALLO Raadsheer in het Parlement, zijn latijnſche werken word hij BLANCAINUS genoemd,
doen ter tijd de Schrijver was. Zie Fournal de janv. maar in 'titaliaansch zegt men BraNCHINI.
Jac.
té . STA . · STS 9523
--JÁč. Pært. MARALDI, den 12 aug. 1665 té Perihaldo - 1665 , tot nu toe, bevallen ook een rijke verzameling
gebooren , isden 1 decemb. 1729 te Parijs geſtorven ; in yan Astronomiſcheverhandelingen. De Histoire de l'Aca .
't jaar 1728 voegde zich zijn neef Jan.Dom. MARALDI demie de Berlin , zedert 1747, behelzen insgelijks uitnee
bij hem, en zij hebben beide veellicht aan de beſpiege. mende dingen , inzonderheid over de natuurkundige As.
á lende kennis der Satelliten van Jupiter bijgezet. tronomie ; voorts de verhandelingen van Gottingen , Pe.
.

Evo de Loyville den 14 julij 1671te Parijs geboo. tersburg , Bologne, Turin , die van Nurenberg , als mc
ren , en den 10 october 1732 te Carré bij Orleans geſtor. 'de de Verhandelingen van de Hollandſche Maatſchappije
ven , heeft eene menigte Astronomiſchewaarneemingen te Haarlem , verdienen ook alle met zoem aangepreezen
Dagelaaten . te worden .
EUSTACH . MANFREDI den 20 fept. 1674 te Bologne In Engeland zijn eenige werken uitgekoomen de begin.
gebooren , er den 15 febrij. 1739 geſtorven , zie Histi zelen der Astronomie bevattende, welke zeer goed zijn ,
de l'Acad. 1739 ; heeft zeer goede waaarneemingen over en wel degelijk verdienen door de Lief hebbers dezer we.
de verwisſeling der Starter, in 't licht gegeeven , enz. tenſchap beoeffentte worden ; als van GREGORI', Whi's.
CHRISTERID KIRCA , zoon van GODEFROI, den 24 tonen Keil ,van welk laatste een zeer goede nederduit.
decemb. 1693 te Guben gebooren, deed veele waarnee. fche vertaaling is ,onderden tijtel van J. Keil , inleiding
mingen te Dantzich en vervolgens te Berlin , alwaar hij tot de waare Natuur en Starrekunde, Leid. 1741in 4to.
met zijne drie zusters Ephemeridiſche tafelen bereken. Voorts Long, FERGUSON , LEADBETTER,DUNTHORN ,
de; in 't jaar 1740 gaf hij zijne Obſervationes felette uit; HODSSON , COSTARD , enz.
bij ſtierf den 9 maart 1740. Zie Miscellanea Beroli
Henſia. Naamregister van de voornaamſte hedendaagſche
Onder de Starrekundigen die zedert eenigen tijd zija Schrijvers , welke over de Starrekonst handelen .
geftorven , en veel tot de voortgang van de Astronomie Elémens d'Aſtronomie , par Mr. CASSINI, avec les T'a .
hebben toegebragt, rekent men inzonderheid HallelJ , 'bles Aſtronomiques du méme Autheur. Paris 1740. vol.
BradleIJ, en LA CAILLE, welke laatſte alleen zoveelge, in 4to.
werkt heeft, als alle deandere Astronomisten van zijn tijd Inſtitutions Astronomiques, par Mr. Le MONNIER. Pa..
te zamen genoomen ; ook DE L'Isle broeder van de be- ris 1746. in 4to. Dit is eigentlijk eene vertaaling van
roemde Aardrijkskundige.van dienaam ,in 1768 geſtorven; Kest, dog met aanmerkelijke en ſchoone vermeerderin
insgelijks BOUGER , bekend door eene ſchoone verhande. gen verrijkt; ook zijn er de Maantafels van FLAMSTEED
ling over de gedaante der Aardkloot ; en ten laatſten Mal bijgevoegt.
JER in 1762 geſtorven 39 jaaren oud zijnde , aan wien wij Leçons élémentaires d'Astronomie, Geometrie & Phijf .
de beste Maontafels te danken hebben . que par Mr. DE LA CAILLE. Paris 170 K in 80. Dit is
* Nu dienden wij onze Lezers nog een Naamregister van een uitmuntend kort begripvan de geheele Astronomie.
de beste werken over de Astronomie medetedeelen . Men Fables Astronomiques de Mr. Halleis pour les Plane.
vind er een zeer groote verzameling van , in 't werk dat tot tes et les Cometes, augmentées de pluſieurs Tables nouvel.
tijtel voert ; J. F. WEIDLERI Bibliographia Astronomi- les pour les Satellites et les Etoiles fixes , par Mr. DE LA
ca , temporis, quo libri vel compoſiti vel editi funt ordine LANDE. Paris 1759. in 80.
ferrato. Wittemb. 1755., 126 bladzijden in 80. Deeze Bi. Expoſition du calcul Astronomique , par Mr. DE LA
bliographia verſtrekt tot een vervolg van een uitmuntend Lande . Paris 1759. in 80 :
werk van den zelfden Schrijver , getijteld ; JOAN . FRID . Astronomie diviſé en vingt-quatre livres par Mr. DE LA
WEIDLERI Historia Astronomiæ , five de orter & progres- LANDĖ , ſeconde edition ,conſiderablement augmentée , 3
fu Astronomiæ , Wittemb. 1741 , 644 bladz.in 4to. in welk vol. Paris 1773. 410. Dit werk behelst een kort begrip
eerstgenoemde werk , men zeer groote uitbreidingen zal van al'tgeen men tot heden toe', zo wel in de theorie als
vinden over alle de Starrekundigen , door 't een of ander practijk van de Astronomie heeft verrigt; de kennisſe van
werk hoe gering ook , bekend. Wij zullen in ons Naam- debeweegingen der Son , Maan , Planeeten , Comeeten ,,
register geen andere werken plaatzen , dan hedendaagſche Satelliten, en der vaste Starren ; de beſchrijving van al
Boeken die men overalkan bekoomen. De werken van le de werktuigen ; hoedanig derzelver deugd te beproe.
PtolomëUs, Ticho Brahé , Kepler, Hevelius , ven en er gebruik van te maaken ; de geſchiedenis der be .
Riccioli enz, dienden aan het hoofd van zulk een Naam : roemſte Astronomisten ; die van hunne werken en ont
register te worden gevonden ; maar zij zijn zodanigzelde dekkingen, volgens de natuurlijke ordre die dezelve heeft
zaam gevorden , dat het onnut zoudeweezen dezelve op voortgebragt; de manier om deConſtellatien te leeren ken
te noemen , voor de geene die voorneemens zijn een As nen ; eeneverzameling van uitgelezene waarneemingen ;
nieuw berekende tafelen voor de Son , Maan , Planeeten
tronomiſche Bibliotheek te verzamelen .
Ik zal een begin maaken met mijne Lezers te verwitti- en de Satelliten ; in een woord , al wat dienſtig is om de
gen , dat de verzameling der Memoires de l'Academie des Astronomie grondig te leeren , benevens eene nauwkey
Sciences de Paris, de rijkſte fchat bevat welke wijover rige aanwijzing van de bronnen , alwaar men uitgebreidee
de Starrekonst bezitten ; alle de deelen van die uitgeſtrek . verhandelingen over ieder tak van die wetenſchap kan vin .
te Wetenſchap, worden er op de allernauwkeurigſte wij. den . Van die uitmuntende werk , bezitten wij eene zeer
ze in verhandelt. Men heeft er reeds twec -en 't zeventig goede nederduitſche vertaaling ,' te Amſt. bij J. MORTER.
hoekdeelen van in 410, zedert het jaar 1699 ingelooten, Re gedrukt in 1774 enz.
tot op het deel van 1772, in 1774 uitgegeeven ; daar zijn FLABSTEEDII Historia cheleftis, ' 3'vol. Lond. 172 8 in
werk bevat een zeer groot aan
ook elf deelen van de Memoires faits avant 1699, zeven folio. Dit uitgebreide waarneeming
deelen van de ſtukken welkedeprijzen door de Academie tal van Starrekundige en , met het groote
voorgeſtele, hubben weggedraagen, en vijf der Memoires Naamregister der Starren van den zelven Schrijver.
préſentés par des Savans étrangers. De Transaktions Philo- FLAMTEEDII Atlas cælestis. Lond. 1729 , in foliomas.
Sophical van de Koninglijke Societeit te Londen , zedert imo. Dit
is een uitmuntende verzameling
1. van 27 in het
11 Xoror
4 S TA .: STA
¿ 352
koper geſnedene platen , welke in het groot alle de Con- HELLI Epkémérides Astronomica de ann. 1757
Itellatien en Starren van den Hemel verbeelden. 1773 Vienne , in 8vo. Alle de deeltjes die dit werk uit.
Tables of Logarithms. Lond. 1742 , in 40. door Gardr. maaken , bevatten wetenswaardige waarpeemingen en
NER , De Jezuit GARDINER heeft die in 1769 doen her. tafels.
drukken , en er eenevermeerdering bijgevoegd van de vier Etat du Ciel par Mr. Pingré. Paris 1754. 1757 .
eerſte graaden tot ſeconden berekent; die tafels zijn de uit. Dit Astronomiſche Almanach is het vollcuigite en pauw.
geſtrekte en gemakkelijkſte welke men hedendaagsch kan keurigite , dat men tot nog toe berekent heeft.
vinden , dewijl die van Ulace zeer zeldzaam zijn ge. The Britisch Mariner'sGuide , MASKELIJNE , London
worden . 1763. in .fo.
A Compleat Sijstem of Opticks bij ROBERT Smith.com Theorie de la figure de la Terre, par Mr. CLAIRAUT .
bridge 1738 , 2 vol. in 4to. Dit uitmuntende werk bevat Paris 1743. in 8vo.
alle de bespiegelende kundigheden van de Optica , als Theorie du mouvement des Cométes , par Mr. Clas.
mede een zeer omſtandige beſchrijving van de Starrekun . RAUT. Paris 1760. in 8vo.
dige en Optiſche Werktuigen. Daar is een ſchoone ne- Pieces Jur la théorie de la Lune , par Mr. CLAIRAUT ,
derduitſche vertaaling van dit werk , incwee deelen in avec des nouvelles tables de la Lune, ſeconde edition . Pa.
4to. A mit. 1753. ris 1764.
Sceliarum futurum Hemispherium auſtrale , als me. Recherches ſur la précesſion des Equinoxes , par Mr.
de Hemisphærium boreale , Authore Senex ; deeze Kaarien ALEMBERT . Paris 1759 in 4to.
ziin zeer wel uitgevoert , en beſlaan twee bladen in gr. Recherches Jur differens points importans du Sisteme da
folio Monde, par Mr. & ALEMBERT , 3 vol. Paris 1754. &
. J. G. Doppelmaiser Atlas celestis , te Neurenberg fuiy.
in 30 bladen . Dueze Atlas is niet zeer nauwkeurig uic. Opuscules Mathematiques, 5 vol. Paris 1768 in 4to.
gevoert;-ook vind men erde griekſche letters niet in , en Pieces jur les inégalités de Saturne, qui a remporté le pris
dezelve is op verre na zo gemakkelijk niet in 't gebruik de l'Academie en 1748. par Mr. Euler. Paris.
als die van FLAMSTEED . S. VAN DER MOOLEN Astronomia of Hemelloopkunde,
Curte du Zodiaque , ou l'on voit en grand toutes les Cor- Amft. 1702 in 410.
ſtellations du Zodiaque, gravée ſousles yeux de Mr. LE Nieuwe Eclipswijzer. Amft. in
MONNIER , pard HeULLAND, en 1755.. plane.
La figure de la Terre par M. BOUGUER , Paris 1709. in Planetolabium of Planeetwijzer,
400. 394. pages. Dit boek bevat de beste onderzoekin . enz . Amft. in plano.
gen over de beoeffening en beſpiegeling van ſcherpzin . Meetkonllig afbeeldzel van een
nige waarneemingen. Verduiſtering van de Son . Amft. 1707.
B. Nieuwendijo regt gebruik der Wereldbeſchouwin.
Meſure des trois premiers degrés du Meridien , par Mr.
DE LA CONDAMINE, Paris 1751 in 4to. Dit werk is zeer gen. Amft. in 4to. Van dit uitmuntende Boek heeft men
duidelijk en wel geſchreeven , gelijkelijk nauwkeurig ten reeds zeven drukken in onze taal, en is ook in de mee.
aanzien van de geſchiedkundige als. Astronomiſche waar- fte europiſche ſpraaken vertolkt.
neemingen , die het zelve bevat Nic. STRUIK Inleiding tot de algemeene Geograpkie,beo
La Meridienne de Paris vérifiée &c. par Mr. CASSINI nevens eenige Starrekundige waarneemingen , en inleiding
.de Turij. Paris 1744 in 4to. Hier in vind men een mee. tot de algemene kennis der Comeeten en Staanſterren , ens.
.nigte van waarneemingen door de Hr. De La CasLie 2 deelen , Amft. 1740 – 1753. in 410.
over de gedaante van den Aardbodem . Luloks zegepraalende Copernicus, of verhandeling
De Litteraria expedition , & .c. P. S. Boscow ICH & over het verſchilzigt van den jaarlijkſchen Loopkring. Zu
Maire in 4to. Roma. Dit boek is in 't fransch vertaald phen. 8vo.
en in 1770 te Parijs gedrukt, zijnde van den zelfden aart Inleiding tot de Natuur en Wiskonftige be:
als dat van de Hr. Bouguer . Schouwing des Aardkloots. Leid. 1750. in 4to.
Histoire Céleste , vu receuil d'OẠforvations faites dans le
dernier fiecle, par Mr. PICARD , LA HIRE &C . avec un Aanmerkingen over de Planecten enz.
discours préliminaire, par Mr. LE MONNIER . Paris 1741 De Dwaalfterren of 'Planeeten beſchrijven met haar
in 4to. draaijen , Kringen om de Aarde , die alhoewel ze zeer op
Ofervations Astronomiques de Mr. LE MONNIER , 4 regelmatig ſchijnen , echter zekere paalen niet te buiten
yol. contenant chacune environ 60 pages. Paris 1751 - gaan: de breede ſtreep , die de voorfz. Kringen in Nuit , biet
-3772. in folio. de Dierkring , anders de Zodiakus. De Starrekundigen
La Figure.de la Terre, determinéepar les Obſervations verdeelen hen in ewaalf deelen , oftekenen, waar van
faites au Cercle Polaire , & c.par Mr. DE MAUPERTUIS. ieder een Geſtarte en go graaden begrijpt, ' t welk alte
Paris,1738 in 8vo. Hemelkaart , of Hemelkloot kan ge.
maal best uit ee.
Degré du Meridien entre Paris & Amiens, determine toont en verſtaan worden. Zie hier de naamen en merk
par la meſure de Mr. PICARD , et par les Obſervations de letters deezer twaalf Zodiaks- Tekenen ,
Mr. de MAUPERTUIS, CLAIRAST, CAMUELE Mon Lenta . Tekens.
NIER . 1740. in 8vo
Connoisſance des Tems, ou connoisſance des Mouvemens ign De Ram , Aries.
Célestes ,depuis1.7 o jusq'uen 1774. par M. DE LA LAN• 8 De Stier ; Taurus.
DĘ Paris. In dit boek vind men een groot aantal waar De Tweelingen , Gemini.
neemingen , als 'mede nieuwe, Tafels tot gebruik der A.
stronomisten . Zomer Tekens.
Ephemerides de Mr. de LA CAILLE , depuis 1745 jur De Kreeft, Cancer.
Hu'en 1774. 3 vol. in 4to. Perisa Q De
STA : STA: 3525
on & De Leeuw , Leo. Ook word het zelve wel Bupthalmum , Carpefium ,en Chris.
m De Maagd , Virgo. tus- oogen genoemti
Kenmerken . Het Starre -kruid , heeft een haairagtige
Herfst Tekens. Wortel; de Bladen zijn voor het grootſte deel gebeel ,
2 De Weegſchaal , Libra . en ſtaan overhandsaan de takken ; de Stengen zijn getakt ;
in De Schorpioen , Scorpius. de Bloemen zijn ſtraalswijze , zeer fraaij, en hebben een
→ De Schutter , Sagittarius. fchubbige Kelk , de Zaaden zijn in een wollig ſtof be.
flooten .
Winter Tekens. Zoorten . Daar is çen groot verſchiet van deeze Plan
Y De Steenbok , Capricornes. ten , welke in de Kruidtuinen worden bewaart , waarvan
* De Waterman , Aquarius. wij er hier eenige van de fraaiſte zullen optellen , als
x De Visſen , Pifces. zeer bekwaame cieraaden op rabatten van groote tui.
nen , wanneer er weinig andere ſchoone Bloemen zijn .
Men verdeelt ze naar de vier Jaargetijden, dewijl 1. Italiaanſch blaauw Starre-kruid; Aſter Atticus cærule.
methet begin der Lente , de Son in het teken des Rams us vulgaris;C. Bauh. Pin .; Aſter VII. auſtriacus. Clus.
treed , en vervolgens de andere tekens binnen een jaar Hift. 2. p. 15 .; ( Aſter foliis lanceolatis hirtis, radica
yolgens de voorſtaande order , doorloopt. libus obtufis, caule fimpliciflimo unifloro. Linn. Spec.
De Dwaalfterren hebben ook hunne naamen en merk. Plant.)
tekenen , daar men ze door betekent. 2. Vroeg Pireneeſch Starre -kruid met groote blaauwe
Satumus is de alderhoogſte , en volbrengt zijnen Bloemen ; After pijrenaicus, præcox , flore coeruleo , ma.
loop binnen den Dierkring , in 29 Jaaren , 155 dagen, jore. Dopon.
en 8 uren . 3. Hoog ruig Starre-kruid van nieuw Engeland , mec
24 Fupiter is wat laager , en volbrengt zijnen loop in groote purpere Bloemen; After novæ Angliæ altiſſimushis .
di Jaaren , 113 dagen , 19 uren. futus , floribus omnium maximispurpureo- violaceis. TOURN .
á Mars is tusſchen de Son en Jupiter. Hij doorloopt Inft. 482.; After novæ Anglie altiffimus hirſutus , flo
zijnen Kring in den tijd van een Jaar en 321 dagen , dat . ribus maximis purpureo violaceis. PARKINS. ; ( Aſter fo.
bijna twee Jaren zijn. liis lanceolatis alternis integerrimis ſemi amplexicaulibus,
O De Son brengt in haaren jaarlijkzen loop toe , 365 floribus terminalibus. Linn. Spec. Plant.)
dagen , 5 uuren , 49 min . 4. Breedbladig rietpluimig Starre-kruid van nieuw Engea
? Venus voltrekt haaren loop om de Son in achthalf land , met hoog violet gekoleurde Bloemer ; After nove
maanden. Als ze opkomt voor der fonnen opgang , heet Anglice purpureus, virgæ aureæ facie & foliis undulatis.
ze Lucifer , de Morgenſtar; en komt ze op , aanſtonts na Herm. Par. 96.; Aſter virginianuscomoſus foliislatioribus
der ſonnen ondergang, dan heet ze Vefperus , d'Avond. & flosculisminimiscæruleis .MORIS. Hift. 3. p. 120 .; After (
ftar , in 't fransch etoile du Berger, Herderſtar, dewijl de. foliis cordato - lanceolatis undulatis, floribus racemofis ad.
Herders als dan hunne Kudden na den fał drijven , ge- fcendentibus. Linn. Spec. Plant.)
Lijk VIRGILIUS zingt : $ . Smalbladig Starre-kruid , met Bloemen gelijk de
blaauwe Kamille, After tripoliiflore, C. BAUH. Pin. 267. 3
Ite domum faturae , venit Heſperus , ite Capellat. After caule ere &to umbellifero, venisfimplicibus, foliisli
gulatis. Sauv. Monf. 54.; ( Alter foliis lanceolato lineari ,
Gaat na hais , verzadigde Geitjes , de Avondſtar bus fubcarnofis integerrimus planis, floribus corijmbofis fa
komt op
ſtigiatis, pedunculis foliołofis. Linn. Spec. Plant.)
X Mercurius volvoert zijn loop om de Son , binnen 6. Virginisch Starre-kruid , met bladen gelijk de Yſop,
drie maanden . en groote blaauweBloemen met ſchubbigeKelken ; After
De Maan omloopt de Aarde in 29 dagen , en een virginianus, pijramidatus, Hijſopi foliis afperis, calicis
half. Squammulis foliaceis. Rand.
Eenige van deeze Dwaalſtarren hebben er nog ande- 7. Starre-kruid van nieuw Engeland, met bladen van het
ren bij zich , die rondsom hen loopen , gelijk de Maan Vlaskruid, en Bloemen gelijk dieder Kamillen ; After no
om onze Aarde , de Satelliten om Jupiter enz. yæ Anglie , linariæ foliis, chamameli floribus. HERM.
De voornaamite Verduiſteringen, ofEklipſen , geſchie. Par. 95 .; After americanusmultiflorus, flore albobellidis,
den ten aanzien van de Son en de Maan . De ſonnedui. diſco luteo. Plukn. Alm .56 .; ( After foliis linearibus inte
ſternis gebeurt, als de Maan in haaren gemeenen loop gerrimis, caule paniculato. Linn. Spec. Plant.)
komt te ſtaan regt tusſchen de Son en de Aarde, 20 dat 8. Americaansch Starre -kruid met bladen als de Belyi.
ze de ſonneſtraalen opvangt , en belet tot op onze Aarde dere, en lange aairen van blaauwagtige witte Bloemen ;
neer te daalen. En de maanverduiſtering gebeurt , als After americanus , belvidere foliis, floribus ex cæruleo al.
de Aarde tusſchen de Son en de Maan koomende, den bicantibus, fpicis longis, PLUKK . Alm . 56.; ( Aſter foliis
Maan het ſonnelicht beneemt. * ſublinearibus integerrimis pedunculis foliolofis. LINN.Spec.
De Starrekundigen hebben verſcheideGeſterntensmet 'Plant.)
bunne naamen verzonnen , beſtaande uit een zeker getal 59 Eenjaarig Starré kruid uit China, met purpere haai.
Yaste ſtarren , die de een , of andere Figuur ſchijnen te rige ſtengen , kruisdistel bladen , eene ſchoone groote
maaken , waar van men er 48 telt, gelijk op de He- purpere bloem , en violet koleurig zaad ; After. annuus
melskloot te zien is . caule villoſo purpurascente , Erijngii folio , flore maximo
STARRE-KRUID , in ’t latijn Aster , van 't griekſche purpureo pulcherrimo.Semine violaceo; Kiang fita ſinenſis.
woord & się een Starbetekenende; volgens DIOSCORID. Jussieu ; Aſter chenopodii folio , annuus flore ingenti
Lib. IV . cap .120, zo genoemt, on dat de bloem ronds- Speciofo. Dill . Elth. 38 ; ( Aſter folliis ovatis augulatis
folioſis.
ommet kleine bladen op de wijze van een Star uitſchiet. dentatispetiolatis, calicibus terminalibuspatentibusLINN
VIDeel. Yу ,
3526 STA : STA .
LINN . Spec. Plant.) door haare wortels vroeg in 'svoorjaarte ſcheuren , eer ze
10. Zee Starrekruid , of breedbladig Starrekruid , met beginnen te ſchieten; want dewijl veele zoorten nietvoor
Bloemen gelijk de blaauwe Kamillen; Aſter maritimus laat in de herfst bloeijen , is het niet dienstig haar te ver
Tripolium dictus. Raj.Hiſs. 270.; ( After foliis lanceola planten voort na dat haare ſtengen verdorren, maar daar
tis , integerrimis carnoſis glabris , ramis inæquatis, flors. mede te wagten tot in maart of april. Alle deeze zoorten
willer in bijna alle gronden of plaatzen groeijen . De groot.
bus corijmboſes. LINN. Spec. Plant.)
Plaats . De beide eerſte soorten groeijen natuurlijk in ſte zoorten vermeerderen zo ſpoedig, dat ze in korten tijd
Oostenrijk en Italien , op de Pijreneeſche gebergtens indien men het niet belet, een groot vak van den grond
enz . De derde, vierde , vijfde, zesde, zevende, en doorloopen. Deeze groeijen best in de ſchaduw . De laa.
agtſte zoorten in nieuw Engeland , en op andere plaatzen ger zoorten kruipen zelden met de wortel, maar moeten
vanAmerika;de negende soort in China, en de tiende omhet andere jaar opgenoomen en verplant worden ,'o
Bloemen des fraaijer zijn.
zoort aan de zeeoevers in Europa . welk maaken zal dat haare te
Beſchrijving. De eerſte, tweede , vijfde en zesde 2009 . De negende zoort word uit zaad vermenigvuldigt, 't
ten ,zijnvoorkleinetuinen te verkiezenbovende anderen, welk op een warm rabatmoetgezaaid worden , vroeg in 't
om datze met de wortelszoveel niet voortkruipen als de voorjaar ; waar nade Planten zeer ſchielijk voordendag
overigen , veel laagergroeijen , haar zaad minder laatenkoomen, wanneer ze van onkruid moeten gezuiverd ,en
vallen , en met een kleineftut in een geregeldegedaante in zeer droog weermet water ververschtworden , 'twelk
haare groeijing zal bevorderen. In't midden van maijzul
over einde kunnen gehouden worden . De tweede zoort
bloeit het eerste; dezelve groeit ontrenti cwee voeten len deeze Planten in ſtaat zijn , on verplaat te worden ,
hoog en brengt groote purpere bloemen voort, dog zel: wanneerze voorzigtig moeten ongenoomen , en verplant
den in zulke groote trosſen als de eerſte, ook zijn de bloe- worden op een bed met vette grond, zes voeten van mal.
men zo fraaijniet ; dewijl ze egter veelſchielijker bloeit, bander, in agt neemende dezelve in droog weer dikwils
verdientzein alle goede tuinen eeneplaas. Deeze zoort te bevogtigen , en altijd zuiver van onkruid te houden.
word in bloem opgevolgd door de vijfde, die kortergroeit , Wanneer deeze Planten omtrent vier of vijf duimen hoog
zelden boven één voetin de hoogterijzende , de Bloemen zijn ,moeten zemet eenekluitaardeom haare wortels op.
zijn veel kleiner, maar koomen in zeer groote trosſen genoomen en in potten, of op de rabatten in den bloemtuin
voor, zo dat ze een aangenaamevertooningmaaken .De verplant worden , alwaar ze moeten blijvenſtaan, in age
eerſtezoort volgt op deeze, en is eene van de fchoonſten ; nemende haar te bevogtigen , en te beſchaduwen , tot dat
zelden groeit ze hooger dan twee voet , en wordgemak. ze wortel gevathebben ,na welken tijd ze geen oppasſen
kelijk in bedwang gehouden ; de Bloemen zijn groot, koo• meer nodig hebben , dan haar van onkruid ſchoon te hou.
men in groote trosſen voort , en hebbeneen ſchoone blaau. den , maardie in de potten ſtaan moeten dikwils met water
we koleur, meteen geel hart in'tmidden , en zijn in den ververscht worden , anderzints zullen ze niet groot wor.
tijd dat ze bloeijen groote cieraaden voor de tuinen. Dit den , en zo veel bloemen niet voortbrengen.
is deAmellus van VIRGILIUS. STARREWAAN ; Starrewichlarij; Starrekrachtkun.
De derde en vierde zoorten , groeijen tot de hoogte van de; in't latijn , Astrologia judiciaria ; is die ingebeeldewe
vier of vijfvoet, brengen eene groote meenigte van Bloetenſchap, welke onderwijst om de zedelijke gebeurtenis
men voort , en zijn zeer bekwaam voor grooie tuinen , ſen , voor dat diegebeuren , aantekondigen . Ik verſtaan
daar ze plaats kunnen hebben ; maar in kleine tuinen ver- door zedelijke gebeurteniſſen, de zodanigen, welke van
dringen ze ligtelijk alles , wat omtrenthaargeplant word , de vrije wil en handelingen der Menſchen afhangen ; even
en het zaad ſtrooit ligtelijk en vervult de tuinen met jonge eens als ofde Starren eenige magt op hun badden , en dat
Planten , indien de ſteelen niet afgeſneeden en wegge- zij er door beſtiert wierden.
worpen worden , kort na datde Bloemen zijn afgevallen. Diewelke deeze wetenſchap beoeffenen , geeven voor
Om deeze redenen zijn er weinige , die dezelve culti. dat de Hemel of het Uitſpanſel een groot boek is , waar in
veeren . God met zijn hand de geſchiedenis der weereld heeft ge
De zesde zoort bloeit zeer laat , zelden voor october ſchreeven , en waar in iederMensch zijn noodlotkan lee.
voor den dag koomende , en in een goed faizoen houd zij zen. Onze wetenſchap zeggen zij , heeft dezelfde wieg
het uit tot in't midden van november , om welke reden zij gehad als de Starrekunde. De oude Asfiriers welke onder
in groote achting is. een luchtſtreek woonden , wiens duurzaame ſchoonheid
De zevende zoort is een zeer ſchoone plant , en kruipt zo en helderheid , de Starrekundige waarneemingen begun
ligt niet voort als de meeste andere zoorten ; in october ſtigde, hielden zich bezig met de beweegingen , en geres
brengt zij een groote menigte witte Bloemen voort ; en gelde omloopen der hemelſche lighaamen te beſpiegelen ;
is in alle goede tuinen eene plaats waardig. zij wierden eene duurzaame analogie of overcenkomst,
Deagtste zoort is geneegen zich verre te verſpreiden tusſchen deeze ende aardſche lighaamen gewaar, en zijbe.
door haare kruipende wortels, zo dat ze nooit onder an. nooten er uit, dat de Starren wezentlijk dieSchik -Godin .
dere planten moetgezet worden , op dat ze dezelve niet nen en dat Noodlot waaren , waar van zo veel gefprooken
verdrukke ; deeze bloeit geduurende het grootſte gedeel. wierd; dat zij bij 's Menſchen geboorte tegenswoordig
te van de maand november . waaren , en over derzelver toekoomend tot beſchikten.
Denegendezoortuit Chinaafkomſtig ,verſtrekt tot cene Zie daar hoedanig de Starrewichelaars eertijds, haare
der grootſte cieraaden van den Bloemtuin , in de herfst. Wetenſchap verdedigden. Dog de voornaamſte bezig
Zij begint haare Bloemen in 'tbegin van augustus voort te heid der Astrologisten van onzen tijd beſtaat ,om Alma.
brengen , en bloeit geſtadig door, tot dat de vorst 't haar nachs te vervaardigen , en daar in allerleij zotte voor
belet . zeggingen , ten aanzien van het weer en gebeurtenisſen
Kweeking. De agt eerſte zoorten zijn alle zeerharde te plaatzen. Wij vinden echternog zomtijds in onze da
Planten , die de ſtrengſte koude van ons klimaat, in den gen Menſchen , welkewaanen uit dePlaneeten , den aart ,
vollen grond verduuren . Deeze worden vermenigvuldige gefteltheid , voorledene en toekoomende lotgevallen der
Ster .
STA : -STA. STE 6527
Stervelingen te kunnen leezen ; van dit zoort is in onze worden , die er zich op toeleggen.
tijd de berugte Dr. LUDEMAN te Amſterdam geweest , STATUEEREN , betekent zo veel, als beveelen , ge:
die waarlijkdikwils dingengedaan heeft, waar voor het bieden,voorſchjijven, bepaalen ; ingevolge daarvan,noeme
menfchelijk vernuft moet ſtille ſtaan . men Statut,eeneinzetting, wet, of keur; ook verſtaat mens
DeStarrewaan- kunde word verzekert uitChaldeen oor." door Statuten ,wetten en keuren over allerleij onderwer.
(prongelijkte zijn,en van daartot in Egijpten,Grieken: pen bij een verzamelt en toteen lighaam gebragt; duszegt
and en Italiente zijn door gedrongen. Men vind Schrijmende Satuten van Vriesland, van Groningen , van Dren
vers welke haarEgijpten tot Vaderland geeven , en er the enz.om daar mede dat lighaam van Wetten te bete.
deuitvinding van ons
toeſchrijven ; wat aanCham
betreft,dewij
tweedezoonvan
hebben ze van Noacu kenen,zijn
de Ara vintie die vastgeſtelt
door denSouvereinvan
, en waar na iederbijzonderePro
alledeRechtbankery
bierenbekomen. Het Romeinſche Volk was er zodanig van een zodanige Provintie verpligt zijn te vonnisſen ,
op verſingert dat de Astrologisten ofWiskonſtenaars (want kunnende die Statuten door geen andere danalleen den
zodanig wierden zij genoem ), zich te Romen wisten Souverein worden verandert ,vermeerdert, ofte verbroo.
ftaande te houden , niet tegenſtaande de ſtrenge bevee . ken . "
len van de Keizers die er haar uit banden. ! Ieder bijzondere bepaaling van een wet is een Statut ;
DeBramines zijnde een zoort van Heidenfche Pries. welke't een of’tander ,coelaat, gebied of verbied.
ters , welke deeze gewaande Wetenſchap in de Indien Daar zijn algemene Statuten , daar zijn er ook bijzonde.
hebben ingevoert, en er dezelve oeffenden , zich voor re; de eerſten zijn algemeene wetten w, elke alle deOn.
de bedeelers van hettoekomſtige goed of kwaad uitgee derdaanen verbinden , de bijzondere Statuten betreffen
vende, oeffenden een buitengemeengezagover de Vol- maar
keren . Men raadpleegde hun even eens als Godſpraa-
alleen de een ofandere Stad, enz .
STEATITES , is de naam die door zommige Schrij:
ken , men verkreeg er geen antwoorden van als met vers aan het Spekſteenis gegeeven .
groote moeijte, en kosten; tot geen andere als zeer hooge STEATOCELE , betekent zo veel als Vetbreuk , en
prijzen verkogten zij hunne leugens. word van Galenus befchreeven als een bijzonder gezwel
De Siammers faan veel geloofaan de Starrewichelaars ; welkzich dikwils voordoet , en van het vet , bij en aan de
en men is in dat landſchap zodanig overtuigd van de ringen van het Onderlijf , ontſtaat.
waarheid deezer wetenſchap , dat wanneer derzelver STEATOMA, otlataue , van otiup , ongel, word in
voorzeggingen door de uitkomst tegengeſprookenword, onze ſpraak Spek gewas,Spek-gezwelgenoemt, en is een
men de Starrewichelaars op de allerſtrengſte wijze groot gezwel, 't welk uiteen zagte ſpongieuſe of ſpekag.
Itraft, niet ter oorzaake van hun bedrog, maarom hun- tige ſtoffe beſtaat, zijnde in zijn eigenvlies belooten,
nie onwetentheid. De Koning van Siam neemtaltoos de en bevind zich meestomtrent de gewrichten en zenuw.
raad vana zijne Starrewichelaars in , wanneer hijuit zijn agtige deelen, en word eveneens als een atheroma ge :
Paleissgaat, en hij treed er nimmer weer in , zon- neezen.
der hunne goedkeuring. De Almanachs zijn door de Si STECHAS , zie STOECHAS KRUID .
ammersbijna alzo zeergeëerbiedigt, als de boeken wel- STEEK , zie NIJGMA.
ke hunnen Godsdienst bevatten , en zeer dikwils neemt STEEKELIGE HAAGDIS , zie HAAGDISLEN ,
men veel nauwkeuriger in agt , 'tgeen de eerſte dan wel de XXIII. pag. 969
STEEKELIGE
Laatſte voorfchrijven . MEELTOR , zie MEELTOR
De Bewoonersvan de Maldiviſche Eilanden , onder- REN, n . XI. pag.2009.
Deemen niets , dan na alvoorens hunne Starrewichelaars STEEKELIG GRAS , zie GRAS , * . XX. p. 932.
geraadpleegt te hebben . Willen zij een huis bouwen , STEEKENDE KALI , zie KALI , M. II. pag . 1401.
een reis onderneemen , moet hun alvoorens de Starre. STEEKENDE PALM , zie HULST en MUISE .
wichelaar den dag , het uur , en gunſtig ogenblik te ken. DOORN .
den geeven , om te beginnen het geen zij voornemens STEEK-LATUWE , zie LATUWE , the 44. pag .
zijn te doen . 1771.
De Ouden bebben de naam van Astrologio apoteles- STEEK -PLEISTER , zie PLEISTERS.
matica , aan die met bijgelovigheden vervulde weten- STEEL-BLOEM , zie PETIOLUS.
ſchap gegeeven , welke den invloed en uitwerkzels der STEEL OMVATTEND , zie AMPLEXICAULIS .
Starten bevat. De Oude Jooden zijn niet tegenſtaande STEEN ;STEENEN zijn harde, vaste, onbuigzaame
hunnen Godsdienst; in diezelfde bijgelovigheid verval. Lighaamen , door aardagtige deeltjes zamengeſteld,die
len , waar van de Christenen ook geenzints zijn bevrijd zich de een met d'ander vereenigende,verſcheidene trap
geblecven. De hedendaagſche Grieken hebbenhet zelve pen van verbintenis hebben aangenoomen . Die Lighaa
tot de verregaanſte vervoertheid gebragt, en ter nau. men verſchillen in't oneindige , zo wel ten aanzien van
wer noodword er een van hunneSchrijvers gevonden , derzelver zelfſtandigheid , alskoleur, gedaante , en andere
die niet bij alle gelegenheden , van voorzeggingen door hoedan igheden .
middel van de Starren , van Horoscopiumsof geboorteſtel Daar zijn zodanige Steenen , daar het allerſterkſt ģeo
lingen , en Talismans ſpreekt; zo dat indien men hun ge hardſte Itaal geen vat op heeft , terwijl er in tegen
loofverleent, er nauwlijks een eenige Zuil ,Standbeeld deel andere gevonden worden , die zo weinig zamenhang
of Gebouw in Conſtantinopolen of gantsch Griekenland hebben , datmenzegemakkelijk tusſchen de vingers kan
was , die niet ingevolge de regels der.Astrologia apote: vergruizen. Zommige Steenen zijn evendoorſchijnend
was opgericht ; want het is van dit woord
Lesmatica ud als het helderíte water , hijn jl anderen van een grofge
terwiend
drotéaso , dat Talisman is gevormd geworden. weefzel geheel ondoorſc zijn . Niets is verſchei
Europa is er insglijks totop delaatſte eeuwen toeme. dener als degedaante derSteenen; men ziet er die altoos
debeſmet geweest, en wij zoudenniet durveninſtaan ; eene bepaalde en regelmaatige gedaante hebben , terwijl
dat er in onze dagen nog geene Qpzinnigen gevonden anderen zich in zwaare klompen ,waar in geen de minſte
Yy . 2 CYERI
152 & STE , STEX

evenredigheid gevonden word, zichvertoonen .Daar zijn de gijpsofpleiſter-/ teen als eenkalk -ſteen die van het vitrios
er welke uit eene verzameling van bladen oflaagen, de een lisch zuur verzadigt is. 30. In leemagtige,welke nietdoos
op d'andere geſtapelt,beſtaan; anderenzijn uiteen verza : dezuuren worden aangetast , maar de hoedanigheid bebu
meling van vezelen zeer welnaNaalden gelijkende,zamen benom in het vuur hard te worden, en meerder lighaam
geiteld;zommige gebrooken wordende,verdeelen zichal aanteneemen. 40. In apijren , op welke nog de zuuren ,nog
Looshet zij in teerlingen ,ongelijkzijdige vierkanten ,pijra, de werking van hetvuurgeen't minſte vat hebben .
miden, bladen, ſtreepen ofnaalden enz.; anderen breeken in Fred. Aug. CARTHEUSER, verdeelt in zijn Mineralogia ,
onregelmaatige en wanſtaltige ſtukken.Eenige Steenenheb de Steenen in vijf ordens of clasſen. 10. In Steenen bijlagen,
ben allerſchitterendite ,en van malkanderen zeer verſchei. lapides lamellofi; deeze zijn van min of meerder groote
den koleuren, ook vind men zomtijds verſcheidene van die bladen zamengetteld; de verſchillende geſlagten van dee.
koleuren in een en dezelfde Steen vereenigt; anderen ,beb., ze clasſe zijn , deſpath , mica en talc. 20. Deuit draaden
ben ofgeheelgeen koleur,of wel zeer onaanzienlijk. Eeni. of vezels zamengeſteldeSteenen , lapides filamentofi;van.
ge Steenen worden in afgeſcheidene brokken gevonden, ee. dit getal is, de amiant, het asbest, geſtreept gijps enz. 30.,
nigen maaken geheele banken of onmeetbaare beddingen Derafte Şteenen, welkers deelen nietkunnen onderſchei.
uit; anderen , vorinen gantſche: blokken en Bergen . den worden , onder dit getal behoort , de keijſteen , het
Dusdanig zijn de algemeene hoedanigheden , welke ons, quartz en de edelgeſteentens, dekalk: en pleiſter.ſteen , de
bet uitwendig gezigt der Steenen aanbied. Indien men het leij teenen , pot- teenen enz. 40. Degekarrelde ſteenen , la-,
onderzoek verder laat gaan , bevind men , dat zommigen pides granulaci, zodanig is hetbik ſteen en volgens bem de
vonkengeeven ,wanneer dezelve met ſtaal worden geſaa. jaspis.50. De gemengde Steenen.
gen , 't welk uit de ſterke verbinding van derzelver deelen De Hr. Justiverdeeld in zijn plan van het Mineraalen .
voortkomt; terwijl anderen geen vonken op die wijzegee . rijk, in 't jaar 1757 in 't Hoogduitsch uitgegeeven , de
ven. Zommige Steenen gaan doorde werking van het vuur Steenen. 10. In edele of kostbaare,en gemeene. 20. In 11

tot kalk over, en verliezen hunnen: zamenhang ; anderen Steener welke het vuur weerſtaan . 30. Inkalkagtige Stee. .
worden aan het vuur blootgeſteld zijnde, hard ; wederom , neń . 40. In Steenen die tot glas overgaan , en in het vuur.
anderen gaan in 't vuur tot ſmelting over;anderen onder fwelten. Men ziet dat deeze verdeeling zeer gebrekkig:
gaan er geen de minſte verandering door. Daar zijn er, die is , dewijl dienSchrijver de Steenen in deeerſte plaats be.
zichmet opbruizing in dezuuren ,zo als bijvoorbeeldhet ſchouwt als betrekkelijk tot de prijs die degrilligheidder
ſterk water ,azijn, enz. ontbinden ; eenigen worden geheel trekkelijk
Menſchen tot
er aan hegt, en vervolgens verdeelthij ze, bea,
de uitwerkzelen die het vuur er op te wege
en al door die ontbindvogten niet aangedaan.
Alle deeze opgenoemde verſchillende hoedanighedert brengt..
der Steenen , hebben de Natuurkundigen bewoogen om er In de Mineralogia door de Hr. CeONSTEDT , in 't jaar
verſchillende Clasſen van te maaken ; een ieder derzelve 1758 in 't Sweedsch uitgegeeven , bevat dieGeleerdede
heeft ze na verſchillende oogpunten , waar in hij die Steenen en Aardensonder een en dezelfde clasſe, waar toe
beſchouwde, verdeelt; en dit is de rede waarom hetde hij . wel gegrond ſchijnt te zijn ; dewijlde Steenen niet ans
Autheuren geheel niet eens zijn , ten aanzien van de re. ders dan voortbrengzelen van aardens zijn, welke meer
gelmatige verdeelingen , die zij ons van die zelfſtandig of min confiftentie en hardheid hebben aangenoomen.
beden hebben gegeeven. Zommigen niet anders dan het Hij verdeelt die aardensof Steenen in twee gedagten , de.
uitwendig aanzien raadplegende , hebben de Steenen in eerſte is die der kalkagtige , de tweede die derkeiſelagtige
doorſchijnende en ondoorſchijnende verdeelt; anderen heb. Aardens ofSteenen, datwilzeggen', van den aart der Keij.
ben agt gegeeven , op de uitwerkzelen die de Ste in het ſteenen .
vuur voortbrengen ; het is op deeze wijze,dat WALLERIUS Alle de verſchillende verdeelingen welke men van do
deSteenen in vier orden ofclasſen verdeelc;te weeten, soln Steenen heeft gemaakt , ſtrekken totbewijs,dathet zeerbe
Kalk Steenen ; zijnde de zodanigen , welke door dewerking zwaarlijk is om dezelve in een zodanige welgeregelde or
van hetvuur tot kalk worden gemaakt ; va! dien aart , is der te ſchikken , die teffens met derzelveruitwendig aan .
de kalkſteen , het krijt, de marmers, het ſpath , gips enz. zien en inwendige hoedanigheden , overeenkoomt; ook
20. In glasagtige Steenen, of de zodanigen , welke door de zijn deeze verdeelingen in den grond zeer willekeurig , en
werking van het vuur in glas veranderen ; in.deezen rang, een ieder kan er Clasſen van maaken , betrekkelijk toc
plaatst hijde leij.ſteenen , keij-ſteen , agaten , jaspisſen , het de verſchillende oogpunten , onder welke hij dezelve be
quinta , rets-crijstal, edel geſteentens enz. 30. In apijriſche ſchouwt. DeScheikundig ,die niets bepaalt dan ingevolge
Steerden , zijnde de zodanigen ,welke door de werking van voorafgaande proeven , ezal de Steenen overeenkomſtig
hetvuur geen de minſte verandering ondergaan ;van dien met derzelver ontbinding beſchouwen , terwijl deapper
aart ishot talc , de amianth-Steen , enz. Ten laatſten maakt vlakkige Natuurkenner, die niet zoekt om de zaaken te
WALLER Yus een vierde Clasſe van Steenen,die hij Zamena doorgronden ,zich met de kennisſe der uitwendige boe
Beſtelden noemt , en welke door de vereeniging van ver. danigheden vergenoegt , zonder zich. ten aanzien van
Icheidene Steenen die vooraf
gaan , zijn gevorm , en zich de vereenig
t ing deezer lighaamen te laat gele
en egena
in deboezem der aarde vereenigt hebben , om maareene leggen. Ondertusſchen zal men in 't onderzoek der Stee.
klomp te maaken . nen , zo wel als ten aanzien van alle andere zelfſtandig:
De Hr.Pottieons in zijn.Lithogéognofia , een ſcheijë heden van liet mineraalen Rijk , zeer dikwils gevaar loo
kundig onderzoek ofanalyſis van demeeste Steenen heeft pen om zich te bedriegen , wanneer men zich enkel en al.
gegeeven, verdeelt dezelve. 10. In kalkagtige, dat wil zeg leen bij de waarſchijnlijkheden bepaalt ; een groot aantal
gen , in Steenen die in de zuuren opgelost worden, en die Steenen diegeheel ſtrijdige hoedanigheden bezitten, gee
door de werking van hetvuua in kalk worden verandert. lijken uiterlijk veel na malkanderen , en de wetenſchap
20. In gijpſagtige die niet in degurrenontbondenworden, pen geen anderdoel moeterde hebben ,dan hetnutder
maar diede werking van het vuur in pi'eister verandert, eg zamenleeving, zo is het onbetwistelijk dat de oplosſing
ter, beſchouwen hedendaagsch demeesteNatuurkundige ? veel beter in Ataat is , om ons de gebruiken der zelf.
- ſtandig;
STE : STL.
$
3329
ftandigheden te leeren kennen , als wel een oppervlak de Heer Kool Med .D. te Maafuis , in eene fraaije Ver
kig onderzoek. í handeling aan het Rotterdamsch Proefond. Genoodſchap
STEEN. Wanneer men den aart van onze vogten be. zeer volleedig betoogt heeft. De kookingder ſpijzen ,
fchouwt, en derzelver elemen , zo als die door de ſchijnt ereven goed om te gaan ; hoe het ook zij,gelijkhun
Scheikonstenaars door middel ten
13 van vuur worden aange . aanweezen niet kan ontdekt worden , 20 zijn ze ook niet
toond, behoort men zich niet te verwonderen , dat alle , door geneesmiddelen te verdrijven.
zonder onderſcheid , in ſtaat zijn ſteenagtige lighaamen
voorttebrengen , de zulke evenwel eerder welke meer Steen in de Nieren .
aardagtige , olieagtige. , eij zoutdeelen in zich bevatten ; Den Steen in de Nieren is een zeer algemeen gebrek
voor al, wanneer het vogt eenigen tijd ſtil blijft Itaan ſchoon te vooren als men veel bier dronk, meer dan
in een of andere holligheid . ! nu ; de ſteenagtige ſtoffe vergadert zich in de holto
Niemand is onkundig van de ſteenagtige ſtoffen , die derzelve , het Bekken genoemt , en word zomwijlen
zich om onze tanden vergadert, zo draa dezelve niet uittermaaten groot , gelijk bij ALGHISI Lithotomia .
dagelijks afgeſchuurd worden door de geduurige kaau . pag. 27. , Tay . IV . daar zij de geheele Nieren var den
wing; ten bewijze dat het ſpog , in zich bevat zeer Paus INNOCENTIUS de XI. bezet hebbende , afgebeeld
veel aardagtige deelen , welke door aanzetting , de zo werden.
genoemde kalk om de tanden en kiezen zomwijlen tot Deeze zijn zeer pijnlijk , ſchoon niet altoos te ondera
onmaatige dikte , en ongelijkheid , zetten. Daar van kennen , dan door de Etter, welke overvloedig zich
daan kooit, dat niet zeldzaam een Steen onder de tong in de pis vercoont, vervolgens de pijn in de lendenen ,
zich vergadert ; wij ontmoeters zulke ſtoffe, in de oog aandoening der zenuwen ,van de dije , bloed -wateren enz.
holtens , daar het wateragtige vogt in bevat word , in vooral, als door het fondeeren geen Steen in de Blaasge.
die der hersſenen , in het vlies 't welke de ballen omvat , vonden word.
in de klieren van de longen , op de oppervlakte derzelo, Deeze Steenen niet al te groot wordende , baanen zich
ven , en op die van de lever en milt; binnen in de ge eenenweg naar buiten, door het maaken van pijpzweeren
Jedingen, inzonderheid van de knie , die dikwerf het en fistels , en ontlasten zich ; ofwelde pis en etterontlase
gaan belet , indien hij er niet uitgenoomen word. zich , inaakt verzweeringen , en doet eindelijk het elen ,
Men vind ſteenagtige zaamengroeizels zelfs binnen dig leeven des Lijders, eindigen.
in de zelfſtandigheid der zagte deelen , gelijk in de Lijf. Zomwijlen ziet men zulke Fistelen zonder Steen, welke
moeder , in de frazelen van de trompetten van Fallo. een enkele reize geneezen .
pius , in die vetgezwelien die men Steatoma noemt , in De Natuur heeft onderwijlen den weg geweezen , om
het vleeſchige van het hart , of ſchoon men ze als 'tdoor eene
welke ſneededen
evenwe Steen uit deNierenweg te neemen ,
l niet voor het laast der 15de eeuwe ge;
dan beenagtige lighaamen noemt.
Dog eindelijk e, n daarkoomthet 'tallermeest opaan, ſchiedis. Deberoemde Havin heeft in het 32,Deel der
worden deSteenen meest gevonden in de holtens, daar Mem . del.Acad. Roij.de Chirurgie de Paris.pag.240, met
eenige afgefcheidene vogeen lang blijven ſtil ſtaan , ge. opzet over deeze konstbewerking gehandelt , en aange ,
lijk als in de Galblaas , Galleiders , in de Nieren en toond , dat de beroemde Marchettis , dezelve met een
in de Pisblaas , voor al bij Menſchen . Vervolgens , zeer goeden uitllag op den Raadsheer HOBSON verricht
in zulke holtens, en fistels of pijpzweeren , die met heeft, P. 259 ;gelijk ook dat dezelye zeer wel geſchieden
de Pisblaas , of met de Waterweg gemeenſchap hebben . kan. Rousset die een voorftander was van alle moge .
Op gelijke wijze heeft men eens een Steen ontmoet in lijke konstbewerkingen in de Heelkonst , heeft ook deeze
de fistels van den Aars . zeer ſterk gedreeven. BOERHAAVE , 't geene te verwon.
In de holte der Lijfmoeder , vind men Steenen , wel deren is, zegt er $. 1424 geen woord van , gelijk ook niet
ke van deeze laastgemelde verſchillen , om dat zij voor van SWIETEN.
zer zijn , en holtens hebben van binnen, Men kan geene feiten tegenſpreeken , en dus niet ontar
In het Gedarmte ondekt men Steenen , die of uit de kennen , dat deeze bewerking metgoeden -uitſlaggeſchied.
Galblaas nedergedaald zijn , of de zulke , welke zich om is ; maar als men bedenkt, dat de Nieren voorde helft ge .
eenige andere lighaamen in het blinde gedarmte lang ver. noegzaam op het Middenrifleggen, ſchijnt zij, gelijk ook
ſchoolen, gevormd hebben om een pruijmen -steen of der. om de kwetzing der ſpieren van de Lendenen ,bijna onmo.
gelijke 'pit ; hoedanige van zommigen , ſchoon zeldzaam , gelijk ;. ten waare de Natuur zelve eerst eene verzwee.
waargenooinen zijn. Mij heugt zulk een gezien te heb: ring agterwaarts maakte, welke den weg wees.
ben , welke een Bakker die lang aan ondraaglijke colijk . De oorſprong der Steen in de Nieren zullen wij niet bij
pijnen gezukkeld hebbende , en zelven eindelijk ter de Geneesheeren onderzoeken ; al te zeer op de redenee
grootte van een kleine billards-bał uitwierp , door middel ring ſteunende., brengen zij zulk eene voort die niet waar ,
van een hevigepurgatie. In dien Steen vonden wij door. ſchijnelijk is ; het is genoeg ,dat de pis eenigen tijd moet
de doorzaging, een grooten pruijmen -ſteen tot pit ; hij blijven in de pisleider, eer zij afloopen kan , en in dien tijd
was-zedert geheel geneezen ... laat zij het randige of ſteenige vallen , 'twelke tot eene
klomp groejende den Steen maakt , die vervolgens gelijk
Steenen in de Galbidas. alle die Steenen ,aanwast door aangroejing .
De Galblaas-Steenen geeven bijna nimmer pijn , hon .. Het is van meer gevolg , te onderzoeken, of men deeze
derdenmaalen zijn er Menſchen mede bezet , zonder eenig ziekte geneezen kan ; en ik geloove dat diteven onmoge
ongemak , ook veroorzaaken zij geen geelzuchè ; een enlijk is, als den Steen uit de Blaas te verdrijven ; 'i en waare ,
kele reize nogehans veroorzaaken zij eene verzweering dezelve zeer bros en ſandig was en ligt van een ging ; of dat
naar buiten, ontlasten zich, en 't geen alle begrip te boven- bij klein zijnde, door den pisleider tot in de Blaas doora
gaat , de natuur heelt die wond en geneest de Galblaas we.. ging , en vervolgens verderzich ontlastede;,waar van vee
der volkoomelijk , gelijk de zeer kundige en zeer geleer. le voorbeelden zijn.
Yy 3 Van
STE : STE .

Van de Steenbreekende middelen , zullen wij nader. geval kan de Steen verſchoolen leggen , en niet gevon
hand bandelen , den worden , of ſchoon den Heelmeester bij de ſnijding
zijnen tang wel in de Blaas gebragt heeft.
Steen in de Pisblaas. Ook hegt zich den Steen niet zelden aande Blaas zelve
Den Steen in de Pisblaas, ontziet nog jaaren , nog ge. vast, of ſchoon dit van zommigen ontkend word ; LE
Dagt ; zcer kleine Kinderen vind men reeds kwijnen aan DRAN nogtans verzekert het, ook meenen wij dit ge.
den Steen in de Blaas , en meestal de Jongetjes, gelijk ook zien te hebben ; dog die vastgroejing is dus, den Steen
de Mannen veel meer aan die ziekte onderhevig zijn ,dan hegt doormiddel van geſtolt bloed aan de raauw gewos
de Vrouwen '; ook ontlasten deeze om de kortheid en dene Blaas, en dus groeit hij er aan , zo dat den Steen even .
rekbaarheid van den waterweg, den Steen gemakkelij- wel kan losgemaakt worden zonder ongemak voor den
ker. Lijder. De meeste Steenſnijders wenden deeze vasta
Den Steen is niet altoos van den zelfden aart, veel min. groejing voor, als zij de opening niet groot genoeg in
der van dezelfde gedaante ; want in zommigen is hij zeer de Blaas geſneeden hebben , of geheel buiten de Blaas
krijtagtig , en wit , in anderen ſandig , in anderen bard zijn geraakt met den tang; even als de Oogmeesters de
alskeijſteen, zodat men hem niet zaagen kan dan metmoei- Cataract zeggen vasttezitten , als zij in de bewerking
te ; deeze verſchillende hardheid , hangtafvan de evenre- gemist hebben,
digheid der aard en olieagtige deelen; dog dit is niet te Dus verre hebben wij geliandelt van het verſchil der
ontdekken, dan na dat den Steen uitgehaald is.
1
Steenen , betrekkeljjk tot de Steenen zelve ; wij moeten
Zomwijlen is er één , dan zijn ertwee, drie, vier, agt nu aantoonen , dat de Blaas verſchilt paar maate zij den
en meerder Steenen tegelijk in de Blaas, welker getal bij Steen lang bevat heeft, of wel naar de jaaren in welken
het leven medeniet teontdekken is , dan door de operatie . den Steeneerst gebooren word.
Zelfs is de afNijting niet altoos zigtbaar, als er een uit- In jonge Kinderen Nuit zich de blaas ſpoedig om den
gehaald is ; zomwijlen immers zijn zij rond , en hebben Steen toe, door de geduurige prikkeling van binnen , in
geen platte kanten ; hoewel bij de meesten platte kanten dat geval kan zich de pis uit de Nieren niet ontlasten ,
gezien werden , als er meer dan één is. en de Waterleiders zetten zich uit , zodanig , dat men
De gedaanteis mede ongelijk , men vind de meesten eij. dezelve voor een darm zoude aanzien; vervolgens zet
vormig , en platagtig , anderen rond , waar van zommigen zich de Nier medeuit , het zogenoemde Bekken word zo
zeer getakt , zo datzij met honderde punten de blaas. wijd, dat de beide Nieren grooter holte bekoomen dan de
kwetzen , en allerſmertelijkst zijn , terwijl die zelfde Blaas in eenen natuurlijken ſtaatooitheeft;voeg bier bij,
Steenen indien den Lijder in het leeven blijft, door de de verwijdde Pisleider, en gij zult ligt begrijpen, waar.
aangroejing en inſlibbering , de punten verliezen en ge om die ongelukkige Lijders niet wateren konnen , dan
noegzaam glad , en derhalven minder pijnlijk worden . Dit bij droppen , waarom zij dan op hunne knien leggen , dan
alles kan men beveſtigen als men ze doorzaagt. genoegzaam op het hoofd ſtaande met den buik naar be .
Den'eerſten oorſprong is verdikking der pis, en het ver neden , niet zonder onlijdelijke ſmerte wateren ? waar.
blijf daar van in de Blaas voor eenigen tijd, zodat de dee. om de pis ſtinkt en Nijmerigis, nu met etter , dan met
lén even als de zoutdeelen in water dat uitgewaasſenit bloed vermengd ?' De Hooggel. Profesſ. Camper heeftin
word zich vormen , niet totéén , maar honderde gruis. zijne Demonſtrationes Pathologica. Lib. 2. p. 12.verſchei.
jes, die ook met het vergrootglas gezien , als crijftal-' dene voorbeelden daar van aangehaald , zo door hem zelo
len zijn . ven , als anderen waargenoomen .
Deeze nu tot eengevoegd , maaken den pit des Steens ; . Hoe zeer nu ook de Nieren zich daar door uitzetten ,
om welken vervolgens bij aanwas enlaagen , de ver- klaagen de Lijders bijna nooit van pijn inde lendenen;
grooting geſchied , gelijkin allen kan gezien worden . althans bij verſcheidene hebben wij zulks niet opgemerkt,
Op dezelfde wijze groeit Steen om een naald , kogel , of ſchoon wij naar hunnen dood , die zelfde veranderin .
ftukje hout, of iets anders in de Blaas geraakt , om de gen gezien hebben.
air van garst , gelijk bij ALGĦISI , bij MORAND in de Dit elendig toeval toont, dat de Blaas gelijk FOUBERT
Mem . de l'AcademiedeChirurgie Tom . 3. , en bij allen bijna wilde , niet altoos kan opgeſpooten worden , en dat de
die over den Steen geſchreeven hebben , gezien kan wor. geneezing door inſpuiting van kalkwater enz. , niet altoos
den. De jonge Dogters hebben dikwerfvreemde nieuws. plaats kan hebben ; eindelijk , dat de geneezing door ſnij
gierigheid , om zich te kittelen met een of ander lig den zeer haggelijk is in die gevallen, daar Steen en drop.
haam , en daar door raaken zulke vreemde dingen in de pelpis te zaamen gaat.
Blaas, daar men naderhand over verwonderd ſtaat. Mo, De Blaas krimpt echter niet altoos op deeze wijze ing
RAND , en MORGAGNI, geeven er zeer verbaazende voor wij hebben er gekend, die veele jaaren naar elkanderen
teelden van ; ook VATER bij HALLER , Tom . IV . Dil. groote Steenen bij zich gedraagen hebben , zonder deeze
Chirurgicarum . Ik zelfsheb te Amſterdam den Steen zien vernauwing, zelfswaterden zijeenegrooteveelheidtege.
haalen uit de Blaas eener Vrouwe, welke om een Kies lijk zonder ſmert; en ofſchoon bij wijlen , en pijn en toe
gegroeid was , die zij op gelijke wijze in den waterweg vallen van Steen zich op deeden, was de ziekte dikwerf
gebragt hadde. Men dient opteletten, dat ſtukken van twijffelagtig.
Waskaarsjes tot het geneezen van Venuskwaalen ge. Dit eerst hebbende laaten voorafgaan , zullen wij een
bruikt, zomwijlen in de Blaas zijn blijven zitten ; ook weinig nauwkeuriger handelen over detekenen van Steen ,
fukken van Catheters , die vervolgens door bekorſting en daarna, over de geneezing .
den Steen veroorzaakt hebben .
Den Steen zet zich ook wel in bijzondere nolligheden Tekenen van Steen .
in de Blaas , of wel ,vormtzich zelven zulke holletjes. De tekenen van Steen bij Bejaarden zijn voor eerst pijn,
Den beroemden Houstet,heeft daar van opzettelijk in de voornaamelijk in het einde van de Schaft, als de laatſte
van
Mém . de l'Academie Roij.de Chirurgie gehandelt; in dit droppelen pis gelost worden , geduurige verſtijvingen het
STE . STV $ 3531

1
het mannelijk lid, door de prikkeling der zenuwen die met arabiſche gom , of met fijroop van althea , van elke
naar de Schacht loopen, len ook de Blaas van zenuwen even veel; hetjulapium diureticum feu fp. Mnidereri toc
voorzien ; wanneerzijkerk gaan , ofvooralals zij op een Ziv. metaq. Raphanirusticani Zij.Jijrup. altheae3ij. Do
ongemakkelijkewagen rijden, het wateren van bloed ; ook toebereidingen van de ſcilla.; de Musc. Cantharidum .
wel eens het gevoel van eene rollende zwaarte , vooral de Ele &t..ad Nephrit. Disp, Edinb. pag. 32. , en dergelij.
als de Blaas nog ruim is ; winden en colijkpijn. De pis ken.
is zomtijds met etier bezet, dog niet altoos, meest al Dog deeze gelukken genoegzaam nooit , behalven bij
zeer ſtinkend , voor al als de Blaas ingetrokken is ; daar kleine Steenen in Menſchen , die door de podagra of andere
is ook geduurige neiging tot wateren , en onlijdelijke ongemakken lang te bedde leggen ; en bij Vrouwen , om
persſing. dat zij den waterweg zeer kort hebben , en ligt rek .
De tekenen van den Steen bij Kinderen , zijn voor zo ver. baar.
re de pijn betreft de zelfde, zij konnen niet beduiden wat De SteenBREKENDE MIDDELEN , zijn tot nog toe niet
hun ſcheelt, dan door ſchreeuwen ; dus ſchreeuwen zij zeer gunſtig geweest in de uitwerking. BOERIJAVE zegt
als ze wateren , en trekken geduurig bij de roede met de zeer wel , neque de ſpecificis lithontripticis ha &tenus vera fi.
: hand ; deeze twee tekens, gevoegd bijgeduurig watermaa- » de; van de eigentlijke ſteenbreekende middelen , hebben
ken , en ſterke persfing , 20 dat zij den endeldarm dikwils „ wij nog geen zeker bewijs". S. 1428. , waar over de
ver uit persſen ,geeven een genoegzaam bewijsvan den Baron VANSWIETEN , eene uitmuntende uitlegging ge.
Steen . De geduurige pijn maakt niet alleen de kinderen geeven heeft.
maar Bejaarden bleek , ingetrokken van wezen , en zie. In den jaare 1739 is op order van het Britſche Parle.
kelijk. ment , publijk gemaakt het middel van Juffer A. Ste.
Tekenen door konst tot ontdekking des Steens. Ver. PHÉNS, en vervolgens beſchreeven door haaren zwaager
mits alle de opgenoemde tekenen konnen plaats hebben D. ESCHERNEIJ. Dit middel beſtond uit kalk van eijera
in de Nephritis, zie pag. 2294 van die Woordenboek ; Schaalen en ſchelpen , met zeep ; waar bij zij gaf eenige
blijkt het, dat er zomwijlen eene groote twijffelagtigheid dienſtige dranken , en honing; men moet er daags veel
overblijft bij den Gereesmeester, om te bepaalen, wat hij van gebruiken , en het middel was onder de gedaante van
ter geneezing den Lijderzal aaanraaden. Ten dien einde langwerpige pillen ; lees HARTLEIJ de Lithontriptico. A.
doet hij de volgende proeven , zowel bij Kinderen als bij STEPHens ad Meadium ,.ook HALes over dit middel, gee
Bejaarden ; hij ſteekt zijnen vinger wel met olie of po- lijk ook MORAND ſur le remede de Mademoiſelle Ste
made beſmeert in den aars , en voelt hoog op , drukkende Phens, Mem . de l'Acad. Roijale des Sciences Ao. 1740., ins.
naar het ſchaambeen , ofbijden Steen kan gewaar worden ; gelijks de waarnemingen van GeOFFROY.
het welk dikwils bij Kinderen zeer wel gelukt, en bij de De Lezer begrijpt ligt, dat alle deeze loogzouten die.
Bejaarden niet altijd , om de wijdte van het bekken ; even nen moeten om den Steen te ſmelten ; dat is eerst de pis
wel gebeurt het nietzeldzaam , dat men op deeze wijze zodanig met loog te voorzien , dat de Steen er in ſmolt.
met geene zekerheid den Steen gewaar kan worden . Uit de verſcheidenheid der zelfſtandigheid in de Steenen
Dan gaat men over tot het fondeeren ofpeilen met den te vooren aangehaald , zal de Lezer ligt zien ', waarom
catheter, op dezelfde wijze alsmen de in opſtoppingvanwa« zelden of nooit den Steen door dit middel geneezenis ;
ter , zie pag.2708 van dit Woordenboek , gewoon is te ook zoude men er niet afgegaan zijn , indien het dikwils ,
doen . Men gebruikt evenwel eenen catheter die van of ſchoon niet altijd , dienst gedaan hadde.
itaal en vol is , ſtomp van punt, en men trage dien he- 2. Heeft Robbet Whet in zijne Esſaij on the vir
nen en weder te bewegen , tot dat men den Steen gevoelt, tues of limewater in the cure of the Stone 1755 , met kalko
'twelk in eene ruime Blaas zeer ligt te doen is, men voelt water van Oester-ſchelpen , getragt den Sceen te doen ſmel:
piet alleen maar men hoort het klinken ; maar in eené zeer ten.
nauw ingetrokkene Blaas , glijd het inſtrument er onder 3. Doctor Alston heeft er de Spaanſche zeep bijge .
door, en men mislukt in het onderzoek , dat is men krijgt voegd ; the disſert. on Quicklime. 1754. 2. edit.
geene zekerheid . 4.W.Butler heeft ſchielijk gezien , dat het niet mogei
Buiten deezetweemiddelen , zijn er geene die de konst gelijk was, de pis zo ſterk als kalkwater door drinkente
opgeeft , zo dat men zich niet moet verwonderen dat maaken , daarom heeft hij voorgeſteld om het kalkwater
zomwijlen den Steen eene onzekere ziekte is, of ſchoon hij onmiddelijk in de Blaas te ſpuiten ; sie Method of cure
groot en zwaar zij. for the Stone chieflij bij injeâions 1754. Hij gebruikt daar
Ook gebeurthet dat men den eenen tijd Naagt, en den toe eene blaas , of blaasbalg ; dog dit kan gevoeglijker
anderen tijd in hetgeheel niet, zelfs niet dezelfde Heel geſchieden door eene holle Nappe catheter, gelijk Dr.
meester . LANGRISCH voorgeſtelt heeft, Pluijficall Exp. upon Brit
Zomwijlen , kan men met geen catheter in de Blaas tes. Dog de inſpuiting is onmogelijk in eene toege
koomen , zo dat Heelmeester en Lijder , allenzints in het trokkene blaas , en in eene minder toegetrokkene geeft
onzekere blijven . zij prikkeling , zo dat het niet lang genoeg kan inblijven
om den Steen te ſmelten. Ook ſmelt de harde olieagti.
Geneesmiddelen voor den Steeri in de Bladı. agtige Steen niet, of ſchoon men die eenige maanden
Geſteld , dat men zeker is van den Steen , zo is de lang legt in de ſterkſte loogen.
vraag hoe men dien zal weg neemen ? Daar toe zijn drie 5. De Uva Urfi , eene plant over al gemeen , bijzone
wegen. der in Sweden , en op alle hooge Bergen , is vervol.
Voor eerst, DOOR AFDRIJVING ; ten tweeden , DOOR gens A0. 1760 zeer aangepreezen door den beroemden
STEEN-BREEKENDE Middelen ; ter. derden , DOOR de De Haan te Weenen , Rat. Med. Part. V. 1760. 6. V.
SteensŅEEDE . daar hij teffens uitmuntend handelt over den Steen ,
Door AFDRIJVING. Deeze zijn , verzagtende olieag. en over de Zicken die er aan zukkelen. Part. vi.
lige dranken , als amandel-melkes , emulfien van lijn -zaad pag. 371 .
3532 STE . STE.
In den jaare 1768 , heeft M. QUER over het inwendig het welke niet anders is , dan den waterweg der Map
gebruik van de Uva urfigehandelt; zie Disſert. ſurla nen gelijkvormig te maaken
maladie nephritique et ſon veritable ſpecifique, trad. de derhalven blijkt, dat aan dieder Vrouwen ; en
beide verder op eene wijze konnea
l'Eſpagnol. gered worden.
Van ook dit middel geneest niet , zo als dagelijks ge- Het zoude buiten het beſtek van dit Woordenboek loo.
blijkt; gelijk ook niet het middel van Dr. CHITTICH. pen,indien men alle deeze Operatien zeer nauwkeurig wil
R.Cinerumclavellat . Zviij;calcis vivæ rec. Zijo miſce in de beſchrijven ,hetzaldaarom geroeg zijn,datwij de voor,
olla fictili vitro obdu&a , dein affunde aq. ebullientis pint. naamſte aanhaalen , en de beste Schrijvers aan de hand
ij . jtent. fpatio ij. hor. moveatur ſubinde etfiltratum exhibe ; geeven ; ten dien einde beveelen wij den Leezer, de yer.
dat is; neem potasch, agt oncen; levendige kalk , vier one handeling van den beroemden PALLAS , die de voornaam .
cen ; mengt dit te zaamen in een nieuwverglaasde pot, ten zeer net beſchreeven heeft, vid. HALLERIſelect. Ch.
giet er twee pinten kokend water op , laat dat alles twee Disf: Tom . IV . p. 269, en voor al het uitmuntend boek
uuren ſtaan , en ſchud het om nu en dan, vervolgens be. van LEDRAN , Paralelle de disf. meth. pourtailler la Piers
waart het , door gegooien zijnde. Hij houd nogthaus de re , welk voortreffelijk werk door den beroemden Heels
wijnſteen beter. R. 30. of 40. droppen twee of drie meester SwaGERMAN in onze taale is overgezet ; ge.
maal daags met dunne kalver-nat , of iets anders. Ook lijk ook het Receuil van Le Cat over het Steenſnijden ;
is het met melk een aangenaamen drank , als men er aan en voorts alle die opzettelijk over die konstgreep ge.
gewoon is . Dog ook dit middel geneest den Steen niet , handelt hebben , welke door Heister en van Swie .
zelfs niet het gruis , ' t welke uit de Nieren koomt. Ten , gelijk ook bij LA FAIJE in zijne aanmerk . Over
Het middel van Chittich is evenwel daarom gemak . Dionis, te vinden konstgreepen
zijn,
De voornaamſte
kelijker dan het kalk -water , om dat men er ſlegis een wei- zijn.
nig van gebruikt , daar men van het kalk water ten min. 1. De manier van Celsus Lib. 7.6. 26. of de kleine
te drie of vier flesſen daags moet drinken , welke veel bewerking ; dog door deeze worden de buibus urethrae,
heid niet moet afſchrikken . De Haan melt , Ratio. de hals der Blaas , en de uitgang der zaadblaasjes ge
Med . Part. V. p.182. dat een Man in zes inaanden , daar kwetst , ook kan zij niet dan in weinige Kinderen ge.
van gedronken heeft 1600 pond ; wij konnen er bijvoe. daan worden.
gen , dat de Heer Kogle M , D.te Maafluis , in 8 en een 2. In het begin der 16 eeuwe , is Joh. de ROMANIS
tweede jaars tijd , gedronken heeft, 11680 flesſen kalk- uitvinder geweest van de ſneede onder agter den Bal.
water, en van zijne Nierkwaale geneezen is ; derhalven ſak , zijdelings van den Bilnaad ; deeze is door zijn
5 oxhoofden in het jaar ; 'twelke ſchoon minder in veel Leerling MARIANUS SANCTUS verbetert en gemeen ge
heid , everwel deeze goede uitwerking hadde , dat het maakt, en heet de Mariaanſche manier ; hij gebruikte
hem eer de eetlust verir.eerderde, en dus geen ſchaade reets een ſnijftaf met een groef.
deed . 3. De groote bewerking der Franſchen , verſchilt niet
Hoe zeer wij ook het kalk -water in ziektens der Nieren dan hier in , dat men de Lulbus niet ſneed , maar den
aanprijzen , raaden wij geene heevige middelen tegens Waterweg alleen .
den Steen aan , uit vreeze dat zij nog daarenboven de Tap- 4. De bewerking boven het ſchaambeen van P.
pen bederven. De beroemde Doctor Laurés te Lions, Franco ; deeze heeft Douglas weder in gebruik ge.
liet zich daarom liever door den beroemden Pouteau , bragt, en de beroemde Sermes , zie Lithotomia Dou.
van den Steen ſnijden en wierd zeer gelukkig geneezen, clasſiana door JAN SERMEs. Utrecht 1726. Deeze ma.
id. POUTEAU Taille au niveur . pag. 2. nier is gelijk wij reets aangemerkt hebben verworpen ;
dog onzes oordeels , was zij in zeer kleine Kinderen
Steenſnijden en aanloorige Konstbewerkingen . wel te doen , om dat de Blaas hooger boven het Schaam .
Het onnut bevinden van alle de ſpecifique middelen been legt
tot (melting des Steens, is oorzaak geweest, dat men al 5. De zijdelingſche bewerking is door Frere JACQUES
vroeg gedagt heeft op het maaken van een opening in of Beaulieu , eerst in den jaare 1697 uitgevonden ;
de Blaas om er den Steen uit te haalen ; en daartoe hij ſneed op een ſtaf zonder groef , daar na op een
heeft men twee wegen ingeſaagen ; men heeft de met een groef.
Blaas even boven het ſchaambeen geopent, en er den 6. De beroemde Rau heeft die ſneede verbetert, en
Steen door getrokken; dog deeze manier is om de doo- altoos eenen gegroefden ſnijſtaf gebruikt. De groote
delijke verzwecringen die er op volgen , nagelaaten ; Albinus heeft zijne manier beſchreeven ; de Profeil.
of wel onder het ſchaambeen , tusſchen den balzak en Camper heeft vervolgens getoond , dá Rau inderdaad
den aars in , bij de Mannen ; welke manier nog word de Prostata fneed , thans is dit door den Heer Albi .
gevolgd , als zijnde de veiligſte, en door zeer veele nus toegeftemd , zo dat die methode nu wel bekend
groote Mannen verbeterd en tot volkoomentheid ge. en niet langer onder die duisterheid ligt , daar zij te
bragt . vooren onder was, en voor gehouden wierd bij da
Bij de Vrouwen heeft inen meest den waterweg uit. voornaamſte Steenſnijders , als DOUGLAS, Cheselden ,
gerekt , en zo wijd opgeſcheurd , totdat de opening den Le DRAN , FOUBERT en anderen,
tang toe liet, vervolgens heeft men er den Steen uitge- 7. De manier van Douglas , welke Cheselden ,
trokken ; dog de veelvuldige lekheid hier op volgende , is SHARP en de meeſte Franſchen gevolgd hebben ; of nu,
oorzaak , dat men haar nu bijna op gelijke wijze als de zedert de Hoog Geleerde Heer Camper , dit ſtuk tot
Mannen ſnijd, ofſchoon ook deeze bewerking zeerver- duidelijkheid gebragt heeft, te weeten de manier van Rau .
ſchillend gedaan word. Wanneer inen evenwel doorzigt 8. De bewerking van LE DRAN ; zie zijne Oper.
heeft in alle de operatien , is het zeker, dat men bij de de Chirurgie.
Mannen eerst eene opening ſnijt in den waterwes , even 9. De konstgreep van HAWKENS , welke eigentlik
onder het (chaambecn , en daar de Inſtrumenten in brengt, is die van Le Dran , alleenlijk eenvoudiger gemaakt.
10. Do
STE . STE : 3533
10. De manier van FOUBERT die in de blaas ſnijd ; -Om die rede hebben P. Franco en Paré gedagt, cp
deeze wijze is verbetert door Mr. THOMA , en ook tangen met grootę tanden om den Steen te brijzelen , dog
door Pai.LUCCI ; dog deeze manier is meest al onmoge- dit haalt niet uit , want nu moet het gat in de blaas zo
lijk , om dat de blaas zeldzaamer kan opgelpooten wor• groot zijn , dat deeze tang er door kan , 't geene bijta
den. niet mogelijk is. Le Cat heeft echter zulk eenen goed
II. De manier van Le CAT ; deeze verſchilt niet van gekeurt ; bij anderen zijn zij verworpen , gelijk bijMA
die van Rau , dan in de werking. RIANUS Sanctus , HILDANUS en dergelijken.
12. De manier van Frere Come; deeze is verſchillend LE DRAN gaat over tot een ander uiterſte, hij wil vol
hier in , dat in alle de voorige de prostata en Blaas van ſtrekt niet hebben dat de Steen zal breeken , om welke
buiten naar binnen gefneeden word , daar F. CÔME van rede hij eenen tang op geeft; Paralelle. & C. P. Ill . pl.
Linnen naar buiten , en met veel zekerheid ſnijt. 4 ; (om de verbrijzeling te beletten) ; dog ook deeze tang
13. Mr. PouTEAU , heeft de manier van LE Cat en is veel te groot om in de wonde te brengen .
LE DRAN als vereenigd , en geſchreeven , la Taille at
9tiveau 176.5. Deeze is op zich zelve zeer zeker , dog Over den Steen in den Waterweg .
het waterpas is onnut. Dikwils blijven er Steenen zitten in den Waterweg , zo
14. Mr. Hoon heeft daarom ditweg gelaaten , en de dat zij het wateren geheel beletten ; dan zet zich de water
manier van Pouteau dog eenvoudiger gemaakt, weg uit, en de pis baant den weg voor den Steen , die er
15. De beroemde Louis , heeft eene gantsch nieuwe dus uitgaat; zomwijlen blijft den Steen zitten , in welk
manier gegeeven om de Vrouwen te ſnijden , welke zeer geval men ſnijd tot op den Steen, en er dien uithaalt met
eenvoudig en fraai is. Hij ſnijt den waterweg alleen zij- een klein lepeltje , of haakje.
delings , of aan eene kant , of aan beide kanten teffens ; Zomwijlen barst de waterweg open , en de pis ontlast
na de grootte van der Steen. Deeze manier is beter dan zich terwijl de Steen blijftzitten, gelijk er zulk een waar
de ſcheuring of verwijdering, gelijk men die te vooren genoomen is onlangs door den beroemden Dr.Coopmans
deed, ook beter dan de manier van MARIANUS , en Rau , te Franeker , welke als een hoendereij groot , door ver,
die nevens den bilnaad (needen , waar door de ſcheede zweering zich eenen weg naar buiten maakte.
zonder nut gekwetst wierd , en het overige door fcheu. Hier uit blijkt dat men den waterweg zo wel voor als
ring of verwijdering geſchiede. in het midden, kan ſnijden zonder gevaar
De Heelmeesters moeten de te vooren gemelde Schrij- STEEN , dusdanig word ook een zoort van gewigt ge
vers inzien , om zich eene manier te kiezen : Dit is im- noemt, dat meer of minder zwaarte heeft; ingevolge de
mers zeker , dat er Negts voor de Mannen twee manie. Plaatzen alwaar het is gebruik is. Te Antwerpen weegt
ren zijn , boven en onder het ſchaambeen ; en dat de het Steen agt pond z, ijnde zeven Parijſche en Amſter.
Operacien van Rau , Douglas, Le Cat, Le Dran , damſche ponden . Te Hamburg weegt het 10 pond; te
en Pouteau enz. , allen even eens geſchieden , maar Dantzik en te Revel heeft men ligte en zwaare Stee.
metbijzondere werktuigen , gelijk de Proff Camper zeer nen , om koopmanſchappen van meer of minder waarde
duidelijks getoond heeft in Lib.2. Demonst. Anat, Patho. mede te weegen . Te Koningsbergen is het Steen 40 pon
Togicarum . Ieder Heelmeester behoort dan die manier te den zwaar, 't welk 32 Parijſche ponden uitmaakt.
volgen daar hij aan gewoon is , even gelijk de extractie STEEN -BEEN ; het Steen -been is bet harde gedeel
der Cataracten best gedaan word , door de manier daar te van het Slaapbeen , tegens welken dat gedeelte aan
men de meeſte handigheid in verkreegen heeft. legt en gehegt is , 't welkemen de pars squamosa , of het
ſchubswijze been noemt. Dit been oin zijne hardheid
Ongemakken na het Steenſnijden. zo genoemt , bevat in zich het voornaamſte deel van het
1. Het gebeurt wel eens dat door de grootheid der Steen , geboortuig, naamelijk in de Menfchen en viervoetigeBee.
de ſcheuring in de blaas en haaren hals zo groot is , dat ſten , de drie halve ronde buizen , het portaal, en het
er eene lekheid buitenwaarts overblijft, ofwel een lek nakkenhuis. Zie OOR pag. 2417. Dit been isnog har.
in den aars , zo dat eenige deelen van den afgang door de der dan marmer in de ademende Visſchen ; als de Wal
ſchacht, en eenige pis door den aars heen loopen . visch , Cachelot , en Bruinvisſchen ; even wel is het in
2. Dikwijls Nuit de uitwendige wond eerder, dan die evenredigheid kleiner , om dat het geene halfronde bui.
van den waterweg ; dan blijft de pis daar in ſtaan , en zen bevat ; zie ib. 2418.
verwekt een Steen , die zomwijlen zeer groot tot in den STEENBOK ; Geitenbok ; in 't latijn , Dama ; Ilex ; Ru
balzak toe aangroeit; van daar komt het , dat zommi. picapra ; (Capra cornibus nodoſis, in dorſum reclinatis.
ge daarom geineend hebben , dat de Steen daar groejen Linn. Sijft. Nat.) . Onder dewilde Bokken heeft deeze
konde . de eerſte plaats , die van de Dierbeſchrijvers in 't alge
3. Zomwijlen word niet alleen de Prostata door ver. meen Ibexgenoemt word , en onder dien naam bij John .
zweering aangedaan , maar ook de zaadblaas openingen , ston , Tab.XXVIII , zeer wel is afgebeeld. Van zom
waar op eene onvrugtbaarheid volgt. migen word hij ook , zo de Heer Klein aanmerkt, Ca.
pricornus getijtelt , en niet onwaarſchijnlijk zal het zo.
Over het ſplijten der Steenen , diaks-teken van den Steenbok naar dit Beest genoemt zijn.
Vermits de Steenen gevaarlijker zijn hoe zij grooter Zommigen willen , dat het betekent worde door 't He
worden , hebben reets de Ouden gedagt om die te ver- breeuwsch woord Akkoo, 't welk maar eens in het Oude
kleinen. Celsus zegt Lib, 7. c. 26. 3. hoe eenen AM- Testament voorkomt , en aldaar Steer:bok vertaald is in
MONIUS den te grooten Steen ſpleet ,door middel van een de Dortſche Overzetting. Deuteron . Kap XIV. vers s. .

ftaalen priem ; dog die manier is of gebrekkig beſchree . Alwaar de VULGATA Tragalaphus heeft, en daarom word
ven , of onmoogelijk; althans wij zijn niet in ſtaatden hetvan zommigen met redenCervicapraof Hertebok ver.
Steen door eenen haakzo te houden , 'datmen er op Naan taald. De Griekſche naam is Tragos agrios of wilde Bok ,
kar dat hij ſplijtte. en de HoogduitfcheSteinbuck; dog de Switzers der geberg:
VI Deel, Zz ter
3534 STE. STE .
ten noemen hem Yosch, dat buiten twijffelvan Ibex af ij te Hoornen , vol knobbels of knoopen, boogswijze
komt , een woord , welks afleiding door Hesychius ge- „ omgekromd en dikwils anderhalf elle lang ; weegende
nonen word van het geweldig treffen met zijne ontzago ;, ieder Hoorn zomtijds twaalf ofvijftien ponden ; hun
lijke groote Hoornen . BeLLONIUS zegt, dat er een zoort ; ne Pooten zijn zeer dun en hunde vlugheid in 't ſprin .
van wilde Bokken is , op Candia zeer gemeen , welke de so gen is onverbeeldelijk ”.
Franſchen Bouc- Estain noemen , en dit is de Steenbok , Het vleesch der Steenbokken 'word voor zeer verſter .
daar wij van ſpreeken. Bij verkorting word dit Beest in kende gehouden , en men rekent, dat het de beenen bij.
't fransch ook Bouquetin of Bougain genoemt. zonder ſtevig maakt. Ook bedienen de Boeren zich van
De woonplaats van deeze Beeſten is op de toppen der het bloed , als een uitmuntend zweetmiddel , en dit word
hoogſte Bergen en Steenrotzen van de Alpen , op de gren- gedroogd zijnde, van zommigen beter dan het gewoon
zen van Switzerland en Savoije ; hoewelmen ze ook viat. Bokkenbloed geagt.
in Dauphiné en elders , ja buiten twijfel zullen ze insge. STEENBOEKE , zie HAAGBOEKE.
lijks wel in de Pijreneeſche Bergen , tusſchen Spanjen en STEENBOLK , zie KABELJAAUWEN , 1. V. pag.
Vrankrijk zijn. De Heer ALTMAN van Bern gaf onlangs 1389.
berigt ; Journal etranger Fevr. 1755. , dat de Bouque. STEENBREK , zie SAXIFRAGE.
lins zeer gemeen plagten te zijn in de Switzerſche Al. STEENBREK DER OUDEN , zie LIJCHNIS ,
es pen , maar dewijl de Ingezetenen aanmerkelijk verme. n. 30. pag . 1888 .
„ nigvuldigden (zegt hij) , heeft men Huizen gebouwd STEENBREK ( ROODE- ) , zie FILIPENDULA .
„ op die plaatzen zelfs, daar deeze Beeſten gewoon wa . STEEN DER BLAAS en NIEREN , zie STEEN .
ren de wijk te neemen , en , dewijl de Jagers niet op- STEENDOGGEN , zie HONDEN , ' pag. 1089 .
„ gehouden hebben hun te vervolgen , 20 vind inen ze STEEN.EICKE , zie EICKE ( STEEN..
,, niet dan in Tirol , Walliſerland en het Saltzburgſche , STEEN -ESCH , zie ESSCHEN BOOM , 9. 2 en 3.
alwaar zij nog zeer zeldzaain zijn , Zij koomen meer pag. 678.
,, voor in de Savoiſche Alpen , en in de nabuurſchap van STEEN-GRAVEEL , zie NIER -GEBREEKEN .
», de ijskolken tusſchen de Bergen , die inen Gletſchers STEEN - GROEN , zie BERG -GROEN .
„ noemt; alwaar zij zomtijds bij troepen van twaalf of STEEN.HOMMEL , zie HOMMELS , 11. III. pag.
vijftien ſtuks loopen . De Heer KeiszLER verhaalt in 1082.
» zijne Reized, dat men ook Bouquetins vind op de Ge- STEEN-KALK , zie KALK.
» bergten van de Eilanden Candia en Cijprus , gelijk ook STEEN KARPER , zie KARPERS , 11. V. pag . 1446.
» op die aan de Kaap der Guede Hope. STEEN-KERSSEN , zie MAHALEB . E
De Jagt der Steenbokken is weleer in de Alpen zeer ge. STEEN -KLAVER , zie MELILOTE .
meen geweest , dog met groot gevaar vermengd. Men STEEN - KOOLEN ; Aard. Koolen ; van DrOSCORIDES ,
plagt ze na te zetten over ſchriklijke ſteile Rotfen , daar Argos yogátus , en van Nicander Eyzaggas até TPM
zomtijds het Beest bezet werd door de engte van het pad genoemt ; in 't latijn Carbo petreus ; in 't fransch , Houille , -

en op den Jager aanloopende hem noodzaakte , om, in- Faijet; Charbon de terre; is eene bitumineuſe zelfftandig.
dien zijn ſchoot miste , te gaan neder leggen en het Beest heid , die droog , hard , zwart , glinſterend is, en in 'e vuur
over zich heen te laaten loopen , wilde hij niet van een geworpen hevig brand , eene zwarte en dikke rook van
ſchroomelijke hoogte te pleiteren ſtorten. Het is onver : zich geeft , en een reuk als van pik verſpreid. Wanneer
beeldelijk , welke ſprongen dit Beest kan doen van de ee. deeze ſtoffe eenmaal is ontſtooken , zo houd zij veel lan
de Rois op de andere, en van hoe groote ſteilten het kan ger vuur , en geeft een veel ſterker hitte van zich, als ee .
afſpringen , bezeerende zich nooit ; wanç het komt al. nige andere brandbaare zelfſtandigheid ; de werking van
toos op de Hoornen neer. Steenzelfſ
Buiten twijfel zullen de Steenbokken hun Voedzel heb- riagtvuur
het ige endoet
ſponſdeieuſe of gheid
kool,tandi in aschveran wel in, een
, ofderen po.
die niet
ben van de Kruiden en Heeſters , die op deeze Bergen kwaaliſk na metaalakken of puimſteen gelijkt.
overvloedig groeijen. Ook beſtaan de Rotſen , waar op Gemeenlijk worden de Steenkoolen in twee zoorted on.
men ze meest vind , uit een zagten , zoutigen en zandagti. derſcheiden . Het eerſte zoort is vet , hard , in een ge.
gen Steen , welke zij gaarn met de tong likken. Het, pakt, daar bij blinkend zwart ; deeze ontbranden be.
zijn vreesagtige Beeſten , die, als door eene ingeeving zwaarlijk , maar eens ontſtooken zijnde , geeven zij een
der natuur, op eene voorzigtige wijze , naar men ver. heldere en ſchitterende vlan van zich , die van een dikke
haalt , bij troepen weiden gaan, hebbende altoos een rook vergezeld is ; dit is de beste zoort , en word ook
hurner voor uit , die , zonder te eeten , met opgeheven wel vette Kool genoemt.
Kop en ſtijf gezette Ooren , als op ſchildwage ſtaat , De tweede zoortis zagt, wrijfbaar , ontbind zich wan
waarſchouwende de anderen voor eenig dreigend gevaar. Deer eenigen tijd aan de lucht is blootgeſteld, en ont
De Jongen worden zomtijds levendig gevangen , als de brand gemakkelijk , dog derzelver vlam is niet zeer hel.
Moer is dood geſchooten , en als dan onder de kudden der , en deezen noemt men magere koolen. De eerſten
tam gemaakt , dog groot geworden zijnde , verkiezen zij die meerder bitumineuſe zelfitandeigheden bevatten ,
veel al hunne vrijheid en loopen weg .
vind
Men kan van de Voortteeling en Leeftijd der Steenbok . na de diepe
aanmen oppervla de gron
r in kte van dden de twee
danbode m ontm die men
de , oet , ditbijis.
bokken met geene zekerheid ſpreeken ; dog ten opzigt van oorzaak , dat zij dikwils met vreemde ſtoffen vermengt
de Lighaansgeſtalte, vind ik in de Natuurlijke Historie zijn .
van Switzerland , door den Heer WAGNER , het volgen- De Natuurkundigen zijn het gantsch niet eens , wat de
de aangetekent , Deeze zoort overtreft in grootte den eigenllijke aart en vorming der Steenkoolen betreft. Veelen
» allergrootten Bok. Het Wijfủe is kleiner dan het
het zijn er die voor het waarſchijnlijkſte gevoelen houden,dat
Mannetje , hetwelk een bruine 3ik heeft; de koleur, den oorſprong der Steenkoolen , zo welals die van de ver.
van beiden is roodagtig bruin of10s ; zij hebben zwar ſchillende zoorten van bitumen , git en barnſteen aan het
Rijk

1
STE : STE . - 3535
Rijk der Planten moet worden toegeſchreeven , en dit bruiken. In zodanige landen daar het hout of turf niet
meenen zij dat op waarneemingen ſteunt, dewijl de la. gemeen is , bedient men er zich van tot brand om zich
gen der Steenkoolen gemeenlijk meteen zoort van korst te warmen , en omſpijzen enz. te bereiden. Ook maa
zijn bedekt, die naar lei.Steen gelijkt , op welke men af ken er verſcheidene Konſtenaars en Handwerkslieden in
drukzels van Planten vind , en wel inzonderheid van 't beoeffenen van hunne'ambagt en gebruik van.
Smeden
Vaaren en Vrouwenhaair. Ook ontmoet men zomtijds en alle de geene die in ijzer werken , ſchatten die hoo.
zoorten van Steenkoolen, in welke men de wezentlijke za • ger als alle andere brandſtoffen , oin reden van de felheid
menvlegting van delaagen van het hout gewaar word. en duurzaamheid van derzelver hitte. Ook zijn zijvan
Insgelijks kan den waaren oorſprongvan deSteenkoolenzeer een uitneemend gebruik in deglasblaferijen.
waarſchijnelijk opgemaakt worden , door de ontdekking Het gebruik van de Steenkoolen zo wel in kachgels als
van het delfbaare hout dat men zedert eenige jaaren in op den haard, is geheel niet ſchadelijk voor de gezond
Duitschland in het Graafſchap Nasſau heeft gevonden. heid. De dampen die er van uitwaasſemen , ſtrekken om
In het oppervlak van de aarde word een harstagtig hout de lucht te zuiveren , zo als het door ſchrandere Ge.
ontmoet,dat de ineeste Natuurkundigen beweeren,niettot neesheeren is aangetoond.
ons waereldsdeel te behooren ; hoe dieper men in den STEEN - KRAAIJ , zie HOPPEN , Ph. IV. pag.
grond delft , hoe meer men van dit hout ontbonden 1144.
vind , dat wil zeggen wrijfbaar, gebladert, en van een STEEN KROP , zie LATUWE , n. 26. pag . 1771.
aardagtige zelfſtandigheid ; en als men dan nog dieper STEEN.LINDE , zie LINDEBOOM , M. 2. pag .
graaft , vind men wezentlijk Steenkoolen. Hier uit kan 1842.
men met grond beſluiten , dat door de omwentelingen die STEEN LIJM , zie LIJM , pag. 1893 ,
ten aanzien van den Aardbol zijn voorgevallen , gant- STEEN.MERG , zie LAC LUNÆ .
ſche bosſchen van harstagtig hout, zich onder de aarde STEEN -MIJT , zie MIJTEN , 1. XXXVIII. pag .
gedolven bevinden , in welke na verloop van veele eeu- 2240.
wen , het hout , na dat het een geheele ontbinding on. STEEN - OKERNOOT zie OKERNOOTE .
dergaan heeft , zich in een Nibof aardagtige zelfſtandig. BOOM , 11. 5. pag . 2329.
heid heeft verandert , die met de harstagtige ſtoffe , wel. STEEN -OLIE , zie NAPHTA .
ke het hout voor derzelver ontbinding bevattede, door. STEEN - PALM , zie EICKE ( STEEN . ).
drongen is . STEEN- PISSEBED , zie PISSEBEDDEN , n. XV .
Men heeft Steenkool-mijnen in verſcheidene deelen van pag . 2715.
Europa , en zelfs in Amerika. In de verhandeling van de STEEN- PLEVIER , zie SNEPPEN , 16. XIII. pag
Hr. MORAND over de Steenkoolen , vind men cene optel. 3416 .
ling van de verſchillende plaatzen der Aardbodem , alwaar STEEN -POKJES , zie POKKEN.
men Mijnen van die zo nuttige ſtoffe heeftontdekt; zio STEEN -RAAVE , zie BERGHOPPE.
ook ten dien opzigte Di& ionaire des Foliles , als mé- STEEN ROOS , zie BERG - ROOS .
de, Receuil de Traités ſur l'Histoire naturelle , beide van STEEN -ROOSJES , zie CNEORUM MATTHI.
de Hr. E. BERTRAND . Inzonderheid word er veel Steen . OLI.
kool in Luikerland gegraaven , als mede in Engeland , en STEEN - SMETSER , zie VALKEN , 91. XV. 3532.
wel voornaamelijk in de nabuurſchap van Newcastle, STEEN- SNIJDEN , zie STEEN , pag. 3532.
maakende een voornaame tak van Koophandel voor En. STEEN- SWEL , zie GEZWEL.
geland uit. In Schotland word eene zoort gevonden, STEEN-UIL , zie UILEN , n. VII.
die zich zeer fraaij laat polijsten , en waar van men STEEN-VAAREN , zie MILTKRUID .
ſnuifdooſen , knoopen en andere ſnuisterijen meer ver- STEEN VAN LIPIS ; deezen naam word aan een Steen
vaardigt. gegeeven , welke in Amerika in de Provintie van Poroſi ,
Gemeenlijk is het in bergagtige hobbeligge landftree. bij de Stad Lipis word gevonden. Inwendig is dezelve
ken , dat de Steenkool-mijnen ontdekt worden. De Stee. ſaphieragtig blauw en iets doorſchijnend. Hij is zeer hard,
nen met afdrukzelen bezet, zijn er de gewoone merkte en van zulk een wrangen ſmaak , dat hij de tong'aanraa.
kenen van. Men ontdekt dezelve, door het land waar kende op dezelve blaaren veroorzaakt. Men pulveriſeere
men vermoed dat Steenkool in is, te booren , ofwel door deezen Steen , en als dan gelijkt hijna Indigo, behalven
onderzoek van het water dat van de Bergen af ſtroont. dat de koleur veel helderder is. Het is een geweldig were
Zo het beginzel' van dit water zwartagtig is , of zo het kend zamentrekkend middel; men'mengt er van onder de
geele oker bevat,die gedroogt en gecalcineert zijnde , pleiſters. Denkelijk is die Steen zijn
koleur aan een vi.
bijna door den zeilfteen niet word aangetrokken , 20 triolisch en koperagtige pijrites verſchuldigt die zich
zijn dit gunſtige voortekenen. Zie hier ook over de Me. ontbonden heeft, en dat het aan 't vitriool is dat hij zij
moires de TRIEWALD en_M . MORAND , als mede le nehoedanigheden is verſchuldigt. Zie de Laer, de La
Di & ionaire des Fofiles par E. BERTRAND. pidibus & Gemmis.
Een Kool-mijn ontdekt zijnde , die men wil uitgraaven , STEEN VAN VENUS ; Gemma veneris ; is denaam door
zodelft men twee putten die de opper -en onderlagen van eenige Schrijvers aan den Amethist gegeeven .
STEEN VAN VULCAAN , zie PIRITEN.
de ader der Steenkoolen doorbooren. Een van deeze putten
dient om er een pomp in te plaatzen die het waater uit STEEN-VISCH , zie LIPVISSCHEN , 9. XL .
de mijn trekt , de ander om de uitgegraaven koolen op STEEN -ZAAD , zie PAARL-KRUID.
te haalen. Ook verſtrekken zij tot luchtgaten om aan de STEEN ZOUT , zie ZOUT .
Mijnwerkers verfche lucht te bezorgen, en om de gevaar- STEEN ZWALUW , zie ZWALUWEN , m . V.
lijke dampen , welke gewoonlijk deeze mijnen vergifti. STEGANOGRAPHIA , ook Crijptographia genoemt ;
gen , uittocht te geeven, is de wetenſchap van het verborgen ſchrift , of om met
De Steenkoolen zijn van groot nut tot verſchillende ge- cijffers te ſchrijven, zo • dat hei ſchrift van geen ander
Zz 2 kan
3536 STE. STRE

kan geleezen worden , als door die geene welke er de ſtreeks Birſa, veele zodanige Viſchjes weeten te kriju
Deutel van heeft. gen , waar van voelen den Buik zeer gezwollen had.
Voor meer dan 2000 jaaren , na het verhaal van Po den , en , dezelver openende ', vonden zij daarin ze .
LIRIUS , verzon Æneas de grootſte werktuigkundige van kere Wormen , die meest naar den Lintworm gelee.
zijnen tijd , twintig verſcheidene inanieren om op eene ken ; zijnde de Worm , naar reden van het Vilenje ,
wijze te ſchrijven , dat niemant er iets van koste be. zeer groot.
grijpen, of bij moest het geheim weeten. Belangende de Geſtalte moet men aanmerken , dat
Maar ten buidigen dage valt het zeer bezwaarlijk iets ſommigen op de Rug maar twee Doornen hebben, ge.
zodanig te ſchrijven , dat niet kan ontcijffert worden , en lijk KLEIN ſchrijft , en deeze Doornen zijn van de
waar van men het geheimn niet ontdekke. De uitmun- Rugvin afgezonderd; 't welk ze zeer kenbaar maakt.
tende Wiskonstenaar Dr. Wallis , heeft zeer veel tot Voorts zijn zij de kleinſten onder de Europiſche Vis.
de konst van ontcijffering toegebragt. ſchen , hebbende zelden meer dan twee of drie dui.
De Steganographia welke onbetwistelijk eene weten. men langte. Aan den Buik voeren zij ook twee Ste
ſchap is, die men onſchuldig kan oeffenen , is nogthans kels. Het Lighaam is niet geſchubd, maar met bee.
in min verligter ceuwen , voor een duivelſche uitvinding nige Schilden bedekt, gelijk de Steur, van koleur zil.
gehouden. TriTHEMUS Abe van Spanheim , ondernoo. veragtig, behalven de Kop en Rug , die zwartaglig
men hebbende dezelve te doen herleeven , en een dien zijn . In de Borstvinnen zijn jo , in de Staartvin iz
einde verſcheidene werken hebbende zaamengeſtelt, was Straalen gevonden. De Buikvinnen beſtaan uit twee
er een Mathematicus zonder twijffel ecn weetniet, Bo. Beentjes , waar van het eene de genelde · Doornen
Ville genoe.nt, welke niets van zekere buitengewoone maßt; de Aarsvin uit 9 Straalen, en daar van één
naamen begrijpende , die . TrITNEMUS tot geen ander ſtijf en ſcherp: Het kan zijne Stekels naar believen
einde hadde gebruikt als om zijn Icerwijze aantedui- opzetten . Men vind : ook Stekelbaars met tien of elf
den , opentlijk beweerde, dat hetwerk vol duivels kon- Rugdoornen , doch , volgens de ſchikking van onzen
ſtenarijen vervult was. Possevin heeft het zelve nage. Autheur, maakt die de vijfde Soort van dit Geſagt.
ſchreve!); en door deeze valſche aanduidingen ingenoo- II . Lootsmannetje ; Scomber ductor : (Gasterosteus fpi .
men , liet de Keurvorst van de Paltz Frederik II, het nis dorſalibus quatuor.) Dit Viſehje dat aan de kust
origineele handſchrift der Steganographia van.Trithe . van Afrika en elders in den Oceaan te huis hoort,
MUS, 't welk hij in zijn Koekerij had, verbranden . Doe ſchijnt bij de Ouden niet zeer bekend geweeſt te zijn.
wen in 't vervolg van die vooroordeelen was-te rug gekoo. De Engelfchen noemen hem Lootsmannetje , de Swee
men , hebben verſcheidene Schrijvers Verhandelingen den Lods. Op mijne Reize- naar China , ( ſchrijft
over de Steganographia in’t licht gegeeven , als onderan. OSTECK , ) in den jaare 1751 en vervolgens , had ik
deren , CARAMUEL , G. SCHOTTUS, WOLFGANG ERNST , gelegenheid , om verſcheide groote Haaijen te zien ,
Einel een geleerde Duitſcher, ook een Hertogvan Lu- ,, met haare kleine Gidſen of Voorloopers vergezeld,
penburg , welke in 1624 eene Verhandeling over die mate. 9 die de Oostindiſchvaarders Loorfen of Lootsmanne
rie liet drukken , getitelt Crijptographia , dat wil zeggen ,, tjes noemen , dewijl zij de Haaijen altoos vergezel.
voorgaan
gerborgen ſchrift; dat is ook 't geen. Steganographia bete- len of . Of hun oogmerk daar mede zij ,
kent , 'twelk een woord is gevormt, van het griekſche hunden Heer aan te wijzen , waar hij zijn Voedzei
OTEWONOS , bedekt, en van region , Schrift. Men vind vinden kan , en hem te waarſchouwen voor gevaar;
verſcheidene voorbeelden van Steganographia in Oza- , daņof zij beſcherming bij hem vinden , zonder hem
NAM recreations Mathématiques . ;; dienſt te doen , is zeer moeielijk te bepaalen ;
STEKELBAARSEN is de naam van een Visſchen dog dat zulks niet zonder reden geſchied , daar
geſlagt , 't welk in 't latyn die van Gasterosteus voert, van zal de geheele Wereld overtuigd zijn ,
ter oorzaake van de ſtekeligheid van hunnen buik , want De Heer Osbeck deedt er , op den 8 April van 't
in geſtalte ſweemen zij eenigzints naar de Baarſen . genelde Jaar , in de groote Oceaan , ongevaar drie
Behalven de Viſchjes die doorgaans dus genoemt graaden benoorden de linie , eenige vangen door mid
worden , bevat den Hr. Linnæus er in dit geſlagt,die del van een Net, 't welk men als een Totebel in 't
van anderen tot de Baarſen of elders te huis gebragt water nederliet , houdende daar boven een half doo
zijn , zo dat hij agt zoorten in 't zelve lieefi, als volgt. denHaaij;want, de Lootsmannetj naar gewoonte bij
1. Driedoornige Stekelbaars; Pungitius Alberti: Jonst .; denzelven komende, werden er esveelen met het Net
Piſcicillus aculeatus Rondeletii WilluGHB. p. 341.; (Gas- opgehaald. Eenige daar van nam hij in ſterke drank
teroſtenes Spiris dorſalibus tribus. Linnæi syft. Nat.) mede, de overigen , gekookt zijnde, werden van hem
Deeze heet bij de Autheuren Spinachia of Stekelviſchje, gegeeten , zijnde zeer goed van ſmaak.
Deeze Viſch , zegt hij , ziet er uit als een Baars ,
van wegen de doornen die het op de Rug heeft, zo wel
als aan den Buik. DeEngelſchen noemen Betzelve ook , zijnde een vierendeel van een elle lang. In de Kieu :
deswegens, Steckle. Bak , Banſtickle of Shar;ling ; de wendekzelen hadt dezelve jo Straalen in de Rugvin 30,
Duitſchers Stickling, Skottſpig , of Stechbuttel. Het waar van dedrie voorſten ſtijf, dog kort; in de Borit
is onze gewoone Stekelbaars, die men in de zoete wa . vinnen 19 , in de Buikvinnen 5 ; in de Aarsvin 16 , in
teren menigvuldig vindt , doch wegensde kleinte naauw. de Staartvin 26 Straalen. Het Lyf was op zijde plat
yks kan gevangen worden, en derhalvs geen waarde of hooger dan breed ; de Kop van vooren -Iteil; deKaa.
heeft, onder de eetbaare Visfchen . ken bijna egaal , met veel kleine Tandjes bezet ; de
Omtrent dit Viſchie , dat ook menigvuldig voorkomt Oogen klein en rood, met de Kringen beurtlings goud
in andere deelen van Europa , heeft zeker Switzerſch en zilverkoleur ; de Rug blaauw , de Buik wit. Voorts
Doktor, genoemd. D'ANNONE', een waarneeming me waren de Kop , Rug en Buik ,met zevendonkerblaau
degedeeld. Eenige Liefhebbers hadden , den 7 en 10 we bandeerſelen omgeeven, 't welk deezen Viſch een
April van 't jaar 1758 , in de Beekjesen Meiren om . fraaij aanzien gaf. De Schubben hadt hij klein , enzeer
vast

11
STE. STE . 3537

vast zittende aan de Huid , gevonden. europiſchen behoort , is veel grooter dan de gewoone
III. WestindiſcheStekelbaars, in 't latijn .Gaſteroſteus Stekeibaarſen, als wordende wel negen duim of twee
occidentalis ; ( Gaſteroſteus fpinis dorſalibus feptem , Spi handpalmen lang. Men-vangt hein veel in de Inham
nisque duabus ante piinam analem . Linn. Syft.Nat.) Dee. der Oostzee , bij Kiel in 't Holſtcinfche, alwaar de In
Westindiſche Stekelbaars welke in het Kabinet van de gezetenen hem Steinbicker noemen , en de Visſchers van
Hr. De Geer word gevonden , heeft in de Rugvin II , heiligland , voor de Elve , geeven er den naam van
in de Borstvinnen 7 , in de Buikvinnen 6 , in de Aars. Erſskruper-aan. SCHOONEVELD , die hem 't allereerst
vin 7 en in de Staartvin 16 Straalen. beſchreef, noemde hem , lange zee- Stekelviſch.
IV. Eijvormige Stekelbaars, in 't lat. Gaſteroſteus ova- De Zee .Stekelbaars is vierkant van Lijfen zeer dun ,
tus ; (Gaſteroſteus fpinis dorſalibus feptem ;prima recum- teer en geheel glad van huid , die zwartagtig is op de
bente , corpore ovato. LINN. Syft. Nat.) Deeze Oost. Rug , aan den Buik geelagtig wit ; hebbende den Kop
indiſche Stekelbaars is een langwerpig eijvormig Viſchje, ſpits, bijna als die van een Snoek , dog dunner van Bek.
zegt LINNÆUS , dat de Geſtalte van den Klipviſch heeft, Hij heeft aan de Kieuwen twee Vinnen , op 't midden
als zijnde platagtig op zijde. Het heeft op de Kaaken van de Rug ééne Vin , die driehoekig is, van waar ,
en Lippen ruuwe Tanden. Voor de -Rugvin zijn zeven naar de Nek toe , op een rij geplaatst zijn vijftien Ste .
Doornen , van dezelven en van elkander afgeſcheiden, kels ; die een weinig agterover hellen , zijnde los en
beurtlings na de zijden geſtrekt. Van deeze Doornen niet door een vlies te fainen gevoegd. Midden aan den
is de eerſte kleinst, de tweede wat langer. Twee ſtij Buik heeft hij Stekels , die naar de zijden van elkan.
ve Doornen heeft het voor de Aarsvin , die 17 Straalen der afgekeerd ſtaan ; aan de Navel één. De Staartvin
heeft, de Borstvinnen 10 , de Buik vinnen 6. In de Rug. is driehoekig.
en Staartvin zijn er 20. Het verſchilt van de overige VIII. Spinarella ; ' (Gaſterosters, capitis poftico-fpinis
Stekelhaarſen , doordien in 't Kieuwenvlies geen drie quaternis jerrulatis longitudine abdominis. Linn. Syft.
maar zes Siraalen zijn. Ook heeft hetzelve het beeni. Nat.) Een Oostindiſch Viſchje , uit de beſchrijving
ge Borstſchildje niet. 't Schijnt daarom twijfelagtig , van het Koninglijk Sweedſche Kabinet, wordt tot dit
of het dok tot de Lipvisſchen te brengen zij . De eers. Gelagt betrokken. Hetzelve heeft in de Rugvin 16, in
te Rugdoorn legt voorwaards beſtendig neer , gelijk in deBorstvinnen 20 in deBuikvinnen 4, in de Aa: svin 8 Straar
fommige Makreelen , len. Het Lijf is Spilrond, een duimbreed lang; de Kop
V. Tiendoornige Stekelbaars , in 't lat. Gaſteroſteus met ontelbaare rimpels , hebbende van agteren vier ag,
pungitius; (Gaſteroſteus ſpinis dorſalibus decem. Linn. ter-uit ſteekende Doornen , die hyna 20 lang. als de Buik
Faun. Suec. ). Dit is een andere zoort van onze gewoo. zijn. De Straalen van de Staartvin zijn wegens de klein .
ne Stekelbaars , die men van de eerste onderſcheid te en om dat dezelve beſchadigtwas , niet gereld .
door het getal van Doorntjes op de Rug , welken dee. · STEKELBUIKEN.is de nederduitſche naam van dat
ze er tien of elf heeft. Hoewel RondeLEtius deeze Visſchengeſagt, 't welk LINNÆUS Tetraodon noemt >

kleiner noemt, zegt men doch , dat het Lijf langer zij. 't welk viertandig betekend, van dit Geſlagt worden
Van de gedagte Doorntjes heeft het beurtelings een naar zommigen voor venijnig gehouden.
de regter, een naar de Ninker zijde hellende. Ook De Kenmerken waar door dit Gerlagt van dat der
ontbreekt er die wapening , uit drie plaatjes beſtaande, Beenvisſchen word onderſcheiden , beſtaan in de ſteke.
op de Zijden aan . ligheid van het Lijf van onderen dat veelal rondbuikig
VI. Vliegende Baars, in 't lat. Gafteroſteus volitans; (Ga. is uitgezet. Zij hebben de kaak beenig , uitgeſtrekt, aan
ſteroſteusJpinisdorfalibus tredecim , cirris ſenis , pinnis pe. de tippen in tweeën verdeeld ; een ſtreepswijze lucht
Xoralibuscorporelongioribus LINN. Syft. Nat. ) Men heeft gat of opening op zijde , en de Buikvinnen ontbreeken
deezen voorheen tot de Baarſen gebragt, en vliegende er ook aan .
Baarsgeheten. Anderen noemen hem Amboineeſche Baars De Heer LINNÆUS heeft zes zoorten , die in het ge .
of Amboineeſche Viſch , alszijnde dezelve van Ambon , in Nagt van Oſtracion bij Gronovius, en wel in de afdee.
Ooſtindie afkomſtig. Men geeft er aldaar, volgens VA• ling der geenen die rond zijn van lijf ; en in dat van
LENTYN , den naam van Ikan Kalkoen Sowanghi ofSuan Crayracion bij Klein begreepen zijn . De Molenſteena
gi , dat is Tover-Kalkoen. Viſch , aan. De Heer KLEIN Viſch maakt de laatste zoort uit; de anderen zijn in L4
noemt bem Pſeudopterus, als de regte vliegende Viſch ropa vreemd.
niet zijnde en misſchien ook niet veel vliegen kun. J. Schildpadagtige Stekelbuik , in ' t lat. Tetraodon Tes
nende.
tudineus ; Oftracion oblongus glaber corpore figuris variis
Een voorwerp , uit de verzameling van den Heer ornato. ART. Gener, 60. Syn. 86.; Orbis oblongus ,
VOSMAER , zesthalf duiinlang zijnde , wordt door den Testudinis capite. Will. p. 147. ; ( Tetraodon ' abdomi.
Heer GRONOVIUS omſtandig beſchreeven . Hij vondt in ne plano leviore, dorfo futuris curvis albispitto, LINN.
de Rugvin van 't zelve 12 , in de Borstvinnen 14 , in Syft. Nat . ) De Kop van deeze is ſteil afloopende ,
de Buikvionen 6 ; in de Aarsvin 9 , in de Staartvin 13 langwerpig , ſtomp , met vier Tanden , twee boven
Straalen . In zeker Viſeb van deeze zoort heeft zijn en even zo veel onder in de Bek , die breed zijn en
Ed. , boven ieder Oog , płatteneerhangende Baartjes naar elkander hellen. De Neusgaten puilen uit en zijn
gezien , die wederzijds Vinswijze getakt waren ; heb. wederzijds met een zakje of wrat doorboord. De
bende dezelve ook ovaalagtige , vliczige Kwabbetjes , Hals is dikker dan de Vifch , niet dun gelijk in de af
in plaats van Baardjes, aan de Kieuwendekzelen. 't Is beelding van Clusius ; de Kieuwen - opening voor en
een eetbaare Viſch , die veel voorkomt op 't gedagte gevens de Borstvinnen . Het Lijf verheveorond , heeft
Eiland . de Rug in 't agterſte gedeelte ruuw , van boven met
VI1. Zee- Stekelbaars ; Spinachia ; Aculeatus marinus bleeke en geelagtige Streepen op verſcheiderlei wijze
major.; Jonst. ( Gaſteroſteus fpinis dorſalibus quindecim . als een Net beweeven ; de Zijden zijn geſprenkeld met
Arrep . Gen. 52. fyn. 81. ) Deeze die meede tot de bruine vlakken. Aan den Buik , die plat is en breed
Z z 3 agtig
$ 530 STE TE .

agtig, vinde men veele uitgeholde Stippen verſpreid, bleek blaauwe Vlakken overal zeer digt beſprenkeld :
De Navel is , naar de Staart toe , voor de Aarsvin ge. de Oogen , welker Appelen geel zijn , blaauw geringd;;
plaatst. De Borstvinnen , die breed en ſtomp zijn , het lijf ongeſchubd. Onder aan de Keel hangt een
hebben 14 , de Rugvin heeft 6 ſtraalen , die flap en zoort van Krop , die met ſtreepen , naar de Staart toe .
takkig zijn , uitgenomen de eerſte ; de Aarsvin , tegen loopende , ſierlijk is getekend. 'De Zijdvinnen zijn geel,
dezelve over , 6 takkige Straalen , de eerste kleinst ; de Bek klein naar de grootte van den Viſch . De sno
de Staartvin , dergelijken en zij is onverdeeld . wooners zijn er zeer gretig naar , doch hij heeft iets
II. Opblaaſer in 't latijn Lagocephalus ; Oftracion ca. venijnigs , dat men eerst voorzigtig moet wegdoen.
thetoplateus oblongus ventre tantum aculeato & fubrotundo. V. Borſtelige Stekelbuik , in 't lat. Oſtracion hispidus;
Arted. Gen. 58. Syn. 56 .; ( Oſtracion cathetoplateus, te . Oſtracion tetraodon fphæricus, aculeis undique exiguis.
traodor , compresſzus maculofus, Jcaber, Gron. Muf. I. 12. Art. Gen. 58. Syn. 83.; ( Tetraodon totus hispidus pa .
126. ) Deeze behoort onder die Visſchen , welke men pillis ſetaceis. Linn. Syft. Nat . ) Deeze Oostindiſche
Orbis of Rondviſch , beter Klootviſch plagt te noemen, zou, volgens de aanhaalingen van ARTEDI , de Klooc
wegens de rondheid van het Lijf, dat zij, 20 't ſchijnt viſch der Ouden zijn ; doch het Voorwerp , in de Chi.
kunnen opblaazen , of dat zich als een ledige blaas ver neeſche Verzameling van den Heer LAGERSTROOM aan
toont , wanneer zij dood zijn ; en hierom noemtmen ze de Akademie van Upſal vereerd , was eijrond , en kwam
ook wel Blaasvisſchen . nader aan de geenen , die men Opblaazertjes noemt , of
De Heer GRONOVIUS beſchrijft thans zodanig een aan onze tweede zoort. De (weetandigheid van den
Viſchje , van Kurasſau gekomen , 't welk vijf duimen Bek , boven en onder , die den Viſch viertandig ( Te
Jang was , bijna anderhalf duim hoog en op 't breedſte traodon ) maaken, gelijk alle de voorgaande zijn ; doet
maar zeven liniën ; dus veel hooger dan breed , gelijk hem van de Egelvisſchen verſchillen , onder welken by
zijn Ed. aanmerkt, zo van Lijf als van Kop , die met anders zou behooren. Ook zegt men , dat deeze , te
een kleinen Bek en viertandig is , hebbende groote Oo Venetie , Peſca Colombo , dat is Duifviſch of het Duif.
gen en kleine Neusgaten . De Rug is 20 breed als de je , van de Duitſchers Meertaube , dat is zeeduif , en
Kop , en , gelijkerwijs de Zijden , met een ongeſchub. Kugelfiſch, dat is Kogel- of Klootviſch, ook welMeer.
de gladde Huid gedekt. De , zak van den Buik , die fajčh , dat is Zee Fleſch ,geheten wordt. Doch al die
inkrimpt als de luch: er uit is, heeft veele ſtekelige naamen oordeelik toepasſelijker op den voorgaanden z
Schubbetjes,en is witaglig; aan de Zijden zilverkoleur; zo wel als die van the Globe of Scullfish, dat is Her
de Rug uit den blaauwen zwartagtig ; aan de zijden ſenpan -Viſch ; gelijk de Engelſchen dien , wegenszijne
vindt men eenige zwarte vlakjes. rondheid , tijtelen,
III. Geſtreepte Stekelbuik , in 't lat. Ofuracion lines . In de Borstvinnen zijn geteld 17 of 18 , in de Rug.
tus; Tetraodon Jahaca. HasselQ. Iter. 400.; ( Tetrao- vin 8 of 9 , in de Aars- en Staartvin ieder 10 Straalen;
don fafciis longitudinalibus fuscis pallidisque. LINN. 't welk nader overeenkomt met de laastgemelde tel.
Muf. Ad. Fr. 11. ) Gelijk de voorgaande zoort over- ling ; doch men merkt aan , dat hij het Lijf niet van bo .
dwars gebandeerd , is deeze overlangs geſtreept , 't ven glad heeft, niet ſamengedrukt of platagtig op Zij
welk den bynaam geeft. Doktor HASSELQUIST kreeg de , en aan de Neusgaten met plaatjes is voorzien , zijn.
dezelve uit de Nijl, bij Kairo , alwaar men deezen de de Tanden met dikke Lippen gedekt.
Viſch nog niet lang vernomen hade ; zo dat bij moog. VI. Molenſteen - l'ifch ;Mola Salviani, five Orthragoriscus
lijk uit de Middelandſche Zee kon afkomſtig zijn. De Rondeletii. JoNsT.; Oſtraceoncathetoplateusfubrotundus,
Arabieren noemden hem Fahaka , en de Inwooners van inermis , aſper , pinnis pe &toralibus horizontalibus , fora.
Egijple verzekerden , datdezelve bij uitſtek groot wierd , minibus quatuor in capite. Art. Gen. 61. Syn. 83.; ( Te.
hoewel de geene dien hij kreeg maar een ſpan lang traodon lævis comprejus, cauda truncata , pinna brevisja.
was , aan den Buik ongevaar twee handpalmen dik . ma dorſali analique annexa. LINN. Syft. Nat. ) Een
Zie hier de Beſchrijving kortelijk. zonderling Schepzel komt ons hier voor onder den
Deeze Viſch heeft den Kop groot , platagtig , en , zo naam van Mola , die er door de Ouden reeds aan was
wel als 't Lijf, gedoornd ; de Snoet kort, dik en ſtomp gegeven , om dat het bijna geheel Kop is zonder Lijfof
glad , met een klein Bekje , dikke Lippen en vier ſter. Staart , en eenigermaate rondagtig , hoewel niet zo rond
ke Tanden ; de Tong met verheven hoeken aan den als de voorgaanden . De Italiaanen geeven er hierom
wortel , die door een inham afgezonderd zijn , gelijk den naam van Peſce Tamburo of Trommelviſch , de En.
in de Vogelen, het Gehemelte glad , de Kieuwenopc. gelſchen dien van Sunfiſch aan, doch zij noemen hem
ningen bijna de pink inlaatende. Het Lijf is rolronde ook Molebute. Van de Franſchen wordt hij ook wel
agtig , met de Zijden zeer uitgezet er vleezig , terwijl Lune , dat is Maan of Maanviſch getijteld , 't zij we .
de Buik uit een vliezigen Zak beſtaat, die zeer groot gens de Geſtalte , 't zij wegens het licht geeven in ' t
en wijd is. In de Rugvin werden door hem 12 , in de donker , welk laatſte mij zo onwaarſchijnlijk niet
Borstvinnen 21 , in de Aarsvin , en in de Staartvin II voorkomt. Want ſchoon het licht geeven by nagt aan
Straalen geteld. In de eerstgemelde vondt LINNEUS fommige levendige Visſchen en aan de rottende in 'tal
er II, en 18 in een voorwerpe dat van zijn Ed . ge- gemeen eigen is , moet de Geſtalte deezen Viſch , op 't
bragt is in de beſchrijving van het tweede Kabinet ſtrand of elders leggende , zig dan in 't donker als de
zijner Koninglijke Sweedſche Majeſteit. Maan doen vertoonen ; gelijk RONDELETIUS zegt , dat
IV . Vlakkige Stekelbuik , in 't lat. Oſtracion ocellatus; zijn Knegt , op zekeren tijd , daar over verſchrikt de
Oſtracion maculous , aculeus undique denfis exiguis.Art. vlugt nam
nam .. De ligtgeloovigheid zich , uit onverwagte
Gen. 58. Syn. 85. ; ( Tetraodon laſcia humerali ocellata. verſchijnzelen , alles kwaads verbeeldende, zal moo . 1

LINN. Muf. A. Fr. 11. ) Volgens NIEUW OFF , is gelijk deeze Viſch , van ſommigen , daarom , Doodkift
dezelve ointrent een voet lang en zeer dik ; van koleur, getiteld zijn.
zo op het Lijf als aan de Vinnen en Staart bruin , met Hij onthoudt zig niet alleen in de Middelandſche
maar

1
STE . STE. 3539
maar ook in de Noordzee , wordende aan de Franſche De Stekel Varkens zijn in ons Wereldsdeel vreemd ,
Kust , aan die van Groot - Brittannie en van ons Land ; wordende in Afia en Amerika gevonden. Linnæus geeft
hoewel zeldzaam , gevonden. WILLOUGHBY of Ray er vijf zoorten van op , BRISSON zes , niectegenitaande
beſchrijft er een , die te Penzance in Cornwall gevan- hij er het Malakſche Stekel.Varken , dat den kostbaaren
gen was , en waar van degevulde Huid in het Kabinet ſteen geeft , Pedro del Porco genoemt, van uitzondert.
van de Koninglijke Socieceit te Londen bewaard werdt. I. Gekuifd Stekel-Varken , in't latijn Hijstrix cristata ;
Dit Schepzel was over de twee voeten lang , doch inen Hijstrix orientalis cristata. See Muf. I.p.79 .; (Hijstrix
zeid' dat er ook gevangen waren van bij de honderd palmis tetradačijlis, plantis pentada&tijlis,capite cristato,cause
pond zwaar. Zodanig een was het , die door den Groot da abbreviata. LINN. Sijft. Nat.) Men zou dic ook het A
Hertog van Toskanen , in de winter van 't jaar 1674 , frikaanſche Stekel.Varken noemen kunnen , aangezien het
aan den vermaarden Redi gegeven werdt , en van hem zich volgens den Heer Brisson , zo wel in Afrika, als op
dus beſchreeven . de eilanden Sumatra en Java , in de Oostindien , onthoud.
Hij was geheel bekleed met een onegaale ruuwe Huid, Het heeft, zo bij aantekent , de langte van twee en een
gelijk die van de Zee-Varkens , Haaijen , en andere halven voet , van den Snoet tot aan het Fondament; de
Kraakbeenige · Visſchen. Hij hadt maar vier Zwem . Pooten zijn zeer kore , de voorſten maar vijf duimen van .
vinnen met de zelfde Huid gedekt ; waar van de twee den Buik tot aan den grond , de agterſte zes duimen. De
kleinſten aan de Kieuwgaten geplaatst waren ; ſtaande Kop is vijf duim lang; de Bovenlip geſpleeten als die van
een der grootſten omtrent op 't midden van den Rug , een Haas; de Oogen klein , de Ooren als die van een
de andere onder aan den Buik , bij de Navel . Aan het Mensch. Het heeft bijna geen Staart. Een der Vingeren
agterſte des Lighaams, zo breed als de Buik op't breed van de Voorpooten is zo klein , dat zich niets daar van
ite , zag men geen Vinnen noch eenige ſchijn van Staart, dan den Nagel uitwendig vertoont; deRug en Zijden zijn
om zo te ſpreeken. Onder de Luchtgaten, wederzijds, bedekt niet breede Pennen , aan de punten ſcherp , van
waren vier zeer groote Kieuwen , benevens een kleine verſcheiderleij langte en dikie , bont of uit wit en bruin .
se , verholen . Het Scherzel hadt den Bek by uitſtek aglig zwart gemengeld van koleur. Men vind er ook die
klein , ja niet half zo groot als een Trilroch , van nog geheel en al wil zijn ; zommigen zijn van zes tot twaalf
geen zeven pond zwaar , denzelven hadt. Voor aan duimen , anderen vijftien duimen lang en geheel buig.
de Bovenkaak was een krom ſnijdend Been, en derge. zaam. Op het agterſte van den Kop in de Nek heeft dic
lijk een ſtondt er in de onderkaak , verſtrekkende voor Di een zoort van Pluim ofKuif , uit zeer fijne, lange ,
Tanden . De ingang van de Keel was met taainelijk buigzaame Steckels beſtaande , naar Varkens- Borſtels ge.
lange kromme , ſcherpe, harde , Stekels of Borſtels lijkende en zonmigen één voet lang , ten deele wit , ten
bezet. Men vondt de Maag niet grooter dan de Dar- deele grijs of graauwagtig,
graauwagtig , Met dergelijk borſtelig haair
men , die zeer dik van wanden waren , en zig agt is de Borsten Buik bekleed, en daar van zal degriekſche
vademen lang uitſtrekten ; zijnde verſcheide maalen naam , welke zo veel zegt als Hyos thrix , of Varkens.
omgeboogen en benooten in een ſoort van Zak of Haair , afkomſtig zijn.
Scheede. Rení voegt 'er bij , dat hij de geheele Maag Wanneer het Stekel-Varken getergd en toornig gemaakt
en Darmen gevuld vond met een witagtige pap , zon- word , blaast het zijn lighaain op in verbittering; het zet
der eenige ſchijn van voedzel of afgang . Twintig Wor. de Pennen overend en kan er zomtijds , zo men wil , ee
men van roetkoleur, met gevorkte Staarten , waren nigen uiſchieten door de ſterke ſpanning van zijn Huid.
in deeze ſtoffe ingewikkeld . Zelden , echter , zullen deeze Dieren iemand door bijten
STEKELIGE EGELVISH , zie EGEL.VISSCHEN , of ſteeken beſchadigen , ten zij menze zelf kwetst of in
m. III. pag. 601 . een grooten trap beledigt ; en dit geſchied inzonderheid
STEKELIG OLYPHANTJE , zie OLYFHANT- door hunne Peanen te drukken , 't geen zij zo't ſchijnt,
JES , 1. LIII. pag. 2361. niet verdraagen kunnen. SEBA verbeeld zich , dat die
STEKEL -KRAB , zie KRABBEN , n. XIX . pag . mogt veroorzaakt worden door de prikkeling ,welke hun
1622 ; het aanraaken der Pennen veroorzaakt , doende de Gal
STEKEL -STAART , zie HAAGDISSEN , M. IX. door het geheele Lighaam zich verſpreiden , alzo zij de
pag. 907 . Galblaas zeer groot hebben .
STEKEL.VARKENS, is een Gelágt van Dieren, Volgens Jobson vind men aan de Gambra Stekel -Var
wiens naam van het griekſche woord Hij /trix is aftelei. kens , die het Gevogelte van dat Land niet minder nadeel
den, de Spanjaarden en Italiaanen noemen het Puerco doen dan de Sivetkatren; eenige weinigen zijn er ook aan
espin en Porcoſpinoſo , dat eigentlijk een ſtekelig of met de Goudkust , dog zeer groot , hebbende de hoogte van
doornen gewapend Varker, betekent. De Franſchen geeven omtrent twee en een halve voet , en zo ſcherp van Tan .
het om die reden den naam van Porc epic , de Engelſchen den dat er geen houtwerk tegen beſtaan kan . Bosman
Porcupine , en de Duitſchers Dornſchweijn of Stacheln had er een geflooten in een ton , waar in hij het oor.
Schweijn , en de Sweeden Pige Swin . deelde wel bewaard te zijn , dog 's anderendaags bevond
Deeze Dieren worden door de Heer Klein verward, hij , dat het zelve, in den tijd van ééne nagt , bijnadoor
met de Egelen . De Hr. LINNÆUS brengtze in deezen de planken , ter plaatze daar zij dikst waaren was heen
Rang te huis , en onderſcheid ze door de volgende Ken- geboord. Dit Dier zegt hij , is zo ſtout, dat het de gevaar !
merken. De Voortanden zijn twee, zegt hij ſchuins af. Tijkſte Slangen durft aantasten , en ſchiet in gramſchap ee.
geſneden , volgens Rajus ; de Kiezen agt in getal. Het nige van zijne Pennen uit ,met zo groote kragt,dat zij een
Lijf is met ſcherpe Pennen gedekt. BRISSON voegt er Dier kwetzen kunnen . BARBOT verzekert , daar en tegen,
bij, dat het Dier genagelde Vingeren heeft, geen Honds. dat de Stekel. Varkens aan de Goudkust zeer gemeen zijn ,
tanden , en zegt, dat de Voortanden , in alle de zoore en dat zij de Slangen voornaamelijk den Oorlog aandoen ,
ten van dit geſagt tegen elkander aanſtaan , en een ſcher- die voor hunne Stekels ligt kwetsbaar zijn. Men zegt,
pe ſneede hebben , als een mes. dat zij vrugten en druiven eeten ; dog de belft van het
jaar
3540 STE. STE ,
jaar al Naapende onder den grond doorbrengen , gelijk de dezoort ook begreepen zijn. Zie hier de Beſchrijving.
Egels ; geduurende welken tijd hunne Pennen uitvallen De langte is, van 't Agterhoofd tot aan 't begin van de
en zij weder nieuwe krijgen . Op Madagaskar zijn zij Staart één voet , die van de Staart omtrent anderbalven
inenigvuldig en zeer groot .; wordende hun vleesch van voet , van de Voorpooten ongevaar vier duimen , van de
den Landaart aldaar , zo wel als van de Negers, ge- Agterpooten een weinig meer. DeKop is klein , de Snoet
geeten. langwerpig ; het heeft ronde uitpilende oogen , die als
II. Stekel-Varken van Nieuw Spanjen ; Cuandu Brafi- een koole vuurs glimmens-kleine Ooren , bijna verbor:
lienſibus. MARCG . Braſil. 233. ; (Hijstrix pedibus tetra. Een onder de Stekels; wijde Neusgaten ; Pooten gelijk
dattijlis , cauda elor.gata prehenſili ſeminuda. LINN. de Aapen , dog aan ieder maar vier Vingeren , zondet
Sijt. Nat.) Dit Dier woont in Afia en Zuid -Ameri- Duim . Het geheele Lijf, uitgenoomen de Pooten is be.
ká , zegt LINNÆUS. De Heer BRISSON , bij wien het dekt met Stekels , drie of vier duimen lang , van den
ook de tweede zoort is , noemt hetzelve't Stekeb . Var. Wortel af geel tot omtrent de helft der langte , ver
ken van nieuw Spanjen , en onderſcheid het van het voo . der zwart of rosagtig bruin , eindigende met eenen witte
rige daar in , dat de ſcherpe Stekels zich duidelijk ver- punt , die zeer ſcherp is. Aan den Kop en Beenen zijn
toonen , terwijl dezelven in het voorgaande als onder de Stekels zo lang niet; rondom de Neusgaten zijn baai
de lange zagte Pennen verborgen zijn. De Afbeel. rige borſtels , van drie of vier duimen , die er Knevels
dingen, bij HerNANDEZ en NIEREMBERG , zegt hij , aan geeven , gelijk de Katten hebben . De Staart is ter
zijn tamelijk goed. halver langte met Stekels , dog voor 't overige flegts dun ,
Het heeft de grootte omtrent van een middelmaati. netjes met haair bezet.
«gen Hond . Over't geheele Lijf, uitgezonderd de Buik Eene Verſcheidenheid , die alleen in grootte van dee .
en Pooten , is het bedekt met zeer ſcherpe Prikkels ze verſchilt , maakt de vijfde zoort bij den Heer BRISSON
drie duimen lang , dun , van koleur uit wit en geel uit , waar van BONTIUS , pag. 54 , een goede Afbeelding
geinengeld met zwarte punten. Onder deeze Prikkels , heeft gegeeven , zo bij zegt. Ook meld de Heerle Pa
behalven aan den Kop , zijn eenige zwarte haairen , Ge Du Pratz , die geheel Noord-Amerika doorgereisd
eindigende met een weinig wit, op 't aanraaken zagt. heeft , dat in Louiſiana zeer groote Yzer.Varkens zijn ;men
De Staart is kort en dik ; het heeft geen Stekels van ziet er veelen naar de Illinoiſen toe , vijfmijlen van Zee
langs de Rivier van St. Louis heen . Volgens den Hr. SAR
de helft der langte tot aan het end , zijnde dat gedeel.
te alleenlijk bedekt met zwart haair., 20 wel als deRAZIN , Geneesheer te Quebeck , wiens aanmerkingen
Buik en Pooten . over dit Dier door wijlen den Heer REAUMUR aan 't alge
III. Stekel. Varken van de Hudſons- Baaij ; Hij strix
meen zijn medegedeeld , beginnen zij zeldzaam te zijn in
canadenſis ; (Hij strix palmis tetradattijlis, plantis penta .
Kanada, daar zij zich ophouden in de ontoeganglijkſte
dałtijlis , cauda elongata , dorso ſolo ſpinoſo. Linn . Sijft.
Bosſchen , verkiezende de Gebergten voor het vlakke
Nat.) Dit word van Brisson het Stekel.Varken van Land.
de Hudzons. Baaij geheten , dog EDWARS noemt hetzel- Met Beeren en andere Roofdieren raaken deeze Ste.
ve , misſchien met meer reden , het Stekel- Varken van kel-Varkens dikwils in 't gevegt , dog weeten veeltijds hun.
Kanada , dewijl het in geheel Noord-Amerika gevon- ne vijand te ontkoomen , door op een boom te klauteren
den word ; weshalven Catesby aan 't zelve ook den naam of zich te verbergen , 't zij in holle ſtammen , of in de klo :
van't Noord - Amerikaanſche geeft. In grootte en geſtal- ven en gaten der ſteenrotzen . Hunre woonplaats is ge
' te zweemt het veel naar den Bever , maar den Kop is meenlijk in Holen , die zij maaken onder de wortels van
; langwerpig als die van een Haas. Het heeft een platte groote bomen , welker ſchorsen vragttoţvoedzel van dee.
Neus, die't eenemaal bedekt is met kort haar; de Oo . ze Dieren verſtrekt. Zij houden veel van die der Pijn of
Ten zo kort , dat zij zich naauwlijks buiten de Vagt ver. Denneboomen en dergelijken. 's Winters eeten zij ook
toonen ; de Beenen kort ; de Nagelen lang en ſcherp; de ſneeuw , en drinken 's zomers water , maar vermijden wel
Staart van middelmaatige langte , naar't end dun uitloo. zorgvuldig zig daar in te begeeven.Men heeft er gevon.
pende, aan 't Lijf taamelijk dik ; 't geheele Lighaam is den van agttien of twintig ponden zwaar . De Jagers, zo
met donkerbruin haair bezet, vrij zagt op't aanraaken, Wilden' als Franſchen ,beweeren ', datditDier van twaalf
vier duimen lang , dog korter omtrent den Kop'en nabij tot vijftien jaaren leeft. Volgens hun zijn de Mannetjes in
de Pooten, een weinig langer op den Kop. Onder dit den looptijd , die plaats heeft in de inaand ſeptember ,
baair zijn boven op den Kop , langs de Rug en Staart doldriftig en verſcheuren elkander zomtijds uit nijdigheid.
witte Stekels verborgen, met zwarte punten en zeer HetWijfje werpt gemeenlijk haare jongen in de maand
[cherp , de langſte van omtrentdrie duimen. Onder het april; zo dat zij omtrent zeven maanden draagt , bren.
zwarte haair zijn cenige borſtels gemengd , van veel meer gende maar één Jong te gelijk voort , en zoogende het
dangte , aan't end vuilwit, waar door de Vagt zich , op zelve omtrent één maand lang.
eenige plaatzen ,een weinig grijsagtig vertoont. De Wilden van Kanada vangen en dooden de Stekel
:: De Heer Brisson beſchrijft , als zijne :vierde zoort, lijk dat zijzeer ſmaake .
Varkens nietalleen om het vleesch,wegens .

een Stekel. Varken , waar aan hij den bijnaam van het A. vinden , maar inzonderheid de vagt, die
merikaanſche geeft , ſchijnende van de twee voorgaande door haare dikte en zwaarte tot beleimering van deeze
inzonderheid te verſchillen door de Staart , welke het Dieren ſtrekt ; zo dat zij gemakkelijk in te haalen zijn ;
zeer lang en dun heeft ,de eene helft naar 't end toe , zon- als warneer men ze , met éénen Nag op den kop en neus ,
der Stekels. De Portugeezen zegt hij,noemen dit Dier Ou- doet încuvelen. Men vind er zevenderleij zoort yan haair
rico Cacheiro ; de Inwoonersvan Guajana Gouandou , enhet aan ; zwart , naamelijk , dat het langſte is; wit , dat de
ſchijnt de Cuandu der Braſiliaanen te zijn , waar van Jon . Stekels zijn ; de derde zoort zijn de eerse uitſchietende
STON , Tab. LX , de Afbeelding heeft, met de bijvoe. Stekels ; de vierde is ros gekruld , dik ſtaande op den
ging van Eiſer · Vercken . Bij DesMARCHAIS word het de Kop; de vijfde een weinig rosſer, borſtelig aan de zij,
Stekelige Kat genoemt. Dit zalbuiten twijfel in de twee. den van de Staart ; de zesde zoort, omtrent de Teel.
STE . STE. 3541
deelen en onder de Staart, zijnde zwart en hard ; de ze- De Heer BRISSON brengt dit Dier onder de Egelen te
vende vaal, naar’t witte trekkende en zagt, aan de Keel , buis, als wanneer het hoek-of hondstanden zou moeten
den Buik en tusſchen de Beenen. Met ſtrooken van dee hebben , die hij als een kenmerk opgeeft van dat geſlagt
ze Huid , vercieren de Indiaanen Koffertjes die van een De langte des Lighaams is , van't.end van den Snoet af
zeer fijne en effene boomſchors gemaakt zijn , of met totaan den aars , ongevaar agt duimen ; die van den Kop ,
Geitenvellen overtoogen ; als ook Kabinetten en ander van de Neusgaten tot aan het Agterhoofd , derdehalé
werk. Dewitte Stekels of Pennen ſchilderen zij zwart , duim . De Oogen zijn groot en glinſterende, de Ooren
Food en geel , en borduuren of beſteeken daar mede bijna kaal, en neerhangende, aan ieder Poot heeft her
de lederen Armbanden en de Riemen , welke hunne vijf Vingeren met korte Nagelen . Het bovenſte van het
Vrouwen om't lijf draagen . Deeze Borduurzels ſtaan Lijf is bczet met regtePennen, die zo ſcherp zijn als elſen,
dikwils zeer fraaij, zegt de Heer REAUMUR , en hebben van verſchillende langte, te weeten van één duim tot een
' t voordeel van duurzaamer te zijn dan onze Borduur- half voet, van koleur ten deele wit en zwart , ten deele
zels van zijde . ja zelfs dan de met goud- en zilver. wit en rosagtig gemengeld . De tusſchenruimte van de
draad doorweeven linten en galonnen. Stekels is gevuld met fijne lange Borſtels ; de Kop be
IV. Orientaalsch Stekel Varken ; Macroura ; Porcus dekt met kort haair ; dat aan den Buik , Beenen en Poo ,
aculeatus five Hijstrix orientalis. Seb. Muf. I. pag. 84.; ten, is fijn , kort , ſtekelig , dik en ros.
De meefte zoorten van Stekel-Varkens ſchijnen de eigen:
(Hijstrix pedibus pentadailijlis , cauda elongata , acu-
leis.clavatis. LINN. Sijft. Nat.] De Heer Brisson , ſchap te hebben , dat in hunne Galblaas , gelijk in die der
bij wien deezedezesde en iaatſte zoort van Stekel.Var: Menſchen ookzomtijds gebeurt ſteentjes groeijen.Deeze
kens is , noemt het zelve het Oostindiſcheen onderſcheid Steentjes zijn van meer of minder grootte , van die van een
het bij den naam van Stekel.Varken met de allerlangſte bazelnoot af tot aan die van een ookernoot, roodagtig van
Staart, rondom met Doornen bezet , aan't end als een kwast koleur , en , als zij uit de Indiën tot ons overgebragtwor.
suitgeſpreid . Hij beſchrijft het als volgt. den , konſtig met een klein vliesjen of huidje bedekt.,
Het Lighaamis dik enkort, de Kop dik ; deBovenlip 't welk men er, door ze een wenig tijds in warm water te
als in een Haas geſpleeten ; de Oogen groot en glinſte leggen , gemakkelijk af kan ſcheiden . Men onderſcheid
jende; de Ooren klein en rond, van binnen geheel kaal; ze thans gemeenlijk in Malakfe en Ceijlonſe. De Ma.
de Knevels lang en zeer ſcherp. Aan ieder Poot heeft het lakſe, die voor den besten gehouden word en zomtijds
Dier vijf Vingeren , met dikke ſcherpe Nagelen gewa. wel duizend Guldens plagt te gelden , om dat men ze
pend. 'Geheele Lijfis tot aan het uitterſte der Pooten , maar zeldzaam en niet in alle Stekel-Varkens emtrent Ma.
bedekt met zeer dunne ſcherpe Prikkels , waar van de lakka vind , was bleek groenagtig van koleur ; uit andere
geenen , die onder aan den Buik ſtaan, verſcheiderlei ko« plaatzen van Oostindie koomener , die bruiner zijn , ge.
leuren afkaatzen , naar de bijzondere opvalling van het lijk de Ceijlonſe , of roodagtig. Men koopt ze in gou.
licht. Het heeft een zeer lange Staart, rondom met ſte- den bantjes gemonteerd , en voorzien met een gouden
kels bezet,waar van de geenen , die aan't end ſtaan , op kettingje; welke toeſtel tot het gebruik dient. Want
een zonderlinge wijze , als geheel uit knoopswijze gele. zulk een ſteen , eenigen tijd gehangen of eenige reizen
dingen ſchijnen zaamengevoegd te zijn. Deeze Stekels gedompeld zijndein een glaasje waterof wijn , deelt daar
niet van gelijke langte of dikte , maaken te zaamen als aan eenige bitterheid mede, verliezende t'elkens een wei.
een zoort van koorn -air uit. nig van zijne zwaarte en kragt. De Leidſche Hoogleer.
Seba beſchrijft de Staart van dit Dier , welke zo won aar en Geneesheer DECKERS had zulk een ſteen , en nam
derlijk fraaijis, omſtandig , als volgt. Dezelveheeft ee . voor ieder aftrekzel, dat hij daar van aan zijne Patienten
neaanmerkelijke breedte , dog word van 't Lijf af allengs neet, twee dukatonnen ; zo dat die ſteen hem veel winst
ſmaller ; zijnde met itekelig haair bezet , dat op eene heeft aangebragt.
gantsch aartige wijze in eene dikke koorn -air uitloopt. Men houd denzelven voor een groot hartſterkend en
In den eerſten opſlag ziet men een fijr haairtje, dat een tegengiftig middel , 't welk zomtijdszijne werkingalleen
ander haairtje 't welk langer en dikker is , inneemt ; bij- doet met de onzigtbaare doorwaasfeming te bevorderen,
na gelijk de Rijstkoorntjes , in hunne dopjes benooten , zomtijds ook door't wateren en de ſtonden . Tegen al.
geſchikt zijn . Deeze haairtjes te zaamengevoegd, maa- lerleij zoort van koortzen , dog inzonderheidde haaſtige
ken een bondeltje datdoorſchijnende is en een glans geeft, en die in welken eenige kwaadaartigheid ſchijnt te heer.
dien inenzilverkoleurig zou mogen noemen. De opper: ſchen , of die met pokjes, mazelen ,peperkoornen en
vlakte van de Huid is met zwartgeſprenkeld. ander uitſlag , vergezeld gaan, word het aftrekzel van
De vermaarde Bontius ſpreekt , in zijn werk over de deeze fteen zomtijds ingegeeven. Hij werd in alle ver
Geneeskunde der Indiaanen, van deeze zoort van Stekelo ſtoppingen en verzwakkingen der Ingewanden aangepree .
Varkens, welke de Reizigers verzekeren in den Golfvan zen als een zeer kragtdadig, en ik mag zeggen ,wonderbaar
Cajeli , nabijhet eiland Celebes , gezien te hebben. Zij middel, ja , wanneer de kragten der Natuur ſcheenen te -
zeggen , dat het zomtijds in de Galblaas een ſteen heeft, befwijken in den Mensch , is de Pedro del Porco dikwilsde
die daar ingroeit en van de Portugeeſen Pedro de Querco laatſte toevlugtgeweest.
genoemt word , zijnde van dezelfde koleur en niet min- STEKEL-VISSCHEN , zie LIPVISSCHEN.
der van kragten dan de waare Pedro del Porco. STEKKAGIEN. Hier door verſtaat men in de Tui.
V. Malaks Stekel-Varken ; Porcus aculeatus five Hij- niers konst , ſcheidingen tusſchen twee Tuinen of Ho .
Atrix malaccenfis. Ses. Muf.; (Hijstrit pedibus pendałtij . ven , die van hout worden vervaardigt , en waar te
is, cauda abbreviata. Linn. Sijft. Nat.) Dit is het Dier , gens men gewoon is Vrugtboomen te planten .
' welk dien vermaarden Steen , het allerkostbaarſte Ge- STEK -RAPEN ; is de naam van een eetbaar Wortel.
neesmiddel uitlevert. Men vinder de regte Afbeeldin- of Knol- gewas , 't welk ook wel franſche-Rapen en Pa.
gen van bijSEBA, Tab. LI. fig.1 en 2. Hethuisvest op de rijſche.Rapen word genoemt ; in 't latijn , Napus; in
eijlanden Java , Sumatra, dog inzonderheid op Malakka. 't franfch, Navets; in 't engelſch , Nayewgentle; in
Vi Deel. Aaa 't
$542
It deenich , ' lange Rover ; in it tweedſch Stick-R3fver; zaamen vereenigt zijnde , eene verzameHng ofkleinfont
en in 't hoogduitſch , ſteck-Ruben ; Bunias ſive Napus. Itema van geluiden uitmaaken ; van dien aart zijn de
LOB.; Napus fativa. Bauh. Pin. 95.; (Brasſica radice ſtemmen welke de letters van het Alphabeth uitdruk .
caulescente fufiforini. Linn. ſpec. Plant. ) ken , waar van verſcheidene zamengevoegt de Spraak
Plaats. Daar groeit een wilde zoort van ſtek- Rapen of woorden formeeren .
in zommige gewesten van Neder- en Hoogduitſchland , Onverftaanbaare Stemmen , zijn die geene, welke niet
Vrankrijk , Engeland enz . op vogtige plaatzen en el. , georganiſeert of in woorden zijn verzamelt, zo als bes
ders , waar van de tain.ne zeer waarſchijnelijk eene ver. geblaf der Honden , het geblaas der Slangen , het brul
andering door de cultuur is , weinig van malkander vere ' len der Leeuwen , het gezang der Vogelen enz.
ſchillende , als aileen in de dikte der wortel. De tam- De formeering van demenſchelijke Stem met alle der .
me zoort word veel gebouwd omtrent Parijs, te Boo ' zelver verſcheidenheden ,welke men in de Spraak , Mu.
benhauſen , niet ver var Hanau , in Beijeren en Bran. ſijk , enz. gewaar word , is een onderwerp dat onze aan .
denburg enz. In Duitſchland zijn dezelve zeer bekend dagt en onderzoek ingen overwaardig is , en bet mecha .
onder de naain van Deltouwer en Budfeldſche Rapen ; ' nismus of de werktuiglijkheid der deelen welke dat
dewijl men ze daar veel bouwt, vermits ze op die plaat . uitwerkzel voortbrengen , is cen der allerverwonderens.
zen wel tieren en fuaakelijk worden . waardigſte dirigen .
Kweeking. Dezelve worden van het zaad gekweekt, STENDEL-KRUID ; Standel.Kruid ; Kullekens-Kruid ;
het welk in het voorjaar op bedden niet al te digt ge. Hondetjes-Kruid ; in 't latijn , Orchis, Satyrium , Te.
zaait word , of men inoet de jonge Planten daar na op ſticulus ; in 't Griekſch öpz's , GATVC10V; in 't ſpaapſch,
twcc a drie duimen diftantie verdunnen . Ook zaait Coijort ; in 't italiaanſch , Tefiiculo ; In 't frarſch , Satij.
men ze tot het wintergebruik in augustus; welke mee . rion , Couillon; in 't engelſsh , the Lezard flower ; en in
ftentijds veel beter voortkoomen als die in het voorjaar '[ hoogduitich' , Knabenwurtz , Stendelwurtz , Grill.
gezaait worden , dewijl de laatstgenoemden veeltijds wurtz , Standhartwurtz, Muckenblumen , Muchts-Hod.
van de Aardyloo en droogte , gevaar hebben te lijden . lein.
Dezelve beminnen een goede , lose, ongemeste , Kenmerken . Het Stendel kruid behoort tot zodanige
liefft wat zardagtige niet al te drooge grond, een opene Planten die een ongeregelde zesbladige bloem voortbren .
plaats, en tamelijk veel vogt; met droog weer zullen gen , of wel, het is een Gewas met een veelbladige on
ze zelden wel uitvallen , maar worden worinig en on. geregelde Bloem , uit zes ongelijke bladen beſtaande ,
volkomen. Daar en boven hebben deeze Rapen de ei . waar van de vijf bovenſten zodanig ſtaan , dat ze eenig.
genfchap dat ze in alle gronden niet wel tieren , of niet zints een helm verbeelden , zijnde het onderſte van vee
imaakelijk worden , ſchoon dat de grond bekwaam ge lerleij gedaante ,gehoofd en meest inet een ſtaart voor
noeg ſchijnt te weeſen, zijnde dit ook de rede dat men zien , vertoonende dan een naakt Menſch , zomtijds
ze aan weinig plaatzen ontmoet. een Uiltje of Kapelletje , Hommel , Bije , Duif, Aap
Tegens de winter graaft men dezelve uit den grond, Hagedis, Vlieg, en andere dergelijke figuuren meer.
en , na dat de bladen afgeſneeden zijn , bewaart men ze in De Kelk verandert naderhand in een Vrugt , of drievak
de kelder of op een andere plaats daar het niet vriest, kig, huidig , en langwerpig zaadhuisje , waaraan drie
gelijk de gemeene Raper... De voorjaars ſtek. Rapen wil vensters en even zo veel vleugels ſchijnen te ſtaan
len opgebruikt worden , zo ras ze bekwaam groot zijn , zijnde met zeer kleine zaadkorrels even als zaagzel van
dat meeſtetijds binnen de zes wecken is , want te oud hout, gevuld . De wortels zijn vezelagtig ofdraadig ,
wordende , zijn ze ſtokkig en ondeugende. dan rondagtig gelijk zaad -ballen , dan eens digt bij mal.
word van die Rapen gewonnen ,welke men kander gedrongen , en eindigen even als vingers. TOUR
de winter over bewaart en in het volgende voorjaar in NEF.431. LINNÆUS 682. De Wortel is bolagtig , hebo.
de grond herplant heeft , op dezelfde wijze als dat van bende een , twee, of drie klootjes, of de gedaante van
de gemeene Rapen. uitgeſtrekte vlakke hand. De volkomene Bloemen
een ongeregeld
Gebruik. Dit zoort van Rapen is veel finaakelijker zijn , gelijk als met helmen en lippen voor
als de gemeene zoorten , en worden in de keuken op de. zien , ftaande veele als een koornaair te zaamen. De
zelfde wijze bereid , alwaaromme. wij om geer onnutte Bladen zijn ſlegt gelijk als aan de Lelien , en of ge
berhaalingen te doen , onzeLezers na het artijkel Rao vlakt en niet gevlakt. De zaadkorrels zijn zeer veel
pen wijzen. Alleen dient hier nog gezegt, dat deklein: in getal en zo klein als ſtof , zijnde in een huidig , drie
Aten altoos de finaakelijkiten en geurigſten zijn. vakkig langwerpig311zaadhuisje beſlooten , BOERA.
STELLA LEGU MINOSA ,zie ASTRAGALUS, H. 158., en
VOLCKHAM : .
m. V. pag . 115 . . " Daar zijn een groote meenigte zoorten van
STELLARIA AQUATICA , zie CALLITRICHE, ditZoorten
gewas , welkein Neder- en Hoog Duitſchland,
LINN ÆI. Vrankrijk , Engeland , enz. groeijen ; zommige op dor.
STELLARUM MOTUS , zie MOTUS COELI.
re Zandige plaatſen , heiden en in de duinen , anderen
STELLIG REGT , zie REGT ( STELLIG . ) vogtige broekagtigeBloemen ; vordende deBloem
op
STELTLOOPERS , dusdanig word van zummigen zoorten ,omenhaar aardige plaatzenveeltijds in zommige
het zelfde Vogelen - getlagt genoemd, 't welk wij on . tuinen geplant. Meest al onderſcheid men ze in zoda
der dien van FLAMINGO hebben befchreeven , zie al nige zoorten , die een , twee en drie knobbclige wortels
daar .
hebbenOok in andere
, enworden uit geving
STEM , in 't latijn Vox , is het geluid 't welk zich in jen. de die
zoorten na deerde wortel
gedaan groei.
te ders Bloe.
1 de keel en mond van cen Dier vorint , door een me.. men ondeſſcheiden ;, als gelijkende zommigen , gelijk wij
chauisnus van werktuigen , die in ſtaat zijn dezelve boven reeds gezegt hebben naar Bijen , Wespen , Vlie
voor tebrengen .
Vertaanbaart Stemmen , zijn de zodanige , welke te gen
Aapekoppen Spinnen ; anderen
, Muggen ,,enz. naardeMenfchentron
voornaamſteien,
, of
Wij zullen bier
wel
STE. STE. 13543
wel de fraaiſten zoorten die men dikwils in de Bloemos! Kenmerken. Dit Kruidgewasheeft een ongeregelde
tuinen cultiveert , opnoemen. Bloem uit zes ongelijke bladen beſtaande , waar van de
1. Mannetjes Stendel-kruid , met bolagtige wortels, ge vijf bovenſten zodanig ſtaan , dat ze eenigzins naar een
vlakte bladen , en púrpere bloemen ; Orchis morio mas, Helm gelijken , zijnde deonderfte met een hoo fd voor
foliis maculatis. BAUH. Pin. 81. Triorchis ſerapiasmas. zien,envan gedaante gelijk een Menſch ; de koker word
Fuchs. Hiſt. 559.; ( Orchis bulbis indivifis , nettarii een vrugt met drie gaten doorboord , waar aan ſagdeu .
Jabio quadrifido crenulate, cornu obtufo.Linn.ſpec.Plant.) ren vastzitten, bevrugt met zeer kleine zaadjes, gelijk
Hier van is eene verandering die Wijfjes Stendel - kruid ſtof.
word genoemt , met bolagtige wortels , en purpere , roo . Zoorten . Daar zijn inzonderheid vier zoorten var
ſenverwige, incarpaate , of witte Bloemen , Orchis mo . dit Kruidgewas , als volgt.
rio famina. Bauh . Pin . 82 , 1. Gemeen Basterd -Stendel-kruid ; Pſeudo- Orchis seus
2. Stendel- kruid met gevingerde Wortels, en roode, Bifolium .Dodón .; Ophris bifolia.BAUH . Pin .81 .; ( Ophrys
incarnate > bonte , of witte Bloemen en lange Spoo. bulbo fibroſo , caule bifolio , foliis ovatis , nectarii latio
Ten ; Orchis palmata pratenſis latifolia , longis calcaribus, bifido. Linn. Spec. plant. )
Bauh. Pin. 85. ; ( Orchis bulbis ſubpalmatis re&tis ,netta- 2. Basterd -ftendel-kruid , ' t welk doorgaans Drieblad
rii cornu conico , labio trilobo lateribus reflexo , tra &teis word genoemt; Ophris trifolia. Bauh. Pin. 87 .
flore longioribus. LINN. Spec. Plant. ) 3. Basterd -Stertdel kruid , met ajuinagtige wortels en
3. Stendel- kruid met gevingerde Wortels , gevlakte Lelie bladen , Bifolium bulboſum . Dodon.; Ophrys but.
Bladen , en purpere , roode, bonte, of witte Bloemen; bo fubrotundo, caule nudo, foliis lanceolatis , nectarii id
Orchis palmata pratenſis maculata. Bauh. Pin. 85.; Saty- bio integro, petalis dorſalibus linearibus. Linn. Spec.
sium baſilicum fæmina. Dodon. Pempt. 240.; ( Orchis bul. Plart. )
bis palmatis patentibus, nectarii cornu germinibus breviore; 4. Basterd.ſtendel kruid , met ronde Wortels , en wit.
Jabio plano, petalis dorſalibus erectis. Linn. Spec. Plant.) te of geele zoetruikende Bloemen ; Teſticulus odoratus
4. Americaanſch Stendel kruid met geele Bloemen en major & minor. Dopon.; Orchis odorata moſchata , s .
lange Spooren ; ( Orchis bulbis palmatis nectarii cornus Monorches. Bauh. Pin. 84. ; ( Ophrys bulbo globofo , caug
filiformi longitudine germinis, labio trifido integerrimo. le nudo, nectarii labio trifido. LINN. Spec. Plant.)
Linn . Spec . Plant.) Plaats. De eerſte , tweede en vierde soorten , groeijen
5. Smalbladig berg Stendel-kruidmet gevingerdeWor: van zelven in de vogtige broekagtige plaatſen van
tels , en zwart purpere welruikende Bloemen ; Orchis "Hoog- en Nederduitſchland , Engeland enz. De derde
palmata anguſtifolia alpina , nigro flore. Bauh. Pin. zoort in de zee-duinen van Holland , Zeeland , Vlaan .
86.; Satyrium foliis linearibus. Roy Prodr. 14.; ( Saty-
deren enz.
rium bullis palmatis , foliis linearibus , nectarii labio linea .
Kweeking. De kweeking geſchied door ſcheuring , of
ri trifido , intermedia obſoleta. LINN. Spec. Plant. )
liever deeling der wortels of ſpruiten in 't laatst van
maart of begin van april , in een goede losſe grond, en
Plaats." De drie eerſte zoorten groeijen , gelijk reeds
in den beginne is gezegt, op dorre 'zandige plaatzen , opene ſtandplaats.
heide enz. in Hoog- en Neder.Duitſchland , Vrankrijk, STENDEL - WORTEL , zie STENDEL -KRUID.
Engeland enz. De vierde zoort, hoort in Virginien , STENG , zie CAULIS .
Kanada en andere Amerikaanſche gewesten te huis. De STENG DER PLANTEN , zie BLOEMSTENG.
vijfde zoort, groeit in de Gebergtens van Switſerland , STENGELOOS , zie ACAULIS.
Italie , Lapland enz. STENG - OMVATTEND , zie AMPLEXICAULIS .
Kweeking. Alle de zoorten van Stendel.kruid zijn STENOMARGA , zie LAC LUNÆ ,
harde en langleevende Planten , die onze winterkoude STEPHANUS KORRELS , zie LUISKRUID .
zeer wel kunnen doorſtaan. Men vermenigvuldigt de STERRE ANIJS , zie ANIS (STERRE-).
zelve door ſcheuring, of liever deeling der wortels of STERCOREUS, zie DREK - TORRETJE.
ſpruiten , moetende zulks in maart of april geſchieden, STERCUS , zie DREK .
in een goede losſe grond en opene ſtandplaats. STERCUS DIABOLI, zie DUIVELS.DREK.
Gebruik. Deeze Gewasſen zijn hedendaags in wei. STEREOGRAPHIA , is de wetenſchap om de ge.
nig of geen gebruik. Zommige hebben zonder eeni- daante of vorm der Lighaamen ; op een Vlak te teke
gen grond, en mag ik zeggen ten hoogſten ongerijmd , nen.
beweerd, dat het Stendel-kruid of Satyrion ter oorzaake Het woord Stereographia is gevormt van het griekſche
der ritzige gedaante van derzelver wortels, dienſtig zou. OtÉpeos , vastigheid, lighaam , en yegow , ik beſchrij
de zijn , tot vermeerdering en verſterking van het manne- ve. De Stereographia is een tak van de Doorzichtkunde ,
ijke zaad. Volgens Schroder is de wortel van dit Kruid of veel eer is het de Doorzichekunde der vaste Lighaa.
dienſtig , tegens de roode loop , koortſen , het voet-eu- men zelve.
vel , vallende ziekte en zuivering der gezwellen ; dog STEREOMETRIA , is een deel van de Geometrie ,
deeze uitwerkingen en voorgegeevene kragten , zijn waar welke onderwijst om de vaste lighaamen te meeten ; dat
lijk tot nog toe ſpaarzaam door de ondervinding beves. wil zeggen , den inhoud der Lighaamen te vinden , zo als
tigd geworden. Eertijds pleeg men in de Apotheeken dat der Globen , Cijlinders , Teerlingen , Vaten , Sche.
een electuarium van dit Kruid te bereiden , en de wor pen , enz .
tel te konfijten , in de verbeelding dat het een en ander Het woord Stereometria , is gevormt van het griekſche
niet alleen de vrugtbaarheid bevorderde , maar ook zo GTÉREOS yast , en ustpov maat.
wel aan de mannelijke als vrouwelijke teeldeelen kragt
bijzette. STFR -HIJACINTH , zie HIJACINTH (STER-).
STENDEL -KRUID (BASTERT- ) doorgaans Tweea STER-KÉRSE
STERKWAT ER , in'tKERSE
, zie .
latijn Aqua fortis. Deeze naam
blad genoemd, in 't latijn Ophrys.
word aan het ſalpeter-Zuur gegeeven , ter oorzaake van
Ааа 2 de
STE , STE .
3544
de ontbindende werking vandit vogt . Het zelve is van in't geheel nlet wolkig word , zo kan men verzekert zije ,
veelerleij gebruik , in verſcheidene konſten en weten dathet vooraf isvrij geweest van hetminſte bijmeng
ſchappen , inzonderheid voor Zilverſmids , Boekebin-
ders enz. Zie hier de manier hoedanig men het zelve
zel deezer anderzoortige ontren
nieuwe bijdoening van dezuu bin;dinengealsofhet door eene
ſolutie ophoud
bereid , melkagtig te worden , zo kunnen wijeven zeer verzekert
zijn , dat hoe veel het ook in 't eerſte daarvan mogte be.
Om Sterkwater te maaker ! vat hebben , nu alles volkoomen daar van afgefcheijden is
Neem twee deelen tot wit wordens toe gecalcineerde De ontbinding of ſolutie van zilver , moet in Sterkwa .
vitriool, en een deel tot poeder gemaakt Salpeter. Meng ter datreeds gezuivert is, gemaakt worden; en als men dit
het wel te zaainen , en vuleen aarden Retort tot twee niet bekoomen kan , kan de geringe hoeveelheid , die tot
derde daar mede , zet die in een terugdrijvend Furnuis, dat oogmerk gemeenlijk genoeg is, in de gemeene zoort
voeg er een grooten Ontfanger aan , en lineer de zamen . van onzuiver Steriwater gemaakt worden , welke geduu .
voegingen ter degen toe. Laat hetvuur in den beginne rende deontbinding zelfs zaigezuivert worden. Doet een
zeer ſpaarzaam aangelegt worden , en naderhand traps- dun ſtukje zilver in een weinig van het Sterkwater en zet
wijze vermeerdert, toe dat alle de geesten , in gedaan. de fles in een ſandhitte ;indien het Sterk water. Zuiver is,
te van wolken , overgevloogen zijn. Giet het vogt als zullen er ontelbaare bobbeltjes, van alle kanten uit het
de Vaten koud geworden zijn uit , in een glaſen Distil. zilver koomen , en het metaal zal langzaamerhand ontbin
Jeervat , en trek er her Nijm zagtjes af , het welk den den , zonder de doorſchijnentheid van 't vogt te verande
geest zuiver zal overlaaten. ren ; maar indien het Sterk water zuur van zee-zout of
Het groot vertier van Sterkwater , tot gebruik in ver. vitriool, in zich bevat, zal hei ſchielijk melkagtig wora
ſcheidene Handwerken , heeft aanleiding gegeeven , dat den ; dewijl deeze - zuuren zich met het zilver zullen -ver.
de bereiding daar van een handel op zich zelven is ge. eenigen, gelijk in de bovenftaande bewerkinge. Wan .
worden . Hierom heeft men grooter en min kostbaare neer dewitte ſtoffe nederploft op , en zich vereenigt met
werktuigen , dan die hier bovengemeld zijn , uitgedagt. de oppervlakte van het zilver, 2o-dat het de verderewer
Het gemeene Disteleervat is een groote ijſeren Pot , met king van het ſcheivogt verhindert, moet het vogt ge
een Distileerhelm van-aarde- of ſteenwerk , waar aan een kleinst, en van nieuwsmet een ſtukje zilver op dezelfde
groote glaſen Kloot , of anders een Oliepot, van dezelf. wijze behandelt worden ; en - bij aldien er nog al eenige
de kleij als de heln gemaakt, gevoegt word. melkagtigheid overig blijft , moet de bewerkiag met een
De Werklieden bekommeren zich niet om de vitriool ander ſtukje van het metaalherhaalt worden , tot dat alle
te droogen, nog de ſalpeter te vergruiſen , maar werpen : de vreemde zuuren afgeſcheiden zijn , en het zilver be
ze beide onder malkanderen in de pot , daar ' t vuur ze vonden word. klaar te onibinden .
haast doet fmelten , en ze te zamen vermengt. Het Sterk Om het zilver uit hetwitte bezinkzel , zonder merke
water, 't welk op deeze wijze bereid word , is zeer on - lijk verlies weder te krijgen , handelt menop do volgende
zuiver , en ten uitterſten onbekwaam tot veele oogmer- wijze.
ken , in 'e bijzonder tot het ontbinden van Zilveren Kwik . Laat de ſtoffe door en door droog worden , vermengt
zilver , want het geweldige vuur dat er toe word gebe het zelve meteen weinig potasch, en kneed dat mengzel
zigt , kan nooit misſen eenige van demetaalagtige:deel dan met olie tot een deeg;doet dit deeg in een Distilleer
ejes van de vitriool" opteheffen; de ſalpeter word ruw of fies , het zelve rondsomme nog met een weinig potasch
ongezuiverd gebruikt , welke een gedeelte van zeezout omringende. Zet de Discilleerfles in een bekwaam for
bevattende, eenig zuur van zee zouttegelijk met het zuur nuis , en ſtook het vuur al langzamerhand ſterker aan ,
van deſalpeter overzend ; ook zijn de inmengzels niet vrij om alles tot ſmelten te brengen. Wanneer de fles koud
van fukjes hout , of andere groeijende ſtoffen , welke in is geworden , zalmen het zilver tot een klompje zamen
de bewerising verbrand wordende , . de geestmet eene geſmolten op den bodem vinden.
brandige olie beſmetten , en te gelijk eene hooge koleur
aan denzelven geeven. Wanneer derhalven in eenigege Om zamengeſteld Sterkwater te maaken .
Deeskundige bereiding , Sterkwater moet gebezigt wor. Neemt zestien oncen Sterk -water en een drachma zee
den , zo moet men hec voor af zuiveren , dat’s best op. de zo11t ; distilleer het te zamen , tot dat droog word .
Yolgende wijze geſchied. Dit is tot een fcheivogt voor kwikzilver geſchikt, tot
het rood verbijtende kwikzilver (ineTC uriusruber corroſivus),
Hoedanig het Sterkwater word gezuivere. of roode nedergeplofte mercurius ruber precipitatus) gelijk
Laat een droppel of twee ontbinding van zilver in het het genoemt word ; welk het zuur van zee zout, in dit
Sterkwater druipen . Als het melkagtig ofwolkig word , zamengeſteld vogt , van een meer flikkerende gedaante
zo doet er een weinig meer van de ontbinding, bij , tot dat maakt, en ſehoonervoor hetoog ,dan wanneer het alleen
het verder bijdoen geen verandering maakt; vergunnen met zuur van jalpeter gemaaktword:
de aan de witte ſtoffe behoorlijke tusſchenpoozen om te Hoedanig het zogenoemde Konings-water , of Aqua re
kunnen bezinken , op dat men de uitwerking van elke gia word vervaardigt, zie op KONINGS-WATER .
Dieuwe bijdruiping des te beer moge bemerken. Giet
het vogt dan in een glaſen Recort , en distillees het in een Oorzaaken waarom Sterkwater zilver, en geen goud;
Sandhitte tot dat het droog is . Koningswater goud, en geen zilver , ontbind.
en
De melkagtigheid door de ſolutie van zilver voortge- Het is nog een niet ten volleri beantwoord vraagſtuk ,
bragt , is een zeker kenmerk , dat er zuur van zee zout waarom Sterk-water zilver en geen goud , en Konings.
of van vitriool, in bet.Sterk water is; dewijl het zilver dee. pater goud en geen zilver ontbind. Om op 't zelve korte
ze zuuren opneemt, en met dezelve een zamenftremzellijk te antwoorden , zullen wij deeze vier dingen veron.
formeert , welke het vogt niet in ſtaat is ontbonden te derſtellen.
bouden. Indien het Sterkwater door deeze ontbinding Vooreerst , alle lighaamen zijn zamengeſteld uit zeer
klei.
STE. STE . $ 545
1

kleine vaste ſtofdeeltjes, van eene uitgebreide en on . Nat.). Van veele Schrijvers word deeze de malle Mosch
doordringbaare , maar deelbaare zelfſtandigheid. Ten genoemt, om dat zij zich met de handen laat grijpen , dog
tweeden , tusſchen deeze kleine lighaampjes zijn ontel. Řay merktaan , hoe het niet te verwonderen is, dat op
baar veelopeningen , die , in.onderſcheidene lighaamen, woeſte of onbewoonde eijlanden de Vogelen , op't eer.
grooter of kleinder zijn. Ten derden , dat in het vasite ſte gezigt, niet ſchuw zijn voor.de Menſchen , van wel.
Tighaam , goud zelfs niet uitgezonderd , meer openingen ken zij nooit zijn gejaagd of vervolgd geworden , of ee
zijn dan ſtofdeelen. En , eindelijk , dat deeze ftofdeel . nig nadeel geleeden hebben. Het zelfde is inzonderheid
tjes bij elkander gehouden worden , door de drukking of waar van de Vogelen , die op zee zwerven , geljk Lin.
aandrijving van eene onzigtbaare vloeiſtof die ze om N&US aaptekent. DeEngelſchen noeinen hem Noddy,
ringt . en de Franſchen Diable of Diablotin. Sloane geeft er
Deeze vier ſtellingen toegeſtemd zijnde , merken wij den naam van kleine Zee -Zwaluw met een witte Kop aan ,
aan , dat de ruimte tusſchen de porien van het goud 20 en anderen noemen hem de bruine Amerikaanſche Meeuw .
groos niet is als die tusſchen de porien van't zilver ; de BRISSON brengt hem als gezegt is , onder het Geſagt der
wijl het eerstgenoemde metaal het laatſte, in zwaarte ver Meeuwen , en noemt hem la Mouette brune, Hij word
te boven gaat. Dat het goud nogthans , hoe vast ook , van de Guajaners Thouarou genoemt.
porien heube , blijkt onloochenbaar uit de bekende proe. Deeze Vogel onthoud zichaan de kusten en eijlanden
ven van een uitgeholden gouden kloot , met water gevuld van Amerika, leevende van Visſchjes , die hij gelijk de
en onder de pers gebragt, wanneer het water daar door Meeuwen vangt. Zijn Stem zweemt wel naar 't geluid
been gedrukt word en aan druppels op den kloat ſtaat; van een Kaauw . Hij heeft de grootte van een Aalſter,
veronderſtel dan dat de diametersderporien van het goud en is van koleur bruin over 't geheele lijf, behalven het
tot die van't zilver zijn, als cwee tot één ; zo zal volgen, bovenſte van den Kop, tot aan den Bek toe , waarvan
dat de lighaampjes geſchikt om in de porien van het goud de koleur bleek aschgraauw is,meteen zwartagtige band ,
te dringen, acht maalen kleiner moeten weezen , dan de wederzijds , boven de Oogen bepaald. DeSlag- en Staart
deeltjes, die in de wijder porien van het zilver kunnen pennen zijn zwart, dog de zijdelingſche een weinig kor .
komen. Dus is een mengzel, geſchikt om eenige lighaa. ter dan de middelſten , 't welk de Staart eene wigswijze
men te ontbinden, niet zo geſchiktom het andere te doen , gedaante geeft. Dé-Bek en Pooten zijn zwartagtig
of door dien de porien al te klein zijn om het ontbindo bruin .
vogt toe te laaten of te wijd , zo dat het zonder tegen . 11. Groote Europiſche Stern ; Hirundo marina. WILL .
ſtand te ontmoegen , daar door vloeije. In welke bei- Orn. 268. (Sterna cauda forficata , re &tricibus duabus ex
de gevallen het zelfde ontbindvogt geen ligbaam kan ont. timis albo nigroque dimidiatis. Linn. Paun. Suec. Deeze
binden. word gemeenlijk de Zee. Zwaluw,en van Brisson de Groote
Aqua Fortis nu is gemaakt van Vitriool en Nitrum.; genoemt, in vergelijking met de volgende. De Switzers
Waar van . Aqua Regia alleen verſchilt door eenig Ammo noemen hem Schuirring, de Duitſchers, bji Straatsburg ,
niac-zout in zich tehebben ; 't welk voor een gedeelte uit Spyrer ofSpeurer, en deEngelſchen , op zommige plaats
Zee-zout beſtaat. Deeze deeltjes nu worden , als waa. zen , Spurre of Scraye, de Schotten Pictarne, de Swee.
Ten ze zo veel ſcherpe wigjes,in de porien van't goud den Tarna. Den laatsgemelden engelſchen naam heeft
of zilvergedrongen , tot dat de zamenhangende deeltjes, hij van wegen zijn ijslijk ſchreeuwen .
die.'t lighaam uitmaaken , van elkander geſcheiden , dat ' s Is een Vogel, die omtrent de grootte van een Pớel .
is vloeibaar gemaakt worden , terwijl zodanige zouten , ſnep heeft, met een dun en lang Lighaam , en de Staart
wier deelen te klein zijn om op de deeltjes van't zilver als die van een Zwaluw gevorkt. Van onderen is de ko .
te werken , zonder iets uit te rigten, vrijlijk door de po leur ſpierwit, van boven bleek aschgraauw ; de top van
zien heen gaan. Hoofd zwart.
't Bek
De is lang , regt, rood , dog aan
Hier uit blijkt dat de deeltjes geſchikt om op zilver te 'tend zwartagtig , de Pooten zijn rood. Hij is , zelfs in
werken , al te groot zijn voor de nauweporien van goud ; de noordelijke deelen van Europa , aan de ſtaande wate :
als mede dat die , welke op goud hunne kragt oeffenen , ren gemeen,
al te klein zijn om desgelijks op zilver te werken ; want De Zee-Zwaluw , die van Oviedo beſchreeven word,
het goud een veel vaster en digter lighaain zijnde dan het was grooter dan een gewoone Duif; van koleur op de
!
zilver, voigt dat de porien van het zelve ook veel klei. Rug , donker aschgraauw , of grijs zo men 't noemt ; van
Der zijn . als onderen wit;deWieken ſpits, frelvan vlugt. Hij ſchijnt
STERNEN , in 't latijn Scerna , is de naam van een de Zwaluw langs de oppervlakte van't water te ſtrijken ,
Vogelen Geſagt, die in t'nederduitsch ook wel Zee - Zwae tot het bejaagen van zijn prooij. Tegen den avond ver.
Luwen worden genoemd. gaderen zij zich , door 't gedurig vliegen vermoeid zijn
Hunne Kenmerken zijn ; de Bek tandeloos , elswijze; de , veelen bij een en zitten op de oppervlakte van het
regt , ſcherp en aan de punt een weinig zamengedrukt; water. In de diepe zee koomen zij omtrent vijftig mij.
de Neusgaten ſtreepswijze. Volgens Brisson is de Bek len van den zuidelijken uithoek van Engeland , het Lande
aan de zijden plat en de Staart gevorkt. end genoemd, of van Kaap Lezard , het eerſte voor , en
Dit laatſte onderſcheid hun genoegzaam van de Meeu . van daar door den geheelen Oceaan ,tot aan 't eijland Ma.
wen , dog dan zou de eerſte zoort der Sternen van Lin- déra , worden zij dikwils gezien . Niet verre var daar ,
NÆUS tot de Meeuwen behooren , gelijk Brisson die daar nabij de Kanarien , leggen zekere woeſte eijlandjes of
toe betrekt ; de twee andere zoorten zijn ,onder zijne zeven klippen , waar op men wil dat zij voortreelen zouden ;
verſcheidenheden van Zee-Zwaluwen begreepen . die men te lande vind maaken hun nest van riet, en leg:
1. Amerikaanſche Stern ; Hirundo marina major, capite, gen drie of vier eijeren.
Albo. Sloan . Jam . I.P. 31. Anethetus minor fuscus,,vertice, III. Zee -Zwaluw ; Larus cinereus minor. A ĽDROV. Orn .;
cinereo, rostro glabro.Brown. Jam .481.; ( Sterna cauda cu Sterna filsca Ray. Ay 131 .; Hirundomarina minor. Alba
fielformi, corpore nigro', fronte albicante. LINN. Sijſt. Av. II. p. 82.; (Sterna carita ſubforficata, corpore cano ,
Ааа 3 capita

1
3540 STR . STE .

.capite rostroque , onverſchillig,


hem zou
nigro, pedibus rubris. Linn. Fdun .Suec.) denMen Callionymus en Uranoscopus,
Deeze kan men met meer reden de Zee-Zwaluw noemen , dit fchepzel wel den Middelandſchen of
om dat hij veel kleiner dande voorgaandeis. Hij word Italiaanſchen Zee-Duivelnoemen inogen ; want, behal
van de Ouden Larus Piscator , dat is de Visſchers.Meeuw ve dat de Geſtalte eenigermate zweeint naar die van on.
genoemnt, en dus noemende Duitſchers bij Straatsburg zen Zee-Duivel, gelijk uit de afdergelijkebeelding van JOHNSTON
hem ook Fisherlin , de Engelſchen Vischer- of Duik- blijkbaar is; zo heeft het ook eigenſchappen.
Meeuw , om dat hij onder water duikt , om Visch te van . Immers de Baardjes aan zijn Bek dienen den Sterrekijker
gen . Anders is de gewoone naam , kleine Zee- Zwaluw , .on de Visſchen , die , in verbeelding dat het Wormen
Riet -Zwaluw , Fisch-Weiher, Fel , en , bij de Italiaanen , zijn , daar op willen aazen , in te nokken ; terwijl hij op
Gavia Marina. Klein noemthem de kleine Aschgraau . den grond der zee , aan de ſtranden , met zijn hoog ge
we Meeuw . zigt op hun te loeren legt. Dit geeft hem gelegenheid,
Deeze Zee -Zwaluwen houden zich niet bij enkele paa. om , op eene gemakkelijke wijze , zijn Buik te vullen,
ren , Mannetje en Wijfje, gelijk van de voorgaande zoort 't welk hijook zo wel waarneemt, dat hij , door gulzig.
gezegt word , maar leeven troepswijze. Hunne vlug- heid met voedzel overkropt , onmagtig word om zijde
heid is niet minder dan die der anderen . De koleur ver.vijande n te ontvlugten. Hij kan ook al zwemmende
ſchilt ook weinig , dan dat de Vlerken bruiner zijn , dog loeren en dus bejaagt hij uit de ſchoolen van Visſchen ,
op ver na zodanig niet , om er den naam aan te geeven die over hem heen zwemmen , zijnen prooi , maar word
van zwarte Stern. dikwils van de Haaijen , die deeze ſchoolen vervolgen ,
Die , welke bij BRISSON deeze naam , of ook dien van en et inder gulzig zijn dan hij , opgevreten .
l' Epouvantail voert , is van de Ouden zwarte Meeuw ge- De Sterrekijker word zelden grooter dan ter langte van
noemt geweest , en word van de Straatsburgers genoemd een voet. Zijn Kop is groot en bijna vierkant, beenig,
Meyvogel , bij Gent in vlaanderen Brandvogel. De En. 'en ruuw ; het Lijf ſpilrondagtig, van boven geheel Alch
gelfchen noemen bem kieine zwarte Zee.Zwaluw , met ge , graauw , van onderen witagtig , enmet zeer kleine Schub.
Joleeten Voeten , om dat de Vliezen, die de Vingeren zamen- betjes gedekt. De Zijdſtreepen komen agter de eerste
voegen, zeer diep ingeſneeden zijn . Hij is een weinig Rugvin tot elkander,en , vervolgens neerdaalende, ein ,
grooter dan de voorgaande; de koleur van boven asch. digen zij bij 't midden der Staartvin . De Oogen zijn
graauw , dog die van den Kop en Hals, als ook van 't klein, dog uitpuilende , met goudgeele kringen, en de
gehcele Lijf, zwartagtig ; aan 't onderſte van den Buik Bek ichijnt als tusſchen dezeiven in te ſtaan , hebbende
Ineeuwwit. Men vind hem op de Rivieren en ſtaande een Onderkaak die naar de Kin van een Menſch ge
Wateren van Europa, daar bij zijn Nest even als de an . lijkt. De Kaaken , niet alleen , zijn inet ſcherpe Tand
deren , in het riet inaakt , leggende drie of vier eijeren, jes gewapend , dog men vind er ook boven aan 'tGehe.
die vuilgroen zijn , met zwartagtige vlakken , in 't mid. melte. Onder de Tong is een ſterk been , dat in drie
den met een breede zwarte ſtreep omringd. Itękels uitloopt. Onder het bovenſte deel der Kieuwendeg.
STERNHAAIJ, zie HAAIJEN , 1. II. pag.993. zelen , ſteeken wederzijds twee ſterke ſcherpe ſtekels uit,
STERNIOLA , zie BIJLBÚIK , in ſcheeden beſlooten , kunnende uitgebragt en weder in
STERNUTATORIA , zie PTARMICA . getrokken worden. Bovendien heeft hij nog verſcheide
STER-RADEREN , zie RADERWERK. knobbeltjes en doornen , die den Kop zeer ruuw maken,
STERREBEELDEN , zie GESTERNTE.
Met (wee Rugvinnen is hij voorzien , welker voorſte uit
STERREKUNST , zie STARREKONST. 3 of 4 , de azterſte uit 14 beentjes beſtaat; twee Borst
STERRE-KRUID , zie STARRE-KRUID. vinnen ieder van 10 ; de Buikvinnen van 5 , de Aarsvin
STERREKYKERS , is de naam die aan een Vis. van 13 beentjes. In de Staartvin heeft men er i2 ge.
ſchen Geſlagt is gegeeven waar san maar eene zoort is, teld. ' Aan den uitgang van de Rob waren ongevaar 12
door Linn. in Syſt. Nat. genoemt, Uranoſcopus, en door bijhangzels ; 't Gedarmte was eenmaal omgeſlagen en in
Artedi Gen. 42. Syn . 71. Trachinus cirrhis multis in de Rob werden kleine Viſchjes gevonden.
maxilla inferiore. Van deezen Viſch , die in de Middelandſche Zeeme .
Derzelver Kenmerken beſtaan in een platagtige , on- nigvuldig gevangen word , maakt men in Italien gebruik
effene en groote Kop ; de Snoet opgewipt ; de onderkaak tot ſpijze , en, indien het de Callionymus der Ouden is,
langer dan de bovenkaak; de Navel in 't midden van 't gelijk men wil; zo heeft HiPPocRATEs hem zelfs aange
Lijf. Het Kieuwen -vlies is tepelagtig getand en heeft preezer , als dienstig voor de geenen die flijmig zijn
vijf ſtraalen; de dekzels zijn vliezig gebaard. ARTEDI van geſtel of met de miltzugt geplaagd ; dewijl bij den.
merkt aan , dat deezeden Snoet , onder den tong , in drie zelven telde onder de droogſte Visſchen . DiOSCORIDES $

ſtekels verdeeld heeft, en hij noemt hem Pieterman met merķt de Gal van den Sterrekijker aan , als kragtiger
veele baardjes aan de onderkaak, zijnde tegen de oogkwaalen , dan zelfs Stieren . of Os .
Aan de eenigſte zoort , in dit Geflagt , geeven wij dan fen Gal. Sommigen willen ook dat de Viſch ,door wiens
den naam van Sterrekijker, als zeer na dien der Ouden gal de oogen van TOBIAS verloſt werden van de vlie
uitdrukkende , welke cr, van wegen zijn opwaards zien zen , die er op gegroeid waren , een Callionymus zij ge
naar den Hemel aangegeeven zoude zijn ; inzonderheid , weest. APOLLONIUS beveelt , dat men , tegen de hard
dewijl hij gezegd word ditniet dan bij nagt te doen , naa hoorendheid , gebruik maake van de afgeworpen huid van
pende over dag . Anderen , merkt Rondeletius aan , Slangen , met Stieren of Geiten of Zeeſchildpadden
gelijk de Platvisſchen in 't algemeen , hebben de Oogen gal , of metde gal van deezen Viſch . Galer. Libr. III.
ook wel boven op den Kop , maar de Oogappels zien zij- de comp. Med.
dewaards. Hedendaagſch word hij te Venetie Lucerne STERREN , zie GESETERNTE en STARRE
en Peſce prete, te Rome Meſero , als ook Bocca in Ca. KONST.
STERREWA STARREWAAN
pi geheten . Zommigen willen , dat het de Tapecon en AN , zie . T

Raspecon der Marſeilleren zou zijn. De ouden noem : STEUREN. DeGeſlagtnaam , Acipenſer , is van ouds
toe :
STE . STE . 3547
toegeeigend aan die zoort van Visſchen , welkewijSteur. „ wel den zelfden naam voert , dog in 't geheel niet
de Franſchen Efturgeon , de Engelfchen Sturgeon , de vreesagtig is , hebbende zelfs ook tanden in de Bek
Italiaanen Storione of Sturione , en de Duitſchers Stoer en leevende alleenlijk van Dijm , dat zij op den grond
of Står noemen. Men ziet klaar , dat alle deeze naa- der Zee , waar langs zij heenen ſtrijken , al likkende in
men met het latijnſche woord Sturio, 't welk bij de All- » zuigen , en in deverſche Rivieren of Stroomen , daar 1

theuren ook gebruikt word , overeenkomſtig , ik zeg niet , zij , even als Salm , opzwemmen , worden zij vet.
daar van afleidelijk zijn , dewijl ſommigen dat woord De Steur heeft een groote krag: in 't water , en
van Goitiſchen oorſprong agten . Ook word niet onaar : zelfs op 't land , wanneer zijn Buik ergens op ruſt. Met
tig aangemerkt, dat hetzelve van Staer , 't welk in oud' éénen flag van de Staartvelt hij den ſterksten Karel , indien
Duitsch iets groots of ontzaglijks betekende afkomſtig
, deeze van hein geraakt word , en breekt dikke ſtokken .
zou kunnen zijn . Anderen leiden bet af van ſtoorer , 't Men heeft zich zelfs verbeeld , vuur te zien ſpringen uit
welk in 't Hoogduitſch wroeten betekent , oin dat de Viſch ſteenen , daar hij tegen aanſloeg. Ditmaakt, dat de Vis
met zijn Neus in de modder wroet. ſchers hem met voorzigtigheid behandelen , op dat hij hun
DeKenmerken van de Steuren, die buiten twijfelingbe. de Beenen niet aan ſtukken Naa. Door de Netten ſchiet
hooren tot de kraakbeenige Visſchen , zijn ; enkele Lucht. hij dikwils heen , gelijk de Snoek , en met den Hoek is hij
gaten, van ſtreepswijze gedaante, op zijde ; de Bek on . ' nietwelte vangen , inzonderheid groot zijnde. Als de
der den Kop , agterwaards trekbaar , ongetand; Baard . Visſchers er een op 't land hebben , tragten zij hem om te
jos onder de Snoet , voor aan den Bek . kantelen en ligten den Kopon , of binden hem de Staart
' t Getal der zoorten is vier , waarin , behalve de on- aan den Kop vast, zo dat de Viſch als een halven cirkel
zen , de Rusſiſche en die van den Donau , vervat zijn. maakt, in welk poſtuur menze op een Kar,op eenPaard ofE .
I. Steur, Sturio , door zommigen der Ouden Silurus, zel, en die niet groot zijn op de rug van eenMan vervoert.
door anderen Galeus Rhodius , Oniskus, en Oxyrynchus Nooit of zeer zelden word deeze Viſch in diepe
of Scherpſnoet genoeint; zijnde deeze laatste naam gantſch . Zee gevangen , ſchoon hij daar zijn oorſprong heeft;
niet oneigen , dewijl de Viſch een zonderlinge ſpitſe maar , gelijk de Salmen , zwemt hij de Rivieren in , en
Snoet heeft. OPPIanus noeine hein om die reden , Sus valt dusaldaar, op zommige plaatſen , in menigte. Te
of Varken ; ( Acipenſer corpore tuberculis ſpiroſis afpero. Geertruidenberg , in Holland, was oudtijds die vangst
Art. Gen. 75.jyn. 91.) RONDELETIus heeft aangemerkt, zo groot , dat men erin één jaar ving bijde negen duizend
dat de Zee- Steur kleiner zij, en nauwlijks een elle lang; Steuren . 't Getal der Elften was , in zeker jaar , zo er
terwijl deeze Viſch , in de Rivieren , tot een verbaaſende verhaald word , agtien duizend en dat der Salmen veertig.
grootte aangroeit. GesneRUS zegt , dat iemand hem duizend geweest. Te Dordrecht werden , omtrent an.
verhaalt heeft , te Aptwerpen er een gezien te hebben derhalve eeuw geleeden , in één jaar gevangen een-en .
van veertien voeten lang. Bellonus ſchrijft , dat er tagtig Steuren , en 't getal der Salmen was bij de negendui.
een van agtien voeten , Oudtijds aan Koning FRANCISCUS zend. Men zietdaar uit , dat te Geertruidenbergbeſtaan de Sta.
zij vertoont . Men vangt er zomtijds ook teGeertruiden . pel was van deezen vangst , die nog een voornaam
berg , die bijſter groot zijn , en te Amſterdam worden er der Inwooneren uitmaakt. Tegenwoordige ſtaat van Hol
wel te marke gebragt, van bij de twintig voeten lang en land, Hed. Hiſt. XVII. Deel bladz. 240 .
meer als duizend ponden zwaar. De Visſcherij van de Steur met ſchakels of zetnetten ,
De Steur, zegt de Heer PONTOPPIDANS , is een begint bij Bourdeaux in februarij, en duurt tot in julij
Spekviſch , van vijf tot zes ellen lang, ſterk en grimmig en augustus, ofzelfs laater naar het ſaiſoen. Het Net, das
) om andere Visſchen te jaagen . Men vind er hier, zomtijds de langte heeft van over de hondert vademen ,
( bij Bergen in Noorwegen naamelijk , )vierderleizoor word aan ſtokken vast gemaakt, dwars van den oever af,
,, ten van , die naar de Visſchen gelijken , welken zij en dus blijven er de Steuren; genoemd Creaes, bij het op of
,, gaarn vreeten , en onder dezelven als helden aantemer: afzwemmen van die Rivier , in zitten. Men vangtze
ken zijn. Eenigen , naamlijk , noemt men Salmſteur, ook wel midden in de Rivier , inet een zegen of feepnet ,
anderen Makreelſteur, anderen Haringſteur, en nog dat van agteren een zak heeft , en door twee Schuitjes ,
anderen Schelyisſteur. Zij komen na St. Jan onder aan ieder end één , waarin vier ofvijf man zijn , roeijende
93
't land , met de Zomerharingen , die van dezelven zo tegen den ſtrooin , welken het Tij veroorzaakt , word
ſterk gejaagd worden , datde Steuren zig boven't wa." voortgeſleept. Zo zij op de eene of andere manier, ee .
ter verbeffen, en wel gemeenlijk niet ſchoolswijze of nige Steuren gevangen hebben , doen zij dezelven een
nevens elkander , maaragter elkander in eene linie ; zo touw door het Kieuwgat , uitkomende tot den Bek of
dat de een in de Staart van den anderen biſt, en ditdoet. Keel , en houdenze dus in't leven , tot dat ze er genoeg .
ze dikwils aanzien voor den grooten Zee- Slang of Zee. zaame veelheid van hebben , om die naar de stad te markt
Worm , waar van hier voor geſproken is. te brengen. Dit laatste geſchied dikwils door één Visa
‫رو‬ De Steur word zomwijlen in een Salmnet gevangen ſcher, terwijl de anderen voortgaan met de Visſcherij.
ofmet een zoort van harpoenen, die men Skottel noemt, Agt dagen kan de Steur , in 't water , levendig gehouden
geſchooten . Het vleeſch dat door en door met vet door. worden .
groeid is , en van eenigen twee tonnen vullen kan , word Het weinige voedzel dat deeze Viſch nuttigt , heere
ingezouten en van de Boeren met (maak gegeeten. het tot een ſpreekwoord gemaakt, hij leeft zo ſober als .
Men ſnijdt het ook riemswijze in de langte en maakt een Steur. Ondertusſchen is het niet alleen valſch , dat
mi er Rekel van . De Salmſteur is de veiſte, en zijn Kopal. zij van de lucht, maar ook , dat zij van enkel Nijm leeven.
Deeze zoort De Heer GRONOVIUS heeft in de maag van een Steur , ver.
leen kan zomtijds een ton thraan geeven.
> van Stellren zijn groote Roofvisſchen , verdienende teerde Garnaalen en kleine Platviſchjes gevonden . STEL
, deswegens zo wel den: naam van Accipenſer, als de lerus merke ten opzige van de voortteeling aan , dat deeze
Havikken, dien van Accipiter. Daarentegen word alhier, Viſch onder de kuitfchietende behoort, hebbende het
55 hoewel zelden , een zoort van Viſch gevangen , die Lijftotde paaring onbekwaam , geen Teeldeelen uitwen
dig
STE STE ,
3548
dig en zelfs geen Lijfmoeder. Nov. Commentar. Petropol. zijden bijnazestig beentjes, en die aan den Buik tien en
Tom . III. p . 405. LINNÆUS, ondertusſchen , zegt, dat elf. Linnæus twijfelt of het ook de tweede en Dantzi
de Steur, even als de Lampreijen , levendige jongen ter ger Steur van KLEIN zij.
wereld brengt. De Ouden hebben gewag gemaakt van eenen Attilus ,
Te verwonderen is ' t, daar men onder de Romeinen hedendaags bij de Italiaanen Adella en Adona genoemt,
den Steur zo hoog agtte , dat die , ten zijde van Severus , welken men geloofde aan de Rivier de Po bijzonderlijk
door gekranste Dienaars , met een Speelman voor uit , ten eigen tezijn . „ De Attilus in de Po , door weinig be
gastinaale werd aangebragt ; daardezelve hedendaags zo weeging vet wordende, groeit zomtijds tot dezwaarte
weinig ſmaaksvind , bij luiden van vermogen. In Enge. van duizend ponden , zegtPLINIUS , en word dan ge .
land egter houd inen veel van mooten die gezouten of inge „ vangen met een boek dieaan een ketting is , en niet dan
legd zijn ; gelijkerwijs de Steur in menigte , te Geertrui- door Jok-Osſen uit het water opgehaald." CALCAGUINUS,
denberg , word toegemaakt. In Vrankrijk en Italien , die zulk een Viſch gezien had , toont in een brief aan
daar deeze Viſch een grootte verſnapering in de Vas . RondeleTIUS , in welke opzigten dezelve van den Sturio
ten uitlevert, worden er veelerlei gerechten van toe. verſchille, „Deeze laatite, zegt hij, is een Zee-Viſch,
bereid. Aan 't ſpit gebraaden of geſtooft, ſmaakt het welke zelden driehonderd ponden haalt , en die ander
zeer naar Kalfsvleeſch ; dog het is een zwaare ſpijze , engroeit zo verbaazende; ook werpt hij jaarlijks de door.
zweemt , in de verteering , meer naar Varkensvleefch of , nen af, welken de Sturio altijd behoud. Zijn vleeſch
Spek. Men rekent dat de Zee- Steur, die in diepwater is week en onſmaakelijk ; ' hij heeft den Bek veel groo .
gevangen word , ten dien opzigte beter dan de Rivier- Steur ter dan de Sturio , de Snoet niet opgewipt, noch zo
zij. Zijn Ruggegraat of Krip , in de Zon gedroogd , iszeer breed , maar bijkans fpits uitloopende. De koleur van
lekker. In de Geneeskonſt werd van de Beenderen wel. den Attilus is , op de Rug , witagtig en wollig , die
eer gebruik gemaakt, als een openend middel , dienstig van den Sturio trekt naar het zeegroen .
tegen de pijnen en verſtijvingen , die uitKoude onttaan; Volgens BELLONIUS geeven de Steurer alon groot
als ook tegen't Graveel. voordeel, dog inzonderheid op de zwarte Zee , waar in
II. Rusſiſche Steur ; Acipenſer cirris quatuor , Squa- zij uit de Middellandſche Zee komen , en dus vangt men
mis dorſalibus quindecim , Muf. A. Frid. I. pag. 54.; er een groote menigte aan den mond van de Don , in dat
( Acipenſer ordinibus quinque, Squamarum osſearum , in. Meir , waar aan Alof legt. Na dezelven overlargs op
termedio osficulis quindccim . Linn. Faun. Suéc. ) Deeze gefneeden engezouten tehebben ,worden zij aan ſtokken
zoort van Steur , die Sterlett genoemt word, onthoud opgehangen om door de zonneſchijn te droogen, en in
zich in het Meller.Meir , daar Scokholm aan gelegen Griekenland met hunne vaartuigen terug gekomen zijn.
is ; zijnde op bevel van Koning Frederik den l. uit de , verkoopen zij zo wel de verſche, als gedroogde
Rusland overgebragt en daar in geplant. Men kan , der. Steur, aan de Ingezetenen. Men noemd de verſche
halve, niet twijfelen , of deeze Steur is uit Rusland Steur aldaar Xirichi en de ingelegde Moronna , die
oorſpronkelijk , ſchoon de Heer PONTOPPIDANS er men voert tot in Italien , alwaar zij Spinalia of Sche
zijnen Steur mede vergelijkt , die voor eenige jaaren in nalia geheten word. 't Is inderdaad de Ruggraat van
Norfiard bij Bergen in Noorwegen , gevangen werd , den Steur, en deeze zoute Viſch is daar zo gemeen ,
en dien hij in zijne verzameling van de zeldzaame Vis- als bij ons de Pekelharing. De Jooden , egter , eeten
Schen van dit Land bewaarde . Naturl. Hift. von Noro ze niet , om dat de Steur , eigenclijk geſprooken , geen
wegen . II. Th. bl. 290. ſchubben heeft.
Dezelve , zegt hij , is bijna vier ellen lang. De Kop Bovendien houden de Visſchers hun zout altoos ge .
zweemt , in 't aanzien , naar een Snoeks-Kop, dog in reed, om de Kuit van deezen Viſch in te leggen, die
plaats van Bek heeft die een Snoet, metdaaraanhangen- dan , door geheel Europa, vertierd word onder den
de vezelen . In 'tmidden , onder den Kop , vind men, naam van Kaviaar. De eigentlijke naam van deeze
gelijk in de Haaijen , den Bek, dog van een andere ge verſnapering ſchijnt Cavear te zijn , dog bij verbaste
daante , want dezelve is volkomen rond en zo groot als ring word het ook ' Cavia , Caviat, Caviać en Caſial
een maatige appel. Het Lijf isbekleed met ongemeen uitgeſproken. Men noemt het, in 't latijn, Garum.
groote ſchubben , ofliever ſchilden , die dik en beenig De Wijfjes alleen leveren deeze zelfſtandigheid uit,
zijn , vier-en-zestig in getal, ieder zo grootals een Rijks: en men wil dat maar ééne zoort van Steur daar toe
daalder, dog langwerpig en hoekig: Zij leggen in vijf dienstig zij. Omtrent de bereiding daar vara vind ik
rijen , twee wederzijdsen eene opde Rug. Van Vinnen het volgende aangemerkt.
en Staart gelijkt hij zeer naar een Haaij, De Kaaken zijn Men neemt de Kuit van de Steur , en na zekere
taamlijk wijd , en , als gezegd is , tandeloos , dog met peesagtige vezelen , die er in verſpreid zijn , daar uit
zeer dikkekraakbeenen zeer wel beſchut. Men ziet daar gedaan te hebben , word dezelve in azijn ofwittewijn
uit , (merkt deBisſchop aan,) hoe wijslijk God deHeer gewasſchen ; op een tafel uitgeſpreid en gedroogd; ver
eenverſcheiderlei geſtalte aan de Schepſelen , naar hunne volgens in een vat gedaanen met zout bedekt. Na
behoeften , heeft toegevoegd. eenigen tijd geſtaan te hebben , kneed en vergruist
DeRusſiſche Steur, die van den Heer Gmelin be. menze met de hand alleen , zonder eenig werktuig, en
ſchreeven word, heeft vijf rijen van beentjes op de doetze in een zak , waar in zij opgehangen word, om
Huid, maar de middelſte rij alleen , die ongevaar uit uit te druipen , en vervolgens in potten geperst , die
vijftien beentjes beſtaat, is hoekig; dewijl ieder ſchub daar van onderen een gat hebben , oin er al het vogt uit
van in gedaanteeen zadel gelijkt, verheffende zig in de lang. te krijgen ; waarna menze tot verzending in tonnetjes
te , over 't midden ran de geheele Rug , met een dun, pakt. 't Schijnt mij egter toe , dat de Rusſiſche ge
ſnijdend uitſteekzel, en van agteren baakswijs uitloopen rookt worde , dewijl de koleur' en ſmaak dit aanwijst.
de. De zijdelingſe beentjes , als ook die van den Baik , Zommigen zeggen dat zij de koleur van groene zeep
zijn ruitagtig ennagenoeg plat , bevattende ieder rij op de heeft, en de gemelde krijgt die koleur, als zij toege
maakt
STL .
qonakt word met olie en azijn. Over de ficaak word bogocolla genoemd, In 't fraST2
nſch Colle de Poisſon , en35bij
43
Eeer ver geo
ſchillende ordeeld .
III. Huizenblas . Vifch ; Acipenſer tuberculis carens . onsDitHuizen heeft een witagtige zelfſtandigheid , die een
lijin blas.
ART. Gen.65. Syn . 92. ; ( Acipenſer cirris quatuor , weinig naar 't geele trekt;geen reuk en weinig (maak .Mert
corpore nudo. LINN. Syft .) o ,Ond erendeofSteu Ingewanden , de Rob , de
een , die van de Duitſche.rsNatHuſ Huſ Houren maakt het van de Luch
fenisgeer. Vinnen , Staart en
Huidtbla
, de
as van den Viſc h , op de vol
noemd word , wegens zijne verbaaſende grootte , waar gende wijze. Alle deeze deelen aan ſtukken geſneeden
door hij,als 't waare, naar een huisgelijkt. Hier van ſchijnt zijnde, laat menze weeken in een genoegzaame veelheid
de naam van Huizenblas, dien wij gebruiken voor het van warm water , en vervolgens met weinig vuur kooken ,
Lijm , daar van gemaakt , afkomſtig te zijn , en deswe tot dat zij geheel ontbonden en een pap geworden zijn .
gens geeven er de Italiaanen den naam aan van Capfo of Deezę papop zekere raamen , daar toe gemaakt, uitge
Colpefche, datis Lijmviſch , ofook Collano. De naamen ſpreid zijide, word door 't droogen als een zoort van
van Barbotta ofMoronna, ſchijnen niet in’t bijzonder op Parkement , en bijna droog zijnde rolt menze gemeenlijk
deezen toepasſelijk .
venkoowor
op tot
Veelen twijfelen zeer , of dit wel een bijzonder zoort gee rdedn. , waaraan degedaante , die men wil , ge.
van Steur zij; te meer, om dat het kenmerk van een Het meeste Huizenblas, dat men in Europa heeft , komt
naakt lighaam zonder knobbels te hebben , daar ARTEDI uit Moskovie. Hoe dunner , witter en doorſchijnender
bem door onderſcheiden heeft , op de gewoone Steuren het zij , hoe beter. Het moet ook droog bewaard wor
zelfs toepasſelijk is. Zommigen merken aan , dat deeze den ; anders verrot het ligt, of word van de wormen op
Viſch jaarlijks zijne knobbels afwerpt en weder nieuwe gegeeten , 't Is bekend , dat de Wijnkoopers er veel ge.
krygt; anderen ,dat hijze in de ouderdom geheel verlie. bruik van maaken, om wijn , die troebel is , te klaaren .
ze. Het getalvan agt baardjes aan den Bek , dat er zom . Tendien einde laaten zij er een genoegzaame veelheid van
migen aan toeſchrijven, is onzeker. Derhalve houden in wijn ontbinden , en dan werpen zij dit mengzel in de
wij hem , mec Ray , Negts voor een grooten Steur, die ton met wijn , 't welk een vlies daar op maakt, dat allengs
waar in hij zich naar beneeden zakkende , alle grove deelen met zig neemt.
eenigermaate verſchilt naar de Rivieren
onthoud.De voorgemelde Attilus , de Antacéus van Hier kan men dan zeggen , dat de Teems door het vogt
ELIANUS, de Mario van PLINIUS , zouden altemaal dee. loopt en niet het vogt door de teems. Bovendien maakt
sen Viſch kunnen betekenen , die van eenigen Exos ge. men van de Viſchlijin gebruik om glans te geeven aan zij.
poemd word , om dat hij beenloos is.
dentelint
Hij komt voor op den Donau en in de groote Ri• ten , om ,het
en iden
bere en gaas wit teeimaa
totveelerl andken valſrks-kon
om dwe
ere, Han chepaar
vieren van Rusland, alwaar men hem , zomtijds , over ſten . Men ontbindzemet ſuiker in water , en herkooktze
de vijftig voeten lang en bij de twintig voeten dik , ont tot een zoort van geele doorſchijnende Lijm , die men in
moet. Hedend. Hift. of teg . Staat van alle Volkeren. VII, de mond week maakt om papier aan elkander te hechten.
D.bl. 54. Met regt mag hijdan bij een huis worden verge. De 'Tekenaarsmaaken daar van gebruik , onder den naan
teeken , of lieverbij een Walviſch. De zodanigen noe . van Mondlijm . zie LIJM .
men de Moskovieters Nelmo. In Walachie, aan den In de Geneeskunde kan men , van het.Huizenblas ,een
mond van den Donau , is in de winter een groote Visſche, dergelijken dienſt hebben als van de Arabiſche Gom. Dus
sij van zulke Steuren, waar van men te Weenen er ge- word het met reden aangepreezen tegen verzweeringen
meenlijk des vrijdags , in dat ſaiſoen , wel vijftig ofzeso vande keel, borsckwaalen en de roodeloop. Men
tig , ja zomtijds wel honderd , ter markt brengt. De min. heeft er koekjes van gemaakt , tegen het Bloedſpuwen,
ften weegen vijftig en zommigen verſcheide honderd Meest , egter, is het in gebruik , onder de ingrediënten
ponden. " In't jaar 1732 werd , op den Donau in Honga- van Kleefpleiſters, gelijk het dus komtin 't Diachylon
He , een Steur gevangen van vijf en een half elle lang en magnum van de Apotheek van Parijs. In de Pharmacopea
bijoa drie ellen dik , weegende over de negenhonderd pon- Bateana vind men 't voorſchrift der bereiding van een Ge
den . Europ. Merc. 1732. I. D. bl. 240. latin Ichthyocolle of Lil van Huizenblas .
Het ſterkſte van die Visſcherij beeft plaats in novem- IV .aPlooij.Bek; Plecoſtomus ; Piecoſtomusdorfo dypterygio ,
ber en december. De Viſch heeft zijn loop uit de Zee in cirris duobus , cauda bifurca . GRON .Muf. I. n. 07. ) Do
de Rivieren , gelijk de Salm , en zwemt bij ſchoolen . De Kop van deezen Viſch is platagtig , van onderen vlak ,
Visſchers , aan den Donau , ſchieten met een barpoen de daar deBek is , gelijk in de Haaijen. De gaaping van
Steuren , terwijl dezelven aan den oever ſlaapen ;die van de Bek is naauw , en heeft van onderen een vouw of
de Po vangenze op de volgende manier. Een Steur ver. plooij, die een halven cirkel maakt, en een baardje ,
pomen hebbende, begeeven zij zig in drie of vier ſchui. dat vrij kort is , aan ieder zijde. Aan de Borstvinnen
ten , en drijven hem zagtelijk naar den oever , nabij wel ziet men zeer kleine openingen der Kieuwen . Het ge
ken zijnde, zij eensklaps cen groot geraas maaken , 't welk heele Lijf, behalve den Buik , is met harde , beenagti
den Viſch dermaate verſchrikken doet , dat hij op 't droo: ge , gedoornde blaadjes betlekt, die voor Schubben die.
ge loopt en dusmet gemak gevangen word. GESNERUS nen . De Rugvin heeft agtBeentjes ;de Borstvinnen heb.
fchrijft, dat de Visſchers hem , door 't gebruik van ſchal. ben er ieder zeven ,' waar van het eerste zeer ſterk en
meijen ofander klinkend tuig , naar den oever lokken . doornagtig ſcherp , de anderen zagt en buigzaam zijn.
De Nelmo houd men voor den lekkerſten Viſch van De Buikvionen hebben zes , de Aarsvin vijf beentjes,
Rusland. Zijn Vleeſch egter , verſch zijnde , is laf, lij. De tweede Rugvin beſtaat uit een enkelen ſpitzen ſte,
mig en ſmaakeloos, dog ingezouten zijnde word het een kel ; de Staartvin uit twaalf Beentjes , zijnde de Staart
groote verſnapering. Van de Kuit maakt men Kaviaar , diep gevorkt.
en hetleder van de huid is voortreffelijk tot waagenzee. . ŠTEURKRAB , zie KREEFTEN , n. V. p. 1632.
den . 't Voornaamſtegebruikegter, datmen van den Hur STỊCHOMANTIA , is een woord zamengeſteld van
fo beeft, beſtaat in het Viſchlijm , in ? griekšsb Icha: agitationers of dicht- regelen HGUTÉIA
regel , en , raader ,
Bb W23 .
3550 STI. ŠTI STO .
Waarzeggen ; het is dan de wetenſchap om dcor middel STINKENDE MIER', zie' MIEREN , m XVII.
van versſen , waartezeggen . Na op kleine briefjes dicht: pug. 2112.
regels te hebben gefcbreeven ,wierp men die briefjes in STINKENDE MOND , zie MOND (STINKEN .
een urna , en dat geene het welk inen er 't eerſt uittrok, DE- )
wierd voor het antwoord gehouden van hetgeen men wil. STINK -HOUT , Stront hout. Deeze naam is aan het
de weeten . De versſen ofdichtregels der Sijbillen , ver- hout van zekere Boom gegeeven , die Drekboom, in’t lat.
ftrekten langen tijd tot dat gebruik; zomtijds vergenoegde Olax word genoemt ; zijnde de reden van de zonderlinge
men zich, oin het een of ander dichtkundig werk open te naam deezes Booms, dat hij het hout 't welk de koleur
flaan , inzonderheid Homerus en VIRGILIUS , en het en reuk van menſchelijken afgang heeft,uitlevert; dus heeft
eerste vers dat zich voor de oogen aanbood , wierd hij ook den latijnſchen naam laxvan den ſtank die het hout
voor de Godfpraak gehouden . uitgeeft bekoomen. Volgens bericht van den kundigen
STIER , zie KOEIJEN , M. I. pag . 1 $40. Heer M. HOUTTUYN Nat. Hiſt. 2de deel 2deſt. pag. 52 .
STIKKEL -BESIEN , zic KKUIS.BESIEN . heeft de Heer RICHTERS als tweede Chirurgijn in 1773.
* STIK -KOORTS , zie FEBRIS PRÆFOCANS . van Batavia overgekomen , en aldaar lang zo in de Apo
STIK.WORTEL , zie BRIJONIE ( WITTE- ) theek als 't Hospicaal gedient hebbende , verhaalt, dat het
: STILET is de naam van een zoort van kleine enge, afkookzelvan dit hout, een onaangenaame zoutige ſmaaks
vaarlijke Dolls of Ponjaert, dien men met gemak in de hand hebbende, het voornaamſte geneesmiddel der Ingezete
inzonderheid lafbertige ne is in heete koortſen . Dit hout word van hun Sajoe-Tey
kan verbergen, en waar van zichverradelijke
menſchen bedienen , om op een wijze iemand genoemd.
yan kant te helpen. Daar ismaar eene zoort van den Olax bekend , die de
Het lemmet hier van, is gemeenlijk driekantig , en zou Ceylonſche genoemd word. In het Muſaun Zeylanicum
danig dun , dat de wonde die er door gemaakt word , bijna van Hermannus voert hij den naam van Ceylonfche Drek.
niet is te beſpeuren. Het Stilet is in alle wel gepoliceer. boom , die eickels draagt, Mella hola genoemt. Men vind
den Staaten ten ſtrengſten verboden . er bijgevoegd , dat de Cinghaleezen de bladen van deezen
STILLATITIUS LIQUOR ROSARUM ,zie RHO. Boom met azijn eeten , gelijk wij de Naa hier te lande.
DOSTAGMA . Ook vind men nog van deezen Boom aangetekend , dat de
STINK -APPELBOOM ; Crateva tapia ; Anona trifo. Takken geelagtig zijn ; de Bladen glad ovaal ongeaderd,
lia, flore ſtamineo & c. SLOAN . Fam . 205. Nurrvalla. ongekarteld , met ſteelen , overhoeks geplaatst. Uit de
COMMEL. Hort. Malab. III. pag. 49. ( Crateva inermis, oxels der Bladen komen zeer korte , eenigermaaten tak
foliis integerrimis, foliolis lateribus, baſi antica breviori. kige ſteeltjes voort , die waarſchijnelijk de Bloem draa
bus. Linx. Syft. Nat.) gen en daarna de Vrugten.
Deeze Boom heeft haaren bijnaam van de Braſiliaano . STINKVLIEG , zie LANDJUFFERTJES , $. I.
fche Boom Tapia, door MARCGRAAF en Piso beſchree. pag. 1760.
ven ; dien Ray noemt, eené driebladige braſiliaanſche, STINKVOGEL , zie KAUWTJES , 11. II.pag. 1468
welke een vrugt draagt als een Oranjc -Appel , binnen ST. LUCIEN HOUT , zie. MAHALEB .
Welker fchora de Appel gevult is met ſteenen ,als Ker- STOECHAS -KRUID , dusdanig geneont , zegt de Hr.
fen-ſteenen , dog langwerpiger. ; zittende ieder in zijn alwaar
eigen velle:je.
Millerdeeze
naar Plant't
zekere eerst
Eilanden in deMiddelandiche Zee,
gevonden is. In griekſc ' h
Deeze Boom groeit omtrent dertig voeten hoog , heb . draagt zij de naam van sixas, segedés; in 't italiaansch,
bende den ſtain van
dikte als eens menſchen dije , met een Stechade; in't engelsch , Cajidonii; in't arabisch , Aito .
donker groene ſchors. Na eenige maanden bladerloos chados ; en in 't hoogduitsch , Stochas, Stoechen -Krauti
geweeſt te zijn , geeft hij aan de enden der takjes Bloemen In de winkels word ze Stoechas arabica genoeint, niet
uit , welke op ſteeltjes van twee duimen lang zitten , en om dat ze in Arabien groeit , maar om dat de Arabiſche
lange groenagtige meeldraadjes hebben , met paarſche Geneesheeren dit kruid zeer aanprijzen.
knopjes, den ſtijl omringende. Daar volgen vrugten Kenmerken . Dit Kruidgewas heeft een lip -bloem , uit
op , van grootte als een kaatsbal, die onder een ruigen een blad beſtaande , wiens bovenſte lip over end Itaat,
baſt een meelagtig vleeſch als een Peer, bevatten , dat maar de onderſte lip of baard. is in drie deelen verdeeld ,
rosagtig is en naar knoflook ftipkt. Bij het middelpunt maar ze zijn beide zo verdeeld, dat ze in 't eerst na een
zijn groote zwarte zaaden geplaatst. Deeze ſchijnt dan bloem gelijken , die in vijf verdeelingen geſneeden is , uit
van de gedagte Tapia te verſchillen , en de Appelen van welkers Bloemkelk het ſtijleje koomt, verzeld van vier
de Nurryalla van Malabar, welken COMMELIN daar mede vrugtbeginzels, die naderhand even veelrondagtige zaad
vergeleek , hadden een wijnachtigen reuk en ſmaak. Men jes worden ,welkein den bloem -kelk zijn beſlooten , voegt
noemt dezelve , zo zijn Ed . aanmerkte, in 't Portugeeſch hier nog bij , dat de Bloemen in verſcheiden rijen geſchikt
Pee do morto , in 't Nederduitſch Bombeenen. zijn , in ſchobbige kopjes, boven welke eenige kleine
STINKDIER , zie KWASJE . blaadjes uitkijken , die er zeer fraai uitzien .
STINKEND · EBBENHOUT , zie ANAGYRIS Zoorten . Onder vcelerlei andere zoorten van dit Kruid .
(STINKENDE- ). gewas, zijn de volgende drie de voornaamſte, enwelke ook
STINKENDE GOM , zie BDELLIUM GUMMI. verdienen gecultiveerd te worden ; de eerſte om haar ge .
: STINKENDE GOUWE , zie GOUWE . bruik in de geneeskunde, en de cwee anderen ,, om der.
STINKEND LANDPAD
E KIKVORSS, zie onaard bloeme
CHEN , zelver niet ige n.
* , IV . pag. 7503. 1. Purper of Arabisch Stoechas. Kruid ; Stoechas purpose
STINKENDE MEELTOR , zie- MEELTORREN , res. Bauh .Pin. 216.; Stoechas brevioribus ligulis.Clus.
7. X. par. 2009 . Hiſt. 1. p. 344. ; ( Lavandula foliis lanceolato-linearibus ,
STINKENDE MELDE , zie MELDE , 1. 4. pag . Spica comoſa . Linn . Spec. Plant.)
1022
2. Stoechas.Kruid met getande bladen , Stoechas folio
fer
STO . STO. 3357
ferrato; Stoechascrispo folio. Clus. Hift. I. P.346. ( La de lever en de milt , toeſchrijven ,
vendula foliis pinnato-dentatis. Linn. Spes. Plant.) STOECHAS-KRUID (GEEL- ) , zie ELIJCHRIJ .
3. Stoechas-Kruid met lange paaakte Bloemftengen; SUM.
Stoechas cauliculis non foliatis. Bauh. Pin . 216 .; Stoe- STOELGANG . Weinige dingen zijn zo voordeelig
chas longioribus ligulis. Clus. Hiſt. 1. p. 344. aan de gezondheid , dan geregelde Stoelgang . Blijven
Plaais. Alle deeze zoorten worden van zelfs groeijen . . die ſtoffen te lang binnen het lighaam , zij bederven de
de gevonden ,in Zuid -Frankrijk, veel in de Stoechades of vogten ; worden ze te vroeg ontlast, ze deelen geen
Hiériſche Eilanden , Spanjen , Portugal,Kandien , enz.op behoorlijk voedzel mede, een gepast midden derhal.
dorre heuvels. ven , is het beste ; dit kan alleenlijk door een gere .
Kweeking, Men kweekt deeze Planten , door haar zaad geld gebruik van voedzel , Naap en beweeging ver.
in maart te zaaijen, op een bed met ligte drooge aarde , en kreegen worden. Waar dit niet gelchied , zal ook zeer
wanneer de Planten zijn opgekoomen , moeten ze zorg. zelden deeze ontlasting geregeld zijn.
vuldig ſchoon gemaakt worden van onkruid , tot dat ze Lieden die op ongeregelde tijden eeten en drinken ,
twee duim hoog zijn , als wanneer ze moeten verzet wor. bij elke maaltijd verſchillende zoorten van ſpijzen en
den op vijf a zes duim van malkanderen, in agt neemen. dranken gebruiken , kunnen met geen rede verwagten
de , om ze nat te maaken en te beſchaduwen , tot dat ze dat hupne ſpijsverteering goed , hunne ontlastingen
wortel gevat hebben , na welke tijd ze geen meer oppas. geregeld zijn zullen. Die onregelmaatigheid in eeten
ſen nodig zijn , dan zeden volgenden zomer van onkruid en drinken , brengt alle de deelen der dierlijke huis.
ſchoonte houden. Dog indiende winter zeer ſtreng is , houding van hun ſtel, en mist nooit ziektens te veroori
is het dienſtig ze met matten te bedekken , om ze tegens zaken . Dit is de uitwerking van te veel , zowel als te
de vorst te beſchaduwen, die ze anders ligtelijk zou be. weinig voedzel, de eerſte veroorzaakt loslijvigheid, de
nadeelen terwijl ze zo jong zijn ; maar in maart of april andere verſtopping ; dog beiden benadeelen ze de ge
van het volgende voorjaar , moeten ze verzet wordenop zondheid.
de plaatzen, daar ze zullen blijven ſtaan , in agt neemen . Het is niet gemaklijk het juiste getal Stoelgangen te be.
de , indien het mogelijk is , omze in warm nat weer te ver paalen, welk tot behoud dergezondheid noodig is , de.
planten , en ze niet lang buiten den grond te laaten blij, wijl zulks veel van de jaaren des ouderdoms , de ver.
ven ; want indien haare fijne vezelwortelen verdroogen , fchillende lighaams-geſteldheid , onderſcheidene levens.
groeijen ze daar na zelden tierig. De grond waar in zege. wijzen , beweeging, enz. afhangt. Het word nogthans
plantworden ,moet droogwarm zand ofkeizelgruis zijn, in 't algemeen toegeſtaan , dat voor eene volwasſenen een
en hoe ſchraalderdegrond is, waar in ze geplant worden , Stoelgang ' s daags genoegzaam is , dog dat minder als dit
hoe ze beter de koude van den winter verdraagen , mits nadeelig zij. Dog dit heeft even als de meeste regels zij *

dat de grond droog is , ſchoon de Planten zomers beter in ne uitzonderingen. Ik hebbe zeer welvaarende Men.
cen natte vette grondtieren ; maar dan brengen ze zo vee- ' ſchen gekend , die weekelijks niet meer dan eene Scoel
de bloemen niet voort, en de Plant geeft ook op verre na 'gang hadden. Deezen trap van hardlijvigheid is nog.
zo ſterke kruidige reuk niet, gelijk het doorgaans met de thans niet veilig. De geen die daar aan onderworpen
meeſte zoorten van welruikende Planten gaat. is , mag een tijd lang redelijk welvaarend zijn , dog ten
Ook kunnen deeze Planten door de itekken of uitloo laaſten zal het gemeenlijk ziektens veroorzaaken.
pen vermenigvuldigt worden , zulks in het voorjaar ge- Eene der middelen tot bevordering van daaglijkſchen
fchiedende , en in ag neemende om ze met water te ver. Stoelgang , is vroeg op te ſtaan en zich in de open lucht
frisſchen , tot dat ze wortel hebben gevat ,na welken tijd te begeeven . De lighaajns-houding in het bed , is het
Zebehandelt konnen worden , zo als van de zaailing-plan- niet alleen die deeze zoort van ontlasting hinderlijk is ,
ten is gezegt. Dog dewijl de Planten uit zaad gekweekt, maar ook de warmte . Deeze vermindert, door de uit
veel beter zijn dan deeze, is het nauwlijks de moeite waasfeming te bevorderen , alle de overige ontlastin
waard , om ze door ſtekkken of uitloopers te vermenigvul . gen.
digen , inzorderheid dewijl haar zaad zeer wel bij ons Het middel't welk de Heer Locke aanprijst , is me.
tijp word, de zeer geſchikt; het zelve beſtaat , in te poogen alle
De Kopjes van de eerſte zoort kuunen tot gebruik ver morgen de natuur tot Stoelgang te gewennen , het zij
zamelt worden , wanneer de Bloemen op haar best zijn; men daar toe aandrang hebbe of niet. Gewoontens
voorts op een beſchaduwde plaats uitgeſpreid worden, om van dit soort, worden wel ras natuurlijk.
te droogèn, na welke tijd men ze tot gebruik op een droo. Lieden , die dikwils tot geneesmiddelen tegen de hard .
ge plaats kan bewaaren. lijvigheid , toevlugt neemen , bederven doorgaans hun
Kragt en Gebruik. De Bloemen van de eerſte 200rt , geſtel. Het menigvuldig gebruik van buikzuiverende
die doorgaans Arabisch Stoechas.Kruid word genoemt , middelen , verzwakt de ingewanden, benadeelt de ſpijs.
bezitten bijzondere ſpecerijagtige deeltjes, die daarenbo verteering , en iedere gift die.men er van neemt, geeft
ven nog hatst en gomagtig zijn ; ze worden zeer dikwils tot eene volgende aanleiding, tot zolange, dat ze even
voor de beroerdheid , lammigbeden , duiſelingen , pijn coodig worden als dagelijks brood. De geenen die met
en kwetzuuren van 't hoofd , verzwakking van't geheu. verſtoptheid gekweld zijn , moeten tragten dezelve liever
gen , aamborſtigheid en hoeſten gebruikt ; zijworden tot door eene geſchikte leefwijze, dan door pillen of drank.
thee-dranken , en onder de ſpecies toi de hoofdzakjes, als jes te verdrijven. Ook dienen zij zich dun te kleden ,
mede tot de rooking en wasſching van 't hoofd genoomen , en alles wat zaamtrekkend of verbittend is te vermijden.
zijnde mede een ingredient van de theriaak. Zehebben ee. De leefwijze en nodige behandeling in dit geval , zal men
ne zuiverende, verdunnende, openmaakendeen verſter. bij het artijkelHARDLIJVIGHEID ,alwaar dit ongemak
kende uitwerking; zommige roemen ze om het water en als eene kwaal der ingewanden verhandeld word, vinden.
de maandſtonden af te drijven. Ook wil men haar eene De zodaanigen die met eene geduurige loslijvigheid
kragt tegens het venijn , en voor de bezwaarnisſen van gekweld zijn , behooren insgelijks hunne leefwijze, ens.
Bbb 2 naar
STO .
STO .
550
naar den aart hunner kwaal te fchikken . Zij behooren de Wittling , maar niet van de Whiting , die daar toe veet
voedzel te gebruiken , het geen de ingewanden verſterkt te klein is en week.
DeWhitefish of Witvisch komtin grootemenigtevoor ,
en eenigzins zaamentrekkend is , als het fijnſte wit-brood ,
kaas , eijeren , rijst in melk gekookt, enz.. Hun drank in de Oceaan , ja zelfs in de Middelandſche Zee. Mea
zij goede en zwaare roode wijn , brandewijn met wa vangt er veelen van deeze zoort , aan den zuidhoek van
ter gemengd , gekookt brood -water en dergelijke. . Cornwall , bij Penſance. Niet minder groot is de Vis
Als een geduurige buikloop , uit verſtopte doorwaas-' fcherij daar van in de Baajen , Havens en Kreeken van
feming voortſpruit , moet men de voeten warm houden , Schotland, alwaar men er niets dan Lijnen en Hoeken
een flennellen onderhemd draagen , en alle andere,mid- toe gebruikt, doende zulksmet kleine open Vaartuigen .
delen aanwenden tot bevordering der uitwaasſeming. De Een Jarınouthſche Kapitein had er zomtijds in ééne togt,
verdere behandeling deezer kwaal, zal men onder het ar. dien hij langs de kust van Schotland deed , wel vierdui
zen ſtuks opgekogt. Men rekent den Schotſehen Bakkel.
tijkel
STOE BUIK
TERI LOOP vindenig. word de plaats genoemd jaauw zo goed als dien van Terreneuve. Tour thro'Grea
J, dusdan
daar men Hengſten houd, om voortteteelen . Zie PAAR: at Britain . Vol.IV . pag. 7.
Hoewel de Londeníche Visſchers den Hake, bruine
DEN
STOFFE, 2514
, pag . int .
latijn Materia. Die woord word in verſchil. Kabeljaauw noenien, volgens MERRET ; doet nogihansde
lende betekenisſen , die min of meerder uitgeſtrekt zijn koleur en gedaante hem minder van Wijting verſchillen ,
en welke men niet moet verwarren , gebruikt. In der zegt WILLOUGHBY dan de grootte, welke dikwils van één
zelver algemeenſte aanneeming , betekend dit woord de elle is en langer. De Heer GRONOVIUS, beſchrijft zeer
zelfſtandigheid van elke weezen bij afzondering (abſtra naauwkenrig zulk een Visch , die in de Middellandſche zee
dio) beſchouwt , als afgeſcheiden van alle derzelver be . bij Marſeille, gevangen was , den Heer VOSMAAR toebe.
paalingen , van alle derzelver manieren van beſtaan . Het hoorende , Zoophyt. Gron.faſc. I. Leid. 1763.p. 97,08
is in die zin) , dat de navolgers van ARISTOTELES zeggen , Deszelfs Kop zegt zijn Ed. , is hooger dan breed , lang ,
dat er in ieder wezen ſtofeen gedaante word gevonden , om ongeſchubd , van boven plat; de Oogen zijn groot ; de
dat men in der daad in elke wezen , terſtond eene zelfſtan Bek is wijd van gaaping; de onderkaak veel langer dan de
digheid bevat , welke tot ſteun van alle de hoedanigheden Bovenkaak ; in beiden vind men verſcheide rijën van kronie
en eigenſchappen verſtrekt , die men er uit verklaart*; ver. me zeer ſcherpe Tanden. Het Kieuwenvlies heeft zeven
volgens bevat men die zelfſtandigheid , als zodanige vol. Beentjes ; het Lijf is rank , ſpilrond ; de Rug regt loopen .
maaktheden , eigenſchappen en hoedanighedca bezittende ; de van den Koptot aan de Staart; de Buik weinig ofniet
dusdanige zelfſtandigheid in het afgetrokkene beſchouwt, uitgezet , dezijdftreep regt. Van de Vinnen , die eragtec
is de Stoffe ; die volmaaktheden ,die eigenſchappen , die de Navel in deeze Visſchen maar één is, hebben de twee
hoedanigheder , in het afgetrokkene: beſchouwt, is de Rugvinnen , welke de geheele langte van de Rug beſlaan , I

te
de voorſte 11 , de agterſte39 zagre Beentjes of Straalen ; do
Gedaan
Ook .
word het woord Stoffe gebruikt , om een ieder on- Borstvinnen hebben er ieder 15 ; de Buikvinnen die voor 1

derwerp van de lighaamelijke bezigheden mede te bete. lijker ſtaan dan deeze, 7; de Aarsvin , die van de Navel
tenen ; het is in die zin dal men zegt, de Stoffe yan een totaan de Ştaart zich uitſtrekt, 36; de Staart die vierkant
Werk Stoffe eenere én is of geknot, 28 Beentjes. LINNÆUS telt in de Rugvin .
In de,deallerbepaaldſt Redevoering enz. zin , betekent men nen
wijsgeerigſte 10, 39 , in de Borstvinnen 12 , in de Buikvinnen 7 :
door het woord Stoffe , de zelfſtandigheid waar van alle in de Aarsvin 38 , in de Staartvin 22 Beentjes. 't Getal
de lighaamen zijn zamengeſteld ; zelfſtandigheid welke derzelven , hetwelk WILLOUHBI opgeeft , is maar wein
tot een wezenlijke , en aan allederzelver deelen algemee nig verſchillende.
ne eigenſchap. heeft, de uitgeſtrektheid , de ondoordringer Dat de Afbeelding van SALVIANUS zeer gebrekkelijk
dijkheid , degedaante, de-beweegelijkheid enz . zij, had Artedireeds opgemerkt, en dit is nogmeer te
STOKROOS , zie MALUWE (BOOMAGTL verwonderen , dewijl boven dezelve finat nietgedoornde:,
die twee Vinnen op de Rug hebben ; terwijl de Rugvin en
GE ). keld en gedoornd vertoond word. Nogthans is die AS
STOKSLANG , zie SERPENTEN , n. I. pag. 3352.
STOKVISCH . Deeze Visch waar van eingenclijk twee beeelding op kosten van den vermaarden GeneesheerFr.
zoorten zijn , behoort onder het Geſagt van de Kabebo SLARE , gemaakt, en dus in 't Werk van WILLOUGHEI
jaauwen . Wij zullen deeze eerſt afzonderlijk beſchrij- gebragt.
ven , en vervolgensaantekenen, hoedanig dezelve 't best II. Leng ; Molva; Afellus longus. Will. Piſc. 175.
in de keuke : word bereid . RAJ. Piſc. 56.; Gadus dorſo dipterijgio, ore cirrato , max
I. Stokvisch , door de franſchen Merluche , in 't en ella ſuperiere longiore. ARTED . Gen. 22.Sjn. 36.; (Gadus
gelsch Hake , en in 't latijn Aſellus genoemt; Aſelluspri- dipterijgius cirratus, maxilla ſuperiore longiore. LINX .
mus Rondeletii , five Merlucius. WILL. Pisc pag. 174. Syft. Nat .)
JONST. Pisc. ; Gadus dorſo dipterijgio , maxilla inferiore Lange of Leng is een Zee- Visch , die deezen naam
kongiore. ARTED. Gen. 22. Sijn. 36 .; (Gadus dipterijgius , ( zegt PONTOPPIDANS,) van wegens zijne langte voert,
cirratus, maxilla inferiore longiore. LINN. Syft. Nat.) welke rijkelijk één vadem bedraagt. Deeze zou naar
Een aanmerkelijke verwarring heeft omtrent deezen cen Aal gelijken , indien bij nietnaarden Kop toe dik.
Visch plaats . Dewil, maamelijk, de Engelfchen'den Ka. )) ker waare, en daarom zweemt hij , in 't aanzien , meer
beljaauw ook Whitefish noenen , en deeze inzonderheid r.aar een langen en ſmallen Dorsch . De Rug is over
dien naam verdient, dewijl hij op de Rug grijsagtig is'; langs gevind ; de Haid glad , glimmende en wit. Het
zo heeft ANDERSON , naar’t fchijnt, zich verbeeld , dat vleesch is aangenaam en onder alle Visſchen van dit ge
Bice de Whiting of Wijting waare , en dus ſtelt hij vast, flagthet ſmaakelijkſte, weshalve de Visch ook , zowel
dat het deeze Visch zii, waar van op Terreneuf de Stok. „ gezouten als geđroogd , herwaarts gebragt en van uit.
risch gemaakt word. Ik geloof zulkswel ten opzicht yan , heemſche Kooplieden zeer gezogt word . Niettegen
ſtaande
STOP STO 0553
iftaande de veelheid van Leng , tegen die van andere roert het totzo langeop't vuur ſtaande, dat hetdikword ,
Visſchen , geenzints in vergelijking koomi, zijn doch doet er dan al roerende de ruimte boter bij, en men zal
daar van , in 't jaar 1752.alleen 45000 Lispond of een lekkere gebonden faus hebben.
• 720080 ponden uitgevoerd.
De gedroogde Lengen worden inzonderheid van de Schotelpasteij vari Stokvisch.
. Hollanders gebruikt,tot proviant van hunne Schepen , Neemt gaar gekookte Stokvisch , dog daar geen rijst
, wanneer zij daar mede op verre togten willen gaan ; moet ingedaan zijn , breekt ze aan kleine ſtukjes in een
wantdie Visch , wel gedroogd zijnde , duurt in de hee. tinnen of vertinde holle koperen ſchotel, doet er bij de
te gewesten zeer lang, en Imaakt dus zelfs beter dan ruimte boter , mostert in zoete. room dun gemaakt , voorts
versch gegeeten. De Lengen koomen gewoonlijk met 'Zout, geſtoot en peper en fijn gehakte chalotten , roert het
of kort na de Voorjaars.Haringen , in de vasten naa. wel door een , maakt er de korst n. 3. over ; zie DEEG

melijk , bij groote meenigte onder’t land , en zij wor- pag. 267. ; zet dan de ſchotel op een weinig vuur , en
jg den met ſnoeren gevangen. Anderzins is hunne regte laat de korst door een taartedekzel met vuur er opgelegt ,
> verblijfplaats op Storeggen ,zijnde een lange zandbank , gaar bakken.
die zich nevens het land heen uitſtrekt. Aldaar wor. STOLKSCHE KAAS , zie KAAS.
den zij , te gelijk metde Queiten of groote Heilbotten , STOLPEN -STEEN is de naam welke men aan een
door onze Visſchers inidden in de zomer: opgezogt , zoort van Toetſteen of Bafaltes geeft , welke in Misnien
► die hun wel twaalf totvijftien mijlen ver , narocijen.” word gevonden ; wat de koleur betreft, gelijkt dezelve
Naturl. Hiſt. yon Norw . II. Th. bl. 247. na zwartof grauw marmer , maar de gedaante is zeer bij.
De Visch , die van de Engelſchen , naar ik denk van : zonder , zij word in crijftallen of fuilkantige ſtukken ge.
weegen zijne langte , Ling genoemt word , (zegt. vonden , die ofvijf, zes , zeven of agthoekig zijn ; zom ,
» RAY), zweemt naar den Zee-Snoek door zijne geſtalte tijds vind men er zelfs ſtukken van , die de gedaante van
en koleur, dog is langer, en heeft de Schubben klei .. een vierkante balk hebben . De oppervlaktens van die
ner , vast aanklevende. Zijn Kop is platagtig even als Prisma's zijn effen en glad even als ofzijgepolijst waaren.
in de voorgaande, waar van hij verſchilt; 1. door groo- Deeze prismatike ſuilen zijn regtſtandig of perpendicu
ter te zijn , en 2. langer naar reden van de grootte ; 3. laar de een nevensden anderen geplaatst, even als orgel
door deStaart geenszins gevorkt, maarrond te hebben ; pijpen , zij verheffen zich omtrent 16 of 17 voet boven
* 4. door de veelheid van ſtraalen in de Rugvinnen ; 5: den top van een berg ; en die prisma's of ſuilen verſtrek
. de Schubben , als ik gezegd heb kleiner ; 6.de Straalen ken tot fondament van 't kaſteel van Stolpen , 't welk es
3 van het tweede paarVinnen uitſteekende , en de Vin vlak boven getimmert is.
nen zelfs kleiner ; 7. de Onderkaak die in de voorgaande De Hr. Pott welke deeze Steen heeft onderzogt, zegt,
langer is , hier korter dan de Bovenkaak; 8. het Baardje dat zij zeer hard is; zij maaktgeen opbruisſching metde
aan de onderkaak , 't welk in de andere ontbreekt ; l , zuuren ,en de werking van het vuur verandert haar niet tot 1
de Bijbangzels aan de Rob , in deeze wel tot veertig kalk. Die geleerde Scheijkundige, gist dat het een leem
* geteld , in de andere geen ; 1o. het Vleesch veel (maa. agtige aarde is , zo als die van de Leijſteen , vereenigtmet
kelijker en gezonder,wordende boven andere zouten een ijzeragtige aarde, welke tot bafis van die Steen ver
» Viſch geēstimeerd. RAJ. Sijn. Pifc. p. 56, 57. ſtrekt; zonder eenige bijvoeging kan een geweldig vuur
Men vangt deezen Visch, zo wel als de andere, die de haar in een zwarte (corie veranderen, die zodanig hard is
Onderkaak langstheeften ongebaard is , bij Penſance en dat zij met ſtaalwordendegellagen yonken van zich geeft,
Brittannie
elders aan de kust van Groot natuurlijke
. Onder de kan ſchoon dat de Steen in zijn ſtaat geen vuur
beljaauw , die op onze Markten komt, is nu en dan ook geeft. Deeze Steen is van verſchillende koleuren, zij is
Leng, welke niet alleen door zijne dunte en langte on- of zwartagtig , of ijzerkoleurig, of wel aschverwig ; er
derſcheiden word , maar door Negts twee Rugvinnen te eenigmetaal opſtrijkende neemt zij derzelver koleuraan ;
hebben van den Kabeljauw verſchili ; gelijk ik zelf heb en hoe zwarter zij is, hoe bekwaamer cok om voor toets .
waargenomen . Ook had de oude Heer Dr. GRONOVIUS ſteen te verſtrekken.
den Leng mede geteld onder de Visſchen van Nederland ; STOMPE- BIJE , zie HONINGBIJE , * VIII. P:
des bet mij verwondert, die zoort door den jongen Heer 1120.
zijn Wel Ed. Zoon , in de optelling.der Dieren van ons STOMPE -KRAB , zie KRABBEN , n. III. p. 1620 .
Land, niet aangetekerit, ja zelfs niet beſchreeven te vin. STOMP GEZIGT , in't griekſch en latijn Mydriaſis
den ; nog in zijn Ed.eerſte nog in hetlaatst uitgegeeven en Platycornia, is een ongemais van het Oog , in eene
werk over de Visſsben . tegennatuurlijke vergrooting van den Oogappel en ver
wijding van den Regenboog beſtaande.
Hoedanig de Stokvisch word Boebereid. De oorzaaken zijn wonden, zwaare kneuzingen , en
De Stokvisch na behooren geweekt hebbende , bind men verders al wat de regenboog en hairwijze band verzwakt ,
die aan kleine rolletjes van drie vingerbreed , en laat ze in nevens het geen de criſtalijne en glas-vochten kan doen
ſchoon water zonder zout zagtjes kooken tot dat gaar is ; opzwellen.
zommigen doen wel wat rijst in de rolletjes dat zeergoed Aan deeze ziekte is ook de zwakke en tedere jeugd ligt
ſmaakt; opdoende , neeint men de touwtjes daar de rok onderworpen , vooral in de kinder-ziekte, die een alge.
lettjesmede vast gebonden zijn er af, ſtrooit er zout over , meene roering in de vogien en een aanperſing naar buiten
en geeft er gekookte aardappelen of geele wortelen bij , be- veroorzaakt; zo men dan de kinderen niet in donker be.
nevens geſmolten boter en mostert. De Lief hebbers ee. waard , maar om teſtillen , hun dikwils aan een ſterk licht
ten die ook wel met een ziepel- of uijen.faus; zie SAUS , of aan de doorglazen ſchitterende fonne-ſtraalen, of groote
pag.3223. Ook kan men erde volgende faus bij maaken; vuur afſchijnzels blooiſteld ,dan zijn uit zulke misbruiken
neemt een lepel vol eenige van het water waar in de Stok redenen genoeg af te leiden , waarom ben een Stomp.ge
risch is gekookt, doet daar een weinig weitenmeel in., en zicht overkomt ; doet hier bij
bb
, datoude lieden behalven
de
B 3
8353 STO, STO

de voornoemde oorzaaken , door verharding en verſtijº kramp-trekking der oog ſpieren ; even 20min zijn alle de
Vingder vliezen ,of dat die door te veelvogt verzwaki zamientrekkende medicijnen, het zij uit demineralen ,of
ken , aan deeze ziekte veel meer als men gadenaat, on zaamentrekke
planten nuttig . wancdie allen Atremmende en te grofdeelig
derhevig zijn. nde zijn , waar en tegen de aangeprezene
De Kenteekenen zijn , in den beginne een zwak gezicht, oliën de vogten verdunnen , de ſpieren, zenuwen en de
dat van nabij niets onderſcheidt, maar op een verder af. regenboog verſterken , maar tegelijk kan men die toç de
ſtand is bij wijle nog een flauwe gezicht-ſchaduwe te ont beweeging en opwekking bunner veerkragten door zagte
dekken ; de reeds verzwakte en verwijdde regenboog kan en gezwinde wrijvingen helpen , die men egter zo dikwils
door geene poogingen tot zijne gewoone naauwte nade. doen moet, als, en voor , datmen de middelen gebruikt,
ren , en al ishei dat de Oog vogten doorzichtig ſchijnen ,' Dit geſchiedmet zagte doekjes of ſpongies, ofook wel
20 worden die gedurende de ziekte trapsgewijze duiſter. met een enkeld doekje op de oogen gelegt , waar over met
der , de verwijding vermeerdert en de Oog -appel vergroot, een zagt borſteltje gewreven word , dog niet ruuw of
het welk een noodzaaklijk gevolg is , vermits het gemis ſterk drukkende, op dat het verzwakte niet meerder ver.
der beurtelingſche verwijding en vernaauwing den omloop ward en verdorven worde.
der Oog vogten even zo vertraagt en uitzet, als in de Na dit wrijven , geeft men agt, of den regenboog eenig.
fpierige deelen daar ophooping geſchied, waar na een zins vernaàuwt en deoogappel kleinder word; zo ja,dan is
volkoome blindheid volgt. er boop om te genezen ,diesmen met de handgreep en voor
Wegens de Voorzegging , zo is deeze ziekte in den be- noemde middelen aanhoud ; want deeze ziekte langzaam
ginne niet geheel ongeneeslijk ; tenzij door veroudering geneest , en al is men zo verre gevordert, dat de oog.ap
de Regenboog zo zeer verwijdert , dat die rondsom den pel en de regenboog hunne natuurlijke gedaante vertoo
inwendigen kring van hetHoorn- vliesbijna verſchuilt, of nen ( te weeten als men met het wrijven ophoud) zo moet
dat een verlamming der oogſpieren of kramptrekking in men daar evenwel meede voortgaan , tot dat men van het
derzelver zenuwen is, en dat de oogovogten ondoorzichtig eenetot het ander bezoek , dezelve geſtalte bevind , en
zijn , dan is de hoop zeer weinig. zo nog eenig onvermoogen in de ſpieren is, blijft de ge.
Dog eermen tot de geneezing overgaat, moetmen zien neeswijze dezelve tot die ook herſteld zijn.
✓ of ook eenige ontſteeking de ziekte verzelt , ( die hier Nogmoet men geduurende de genezing de lichtſtraalen
nochtans zelden gezien word, ten ware doorkwalijk aan door een voorhangzel eenigzins afweeren, maar geenzins
gelegde middelen , ) welkemen dan eerst als afzonderlijk het oog geheel Nuiten ; want door het inlaaten van een
geneezen inoet, voor dat men de rechte geneezing be: weinig lichts word de regenboog tot de beurtelingſche be.
gint. weeging aangezet , dog als de genezing bijna volbragt is,
Welkers inzichten drieledig zijn, namenelijk te ontbin. is het voorliangzel niet nodig , ten zij tegen's ſterke fon.
den , te verſterken en laatslijk om de verloore veerkracht ne-ſtraalen , winden en groote vuurvlammen ;zelfs mag
van den Regenboog door gemaakte beweegingen op te men eenige maanden na de herſtelling die voorzorg wel in
wekken , ..agt neemen .
Tot het eerste inzicht zijn bekwaam , de flores keiri , Wat de keuze van de inwendige medicijnen betreft , an.
antkos, thymi , lavendule , Jalviæ , melisſa -moldavia , derzints in oogziektens gebruikelijk , kunnen wijin deeze
rofar.rubr. fru &t. carioph. herb. origanun , thymus , fer geene opgeeven , als zijnde derzelver vaste regels altoos
pillum ., Sp. anthos Minderi, rofar. ardens; met een of aan de oorzaaken gebonden , dus zoude zulks te wijdloo .
meerder uit deezen , tamelijk lijn geſtooten , vult men pig zijn , weshalven wij het aan de beſtiering van ervaare
kleine matrasjes , die men met wat roode wijn , of met ncGeneesheeren overlaaten , die men altoos in zodapi.
twee deelen water en een deel brandewijn beſproeid, en , ge kwaalen moet raadplegen , en zich vooral niet als op
tusſchen twee borden laavw gemaakt , 's avonds op de oo- der derzelver opzigt aan Oogmeesters of zogenoemde
gen legt ; maardaags ſtrijkt men verſcheidemaalen eenige Oculisten overgeeven , dat veelal Kwakzalvers zijn , en
druppen van deSp. Minderi , het zij alleen ofmetſp .anth . on eren
ſcho de konst van opere taande
wel verſ ans
, nogth
of rofar. ard. vermengd op de wangen , die ſnel in de Oco bij gebrek van kundigheid in de medecijnen , meenig Pa
genopwaasſemen en zeer ontbinden ; insgelijks zijn Spaanse tient die zich aan hun heeft overgegeeven , ten eenemaa.
Iche-vliegen , in denek gelegd , incede zeer dienstig. len bederven . Dog dit dienen wij hier nog bijtevoe
Dog zo bij de ziekte een verlamıning van een ofmeer gen , dat de ondervinding geleert heeft, dat de ander.
oog-Spieren ofzenuiwen is , zo moetmen die niet langer gee zipes in oogziektens gebruikelijke purgeermiddelen en
bruiken als totdatde oog -vogten wat doorſchijnenderwor- aderlaatingen ſchaaden , inzonderheid zo de oogſpieren
den , want dan zijn de verſterkende geestrijke gedistilecro mede verzwakt zijn .
de olien veel beter , gelijk zijn , de ol.ruthe , majorana , STOMPNEUS , zie KRABBEN , " . LIII. P. 1624.
menthæ , thymi, ſerpillio Saturei , meliss ., cajapoiti, rorisa STOMPSTAARTIGE HAFT , zie HAFTEN , 1 .
marini, Salyie ; drie of viermalen's daags beſtrijkt men IX . pag. 996 .
met een of meer van deeze zamengemeng de oog-leden , STONDEN , zie MAANDSTONDEN .
deſanpen ,de kruijn des hoofds, daar de naaden zaanien- STOOF , zie BAD .
koomen , als meede de nek , en 'savonds legt inen kleine STOOKEN is een woord , dat eigentlijk betekent
plukzel-wiekjes met dezelve bevochtigt losjes gebonden brandbare ſtofbij vuurte brengen ; en 't vuur brandend to
op de Oogen. maaken en houden . Maar daar van daar word het over .
Nogthans twijffel ik niet ofzommige zullen zinſpeelen gebragt om het doen van zulke te betekenen , die geesten
op de ſterke opdroogende geesten , en wel met opzicht uit zekere ſtoffen , door middel van diftillatie, fcheiden;
tot de verlamde Oogſpieren ; de zulke moet men niet langen in het bijzonder betekent het , het doen van zulken,
en zelfs zeer ſpaarzaam gebruiken ; want zij droogen niet die Brandewijn , Koorn -brandewijn , Jenever, enz. di
alleen ſterk , dat hier voorde vogten ſchadelijk is , maar ſtilleren , waar van daan zij den naam van Stokers draa.
tevensvermeerderen zij door haare ſterke aandoening de ges.
Ge.
STO . STO . 3555
gen , of door een kort inſteekbuisje in een vat , daartoe
Gereedſchap tot het ſtoken van Koom -brandewijn nodig. in de grond ſtaande, te kunnen leiden. De Slang moes
* Men'neemt een Ketel van 10 Amen met twee Aanzet- van boven een groote ſpan onder de kraan komen , oin
itoken ,ieder
kuipen , en dan vervolgens
; om
van ş.Amenmet daar inruuw
de fijneketel
te kunnen altijd zo diep onder water te blijven ſtaan. 't Ontfang,
een Aam daags vat behoort 6 Amen te houden , en regt overeind in den
te ſtoken . grond voor de Koelkuip , onder de pijp der Slange te
• De Ketel moet van goed , taai , ſterk roodkoper zijn , ſtaan , om er het nat van 't ruuw ſtoken in te vergaderen .
en onder dikker van koper , als aan de zijden ; en aan de In de bovenbodem moet een rond pompgat zijn, om er
zijden vanonderen op na boven toe, totaan 't gat van den een Pomp in te kunnen zetten , en de ruuwe wijn in de
Helm , rondopgaan. Om ruuw te ftoken hoeft men ze fijne Ketel te pompen . Over dit vat moet een luik zijn,
jaistniet vertind te hebben ; maar op fijn te ſtoken moet omte beletten ,dat er geene vuiligheid nog vuilwater
inſtorte. Dic Vat moet men om het vierendeel- jaars ,
ze wel vertind wezeri.
• Deeze Ketel moet op eendikke muur tot de voet inge met koud ſehoon water reinigen. Dus moetmen ook
metzeld wezen , en deeze muur moet van onderen rond zomwijlen de Koelvaten aftappen en reinigen.
om de Ketel gaan , tot boven toe , daar na de Schoorſteen Men moet voorts hebben , om alle dag te kunnen ſto .
toe loopen , op, dat de vlam en rook , rondom de ken , 12 Kuipen van 5 Amen elk , om te zetten ; 2 open
Ketel gaande , dezelve beet inake. Ook moet in de Stekkannen met hengzels, ijder 3 vierendeel, om het
muur, rondom de Ketel, een vierkant gat twee a drie - koud water en gerst in te dragen. Een lange geut on
gemaakt worden , om de Ketel van buiten te kunnen " water in de Ketel te laten loopen, en' t warme uit de Kes
ichoonmaaken. In de Schoorſteen moet een ijzeren tel te pompen , of tappen , 'en't Mout in de Ketel te
Schuif wezen . om het vuur te kunnen regeeren; dee laten loopen.
Ze doet men toe om er de warmte in te houden , als ' Hoe men het Mout tot Korenbrandewijn maakt,s
de vlam van hout , of turf gedaan is , en 't vuur Als men uit graanen Brandewijn wil ſtoken , neemt
te beteugelen als het te ſterk brand, ofte grootte hit- men haver , gerst, rogge , tarwe , Spelt. Men weekthet
te in 't ſtoken geeft. 1
eenige dagen in zoet regenwater, legt het om te ſchie .
Onderde Ketel’inoetwezen een ruim langwerpig Stook ten , gelijk men gewoon ismet Moue te doen , dat men
gat, met een goedeſterke ijzere Roofter, met de ſcherpe brouwen wil. Men keert het op zijn tijd om , om voor
kant na boven om de as gemakkelijker er doorheen te 't heet worden en verderf zorg te dragen . Als het wel
doen vallen. Voor 't gat moet een goede ijzere, of geſchooten is ; doetmen 't wijd van malkander, om koud
kopere deur , of fchuif wezen , 'als mede voor 't Asgat, en niet goor te worden.
om daar door het vuur voor al in een verwulfde Schoor- Wilmen daar terſtond van gebruiken en aanzetten ,
Ateen wel te kunnen bewaren , en die Deur voor 't over neemt men zo veel men wil diſtilleren , kookt het met
loopen der Ketel wel te kunnen ſuiten : 't Asgat , dat water tot dat het graan berst , en ſchud het in een Aan.
onder de Rooster komt, moet groot en diep zijn , om zettob. Daar na laat men het eerſt wat verſaan , tot
daar voor 4 , 5 , ofmeerdagen de as te kunnen bergen . dat het laauw is. Dan doet men er wat verſche biergist
Daar voor moet een ijzere Deur buiten de Schoorſteen bij , dekt het warm toe , op dat het aan 't giſten raake.
gemaakt zijn , om als de Ketel overloopt , of de Helin Als het genoeg gegist heeſe, 't geen ten langſte in 3 da.
ſpringt, geenen brand te kunnen veroorzaken. gen moet geſchieden ;doet men 't in de Ketel, en ſtookt
De Helm die op de Ketel is , moet digt zijn , van rood er zo lang koorn -brandewijn van , als 's proef houd , of
en fraai koper, van binnen wel vertind ; gelijk ook de 't branden , of zisſen wil. ' t Geen in de Ketel over
Pijp der Helm tot de Slang toe. Over de Helm heen blijft noemt men Spoeling , dat men aan Oslun , Koejeni
moet een ſterke fluitband van goed ijzer , of taai koper en Varkens geeft,
gemaakt zijn. Deeze moet in 't ſtoken , tegen het op- De overgekomen koornbrandewijn moet als anderen ,
Vliegen van den Helm , en 't overlopen der Ketel , wel rog een reis , of tweemaal worden overgehaald. Dan
geſloten zijn . Anderen zetten weltothetzelfde eindecen word zeliéfijker , en beter van ſmaak , als andere koorn;
hout op den Helm , pal tegen een balk van den folder ijn
aan. brandew .
Ter zijde van de ruuwe Ketel , moet ſtaan een groot Om ze eer. Wijnbrandewijns reak , Smaak , on
open Koelvat , dat jo , of 12 A'men water houdt; hier Tieflijkheid te geeven.
in moetgeduurig koud water zijn , of gehouden worden . Neem den bovengemelden koornbrandewijn , doetze
Doch men hoeft hetzo koud niet te houden als men ruow , weder in de Ketel , giet op een Aam daar van , 3 vieren . '
dan als men fijn ſtookt, want dan moet het altijd koud deel goede Wijnmoer in de Ketel , baal die te zainen
zijn . Als het laauw word, tapt men het door de boven- over , en rectificeerſe , zo zał bet oprechte Brandewijn
ſte ktaan af , en pompt in de vierkante bak van boven ſebijnen.
weder koud water in .- Deeze bak moet ir't midden van Hoeveelheid der Graanen tot diſtillatie.
de Koelkuip door de bogten van de Slang gaan , tot op Eenigen nemen een ſchepel tarwe- en een ſchepel rog .
den grond , alwaar ze vier groote garen moet hebben , gemort, tot een 2° Aams Kecel.
om het koudwater daar door te laten loopen , en 't war- Een zak geystemout , en een zak roggemout, op een
me na boven te dringen. 4 Aams . Ketel.
De Slang in dit Koelvar ſtaande , moet van rood' ko . Op een Ketel van 2 Ton water , een Mudde rogge.
per wel vertind wezen , en hebben op zijn minst 8 hoge morit alleen.
ten. Hoe de bogten veelvuldiger zijn , hoe de Bran Een Mudde rogge , en een Mudde tarwe op een zo
dewijn beter verkoeli en overkomt. Het eind van dee- Aains Ketel .
ze Slang moet in de koelkuip niet lager koomen , dan Het boven beſchreven is de gemakkelijkſte en voor.
dat men er van buiten gemaklijk een kan onder kan zet .' deeligite manier , die hedendaags gebruike word ; ſchoon ,
ten , om er de overgekomen Brandewijn in te ontfan . hoe meerder graanen men daar bij doet , hoe debran.
de
STO : STO :
3550
dewijn zwaarder is . ten geroerd zijnde, ipoel de Kuip rondom ſchoon af ; lam
Men gebruikt op de bovenſtaande wijs, in andere het dan een uur ſtil ſtaan , daarna zult gij die Kuiper
Janden ook haver , hirſe, erwten , en andere vrugten, elk twee uren lang wel door malkander roeren en ar.
maar men laat het eerst ſchieten , en handelt er dan beiden , om de klonters te breken .
als boven meede. De erwten zijn zo goed als andere Giet daar na op ieder Kuip zo veel koud water , das
koornvrugten , en geeven wel tweemaal 200 veel de Kuip op een handbreed na vol worde, en niet vol.
brandewijn , maar branden licht aan , of men moet ze der, op dat de Mout rijzende niet over zoude loopen ,
in een zak doen . Daet daar na op ieder Kuip des zomers twee , en des
winters drie mengelen beſte verſche en dikkegist, eoroes
Om Mout en Moutwijn , op zijn TDéfops te maaken. alles wel door een.
Tot een Ketel van tien , of negen en een half Aam , Men laatze des winters dicht gedekt ſtaan , om te be:
om tweemaal daags ruuw te ſtoken , neem twee zakken letten dat ze koud worde ; maar in 't opvullen , moetmen
oud koom , en twee zak wintergerst door malkander , dat er zo veel warm water bij doen , dat het te zamen heel
is , in ijder Kuip een zak koorn , en een zak gemoute wino laauw worde. Doet er dan de gist bij en roerhet wel om ,
tergerst; hoe 'č koorn ouder hoe 't beter is , en meerder tot dat het begint te ſchuimen , en laat het zo drie vier
beande wijn uitlevert. Ja al was 't ſchoon dat het twintig, dagen ſtaan , tot dat het rins is geworden. Des zomers
dertig , veertig jaaren oud was ; en al was het de vermijte laat men 't ongedekt ſtaan , ten waare het niet werken
te korst van 't kogen ;ſchoon andere daar van niet houden , wilde; dan moet het gedekt worden ; en zo ras gij ziet
als niet zo veel geevende. dat het werkt , ontdektmen 't , alzo het zomwijl te ſterk
NB. Om een aam koorn brandewijn te ſtooken , moet en ras zoudearbeiden ; want ſtond het lang tegisten , zou .
men hebben agt zakken koorn en gerst; en min , ofmeer, den de ſterkſte geesten vervliegen en zuur worden.
na dat men het beſlag wel heeft doen uitwerken , en op s' Winters laat men 't 4 dagen , des zomers driedagen
zijnen rechten tijd heeft afgeſtookt. lang, oftoe dat het rins word , ſtaan werken, niet tegen .
Itaande de kors: binnen dien tijd al mogt na den grondge
Om tot twee ,Kuipen op de boven beſchreven Ketel zonken zijn ; daar aan moet gij u niet kreunen ,voor en
te mouten . al eer 't rips is geworden .
Neem twee zakken gerst , twee dito rogge ,. giet ze in Om twemaalen daags te ſtooken , moet men twaalg
een , of twee vlakke wijde tobben , laat ze des zomers Kuipen hebben ; en tot ieder Kuip moutnat , (wee zak :
24 uren , en des winters 36 uren in regenwater weeken ; ken in voorraad te hebben.
laat het ſtaan op eene gematigde plaats. Dog 't graani Men moet op elken dag precies de zelfde hoeveel.
moet twee , of drie duim onder :water ſtaan ; giet er daar heid gereed maaken.
Da het ſchoon water af. Vrijdags avonds maakt men de Kuipen voor maandag
Leg voorts uw graan dunnetjes op een koele ſteenen reed ; zaturdags avonds, voor dingsdags; maandags inor.
vloer, en gematigd vertrek , dat warm kan worden ge. gens , voor woensdags ; dingsdags morgens, voor don.
maakt, of anders op eene warme zolder; roer het alle derdags; woensdags inorgens, voor vrijdags; donderdags,
dagen tweemaal wel zachtjes om , tot dat de worteltjes morgens, voor zaturdag.
van ' t .graan beginnen te ſchieten. Droog daar na die
'mout op een hééten Eeſt . Hoe men ruuw ſtookt.
Als het graan droog is , laat het grof en plat , en Neein uwe twee bereide Kuipen , welke aan mout ed
diet rond maalen , nog fijn ; anders zal het in de Kuip water , maar negen en een half Aam moutnat moeten uit
oiet wel werken , 't klontert te veel , en brand ligt aan . maken , alzo de Ketels om 't overloopen vrij wat binnen
De Zetkuipen moeten wezen drie voeten hoog , bo. den rand moeten blijven , en ſcheptze in degeut, of lan
ven wijd vier voeten , onder twee en een balf, om ge bak , op dat ze in den Ketel loopen ; maar om voor aan .
vijf Amen te houden . branden zorg te draagen , leg onder den bodem in uwe Ked
Om tweemaal daags te ftooken , moeten tot vier zul. cel zuiver ſtroo , dat geenekwaade reuk nog muffe ſmaak
ke Zetkuipen daags wezen agt zakken , welke tot dit heeft; anderen ſmeeren voor 't aanbranden , de bodem
werk daaglijks gereed moeten ſtaan. der Ketel met ſpekzwaard ; anderen doen er wat boekweit
Eenigen neemen tot een mengelen , of kop Mout, twee en tarwenzaout en dien einde onder maalen .
mengelen, of koppen koud water , of tot een emmer Steek uw vuur onder den Ketel in brand , terwijlgij er
meel , twee emmers water . de mout in ſchept, roer zomwijl voor 't aanbranden van
Giet in iedere Kuip op den bodem een en een zes. de mout, dit eens om , en als gij ziet wanneer de mout in
de Stekan , of naar de hitte, of koude der lucht , iwee de Ketel is , dat de Ketel begint terooken , roer dan nog
Stekan koud water ; en laat uit uwe Ketel twee en een eens om , zet de Helm op uwe Ketel, Naitze wel, gelijk
half Aam kokend heet water pompen om de behoor- ouk de Helm met de Slang , doe uwe ijzere beugel over de
lijke warmte te hebben , om te zetten. Of anders pompt helm , ofuwe ſtempel onder den balk, en (meer uwen Helm
zo veel in de Diſtilleerketel, als gij nodig hebt ; zet ter deeg toe met lijnzaadmeel en water, tot een pap ge
de Helm daar op , met de pijp in de Slang , en ſtookt daar maakt , ofroggedeeg , gemengd met wit van eijeren , of
onder tot dat daar damp uitkomt, en 'twater zal teet zonder dit , op dat ergeen damp uit deKetel konie.
genoeg zijn om te beſlaan . Men neemt dan nog wel een doek drie , vier dubbeld ,
Neem dan tot ieder Kuip twee zak van 't gemelde Mout ofeen hoedvild zo groot als 't hoofd van de helm , die men
door malkander ; of gelijk anderen doen , (wee derde nat houd, oin degeeſten te beter te doen ſtollen , en neder
gersten- en een derde roggen -mout, of half en balf; of loopen. Stook dan geftadig en zachtjes voort ,maak dan
250 ponden gersten- en ruggen -mout door een gemaalen, dat de pijp van de fang gevangen worde in uw Ontvang.
tot 6 ton water. Roer het wel door een , op dat er var. Als gij uwe hand op de kantvan den helm boven nies
geene klonters in blijven. Alles tot een dikke pap, door, meer kunthouden , zal de Slanghaalt loopen ; en zo hijte
fterk
STO. I STO . 3532
Sterk loopt, dee ow ouur teneersten met de ijzeren plaat in 'tonklaare'moet in een bijzonderVat gedaan wordens;
de Schoorſteen toe ; op dat het niet overloope ,en de en't heldere in een ander.
Helm , ofSlang aan ſtukken ſpringe. Hier door zoude als Zo lang er kragt is bij het geen geſtookt word , moet
dan een ongeluk,ofbrand ontſtaan . Zo 't zagt loopt ,doe de men aanhouden , en 't bij de goede Brandewijn doen.
vilt, of vaatdoek koud op de Helm . Loopt bet langzaam , Om een fijne Ketel afteſtooken , heeft men acht, of
ofbegint't te verminderen, doe dan de ſchuif open en ver . negen uuren nodig.
meerderd uw vuur , tot dat het op zijn paskomt. Open en 't Overgebleven nat, gebruikt inen wel om des anderen
Nuit dus de ſchuiven , om't loopen altijd op zijn pas te daags't Mout weder aantezetten , in de plaats van warm
hebben . Bewaar uw ruuw geſtookte in uw Ontfangvat, water; en giet er zo veel zoet water bij als men noodig
tot dat gij fijn ſtookt; en hoe gij dit eer doet , hoe het heeft ; of men gebruikt het om de Koornbrandewijn mede
voordeeliger is , om dat anders te veelgeeften vervliegen opde proefte zetten.
Hierommoet het Ontfangvat digt genooten zijn . Men maakt ook van 't overgeſchooten nat , als 't niet
' t Isderhalven best , dat men die niet langer als van 2 al te hard is , of te lang uitgetrokken ; een Azijn die
ruuw ſtookſels, zijnde 4 Aamenruuwnat, tenlangſten veel zuurder, daar bij rinſervan ſmaak en geur is, als
2 , of 3 dagen bewaare ; legt het ruuw nat langer, is het Bier- azijn.
ſchadelijk , en het zoude ganſch bederven.
Hoe men de geſtookte Koornbrandewijn op
Om Jeneverbeſiën ruuw te ſtooken . de proef brengt.
Neem totdeZecvaten van 8 Amen , twee derdendee- Giet op elke s Stekkannen Koornbrandewijn , 3 Stek
len gekneusde Beſiën , een derde koud water zonder gist; kannen ſchoon regenwater; of anders , van 't overgeble
Jaat het des winters gisten. Doe er dan een vierendeel ven in de Ketel, of van’t geen nageloopen is. Men ver .
wijnmoer bij , en zet de Beſiën in de kelder. Laat het betert ook wel Brandewijn ,netop8 mengelengoedeBramh
ſomers 4 , of 5weeken ſtaan , des winters
weeken , ja zo lang tot dat het zirkt,
0,8 , of 10 dewijn 8 drachmen Allem , te doen, en dat dan zainen
door te roeren .
Doe daar na de Ketel tot op een ſpan na vol, zet er de
Helm op , op dat het kooke. Als het begintte kooken , Hoe men van Wijnen en Moeren, Brandewijn ſtookt.
ſtop het rook-, inwerp., en brandgat toe,anders, zalhet Vult uwe Ketel met een vierde koud Regenwater ,'en
te ſterk loopen. Ga dus voort tot dat gij na verſchei- 'toverige Wijn , tot op één voet na aan den rand , maar
dene Stookingen , 8.4 12 amen jenevernat hebt. Bewaart om van aanbranden bevrijd te zijn , kan men ze in een
dit in uw bewaarvat, dat wel digtgeſlooten is. Hoe dit Marienbad distilleren ; ſtook en distilléerzo lang dekragt
ouder is hoe het beter reuk heeft, en de kragten meer duurt. Haal ze daar na weder over om fijn te ſtooken ,
der zullen weezen , en ook beter jenever geeven. en maak er de proef op. Daar na zalt gij ze nog een reis
of twee overhaalen ; en t'elkens daar nog een groote hand
Om fijn te ſtooken . vol zout of twee in doen , dan zal de Brandewijn ſchoon .
Neem het ruuw geſtookte, doe het in de Ketei , vul- der en ſterker worden.
Jende deeze daar mede , tot op een ſpan toe. Stook in 't Maar om Moeren , Wijnen of Bieren , die dik zijn te
eerst bard aan , tot dat de Ketel warm word , en de pijp distilleren , is 't best die eerst uit te persſen , om ze voor
begint te druipen ; ſluit dan uw rookgat , dog zo na als aanbranden te bewaaren , en doet in een aams-ketel 8.
nodig is om uw vuur te doen branden . Stook voorts zo zakjes wijnmoer , die in 't distilleren wat nat door malkan.
lang uw goeddunkt , en 't goed in ſtaat is , en in 't vuur dermoet zijn , dan zal 't als brandewijn worden , en alle
brand , of in een proefglas de proef houd; bewaar als zoete ſtof beletten ſchielijk optevliegen.
dan het overgeloopen jeneverwater in een goed vat. Tot franſche Brandewijn, neemt men franſche Wijn ; en
Gij kunt weeten , of de Ketel afgeſtookt is , zo gijvan ': tot rijnícke , rijnſchewijn ; dan zal 't er na ſmaaken. Zie
overgekoomen nat in uwe Slang op de Ketel giet. Als zij ook op DISTILLATIE .
is afgeſtookt, zal zij niet fisſen of raaſen ,maar wel zo zij STOOKKAS , zie TREKKAS,
niet is afgeſtookt. Om een tien -aams Ketel afteſtooken - STOOP , is de naam van een natte Maat , houdende
heeft men 5 , of 6 uuren werk. twee Kannen of Mengelen .
De proef die men neemt , is deeze, Zo.de Wijn te STOOVING , zie EPITHEMA en FOMENTUM .
ſterk is, gaan de belletjes haast weg , en hij is onklaar ; STOP:GAAREN , zie LINNEN-GAAREN.
is hij teNap , gaan de belletjes haast weg , en dan is hij .; STOPPEL-RAPEN , zie RAPEN.
wit en onklaar ; maar is bij recht naar de proef, dan STOP-SPIEREN , in 't latijn Musculi Obturatores ,
komt er in 't midden een ſchuimtje , dat zo haast niet zijn twee in getal en behooren tot de Heup: De Heer
weggaat. HEISTER noemt dezelve kleine ſchuinſche, (obliquusmi
Om fijn te ſtooken , moet men bij tijds koud water in mor , en groote ſchuinſche, ( obliquus major ). De eerſte
het Koelvat doen , en in het ſtooken het ter degen koud word ingeplant boven de groote regte ſpier, en de twee .
houden . de , in het dwarſche uitwas van den hoofd - draaijer.
Men moet de Helm wel toeſmeeren , op dat er geen on . STOP-WASCH , zie PROPOLIS..
geluk komt door 't uitwaasſemen , en moet met geen bran: STORAX , zie STIJRAX-BOOM.
dende kaars digt bij de Ketel koomen , op dat de damp STORCH , zie OJEVAAR .
niet in brand vliegt . STORM ; Stormwinden ; hier door verſtaat men eene
Van 4 Amen ruwe Koornbrandewijn, krijgt men een Aain geweldige beweeging der lucht , verzelt van regen , met
goede Koornbrandewijn. of zonder hagel , ſneeuw, enz .
't Nat dat in 't fijnſtooken uit de Slang komt , word in • Daar zijn plaatzen in de zee welke meer als anderen
benooten Stekkannen met hengſels , en een losſe boom aan Stormwinden onderhevig zijn ; bij voorbeeld na het
daar wel op Nuitende , met een Sponsgat ontfangen . Doordelijk gedeelte van denEyenaar , tusſchen den der
VI. Deel. Сcc den
STO , STR . STK .
den en vierden graad van breedte, en tusſchen den Meri- plaatzen , hebbende van boven de Veders bruin , met
diaan welke zich nog verder als de Heſperische Eijlan. aschgraauw gerand ; van onderen het lijf wit, met roete
den uitſtrekt. vlakken ; de Stuit wit ; de Staartpennen graauwagtig met
De Romeinen hadden de Storm of Stormwinden ver- zwarte dwarsſtreepen enwitte tippen ; de Pooten rood; of
good ; zij ſtigten er te Romen een Tempel voor. Ovid. geelagtig rood volgens de Heer Klein, of geel volgens
Faft. lib. VI. zegt: Ray ; de Bek balf rood , aan't end zwart.
IV . Tolk; Interpres ; Morinellus canadenſis. Edw .
Te quoque Tempestas , meritam delubra fatemur, Ay. ; ( Tringa pedibus rubris , corpore nigro, albo, ferrue
Cuen pené eſt corfis obruta clasfis aquis. gineoque vario , pe&tore , abdomineque - albo. LINN. Faun.
Wij bekennen dat de Storm , Tempelen heeft ver. Suec.) De Heer Brisson maakt hier een bijzonder Ge.
,, diend, doen onzen Vloot bij Corſica doorde golven fagt van , onder den naam van Arenaria, in 't fransch Corse
bijna wierd ingefwolgen". Dit gebeurde het jaar 494 na lon -chaud. Klein , die hem Gavia noemt, meende, dat
de ſtichting van Rome. Doen den Ouden Scipio welke ket de Zand- Plevier was van Ray '; dog deeze Autheur
ter dier tijd Burgemeeſter was , Corſica veroverde , waa. maakt er gewag van onder den naam van Morinellus, in
ren zijne Schepen in groot gevaar om te vergaan; hicr 'tengelsch Turn -ſtoneof Sea- Dottrell, hoedanig eenen hij
om wijdde hij een Tempel op een der aanzienlijkſte plaat aan de zee-kust van Cornwall had gezien. In Gothland ,
zen van Rome aan de Scormwinden toe ; dit valt gemak- alwaar hij zich op de Eilanden Heiligholm en Cajon onto
kelijk te bewijzen , door een gedenkteken van dien tijd , houd , noemen de Inwooners hem Tolck , zegt Linnæ.
't welk GASSENDUS , in het levensverhaal van M. de us. MOEHRING bad er den naam var Cinclus aan ge.
Peiresk aanhaalt. geeven .
STORM ZWALUW, zie ONWEERS-VOGELEN , Het ſchijnt een Kanadaſche Vogel te zijn , die de groot
$ . I. p . 2396 . te ongevaar van een Lijſter heeft ; den Bek eereen wei.
. STRAAL , Zię RADIUS. nig opwaarts gekromd dan regt; de koleur van boven
STRAATBURGSCHE MARMOT , zie MUISEN , bont als gemeld is , van onderen wit , 'gelijk ook die van
W. VI.P. 2207 den Hals en Snuit ; de Staartpennen ten deele wit , ten
STRABISMUS , zie SCHEELZIEN . deele bruin ; de Bek zwart; de Pooten oranje koleur.
STRAND , bier door word den Oever der zee ver v . Koet- Plevier ; Tringa lobata; Tringa fufca , pedi.
Staaan , bus Fulice .. EDW . Ay. ; ( Tringa rostro ſübulato apice ine
STRAND-KRAB ,zie KRABBEN , 4. XXII. p. 1622. flexo, pedibus virefcentibus lobatis, abdomine albo. Linn .
STRANDLOOPERS ; Moeras Loopers ; is de naam Syft. Nat.). De Heer BRISSON heeft in zijn agttien
van een Vogelen -Geſlagt, ' t welk in het grieksch Trijn- de Rang , een biļzonder Geſlagt gemaakt van een Vogel,
gas of Tringa word genocmt. BRISSON noemt de Von waar aan hij den naam van Phalaropus toe eigent , om
gelen van dit Geſlagt, Beccasſeaux ; waarſchijnelijk om dat dezelve Voeten heeft , welker Vingeren bezet zijn
dat zij naar de Soeppen gelijken. met vliezen , van ongelijke breedte , aan dezijden hier en
De Kenmerken volgens LINNBUS , zijn ; een rondage daar uitgeſneeden , gelijk die van den Koet , welke in 't
rige Bek , van langte als de Kop ; de Pooten viervinge• grieksch Phalaris heet. Tot dit Geſlagt is betrekkelijk
aig , de agterſte vinger met een gewrigt en van den grond deeze en de volgende zoortvan LINNÆUS, dog hijmerktin
opgeligt. De Tringe loopen door de Velden en Oevers, deeze een verſcheidenheid aan , zijnde de een aſchgracu.
fteunende nauwlijks op den agter-vinger, daar de Snep . we,en deandere bruine Phalaropus van hem getiſcelt. Dat
pen al de vier vingeren neerzetten ; zo als KLEIN zeer de Hagſchaar een andere Vogelzij , zal in 't vervolg blij.
wel heeft aangemerkt. DeBek is volgens BRISSON ſchraal, ken . De Engelſchen geeven aan beiden de naam van
yan middelbaare langte , regt ; aan de punt ſtomp. Coot-footed Tringa.
De Hr.LINNæus heeft dertien zoorten in dit Gefragt, 't Zijn Vogelen , die in Noord -Amerika en Lapland huis.
waar van wij de beſchijving kortelijk laaten volgen. vesten , zwemmende in ſtorinig weer , troepswijze bij een .
1. Kemphaan of Kemperkens, in 't latijn Avis pugnax; Hunne Bek is zeer dun , zwart van koleur , en 'tLijf als
in't fransch Combattant ofPaor demer; in 't engelsch Ruf- wij gemeld hebben ; de grootte gelijk een Snep.
fe of Reeve; in't hoogduitsch , Haus.teuffel; in't poolsch VI. Roode Strandlooper ; Fringa fulicaria ; ( Tringa roo
Peakbitnij: in't ſweedsch , Brushane ; ( Tringa pedibus ftro režbo , pedibus lobatis fubfuscis , abdomine ferrugineo.
rubris, re &tricibus tribus lateralibus immaculatis, facie pa . Linn. Syft. Nat.) Roode Tringa, met de Pooten van een
pillis granulatis camneis. Linn. Faun . Suec. ) Žie KEM. Koet, word deeze in't fransch door EDWARDS genoemt,
PHAAN , pag. 1477. en BRISSON noemt hem rosagtige Phalaropus , zeggende
II. Kieviet, ook wel Geit-Vogel dat is Capra of Capel dat bij , van onderen de koleur heeft van roodaarde,
de Avis genoemt; in 't latijn Vanellus, waar van het van boven rosagtig is met de vederen in 'tmidden zwart
fransche Vanneau afkomſtig is, wordende in die ſpraak agtig. Ook heeft hij, boven de Oogen, eene bleek ros.
ook wel Dix huit en Papechieu genoemt ; in 't italiaanseh , agtige ſtreep en een witte dwarsſtreep op de Vlerken ; de
Paoncello ; in't engelsch , Lapwing , wegens hetklappe- Stuit wit , met zwart gevlakt ; de Staartpennen in't mid
ren met zijn Vlerken ; in't ſweedsch, Wipa; in 't ſwit. den zwart, aan de randen rosagtig ; den Bek oranjeko
fersch , Gijfitz; in 't hoogduisch , Gijwit, Kijwits of Ki. leur , aan't end zwart ; de Pooten groenagtig bruin. Hij
wit ; ( Tringa pedibus rubris, crista dependente , pe&tore is een weinig grooter dan de voorgaande en onthoud zich
nigro. LINN. Fann. Suec .) zie de beſchrijving van deezen bij de Hudſons-Baaij.
Vogel op het artikel KIEVIT pag .1500 . VII. Laplandſche Strandlooper ; Tringa alping ; ( Trin .
III. Roode Ruiter ; Gambetta. ALDROV . Om . I. 20.6.26.; ga teſtaceo fufca , pectore nigricante, rectricibus cinereo ab
Tringa roſtro pedibusque rubris , corpore luteo cinereoque bidis, pedibus fufcefcentibus. LINN. Syft. Nat.) Van
variegato fubtus albo. LINN. Faun. Suec .) Deeze Vogel deeze Vogel is mij niet anders bekend, dan dat hij de
die watkleiner isdan een Kievit,onthoud zich op dergelijke grootte van een Spreeuw heeft , en den Buik wit ko.
leu .
STR . 9530
Jeurig , en dat bij zich in Lapland onthoud. bruin , : van onderen rosagtig wit; de Bek zwartagtig
VIII. Plevier ; Ochrapus;in't fransch , Culblanc of blaauw ; de Pooten donker aschgraauw . Hij onthoud zich
Witgat, om dathij boven de Stuit witis, anders Bec. gelijk de meesten van dit Gellagt aan dezee-oevers van
casjeau ; .in't italiaansch , Giarolo , Pinirolo of Sgaino: Europa.
lo ; in't ſweedsch Horsgjoek ; de Duitſchers in 'talgemeen XIII, Graauwe Plevier ; Pluvialis cinerea . Ray Av. I.:
noemen hem , Steingallell en Bont-Waterhoentje; ( Tringa 72. ( Tringa rostro nigro; pedibus virefcentibus , corpore
fostri apice puntato , pedibus virefcentibus, dorſo fuſca grifeo fubtus albido. Linn .Faun. Suec.) LINNÆUS geeft aan
yiridi nitido. Linn Faun. Suec.) DePlevieren zijn zeer deezen , den venetiaanſchen naam Squatarola ; BRISSON
geagteen (maakelijke Vogelen, die bij grooteſchoolen brengt hem in 't gellagt derKievitten, hem noemende grij.
koomen en gaan , zo dat men er als't in de tijd is, bij xe Kieviet. Gemeenlijk is hij, bij de Autheuren , onder
honderden van vangt. In Frankrijk maaken de Vogelaars den naam van aschgraauwe Plevier bekend, en de Engel
daar toe een grooten toeſtel vanNetten , en die vangst fchen noemen hem grey Plover , die van Jamaika Wag - Tail.
heeft een zonderlingebandigheid , en veel overlegs noo. In 't hoogduitsch geeftmen er den naam aan van grawer
dig; dewijl deeze Vogelen denwind waarneemen , moe. Keuwit of grosſer Brachfogel,dat is grobte Braakvogel .
tende op verſcheide wijze in de Netten gelokt worden. Men vind hem ook aan de ſtranden van Europa. Hiſ
Deeze zoort, echter, die de oevers der beeken veel be- is van grootte omtrent als de Goud -Plevier.; de koleur
zoekt, word gemeenlijk door middel van lijmſtokjes gee van boven grijs bruin met de vederen wit gerand; van on
yangen , die men aan de kant van 't water ſteekt. deren uit wit en zwart bruin gemengeld ; de Keel, Buik
Hij heeft de grootte ongevaarvan eenMerel of zwar. en Staartpennen wit, delaatſtenmetbruine dwarsſtree
ten Lijſter; de koleur is van boven bruin ; de Wieken pen ; de Bek en Pooten zwartagtig .
zijn van onderen zwart met witte gegolfde ſtreepen; de STRAND.PISSEBED , zie PISSEBEDDEN , K.
Buik wit, de Hals gevlakt. Van de Staartpennen zijn XIII. pag. 2714,
sommigen geheel , anderen ten deele wit of met witte - STRANDREGT. Uit 'de denkbeelden der oude Vof.
Vlakken getekent. keren , die de meeste andere Natiën voor Barbaaren hiele,
ix. Haairfnepje; Gallinula hijpoleucos. Gesn. Av.509. den , en daar uit afleidden , dat het hun geoorlooft was der.
( Tringa rostro lavi, pedibuslividis, corpore cinereo , li. "zelver Perſoonen en Goederen aantecasten , en daar
turis nigris ; fubtus albo. Linn. Faun. Suec ). Deeze word mede na goedvinden te handelen, vloeide natuurlijk voort,
de kleine Tringa genoemt, om dat hij kleiner is dan de dac ieder Koning ofHeer zich het regt aanmaatigdetot alle
voorgaande , en Hypoleucos, omdat hijgeheel wit is van goederen van vreemde Volkeren , die door hooge Vloe.
onderen. De Duitſchers noemen hem Pfiſterlein , de den of Schipbreuk op zijne Oevers en Stranden wier
Sweeden Snaeppa , en wij Haairfnepje . Onder de En. den aangeſpoelt , of in zee geviſcht, die brengende on.
gelſchen is hij bij den naam van Sandpieper , onder de der de Regalia of Kroonsgerechtigheden van elks heer ,
Franſchen bij dien van Guignette bekend. ſchappije .
In grootte overtreft hij deZee - Zwaluw een weinig. De Dog deeze gewoonte met het Regt der Natuur en de
langte van 't Lijf is maar vier, die van den Bek één en die billijkheid ſtrijdende , heeft men in de voortrollende ecu.
van de Staart twee duimen. Veel zwerven deeze Haaire wen beginnen te inaatigen. DeRomeinen die mag men
Snepjes onder de Plevieren , en verhinderen derzelver zeggen ,wetten voor den geheelen Aardbodem vervaar.
vangst zeer. digden , maakten er zeer menſchlievende ten aanzien van
X. Zaagpen ; Canuti Avis; ( Tringa rostro lavi , pedi- de zulken ,die het ongeluk hadden teſtranden of ſchipbreuk
bus cinerascentibus, remigibus primoribus ferratis.Linn. te lijden. In den beginne ſchijnt het dat de Fiſcus nog al
Syft. Nat .) De Canuts.Vogel, die van de Engelfchen in eenig regt op geſtrande goederen heeft blijven oeffenen ,
't Graafſchap Lincoln , Knot genoemt word ,heeft moog . hoe wel dit in vervolg van tijden al weder is afgeſchaft,
lijk van wegens zijne lekkerheid dien daam , als zijnde zo als zulks blijkt uit de vastſtelling van Keiſer CONSTAN
een Koninglijke ſpijze. Zijngrootte is omtrent als die van TINUS L. I. Cod . de Naufrag. ubi Imperator , fiquando natto
een Spreeuw . Hij onthoud zich aan den waterkant , en fragio navis expulfa fuerit ad littus vel ſi quando ali
beweegt , loopende, onophoudelijk zijne ſtaart ,gelijk de quam terram attigeritaddominos pertineat: Fifcus meus ſeſe
Kwikſtaarten. Het ſchijnt dat hij ook in Sweeden gevon. non interponat, quod enim jus habet Fifcus, in aliena cad
den'word . Ray zegt , dat zijne zwaarte vijflood is, en lamitate, ut de re tam lu & uofa compendium fe&tetur. Hier
die van den naast voorgaanden vier lood ; de koleur van op grond zich ook de Heer U. HUBER Hed. Rechtsg .
de Kop en Rug bruinagtig aschgraauw , met een witten Amt. 1729. Boek. II. Cap. 5. 8. 37. , zeggende. „, see
dwarsſtreep op de. Vlerken ; de Bek zwart , de Pooten » worpen , of aangedreeven goed van Schipbreuken , word
groenagtig niet eigen aan de Vinders , maar moet aan haar Ei
XI. Geſtippelde Plevier ; Tringa glareola; ( Tringa ro- ;, genaars herſteld worden , zonder dat het Gemeene.
ftro levi, pedibus vireſcentibus, corpore albo punctato, pec.
» Land daar eenig deel aan , ofte genot van heeft.
tore ſub albido. LINN F. aun. Suec .) Onderden tijtel van Om onze Lezerseen denkbeeld te geeven,hoedanig het
klein Waterhoentje , met de Pooten vuilgroen , was dee. Strandregt in onze dagen word geoeffent, zullen wij hier
ze van Rudbek , onder de Sweedſche Vogelen , afge. de wetten plaatzen zodanig daar omtrentin de Provintie
ſchilderd . De Heer BRISSON verbeelt zich , dat het de van Friesland zijn vastgeſteld , die in het hoofdzaakelijke
zelfde Vogel zij als de voorgemelde Plevier , dien de Fran.
met die in de andere Gewesten van onze Republijk gee .
fcben Witgat noemen ; alzo hijhet Lijf witgeſtippeldheeft.
maneert , overeenkoomen .
XII. Bruine Ruiter ; Tringa littorea ; ( Tringa rostro Art. I. Alle Schippers ,Visſchers ,Koopluiden , en Lando
levi pedibus fufcis , remigibus; fufcis rachì prime nivea. luiden en alle andere Perſoonen, van wat qualiteit of
Linn. Faun. Suec.) Deeze word , van zommigen, de conditie zijzijn , die , van nu voortaan , eenige verdron
zwarte Chalidris ,van anderen, de zwartagtige , en van kene Goederen , ofte die bij der Zee op den Strand gewor
BRISSON , Chevalier cendré geheeten. Van boven isbij pen, ofte daardrijvende zijn, vinden, bekoomen , vis
Ссс 2 ſchen ,
3560 STR STR .

fchen , endebergen , ( exenipt het wrakhout, dat gelaa: gers toegekent, ' een gerechte derdepart aftrekken , en
tenword tot dispoſitie van den Officier ) zallen hoe ende zullen derwee reſteerende derdeparten ausſchen de Schip
in wat manieren dat het zij, gehouden weezen , daar'van per en deszelfs krechten , hoofd voor hoofd , egaal wore
de weete te doen , en zulks denuntieeren den naast ge den gedeeld:
zeetenen Grietman ofte Magiſtraat , binnen wiens di- i VII. Zo lange een Schip van de Schipper niet verlaa
ſtrict de voorsz. goederen worden gevonden , binnen 24 ten is , zal niemand het voorsz. Schip , als verlooren , en
uuren , nadat dat zij de voorsz Goederen gevonden , ber de verdronken Goed , mogen aantasten , bij pæne van
koomen , ende aangeroert zullen hebben , die gehouden arbitraale corre& tie.
worden , binnen gelijke 24 uuren , na dat zulkshun luiden VIII. Alzo dooronweder, en anders , dikwijls eeni
is gedenuntieert, perfect Inventaris en beſchrijvinge van ge verdronkene , en verongelukte Perſoonen , aan de
voorsz. goederen te maaken , ende de goederen onder de. Stranden aandrijven , dewelke met behoorlijke Doodva .
zelve , die verderflijk zijn , binden agt, of veertien daa« ten , volgens Chriſtelijke ordere , behooren te worden
gen , bij openbaare Auctie , na aflatie van biljetten , tot teraarde beſteld ; 20.word bij deezen aan de reſpective
meeste prijzen en minsten ſchaade, te verkoopen... Grietsluiden en Magiftraaten , geordonneert , om uit
II. De Grietsluiden en Magiſtraaten , zullen de ande de penningen van geſtrande Goederen procedeerende ,
de Goederen brengen , daar ter plaatze, daar dezelve wel voor iederDoodvat, tien Caroli-guldens te moogen des
en behoorlijk kunnen worden onderhouden , ende be- duceeren , die haar in dereſtitutie der geſtrande Goede
waard; van welke Goederen , indien dezelve binnen het ren , tegens alle en een ieder , voor goede betaalinge
jaar ,door den Eigenaar worden gereclameert , de Griets . zullen worden gevalideert.
luiden en Magiſtraaten , voor hun beſchrijvinge, be- STRAND -ZWALUW , zie ZWALUWEN , 1. IV .
waaringe , onderhoudinge , en alle andere kosten , zullen STRANGURIA , zie KOUDEPIS .
genieten , tien van ieder hondert , zo van de verkogte , STRATIFICATIO , of Stratificeeren , is eene chij.
als reclameerde Goederen,die doorvier onpartijdigeMan . miſche bewerking ,tot het cementeeren , ofte zamenliſ.
pen , hinc inde te kiezen , gepriſeert zuilen worden. ming behoorende ; en geſchied , wanneer men een
III. De Bergers zullen , na de deductie van voorsz. on . gedeelte van een poeder of corroſive ſtof , op de bo
kosten , voor de Grietsluiden ende Magiſtraaten , genie . dem van den ſmeltkroes doet , en als dan een deel
ten een derdepart , voor bergloon , en bunne ſalarien; der ſtof, die men wil dat gecorrodeert, doorgebeten ,
zullende de reſteerende twee derdeparten, de facto, na' of geopend worde, daar bij mengi , waar na men we
deductie als vooren , worden gereftitueert, aan de Eige- derom van het corroſive poeder, daarna van de ſtof er
daar , die de Goederen reclameert, iets bij doet , en dus voortvaart , 't welk Stratum fuse
IV. Dog , indien , binnen het jaar, de voorsz, goe per Stratum genoemt word , zie LAAG OM LAAG .
deren bij de bijgenaar niet mogten worden gereclameert, STREEK , dus word een twee en dertigſte gedeels
zo zullen de reſpective Grietsluiden en Magiſtraaten , de te van 't Kompas genoemt.
voorsz , twee derdeparten der Gocderen , die anderzints STREEP , zie LINEA .
de Eigenaar zoude hebben gehad, binnen de eerste maand. STREMSEL , zie LEBBE .
na't jaar , door de Secretaris ter plaatze doen verkoopen , STRENG , zie NAAGEBOORTE .
ende de kooppenningen , beneffens het gemaakte Inven. STREVELS , zie GEBAK , pag . 800.
taris , ' met de copije van de Boelcedulle, binnen het jaar STRIK is een Kunstwoord van de Jagt: 't Is eet
na de verkoopinge , brengen in handen van de Rente. klein touwtje in de Haagen, ofnaauwedoortochten ge.
meeſter Generaal der Domeinen , die gehouden word , ſpannen , met een loopende knoop: waar mede men Ha.
zodanige penningen , van de Secretaris ter plaatze in te ſen, Konijnen en ander Wild, vangt en: wurgt ,'t geen
vorderen , endetot profijte van 't Land te verreekenen , daar door wil gaan.
bijpene ,, indien iemand in gebreeke waare zulks te ver: Men inaaktze ook wel van drie paardehairen , insge.
klaaren , er denuntieeren , de beſchrijvinge ende Inven: lijks met een loopende knoop gemaakt ; men vangt
tariſatie te doen , ofte de twee derdeparten aan de Eige- hier Vogels mede, zo wel om den hals als de pooten.
naar, of 'tLand , als vooren te reſtitueeren , ofte deeze Men maakt ze ook wel van koperdraad ..
Articulen in eenige poinctten te overtreeden , dathijgea
agt ende gehouden zal worden voor een Dief, ende voor Om Harten , wilde Zwijnen , Wolven , Vosſen en
zulks ook, zondereenige conniventie , geſtraft , na bez andere , 20. groote als kleine Dieren te vangen .
booren . Men moet eerst de plaats weeten daar de Dieren gea
V. Dåt ook niemand de voorsz . verdronkene Goederen, woon zijn door te loopen , daar. na een Boom A, kiezen
bij der zee uitgeworpen , drijvende langs de zee , ofte zie Plaat LVI. de bovenſte afdeeling , waar van de ſtar
geſtrand zijnde, en die zij luiden aangevaard zullen bebº piet dikker dan een goede ſtaak is , en tien , of twaalf
ben , zalmogen bedelven , verſtecken , verzwijgen , par : voeten hoog. Zo men een ſtrik voor een klein Dier wil
ten, deelen , ofte vervoeren in heimelijkeplaatzen , maar zetten , moetmen de dikte en hoogte van den Boom of
zullen gehouden zijn denuntiatie te doen , als vooren , Boontje naar deszelfs grootte neemen. Gij moet den
zonder middeler tijd de pakken , kofferen , kisten , ende Boom A. tot tot aan den grond toe , aan den kant , waar
tonnen , op te ſaan , ofte te ontpakken , nog die gewel door het Dier moet gaan , zijne takken beneemen , en
delijk te neemen , nog ook met geweer op de Stranden maaken daar een ſtrik G. van ijzerdraad aan vast , ofvan
te koomen , binnen de tijd, dat de aangekoomen Goede. touw op de plaats F .: Regt tegens over dien Boom inoet
ren aldaar zijn leggende , bij pone als boven . gij een andere zoeken , of daar digte bij een ſtok B. vaſt
VI. Bii zidien eenige verdronkere , of drijf:Goede. maaken, welke gij zult inkeepen , ter hoogte van vier
ren , in de Zee , met behulp yan een , Schip , gebor- of vijf voeten in C. , min of meer , naar de hoogte van
gen worden , zo zal deSchipper , voor het gebruik 't Beest dat gij zoekt te vangen .. ::
yan't Schip , van het bergloon , hier vooren aan de berg: Trekkende daar na bij het touw vandeſtrik , zult gii
den
Fig. 1 . Plaat 56

E
F

Fig. 2 .

Н.
G

B D

gratis

F.de Bukker del,et fculp. 1742 .


STRIK .
{
1

1
STR , STR . 3301

aen Boom A'als een boogbuigen, 'en hem vast zetten aan deretouwtje, dat aan F. vast is. Men kanze eenwet
' t eind in de keep C van den Boom B , op dat hij niet nig laaten opgaan in de fpleet van de ſtaak E , of ze met
wederkeere terplaatze van 'waar hij is gebogen. De ſtrik een touwtje , of een takje vastmaaken , aan de twee
G. moet middelerwijl door dunne touwtjes of takjes , Boomen A en B, op de plaats I. 't Is dienftig deſtrik
D. E op haar plaats worden gehouden. Deeze ftrik dus vast te niaaken , om zorg te dragen , datze niet
moet ruim genoeg zijn , en op de hoogte van 't Beest ge- draaije , en men ze vlak houde.
plaatst worden , 't geen zich daar in verward vinden . Dus de ſtrik zijnde gezet , zult gij een plank K. onder
de, en de Boom dan uit de keep gaande , ſpringt met ge. de ſtok D. op zijn kant zetten , om voor een treed te
weld af, en de ſtrik verwurgt het. Men kan deezefrike
1
dienen , ſchoon dit nietvolſtrekt nodig is. Dit gedaan
op verſcheiden plaatzen te gelijk zetten. zijnde is 't tuig geſpannen , en 't is onmoogelijk dat
het Beest er deur gaat , zonder te worden gevangen'.
Andere Strik , bekwaam om allerlei ſoorten van Voorts om hun de reuk van menfchen te beneemen ,die
Beesten te vangen . hen konden dien weg doen mijden ; moet men zich , voor
• Men moet vooraf onderſtellen , dat de doorgang van 't zetten van den ſtrik , de handen met gras wrijven ,
't Beest , dat men vangen wil een paadje zij, daar een of met den drek van een beest , daar ze zin in hebben.
Heg, of Hakboutop zij kont. Zo dit zo niet was , moest Men zoude ook bij de ſtrik kunnen leggen , Eikels ,
men eenige takken van Boomen ter plaatze Iteeken daar Vleesch of Kruiden , naar de zindelijkbeid van 't Beest
men de frik wilde zetten. dat men wil vangen.
-" Dit onderſteld zijnde , moet men gelijk boven een STROBILUS " betekend het zelfde als Conus , of
Boom A. van twaalf , of vijftien voeten , wat min of Kegel; ook word er de vrugt van de Denne . , Pijn.
meer hoog, naar de hoogte van''t Beest onderſtellen ; houw en Kerſeboomen door verſtaan .
de takken aan den kant af , daar het Dier deur gaat , en STRONTJAAGER , zie MEEUWEN , N. VI po
maakt aan de plaats Ftwee - dunne ſterke touwen vast 2015 .
waar van het een zal dienen , om er de ſtrik G. aan vast STRONTVOGEL , zie MENSCHEN EETER .
te maaken , die zeven , of agt duimen lang , en aan de STROO is een pijp en ſtam van groot en klein graan ,
twee einden vlak is . et geen gedorit is . Men gebruikt het Stroo om er de
Als men geen Boom A. heeft, gebruikt men een ſtaak Paarden en andere Beester meede te ſtroojen. Daar
van groen hout , die men diep in de grond ſteekt; daar van daan komen de Mesthopen , die dienstig zijn om
maakt men eer keep in , een voet of anderhalf van den Landen te mesten. In de Huurcedels met de Huur
grond in L. zie Plaat LVI. de bénedenſte afdeeling; daar ders gemaakt, maakt men werk om de Scroo- en Strook
na zoekt men een andere Boom B. die tegen over den bergen op Hoeven te laaten .
anderen ſtaat , en keept hem drie , ofvier duimen van den Men geeft ook 't Koornſtroo aan 't Vee'. om 't tot
grond in. Als men den laatsten Boom 'nietheeft , kiest Voeder te dienen . Men geeft ze ook Gersten-Sroo ;
inen een ſtruik van een Boom , of ſteekt een paal in den eenigen drijven , dat dit voor Paarden nog Koeijen goed
grond , die ſterk houd ', ' en er niet uit gaat. Voorts , zij , ter oorzaake van de vezels die in bunne tanden ko
de eerste Boom moer niet te dik zijn , om te kunnen bui. men , en de Beeſten beletten te eeten. Deeze aanmer
gen , gelijk wij wathooger hebben aangetekend. Daarna king word in 'i algemeen niet goedgekeurd , en een ie .
zult gij een andere ſtaak' E neemen , die van middelma der is gantſch niet overtuigd, dat de vezelsvan 't Ger.
tige dikte is, of bijgebrek daar van , een hoepel die een ſtenſtroo , dat ongemak aan Paarden , of Runderea
derde , of de helft langer is dan het pad wijd is,welke geeven .
gij.in de langte in 't midden door zult (pouwen. Daar na Dewijl 't Roggeſtroo het langst is , maakt men daar
zult gij de i'wee einden , elk met een touwtje aan een bindzels van , of groot Stroo om de Gerven te bin .
binden. Daar na zult gij twee kleine wiggetjes L. tus. den , als ook om deWijngaarden en andere dingen ", die
fchen de ſpleee ſteeken , digt bij de touwtjes, oin de den Landbouw betreffen o , p te' binden. 't Haverſtico
ſpleet der Itaak open te houden , en in 't midden van die is zoet en lekker voorde Beesten ; de Glasblazers ge:
opening zult gij aan weerskanten , drie , of vier ijzere bruiken ’t om er hun glas in te verzenden. Men maakt
punten vast maaken , die ſterk , ſcherp , en twee vin. van Stroo veelerleij werken , als Matten , Stoelen ,
geren lang zijn , ofdaar omtrent. Gij zult die ftaakzeer Koorden , Zonne- en andere Hoeden , Matrasſen, en
itijf vast, maaken aan den Boom A , op de plaats H. en Borduurwerk , ook word het met verſcheiden koleu.
aan de ſtaak B ; draagende zorg , dat gijze als een boog ren geverft.
buigt. : STROO-BLOEM , zie PAPIER -BLOEM .
Daar na zult gij een andere ſtok neemen , die zo lang STROOBLOEMEN , zie KEMELS-HOOIJ:
is , als het pad wijj is ; zij zult hem aan de eene kant STROODEK , is een uitvinding der Tuinluiden , om
plat maaken , en keepen ze aan de andere kant in ; la. in de winter , met weinig kosten , lang Stroo en eeni
tende daar na het plaite eind tegen den Boom A rus. ge latten , een dek en ſchuiling voor hunne Bedden te
ten ; zult gij het touwtje en kleine houtje C. zo trek vinden , om voor de koude dePlanten te bewaaren , die
ken , dat de Boom A , waar aan gij 't vast hebtgemaakt, daar door zouden bederven . Om dit Stroodek te maa:
zich als een boog kromt. ken , zijn ze te raade geworden , om vlak op den grond
Alles dus gefchikt zijnde , zult gij een keep in den neder te leggen drie lange latten van zes of zeven voe .
Boom B. maaken , brengen daarmetgeweld een van ten , en ze evenwijdig van een te leggen , twee of drie
de einden van het kleine houtje in , en 'i ander eind in voet van malkander. Daar na hebben ze dwars over
de keep van de ſtok D ; zo , dat hij niet boger van den die latten heen een laag , van langſtroo, een duim dik
grond zij , dan drie , of vier duimen, aan dateind, daar heen gelegt, ter hoogte van vijf, of zes voeter , en 20
het aan de andere kant moet zijn van een voet , of daar lang als de latten zijn; en daar na hebben ze nog drie
omtrent. Maak daar na de ſtrik G. ſtijf vast aan. 't an. lauen over dit bed van ſtroo heen gelegd , zo -datze op
CCC 3 de
21
360 STR . STR :
de andere leggen. Vervolgens binden ze met teenen , ze in drie Afdeelingen , naar het getalder Vingeren , het
de onderſte, aan de bovenopleggende; en eindelijk heb welk in de Vogelſtruis twee , inde laastgemelde vier, en
ben ze er nog twee andere latcen dwers overheen ge- in de twee anderen drie is ; maakende er vier bijzondere
legt , en een over de twee kanten van dit werk , om Geſagten van.
t alles ſtijver te maaken . Door dit middelhebben I. Vogelſtruis; Struthio.Camelus. Aldrov .Ornel.9.6. 2.
ze het Stroo tusſchen de latten opgeſlooten ; zo dat al. (Struthio pedibusdidadijlis. Linn . Syft.Nat.) De he
les met malkander een ſoort van een tafeluitmaakt. Als dendaagſche grieken noemen bemStriphokamilos. In 'the
deeze tafel op zijne breede zijde overeind ſtaat, en door breeusch vind men hem Jacuah genoeint, in 't chale
poten in de grond ſtaande overeird word gehouden , deeuwsch Namitha , in't arabisch Neamah , en de Portu .
maakt zij een ſoort van kleine heining , die de bedden geezen geeven er den naamvan Ema of Emadi Geiaan De
voor koude bewaart ; dit noemt men Schermen , om Europeaanſche naamen zijn grootendeels afleidelijk van
dat hetdie plaatzen voor ſnijwinden beſchermt; terwijl het latijn en grieksch. De Italiaanen noemen hem Stru .
de wederſtuit der ſonneſtraalen daar een warmte geeft. tza of Struzzo ,de Spanjaarden Avesrusz, de Franſchen
Of men legt dit ſtroodak vlak op den grond , welke men Autruche, de Engelichen Ostrich of Ostridge , de Duit
e voren van eenige dwarsleggende latten voorzien heeft, ſchers Straufs of Strauſs-Vogel.
die op paaltjes rusten , die in de grond zijn geſlagen , Brisson zegt, dat dit de grootſte en lijvigſte zij van alle
een duim of vijf hoog van den grond af. Als zij dus Vogelen. De Afbeelding welke hij er van geeft is uit
leggen belettenze de îneeuw en koude daar op te val. het Kabinet van REAUMUR ontleend, naar een onder.
len, bij voorbeeld op de Saladen , en de vroege Radijs. werp, 't welk van het end voeten
STROOI- POEDER , zie PASMA . wen , de hoogte van agt des Beksentotvier
aan datder
duimenKlaau.
had .
STROOM -VINKEN , zie ONWEERS-VOGELEN. Men ziet daar uit , dat in de meeste afbeeldingen de
STROTLAP , in 't latijn Epiglottis , is dat lighaam , Kop veel te groot en de Hals te dik gemaakt word , naar
waar door de Stem word verandert. Het is een lepelswij. het Lijf te rekenen. De Kop is van boven geheel kaal ;
ze breede knobbel met een klieragtige huid overtrokken , het overige , tot de helft der langte van den Hals , be
die ten onrechte tot het hoofd der Lucht-pijp word mede kleed zijnde met een Huid van blaauwagtige vleesko.
gerekent. Veel eer behoortdezelve tot de Tong,aan welks leur , is met een witte , glanzige wolligheid, als dun
been zijaangewasſen, en metwelks wortelzij, door een haair, bezet. Het verdere van den Hals, en het ge
veerkragtigen band is vereenigt. Geduurende de adem . þeele Lijf , is bedekt met zwarte Veeren , waar onder
haaling is deeze knobbel werkeloos , enftaat altoos in de zomwijle eenige witte en grijze gemengd zijn , en waar
hoogte ; maar onder' t eeten dient ze tot een dekzel voor bij de groote Slag- en de Staartpennen , door haare
deglottisof ſpleet in de Luchtpijp , om te beletten dathet witheid, zeer uitmunten . Deeze hebben , gelijk alle
eeten niet in dezelve in ſchiete;'t welk gefcbied als de Tong de Veeren van den Vogel , eene donsagtige gedaante ;
door haare heffpier tegens 't gehemelte word gedrukt , en want de baardjes daar zij uit beſtaan , zijn van elkan.
de legging van hetTongbeen, als dan ook wat verandert, der afgezonderd. Aan 't onderſte van het Borstbeen is
en 't hoofd der afpera arteria hier door digt aan de Strotlap een celtagtigheid , daar hij zittende of neerburkende
gebragt word, welke aanſluiting lang duurt totdat debee. op rust. Ook zijn , aan ieder Wiek , twee Spooren
ten door den nokdarm gegaan zijn ; als wanneer deeze ongevaar een duim lang , van hoornagtige zelfſtandig .
knobbel of dit lelletje zich door zijn veerkragtige band , neid , de eene aan 't end van de Vlerk, de andere aan
ofdoorzijne vezeldraaden weder opheft , en er ook zo lang
't end van de Bastaard-Vlerk. De Oogkringen zijn ha.
geen luchtin de luchtpijp kan koomen. zelnooten - koleur ; de Bek hoornkoleurig , aan 't end
STRUIF , hier door verſtaat men een zoort van Gebak zwart ; de Pooten grijs met een zwarte Nagel aan den
dat in 't fransch de naam van Aumelette draagt, en 't welk
inwaarden Vinger ; de uitwaardſe is ongenageld . Zij
van eijeren, enz. in de koekpan word gebakken ; zie de zijn , tot aan het eerſte gewricht, door middel van een
verſchillende bereidingen daar van op AUMELETTE. ſterk vlies te zanengevoegd. De Pooten zijn , zowel
STRUMA , zie KROPGEZWEL . als de zijden des Lighaams en het onderſte der Vlerken ,
STRUISVOGELS, in 't latijn Struthio , is de naam van geheel vederloos , en bekleed met een bleekroode Huid ,
çen Vogelen Gelagt, 't welk de grootſte Vogelen bevat, welke aan de Beenen rimpels geeft, die elkander krui.
die er , ten minsten wat de hoogte betreft, wanneer zij fen en vierkante ruitjes maaken. Het geheele Lijf is ,
op de Pooten ſtaan , op den Aarbodem bekend zijn. In in de jonge Vogelſtruiſen, gedekt met bruin grijze Ve
dit geſlagt is door de Hr. Linnæus mede de Kaſuaris en deren .
andere Vogelen begreepen , daar de Hr. BRISSON bijzon- De Franſche Akademisten geeven , in hunne Ontleede
dere geſlagten van maakt. kundige beſchrijving , onder anderen agt op de Oogen
De Kenmerken van dit Geſlagt, zijn eenvoudig ; de van deezen Vogel. De uitwendige gedaante derzelven,
Bek kegelvormig en Wieken tot vliegen onbekwaam . zeggen zij , kwam zeer nabij aan die der Menſchen , en
De Penguyns, die ook in 'tgeheel niet kunnen vliegen , was grootelijks verſchillende van de gewoone gedaan.
hebben een ander Nag van Bekken , ook zijn de Vingers le der Oogen in de Vogelen ; die de opening van 't Oog
. van hunne Pooten met vliezen te zamengevoegt of ge- rond hebben , het bovenſte ooglid onbeweeglijk en zon
palmd , (weshalven zij tot den Rang der Zwemvogelen der haairtjes , en de lijn , die van den eenen hoek naar
behooren, ) en de Pooten niet langer dan gewoonlijk. den ander en loopt, altoos ſchuins. Onze Vogelſtruiſen
Het tegendeel heeft in de Struisvogels plaats. hadden de opening van het Oog ovaal, een groo : Oog .
Linnæus heeft tot dit Gelagt vier zoorten betrokken , lid van boven , dat op gelijke wijze neergelaaten word ,
waar van de eerſte de gewoone Vogelſtruis is , de tweede, als de onderſte opgeheeven. Beiden zijn zij met haair
de Kaſuaris , zo genoemd ; de derde een Amerikaanſche sjes bezet, die , even als in ons Menſchen , veel lan
Struis, dien MOEHRING Rhea noemt; de vierde een Oost- ger aan het bovenſte dan aan het onderſte ooglid wa.
ndiſche Vogel , genoemd Dronte. Brisson onderſcbeid sen. De lijn , van den eenen Ooghoek naar den ande.
sen
STR . STES 1
19563
ren getoogen , liepvolgens de ſtrekking van den Bek, Van ' ligtelijk aan ſtukken te raaken .
binnen vond men eenderde ooglid, of oogluikendVlies Een andere eigenſchap , om welke men de Struisyo .
even als in de meeste viervoetige Dieren en Vogelen., gelen niet minder gelaakt heeft, was huone dombeid.
Deeze Vogel onthoud zich natuurlijk in Afrika,en Haare arbeid is te vergeefs, om dat zij zonder vreeze is;
Arabie ; dog men virdhein ook wel in Sijriën en an . Want God heeft haar van wijsheid ontblood ende haardes
dere Ooſterſche Landen ; ja in Europa word hij, dik: 'yerſtands niet mede gedeeld ; ſtaat er in 't boek van Job
wils , in de Diergaarden van Koningen en Vorsten op. Kap. XXXIX. vers 19 , 20. Dit ſchijnt toegepast te
gevoed, en kan zich ſchikken naar 't klimaat. De Fran. kunnen worden op het verbergen van den Kop en Hals,
fche Akademisten hebben er , in de voorgaande eeuw , terwijl zij het geheele Lijf , zegt men , aan den Jaager
agt ontleed te Verſailies. Onder de regeering van Ka ten buit laaten. Men wil , egter, dat zij , vlugtende,
sel den II. vond men er te Londen één , benevens een de geenen , die hun vervolgen, door middel der Puo.
Kaſuaris , in de Koninglijke Menagerie. Ook is , in 't ten met ſteenen (mijten , en zommigen zijn er die verzeke .
jaar 1620 , een Vogelſtruis in Holland te kijken geweeſt, ren ,dat zij zich door met de Pooten te ſchoppen en te ſlaan ,
wiens Kop tiendehalf voeten yan den grond kwam , wee zo wel als een Paard kunnen verdedigen . Ook vindmen
gende honderd zeventig pond ; de eigenaar bad hem er die aan deeze Beelten zulk een ſneedig vernuft , en
20 hij zeide, gekogt voor negenhonderd guldens. beleid, toeſchrijven , dat zij van hunne Eijeren alleen .
Niettegenſtaande men deeze Vogels door geheelAfri. lijk vier behouden en de overigen aan ſtukken flaan
ka ontmoet, zijn zij dog in de onbewoonſte deelen , in zouden , ten einde de Wormen , daar in voortkomen .
woeste wildernisſen , in dorre zand woeſtijnen , 30 't de , tot voedzel van de Jongen mogten ſtrekken.
fchijnt het allermenigvuldigft. . De Karavaanen , im- De Vogelſtruis verſlind, onverſchillig , Brood , Krui
mers, die uit het Rijk van Marokko , uit Tunis , Tria den , Leder, wol , Haair , om kort te gaan , alles bij.
poli, en uit Egiipten , naar 't land der Negeren reizen , na wat men hem aanbied. Eenen, die men te Brusſel
ontmoeten geheele troepen van deeze Beesten op den had , werd , tot zijn daagelijks voedzel , Brood met
togt , en dejagt derzelven maakt het voornaamſte deel Haair gemengd gegeeven . Men kan hem ook, zeer ge
uit van het tijdverdrijf der Reisgenooten , ſtrekkende makkelijk , brokjes ijzer en andere harde dingen doen
tevens hun tot voordeel ; dewijl het vleeſch der Voge : inNokken , welken hij, wel is waar, niet verteerd ,
len gegeeten word , en de Vederen als koopwaaren me. maar wederom loost. Zij ſtrekken hem , buiten twij.
de gevoerd, die zij, zo onder de Negers , als in Bar- fel, even als de ſteentjes, ſchulpen , kalkgruis, aan de
barie , kunnen Nijten of verruilen . Hoenderen en Ganzen , om door de wrijving in de
Onder de eigenſchappen der Struisvogelen vind mer , maag de verteering der ſpijze te bevorderen. Hierom,
als een groote bijzonderheid , aangetekend, dat zijhunc egter, behoorde men niet voor een fabel uitte maken,
ne Eijeren , die bijfter groot en hard van dop zijn , negts dat de Vogelſtruis ijzer eet ; want wie heeft ooit ge.
in het zand neerleggen en verbergen , laarende die ter dagt dat daar in zijn voedzel beſtaan zoude. STRABO
uitbroeding aan de fonneſchijn over, zonder verderee. meld reeds, dat vrugten vangeboomte zijne ſpijzewa.
nige zorg te dragen voor de voortteeling en opvoeding re. Misſchien eet hij ook Slangen en andere kruipende
van hun kroost. Uit het boek Jobs Kap. XXX ! X. vers Dieren ; imers hoe zal men er anders, in de dorre
16-20. blijkt ,gedagten
dat menvan
daarhadoudtijds , in diegrondNag
landen , Zandwoeſtijnen, genoegzaamen leeftogt voor vinden.
ookzodanige ; en opdeezen De ſterkte en ſnelheid van deeze Beesten is zonder .
werd , van ouds her, een Moeder, die voor haar kind ling. De Heer ADANsOn verlaalt, dat hij te Podor ,
geen behoorlijke zorge droeg , bij den Vogelſtruis ver- een Fransch Fort hoog op aan de Rivier van Senegal,
geleeken . De Heer Reaumur ſcheen wel 't bericht van twee jonge Struisvogels zag , die men zedert omtrent
KOLBE , dat deeze Vogelen hunne Eijeren op de ge- twee jaaren aan 't comptoir had opgevoed. Op den
woone wijze broedden en zorg voor de Jongen droegen, groottten derzelven deed hij een volwasſen Neger gaan
( ten minste wat de landen bij de Kaap de Goede Ho. zitten , op den kleinſten twce anderen te gelijk. Dee
pe betreft, ) te begunſtigen ; maar in de heete Zand. ze ſast fcheen hun niet te zwaar ; zij draafden eerſt op
Woeſtijne agtte hij 't niet onwaarſchijnelijk, dat deeze een kleine galop , en , toen men ze een weinig had
Eijeren door de enkele fonneſchijn worden uitgebroed; aangeſpoord , fpreiden zij hunne Wieken als om te vlie.
en giste , dat bij nagt mogelijk de Vogels op dezelven gen uit , en liepen zo ſnel in 't ronde binnen het Fort ,
zitten zouden. Deeże gisling werd hem bevestigt door dar hunne Pooien geen grond ſcheenen te raaken , on .
een berigt , dat hij van den Heer ADANSON uit Senegal gelijk fneller dan een der vlugſte Paarden . Hier op ziet,
1
kreeg , den 15 Augustus des jaars 1749 gedagtekend mooglijk , 't geene in 't boek JOBS gemeld word ; Kap.
zijnde. Want deeze ſchreef hem , hoe het zeer zeker XXXIX . vers 21 . als het tijd is verheft zij haar in
1
was, dat de Vogelſtruiſen , te Senegal, op hunne Eije. ,, dehoogte ; zij belacht het Paard ende zijnen Rijder. ”
ren te broeden zaten . dog alleenlijk des nagts . Op Het vleeſch der Vogelſtruiſen word , in Afrika ge .
dien grondſag word dit zelfde thans , in 't algemeen , geeten , gelijk ook de Eijeren aan de Kaap der Goede
door den Heer BRISSON verzekerd . Hope. Van de Veders plagt men , vudtijds , op de
't Getal der Eijeren , die deeze Vogels bij elkande. Helmen der Veldheeren gebruik te maaken , en zij wor.
ren leggen , ſchijnt ondertusſchen wat groot , om van den , nog hedendaags , tot verfiering gebezigd , ten
hun bezeten te worden. ÆLIANUS zegt yan tagtig en minsten onder de Ooſterſche Volkeren. In Italiën wor:
LINNÆUS van vijftig; dog 't is zekerer dat zij zeer den er ook nog wel Waaijers van gemaakt , tot verkoe
groot en zwaar zijn , weegende zomwijlen wel twaalf ling van de Dames in het beelfte van den zomer. De
of vijftien pond, en ſterk genoeg van Dop , om geen ledige doppen der Eijeren , die men voor een zeldzaam .
gevaar te hebben, van door de zwaarte des Vogels te heid bewaart , worden gezegd zomwijlen van Krokodil.
breeken , nog ook door het trappen van Dieren , ( ten len te zijn. War derzelver kragten aanbelangt tegen
waare het Olijphanten mogten zijn , of Rhinocerosfen ,) den Steen , of om ' Graveel te verdrijven ; als ool. die
van
3564 STRY STR .

van het inwendige Vlies der Maag om de Maag te pero pan den Koning van Sweden vind ; kwam vit Indien , cd
Aterken ; wanneer, des morgens, van deszells poeijer had de vinſtraalen, even als dat geenen , 't welk van Ar .
een vierde loots, met rooden wijn , ingenomen word; Tedi te Londen was gezien , namelijk in de Borstvinnen
daar van laat ik het oordeel aan den Leezer over. '12 , in den Rug , Aars., en Staarçvinnen , To Beentjes.
II. Kaſuaris ; in 't lat. Caſuarius ; in 't franſch , Ca. STUDEEREN ; Studie; is de geſlagtnaam van aller
soar, ook wel Caſuel of Gafuel ; in 't engelſch , Cassa. leij zoort van bezigheden , daar men zichmet iever op
War of Casſowary; door de Ouden , gelijk Clusiusen toelegt ; maar wij neemen hier dat woord in de gemeene
ALDROVANDUS, Émeu of Eme geheeten ; ( Struthio pedizin , voor de ſterke beoeffening van den geest , het zij
bustridactylis, vertice palearibusque nudis. Linn. Syft. ten aanzien van verſcheideneWetenſchappen in 'talge
Nat . ) zie de beſchrijving van deezen Vogel op KA- meen , het zij voor eene in 't bijzonder.
SUARIS . Om de Menſchen tot het beoeffenen der Wetenſchap .
III. Amerikaariſche Struisvogel ; Thonyon ; Struthio- pen aan te moedigen , zal ik hun het voorbeeld van zo .
Camelus americanus. Raj. Av. 36. Nhandaguacu brofi danige Koningen en Keizers niet bijbrengen , die deGe.
lienſibus. MarcGr. Bral. 190.; ( Struthio digito poftico leerden aan hunne zijdein hunne zegewagens plaatſten.
gotundato mutico. LINN . Syft. Nat.) Ik zal hun niet herinneren hoedanig PHRAOTés met APOL .
De Heer Moehring noemt deeze drievingerig, mer. Lonius als met zijn meerdere handelde, hoe JULIANUS
kende den vierden of_agterſten vinger Negts als een van zijn throon klom om Maximus te omhelſen , enz.
eeltagtig gewas aan . Behalve de Kam . en Keelkwab. Die voorbeelden zijn al te zeldzaam , en te bijzonder,
ben , welken deeze Vogel niet heeft, onderſcheid hij om er een onderwerp tot zegepraal van te ſtichten ; men
denzelven van den Raſuaris, doordien den Bek niet regt moet de Studie door haar zelven en om haar zelfs wille
en kegelvormig , maar regt en horizontaal plataguig is , roemen .
aan de punt rondagtig. 't Blijkt , dat LINNæus het on- Door haar zelven is de Studie van alle de bezigheden die
derſcheidend Kenmerk van dien ſtompen , ronden , agter geene , welke aan derzelver beoeffenaars, de aantrekke.
Vinger heeft waar genoomen . lijkſte, zoetite en eerlijkſte vermaaken van het leven ver
De Thouyou is wat kleiner en minder lijvig dan de Vo- [chaft, eenigſte vermaaken , die bekwaam zijn voor alle
gelſtruis, hebbende een Hals van ongevaar twee voeten tijden , alle ouderdom en alle plaatzen. De wetenſchap
iang, het geheele Lijf met grijze Veeren bekleed , de pen zegt de Man van de weereld die er 'tbest de waarde
Wieken zeer kort en tot vliegen onbekwaam . Een Slaart van gekend heeft , verſtrekt nimmer tot een last in het le
ontbreekt hem zo welals de Kafuaris; maar , in derzelver ven ; zij onderwijzen den jeugd , zijn van dienst in rijpe
plaats , zijn de Pennen of Veeren van de Stuit zeer lang, jaaren , en verheugen in den ouderdom ; zij vertroosten
hangende nederwaards en bedekkende den Aars. Hij heeft in tegenſpoed, en verheffen den luister van 't geluk in
gitzwarte Oogen ; de Vingers met dikke, ſtompe , zwar- voorſpoed, zij praaten met ons bij nagt en bij dag ; zij
ie Nagelen gewapend ; eetende vrugten en vleelch . Men verkorten onzen tijd in de ſtad , houden ons op het land
vind hem in eenige deelen van Zuid-Amerika. Nierem : bezig , en verſtrekken ons tot uitſpanning wanneer wij op
BERG heeft er , onder den naam van Emeu , een Afbeel. reiszijn. Studia adoleſcentiam alunt ... Cic. pro Archia.
ding van gegeeven , welke , zo welalsdie van Piso , niet Zij is de veiligſte toevlugt tegens de veryeeling , die zo
zeer naauwkeurig is. ijsſelijke en onbeſchrijffelijke kwaal , welke de Menſchen
IV. Dod -Aars; uitheemſche Kalkoen; Monnik- Zwam ; in't midden der weerdigheden en hoofſchen luister, ver
Cygnus cucullatus. NIEREMB . Nat. 231 .; Gallus gallena- ſcheurt.
ceus peregrinus. Clus. Exot. 99. ; (Struthio pedibus tei Ik maak zeide Plinius van de Studie mijn vermaak en
tradaylis, omnibus unguiculatis. Linn. Syft. Nat.) zie troost, en ik weet niets zo verdrietigs dat zij niet in ſtaat
de beſchrijving van deezen Vogel op DOD-AARS. is te verzagten . In de ontroering welke mij de ongeftelt
STRIJKYZER -VISCH ; in 't lat. Piſcis triangularis ; heid van mijn Vrouw veroorzaakt, de ziekte van mijn
Oſtracion triangulus , tuberculis exiguis innumeris acu• Volk , ja zelfs de dood van eenige derzelven , vind ik
leis carens. ART. Gen. 57. Sijn. 85.1 ( Oſtracion trigas geen anderhulpmiddeldan de Studie. Het is waar , voegt
uusmuticus. Linn. Syft. Nat.) is een Viſch onder het hij er bij , dat zij mij beter alle de uitgeſtrektheid van mijn
Geſagt der Beenvisſchen behoorende. geleden verdriet doet bevatten ,maar zij doet het mij ook
De naam van Strijkijzer- viſch komt zeer wel met de met minder ſmertedraagen.
gedaante van deezen Viſch overeen; want dezelve is van Zij verciert den Geestmet aangenaame , nuttigeofnood .
onderen zeer breed en plat , maakende in de dwerſche zaakelijke waarheden ; zij verheft de ziel door de voor
doorſnijding nagenoeg een gelijkzijdigen driehoek. Hij treffelijkheid van den waaren roem , zij leert de Menſchen
heeft het Lijf zeer duidelijk met zespuntige of zesſtraali. kennen zodanig als zij zijn , hun doende beſchouwen zo
ge Sterretjes getekend , die met hunne middelpunten zodanig zij geweest zijn, en zodanig, als zij moeten
verheven knobbeltjes maaken ; de Oogen ſtaan in hooge zijn. Zij boezemtijveren liefde voorhet
uitſtekken , die tamelijk zigtbaar zijn in de Afbeeldingen zij maakt ons menschlievender, edelmoedigerVaderland in ,
, en regtvaar
van Seba. Thef. III. tab. 24.fig. 6, 12. welken de Hr. diger , om dat zij ons beter onze pligten doet kennen , en
GRONOVIUS aanhaait. De knobbeltjes op zijde , merke de banden der menfchelijkheid nader ontdekt .
deeze laatſten Heer aan , dat niet in alle onderwerpen Maar oin de voorſchreeven eindens van de Studie te be .
voorkomen , de koleur , zegt hij, is roodagtig met klei. reiken ,dientzij wel geregeld en beſtierd te worden, en hier
ne ronde ſneeuw -witte vlakjes; en zulken vind men zo hapert het al veeltijds aan . Dezo geeſtige Heer C.F. GEL
hij getuigt , in de Oceaan , tusſchen Afrika en Aine. Lert heeft zulk een naauwkeurig tafereel geſchetst van
rika. de gebreken der Studeerende Jeugd , bij he: leeren der we.
Volgens de Heer Linnæus is de Rug in deeze Vilch , tenſchappen in zwang gaande, dat wij onze Landgenooten
als met dwars doorgeſneden ruiten gedekt , hebbende denken dienst te zullen doen, het zelve hier eene plaats
een breeden rand. Het voorwerp datmen in het Kabinet tegunnen .
Het
STU .
STU .
3595
Het is moeijelijk , ( zegt den Hoogleeraar ), ja het is on- ven ? Hoe dikwerf Stadeert de armeen geringe , om rijk
moogelijk ,alle de gebreken te bepaalen , ofop tezaame engroot, de rijkeen aanzienlijke , om nogrijker en aan
1
len , die men bij het Studeeren op Akademien gewoon is te zienlijker te worden , of om het verwijtniet te ondergaan
begaan . Elk een kan naar de neiging die hem eigen is , dat hij niet Geſtudeert heeft ? Deeze wijd zich der Ge
naar de bijzondere omitandigheden in welken bijzich be- leerdheidtoe, omdat de mode zulks medebrengt, gee.
vind , ook met gebreken behebt zijn , die bem afzonder. ne om dat hij zijns Vaders ampt wenscht te verkrijgen ,
Jijk op zichzelven eigen zijn. Ons oogmerk is maar de een ander om dat de tijtel hem verlokt, enmooglijk ishet
algemeene op te ſpooren , en dezelven tot hunnen oor- aantal der geene niet gering , welke het doen zonder te
ſprong naar te gaan. Mon feilt zomtijds in het oogmerk weeten waarom . Veelen hebben te weinig kennis van
en in debeweegredenen , zomtijds in de volvoering of in zich zelven en van de Weetenſchappen , ombewust te
de wijze op welkemen behoort te Studeeren , en zomtijds zijn , of zijer geſchiktheid toe hebben ;zij Studeerenuit
in beiden ie gelijk. blindheid . Veelen houden eene bloote lust tot Boeken
De beste oogmerken het verlangen , naamelijk , om ons voor eene geneigdheid tot Studeeren ; en bedriegen zich.
verſtand met nutte kundigheden te verrijken , ons hart Veelen worden door onweetende Leeraaren en Vrienden
welgezind en regtſchapen te maaken , ons te bereiden geſchikt tot Studeeren verklaart; en laaten zich bedrie.
tot den dienst des Vaderlands en de Waereld ; dit verlan- gen .
gen zou ons ontegenſpreekel onder ons Studeeren aan . Alle deeze onedele oogmerken hebben kwaader invloed
moedigen. De voorſtelling ijk
dat het onze pligt is, dekrag op de Weetenſchappen, op de waereld, en op die gee
ten van onze geest ter eere van onzen Schepper aan te nen in welken zij heerſchen , dan men denkt.
n En dat
wenden, behoort ons te regeeren , ons demoeite der vlijtig; waarom ? zegt men. Wat is de waereld gelegen aan de oog.
heid , des overwegens te verzoeten , die totden arbeid merken , met welke wij iets nuttigs onderneemen ? ge.
des verſtands vereischt word. De gedagten dat men zijn noeg is het ,wanneer de onderneeming maar van een goed
eigen geluk opbouwt, dat men zichzelven genoegen ver• gevolg is. Kan men het , Weetenwanneer men maar van gaaven
ſchaft, dat men de orde en rust der waereld bevordert, vorzien is , net ver in de ſchappen brengen ,het
terwijl men Studeert , moet ons des morgens bezielen , zij men uit glorizugt, uit eergierigheid , of uitbegeerte
wanneer wijons in het veld der Kunſten en Weetenſchap: tot winst zich aan de Studiën overgeeft ? Is diegeen,wels
pen begeeven , en ons des avonds beloonen , wanneerwijke groot, beroemd of gegoed door de Weetenſchappen
uit het zelve te rug keeren. De bewustheid onzer be. zoekt te worden , minder genoodzaakt zijn vlijt aan dezel.
kwaamheden tot Studeeren , de overtuiging, dat men in het ven te beſteeden dan een ander,die uit ſmaak , uit liefde, of
beroep der letteren , uit kracht zijner natuurlijke gaaven, uit pligt Studeert?Zijn onze bartstogten dikwils niet gewel
als een Geleerde in het toekoomende het meeste nutzal diger drijfveeren tot groote dingen , dan alle grondregels
kunnen verrigten , en de ſtandplaats vaneen medeburger van reden en deugd? Kan men geen groot Redenaar, geen
in de waereld op de waardigſte wijze zal kunnen vervul. geoeffend Wijsgeer, geen verſtandig Arts, geen voor
len ; de innerlijke gewaarwording van het ſchoone in de treflijk Regtsgeleerde worden , dan uit liefde tot dewae
Kunſten en Weetenſchappen, behoort ons in onze vlijt te reld ? Neen , ik ſtaa gaarne toe, datwij door het bevel
ſterken , behoort ons de duizendvoudige verbinderingen der eigenliefde aangenoopt , door het bekoorlijk aanzien
helpen overwinnen , die ons op de baan der geleerd. van eer, hoogheit , en vermoogen ontvonkt, niet alleen
beid in den weg komen ; behoort ons te vreden te ſtel. de moeijelijkſte, maar ook de nuttigſte bezigheden in de
len, wanneer wij dat geen zo ſchielijk niet bereiken , 't Weetenſchappen kunnen onderneemen. Ik begeer niet
welk wij gaarne wenſchen te bereiken ; behoort ons ge . dat het hart der Studeerenden van allen hartstogt ontheven
moedigd temaaken , om de liefde tot gemak , geneugte zal zijn ; dit zou een Suoiſche ongevoeligheid weezen .
en ijdelheid te overwinnen; behoort ons zorgvuldig te Zij zijn ons en der waereld van nut; en geſchenken der
doen zijn , om den tijd ſpaarzaam te verdeelen ; behoort Voorzienigheid moeten wij niet van onswerpen , dog wij
ons dapper te maak en om de verleiding van ledigloopen. moeten ze ook weeten te gebruiken tot het oogmerk waar
de vrienden en de indrukzelen van kwaade voorbeelden toe zij geſchikt zijn . De eer , eene belooning der vlijt ,
aftewijzen. kan onsin het Studeeren aanmoedigen ; dog zij moet ons
Maar zijn deeze wel de drijfveeren die ons tot het Stu . geenszins regeeren . Veele dingen komen ons als roem
deeren in beweeging brengen ? Leggen wij onze jonge waardig voor, en, veele verrigtingen worden door anderen
jaaren wel derwijze op de Węetenſchappen toe,om ons voor roemwaardig verklaard , die evenwel goed nog nut .
verſtand en onshart te verbeteren , of doen wij het meer tig , ja dikwils der waereld ſchadelijk zijn. Wat is, om
om den ijdelen tijtel en de voorregten van een Geleerden maar een eenig voorbeeld bij te brengen, de vrugtbaar,
te erlangen ? Doen wij het om der waereld met ons Wee. ſte oorſprong der vrijgeefterij en der ſcherpzinnigheid ,
tenſchap van nut te zijn, of om er mede te pronken en die, men aangewend heeft om den Godsdienst te beſtrij
ons groot temaken ? Is het de ſtem van den pligt, van den ? . Groordeels eene ongetoomde begeerte naar roem ,
de innerlijke neiging die ons tot de Kunſten roept, of de een drift van gierigheid tot het regt van voor een groot
Item van het vooroordeel, van het voorbeeld onzer vrien. verſtand gehouden te worden , dat, te hoogmoedig om
den , van hetvoordeel, van den rang , die de Geleerden zich door gemeene gevoelenste laaten regeeren , het be .
boven andere ſtandsperzoonen genieten ? Is het de in het grip van gantſche Volken wil overtreffen ; eene begeerte
werk geſtelde beproeving onzer vermogens, het oordeel om zich alles te veroorlooven , en om , bij het genot der
vanverſtandigen , de overtuiging dat wij in den ſtand der ongebondenheid , nog de eer van een groote geest te zijn
geleerdheid de waereld het meeſte nut kunnen toebren- te erlangen.
gen , is dit het dat ons beveelt om dien te aanvaarden en Lieden , die volgensde gewoone oogmerken Studeeren ,
ie behouden ? Of is het de liefde tot vrijheid , tot onge. ſtraffen dikwils zich zelven in haaren volgenden leeftijd.
bondenheid, tot genoeglijkheid , die wij , door de bezig. De verwondering en de goedkeuring der waereld zijn niet
heid vanStudeeren , het eerſte voldoening hoopen te gee, altoos hetzekere loon der Geleerdheid; en menontzegd
VI Deel. Ddd die
STU .
STU .
3566
die eer het eerst aan ben , welken de meeſteblijkengeeven, En waar zijn diegroot egeesten te vinden ?
dat zij er naar trachten , en dat zij enkel uit eerzucht de Ik zal, in de eerſte plaats, toegeeven , dat de waereld
Weetenſchappen beoeffend hebben. Hun oogmerk , hun middelmaatige Geleerden noodig heeft, dewijl zij geringe
hart gaat in hunne werken , in hunne wijze van denken ampten heeft waarteneemen . Dog geraaken Geleerden
over ; en een hoogmoedige toon verraad gemeenlijk den van dit nag alleen tot die Jaage ampten ? Hebben zij
geest van zulk een Geleerden , enneemt de gemoederen niet dikwils het geluk ofongeluk , in hoogere gevoerd te
tegen hem in . Hoe onrustig moet eindelijk onze geest wor worden , tot welken zij geene andere hoedanigheid dan de
den , wanneer wij zien dat de geleerdheid ons niet tot vermetelheid bezitten ? Dingen die geenen niet het ſterkst
dien graad van eer of rijkdom verheft , dien wij beſtendig naar verheven ſtandplaatzen , die het minst weeten wat
in het oog gehad hebben ! Zullen wij de waereld niet hade Kunst en Weetenſchap is ; en vinden zij in hunne onbe
ten om dat wij haar voor ondankbaar aanzien ,en zullen wij ſchaamdheid , of veragtelijkheid niet het kragtigtte mid
niet geleerde menſchen vijanden worden , dewijl wij naar del om gewigtige tot zich te ſcheuren ? Zij ontruk .
onze gedachten zo ongelukkig zijn van zonder belooning ken anderen , die geſchikter en beſcheidener zijn
gearbeid te hebben ? Geſteld echter dat men zijn oog. dan zij , de ſtandplaatzen tot welken zij waaren gee
merk bereikt , zal echter de onreine bron onzer vlijt geen booren, en in welken zij het grootſte nut zouden te we.
invloed hebben op alle onze kundigheden , en dezelven ge gebragt hebben. Is het dan een gering vergrijp tegen
niet vergiftigen ; en wanneer zij ons al geen ſchade toe- de Republijk een ampt naar zich te haalen , dat men niet
brengen , dewaereld echter niet benadeelen ? Een hooge in ſtaat is waarteneemen ?
moedig , een eerzuchtig Geleerde , is een bezwaarlijk , en Het gaat ook zo vast niet, dat tot geringe ampten maar
voor de rust zijner medeburgeren gevaarlijk ſchepzel. Hij middelmaatige Geleerden behooren. Behoeven die gee
verbindert het nut , dat zijne weetenſchappen konden te nen , welken het gemeene Volk in 't openbaar onderwij .
wege brengen , door dien bij dezelven gehaat of verach zen , maar halfgeleerden te zijn ,omda zij ongeſchikte toe.
telijk maakt ; en zijn voorbeeld is verleidender naar maa- hoorders hebben te onderrechten ? Behooren ze om die
te dat zijne geleerde verdienſten blinkender zijn. Hoe reden niet veelmeer doorzicht, gegrondheid , verſtand
dikwils zullen wij onze vlijt aan noodelooze , often min . en leevendigheid in'tvoorſtellen te hebben , om de waar
Aten niet aan loflijke zaaken te koste leggen , wanneer wij heden van den Godsdienst des te gelukkiger in het vere
blootelijks onze hartstogten bij het Studeeren ten dienſte ſtand over te draagen van zulke Menſchen , die er zich
ftaan ! Hoe ligtelijk zullen wij onze geneigtheid veran- zelden in geoeffend hebben , en er daarom weinig ge.
deren , en ze niet aan die zoort van weetenſchap , waar bruik van kunnen maaken . Kan men beweeren dat tot het
toe zij ons doet overhellen , toepasſen , enkel omdat wij zorgvuldig onderwijzen der Jeugd in de Schoolen Nechts
door anderen ons oogmerk zekerer of eerder hoopen mago een ſomberbrein met woorden en ſpreekwijzen vervuld
tig te worden ! De gedachten , dat deeze weetenſchap de behoort ? De verſtandigſten onder de Geleerden behoor
weetenſchap van de mode in onzen tijd is , dat deeze kunst den tot deeze bedieningen opgetoogen , en door beloonin
een rijker belooning doet erlangen , dat de gewigtigheid gen van allerlei zoort, in dezelve gehouden te worden .
chtelijke oog.
van dezelve eene vroeger verkrijging van eerampten , het . Zonder geneigtheid van geest, en uit veraapp
fieraad van eenen grooten naam belooft; deeze gedachten merken te Studéereri , heet de Weetenſch en e
ſchand
zullen de roeping worden , die wij verkiezen te volgen . aandoen , zich zelven beſchimpen , en de order der ca.
Wij zullen dus wel haast niet doen her geen wij bestuur en der waereld omkeeren . Zulk een zou een goed
hooren te doen , wel haast het in die order , met dat ge. Landman , een gelukkig Koopman , een wakker Soldaat
duld niet doen waar mede wij het moeſten doen. Wij zul- zijn geworden . Hij Studeerde ;, ik weetniet waarom , en
len ons haasten om de vrucht open te breeken , zonder den hij is een elendig Geleerde. Hij wil de vereischten van
onzer kragten aftewachten.
tijd en de rijpheidverder zijn ampe volbrengen , en bij pijnigt zich zelven uitgebreks
Men bedenkt dat de meeſten , die zich met on- aan vermogen , of hij word traaz , dewijl het Studeerers
edele oogmerken op Studeeren toeleggen , weinige ofge. hem een last is , en hij verwaarloost zijn verpligting.
heel geenegeaartheid van geest daartoe hebben , ontbloot Veelen van zulke arme balzen blijven bij aanhoudend.
zijn van dae geen , 't welk men fmaak in de Weetenſchap. heią, of ten minſten lang, zonder bevordering , en wor;
pen , wat men neiging tot dezelven noemt, dringen zij den het gemeen leeven ten last : 'tis hen te'inoeilijk , zij
niettot derzelver innerlijke weezentlijkheid in ; en hoe zijn te oud om ietsanders bij de hand te neemen ; zij zijn
kunnen zij zulks doen , daar zij er geen behaagen in vina te tráag, te gemaklijk om eenigen lighaamlijken arbeid te
den ? Zij blijven bij de oppervlakte der geleerdheid;zij vere verrichten , of te grootsch om eene hanteering van het
vullen hun geheugen metwoorden en bevattingen van ge. gemeene leeyen te verkiezen; en dus bewoonen zij als
leerden , zonder dat hun verftand daar door gevormd of geleerde en ongelukkige Lediggangers , de waereld.
opgebouwd word. En van wat meerder maaken zij ge- De Gebreken , die wij in de wijze van Studeeren begaan ,
bruik tot bereiking van hun oogmerk dan van de gedaan . Het zij onze oogmerken goed of kwaad zijn , loopen niet
te der Weetenfchap , van de houding der geleerdheid , minder in het oog.
eene geringe kennis van taalen , en den echo van eenige Wij komen dikwils met geen gering gevoelen van on.
leerboeken , wanneer zij maar om dit of dat appt , of ze vermoogens , en met degedachten , dat wij in drie of
deeze bediening, of geene regtbank , om deezen tijtel, vier jaaren tot een goed Rechtsgeleerden , tot een God
om geene verbindtenis met een aanzienlijk huis om geleerden, tot een Arts Studeeren moeten , op de Akade.
hunnen honger te ſtillen , of , om hunnen roemzugt te mie. Onze kennis in de taalen en geſchiedenisſen der
voldoen Studeeren ? Zijn dan , zal men zeggen , mid- Ouden , die echter onontbeerlijke middelen tot geleerd.
delmaatige Geleerden var geen gebruik ? Moeten dus al- heid zijn , is meenigmaal zeer oppervlakkig. In dieptijd
le in ſchrandere vernuften maar Studeeren ? Inbeelding ! zelfs dat wij ons deezen moeſten eigen maaken , hielden
Hoe zullen geringe ampten dan vervuld worden ? Met wij ons, door eene ontijdige liefde tot de ſchriften der
groote geesten ? Zullen deeze zich daar toeſchikken ? Uitlanders, en de werken in onze moedertaal, daar van
af
STU . STU .
3567
af. Wij hielden het voor eene loflijke weetgierigheid denk bij het leezen de uitdrukking divinae humanaeque
veele nieuwe werken van vernuft,maand en weekſchrif. res, door goddelijke en menſchelijke dingen , dat heet,
ten , en goede romans te leezen ; en wij zagen nietdat door enkele en algemeene woorden mijner moederſpraa
wij uit grootſchheid , uit tijdverdrijf, uit gemaklijkheid la- ke, die eenige verwantſchap met de eerstgemelde woor
zen , en ons door deeze kwaalijk begreepen vlijt , den den hebben ; en zo doet de gemaklijke leezer zeer dik
yver en tijd ontroofden , die wijvoornaamlijk aan de taa. wils ; dan denk ik ofin't geheel niets , often minſten dat
len der Ouden en hunne werken van welſpreekendhid , niet , wat CICERO gedagt heeft, en dus verſtaa ik hem
poëzij en historie hadden moeten te koste leggen. In niet ; en op die wijze kan men een taal kennen , en de
plaatſe van deeze kennis op de Akademie te vernieerde. zelve niet verſtaan omdat men ze niet wel kent. Ware
ren , laaten wij niets onbeproefd , om ons van dezelve , neer ik derhalven niet weet , dat de Ouden onder divinis
als van eenen zwaaren last te ontflaan ,in de hoogmoedige rebus in de Philoſophie meesttijds de Natuurkunde en
verbeelding, dat wijgewigtiger en wezenlijker dingen te de natuurlijke Godgeleerdheid verſtonden , onder huma.
verrichten hebben. Wij beginnen de voortreflijke ge . nis rebus de leer der vermoogens van het verſtand en van
ſchriften der Grieken en Romeinen , als boeken die tot' der wil , de Redenkunst en Zedenkunst verſtonden , dan
de lagere ſchoolen behooren, te verachten , en wreeken denk ik een raadzel. Ik beſchuldigmijnen Schrijver wegens
ons door die verachting over de ongelukkigemoeite , die gebrek aan verſtand , ofik veracht hem , en verijdel mijn
zij ons in de ſchooien veroorzaakt hebben . In de eigen moeite aan 't leezen beſteed , door eene valſche opvatting.
jaaren , das ons verſtand rijper word , en dat wij het door Geſteld zijnde , dat wij eene ſpraakkundige kennis van
de edele denkwijze der Quden vormen , en door hunnen de taalen der Ouden verkreegen hebben ; zijn wij daar
goeden ſmaak ſcherpen zouden , werpen wij de ſchoon- door in ſtaat om hen te leezen , wanneer wij ons niet in
Ite ſchriften hoogmoedig en onweetend uit de handen , hunne tijden kunnnen verplaatzen , wanneer wij van hun
met dezelven alle de voordeelen , die ons de kennis dee ne zeden , gewoonten, gevoelens, van hunnen Godsdienst,
zer werken in de verhevener weetenſchappen en in ons van hun regeeringsvorm , niet eene naauwkeurige kennis
leeven hadden konnen aanbrengen. Het is waar , de taa- hebben ; wanneer wij hun land en deszelfs geſchiedenis ,
len der Ouden maaken de geleerdheid niet uit. Men kan wanneer wij de tijdrekening nietgeduurig voor onze oo
het geheugen met dezelven gevuld hebben , men kan zich gen hebben ? Zonder de historiſche, aardrijkskundige,
van der jeugd af gewend hebben, latijn te ſpreeken en en tijdrekenkundige kennis , zullen wij de ſchriften der
te ſchrijven , en men kan even zo onweetend , even zo Ouden maar in het duiſter leezen. Wij moeten dezelve
Necht , even zo verkeerd , even zo verward denken, als magtig zijn , eer dat wij ons aan den Schrijver waagen .
die geenenwelken geene andere dan hunne moederſpraa. Het is te ſpade onserom tebekommeren, wanneer wij der
ke verſtaan , ja mooglijk nog nechter , dewijl deezen hun Schrijver reeds in de handen hebben. Wij houden ons
verſtand minder verſtikt hebben. op , terwijl wij het orakel der aanteekeningen en verklaa
Het blijkt evenwel waar, dat wij zonder eene grondi- ringen om raad vraagen ; enhet is zo ongetrouw , dat het
ge en naauwkeurige kennis der oude taalen , en van der ons of geheel niet , of valsch antwoord. Wij kunnen
zelver bijzondere karakters,van haare regelen, de wer- op geene ligte wijze, niet ſchielijk , niet onafgebroken
ken der Ouden niet met lust leezen , en niet met gegrond- leezen , en dit doet ons of in het leezen zelf verdriet krij.
heid hunnen uitleggen. Dan alleen verſtaan wij een ge. gen , of , zo wij dit al overwinnen , zo verhinderen deeze
ſchrift , wanneer wij onder het leezen van deszelfs be oorzaaken echter , dat wij de Schriften der Ouden nier
woordingen , dat geene denken , 't welk de Schrijver ge . genoeg leezen, hen in hun geheel beſchouwen, en niet
dagt heeft. De woorden zijn kentekens der gedagten ; alle bunne ſchoonheden ontdekken kunnen .
dog wanneer ik deeze kenteekens maar half, wan Hoe waar dit is , bewijst de liefde totde overzettingen .
neer ik ze valſch verſtaa, mij minder of meerder daar Waarom leezen" wij een halfgetrouwe overzetting liever
bij voorſtel dan ik moet , zal ik mijnen Schrijver dan dan het oorſprongklijke, daar wij nochtans zeker weeten
wel verſtaan ? Zal ik niet gevaar loopen , hem een ge. dat zij ons den Schrijver mishandelt vertoont ? Om wat
voelen optetijgen dat hij niet gehad heeft; of zal ik de reden anders dan omdat men ligter , vaardiger voortgaat,
juistheid zijner voorſtellingen kunnen gewaar worden 3'. en om dat men onder het leezen gaarn voor de moeite
Deeze zorgvuldigheid vergeeten wij maar veel te veel van het leezen , door ſchielijk kennis van het gantſche
Wij leeren , wanneer wij de oude taalen al leeren , de werk te krijgen wil beloond zijn. De begeerte om te
zelve maar half, en haare woorden maar verklaaren uit weeren en te ondervinden , is de aanſpooring tot lee. :
de woorden onzer moedertaalé. In plaatze dat wij ons zen. Hoe minder verhinderingen zij ontmoet , hoe rijka
zouden gewennen , bij de woorden en uitdrukkingen ee- lijker zij voldaan word, hoe meer zij opmerkzaamheid en
ner doode taale over derzelver meening te denken , en vlijt in ons gaande zal houden ; en des te meer behoor,
dezelven vervolgens bepaalen , gewennen wii ons aan uit. den wij ons in de taalen te oefenen.
drukkingen van onze moederſpraake, die eenige verwant- Hij, die de Schriften der Ouden met nut wil leeren ,
ſchap met de uitdrukkingen der oude ſpraake hebben ,in moet zich bevlijtigen om de ſchoonheid der zaaken en
onze gedagten in derzelver plaatze te ſtellen. Wij ver. de ſchrifwijze te beoordeelen en te gevoelen. Deeze is
ruilen woord voor woord , en denken bij de woorden de geſteldheid in welke men zich bij het leezen behoort
van een werk der oudheid , dat geen ,'twelk het gebruik te plaatzen. Hiertoe moet men zich in Schoolen en op
aan dit of dat woord in onze taal verbonden beeft. De Akademien bereiden , en in zijn verdere jaaren daar in
Nechte opleiding in onze jeugd , de elendige woorden. voortvaaren.
boeken, en onze gemaklijkheid , fterken ons in het be . Men verwondertzich , waarom Mannen , die men er.
gaan deezer hinderlijke feilen. Is het geoorloofd dezel. kennen moet , kennis van taalen te hebben , Mannen ,
ven in een voorbeeld te vertoonen? Wanneer ik bij Cr• die bewijzengeeven dat zij de Ouden genoegzaam in hun
CERO de beſchrijving der Philoſophie lees , dat zij eene geheugen bebben , en ook verſtaan , waarom , zeg ik ,
weetenſchap divinarum humanarumque rerum is , en ik zulke Mannen , wanneer zij een geſchrift ontwerpen ,
Dada krach
3568 STU . STU .
krachteloos, zo geest- en fmaakloos denken en zich uit. ding , derzelver uitdrukking edel, fijn , bedekt, maar ball
drukken . Waaroin worden zij in die geſteltenis nietdoor vertoond is , wel geheel toonen , of plomp kunnen uit.
den geestder Ouden bezield? Zou niet eenedervoor: drukken , wanneer zij meer dan de groove meening vai
zaamſte oorzaaken daar van deeze zijn , dat zij in hunne het oorſpronkelijke gevoeld hadden ?
vroege jaaren geen werks genoeg gemaakt hebben oin de Hij , die de ſchoonheid van uitdrukking , de verſchei.
ſchoonheden der Ouden , ten aanzien van ontwerp en aan. denheid van den ſchrijftrant naar vereisch der ſtoffe, de
leg , van citvoering en ſchrijfwijze optemerken en te be kunſtige verwisfeling en menigvuldigheid der eigenlijke
vatten , dat zij zich niet gewent hebben , de teekening en oneigenlijke uitdrukking , het licht en de ſchaduw van
van het werk en het koloriji waarteneemen ? Men kan den ſchrijfſtijl niet ziet en niet gevoelt, leest geenzins
HOMERUS zorgvuldig geleezen hebben en verſtaan , en met ſmaak . 't Is waar dat er tot deeze maniere van leezen
men kan de waarde van de inrichting der Ilias , nog de zekere juiste natuurlijke aandoening gevordert word. Dog
waarde van bijzondere plaatzen , nog de ſchoonheid nog men kan zich ook dit gevoel eenigermaate door zorgvul.
fijnheid der gedagten ontdekken , nog gewaar worden. digheid en opmerking . door de aanmerkingen van groote
Men kan de Lierzangen van HORATIUs in zijn geheugen kenners, en door de bedreevenheid in de taal en in de
hebben , men kan ze beminnen en er zich over verwone zaaken , eigen maaken. Doen wij dit wel in de jaaren
deren , ten aanzien van hunnen inhoud in 'talgemeen ; ze dat wij Studeeren ?
goed verklaaren , en echter de kunst nog de natuur , die Wat heet bedreevenheid in de taal , wat heet opmerk
in dezelven heerscht , niet zien of gevoelen. Wat nuttig: zaam te leezen , en met aandoening te leezen ? Ik moet
heid zal ons zodaanig eene kennis der Ouden aanbren niet negts de taal in 't algemeen , ik moet de bijzondere
gen ? Wat helpt zij ons, wanneer zij ons geen bijſtand taal van mijnen Schrijververſtaan, inzonderheidwanneer
verleend , om een werk van ſmaak aan te leggen , te ver. de taal , in welke hij geſchreeven heeft, eene doode taal
leevendigen , en uil te voeren . En hoe kan ze dit doen , is. Hoe kan ik hem verſtaan, wanneer ik hem niet diko
daar wij de Ouden nooit of zeer ſchaars van deeze zijde wils, niet eens of ettelijke maalen agter elkander lees, om
beſchouwd hebben ? De beste gedagten verliezen haare mij met de beduidingen zijner woorden, en met zijne bij.
waarde , wanneer zij niet op de regte plaats, niet op den. zondere geestneiging bekend te maaken ; waaneer ik hem
regten tijd, niet met beſcheidenheid en verſtand aange. als dan niet meteen zoort van ontleedkunde door zie,
voerd worden . Mijn onderwerp moet mij dezelven aan en hem bijna met dezelfde zorgvuldigheid iees , als met
de hand geeven ; het bevat de vonken , om 20 te ſpree. welke men ſchrijft; wanneer ik hem niet metbewustheid
ken, en mijn kunstvermogen is nechts de tonder die haar van zijn oogmerk , van zijn ontwerp , genoegzaain op
ontfangt. Mijn begrip moet het mij zeggen , hoe veel ieder bladzijde lees ? Als dan zal ik de ſchoonheden ont
ik van dit licht tot mijn oogmerk , tot gegrondheid , tot dekken ; zij zullen mijne naſpoorende oogen in de dee
duidelijkheid, tot luiſter gebruiken moet of niet. Men on len , in het geheel bejegenen. Ik zal zien , mijn Schrij .
derſtelle eens , dat wij door veel leezens een voorraad van ver mooge.een Historieſchrijver , een Redenaar , een
de beste gedagten derOuden verzameld hadden ; wat zou Dichter zijn , ik zal zien hoe alles naar zijn oogmerk
deeze ſchat ons helpen , wanneer wij denzelven niet wi- ftreeft ,hoe hij overalde natuur , het waare ofwaarſchijn .
ſten te gebruiken . Wanneer wij ons het beleid en de fijn. lijke, om raad heeft gevraagt; hoe bij dat, 't welk te
Deid huvner ſchrijfwijze , niet tevens hebben eigen ge veel is , even zo wel vermijd als het geen te weinig is;
maakt, dan kunnen wij met al ons begrip , van hunne hoe hij de algemeene duidelijkheid en juistheid in zijne
{ chranderheid , en met alle vermogen van geest, in onze gedagten overal laat heerſchen , eene orde in acht neemt,
werken gedwongen , onnatuurlijk en toevalliger wijze die met het verkand der Menſchen en de natuur der zaa
ſchrijven . Wij kunnen pronkers , verkwisters, pedan- ken overeenkomſtig is , en zijne uitdrukkingen volgens
ten , kinders in de ſchrijfkunst worden. Wij kunnen naauwkeurige voorſtellingen afmeet ;shoe zijne ſchrijf
Maaven, vreesagtige Naaven ten aanzien der uitdrukking wijze , als de ſtraalen der Sonne, de voorwerpen wel
worden , enjuist daardoorde grootſte verdienſtelijkheid , opheldert, dog niet verandert ; hoe hij ſchonheeden te
de natuurliikelevendigheid en onbedwongenheid uit on . voorſchijn brengt, daarze door de zaak geblijkt worden,
ze ſchriften verbannen. hoe hij de hoofdſchoonheid , naamlijk eenvoudigheid en
Wat nuttigheid zal dus geeven , wanneer men de wer waarheid, niet door gezogte bijſchoonheden overlaad ,
ken der Quden leest , en ze niet volgens de regelen der nog het vereischte der zaake en der onderrichting , uit
Kunst , ik mogt liever zeggen volgens de regelen der Na. begeerte tot cieraad, vergeet. Ik zal zien hoe bij duide
tuur leest; want wat zijn alle de regelen der Kunst an- lijk denkt en ſpreekt, zonder in het zwakke en talonachti.
ders dan ſtemmen, beveelen der Natuur, welken de groot te vervallen , hoe bij fijn zonder in het gedwongene,
fte geesten gehoord , verſtaan en opgevolgd hebben ? achteloos zonder in het walgelijke, edel zonder in het
Wanneer men ze, zeg ik niet met doorzigt in die regelen, praalende, en nadrukkelijk ſpreekt, zonder in het gezog.
enmet {maak of aandoening leest; Pope zegt , met den te zich te verliezen.
zelfden geest , waar mede de maaker ze geſchreeven Dog men zal zeggen , deeze zijn ſchoone droomea.
beeft. Waar toe zal het mij van nut weezen , dat ik mij de taa.
Dit gebrex is algemeener dan men zich verbeeld. Men len en ſchoonheden der Ouden op deeze wijze heb.mag
Neemme maar in aanmerking, opdat ik alleen bij de enke- tig gemaakt, wanneer ik nietvoorneemens ben een Lee
Je gedagten en derzelver uitdrukking blijve, de overzet raar in Schoolen of op Akademien te worden ? Wat zal
tingen en uitleggingen vary geleerde Mannen , van en aldeeze kennis mij helpen , wanneer ik in openlijke be.
over de Ouden , van zulke Mannen , die alles geweeten zigheden koom , die mij geheel andere oogmerken voor.
hebben wat tot het verſtaan van het oorſpronkelijke be- ſtellen ? Wat nut zal ze mijverſchaffen , dan dat ik ze
hoort, en die nochtans het ſchoone in dezelven niet zijn onder het verrichten van duizend noodiger bezigheden
gewaar geworden. Zouden zij dat geen , 'twelk in de vergeeten en
, mij wegens den verlooren arbeid zalmoeten
grondraale, ten aanzien der gedachten, derzelver wen , beklaagen ? Kan een Staatsman, een Afgezant ,een Krijgs .
over
STU .
STU
overſte , een oefenend Regtsgeleerde , kunnen duizend deeren , tijd voor de verhevene Weetenſchappen op
3569
A.
andere bedienden van den Staat , uit deeze wijsheid der kademien zal kunnen vinden ? Men zal dien reeds ge .
Ouden eenig ander voordeel trekken , dan dat zij Pedanten vonden hebben , wanneer men zich in de taalen en in de
worden ? Zouden zij deeze bezigheden bij het waarne. geſchiedenis op deeze wijze geoefend heeft , Men zal
ben bunner ampten nog aan de hand houden , om zich in de Regten , in de Godgeleerdheid , in de Medicijnen
te verlustigen , en daardoor hunnen pligt verzuimen ? fcbielijker en gelukkiger voortgaan. Men zal minderbe.
Wensche men te weeten waar coe ons al deeze geleerd. lemmering vinden , meer lust hebben , wanneermen ziet
heid van nut zal zijn ? Wij zullen in openbaare ampien dat men de bronnen reeds kent ; men zal den Leeraar be.
wanneer alles op beide zijden gelijk is , gelukkiger arbei. ter verſtaan , men zal dat geen ', 't welk men in zijn leer .
den dan anderen die dezelve niet bezitten ; wij zullen boeken vind , beter overdenken , juister aanvullen kun.
met meer doorzicht , met meer beleid , met meer ſmaak nen , dewijl men zich gewend heef , geen woorden zon
groote zaaken bezorgen in ons ſchriftelijk of mondelijk der zaaken te denken ; dewijl men reeds een voorraad
voordraagen, meer orde; , meer duidelijkheid , meer be veele kundigheden bezit ; dewijl men de beste Schrivan
ften
knoptheid in acht neemen ; wij zullen in het gemeenſchap. zonder moeite en bezwaar, en zonder zich op de bloo te
lijk leeven ,welſpreekender,beſchaafder, geſchikter zijn; uitſpraak zijns. Leermeeſters te verlaaten , kan raadplee.
wij zullen dan kunnen ſpreeken, wanneer anderen verſtom . gen . Gij vraagt hoe men tijd tot het leeren der Wijsbe
men; wij zullen de bijeenkomſten, het hofzelfs ongemerkt, " geerte zal krijgen ? Mooglijk daar door dat men ze nut.
onzen goeden , onzen regeſchapen ſmaak mededeelen ; wij tiger en voorzigtiger oefent. De Wijsbegeerte, zo beil
zullen in onze huizen , als Vader, als Vriend , de opvoe zaam zij open in zichzelve voor de Studeerenden is, zo
ding der onzen beter bezorgen ; wij zullen anderen door ſchandelijk word zij nogthans voorveelen , door de wijze
onze raad nuttig , wij zullen ons zelven na het volvoen op welke zij dezelve oeffenen. Zijn verſtand in orde te
Ten van onzen arbeid minder tot last zijn , dewijlhet lee brengen , de algemeene wetten der rede en waarheid , de
zen van oude en nieuwe ſchriften ons genoegen verſchaf- weger te leeren kennen , langs welke ons verſtand tot
fen zal,ofwij zullen zelf iets kunnen opſtellen , dat duidelijkheid en bondigheid in 't oordeelen geraakt, de
waardig zou geweest zijn door de Ouden geleezen te wor- deugdlijkheid en het gebrek der beſluiten en bewijzente
den . Zullen wij in openhaare Staatsbedieningen geen put leeren kennen ; wat kan voortreflijker zijn ? Dog zul.
kunnen trekken uit de ſchriften van eenen XENOPHON , len wij dit alleen leeren , om het te weeten , om het met
Cicero en CÆSAR ? Waaren zij Pedanten ,of waaren zij duizent ſpitsvinnigheden anderen weder over te zeggen ,
Staatsmannen , Krijgsoverſten en Helden ? Zal hun verſtan . en ſlegts alleen het ſtelzel van onzen Leeraar in ons ge ;
dig beleid niet eenig invloed op ons hebben ? Waaren zij heugen te bewaaren ? peen, om onsverſtand debehoor.
niet te gelijk Wijsgeeren, Redenaars en Historieſchrij lijke en natuurlijke richting te geeven , om ons de vaar.
vers ? "En zouden zij in hunne ampten zo uitſeekend digheid van welte denken en te oordeelen eigen te maa.
zijn geworden , wanneer zij in hunne jonge jaaren min. ken . Zijn wij beter geworden , door dien wij ons geheu.
der werk vande geleerdheid gemaakt hadden ? Zouden gen dikwilsmeteene ontelbaare meenigte van regelenen
zij datgeen , 't welk zij geſchreeven hebben ,wel zovoor- kunstwoorden overlaadden, die ons verſtand wel opge
treflijk hebben kunnen ſchrijven ? Ten minſten bewij: blaazener, dog niet ſterker en gezonder maaken ; die
zen zulke voorbeelden , dat men in de hoogſte bedienin. door ons maar half,en door anderen, die volgens onze
gen nog tijd tot Studeeren , en in de aangeleerde weeten- leerwijze niet geoefent zijn , geheel niet verſtaan wor.
Ichappen van jongere jaaren , nog een bron van genoegen den ? Is de kennis der Wijsbegeerte blootelijks de ken.
in den ouderdom kan vinden .
nis ng
Wie heeft , zal men mij tegenwerpen , wie heeft op de zwa ſtellingen en kunstwoorden , die onze Leeraar in
derheef
t gebragt, en die na- verloop van weinige jaa.
Akademie tijd om op deezewijze de Ouden re Studeeren ? ren , met hem weder verdweenen zijn . Eene grondige
Wanneer zal men de Nieuwe kunnen leezen ? Wanneer redeneerkunst te begrijpen , en er ten behoorlijken tijde
Orhan
zal men zich op de verhevener Weetenſchappen kunnen gebruik van te leeron maaken, is eene voortreflijke zaak .
toeleggen ; wanneer zal men zich tot het oefenende in de Eene behoorlijke kundigheid van de natuurlijke en eerſte
Weetenſchappen kunnen bevlijtigen ? Vraagt gij wan . pligten zich eigen te maaken , om ze zelf te oefenen en
‫ܝ‬ neer men dat zalkunnen doen? Mooglijk dan , mijn Hec : ze anderen te leeren , is onze onvermijdelijke verſchul,
sen, wanneer men in de eerſte jaaren de taalen en haare digdheid. De wijsheid , de geregeldheid , de wonderen
hulpmiddelen , zo achteloos en ongenoegzaam niet be. van de natuur te leeren kennen , opdat wij haare Veroor.
greepen heeft; wanneer men met betere toerusting, met zaaker eeren , en zulks door gehoorzaamheid en orde in one
meer neiging voor de Weetenſcheppen , met meer vlijt ze handelingen toonen , hem te prijzen en te aanbidden ,
zich naar de Akademien begeeft; wanneer men er zich ee- en de voordeelen des menſchelijken leevens te vermeer:
nige jaaren langer ophoud:wanneer men den tijd minder deren , is die heilzaame bezigheid. Dog van de Wijsbe
verkwist; wanneer men het vooroordeel aflegt, dat de geerte eene ledige wijsheid te maaken , het geheugen met
tijd om te leezenen te Studeeren, maar binnen de grenzen drooge leerſtellingen te vervullen , die het verſtand geen ,
der jaaren van de jongelingſchap beſlooten is ; wanneer voedzel, maar ſlegts arbeid verſchaffen , deeze of geene
men het vooroordeel aflegt, dat men op Akademien ge . leerwijze , als het weezentlijke en de kern der Wijsbe,
leerd kan worden ; wanneer men zich ſterker zal over. geerte veele jaaren te Studeeren , en eenige verbeterin:
tuigen , dat men daar ter plaatze Negts den grond tot de gen of veranderingen in het leegerbouw voor de nog niet
71 geleerdheid legt , dat een jongeling op Akademien de zaa . gevonden , nog niet gedagte waarheid aan te zien , en
wi
ll
den ontvangt , die in zijn toekoomenden tijd vrugtbaar met groote aanwending van tijd of vlijt te bevatten ; dic.
zullen worden , dog die echter tijd tot rijpen , regen en heet zich in het Studeeren ophouden , en , liteerbied voor
fon vorderen , en die in 't vervolg, uit hun eigen grond de Wijsbegeerte , ziin reden blinddoeken. Ik vergood
bet voedzel zullen moeten trekken om vrugter voort te de Ouden en hunne Wijshegeerte inzonderheid in 't ge.
brengen . Gij vraagt boe men bij zo een wijze van St. beel niet , maar dit weet ik , dat zijhunne Wijsbegeerte
Ddd 3 toeg
STU. STU .
3570
toepaslijker geoefentihebben ; dit weet ik , dat er één ken ; dat men hen onder bunnen arbeid in den ontijdiger
eeuw in Atheenen geweest is, in welke deWijsbegeer. hoogmoed van hun werk gedrukt te zien , zal (terken. Moet
te en de Welſpreekentheid metelkander verbonden waa. alles zo terſtond in druk verſchijnen ? Kan men onze
ren, waar in de gegrondheid der gedagten , tevens met ſchrijfwijze niec ryp laaten worden; en kan men zich niet
de fchoonheid der voorſtelling en der taale vereenigt was. ocfenen tot aflegging zijner gebreken , zonder de waereld
Wij , die gemeenlijk in het droogſte en duiſterfte latijn , tot getuige te neemen, en jonge lieden ten zelven tijde
of in de duitſche taal , die van de ſpraak der Ouden , en verwaant en belagchelijk te maaken ?
van de fpraak der waereld zo vervreemd is , leeren phi- Vergeeft mij , mijn Heeren , de langduurigheid mij.
loſofeeren , wat zullen wij beginnen , wanneerwijRede. ner rede, waar toe mij de liefde tot de waarheid ver.
naars op den predikſtoel, op den leerſtoel, Schrijvers voerd heeft. Vergeeft mij de misſagen, die ik moog.
van geſchiedenisſen , en in de overige weetenſchappenlijk beging, terwijl ik van de gebreken der ſtudeeren
worden ? Zullen wij niet met veel hoogmoed op onze den gehandelt heb. Doet de weetenſchappen , de wijs.
onbekwaamheid , armzalig en barbaarsch ſpreeken ? heid en deugd, den ſmaak, en uwen naam daar door
Ja, mijn Heeren , dat wij zo veel tijd aan het leezen eer aan , dat gij u voor de afwijkingen hoed , van wel
der regelen, en zo weinig tijd en vlijt aan het toepasſen ken ik geſprooken heb. Vordert uwen leevensſtand
van dezelven beſteeden , datwijons vermogen om te den . niet, dat gij tot uw geluk behoeft te ſtudeeren ; uw
ken , en onze gedagten uittedrukken, zo weinig door ſtand bevrijd u echter niet van den pligt , om door
ſchriftelijke proeven ſterken, deeze is de laatſte fout , weetenſchap der weereld tot een zegen , en uw eigen
die ik nog zal aanvoeren , één fout, inderdaad, die on- hart tot geluk te worden . Ik weet het, gij hebe die
vergeeflijk is ! Wat is de welfpreekendheid in 't algemeen edele oogmerken . En gij , Mijn Heeren , die u tot
anders, dan zijn gedagten duidelijk , geregeld en ſchoon de bedieningen der Schoolen,der Akademiën , der Regt.
voor te draagen ? Wat nuttigbeid levert alle Weeten- banken of der Kerke voorbereid; mogt ik u lieden toch
ſchap uit , wanneer ik de gaaf van duidelijkheid , van in uwen roemwaardigen ijver , in het grondig leeren
orde en behaaglijkheid niet bezit ? Door zich naar de der taalen , der geſchiedenis , der wijsbegeerte , der
regelen te oefenen , door het neemen van menigvuldige welſpreekentheid en dichtkunſt , ten beste der verhee.
proeven , door navolging van ſchoone voorbeelden, vener Weetenſchappen , door deeze redevoering ver
door de aanmerkingen van verſtandigen , kunnen wij ons ſterkt hebben ! Weest niet bezorgd voor uw geluk , niet
die gaaf eigen maaken , en het licht en den glans van den voor een ampt , zorg maar voor de verdienstelijkheid
ſchrijfſtijl in onze magt krijgen. tot het ampt, en voor de kunst van uwe bekwaamheid
En wanneer ſtellen wij deeze proeven in 't werk ? te kunnen gebruiken. De tijd beloont u zekerlijk , en
Wanneerhooren wij de aanmerkingen der kenners ? Wan- zo de waereld het niet doet , dan zal uw geweeten u
neer verbeteren wij onze opſtellen naar de redenen , die beloonen. En waarom zeg ik zo weinig ? Hij zal u
men ons daar toe aan de hand geeft ? Het is een Stw. beloonen, die onze oogmerken , onze oprechtheid ,
deerende noodzaaklijkheid zich in den latijnſchen ſchrijf- onze vlijt ,onze ſchikking bij onze handelingen , en niet
ſtijl te oefenen ;hetdienthem tot ſchande, en dikwils dient blootelijk de grootheid van onze verrigtingenaanſchouwt.
het hemzijn geheele leeven'tot ſchadezulks nietgedaan te Van wien hebbenwij onzen geest, die de weetenſchap
hebben. Maar maaken wij in de bezigheden des gemee. pen bevat ? Zouden wij dezelven niet tot eer van
nen leevens , op de Predikſtoelen en voor de Regtban- den Vader der Geesten en der Menſchen leeren en aan .
ken , ook geen gebruik van onze moedertaale ? lets van leggen ? En wat is de eer van God ? De uitbreiding der
de ſpraakkunst te weeten , zo veel duitsch te kennen , wijsheid, derdeugd, der gelukzaligheid zijner redelij.
als men in de dagelijkſche omgang hoort ; dat kan niet ke Schepſelen.
heeten zijne taal magtig te zijn . Men moet de taal ge- STUDENTEN -KRUID ; Belvidere; Befem -Kruid. Van
bruikt , geoefent, men moet er veel in gedagt en in ge. dit gewas zijn hoofdzaakelijk twee zoorten , als volgt.
ſchreeven hebben , wanneer men derzelver duideljkheid 1. Gemeen Studenten -Kruid ; Oſyris. Dodon. Pempt.
in zijn vermoogen begeert te hebben . Wij willen Man. 5 !.; Linaria Scoparia. Bauh.
nenworden die in hunneampten door brieven , door an. dium foliis lineari lanceolatis planisPin. 212. ; ( Chenopo.
integerrimis. LINN.
dere ſchriftelijke opſtellen , hunne gedagten in hunne Spec . Plant.)
moedertaale zullen uitdrukken ; en wij verwaarloozen de. 2. Spaanſch grijs Studenten -Kruid ; Chenopodium for
zelve , en beſpotten gevolglijk de welſpreekentheid en difolio minimo, fruteſcens perenne. Boeru. Lugd. 2. p.
onzen pligt. Wij willen Mannen worden die aan hetVolk gi.; (Chenopodium foliislinearibus teretibus carnofis ,
de godlijke waarheden in het openbaar zullen voordraa. caule fruticoſo. LINN . Spec. Plant. )
gen ; en wij gewennen ons niet,duidelijkheid , orde en Plaats. De eerste zoort groeit in Griekenland , Japan , enz.
gevalligheid door zorgvuldige oefening ons eigen te maa. en is eenjaarig. De tweede zoort in de zuidelijke deelen
ken. Gelooven wij dat het aan den godsdienst en de van Vrankrijk Italien , Spanjen , enz. is meedeeenjaarig.
deugd onverſchillig is , of wij duister of klaar , gegrond Kweeking. Beide de zoorten worden door het zaad
of toevallig , geregeld of verward , hen leeren voordraa. voortgekweekt, 't welk men in 't laatste van maart of
gen , of wij van de heiligſte waarheden in cene elendige, begin van april, in een goede losſe grond, en opene
gedwongen , laage , of in eene zuivere , natuurlijke en dog warme ſtandplaats moet zaaijen .
verheven taal ſpreeken ? Wij willen als ſchrijvers voor ŠTUDIA HUMANITATIS , zie LITERÆ HU .
de waereld , of voor ons vaderland tot verbetering van MANIORES.
de zeden en van de kunſten ſchrijven ; en wij oefenen ons STUERBAARS , zie POSCH .
niet eerder in den goeden ſchrijfſtijl, voor dat wij deeze STUIFMECL , zie MEEL ( BLOEM ).
openbaare ampten op ons neemen ? Mijn meening is STUIFWOL , zie PAPPUS LANUGO.
geenzins dat men aanvangers zal overhaasten , dat men STUIFZAAD DER PLANTEN , zie FARINA
hen zal noodzaaken te ſchrijven , eer dat ze kunnen den • FOECUNDANS.
STU
STU . STIJ STIJ. SUB. 1: 3371
STUIPEN , zie KINDERZIEKTENS , pag. 1 $ 13. noemt, om dat ze oudtijds in - pijpjes van riet tot ons
STUIPTREKKINGEN , zie KRAMP. wierd overgebragt , bezit van wegens haare balfemagtige
- STUKADOOR -WERK , zie PLEISTERWERK. deelen , een openmaakende , droogende, oplosſende ,
STULP , dusdanig word een ſtuk huisraad genoemt , verdeelende, verweekende , en ook aantrekkendekragt:
zij van gebakken ſteen of koper vervaardigt, om over wordende dierhalven zo wel uit als inwendig gebruikt.
het vuur te zetten ; zie de afbeelding hier van op Plaat Het verſtrekt tot een mede ingredient van de theriaak;
E. fig . 9. zijnde
, zegt men , ook een zeer kragtig middel voor ont
'STULPKOOIJ ook Riekenkooij genoemt,in 't franſch ſteekingen in dekeelen borstziektens,in 'tbijzondervoor
Mue, is een machine waar in men gewoonlijk een Klok de aamboțſtigheid , hoest,heesheid , zinkingen, fuiſing in
henne met haare Kiekens plaatst. de ooren , enz. Zij word mede gevoegt bij de middelen ,
STURIO ; zie STEUR . die het hoofd , de zenuwen , het hart, de maag en de
STIJFBAARD , zie MEIRVALLEN , M. VIII. p. lijfmoeder verſterken ; ook bezit ze de hoedanigheid,
2018. om het venijn te verdrijven , de kramp te ſtillen , en de
STIJFSEL , dus word die ſtoffe genoemt , welke ledenpijn te verzagten , is een pijnſtillend middel, en
dient om het linnen dat gewasſchen is , eene min of brengt de Naap te wege, hebberde eene heerlijke nut
meerdere ſtevigheid bij te zetten , en word uit Amela tigheid in oplosſing van zweerer , als ook van krop -ge
donk en blauwzel vervaardigt. Zie AMELDONK, zwellen . Uiterlijk gebruikt met dezelve, om een goe
STIJRAX , zie LIQUID -AMBER . den reuk te verwekken ; insgelijks tot reukpoeders ,
STIJRAX BOOM ; Storax -boom . Dit Kruidgewas, reukkaarsjes, welriekend zegellak , voorts toe pleiſters
dat in't griekſch svegit word genoemt ; in 'c italiaanſch , en omdagen. In zommige Apotheeken vind men de be:
Siirace; in 't ſpaanſch , Eſtoraque ; in 't engelfch , ſweeté roemde Styraxopillen , welke voornamentlijk de hevige
Storax -tree; in 't arabiſch , , Miha;
van Stiria , een ijskegeltje
heeft zijnen naam hoest
om dat er een harsagtige
en dunne zoutige zinkingen, zeer wel verzagten ..
STIJVIGHEI , zte RIGOR ,
D
stof, gelijk droppels , uit den Boom loopt. SUB DISLOCATIO , zie LEDEN - VERSTUI.
Kentekens. De Bloem beſtaat uit een blad van ge- KING .
daante als een tregter , en in verſcheidene verdeelingen SUBER , zie KORKBOOM.
geſneeden , uit welker Bloemkelk het ſtijltje voortkoomt SUBER MONTANUM , zie GEGRAAVEN KORK ,
' E welk eveneens als een ſpijker in bet voorste gedeelte SUBLIGACULUM , zie BREUKBAND.
van de Bloem ſteckt; dit word naderhand een rondag , SUBLIMAAT , zie KWIKZILVER , pag . 1699,
tige vleesſchige vrugt , die een of twee zaadjes in harde SUBLUXATIO , zie LEDENVERSTUIKING .
agtige ſchillen in zich bevat. SUBSTITUTIE , het ſtellen van ieinand in de plaats
Žoorten. Men heeft maar eene zoort van deeze van een ander. Subſtitut is iemant die een bediening
Plant , als ; Styrax -boom met kweeblad ; Styrax folio mali voor een ander waarneemt." In de materie van regten
cotonei. Bavn. Pin. 452. ; ( Styrax. Linn. Spec. Plant.) word het woord ſubſtitutie inzonderheid gebezigd
Beſchrijving. De Styrax groeit tot een redelijk groot in Lastgcevingen en Uiterſtewillen. In Lastgeevin
Boompje, en is bijkans gelijkvormig met de Berke- of gen word een ſubſtitutie genoemt , wanneer de Gelas .
Kweepeere-boom , egter is de ſtain daar van witagtiger, tigde de uitvoering der last aan een ander' over
en de bladeren kleinder; in hunnen zoort langwerpig , draagt ; hier van heeft men de clauſul in lastgeevin.
fterk , tegens het ſteeltjetoe rondagtig, van boven glad gen gebruikelijk met maçt van ſubſtitutie', waar door de
en groen , van onderen glad en wit en wollig. De Bloem Lastgever de Gelastigden , de vrijheid en de magt
beſtaat uiteen blad , is wit, en aan 't onderſte deel pijp geeft, om een ander in zijn plaats te neemen. In Pro .
agtig, aan 't bovenſte deel menigvuldig verdeelt, welke curatien ad lites , word zodanig eene clauſule bij de
deelen zich als eenſtar uit malkander verſpreiden . In 't Regtsgeleerden noodzaakeiijk geoordeeld , om dat de
middenpunt van de wijd opgeblaazen Bloemkelk , die in- zulken buiten zodaanig eene.clauſule, geen ander mo
getand en menigvuldig is ingeſneden, vind men een zaad. gen ſubſtitueeren ;daar zulks aan Gelastigden tot extra.
huisje, waar uit een rondagtige Vrugt word , van een ha. judicieele zaaken , ook al word er een zodanige Claulule.
felnoots grootte , zijnde wicagtig en in een vleeschige in de lastgeving niet gevonden , altijd vrijſtaat.
hul beſlooten , met een of twee harde ſteentjes opgevult, In Uiterſtewillen , worden de onderſtellingen , Subſti
waar in een mergagtig , olieagtig , en onaangenaam ſmaa. tutien genoemd. Vier bijzondere zoorten zijn daar van
kend pit legt, 't welk zomtijds tweevoudig en hoekig , in Regte bekend, f. de Subſtitutio vulgaris. 2. Pupilla
en zomtijds drievoudig is. ris . 3.Exemplarisen 4.Fidecommisſaria ; bijons de Gemee.
Plaats. Deeze Boom groeit natuurlijk in verſcheidene ne, Vaderlijke, Exemplaare, en Overhandſche Onder .
gewesten van Aſie , en is van daar overgebragt in Italien , ſtelling . De gemeene heeft plaats , wanneer de Teſtae
Kandiện , Sijričn , Judæa , enz. alwaar ze zeer wel in de mentmaker een tweede Erfgenaamy noemt , ingevalle de
open lucht tiert . eerstgenoemde geen Erfgenaam word . De Vaderlijke ;
Kweeking . Wil men deeze Boomen bij ons kweeken, wanneer een Vader uit kragt van de Vaderlijke magt aan
zo moet zulks door ſcheuring of inlegging geſchieden , zijn Zoon , wanneer hij onder de 14, of aan zijn Dogo
in potten ; in 't laatst van april of begin van maij, in ter wanneer zij onder de 12 jaaren ſterft, een Erfgeni
goede losſe aarde en opene warme plaats, want koude naam noemt. De Exemplaare ; wanneerdeOuders,
kan dit gewas geheel niet verdraagen , en s' winters moe- of een van beide , aan hunne zinnelooze Kinderen , Erf.
ten ze in cobben geplant , in de Oranjerij, of in de ge. genaamen noemen , ingevalle zij in hunne zinneloos.
temperde Kas bewaart worden. heid overlijden, en de onderhandſche, die ook
Gebruik en Kragt. Het vogt dat uit deeze Boom Fideicommisſaire , of Fideicommis genoemt word ; wan.
vloeit, is een harsagtige Gom , die men genoegzaam deer de eerstgenoemde Erfgenaam verzogt of belast word,
in alle Apotheeken vind . De Styrax calamita , dus ge. om de goederen, of direct , of op zeekeren tijd , of bij
zijn }
3572 SUB . SUC. SUD . SUF.SUG . SUI. SUI.

zijn overlijden aan een of meer anderen overtelaaten . agt neemen de jonge ſcheuten te zuiveren van de doode
Deeze laatste zoort ; de Fideicommisjen , naamelijk , zijn bladen des oudeu tengs ,, 'ı welk dezelve ongemeen veel
meest gebruikelijk. Dezelve worden gedeeld in uito verſterken zal.
drukkelijke, en ſtilzwijgende ; de eerste , zijn in de woor, De Ouden hebben zekerlijk het Suikerriet en deszelfs
den van het Teſtament; in de laatste , in de præfumptive zoete fap al gekend; dewijl Strabo verhaalt , dat het
wille van den Testamentmaker gegrond . Ook worden Riet in deIndie zonder Bijen , Honing voortbrengt. In
ze gedeeld in zuivere ;op zeekere dag ; en onder zee kere de werken van PLINIUS leest men , dat Arabië ook Sui
.conditie. De eerste zijn, wanneer 'č goed direct aan den ker geeft , maar dat die welke in de Indiën valt, berer is.
geſubſtitueerden moet worden overgegeeven , de tweede Lucanus maakt daar ook gewag van ais van een fap ;
wanneer zulks op zekeren tijd , na verloop van 200 bibunt tenera dulces ab arundine fuccos. Insgelijks VAR .
veel jaaren , of bij 't overlijden van den eersten Erfge. RO , welke zegt , dat er een Honingſap uit de wortelen
naam moet geſchieden; en de derde, wanneer zulks alleen van het indiaanſch Riet geperst word. DIOSCORIDES
plaats heeft onderzeekere bepaaling , ingevalle de eers en ARCHIGENES kenden zelfs de drooge Suiker uit het
te Erfgenaam zonder Kinderen overlijd ,of wanneer dit Riet, welke zij bij een zout vergelijken , dat eene vaste
of dat gebeurt , enz. geſtalte had , en welke misſchien alleen een werk van
SUBSTRACTIE , zie REKENKONST . de natuur was . Dit is zeker , dat onze tegenwoordige
SUCCINUM , zie BARNSTEEN . Suiker , zo als dezelve uit het ſap van het Suikerriet be
SUCCINUM NIGRUM , zie BERGWASCH. reid word , een geheel nieuwe uitvinding is , welke den
SUDATORIA , zie BADT. Ouden geheel onbekend is geweest , 20 als het de Ges
SUFFOCATIO NOCTURNA , zie NACHTMER: leerde SALMASIUS heeft beweezen .
RIE . Het Suikerriet, 't welk zo wel den Ouden , als ons ,
SUGILLATIO ,, zie KNEUSING.. de natuurlijke Suiker verſchaft , is gelijk wij boven ge
SUIKER , Suikerriet ; in 't griekſch , odrzag , OAX. zien hebben van verſchillenden aart en zoort. Dog be.
xapor ; in 't franſch , Canne de Sucre, Cannamelle ; in 't halven het Suikerriet, zijn er nog eenige andere Plang
hoogduitſch , Zucker-Rohr, Zucker-Ried ; Arundo Sachari- ten , zelfs onder ons , welker uitgeperst ſap eene waare
fera.BAUH . Pin.18. ; Saccharina Indica. Lobel.;Can. Suiker geeft. DeHeer Kalm heeft een tamelijk goed
na mellea. CÆSALPIN.; Calamus Sacchariferus. Tabern.; aantal vanBoomen en Kruiden opgegeeven , uit welken
( Sacchariom floribus paniculatis. Linn. Spec. Plant. ) Amerika overvloedig Suiker gemaakt word , en dit be
in
Beſchrijving. Dit Rietgewas groeit tamelijk hoog ; vestigen op verſcheidenerleij wijzen de Heeren Ray,
de Siam daar van is gemeenlijk twee duimen dik , door LAWSON , DUDLEY , Beverley, CHARLEVOIX , de ge.
veele geledingen onderſcheiden ; uitwendig groenagtig leerde CarTHEOSER, en veele anderen.
geel , inwendig wit, en met een zoet , ſappig , wit, ſwam . De Heeren nu Hamel en Kalm noemen bijzon.
39

agtig merg gevuld , het welk men riatuurlijk gegroeide derlijk het Booghout ( Acer , ) uit wiens ſappen de
Suiker of Saccharum nativum noemt, welke nogthans hier Canadiaanen eene Suiker bereiden , die bijnaa om de
te lande niet gebragt word. De groene Bladen waar me- voorkeur ſtrijd met die , welke uit het Suikerriet ge.
de het Riet omgeeven is , zijn lang, final , ſpits, en aan >> maakt word. Ja men heeft zelfs in Sweeden derge.
de zijden dermaaten ſcherp , dat men , bijhet afbreeken ,, lijke Suiker uit Booghout werkelijk vervaardigd. Bor
van hetzelve , ligtelijk de handen kan kwetſen . Zo dra ij RICHIUS verhaalt , dat er aan de zeeſtranden in Island
het Riet dehelfte van zijne langte heeft bekoomen, ver. . ; een zeker zeegras wast , waar uit door de de hitte der
heft het zich even als het ſpitſe van een pijl , hebbende Sonne eene Suiker getrokken word , die als zoutkor
boven aan eenBloem , in degedaante van een zilverwit. „ rels op het zelveligt , en door de Yslanders zorgvuldig
te Vederbos. De Wortel van dit gewas , is vol leden , „ ingezameld word , om zich daarvan in plaats van zout
zeer wel na de wortel van het gemeene Riet gelijkende , te bedienen . " De voortreffelijke Heer MARCGRAAF
dog is zo houtig niet, en vervuld met een zoetagtig fap .' heeft uit drie Europiſche Planten, door zijnen konſtigen
Groeiplaats. Het Suikerriet groeit in de meeste ge . arbeid , volkoomene Suiker gekreegen. De wortel van
westen van de beide Indien, in waterige en moerasſige witte Beete gaf uit een half pond een lood ; een half pond
plaatſen , inzonderheid in de Canariſche Eijlanden en Suikerwortel gaf drie looden, en een half pond roode
op Madera; ook word het zeer ſchoon op Java en Ma- Raapen twee en een half lood. Het uithaalen dier Sus.
dagascar gevonden , alwaar het mede in 't wilde groeit, ker geſchiedde door middel van den zuiverſten wijngeest;
dog meer van de Inwooners geplant en om zijn Sui, want men moet weeten , dat de Suiker zich niet alleen in
ker , aangekweekt word. water , maar ook , ſchoon veel moeijelijker , in wijngeest
Kweeking. Het Suikerriet is zeer teder en kan zon- ontbind.
der eene Stookkas , bij ons niet overgehouden worden. Andere ons bekende Planten , geeven geene zo vol
Men bewaard het als eene groole zeldzaamheid in de komene Suiker. Uit de geele Raapen konde alleenlijk
tuinen der Lief hebbers van vreemde Planten. eene Honing getrokken worden . De Pastinake of witte
: Het zal bij ons tot de hoogte van agt of negen voe . wortel , gaf weinig. Het Berkenſap, geeft ook een zoet
ten groeijen , indien het zorgvuldig word opgepast; er zout, înaar 't welk veel meer een Manna dan Suiker is.
kan vermenigvuldigt worden doorer de zijdſcheuren in De gedroogde Druiven of Rozijnen geeven , als zij ge
het Voorjaar afteneemen , dezelve plantende in potten met weekt , geſtooten , uitgeperst, gezaivert, en tot een .
goede vette aarde gevuld , zettende de potten in een Broei- Şijroop gemaakt zijn , een zoort van Suiker, en het ſap
bak van run , om het ſchieten dernieuwe wortelen te be. der Bloesſem van eene der grootſte Amerikaanſche Aloierz
vorderen , en ze moeten dikwerfnat gemaakt worden. bevat ook wat Suiker.
De voornaamſte Steng is onderhevig , om bij ons in den Nu dienden wij onze Lezers nog een berigt te gee
winter te ſterven , maar dewortel ſchiet gemeenlijk veel ven , hoedanig de Suiker word vervaardigt. Om dit te
nieuwe ſcheuten uit. Dit gebeurende, moet men in bereiken, kunnen wij niet beter doen dan hier mede te
dee
JOT: SUT.
Meelen 't geen Dr. Browne daar omtrent in zijne Hiſto , Africa geſchiede , ) tegenwoordig zeer welig en zonder
tie van Jamaika heeft te boek geſteld . dat er veel arbeid aan beſteed word , groeit, in alle
vette en vruchtbaare gronden .
Beriğt hoedanig de Suiker als mede de Rum word De kweeking van deeze Plant , waar mede zich thans
vervaardigt. het grootſte gedeelte der Inwooneren van de zuidelijke
Het is niet waarſchijnlijk ( zegt de Hr. BROWNE) dat Volkplantingen in America geneeren , en die den aanmer.
de Ouden veelkennis gehad hebben aan de Plant die wij merkelijkſten tak van hunnen handel uitmaakt , komt
thans- Suikerriet noemen. Hun Sacchar , Saccarron , Sac- hier vervolgens in aanmerking.
Charon en Saccharmambu , komt meer overeen met het Om wel te Naagen in de kweeking van het Suikerriet ,
voortbrengſel van daebreed ſteekelig riet , 't welk de in- zo dat het den arbeid kan opweegen en aan de verwach .
wooners der ooſtelijke Provinciën vanAſie met dat (naa. ting beantwoorden , moet de grond, die men 10tplan
kelijk ſap voorziet, 't geen zij nog tegenwoordig Mamt ten uitkiest, tot op eene goede diepte vruchtbaar , be.
noemen. Dit riet groeit gemeenlijk in die deelen van neden vast , en de aarde boven los zijn ; de gelegenheid
Age , welkezich langs de ooſtelijke zeën uitſtrekken , en moet wara en zo geſchikt weezen ; dat ze tot het ont
is alzins bekend geweest , als de inwooners dier landſtree. fangen van een maatig gedeelte van regen en dauw be.
ken een aangenaamen drank uitleverende , welken zij kwaam is , zonder tever van eene markt of havenplaats
zomtijds bevonden vergjftig te zijn ; dog dewijl weini- te zijn afgezondert.
ge groeijende fappen deeze eigenſchap hebben na dat zij De grond dus uitgekoozen , gezuivert en tot bebouwing
uitgegist zijn , en men aan't overige deezer plant in't ge- gereed zijnde, moet men eerstoverweegen en nauwkeu
heel geene gevoelbeneemende kragt gewaar word , mag rig over Nag maaken , wat uitgeſtrektheid van denzelver
men billijk veronderſtellen, dat zij niet gewoon waaren men jaarlijks kan beplanten ; en narekenen van hoe veel
dit ſap te laten gisten . Of echter deeze nadeelige uit- morgen lands men het voortbrengſel in ſtaat is te bewer
werking ontdekt wierd terwijl het vogt van den rietteng ken, het gewas van het eene jaar door het ander ſlaande ;
afdroop, (wanter is geenreden om te denken dat het en dan den voorgemelden grond in drie , vier , vijfof zes
ooit anders dan door inînijding ofaftapping gegaerd werd ). gelijke deelen afperken ; dogmenmag onbepaalderte werk
dan ofmen zalks bevond na dat het eenigen tijd was be gaan , indien men een grond aantreft, die buitengemeen
waard geweest , is geheel onzeker. Uit de hoeveelheid geſchikt is om de plant wel te doen Naagen.
en de gedaante van de Sacchar der Ouden , blijkt zeer Het land dus bepaalt , en een van de gedeeltens in ge
waarſchijnlijk , dat dezelve alleen beſtond uit de geſtrem- voeglijke vakken op bekwaame afſtanden verdeeld heb
de olij , en dewezentlijkſte zouten van dat gedeelte van bende , begint men te graaven , en den grond van tijd tot
het ſap, 't welk uit deeze openingen zijpelde, na dat tijd te openen , tot dat het faizoen om te planten nadert ,
de ſterkſte afvloeijing der dunne ſtoffen was opgehou- en deaarde overal wel omgeſpit is. Om een ſtuk lands
den , welk ſap , rondom de ſnede en langs den ſtam van geſchiktelijk gegraaven te hebben , volgens het tegen .
het riet , als een ſoort van vernis , ſtolde; of zij beſtond woordig gebruik der voornaamſte Planters, moet het
uit een gering deel van het ſap , dat aan ſterker werkin . afgeperkt worden in langwerpige vierkanten , van om
gen van de ſon of het vuur was blootgeſteld ; dienende trent drie voeten breed ; en ieder van deeze vierkanten
de gomagtige gedaante en geſtolde vorm , die er aan in de lengte wedor afgedeeld met een ſtokje of rijsje .
toegeſchreven word ,ook veel om dit ftolſel te beves. op ieder drie voeten tusſchenwijdte , door welk middel
tigen; en wanneer wij de verſcheiden berigten nagaan , het geheele veld van zelve zich verdeeld in kleiner vak
die ons door de naauwkeurigſte ſchrijvers der oudheid, ken , ieder zeven of negen vierkante voeten houdende,
beide wegens het zout en het fap, zijn nagelaaten, zul- overeenkomſtig met de verkooren afſtanden ; deeze af.
len wijzekerlijk geen reden hebben om het gezegde perkingen worden op verſchillende diepten tot Neuven
cenigszins in twijfel te trekken . of groeven gegraaven , en de aarde daar van op de tus
Het echte Suikerriet ſchijnt, oorſprongkelijk , een na ſchen beide liggende bedden gelegt; dog zelden graafi
tuurlijk voortbrengſelvan de Canariſche eilanden geweest men dieper dan vier ofvijf duimen van den bovengrond.
te zijn , en het eerst bij de Inwooners van Europa be- De plant word voortgeteeld uit jonge loten ; en Plan .
kend geworden ten tijde der Romeinen ; want het geen ters die dezelve zorgvuldig aankweeken , bewaaren al.
Plinius aanteekend , uit JUBA AS verhaal van de gelukkie loos van die jeugdige enten, om de planten in de laater
ge eilanden, wel overwogen zijnde,zal ons zeer wei faizoenen tekunnen aanvullen , deeze worden geſchikt.
nig twijffeling voor 't een en 't ander overlaaten. Wat lijk geſneden tot telgjes , overeenkomende in lengte met
hier van zij , het wierd onder ons niet bekend of aange. de diepte der groeven, en geplaatst drie of vier, even
kweekt voor eenige eeuwen laater, en bleef waarſchijn . wijdig vanelkanderen , of in een driehoek , in den grond
lijk in dien ſtaat tot dat de Spanjaarden en Portugeezen van ieder fleuve; dog het is aanmerkelijk ,datde boven .
rondom op de kasten van Africa begonnen te handelen , ſte leden van volwasſen rieten , of zulke die met bladen
en dikwijls gelegenheid kreegen deeze eilanden aan te begroeid , maar tevens dun en zagt zijn , het best voor
doen , van waarzij eerst deeze plantin Spanje en Por. dit gebruik voldoen , en altoos gebezigd wordenom te
tugal overbragten , daar dezelve geregeld aangekweekt planten tegen het einde van der oogst.
werd , zo wel als in huone buitenlandſche Volkplantin- De planten op die wijze gepoot zijnde , worden over.
gen. Maar hoe wel hier door op verſcheiden plaatzea dekt met aarde van de naaste bedden ; dog die aarde
Tuiker werd gemaakt , inzonderheid te Madera , St. Tho. word zelden , in een droogen en losſen grond, meer
i mas en op de Canariſche eilanden, bleef die maar zeer dan twee duimen over dezelve gedekt , de overige laat
weinig toereikende om er Earopa meê te voorzien , tot men liggen , om op zijn tijd tot aanvullinge van den
dat COLUMBUS America ontdekte , alwaar deeze plant grond bij 't wieden te dienen. In harde en kleijagtige
ingevoerd en aangekweekt werd , ( gelijk te dier tijd in gronden , moeten de groeven wat dieper weezen ,en een
veele deelen van de Qost-Indiën en langs de kusten van gedeeltevan de aardeder bedden Ec
gebragtworden
c
tusſchen
de
71 Deel.
SUI, SUI
$57
de planten en den Bodem , wordendehet overſchot geo word ,datmet ondiepe doorgeſlagen koperen Ichuimſpace
bruikt om dezelven te bedekken, ter hoogte van twee nen geſchied; vervolgens word het door anderen weder
of drie duimen, 't geen altoos de oppervlakte van het door eene digte grove deken gekleinst , en in de neven
reld gelijk maakt. ſtaande groote koperen ketels , tot eene genoegzame dik .
Het beste faizoen om het Suikerriet te planten , is, in te gekookt; maar geduurende deeze werkirg , moet het
een vasten of kouden grond , omtrent de maand Augus. vuur geſtadig zeer heet gestookt, en het vogt , dik wor
tus ; maar men heeft ondervonden , dat demaanden Sep. dende , van tijd tot tijd , van den eenen ketel in den an
tember en October beter zijn voor een losſen en warmen deren , verwisſeld worden , tot het in den kleinsten komt,
grond, welke men doorgaans aantreft , waar een diepe daar het zijn beſlag krijgt; terwijl de anderen geduuriz ,
worden . Wanneer het gereed
zaaigrond , boven een klejagtigen of ſteengruizigen boi van onder af, aangevuldover
. dem gevonden word ; en dan mag inen verwagten dat het is om opteborrelen , en den rand te kooken , tere
riet ter rechter tijd zal inkomen , in het begin van het wijl het nog ſlijmig is , moet het in eene geduurige
tweede jaar, welke tijd het beste en gewoonlijkſte faio en zomtijds heftige beweeging gehouden worden, met
zoen is om de Suiker te maaken ; wordende het laater gei de ſchuimſpaanen of groote lepels, zo lang tot het be.
deelte van dit , en het begin van het volgend jaar, door- gint korrelig te worden.
gaans beſteed tot het bouwen en aanleggen van de nood Het vogt dus zekere dikte gekregen hebbende , word
zaaklijke werken , en andere gevoeglijkheden , zo de. het in wijde ondiepe houten koelvaten gedaan , en in
zelven niet alrede vervaardigd zijn ; en in de volgende dezelve nog geftolder en dikker geworden zijnde, word
faizoenen graaft en plant men wederom een ander gedeel het in cobbens of ander vaatwerk geſtort, en vervol.
te van de beſtemde landen , en maakt weder alle nood. gens uit dezelve in potten , tonnen of oxhoofden ge.
wendigheden gereed om vroegtijdig in het aanſtaande ſai. fchept, naar gelegenheid of verkiezing van den Plan.
zoen te kunnen kooken. ter. Deeze worden op ſchraagen geplaatst , waar on.
Maar waar de grond opgegraaven en bebouwd is ge. der bekwaame breede ſchootels of bakken gezet wor:
weeſt, word doorgaans meer oplettenheid vereiſcht om aan den , om den Sijroop te ontfangen , welke , geduurende
de verwagting te voldoen . Braakleggen en mesten worden eenige dagen , door de openingen en reeten druipt, moee.
tointijds noodzaakeliik bevonden , hoewel meest altijd tende altoos wel zorg gedraagen worden om genoeg.
rijkelijk vergoed. Men moet bijzondre zorg en vlijt be. żaame lucht te geeven , tot ontlasting van dit lijmag.
fteeden , om de behandeling in het bebouwen te fchikken tig vogt, 't welk anderzins den korrel, koleur en dik .
volgens de natuur van het aardrijk . Mest, zand , en te van den Suiker zou bederven.
gemengde 'ſtoffen , voldoen best in de verſcheide zoor De Planter nu zo veel morgen lands- hebbende laa.
ten van gemeene aarde; maar gebrande ſtoffen en kalk ten ſnijden , en zo veel van derzelver voortbrengfel:
heeft men altoos ondervonden de groeijing in koude bewerken , als zijn ſtaat en gelegenheid toelaat, begint
kleigronden meest te bevorderen .. terſtond weder met graaven, planten , en uitroeijen ;
Het faizoen gekomen , en alles tot den arbeid gereed maar in eene goeden en vruchtbaaren grond, is deeze
zijnde , worden de Negers van ſnoeimesſen voorzien , en arbeid veel minder ; want de ſpruiten, die uit de wor.
in de meest vooraanliggende velden gezonden , om het telen ſchieten , welke het voorige faizoen in den grond
piet te ſnijden 't welk zij zeer handig weeten te verrig zijn gelaaten , ( en die men gemeenlijk rattoors noemt,)
ten. Zij ſcheiden de planten , digt bij den wortel, van groeijen dikwils zo weelig en vruchtbaar, dat zij tot
elkanderen , frijden de bovenenden af, en laaten der het gewas van het volgend jaar veel toebrengen, ja
ſtengen , zoals zij afgeſneden zijn , leggen , om door de zomtijds bijna 20 goed als de eerste plant bevonden
Binders verzameld en bij een gebonden te worden ; deer worden ; en, in een buitengemeenen vruchtbaaren grond,
ze gebonden ſchoven worden weder opgenomen door menigmaal veete jaaren agter een vrucht draagen ; maar
ander volk , en op wagens , karren of andere voertui• in ſchraalder gronden , worden die van het eerste jaar
gen gelaader , en naar den Molen gebragt , daar het ſap alleenlijk tot het maaken van Suiker gebezigd , dienen
nit dezelvegeperst word, door middel van drie rechtover de het voortbrengſel van het tweede jaar alleen tot
eindftaande ſteenen rollen , met ſtaal beſlaagen , onder planten , of men laat het maar opſchieten,
welken het riet geftadig word heen en weder getrokken . Wij zullen nu weegens het maaken van den Rum ,
Het fap word langs eene afloopende ſchuine goot , door een ander voornaam voortbrengſel van deeze onwaar.
den bak , die het vangt , naar de eerste kuip geleid , en deerbaare plant, verſag doen .
in deszelfs doortogt ontfangen in eene mand of ben , met Het maaken van den Suiker beſchrijvende , heeft de
hair gevoerd ; ſchoon dit zelden op Jamaika word waar. voortgang en orde der bewerking , ons belet de traps.
genomen . Wanneer deeze kuip vol is , word het vogt wijze aanvulling van het ſap te melden , welke geduu.
afgetapt door een kraan , die in de bodem van den kuip rig in eene geregelde opvolging geſchied , van den eer
geplaatst is , en in een goot uitloost naar een andere ſten tot den laatſten ketel , onder welken laatſten al
zeer groote kuip , of wel onmiddelijk naar de eerste zui. in den beginne vuur geſtookt word , om het werk des
veraar, of kookketel in het kookhuis , daar het weder te vaardiger te doen voortgaan , als de gelegenheid zulks
doorgezijgd en getemperd word ; echter neemt men het vereiſcht, zonder de aanvulling in de andere kerels te
eerste op Jamaika zelden in agt; maar het temperen is al- vertraagen , of de verdunning al te ſterk te maaken.
toosvolftrekt noodzakelijk in deSuiker-fabriek,en geſchied Deezeopvolging gaat voort ,tot dat het vogt van dien
gemeenlijk door het vermengen van een weinig goede on . dag , afgekookt is , 't welk dikwils duurt tot laat in
gebluſchre kalk , als poeijer, of eenig ſterk kalkwater, den nagt, wanneer de ketels , van den eersten af, met
met het fap , na dar het in den ketel is gedaan ;wanneer water gevuld worden , en het vuur uitgebluſcht , da
het vuur van tijd tot tijd word aangeſtookt, en daar me eerst het vogt verwisſeld te hebben. De ketels wor
de maarig voortgegaan tot de meeste drek en vuiligheid, den den volgende morgen wel gewasſchen, om dezel.
pjeh in det fap bevindende, boven drijft, en afgeſchoind ven voor hec werk van dien dag bekwaan te maaken ,
en
SOL
SUZ.
het Tchuim engelſch , Scirrets ; in 't deenſch
en de ſpoeling in de gewoone gooten , diehetz ; Sukker Ride; 8975
in e
van 't fap uitloozen , ontlast, waar door elve in (weedſch , Soife.Rit ; in 't hoogduitſch , Sucker.Wurt.
eene bijzonderen bak , in het diſtilleerhuis , gebragt zel , Gierlein ; Sifarum & Rapunculum hortenfis. DODON ,
word .
EL.,sSif
De gewoone manier op welke de middelen , die den (SiumLOBfolii pinnaru m gerflor
atis, manalib BAUatis.
oruusm. tern HIN .LIN N.. 155
Pin Spec.5a
Rum uitmaaken , verdeeld, vermengt en zaamengeſteld Plant. )
worden , is als volgt :
Kenmerken . kroon
Men neemt een derde fchuim , een derde ſpoeling voort in een Dittjegewa brengtuitderze
, 'ts welk verſc heideBloe
lver n bladmen
en
en een derde koud en zuiver grondſap , om alles met beſtaat , diein de rondte ſtaan , en zich in de geda
anto
elkander te verwarmen en te doen gisten ; dog (choon van een roos uitbreiden ; de Koker word naderhand een
dit met een laater bijvoegſel, van eenige weinige galo Vrugt, uit twee ſmalle zaadjes beſtaande , die bultig en
Jonnen ( een gallon is bij ons drie mingelen, ) liroop, aan de eede zijde geneufd zijn , dog vlak aan de ande
tegenwoordig de gewoone maat is ,kan dezelve metre ; de Wortels zijn van gedaantéals lange Knollen , en
rucht door een verſtandig Stooker veranderd worden. toteen kopje zamengevoegd.
Dit alles bij elkanderen gedaan , temelijk koel gezet , Plaats. Waar de Suiker wortels van zelfs natuurlijk
en wel gemengd zijnde , begint welhaast te gisten , en groeijen , is met geen zekerheid bekend ; zommigen
word in vierentwintig uuren tot de eerste bijvoeging meenen in China.
van firoop bekwaam , welke omtrent drie gallonnen , Kweeking. Dezelve kan op tweederleij wijze ver
tot ieder honderd gallonnen van de ſpoeling of het meerdertworden , als door het zaad; en door de ſprui.
vogt , vereiſcht; dit verrijkt het mengſel en doet de gis- 'ten , welke rondsom de kruinen der wortels groeijen ,
ting verdikken ; zijnde , omtrent vierentwintig uuren of door de afgeſneden kruinen zelfs. Het geſchied meest
laater , hec vogt voor het cweede en laatſte bijvoegzel op de laatſte wijze, dewijl de wortels uit het zaad eerst
bekwaam , welke omtrent zo veel als de eerste bedraagt. In 't volgende jaartot het gebruik groot genoeg worden .
Maar men moet vooral zorg draagen , deeze bijvoeging Het zaad word in 't voorjaar op bedden niet alte digt ge
te doen eer de gisting vermindert, dewijl anders het zaaid , en vervolgens met wieden onderhouden . Da
vogt traag word, en nooit een genoegzaam gedeelte Spruiten , die men van de wortels afgenomen en afzon
geest zou uitleveren. De gisting valt , na den vier derlijk bewaart heeft , worden in dezelfde tijd op bed
den of vijfden dag , van tijd tot tijd ; en als het vogt den in rijen op vijf à zes duimen diſtantie en twee i drie
helder word , en zijne luchtbellen klaar en langzaam duimen diepte geplant.
begint op te werpen , is het bekwaain voor den diste . Het saad word ligtelijk gewonnen van de opgeſchool
leerketel , in welken de geest word afgetrokken door tene zaad - Stengen , het welk twee a drie jaaren duurer
een geftadig en gelijkmaatig vuur; dog men draagt wel kan.
sorg om het water , in 't welk den flang van den dis. Deeze Wortels ſchieten haastig in het zaad , dog
tilleerketel ſtaat, koel te houden , want hoe koelder nooit moet men de zaad - frengen afſnijden , voor dat die
dezelve blijft , hoe ſterker , menigvuldiger en aange. verdort zijn , want anderzints worden de Wortels ſtok
Daamer ook de geest is.
Dog ſchoon dit de gewoone verdeeling on manier van kig blijv
der enwort elsenis.klein , het welk een bijzondere eigenſchap
behandeling der middelen is , waar van de Rum gemaakt Voor 't overige' beminnen dezelve een goede , losſe ;
$

word , echter zijn er een grootte meenigte Planters , liefſt ſandagtige , vette , maar geen nieuw bemeste grond,
die jaarlijks zeer veel van dien geest diſtilleeren, wels, een open warmeplaats , en tamelijk vogt ; kunnendeonzo
ken de vogten op de volgende wijze mengen , name. winterkoude wel tegenftaan . Maar dewijl de Muiſen
lijk , de helft water , een vierde ſiroop , en een vier . die wegens haare zoetigheid greetig beminnen en veel
de grondfap ; dog dit vereiſcht eene lange gisting, welo tijds aandoen , en ook om ze s'winters wanneerhet vriest
ke doorgaans van tien tot twintig daagen duurt, wan- altijd tot hetgebruik gereed te hebben , zo graaft men zo
neer het vogt bij uitſtek veel goeden geest uitlevert. gemeenlijk tegens den winter uit de grond, of althans
Anderen , welken door te weinig arbeidsvolk , of ver- voor een gedeelte , en men bewaart ze even als andere
zuim , of eenig ander bijzonder toeval, eene groote mee diergelijke gewasſen in de kelder in fand.
nigte Alegt riet krijgen , broeijen het ſap , en bezigen hec Gebruik . Deeze Wortels zijn van een goed gebruiks
tot het zelfde gebruik , dog dit gist in omtrent drie das in de keuken ; men ſtooft dezelve met boter , sout en no.
gen genoegzaam , maar verſchaft nooit goeden , nog eene temuscaat ; of men kookt ze bij hoenders , kalf. lam , of
merkelijke veelheid van geest.
De beste Beſtierders der Plantagien winnen doorgaans rundvle eſch . t Ook
week gekook bakt
te zijn men
in de pan ze boterna, alvoore
, inwel ns half
na dat men ze
omtrent cweehondert gallonnen goede gebruikelijke Rim , in meel waar in een weinig zout ,omgekeert heeft. Week
van ieder drie oxhoofd en Suiker ; welke hoeveelheid echo 'gekookt zijnde , worden ze ook met boomolie en azijn ,
tet veel verſchilt naar den aart van het riet , want van enz. gegeeten , als mede in paſteijen gedaan . Dezelve
zommige planten is het ſap Nijmiger , en werpt meer worden ſchielijk 'week , en zijn zeer zoet en aangenaam
ſchuim en ſiroop op , dan van andere .
SUIKER GAST , zie ONGEVLEUGELDE MOT . van finaak
terken de ,, diensti boven
daar eng voor voedza
allerlei am , balſami
j verzwa kte enjk ziekeli
en verj
TEN.
SUIKER VAN MELK , zie MELK - SUIKER . ke menſchen .
SUIRER- VOGELTJE , zie BOOMKRUIPERTJES , SUILLUS.zi
SUILL e LIPVIEenige
US LAPIS. SSCHENatuur XVI.pag
N , n.kundig . 1847
en geeven
U. V. pag . 250.
SUIKER -WORTEL ; Suiker.peen ; Seriljes. Dit Wor. deeze naamis,aan
een ſpath vaneen
een Steen welke volgen
bruine, ondoorſ WALLE
chijnens de RIUS
koleur , en,
telgewas waar van maar eene zoore is , draagt in 't la die na gebrand hoorn 'ruikt. Men vind denzelven ip
tijn de naam van Sifarum ; in 't franſch , Cheryis ; in't Sweeden , in goster.ed wester-Gothland. In het vaur
Eee 2
657 SÚI . SUT.
gedaan zijnde, fpat dezelve en knapt even als zee zout Onder de lieden , die zich dikwiſs dronken drinken
word wit , en verandert in kalk. ' De Heer HIÆRNE zijn eenigen , die het gaarne laaten willen , maar niet
heeft er een olie uitgetrokken na die gelijkende , welke kunnen ; zwakke zielen , die door bunne woeſte drifted
men uit de Steenkoolen of Petrolium haalt , en daar zet. onophoudelijk beheerſcht en geſingert worden. Deeze
rede zich een zout aan den hals van den krommen diſtilcer zijn de eigenlijke Candidaaten voor die methode, die ik .
kolf; dit zout was in een geringe hoeveelheid , had een voordraagen zal.. Hier tegen zijn er anderen ,,. welko
pisagtige reuk en de ſmaak van ammoniak -zout. Zie het drinken niet loslaaten willen , en die zelfs een afkees
URB. HiÆRNE tentamina Chimica. De Hr. WaLLERIUS hebben van alle proeven en voorſtellen om het na te laa.
zegt , dat deeze Steen gemeenlijk nabij de Aluin-mijnen ten . Men moetdie hardnekkigen met geweld tot hunden
word gevonden. Hij onderſcheid dezelve in ,die van een pligt brengen , en hun beste Zedemeeſter , is dikwils een
hoekige gedaante, in de zodanige welke geſtreept of als Verbeterhuis. Het is geen gebrek van de konft te noemen ,
met itraalen is en eindelijk die kringswijze ſtreepen dat men zulke lieden niet geneezen kan, die zich tegen
heeft, welke van het middelpunt tot aan den omtrelo allen raad en middelen aankanten ; gelijk hetgeen gebrek
gaan. Zie WALLERIUS Mineralogia. van de Grammatica was , dat Carel de XII, nooit franicb
SUIPEN , Dronken drinken ; wat deeze woorden bea wilde ſpreeken,
tekenen , behoeven wij onze Lezers niet van te verwittie Maar hij , die gaarne van eene ondeugd bevrijd wil
gen , het is ook geenzins ons voorneemen om bier eene zijn , welke aan zijn vleeſch zo welbevalt , en welke
beſchrijving van de Dronkenſchap te doen , maar wel,om hij niet verlaaten kan , zonder zich de gevoeligſte ſınart
zodanige middelen aan de band te geeven , die de zul. te veroorzaaken , die verdient dat men hem te hulp
ken van onze Lezers , welke aan deezen afſchuwelij. koome, en zijn ongemak verligte. Laat ons zien , hoe
ken ondeugd zijn overgegeeven , waare het mogelijk dit op het beste geſchieden kan.
daar , van afcetrekken en een afkeer, voor in te boere. Een Dronkaart koomt niet dan allengskens. tot deeze
men . ondeugd. De lekkere fmaak en de aangenaame werking
De zo geestige Artz.of Geneesheer , heeft hier zo der geestrijke dranken verleiden hem in 't eerston zich
wel en bondig over gehandelt , dat wij tot het berei. in dezelyen toe te geeven , tot dat hij er zich eeniga
ken van ons ooginerk , niet beter kunnen doen , dan reizen dronken in gedronken heeft. Zo dra zijn roes
'tlenvoornaamſte daar van aan onze Lezers meede te dee. uitgeNaapen is , dan voelt hij , dat zijn maag bedorven ,
. zijne luscigheid verdooft, zijne leden inat, en het hoofd
Het korſte en beſte middel (zegt dien Schrijver, ) om zwaar zijn. Hij ſpoed derhalven naar de geestrijke bulp
een Dronkaart van zijnekwaade gewoonte af ie brengen, middelen , waarmede eene vorige ondervinding,hem ge
zoude ongetwijfeld zijn ,, hem niet meer te drinken te leerd heeft , dat hij alle deeze ongenakken verminderene
geeven , dan hij verdraagen kan . Maar hier doen zich kan , ens hij drinkt op nieuws. Dus word het hem als
twee belezelen op. Voor eerst is het even moeijelijk lengs noodzaakelijk dronken te zijn, naardien zijn maag
om een lief.hebber van den drank , als om eene manzieke gedaurig flegter word , en alle hinderlijke gevolgen der
Juffer te bewaaken. Deeze lieden weeten middelen om Dronkenſchap daagelijks toeneemen . Men kan derbal
tot hunpe oogmerken te geraaken , die alle voorzigtigheid ven niet zeggen , dat zelfs een , Dronkaart, die reeds.
en vernuft te loor ſtellen , met alle behoedzaamheid ſpot een meeſter in zijne konst geworden is , alleen drinkt
ten , en alle beerſchappij overweldigen . Ten anderen uit wellust , of met oogmerk om zijn ſmaak te voldoen ..
worden zulke. Menſchen, die ſterk aan den drank vers Neen ! maar hij weet geen ander huismiddel om het te
Jaafd zijn , werkelijk ongezond , als zij dien eensklaps genwoordig ongemak , dat hij gevoelt, te verdrijven ,
ontbeeren moeten , en hierom houden zij zich liever aan en zich, volgens voorgaaande ondervindingen , weder
den regel der Salernitaanſche ſchoole; . te herſtellen . Kende hij andere middelen , welke dit.
even vaardig en met even weinig last te weege brena
Şi no&turnd tibi noceat potatio vini, gen konden , daar zouden: er weinigen zijn , die niet de
Hoc tu , mane bibas iterum , & fuerit. medicina. Dronkenſchap vermijden zouden , waar van zij reeds zula
ke nadeelige uitwerkzelen beginnen te beſpeuren. Als
el bad men derhalven gelegenheid om- zulk een ongeluk derhalven een Geneesheer in de geneezing van dit
kigen deezen wijn of ſterken drank , tegen zijn wil en kwaad , want op dien voet moeten wij thans de Dron.
dank , te onthouden, 30 zoude men alsdan nog tevens denſchap beſchouwen , op niets ander agt geeft, dag.
daar op bedagtmoeten zijn , hoe men denzelven door ge hoe den drinker eene walging en afkeer van zijpen
neesmiddelen tegen de ſchadelijke toevallen moge bevei: Nectar te veroorzaaken , zo maakt hij hem liegts daar
Jigen , welke uit zijne eensklaps afgebrokene gewoonte door ongelukkiger. Want of de drinker zal zijne kwaa.
ipniftaan zouden. Maar dit is zelden het eerste , daar de gewoonte eensklaps nalaaten , maar dan word hij ziek
siten bij de medicinaale cure van zulk een beklaagelijke en elendig , ofhij zal de veroorzaakte walging overwinnen
ondeugd voor behoeft te zorgen . Want naardien een en er tegen aan drinken , maar dan word het geen hem te
Drivakaard even zo ongaarne van den ſterken drank of voren tot de grootſtelekkernij verſtrekte nu een haateliike
wijn , als een zuigeling van de borst zijner minne, af. drank , terwijl bij egter in de zelfde noodzaakelijkheid
ſcheid , zo moetmen eerst op middelen bedagt zijn , hoe blijft, om dien , ter ſtilling zijner ongemakkelijke aan
men hem dwingen kan zijn onmaatig drinken te ſtaaken .. doeningen , door te zwelgen. Dit nieuw ongenak lijd
Als hijzoverre gebragt is , 20 kan men vervolgens daar. bijderhalven zonder eenig out; en men moet hem dus
op werken, oin hein zijn beteren , dat is te zeggen , edele- niet alleen eene walging tegen zijn drank.veroorzaaken ,
sen ſtaat , draagelijk te maaken , op dat hij geene reden maar hem ook tevens in ſtaat ſtellen , om bet gemis daar
hebbe te klaagen , dat bij een marielaar der nugterheid , van te kunnen verdraagen. De meester, hebben daar in
en een Nagtoffer der deugd zij. Van-deeze beidehoofd- mis , datzij het eerste alleen doen, zonderop het ande
regelen
TEN .
beb ik voor bier eenige verklaaringen og gee te te denken . Wij zullen het beiden bijmalkander
voegen , Eene
SUI. SUL 3577
Eéne zonderlinge ſeherpzinnigheid heeft zommige dinskragt, het denkbeeld van de walgelijke Artzenijen
menſchen verleid , om den Dronkaards hunnen drank zich op nieuws in al zijn kragt voor onzen geest ver
met zodanige dingen walgelijk te maaken , welke dit in toont , zo dra wij den drank gebruiken , of alleen zien
het uiterlijk aanzien ſchijnen , of waar van ' zij eene welke voor vehiculun daer van gediend, of waar me
200rt van ſympathetiſche kragt en uitwerking verwagten. de men dezelve ingenoomen heeft ; en deeze levendige
Men neemt een Aal, een Hagedis, een Kikvorſch, eni vertooning van die walgelijke denkbeeld werkt even ſterk
men laat die Dieren in Wijn of Brandewijn ſterven . op het lighaam ', als of wij op nieuws het haatelijk ge
Van deezen drank moet den Dronkaart drirken , en neesmiddel voor ons hadden en gebruiken moesten ; eveni
misſchien zou hij dit niet zonder walging kunnen doen gelijk wij door eene gelijke werking van eene tegen .
als bij daar iets van wist. Maar naardien hij er als. Itrijdige oorzaak watertanden op het gezigt en zelfs op
dan niet van zoude willen drinken , zo moet deeze een levendige erinnering van aangenaame ſpijzen. Dus
konst of dit middel buiten zijn weeten in 't werk ge. is het dan gebeurt, dat een Drinker , die van natuure
iteld worden, en hoe is het derhalven moogelijk , dat een tegenzin had tegen Aal', een walgingvan Brandewijn
men op die wijze zijn oogmerk kan bereiken ? Hierom heeft gekreegen , als men daar voorheen een Aal in
ziet men ook geene werking van die middelen , een had laaten ſterven , en hem denzelven dan te drinken
zij in zulken gevallen , waar in de Drinker , uit den gegeeven. Eveneens heeft een weinig hars van Jalapa
ſmaak , of uit eenige andere omſtandigheden, een ver- pe een dergelijken afkeer veroorzaakt in zommige Dronke
moeden opvat , dat men hem iets walgelijks in zijn aarts tegen hunnen gewoonen ſterken drank , om dat
drank gedaan heeft. Eveneens is het met de eijeren men hen denzelven met deeze Hars deedt gebruiken, en
der Nagruilen, en andere zulke belagchelijke middelen, zij daar uit den aart geweldig tegen waaren .. Zo draa
die het nutteloos zoude weezen aan te roeren . men nu gezien heeft, dat deeze konstgreep bij deeze
De ondervinding leert, dat men een tijd lang een Menſchen gelukt was, zo heeft men , zonder op derzel.
afkeerheeft van een drank , waarvan men zo veel gebruikt ver bijzondere omſtandigheden en geſtellen agi te gee.
heeft , dat er een ſterk braaken op gevolgd is. Daar- ven een algemeen beſluit gemaakt en beweerd , dat
enboven weet men ook , dat de meeste Menſchen van wijn of ſterke drank op zodanig eene, wijze vergiftigd ,
natuure een geweldigen tegenzin hebben tegen zekere om het zo eens te noemen , dat is te zeggen , waar in
ſpijzen , kruiderijen , of geneesmiddelen , en dat deeze een Aał geſtorven , of waarmede een Purgans ofBraak
tegenzin ook op die dranken overgaat, waar meede zij middel vermengd was, allen Dronkaarts noodwendig
zodanige zaaken ofgeneesmiddelen gebruikt en vermengd een afkeer en tegenzin tegen deeze dranken moest ver
bebben. Deeze en diergelijke omſtandigheden kunnen oorzaaken . Maar elk verſtandig Lezer begrijpt zeer ge..
bij' zommige perſoonen van dienſt zijn tot het oogmerk.. maklijk, dat de gemelde en alle andere middelen van
daar wij thans van handelen , en men moet gebruik van : dien aart, liegts in zó verre deeze uicwerking doen kun .
dezelve maaken , om eene Pſychologiſche cure , eene : nen', als de Drinkers daar een natuurlijken afkeer van
geneezing, die op den bijzonderen aart hunner geſtel hebben , en dat hierom het cene middel bij den eenen
len gegrond is , aan hen in ' t werk te ftellen. En dee. kan gelukker , en bij alle de anderen noodwendig feilen
ze bedenkingen zijn het waarſchijnlijk , welke de eers. moet, terwijl andere middelen , die bij deezen werken
te aanleiding tot de bovengemelde ſympathetiſche cu• zouden , geen kragt:bij de eersten doen kunnen .
ren gegeeven hebben , en welke naderhand door eene Daar zijn gevolgelijk geene algemeenemidd elen , om
blinde navolging . in enkele kwakzalverij en een belag , de Dronkaarts van hunne verderffelijke ondeugd af te
chelijk bijgeloof ontaard zijn . helpen. Om de pſychologiſche , of op den bijzonderen
Daar zijn Menſchen die zulken ſterken natuurlijken aart en geſteldheid gegronde geneezing met redelijke
afkeer hebben van Aal , Kaas , enz. dat zij braaken moe verwagtinge van goeden uithag te onderneemen , moes
ten , zo dra zij daar iets van genuttigt hebben , ofzelfs men hunnen drank met zodanige dingen vergiftigen , wet.
deeze dingen maar proeven of ruikeno Daar zijn ze ke in hen de denkbeelden van de grootſte walging, die
kere geneesmiddelen ,' welke bij enkele perſoonen op ' van natuure in hen heerfcht; vernieuwen. Als men
dezelfde: wijze werken . . Menige menſchen kunnen van ontdekken kan tegen welke zcort, van ſpijzen , ſpece
den enkelen reuk of finaak van hars van jalappe of van : rijen , geneesmiddelen, enzi een Drinker den grootſter
rhabarber zulk eene groote walging krijgen , dat ben tegenzin en afkeer heeft , zo moet men zijnen Wijn of
een koude huivering door de leeden trekt. Als zoda- fterken drank derwijze daar mede befinetten , dat de
nige Menſchen nu zich aan den drank hebbende overge. zelve die walgelijke aandoening enafkeer onfeilbaar bij
ven daar eensklaps een afkeer van krijgen , zo kan men hem voorebrengt, welke hem dien drank afſchuwelijk
35 natuurlijker wijze onderſtellen , dat hunne huisgenoo maakt . ' Een ſtuk Kaas kan bij ieinand , die daar van
ten , bloedverwanten , vrienden , of geneesheeren zich een geweldigen natuurlijken afkeer heeft , even dezelf.
van dergelijke middelen bediend bebben , om hen een de wenſehelijke uitwerking hebben , als eene andere
tegenzin in hun geliefden drank te doen bekoomen ; en ſpijze bij hen , die daar even zeer tegen zijn ; en op
de gemaakte onderſtelling plaats hebbende ,, kon het dezelfde wijze is het inet de geneesmiddelen gelegen .
naauwlijks misfen , of dat moest gelukkig uitvallen. Men Die geen Rhabarber verdraagen kan , word daar door
kan hier zelve de proef van deemen . Men gebruike een van zijn drinken afgeholpen , niet in zo verre de Rha. !
geneesmiddel , daar men een natuurlijken tegenzin te- barber hem purgeert , maar om dat deeze perſoon van
gen heeft , met coffij, thee , ſoep , een zekere zoort natuur tegen dit middel walgt en er van gruuwt; en
van wijn , alle welke vogten men anders met vermaak . zo is het met. alle andere geneesmiddelen .
geniet , en men zal bevinden , dat men een geruimen De Dronkaart zoude een drapk , welke men hem op
tijd daar na deeze dranken nog met afkeer gedenkt , en deeze wijze vergiftigd had , niet gebruiken als hij de
dikwils zelf den reuk daar van niet eens verdraagen kan , list merkte , of ſcherp proefde en rook. Hierom moes
De reden is , om dat , volgens de werking, der verbeel: men zeer heimelijk hier mede,te werk gaan , en de por.
Ęee 3 jie
1578 GUIO SUI.
tie van den bedorven drank niet grootermaaken , dan dat kenschap verzwakt en bederft de zengwen en de bars ,
bij die met eenen nok kan injaan , bijaldien naamelijk (enen , it welk men daur uit opmaaken kan , daardien
het middel , 't welk voor hem bijzonderlijk dienen moet, de Drinkebroers wel haast dom , tomp en ſuf wor
den ſmaak van zijn drank ſterk verandert; want dus zal den , hun verſtand verdrinken , bei bestier over de {pie .
hij het gedaane niet bemerken , dan na dat hij reeds het ren der vrijwillige beweegingen verliezen , eiodelijk
gift binnen heeft . Men moet hem zijn vergiftigen drank van verlamming en beroerte overvallen of gedreigd wor.
ook niet geeven , als hij volkomen nugter is, maar als bij den en de kragten der vaste deelen zodanig verliezen ,
reeds zo veel op heeft, dat zijn zintuigen bedriegen ,en zijn dat zij beeven , zwellen , ſtijf en gevoelloos worden; welk
verſtand niet meer juist onderſcheid of opmerkt. En als alles onmpogelijk . geſcbieden konde , als niet bij de
de eerste proef wel gelukt, zo moet men denzelven zo dik . Dronkaarts de harsſenen en zenuwen haare natuurlijke
wils herhaalen , als hij met een roes naar bed gaat. Als ſterkte en geſteldheid verloren . Hier van en van de
het middel , 't welk men voor hem verkiezen moet , ſterk menigvuldige overlaading koomt het voornaamelijk , dat
is , zo kan men ligtelijk in de doſis dwaalen , en men de dronkenſchap de maag verderft, en dat geneenlijk
zou dan gevaar loopen , om den elendigen om hals te een Held in het drinken een Munnik in het eeten is.
brengen . Hierom is het in zodanige gevallen best , een Men kan dus hier uit opmaaken , hoe ſlegt de wijndrin
Geneesheer raad te vraagen om de doſis te bepaalen . kers voor zich zelven beraaden zijn , als zij tot verſter
. Als een Dronkaart van geen ſpijs of geneesmiddel een king van de maag des morgens, na datzij den vorigen
natuurlijken afkcer heeft , of dat men denzelven ten avond een roes gehad hebben , een glas Brandewijn , of
minſten niet ontdekken kan , zo is er geen ander mide nugteren weder Wijo ingaan ; want ſchoon zij bier
del overig , om hem zijn geliefden drank walgelijk en door de eerste aandoening van walging en kwalijkte over
afſchuwelijk te maaken ,dan dat men hem denzelven dik. winnen , zo is dit echter wezentlijk olij in 't vuur om
wils tot een braakmiddel doe verſtrekken , waar door 't zelve voor een klein oogenblik te dooven , maar na.
het niet misſen kan , of hij moet er allengs een haat derhand des te heftiger te doen branden , naardien het
tegen krijgen . Ler Geneesheer zal daar ligt raad toe geheele lijſtema der zenuwen , gevolgelijk ook der dee.
weeten , en die moet ook de doſis van het Braakmiddel len coc de ſpijsverteering geſchikt , geitaadig des te meer
bepaalen , 't welk met de wijn of ſterken drank gebruikt verzwakt word, daar maace de oorzaak daar van , dat is ,
moet worden , Het vitrum Antimonii , de Crocus Me.. het gebruik van geeſtrijken drank , menigvuldiger ber
tallorum , daar de wijn een nagt op ſtaan moet , en an. haald word. Men kan op deeze wijze derhalven nooit
dere gemeene Braakmiddelen , kunnen hier met gelijke van het drinken afkoomen , maar daar moeten geheelc
vrugt gebruikt worden , en het braaken is buiten dat andere middelen gebruikt worden.
zeer heilzaam voor de Dropkaarts. De hoofdpijn , na dat men de roes heeft uitgeflaapen ,
Dit zijn de beste middelen om den Drinkers hume koomt gedeeltelijk van de onſteltenis der harsſenen ,
ondeugd haatelijk te maaken , ten minsten om hunne door de onnatuurlijke drift en aandrang des bloeds, in
Iterke zugt tot die buitenſpoorigheid te temperen , maar de dronkenfchap , veroorzaakt en gedeeltelijk ook uit
deeze kunnen alleen geen heilzaame uitwerking doen , de bedorven maag ; en uit deeze gronden kan men alle
ten zij dezelve van andere hulpmiddelen vervangen wor de gevolgen der dronkenſchap verklaaren. Al wie der
den , en ten zij men zorg draagt, om deeze elendigen halven het onmaatig drinken tot een gewoonte maaken
tot hunne voorigegezondheid te herſtellen . Drinkers, wil,zodanig ,datbij daar niet al te veel ongemak van
die nog cenige reden en vermogen op zich zelven be te lijden heeft, die moet voornaamelijk daar op acht
houden hebben , kunnen de zaak zich daar door onge geeven , dat zijn maag ſtraks weder gezutverd en ver
meen veel ligter maaken , dat zij allengskens iets minder ſterkt, de zwakheid der al te geweldig aangetaste ze.
van hunnen gewoonen drank gebruiken , en zich voor nuwen herſteld , en het zjedende bloed weder tot raft
het overige tot een goeden leefregel bepaalen , waar gebragt en van het hoofd afgeleid worde.
door zij dan de ongemakken , welke anderszints het we . Deherftelling van de maag is dat geen, 't welk de
derſtreeven hunner verouderde gewoonte veroorzaakt, boetvaardige Drinkebroers op 't ernſtigſte verlar.gen .
weinig voelen zullen. Dewijl het cu op dit laatſte , Ik weet welke onverdraagelijke ongemakken de maag
de ongemakken eener tegenftrijdige gewoonte-namelijk , aan die elendigen gemeenlijk veroorzaakt, en ik erin
alles aankoomt, 20 zal ik den ongelukkigen Drinkebroers, ner mij veele Drinkers met afgrijzen en medelijden , die
die wel wilien , met eenige goede regelen te bulpe koo.. 20 dra zij des morgens ontwaaken , van eene onbe.
men , waar door zij de ſtraksgemelde veragtelijke en ſchrijfelijke walging, heftige benauwdheid voor 't hart
walgelijke cure niet eens van nooden hebben , en egter , en geduurige pogingen tot braaken gekweld worden , en
als zij getrouwelijk mede hun best willen doen ,gemak . in den ijslijkften angst pauwlijks het oogenblik afwag
lijker dan die laage zielen gered zullen kunnen worden. ten kunnen , dac zịj op nieuws een halve roes neemen,
Ondertusſehen moet men de gemelde walgelijke midde. ' als wanneer de gemelde toevallen een weinig draagelija
len niet ganſch verwerpen ; wie immers weet niet hoe, ker worden. Als de Drinkers van deeze ongemakken
gevaarlijk doorgaans de ſtrijd van den geest tegen het bevrijd willen zijn , zo moeten zij des morgens eenige
vieeſch voor de meeste Menſchen is , en hoe ongeluk . kopjes garſtenwater , of dunne watergruwel, drinken ,
kig dezelve gemeenlijk voor den geest uitvalt ; weshal- of dunne hoender- of kalfs-loupe gebruiken , en de thee
ven men door zulk eene voorafgaande vernedering des en koffij-drank met melk of room vermijden , welke ee
vleeſches dikwils veel nut doen kan . ne bedorven maag gemeenlijk Negt bekoomen. Dee
Gelijk de trappen van deeze ondeugd der Dronken- ge dingen verdrijven de walging voor een korten tijd ,
Schap verſcheiden zijn , zo zijn ook de gevolgen , wel maar zij verſterken de maag nog niet. Om deeze te her.
ke daar uit ontſtaan , en waar door de liefhebbers als ſtellen bedient men zich van eene Artzenij, uit bittere
gedrongen worden om hunne verderffelijke gewoonte ballamiſche extracten in een goeden oude Wijn ontbon.
to blijven aankleeven , Lon dlkwils herhaalde Drona den , en neemt des morgens een gewoone lepel vol hier
V2
SUI. 'SOI. 3579
van met het warme garſte- of haver-water ofwel bouiljon ; ſten en waters bedienen , De Ouden deeden zich na een
of men gebruikt het visceral.Elixervan HOFFMAN , waar roes , de voeren met zout ivrijven , en een Sale peruncu .
bij de Drinkers zich zeer wel bevinden. Eene ligt ge was bij hen zulk een , die de roes uitgeliapen had. Dit
kruide wijn- foep , of eenige lepels vol alzem -wijn ; middel is gelijk de voetbaden, outrigon den drift der vog ,
een paar weeke eijers met kaneel en nootemuscaat , het ten yan't hooft af te trekken , en derwijze de pijnen te ver
yitriooliſche maag. Elixer , met kaneelwater of brande- minderen .
syn toebereid , een vette boterham , en gezuikerde o: Op deeze wijze laat zig de ondeugd der Dronkenſchap
fanjeſchillen zijn insgelijks gemeene toevlugten der gee door geneesmiddelen wegneemen ; en hier aan is des të
nen , die nainiddelen
een roesverdienen
inet walging gekweld worden,
alle deeze wel beproefd te wordenen minder te twijfelen, naar dien men het reeds meermaa:
len volgens die voorſchriften inet een gelukkigen
uit hag
Maar zij verliezen ras hunne goede werking , als men beproefd heeft. In deeze Konstheeft de Geneesmeeſter
alle dag weder begint , daar men den voorigen geëin een onweerſpreekelijk voorregt boven den Zedeleeraar.
digt heeft. De Drinkermoet derhalven de nieuweroes Een Moralist kan zonder veel hoofabreeken , een Drone
op 't zorgvuldigſte vermijden , en onderwijl ſteeds voort. kaart bewijzen , dat hij erger is dan een Beest , en dat
vaaren de maag te zuiveren en teverſterken , en met de hij nog gelukkig leeft nog zalig ſterven kan. De Drino
bictere middelen de ontbindende zouten te paaren. Als kebroers zullen met regt inbrengen, dat zij het drin .
hij met dit alles een tijd lang aanhoud , zo zal hij eene ken niet laaten kunnen , naardien zijgeen ander middel
geregelde buiksontlasting krijgen ; de maag en darmen hebben , om hunnen toeſtand draaglijk te maaken, en dat
zullen ſchoon worden , en de eetlust zal opwakkeren . zij ten uitterften ongemakkelijk en zelfs zeerziek worden ,
Het koomt negts daar op aan , dat men het onmaatig. 20 dra zij zich zelven willen tegengaan en den drank ont.
drinken Staake , ten welken einde men dagelijks eene houden. Hier ſtaat de wijsheid des Zedenleeraars ſtil:
kleiner maate wijn of ſterken drank dioet neemen , en de Hij kan den Drinkers uit geen kapittel van de Zedekun.
uiterſtens, daar men te vooren in vervallen is , met alle debewijzen , dat hij zijne walging des morgens niet vere
mogelijke zorgvuldigheid vermijden . Op deeze wijze zal drijven , zijne beving niet verhelpen mag , of dat er buie
men wel haast van alle de ongemakken eener ongewoo- ten de heere dranken nog andere middelen tot die ein
ne nugterheid bevrijd worden , en bet zal bijna niets be. dens voor handen zijn. Maar hier begint de konst des
hoeven te kosten de Menſchelijkheid weder te bekoo.. Geneesmeesters. Deeze kan den Drinkebroer zonder
men . bein 'eenepligt te citeeren , zulk een geweldigen afkeer
Ik begeer geen geheim te maaken van de geneesmidde van zijn geliefde drank, door een braak of ander gelijk
len , van welke ik bij ondervinding weet, dat zij denet- zoortig middel , verwekken , dat hij van zijn ondeugd af.
lendigen Zwelgers den ſtaat hunner bekeering zeer veel ſtapt, en het drinken vervloekt. Hij wederlegt zijne
gemaklijker inaaken ; en het zal dan enkel op hunnen uitvlugt; dat hij zonder drank niet leeven kan , door Art .
goeden wil aankoomen ; of zij hunne ondeugd meeſter zenijen , naar dien bij hem doet ondervinden , dat dit
willen worden . Ik vergun hen des morgens bniten ce inderdaad mooglijk is. Hoe edel is derhalven deeze
nige kopjes mager vleeschnat, in plaats van thee ; ter Konst, en hoe veel edeler zoude zij nog zijn , als zij
bevrediging van hunne heetdorttige maag, een lepel vol tevens te weeg konde brengen , dat deeze afkeer en het
brandewijn met tien of twaalf grof geltootene of heele nalaaten van den drank uit deugdzaame beginzelen voort
peperkorrels, bij iederen middagmaaltijd een paar g !aa kwam . Maar dit is boven haar bereik , en zelfs boven
ſen van een goede zaamentrekkende roode Wijn , en bij haar toeleg . Een Drinker , die op deeze wijze lekeerd
een ligten avondmaaltijd een theelepeltje vol van een poe is , is ſlegts nugter door eene phyficaliſchen of uit natuur.
der , uit middelzout, ſalpeter en hekkenſchaalen in ge- lijke oorzaaken gewrogten dwang, waar door de Genees
lijke hoeveelheden bereid , met den gewoonen drank te heer hem lleges in ſtaatſtelt oin de deugd voortaan te koje :
reemen , om de ſpijsverteering te bevorderen ;en ik kan nen agtervolgen , dewijl bij nu in geene noodzaakelijkheid
gerust verzekeren , dat zodanig eene handelwijze dage. meer van zijn voorige ondeugd is. Het overige moet
lijks onderhouden eene gewensehte uitwerking te weeg nu de Moralist verrigten ; en opdat het mijn tegenwoor.
brengen , en gemeenlijk de Drinkebroers in drie of dig vertoog ook aan die laatſte middel niet ontbreekt,
vier weeken van alle hunne ongemakken der nugterheid 't welk de volmaaking der geneezing van een Dronkaart
! veel beter bevrijden zal, dan eenigen andere Artzenij. is , zo zal ik eene onvergelijkelijke zedekundigebefchou .
Dog ik moet bier nog aan de haringfalade met alle ag. wing over deeze ondeugd uit den Engelfchen Spe & ator bier
ting gedenken , welke een zeker Man plagt te eeten , zo bijvoegen ,welkeaan dit arcikel eene bijzondere waarde
dikwils hij zijn roes had uitgeſlaapen. Men ziet ligte geeven zal. Dus redekavelt de wijze Engelschman.
lijk, dat het zout van den Haring hem voor een dige: Geene gebreken zijn ongeneeslijker , dan die , waar in
ftief gediend beefc, en dat de Kruiderijen welke tot de , men eer ſtelt; en men zouw nauwelijks durven ver.
bereiding gebezigdworden , de inaag hebben moeten ver- , moeden , dat de Menſchen zich beroemen op de Drone
fterken. Op die wijze bevattede eene eenige ſpijs alles kenſchap . Wanneer ANACHARSIS re Corinthen eens
in zich , wat er vereischt wierd , om zich na een roes te s op een drinkinaal verzogt en het eerst van het ge
herſtellen . zelſchap Dronken was , eischt bij zeer aardig den prijs,
Onder zulk eene levenswijze , als ik aangepreezen heb om dat hij voor alle anderen beſchonken was. Want ,
zullen de zenuwen en vaste deelen , als zij niet reeds al zeide hij , die mer iemand eenen wedloop aangaat wint
te zeer bedorven zijn , en de Drinkebroer zich , gelijk “, den prijs, als hij 't eerst aan het einde der Baane is;
men zegt , niet al dood gezoopen , dat is te zeggen teen 9. hij heeft ten minſten regt om dien te eiſchen. Maar
ring, waterzugt , beroerte , enz.op den hals gehaald heeft, het is met dit dorſtig geſlacht heel anders gelegen ;
allengs weder verſterkt en herſteld worden . Om de hers . want de geene die den meeſten drank kan Nurpen , en
ſenen teverſterken , en dehoofdpijnen te verdrijven , kan de anderen van den bank drinken , verdient bier dep
men zich uitwendig van de campher en verſterkende gee; ,, prijs.
Ik

1
3580 SUI JUI.
„ Ik had onlangs de eer van mij in het gezelchap te „ gen Man dikwils een Dwars , en van een vertoorndeta
bevinden van den hụpſchen Heer Trechter , en die Mensch een Moordenaar . Hij geeft cene zoort van
braave Borst deed ons en zich zelven het vermaak van bitterheid aan deur haat, waakt de trotsheid onverdraa .
eens op te tellen hoe veel vogt er , zedert de laatite ºs gelijk , en vertoont alle vlekken der Ziele in haare ui,
twintig jaaren , door zijn keel geloopen was. Hecbe. lerite lelijkheid.
, liep volgens zijne rekening , op drienëntwintig ſtuk- De Dronkenfchap ontdekt niet alleen dikmaals de
> vaten zwaar oud november Bier , zestien oxhoofden - verborgene gebreken van een Man , en vertoont hen op
Port à Porſche Wijn , een halve con dun Bier , ne- het baatelijkst, maar zij veroorzaakt dikwils feilen in
gentien oxhoofden Appelwijn, drie glaſen Champag. hem, waartoe bijnietgeneigt is. Daar is meer aardigheid
ne en omtrent ook zo veel Bourgonje Wijn. Daaren , dan waarheid in het zeggen van SenecA ; dat de Drone
boven had hij zijn deel rijkelijk gehad , van vier hon- ,, kenſchap geene gebreken baart , maar wel openbaart. De
dert kannen Punch , zonder een oneindig getal 200p- dagelijkſche ondervinding leert ons het tegendeel. De
„ jes , kloddertjes , afzettertjes , preparatorium Stoma. Wijn brengt een Mensch buiten zich zelven , of lie
9 chi , en klokjes , die hij op alle uuren van Jen dag ge. „ ver , hij maakt zo weleen ander Mensch van hem , dat
noomen bad , te rekenen . ,, hij Dronken zijnde hoedanigheden zal hebben , die
Ik twijffel niet , of mijne Lezers zullen zich ver. hem vreemd zullen zijn , als hij nugteren is. Het
( cheide jonge lieden herrinneren , die al zo moedig ,, ſchijnt of de Wijn der Menſchen ziel dan gebreken in
u op diergelijke heldendaaden zijn , als mijn vriend ſtort, die ze niet heeft , of ten minſten die zich niet
TRECHTER „ openbaaren , wanneer de tuigen door welker middel
Onze hedendaagſche Philoſophen merken aan , dat zij moet werken , niet verdraait zijn door de kragt der
men een algemeen verval van vogtigheid op der Aarda „ menigvuldige geeſten van den wijn. Op deezen grond
kloot beſpeurt. Zij ſchrijven deszelfs oorzaak toe aan rust een van de fraaiłte zegwoorden , die ik ooit ge
, de groeijende wezens , welke veele vogtigheden , die hoord heb , 't welk men aan PUBLIUS SYRUS toe
nooit tot haare voorige gedaante wederkeeren , in hun . ſchrijft : qui Ebrium ludificat , ledit. Abſentem , die een
3 ) ne zelfſtandigheideid doen overgaan . Maar , met verlof Dronken Man beſpot , beledigt een afwezenden.
. van die Heeren Philoſophen , zij moeten het verſinden- ,, Zo werd de Dronkenſchap regelregt ſtrijdig mer de re .
e der vogtigheid ook voor een goed gedeelte toeëigenen den. De Dronkenſchap verduiſtert, verbastert,beroert
aan een groot getal redelijke wezens , die hun voor ' en bederft het verſtand , 't welk de reden poogt te ver
♡ naamſte voedzel uit het Nat trekken ; voornaamelijk als lichten , te zuiveren , op te helderen ,en te verbeteren .
,, wij zulke Gasten met hunne Medeſchepzelen vergelij. Maar behalven het kwaad , het welk de Dronken
w kende , in aanmerking neemen , dat ze veelmeer drin. „ fchap uitwerkt in een Mensch , die werkelijk onder
,, ken , dan hun , volgens hun natuurlijk aandeel , toe- haar heerſchappij is, heeft zijook een kwaadaartigen
koomt. invloed op zjjn verſtand, zelfs wanneer hij nugteren
Maar , wat hooge gedagten deeze zoort van Men. -9 , is; want zij verzwakt het verſtand allengs, dooft de
ſchen van zich zelven inogen hebben , blijfc het waar geheugenis, en maaktonsde gebreken gewoon , die wij
dat een dronken Man het afſchuwelijkſte Gedrogi is krijgen door ons dikwils in den wijn te buiten te gaan.
1

,, dat de Natuur ooit voortgebragt heeft. In der daad Ik kan niet afwezen van hier eene ſpreuk van VIVES
niets ( chijnt wanſchapener en veragtelijker in de oogen bij te brengen , die zo waar is als kort. Vinum Me
van alle redelijke Menſchen als een Dronkaart. Boo morie Mors : de Wijn is het, Graf der geheugenis.
. NOSUS , een Spanjaard van geboorte , en zeer genegen Dit geheele artijkel, ziet men is volvan beweegredenen
* tot den drank, deed zich twee hondert tagtig jaaren en middelen ,welke het gebrek derDronkenſchap te keer
19 na CHRISTUS geboorte, door het Leger in Gaulen tot gaan , en de Drinkers aanſpooren moeten om hunnen on.
Keizer uitroepen, maar hij werd er geheel en al ver. deugd te verbeteren.Het kan ondertusſchen zeer welwe
* Nagen , en , op bevel van PROBUS opgehangen. Een zen, dat geene van alle deeze redenen bij veele Dronkaarts
van zijne Vianden , hem aan de Galg ziende ,noemde die bedoelde uitwerking voortbrengt. Hoe dieper de ge
shem een hangende Wijnzak , omdat hij zo groot een woonte van zich Dronken te drinken reeds ingeworteld is,
liefhebber van dat vogt geweest was. hoe bezwaarlijker de geneezing word , en hoe langer men
, Ditgebrek is verderfelijk voor het verſtand, het Lig met zijne waakzaamheid moet aanhouden, om zijne drift
haam en de middelen van iemand , die er aan vernaaft is. volkoomen meeſter te worden . HORATIUS heeft al aan .
Wat het Verſtandbelange, Dronkenſchap ontdekt alle gemerkt.
deszelfs gebreken .' Een nugter en bekwaam Man kan ,
* door de kragt zijner reden ,zijne gebreken verbeteren, 2010 Temel eft imbuta recens, feryavit Odorem .
w en de grillen en zotternijen , waar toe hij meest ge. Tefta diu.
; negen is , verbergen ; maar de wijn beſproeit de ver .'
is borgene zaaden van dwaasheid en ongeregeldheid zo Het is zeer gemaklijk zich eene ondeugd aan te wen .
* wel , dat zij eerlang beginnen uit te ſpruiten, en zich "nen , maar veel zwaarder valt het eenekwaade' gewoon .
zelf in haare volle krage te vertoonen. De wijn zet te te vermeesteren , inzonderheid als dezelve van veel ver.
onze driften woede bij, en geeft kragt aan alle voor- maak der zinnen vergezeld is , en dour kwaade gezel.
rs werpen , die dezelve kunnen gaande maaken. ſchappen en voorbeelden onderſteund word. Een ern
Wanneer een Jongman aan een ouden Philoſooph ſtig voorneemen om zich te beteren kan alleen deeze zwa.
# klaagde, dat zijn vrouw niet fraai was , zeide de Phi- righeid overwinnen , en dit voorneeemen kan door het
... lofooph , doe minder water in uwen Wijn , en zo zult gezond verſtand , den godsdienst , en het belang gelijke.
; gij Haar haast fraai maaken . Wijn verkeert on . lijk onderſteund worden .
verſchilligheid in liefde , liefde in jalouzi , en ja .
SULPHUR , zie ZWAVEL .
louzi in dolligheid . Hij inaakt vati een gocdaarti . SULPHUR LIJCOPODII ,, zie AARD -MOSCH .
SU .
venTSUM . 12
SUP - SUR .
858
deezen Boom$ zija
TSUMACH , of Sumack - Boom ; in ' t latijn Sumach ;
Rhus; Rhus coriaria ; in 't hoogduitsch , Gerber baum , fterk e'zaamentrek kendeen zaaden van
De bladen , vragten
, en worden gepreezen voor de
Torber -haun , Sleng-baum , in it deensch', en Sweedsch , buik en roode loop , overvloedige vloeijingder aambei
Smak .
Zooiten. Daar zijn hoofdzaakelijk drie zoorten van ein eenmed
, als
jen de afkrookdezelſchvanorb,uit
dune voo waa. r Me
vanndemaa tottij
Lijktderer zom dien
ds
deezen Boom , als afko oksel dien voo
een glaasje vol drinkt. Ook is dit ſtig r
1. Gemeene Sumach; Rhus coriaria. Dodon. Pempt. bet vuile ſtinkende tandvleesch uit ſchorbuit ontſtaande,
gew
779 .; Rhus obfoniorum . LOBEL.; Rhus folio rulmi. Bauh. het zelve daar mede asſchen.
Pin. 414.. ( Rhus foliis pinnatis obtufiuscule ſerratis;ova. De derde soort word alleen bij ons uit liefhebberij om
libus fubtus villoſis. LINN. Spec. Plant.) de verand ering der gewasſen gekleer
weekt; in de warme
2. Virginiſche Sumach ; Rhus Virginianum. C.BAUH .; Lan den gebruikt men die OP
ook tot bereiding.
Evonimus foliis lanceolatis. Gron. Virg. 17.; ( Eyonimus SUPERF PERVLLAK
ICIES , zie TE.
floribus omnibus quinquefidis. Linn . Spec. Plant ) SUPERFOETATIO ; in't grieksch om igeunois , als
Sum mij
3. ach met rthe en ; s blad Rhu fijlvestri Plinii. of men zeide Overbevrugtiging ,
s
DODON . ; Rhus Plinii mijotifolia monſpelenſium, Lo- verſchillende tijden verſcheidenewan
Vrunee vanMoeonge
gtern de lijke
derop
BEL.; ( Coriaria foliis ovato oblongis. LINN. Spec. Plant.) dikt onting wel de een d'ande geb
Plaats. De eerſte zoort groeit natuurlijk in de warme den .e , ke na re ooren wier,
Tanden ; als in Italien , Spanjen , Provence , Langue.
Alh
dok , Griekenland, Kandiën , Sijrien , enz . , op ruuwe drin oewreelduis
gbaa geheim
de terh Voorbor
der ver
eidenzijn ttee
genling ondten
eenſloo
eninopge oor,
berg- en boschagtige plaatzen.
De tweedezoort groeit natuurlijk in de Westindien ,en verede
om over
enig en bevr echtging
zichugti alserv
er de onmaar
oogenh
elieid beſpiege
en doen
jk te aanling
mer,
wel tijzonder in het landſchap Virginien , en word wat ken , of ten minſten 20 bezwaaalijk te bevatten , datde
grooteralsde voorige. Hier vanis een medezoort, zijn ervaarenſte Natuurkundigen , er in 't algemeen de be.
: de de Rhusaugustifolium . C.Bauh. Pin .414. Prod . 158. ſtaanbaarheid van ontkennen. Het ſchijnt, zo alsHip
die hoofdzaskelijk van deeze niet verſchlit dan dat ze POCRATES heeft aangemerkt, dat na de ontvangenis zich
ſmaller bladen heeft.
Dederdezoort groeit insgelijks in de warme landen , ope
dennin
hals
g van Baarmo
of mondedzich eenre toet
opede wijzrekt
e Nui, ten, om derzel
datniet ver
smee r
als in Provence , Languedok, Spanjen , en elders , zijn- te kunnen inlaaten. Vervolgens kan het zaadniet meer
de een heeſteragtig gewas.
Kweeking. Alle dezoorten worden zeer gemakkelijk van de Baarmoeder door de Trompetten na het Eijernest
vermenigvuldigtdoor de uitloopers, dieze doorgaansin gaan e, vrugt
jend open
wiensgeho oten Place
op deindie
ingis;of, nta door
nmen wil, een aangroei
de vrugt baar.
menigte voortbrengen; ook kan de derde zoort door in. gemaakt čij, kan niet meer dooreendusdaanig_geſtopte
legging der jonge takken worden voortgezet.
Ze begeeren alle een goede, losſe,liefst zandagtige Trom
moeder Baar
petin indiedeeerſt moeder
e tijde koom
nnog ; wantende
en klein
zeer Baar
naau moe
w zijn.
aarde en opene plaats , en de beide eerſte zoorten, verdraa. de, word er den bodem gemakkelijk van door de pla
gen onze winterkoude zeer wel ; dog de eerſte soort is centa bedekt, die altoos grooter is naar maate dat de
wat tederder dan de tweede, en vereiſcht derhalven een Vrugt minder omtrek heeft ;wanneer ten laatſtendeVrugt
goede , voor de ſcherpe winden gedekte ſtandplaats. De is aangegroeit , zo doet die door derzelver gewigtden
derdezoort, kan onze winterkoude niet wel tegenſtaan , bodemvan de Baarmoeder zinken , dieals dan nietmeer
moet om die rede, in potten of bakken geplant ſtaan, jegens den inwendigen mond overſtaat, en bij gevolg zou .
de, s'winters inhet Oranjehuis voor de vorst bewaard dehet zaad te vergeefs in de Baarmoeder koomen ,de.
worden.
Gebruik. De beide eerſte zoorten worden alleen bij ons wijl het de Trompetten niet meer kan bereiken , als daar
uit liefhebberijen om de verandering van gewasſen , hier zij gehegtzijn , gezonkenzijnde. Memoir ,de l'Acad.
of daar op een bekwaame plaats in de tuinen , of in de
bosquets geplant, geevende , inzonderheid de tweede of SUP ERP. URGATIO , ook Hijpercatharſis genoemt ,
ann. 1705
sirginiſchezoort, een zeeraardiggezigt, als debladen zijn is een overmaatig en al teſterk purgeeren .
afgevallen , dewijl de takken , die ruig en bruin ros van
SUPERSTITIO , zie BIJGELOOF.
koleur zijn , zich als dan volkoomen als Hertshoorens SUPURANTIA , zie ETTERMAAKENDE MID :
vertoonen , zo dat men ze op eenigen afſtand daar voor
zoude aanzien . DELEN.
De eerſte zoort van deeze Boom is zeer dienftig , en SURDITAS , zie DOOFHEID .
word aan veele plaatzen in de warme Landen , inzon- SUR
Krui IAN
dgew as,E ', t weik door Suria
in 't latijn VadernaPlum de naam
, is ier ze ineen
, die van de
sonderheid in Spanjen veelvuldig gebruikt van de Leer. Franſche Volkplantingen in Amerika heeft ontdekt,zo.
touwers, tot het bereiden van Leer ; te weeten , de jona danig is genoemt, ter eeren van Dr. JosePF SURIAN Van
ge wortelſpruiten en takken, waar toe die veel beter is, Marſeile , zijnde in zijn tijd een groot liefhebber der
als de eek of ſchors van eickenboom , die bij ons en elders Kruidkunde.
gewoonlijk , om dat men die't best bekoomen kan , ge- Kenmerken. Ze heeft een roosagtige Bloem , uit ver
bruikt word. Men zegt dat tot dien einde , deezen Boom ſcheiden Bloembladen beſtaande , die in eene kringswij.
in Spanien op de velden veel gekweekt word , en zulks zeordeſtaan , uit welker Kokerhet ſtijltje koomt, 't welk
met bijna evenzo veel zorg als den Wijnſtok ; worden. naderhand een Vrugt word ,die doorgaans uitvier zaad.
de de jongetakken, jaarlijks uit den wortel ſpruitende, huisjes beſtaat, waar in vier rondagtige zaadjes zijn be.
Bij den grond afgeſneeden , en gedroogd, vervolgens nooten .
klein gemaalen , en door gantsch Spanjen tot de leerbe. Zoorten . Daar is maar ééne zoort van deeze Plant be.
reiding gebruikt.
VI. Deel. kend , namelijk ,
Fff De
SUR . SUR . SUS . SUT.SUU .
3518
DeSuriane met ſmalle porſelein -bladen: Suriana fóliis SURINAAMSCHE RATELSLANG , żle RATEL
portulacæ angustis. Plum . Gen. 37.; Thimelææfacie fru• SLANGEN , n. III.pag. 2911 .
tex maritimus tetraspermos , flore tetrapetalo. H. SLOAN . SURINAAMSCH GOUDHAANTJE , zie GOUD
Fam . 138. hiſt. 2.p.29.; Arbor americana, ſalicis folio , HAANTJES, * . XLVI. Lag. 917.
frondoja bermudienſis. Plukn. Alm.44.; ( Suriana. Linn. SUSPIRIUM , zie KORTADEMIGHEID .
Spec. Plant.) SUTURA , zie NAAD.
Plaats. Deeze Plant groeit natuurlijk aan de zeeſtran : SUTURA SAGITTALIS , zie RHABDOIDES .
den van de Bermudos , Jamaika , enz. SUTURA SQUAMEA , zie MENDOSA .
Kweeking. Wil men dit Gewas bij ons kweeken , zo SUURDOORN , zie BERBERIS.
moet men het zaad daar van , ' t welk men uit derzelver SUURING ; Suurling ; in 't latijn Acetofa , van
Datuurlijke groeiplaats moet zier te bekoomen , vroeg in Acetofus, 't welk ſcherp zuur betekent; in't grieksch ,
hetvoorjaar in een Broeibak zaaijen , en wanneer de Plan; Eunán & For ;. in 'tarabisch, Almahad; in 't poolsch Rug.
ten zijn opgekoomen , moeten ze zorgvuldig van onkruid dine; in'rdeensch ,Surknal; in'titaliaansch , Azederas;
fchoongehouden,en dikwilsmet water verfrist worden. in't engelsch, Sorrel;in 't fransch, Oſeille, Saliette; en
In warm weermoeten de glaſen van den Broeibak alle dag in 't hoogduitsch, Sauerampfer, Amplierkraut, Sauer
opgezet worden , om verſche lucht bij de Planten te laa- lamp, Surnig.
ten koomen , op dat ze niet te ſpillig opichieten. Wan Kenmerken . Dit zoort van Planten brengt een Bloem
acer de Planten in ſtaat zijn , om verzet te worden, moes voort zonder Blad, uit verſcheidene vezeltjes zamenge.
ten ze voorzigtig opgenomen , en elk in eene bijzon: ſteld , waar uit een zesbladige Kelk voortkooit; vervol.
dere kleine pot, het verſcheligte aarde, geplant, en in gens verandert het ſteeltjeineen driehoekig zaad , zijn.
eenBroeibak met run gezetworden ,in agt neemendė,om dein een vakje beſlooten , 'twelk uit die bladen van
ze te beſchaduuwen totdatze op nieuw
gevat , na welken tijd ze in warm weerwortel hebben de Kelk beſtaat, wordende de drie andere bladen vere
alle avonden welkt.
behoorlijk moeten nat geinaakt worden. - In deeze Broei. Zoorten. Daar zijn veelerlei zoorten van Suuring ).
bakken konnen deplanten tot in het najaar blijven , als- welke van de liefhebbers der Kruidkunde gekweektword
als wanneerde nagten beginnen koud te worden, op wel- den , dog men heeft er maar drie of vier zoorten, wel.
ken tijd ze in de Stookkas moeten gebragt, en in de Run ke verdienen tot het gebruik in de Moestuinen te wor.
bak gezet worden. Geduurende inzonderheid
Planten warm gehouden worden , den wintermoeten deeze
terwijl ze
den1.gecultiveert.
Gemeene of groote Veld -Suuring ; Acetoſa pratere
jongzijn , anders willen ze in ons land , den winter door ſis. Bauh. Pin. 140; Oxalis. Dodon. & LOBEL .; Oxalis
niet tieren. In het eerſte jaar inaaken ze zeer weinig vulgaris folio longo. J. BAUHIN. 2. 989.; Acetoſa praten .
voortgang , maar vervolgens groeijen ze vrijwel door, fis, flore albo.TOURNEF.Inft.502.; Acetofa montana ,la
indien ze in den winter niet geſtuit worden . Bij onsmoc to ari folio rotundo. Bocc. Mus. 165.; Rumex floribus
ten zegeduurig
diep menze daar inin den
de Runbak
ſtookkas zet,
worden gehouden en in.
maaken ze des ,temeer dioicis , foliisoblongis sagittatis. Linn. Spec. Plant.)
2. Moscoviſche Suuring ; Acetofaſterilio moſcovitica.
voortgang. Somers moeten ze veel lucht hebben , metde Boerh. Ind. alt. 2. 86.; (Rumex floribus diocis, foliis
bla, oblongo.Sagittatis,
glalen vandeStookkasteopenen , en indien haare
den met vuiligheid bedekt zijn , 't welk zodanige Planten mas.Linn. Spec. Plant.)
3. Spaanſche Suuring ; Acetofa hispanica. Cam. Hort.
die in de Stookkas-worden bewaartdikwils gebeurt, moe. 4 .; Acetofa montana maxima. C.Bauh. Pin. 114.; Oxe.
( Rumex flori.
ten ze zorgvuldig met een ſpons worden afgewasſchen ; lis fijlvatica maxima . J. Bauhin. 2.989 :; foemina
want ditverwaarlooſende , zullen zij er nietalleen have. busdiocis , foliis oblongo-fagittatis, mas & .Linn.
loosuitzien ,maar ook zeer traag in haare groeijing.voort. Spec. Plant.)
gaan . 4. Roomſche of Franſche Süuring ; Oxalis rotundifolia
Gebruik . Geen ander gebruik is van deeze Planten " hortenfis. C. BAUH. Pin. 114.; TOURNEF. Inſt. 502.
bekend, als dat dezelve door dien zij het gantſche jaar BOERp. Ind . alt. 2. 86.; Oxalis rotundifolia. DoDON .;
door haare Bladen behouden , en zeven a agt voeten Oxalis ſativa franca rotundifolia repens. Lobel.; ( Re:
mex floribus hermaphroditis, foliis hoftatis. Linn. Spec.
hoog groeijen, eene aangenaame verſcheidenheid in de Plant.)
Stookkas geeven.
SURINAAMSCH BASTAARD -OLIJPHANTJE ,zie Plaats. De eerſte zoort , groeit in Neder- en Hoog .
OLIJPHANTJES (BASTAARD.) , 1. II. pag.2363. Duitschland , Frankrijk , enz. in de weiden, en word
SURINAAŃSCH - BLOEMZUIGERTJE , zie zeldzaam in de tuinen geplant , dan bij gebrek van de
BLOEMZUIGERTJES , n. III° pag. 222, andere.
• SURINAAMSCHE BIJE , zie HONINGBIJEN , De tweede zoort , verſchilt niet van de voorgaande ,
. VII. pag. 1119, dan dat ze nooit of zelden hier te lande bloeit ; dezelve
SURINAAMSCHE HOMMEL , zie HOMMELS , groeit natuurlijk in Moscovien , en word bij ons dewijl
th VIII. pag . 1082 . że niet in zaad ſchiet, ’t meest gecoltiveert.
SURINAAMSCHE KIKVORSCH , zie BLAAS. De derde zoort, of ſpaanſche Suuring; is eene verad .
KIKVORSCH . dering van de voorgaande, daar aan ook in gedaante ge
SURINAAMSCHE MAKREEL , zie MAKRLE . lijkende , dog heeft veel grooter bladen , die in een
LEN , m. IV . pag. 1945 . goede vette grond wel tot agtien duimen lang , en daar
SURINAAMSCHE PADDE ,zie KIKVORSCHEN , evenredigheid breed kunnen worden ; dog men vind ze
pa 150
B. I. g. 1. hier te lande zeldzaam , en , men moet ze niet verwarren
SURINAAMSCHE PHILANDER , zie PHILAN . met de tweede zoort, die de beste van allen is, om derzel.
DERS , 1. V. pag. 2085 . vèr grootte en aangenaam zuur, ook om dat die geen bioe.
SURINAAMSCHE PLATVISCH , zie PLAT , mennog zaad voortbrengt. Deeze zoori groeit in Swit
VISSCHEN , 16. I. pag. 2760. zerland , Frankrijk , Spanjen , Hoog-Duitschland, enz.
De
3UU . SUU.SUV.SWA. SWE .
958
Devierdezoort heeft korter en rondagtiger bladent als op de voorgemelde wijze afkookzels van , waarbij men
alle de andere zoorten ; en is bij ons bekend onder den met veel nut wat lepelbladen voegt ; dog hier bij dient
maam van franfche Suuring. Dezelve groeit in Switzer- . aangemerkt, dat men de lepelbladen niet lang moet laa
Jand , Savoijen, Provence , Languedocq, enz . op ſteen • ten kooken , maar die op het laatſte er bij voegen
agtige plaarzen. anderzints vervliegen derzelver vlugge deelen , waar
Kweeking. De voorsteeling van de drie eerſte soorten , in de eigentlijke kragt beſtaat
geſchied door ſcheuring in de gewoone plantti(d, in het SUURLING -KLAVER ; zie KLAVER -ZUUR ,
voorjaar; hoewel de eerſte en derde soort ook door het LING.
zaad kunnen voortgezet worden , maar dit doet men zel. SUURLING -SAUS , zie SAUS.
den , dewijl de vermeerdering door ſcheuring gemakke. - SUVIUNTU , zie MENSCHEN -EETER .
lijker is. Men plant dezelve op een bed , van tien tot SWADEN.GRAS , zie GRAS , n. 18. pag .932.
twaalf duimen diſtantie , of bier en daar aan de kanten SWALUWEN , zie - ZWALUWEN.
van bedden en elders. De vierde zoort, word meestentijds SWALUW-STEEN , zie ZWALUW -STEEN .
door het zaad voortgekweekt, het welk in 't voorjaar , SWALUW -WORTEL , zie ZWALUW -WOR
dog inzonderheid in demaanden junij , julij en augustus , TEL .
totherfst en winter Suuring , nietal te digt gezaaitword , SWART , zie ZWART .
dewijl het voorjaar gezaai ligttot zaad ſchiet, en dezelve SWAVEL , zie ZWAVEL ,
zeer wel tegens de winterkoude kan , dog dient evenwel swEEDSCHE -ADDER ; Anguis parrus rufescent
tegens de fterke vorst met eenige ruigte tusſchen beiden Hefping di&tus. Linn. Faun.Suec. No. 261.; Aſpis colors
beſchermt te worden. Zommige houden het zuur van ferrugineo . Aldrov. Serp. 197.; (Coluber Cherſea. LINN .
deeze zoort, zagter en aangenaamer , als dat van de an . Sijft. Nat.) De Heer LINNÆUS heeft deezen vergifti
dere zoorten . gen Adder, dien hij te vooren , op het berigt der Sina
Het zaad word gemakkelijk van de opſchietende zaad. Janderen, onder de Sweedſche Dieren had voorgeſteld ,
ftengen gewonnen ,die men ,wanneer het zaad rijp is , af. eindelijkgekreegen, en als een bijzondere en
andere Adders verſchillende , afgebeeld zoort van de
befchree
ſnijd en droogt , vervolgens het zaad uitwrijft en op een
drooge en luchtige plaats bewaart. Het zelve blijft twee a ven. Zijn Ed. twijfelt echter , 'of dezelve genoegzaan
drie jaaren goed. Alle de zoorten van Suuring beminnen Van de Franſche Aspic verſchillende zij ; ſchoon hij
cer goede , losſe , vette grond, en een opene ſtandplaats. kleinder is in Sweeden , afwaar het Landvolk bem for
ping noenit.
Huishoudelijk gebruik van de Suuring. Deeze Slang komt , in de wilgen - en elzen -bosſchjes ,
Dit Kruidgewas word in de keuken menigvuldig ge op laage plaatzen van Smaland voor; dogmen yind hem
bruikt, tot veelerlei faaſen bij vleesch en visch , en de jon- ook , hoewel zeer zeldzaam ,, in andere deelen van Swee .
ge bladen als toekruid bij ſalade. Dok verſtrekt het tot den. Verſcheide Menſchen zijn aan deszelfs beet ged
een ingredient in de meeſte foepen . Onder fpinagie ge- ſtorven ; want de 'wond is zeer doodelijk en het lid zwelt
ſtoofd ,geeft het aan deeze keuken -groente een zeer ver• meer op dan van het bijten eens gewoonen Adders, gaande
frisſchende en verhevene ſmaak. Hoedanig men een dit met een gruuwelijke benaauwtheid gepaard . Men
Suuring :faus vervaardigtom bij Tarboth , Schol, en vee beeft , om zich daar van te geneezen , den Voet in de
Jerlei andere Visch te eeten , zie op het artijkel SAUS. aarde begraven , den gekneusden Adder op de wond ge
legd , het gebeetene gerneeden of doorgevlijmd; dog .
Suuring met Eijers. door het niet gebruiken van inwendige uitdrijvende mid
Neemt een goed gedeelte fuuring , na dezelve van de delen , waarſchijnlijk , is dit alles dikwils vrugteloos ge
fteelen gezuivert en gewasſchen te hebben , zo doet ze weest; weshalve de Boeren thans, indien zij in de too
in een ſteenen pan met een goed ſtuk boter en wat zout; 'nen daar van gebeeten zijn , aanſtonds die afhakken zegt
gaar en week zijnde , zo neemtvier , zes of meer eije- LINNEUS ; Willende liever verminkt zijn , dan zich in's
ren na maate dat gij ſuuring hebt , klopt die ter deegen gevaar ſtellen van een onvermijdelijke dood.
en roert ze terwijl de ſuuring nog op het vuur Ataat er Deeze Sweedſche Adder is naauwlijks een ſpan lang,
onder , ſchept ze dan op een ſchotel en legt er eenige van dikte als eendikke Ganſe-ſchaft of als het dunneend
hard gekookte eijers aan kwartieren geſneden op; is van de pink op hetdikſte; van koleur donker rood, dog
Anaaklijk en gezond. langs de Rug heeft zij een getande zwarte Streep, be.
ſtaande als uit aan elkander gevoegde ruiten , waar door
Geneeskundig gebruik van de Suuring. zij zich als een jonge Adder vertoont. Het Lijf is van
De Suuring is een zeer gezond bloedzuiverend kraid , boven gedekt met een -en -twintig rijen , zeer kleine lang.
en inzonderheid dienftig voor Menſchen die van een heet werpige Schubben , ieder met een verhevene ſtreep ge
temperament zijn ; want het heefteeneverkoelende hoe. rugd. De Kop is zeer plat , met eene roestkoleurige
danigheid, bedaart de gestende fappen , en lescht den vlak , van figuur als een hart getekent, dog bij de Neuse
dorst, weshalven het ook in de meese koortzen gebruikt , gaten zijn ſes witagtige plekjes. De bovenſte Lippen
van veel dienst is. Men kookt het zelve tot dien einde vertoonen zich als een witte zaag; de Oogen zijn zeer
in dun vleeschnat, weij ,of karnemelk , en giethet af klein , en hebbenboven de oogleden, ieder, twee groo
kookzel door een doekof teems, 't fap er wel uitdruk- te Schubben ; ook leggen er veel kleine Schubbetjes tus .
kende , waar van men drinkt. Ook word de Suuring geſchen de Neusgaaten en de Kruin. De twee Slagtan
preeſen als een deftig middel tegens de ſcheurbuit, inzon- den die ingehaald kunnen worden , als de Klaauwen van
derheid tegens de heete ſcheurbuit, dat wil zeggen, voor een Kat , ontbreeken aan deezen Adder ook in geener
zodanige ſcheurbuitijke Menſchen die van een heet tem- deele.
perament zijn ; ten dien einde , nuttigt men dezelve dage De verſchillendheid in 't getal der Schilden en Schub .
lijks in de ſpijze op allerbände manieren , ofmet maakter ben , tusſchen deezen en deFi gewoone
fa
Europiſche Ad:
3584 SWE.SWI. SIJA.SIJB . SIJC. SIJF ,SIJL .SIJM .
ders , is naauwlijks noemenswaardig ; dog men heeft aan SIJCNITES , złe PORPHIJRSTEEN .
den Sweedſchen Aesping , behalven zijne ontbouding in, SIJFELAASRLANG ; Serpens exequiſitisfima Ceijlanica ,
vogtige plaatzen , ook gevonden, dat het laatſte Gewricht Maipolon dicta. Seba Mus, II.; Coluber fibilans. Linn .
der Buikſchilden aan den Staart, met een zwarte Vlak Syſt. Nat.) Deeze Slang onder bet gellage der Adders
getekent is, en die groote Vlak op den Kop , maaktze behoorende , is door SEBA afgebeeld , zijnde zeer fiere
ook duidelijk te onderſcheiden van de gewoone Adders i lijk getekent, en over 't gantſche lijf als met ſnoertjes
die een Vlak hebben als een piekijzer , welke het begin gebandeerd , op een ligt blaauwen grond. De geene die .
is van den ſchakelder Rugge-Vlakken. Zelden vind men zich in het Sweedsch Vorſtelijk Kabinet bevond, was
deeze ook zo bruin rood. LINNÆUS verbeeld zich , dat blaauwagtig met zwarte bandeerzels , van onderen wit...
het de ijzergraauwe of roestkoleurige Aspis zij van AL- Deeze komt uit Alia.
DROVANDUS, SILVA , zie BOSCH .
SWEET , zie ZWEET. SIJMPASMA , zie DIAPASMA Én PHAENIG
SWIETENIA , dus word cen Geſagt van Boomen , MUS ,
door de Hr. JAQUIN genoemt , om den naam te vereeu- SIJMPATHIE . Sijmpathie , beduid eigentlijk zekere
wigen van den vermaarden Heer Baron van SWIETEN ," overeenkomst tusſchen twee lighaamen , door welke zij
Lijfartz en Raad van haare Keizerlijke Majesteit, in den bij een gebragt , zich vereenigen ; bij voorbeeld , tusſchen
jaare 1773 , ſchoon in een tainelijken ouderdom , nogthans het goud en kwikzilver is zulk eene Sijmpathie, dat zij
te vroegujdig ten aanzien van het nut dat hij de Maat: zich terſtond vereenigen , terwijl die zelfde kwik op ijzes
ſchappije heeft toegebragt, geſtorven. Dien voortreffelij. gelegd , op glas en dergelijke, er over henen rolt, en als .
ken Hoogleeraar, heeft niet alleen de Geneeskunde te Wee. hebbende geene overeenkomst dezelve onaangeraakt laat .
nen eenen nieuwen luister bijgezet , maar ook aldaar de leggen ; die tegengeſtelde eigenſchap , noennen de Wijse
Kruidkunde aanmerkelijk bevordert , dewijl hij bij de geeren Antipathie. Het is de kwik inet het goud,alleen
Keizerin heeft weeten uittewerken , dat de Hoogeſchool niet , maar water en zout welke zich vereenigen door Sijnse
dier Stad met eenen Kruidtuin voorzien is . pathie , daar water en olie te zaamengevoegd eene ſterke
Kegimerken. De kenmerken van dit Geſlagt beſtaan , in antipathie te kennen geeven. Wanneer de Wijsgeeret .
een Kelk die in vijven is gedeeld , met vijf Bloemblad: zeggen , dat dit van de aantrekking of afitootings-kracht
jes, een cijlindrisch Honingbakje met de mcelknopjes afhangt, noemen zij Negtsde kracht der werking , maar
aan zijnen mond; het Zaadhuisje met vijf holligheden , leggen de zaak niet uit.
houtig , van onderen gaapende , en gewiekte Zaaden , In het algemeen hueft men geſteld , dat er was eene
.

die op elkanderen leggen , bevattende. Sijmpathie tusſchen veele , ſchoon verre van elkanderen :
Zoorten. De cenigite zoort is de Boom, die het za afſtaande lighaamen, zelfs van de Planeeten op elkande
bekende , dog nieitemin kostbaare Mahonij-hout, uitlee; ren , en op onderſcheidene Menſchen ; en daar uit heeft.
vert. Browne had denzelven voorgeſteld onder den naam men duizenderlei uitwerkingen willen ontvouwen , wel
van Cedrela met gevinde bladen , verſtrooide bloemen , en ker duisterheid nogthans even groot gebleven is..
welriekend hout ; CATESBY in Car. 11. tab. 81. beeld hem Het woord en werking der Sijmpathie is met meer geo
af, en noemt hom Boom met bladen die gevind zijn zonder voeglijkheid in de Geneeskonst ingeleid, vooral in dePhij .
blad aan 't end , de rib aan de eene zijde uitloopende, met fologie, en men zegt haar plaats te hebben ,wanneer verre
Ren groote hoekige vrugt en gewiekt zaad. ( Sivietenia . afgelegene deelen uit eene zelfde oorzaak lijden ; en men.
Jace. Amer. 127. LINN .Syft. Nat. XII. ) . weet chans dat door middel der zenuwen , die verwonderlije
Beſchrijving. Door de Heer JACQUIn word deeze ke uitwerkzels veroorzaaktworden. Eene ſchrik doet hec
Boom op de volgende wijze beſchreeven . Het is een hart kloppen ,de lip trilt ,de ſtem word geſtremt,de leden be.
booge, zeer takkige Room , die een aanzienlijke kroon ven ,enz. Het is de zenuw van het agtite paar ,diealle deea
maakt , hebbende de Bladen uit lancetswijze Vinblaad- ze zaamenloopende uitwerkingen maakt en zo vervolgens
jeszamengeſteld, wier getal doorgaans drie of vier , zel. Men ziet hier uit zeer klaar, dat die deelen door Šijm .
den vijf paaren is, zijnde eenigzints krom , anderhalf. pathie aangedaan worden, welke met de zelfde zenuw
duiin: lang. Uit de oxels der bladen koomen placagtige takken vereenigt zijn ; men moet hier over leezen
frosſen voort , doorgaans van agt witte Bloemen , van de VLEUSSENS de Neryis, WILLIS en MONRO , welkers
gezegdehoedanigheid. Het zaadhuisje is zeer groot, ei. uitmuntend ſtuk over de zenuwen , door den beroemden.
rond , ſtomp, van buiten roestkoleurig, van binnen in Geneesheer Coopmans in het latijn overgezet is, en 't
wijf holligheden verdeeld met zeer dikke houtige klep- welke onze Nederlanders met deszelfs aanmerkingen ,
pen. Jeder holligheid bevat verſcheidene Zaaden , die thans in het nederduitsch leezen konnen.
een vliezige wiek bebben , langwerpig en ſtomp. De Zo even hebben wij met een woord gezegt, dat men
Bloem is derhalven als die van de Melia en de Vrugt als ook in de geneezing van ziektens gebruik heeft willen
die van de Cedrela , merkt hij aan . Het groeit op de maaken van de kracht van Sijinpathie , waar door vera
voorſte der Vooreilanden van Amerika. Het Hout is ſcheidene geneesmidden moesten werken , zelfs op een
jood van koleur , hard en zwaar , zeer bekwaam om te grooten afſtand op ons lighaam .
polijſten , wordende derhalven zeer veel totKabipetten Het is der moeite waard , hier over te leczen , den
en ander Schrijnwerk gebezigd . Grooten BACO VERULAMIUS , Nat. Hift. Cent. V. pag,
SIJALISMUS , zie PTIJALISMUS. 202. et ſeq . vol. 3 .
SIJALOGRAPHIA , zie SIALOGRAPHIA , Hij beſchrijft allerlei armbanden , bracelets en derge .
SIJBERISCIIE HONDEN , zie HONDEN , pag. lijke, welke verkoelen, verſterken ofopenen ;.hij prijst
1087 , dus paarlen of koraal , of ſtukjes lapis laſuli aan. Om te
SIJBERISCHE KROK LATHIJRUS ', zié LA. verſterken , amber-kraalen , van ijvoir , van orange en
THIJRUS , n . 17. pag . 1770 . aloe hout , eerst in rooſenwater geweekt; om'te openen ,
SIJBERISCHE MOL ,, zie MOLLEN , 9. II. pag, kraalen van poeonie of calmoes , enz. Het is niet onwaar
2109 . febij :
SIJM.
SIJN. SIJN .
kchijnelijk, dat alle, hals , hoofd , arm en hand vercier. In deezeu zin word het delirium als eerf Sijmptoma3585
'van
zels opdeeze wijze in gebruik geraalit zijn , en vervol. de koorts aangemerkt. De finerte , het waaken ,' 't fluit
gens in de zulke veranderd zijn, die eenige toverkracht meren , de ſtuipen , de opſtopping van water, de moeje
in zich hadden , gelijk de abraras , en amuleta , eindelijk lijke ademhaaling , bezwaarlijke doorſlikking , hoest ;
geheiligde vercierzels gelijk wij nog hedendaagsch onder ſinaakeloosheid , walging , dorst , fauwtens , loop, hardo
de Roomschgezinden zien draagen . Dit is door den lijvigheid , droogte en zwartheid der tong , zijn de voor:
Grooten BACON , zo frani behandeld , dat wij den Lee- naamſte Sijmptoma's , van zwaare , kwaadagtige en onts
zer derwaarts wijzen moeten .
De Ridder K. Digby , heeft in den jaare 1660 te
ſteBO ERdeHAzie
ken AVkte
E ns.
geeft een nauwkeuriger denkbeeld van
Montpelier eene Redenvoering in het fransch gehou. de Sijmptoma; alle ongemak tegens de natuur, welke
den , over de Sijmpathetiſe he poeder, daar wij onder Poeder" uit de ziekte als derzelver oorzaak voortſpruit, zo dat
pag. 2780 reets van geſprooken hebben , deeze isver, men ze echter van de ziekte zelve kan onderſcheiden ,
volgens vermeerdert uitgegeeven door LAUR. STRAUSS, is eigentlijk een Sijmptoma van die ziekte.
die haar in ’t latijn heeft overgezet ; en gevoegt bij het SY
JNOCHUS , zie FEBRIS CO
NTINENS en E
Theatrum Simpatheticum 1602 460. Amſt . PHSI PLUR
EM ER DIARUM .
Of ſchoon het zeker was , dat de kracht der geneezing JN AUW
NA , VroIU
uweMnma ntel, in latijn Alchimilla y
van deeze poeder alleenlijk afhong van de Natuur zel. dusdanig genoemt, zegt de Hr. Miller , om dat dezel.
ve , die ſlegts door verkeerde middelen verhinderd in ve bij de Alchimisten vermaard is.
haare poogingen , door de rust , die men haar gaf , de Kenmerken . Derzelver Bladen zijn getand , de Kelk
geneezing bewerkte ,bleeven nogthans Mannen van den der Bloem is in agt verdeclingen verdeelt, breidende
eerſten rang in de Wijsbegeerte in dat vooroordeel han- zich in de gedaante van een Itar uit. De Bloemen
gen . Boyle , die Groote Wijsgeer , toont zijne ligtge. ſtaan in trosjes aan de toppen der ſteelen . De Zaadhuis.
loovigheid in dat middel. Op. On, vol. Imp: 222. alwaar jes bevatten elk , voor het grootſte gedeelte, twee Zaa .
deeze woorden gevonden worden . Verſcheidene Ge den ..
s neesheeren , en andere braave lieder hebben mij ver- Zoorten . Daar zijn verſcheidene zoorten van dit Kruid .
zekert , veele proeven met een gewenschten uitſag gewas , die weinig van de gemeene verſchillen , behal
» gedaan te hebben met de Sijmpat lretiſche poeder , wij ven twee of drie zoorten die in Oostindien te huis hoo
zelven zijn ooggetuigen daar van geweest. Hij voegt: ren , dog bij ons zelden als nooit gekweekt worden .
3) er vervolgens bij, dat hij ook dikwils dezelve en de : Wijzullen ons om die reden alleen bij de gemeene zoort
oj unguent. armarium , of wapenzalye,' onnut bevonden bepaalen :
hadde', zo dat ik niet durf verzekeren dat deeze mid- Gemeene Sijnnauw ; Alchimilla vulgaris. C. BAUHIN .
delen geheel en al van kracht catbloot zouden zijn ; Pin. ( Alchimilla foliis lobatis. Linn . Spec . Plant .)
o pag . 224 .
De Poeonie-wortel, als een Sijmpathetiſch middel ge. dieBeſcaanhrij ving
lang . Dit
e ſtee zittiden ,bre
len Kru welngt uit edeBla
ke ruig wortdenelvoor t,i.T
ſpru
bruikt, moet vooral onder zeker geſternte uit den grond ten , gelijkende deeze bladen zeer wel na die van de
genoomen , bij voorbeeld als den afgaanden Maan door Malva, dog zijn veel vaster, meerder gekrult , en in
Arius gaat .
of negen kanten verdee
Op dezelfde wijze genas: Mr. Des GRANDPREZ te agt derzelve r, verheffen zich bovld. en uitTusdeſchſtee mid
' hetgro
en len den
ote re
Grenoble, de vallende ziekte met de wortelſtukjes om bladen , welke dun , ruig ., rond , en takagtig op haare
den hals , armen en beenen te binden ; ib .
punteemtje
Men zoude moeten leezen Petrus- Servius over de reblo en vert
n zijns,, met vieroone es ,meij
n in
buisj welkene blee klein
junijkgro ene ſtere
van
wapenzalve, of liever DOMINICUS PANARVLA , fafcicis. koleur , dog žomtijds ook wit zijn , en even eens als.
hus Arcanorum ; hoe het zij, het ſchijnt dat men in den kroontjes bij malkanderen ſtaan ; deeze Bloemen vere
laatstleden eeuw zeer veel op gehad heeft met al zul. gaan zijnde, volgt een klein , dun ; rond zand , er ge
ke geneesmiddelen, en dat zij gelooft zijn geworden , noegzaam als bet zaad van de papaver uitziende , geelag,
door de eerſte Mannen van de Faculteit ; gelijk vervol.. tig van koleur.
gens uit Boyle. ib. p.530. Uſefulnes of Nat. Philoſophij. Plaats. Dit kruidgewas koomt van zelven voort, in
parti 2. eff. 5. ch . XI. blijkt. Thans zijn wij allen ge- de vogtige weiden en aan de kanten der Nooten , in Ne.
Deezen van die dwaaze verbeelding , het gemeene volk der en Hoog.Duitschland , Engeland , Vrankrijk , enz.
alleen houd er zieh mede op , en hier en daar een To- Kweeking : Wil men het zelve in de tuinen kwee .
verdoktor.
n geſch
zeldering verme nigvuinldigt t of dezel
maarmen
De inwendige en uitwendige Geneeskunde , zijn op ken , dat ſcheu
ve door deried, zolſpru
worte iten april ,.
1 vaste gron den gebo uwd, men dwin gt de ziek tens niet die men dan op één voet afſta nd van malk ande ren zet.
door hevige geneesmiddelen , en men bederft de zwee . Dit kruidgewas verkiest een goede, losſe , vette grond
ren niet door te veel zalven , men tragt de natuur te hel- en opene ſtandplaats.
pen , en op deeze verſtandige wiize zijn de Poeder der Gebruik . Aan de Bladen van die kruid , word ' een maa.
Sijmpathie , en alle die Tover,middelen uit de Geneeskun- tig afvaagende en zamentrekkende kragt toegeſchreeven ,
kunde verbannen.
SIJMPHISIS , zie CONCRETIO . en gepreezen voor in- en uitwendige wonden , overvloea
SIJMPHIJTUM PETRÆUM , zie CORIS LINNÆI. decoc dige ſtond
tien en witte
en ,infuſ ienploed en breu
gebru,ikt. Ookken menKinde
zegtder , datrs, in
't gee
SIMPTOMA , veeltijds word dit woord met dat van ſtampte kruid , of gedestilleerde water daar van , op de.
teken verward , en men neemt het voor een teken ofvera gellenkie Borſten der Meisjes gelegt , dezelve weder
zameling van tekenen eener ziekte ,welke derzelver aart hard maakt .
en hoedanigheid aankondigen , en waar door men oor- SINONIMA , zie MEERNAAMEN.
deel wat er de uitkomst yan zal zijn . SIJNOSTEOLOGIA “; of Sijnosteographia , is dat ge
Fff 3 deel
SIJN . SIJN . SIJR . SIIS .
3586
deelte van deOsteographia welke van de gewrichten ofzaren en groeijen ; beminnen taamelijk veel vogt , en kun
nen onze winterkoude wanneer die niet over fel is zeer
menbinding der Beenderen handelt. Boerhav.
Dit woord is zamengeſteld van het grieksche ruv , wel tegenſtaan ; dog de derde zcort is iets tederder als de
met , OSTEOV , been , nogos , Verhandeling van de ge. twee overige.
Gebruik. De eerſte zoort , met derzelver veranderin
SIJNÓVIA
prichting ; Ledewater ; is een ſterke vloed van een gen , word wegens derzelver ſierlijke en aangenaam rui.
der Beenderen.
wateragtig wezen , zijnde zeer gemeen bij debeledigin. kende,geaairde , groote Bloemtrosſen , die ze in maij
ichten aan de zenuwagtige en peezige nootskanten ,'en op andere bekwaame plaatzen geplant.
gen
SIJnNTA
deele XIS OSS, en
der. gewr IUM ; Dijarthroſis ; dusdanig word Detweede er derdezoorten , die ook purper-roode, maar
het verbandder Beenderen vans Menſchen lighaam en
kleinder ſierlijke Bloemtrosſen voortbreng , worden
genoemt , tot vastheid ofbeweegbaarheid der deelen, meest alleen in de Bloemtuinen , op de Rabacen enel
ders geplant. Men kan er ook laage Scheerheggen van
SIJRINGE, -BOO
SIJRENA M ; Nagel- .Boom ;in 'carabisch, Sam
zie MEERMIN planten , inzonderheid van de tweede zoort , maar daa
bach ; in't italiaansch , Azura ; in 't latijn Sijringa , Li. geeven ze weinig Bloemen .
SIJRISCHE MARUM , zie MARUM , p . 3. pag.
lac ; in 't fransch , Quene de Renard ; in 't engelsch , Pipe . 1975
trée ; in 't deensch Sijringe Trai; en in 't hoogduitsch , F

,
SIJRISCHE MEDICA , zie MEDICA , n . 2. pagi
Sijrings-Baum , Spaniſcher Flieder , Hollunder-Baum en 2001 .
Welſcher- Holler. De Heer Miller leid de Naam van SIJRISCHE
Sijringe af van het griekſche woord Even , een Buis IV . pag. 2104. MEIJTOR , zie MEIJTORREN , th
betekenende, on dat de takken van deezen Heeſter , SIJRISCHE NAGT.VIOLIER , zie NAGT-VIO
wanneer de pit er is uitgenoomen , dienen konnen om LIEREN , ” 2. pag. 2254.
pijpen te maaken voor ſpuiten. SIJROOP. Syroopen zijn verzadigde ontbindingen van
Kenmerken. De Bloemen van dit Heeſtergewas beſtaan ruiker , in water , of wateragtige of wijnagtige trekſels ,
uit vierof vijf bladjes, welke in de rondte ſtaan , en zich of in fappen gemaakt. Zij werden voor deezen aangea
uitbreiden in de gedaante van een Druiventros; uit de merkt als Geneesmiddelen van veel grooter belang, dan
Bloemkelk van ieder deezer Bloemem, koomt het ſtijltje zij thans gehouden worden te zijn . Voor eenige jaaren
voort, het welk naderhand een rondagtige vrugt word , gebruikte men de Syroopen en gediſtileerde Wateren ,
in vier celletjes verdeeld , die veel kleine zaadjes be als de groote veranderende middelen , in zo verre , dat
vatten . men de uitdrijving van eenig kwaad vogt nooit onder
Zoorten. Daar zijn hofdzaakelijk drie zoorten van dit nam , voor dat men het zelve , door een behoorlijk
uitlandsch Heestergewas , waar van als dan nog verſchei- beloop van deezen , te vooren geregeld, tot de uitdrij
de veranderingen , als met witte , meer en min donker ving bereid hadt. Hier uit ontſtond die overbodige
roode en purpere Bloemen , bonte Bladen , enz. verſameling van beiden , die wij in de Apotheeken
1. Gemeene Sijringe-Boom ; Lilack. Dodon.; Sijringe ontmoeten ; en in elk derzelven zijn gelijke misda
flore coerulea, fave Lilac. J. BAUHIN . 1. 204.; Sijringa gen begaan. Want gelijk er eene menigte van gedifts
coerulea lufitanica. Lobel.; (Sijringa foliisosato cordatis. leerde wateren werden zaamengeſteld van ſtoffen , die
LINN. Spec. Plant.) onbekwaam waaren , om eenige kragt aan den Helm over
2. Sijringe uit Perſien ; of Perſiaanſche Fasmijn; Siji te geeven ;zo zijner ook eene menigte van Syroopen be.
ringa perſica foliis integris. HERM . H. Lugd. Bat. ;,Li- reid van inmengſels, welken , in deeze gedaante, niet
lac ligustri folio. Tourner. Inſt. 602. Boerhav. Ind. in genoegzaame giften kunnen ingenomen worden, om
alt. 2. 221. ; Agem Lilac perficum . Corn. Canad. 190.; hunne kragten uitteoffenen ; want twee derden van de
Fasminum perficum foliis non laciniatis. Sute. Hort. ſyroop beftaan uit ſuiker, en het grootſte deel van het
Edimb, 169. ; ( Sijringa foliis lanceolatis. LINN. Spec. overige derde , is een wateragtig vogr.
Plant.) Thans worden de Syroopen voornaamelijk aangemerkt,
3. Sijringe uit Perſien, of Perſiaanſche Fasmijn met als gevoeglijke voervogien voor kragtiger Artſenijen ,
geſnippelde blader ; Sijringa perſica foliis laciniatis. Hierm. en gebruikt om drankjes en koeldrankjes zoet te maa
Hort. Lugd. Batay.; Ligustrum foliislaciniatis. C.BAUH . ken ; om de ligter poeders tot fikbrokjes en pillen te
Pin. 426.; Lilac laciniato folio. TOURNEF. Inft.; Agen maaken ;' of voor ſlikmiddelen, en andere diergelijke
Lilac perſicum inciſo. Corn. Can. 188 .; Jasminum pere oogmerken. Sommigen kunnen ook niet ongevoeglijk
ficum foliis laciniatis. Suta. Hort. Edimb. 109.; (Sijrin- als Geneesmiddelen zelven worden aangemerkt; ge.
ga foliis lanceolatis integris laciniatisque. Linn. Hort.
Cliff. 6.)
lijk die van ſaffraan en Rhynbezien , of bezien van
Hartsdoorn .
Plaats. De eerſte zoort , of gemeene Sijringe- Boom , SIJROOP VAN ALSSEM , zie ALSSEM.
groeit natuurlijk in het wild in de Oosterſche Landen. SIJROOP VAN DRUIVEN , zie RAISINE.
Van het zelve zijn drie veranderingen , als iet blaauw- SIJROOP VAN MAANKOPPEN , zie DIACODI
agtig purperroode , aschverwige , en witte Bloemen, ON .
Ook heeft inen nog twee veranderingen ten aanzien van SIJSJE , Cijsje. Dit Vogeltje door de Hr. LINNAUS
de Bladen , te weeten , met geel en wit bonte. De onder het Geſagt der Vinken geplaatst , word van
tweede en derde soorten' , dat maar veranderingen van de Ouden Spinus of Ligurinus genoemt, in 't fransch
malt anderen zijn , groeijen in Perſien , enz. . Tarin ; ( Fringilla regimigitus medio luteis, primis quae
Kweeking. Derzelver vermeerdering geſchied door tror immaculatis; re & ricibus baſ flavisapice nigris. Linn.
uitloopers , die ze doorgaans in meenigte voortbrengen. Faun. Suec . 203 ) Gesnerus maakt hier zeer oneigen
Zij willen in allerlei goede, losſe gronden zeer weltie het zelfde Vogeltje van als de Kanarie , het is waar dat
់ bij
SIJS.T. * TAA . 9587
Mij van zommigen derzelve, zeer weinig in koleur ver verkortingen der Ouden gevonden, waar van de vol
fchilt, dog de Bek is duinner aan de punt, weshalven de gende de voornaamſte zijn. In de Romeinſche in
Hr. Brisson hém plaatst in hetGenlagt derDistelvinken . ſcriptien betekend T.dikwils Titus, Tribunus, Turma;
Men moet hem ook wel van den Geelvink onderſchei . T. C. Teſtamenti Caufa. T. F. Teſtamento Fecit , Titu 1

den , zegt CHARLETON , die in Engeland gemeen is , daar lum Fecit. T. P. Titulum pofuit. T.R. E. S.P. R.
men de Sijsjes zelden , in de Noordelijke Landen ontmoet. Terra Regefta Er Sua Pecunia Refiituerunt. TR.PL.
LINNAEUS, echter , tekent dezelven ook aan onder de DESS. Tribuni Plebis Deſignati. Op de Romeinſche
Sweedfche Vogelen , zeggende, dat zij zich on houden Munten betekend T. Titus of Tiberius. TER. Te.
in de boschies van Geneverboomen. 't Is inderdaad een rentius of Tertius . TEMP. Temporum . T. MILIT.
Europiſch Vogeltje , dat van de Italiaanen Lugaro of Lu. Tribunus Militum . TRIUMPH . Triumphator. TR. P.
garino, van de Grieken Acanthis genoem word. De of TRIB . POT. Tribunitia Poteſtate. TREB. Trebo
Duitſchers noemen het Zyfele of Zyfchen , de Engel. nianus. 1
fchen Siskin en wij Sysjen . In de Muſijk beteekend de T tutti, 't wells wil zeg,
Deeze Vogeltjes worden ook in Kouwtjes nagehou. gen alle te saamen , en is dus tegengeſtelt aan het woord
den wegens hun gezang, 't welk zeer lieflijk , dog niet Jolo of alleen , 't welk door een s word uitgedrukt.
zo ſterk en fraai is als dat der Kanarie- Vogelen . Zij TAAK , berekend zo veel als aangenoomen of op
zijn ondertusſchen minder kostbaar en behoeven naauw. gelegd werk ; en het is in die zin dat men zegt , zijn
dijks voor de koude beſchut te worden ; zijnde ook opgelegden of voorgenoomen taak afdoen .
minder aan ongemakken en ſterven onderhevig. Zij zi TAAL. Volgens de Hr. FRAIN DU TREMBLAY trat.
wat kleiner , van koleur groenagtip geel uit den brui- té des Langues chap. 2. is het geen men Taal noemt ,
nen , witagtig geel van onderen , de Staattpennen als een vervolg of verzameling van eenige klanken , beo
boven gemeld . kwaam om zich zaamen te vereenigen , waar van zich een
SIJSTEMA DER PLANTEN , zie PLANTEN- Volk bedient om de zaaken te betekenen , en om zich de
KUNDE. gedagten medetedeelen; dog die door haar zelven onver .
SIJSTOLE , betekent eigentlijk drukking van het ſchillig zijn , om de eene zaak ofgedagten eerer dan ecne
Hart, zijnde deszelfs waare en eigentlijke beweeging, andere tebetekenen. Of wel eene Taal is het zaamenge.
en geſchied dus. De met bloed opgevulde harte-kame noomene der gebruiken die aan een Volk dienstig zijn ,
meren trekken zich , als de geeſten invloeijen , naar al. om de gedagten door de Stem uittedrukken. Zie ook op
le vezelen te zaam , zo dat de punt van het hart ook. SPRAAK .
als na bovenwaars word getrokken , en wanneer de hol. De groote Philoſooph CH. BONNET heeft in zijn
to der kameren inwendig gedrukt en nauw gemaakt zijn , uitmuntend werk, dat tottijtel voert Contemplation de
word het bloed daar'uit gedreven , en wel uit de regte la Nature, zulk eene fraaije verhandeling over de Taal
hamer tot in de long-llagader ; en uit de flinkere in der Beeſten gegeeven , dat wij denken onze onderzoek
de aorta .. lievende Lezers dienft te zullen doen , het zaakeiljkſte
daar van in onze ſpraak vertolkt , hier eene plaats te
gunnen ,
Wanneer men vraagt ( zegt dien Heer ) of de Bees.
ten eene taal hebben , moeter zorgvuldig onderſcheid
gemaakt worden tusſchen twee zoorten van taalen , de
natuurlijke, en de kunſtige. Tot de eerſte zoort
behooren alle de teekens door welke een Dier , 't geen
inwendig in hem omgaat , te kennen geeft. Dan with
len wij ons bepaalen aan de klanken alleen , dan zal
T. de natuurlijke Taal eene verzameling weezen van klan.
, volkomen dezelfde in
ken , die niet onderſcheilen zijn
elk Dier van dezelfde zoort , en dermate verbonden aan
de gevoelens die zij uitdrukken , dat nimmer dezelfde
T , is de negentiende letter, en vijftiende confonnant klank, twee tegen elkander overſtaande gevoelens za!
; of medeklinker van het nederduitſche Alphabeth . Het te kennen geeven . De kunſtige Taal daarentegen, zal
is der of 7 der Grieken die het Tau uitſpreeken; in een zamenvoeging zijn van onderſcheidene en willekeu.
1
dien zij bij een geblaas of aſpiratie gevoegt is, 't geen rige klanken , welkegeen ander verband hebben met
met ons th overeenkomt, is het of 9 en zij noe: de denkbeelden die zij uitdrukken , dan 't geen voort
men het théta. Het is de 9. der Hebreën , dien zij komt uit het onderwijs, en ſteunt op de gemaakte over
teth noemen ; de t met een aſpiratie n , of thau , en -de eenkomst ; zo dat dezelfde klank het teken konne zijn
es door , waar aan zij de naam van tſadé geeven . van zeer verſchillende, ja zelf tegen elkander overge .
Bij de Ouden was de T een talletier, welke 100 bee ſteide denkbeelden.
tekende , en met een horiſontaal ſtreepje er boven , op De kunſtige Taal is eigentlijk 't geen wij de Spraak
deeze wijze 7 160,000. In de telling der Grieken bes noemen . De Menſch is het eenigite Dier dat ſpreekt,
tekende de r met een klein ſtreepje aan de regterzijde en dit wonderbaare voorregt geeft heni het bewind
T! 300 , en indien het ſtreepje beneden was , deed hij over alle de Beesten. Door de Spraak regeert hij de
duiſentmaal 300. dus T,, 300,000. In de hebreeuwſche geheele paluur , klimt hij op tot zijnen GODLYKEN
telling , doet de o teth 9 , en indien er twee horizontaale MAAKER , beſchouwt, aanbidt en gehoorzaamt HEM:
ftippen boven ſtaan , betekend het 1000 maal 9 , dus Door de Spraak kent hij zich zelven, en de Wezens
Ögooo. die hem omringen , en weet er een gebruik van te
De letter T word in verſcheidene abbreviatien of maaken ; hij kan zeggen Mijn en Dijn , over de betrek kir
5588 TAA , TAA .

kingen oordeelen , zich daar volgens gedraagen , en de Kat, en zijne gramſchap tegen zijnen Mededingen
zijn geluk bewerken. Door de Spraak is hij een We. uit.
zen , met de daad , bekwaam tot de zamenleeving , hier Hoort die Kat , daar zij haare Jongen uitnoodigt on
door is 't dat hij de Maatſchappijen , welken hij op . 'de vliering waar zij opgevoed zijn te verlaaten , en met
rigt , beſtuurt door wetten die hij maakt , Tchikt en haar na de keuken te gaan , om deel te erlangen aan
verandert , naar tijden , plaatſen en gelegenheden. de voordeelen dier nieuwe verblijfplaatze. Ziet hoe
Een Beeſt , aan de natuurlijke taal bepaald , is on- ze met hun ſpeelt. Zij vangt een Muis , en roepe haare
Kundig van alles wat verder gaat dan zijne behoeftens, jongen , die op haare ſtem toeſchieten. Zi¡ laat den
en de voorwerpen die daar aan kunnen voldoen ; dog gevangenen leevendig los , en leert de jongen daar me.
eene groote menigte van aandoeningen zijn verknogt de ſpeelen . Welk een eenpaarig genoegen is in aller
aan die onderſcheidene behoefteņs , en deeze alle of oogen te leezen ! welk een leevendigheid , welk eene
bijkans alle , hebben haare natuurlijke tekens. De zoort verſcheidenheid beſpeurt men in hunne beweegingen !
dier tekens, hun getal , hun gebruik , de orde waar in hoe nadrukkelijk zijn hunne gebaarden , krommingen ,
ze elkander volgen , de wijze op welke zij veranderd en postuuren ! hoe veel geest is er in dit alles ! ſtaa mij
en zamengevoegd zijn, maaken den aart van de Taal toe dit woord te gebruiken , ſchoon mijne redeneer.
der onderſcheidene Dieren uit , en verſchaffen eenen kunde het verwerpt.
Natuuronderzoeker een onuitputbaare bron van zeld De Taal van den Hond , de nadrukkelijkſte van al.
zaame waarneeinirgen , van ſchrandere naſpeuringen len , is zo onderſcheiden , zo overvloedig , zo rijk
en gewigtige ontvouwingen ; dog wil hij de dwaaling dat deeze alleen een groot Woordenboek zou uitleve
Wie kan zonder aandoening beſchouwen hoe dit
mijden , hij zal uit die rijke bron niet putten , dan door ren .
middel eener gezonde Redeneerkunde. getrouwe Huisdier de vreugde , wolke hetzelve op de
De waarneemingen , die bewijzen dat de Beerten thuiskomst zijns Meeſters gevoelt, doet blijken ? ' Het
eene natuurlijke Taal hebben , zijn veelvuldig. Wij ſpringt , danst , komt, gaat, keert te rug , huppelt in
ſtaan alleen verleegen om eene keuze te doen . Dog 't ronde met bevallige draaijen om zijnen beminden
wij zullen dic Taai niet enkel tot de klanken bepaalen, Meester; het blijft in 't midden van alle die beweegin
maar er ook alle de tekens bijvoegen ,door welker be- gen ſtil ſtaan zijnen Weldoender goelijk aanziende , bet
hulp een Beeſt zijne gevoelens te verſtaan geeſt. Men nadert hem en likt bij herbaalinge; het loopt weg , komt
behoeft om deeze Taal te leeren , niet ver te gaan . Het weder , legt iets voor 's Meesters voeten neder, maakt
plein waar 't Gedierte loopt is de beste ſchool om ons op nicuw dergelijke beweegingen , en wil met blaffen
te onderrigten . Laat ons dan een aandagtig oor lee- zijne vreugde allerwegen bekend maaken , deeze ver
nen aan het Huisgedierte , en dit tot onze Leermees, toont het op alle mogelijke wijzen, en word als bui
ters verkiezen . ten zich zelven verrukt , het verdubbelt zijn geblaf,
Volgt de Hen die haare Kiekens rondsom zich heeft. en men zou zeggen dat het begon te ſpreeken . Maar
Zij vind iets , zij roept het kleine gebroedzel, om't hoe zeer verſchillende is de toon dien de Hond tegen.
zelve er in te doen deelen. De Kiekens verſtaan de woordig aanneemt van dien welken hij in den nagt zal
Moeder en loopen terſtond toe. Geraakt de zorgvul. aanheffen , wanneer hij, in het hok naast de deur
dige Moeder hun uit het gezigt , hun klaagend gepiep geplaatst , een Dief ontdekt ! en hoe veel zal deeze
geeft genoegzaam hunne verlegenheid en nood te ken. weder verſchillen van dien hij Naat op het zien van een
pen . Wo!f ! Volgt dien Hond.op de jagt , hoe uitdrukkelijk
Slaat ook agt op het verſchillende gekraai van den zijn alle zijne beweegingen , en boven al die van zijn
Haan ? wanneer een Menſch of een Hond ter diergaar. ftaart! welk een drift , welke maatregels , welk een
de intreed ; wanneer hij een Sperwer , of eenig ander doorſleepenheid , welk een verſtandhouding met den
voorwerp ziet , 't geen hem ſchrik aanjaagt ; wanneer Jaager! welk een kunft in zich te doen verſtaan , om
hij de Hennen totzich verzamelt of haar beantwoord: zich te ſchikken naar de ontdekte ſpooren , om vera
Wat willen deeze klaagende toonen van de Kalkoen. ſchillende aanduidingen te doen ! Een Haas is uit zijn
ſche Hen zeggen ? Ziet hoe de Jonger. zich op 't oog . leger gejaagd , de Hond blaft, en wie begrijpt hem niet
enölik verſchuilen en in elkander kruipen . Men zou als hij zijn geblaf verdubbelt !
ze voor dood houden. De Moeder ziet hemelwaards en It tree. ter zijde af in het Boſch ; ik hoor twee Vo.
verdubbeld haare jammerklagten . Wat ontdekt zij daar ? gels , die elkander beantwoorden. " Ik kom er wat da.
een zwarte ſtip , die wij nauwlijks kunnen ontdekken , der bij , en zie dat het twee Sijsjes zijn , zij gaan , na
en deeze zwarte ſtip is een Roofvogel, die de waak eenigen tijd van tak op tak gehuppeld te hebben , bij
zaamheid en het doordringend oog der Moeder , van elkander zitten , zij beginnen te trekkebekken ,
en
de Natuur onderweezen , niet heeft kunnen bedriegen . elkander aan te ftooken ; de liefkoozingen verdubbe.
De Vijand wijkt. De Kalkoenfche Hen verheft eene len; niets is nadrukkelijker dan dit alles; 't gelukkige
juichende ſtem ; de ongerustheden verdwijnen , de Jon . Paar vereenigt. - Het Mannetje kwinkeleert zagjes,
gen verrijzen als uit den dooden , en ſchijnen op nieuw het Wijfje luiſtert en beantwoord hem met tusſchenval
haar Moeder, en de vermaaken des leevens wederge ler. Zij ſcheiden niet weder , maar bevlijtigen zich
vonden te hebben . beiden in het vervaardigen van een nestje, 'om de vrugt
Beſchouwt de Endvogels ,als zij te water zuilen huns minnehandels te ontvangen . Zij hebben het ge
gaan , ſchijnen zij niet met elkander afſpraak gemaakt maakt , het Wijfje heeft eitjes gelegd , en zit te broe.
te hebben , door herhaalde tekens met den Kop , waar den. Het Marnetje houd zich daar omſtreeks , en
in veel overeenkomſt is met ons knikken als wij ecne ſchijnt door de 'bevalligſte toontjes de verdrietlijkheid
zaak goed keuren. der broeding te willen verligten en wegneemen . De
De Kater drukt door zijn onderſcheiden gemauw zij. Kleintjes komen uit den dop . Vader en Moeder draa.
nen nooddruft bij zijnen Oppasſer, zijne liefde bij zijn gen zorge voor de opvoeding , tun beurtlings voedze!
ver
TA4 TAX
verſchaffende. Ik boor bun om ſpijze roepen , zij heb. De Dieren , die in ' eene Maatſchappije gebooren
ben ze onifangen ; zij houden zich ſtil. worden en leeven , die gelijkerhand en als met onder
Ik gaa op de jagt met een lokfluitje , en een Steen. linge overeenſtemming aan het zelfde werk arbeiden
uil medeneemende. Len Zwaluw bemerkt het , hij ſchijnen de Taal wel 't meest van nooden te hebben .
giert en vliegt eenigen tijd rondsom den droevigen vo: In de daad verordend om een gezin uit te maaken, om
gel', en gaat weg. Omtrent een vierendeel uurs daar elkander in de behoeftens onderling te onderſteunen
na zie ik geheele legers van Zwaluwen toevliegen , die en in den arbeid te helpen , ſchijnt 'er geen geſchikter
mij noodzaaken de jagt te ſtaaken . De eerſte Zwaluw middel tot dat einde dan de Taal. Dus heeft men ook
heeft derhalven de alarmklok getrokken. bij dat Nag van Dieren bijzonderheden waargenomen ,
Ik kom in de Stad , ik hoor een Hond uit al zijn die veel aanleiding geeven om te denken dat zij elkans
magt en bijkans zonder ophouden blaffen , de andere der yerſtaan. De Marmotten , die op ſchildwagt ſtaan,
Honden vergezellen hem wel draa , en zij houden al geeven aan hunne makkers door een fuitend geluid
len aan inet blaffen . Ik zoek wat hun dermaate kan het teken van de vlugt te moeten neemen. De Bee .
ontſtellen , en beſpeur in 't einde een Man , in Die- vers bebben een dergelijk teken , zij Naan met de ſtaart,
naars gewaad , leunende op een ſtok. Deeze man was zo zwaar zij kunnen op het water , en dit waarſchouwt
een der Hapſcheerdeis , door de Overheid aangeſteld , elk dat hij na een veilig heenkomen te zien hebbe !
om , in zekeren tijd van 't jaar, de Honden te dooden Duizend voorbeelden zijn er van gelijken aart , die te
of weg te neemen . De dieren kennen hem , en wil lang vallen hier op te haalen. Maar zullen wij hier
len geweld met geweld keeren . uit beſluiten , dat die Dieren in de werken , welke zij
Indien wij ons van dit zoort van Beeſten tot andere met elkander t'zamenſtellen , eene Taal hun bijzonder
wenden , en ftil ſtaan bij de Inſecten , zullen wij be eigen gebruiken ? Ik zie geene noodzaakelijkheid voor
vinden, dat zij zeer wel in ſtaat zijn om hunne drif- dit gevoelen. Eene gelijkenis zal mijne gedagten des
ten te toonen , en hunne vermaaken of behoeftens uit aangaande ophelderen .
te drukken . De minnehandelingen der Spinnekoppen , Vijftig Bouwkunſtenaars zijn op dezelfde plaats bij.
en verſcheidene zoorten van Kapellen , leveren ons veel eengekomen om eers gebouw te ſtigten. Zij moeten
vuldige blijken op , die het buiten twijfel ſtellen , dat met elkander niet ſpreeken , laaten zij allen van hun
het Mannetje en het Wijfje elkander verſtaan , en wel ,ne geboorte af ftom geweest zijn ; maar zij hebben
zeer uitdrukkelijk verſtaan . Hun behendig gedrag , allen een plan van het geſtigt voor oogen , dezelf.
hunne onderſcheide omweegen , bunne kleine kunstjes, de bekwaamheden en dezelfde werktuigen om het
bewijzen ons dat zij geene nieuwelingen zijn in die uit te voeren . Zij zijn in alle deelen elkander ge
Taal welke alle gevoelige weezens inin of meer ken lijk ; de denkbeelden die de een heeft zijn ook in
nen , en waar van de tekens bijkans nimmer dubbel. 't hoofd van alle de overige. Dus oordeelen en wer .
zinnig zijn . Wij zien het Mannetje langen tijd met ken zij allen op dezelfde wijze in elk bijzonder ge
zijneoogen , met zijne liefkoozingen , en ,door zijne val , en altoos met een bepaald uitzigt op het zelo
ftandvastigheid , om de gunst ſmeeken , welke het Wijf- ve. De bouwſtuffen door deezen aangevoerd ver
je hem niet ſchijnt te weigeren, dan met oogmerk om werken geenen , . 't welk de eerste begonnen heeft
vervolgt de tweede, de derde voltrekt het zelve,tere
zijnen drift te meer te ontſteeken , en heftiger te maaken. wijl
Wij bemerken hoe de Koningin der Bijen zich ten beste de vierde alles overziet , en , wat er nog aan ont
geeft aan de Hommelbijen , en over hunne koelheid breekt, ' volmaakt. Geene ſtrijdigheid , geen verſchil
zegepraalt door verdubbelde tokkelingen ; hoe zij dien, ter weereld beſpeurt men in hunde gevoelens en han
welken zij dus overwonnen heeft, ter dood brengt , delwijzen, en ook geene verwarring, nademaal funne
door haare liefkoozingen weder in 't leeven trage te denkbeelden, bunne oogmerken en de middelen om die
herſtellen , en naa den dood zelve getrouw blijft. De te werk te ſtellen , bij allen volkomen dezelfde zijn .
gedienſtigheden en de betooningen van iever van de kan dit ons niet eenigermaate doen denken hoe hec
werkende Bijen voor die Koninginne , zo noodzaake toegaa in de Gemeenebesten derMieren , der Honig
lijkcaan haar Volk , en de verſcheidene hulde bewij. bijen , der Bevers , enz.
zingen die zij haar doen , zouden die het woordenboek Dan hoe het hier mede ook zijn moge ; men kan niet
der Inſecten niet zeer vergrooten ? nalaaten te erkennen dat de Dieren eene natuurlijke
Wanneer men maar een weinig kundigheid heeft , Taal hebben; honderden van waarneemingen loopen te
van de wonderbaare ſchikking der werktuigen , die tot zamen , om zulks te kaaven. Zij geeven nietalleen
de ftem der Menſchen , en van die tot geluidgeeving te kennen wat zij gevoelen , maar wij kunnen ze ook
aan de viervoetige Dieren en het Gevogelte dienen, naar onzen zin beſtuuren , doormiddel van de ſtem al
zal men geen oogenblik in twijffel hangen om te beſlui. leen . Zekere klanken , die eenige reizen hunne ooren
ten , datdie ſintuigen hun geſchonken zijn om klanken getroffen hebben, en die hunaltoos troffen in omſtan .
voort te brengen , en die te regelen. De verbeelding digheden , welke medewragten dat zij een ſterken in .
verliest zich bijkans op het gezicht van het verbaazen : druk op hunne hers:Tenen maakten , worden hun zeer
de getal van ſtukken, en zeer onderſcheidene ſtukken , eigen ; zo dat, op het hooren van die zelfde klanken,
die te pasſe komen in de zamenſtelling van die won. het denkbeeld van de zaak of de daad daar aan verbon .
derbaare werktuigen , die te gelijk ſnaar en blaastui. den , terſtond verlevendigt word. De wijze op welke
gen zijn. Deeze zijn zo wel geſteld om de klanken , men de Huisdieren afrigt , en de wilde Dieren temt,
aan ieder zoort eigen , te geeven, dat , wanneer men verſchaffen hier van ontelbaare voorbeelden .
in den Strorpijp van een dood Schaap of een dooden Het gemeene Volk gelooft dat men de Beesten leert
Haan blaast, men gelooft het Dier zelve te hooren. ſpreeken, het weet niet datſpreeken beſtaat in zijne denke
De Krekel kan ons in dit ſtuk wonderen opleveren , beelden willekeurige tekens te geeven , die dezelve af.
die men bij de Inſecten niet zou verwagten . beelden. De ſpreekwijzen , die de Pappegaai met zo
VI. Deel. veet
G &&
3590 TAA : TAL:
veel nauwkeurigheid herhaalt , dienen tot geen bewijs TAAN , in 't franſch Tan ; dusdanig word de 'ge
datbij eenig denkbeeld hegtaan de woorden , die hij maalen ſchors of base van den Eickenboom genoemt.
voortbrengt ; hij kan even goed de kunstbewoordingen Men bedient er zich van tot de leerbereiding, als
der afgetrokkendite weetenſchappen opzeggen . Wie mede tot het taanen van Zeildoek en Netten . Hier van
ziet niet dat dit enkel Kunstwertuiglijk is ? Heeft men het woord Taanen , 't welk beſtaat, met Netten , enz.
eenige Huisdieren de letters van het A B C kunnen in een nog heet zijnde afkookzel van Taan te laaten
leeren onderſcheiden , zamenvoegen , en woorden maa . trekken , waar door dezelve veel ſterker worden , en
ken, heeft men hun zo verre kunnen brengen dat zij minder aan 't verrotten onderworpen zijn.
de koleuren onder elkander mengden , en weder in orde TAANING , zie ECLIPS .
ſchikten , alle deeze ſtukken , en honderd anderen van TAANKRING , zie ECLIPTICA.
TAARLING , Teerling , in 't latijn Cubus; bete
gelijken aart , die het Gemeen verbaazen , bewijzen al.
leen dat het Hersſengeſtel der Dieren bekwaam is om kend een vierkant of dobbelſteen , zijnde in de Geo
zamenvoegingen van gevoelige denkbeelden te maaken. metrie een Hexaedrum , aan welk alle zijden even groot
Dit ſtuk is ganſch duidelijk. Kan een Dier als men het zijn , en alle regte hoeken hebben , en dat dus met zes
woord Gon drukt, de derkbeelden hebben die dit gelijke quadraater omringt word . Bij Duim , Voet ,
woord in den Drukker verwekt ? De Beesten hebben Roede , enz. gevoegt , betekend Taarling een vast lige
en kunnen geene andere dan bijzondere of enkel gevoeli. haam dat in hoogte , of diepte , breedte , langte evet.
ge denkbeelden hebben . ' t Is hun onmogelijk zich te veel grootte heeft. De Landmeeters vaste roeden meee
verheffen tot onze algemeene denkbeelden ; . zij zijn niet tende, brengen die tot Taorlingen , om er de juiſte me:
begaaft met de Spraak ; zij maaken geene algemeene denk- nigte van te berekenen.
beelden , nog vormen afgetrokkene begrippen. Het on. TAART, Taarten , is een (maakelijk .Gebak , waar
derwerp verwart zich voor hun mer de eigenſchappen , van veelvuldige zoorten zijn en reeds eene meenigte op.
of liever , is er voor hun geen verſchil van onderwerp der de artijkels der Vrugten die er het voornaamſte ingre .
of eigenſchappen . De weezens zijn hun niet bekend diena van uitmaaken, zijn beſchreven. Zie hier nog debe
dan door eenige gevoelige hoedanigheden . Alle hun.. reiding van eenigen die zeer lekker zijn . Tot alle zoort van
De vergelijkingen, alle hunne oordeelvellingen ſteunen Taarten gebruiktmen fijn ħlad-deeg waar van de bereiding
geheel op die eigenfchappen. Nauwkeurig geſprooken op het arcijkel DEEG n. 3. pag . 407. word aangeweeſen .
redeneeren derhalven de Beesten niet ; het ontbreekt Abricoos Taart.
bun aan de middeldenkbeelden , dewijl zij onze tekens Neemt Abricoofen die wel rijp zijn , doet er de fees
misſen. Wanneer zij derhalven fchijnen te redenkave. nen uit en drukt ze plat, legt dan de onderkorst in de
len , doen zij niets anders dan zekere gevoelige denk. taartepan , en trooit bier fijngemaakte broodſuiker en
beelden zich herrinneren of die vergelijken , waar uit caneel over, legt hier op een laag abricoofen, en dan
deeze of geene beweeging, deeze of geene daad her. weder ſuiker en caneel benevens wat fijn geraspte ci
voortkomt. Hoe veelvuldiger hoe onderſcheidener de troenſchil, vaart 20 voort tot dat de taartpan orden.
denkbeelden zijn , welke de Beesten zich herrinneren telijk dog vooral niet te vol is , het bovenste met ſui.
of die vergelijken ,hoe meer zij ſchijnen te redenee- ker , enz. beſtrooijende, en nog tusſchen beiden de
ren. Dog nimmer is het meer dan een ſchijn van re- pitten uit de aan ſtukken geklopte abrikoosoſteenen leg.
denkaveling , welke nooit de zodanigen zal bedriegen gende, legt er dan de bovenkorft op , knijpt die aan
die genoegzaame Philoſophie bezitten om die bewee• ; de onder te vast, en baki het met vuur van boven en
ging of daad te ontknoopen , en tot het beginzel op te een weinig van onderen gaar.
Klimmen . : Staat aan de Beevers het gebruik der
Spraake toe , denkt gij dat zij dan eeuwig zouden blij Citroen - Taart.
ven bij hunne plompe Bouwkunde ? Gunt hun daaren- Raspt de geele ſchil van vier citroenen en perst er ter
boven het vermogen om bunne ontwerpen algemeener deegen het Jap uit , neemt vier ofzes na dezelve groot
te maaken , zij zullen hunne werken zo veel verſchei- zijn beste zuure appelen , raspe of ſcbrabt die met een
denheid geeven , als hunne zin en werktuigen toelaa- mes heel fijn , neemt dan het kruir. van een ſtuivers
ten . Humne aandagt, met eene nieuwe kragtwerkzaam , wittebroodje , wrijft het zo klein als doenlijk is , voorts
zal hun zaaken doen ontdekken , die boven den daadlijken zes eijeren waar van de helft zonder wit , vijf lepels
kring bunner kennisſe zijn. Deeze ontdekkingen zule vol geſmolten boter , een romer vol rhijnſche of bij ge
jen van andere gevolgd worden , en die weder andere brek witte wijn , en ſuiker na de (maak; dic te zaamen
na zich ſleepen , en met het verloop van eenige ge- geduurende een kwartiers uur wel geklopt zijnde , legt
Ilachien , zullen de Beevers met onze Bouwkunſtenaars men een fijne deeg als boven in de taartepan , hier op
gelijk ſtaan. Dog 't is hier die plaats niet om dit het geklopte , en dan ſtreenen van het zelfie deeg er
ituk der Bovennatuurkunde uit te pluizen , en te too . over gelegt zijnde, laac men het als boven gaar bak .
nen hoe de Spraak alle onze bekwaamheden volmaakt. ken.
't Is genoeg den voornaamſten oorſprong aangeweezen Citroen Taart op een andere wijze.
te hebben van de misvattingen welke inen zo algemeen Neemt een half mengelen uitgedrukt fap van citroe .
heeft wegens de werkzaamheden der Beesten . Demis. nen , doet er in een half pond fijngemaakte broodſui
valting is nog veel groover , wanneer men hun alle ker , zet het te zaamen op 't vuur en laat het tot op de
onze inzigten en voorzorgen toeſchrijft. Ik wil egter helſt verkooken , doet er als dan in een agtſte mengelen
biet ontveiozen , dat er in dit ſtuk zaaken voorkomen , zoete room , vier lood met rooſewater fijn geſtampte aman .
die ons verſteld doen ſtaan , en ons ten hoogſten trap . delen , vier lepels vol geſmolten boter, wat geraspt geel
pe van verwondering opvoeren, 't welk een Philoſooph van citroen en geſtooten caneel, roert het alles terdeegen
zelve, indien hlj niet geſtadig op zijn boede was , van onder een , en handelt er vooris mede als boven ; is zeer
de waarheid zou doed afdwaalen. ſmaakelijk.
Neemt
TAA. TAB. TAė. 3591
Kervel. Taart. een Eiland groeit dat de naam van Tabako draagt. Daar
Neemt drie handen vol kervel die wel gezuivert en is ook een kleine zoort die Hijoſcijamus word genoemt,
gewasſchen is , hakt die heel fijn en doet ze in een pót; om dat ze met deeze Plant overeenkomt; dog de Bloe,
neemt dan voor anderhalve ſtuiver oudbakken wittebrood, men verſchillen , ſchoon de kragten dezelfde zijn ; ook
wrijft er het kruin van fijn en doet het bij de kervel ; word ze wel Priapeia genoemt , als mede Bilzen Kruid
voegt er dan nog bij agt ter deegen geklopte eijeron , van Peru.
vier lepels vol geſmolten boter en even zo veel fijne Kenmerken . De wortel deezer Plant is wit , vezel.
Suiker , zes lepels vol zoste room , wat geconfijte oran. agtig , en ſcherp van ſmaak. De Stengel is drie , vier, en
jeſchillen en geſtooten caneel; mengt dit ter deegen on. meerder ellen hoog , van een duims dikte , iets raig , en
der elkanderen , en laat het met een korst van onderen met menigvuldig wit merg of pit gevult. De Bladen
en ſtreenen kruisſelings over malkanderen van bovenen , gelijken tamelijk wel 'na die der Alandswortel, zijn veel
op de voorſchreevene wijze gaar bakken . in 't getal, lang , breed , vleesachtig , vet, zomtijds
Tuig , bleekgroen van koleur , in 't aanraaken kleverig.
Rundermerg - Taart. van een aangenaame dog ſterke reuk , en van een ſcherpe
Neemt het merg uit twee rundermerg pijpen , wrijft en brandende ſmaak. Aan het bovenſte deel van den
die ter deegen fijn , doet er bij een half pond klein ge. ſteel koomen veele ſpruiten voort , op welken de
wreevene colombijnen , een vierendeels-pond met roo. bleekroode , trechtervormige , eenbladige, maar vijf
fewater geſtooten amandelen , zes dosijers van eijeren , voudig, gedeelde en gemeenlijk ter zijden omgeſlaa
ſuiker na de ſmaak , een half lood geſtooten caneel ,viergen Bloemen ſtaan ; de Kelk is lang , pijpagtig , vijf
lood geconfijte oranje.ſnippels en een half mengelen 2024 voudig gedeelt, dog bij zommigen ook kort, maar wijd.
temelk ; klopt het te zamen een kwartiers uur lang , Her Zaadhuisje is een vliesagtige Vrugt , die langwerpig
doet het in een fijn blad -deeg als boven , en bakt het of iets rond , en door een tusſchenſchot in twee vakjes
op Ldezelfde wijze gaar. is verdeelt , waar in kleine roode Zaadkorreltjes worden
'ag gevonden. Dit Kruid zo als een iederweet , is het eerst
e Spinagie-Taart. uit de Westindien en daar na ook uit Oostindien in Eu
Neemt twaalf à veertien lepels vol gekookte ſpinagie ropa gebragt, wordende tegenswoordig op veele plaatzea
die wel uitgedrukt en gehakt is , voegt er bij een vie. met zo veel vlijt gebouwt, als nauwelijksmet de Graanen
rendeels.pond fijn gewreeven kalver-niervet, zes lepels geſchied. Het bloeit in den ſomer, en is een éénjaarig
vol zoete room , drie dito poeijer-ſuiker, zes eijerdooijers gewas.
en één wit , wat geconfijte oranje-ſnippels, een weinig Zie een nauwkeurige afbeelding van de Tabaks- Plana
zout , geltooten peper en 100temuscaat; roert het alles na het leven getekent, op Plaat LVII.
ter deegen onder een , neemt blad -deeg als boven tot Zoorten. Daar zijn verſcheidene zoorten of verande
de onderkorſt, en legt boven op ſtreenen van het zelf. ringen van dit Kruidgewas, waar van de volgenden de
de deeg kruisſelings over malkanderen ; voorts na ge voornaamſte zijn.
woonte gaar gebakken . i. Groote bleedbladige Tabak ; Nicotiana major latifo.
lia . Bauh. Pin. 169.; Blennochoes. RENEAL. Spec. 37.;
Wortel Taart, ( Nicotiana foliis lanceolatis. LINN. Spec. Plant.) Hier
Neemt tien à vijftien geele -wortelen na dat dezelve van zijn nogoftwee veranderingen met (malle Bladen.
groot zijn , na ze geſchrabı te hebben zo kookt ze ter 2. Kleine gemeene Tabak ; Nicotiana minor. Baun.
ReneAL. Spec.40.; (Nicotiana
merg uit Pin. 170 .; Pachijphijlla. Plant.)
deegen gaar, en wrijft ze fijn , neemt voorts de een
een runder agterpijp, wrijft die insgelijks fijn , half foliis ovatis. Linn. Spec. Hier van is ook eene
pond met rooſewater geſtooten amandelen , twaalfeijeren verandering metruiger enbreeder Bladen.
waar van de helft de witten zijn afgenoomen , twaalflood 3. Groote Tabak met zeer breede en ruige Bladen , en
geraspte broodſuiker en wat geconfijte oranje • ſnippels; roedagtige Bloemen , doorgaans Oronoko genoemt; Nico .
klopt dit alles ter deegen onder malkanderen , er han- tiana major foliis latisſimis & rugoforibus, floribus piso
delt er voorts mede zo als ten aanzien van de Spinagie. bicundis.
taart geleert is . 4. Groote breedbladige Tabak met witte Bloemen en det
kort Zaadhuis ; Nicotiana major latifolia floribus albis va
Zuurkool.Taart. fculo brevi. MARTIJN. Cent. 1 .
Neemt goede zuurkool, laat die vier en twintig uuren 5. Laage Tabak met Sleutelbloemen - Blad ; Nicotiana
in verſch water ſtaan , kookt ze vervolgens in ruim wa humilis primulæ veris folio . Houst. ; ( Nicotiana foliis
ter gaar , laat als dan ſiroop van broodzuiker kooken , "cordatis, corollis racemofis fubringentibus, calijcibus inte
doet hier de kool in , met een goed - gedeelte geconfijte æqualibus. Linn. Syft. Nat.)
granje ſnippels , hutzelt en roert het braaf om , doet dan 6. Kleine Tabak met een hartgewijs Blad en een Bloem
een körst van bladedeeg in de taartepan , hier de koel, met een lange pijp ; Nicotiana minor folio cordiformi tube
enz . op , en dan met een gelijke korst bedekt zijnde , floris praelongo. Feuillée.; ( Nicotiana foliis cordatis,
laat men het als boven gaar bakken. floribus paniculatis , tubis clavatis. Linn . Spec .Plans.)
TABAK , in 't latijn Nicotiana , dus' genoemt ter ee. Plaats. Alle de zoorten van Tabak zijn oorſprong
te van Johan. NICOT, Raad bij den Franſchen Koning lijk en van natuuren eigen aan de Westindien .
Francois II. , die in ' jaar 1560 Afgezant aan het Pori De eerſte zoort is bij de Planters in Amerika bekend ,
tugeeſche Hof zijnde , deeze Plant van een Hollander onder den naam van Oronoko , waar van twee verſchei.
kogt, die ze uit Amerika bad gebragt, vervolgens aan dene zoorten ſchijnen te zijn , verſchillende in de groot.
de Koninginne KATHARINA DE Medicis in Frankrijk te en het maakzel van derzelver Bladen , hebberde
zond,alwaar dezelve gezaaid zijnde zaad gaf. De In : zommigen zeerbreede , ruige, rondagtige bladen, enan:
diganſche Lwooners noemen ze Tabak, om dat ze op dere zijn fmaller , gladder , G8en8eindigen in een punti
dog

1
: TAB .
TAB .
3590
dog geene van deeze zoorten zijn bij de Amerikaanſche De Inwooners van Marijland zijn gewoon van tijd tok
Planters in achting. Doorgaans word deeze zoort in tijd nieuwe landen aan te leggen cot de teeling van Ta
Duitschland , omtrent Hanover en Straatsburggekweekt, bak , om dat dit kruid hier op beter en geuriger word ,
en is wat harder dan de ſmalbladige zoorten , 't welk ze dan op zodanige landen die er dikwils mede beplant zija
dienſtiger dan die maakt , om in noordelijke luchtſtree. geweest. Hier dient men evenwel bij aantemerken , dat
kenDegekwee te worden. wanneer men voor de eerſtemaal Tabak in een nieuwe
grootekt
Smalbla dige soort, die als eene verandering grond teelt , dezelve allezints zo volmaakt niet word ,
van de groote Brzedbladige kan aangeinerkt worden , word dan de tweede en derde reis ; de rede hier van is, dat
doorgaans Swiſent Tabak genoemt, om dat ze een veel de grond door de eerſte bearbeiding zo fijn niet word dan
aangenaamer reuk beeft , wanneer ze gerookt word , wel door de tweede en derde ; en de wortels zich dus zo
dan de breedbladige, waar van de rook zeer hinderlijk is gemakkelijk niet kunnen uitbreiden , en gevolglijk mine
voor de meeſten , die daar niet aan gewend zijn . Dee. der voedzel aan de Planten mededeelen .
ze zoort word in groote menigte gekweekt in Virginien , De gronden van Marijland zijn vlak , en de zodanige
Kuba , Brazil , en verſcheidene andere gewesten van A zijn't best tot teeling van de Tebak , dewijl ſchuins af
merika , van waar ze na de meeſte Landſchappen van hellende landen , bij zwaare regenvlaagen ligtelijk af
Europa word zoort
vervoer t. ſpoelen , en daar door de wortels van de Planten bloot
De tweede zijndede kleine Tabak met derzelver maaken. Ook zijn laaggelegen landen niet dienſtig tot
verandering , word om de verſcheidentheid in de Eu- die kweeking , want wanneer die door zwaare regens on.
Iopiſche Kruidtuinen bewaard , maar zelden tot gebruik der water loopen , zo verdrinkt daar door de Tabak en
igt. fter ft .
vermenigvuld
De derde zoort, word in Virginien zo veel niet ge. In Marijland zaait men gemeenlijk de Tabak in fe .
kweekt als de eerſte zoort , om dat ze een veel ſtraffer bruarij , dog in een luchtſteek die heeter is , niet voos
Tabak is , en om die reden weinig bij de Europiaaden maart.
achting
in De Het bed tot de zaaijing wel bereid zijnde, vermengt
vierde zoort , is op het Eiland Tabago door den En . men het zaad met asch , op dat het zich rles te beter ver.
gelſchen Heelmeeſter ALBERT MILLAR gevonden , die ſpreide , en dus de Planten niet al te digt koomen te
bet zaad in Europa zond , 't welk in verſcheiden tuinen ſtaan. De beste zaaitijd is wanneer het een weinig heeft
van Liefhebbers wel is geſlaag . Deeze zoort brengt geregent , en daar na laat men er de Eijde of Hark lig:
breder en ronder bladen voort , dan de gemeene zoort, tjes overheen loopen.
die minder ribben hebben , en zeer kleverig zijn. De Een Planter vervaardigt verſcheidene bedden , naar
Planten worden doorgaans omtrent vijf voeten hoog , en evenredigheid van den grond die hij wil beplanten. Hier
de Bloemen van deeze zijn wit , waar in ze van alle de zaait hij vervolgens alle twaalf of vijftien dagen op , om
andere zoorten verſchilt. altoos voorraad van nieuwe Planten te hebben, tot ver .
- De vijfde zoort , is door Dr. WILLEM HOUSTON te vulling der geene die in de Plantaſien bederven of uitgaan .
Vera Cruz ontdekt , van waar hij zaad en gedroogde De Planten twee à drie duimen groot geworden zijnde ,
monſters van het kruid naar Europa overzond. In de als wanneer ze gemeenlijk twee à drie bladen hebben ,
groeiwijze verſchilt deeze zoort aanmerkelijk van alle zijn ze 't best om verplant te worden , waar toe men al
de overigen ; want de Bladen hier van groeijen in bosfen toos regenagtig weer moet waarneemen. Ook moeten
bij den grond. Uit het midden van deeze Bladen , ſchiet de bedden zorgvuldig gewied en van onkruid ſchoon ge .
de Bloemſteng, die naakt is , hebbende geen bladen aan houden worden ; en zo de Planten te dik ſtaan , trekt
zich tot de hoogte van agttien duim , of wat meer , en men er eenigen uit , oin de overigen 20 veel te beter te
verdeelt zich als dan in veele kleine takken , waar aan doen groeijen.
de Bloemen aan korte voetſteelen ſtaan , zijnde groen- Een ſtuk gronds uitgezien hebbende om er een Plån .
agtig geel van koleur. taſie van aanteleggen , laat men hetzelve ter degen bear
De zesde zoort , is van Vader FeJILLÉE in de Spaan: beiden en met de ſchop roeren , waar na men er van de
fche Westindien ontdekt; dezelve word doorgaans tus- eene tot de andere kant fijnen of vooren in maakt , en
fchen de drie en vier voeten hoog , en verdeelt zich in op elke vooren brengt men van twee tot iwee voet , 20
verſcheidene kleine takken; de Bloemen zijn zo als van veel gronds als toereikende is , om eenheuveltje van vier
de voorgaande zoort, geelagtig groen van koleur, of zes duimen hoog , en twaalf of vijftien duimen mid .
dellijns te maaken .
Tabaksteelt en bereiding van dezelve , zodanig Deeze heuveltjes in regte rijen gereed gemaakt zijn
in Virginien en bijzonder in Marijland. đe , en de grond genoegzaam door regen bevogtigd wee .
geſchied. zende , 't geen doorgaans in 't laatst van maij of junij gee
De grond van het grootſte gedeelte van Marijland, beurt , verdeelt men de Negers op het land. Op elker
beſtaat uit zeer ligte aarde, waar van de koleur bruiné linie word een Neger geplaats:, en om de twee linien
agtig graauw is , dog deeze ligte aarde zit zelden dieper een Negerinne. De Planten voor af door haar uit den
als van elf tot dertien duimen , en hier onder vind men grond genoomen zijnde , en in rijen in een platte teenen
een zoort van ſtijve kleij. Het isin deeze grond:datde mand of ben gelegt, zal zij er één op elke heuveltjen
Tabak word geteeld, die het tierigſte in Vrankrijk en leggen , zo wel aan haare regter als linkerhand , op dat
Holland word getrokken . Meer als drieofop zijn hoogst de Negers die bij elker linie zijn , al voortgaande de
viermaalen , kan men niet wel agtereen op dezelfde ak. Planten op de heuveltjes mogen vinden , en niet anders
kers Tabak planten , maar men moet ze als dan eenigen behoeven te doen , dan met een houten pen een gaatje
tijd laaten rusten of ter braak leggen , dezelve behoor. in 't midden van 't heuveltje te maaken , er daar na de
lijk mestende'en dikwils ploegende,en er vervolgens Peul- Plant in te zetten , en dezelve aan te aarden.
vrugten in teelen , waar na men ze weder tot devoortg Eenigen tijd na dac de planting is geſchied , moet men
brenging van Tabak kan gebruiken. regel voor regel nauwkeurig nazien , oferzich ook Worm
Plaat 57 :

1. de Balker fecit 2738.


Tabak, of Nicotiana,räar leven getekend .
육 C
CO.
1

TA ro
1
11
TAB, TAB , 3593

in zet; in dit geval moet men er Negers na toe zenden , Tot drooging van de Tabak worden Schururen gebruikt
om de Planten zo veel als’ı mogelijk is daar van te zui. van vijfentwintig of dertig voeten hoog , met een goed
veren , als mede zorg draagen, dat er het onkruid nauw dak voorzien' dat over de zijden heen ſchiet ; aan alle
keurig word uitgewied. Ook moeten de tabaks-planten kanten zijn openingen , om er den wind te kunnen doen
even zorgvuldig van de Rupfen als van de Wormen ge- doorſpeelen , die bij regen met luiken worden genooten.
gezuiverd worden , en vind men zodanige Planten , waar Van binnen in de ſchuur zijn overdwars kleine ribben
van de bladen geheel of ten deele zijn opgegeeten , moet of latten geplaatst , elk van derdehalf duim vierkant. De
men jonge in derzelver plaats zetten. Insgelijks de zul- eerſte regel van deeze latten , moet anderhalf of twee
ken door anderen vernieuwen , die negt groeijen en met voeten beneden de fparning gelegt worden ; de tweede
een groot aantal kleine bladen overlaaden zijn ; want zul regel vier a vier voeten en een half daar beneden , de der.
ke Planten deugen nergens toe. de insgelijks , en zo vervolgens tot op een mans hoogte
Wanneer de Plant iterk genoeg is om ten naaſten bij van den grond. Deeze latten moeten vijf voeren van
te kunnen gisſen , wat dezelve kan voortbrengen , malkanderen leggen , zij dienen om er de ſtokken op te
en men aan,t hoofd daar van geeie bladen ontwaar word , hangen , waar aan men de Tabak rijgt.
moet men es die af plukken , dewijl ze nergens toe deu. Zodra de afgeſneden Tabak in de ſchuur of droogerij
gen. En oin te beletten dat de Plant 'niet in 't zaad is gebragt, ſpreid men dezelve dunnetjes over den grond
Ichiete , en al te veel bladen voortbrenge , 't welk de heen , en laat ze dus een half elmaal leggen te verkoe
hoedanigheid van de Tabakveelvermindert,zoſnijd len , waarnainen in devoet van elke plant een houten
men dezelve den kop af , wanneer een bekwame hoog. pennetje ſteekt, 't welk zodanig is gemaakt, dat het aan
te heeft verkreegen , namelijk , wanneer er zo veele bla. de ſokken kan worden geſtrooken en vasthouden ; welke
den aan de Plant ſtaan , als men er gaarn aan wil heb. Itokken ſterk genoeg moeten zijn , om het gewigt der
ben. Dit afſnijden van den kop word doorgaans lubben Planten te kunnen draagen , vervolgens brengt men deeze
genoemt ; hoe jonger nu deeze lubbing geſchied, hoe met Tabak voorzieneſtokken in de Hang, alwaar ze zo lan.
beter de bladen willen groeijen. Zo wel voor als na't geblijven , dat de Bladen ten eenemaalen droog zijn , en
lubben der Planten , moeten de Negers geduurig na de er geen groenigheid meer aan is ; als dan worden de Plan .
Plantaſie gezonden worden, om de Planten van de knop ten afgenoomen , en naar maate men de Bladen van den
pen te berooven , die tusſchen den ſtam en het blad , Atam haalt, worden erbosſen van gemaakt die den naam
voortkoomen . van Manuques draagen . Elke bos beſtaat uit tien of
Zommige Inwooners van Marijland , zenden dagelijks twaalf bladen , en word met een blad te zaamen ge
geheele troepen jonge Kalkoenen in hunne Plantaſien ; bonden.
deeze aaſen op de Wormen en Rupſen , en hier Joor De Vaten waar in de Tabak aan bosſen gebonden ,
wint men den arbeid uit , welke anderzints van Negers word gepakt , zijn alle van eene grootte. Oin dezelve
moet geſchieden , om de Tabak van dat onkruid te zui• te pakken , klimt een Neger in het vat , die de bosſen
veren. zo goed als hij kan aan egaale laagen ſchikt , zodanig
Twee maanden is de Tabak nodig om tot rijpheid te dat er geen ledige plaats in het midden van 't vat zij ,
geraaken , gerekent van den dag af dat dezelve verplant en wanneer het vat vol is , legt men er den bovenſten
is. De tekenen van rijpheid zijn, wanneer de Plant een bodem op , waar na het onder een daar toe expres
ſcherpe punt aan zijn uitterſte begint te maaken , ofwel vervaardigde pers word gebragt , en na maate dat de
een weinig te rimpelen of van koleur te veranderen , Tabak door het persſen zakt, worden er weder ande.
van een hooger groen word , of kleine geele vlakken re bosſen opgelegt, tot zo lange dat er niet meer in
begint te krijgen ; deeze tekenen ontwaar wordende , is kan , als dan kuipt men het va: coe. Deeze vaten
het tijd dat men ze ſnijd. weegen doorgaans van 1000 tot 1100 ponden.
Het gebeurt zomwijlen ook wel , dat de Bladen voor Om zaad van de Tabak te winnen , gaat men op de
dat ze rijp zijn , beginnen te vlakken , dog dat is een volgende wijze te werk. Voor dat men de Planten lubt
teken dat een zodanig blad niet gezond is, en bederft; of er de hoofden afſnijd , monſtert men de zodanigen
dit moet men wegſnijden, dewijl hetanderzints ligtelijk uit welke de ſterkſte zijn , en bewaart die om ze in
de andere hladen aanſteekt ;, veeltijds is ſterke droogte zaad te laaten ſchieten ; in plaats van die te lubben ,
hier de oorzaak van . ſnijd men er 't grootſte gedeelte. der bladen af; en om
De Opzienereener Plantaſie moet onophoudelijk het den ſtam beter te doen groeijen en dikker worden , laat
oog laaten gaan , om te zien , welke Planten in ſtaat zijn men er niet meer als drie zakken aan ; ook draagt men
geïneeden te worden. Tot het ſnijden en inzaamelen zorg , dat men er zodanige bladen afplukt , die tus
kiest hij een mooije drooge dag , en na dat de Son de ſchen de zaadknoppen ingroeijen , Wanneer de zaad .
daauw heeft opgedroogt , gaat men aan't afſnijden , hier knoppen droog en bruin zijn , frijd men die van de
in voor af zorg draagende, dat de Bladen niet gekwetst plant af , brengt dezelve in huis, en hangt ze aan de
worden. Vervolgens worden die Bladen tot zo lange ſolder tot dat ter degen droog zijn , waar na men es
in die ſonneſchijn gelegt, dat ze eenigzints verwelke zijn , het zaad uicwrijft.
waar door ze minder gevaar loopen , on in het na huis
brengen te breeken. Bij de inzaameling van de Tabak Kweeking en bereiding van de Tabak in de
moet men regenagtig weder verınijden ., en zorge draa. vereenigde Nederlanden .
gen , dat de Bladen voor dat de daauw begint te val. Het was reeds in het begin van de zeventiende eeus ,
len, onder dak zijn. Oin de afgeſneeden Tabak na huis dat men omtrent Amersfoort in de Provincie van Utrecht
te brengen , gebruiktmen doorgaans Kruiwagens, ſchoon begost Tabak te teelen en te planten , 't welk zoda.
zommigen ze ook wel aan bosſen gebonden zijnde door de uig opnain , dat verſcheidene nabuurige plaatzen in
Negers laaten draagen; dog dit laatste is op verre na zo Gelderland dat voorbeeld volgden , en zelfs, wierd het
goed nier, dewij er als dan veel meer Bladen gekneust wor• weinig tijds daar na in de Provintie van Overijſel met
een gelukkigen uitllag ondernoomen .
den en breeken . Doen het
Gg83 Nad
3594 TAB . TAB .

Nantiſche edikt zo plegtig door den braaven Koning deel aan die winſt te krijgen; ingevolge hier van, ver
HENDRIK de IV ingeſtelt, door Koning LODEWYK de ſpreide zich in het jaar 1036 het bouwen en teelen
XIV in het jaar 1685wierd verbrooken ,noodzaakte zulks van Tabak niet alleen uit tot Nijkerk , Barneveld ,
een oneindig aantal Proteſtantſche Ingezetenen van Eede , Wageningen , Elburg , en andere plaatzen in
Vrankrijk , die hun Godsdienst wilden getrouw blijven , Gelderland , maar zelfs ook inde Provintie van Over.
Vaderland en Goederen te verlaaten ; eenigen hier van ijsſet; en zedert die tijd heeft zich de kweeking van
naamen hunner wijk in Gaasterland een diſtrikt of zoge- de Tabak zo verre uitgebreid , dat de opnoeming van
noemde Grietenije in de Provintie van Friesland gele alle de plaatzen en landſchappenalwaar dit kruid ge
gen ; deeze zogten hun kost met Tabak planten te teeld word een groote naamlijft zoude uitmaaken,
winnen , bier toe uitgelokt en aangemoedigt door de Door het teelen van de Tabak zijn de landerijen van
voorregten welke hun door de Vaderen des Vaderlands tijd tot tijd zodanig in prijs en huur geſteigert, dat de
wierden gegunt, die geen geringen roem ftelden om zelve genoegzaam drie vierde in waarde zijn gereeſen.
deeze ongelukkige Ballingen in alles behulpzaam te zijn, Voegt hier nog bij , dat de Schaapenmest die tot de
zulks maakte ook in den beginne een goeden opgang, teeling van de Tabak wel de beste is , zo hoog in prijs
dog wat er de oorzaak ook van mag weeſen , thans is geſteigert, dat , daar men eertijds een voervan die
word hier geen of zeer weinig Tabak meer gekweekt. mest voor drie , of op zijn hoogst vier guldens koste
De kweeking en vertiering van Tabak die noch ten koopen , men in vervolg van tijd , 14,15 en 16 ja zom
huidigen dage , in de Provincie van Gelderland en Ut. tijds 20 guldens , daar voor heeft moeten betaalen.
recht, inzonderheid nabij Amersfoort zo zeer bloeit , Dog niet tegenſtaande deeze aanmerkelijke kosten ,
brengt ons in de verpligting onze Lezers een geſchied heeft men zedert minder als een eeuw geleeden, veele
kundig verhaal daar van mede te deelen. Om dit oog. groote en kostbaare Schuuren, om Tabak te droogen,
merk te bereiken , kunnen wij niet beter doen dan ge. in de nabuurſchap van Amersfoort zien timmeren , waar
bruik te inaaken , van het geen den kundigen Heer Abra, onder verſcheidene zijn , die in langte en breedte vee
HAM VAN BEMMEL ten deczen opzigte in zijne Beſchrij. le Kerkgevaarten trotſeeren.
ving van de Stad Amersfoort , 2de deel pag. 281. en verv. In den beginne waaren er weinig Inwooners die het
80. Utr. 1700. heeft aangetekend, van waar wij hier Tabaks-planten bij der band nainen , maar door hec
het weetenswaardigſte laaten volgen. voordeel dat daar bij te haalen was , groeide het getal
Omtrent het jaar 1615 gingen de Inwooners van Amers." zeer ſchielijk aan, en in bet jaar 1630 wierden er reeds
foort over tot het teelen en planten van Tabak, welken vijftig Tabaks. Planters om Amersfoort gevonden , en
handel van tijd tot tijd zodanig toenam , dat niet alleen dit vermeerderde zodanig , dat in : 670 hondert twin
in 't laaſt van de voorgaande eeuw het welvaaren van tig Planters een verzoek aan de Regeering deeden , om
de Stad daar van heeft afgehangen , maar nog ten hui- de belasting op de mest van buiten inkomende, vermin .
digen dage moeten zich deIngezetenen met het tubaks. dert of verzagt te hebben . Zedert die tijdis het ge.
planten geneeren , hoewel merkelijk minder voordeelig tal in deeze eeuw nog geklommen tot over de twee
in onze dagen , als wel in vroeger tijden . hondert coe ; waar door te wege is gebragt , dat ronds.
In den beginne van deeze Tabaks-kweekerije , wierd om de Stad alle zodanige landen , die hoog genoeg en
dezelve in kleine parkjes of vakjes geplant , die met bekwaam daar toe waaren, met Tabak zijnbeplant ge
sietmatten en rijs tegens den wind beſchut wierden. Forden. Dog de wisſelvalligheden die dit kruid 20
Na dat de Planten gepoot waaren , wierden dezelve be. wel in gewas als daaling en rijſing der prijs onderwor.
vogtigd , en s'nagts met een bosje gras of hooij be- pen is , heeft zommigen rijk en veelen arm gemaakt,
dekt. De Bladen geplukt zijnde, wierden in kelders En alſchoon de Amersfoortſe Tabak wederom begint
gebroeit, daar na op Tolders en in agterhuiſen gedroogt, getrokken te worden , zo kan dezelve niet meer met die
en vervolgens cot de tijd der tweede broeijinge bewaard voordeelen , als voorheen , geteeld en gebouwd wor
zijnde , aan Grosſiers en Kooplieden uit Holland en el. den .
ders , tot een boogen prijs verkogt . Zie hier nu hoedanig de teeling der Amersfoortſe Ta.
De Heeren Staaten s' Lands van Utrecht ieder pond bak geſchicd. Het zaad da: in de knoppen , bijnaa van
Tabak die in derzelver Provintie gereeld wierd, met grootte en gedaante als die van een Anjelier gewonnen
drie ſtuivers impoft belastende , leverden de Tabaks. word, en fijnder is als grofſand, word in de maanden
Planters in het jaar 1036 aan gemelde Staaten een ver. februarij en maart , in daar toe vervaardigde groote
zoekſchrift, waar in zij verzogten dat zodanige Tabak broeij kisten of houten- bakken, gezaait ; te weten ,
die in de Provincie geteeld en verbruikt wierd , van eerst word in die bakken een laag zeer dikken paar
die belasting mogt vrij verklaard worden , 't welk wierd demest gelegt, waar over een handbreed welbereide
ingewilligt ; zij bragten onder andere redenen tot ftaa . aarde gelijk gemaakt zijnde , word daar in het zaad ge
ving van hun verzoek bij , dat wanneer de Tabuk welge worpen , en dan met een weinig aarde door een zeef
Tukt , zij gemeenlijk maar 12 of 13 ſtuivers van 't pond overſtrooid ; vervolgens worden daar houten raamtlui.
kosten maaken , en van zommige zoorten niet meer als ken overgeicgd, die met papier zijn beplakt, en met
Voorwaar een gule lijnolie overſtrooken ; en op deeze wijze de Planten
vier of vier en een halve ſtuiver.
de-eeuw , alſchoon doen over den geringen prijs wierd uitgebroeid. Decze houten luiken zijn doorgaans twaalf
geklaagt; dewijl men naderhand tiiden heeft beleeft, voeten lang of hoog , en vier en een halve voeten
dat de beste zoorten van Amersfoortſche- Tabak naauw . breed , wordende omtrent agt luiken tot ieder morgen
lijks twee ſtuivers het pond kosten gelden. lands vereiſcht. Het uitbroeijen deezer Planten ver
Dog al vroeg wierd Amersfoort het voordeel dat zij eiſcht veel oppasſens, zo wel ten aanzien van het ſterk
door de kweeking van Tabak genooten , benijd ; of om broeijen , op zijn tid begieten , door het overſtrooijen
gunſtiger te oordeelen , anderen zogten door het voor. van duive-mest aantezetten , als andere zaaken die in
beeld van deezen goeden uitdag aangemoedigt, mede agt moeten genoomen worden.
Ter .
TAB. TAB . $595
Terwijl de Planten in de broeikisteri groeijen , word zijnde , blijft de ftam ofregte ſpil , die doorgaans dan
het land dat van 't voorgaande jaar nog aan Akkers twee voeten hoog is , met zes à agt Bladen daar aan
legt , gereed gemaakt en afgelegt , dat is, van ieder ake ſtaan , tot ter tijd toe dat die bladen dik en rijp wor.
ker word de helft af en omgeſpit en dus te zaamen in den , die men als dan mede afplukt , en welke laatſte
de voor of 't oude pad geworpen , waar door het land zoort Bovengoed genoemt word. Het Ondergoed geplukt
wederom effen word ; alleenlijk blijft een kleine rib zijnde , beginnen wel dra uit de ſtammen bij de overige
overig daar den akker geweest is. Tusſchen beide die bladen , uitſpruitfels te groeijen , die aan de Bladen hun
ribben word de mest aan plaggen op het land gereeden, voedſel beneemen , en om die reden geſtadig moeten
en ſtukken gebrooken zijnde, geſtrooid , als wanneer weggenoomen worden , deeze bewerking noemt het
dezelve mest door het wegneemen van de voorſchree. Arbeidsvolk, zuiveren .
ven rib met eenige aarde word bedekt;' waar na de De Tabak geplukt zijnde, word in groote manden
plaats van de oude akker uitgeſpit , en mede op die gepakt en op karren naar de ſchuuren gereden, alwaar
mest geworpen , en voorts gefchoept word; dat is, het ieder Blad in de middelſte ribbe een ſnede word gegee.
overige tusſchen die twee bedden word mede uitge. ven , vervolgens aan houte ſpillen of ſpeeten van om .
haald, en met een lange fchup of fpa, die men" een trent vier en een halve voet lang gereegen , zodanig dat
ſchoep noemt, aan wederzijden tegen de bedden met een de Bladen malkanderen niet raaken, en vervolgens op.
groote behendigheid aangeplakt en opgeſmeeten , waar gehangen on te droogen .
door het de gedaante van een hoog bed , akker ge. De eerste twee zoorten van Tabak , namelijk Sand.
noemd , verkrijgt. Geineenlijk word een akker en voor goed en Aardgoed , worden zonder eenige andere omſlag
te zamen aangelegt, op de wijdte van een hollands-wa- als ſnijden en aanrijgen , opgehangen , maar het Boven.
gen ſpoor. goed word in 't foijden geſorteert; namelijk , ir. Beste
De Planten de grootte van drie à vier duimen in de zoort en Uitſchot; wordende alle Bladen , die dun , ge.
broeij-kisten bekoomen hebbende , worden op de toe: ſcheurd , gekwetst, met kwaade ſteden of vlakken zijn ,
bereide akkers die alvoorens effen zijn gemaakt, ge. voor Uitſchot gehouden. Na het ſnijden deezer laatste
poot , waar anede men omtrent maij een begin maakt. twee zoorten , word dezelve eenige dagen aan groote
Op een morgen lands van 600 rhijnlandſe roeden , vierkarte Bedden gezet , met de tippen of punten om
poot men omtrent 25 a 26 duizend Planten. Bij laate hoog; om te zweeten en geel te worden , waar na men
vorst of ſterke droogte gebeurt het dikwils , dat een en ze aanſpijld en ophangt.
andermaal alle de akkers moeten nagegaan worden , om De Schuuren waar in deeze Tabak word gedroogt ,
in plaats van de uitgegaane of verſtorvene Planten we zijn zeer'verſcheiden in langte en breedte , bouwende
derom anderen in derzelver plaats te pootien. Zorgvul. een ieder dezelve naar zijn eigen goedvinden. De ge.
dig moet de Tabak van onkruid gezuivers , en door meene breedte is van 30 tot 40 voeten, hoewel men
wieden ſchoon gehouden worden ; hier toe heeft men er voor eenige jaaren ook gebouwd heeft van 28 voe .
een kromme na zich baalenden Scheffel , die men een ten wijdte. Ze worden doorgaans getimmert aan vak.
Hak noemt , waar inede den akker boven en ter zijden ken of gebinten van zwaare greenebalken , 12 a 10
fchoon gemaakt en het onkruid afgehakt word, als wan. . voeten van malkander , zijnde drie a vier linden tus.
neer men de Planten ook met eenige aarde aanvult , [ chen ieder gebint , tegenswoordig meest van latwerk
oin des te vaster te ſtaan . gemaakt, waar op de ſpijlen of ſpeeren met Tabak ge .
De Plant tot een taamelijke grootte gegroeid zijnde, hangen worden. De meeste Schuuren zijn van zes
word de top of ’t hart daar uit gebrooken , op dat daar tot twintig vakken , en zommigen nog grootcr.
door de wasdom in de bladen ſchiete ; hier toe is he: De twee langſte Tabaks.Schuuren welke in 't jaar
nodig oin meer dan eens de rondte van de akkers te 7700 in den omtrek van Amersfoort werden gevonden ,
doen , dewijl de Planten niet alle te gelijk groot wor ſtond de eene buiten de Camp- Poort aan de hooge weg
den of even ſterk groeijen . bij de tweede ſteeg , zijnde reeds in ds voorgaande
De landerijen met Tabak beplant , zijn doorgaans eeuw na den ouden trant gebouwt; en de andere ten
rondsomme met levendige Elſen Heggen voorzien, in- einde van de laage weg , op 't erf en goed , genoemd
zonderheid aan de westzijde , alwaar men de zwaarſten Vinkenhoef , voor eenige jaaren nieuwling getimmert
plaatst, die Windhouders genoemt worden ; tusſchen door de Heer JONAS Cohen .
beiden worden ook nog ligter platgeſchooren Heggen , De Tabak droog zijnde , word dezelve met de ſpij.
insgelijks van Elſenhout geplant; welke tusſchen-Heg. len afgenoomen , en aan vierkante ſtapels gelegt , met
gen zomtijds maar alleen uit Eiken -rijſen , of Heghout de punten binnenwaarts na malkanderen toe , en ver
beſtaande , men in den grond vast zet , waar aan Erwten volgens van tijd tot tijd met een band van Tabak ge.
of 'witte- Boonen gepoot worden , dienende dit alles om draaid , aan bosfen gebonden, en naar Solders en Pak .
de Tabak , zo veel mogelijk is voor de wind te dek. huiſen vervoerd , alwaar dezelve op ſtapels gelegt, en
ken en beſchutten ;wanedit kruid-gewas kan geen ſcher- bewaard word, tot dat zich de gelegenheid tot ver.
pe nog ſterke winden wederſtaan , insgelijks ook geen koop aanbied. Dog . wanneer de beste Tabak of het
zwaare hagel-buijen , zo dat een gantſche Tabaks-teelt reeds geſorteerde Bovengoed tot bosſen word gemaakt ,
door een zwaare hagelbuij of iterke ſtormwind , ten ee- zo gaan alle de Bladen wederom door de handen , om
Demaalen vernielt kan worden . daar nogmaals de legte , die in 't ſnijden overgezien ,
In 't laatst van julii of begin van auguſtus, begint, of in 't droogen eenig letzel gekreegen hebben , uit te
men de onderſte twee a drie biaden van de Tabaks.plan . ſchiften, welke dan mede bij het Uitſchot gedaan wor.
* ten of ſtam te plukken , dat Sandgoed genoemt word ; den.
daar na op een andere tijd nog twee a drie bladen , 't leder morgen lands heeft tot bemesting tien a twaalf
geen de naam van Aardgoed draagt. Veeltijds word eg. voeder beste vette Schaapedong nodig, weegende ieder
Aard- en Sandgoed te gelijk afgeplukt. Dit gedaan voeder zesentwintig hondert ponden ; ook word er
wel
3590 TAB , TAB .'
wel magere Schaapedong over de landen gebragt , waar grove middelſteel uit, daarna legt men 't eene Blad op
over als dan Duivenmest geſtrooid zijnde, mede goede 't andere , zodanig , dat de grootſten 'tonderfte komen.
Tabak voortbrengt. Dog ander zoort van mest op de. Aan de rechterhand van de Spinder die voor een lan .
Tabaks landen gebragt wordende, 200 als ook wel ge. ge tafel zit , itaat de bank met Tabaks -bladen , en aan
ſchied , zo kan een goed Planter en Kenner , zulks aan zijn linkerhand , een vat met zeewater indien men zulks
de groene Tabak terwijl die nog op 't veld ſtaat be- kan bekoomen , anderzints water ontbonden
waar in een, camelijk
merken , en zulk aan de koleur onderſcheiden , ke hoeveelheid keukenzout is hier in
De Tabak wel ſlaagende, zo kan een morgen -lands doopt hij van tijd toc tijd de hand , en beſprengt er de
omtrent vier duizend ponden opleveren , 't welk men bladen ligtjes mede,'twelk dient .om dezelve taaij te maa
dan tekenen moet op drie a vier hondert ponden Sando ken, en derzelver bederf voor te koomen. Ook gebruikt
goed , zes a zeven honderd ponden Aardgoed , en om men wel cot bevogtiging in plaats van enkeld zoutwa.
trent drie duizend ponden Bovengord , dat is Best en ter , een vogt uit den afval van de ſtain en ſteelen ver .
Uitſchot te zaainen , wordende het Bovengoed gerekend vaardigt , deezen ftampt men ten diea einde in een mor
op twee derde Best, en een derde Uitſchot. Dit alles tier en perst er het ſap uit ; dit ſap word met zee .
wel te verſtaan , als men goed land , wel gemest , en water vermengt , Waar bij men dan de bladen en zaa.
de Tabak zonder rampen of ongelukken in den band den van Kampeche hout , ſchors van Basterd -kaneel en
heeft. Want gemeen land , of ſober gemest , als mede wat witte Gom voegt, benevens grove ſuiker-firoop ,
bij flegte jaargetijden , kan het op lange na zo veel doende het alles te zaamen zo lange kooken, tot dat
niet uitleveren . 't de dikte van dunne ſiroop verkrijgt. De Tabaks.
In vergelijking van vroeger tijden , is ten huidigen Spinder maakt van deezen firoop het zelfde gebruik als
dage weinig voordeelmeer met Tabak te planten te be. bij anderzints van het zoute water doet. Door be.
haalen , en de overwinstkan in geenen deele het geproeijing met dit mengzel , verkrijgt de Tabak een
vaar opweegen van de menigvuldige rampen en toeval. aangenaame geur en veel kragt. De bladen Tabak
len , die het teelen , bouwen en droogen van dic Kruid worden zodanig op malkanderen gelegt, dat de eene
onderworpen is. Het is bierom dat het Tabaksplanten ſchraag halverweegen op d'andere komt , op dat het
met regt bijeen Schip in zee word vergeleeken , dat de in 't draaijen of ſpinnen in malkanderen verbonden
gewenſchte Haven niet kan bereiken als midden door worde.
een vaart vol klippen. Immers eer dat het Tabaks-zaad De Spinder een genoegzaame lengte Tabak hebbende
in de grond word geworpen , loopt een Planter al ge. gedraaid, maakt er op de volgendewijze een rol van .
vaar van verlies; dewijl in de vroege voortijd de ge. Voor eerst heeft hij een ſtok van hard hout in gereed. 7

plakte luiken der Broeij-kisten eer dat droog zijn , heid , waar van de langte naar believen is , en dikte van
zeer ligt bevrieſen , en geolied zijnde.dikwils ook aan een duim aan elke end , dog eenigzints dikker in 't mid: LE

ſtukken hagelen , als wanneer op nieuw moeten ge- den , dit word het hart der Rolle genoemt ; de beide eir
plakt en geolied worden ; dit gevaar al te boven zijn . den van die ſtok of ſpil, word op twee houten gelegt

3
de, zo verbranden de jonge uitkoomende Planten zeer die loodregtin den grond vast ſtaan , welke bouten van
ligt door al te ſterke broeijing, indien er niet met de boven halfmaanswijze zijn uitgehold , op dat et het
uiterſte zorgvuldigheid word opgepast ; niet zelden ſpil in kan draaijen ;hier weeten de Spinders dan de Rol
verſinden ook de Elakken en Muiſen de eerst uitkoo • Tabak zo vast en om malkander fluitende te vervaardi .
mlende Spruitjes ; voegt hier bij , dat ſtrenge vorst en gen, als dezelve tot ons word overgebragt.
andere niet te voorziene ongemakken , veel nadeelaan Naar maate dat de Rollen zijn vervaardigt, brengt men
dit eerste begin der teeling kunnen toebrengen. De ze na het Pakhuis , alwaar dezelve met bladen van riet
Planten zo verre gevordert zijnde, dat zij op de ak. die in de ſon verwelkt zijn , worden gedekt.
*kers gepoot worden , vergaan niet zelden door vorst , De rollen Tabak worden van verſchciden grootte en
ontijdige regen , of ſterke aanhoudende droogte , 20 zwaarte vervaardigt , men heeft er van 10 tot 200
dat men genoodzaakt is wederom anderen in derzelver ponden.
Zodanige Rollen die uit Brafil koomen , zijn doorgaans
plaats te pooten ; ook zijn er jaaren , dat de jonge Plen-
ten door een zeker zoort van Wormen worden afge. met dun onbereid leder bekleed , dat veel tot derzel.
knaagt ; ook door welke oorzaak weten wij niet te ver bewaaring en duurzaambeid toebrengt.
bepaalen, kronkelen zomtijds de Bladen en worden
als door vuur verteert , 't welk dezelve geheel ten ge. Koophandel en prijs van de Tabak , als mede der
bruike onnut maakt. Dog wel de grootſte rampen zelver uitgaande en inkoomende Regten.
waar mede de Tabaks- Planters hebben te worftelen , is, De voornaamſte zoorten van Tabak die te Amſterdam
felle hagel en wind , dit beſchadigt den te veld ſtaande als de groote Stapelplaats van de algemene Nederlan . 1

Tabak zodanig , dat die niet zelden ten eenemaalen dfche Koophandel, doorgaans word vertiert en alomme 1

daar door word vernielt. Alle deeze onbeilen gelukkig verzonden, is de Virginiſche, Braſiliſche, die van Hava .
te boven gekoomen zijnden ,kan men zich egter nog van na en Varinas ; voegt hier nog bij de irlandſche , die wel
geen gelukkigen oogst verzekert houden ; want de Ta- voornameiijk omitreeks Amersfoort , Wageningen , eriz .
Þak reeds in de Schuuren geborgen zijnde , komt dik word geieelt. Alle deeze zoorten van Tabak zijn aan
werf nog het grootſte ongeluk agter aan , beſtaande in bladen , bosſen , rollen of tot poeijer geraspt of wel ge
een Negte drooging , dewijl in natte jaaren de Tabak inaalen.
in plaats van te droogen , verrot , beſchimmelt, en De prijs van de Virginiſche Tabak is doorgaans van
derzelver beste kragten verliest. 3 tot 8 ſtuivers het pond ;gemeenlijk word er agt van
't hondert voor'tarra van't fust gegeeven , benevens nog
Hoedanig de Tabak geſponnen zijnde aan Rollenéén van't honderd voor goed gewigt gekort ; en met ge
word gemaakt. reed geld beraalende , geniet men nog doorgaans één van
De Tabak wel gedroogt zijnde , haalt men er de 't hondert afdag van de bedongene prijs.
De
TAB . TAB . 3592

De Havanaſche- Tabak is doorgaans in bladen , en word gen door een , en pakt ze zo ſtijf als doenlijk is in doo .
bij 't quintaal van 100 ponden verkogt, voor tarra van len , die van binnen met loot zijn bekleed, laat ze dus
't vaatwerk word insgelijks 8 ten hondert gekort. Voor een maand ſtaan om tijd te hebben van ter degen door
de 100 pond word na derzelver hoedanigheid van 28 te trekken , waar na men ze kan rooken . Door ditmid
tot 46 gula. betaald. del zal men gemeene Tabak mits geen kwaade geur daar
De Varinas- Tabak is meeſtentijds aan ſtrengen ofrollen , aan zijnde , in zeer aangenaame en welruikende Tabak
en word bij 't pond verkogt; twee van 't hondert word veranderen.
voor goed gewigt afgetrokken , en één tenfhondert voor Dit pruim -nat , word op de volgende wijze bereid.
contante betaaling. De prijs is van tien tot dertig ſtui. Neemt best zoort van gedroogde pruimen , kookt die met
vers 't pond. water , tot zo lange het vleesch ten cenemaalen van de
Insgelijks word de Braſiliſche- Tabak die aan ſtrengen is, fteenen afgaat, perst het nat met de pruimen dan door
bij 't pond verkogt , zijnde de prijs van twaalf tot vijf. een doek , en bewaart het in welgenootene vlesſen toc
tien ſtuivers. Van het Seroen word zes ponden carra ge het gebruik ; dog hoe verſcher gebruikt hoe beter. Dit
geeven , en voor contante betaaling en prompt gewigt , nat moet de dikte van zeer dunne Sijroop hebben. Wil
kort men als boven . men de Tabak nog geuriger hebben , zo laat wat caneel
De inlandſche of zogenoemde Amersfoortſche- Tabak is aan ſtukjes gebrooken bij de pruimen kooken , ook kan
in bladen of wel cot itrengen en rollengeſponnen , bei- men er wat foeliebijdoen.
de worden bij 't quintaal gekogt ; daar word één van 't
hondert voor goed gewigtgekort , en even zo veel voor Ligenſchappen en hoedanigheden van de Tabak,
contante betaaling. De prijs van die in bladen is van 5 , Hoedie op onze Geſtellen werkt; en wat men
? , 12 tot 25 , en de geſponnene van 18 tot 25 guldens , dus wegens het voor- of nadeel van het Ta ,
de hondert ponden. bakrooken denken , en op welk cene wij.
Snuiftabak word enkeld bij 't quintaal , maardoorgaans ze men het zelve doen moet .
bij't pond verkogt. Zodanige baalen daar dubbelde em. Dit gewas heeft in de twee hondert jaaren , dat het
balagie om zit, doen agt ponden tarra , en die van en in Europa bekend geweest is , de zeldzaam te lotgeval.
kele embalagie vier ponden bij de baalen . De aftrek len gehad. Men gebruikte deszelfs rook niet, zo als de
voor goed gewige en gereede betaaling is elk van twee Amerikaanen , om een Profeet te worden , of te waar
ten hondert. De prijs is van drle tot tien ſtuivers het zeggen , maar om vermaaks wil ; welk vermaak daar in
pond. beſtaat, dat men den rook , bet zinnebeeld onzer ver
Degeſponnen -Tabak ia rollen , betaald vijf van't hors maaken , even op de tong ſmaakt, en dan weder uit.
dere inkoonende, en even zo veel van uitgaande reg . blaast. Men ſnoof het poeder van dit kruid eerst om te
ten ; waar bij nog cene verhooging koomt van agt pen. Dieſen, vervolgens mede tot termaak , en eindelijk uit
aingen , zo dezelve de Oost , de Belt, of de Sond , uit. galanterij.
gaat of inkoomt. Dezelve buiten het resſortder Gene. Omtrent deze beide zoorten van vermaaken waaren
raliteit gevoert wordende , is vrij van de derde- verhoo . de gevoelens der Geneesheeren ten uiterſten verdeeld.
ging, benevens het regt van veilgeld . Daar waaren zelfs Godgeleerden , welke dezelve voor
Alle andere zoorten van Tabak , bet zij gekorven of zondig hielden , en niet geloofden , dat een Menſch
aan blaadjes, betaalt dezelfde regten , dog heeft uitge , zalig worden konde , die een Pijp rookte of een Snuif.
voert wordende, geen vrijdom van de derde verhoo. je nam . Aan den anderen kant kreeg de Tabak ook
ging enz. even ijverige Verdedigers, en men zoude in verlegen
In de Provintie van Friesland ,moet van Tabak , Ta heid geweest zijn , wien men te gelooven hadt , 20
baksoftallen , en Snuif- Tabak, drie ſtuivers inkoomende niet het vermaak , 't welk men zich van dic nieuwe
regten zonder eenige korting , betaald worden. En de kruid beloofde, met de redenen der laatſten had medo
Kooplieden in Tabak moogen geen minder hoeveelheid gewerkt , en eene vaardiger en ſterker overtuiging
van geſponnen of rol-Tabak teffens invoeren als 25 pon- voortgebragt, dan alle de bewijzen tegen de geoor
I
den , en van defnuif.Tabak 10 ponden ; van de vaat- of loofdheid van 't zelve konden doen .
blaad - Tabak , moet twee en een halve fuiver van ieder BONTEKOE bazuinde den roem des Tabaks met lui.
pond betaald worden ; dog hier van kan voor tarra , der ſtemme uit. Daar was niets zo heilzaam voor
ftallen en vuiligheid , tien van 't hondert gekort wor- leven en gezondzeid , als de rook des Tabaks. Dit
den . De Kooplieden moogen de gekorven -Tabak in geen was eene Koninglijke Plant, welke Vorscen zich
minder quantiteit als 100 ponden teffens invoeren , en verwaardigd hadden te rooken, en die reeds van
99

ongekurven Tabak nietminder dan bij het vat , exempt , onheugelijke tijden af in gebruik geweest , maar in >
Tabak binnen deeze Republijk geteelt; moetende de Europa alleen te laat bekend geworden was.
vaten getart zijn , en het gewigtvan de Tabak daar op De Koning van Engeland , JACOBUS, was daarente
geritst . Ook zijn de Tabakskoopers verpligt bij den gen van een ganſch ſtrijdig gevoelen , en ijverde tegen
invoert, de geſponnen of rol- Tabak , de ſnuif Tabak en den Tabak met de drift van een welmeenend bijgeloof.
blaad. Tabak te onderſcheiden , en afzonderlijk aan te Zijne Majeſteit nam de zeldzaame moeite om een ge
geeven . heel boek tegen het gebruik van dit kruid te ſchrijven ,
waar in meer goedewil dan oordeel doorſtraalt. O
Om aan de Rook - Tabak een aangenaame geur „ gij , mijne Onderdaanen , ſchrijft bij, zo gij nog de
te geeven . minste ſchaamte hebt , zo onthoudt u cog van dat
Hier toe moet men Tabak kiezen , die geen kwaade onbezonne gebruik des Tabaks , waar van de oor.
seuk heeft nog al te ſcherp is ; dezelve gekerven zijn , ſprong veragtelijk is , en waar van men zich uit en
de , ſpreid men ze op een Atuk ipaanſche mat uit , en kele dwaasheid en ſchandelijke heidenſche navol
bevogtigt 30 met net van pruimen , roert ze dan ter des ging bedient; waar door men zich den soornGodsop
нь . den
3598 TAB . TAB .

den hals haalt, zijne gezondheid bederft, zijn huis- eenige andere allerſterkifte, Buiksontlasting maakt.
))
houden in wanorde brengt , en den roem des Vader. In de zwavelagtige dampen des Tabaks , is misſchien
landsietszelfsbezwa
», van lkt. Wagtu dan van het gebruik zijne'propheetiſche kragtof waarzeggende geeftrer
, dat ſchandelijk is om aan te zien , leelijk borgen . Want die gewaande uitwerking koomt alleen
»
riekt , de hersſenen en long benadeelt , en waar vad- van de bedwelming , die deeze verwekken , voort , ge
>
de rook inderdaad de ijsſelijke walm van het helſcheduurende welke inen , even als een dronkeman , ge.
vuur verbeeld. zigten en verſchijningen heeft. Dat de Tabaksook be .
Zijne Majeſteit had zijne Onderdaanen nog wel wat dwelmt, de gewaarwordingen verzwakt en ſlaap ver
verder kunnen brengen, en in plaats van hen het hel. wekt , kan men zeer duidelijk in de zulken , welke de
fche vuur van verre te laaten zien , hen met hun ze konst eerst leeren , en in de zieken zien. De eer .
pijp in de mond , of hun ſnuifdoos in de hand , daar ften worden door den Tabaksrook duizelig , haif dron
in werpen ; maar 't zou waarſchijnlijk al even veel ge ken , en zwak , en de zieken ſtillen er hunnen pijnen
holpen hebben ; de Tabak wierd geduurig meer gebruikt, door. Men weet dat dit als een hulpmiddel aangepree.
naar maate men 'er geweldiger tegen uitvoer. De zen word voor hen , die tandpijn hebben , en ELLIS
Kardinaal PROSPER SAINTECROIX had hem eerst id verzekert , dat de Wilden in Amerika den Tabaksroole
Italië gebragt , en CASTOR DURANTI nam die gele- doorzwelgen , als zij kolijk -pijnen hebben ; om die daar
genheid waar , om , naar zijn oordeel , eene fraaije door te verdrijven . Gunther , een Geneesheer en
woordſpeeling te maaken , en in een gedicht, waar in fterk Rooker; prijst den Tabak , in dit opzigt ook
hij deze verdienste des Kardinaals aan Italië tot aan en bijzonderlijk ter bevordering van den Naap , bij ei द
de wolken verhefte , den lof des Tabaks zo verre uit- gene ondervinding .
tebreiden , dat hij deeze Pläne met het hont van het Men ziet uit deeze waarnemingen , dat de Tabaks
heilige Kruis vergeleck . ' Conausen daarentegen oin rook onder de ſterke geneesmiddelen behoort , en zeer
dit tegen te gaan , nam zijn toevlugt tot eene andere heftige werkingen in onslighaam kan voortbrengen.
woordſpeeling , en vergeleek CHRISTOPHORUS COLUM- Maar kan inen nu wel dagelijks een ſterk geneesmid
BUS , in plaats van bij de Duif , die een olijf bład naar del ', in groote maaté , zonder ſchade gebruiken ? Neen ;
de Arke te rugbragt, bij een Duivel,"die uit de nieu: maarmen kan het door de gewoontezo verre bren .
we wereld eene Tabaksplant bad medezenoomen , om gen , dat het zijne nadeelige uitwerkzelen ten grooten
de 'oude te vergeeven. Men kan de gewaande geestig deele verliest. Dus is het gelegen met alle verdo .
heid dier 'beide gedagten in onze taal niet wel over. vende en Naapverwekkende middelen. Gelijk . men
brengen'; maar 't was toen een tijd , dat inèn : meende zeer groote giften 'van den Opium leert verdraagen
aardigheeden te kunnen zeggen , die ſlegts in ééne taal gezo kan men den Tabak ook in groote menigte gebrui
zegd konden worden, en zedert dat BAYLEdezen toetsa ken ; als Fimen zich daar eens aan gewend heeft. Oni
fteen van de geeſtige gezegdens heeft gevonden,en men dertusſchen blijft het altoos belachgelijk en ongerijmd
heeft begonnen te vorderen ,dat het geen wezenlijk geest zich zelven te pijnigen , om het Tabakrooken te leeren ,
tig was, zulksin meer dan ééne taal kondewezen ;heeft zo men het 'niet met een bijzonder oogmerk ter ge
men tevens bemerkt , dat er niet half zo veel fraaije zondheid verpligt is te doen. En als men er zich , 't
Om met 'grond over het nut of 'de ſchadelijktid des, ishet Tabakroöker niet anders nadeelig dan door,bet
Tabaks te kunnen oordeelen , moer men weetên 'uit misbruik, dat men er dikwils van naakt , en 't zou
welke ingrediënten dezelve beſtaat, en hoe die op on . den meesten liefhebbers niet te raaden zijn , om
ze lighaamen werken ! are zelve eensklaps na te laatén. Dit zal ik bewijzen uit
De Tabak heeft eenige Zwavelagtige deelen in zich het voordeel , 't welk een matig gebruik van den Ta .
waardoor de bladeren zo ligt ontbranden, en onder het baksrook , bij zijne liefhebbers, ' te weeg brengt.
rooken brandende blijven , en welke men ook doorden Door de gewoonte word de púrgeerende kragt des
yeuk ontdekken kan . Dit is heç Olieagtig gedeelte Tabaks derwijze vermindert, dat dezelve enkel eere
der plant, 't welk men aan verſche bladeren voelen , en ordentelijke opening des " lijfs te weeg brengt, welke
doorfcheijkundige bewerkingen daar uit haalen keq . ftuit', zo dra men het rooken plotſeling nalaat. Dit
De ſmaak dezer bladeren toont genoeg dat er ook is bijzonderlijk van de eerste pijp te verſtaan , welke
Zout -in is , en de uitgeloogde afch laat cindelijk eene men des morgens rookt, en welke het eenige middel
Tmaakelooze Aarde over. Olie, Zout en Aarde zijn is bij veele liefhebbers,waardoor zij desimorgenskuns
derhalven de deelen , daar de Tabak uit beſtaat. Wat ne gewoone ontlasting bevorderen . Zij, die veel Nijm
uitwerking nu moeten dezelve op ons lighaam voort- en zuur in demaag hebben , en des morgens nligeeren
brengen, als de Tabak gerookt word ? rooken , raaken daar wel eens van aan ' ' r braaken , en
Het ſcherpe Zout brengt die geweldige werkingen bevinden zich, als zij den Nijm geloosd hebben , zeer
poort, welke de Tabak veroorzaakt bij zodanige lie: wel. In Phlegmatike geſtellen bevordert het de ont:
den of op zulke zenuwen , welke aan dezelve niet gelasting vanhet overvloedige water enNijm ,enmaakt
woon zijı. Het weinige van den rook , 't welk met door dessel's prikkeling een ſterkeromloop-in het bloed;
Het ſpeekzél in de maag koomt, veroorzaakt bij de beo maar om even die zelfde reden is bet galagtigen niet
zimeren walging, braaking en afgang.' De Wilden in dienſtig , dewijl het verhit en uitdroogt; ten minſten
Amerika kliſteeren de Drenkelingen op zekere wijze met moeten deezen onder het rooken niet teveel ůitfpu.
Tabaksrook , en brengen ze door de opening des lijfs, wen , maar het ſpeekzel liever doorzwelgen, het welk,
die bier door word bevorderd , dit wils als van den doode fchoon in den beginne ongemakkelijk , door de gewoon.
weder. Dit gebruik is ook in Europa bij hardnekkige te al mede geleerd kan worden . Op deeze wijze be
verſtoptheeden ingevoerd , naarlien men bevonden vordert de Tabak den ſtoelgang des te beter. Ik heb
keeft, dateen Tabaks klijſteer , even - 20 zekerals een Man gekend, welke zo zuiver rookte , datbijniet
al
TAB , TAB.. : 8599
alleen het ſpeekzel , maar zelfs den rook geheel door- monds hangen blijve , en daar in een kwaade ſmaak en
Tikte , en die bierom bij de Danes , ja zelfs in de bes- reuk agter laate. Dit is dies te dienſtiger, om dat men
te Kamers , spoken mogt, nr . rusiiger ſlaapt, naar maate men minder gewaarwordin ,
Men kan hier in het algemeen uit opinaaken , dat het gen heeft, en om dat het gebruik des waters daarenbo,
Tabakrooken in ziektens, die uit Nijm ontſtaan , en voor ven zeer geſchikt is , om de ſcherptens, welke yan heç
zogenoemde, zinkingen niet zonder nut is. Hierom bier , den wijn , en andere ſpijſen of dranken in de maag
Tooken zelfs de Dames als zij zwaare Tandpijn, heb voor handen mogen zijn , te temperen , en alles wel met
ben ; bierom ſtilt men met extrait van Tabake het ge, malkander te vermengen.
weldigst hoesten , en blaazen de Wilden in verkond- ; Nu moet ik nog.de wijze bepaalen , hoe men , naar
heeden de Tabaksrook door de peus. Het is dwaas, de voorſchriften eener goede diëet, Tabak rooken zal.
heid te zeggen , dat de hersſenen daar zwart en de long Het is niet even veel , op welken trant men zijne lusten
droog van worden;' want 'in de hersſenen kan de rook voldoet. Men moet dit doen , gelijk het lieden van
niet koomen , dewijl er geen weg voor handen is , en verſtand en ſmaak verkiezen , dat is te zeggen , tot het
als er het geringſte van in de long koomt , brengt meeste vermaak ,en met bevalligheid. De Vrouwen hou.
het een hoeften voort , dat niet :eer ophoudt , voor den zelden veel van de Rookers; zij beminnen het zelf
dat er alles weder uit is . de kruid in haar neus , 't geen zij in den mond derMana
Men kan in zekeren zin van den Tabak zeggen , dat nen haaten , en willen de Tabak liever in haare doozen ,
dezelve honger en dorst ſtille. Het eerſte doet hij , door dat in onze pijpen zien . Om zich naar die verkiezing
de aandoening of't gevoel te verminderen , en het an- te ſchikken , moet men met beſcheidenheid rooken, op
der , door de ſpeekzelklieren in den mond te prikkelen , dat zij het ons niet geheel verbieden , of daar ten min,
en dus een meerderen toevloed yan { pog derwaards te ften geen grooter regt toe krijgen . Hier toe nu word
lokken . Hier uit ondertusſchen volgt, dat men den eet eerftelijk vereicht, dat de Tabak, die men rookt, goed
Just bederve, met kort voor de maaltijd Tabak te roo. zij. De Spanjaarden zenden ons den besten in bijzon
ken , en de ſpijsverteereng hindert , als men dit kort na dere korven , die Canaſtro's heeten , en hier van heeft die
den eeten doet, inzonderheid als men ſterk ſpuwt; Tabak de naam van Knaster, of bij verbastering,Kanasſero
naardien dit ſpeekzel, dat men door het rooken uitwerpts Tabak gekregen. Deeze is wegens zijn aangenaamen reuk
zeer veel helpt, om de ſpijzen te verteeren . Dit nadeel is boven alle de andere zoorten van Tabak te verkiezen ,
grooter dan men zig gemeenlijk verbeeld , want eenelang: ſchoon den Arbeidsman zijn ſlegten Tabak met den zelf
zaame verzwakking en belemmering der ſpijsverteering is den ſmaak rookt, en niets van den (tank gewaar word ,
oorzaak van de lastige en hardnekkige ziekte, welke de die onze neuzen zo lastig valt. De goede eigenſchap
naam van hijpchondrie draagt. Uitteering, zwakheid, 'neer, pen ondertusſchen van goeden Knaşter- Tabak bepaalen
Nagtigheid , droefgeeſtigheid zijn de beſtendige gezellin zich niet alleen tot deszelfs aangenaainen reuk. Hij
nen dier droevigekwaale , en niets is zekerder,dan dat een moet daarenboven , inzonderheid , als inen veel rooken
al te ſterk uitwerpen van het ſpeekzel alleen dezelve wil, niet al te ſterk zijn. Sterke Tabak is altoos ver
voortbrengen kan. HIPPOCRATES wist reeds , datMen , dagt van kwaadaardige nukken , en de grootſte Held in
ſchen , die ſterk uitwerpen , droefgeeſtig worden ; en jonge het rooken krijgt daar van zomtijds walging, magteloos.
ſterke lieden zelfs worden ras mager , eeten weinig , en heid , en en klam zweet , ſchoon hij denzelven veele
vervallen in melancholy , als zij of zulke dingen kauwen , jaaren gewoon is geweest te rooken. Die zelfde uit
die de ſpeekzel-vloed ( onderhouden , of op eenmaal be. werkzelen vallen ook dikwils voor , als de Tabak ſlege
ginnen ferk Tabak te rooken . Hoe worden die armezon , brand , en men daar door verpligt is ſterk te trekken; en
daars, die de kwijl-kuure moeten ondergaan , tot op derhalven verlangt men billijk van goeden Knastertabak ,
het merg en gebeente uitgeteerd ! Ruysch verhaalt dat hij niet alleen aangenaam rieke, maar ook ligt en wel
van ééne jonge Juffrouw van twaalf jaaren , die we brande. Als men nu bij dit alles in agt neemt, om niet
gens eene wond aan haar onderlip het ſpeekzel geduu- de ééne pip voor , en de andere na te rooken ,maarſlegts
Fig moest laaten uitloopen , en welke daar van zo lang nu en dan , en bij groote tusſchenpooſen , dan kan het
ten uiterſten zwak en teder bleef , tot dat de wonde ge, zelve in die geſtellen en ongemakken , die ik ſtraks be
heeld was ; die zelfde beroemde Geneesheer, beſchrijft paald heb , van dienst wezen, terwijl het bij veele an
ééne Dame te Amſterdam zo zwak en uitgeteerd , dat dere Menſchen , als zij er eenmaal aan gewoon zijn ,
zij van alle Doctoren wierd opgegeeven . Zij waar ook geen merkelijk nadeel zal doen .
inderdaad verlooren geweest, had niet de ſcherpzinnige Wat de Pijpen betreft,men inoetgeene andere dan lan
RUYSCH de waare oorzaak baarer elenden ontdekt. Hij ge gebruiken, en de allerlang te zijn zelfsde beste ; als de
zag dat zij onophoudelijk in een kwispeldoor ſpoog, bij Rook warm in de mond koomt, bederft hijniet alleen den
verbood haar die ernſtig , en nauwlijks liet zij hetna, ſmaak, maar benadeelt ook den Tong en het Gehemelte.
of zij begon van ſtonden aan van zelve te beteren. Hoe Maar wat beboeve ik mij langer optehouden met re.
dikwils zouden niet de zwaarmoedige Hijpochondristen gels, die de weelde onzer Liefhebberen reeds langege
zulk een Oppasſer noodig hebben ,die hen inzonderheid pa leerd, en de mode tot een wet gemaakt heef. Ik be.
den eeten , de Tabakspijp uit de mond nam , en daar door hoef tot aanprijzing van den Tabak niets meer te zeg ,
verpligte , om der maag haare verſchuldigde ſchatting van gen ; dezelve heeft die , in de Nederlanden bijzon
ſpeekzel te geeven , die dezelve noodwendig hebben derlijk , niet van nooden. De Baron van HOLBERG
moet , als zij de ſpijzen wel verteeren zal. ſchijnt te vreezen, dat de Hollanders zonder een grooten
Veelen hebben de gewoonte om des avonds een hoop geſtopte Tabakspijpen , naauwlijks verinaak in den
pijp Tabak te rooken , om daar door te beter in den Hemel zullen kunnen vinden . Het Tabaksrooken koomt
laap te koomen. Die gewoonte is niet te laaken , maar in dat land , ook moogelijk meer dan ergens elders tepas ;
dan is het goed , om , eer men gaat Naapen , een glas water althans het gemeene Volk niet Negts, inaar ook alle regt.
te drinken , op dat de damp niet te veel in den Nijm des geaarde lediggangers hebbendit hulpmiddel volſtrekte
Hhh 2 lijk
TAB TAB .
3809
lijk noodig , om hun arbeid te verligten , of hun tijd te TABANUS , zie PAARDE -VLIEGEN .
dooden . Voor de Geleerden daarenboven , en voorna- TABELLÆ , zie KOEKJES ( ZUIKER ),
melijk voor den Geeſtelijken , is het van een oneindig TABERNÆMONTANĂ , is de naam van een uit
gebruik. Ik heb zelfs opgemerkt, dat alle Lieden , die landsch kruidgewas, waar van de Hr. MILLER tot ken
een vadzig brein en loome hersſenen hebben , en egter merken ſtelt ; een pijpagtige Bloem , uit een Blad bee
verpligezijn , om hun kost met Godgeleerde en moree ſtaande, 't welk zich van boven openſpreid , en inver .
te beſchouwingen te winnen , of, zonder oordeel of ge- ſcheiden deelen is verdeelt. Uit den grond van de Bloem
leerdheid , duiſtere texten te verklaaren , het Tabaks koomt het ſtijltje , 't welk naderhand een Vruge word ,
rooken volſtrekt niet misſen kunnen ; gelijk men ook uit twee zaadhuisjes beſtaande, die zich in de langte
altoos die verheeven zielen , welke hunne gedagten openen , vervuld met langwerpige Zaadjes , die met
frandeeren , en bij de voetmaat yerkoopen, altoos met een dun merg zijn omringd.
de nagels of pijp in de mond zal vinden. Ik zou dui- ; Zoorter.. Daar zijn drie bekende zoorten van dit
zend lorſchriften van hun maakzel op den Tabak kun . Kruidgewas , als volgt.
nen bijbrengen ; maar ik zoa dan misſchien ook duizend 1. Melkagtig Tabernæmontana met gegolfde citroen
prulſchriften aanhaalen. Om mij dan met zo grooten bladen; Tabernæmontana la &teſcens, citri foliis undula .
last niet te bezwaaren , en egter allen naarijver en ge. tis. Plum. Nov. Gen. 18.; Pala. Rheed . Mal. t. p .
ſchil onder onze Nederduitſche Digters voor te kooien , 81 .; ( Tabernæmontuna foliis oppofitis lanceolatis. Lina .
zal ik beſuiten met een fransch versje van den Hr. Lom- Spec. Plant. )
BARD , ' geen zommigen mijner Lezeren met vermaak , 2. Melkagtige Tabernamontana , met laurier-bladen ,
en misſchien zelf met vrugt , zullen kunnen leezen .. witte bloeinen , en ronde peulen ; Tabernæmontana lac
Deſcens, lauri folio , flore albo., filiquis rotundioribus.
Doux charme de ma Solitude , Houst.; Tabernæmontana laurifolia, flore aibo , fructe
Fumante pipe, ardent fourneau , rotundiore. Amman. Herb. 212.; Nerium arboreum , fo
Qui bannis mon inquietude , lia latiore obtufo , flore luteo minore. Sloan . Fam . 154.
Et qui me purges de cerveau . Hiſt. 2. p. 62.; ( Tabernæmontana foliis appofátis ovatis .
Tabac , dont mon ame eft ravie , Linx , Spec. Plant. )
Lors qu'ausſi vite , qu’un éclair , 3. Tabernæmontana met tegens over elkander ſtaande
Je te vois disſiper en l'air ; 1
bladen ; Curutu pala. Rheed. Mal. 4. p. 43.; ( Taber .
pe_ vois l'image de ma vie. namontana foliis alternis. Linn. Spec. Plant. )
Tia rerrets dans mon ſouvenir Plaats. De eerste zoort is gemeen op Jamaika , en
Ce qu'un jour je dois devenir , verfcheidene andere plaatzen in de warme gewesten
Nétant qu'une cendre allumée; van Amerika. De tweede sport is door Dr. WILLEN
Et viſiblement j'appercois , HOUSTON de la Vera Cruz ontdekt, die het zaad na
Quand des yeux je juis ta fumésa Europa heeft gezonden , waar uit verſcheidene Plan.
Qu'il me faut finir , comme tai. ten zijn gekweekt. De derde zoort word op Malabaar en
andere plaatsen van Oosiendien gevonden.
TABAKS PIJP , zie PIJP. Beſchrijving. De eerste soort groeit vijftien of zesi
TABAKSPIJP-VISSCHEN , ook wel Trompetters, tien voet hoog, heeft een gladde regte ſtam , met een
is de naam van een Visſchen -gelagt , door de Heer witagtige bast bedekt. Boven aan den Atam ſpruiten
LINNÆUS Fiſtularia genoemt ; muntende in langte en de takken , die 'ongeregelt zijn , en met glinſterende
dunte van het Lijf uit , en hebbende daarenboven een groene bladen bedekt; uit de voetſteelen van deeze bla.
lange rolronde Snoet , aan de tip met Kaaken voorzien. den koomen de bloemen voort, die geel zijn en aange
De Hr. GRONOVIUs heeft ze Solenostomus, wegens de naam van reuk . Na de bloemen volgen, twee gevork .
pijpagtige gedaante van den Bek , geheeten. Anderen te peulen , waar in het zaad is beſlooten. Dit Plan
haddenze betrokken tot de Naaldvisſchen die er in ten -gellage is zeer na aan de Nereum ot Oleander ver
Geſtalte zeer naar zwecmen . maag (chapt, en van zommige Schrijvers over de Kruid
De Heer LINNÆUS heeft maar ééne zoort in dit kunde daar onder geplaatst ; maar aan het zaad van die
Geſlagt, zijnde de geene die in Brasil Pecembuaba, dat Gelagt zit geene wolligheid , gelijk aan dae van de
is Tabacco-Pipe Fish in 't engelſch gecijteld wordt, en Oleander , en is, gelijk gezegt is , in een zagte merg
die in 't bijzonder annmerkelijk is , wegens een draads. agtige zelfſtandigheid benooten. Hierom heefr PLU
wijze verlanging uit het midden van de Staart. Zoda. mier daar een bijzonder Geſagt van gemaaktmet dee .
nig een beſchrijft de HeerGRONOVIUSer uit den Oce: zen naam , tereere van Dr. JacoB THEODORUS, voe
aan bij Guinée , zijnde ewee voeten lang , en , op 't rende den toenaam van TABERNÆMONTANUS naar een
meeste , geen drie duimen dik. Deeze had een Snoet klein feedje in Duitſchland dat zijn geboorteplaats
van meer dan vijf duimen lang , uit drie Beenderen was. Hij was een van de ervaarenste Kruidkenners
zamengeſteld, die met een ſterk Vlies aan elkarder gee van zijn tijd , en heeft te Frankfort een boek uitgegee
hechewaren. Hier agter was de Kop een duim dik ; ven in het jaar 1590 in folio langwerpig formaat , waar
bet Lijf hoekig rolrond, dog agter de Rugvin volko. in twee-en-twintig honderd en vijftig Planten zijn af.
men zeskantig. Tusfchen de twee Kwabben van de gebeeld.
Staart , daar het Lijf naauwlijks twee liniën dik was , Kweeking. Atte de drie zoorten deezer Plant, koa .
kwam een buigzaam Roedje, als een balijn , agt en nen geen koude verdraagen , en willen in die land niet
een half duim lang, in een zeer dunnen Borstel uitloo, tieren, ten zij ze in een warme Stookkas gezet worden.
pende. De geheele Viſch was ongeſchubd. Hij had Zekunnen door het zaad worden vermenigvuldigt, 's
zeven Vinnen: waar van de Rugvin 8 ,de Borstvinnen welk vroeg in het voorjaar in een Broeibak moet ge
15 , de Buikvinden 32 , de Aars- en Staarsvinnen 12 zaait worden , en wanneer de Planten zijn opgekoo.
Straaled badder . men ,
TAB . TAB. 3603
men , moeten ze in kleine potten , met ligte vette aar. poolen , welke in een Mortier klein geſtooten wor.
de gevuls , voorzigtig verplant , en dan in een Broei- den ; een half lood Foelij , een twaalfde lood wsite Pee
bak met run gezet worden , zorgdraagende om ze op per , even zo veel Gember, en vier of vijf Laurier.bla,
her heerse van den dag te beſchaduwen , tot dat ze op deren , en giet daar zoo veel Water op, als men tot
nieuw wortel hebben gevat , na welken tijd med er eene goede zwaare Vleeſch -Juep ordentelijk noodig
dagelijks vrije lucht bij moet laaten , wanneer het warm heeft; kook dit alles te zaaien in eene aardepot , die
weer is; maar indien de nagten koud zijn , moeten de wel genooten moet worden , op een zagt vuur , twaalf
glaſen van den Broeibak alle avonden , kort na dat de uuren lang , alles van tijd tot tijd wel omroerende, en
fon van de bak is , met matten bedekt worden. Ook ter deegen ſchuimende ; zijg het als dan door een fijne
moeten deeze Planten dikwils met water verfrist worden ; haaire zeef ; laat het koud worden , en neem al het vet
dog njen moet haar niet te veel vogt op een ſtuit gee. (choon af; zet de Gelei of het Lil in een Aardepot op
ven , inzonderheid terwijl ze nog jong zijn ; want met een kool vuur, en kook het 200 lang zagtjes , tot das
een melkagtig fap vervult zijnde , rottenze zeer ligte. het door het verkooken dik word . Giet het dan in
lijk door al te veel nattigheid . platte Schotels , laat het ſtolen en ſnijd het in ſtukken ,
Geduurende den ſomer kunnen de Planten in de als Koeken. Deeze Koeken zet men in een Oven , als
Broeibak blijven , mits dat de Run opgeroerd word , om er het Brood uit , en de meeste hitte vervlogen is , om
de hette te vernieuwen ; dog wanneer de nagten begin verder uit te droogen , en men legize alsdan weg tog
nen koud te worden , moeten de Planten in de Stook gebruik . Maar gelijk deeze Koeken ligt verbranden ,
kas gebragt en aldaar in de Runbak gezet worden , al.. zo moet men behoedzaam te werk gaan , als men dezel.
waar ze geduurende den winter , in een maatigen trap ve droogt. Dus wel bereid zijnde kunnen zij verſcheie
van watmte inoeten gehouden worden , en in koud weer de jaaren duuren , als men ze op een drooge plaars
moet men ze maar weinig water geeven , op dat het bewaart. Op eene vogtige plaats Naan zij uit; maar
haar niet doe , rotten . Dewijl deeze Gewasſen te te ook dit zelfs benadeelt ze niet , als men er de ſchimmel.
der zijn om zelfs in 't warmſte van den fomer bij ons weder afſchraapt.
in de open lucht te leeven , moeten ze altoos in de Het gebruik dezer Koekjes is op de volgende wijze:
Stookkås blijven , alwaar men haar in warm weer vrije Men kookt zuiver water en doet er zo veel van deeze
ſucht moet geeven , door de glaſen van de Stookkas Koskjes in , als inen de Soep zwaar wil hebben en als
open te zetten , maar in koud weer moeten ze zorg . zij geſmolten zijn, doet men er zo veel zout bii als
vuldig warmgehouden worden . Door deeze behande. noodig is. Men kan ook eijeren , geraspt wittebro?d,
ling zullen de Planten tieren , en haare Bloemen voort- of groentens in deeze Soep mengen . Op deeze wijze
brengen , en dewijl ze altoos groen zijn , maaken ze kan men alcoos vaardig zonder Vleeſch , op Reizen ,
een aangenaame verfcheidenheid onder andere tedere te tande of ter zee, Vleefch -foepen maaken . Ot men
buitenlandſche Planten in de Stookkas. kan deeze Koekjes droog eeten , of in den mond laaten
Ook kunnen deeze Planten geduurende den fomer ſinelten , gelijk de Chocolaad -Koekjes, en daar iets bij
door Stekken worden vermenigvuldigt , die van de ou . drinken ; en dus kan men , zonder cenigen toeſtel
de Planten moeten afgefoeeden , en geduurende vijf of altoos Vleeſch hebben.
ſes dagen eer ze geplant worden, in de ſtookkas te droo- TABOURET , dusdanig word eene zoort van Stoel
gen gelegt worden , op dat de gewonde deelen mogen genoemt die vierkant is, en nog arm- nog rug-leuningen
heelep , anderzints zouden ze verrotten. Deeze Stek. heeft.
ken moeten in porten , met ligte verſche aarde gevuld , TACAMAHACA BOOM ; Tecomakucd ; word in ' t
geſtooken , en in een Broeibak met run gezet worden . mexikaans, Tachichinoa patlakoak , en in 't braſiliaanſch,
in agtseemende,"om ze in heet weer midden op den dag Tacomarée genoemt; Tecomahaca. Hern. Mex .; Por
voor de ſon te beſchaduwen , gelijk ook , om ze nu en pulus foliis oblongis acutis. LINN. Mat. Med . )
dan met wat water te verfrisſen . De Stekken wortel Plaats. Deeze Boom die in Europa onbekend is ,
hebbende gevat , kunnenze in bijzondere potten vero groeit op het Eiland Madagaskar , in Mexiko , enz.
09 i plant, en op dezelfde wijze behandelt worden , als die Beſchrijving. De Tacamahaca is een Boomptje dat
welke uit, zaad gekweekt zijn . redelijk groot en veel overeenkomſt met de Populier.
TABES , zie TEERING . boom heeft , daar bij eenigzins welruikend ; deszelfs
TABIXIR , zie BAMBOES . Vrugt is rood in de gedaante van een boot , bet hout
TABLETTEN ook Morſellen , zijn koekjes welke uit harsagtig; de Bladen middelmatig groot , rondagrig ,
fuiker benevens het ſap van de een of d'ardere -vrugt aan de kanten ingeſneeden ; de Vrugt groeit aar. de bo.
worden bereid , en van waar men verſcheidene goede venſte takjes van den Boom . De refina of her harst
voorſchriften kan vinden op de eigen naamen der Vrug. gelijkt, wat de koleur betreft aan hec Galbanum , heeft
DIS
zen, als mede op het artijkel MÖRSELLEN . witte vlakšen , en is van reuk en ſinaak zeer doordrin :
Ook noemt men zodanige Koekjes die uit Vleefch gend. Van die Gom heeft Joh. BAUHIHUS zeer omſtan.
worden gekookt , Tabletten . Wij hebben er een goed dig geſchreeven , namelijk , dat deszelfs koleur, goud.
voorſchrift van gegeeven op het artijkel KOEKJES geel en gins weder, bleekgeel zij , als of. het uit ver.
VAN BOUILJON , zie er hier nog een dat uitmun- ſcheidene ſchoteltjes of laagen bettond, eveneens , als
iend is. aan de reforza Strobelina word waargenoonen ;.men vind
er egter dikwils blaasagtige holtens io ; hetzelve met de
Foorſchrift om Tabletten of Soep-Koekjes tanden kaauwende , alsdan ſpringt het eerst aan ſtukken,
te maaken . dog voegt zich ſchielijk weder te zamen ; er als het
Neem twaalf pond malfch , ſappig , niet al te vet of taai is geworden , kan men liet gins en weer trekken ;
te mager Rundvleeſch, een doorgekapte goede Merg. de ſmaak is iets bitter , dog niet onaangenaar en ſpe.
pijp, een Kalfspoot, en twee oude Haanen met bupne cerijagtig. Her zelve op 't vuur doende , geeft het
Hhbg een
TAC . TAC. TAD. TAF , TAG, TAI.
3602
cen zeer goede reuk van zich , die iets overeenkomſtig van Utica geene van zijn ſchoone Redevoeringen uit zije
met die van de Mastik heeft, dog in alles ' zo lieflijk ne handen gaf, wilde Cicero er zich eenigen van ver.
niet is. ' Dikwils vloeit deeze hars van zelfs uit den ſchaffen ; ten dien einde ſtelde hij twee of drie perzoonen
boom , dog gemeenlijk word die door gemaakte inſnij. in verſcheidene plaatzen van den Senaat- kamer, dien bij
dingen , verzamelt. zelve in de Tachijgraphia hadde onderweezen , en door
Eigenſchappen en Gebruik. De Hars die uit de Ta- dit middel verkreeg hij , de beroemde Redevoering wel .
Camahaca word vergadert , is verwarmend , opdroo. ke Cato tegens CESAR uitſprak , en welke SALLUSTI.
gend , zamentrekkend , rijpmaakend, pijnſtillend en us in zijne geſchiedenis van CATILINA beeft geiascht.
wondheelend ; wordende meest uitwendig gebruikt , en Dit is het eenigſte ſtuk van welſprekentheid dat van die
zeer gepreezen voor opſtijging der moeder , de reuk groote Man tot ons is overgebleeven.
daar van op koolen gelegt zijnde in den neus ontvan . TACKBOOM , in’t latijn Melicocca ; is de naam van
gen ; verdrijft de gezwellen en pijnen der zenuwen en een Boomen.geſagt, waar van de Kenmerken beſtaan in
gewrigten , pleiſterswijze opgelegt; ſterkt de maag , ſtilt eene vierbladige Bloem , wier Blaadjes omgeboogen zijn
het braaken , en verdrijft de winden , een pleiſter daar beneden de Kelk , die in vieren gedeeld is ; de Stempel
van op de maag gelegt ; verdrijft de hoofd. , tand- en eenigermaate ſchildagtig en zeer groot. De Vrugt pruim
oogpijn uit zinkingen , pleiſterswijze op de ſlaapen of agtig , met eene taaije Schil.
agter de ooren gelegt; als mede de doofheid , de rook De eenigſte zoort voert den naam van Amerikaanſche
in de ooren ontvangen . Nooteboom met gewiekte in tweën verdeelde Bladen , bij
TAČETTE , zie NARCISSEN , % . 4. p. 2259. COMMELYN , en uit de benaaining van PLUKNET IUS
TACHMAS , zie NAGTEGAAL. blijkt , dat er bijhangzels zijn aan de Rib der Bladen.
TACHIJGRAPHIA of Tachéographia , zamengeſteld De laatſte zegt , dat de Hollanders hem Tackboom noe
uit de griekſche woorden Taxa , ras, en ypaon , men. Volgensdien bijnaam , ſtaan erdoorgaans twee paar
Schrift, is de Weetenſchap om zeer ras en door mid. Bladen aan ééne Rib of Steel. DeHeerJACQuin zegt dat ,
del van noten te ſchrijven ; ook word deeze konſt zom . dit Gewas in de Bosſchen bij Karthagena in 'i wilde groeit,
in de Hoven , dog op Ja
en op Kurasſau
wijlen Brachijgraphia genoemt , van Beaca , kort, maika zeldzaam ;'w ordendise de
gemeen
Vrugten , van wier zoet
en ypaQw , ik ſchrijve, dewijl men om ras te ſchrij- heid de Boom zijnennaam heeft,van de Spanjaarden
ven , van een verkorte ſchrijfwijze moet gebruik maaken; Monnos, van de Hollandrs Knippen genoemt.
De Engelſchen die van alle de Volkeren der weereld Het is een hooge, takkige , fraaij gekroonde Boom ,
gezegt is. De Bloemen koomen bij
zich er 't algemeenſt van bedienen , en er ook de groot met Bladen als der
fte vorderingen in hebben gemaakt, noemen hetook trosſen aan 't end takjes voort ; zij zijn klein , witage
Short -hand , 't welk korte-hand, kort- Schrift, of verkort . tig , en van een zonderlinge geſtalte.' Van zommige
Schrift betekend. Boomen geeven de Bloemen een zeer aangenaaine reuk ,
Herm. Hugo in zijne verhandeling , de primo Scri. welken de Kuras fauwers Mannetjes-Boomen noemen ,
bendi origine , ſchrijft er de uitvinding van aan de He. zeggende, datdie geen Vrugt voortbrengen ; van anderen
breërs coe, zulks grondende op decze plaats van den hebben dezelven in 't geheel geen reuk , en deeze noe
45ften Pfalm , mijne tonge is eene penne eens veerdigen men zij Wijfjes-Boomen, welke vrugtbaar zijn. Aan ie.
Schrijvers. Dog het is zeker , dat hunne verkortende der Tros koomen bij de dertig Vrugten , die rondagtig
ſchrijfwijzen , van veel laater datum zijn , ten eene. zijn , omtrent één duim dik , hebbendeeen groene, droo.
maalen chaldaiſch en door de Rabbijnen uitgevonden , ge ſchil, waar onder hetvleesch heel los zit, het wel.
Jangen tijd na de verwoesting van Jeruſalem. ke , daar uit genomen zijnde , in alle opzigten naar het
De Romeinen die met den Buit in Griekenland vero. Doijervan een klein Hoender-Eij gelijkt. Het is lijme.
vert , ook de Wetenſchappen na Italiën hebben gevoert, rigen eetbaar , zoet met een weinigje zuur en wrang
naamen deeze Schrijfwijze aan , en zo dra 't geheim gemengd. De Ingezetenen des Eilands doen den Bolfter
der Noten ontdekt was geworden , kwam het wel haaſt van deeze Vrugten , die tusſchen de tanden ſteekende ,
tot meerder volkomentheid ; het wierd een zoort van in twee ſtukken ſpringen , en dan de bovenſte belft weg
Foopend ſchrift waar van ieder een de Neutel had, en fmijtende, haalen zij met de tanden het vleesch , dat ee
waar in men de jeugd oeffende.Volgens verhaal van nigermaate aan den bodem kleeft , daar uit, i't welk zij
Suetonius had zich Keiſer Titus er zo bekwaam in inzuigen , en de daar in vervatte Noot ofSteen uitſpuu
gemaakt, dat hij 't tot een vermaak ſtelde om in vlug. wen, even alswij doen met de Kerſen en Pruimen. Naar
heid van zodanig Schrijven , zelfs zijne Geheimſchrij. de rijpheid van de Vrugt is dit vleesch min ofmeer lii•
vers voorbij te ſtreeven . Die welke er eene bijzon: merig; dog hoerijp dezelve ook zij, altoos blijfter ee
dere beoeffening van maakten, wierden in 't griekſchnig lijn van in demond over, 'twelke do kwijl niet kan
Tageoyegéoos , en in 't latijn
Notariidiegenoemt.
waaren te Rome weinig Particulieren Daar ontbinden . De
niet de een vuur gebraaden .
Nooten eet men als Karſtengen , in't
Vrugten zijn zomtijds
In de grootſte
of ander Slaaf of Vrijgemaakte had , in dit zoort van twee of drie Nooten vervat , hebbende dan ook eene
Plinius
geoeffent.reizen
ſchrijven op de jonge, nám er altoos verſchillende figuur.
een van zijne mede. Hij verzamelde dus de TACTUS , zie GEVOEL .
Redevoeringen welke in het openbaar geſchieden . TACTUS IMMINUTUS, zie GEVOEL (VER :
PLUTARCHUS ſchrijft aan Cicero de wetenſchap toe , MINDERT.).
om in .verkorte noten te Schrijven en verſcheidene TADORNA , zie BRAND GANS.
woorden teffens , door een enkeld teken uittedrukken. TAFEL-KAARSEN , zic KAARSEN .
Hij onderwees het aan TIRO zijn vrijgemaakten Slaaf, TAFEL -KORVEN , zie KORVEN.
en het was in de zaak van CATILINA, dat hij van dee- TAGETES , zie THEUNIS-BLOEM.
ze zo nuttige uitvinding gebruik maakte. Dewijl Cato TAILLES DOUCES , zie PRENTEN.
ΤΑΙ
TAK . TAK. 3603
TAK , zie RAMUS. de weg of ruimte der kragt in reden tot de weg of ruimte
TAKEL , ook Talie en Gijn genoemt; ( Polijpostos); der last, gelijk de last tot de doode kragt.
is een werktuig dat uit verſcheide katrollen beſtaat, die in Dit word openbaar , als inen aanmerkt , datwanneer
eer zelfde blok boven malkander geplaatst zijn, en ieder de last D bij voorbeeld ,1 voet hoog zal opgehijst wor.
op zijn bijzondere nagel of as ondraait, wordende ver. den , alle touwen der Takel een voet worden verkort,
volgens om de Katrol-ſchijven een touw gelegt , tot be. bij gevolg moet de kragt G zich zo veel voeten uitſtrek
weeging der Katrollen . ken als er touwen zijn ; weshaiven de ruimte en dus ook
Dit Werktwig dient, om er zwaare lasten mede op te de ſnelbeid der kragt tot die ruimte of ſnelheid der last
hijzen ; ten welken einde twee van zulke blokken ge. in reden is ; gelijk't getal der touwen tot I , dat is ge.
bruikt worden , de eene word onbeweeglijk vast gemaakt lijk de Last Ď tot de doode krage G.
boven de plaats , daar men de last brengen wil , en de an.
dere aan de last zelfs gehegt. Het touw word vervolgens Aanmerkingen .
aan 'ceene blok vastgemaakt, of aan een ander onbeweeg- 1. Zomtijds worden de Katrol- ſchijven der Takel niet
lijk punt, en beurtelings over alle de ſchijven gelegt, onder malkander , maar naast inalkander in een blok ge
en aan het overblijvende eind word de kragt gevoegt , plaatst , zodat ze alle om den zelfden nagel of As draaie
welke het touw na zich toe trekkende , teffens het jen , inzonderheid als er veele ſchijven moeten zijn , en er
beweeglijke blok en met 't zelve de last opligt; zie fig. gebrek van ruimte is. Dog de eerstgemelde zoortword
29. TAB. B. n . 2 . ’t meest gebruikt.
Om de kragt en eigenſchappen der Takels te onderzoe. 2. Als men 2. of meer Takels tot beweging der Last
ken : dienen de volgende twee grond tellingen en ge . gebruikt, dan word de kragt zeer aanmerkelijk vermeer:
volgen . dert . Bii voorbeeld , laat er twee Takels gebruikt wor.
den, zie Fig. 30. TAB. B. n . 2. waar van de eene boven en
I. Grondfieiling de andere beneeden vast is ; ſtelt dat de last D is 600
De doode kragt in G aan een Takel geappliceert, laat pond 20 is de kragt in A gelijk 100 pond. Als men
in reden tot de last D, gelijk de etnilieid tot het dubbeld nu aan, het touw bij g een tweede Takel met zes ſchij.
getal der benedenſte Katrol-ſchijven. ven vast maakt, en ook vast in B , zo heeft de kragt in :
Dit volge uit de eigenſchappen en de hangende Ka G niet meer te hijzen , als 10o pond , en behoeft dus:
trol, (zie KATROL ) . Want dewijl't touw a vast, en ', maar zesde vap.ico , dat is 16 vier zesde pond ſterk
om de twee eerſte ſchijven in de benedenſte blokken ge. te zijn , om de 600 pond in evenwigt te houden ; waar
legt is , zo kan de last D met 't touw b op- of in even , uit volgt , dat om de doode kragt van twee of meer Ta.
wigt gehouden worden , door een kragt die gelijk is aan kels te vinden , die te gelijk werken , men het getal der
de helft van de last ; zie Fig. 29 . ſchijven oftouwen van de eerſte Takel , met ' t getal van
Wanneer nu het touw verder om de twee middelſte die der tweede Takel , enz. moet multipliceeren , zo is
fchijven gelegt word, zo word de kragť weder de helft het product. 't getal der touwen . Dus in ons voorbeeld
vermeerdert , en dus kan de last met het touw e in even-" het getal der touwen 6 , van de eene Takel gemulti .

wigt gehouden worden door een kragt die gelijk is aan pliceert met dat van dě apdere o , komt 36 ; dat is ,
een vierde der låst. Het touw verder om de beide uió als of de lase door eene Takel van 36 touwen of agtien
terſte ſchijven gelegt wordende , naamelijk om de bene: fchijven opgehijst wierd , en dus de doode kragt tot de
denfte en bovenſte, dan word de kragt weer een twee : last ſtaat als i tot 36 , en bijgevolg de 600 pond door
de grooter als voorheen , en bijgevolg word de last in een kragt van 16 en twee derde pond kunnen in even .
evenwigt gehouden, door een kragtdie gelijk is aan een wigt gehouden worden , gelijk boven gezegt is. Als men
zesde der last. Want men moet wel aanmerken , dat nu nog een derde Takel van 6 katrollen wilde applicee
de bovenſte Katrol- ſchijven de kragt niet vermeerdert , ren in de plaats G , dan moet men de 36 nog eens met 6
en alļeen maar de benedenſte; waar uit dan volgt, dat de multipliceeren , komt 216 , datis , als of de last door ee .
o ,
beld getal der benedenſte ſchijven ; en dus itaat in dit ge- ven hadde ; zo dat als dan de doode kragt tot de last
val , de kragt tot de last als i tot 6. zoude in reden ſtaan , gelijk 2 en zeven negende tot 600 ;
*Hier uit volgt, k. Dat dewijl het getal der touwen ge- dat is , dat 600 pond door 2 zeven negende pond kunnen
liſk 'is aan het getal der ſchijven (het buitenſte touwd in evenwigt gehouden worden ; wel verſtaande volgens:
niet mede gerekent), zo ſtaat ook de doode kragt tot de de Theorie, de wrijving niet in aanmerking nemende ,
last , gelijk i tot 't getal der touwen . die de kragt aanmerkelijk verminderen kan ; en men ziet
2. Als men derhalven de Last door het getal der ſchij. hier uit, dat de Takel een nuttig werktuig is, om groo•
ven of touwen divideert , zo is de quotient de doode te Lasten of Gewigten daar mede in beweeging te bren. :
kragt , of die de last in evenwigt houden kan . gen; mits dat alles wel hegt en ſterk gemaakt zij, wel .
3. Als men daarintegen de doode kragt met'ı geial der ke kragt ook daarenboven nog door Windasſen of Rader.
fchijven of couwen multipliceert' ; zo is het product de werken , grotelijks kan vermeerdert worden; en deeze .
last , welke door de kragt in evenwigt kan gehouden zamenvoeging van tweeof ineer Takels ,enz. is eenmul
worden . tiplicatie deezer Werktuigen ; zie (MECHANICA).
4. Maar wanneer men de Last door de gegecvene kragt Hier uit volgt , 1. dat wanneer men het product uit
divideert, zo is de quotient't getal der nodige ſchijven , 't getal der touwen van ieder Takel multipliceert met de
tot de Takel. In dit alles de wrijving niet in aanmerking doode kragt, zo is dit product de Last die door de kragt
neemende . in evenwigt kan gehouden worden .
2. Dat als men de gegeevene of bekende Last divideert
2. Grondſtelling. door de gegeevene krag , en de quotient deelt door twee
Wanneer een Last door een Takel bewogen word , so is of meer paarige facteurs, zo verkrijgt men het getalder
ſchij
3604 TAK . TAL : TAL.

ſchijven , tot twee of meer Takels, die men totbeweeging dat overeenkomst heeft met het Geſternte of Hemele
der Lastgebruiken wil. Laat bij voorbeeld , de Last zijn ſche lighaam , om er der invloed van te kunnen ontván .
000 pond, en de kragt 16 en twee derde , hier door de gen.
Last gedeelt kooint 36 ; dit nu gedeelt in twee paarige Laaten wij ons toevlugt tot de Hr. Plucht neemen ,
facteurs of eerſte getallen , komt 6 en 6 , dat is, dat inen om te onderzoeken , waar op die Sijmpathie en die over
in ieder van de twee Takels, oDog
drie beneden en drie boven .
ſchijven
men moet gebruiken
kan dit ook nog, eenkomst
worden , gegrond waaren
dat de deugd en ,kragt,
en wijwelke
zullenmen
ras aan
overtuigd
de Tø
anders verdeelen. lismans coeſchreef, geen proef kosten houden .
3. Dat de ruimte of ſnelheid , als inen meer dan één „ In de vervaardiging der Talismans , zegt hij , maakte
Takel gebruikt, dus ook in reden ſtaat tot de ruimte of de allergeringſte overeenkomst met het Geſternte ofde
ſnelheid der Last , gelijk 't product uit'tgetal der touwen Godheid waar in men vertrouwen ſtelde , een kleine
of ſchijven van ieder Takel tot i , en dus in ons voorbeeld voorzorg te meer in agt genooien , eene faauwege .
van twee Takels, gelijk 26 tot i , enz. lijkheid die treffende was , dat men eene Beellenis of
4. Ten laatſten moeten wij oog aanmerken , dat wan . ſtoffe waar uit die was vervaardige , boven eene andere
neer de touwen niet evenwijdig zijn , 't welke van de ,s koos ; dus moesten de Beeltenisſen van de Son , on
ongelijke grootte der Katrol-ſchijven afkomt, de voor er de luiſter en koleur van natebootſen , uit goud zijn
gemeide theoretiſche proportie van de kragt tot de last ,, vervaardigt. Men twijffelde zelfs niet of het Goud
eenigzints verandert en vermindert ; dog dit kan door een was een voortbrengſel van deSon ; de overeenkomst
weinig vermeerdering der kragt , altijd verholpen wor- van koleur , luiſter en waarde, ſtrekte er tot bewijs van .
den , zo wel als de wrijving. Het was dan pligtelijk dat de Son toegeeventheid had
TAKKEN , zie SNOEIJKONST, voor een metaal , dat hij ontwijffelbaar zelven bad
TAKKEN , door zommigen worden dus de Speenen voortgebragt ; en het kost niet misſen , of hij moest
>

of Ambeijen wel genoemt. Zie AMBEIEN . „ zijnen invloed aan een gouden plaat mededeelen , daar
TALISMAN . Dusdanig worden de lover-gedaantens hij zijn beeltenis op geprent zag , en die hem plegte
of figuuren genoemt , op ſteenen , eenig metaal, enz. lijk bij het tijpſtip van zijn opgang, was toegewijd.
gegraveert, ingevolge zekere bijgeloovige waarnemin Door een gelijkaartige redekaveling, bragt de Maan
gen , getrokken uit de gedaantens en uitwendige ver- het Zilver voort, en begunſtigde met alle de uitge
cooningen van de hemelſche lighaamen , waar aan de Star- ſtrektheid van haar gezag , de zilvere beeltenisſen waar
rewichelaars , Alchimisten en andere Kwakzalvers won . aan zij door de verbintenisſen der koleur , der voort .
derbaarlijke uitwerkzelen toeſchrijven , en inzonder . * brenging , en der toewijding , vermaagt (chapt was ,
heid de magt , om de hemelſche invloeden na zich tetrek- MARS ſchepte behaagen in zijne Beeltenisſen te zien
ken . wanneer die van ijzer waaren ; zulks was ongetwijf.
3
Het woord Talisman is zuiver arabisch ; evenwel denkt feld het begunſtigde metaal van den Krijgsgod ..
MENAGIUS in navolging van SALMASIUS , dat het van 't Venus viel het Koper ten deele , om dat zulks in me.
griekſche woord TENEOU . , uitwerking oftoewijding is af. nigte in het Eijiand Chiįprus wierd gevonden , daar
teleiden. BORELLUS zegt, dat het perſiaanſch is , en dac 99 zij zo gaarne haar verblijf hield . Aan de kwij
het letterlijk betekent, eene op het Geſternte invloed heb . nende SATURNUS wierd het bewind over't Loot vere
bend Graveersel ; anderen leiden het van Talomiscis litte . trouwt. Over ' t lot van MERCURIUS raadpleegde men
ris af , 'c welk diepzinnige caracters of onbekende cijf. ,, niet lang , een zekero overeenkomst van vlugbeid,
fers zijn , waar van zich de Tovenaars bedienen ; om deed hem 't Kwikzilver ten deele geeven. Maar door
dat , voegen zij er bij, Talamasca een Spook of Beguicheling welk gezag zal JUPITERbij het opperbewind van het
betekend. De Heer Pluche zegt , dat men in't Ooſten Tin bepaald blijven ? Het was onbeleefd die commis
die figuuren of gedaantens Tselamin , dat is afbeeldingen , fie een God van zijn zoort optedraagen ; maar daar
noemde ; ed.wezentlijk , zo als hij't aanmerkt, ... doen bleef niet anders dan het Tin over , en hij wierd dus
in den oorſprong , de aanbidding der Planeeten en an. wel genoodzaakt om er zich mede te vrede te hou
dere Hemelstekenen eens was ingevoert, vermenig. den . Zie daar voorzeker dringende beweegredenen ,
» vuldigde men er de gedaantens van , om daar door den om aan die Goden het opzicht over een dusdanig of
» ijver voor den Godsdienst bij de Volkeren aangewak . diergelijk Metaal toe te wijzen , en teffens die barte.
keren en er voordeel mede te doen. Men goot die lijke genegentheid voor de Beeltenisſen die er van
figuuren in 't verhevene van geſmolten metaalen , zeer , zamengeſteld zijn. Nu , dusdanig zijn de redenen van
dikwils op de wijze van gemunt geld , of wel als draag . die voorgewende rechtsgebieden over de Metaalen ; en
baare plaaten , die men doorboorde, om er een ring van dien aart zijn ook de uitwerkzelen , die men er
,, doorgeſtooken zijnde , de Kinderen , Zieken , en Doo. van heeft te verwagten . Hift.du Ciel. tom . I. pag .
.. om den hals te hangen. De Kabinetten der Oudheid. 482 483.
lievenden , zijn met zodanige plaaten of Amuletten ver- Voor iwee duizend jaaren had men even gemakkelijk
vuld , waar op de afbeeldzels van de Son of derzel. dusdanig kunnen redeneeren, als in onzen tijd ; maar
ver zinnebeelden , die der Maan , andere Planeeten , de gewoonte , het vooroordeel, het voorbeeld van ee
% of wel verſcheidene tekenen van den Zodiak gevon: nige Schijnwijzen , die het zij uit overtuiging, het zij
den worden. ” Hiſt. du Ciel. tom. I. pag. 480. door bedrog , aan de Talismans gezag bijzetteden , klui.
De Schrijver van een fransch boek, 't welkgetiteldis, ſterde genoegzaam alle de verſtanden aan die verre
les Talismans justifiés, beweert, dat een Talisman het gaandebijgeloovigheid. Men ſchreef aande kragten en
invloeden van de Talismans alle de wonderen toe , die
zegel, de gedaante , het caracter of afbeeldzel van een
Hemelsteken , Conſtellatie of Planeet is , gegraveert op APPOLLONTUS VAN THIJANEN uitwrogte ;enzelfshebben
een lijmpathetiſche Steen, of wel op zodaanig metaal eenige Schrijvers beweerd , dat die Tovenant de uit .
vina
TAL TAL. 3005.
vinder der Talimans is geweest ; maar derzelver oor . gen : quia dicuntur juvari in omni aftu fuo Alexandrum
{prong kimi veel huoger in de oudheid op ; zonder van expresjum , vel auro gestitant vel argente.
het ongerijmde gevoulen eeniger under de Rabbijnen te Die gewoonte was niet nieuw bij de Romeinen , de
guwaagen, welke beweeren , dat den koperen Slang,die wijl de gouden bul welke de Krijgsoveriten ofBurgemee.
Moses in de woeſtijne deed oprechten , tot vernieling ſters bij de plegtigheid van de zegepraal om den hals droe.
van de brandende Slangen , waar door de Israëliten ge gen , Talismans bevateeden. Bulla, zegt MACROBIUS , ge.
plaagt en gedood wierden , niet anders dan een Talisman ſtamen erat triumphantium , quam in triumpho præ ſe gea :
was. Eenigen ſchrijven er den oorſprong van , aan eenen rebant , incluſis intra eam remediis quæ crederent adverſus
Jacchis toe, welke de uitvinder was der behoedmiddelen invidiam valentisſima. Men hong gelijkzoortige bullen
die de Grieken- Ees & A tu noemden, en in verborgene om de halſen der Kinderen , om die regens de kwaad.
middelen tegens pijn en ſmerte beltond, als mede ge- doende Geeſten teverdedigen ,of voor andere gevaaren te
beimnen tegens de brandende hicce der Son en den kwaa. bevrijden , ne quid obfit, zegt VARRO , en Asconius Pe.
den invloed der hondsdagen. Volgens Suidas leefde DIANUS , zegt over een plaats van Cicero, alwaar van die
deczen Jacchis onder de regeering van Sennises ko . bullen gewaagt word, dat zij op de magen der Kinderen
ning van Egijpten . Anderen ſchrijven die oorſprong aan waaren even als een bolwerk dat hun verdedigde, ſinus
den Koning NecEPSOs coe, die na JacchIs hec.Egijpti- communiens
beſloot.
pectuſque puerile ,om dat men er Talismans in
ſche Rijk beltierde , en evenwel meer als 200 jaar voor
Salomon leefde. AUSONIUS heeft in een brief aan S. De meest beroemde Talismans waaren die der Samo.
PAULINUS gezegt . thraciers , of die ,welke volgens de regelen der geheimen
van Samothrace in gebruik , vervaardigt waaren . Het
Qutque magos docuit mijſteria vana Necepfos. waaren ſtukken metaal op welke men zekere beeldtenis .
Het verkoopen van die Talismans was , zeer gemeen ſen van Starren enz. had geſneeden , en die doorgaans
in ringen
in den tijd van ANTIPhanes, en vervolgens in die van A. waar wierden gezet. Men vinder nogthans veelen ,
van de gedaante en omtrek doen zien , dat men ze op
RISTOTELEs. Die beide Schrijvers maaken gewag van
eenen PHERTAMUS en eenen Eudamus, die zich geneer een andere wijze droeg. PETRONIUS verhaalt , dat een
den mec behoedmiddelen vandien aarttoeteltellen en derringen van TRIMALCION goud was met ijzeren ſtar
te verkoopen. Men ziet in Galenus, als mede in MAR retjes bezet, totum aureum , ſed plane ferreisvelutiſtel
cellus EMPIRICUS, welk groot vertrouwen een ieder lis ferruminatum. En de Hr. PIThou ſtemt toe , dat het
in derzelver kragtitelde. PLINIUS verhaalt , dat men , een ring of Talisman was , gemaakt ingevolge de geheimen
gedaantens van Arenden en Schalbijters of Kevers op van het Eiland Samothracien. Twee eeuwen daar na ,
Smaragdſtecnen graveerde ; en MARCELIUS EMPIRICUS beſchrijft TRALLIANUS er diergelijken , die hij voor na.
ſchrijfteene heilzaame kragt aan die Kevers toe, tegens tuurlijke en heilzaame middelen uitvent, Quorna , na
verſcheidene ziekten , en wel inzonderheid tegens oog. 't voorbeeld, zegt hij , van Galenus, die er gelijkzoor
kwaalen. Deeze gegraveerde ofgeconftelleerde Steenen , tigen heeft aangepreezen. In't be boek vanzijne geneesk.
waaren zo veele Talismans, daar inen de aſtrologiſche verh. vind men aangetekent, datmen op 't chijpersch ko.
waarnemingen deed invloeijen. PLINIus van de groen. per een Leeuw, een Maan en eer: Star graveerde, en dathij
agtige jaspis ſpreekende ,zegt , dat alle de Ooſterſche Vol niets heilzamervoorzeker zoort van kivaalen heeft gezien .
keren , denzelven als een Talisman droegen . Elders zegt Den zelfden Trallianus beſchrijft een ander Philac
hii , dat het gemeen aanzenoomen gevoelen was , Cacterium of behoedmiddel tegens 't kolijk ; men ſneed of
Milo van Crotona zijne overwinningen aan niets anders graveerde op een ijzeren ring met age boeken voorzien ,
dan aan dat zoort van Steenen , dien hij alcoos in zijne deeze woorden , Qevye , Osvyt , 108 , 2010 , ngopusa.
krijgstochten bij zich droeg , te danken had. Den zelf. nos oe [mtet, datwilzeggen , vlugt, vlugt, ongelukki.
den Schrijver voegt er tij, dat men van de hematites of ge gal , de Leeuwrik Zoektu . En't geen bewijst dat men
bloediteen gebruik inaakte , om zich voor de hinderlaa dat zoort van middelen onder 't afpe &t of toezigt van ze
gen der Barbaaren te hoeden, en dat zij heilzaameuitwerke' ker geſtarate gereed maakte, is , dat den Geneesheer er
zelen geduurende den ſtrijd te wegebragten. Ook droe op 't not van 't artijkel bijvoegt ; men inoest, zegt hij,
gen de Krijgslieden in Egijpten , 20 ELIANUS verhaalt , aan het graveerzel van die ring, op den 17 of 21 dag van
afbeeldingen van Kevers om hunnen moed te verſter de Maan werken.
ken , en het groote vertrouwen dat zij er in ſtelden , - De onzinnige begeerte die men had om Talismans te
ſproot voort, om datdie Volkeren geloofden , dat de aan bezitten , verſpreide zich onder de Christen gezind.
Je Son toegewijde Kever het bezielde afbeeldzel van heden , zo als men het bij TERTULLIANUS ziet , die het
dat hemellicht vertoonde , 't welk zij volgens PORPHI)" zelve aan de Marcioniren verwijt , welke hun bedrijf
RIUS als de magtigſte der Goden aanmerkten. Trebel maakten, zegt hij, van de Starren der Schepperte leeven ;
LIUS Pollio verbaalt , dat de Macréers AlexANDER nec hoc erubeſcentes de Stellis Creaturis vivere. Misſchien
DEN Grooten op zulk eene vreemde wijze eerden , dat moet zulks van de Starrewichelarij of Aſtrologia judicia,
de Mannen van dat gelagt de beeldtenis van die Vorst ria in 't algemeen verſtaan worden. Het is vrij wat ze .
op zilver gegraveert in hunne ringen droegen, en dat kerder dat de Valentiniaaners er een groot gebruik van
de Vrouwen die in haare hoofdvercierſelen , armbanden maakten , zo als hun Abacadabra, door de Geneesheer
en andere optooifelen , plaatsten ; cot zo verre zelfs , Serenus Sammonicus voorgeſchreeven , die ook van
dat in zijn tijd , voegt hij er bij , de meeſte kledingen der hunne fecte was , het bewijet ; insgelijks door hun A:
!
Dames van dat geſlagt, er nog mede verciert waaren , brafax waar van de Ketter Basilides zelfs den uitvin
om dat men zeide , dat die geene welke dusdanig het der was.
boofd van Alexander in goud of zilver droegen , er MARCELLUS een Man van aanzien en Christen , on:
in alle hunne daaden en handelingen bulpe van ontvin, derde regeering van THEODOSIUS leevende , beſchrijft in
VI. Deel. lii eeno
9606 TAL . FACI

eene verzameling van geneesmiddelen ,dien hij zijn Kinders ' waar uit dezelve is 'zamengeſteld.
toewijd, den volgenden Talisman. Een Slang zegt hij, met De Hr. WALLERIUS tele vier zootten van Talk op ; r .
zeven ſtraalen , op een in goud gevalle jaspis-ſteen gegra . De witte Falk , waar van de bladen half doorſchijnende
veerd,is goed tegens de maagpijnen,en hijnoemt dat Phej. zijn ; men heeft aan dezelve de naamen van Argijro damas,
Lacterium een phijſisch geneesmiddel; ad ſtomachidolorem Talcum lune , en Stella terre gegeeven . z. De geele Talk,
semedium phijſicum fit , in lapide jaspide exſculpe draco- uicondoorſchijnende bladen zamengeſteld; zomrudsword
nem radiatum , ut habeat feptem radios, et claude auro , et die Talcum aureum genoemt. 3. De groenagtige Talk ,
utere in collo. Die uitdrukking van phijfisch geeft te ken, zodavig alsdie , welke de franſchen zeeroneigen Craie de
nen , dat de Astrologie deel had in die zamenſtelling. Briançon noemen . 4. De taarlingswijze Talk , welke
Mem. de l'Acad. des Inſcript. tom . XI. p . 355. agthackig is en er als Aluin uit ziet. Zie WALLERII
Nog laat , heeft men er in Vrankrijk geloof aangena. Mineralogia , tom . I. Die geleerde Schrijver had er een
gen , want bij gelegenheid van de algemeene brand te zwarte Talk kunnen bijvoegen , welke volgens BORRI
Parijs , in 585 , verhaalt Gregorius De Tours een chius in Noorwegen word gevonden, en die geel word ,
zeer bijzondere zaak , waar aan bij geloofſchijnt te gee. wanneer gecalcineert is. Daar is ook Talk van een
ven , en op een bijgeloovige traditie der Pariſiaanen graauwe koleur.
gegrond was ; naamelijk , dat die Stad onder eene con- Het ſchịni dat de Hr. WALLERIUS te onregte , de
ſtellatie was gebouwt, die haar cegens Brand, Slangen Mica van de Talk heeft onderſcheiden , en er een bij.
en Muifen beveiligde; maar dat men weinig tijds voor zonder geſlagt van gemaakt ; want de Mica is wezent.
die brand , bij de boog van een brug graavende, een lijk niet anders dan geele of witte Talk , door meer of
koperen Slang en Muis had gevonden , die de beide minder verbondene deeltjes zamengeſteld , die het is
BeſchermoTalismans van die Stad waaren. Dus was het : waar , zomtijds in Steenen van een anderen aart word
niet alleen de bewaaring der gezondheid van Parti: gevonden , maar welke om die reden haare wezentlijie
culieren , maar het was ook die van gantſche Steden , hoedaanigheden niet verliest , die het zelfde zijn als die
en misſchien zelfs Koningrijken, die men aan de kragten der Talk .
der Talismans toeſchreef; want wat was het Palladium Dit moet men ook van het Muskovisch -glus: zeggen .
der Trojaanen en de gewijde of geheiligde Schilden van zijnde een Talk uit groote doorſchijnende bladen be .
Numa anders , dan zoorten van Talismans... ſtaande , en dusdanig genoem :, om dat men het zelve
Men onderſcheid in't algemeen , drie zooiten van Tæer in verſcheidene plaatzen van Rusland of Moscovien en
lismans; te-weeten , Afronomiſchie ; welke gekent wor. Siberien ; in plaats van glas in de venſters gebruikt.
den aan de hemelstekenen , of conſtellatien die er op- Zie MARIEN GLAS .
geſneeden zijn , vermengt met onverſtaanbaare caracters. De Talk is eene der Steenen waar over de Natuur.
De Toverpenningen , welkers ſnijwerk beſtaat, in al. kundigen het verwards hebben geſchreeven , en waar
lervreemſte gedaantens, bijgeloovige woorden , en naa : aan zij de meeſte verſchillende naamen hebben gegee .
men van onbekende Engelen : ven . Men denkt dat het woord Talk , van het hoog.
Eindelijk de Gemengden, waar op men hemelstekenen duitsche Talch't welk ongel betekent , af komſtig is , om
en barbaarſche woorden getekent vind , maar die niets dat die Steen even als ongel in 't aanraaken vetagtig toe.
bijgeloovigs bevatten , en waar.op geen naamen van En- ſchijnt. Dewijl die naam ecliter reeds van Avicenna is
gelen gevonden worden.. 1
gebruikt geworden , zoude men men hem van- bet ara
Eenige Schrijvers hebben verſcheidene rhuniſche gebisch kunnen afeiden. Deeze Steen is van zommige
denkpenningen , of ten minſten wiens randſchriften uit Schrijvers uit oorzaak van deszelfs ſchittering , Sceila
shuniſche of gothiſche letters beſtonden , voor Talismans terre genoemt geworden ; anderen hebben gedagt , dat
gehouden , om dat het zeker is , dat de Noordſche Vol- het de Talk is , welke DIOSCORIDEs onder de naam
keren doen zij het heidendom toegedaan waaren , groot van- Aphrofelma en Selenites hoeft willen berekenen ; het
werk van de Talismans maakten . Maar de Hr. Keder heeft geen wij door Selenites verſtaan is. cen gantsch ver
beweeſen , dat de Medailles met die caracters beſtempelt : ſchillende zelfſtandigheid, zie SELENITEŚ. Avicen
geheel geen Talismans waaren NA noemt hem Maan -ſteen ;; de Duitſchers noemen hem
Insgelijks moet inen niet met de Sikkels of wezentlijk Glimmer wanneer hij aan kleine brokjes is ; ook word hij
anticque hebreuwſche Medailles, zekere Talismans, en ze", Katten -goud en Katten- silver" genoemt, na dat hij geel
kere vierkante plaatjes verwarren uit hebreuwſche tallet. of wit is. Zommige Schrijvers hebben hem verward
ters zaamengeſteld ,welke men ſigilla planetarum noemt , ' met de lapis ſpecularis, 't welk een giipsachtige Steen
waar van de Horoſkooptrekkers en goede gelukzeggers is, die de werking van het vuur tot pleiſter brengt,
gebruik maaken , om hunne gewaande kundigheden ge. Eindelijk vind men denzelven betekent onder de naam
wigt bijtezetten ; zo als ook niet andere cover-figuu. van Glacies-marie , zijnde een Talk die even doorſchij
Ten met hebreuwſche letters en caracters bezet, waar nende is als glas , en't best bekend , onder de naam van
van men de modellen bij AGRIPPA vind , in zijne Sciences Muscovisch.glas.
des Medailles , tom. I. p . 308. Die verſchillende naamen en dwaalingen , ſpruiter
TALK , in ' t latijn Talcum ; is de naam welke en voort , door dien de Natuurkundign van den ouden tijd
aan een Steen geeft uit zeer dunne bladen zamengeſteld , geen toevlugt naamen tot de Scheikundige proefneemin
welke blinkende zijn , zagt in het aanraaken , buigzaam , gen , om den aart der Steenen te leeren kennen , en zij
en gemakkelijk om te pulveriſeeren ; de allergeweldigſte bielden zich maar met de uiterlijke gedaante , en zom
Werking van het vuur , is niet in ſtaat om eenige veran- tijds zeer bedrieglijke overeenkomſten op. De beroemde
ring op die Steen te wegetebrengen , en de allerſcherp . Pott heeft dat gebrek vervult , door een aaneengeſcha
fte zuuren hebben er geen de minſte vat op. De Talk kelt onderzoek , welke bij van de Talk gedaan heeft ;
is verſcheiden ten aanzien van de koleur, doorſchijn het beſuit van die proefneemingen is; dat er geen een
nendeid, zo wel als grootte en ſchikking der bladen , eenig zuur op den Talk werkt ; wanneer men nogthans
g .
TAL . TAM. TAM . 3607
geconcentreert Konings-water, op gecalcineerde zwarte of Honingbakje met twee korte borſtels onder de Meel.
geele Talk giet , zo word dat water van een ſchoon geele draadjes. Dus ſtelt er Linnæus maar ééne zoort van
koleur , 't geen voortkomt , om dat het zelve met ijzer- voor, tot welke zo wel de West- als Ostindiſche betrok .
deeltjes word beladen , welke aan die Talken vereenigt ken zijn ; want deeze Boom valt in die beide werelds
waaren en dezelve koleurden , dit is 't geen aan de Al- deelen.
chimistten gelegenheid heeft gegeeven om op de Talk te De Oostindiſche is , volgens RUMPHIUS , een groote
werken , om er dat goud in te zoeken , 't welk zij overal wijd uitgebreide Boom , met een dikken hoogen Stam ,
in denken te zien . Na dat die extractie is geſchied , en een zwartagtige , rouwe , geborſtene Schors. De
vind 'men de Talk in zjin geheel weder , dog ten cene . Takken zijn in menigvuldige twijgen verdeeld , die een
maalen van koleur berooft. digte Loof formeeren met een aangenaame ſchaduw ale
De Talk geduurende veertig dagen aan het vuur van van een Linde ; weshalve men hem ook wel op latten
een glas-ſmelterij blootgeſteld geweest zijnde , heeft er leit en Prieelen daar van maakt. Dus breid bij zich meera
geene de minſte verandering ondergaan; het geweldige der uit , dan in het wilde , alwaar hij , door de om en
vuur vermindert niets van derzelver luister , gewigtnog aangroeijende ruigte vermagerd , eene fchraale en yle
koleur, enkel word het er een weinig brosſer door-, en Kroon heeft. Aan de Twijgen groeijen de Looten die de
gemakkelijker om in bladen te verdeelen ; maar men geeft Bladen of Bladíteelen draagen , welke daar aan zonder
voor , dat de Talk door middel van de Brandſpiegel cot orde , zomtijds enkeld , zomtijds veelen bij elkander,
ſmelten overgaat , en in een verglaasde ſtoffe verandert ; geplaatst zijn . Be Blaadjes zitten aan de Bladiteelen
dog dan diende men ook wel te weeten , of het wezent zeer regelmaatig , in menigte ten ende toe gepaard , om
lijke Talk was die tot deeze proefneeming is gebruikt trent als die der Linzen . Ieder Blaadje is ointrent één
geworden , door Hoffmann en Neumann beide bijge .' vingerbreed lang en langwerpig ovaal , bijna driemaal
bragt. Hier door is het dat MORHOFF en BOIJLĖ zich zo lang als breed , dog zeer Romp aan de enden . Van
dubbeld bedroogen , doen zij zeiden dat de Talk zich veertien tot zeventien paaren zitten daar van aan een
in de tijd van een uur ; met een zagt vuur in Kalk ver. ſteeltje. Deeze Blaadjes zijn 'ongemeen dur en teder ,
anderde; ongetwijffelt zullen zij lapis-ſpecularis of ge- en geeven , door zich des avonds nederwaarts om te
bladerde-gips voor Talk aangezien hebben , en Pleiſter buigen en tegen elkander te nuiten , een voorbeeld van
voor Kalk . De Hr. Pott heeft de Talk met een groot die eigenſchap , welke men thans den Slaap der Planten
aantal zouten en andere zelfſtandigheden vermengt, 'c noemt; maar zij doen dit zelfs bij regenagtig weer , of
geenhem verſchillende voortbrengezels heeft bezorgt; als er ſchielijk een ſtorm ontſtaat, en de Bladíteelen zelf
zie zijne Lithogeognolia , tom . I. Dien zelfden Schrijver worden bij nagt agterwaards , tegen de Takjes aan , getrok
heeft waargenoomen , dat Talk met leemagtige aardens ken , als 't waare om de Bloemen of Vrugten te beſchut
vereenigt , eene zeer harde zelfſtandigheid uitlevert, ten. De Bloemen ſtaan aan trosſen op 't end der Tak
en men kan zich van dit mengzel bedienen om allerleij jes , en worden door Rumphius bij de Vioolbloemen
huishoudelijk vaatwerk van te maaken ,dieeenſterk vergeleeken ; 'waar mede hijniet de Bloemen der Vio
geweldvan vuur moeten uitſtaan. leti, gelijk " men 't begreepen heeft, maar die der Vio .
De Talk word op veele plaatſen van Europa gevonden ; lieren zal bedoelen . Vier buitenſte Blaadjes , naainelijk ,
maar daar is geen fraaijer bekend , als die uit Rusland , hebbenze , die in 't kruis ſtaan , zegt hij , bleekwit ,
en Siberien , welke men gewoon is Muscovisch -glas te dikagtig , dat de verdeelingen zijn van de gezegde Kelk ,
Doemen
en drie daar binnen , op 't witte zeer aartig met bruine
Dewijl de werking van het vuur niets op die Steen adertjes getekent. Deeze laatſten zijn veel Napper dan
vermag , valt het zeer bezwaarlijk om den aart van de de voorgaande en maaken de eigentlijke Bloem uit ,
aarde te kennen die haar tot baſis verſterkt; alle de gis- die van binnen de gezegde Meeldraadjes en Scamper
fingen die daar omtrent gemaakt zijn , zijn dus zeer twijf. beeft.
felagtig en gewaagt. De Tin mijnen zijn gemeenlijk van De Vrugten , die men Tamarijn noemt, zijn korte
talkagtige Steenen verzelt, die aan dezelve tot Baarmoe- Haauwen , dog taamelijk rond en dik , van langte ale
der verſtrekken .
een vinger en omtrent een vinger breed ; dog . zij val
TALK , zie ONGEL . len in zommige Landen of Landſchappen van Oost
TALK-OLIE , zie OLEUM TALCI. indie , zegt hij, wel wat grooter. Doorgaans zijn dees,
TALKONST , zie REKENKONST. ze Haauwen wat krom , gelijk de roomſche Boonen ,
TALPA , zie BLINDGEZWEL en ook wat knobbelig, gelijk die ; maar in verſcheide
TALPA NIGRA , zie MOLGEZWEL. hokjes ofcelletjes verdeeld , welke ieder een platte rond
TALING , zie EENDEN , n . XXIII-XXX. pag. agtige zaadkorrel bevatten , gelijkende naar Lupinen ,
588 en geelagtig bruin van koleur. De Haauw of Peul is
TALUS ; zie ENKLAAUW. eerst uit den graauwen groen , maar word , door de aarts
TAMANDUA , zie MIERENEETERS. groeijing , vuil graauw , hebbende een zeer dunne ſchors,
TAMARINDE BOOM , heeft den latijnſchen naam waar binnen de gezegde zaaden in hunne hokjes zitten ,
Tamarindus van het arabisch woord Tamarhendi, 'twelk omvangen met eeneweeke zelfſtandigheid. Dit Merg
zoveel betekenen zou als indiſche Dadels , weshalven inunt gelijk men weet, in zuuragtigheid uit ; dog heeft
de Grieken deezen Boom ook 'Oču Qorviç vijtelen , dat altoos eenige aangenaamheid , inzonderheid wanneer het
is, zuure Dadelboom . Meer ſchijnt zulks afgeleid te met ſuiker word ingelegd. Van binnen tegen de Sche
zijn van het ſappige Vleesch , dan van de overeenkomst de aan , is het met draaden omvangen, met welken te
der Vrugten , die inderdaad klein is , veel min van de zaamen het daar uit , gehaald , en tot vierkante platte koe
die men dus in Oostindie ter markt
geſtalte van den Boom. ken gemaakt word
De Kenmerken van dit Geſagt zijn , een driebladige brengt. Dit is loutere Tamarijn , met ſtukken van de ge
Bloem , welke de Kelkin vierenverdeeld heeft, enhet krooken Bast, Bladen en Steelen,
lii2
daar onder, welke niet
dan
3608 TAM . TAM .

dan van 't gémeen of in de keuken word gebruikt.' Tot zomtijds twee , drie , of vier zaadkortels bevattende.
het inleggen met ſuiker , in potten , moet men geen wit. ,, In het eerſte geval zijn zij bijna rond , in het laatſte
ten , maar geelagtigen ſuiker neemen , en , die met den , zeer knobbelaglig. Dekoleur van de Schors is in de
bruinen Lontar. of Segueer. Suiker ingelegt word , meest „ rijpe Vrugten ijzergraauw , zoçder eenig rood, in de
ten gebruike der Indiaanen diegende , hoe zwarı ook , » onrijpe groen , weshalve zij niet wel gekoleurd in's
is daarom niet minder aangenaam van ſmaak. De Ta . Kruidboek van BLACKWELL voorkoomen. Het rijpe
mariju , tot verzendinge naar ' t Vaderland bereid , zegt » Merg is vrij van de buitenſte ſchors en Peul , en vult
men , dat meer gezuiverd en ook wat zindelijker behan. thans verdikt zijnde , de ruiinte cusſchen deeze en de
deld worde. Hier geeft men op Java , den naam van As- bir nepſte Schors piet meer ; inaar , als deeze laatſte aan
Jam aan , en de Boom zelf word aldaar Asſam . Java ſtukken gebrooken word , zo ziet men hetzelve aan
genoemt, den Steel gehegt , door middel van eenige weinige
De Tamarijn is in de heete Landen , zo uit- als in. , ſterke banden die het omvatten , ſchijnende wel eer
wendig , van veel gebruik , Men wascht het Lighaam voedzel toebrengende vaten geweest te zijn ; dog
met het water, waar in zij gekookt is , zo tot verkoe. waar van men dic Merg met weinig moeite los maa.
ling als tot zuivering. Zij word in veelerlelij fauzen ken kan .
gedaan , die daar van een aangenaame zuurheid verkrij- De ingezetenen zijn gewoon twee zoorten van dee
gen . Ook word het Suikerbier,dat men veelop Java „ zey Boom te maaken; één zoete , naamelijk , en één
drinkt , daar mede rinsch gemaakt. Op Zee dient zij ,, wrange. Zommige Tamarinden , inderdaad, zijn er ,
grootelijks om hei Scheepsvolk voor ſcheurbuik te be. die alle hunne Vrugten jaarlijks veel zoeter dan an c
waaren. Zommige Menfchen maakt zij loslijvig , en is in deren hebben , en het omgekeerde heeft ook plaats;
in 't algemeen dienſtig om de kragt van andere purgeer- maar dewijl zij anders niet verſchillen , oordeel ik ,
middelen , inzonderheid die laxeerende zijn , beter te dat dit onderſcheid in ſmaak aan den grond , waar in BE
doen werken ; dog op zich zelve kan men ze naauwlijks is zij groeijen , of aan eene andere mij onbekende oor 2
een purgeermiddel noemen , nog een zekere werking zaak , toe te fchrijven is. De Amerikaanen , inzon .
daar van verwagten . De Bladen van deeze Boom heb > derheid die van Kurasſau , houden deeze Vrugten in
ben eene dergeliike eigenſchap , zijnde zuuragiig en de hoogſte waarde , en zij worden er in groote me .
verkoelende , dog voornaainelijk de Bloemen , wier af. » nigte raauw gegeeten , zonder eenig ander ongepak ,
trekzel of confert van goed gebruik is in heere koort- dan dat zij zomtijds wat los lijvig maaken . De zoete
fen en ziekten daar mede gemengd. De Bast is wat behaagden mij genoegzaam , piettegenſtaande ik er al.
zamentrekkende en verſterkende. Het Hout is hard en toos eenig wrang zuur in vond , dat de tong op eene
zwaas , bleek van koleur en tot Timmerwerk dienſtig. » , onaangenaame wijze prikkelde. Dat die van Marti €
Het heeft bij de Knoesten zwarte Plekken , en zom- nico deeze Vrugten onriip , en dus een uitterfte wrang
tijds ook dergelijke Aders en Vlakken , en het binnen : ziinde , eeten konden , heeft mij verwondert. Uit de
>
Ite der oude Boomen word bruinagtig zwart Te Bata. „ onrijpen weeten die van Kuba , na dat er de ſchors
via waaren , voor eenigen tijd , de graften en itraaten afgehaald is , met ſuiker zeer lekkere verſnaperingen
bezet met zwaare Tamarinden . „ of toeſpijzen te bereiden .
Behalve de Eilanden en vaste Kust van Oostindie , Daar de drie Meeluraadies , die tot het midden van
Perfie , Egijpten en Arabie , groeit deeze Boom ook in hunne langte zamengevoegd zijn , zich van elkander
Amerika, of eigentlijk op de Westindiſche Eilanden , ſcheiden , komen ook vier borſtelige Stoppeltjes voort ,
beurthouder.de inet dezelven . Twee andere Stoppel
en zelfs in Mexiko , dog werwaards die van elders , zo 9
NIREMBERG wil , zou overbrags zijn. Hij vergelijkt , tjes ( Stipulæ ), eens zo lang als deeze , ontfpringen
denzelven in geſtalte , bij een Esſche of Ockernooten : uit het Bloemkasje , bijkans aan de rug van het meel
9

Boom . De Heer JACQUIN vond de Tamarinden op de draadig Lighaam ;. deeze Stoppeltjes , ru, kunnen ale
velden , . in de tuinen en op gebouwde plaatzen van de de beginzels van andere Meeldraadjes ( Stamina ) aan.
Karabiſche Eilanden zo wel , als aan de kust van Zuid- gezien worden ; zo dat men drie vrugtbaar en de ove :
Amerika ; inaar , zegt hij , mooglijk nergens in 't wilde. ,, rigen onvrugtbaar inogt noemen ; waar door dit
Daar bloeit deeze Boom in october of november ; op Gewas zekerlijk aan de Casſia naverwant zou wore
Amboina in 't voorſte van 't jaar. Zie hier hoe dezelve den . "
door hem beſchréeven word. De twee laastgemelde Stoppeltjes merkt Linnæus
Deeze zeer fraaije en groote Boom maakt een dig aan als Borſteltjes van het Honigbakje gelijk gezegt
» te wijd uitgebreide Kroon , met een dikken regten is. Voorts zit, volgens JACQUIN , betMerg der Tama
Stam , in veele dunne Takken , inzonderheid daar zij vindent tusſchen de buitenſte en binnenſte Schors der
- jong zijn , verdeeld. Hij heeft gevinde Bladen , wier Scheede, en dus buiten de Hokjes of Celleties der Zaze
Steelen overhoeks geplaatst zijn , vijf duimen lang , den , waar van men het tegendeel bijna uit de beſchrij
» met veertien paaren , min of meer, bezet van kleine , ving van RÜMPHIUS zoude opmaaken: TOURNEFORT
in gladde, ongekartelde , langwerpige, ſtompe Blaadjes , zegt uitdrukkelijk , dat de Zaaden binnen een Peul zit
» dog die een klein puntje hebben , en geen oneffe n ten , die van een ander Peul of Scheede omvangen
>> Blaadjes aan 't end der Steel. Hij draagt enkelde , uit, word , wier tusſchenruimte doorgaans gevuld is met een
s geſpreide , hangende Trosſen , zo lang als de Blad: zwart zuur Merg .
9 ſteelen , van twaalf Bloemen min ofmeer . De Bloem . TAMARISCEN - BOOM. Dit altijd groenend Boom
» Ateng is roozekoleurig ; de Keik geelagtig , en de Bloem gewas draagt in t latijn de naam van Tamariscu s , Ta .
blaadjes geel met roode aderen doorweeven. DeBlóe: marix , en word genoegzaam in alle europiſche ſpraaken ,
men zijn zeer aangenaam van reuk en veelen misdraa eveneens geheeren. '
egen ; de Vrugten verſchillen zeer in geſtalte en groot- Kenmerken . De Bloemen zijn roosagtig , uit verſchei
»» ,16 ; nu zijn zij regt, dan krom , zomtijds maar éénen denę Bladen beſtaande , die in de rondte ſtaan , uit wel
5
s kes
TAM. TAN. TAN . 3009
ker Bloemkelk het Stijltje voortkoort, 't welk naderhand afkomſtig , en deswegens word hij van de Engelſchen
een Peul word , eenigzints gelijk die van den Wilgen. Sea Rough geheten ; Dentex live Sinodon Aldrovandi.
boom , die zich opent in twee deelen , en verſchcidene WILL. P. 312.; Sparus varius, dorſo acuto , dentibus
wollige Zaadjes in zich bevat . quatuor majoribus. Arted. Gen. 36. Syn. 60 .; ( Sparus
Zoorten. Daar zijn twee zoorten van die Gewas , als. cauda bifida , corpore variegato , dentibus quatuor majori.
1. Duitſche Tamariscen - Boom ; Tamariscus Germanica . bus. Linn . Sijft. Nat.
LoBeL . 218. Tourner. Int. Boern. Ind alt. 2. 257. De vier uitſteekende Tanden , in de onder zo wel als
Tamarix fruticoſa , folio crasfiore , ſc. Germanica, Bauh. bovenkaak , die naar Hondstanden in den Mensch ge .
Pin 485.; ( Tumarix floribus decandris. LINN . Spec. lijken , hebben den naam aan deeze zoort van Zee- Braasa
Piant. )
Sein gegeeven , die den Fragolino of Fagro der Italiaa
2, Franſche Tamariscen - Boom ; Tamariscus narbonenfis nen niet ongelijk is, doch dikker naar de grootte. Ge .
Lobel. 218. · Tourner Inft. 061. BOERH . Ind. alt. 2. meenlijk weegt hij drie of vier , doch men ziet er ook
257. Tamarix altera , folio tenuiore; fcit, Gallica. BAUH. van cien ponden zwaar . Zijn koleur is , in de jong,
Pin . 485. , ( Tamarix floribus pentandris . LINN. Spec. heid , vuilgroen of geel , met ligt blaauwe en zwarte
Plant.) vlakken , doch in de ouderdom wordt hij geheel paarſch
Plaats. De eerſte zoort groeit op veele plaatzen van of roodagtig purperkoleur.
Hoog Duitschland , vooral omtrent de Rivieren de In de Synagris van BelLONIUS, dien zommigen ook
Do auw , de Rhijn , de lber en2 .; inzonderheid word tot deeze zoort betrekken , werden , dat zonderling is ,
die zeer veel gevonden in het Aartsbisdom Saltsburg. go ſtraalen in de Rugvin geteld , en 10 in de Aarsvin ,
De tweede zoort , ot frapſche Tamariscen - Boom groeit in volgens Arteni; daar du Rugvin in de Sijnodon , volo
de warme landen , als in Provence , Languedoc, Span . gens WILLOUGHBIJ , maar ļo , de Aarsvin 8 ſlappe
jen , Italien , Grieckenland , en elders meer , en deeze Beentjes hade.
zoort word doorgaans grooter en boomagiiger als de eer- Toi deeze zoort betrekt de Heer GRONOVIUS den
ſte zoort, die veeltijds klein en heesteragtig blijft, hoe Kaapſchen Goudviſch , en den Acara der Braſiliaanen,
wel ze op zommige plaatzen ook vrij groot en boom onder den naam van CIJNedus met de Staart alseen wasa
agtig worden. lende Maan , de tweede Voortand van de beide Kaaken
Kweekinig. Beide de zoorten, beminnen een goede , groft. Cynædus Cauda lunulata , Dente ſecundo ano
Josſe , liefst zandagtige onbemeste grond , en kunnen tica utriusque Maxillæ maximo. Zooph. Gron. Faſc. 1.8.
onze winterkoude zeer wel doorſtaan , hoewel de twee 60 , n. 214. BROWNE hadt eun dergelijken genoemd
de of franjche soort iets gevoeliger is , en derhalven op goudglinſterende Coracinus , en Klein geeft den naam
een goede warme plaats moet geſteld worden , deeze van Synagris aan een Visch , die rood of purperagtig
wil echter bij ons veeltijds nog beter groeijen als de bont ' is , met blauwe en zwarte vlakken ; welke beiden
duitſche zoort . ook tot deeze zoort betrokken worden.
De vermeerdering van beide geſchied door uitloopers Genelde Goudviſeli, een voet , vier duimen en drie
of wel door i legging der, jonge takken , welke men lijnen lang hade in de Rugvin 22 Beentjes , waar van
vervolgens niet voor het tweede of derde jaar , van twaalf gedoornd , in de Borſtvinnen 16., in die van den
de ouden moet afneemen , dewijl ze langzaam bewor . Buik 's en één ſtijf of ſcherp , in de Aarsvio 11 en drie
telen. ſtijve Beentjes ; 15 in de Staart. Van de Tanden , die
Men plaatst ze doorgaans maar alleen in de Tuinen , laamelijk groot en vast zijn in de beide Kaaken , ſtee
hier of daar waar het gevoeglijk is , enkel uit liefheb : ken onder en boven twee uit , die zeer ſcherp en ſterk
berij en om haar geduurige niet onaangenaame groen . zijn , viermaal zo lang als de overigen ; 't welk den
te , ook kan men er zeer fraaije Scheerheggen van tee . Visch zeerkenbaar maakt.
len . TANDDRIJVENDE . MIDDELEN , zie REPEL .
Gebruik. Het Hout van deeze Boomen dat zeer hard LENTIA .
is , word in de gewesten daar het veelvuldig groeit , TANDEN. Eer wij over de Tanden handelen , moe :
tot allerleij draaij en ander klein cierlijk werk se ten wij voorat den Lezer anbevelen , biet uitmuntend
bruikt. werk van den : grooten Ontleder Eustachius , over
Ook heeft dit gewas zijne nuttigheid in de Genees. de Tanden , en het geene de beroemde Ontleder van on
kunde; de Schors inzonderheid van de wortels ; h . t hout zen tijd B. S. ALBINus daar over in zijne Annot. Acad.
en de Bladen zijn adſtringeerende , en worder. g pree: Lib . II. gegeeven heeft; het werk van HUNTER , 'twelk
ti zen voor de verſtopping in de ingewanden , en daar uit thans ook in onze taal het licht ziet ; eindelijk , het boek
voortkoomende ongemakken , als hipochondrie , wind- van PALFIJN over de Beenderen , behelst mede eene
en waterzugt , enz . Men maakt er tot dien einde een
fraaije beſchrijving der Tanden.
deco&um of afkookzel van , welke. ook dienſtig is .
De Tanden zijn bij ons geplaatst in twee rijen in den
voor vuil tandvleesch , daar mede gewasſchen worden,
mond , in de boven en onderkaak , zo dat in ijder 16
de. gevonden worden bij Bejaarden. Wij zeggen in den
TAMBOER VISCH , zie OMBER - VISSCHEN , n. mond , omdat dit niet in alle Dieren plaats heeft; bij
y . pag. 2365. voorbeeld , bij veele Visſchen worden zij gevonden
TAMNUS , zie WILDE -WIJNGAARD . aan het verhcmelte, gelijk in den Snoek , Kabeljauw
TANACETUM , zie REINVAAR . enz.; of in den nokdarm , gelijk bijde Braasſem, en in
TAND , zie TANDEN. de Mola of Sonneviſch ; of wel in de maag , gelijk bij
TAND BRAASSEM ; deeze Visch onder het geſagt de Kreeften. Alle deezen hebben het zelfde gebruik
der Braasſems behoorende , is door deOuden Sinodon om de ſpiizen te vermorſelen en fijn te maalen .
of Dentex eheten , en word heder.daagich door d' : Ita . Of schoon bij ons de Tanden in den mond , en wel
liaanen Dentale genoemt; die naam is van de Tanden zodanig zitten , dat de beide wortels in de kasſen der bet.
dhe
Iii 3
goro - TAN . TAN.

de kaaken , en de kroonen er buiten zijn , vindt men ten zijdelings , of voorwaarts uit ; inzonderheid is dit
nogchans in den Menſch zeer zonderlinge verplaatzin: waar omtrent de Hoektanden , voor al de bovenſte , want
gen ; Albinus heeft daar van merkwaardige voorbeel veeltijds vinden die geene genoegzaame plaats , in welk
den gegeeven , Acad . Adr.ot. Lib . I. Cap. 13. P. 54. n ,en groote misſtand ver
geval zij voorwaartsuitgroeije
· In den kop van een bejaard Man , zaten er twee tus. wekken , die ook niet kan voorgekoomen worden , dan
ſchen den neus en oogen . Tab. IV. fig . 1. met de kroon met ze geheel uit te trekken ; want door afvijling , gelijk
naar boven ; in een ander zaten twee Tanden in de Ver- de Franſchen dikwils doen , verliest de Tand zijne glas .
hemeltes beenderen , ib. fig . 3. in een derden zaten twee korst en verrot -ſchielijk, waar door men in den Mond
in de opperkaakbeenderen , ter zijde van de foramina altoos die bruine Tand ziet , 't welke nietbevallig ſtaat.
inciſiva , of gaten die uit den Neus in den Mond koo. De Tanden vallen van zelve uit , daar is geenekonst
men binnen agter de Snijtanden , ib. fig. 2 . bij van nooden , dan wanneer de natuur te kort ſchiet ,
Onze Tanden worden verbeeld in Snijtanden , Hoek. en men voor wilkoomen dat de tweede Tanden zich niet
tanden en Kiesen ; boven en onder zijn vier Snijtanden, verkeerd opdoen , of krom worden. Dit heeft in de
daar naast aan ieder zijde een Hoektand, waar van de Menſchen niet alleen plaats, maar ook in de Dieren ,
wortels hebben ; op die wij
twee bovenſte Oogtanden , en , de onderſte, of wel alı . zelfs in de zulke die hollegrooten
le vier , de Hondstanden genoemt worden. Linnæus ze hebben wij in een Crocodils-kop gezien
noeint ze Laniarii , of Scheurtanden , en in der daad dat de tweede Tand in plaats van rechtop te ſchieten ,
met zeer veel recht. Kiezen zijn er 20 aan de agter- en er met zijne punt de eerſte uit te ligten , door te .
kant , agter de Scheurtanden aan ijder zijde onder en bo- gen tand zijdelings gegroeit , en door het vaſte Been
ven S. eene opening gemaakt heeft.
De Snij-, Honds- en de vier Maaltanden , hebben al- De Kiezen, vooral de tweede , die meest al drie wor.
le negts eene wortel, de volgende hebben twee , drie; tels heeft, word gemakkelijk opgeligt door den nieu.
de middelſte , vierde en agterſte drie , of vier wortelen , wen die er vlak onder zit.
waar mede dezelve, zeer vast in de kasſen indringen , Het gaat met de Tanden dus , dat eerst de Snijtanden ,
hoewel in de Swarten en Tartaaren dezelve veel lan- dan de Hoektanden tusſchen de 7 en 9 jaaren afwisſe
ger , en dieper oploopen , dan in ons. len , vervolgens de eerſte Kiezen , en de daar opvole
Dan als wij gebooren worden , kuomen wij zonder gende tusfchen de 11 en 13 jaar ; dog de vier agterſte
Tanden ter waereld ; het is wel waar , dat een enkel Kiezen , die daarom de Kiezen van verſtand genoemd
Kind met Tanden gebooren wordt , gelijk MARCUS Co. worden , koomen niet te voorſchijn dan tusſchen de 18
RIUS Dentatus, Cnejus PAPIRIUS arbo , met de geheele en 20 jaaren , of laater.
rijen , Lodewijk De XIV een gedeelte ; dog dit is Men verhaalt veel dat in oude Lieden paa de 80 en
zeer zeldzaam . Evenwel moet men zich niet verbeel , 100 jaaren weder Tanden gegroeit zijn , dog alle die
den dat de l'anden daarom niet in de kasſen zijn, in te. hiſtorien zijn verdagt, want in den Ouderdom vallen
gendeel, wij hebben reets twee rijen Snij- en Hoektan. niet alleen de Tanden weg , maar alle de kasſen , zo
den; dog verhoolen , op dat zij den Tepel der tedere dat er geene mogelijkheid overblijft tot voortgroejing
Moeder of Min niet kwetzen zouden . In de kasten van nieuwe.
der voorſte Kiezen koomen naderhand de nieuwe Kie. De Tanden en Kiezen beſtaan in de volmaakte ſtaat ,
zen te voorſchijn , die dus de verwisſeling te wege uit eene korst , die men de glas of diamant-korst beet ;
brengen . en uit de binnen -zelfſtandigheid , die tot doorlaating
Wij verwisſelen vooreerst, alle de Snijtanden , de der bloedvaten en zenuwen overal kleine openingen
vier Hoektanden , en de twee volgende kiezen ; dus 20 heeft, behalven bij de wortelen , daar die , voornaame.
in het geheel , 'c welke door allen bevestigd word ; zielijk bij de Kiezen, vrij groot en wijd zijn. De glas .
Alb . ib. lib. II.c: 3:"22.1-9. Dog in dat verwisſelen , is korst heeft geen Beenvlies , maar zij wordt dunner,
de Natuur ongeregeld ; want bij zommige vallen de eer- en geeft negts, een dun korstje om den wortel, die me.
fte Tanden op de zeven jaaren wel uit, dog daar koo de geen Beenvlies heeft. Het is om die rede dat veele
men geene nieuwe, gelijk ik meer dan eens gezien heb. Ontleedkundigen de Tanden niet onder de Beenderen
be; de rede is , dat de tweede rije ontbreekt; dit ge tellen ; men behoort over dit zakmenſtel te leezen,
brek kan immers zo wel plaats hebben , als wij zien dat MALPIGHIUS Op: poft. p. 51. Ook MONRO on the Boo
Vingers , Handen , zelfs geheele Armen en Beenen ues. pag. 145 :; en ALBINUS ' Annot. Acad. Lib. II. c . I.
ontbreeken , of ſchoon de overige deelen volmaakt zijn. & 2. D. 16. & c.
Maar bij de verwisſeling heeft ook zomtijds deeze Men moet een Snijtand doorzaagen , of eerst ſplij.
ongeregeldheid plaats, dat de tweede rije reets voort. ten met een hamer, dan aflijpen, om ze met het ver
fchiet, en uit dekasſen uitſchiet, eer de eerſte afgeval. grootglas te zien , het zelfde doet men met eene Kies ;
op deeze wijze verkrijgt men de twee voorwerpen in
len zijn : Hier door ziet men of twee rijen , te gelijk ,
of wel eenen zeer grooten misſtand. Zomtijds vallen de lengte gekloofd , en men neemt twee andere om ze
dwars door de ſnijden , ten einde die zelfſtandigheden
de Tanden ongeregelt uit, bij voorbeeld , eerst de bo.
mét elkanderen te vergelijken .
venſte , daar naa de onderſte , en dan groeijen eens de
onderſte te ſchielijk , of te langzaam , of wel volgen Dan vindt men dat de vezelen van de glaskorst al
leen bijnaa loodlijoig ſtaan op de binnenſte zelfſtandig
elkanderen niet ; als dan ſtaan de Tanden zeer ſcheef,
de onderſte ſchieten voorbij de bovenſte , enz. heid , die uit cene horizontaale aanwasch ſchijat gevormt
Ook moet men opmerken , dat de tweede altoos veel te worden , en wel op deeze wijze
grooter zijn dan de eerſte; en vermits onze kaaken bij. Eerſt maakt de natuur de glaskorst , voor de Kroon,
zonder naauw zijn, en veel ſmaller dan bij de zuider. gelijk men in de Kinderhoofden zien kan , daar zij als
lijke Volkeren , Æthiopiers en Tartaaren enz. , is er dopjes zijn , gebeel hol, vervolgens word die holte
geene genoegzaamne plaats yoor dezelve , en zij . Ichie. gevuld , en de wortelbegint nederwaarts te verlengen ,
einde
TAN . TAN . 9011
eindelijk ook gevuld ; zoo dat die tweede zelfſtandige alleen zeer uitmuntendover de Konsttanden , maar ook
heid zich als door aanſlibbing tusſchen alle de bloedva. over de ſtof, ch. 13.01.215, Men gebruikt ook Osſen .
ten en zenuwen in plaatst. tanden , en die van Menſchen , welkemen dan aan een
Zoo draa nu deeze glaskoret door toeval ſplijt, ſcheurt, hegt door een goudplaatje of van zilver , men behoort
afſchilfert , of anders door beknelling aangedaan wordt, er ook over naar te zien Mr. BOURDET , tom , 2 , ch. VI.
gelijk men dikwils ziet aan de voorſte Snijtanden in P. 211. & seq.
Vrouwen , dat daar zij tegens een raaken , eene blauwe Daar is een ongemak om de Tanden van Osſen , Paar
vlek gebooren wordt , die daar naa in bederf of caries den en Menſchen te gebruiken , om dat zij zulk eene
overgaat. Hoe ook de glaskorst verlooren wordt , zo harde diamantkorst hebben , die zig niet booren nog be
bederft de binnenſte ſtoffe , de Tand of Kies wordt werken laat , anders is die ſtoffe ontegenſpreekelijk de
hol , de glaskorst blijft nog ſtaan , tot alles ondermijnd beſte. Ik hebbe gebruikt het hart , of dat deel der
zijnde , door eene ongelijke beet ook de geheele kroon Westindiſche Paarelmoer-ſchulpen , 't welke bij deNui.
afbreekt.
ting agter is; dog deeze koleur is wel overheerlijk ,
maar de ſtof wordt door de ſpog zo ſchielijk in kalk
Herſtelling van Tanden door natuurlijke en verteerd , dat men er van verſteld ſtaat.
nog levendige Tanden . Ik gebruike dan altijd Walrustand , en behoude zo
De Tandpijn word gelijk wij beneden op het artijkel veel van de buitenkorst als moogelijk is , om datdie het
Tandpijn zeggen , weggenomen , allerzekerst door trek. langst ſtaat tegens het verſchillend gekoleurd eeten en 4
ken , dog dan verliest men eenen Tand, die weder her. drinken : Want alle bruine Sauſen , alle roode Wijn , 1

ſteld kan worden op tweërleij wijzen ; of door eene Aalbeſiën, vooral Moerbeſiền en dergelijke, maaken
nieuwe Tand uit een anders kaak getrokken , en weder de Tanden zo door en door bruin , dat zij zelfs door .

ingezet in de kas van die er een verliest om Tand- bleeken niet goed konnen worden .
pijn ; of wel de aangedaane Tand word negts uitgetrok. Ik onderſtelle dat een Tand afgebrooken , of uitge
ken , en gezuiverd , en met lood voorzien , aanſtonts trokken is , als dan wagt men tot dat de Kieuwen beve
weder in zijne eigene holte of. kas gezet , als dan ſtigd zijn , men maakt de Konsttand zo breed , dat er,
groeit er het tandvleeſch aan vast , en zulk een Tuind twee ſponningies in konnen koomen, en men maakt ze 1
kan jaaren lang blijven zitten , en dienst doen ; deeze op de lengte en agter uitgehold om de onderſte Tanden 1
manier is zeer uitvoerig beichreeven ' , door Mr. BOUR : te bevatten , zo zij boven zijn moeten, of anders ook
Det Recherches & ? Of ſur toutes les parties de l'art du holagrig orr. den Tong niet te hinderen . Men moet ze
Dentiste. Paris. 80. 1757.P. 158. tom . 1. f. 5. of wel in niet te net doen pasſen , want vermits zij gebonden moes
Le Chirurgien Dentiste door P. FAUCHARD. tom . I. Pa ten worden aan de naaſtaanſtaande Tanden , en er de .

ris. 1720 ch. 30. P. 375 , die reers lang te vooren zul : zijdene draad door wasch gehaald nog tusſchen moet ,
ke proeven meteen zeer goeden uitdag gedaan heeſt , en wrikken zij de natuurlijke Tanden los en verwijderen
tegenwoordig vinden wij die dagelijks beveſtigd. Evenwel ze van elkander, zo dat best is ze liegts even te doen
begrijpt men ligt , dat dit geene plaats kan hebben , dan in pasſen.
jongere Menſchen , die debeenka-fen der Tanden nog ge- Men boort daar naa een gatje dwars door den Konst
heel hebben ; in Ouden welker Tanden door het verlies tand aan de bovenkant , en men haalt daar een dubbel.
dier kasſen wegvallen , is zodanig cene herſtelling on. den draad door , met de lus om den eenen geſaagen ,
mogelijk. 20 bindt men de einden om den Tand der andere zijde,
Deeze Tanden verliezen echter hunne koleur , en met een dubbelden knoop , en men ſnijd de draaden af.
worden eindelijk los , en vallen weg ; zo dat ook dit Ik gebruike Negts eene kleine Beenzaage, een Tafel...

1
middel hoe vreemd ook en hoe ongelooflijk , echter zeer ſchroef, een kleine Handſchroef , Vijlen- en Schavee
waar en dikwils beproefd, niet in allen gevallen , nog len , en een gemeenen Boor , en vijle de kleinſte Boor
lang van dienst zijn. tjes naar mijn zin om de gaten te booren . Wel glad
gevijld zijnde of geſchavceld , polijste ik inet ſpaanſche
Herſtelling van Tanden door het inzetten Biezen , en naderhand op baai, met olie en trijpel.
van Konsttanden. ſteen .
De konst om uitgevallene Tanden door Konsttanden te Als zij vuil zijn , moet inen ze aan een draad buiten
herſtellen is zeer oud , aangezien LUCIANUS en MAR in de lucht hangen , zo konnen zij lang gebruikt wor.
TIALIS daar reets gewag van maaken , ook word zij nog den , evenwel verliezen zij de koleur ; in zommigen zelo
dagelijks geoeffend met een zeer gelukkigen uitſag. ve worden zij zagt als horen , en bij de Vrouwen als
Đog het is zeer moeijelijk om eene toffe te vinden die die de zuiveringen hebben , zijn zij ſchielijker vuil, 'o
er toe gepast is. Men kan nooit ergens over , beter dan geen zeer te verwonderen is.
bij eigene ondervinding ſchrijven ; zelf in het geval zijn Als men er twee of drie of meer aaneenvoegt , ge ..
de , en de konst verſtaande om ze maaken , heb ik gebruikt men dezelfde wijze , alleenlijk blijven er twee
vonden , dat been te ſchielijk verkleurt , vooral van Ös. ſponningies , voor de naaſte Tanden ;, en een ggat , of
fen , welker ſtof FABRICIUS AB Aquapendente aan. wel zo er vier zijn , twee gaten , uit de ſponnin in de .
en agterbo lte geboord.
agtig , enDebederv
prijst. ents-tanden
Oliphan zeer ſpoedig zijn veel
; de, ineeste
zelve te ſpons.-
n verkiez Of ſchoon men wel met deeze Tanden eeten kan,
daarom de Tanden van den Hippopotamus, of het Ri. dienen zij nogthans meer tot cieraad , en zijn zeernute
twee
vier Paard , vooral de, en voorſte lange Tanden , dog tig om wel te ſpreeken.
ook die zijn te voos ſtaan niet lang genoeg tegens Wanneer men geen tijd heeft om de Tanden van pasſe
de ſpog en vogten van den mond ; anderen neemen te maaken in den Mond van de Lijders , dan neemt
Walrustand, dog deezen keurt BRISSON te onregt af. men een ſtuk weeke klei , en ſteekt die tusſchen de
FAUCHARD zo even aangepreezen , bandelt tom . 2, ib. niet Tanden en er om heen , daar naa neemt men deeze vorn
VOOT
TAN , TAN .
301 !
voorzigtig er uit, en gietze vol Gips of Pleister, en ke groote kroonen hebbende, enſtomp zijnde, veeltijds
als dan beeft men de juiſte maat , waarin mende Tan- zonder ongemak er door dringen.
den te pasſe maakt, en vervolgens den Lijder toezendt ; Alle inwendige middelen zijn voor deeze kwaale on .
dit heeft ook zijn nut , als de Lijder niet woont in de nut , dan in zo verre zi) voor verkoeling het bloed be
Stad van den Kunſtenaar. daaren , en de kooris draaglijk maaken .
Men heeft met den allervolmaakiten uitdag , met een
Over de Kalk der Tanden . vlijm het tandvleesch doorgeſneeden , en op die wijze
Onze ſpog of kwijl heeft eene zorderlinge eigenſchap de hevigſte toevallen voorgekoomen: Dit kan zonder
van zeer veel ſteenagtige ſtoffe in zig te hebben , wel gevaar geſchieden , gelijk de dagelijkſche ondervinding
ke zig ſpoedig rondoin' de Tanden en kiezen vast zet, hecft geleerd. Men behoort over deeze ziekte te lee.
zoo draa er niet gekaauwd wordt ; om die rede wordt zen Harris de Morbis Infantum , BORHAAVE , en vooral
die zijde meest bezet met Kalk daarmen niet op kaauwt, OOSTERDIJK Schacht.
maar inzonderheid zijn daar aan onderhevig , de on . * TANDEN-BEDERF , zie TANDEN,
derſte Tanden , om dat de ſpog altoos daar tegens TANDEN TREKKERS > zie HEELMEESTER .
ſtaan blijft. TAND-KRUID , zie CORAAL- VIOLIER.
Het gebeurt dat er om eene Kies en Tanden ſtuk . TANDMEESTERS , zie HEELMEESTER .
ken zig hechten van 1 duiin omtrek , welke met pun TANDMEESTERS: KONST , zie ODONTO.
tige en ongelijke uitſteekzels het Tandvleesch neder. TECHNIA.
drukken , den Tand doet waggelen en bloeden , zo dat TANDPOEDERS , op het artikel DENTRIFI.
vooral de Tong van onderen belet wordt in het CIUM in dit Woordenboek, zijn reeds verſcheide zeer
(preeken , als men die Kalk niet tijdig wegneemt. goede Tandpoeders beſchreeven ; zie hier nog het voor
Dit wegneemen moet voorzigtig , maar met ſtevige ſchrift van een , dat uitmuntend is.
werktuigen , en die ſcherp zijn , geſchieden , om met Neemt kreeftsoogen , een once ; cremor tartari , een
zekerheid te naagen ; ſchrappen is het eenige middel half once; mijrrhe, een half drachma; en rauwe aluin ,
om dit wel te verrigten : Nooit moet men gebruik maa. een halve ſchrupel; fijn gemaakt zijnde, zo mengt het
ken van zuure geeſten, gelijk veele verkoopen om de wel onder een, en gebruikt het als na gewoonte.
Tanden ſpoedig wit , en van deeze Kalk ontbloot te Dit Tandpooder doet het Nijm der Mond finelten , be :
doen zijn . houd en verſterkt het Tandvleeſch , terwijl de kreefts.
De ſtof is gemeenlijk zeer bros , vooral als zij in den oog en met den vinger tegens de Tanden gewreeven ,
Mond , door het ſpog bevogtigd en warm is ; om ſpoe met het overige eene zagļe afſlijping maakt, van de
dig dit zomtijds pijnlijk ongemak weg te neemen , knipt kalkagtige korst, die zich om de Tanden zet.
men met een goede ſchaar het uitſteekend gedeelte Die met ſtijve Borſtels de Tanden wrijven , doen
weg , en vervolgens ſchrapt men. het Tandvleeſch bloeden , oin dat het daar door van de
Tanden word losgemaakt.
Het bloeden der Tanden . Alle Tandpoeders die ſcherp zijn , fijten de glas- korst
Zomwijlen bloeden de Tanden op het minste zuigen , af , en geeven aanleiding tot bederf , moeten derhalven
dog dit gebeurt nimmer dan wanneer er bederf bij is ; noodzaakelijk vermijd worden.
in een enkel geval bloedt het Tandvleesch tusſchen de TANDPIJN , in ' t latijn Dentium dolor en Odontal.
Tanden in ; dan is het branden met een gloeijend ij . gia. Zo draa de diamantkorst weg geworden is , de bin :
zer , geſchikt naar de tusſchenruimte , best . nen zelfſtandigheid verrot , en door het eeten 't welke
Veeltijds bloeden de kasſen naar het uittrekken der in die holte verzamelt nog meer bederft, worden niet
Tanden zo geweldig , dat men het bijnaa niet kan ſtil. alleen de bloedvaten weggeknaagt, maar de zenuwtake
len ; de rede is , dat bij het uithaalen teffens de Naga: ken geduurig geprikkelt , en op deeze wijze neemt
der aan ſtukken getrokken word vrij diep in de kas , Tandpijn haare oorzaak . Eerst killing , dan prikkeling ,
en dat deeze tegen het Been vast leggende zig niet kan en knaaging , eindelijk hevige pijn , die niet ophoud ,
of loot gevuld zijnde, de
fuiten ; Het gevoeglijkſte is , eenige bloedſtelpende poe- voor dat de holte met waschſcherpheden
ders , als bolus in de holte te ſtoppen , en vervolgens zenuwen bedekt tegens die , of wel als de
een kurkje geſneden naar behooren , t welke men door Tand uitgetrokken zijnde de zenuw geheel afgebrookep
de tegenſtaande Kiezen zo diep als nodig inperſt. word ; ik meene waargenoomen te hebben , dat van welk
eene oorzaak heg bederf koomen mooge , de kiezen in
Over het Tanden krijgen in Kinderen. alle Menſchen aan de Dinker zijde meer aangedaan en
Wij hebben reeds getoond dat de Eerſtgeborene gee. gecarieerd worden , dan aan de rechter zijde, waar van
ne Tanden hebben , maar 25 weeken om zijnde, be ik de rede aan de ſcherpziende verſtanden overlaate .
ginnen gemeenlijk de twee voorſte zo wel onder als Het is zeer aanmerkelijk , dat alle de Tanden en Rie .
boven zigtbaar te worden , en door het Tandvieesch zen van de onderkaak voorzien worden van de groote
heenen te ſchijnen ; als dan krijgen zij wel eens koorts, takken van de derde verdeeling van het vijfde paar ,
hebben groenen , korligen en linkenden afgang , ſcuip- terwijl de bovenſte allen takken krijgen van de tweede
trekkingen enz.; het gagel bijna doorgeſneeden door de verdeeling van die zelfdezenuw .
Tanden , word verbolgen , en eindelijk geraaken er de Dog deeze beide zenuwen zijn niet alleen onderling
I anden door , en de toevallen bedaaren. verknogt, maar de tweede en derde verdeeling is geheel
De volgende twee geeven minder pijn , maar de en al met haare uiteindens vereenigt , met den harden
Hoektanden veroorzaaken de grootſte toevallen ; die Tan . tak van het zevende paar , met de Naapzenuwen , met
den zijn groot , en of ſchoon puntig , booren zij niet ge- die van het oor, en met de tweede paar halszenuwen ,
makkelijk door het dikke gagel. Het geen meest te ver . dus met het geheele aangezigt, ooren en hals.
wonderen is ſchijnt ons toe te zijn , dat de Kiezen zul. Zo dra nu één Tand , of Kies hol is ,zo dat de zenuw
flegts
TAN . : TAN . 1 30 : 3

techts geprikkeld word , verſpreit zich de pijn langs die wei of andere verdunnende dranken , waar in men een
zijde vanhet aangezigt , en men noemt haar de Been weinig ſalpeter døen kan. Braakmiddelen zijn mede zom
yous ; men wil niet gelooven dat de pijn en die opzetting, tijds van zeer goede uitwerking voor de Tandpijn. Her
van de holle Kies ofTand afkoome, men wil dat het ee is zelden veilig, rust , pijnttillende, of verhittendemidde.
ne zinking is , die even als of die van boven nederwaarts len aantewenden , of zelfs een Tand te trekken ,ten
konde daalen , van boven vallen zoude op de Tanden zij men eerst de noodige ontlastingen doe voorafgaan ,
of Riezen , en men wil met pleiſters, met olien , en ik en deeze zullen gemeenlijk alleen , tot geneezing genoeg
weet niet wat wegneemen een gevolg , welkers oorzaak zaam zijn .
in den mond is , en ſteets blijft. Na de gemelde ontlastingen , beveelen wij aan het
De pijn van tandtrekken , en het onherſtelbaar ver. ſtooven - dier deelen , met warm water of afkookzels yan
lies , heeft de Geneeheeren doen denken op verſcheide. versagtende kruiden. Ook kan men zakjes met gekookte
ne middelen , als branden , opvullen met wasch , en met kamil- of vlierbloesſem , zo warm als het den Lijder ee
lood , of wel het oor te branden , of er een ring in te nigzins veelen kan , op de wang der aangetaste zijde
draagen , om de zogenoemde ſcherpe ſtoffen af te trek. leggen, dezelve wanneer ze koud geworden zijn , ver.
ken ; alle helpen voor een tijd , dogeindelijk is het nood. Dieuwende. Daarenboven kan de Lijderdewaasſem van
Zaakelijk dat men trekke. warm water , door een omgekeerde trechter , of ander
En wel te meer , omdat er eindelijk een abſces, of zins in den mond zuigen .
verzweering gebooren word om de wortel van de Kies , Eer, breijnaald aan 't eene end heet gemaakt , en dit
die aan de onderkaak voorvallende , voorzeker eene beete end op den kleinen binnenwaardzen heuvel van
fistel maakt, zo men de Kies niet trekt, en die fistel; het Oor aan die zijde van het hoofd daar de Tandpijn
(zie FISTELS ) geneest nimmer, voor dat de Kies ge. is , gehouden , zeggen zommige dat de Tandpijn doet ver
trokken is , en derhalven is het best aanſtonds daar toe dwijnen en ten eenemaalen overgaan , boedanig ditmid
over te gaan. Dog aan de bovenkaak breekt het abſces del geappliceert word , zie op plaat LVIII de middelſte
door, binnen in den mond , en maakt wel grooter pijn afdeeling.
en zwelling tot op de oogen , ooren , en geheelen hals tot Gorgel- Dranken zijn mede zeer goed , om de vogten te
aan de heutelbeenderen toe , maar laat geene mismaakt. doen ontlasten . Hier toe kanmen hetaftrekzel van sa
heid over na de geneezing. Deeze abſcesſen koomen lie of moerbeſsen -bloemen gebruiken.
dikwils weder , en houden niet op voor dat de Kies ge- Alles wat den Lijder ſpeekzel kan doen losſen , is zeer
trokken is. puttig. Ten dien einde kan men bittere , verwarmende ,
Omtrent de uitwendige geneesmiddelen , moeten wij en prikkelende kruiden of wortels kauwen , als gentiaan ,
dit nog zeggen , dat verwarming in den gehoorweg door calmus, graskruid. Zommige Geneesheeren prijzen zeer
het inſteeken van wol , of door het bijvoegen van aro . de wortel van geele Lelien, met deeze wortei wrijve men
maticque olien , voorzeker eenig nut aanbrengt, om dat de Tand of kauwe er een weinig van . Een vermaard
het zevende paar zenuwen hier door verwarmt word , Geneesheer zegt, dat hij dit middel zelden zonder goe
't welk gelijk gezegtis, zeer vereenigt is met de zenu . de uitwerking heeft zien gebruiken.
wen der Tanden en Kiezen . Nog veele andere kruiden , wortels en saaden worden
De Tandpijn ontſtaat mede uit geſtremde doorwaas. tot geneezing van dit ongemak aangepreezen ; gelijk het
feming , of eenige, der andere oorzaaken van ontſtee kauwen van de wortels of bloemen van duizendblad, van
king. Veeltijds ontſtaat ze uit ongewoone ontblooting tabak , van luiskruid , of van mosterizaad. Deeze alle
des Hoofds, door met ongedekten Hoofde nabij een open bitter , verwarmend en prikkelend zijnde , veroorzaaken
vengſter te zitten , of zich op eenige andere manier aan eene groote ontlasting van ſpeekzel , waar door gemeens
tocht bloot te ſtellen . Hei gebruik van al te heete of lijk de Tandpijn merkelijk verzagt word.
al te koude ſpijzen , is beide voor de tanden zeer ſcha- Rustmiddelen zijn gemeenlijk van nut , tot ſtilling deco
delijk ; zo ook dat van veel zuiker of andere zoetigbeden . zer lastige pijn . Ten dien einde , houde men een wei.
$

Niets is voor de tanden nadeeliger, dan het kraaken van pig katoen , in keulzap nat gemaakt , tusſchen de' Tan.
nooten, ofhet kauwen van andere barde zelfſtandighe. den , ofmen legge een vastkleevende pleister ter grootte
1 den . De tanden met naalden , ſpelden , of eenig ander van een ſchelling, in wiens midden men een weinig opiutta
ding dat het verglaasd waar mede zij overtrokken zijn , zodanig (meert , dat er det kleeven niet door belet wor.
beſchadigen kan, te fchrabben is voor dezelve ten uiter de , op de ſlagader, in den ſlaap des hoofds , te dier
ften nadeelig, wijl de tand zekerlijk bederft ', 20 dra plaatze daar men derzelver ſlag het ferkts voelt. Ze
de lucht in dezelve toegang krijgt. Zwangere Vrouwen ker Geneesheer heeft mij verzekert, dat dit middel zeer
-zijn veel aan Tandpijn onderworpen , inzonderheid ge. zelden feilt van goede uitwerking te zijn . Zo de pijn in
duurende de drie of vier eerſte maanden haarer Zwangere een holle Kies is, ſteekt men in desſelfs holte een pop•
-heid. Ook ontſtaat de Tandpijn veel al uit ſcborbuitijke je , uit gelijke deelen campher en opium beſtaande. Žo
vogten inhettandvleesch . In dit geval worden de Tanden dit niet te bokoomen is , vulle men de holle Kies met
zomtijds geheel vernield en vallen uit , zonder eenige maſtik, gom , met wasch , loot of iets onders , dat in dezel.
zeer heevige pijn ; dog de naaſte en gewoonlijkſte oor- ve kleven wil , en de buitenlucht belet in de Kies te
zaak deezer kwaal , is het bederf ofhet rotten der Tan. koomen.
den . Dan weinig middelen zijn tegen de Tandpijn zo goed
2 Ten einde de Tandpijn te geneezen , moet men eerst als blaartrekkende pleisters. Deeze kan men tusſchen de
tragten de ſcherpe vogten van het aangetaste deel afte- 'ſchouders leggen , nog het best is dezelve agter het oor
leiden . Dit kan geſchieden door zagte buikzuiverina te leggen , en zo groot te maaken dat er een deel van
gen,door aderlaaten , en het dikwils baden der voeten deDog
in lauw water. De uitwaasfeming moet men insgelijks
benedenkaak door bedektword .
wanneer de Tandpijn uit bederfontſtaat, is gemeen
bevorderen, door het rijkelijk drinken van.Nappe wijn , nietmogelijk dezelve te kkk
geneezen , zonder de aangeſtoo
ken
VI Deel,
3614 TAN . TAP. TAP. TAR.
fen Tand te trekken , en wijl een aangeſtooken Tand : Dees Boom is vrij gemeen op Jamaika, en verſcheide
Daderliand pidimer weer gaaf word , is het best zulkstenine andere warnegewesten van Amerika, alwaar hij doora
fpoedigſten te doen , eer hij de anderen aanſteeke. Het gaans dertig of veertig voeten hoog groeit , en zich
Tandtrekken word even als het Laten , door onkundige in veele takken verſpreid. Gedaurende de drooge fai
zo welals door kundige verrigt, echter is het zelve ge- zoenen zijn deeze Boomen doorgaans van Bladen onte
heel niet zonder gevaar, en behoord altoos metomzich . bloot; dog wanneer de regen begint te vallen , ſchieten
tigheid te geſchieden. Een onkundige , loopt ſteeds ge. ze hunde Bloemen aan ' t end der takken uit , en kort
vaar van het kaakebeen te breeken , of eenen gezonden daarna koomen de bladen te voorſchijn , die donker groen
in plaats van den bedorven Tand uittetrekken . van koleur zijn , en altijd drie bij malkander aan den
Zo de Tandpijn, op gezette tijden wederkomt , en die zelfden voetſteel-Itaan . De Bloemen afgevallen zijnde
pijn voornaamelijk het Tandvleeſch aantast, is er geen be. word het ſtijltje een ronde Vrugt , omtrent zo groot als.
ter middel mij bekend als de kina . een gemeene appel, die , wanneer ze rijp is een in 't
Zommigen geeven voor , groore baat gevonden te aantasten ruowe en bruinkoleurige ſchil heeft , en een
hebben , bij het houden van een door konst gemaakte meelagrig zoet merg bevat dat een iterke lookreuk beeft .
zeijlſteen op de aangetaste Tand. Wij zullen ons niet Deeze Vrugt word dikwils, bij wijze van nageregt door
onderwinden hier rede te geeven van de kragt en wer de Inwooners van Amerika gegeeten , ſchoon ze niet
king van dit middel . dan dit is zeker , dat het in zom- zeer aantrekkelijk zijn. De Varkens die zomtijds met.
mige gevallen verdient beproefd te worden , wijl het deeze vrugt worden vet gemaakt , deelen deeze ſterke
geene kosten nog gevaar naar zich ſleept. reuk van look aan hun vleesch mede. Doorgaans groe .
Lieden die op zekere jaargetijden altoos herhaalde aan- jen deeze Boamen in laage natte landen in verſcheide
vallen van Tandpijn hebben , bij voorbeeld in de lente ne gewesten van Amerikai
en den herfst , zouden zulks veeltijds verhoeden , door Kweeking Deeze Boom , word van zommige Lief
tegen die tijden een of ander middel te gebruiken . hebbers in Europa gecultiveert , die beminnaars van bui.
Hec ſchonhouden der Tanden , ſtrekt ongetwiifeld zeer tenlandſche Planten zijn. Hij word door zaad vermenig.
tot verhoeding der Tandpijn. Het beste middel hier toe digt , 't welk vroeg in 't voorjaar in een Broeibak moet
is , dezelve dagelijks met zout en water of niet ſchoon gezaait, worden , en wanneer de Planten zijn opgesoo
water alleen te wasſchen . Alle wrijven en ſchraapen aan men , moeten ze elk in een bijzondere kleine pot, met
de Tanden isgeraarlijk , en moet zalhet geen kwaad vette aarde gevalt, verplant, en als dan in een matig
doen , altoos zeer zorgvuldig geſchieden. Warme Broeibak met run gezet worden , in agt neemen .
TANDTANG , zie RHIZAGRA. de , om ze alle dag voor de Son te beſchaduwen , tot
TANDSTOOKER ; Odontoglijphon ; Dertifcalpirioms dat ze op nieuw wortel hebben gevat; tegens den winter
noemi men een dusdaanig werktuig , om daar mede dat geeft men hun grooter porten , en zet dezelve in de
geere , 't welk tusſchen de tanden zit of daar aan vast Stookkas, alwaar ze onder andere tedere buitenland .
hangt , er uit of af te haalen. De beste Tandſtookers. ( che gewasſen eene aangenaameverſcheidenheid maaken.
worden uit Vlierhout vervaardigt. TAPIRIERETE , zie RIVIER-PAARD , *. II. pag.
TANDVISCH , zie TAND BRAASSEM . 3059.
TANDVLEESCH , in 't latijn Gingiva , is een hard TARA , of Tarra ; is die Rekening , welke onder.
vleesch , 't welk de Tanden even als een wal omringt. wijst , hoedanig men het gewigt der Vaten en andere
Het zelve beſtaat uit eene voortzetting van de klierhuid 'emballage, als de waaren nog ingepakt zijn , behoorlijk
in den mond , als ook uit ſlijmklieren, en is met het perio- moet afkorten , en de waarde van het overige uitre.
ftium of beenvlies van de Tandwortelen vereenigt , voe: kenen . Zie REKENKONST.pag. 3015.
dende het zelve door gemeenſchappelijke vaten . TARANDUS , zie RENDIER.
TANDWORTEL , zie OROBANCHE , 15. 2. pag . TARANTULA , Italiaanſche Spinnekop ; ( Aranea fub.
2481. tus atra , pedibus fubtus atro fafciatis. Linn. Syſt. Nat.)
TANGLAKE, zie SNOTVISSCHEN , N, X. pag. Men zal nauwlijks een Inſect vinden, dat op zich zel.
3437, ve meer gerugt gemaakt heeft , en tevens onbekender
TAPHOUT , zie PIJLHOUT. is , dan het Schepzel 't welke med den naam van Tarane
TAPIA , is de naam van een Amerikaanſche- Boom, tula , weinig van den Italiaanſchen naam Tarantola ver
die tot kenmerken heeft ; een ongeregelde Bloem , uit ſchillende, bedoeld word. MATTHIOLUS zegt , dat het
vier bloem -bladen beſtaande , die overend ſtaan , zijnde
een zoort van Spinnekop is , venijniger dan de anderen , en
het laagſte gedeelte met veele Helmſtijltjes bezet: Hetdat men er dien naam aan gegeeven heeft van de Stad Ta .
Stijltje 'twelis aan een laagen voetſteelzit ,komt uit het
ventum in Apulie , gemeenlijk la Pouille genoenx , een di
middelpunt van den Koker , en word naderhand een bol. Atrikt behoorende tot het Napelſche gebied. Men vicd het
ronde vleefchige Vrugt , in welker middenpunt veele evenwel ook , volgens dien Autheur in andere zuidelijke
pierformige zaadjes zijn beſlooten . deelen van Italie , zelfs in de Kerkelijke Staat , dog ner
Zoorten . Daar is maar een zoort van deeze Boom be- gens zo menigvuldig als in Apulie. SCALIGER noemt het
kend , mamelijk , de boomagtige driebladige Tapia; Ta. de Italiaanſche, anderen de Spaanſche Spinnekop ; waar
pia arborea.
fcil. triphila.Plum.
Arbor americana triphijllos,Nov,
alliiGen.
odore; , Apioſcorodon
poma ferens. uit
den men zou. mogen
worden denken dat zij ook in Spanje gevon .
Ik zie echter niet dat Doctor ScoPOLI
PLURNET.
Plant.)
Alm. 34. ( Crateva inermis. Linn . Spec . in Karniolie, er een heeft waargenomen, daar bij dien
1 naam of eigenſchappen aan toeſchrijft,
Beſchrijving. Vader PLUMIER heeft een nieuw ge- Zij onthouden zich , volgens MATTHIOLUS , in gaten
Nagt van
maakt deeze
; de Engelſche naam
onder denvan
Boom , Inwooners Amerika ' noemen van den grond , tusſchen bet koorn daar zij uitkoomen ,
van Tapia.
om de genen die het zelve inoogſten , in de bloote hee .
denzelven Lookfeer , om dat de Vrugt een ſterke look, nen te bijten ; waar van de gevolgen zeer wonderlijk
reuk beeſt. zijn.
PATRYS . Pirst 58 .
A

B 2
D

K
E.

TANDPYN .

С
G
st

A.

Idi Butker tout,1742 .


TON .
3614 TAN . TAP. TAP . TAR.

ten Tand te trekken , en wijl een aangeſtooken Tand : Dees Boom is vrij gemeen op Jamaika, en verſcheide
naderland nimmer weer gaaf word , is het best zulksteni ne andere warine gewesten van Amerika , alwaar hjj doora
fpoedigſten te doen , eer hij de anderen aanſteeke. Het gaans dertig of veertig voeten hoog groeit , en zich
Tandtrekken word even als bet Laten , door onkundige in veele takken verſpreid. Geduurende de drooge ſaj.
20 welals door kundige verrigt, echter is het zelve ge. zoenen zijn deeze Boomen doorgaans van Bladen ont
heel niet zonder gevaar, en behoord altoos met omzich . bloot; dog wanneer de regen begint te vallen , ſchieten
tigheid te geſchieden. Een onkundige , loopt ſteeds ge. ze buone Bloemen aan 't end der takken uit, en kort
vaar van het kaakebeen te breeken , of eenen gezonden daarna koomen de bladen te voorſchijn, die donker groen
in plaats van den bedorven Tand uittetrekken. van koleur zijn , en altijd drie bij malkander aan den
Zo de Tandpijn op gezette tijden wederkomt , en die zelfden voetfteel ſtaan . De Bloemen afgevallen zijnde
pijn voornaamelijk het Tandvleeſch aantast , is er geen be. word het ſtijltje een ronde Vrugt , omtrent zo groot als
ter middel mij bekend als de kina . een gemeene appel , die , wanneer ze rijp is een in 't
Zommigen geeven voor , groote baat gevonden te aantasten ruuwe en bruinkoleurige ſchil heeft , en een
hebben , bij het houden van een door konst gemaakte meelagrig zoet merg bevat dat een iterke, lookreuk heeft.
zeijlſteen op de aangetaste Tand. Wij zullen ons niet Deeze Vrugt word dikwils, bij wijze van nageregt door
onderwinden hier rede te geeven van de kragt en wer- de Inwooners van Amerika gegeeten , ſchoon ze niet
king van dit middel , dan dit is zeker , dat het in zom- zeer aantrekkelijk zijn. De Varkens die zomtijds met.
mige gevallen verdient beproefd te worden , wijl het deeze vrugt worden vet gemaakt, deelen deeze ſterke
geene kosten nog gevaar naar zich feept. reuk van look aan hun vleesch mede. Doorgaans groe.
Lieden die op zekere jaargetijden altoos herhaalde aan- jen deeze Boamen in laage natte landen in verſcheide
vallen van Tandpijn hebben , bij voorbeeld in de lente ne gewesten van Amerika.
en den herfst , zouden zulks veeltijds verhoeden , door Kweeking Deeze Boom , word. van zommige Lief
tegen die tijden een of ander middel te gebruiken . hebbers in Europa gecultiveert , die beminnaars van bui.
Her ſchonhouden der Tanden , ſtrekt onget wjifeld zeer tenlandſche Planten zijn. Hij word door zaad vermenig.
tot verhoeding der Tandpijn. Het beste middel hier toe digt , 't welk vroeg in 't voorjaar in een Broeihak moet
is , dezelve dagelijks met zout en water of met ſchoon gezaait. worden , en wanneer de Planten zijn opgek00.
water alleen te wasſchen . Alle wrijven en ſchraapen aan men , moeten ze elk in een bijzondere kleine pot, met
de Tanden is gevaarlijk , en inoet zal het geen kwaad verte aarde gevalt, verplant, en als dan in een matig
doen ', altoos zeer zorgvuldig geſehieden . Warme Broeibak met run gezet worden , in agt neemen.
TANDTANG , zie RHIZAGRA. de , om ze alle dag voor de Son te beſchaduwen , tot
TANDSTOOKER ; Odontoglijphon ; Dertiſcalpicom dat ze op nieuw wortel hebben gevat ; tegens den winter
noemt men een dusdaanig werktuig , om daarmede dat geeft men hun grooter poiten , en zet dezelve in de
geene , 't welk tusſchen de tanden zit of daar aan vast Stookkas, alwaar ze onder andere tedere buitenland
hangt , er uit of af te haalen. De beste Tandſtookers. ( che gewasſen eene aangenaameverſcheidenheid maaken.
worden uit Vlierhout vervaardigt. TAPIRIERETE , zie RIVIER-PAARD , W. II pag.
STANDVISCH , zie TAND BRAASSEM . 3059.
TANDVLEESCH , in 't latijn Gingiva , is een hard TARA , of Tarra; is die Rekening , welke onder
vleesch , 't welk de Tanden even als een wal omringt. wijst, hoedanig men het gewigt der Vaten en andere
Het zelve beſtaat uit eene voortzetting van de klierhuid emballage, als de waaren nog ingepakt zijn , behoorlijk
in den mond , als ook uit Nijmklieren , en is met het perio- moet afkorten , en de waarde van het overige uitre.
ftium of beenvlies van de Tandwortelen vereenigt, voe : kenen . Zie REKENKONST.pag . 3015.
dende het zelve door gemeenſchappelijke vaten . TARANDUS , zie RENDIER .
TANDWORTEL , zie OROBANCHE , n. 2. pag. - TARANTULA , Italiaanſche Spinnekop; ( Aranea fub.
2481 . tus atra, pedibus fubtus atro fafciatis. Linn. Syft. Nat.)
TANGLAKE , zie ENOTVISSCHEN , n, X. pag. Men zal nauwlijks een Inſect vinden, dat op zich zel:
3437 , ve meer gerugt gemaakt heeft , en tevens onbel:ender'
TAPHOUT , zie PIJLHOUT. is , dan het Schepzel 't welkemet den naam van Tarası
TAPIA , is de naam van een Amerikaanſche Boom , tula , weinig van den Italiaanſchen naam Tarantola ver
die tot kenmerken heeft ; een ongeregelde Bloem , uit ſchillende, bedoeld word . MATTHIOLUS zegt , dat het
vier bloem-bladen beſtaande , die overend ſtaan , zijnde een zoort van Spinnekop.is , venijniger dan de anderen,en
het laagſte gedeelte met veele Helmſtijltjes bezet: Het dat men er dien naam aan gegeeven heeft van de Stad Ta.
Stijltje 'twelis aan een laagen voetſteel zit , komt uit het rentum in Apulie , gemeenlijk la Pouille genoenxt, eendie
middelpunt van den Koker , en word naderhand een bol. ftriktbehoorende tothet Napelſche gebied. Men vindhet
Tonde vleefchige Vrugt , in welker middenpunt veele evenwelook , volgens dien Autheur in andere zuidelijke
pierformige zaadjes zijn beſlooted . deelen van Italie , zelfs in de Kerkelijke Staat , dog mer
Zoorten . Daar is maar een zoort van deeze Boom be . gens zo menigvuldig als in Apulie. SCALIGER noemt bet
tend , mamelijk, de boomagtige driebladige Tapia ; Ta . de Italiaanſche, anderen de Spaanſche Spinnekop ; waar
pia arborea. triphila. Plum . Nov, Gen. ; Apioſcorodon uit men zou mogen denken dat zij ook in Spanje gevon.
fcil. Arbor americana triphijllos, ' allii odore, poma ferens. den worden. Ik zie echter niet dat Doctor SCOPOLI
PLUKNET.
Plant.) Alm. 34. (Crateva inermis. Linn . Spec. in Karniolie , er een heeft waargenomen , daar bijdien
naam of eigenſchappen' aan toefchrijft,
Beſchrijving Vader PLUMIER heeft een nieuw ge- Zij onthouden zich , volgens MATTHIOLUS, in gaten
Nagt van deeze Boom , onder den,naan van Tapia ge. van den grond, tusſchen bet koorn daar zij uitkoomen,
maakt; de Engelſche Inwooners van Amerika' noemen om de genen die het zelveinoogſten , in de bloote bees
denzelvenLoukfeer , omdatdeVrugt een fterke look enen te bijten ; waar van degevolgen zeer wonderlijk
Tenk beeft . zija.
behoren op Plaat 43 PATRYS . Plaat 58 .

D Α.
Fig. 2 ,
A

B
D

7
E

Fig. 2 . L
А. D

K
E :

TANDPYN .

С
G

B A.

TON . I.de Bakker


fecit, 1542 .
TAR . TAR.: 8615

zijn. Zommigen, van deeze Spinnen gekwetst , zegt hjí, „ gemeenlijk Tarantula genoemt, wiens beet ten uitter
zingen ; anderen lachgen; anderen huilen ; anderen fchreu . ,iten gevaarlijk is . Men teelt daar overvloedig Koorn ,
wen onophoudelijk , luidkeels. Daar zijn er die in „ in 't welke de Spaanſche Vlieger voortkoomen. Wij,
saap vallen, en anderen , wederom , die niet kunnen ſteunende op deeze beſchouwing, dat ter plaatze waar
Naapen . Eindelijk koomen ieder van hun verſchillende de Kwaal heerscht ook het Geneesmiddel te vinden
toevallen over ; gelijk van te ſpringen of te danſen , te zij ; hebben ons verbeeld dat drie of vier Spaanſche Vlie.
trillen , te zweeten of in geduurige verſchrikking te zijn , „ gen , met het drinken ingegeeven , tot hulp zouden
of zelfs ylhoofdig te worden. Hij wil deeze verſchil. kunnen ſtrekken voor de gebeetenen , en de onder..
lende hartstogten afleiden van de verſchillende kragt , vinding , toen wij er de proef van naamen , heeft
van het venijn deezer Dieren , of van de verſchillende „ ons niet bedroogen" .
temperamenten der geenen , die door dezelven gebeeten In Italie onthoud zich dit Dier voornamelijk in Apu.
worden. Men heeft er zelfs , voegt hij er bij , die zich lie , dog men vind het ook in Barbarie en de Oosterſche
verbeelden dat het venijn deezer Spinnekoppen , van Landen , zegt Linnæus , die aldus het zelve beſchrijft .
dag tot dag en van uur tot uur , een aanmerkelijke ver. Het . Lijf is äschgraauwagtig ; de Oogen agt in getal ;
andering ondergaat. twee grootere die rood zijn , op 't Voorhoofd ; vier over
De uitwerkingen van dit venijn waaren niet zeldzaa. . dwars, onder deeze , nabij den Bek , en twee agterlij.
mer dan deszelfs geneesmiddet, het welk volgens Mat. ker op de Rug. Het Borstſtuk is aschgraauw , in zwar.
THIous en andere , die hem gevolgd zijn , eeniglijk en te plekken verdeeld, die aan het middelpunt zamenloo.
alleen in de Muſiek beſtond. Men heeft onszeer naau .. pen. Het Agterlijf is van boven vaal, met zwarte ban
keurig voorgeſteld , hoe dit geneesmiddel in gebruik ge. den ; de Kaaken , Borst , het onderſte der Dijën en voor
bragt werd , en de manier op welke het zijne werking ſte deel van den Buik , zijn zwart ; de Schenkels alte
deed, tot de volkoomen geneezing toe , van den Lijder. maal aschraauw , aan 't onderend zwart gebandeert.
De Muſikanten , daar bij gehaald , probeerden verſchei. Volgens de Autheuren zoude van dit Infekt verſchei
de deuntjes op hunne ſpeeltuigen , en er zulk één ge- de zoorten zijn , in koleur grootelijks verſchillende , en
vonden hebbende , dat den Lijder behaaglijk was , gin- zommigen geeven aan 't Agterlijf de grootte wel van een
gen zij voort met het zelve te ſpeelen . De Lijder be. eikel , dat dan een taamelijk grooten Spinnekop zouw
gon eerst eenige beweeging met de handen en voeren te uitmaaken. De afbeelding van Bradley , naar een
maaken , dan te huppelen ,te danſen , en ging hier mede Spaanſchen uit de verzameling van de Koninglijke So.
20 ſterk voort, dat hij geheel nat van zweet , eindelijk , cieteit van Londen gemaakt , vertoont hem zeer afſchu-,
door afmatting van zijne Lighaamskragten , op den grond lijk , het Lijfen Borstſtuk te zaamen meer dan één duim
nederzeeg , en dan was hij geneezen. lang. Ik vermoed dat die van Doctor SCOPOLi , welke
Deeze fabel is zodaanig verbreid en gelooft gewor hij den Spinnekop van RęAUMUR tijtelt , een dergelijke
den , dat Menſchen van geleerdheid dit alles nog om-' zij geweest ; want dezelve was zeergroot en gezwollen,
ſtandiger hebben voorgedraagen , en , hoewel Swam • hebbende het Agterlijf agt lijnen lang , zeven lijnen
MERDAM en andere reeds daar aan twijfelden , verwon , dik , en wollig ruig ; het Borstſtuk met drie bruine ſtree
der ik mij nogtans daar over zo zeer niet , als dat onze pen ; de Pooten bleek met zwarte Knietjes. Op het
beroemde Ridder thans nog het zelve bevestigt. Rabie Agterlijf dat geelagtig op zijde, en van boven witagtig
da ſub Canicula morſu excitat famoſum Tarantismum , was, vertoonde zich dertien paaren van ingedrukte
muſica medendum . Sijft. Nat. XII . 1035. Wist zijn Ed. zwarte ſtippen , en van onderen één . In wijngeest ge.
dan niet dat de Sweedſche Doctor Kahler , Medelid dompelt zijnde leefde hij tien Minuten en het Lijfborsi ,
van het Koningliik Geneeskundig Collegie te Stokholm , toen het dood was , van één. Men had dit Dier in een
in den jaare 1756 in Apulie zijnde , aldaar naauwkeu. omgewonden Alandswortel-blad aan hem gebragt. En .
rig naar die ziekte , welke men Tarantismus noemt , on- tomol. Carniol. p. 363.
derzogt, en bevonden heeft, dat het een zoort van op 't Is bekend , dat men aan de Turantula geheel vere,
ſtijging of miltzugt waare , het Vrouvolk , die er meest ſchillende oogen toeſchrijft , van die der andere Spione .
in huis zitten en een vadzig leven leiden , even als in koppen , dog waar in dit verſchil eigentlijk beſtaa, is zo
andere deelen van Europa , dikwilsoverkoomende , en ' wereldkundig niet. De Oogen deranderen zijn gemeen.
dan ook zomtijds zeldzaame toevallen veroorzaakende; - lijk zwart ofbruinrood , en gedekt met een harde door.
die dus met geen de minſte waarſchijnlijkheid aan het ſchijnende korst , die zij behouden na het ſterven van
bijten van een Spinnekop , welke zich op 't Land be. het Dier ; die van de Tarantula zijn met een week en
vind , konden toegeſchreeven worden ? Zulks beves. teder vlies bekleed , dat Nap en rinpelig word na de
tigt het denkbeeld van Swammerdam , aan wien , door dood ; -de koleur is witagtig , naar 't geele trekkende,
iemand , die in Italie gereisd had , het geneezen van met een ſchitterende glans als die der Katten in de dui.
deeze Dans-ziekte door de Muſiek , verhaald was , ſternis. Men kan dan te regt zeggen , dat dit Inſekt
Negts een bedrog van Kwakzalvets en Landloopers te vuurige Oogen heeft. Vier derzelven zijn in 't vierkant
zijn , die dus het onkundig Gemeen wisten te bedotten , geplaatst, vier daar onder op een horiſontaale lijn , digt
en anderen van hun geld te berooven . aan de Nijpers van den Bek , en de vier eerstgemelden .
Dat echter , het bijten van dergelijke Spinnekoppen , zijn , volgens HOMBERG , van wien deeze beſchrijving
in het heetſte van de ſomer en in zulk een heetklimaat , der Oogen ontleend is , wel een twaalfde duims breed ,
van anderen ook nadeelig is aangemerkt , blijkt uit den dog de overige kleiner ; de fand der Oogen was in de
raad, dien de vermaarde Geneesheer J. BAPT. Por. Spinnekoppen van Doctor SCOPOLI , zo even gemeld,
TA , volgens 't verhaal van ALDROVANDUS , daar tegen een weinig verſchillende.
geeft, brer.gende deszelfs eigen woorden , wegens de TARAXICUM , Paardebloemen , Leuwdtand , Poa.
zeldaamheid van dit geneesmiddel bij, die aldus luiden . penkruid ; in 't latiin , Dens-leonis, Caput Monachi, He.
San
In Apuilie groeit een zoort van venijnige Spinnekop , dijprofs, Alphen ; in 't Hoogduitsch , Zöwenzahn , blures
Kkk 2
3616 TAR . TAR .

ilum , Pfaffen - Röhrlein enz.; in't fransch, Pifenlit, Dent kende door de beweeginge van zijne Baardjes.
de Lion ; in 't deensch , Lofve.Tunge, Praste Krohne ; en In grootte overteft deeze alle andere Platvisſchen ,
in 't Sweedsch , Kopis. den Heilboth uitgezondert. Rondelerius merkt aan , dat
Kenmerken. Dit Kruidgewas behoort onder die Plan : hij er gezien heeft van vijf ellen jang , vier ellen breed ,
ten , welke eene volkomen , uit veele Bloempjes zamen . en één voet dik. Hoe onwaarſchijnlijk dit zij, weet
geſtelde Bloem bebben , en wel zulk eene , die uit en . men echter voor zeker ,. dat er Tarbothen gevangen ::
kel irriguliere Bloempjes, van eenerlei zoort beſtaat , zijn geweest , van bij drie voeten lang en twee voeren .
zijnde het zaad wol of haairagtig. breedo
Zoorten. Daar is ééne zoort van dit Kruidgewas, 't De Geſtalte word dus , omſtandig , beſchreeven van
welk door de Autheuren word genoemt, Dens leonis lao . den Heer GRONOVIUS. Het Lijf is ovaal , aan de Niuko:
tiore folio. C. Bauh Pin . 126. Tournef. Inſt. 468. ker zijde zwartagtig aschyra auw , aan de regter zijde:
Boern. Ind. Alt. 1. 88. Hedijpnois. Fuchs. Hift. 680. witagtig, met ſcherpagtige Knobbels hier en daar bezet.
( Leontodon calijce inferne reflexo. LINN. Spec. Plant.) De beide Oogen , aan de Ninker zijde zijo ovaal; ver 1

Groeiplaats. Het zelve groeit in Neder . en Hoog. ſcheide rijën van Tanden , die zeer klein zijn vind men 1

Duitschland, Frankrijk , enz . overal in detuinen , wei. in de beide Kaaken ; de Kieuwendekzels loopen van age
den , velden enz. door het gevallen zaad , dat zeer klein teren , boven de Borstvinnen , in een ſtompe punt uit;
en ligt, en daarenboven met een zekere wolagtigheid is de zijdſtreep is effen, eerst krom , vervolgens regt, en
voorzien , waar door het zelve met de minſte wind her in 't midden van de zijden uitgeſtrekt ; behalven de
en derwaards vervoerd word , en dikwils in de tuinen met Knobbels, die de zijden bedekken , beeft de Visch ook zeer
groote menigte voortkoomt , en dan tot een lastig on- kleine Schubbetjes. Gron . Muf. Ichth. tom. II.p.10.16..
kruid verſtrekt. 159. De Heer BASTER , die deeze K nobbels afbeeld, zegt
Kweeking. Wilmen dit Kruid kweeker., 't welk nog. dat de Schubbetjes van den Tarboth bijna volkoren even
thans zeer zelden geſchied , 20 moe: het zaad in 't voor eens zijn , als die der Tongen. . Nat uurk. Uitſpanningen.
jaar op bedden niet al te dige gezaait worden , zodanig , L. Deed . bladz 169,
dat de planten op 2 asduimen te ſtaan koomen , moeten . 't Getal der Beentjes, in de Rugvin ; heeft de Heer
de in 'e vervolg van het onkruid worden ſchoon gehou. GRONOVIUS 65; LINNBUS vond er64 ,dog Artedihad 1

den , en ook zorg gedraagen , dat het zaad niet rijp worde . er volgens WILLOUGHBY 70 in geteld, en in Gothland 1

en verſtuive, tenmen dat men wil inzaame


waare, het geene bij heeft men er maar 56 in gevonden. In de Aarsvin vond .
len , weshalyen de Bloemen tiids moct afſnij men , aldaar , 39 Beentjes, elders in Sweeden 48 , in
den , dewijl het zaad zeer ſpoedig aan rijpt. Dit Kruid Holland en in Engeland 50. In beide deeze Vinden, ..
bemind een goede , losſe , vette grond , en een opene . die van den Kop af de geheele Rug bijna omringen ,
ſtandplaats. zijnze Nap of weerloos. In de Borst., Buik- Vinnen en
In plaats van het te zaaijen , kan men ook in demaand. S :aart, komt het getal van Beentjes , in bijzondere tela
julij of augustus de planten vergaderen , die hier en daar lingen , nader overeen. Over 't algemeen ſchijnt hetmij
overvloedig in 't wild groeijen , en dezelze voor het toe, dat daar uit , in de Schol, Bath , Schar , Tong en
keukengebruik op een bed planten. Tarboth ; geen onderſcheidend Keninerk op te maaken
Gebruik. In de keuken gebruikt men hoofdzaakelijk zij , maar wel ten opzigt van deeze Platvisſchen , met:
geduurende het voorjaar m . de jonge.Bladen en Spruiten . den Heilboth'en Scharretong vergeleeken.
die door overdekking van eenige ruigte of aarde, wit Deezen Visch zeer geacht wegens derzelver hard en
en mals zijn geworden, tot ialaad, moi boom -olie, peper, ſmaakelijk vleesch, word zeiden anders dan gekooktgegee.
azijn en zout, of met een zuur.Jausje; ook in ſoupen ;. ten ; ten dien einde zuivert en wascht men hem wel,
welke Spruiten zo:nmige gemeene Menſchen’s voorjaars. waar na hij eveneens als andere Zcevisch word beban
tot verkoping gaan zoeken , onder de beggen , molho- delt, met dit onderſcheid echter , dat hij langer moet
pen en elders. Wanneer men dezelve in de Moeshoven kooken ; men eer dezelve gewoonlijk met suurlinge of.
cultiveert , zo kan men ze doen wit worden door middel wel ſuure eijer-faus; zie SAUS...
van overdekking met korte, drooge , en daar overheen De gaargekookte Tarboth , is ook niet op ſmaakelijk
lange mestá koud geworden zijnde, met boonolie , azijn, en gehakte
Řragt. Dit Kruid is zeer gezond en bloedzuiveren- peterſelie gegeeten .
ite , koomende veelal in kragten overeen met de Cicho. TARBOTHSWIJZE SPIER' ; in ' latijn ; Musculus
Teij-wortel ep Andivie , inzonderheid is dezelvezeerdien. Rhomboides, is een Spier van 't Schouderbiad , welke
ftig voor mildzugtige en zwaarinoedige Menſchen , en zijn begin neeme van de vier onderſte doornagrige
voornaamelijkdie vaneen heete galagtige complexie wasſender Wervelbeenderen van den bals, en van uit de
zijn . drie opperſte des rugs, en eindigende in ' t ſteur ſel- van
TARBOTH , is die Visch , welke in 't fransch en en- 't ſchouderblad.
gelsch, Turboth word genoemt, in'tnoorden Butta ; en TARDIGRADUS CEIJLANICUS , zie AT.
in Normandijen , Bertonneau ;.Rhombus maximus ajper non TARENTELLO , zis MAKREELEN , %: III. pag.
Jquamofus. Willougo,; Pleuronectes oculis finiftris , 1944.
corpore aſpero. Arted . Gen. 18. Sijn . 32. TARENTULA , zie TARANTULA.
Den Tarboth is een Visch , die van Krabbetjes en TARENUS . zie KARPERS, n. XXIX. prg. 14485
Zee Sterren leeft , onthouderde zich aan de Kusten van TARIN , zie KANARIE:VOGEL.
Europa ; zomtijds ontmoet men hem aan de monden der TARRA , zie TARA.
Rivieren , alwaar hij ſchijnt te loeren op de Vischjes die TARTARISCHE ESCHDOORN , zie. ESCH
daar in komon ; welken hij , 20 men wil, door zekere DOORN. EN
listigheid , en op dergelijke manier als žommige ande, TARTARISCHE PAARDEN 2 zie. PAARD ,
sen vangt , kruipendein het zand en dezelven aanloko pag. 2500. TAR
TAR . TAU . TAX . TAX . 5517
TARTARISCHE ROT , zie INKHOORNEN ,. . Frankrijk , Spanjen , Griekenland , ook hier en daar in
VII . pag. 1430. Hoog Duitschland , Engeland , en elders ; kan een vrij
TARTARUS, zie WIJNSTEEN. groote Boom worden, dog groeit zeer langzaam voort.
TARTARUS EMETICUS , zie ANTIMOMIE. Bij ons word bij nergens mijns weten in het wild ge
TARTOUFFELS, zie AARDAPPELEN . vonden , maar veel door de cultuur voortgezet , tot it
TARW , zie WEIT . gebruik der Tuinen .
TARWENBRAND , zie BRAND, Aart en l'ermeerdering. Dezelve bemint van aart een
TARWEN MEEL , zie POLLEN: goede vette , losſe , wel bemeste , en wat vogtige , dog
TARW KOEKJES, zie GEBAK , pag. 801. geen heel natte grond; kan onze winterkoude zeer wel
TARIJ , zie PALM -WIJN . regenſtaan , dog het gebeurt echter wel , dat bij in bui.
TATAJIBA , is de naam van een Planten- geſagt , tengewoone ſtrenge winters dood vriest , inzonderheid
waar van de Kruidkundigen maar ééne zoort opcellen , wanneer nog jong is , en niet zeer voor ſcherpe winden
namelijk , de Arbor baccifera braſilienfis, fructu tuberculis gedekt ſtaat ; want niets is voor dezelve nadeeliger als
inæquali , mori emulo. RAJ. winden , wordende daar door buitengemeen in de groei
Het is een Braliliſche Boom , wiens ſchors of bast asch beleinmert.
koleurig is , en het hout ſaffraan koleur of roodagtig , De vermeerdering van dit Gewas , geſchied door ſtee.
de Bladen zijn puntig , uitgetakkelt, en veel na die van king van éénjaarige jonge ſcheuten inet een weinig twee .
de Berkenboom gelijkende; deszelfs Vrugt is zo dik als jaarig hout van onderen, of ook zonder dat , reij wijze ,
een middelmaatige Moerbeſie , rond en uic piatagtige in een goede losſe grond en voor de fterke middag zon
knobbeltjes zamengeſteld ; men eet deeze vrugt even belommerde plaats , zorgdraagende om dezelve bij droog
eens als de Morbelien , of alleen , of wel met ſuiker en te zomtijds in den avondſtond te devogtigen. Tot dee.
wijn ; deszelfs vleesch bevat een groot aantal kleine ze ſtekken moet men geen andere takken of ſcheuten
witte korrelojes. verkiezen , als die reguſpillig opgroeijen, en in de rond .
Het hout van deeze Boom isbuitengemeen hard , het te met bladen eri takjes bezet zijn , dewijl de ſtekken van
veriiest nimmer deszelfs groene koleur , en blijft langen de gewoonlijke takken , wiens Bladen plat of veerswijze
tijd goed zo welin den grond als in het water : waar toe voortkoomen, nimmer regt opwaarts , maar altoos zijd.
men het ook gebruikt , is het in alle opzigten beter als waarts en flenterig groeijen , en derhalven niet bekwaam
alle andere houten: Deeze Boom groeitoveral in Braſil, zijn, om daar van fraaije Heggen , ep nog minder Pia
in de bosſchen , inzonderheid aan de zeekant, en des , ramiden te formeeren.
zelfs vrugtis in maij rijp. Ook kan de Taxis door zaad worden voortgeteeld ,
TAURUS , zie KOEIJEN, N. I. pag. 1.540 . dog dewijl dit langzaamer toegaat als 't ſteeken , en ook
TAUTOLOGIA , betekent eene verzameling van de jonge uit het zaad voortgekoomen Boomptjes dik .
dezelfde woorden of denkbeelden , of wel eene onnutte wils door ſterke winterkoude, indien niet geheel dood
herbaaling , van dezelfde zaaken. De Tautologia , heeft vrieſen , echler zodanig gekrenkt worden , dat ze llegt
geen andere uitwerking , dan om eene redenvoering.lang. gewas maaken , en dus zeer langzaam groot worden , 20
wijlig , en dus voor den Toehoorder verdrietig te maaken. word de zaailing zeer zelded ', ten minſten bij ons ;
TAXUS-BOOM , Taxis- Boom , Iber - Boom ; in het gedaan . Heeft men echter lust om ze door 'tzaad voort.
grieksch , ταξος , σμίλαζ, θύμαλον , θυμον , σμί. teteelen, 20 moeten de Befién , die maar alleen aan de
aos , uinos ; in 't latijn Taxus, Arbor mortis ; in't ita- vrouwelijke zoort groeit, en bij ons rijp worden , in het
liaansch , Tasſo, Nasſo; in 't fransch , If; in ' engelsch , voorjaar, na dat ze den winter over in vogtig zand te ineu
Graij, Badger ; in 't deensch , Eiben -tree ; in 't ſweedsch , ken gelegt hebbers, in een goede grond , op een bed in
Ia , Burrlind; in 'tpoolsch , Cis; en in het hoogduitsch, greppels , één duim diep gezaait worden, zorgdraagen
Eiben - Baum . . de , den grond bij droogte zomtijds te bevogtigen , en
Keninerken De Taris- Boom heeft Katteftaart bloe. vervolgens de opgekoomene jonge Boomptjes van 't on
men uit veele Helmſtijltjes beſtaande, die meest van ge. kruid zuiver houden , dewelke daar na 2 a 3 jaaren oud:
daante zijn als Paddeſtoelen en onvrugtbaar ; maar de geworden zijnde , op andere Bedden , in rijen van twee
vrugtbeginzels, die ver van de Ratteſtaartjes aan den a drie voeten van malkander verplant worden , om ze
zelfden Boom voortkoomen , worden naderhand holle aldaar te laaten opgroeijen ter tijd toe dat men ze
klokswijze Beſiën die vol fap zijn , en Zaadjes in zich elders in Tuinen , tot gebruik nodig heeft, het zij toc
beſluiten, eenigzins paar eickels of akers gelijkende, Heggen of Pijramiden ; dezelve inmiddels tot de be
hebbende als 't waare aan elk een kleine Kelk . geerde gedaante allengskens , door ſnoeijing en krip
Zoorten . Daar is hoofdzaakelijk maar eene zoort van ping, gewennende.
dit Boomgewas , dog daar zijn twee veranderingen van , Menmaakt zeer veel gebruik van de Taxis, in plai .
als een met iecs-breeder en glinſterender bladen , en de fiertuinen , om daar laage en hooge Scheer-Heggen ook
andere met bonte bladen ; dog deeze laatſte ziet men Pijramiden van te planten , die , als ze wel worden
zeldzaam , en nietanders als bij Liefhebbers van vreem- behandelt en onderhouden , zeer fraai ſtaan . Van veelen
de, en bonte gewasſen , daar is ook weinig fraais aan , zelfs, worden deeze Scheer-Heggen ; wegens haare:be.
en ſomers wanneer de Planten in krage zijn , kan men de valiigheden en altijdduurend groea, als mede om dat ze
bontheid in de Bladen naauwlijks merken', maar in den zeer dige begroeijen , met reden voor de fraaiſte vanalle
winter is zulks zigtbaarder. De Autheuren in 't alge. Heggen gehouden , zij kunnen zo wel als de Pijramiden
meen , noemen deeze Boom , Texut; (Taxus foliis ap. in goede gronden , yan 12 tot16 voeten , en zelfs hoo ,
Plant.) , opgroeijen .
. rlijk in de busch- en gerTot
proximatis.
Plaats. De TaxiSpec.
Linn. s groei t natuu planting deezer Heggen , verkiest men doorgaans
koude bergagtige plaatzen van Switzerland , Italien , zogeno -mde Texis Veeren, zijnde jonge Taxis-Boomptjes
Kkk 3 var.
TAX . TEB. TEC . TEE .
3518
van verſchillenden ouderdom , en dus ook niet eveti · Iu zommige oorden van Engeland , Frankrijk en ol.
groot en breed , wordende door de Enteniers van jongs op ders, plant men ook kleine alleés of laanen , van de 8
iol de platte gedaante gewend; en n..n word hier door veel Taxis, die fraaij ſtaan ; dog hier te lande ziet men zulks P
ſpoediger in ſtaat geſteld , om een goede geſlooteneTax- zelden of nooit, om reden dat ons climaat te ſcherp en BE
is-Hegge te verkrijgen , als wel door 't ſteeken der Tak- koud word geagt , om de Taxis hoog en uitkroonende 10
ken op dezelfde plaats ; deeze Taxis Veeren worden op te doen grocijen .
een digter of verder afſtand geſteld , naar maate dat ze Huishoudelijk Gebruik . Het hout van de Taxis, dat en
de
groot of uitgebreid zijn , te weeten zodanig , dat de tak- geelagtig ros van koleur is , en doorgaans met veel fraai
ken bij de planting malkanderroeren , zijnde dus dec- je aderen en knoesten doorgroeit,daar bij buitengemeen
ze afſtand zeer verſcheiden , als van twee, drie a vier hard en vast , en aan geen doorknaging van Wormen
voeten . Het is ook raadzaam om tot zodanige Heggen onderhevig , word veelvuldig van de Schrijnwerkers, 221
die men voorneemens is hoog te laaten groeijen , groote Draaijers en Mufijk -Inſtrumentmaakers verwerkt en ge doo
Veeren te verkiezen , om hier doorzijn oogmerk ſpoe. bezigt , tot 't vervaardigen vanfraaije ingelegde Kavis @D
diger te bereiken , (e meer , dewijl de Taxis zo alsreeds neto , Tafel- en andere werken , Dooſen , Fluiten ,Haut 71
is aangemerkt, traag aangroeit. Nog dient hier biige bois, enz. De Ouden maakten daar Boogen af, waar
voegt, dat men bij deeze Boomen doorgaans geen lat. van VIRGI1.IUS aldus zingt : Ituræos Texitorquentur
werk nodig is , zo als tot andere Heggen om ze vast te in Arcos. Bij ons is tegenswoordig veel in gebruik 20]
doen ſtaan en de Takken daar aan te leiden , dewijl ze om uit de dunne , drooge en regte itammen van twee
van zelfs ſtevig genoeg groeijen , en zich gewillig na de a derde half duim dikte , Wandelſtokken te doen draaie
143
platte gedaante ſchikken. jen , die , wanneer wel gedraaid en glad gepolijst zijn ,
Geen Boomgewas is geſchikter als de Taxis , om Pijra. buitengemeen fraaij ſtaan , door dien ze veele adea
miden van allerlei fraaije gedaantens van te formeeren, ren en vlammen hebben , veroorzaakt door de oeste
indien zulks van de jeugd des Booms af aan geſchied. plaatzen daar de takken gezeeten hebben ; echter zijn
Ook kan een bekwaame Hovenier in deeze Heggen , de- deeze ſtokkken niet ſterk , en kunnen geen buigen of On
wijl ze zeer digt begroeijen , en de bladen klein zijn , gewelt uitſtaan ; daar irtegendeel he : dikke hout ſterk
allerlei figuuren uitknippen. en buigzaam is , dog in alles zo fraaij niet geadert. de
De Heggen , Pijramiden enz. van Taxis , worden Eigenſchappen. De Ouders hebben niet alleen deeze
doorgaans maar eens in het jaar geſchooren , da den eer- geheele Boom , maar ook deszelfs ſchaduwe voor zeer 101
ſten Schot in junij' ; moetende men daar mede niet te ongezond gehouden , ja zelfs , .voor vergiftig, zo wel en
lang wagten , 'nog ook te vroeg beginnen, dewijl in het voor Menſchen al Beeſter , en is om die oorzaak van dun
eerſte geval de Heggen en Pijramiden , inzonderheid zommigen Arbor-mortis en Arbor-virofa genoemt , dog De
wanneer die fraaij gefiguureert zijn, te veel verwilderen welke kwaade hoedanigheid er bij onsniet aan word be. der
en daat na niet als met veel moeite in haar behoorlijke vonden . De kleine roode beſiën van deezen Boom , die
figuur kunnen herſteld worden. Daar in tegen in het vies zoet (maaken , worden zelfs dikwils van de kinders per
VE
tweede geval , dezelve al te vroeg geknipt wordende , 20 zonder ſchaade gegeeten , en nimmer heeft men , ten min,
groeijen ze in dezelfde ſomer wederom al te ſterk uit , ften hier te lande geboort , dat de ſchaduwe van deeze 20
en maaken een flegte vertooning in een tijd wanneer Boomiemand het minite nadeel heeft toegebragt. zee
men alles op zijn fraaist wenscht ie zien ; Lehalven nog TEBETH , is de naam der tiende inaand van hetKer
dat ze daar door ook verwilderen. Tot 't ſcheeren dient, kelijk jaar der Jooden , en de vierde van hun burgerlijk fter
zo veel mogelijk is , een regenagtige tijd te worden waar jaar, welke ten deele met januarij en ten deele met fe. zij
genoomen , om dat anders bij heet weer de uiterſte ge- bruarij overeenkomt.
knipte takjes verdorren , en daar door den groei beletten. TECHNICA , betekent , iets dat overeenkomst met
Van
Wijders is het , om goede jonge Taxis-Heggen te for- de konst of wetenſchap heeft. Het woord Technica is
meeren , of de oude Heggen en Pijramiden aitijd in een afkomſtig van het griekſche TEXv XOS , konftelijk of Texm ,
goede ordre te onderhouden , noodzaakelijk, datmen de wetenſchap. ich
regt opſchietende ſpilſcheuten , die dikwils hier of daar Het is in deeze zin , dat men zegt; techniſche woor
Aterk uit ſchieten , niet verzuimt digtbij haaren oorſprong Harris
den , techniſche verjen enz., en dat de Hr. zijn
weg te ſnijden , inzonderheid aan de jonge Boomen die Woordenboek van Konſten en Wetenſchappen , Lexi
ook doorgaans de meeſte ſpillen voortbrengen ; want dit con Technicum , heeft getijtelt.
niet in agt genoomen wordende, zo zal men van de jon. TECOLITHUS, deeze naam is door eenige Schrij.
ge Taxis-Boomen geen cierlijke digte Heggen kunnen vers aan de Lapis judaicus of fooden-ſteengegeeven.
maaken , en de bejaarden zullen daar door ten eene- TECOMAHUCA , zie TACAMAHACA -BOOM .
maalen verwilderen en onaanzienlijk worden . Het is TECOMAXO
aanmerkelijk , dat deeze Spillen meer aan zodanige Boo- kaanen een zoortCHILT. Dusdanig noemen de Mexi
van baftaard Apocijnum , welke de naam D
men groeijen , die van ſtek gereeld zijn , als de zulke draagt van Gelſeminum hederaceum indicum maximum ,
welke men uit zaad voortkweekt.
Ook kanmen van de Taxis, kleine Kabinets , Triomph- alias phæniceo. FERRAR.;
flore Gelſeminum maximumPſeudo- Apocijnum
americanum virginianum
phoeniceo.,
, flore
boogen , Prieelen , opene Zitplaatzen , Niches enz. be. PARKINS. Dit Kruidgewas verſtrekt tot geen 'tminſte
kleeden , die zeer fraaij ſtaan wanneer wanneer wel on.
derhouden worden , maar tot Berceaux , die van boven gebruik in de Geneeskonst.
digt geſlootenzijn , TEEK-ETEREN.
dienen ze niet, dewijl ze danvan word Bij Brasscn
een bijzonder Geſlage en van
gemaakt LINNÆUS,beiden
deezen Vogel,,
binnen verſterven , en de dorre takken in het binnenfte die van Klein onder de Kraaijen ofAakſters is geplaatst
der Berceaux een zeer flegte vertooning maaken . Hoe .
geweest en van voegt
wel dit met demeeſte Gewasſendie digtbeſlooten groei Word:SLOANE Catésby geheel zwarte Kaauw genoemt
jeninsgelijks plaats heeft, er den naam bij yanKlapper, met de
Во»
TEL. TEE . 3618
Bovenkaak boogswijze gekromd. De Braſiliaanen noemen TEERING , ia 't Latijn Tabes ; is eene Ziekte die
hem Ani, de Mexikaanen Cacalototott , misſchien we door de Ouden als Hippocrates en Celsus , in drie
gens zijn Geklap ; de Inwooners van Cayenne Bout de onderſcheidene zoorien word verdeelt , als.
Petun ; de Engelfchen , op Jainaika , Savanna Black» 1. Eene Voedeloosheid , otpoQrx ; waar in het Lig .
Bird. BRISSON geeft er 't in latijn , den -naain van Cro- haam mager word en uitteert , dikwils zonder dat den
top haga aan , dien men Teek - Eeter vertaalt; dog in Lijder eenige merkelijke of zwaare toevallen overkoo
dien 't waar is , dat hij van Torren , Rupfen , Vliegen , men. Deeze zoort kan plaats hebben , wanneer de
en dergelijke Inſekten leeft, fchijnt die naam , in 't ne-masſa des bloeds , zodanig verminderd en verdund word ,
derduitsch , weinig eigenſchap te hebben dat de vogten van de eerſte zoort , namelijk de roode
De Kenmerken , volgens LINNÆUS , zij , een zamen- bloedbollettjes, door de vaten van de tweede zoort kun .
gedrukte ofaan de zijden platte Bek, halfeijrond , boogs. 'nen vloeijen , er dit zelve , ook voorts in de overige
wijze , wederzijds uitgegroefd; her bovenſte Kaakebeen pogten en vaten plaats heeft. Deeze zoortvan Teering
aan beide zijden, hoekig op den rand , de Neusgalen is ten eenemaalen verſchillende van die in welke etter
doorloopende. Brisson merkt aan , dat de Bek kort agtig (peekzel of fluimen opgegeeven worden . De vog.
en haakig is , dikker dan breed , van boven met een meg . ten in deeze uitteering , al te zeer verdund zijnde vloei.
wijze ſcherpte , dat er aan de Pooten twee voor- , twee
jen door de uitwasſeming weg ; bierom zweeten deeze
Lijders bijna geftadig , voornaamlijk in den morgenſtond ;
agter Vingeren zijn , alle tot aan den worteltoe van elk.
ander geſcherden, en dat er maar tien beituurpennen daar door eene meest al te groote menigte vogeen ver.
zijn in de Siaart. lieſende , word het Lighaam mager en verzwakt. De
BRISSON heeft ewee , LINNÆus maar ééne zoort ; Cro- middelen die de al te groote vloeibaarheid der vogten
tophaga. Syft. Nat. X. Gen.47. Crotopkagus ater , Roſtro verminderen , en dezelve eene ineerdere vastheid ver.
breviore, compresjo arcuato cultrato. Brown. Fam. 474. ſchaffen , zijn hier van dienst; als bij voorbeeld alle more
Monedula tora nigra ., major, garrula , mandevula fupe- gens en avonden , het gantfche Lighaam te laaten wrij .
piore arcuata. SLOAN . Jam II. p. 298. T. 256. f. 1. CA ven , het gebruik van vastere ſpijzen , het paardrijden ,
TESB . Carol. 3.p. T. 3. Ani. MARCG . Bras 193. WILL veranderen van lucht enz,
Ornith. 120. RAJ. Av. 35. N. 10 & 185. N. 19. zijn« . !I . Wangedaante , XXXeEid . De zodanigen welke aan
de dit den geenen, die de eerſte is van BRISSON , en gedeeze kwaal:lijden , hebben doorgaans een mismaakte
noemt
grootte, van
le Bout de Petun. langte
een Merel;de Deezeis dertien
heeft ongevaar de lighaamsgeſtalte , en zien er misſelijk en gemelijk uit.
en eenhalf
duim , met linien;
den Bekzijndede Schoon ze nog wel gevoed worden , bederft echter het
en negen en StaartBek
; deongevaar
hoogte negen duiin gebruikte voedzelbij hen, en gaat tot kwaade
drie vierde fappen
over. In deeze kwaalmoet zich de Lijder van alle zwaa.
duims dik , één duim lang , en de Staart zeven duimen.
De koleur violetkoleurig zwart, dog de randen der Ve re ſpijzen onthouden , en zelfs in buikzuiverende
voedzel gebruiken , intusſchen de het eerst zeer weinig
mid
deren zijn donkergroen , gemengeltmet een zuivere ko. delen niet verzuimende, mag hij allengskens meer , dog
per koleur ; de Bek, die zwart is , zo wel als de Kiaau. niet dan ligt te verteerene, welvoedende en het hederf
wen, heeft, om den wortel van de Bovenkaak , esn tegenſtaande ſpijzen gebruiken. Geenerlei zoort van
kring van ſtijve borſtelbaairtjes , voorwaarts gekeerd; vleesch of visch is deeze kwaal voordeelig. Verder 1 :3 .
zo wel als aande oogen ,welker haairtjes ook fijfen haamsoeffening neemen , eneenmaatig glas goeden
zeer
Hetlangis de
zijn.
eigenſchap van deeze Vogelen , groote Ne. wijn drinken. Zo hij bij deeze levenswijze niet vor.
ften te maaken in de haagen of 't klein geboomte , alwaar dert , kan na vereisch van zaaken eene aderlaating van
nut zijn , enz .
zij wel met haar vijftigen , eijeren leggen en die uitbroe III. De ergſte zoort , bij ons onder de eigentlijke naam
den , in één enkel Nest. Men heeft zulkste Cayenne ,
van waar zij aan Reaumurgezonden werden , zekerlijk van Teering, QOisis , of Longteering , bekend , is , zegt
waargenomen . 't Schijnt dat men deeze Vogelen ook de Hr. W. BUCHAN Hoofdſt. 18. van deszelfs uitmunten
vind in de bosſshen van Brafil, alwaar zij aan haar ge: de en nuttige Huisſelijke Geneeskunde , een verval of
fchreeuw , i, j, i, i, j , op een hoogen toon , kenbaar zijn vernieling van het geheele lighaamsgeftel , uit een eta
en daar van komt misſchien de naam van Ani. Hun tergezwel, verzweering of zaaiengroeijing der long , uit
Vleesch word niet tot ſpijze gebruikt. MARCGRAAF verteering in de borst , of uit voedingsgebrek der ze.
1,1
plaast ze, wegens de ſchoonheid van hunne koleur , on: nuwzappen , enz.
derDede Parkietjes. Men heeft reeds voor eenigen tijd uit de ſterf-lijſten
andere zoort , dien Brisson le grand Petun noemt,van groote Steden waargenomen , dat de Teering meer
‫در‬
‫یکی‬ Is ook van Cayenne gebragt. Deeze heeft omtrent de dan bet tiende deel der jaarlijks overleedenen wegſleepe.
grootte van een Gaay , zijnde , met den Kop en Men beeſt reden te gelooven , dat dit getal zedere ineer
100 Staart anderhalf voet lang , en ongevaar één voet hoog.toe dan afgenomen is , en dat deeze kwaal in kleinere
kt De koleur is over 't geheele Lijf , violetkoleur zwart, Steden , niet minder verwoeſting aanregt.
met de randen der Vederen groen , even als in de kleine Jonge lieden van tusſchen de vijftien en dertig jaaren ,
Ani; dog deeze groote heeft de Slagpennen donker die fchraal van geſtaite, lang van nek , hoog van ſchou .
groen. Hij word , opgezet zijnde , in 't Kabinet van ders en plat van borst zijn , ſchijnen meest aan deeze
kwaal onderhevig te ziin .
den Hr. AUBRIT', te Parijs bewaard .
TEELDEELEN , zie GENITALIA . De TEERING ſchijnt in Engeland meer dan in eenig
TEELGRONDEN , zie KLEIGRONDEN . ander gewest te heerſchen . Waarſchijnlijk ontſtaat
TEER , dus word het verdikte Sap datuit de Pinboo zulks , uit het veelvuldig gebruik van vleesch en iterke
men van zelven vloeit , of er door konst word uitgetrok . dranken - uit de veele zittende beroepen , en uit de
ten genoegt, zie boedanig bet zelve word bereii , op PIK dampen van zo veel fteenkoolen , welke men daar ver
brandi
3020 TEE TEE.

brand ; ook mag men de , geduurige veranderingen des Toevallen . Deeze ziekte begint doorgaans met een
dampkrings of weders, zeer wel , als ecne der voor- droogen hoest , welken dikwijls verſcheidenemaanden DE
naamſte redenen hier van houden . duurt. Als bier bij zo dra men gegeeten heeft, zicha le

OORZAAKEN. Men weet , dat gemeenlijk de verzwee- eene neiging tot braaken opdoed , is er nog ſterker re 00

ringen der long enz. het gevolg zijn , van borst.onte den om de Teering te vermoeden ; de Lijder klaagt over
fer
Steekingen ; alles derbalven wat deeze kwaal verwekt, eene meerdan gewoone hitte, over pijn en drukking op det
mag met regı teffens voor eene oorzaak der Teering ge. de borst , irzonderheid na het doen eeniger beweeging; is
houden worden , zijn ſpeekzei is van een zoutachtige ſmaak , zomtijds met
Zommige anderere ziektens , kunnen door de vogten bloed vermengd. Hij is tot droefgeeſtigheid geneigd;
des lighaains te bederven , insgelijksde Teering naar zich heeft weinig eetlust , dog is zeer dorſtig. Gemeenlijk
Deepen , gelijk de fcheurbuit, keel- en fistel-gezwellen , is de pols ras, dog zwak en klein ; zomtijds echter vol bic
venus-kwaalen, aanborſtigheid , kinderpokjes , maze. en eenigzins ſterk ; deeze zijn doorgaans de toevallen
len enz. bij het begin der Teerihg .
Dewijl deeze ziekte zelden geneezen word , zullen Vervolgens begint de Lijder groenachtige , witte of
wij tragten alle derzelver oorzaaken naauwkeurigst op bloedige etterfluiten op te geeven ; de kwijnende koort
te geeven , ten einde een iegelijk zich des te beter voor zen des avonds , en het ſterk zweeten des morgens, ver
24

dezelve wagten kunne. Zij zijn . mageren en verzwakken het geheele lighaam. Hier bij
Gebrek aan beweeging. Hier van komt het , dat dee. voegt zich veeltijds loslijvigheid en bovenmaatige ſterke
ze kwaal zo gemeen is onder de inwoonders van groote pislosſing , het geen gevaarlijke toevallen zijn , die den DIST

Steden , die zich veel al met zittende beroepen genee. dom


Lijder zeer verzwakken. De palmen der handen zijn
ren , en insgelijks onder rijke lieden , die met werken brandend heet , en het aangezigt naar den eeten bloo
niet behoeven de kost te winnen . zend ; de vingers worden merkelijk dunder , de nagels er

Befootene of ongesonde luclit. Stilſtaande, ofmet de buigen zich inwaards en het haair valt uit.
uitdampingen van metaalen en delfſtoffen beſmette lucht, Eindelijk kondigt de zwelling der voeten en beenen IG

is bij uitſtek ſchadelijk voor de long , en verknaagt dik. het geheele verval der kragten , het inzinken deroogen , 2
wils de tedere vaten van dat tot het leeven zo hoog de moeijelijke doorzwelging en de koude der uiterſte
noodig werktuig. deelen , de onmiddelijke aannadering des doods aan ;
Hevige driften, beweegingen en aandoeningen des welke echter de Lijder zelve , zeer zeldzaam zo nabij
gemoeds , verdriet , teleurſtellingen, angst, al te in. gelooft te zijn. Dusdanig is het gewoon beloop deezer,
geſpannene beoeffening der ietteren , afgetrokkene we doodelijke ziekte , welke niet in tijds beteugeld worden. 100
tenſchappen , konſten enz. de , gemeenlijk alle geneesmiddelen te leur ſtelt.
Zwrare ontlastingen , als ſterk zweeten , buikloop , Leerregel. Zo dra men de allereerſte coerallen ee.
pisvloed, ontugtigheid , de witte , ook de al te ſterke ner Teering verneemt, moet zich een Lijder, indien bij
vloed der maanſtonden , te langduurig zoogen , enz. in een groote Stad , of in beſlooten lucht woont , one
Schielijke opſtopping der gewoone ontlastingen , gelijkmiddelijk uit dezelve , en naar het land op eene plaats ter
van bloedende ſpeenen of ambeijen , zweetende voeten , begeeven , waar hij vrijelijk zuivere en drooge lucht in.
het bloeden der neuze , der maandſtonden , fontanel. ademt. Hier moet hij niet ftil blijven , maar dagelijks ter

len , opene zweeren, van veelerleij zoort van uitſlag , 20 veel beweeging neemen , als hij maar verdraagen ED

enz. kan. bei


Schielijke overgang var hitte tot koude , door veran . De beste zoort van beweeging is het Paardrijden ,
dering van lugtſtreek , of kleeding , en in 't gemeen al wijl daar door het lichaam ſterk bewoogen en weinig ver
wat de uitwaasſeming opſtopt. moeit word ; de geene die deeze beweeging niet ver.
Veelvuldige ongebondentheden , nagtwaaken , zuipen , draagen kunnen , moeten zich van een Rijtuig bedienen,
enz. mocten noodzaakelijk de long vernielen ; hier van Het is best een weg te kiezen , die het oog geduurige
is het dat men de meeſte Ligtmisſen het droevig ſlagte verandering van voorwerpen verſchaft, wijl daar door
offer deezer kwaal ziet worden. de Geest ineer , dan door het op en neder rijden van
Beſmetting. Veelmaalen word de Teering door het een zelve laan , veriustigt word. Men inoet zich
16
Naapen , bij zieken veroorzaakt ; dus men zich hier van echter zeer wagten , van door natte klederen , of voso
zorgvuldig behoorde te wagten ; te meer , wijl zulks den eige bedden koude te vatten . Ook dient de Lijder inde ‫ܐ‬
zieken van weinig nut , en den gezonden meest altoos voormiddag , ten minſten voor het middagmaal , met rij.
- nadeelig is. den op te houden ; het zelve zoude hem anderzintseer
Beezigheden of Beroepen. Die Werklieden welke ſchadelijk dan voordeelig zijn ; dog hij moet, het ga boe
-meest altijd of geduurig voor over zitten , op de borst hec wil, dagelijks rijden; hier van hangt zijn leeven af;
of maag leunen , gelijk Wevers , Kleder- en Schoenmaa. en dit is , bij tijds begonnen en behoorlijk ermede aan
kers enz. ziet men veel aan teeringen ſterven. gehouden zijnde , meest altoos een onfeilbaar genees.
Koude, Teeringagtige Lijders , hebben het begin ban- middel.
ner kwaal , van natte voeten of kleederen , vogtige bed . Het is te bejammeren , dat die geenen welke zieken DE
den , avond-en nagelucht en dergelijken , doorgaans meer behandelen , zo zelden in deeze kwaal het rijden aan be
dan aan eenige oorzaak te danken. beveelen , voor dat de Lijder reeds buiten ſtaat isvan het
Het gebruik van ſcherpe, zoute en ſpecerijagtige voed. te kunnen uitſtaan, of de ziekte reeds ongeneeslijk gee
zels waar door het bloed verhit en oniſtooken word , is worden is. De Lijders insgelijks zijn zelve veel al ge
insgelijks veel al oorzaak van teeringen . woon , alle de middelen die binnen het bereik van hun
Het gebeurt ook dikwils, dat deeze ziekte de vrugt eigen vermogen zijn , voor beuzelingen te houden. Zij 26

ecner van de ouderen overgeërfdebeſmetting is, en in kunnen nietbegrijpen , hoe eenevan de gewoone be
dat geval is ze meest altijd ongeneeslijk. zigheeden des leevens , tot het geneesmiddel har eenerd
TEE 3021
bardnekkige kwaal dienen kan , en verwerpen het der- gevormd is , hoe kan men als dan op een goeden uitdag
halven, terwijl zij gereedelijk hunne herſtelling verwag hoopen ?
ten van die geneesmiddelen , welker aart hen geheel De Ezelinnemelk behoort indien mogelijk , in haare
onbekend is. natuurlijke warmte gedronken te worden ; een volwas.
De geene die kragten en moed genoeg hebben , om fen Perſoon , dient een halve pint te gelijk te gebrui.
eene vrij verre reize te onderneemen , mogen met re- ken , en zulks niet alleenlijk des morgens en des avonds
den daar van veele voordeelen verwagten . Dit middel maar viermaal , ten mintten driemaal des daags , hij eete
is mij bewust, meermaalen eene Teering , welke reeds er een weinig , fijn , witte brood in , zo dat het een zoort
op zijn hoogst geklommen was , en tegen alle aangewen van melkpap zij.
de geneesmiddelen ſtand hield , geneezen te hebben. Zo de melk zomtijds te veel purgeerde , menge men
Hier uit mag men met grond afleide n , dat indien zo. ze met oude conſerf van reoſen , of wanneer deeze niet
danig eene reize bij tijds ondergoinen wierd , zulks zelº te bekoomen is , neemt inen in desſelfs plaats het poeder
den misſen zoude de beoogde geneezing te wege te bren. van Kreefteſchaaren . De Ezelinnemelk word doorgaans
gen. bevolen warm in het bed gedronken te worden ; dog wijl
Zij die om zich door dit middel te geneezen , over ze op die wijze gebruikt doorgaans den Lijder doet zwee.
zee gaan , behooren zich van zo veel verſche voorraad ten , is het beter ze bem te geeven na dat bij uit het
als geduurende hun verblijf aan boord noodig is , te bed opgeſtaan is.
voorzien. Wijl men ſcheep zijnde , zelden melk beko- Van het gebruik van Vrouwenmelk , heeft men in
men kan , dienen zij niet dan vrugten en nat van Hoen. teeringagtige ziektens zomtijds voortreffelijke uitwerk,
deren of diergelijke Dieren , welke men aan boord kan zels gezien . Konde men dezelve in genoegzaame hoe.
levendig houden , te gebruiken . Het is bijna onnoodig veelheid bekoomen , wij zouden derzelver gebruik , bo .
er bij te voegen , dat zodanige reizen indien mogelijk , ven dat van alle anderen aanprijzen. Het is in dit geval
in het zagtſte jaargetijde en naar warme luchtſtreeken , best , dat de Lijder zelve de borst zuige ; ik heb een
moeten gedaan worden. Man gekend , die door de Teering zoodanig verzwakt
Zodanigen die geen lust of moed tot langduurige rei, was , dat hem geen kragten overig waaren , om zich in
zen hebben , kunnen zich naar zuidelijker landſtreeken , het bedde om te keeren. Zijn Vrouw was diestijds 200
gelijk naar het zuidelijkst gedeelte van Frankrijk , naar gende, haar kind kwam te ſterven , en de Man zoog
Spanje en Portugal begeeven . Vinden zij dat het cli. haare borsten , niet met oogmerk om haare melk als een
maat deezer landen hen voordeedig is , kunnen zij zich geneesmiddel te gebruiken , maar alleenlijk om haarvan
daar blijven ophouden , zo lange ten minſte , tot zij in dezelve te ontlasten . Hij echter vindende dat door het
voorige gezondheid herſteld zijn. is gebruik daar van zijne kwaal grootelijks beterde, hield
Naast gezonde lucht en behoorlijke beweeging, be. zo lange aan haar te zuigen , tot hij ten vollen herſteld
veelen wijinzonderheid een goeden leefregel aan . Niets was , en is tegenwoordig een ſterk en gezond Man.
moet de Lijder eeien , het geen verhittend of zwaar te Een der kundigſte Geneesheeren onzer Eeuwe, heeft
verteeren is , en zijn drank moet ſteeds verzagtend en ons , in een onſchatbaar nuttig werk nagelaaten het
verkoelend zijn. Al wat hij gebruikt moet ſtrekken tot verhaal van een jongeling , die zodanig uitgeteerd en
vermindering van de ſcherpte der vogeun , tot voeding verzwakt zijnde dat hij zich nauwlijks beweegen kor
en verſterking der Lijders ; bier toe moet hij inzonder. de , tusfchen twee Minnens Niep , en derzelver zog
heid gebruik maaken van groentens en melkſpijzen . De dronk. Hier door nam hij in korten tijd zodanig in
melk alleen, is in deeze kwaal van meer nut dan alle de kragten toe, dat men genoodzaakt was hem zijne bij.
genees iniddelen die de Apotheek aplevert. Naapen te ontneemen , uit vreeze voor de gevolgen ,
De Ezelinnemelk word in het algemeen voor de beste die geenszints blijken van zwakheid zouden geweest
gehouden , dog is niet altoos te bekoomen , daarenbo zijn .
ven word ze gemeenlijk in geringe hoeveelheid geno. Zommigen houden de Karnmelk , voor beter dan ee
men , daar ze echter zal ze van gewenschte uitwerking nige andere, en ze is zckerlijk een zeer nuttig middel,
zijn , het voornaamst gedeelte van des Lijders voedzel wanneer de maag ze verdraagen kan ; zij finaakt in het
behoorde uit te maaken. Het is immers net geen grond eerst eenen iederen niet , dus word , eer men er be.
te verwagten , dat een glas of twee Ezelinnemelk , alle hoorlijk de proef van genomen heeft, met het gebruik
vierentwintig uuren gedronken , in ſtaat zijn zoude, ee. er van opgehouden. Men moet ze van eerſten af aan
ne zeer merkelijke verandering, in de vogten en het ge- gebruiken in eene geringe hoeveelheid , die trapswijze
ſtel des lichaams van een volwasfen Mensch , te wege vermeerdert word , tot zo lange dat ze het geheele
te brengen ; zo dra echter een Lijder, door het gebruik voedzel des Lijders uitmaakt. Nooit hebbe ik het ge
van dit middel geen ſpoedige beterſchap beſpeurt, ver- bruik der Karnmelk zien nuttig zijn , dan wanneer er de
liest bij alle hoop , en met dezelve doorgaans het lee. Zieke geheel en al van leef je .
ven. Hier van daan is het , dat die middel hoe nuttig Koeijenmelk is het gemakkelijkst van allen te bekoo.
4

ook , zelden aan het gewenschte oogmerk beantwoord. men, en hoewel dezelve zwaarder te verteeren is , dan
De reden daar van is klaar ; gemeenlijk word het te Ezelinnenmelk , kan men ze echter ligter maaken , door
laat , in te geringe hoeveelheid en niet aanhoudend ge- er eene gelijke hoeveelheid garſte-water bij te voegen,
noeg , gebruikt. of door ze eenige uuren te laaten ſtil ſtaan , en er ver
Ik hebbe voortreffelijk goede uitwerkzels van de E. volgens de room afceſcheppen. Blijft ze niet tegenſtaan.
zelinnemelk gezien , in hardnekkige hoeſten , die eene de de maag bezwaaren , zo doe men onder elk half pint,
longteering voorſpelden, en ik geloove waarlijk , dat als één lepel vol rum of brandewijn en een weinig brood
ze ſteeds in dit tijdſtip der ziekte gebruiktwierd , de ge. zuiker.
neezing zelden misſen zoude ; dog als men er , gelijk Wijl de maag van veelen die door de Teering aange.
meestaltoos geſchied, mede wagt , tot de verzweering tast worden , niet gewoonLILis iets anders dan vleesch
VI Deel.
3622 TEL .

en ſterke of geeftige dranken te verteeren , is het niet deezer kwaal tot verligting ſtrekken kunnen , opges. gebrui
te verwonderen , dat dezelve voor eerst een tijd lang ven. : Deemt

geen melk verdraagen kan , ook raaden wij niemand die in den eerſten trap der Teering , word zomwijlen de van ie
aan het gebruik van vleeschen geeſtrijke dranken ge . boest door aderlaatingverzagt. Zo de hoest na de ader twee г
woon is , dezelve eensklaps na te laaten ; dit dog zoude laating niet luistert, is de fejroop van papaver gereenlijk kooken
meest altoos gevaarlijk zijn . De zulke hebben noodig een dienſtig middel om dezelve te ſtillen ,'en dus te be. zijnde
eens s’daags een weinig jong vleesch of liever vleesch- letten dac de long door de geduurige ſchudding niet bes peent e
nat van Hoenders, Kalfs., Lams vleesch of dergelijken ledigt en verzwakt worde. De Geneesheer SYDENHAM 721.
te eeten. Zij moeten insgelijks dagelijks een weinig wijn liet van deeze fijroop , om den anderen avond een half Uitve
gebruiken , deezen kunnen zij tot kandeel maaken , of once gebruiken гаn eep
dezelve inet water mengen , ze langs hoe Aapper 'maa- Tot afleiding der ſcherpe zinkingſtoffen , zijn dik tot het
kende , tot dat men het gebruik er van , geheel ont wils blaartrekkende pleiſters of fontanellen van nut; dog den. A
wend zij. boven al , verdiend hier het genoegzaam lang aan. bol apari
Hier van echter moet men alleenlijk gebruik maaken , houden en geduurig Paarderijden , aangepreezen te wor. Fall ze
als van voorbereidende middelen , tot eene levenswijze , den ; hier op agt geevende, . dat een bejaarde meer abrekker
die geheel en alleen in het gebruik van melk -ſpijzen en tijd in deeze oeffening toebrenge, dan een jongeling. e de ho
vrugten beſtaat , en hoe eer de Lijder tot deeze gebragt Het aanboudend , en niet Negts eenige weeken duu.
,
een weinig ſuiker daar in , is een zeer bekwaam voed- ver gevorderde Teering , van bijna even zeker nut,
te beson
Ma kan
zel. Insgelijks rijpe vrugten , gebraaden , gebakken , als de kina in de afgaande koortzen. Ook kan men zich zelre
of gekookt, als kruis. en aalbeſiëntaart , appelen die ge . het losſen der fuimen door het volgend middel bevor. za gebrui
deren. Men neemt verſche zee-uijeni, gom.arnoniac en he Dooitdage
braaden of in melk gekookt zijn , enz. Ingeleide zuur. cardamo
agtige vrugten , derzelver geleijen en conſerven , gelijk m -zaad , van elks een half loot, ſtoot het te zaa. id
gelei van 'aalbefiën , conferf van rooſen , ingeleide prui- men in een mortier klein , en voegt er van een ofander htwer
Op deeze
men , kersſen , enz. mag hij iede, vrijelijk , en zo veel zoort van fijroop zo veel bij , dat het te zaamen tot een kin
hij begeert gebruiken . deeg worde, waar van men pillen maake van eenemid eded puu
Deeze levenswijze, gepaard met gezonde lucht, be delniatige grootte , van deeze laate-men den Lijder twee of van
hoorlijke beweegingen , het aanhoudend gebruik der of driemaal des daags', telkens vier of vijf neemen , word van
melk , is alles wat men in eene beginnende Teering aan . paar maate zijn maag dezelve verdraagen kan Ferhaalt,
wenden kan . Zo de Lijder in dezelve volhard en ee. De melk van gom ammoniac , is in deezen trap der. orgd wier
nige kragten heeft , zalhij zeer zelden misſen tot here ziekte , mede van zeer veel nut. aal dat ia
ſtelling te koomen . Een fiiroop uit evergelijke declen citroen-fap, gezei tzaltijd me
Ik hebbe in eene volkrijke Stad , daar de Teeringen verden honing en kandij zuiker is insgelijks zeer goed. cat er in
zeer gemeen waaren , veele door dezelve aangetaste Men ſmelt van ieder deezes vier oncen, te zaamen in trergeſcho
lieden gekend , die alleenlijk naar het land gezonden een kom over een zagt vuur , en geeve daar van , 84 0 pon
Leezen.
zijnde , met bevel van aldaar dagelijks te rijden , en al: dikwils de hoest zich verheft, één lepel vol.
leenlijk bij melkſpijſen , groentens en vrugten te lee . Men heeft in deezen tijd der ziekte , veel de gervoon Als het
ven, naar weinige maanden geheel gezond , dik enveç te ,desLijders maag met olien en balſemagtigemiddelen muwdbeic
wederkeerden. Het iswaar ,ditgebeurde niet altoos, te overlaaden. Deeze in plaats van de oorzaak derkwaal ne reeds gt
envooral niet , wanneerde kwaal overgeerfd was of te verdrijven , doen dezelve toeneemen , wijlzij hettenwij he
reeds ſterk de overhand genomen had ; het was des niet bloed verhitten ,de eetlust verminderen , de vaste dee: in ſtaat om
teinin het eenigemiddel,waar bij baatgevondenwierd, len vernappen enin alle opzigten den zieken nadeelizasdicedanin
van
en daarhet zelve mislukte , zag ik nooit eenig ander zijn. Al wat, behalven het rijden en het houden van nagttien
middei gelukken. een geſchikten leefregel, tot het verdrijven van de hoest
adrende
Wanneer de Lijder zwak en neerſlagtig word , moet aangewendword ,behoort in middelen ie beſtaan van een ten wein
hij door kragtige vleesch -foepen, geleijen , enz. zo veel eenigfints ſcherpe en zuiverende aart, gelijk De
Ironing me
zuures tank.
mogelijk verſterkt worden. Zommigeprijſen in deeze azijn en water , fijroop van limoenen , enz.
omſtandigheid ,het gebruik aan van Schaalvisſchen , als inzonderheid , ſchijnen in deeze ziekte van veel nut ludien
Oeſters en diergelijken ,en niet zonder reden ,wijl ze zijn z; ij lesſchen den dorsten verkoelen teffenshetbloed het confery
inder daadvoedenden verſterkendzijn. Al het voed. De zuuren uit hetgroeijend rijk , gelijk uitoranje-appedeofwize.
van 1
zel, en drank ,moet echter bij geringehoeveelheden len ,citroenen , enz.Ichijnen de bestetezijn. Ik hebbe Stfange
tegelijk genomen worden , dewijl eene overmaat van Lijdersmet veel goed gevolg ,dagelijkshet sap uitvente
en beveele om die tamento
of
versſche maagſappen (chol ) , de long overſtelpen en den ſcheidene
redeii deezcitroeñen
e zoorten zien
van zuigen
zuuren ,; in zo grootc hoeveel boeveelbe
1 omloop des bloeds te zeer aanzetten . noeg, en
Des Lijders geestbehoord men zo gerust en vrolijk ! Leden vel
alsmogelijk is , te houden . Teeringen worden veelal door kan . des Lijders drank , beveelen wij aftrekzels De get
droefgeestigheid of veroorzaakt of verzwaard ; om deeze Voor kunnen ,
reden ismufiek ,lustig gezelſchap en alwat het gemoaled centa
bittereuriakruid en ,alsuitaardveil of hondsdraf, de kleinen
, uit 'kamillen of uit waterklaver . vander ta beste
vervroolikt,van veel nut. Men moet hem zeldenigen den en rken delte trei
leenlaat en, wijl het treurren overzijn ongelukk maghij
maag naargoedvin
, bevorderen de ſpijsverteerin verſte het
drink . g ,Zijverbeteren twintig ut
toeſtand >
zeke
, dezelve voor geren
verer zal . het vervo
ziekte voornaamlijk van de levenswijze en poogingen des lichaams, en lesſchen den dorst veelmeer, dan 20€ daags een
te en walgende dranken . Edocb wanneerde Lijderbloed Wi ra
sniddelen , welke
des Lijders in zonnige
zelve afhangt zwaarſte
derwij
, zallen toevallenfpuwt, moet bij voor zijn gewoone drank , aftreksels
echter,zommige borstjen.thz
TEE . TEE . (3623

gebruiken uit wondheelende wortels en planten. Men niet aan , dog zo dra men zich verzekerd houd, dat
neemt ſmeerwortel, één once, zoethout en heemswortel, zich de etter in de borst on:houd, is dezelve voorzeker
van ieder een half once. Men kookt het zaamen op het beste middel, dat aangewend kan worden . Weini
twee mengelen water welke men op de helft laat ver. ge Lijders nogthans, willen in dat tijdperk der ziekte ,
kooken . Men voege bij dit afkookſel koud geworden tot het gebruik der kina overgaan ; zonder dit zoude
zijnde een eijerlepeltje zuure elixir van vitriool, en men zekerlijk zeer veel goede uitwerkzels der zelve
neemt er dagelijks vier of vijfinaalen een theekopje vol zien .
van . Wanneer het klaar blijkt , dat er eene verzweering
Uit veele andere lijmachtige planten en voedzels, die in de borst is , en de etter niet door fuimen of ander.
van een heelende en zaamenkleevenden aart zijn, kan men zints ontlast word, moet de Lijder tragten die verzwee.
tot het zelve oogmerk ,afkookſels en aftrekſels berei. ring te doen doorbreeken , door de waasſem van warm
den. Als uit ſtandelkruid ,kweepitten, hoefblad , lynzaad , water of warmen azijn in te ademen , door hoeften,
falſaparilla , enz.; het is onnodig de verſchillende wijze overluid lachgen of fchreeuwen enz.
van ze gereed te maaken , op te geeven. Het enkel binnen de long door , 20 zal zich de etter door de
aftrekken of afkooken derzelve , is al wat noodig is , mond ontlasten. Het is waar, zomtijds kan het ſchielijk
en de hoeveelheid die er van gebruikt word , kan men uitbarſten van dit braakzel, door den Lijder te verſtike
naar goedvinden ſchikken . ken , een onmidlijken dood veroorzaaken . Als de hoe .
De conjerf van roofen , is hier inzonderheid zeer goed. veelheid van etter groot , en de kragten der zieken
Men kan dezelve in de bovengemelde afkookſels of op uitgeput zijn , gebeurt dit ook wel ; dog meest altoos
zich zelven gebruiken , dog van een weinig van dezelve zal de Lijder in zwijm vallen , als dan dient men
te gebruiken , kan men geen hulp wagten ; ik hebbe hem vlugge geeſten of zouten onder de neus te hou .
er nooit nut van beſpeurd , ten zij er bij aanhouden den .
heid dagelijks drie of vier oncen van gebruikt wierd. Indien de ontlaste etter dik is , de hoest vermindert ,
Op deeze inanier hebbe ik bet van uitſteekend goede en de adembaling gemakkelijker word , is er hoop tot
uitwerking bevonden , en beveele het zeer aan , in alle geneezing. Het voedzel moet in deeze omſtandighe.
bloedſpuwingen die uit de long voortkoomen. De con. den ligt dog verſterkend zijn , en beſtaan in dun Hoen .
Serf van roode roofen, in zeer groote menigte gebruikt, des nat, gort en rijst in melk gekookt , enz. de drank zij
word van veele Schrijvers aangepreezen . AVICENNA karnmelk , of wei met honing gezoet. Dit is ook de
verhaalt , dat hij eene Vrouw , wier lijkſtatie reeds be bekwaame tijd , om van de kina , op de hier voorges
zorgd wierd , door dit middel geneezen heeft. Men vere melde wijze gebruik te maaken .
haale dat iemand in Venetien , er zomtijds zijn geheele Als zich de etter der verzweering ontlast in de hol .
maaltijd mede deed , en zo veel van dezelve gebruikte , ' ligheid der borst, cusfchen het borstvlies en de long ,
dat er in geene der aldaar zijnde Apotheeken iets van is er , zo als wij reeds aangemerkt hebben , geen ander
3 overgeſchooten was. Zekere Vrouw ( zegt AurELIANUS) middel om dezelve een uitgang te veríchaffen over ,
at 40 ponden van dezelve , en wierd ook daar door ge dan doorhet doen eener inſnijdinge. Wijl dit door een
Deezen. Heelmeeſter dient gedaan te worden , is het niet noo.
Als het opgeeven van etterachtige Aaimen , de be. dig de beſchrijving dier operatie te deezer plaats te
Dauwdheid der borst en andere kwijnende toevallen , ee. ' geeven. Alleenlijk zullen wij aanmerken, dat ze niet
ne reeds gevormdeverzweering der long aanduiden , raa. zo gevaarlijk is , als zich de meeſte Menſchen inbeel.
den wij het gebruik aan der kina , als het eenige middel den , en dat er in deeze omſtandigheid geheel geen an
in ſtaat om de algemeene geneigdheid tot rotting, welke der middel overig is , om des Lijders leeven te behou.
als dan in de vogten plaats heeft, tegen te gaan. Eene den .
once van dit middel tot poeder gemaakt , verdeelt men De Zenuw-TEERING is een verval en verwoeſting
in agttien of twintig giften, en geeve den Lijder ge des geheelen lichaams, van geene ſterke koorts , van
duurende den dag om de drie uuren eene derzelve, in geen hoest of bezwaarde ademhaaling , dog alcoos van
een weinig ſijroop of in een kop van zijn gewoonen bedorve ſpijsverteering , verzwakking en gebrek van
drank. eetluse verzeld. De geenen die van een knyzig en
Indien de kina mogte purgeeren , maakt men ze met droefgeeſtige geſteltenis zijn , die zich in ſterke dran .
het confe van roofen, tot een nikmiddel, op volgen. ken te buiten gaan of ongezonde lucht inademen ,
de wijze. Men neemt een vierde deel ponds oude con .. Itaan het meest voor deeze kwaat bloot.
ſerf van roofen , kina tot 'poeder gemaakt één once, Niers is tot geneezing deezer kwaal beter , dan het
erange of limoen-fijroop zo veel als noodig is om dit gebruiken van lucht en teffens voedzaame ſpijſen , veel
zaamen tot de dikte van honing te brengen ; deeze beweeging en ligaams-oeffening in de open lucht en het
hoeveelheid is den Lijder voor vier of vijf dagen ge- rijkelijk drinken van zodanige bittere dranken , die de
noeg , en men kan zulks, wanneer het de omſtandig- maag zaamtrekken en verſterken , gelijk aftrekzels van
heden vereiſchen , herhaalen . kina, van gentiaan -wortel , van camille enz. , op water
De geenen die de kina niet in fubftantie gebruiken of wijn getrokken.
kunnen , moeten ze aftrekken in koutwater , het geen De ſpijsverteering zal grootelijks verbetert , en de
het beste ontbindvogt ſchijnt om de kragt uit dit mid geneezing deezer kwaal bevorderd worden , door twee
del te trekken. Men laat een half once kina , vier en maal des daags 20 of 30 druppels elixir van vitriool, in
twintig uuren lang op een half pint water trekken , zijgt een glas wijn of water te gebruiken, De ftaalwijn is
het vervolgens door, en neemt er drie of viermaal des in deeze kwaal mede een uitſteekend geneesmiddel; zij
daags een theekopje vol van. verſterkt de vaste deelen , en he !pt grootelijks het bloed
Wij raaden echter, zo lange zich de toevallen der verbeteren . Men bereid deeze ſtaalwijn door drie wee
borstontiteeking alleen vertoonen , het gebruik der kina ken lang op een boutelje Rijnſche wijn , drie onzen
L11 ‫܀‬% 9824
3624 TEE . TEG. TEG. TEL. TEK. TEL .

yzer of ſtaal-vylzel te laaten trekken , geduuriglijk den TEGENSPOED , zie ONGELUK.


yles onſchuddende. Men zijgt ze vervolgens door , TEGENSTREEVER , zie ANTAGONISTA.
en gebruikt er twee of driemaal des diags , één lepel TEGENSTREEVING , zie RESISTENTIE..
vol van. TEGENZIN , zie ANTIPATHIE.
Echter zijn aangenaame verluſtigingen , blijgeeſtigge- TEGUIXIN , zie HAAGDISSEN , 9.XXXVI.pag.
zelſchap , en menigmaal naar buiten rijden ', voor .
decizie Rwaal beter drais anel geneesmiddelen TEGUJUACA
zekerlik de geſchikſte , die wij den Lijder , tot genee. pag. 971.
, zie HAAGDISSEN , . XXXVI. 1
zing deezer kwaal vrooſchrijven kunnen . TEITEI . zie VINKEN , n. XXV. 1
Die zoort welke men toevallige Teering noemt , kan TEK , zie MIJTEN , n. VII. pag. 2238 .
niet geneuzen worden , zonder eerst de kwaal uit wel- TEKENAAR , deeze naam is aan een klein Torretje to
ke zij voortſpruit , te verdrijven . Dus als eene Teering gegeeven , ter oorzaake dat het onder de bast der duo.
uit kliergezwellen , fistel-zweeren ,'ſcheurbuik , aam- men , alwaar het zich in ons waereldsdeel onthoud , als.
borttigheid , venuskwaalen enz. ostſtaat, moet men doolhoven maakt die fraaij getekent zijn. De Hr.Lin. E
op die oorſpronkelijke kwaal behoorlijk acht geeven , NÆUS in zijn Sijſt. Nat,, noemt het zelve , Dermejtes ses T
en den leefregel en geneesmiddelen naar dezelve ſchikken. ſtaceus pilofus, Elijtris glaucis obtufiusculis
Als eene Teering , door bovennaatige ontlastingen , TEKENKONST , zie SCHILDERKUNST,
van een of ander zoort veroorzaakt word , moet dezel. TEKENLOOT , zie, POTLOOT,
ve eerst beteugelt , en vervolgens des Lijders,kragten , TELEPHIQIDES, is de naam van een uitlandsch Ger
doar zagle beweeging , voedende leefswijze en kragtige was waar van de kenmerken zijn , een roosagtige Bloem, 0

hartiterkingen , heriteld worden . Jonge en zwakke uit verſcheiden Bloembladen beſtaande, die altoos in
Moeders, vervallen dikwils in de Teering , door haare, een kringswijze order ſtaap , uit welker koker het ſtijlje.
Kinderen te lange te zoogen. Zo draa zij bemerken voortkoomt, 't welk naderhand een rondaglige vrugt
dat haarekragten en eetlust vervallen , behooren zij ten, word , in zes celletjes verdeelt die elk een enkeld zaad.
eerſten haar kind te ſpeenen of van eene andere Minne, je van dezelfde gedaante als het celletje , in zich be.
te voorzien , zonder die behoeven zij geene herſtelling vatten. T
te wagten . Zporten. De Heer MILLER heeft hier wel vijf zoor BE
Eer wij van dit onderwerp afſcheiden , raden wij een ten van aangetekent , dog wij zullen alleen de ondera 17

iegelijken die de Teering wenscht te vermijden , ern- ſtaande beſchrijven, dewijl deeze als de hoofdzsore kan
ſtelijk aan , zo veel beweeging in de opene lucht te worden aangemerkt , waar van de overigen weinig vero 31

'ncemen , als hij eenigzins bijbrengen kan , alle belinet- ſchillen.


te luchtte mijden en de maatigheid
Teering is niet weinig haaren
te betragten. De
aanwas verſchuldigd,
. Laage kruipende Telephioides,met witte Bloemen; Claus
aan procumbens, mijrti tarentini folio. Bocc. Muj. 2. p. 168.; 3)

de gewoonte van laat des nagis op te zitten, fterke Telephioides græcum humifufum , flore albó. TOURNEF.
avondmaalen te doen , ſteeds dagelijks bij de punch . Corol. 5o. Dillen. Eith. 377. Buxb. Cent. 2. p. 20.;.
kom , of de wijn -vles te zitten. Deeze dranken over.. ( Andrachne procumbens herbacea. Linn. Spec. Piant.)
maatig gebruikt, bederven ſpijsverteering en eetlust , Deeze Plant is door de Hr . JOURNEFORT in Grieken.
ontſteeken het bloed, en verbitten het geheele lichaamse, land ontdekt, die dit Gelagt heeft vastgeſteld en er den 3)
geftel. naam van Telephioides aan gegeeven , wegens degelijk.
TEERI NG KOOR TS , zie
TEGENGIFT. , .zie ANTIDOTUM .
KOOR TS , pag. 1599. , heid , die er is tusſchen deeze Plant en de Telephium. mi
Het is een laagkruipende Plant , die zelden langer dan Di
TEGENGIFT - WORTEL , zie CONTRAIJERF, twee jaaren duurt. Zij word door het zaad vermenig.
WORTEL ,
vuldigt , 't welk men in het voorjaar op een bed met de
TEGENSPLEET , in’t latijn , Apochima, Contrafose verſche aarde moet zaaijen , daar men ze denkt te laa. de
Jura; dezelve valt aan’t Bekkeneel voor , wanneer het ten ſtaan , en wanneer de Planten zijn opgekoomen ,
zelve gellagen of geſtooten wordt , en dat de plaats op moeten ze gedund worden , daar ze te dik itaan , laatende. RO
welke de fag is aangekoomen , onbeſchadige, maar de haar omtrent zes duim van malkander. In julij brengen ca

tegen overleggende zijde geleneurt ofgefpleeten is. Dee. ze baare Bloemen voort , en tegens het laatst van au• be
ze Breuk is des te gevaarlijker , om dat men er wegens : gustus begint het zaad rijp te worden , en indien men
de verborgene ſcheuring geene ſpoedige hulpe aan kan het niet verzamelt , 20 ras als het rijp is , gaan de peu.
toebrengen. Om dit nauwkeurig te onderzoeken word len open, en ſtrooijen het over den grond , zo dat is
er veel omzigtigheid vereischt , ten dien einde geeft dien ze niet twee of driemaal in een week overzien-wor
men aan den Lijder een noot omte kraaken , of wel een den , het meeste zaad verlooren raakt : Dog de Plan er
ſnaar tusſchen de tanden ; indien bij de noot kan kraa. ten koomen uit dit van zelf gezaaide zaad op, en heb
ken , of het geluid van den geſpannen draad verdraagen , ben geen meer oppasſens nodig , indien ze maar van OD 1
is 't Bekkeneel niet geborſten; Jog in gevalle van niet , kruid worden ſchoon gehouden. be
moet men geenzines twijffelen of daar is eene ſcheur ; TELEPHIUM , zie SMEERWORTEL. ]
vermits men als dan nog niet weet , waar eigentlijk de TELESCOOP. Het woord Telescoap zamengeſteld:
belediging plaats vind , 20 laat men het hoofd kaal ſchee van de griekſche woorden. The , glas, en oxg Tsin , to

ren , en pen legt er een deeg of zalf op, uit wit van eij zien , betekende in zijn oorſprong niet anders dan een C
en muftix zanengeſteld , 't welk ten dien einde op warme Werktuig uit verſcheidene glaſen in een buis geplaatst,
doeken word geſtreeken ; bij't afneemen van dit verband , zamengeſteld , waar door men de voorwerpen van een ver
Zal men aan den natten ſtreep, die er op het deeg ge- ren afſtand konde zien. Maar,hedendaagsch word het
vonden word , kunnen ontdekken , waar, en hoedanig woord Telescoop in 't algemeen gabezigt om alle zoda
de breuk geſteld is.
danige Optiſche Werktuigen mede te betekenen,
die.
TEL : TEL .: 3625
dienen om zeer verre afgelegene voorwerpen te ontdek . ftantie de een voor d'ander plaatſten , zij de weerhaan
ken en te zien , het zij dat zulks regtíteeks door mid- van de tooren , niet alleen veel grooter zagen als naar.
del van verſcheidene glaſen geſchiede, of wel bij weer gewoonte , maar dat hij zich daar te boven nog nader bij
onkaatzing , niet behulp van verſcheidene Spiegels. vertoonde , echter onderſte boven gekeert. De Vader
De uitvinding der Telescoop, is eene der edelſte en als van verwondering opgetogen door die bijzonderheid ,
nuttigite ,' waar op de laatſte eeuwen kunnen roemen ; zette twee glaſen in kopere hoepjes, alwaar een punti.
want het is door haar middel , dat de wonderen van den ge ſteel aan vast zat , deeze ſtak hij in een plank en hij
Hemel aan ons ontdekt zijn geworden , en dat de Star- konde dezelve na welgevailen nader bij of verder van .
rekonst tot een trap van volmaaktheid is geſteigert, waar malkanderen af plaatzen. Met dit behulp zag men be . ,
van de voorige eeuwen zich onmogelijk een denkbeeld ter en verder; veel nieuwsgierigen liepen bij de Brille.
hebben kunnen vormen. 1
maaker ; maar deeze uitvinding bleef eenigen tijd onvol.,
Eenige Geleerden hebben beweerd , dat aan de Ou koomen , en was van geen nut . Andere werklieden van
de Epiiptinaaren het gebruik van de Telescoop bekend was, dezelfde Stad , maakten als om ſtrijd gebruik van deeze .
en dat zij in de Stad Alexandrien van een zeer hooge ontdekking ; en door de nieuwe gedaante die zij er aan
Tooren de Scheepen ontdekten , die er 600 mijlen van gaven , eigenden zij er zich alle de eer van toe. Een
af waaren ; maar zulks is onmoogelijk , ten zij dat die van hun , met aandagt de uitwerkzelen van het licht ga.
mijlen zeer kort geweest zijn ; dewijl de ronde gedaan. de Naande , plaatſte de glaſen in een van binnen zwarc.
te van den aardbodein , belet , om op het bovenſte van gemaakte buis. Door dat iniddel verdreef hij en keer..
een Tooren , een voorwerp op de horiſont geplaatst, de een menigte van ſtraalen af , die met zich van boven.
op eene verdere diſtantie als 12 of 14 hollandſche mij. de wanden der buis te rug te kaatſen , en niet tot op het
len te zien , en een Schip op 20 inijlen diſtantie. Men ſtip van vereeniging , maar ter zijden vallende, het voor.
moet dus het geen in dat opzigi van de Egijptenaaren naamke afbeeldzel verwarde of ten eenemaalen verdui
word bijgebragt, als verdicht aanmerken. ſterde. Een ander deeze nog in het neemen van nauw
Verdient Wolff in deezen geloof, zo is Joh.Bapt. keurige maarregelen te boven gaande , zette dezeve gla :
PORTA een Napolitaansch Edelman , de eerſte die een ſen in Buiſen die uiten in malkander kosten geſchooven .
Telescoop heeft vervaardigt, zo als het ſchijnt te blijken worden ; dit geſchiedde censdeels, om de oogpunten ver
uit de benedenſtaande aanhaaling van zijne Magia na- ſcheiden te maaken door middel van het Werktuig na be..
turalis in 1549- gedrukt lieven te verlengen ; en ten anderen , den Kijker draag
Als gij de manier maar weet ', om de beide glaſen baar en gemakkelijk te maaken , door de vermindering,
wel te ſchikken of aan een te voegen , te weeten het van langte.
9 bolle en het bolronde, zult gij even goed de veraf. Een ander Konſtenaar van die zelfde Stad , met raa .
os gelegene en nabij zijnde voorwerpen grooter en zelfs me Jan Lipperher, houd men voor de derde die aan
, duidelijker zien , als zij het natuurlijk toeſcheenen .. de Telescoop gewerkt heeft , bij vervaardigde er één in
Het is door dit middel dat wij veele van onze vrien- 1610 , en zulks op het enkele bericht van die van ZA
den , die de ver afgelegene en nabij zijnde voorwer CHARIAS .
,, pen niet dan zeer verwardelijk kosten zien , hebben In 1620 begaf zich JACOB Merius , broeder van den
9 geholpen , en hun zeer duidelijk de een en andere. Profesſor in de Matheſis te Franeker ADRIAAN METI
hebben doen beſchouwen . us, met. Drebel na Middelburg, en kogt van ZACHA•
Die woorden van PORTA , in een zekere zin genoo . RIAS Kinderen , Telescoopen . Ondertusſchen hecft ADR ..
men.. geeven wel aanleiding te denken , dat bij de uit- METIUS aan zijn Broeder , de eere der uitvidding van
vinder van de Telescoopen is , zo als het WOLFF. beweert. de Telescoop toegeſchreeven , en heeft. CARTESIUS in,
Indien men nogtans in aanmerking neemt, dat hij zelfs dezelfde dwaaling doen vervallen..
de zaaken waar van hij ſpreektniet verſtond , en over Maar geene van de opgenoemden , hebben Telesa
de holle en bolronde glaſen op zulk een duiſtere wijze coopen gemaakt , die langer als anderhalf voet waaren..
handelt , dat Kepler op uitdrukkelijk bevel van Keiſer SIMON MARIUS in Duitschland , en GALILÆUs in Ica:
Rodolph belast het zelve, te onderzoeken , verklaarde , lien , zijn de eerſten welke lange Telescoopen hebben ge
dat PORTA volkoomen onverſtaanbaarwas ; zal men over. maakt , dienſtig tot Starrekundige waarneemingen .
hellen om te gelooven , dat hij genzints de uitvinder van Verſcheidene Geleerden zo als GALILÆUS , KEPLER ,
de Telescoop is , en dat.'t geen hij daar omtrent zegt , op CARTESIUS , GREGORIUS, HUIGENS, Newton , enz.
iets anders moet te huis gebragt worden . hebben zieh de een na d'andere beijvert, om de Télescoop,
Viiftien jaaren her na , bood men. aan Prins MAURITS tot die trap van volmaaktheid te brengen , als wij den.
van Nasſau een Telescoop aan , die twaalf duimen.lang.was , zelven hedendaagsch gevordert zien . Kepler begost:
en door een Brillemaaker van Middelburg vervaardigt ; de oorſpronkelijke conſtructie van den Telescoop te ver
maar de Schrijvers zijn het niet eens ten aanzien van debeteren, met voor te ſtellen , om in de plaatsvan een hol:
naan deezer Konſtenaar. SIRTURUS wil in zijne verrond oogglas ,, een bolrond in derzelver plaats te ſtel.
handeling over de Telescoop.in . 1618. gedrukt, dat bet len. Dit bliikt door zijn Dioptrica in 1011 gedrukt ;
Jan LIPPERSON zij ; BORELLUS integendeel, noent hem want hier in beſchrijft hij een Telescoop , uit twee bolo
in eene Verhandeling over de uicvinding van de Telese ronde glaſen zamengeſteld , waar aan men in het ver
coop.1655 uitgegeeven , ZACHARIAS Jansen , en dit word volg de naam van Astronomiſche Telescoop heeft ge..
ook door andere Schrijvers bevestigt. Zie hier hoeda. geeven.
danig, men verhaalt dat de onidekking van het Telescoop Daar zijn verſcheidene zoorten van Telescoopen , wel
door Z. Jansen geſchied is. ke door het getal er de gedaante van derzelver glaſen
Kinderen in de winkelvan hun Vader ſpeelende , dee. onderſcheiden zijn , en wiens naamen overeenkomst heb
den hem opmerken , dat wanneer zij twee brilglaſen tus- ben met het gebruik dat er van gemaakt word , wij zulo
ſchen bunne vingers hielden , en de glaſen op eenige di len de kundige Abt Noller als een bekwaame gids
LI3 vo !
3626 TEL , TEL :

volgende van de voornaamſte derzelver , eene ſchets, be. brandpunt van het voorwerpglas 20 maal langer was, dan
nevens eene korte dog nauwkeurige beſchrijving aan on. dat van 't oogglas, zou de Kijker de voorwerpen20 maal
ze Lezers mededeelen . grooter vertoonen .
Dewijl deeze Verrekijker negts van een bepaalde lang
Telescoop van GALILEUS. te en niet dan vrij kort kan zijn , zijnde de grootſten van
Deeze Telescoop of Verrekijker van Galileus , die deeze žoort maar 15 of 18 duimen lang; zo kan hij ook
de zelfde is , als die men den Hollandſchen noemt , niet zeer ſterk vergrooten. Daarenboven heeft hij ook
uitgezondert, dat alles in eene betere evenredigheid tot weinig veld ; dat wil zeggen , dat het oog , 't welk er
malkanderen ſtaat; is uit twee glaſen zamengeſteld, van door ziet, maar weinige voorwerpen te gelijk , en met
welke het eene , dat verhevenrond is , den naam draagt den zelfden oplag van 't gezigt kan afzien. Want de.
van voorwerpglas, oin dat het aan dat eind van de Buis wijl de lichtbondels , als ze uit het oogglas koomen ,van
geplaatst is, 't welk men na 't voorwerp toekeert. Het elkanderen af en wijderende loopen , kan de oogappel
ander dat holrond is , word oogglas genoemt , om dat zulken , die van de uiterſte einden van een groot voor.
het aan 't ander eind van de buis ſtaat, daar de Aan werp afſchieten , niet teffens bevatten en vangen. En
ſchouwer het oog aan houd . Dit holrond oogglas word , in derhalven moet het oog zeer na tegen het oogglas aan
als
deeze Verrekijker , geplaatst tusſchen het voorwerpglas gehouden worden , om zo veele van die lichtbondels
en desſelfs brandpunt, en wel op dien afſtand dat het maar eenigzints mogelijk is , te vangen. Dog dewijlde
brandpunt van het Oogglas met dat van het voorwerpglas, opening van onzen oogappel maar een geringe en be.
buiten den Kijker in een en’t zelfde punt zamenloopen. paalde wijdte heeft , en de veranderingen die er in gee
Dus worden de ſtraalen van ieder lichtkcgel van nade. maakt kunnen worden , van niet veel belang zijn , kun
rende , gelijk ze op het oogglas koomen , verandert in nen wij er naar een klein getal van die wijderende licht
evenwijdige , in welken ſtaat zij in't Oog vallen . Voor bondels in vergaderen. Het veld dat wij zien , kan bij.
een Bijzienden zou derhalven het cogglas een weinig gevolg niet groot onzenzijn ; en om dat het oogglas geſchikt
ingeſchooven moeten worden , op dat die ſtralen in plaats moet zijn naar oogappel, en derhalven vrij
van evenwijdig , die in zulk een Oog reeds zich veree klein , kan de Verrekijker zelven ook niet zeer lang
nigen zouden eer ze aan 't Netvlies kwaamen een weinig vallen.
wijderend wierden. Men zie op Plaat N in figuur i voor
zo veel men zulks in een afbeelding van weinig uitgeſtrekte Telescoop van Kepler ook wel Starrekon .
heid vertoonen kan , welke het beloop der ſtraalen zij in ſtenaars-Verrekijker genoemt,
dit Werktuig , en op welk eene wijs het de beeldtenis van In de doorzichtkunde van Kepier die in 't jaar 1611
het voorwerp vergroot. in 't licht kwam , vind men de beſchrijving van een Te.
Men verbeelde zich ten dien einde , dat het voore lescoop of Verrekijker, dien men toen den naam gaf van
werp A B. fig. 1. gelegen zij op zulken verren afſtand, dat Starrekonſtenaars-Verrekijker, om dat hij merkeliik beter
de ſtraalbondels, die uit ieder ſtip van desſelfs opper- geſchikt en van grooter dienst was dan de voorgaande,
vlakte op het voorwerpglas vallen , als A C, BC, uit licht om er den Hemel en Starren mede waarteneemen. Hij
ſtraa!en beftaan , die niet, gelijk in de figuur afgebeeld is uit twee verbevenronde glaſen zamengeſteld , Jie aan
word , merkelijk wijderende loopen , maar die bijna even de twee uiteinden van een Buis geplaatst zijn , op zulk
wijdig zijn aan malkanderen. Deeze rolronde of 'bijna een wijs dat hun beider brandpunten zich in elkanderen
rolronde ſtraalbondels nemen , terwijl ze door't verhe . werpen , en op eene en dezelfde plaats zamenloopen.
venronde voorwerpglas heen loopen , de gedaante aan De gantsche langte , derhalven van dit Werktuig hangt
van kegels, die met hun toppunten de omgekeerde beelde van die twee brandpunten af , en is aan beider langte
lenis van het voorwerp vormen zouden in ab , indien CF, DF. Plaat N.fig . 2 , zamengenoomen , gelijk.
er het oogglas D niet tusſchenbeiden was geplaatst, het De lichtbondels A C ; B C. die men hier wederom
welk, dewijl hetholrond is , de ſtraalen van ieder van moet veronderftelien van een zeer ver afgelegen voor
die lichtkegels, in ftee van naderende gelijk ze waaren , werp te koomen , en bijgevolg uit ſtraalen, die bijna
evenwijdig doet worden. Ieder derhalven van deeze evenwijdig loopen , zijn zamengeſteld , veranderen zich
lichtbondels of ſtraalpenſelen , dus even als of ze van een terwijl ze door het voorwerpglas C, heen ſchieten, in
zeer verafgelegen voorwerp kwamen op het kristallijn zo veele kegels , wier toppunten alle met malkanderen.
van het Oog E vallende, lijden er Negts zo veel brce. de beeldtenis van 't voorwerp op den afſtand van F , daar
king in , als noodig is om hen , elk afzonderlijk , in een het brandpunt van dat glas is , aftekenen . Deere (traa.
punt op den bodem van 't Gntuig F G te doen zaamen. len worden daar op , namalkanderen gekruist te hebben,
loopen . Op die wijs tekent'zich daar een duidelijk en wijderende. In dien ſtaat vallen ze op een verheven
onderſcheiden beeldienis van 't Voorwerp , dog in omge rond glas D , dat zijn brandpunt heeft op den afſtand van
keerden ſtand ; gelijk ze ook geweest zou zijn , zo men . F , daar hun wijdering begint. Dit doet hen , door zijn
't voorwerp gezien had met het bloote oog. Om die breeking , evenwijdig worden , op den zelfden tiid dac
reden vertoonen zich de voorwerpen door deeze Verre . de lichtbondels zelve , waar in die ſtraalen bevar zijn ,
kijker regt en zo als ze natuurlijk zijn , dog teffens ziet neigen om zich te vereenigen en zamen te loopen in het
men ze onder een grooter gezigthoek , 't welk hun ſchijn . oog , dat in £ geplaatst is .
baare grootte doet toeneemen. Het voorwerp vertoont zich derhalven onder den Ge.
De vergrooting door middel van deezen Verrekijker, zigthoek GEH , diemerkelijk grooter is , dan de Hoek
vind men volgens de onderſtaande regel. Deſchijnbaa. A E B zou geweest zijn , waar onder men 't gezien de
qe grootte van't.Voorwerp , door den Kijker gezien , ſtaat hebben met het bloote Oog. De beeldtenis, die ор zoun
tot desſelfs ſchijnbaare grootte op het bloote Oog , als dos bodem van't Oog gevormd word , ſtaat regt: dewijl het
brandpunts afſtand van het voorwerpglas totden brand. eigentlijk niet het Voorwerp zelf, maar deomgekeerde
punts afſtand van het Oogglas, Indien derhalven het Beeldtenis in F is die men ziet, en bijgevolg moet het
waare
Plaat N. Pag. 3626.

SA. Fig. 2 .

0 Fig. 8.

Fig . 2 .
A

F
C
a
B H

Fig. 3 . 9.
A 3 Fig. 9
F: D L >M
a
Bв 2001

D Fig. 4 . D A
BALEGIRON

K
B
6
a
А
GᏀ
D I B

D Fig. 7. D
Fig.1
п
M L B
B
b
K
K
т EF
P
D

Fig. 5 .

Fig.6.

Fig. 10. Fig.11.


D


1

vormd word , ſtaat regt;dewijt het


borwerp zelf, maar de omgekeerde
punts a glas, Indien derhalven het Beeldtenis in F is die men ziet, en bijgevolg moet het
waare
TEL . TEL . 63627

waare voorwerp A B ons in omgekeerde ſtand en 't on Om dezelfde reden , en tot weering van alle zijdlingſche
derſte boven ſchijnen te ſtaan . en te ſchuins vallende ſtraalen , die de beeldtenis min
Dit laatſte uitwerkzel is een ongemak , dat men lig. duidelijk zoude maaaken, dekt men ook het voorwerp
telijk over 't hoofd ziet , als men , gelijk in Starrekun- glas voor een groot gedeelte en laat alleen het midden
dige waarneemningen , Negts lighaamen te beſchouwen open . Tot dat zelfde einde zet men ook op die plaat.
heeft, die rond zijn , en men het Werktuig zo helder zen, daar de beeldtenisſen in den Kijker gevormt worden,
als maar eenigzints mogelijk is , laaten wil ; maar om er, rondjes met een gat in't minden , die de Buis verndau .
op die wijs , naar iets mede te zien dat hier op de aar- wen , en alle nodelooze en onregelmaatige ſtraalen , 20
de is , valt te lastig en onaangenaam ; men ziet de voor veel mogelijk is , onderſcheppen ; gelijk men dus ook wel
werpen liefst in hun natuurlijken ſtand. Dit genoegen de buiſen van binnen zwartmaakt, op dat er de zijlingo
kan men zich ook gemakkelijk bezorgen , door bij het fche en de ſchuinze ſtraalen in (mooren zouden.
oogglas D nog twee andere verhevenronde oogglaſen K Om de maaten in welke deeze Verrekijkers , de voor .
en L. zie fig . 3 , te voegen. Want indien men Negts 't be . werpen vergrooten , te berekenen, kan men dit tot cen
loop der lijnen in fig. 3 nagaat, zal men gemakkelijk kon , algemeenen regel neemen : De ſchijnbaare grootte van
nen begrijpen , dat zo men , in ſteede van het Oog in E te een voorwerp, door den Telescoop gezien , ſtaat tot des
plaatzen , om de bondels van evenwijdige ſtraalen , die zelfs ſchijnbaare grootte op het bloote Oog , als den af .
zich daar vergaderen ,te vangen , en zo vervolgens op een ſtand CF , brandpunts langte van 't voorwerpglas, ſtrat
tweede Oogglas K onderſchept, derzelver ſtraalen van tat den afſtand DF , brandpunts langte van't oogglas. 11. -
evenwijdig gelijk ze waaren ,naderende zullen gemaakt wor. dien , derhalven , het brandpunt van het Voorwerpglas
den,en een tweede beeldtenis vormen in f,dog van een regt dertigmaal verder afis dan het brandpunt van het Oog.
ftrijdige geſtalte met die van de eerſte , welke ze in F vorm. glas , zal de middellijn van het Voorwerp , door den
den. Indien men nu die ſtraalen daar na nog eens door Verrekijker gezien , zich dertigmaal grooter verloonen,
een ander oogglas laat loopen , zal dit glas daar ze van den dan het zich laat zien met het bloote oog.
gfſtand f, alwaar desſelfs brandpunt is , wijderende op
vallen , hen de zelfde evenwijdigheid die ze hadden , eer Van Telescoopen met Spiegels.
zè in 'tglas K kwamen , wederom doen aanneemen ; en De Straalbreekende Verrekijkers, of , gelijk men ze ook
de lichtbondels door hun gevormd, die van ter weder wel in tegenſtelling van de Spiegelkijkersnoemt, de Glas
zijde naar het oog in M geplaatst ſchieten , oin er zich kijkers, moeten om ſterk te vergrooten , zeer lang zijn ,
te vereenigen , zijn van den zelfden aart en beloop , 't welk hen belemmert maakt en moeijelijk om te behan
als ze uit den Starrekonſtenaars. Kijker in E waaren . Maar delen . Daarenboven hebben ze ook nog een ander gee
dewijl het hier eigen:lijk de iweede beeidtenis afb is , brek ;naamelijk dat de beeldtenisſen , als ze rot zekere
welke men ziet , en die beeldtenis in een regt ſtrijdigen aannemelijken trap van groottegebragt worden , niet hele
ſtand ſtaat met die van de eerſte 0 Fa, of liever in den der genoeg zjin , en net genoeggetekent. Deeze laatſte on
zelfden ſtand als het waare voorwerp zelf, moet zich de volmaaktheid ſchreef men in 't eerst aan oorzaaken toe ,
beeldtenis aan ons ook eveneens en in dezelfde geſtalte die er verrehetminſte deel in hadden , en demiddelen die
vertoonen , als wij het voorwerp zelf zouden zien inet men toeſtond, dat men gebruiken moest om zulks voorte.
het bloote Oog. koomen , zouden van geen gelukkigen uitfag geweestzijn ,
In deeze Verrekijkermet vier glaſen, moeten de Oog. nog het gebrek veel verholpen hebben , ſchoon't aleens -
glaſen op dien afſtand onderling van elkanderen geplaatst mogelijk geweest was , dat men ze ten uitvoer bragt.
worden , dat hun brandpunten overal wederzijds ineen- Deeze bedenkingen gaven aanleiding tot een nieuwe
vallen ; dat het Brandpuni van het glas K valle in E , uitvinding , en deden de gedagten invallen , om tot het
daar ook het brandpunt van 't glas D is ; en dat 't brandi vormen van de beeldtenisſen der voorwerpen , Spiegels te
punt van 't glas L valle in f daar ook het brandpunt van gebruiken in plaats van glaſen . Dit middel ſcheen beter
it glas K is . te zullen moeten Naagen , om die reder , dat de lichtſtraa
Maar voor Bijzienden moeten die Oogglafen, of , naa len, van welke zoort, 't zij min , 't zij meer breekbaar,
het maakzel is van de Verrekijker , het oogglas L wat zij ook weezen mogen , altijd nogthans den hoek van
ingeſchooven worden , op dat de beeldtenis ba of ab een weerkaatzing aan dien van hun invalling gelijk maaken.
weinig binnen 't brandpunt F van 'c glas L valle , en de Daarenboven was er nog een ander voordeel, dat niet
ſtraalen derhalven na de breeking in die glaſen niet even minder gunſtig ſcheen ; en inderdaad van zeer veel be
wijdig , gelijk plaats heeft als de beeldtenis in het brand. lang is , op te wagten ; namelijk , dat deeze nieuwe
punt zelf ſtaat, maar een weinig wijderende loopen. Werktuigen , om even ſterk als Glasbijkers te ver .
In deeze Verrekijkers, 20 die van ewee als die van grooten , op verre na dezelfde langte niet behoefden te
vier glafen , hangt de grootte van 't Veld , dat men ziet, hebben . JACOB Gregorij van Aberdeen , bragt den
af van de breedte van't oogglas. Wantde lichtſtraalen , eerſten weerkaatſende of Spiegelkijker in het jaar 1663
die van de wederzijds tegen een overſtaande uiteinden te voorſchijn , en , weinige jaaren daar na , deed New•
van het voorwerp afkoomen , elkanderen in 't voorwerp. Ton er een toeſtellen van een verſchillend maakzel ,
glas kruisſende, begrijpt men ligtelijk , dat het Oogglas wiens beſchrijving in de Philoſophical Transactions is te
naar maate dat het breder is en ruimer van omtrek , een vinden , alsmede in zijne uitgegeevene Oytica.
grooter getal van die ſtraalen , die na hun kruisſen zich Hoewel de Telescoop van Newton niet dan na die
hoe langer hoe ineer van elkander verwijderen , vangen van GREGORIS , in de waereld gekoomen is en bekend
zal. Echter laat men de Oogglaſen , niet de gantſche geworden , blijkt het echter , dat deeze laatſte niet zo
Breedte, die ze wel zouden kunnen hebben ,behouden; Proeg in gebruijk is geraakt ; 't zij dat de uitvoering door
om dat het licht, dat er wat te nabij den rand doorloopt, deeze of geenebeleczelen en toevallen vertraagt zij ge,
daar eene breeking lijd , die zo regelmaatig niet is , als worder., 't zij dat men hem min volmaakt en zo goed
die welke nader naar het midden van 't glas gefchied, niet als den anderen oordeelde. Het liep genoegzan tot
3628 TEL : TEL:

tot het jaar 1736 aan , dat de Konstwerkers, na dat de de beeldtenis cd of nader bij het glas L L gebragt, of
Heer Hadley bein verbeterd en tot volkomenheid ge. er verder van verwijdert. En dewijl men , volgens dee.
tragt had , hem te Londen begonnen te verkoopen en ze toeſtel van het Werktuig ; genoodzaakt is , niet regte
aftrek van te krijgen. . ſtreeks naar het voorwerp , maar vlak var ter zijden et
naar te zier , voegt men er doorgaans , om de voorwer.
Newtoniaanſche Telescoop. pen beter , en met ininder moeite te vinden en den Te .
De Telescoop van Newton beſtaat uit een ruime Ko. lescoop er op te zetten , een Glaskijker of zo genoemd
ken , of Buis D DDD , fig. 4. Plaat N , np wiens bo . Zoekertje met twee glaſen bij , wiens as evenwijdig loopt
dem een holronde metaalen SpiegelG H is vast gemaakt, met die van de Telescoop. Het gantſche Geſtel rust op
die zijn brandpunt voorwaarts uitwerpt naar het voorſte een Voet , dien.men laager kan laaten zakken of hooger
end van de Buis , dat open blijft. Tusſchen deezen hol . opzetten , maarwelgevallen ; en het Lighaaın zelf van 't
len Spiegel en desſelfs brandpunt, is een andere metaa. Werktuig , of de Koker, draagt op twee Spillen , om.
len Spiegel 1 K geplaatst, die plat is , merkelijk veel trent in ' t midden van zijn langte er aan vast geklonken
kleiner dan de andere , langrond van vorm , met een en waar op het draaijen kan , om het zo hoog of zo laag
hoek van 45 graaden op de As der Buis ſchuins ſtaande , te ſtellen als men wil. Zie de Afbeelding van twee der
en onderſteund door een feel of arın , met welken hij gelijke zoorten van Toerustingen , waar in eenige ver
voor en agterwaarts , volgens de langte van de Buis , zich ſcheidentheid , op Plaat N.fig . 5 en 6.
beweegen kan en verſchooven worden . Vlak tegens over Voor de naderbijzijnde Voorwerpen , dewijl de hol:
deeze kleinen Spiegel is , in de zijde van de Buis , een ronde Spiegel, om de ſterke wijdering der invallende
rond gat daar een ander klein Buisje LL , dat met een ſtraalen de Beeldtenis dan verder werpt,moet het buisje
ofmeer verhevenronde glaſen voorzien is , word inge. en platte Spiegeltje van den Spiegel G H fig. 4 afge
ſtooken . De plaats van 't oog is in 0 , daar een zeer ſchooven worden , op dat de Beeidtenis cd , na de afkaat.
kleine opening is , op het meest van een twaalfde ge- zing op IK , weder in 't brandpunt van het glas L L val.
deelte van een duiin middellijns. Zie hier het beloop, len. Bijziende Menſchen , moeten het Buisje wat na.
't welk de lichtſtaalen hebben in dit Werktuig. der ſchuiven naar den Spiegel G H , om de Beeldtenisc de
Men verbeelde zich , dat AG , BH , twee bondels een weinig binnen het Brandpunt van 't Glas L L te
- zijn van of evenwijdige ten minſten zeer weinig wijderen. doen vallen , en daar door de ſtraalen niet evenwijdig
de ſtraalen , die van de twee tegen elkander overſtaande gelijk hier, maar een weinig wijderende in het oog bij
uiteinden van eenig voorwerp , als A B , dat zeer afge. O ie laaten loopen ,
legen is , afkoomen , en dic , eer ze in de Telescoop In 't berekenen van de vergrooting door de Newto.
kwaamen, reeds elkanderen gekruist hebben , zo dat niaanſche Telescoop , volgt men deezen regel. De ſchij ”.
AG van het bovenſte , en B H van het benedenſte ge- baare grootte van 'tVoorwerp, door de Telescoop gezien ,
deelte of uitend van dat voorwerp komt. Zo dra nu dee. ſtaat tot desſelfs ſchijnbaare grootte in het bloote Oog , als
ze lichtbondels op de gedeelten C en H van den holron . de Brandpunts afſtand van den hollen Spiegel G H tos
den Spiegel vallen , worden de ſtraalen , waar uit ze za- den Brandpunts afſtand van het verhevenrond Glas LL.
mengeſteld zijn , van evenwijdig of bijna evenwijdig ,
naderende en geſchikt om in het brandpunt F_van den Gregoriaanſche Telescoop.
Spiegel zamen te loopen. In dat brandpunt F nu zou De Gregoriaanſche Telescoop, van dat maakzel als hij
er eene omgekeerde beeldtenis a b van het voorwerp ge- thans is , beſtaat ook uit een wijde Buis DDDD, zie
vormt worden, indien de kleine Spiegel I K niet tus. fig : 7. van PlaatN , op wier bodem een holronde me.
ſchen beiden fond , die deeze lichtkegels in hun loop taalen Spiegel GH , die met een rond gat in 't midden
ſtuit, en afkaatst naar'het gat ter zijden in de Buis L L ; doorboort is, vast ſtaat. Naar’t ander of voorend van
't welk oorzaak is , dat die beeldtenis a b , zonder eenic de Buis , dat open blijft , is een tweede kleiner metaa .
ge de minſte verandering meer , dewijl de kleine Spie. len Spiegelije TK , holler van beloop dan de eerſte , en
gel plat is , verplaats word naar cd. welks middellijn een weinig grooter is dan die van het
Van deeze plaats, daar de Beeldtenis gevormd word , gat , dat in’t inidden is van den grooten Spiegel. Hij
af, beginnen de ſtraalen van ieder lichtbondel weer te word van een ſteel of arm , die aan de Buis vast is, ge
wijderen , dog de verhevenronde glasſchijf LL daar ze draagen , en kan met den zelven voor- en agterwaarts
vervolgens op vallen , en die haar brandpunt op den af. in een Sleuf , ten dien einde in de Buis gemaakt , naar
ſtand d heeft, maakt ze wederoin evenwijdig ; en de welgevallen verſchooven worden. Het gat in den grooten
Tölronde Bondels , die ze nu vormen , loopen , al nade. Spiegel loopt uit in een klein Buisje , dat voorzien is
sende, naar het oog toe , dar de beeldenis van het voor met een Glas, plat aan de eene en verhevenrond aan
werp ziet onder den gezigthook LOL , en bijgevolg de andere zijde, als Lifig . 7 , en met nog een tweede ,
merkelijk grooter dan met het bloote Oog; maar teffens of van eene zogenoemde Meniskus, en halfmaanswijze
in een omgekeerden ſtand. Men kan het voorwerp eg. vorm , of van weerzijden verhevenrond, gelijk Mm ; de
ter weer regi en in zijn natuurlijke geſtalte plaatzen , opening eindelijk, daar men het oog voor houd in o ,
wanneer men , gelijk in de Straalbreekende.Verrekijkers is een klein rond gaatje.
met vier glaſen , in de kleine Buis drie verhevenronde Om de wijze waar op de Beeldtenisſen door de licht:
glasſchijven zet , in plaats van één. { traalen in dit Werktuig gevormd worden , wel:e begrij
Op dat men in dit Buisje L L glaſen van verſchillen- pen, moetmen zich wederom verbeelden, gelijk wijbij de
de brandpunten zou kunnen gebruiken , is dat Buisje Newtoniaanſche Telescoop deeden , dat AG, BH, bondels
en de kleine Spiegel , met den arm die hem draagt , op van ſtraalen zijn , die van beide tegenoverſtaande uit
die wijze geſteld , dat ze beide te zaamen , volgens de einden van eenig zeer ver afgelegen voorwerp, AB,
langte van de Verrekijker, voor en agterwaats kunnen af koomen , en elkanderen reeds gekruist hebben eer ze
verſchooven worden. Door dit middel, naamelijk , word nog kwamen in de Telescoop. De evenwijdige of ge .
noeg .
TEL TEL . 3629
moegzaam evenwijdige ſtraalen , waar uit ieder van die punts afſtand van den grooten Spiegel, 'tot den brandpunts
lichtbondels is zamengeſteld, door den holronden Spiegel afitand van den kleinen Spiegel, vermenigvuldigt met den
GH te rug gekaatst , worden naderende en vormen op brandpunts afſtand van het Oogglas.
den atitand van ab , daar het Brandpunt der evenwijdi. Deeze Gregoriaanſche Telescoop vertoont ons de voor
ge ſtraalen van die Spiegel is , een nette en duidelijke werpen in hun regten en natuurlijken ſtand , dewijl de
Beelitenis van 't Voorwerp, dog omgekeert. Vervolgens laaifte Beeldtenis ad fig . 7 Plaar N , die eindelijk in het
beginnen ze, elkander daar gekruisthebbende, wijderende oog valt, in dezelfde geſtalte ſtaat als hec voorwerp AB
te worden , en loopen in dien Ataat tot aan het kleine zelf. Hij is een weinig minder helder dan die van New
Spiegeltje 1K , dat zijn brandpunt een weing verder TON , om dat er twee Oogglaſen in zijn , en het licht
van den grooten Spiegel af en meer voorwaarts hebben altijd meerder afbreuk lijd naarmaatehet door eenmeer
de , dan den afſtand ab , daar die ſtraaten beginnen te der dikte heen moet loopen. Maar de langte van beide
wijderen , dezelve na de weerkaatzing een weinig nade. de Telescoopen gelijk geiteld , vergroot hij iterker, en
rende maakt; zo dat zij , indien ze in het kleine Buisje zeer veele kieſen hem tot 't gebruik boven den anderen,
niet ontmoeten dat hen belette en van looptreek deed om dat men het oog , niet van ter zijde, maar gelijk in
veranderen , eene Beeldtenis zouden gaan vormen vrij de Glaskijkers aan 'c enid van de Buis houd. Inde fi
verre agter Ll; maar , om het Werktuig korter te doen guuren 8 en 9 op Plaat N , ziet men de maakzels en toe.
worden , vangt men ze daar op een half plat , balf ver. ) Itel dergelijke
van twee Telescoopen , waar van de eene
hevenrond Glas, dat hun nadering doet toenemen ; en fig . 2 , vijftien duimen lang is , afgebeeld. Deeze zoort
hen zamenloopen op den afſtand van cd , daar de Beeld- is thans wel het meest in gebruik , om er mede naar
tenis gevormd word. Als dan laat men ze , na hun kruis. voorwerpen te zien , die op Aarde zijn.
fing weer wijderende geworden , door een ander Glas
Mm heen -ſchieten , dat zijn brandpunt op den afſtand Casſegreinſche Telescoop.
van cd heeft; waar door veroorzaakt word , dat zij , als Wij hebben gezegt, dat in de Telescoop van Grego
ze er uitkoomen , evenwijdig loopen ; en dat de bon • RI , de kleine Spiegel holſtond, en het voorwerp met het
dels , die hen bevatten , ter wederzijden hun ſtreek nee . beſchreeven geſtel glaſen regt ſtand. De beroemde
Cas.
men naar 0, daar het Oog.is , en het zelve de Beeldte : SEGREIN , heeft deeze gedaante verandert, en in plaats
nis van 't Voorwerp doen zien ,onder den gezigthoek van hol , bol gemaakt , welkers vergrooting wel de zelf
nop. de is , maar het voorwerp ſtaat omgekeerd , en kan niet
Deeze Buis rust op een knie, die op een Voetſtuk dan door drie bolle Oogglazen weder regt gebragtwor
draagt , door welk middel men den Buis op allerhande den , even als in de Dioptroke Verrekijkers. BOBBERT
wijzen , werwaarts men wil , beweegen kan. Om het SMITH wiens doorwrogte Gezigtkunde door wijlen den
kleine Spiegeleje-nader bij den grooten of verder van beroemden Heere KRIGHOUT , in het nederduitsch ver.
denzelven af te brengen , is ereen koperen roedje of taald is,geeft daar van eene nette verklaaring, in deuit
ſchroefpen , die ir twee of drie halsjes , van buiten leggingen op art. 125. F. 152. tot welken beroemden
op de Buis volgens haar lengre geklonken, draait, en en kundigen Schrijver , wij onzen Lezer in het bijzQR
waar van het end , daar een ſchroef op geſneeden is , der verwijzen.
het uiterſte vat van den arm ; die het kleine Spiegeltje
draagt. Aan haar ander end is deeze fchroefpen voor. Achromatike Telescoopen of Verrekijkers.
zien meteen knop of gekarteldradje , daar men de hand Zedert tien jaaren zijn wij aan den grooten DOL .
aan houd om ze naardeeze of geene kant rond te draai. LOND te Londen , en aan den onvermoeiden en beroem
jen , tot dat men de Beeldtenis van 't voorwerp wel on . den Aoilterdamfchen Konſtenaar van Dijk , de vol :
derſcheiden en duidelijk getekent voor zich krijgt. Dee maaktheid van deeze uitmuntende doorzigtige Kijkers
ze voor en agterwaarts beweeging van het kleine Spie. verſchuldigd.
geltje is zeer nodzaakelijk . Want als het voorwerp, Hunne werking is deeze, dat men door de verdub .
daar men naar ziet , verder afgelegen is , verwijdert zich beling der Voorwerpglaſen , en derzelver vergrooting, ee.
de Beeldtenis van de Oogglaſen ; en als het nader bij is , ne zeer korte Buis noodig heeft; zo dat men met eerre
heeft juist het tegendeel plaats. Dewijl deeze Ooggla . Kijker van 10 duims lengte , zo veel , en meer doet, dan
fen , nu , in deezen Telescoop vast ſtaan , en nietverſchoo: met de oude kijkers van drie , vier , ofmeer voeren . Het
ven kunnen orden , moet het kleine Spiegelie voor- Veld is aanmerkelijk grooter, de voorwerpen Vertoonen
waarts en agterwaarts kunnen wijken , om die Beeldtenis zich klaarder , zo dat deeze de voorkeur verdienen bo.
altijd op den zeifden afſtand van die twee Oogglaſen te ven de Newtoniaanſche, Gregoriaanſche en Carſegrein
doen vallen. Om de zelfde reden moet men ook in de ſehe Kijkers.
Straalbreekende Verrekijkers het Buisje van de Ooggla- De Voorwerpglaſen beſtaan uit drie op een gelegde
ſen wat verder uithaalen, om naar voorwerpen te zien ſtukken, zo geſchikt, dat het middeiſte van de grootſte
die't naast bij ons zijn. +
vastheid zij. Het is hier de plaat niet , om er de nette
De regel,om de Vergrooting door deezen Telescoop te uitrekening van te geeven , wijbeveelen onzen Lezerde
berekenen , is meer zamengeſteld , en daar door moejelij. doorwrogte beſchrijving van den grooten Euler hjer
ker. De Heer Smith raad bladz . 85 in de Aanmerkingen over te raadpleegen, en de uitmuntende verhandeling van
K. 147. om de mishagen in 't juist afmeeten van de af. den Hoog Gel. en beroemden Henneet Math. & Ajtr.
Tanden der Glaſen te ontgaan , die vergrooting liever Profesſor te Utrecht, welke onlangs door het Bataviſch
door.proefneemingen te bepaalen. Men kan , echter, Genootſchap van Rotterdain in bet licht gegeeven is.
om er een denkbeeld van te hebben , van deezen regel
gebruik maaken. De ſchijnbaare grootte vaneen voorwerp Binocles of dubbelde Telescoopen,
door een Telescoop gezien , staat tot ,deszelfs ſchijnbaare Het is de groote GALILAeus- GALILEO , die aller
grootte op hetbloote Oog , als het vierkant van den brand; eerst gedagt heeft, om ons verre afſtaande voorwerpen
YI Deel. Mmm
3030 TEM . TÉM .

te doen zien door twee Verrekijkers naast elkander gelegd, 111. De Opvoeding, werkt ontegenzeggelijk meer of
dog on er nut van te hebben , moeten dezelve te lang min tot deeze verandering mede. Dog kragtdadiger brengt
zijn, waar door zij teffens onbruikbaar wierden. Men eene ziekte of verandering van lighaams. omſtandighe.
heef: derhalven de volmaaking daar van agter den bank ge. den , eenig onderſcheid in de Temperamenten te wege.
ſchoven , tot dat door de vinding der Achromatike Kijkers Maar de grootſte verandering ondergaat het Tempera.
de lengte verminderd zijnde , den beroemden en ſchrande. ment van een zodaniz Mensch , die zich gewend heeft
ren Heere F. HEMTERHUIS, Zoon van den grooten T 1 • om zijne hartstogten na de reden te beſtieren, en in
BERIUS HEMSTERHUIS , alom bekend wegens verſcheie plaats van zijne driften den ruimen teugel te vieren ,
dene uitgegevene proeven van zijne uitmuntende ta. dezelve behoorlijk weet te maarigen en te breidelen.
lenten , de Binocles van GALILEUS weder heeft doen IV. De verandering die door den Ouderdom word
berleven , en zodanig verberert , dat men dezelve niet te wege gebragt , betreft niet zo zeer de wezentlijke
dan met verwondering kan beſchouwen. gemoedsneiging zelf, als wel de zaaken tot welke de
Men ziet eerst met her eene Oog door den een afzonder. neiginge van tijd tot tijd overgaat.
lijk , en inen brengt alle Glaſen op het waare brandpunt V. De aangebooren Gemoedsgeſtelten isſe kan een
van dat Oog , stel het Ninker ; vervolgens doet men rijd lang rusten , en zomtijds zeifs eenige jaaren 01
voor het regter Oog het zelfde aan den regterzijdſchen werkzaam blijven , maar ontvonke zich dikwils bij de
Kijker. Men meet de afſtand der oogappelen , men een of andere gelegenheid , en vertoont zich als dan
fchroeft de beide Buiſen daar pa , en vervolgens zietmen in zijn volkomen kragt.
op het zelfde Voorwerp , door de beide Oogen . Uit deeze geſtelde Regelen , kan men zeer gevoeg.
Onbegripelijk is het boe zeer het zelfde Voorwerp lijk de volgende Lesſen trekken.
hier door en beiderer en grooter , zici vertoont ; zo 1. Het is aan geen Mensch direct te wijten , dat hij
dat dit Werktuig in de Starrekonst ingevoert , wel eer zulke , en geen andere neiging hebbe : Maar men
gelegenheid zal geeven , tot zeer veele verbaaſende ont- heeft hier in min of meer de onveranderlijkheid der
dekkingen . Natuurwet te erkennen .
Hec is te verwonderen , dat de ſchrandere Doorziclit. ** 2 . Ouderen zijn reeds om hunne aanſtaande Kinderen
kundigen , niet reets over langen tijd gevallen zijn op willen verpligt , hunne te verregaande Driften en kwaa.
de beſchouwing , dat de Groote Schepper , den Mensch de Hartstogten , niet alleen te beteugelen , maar zelfs met
twee zulke Kijkers gegeeven heeft , en wel Achromatike, geweld te keer te gaan ; om niet door overplanting ſchuldig
want ons crijftalvog: beſtaat uit fchillen , welke naar te zijn , aan de ongelukkige neigingen van hun Nakroost.
het middenpunt coe , hoe langs hoe vaster worden , ook 3. Het Temperament der Kinderen , moet in de teder
is het water en glasvogt van verſchillende vastheid . fte jeugd reeds geboogen worden , en bier toe word eene
Laaten wij nu in beſchouwing neemen , datonze con ongelooflijkemoeite ,voorzichtigheid , en ſchraóderdoor.
gen , flegis een duim diep , zulke verre afſtandige Voor- zigt vereischt, die hoe beuſelagtig dit ook meenig
werpen zeer net onderſcheiden konnen , zo ' zullen wij een voorkomen mag , echter tot grond van het aardſche
ons niet verwonderen over deeze nieuwe vinding , die geluk der Menschen en der Maatſchappijen verſtrekt.
4. Een Mensch draagt ſteeds zijn grootſte Vijand in zijn
zekerlijk veel eer doet aan het Menſchelijk vernuft , en
aan de fchranderheid deezer Eeuwe. eigen boeſem ; en zijn voornaamfte aandagt moet ſteeds
Dog onze ogen naar te bootzen , is daarom onmoge gevestigd zijn , om zijn eigen Geſteltenisſe en Harestoga
lijk , om dat wij geene doorzichtige lighaamen van mer. ten zodanig.ie beſtieren , dat zij binnen de paalen Van
kelijk verſchillende digtheid konnen verkrijgen ; behals gematigtheid blijvende , hem nimmer kwaad of nadeel
ven dat het eene verregaande vermetelheid zijn zoude, kunnen veroorzaaken .
zich hier in met den Goddelijken Maaker van ons heer- 5. Eene uitgedoofde kwaade Hartstocht , moet door
lik Geſtel te willen vergelijken . geene prikkel aangespoort worden , want, weder Orta
TEMPERAMENT. Door dit woord verſtaat men fonkt zijnde , is die niet meer te ondertebrengen.
de natuurlijke gefteltheid van s' Menſchen Lighadam , 6. Eene verouderde en ingewortelde Gemoedsgeſtalte
of wel van de toeſtand der vogten in elke Onderwerp. of Temperament te veranderen, is het zwaarite werk dat
Alle Menſchen brengen de grondlegginge van hunne ooit kan ondernomen worden.
lighaams- en gemoeds.geſteltenisſen of Hoofd. Tempera- Dit vooraf gezegt hebbende, gaan wij tot de beſcbrije
ment mede ter waereld , en zijn of vlug en bloedrijk, (Jana ving der bijzondere Temperamenten over,
guineus; of koud en droog , melanicholisch ); of galagtig
en vuurig , (cholerisch ) ; of eindelijk , wateragtig en nij- Van het Bloedrijke of Sanguineuſe Temperament.
mig , (phlegmatica ), en zijn verſcheiden in hunne neigin- Een Bloedrijk Temperament is zo ras niet de beſtie
gen en daaden . ring van Ouders of Voogden ondooken , of hij begiot
Voor en al eer wij de uitwerkzelen van deeze vier allerhande uitſpattende voorneemensin het werk te ſtel.
verſchillende Temperamenten een ieder op zich zelven wat len. Geen onderneming valt hem te zwaar , of is voor
nauwkeuriger opgeeven en gadeſaan , zullen wij eenige bein van te veel omſlag;hij durft alles beginnen, dewijl
Regelen doen voor af gaan , diewij als tot eene Baſisof hij alles zonder overſlagdoet, en zonder in overdenking
gronditeun ſtellen , waar op wij ineerendeels onze ge. te neemen wat er het einde van zal zijn. Alle zijne
zeg lens zullen vestigen . bezigheden , worden met eenen brandenden ijver aange
1. Doosgaans beſpeurt men een groot aandeel van het vaard , en met verdubbelde pogingen tot omtrent op de
Temperament der Oliders in huone Kinderen , bijzonder helft toe voortgezet, dan verandert hij eenklaps, on
ftraalt er veelzijds dit van de Moeder in door. zomtijds het regt tegenovergeſtelde bij der band te nee
II . Het Hoofd - Temperament van een Mensch , blijft men. Menfchen van een Sanguineus. Temperament, zija
hem grootelijks , door alle gevallen des levens, ej. ongemeen genegen , in den eerſten opnag een jederte
gen . en ondergaat spaar eenige geringe verandering of gelooven , en voor een oogenblik na een ieders raadte
verbastering Juis
TEM . TEM. 3632

Tuiſteren. Pojectmaakers hoe vreemd hunne ontwerper ren tot vervrolijking te verſtrekken , in de hooge en laa .
ook zijn , krijgen bij hun gehoor , want het is geheel geen ge Collegien tot plaatsvulling te dienen. Zo ze rijk zijn
kunst hun iets wijs te maaken , voor al , wanneer men de hetgeld onder den Man je brengen; hun Geſagt voort
zaaken met vreemde en nieuwe naamen doopt. Zij zijn teplanten , en het geſchaapene to 's Menſchen nooddı ufc
tot alle overdaad zeer geneegen , en laaten zich onge. en overvloed , met vermaak helpen verteerer..
meen ligt in een losbollig leven verſtrikken. Nimmer Nog hebben de Bioedrijke Temperamenten dit eigen
ontmoet men een kwaadaartig naturel onder deeze Men- dat wanneer zij droefgeestig worden, hun alle moed
ſchen , en men is derhalven altoos voor beledigingen bij ontvalt ; veelen leggen zich dan met ijver op het waar
hun beveiligt. Dezedelesſen en vermaaningen van ande. Deemen van godsdienſtige pligten toe, zoeken het voor
zen , booren zij met gedult aan , dog maaken ze zich luttel ledene verwaarloosde met duobeld goed te doen , te boe.
ten nutte. Den Echtenſtaat beſchouwen zij doorgaans als ten. Gaarne verzoenen zij zich , en vergeeven zelfs
eene gevangenisſe, dog liefhebbers van de liefdensver- gulhartig en opregt de bloedigſte beledigingen.
maaken zijnde , geraaken zij veeltijds onvoorziens en Ziek wordende, zijn zij doorgaans in den beginne on
gevallig in den Huwelijksfuik. geduldig, dog kortdaar na ſtil en te vreden , en ſterven
Het zijn verdraagzaame Echtgenooten ; doorgaans be- al meestendeels , met veele overtuigende blijken van
minnen zij hunne Vrouwen , ſchoon die den broek draa• Godsdienſtigheid te geeven.
gen , en ze van dezelven beheersche worden ; en al waare
het dat ze de wederliefde met eenen Vreemden deelen Dan het Koude en Drooge, of Melancholiſche
moesten , 20 zijn ze nogthans veeltijds ziende blind ; Temperament.
in een woord zoals de franſchen zeggen , des Maris com- De Menſchen van dit Temperament die zeer traag van
modes. Hunde Kinderen beminnen ze vuurig , en deeze aart zijn , en eene, aangeboorene langzaamheid bezit.
liefde gaat zo ver, dat ze ze onregelmaatig koeſteren ,wee ten , zullen nimmer verkiezen , zich tot eenige Neering ,
kelijk opvoeden, en hun zelfs alle moetwil toelaaten. Hanceering of Amptte bepaalen , waar toe een beſtendige
Een bloedrijk Temperament tot ondeugden overhellen- levendigheid vereischt word , of waar toe een groote
de , of kwaade wegen bewandelende valtzeer lezwaarlijk en teffens luchtige omſlag van zaaken , of menigvuldige
daar van aftetrekken , en die zulks onderneemt, neemt verandering plaats heeft. Zijn ze van gemeenen afkomst
eenen ongelooflijken arbeid bij der hand. Het eenigſte en dus totHandwerken beſtemt, is hun arbeid wel net,
middel om daar in gelukkig te faagen , is , dat men ze dog zij zijn buitengemeen talınagtig , en men kan niets
van een ondeugd of kwaade gewoonte willende aftrek uit hunne handen krijgen. Zijn het lieden van aanzien
ken , hun eene tijdkorting verſchaffe die overeenkomst lijker geboorte , of wel de zodanigen , die tot het beoef.
hebbe met hunne voorige levenswijze . Zelden zal het ſenen van Wetenſchappen worden opgekweekt , dienen
uw gelukken ,den Bloedrijken uit kwaade gezelſchappen hunne Leermersters met een taaij geduld voorzien te
te lokken , ten zij gij er hem wederom anderen ver- zijn. Langzaam zijn ze in het leeren , dog 't geen ze
fchaft, die ſchoon onſchuldig , levendig en vrolijk zijn . eens weeten , ſtaat om zo te ſpreeken onuitwisbaar in
Zijn drift cot ongeoorloofde liefdensvermaaken , zult hun geheugen geprent , en daar bij zijn ze ongemeen
gij niet anders dan door een bevallig huwelijk , 't welk bekwaam totdiepzinnig overpeinzen ; hier van daan, dat
na zijn zin is , kunnen beceugelen. Nimmer brengt gij men onderMenſchen van dii Temperament de grondigſte
hem van de verkwisting af, dan door kem eene minder geleertheid ontmoet , daar men integendeel onder de
kostbaare liefhebberij inteboefemen , waar op hij ver . Sanguiniſche, meer oppervlakkige Geleerden vind,
zot zijnde , de meerdere kostbaare geldſpillinge laat vaa. Nimmer hellen deeze Menſchen tot verkwiscing e .
ren. Geen vermaaningen nog bedreigingen , zijn in ſtaat ver , maar loopen veel eer gevaar vuige Gierigaarts te
om hem het misbruik in drank te doen Itaaken , ten zij worden . Altoos eischen zij van hun Evenmensch te
gij zijn keel met een minder ſchadelijk en aangenaam veel , en niemand kan hun genoeg doen ; en om zel.
vogt weet te vergenoegen . In een woord , die met ge . ve aan iemant dienst te bewijzen , zijn zij zeer traag ,
weld en door dwangmiddelen den Bloedrijken zoekt te en moeten onophoudelijk aangeſpoortworden , eer zij
veranderen , is mis en giet om zo te ſpreeken , olie in 't tot een beſluit koomen. Doorgaans is hun gemoed met
vuur , en of hij wel zijn Temperament voor een korten agterdogi bezet ; alles maakt hun verdrietig en zij den.
tijd onderdrukt, zo is hij dug oorzaak , dat het zelve na- ken genoegzaam altoos het kwaadíte. Nierige beuze.
derband met verdubbelde woede uitbreekt , zonder de lingen , zijn bij hun zwaare en gewigtige zaaken , en
minſte hoop van herſtel. zij gaan in 't gemeen met eenen vreesſelijken last van
In den Godsdienst, is de Bloedrijke ongemcen koel . zorgen , hoe onnodig ook , belaaden. Hun ſpraak is
hartig, en hij is niet in ſtaat om met behooorlijken ernst langzaam , hun gang loom , hun houding ſtijf. Zij kun
het belang daar van te overweegen ; naare uitroepingen nen geen Vrienden van luchtige Menſchen zijn, maar
van huilende Leeraars , zijn echter in ſtaat om hem voor hebben een afkeer van alle de zodanigen , die vrolijk
een ogenblik weekhartig en gedwee te maaken , dog uit en wel te vreden zijn. Wil men zich in degenegenheid
de Kerk koomende , lacht hij even ſmaakelijk als toen hij van deeze Menſchen indringen ,moet men , het zij vein .
er na toeging . fende of wel natuurlijk , zich geheel en al na hun hu .
In den Burgerſtaat regt men weinig'met Menſchen van meur ſchikken , ja zelfs hunne manieren , ſpraak , ge .
dit Temperament uit ; want door hunne zorgeloosheid zijn baarden en levenswijze navolgen , wantniemand is eigen
zij tot het waarneemen van Ampten onbruikbaar; door zinniger en hardnekkiger als een Melancholicus. Žeet
hunne gulhartigheid, en het weinige gezag dat zij zich geheim zijn ze in alle hunne onderneemingen , dewijl
weeten te geeven , tot Regenten onbekwaam ; ook ge. zij niemand betrouwen , en dit maakt dat ze bekwaam
heelenal niet geſchikt tot den Koophandel , want door zijn om zodaanige Ampten te bekleeden , waar bij
bunnne loomheid verwaarloozen zi dezelve. Daaren- overleg , geduld, en ſtilzwijgentheid vereischt word ;
tegen zijn zij zeer bekwaam om in Gezelſchappen ande. terwijl zij ook wanneer deugdzaam zijn , een vol
Mmm 2 Itan
3632 TEM. TEMI
standiger trouwe doen blijken , als de meeste andere grond , en word zeer ras het onderwerp van een iega
Menſchen . lijks verachting.
De afwisſelende Modens der galante waereld , word Zo Nordig als een bloedrijk Mensch in kleedinge ten
bij bun met verontwaardiging beſchouwt, en als aller- voorſcbijn komt, en zo kaal en knapjes een Melancho
belachgelijkse aangemerkt. Ze beminnen de eenzaam « licus zijnen rok afijt, zo net , zo deteig en zo pragtig
beid , en ſchrikken voor grooten onlag. De meeſten zijn koomt een Cholericus te voorſchijn , indien zijne midde
op het falſoen en welvoeglijkheid in de waereld , zeerlen hem zulks inaar eenigzints toelaaten. Zich zelven {

lullel geiteld ; dog gemak en voordeel , ziju twee troe. eert hij meer dan iemand, en voed doorgaans de gedag.
telkinderen dien ze ieverig liefkoozen , en eigenbelang ten dat hij iets groots in de waereld is , al bekleed hij
is een der voornaamſte drijfveeren van hunne meeſte negts de hoedanigheid van een gemeen Handwerksman. 1

bandelingen . Tot ſnoode guiterijen en gruwelſtukken, In tegenſtelling van de Bloedrijken die zijn meerder niet
zijn ze geheel niet geneegen , maar om iemand door een agt , en den Melancholicus die zijn aanzienlijker Mede
hakre ſtreek den loef afteſteeken , zullen veele onder demensch ſchuwt , zoekt de Cholericus zeer greetig den
hun niet nalaaten . Ze zijn beminnaars van uitwendige omgang met de Grooten der aarde. Heeft hij bij geval.
Godsdiensplegtigheden ; ſtraffe Leeraars gewoon om zone behoeftige Nabeſtaanden of Menſchen van een gemeene
der medoogen , een jeder die anders als ze zelven den ſtaat in zijn gesagt, of wel is hij zelf .van een geringe
ken , te veroordeeler, zijn hunne geliefite Voorgangers in geboorte, zo ſpant hij alle zijne vermogens in om zulks
den Godsdienst ; ja Helen Verdoemenis kan hun zo ake te verbergen , en hij helt zeergemakkelijk over om zij
lig niet afgeſchildert worden , of zijvormen er nog een af. ne arme of geringe Vrienden te verzaaken ; doz is
ſehuwelijker denkbeeld af; maar wat de verbeetering hem een Man van aanzien of die een verheven post be
van hunne zeden en gemoed betreft , zo die eens tot het kleed , in hoe verren graad het ook mag zijn , bevriend,
kwaade overhellen , maaken zij weinig werks van , want zal hij geene gelegenheid laaten onilippen, het mag pas
zich zelven lutel gade Naande , zoeken zij de beſtrafte hebben of niet , on van denzelven te ſpreeken , en an
ondeugden zeer gretig in bunne evennaaiten te vinden , dere Lieden bekend te maaken , dat die , of zodanigen
en die te veroordeelen . Heer zijn-Oom of Neef zij , om door dat middel aap
Doorgaans denken zij altoos ſtrijdig met de meest aan zijn Perzoon zo veel gezags bij te zetten als maar moge.
genoomene gevoelens en gebruiken , en over geene Ui. lijk is. Dit zelfde gebrek heerscht doorgaans (en aller
terlle wille ontſtaat meer gemor en twist , dan die door ſter bij de vrouwelijke kunne van dit-Temperament, 1

dit zoort van Menſchen zijn gemaakt; want . dewijl zij en ſtelt haar aan de verregaanite en ondraagelijkſte fei.
daar in al te voorzigtig te werk willen gaan , vallen zij len , waar onder de hoogmoed geen geringe rol ſpeelt,
doorgaans in een uiteríte, die het grootſte ongenoegen bloot. Eene hovaardije die niet is te verzaadigen , gepaard 3

veroorzaakt. In den Ouderdom vervallen zij veeltijds bijcenedwingelandije die door geene teugels iste bedwin.
tot de buitenſpoorigite grilligheden , en worden ten ee: gen , zijn meestijds de gevolgen eener zodanige menges 2
nemaalen voor de zamenleeving onbruikbaar. Dus zijn ling haarer ſappen .
ze reeds een tijd lang voor hun dood , van de waereld af- Zeldzaam zijn de Menſchen van een cholericq Tempes
gezondert , en ſterven zonder dat nauwlijks iemand meer rament ; zo gevaarlijk in den omgang, als de Melancho
wist dat zij nog in leven waaren.. liſche, want nimmer gaan zij genoegzaam met listen of
laagen om , maar'tgeen zij opderneemen geſchied opent
Van het Galagtig en Vuurig , of Cholerica Jijk, en met zulk een luiddruftig gedruis , dat men tijd
Temperament: heeft, om indien zij iet kwaads in 't zin hebben , zulks
De Menſchen van dit Temperament , zijn als het waare te vermijden. Zo min hunne neiging helt om anderen te
met een levendig vuur bezielt; hunne zenuwen ſtaan vleijen, 20 greetig zwelgen zij alle zodanige loftuitingen
geſpannen , en een algemeene droogte heerscht in hun in die hun hoe onverdiend ook , worden toegezwaait;
ganſche Geſtel. Zij onderneemen niets , dan waar van zij en meestal zijn zij onbekwaam te vermerkenwa,ardatmedede
een gelukkigen uitnag te gemoet zien , en hunne on- onverdiende toejuichingen en loftuitingen ,
derneemingen worden met ſtandvastigheid voortgezet ; men hunne ooren kittelc, enkel voortbrengzelen van eene
in een woord ,alwat zij doen , geſchied met ſtatigen ernst , laffe vleijerij zijn :
en word met zeer veel ijver betragt. De bitte van hun Op de vriendſchap van een cholerciq Mensch , kan men
bloed , doet huntot opvliegentheid en toorn -overhel. veiliger bouwen en beſtendiger, dan op die van een San
len ; en dewijl de droogte van hun Geſtel,de ſappen eerst guineus , ook is dezelve getrouwer en op eerlijker
met cen hevig geweld ſchokt , en in ſterke beweeging grondbeginzelen geſtigi dan die van een Melancholicus,
brengt , zo werkt ook hun Geest eens ontvonkt zijnde, en doorgaans word die ongeſchonden onderhouden, tot
met de grootſte nadruk. in het laatſte tijdſtip van zijn leven , wanneer men en.
Van hunne tederſte jeugd af aan , gaan hunne gedag. kel met oplettenheid gaadeNaat , om zijne vermeende
ten reeds zwanger met ontwerpen van verheventheid en eer dien hij voor een oogappel houd , ie eerbiedigen.
grootheid. Zijmoogen zo nedrig en bekrompen opge- Alle ongelijk die men hem aandoet, het zij men hem
voed worden als het kan , hunde keuſe vestigt zich dog benadeelt , in 't een of ander ontrouw word , hem in
altoos op iets , het welk beter en aanzienlijker is , het zijne onderneemingen dwarsboomt, ja zelfs op 't he
zij ze zulks opentlijk doen blijken , ofwel heimelijk bij vigſte met hem twiste of vegt , verſchoont hij gemakke
hun houden . Vernuft bezittende en verſtand tot hun lijk , maar zijn goede naam te ſchenden of zijn eer te
deel hebbende , rijzen zij , hun eigen meester gewor. lasceren , is een onvergeeflijke misdaad , die nimmer
den zijnde, daar zij te vooren in de laagte wierden ge- kan uitgewischt worden. Integendeel kan men een Me
houden , wel draa tot een ieders verwondering zeer (nel lancholicus ſchelden , ja Naan , en allerleij verregaande
in de hoogte. Dog een down en daar bij driftig of cho. ſmaad bewijzen , dat hij het zal vergeeven , maar wage
dericg Menſch , integendeel, wroet zich zelven in den uw om hem iets te benadeelen , of hem ſchtadegeaan ld
TEM .
TEM.
3633
geld en goed toetebrengen , want als dan bekoomt gij veele verandering. Tot al wat zij onderneemen is geen
een onverzoenlijken Vijand tot aan het einde van uw of regte lust nog ijver , en dat niet aanſtonds vlot, jaaten
zijn leven. Die de achting en gunst van een Chelericus zij blijven zo als 't was ' , moetende anderen het meeſte
wil weg draagen , moet ook nimmer in zijne cegeris. in alle zaaken doen als zij zich tot iets zullen begeeven
woordigheid klaagen , welke gegronde reden hij er ook Hun grootſte vermaak beſtaat in lekker te eeten en te
toe hebbe, want wreed en hardvogtig van aart zijnde , drinken , en die iets tot hun gemak en rust weet toe 1

en bekwaam om de grootſte wederwaardigheeden en te brengen , bezit hun halve hart. Wanneer zij toc den
rampſpoeden als beuzelingen te aanſchouwen , al moet Huwelijkenſtaat overgaan , hangt bun geluk of ongeluk
hij ze zelven ondergaan , kan hij zodanige klagten niet van de hoedanigheid der Echtgenoote af die zij ver.
verdraagen en beſchouwt die ze doen als laf hartige zie. krijgen. Is dezelve deugdzaam en verſtandig , zo leggen
len , die het aan moed ontbreekt. Zijne rampen op een zij geen ſteen in den weg , maar ſchikken zich gaarne na
beklaaglijke toon voorteſtellen , is een zeer geſchikt en haare raadgeevingen , als zij maar 't voornaamite beltier
vrugtbaar middel , om een Sanguineus te roeren en te van alles op haar neemt ; dog valt het anders uit , en
beweegen ; ook hoort een Melancholicus gaarne klaagen , koomt hun een Vrouw ten deel, die benevens andere
dog zulks vleit enkel zijnen hoogmoed , en hij draagt er flegte hoedanigheden een noffe Huishoudſter is , dan
geen gevoel nog nededoogen van ; Jog een Cholericus is ’t allerjammerlijkst gefiell en armoede koomt ſchielijk
word er gemelijk en boos over , en helpt nilamer zulke bij hun buisvesten. Voor de opvoeding van hunne
Menſchen . Die de kunst verſtaat om grootsche ont. Kinderen draagen zij weinig of geen zorg , zij laaten op
werpen te ſmeeden , al zijn zij op nog zulke losſegronden zijn best zulks op anderen aankoomen zonder er na oin
gebouwt , verkriigt van een Cholericus die geen door te zien . Wat het gebruik der tijdelijke goederen be
dringend verſtand heeft , al wat hij wil, want hij word treft, zijn zij geen Verkwisters en ook geen Gierigaarts.
aangemerkt als iemand die men niet ontbeeren kan tot Met de Mode bemoeijen zij zich zeer ſpaarzaam , en
bevordering van zijn eigen roem .
ſchikken zich even goed tot een fober leeven , als COD
Nimmer kan men gewigtige Ampten in beter handen een ruimer ſtaat. Schelinerijen en verraderſche treeken
vertrouwen dan in die van een Cholericus; want hij neemt heeft niemand van hun te vreezen ; maar dezulke heb .
dezelve getrouwelijk , met ſtandvastigheid en ernst ben vijandſchap te wagten , die hun eenige omlag en
waar , terwijl een Sanguineus die met agteloosheid ver . onrust veroorzaaken '; dog deeze vijandſchap is niet van
waarloost , en een Melancholicus zich veeltijds ontrouw de gevaarlijkſte , dewijl dezelve in een pruilende afzon .
en talmagtig daar in gedraagt. met ſtijf hoofdigh vangepa
Wat de Godsdienst betreft ; 20 is een Cholericus, wel deri ng beſt
in den Godaat
sdi,ensdie
t wijken zij nimmer eid Siſgaa
hetart temt.a
op verre na zo gedwee niet als een Sanguineus, nog 20 dat zij in hun jeu d hebben geleért , verketteren ligt de
neerſlagtig niet als ele Melancholicus ,doz in tegenſtelling zodanigen die anders denken , al is het zelfs over de
zietmen veele van die Temperament, die een redelijke en onverfchilligſte leerſtukken , en zijn buitengemeen bij.
op gronden van Christeljjke zede unde gevestigden Gods- geloovig ; in de waarneeming van den uitwendigen Gods.
dienst ,met iever aankleeven en hartelijk betragten .. dienst traag en koelzinnig , en in de bijzondere oeffening
van deugd zeer onverſchillig , of nalaatig Zij bepaalen
L'an het Wateragtig en Slij nig , of Phlegme. zich zeer geinakkelijk 10: ſterv en , en geen troost heeft
ticg Temperament. meer klem op hun gemo , als wanneer men hun voor.
De Kinderen die met een zodanig Temperament ter houd , dat zij door den ed dood van 's waerelds moeite en
waereld komen , zijn geheel niet of wel zeer bezwaar. elende bevrijd worden .
Jijk tot iets te brengen , en het blijft doorgaans traag en Wij zouden hier nu - nog eene beſchijving van de ge- .
lusteloos werk. Dient hun het geluk zo verre, dat wel- mengde Temperamenten kunnen bijvoegen , dog die is zu!k
meenende en ſchrandere Ouders , voor het welzijn van een ruim veld , dat wij er ons niet in durven begeeveno
hun Lighaam en Ziel en het verbeteren van desſelfs ge. Her Temperament van de meeſte Menſchen is gemengelt,
breeken zorgen , zo kan er ſchoon zulks onbegrijpelijk en 20 verſcheiden gemengelt , dat een geheel Boekdeel
veel moeite , oppasſen er arbeid vereischt, nog iets nauwlijks zoude voldoen oin ze alle te ſchetſen , en de
goeds van koomen ; dog worden zij getroetelt en uit bijzondere uitwerkingen daar van optegeeven .
een verkeerd grondbeginzel van liefdeen toegeventheid TEMPERANTIA , zie ABSORBENTIA.
ch gan hunne eigen neigingen overgelaaten , verſtrekken TEMPEREN , verſtaat men de handgreep door, om
zij doorgaans tot onnutte en lastige werktuigen in de yzer en ſtaal zodanig te bereiden , dat de werktuigen
zamenleeving. Tot het beoeffenen van wetenſchappen daar uit vervaardigs , eene bekwaame hardigheit bekoo .
zijn zij geheel en al onbekwaam , dewijl de grijze haai. men.
ren eerer hunnen herſenloozen ſchedel begroeijen, als dat De Tempering geſchied op verſcheidene wijzen. De
zij iets leeren bevatten en grondig verſtaan . Tot den gemeenſte manier is , het ijzer en ſtaal na dat beer
Koophandel zijn zij ten eenemaalen ongeſchikt, dewijl zelve de gedaante van het Werktuig is gegeeven 't welk
bua de omzigtigheid ontbreekt , en zij nimmer beraz. men verlangt, gloeijend te maaken , en dan in water te
den zijn wanneer er moet toegetast worden . Ampten werpen. Zo hei hier door al - te hard word , en daar
is geheel hunne zaak niet, ten zij het de zodanigen mog. door te bros , ſteekt men het ten tweedemaale in het
ten zijn , daar zij gemakkelijk in eene leunſtoel rusten. vuur , tot dat het blaauw ofrood word. Zijn het Werku.
de , aan anderen het waarneemen der zaaken hun mede tuigen om in hout te arbeiden , geeft men het een blaau .
toevertrou'vt, veilig kunnen overlaaten . Tot het be. we koleur ; dog zal het tot bearbeiding van koper of
Niet van Stad en Land zijn zij volkoomen onbekwaam ijzer dienen , laat men het voor de Tempering roodwor.
toe , dewijl geen doorzigt nog de minſte Staatkunde be- den , en als dan word het nog voor de tweedemaal gee
r . zitten. Van een galante of hoofſche levenswijze hebben tempert , het zelve als dan in 't water ſteekende,
zij eenen natuurlijken afkeer, niets valt bun lastiger als dat het nog in 't vuur een blaauwe koleur heeft verkreegen
Voor.
Mmm 3 Da
TEN. TER .. TER .
3634
De tweede manier is , het Gereedſchap dat men heeft TERMES , zie HOUTLUISEN .
vervaardige gloeijend te laaten worden , en dus in een TERNATEA , is de naain van een Planten -Geſlagt,
fmids waterbak ofnog beter in zuiver water te ſteeken dusdanig door de Heer TournEFORT genoemt , na de
en er ogenblikkelijk weder uittehaalen, zonder te wag. plaats van waar ze het eerst naar Europa zijn overge.
ten
vuurdat betkoud is geworden ; als zijnde
dan wederom inmen
het den.
bragt , zijnde Ternate , een van de Moluk(che Eilan
blaauw of roodagtig geworden , dompeld
het voor de tweedemaal in 't water , en laat het er zo Kenmerken . Ze heeft een Vlinterbloem ; het ſtijltje
Jange in tot dat geheel en al koud is geworden . daar van word naderhand een Peul , die zich aan twee
De derde manier om te Temperen is ,het Gereedſchap kanten opent er met nierformig zaad is vervult ; voegt
na dat het gegloeid is , in water dat een weinig is warm hier bij dat de Bladen gevleugelt zijn , en in eene oner.
gemaakt te ſteeken. Deeze manier is buitengemeen fen Lobbe eindigen ,
goed , inzonderheid ten aanzien van Veeren en Slingers Zoorten. Daar zija vier bekende zoorten van dit Kruid.
van Horlogies en Uurwerken . gewas , als
De vierde manier beſtaat, om de vervaardigde ge. 1. Ternatea met enkele blaauwe Bloemen ; Ternates
reedſchappen te ontlaaten , en zagijes op te kooken , flore ſimplici coeruleo.
zonder dezelve voor de twedemaal in 't vuur te ſteeken . 2. Ternatea met dubbele blaauwe Bloemen ; Ternatea
Deeze manier is zeer goed , om dat de ijzer of ſtaal. fiore pleno coeruleo.
deeltjes die zich hebben gezet , en door’t gloeijen in 't 3. Ternatea met enkele witte, Bloemen ; Ternatea flore
vuur langer zijn geworden , gevolgelijk ook weeker en fimplici albido.
taaijer , die hoedanigh eid weder bekoomen , door mal . 4. Amerikaanſche overblijvende Ternate , met blaauwe
kanderen allengskens zagljes te naderen . De ondervin Bloemen ; Ternatea Americana perennis , flere coerules.
ding heeft door genoegzaame proeven geleert , dat de Houst .
Gereedſchappen die men zagtjes in een vuur van houts- Plaats. De drie eerſte zoorten , groeijen in het wild
koolen, waar onder Bakkers koolen waaren gemengt , op Ternate, een der Molukkiſche Eilanden , en andere
heeft laaten gloeijen , en daar na dezelve in laauw water Oostindiſche plaatzen . De vierde zoort is door Dr.
getempert, zonder die voor de tweedemaal te gloeijen WILLEM Houston op Jamaika ontdekt , van waar hij
ente Temperen , ongelijk veel beter zijn geweest om hout en het zaad na Europa heeft overgezonden .
Ijzer te bewerken , dan die tweemaalen waaren getempert, Beſchrijving. De Bloemen van de beide eerſte zoortes
ſchoon zij beide van het zelfde zoort van Staal waaren zijn ſchoon hoog blaauw van koleur , en in water gelegt
vervaardigt. en geweekt wordende , verwen ze het water bijna 20
Ten vijfden kan men Temperen , met het gegloeide yzer blaauw als Indigo. De tweede zoort , die zeer dubbelde
of ſtaal in olie of vec te ſteeken. Alle de Gereedſchap Bloemen heeft , maakt een fraaije vertooning in bloei
pen op deeze wijze getemperi, worden zeer zagt , ook ſtaande, en is in alle goede tuinen eene plaats waardig.
verkrijgen daar door de Veeren meerder kragt , en zijn De derde zoort ,verſchilt van de eerſte alleen in de koleur
minder bros , dan die in water zijn getempert. van de Bloem , en kan om de verſcheidenheid plaats
Het Temperen in Pis dat zommigen aanprijzen , is hebben , ſchoon de Bloemen op verre na zo fraaij niet
geheel niet goed , dewijl het zout der pis het ijzer wel zijn .
is waar hard, maar ook teffens zeer bros maakt. Mi. Kweeking. De drie eerſte soorten dat éénjaarige Plan
neraale wateren of die met zoute deelen zijn vermengt , ten zijn , welke uitgaan kort na dat ze zaad hebben ge
zijn even nadeelig tot het temperen als pis. Hierom geeven , zijn buitengemeen teder , en het zaad daar van
moeten de Werklieden in fijn yzer en ſtaalwerk wel moet vroeg in het voorjaar , in een Broeibak worden
zorge draagen , dat zij niet dan zuiver water in hunne gezaaid , en wanneer de Planten zijn opgekoomen , moe
Smitſen gebruiken , en wel toezien , dat er geen pis in ten ze elk in een bijzondere kleine pot, met verſche lig.
bunne koolen kooint ; want hoe zuiverder de koolen te aarde gevuld , geplant, en in een maatig warmeBroei.
zijn , hoe 't werk taaijer en gemakkelijker in 't behan. bak met run gezetworden, in agt neemende om dezel
delen is. ve voor de Son te beſchutten , tot dat ze op nieuw wor•
TENDO , zie PEES. tel hebben gevat , daar bij moeten ze dikwerf met wa.
TENEBRIO , zie MEELTORREN . ter verfrist worden ; en door dien deeze Planten zeer
TENESMUS , zie PERSSING. dunne takken hebben , die zich rondsor alle gewasſen
TENSEN , zie GEBAK , pag. 801 . die er digt bij ſtaan , fingeren , moet men ſokken in
TENTIJZER , in 't fransch Sonde , en in 't latijn Me de porten zetten, rondsom welke zij kunnen opklim.
la , is een chirurgicaal Werktuig , waar van men zich men , om hier door onderſteund te worden , en niet
bedient , om wonden, zweeren en andere holligheden over den grond te kruipen of zich aan andere gew 25
meer , mede te onderzoeken. Daar zijn verſcheidene ſen te hegten. In warm weder moet men dezelve
zoorten van Tentijzers , geſchikt naar het gebruik waar veel vrije lucht geeven , anderzints ſchieten ze te ſpil
toe zi zullen dienen . lig op , en zo hoog gegroeit zijnde , dat ze aan de gla.
TEPEL , zie SPEEN. ſen van de Broeibak raaken , moeten ze er uitgenoo
TEPELIGE HOORNVISCH , zie HOORNVIS- men , en , na dat ze in grooter potten gezet zijn , in
SCHEN , n. III . pag. 1133. den Runbak in de Stookras gezet worden , waar in ze
TEPELSWIJZE -SPIER, zie MAMSWIJZESPIER . moeten blijven om te bloeijen , en rip zaad voortte.
TEQUIXIN , zie HAAG DISSEN , 1. XXXVI . brengen. De vierde zoort, die langleevende is en ver
TEREBINTHUS, zie TERPENTIJN -BOOM . ſcheide jaaren overblijft, moet op dezelfde wijze als de
TEREBRATULITES, zie OSTREOPECTINI. andere zoorten behandelt en in een warme Stookkasbe
TES . waart worden .
TERENIABIN , zie MANNA . TERPEN , is eenebenaaming die in vroegere dagen ei.
ger
TER : TER : 3633
gen eigen was aan de kleine Bergjes of Heuvelen van dewijl dezelve even als deGalnooten op de Eicken , niet
aarde , welke deOuden in onze laage Landen maakten, anders zijn dan uitgroeiſels, welke door het ſteeken der
om zich in tijd van noodaldaar te beveiligen , bijhet Dieren op bladen en ſpruiten voortgebragt worden , waar
overloopen der Zee of het overſtroomen der Rivieren. in ze hunne eitjes leggen , blijkende hier uit , hoedanig
Deeze hoogtens worden in Friesland nog heden ten de Natuur zelfs voor de allergeringſte Diertjes zorgt,
dage Terpen genoemt. Zie voorts eene breedvoerige doordien in deeze Blaasjes , de Eijerties onderhouden,
verhandeling over het woord Terpen, in de Nieuwe Bije en het daar uit voortkoomendOngedierte gevoedword.
dragen tot opbouw derVaderl. letterkunde, ie Deel. pag. harse
Gebruik en Kragt.
van den TerpentijnDe
-BoomTerpentijn of het derzelver
, is van wegens vloeibaar
139 — 152 en 393 - 412 .
TERPENTIJNBOOM ; in 't grieksch , Tequiuto , verwarmende, drooginaakende, verweekende, verdun.
nende , vloeibaare , rijpende , zuiverende en geneeſen .
Tegé SWIG-; in't italiaansch , Terebintho, Termentina , de balfamiekekragt,zeer vermaard . Dient aangemerkt ,
dat deopreclite Cijperfche Terpentijn zeer bezwaarlijk zijn
Trivente ; in'tſpaansch, Cornicabra, lo Arbre delpi; in 't
arabisch , Baton , Albolin , Helcalimbath ;in 't indiaansch, de te bekoomen , meest in deszelfs plaats de Venetiaanz.
Alimbach , Alimbath, Olimbath, Elkalimbal, en in 't jchegebruikt word, hebbende ook genoegzaam dezelfde
fransch , Terebinthe.
Kenmerken . Deeze Boom is in mannelijke en vrouwelij. kragt,
boom . en
Menzijnde niet anders
gebruikt dezelvealsindeonzuiverheden
harst uit de Lorken.
en ope
ke onderſcheiden . De Bloemen van de mannelijke zoort zweeren der ingewanden , voornamelijk der long , le:
hebben geene bladen, maar beſtaan enkel uit een partij ver , milt , dernieren en pisblaas , ten dien einde word
Helinftijltjes met Helmtjes. De Vrugtbeginzels die aan dezelve met het geel van eijeren en honing opgelost en
de vrouwelijke Bloemen voortkoomen , worden nader tot een likmiddel gemaakt; ook bevordert zij de opge
hand een cijronde vrugt met een harden dop , die één itopre waterlosſing, opent de verſtopping van den ſtoel
of twee langwerpige Kernen in zich bevat. Voegt
hier nog bij , dat de Bladen geveert of gevleugelt ziin , gang , en drijft
de onzuivere zomwijlen
zaadvloed , als wel
mededen
de Steen af ; of
leucorrhoea zijwittes
ſtopt
Ataande bij paaren tegens elkanderen over , en in één vloed der Vrouwen ; zij verzagt de aamborſtigheid , het
Lobbe eindigende.
Zoorten. Daar zijn verſcheiden zoorten van deeze zijdewee , en de ingewortelde
der een uitneemend goed middelhoest ; zijnde in 't bijzon.
tegens de vliegende jigt.
Boom , waar onder ook de Pistacie-Boom , die op zijn Zij geneest genoegzaam alle de onzuiverheden der huid ,
plaats is beſchreeven ; wij zullen hier alleen die zoort als de lazerij ,de haairworm , en voornamelijk de fchurft.
melden , uit welke de zo wel bekende en nuttige Tér. Hetverſtrekt tot een voornaam ingredient in de rijpma.
pentijn vloeit. kende en zuiverende pleiſters , waar van het alom be.
Gemeene Terpentijn. Boom ; Terebinthus vulgaris. C. kende Unguentum digestivum den voorrang heeft. Men
BAUH. Pin. 400. TOURNEF. Inf. 578 .; ( Piscacia foliis mengt het ook onder de rijpmaakende en zuiverende klij
impari-pinnatis, foliolis ovato lanceolatis. Linn. Spec. feeren in de buik - of roodeloop , insgelijks doet men het
Plant.) onder de wondbalſems. In beſmettelijke ziektens , als
Plaart. Deeze Boom groeit in Zuid-Frankrijk , Ita. pest, rotkoortzen , enz. word het voor een uitneemend
lien , Spanjen , Ciprus , Chio , Siirien , Afrika , en fookmiddel gehouden ; ook onder zodanige ſtoovingen
Jodien , op drooge ſteenagtige en wel ter ſonne gelee. gebruikt, die tot verlterking van de zenuwen verſtrek
gen plaatzen. ken . In de Apotheeken vind men er onder anderen de
Beſchrijving. Volgens J. BAUHINUS, die een omftan volgende bereidingen van. 1. Gekookte Terpentijn ; 2.de
dige beſchrijving van den Terpentijn-Boom geeft, be geest ofſpiritusdaar van ; 3. de gedistilleerde , welrieken
hoort dezelve wel mede onder de Boomen , dog is naar de en ſpecerijagtige olie ; 4. de geterpentijnde zjavelbal
het berige van Clusius voor grootſte gedeelte fruik jem , of halfamun ſulphuris terebinthinatum .
agtig ; derzelver Takken zijn 'tlang en niet talrijk , heb . In he: huishoudelijke verſtreke het terpentijn water tot
ben een aschgraauwe bast of ſchors , en behouden 's een zeer goed middel , om vervlakken uit wolle- en zij
winters wat zommige Schrijvers er ook van zeggen , het de klederen te maaken , insgelijks om er de mot uit te
loof niet. In 't voorjaar koomen aanſtonds de Bloe houden , wordende er tot dien einde zomlijds maar mede
men te voorſchijn , die uit kleine builtjes aan de Tak beſprengt. In zodanige olieverven diemen fchielijk wil
jes menigvuldig bij malkaar, aan een lang trosdruifje doen droogen , vermengt men Terpentijn ; eindelijk ver:
voortſpruiten , en uit louter purperverwige vezels be ſtrekt ook de Terpentijn tot een ingredient van veelerleij
ſtaan ; de Bladen ſpreiden zich vleugelswijze uit , en ge- vernisſen.
Jijken wel na de bladen van den Laurier- Boom , dog
zijn ſtomper. De Bloemen vergaan zijnde , volgen de De wijze op welke men den Terpentijn enz . uit
Vrugten , die klein , langwerpig rond en roodagtig zijn , Denneboomen in Frankrijk bekoomt.
dezelve zijn met een harstagtig , klevend en taaij fap Daar zijn , vijf mijlen van Marſeille , zeer hooge bere
vervuld, waar in een Pit of Kern zit. In het najaar gen , voor ’ grootſte gedeelte me! Denneboomen benaa
vind men aan detakken en bladen van deezen Boom klei- gen , welke daar van zelven groeijen. Men ziet er , een
pe vliesjes of blaaſen , van een bleeke purpere koleur; halve mijl, van den weg af , de plaats daarmen hetpik ,
ook vind men zomtijds wel aan de uiterſte einden der teer, hans, en den Terpentijn maakt, welk alles op de
Takken , langwerpige en knorbeenagtige Hoorntjes van volgende wijze toegaat.
een roodagtige koleur van vier a agt vingerbreedte In de lente , als het fap overvloedigst is , ſchilt men
larg , zijnde van binnen hol, en wanneer open gemaakt den bast der Dennen af, om het fap te laaten loopen in
worden , een taaije ſtoffe vertoonen met iets graauws een gat , het welk men vooraf vervaardigt, om het te
enzwartagtigsvermengt, zijnde na alle gedagten de vui. ontvangen . Dit ſap , naar maate het vloeit , laat een
ligheid van de Infecten , die in deeze blaasjes huisvesten , soort van korst agter, welke men wegneemt, en in wa.
tes
ed
3636 TER . TER , TES .

ter afſpoelt, waar na men ze aan de Inwooners voorwit geſtoken uit een grooten heuvel , en deeze verſchillea
wasch verkoopt,welke ze tot een hoogen prijs aanneemen, van malkander in het een of ander opzigt.
en er flambouwen van maaken . Vervoigens ſchept men Wat de breedte van de zijdelijke Terrasſen belangt.
het ſap , dat is den bak is , met lepels op , en als men eene Deeze word doorgaans geſchikt naar desſelts uitlooping
goede voorraad bij een heeft, zo laat men het door de op een Speelhuis , of een Uittteekje van
ne wijde kruidieezers teems loopen ,, omtrent gelijk als maar meest naar de hoeveelheid van Aof ,eenwelke
gebouw ;
men
die daar men de rozijnen ran Mallaga ir verleest, het daar toe misſen kan.
vogt 't welk er gemaklijk daorloopt , is de gewoone Ter- Het zijdelijke Terras van een Tujn , moet niet ſmal
pentijn. Het geen in de Teems overblijft , bij een ge- ler dan iwintig voeten , en inaar zelden breeder zija,
noegzaamehoeveelheid water gevoegd , en in een dis. dan veertig voelen.
tilleer -ketel overgehaald , geeft de Terpentijn -olie, ook Wat de hoogte van een Terras belangt , zommigen
1 wel Terpentijn -water genoemd. En de Moer, of ' Ca neemen het maar vijf voet hoog , maar anderen meer
poust nortuum , 't welk na de distillatie overblijft , is de of minder naar hun goedvinden ; maar die het netst
gemeene Hars. zijn , laaten het nooit boven drie en een half veet hoog
ſmal Terras-pad is,
Vervolgens hake men de ſtam van den Boom aan zijn . In een kleinen Tuin , daar eenhalf
ſpaanders, welke men , in een diep gat , op malkander zijn drie , en zomtijds cwee en een voet hoog ge.
ſchikt, en vervolgens met pannen of tegels overdekt, noeg voor een Terras , dat agttien voet breed is, en
derwijze echter , dat er een weinigje luch: kan in twee voet en negen duin is genoeg voor een Terras,
inkoomen , om het vuur te onderhouden ; dit op zulk dat cwintig voet breed is ; maa. "vanneer de cuin naar
eene wijze gereed gemaakt hebbende , legt men er het gelang groot is , en het Terras dertig of veertig voeten
vuur in , en daar loopt een dik ſap uit onder op den grond breed is , dan moet het ten minſten drie , of drie en 1

van 't gat , daar eepe kleine opening is , waar door dit een half voet hoog zijn. V

verder wegloopt , en vervolgens gevangen word ; die Het troete Terras is zeer gebrekkig zonder ſchaduw, 9

0
opening moet noodwendig klein wezen , om dat dit lap tot welk einde Olmboomen zeer dienſtig zijn ; want
zelve anders in brand zoude raaken . De vloeiſtoffe, men kan geen Berçeau volkoomen noemen , wanneer
welke men dus bekoom , is Teer. Men zet vervolgens men niec aanſtonds ſchaduw ontmoet , bijna 20 ras, als
die vloeiſtof op 't vuur , om ze zagtjes te doen kooken , men buiten het huis komt , en daarom moeten deeze
uitwaasſemen, en het waterige vogt , dat er nog in is, beſchaduwende Boomen beginnen van het midden en de
te doen weg dampen , en dus verdikt zijnde , word het vleugels van het Gebouw af.
Pik . Terrasjen moet men liever beplanten met Olm -ofgoe
de Eicken . , .dan met Taxus of Hulstboomen , die altijd G
TERRA , zis AARDE.
TERRA ALUMINOSA , zie ALUIN AARDE. geknipe moeten worden .
TERRA AMPELITES , zie AMPELITES , De afſtand van de Olmboomen overdwars moet 00
TERRA CALCARIA CHINENSIS, zie KAOLIN . trent :wintig voeten zijn , en men kan ze dertig voccer
TERRA CATECHU , zie CATECHOU . van malkander in de rijen zetten. R
TERRA CHIA , zie CHIO -AARDE. TERROR , zie SCHRIK,
TERRA COLONIENSIS , zie KEULSCHE- A AR : TERUGLOOPENDE ZENUWEN , in 't latiin Ner.
DE . vi Recurrenbes , koomen voort van de tweede te zaamer . 1
TERRÆ METALLICÆ , zie OKERS . looping van het agtſte paar. t
TERRA JAPONICA , zie CATECHOU. TESKENSKRUID , zie HERDERS-TASCH. W
TERRA SIGIILATA , zie GEZEGELDE AARDE. TESSELSE KAASJES , zie KAAS.
TERRA VIRIDIS ,' zie BERGGROEN. TESTACEA , zie . OSTRĄCODERMA. 8
D
TERRASSEN . Een Terras is een kleine aarden Dijk , TESTAMENT, anders Uiterſte Wil genoemt, is et
opgeworpen en afgeſtoken naar het lood- en waterpas , he wettige Verklaaring van het geen men wil, datna zijn
cot een bekwaame hoogte voor hen , die rondom den tuin dood zal geſchieden . Of liever, is het de Wil eener let. 8
wandeļen , op datze beter uitzigt zouden hebben op al vende , waar bij hij bepaalt , op wien na zijn dood zijne 0
les , dat er rondom lege, en deeze hoogtens zijn zo noode goederen zullen overgaan . De Testamenten worden ge 1

zaakelijk , dat die Tuinen , welke ze niet hebben , ge. deeld in Volmaakte en Onvoimaakte ; anders geprivili
brekkig zijn . geerde en ongepriviligeerde. De volmaakte of gepri
Wanneer Terrasjen behoorlijk geplaatst zijn , zijn ze viligeerde zijn wederom tweederleij of Schriftelijke of
groote ſieraaden voor tuinen , om haare regelmaatigheid Mondelinge, beide zijnze aan zeekere regels of folem:
.
en opening , inzonderehid wanneer ze wel gemaakt , en niteiten gebonden , en die Solemniteiten , enkel ter af
1 met fraaije trappen en mooije opgangen verſierd zijn. weering van bedrog dienende , en in het willekeurig
Zomtijds worden er Verwulven , Grotten en Water. Regi gegrond , hangen af van de bepaling, daar omtrent,
vallen beneden dezelven gemaakt met eene bouwkon. bij de Wetgever gemaakt. Bij de Romeinſche wetten
ſtige order, en zeer veele Beelden in Nisſen , en boven word in een Schriftelijk Testamert vereischt ; 1. dat het
op de Uitſtekken worden Vaſen en Bloempotten gezet , in een context of zaamenbang gemaakt zij ; – 2. dat het
die ordentelijk geſchikt en geplaatst zijn. gemaakt zij in tegenwoordigheid van twee Getuigen,3. dat
Daar zijn verſcheiden zoorten van Terrosopaden. Mansperzoonen , daar toe expres gebeden ;
1. Het groot Terras , 't welk naast aan het huis legt. de getuigen het Testament vertekenen en verzegelen,
2. Het zijdelijke of middelſte Terras , 't welk door- en 4. dat de Testateur zelf het Ondertekene, of dat,
gaansafgeſtoken is bovenhetwaterpas van het Bloem- doe wanneerhij nietſchrijven kan ,een agtſte Getuigezulks
in zijne plaatze. In de Mondelinge word bijdie
perk , Plein , enz.
3. Terrasſen die een Tuin omringen . wetten gevorderd , dat een Testateur voor zeven Ge.
tegen
4. Terrasſen, die beneden elkander leggen ,zijnde uit, cuigen , ſpeciaal daar toe verzogt, op een tijd WO OR
TES. TES. TET. TEU. TEX. THA . 3637

woordig , den Testateur ziende en verſtaande, in een zen , ook op zommige in de Nederlanden , verſcheiden
context of zaamenhang , zijne wille met een luide ſtem- voorregten toegekend. 5 De Testamenten der Krijgs •
me duidelijk verklaare . lieden . Deezen zijn bij de Roomſche Weten van alle So.
Maar van dien grooten omſlag, zijn genoegzaam alle lemniteiten onclagen , genoeg zijnde dat de Wille alleen
Volken afgegaan , de eene min de andere meer. Hier koomt te blijken , dog dit Voorregt genieten de Krijgs
uit die groote verſcheidenheid welke daar omtrent bij lieden alleen , wanneer zij in den Krijgstogt ( in procinc :
verſcheidene Volken plaats heeft. In de Nederland. tu) testeeren ; in de Garniſoenen zijnze zo wel als an
ſche Provincien is de bepaling van het Regt dien aan . deren , aan de bepaalde Solemniteiten gebonden , en
gaande , ook gansch opgelijk. In Gelderland moeten de zulks heeft nog hedendaags plaats , ook in onze Nederlan.
Testamenten worden gemaakt voor een Geregte , zoo den. :
nogthans, dat een ieder zijn Testament, door hem , of Onyolmaakte Uiterſte.Willen; zijn de zulken , waar in
door een ander geſchreeven, geſloten aan den Regter mindere Solemniteiten als in een Testament vereischt
kan produceeren, om door die bij een geregtelijke Ačte, worden ; van dien aart zijn de Codicilion , die gemaakt
op den Omſlag geſchreeven , bevestigd te worden . - kunnen worden voor vijf Getuigen . - Bij zodanige dis
In Holland en Zeeland kunnen ze worden gemaakt voor poſitien kan echter geen Erfgenaam genoemt, maar al.
twee Schepenen: en een Secretaris, of voor Notaris en leen Legaaten worden weggemaakt, ook wel een Erfe .
twee Getuigen , open of beſlooten . nis over de hand worden gemaakt of de bij Testament geş
In het Sticht van Utrecht moet het geſchieden voor noemde Erfgenaamen met Fideicommis worden bezwaard .
den Schout van de plaats en twee Schepenen ; hoewel Onder de Onvolmaakte Uiterſte willen behooren nog.
in de Stad , wanneer iemant aan zijn eigen Huis Testa. de Schenkingen ter zaake des doods.
ment maakt , behalven den Schout vier Schepenen daar TESTICULUS , zie ANTHERA.
over geroepen moeten worden. Ook kan 't geſchieden TESTIS , zie GETUIGE.
voor Notaris en twee Getuigen , indien de Testateur TESTUDO , zie MOL-GEZWEL.
daar toe van het Hof van Utrecht vrijheid verzogt en TESTUDO , zie SCHILDPAD.
verkregen heeft. In Friesland word het Roomſche · TETANUS , zie DOODKRAMP.
Regt gevolgd, uitgenoomen alleen dat de Getuigen het TETE CHEVRE , zie GEITENMELKER:
Testament niet behoeven te verzegelen.'- In Overijse - TETRAO MAJOR , zie OUWERHAAN.
ſel kan het alleen geſchieden voor het Geregt en bij. : TETRAX , zie BERKHOEN.
weezen van de Secretaris , en in de Provintie van TEUCRIUM , zie CHAMÆDRIS .
Groningen geſchied het of voor 't Geregt of voor twee TEUNIS BLOEM , zie THEUNIS - BLOEM.
Getuigen. TEUTHLACOTH-ZAUPHUI ,zie RATEL SLAN :
DeOnvolmaakte of Gepriviligeerde Testamenten zijn GEN.
de zulke , welke aan de bepaalde Solemniteiten niet TEXELSCHE OESTERS , zie OESTERS.
gebonden zijn ; hier toe behooren. I. 't Testament van THABIA . zie RHEE.
Ouders tusſchen hunne Kinderen. Naar 't Roomſche THABITI , zie BRASILISCHE KONIJN.
Regt kan Vader of Moeder tusſchen hunne Kinderen en : THALICTRUM , is de naain van een Kruidgewas dat
Kindskinderen , testeeren , zonder eenige Solemniteit , in 'tgrieksch word genoemt @an ég9gov en @anegogov ;
indien ze maar het Testament eigenhandig ſchrijven , of in't italiaansch , Verdemaco hetruscis; in 't engelsch
anders hun wil voor twee Getuigen verklaaren . Lega. Meadow Rhubarb. ; in 't hoogduitsch Wundkraut, Spa.
ten kunnen ook bij zulk eene dispoſitie aan Vrienden nisch Heilblat ; en bij ons ook wel Waterruit , Poel
worden beſprooken , inits als dan die beide vereischtens ruit.
gelijkelijk worden in acht genoomen . Dit voorregt word, Kenmerken. De kenmerken van dit Gewas beſtaan ,
nog hedendaagsch op veele plaatzen aan Ouderen toe dat dezelve een Bloem heeft uit verſcheidene bladen za
gekend; in zommige Vaderlandſche Provincien evenwel mengeſteld die in de rondte ſtaan , en zich in de gedaan
heeft 't zelve geen plaats , en in zommigen alleen in 't te van een Roos uitbreiden , in 'tmidden van welke tros
geval, wanneer beide Ouders te zaamen diſponeeren , ſen van Helmſtijltjes opkoomen, die het Stijltje omrin.
of, de eene overleeden zijnde, de langstleevende zulks gen , 't welk naderhand een Vrugtword ,waar in als in een
doet, met toeſtemming der Kinderen , derzelver Voog. klein kopje , de Zaadbuisjes verzamelt zijn , die zom
den en Naastbeſtaanden. — 2. Len Testament in Pest- tijds gevleugelt, en zomtijds zonder Vleugels zijn , be.
zijd gemaakt. Volgens het Roomſche Regt worden hier vattende elk een Zaadje , dat meest langwerpig is.
toe wel zeven Getuigen vereischt , maar die behoeven Zoorten . Daar zijn veele zoorten van dit Kruidgewas ,
uit vreeze van beſmetting niet gelijkelijk op eenen tijd wij zullen er de voornaamſten van optellen.
bij elkanderen zijn. Hedendaags hebben hier omtrent 1. Thalictrum van het Alpiſche Gebergte inet Akeleien
zeer verſcheiden bepaalingen plaats , evenwel worden bladen en purperagtige belmſtijltjes, doorgaans geveder
genoegzaam overal aan diergelijke Testamenten , aanmer- de Akeleien genoemt; Thalictrum majus, florum fta
kelijke voorregten toegekend. - 3. Testamenten van minibus purpurascentibus. Bauh. Pin . $ 37.1 Thalictrum
Huislieden ten platten Lande, welke bij de Romeinen alpinum aquilegiæ foliis , florum ftaminibus purpurascenti.
uit vijf Getaigen konden voldaan , als er geen meer te bus. Tournel. Inft. R. Herb. ; ( Thalictrum fructibus
bekoomen waaren , dog dit is genoegzaam overal afge. pendulis triangularibus rectis, caule tereti. Linn. Spec.
ſchaft; in Friesland evenwel zou dat Regt moeten gel. Plant.) Hier van is nog een medezoort , met witte
den , zo't geval exteerde , 't welk niet zeer mogelijk is. helmftijltjes en groene ſtengen .
4. Testamenten ten behoeve van Arme Godshuizen , 2. Thalictrum van Kanada met purperagtige Stengen ,
en zoortgelijken , ad pias cauſas genoemt. Naar het Akeleien bladen en witte helmſtijltjes ; Thalictrum cao
RoomschRegt genieten deeze geende minſte voorreg nadenſe, caule purpurascente, Aquilegiæ foliis florum fta
ten, dog hedendaags worden aan dezelve op veele plaats minibus Albis, TOURNET. Inft. R. Herb.; Thalictrum ma.
VI Deel. Nan jus,
3638 THA THA .

jus, foliis aquilegis, flore albo. MORIS. Aift. 3. p. 325. wortels te ſcheuren. De beste tijd hier toe is fepten
Thalictrum americanum. Parkins. Theatr. 265.; ( Tha. ber, wanneer baare bladen beginnen te verdorren , op
lictrum floribuspentapetalis , radice fibroja. LINN . Spec . dat ze dus bekwaame tijd mogen hebben om wortel te
Plant.) vatten , voor dat de vorst haar zulks belet. Ook moe
3. Kleine Amerikaanſche Thalictrum ; Thalictrum ame- ten ze in een verſche , ligte grond geplant , en een ber
ricanum minus, PARKINS. Theats.; ( Thalictrum foliis tri ſchaduwde ſtandplaats hebben. Deeze wortels moeten
partitis, caule foliis duplo altiore, floribuscornuis. Linn. niet meer alsom het anderejaar geſcheurt of verzet wor.
Spec. Plant.) den , en laat men die drie jaaren aan een ſtaan , bloeijen
4. Grooté Thalictrum met hoekige geleufde peulen ; ze des te iterker. In't begin van maij koomen de Bloe
Thalictrum majus, filiqua angulofa autftriata .Bauh . Pin, men te voorſchijn, welke doorgaans die maand uit duu
336 .; Thalictrum magnum . Dodon. Pempt; 58.; ( Tha. ren , en indien het maatig weer is , wel langer. Dit
lictrum caule foliojo julcato , panicula multiplici erecta . maakt haar , als mede om dat ze barde Planten zijn , die
Linn. Spec. Plant.) weinig oppasſens noodig hebben , eene plaats in alle goe
5. Groote geele Thalictrum met geele helmſtijlties en de Bloemtuinen waardig. Ook zijn haare Bloemen zeer
zeegroene bladen ; Thalictrum majus flavum , floribus bekwaam om met anderen in ruikers te binden ,om in den
Alle , de
luteis , floribus luteis S. glauco folio. C. Bauh. Pirt. 336 ; zomer ſchoorſteenen
overige zoorten te vercieren
enz. zijn .
ook harde Planten , die
( Thaliarum fpaciofum . Linn. Spec. Plant.)
6. Kleine Thalictrum met Affodillen wortel en groote bij ons in de open lucht zeer wel willen tieren , en on.
bloemen; Thalictrum minus, asphodeli radice, magno ze winterkoude gemakkelijk doorſtaan. De meeſte van
flore. Tournef. Inft. R. Herb. 271.; Oenanthe folio he deeze Planten hebben kruipende wortels, waar door ze
dere. C. Bauh. Pin. 193.; Ranunculus Thalictri folio, zich vrij ver verſpreiden , en gemakkelijk konnen ver
Asphodeli radice. Moris. Hift. 2. p. 438,; ( Thalictrum menigvuldigt worden, maar zij moeten niet nabij tede
floribus pentapetalis, radicetuberofa. LINN. Spec. Plant.) re gewasſen geplant worden, om dat ze die verdrukken.
7. Kleine Thalictrum ; Thalictrum minus. C. Baun. Ook willen ze om wel te bloeijen , een natte grond beb.
Pin. 337 .; Ruta pratenſis minor. Tabern .; Thaliarum ben. De beste tijd tot ſcheuring en verplanting is 08.
foliis ſexpartitis floribus cernuis. Linn. Spec. Planu . trent S. Michiel ; als dan zijn ze doorgaans wel gewor. 1

8. Allerſmalbladig te Thalictrum ; Thalictrum pratenſe teld , voor dat het drooge weer in 't voorjaar begiot.
angustisſimo folio. C. BAUH . Pin . 337. ; ( Thalictrum · THAPSIA , Griekſche Sejel, feliche burgeerwortel,
foliolis lanceolato -linearibus integerrimis. Linn. Spec. Fenckelwortel , Turbith ; in't grieksh artic ; in't ara
Plant ) bisch , Alcakar, Seteragi; in't engel sch , Scortginus Ferry
9. Andere kleine Thalictrum van Parijs , met dikke nel ; in 't poolsch , Loczijdlo. 1
glinsterende bladen ; Thalictrum minus alterum parifien- Kenmerken. Dit Kruidgewas heeft een roosagtige
fium , foliis crasfioribus & lucidis. TOURNEF. Inft R. Kroonbloem , uit vijf Bloembladen beſtaande, die in
Herb. PLUKN. Alm. 363.1 ( Thalictrum caule folioſo fulo eene kringswijze ordre ſtaan , en op den koker rusten,
cato , foliis linearibus carnoſis. Linn. Spec. Plant. ) welke naderhand een Vrugt word , uit twee lange ge
16. Kleine en allerſtinkenſte Thalictrum Thalictrum groefde
; Zaadjes beſtaande die een grooten bladagtigen
,
minimum foetidisfimum . Bauh. Pin. 337 Thalictrum rand hebben .
caule filiformi ramofosfimo in paniculam disperſo ſubjec. Zoorten . De voornaamſte zoorten van dit Kruidge 2
tis foliosis. Sauv. Monſ.; ( Thalictrum caule paniculato was zijn de volgenden.
ramosisſimo folioſo. Linn. Spec. Plant.) 1. (Breedbladige haairige Thapſiabafi; coadunatis.'
Thapfia latifolia vil
11. KleineBerg- Thalictrummetzwartagtig roode glin. lofa; Thapſiafoliolis dentatis LINN. 7
ſterende bladen ; Thalictrum minimum montanum atro Spec. Plant.).
rubens, foliis Splendentibus, RAJ . Sijn. ; Thulictrum mon 8
tanum minimum præcox , foliis Splendentibus. Moris. fin 2.foliisStinkende Thapfiafoetida;
libanotidis met wierookswortel-bladen ; Thap.
(Thapfia foliolis multifidis
Hift. 3. p. 325.; ( Thalictrum caule fimplicisſimo fubna. baſi angustatis. Linn. Spec. Plant)
do , racemo fimplici terminali. Linn. Spec .Plant.) 3. Apuliſche Thaphia met ſmalle bladen ; Thapfa tb
Plaats. Deeerſte zoort groeit natuurlijk op de Alpi- nuiore folio , Apula . Tournef. Inft.R.Herb.; Panor
fcheen Pijreneeſche gebergtens. Detweede , derde, aſclepium , jemine foliojo. C.BAUH . Pin.; (Thapfia folio
en zesde zoorten in Noord- Amerika. De vierde , wjfde lis multifidis ſetaceis. Linn. Spec. Plant.) 8
en zevende zoorten , worden van zelfs groeijende in pat
nd 4, Thapſia met zeer breede zaaden , welkerworteis
te weiden en aandekantenderNooten inEngela , gehouden worden voor de Turbith ; Thapfia fiveTure
Frankrijk, Hoog. en Neder-Duitschland enz.gevonden bith garganicum , seminelatiffimo. J. BAUH.;Turpetkun
De agtſtezoortdie zeldzaam is, vindmeninzommigeplaat- repens ,foliisalthæcvel indicum. c. Baur.149; (Con:
zen van Duitschland . De negende en tiende zoorten, groe- polyulus foliiscordatis angulatis, caule membranaceo qua
jen omſtreekParijs, inItalien , Spanjen, enz. De elfde drangulari, pedunculismultifloris. Linn. Spec. Plant.)
zoort in Lapland , Siberien , enz. op bergagtige plaatzen 5. Oosterſche Thapſia met dille bladen , en zaad dat
en heuvels. fraai gegroefd is; Thapſia orientalis, anethifolio , femi.
Kweeking enz. De beideeerfte zoorten , zijn bij de me eleganter crenato. Tourser. Corol.22 : Gingidium
Tuinliedendoorgaans bekendonderdennaam vange foeniculifolio Spec. Plant.)Pin. 151.;( Artediajeminibras fqua.
vederde of Spaanſche Akeleien , welke naamen men hun matis. Linn.. Bauh.
waarſchijnelijk heeft gegeeven, wegens de gelijkheid die Dedrie
de bladen vandeze plant met die van de Akeleien heb- in Plaats.
verſcheidene eerſte inzoorten
gewesten , en opovervloedig
Spanjengroeijen het propter
ben, ſchoonderzel
Schillen .
verBloemenzeer veel daar vanver. neesche gebergte,alwaar de inwoonersdewortels, in:
Menvermenigvuldigt docze Planten met derzelver de gebruiken;maar ze pargeertmet zo veel geweldvan
THA THE. 3639

oader en boven, dat ze die geene, welke ze ingenio. me , en in infuſie tot 3 drachma , met wat crijfallen
men hebben , niet zelden in groot gevaar van hun leo veroorzaakt.
ven brengt.
van wijnfteen , of caneel, om dat ze anders walging
3

De vierde zooft , welker wortels van zommige Kruid- THEE -BOOM , de gedroogde Bladen van dit Hee .
kenners voor den Turbith , der winkels gehouden zijn , ſtergewas , die thans van zulk een algemeen gebruik zijn ,
groeit op de kust van Afrika en zommige plaatzen van draagen genoegzaam door gantsch Europa heen , denaam
Oostindien , van waar het zaad is overgekragt , en van Thee, in 't lacijn Thea , afkomſtig van het chinee.
in verſcheidene cuinen van Europiſche Liethebbers ge- [che Chad , 't welke ze Tſcha, Cia , Tfia uitſpreeken.
kweekt . De Boom zelve word genoemt, Thee frutex . BART.
De vijfde zoort, of die met Dille -bladen , hoort in A & .; Evonijmo affinis arbor orientalis nucifera, flore ro.
de Oosterſche gewesten te huis. feo. PLUKN . Alm . 139. ; Thea frutex folio ceraſi , flore
Beſchrijving. De eerſte zoort of gemeene Thapfia,; rofæ fijlvestris, fruču unicocco, bicocco, & ut plurimum
is een kruid, 's geen wel met de Ferula of Birkwortel tricocco. KæmpH. ; (Thea Sirenfis. Linn. Spes. Plant.)
overeenkoomt, dog de Bladen daar van zijn minder in- Zoorten . De voornaamſte zoorten van Thee zodanig
geſneden. De Bloem legt in de gedaante van een Roos , die bij de Chineezen voorHoofdzoorten worden gehou.
en gelijk als eene kroon , uit veele Blaadjes beſtaande, den , zijn als volgt.
die kringswijze in de rondte ſtaan , en in een klein Kelk. I. De witte Keizers. of Bing.Thee , zo als de Chi.
je zitten , waar uitnaderhand eene Vrugt word , die uit neezen die noemen, die anderzints deeze, zo wel als
twee lange zaadkorrels beſtaat , die daar bij geſtreept de Songlo-Thee , de witte en ook wel de gruene- Thee
en breed gevleugelt zijn, zo dat de Vleugels boven en noemen , en zulks om die beide van de Thee-Boeij te
onder uitſteeken , en het even gelijk is , als of men hal. onderſcheiden. Van deeze hoofdzoort van Keizers- thee
ve maanen uit den rand had geſneeden. De Wortel is worden verſcheidene toevallige onderzoorten gevon.
dik , vezelagtig en met een melkagtig ſap vervuld . Men den.
wil dat dit kruid zijn naam van het eijland Thapſis 2. De geelagtige Keizers- Thee of Thee- Taeij , zijn .
heeft gekreegen , daar bet 't eerst zoude gevonden de platagtig en geelverwig van blad , is 'mede een
zijn . În warme landſtreeken , zoals bij voorbeeld hoofdzoort van Keizers- Thee op zich zelven , onder
in Portugal en Spanjen bloeit het in julij of augustus , dewelke verſcheidene zoorten van Thee-Gaeij behoo
en het groeit zeer gaarne op ſteenagtige plaatzen en rot« ren. De Keizers- Thee die ook wel Mandarijns-Thee
fen .' word genoemt , heeft men die naamnen gegeeven ,
Kweeking . Alle de zoorten van dit Plantgewas , al. om dat om derzelver kostbaarheid zelden anders dan
leen de vierde uitgezondert , zijn zeer hard ten aanzien van de groote Heeren word genuttigt.
van de koude , zo dat ze in ons land in de open lucht 3. De lichte-Groene of Thee- Songlo met 't langwerpig
tieren , maar men moet aan dezelve een leemigen grond blad.
geeven , en bij droogte rijkelijk vogt , dewijl anderzints 4. De donker.groene of Thee Songlo met 't kleene blad.
haare Bloemen afvallen zonder goed zaad te geeven. Dit zijn de beide hoofdzoorten van de groene Thee ;
Deeze Planten worden alleen door het zaad vermenige waar van ook eenige weinige onderzoorten worden ge
vuldigt, 'twelk in 't najaar moet gezaait worden , want vonden. +
indien men zulks tot in 't voorjaar toe uitſtelt , blijft het 5. De gemeene of donkerbruine Thee Boeij ; hier van
zaad doorgaans één jaar in den grond eer de Planten op zijn zeer veele medezoorten , die grootelijks in waarde
koomen ; terwijl dat zaad , 't welk in 't najaar is gezaait, verſchillen .
doorgaans in't volgend voorjaar opkomt. De Planten te 6. De lichtbruin roode of Thee -Boeij.Congo ; hier van
voorſchijn koomende , moeten zorgvuldig van onkruid zijn insgelijks veelerleije veranderingen .
gezuivert worden , en daar ze te digt bij een ſtaan , moe. 7. De geelagtige of Thee-Boeij.Pego ; deeze maakt ins?
ten er eenige uitgehaalt worden , om bekwaame plaats gelijks een hoofdzoort van Thee.Boeij uit , daar ook ver .
tot groeijing aan de anderen te geeven. Na het eerſte ſcheidene veranderingen van worden gevonden .
jaar hebben deeze Planten geen meer oppasſens nodig , 8 , De Roſemarijn - Thee-Boeij, die ongetrokken grijs
dan ze ſchoon van onkruid te houden , en ieder voor- van koleur is , en er bijna als gedroogde Rozijnen uit
jaar ,even voor dat de Planten nieuwe bladen beginnen ziet. Deeze Hoofdzoort levert veel minder veranderin .
te ſpruiten , moet de grond tusſchen dezelve zorgvuldig gen uit , als de vooriggemelde.
geſpit worden , om die los te maaken ; maar men moet Ook heeft men nog verſcheidene andere benamingen
zorg draagen de wortels daar door niet te beſchadigen , van Thee; als Thee-Hijsſan, Thee- Sao-chaon, Thee-Sore
dewijl die teder zijn , en daar door onfeilbaar zouden be· lot, enz. Dog deeze alien zijn veranderingen van de
derven . De Planten dusdanig behandelt zijnde , zullen bovenſtaande Hoofdzoorten .
verſcheidene jaaren overblijven , en jaarlijks Bloemen Plaats. Het Heeſter waar aan de Thee groeit , vind
en Zaad voortbrengen , waar uit weer nieuwe Planten men overvloedig , en tiert zeer wel , in de koude ge .
konnen gekweekt worden. westen van Japan , dog wel voornamelijk van China ,
Gebruik. Het is alleen de vierde soort van ditKruid . en daar wel bijzonderlijk omtrent Nanking , en, zomen
gewas , 't welk dog zeldzaam , in de Geneeskundeword Pater M.MARTINI mag gelooven , nog wel best on
gebřuikt. Men zegt, dat het tamelijk zagtjes, dog wat trent desſelfs Hoofdſtad Koeitsjoe , die op 30 graadea
langzaam , allerleij weij-en Nijmagtige taaije vogten uit noorderbreedte legt ; hoewel anderen zeggen , dac debes.
deafgelegenſte deelen en gewrigten deslighaams pur. te Thee ontrent meer andere Steden valt. In Japan heeft
geert ; wordende derhalven inzonderheid zeer gepree. men de beste ontrent Miako. Ook groeit er Thee in 't
zen , voor jigt, podagra , waterzugt , en allerlei langdu . Rijk van Siam.
rige kwijnziektens ; als mede voor de roode loop , ge- Beſchrijving. Deeze Struik die zeer langzaam groeit ,
lijk de Ipecacuanha, de gepoederde wortel tot 1 drach. ziet er eveneens uit, als een klein wit Rooſenboomtje , ZON
Nan 2
3640 THE . THL,

zonder doornen ; doorgaans word het zes voeten hoog , tuurlijk beſluiten , dat dit Heeſter een gematigde lucht
enkel hooger ; deszelfs Wortel is zwart van koleur, en grond , en wel zodanige aarde begeert, die niet le
houtagtig , vezelig , getakt, ongeſchikt, en kruipende; koud, nog ook te ſtraf, te ſchraal of te kleijig is;
de opgaande Stam verſpreid zich ſchielijk in veele one ook moet men dezelve voor te veel regen , en tegen
geregelde Takken en Telgen ; de Schors is droog , dun , te groote koude en hitte , insgelijks tegens zommige
Hap , kaſtanje bruin van koleur, aan den Stam graauw . zoorten van Vliegjes en andere gekorvene Diertjes , be
agtig , en zomtijds na den groenen hellende aan de ein . ' ſchermen.
dens van de Telgen ; het Hout is hard en vezelagtig ; Doorgaans worden er verſcheiderse van deeze Boom.
het binnenſte pit daar van zeer dun , en vast in het hout tjes bij malkanderen geplant , om dat zij als dan't best
zittende ; de Takken zijn ongeregeld , met Bladen bezet en tierigſte groeijen ; ook willen zij wel ieder afzonderlijk
aan zeer kleine ſteeltjes hangende, welke wanneer ze op heuveltjes , drie a vier voet van een ſtaan. Het zaad
niet geplukt wierden , geenzints zouden afvallen , de. in de aarde geworpen zijnde , en de Planten daar váo
wijl het een altoos groenend Heeſter is ; deeze Bladen opkooiende, gaan vlijtige en zorgvuldige Menſchen
haare volle wasdom hebbende, gelijken zeer wel na die been , en bemesten de aarde waar in zij groeijen eenmaal
van de Ceraſus hortenſis fru &tu acido, ook kan men ze 's jaars met menſchen -drek onder een genoegzaame hoe
niet ongevoegt bij die van de Amandelboom vergelijken , veelheid van aarde vermengi ; dog door veelen word
Daar wanneeer ziį jong en teder zijn , en ten gebruike dit verwaarloost, en niet gedaan. De Plant moet ten
vergadert worden , koomen zij nader overeen met de minſten drie jaaren oud zijn , eer men desſelfs. Bladen
Bladen van de Evonijmus yulgarisgranis rubris,dekoleur kan inzaamelen en plukken, dewelkeze als dan in eenen
alleen uitgezondert, van de Steeltjes der Bladen, koomen grooten overvloed, en zeer goed in zoorten voortbrengt.
in augustus of wat laater de Bloemen voort, een of twee In zeven jaaren tijds of daar omtrent, groeit dic Heeſter
bij een , naar de Eglantier of wilde Roos gelijkende , tot een Mans langte , maar dewijl het zelve als dan
zijnde deeze Bloemen één duim ofmeer over 't kruis , zeer langzaam aangroeit, en , zeer weinige Bladen
met zeer weinig reuk , van koleur wit,zesbladig , ſtaan. draagt, is men gewoon die geheel en al tot den Stam
de aan Steelen die een half duim lang zijn , en die van toe afteſnijden ,na dat men de weinige bladen die aan
een klein teer beginzel allengskensbreeder worden, en de takken zitcen, heeft afgeplukt; het volgende jaar
in een onzeker getal eindigen, gemeenlijk in vijf of zes ſpruiten er een menigte jonge Takjes en Telgen uit de
kleine ronde Schobbetjes of bladen , die in plaats van de overgeblevene Stam , die een zodanigen overvloed van
Kelk verſtrekken ; het middenpunt van deeze Bloemen Bladen voortbrengen , dat zu ruim 't verlies van de af.
word door omtrent 200 Helmktijltjes beſlaagen; na de geſnedene Plant kunnen opweegen. Eenigen ſnijden
Bloemen volgen de Vrugten in groote meenigte , zijnde, ze niet eer, af, voor dat de Plant tien jaaren oud is.
één , twee , dog doorgaans drievakkig, en gelijk als de Zommigen zijn van gedagten , dat de eerſte Blaadjes
zaadknoppen van den Ricinus of Wonderboom uit drie de beste Thee geeven ; dog de ondervinding leert, dat,
ronde huisjes zaamengeſteld , die aan een gemeene Steel zo wel de Japanners als Chineeſen , de Theeboomtjes de
als aan een middenpunt groeijen , dog echter door drie eerſte drie jaaren onaangeroert laaten, en dan voor de
zeer diepe afſcheidingen onderſcheiden. Ieder Huisje eerſtemaal in het vierde jaar, van april tot maij toe , de
bevat in zich een Schil, Noot en Zaad; de Schil is. Bladen beginnen te plukken. Na de eerſte plukking
groen na den zwarten hellende , en rijp zijnde , van een ſpruiten er wederom op nieuw blaadjes uit , die van de
vliesagtige, vette , en eenigzints houtagtige ſtoffe, die lentebladen zeer gemakkelijk vallen te onderſcheiden ,
doorſchijnende is , en wanneer een jaar heeft geſtaan , dewijl de Bladen van het tweede plukzel veel kleiner ,
aan de bovenkant gaapende , zo dat de Noot die van en in plaats van hoog , geelagtig groen zijn; deeze Bla .
binnen legt zigtbaar is; deeze Noot is genoegzaam ten den haare behoorlijke grootte gekregen hebbende , wor.
eenemaalen rond , ziinde enkel aan die zijde daar de den dagelijks en op alle uur van den dag geplukt en in.
huiskens zamengroeijen iets gedrukt ; voorts met een gezamelt, inzonderheid op hetheelfte van den middag ,
dunne , hardagtig, glimmend kastanje bruine gekoleurde waar na zij ze dan verder bereiden , of ongedroogt aan
bast overtoogen ; welke bast er afgenoomen zijnde, een anderen verkoopen ,
soodagtige kern ontdekt van een vaste ſtoffe, op 't ge- De bereiding geſcheid op deeze wijze. Na dat de
zigt omtrent als die van een haſelnoot, hebbende in den Bladen voorzigtig één voor één zijn afgeplukt , worden
beginne een laffe zoetagtige ſmaak , die ſpoedig door die op een zeer zuiveren gladden en blinkenden Schotel
een ruuwe en bittere vervangen word , welke doet wale gelegt , na dat die alvoorens over 't vuur zeer heet is
gen . gemaakt , welke Schotels in China expres daar toe worden
gegooten ; deeze Schotels met de Bladen, daar op gelegt
Kweeking van de Thee en hoedanig dezelve zijnde , worden als dan wat ſchuins gezet , om dat de .
word gedroogt en verder behandelt zelve geftadig metde handen moeten worden gewreeven ,
Zie hier het hoofdzaakelijke , wat de Heer F.Valen . daar een bijzondere nandgreep die door oeffening word
Tijn in zijne beſchrijving van Oostindien IV de Deer verkreezen , toe vereischt word. De Bladen worden tot
ze ſtuk, en KÆMPHER Beſchrijving van Japan, ons over zo lange geroerd en gewend , dat ze ter degen ſap zijn ,
de kweeking en bereiding der Thee berigten. Het is een waar na zij op zuivere matjes worden gelegt, en zo lange
vrij teder Boomken , dat overal en in allerlei aarde niet met een daar toe expres vervaardigde Waaijer verkoelt,
wil groeijen ; want is de grond waar in men het zaad tot dat ze ten cenemaaalen koud zijn . Koel zijnde ,
werpt, brak of modderagtig , of wel te zandig en niet worden zij van die matjes in korfjes gedaan , en daar
gematigt , zo is het vrugteloofen arbeid en daar zal niets in zo lange gerold en gewreeven , tot dat zij beginnen
goeds van koomen ; ook moet men het zelve 's winters te krullen, dan worden zij voor de tweedemaal in een
ter degen dekken , zo meninsgelijks zijnehoope en ver. zuivere ſchotel gedaan ,die maarmaatig heet gemaakt is ,
Wagting niet wil verijdelt zien,hieruit kanmen na en hier in wederom gelijk bevorenstot zo langemet de
band
THE . TIL. 3645
hand geroert, tot dat eenigzints beginnen hard te wor- Thee met breede en geelagtige bladen.
den , waar na die weder op matjes worden gelegt , en Onder de Songlo of groene. Thee , word ook Thee met
als vooren wet een waaijer gekoelt. Koud gewor. langwerpige en Thee met ronde bladen gevonden , dog
den zijnde , worden zij ten derdemaalen in een andere de drooge bladen van de Keijſers. Thee zijn grooter als
Schotel gedaan, geroerd , gekoeld , en op nieuw in een die van de groene Thee methet langblad; ookzijn de bladen
vierde Schotel op de voorige manier behandelt, echter der Keijſers- Thee, niet alleen grooter maar hebben ook
met dat onderſcheid , dat de Schotelop de derde en vier een harder middenrib , en ook grover andere ribben ,
demaal en bij trappen minder heet gemaakt worden ; al dan men in die der groene - Thee ontdekt. Men vind eg
het welke met veel voorzigtigheid , opinerking , en een ter ook wel uitmuntende Keijſers. Thee uit kleine fijne
bijzondere behandeling daar toe vereischt wordende , die blaadjes beſtaande ,
een ieder niet eigen is , moet geſchieden. Dus zal iemand die maar eenigzints nauwkeurig is ,
De Thee cot dus verre bereid zijnde, ſtorten zij die bevinden , dat de Theebladen van iederHoofdzoort in
jo verglaasde potten , die zij digt toeluiten , en dus 16 haar onderſcheiden gedaante te veel van den anderen
dagen laaten ſtaan , waar na zij die weer operen , er verſchillen , en te wezentlijk onderſcheiden zijn , om aan
dan de kleinſte, cederſte en kragtigſte Theebladen uit- een en dezelve Boom , zo als veel Schrijvers het te boek
leezen , die zij dan wederom ten vijfdemaalen op een hebben geſtelt , te groeijen.
+
te vooren beſchreevene Schotel doen , en behandelen , Eveneens als zich dat onder[cheld ten aanzien van
waar na die Thee , dicht geſlooten , of in Kisten van de Keijſers. en groene Thee zigtbaar opdoet, verneemt
binnen met dun lood bekleed en wel gepakt , jaaren lang men bet zelveten opzigt van de bruine Thee boeij , zijn.
kan duuren , en alomme verzonden worden . de de gemeene Thee boeij, bij de Chineefen Thee-Buewij
Zie hier nog eenige aapmerkingen over de zoorten genoemt, welke doorgaans zeer bruin van blad is , daar
van Thee , die wij ten deele uit de Beſchrijving van de Thee-boeij.Congo gemeenlijk ligter van blad is , en wat
Oost-indien door de Hr. F. VALENTIJN , hebben ontleept. na den geelen trekt.
Zommige zijn van gedagten , dat de deugd der Thee De Theeboeij. Pekoe is grijs van koleur en heeft wit
in de meerder of minder grootheid der Bladen beſtaat , te punten ; maar de Thee-boeij, die men de Rosmarijn .
en dat verſcheiden zoorten van Thee , aar een en den Thee noeint, is aschgraauw van verwe en bijna zo linal
zelven Boom groeijen ; dat de onderſte Bladen de groot en lang van blad ,als de Rosmarijn -bladen .
fte en groffte, derhalven ook het minst waardigſte zijn ; Die geurige balſainieke reuk en ſmaak , welke eenige
dat ook de Bladen aan wat fijnder hout daar aan volgen , zoorten van onze Thee hebben , is wel meerendeels cen
en dus ook van meer deugd en prijs zijn , en dat aan de werk der konst ; want het zoude te veel gezegt zijn ,
fijnſte en uitterſte takken de beste en duurſte Thee groeit; als men het een bedrog noemen wilde. De Thee neemt
dog dit is geheel mis , dewijl alle de Hoofdzoorten ook zeer ligt een vreemden reuk aan , en’t is het werk van
bijzondere zoorten van Theeboomen zijn , die men zeer een kenner , die tot ons vermaak arbeid , dezelve dooron ;
gemakkelijk de een van d'andere kan onderſcheiden ; en ſchuldige welriekende ſpecerijen eene balſamieke kragt
dewijl deeze Boomen nuweer Bladen , die zeer veel van te geeven , waar door zij de natuur opwekt. Onder dit
den anderen verſchillen , uitleveren , alzo maaken die ſchuldeloos bedrog moet egter niet gerekend worden ,
ook de bijzondere Onderzoorten van deze bijzone ais men verlege en kragtelooze Thee in versch hooi pakt ,
dere Hoofdzoort; dog die bijzondere Bladen maaken geen- om dezelve weder als goede Thee te doen rieken , als
zints , gelijk zommige dog te onrecht denken , t'onder. men kerſenbladen onder de Theeboeij vermengt , en het
ſcheid der Hoofdzoorten uit. een en ander voor waare Thee verkoopc. Dit zijn ſleg
Dus word de Bing - Thee , anders Keijſers- Thee ge . te handgreepen , en een ſtrafbaar bedrog , zelfs geſteld ,
noeint, om 'c onderſcheid der Bladen , in verſcheiden dat er niemand door benadeeld wierde.
minder en beter zoorten van Keijſers- Thee onderſchei
den ; dog hier uit moet het verſchil tusſchen de Keijſerse Gebruik , Eigenſchappen , Kragt enz . van de Thee,
en groene- Thee niet afgeleid worden , om dat ieder 20ort Het zoude nietalleen overtollig , maar zelfs betagche
van deeze een bijzondere Hoofdzoort op zich zelven lijk zijn , indien wij bier onze Lezers wilden vertellen ,
is, 't geen men daar aan klaar kan zien ,om dat ieder Hoofd. hoedanig de Thee doorgaans word geſchonken en ge.
2oort aan bijzondere zoorten van Theeboomen groeit. bruikt. Een Kird in ons land van eenige opmerkzaam
De Chineeſen en Japanners zijn zeer nauwkeurig , heid , die vier jaaren oud is , en dagelijks ten minſten
om de beste Theebladen uit een en dezelfde Hoofdzoort tweemaalen Theeketel , Trekpot , Kopjes en wat er
te leezen , verdeelende van een en dezelfde Boomen , meer toe behoort , ziet behandelen , zal uit ervarente ,
verſcheidene zoorten van Thee, onder die zelfde Hoofd. heid een zodanigen die ontrent dit ſtuk tegens verwag.
zoort behoorende , en zo zeer van malkanderen verſchil ting mogte onkundig zijn , kunnen onderrigten. Nutti.
Jende, dat 't eene pond Bladen van die Boom geplukt, ger zal het weezen, onze Lezers eenige ogenblikken ,
zo veel als hondert ponden andere van dien zelven Boom bezig te houden , met het onderzoek der heilzaame of
verzamelt, waard geſchat word. Ook zijn zommige Bla: ſchaadelijke eigenſchappen , welke verſchillende Schrija
den aan dien zelven Boom zo hard en grof , dat zij zelfs vers aan dit tharis zo geliefde, en in algemeen gebruik .
onbekwaam zijn om van de Ververs , tot het bruin en geraakte Krvid hebben idegeſchreeven . Na al het voor.
zwart maaken van deeze en geene Jingen , gebruikt te naamſte te hebben geleezen wat dien aangaande door de
worden . beroemſte Schrijvers is gezegt , itemt onze gedagten vol
Dat deeze of geene zoort van Thee langwerpige Bla. komen overeen , met het 't geen ons den geeftigen Un.
den en andere weer ronde heeft , behoeft men niet te ser in zijnen Artz of Geneesheer daar van mededeelt , en
denken dat zulks maar aan een zodanige znore alleen hoofdzaakelijk op het volgende uitkoomt.
eigen is , geenzints, want onder de witte Keiſers. Thee Als de Theebladen nog versch zijn , zo hebben zij de
heeft men Keijſers.Thee met lange, en ook weer Keijſers, eigenſchap, gelijk deOpium , dat zij de aandoeningen
Non 3 ver .
THE. THE.
3642
verdooven , en naap verwekken. Zo zegt men ten min- maakt , en het kolijk , uit koude gebooren , door warme
ften . Wij weeten niets van deeze uiwerking, 't geen dranken verzagt , of de verſtopte vogten eindelijk daar
ook niet anders zijn kan , om dat wij niet dan het droo door verdund worden , zo kan het Theewater zekerlijk
1
ge geraamte der Theebladen krijgen . Ik geloof zelfs , in alle deeze ziektens met vrugt gebruikt worden , niet
dat de gemelde werking van de verſcheide bladen nog om dat er Thee inkanuitgetrokken , maar omdat het warm
ćwijffelagtig is , de grond van dit gevoelen is mogelijk water is. Men het Thee-water , in alle deeze on.
de Fabel, die KÆMPher in zijn Beſchrijving van Fapart gemakken , geen anderen lof geeven , dan dat het beter
ned. vert.pag. 440. Amſt. 1733 in folio. verhaalt . Že. Imaakt dan ſchoon water , en dat de Thee het middel zijn.
ker Heilig , Darma genoemt, welke altoos waakende de , waar door wij het water gebruiken willen, in 20
was gebleeven, had eindelijk het verdriet, dat hij in verre , als eene artzenij en als eene (maakelijke artzenij,
flaap viel; hier over werd hij zo mistroostig , dat hij beſchouwd kan worden.
zich de oogleeden afſneed , en uit dezelve zou de Thee. Ik zoek ondertusſchen de Thée daarom niet te veroor
boom gegroeid, en dus een afbeeldzel der waakzaamheid deelen, om dat ze geen artzenij is. Men behoeft niet
zijn. Dog laat ons van wederzijden wat toegeeven . Ik alles als geneesmiddel te gebruiken. Het is genoeg als
geloof niet, dat de Thee veel Naap kan maaken , maar zij onſchadelijk is , en wel ſmaakt. De ſintuigen heb.
ik geloof even weinig , dat ze dezelve weeren kan , ben zo wel hunne rechten als het verſtand , derzelver
't welk men er echter gemeenlijk aan toe ſchrijft, en eisch moet ook voldaan worden ; en wat kunnen zij bil.
waar van het warme water, naar alle gedagten , de eerlijker eisſchen , dan het geen onſchadelijk is en wel
alleen toekoomt. Het zelve dringt ſnel tot de harsſe . ſmaakt ? Maar de Thee heeft daarenboven nog eene
nen door , en brengt de traage levensgee:ten in ſterke andere goede eigenſchap , dat men het water daar mede
re beweeging. Dunre Koffij , en alle waterige dranken , afgetrokken , in veelgrootermenigte drinken kan , zon,
doen het zelfde. En eveneens is het met alle de ove- der dat het de Maag zal bezwaaren , walging veroorzaa
rige deugden geſteld , welke men de Thee toeſchrijft ; ken , of in het lighaam blijven hangen.
Zij verdunt de vogten , gelijk ſchoon water ook doet, Als de Thee niet ten minſten die goede hoedanigheid
zij tempert de zuuren in de Maag , zij ontbind de nij- bezat , zo geloove ik , dat de Chineeſen ons zelve uit .
men , of brengt ze ten minſten in beweeging , en bevor- lagchen zouden , nademaal wijdezelve in zulk eeneme.
dert de uitwaafeming en het waterloozen , maar het war. nigte van hen haalen. Het is nog maar ruim hondert
me water doet dit alles ook. De Theeboeij heeft daar. jaaren geleeden , dat de eerſte Thee in Engeland kwain.
enboven nog eene zagte zaamentrekkende kragt, en De Lords ARLINGTON en D'Ossory bragten dezelve in
drijft de pis , naardien zij met deeze krágt op de nieren 5666 uitHolland derwaards, en hunne Gemalinnen von •
werkt. De Chineeſche en Japanſche Geneesheeren beb . den ſmaak in deeze nieuwigheid. Men gaf toen zestig
ben zich van die waarneemingen bedient , om de Thee Engelſche ſchellingen voor het pond; maar met het be .
voor een middel van groot vermogen in Graveel en Po . gin onzer eeuw zette zich het gebruik der Thee in En
dagra op te geeven , en beweeren zelfs dat zij de kragt geland onder het gemeené volk voort , en toen begon
heeft om deeze ziektens voorte koomen , want zij ver. er eene onbedenkelijke vertiering in gemaakt te worden .
zekeren , dat de ſterke Theedrinkers onder hen , zelden of Men had tot 1715 enkel Theeboeij gedronken , maar ze
nooit van Steen of Podagra worden aangetast , terwijl dert haalde men ook de groene Thee bij de Chineeſen .
anderen , die Rijstdrank gebruiken , daar niet van be- In't jaar 1720 was de conſumptie reedszo groot , dat de
vrijd blijven. Bij aldien die waarneeming doorgaat , ge. Franſchen , welke tot dus verre Negts ruwe zijde, por .
lijk mij niet onwaarſchijnlijk voorkomt, zouw men dan celein , en zijde ſtoffen uit China gebragt hadden , thans
die beide uitwerkzelen ook al niet aan het warme water aanvingen ook Thee in eene groote meenigte naar Vrank.
mogen toeſchrijven ? rijk te brengen , en van daar den Engelſchen toe te voe.
De Europiaanſche Geneesheeren , welke meer ver- ren , waar bij zijzeergoede rekening maakcen. Van 1717
Atand hebben , en de deugden hunner artzenijen , welke tot 1720 wierden jaarlijks omtrent zevenmaal honderd
de ondervinding niet bevestigt, door bewijzen weeten duizend ponden Thee in Engeland ingevoerd. Zij moe
goed te maaken , hebben de Thee alseen middel tegen de ten echter van elders noch zeer veel gekreegen gebben ,
hoofdpijnen, draaijingen , en vallende ziekte , tegen de dewijl men in 1728 berekende , dat er vijf millioenen
kramp , koorts en borst-ziektens, tegen de bedorven ponden naar Europa wierden overgebragt, waar van de
gal, het kolijk, en verſtoppingen der ingewanden, te. Engelſchen het meest gebruikten. Het geen de Engel
gen de ziektens der huid , en het zwak geheugen aan. ſchen zelve inbragten , vermeerderde zedert derwijze ,
gepreezen. Maar men moet voorzigtig wezen , om niet dat er van 1732 tot 1742 jaarlijks een millioen , en twee
van dit alles , zonder nadere bepaaling of ondervinding maal honderd duizend ponden te Londen alleen vertierd
te gelooven. Als de hoofdpijn en draaijingen van eene wierden. Enigen tijd daar na is dit tot drie millioenen
belemmerde doorwaasſeming voortkoomen , welke door gereezen . In den jaare 1755 beliep het reeds vier mil
het warme water herſteld en aan den gang geholpen word ; lioenen, en men vermoedde, dat het door den Oorlog
als de vallende ziekte door fijm in de maag word ver: tot vijf millioenen ſtijgen zoude. Dit is de rekening
oorzaakt , welke het water in beweeging brengt, verdunt, voor Engeland en Londen alleen, en men kan daar uit
en ontbind ; als de kramptrekkingen uit ſcherpe ſtoffen een overſlag over geheel Europa maaken.
ſpruiten , die door het zweet geloosd kuncen worden ; Hoe meer de Thee in China gezogt wierd , hoe meer
als de toevallen der koorts , door het uitbreeken des men dezelve vervalschte , en zij word nog altons met
zweets , door middel van warme dranken , verzagt kun- vreemde bladen vermengt. Ook plukken de Chineeſen
nen worden ; als de ongemakken op de borst van ver. de Theebladen niet meer met dezelfde zorgvuldigheid ,
koudheid ontſtaan , waar van men de gevolgen door een behalven voor den Keizer en de Grooten , zo dat het
tijdig zweeten kan voorkoomen of leenigen ; als de bij . thans zeer moeijelijk is , regt goede Thee te vinden ,
tende gal door veel water verdund en kragteloos ge- waarom deeze , in weerwil van den grooten afllag
der
THE . THE 3843
der prijzen , ook nu nog in Holland zeer duur verkogt wonderen , dat wijonder onze Vrouwen , van de gering.
word. Men kan ondertusſchen het bedrog der Verkoo. ften af , tot de aanzienlijkſten toe , zo veele fietſe bleeke
pers niet op rekening van de Thee zelve ſtellen ;'t is weezens, bloedelooze lippen , en ſchraale armen aantref.
genoeg, dat het een zeer aangenaame en nuttige drank fen ? Is het wel te verwonderen , dat men zo veele
is , als men ze onvervalscht krijgen.
kan Ik voeg ernut- zwakkelijke gebrekkige Kinderen vind ? Als Meisjes
tig bij , want ik houde het inderdaad voor eene zeer goe : van zwakke lighaamsgeſtellen , merkt BOERHAAVE
de eigenſchap, dat zij geene bijzondere geneeskragten , aan , rijkelijk Thee drinken , bederven zij haar zel.
heeft ; want hoe bijzonderer de kragten van een genees . „ ve ,” laat ik er bijvoegen , en baar Nagenagt."
middel zijn , hoe minder noodwendig het geval moet we. Deeze aanmerkingen gelden nog bijzonderals de luchts
zen van hen , welke het zelve zonder nadeel en uit en geſteldheid en weder , van dien aart is , dat onze veze.
kel vermaak gebruiken kunnen. Een Kruiderthee, wellen daar door ook verſlappen ; als dan is de Thee , of
ke de Maag verſterkt en verwarmt, kan nadeelig wor. liever het warme water buiten dat nadeelig , en werkt
den voor duizend Menſchen , die niet zwak of koud zijn ; deeze oorzaak van verzwakking gevolgelijk met dubbele
eene , die purgeerde, zou nog ſchadelijker zijn , en dit kragten. Ik zie dikwils niet zonder verwondering en
zelfde kan van alle andere bijzondere medicinaale uit. leetwezen , hoe greetig onze Dames , en haare Dienst
werkingen worden aangemerkt; maar een drank, die , maagden , haare Theeketels dagelijks tweemaalen leeg
gelijk de Thee, geene bijzondere uitwerkingen heeft, ſchenken, en een Vreemdeling, die onze gebruiken niet
kan als eene algemeene drank ingevoerd , en, als zij kende, zou er uit beſuiten , dat wij alle dag een braak
daar bij ſmaakelijk is , van ieder Mensch gedronken wor. middel inneemen , welks werking wij door 20 veel lauw
den . Ik denk dat men hier mede op letten moet , als water poogen bevorderen. Dit misbruik doet het groot.
men , uit een patriotſche ijver, op het gebruik van on ſte kwaad, 't welk de algemeene invoering van de Thee
ze inlandſche Kruiden ,in plaats van Thee ,aandringt. De bij ons heeft te weeg gebragt.
meeſte derzelver hebben grootere of meer bijzondere en Eindelijk is het inzonderheid nadeelig het Theewater
Specifieke kragten dan de Thee , maar dit is gelijk wij zeer heet te drinken. De beroemde Stephanus Hales
zeiden , een wezenlijk beletzel tegen derzelver algemeen heeft dit met proefneemingen aangetoond , welke ik mij.
gebruik , en op dien voet zoude ieder Mensch een Ge. ne Lezeren met zijne eigene woorden zal mededeelen.
neesbeer moeten raadpleegen , om te weeten wat Thee Om de kwaade gevolgen , zegt hij , welke het heet
bij drinken moest. Zie daar derhalven eene der grootſte Theedrinken voortbrengt, aan te toonen , ſtak ik het
nuttigheden van de Thee, namelijk de gezelligheid en dikke einde des ſtaarts van een Zoogbigge in een kop
het gezamenlijk drinken , verlooren . » groene Thee , welks bitte vijftig graden meerder was
Met dit alles echter zoek ik geenzins te beweeren , dan die van ons bloed , die van vierenzestig graaden
dat de 'Thee zo geheel onſchadelijk zij , dat men dezelve 95is. In deeze graad van hitte word de Thee meenig.
ongeſtraft zo grootelijks misbruiken kan , gelijk bij ons , maal gedronken. Deeze warmte nu verzengde de huid
en meest in geheel Europa , geſchied. Het menigvul. ,, van het Dier zodanig , dat er het haair in minder dan
dig inſurpen van warm water namelijk , kan niet anders een minuit afging. Ik ſneed het geſchroeide deel
dan de Maag verzwakken , en dus de 'pijsverteering be- , van den ſtaart af , het welk omtrent één duiin lang
derven. De verſapte Maag trekt zich niet meer met ge- was , en hield het volgende gedeelte van den ſtaart in
Doegzaame kragt te zaamen , om de dampen , die uit dezelfde Thee , welke Negts dertig draaden heeter
de ſpijzen oprijzen , naar onderen voort te zetten , hier was dan de warmte van ons bloed , en echter nu nog
9

uit word derhalven eene opſpanning der Maag , eene meer dan de helft der hitte van kookend water had ,
drukking voor het hart , benauwde ademhaaling en bart. 'twelk men weet dat honderd en tagtig graaden is ,
kloppingen gebooren , welken toeſtand men met deeze daar in tegendel 64 + 30 = 94 tweemaalgenoomen
woorden uitdrukt, dat men met winden bezet is. Een mij. 188 uitmaaki; kouder word de Thee ondertusſchen
ner Patienten , welke langen tijd de gewoonte had , om zelden of nooit gedronken ; ook zelfs door deeze
kort na den eeten eenige kopjes Thee te drinken , kreeg warmte wierd de huid zo geſchroeid, dat er het haair
gezettelijk tegen den avond ſterke hartklopingen , zijn in een minuit gemakkelijk afging. Men heeft uit de
pols Noeg zeer ongeregeld, en bleef dikwils weg ; hij 97 ze proef reden van te denken , dat het overvloedig
merkte ten laatſten op , dat alle toevallen ſtraks ver. dagelijksch gebruik van zulk een heeten drank niet dan
minderden , en dikwils geheel verdweenen , zo dra hij nadeelig voor onze Maag kan weezen , gelijk de Ge .
eenige winden geloosd had. Ik ontried hem het Thee. neesheeren dit ook beweeren .” Ik wil deeze proeven
drinken , en van dien tijd af verminderde dit ongemak en van Doctor Hales echter niet verder aandringen , dan
bleef eerlang geheellijk agter. voor zo verre daar uit inet grond kan geredenserd wor
Het menigvuldige warme water daarenboven , bevor : den. Ik zou ze zelfs niet bijgebragt hebben , waaren
dert ter zelfder tijd dat het de vaste deelen verſapt , de ze niet door deezen beroemden Man genoomen ; want
uitwaasſemingen te ſterk. Hier door word het lighaam dezelfde krage werkt niet met gelijk vermogen op ver.
zwak , tot veele ziektens geſchikt, traag , loom , koud , ſchillende lighaamen , en bijzonderlijk op verſchillende
opgeblaazen , bleek, en voor het gevaar blootgeſteld van zenuwen. De zenuwen der huid zijn aandoenlijk voor
ligt te zwellen . Lieden , welke van Natuur een koud een trap van hitte, welke de uitwendige deelen niet ge .
temperament hebben , behoorden inzonderheid de Thee waar worden. Wie gevoelt de warmte van 64 graadeit,
om het warme water , als voor hen altoos nadeelig , vol. waar mede ons eigen bloed de wanden onzer aderen
ſtrektelijk te vermijden , en deeze zijn het echter , wel broeit of brand ? Als dit zelfde bloed echter , onder 't
ke er zich gemeenli;k meest in verloopen. Waar vind aderlaaten , uitwendig bij den arm neden loopt, word
men dergelijke temperamenten gemeener als bij de Vrou- men er eene zeer gevoelige warmte van gevaar. Dus
wen ? En waar vind men tevens grooter misbruik van kunnen die buizen , welke geſchikt zijn om warme vog.
de Thee , als onder deeze ? Is het derhalven wel te ver. ziinke,
-ten te leiden , met wanden of bekleedzels voorzienwel
THE . THE .
3644
welke weinig zenuwen ofgevoelLebben , terwijl die zenu . Ook zullen de Kooplieden en Slijters op den eisch
wen zelve nog gewennen aan deeze aandoening , en daar van de Commiſen of hunne Gelastigden , de peil aan
voor ongevoelig worden . Hier door is het , datde slokdarm ſtonds zelfs , of door de hunne moeten aangeeven , zo na
veel meer bitce zonderpijn verdraagen kan , dan eenig an. als zij konnen , des op de 25 pond 2 pond onder ofover
der deel, waar van deZenuwen tederer zijn. Maar nu word ſpeelinge hebben , en niet in boete vervallen, als wan.
het grootſte nadeel , dat heete dranken doen , ofdoorhet ge. neer het meer dan 2 pond op de 25 verſchilt. Indien zij
voelzelve van het branden te weeg gebragt , als waar uit echter de juiste quantiteit niet weeten , moogen ze de
gevaarlijke ſtuip - ofkramptrekkingen in den Slokdarm en Thee eerst weegen , ſtaande het als dan aan de Opzigters
in de Maag ontſtaan kunnen , ofdat nadeel der heete dran, ook vrij , het aangegeevene op des Koopmans (chaalen
ken gaat ten minſten van dit gevoel vergezeld. Een kop na te weegen .
Thee , 't welk de huid der Slokdarın of Maag op dezelfde Een Particuler alleen de quantiteit van één pond Thee
wijze ſchroeide, alsden ſtaart van 'tSpeenvarken,zoude invoerende , zonder die aantegeeven, vervalt in geen
niet zonder pijn van branden gedronken kunnen worden , boete , dog de Thee is als dan geconfisqueert.
en dewijl men dagelijks Thee drinkt , half zo heet als koo...Niemant is geoorloofc met Thee bij de huizen om te
kend water , zonder daar van eenig gevoel van branden gaan , te rijden , of te vaaren , om die te verkooper ,
te hebben , zo kan men gerust gelooven , dat daar van dan alleen uitgezondert op jaarmarkten ; als wanneer zo.
geen gevaar voor de huid van Maag of Slokdarm te vreea danige Verkoopers bij zich moeten hebben een cedulle
zen zij . Ik wil hier mede echter niet beweeren , dat wij van den Koopman , van wien ze die gekogt hebben , in
de Thee zo beet drinken moeten , als wij , zonder onste de Provintie huis zittende , met aanwijzinge van zijn
branden , verdraagen kunnen ; het warme water , heb naam en woonplaats , daar bij hoe veelen op welke dag
ik reeds gezegd, maakt de Thee tot een gevaarlijke hebben ontvangen . Heeft echter een Koopman die op
drank , en het heete water maakt dit nadeel des te groo. jaarmerkten reist , de Thee zelven ingevoert,moet hij een
ter. Dog ik heb hier genoez , en , naar den zin onzer cedulle bij zich hebben door hem zelfs geſchreeven , en
Liefhebbers , misſchien te veel van gezegd. Ik zoude na gedaane viſitatie door een opzichter getekent , en
ook , met de proeven van den Heer Hales nader uitce. bij zijn terugkomste zal hij op nieuw viſitatie laaten
pluizen , allengs van mijne hoofdzaak , de Thee, afraa. doen , en de cedulle vertoonen eer hij met de Thee in
den , gelijk ik hoop , dat zij zullen doen , die dezelve zijn huis is geweest.
rijkelijk drinken . Alle Slijters welke hun Thee van Kooplieden binnen
de Provintie koopen , zullen gehouden zijn om een ce.
Inkoomende rechten enz. van de Thee dulle te vertoonen , van wien zij develve hebben ge
in de Provintie van Friesland. kogt.
Voor onze Frieſche Lezers , achten wij het niet on. De Kooplieden en Winkeliers zullen in de uitzettings
dienſtig , hier een bericht te geeven welke rechten in cedullen , die zij pasſeeren, duidelijk moecen melden de
deeze Provintie van de Thee moet worden betaald , en quantiteit der uitgezette Thee, de naam en woonplaats
waar na de Kooplieden in deeze waar zich verder heb- van hem, aan wien, en den dag op welke de uitzettinge ge
ben te ſchikken . ſchied , welke uitzetcedullen vertekent moeten zijn door
Van ieder pond Thee dat in de Provintie word ge. de Kooplieden en Winkeliers zelve , of iemand hun.
voerd , moet 8 ſtuivers impost aan den lande worden ner Huisgenooten op hun order, zo dat uitgedrukt wor
betaald , zonder onderſcheiding of het beste , dan minde. de de naam van den origineelen Uitzetter. En zo dusda;
re , of negte zoorten zijn. nige cedullen , zo van Kooplieden en Winkeliers als
Geen Koopman in Thee mag minder dan vijf en-twin. van Slijters, valsch bevonden worden , zullen dezelve
rig ponden teffens invoeren. daar voor ſtraf baar zijn.
Wanneer een Koopman Thee invoert met groote Kis. Beweezen zijnde dat een Koopman Thee buiten de
cen of Knasſers in de natuurlijke Fust , moet hij de Provintie heeft gevoert , zalkorting van impoſitie plaats
aangeevinge doen bij het pond, wanneer voor tarra hebben , dog in geen minder quantiteit als van 25 POR
of zwaarte der Kisten of Knasſers, zal rekenen en ge- den teffens.
nieten . THEEKOEKJES , zie GEBAK , pag . 801.
THE HORSE MAKREELEN , zie MAKREE
van Kist van 40 tot 508 IO LEN , 4. VI . pag . 1945 .
go 65 14 ft THENAR , zie NAHAND.
80 90 19 ft THEOCRATIA . Dusdanig word een Regeering ge
90 100 MB 22 fett noemt , waar in een Volk onmiddelijk door God word
100 ITO E 24 ft beſtiert, die zijn Oppergezag over het zelve oeffent ,
en hun zijn beſluiten door middel van Propheeten of
150 200 it 39 ft anderen zijner Dienaaren , aan wien het hem goeddunkt
Heele Kist 300 400 80 60 60 zich te openbaaren , doet kennen . Zo dat de Theocratia
-400 500 g 68 ft eigentlijk beſtaat in een onmiddelijke Goddelijke Re.
geering van den Burgerſtaat , door vrijwillige keuſe van
Voorts moeten de Kooplieden en Slijters in Thee , alle dat Volk , waar in hij in dien zin Koning van genoemd
hunne Thee.flesſen of Busſen waar mede Thee invoeren , word.
of in hunne winkels te koop hebben , numereeren , en Het Joodſche Volk verſchaft ons het eenigſte voorbeeld
daar op doen zetten het gewige van de fles ofbus. En van een regte Theocratia. Dat Volk waar van God zijn
zo de Commiſen of hun Gelastigden aan de egtheid van erfdeel had gemaakt , zugte zedert lang onder het juck
het getekende gewigt twijffelen , zullen ze de Thee mo. der Egijptiſche dwinglandij , wanneer de Heere aan
gen uitſtorten , en fles of bus naweegen . zijne beloften gedenkende, derzelver banden beſloot to
Ver
3045
verbreeken , en het land dat bij voor hun geſchikt had , eigenſchappen of hoedanigheden lettende ; hier uit bes
te doen bezitten . Tot derzelver verlosſing verwekie Duit men, dathet Paralellogram hetdubbele van den drie
hij een Propheet, aan wien hij zijn wille en welbehaagen hoek bevat. Dit
THEORETI voorſtel is een Theorema.
SCH , betekend dat geene't welk betrek,
mededeelde; dat was Moses. God verkoor hem om
de Verlosſer van zijn Volk te zijn , en om hun de king tot de Theorie heeft, of om duidelijker te zijn , 't
wetten voorteſchrijven waar vanhij zelven den Oor: welk zich niet verder dan tot de beſpiegeling uitſtrekt.
ſprong was. Moses was niet anders dan het Werktuig In deeze zin , is het tegens prattijk of beoeffening te.
2
en de Tolk van de wille des Allerhoogſten , hij was de gengeſtelt, en het kooint met dogmatica of leerwijze
Dienaar van dien God , die het opperbettier over de ss. overeen.
2
raëliten zan zich hau gehouden;de Propheet ſchreefhun Het woord Theoretica is gepormt van het grieksch
in zijnen saam den dienst voor die zij hadden waar te impew , ik zie , ik onderzoeke, ik beſpiegele.
neemen , en de wetten die zij moeſten opvolgen . Die De wetenſchappen worden gemeenlijk verdeelt in
þier meer over wil weeten , ziene in het werk van den theoretische of beſpiegelende , zo als de Wijsgeerte ,
Heer WARBURTON , over de goddelijke zending van Mo. enz., en in prašticaale of beoeffenende , waar on
SES; als mede dat van den Gottingſchen Hoogleeraar J. der de Geneeskonst, Rechtsgeleertheid , enz. behoo.
D.MICHAELIS , over het Mofaisch Regt ie deel ; van ren .
welke beide ſchoone Werken wij nederduitsche vertaa . THEORIA , hier door word zodanige leerwijze ver
linge bezitten , die uitheenend goed zijn. ſtaan , welke zich tot de beſpiegeling van derzelver on.
THEOLOGIA , zie GODGELEERDHEID . derwerp bepaalt , zonder zich in het allerminſte op de
THEOMANTIA , in't grieksch 9cojayTéld , bete. pra& ijk of beoefening daar van toeteleggen, het zij een
kend waarzegging , die door de gewaande ingeeving of zodanig onderwerp er aan onderhevig is of niet.
injpiratie van eenige Godheid gefcbied. Zie hier van Om ten aanzien van een Wetenſchap geleert te zijn ,
een volledige beſchrijving, in POTTERI Archæol. Græ . voldoet de Theorie; maar om er het meeſterſchap inta
6a , Lib. II. c. 12. tom .I. pag. 298. & feq. verkrijgen, moet de pradtijk of beoeffening bij de Theo.
: THEOPHRASTA , is de naam van een uitheemſche rie gevoegt worden. Veeltijds belooven nieuw uitge.
Boom ,welketot kenmerken heeft, een klokswijze Bloem , vondene Werktuigen in de Theorie, gewenschte voor.
met ſtompe ſtippen en verdeelingen ; het Vrugthuisje deelen , dog wanneer het aan de prašijk of uitvoering
met eene bolligheid , kogelrond , zeer groot, waar in toe koomt , ontmoet men veeltijdsonoverwinnelijke hin,
veele zaaden vervat zijn . derpaalen .
:: Zoortens. Daar is inaar eene zoort van deeze Boom THERAPEUTES , is een grieksche uitdrukking , 't
bekend , draagende na zijne geboorteplaats de naam van welk Dienaars betekend , en inzonderheid de zodanigen ,
Amerikaanſche; Theophrasta americana ; Erefia foliis welke zich aan den Godsdienst toewijdeden , afgeleid van
agnafolii longisſimis. Plum . Gen. 8. ; ( Theophrasta. Bepan EVW , 't welk geneefen of dienen betekend. De
LINN. Spec. Plant.) Grieken gaaven de naam van Therapeutes aan die gee.
Beſchrijving. Bij PLUMIER vind men er de afbeel. ne , welke een beſpiegelende levenswijze hadden om.
ding van , onder den naam van Ereſia met zeer lange helst; het zij zulks geſchiedde ten opzigt van de buiten.
Hulstbladen . Ereſia , op 't eiland Lesbos was de geboor• gemeene zorg die zij voor hunnezaligheid droegen , of
teplaats van den vermaarden TheOPHRASTUS , die aller- wel ten aanzien van de bijzondere wijze , om hunne
eerst de Kruidkur.de onder de Grieken , op een goeden Godsdienst te oeffenen en waarteneemen . Het woord
Jeest geſchoeid heeft. De Heer LINNÆUS heeft derhale Therapeuein waar van Therapeutes afkomſtig is , bete
ve de benoeming van PLUMIER , welke onduidelijk en kend de zorge die een Geneesheer voor zijn Zieke draagt,
dubbelzinnig was, in deeze duidelijke geſlagtnaam her en den dienst die de. eene Mensch aan zijn Medemensch
fchaapen . 't Gewas, immers , verdiende wel vereerd bewijst.
te worden met de gedagtenis van dien ouden Kruidkun . THERAPEUTICA , word dat gedeelte der we
1 digen. 't Is namelijk een Boom , in hetgedeelte van Zuid- tenſchap om de ziektens te geneezen door verſtaan , ' t
Amerika, 't welk onder de linie legt, groeijende, die welk over de wijze om dezelve te ontdekken , en be.
den Stam als van een Palmboom heeft , brengende op hoorlijke geneesiniddelen op toe te pasſen , handelt.
den top in 't middelpunt eener kroon van lange Bladen THERIAAK. De Theriaak is een der alleroudſte
de Vrugten voort , die rond zijn als een bal of kloot, en en beroemſte zamengeſtelde geneesmiddelen , waar van
van binnen veele ronde Korrels bevatten , in 't ronde om men de uitvinding aan ANDROMACHUS de Oude of de Va .
eene ſtoel geplaatst . der , een beroemd Geneesineeſter en Lijfartz van Kei.
THEOPSTA , wil zo veel zeggen als Verſchijning der fer Nero , is verſchuldigt. Galenus beweert dat de
Goden . De Heidenen.geloofden voorzeker , dat de Go Tleriaak een zeer oud en edel geneesmiddel is , dat
den zich zomtijds openbaarden , aan eenige Menſchen ver verſcheidene beroemde Geneesheeren gewerkt hadden om
ſcheenen , en dat zulks gemeenlijk op zodanige dagen die te volmaaken , en dat ANDROMACHUS er de laatſte
gebeurde, dat er eenig feest ' ter hunner eere gevierd hand aan leide , met er Adders bijcevoegen . Maar zeer
wierd. CICERO , PLUTARCHUS , ARNOBIUS , enz. maa waarſchijnlijk , is den oorſprong van dit tegengiftiniddel
ken gewag van zodanige verſchijningen . veel eenvoudiger geweest, in beſtaande , dat An .
• THEOŘEMA , berekend in de Matheſis een Voor- DROMACHUS niet anders alsen't hier
antidotum van Mithrs.
fel welk eene waarheid aankondigt en bewijst. Bij voor- Daat , of wel de Mithridaat zelve namaakte , waar van
beeld , wanneer men een Driehoek met een Paralellogram het voorſchrift reeds lange voor den tiid van Pompejus
van dezelfde hoogte en op een gelijke balis rustende, te Romen was gebragt. Zie MIHRIDAAT. pag.
vergelijkt , teffens op derzelver onmiddelijke bepaalin . 2151 .
1 gen , zo wel als op eenige van hunne vooraf bepaalde Dit nieuwe antidotum wierd in den aanvang door des ;
YI Deel оо zelfs
3046 THE THE
zelfs uitvinder, gatené, dat wil zeggen ," gerust,ge gért, da het voorſchrift van ANDROMACHOS Zelver, en
noemt, en het verkreeg in 't vervolg de naam Theriaak zodanig als het door GALENUS word bijgebragt, in Lider
van 't griekſche woord Ineros , vergiftig dier , eens de Theriaca dd Pifonem .
3
deels om dat het een zoort van die Dieren bevattede ; Paſtillorum Theriacorum drachmas xxiiij. Paſtillorum
ten anderen omdat het als heilzaam wierd aangemerkt, fcilliticorum , drachmas xlviij; piperis longi; fucci papa
tegens de beet van der
vergiftige Dieren veris; Spinamenii hedijchroi, fingulorum drachmas ccliij;
De zamenſtelling Theriaak is in. verſchillende tij. rofarum ficcarum ; iris illirice ; glizirrhisæ ; feminis nas
den zeer verſcheiden geweest , zo wel ten aanzien van pis Sijlvestris; græci buniada appellant; fcordii; osobal.
het getal en zoort der ingredienten , als ten aanzien van Sami; cinnamomi; agarici , fingulorrum drachmastij; mijr.
de modus conficiendi. De hedendaagſche Apothekers she ; corti'; croci;caliæ ; nardi ;fchæni,idest junci odorati
hebben zich inzonderheid toegelegt on dit middel te floris; thuri ; piperis albi nigri ; dictamni ; marrubii;
verbeteren , zedert dat de chijmie de pharmacie voorlich rhei; ftechados; petrocelini macedonici; calaminthe; te
tende , allervreesſelijkite gebreken in die zamenitelling rebirthinæ ; zingiberis; quinque folii radiois, fingulorum
heeft ontdekt , die niet anders als woest in deszelfs ge drachinas vj ; polii; chamepitijos ; ftijracis ; amomi race.
boorte koste zijn , zo wel als de konst die den zelven mis ; meu ; nardi gallica '; ſigilli lemnii ;phu pontici; chai
voortbragt. Maar de zorgen welke zich. die verbete mædrios cretice ; florum malabathri'; chalcitidis torte;
raars hebben gegeeven , om die compofitie heidzaamer gentiane; aniji ; hijpocistidis fucci ; balſami fructus;
te maaken , en de ſtellingen van de zodanigen , welke gummi:foeniculi feminis ;cardamomisfefelis; acatie thlasa
gedagt hebben dat het niet geoorlooft was , om de minſte pis; hijperici; fagapeni; ameos , fingulorum drachmas
verandering in zulk eene heilzaame compofitie temaa liij castorii; aristolochia tenuis, dauci feminiis; bitumia
ken , kondigen gelijkelijk eene blinde en bijgelovige eer: nis judaici ; opopanacis ; centauri tenuis , fingulorura
bied aan , voor de zeer iſdele beroemtheid van dat inid, drachmas duas ; mellis, libras decem ; vini falerni, quod
del , 't welk men zeer billijk cen pharmaceutisch wana fatis eft.
Schepzel kan noemen . De beste verbetering was dan THERIAAK DER BOEREN ; zie KNOFLOOK .
ontwijffelbaar van den Theriaak uit de winkels te ver. +
THERMOMETER , is een werktuig 't welke dient
Bannen ; want zij is gewisſelijk nog erger dan de Mith- am de graden van hitte en koude' aantewijzen , of liever
ridaat, waar van Plinius met reden heeft geſchreeven , te meeten. y inc
dat zij klaarblijkelijk haaren opkomst aan de oſtentatie 1. Dit voortreffelijk en ter bevordering der wetenſchap
of ſnorkerij der konst, en aan een wanſchapeneten toond pen zo puitig Werktuig , met regt eenen ARCHIMEDES
Itelling van wetenſchap , verſchuldigt was: Oftentatio waardig , ontving de waereld voor de eerſtemaal uit de
artis , & portentola fcientiæ , venditatio manifesta. handen van een Noordhollandſchen Burger , DREBBEL ge.
Zie hier het geen de door ons meermaalen aangehaal noemt, die in het jaar 1572 wierd geboren , en zijne
den Artz of Geneesheer, over de ſchaadeljke uitwerkze jeugdige jaaren te Alkmaar doortragt. Hij was zodanig
Ien der Mithridaat en Theriaak beide, heeft te boek ge. ervaaren in de Natuurkunde , dat hem Keizer Ferdi:
ſtelt. Het mogt nog weezen zo her wilde , (zegthij) ina NAND delI'niet alleen tot Pedagoog van den Prins des.
dien de Mithridaat ( en hier onder begrijpt hij medede zelfsZoon, maar zelfs tot Keizerlijk Raadsheer verhef.
Theriaak dat er eene Šuster van is) niet tevens een zo ſcha. te. Toen woonde hij te Praag in een zeer aanzienlijk
delijk ding waare , waar in het 'opium onder zulk eene gebouw ; en , de Stad ingenoomen en geplundert zijndo
menigte artzepijen bedolven is , dat er ligt eene dwaaling , in 't jaar 1620 , werd hij op 't verzoek van de Staaten
die doodelijk voor de Lijders is , uit kan gebooren wor- en van de Koning van Engeland geſlaakt, en is te Logo
den. GALENUS wil derhalven , dat men het een tijd lang den omtrent het jaar 1.634 geſtorven .
bewaare , om de kragt van het opium daar door te ver- Daar zijn verſcheidene zoorten van Thermometers ,
zwakken, 't welk evenwel een negt middel tegens het waarvan wij hier de beſchrijving van zommige der voor
gevreesde kwaad is , of ſchoon de Mithridaat , om die naamſten laaten volgen.
reden nog heden van 30 tot 40 jaaren bewaard word.
Hier bij koomt , dat door de vermenging van zo menig . Algemeene manier om Thermometers te vervaardigen .
vuldige ingredienten van allerhande zoort , ligtelijk ee- Men neemt een glazen Buis A F. zie Plaat LiX fig.
de gesting word voortgebagt , welke de werking van het Thermometer , die anderhalve linie wijd is, of daar om :
opium drie of viermaal ſterker maaken kan , dan men ver. trent , waar aan een Bol of Flesje is vast geſoldeerd van
inoed, of kan denken. twee duimen over 't kruis. Men neemt een koude tijd
Wij hebben derhalven reden om den Hemel te dan- waar om het tot op letter F. met geest van brandewija
fen , dat deeze elendige Artzenij ſteeds meer en meer te vullen , die op rood fantelhout, of orkanet-wortel
in verval geraakt, en gelijk reeds in oude tijden Pli . getrokken is. Men doet er brandewijn in , door mida
NIUS, de Mithridaat,en in onze laatere dagen Juncker del van de Bolheet te maaken, en het eind A , ineen
de Mithridaat en Theriaak beide , voor een ſtraf van glas te fteeken , dat met brandewijn is gevuld ; of wel
God hebben aangemerke, waar mede hij de Menſchen door middel van een trechter , gebruidende cep dup ko.
heeft willen tuchtigen , zo zullen alle braave Geneeshee. perdraad , dat men eenige reizen in de Pijp ſteekti, om
hunne ijverige pogingen aanwenden , om het vogt in het Flesje , of Bol te doen nederdaalen. Als
deeze oudeik ,landplaag
fen hoop ' met vereende kragten uit te roei- men verzekerd is , dat hetwerktuig , in de koude lucht
jen. gehouden zijnde, de Pijp tot aan F. vol is, maake-men
Dewijl echter de Theriaak een zo beroemd geneesw debol zo warin als men kan , om de brandewijn tot aan
middel is , dat men het zelve moet doen kennen at was 't eind A. té doon ſtijgen ; waar na men de pijp toe fol
het maar enkel om de nieuwsgierigheid van den Lezer te deert, net bet einde der zelve aan de foldeet-lamp te
Toldoen, zo laten wij er hier de beſchtijving van vol. faaten Ineltern s.c. si cum
Hoo
Platırt 59 .

LUCHT THERMOMETER
THERMO METER BARO METER
Q

A QUIK - THERMOMETER

1001 100
95 95
groot480 90 90
warmte 85
175 85
70 ! 18o! 80
75 75
165
70 70
1604
varma 1651 65
Luchd551 60 460 ZOMER WINTER
3dGrooteDroogte: Hardevorst30
501 55 53 Vorst
Bestendig weer
50 50 Mooy weer Koude
408 45 2. Veranderlykh Veranderlykes
Rregen ofWind Ineer ofWind
35 : 40 40 Regenen Wind Vneeu & Wind
35 35 281 Storm Onweer 128
Zoclo 30 30
lucht
254 25
25
20 20 20
15 15
10 10 10
5
Geteni 0 0
perddo
lucht 5 5
5
10 10
10
15 15
75 20 20
25 25
Koele251 30 30
lucht30 35 35
35 40 40
45 45
50 50
45
55
50 60 60
Koude
Luchd155 65
70
165 75
74 80!
75 85
90
Grootd F
95
Koude
100

I : v :d : Spyk delin & focit .


THE. TH
3657
Hoe men een Thermometer maakt , die van van maar te beginnen te reekenen , als men naar zijne
de verdunning der lucht af hangt. gedagten meent, dat het weer gematigd is ; daarenboven
In de Pijp GF. zie Plaat Lix flg . Luclt- Thermome. maakce men de grootte der verdeelingen naar zijn welge.
fer, waar aan een glaſen BolA. is vast geſoldeert, word vallen, in honderd of tweehonderd deelen ; ditbetekend
een zekere menigte gemeen water , met Koningswater niets; want hoe groot, vraag ik , is de warmte , wan.
gemengd , om te maaken dat het niet bevrieſe, gedaan, neer het vogt in de Thermameter op too deelen is geklom
en in dat mengſelmengt men wat geſmolten vitriool, men ?ditisonzeker. 2.Als men denbrandewijn niet
om het groen te maaken ; bij het vollen van de pijp eerst zuivert van alle zijne lucht ; volgens het voorſchrift
word er zorg gedraagen , dat er zo veel lucht in de Bol van den Heer REAUMUR , moet men in het bovenſte deel
en Pijp blijve, dat wanneer ze in de grootſte verdikking der pijp C D lucht laaten, want anders , als het boven
is , in 't midden van de winter , ze in de bol kan gebou . zonder lucht is , raakt het voge van een geſcheiden , in
den worden, en echter haare grootſte verdunning in de verſcheiden plaatzen , zomtijds een en een tweedle, drie
ſomer, al het vogt niet uit de pijp kan drijven . Aan en een vierde, I duim van een , wanneer het zake paar
tander uiterſte van de pijp is een ander glaſen bol vast, B , door de lacht tusſchen deszelfs deeltjes inzittende ,
EF. die aan 't eind F. open is. Aan weerskanten van welke zich uitzet naar boven toe, in de pijp , alwaar
de pijp is een Schal.B.D.G.F. vaste elk in een gelijk geen tegenſtand is; door dit ſcheiden van het vogt is de
getal deelen verdeeld . Thermometer onbruikbaar ; wanneer men er dan lucht bo .
Als ou de omgelegen lucht warmer word , zet zich ven in at blijven , en deeze warm wordt, gelijk als
de lucht in het oppereind der Pijp uit, en drijft het vogt het vogt in den bal AB , zetten zij zich beide uit, zo wel
in de onderſte Bol , en gevolgelijk daalt derzelver de lucht in CD ,als het vogt in AB , waardoor het voge
vlakte na onderen , en wanneer de lucht kouder word , DB belet word in de pijpnaar boven te rijzen, gelijk
zet zich dat van de Bol meer te zaamen , en het vogi het doen zou , indien er geenlucht op ſtond te drukken.
klimt. 3. Hoe het vogt hooger in de pijp geklommen is, hoe
het meer naar beneeden drukt op het vogt in den bal A
Hoedanig een Kwik - Thermometer word vergaardigt. B , en derhalvezal dit minder kunnen naar boven rijzen ,
Op dezelfde wijs, en met dezelfde voorzorg word dan het anders doen zou , wordende minder naarbenee.
deeze vervaardigt. Doet een weinig Kwik , de grootte den geperst. Dewijl men gewoon is dusdanige ballen,
van een erwe niet te boven gaande , in de Pijp BC . AB, van glas zo dun te maaken als papier , of dunner ,
Plaat LIX fig. Kwik - Thermometer , dus geſlingert aan opdat de Thermometer ſchielijk de veranderingen van
kromten, datze, op de minſte hoogte zijnde, te han . warmte en koude zoude kunnen aantoonen ,begind men,
delbaarder ,en minder in ſtaatmag zijn ,omleed te opt dathoe hooger het vogt in de pijp BC op klimt, en dus
fangen ; verdeel deeze Pijp in een gelijk getal van dee: ſterker drukt op het vogt in den bal AB , hoe het glas
len , om voor een Schaal te dienen . van den bal meer naar buiten toe uitgezet, en wijder word ,
Hier zullen de werkingen van de kwik ; na de Bol A. zodat het vogt in de pijp niet klimt tot die hoogte , ala
de vermeerdering van de graad van koude toonen . De het waarlijk doen moest : In den wintertijd ſtaat het vogg
fede is dezelfde als in de voorgaande. laager in de pijp , drukt minder op dat van den bal AB ,
Maar beide deeze Werktuigen zijn hier in gebreklijk , waardoor het glas minder uitgezet word , de Heer Reau.
datze door dubbele oorzaaken bewoogen worden ; want mur heeft dit zeerwel aangeteekend. 4. Door langheid
qiet alleen eene vermindering van hitte , maar ook eene van tijd word de brandewijn van zijne uitzettende krage
vermeerdering van 't gewigt der Luchtkring zal maaken , beroofd , en hij zet zich minder uit, als hij oud is , dan
dat het vocht rijsc in de eene , en dekwik in de andere; toen bij versch was , dit heeft de Heer Halleij onder.
in tegendeel zal, of het toenemen van de hitte , of het vonden ; en het is waar volgens mijne eige opinerkingen
afneemen van de zwaarte van de Luchtkring, maaken dat met oude Thermometers. 5. Het glas word door de
ke nederdaalen. warmte zo wel uitgezet , als het vogt; door de koude
Nu laaten wij nog volgen de beſchrijving van de Ther. krimpen zij beide ineen ; bijgevolg klimthet vogt zo
mometers die in het werk van den grooten Natuurkundigen hoog niet, warm zijnde , als het doen zou , wanneer de
P. v. MusscHENBROEK , getijteld Beginzels der Natuur- bal en pijp altijd evenwijd bleeven ; en het vogt daalc
kunde 4to 1739 , worden gevonden . koud zijnde minder, omdat de glazen bal ook inkrimpt,
zodat men alleen maar op deeze Thermometers ziet , boe
Beſchrijving van den Florentijnſchen Thermometer. veel de uitzetting van het vogt door de warmte meer
Aan den glaten Bal A zie Plaat N fig . 10 is een dunne is , dan van het glas , waarin het beſlooten is , en hoe
glaſen Pijp B D C gebegt , de Bal word met geverwde vcel de inkrimping van het vogt door de koude grooter
brandewijn gevuld op eenen tijd , wanneer de lucht eene is , dan van het zelve glas ; zodat men niet regt zien
gematigde bitte beeft , men vult dan de pijp tot het mid- kan , hoe veel de warmte op het vogt gewerkt heeft al .
den in D , en blaast of fmelt het boveneind C toe ; men leen. 6. Zodanige Thermometers met brandewijn ge
maakt een ſchaal naar believen in deelen , dog even groot vuld , kunnen maar gebruikt worden om kleine graaden
verdeeld , opgaande van D naar C , en neergaande van van warmte te meeten , want zo ras het vogt tot de bitte
D naar B , welke men tegen de pijp C B aanplaatst. Wan . van kooken gebragt is, kan men niet meer aanteekenen ;
deer dan de brandewijn in den bal A warmer en uitge. maar de fijnſte geest van brandewijn kooke een weinig
zet wordt , rijst hij in de pijp hooger op ; maar indien eer dan water, zodat men met deeze Thermometers niet
bij in den balA kouder word en inkrimpt, daalt hij in onderzoeken kan , hoe groot de hitte van kookend water
de pijp naar beneden . is , veel min van grooter hitte , als van kookende olie ,
Deeze Thermometer heeft echter de volgende gebreken , kookende zeep , kookende kwik , en andere vogten , of
. De verdeelde Schaal heeft geen vast punt, waar af hoe heet de geſmolte metaalen mogten zijn . 7. Men kan
mij begint, nog waar zij eindigt; want ditis zeerruuw , bijna onmogelijk tweeThermometersmaaken
Oood , met ronde
balo
3648 THE . TAL

ballen onder aan , welke gelijk gaan , dat is , diedoor de ge plaats. Dewijl het kwikzilvernietkooktdan zeerheet
zelve hitte tot gelijke deelen haarer ſchaale opklimmen ; zijnde, kan men met dusdanigen Thermometer de hitte
omdat het voor een glasblaazer onmogelijk is temaa van veele lighaamen meeteni FAHRENHEIT heeft zege.
ken , dat twee wijdten van ballen tot de wijdten hunner plaatst op eene vaſte ſchaal, welke van een af begine,
" pijpen dezelve reden hebben; ook is alle brandewijn niet alwaar de koude'van ijs is in dit land gemengd met am
even fijn , nog dezelve uitzettinge , door gelijke warmte , moniakzout beteekend wordt, onder die teken Ateit men
onderworpen. 70 graaden meer naar beneden, om proeven van grooter
1
koude te kunnen doen , gelijk als men op geſtooten ijs
Kwik Thermometer door de Hr. P. v. MUSSCHEN. geest van ſalpeter giet; van een af ſtelt men de 32 graa .
BROEK beſchreeven . den naar boven toe , alwaar de koude is van water begin
Na dat men bovenſtaande gebreken ondekt had , heeft nende te bevriezen , deelende de fpatie tusſchen beide in
men veel verſtandiger gedaan, de Thermometers in plaats 32 gelijke deelen , men ſtelt 212 op de plaats , waar de
van met brandewijn met kwik te vuilen ; dewijl men de kwik ſtaat, wanneer de Thermometer in kookend water
kwik zuiver kan krijgen , en die fchoon veele jaarenlang is , dus met graaden van dezelve grootte voortgaande ,
bewaard , altoos dezelve blijft, daar bij verſch of oud koomt men tot 600 boven aan de pijp C , betekenende de
zijnde , zich evenwel -uitzet. In plaats van onder aan bitte van kookende kwik , welke tot hier toe rijst ; on
de Pijp C B fig. 11 , Plaat N een Balte blaazen , hegt men dat men nu weet de grootte der innerlijke bolte van de
er aan een rol AB , of van eene andere wijder pijp ge rol AB, en van de pijp CB , weet men aanſtonds, hoe
noomen, en er naderhand maar aangezet in de lamp , of veel de kwik op elken graad is uitgezet , nuinen de ſchaa.
wel van het zelve glas geblaazen ; men kan gomaklijk len op deeze Thermometers zo begonnen heeft, kan men
een ' diergelijken rol maaken , en dat zijne binnenſte hol- ze voor het vervolg wel dus blijven behouden , anders.
ligheid eene bepaalde grootte hebbe tot de wijdte der pijp žins was het niet kwaalijk , dat men de ſchaal van het
CB , met van het onderste eind ' A van de rol , in de punt van vriezinge hadt begonnen , aldaar een ſtellende ,
famp gloeijend zijnde , iets af te trekken , of in te war- waarnu 32 ſtaat; en van daar zo op , als nederwaards de
men naar believen, totdat de holligheid van AB , torde graaden tellende. Fahrenhert begon te tellen van de
geheele helligheid der pijp CB zij, als 11124 tot 670. koude door ijs met ammoniakzout gemaakt, omdat hij
dit moet men naderhand meeten , door de rol AB met voorheen geloofde, dat dit de grootſte inogelijke kou .
kwik te vullen , en daarna de piip CB . Wanneer men de was , het welk men baderhand onwaar bevonden
dit waarneemt , kan men zo veele Thermometers maaken heeft.
op een ' en dezelve ſchaal, als men wil. 2. Opdat nu Deeze, Thermometer met kwik is bevrijd van de gebre.
de kwik zeer gelijkvormig uitgezet worde in deeze Ther- ken in de Florentijnſche gemeld , als van die op 1 , 2 ,
mometer , moet men de-kwik zeer ſchoon zuiveren van 4 ; 6, 7. maar het derde en vijfde gebrek blijft overigi
alle haare lucht, het geen gemaklijk geſchied , indien men men kan het derde evenwel wegneemen , indien men de
baar maar vrij lang op vuur kookt in een zuiver glazen Thermometer waterpaslig legt ; maar de vijfde fout, wel.
kolfje onder den ſchoorſteen, zich wagtende voor de ke in de uitzettinge van het glas, en de grooterwordin
wegvliegende deelen ; met deeze kwik vult men de rol ge van deszelfs binnenfte holte beſtaat, heeft men niet
AB , en de pijp B C naar behooren, op deeze manier; kunnen wegneemen ; dog daar is een hulpmiddel voor,
als het droog weer is , maakt men de rol B A en de pijp als men eerst wil onderzoeken hoe veel het glas op el
BC voor vuur zeer droog en heet, opdat er de lucht uit- ken graad van warmte wijder wordt, en deeze verwij
gaa , dan deekt men het open eind van de pijp C in de ding voegende bij de rijzing van dekwik of ander vogt
warme kwik , en , wagtende tot dat alles koud gewor. in de Thermometer , 20 zal men de waare uitzetting van
den zij , zal twee derde van de rol A B door de inge de vloeiſtoffe door het vuur hebben ; indien alle zoorten
loopen kwik gevuld zijn , daarna zet men de rol A B op van glas door het ruar even ſterk uitgezet wierden , was
het vuur,en maakt die zo heet , dater de kwik in kooke, alles ras bekend , maar men heeft glas van verſcheiden
dan zal er de lucht , indien er eenige in de kwik , of in aart , weekheid en hardheid; wordendeheteen veelmeer ,
het glas van de rol mogt gebleeven zijn , gantſeh en al het ander veel minder door het zelfde vuur uitgezet;
uitgaan , als ook uit de pijp BC , welke wederom met door middel van den Vuurmeeter heb ik wel veelerbande
her eind C in de heete kwik moet geſtooken worden , uitzettingen van glas door verſcheide hitte waargenoo .
op dat het overige van de rol , en iets van depijp B C met men , maar hieraan heeft een ander niet , welke een Ther
kwik gevuld worde ; alles koud geworden zijnde , brengt mometer van een andere zoort van glas heeft. Om ce.
men den Thermometer op zijn ſchaal, en men ziet , met nigzins aan iedereen te hulp te koomen , heb ik op een
die te vergelijken bij een ander , welke te vooren wel ander middel bedagt geweest , het welk ik hier onder
gemaakt was, of er te veel of te weinig kwik in is , het zal aan de hand geeven. Zodat men dus alle de gebre
welk men dan op zijne maat brengt ; nadat zulks gedaan ken van de Florentijnſche Thermometer te boven is ge
is , en de kwik , op 't kooken gebragt in de rol AB , is koomen . Niettemin moet men zich niet verbeelden , dat
uitgezet tot boven aan in de pijp bij C , en dus alle de dit werktuig zo volmaakt is, dat men erde waaremeenig.
lucht uit de pijp is gejaagt, blaastmen die voorzigtig in te van vuur, welke in de lighaamen is, mede zalkunnen
de lamp boven bij C toe, dus blijft , nadat de kwik meeten ; die zij verre !want wanneer de kwik in de pijp
koud geworden , en ineen gekrompen is , CD volmaakt op die plaats ſtaat, alwaar men de ſchaal begint, is de
Juchtledig, het geen men zien kan , als men deeze Therº kwik niet gantſch koud, of zuiver van al haar vuur ont.
mometer hebbende omgekeerd en geſchud, bevind, dat bloot ; men bevind , dat de kwik 40 graaden onder het
de kwik uit A B loopt , en de gantſche pijp BCD vult, eerſte teken daald , in ijs met geest van falpeter ; wie
zonder dat er bij C eenige plaats overblijft, waarin eeni. zal durven zeggen , dat dit degrootſte mogelijke koude is ?
ge weerſtand tegens de vallende kwik is, en wederom men geloofde voor weinig jaaren , dat ijs metammoniak
bij het omkeeren de kwik valt plotſeling op haare voori. zout gemengd de grootſte koudegaf , nu vind men bijge.
luk
THE . THE . * 3049
luk grooter koude door het ijs te mengen met den geest van 4 , 5 , en 6de gebrek , opgeteld in de Florentijnſche There
ſalpeter, mogelijk vind morgen iemant anders een ander 'mometers; niettemin indien men de volmaakter Kwikther.
vogt , 't welke bij ijs ofbijandere vogten gegooien , ee. mometers niet had , zou men zich tot alle naauwkeurige
ne koude van 100 graaden grooter maaken zal, daň de experimenten en obſervatien moeten bedienen van de
grootſte nu bekende koude is! ja de koude ic dit zelve verbeterde Thermometers door den HeerReAUMUR.
De Kwiktherinometer op de gemelde ſchaal gezet , toont
experimentzou veel kunnen verſchillen , indien het in den
winter te Spitsbergen of in Groenland in het werk wierd klaar aan , dacde vogten eene verſcheide bitte tot kooken
geſteld ! want omdat aldaar de koude zo groot kan zijn , dat van nooden bebben.
brandewijn bevriest , welken ik nooit door eenig experi. Deeze verſcheide trap van hitte is niet in eene reden
ment heb kunnen doen bevriezen , beſluit ik , dat inen de van de digtheid der lighaamen, dewijl er ligte oliën zijn ,
grootſte koude tot nog toe niet gekend heeft; hoe zal welke veelvuur vereiſchen , eer dat zij kooken , en an .
menweeten, of de lighaamen van al hun vuur beroofd dere zwaarder vogten wederom minder , ditwaswelwaar.
zijn ? dig , dat men in alle oliën onderzogt. De fijnſte geest van
Wij gebruiken de Thermometers om te zien , ofmen de brandewijn kookt , wanneer de kwik geklommen is tot
meenigte van vuur in de lighaamen zou kunnen meeten ; op 176 graaden. Het waterkooktop 212 graaden. Geest
maar wij wetten nieť , als de lighaamen door zekere mee . van falpeter op 242 graaden . Loogvan wijnſteenzout op
nigte van vuur uitgezet worden , of zij door tweemaal 24 graaden . Olie van koperroot op 546 graaden. Kwik
meer vuur , ook tweemaal meer worden uitgezet ? dit ge- op oco graaden ; de lijnolie kookt niet eerder , ja zelfs
fchied niet in de vaste lighaamen , de aantrekkende kragt eischt die meer bitte.
der deelen belet het ; inogelijk is het dusook geleegen in Men heeft in het gebruik der Thermometers opgemerkt,
de vloeiſtoffen ; dit is onbekend : Derhalve kunnen dat wanneer zij ſchielijk in een vogt , 't welk veel kouder
wij alleen maar met den Thermometer zien , wanneer er is , geſtooken worden, de brandewijn , kwik , of eenige
meer of minder uitzetting in de kwik is , door wat meer andere vloeiſtof, waarmede de Thermometers mogten ge
ofminder vuur ; dog niets meer , en men inoet er niets meer vuld zijn , aanſtonds in de pijp oprijst , en ſtraks hierna
uit beſluiten . zakt ; in tegendeel wanneer men hem in een veel warmer
Indien al het vuur niet met dezelfde ſnelheid bewoon vogt ſteekt, dat de kwik in de pijp aanſtonds zakt, en
gen word , kan het gebeuren , dat er veel vuur, weinig fluks hierna rijst ; de Florentijnſche Wijsgeeren zijn hier
bewoogen , in de kwik ingaa , en ze weinig uitzette ; het van de eerſte ontdekkers, en het is naderhand beveſtigd
kan gebeuren , dat er weinig vuur , maar zeer ſnel be- door Borellus de Percuſſione Prop 105. en Is. Vossius
woogen , in de kwik ingaa , en haar veel uitzette ; bijge . de Motu Maris Cap. Xi. Dit aardige verſchijnzel ge
volge zullen de uitzettingen van de kwik ons de waare Tehled , omdat het glas van den Thermometer door de kou
meenigte van vuur niet te kennen geeven , maar alleen de en warmte der vogten , daar het in geſtoken wordt ,, eer
deszelfs werking, welke van de meenigte en ſnelheid te word aangedaan , dan de ingeſloten brandewijn ofkwik ,
gelijk afhangt. Dus ziet men eens terdeeg in , ' wat zul- zo dat bet glas door de ſchielijkekoude aanſtonds inkrim
ke zoort van werktuigen zijn; en omdat zij zeer gemeen pende , den brandewijn ofkwik in de pijp doet oprijzen ,
' zijn , en men er gantſch anders over redeneert, en er maar zo haast de brandewijn of kwik ook begint kond te
veel meer uit beſluit , dan men doen mag , was het wel worden , krimpt zij in , en zakt ; indien de Thermometer
de pijne waard , daarvan hier ter plaatze ietsmeer te zeg. ſchielijk in een veel heeter vogt gedompeld word , zec
gen. Niettemin zijn de Kwikthermometers de beſte en volo het glas aanſtonds door het indringende vuur uit , en de
maakſte , welke men tot nog toe uitgevonden heeft : men wijl het vuur eer dringen moet in het glas , dan in den
is die voor het meeſte gedeelte verfchuldigd aan den zeer brandewijn ofkwik , wordt het glas eer wijder , waar door
grooten Konſtenaar G. Fahrenheit , welke met geene de brandewijnof de kwik in depijp zakt ; dog zo haast als
minder naauwkeurigheid, oplettentheid en handigheid van het vuur ook in den brandewijn ofkwik koomt, doet het
den Heer H. Prins gevolgd is. dekwik ook uitzetten , en meerder dan het glas , waar
De groote Frapfche Wijsgeer REAUMIR heeft, naar door zij dan in de piip begint te rijzen. A MONTONS
zijne gewoonļijke naauwkeurigheid , den Florentijnſchen beeft deeze reden van het verſchijnzel beweezen , wan.
Thermometer met ſpiritusgemaakt, met veele moeite trag. neer de Heer GEOFFROIJ, gelijk voorheen Isac. Vos.
ten te verbeteren, hij heeft haar ook gelukkig op cene SIUS , meende , dat op het eerſte aannaderen der warmte ,
vaſte ſchaal gebragt; hij heeft zeer wel aangetoond , dat de vogter begonden te verdikken , welkenaderhand zich
men den brandewijn , waarmede men de pijp en bolvult , uitzetten ; waaroin de Heer AMONTONs twee vogten nam ,
van zijne lucht moestzuiveren , gelijk wij gezegd hebben , welke van eene verſcheide beweeglijkheid in hunde uit
dat men het kwikzilver ook moest doen ; waardoor de uit zettinge door de warmte waren ; indien nu de vogten op
zettingen des brandewijns veelgelijker zijn , dan wanneer het aannaderen der warmte verdikt worden , zo moethet
Men bevind, dat de brandewijn , van beweeglijkſte in uitzettinge meest verdikt worden , en dus
zijne lucht gezuiverd, evenwel doordezelve warmte uit. - ſchielijkst en meest zakken , maar indien de vogten niet
gezet word, als wanneer er de lucht in gebleeven is ; verdikt , dog door de warmte altijd uitgezet worden , en
fchoon de Heer Taolini het tegendeel gezegd had ; ja het glas er ook door uitgezet word, moet het beweeg.
de HeerReaumur meent ondervonden te hebben , dat zij lijkſte vogt minst zakken op de warmte , dewijl dat aan .
ne Thermometers zonder lucht eerder begonnen te rijzen , ſtonds op hetwarm worden van het glas , ook begintwarm
dan de gemeene met lucht, omdat de lucht boven in de pijp te worden ; dit laatſte koomtmet de ondervindinge over.
weggenomen zijnde , ook geen weerſtand kan overblijven een , waarom het verſchijnſel van de verwijderinge van
tegens het rijzende vogt , gelijk in de gemeene Thermo. het glas door de warmte, en van de vernaauwinge van
meters door de lucht van boven geſchied'; maar in deeze het glas door de koude afhangt. Dit heeft de vermaarde
Thermometers, waarlijk zoveel verbeterd , als men die , Heer Bullinger ook door andere procven aangetoond in
met brandewijn te vullen , krijgen kan , blijft overig het het derde deel der Academie
0003 van Petersburg. Hij nam
ECA
3650 THE . THE .
een glazen Bol A EFB fig. 12 Pleat N, welken van bo- de warinte , of wel in beete olie; zal men uit het daaler
ven ingedrukt was als A CB ,20 dat zijne hollezijde A CB der vogtigheid in depijp, de verwijding van het glas wee.
bijna evenwijdig aan de bolle zijde A E F B was; deeze ten , en derhalven wanneer de Thermometer naderband
bol en pijp wierdtmetbrandewijn gevuld , welke geverwd denzelven graad van warmte aantoont, waarin men een
was metRhabarber , totdat het vogt koud geworden zijn . van de voorige proeven gedaan hadt, moet men er zo
de in het midden der pijp tot aan Kftondt; het eind D veel hoogte bij rekenen , als de daaling van het vogt in de
werd toegeblaazen : Toen werd in de bolte A CB warm proef geweest is : Bij voorbeeld ik heb genoomen een'
water gegooten , waarop aanſtonds het vogt K een wei- Thermometer, gevuld met alcohol; wanneer bet vroor ,
nig naar boven ſprong ; deeze ſprong werd ligt onderſchei- ftak ik hem inwatervan 72 graaden warmte , hierop zak
den van het volgende rijzen van het vogt in depijp . De te de ſpiritus in de pijp eene linie ; wanneer het water
opſpringing geſchiedde, omdathet glas A CB zich uit. IIo graaden warm was , zakte het vogt in de pijp een en
zettende bet vogt, tusſchen A EFB benooten , perſte, een cweede linie , als het 132 graaden warm was , zakte
waardoor het rijzen moest in de pijp KD ; de volgende het vogi 3 linien: Hieruit weet ik , dat wanneer deeze
rijzing kwam van de warmte door het glas A CB in de Thermometer in een' warme lucht of vogthangende ,tot op
vogtigheid gaande, en die uitzettende. 72 graaden geklommen is, dat ik dan het zelve vogtbe
Naderhand is in de bolte A CB koud water gegooten ; grijpen moet op 73 graaden te ſtaan , dewijl het aldaar
hierdoor is het vogt in de pijp bij K niet gereezen , maar zou ſtaan , indien het glas door de warmte niet wijder
aanſtonds en zeer ſchielijk een weinig gezakt; daarna lang. was geworden ; indien dan het vogt in den Thermometer
zaamer; het geen kwam, omdat door de koude het glas mogt geklommen zijn tot 200 graaden , moet men hec bé
A CB inkrimpende, de inwendige ruimte tusſchen A EF grijpen op 203 graaden te ſtaan.
B , en A C B grooter werd , waardoor hetvogt , door de THERMOSCOOP, is de naam van een Werktuig 't
lucbt in de pijp K D geperst , uit K in deeze grooter hol. welk de verandering aanwijst die in de lucht voorvalt,
ligheid moest gaan , en dus zakken in de pijp ; maarwan. ten aanzien van de koude en warmte.
neer het water over A en B overliep , en dus langs de zij. Het woord Thermoscoop word doorgaans met dat van
de A Een BF , rees het vogt bij K eerst een weinig, daar. Thelescoop verward ; daar is echter eenige onderſcheid in
na daalde het , want toenkromp het geheele glas A EF de letterlijke betekenis van het een en 't ander. Het eer
BC in , en perſte derhalve bet jogt hooger op dan tot ſte betekend een Werktuig ,'t welk de veranderingen van
K. In tegendeel, wanneer men warm water in de holte bitte en koude doet zien en voor de oogen vertoond , het
A CB goot, rees het voge bij Kwat ſchielijk naar boven ; is gevormd van het griekſche Bepun, hitte , en van OKOTT ,
maar zo rasdit water overliep, zakte het vogt bij K ſchie. ikzie; in plaats dat hettweede een Werktuig is om die ver
lijk , en rees daarna wederoin. Dit eerſte rijzen hebben
wijgezegd te koomen door het uitzetten van het boven. veranderingen te meeten , en dathet gevormd is van Deg
fte glas X CB , verminderende de inwendige holligheid uss , kitte, en van hetpelv ,meeten ; zo dat deeze naams
des bals , maar 20 ras het warme water overloopt,doet oorſprong volgende, den Thermometer een paaukeuriger
bet het glas AEPB uitzetten , en dusdeinwendigehole en volkoomener Tbermoskoop is alsde gemeene Thermosa
ligheid des bals grooter worden , waardoor het vogt uit coopen ; en dewijl wij die omſtandig hebben beſchreeven ,
&wederom zakken moet, om deeze wijder holligheid te wijzen wijonze Lezers na het artijkel Thermometer.
* vervullen ; maar zo ras het glas door de warmte is uit. THESES , is een latijnsch woord , ' t welk betekend,
gezet, dringt de warmte ook in hetvogt, en deeze hier een voorſtel ſtrijdig met de algemeen aangenomene be
doorwordende uitgezet , rijst boven K. DeHeer Leut. grippen , 't welk mec ſtelt met inzigt, om het te ver
man heeft met andere zoorten van proeven dit nog ver. dedigen, indien hetaangetast word. Ook verſtaat men
der bevestigd. Comment. Petropol. tom . IV. door dit woord een vervolg van het zij Wiskundige,
Wanneer mendan naauwkeurig op deeze uitzettingen Godgeleerde, Rechtgeleerde enz. voorſtellingen ofpro
zo vanvogten alsvan het glasagenaat, ziet men klaar , poſitien , waarvan men zichverbind opentlijk de waar
dat de rijzende vloeiſtoffen in de pijpen der Thermometers heid te betoogen. Ook word de naam van Theſes aan
- alleen de grooter uitzetting der vloeiſtoffen boven die van de gedrukte bladen gegeeven , waar op die voorſtellin.
het glas te kennen geeven ; en dat dus de daalingen der genTHEUNIS
worden gevonden .
vloeiſtoffen baare grooter inkrimping boven die van het -BLOEM ; St. Anthonie Bloem ; Studenten .
glas betekenen . Om dan in de Thermometers dewaare Roos ; eigentlijk Tunis Bloem , om dat zegt J.W.Wein.
uitzetting, en inkrimping der vloeiſtoffen boven die van MANN, die Plant uit Africa tot ons is gebragt, doer
bet glas te ontdekken , moet men , wanneer het vriest , Keizer Karel de Ve, bij Tunis de zege behaalt had ;
zijnen Thermometer op de koude van vorst in de lucht bren: in't latijn draagt dezelve den naam van Tagetes.
gen , en in een' pot warm water gieten , wiens warmte Kenmerken . De Bloem is geſtraald , uit verſcheidene
men net meeten moet met eenen anderen Thermometer ; Pijpbloemtjes beſtaande , die vlak zijn en in verſcheide
dat lette men , waar de vloeiſtof in den kouden Thermo verdeelingen geſneeden ; dog de Schijf of Bloein beſtaat
meter ſtaat, en men dompele ſchielijk den bolof cijlinder uit halve Pijpbloemetjes , die op de Vrugtbeginzels
- zo diep in dit warm water, alsde vloeiſtof in de pijp hoog
ſtaan. De Bloemkelk beſtaat uit een blad, is pijpagtig
ſtond, dan zakt aanſtonds de vloeiſtof in depijp door de en beſluit de Vrugtbeginzels , die laderhand hoekige
verwijding van het glas , men tekene ten eerſten aan, hoe
Zaadjes worden , met een blad op dentop van elk.
veel het gezakt is; wanneer daarna de Thermometer uit dit Zoorten . De Heer Miller heeft wel dertien zoorten
water genoomen , en wederom even koud als te vooren van dit uitlandsch Kruidgewas, dog dewijl daar veele on
is , dompele men hem in warmer water , wieds warmte der zijn , die maar zeer weinig de een van d'ander ver
men eerst ook meet , dan zal het vogt in de Thermome. ſchillen , zullen wij ons tot de volgenden , als wel de
ter pijp aanſtonds meer daalen dan te vooren ; wanneer voornaamſten zijnde, en die bij ons 't meest gekweekt
men op dezelve manier dit herhaalt in water van verſchei. worden , bepaalen.
1. Groot.
. TH . THI. THE THO. TR. THU : 3651
1. Grootfe regtopgroeijende Theunis -Bloem met groote THITHIJMALUS , zie WOLFSMELK .
dubbele Pioemen ; Tagetes maximus re & us, flore maxi. · THLASPI , zie KERSSE ( BOERE . ) pag. 1482.
mo muitiplicato. Bauhin . Hift. 3. P. 100. THLASPI BISCUTATUM , zie KERSSE (BOE .
2. Kleine of gemeene Theunis. Bloer met enkele Bloe . RE.)pag . 1483.
men ; Tanacetum africarum majus, fimplici flore. BAUH. THLASPIDIUM , zie KERSSE (BOERE-).
Pin . 133.; Carijophijllus indicus. Cam . Epit. 406. ; ( Ta . THOMAS-BOOM ; St. Thomas- Boom ; Bauhinia va
getes caule fimplici ere&to , pedunculis nudis unifloris. riegata ; Arbor St. Thomæ five Affitra. Zanon. Hift.
LINN, Spec . Plant.) 26.; (BAUHINTA foliis cordatis , lobis adunatis obtufis.
3. Dubbele Theunis. Bloem ; Tagetes minor, flore fulvo Linn. Sijft. Nat.) Deeze Boom onder het geſlagt be.
maculato. Dill. Elth. 273.; ( Tagetes indicus minor, hoorende , dat de Heer Linnæus met de naam van
multiplicato flore. Tourner. Inšt. 488.) Bauhinia heeft beſtempelt , is onder die van St. Tho .
4. Grootſte regtopgroeijende Theunis-Bloem met zeer mas. Boom door P. HERMANNUS aan Sijën uit Ceijlon
groote dubbele Bloemen die oranjekoleurig zijn ; Tage. overgezonden. Hij gaf voor reden van die benaaming ,
tes maximus reäus , flore maximo multiplicato aurantii dat in de Bloemen zich bloedige ſtreepen ; welken het
coloris. Hier van is ook een verandering met zwavel Bijgeloof wilde uit het geplengte Bloed van den Apos.
koleurde Bloemen . tel Thomas voortgekoomen te zijn , vertoonde. Dee.
5. Middelfte Theunis.Bloem met dubbele geele Bloe. zen , nu , ſtelt men vast, op Malabar en Ceijlon ge
men ; Tagetes indicus flore luteo multiplicato. J. Bauh. predikt en aldaar ook den Marteldood ondergaan te
6. Theunis-Bloem met dubbele witte Bloemen ; Tau hebben.
getes multiflora , minutoflore albica ito. Dil. Elth. 374.; ZANONI geeft er een afbeelding van , hem noemen .
( Tagetes caule fimplici reato , pedunculis ſquamoſis multi: de Alitra of Boom van St. Thomas, it het arabisch Ke.
Horis. Linn. Spec. Plant.) thesnar genoemt. Hij oordeelt dat het den St. Thomas.
Plaatse Alle de zoorten van dit Kruidgewas , vind Boom van Acosta nietkan zijn. De eerſte Chovanna-Man.
men van zelfs groeijende te Mexiko , Chili, Peru , zom- daru van den Malabaarſen Kruidhof voert deezen naam .
12 mige Afrikaanſche kusten , enz. Her is een Boom van ruim twintig voeren hoog, mer den
Kweeking enz. Alle de zoorten van Theunis:Bloemen Stani ongevaar één voet dik, hebbende een uitgebreide
zijn éénjaarig, en moeten ieder voorjaar uit het zaad Kroon van dige Loof. De Bladen zijn rondagéig , aan
vermenigvuldigt worden , 't welk in maart in een maa- het end geſpleeten , weshalven er de Portugeezen den
tig warme Broeibak kan gezaait worden , en wanneer de naam van Geiten -Poot aan gegeeven hebben. De koleur
Planten zijn opgekoomen , moeten ze veel verſche*lucht is dof groen , van onderen blaauwagtig, en aan den rand
hebben ; want indien ze te veelaangezet worden , wor met een bleek groen koordje gezoomd. Uit het Steel.
den ze in 't vervolg zo fraaij niet. Omtrent drie daim tje komen vijf Ribben voort , die ter wederzijde van de
hoog zijnde , moeten ze in een nieuwe Broeibak ver- middelſte zich door het Blad uitſpreiden ; de Bloemen
plant worden , welke met hoepels kan overwulfd , en ſtaan op lange Steelen , die uit den wortel der Bladen
metmatten bedekt worden ; want deeze Planten zijn ſpruiten , zij hebben een ſterken roozengeur , en beſtaan
hard genoeg , om zonder glaſen gekweekt te worden. ieder uit vijf rondagtige Bladjes , meest naar de ééne
In 't begin van maij moet men ze hier uit neemen met zijde geplaatst , waar van het éénc grooter , breeder en
een kluit aarde aan de wortel van elke Plant , en ze ronder dan de overigen , die bijna roozenrood met ſtree .
het zij op de Rabatten van de Bloemtuin of wel in pot. pen in , overend ſtaat , hebbende eene paarsch en geel.
ten planten , om Pleinen enz. te vercieren , alwaar de bonte koleur. 't Getal der Meeldraadjes word gezegd
verſcheiden zoorten geſchakeerd ſtaande tusſchen ande vijf of zes , dog het zoude , volgens deeze Klasſe, tien
re Bloemgewasſen , eene aangenaame verſcheidenheid moeten zijn. De Kelk die éénbladig is , omgord de Bloem
voor het oog opleveren. aan de zijde van het openſtaande Blaadje. Daar volgen
Men moet zorg draagen , om alleen van die zoorten Scheeden op , die ongevaar zeven ofagt duimen lang en
Zaad te winnen , welker Bloemen zeer dubbeld zijn , zeer plat zijn , bevattende platte langwerpige ronde Boo .
uit welke altijd zeer veele dubbele Bloemen voort. nen , die donker rood zijn , elk in zijn eigen Hokje zic.
koomen , tende , met een klein Naveltje aan de Rug der Peulen
Deeze Planten hebben een ſterke onaangenaame reuk , gehegt. Het geheele jaar bloeitdeeze Boom , en meest
inzonderheid wanneer ze gehandelt worden , om welké in de regentijd ; zijn Bloemen , met ſuiker gekookt,
reden ze bij veelec niet zeer geagt zijn , om digt bij ſtrekken tot een zagt laxeermiddel.
Huizen te planten. Alle de zoorten beginnen in maij te THONIJN , zie MAKREELEN . m. III. p. 1944 .
bloeijen , en blijven tot in het laatst van het jaar bloei. THORACICA, dit woord heeft tweederlei betekenis.
jen , tot dat de vorst haare bloeijing belet, waarom ze fen , als 1. nocint men dusdanig de Bloedvaten, wel.
en teffens om de weinige moeite die haare kweeking ver• ke naar de Borst loopen ; en ten 2. de Geneesmiddelen
eischt , in veele tuinen plaats hebben gekreegen. welke tegens de Borstziekten gebruikt worden , zie ook
THỈN. Dusdanig noemden de onde Arabiſche Ge. BECHICA .
neesheeren alle zoorten van Aardens of Boluisſen , die in : THORAX , is de latijnſche naam van de Borst, wor
degeneeskunde gebruikt wierden . Ingevolge hier van , dende gemeenlijk die gantſche ruimte dusdanig genoemt,
word de Armeniſche Bolus van Galenus , door Avi . welke de waare Ribben met het Borstbeen omſuit; ook
CENNA , Thin armeni genoemt ; hier van ook betekend word aan het zelve wel den naam van middelſte hollig .
het woord Muthin , al wat aardagtig is , en eenigzins beid van den Middebuik gegeeven , waar in de Long met
met den aart der Medicinaale Bolusfen overeenkoinst het Hartgelegenis.
heeft. THOUAR ON ,zie STERNEN , n. I. pag. 3545.
THITHIJMALOIDES, zie WOLFSMELK (BAS- THROCHISCUS, zie ARTISCUS.
TERD .) THUNIS -BLOEM , zie THEUNIS.BLOEM .
THU .
3657 THO. THIJ. THIJ.
THUNNUS, zie MAKREELEN , . III. p . 1944. agtige plaatzen , en veeltijds in zodanige menigte te
THURINGSCHE HEEMST , zie HEEMST , th. 3. zaainen , als bij ons de gemeene heide. De tweede zoort
pag . 1016 . groeit in Kandia , Griekenland , enz. De derde zoort,
THURNKOENIG , zie KWIKSTAARTEN , no die de naam van Citroen.Q uendel draagt , om dat ze een 1
XXIX. pag . 1705. ſterke Citroen- reuk heeft, vind men veelvuldig in Hoogo
THUS , zie WIEROOK. duitschland , Oostenrijk , Hongarijen , Frankrijk en el. I

THUIJA , zie BOOM des LEVENS. ders .


THIJITES, dusdanig noemt DroSCORIDEs een vaſte Kweeking. De eerſte soort'woord door (cheuring, of
ineengepakte aarde , die in Egijpten wierd gevonden , wel door zaaijing vað het zaad voortgekweekt , 't wells
de hardheid van een Steen had, en waar van men hoog in het voorjaar geſchied , in de gewoonlijke zaaij- en
opgeeft tot geneezing van veelerlei oogziektens. Door planttijd , in maart of april. Men plant de ſcheuten
derzelver deugden ſchijnt het dat deeze aarde vitriolisch of jongePlanten op vijfa zes duim diftantie, of tot boorde
koste zijn. Zommigen hebben gedagt, dat DioSCORI. zels rondsom bedden en elders , even eens als de Palm ,
Des met deczen naam de Turkois heeft willen beteke. a! waar ze drie a vier jaaren kan blijven ſtaan ; maakende
nen ; anderen zijn van begrijp geweest , dat het een geen onaangenaam gezigt, dewijl ze klein blijft , en
groenagtig marmer was. Wort in zijnSchatkamer der als Palm geknipt kan worden , 't geen in maij moet ge
Geneeskunde enz. zegt, dar de Thijites een barde groen ſchieden .
agtige Steen is , die naar den Jaspis gelijkt, en , als Detweedezoort word ook door ſcheuring als mede door
het fijn gewreeven word , een melkagtig ſcherp en ſteeking voortgeteelt ; dog deezeplant men gemeenlijk in
bijtend ſap uitgeeft, groeijende in Moorenland. Hij poiten om ze s' winters in huis te bewaaren , dewijl ze
voegt er bij , dat het zelve een zuiverende en afvagen geen de minſte vorst kan verdraagen en dus lang zo hard
de kragt heeft ,en dat inen eertijds gewoon was , Vij. niet zijn als de andere zoorten; ook moet men ze ſomers
, de geneesmid- een luchtige en warme ſtandplaats geeven .
lels uit deezen Steen te vervaardigen om
delen in te ſtampen. De derde soort wordzeer gemakkelijk door ſcheuring
THIJM , in'c latijn Thijmus dusdanig genoemt van voortgezet , en kruipt ſterk voort. Men plant dezelve
BUG , reuk , om dat het een buitengemeen welruiken . op bedden bij Bosjes, op 5 a 6 duimen afſtand, of iets
de Plant is ; of wel van Juu , moed , om dat ze wijder .
dienſtig is de geesten op te wekken . Deeze Plant draagt Alle de zoorten beminnen een goede , losſe , liefst wat
genoegzaam in alle europiaanſche ſpraaken dezelfde zandagtige grond en een open ſonnige plaats.
Daam , Van de eerfte zoort inijd inen in de fomer gemeenlijk 2

Kenmerken.' Ze heeft een Lipbloem uit één blad be. het bovenſte weeke kruid afom te droogen , om dusvoor
(taande , wiens bovenſte Lip in drie deelen is verdeelt. het keuken- of medicinaal gebruik te bewaaren.
Uit den Bloemkelk komt het Stijltje voort , van vier Het zaad van de eerſte zoort word ligtelijk van zoda
vrugtbeginzels verzelt, die naderhand even veel Zaad . nige Planten gewonnen, die men niet heeft afgeſneden ;
jes worden , in een Dop beſloten die te vooren de Bloem . men zamelt het zelve in voor dat het door al te ſterke
kelk was. Bij deeze Kenmerken kan men nog voegen , rijpheid er van zelven uitvalt. Het zaad van de tweede
dat de Plant harde houtige Stengen heeft, en Bloemen 3000rt word hier te lande piet rijp , ten waare men de.
die in kopjes groeijen . zelve in een bak agter glaſen cu tiveert. Van de derde
Zoorten . Hoofdzaakelijk worden maar drie zoorten zourt wint men zelden zaad, dewijl ze overvloedig door
van dit Kruidgewas in de Tuinen gekweekt, zijnde de fcheuring kan vermeerdert worden.
navolgenden. Gebruik. De eerſte zoort is zo wel groen als gedroogd ,
1. Gemeene Thijm met ſınalle en brede Bladen ; Thij- van zeer veelgebruik in de keuken , om aan allerleij
mus vulgaris folio tenuiore & latiore. BAUH. Pin. 219. ; ſauzen , ſoepen , vleesch , worſten , en andere dingen ,
Thijmum durius Dop. Pempt. 267 ; Thijmum vulgare rigi een aangenaame geur te geeven , ook is dezelve nietmin
dius folio cinereo . J. Bauh. 3. 203. ;( Thijmus ereaus, fon der gezond en nuttig in de medecijnen.
De tweede soort, die men voor de opregte Thijm der
liis revolutis ovatis , floribus verticillato -fpicatis. LINN. Ouden
Spec. Plant.) . Hier van is ook nog een medezoort met houd , is nog veel geuriger en kragtiger , dog
fraaije wit bonte bladen. word wegens zijne cederheid hier te lande weinig ges
2. Kondiſche Thijm met dikke Bloeihoofdet ; Thij vonden , dan bij de Liefhebbers van vreemde gewas.
ſen .
mum Cephaloton. DoD.; Thijmum creticum five antiquo De derde soort of Citroen -Quendel, word weinig ans
rum ; Tragoriganum diâamni capite , hispanicum . BARR.
787. Boccon. Muſ; 2. p. 50. Thijmus luſitanicus cepha. ders dan in Kruidwijnen gebruikt, om daar aan niet al
lotos , Squamis capitulorum amplioribus. Tournef . Inſt. leen een aangenaame citroengeur te geeven , maar is
196 : ( Thijmus capitulis imbricatismagnis, brattisovatis, daar te boven ook zeer dienftig voor hoofdpijn ,draai.
foliis lanceolatis. Linn. Spec. Plant. ) jingen des hoofds, verkoudheid enz .
3. Wilde Thijm doorgaans Citroen - Quendel genoemt; De reden waarom dat de Honing die in Povence , Lan.
Serpijllum vulgare. Dop . Pempt.; Serpijllum foliis citrio guedocq enz. , valt , veel geuriger en aargenaamer ja ook
dore. BAUH. Pin. 220.; Thijmus repens foliis planis, flo. gezonder is als die hier te lande word geazt, is , omdat
ribus verticillato.fpicatis. Roij. Lugdb. 325.; ( Thijmus aldaar zeer veel Thijm en andere welruikende en gezon.
floribus capitatis, caulibus repentibus, foliis planis obtuls
de kruiden ,alsroosmarijn , lavendel, enz. in 't wild groei.
baſ ciliatis. Linn. Spec. Plant.) Zommige Liefhebbers jen , uit welkers bloemen de Bijen de Honing vergaderen ,
kweeken bier van een medezoort met fraaije witbonte in plaats dat ze die bier te lande , meest uit de Heidebloe
Bladen . men moeten zoeken.
Plaats. De eerſte zoort groeit in Provence, Langue. • THIJMELAEA , zie VIJFVINGERKRUID .
docg , Italien , Spanjen , enz. op rouwe berg- en ſteer. THIJMIANA , zie CASCARILLE . THIJ:
THIJ. TIB. TIE. TIG. TIL. TIM. TIN. TIN . 3653
THIJMNUS , zie THIM. ! Zo men een gedeelte Tin op een potſcharf legt , in't
THIJMNUS SILVESTRIS , zie KWENDEL. brandpunt van een groot Brandglas, geeft het van zich
THIJM (WILDE-), doorgaans Citroen - Quendel ge. eene dikke , zeer overvloedige en even als draadagtige
poemt , zie THIJM , n . 3. pag. 3652. rook , en verandert in eene witte , ligte , zeer fijne Kalk ,
THIJNNUS, zieMAKRELLEN , n. III. pag. 1944. die korten tijd daar na door de geweldige hitte der Son
THIJROIDEA GLANDULA , dus word de groot- overgaat in zeer kleine kristallijne en haairige draaden.
fte Klier aan het hoofd der Luchtpijp genoemt , heb . Deeze kristalagtige zelfſtandigheid (melt niet meer , 20
bende haare bijzondere Vaten , Slagaderen en Aderen; men ze niet mengt met een zwarte ſtof, of met fijn ge .
zij legt zo digt aan de Arteria aſpera, dat ongetwijfelt wreeven houtskool, als dan gaat zij zeer ſchielijk we.
haar ſap , gelijk Walther hetheeft opgemerkt, in de der tot Tin over.
Luchtpijp loopt om dezelve te bevogtigen. Het vijlzel van Tin op de vlam van een kaars gewor
THIJSSELINUM , zie EPPE ( WILDL-) . pen , maakt ze blaauw, en geeft een rook van zich ,
TIBURO , zie HAAIJEN , 11. VI. pag. 992 . welke de reuk van zwavel heeft , en min of meer na
TJENNEN. Ten platten lande in Friesland, verſtaat knooflook ruikt. Wanneer men Tin met Salpeter in een
men door Tjennen , het Botermaaken of Karnen. kroes ſmelt , ſmelt het een weinig ; waar uit biijkt, dat
· TIERCELET , zie SPERWER . dit Metaal zamengeſteld is uit zekere kristalagtige aar.
TJERK , zie SNEPPEN , 1. VIII. pag. 3415. de , die alleen zijnde zeer bekwaamlijk (melt , en een
TIGRIS , zie TIJGER . zwavelagtig vlamvatbaar beginzel, waar bij misſchien een
TILIA , zie LINDEBOOM . weinig ſal arſenicale gemengt is.
TIMMERHOUT , zie HOUTGEWAS. Het Tir word behalven in onderſcheide Vogten , ook
TIMPJES , zie GEBAK , pag. 801 . door Sterkwater ontbonden ; insgelijks in Koningswater ,
TIN. Dit Metaal het welk ongetwijffelt 't Plum. 't welk anders zo zeer geen ſcheijvogt is voor wita
brum albım van Plinius is , word in 't grieksch genoemt , te Metaalen . Meestal vereicht een once Tin anderhalf
Karniepov ; in 't arabisch , Alanoc of Alaſeruh; in 't la. once Koningswater. De ſolutie in Koningswater word
tijn , Stannum ; in 't fransch, Etain ; en door de Scheij. door bijvoeging van zuiverwater tot een witte Kalk ge.
1 konſtenaars, fupiter, præcipiteert; deeze Kalk laat zich weder gemakkelijkin
Het Tin heeft een witte koleur , naast aan die van zuure Scheijvogten oplosſen .
: 't Zilver, en niet zo blauwagtig als Loot. De witte ko.
leur van het Tin , kan door bijſmelting van regulus an. Over de Plaatzen daar het Tin word gevonden , als mede
timonii of ſchuuren met zeer fijn gewreevene puimſteen, over de verſcheiden 200rten van Tin -Ertz.
zeer veel opgeheldert , en bijna met die van het Žilver Men vind het Tin niet zo algemeen dan veele ande.
gelijk gemaakt worden. re Metaalen ; ten minſten zo menciu verſcheidene plaar
Hec Tin is 't ligtſte van alle ſmeedbaare Metaalen ; zen aantreft , is 'c meest al niet in dien ſtaat, om gemak
zijnde tot water als i tot 7 ; derzelver ſpecifijque zwaar. kelijk uitgeſmolten te kunnen worden ; en zo zulks al
te met het Goud is eer weinig meer als 3 tot 8. Daar geſchied , is’t niet in alle opzigten bruikbaar ; om deeze
zijn zelfs brooſe Metaalen welkezwaarder zijn dan Tin; reden worden veele Tin -ertzen nict verbezigt.
. oni deeze reden zijn veele van gedagten geweest, dat Het meeste en beste Tin word ons 'uit Engeland toe .
het poreus en minder digt was ; daar zijn zelfs Tin -Ert . gezonden , en aldaar 't veelvuldigst in de Provintie Corn .
zen welke zwaarder zijn dan Tin zelfs. wal en omgelene plaatzen gevonden. Hierom denkt Bo
Het Tin is zagt , bugzaam en ſıneedbaar; in deezen niet CHART , dat Brittannia dus uit hoofde van de overvloed
veel van Loot verſchillende. Geboogen wordende kraakt van Tin genoemtzij ; en wel van de Phæniciers , welke in
het eenigzints , verſtrekkende zulks tot een van derzel . hunne reistochten dat Koningrijk aandoende , 't zelve Ba.
!
yer kenmerken. Ook kan het zelve tot eer maatige ratanac, dat in de Phæniciaanſche Taal Regio Stanni of
. langte uitgeſmeed worden , dog krijgt ras ſcheurtjes . een Koningrijk van Tin betekend , genoemd hebben. Dat
Het Tin maakt alle de Metaalen broos ;eene wonderlij. deezegisſing niet onwaarſchijnelijk is , blijkt, om datde
ke eigenſchap waarlijk ! daar 't zelfzo buigzaam is . Deeze ten zuid -westen van Engeland gelegene Eilanden Scillii,
eigenſchap is echter van nut, om andere Metaalen daar door de Grieken Caliterides, dat zo veel als een var. Tirs
Goor meer veerkragtig en klinkender te maaken . Een overvloeijend Land, betekend , genoemt zijn . PLINIE
klein andere
gedeelteMetaalen
Tin is in br
ſtaat omte , maaken
even als;
het us de Natuurkundige zegt , dat MIDARITUs de eerſte
veel loot,bezit
ja zelfs zeer is geweest , die Tin uit de Cafliteridiſche Eilanden heeft
derzelver damp dit vermoogen. Het hegt zich ook zeer gebragt. Oostindien levert ook Tin , en voornamelijk
gemakkelijk aan alle andere Metaalen vast ; om om die Malakka ; zulks is echter zeer verſchillende van 't En.
reden beſineert men er het koopere vaatwerk en debla . gelſche, en wel zodanig , dat die beide niet gemaklijk
den ijzer mede, om het roest voor te koomen. Het onder malkanderen kunnen geſmolten worden. In Bo
dringt innerlijk in dezelve , en maakt ze veel harderen heemen en Saxen zijn ook eenige Tingroeven.
breekbaarder , en men kan het de
er niet dan met veelhet
moei. Schoon er in de Mijnen geen Tin word gevonden ,
te van afſcheiden . Waaroin Metaalſcheiders ook dat zijn waare koleur heeft, word het echter zuiver
den Duivel der Metaclen noemen . gevonden door de ſmelting van eenige kleine Steentjes ,
Het Tin ſmelt even als Loot , op een zage vuur. Wan . dan eens zwart , dan eens geel , wit en zomtijds door
neer het ſchielijk en op een ſterk vuur word geſmolten, ſchijnend , maar zeer zeldzaam . Al zeer dikwils word
ontſtaat erzeer ſchieijk een vliesje op deszelfs oppervlak hetonz ver gevonden , en zomtijds vermengt met een
te , zijnde dit niets anders dan totKalk gebrande Tin. zeer witte Steen , doorſneeden met ſtreepen van eene
zilvere koleur , en zomtijds gemengt met zwarte Steen ..
hethet
koomt
Dus dat
om weinig ſmelting bijna met
in de ſtandvastigheid Loot
bezit overeen
, door het, De Steen daar het vast aan zit, is te met zeer week en
wrijfbaar , en op eenen anderen tijd weer zo hard , dat
ſchielijk ſmelten en verlieſen van deszelfs phlogiston. PPP MER
VI Deere
3654 TIN . PIN .

men zich van het vuur bedienen poet om ze te bree. gezuiverd zijnde , word methoutskool vermengt, in 'tfor
ken . nuis geworpen ; men maakt een vrij hevig vuur , door
Voor zo veelmij bekend is , verſchaft de natuur geen middel van blaasbalgen, en de ſtof ſmelt, zich verzamelen
rolmaakt Tin , ſchoon eenigen zulks wel geſchreeven de op den bodem van't fornuis , alwaar de Gieters, de
hebben. Ook zege de Heer Bucquet in zijn introduc- deur open gedaan hebbende , het Metaal doen loopen in
rion a l'etude des Corps naturels. 2 vol. in 12. de l'année eenige vormen van zand , alwaar hetgroote masſa's maakt.
2771. dat alle de Mineralogisten tot heden toe ontken. Het bovenſte gedeelte van die Tin -inasſa is zo week en
nen , dat men immer Stannuin ratiyum of zuiver Tin buigzaam , dat het op zich zelfs niet bewerkt kan wor
heeft gevonden, Onder den ſtaat van Ertz koomt het den zonderer Koper onder te vermengen , te weeten het
C

voor. gewigt van drie ponden op het honderd ponden Tin ; bij
1. In de gedaante van Kristallen , ook wel Tin -Steentjes het iniddenſte van de inasſa word maar twee pond Koper
genoemt; Stannum ferro & arſenico mineraliſatum , mi gedaan ; dog het alleronderſte is zo breek en onhandel
nera cbrijſtalliſatione poliedra , WALLERLI ;. Jeas Stannum baar , dat men verpligtis agttien ponden Loot te doen bij
tesſeris criſtallinis, Linnæi. Dezelve zijn zwart van honderd van deeze Stof, en dit dus van het allerflegtite
koleur, veelbockig, klinkende , witagtig ; bezitten veel Tin oplevert.
Arſenicum ; zijn zeer verſchillende in grootte , zomwij . Het Tin't welk ons uit Engeland word gebragt , heeft
len zo klein als greintjes , welke. oin die rede Grein. verſchillende gedaantens . Het een is aan Staaven of
Ertz genoemt worden. Dit zoort van Erta bevat best Baaren , het andere aan Blokken die Saumons genoemd
Tin worden , en eindelijk bekoomt men er ook aan lange
2. Granaat.Ertz ,dusdanig naderzelver uiterlijke ge. dubne Plaaten, die de naam van roeden of Verges draa.
daante genoemt; Crijſtalli aurii & minerales Stanni, Wal- gen. De Staaven weegen doorgaans van drie tot 35 pon
LERII . De koleur bier van is hoog geel of purperver . den; de Blokken van 250.tot omtrentBlokken
400 ponden , en
wig ; en die Ertz geeft , dog door eene bijzondere hande de Plaaten circa een half pond. De zijn van
greep, best Tin . Men vind het nu en dan ook in Swee. een vierkantige gedaante, lang en dik ,als een Metſelaars.
den . kalkbak dog die geheel vol is. De Staven bebben de
3 Zwitter.Eriz ;. Stannum ferro & arſenico minera. eigenfte gedaante , en de Plaaten zijn imal en dun.
lifatum minera irregulari crijſtallis mineralibus Stanni mi- Uit de ſpaanſche bezittingen in de Indien , word ook
nimis, ac inpide compoſita , WALLERIT;ſeu Stannum gra. een zoort van Tin gebragt, dat zeer zagt is , aan platte
nis cnijſallinis aggregatis, Linnæi. Dit is een onzuiver Blokken van 120 tot 130 ponden. Ook word er uit 't
Eitz. dat in zom mige contreijen van Duitschland word Rijk van Siain Tin gebragt, in de form van Staaven. Het
gevonden ; uitwendig gelijkt het na ijzer-Ertz ; als zijnde Duitſche Tin dat over Hamburg koomt is aan Blokken
bruin , toodagtig , of donker. Zomwijlen vind men er ook van 200 tot 250 ponden , of wel aan kleine Slaven van
wel een weinig ijzer onder. 8 of 10 pond, welke degedaante van tichelſteenen heb .
4.Wit Zin Entz,dit is veel zeldzaamer dan een der voor- ben . Het Duitſche Tin word voor het minſte geagt ,
gaanden. Uit hoofde van deszelfs uitwendige overeenkomst omdat het rede gebruikt is tot vertioning van 'ijzer.
met Spath , noemt men denzelven Spathum ſtanniferum of blik..
.
Tin Spath : Crijſtalli minerales Stanni albeſcentes, WAL:
L.BRL ; ſeu Stannum ſpatheſum fubdiaphanum album , LIN Nut en Gebruik van het Tin .
NÆL: Het zelve is eenigzicts vectig in 't aanraaken , en Dit Metaal is van cen zeer uitgeſtrek : nut en gebruik
2wartaguig van holeur .. in het huishoudelijke. Onze Schotels , Borden , Kom .
Behaiven de opgenoemde Tin -Ertzen , vind men nog men, Kannen , Kandelaars , Trekpotten ,enz.die wij dage.
wel eenige andere zoorten , dog arm -enzeerweerbarſtig, lijks gebruiken , zijn er meest van vervaardigi; en een wel
uid oorzaake van de menigte Arſenicum -die er mede is ver. opgevulde Glaſekas net fraaij bewerkt en glad geſchuurt
mengi; derhalven worden dezelve meestal verworpen . Tinwerk van allerleij zoort, behoort bij veele Vrouw .
Het gebeurt nogtbans wel, datmen er het Arjenicum uit- tjes , ook al onder den opſchik die in een geregelt buis
haalt , gelijk zomtijds bij Meisſen geſchied: vereischt word .
Tenaanzien van de Tin - Ertzen kan men het volgende Van hoe veel nut is het Tin niet tot ' t overtrekken van
aanmerken . onze kopere Vaten , die door dat middel veilig kunnen
K. Dat dezelve door het Arſenicum tot den ſtaat van gebruikt worden , daar ze anderzints allergevaarlijkst zijn
Enz gebragt worden. - 2. Dat de Tin - Ettz zelden zo om er Spijſen in te vervaardigen !
veele ongelijkzoortige metaaldeelen bezit , dan wel an . Het Tin word door de Spiegelmaakers gebruikt , tot
dere Ertzen. - 3. Dat die ongelijkzoortige deelen 't danne bladen geſlagen zijnde, om hunneSpiegelglaſen
Ein weerbarſtiger maaken ten aanzien der uitſmelting, van agter mede te overdekken, door middel van Kwik
dan zij wel andere Metaalen doen. En even dit is de zilver , dat de hoedanigheid heeft om het er op vast
reden , dat Engeland , alwaar de zuiverſte Tin - Ertzen ge. te doen houden .
vonden worden , zo veel van dit Metaal uitlevert. Het Tin in eenig ſcheivogt ontbonden , is een dienftig
Zie hier hoedanig men gewoon is , in de Provincie van middel , oin te ontdekken of er Goud in cenige ſtoffe
Cornwal, het Tin wit zijn Ertz te krijgen. zit dan niet , want iets van zulke eene met Goud bezwan .
Men ſcheid het Erez van de nuttelooſe Steen , ſtampt gerde Stoffe, zal aanfonds aan de ontbinding een purpere
het in ijzeren inontiers , die geduurig met water bevogtigd koleur mededeelen.
worden ; 20 dal de aarddeelen telkens worden weggeno : Ook is het Tin van een allergrootst nut voor de
wen , en de metaaldeelen , die zwaarder zijn , naar den Scharlakenyervers. De conchenilje.tinatuur met ſterkwa .
grond van 't water zinken. Hetit .f dat nog te grof is , ter, zoude te ſcherp en bijtende zijn voor de Stoffe ; der.
word gedroogd, men verbrijſel het, tusichen wrijfteenen halven verzagten zij de ſcherpe punten van het ſterkwa.
63. wasche her.. Het metaaldan van alle vreemde aarde ter , daer bijvoeging van Tir , waar door 't lcbeijvogt
min .
TIN . TIN. 3055

ainder bijtend word , zonder de fraaije koleur te bena. maakt, en vijf oncen olie van vitriool;: doet het in een
deelen . glas met een wijden hals in eene zandhitte , en verſterk
Wanneer men eene ontbinding van Tin in eene ont. hec vuur tot dat het kookt en uitdampt ,en de ſtoffe bij.
binding die rijkelijk van Goud is voorzien , mengt , en er na droog overblijft. Neem als dan het vat van 't vuur ;
als dan een genoegzaame hoeveelheid zuiver water bij. en doet er als de Stoffe geſtremd is , eene gevoeglijke
voegt , bekoomt men een purperkoleurige ſtof , die na de hoeveelheid water bij , het welk van een maatige bitte
grond zinkt, en welke het purper van Calius word ge. verzeld zijnde , bijna alle de Stoffe zal ontbinden, klens
poemt. Deeze Stoffe word gebruikt om op email en deeze ontbinding , en zet ze na behoorlijk uitgedampite
porcelein te ſchilderen . Zie ook hier over het artij. hebben , te krijſtalliſeeren.
del GOUD , pog. 911. Of , neemt Kalk yan Tin op de bovenſtaande wijze be.
Het Tin word zelden gebruikt om inteneemen. Zom • reid , een pond ; en gedistilleerde azijn , een mengelen ;
migen prijzen desſelfs kragten tegen de ziektens van de laat het zaamen trekken , de Stoffe nu en dan eens van
Lijfinoeder en Long. Men ſchrijft het vijizel van een den bodem afroerende , tot dat de azijn een wrange en
fcrupel tot een drachma voor , geduurende veele dagen teffens zoetagtige ſmaak heeft gekreegen; dampt het vogt
agtereen ingenomen . tot de dikte van fijroop uit , en doet er dan omtrent een
Nu laaten wij de de voornaamſte bereidingen volgen twintigſte van desſelfs gewigt verbeterde of gerettificeer
die uit het Tin worden vervaardigt, met aanwijzing waar de wijngeest bij, en laat de hitte langzaam verminderen ,
toe dezelve dienſtig worden gehouden. op dat het zout krijftalliſeere.
De Krijſtallen die op deeze laatſte wijze verkreegen
Poeder van Tin . worden , zijn hard , vast, zonder koleur, doorſchijnend ,
Smelt zuiver Tin daar geen Koper nog Loot onder is , en van ſcherpheid ontbloot. Eertijds wierden dezelve
en giet het in een houten doos, die van binnnen met tot de gifte van weinige greinen aangepreezen , in Moe.
krijë is heftrooken ; ſchud dan de doos zo ſchielijk doen-
derziekten ; dog het is niet gebleeken , dat de ondervin
lijk heen en weer , zo zal een gedeelte van het Tin tot ding de kragten daar aan toegeſchreeven , heeft beve
poeder vallen . Het overblijfzel moet op nieuw geſmol ftigd. Ook zijn deeze zouten hedendaagsch ten eenemaa
ten worden , en op dezelfde wijze behandelt, tot dat al le vuiten practijk , en worden zeldzaam in de winkels
bet Metaal dus tot poeder gemaakt is. gehouden .
Decze bereiding agt men als een dienftig geneesmiddel Het poeder uit het Koningswater neergeploft , het zij
tegens de Wormen , inzonderheid de platte zoort; die door vlugge loogzouten, of wel door water alleen, word
maar al te dikwils de kragt van andere geneesmiddelen zomtijds als een Blanketzel gebezigt , onder den naan
te leur ſtellen. De algemeene gifte is van een ſcrupel van Magisterium van Tin .
tot een drachma , zonmigen bepaalen het tot weinige
4
greinen. Om Moſaisch Goud of Aureun Mujivum vit
Tin te bereiden .
Kalk van Tin . Neem zuiver Tin , een pond ; bloem van zwavel , .26
Smelt eenige hoeveelheid Tin in een overglaast aar. ven oncen ; ammoniak-sout en gezuivert kwiksilver , yan
den vat , en houd bet geitadig in beweeging met een ij. eks een half pond. Smelt het Tin afzonderlijk , doet
zeren ſpatel, tot dat het in Kalk valt. Wat de kragien er het Kwikzilver bij ,en maak dit mengzel , koud ge•
deezer Kalk betreft, zij ſchijnen van die der voorgaan worden zijnde , tot poeder; meng er dan zwavel en ammo.
de bereidinge niet veel te verſchillen . miak - zoul onder , en hef het op in een kolf ; als dan za
het mojaisch Goud , met eenig ſchuim onder de opgehe
Zout van Tin. vene ſtoffe op den bodem gevonden worden .
Neemt een pond van de voorgaande Kalk van Tin , Wanneer de Kolf na het eindigen der bewerking , ge
en vier oncen Koningswater , met zesinaal deszelfs hoe- brooken word , vind men het moſaisch Go:ld op den bo
veelheid zuiver water verdunt ; laat het twee dagen te dem ; en de opgeheven zelfſtandigheid boven dezelve ,
zaamen in een zandhitie trekken ; ſchud dan het vat , en beſtaat den deele uit ammonial-zout , ten deele uit zwan
giet het troebele vogt , na dat de zwaarſte deelen der vel , en ten deele uit een vermiljoen , dat uit de veree.
Kalk bezonken zijn , af ; en dampt het uit tot dat bijna niging van een gedeelte van de zwavel en kwikzilver ont
droog is; de verdere uitdrooging van de ſtoffe, moetmet ſtaat. Het moſaisch Goud , word bevonden zwaarder le
vloeipapier geſchieden. Giet op de overblijvende Kalk zijn dan het T'ir, dat er toe gebezigt is ; dog zuiver Tin,
half zo veel van het ontbindvogt , als in,'t eerst ge- op zich zelfs alleen tot Kalk gebrand wordende, wint
bruikt was , en gaatop dezelfde wijze voort,als te vooren. zeer nabij zo veel , als het in deeze bewerking doet.
Of, laat geſmolten Tin met (malle ſtraalen in een vat Waarſchijnlijk is de goudkoleur, aan een klein gedeelte
met koud water gegooten worden , op dat het tot korls gwavel aan het Tin gehegt, toe te ſchrijven . Wanneer
worde gebragt. Laat deezen bij weinigjes , als bij een men het mofaisch'Goud op een zagt vuur roost , rookt
korl te gelijk , in Koningswater druipen, op dat de ont . het een weinig, en verwisſelt zeer ſchielijk zijne goud.
binding langzaam geſchiede , zonder opbruifchinge of ont. koleur in een vuile , niet orgelijk aan die van Tin, dat
Jasting van dampen. Wanneer het vogt niet meer op het ligtelijk gecalcineert is ; als het dan vermengt word met
Metaal werkt , giet de ontbinding dan af, en dampt ze eenig bekwaam (meltpoeder, en in een ſneltkroes ge.
uit in eene zandbitte , tot dat er een droog-Zout agter. (molten , levert het een klomp Tin uit , die niet veel
gelaaten worde. Deeze bereiding word uitwendig ge. ligter is dan het oorſprongelijk gewigt van het Metaal.
bruikt , als een zagt roofmaakend en afvagend middel. Het moſaisch Goud word meest geagt, en heeft zijnen
naam van desſelfs ſchoone en glinſterende goudkoleur,
Brijstalagtig zout van Tim zijnde van een nuttig gebruik in de Schilderkonst. Als
Neemt twee oncen zuiver Tin tot koris of vijlzel ge een geneesmiddel word er thans luttel agt op gellagen ,
Рpp :
9656 TIN . TIP. TIS. TIT . TIU. TOC . TOD. TOE.

alhoewel het voor deezen in groote achting is gebouden TODDI , is de naam van een geestrijk Vogt, tamelijk fet
geweest , in moeder- en mildziektens , kwaadaartige wel na Wijn gelijkende , 't welk debewooners van den In. are
koortzen , en venus-kwaalen. In deeze laatsgenoemde doſtan door inſnijding , die zij aan de bovenſte tåkken van
ziekte is het aangepreezen geweest , op die onder telling een zekeren Boom maaken , bekoomen ;uit deeze inſnij dedo
dat het een mercuriaal was , dog wanneer men de bewer- dirgen , vloeit een Şap dat in vaten daar onder gehan 1234
king maar met eenige oplettenheid gadenaat, en de ver gen, verzamelt word. Deeze bewerking geſchied s’nages,
ſchijnzels in agt neemt die er in voorkoomen , zal en s'morgens vroeg neemt men de vaten weg , zorgdraa.
men ras gewaar worden , hoe weinig waarſchiinlijk- gende de inſnijdingen welke aan den Boom zijn gemaakt ,
heit er is , dat er iets van het Kwikzilver in behouden te ſtoppen . Dit vogt is het dat de Inwooners Toddi noe
word . men ; het zelve is helder , aangenaam en zeer gezond, 521,
TIN ASCH , zie TIN . indien men het voor den middag drinkt , dat is te zeggen 22:31
TINCA , zie ZEELT . voor de groote hitte , als dan heeft het overeenkomst
TINCA MÁLINA , zie LIPVISSCHEN , ' . XX. met nieuwen wijn ; dog heeft het de bitte van den dag TRO ,
pag . 1847. doorgeſtaan , word hetſterk , en verkrijgt de eigenſchap 12076
TINCTURA , zie TINCTUUR . om dronken te maaken .
TINCTURA LUNÆ , zie ZILVER . TOEBEREIDING , zie PRÆPARATIO .
TINCTURA MARTIS , zie IJZER . TOEBINDING , zie LIGATURA . ACT
TINCTUUR , in 'c latijn Tinctura , betekend zo TOEGEEFLIJKHEID ; Toegeeventheid; Inſchikke: adi
veel als een uittreksel of afverfzel; zijnde een vloeibaar lijkheid ; in’t latijn , Indulgentia ; is eene geneigiheid om
en gekoleurd extract , dat een roode, blauwe , groene , de gebreken van anderen te draagen , en aan dezelve hun .
geele of andere koleur heeft. De Stof waar uit men ne feilen te vergeeven ; het is de deugd van een verlichte
een Tinctuur wil vervaardigen , moet of een zichtbaare Ziel . Onweetende Menſchen zijn doorgaans minder
koleur , ofwel zulke deeltjes in zich bevatten , die een toegeevend als anderen , en zulks om dat zij niet over 2.C
koleur van zich kunnen geeven . dagt hebben , en niet weeten , hoe zwak de Mensch is , en
TINCTUUR VAN AMBER , zie AMBER . daar bij hoe onrechveerdig het is , niets van hem te wil.
TINCTUUR VAN ANTIMONIE , zie ANTI- len overzien . Zij zijn zo wel aan het plegen van feilen
MONIE , pag . 89 . onderhevig als anderen , maar zij beoordeelen hunne Naa: ТО
TINCTUUR VAN SASSAFRAS , zie NECTAR ſten , ingevolge de denkbeelden van eene volmaaktheid TO
CATARRHORUM . waar toe niemand kan geraaken. TC
TINCTUUR TAN IJZER , zie IJZER . De Toegeeflijkheid is een beminnenswaardige deugd , && (
TINCTUUR VAN ZILVER , zie ZILVER , en men ziet weinig Stervelingen , die dezelve in eene
TINEA , zie KWAADZELR volle maate bezitten , ook moeten er om die te ver 221
TINEA , zie MOTTEN . kriiger. , de grootſte pogingen van de menſchelijke reden 2

7
TINTEL• IJZER , zie PROCFIJZER. te werk geſtelt worden. Wij worden alle met onrech
TINUS , zie LAURLER BOOM ( WILDE-). veerdigheid bekleed , gebooren ; daar in onregtveerdig , ТО
TIN ZOUT, zie TIN.. dat wij ons zelven geen regt doen , en om dat wij over. TO
TIPHIA , zie KWIKSTAARTEN , n. XIV. p. 1704. hellen, het zelve al je ſtraf ten aanzien van onze Naaften
TIPULA , is de naam van een Inſecten Geſagt , 't te oeffenen . Dezwakheden van anderen , hebben voor
welk doorgaans in onze ſpraak Schoenlappers en ook wel ons cene verheventheid , die dezelve zeer gevoelig maakt ,
Langpooten word genoemt. Zie SCHOENLAPPERS. de onzen zijn in onze oogen ais dieuitgewiste treken die
TIPULA OLERACEA , zie KRUIDWORM . de allerſterkſte inſpanningen vereischen om te herkennen. T
TISAAN , zie PTISANE . Onze geest is , inzonderheid ten aanzien van onze eigen ge. T
TISRI, is de naam der eerſte Maand van het bur. gebreken , als een Nappe en losgeſprongen Boog , die men T
gerlijk jaar der Jooden , en de zevende van het kerkelijk niet zonder de grootſte poogingen we derkan ſpannen en te
of geheiligt jaar. De Jooden noemen het Rosch -Has. regt brengen ; daar is nogthans geen Toegeevend Mensch of
cana , dat wil zeggen , het begin van 't jaar. Dezelve , hijheeft deeze pogingen in’t werk moeten ſtellen . De dier:
koomt overeen met de Maan van September, en heeft baare gaave van de gebreken der Menſchen te kunnen ver
30 dagen . ontſchuldigen, is van alle de hoedanigheden die men kan
TITHIJMALOIDES , zie WOLFSMELK (BAS. verkrijgen, de gevoeligſte en vereischtden
TERD . ) .
meeſten die
ar
deugdzaaie
beid ; zulks is 't eigenaartige van een Ziel
TITHIJMALUS
MELK
ALUS, zie CHARACIAS en wolfs. dig en diepdenkend Verſtand die s'Menſchen natuur kent ,
TITIJS, zie KWIKSTAARTEN , n. XXXIII. pag. en ziet , aan hoe weinig dat het houd of een Man van ver.
1705 . dienſten gelijkt aan een die zonder verdienſten is. Nim .
TIUR , is de naam die men benevens Teer of Tod mer zal men een Man, ontmoeten van een algemeene en
der in Noorweegen aan die Vogel geeft, welke.bij ons altoos aan zich zelven gelijk zijnde toegeeventheid , ofbet
Ouwerkaan word genoemt. is teffens een Man , die met een zodanigei geest is ver
TOCAMBOA , is de naam die de Vrugt van een ciert , welke verre te ſchatten is boven al het verſtand
zekere Boom op het Eiland Madagaskar draagt ; dezel der zogenoemde fraaije Geeſten. .
ve gelijkt na een kleine Peer, en heeft de hoedanigheid Een ieder Mensch die niet ondeugend van aart is , en
om de Honden te doen ſterven . wiens redenlicht niet is bezwolkt door den ruimen ieu:
TOCOUIJ , dusdanig word cen zoort van Lionen ge. gel aan zijne driften en hartstochten te vieren , zal zo veel D
noemt, dar op verſchridere plaatzen van het Spaansch te toegeeflijker zijn , na maate hij meerder kundigheden
Amerika word vervaardigt , inzonderheid omſtreeks Bue. bezit. Waarom is een waarlijk groot Man altoos
DOS - Aires . het toegeeflijkst ? waarom beſchouwt hij als eene weldaad
bet
TOE. TOL. TOL. TOM. 3657
het kwaad dat de Menschen hem niet doen , en als een een zeer goed borstmiddel , inzonderheid wanneer eeni.
gave al het geen bunne ongeregtigheid hem overlaat ? ge verzweering plaats heeft, en daarom is zij in Enge
waarom giet bijeindelijk deverzaglende balſem van me: land zeer in gebruik tegen de Teering. Uitwendig dient zij
dedoogen op de gebreeken van zijn Naaften , en is hij ongemcen tot heeling der wonden , daar pees- ofzenuwag .
traag om dit te vermerken ? dit alles ſpruit voort , om tige deelen gekwetst zijn . Geen ſcherpheid hebbende
dat de verheventheid van zijn geest hein niet toelaat zich en gemakkelijk in te neemen zijnde , acht men haar zelfs
Det de gebreken en belachgenswaardige zottigheden van beter dan den Balſem van Peru . Daar word een balſamieke
cen enkel iemant op te houden , maar wel van die der lijroop van gekookt , die zeer in gebruik plagt te zijn in
Menſchen in 'talgemeen. Beſchouwt hij er de gebreken Engeland.
van , zo geſchied zulks niet met het kwaadaartig en al- De Boom , die deezen Balſem voortbrengt , heeft bla
toos onregiveerdig oog der nijd, maar inet dat bedaarde den als 't Jans-Brood zegt MONARDUS, en gelijkt in ge
oog , metwelke zich iwee Menſchen zouden beſchou- ſtalte, naar een kleine Pijnboom . HERNANDEZ , die
wen , die nieuwsgierig om s'Menſchen bart en geest te hem voor den vierden Balſemboom opgeeft , zegt dat
kennen , zich wederzijds zouden aaninerken als twee on hij voorkomt op bewerkt land , en dat hij een dunnen
derlinge voorwerpen tot onderrichting , en twee leven- tederen Bast heeft. Men maakt daar inſnijdingen in op
dige modellen tot zedekundige ervaarentheid. Een 'theetſte van den dag , en vangt het uiloopende Vogt in
andere beweegreden van de toegeeventheid een's Man van lepels van zwart wasch gemaakt, het zelve dus in glaas•
verdienſten , is geſchakelt aan de kundigheid dien hij van jes of potjes , daar toe bekwaam , opgaarende : Zommi .
s'Menſchen geesi heeft. Hij heeft er zodikwils de zwak gen geeven er den naam aan van witte Balſem , ten einde
beid van ondervonden ; hij is zo dikwils in verzoekin hem dus van anderen die brujner zijn , gelijk de Balſem
ge geweest , om te midden der toejuichingen van een van Peru , te onderſcheiden .
Areopagus , even als PHOCION , 2ich na zijn? Vriend te TOMBAC , is een metaliſche zelfſtandigheid en za.
kceren, oin te vraagen , oihij niet een groote zotheid heeft menſmelting , waar van de koleur geel is , nabij die van
gezege, dat altoos tegens zijn eigen verwaantheid in de het goud koomende, en waar van het Koper de baſis
Wapenen , hij gaarne in anderea de divaalingen veront. uitmaakt. Men maakt er gespen , knoopen , kandelaars ,
ſchuldige , waarin hij zomtijds zcilsis gevallen. en andere ſnuisterijen en huiscieraad van.
TOERTS-SAP, zie EUPHORBIUM . Men vind in een groot aantal boeken , verſcheidene
TOESTOPSELS, zie OBTURATORIA . manieren om het Tombac te maaken , en men doet er
TOETSEN , is een Bergwerkerswoord ,, en betekend zomtijds een eenemaalen onnutte zelfſtandigheden in , ook
de konst , waar door men de Erizen onderſcheid ; en oor- zomtijds wel die zelfs ſchadelijk zijn ; van dien aart is
deelt , of deczen geene Bergſtoffen , en hoe veel Ertz zij het ſpaansch groen , het ein , het vitriool, het kwikzi!
bij zich hebben ; ook welke den aart en eigenſchap van ver , de tutia of de kalk van zink , de curcuma enz ;
een zeker Eriz zij , om dus te oordeelen , of de waardij men ſchrijft ook voor om er verſcheidene zoorten van
de onkosten kan goed maaken. zout toe te gebruiken , zo als het ammoniak -zout, de
TOETSTEEN , zie BASALTES .. ſouda , de glasgal , deborax , de wijnſteen en de falpe
TOL , dus word een zeker gezet geld genoemd, datter , enz. En men zegt van die zelfſtandigheden te doen
volgens bevel der Hooge Overheid voor alle uitgaande ontbinden, dan eens in raap-olie , dan eens in azijn enz.
en inkoomende waaren en goederen , en op zommige Zonder ons optehouden van de gebreken dier meeſte
plaatzen voor Menſchen , Paarden en ander Vce , Wa bewerkingen te doen zien , zullen wij dat geene mededee.
gens en Vaartuigen , moet betaald worden . len , 't welk onshet zekerſte en redelijkſte heeft toeze.
TOLERANTIE , zie VERDRAAGZAAMHEID. ſcheenen ; het is getrokken uit de Chjiniſche werken van
TOLESCH , zie SORBENBOOM . de Hr . Justi , in 1700 in 't hoogduitsch uitgegeeven .
TOLU -BOOM ; Balſem van Toiu -Boom ; in 't latijn Die Schrijver onderzoekt vooraf , welke de hoedanighe.
Toluifera Balſamum ; Baljamum Tolutanum foliis ceratiæ den zijn die in goede Tumbac vereischt worden. Hijvind
1 fimilibus. C.Bauh. Pin. 401 .; Balſamum Provincia To. 10. dat het niet of zeer weinig onderhevig moet zijn om
> lu , Balſamifera quarta. Hernand. Mex.53 ; ( Toluifera. met ſpaansch-groen bezet te worden , zijnde een onge
Linn. Spec. Plant.) mak welke altoos het koper verzelt , en waar voor het
De Kenmerken zijn , een vijftandige klokvormige nauwlijks is te bewaaren. 20. Moet het fijnder van korl,
Kelk ; vijfBloemblaadjes , waar van het onderſte grootst vaster in een , en meer luister en glans hebben als koper,
en hartforinig ; gcen Stijl . 30. Moet het geelagtig rood zijn , even als het goud dat
De naam is aan die Geſagt gegeeven , oin dat de eenigſte met koper is vermengt, en niet bleek geel zo als het
zoort , daar in voorkoomende, den 20 vermaarden Bale geel koper. 40. Ten laatſten moet goede Tombac een
sem van Tulu voortbrengt. Dezelve word ook Americ zekere ſmeedbaarheid of ductiliteit bezitten , op dat de
kaanſche Balſem , Balſem van Karthagena, en harde of buisgeraaden enz. die er uit zijn, vervaardigt , niet te ligt
drooge Balſem genoemt. Het eerſte ziet op de plaats der breeken , 20 als zulks maar al te dikwils gebeurt ,
afkomst , uit de Honduras , bij de Indiaanen Tolu ge wanneer de alliage of verinenging niec na behooren is
noemt, een Provincie of Landſtreek van Zuid -Amerika , geſchied .
bewesten Karthagena gelegen ; het andere op de hoeda. Dit vooraf geſteld , gaat de Hr. Justi tot de bewer
nigheid van deezer Ballem , die doorgaans droog tot ons king over , en hij zegt , dat men on het eerſte ongemak
koint, zijnde niettemin van een bijzondere zeer aange. voortekoomen , zijnde dat van het ſpaansch -groen , waar
naame reuk , als van Benzoin gemengd met Citroenen . aan het koper onderhevig is , men aan dat Metaal het
De ſmaak is zoet en aangenaam , niet walgelijk als die zuur moet beneemen , 'twelk het zelve bevat , en dat
van andere Baliems; de koleur donkerrood naar 't goud- volgens hem , de voornaamite oorzaak van dat zoort van
geele trekkende. De natuurlijke zelfſtandigheid is om- roest is. Tot dien einde moet inen het Koper zuiveren ,
trent als die van dikke Terpentijn. Men houdze voor hetwelk op de volgende wijze geſchied; neemt een pond
PPP 3 glas.
3658 TOM. TOM .

glasgal, en drie oncen wit-glas; pulveriſeer het ,mengt men het met een hitzig vuur aanſtooken , en ſchielijk de
het ter deegen ondereen , en deel dan dat mengzel in Kroes in de vormen die men in gereedheid heeft, om
(wee gelijke deelen . Doet dan 18 oncen koper in een het zodanige gedaante als men begeert , te hebben , uit
Smeltkroes , plaatst die in een Windoven en ſtookt met gieter.. Deeze compofitie zaleen koleur hebben , welke
een hitzig vuur , dewijl het Koper zeer bezwaarlijk tot nabij die van het goud komt , het zalalle de eigenſchap.
ſmelten overgaat. Wanneer dit metaal zal geinolten pen hebben die men hier boven heeft beſchreeven , en
zijn , zal men er allengskens teffens weinig te gelijk de een zekere trap van ſmeedbaarheid bezitten , zo dat het
helft van het bovenſtaande mengzel bijvoegen ; voorts niet onderhevig is om ligt te breken.
deSmeltkroes dekken , en het vuur nog omtrent een kwar. Men kan verſcheide zoorten van Tombac vervaardi.
tiers uur aanſtooken ; na verloop van die tijd zo giet het gen , na maate van deverſchillende proportien , in wel.
gelinolten Koper in een met kaarsſmeer beſtrooken vorm , ke men het zink bij't koper zal voegen . Gelijke deelen
of wel , men zal de Kroes laaten koud worden , en die zink en koper onder malkander (meltende, bekoomt men
vervolgens breeken om er het Koper uit te krijgen , dat eene compoſitie van een wezentlijke goudkoleur, dog
men van de zouten zal afſcheiden , welke een zoort van die bros en ligt breekbaar is. Indien men op een pond
Scorie op derzelver oppervlakte gevormt hebben. De koper minder als 13 oncen zink doet , 't welk de voor
zelfde bewerking moet men voor de tweedemaal herhaa. geichreeven doſis in de bovenſtaande bewerking is , 20
len met de andere helft van het mengzel dat men apart word de koleur van het Tombac minder fraai, na maace
heeft gebouden . De Hr. Justi heeft bevonden , dat dee. men de hoeveelheid zink vermindert. Dog dewijl het
2e zuivering het Koper veel zagter maakte ; en daar bij tot veele werken die men van het Tombac wil vervaardigen,
(meedbaarder en glanziger. Hij verzekere dat dit metaal dienſtiger is dat het zelve ſineedbaar en zagt zij , dan een
daar door van een gedeelte van haar zuur berooft word , ſchoone koleur hebbe , zo laaten wij hier het voorſchrift
dat na zijn gedagten , het ſpaansch groen voortbrengt; volgen , 't welk de Hr Justi in dat geval aanprijst.
en hij heeft door verſcheidene proefneemingen bevonden, Neemt 10 oncen koper dat ter degen zuiver is , en 6
dat dit zuur zich vereenigt had met de loogzouten die hij oncеn geel koper , doet dit re zarr en ſmelten. Zo dra
tot de zuivering gebruikte. In deeze bewerking verliest deeze itotfen tot ſmelting zijn overgegaan , zo voegt er
bet Koper maar twee oncen van desſelfs gewigt, diens . 5 oncen zink bij. Vervolgens zal men met de bewer
volgens blijft er nog een pond gezuivert Koper over. king op de zelfde wijze voortvaaren , als in de boven
Dit pond Koperzalmen in deWindoven laaten ſmelten; ſtaande aangetoond is ; namentlijk , om er souten, fijn ge
zo dra het ter degen tot ſmelting is overgegaan , moet stooten glas enz. bij te voegen , met dat onderfcheld als
men er derrien oncen zink bijvoegen , benevens een half leen , dat in plaats van een once ijzer vijlzel , men er
once pik of kaarsſmeer , om hier door ie beletten dat de maar de helft van zal bij doen. Op deeze wijze zal men
zink niet verteert worde , voor dat die tijd gehad heeft Tombac bekoomen die wel bleeker van koleur is als het
zich met het koper te vereenigen ; waar namen het geſmol. voorgaande , maar teffens ook de hoedanigheid bezit ,
ten mengzel met een ijzeren ſtaafje omroert, Dewijl die van zich door den hamer te kunnen laaten uitſlaan.
ſtoffen ſchielijk verteerd worden , en het echter van be . Ieder keer dat men het Tombac laat ſmelten , verliest
Jang is dat de zink de tijd gehad hebbe om zich met het het iets van deszelfs glans en hoedanigheid ; zulks word
Koper te verbinden , 20 zal men het volgende mengzel te weeg gebragt, om dat het vuur een gedeelte van de
gereed houden , zamengeſteld uit drie oncen zwart be- zink , die tot de compoſitie behoort , doet verliezen .
zinkzel dat ter degen droog is, gemaakt van drie deelen Dat is ook 't geen de vermindering van het gewigt ver
ruwe wijnfteen en een deel ſalpeter; men vermenge die oorzaakt , dat deeze compoſitie bijelke melting onder
beide zelfſtandigheder , en doet die nederploffen of de gaar , zijnde een of twee oncen per pond ; diensvolgens
tonneeren met er een gloeijende kool in te werpen. Bij drie is het nodig , oin ieder keer dat men het Tombac doet
oncen van dit zwart bezinkzel , voegt men een once ſal ſmelten , er twee oncen zink en drie vierde engels ijzer.
ammoniak, een once potasch , een once glas gal , een vijlzel onderte mengen ; ook zal het zeergoed zijn om er
half once groen-vitriool , iwee oncen gepulveriſeerd wit ter zelvertijd pik of ongel bijtevoegen .
glas , en een once ijzervijlzel dat gewasſchen is en ver. TOMBAC ; Wit Tombac ; is de naam die men zom.
volgens ter degen gedroogd. Een ieder van die zelfſtan- tijds aan een metaliſche compoſitie geeft, hebbende ten
digheden moet tot een zeer fijn poeder gemaakt worden , aanzien van de koleur eenige gelijkheid met het zilver,
waar na inen alles zorgvuldig onder een mengt. Dit en beſtaande in wit gemaakt koper door middel van arſe
mengzel dus vervaardige zijnde , warmt men het zelve nicum of rottekruid.
uit vreeſe dat het 't vogt der lucht mogt aantrekken , en Men vind verſcheidene voorſchriften oin deeze com 1

men doet er een lepel vol telkens van in den ſmeltkroes , poſitie te maaken. Zie hier die welke Stahl in zijne
vervolgens doet men’t dekzel weder op de Kroes , en inleiding tot de Scheijkonst opgeeft. Laat vier oncen kom
men ſtookt het vuur aan zo ſterk als doenlijk is , op dat per ſmelten , waar bij gij vervolgens een haif once arſe 1
alles in de tijd van vijf of zes minuuten ſmelte ; als dan nicum door falpeter vast of onvlugtig gemaakt zult voe.
neemt men de Kroes uit het vuur , en dezelve breeken . gen , dit affenicum moet onder klei gekneed zijn door 1

de bekoomt men he : Tombac. kalkwater bevogtigt , waar van men dan een of twee bal :
De Hr. Justo verzekert dat het ijzer-vijlzel , veeltot len maakt. Laat alles geduurende omtrent een quartiers
de deugd van die compoſitie toebrengt ; na zijn gedag uur in ſmelting, en draagt ter degen zorg dat er geen
ten , maakt het 't zelve vaſter, van een fijnder kori en koolen nog asch in de Kroes valle. Na verloop van
gemakkelijker om te bewerken. Wameer men er wer. die tijd zo leege de Kroes, en zietniet alleen na de koleur
ken van wil vervaardigen , is men verpligt om het Tom. welke deeze compoſitie heeft met dezelve op den toets.
bac weer op nieuw te doen (melten , maar zo dra deeze ſteen te ſtrijken , maaronderzoekt ceffens ook of het de
compoſitie finelt, moet men er pik of ongel bij voegen , Hamer kan verdraagen . Indien het geen behoorlijk
om te beletten dat het zink niet vervliege ; als dan zal ſmeedbaarheid inogie hebbe, zoude men het voor de
twees
TOM . TON . 3059
tweedemaal moeten (melten , met bijvoeging van geſtoster . Om goede Tondel te bekoomen , moet het linnen daar
glas , of met een weinigje ſalpeter. Indien men bij dee. het van gebrand word , vooral zuiver zijn en niet vog:
compoſitie de belft of een derde zilver voegt , zo - zal des . tig ; grof catoene linnen , diemet , ſtreepjes , enz. is er
zelfs witte koleur beſtendig bijven. wel ' t belte toe.
Andere manier. Neemt een half pond zuiver koper aan De Tondel is een bloedſtempend middel ; wanneer men
biaden ; voorts fal-ammoniac, falpeter en wijnſteen , van elks zich heeft geſneden , en het niet te bot is aangekoomen ,
een half once ; geſublimeerde-kwik een engels. Strati. war Tondel er opgelegt, en een doekje er om , zal meest
ficeer alle die zelfitandigheden in een Kroes, en laat het al geneezen .
mengzel in een bevig vuur ſmelten. Herhaal verſchei PONDEL SWAM , zie EICKEN-SWAM .
dene maalen dezelfde bewerking, ten laatſten zal het ko . TONG , in 't latijn Lingua, is een vleeſchig ligbaam ,
per even wit worden als zilver, bekwaam tot een groot aantal beweegingen , en in de
Anders. Neemt wiite arjenicum een half pond ; fal. holligheid van den Mond geplaatst.
peter en fal ammoniac , van ieder vier oncen ; borar en De Tong zit aan de Keel en Strottenhoofd en Tongbeen :
glasgal, van elks twee opeen ; maak het alles tor fijn vast , en word door behulp van de ſpieren en vliezigen
poeder. Neemt dan een once van dit mengzel, voegt band aan dezelve gehecht; zij word verdeelt in de wor
die bij vier oncen koper, met welke inen het zal doen tel en punt; het eerſte gedeelte is breeder, en het laat.
ſmelten , waar door het wit zal worden . fte loopt ſpitſer toe ; deszelfs zelfſtandighed word met
Anders. Neemt witte arſenicum , geſublimeerde kwik een drievoudig ſpierachtig vlies bedekt. Het z. buiten .
en zilver, van elks een once. Laat een ieder van die ſte , dat poreusis, in 't welk de tepelagtige lighamen leg
zelfſtandigheden afzonderlijk in ſterkwater opgelost wor- gen , welke de eigentlijke werktuigen van de ſmaak zijn .
den ; waar na men alle die disſolutien of onbindvogten 2. Het zeef en netachtige, 't welk een doorgang verſchaft
onder een zal mengen ; men zal door distillatie het over voor de cepeltjes. 3. Is hettepel of zenuwachtige. Er zijn
collige van de disſolutie wegneemen , tot dat het geen driederlei zoort van tepels; dezelve zijn van boven ofbree .
et overblijfc troebel word ; als dan zal men er tot ver. der of kegels-gewijs, of hebben de gedaante van eene
zadigens toe olie van wijnfleen in laaten druipen , en wildzwijne tand ; de capitate zijn het minſte in getal ,
daar zal een ſtoffe præcipiteeren die men moet droogen. nogtans meerder in den Mensch dan in Dieren , zij ge
Men moet een once van dit præcipitaat onder een pond lijken naar ſpeldekoppen ; de kegelachtige of conicæ heb.
koper doen ſmelten , 't welk er zeer ſchoon wit van zal ben een zagter zaamenweefzel; de aprind zijn op de bao
worden . fis van de Tong het grootſte, dog deeze papillæ , welke
Anders, Doet in een Kroes een once wit arfenicum , de Tong bekleeden , zijn niets anders dan de uiteindens
2
twee oncen zee.zout , twee oncen ſalpeter , en een once der zenuwen en peezen. Daarenboven zijn er verſchei.
poras ; mengt alle deeze zelfitandigheden ter degen on- deklieren tusſchen detunicæ geplaatst , welke inenigvul.
der een , waar na men dezelve in een Smeltkroes doet en diger en grooter zijn in de baſis, en openingen veroor.
io het vuur onder een Schoorſteen plaatst die wel trekt ; zaaken , welke men gewoonlijk Cellæ noemt. Voor 't
in dit vuur zal inen de Kroes laasen , tot wat er geen dam overige koomt het zamenſtelzel van de Tong met de huid
pen meer van opvliegen, die ten uiterſten gevaarlijk zijn overeen, welke ook eensdeels tepelachtig , anderdeels
en waar voor men zich allernauwkeurigst inoet wagten. Detachtig is.
Men zal een once van de Stoffe neemen die in de Kroes 'Er ziin vijf paar ſpieren ; het eerſte paar worden de
is gebleeven , en voegen die bij vier oncen dunne kopen Kins-tong -ſpieren genoemt , en koomen onder de kin van
ten plaatjes aan kleine ſtukjes geſneeden , dat alvoorens het binnenſte gedeelte van het onderkaakbeen voort , en
in een andere Kroes is gelinolten ; men roert a ! les ter ſtrekken zich over de geheele lengte der Tong heen , en
degen om , en men zal er twee oncen geel-koper tot dun- eindigen in de baſis van't os hijoides of Tongbeen ; deeze
ne blaadjes gebragt bijvoegen ; roert het dan op nieuw ſpieren trekken de Tong na agieren. Het iweede paar
door een , en wanneer alles volkooinen tot ſmelting zal zijn de ſpieren , die de tong nederdrukken , en na voo
gebragt zijn , zal men nog twee encen fijn zilver in de ren en agieren beweegen , zij koomen van de top des Tongs
kroes doen . Dit dan te zaamen geſmolten zijnde , zal voort , en eindigen in de baſis van het os hijoides; deeze
men het nog met een gloeijend ijzer doorroeren , en twee paar ſpieren zijn de grootſte. Het derde paar wor
de Kroes in een ſtaafovorin uitgieten. Door dit middel den Tong -beens.hoorn.ſpieren genoemt , welke de Tung
zal men een metaliſche compoſitie bekoomen , die zeer zijdwaarts buigen , deeze ſpieren leggen in den omtrek
meedbaar zal zijn , en veel na zilver gelijken. van de Tong , en ſtrekken zich tot de uiterſte deelen van
Anders. Laat twee oncen zilver in een Kroes finel. bet Tongbeen uit. Het vierde paar zijn de Priemswijze.
ten ; ter degen geſmolten zijnde, zo voegt er vier oncen tong -ſpieren , en hebber baaren oorſprong rondsom het
geel-koper bij, dat twee of driemaal gegloeit en telkens priemwijze -uitſteeksel van het os-temporum of Naapbeen ;
in ſterke azijn gekoelt is. Laat alles voor de tweede aan 't begin is het zeer tenger, maar na de Tong gaande
maal ſmelten , voegt er dan bij , uitgekn apt zee zout , word het dikker , en loop ook na desſelfs zijden , want
karax , ſalpeter , en witte arſenicum , van elks een half het beweegt de Tong zijdwaards . Her vijfde paar is het
once. Laat alles op nieuw geduurende een uur lang kortſte, en worden de kauw -tandens--ong-ſpieren genoemt;
Imelten , en als dan zult gij uw Kroes leeg gieten. het komt voort van de binnenſte zijde van het onderſte
TOMEX , zic VILTBOOM . kaakbeen , omtrent de wortels der baktanden , met een
TON , zie TUNNE . breed begin en dwarze vezelen ; onder de baſis van de
TONDEL ; hier door verſtaat men gebrand en als dan Tong ipfereert het zich in de band , door welkers behulp
uitgedoofd linnen, 't welk in daar toe expres vervaardigde het aan de keel vastgebonden word , en beweegt de Tong
Doosies word bewaart , om met behulp van een ſtuk na boven en beneden . Onder de Tong leggen de kanke
Staal en Vuurſteen daar in geſlaagen zijnde ,een pijp ta. beenige klieren verborgen , aan alle beide de zijden
bak, in brand te kunnen ſtecken , enz. twee uit.en inwendige ; de buitenſte zijn klein , en leg,
gen
3660 TON . TON . .

gen in het midden van de maxilla inferior ; de binnenſte gue , in latere albo feu finistro, Cirris minutisſimis inng. ter
zijn grooter en vatachtig , en leggen naast de Kinsotong. meris flaccidis hispide. Dentes in Maxillis nulli, Zoo
le
been.jpier ; zij hebben een ontlastbuis , die door WAR• pijl. Gron . Faſc. 1. p. 74. N.251. Zijn Ed. geeft het CI
Thon uitgevonden is, welkers opening men onder de Tong getal der Beentjes in de Vinnen niet op.
ziet , en waar door het ſpog uitvliet. Artedr had in de Rugvin or Straalen gevonden en tzat
· De lagaderlijke vaten , welke na de Tong loopen, koo: 74 in de Aarsvin ; daar in de eerſte maar 71 , in de an. je d
men uit de buitenſte tak van de Carotis , en hebben haa- dere 40 , in Sweeden geteld worden . 't Getal der Been .
ren uitgang in de neus en keel ; dog de aderen eindigen tjes van de Staartvin verſchilde nog meer , zijnde bijhem
in de buitenste vena jugularis ; zommige takjes leggen er 14 aangerekend, en 40 in Sweeden geteld. De Borst
ook' naast de Tongriem, en worden Vena raninaeof Kik vinnen hadden 9 , de Buikvin 5 Straaien . Ook ſchrijft Dee
vorschaderen genoemt. De zenuwen van het vijfde en Artedi er kleine Tandjes aan toe , in de beide Kaaken. zom
ook van het negende paar, infereeren zich in de zijden De Zijdſtreep loopt regt; de Schubben zijn, zo GRONO. see
van de Tong ; het vijfde itrekt tot de ſmaak , en het ne. vius zegt, bij uitſtek klein . Squama minutisſime aſpe
gende tot de beweeging de Tong. ræ. Ibidem . Dog volgens Doctor Baster waaren de
Loed
De koleur der Tong verſtrekt ons in het beoordeelen Schubben van den Tong grootst, van den Both kleinst , SIEI
der ziektens tot een groot kenteken , waaroin HIPPO- en die van den Schol middelmaatig. Die van de Schar
T
Crates te rege desſelfs beſchouwing in ziektens aanbe- ren zijn nog kleiner dan die van den Both , en die van T221
veelc; zij geeft immers een bewijs van den ſtaat of de den Molenaar de allerkleinſten , onder de genen welke Dis
geſteltenis des ſpeekſels , want wanneer zij al te rood zijn Ed. afgebeeld heeft. Natuurkundige Uitſpanningen Oute
ziet , betekend het, dat er een al te groote ebullitie of 1. Deel Haarl. 1762. Tab. XV . N. 17, 18 ,34 , 35,25.
opſieding van 't bloed plaats heeft ; wanneer zij wic Onze Tongen naauwkeurig onderzoekende, bevind ik
en loodvervig is , ontdekt men daar door de kwaade geftelt: dat dezelven, aan de Ninkerzijde op de onderkaak , een Στο
heid des lichaams of bloeds ; dog wanneer zij droog en trop hebben van kleine Stekeltjes , die , wel verre van
dor en vol ſpleeten is , duid zulks ſcherpheid en inwen- Nappe Vezeltjes te zijn , zich door het bloote Oog niet ika
dige hitte aan ; een zwartachtige opgezolle Tong voor alleen , en op 't gevoel, maar zeer duidelijk door het 100
Post
ſpelt, dat eene ontſteeking in de keel in Sphacelus over. Mikroskoop, als kleine ſcherpe Tandjes vertoonen,
gaat ; wanneer zij met een taaij Nijm als een korst van ſtaande een weinig inwaards krom , gelijk in veele Visa
kaas overdekt is , gelijk in febres ardentes, dan is het ſchen. Aan het Kraakbeen van de Bovenkaak zijn der. ten

't teken van zeer bedorve en ſtilſtaand ſerum. De al te gelijke Stekeltjes, Leiden in 't gedroogde Snoetje zeer ophie
groote vochtigheid van de Tong , en menigvuldige kwij. zigtbaar. De Buikvinnetjes zijn zeer gemakkelijk van 36

ling betekend, dat het bloed niet ter deeg met het.ferum de Aarsvin te onderſcheiden . Een der Borstvinnen , naa. 184
vermengt en omgevoerd word, gelijk in Hijpocondriaci melijk die aan de regter zijde , is aan 't end , wel een 200
en Melancholici geſchied. derde deel der langte , zwart. De koleur is meer naar
TONG. De naam van deezen Visch die de elfde 't graauwe of rosagtige, dan naar zwart of aschgraauw T
zoort van het Platvisſchen -Geſagt bij de Hr. LINNÆUS trekkende. Het getal der .Vinſtraalen vind ik zeer vero 21
uitmaakt , is louter aan deszelfs geſtalte toeteſchrijven , ſchillende van de tellingen , die LINNÆUs opgeeft, en T
die min of meer naar een Osſen - Tong zweemt ; wese taamelijk eenpaarig. In de Rugvin van vier uit zesvol. T
halve de Ouden hem Buglosſus noemden of Lingulace wasſen Tongen, heb ik geteld 78 , in de twee overigen
en Solea , als naar de fool van den voet , of van een 75 en 79 Beentjes ; in de Aarsvin van 66 tot 72. De
ſchoen , gelijkende. In 't engelsch en fransch noemt 75 en 72 kwamen in een zelfde Tong voor. In de Staart
men hem Sole en zointijds Soul , in 't ſweedsch Tunga , vin telde ik 24 enkelde of 12 dubbelde, in de Borsevin.
in 't deensch Tungpleder , dat is Tong Schol ; Buglosjus nen 7 , in de Buikvinnen 5 Straalen . De Schubben had.
five Solea. WILLOUGB.; Pleuronežtes maxilla ſuperiore den dezelfde groote als de Heer BASTER die afbeeld ,
longiore, corpore oblongo, Squamis uirimque , alperis.Arten, en door 't Mikroskoop gezien , even dezelfde zeer fraaije
Gen. 18. Sijn . 32. Spec. 60 ; ( Pleuronettes oculis dextis , gedaante. M. HOUTTUIJN , Nat. Hift.
corpore afpero oblongo, maxilla ſuperiore longiore. Linn.
Sijt. Nat.) Hoedanig de Tongen worden bereid.
De Tong is een taamelijk gemeene Zee- Visch , 20 op Deeze Visch die lekker is , eet men gekookt en ook
de Kusten van Europa aan den Oceaan, als op die van de in de pan gebakken. Dezelve kookende ſnijd men er
Middelandſche Zee ; dog in veelheid komt hij niet bij de den kop af, haalt er de vellen af en neemt er de inge.
anderen . Men plagt hem de Zee-Patrijs te noemen , wanden uit, waar na men ze aan weerskanten kerft , ee.
weegens zijne lekkerheid. Hij heeft die eigenſchap dat nigen tijd in puts.water laat ſtaan , en voorts als andere
hij ver kan gevoerd worden , zonder te bederven ; om Visch kookt ; aanrichtende , geeft men er een peterſelie.
dat hij zo vast is van Vleesch. Aan de Kaap der Goede of zure eijer.faus bij; zie SAUS .
Hope, zelfs , word de Zee- Tong gehouden voor een der Kleine Tongen hebbende , of wel de grooten aan twee T

ligiſt verteerbaare en gezondíte Visſchen. of meer ſtukken geſneeden , eet inen die ook wel als wa
De Geſtalte is plat en dun , veel langer en ſmaller dan ter.zood ; cen dien 'einde word er peterſelie in een bosch.
de Schol of Both , en zelden langer dan een voet. Aan je gebonden en peterſelie-wortels bij gekookt, en men
de eene zijde is de koleur zwartagtig bruin , aan de an . discht ze op in een holle porceleinen ſchotel benevens
dere zijde witagiig . Aan de eerstgemelde zijde, die de . de peterſelie, enz. en wat water daar de Visch in is ge.
regter zijde genoemt word , vind men de Oogen, wele kookt ; voorts nuttigt men ze even als waterzood van
kon de Hr. GRONOVIUS , in deeze zoort van Platvisch , Baars met een boterham .
nooit aan de ſlinkerzijde gevonden had. Hij heeft geen
Tanden daar in gezien , dog zeer kleine ſlappe Vezelcies Gebakken Tongen .
aan de beide Kaaken , op de witte zijde . Maxillæ utre . De Tongen op voorſchreeven wijze gezuivert zijnde ,
kerfi
TON . TON .
3061
kerft men dezelve aan beide kanten tamelijk fijn , droogt gebooren Kinderen , zonder den Tongriem , of een al te
ze na gewasſchen te zijn met een doek ſchoon af, knipt korte Tong te hebben , zomtijds niet zuigen konnen ,
er de vinnen en ſtáart tot aan de Visch toe af, wentelt en gevaar loopen, bij gebrek van voedzel te ſterven ;
ze in weiten -meel waar in een weinig zout is gedaan , en om datze de Tong alte ſterk tegen het Verhemelte aange .
Jaat ze dan in de koekpan in boter geel-bruin bakken ; al. plakt, en als vast gelijınd, hebben. In welk geval men
le de Tongen gebakken zijnde , zo drukt een citroen in dezelve moet losmaaken , en met een Spatel of ſteel van
de te boter, en giet deeze ſaus over de Tongen ; een Lepel peerdrukken. Hier door heeft gemelde Heel .
bij gebrek van citroen , doet men er een goede ſcheut meeſter twee kinderen voor den dood bevrijd, die , tot
wijn-azijn in , is warm gegeeten zeer ſmaakelijk. Ge: dat oogenblijk geen Tepel had konnen vatten, zonder dat
meenlijk neemt men hier middelſlag van Tongen toe ; men eenige oorzaak van dit beletzel had konren bemer.
zominigen neemen kleinen, dog deezen als al te dun en , om dat men hier op geene gedagten had , en er geen
weezende, zijn zo finaakelijk niet. Veeltijds worden onderzoek naar had gedaan . Deeze opmerking, boe een .
bi gebakken Tongen geſtoofde kruisbefiën gegeeten ; voudig , kan echter Vroedvrouwen en Vroedmeeſters
hoedanig dezelve worden bereid , zie op KRUISBE. ontſlippen; en een voornaam Man in de Konst betuigt ,
SIEN . zich met een goeden uitdag , er van bediend te hebben ,
TONGBEEN , in 't latijn Hijoides Os , is het Been na dat ze door den Heer LAPIE was gemeen gemaakt.
waar op de Tong , als een Spier,zich grond en beweegt. TONGFOR MIG , zie LINGULATUS .
Dis is het eenigite Been in 't gantſche Lighaam en in de TONICA , zie PLAATSMIDDELEN.
Osteologie voorkoomende , 't welk niet geleed is, maar TONITRU , zie DONDER .
-als tusſchen de Spieren in zweeft, die er ten deele uit TONNE ; Ton ; is de naam van een houten Vat , var
afkoomen , ten deele in eindigen . Het is zamengeſteld verſchillende grootte, gemeenlijk uit ſtaaven van eicken
uit deszelfs baſis of grond , twee Hoornen , die eigent. hout, met hoepels daar om gekuipt , zamengeſteld , en 't
lijk de zaadbeentjes osſa ſeſamoidea zijn , en die met de welk dient om allerleij vogten in te bewaaren en te ver.
Hoornen van 't cartilago thijroidea na het Strottenhoofd voeren .
vastzijn . De Spieren vandit Been zijn de ſternohijoi.
dæi en coracohijoidæi, die tot het aftrekken of terugtrek- Om te meeten hoe veel vogt een Tonne bevat.
ken der Tong dienen ; de ſtijlohijoidei, die de Tong De grootte van een Hoep nabij de bodem EF. zie
opheffen ; de geniohijoidæi en mijlohijoidæi,diede Tong PlaatLVIII de benedenſte fig. benevens die van 't mid
na vooren en zijdwaarts afleiden , hoewel de mijlohijoi. den CD der Tonne gemeeten hebbende; zo voegt dee
dæus negts een gedeelte van de mijloglusſus uitmaakt. ze twee wijdten bijeen , en neeoit er de helftvan , mul .
Zodanig zich nu dit Been beweegt , zodanig beweegt tipliceer die met de langte van 't Vat AB , en't produa
zich ook de Tong. daar ivan is de ſomma van den ganiſcben inhoud . Zie
TONGENBLAD , zie MUISEDOORN , n. 3. pag . voorts op ROBIJEN.
2210 . TONNE ; Ton ; word bijde Zeevaarenden 2000 pon
TONG GEZWEL , zie KIKVORSCH GEZWEL . den of 20 Centner door verſtaan. Dus kan in deeze be
TONGRIEM , in 't latijn Frenum , Frænulum ; deeze tekenis , een Vaartuig van 100 Ton , de zwaarte van
is zomtijds bij eerstgebooren Kinderen zo groot , dat 20000.ponden laaden .
ze de Tong genoegzaam niet kunnen bewecgen , nog uit TONNE GOUDS. In ons Gemeenebest verſtaat men
den mond ſteeken , en hier door word het zuigen niet door een Tonne -Gouds, de Somma van honderd duizend
alleen gehindert , maar dikwils zelfs wanneer zij groo. guldens. In Duitschland doeteen Tonne.Gouds hon .
ter worden , belemmert hun dit ten ſterkſten in de derd-duizend thalers of rijks-guldens, 't welk bij ons 1

ſpraak; zo dat men menigmaal verpligt is dezelve los de waarde van honderd en tachtig duizend guldens
te maaken , om daar dooraan de Tong , een vrije bewee. maakt.
ging te bezorgen. Ten dien einde vat men , na dai men TONNE HAARING . Een Tonne Haaring bevat ge
het Kind door cwee of drie helpers heeft doen vasthou : meerlijk tooo of 1200 Stuks, na dat dezelve groot
de , de punt der Tong met de linkerhand , door middel zijn.
van een linnen lapje , om het losglijden derzelve te be . TONS !LLÆ , zie AMANDELEN.
letten , ligtze een weinig op , en ſnijd de Tongriem , met TONTINE , dusdanig word een zoort van Maat
een ſcherp mesje , of goede ſchaar zonder punten , zo (chappije van Lijfrenthen genoemt ; waar van een of zom .
verre als noodig is door ; en men moet zorge draagen , mige ſtervende, de portien op de in leven blijvende ver.
om nog de bloedvaaten , de zenuwen , of ſpeekzelbuie vallen , derzelver renthe na evenredigheid verhoogt, en
zen , welken onder de Tong ‘gelegen zijn te kwetzen . met de dood van alle die daar in deel hebben genooinen ,
Maar indien de Tong zeer kort is , dan ligt men dezel . opboud.
ve , met een bijzonder hier toe gemaakten vorkje , of Het woord Tontine is zijnen oorſprong verſchuldigt,
een ſpatel op , men ſnijd dezelve met de ſchaar door. aan een zeken Napolitaan NICOLAAS Tonti , die een
Na de doorſnijding beſtrijkt men de wond dikwils met dusdanige negotiatie uitvond , welke voor de eerſtemaal
roozen -honing of vioolen -firoop. De losmaaking der Tong in het jaar 1653 in Frankrijk plaats kreeg , zo als te zien
is echter maar alleen in de bovengemelde omſtandighe- is uit een edict van den Koning te Chalors gegeeven ,
den nodig , en niet bij alle Kinderen , gelijk zommigen waar hij hij in november van dat jaar , zodanig een Ge.
meenen ; wijl anders , de Vroedvrouwen, de Kinderen noodſchap onder de naam van Societé de la Tontine roija.
dikwils buiten noodzaakelijkheid geweld aandoen , en le heeft opgeregt, in verfcheide Clasſen van jaaren ver.
daar door allerleij kwaade toevallen veroorzaaken . deelt , tegen 300 livres elke porcie , waar van de jaar.
In een verhaal van de Heer LAPIE Chirurúrgijn te lijkſche intresſen der afgeſtorvene ten voordeele van de
'St. Severin , te vinden in de Memoir. de l'Acad . Roij. de andere Deelgenooten aangroeiden . Zedert die tijd , heeft
Chirurg. Tom .III. Hift. p. 16. zegt dien Heer , dat eerst. men 20 wel in dat Koningrijk, als elders, verſcheide geld
VI Deol. ୧୨ । be .
3661 TON . TON .

belceningen onder die benaaminge gedaan , en dezelve bijvoegen , dat de Baron De BIELFELD ia zijne uit.
geſchieden nog dagelijks. muntende Inſtitutions Politiques van gedagtes is , dat
fen Tontine heeft dit dan gemeen met de Lijfrenthen , bet aan niemand dan alleen aan den Staat is geoorlooft,
dat het Capitaal of inleg van beiden verlooren is ; maar Tontinen op te regten ; om reden , dat die alleen vol.
zij verſchili hier in van het laaiſte , dat de intresſen die doende is Borge te blijven voor zulk een aanzienlijk
van het capitaal der Tontine betaald worden tot zo lan: fonds.
ge loopen als maar een der inleggeren nog in leven is , TOOM , zie CAPISTRUM.
en dat de renchen van de geenen die ſterven ten voordee . TOON ; dusdanig worden doorgaans de Vingers der
le van de in leven blijvende aangroeijen . Het voordeel Voeten genoemt.
der Tontinen boven de Lijfrenthen , beſtaat inzonderheid : TOORN , zie GRAMSCHAP :
bier in , dat de Inlegger zich met een klein capitaal , aan- TOORTS , is een zoort van Flambouw die van hars
merkelijke inkomſten kan verſchafl'en , 't welk aangroei. enz. op dezelfde wijze word vervaardige als de Flam .
jende , naar maate dat hij in jaaren toeneemt , hem het bouwen , zie op dat Artijtel.
vooruitzige aanbied van een gelukkigen en onbekrompen. TOPAAS , Topafius of Topazius, Chrijfolithus; is de:
ouderdom . Een Huisvader kan insgelijks zijne Kinde. naam van een geel gekoleurd en doorſchijnend Edelge.
ren voor arajoede bervaaren , inzonderheid wanneer zij ſteente , dat in hardheid alleen voor Diamant behoeft
10 ! ouderdom geraaken , met op hethoof van een ieder te wijken. Wanneer die Stevo even hard als de Dia,
een maatig capitaal te plaarzen. D voordeelen wor . mant is , geeven de Juweliers hem de naam van geele
den voor alle de Clasſen van Inwooners algemeen , wan . Diamant. De Ouden hebben aan de Topaas ter oorzia
Meer den inleg of de reticn, niet te hoog zijn. In 'tjaar ke van derzelver koleur , de naam van Chrijſolithus of
1671 wierd er te Amſterdam een pontine opgerigt waar Goudſteen gegeeven .
van het gehecle fonds maar 50.000 guldens bedroeg , el- Men onderſcheid drie zoorten van Topaaſen , betrekke..
ke inleg of actie van 250 guld ., en de gantſche Som van lijk tot derzelver koleur ; de eerſte is licht , of citroen.
de jaarlijhiche renthen 4000 guldens,zo dat de intresſen geel , de tweede goud.geel , en de derde donker.geel,
gerekent wierden , tegens 8 cen honderd. Verſcheide na het bruine trekkende; deeze word bij zommigen beo
particulieren naamen meer als een actie , zo dat hét getal Fo9kte Topaas genoemt.
der belanghebbenden of Actionisten , op 188 perſoonen Nog worden ook de Topaafen in Oosterſche en Wester .
beliep , waar van na 67 jaaren , te weten in 1938 , nog ſche onderſcheiden ; de eerſten die het hardſte en meest
20 in leven waaren , die toen 200 guld. jaarlijkſche ren- geagt zijn ,koomen uit het Ooſten . PLINIus zegt , dat
then trokken voor eene inleg van 250 guldens . De Hr. men deeze Steen inzonderheid in het Eiland Topazon
STRUIK heeft de aangroeij der renthen van een Tontine, in de Roodezee gelegen ,vond , en dat hij daar van 'zij
op de volgende wijze berekent ;. ieder A & ionist heeft nen naam heeeft ontleend. Ook wil iren , dat er in Æ.
getrokken. thiopien en zelfs in Spanjen gevonden wierden . Ten
huidigen dage vind men nog Topaaſen in Peru ; die zijn
Na 38 jaar 2maal zo veel als het ifte jaar zegt men oranjeagtig-geel van koleur, misſchien moet
40 3maal men ze als Hijacinthen aanmerken. Men verzekert dat 1

54 4maal de Topaaſen van Braſil buitengemeen hard zijn ; wat de


59 omaal zodanigen betreft die uit Bohemen koomen , die hebben
61 7maal op verre na de hardheid niet van de echte Topaaſen ,
63 8inaal en moeten enkel als geelgekoleurd rots crijstal aange.
merkt worden, het zijn eigentlijk deezen , welke be
67 iomaal rookte Topaaſen worden genoemt , en dezelve worden
aan groote brokken gevonden ; maar nien vind een groo.
De 183 Inleggers of A & ionisten de een na d'ander, te menigte echteTopaajen in bet Voigtland , nabij Aver
in de volgende evenredigheid geſtorven zijnde. bach , op een Berg de Sneckenberg genoemt; dat zijn
die Steenen , welke doorgaans de naam van Saxiſche
In 't jaar 1673 waaren er 183 perzoonen Topanſer draagen ; zomtijds zijn zij hoog, en zomtijds
1076 172 ligi-geel van koleur ; de gedaante derzelven is in ſuilag.
1681 166 tige crijſtallen met vier ongelijke zijden ; de koleur
1086 154 is zuiverder aan het bovenſte dan wel aan de baſis der
1691 1.14 crijſtallen die aan zeer harde rots- ſtoffe vastzitten. Men
1696 127 verzekert dat die Topaaſen het geenzints aan de Ooster.
1701 116 ſchen toegeeven , zo wel ten aanzien van derzelver luis .
1726 100 ter , als bardheid.
1711 79
TOPAAS te maaken , zie GLAS pag . 886.
1716 61 À TOPHUS , zie KNOBBEL.
TOPPERTJE , zie EENDEN , H. VII. pag. 586.
1721 52 TORREN
1731 27 TORAGTIG BASTAARD -OLIJPHANTJE ,, zic
1736 22
OLIJPHANTJE (BASTAARD . ) 1. X. pag 2364.
1738 20 TORAGTIGEMIJT , zie MIJTEN , XIII. p.2238 .
TORAGTIGEROOFKEVER , zie ROOFKEVERS
Dit bovenſtaande zal genoeg zijn om een denkbeeld * . XIV. pag . 3096.
van de Tontinen te geven , en de grondbeginzelen waar TOR-BOKKEN of Bokken , is een zeer aanmerkelijk
op zij gevestigt zijn . Wij zullen bier oog, maar alleen Geflagt van Schildvleugelige Infecter , die men dus heeft
ge
TOR . TOR . 3063

genoemt, omdat hunne Sprieten eenigermaate , in zeker er , onder anderen , twee gehad , waar van de een o .
poſtuur, de geſtalte hebben van de Hoorensvan een Bok, ver de vier en een half , de ander meer dan ewee duinn
De Duitſchers noemen ze Holtz.Bocken of Holtzkeefer , lang was. Ik zwijg thans van de verbaazende langte der
omdat de Wormen , daar zij uit voorkomen , meestal Sprieten , in zommigen, die , hoe langer , hoe meer hun.
leeven er hun voedzel vinden in het hout van holle roto nen Kop verſieren.
lige Boomſtammen. Men noemtze, in 't fransch , Ca : Onder de tweeënvijftig zoorten van dit geſagt , die
pricornes , naar het latijnsch woord Capricornus , dat de Heer LINNÆUS opgeeft, zijn wel de meeſten Euro .
volkomen 't zelfde als het griekſche Asgózepus betekent, peaanſche , dog, veelen , en de voornaamſten inzonder.
Daamelijk een Steenbok. Het woord Cerambije, 't welk heid . Uitheemſche. Hij onderſcheid hetzelve invier
tot den Geſlagtnaam is gebruikt, diende oudtijds om een Artikelen , waar van het eerſte de zodanigen bevat, die
Infekt aan te duiden , het welk , aan den Vijgeboom vast aan het Borstſtuk, op zijde, beweeglijte Doornen heb
gemaakt zijnde , door zijne Stem de Muggen wegjoeg. ben ; het tweede de geenen wier Borstiluk op zijde met
Boven en behalvede figuurder Sprieten , die lana, dün Tandjes is gezoomd , het derde die ,welker Borstſtuk
en borſtelagtig ſtijf zijn ; die van ' Borsttuk , het welk rond is , met vaste Doornen op zijde gewapend; en het
gedoornd is of bult:grond ; en die der Dekſchilden , wel. vierdezodanigen , wier Borstſtukrolrondagtigisenonges
doornd.
ke aan de zijden lijnreg: loopen ; onderſcheiden de ſter .
ke Nijpers hun ook van de meeste andere Torren . De Wij zullen de Heer HOUTTUIN zijn uitinuntende Na.
Rokken geeven een geluid van zich , wanneer men ze tuurlijke Hiſtorie verders volgende , een ieder deezer
aanraakt of drukt , zo krarlend ſcherp als dat van debon zoorten in 't bijzonder opgeeven , en kortelijk beſchrij
te Duin -Kerers en Water Torren . Men noemt hun , ven .

ir zommige deelen van Duitschland , deswegen Geiger of


Viooiſpeelders. Bovendien hebben zij de Sprieten zoda. EERSTE ARTIKEL.
nig geplaatst , dat dezelven uit het midden der nogen
ſchijnen voort te komen , dewijl het Oog derzelver in Met beweeglijke Doornen , op zijde, aan het Borstſtuk.
planting omringt.
Men heeft het Masker van deeze Inſekten oudtijds be. 1. Lang gearmde Tor - Bok ; Cerambijx longimanus; Sca .
ter gekend , dan de Torren . Het wordt Coffus genoemd , rabæus capricornus maximus nigricans, fafciis alijtro .
en hedendaags geeven wij er den naam van Houtwormen tum cocconeis & flavís. Sloan. Jam .; (Cerambijx cho
aan . Deeze verſchillen van de Kwatwormen ; zo , door- race ſpinis inobilibus , elijtris bafi unidentatis apiceque bi.
dien zij in hout der Boomen , en niet in de grond , ge. dentatis, antennis longiorilus. Linn. Sijſt. Nat.] De
vonden worden , als dat zij zo frotterig week niet zijn , Heer H. Sloane , die deezen allergroot die swartagtige
en dan verder , om dat zij, in den eerfien opſlag , geen Bok-Tor noemt , met de Dekfchiiden hoogrood, en
Pooten in ' t geheel ſchijnen te hebben. Evenwel , als geel gebandeerd , hadt hem van jamaica , en Mr. Cour.
menze op een vlakte legt , word inen , in het voortkrui. TEN hadt er een van de Rivier der Amazooien. Hij
pen , de zes Pooten , die zeer kert zijn , duidelijk ge. geeft de afbeelding niec , in ? ar baalt die van MERIAN
waar. Zij houden zich rezt uitgeſtrekt, en leggen niet aan, welke deeze Bok afbeeldt, ziinde ichoon rood en
krom , gelijk de kwalworinen doen , en hun Lighaam is geel gevlakt , drie rijnlandiche deinen lang van Lijf.
nagenoeg rolrund , of naar agteren verdunnende , niet Van dergelijke grostie , of kleinder, vind inen deeze
met een zak aan 't agterend. De Kop is ſchulpagtig en Bok -Torren thans vrij gemcen bij de Liefhebbers.
gewapend met ſterke Nijpers. Veelal zijn deeze Mas. De geſtalte van dit Weſtindiſche biſeke is eenigermaa .
kers uit den geelen) wit van koleur , en zelfs hoog geel te ſpringhaanagrig : weshalve het, door der Hr. Scheu
of uit den bruinen. Zij onthouden zich gemeenlijk , in Chzer , in zijne Naturkunde der Heilige Schrift, ook
de Boomſtammen , of in hout, waar van zij de zeltai) . voorgebeld word als een Springhaan. De langte van
heid uitknaagen of totpoeijervermaalen , maakende daar . zijne Voorpooten is , zo wel als die de: Sprieten , aan.
in een gat van grootte als hun Lijf. merkelijk , dog verſchillende naar dat het Mannetjes of
Zommigen van deeze Houtsvarmen veranderen in die Wijfjes zijn. Soinmige hebben de Dijën der Voorpoo
zelfde gaten , door hun geboord ; anderen kruipen in de ten langer dan het lijf ,zeer dik en terk. Het daar aan
aarde. Het ſchijnt dat eenigen wel twee of drie jaaren volgende deel , de Schenkel genoemd, is wel dunner, dog
leeven , eer zij de verandering ondergaan. Men kan hun van agteren bezet met eene rij van zeer ſcherpe Stekel.
daartoe brengen , mids zulk een Houtworm in het glas of tjes ; waar mede zij zich , 20 't ſchijnt, in het klauteren
potje , daar men hem in beraart, ſpaantjes bij zich gee. langs de ftam en takken der Boomen , vast houden. Te
vende van hout, dat hem tot voedzel ſtrekt, of ook ee- noodiger was dit , om dat de Schors van veele Amerio
nige kleverige aarde; waar van hij dan een tonnetje , kaanſche boomgewasſen niet , gelijk die van veele onzer
pil of balmaakt, gelijk zommige Torren doen. De Pop. vrugtboomen , ruuw en rimpelig , vol barsten en kloo.
pen der Bokken zijn kenbaar aan de knobbelige Sprieten , ven , maar geheel glad is. Waar toe hem zijne lange
die zich aan haar duidelijk vertoonen . Hoorens of Sprieten dienen , is, gelijk in alle Inſekten ,
Onder de Bok- Torren vind men de aanzienlijkſten duiſter. Ik vind niet waarſchijnlijk , dat de Bok- Torren
van alle Schildvleugelige Infekten. De geftalte is ont. zich , gelijk MOUFFETus wil, daar mede aan de Booinen
!
zoude haaken , of dat die hun , in het loopen , zouden ,
zaglijk zonder afſchuwlijkheid ; de koleur in veelen ons
gemeen fraaij; zommigen hebben een aangenaame reuk , behulpzaam zijn. Het onderſte vicei der Pooten , of de
gelijk de Roozehokjes , die daarom dus genoemd wora Voet , is door de hartvormige figuur der leedies zeer op
den ; de grootte der Uitlandſchen is verbaazende. Men merkelijk en zonderling in de Buko Torren ; waar van deeo
vind er , in de verzameling van Petiver , een afge- ze zoort , wegens de grootte, als tot een voorbeeld dient.
beeld van tusſchen de vier en vijf duimen , en Swam . II. Katrolvoerende" Tor - Buk; Cerambijx trochlearis ;
MERDAM Bijbel der Natuur , I. Decl , bl. 283. heeft (Cerambijs thorace fpinis mobilibus , elijtris ſusct canaque
Q992
3646 TOR . TOR.
varlis pun &tis elevatis. Linn. Sijft. Nat. Deeze Tor. ren van deezen Bok - Tor voorſtelt , aanmerkende datbec
Bok , 20 ’ ſchijnt in de Verzameling van den Heer de Mannetje wat ſmaller is dan het Wijfje , 'c welk deSprie ,
GEER zich bevindende , was uit Oostindie afkomſtig. ten koraalagtiger en niet zo zaagswijze geknobbeld heeft.
Groote verſchillen , waarlijk , omtrent eene zelfde zoort..
TWEEDE ARTIKEL, De zaagswijze figuur der Sprieten gaf den Heer Geof.
FROY Hiſt. des Inf. eny. Paris. Tom I. pag. 198. aanlei .
Het Borstfluk , op zijde, met Tandjes gezoomt. ding , om van dit Inſekt , dat hij eens op den grond , in
III . Letterhoute Tor. Bok ; Cerambijx cervicornis ; ( Ce. het Bosch van Boulogne , in de maand augustus gevonden
sambijx thorace marginato dertato maxillis porrećtis, cor. had , een Gellage le formeeren , van dat der Bokken af.
ziformibus , utrimque fpinoſis,isantennis brevibus. Linn; gezonderd , onder den naan van Prionus, in 't fransch
Sift. Nat. Decze Tor-Bok twee duim lang afgebeeld Prione; waar in deeze de eenigſte zoort uitmaakt. Het G

bij SloANÉ. Browne , die hem de Macacca -Tor noemt, had de langte van een en een vierde duiins , zijnde een
heeft hem met de Nijpers , bij de drie duim , of, zo bij half duim breed .
zegt , twee en een half duim lang en een duim breed , V. Kaneelkoleurige Tor.Bok ; Cerambijx cinnanomeus
ver:oond ; zijnde het grootſte vliegende Infekt , dat hij (Ceraizbijr thorace marginato denticulato, corpore ferru
op Jainaika waarnam. Dit, voegt hijer bij , teelt voort gineo, elijtris mucronatis. Linn. Sijft. Nat. ;) Juf.
in oude Scammen , inzonderheid van Pruim en Katoen. frouw Merian vond , den 29 Maart des Jaars 1701 ,,
boomen , alwaar de Wormen door eenig Volk worden in de Weſtindien , een zoort van Wormen in verrot
opgezogt , dat dezelven 10t ſpijs nuttige en gebruikt. Zij hout , die witagtig geel waren ; deeze veranderden al
zijn omtrent drie en een half duim lang , en ongevaar lengs, zo dat men het zien kon , in Torren ; zodanig .
van dikte als een pink of kleine virger van een Menſch . dat het onderlijf nog ten deele naar een Worm gcleek .
Het Lijf is wit van koleur., en heeft een bruin kopje , De Tanden van den Worm , zegt zij , worden tot
dat men er gemeenlijk afſnijd , als menze wil eeten. Hoorntjes van den Tor. De koleur van de Vleugelen
Men opent, ontweit en wascht deeze Wormen altoos , was in ' begin okerverwig , en wierd daarna zwart ,
eer men die toebereid , en , wel gebraaten zijnde , wor. naar maate het Beest tot de volkomenheid naderde.
den zij van zommigen gehouden voor een der grootſte Volgens de afbeelding was het omtrent drie duim lang.
lekkernijen in Amerika. LINNÆUS merkt aan , dat het agterſte zijdelingſe Tande
Juffr. Marian vertoont deezen Bok.Tor , dien men , je van het Borstſtuk ſterker zij, en dat de Dekſchilden
wegens de koleur , gemeenlijk , en inet regt , de Letter. de koleur van kancel hebben.
houte - Boknoemt, vliegende , wel vijf duim met de Schaa. VI: Aartige Tør-Bok ; Cerambijx feftivus; (Cerambijx .
ren lang . De afbeelding, welke Roesel, geeft van ee. thorace utrimque bidentato , elijtris bidentatis viridibus,
nen , die hein door een Apoiheker van Bremen , om uit linea lutea . Linn Sijſt. Nat.) De Heer Rolander heeft
te rekenen , in vogt gezonden was , heeft de langte van deeze zoort in Amerika gevonden. Deszelfs Borstſtuk
vier duimen rijnlandsch . In deeze zijn de Nijpers zeer was rood en zwart bont ; de Sprieten aan den wortel
kort , gelijk ook in de afbeelding van Petiver , alwaar rood, naauwlijks langer dan het Lijf; de Dekſchilden
die Bok de langte hecft van vier en een half duim ; dog aan 't end tweetandig groen , met een dubbele verheve.
dezelve is te ruuw , om net zekerheid op deeze zoort te ne Rib. Langs den buitenrand der Dekſchilden liep een .
kunnen toegepast worden . Hij hadt dit Inſekt ontvan . geele ſtreep overlangs.
gen van de Philippijnſche Eilanden ; de Dekſchilden wa . VII . Gelinieerde Tor -Bok; Cerambijx lineatus ; (Ceram-.
ren taanig bruin , hetoverige zwart; de Hoorens en Poo bijx thorace marginato dentato , elijtrisnigrislineis albis ,
ten glimmende. De Schenkels en Dijèn , zelfs de Sprie antennis compreſſis brevioribus. Linn . Sijjt. Nat.) BROW.
ten , die ook veel langer dan in deeze zoort zijn , heeft ne , die deezen ,geineenlijk , omtrent anderhalf duim
inen altemaal ſtekelig afgebeeld; dat geen overeenkomst lang vond , zegt dat het de grootſte was van het Bokken
met deezen Letterhouten Bok heeft. Geſagt , die hij ooit op Jamaika gezien hadt , en noemt .
IV . Lederagtige Tor-Bok ; Cerambijx coriareus; Ce. hem de groote geſtreepte Bok . Hij moer dan den Let.
rambijx cinereo nigricans, antennis & pedibus rufis. GADD . terhouten niet onder de Bok Torren geteld hebben. De
Sat. 79.; (Cerambijx thorace marginato dentato , corpore Heer Sloane , die dezen , op zommige tijden, in de .
piceo , elijtris mucronatis, antennis corpore brevioribus. Bosſchen op dat Eiland vond, geeft er de langteaan van
Einn. Sijlt. Nat.) Dit is een der grootſten van de Eu omtrent een duim , en zegt , dat dit Inſekt een breeden
sopiſche Tur-Bokken ; gelijk er ook die , welken Rais , zwarten Kop heeft, twee rondagtige, dikke , zamenge .
noemt allergrootſlen Bok, met groote Hoornen, welke voegde Sprieten van een halfduim iang; een breed Borst.
vit leedjes beſtaan en omgeboogen zijn , toe betrokken ſtuk met weinige Prikkels ; de Dekſchilden ſpits uitloo .
word. Men wil dat hetdie zijwelken Frisch roemt, pende. De Torwas , zo hii getuigd , van koleur blinkend
de zaaghoornige zwarte Hout: Kever. De Heer Roesel zwart , met drie witte Streepen overlangs , en had de
ſtelt hein voor onder den naam van zwartbruine Hout- Ke . Poolen rood.
ver, die voortkomt uit den Eickenboom , of ander hard VIII . Doornbaard ; Cerambijx ſpinibarbis; ( Cerambija
hout. Volgens de afbeelding valt de koleur in het paarsch thorace marginato ſubcrenulato , capite ſub maxillis ſpinoſo
of violet, en is geenzins zwart. Elders zou dezelve uic ſcabro, antennis brevibus.Linn. Sijji. Nt. Deeze Ameri.
den aschgraauwen zwartagtig waargenomen zijn , met de kaanſche heeft het Lijf zwart en de Sprieten korter dan
Sprieten en Pooten ros of roodagtig. Linnæus ſchrijft hetzelve.
er de rottige berkeboomen tot eene woonplaats aan toe , DERDE ARTIKEL .
en merke aan , dat het Mannetje het Borstſtuk eentandig ,
Diet Wijfje betzelve drietandig heeft ; 't welk echter nog Het Borstſtuk rond , met vaste Doornen op zijde.
uit de afbeelding , nog uit de beſchrijving van ROESEL
blijkt , die de gehele verandering , Worm , Pop en Eije . IX . Ktaauwſprietige Tor Bok ; Cerambijx batus ; Ca.
pri
TOR . TOR . 3665

pricornus niger cornutus. Muf. Petrop. 652 .; ( Cerambijx van agteren als met een band , die de Dekſchilden Enijd.
thorace ſpinoſo rugoſo, elijtris bidentatis, antennis longis De Sprieten omtrenteens zo lang als het Lighaam . Ro.
uncinato-aculeatis. Linn. Sijſt. Nat.) De vijf Leedjes Lander heeft hetzelve in Amerika gevonden.
der Sprieten van deezen Tor- Bok , zijn van onderen ge- XVI. Lamed ; Leptura nigra , elijtris nigricante livi
wapend met een kroinme Doorn . doque variis. Linn. Faun. Suec. 498.; (Cerambijx tho .
X. Doornſprietige Tor- Bok; Cerambijt rubus; ( Ceram race ſpinoſis pubeſcente , Elijtris fastigiatis lividis, faſcia
bijr thorace Jpinojo, antennis ſubtus aculeatis, elijtris bio obſcura longitudinali flexuoja , antennis brevioribus. Linn .
dentatis punétis quatuor albis. Linn. Sijjt. Nat.) Deeze Sijft. Nat.) Volgens de beſchrijving der Sweedſche
Ooſtindiſche is groot , en heeft aan het Borstſtuk , bo- Dieren is deeze Bok Tor groot en heeft het geheele Lijf
vendien , van onderen een witte ſtreep ; de Dekſchilden zwart ; zo ook de Dekſchilden , die bij het Borstſtuk en
zijn , naar vooren toe , pukkelig ruuw , en voor ' t overi, in 't midden buitenwaards loodkoleurig zijn , of inet iwee
ge glad. Zodanig een , dien wij Doorn- Spriet noemen ,, breede , ſchuinſe , bruine barden getekend. Waarſchijn .
was in de Verzameling van den Heer De Geer . De zo lijk zullen deeze de figuur van de hebreeuwſche letter la
danigen , die wij bier hebben van omtrent twee duim med , meer of min , uitdrukken .
langte zijn aan ' t Borstſtuk , wederzijds , onder den XVII. Gewolkte Tor-Bok ; Cerambijx nebulofus; (Ce
Doorn, met een breede witte ſtreep getekend en hebben rambij . thorace Spinoſo, elijtrisfastigiatis punt'is fasciis.
de Sprieten vrij lang que nigris, antennis corpore longioribus.Linn. Faun . Suec.)
Xi, Langſprierige Tor-Bok; Cerambijx ferrugineus ; Deeze is klein van ſtuk, hebbende den Kop zwartagtig ,
(Cerambijx thorace fpinofo rugoso, elijtris fastigiatis ſubo de Sprieten anderhalfmaal zo lang als 't Lijf, aan 't end
Ferrugineis, antennis longis. Linn . Sijft. Nat.) De lang zeer dun ; het Borstſtuk wederzijds geiand. Een dwar.
te des Lijfs van deezen Tor- Bok is drie duim , en die der ſe zwarte band , die vrij breed is , loopt midden over
Sprieten meer dan een half voet, ja mooglijk wel zeven de Dekſchiiden heen.
duinen rijniandiche maat. Met regt mogen wij dan dee . Men heeft deezen Bok bij de Mijnen van Burwick ,
zen Lang Spriet noemen. Het eerſte lid van de Sprie. in Gothland, gevonden . Doktor Scopoli nam een der.
ten is een en een vierde duims lang. Voorts zijn dezel. gelijken waar in Karniolie , die de Dek [childen ineer dan
ven, nabij den Kop , zeer dik , ruuw en met haakswij een derde duims lang er een agtſte duims breed had.
ze ſtekeltjes bezet. De Kop is-dik en groot , met klei- XVIII . Stekelige Tor- Bok ; Cerambijx hiſpidus; Ceram .
ne Nijpers ; de Voorpooten zijn ook vrij lang ; bet Borste bijx thorace ſpinojo , elijtris fuppræmorſis,pun&isque tri.
Ituk rolrond met twee Stekels of Doornen . bus hifpidis , antennis hirtis longioribus. Linn. Sijt.
XII . Graauwe Tor- Bok ; Cerainbijx ſentis; (Cerambijx Nat.) Deeze , die in Sweeden dikwils in de buizen
thorace Spinoso lævi , elijeris fastigiatis, biguttatis, as voorkomt , heeft de grootte van een huisvlieg , maar is
tennis fubtus aculeatis longioribus.Linn.Sijt Nat.). An- ſmaller; geheel aschgraauw met zwarte ſtippen , heb
derhalfmaal zo lang heeft deeze Oostindifcbe, volgens bende op de Dekſchilden eenige verhevene ſtreepen ,
LINNÆUS , de Sprieten dan het Lijf, dat graauw is. en een breedagtige , witce band, dwars , bijna in ’imido
Veel korter zijn derhalve de Sprieten , naar evenredig . den , over denzelven heen. De Sprieten zijn ander.
heid , in deeze zoort , dan in de voorgaande. De Deko halfmaal zo lang als 't Lighaam . Het Borstſtuk is , voor.
fcbilden zijn , voor aan , door verhevene flippen ruuw. naamelijk op zijde gedoornd. Men vind in eenigen een
agtig , en hebben twee witte Vlakjes , die ſmal zijn , over. hartvormige witten band op het voorſte gedeelteder Dek :
langs . Een witte ſtreep loopt, van de Sprieten af , ſchilden , die aan 't end als afgebecten of getand zin :
langs de zijden van het Borsttuk en Agterlijf, naar ag. XIX. Geſtreepte Tor-Bok ; Cerambijx deſertus; ( Ceram .
teren . bijx ſpinoſo albo-lineato, elijtris bidentatis albo faſciatis ,
XIII. Meelagtige Tor. Bok ; Cerambijx farinoſus ; (Ce antennis longioribus. Linn. Sijft. Nat.) In het Kabinet
rambijx thorace Spinoſoniger , elijtris punītis albisſparſis van de Koningin van Sweeden bevond zich deeze West
farinos. Linn. Sijft. Nat.) Van kleine Wormen met indiſche Bok , die het Borstſtuk met vijf witte ſtreepen
zwarte Koppen en zwarte Staarten , was deeze Tor - Bok heeft , waar van de zijdelingſe onder den rand van het
afkomſtig ; volgensde beſchrijviug van Juffrouw MERIAN Borstſtuk . Dit doet mij er den Bijnaam aan geeven van
die bem in de Westindien heeft gevonden. De Leedjes geſtreepte
der Sprieten , zijn van onderen een weinigwitagtig , en xx . Gebandeerde Tor. Bok ; Cerambijx ſuccin &tus; ( Ceo,
de onderſte leedjes der Pooten blaauwagtig of aschgraauwv ; rambijx tborace biſpinoſo rugoſo , elijtris faſtigiatis fascia
voorts is de koleur zwart , met het Borstſtuk gedoornd, flava, antennis longioribus compreffis. Linn . Sijft. Nat.)
en witte meelagtige ſtippen op deDekſchilden verſpreid. Deeze Westindi che Tor-Bok, die het Borstſtuk rimpe
XIV. Platagtige Tor-Bok ; Cerambijx depreffus; ( Ce lig en met twee Stekels heeft , de Dekſchilden verheven
rambijx thorace quadrispinoso , dorſo depreſjo elijtris nebu. met een geelen band , de Sprieten vrij lang op zijde plat,
beſis , antice pundis elevatis sparſis. Linn. Sijf. Nat.) bevond zich insgelijks in het Kavinec van haare honingl.
Deeze in Oostindien te huishoorende, heeft de Dekſchil Sweedſche Majeſteit.
den van boven plat , bruin met zwavelgeele ſtippen ; en XX1. Groene Tor. Bok ; Cerambijs virens ; ( Cerambije
de Sprielen zijn zeer lang. thirace ſpinosa , elijtris oltufis , corpore viridi , antennis
xv. Zregroene Tor.Bok ; Cerambijă glaucus ; ( Ceram- longioribus , femoribus unidentatis. Linn. Sijft. Nat. )
bijx thorace quinque ſpinoſo glaucus , elijtrismuricatisla- Browne noemtdeezen the Ladij Capricorn of Vrouwen
tere fafciagué nigris , antennis longioribus. Linn. Sijft. Bok , om dat hii ſchoon goudgroen van koleur is , zijn.
Nat.) Dit Inſuke is van boven witagtig zeegtoen , van de doorgaans anderhalf duim lang, maar ſmal van Lijf.
onderen bruin . Het heeft het Borstſtuk van boven met De Sprieten , zegt hij, zijn zelden korter dan drie dui.
vier Doornen en een vijfden van agteren in 't midden. men , en ſteeken dus , in 't vliegen , een goed end wegs
De Dekſchilden zijn geknot , eentandig , van vooren ſte. agter de Vleugelen uit. Het geheele Inſekt, voege hij
kelig gedoornd , aan de zijden zwart met een ſtreepje , er bij , is lijuig ofkleverig , en ruikt zeeronaangenaam ,
Q993 wel
3666 TOR . TOR .
welke reuk aan de Vingers , in 't behandelen , en aan het zijn bruin , dof van kolear en Auweelagtig, omringd,
vogt, daar menze in bewaart , zich mededeelt. SLOANE, » zo wel als die van 't Borstſtuk , met een ftreep van
in regendeel, noemt den zijnen , de zoetruikende Tor , bleeker koleur dan het overige des Lighaams. Van
en beeld hem af ter langte van ontrent twee duimen . ir onderen iſ het geheele Inſekt ichoon blaauw ; de Ge.
Men zouze , derhalve , de Indiſche Roozebokjes kunnen wrichten der Pooten zijn allcenlijk bruiner. Men
tijtelen ; alzo menze in de Indien vind . vind het in de Itainmen van rottige boomen , gelij.
XXII. Roosebokje ; Cerambija moſchatus ; (Cerambijx , kerwijs het volgende , en ontmoet het zomtijds zelfs in
thorace ſpinoſo, elijeris obtufis viridibus nitentibus femo. de houttuinen " . Deeze zoort komt ook voor in Swee
ribus muticis, antennis mediocribus. Linn . Siift. Nat.) den.
Deeze zoort van Schildvleugelige Inſekten is , wegens de XXIV. Timmerman ; Cerambijx ædilis ; ( Cerambijx tho.
reuk, die zijhebben , bekend bij den naam van Rooze.. race Spinofo pun &tis quatuor luteis elijtris obtufis nebulofis ,
bokjes. De Heer Geoffroy noemt hem de groene Bok antennis longiffimis. Linn. Sijft. Nat.) Eersi { chijnt men
met den reuk van Ryogen , die in deeze Infekien , welke deeze Tor - Bok , die niet van de grootſten is,in Rusland
zich meest op oude Wilgeboomen onthouden , zo ſterk waargenomen te hebben ; weshalven hij van Petives de
is , dat dezelve zich zomtijds over 't veld verſpreid , wan. Rusſiſche aschgraauwe, met deHoornen of Sprieten zeer
neer eenige Wilgebooien , met Roozebokjes beladen , lang , getiteld word. In Sweeden komt hij ook zeer
in de nabuurichap zijn. Door het drooger, evenwel , menigvuldig voor , in de fchuitjes en de geſchilde boom
verdwijnt die reuk , en houdt zo zeer geen ſtand, als de ſtammen ; dewijl de Landlieden daarhuizen van bouwen ,
zogenoemde inoskeljaat reuk van de Torren , Doodgraa. noemen de Kinderen hem , deswegen de Timmerman , en
vers genoemd , die ook niet eigenclijk deezon naam mag het Gemeen houd het voor zonde, hem te kwetzen of
1
draagen . re dooden. In Vrankrijk , of in de Zuidelijke deelen van
Gemelde Heer merkt aan , dat de beſchrijving, welke Europa, ſchijnt hij niet waargenomen te zijn. Het Lig
LINNÆUS van deeze Bok . Tor geeft , niet al te paauw . haam is een duimbreed lang, geheel aschgraauw , heb.
keurig is. Het Agterlijf, naamelijk , is wel van boven bende de Dekſchilden met kleine haairtjes bezet, die de
blaauw ; de Wieken zijn zwart, de Poocen blaauw , 20 zelven gewolkt maaken. Het Wijfje , welke hec Agier
wel als de Voeten , die van onderen eenige ruigte heb- lijf van agteren uitpuilt, heeft de Sprieten , alsgewoone
ben . Aan het Borstſtuk is wederzijds een ſpitſe punt, lijk , veel korter dan het Mannetje.
en van onderen heeft het drie knobbeltjes, als ook ee. XXV. Schoenmaaker ; Cerambijt futor ; Cerambijx ni
nigen , die kleiner zijn , wat voorlijker , welke hetzelve gro.nebulofus, fcutelllo pallido, elijtris fusco•eneis.GadD .
oneffen maaken , De Dekſchilden zijr eenigermnaate zagt , Disfert. 87.; (Cerambijx thorace spinofo , elijtris obtufis 3
baigzaam , en fijn ſagrijnagtig geſtippeld , lancetswi ze atris fubnebulofis , ſcatellopallido, antennislongis. Linn.
langwerpig , hebbende ieder twee overlangſe ſtreepen , Sijft. Nat.) De koleur fchijnt den bijnaam te geeves
die een weinig verheven zijn . LINNÆUS tekent er drie aan deeze zoort , die echter volgens anderen , de Deke
aan ; dog daar zijn er , zegt hij , maar twee. Ook kan ſchilden koperig bruin heeft. Men vindze in de Bos.

ziju Ed . niet begrijpen , waarom dat onze Autheur de fchen van Sweeden, zijnde groot en zwart , met geeie
Sprieten zegt regt anders gesteld te zijn , dan in de ove. Stippen beſprengd. Het Mannettje heeft de Sprieten
rige Bokken ; alzo dezelven er volmaakt mede overeen. drie of viermaal, het Wijfje maar anderhalfmaal zo lang
komen ; uitgenoomen dat het end der Leedjes een wei. als het Lijf.
nig minder dik is. De Sprieten (voegt hij er bij) hebben XXVI. Schoenlapper; Cerambijx cerdo ; ( Ceranbijx thg.
ten minſte de langte van het Lijf. race fpinoſo rugoſo nudo, corpore nigro , antennis longis , 1

XXIII. Alpifche Tor- Bok ; Cerambijr alpinus; ( Ce: articulis quatuor primis clavatis. Linn. Sijft. Nat. ) Dee
rambijx thorace Spinoſo, coleoptris obtufis faſcia maculis. ze is in Italie waargenoomen door den Heer Kaepler,
gue quatuor atris , antennis longis. Linn. Sijſt. Nat.) in Duitschland door FORSKAOL , hebbende de ſtatuur van
Blaauwagtige zwart gevlakte Tor-Bok kan deeze Europi- den voorgaanden, het Lijf en de Pooten zwart ; de Dek
ſche met reden genoemt worden. Hoewel hij in Karnio. ſchilden aan de tippen zo donker niet of pekaglig ; de
lie niet zeldzaam is , had Doktor Scorol. I hein dog op . Sprieten langer dan het Lijf, waar van de vier eer.
de Alpen nooit ontmoet. DeHeer GEOFFROY geeft er ſten Leedjes met ronde Knoppen , de overige plat op
den naam aan van la Roſalie; hij beſchrijft en beeld hem ,zijde.
af , als de vierde zoort van Bokken , blaauwagtig asch. XXVII. Weever ; Cerambijx textor ; Cerambija ſordide
graauw , met zes bruine vlakken op de Dekſchilden. Zie niger, pun&tis elevatisſparſis, antennis cralis, corporis
hier zijn beſchrijving van dit Inſekt. Longitudinem fubæquantibu s. UDDM Disjert. n. 29.;
„ Het is , zegt hij, een der fraaiſten van ons Land , (Cerambijx thorace Spinoſo, elijtris obtufis convexis atris,
zijnde een en een vierde duiins lang , een derde duims antennismediocribus. Linn. Sijſt. Nat.) Men zal , moog .
breed . Het heeft den Kop aschkoleurig blaauw , met de lijk , niet meer reden vinden voor den zonderlingen bij
» Nijpers zwarter ; de Sprieten zijn groot , anderhaifmaal naam van deezen , als voor dien van de voorgaande. Hij
,, zo lang als het Lijf , van het zelfde blaauw , hebben . word elders genoemt Bak. Tor die vuil is , met verheven
de aan het end van ieder lid een dotje graauw dons , Stippen daar over verſpreid , de Sprieten dik en om
het geen een ſcheiding in het blaauw en dusde Sprie. trent zo lang als 't Lijf. Dit Inſekt onthoud zich in
ten zeer fraaij maakt. Het Borstſtuk is blaauw , met Europa .
15 een bruine roeikoleurige vlak voor op hetzelve. De XXVIII. Schoorſteenveeger ; Cerambij « fulginator ;
Dekſchilden zijn van dezelfde blaauwagtig aschgraau. ( Cerambijx thorace fubfpinofo niger , elijtris ciner
9) we koleur , ieder met drie vlakken getekend , waar bus, antennis brevioribus. Linn . Sijſt. Nat.) De Heer
van eene die kleiner is , om laag ; een zeer groote , FORSRAOL vond deezen in Duitschland , kleiner dan een
die de geheele breedte belaar , in 't midden , en ee. Honingbij en geheel zwart ; met de Sprieten nauwlijks
ne van middelbaare grootte om hoog. Deeze vlakken zo lang als 't Lighaam ; bet Borstſtuk rond en weinig ge.
doornd ,
TOR. TOR. 3067
doornd ; de Dekichiden niet zeer ſpits, en met een vuile met een verheven Rug heeft. De afbeelding , die hij
aschkoleurige waalein beſmet. er bij vergrooting van geeft , toont de zonderlinge ge
XXIX. Kok; Cerambijx coquus ; ( Cerambijx thorace Italte van dit roofaglige Inſekt , dat men dikwils in
fubjpinofo hirjuto, elijtris obtuſis ſulcatis atris, antice drooge Bladen , in Hooij, en elders vind , daar het
ferrugineis, antennismediocribus. Linn. Sijſ. Nat .) De Wormpje op ſchijnt te aazen, maakende zichi, tot de
Heer KALM heeft deezen in Kanada gevonden ; zo dat verandering , een Tonnetje , dat zeer wit is , als van fij.
men hem als een Amerikaanſche moet aanmerken . De ne zijde.
Dooinen of Steekels van het ruige Borsſtuk zijn kenbaar. Dit noemt hij het gebandeerde, en de andere zoort ,
der op ' t gevoel dan op 't gezigt. welke gebeel bruinrood is , hetongevleugeld welks Dek
XXX. Luoper ; Cerambijx curſor ; ( Cerambijx thorace ſchilden vereenigt zijn. Dit word op dergelijke plaatzen
frinojo , elijtris obtufi rufis margine lineaque nigris, an- gevonden ; bet is kleiner en 20 gemeen niet. Het ge.
tennis mediocribus. Linn. Sijſt. Nat.) In de beſchrijving lijkt naar een klein klootje , waar aan nauwlijks iets zich
der Sweedſche Dieren was deeze zoort genoemt , rosſe vertoont; en een Kopje, 'twelk Sprieten heeft bijnazo
Box Tor , met drie zwarte ſtreepen op de Dekschilden lang als 't Lijf; de Dekſchilden , die gepolijst kastanje
overlangs. Men vind dezelve in verſcheide Landſchap. bruin zijn , bekleeden het ook gedeeltelijk van onderen ;
pen van Sweeden , zijnde een der groodſen onder de zo.dat het Diertje zich als geharnast voordoet.
Europiſche Bokken. Men heeft dezelve ook in. Karnio.
he waargenoomen . VIERDE ARTIKEL.
XXXI. Kaehlers Tür. Bok ; Cerambijx kehleri; ( Ceram .
bijx thorace fpinofo niger, thorace elijtrisque macula mag. Het Borstſtuk ongedoornd en rolrondagtig.
ma szigra. Linn. Sijft.) De Heer KAEhler heeft deea XXXIV . Geſtippelde Tor- Bok ; Cerambijx carcharias ;
ze Bok in Italie ontdekt. Hij is van middelbaare groo . ( Cerambijx thorace mutico cijlindrico , corpore griseo punc
le , met het Lijf en de Pooten zwart, dog de Dijën tato, antennis mediocribus. Linn. Faun. Suec.) Deeze
zijn , aan het end , uitgerand en ſcherp ; de Sprieten gelijkt zo zeer naar den Schoenmaaker , hier voor be.
saauwlijks zo lang als 't Lijf. Op 'tmidden van het Borst. ( chreeven , dat ik ze voor deszelfs Wijfie zou gehou.
ftat , dat bloedrood is , vind inen een groote , ronde , den hebben , zegt LINNÆUS, indien er nietde Spitfen,
zwarte Vlak ; de Dekſchilden , welkeook bloedrood zijn , op zijde van het Borstſtuk , aan ontbraaken. Hij heeft
is hun beiden gemeen , langwerpig rond , en ſtrekt zich het Lijf ook dikker, en de Nijpers zwart . Naderhand
van het midden , bijna tot aan de tippen uit . is het Wijfje ontdekt , dat graauw is van koleur , en het
XXXII. Verklikker; Cerambijx inquiſitor ; (Cerambijx Mannetje aschgraauw , wegens een bleckgeelatige wol.
thorace ſpinofo , elijtris nebulofis fufco fubfafciatis , anten. ligheid , die het Lijf omkleed , en waar tusſchen de glin
nis corpure brevioribus. Linn. Sijft. Nat) Twee Tor- ſterende zwarte ſtippen uitpuilen ; dit doet hem eeniger.
Bokken heeft men in Sweeden gevonden , die malkander maate , naar den Stern or bonte Haaij gelijken . Die van
in alle opzigten zeer geleeken ; dog de een had op de Petiver was zwartagtig ,en had de Dekſchilden geſtip
aschgraauwe Dekſchilden twee geele Banden , de ander peld en met bleeke vlakken beſprengd, dat regt het te
niet , en was ook met zwart gewolkti Beiden hadden gendeel is van koleur ; bewel men den een , zo wel als
zij de Spriecen maar half zo lang als 't Lijf. Zij zijn tot den ander , Geflippeld kan poemen . Dit Infekt was hem
deeze zoort betrokken , onder de gemelde Kenmerken ; uit Noorwegen gezonden , drie vierde duims lang , en
zo wel als een middelmaatige zoort van Bokjes bij FRISCH , had de Sprieren langer dan het Lijf .
dat duidelijk twee zwarte dwarsſtreepen heeft op de XXXV. Gehakkelde Tor-Bok ; Cerambijx ſcalaris ; (Ce
Dekſchilden, die een bandeerzel maaken op 't midden rambijx thorace mutico cijlindrico , coleoptris linea flava
van ' t Lijf. dentata punaisqu: flavis , antennis mediocribus. Linn . Faun .
XXXIII. Dief; Cerambią fur ;(Cérambijx thorace Spië Suec. 464.) Dit Tor- Bokje ontmoet men ook in Europa,
nofo gibboſo, coleoptris oratis, fascia duplici albida , an- dog het is niet gemeen. Men vind zomtijds ecne ver.
tennis filiformibus mediocribus. Linn. Sijſt. Nato ) Een ſcheidenheid die de ſtreep blaauwagtig heeft , in plaats
klein roodagtig Torretje, van grootte als een Luis , dat vao geel ; dog de aschgraauwe diewit gebandeerd is , uit
wegens de langte van zijne Sprieten tot de Bokken ſcheen de Verhandelingen der Akademie van Upral, dunkt mij,
te behooren , is van den Heer LINNÆUs hier thuis ge, moet er zeer weinig naar gelijken . Het onze, naame
bragt; hoewel het hem ewijfelagtig voorkwam , tot welk lijk , is geheel zwartagiig bruin , op welke grondkoleur
Gelagt men het betrekken moeſte, om dat het den Kop de goudgeele Streepen en trapswijze gehakkelde reke.
omgekromd , binnen het Borstſtuk kon intrekken , gelijk ning aan de naad der Dekſchilden , zeer fraaij afiteeken.
de Knaagtorretjes doen. Ook heeft het de eigenſchap. Frisch beſchrijft dit Bokje als van de vierde grootte , met
van veelen derzelven , houdende deerlijk huis in de ver. zwarte Vleugelſchilden en geele of witte cieraaden daar
zamelingen van gedroogde Planten , Infekten , Vogelen , op ; dog hij heeft van deeze zoort nog eenige Verſchei.
Boute.Vagten , Kleederen en allerleij Eetwaaren . Zelfs denheden , ten opzigt van de ſpeeling van het geel en
1
word de Tabak er van opgevreeren. Men kan het zwart door malkander. Van Doktor SCOPOL I E110omo .
dooden door middel van Rottekruid met uitgebrande log. Carniol. p. 55. , is dit trapswijs getekent Bokje, in
Aluin . Karniolie , ook , in de Tuinen , waargenomen .
Onder de Schildvleugeligen die de Sprieten draads . XXXVI . Popelier Tor - Bok; Cerambijr poput.eus; Ce
wijze , dat is niet kennelijk geknobbeld veel min geknodstrambijx fusco.cinerais , antennis nigro alboquue variegatis ,
hebben , maakt Geoffroy hier van een nieuw Genagt , elijtrorum pun&tis o & o luteis. GADD. Sat. 79 ; ( Cerainbija
dat hij beſtempelt met den naam van Bruchus, waarmede thorace mulico cijlindrico , flavo lineato , elijeris puncis
men oudtijds den Molennar of Mạijkeverbetekende. De guatuor flavis , antennis mediocribus. Linn. Sijji. Nnt )
hiizondere Keninerken daar van zijn , dat het zelve het Hier toe word betrokken een bruin asrhgraauwe Bok ,
Borststuk met eer ronde Bochel , en net Lijf bolrond die de Sprieten zwart en wit bont heeft en op de Dek
caoili
3068 TOR. TOR .

ſchilden agt geele ſtippen. Dezelve word gezegt in Eu. komt in de Boſſchen diwils voor. De Sprieten zijn
pa zich te onihouden , en chans vind men hem , volgens een weinig korter dan het Lighaam , ' t welk aan de zij;
de gemelde Kenmerken, aangetekent onder de Sweed. den regtlijnig loopt en bijna glad is , hebbende op ieder
ſche Dieren , als voorkoomende op den Ratelaar. Om- Dekſchild iwee verheven ſtreepen. Het Agterlijfis roesto
ſtreeks Parijs vond GEOFFROY een Bok Tor, van een half koleurig bruin , met twee ingedrukte holligheden op de
duim lang , dien hij noemt de Ovaale. Aschkoleurige , en Rug, boven en behalven de overlangſe ſtreep.
welke naar deeze zoort ſchijnt te gelijken ; dog hij haalt XLII. Ruodbeenige Tor• Bok ; Cerambijx feinoratus ;(Ce
alleen een Afbeelding van Frisch aan , en ſchijnt dus rambijx thorace inermiſubrotundo, corpore atro, femoribus
niet gedagt te hebben , dat het deeze was. Zie hier zij. rubris , antennis mediocribus. LINN. Sijſt. Nat .) Deze
ne beſchrijving van dat Inſekt. is in Duitschland gevonden , zijnde half zo groot als de
" De figuur van deeze Bok is minder langwerpig volgende en ſmaller, met de Dijën alleen rood en de Sprie
dan die der voorgaanden , Zijne Sprieten zijn maar ten naauwlijks zo lang als't Lijf.
half zo lang als 't Lijf. De Kop is geſtippeld , zo wel XLIII. Violette Tor. Bok ; Cerambijx violaceus ; ( Ce
als het Borsettuk , en het geheele Dier zwart , uitge. rambijx thorace mutico fubrotundo , corpore violaceo , ana
noomen de Dekſchilden , die ovaal zijn, aan't end rond, tennis mediocribus. Linn. Sijft. Nut ) Het Lijf van dee.
en met kleine haairtjes digt bedekt ; deeze zijn zom- zen Tor.Bok is glinſterend violet met een luiſter van goud
tijds egaal grijsagtig , en doen de Schilden zich witag- en zijde , het Borstſtuk en de Schilden vol uitgeholde
tig of bleek aschgraauw vertoonen, zomtijds zijn zij Sprieten , Pooten, en het agterlijf zwart , de Dekſchil
„ graauwer , dog met bleeke ſtreepen overlangs; zom : ſchilden aan 't end rond platagtig
>) tijds bruin , met de gemelde ſtreepen aschgraauw. De XLIV. Vergulde Tor.Buk ; Cerambijx auratus ; ( Ce.
,, wolkigheid der koleuren inaakt nog meer verſcheiden. rambijx thorace dente laterali depresſo , viridi-inguratus,
))heden. Op de geſchooren Haagen , inzonderheid van antennis nigris , femoribus posticis coeruleis. Linn. Sijt.
Haagedoorn , heb ik deeze Inſekten vrij menigvuldig Nat.) Deeze Westindiſche gelijkt naar den Violetten,
gevonden ”. dog heeft den Kop en het Borstſtuk verguld groen , de
XXXVII. Cijlindriſche Bok-Tor; Cerambijx cijlindri. Schilden daarenboven met een roodagtigen glans; bet
cus ; (Cerambijx thorace mutico cijlindrico linea albida, geheele Lijf van onderen koperig groen ; de Voeten
elijtris fastigiatis nigris, pedibus anticis pallidis. LINN. paarsch. De Sprieten zijn omtrent van langte als het
Sijft. Nat.) Dit Tor-Bokje vind inen thans op de lijst Lijf. Het Borstituk heeft wederzijds een Tand, die ago
der Sweedſche Dieren , als zich onthoudende in het hout ter van onderen op is uitgehold .
der hazelnooteboomen . De Sprieten omtrent van langte XLV. Gebrandmerkte Tor Bok ;. Cerambijx ſtigmatus";
als het Lijf , dat zwart is geſtippeld , met de Pooten ee. ( Cerambijx thorace ſubmutico fubrotundo excavato pun &ta
nigermaate roestkoleurig. to , corpore atro, elijeris lævibus ftigmata albo. Linn.
Roesel beſchrijft een kleine zwarte ſmallijvige hout. Sijft. Nat.) De Heer ROLANDER heeft deeze Bok , 20
kever, voortkomende van een oranjekoleurig wormpje, wel als den voorgaanden, in A.nerika waargenoomen.
dat zich onthoud in de verdorde takjes der hazelnoote. Hij is geheel zwart, en heeft het Schildje langer dan de
boomen ; dog de afbeelding , welke hij daar van geeft, overigen , agter het welkc , over de Dekfchilden , wer 1
en die hier aangehaald word , gelijkt veeleer naar onze derzijds, een ſchuin wit ſtreepje loopt , dat zich als een
blaauwe Bokjes , die het Borstſtuk , Pooten en het Lijf, Brandmerk vertoont.
oranje hebben , de Kop zwart , de Dekſchilden lood . XLVI. Geſtreepte Tor-Bok ; Cerambijx ſtriatus; ( Ce.
koleurig blaauw , maar het Borstſtuk is in dezelven mec rambijx thorace mutico fubrotunda ,corpore nigro, eljitris
zwarte ſtipjes, gelijk in de volgende zoort. ſtriatis, antennis brevibus. Linn. Sijft. Nat.) Men vind
XXXVIII. Geoogde Tor- Bok ; Cerambijx oculatis; (Ce- decze in de bosſchen van Sweeden. Hijgelijke naar den
rambijx thorace mutico cijlindrico luteo, punétis duobus ni. violette Bok , wiens Dekſchilden niet geſtreept en de
gris ,' elijtris fastigiatis' linearibus nigris. Linn. Sijft. Sprieten langer zijn.
Nat.) Deeze heeft het Borstītuk ongedoornd en geel , XLVII. Bruinroode Tor- Bok ; Cerambijx testaceus; ( Ce:
met twee zwarte ſtippen , de Dekſchilden dakswijs ver . rambijx thorace mutico jubrotundo glabro , corpore testaceo,
heven , egaal van breedte en zwart. antennis mediocribus. Linn. Faun. Suec.) Deeze is niet
XXXIX. Gebandeerde Tor.Bok ; Ceramhijx zonarius ; ongewoon in Sweeden en verſchilt naauwlijks van den
(Cerambijx thoracemutico cijlindrico rugoſo , antennislon- volgenden, dan door de ruigte van het Borstſtuk alleen ;
gioribus, elijtris obtufis fufcis,fafcia linearialbida .Linn. hebbende de Sprieten van langte als het Lighaam , en zo
Sijſt. Nat. ) Deeze Westindiſche Tor-Bok heeft het wel als de Pooien en alles bruinrood.
Borstſtuk ongedoornd , rolrond en rimpelig , met de Sprie- Deeze word betrokken tot een zoort van Bokjes om.
ten vrij lang, de Dekſchilden ſtomp en bruin, met een ſtreeks Parijs voorkuomende , welke de Heer GEOFFROI
ſtreepswijze witagtige band. noemt bruinrood met het Borstſtuk glad , zijnde deeze de.
XL. Zaag (prietige Tor-Bok ; Cerambija ſerraticornis; zelve omtrent twee vijfde duim lang en over de Dek
( Cerambijx thorace mutico fubovali, corpore luridofusco, ſchilden fijn gepointeerd, zonder eenige treepen. Wat
antennis compreſisſerratis mediocribus. Linn. Sijft. Nat.) de koleur belangt, zijn de Sprieten , de Kop , bet Borst
Deeze die zich in de bosſchen van Sweeden onthoud , en de Pooten , vuilrood , of uit den bruinen vaal ; de
heeft de Sprieten zeer plat en zaagswijze, het geheele Oogen alleenlijk, en in zommigen deGewrigten der Dijën
Lijf bleek bruin . zwart , welke laatſte de Mannetjes , zegt hij , zijn . De
XLI. Boerſche Tor- Bok; Cerambijx ruſticus; (Ceram . Dekſchilden hebben een helderer vaale koleur. Het
bij rthorace mutico fubrotundo nudo , corpore lurido, anten . Lijf is van onderen geel , een weinig blaauwagtig , en
nis brevioribns ſubulatis. Linn. Sijſt Nat. ) Bruine Buk ; met zwart gemengeld. Men vind dit Inſekt op de Bloe.
met ingedrukte ſtippen op het Borstſtuk , word deeze men.
genoemd in de beſchrijving der Sweedſche Dieren. Hij XLVIII. Lastdraager ; Cerambijx baijulus; ( Cerambij!
the
TOR : TOR. 3609
thorace mutico , fubrotundo villoſo, tuberculis duobus, an- LII . Kaſtanje bruine Tor Bpk Cerambijx caftarletus ;
tennis brevibus. Linn. Siift. Nat.) Tweederlei Tor. ( Cerambijx thorace mutico fubrotundo, corporeque nigre ,
Bokken worden hier aangehaalt uit de beſchrijving der elijtris antennis pedibusque ferrugineis , atennis brevioria
Sweedſche Dieren , die echter zeer weinig verſchillen dan bus. LINN . Siift. Nat.) Deuze opihoud zich in debose
in de koleur der Dekſchilden ; welkede een zwartag . fchen van Sweeden. Van grootte is hij als de gegolfde ,
tig , de ander bruinrood hacte Een ander, in de Vern, dog een weinig ſmaller , aan de zijden van het Borseftuk
handelingen der Akademie van Upſal aangetekend , had de rondagtig.
Dekfchilden aschgraauw. Men vind ze in de Atapels. TORCULAR HIEROPHILI , zie HERSSEN .
van gekapt brandhout, zo wel in ons Wereldsdeel als in PERSBAK.
Noord -Amerika, alwaar de Heer Kalm die waargenos, TORDINO , zie GEELGORSEN , * . III. pag. 105.
men heeft. Muller zegt , dat deeze zoort in Deene-, TORDIJLIUM , is een Kruidgewas 't welk tot ken
marken gemeen zij , en Doktor Scopoli vond dergelije merken heeft, een Kroonplanc.te zijn met een roosage
ken in Karniolie. cige Bloem , uit vijf ongelijke hartgewijze Bloembladen
De Bok.Tur van Frisch , die hier toe betrokken word , beſtaande, die in de rondte zitten ,en op den Koker rus:
poemt hij, Houtkever metkleine Sprieten , en een graauw ten , welke naderhand een bijna ronde Vrugt word , uit
Halsſchild , dat gemerkt is met twee itippen. Deeze is , twee plaite Zaadjes beſtaande, welke haare bast gemak
zegt die Autheur, van de vijfde grootte , en beeld hem kelijk afwerpen , met een verheven rand die doorgaans
bijna een duim lang af, hebbendeboven op het Borstſtuk getand is.
iwee bultjes of ſchoon glinſterend zwarte knopjes. Door Zoorten. Daar zijn verſcheiden zoorten van dit Kruid ,
de kleine witte haairtjes, waar mede het borstſtuk bezet waar van wij hier de voornaamſten laaten volgen.
is , word de koleur van ' t zelve wat graauw , anders is 1. Grootſte. Tordijlium met ſteekelig zaad ; Tordijlium
alles den anderen gelijk ; waar uit ik beſluit , dathijzeg. maximum . TOURNEF. Inſt. Herb .; Caucalis maxima ,
gen wil , zwart. LINNÆUS zegt , dat deze Bok geheel Sphondiliiaculeato femine. BAUH . Pin. 152 .; ( Tordijlium
zwart is , met eenige mengeling van aschgraauw . Het umbella conferta radiata , foliolis lanceolatis inciſo.Serratis.
Wijfje, merkt Frisch aan , heeft, aan 't end van 't Ag . Linn. Spec.Plant.)
terlijf, een leg of uitſtek , en eenig geel of bruin op de 2. Kleine Tordijlium van Narbonne; Tordijlium Narbo,
Schilden . wanneer de baairtjes daar af gewreeven zijn. menfe minus. Tournef. Inft. R. Herb.; Tordijlium apu
În zominigen zijn dezelven, bij het Borstſtuk, zegt hij, lum minimum. COLUMN. ; ( Tordijlium umbellulis remo.
geplooid , als een Vrouwe onderrok. Een zoort of ver. tis, foliis pinnatis , pinnis fubrotundis laciniatis. Linn.
icheidenheid , daar van , heeft witte vlakken op de Vleu . Spec. Plant. )
gelen , waarvan de bovenſten een boek maaken , die wat 3. Sijriſche Tordijlium inet een gekorlde rand ; Tordij.
?
{pics Joopt. lium minus limbo granulato ſijriacum .; Gingidium foliis
!
XLIX. Finlandſche Tor-Bok ; Cerambij « fennicus ; pastinaca latifouiæ . BAUH. Pin. 151. Tordijlium fijria :
(Cerambijx elijtris nigro.coeruleis apice abdominis fer. cum humilius,Jeminegranulate majore. Moris. Hift. ( Tor.
rugineo. UDDM. Diff. 33.; ( Cerambiqx thorace muti. dijlium involucrisumbella longiori us. Linn. Spec . Plant.)
co fubrotundo, tuberculis Jubferrugined obfoletis, elijeris. 4. Tordijïïum met een lang [mat blad , een groote wit
violaceis, antennis longiusculis. Linn. Sijlt. Nat.) Dee te bloem , en wit zaad , dat fraaij en diep gekarteld is;
ze Tor Bok die in Finland gevonden is , heeft het Borst: Tordijlium fuiio longo angusto, flore albo magno ,semine
ſtuk zwart en platagtig , aan de zijden ros, gelijk de Poo- elegantisſime & profundisfime crenato albo. Boeru. Ind.
ten , welker Dijën zwart ziin . Alt.
L. Gegolfde Tor- Buk ; Cerambijx undatus ; ( Ceram . 5. Portugalfche Tordijiium met dubbele kervelblad ,
bijx thorace mutico Subrotundo tuberculato , elijtrisfasciis en geſtreept zaad; Tordijlium luſitanicum cicutæ folio,
duabus undulatis, antennis Jubriediocribus. Linn. Faun. Semine ſtriato. Tournef. Inft. R Herb .
Suec.) Deeze heeft men in ruigte gevonden in Sweeden. Plaats. De eerſte zgort word in Vrankrijk , Hoog.
De Dekſchilden zijn zwart , naar de tippen bleeker, met Duitschland , enz. in ' wild gevonden. De tweede zoort
uitgeholde ftippen of putjes , uit het midden van welke in Apulien , biſ Narbonne en op meer andere plaatzen,
een haairtje oprijst. De derde , 'vierde en vijfde soorten in Sijrien en meer
LI. Bloedroode Tor. Bok ; Cerambijx ſanguineus; ( Ceo andere warme gewesten .
rambijx thorace inutico fubrotundo, elijtrisque ſanguineis, Kweeking. Het zijn alle eenjaarige Planten , die uit
corpore nigro, antennis mediocribus. Linn Sijlt. Nat.) zaad vermenigvuldigtworden , 't welk men in de herfst
De Heer UDDman heeft deezen te Upſal in de wanden moet zaaijen , kort na dat het rijp is geworden , als wan ;
waargenomen. De geltalte is t'eenemaal als die van den neer de Planten ſchielijk voor den dag koomen , en ze
Lastdraager, dog het Borstſtuk boven ’t Schildje, de zijn zeer hard ; zo dat ze geen oppasſen nodig hebben ,
Dekſchilden , het Agterlijf , zijn altemaal bloedrood , dan ze van onkruid ſchoon te houden , en daar ze te digt
met eene naauwlijks zigtbaare wolligheid; het overige bij malkander opkoomen , zodanig te verdunnen dat ze
zwart. Het Borstſtuk is ook platter dan in de gemelde zes duim van malkander blijven. In de maand junij van
Bok. het volgende jaar zullen de Planten bloeijen , en haar zaad
De Heer GEOFFROY betrekt deezen tot een zoort van zal in augustus rijp worden , 't welk , indien men 't op
Bokje , dat hij noemt la Lepture veloutée couleur de feu , den grond laat ſtrooijen een meenigte van jonge Planten
om dat het de Dekſchilden zo wel als ’ t Borstſtuk bekleed zonder de minſte moeite zal voortbrengen . Indien men
heeft met wolligheid , als fluweel , en vuurkoleurig rood. tot in het voorjaar wagt om deeze Planten te zaaijen ,
Het heeft de Sprieten korter dan het Lijf en de langte is naagen ze zelden ; want koomen er als dan al eenige
omtrent een halfduim . Dit loſekt, zegt hij, komt uit Planten uit het zaad op , gaan die doorgaans uit eer ze
oud hout voort ; men vind het op de brandhout-werven , rijp zaad hebben gemaakt, daar in tegendeel het zaad ,
en zomtijds ook wel in huis. 'twelk in de herfst word gezaait , zelden mislukt. Dee
VI Deel Rrr
3670 TOR , TOR .

je Planten willen genoegzaam in allerleij zoort van gron. trekkende , ſweet , en pisdrijvende , giftweerſtaande
den of ſtandplaatzen groeijen , en konnen in een afgele- en wondheelende kragt toegeſchreeven , wordende zeer
gen hoek van de tuin gezet worden .
TORMENTILLE ; Vijfvinger.Kruid ; Zevenblad ; in gepreezen, voor buik en roode-loop, overvloedige ſton .
den , witte vloed , inwendige wonden, bloedſpouwing ,
it grieksch én topullov ; in 't latijn Tormentilla ; Confo- catharren , en longezugt enz., als mede voor kwaadaar
Hda rubra ; Radix dijſenterica; in 't fpaansch, Setten . tige en beſmettelijke koortzen , inzonderheid die met
Tam ; in't poolsch, Pepawa; in 'tboheemsch , Matrznut; buikloop verzeld zijn , zijnde de dofis tot een drachma
Natrzijrta;in 't hoogduitsch , Birckwurtz ; Rothweilwurta; van de gepoeijerde wortel, of wel in decoctie van een tot
enz. anderhalf lood . Uitwendig voor vuil ſcorbuitico tande
Kenmerken . De kenmerken van dit Kruidgewas be- vleesch en zeere keel , de deco&tse tot gorgeldrank; als
taan , in een Bloem te hebben , die uit vier Bladen mede om de wonden en gezweeren te zuiveren , het af
zich
daante van een Roos uitbreiden , uit welker eenbladige TORMENTUM , zie KRONKELDARM .
Bloemkelk die in verſcheiden verdeelingen gedeeld is , TORMINA VENTRIS , zie BUIKPIJN ..
en de gedaante van een kom heeft, het Stijltje voort TORNESOL , zie TOURNESOL.
toomt , 't welk vervolgens een bijna bolronde Vrugt TORPEDO , zie de beſchrijving van dit wonderlijke
word , waar in veele Zaadjes verzaamelt zijn tot een zeegedrogtje , 't welk in 't nederduitsch Krampvisch en
en ook Trib. Roch word genoemt, op het artijkel RO.
zoort van klein Kopje , met een Koker bedekt; voegt CHEN,
bier nog bij , dat er doorgaans zeven Bladen boven aan . I. pag . 3066.
den Voetſteel groeijen. · TORQUILLA , zie DRAAIJHALSEN .
Znotten. De volgende zoorten zijn de voornaamſten TORREN . Onder den algenieenen naam van Torren
van die Kruidgewas. begrijp'ik (zegt de Heer M. HOUTTUIJN , in zijne voor:
1. Wilde Tormentille; Tormentilla fjlvestris, C : BAV # . treffelijke Natuurlijke Hiſtorie) die Schildvleugelige In
Pin. 326.; Tormentilla officin. Dodon .; Quinquefolium fekten welke men daar door gemeenlijk verſtaat , hoewel
minus repens iuteuzi , flore tetrapetalo.Boerd .; (Tarmen . er de geenen , die men bier te Lande Kevers noemt, als
tilla caule ere &to. LINN. Spec. Plant.) van agteren ſpits zijnde van Lijf, ook onder begreepen
2. Eorinèntilte met kruipende wortels ; Tormentitla zijn. De Duitſchers noemen de Torren in 't algemeen ,
caule repente. TOURNEF. Inft . R. Herb. ; 'Pentap hijllum Kefer dat is Kever. Bij de Engelfchen ſchijnt de naam
reptans alatum , foliis profundius ferratis. Plot. Oxf.6. van Chafer , 20 wel als die van Beetle , in gebruik te zijn.
$ Toi Pentaphijllum minus viride flore, aureo tetrapetae in 't fransch noemt menze , Eſcarbot en Charbot; in 't
to , radiculas in terram e geniculis demittens. MORIS. fpaansch, Efcamnaio ; in 't Italiaansch Scarafaggio of Sca.
Hift. 2. po 1.90.; ( Formentilla caule repente. LINN. Spec. rafasſo. Deeze laatſte Naamen zijn , buiten twijfelvan
Blant:) liet latijnsch woord Scarabeus , 't welk de Geſlagtpaat
3. Groote Tormentille van het Alpiſche Gebergte; Tor. der Torren is, afkomſtig.
gentilla alpina, foliis fericeo. BAUH. Pin. 326 .; Alche. Zo bekend , nu , als dat woord is , bij de Latijnen,
milla peremis incana argentea, ſcit. fericea ſatinum pro- zo duister is desſelfs afleiding van zommigen aangemerkt.
Yocens. MORIG. Hift. 2. p. 195.; ( Alchemilla folits digia Zie Johnston , ALDROVANDUS ', enz. Dat die Naam
tatis ferratis, LINN. Spec. Plant.) zijnen oorſprong zou hebben van Wespen , ( Crabones),
4. Kleine Tormentille met diep gekurve bladen ; Eor. en derzelver Naam van Cabus of Caballus ( een Hengst),
mentilla casfubica major. TOURNEF . Inft. R. Herb.. beiden
als verrotte vleesch der Paarden voort.
ui : het
• Plaats. De eerſte en tweede zoorten groeijen van zelfs koomende , gelijk ISIDORUS wil; is niet alleen zeer ver
ep dorre zandige en veenige gronden , in Neder- en gezog!, maar ongerijmd en belagchelijk. Eenvoudig en
Hoog-Duitschland , Engeland , enz. De derde soort. duidelijk komt het mij voor, met CHARLETON dien
groeit op het Alpische en Pireneesche Gebergte. De Naam af te leiden van het griekſche woord Karabos, dat
gierde 200rt in Denemarken , Noorweger , Sweeden , een Zeediertje betekent, van 't Geſagt der Kreeften, of
en zommige andere noordelijke Landen ; dog de twee ook voor het Vliegend-Hert gebruikt word , 20 men
laatſte 2001ten worden zeer zeldzaam anders gekweekt, wil, en daarom zijne afkomst van Keras (een Hoorn)
dan door Liefhebbers die behaagen ſcheppen in een zeer zal hebben. Niet minder gemeen is ' t gebruik van 't
groo ! e verfcheidenheid van allerleij gewasſen . woord Kantharos bij de Grieken geweest , om eenige
Kweeking. Daar is genoegzaam geen oppasſens noo . Torren te betekenen ; 'I welk de Latijnen , en PLINIOS
dig om deeze Planten te vermenigvuldigen ; want in bij- in't bijzonder, overgenoomen hebben , bij wien Scare
na alle gronden of ſtandplaatzen , daar het zaad gezaait bæus en Cantharus het zelfde is. Dit laatſte dunkt mij
word , koomen de Planten op , en bloeijen zonder ee niet , gelijk CHARLETON wil , van den Ezel aheidelijk te
nig ander oppasſen , dart te beletten , dat ze door me . zijn; nog ook , bij tegenſtelling, van Katharos , 't welk rein
nigvuldig onkruid , verſtike worden. Ook kan men dezet- en zuiver betekene; maar ik oordeel dat het , even als de
Fe door ſcheuring der wortelſpruiten voortzetten , inzon. naam van Cantharus, die aan zekeren Visch gegeeven
derheid de eerſte zoort, in maart en april , plantende de wonit, zijnen oorſprong zal hebben van de gedaante of
zelve dan op een half voet diſtantie in een goede losfe figuur des Lijfs in de Torren , 't welk zekerlijk immer 20
Fond en opene ſtandplaats. veel , ja meer overeenkomst met een Kan of Kruik heeft,
Gebruik. ' De Heer MILLER zegt, dat de wortels der dan een Klopper aan de Deur , dien men ook Cantharus
eerſte zoort van deeze Planten , dikwils gebruikt wor. noemde.
den on Leer te touwen , op zodanige plaatzen , daar de Duisterer is 't , of bij de Israëlieten , van ouds, de
cicken -bast ſchaars is Torren bekend zijn geweest , en welken Naam die in '
ID de Geneeskunde word aan de wortel van de eerſte hebreuwsch gehad hebben. Men wil wel dat het woord
2001t , een maatig verwarmende , opdroogende, zaamen- Chargool of Hargol een Tor betekene; dog dan zoudende
Tor
TOR . TOR 3074
Tarrenaan deIsraëlietentotſpijze zijntoegeſtaan geweest, niet alleen , maar ook in koleuren hoedanigheden of le
Diet alleen , maar zij moeſten ook kunnen ſpringen , 'twelk vensmanier. Onder de Oost en Westindiſche zijn er ,
alleen aan zommige Torren eigen is , enz. Men vind, van verſcheide duimen lang. De koleur is, in de mee,
naamelijk , onder het kruipend Gevogelte , dat op vier (ten , bruin of zwartagtig , en onaanzienlijk ; dog in ee ,
Voeten gaat, en boven aan zijne Voeten Schenkelen pigen hoog glimmend blaauw , groen , rood , en onver
heeft, om daar mede op de aarde te {pringen , behalven beeldelijk ſchoon ; ja met een weerſchijn van veelerleij
de Sprinkhaanen nog drie andere Dieren begreepen ; waar koleuren. De bonte Duintor is , door zijne marmering als
van in de Doriſche Overzetting van de Bijbel de Naa leen , verrukkelijk. Ik heb er een gezien uit Nieuw
men onvertaald gelaaten zijn. Dat daar omtrent een groo- Spanje , die een juweelagtigen luiſter heeft met goud
te duilterheid plaats hebbe, blijkt uit de wijdloopige re- en zilver. Een dergelijken , dog zwart van grondkoleur,
deneering van de Talmudiſten over deeze l'ext. Anderen met pluimpjes vercierd die den glans der edeletteenen
hebben ze vertaald , dog op een verſchillende wijze die bijna overtreffen , had SWAMMERDAM , Bijbel der Nas
weinig Icht aan de zaak geeft, en tegenſtrijdigheden fchijnt tuur. I. Deel bladz. 184. Zommige Torren ſtinken ,
ip ce ſluiten anderen hebben een aangenaame reuk , terwijl zij lee
Bij de Egijptenaaren , ondertusſchen , waaren de Toro ven. Hunne kerkte beſtaat voornaamelijk in de Pooten
ven niet onbekend ; zij hadden er drie zoorten van , 20 en Hoornen , wanneer zij deeze laatſten hebben , die
men verhaalt , waar onder een met twee Hoornen , een hun niet alleen tot wapenen dienen , maar waar mede
andere zoort éénhoornig. Men heeft ze vað ouds cot zij ook zich een weg kunnen baanen . Zomtijds gebrui.
Zinnebeelden gebruikt van verſcheide zaaken , dog in- ken zij die om er mede te vegten. De Wijfjeshebben
zonderheid van den veragtelijkſten Staat , die op den kleine of in 't geheel geen Hoornen ; ook de Nijpers en
Aardbodem te vinden is. Dus vergelijkt AMBROSIUS den zomtijds zelfs de Sprieten kleiner. Eenigen zijn zeer
Heijland , aan het Kruis bangende, bijeen Tor CARD door kleine Luisjes geplaagd, die hun gantsch uitmerge
SOSTOMUS de Lasteraars bij Torren, als vuiligheid in den len , en bunnen dood verhaaſten ; wordende zij daar van
mond draagende ; zo ook de Nijdigaarts, om dat de Tor- niet eer verlaaten , voor dat alle vogtigheid of het ſap
nen zich voeden met uitwerpzels of drek van Dieren . is uitgezoogen . Hun leven duurt , evenwel, in veelea
Een dapper Krijgsman werd , van de Prieſters der Egijp- niet lang, ja zelden langer dan een maand; hoewel men
1
teñaaren , door een Tor afgeſchetst ; om dat zij als van er vind , die den winter over blijven. De gang van de
top tot teen geharnast zijn. Men droegze op de Stee- meeſten is langzaam , en het vliegen ſchijnt hun veelal
nen van Ringen geſneeden , om een manaelijke dapper- te ftrekken , om van de eene plaats naar de andere te
heid aan te toonen ; want men hield het oudtijds daar koomen . Veelen echter zijn (nel in 't loopen en vlug.
voor , dat alle de Torren Mannetjes waaren , en bun Eenigen onthouden zich op de Bloemen pf Bladen der
Zaad in de Mest uitwierpen , 't welk dan het verfoeje. Boomen en Planten ; dog anderen in de Aarde of Mest
dijk zidnebeeld was van de natuurlijke zonde. en andere vuiligheden . Ook zijn er die van rottende
Krengen leeven ; gelijk de Doodgraavers , enz. In die ſtof
Perverſe Veneris postico Vulnere fosfor, fen , in Aarde of in verrot Hout , en aan de ſtammen van
Lucilli l'atis fubuelo , pulio premo , Boomen of aan de Bladen der Planten , leggen zij hun
Non Taurus non Mulus erit, non Hippocamelus': ne Eijeren , die in zomtnigen paarlagtig zijn van figuur
1
Non Caper ant Aries , fed Scarabeus erit. en koleur. Hier uit koomen de zogenoemde Kwatwor
AUSONIUS. men voort , waar van ik reeds geſprooken heb ; die veel
al in de aarde of in de mest van Dieren , zich onthon
den ,, en zommigen zeer gulzig zijn of ſterk vreeten .
In tegendeel werd er de Sor of andere Hemellichten , den
en de Wereld zelve met zijnen oinloop , door afgebeeld ; Door eenigen worden de wortelen van Gras en Krui.
dewijl zommige Torren geduurig ronde pilletjes maaken. den afgeknaagd ; anderen eeten Inſekten en Wormen ,
van de vuiligheid , daar zij in huisvesten. Ook zijn er gelijk de Torren , die er uit voortkoomen ; dit is blijk
veelen , die wegens de koleur in fraaijheid uitmunten , baar in de Worm van den Rupſenjaager , die ook Vlieg .
gelijk bekend is, en de Fabel van den Arend , wiens jes verſlind.
Bijeren de Tor , uit wraakzugt, doorknaagde , leert, dat Onder dit Gerlagt van Inſekten is een zodaanige ver
het geringſte Schepzelhetmagtigſte, 'teenigertijd , kan ſcheidenheid , dat men de Kenmerken niet zeer kan uit
ſchadelijk zijn. breiden. Behalve die der Schildvleugelige in 'talgemeen ,
2

Verſcheide Spreekwoorden zijn v , an ouds , ook van worden zij van de andere Gelagten onderſcheiden, door
de Torren ontleend ; daar onder de Tor zoekt den Adelaar , dien de Sprieten aan 't end dik en gekloofd zijn ; de Scheno,-
op het laatſtgemelde ziende. Men vind een grieksch keis meeſtendeels van vooren ftekelig of met tandjes voor
zal de
Rasſer zal
vers bij SUIDAS , dus luidende. Rasſer zien. Voorts hebben zij vier kleine Voelertjes bij den
Tor zien.
de Tor
honing maaken en de Mug melk geeven. Men heeft Bek , en een zoort van Schaaren of Nijpers. De Kop is
st ook de Schaduw van een Tor gebruikt, om de oor. platagtig, met kleine zwarte Oogjes ; de Vleugels zijn
zaak van ligtvaardige bevreesdheid uit te drukken , en onder de Dekfchiden zamengevouwen en breiden zich ,
de hardnekkigheid van kwaade Menſchen of die zich daar onder van daan komende, zodanig uit , dat zij wel
in ongeregeldheid verloopen , werd door het geduurig eens zo lang worden ; en zijn van vliezige zelfſtandig .
blijven van een Tor in vuiligheden afgebeeld ; terwijl heid. De meeſten hebben het Agterlijf aan 'tend ftomp.
zij in Roozen , of lieflijke reuk , als bedwelmd raaken. Van hunne zes Pooten vind men doorgaans twee aan't
Een dergelijke betekenis heeft het Spreekwoord , de Tor . Borstſtuk gewricht en de vier agterſten aan het Agterlijf;
ren fmaakt de fijnſte koning niet ; ziende op de geenen , de Diên zijn dik ; de Schenkels van boven zijn dunner ; )
die in't kwaade zo verhard zijn , dat de kragtigſte verdade de Voeten beſtaan uit eenige driehoekige Leden en too
pen ieder in twee kromme Klaauwtjes uit.
ningen geen invloed
Men vind de Torrenhebben
in groott e soergeest
op hunnen verſchillende De Scarabrei of Torren worden door den Heer Lis.
Rrez NEUS
lo
3672 TOR . TOR .

NÆUs onderſcheiden. 1. In de genen die het Borstſtuk cornu apice tantum bifurcato. SLOAN Fom ; (Simfors.
gehoornd hebben , waar van bij tien zoorten opgeeft; daar Linn. Sijft. Nat.). De Heer SLOANE Doent deezen de
onder zijn zeer raare , groote , Indiſche Torren . 2. In groote zwarte driehoornige , alszijnde , met den Hoorn,
de genen die het Borstſtuk weerloos , maar den Kop ge- anderhalf duim lang '; 'de Dekſchilden geſtreept, twee
hoornd hebben. In zommige van die Artikel is maar één graauwe Oogen en een Hoorn op den Kop.van een der.
Hoorn , loodregt op den Kop ſtaande , in anderen zijn de duims lang , krom , blinkend , onder twee anderedie
er twee , en in eenigen zodanig een Hoorn, die zich aan korter waaren en ſpits, op het Borstſtuk geplaatst. Op Ja.
't end in twee of meer takken uitbreid . 3. In de genen , maika , zegt hij , is deeze Torzeergemeen , en word door
wier Kop en Borstſtuk, beiden , weerloos zijn of onge. hem vergeleken met den kaſtanje:bruine Marijlandſchen
hoornd. In dit Artikel vind men drie.en dertig zoorten , van Petiver , op Nomm. V. aangehaald door onzen Au .
20 uit Europa als uit beide de Indien , enz. afkomſtig ; sheur , van welke Browne deezen onderſcheid, dien hij M
in het tweede veertien. Het vierde eindelijk , van de noemtthe great brown Surrijer ; dog hij heeft mis, dat de
zodanigen die de Kaaken als. een: Nijptang gefatzoeneerd: drie Hoolens alle van 'tRuggedekzel afkomen . ho
hebben zoorten
, bevat zes , waar onder het gewoone: IV. Vliegende Olijphent; Scarabæus thorace tricorni ama
vliegend Hert. Dus zijn er , in dit geheele Gerlagt van tico brevisſimo, capitis cornu recurvato . MARCG. Braf. 247; M

Torren , drie- en - zestig zoorten. ( Allas. Linn. Sijt. Nat.) De Hr. SWAMMERDAM heeft
van deeze Tor een vrij duidelijke afbeelding gegeeven
EERSTE ARTIKEL . ? in zijn Bijbel der Nat. bladz. 346. tab. 30. fig. 3. noemen.
. de hem aldaar de tweede soort van Neushoorn , welkemen
Met het Borstſtuk gehoornt. s'l met regt de vliegende Olijphant zou mog en noemen . De
benoeming word door hem .van de twee kromme Hoor
1. Vliegende Eenhoorn ; Hercules; (Scarabeusthoracis core ren op het Borstſtuk afgeleid, welke dan de Tanden zul
nu incurvo, maximo, ſubtus barbato, capitiscornu recurvato len verbeeldeni,waar tusſchen.de Snuit der Oliphancen
fupra dentato. Linn. Sijft. Nat.) Deeze Tor die zo wet uitſteekt, 'eu , dewijl deeze Snuit aan 't end niet gegaf *
als de vier volgenden in de Indien te huis hoorci , heefti feld is , zal de overeenkomst in deeze mooglijk nader
een zeer groote kromme Hoorn aan de Borst , is van zijn dan in de voorgaande vreemde Rhinosters of Hoorn .
onderen gebaard , en heeft een opwaards omgeboogen neufen ..
Hoorn op den Kop , getand van hoven . - V. Bul -Tor:; Scarabæus thorace tricorni , intermedio *

Deeze Torren vind men hier chans bij de voornaam . longiore, capite mutico, elijtris uniſtriatis, Roes . Ins.
Ite.Liefhebbers , ongevaar zes duim lang; naamelijk van II. Deeze word van Browne the Newſmonger getijteld, 31

agteren tot aan het end van den langiten Hoorn gemee . en bij Petiver genoemt Bulhoornige , glimmende Neuse 10

ten ; want het Lijf is niet boven de twee duim. De Af.l hoorn van Marijiand, kastanje-bruin van koleur , of Ma.
beelding van Periver , door LINNÆUS . aangehaald , rijlandjche Bul-Rhinoster. Hij merkt aan , dat dezelve a

drukt de Geſtalte zeer wel uit; dog die van JOHNSTON van het Kamhoornig zoort is , als de Sprieten gekamd
gelijkt er weinig naar, zo min als die van SWAMMERDAM. hebbende, en het Lijf van boven zeer glanzig. De .

Roesel geeft de afbeelding van eenen bruinen en ee- langte van het Voorwerp dat hij afbeeld , is één duim ;
sen die groenagtig geel is van Dekſchilden , welke ver• de Hoorens zijn zeer kort ; de Pooten altemaal 'rnig.
ſcheidenheden men hier ook bij de Lief hebbers vind ; LINNÆUS merkt aan , dat hij zeer veel gelijkt naar den
zonder dat het tot nog toe bekend is , ofhet een wezent- gewoonen of Europiſchen Rhinoster, dog driemaal 20
lijk verſchil dan verandering zij van koleur: dit laatſte groot is , hebbende de voorſte Schenkels vijftandig.
evenwel, is niet zeer waarſchijnlijk , en of het Wijfje Het blijkt dat deeze uit Noord-Amerika afkomſtig zij ;
ongehoornd zij , gelijk in de gewoone Rinoster. Torren , daar de vier voorgaande zoorten in Zuid - Amerika voor
gantsch onzeker. kooien . Ik noem hem , tot verandering , Bul- Tor; de
11. Vliegonde Stier; Scarabaus thorace bicorni, capitis wijl hij eigentlijk geen Snuit heeft. Of met de zoortnaam
cognu tridentato , apice bifido. MARCGR. Braf. 246.; ( Ac. van onzen Autheur bedoelt worde', dat hij zich op de
teon , Linn . Sijft. Nat. ) Deeze Tor is wel zo groot en Aloë-Planten 'onthoud , is mij niet gebleeken .
breeder van Lijfdan de Vliegende Eenhoorn , dog het Borst VI. Kleine Bul.Tor of Stiertje ; Scarabeus thorace trie
ſtuk en desſelfs Hoornen loopen zo ver niet uit. Het cornui, intermedio minore , capitemutico, Pet.Gaz.(Sca.
Agterlijf heeft de langte van ruim twee en de breedte van rabæus Tiphaeus. Linn. Sijſt . Nat ) De Heer LIN..
twee duinen. De bovenſte Hoorens zijn maar een half NÆUS 'geefc deezen op uit het Kabinet van de Koningin
duim lang; dog de onderſte is fnuitagtig uitſteekende van Sweeden ; zeggende , dat hij de groottevanden
er naakt dat de Tor , juist als die van Roesei., de lang. Mest- Tor beeft, de Schilden effen dog nietglimmende.
te van rier Amſterdamſe duimen heeft , van 't end des Petiver had hem genoemt Driehoorlige zwarte Tor ,
Agterliiſs tot aan het uitterfte van den Snuit. Men vind met gekamde Sprieten ; misſchien de Bul of Sterhoorn van
bet . Borstſtuk , zo wel als 't Agterlijf, rondom bezetmet MOUFFETUS. Mr. DANDRIDGE nam deezen in 't voor
een fijne wolligheid of pool van geelagtig roode haair. jaar waar op de Heide van Hampſtead in Engeland ;
tjes. De haakige puntjes, die onder aan de Schenkels zijnde een balf duim lang , vrij breed, op 't Lijf over
van de Torren zich bevinden , zijn in deeze groote zoor. langs gevoord ; de Pooten zeer ruig ; de Hoorensnaauw.
ten zeer kenbaar. Men ſchijnt er in 't Kabinet der Ko- lijks zo lang als de Kop. Osbeck heeft hem ook in 1

ningliike Societeit van Londen , een gehad te hebben , Spanje Rhinoster


waargenomen. Scarabæus naſicornis Scarabeus
die wat grooter was , als zijnde , volgens Grew , vijf VII. - Tor; ; ca.
duim lang. Roesel bad er een prefent ontvangen , die pite unicorvi recurvo, thorace gibbo,abdomine hirſuto.Ole.
een weinig kleinder was . De koleur sis docker kaſtan- AR. Muf. 27.; ( Scarabæus thorace tuberculo triplici , capitis
jebruin. cornu recurvato. Linn. Faun . Suec.) Zo zeldzaam als de
JII. Simfon - Tor ; Scarabeu thorace bicorni , capitis ' voorgaande , 20 bekend is deeze zoort van geboornde
Tor.
TOR . TOR 3673
Torren. Men vind er bij alle Autheuren , nagenoeg , Deeze hadden , bij 't uitkomen , den Kop grooter dan 't
melding vangenaakt. Zommigen noemen hem de Eenhoor het geheele Lijf, 't welk rondom als met haairtjes was
, roode Tandjes waaren zeer op :
nige, welke naain mooglijk allereigenst zou zijn , indien begroeid ; twee groote
bet gemeen gebruik niet was hem de Rhinoster of Neus. merkelijk aan dieKopje , waar van dekoleureerst geelag.
hoor . Tor te noemen; en de plaatzing zo wel als de gestig wierd, en vervolgens in bruinroodveranderde, blij.
ftalte van den Hoorri, welken hij op den Kop heeft, is vende die van het Lijf witagtig. Hier uit groeit dan,
in derun, houtbast , of rottend houzaagzel, de Kwat
inderdaad metdien van het viervoetige Dier, dan men worm
Rhinoceros noemt, zeer overeenkomſtig. De Engelſchen van den Rhinoster. Tor, die , zo SWAMMERDAM
geeven er ook dergelijken naam aan ;de Duitſchers nue- aanmerkt, zomtijdds wel de dikte van een duim breed en
men hem Naſehorn •Kæfer en de Franſchen Moine of viermaal zo veel langte krijgt , eer bij, in een Pop ver.
Monnik. andere.
Men vind hem meest in Broeijbakken der Tuinen en Men vind deeze Wormen , om dat zij witagtig geel
Moeshoven , die uit eickenbast of run beſtaan , en van koleur zijn , en zo groot , gemakkelijker dan de Torº
dikwils ook in Paden en Bedden , die met run beſtrooid ren ; gelijk zij ook gemakkelijk te onderſcheiden zijn van
zijn ; 't welk inaakt dat men in Duitschland, daar de den gemeenen Houtworm , in 't latijn Cosſus genoemt, die
Looijers een ander zoort van Bast gebruiken en de run ' den zwarten Bok -Tor voortbrengt. PLINIUS zegt , dat
tot kluiten word gemaakt, om te verbranden , deeze bij eenige zulke Houtwormen gegeeten had ; dog onze
Torren weinig vind , zo Roesel getuigt. CLUSIUS , Kwatworm zal niet ligt daar toe gebruikt worden , om
evenwel , had er van Weenen de Afbeelding van ge. dat hij zo ſnotterig week is , en vol van vuiligheid of
zonden aan Mouffetus in Engeland , met bijvoeging houtſpaantjes , die inen er nog bijna onveranderd in
dat deeze zoort van Rhinoster- Torran , in 't Land daar vind , als men hem opent. Het Lighaam beſtaat uit veer .
omſtreeks , vrij gemeen is. IMPERATI getuigt dat men tien Ringen , en heeft , aan jeder zijde , negen luchtgaat.
ze in Italie , in de fomer ziet , en in Vrankrijk zijn ze jes of ſtippen , die zich zomrijds langwerpig als een
niet alleen in de Bedden der Tuinen en Moeshoven , Turkſche-Boon vertoonen , gelijk SwaMMERDAM aan.
maar ook in rottig hout, zeer gemeen. merke : dog gemeenlijk zijn ze omtrent rond en roodagtig
Bezwaarlijk zal inen ontdekken , waarom deeze zoort van koleur. Naar dat de Worm zich intrekt of uitrekt , is
van Torren aan MERCURIUS was toegeheiligt , daar zij de figuur van deeze Luchtſtippen verſchillende. Aan de
zeer log en traag in 't vliegen zijn . Het Mannetje is voorſte Ringen zitten de Pooren , welken er de Kwat
gemakkelijk kenbaar , aan eenen ſpitſen Hoorn op den worm inaar zes heeft, als gemeld is ; de Kop is bruin of
Kop , die in eenige wat langer is dan in anderen , dog paarschagtig rood , en heeft , behalven de ogen , Sprie .
alioos kennelijk agterwaarts omgek rond. Hec Wijfje istjes , Nijpers of Kaakebeenen , en een Lip die als in
alcoos ongehoornd, wat langer en dikker van Lijf , heb. (weëen gedeeld is; zijnde de zelfſtandigheid hoorn- of
bende bovendien , zo wel als het Mannetje, drietandige ſchulpagtig , en die der Ringen van het Lijf lederag,
uitſteekzels aan het Borstſtuk , waar van onze Autheur tig iaaij. Op het Agterlijf glimmen zij als een ſpiegel,
in de onderſcheidende Kenmerken, gewag maakt ; hoewel dog zijn voor 't overige dunnetjes bezet met kort fijn
dit , in deWijfjes , ook niet zo kennelijk is. De koleur haair.
van 't geheele Lijf is , in beiden , kaſtanjebruin ; zij hebben De beweeging van deeze Kwatwormen is zeer traag,
de Dekſchilden glad , dog het Lijf van onderen , even hoewel zij een groote kragt hebben omtrent den Kop ,
als de voorgemelde zoorten , wat haairig of ruig. weetende daar mede heel fchielijk een opening te maaken
Roesel heeft bijna de geheele Historie van deezen Tor in de Run of Aarde , om daar in te kruipen. Zij moe.
van SWAMMERDAM ontleend , die daar ontrent zeer ten een vrij groote warmie verdragen kunnen ; want als
omſtandig is. De paaring geſchied in de voorſomer; als de Run ſterk broeit, vind men ze veel vrisſcher, krijo
wanneer het Wijfie gedekt word van het Manpetie , dat pende als dan , wanneer men ze wat hard aantast. Het
met de Haakjes, die er aan het hoornagtige gedeelte van ſebijnt dat zij verſcheide jaaren tot de aangroeijing be
zijne Roede zijn , de Scheede van hetWijfje vat ; zo dat ſteeden , eer zij in een Pop veranderen , werpende mid .
het zelve hem niet ontloopen kan , en dan bevrugt hij delerwijl eeeige maalen hunne Huid , niet alleen uitwen .
het door de uitſchieting van zijn Zaad. Hij vergelijkt dit dig, maar ook inwendig af. Ten dien opzigte is het
met de paaring der Kapellen van den Zijdeworm , dieze zonderling, volgens dewaarneeming van Swammerdam ,
ritzig zijn , dat zij zich ook met de doode Wijfjes ver- hoe tevens de inwendige oppervlakte van de Maag ten
mengen en zo vast haaken , dat menze naauwlijks van deele , en van het Gedarmte in 't geheel , niet alleen ,
elkander kan ſcheiden , wanneer zij zich gepaard bevin. maar ook die van de Lugtbuisjes , afgeſtioopt worden en
den. Na de paaring, zegt hij , begeeft het Wijfje zich uitgeworpen , zittende dezelve als touwetjes , die door
dieper in de aarde, in de run of mest , tot het leggen de Luchiſtippen uitgetrokken zijn , agttien in getal , aan
van haare Eijeren , die niet bij elkander , maar bier en de afgelegde Huid ; waar aan deScheeden , daar de Poo.
daar verſpreid zijn. De gedaante van de Eijertjes , die ten in geſtooken hebben , blijkbaar zijn . Het Bekke.
hij afbeeld , is rondagtig ; de grootte omtrent als radijs. neel ſplijt zich in drie deelen en word insgelijks af ge.
zaad ;; de koleur wil ; de zelfſtandigheid vliezig en worpen. Kort na de vervelling vind men den Kop en
week ; zo dat zij in de lucht zamentrekken en rimpelig de Nijpers wit , week en buigzaam . Hoe meniginaal deeze
1
worden door uitdrooging van de vogtigheid , die er bin- verwisſeling van Huid in de Kwatworm geſchiede, is
nen is belooten . onbekend.
+
Deeze Eijertjes ſchijnen weinig tijds tot de uitbroe. Of de Rhinoster -Torren van eenig gebruik zijn is mij
ding te behoeven . Het duurde niet lang , of Swam niet bekend. Het ſchijnt ook niet dat zij eenig nadeel
!
Merdam vond er de beginzelen in van een Wormpje , doen , als zich geneer ende met ſtoffen die van geen mer.
aan roodagtige ſtipjes kenbaar , en op ' t end van auguſt. kelijken dienst zijn , gelijk run of rottig hout. Anders
us vertoonde zich in de aarde reeds jonge Wormpjes. zouden zij, en de Wormen inzonderheid , wegens hun.
ne
Rrr 3

3074 TOR ' ' TOR .

ne grootte , een ongemeene verſinding kunnen aanregten dus den ſteen , waar op hij wederhet Lijf voorwaards
in de Brocijbakken of Tuinbedden . De Hoenders en brengt, om die zelfde manier van werken te hervat.
Kalkoenen zijn naar deeze , gelijk naar andere Kwacwor• ten . Zijne ſterke Ledemaaten dienen bem zo wel om
men , zeer gretig. te graaven , als om zijne wooning ſchoon te maaken
VII. Kromme Hoorn .Tor ; Scarabæus lunaris; ( Scara. Hier uit blijkt wel , waarom hij bem Drektuimelaar noe.
baus thorace tricorni, intermedio obtuſo bifido, capitis cor me , maar niet wat de reden zij van den bijnaam van Beul,
nu cretto. Linn . Sijſt. Nat) Deeze Tor ſchijnt zich op dien er LINNEUS aan geeft.
zommige plaatzen van Europa te onthouden. PeTIVER
geeft de Afbeelding van een , die bij Lisſabon gevangen TWEEDE ARTIKEL .
was', zijnde omtrent een duim lang , het Lijf watkrom ,
die hij noemt glimmend zwarte Portugeeſche Rhinoster , Het Borstfuk weerloos , den Kop gehoornd.
met de Dekſchilden geſtreept. Een zeer ruuwe figuur
is door Frisch van deeze Tor gemaakt, onder den naam XI. Uitlandſche Rhinoſter-Tor; Scarabeus rhinoceros;
van de middelbaare 300rt van Rhinoster, behoorende tot de (Scarabeus thorace inermi, capite cornu fimplici, labio bio,
swarte Mest- Tor; dog de ſtreepen op de Dekſchilden zijn fido, elijtris pun &tatis. Linn. Sijft. Nat.) Bij PETIVER
breeder en de Aterpooten niet zo zeer getand ; hoewel vind men deeze zoort,onder den naam van zwartagtige
zij ook ver agter aan het Lijf ſtaan , gelijk indezelve. Rhinoſter - Tor van de FilippijpſcheEilanden, die den Kop
Hij word zo veel niet gevonden, en alleenlijk op de en de Dekſchilden geſtippeld heeft. Pater KAMEL had
Velden. De Hoorn op den Kop is in het Mannetje vrij denzelven , benevens de Aftekening , aan PBTIVER ge
Jang en ſpits , dog in het Wijfje kort en ſtomp , het zonden ; waar uit blijkt dat men hem in Oost-Indie vind
welk de Uitſtekken van het Borstſtuk ook veel kleinder Volgens de figuur is de langte twee , de breedte een , en
heeft. de hoogte van den Hoorn een balf duim . Hij gelijkt zeer
IX . Cijlindriſche Tor; Scarabæus cijlindricus; ( Scara- naar den Rhinofter zegtLINNEUS, maar is eens zo groot ,
beus thorace antice truncato , quinque-dentato ; capite anti- hebbende ook den Hoorn op den Kop aan 't grondſtuk
ce cornu erexo, corpore cijlindrico. Linn. Sijft. Nat.) niet zamengedrukt maar neergedrukt , en de Lip geſplee.
Deeze Hoorn -Tor welke in Europa word gevonden , beefc ten.
de Borst van vooren geknot en vijftandig , den Kop van XII. Dog Tor; Scarabeus molofius; (Scarabeus thora
vooren met een overend ftaande Hoorn, het Lijf rol- ce inermi retuſo, capite lunato unicorni, margine integro,
rond. elijtris levibus. Linn . Sijt. Nat. ) In het Kabinet van
X. Beul-Tor; Scarabeus carnifesc ; Scarabeus cornu de Koningin van Sweeden vind men deezen , die door
incuryo. BROWN. Fam. 428.; ( Scarabeus thorace recufo OSBECK , waarſchijnlijk , uit Ooſtindie was medegebragt,
dentato , capitiscornu eretto, ſubulato curvo , labio integro, zijnde van agteren , zeer bultig en langwerpig eijrond van la
elijtris ſulcatis. Linn. Sijji. Nat.) De afbeelding van Lijf. Dit zal er den bijnaam van Dog aan hebben doen
Roesel , die ten opzigtvan deezen Tor aangehaald word, geeven.
is van een ongemeen ſchoon goudkoleurig en hoogrood XIII. Bochel. Tor ; Scarabeus thorace- inermi retufe on .
glanzigen Tor, met drie Hoornen , welke zich bevond gulato , capite obfolete bicorni, elijtris inauratis ftriatis 1
in het Kabinet van Natuurlijke Zeldzaamheden te Dres. MARCGR. Braf.147.; (Scarabeus mimas. Linn. Sijft.Nat.) by
den . Deeze was van groocte omtrent als een gewoone Men vind deezen in 't zelfde Kabinet , zijnde uit Zuid. }
gouden -Tor, en hadt den Kop plat , met een ſcherpen Amerika afkomſtig , en gelijkende naar een Tor dien
rand, als een ſchoffel, waar op een lange bijna regte ſcher . MARCGRAAF afbeeld, dog kleiner. Van deezen word
pe Hoorn , en aan het Borstſtuk , wederzijds , een dik door dien Autheur getuigd, dat hij zeer ſterk is, kun
Atomp geſpitst uitſtek , op de zijden ſcherp. Gemelde nende een zwaaren ſteen beweegen en opligten. Deko.
Hoorn was zwart. leur was , volgens de figuur van Roesel , immer zo
Browne beſchrijft , onder den naam van the Tumbie fraai als die van den heerlijkſten gouden . Tor ; dog de
turd , of Drektuimelaar, een grooten zwarten Rhinoster. geſtalte zeer zeldzaam , dik en knobbelig. Ik heb denzel
Tor van Jamaika, waar van hij zegt , dit Inſekt is dik ven gevonden in de Verzameling van den Heer P. KRA.
en rond , voorzien met ſterke, korte Ledemaaten , even MER.
als of de natuur alle deszelfs deelen tot den arbeid had • XIV. Heilige Tor ; Scarabeus facer: (Scarabeus thorace
willen ſchikken. Het Kopfchild is zeer groot , effen rond inermi , capite obfolete bicorni antice trilobo intermedio qua.
en gerand van vooren , maar ongelijk en ruig van agteren. dridentato, thoracis marginibusſubcrenulatis. Linn.Sijft.
Uit het midden en agterſte deel komt de Hoorn voort, Nat.) Men vind deezen Tor , die in Egiipte en Ethio
die dun is , maar ſterk , maatig geboogen , agterwaards pie ſchijnt te huisvesten , volgens de aanmerking van
tot boven de Dekſchilden komende met zijn punt. De LINNBUS, uitgehouwen op de EgijptiſcheGedenkſtukken
Schouders zijn ruig en effen , maakende , mei den Kop , of Pieramieden , daar de Stad Rome mede praalt. In 't
omtrent de helft van 't geheele Lighaam uit. De Dek . Mannetje , zegt hij, ontbreeken de Aaauwe Hoorntjes,
ſchilden heeft hij zeer ſterk en geſtreept of geribd. 't welk te verwonderen is , daar in de andere Hoorn .
» Dit Schepzel is in de werktuigkunde zeer geoe. Torren altoos de Wijfjes minst of ongehoornd zijn. De
fend ; (zegt Browne) toonende ons , dagelijks , het zijden van 't Borstſtuk , voegt hiierbij, zijn aan den rand 2
gebruik van de ſtut, hef boom en rasp of zaag. Want flaauwlijk gekarteld en gehaard; de agterſte Dijën heb.
-.g. met zijn opſtaande Hoorn , neemt men waar , dat dee . ben een ſtompe Tand.
, ze Tor ſteenen opligt en omrolt , als ook klompen XV. Tweeling - Tor; Scarabeus didijmus ; ( Scarabeus
aarde en vuiligheid , vier of vijfmaal zo groot als bij thorace inermi foſſula exarato , capite tricuspidi , elijtris
zelf is. Hij brengt den Kop onder de last, en lege Ariatis. Linn . Sijft. Nat., Van deeze Westindiſchen
den Hoorn zo ver agterwaardsals bij kan ; dan doet hij Tor word getuigd, dat een der beide Sexen een kleine
dien door de spieren voorwaards gaan , en beweegt Spits heeft op het voorfte van het Borstſtuk,
XVI.
TOR . TOR . 1 3075
: XVI . Wijdbeenige Tor ; Scarabaus valgus ; ( Scarabeus nie. Hij gelijkt, zegt men daar, op de koleur naa ,
thorace mutico , capite cornuto , femoribus ſecundi paris zeer naar de volgende zoort , en onthoud zich , even
remotis. Linn. Sijſt. Nat.) Deeze Tor die het Borste als die , in de koedrek -plaggen op het Land. Dekoleur
stuk vlak en den Kop gehoornt heeft, de Dijen vag het is zeer glimmende, en op de Schilden heeft hij negen
tweede paar ver van elkander, is zeer gemeen in Marij. ftreepen overlangs.
land en Carolina.
XXII. Mest Torretje; Scarabeus fimetarius; Scarabeus
XVII . Nekhoornige Tor; Scarabeus nuchicornis ; Sca. capite thoraceque nigro glabro, elijtris griſeis pedibus pal.
sabeus capite thoraceque atro opaco, elijtris cinereis nigra. vidis. UDMM. Dil . n. 2 .; ( Scarabæus thorace inermi,
nebulofis. Roes. Inj. II .; (Scarabeus thorace inermi, of. capite tuberculato , elijtris rubris, corpore nigro. LINN.
cipite jpina ere& a nimato. Linn. Faun. Suec.) Dit Tor- Sijft. Nat.) Ziehier wat GEOFFROY , die deeze Inſek
Tetje , van Roesel afgebeeld , was door hem gevonden ten Pedeltorren noemt , le Scarabé bedoet . Hijt. abregée des
onder de , op 't Land leggende, koeijen- en paarde-nest. Infe&t. aux environs de Paris 1761. Tom . I. p .81. van de
Het was ointrent van grootte als een tarwen graankorrel , zelven zegt. De langte is een vierde duims, de breedte iets
hebbende de Vleugelſchilden okerbruin met zwart ge meer dan half zo veel. Het Torretje heeft den Kop zwart ,
Aprenkeld en het Borstſtuk zwart. In Sweeden vond men en als een uitſteekende huif, waar op men drie Pooten of
het met den Kop en 't Borstſtuk donkerzwart, de Dek- verheffingen gewaar word , die overdwars geplaatst zijn.
fchilden aschgraauw met zwart gewolkt, in 't vroege voor. De Sprieten , onder deeze huif ,zijn rood; het geronde
jaar , onder de mest. In Deenemarken werd zulk een Borstſtuk isgliminend zwart, hebbende alleenlijk op de zij .
Nekhoornige-Tor onder den puin ſub macerie. Faun. In den vooraan , een roode vlak. Verder isal hetoverige des
feat. Fridrichsdalina. Hafn..1764. P. 1. waargenomen . De Lighaans zwart , uitgenomen de Vleugelſchilden , die
Autheur der beſchrijving van de Inſekten , omſtreeks Parijs fchoon rood zijn, met ſtreepen overlangs,waar van men ne.
vallende , brengt hem c'huis onder de Mest Torren , die gen kan tellen op ieder Vleugel. Met een vergrootglas ge
geen Schildje hebben agter het Borstſtuk , en noemthem zien , ſchijnen deeze zamengeſteld te zijn uit ſtippen op
de kleine gehoornde zwarte Mest Tor . eene lijn geplaatst. Het Masker vind men in demest en
De langte is aldaar afgemeten omtrent een vierde van koedrek , waar ook de Torren in gevonden worden ,
een duim te zijn , de breedte een weinig minder. Hij voornaamelijk in 't begin van de fomer. Zij zijn in de
verbeeld zich , dat een ander ongehoornd Torretje , 't Nederlanden ook niet ongemeen.
71
welk daar nevens in de koeijen -drek gevonden werd , het XXIII. Roodgatje ; Scarabæus hæmorrhoidalis ; (Sca
2
Wijfje zij. Beiden zijn zij zwartbruin , hebbende het rabaeus thorace inermi, capite tuberculato , elijtris apice
Kopfchild hoekig , van agteren gehoornd , de Vleugel- rubris. Linn. Sijft. Nat.) Dit zwarte Torretje wiens
dekzelen kort en geſtreept , ijzergraauw gewolkt. Het Vleugelſchilden aan 't end rood zijn , en niet grooter dan
angeboornde Torretje, van bijna: dezelfde grootte , dat een geerſte korl is , heeft men in Sweeden op de Podde
Roesel bij het voorgemelde vond , was rood van Dek. ſtoelen en rottende Plantgewasſen gevonden.
ſchilden en had het Borsſtuk gliminend blaauw . XXIV . Bemorſte Tór; Scarabaeus confpurcatus; ( Sca
1
XVIII. Onderaardſche Tor ; Scarabæus fubterraneus; rabaeus thorace inermi, capite tuberculato, elijtris lividis
Scarabeus niger, capite clijpeo lunato , tribus tuberculis maculatis. Linn. Sijſt. Nat.) Deeze Tor die het Borst .
notato. GADD. Satag 70.; ( Scarabeus thorace inermi gla . ſtuk weerloos en den Kop geknobbeld heeft, daar bij
bro, triplici tuberculo , elijtris ftriis crenaris., Linn. Sijſt. de Schilden loodkoleurig gevlakt, vind men zegt Lin.
Nat.) Deeze Tor die zich onder den grond onthoud , NÆUS in 't vroege voorjaar op de bemeste landen van
heeft het Borstſtuk weerloos , glad en drievoudig geknob . Europa.
beld , de Schilden met gekartelde ſtreepen.
xix . Doolende Tor ; Scarabæus erraticus; (Scarabæus DERDE ARTIKEL..
thorace inermi lævi , capite tuberculo unico , elijtris telia .
ceis. Linn . Sijſt. Na . Deeze die zich volgens de Hr. Den Kop en 't Borstſtuk, beiden , weerloos.
LINNÆUS in Europa en misſchien ook zegt hij in de In.
dien onthoud, heeft het Borstſtuk weerloos en effen , XXV. Reus Tor ; Scarabaeus gigas ; (Scarabaeus tha.
den Kop met een knobbeltje en de Schilden roodag . race inermi retufo , capite inermi ſupra margineque angu
tig. lato. Linn. Sijjt. Nat. ) In het Kabinet der Koningin van
XX . Moorfche- Tor; Scarabeus maurus; (Scarabæus tho. Sweeden was deeze Tor, uit Egijpte afkomſtig, van
race inermi, capite mucronibus tribus, corpore cijaneo, grootte als de vliegende Eenhoorn en zwart. Wegens de
abdomine flavescente. Linn. Sijft. Nat.) De Sweedſche grootte voert bij dien bijnaam.
Heer ALTSTROMER heeft deezen Tor in Afrika ont. XXVI. Ruuwe- Tor ; Scarabæus fcaber ; ( Scarabeus
dekt. Hij was langwerpig , uit den groenen blaauw ; het muticus, thorace elijerisque artice ſcabris. Linn. Sijf.
Lijf van onderen haairig vuil geel; het Borstſtuk ver. Nat.) Deeze was insgelijks in het Kabinet der Konin.
hevenrond hebbende , met drie dwarſe ſpitzen voor op gin van Sweeden , uit Ooſt-Indie gebragt, eens zo groot
den Kop. als de Rhinoster - Tor , hebbende den Kop hoekig ſtomp ,
XXI. Graaver; Foļor ; ( Scarabeus thorace inermiſto met een puntje in 't midden een weinig uitſteekende.
bretufo, capite tuberculo triplici, medio ſubcornuto . LINN, XXVII. Langgearmde Tor ; Scarabeus longimanus ;
Faun Suec .) Men zegt dat deeze Tor zich in de Bos. (Scarabeus muticus, pedibus anticis arcuatis longiffimis.
ſchen onthoudt; gelijk men hem ook in Deenemarken LINN Sijft. Nat.) Deeze zeer raare Tor word in de
vind. In Vrankrijk , omſtreeks Parijs , is hij insgelijks Kabinetten van de voornaamſte Liefhebbers hier te lan
waargenomen ,en word beſchreeven onderden naam van de gevonden , zijnde yan Lijfgrooter dan het vliegend
geheel zwarte Tor metdrie Doornties op den Kop over. Hert, dog omtrent van dezelfde koleur. Zijne Voor.
dwars geplaatst. De langte was twee , drie , vier ofvijf pooten ſchijnen hem , even als de Hoornen van hetzel
linien , de breedte een , twee of twee en een halve li. ve , tot Nijpers te dienen ; alzo bet bovenſte gedeelte
daar
3676 TOR . TOR.

daar van niet alleen dik en hoornagtig , maar ook met daar hij in legt, mids dat dezelve genoegzaam week en
ſterke Tanden gewapend is. De Schenkels, daar aan vogtig blijve. Na dat nu de Worm, in deeze Pil, vier.
zittende, hebben de langte van het Agterlijf en dit doet maal van Huid verwiſſeld zij, koint er, in 'tvoorjaar, 1
deeze Tor zich vertoonen als of hij lange Armen had . de Tor uit . De Worm legi doorgaans krom , gelijker. 0
De twee Klaauwtjes aan 't end derVoeten , zijn als ver- wijs die van de Rbinoſters , en is donker blaauw , met
dubbeld. De rand van 't Borstſtuk is gekarteld. Hij komt het Agterlijf, wegens de doorblinkende vuiligheid ia
uit Ooſtindie. 't Gedarmte , zwart. Hij legt altoos op zijde , en kan
XXVIII. Pillen - Tor; Scarabæus pilularius; (Scarabeus van de Pooten gebruik inaaken om te loopen , maar als
muticus, thorace poſtice roduntato , ſcutello nullo. Linn. leen , zo 't ſchijnt, om te krabbelen , of deipijze aan
Sijſt. Nat. ) De Heer Roesel verbeeld zich , dat men den Bek te brengen ; gelijk ook maar vier derzelven
den naam van Pillen-Tor , die onder de Ouden zo ver. regt , de twee anderen haakswijze krom zijn . De Voe.
maard was , niet met regt aan eenige bijzondere zoort lertjes, voor aan den Kop , gelijken meernaar Nijpers ;
van Aardtorren kan toe-eigenen ; om dat zij altemaal de hij maakt daar mede den Bek ſchoon , en vat het voedzel
eigenſchap hebben, van ronde balletjes te maaken , waar daar mede aan , om hetzelve in der Bek te ſteeken. Van
in zij hunne Eijeren beſluiten , gelijkerwijs ook andere vooren hebben dezelven twee Klaauwtjes als een ſchaar,
Inſekten doer .. Deeze zoort , echter , ſchijnt bij uit van welken het buitenſte uit vier rondagtige leden be.
neemendheid daar van haar werk te maaken , rollende ſtaat, waar van het voorſte kleinst is , en het binnenſte
onophoudelijk een Metballetje, voornaamelijk van Men , maar twee Leden heeft. De Kop is kaſtanje bruin, en
ſchen.drek , zegt Linnæus. De Tor, die zich bevond ſtaat wat van het Lijf af, even a's in de andere Kwat
in het Rabinei der Koningin van Sweeden , was uit West• wormen. De afgang, welken deeze Worm loost, is
indie afkomſtig , waar men , volgens Catesbi] , een een zwartagtig vogt, dat hij ſteeds met den Smoel weg
dergelijken vind. PLINIUS ſchijnt mij , onder den neemt, en er het afgevreetene mede beſtrijkt; 't welk 1

naam van Pilularius, de Mest - Torren in 't algemeen te vastigheid geeft aan zijne wooning of tonnetje, zo dat
bedoelen. Aliud rurſum eorum genus , qui e Fimo ingen . hetzelve eindelijk , tegen den tijd der verandering, een
tes Pilas averſi pedibus volutant , parvosque in iis , contra harde dop word.
rigorem Hijemis, Vermiculos faetusfui nidulantur. Hiſt. Deeze Meft of Drel - Torren leeven niet langer dan
Nat. Libr. XI. cap . 28. een jaar , en worden in de ouderdom zeer luizig. Hun.
XXIX . Schaffers Tor ; Scarabaeus Schefferi; (Scara- ne koleur is van boven , zwart en glad ; van onderen 1

baeus muticus, thorace poſtice rodundto , ſcutellonullo clij zijn zij duncetjes gehaaird. Hun Kopfchild is van fi.
peo emarginato , elijtris triangulis. Linn. Sijſt. Nat ) guur als een ſcheeve ruit, met een verhevenheid in 's
Deeze door Schaeffer in Duitschland gevonden , heeft midden , en uitſpringende hoeken die de Oogen dekken.
de geſtalte van den Nekhoornigen , dog is grooter en De Nijpers ſteeken voor aan den Kop uit ; het Borsuſtuk
zwart; met de Schilden aan 't end ſmaller , en , naar de is zeer glad en rond , aan den omtrek gezoomd, met een
tippen toe , bultiger. flaauwe ſtreep in 't midder . Over de Dekſchilden 100.
XXX. Mest- Tor; Scarabaeus ſtercorarius ;( Scarabaeus pen een menigte van ſtreepen overlangs, en van onderen
muticus ater glaber , elijeris ſulcatis , capite rhombaeo , is het geheele Dier zeer glipiterende, met eenen weer.
vertice prominulo. Linn. Faril Suec.) Deeze zoort van ſchijn , nu blaauw of paarsch , dan groen ; welke koleu.
Torren is zeer bekend , als de voornaamſte der Mest- ren zomtijds tot aan de randen van het Borstſtuk en de TE

of Drektorren , in 't engelsch Dung-Beetle , in 't fransch Dekſchilden doordringen. Aan de Voorpooten word
le grand- Pilulaire genoemd, en waarſchijnlijk zal het in- men een vlak gewaar , door roſſe haairtjes geformeerd,
zonderheid deeze zijn waar op de Ouden het oog had die echter zomwijlen ontbreekt. De Ponten zijn , om
den mei den naam van Pilularius of Pillen - Tor. Anders in den grond te boorer en den drek te kneeden , met
noemt men hem gemeenlijk , wegens zijne eigenſchap puntjes en ſcherpe Tanden als van een zaag voorzien.
van in de drek te wroeten , in ’t fransch.Fouille-Merde, Men merkt aan dat de Voeten, in deeze zoort, vilj
en , dewijl den hem meest onder de hoopen paardemest dun zijn in vergelijking van de Schenkelen. Ook ſtaat
ontmoet , zelfs op de wegen , zo noemen de Duitſchers het agterſte paar zeer ver van de middelſten af.
hem dikwils Rofs of Kaefer , dat is Paarde-Tor, FRISCH Deeze Torren hebben dit met anderen gemeen , dat
beſchrijft deeze Tor onder den naam van den grooten zij meer 's avonds dan over dag vliegen ; ' zij om der
zwarten Mest-Kaefer ; de Sweeden noemen denzelven Vogelen wille, 't zij om dat zij den ſtank der vuilighe.
Torndijfwel ; de Smalanders Torhagge. den als dan ſcherper kunnen gewaar worden. Het ichiij.
Het graaven , dat deeze Torren in de grond , onder nen die te zijn , waar van de Ouden hunne meeste zin.
de Mest of Drek , 20 van Menſchen als van Beesten nebeelden , voorgemeld , ontleend hebben , en die zij
doen , geſchied inzonderheid tot Voortteeling. Hij zich verbeelden alemaal Mannetjes te zijn ; dat zeer
graaft, naamelijk , een gat in de grond , en kneed daar ongerijmd is. Veel kragten worden ook door hun aan
in de verſche drek tot een rondagtige klomp , welken dezelven toegeſchreven , daar men hedendaags den ſpot
meestal langwerpig is , hangende dezelve dan op aan de mede drijf: ; gelijk , dezelven aan den hals op ie han
wortelen van gras , welke hij mede daar in bekneed , gen of bij zich te draagen tot een behoedmiddel. Plii
wanneer hij dic bekomen kan, en legthoven in zodanige NIUS , Avicenna , en anderen, hebben den Mest- of
mestklomp een enkei Eij, dat hij wederom met een wei. Pillen-Tor aangemerkt als een zeer goed middeltegen
nig vuiligheid toedekt , en het dus leggen laat. Dan de aambeijen , pijn in 't oor , in den buik en zelfs te .
verder voortgaande ofnaar een plaats vliegende , alwaar
nieuwe voorraad van verſchen drek is , ( het gene hijop gen den teen. ik wil niet loochenen, dat het pocijer
van denzelven , door zijne prikkeling en ſcherp zout of
de reuk ſchijnt te ontdekken ,) maakt hij meer dergelijke olie , van dergelijke kragten , hoe wel minder werk.
Pillen . Uit het eiſ , dus gelegd, komt na eenige dagen zaam is , dan de ſpaanſche Vliegen Hier door kan ver
een levendige Worm en die verteert aliengs de mest, oorzaakt worden, dat hetzelve dienſtig zij regen de uit
zak
TOR : TOR . 9077
zakking van den Endeldarm , en dat zij dus , in olie van stuk van agtereb gekwabd is, den Kop weerloos heeft,
mastik gekookt, ook de pijn der aambeijen verzagten of en de Borst van vooren gedoornd, bevond zich in het
wegneemen kunnen De olie , waar in deeze Torren zelfde Kabinet , hebbende een zeer klein Schildje en
een maand in Schenkelen
de fonneſchijn geſtaan hebben , ofgekooke deXXXVI niet getand; de koleur was groen.
. Wollige. Tor ; Scarabeus lanigerus ; ( Scara.
zijn , heeft , behalve de verzagtende , een verſterkende
en verſlaande kragt , als dezelve uitwendig aangevoegd beus meticus fubtus lanatus, capite thoracegue lanatis,
word , op een pijnlijke plaats. Voorts geeven zij ook eliitris flavis. Linn. Sijft. Nat.) Deeze, in het zelfde
den naain aan de olie van Torren , in de Apotheek van Kabinet, insgelijks .uit Indie afkomſtig ; heeft de Lip
Parijs , van SCRODERUS ontleend . door een naad van den Kop afgeſcheiden en de Dek .
XXXI. Voorjaars. Tor; Scarabeus vernalis ; (Scarabeus ſchilden zwavelgeel.
inuticus, elijiris glabris lævillimis , capitis clijpeo rhom . XXXVII. Aartige- Tor ; Scarabeus feſtivus; ( Scardi
beo , vertice prominulo. Linn. Sijft. Nat.) Onder de beus muticus , fcutello rullo , thorace nigro maculato, elig.
Mest- Torren komen er voor die kleiner en van een ande trisque rubru æneis. Linn. Sijt. Nat.) De Heer Ro .
re koleur zijn , gelijk Frisch aanmerkt; naamelijk bo . LANDER heeft deezen aartigen Tor in Amerika gevonden.
ven als geblaauwd ſtaal, en buitendien geheel glad en De grootte is als die van den Molenaar of Meij-Kever ,
effen of ongerimpeld. Hij merkt te regt aan ,dat dit maar korter ,met den Kop zwart, halfmaanswijze ea
geen Jongen kunnen zijn van de zwarte Mest-Torren ; onverdeeld; hetBorstſtuk effen , rond verhevenenrood,
dewijl een Tor , alcoos, in zijn volkomene grootte uit koper koleur , van agteren rond zonder Schildje en zwart
de pop te voorſchijn komt, zo veel bekend is. Doctor gevlakt. Daar is , naamelijk, op 't midden van dit Borst
Scopoli vond onder de Mesto Torren , in Karniolie, aan ſtuk, een groote zwarte gelobde vlak , die wederzijds
merkelijke verſcheidenheden van koleur;naamelijk , die een andere heeft,welke over de zijdhoeken uitloopen ,
de Schilden kaſtanje bruin hadden en het lijf vanonde. en dan nog een kleinere binnen den hoek , die naar een
ren groenagtig blaauw ; die het Lijf van boven zwart gedrukte ſtip zweemt. De Schilden zijn rood-koper
hadden, van onderen "violet; en die van boven groen koleur, geſtreept, en hebben de langte van het Borst
waren , van onderen goudgroen. Die allen , echter, ſtuk .
onderſcheid hij van deeze zoort, welke evenwel in groot XXXVIII. Geſtreepte- Tor; Scarabeus ftriatus ; ( Sca .
te maar zeer weinig daar van , en in koleur merkelijkver- rabæus muticus niger;lineola flava a capite ad ſcutellun
ſchilde van de Sweedſche; als zijnde van boven groen , du &ta. Linn. Sijft. Nat.) Deeze is, door dien zelfden
van onderet violet , met de Dijên groenagtig. Heer , in Amerika waargenomen . Hij is zwart dog
Linnæus heeft er den naam van Voorjaars• Tor aan kleiner dan de Mesto Tor. In het Mannetje zijn de Deko
gegeeven , om dat men hem zelden dan in die tijd van 't ſchilden ongevlakt ; het Wijfje heeft drie geele vlakken
jaar ontmoet. Hij nam de roestkoleurige vlak aan de op ieder vleugel verſpreid, en het Lijf is,agter de Dek
Voorpooten, welke de andere Mest. Torren hebben, in ſchilden , met geel gevlakt. Beiden hebben zij de Dijën
deeze niet waar ; ook vond hij de Voelertjes geheel zwart , geelagtig gekoleurd.
12
zonder roodagtige Steeltjes. xxxix . Geſtippelde Tor; Scarabeus punctatus ; (Sc®
: XXXII. Geſpoorde-Tör; Scarabæus calcaratus; ( Sca. rabaus muticus niger , thorace elijtrisque testaceis, pun.
rabæus muticus , capite clij peato emarginato f,emoribus alis o&to nigris. Linn. Sijft. Nat.) Met regt mag deeze
poſticis dentatis. Linn. Sijft. Nat.) Deeze Tor die on
on. Oostindiſche. Tor , uit het Kabinet van haareKoninglijke
gehoord is met het Kopſchild uitgerand en de Dijen Sweedſche Majeſteit, de Geſtippelde genoemd worden .
der Agterpooten getand , onthoud zich in Egipte. Behalve de gemelde agt ſtippen op de Dekſchilden , is het
XXXIII. Zand - Tor ; Scarabeus fabuloſus; (Scarabeus Borstſtuk ook nog wederzijds met een zwarte ſtip gece
muticus niger , opucus , rugofus. Linn. Sijſt. Nat.) Dee. kend.
ze heeft den bijnaam van zijne woonplaars in zandige XL. Haag Tor ;-Scarabeus ſepicolæ ; ( Scarabeus mi .
Landſtreeken van Europa. Men heeft er zodanig een ticus ferrugineus, thorace elijtrisque pitoſis. Linn. Sijft.
in Deenemarken gevonden , die met knobbeltjes gerim- Nat.). In het zelfde Kabinet bevond zich deeze Oostin .
Kevertjes; maar
peld was , hebbende de Sprieten aan den wortel haairig. diſche , van gedaante als de St. Fanswaarſchijnlijk
Ook ſchijnt die Tor , welken de Heer GEOFFROY op den driemaal zo groot , en van koleur, , uit
kleinen blaauwen Mest- of Voorjaars. Tor laat volgen , den bruinen roodagtig.
er niet kwaalijk naar te gelijken. Hij geeft er den naam XLI . Sijriſche- Tor; Scarabeus ſijriacus; ( Scarabeus
aan van de Gepaarlde, om dat dezelve op het Liif vijf muticus, capite thoraceque piloso viridibus, elijtris, pilo .
sijen heeft van groote ronde Stippen , die zich op den fis ciliatis. Linn. Sijf. Nat.) Deeze Tor die ongehoornd
doffen zwarten grond der Dekſchilden als paareltjes ver en roestkoleurig is , met het Borstſtuk en de Schilden
toonen , en tusſchen ieder rij is een andere van kleiner haairig , is uit Oostindien vanoorſprong.
ftippen . Men vind hem , zegt hij , zeldzaam bijParijs , XLII. St. Fans-Kevertje ; Scarabeus horticola ; ( Sca
dog te Fontainebleau is dezelve vrij gemeen. rabæus muticus, capite thoraceque cæruleo pilofo, elijtris
XXXIV. Oostendiſche Gouden Tor; Scarabæus chrij. griſeis, pedibus nigris.Linn.Faun. Suec.357. ) De Heer
Jis; ( Scarabeus muticus , peâore antice cornuto, fcutello Linneus had deeze Torretjes, die hij op het Eiland
elijtris dimidio breviore . Linn, Sijf. Nat .). In het Kabi- Nordenoge , tot Oostfriesland behoorende, eens zeer
Det der Koningin van Sweeden bevond zich deeze Oost- overvloedig vond , in de beſchrijving van ziine reize
Indiſche Tor,die de grootte en koleur van een gouden door de zuidelijke deelen van Sweeden de Frieſche ge
Tor, dog het Borstſtuk van onderen voorwaards gehoornd noemd. Hij merkt aan , dat dezelven ook huisvesten in
beeft. de drek der Dieren aan de wegen ; tot de voortteeling
XXXV . Groene.Tor ; Scarabeus nitidus; '( Scarabeus moogelijk , want het is een Tor, zegt hij , die de Bloe.
muticus, thorace poftice lobato , capite inermi, pe &tore an- men der Appelboomen in Europa zeer benadeelt, laaten ,
tice cornuto. LINN. Sijft. Nat.) Deeze wiens Borst. de , de Peereboomen ongeſchonden. Het ſchijnt mij
' VI Deel. Sss tee ,
3873 TOK . FOR .
ide , 'dat hij de zogenoemde St. Fans. Kevertjes bedoen . toont hij zich nagenoeg als de. Maskers der Mesta
XLIII. Molenaar of Meij.Kever; Scarabeus melolon- torren , en inaakt even zo weinig gebruik , om te loo
sha ; (Scarabeus muticus teftaceus, thorace villoso , faut- * pen , van zijne Pooten . De Pop is wit', en heeft van
da inflexa, incifuris abdominis albis. Linn. Faun . Sueco) , onderen twee kleine , fpitſen met fteetcjes daar aan .
Zie MEIJ -KEVER , pag. 2100 . Verſcheide zwarte Knopjes heeft dezelve aan het Lijf,
XLIV . Junij-Kever; Scarabeus folfriatis; (Scarabeus waarſchijnelijk on haar voor het wrijven tegen de
muticus testaceus thorace villojo , elijeris luteo-pallidis, „ Aarde of in de Tonnetjes te bewaaren ; de Oogen.
lineis tribus albis paralellis. Linn. Faun. Suec.) Dee. zijn bruingeel" .
ze Tor die ook wel kleine herfet-Molenaar word genoemt, XLV. Halffchildige.Tor ; Scarabæus hemipterus ; ( Scan
onthoud zich op het geboomte, daar menze zomtijds in bæus muticus, thorace tomentoſo rugis duabus longitudi.
menigte om heen ziet vliegen ; inzonderheid des avonds malibus marginato , elijtris abbreviato. Linn. Sijft. Nat. ),
tegen het end van de comer , zegt de Hr. GEOFFROY , Deeze die , wegens de gelijkheid van Geſtalte met do
die aanmerkt, dat de koleur van bet Borstſtuk en 't ge - iVullige.Boomtorren , hier toe ſchijnt betrokktn te zijn ,
heele Lijf helderer bruin is dan in de groote Molenaar, is in Duitschland gevonden door den Heer FORSKAÖL .
en die der Schilden barníteenagtig geel,een weinig door. Het Kopſchild is aan de tip uitgerand; de Sprieten zijn
ſchijnende. Ook is deeze Haairiger (zezt hij) dan de pekagtig, heç Lijf zwaft Het Borstſtuk is gerand en
gruote : Washa ven zommigen hem de Wollige- Baomtor platagtig , met twee overlangs verheven Rimpels ; de
noemen, en die naamn zou eigener zijn dan de naam van Dekſchilden waaren de helft korter dan het Onderlijf .
Kever , alzo hij dat uutek van agteren ; '( welk zom dat agter de Schilden gemeenluk aschgraauw was en de
migen een Staart noemen , niet heefr.: De Wolligheid Voeten pekzwart. Het Wijfje heeft aan den Aars eco
op de zijde, geeft hein anders een merkelijke gelijkheid zaagswijs gerande Siekel.;
met den Meij Kever. Men vind bem ; zo wel als die , Dortor SCOPOLI ſpreekt van een Torretje', weinig kleie
in Gelderiand en het Sticht. ner dan de voorgaande zoort , zich onihoudende in de.
't Verſchil der manieren van Verdeeling veroorzaakt heeter Landſtreeken van Karniolie , en Bloemen benin
een bijzondere ſchikking, in deze en andere Inſekten , nende. Her Borstltuk , mei en benevens de gladde ge
Doctor Scoper, die de onderdeelingen der Torren af. ftreepee Dekſchiíden, was geltippeldt ; het.Liif ten mins
heid van het getal der. Tandes of ftekelswiize Puntjes (ten van onderen , 2warıblaau in Deeze had ook de
aan de Voorpooten ,maakt zijn eerste Artikel van dee Dekſchilden korter dan het Agterlijf en eene verſcheidene
zen , die maar één zulk . Tandje heeft en de Meij; Kever heid , daar van ,, was geheel en al van de gemelde ko .
of Molenaar drie ; dus word dezelve van GEOFFROY Ook leur , dog het Borstſtuk en de Kop eenigermaate groen ..
in een andere Fainilie van Torren yeplaatst, om dat de agrig. Dezelve word van hem de twijfelagtige- Tor ge.
Knodsjes der Sprieten niet in zevenen , maar in drieën noemd.
gekloofd zijn , gelijkerwijs in de Sta Jans•Kevertjes, in XLVI. Bonte- of Duin - Kever ; Scarabeus fullo ; ( Sce .
de Mesttorren en de meeste anderen. Gemelde Scopoli rabeus muticus , antennarum lamellis ſeptenis æqualibus,
merkt aan, dat deeze Torren in de hondsdagen voor den corpore nigro albedine irrorato. LINN. Faun. Suec. ). Zie
dag komen , en zich voornaamelijk op de Lindeboomen DUIN -KEVER . pag. 547.3
onthouden. Hij had omtrent Idría , in demaand junij ,XLVII Bloem -Kevertje; Scarabeusfasciatis ( Scarabe
een aanmerkelijke verſcheidenheid daar van gezien , die us muticus', niger, tomentoſo flavus , elijtris fasciis duabus
een weinig kleiner was , met de Schilden donker ge; luteis coadunatis. LINN. Faun. Suec.) Deeze gelijke ee.
ftreept, en het Onderlijf zonder wit haair ; de Voor- nigermaate naar de Doodgraaver van de Mol.Men vind
pootea drietandig hebbende. Of hij deezen met en be hemn menigvuldiger , dan dezelve , op de Bloemen , en
nevens de Rhinoster- Torren , Meij.Kevers en andere , te wel op die der Sijringen en roode steenbreeke , zegt
regt onder de genen telt die de Rupfen verjaagen , door. LINNÆUS , die de Afbeelding alleenlijk aanhaalt, wel.
dien zij de Bladen der Boomen opeeten, zou ik twijfer. de daar van bij MOUFFetus gevonden word . GEOFFROY
Jen : hoewel het waar is , dat de Rupſen dan voedzel noemt deeze zoort ; zwarte- Tor, met een geele wol.
ontbreekt. Het is waarſchijnelijker, dat zij de Rupren ligheid , de Schilden bleek geel, met drie zwarte afge.
de Boomen helpen kaalseeteo. Ook felt hij dat de Mest, broken Banden. Twee geele Banden , ziet men ligt,
Torren de Wortels der Planten voeden ; 'twelk immer zo moeten drie zwarté Banden maaken. Ook had onze Au.
duister is , theur , in de beſchrijving ,'hem gezegd kleiner te zijn
Ik noeme hem met FRISCH , die er een redelijk goede dan de Doodgraaver , voorgeveld ; den Kop en 't Borste
Afbeelding van geeft , Funius of Funij Kever; hoewel Atuk zwartagưip hebbende, digt bezet mei regiopſtaan
dezelve, zegt hij, wanneerbet faizoen hem nietgunſtig de graauwe haairtjes , gelijk ook de Pooten en het Ago
is , zomtijds eerst in julij, des avonds, de Menſchen om terlijf; de Dekſchilden bleekgraauw , met drie zwarte
htt hoofd (nort. Veelen houden dezen , zo hij wil , voor Banden , waar van de iniduellte in 't midden ſmaller en
den Meij-Kever, daar hij echier in koleur van verſchilt , afgebroken, de overigen breeder , vereenigt, en over
komende bovendien wel een maand laater te voorſchijn, denuaden der Schilden heen loopende, Zomeijds , merke
Zie hier wat hij omtrent de Verandering heeft waarge bij aan , zijn de Dekſchilden glad , zonder dat middelite
pomen .
»
afgebrooken ſtreepje.
De Worm is ongevaar een duim lang en een vierde Gedagte Franſche Heer , die deezen betrekt tot zijne
duims dik , witagtig, en op de zijden , aan ieder Ring , tweede Familie van Torren , met de Sprieten maar in
» met een geele Stip of Spiegeltje voorzieni, dat door drie Blaadjes gekloofd, noemt hem la Livrée d'ancre , 't
x zijn Knopie de zijden voor het wrijven tegen de suu- geen waarſchijnlijk zeggen wil Anker-Livreij; want de
‫رو‬ we aarde heſchut. Op de Rug is dezelve glad , hebu tekening op de Dekſchilden zweemt niet kwaalijk naar
is bende den Kop plat en geel , en de Nijpers veel lan; een Anker. Hij geeft er de langte aan van drie agtſte ,
> ger en Spitler dan andere Kwat wormer . Voorts yer de breedte van een vierde duims ; dat is anderhalfinaal
20
TOR , TOR. 3073

yo lang als breed. Men vind zegt hij, deeze fchoone L. U. Sijt. Nat.) Deeze onthoud zlch op de Eicken in
zoort van Tor dikwils op de Bloemen. Zijn geheele Europa, dog zeldzaam , zege LINNÆUS. " Her Manne.
Lijf , Kop en Borstſtuk, zijn zwart , maar met een groo. tje'is vijfmaal zo klein als het Wijſje. Hij word zon.
te veelheid van geel haair bezet ; de Dekſchilden , die tijds uit den rooden of goudkoleurig gevonden.
niet gehaaird zijn , hebben een bleeke geele koleur , en LIV . Edele - Tor ; Scarabeus nobilis ; Scarab.elis viridi,
ieder drie dwarze zwarte Banden , welke aan de buiten- eneus, thorace fulcato, elijtris rugoſis. Upm . Dill. s .;
kant beginnen , dog niet tot aan het midden doorgaan. (Scarabeus muticus laevis opacus, abdomine poſtice pune
Zij hebben ook een zwarte zoom , die een weinig op. dato. LINN Sijt. Nat.) De Heer Roesel geeft drie
gelig: is. Het end des Agterlijfs is, gelijk in veele an, bijzondere afbeeldingen van deeze Tor, waar uit blijkt
de Torren , door de Dekſchilden nietbedekt.' Men vind , dat deeze tot de Gouden - Torren behoort. Men vind
voegt hij er bij , verſcheidenheden van deeze Inzekcen , hem ook op de Bloeien , meest van de Kroontjes-Krui.
ten opzigt van de koleur. Ik heb er een , waar van het den , zegt Doctor Scopoli , die aanmerkt, dat het Borst.
Haair , in plaats van geel , rood is , en de Schilden der ſtuk van deeze zonder Kuiltjes is , en niet van agteren
Vlengelen zijn ook roodagtig. zo uitgerand als in de gewoonę Gouden - Torren .
: Doctor Scopoli nam deeze gebandeerde Torretjes in * LV . RoodpootigeTor ; Scarabæus rufipes ; (Scarabeus
Karniolie waar,op de Boomen van de Spiræa Aruncus, en muticus ater , antennis pallidis , alijtris levibus. LINN.
vond de Dekſchilden drie tinien lang, om:rent twee lio Taun. Suec.) De HeerLINNUS heeft deeze in Sweeden
nien breed. De Kop , het Borstſtuk en Lijf, was digt gevonden , daar dezelve zich in de drek onthield. Hij
ene rosagtige wolligheid ; de Schilden geel. vergeljjkt hem bij den Onderaard !ehen , die de agttiende
agtig , aan den rand, wortel en top , afgebroken zware zoort uitmaakt van dit Geſlagt, maar de Voortjes der
2 gebandeerd , met een rondagtig geſpitste zwarte vlak aan Dekſchilden , zegt hij , zijn geenzins gekartelt en het
den Aars. Hij had er ook verfcheidenheden van gezien Borstſtuk is zo bultig niet. Het is een der kleine dog
ten opzigt van de koleur, en brengt deeze zoort tot de nier der allerkleinſte Torren ; geheel zwart , glad , mec
geenen t'huis , die twee Tandjes of Steekeltjes hebben hec Kopfchild ſtomp ; de Sprieten aan de uiterſte top
aan de Voorpooten . pen voornamelijk rood, voor 't overige bleekbruin ; de
XLVIN . Indiaanſche-Tor ; Scarabeus indicus ; ( Sca.uitterſte Leedjes der Pooten bleekrood; de Dekſchildea
rabaus muticus thorace hirſuto , elijtris lividis, fufco pun . geſtreept , zwart, van agteren ſtomp of geboogen ; de
&atis . Linn. Sijft. Nat.) Deeze Tor uit Indie afkom- Wieken láng. Volgens den latijnſchen bijnaam geef ik
ſtig , is ongehoornd, met het Borstſtuk ruig , van agte er dien van Roodpoot aan.
Ten uitgerand, het Schildje kaal ; de Dekſchilden loot- LVI. Zwart Water- Torretje ; Scarabeus aquaticus ;
koleurig met bruin geſtippeld Hi ( Scarabæus muticus piceus , elijtris ftriatis flaveſcentibus
XLIX . Bruine Tor; Scarabeus brunneus ; ( Scaraba filiformibus. Linn . Faun. Suec. 357.) Deeze die, door
us muticus teftaceus, elijtris ftriatis, thorace utrinque de Pooten niet tot zwemmen geſchikt te hebben, van
pun &to. LINN. Sijft.Nat ) Deeze die in Europa te huis de Water.Torren verſchilt, zou er , wegens de draad .
hoort , is roodagtig bruin van koleur, met de Schilden agtigheid der Sprieten , nader toebehooren , dan tot dit
geſtreept, en het Borststuk wederzijds met een Stip ge: Gelagt ; gelijk hij ook zich in ' t water onthoud , en dik.
tekend. wils voorkomt onder de Inſekten van dat Element. De
· L. Kaapſche- Tor; Scarabeus capenfis; ( Scarabeus in grootte is als een groot rijstkoorentje zegt LINNÆUS,
ticus ruber adfperfus pun &tis albis. LINN. Sijft. Nat.). De en de Dekſchilden zijn ieder met tien zeer fijne ſtreep
Heer LINNEUS ſchijnt deezen niet gezien te hebben , jes getekend
welken hij aanhaalt uit het Werk van PetIVER , die ver- De Heer GEOFFROY noemt deezen de zwarte Tor der
haalt , dat dit fraaije Torretje hem , onder andere Kaap, Moeraſſen , en geeft er de langte aan van een zesde
r
ſche Inſekten , door den Heer STARRENBURG was toe duims , of twee linien , de breedte van 'ééne linie. Men

gezonden . Hij noemthet zelve Kaapſche- Tor , die haai- vind hem , zegt hij, ir de ſtaande wateren en meirtjes ,
rig is , hebbende de Dekſchilden rood en met veele wit zijnde van boven geheel zwart. De Kop gelijke teene
te ſtippen beſprengd . Volgens de Afbeelding was de maal naar dien van den Pédel Tor , maakende een ka
langte bijna anderhalf en de breedte wat minder dan een per , 'waar op zich insgelijks drieuitpuilingen vertoonen ,
Half duim . in cen rij overdwars geſchikt. Het Borstſtuk en de Deko
LI. Graauwe-Tor; Scarabeus lanius ; (Scarnbausmu. fchilden zijn glimmende, ieder met tien ſtreepjes over,
ticus ruber, adſperſus punit is nigris. Linn. Sijft. Nat.) langs. Van onderen is bet Inſekt helderer zwart, ' na
Hier van vind inen deAfbeelding in de Natuurlijke Hi- bijkoomende aan de bruine koleur.
ſtorie van't Eiland Jamaika door Sloane ; alwaar deeze - LVII. Tor met graauwe Schilden ; Scarabeus cerato.
Tor , zo wel als in Amerika , gevonden word . Die En- niæ . HasselQ . Itin . 409. 1. 99. ; (Scarabeus muticus ,
gelſche Ridder heeft denzelven genoemt , een graauwe thorace ſcabro , lateribus tridensato , elijtris griſeis. Linn.
Tor, naar 't roode hellende , met zwarte ſtippen gete. Sijſt. Nat. ) Op het Gewas , welks Vrugten Sint Jans.
kent; de langte was omtrent twee derde van een duim , Brood genoemt worden , heeft Doctor HASSELQUIST ,
de breedte één derde. Hij had de Kop klein; de Oogen te Kairo in Egijpte , dit Inſekt gevonden , 'twelk maar
roodagtig ; het Borstſtuk ruitswijze met een punt inſchie . een agtſte van een duim lang zijnde, den naam ſegts van
tende tusſchen de Dekſchilden . een Torretje verdient , als hebbende dus de grootte
LII, Gouden . Tor ; Scarabæus auratus ; Scarabeus mibo naauwlijks van een der kleine Lievenheers Haantjes.
ricus glaber aneus. Hoefn. Pi& .; (Scarabeus muticus Het had de Sprieten knodsagtig , in driën gekloofd , en
auratus, ſegmento abdominis ſecundo latere unidentato. behoorde derhalve tot dit Geſagt. De Kop'was zeer
Linn. Sijt. Nat.) Zie GOUDEN TOR , pag. 913 . klein dog het Borstſtuk bijna zo groot als het Agterlijk
1
LIII. Veranderlijke- Tor: Scarabeus variegabilis; (Sc&: en even dik ; langwerpig , van vooren rond , van agte.
rabæus muticus laevis apacus ater , elijtris punttatis. M. ren geknot, van boven uitpuilende en rouw door zeer
SSS 2 kleind

A
380 TOR . TOR .

kleine Doorntjes , voor 't oog onzigtbaar. Het Agter- boven , de twee kortſten onder tegen de Plgimen aan de
, onder de voorſte boe.
terlijf liep een weinig ſpits uit. De Kop, Sprieten en iet de inplanting der HoornenOogen
Pooren , waaren ijzergraauw ; het Borstſtuk en 't Lijf ken van het Kopſtuk , zijn de zigtbaar ,. rond en
van onderen zwart; de Schilden uit eenige bleeker en van taamelijke groote , geelagtig in de doode , dog waar.
bruiner graauwe vlakken zamengeſteld ; de Wieken wit. ſchijnlijk doorſchijnende, en daarom zwartagtig of bruin
'ils zonderling , dat dit de eenigſte waare van genoemt, en glinſterende, in de levendige Tor. Ieder
het Geſagt der eigentlijke Torren , welken hij in Egijpte oog is door een ſpitſen boek van het Kopſtuk beſchus,
waargenomen had, waar in de Spriet haare inplanting heeft.
Omtrent dit laatſte Werktuig dat deeze Torren met
VIERDE ARTIKEL .. bijna alleInſekten gemeen hebben, is een aanmerkelijk
geſchil. Zommigen , naamelijk , ſchrijven aan de Sprie.
Nijpers ais Hoornen gefatſoeneerd aan den Bek .. ten ieder zes , anderen elf Leden toe , en eenige.Liefheb .
bers , die deeze Torren menigvuldig maalen levendig be .
LVIII. Vliegend Hert ; Cervus volans. Moure. In: handeld hebben , willen mij met kragt wijs maaken ,dat
feit. 148. ALDROVAND. Inf. 151. Jonst. Inf. & .C.; Scarae er maar twee Leden in zijn. Ik heb derhalvedeeze Lige
baus cornibus duobus mobilibus, æqualibus, apice bifur. haamsdeelen ten naauwkeurigſte, zo inet het Vergroot
catis , introrfum ramis denticulisque inftru &tis. Linn. glas als met het. Mikroskoop, onderzogt, en bevind
Faun. Suec.; ( Scarabeus maxillofus, maxillis exertis api- dat zij ze allen ongelijk hebben ; zo die zes, als die elf ,
ce bifurcatif. Linn. Sijft. Nat.) De naain van Vliegend, en nog wel allermeest, die maar twee ledenerkennen in
Hert is.za gemgen, voor deeze Torren , dat wij naauw, deeze Werktuigen .
lijks irogen denkep om dien van Vliegende- Stier, welke !n een vliegend Hert van twee duimen , met Hoornen
erdoor zommigen aan.gegeeven is. De Hoornen , immers van één duim, dat is in't geheel drie duimen lang ; be .
gelijken veel meernaardievan een Hertebeest,dan naar vind ik deeze Sprieten drie vierde duims, waar van de
dievan een Bul of Stier. Ook kunnen wij deeze Tarren ei helft, of drie agiſte duims , een egaal , glad , rond, dun
gentlijk niet Gehoorod noemen , dewijl de Hoornen we. Staafje uitmaakt, dat een weinig krom en in het Kop.
lijk Nijperszijn , niet op den Kop, maar nevens den Bek ſtuk , beweeglijk, is ingeplant , effen voor en boven
geplaatst, en eenigermaate met Kaakebeenen overeenkom : het Oog. Deoverige helft van de Spriet , met een rond
dig.De Ouden ſpraaken er ook reedsvan , onderden naam Knopjeof Knietje aan dat Staafje gehegt,en een aan
van Cervusvolans of Scarabelaphus, dat is Hert- Tor , in't merkelijken hoek daar mede maakende, is voor twee .
italiaansch Cervo volante , in fransch Cerf volant, dat is derde deelen zamengeſteld uit vijf Knopjes, en aan het
Vliegend. Hert; in 't engelsch the Stageflij. Men heeft end uit vier platte Scrookjes die overdwars ſtaan , en een
bem ook wel Lucanus Carabus getiteld . In'thoogduitsch Kammetje maaken van een aguſte duims lang, aan de zijde
geeft men er , ik weetniet om wat reden , den naain van binnenwaarts. Dat nu-deeze negen deelen van de Spriet
Scröter aan, waarlijk Leedjes zijn , kan ik door derzelverbuigzaamheid
Deeze is de grootſte der Torren van Europa ; want bewijzen ; zeer gemakkelijk laat zich dat gedeelte regt krom
men vind hem zomtijds vier of zes duimen lang. In dit maaken , naar believen ; zo dat de Sprieten wezentlijk be
Inſekt kan men zeer duidelijk den Kop, het Borstſtuk en ſtaan uittien Leedjes,gelijkerwijs in demeesteSchildvleu
het Agterlijf, van elkander onderſcheiden ; de Kop is gelige Inſekten , wanneer men het Bosje nietmede rekent.
veel grooter, naar reden van het Lijf, dan in andere Uit de plaatzing en buiging derzelven , oordeel ik waar.
Torren , en breeder dan het Borstſtuk, 't welk een zon ſchijnlijk te zijn dat het Kamswijze enddient om de Plui.
derling mismaakte Geſtalte aan dit. Schepzet geeft. Bo. men van den Bek, en misſchien ook wel de Oogen afte vee .
vendien is dezelve niet rond , maar overdwars langwer- gen; te meer dewijl de Tanden van die Kam zeer digt geo
pig vierkant en boekig, met twee aanzienlijke Hoornen baaird zijn.
gewapend , die zich als Nijpers te zaamenvoegen wan. Het Borstſtuk , dat ik nu gaa beſchrijven , is ook vier.
Deer de Tor vliegt , of ook wanneer hij iets zal aanvate kantig , aan den Kop en het Agterlijf gehegr door geele.
len en vasthouden. Decze Hoornen moeten derhal agtige Sprieten, en , even gelijk de Kop, met een hoorn.
ven beweeglijk zijn , in bunne Holletjes, hoewel menze agtige harde Korst bekleed . Hier aan heeft het voorſte
naauwlijks.los of van elkander af kap krijgen , indien ze paar Pooten zijne inplanting, die de langſten en dikſten
zijn geflooten ; dap met groot geweld. Zij zijn van ko, zijn , hebbende de Dijën een zoort van geelagtige haair.
leur glanzig kastanje bruin , en niet alleen aan't end ge- tjes, dunnetjes daarop verſpreid , gelijk de Sprieten . De
workt,en eenigermaatę takkig , maar ook getand van bin. zelfſtandigheid is , voor 't overige, insgelijks hoorpagtig
Ren ; 't welk hun nog meer naar Nijpers of Kreeft-ſchaa.. en kastanjekruin ,gelijk bijna de geheele Tor. De Schen
ren, doet, gelijken. Tusſchen de inplanting van deeze kelis van agteren ſtekelig ofgetand , en het end derPoo.
Hoarnen , of een weinig laager, is de Bek ,welken men ten , dat men den Voet mag noemen , uit knobbelagtige
naauwlijks kan ontdekken , dan aan zekere geele Plui. Leedjes zamengeſteld ; loopende het vijfde, dat veel
men of Veepjes , die er uit voortkoomen , en de Zui, langer is , in twee haakjes of Klaauwen uit , met nog een
ger of Tong.van dit Inſekt uitmaaken , zijnde zeer dik korter Doorntie , dat doorſchijnend rood en tweetandig
van Schaft, en fiin gehaaird. is , daar tusſchen . De Klaauwtjes zijn bruin van ko:
Nevens deeze Pruimen , door middel van welken het leur , en doen het end van den Voet naar een dubbelen
Vliegend Hert waarſchijnlijk zijn voedzel inzuigt , en die Vischhoek gelijken.
aan 't zelve over; zullis tot Snuit verſtrekken , zijn vier Het Agterlijf van deezen Tor beſtaat uit zes Ringen ,
kleine Sprietjes., welke men Psoevertjes kan noemen ; die in wijdte allengs verkleinen , dog bijna even breed
a zo zij mooglijk tot Lippen dienen, om het geene te zijn , uitgenoomen de voorſte , die zo breed is als alle de
graf, of ſchadelijk zou zijn , uit den Bek te houden , overigen te zaamen . Hier zietmen dat het çweede paar
leder, beſtaat uit drie Leden , en de twee langſten zijn Poocen , van onderen , zijn inplanting heeft ; gelijkerwijs
bet
TOR . TOK : 36 & T
hec derde paar in den tweeden Ring, die ook breeder ls ſcheid , de beide deelen , elk in 't bijzonder , blijven lees
dan de volgende. De Vleugels , welken deeze Tor, ven , maar de Kop het langſte , 20 dat de Hoornen , na
wegens zijne grootte , zeer lang heeft , leggen zamen verloop van eenige dagen, nog vinnig knijpen. Zijne
geplooid onder de Dekſchilden , die korſtig en zeer hard kragten zijn zeer groot ; 't welk inzonderheidblijkt, wan .
zijn , van koleur kaſtanje -bruin en glad op't Oog ; even neer men hem levendig in een doos gedaan heeft ; maa.
lang als 't Lijf dat zij bedekken. De koleur der Wie kende als dan een onverbeeldelijk geraas of gekraak , en
ken is uit den geelen doorſchijnende, vliezig , en er weetende , hoe men hem ook ſteeke, de ſpeld er uit en
loopen ſteevige Peezen , of Vaatjes, die roodagtig zijn , de doos open te krijgen , indien men daar voor geenzorg
door heen . gedraagen heeft.
Behalven het vezelige Vieesch , dat in het Agterlijf en Onder de eigentlijke Torren zijn deeze niet van de minst
Borstltuk vervat is , heeft deeze even als de Rhinoster. beroemde , ten opzigt van het gebruik in de Geneeskunde ,
Tor , een menigte van luchtblaasjes , door het geheele geweest. Men heeft een Poeijer derzelven , van vier
Lighaam verſpreid . De Keel en Zwelgpijp , de door tot agt greinen , ingegeeven tegen ziekte of kwaalen , waar
het Borstſtuk loopt, de Maag en Darmen , door het Ag. de onlasting van Nijmerige of ſcherpe vogten vereischt
terlijf, maaken , tot aan het Aarsgatof Fondament , maar werd , gelijk in de waterzugt, jicht en graveel. Do
een enkel kanaal uit , bevattende een geelagtig vogt. beste manier om het zelve te bereiden , was , volgens
Volgens Doctor De MURALTO, die de Ontleeding van HARTMANN , deeze Inſekten te doen in een glas , dat
cen Manretje en Wijfje Vliegend -Hert opgeeft, in de behoorlijk geſtopt waare , en ze daar mede in de fonne
Verhandelingen der Keizerlijke Akademie , heeft het ſchijn te droogen. Bovendien werd het Vliegend-Hert,
Wijfje baar geheele Lighaam zwart , en als met fagrijn versch gekneusd of geſtooten , en op bet deel gelegd ,
overtoogen ; den Kop ronder en twee kleine puntige ook in vor gekookt en tot een zalf gemaakt zijnde , be
$
Hoorpcjes ofNijpers, die zeer ſterk zijn ; twee Knevels kwaam :geagt om de ſtuipen en zenuwtrekkingen te doen
13
waar van de buitenſten de langſte ; twee Tongen van bedaaren. Volgens SCRODERus is de Olie, waar in dee
geele veertjes,die het zelve even als het Mannetje, uit den ze Torren geſtaan hebben , druppelswijze in het Oor ge
Bek koomen ; Sprieten met zes leden of Knoopen ; voorts daan , dienſtig tegen pijn en doofheid. ETTMÜLLER
1
de Oogen , Pooten en Vleugelen , als voorgemeld is. De verzekert dat Olie van 't Vliegend - Hert en die van Scor
Eijerſtok in het Agterlijf was zeer kennelijk , bevatten- pioenen , bij elkander gevoegd , de vallende ziekte der
de omtrent cwintig Eijertjes, taamelijk groot , bleek van Kinderen geneezen , en in een moejelijke baaring be
koleur, en vol van een lijmig vogte. bulpzaam zijn , dooruitwendiggebruik. Ik kan hierniets
SWAMMERDAM merkt als het zonderlingſte aan , dat in vinden. , dat tegen de gezonde reden ſtrijd. Datbet
hij in het Vliegend. Hert vond , die Zuigers of dubbel. levendig bij zich dragen van deeze Torren , de derden.
de Tong , welke deeze Tor ſchijnt te dienen om het vogt daagſche koorts, ofde Hoornen derzelven aan den hals
in te haalen , dat van de Eickenboomen afloopt, eeni- op te hangen , in Kinderen , dezelven beletten zou des
germaate naar dunne Honing gelijkt. Als hij den Tor nagts in ’tbed te wateren , komt mij ook niet onbeden.
eenige honing aanbood op de puntvan een mes , zo liep kelijk voor ; wegens de ſchrik ofprikkeling door dezelve
dezelve hem paa ,als een Hondje , en zoog daar van met veroorzaakt wordende , niet wegens eenige bijzondere
die gemelde pluimen ; waar uit dan blijkt , dat die waar. kragt ; nog dat men daarom de Hoornen , zo wel als de
ſchijnlijk den Zuigeruitmaaken van dit Inſekt. Hij merkt Hertshoornen, een plaats zou vergunnen onder de win .
ook aan , dat de Wieken eigentlijk niet zamengevouwen kelmiddelen der Apotheeken.
worden door haare Geledingen , om zich te voegen onder De Heer Scopoli geeft aan het Vliegend-Hert, in Kar.
de Dek ſchilden ; 't welk , zegt hij, door middel van kleine niolie Rogatſch genoemt , onder den tijtel van Lucanus,
Spiertjes geſchied. Dus ziet men ook , wanneer dezelve de eerſte plaats in de Rang der Schildvleugelige Inſek.
gekwetst worden , yoge daar uit koomen , 't welk nooit ten ; ſtellende tot Kenmerken ; de Sprieten aan den top
gebeurt aan Vleugelen, die geheel vliezig zijn . vierkantig en aan de zijden gekand ; de kaaken uitſtes.
tSchijnt dat men weleer den naam van Vliegende-Stier kende. De Hr. GEOFFROY maakt er ook zijn eerſte Geſagt
aan den Tor gegeeven heeft ,wegens de zonderlinge ma- van , dat hij insgelijks door de Sprieten onderſcheid , als
nier, op welke hij zich verdedigt. Ingevalle eenig deel gekamd zijnde enniet aan 't end gekloofd maar niettemin
yan zijn Lighaam aangeraaktword , ſtelt hij zich in po- knodsagtig, gelijk in de andere Torren. Hij geeft, aan
ſtuur om den genen , die hem beledigt heeft , aan te ran . dit Geſagt, den Hoofdnaam van Platijcerus, naar het
den met zijne Hoornen, en , hoewel hij daar mede ſtoo: grieksch woord 111 & tuxépos , betekenende een Infekc
tende nietkwetst, han hij er dog een vinger,dien hij met uitgebreideHoornen ofmet Hertsgeweij. In dit Ge
vat , zodanig mede knijpen , dat het bloed er , niet żon. Nagt ſtelt deeze Autheur twee Familiën , de eenemet gee
der groote pijn uitſpringt. In meij -maand, en verder knakte de andere inet ongeknakte Sprieten . Zie hier , hoe
den geheelen Somer, vind men hem in de Bosfchen ; hij zich daar omtrentverklaart.
alwaar hij zich , over dag , gemeenlijk ſtil houd , boven
Het wezentlijke Kenmerk van dit eerſte Genagt der:
aan de ſtam , in de mikken of gaten verborgen ; komen. Schildvleugelige Inſekten , is , dat zij het end der Sprie
de na Sonne ondergang te voorſchijn , Onder 't vliegen ,, ten , dog alleenlijk aan ééne zijde, kamswijze gefat.
hangt zijn Lijf bijnaloodregt, met de Hoornen opwaards zoeneerd hebben. De Sprieten beſtaan uit elf leed .
geſtrekt, die bijonder 't loopen ook opgeheven houd , en jes , waar van de vier laatſten een verlangzel hebben ,
de Dekſchilden blijven onbewoogen , zijnde alleenlijk dat taamelijk wel de tanden van een kan verbeeld.
uitgeſpannen , om de ſpeeling der Vleugelen niet te be Deeze vier uiterſte leedjes zijn grooter dan de ande ,
lemmeren. Hij vliegt niet zeer ſnel, dog taamelijk hoog ,, ren , zo dat het end van de Spriet , doordezelven ge.
boven den grond , maakende middelerwijleen brommend formeerd , dikker is dan het overige , en dus de figuur
en ſnorrend geluid , dat vrij ſterk is. Zonderling is het , derzelve knodsagtig ziſ. Niettemin hebben wij dit
dat, wanneer men den Kop van 't overige des Lighaams , Gelagt in twee Familien onderſcheiden , ten opzigt
Sss 3 van
29688
.
TOR : TOR:

de form der Sprieten , die in zommigen geknakt is of Het vertoont zich , door 't Mikroskoop gezien , met
in't midden geboogen en deeze brengen wij tot de eer- ftippelen of indrukzels, zo wel als de Rop , waar van de
fte Familie. In deeze Vliegende- Herten is het eerſte Nijpers hoornagtig getakt en vrij groot zijn , aan 't end
lid van de Spriet , naast aan den Kop , zeer lang , vorkagtig verdeeld met twee ſcherpe ſpitren , waar tus
maakende alleen de helft der langte uit. Aan het end ſchen nog een klein Tandje. De langte , van het gehee
) van dit l'id buigt de Spriet zich , en de andere veel le Inſekt, was iets meer dan een vierde duims.
kortere leedjes maaken een ſtompen hoek met het De vliegende Herten zijn in alle boschagtige deelen
eerſte ſtuk. De tweede Familie bevat de zodanigen, van Europa , zo 't ſchijnt, gemeen. Men vindze in Ita.
welker Sprieten regt zijn , en geene Knie in het mid- lie , in Vrankrijk , in Duitschland en zelfs in Sweeden .
den hebben , zijnde het eerſte leedje in dezelven ook alwaar menze Hornoxe of Ekoxe , dat is , Eiken -Stier
piet langer dan de anderen. Omſtreeks Parijs hebben noemt; zo wegens de Hoornen, als om datzijzich meest
wij maar een enkel Inſekt van de tweede Familie , op de Eicken onthouden. Dus vind menze ook in 't Stigt,
zijnde het laatſte van dic Gellagt, door ons genoemt in Gelderland , in Overijſſel en andere deelen van ons
la Chevrette brune . Nederland , waar eicken -Bosſchen zijn . Raij merkt aan ,
Alle deeze Inſekten koomen voort van een dik , zes- dat zij in zommige Landſtreeken van Engeland zeer ge
pootig , wit MaskerofKwatworm ,hebbende den Kop meen zijn , gelijk bij Branſon alwaar menze noemde
bruin en ſchulpaguig , en voor 't overige overeen. Branfor.Bucks; als ook bij Colcheſter in 't Graafſchap
, van waar hij een groot Wijfje had gekreegen en
komſtig met die , daar wij van geſprooken hebben in EllexMannetje
de algemeene beſchrijving der Schildvleugelige. Dit een viermaal zo klein.
Masker onthoud zich in het binnenſte van oude Boo . Daar is , inderdaad , ten opzigt van de grootte deezer
», men , het knaagt hethout, vermaalende het zelye tot Dieren een aanmerkelijk verſchil. Een heb ik er , van
een zoort van zaagzel ofrun, waar in het de verandering drie daim met de Hoornen lang, twee anderen van twee
% ondergaat, wordende een Pop , en vervolgens een en nog iwee anderen van naauwlijks anderhalf duim lang.
volmaakt Inſekt. Men vind deeze Kwatwormen zom- te. LINNÆUS merkt aan , dat zij driemaal zo klein in
tijds in de holten van rottige Boomen , die rondom Amerika voorkomen ; dog onder de gehoornde- Torren
met gaten doorboord zijn, en rondom die zelfde boo welke Juffrouw Merian in de Wescindien gevonden
men ziet men , inzonderheid des avonds , de Tor. heeft, is er geene die volmaakt naar het vliegend -Hert
ren vliegen en zwieren , die daar in haare Eijeren gelijkt, of het moest naar het wijfje zijn. In de Ver
» leggen " . handelingen , echter , der Koninklijke Societeit van Lon
De grootſte der Vliegende-Herten , welken deeze Heerden , word geſproken van een Tormet Hoornen , naar
omſtreeks Parijs vond", was minder dan twee duimen die der Herten gelijkende, welke in Virginie en Nieuw
lang en iets meer dan een half duim breed ; dog hij er. Engeland , van de Europeaanen , die aldaarwoonen , het
kent, dat die zoort , van hem le grand Cerf volant ge . vliegend-Hertword genoemd , en de afbeelding , die men
noemt , ' veel grooter voorkomt in landen waar veele er van vind, ſchijnt met onze Torren van dien naam vrij
bosſchen zijn . Als een tweede zoort ſtelt bij , onder overeenkomſtig te zijn.
den naam van la grande Biche , of de groote Hinde , LIX. Afgebrokene- Tor ; Scarabeus interruptus; (Sca
dien Tor, welke van Linnæus en anderen gehouden rabaus maxillofus, antennis arcuatis, corpore oblongo de.
word voor het Wijfje van 't Vliegend-Hert. GEOFFROOY prelo, vertice ſubcornuto , thorace abdomineque remotis.
ontkent zulks, hebbende dikwils zodanigen als deeze , LINN. Sijſt . Nat.) Deeze Tor die Nijpers aan den Bek
die een weinig kleiner en ongehoorndzijn, ofmaarkor heeft , de Sprieten boogswijze, het lijf langwerpig
te , ongevorkle, Nijpertjes aan den Kop hebben , met plat , den Kop eenigermaate gehoord, heeft het Borse
elkander gepaard gevonden. Bovendien , zegt hij, is de en Agterlijf ver van malkander , hebbende dit aanlei
gedaante van het Borstſtuk de zelfde niet in beiden ; dog ding tot den bijnaam gegeeven.
wij weeten dat dit verſchil der Sexe in de Rhinoster- Tor. Dit fraaije Inſekt, zegt BROWNE , is ongevaar een en
renzich aan
Borstſtuk zeerde Hoornenopenbaart.
duidelijk nietalleen Dit
,maar ookgeen
is dan aan het
be . eenagtſte
heeft zijn daim
Tang lang, langwerpig
of Nijpers en platagtig.
breed , gekarteld Het;
en ſterk
wijsreden om het gemeen gevoelen om ver te ſtooten ; den Kop knobbelig, de Oogen vrij groot, en de Sprie.
zo min als dat hij deeze Biches, in en om de Stammen ten kort. Het Borstſtuk is vierkant en effen , met een
van half verrotte Esſchenboomen , in menigte gevonden klein Schildje daar agter , tusſchen 't zelve en het Ag.
had. Wij gelooven vast , dat de ongehoornde, hoewel terlijf, zijnde zeer glanzig blinkende. Men vind dit in.
kleiner , de Wijfjes zijn van het Vliegend- Hert. fekt, derhalve , ook op Jamaika.
Zijne twee andere zoorten van die familie behooren tot LX . Gekielde. Tor; Scarabeus carinatus ; (Scarabeus
twee volgende zoorten van onzen Autheur. Ik zal dan maxillofus depreſjus, thorace mutico, capite breviore , an .
alleen maar ſpreeken van die der tweede familie, door hem gulis pofticis excavatis. Linn Sijft. Nat.) Deeze' Tor
genaamd la Chevrette brune , dat is hetbruineRheetje , 't die uit Oostindie is afkomſtig , heeft het Borstſtuk onge.
welk hij omſtreeks Parijs waarnam. Dit verſchilt van de hoornd en korter dan de Kop , van agteren in een ſcher
gewoone vliegende Herten ,niet alleen doordien de Schil . pen hoek uitloopende, 't welk hem gekield zalmaaken.
den der Vleugelen geſtippeld en geſtreept zijn , maar bo- LXI. Drietandige- Tor ; Scarabeus tridentatus ; ( Sca
vendien door de figuur der Sprieten , welke in 't mid rabaus maxillofus , thorace utrinque tridentito. Linn.
den niet geknakt zijn en het eerſte leedje niet langer Faun. Suec.) Deeze word onder de EuropiſcheInſekten
hebben dan de andere leedjes. Ook zijn de zijdelingſe geteld ; als in Sweeden , en wel in het gedeelte dat men
blaadjes , aan 't end der Sprieten , zo lang en kennelijk Oeland noemt , gevonden zijnde. Ten opzigt van de Nij.
niet, als in het gewoone vliegend-Hert. Het Borstſtuk , pers of Hoornen komt hij zeer veel overeen met die
breed en weinig gezoomd, heeft een zonderlingegedaan. vliegende-Herten , welke men de Wijfjes noemt ; de
te ; zijnde voorwaards vierkant en agterwaards rond. koleur verſchilde ook weinig , zijnde bruinrood ; dog
aan
1
TOR TOX . 3643
aan ber Borst&tuk waren , wederzijds, drie ferke Tand eindigt, met een onverdeeld leedie , dat: een koopje
jes. maakt van onregelinaatige figuur.
LXII. Balkagtige -Tor; Scarabeus parallelopipedus ; De Wormpjes of Maskers , waar uit deeze Torretjes
( Scarabeus maxillojus deprelius niger , maxillis dente las voortkoinen , hebben zes Pooten en een ſchulpagtige
terali elevato. Linn. Sujit. Nat.) Deeze is in geſtalte Kop , gelijk de Kwarwormen der Torren ; maar veeleo
van 't Lighaam en de Sprieten , ja in alle opzigten , zo zijn een weinig haairig en zommigen , gelijk die der ge .
gelijk aan de wijfjes vliegende-Herten , dat men hem , ſtippelde, hebben zelfs aan het end, of bij de Staart,
indien hij niet agtmaal zo klein was , voor den zelfden een vrij groote veelheid van deeze haairtjes, die aan
zou bouden ; maar de koleur is zwart , niet bruin of merkelijk lang en digt bij elkander ſtaan , zo dat zij een
paarschagtig , en het Lijf platier, zegt LINNÆUS. Men zoort van kwastje maaken , even als aan de ſtaart der
heeft hein in Duitschland gevonden. Runderen . In de Krengen vind men doorgaans de meesten
LXIII. Caraboides, Scarabeus maxillofus, maxillis lu- van deeze Wormpjes, en, hoewel zommigen zo vuile
mulatis , thorace marginato. UDDM . Dil. n. 43. Deeze plaatzen niet bewoonen , houden zij zich dog meest op
was van zeker Heer, in zijne verhandeling, beſchreeven , met bet knaagen van gedeelten van Dieren. Dit onder
onder den naam van blaauwagtige Carabus. Die naam , vinden dagelijks de Liefhebbers der Natuurlijke Hiſto
van Stier afkomilig , plagt aan het vliegend-Hert gegee. rie, die veel moeite hebben om de gedroogde Dieren ,
ven te worden , en dus word deeze zoort, om dat de welken zij bewaaren willen , voor de aanranding van
zelve daar na gelijkt, van Linnæus Caraboides gebij- deeze Infekten te beſchutten. Of zijdaarom ook Stok
paamd . Doctor Scopoli noemt Lucanus-Caraboides , visch - Torren genoemd worden , is mij niet gebleeken ;
een Tor, die in Karniolie niet zeldzaam is en blaauwag . dog dit weet men , dat het bont door zommige zoorten
tig, t'eenemeal geſtippeld , met de Schilden een weinig van deeze kleine Diertjes word aangetast , die er de
getreep!, de Hoorens halfmaanswijze, en aan 't ge haairtjes doen uitvallen door het knaagen van de Huid ;
knotte end vi;ftandig , zegt hii,gelijkerwijs in demees- weshalve men eenigen , met reden , Huid. of Leervrees
te Mieren. GEOFFROY heeft er een oinſtreeks Parijs ge- ters zou kunnen noemen , dạt met het grieksch woord
vonden , diep hij,het blaauwe-Rheetje noemt en aldus be. Dermestes overeenkomſtig is ; anderen Spek- Terretjes ;
[chrijii. anderen zelfs Pennevreeters , die de Pennen , welke men
„ Dit fraaije vliegend - Hert is vijf linien lang en twee in een lesſenaar of laade bewaart, niet ongeſchonden
linien breed , van koleur geheel blaauw , een weinig laaten . Daar zijn evenwel zoorten onder die minder
„ Daar 't paarsch trekkendo; de Sprieten zijn , in 't ſchade doen , die zich in rottende ſtoffen en vuiligheden
» klein , even als die der gewoone vliegendveHerren ; de of in de mest onthouden , anderen onder de bast der
Nijpers 1teeken voor uit en zijn aan de binnenzijde ge- boomen , en eene zoort , welke ik den naam van de Geo
tand ; - het Borstltuk heeft een aanmerkelijken zoom en oorde geef, in 't water.
vertoont zich , door een vergrootglas gezien , geſtip . In deeze verſcheiderleij ſtoffen is het , dat de Wormen
peld ; de Schilden zijn als van ſagrijn en langwerpig. van deeze Turretjes de verandering ondergaan ; daar zij
99Wij hebben , zegt hij , eene verſcheidenheid van dee. Poppen worden en eindelijk den ſtaat van volkomenheid
» ze zoort , die een weinig breeder en van onderen bruin . bereiken. Alsdan vliegen deeze Diertjes op de bloemen ,
agtig dog van boven groen is ; zo dat men dezelve het die er dikwils mede vedekt zijn , en komen in onze hui.
» groenp -Rheetje zou kunnen noemen . " zen , zonder nogtans hunne eerſte woonplaats geheel te
TORRETJES. Den algemeenen naam van Torretjes verlaaten , naar welke zij van tijd tot tijd terugkeeren,
geeft de kundige Heer M. HOUTTUIjn aan de Schildvleu waarſchijnlijk om hunne eijertjes te leggen . Deeze Tör
gelige Infekten van dit Geſlagt, om dat zij gemeenlijk retjes hebben een eigenſchap, welke wij niet moesten
daar bij bekend zijn, en in den eerſten opſlag inzonder. onaangeroerd laaten ; dat zij, naamelik , indien men
heid in kleinté verſchillen van de meesten van 't voor hun maar effen aanraakt , de Sprieten en Pooten intrek .
gaande Gerlagt ; terwijl deverſchillendewoonplaats niet ken , en dus zonder beweeging blijven , als of zij dood
toelaat, dien naam door een bijvoegzel nader te bepaa. waren. Dikwils kan men ze zelfs , door ſteeken of aan
len. Dewijl eenigen van deeze Torrttjes huiden of le- ſtukken breeken , niet uit dien ſtaat van onwerkzaamheid
der knaagen , zo is de naam van Dermeſtes , dien men krijgen ; daar is niets dan een wat groote warmte , die
in ' grieksch voor zulke Diertjes gebruikt heeft, niet hun weder in beweeging brengt en doet weg vlugten.
oneigen , daar aan gegeeven . De Heer GEOFFROY heeft De kenmerken , die LINNÆus van dit Geſlagt opgeeft;
dien naam ook wel tot een Gellaginaamgebruikt, dog zijn knodsagtige Sprieten , aan de toppen overdwars bla
hij betrekt er de Doodgraavers onder. Ik zal hier op derig door drie dikkere leedjes; het Borstſtuk verheven .
geeven , wat hij van de kenmerken en eigenſchappen der rond en naauwlijks gezoomd ; de Kop zich omgebpogen
Inſekten van die Geſagt , die bij in 't frausch ook Der. onder 't zelve verbergende. Hij merkt aan dat de Wor.
meſtes poemt , verhaalt. men of Maskers van deeze Torretjes, boven en behalve
De kenmerken vertoonen zich duidelijk in de twee de Krengen of doode Lighaamen van Dieren , ook ſpij
eerſte zoorten (de Doodgraavers naamneliik ,) dog in de zen , huiden , basten , houten , zaaden , en veele ande.
anderen , die meestendeels vrij klein ziin , heeft men dik. re dingen , knaagen of weg vreeten. 't Geral der 200re
wils een vergrootglas noodig omze gewaar te worden. ten , die hij van dezelven heeft, is een -en derrig; als
Dezelven beitaan in de figuur der Sprieten , welke knods. volgt.
agtig zijn , of veel dikker aan het end dan bij den Kop , 1. Spek - Torretje ; Dermestes lardarius ; ( Dermestes nt.
en waar van de dikte geformeerd word door verſcheide ger , elijtris antice cinereis. Linn. Sijſt. Nat.) Dit Toro
plaatjes , ten getale van drie of vier , overdwars ge. retje dat zwart is , met de Dekſchilden van vooren asch .
plaatst, en als aan een draad gereegen of aan een ſpil graauw , is bij de Inſekten -beſchrijvers niet onbekend,
geſtoken, gelijk men zomtiids Palm- of Taxis pieramieden en nog minder bij de Bontwerkers , die veel moeite heb.
geſchooren ziet. Deeze Koods , dusoverdwars bladerig , ben om de gedroogde Vagten door het knaagen der
Wormp.
TOR . TOR .
3634
Wormpjes, daar zij uit voortkomen , te beveiligen. Hier van die koleur geformeerd. Op 't midden van deszelfs
om oordeelt GOEDAART, dat men hetzelve te regt de Borstſtuk , nabij het Schildje, en aan de beide zijden
Bontwerkers- Plaag zou kunnen noemen. Hij merkt aan , van hetzelve, vertoonen zich nog drie andere kleinere
dat deeze Wormpjes wel tienmaal , eer zij veranderen , witte ſtipjes.
de Huid afleggen , en zich t'elkens van onzuiverheid rei. IV. Vederſprietig Torretje ; Dermeftes peatinicornis ;
nigen ; het afgelegde gelijkt dan , zegt hij , naar een dun ( Dermeftes fuscus , antennis luteis pennatis. Linn. Sijft
draadje, dog taaij en niet ligt breekbaar , een ſpan of Nat.) Van deeze zoort van Torretjes, ook in ons we.
daaromtrent lang, onder welke vuiligheid zij gewoonlijk reldsdeel voorkomende , heeft de Heer GEOFFROY een
zich verbergen . 'Hij bevond , dat zulk een Wormpje bijzonder Gellagegeformeerd , onder den latijnſchen naam
van 't voorst van junij tot aan het end van augustus leef van Prilinus, en den franſchen Panache, dat zo veel zegt
de , en toen veranderde in een Popje van zeer aartige fie als een Pluim - Torretje ; want de Sprieten vertoonen
guur, waar uit den twintigſten van oktobereen Diertje zich vederagtig. Zij beſtaan uit elf leedjes, waar var
voortkwam , dat in 't eerst bruinagtig was ofdonkerrood, de twee , digst aan den Kop, zonder , deoverigen ieder
vervolgens rood wierd en naderhand zwart , maar op 't met een lang bijhangzel zijn , dat dezelven zich , eeni.
midden van 't Lijfgeelagtig, Men kan deeze kleine Dier- maate als gezegd is doet vertoonen.
De Wormpjes vandeeze Inſekten onthouden zich,
tjes, zegt hij , in ' t leven houden zo lang men wil , in-
dien menze noote-koek bij zich geeft; dog anders leef volgens hem , in de ſtammen van boomen , waar in zij
den maar veertien dagen. kleine, diepe , ronde bolletjes booren , en in dezelven
II . Gegolfd -Turretje; Dermeſtes undatus; ( Dermeſtes ondergaan zij hunne veranderingen , tot dat zij , Tore
niger, faſcia lineari alba, duplici undulata. Linn. Faun. retjes geworden zijnde, daar uit komen vliegen op de
Suec.) Deeze Soort ſchijnt nietmeer dan een verſchei. bloemen , alwaar men deeze zoort zomwijlen ontmoet ,
denheid te zijn van de voorgaande , welke in Sweeden die , op gelijke wijze als de Spektorretjes , wanneer men
Aenger genoemd word. Men vind ze te Upfal, dog er aanraakt, den Kop en Pooten intrekt, en zich als
zeldzaam , zijnde van grootte en geſtalte als die , dog . dood houd. Ook kan men , in oude ſtammen van wilge
de Dekſchilden getekend hebbende met twee witte ge. boomen , zomtijds de Maskers , Popjes, ja de Torretjes
golfde dwarsſtreepen , welker eene veraf is van de an. zelf, gereed zijnde tot het weg vliegen , vinden.
dere. Men zou haast mogen denken , of dat Spektorte. v . Knodsſprietig - Torretje; Dermestes clavicornis ; ( Der.
tje, 't welk Frisch beſchrijft, een middel-zoort , tus- meſtes niger, antennis clavatis pilofis, Linn. Sijft. Nat.)
[chen dit en het voorgaande, ware geweest. GeoFFROY Volgens de Heer LINNÆUS onthoud zich dit Torretje in
vond er, omſtreeks Parijs, een , dat half zo groot was , Europa ; derzelver koleur is zwart ; de Sprieten zijn
hebbende een geelagtigen dwarzen band op het voorſte knodsagtig met haairtjes bezet.
der Dekſchilden , en zich onder de Spektorretjes onthou. VI. Hout- Torretje; Dermeſtes pertinax ; ( Dermeſtes
dende. Van die twee kleinere , welken GOED AART , fuscus , antennis filiformibus. Linn . Sijft. Nat.) De
Mannetje en Wijfje , zo hij zegt, uit een dergelijken. Sprieten zijn in deezen zo knodsagtig , dat is zo dik aan
Leerworm kreeg , ſchijnt het Wijfje , volgens de afbeel. 't end niet als in andere zoorten van dit geſagt , dog
ding , insgelijks met eenige dwarze bandjes getekend te ook niet volkomen als draadjes. Dit heeft den Heer
zijn geweest. Wij vinden , ten dien opzigte, ook aan. GeoffROY (Hiſt. des Infe&tes eny. Paris. Tom . I. p. 109. )
merkelijke verſchillendheden in deeze Torretjes. wederom een bijzonder Geſagt daar van doen formee
III. Geſtippeld- Torretje; Dermestes pellio; ( Dermes- ren , onder den naam van Bijrthus, in 't fransch Vrillet
tes niger , Coleopteris pund is albisbinis. Linn. Faun. Suec.) te ; om dat het in 't hout gaat es boort als waaren zij er
Volgens den latijnſchen bijnaam zou men dit in 't bijzon met een fre ! in gemaakt. Ondertusſchen moet dit in .
der het Bontwerkers.Torretje moeten noemen ; dog het ſekt een van de gemeenſten zijn , want hij merkt daar van
Schijnt mij toe dat dit, zo wel als de voorgaande en ee het volgende aan .
nige volgende, nu op deeze dan op geene ſtoffen gevonden Men ziet , dagelijks , oude tafels in de huizen , en
3

worden . In Sweeden wordt het Mahlgenoemd, zegt , ander huisraad van hout, doorboord meteen oneindig
onze Autheur , onthoudende zich in vleesch , kleederen , „ getal van kleine ronde gaatjes en t'eenemaal vermolo
ſpijzen en wanden. Het Lijf is ovaal, zwart , met een ſemd door deeze Inſekten . Indien men , aan de ope .
witte ſtip op ieder Schild , en bovendien zijn er , in ,, ning van een deezer gaatjes, een huopje fijn genialen
zommigen , nog vijf zeer kleine witte ſtipjes waar te nee. houtſtof gewaar worde, gelijkende naar versch zaagzel ,
19

nem . SCOPOLI zegt , dat hetzelve , behalvede gemelde kan men giſfen , dat het Masker van dit Torretje zich
twee op de Rug , nog drie witte ſtippen op het Borst. daar binnen bevind ; dat ſtof is van de daadelijke
ſtuk heeft. De Sprieten beſtaan , volgens hem , uit ,, booring en vernieling, welke hetzelve in 't hout aan
een zwarte knap , die wit gerand is , met een rosagrige , regt , afkomſtig ; wordende van dit Wormpje , naar
ſteel, en de Schilden zijn zomtijds kaſtanje-bruin . Wij maate het in zijn werk vordert, uit het gat geworpen .
mogen 't dan , met regt , het Geſtippelde noemen . > Het hout allengs weg (niidende , om aan den bodem
De Heer GeOFFROY heeftwaargenomen , dat dit Dier- van het hol te komen, dat het Inſekt geboord heeft,
tje in grootte verſchilt, zijnde zomtijds een zesde , zom- zal men weldra het Masker vinden ; dat een Wormp.
tijds een agtſte duims lang. Deszelfs Wormpje , dat , je is , gelijkende naar een kleinen Kwatworm , week
haairig is , zegt hij , en zamengeſteld uit geelagtige en ., of zage van Lijf, met zes ſchulpagtige Pooten , den
bruine ringetjes , onthoud zich in Krengen zo wel als Kop bruin en insgelijks ſchulpagtig bard, met twee
in honte vagten , waar aan het veel nadeel doet. Het ſterke Nijpers daar aan , om het hout fijn te vijlen of
Torretje, dat daar uit voortkomt, vind men dikwils in af te breeken , waar op het aast , en dat hetzelvewe.
de huizen , als ook in de tuinen op de bloemen . Het is der loost als zeer fijne korrelties , die het gemelde
geheel bruin , zwartagtig , glimmende , hebbende alleen , zaagzel maaken , waar van wij geſproken hebben. Dus
op ieder Dekſchild een witte ftip , door kleine haairtjes , holt zich dit Wormpje , onder het gebruiken van zijn
» Voed .
TOR TOR, 3685
À voedzel , tevens een woonplaats uit , noodig en dien . ſchilden zeegroen en ſtompagtig ; onthoud zich onder de
ſtig om zijn teere Lighaam te huisvesten en voor uiter. bast der Boomen in ons Wereldsdeel, en maakt er dool.
lijk geweld of nadeel te befchuiten”. hoven in die gevind zijn .
In onze huizen is 't niet alleen , dat het hout word XII. Pijnboom . Plaag ; Dermeſtes piniperda ; ( Dermesi
doorboord van de Maskers der Houttorretjes ; ande. tes niger Jubvilloſus, elijtris piceis integris, plantis rufis.
re zoorten talten de levendige boomen op het land in Linn. Sijjt. Nat.) Dit Torretje 't welk zwart is en een
de tuinen aan , waar in zij dergelijke gaatjes maaken . weinig ruig , met de Dekſchilden pekzwart en gaaf , het
1 Daar is ook een zoort , die meelagtige Itoffen tot voed . onderſte der Pooten ros , onthoud zich in de onderſte rak.
+ zel verkiest en van deeze worden de ouveltjes, die jes der Pijnboomen in Sweeden , welken het doorboort
.
men in laajen wat lang bewaart , op gelijke manier en doet verdorren.
97 doorboord ; als ook de ſtijfzel en zomwijlen zelfs het XIII. Blaauwagtig - Torretje ; Dermeſtes violaceus ;
» brood , waar in dat Infekt dergelijkegaatjes maakt, als (Dermejtes nigro-coerulescens , thorace villoso. Linn .
de andere zoorten in het houtwerk . Sijſt. Nat.) in de zuidelijke deelen van Sweeden was
Als deeze Wormpjes tot hunne grootte gekomen en dit Torretje door den Heer Leche gevonden , zijnde van
verſcheide maalen van huid verwilleld zijn , zo veran- grootte als een rijstkorrel , van boven geheel blaauw ,
> deren zij van geſtalte in het diepſte van 't kanaal , dat van onderen zwartagtig , met het Borstſtuk haairig.
9)zij zich hebben uitgenold ; na dat hetzelve, vooraf , Do& or Scopoli Entomologia Carniolica. pag. 18. rond
door hun belpounen is met eenige zijden draadjes , die er , in Karniolie , een op de bloemen en planten , on :
9 uit hunren Bek voortkomen . Alsdan neemen zij de trent een tiende duims lang , en van dergelijke koleur,
» gedaante van een Popje aan , en vervolgens die van een hebbende het Borstítuk en de Schilden ruig. Een ander,
volmaake Inſekt of Torretje , dat men zomtijds , bij wat kleiner en zwartagtigblaauw , dog glad van Borst
het te voorſchijn komen uit zijn holletjes, betrapt. ſtuk, werd door hem , den 17 april , op een Hijacinth .
Deeze Inſekten hebben de meergemelde eigenſchap, bloem gevangen. Dit had , zo wel als 't andere , de
» , van , als menze aanraakt , zich dood te veinzen , met Pooten ros. Een bruin Torretje , zegt hij, van grootte
de Spektorretjes gemeen ", als dit laatſte, geſtippeld , blinkende met de punt van 't
VH. Zagt Herit. Turretje ; Dermeſtes mollis ; ( Dermes. Agterlijf en de Pooten ijzergraauw , was in die zelfde
Dan ses teſtaceus, oculis fuscis , antennis filiformibus. Linn. maand op de bloemen van de moeras- Goudsbloem niet
Sijft. Nat.) Dewijl de gemelde Houttorretjes zeer hard zeldzaam .
zijn , zal aan dit , om dat het gemakkelijker te verplette. XIV. Venſter-Torretje ; Dermeſtes feneſtralis; (Der
ren is , de bijnaam van Zagt gegeeven zijn. Geoffroy meſtes caſtaneus, capite nigricante , thorace fusco. Linn.
betreke er toe , een , dat hij noemt het vaale Fretje, Sijt. Nat.) Dit Torretje datkalianjcobruin van koleur
waar van hij het Wormpje in een pijnbooin , in de Ko. is , metden Kop zwartagtig en het Borstſtuk bruin , word
Dinglike Tuin te Parijs , gevonden had . Het Torretje, van de Heer LINNÆUS Venſter- Torretje genoemt, als in
zegt hij , was ongevaar een vijfde duims lang. LINNÆUS ’t voorjaar in de venſters woonende. Het Lijf is kleiner
zegt , dat het naar de Goudhaantjes veel gelijkt, dog de dan dat van een Vloo en langwerpig.
geitalte heeft van de Houttorretjes. XV. Klop. Torretje; Dermejtes domeſticus ; ( Dermeſtes
VIII . Kapucijn- Torretje; Dermeſtes capucinus ; (Der. niger, elijtrisgriſeis margine nigris , thorace villoje. Linn.
mejtes niger, elijtris abdomineque rubris, thorace emargi. Faun . Suec.) Deeze zoort van Torretjes was in de Vere
nato retufo. Linn . Sijſt. Nat.) Dit Torretje dat zwart handelingen der Akademie van Upfal in Sweeden ge
is, met de Dekſchilden en het lijfvan onderen rood , het noemd Dermeſtes , rolrondagtig van Lighaam zijnde , met
Borstſtuk ſtomp uitgerand , onthoud zich meile in ons een dikke ruigagtige Halskraag , de Schilden roojagtig.
wereldsdeel , kiezende de ſtammen van buomen en de Het had de Spriecen rosagtig , het Lijf en de Pooien
houten beſchotten tot zijne woonplaats. Het ſchijnt zwart , zijnde niet veel grooter dan een Luis. Men vind
derhalve weinig van de Houtorretjes te verſchillen. het in verſcheiderleij huisraad en in de huizen. Thans
IX. Letterzetter ; Dermeſtes tijpographus; ( Dermeftes voegt onze Autheur er bij , dat het Borstſtuk zecr bul.
teſtaceus pilojus, elijtris ftriatis retufis, præmorfo denta : tig , en bijnahalfklootrond zij.
tis. Linn. Frun. Suec.) De Heer Raij had dit Beestje De Heer GeoffrOY betrekt hetzelve tot zijn eerſte
onder de Torren geteld wegens de figuur der Sprieten , zoort in het Getlagt var Bijrrhus, die hij in 't fransch
die krodsagtig zijn, en niet overdwars bladerig , ja ook noemt l'rillettes of Frettorretjes , voorgemeld ; onder den
niet aan't end gekloofd , maar onverdeeld , met een ovaa. tijel van Vrillette des Tables of Tafel-Frettorretje. De
le tip , op zijde zamengedrukt, weshalve het eer behoo. langre is, volgens hem , een agtſte of een zesde duims;
ren zou tot het voorgaande Gerlagt. Men vind het in Eu- men vind er die donker bruin en die ligter zijn van koleur;
ropa niet alleen , maar ook in Amerika , volgens dewaar- zij hebben de voorgedagte eigenſchap der Houttorretjes,
neeming van den Sweedſchen Heer Kalm . Het Masker van , als menze aanraakt, den Kop en Pooten in te trek.
onthoud zich op de ſtammen der pijnboomen , tusſchen ken , even als of zij dood waren. Deeze zijn het , 20
de bast en het hout , waar het doolhoven en letters maakt bij oordeelt , inzonderheid , welker Wormpjes de ronde
of karakcers , brengende ook ſtof of meel voort , gelij- gaatjes in het hout booren , daar onze kasſen en kisten ,
kerwijs de Houttorretjes. Zie daar dan dereden van den en wel voornaamelijk tafels en ſtoelen , van doorboord
bijnaam . en allengs zodanig verteerd worden , dat zijaan ſtukken
X. Schrijf - Torretje; Dermeſtes micographus; ( Dermes. breeken , des men deeze Inſekten niet dan te menigvul
tes testaceus glaber , elijtris apice villoſis obtuſis. Linn. dig in de huizen ontmoet.
Faun . Suec.) Zie SCHRIJF-TORRETJE pag. 3324. Onder de zoorten van dit Gelagt verdient de eerſte,
XI. Tekenaar; Dermeſtes polijgraphus ; (Dermeſies te- „, zegt hij , onze opmerking , zo zeer niet wegens de
Staceus pilojus, eli trisglaucis obtufiusculis. Linn. Sijſt. ,, koleuren , die geen glans hebben , of wegens de ge...
Nat.) Dit Torretje dat roodagtig is en ruig , met de Dek , ftalte, daar niets bijzonders in ſteekt, als uit hoofie
VI Deel. Tit 3 Van
3686 TOR , TOR

van een zonderling geluid , welk die Diertje maakt, dit tor-agtig , wegens de rondheid van het Lijf, en Doctor
tot ongerustheid , zomwijlen , van eenige Menſchen, ScOPOLI vondt er , in Karniolie , zodanigeen , dat bruin
1) Indien men zich in ſtilte bevind in een vertrek , (gelijk was ; huisvestende , zegt hij , in de beulingen , met look .
bij het bewaaken van Kranken ,] hoort men zomtijds, en peper toegemaakt, die de Italiaanen Cervelladi noe.
inzonderheid naar de veniteren toe , een regelmaatig inen ; wanneer dezelven niet wel bereid zijn. Het had
9) , kloppen , dat dikwils lang aanhoud, en zeer gelijkt een vaalagtige ſtippel op ieder Dekſchild.
naar het tikken van een zak-orlogie. Zommigen heb . XX . Torretje van het Speenkruid; Dermeſtes Scrophue
ben deeze kloppingen aan Spinnekoppen , anderen larie ; (Dermeſtes tornentojus maculatus . Linn. Sijft. Nat.)
aan een zoort van Luisjes toegeſchreeven , die in oud De Heer Geoffroy betrekt deeze Torretjes tot een ge
hout voorkomen , deswegens Klopluisjes genoemd. Nagt , daar hij den naam van Authrenus aan toeeigent ,
1 Anderen , zonder het Infekt te kennen , welk ditgeluid om dat zij zulke beminnaars der bloemen zijn , daar
, maakt, of daar om te denken , hebben dit tikken ge. menze dikwils bij duizenden op vind , inzonderheid op
noemd het uurwerk des doods, hetzelve als een kwaad die der kroontjes draagende planten , en zodanige bloe
voorteken aanmerkende. Maar , nog de Spinnekop. men , de uit verſcheide bloemtjes zijn zamengesteld.
», pen , nog de Hoviluisjes kunnen oorzaak zijn van dit Verſcheide Autheuren , zegt hij , hebben deeze Inſekten
is kloppen ; het welk veroorzaakt word door de Fretjes , met die Lievenheers-Haantjes verward , naar welken zij
s's die bij herhaalingen op het oude hout Alaan , om het ſchijnen te gelijken door de geſtalte van hun Lijf, dog
zelve le doorbooren en zich daar in ' te huisvesten, waar van zij verſchillen , zo door het getal der Leedjes,
as De plaats, naamelijk , onderzoekende, waar dit ge die er in de Voeten zijn , als door de gedaante der Sprie
luid van daan komt, is het zeldzaam geen klein gaatje ten. Deeze zijn knodsagtig , dat is , zij loopen dik aan
te vinden , waar in een van deeze Inſekten arbeid. ' t end , 't welk uic cen enkel onverdeeld ſtuk , dat een
Het likken houd , wel is waar , dikwils op , bij de weinig platagtig is , beſtaat. Dit kenmerk zou ze naar
, minſte bewecging die inen maakt, waarſchijnlijk om de Torren ſchijnen te doen hellen , dog die hebben het
dat daar door het kleine Diertje verſchrikt word; koodsagtig end gekloofd , daar het in deeze Torretjes ,
..; maar ,als inen zich weder ſtil houd , hervat het zijnen volgens zijne afbeelding, zich ten minſte ook overdwars
arbeid wel dra , en men kan hetzumtijds daar in betrap- of dourbladerig vertoont. Bovendien zijn , in veele
si pen . Torren , de Sprieten geknakt, ofmet eene knie geboogen ,
XVI . Zwartkoppig -Torretje; Dermeſtes melanocephalus; en in deeze Bloemtorretjes loopen zij regt.
( Dermeſtes niger ovatus glaber , elijtris griſeis. LINN. De Wormpjes of Maskers, van deeze Inſekten , be.
Faun. Su?c.) Men vind dit Torretje waar van het Worm- woonen , gelijk aan veele der Schildvleugeligen gemeen
pje zich onthoud in vuiligheden , ook in Europa. Het is , zulke zindelijke of bevallige plaatſen niet Zij huis.
is niet grooter dan een Vloo , in de geſtalte van een Tor, vesten in het Lighaam of de deelen van doode Dieren ,
maar de Sprieten zijn overdwars bladerig en het heeft in half verrotte planten , en zij vernielen zelfs dikwils
de Schilden kaftanje -bruin , den Kop en het Borstſtuk de verzamelingen van gedroogde Inſekten , die zij uit
zwart . knaagen en tot ſtof maaken. Daar is het , dat zij haar
XVII. Muisvaal - Torretje; Dermestes murinus; (Der aas vinden , aangroeijen en de geſtaltewiſſeling onder.
mestes tomentoſus oblongus , fusco cinercoque nebulojus, gaan.
Scutello luteo. Linn. Faun. Suec.) Dit Torretje word De eene zoort van Bloemtorretje bij deezen Autheur,
muisvaal genoemd wegens de koleur der Dekſchilden . door hem het geborduurde genoemd, is eene linie of
Van ouderen is het wit. Aangeraakt zijnde word de een twaalfde duins lang, en bijna ovaal van liguur , ge
Kop van 't zelve niet onder het Borstſtuk ingetrokken , lijk de andere zoort , die vrij veel kleiner is, beiden
maar omgeboogen , vollwende de Pooten aartig te za. zwart van grondkoleur, met ſchubbetjes, die de marme.
men , waardoor het dan eijrond word. Het Masker ont. ring daar op maaken , welke in de eerſte zoort , uit rood
houd zich in de krengen , vleesch en rottig hout. Een en wit , op een zwarten grond , is zamengeſteld. Dee.
zoort van 't zelve is zwartagtiger en eens 20 groot , ze heeft een witte band en ſtippen op de Dekſchilden,
mooglijk het Wijfje zegt Linnæus. Omſtreeks Parijs denaaden bruin ;de andere , van heinl'Amourette genoemd,
bevond GEOFFROY ook, dat het in grootte veel veran- heeft de Dekſchilden bruin , met drie gegolfde witte ban.
dering onderhevig was , hebbende er gezien van twee en den overdwars , en roodagtige daar tusſchen in gevoegd.
drie linien lang. Doctor Scopult vond hetzelve in Kar. Door eer weinig wrijving of behandelen , echier , gaan
niolie, en de Heer Muller , bij Koppenhagen , in een er die Schubbetjes in 'e geheel of ten deelen af , waar
holle boomſtam . door het Inſekt glimmend zwart en onkenbaar word.
XVIII. Pilagtig - Torretje; Dermeſtes pilulofa; ( Der . XXI. Erwten - Torretje ; Dermeſtes piforum ; Bruchus
mejtes tomentoſusovatus, fusco nebulous.Linn.Sijft.Nat .) americæ ſeptentrionalis. KALM, Ii. 11. 1.294. Dermeſtes
Dit Diertie onthoud zich in Europa , onder ſteenen zegt tomentoſus griſeus , antennis filiformibus, elijtris abbrevia .
onze Aviheur , die het voorheen tot de Aardvlooijen be . tis , podice albo ; naculisduabusnigris.Linn . Sijft. Nat )
trokken had , zeggende dat het zich in de tuinen ont- De Heer KalM , Profeſſor te Abo in Finland , heeft,
hield , onder het gezaaide. Aldaar was het gevonden om- op zijne wederkomst van zijne Reize door Noord -Ame
trent van grootie als een Lievenheers. Haantje, en van rika, verhaald , dat de Ingezetenen aldaar zulk een me.
de zelfde figuur , dog geheel muisvaal of zwartagtig bruin nigte van erwten plagten te zaaijen , dat zij dezelven ,
van koleur , met het Borstſtuk glad en de Schilden naauw met groot voordeel , in de zuidelijke Provinciën verlier
lijks gestreept. Het hecft Springpooten. De rondheid den ; maar dat , zedert eenige jaaren , die handel geheel
van het Liifgeeft er den bijnaam aan . was opgehouden , pa dat zeker Torretje zich in de erw .
XIX Tovagtig - Torretje; Dermeſtes Scarabeoides; ( Der. ten zodanig vernigvuldigd had , dat die er altemaal door
mejtes ovetus ater glaber , elijtris maculis duabus obſolete. uitgegeten worden , des er naauwlijks zo veel gezord
ferrugineis. Linn. Sijjt. Nat.) De Heer LINNÆUSnoemt en gaaf overbleeven , als tot het zaaijen noodig wa.
ren .
TOR . TOR 3687
ten . Die vermaarde Man heeft, onder andere zaaden , in ringen verdeeld. Het is weinig grooter dan de voor.
ook eenige van het erwten.genagt mede gebragt , onder gaanden , en onthoud zich ook in de bloemen , daar het
welken hij, na zijne thuiskomst in Sweeden, nog ver. zeer vlug is , zo wel in 't vliegen als in 't loopen , zegt
ſcheide met deeze Inſekten , nog leevende , voorzien , LINNAEUS .
bevond, en die niet alleen aan den Rijksraad Graafvan . XXVII . Pfijllius; (Dermeſtes ovatus niger, abdomine
Tessin , maar ook aan den Ridder LINNÆUS, gezon- obtufo, thorace elijerisque marginatis. LINN . Sijſt. Nat .)
den heeft. Dit' Turretje dat eijrond en zwart is , met het Agterlijf
Dit Torretje heeft het Lijf bruin , en is van grootte ſtomp, het Borstſtuk en de Schilden gezoomd, ſchijnt
als een grootte Weegluis, hier en daar beſprengd met veel overeenkomst met het voorgaande te hebben .
witte ſtippen ; de Dekſchilden zijn zeer ſtomp en aan XXVIII . Torretje van Schônen ; Dermejtes ſcanicus;
de tippen zwart , veel korter dan het Agterlijf; het (Dermeſtes fuſcus , thorace teftaceo. LINN . Faun .Suec.)
Borstiluk is overdwars ovaal , de Kop klein en ſpits, de Dit Torretje dat omtrent de grootte van een Luis heeft,
Sprieten knodsagtig en bruin ; het Agterlijf van agte. bruin van koleur is , met het Borstſtuk bruinrood , is
ren , daar de tip bloot komt, met een witte driekwab . door de Heer Leche op ſchönen in Sweeden gevon.
bige vlak getekend. De Pooten zijn aschgraauw. den .
XXII. Brood - Torretje; Dermetes panicens ; ( Derme. XXIX. Colon ; ( Dermeftes thoracis lateribus flavis , elij
ſtes ferrugineus, oculis rufis. Linn. Sijjt. Nat.) Dit tris griſeis puncto nigro. LINN. Sijft. Nat.) Dit is ook
Torretje voert dien bijnaam , om dat het in 't brood zich een Europisch Torretje, eijrond van Lijf, met den Kop
onthoud ,datvan’t zelve uitgegeeten word , zegt Lin . zwart , het Borstſtuk bruin en geel op zijde , de Dekſchil.
NÆUS. Het heeft de grootte van gecrstzaad , is ſtomp , den donker roodagtig of graauw , met een zwarte ſtip in
geheel kaitanjebruin , zelfs de Sprieten , en naauwlijks 't midden , naar den onderſten rand toe.
haairig ; de Oogen zijn wat ronder. Muller vond het- XXX . Surinaamsch - Torretje; Dermejtes ſurinamenfis ;
zelve in Deenemarken ook . (Dermeſtes teftaceus, elijtris ftriatis , thorace ſtriis trio
De Heer GEOFFROY heeft omſtreeks Parijs een Tor. bus elevatis marginibusque denticulato. LINN . Siiſt. Nat .)
retje in het meel ontdekt , van 't welke de ouweltjes , Dit Torretje zegt De Heer ROLANDER onthoud zich in
die men in laaden houd , zomtijds doorknaagd worden . Surinamen, heeft de grootte van een Luis , is bruin.
Dit brengt hij, tot zijn gelage van Bijrrhus of Vrilletre , rood van koleur , de Dekſchilden geſtreept, en het
zeggende dat het van de Houttorretjes in geſtalte zo Borstſtuk aan de kanten getand , met drie verheven rib
zeer niet verſchilt als in de koleur , die glinſterend , ben .
roodaglig bruin , en dat het wat kleiner is , zijnde naauw. XXXI. Halffchildig - Torretje ; Dermeſtes hemipterus ;
lijks een linie lang. Hij roemt hetzelve roodagtig , glad ( Dermeſtes elijtris abbreviatis, baſi exteriore apiceque te
Fretje met zwarte Oogen , dat echter wederom merkelijk ſtaceis. Linn. Sijſt. Nat.) Men vind dit , volgens dien
verſchilt. zelfden Heer , in Suriname. De grootte is ook als van
XXIII. Kampernoelje Torretje; Dermeſtes euſtatius ; een Luis ; de Sprieten zijn geknopt ; de Pooten ijzer
( Dermeſtes ater glaber , obtufisſimus, pedibus ferrugineis. - graauw of roestkoleurig ; de Dekſchilden de helft kor
LINN . Sijſ . Nat ) Dit Beestje is van den Heer Ro. ter dan het Agterlijf , ieder met een beitelswijze zee.
LANDER, in de paddeſtoelen ofkampernoeljes , op 't Ei . groene vlak aan de tip , en een zeegroene ſtip aan den
land St. Euſtatius ontdekt. Het heeft de grooite van Wortel van de Dekſchilden , uitwaards.
een Luis , is zwart en glad, van agteren bij uitſtek ſtomp, TORTELDUIF , is cen Vogel onder het Geſagt der
dog niettemin met Schilden gedekt. Duiven behooronde , maakende bij de Heer LINNÆUS
XXIV. Drek -Torretje; Dermeſtes ſtercoreus; (Derme- de twintigſte zoort uit. Hun naam voeren zij naar hun
ftes oblongus glaber teſtaceus, oculis nigris. Linn. Fain. geluid in alle taalen van Europa, zelfs in 't hebreeuwsch
Suec.) Dit kleine Torretje dat langwerpig en roodaglig waar in zij Tor heeten; in 't grieksch , noemt men ze To
is , met de Dekſchilden korter dan het Lijf, is niet groo. rugoên ; in ' perſiaansch , Tertorn ; in 't ſpaansch , Tar.
ter dan een Luis , en word in de paarden-drek aan de tola ; in 't latijn , Turtur of Columba Turtur; in ' t itali.
wegen gevonden , waar van het den naam heeft. De aanech , Tortora; in't hoogduitsch Turtel; in'tfransch ,
geſtalte zweemt veel naar die van een Tor, dog de Sprie. Tourterelle; in't engelsch , Turtle of Tortle-Dove ; (Co
ten brengen hetzelvet'huis tot dit geſagt. Meest ontmoet lumba reüricibus , apice albis , dorfo griſeo , peatore incar.
men het in ' t voorjaar en het komtook zomtijds in de hui. nato , macula laterali colli. LINN. Sijſt. Nat.)
zen voor . Het is genoegzaam bekerd , dat de Tortels een weinig
XXV. Luis.Torretje ; Dermeſtes pedicularius; ( Derme- kleiner dan de gewone Duiven zijn. Volgens de Heet
ftes oblongus teſtaceus, elijtris abbreviatis. Linn. Sijft. Brisson zijn zij van boven bruin , van onderen wit, de
Nat.) Dit Torretje dat langwerpig en roodagrig is , met Keel en Borst wijnrood , een zwarte vlak wederzijds aan
de Dekſchilden korter dan het lijf , heeft wegens zijn den hals hebbende , met eenige witte ſtreepjes; de Oo.
kleinbeid den bijnaam van Luiso Torretje gekregen . Te gen ſtaan in een kaal rood kringetje en hebben de Krin .
vooren was het onder de Goudhaantjes betrokken gegen geelagtig rood ; de Pooten en Vingers zijn rood, de
weest. Men vind het dikwils in de Bloemen menigval. Bek blauwagtig bruin. Men vind eene uitmuntende gę.
dig . koleurde Afbeelding van deezen Vogel benevens derzel.
XXVI. Vloo- Torretje; Dermeſtes palicarius ; ( Derme- ver Nest en Eijeren , in het naauwkeurige en tref.
ftes oblongus niger, elijtris abbreviaris, abdomine acuto. felijke Werk van de Heeren Corn. Nozeman en C.
Linn. Faun. Suec.) Onder den naam van zeer khin Sepp. en Zoon ,getijtelt , Nederlandſche Vogelen volgens
Bloemtorretje was dit Beestje, in de Verhandelingen der hunn. Huishouding , Aart en Eigenſchappen beſchreevens
Koninglijke Societeit van Upral in Swoeden , voorge. enz. in gr folio. Amít.1772 .
ſteld . Ray ſchijnt hetzelve te bedoelen met de ben aa. De Tortelduiven vind men , zelfs in de Noordſche dee
ming van Scaratæus met de Sprieten knodsagtig, deknodslen van Europa, zomtijds in 't wilde , maakende haar Nese
Tot 2
3088 TOR, TOR .

in de Boomen . Van deezen getuigt BELLONTOS , dat het en Turksch -Duifje, de Engelſchen Indiaanſche Tortel
zekerlijk Trekvogelen zijn , dewill hij even dezelfden dog Brisson de Gekraagae; om dal deczu Portelduif bij
in Egipte had gezien , als men in Vrankrijk vind. Ook ons zodanig gemeen is er voorcteelt , dat menze naauw .
worden zij, in dit opzigt , gelijk geſteld met de Ooije. lijks meer de Indiaanſche noemen kan ,en de andere,gelijk
vaars, Kraanvogelen en Zwaluwen. De Heer Beisson gemeld is , ook in Indie gevonden word. Deeze, echter
zegt, dat eene Afbeelding van een Tortelduif, in Chi- vliegt hier niet in 't wilde , maar word in de hokken ge.
na , ge !childerd is door den Heer Poivre , die niets ver houden , dikwils bij't klein Gevogelte . Zij zijn teder,
fcbilt van de Franſche , dan dat het geheele Lijt van on- en moeten voor de koude beſchut worden , -koomende
deren wijnrood zij, voorts , in Eigenſchappen , niet de geenen , die bij ons
De Tortelduiven vliegen groepswijze als zij aankomen in 't wilde vliegen , overeen.
en vertrekken ; zij beminnen de eenzaame Bosſchen , en Deeze Turielduiven zijn een weinig grooter dan de
zandige Landitreeken, hoewel menze ook in de Hoven voorgaande. De koleur is van boven rosa lig , van on
en Boomgaarden vind Hun Voetzel betlaat in klein deren wijnroodagtig wit . Hel Wijfje is wat witter dan
zoort van Graanen , gelijk Boekweit, Geerst en Hen . het Mannetje , zege BRISSON , en anderen merken aan ,
nipzaad. Het kirren , dat zij in de Bronstijd doen , is dat van de Indiaanjche Tortelduiven her Wijfje geheel
Diet onaangenaam , en werd, al van ouds, als een teken wit , de Doffer bleek rosagtig zij. Onder de onzen be
der lente aange:nerkt Hoogelied 11. vers 21. Zij maa- ſpeurt men dit verſchil van kulturzodanig niet ; zij zijn
ken hun Nest in ' t Geboorte en brengen twee Jongen beiden van boven geelagtig, gelijk LINNÆUS zegt; maar
voort, gelijk de Duiven , dog broeden zo't ſchijnt, niet men vind buiten dien, geheel witte Tortelduiven , zo wel
meer dan eweemaal 's jaars. ARISTOTELES ſcorijft, dat het Wijfje als het Mametje, die , zo zommigen willen
zij agt jaaren leeven , van de Ringduiven afkomſtig zouden zijn , 't welk mij ,
Deeze Vogelen heeft men aangemerkt als een voor eensdeels om de kleinte , ten anderen om de teerbeid en
beeld van kuischheid, dog zeer te onregte, volgensdeHr.C, kostbaarheid, nie: waarſchijnlijk voorkomt.
BRISSON (preekt van eene Tourtereile muletteof baſtard .
NOZIMAN , zeggende in het aangehaalde werk. De Tortels
zijn veeldarteler dan de Bosch- en op verbasterdeVelddui. Torielduif, welke de Duitſchers zwitter Tuistel- Taube
ven ; zij zijn 20 geil van aart, dat zij zelfs onnatuurlijke poennen , diein grotte overenkomt met de gekraagde,
weeldrighede n bedrijven, en’t iseen lourere dwaaling, hebbende den top van't Hoofd , den Hals en deBurst,
dat men de Tortels in ' t ſtuk der kuischheid , met loffelijke wijnrood , de ug geheel aschgraauw en ongevlakt. De
1
heid van naam heeft aangepreezen . In Vogelbok ken daar Slagpennen ziin biuin , dog van onderen is de koleur
eenige paaren van Tortelen bij elkanderen zaamen leeven , wit, die der Poolen rood en die des Beks blaauwagtig
zu'len de Duifjes ras overſpeeleresſen bevonden worden ; bruin . Deeze komt voort zegt bii , uit de paaring van
en aan dat zwak zijn zij ook ir. den onbedwongen ſtaat een gemeenen Tortel. Duif met een gekraagde Torteb.
van natuurlijke vrijheid zeer dikwils onderhevig. De Duif.
Tortels munten boven de andere Duiven uit in het werk Voorts beſchrijft de Heer BRISSON , uit ALBIN , ED.
der najaagingevan wellust. De Doffer werpt zich meere WARDS en anderen , een PortugeeJcheTortelduif, als ook
maalen voor de Duive zo laag ter neder , dat hij met een Anerikaanſche, die de kingſtaartige genoemt word ;
zijnen Bek den:grond raakt , terwijl hij onder deeze die . een geſtreepte uit China en een geſtreepte uit Oostindie ;
pe buigingingen niet ophoud, zijne bekende verzuchtin. dog die van Karolina word door hem , uit het kabinet
ģen uitteboelemen ; het Duifje beantwoord dat zuchten van Reaumur afgebeeld. De Braſiliaanen roe.nenze
met gekir , en laat van dien rijd af genoegzaan niet na Picocuroba.Zij kleiner
is wat een Europiaanſche
dan ,
te trekkebekken , en den Doffer te ſtreelen , en zich met zegt hij; van boven bruin aschgraauw met een weinig ros
hem te verlustigen , tot dat zij in het kort zamenleept daar onder gemengd, van onderen rosagtig; hebbende
Nest haare twee , zomvids drie Eijeren legt : De Doffer een zeer lange ſcherpe Staart, de Slagpennen uit den
verpoost de Duif in 't uitbroeden van dezelve ;en zel . aschgraauwen zw.rtagiig, met de buitenite randen der
den meer dan eenmaal in een faiſoen teelen zij Jongen , grootſten witagtig. Het Mannetje heeft op de Borst een
Zij aazen op graan en zaaden , cu ook op .Iedere ſcheu . paarſche blaauwagtige goud glans. Deeze onthoud zich
tjes en knopjes van veld en boomgewas , als zij niet in Virginie , Karolina en de Westindiſche Eilanden..
anders vinden kunnen . Zij brengen gelijk de andere TOTA BONA , zie GOEDE HENDRIK .
Duiven , in het Nest hunne jongen op , door het in hun TOTANUS , zie SNEPPEN , n. IV . p.g.3414.
eigen' Krop eenigzints toebereid of ged -vee gemaakt TOTEBEL , is de naain van een Vischnet bide gant
voedzelin derzelver Bekken uittepuwen. In Vrankrijk en ſche weereld zo wel bekend , dat wij onnodig achten het
Italie , daar zij bij groote Schoo en doortrekken ; wor. te beſchrijven. Zie er eene Afbeelding van op Plaat LX .
den zij met Slaneten gevangen Men mest ze ver ge . de bovenſte figuur.
lijk de andere Duiven , in daar toe geſchikte bokken , TOUKANS. Onder den griekfcren nan Rampha
en telt hen onder de lekkernijen . De Jongen, inzon flas, die van 't woord Rainplius, i welke een Vogelbek
derheid , geeven een zeer finarkelijke en gezonde ſpijze. betekent, is afgeleid, ſtelt LINNÆUS een Gerlagt van
Van haare kragten inzonderheid tot het ftoppen van de Vogelen voor, die wegens de grootte van hunnen Bek
bloeds-ontlastingen en tegen de roodeioop , is eertijds vermaard zijn . Men onderfcheid ze gemeenlijk bij den
hoog opgegeeven . pain van Toukan , welken de Braſiliaanen geeven aan
Daar is nog con zoort van Tortel die de Gekraagde en eene zoort van dit Geſagt, bij de Schrijvers genoemt
ook Ring- Tirtel word gernent; Turtur indicus. Al. de Braſiliaanſche. Aakter . De Bekken van deeze Voge .
DROV. Orn WILLUGHB. Orn. 134. RAJ. Av . 01. n. 3 . len worden , wegens hunne zeldzaa nheid , in de Kabi ,
ALB . Av. III p . :(Cannin fupra lutefcens , lunula cer . netten van natuurlijke zaaken bewaard.
vali nir. LT1x. Siit Nrt ) De Duitfchers noemen De Kenmerken ziin ; een zeer grooteholle Bek , ver .
deeze Lach - Taube of lagchende-Duif, als ook Indiaansch , hevenrond , uitwaards zaagswijze getand ; Neusga aten
agter
TOTEBEL . Plaat 60 ,

N
P

seinte ZZZ

12

VUSAL
122
LI SE2
S 222
ser A w ON
UNTI 11 WILO
ANIX
CY
F

Whe

Marve .

Bakker Lel. et ſculp.1741.


TRAP CANS .
2

1
TOR . TOR . 3689

agter de Kaaken ; de Tong vederagtig; twee voor- en leeft van Vischjes en onthoud zich , in Mexiko , aan den
twee agter .Vingeren aan ieder Poot. De Beenen zijn zee.oever.
gevederd tot aan de Schenkelen , voegt er Brisson bij ; III . Gewoone Toukan ; Ramphastos picatus ; Pica bra .
de Bek van grootte als de Kop ; het end der beide Kaa: filienfis. Alb. Av. II. p . 24.; (Ramphastos roftro rubro,
ken nederwaards gekromd. Alle Vogelen van dit Ge- apice nigro , carina compresja. Ling: Siſt. Nat ) Dit is
Nagt , zegt bij hebben maar tien Pennen in de Staart. de gewoone Toukan , audersgenoemt Braſiliaanſche. Aak.
Hur:ne Bek , ſchoon bij uitſtek dik en lang , heeft zeer fer of Paarderi. en Osſen -Bek ; ook wel de monſtreuze
weinig zwaarte , om dat hij beſtaat uit een celluleus.ge. Vogel en Pepervreeter , om dat hij Peper eet ; weshalve
deelte , 't welk zeer ligt is , omwonden net eene ten ui hem ook de Duitſchers noemen Pfeffer-Vogel en Pjeffer.
terſte dunne hoornagtige Stoffe. In zommigen zijn de Fral , en de Engelfchen Pepper. Pie of Peper.Aakliur. de
Neus gaaten gep aarst digt bij den ourſprong van de Bo- Spaanſchen Carpentero; de l'ranſchen in Guaiana Gros
venkaak , op de hoornagtige Scoffe, en dus zigtbaar ; in bec , die van Peru Tacataca , die van Mexiko Xochitena .
anderen buiten het hooi na tige van den Bek en geheel catl.
onder de Pluuppies verhoolen. Dit laatſte heeft zommi. Zijn Bek munt in grootte uit bij dien der andere zoor.
gen doen vermoeden, dat deeze Vogel geene Neusgacen ten , naar evenredigheid van het Lighaam , 't welk om
hat, gelijk LINNÆUS dit bevoorens vastſtelde. trent de lijvigheid heeft van een Aakiter. Echter is de
Brisson telt twaalf verſcheidenheden van Toukans, geheele langte, van't end des Buks tot aan 't uiterſte
die hij meestal door de koleur van 't Lijf of van den Keel, van de ſtaart , maar agttien en een half duim ; waar van
en de plaats , daar zi van daan komen , onderſcheid. Dus de Bek en Staart ieder omtrent zes duimen uitmaaken.
heeft hij een groenen van Mexiko ; van Caijenne , van Het Lijf , de Bek en Staart, zijn derhalve , in deeze Vo
Braſil, een greien en een blaauwen ; één met een witte gel , nagenoeg even lang , 't welk er een zeer mismaak
Keel van Clienne en Braſil ; één net een geele Keel van te geitalie aan geeven moet . De koleur is , gelijk in de
die beide Piaatzen , en met een Halskraag van Mexiko voorigen , zwartagtig groen , maar boven op de Rug en
en Caiienne , als ook den gewoonen Toukan , of Bruſilio aan de Snuit naar 't aschgraauwe trekkende; de Borst
aanſchei.• Aakſter der Auth -uren. De vier zoorten van oranje koieur ; de Beſtuurpennen zwart en aan de tipo
LINNEJS , die deeze Vogelen naar de koleur en figuur pen rood ; de Bek geelagtig , gewolkt met donker-groen ,
van den Bek onderſcheid , zijn daar onder begreepen , uitgenomen het end , dat roodagtig is en zeer duide ijl
gelijk wij zien zuilen . getand.
1. Geelkeelige Toukan ; Romphastos piperivorus; ( Ram IV. Wit - Keel van Braſil ; Aracari MARCGR Braf.
phastos rostro nigro , carina cralissima. Linn. Sijſt. 217. RAJ. Av. 44.; Toucan. Edw . 04. 04. ( Ramphas.
Nat. ) De grootte van deezen die in Braſilien te huis tos roſtro nigro , maxilla juperiore lateribus alba , bali tri
hoort , is omtrent als van een Duif. De Bek , die aan loba . Linn. Sij). Nat ) 't Zou deeze zijn , zo BRISSON
den wortel een duiin en agt linien dik is , heeft de lang aanmerkt , die van hem Braſiliaanſche met een witte Keel ,
te van vier en een half duim . De koleur is groenagtig en van anderen de bang bekkige -Moſch genoemt word ;
zwart , aan de Wangen , Kvel en ' t onderſte van den Hals hoewel bij de grootte van een Duif heeft , zijnde de Bek
oranje , mer een roode dwarsireep boven aan de Borst ; twee duimen dik of breed en omtrent zes duimen lang.
de bovenſte Dekvederen van de Staart zwavelgeel , de De koleur is groenagtig wit van onderen en over 't boo
onderſten rood ; de Staartpennen van boven groenagtig venſte van de Borse loopt een roode dwarsſtreep of
zwart , van onderen zwart , gelijk ook de Bek , die ech- band; drog de Stuit is wit , gelijk de Wieken van boven ,
ter, bij den wortel, omringd is met een taamelijk bree die van onderen bleekrood zijn . De koleur van den Bek ,
den grizen Band. zeer finalle zwarie
die aan den wortel , in 't ronde , een
II. Gevraagd -- Toukın ; Tucanus ; ( Ramphastos roſtro ſtreep heeft , is van boven bleek -geel en groenagtig , uilo
qubro , carina obtuja aiba.Linn. Sijlt. Nat.) Deeze genomen de randen , die oranjekoleur en met kleine zwarte
plagt genoemt te worden Roftrata of Bekvogel , anders agtige bandjes getekend zijn , en het end, dat , ter langre
Groot of Dikbek en Rotteltaart; gelijk in gebruik is bij van ongevaar een duin , glanzig hoog rood is , gelijk ook
de Franſchen van Guajana. Brisson noemt hem den de onderkaak , zijnde deeze , voor 'toverige , blaauw ,
Toukan met een Halskraag van Caiienne. Hij heeft de naar den wortel bleekst. De Neusgaten zitten onder de
grootte van een zwartenen Li
Mereleenof duim, heeft
Bek is , Vederen
ſter;dedelangte van verborgen , en de zaagswijze inſoijdingen zijn
op't breedſte ongevaar niet zeer kenbaar.
omtrent drie duimen . Het lijf is olijfko'eurig groen , DeHeer Brissov beſchrijft, order den naan van Wit
inet den Kop , Hals , Borse en het middelſte van den Keel- Touken van Crijenne , eeren an derer , die Edo
Buik , glimmend zwart , trekkende naar gepolijst en ge. WARDS Av. pl. 238. afbeeld , en den roodbekkiger - Tou .
bruineerd ſtaal; aan de Ooren heeft de Vogel een goud. kan noemt. In grootte komt bij met den Wit- Keel
keele vlak ; ook is de Hals van boven met een oranje . en met den Geel . Keel van Braſil overeen. Ziin kc.
geele Band onringd; de onderſte Dekvederen van den leur is ook nagenoeg dezelfde , zelfs ten opzigt van den
ftaart zijn hoogrood , de Staaripennen van boven groen , rooden Band , dien bij dwars over de Borse draagt, ca
van onderen graauw , aan de tippen kastanie bruin . De van de Slagpennen ; maar de S :aare is van boven zwa
Bek is zeer kenbaar getand , en een deele rood, ten deele velgeel. De Bek is vijf en een half duim lang , gelijk
zwart var, koleur. ook de Staart ; het Lijf zes duimen . De koleur van den
De koleur van den Bek ſchijnt mij eenigermaate te Bek is meestendeels rood , dog aan 't end geelagtig , en
verſchillen, met die , waarvan LINNÆUS ſpreekt. Bris. bij den wortel omringt met een breeden geelen Band ,
SON heeft nog een Toukan van Mexiko , die rood gekraagd die wedlerzijds een ſmalle zwarte ſtreep heeft .
is , met een geelen Hals , rooden Buik en zwarte Staart. Onder de groene Toukans , welken de Heer BRISSON ,
Deeze heeft een Bek waar van de Bovenkaak wit is , gelijk gezeg! is ,er drie he ſe , naamelijk één van Mexé
de Onderkaak zwart, en de grootte is als een Duif. Hij iko , één van Caijenne en Ti
één van Braſil; ſchijnt de laast
t 3 ge
3690 TOU. TOU .

gemelde eigentlijk die Vogel te zijn , welken de Brafili. rond , gemeenlijk lang en regt , aan deszelfs uiterſte
aaren Aracari noemen , en waar van JOHNSTON , Tab . met verſcheidene kleine vezelen voorzien ; zij ſchiet een
LX . cene afbeelding geeft , die van MARCGRAAF is ont. ronde ſteng op van verſchillende hoogte , na maate van
leend. Deeze is namelijk , wat groo: er dan een Merel, de deugd der grond waar in zij word gekweekt; die Steng
en heeft een Bek van ruim vier duimen lang. Keel en verdeelt zich in verſcheidene Takken , uit wiens oxels de
Hals, zijn zwart. Ter wederzijden van den Kop, boven Bladen voortkoomen. Deeze Bladen van een bleekgroene BE
de Ooren , is een kleine kaſtanje -bruine Vlak ; de Rug , koleur , zijn aan zeer lange Steeltjes gehegt. De Bloemen 02

Schouderen, en de Wieken van boven , zijn donker zijn in kleine knopjes bellooten , welke een zoort van tros
groen ; de Stuit en Staart rood ; de Borst zwavelgeel vormen , die tusſchen deoxels der Takken voortſpruiten, fic
met een roode dwarsſtreep. De Bovenkaak is wit , van Van deeze Bloemen zijn zommigen onvrugtbaar , en an.
boven met een breede zwarte ſtreep , langs heen ; de deren brengen zaad voort. De Kelk van die geene wei. For
Lul

Onderkaak zwart ; beiden zeer kennelijk geiand. Men ke onder aan zitten en vrugtbaar zijn , beſtaan uit tien FET

vind deezen in Braſil , te Suriname en Caijenne , van kleine geele blaadjes , tot aan het midden toe ingeſneeden Del
waar bij aan den Heer ReAUMUR toegezonden was. daar de onvrugtbaare maar uit vijfdiergelijkeBlaadjes zijn
Het ſchijne vreemd , tot welis einde door de Natuur zamengeſteld .Devrugtbaare Bloemenmaaken vervolgens
zulk een mismaakt groote Bek aan de Vogelen , die men plaats voor een ronde , oneffene Vrugt van een donker.
Toukans of Grootbekken noemt , gegeven zij ; daar het groene koleur , welke in drie hokjes of celletjesverdeelt 122

zeker is , dat zommigen een geheel verſchillend voede is , die ieder een witte , ronde Zaadkorrel bevatten.
zel nuttigen van dat der anderen. Immers , daar zijn er Plaats. Deeze Plant groeit voornamelijk in Zuid
gelijk gezegt is , die een zoort van Peper eeten , ande Frankrijk , en vrij gemeen ontrent Montpellier , en voor
ren , die zich onthouden aan den zee-oever , en aldaar al in dat gedeelte van Neder-Languedocq, 't welk men 12

op Visch aazen ; de Wit -Keel van Caijenne eet bijna al . Lavaunage noemt ; ook vind men dezelve in Provence en
les wat hem aangeboden word. Zouden zij ook deezen Dauphiné.
onbeſchoften zaagswijze Bek gekreegen hebben , om ga . Kweeking. De Tournefol is een eenjaarige Plant , die
ten in de Boomen uit te hollen voor hunne Nesten , ge . op haare natuurlijke groeiplaats, in maart of april, in PE
lijk men zegt dat zij doen , ten einde hurne Jongen voor een goede losſe grond word gezaait. T
de Aapen te beveiligen , of loc hunne verdediging ? Ter Wil men dezelve bij onsvoortkweeken , zo moet men
oorzaake van het eerſte , zegt men , is er in 't ſpaansch het zaad in den herfst zaajen, kort na dat het rijp is ,
de naam van Carpentero aan gegeeven. Wat het andere op een warm rabat , in verfche ligte aarde , en indien
belangt , gaat zij , naar men wil, aldus te werk. Het eenige Planten voor den winter opkooinen , 't welk zom .
Wijfje, te broeden zittende, ſteekt haaren Bek buiten tijds gebeurt , moeten ze in harde vorst gedekt worden,
't gat , en ontvangt haaren Vijand zo wel , dat hij geen anders gaanze 's winters uit ; maar dog doorgaans blijft
lust heeft om nader te komen , of in het hol te tasien , het zaad in de grond tot het voorjaar , als wanneer de I
en dan betuigt zij deswegens haare vreugde. Planten , voor den dag koomen , op welken tijd ze van
Volgens Lers en Thevet , is de Toukan van grootte onkruid moeten gezuiverd , en daar de Planten te digo
als een wilde Tortelduif, en wonderlijk ſchoon ge faan , gedund worden , zodanig dat ze omtrentzesduim @e
kouleurd. Men vind er in menigte langs de Rivier van van malkander blijven , en indien ze in droog weer nu.
Rio te Janeiro , naar Kaap Frio toe , en eenigen in Peru , en dan met water verfrist worden , zal het derzelver
alwaar zij kleiner zijn. De koleur van hunne Vederen , groeijing bevorderen. Dit Kruidgewas tiert geheel niet ‫ודן‬

't zij rood , geel , groen of zwart , is zo hoog en ſterk , wanneer verplant word , en moet dus gezaait worden,
dat de Indiaanen er veel gebruik van maaken , om hunne daar men voornemens is het zelve te laaten ſtaan , zij tet
Mutzen , Degens en Kleederen , te vercieren. Hun bloeijen in julij , en haar Zaad word in augustus rijp
vleesch is ook zeer aangenaam van ſinaak. - In Europa als wanneer de Planten kort daar na verdorren.
ſchijnen zij naauwlijks in ' t leeven gehouden te kunnen Gebruik . De Geneeskonst bekoomt geen het minſte
worden ; dog de Bekken of Koppen zijn niet ongewoon . hulpmiddel uit deeze Plant tot het geneezen of leeni
Klein verzekert , dat hij er zes of agt gehad bad , ie . gen van eenige ziektens, niettegenſtaande DIOSCORIDES
der van koleur eenigeriaate verſchillende. De vederag. ons verzekert dat zij uitmuntende is om de Wormen uit ()
tige Tong , aan welke in de Geneeskunde veel kragtword het lighaam te drijven , en zeer dienstig om dat soort NTV
toegeſchreeven, zal ook van een bijzonder gebruik zijn van Wratten te geneezen , welkedeGrieken axpoxopówn
voor deezen monſtreuzen Vogel. noemen , die met derzelver ſap waar onder een weinig
TOURACO , zie KOEKKOEK , 2. II.pag. 1538 . zoir is gemengd , ' wrijvende.
TOURNESOL , Torneſol, in't fransch la Maurelle , Dog dienſtiger en van veel nut is het zelve tot huis.
is de gemeene naam aan de eerſte en voornaamſte zoort houdelijk gebruik , want daar word en blaauwe Verfſtof
van Ricinoides in het Sistema van de Heer TOURNEFORT uit vervaardigt, die algemeen onder den naam van Lak. it!
in ' t licht gegeeven ; het is ook om dezelve duidelijk moes is bekend.
te onderſcheiden , dat die ſcbrandere Kruidkundige dee . Wij denken onze Lezers niet te zullen verveelen met Cis

ze Plant noemt, Ricinoïdes ex qua paratur Tournefol Gallo- hun eene beſchrijvingmetedeelen , hoedanig het Tour.
rum. Tourney Inft. ReiHerb. APP.P.565.; Heliotropium refol of wel de vodden of lappen worden bereid, daar
minus tricoccum. Clus.; Heliotropium vulgare Tourneſol men in Holland gebruik van maakt , om niet alleen Kaas
gallorum five Plinii tricoccon . Lobel.; Heliotropium mi. en Wijn inede ie koleuren . maar ook zelfs het nuttige
Plus. MATTHIOL.; Heliotropium tricoccum . C. BAUHIN . Lakmoes uit te bereiden . Wij worden hier te meer toe de
Pin. , Lacamus. OFFICINAR .; (Croton foliis rhombeo aangemoedigt , dewijl het niet alleen een onderwerp van tic
repandis, capſulis pendulis , caule herbaceo. Linn. Spec. liefhebberij is , maar teffens ook van aangelegentheid tot
Plant . )
Beſchrijving voortzettinge van Konſten en Wetenſchappen , envoordeelen
Koophandeldagelijks iets waar VO
. De Wortel van deeze Plant is wit , uitden groote winſten en
trekt. Het
TOU . TOU . 9691

: Her Tourneſol was voor deezen van een uitgeſtrekter vergelijken dan bij een groote Boekbinders- Pers. Men
gebruik. Maar zedert dat de Chinisten het Berlijnse maakt onder deeze Pers een ſteenen Kuip , geſchikt om
blaauw , de Indigo , de Pajtel enz. hebben uitgevonden, en het Sap , dat uit deeze Plant vloeit , te onvangen . Op
de andere Blaauwe Verfjtoffen die in Duitschland worden die zelfde ſtellagie ziet men een andere ſteenen Kuip ,
bereid , en uit het Cobalt getrokken , hebben deeze in vee. welke men in de gemeene taal Pile noemt. Deeze
le gelegenheden de plaats van het Tournefolingenoonen ; heeft geineenlijk de gedaante van een langwerpig vier
en wezenlijk , zo is ook de koleur van hec Tourneſol ge . kante bak , en zelden die van een ronde tobbe; haare
heel niet duurzaam , het verbleekt aan de luch : blooige. dikte is gewoonlijk van drie of vierduimen . Men geeft
ſteld zijnde , en het minſte zuur vernielt heč. daar aan, van binnen , anderhalf voet breedte op drie
Het Tournejol ontbind zich gemakkelijk in koud water , voet langte en cwee voet diepte . In deeze Kuip doet
het geeft een donker blaauw afverfzel , waar van de Ver- men de pis en 't geen verder tot de bereiding noodig is.
wers geen ander gebruik maaken dan on linnens of ca. Op deeze zelfde plaats , eindelijk , vind men een Mo.
toenen-gaarens mede te koleuren . len , waar van de ſteen , waterpas leggende , een voet
De Schilders maaken er zomtijds gebruik van on het dikee heeft. Deeze ſteen word door een Paard omge.
papier te koleuren , en te craijonneeren. draaid , -rondom een loodregte ſpil, in eene vrij breede
De Vrouwtjes gebruiken het om het linnen in doorte. en diepe ronde groep , alwaar men de Tourneſol.Plant,
haalen . Ook onder kalk verinengt zijnde , om er muu . welke men wil maalen , inlegt. Deeze Molen is van de
ren mede te wilten . zelfde gedaarte , als welke men gebruikt om de olijven
De Tekenaars bedienen er zich van tot het tekenen op te kneuzen , of eicken -bast tot run te maalen . De Heer
doek of zijde ſtoffen , die men voorneemens is te borduu. AsTRUC , Lid deezer Akademie , heeft een zeer naauw.
ren . Maar het gemeente gebruik van de Tourneſol beſtaat, keurige afbeelding gegeeven vaa deeze Moien , in zij
om papier een blaauwe koleur te geeven ; bij voorbeeld , ne Natuurlijke Historie van de Provintie van Languedok .
dat dikke donker blaauwe papier op het violette trekken: pag. 336, 337. P... VI. fig. 1. Een Particulier, wiens
de , waar in de ſuiker enz, word gepakt, is met lourneſol vermogen niet toelaat dekosten te doen van Pers en Mo
geverfd. len , is genoodzaakt , om zijn Kruid te laaten kneuzen , toe.
Zie hier nu het zaakelijke van het geen de Hr. Mon- vlugt te neemen tot zijn Buurman , die , in dit geval ,
Ter Lid van de Akademie der Wetenichappen te Mont. zich een gedeelte van het Sap toeëigent en voor zich be.
3. pellier , ten aanzien van de bereiding der Tournejol heeft houd.
medegedeelit , in de Memoires de l' Acad. Roijale des
Sciences de Paris , de l'Ann. 1754. pag. 687. et. ſuiv. Over het verwen der Lappen met Tourneſol waar
wit her Lakmoes word vervaardigt.
Over de inzaameling enz. van het Tournefol. De Inwoonders van Grand Galargues, die zekere hoe.
De Inwooners van Grand -Galargues mogen dit kruid, veelheid Tournejol Kruid verzameld hebben , kiezen ,
op alle tijden van 't jaar , niet inzamelen. Uit kragt om dezelven te doen maalen en het vogt daar uit te trek .
van eene oude keure kunnen zij deze inzaineling niet ken , een bekwaamen dag uit . Zij hebben liefst , dat
doen , dan wanneer zij daar toe van den Baljuw en Bur. het heel klaar weer , een drooge lucht en heere ſonne
gemeesteren dier Plaats vrijheid hebben gekreegen. De- fchijn zij , en dat de wind uit den noorden ofnoordwes
ze vrijheid geeft men gemeenlijk aan al de Ingezetenen ten waaie. Ook is het , in de maand auguftus , in Ne.
omtrent den 25 julij, wanneer de graar oogst voorbij is, der- Languedocą niet moeijelijk dagen te vinden, op wel.
en de Plant tot volkomenheid is gekomen. Men doet ke alle deze onſtandigheden zaamenloopen. De geſteld
niet meer dan deeze eene inooogſting 's jaars , van den heid van den dampkring, nu zodanig zijnde , als wij 20
25 julij tot den 5 of8 ſeptember. Geduurende dien tijd even zeiden , maale men het Kruid in de Molen, die wij
gain de Boeren deeze Plant zocken , vijftien of twintig beſchreeven hebben , en , als hetzelve wel gekneusd is,
mijlen in het ronde in le Gevaudan , en zeifs tot in Pro . doet men het in een zak , die rond van omtrek is , za
vence; zij draagen groote zorg om voor malkanderen mengeſteld uit een zoort van biezen , en gemaakt te L!l.
de bijzondere plaatzen , alwaar dezelve in overvloed nel; volkomen gelijkende naar die , welke men bezigt
groeic , te verbergen. Deezen oogst verrigten zij ge. om de Olijven in de Pers te doen. Men vult den zak
zwind. De Plant moet , om gebruiktte kunnen wor . met wel gekneusd Kruid , vervolgens zet men bem in de
den , zeer frisch zijn ; alzo de gisting van derzelver ſap. Pers , en draait dezelve ſtijf toe ; het Sap loopt in de
pen altijd binderlijk bevonden word aan den goeden uit . teenen Bak , die onmiddelik onder de Pers geplaatst
ſlag van de onderneeming, waar van wij !preeken; ook is;zo dra het opgehouden heeft te loopen , neemtmen den
moet de Tourneſol niet aardaglig zijn. Zij bezigen de zak uit de pers van daan , en het overblijfzel werp : men
geheele Plant, zonder onderſcheid , uitgenomen de Wor- weg ; 't welk , naar men mij verzekerd heeft , een choone
tel . mest is . Men begint dezen arbeid s'morgens, en men
De vaten en gereedſchappen , waar van men zich be. houd daar mede aan , tot dat al het vogt uitgeperst is ;
dient , zijn niet allen van dezelfde grootte , en men ziet zorze draagende om te veranderen van zak , 20 dra men
ligt , dat het onnut zou wezen dezelven tot zekere be merkt dat de geene , welken men tot dien tijd toe ge .
paalde inhoud te brengen. De luiden , die de bewerking bruikt heeft, verſleeten is. Wanneer men al het Vogt
doen , welke wij beſchrijven , zetten hunne vaten op een daar uitgehaald heeft , laaten zommigen , eer zij het ge
ſtellagie , in een zoort van ſchuur of ital, alwaar men in bruiken , hetzelve een kwartier uurs Itil ſtaan ; anderen
de eerſte plaats een groote pers vind , gemaakt van groen . maaken er op ſtaande voet gebruik van ; zommigen , dog
eicken-hout , en aan beide zijden onderſteund door twee weinigen , doen vooraf in het Sap een half pint of een
gemetſelde muuren. Deeze pers heeft gemeenlijk een pot met Pis bij omtrent dertig potten Snp. (Daar is in
voet dikte aan ieder arm , op 8 en een half voet langte 't algemeen weinig eenpaarigheid in de wijze van behan.
en i en een half voet hoogte. Ik kan hem niet beter deling.) De meesten , gelijk ik zo even zeide , gebrui
ken
3692 TOU. TOU .

ken hun Sap zonder tusſchenpoozing ; waar van iedereen hoog , op malkander; 't welk afhangt van de grootte de
de reden kan begrijpen zonder dat ik die uitlegge ; en zie van den Bak . Vervolgens dekt men den Bak toe met een be
hier op welk eene wijze zij te werk gaan. Zij , die de. ftuk laken of ander dekkleed. Men laat gemeenlijk de
ze bereiding doen , koopen te Montpellier, of in andere Lappen dus , vier en twintig uuren lang , blootgeſteld die
rabuurige ſteden , groote wolzakken , oude behangzels, leggen aan den damp van de Pis. Daar is geen vaste da
of eenig ander grofdoek , ' t welk reeds gebruikt en goede regel, de krage en de hoeveelheid van de Pis moeten M
koop is. Indien het vuil is , wascht men her en laat het dit aanwijzen. Zommigen laaten hunne Lappen verſchei be:
wel droogen . Alle doek is goed tot dit gebruik , mids de dagen lang in die waaſem ; anderen houden zich aan do
dat het van hennip gemaakt zij ; het grofite, dat minst den tijd , welken ik genoemd heb. Om met zekerheid Tal

gelooten is van craaaden , is niet te verwerpen , maar over den uitllag van het werk te oordeelen , bezigtigt
het moet wel ſchoon zijn ; want alle rette en olieagtige men de lappen van tijd tot tijd , en , als men bemerkt Dd

dingen zijn trijdig metden goeden uitſlag van deze be. dat zij de blaauwe koleur gekreegen hebben , neemt per
werking. men ze van den Bak af . Men verzuimt ook niet, ter. die
Men verdeelt het doek , waar van men zich bedient , wijl deeze vodden blootgeſteld zijn aan den damp var le
in verſcheiden ſtukken , waar op geen vaste regel is ; de de Pis , dezelven verſcheide maalen om te keeren , ten Tan

Vrouwen behandelen dit geheele werk. Het uitgeperſte einde dus overal den damp in te laaten trekken. Men ged
Sap word gedragen in een zoortvan kleine houte cobben, moet oppasſen , dat de vodden , die op de ſtukjes hout
welke wij in die Land noemen Semdou ofComporte. Het leggen , niet in het Vogt vallen of hangen, want dit Ichc
Wijf heeft voor haar een tobbetje van hout , ten naasten zou veel ſchade zijn ; de Pis zou geheelenal dat geko.
bij gelijk aan die , welken de Waschſters gebruiken om leurde gedeelte der Lappen , 't welk er in lag of hing, dan
het linnen in te wrijven ; zij neemt een , twee of drie bederven. Fer
ſtukken doek , na dat dezelven meer ofmin groot zijn , Dewijl inen eene groote hoeveelheid Pis behoeft, en mer

die zij in het cobbetje doet ; zij giet vervolgens op deeze daarenboven de Bakken te klein zijn , om in anderhalve dat
ſtukken doek een pot Sap van de Tourneſol, dat zij ge- maand al de Lappen te kunnen koleuren , die de Koop Me
duurig aan haar zijde heeft, en dus al voortgaande , met lieden vertieren , zo hebben die Luiden zich van eene
eene handelwijze gelijk aan die van de Waschſters, wan . andere manier bediend; zij hebben namelijk Mest in plaats
neer zij het linnen zeepen , wrijft zij het doek met haa- van Pis genomen . Evenwel gebruiken de meesten Pis , 422
re Handen , op dat het overal wel doortrokken zij met maar allen doen zij op beide wijzen gelijk. De Lappen , 20
Sap. Dit gedaan zijnde , doet men die lappen weg en welke men door middel van Pis koleurt , zijn gemakke
neeint anderen in de plaats , die eerst voor de hand ko- lijkst te bereiden ; hoe lang men ze ook laat leggen om die
men , en zo al voort ; want men houd met deeze beban. dien damp te ontvangen , zij krijgen nooit een andere , zijs
deling niet op , voor dat al het uitgeperſte Sap gebruikt dan de blaauwekoleur , en het geverwde deel word nooit ter
zij . Na deezen arbeid gaan zij deeze Lappen op haa. bedorven door het vlugge alkali , dat uit de Pis uitwaas die
gen in de heetſte Son uitſpreiden , om ze wel te laaten ſemt, hoe overvloedig ook. Het beſtaat zodanig niet
droogen. Men legt ze cooit op den grond , om dat de als men de Mest gebruikt; die andere handelwijze ver ser

lucht daar zo gemakkelijk niet zou doordringen, en het eischt veel waakzaamheid , gelijk wij zo even zullen zien. cie
een zaak van belang is , dat de lappen ſchielijk droog Zo dra men de Lappen , die de eerſte bereiding onder. we

worden . Ik vind opmerkelijk, dat de Wijven die dee gaan hebben, bloot wil ſtellen aan den damp van deMest , de
zen arbeid verrigten , al haar Sap wel weeten in waarde ſpreid men een goede laag van Mest in een boek van den fie
te houden. De Lappen komen uit het tobbetie niet , ital ; en die Mest met een weinig fijn gekapt ſtroo be.
dan in cene naauwkeurige evenredigheid met hetzelve dekt hebbende , legt men de Lappen hoopsgewijze daar
doortrokken zijnde. Dit is iets , dat zeer verſchilt met op. Alsdan bedekt men die met een dekkleed, gelijk
het geen de Heer NissOLLE zegt , dat zijhet doek ſegts in de andere manier. Op de Mest word ten naasten bij
in het Sap doopen . het zelfde getal van Lappen gelegd , als men bloot zou
Na dat de Lappen in de son ter deeg gedroogd zijn , ſtellen aan den damp van de Pis. Wanneer de Mest ſterk
vergadert men die en legt ze aan hoopen. Een maand broeijende is , keert men , eenmenuurzedaar na , de vodden
voor dat zij deeze bereiding aanvangen , draagen de Wij- o :n . Een uur daar na gaat op nieuws bezien ,
ven zorg , om Pis in haar ſteenen-bak te vergaderen , en , als zij eene blaauwekoleur hebben gekreegen , neemt
die , na dat men er al het noodige bijgedaan heeft, 1 men ze van de Mest af , en legt ze op hoopen in de lucht, dee
Aluminadou genoemd word , 't welk te kennen geeft, on ze doen droogen. Men moet opmerken , dat , als
dat men er voortijds aluin bij deed. Eenige weinigen de Mest - niet ſterk broeijende is , men ze daar meer tijds DE
bedienen zich ook nog daar van . De hoeveelheid van Pis op laat leggen ; weltwaalfuuren , of langer, indien zulks le
1
is niet bepaald , welke men in den bak doet ; gemeenlijk noodig is. 'i Is blijkbaar , dat dit alles af hangt van de
neemt men ongevaar dertig potten , 't welk vijf of zes onderſcheide trappen van kragt , die de Mest heeft ; de
duimen hoog Pis uitlevert in ieder Bak. Men werpt blaauwe koleur is de proef om den tijd , waar van wij dat
vervolgens, in den Bak , vijf of zes pond ongeblusclite ſpreeken , te bepaalen. Men moet oplettende zijn om TE
Kalk. Zij , die gewoon zijn Aluin te bezigen , doen er de Lappen dikwils te bezien ; want de dainp van de Mest 34
dan een pond in ; want men moet aanmerken , dat men zou , indien men ze er al te lang op lier leggen, deko.
er altijd kalk in doct , niettegenſtaande men aluin gebrui. Jeur bederven , en al den arbeid zou verlooren zijn. De
ke. Men roert dit mengzel wel om met een ſtok; daar Mest , die men gebruikt , is van Paarden , Muil-Ezels CD
na plaatst men , boven de oppervlakte van de Pis, siis of Ezelinnen . Sommige Wijven leggen haare Lappen DE
of riet , dat vast gemaaakt is aan de randen van den Bak . op een andere manier , tot het intrekken van den damp
Op deeze rieten ſpreid men de Lappen , zo als die met der Mest ; zij leggen dezelven tusſchen (wee lakens, en La
het fap doortrokken en wel gedroogd ziin. Men lege die weder tusſchen twee laagen Mest. de
ze gemeenlijk zeven of agt , zomtijds meer.of minder Gemeenlijk Itelt men de Vodden maar eens bloot aan
der
TOU. TOU. 3693
den damp van de pis of mest. Zommige Menſchen heb . Sap belette zich te vereenigen met de Hennip. Ook
ben mij gezegd , dat , als het werk niet gelukte door werd alle zijne waar , als niet leverbaar zijnde , aange
middel van de mest , men de Lappen , welke men langs haald.
dien weg niet had kunnen koleuren , blootſtelde aan den Ik merkte op , toen ik te Grand Galargues was , dac
damp van pis ; maar deeze gevallen zijn zeer zeldzaam . er in de groote hoop geverwde Lappen eenige ſtukken
Men moet aanmerken , dat, geduurende den tijd dat deeze waaren, die de blaauwe koleur niet aangenomen hadden.
bereiding geſchied, men bijna alle dagen pis in den Bak Ik was niet zeer verwonderd dit te zien , toen ik de be.
doet ; en , ten aanzien van de ongebluschte kalk , daar handeling van de Wijven beſchouwd had ; zijneemen
van doet men er niet meer dan driemaal in , zo lang het de regelmaatigheid niet veel in agt , in het uitleggen van
geheele werk duurt; even zo is 't ook als men er aluin haar Vodden , zo op den Bak als op de mest; dus kun
in doet. Als mede dat al de reizen , als er nieuwe Lap. nen de vlugge deelen van de pis of van de mest, overal
pen blootgeſteld worden aan den damp van de pis, men niet gelijkerhand doordringen. Daarenboven , zo men
die vooraf met een ſtok wel moet omroeren. Op gelij. het ongeluk heeft van de Lappen wat te lang te laaten
herhaaling
ke wijze verandert men ook de mest bij iederbereidingen in de damp der mest , die veel kragt heeft, verteert de.
van het werk. Na dat de Vrouwen alhaare zelve de koleur , als ik inij zo mag uitdrukken ; en in
gedaan hebben , die ieder jaar eens geſchieden , werpen plaats van blaauw te zijn , zien zij vleeschkoleurig ;'t
zij de pis weg uit haare Bakken , en maaken dezelven geen de Wijven in haare taal noemen Faula. Die gee.
ſchoon . nen ook , of de meesten onder haar , die haare Vodden
Wij hebben gezegd , dat mer de Lappen niet meer op zeer ſterke mest hebben leggen , gaan dezelven dik
dan eenmaal blootſtelt aan den damp der pis ofmest. Dit wils bezien .
werk gedaan zijnde , zo als ik heb omſchreeven , neemt Men heeft mij te Galargues , en in de nahuurige plaat.
men nieuw ſap van Tournefobi (want men moet weeten , zen , verhaald , dat men deeze Lappen , op die wijze
dat er , geduurende deeze geheele toebereiding , ſteeds als ik zo even heb omſchreeven , niet kon bereiden , dan
Menſchen in 't veld bezig zijn met het inzamelen van alleenlijk in dit eerſte Dorp. De Inwooners van Grande
die Plant.) Met dit nieuwe jap , dan , doorweekt men Galargues en daaromtrent, gelooven het vastelijk. Zie
de lappen ten tweedenmaale , op dezelve wijze te werk hier de bewijzen , welke zij daar van geeven. De
gaande als de eerſtemaal; ik wil zeggen, dat men , om Meisjes van dat Dorp, zeggen zij, die op eene andere
zo te ſpreeken, de Lappen inzeept met dit nieuwe Sap , plaats trouwen , bij voorbeeld , te Aigues-vives, een
en die wel laat droogen , gelijk wij gezegd hebben. In Dorp , 't welk niet meer dan een kleine mijl daar van
dien de vodden , na deeze tweede inweeking van Sap , afgelegen is , Naagen niet in deeze toebereiding, hoe.
zijn van een donker blaauwe koleur , naar zwart trek- wel zij het verſcheidenmaalen in haar Huis gedaan heb. ;
kende , zo geeft haar geen meer nieuw Sap. Alsdan is ben. Dit komt wonderlijk voor ; dog ik weet bij on.
die waar in haar vereischte ſtaat, zo als men kan zien dervinding het tegendeel. Ik heb zelf te Montpellier,
uit het monſter , 't geen ik de Akademie aanbiede , 't in mijn Werkplaats, zoortgelijke Lappen bereid , door
welk niet meer dan tweemaal in het Sap geweest is. In- middel van de damp der Pis, en zij zijn even ſchoon als
dien de Vodden deeze donkere koleur, welke ik aange. die ,welkemen ons van Galargues toezend. ' t Is een ver.
weezen heb , nog niet hebben , laat men dezelven voor digtſel, ten naasten bij gelijkende naar dat , het welke
de derdemaal nieuw Sap intrekken ; ja zomtijds welten men zo langen tijd uitgeſtrooid heeft , omtrent het
vierdemaal , maar dit gebeurt zeer zelden. Spaansch -Groen . De Wijven , die te Montpellier het.
De Inwooners van het Dorp , die deezen arbeid ver . zelve maaken , waren in verbeelding , dat men dit niet
rigten , beginnen hun Lappen niet in het Tournefol Sap kon doen dan in deezeStad ; dog reeds lang heeft men
te leggen , voor omtrent tien of elf uuren 's morgens, haar het tegendeel getoond. Men heeft mij gezegd, dat
gelijk ik zelf heb gezien . De reden daar van is, dat men ook Spaansch -Groen maakt te Aniane , een Stad vijf
de Son alsdan begint baare grootſte kragt te krijgen , en mijlen van Montpellier afgelegen; dat ieder pot ofkruik
dat de Lappen , in derzelver hitte gelegd zijnde, ſchie- tot drie ponden daar van uitleverde. Evenwel is'twaar,
lijker droog worden. Het weer is zeer gunſtig, gelijk dat men , aangaarde de Lappen , die te Grand Galar.
ik reeds gezegd heb , wanneer de wind noordwest is , gues bereid worden , zeggen kan , dat men het niet kan
en de Son heel heet ſchijnt, Men neemt wel in agt , doen , dan in een gedeelte van die Provincie , en eenie
deeze bereiding niet te doen , wanneer de wind zuid ge andere nabijgelegene, gelijk Provence en een gedeel.
west is , of , gelijk men in dit land zegt , uit zee komt ; ie van Dauphiné, alwaar deeze Plant in eenige diftrike
men zou alsdan gevaar loopen al de vrugt van zijn arbeid ten groeit. De Heer NISSOLE zegt , in het reeds aan
te verliezen ; die wind is zeer vogtig , en de Vodden gehaalde Vertoog , dat de Tourneſol nietgroeit omſtreeks
moeten , als men wel zal Naagen , ſchielijk droog wor- Lijons , nog in Auvergne. Indien zij in Holland groei.
den. 't Is in zommige regenagtige jaaren wel gebeurt , de, zouden de Hollanders zo dwaas niet zijn , van onze
dat de Luiden al hun kruid , 't geene zij met veel moeite Lappen ons af te koopen ; zij zouden dezelve in hun ei.
verzameld hadden , verlooren, om dat er geen eene gen Land bereiden , en daar door veel uitwinnen. Wan.
gunſtige dag kwam . neer het de Regeering behaagde het geheim dat de Hol.
Wij hebben gezegd, dat, wanneer het Doek , 't lander hebben , van het maaken der blaauweSteentjes,
welk 'men gebruikt, morſig is , men hetzelve waſcht Lakmoes genoemd, door koop of op eene andere wijze
en laat droogen. Ook moetmen oppasſen , dat hetniet in bezit te krijgen ; de Koophandel zou daar uit een groot
met vette of olieagtige dingen doortrokken zij. Men voordeel trekken , en inzonderheid deeze Provincie ;
verhaalde mij, dat zeker Man in zijn Fabriek zekere want door dit middel zouden twee bereidingen gedaan
Lappen gebruikt had , die op de Schepen gediend hadden; worden in het zelfde Land.
deeze waren een weinig met teer beſmet; dit maakte 't Is onmooglijk de eerſte bereiding te doen , dan al .
een ondeugende bereiding , uit oorzaak dat de teer het leen in een land daar deVVTournefob
V
natuurlijk groeit;
VI Deel. 100
3694 TOU. TOV .

indien het noodig was dezelvete vermenigvuldigen , men toekoomende te voorzeggen ; Striges, 't welk eigentlijk
zou het zaad rijp kunnen laaten worden , en ſtukken wil zeggen , Nagt-Vogels, Vogels von een kwaade voorbe
Jands daar mede bezaaijen , gelijk men het Koorn zaait. tekenis , naam die men bij overdrajit op de Tovereijen
Dit Kruid kan niet zeer verre vervoerd worden , om toepaste , die zeide men alleen hunne Toverijen ends.
dat het groen moet wezen , en dat men het zelve niet al ſweeringen bi nagt pleegden. Ook vind men haar nog
te lang kan bewaaren , zonder dat het door eene al bij goede latijnſche Schrijvers genoemt, Veratrices , Ve.
te ſterke gising , bedorven word ; gelijk wij hebben racule , Simulatrices, Fidrices. In de wetten der Lom
doen zien in het voorſtellen van den onſlag der behan . barden , worden zijMajcæ genoemt, ter ourzaake zegt
deling. Delrio , van haare afſchuwelijke gedaante na een mom .
Wanneer deeze Lappen of Vodden , bereid zijnde ge- aanzigt gelijkende. Ten laatiten vind men in HIENE
lijk gezegd is , wel droog geworden zijn , pakt men die MAR , en na hem veelvuldig in de Schrijvers welke over
in groote zakken; daar na paktmen ze , ien tweedemaale, de Toverije gehandelt hebben , de woorden Sortiarii &
in andere zakken of doek , met ſtroo tusſchen beiden , Sortiariæ , waar van de Franſchen hun Sorciers & Sorcie .
en men maakt dus baalen daar van , tot drie ofvier hon- res hebben overgenomen .
derů ponien zwaar. Die de kommisſie hebben te Mont . De Ouden ſchijnen de beſtaanbaarheid der Toveraars
pellier of daar omítreeks, koopen dezelven op , om ze geheel niet in twijffel te hebben getrokken , nog hunne
naar Holland te zenden , die infcheepende in de Haven bezweeringen enkel als beguichelingen te hebben aange .
van Cette. Deeze Waar word tegen dertig of twee.en. merkt. Indien men de Poëten maar alleen raadpleegde ,
dertig livres het kivintaal verkogt; in zonmige jaaren zoude men zonder ander onderzoek die menigte van be.
heeft zij zelfs tot vijftig livres toe gegolden. Men heeft toveringen moeten aanneemen , door de Circés en Me .
mij verzekerd, dat inen in dit Dorp ('t welk beſtaat uit Dea's uitgewrogt , en meer gelijkzoortige vreemdighe.
tweehonderd en dertig huizen en duizend Inwooners den , waar door zij gedagt hebben het verwonderens.
heeft) alle jaaren voor tien of twaalf duizend livres van waardige in huone werken te verſpreiden . Maar het
deeze Lappen maake. fchijnt bezwaarlijk de getuigenisſen van verſcheidene Ge
TOURNIQUET, in ’ latijn Torcular , is de naam ichigtſchrijvers, die behalven dat voor waarheidlievend
van een Heernundig Werktuig , door welk middel den bekend ſtaan , om verre te werpen , zo als Tacitus ,
omloop van bloed in 't een ofander lid word geſtuit , tot SueTONIUS, AMMIAN . MARCELLINUS , enz. welke men
dat men er de vereirchte operatie heeft werkſtellig ge . met geen regt zalkunnen beſchuldigen , blindelings en bij
niaakt. mangel van oordeel te hebben overgenoomen , ' t geen
Den beroemden Hee'meeſter PETIT , vertoonde in 't zij ons van de uitwerkzelen der Toverije verhaalen . Be .
jaar 1718 aan de Koningl. Academie der Wetenſchappen halven dat, waarom 20 veele geſtrenge wetten door den
te Parijs, een Tourniquet van zijn eigen vinding , 'twelk Romeinſchen Raad en de Keijſers, cegens de Toveraars ge
verre weg boven het oude word gekeurt. noomen , indien het maar enkel Bedriegers waaren ge
TOURONS , zie GEBAK . pag . 801 . weest, en Kwakzalvers behendig genoeg , om op zijn best
TOUTE , BONNE , zie GOEDE HENRIK de meenigte te blindhokken , dog onbekwaam om eenig
TOVERAARS EN TOVERESSEN . Hier door ver. wezentlijk en phijſisch kwaad te veroorzaaken ?
ſtaat men Mannen en Vrouwen , die men voorgeeft dat Indien wij van de Heidenſche Godsdienſten tot de
zich aan den Duivel hebben overgegeeven , en een ver- Christelijke overgaan , zullen wij ontwaar worden , das
bond met hem aangegaan ; oin door zijn behulp wonde. die wel degelijk de beſtaanbaarheid der Toveraars vaste
ren, bezweeringen, en ſchendbedrijven uittevoeren. ſtele , het zij door onbetwistbaare daaden , of wel
De Heidenen erkenden dat er Toveraars waaren , die door de regelen van gedrag , die zij haare aanhangeren
doorhunne verkeering met de kwaale Geniums, geen an . voorſchrijft. De Toveraars van de E2ijptiſche Koning
der doelwit hadden dan om Menſchen te ſchaaden ; de PHARAO , wrogten wonderen uit , die men nimmer aan
Grieken noemden die , Goetici. Zij gaaven aan de To . enkele uitwerkzelen der natuur zal toeſchrijven , en die
veraars den naam van Etawide , aan de Waarzeggers ook geenzints als van God kooinende , kosten aangemerkt
die van uavtis . Door Qaqugreus , betekenden zij de worden , dewijl die ten doele hauden, ziine wonderwer.
ken teweerſtreeven . Het is mij geheel niet onbekend
zodanigen , diegebruik van Vergiften maakten , en door , dat
zommige hedendaagſche Schrijvers
die wonderen doorOogbeguichel
9.085 die, welke de oogen wisten te beguichelen . De Latij. tot de clasſe der ingen worden gebrage ;
nen hebben hun ook verſcheide naamen gegeeven ; zo als maar behalven dat zulks in 't geheel het geineene gevoe.
aan de Vergifuigers , Venerarii & Venefici, om dat zij ge . len niet is , zo vraag ik , of men duidelijk bevat , aan na:
bruik van vergifmaakten . The fjali en Chaldæi van de naam tuurlijke oorzaaken de magt toereſchijven op de vugen
landen daar die Toveraars van daan kwamen ; Genethlia .
ciun Mahmatici , om dat zij Horoscoopen trokken , en die een gantsch teVolk
van beguicheling te bejuicheien
onderhouden , en het daarlarger
, het bij tecia in
loen
van uitrekeningen gebruik maakten om het toekoomende gelooven , dat Schimmen uit lucht of rook zaineng - ſteld ,
te voorzeggen : Waarzeggers , Wichgelaars, Ingewand. wezentlik Dieren en kruipende Infekten zijn , die zich
kijkers , enz. Arioli , Augures, Arrijpices, &c. Da even . be veegen ? En wat zoude Moses weerhouden hebben
redigheid van de verſchillende zoorten van waarzeggin. die in alle de wetenſchappen der Eziiptenaaren 20 kundig
gen daar zij zich mede benoeiden . De Tovereljen noem onderleid was,indien het enkelKwakzalvers streeken w1a
den zij Lamice , zijnde zo als zij voorgaven de naam van ren geweest , om erhet bedrog van aan - PHARAO , ziin Hof
een wreede en woedende Nimf, die alle Kinderen ver en ganiſche Volk van te toonen , en met hun de oogen te
fond ; Sage , eene uitdrukking die in den oorſprong een openen , zijn eigen wonderwerken te bekragtigen ? Waar
voorzigtig en vooruirzienend Mensch betekende , maar om zou bij verpligt zijn geweest tot verhevener wonde.
die in 't vervolg baatelijk wierd , en aan zodanige ren als dien bij tot dus verre gewrogt had , zijn toevlugt
Vrouwen toegeeigent , die haar werk maakten om hec ' te neemen ? en die het gevolg hadden , dat de konst van de
Egip
TOV. TOV 3095
1 Egliptiſche Toveraars er voor moeste zwigten , en te kort begriipen dat de Geesten eenige gemeenſchap met de
ſchoot. Als Beguichulinzen aan,jonerkt , moest hun de Menſchen houden , als dan of de H.Schriít niet dan met
Voortbrenging der Lu len niet meer werks gekost hebben veel onagtzaamheid hebhen geléezen , of w deszelfs
als die der gewaande Slangen en Kikvorlchen ; zie Exod. gezag veragten. Non pull'urt in animum inducere aılla elle
VIII vs. 15. In het Bouk van Job leezen Sed deprehen.
tan aan God het verzoek Joet , om die heiligwij dat Sa-
e Man van
in Jpiritibuscominercia cum homine . .
di eos vel admodum negligenter legille fueras litteras , vel
alle zijne goederen enz. te berooven, en God levert ze utcumque diſimularent Scripturarum autoritatem parvi fa .
hem over ; enkel aan dien Menſchenh er verbieden . cere. Voss. Epift .
de , on zijn leven aanteraaken , wat is eraat
het gevolg van ? In der daad , alles hangt ten auzien van deeze zaak
Zijn Kudden worden hem ontrooft , zijn kinderen on : van die beſlisſend punt af; zo dra men daaden in de H.
der de pumhoopen van een Huis verplettert en bedol. Schrift verhaalt , voor waare gebeurtenisſen aanneemt ,
ven , en hij zeiven door den Satan met booze zweeren erkent men ook teffens andere gelijkzoortige daaden
van zijne voetzoolen af tot zijnen ſchedel toe geſlagen . welke van tijd tot tijd gebeuren ; buitengewoone en
De geſchiedenis van de verſchijning der ſchaduwe van bovennacuurlijke daaden , het is waar , maar waar van
Samuel door de Toveresſe van Endor op de begeerte van het bovennatuurlijke met kenmerken is verzeid , die ten
SAUL gewrogi,en in het ie Boek van Samuel,Cap. XXVIII . duidelijkiten doen blijken , dat God er de oorſprong niet
verhaalt ; daar bij , 't geen de Heilige Schrift van ACHABS van is , en dat die door tusſchenkomst van den Duivel
valſche Propheeten en het Orakel bijbrengt van Belze . gebeuren. Maar dewijl het na een dusdanig gezag dwaas
bul te Accaron ; alle die vereenigde treeken zegge ik , zoude zijn , niet te gelooven dat de Duivelen zointijds
verſtrekken tot volledige bewijzen , dat er Toveraars met de Menſchen van die onderhandelingen houden ,wel .
waaren , dat wil zeggen , zodanige Menſchen die ver. kemen Toserije noemt, zo zoude het aan de andere kant
keering en omgang met de Duivelen hadden . ten uiterſten onvoorzigtig zijn , zich aan een levendige
Niet minder ziet men dezelve waarheid in het helder. dog tefferis zwakke verbeeldingskragt overtegeeven , die
ſte daglicht geſtelt , door de herhaalde wetten die God overal niet anders dan Spooken , Schimmen en Tove.
tegens de Toveraars en de zodanigen die denzelven raad . raars denkt te zien. Al te ligt geloof te ſaan , aan al
pleegen , vastſteid. Gij zult de Tovereſſen niet laaten 't geen men ons over dat onderwerp verhaalt, en
leeven , leezen wij Exod. XXII . vs. 18. Het zelfde von ſtrektelijk te verwerpen al wat men er ons van zegt , vol.
zijn
pis des doods word gevelt , tegens de zodanigen die twee uiterſten beide even gevaarlijk. De zaaken en
Toveraars en Waarzeggers raadpleegden : Wanneer een gevallen te onderzoeken , en zo veel mooglijk er de
ziele die k zar tot de Waarzeggers, en tot de Duivelskon. waarheid van te doorgronden , voor en al eer men er zijn
Jtenaaren zal gekeert hobben om die na te hoereeren , 200 zal vertrouwen aan geeft, is het beste middel 't welk de re.
ik mijn aangezigte tegens die Ziele zetten , ende zal ze uit den tot een richinoer aanwijst.
hat midden haares Volks uitroeijen. Levit XX . vs. 6. On- Met de zulken die beweeren dat het zedert de tijden
der u en zal niet gevonden worden , die zijne Soone, ofte der Apostelen aan volledige en onwederſpreekelijke be
zijne Dogter , door 't vuur doet doorganni die met waar wijzen van Toverije mangelt , ja dat er zedert die tijd
zeggerijen oingaat , een Guichelaar, of die op Vogelge. geen echte voorbeelden van Duivelbezetenen , zoda .
Ichreij agt geeft, ofte Tovenaars ; ofte een Beſweerder, nig in het Nieuwe Testament worden voorgedraagen ,
die met beſweeringen omgaat ; ofte die eene waarzeggenden voor handen zijn , zoude men kunnen gisſen , dat doen
Geest vraagt , ofte een Duivelskonſtenaar, ofte die de Door de wonderwerken , die door de Zaligmaaker en zijne
den vraagt : Want al wie zulks doet , is de Heere een Apostelen , zo liefderijk ten nutte van het Menschdom
grouwel; en om deezer grouwelen wille , verdrijft ze de vierden uitgereikt , een einde naamen ; Ket den goedere
Heere uwe God voor uw aangezichte uit de bezittinge. tierenen God ook heeft behaagt , de magt van den Dui.
Dit alle zijn voorzorgen en geſtrengheden , die het zij vel te fruiken , en hem het gezag te beneemen van de
met nedrige eerbied gezegt, onregtvaardig en beſpottelijk Menfchen langer door boozeGeesten te kwellen.
enkel tegens Kwakzalvers zouden geweest zijn , en on- Deeze gisſing word veel kragt bijgezet , door de be
wederſpreekelijk een weezentlijke omgang ausſchen zoin weezene waarheid , dat zedert de konist van Christus ,
mige Menſchen en de Duivelen veronderſtellen . de Heidenſche Godſpraaken opgehouden hebben ; zie
De wet onder de Nieuwebedeeling, is ten aanzien van hier over onder veele andere , de onderſtaande aanhalin
dit ſtuk niet minder naauwkeurig dan die onder de Ou. gen .
de ; zo veele inet den Duivelbezetenen door de Zalig . TH . STACKHOUSE zegt in zijn Samenſtel van Godge
maaker en ziine Apostelen geneezen ; SIMON en Elij . leertheid I. Deel. pag 133. dat onder andere uitwerkzelen
PHAS beide Toveranrs ; de waarzeggende Geest waar var der komst van CHRISTUS , ook dit geweest is. ” De God .
Hand. XVI . vs. 16. enz. word geſprooken ; ten laatſten , ſpraaken hielden op , en de misleidende Geesten be.
de aanhaaling van zo veele geloofwaardige Kerkelijke kenden , dat zij door de magt van CIIRISTUS verhin .
Geſchigeſchrijvers, zijn immers alle bewiizen waar tegens dert waaren , in hunne antwoorden " . Waar bij hij
niets valt intebrengen . Ook ſtemmen de Golgeleerden en Jenkins Redelijkheid van den Godsdienst aanbaait.
Regtsgeleerden gezamentlijk , de beſtaanbaarheid der To. PLUTARCHUS heeft eene geheele Verhandeling ge.
veraars toe , en zonder daaromtrent veele aanhaalingen ſchreeven , over dit ophouden der Heidenſche Godſpraa.
te doen , zullen wij ons vergenoegen met aanremerken, ken , ſchoon bij dezelve niet aan de komst van Chris.
dat de allerberoeinſte Mannen die Engeland zedert een Tus toeſchrijve ; en Goeree verhaalt in ziine Foodſche
eeuw heeft voorrgebragt , zulks insgelijks toeſtemmen , Oudheden II . Deel. pag . 1300. de Historie van AUGUS.
inzonderheid de Heeren BARROW , TILLOTSON , STIL. Tus , die , na tweemaalen 100 Runderen geoffere te hebo
Lingfleet, JenkiNS , PRideaux , CLARKE , Locke , ben , van het Orakel te Delphos dit beſcheit kreeg , dat
enz. Voeg hier nog bij Vossius, welke laatſte daar te hij (APOLLO) door een Hebreeuwsch Knegtje genoodzaakt
boven aanmerkt , dat de zodanigen welke niet kunnen was om te zwijgen , en te vertrekken.
vvv 2 Ein
3596 TOV . TOV.
Eindelijk vergadert Rosinus in zijne Antiq. Rom . L. In vroegere tijden , ziet men zelfs de aanzienlijkſte
II. cap. 7. uit PLUTARCHUS, SUIDAS , STRABO , SIJM• Menſchen van Toverij beſchuldigt worden, en even als
MACHUS , APPIUS , CIcero , enz. eene menigte van be . daarvan overtuigd zijnde , met de zwaarſte folteringen
wijzen , die de zaak zelve buiten twijffel ſtellen . geſtraft; getuige hier van 't geen de Heer VOLTAIRE in
Ook zijn wij met de Hr. MALLEBRANCHE van ge. zijn Eeuw van Lodewijk de XIV bijbrengt, ” men zal
dagten , dat men zich niet te behoedzaam kan wagten „ (zegt hij) tot in de laate nakomelingſchap gedagtig
voor de droomerijen der Schrijvers over de Toverije , ,, zijn , dat de Marſchalkinne D'Ancre in 't openbaar als
welke dikwils onder voorwendzel van met bewijzen te Toveres wierd verbrand , en dat de Raadsheer COUR
ſtaaven, 't geen met hun doelwit overeenkomt , zonder TIN , deeze ongelukkige Vrouw verhoorende , haar
's minſte onderzoek of gezag , al ' t geen zij gezien , ge . » vroeg , van welk tovermiddel zij zich bedient bad om de
leezen , of hebben hooren verhaalen , voor waarheid » geest van MARIA DE Medicistebeſtieren ; Mevrouw
aanneemen , en dus eene gantſche menigte allerverwon . 1 D'Ancres hem antwoorde ; ik hebbe mij van de magt
derlijkſte gevallen op een ſtapelen , die tot in haar eerſte bedient, welke moedige zielen op zwakke verſtanden heb .
oorſprong nagegaan wordende , niets om het lijf hebben , ,, ben , en dat eindelijk ,dit antwoord geen andere uitwer.
ja zelfs ten eenemaalen vervallen. king bad , dan om het vonnis van haar dood te ver .
Ik twijffeie niet vervolgt den zelfden Schrijver , of haaſten. Dog hedendaagsch , zegt de Regtsgeleerde
het is wel inongelijk , dat er Toveraars kunnen zijn , en ATJRAULT (en dit ſchreef hij reeds in de voorige eeuw )
bezweeringen en Toverijen plaats hebben, enz. Ook vind men geen andere Menſchen dan Botterikken , Boe.
dat de Duivel zomtijds met Gods toelaating zijn ren , en gemeene oude Wijven die Toveraars en Tove.
kwaadaarrigheid aan de Menſchen doet gevoelen . reſſen zijn. Men heeft inderdaad de grootſte reden om
9 ) Maar het is de Duivel al te veel eer aandoen , met zich te verwonderen , dat Menſchen die men veronder.
,, ernst gefchiedenisſen bijtebrengen , als blijken van ſtelt omgang met de Duivelen te hebben, en daar bij
zijn gezag en magı, 20 als veel nieuweToverbeſchrij. het gezag om hun te kunnen gebieden zo ſpaarzaam met
vers doen , dewijl zodanige Geſchiedenisſen de uit. de gaven des verſtands en die van tijdelijke goederen be.
werking hebben om zwakke Zielen vreesagtig te deelt zijn , en dat de magt die zij hebben om te ſcha
maaken . Men moet de Duivels eveneens veragten den , zich nimmer tot op hunne Beſchuldigers en Rege
als men de Beulen doet , want het is voor God alleen , ters uitſtrekt. Want men brenge geen de minfte voldoe.
dat men moet beeven . wanneer men zijne nende redenen van de ophouding dier magt bij , 20 dra
Wetten en Euangelium veragt. zij in handen van het Geregt zijn geraakt.
Dit is de oorzaak dat de regte Toveraars zo zeld-Schoon meu al zedert lang zeer ſpaarzaam beſchuldi
„ , zaam zijn , en daaren tegen de ingebeelde Toveraars zo gingen wegens Toverije voor de Regtbanken van ons
„ veelvuldig. Op zodanige plaatzen daar men de Tover- Gemeenebest heeft zien verſchijnen, en dus die euvel.
» aars verbrand, ziet men niet anders. om dat men op daad weinig meer als met naam , bij ons is bekend ; wat
die plaatzen , wezenlijk gelooft dat het Toveraarszijn, zoinmige bijgeloovige Menſchen met een zwakke ziel
en dat geloof word verſterkt door de dagelijkſche re : en bekrompen verſtand voorzien , ons ook van de
deneeringen , die er over worden gehouden. Dat kunstjes der Duivelbanders moogen verhaalen , die
3, men ophoude hun te ſtraffen ,en in plaats daar van hun alle als Bedriegers moeten worden aangemerkt ; vind
als zinnelooze Menſchen behandele, en men zal inet ik echter om desielfs merkwaardigheids wille , niet on
er tijd gewaar worden dat zij geen Toveraars meer zijn , geſchikt , biereen vonnis aantehaalen door den Hove van
om dat de geene die het enkel door verbeelding zijn , Vrieſland tegens eenen Trijn HENDRIKS, geboortig van
dat zonder tegenſpraak 't grootſte aantal uitmaakt , Doccum , op den 9 maii 1668 uitgeſprooken. Volgens
eveneens als andere Menſchen zullen worden. luid der Sententie ,had dit Vrouwsperzoon een Soldaat ,
Zonder tegenſpraak verdienen wezenelijke Tove . met naame CHRISTIAAN WOLTERS , door het ingceven
raars , de ſtraffe des doods ; en zelfs de geenen die het van een weinig jenever , zijn geheele lid dat ter onder
enkel door verbeelding zijn , moeten niet als onſchul. ſcheiding van Sexe dient , zodanig doen inkrimpen , dac
», dig aangemerket worden, dewijl deeze laatſen van har. er uitwendig genoegzaam niets meer van te zien was en
20 ten geneigt zijn om deel aan de Sabbat of zaienkomst hij daar door allergruwzaamſte pijnen leed ; door haar
der Toveraars teneemen , en zich tot dien einde met helder te Naan , zonder dat het gebleeken is dat zij den Pa .
>) falve hebben beſtreeken , om hun ongelukkig voor tient ’t minſte geneesmiddel heefttoegebragt, ishij we
neemen ter uitvoer je brengen. Maar inet zonder on. derom tot zijn natuurlijke ſtaat herſtelt, en de pijn is ten
derſcheid alle deeze misdaadigen te ſtraffen , word de eenemaalen opgehouden ; om welke euveldaad zij bij
> algemeene verbeelding verſterkt ; de ingebeelde To . voorſchreeven vonnisvan den Hove is veroordeelt gegee.
veraars vermeerderen , en dus gaan een meenigte Men- felt te worden , en voor tien jaaren uit Vrieſland gebannen.
fchen voor eeuwig verlooren. Zie ook het artijkel Eer wij van dit artijkel afſtappen , moeten wij nog iets
SABBAT. zeggen , van de Proeven die wel eer als vaste merkteke.
Het is dan met groote reden dat verſcheidene Par. nen dienden , om iemand van Toverij beſchuldige, te ver.
lementen in Vrankrijk , de Toveraars niet als Toveraars oordeelen of wel vrij te ſpreeken. Deeze waaren vol
(maar wel zulks ten klaarſten beweezen zijnde , als gens 'tgetuigenis van Arx. MONTANUS , beſchrijving van
» Giftmengers , Beſchadigers van een ander zijn Vee Amerika pag. 20 , en M. Z. van Boxhorn Nederl.Hift.
s doornatuurlijke middelen enz.) ſtraffen , en daar door pag. 33. en verv., driederleij. aldus
die nag van Menſchen ook minder onder hun regtsge. I. Het zo genoemde Ordal, ging in Nederland
bied word gevonden ; en dus kan de haat , de nijd , toe. De Beklaagde vaste drie dagen , de Prieſter leide
en de kwaadaartigheid der Godloozen , zich van dat een bout met wijwater beſprengt op'ı vuur, zong't lied
voorwendzel niet bedienen om onſchuldigen te ver- van de drie jongelingen in den oven, deed de Mis, gaf
drukken , den ouwel , bezwoor hem en bad Gop de zaak te ontdek.
ken
TOV. TOV . 3697
ken ; negen voetſtappen verre moest hij de heet gemaak. dat den zelven KLAAS ARIENZ VAN Den Dool door
te bout draagen , dan omwond de Prieſter de geſchroei- hem was ontkleed , Schoenen en Kousſen , mitsgaders
de hand en zegeldeze; op den derden dag daar na niet andere klederen uitgetoogen , en zulks alleen in zijn
gaaf zijnde, wierd hij met een papiere gewaat vol Dui. „ hembd , zonder dat hij eenige zwaarte van gewigten
vels beſchildert , omtoogen , levendig verbrand. » bij zich had , en is denzelven Perſoon bevonden
11. Het Ketelvang , zijnde een Ketel vol ziedend wa. zwaar te weczen , een hondert twee en twintig ponden
ter door verſchrikkelijke vervloekingen bezwooren , der voorſchr . troijaanſche Wigte. Wijders is de voor
ſtond in de Kerk , en de Berichte moest ten ellebooge » noemde Neeltje Ariens Kersbergen , invoegen
23 voorſz . meede gewoogen en na dat door JACOMIJN
toe , de ontbloore arm in het ziedend vogt ſteeken .
III. De proef van Koudwater , deeze was algemeen be- » TJE AERTz Dekkek Stads - Vroedvrouw albier, mede
kend , en nog onlangs in ' t westelijk gedeelte van Enge- S verklaard was, dat de meergemelde Neeltje ARIENS
land , in gebruik. Eerlijds ging deeze proef , wel de men . KERSBERGEN door haar was ontkleed , Schoenen en
1
Schelijkſte van driën , dus toe : De Prieſter bezwoer het Kousſen uitgetoogen , en zulksalleen bedekt met haar
water , bond den Beklaagden de duimen aan de groote , hemod en zwarte falie over haar bloote Lighaain ,
teenen kruiswijs over malkanderen ; wanneer hij dus in » hangende het haair los bij het hoofd , zonder dat ze
't water geworpen zijnde, zonk , wierd hij vrij geſproo ,, eenige zwaarte of gewigte bij haar hadde , en is de.
ken , dog blijvende drijven , moest hij de ſtraffe des vuurs zelve Perfoone bevonden zwaar te weeſen een hon.
ondergaan . dert en tien ponden voorſch . trooijaanſche Wigte.
IV. Tot een vierde proef kan men brengen , het wee . Certificeeren vervolgens wij , dat de voorfz . gewigte
gen op de Schaalen , tot welks gebruik de Stads-waag » met de natuurlijke proportie des Lighaams van de Re
van Oudewater in Holland , zelden als nooit van In. quiranten beide zeer wel is accordeerende bevonden ,
boorlingen , naar ineestal bij de Bewoonders der room- en alzo zij daar van verzogien onze Opene Brieven van
fche landen van de Stiften Keulen , Munſter , Pader. Certificatie , om dezelve te dienen daar en zoo zulks
born en andere landen , zedert Keijzer Karel De Ve- behoord , hebben wij haar lieden ' t zelve niet kunnen
tot op heden toe gebruikt is. Iemand van taverije be. » nog willen weigeren ,dit alles zonder bedrog ; en in be .
ſchuldigt zijnde , reisde na Oudewater , liet zich wee- ,, wijs van waarheid , hebben wij deeze met onze Ste .
gen , en na een certificaat vertoont te hebben , dat de Zegel en ondertekeninge van onzen Secretaris bes
zijn zwaarte inet de natuurlijke geſchapentheid van zijn » kragtigt, op den 21 Junij 1727 .
ligbaam overeenkwam , wierd hij van alle vermoedens van TOVER -KOEK , zie GEBAK , pag. 801 .
toverij vrijgeſprooken. In de Beſchrijving der Stad Oil- TOVER -WORTEL , zie MANDRAGORE .
dewater door G. R. VAN KINSCHOT vind men een ge . TOVERIJE , zie SABBAT en TOVERAAR .
heele list vai Menſchen , die om zich van de beſchuldiging TOXICODENDRON , zie VERGIFTBOOM .
van toverije te zuiveren , aldaar op de Stads Waag hebben TRAAGLOOPER van CEIJLON , zie SPOOKDIE
laaten weegen . Oin onze Lezers een denkbeeld te gee. REN » 1. pag. 3484 .
ven , hoedanig deeze formaliteit te werk ging en wat TRAAN of Thraan , is de naam die men aan de Olie
er bij wierd in agt genoomen , zullen wij het laatfte geeft welke uit het Spek der Walvisſchen , Kaziloiten
Certificaat hier woordelijk laaten volgen , dat in den enz . word gekookt.
jaare 1727 dus nog geen vijftig jaaren geleden , door de TRAAN ; Traanen ; Lachrime , is een helder door.
Regeering der Stad Oudewaterwierdverleent, en 't welk fchijnend zoutagtig vogt , 't welk door de beweeging
benevens verſcheidene van vroeger jaaren , in de aange . der Oogleeden , zich op de bol van het Oog uitſtort , het
baalde Beſchrijving is te vinden. hoornvlies bevogtigt en het zelve in een zuivere en
Wij Burgemeeſteren , Schepenen ende Raden der doorſchijnende toeſtand onderhoud . Zie ook WEE.
Stede Oudewater in Holland , doen cond en certifi. NEN .
„ ceeren inits deezen , ten verzoeke van Klaas ARIENSZ. TRAAN-BUIS in 't lat. Canalis naſalis. Dit kanaal
Van Dool , geboortig te Noordeloos , oud omtrent word door 't zogenoemde Nagelswijze of Traanbeen ,
, 37 jaaren , kortagtig en eenigzints ſpitſig van Lighaam , ( Os lachrijmale vel ungnis) , en door een uitſteekſel van
hebbende blaauweoogen , hoog bruin van vel en haair , 't bovenſte Kaakebeen gevormd .
en Neeltje ARIENS Kersbergen , geboortig var La. TRAAN -FISTEL , in 't lat. Fistula lachrijmalis is een
kerveld , oud omtrent 31 jaaren , matig van poſtuur zweer in den grooten Ooghoek , rond of langwerpig ,
en hoog zwanger , bruin van vel en blaauwe oogen , van meer of minder grootte , met harde en eeltagtigeran
Man en Vrouw , woonagtig op den Dool onder Meer- den , die een weinig verheven zijn , breed van grond ,
kerk , dat op huiden voor onsverſcheenen zijn d'Hee dog klein van opening. De Traanzak is altijd open ,
ren DIRK VAN DER Lee , en GERRIT INGEN VAN zelfs van beide zijden . Wanneer er Beenbederf bij
Łresveld , Schepenen deezer Stede, mitsgaders JAN plaats heeft , vloeit er dunne etter uit , zomtijds van
RACAUTE , gezwooren Waagmeester , dewelke ten verfcheide koleuren , ' t geene altoos in dit deel eene ge.
verzoeke van de Requiranten verklaarden waar ende ſchiktheid maakt tot ontſteeking , en eindelijk volgt
,, waaragtig te zijn , dat doorden voornoemden Waagmee. een geduurig uitloopen der Traanen , om dat de Traan .
» fter JAN RACAUTE op ernſtige inſtantien van de Requi• ftippen zamengedrukt, en zelfs zonwijlen geheel weg
ranten . in préſentie van de voornoemde Heeren Sche zijn .
, penen en andere notabele Perſoonen , op huiden , den Deeze Kwaal ( zegt de Heer Tilloij Receuil de Me.
voorſchr. KLAAS ARIENZ. VAN Den Door in deeze decine , Chirurgie &c . juin 1756. pag. 449. & ſuiv.)
Stede Waage met de ordinaire Balance en opregt troi moet , in ' t algemen , onderſcheiden worden in eenvou
jaanſche Wigte , gelijk men altoos in deeze Stede dig en zamengeſteld. De eenvoudige is de geene , wel.
> Waag gebruikt, is gewoogen , na dat PHILIP VAN ke ik zo even beſchreeven heb , zonder eenig ander toe.
, DER WERFF Geregts-bode deezer Stad bad verklaart , val. Een zamengeſtelde. Traanfistel word het genoemd,
V vY 3 wan .
3698 TRA . TRA .

wanneer dezelve met eenige andere Kwaalen of Toe. Ceneezing. ' De Operatie , welke in gewoon gebruik
vallen vergezeld gaat ; gelijk daar zijn , 't Beenbederf , is tot geneezing van de Traan.Fistel, beſtaat in 't maĄ.
dat vrij gemeen is ; de verſtopp ng van den traanzakí ken van een halve..naanswijze infnijding, in welke de
een Fungies , enz. flet Beenbederf tast gemeenlijk het pees begreepen is van de rondgaande Spier der Wenk
Os unguis aan, maar bepaalt er zich niet altoos bij, de braauwen , die men zelfs doorſnijd . Deezc Infoijding
opgaande Apoph jſis van 't Os maxillare , word er dik maakende, moet men leiten om de Tarf niet te beſcha.
wil- Jok door aangetast, even gelijk het Osplanum , of digen , nog ook de zamenvoeging , indien men de om
dat gedeelte van het Zecfbeen , ' t welk in de zamen- keering der Oogleden wil vermijden . Vervolgens ſteekt
hang van ' t Ooghol komt, en zomtijds zelfs het Voor- men met een provet of klein lanzetje , het Osóunguis
hoofdsbeen , gelijk verſcheideSchrijvers aangemerkt heb. door , en ſpuit eenige dunne vogten in , door deeze ope.
ben. Ik heb ook gezien dat het Os maxillare , daar ning , welke tot in de holte van de Neus moet doorgaan ;
hetzelve van onderen een gedeelte van 't Doghol maakt , zettende verder daar in een looden pijpje , om een kon .
door Beenbederf was aangedaan. ftigen doortogt te geeven aan de Traanen . Men neeint
Men moet deeze Kwaal niet vermengen met anderen , de eeltagtigheden met lapis-infernalis weg. Zommigen
welke gemeenſchap er mede hebbe ; gelijis door eenige verkiezen , tot doorbooring van 't Osounguis, her brand.
Schrijvers, zelfs Praktizijns van onzen tijd , is geſchied. ijzer , en deeze manier kan haare voordeelen hebben ,
Ik geefde beſchrijving van deeze Kwaal, ten dienste van wanneer men zorgvuldig is , met het inbrengen van 's
jonge Luiden , op dat zij zich daar in niet laaten mislei. gloeijend knopje , door een piipje , daar toe geſchikt,
den . om het branden der nabuurige deelen te vermijden. Aro
Dionis maakt twee zoorten van Traanfistels; maar deren neemen , om deeze opening te maaken , de gemee.
die onderſcheiding deuge in 't geheel niet. Hij ver. ne Biſtouri; maar die manier is aan veel onvolkomenhe.
wart de Waterzugtigheid van de Tráanzak , welke de den onderhevig, om dat men altoos de Traanſtippen af.
Heer Petit Hernia-lachrijmalis noeind , met de Fis- ſnijd , die , zich niet weder met elkander vereenigende,
tel ; tusſchen welken een wezendijk onderſcheid moet een zeer onbevallige Traaniooping overlaaten . Om
gemaakt worden , dewijl de geneezing van de eene wijd die reden was het veel beter een andere manier uit te
van die der andere verſchilt. Een Waterzugtigheid van vinden , volgens welke men die onaardigheid kon onto
den Traanzak gaat dikwils over door enkele zamendruk- gaan ..
king , welke de Lijders zomtijds zelf doen , gelijk dit inij De geene , die ik nu gaa voorſtellen , beſtaat in het
verſcheidemaalen gelukt is ; maar zommige gevallen open maaken van de Neusbuis (ductus naſalis). Ten
koinen er voor , in welken dit niet voldoet. dien einde zalmen in de opening van de Fistel een ſtuk .
't Verſchil, dat er plaats heeft tusſchen een Fistel en je toebereide ſpons ſteeken , datmen allengs vergrooten
eene Waterzugtigheid van den Zak , is zeer klaar. Op moet , om dezelve te verwijden , en , als die opening
'c bloote gezigt kan men gemakkelijk zulk eene Zweer, wijd genoeg is geworden , zo zalmen de verſtopping van
als ik beſchreeven heb , in den grooten Ooghoek onder. 't Kanaal wegneemen , door iniddel van een kleine ge
ſcheiden . De Waterzugtigheid word ook ligtelijk ge- knopte fonde; ſteekende vervolgens daar in een kaars.
kend , aan een kleine zwelling op deplaats van den Zak ; je , naar de wijdte van het Karaal geproportioneerd ,
daar men , dezelve van onderen naar boven drukkende , om tot in de Neus te kunnen doorgaan. Men zal de
een vogt of zoort van etteragtige ſtoffe uit krijgt, wel. eeltagtigheden wegneemen van de Fistel, welke ik bier
ke niets anders is , dan het vogt van den Traadzak of geduurig onderſtel eenvoudig te zijn , door middel van
vau de Traanen , door lang ſtilſtaan in hoedanigheid ver- lapis-infernalis, die altijd den voorrang moet hebben ;
anderd ; of, de zelfde drukking van boven naar bene. vervolgens zal men de Zweer tot heeling brengen , en
den doende , valt het zelfde vogt in de Neus door het na de geneezing het pijpje uithaalen door de Neus. Zie
gewoone Kanaal , wanneer hetzelve niet l'eenemaalver- daar , in weinig woorden , de behandeling van eene een.
ſtopt is. In de Fistel heeft wel , even als in de Hernia , voudige Traarfistel , laat ons nu tot die van eene zamen .
een uitloopen der Traanen plaats ; maar men kan zich niet geſtelde overgaan .
er in bedriegen, wanneer men , op'tgene ik gezegd heb , De geneezing van eene zamengeſtelde Traanfistel, is
agt geeft . van de voorgaande verſchillende in verſcheide opzigten ,
Veel Menſchen verwarren nog een ander toeval met welken men tot drie kan brengen . Het eerſte beſtaat in
het gene daar wij hier van ſpreeken ; naamelijk een klei . 't wegneemen van 't Beenbederf ; het tweede in 't gee.
ne Zweer in den grooten ghoek haare zitplaats
, die en van een bekwaame uitiogt van Traanen ; het der.
heeft nalii en zelfs aan de caruncula.lachrijmalis , ge. de, eindelijk , in het beelen van de Zweer. On tot de
noemd Ægilops. Ik geloof, dat de genen , die zodani. eerſte Indicatie te komen , moet men aanſtonds de Ca
gezweertjes onder den naam van Fistel hehandelen , zulks ries bloot maaken , en , dewijl het bloeden de operatie
niet doen , din met inzigt om meer naam te geeven belemmeren zou , zo wagt men daar mede tot den vol
aan de geneezingen , welken zij vaardig ten einde brengenden dag , of legt op het been middelen die noodig
# gen . zijn om ' t bederf te vernielen . In zodanige geval.
Onderſtellende, nu , dat het een blijkbaare Traanfis. len word gebruik gemaakt van 't pulvis euphorbii, en
tel , die niet zamengeſteld is , zij , 20 zal ik overgaan tot van de gediſtilleerde oliën , gelijk oleum carijophijllo
derzelver geneezing , beſchrijvende eerstdegewoonema- 1712 nucis moſcatæ , cinnamomi en dergelijken ; of ,
nier, en vervolgens de nieu ve. Ik ſtel vooraf, dat de 't gene nog beter is , Spir. vin , camphoratus, die ſterk
Liider toebereid zij door algenieene middelen , en met gekamferd is ; of , bij gebrek derzelven , kan men zich
inaauwkeurigheid ; want de voorbereidingen doen hier bedienen van terpentijn- olie , welke echter zo veel niet
niet weinig tot het goed gevolg der operatie, gelijk in uitvoert. Ook kan het puly, rad. ari , tot dit cinde
veele andere gevallen , en men moet in die opziet de Kwak- worden gebruikt.
zalversen Landloopers niet navolgen , die geenerleij voor- Het brandijzer kan hier ook van goed gevolg zijn , dog
zorgen in agt neemen . de
TRA . .TRA . 3099
de voorzigtigheid , die vereischt word , om de deelen , zommige Schrijvers een Steen van een eijronde gedaan .
welken men ontzien moet , niet te beſchadigen , is groot. te , vuilagtig wit van koleur , en 'inet vlakken vervuld
Tot dien einde zijn vurſcheide werktuigen uitgevonden , die na waterdruppen of traunen gelijken. Men zegt dat
en onder anderen een klein pijpje , 't welk dient tot be. dezelve in Hongarijen worden gevonden . Zie BRUCK
ftiering van een klein ijzeren knopje, in 't vuur gloei . MANNI epiſtol. itineraria.
jend gemaakt ; maar men diene verſcheide kleine pijpjes te TRAAN -STIPPEN , in 't lat. Punata -lachrijmalia , 2

hebben , en knopjes van verſchillendegrootte, om't een en zijn twee punten in den kraakbeenigen rand of tarſusder
anderop zijn tijd te verwisſelen ; ik wilzeggen, het pijpjete beide oogleden , nabij den binnenſten Ooghoek , waar
veranderen , als hetzelve heetword , ('t geen beter zal de overvloedige trianen in den traanen -zak en van daar
zijn , dan 't zelve in koud water te doopen , gelijk Mr. in 't kanaal der Neuze naar den Neus zelven , afvloci.
JEAN aanbeveelt ,) en het knopje , als het niet langer jen .
genoegzaam heet is inet een ander te verwisſelen . Men TRAAN -ZAK , in ’t latijn Saccuslachrijmalis, is eene
moet de aanvoeging van het gloeijend ijzertje herhaalen trechterswijze holte in den binnenſten Ooghoek , die uit
zo inenigmaal als ' t noodig is , of totdat de geheele Caries een Vlies beſtaat; welk een voortzetzel van de huid der
weggenomen zij ; 't geen men kan weeten aan de veran . Neuſe is. Het is hier in , dat de traanen uit de Oogpun.
dering van de etter, die van kwaad , 't geen zijte voo. ten te zaamenvloeijen , die naderhand door 't neuskanaal,
ren was , goed zal worden en van koleur veranderen . onder het onderſte ſponsagtige beentje , in den Neuſe
Voorts moet men de verſtopping wegneeinen van de du.. worden geleid .
itus lachrijmalis of naſalis, en de Fistel zal geneezen , TRACHEÆ , zie LUCHT-BUISJES
wanneer men de zelfde regels in agt neeint, als tot de TRACHELIUM , bij ons we ! Keelkruid en ook Hals
behandeling van een eenvoudige Fistel; maar, ſchoon kruid genoemd , on dat men zegt dat de gekneusde plant
de Fistel geneezen zij , blijft er nog een uitlooping der uitwendig onder andere verzagtende kruiden of pappen,
Traanen over; dewijlhetonmogelijk is de wijdte te be- vermengd en opgelegt, in zommige hals en keel.gebree
houden van de Traanſtippen , die men weet twee in ge . ken van veel dienst is .
tal te zijn , de eene aan 't bovenſte ooglid , de andere Kenmerken . Dit Kruidgewas heeft een trechterswijze
aan ' t onderſte. Deeze twee ſtippen , zich te zamen Bloem , uit een blad beſtaande, dat van boven ingernee.
vereenigende, maaken een gemeen kanaal van ander den en in verſcheiden deelen verdeelt is ; de Konerdaar
van word naderhand een vliezige Vrugt, veellijdsdrie.
half of twee linien lang , en ontlasten zich vervolgens hoekig
in den Traanzak . Iedereen weet , dat het werk der en in verſcheidene Celletjes verdeeld , die met
Traanſtippen beſtaat in 't opſurpen van 't overblijfzel kleine Zaadjes vervult zijn .
des Traanvogts of der Traanen , en ' t zelve te ftorten in · Zoorten. De volgende zoorten zijn de voornaamſter .
den Zak , om verder in de Neus uit te loopen door de van dit Kruidgewas .
duftusonajalis, die open is onder het onderſte Os soon 1. Blaauw kroondeagend Trachelitom ; Trachelium foliis
gioſuin. Deeze ſtippen , eens geſcheiden zijnde, ber. ovatis ferratis, corijmbis compoſitis. Roi Lugdb 248 .;
eenigen zich niet volmaakt genoeg met elkander , om de Trachelium azureum umbelliferum. Pon . Bald ; Cervaria
Traanen uezelfde vrijheid te geeven , van in de Neus valerianoides cerulea. Bauh . Pin. 95.; ( Trachelium .
door te gaan , als zij natuurlijk mocten doen ; uit dit on. LINN. Spec. Plant.
gemak , nu , ontſtaat een onaangenaam toeval , 't geene 2. Trachelium met violetkoleurde Bloemen , die in
men moer tragten te vermijden , en , ten dien einde ge. Kroontjes groeijen , met geſcheurde Bladen ; Trachelium
bruik maaken van de manier , welke ik tot eene eenvou. uarbelliferum . violaceuin , foliis laciniatis. Tourn. Inſt,
dige Traanfistel voorgeſchreeven beb ; te weecen , na R. Herb.; Trachelium ininus gramineum creruleo viola.
het vernielen van de Caries op de voorheen verklaarde ceum . Barr.; Trachelium , tragopagifoliomontar uin . Col.
wijze , moet men een kleine opening maaken in de Zak, Phijt. 2. p.25.; Campanula alpina , tragopagi folio . Bauh.
tusſchen den Oogbol en de Conjunctiva , op de plaats der Pin. 94.; ( Campanula foliis lineari.fubulatis , capitulo ter.
zamenvoeging van de oogleden , en brengen door die minali Linn, Spec. Plant.) 1

opening een klein looden ofzilveren pijpje , dat geſchikt 3. Haairig Trachelium , met Bloemen die in trosſen
en geproportioneerd is naar het kanaal, zo dat het tot groeijen uit de vleugels der Bladen ; Trachelium villo.
pijpje kan men er ver- fum , floribus
in de Neus door kan gaan. Ditjaar confertim ex foliorum alis nafcentibus. Tour
ſcheide maanden , ja zelfs een lang , in laaten , en NEF. Inſt. R. Herb.
haalen het naderhand door de Neus weer uit , wanneer 4. Ainerikaansch Trachelium inet Sonchus Blad en zeer
de Zweer tot heeling is gebragt. lange witte of blauwagtige Bloemen ; Tracheliiim ame .
TRAAN -KLIER , in 't latijn Lachrijmalis glandula ricanum Sonchi-folio, flore albo longiſſimo. PLUM ; Tra.
of ook wel Glandula- innominata genoemd , is uit veele chelium americanum minus , flore coeruleo patulo . Dodart,
2
kleine Kliertjes zamengeiteld , en in de Oogholte of Mem. pag . 111 .; Campanula minor americana, foliis rigi.
Schijf , aan derzelver buitenſten hoek gelegen. Zij ſcheid dis flore coeruleo patulo. HERMAN Lugdb. 107 .; (Cam
van het Negaderlijke bloed , dat Vogt af , 't welk men panula caule ramolo , foliis linguiformibus crenulatis mar
Traanen noemt, welk vogt wel altoos voor handen is , gine cartilagineo. Linn. Spec. Plant.)
ten einde de Oogleden zich te beter en zonder finert 5. Klein Afrikaansch Trachelium met violet koleurde
over 't Oogwit beweegen mogten ; waarom ook een Oog Bloemen , die ijl aan de Steelen groeijen : Trachelium
van traanen ontbloot, ſinertelijk en ontſteek en is ; maar minus africanun ,floribus violaceis per caulem ſparſis. TOUR
welke trzanen men ook inzonderheid bij heftige Ge. Ner. Inſt. R. Herb.
moedsbeweegingen , vooral bij treurigheid , ziet vloei. 6. Trachelium der Rotſen , met Bloemen , die in Kop.
jen . jes groeijen ; Trachelium petraeum floribus in capitulum
TRAANEN STEEN , in 't lat'in , Lapis lachrijmalis congestis. TOURNEF. Inft. R. Herb.
en in 't hoogduitsch Trenen -Stein genoemt ; is volgens Plaats. De eerſte zoort groeit natuurlijk in de Eilan
den
3700 TRA. TRA.

den van de Archipel , van waar ze eerst gebragt is naar den ſteeke, op dat men niet de nervirecurrentes , of eenig
Italie , en zedert in veele gewesten van Europa ver• aanzienlijk bloedvat van den bovenſten Larijnx treffe;
ſpreid. De tweede zoort , groeic op de Bergen van 2. dat men zorg draage dat er geen bloed in de Luchte
Breſcia , tusſchen de ſpleeten der Roufen, zo dat het pijp geraake ; ten 3. dat men de klierhuid niet treffe ,
zeer moeijelijk valt , om er de wortels uit te krijgen. die tegen de wonde over is, 't geen zeer ligt kan gebeu
.

De derde 200rt vind men in de Levant insgelijks op ren als men te diep ſteekt. In de opening door deeze
de Rotſen groeijende. — De vierde % oort groeit over. (neede veroorzaakt, ſteekt men een kleine zilveren ge
vloedig op Jamaika, en verſcheidene andere plaatſen in vleugelde canulle, die aan beide zijden een gaatje heeft,
de warme gewesten van Amerika , in natte plaatſen aan om dezelve door middel van een band , om den hals en
de kanten van Rivieren . De vijfde zoort, dat een met een pleiſter vast te maaken . In den beginne huud
eenjaarige Plant is , behoort op de Kaap de Goede Hoop men daar een ſpons met warme wijn tegen , op dat de
te huis , van waar ze na Holland is overgebragt, en in lucht in 't eerst niet al te koud in de luchtpijp valle.
de tuinen van zommige Liefhebbers der Kruidkunde be. Als dan kan den Lijder even goed door dit geneezen
pijpje als door
waard word. De zesde zoort groeit in Italien , ins. den mond adem haalen tot dat het toeval zij ;
gelijks als de tweede zoort , tusſchen de kloven der Roi. als wanneer men het pijpje uittrekt en de wond laat toe.
len . heelen , 'twelk met er haast gebeurt.
Kweeking. De drie eerſte soorten worden vermenig. TRACHINUS , zie PIETERMANNEN.
vuldigt door het zaad , 't welk kort na dat het rijp is ge . TRACHINUS LAPIS , is de naam van een Steen
worden moet gezaaid worden , want indien het totin het waar aan zommige Schrijvers veele geneezende kragten
gline
voorjaar buiten den grond word gehouden. groeit het zelo hebben toegeſchreeven ; men verhaalt ons , dat zij
den. Dit zaad moet in potten , met verſche onbemesteſterende was dog ondoorſchijnend ;daar waaren er zwart
aarde gevuld , gezaaid worden , en in eene beſchaduwde agtige, en groene ; en dit is al wat men ervan weet.
ſtandplaats tot in het begin van october gezet worden , TRACHOMA , ook Dafijmma genoemd , is eene raau.
na welken tijd men ze aan meerder Son moet blootſtel. wigheid aan het inwendige deel der Oogleden met pijn
len, wel zorge draagende om ze voor koude winden te vergezeld. De oorzaak hier van moet aan zoutagtige en
beſchermen ; zo dra devorst begint , moet men ze in een zuure deeltjes toegeſchreeven worden , welke zich in het
koude Bak zetten , en geeven haar zo veel vrije lucht bloed en andere lappen vermengen ; deeze verwekken
als eenigzints doenlijk is. De vierde zoort word ing . krieweling en roodheid. Ook vloeit er wel uit de traana
gelijks uit het zaad voortgekweekt, 't welk vroeg in het buiſen eene met ſcherpe deeltjes opgevuld vogt, welke
voorjaar in een maatig warme Broeijbak moet worden de oogleden aantast , en dit gebrek veroorzaakt.
gezaait, en wanneer de Planten zijn opgekuomen , moes TRACHOMATICA, zodanig worden die Geneesmid
cen ze in een andere Bak verplant worden. Door deeze delen genoemt, welke voor het bovengemeld ongemak
behandeling zullen de Planten weelderig tieren en Bloe- dienftig zijn.
men voortbrengen . De vijfde zoort 1laagt bij ons zeer TRACHURUS , zie MAKREELEN 7. IV. en VI.
wel , indien men het zaad kort na dat het rijp is in pot. pag. 1945.
ten zaait , en die dan in het Oranjehuis plaatst, zullen. TRADITIE betekend in 't algemeen een getuigenis't
de als dan de Planten in den volgenden ſomer vroegtij. welk met de waarheid en wezentlijkheid van deeze of
dig opkoomen en bloeijen , en ook rijp zaad voortbren- geene gebeurde zaak overeenkomt.
gen .
C
De zesde zoort moet om wel te cieren even . Men onderſcheid twee zoorten van Traditien ; de
eens behandeld worden , als van de drie eerſte zoorten eenemondeling , en d'ander geſchreeven. De mondelinge
is gezegt. Traditie , is een getuigenis met luider ſtemme van iets ge.
Eigenſchappen . Behalven de geneeskundige kragt die geeven ; getuigenis 't welk ook met luider ſtemme van
zommigen aan dit Kruidgewas toeſchrijven in halsge. de Vaders tot de Kinderen , en van de kinderen tot hun
breeken en keel ontſteekingen , zegt men , dat deeze Nageſlagt word overgegeeven.
Plant gekneust wordende , een melkagtig ſap laat vloei.' De geſchreevene Traditie is een getuigenis , ' t welk
jen , 't welk vergadert wordende, ſchielijk ſtremt, en door de Geſchiedkundige en andere Boeken van eene ge.
een zoort van weij of huij uitlevert, dat een bruinagtige beurde zaak , word gegeeven. Op deeze laatſten kan men
koleur heeft; de geſtremde deelen door uitwaasfeming veiliger betrouwen als wel op de eerſte.
droog geworden , brand door de vlam van een kaarslicht TRAGÆA , zie POEDER .
ontſtooken zijnde , even als bars ot pik. Philofopn. Trans- TRAGANTH -BOOM , zie DRAGANTH.
att . , 224. TRAGEMA , zie CONFECTIO .
TRACHEOTOMIA , dusdanig word die Operatie TRAGIA is de naam van een Planten - geſagt die door
aan de Strot of Luchtpijp genoemt , welke in zwaare Vader PLUMIER in Amerika is ontdekt, en er deeze
ontſteekingen in Cijnanche, of andere gevaarlijke Ab. naam aan gaf ter eere van HIERONIMUS Bock , een ver.
ſesſen geſchied , wanneer men vreest datde Lijder ſtik. maard Kruidkenner , die doorgaans Tragus wierd ge.
ken zal , als dan word de Luchtbuis onder de glandu. noemt.
læ thijroideæ geopent. Zommigen doen deeze operatie Kenmerken . Een trechterswijze Bloem uit een Blad
maar alleen met behulp van de Trocart, en als zij het beſtaande, dat meest in drie verdeelingen is verdeelt ;
ijzer uit de wonde trekken , laaten zij het pijpje te rug. de Bloemen zijn onvrugtbaar, dewijl de vrugtbeginzels
Dog als dan loopt men zomwijlen gevaar , dat men de er ver van afſtaan , wordende naderhand een Vrugemet
plaats tusſchen de kraakbeenen niet wel mogt treffen ; drie Beſiën uit drie Celletjes beſtaande, die elk een bol.
waarom het beter is , de huid alvoorens in de ker . rondagtig zaadje in zich bevatten.
ven , en wel in de langte ; na dat het bloeden ophoud , Zoorten . Daar behooren verſcheidene zoorten onder
opentmen meteen lancet het ligament tusſchen de kraak- dit geſlagt, waar van de twee volgende de voornaam .
beenige ringen , wel toeziende , dat men 1. in 't mid- ſten zijn .
I. Klim
TRA . TRA , 3701

1. Klimmende Tragia met lange Betonie-bladen ; Tra: dat in 't geheel 6 zijden heeft , dog wiens tegens over.
gia Scandens longo Betonicæ folio. PLUM . Nov,Gen .; Ur. malkander ſtaandezijden niet alle paralel nog even groot
sica racemoja fcandens angustifolia fructu tricocco. H. zijn .
Sloan. Jam . 38. Hiſt. 1 .; ( Tragia folfis cordato oblon. TRAPEZIUS MUSCULUS , is de latijnſche naam
gis , caule volubili. Linn. Spec. Plant.) van de groote Spier onder de huid die aan den rug en nek
2. Klimmende Tragia met Brandnetelen -blad ; Tragia legi. Hij ontſtaat dus van alle de wervelen van den hals ,
alia fcandens Urticæ folio. Plum. Nov. Gen. en de meesten van den rug ; in 'i bijzonder van derzel.
Plaats. De eerſte soort groeit op Jamaika en is mede ver doornige uitſteekzels met een breede pees , in de fpi.
door Dr. HOUSTON te Kampeche ontdekt, van waar hij na enz.
het Zaad na -Engeland heeft gezonden. De tweede TRAPEZOIDES is in de Geometrie een figuur die 4
zoort groeit overvloedig in de Savannaas op Jamaika zijden heeft en waar van geen een der zijden paralei de
en in andere warme gewesten van Amerika, alwaar ze eene met d'andere is.
zich draat rondsom alle Planten of Boomen die er om. TRAPGANSEN , is de nederduitſche naam van een
trent groeijen , en zeven of agt voeten hoog word , heb. Vogelen - Geſagt , 't welk in 't grieksch dat van Otis
bende houtige ſtengen. De Bladen zijn gelijk aan die draagt , volgens zommigen van de wijdte hunner Oogen
van de gemeene Nerelen , en de geheele Plant is bedekt af komſtig. In 't latijn noemt men hem Avis tarda
met brandende Doornen , geliik die van de Netelen , 't bistarda , als zijnde , wegens de zwaarlijvigheid , zeer
welk ze zeer onaangenaain maakt om te behandelen. traag van vlugt; in 't italiaansch , Starda; in't engelsch ,
Kweeking. Dewijl deeze Planten nog derzelver Bloe. Buſtard of Biſtard; in 't ſchots , Guſtard ; in't fransch ,
men weinig fraais hebben , worden ze zeldzaam in dit Outarde, Ofiarde of Otarde; en in 't hoogduitsch , Trap.
land bewaard, behalven in eenige zeer weinige Kruido pe.
tuinen om de verſcheidenheid van Gewasſen . Zij wor . Volgens de Heer LINNÆOS zijn de kenmerken ; een
den vermenigvuldigd door zaad, dat vroeg in 't voorjaar Bek waar van de bovenkaak gewulfd is; de Tong in
in een Broeibak moet gezaait , en naderhand in potten tweën geſpleeten ; de Pooten drievingerig zonder agter
verplant , in een Broeibak met run gezet worden. vinger ,
TRAGIUM , zie ST. JANS-KRUID , n. 7. D. 1260 , Het Getal der Zoorten is bij de Heer Brisson drie ,
TRAGOPOGON , zie SALSIFIE. welke LINNEUS ook alle heeft , en die er nog eene vier.
TRALIESWIJZE HARDE HUID , zie RETICU. de bijvoegt uit Afrika afkomſtig.
LARE CORPUS. 1. Gewoone Traogans; Tarda. Aldrov. Orn . l. 13. C. 12 ;
TRANSACTIE; dit onduitſche woord betekend, een ( Ovis jugulo utrimque criſtato. Linn. Sijft. Nat .) Men
Verdrag of Overeenkomst tusſchen twee of meer Per . zou deezen , zegt de Heer HOUTTUIJN , de groote Trap
ſoonen gemaakt, om door dat middel een Proces voorte- gans moogen noemen , om dat hij de grootste is van dit
koomen ofuit den weg te ruimen . Geſagt. Hij woont in de Velden van Poolen en van de
De onzekerheid van de uitkomst , en de begeerte om ooſterſche Landen , zegt LINNÆUS , van waar hij door
gereezene geſchillen te vereffenen , zijn gemeenlijk de de Nederlanden en Engeland verhuist. Ook word van
beweegredenen tot het maaken van Tranſažien. de Engelſchen verzekert, dat deeze Vogelen in de mid
Die zelfde beweegredenen veroorzaaken ook , dat delfte deelen van Engeland gemeen zijn . In onze Provin
men gemeenlijk aan weerskanten van eenige eiſchen af. ciën ontmoet men hun zeer zelden, niettegenſtaande er,
ſtand doet , dewijl het anderzints geen Tranſa & ie meer in het Hollandſche Plakkaat op de Houtvesterij en Jagt,
maar een verdrag zoude zijn , waarbij inen vrijwillig van onder het vliegend Wild ofEdel-Gevogelte ; datniemand ,
een regt afzag datmen meent te bezitten ; Tranfa & io au- die niet tot de Jagt geregtigd is , vangen , ſchieten of
tem nullo daro , vel retento, aut premiſlo minime procedit. dooden mag , uitdrukkelijk inelding van word gemaakte
L. 38. Cod . de Tranſac . In Italie komen deeze Vogels ook niet veel voor, dog
De Tranſa &tien hoe voordeelig die ook zijn , ſtreke in Vrankrijk ſchijnen zij gemeener te zijn op zekere tij
ken zich niet uit tot zodanige zaaken , welke er niet in den des jaars. Zie hier wat de Heer NAVIER , Genees.
uitgedrukt ftaan . kundige te Chalons op de Marne , en Korrespondent
Ook kan men aan geen partijen de Tranſaktie voorwer van de Koninglijke Akademie der Wetenſchappen van
pen die met een ander is geſooten , dewijl een ieder Parijs , dien aangaande zegge. Suite dela Mat.Medicale
meester van zijn regt is. de Mr. GeoFFROY , Paris 1750 , tom. HI. p . 373 .
Een Aite van Tranſaktie opſtellende, kan men niet te » De Trapganſen bewoonen dit Land ( omſtreeks Cha.
naauwkeurig en te omzigtig zijn , het geſootene accoord „ lons) bij ſomer en winter. Des winters zijn deeze
zo duidelijk en klaar ter neer te ſtellen als eenigzints Vogelen , bij groote troepen , in onze vlakten ver.
doenlijk is, dewijl daar duisterheden in gevonden wor s ſpreid. Als zij zich op 't land bevinden , is er altoos
dende , er dikwerf een Proces uit gebooren word , ſchoon » ten minſten een van de troep , een weinig van de an
het was geſlooten om zulks te vermijden. deren , af , die de wagt houdmet een opgeſtoken Kop ,
TRANSLATEEREN , zie OVERZETTEN. om kennis te geeven , wanneer hij een Mensch ver
TRANSPIRATIO , zie DOORWAASSEMING. » neemt , en , dewijl zij veel moeite hebben om zich op
TRANSPORTEUR , zie HOEKMETER. 99 te beuren , moerende, ten dien einde, klapwiekende
TRANSPOSITIO , zie METATHESIS. een goed end wegs loopen , zo ſtellen zij zich daar toe
TRAPEZIUM . In de Geometrie noemt men dus. in tijds ſchrap. Men vangtze met een hoek , maaken
danig een figuur welke 4 zijden heeft , dog in het welk de daar aan appelen of vleesch vast ; of ſchietze met
de tegen elkander overſtaande ziiden , niet alle paralel den ſnaphaan , verbergende zich , ten dien einde , ago
nog even lang zijn. In de Ontleedkunde verſtaat men ter eenige hoogte of bosſchagie, of in een wagen,
door Trapezium het zesde been des Handwortels. met hooij of ſtrooi gedekt , ziitende. Met goede
TRAPEZIUM SOLIDUM is een zodanig lighaam , Windhonden kan menze ook zomtijds vangen , die
VI Deel . Xxx dee
370 ) TRA . TRA .

deeze Vogelen dikwils betrappen , voor datzij zich van fen , waar van wijhier het hoofdzaakelijke kortelijk laa.
den grond hebben opgeheven , of terwijl zij er nog ten volgen . Het Oorgat, 't welke , zo men wil, den
maar weinig af zijn. naam gegeven heeft aan deezen Vogel , had niet bui.
In de Comer paaren deeze Vogelen , hebbendemaar tengewoons; in zommigen was het met een weinig lan.
„ een Mannetje , Rond genoemd, voor een Wijfie , en ger Veeren ; dog de Vogel had , op vernaa , zulke lan
22bij aldien er een te kort komt , dan vegten zij zo lang , ge Ooren niet, als het Juffertje van Numidie ,dat, zo zij
tot dat de zwakſte op de plaats dood blijve. Van tijd gilen, voor den waaren Olus der Ouden te bouden zij.
tot tijd worden er zodanige Nagtoffers der minnenijd De Lever was zeer groot en had een aanmerkelijke Gal.
op 'i veld gevonden. Zij maaken hun Nest op de blaas , welker Buis, die in zommigen korter in anderen
braak leggende landen , en vergenoegen zich , met langer was , naar dat zij uit den bodem ofhalsvan de Gal.
.
» ; een klein kuiltje in den grond te graaven , leggende blaas kwam , in eenigen ( wee duim hooger in den nug .
daar in niet boven de twee eijeren, Somtijds doen zij teren Darm uitliep , dan de Leverbuis , in anderen op
er een weinig Itoppelen of oud ſtroo in. Zij leggen middelijk daar boven , gelijk gemeen is aan de meeste
>) maar eenmaal 's jaars. De eijeren zijn van grootte als Vogelen .
die der Zwaanen ; wit met eenige roode vlakken aan ARISTOteles , zeggen zij, merkt aan , dat de Trap
bet dikſte end. Het leggen geſchiedt op 't end van gans geen Krop beeft. In onze Onderwerpen was de
s meij of junij ; de broedtiid duurt omtrent vijf wee . Zweigpijp overal naauw , verwijdende zich alleenlijk ,
%) ken ; nagenoeg als die der Kalkoenen . De Jongen en een weinig dikker van wanden wordende , effen voor
loopen ,zo dra zij uitgekomen zijn , even als de Hoen- haare zamenvoeging met de Maag , ter langte van omtrent
der -Pullen. twee duimen. Op die plaats waren een menigte Klie.
De Trapganſen verzamelen zich in de maand okto. ren , als de holletjes der honingraaten , tusſchen de ver
ber, en leeven troepswiize tot aan de maand april. dubbeling der vliezen van de Zwelgpijp geplaatst, wel.
Hun voedzel beſtaat in Kikvorſchen , Muizen of Molo ker Loosbuisje zeer zigtbaar was. Men zagze door het
len , kleine Vogeltjes en veelerlei Inſekten. Zij hou binnenſte vlies heen , en gedrukt zijnde gaven zij vogt
den veel van vleesch ; dog ' swinters, niettemin , ee. uit in de keel ; zijnde die geheele toeſtel veel duidelijker
ten zij wortelen , koolsbladen , en dergelijke ſpijze. dan in de meeste Vogelen. De Heer EDWARDS merkt op ,
Hun leven duurt omtrent vijftien jaaren. Zij hebben dat voor aan de Keel der Trapganzen een zak of blaas
„ geen gewoon geluid , uitgenomen iets, ' geene zweemt ontdekt zij , die haaren mond ofingang bij de Tong heeft
. naar dat van den Raave. Hun vleesch is tweederleij , en welke ſchijnt te dienen om eenen voorraad van water
is nagenoeg als dat der Kalkoenen ; het eene , naamelijk voor deeze Beesten te bewaaren . Die Zak hield wel ze
wit: het andere een weinig bruin en korter van ve . ven wijn -pintjes ieder van een pond ; dog in het Wijfje
zeldraaden , 't welk men aan de Dijën en aan 't ge. vond men zulk een zak niet. Av. p. 73. De Maag ver
9) beente vind , zijnde het lekkerſte . Ook verſchillen toonde zich , in de eerſte opſlag , als die der Hoende.
, zij in ſmaak zeer weinig , gelijk alle de geenen , die ren ; dog , geopend zijnde , bevond men dat haare hard
er van gegeeten hebben , toeſtemmen . Wij maaken heid alleenlijk uit die van het binnenſte Vlies ſproot,
er niet meer werks van , dan van een Kalkoen , uit, zijnde het vleezig gedeelte zeer dun. Het binnenſte
n's genomen , als er een pastcij van is bereid”. vlies , naamelijk , was niet alleen dik en hard , maar op
In andere deelen van Vrankrijk zijn die Vogelen niet verſcheide wijzen geplooid , gefronfeld en gedraaid, geel.
minder gemeen. Een ingezeten van Poitou verhaalde, agtig van koleur , en in zijn zamenhang niet vereenigd
dat op zekere winterſchen dag, wanneerhet Land geheel met het binnenſte dunne witte vlies van de Krop, daar
met ſneeuw en rijp bedekt was , een zijner Huisgenoo . het als tegen aan gevoegd was. De Maag vond men ,
ten des morgens wel dertig half bevroozen Trapganſen in cenigen deezer Vogeien , gevuld met 'Iteentjes, en
vond, welken hij in huis bragt; meenende dat het Kal- met penningjes, die er, in een, ten getale van negentig
koenen waren , die men , bij verzuim , 's nagts buiten waren, zijnde, door de wrijving , grootelijks afgelee.
had laaten blijven. Dit is incer dan eenmaal gebeurd . ten , dog zonder eenig teken van verbeten te zijn door
Klein merkt aan , dat de Trapganjen , die men in eenig ſcherp vogt.
Poolen heeft, eenigermaate van de Engelſchen en Fran . 't Geene Athene'us van de herkaauwing der Trapgan .
ſchen verſchillen. De afbeelding, echter, van Frisch , ſen zegt , is onwaarſchijnlijk om dat zij daar toe geen
drukt volmaakt derzelver geſtalte uit. Zij doen , in de bekwaamen tocſtel hebben. Nog ruim zo ongerijmd be:
herfst en winter , aan de aardvrugten veel ſchade. Tot vond men 't zeggen van ARISTOTeles , dat deeze Vogel
het broeden , merkt bij aan , kiest het Wijfje een plaats minder bijhangzels heeft aan 't uiterſte end der Darmen,
uit , alwaar zijden Kop boven 't koorn kan uitſteeken, dan gewoonlijk. ' Gedarmte was vier Voeten lang ,
terwijl zij op de eijeren zit ; gemeenlijk een Haver.Ak zonder de twee blinde Darmen re tellen , waar van de
ker; en , onraad verneemende, draagt zij de eijeren , regter een voet, de Ninker elf duim langte had ; 't welk
onder haare Wieken , naar elders. Zij hebben in 't ge. niet veel is voor een Dier dat gras eet. De twee blin.
heel geen ſchrik voor Paarden , maar voor Honden zijn de Darmen kwamen , als gewoonlijk , uit de plaats voort,
zij ten uiterste bevreesd. De Visſchers zoeken bet daar het Colon zich aan het Ileum voegt , op zeven dui
dons van deezen Vogel , zegt men , oin den Visch te men afſtands van het Fondament. Zij ſtrekten niet van
Jokken ; alzo heizelve , op 't water geworpen , alsMug. boven naar beneden , gelijk ARANTIus zegt ; maar van
gen of Vliegen zich vertoont , door zijne beweeging en beneden opwaards, even als in de andere Vogelen.Bij.
gedaante. Ook kan men de pennen , om te ſchrijven ge- na een duim van den Aars af maakte de Endeldarm een
bruiken , even als die der Ganſen en Zwaanen . beurs , van grootte als een eij , waar in de Pisleiders
De FranſcheAkademisten geeven in de Mem . pourſer- uitliepen . Omtrent het midden van deholligheid vond
vien a l'Hift. Naturelle
des Animaux Tom . III. p. 11.p. men een klein gaatje , 't welk toegang gafnaar een zak ,
210. de ontleedkundige beſchrijving van zes Trapgan. die als een derde blinde Darm was , welken men gemeen.
lijk
TRA : TRA . TRL . 3703

lijk de Beurs van Fabricius noemt, naar den naam van kende Vogelen van den Heer Profesſor JOHANNES BUR
den Autheur, dieze eerst beſchreeven heeft. Deezen MANNUS, in Afrika buivest, heeft de Heer BRISSON
derden blinden Darm heeft de Trapgans meer dan andere geene beſchrijving nog afbeelding..
Vogelen. De Bek en Pooten van het Mannetje zijn geel; de top
Gedagte Akademisten merkten als iets bijzonders aan , van 't Hoofd aschgraauw ; de buitenſte rand der Wieken
dat onder hunne zes Onderwerpen geen een Wijfje waa. wit. Het Wijfje is geheel ascbgraauw , uitgenomen de
re . Dat zommige Ouden , waar onder BELLONIUS, den Buik en Dijën , die zwart zijn. 1

Trapgansvoorde grootſten houden na den Vogel-Struis ,


is , waarſchijnlijk , uit een misvatting van PESNIUS Woor- Om Trapganſen door middel van een Net
den geſprooten . Wij weeten , naamelijk , dat de Gieren te yangen .
en Kaſuaris veel grooter zijn dan deeze Vogel , die de : De toeſtel van dit Net kan men op Plaat LX de bered .
grootte , ongevaar , heeft van een Kalkoen . De koleur fig. zien. Dic Net op die wijze geſpannen zijnde op zo.
is van boven zwartagtig , met vaal en rosagtig overdwars danige plaats , daar men weet dat zich Trapganſen onto
geſtreept; van onderen wit , met een zeer flaauw meng- houden; zoekt de Jager te Paard zittende , deeze Vogel
zel van vaal ; de Slagpennen met zwarte banden over. op ; wanneer hij er een of ineer gewaar word , duikt hij
dwars , naar de tippen toe, getekend . Het Mannetje voor over en gaat op de bals van het Paard leggen ; de
heeft den Kop , Keel en Hals , aschgraauw , gelijk de Vogels zien zo dra het Paard niet , of zij loopen er met
Pooten zijn ; dog den Bek bruin -grijs, en de Oogkringen uitgeſpreide Wieken na toe ; als dan moet de jaager regt
ſierlijk oranjekoleur .Het Wijfje verſchilt van 't Man- op het Net toe aanrijden , wel toeziende of de Trapgan
netje , doordien het veel kleiner is , en aan de zijden van Sen hem volgen , indien dit gebeurt zo zet hij het Paard
de Onderkaak geen baard heeft van lange veeren . Daar. wat aan en rijd door de plaats F. van het Net , dat met
enboven zijn deszelfs Keel en Wangen bruin ; het bo. voordagt is open gelaaten en zich als dan moet ſluiten .
venite van den Hals en Kop even als de Rug , die op ver Voorts moet bij ſchielijk langs het Net rijden , en koo
naa niet zo levendig gekoleurd is als in 't Mannetje ; de men op de plaats D. agter de Vogels , die hij dan met zijn
Hals van onderen aschgraauw ; de randen der Wieken bijhebbend gezelſchap in de Netten jaagt, en voorts met
zwart . ſtokken doodNaat .
II. Arabiſche Trapgans; Tarda arabica; (Otis auribus
ere &to criſtatis. LINN. Sijft. Nat.)
Deeze Vogel voert Gebruik en Eigenſchappen van de Trapgangen
te Mocha , in gelukkig Arabie , den naam van Lohong . Men houd deeze Vogels op veele plaatzen voor een
Het kenmerk der Ooren , die aanleiding tot den griek groote lekkernije , inzonderheid jong zijnde , wanneer
ſchen naam Otis ſchijnen gegeeven te hebben , vind men zij in volkrijke Steden , zelden bij'c Gemeen maar alleen
zeer duidelijk in deezen Kuif.Oor Trappe , gelijk zommi. voorde tafels der Aanzienlijken dienen. Intusſchen verº
gen hem willen getijteld hebben. ſchaft hun vleesch , een voedzel dat zwaar om te ver
De grootte is omtrent als die van den onzen , maar duuwen is , en derhalven voor geen zwakke Maagen
hij heeft de Beenen en Bek langer , den Hals veel dun- dient.
per. De koleur is var boven rosagtig met zwarte dwars . De Drek word bij zommigen als een zeer dienſtig mid.
Itreepen , van onderen wit ; de Kuif en een band boven del tegens de krauwagie of drooge (churft geroemt. Hec
de Oogen zwart ; de Keel en 't onderſte van den Hals Vet dat volkoomen met dat derGanſen en Eenden over
aschgraauw , met bruine dwarsſtreepen ; de Staartpennen eenkomt, is tot veelerleij oogmerken dienstig , en in de
even als in onze Trapganſen ; de Bek bleek hoornkoleur ; aambeijen zeer verzagtende.
de Oogkringen en Pooten bruin. Men vind hem in de TRAS , zie CEMENT.
Oosterſche Landen . TRATOTIS , zie LISPING.
III. Kleine Trapgans; Tetrax ; ( Otis capite juguloque TRAWANTEN , zie SATELLITEN.
lævi. Linn . Sijſt.Nat.) Deeze , die in 't fransch gemeen . TREBELLIANIQUE PORTIE , is een uitdrukking
lijk Canne Petiére genoemd word, voert, bij zommige in regien ,welke betekent , de vierde portie der goede
Autheuren, den naam van AnasCampeſtrisof Veld .Eend , ren , die de met fideicommis bezwaarde Erfgenaam voor
of ook van Stella avis en Tetrax. De Italiaanen noemen zich vrij en onbezwaart mag behouden , uit de goederen
hem Faſanella , de Barbaaren Rhaad of Saf.Saf, de En. van den Teſtateur.
gelſchen little Buſtard, en wij kleine Trapgans. Deeze benaaming heeft zijn oorſprong van het Sena
Deeze Vogels worden meest in Vrankrijk gevonden , tus conſultum Trebellianum , welke dit regt aan de gein.
alwaar zij zich , even als de grooten , met kruid en zaad ſtitueerde en met fideicommis bezwaarde Erfgenaamen
geneeren. Zij zijn ongevaar van grootte als een Faiſant verleende , om denzelven tot aanvaarding der erffenis
of Endvogel. Hunne koleur beſtaat, van boven uit eene , aantemoedigen ; zo dat de Erfgenaam dat vierdedeel on.
:)
ſierlijke mengeling van zwart , vaal rosagtig en wit ; de bezwaard van den boedel of van dat deel des boedels
Staartpennen met zwarte dwarsſtreepen. Het Mannetje waar in bij Erfgenaam is geſteld , de waarde gerekent
>
heeft den Hals zwart, metdeseen als die was ten ſterfdaage , mag genieten.
witte band omgeeven. In zoDe
het Wijfje zijn de zijden Lighaams met zwarte dwars, aftrek der Trebellianique portie heeft maar alleen
ſtreepen , gelijk ook de Borst , welker grondkoleur rosag . plaats ten aanzien van den eerſten Erfgenaam , en ſtrekt
tig wit is . De Slagpennen en bovenſte dek -Vederen zich niet verder uit , ten waare dat de eerſte Erfgenaam
der Vlerken , die in 't Mannetje wit zijn ; zijn in ’ t Wijf. gen gebruik van dit regt had gemaakt; in dat geval kan
je , op een witten grond , overdwars met zwart ge. een tweede, derde en verdere Erfgenaam over de hand ,
ſtreept. zulks nog altijd doen.
IV . Ethiopiſche Trapgans ; Tarda ethiopica ; ( Otis ni- Den aftrek der Trebellianique portie kan ook bij tefta .
gra , dorſo cinereo , auribus albis. Linn .Sijſt. Nat.) Van ment worden verbooden ; zelfs aan kinderen in de eerſte
decze Trapgans, die , volgens de Verzameling der gete- graad ofdie in plaats van hunne Ouders treden , inits dat als
XXX 2 dan
3704 TRE . TRE.
dan de Kinderen alvoorens in de legitimeoportie zijn ge. ' voeten hebben , alles binnenwerk, voorts met 7 Glasras
inftitueert en in 't overige met fideicommis bezwaart; om men in de langte geſlooten zijn. De Stook -Oven moet
dat de kinderen niet meer als de Legitime bebben te eis van binnen in de Bak zijn , en daar in door een Stook
fchen , dog wanner alle de goederen en daar onder de gat , wiens opening van buiten is geplaatst , en met een
Legitime- portie, met een generaal fideicommis zijn be. deur kan gedooten worden , worden geſtookt. Deeze
zwaart , dan kunnen zij de legitime en trebellianique Stook - Oven moet van een muur van anderhalf a twee
portien beide trekken , 't welk te zaamen de helft der na goede klinkertofteenen vorder opgemetzelt , en binnen
Jaatenſchap uitmaakt. werk diep zijn derdehalf voeten , breed 22 voeten. Van
Aan een Legataris koomt de aftrek van die portie niet bovenen word die met een ſterke gegootene ijzeren-plaat
toe ,om dat die bij de wet aan de Erfgenaam alleen , zon- gedeke , die ler degen in kalk met kleij gemenge moet
der van iemand anders te melden word toegeweezen . gelegt zijn, en voorts met zand overdekt. Van deeze
Van de Trebeliianique-portie vind men melding gemaakt. Oven af gaat een Riool rondom binnen de Bak onder
· Inſt. tit. de Fideicomm hæredit. Cod. ad Senat. Conſult. de Vioer langs, zo als de grondtekening.Plaat O. fig. '
Trebell.;. zie ook H. De Groot Inleiding tot de Holl. 1 aantoont,welke de Bak verwarmt, en waardoorde rook
Rechtsgel.Il Boek 2e d. 11. 19. U. Huber Hedend. Rechtso gedreeven zijnde, uit een boven het Stookgat opehaald
gel. verm . door Z. Huber H Boek 19e Cap. l.85. enz. zijnde Schoorſteen vliegt. Dit Riool moet 16 duimen .
TRECHTER ; Tregter; Infundibulum ; in een zeer hoog en 14 breed zijn , en van boven met breede, ſter.
1
bekendwerktuig , uit koper, tin , blik , ook enkel van ke vloerſteenen of wel met ijzere Plaaten overdekt wor.
glas vervaardige, dienende om door derzelvermiddel op den ; moetende zodanig diep in den grond aangelegt zijn,
een gemakkelijke wijze Vogten in Vaten en Viesſen te dat deeze dekſteenen of ijzere-plaaten onder de vloer der
gieten . 1
Kas koomen. Dog wil men het Riool aan de eede zijd .
In de Ontleedkunde betekend het de middelſte hollig . kane der Kas., tegen over de Oven wat ſchuins laaten
heid in de Nieren , alwaar de Pisleiders beginnen , its. oprijzen , invoegen da: het Riool langs de agtermuurder
Kas hooger en boven de vloer koomt, zo zal ' zulks de
gelijks ook de langagtige en -nederklimmende holligheid rooktrekking
in ' Bekkeneel." niet alleen veel bevorderen maar ook
TRECHTER -KOEKJE , zie GEBAK, pag. 801. aan de Kas ineerder warmte bijzetten ; dog de ruimte
TRĘEFT , is de naam van een Keukengereedſchap , zal bier eenigzints door verkleint worden , hoewel zulks
doorgaans van ijzer, enkel van koper vervaardigt, be. van weinig , belang is , en niet ſchaad , dewijl men zel
Itaande uit een rand met drie pooten , drie pennen en een den als nooit 20.digt na agteren , in deeze Kas Gewas
handvat, welke dient om over het vuur gezet zijnde , ſen plaatst.
cen pot of ketel op te plaarzen. Bij Landlieden en nog De gedaaante en toeſtel van het hout- en ander bui.
enkel in de Steden , vind men Treeften zonder pooten, tenwerk duidelijk uit de figuur kunnende gezien en op.
waar aan een langen arm die aan een bout in de muur is gemaakt worden , is het onnodig om daar over uittewei.
vast geklonken , en na believen kan draaijen en op en den ; alleen dient aangemerkt, dat het cen hoogſten dien
neder geſchooven worden , draagende om deeze eerſte ſtig en nodig is , dat de Trekkas van agteren langs de
hoedanigheid , de naam van Dragitreeft. ” De meeste geheele agtermuur van een Loots voorzien zij , die 6 : a
Vrouwtjes, inzonderheid in Noordholland en Vriesland 8 ofmeer voe: en breedte heeft, zo als in figuur 2. van
zijn nauwkeurig gezet, om deeze Draai-treeften altoos Plaat O kan gezien worden ; dienende niet alleen , om
zuiver en blinkende te hebben , en worden derhalven da- bij nat weer droog te kunnen ſtooken , den Oven van bo
gelijks benevens de leggende en ſtaande plaaten , even ven droog te houden, en de winden daar van aftekeeren ,
glad als gepolijst zilver geſchuurt , 'twelk tot geen ge- maar inzonderheid ook , om de deur der Kas voorindrang
ringe bezigheid voor de Dienstmeisjes verſtrekt. van koude bij het uit en ingaan als anderzints te dekken;
Hoe veelvuldig de Draaij- en andere Treeften ook in kunnende dit Lootsje verder dienen om veelerleij din
gebruik zijn , kunnen wij niet voorbij, onze Lezers te gen , bij voorbeeld tuin en andere gereedſchappen,
waarſchouwen dat het een allergevaarlijkst huisraad is , brandſtoffen , enz. daar in te bewaaren. Zo er geen
inzondeid daar- Kinderen zijn ; een pot of kecel er niet Loots den geheelen Bak langs gemaakt word , moet er
wel vast op geplaatstzijnde, kan de minſte ſtoot veroor. ten minſten om voorgemelde redenen , een kleine over
zaaken dat dezelve omvalt , en deerlijk die geenen brand de ingang na de Kas toe, vervaardigt worden.
welke om den haard zitten. De helling der Glaſen voor deeze Kas , word door.
TREKKAS OOK STOOKKAS, en Vuur-Kasgenoemt , gaans met een hoek van 45 graaden met de loot-linie
dienen hoofdzaakelijk , of tot bewaaring van tedere bui. gemaakt, dog ook wel iets minder, dewijl dit geen vaſte
tenlandſche Planten , of tot vervroeging en rijpwording bepaaling heeft, vermits de Son in de verſchillige tijden
van deeze en geene Bloemgewasſen en Vrugten ; en vol. hooger of laager boven den horiſont rijst.
gens die verfchillige inzigten , wordenze ook op eenig. Om de Kas op zijn tijd behoorlijk ce kunnen luchten ,
zints verſchillende wijzen gebouwt. moeten alle de Glasraamen met ſterke ijzeren banden in
Om onze Lezers een denkbeeld van een gewoonlijk haaken die in de ſtijlen der Kas waar op de Glaſen ruse
in 't gebruik zijnde Trekkas te geeven , die zeer dienſtig ten , genaagen zijn , beweeglijk weezen , om deurswijze
is tot overwintering van vreemde Gewasſen welke niet te kunnen worden open gedraait ; en om dezelve geopent
alleen geen vorst kunnen verdraagen , maar altoos ge. zijnde, vast te maaken , moet er in ieder Glasraam een
noegzaam een Somer- Climaat vereiſchen, wijzen wijde. pen worden geſaagen , welke in een ijzeren , met ver
zelven na Plaat 0 , alwaar fig . I de Plattegrond verbeeld ; ſcheiden gaaten voorzien zijnde platagtige roede die aan
fig. 2. van dezelfde Plaai 'c Profil of doorſneed, en fig, de ſtijlen der Bak waar op de Glaſen rusten beweeglijk
i van Plaat P : den Opſtal. Om een goede ſchik aan deeo is vast gemaakt , geſtooken word.
ze Trekkas te geeven , moet dezelve 20 a 25 voeten lang Ook is het zeer dienſtig dat er omtrent 'tmidden van:
zijn , de breedte van 9 voeten , en de hoogte van 10 jeder Raamt , van een der Ruiten door middel van
ees
Plaat 0 . Pag . 3704 ,

VAN een Trekkas .

Plattegrond

2 .
Fig

van twee
Doorsneede of Profyles
Trekkasjen.

2 . 3 .
Frig . Fig .
1
!
Plaat P. Pag . 3705 .

Van de eerste Tekkas.

Opstelling
1.
Fig.1

Gercelling ane de cone Trekkan

2 .
Fig.2
1
1
1
)
.
1
1
TRE . TRE. 4705
een Raamtje van vertind ijzerblik een deurtje gemaakt zij dig heeft ; en hier van is deeze reden , om dat de Ge.
dat na goedvinden geopend en geſlooten kan worden , wasſen in deeze Kasgeplaatst , meerder genot en aandoe .
om hier door wanneer men ter oorzaake van te ſtrenge ning van regiſtreekſche vrije lucht en perpendiculaar neer:
koude of betrokken lucht de groote Glasraamen niet kan vallende ſtraalen der Son genieten, 't welk hunne voor.
openen , verſche lucht in de Kas kan doen kooinen . ciering en weeldrige groeij merkelijk bevordert. Omge.
Dewijl als de Kas wat hoog is , de glaſen als dan door melde redenen , zo is dit zoort dienſtig tot vervroeging
bunne zwaarte met tertijd zeer ligt naar beneeden zak- van veelerleij Vrugt- en Bloemgewasſen , het zij die in
ken , maakt men doorgaans twee rijen Glasraamen bo. Potten of wel in Bakken geplant ſtaan , als met naame,
ven malkanderwaar van die in de bovenſte rijwat korter Druiven , Perſiken, Abrikooſen , Pruimen , Kersſen,
kunnen zijn , al in de benedenſte. Zie Plaat P. fig . I. Hiacinthen , Tacetten enz.; wordende dezelve tot dien
Gelijk reeds is gezegt, moet de langte van deeze Trek : ende niet al te groot en , maar van vier of vijf glaſen in
kas om met een Oven te ſtooken , niet boven de 20 a de reij , ook niet al te breed en hoog gemaakt , om des
25. voeten zijn ; is men dezelve langer benoodigi , 20 te beter door de aangebragte warmte , van het vuur te
moeten er twee Ovensin geplaatst worden , namelijk aan kunnen worden beſtierd : Ook verſchaft deeze Kas indien
ieder zijde der Kas een. ze niet al te klein is , het bijzondere voordeel , dat men
De dekking deezer Kasſen des nagts , geſchied of met gemakkelijker naast de glaſen bij de Gewasſen kan heen
Riet . Matten , eveneens als de ordinaris Broeibakken , die gaan , om er het noodige werk bij te verrigten , laatende
bekwaam breed moeten zijn ; of wel , met dunne hou- men tot dien einde een fajal pad tusſchen de Glaſen en
ten Laaden , die ter deegen over de glaſen en digt aan de Gewasſen ; dog in kleine Kasſen kan dit niet geſchie.
malkander moeten Naiten ; en om te beletten dat deeze den . Voorts dient aangemerkt, dat deeze Kas wel ter
Laaden niet opligten en afſcheuren ', waar door veel deegen digt moet Nuiten; om reden , dat de bovenſte reij
fchaade en ongemak zoude veroorzaaktworden , zo wor- glaſen zeer vlak leggende, en de Kas weinig zoldering
deo dezelve door middel van een lange ſtevige lat vast hebbende , daar door de koude er van boven meer aan
gemaakt , die langs de Bak daar over heen, en in twee doening op heeft als op eenige andere. De dekking des
of meer in de Raam der Bak , waar op de Glaren rus. nagts en bij geſtrenge koude , geſchied eveneens, als ten
ten , ingeſlaagene ijzere haaken gelegt word . Ook kun . aanzien van de voorige is beſchreevon .
nen de Laaden zeer gemakkelijk vastgemaakt worden ,
doorbehulp van ijzere werwels , die in de ſtijlen der Kas Om een Sonne-Kas toeteſtellen.
zijn ingeflaagen , en welke , wanneer de Laaden over de Sonne-kasſen zijn de zodanigen , waar in niet word ge .
Glaſen worden gelegt, daar over draaijen . ſtookt, maar die men enkel door middel van het vangen
Als men geen kosten behoeft te ontzien , zo kunnen en bewaaren der Sonneſtaalen binnen de Kas vergadert,
de Liaden aan ijzere Banden vast en beweeglijk gemaakt tragt te verwarmen . Daar word meest alleen maar gee
worden , zodanig , dat zij met touwen die over katrollen bruik van gemaakt, om deeze en geene Vrugten die aan
Joopen , kunnen opgehaalt en nedergelaaten worden ; muuren en ſtekkagien geplant ſtaan ,tevervroegen , voor
waar bij men nog dit voordeel heeft, dat de Laaden op . namelijk Kersſen , Perſiken en Druiven ; of ook zodani .
gehaalt zijnde, voor Sonneſchermen kunnen verſtrek. ge Vrugten , die bij ons anders in de opene lucht niet be.
ken , waar op de Sonneſtraalen terugkaatzen , en dus de hoorlijk rijpworden , tot volkoome rijpheid te brengen ;
warmte van de Ras grootelijks vernieerderen ; kunnende wordende deeze Kasſen er tot dien einde voorgezet en
die Laaden daarenboven min of meer ſchuins , na maate met Glasraamen geſooten . Men maakt ze doorgaans vant
de Son hooger of laager boven de kimmen is , gezet wor- ſterke greenen of vuurenhouten planken . in die gedaan .
den , om daar door de Sonneſtraalen op de Glaren te doen te als fig . 1. van Plaat Q aantoond ; beſtaande alleen uit
weeroinſtuiten , ' t welk in het vroege voorjaar aan de Get twee zijdſtukken, w , a , die onder en boven met houtwerk
trasſen veel nut toebrengt. zijn zamengevoegt ; de breedte der zijdſtukken is onder
op de grond anderhalf atwee voeten , en boven 5 a 6 dui.
Toestelling van een Trekkas op een andere wijze. men van de muur af; de hoogte der Kas is 6 a 8 voeten ;
Deeze Trekka :, waar van het Profil of doorſneede in de langte kan men na believen neemen , wordende na de
fig . 3. Plaat O. en de opſtelling fig. 2. Plaat - P. afgebeeld grootheid ofhoeveelheid der Boomen geſchikt, die naast
word , koomt ten aanzien van het onder-muurwerk tot malkanderen ſtaan en welke men wil vervroegen. Zelo
de vuurſtooking dienende , volkoomen met de voorige den evenwel maakt men ze langer als tot viera vijfGlas
Trekkes overeen ; het voornaamſte onderſcheid beſta raamen , ieder van drie a vierdehalf voeren breed , ge.
alleen in de legging der glaſen , waar van de beneden- lijk de Broeibakglaſen “; wanneer men ze langer noodig
fte reij regt opwaarts, of maar een weinig hellende is , dog heeft, kan men er twee of meer Kasſen , naar de grocca
de bovenſte reii ſterk agteroverlegt , zo als uit de aange. heid der Boomen : naast malkanderen plaatſen.
weezene figuuren ten klaarſten blijkt, dus onnodig om voor Boven de Glaſen worden zo veel houten kleppen
de zodanigen die eenigzinis de Bouwkunde veritaan ", er b, b , b , b , gemaakt, als er Glasraamen voor de Kas koo .
eene breeder uitlegging van le geeven , en anderen die men , welke Kleppen ſchuins nederwaarts op de Raamen
deeze kundigheden niet bezitten , zijn dog verpligt on Nuiten , en welke dienen oin de Kas op zijn tijd te luch:
zulks aan’t beſtier van geoeffenden in de konst overte- ten ; tot dien einde maakt men ook wel onder bij den
laaten en derzelverraad in teneemen , ten minften indien grond in devoorplank zo veel Kleppenc, C,6,6,gelijk uit:
zij voorzigtig willen handelen. Alleenlijk dienen wij nog de fiĝuur is te zien , om meer verfche lucht op bekwaame
wat derzelver gebruik hetreft, aantetekenen , dat men van tijd door de Kas te doen gaan , wanneer men de glaſen
deeze Kasſen niet alleen dezelfde dienst kan hebben als niet mag openen .
van de voorgaande, maar zelfs grootelijks boven die is Voorts moet alles wel-digt ſluiten , en de-Kas voor de
te verkiezen, inzonderheid alsmen dezelve niet al te groot Boomen gezet zijnde, de openingen waar dezelve niet
en te hoog, tot hooggroeijinde Planten en Gewasſen no- digt aan de muur of 't AtaketNuitmet kalk digt geſtreeken;
XXX 3 of
3706 TRE, TRE.

of wel met mos, hijde of vlas enz. digt geſtrooken worden. rondom met klej word digt geſmeerd; men zet als dan
De dekking deezer Bakken voor de koude , geſchied brandhoue in de Tooren overend, ofwelvult denzelven
met bekwaame Riedmatten , die vooral een genoegzaame met houtskoolen .
breedte moeten hebben ; dog wanneer het ſterk vriest , Aan het onderſte van den Tooren , worden boven el
K

is het noodig om cerst Kleden uit koehaair vervaardige, kander , vierkante gaten gemaakt , waar van een regebo.
over de glaſen te hangen , en daar dan de Matten vere ven den ijzeren rooster H is , door welk het houtof de
yolgens overheen , waar door een niet al te ſterk nij . koolen aangeſtooken kunnen worden , gelijk men bij k
pende vorst gemakkelijk buiten deeze Bak kan worden beſpeurt; het andere, Q , dient oin de asch uit te haalen .
gekeert. Dog dewijl een zeer ſtrenge Vorst niet wel bui. Tegenover het gat he is een ander gat r , door 't welke
ten deeze koude Bakken te weeren is , zo kan men er de vlam van 't vuur onder den Distilleer-Ketel A ſpeelt,
geen gebruik van maaken , dan wanneer de ſterkſte win. verſpreidende zich verder , doordegaten r, r, r , in
terkoude over is , zijnde dorgaans tegens het begin van een Nangetrek of ſchroefswijze, om den Ketel , á , en
maart, als wanneer de Son ook meer kragt heeft verkree. uitkomende in den Schoorſteen , s . Dus kan hetwater,
gen om de Bak te verwarmen. met zeer weinig brandſtof, geduurig kookende gehouden
Zommige Liefhebbers die geen kosten behoeven te worden.
ſpaaren, laaten tot deeze Sonnebakken expres agterover- Het Stookgat , h, heeft een zeer digt ijzeren -Deurtje ,
leggende muuren tegen Terrasſen of elders vervaardigen , 't welk men , zo dra het op den Rooster leggende vuur
diemet zodanige zoort van Booinen , welke men vervroe. ter deeg in brand geraakt is , wel toenuit.
gen wil , beplant worden , en waar voor in het vervolg Nevens den Distilleerketel A Fig. 3 ſtaat een Wa.
de glaſen onder en boven bijna even ver van 't Gewas, terbak , van binnen met lood bekleed, BCDE , of an .
op de afſtand van anderhalf a twee voeten komen teleg. ders een taamelijk rondagtige Tobbe. In de bodem van
gen , zie fig. 2 van Plaat Q. , welke het profil van een deezen Waterbak is een luggatV , aan 't end van een
zodanige muur aanwijst, mec de glaſen daar voor. Deen looden of koperen pijp , RP, die een duim wijdte heeft,
ze zijn van veel meerder dienst als regtopſtaande inuuren, gefoldeerd . Deeze Pijp loopt van dat lugtgat naar den
om dat 't Gewas en de Vrugtenmeer perpendiculaire lucht Distilleer-Ketel, daar zij door het Dekzel ingaat , tot
en Sun ontvangen , en daar door volkoomener worden, dat zij , op een duim naa , aan den bodem van den Ke
Tot vergadering der Sonneſtraalen , om daar door meer tel reikt, zijnde, bij P , in het dekzel wel digtvast ge
warmte aan de Bak te geeven , maakt men wel aan de foldeerd. 1

glafen een ſchuins vooroverhellend Sonneſcherm van 3Aan den eenen rand van den Waterbak , DE , word
å 4 voeten breed , waar op de Sonneſtraalen weerom een ſtander vastgemaakt, waar op een Hefboom of eve.
Ituiten en op de glaſen vallen . Deeze Schermen behoo , naar legt , KH, die aan ieder end een bongſtuk heeft,
ren zo gemaakt te worden , dat men dezelve wanneer aan ieder van welken koperen kettingjes hangen met haak
de Son niet ſchijnt , of als men het scherm niet noodig jes , waar aan , in H , een koperdraad is , welksandere
heeft, agterwaarts 't zij in ’ t geheel of bij twee ofmeer end gehegt word aan de ſtop van het Lugtgat V ; in K ,
deelen brengen en vasemaaken kan , op diergelijke wijze een ander ſterk koperdraad , dat door een klein gaatje van
als de Laaden. Door deeze beweeglijke ſchermen heeft den Distilleer-Ketel been gaat , en aan welks onder teend
men ook dat voordeel , om dezelve min of meer ſchuins een gedraaid houtje , gelijk een ankerboeij , b , hange.
' t kunnen ſtellen , na maate de Son hooger of laager bo. Dit Houtje drijft op het water, wanneer de Ketel , ter
ven dehoriſontis. Ook zouden die Schermen zodanig be. behoorlijker hoogte, daar mede is aangevuld geworden ,
weeglijk kunnen gemaakt worden , dat ze teffens nederge- dog zo dra het water door het kooken en uitwaaſemen
laaten zijnde , de glaſen voor regen en een ligte nagevorst vermindert , zakt het houtje , en haalt , door zijne zwaar
kosten dekken ; alle het welk van een verſtandig Hovenier te , zo wel den eenen arm van den Evenaar , K , neer
en kundig Timmerman ligt te overleggen en te maaken is. waards , als den anderen arm , H , in de hoogte, en dus
Ten Notte dient nog aangemerkt, dat het zeer dienſtig word eindelijk het luchtgat V , door middel van het ko.
is en nodig, om de oppervlakte van de grond rondom dee. perdraad, geopend; waar op het water , uit den Bak ,
ze Bakken in het vroege voorjaar met verſche Paarde. door het luchtgat V en de pijp R P zo lang in den Kecel
mest te dekken , waar door de vorst uit de aarde en van loopt, tot dat het wederom tot zijne voorige hoogtege
de wortels der Doomen word gekeert. ſteegen zij , en de boeij niet meer drukking maaktaan 't
end K van den Evenaar ; als wanneer het luchtgat zich niet
Trekkas die door middel van Damp of Waas. langer open kan houden , maar door zijn eigen zwaarte
ſem van Kookendwater word verwarmt. weder toeſluit.
Deeze uitvinding die wij uit het le Stuk van de Ko . Hier in word men niet alleen dit voordeel gewaar , dat
ningl. Sweedſche Akad, der Wetenſ. te Stokholm , voor de het den Ketel nimmer aan water ontbreekt , zo lang daar
jaaren 1739 en 1740. hebben overgenoomen , is men van nog een genoegzaame voorraad in de Bak is , maar
verſchuldigt aan den Heer FRICWALD Cap. Mech . Aro ook , dat het water in de Ketel meestendeels even hoog
chite 7.Milit. Reg. Sueciæ ; die er de volgende beſchrij. blijft; zo dat men denzelven, op geen andere wijze ,
ving van geeft. poodig heeft te vullen . Anderzins , naamelijk , zou de
Niet ver van den Broeibak laat men op een bekwaame Helm onvermijdelijk moeten afgenomen worden , 't welk
plaats onder een afdak , een ronden Tooren T zie fig.4. niet zonder groote moeite zou kunnen geſchieden, en
van Plaat Q. drie ellen hoog , boven een voet , en on- de Ketel zou ligtelijk verbranden kunnen, inzonderheid,
der bij E , zestien duim in de middellijn wijd , van ge- dewijl men niet in ſtaat was om te zien , ofer nog wa
bakken ſteen opmetzelen ; als dan laat men door de Poc ter in de Ketel overig waare , dan niet ; daarmen nu niet
tebakker , een Dekzel van potaarde L , gereed maaken , voor behoeft te vreezen , dewijl men genoegzaam kan
't welk bekwaam is om 'c bovenſte van den Tooren wel verzekerd zijn , dat , zo lang er nog water in de Bak is ,
te doen fluiten, en 't welk tot dien einde , van boven , het den Ketel nooit daar aan ontbreeken kan .
Boven
Plaat e Pag . 3700 .

Fig. 1 .

Fig. 2 .

ku

Fig. 4 . t

Fig.5 .
u

Bide Bakker, fecit


|
!

0 CD

TRE . TRL . 3907
Boven in de Ketel word insgelijks een luchtpijpje vast kan zo wel met het Deurtje van het Stookgat h , als door
geſoldeerd, 't welk men met een looden plaatje op zulk toeſtopping van het Aschgat , het vuur , tot welk een
een wijze bezwaart, dat het een waaſem van minder kragt trap men begeert , dwingen , ja zelfs, door het toeſui.
wederſtaan kan , dan welke in ſtaat zou zijn om den Helm ten van de beide openingen , het vuur in de oven of
van den Ketel af te ſmijten . Want, ingevalleof hetvuur Tooren t'eenemaal uitblusſchen.
door de onagtzaamheid der Bedienden te ſterk wierd , of Wil men zich, tot deeze Uicvinding , van Brandhout
de Pijpen , die van den Helm naaren onder de Broeibak. bedienen , zo ſtapelt men de houten op elkander op de
ken geleid worden , ergens bij toeval verſtopt raakten ; Rooster H , en ſteekt, het geene op de Rooster legt , met
zou dit luchtgat aanſtonds beginnen te rooker , waar door eenige drooge ſpaanderen aan ; waarna het Dekzel aan.
de in beweeging gebragte en met geweld uitbreekende ſtonds wel digt inoet gemaakt worden. Even , als , nu ,
waaſem zijn kragt verliest, 20 dat dezelve den Helm het hout voortbrand, zo vallen de koolen te zamen , en
pier kan afſmijten , nog den Ketel doen ſpringen . het vuur onderhoud zich van zelve , zonderdat men het
Indien alle de Stook-Ketels van gedistilleerde wateren verder onder den Ketel behoeft aan te leggen of aan te
zodanige Luchtpijpjes hadden , zou de Heln door al te ſtooken. Wanneer dan het vuur , op dergelijke wijze ,
fterk vuur niet afſpringen kunnen , waar uit zelfs zom-- eenmaal gebragt is tot de warmte , in welkemen het vol.
tijds brand ontſtaat. gens eenen Thermometer , die in de Broeibak onder de
Van den Helm gaat een looden pijpr , , r , order glazen-Raamen geplaatst is , begeert ; zal hetzelve ver
of boven den grond, naar den Broeijbak d , d , d , d , ver volgens niet koelder ofheeter worden , zo lang er nog
deelende zich nabij denzelven in drie takken , welke door hout.of koolen in de Tooren overig zijn.
de zijde van den Bak , en in drie van gebakkene potaarde De voordeelen welke deeze uitvinding boven alle an.
gemaakte Pijpen k, k , k , ingaan , zijnde van grootte deren heeft, en die tot dus verre daar van bekend ge
als de gewoone Kachelpijpen. Men laat dezelven door worden zijn , beſtaan hier in.
den Portebakker van bekwaame langte maaken , en zo. I. Dat men daar door niet alleen een warmen maar
danig , dat zij aan beide enden met zulke randen voor ook een zagten Waaſem bekomt , die tot het uitbroeijen
zien zijn , om gevoeglijk in elkander geſtooken te kunnen der Gewasſen ongemeen bevorderlijk is.
worden , tot dat zij de voor den Broeijbak benoodigde 2. Dat men er de warmte mede beſtuuren kan en hou.
langte hebben ; als wanneer men alle de voegen met ce- den , in zulk een trap als men die begeert.
ment of met wel gekneede kleij bekleed. De halve rond. 3. Is het met deeze uitvinding zo gelegen , dat dezel.
te van deeze gebakken aarden Pijpen , of het gene daar ve maar zeer weinig oppasſing vereischt.
van naar boven legt , in de langte van den Bak , is voor- . 4. Is men ook in ſtaat om , op deezewijze , de Broeij.
zien met een meenigte van kleine gaatjes , doorwelken bakken , naar dat het noodig is, en 20 jang het iemand
de damp en warmte opſtijgt in de daar overleggende behaagt , warm te houden , en de warmte, naar belie.
aarde. Op de gezegde Pijpen legt men eerst , ofbe. ven , te vermeerderen of verminderen ; zo dat de geenen ,
dekt dezelven , een handbreed hoog , met Run ; want wien het bekend is , welk een oppasſing de Orangeriën
de Run laat den waaſem onverhinderd doorgaan ,en belet en andere Trekkasſen vereiſchen, ligtelijk zullen begrij .
tevens het verſtoppen van de gemelde gaatjes door de pen , hoe nuttig deeze nieuwe uitvinding zij.
aarde, wanneer de Bakken begoot en of beſproeid worden. Ik kan niet nalaaten eene voorheen reeds gedagte nut
In de Afbeelding van den Broeijbak , d , d , d , d , tigheid aan te roeren , welke deeze uitvinding boven al
moet men begrijpen , dat twee Raamen opgenomen zijn , le anderen voor uit heeft; naamelijk, dat het niet noo .
' om de Pijpen k , k , k : k , k , k , te kunnen voor 't oog dig zij de Aarde , die in de Bakken boven op de Pijpen
brengen . Bovendien laat men door den Pottebakker legt , te begieten ; des men ook ten dien einde de Glas.
een dwars-Pijp , gelijk in Fig. 5. afgebeeld is , vervaar. raamen , in het koude winter-faizoen , niet zo dikwils
digen . In deeze Pijpt, t, t worden alle drie Pijpen , behoeft te openen ; aangezien de waaſem , die uit den
die door den Bak overlangs en nevens elkanderheen loo. Ketel komt , uit de gaatjes der ſteenen Pijpen door de
pen , aan de andere zijde ingevoegd , alwaar het korte run , die daar op legt , heen dringende , niet alleen de
end u door de kant van den Bak heen gaat , hebbendeal. ' aarde bevogtigt , maar ook in de Wortelen der Gewasſen
daar gelijkf , Fig. 3 een Houten-Kraan. Hier doorheeft trekt ; waar door dezelven , zo ſchielijk als men begeert
de damp en 't water , dat zich in alle de Pijpen vergaart , of als 't doenlijk is , uitgebroeid 'en tot groeijing ge.
zijnen uitgang ; weshalven ook de Pijpen nietwaterpas , bragt worden , zonder een naſmaak te hebben van de
maar naar de zijde van de Kraan een weinig ſchuins afloo . mest.
pende moeten leggen . De Onkosten verder , welken er vereischt worden om
Deeze Kraan op Tap dient verder daar toe , dat men, zulk een uitvinding met de noodlige Brandſtof te onder .
door dezelve meer of minder te openen , volgens den houden , zijn , indien niet geringer, ten minſte niet veel
Therinometer de warmte tot een zo hoogen trapkan bren- grooter , dan tot de gewoone Trekkasſen . De opvulling
gen , als men wil . der gewoone Broeibakken vordert niet alleen veel moei.
De Tooren die Fig. 4. lett. T. in profil voorgeſteld te en toezigt, maar cok cen groote veelheid Scroo en
word , dient daar toe , dat men , denzelven met hout of Mest. Wien is 't ook onbekend, dat de warmte , die
kolen vullende, geduurende een etmaal of langer , naar in de Broeijbakken door de Mest te weeg gebragi word ,
de hoogte van den Tooren , een eenpaarig en beſtendig wel taamelijk ſterk zij, dog niet zo lang duurzaam , als
vuur onder den Ketel kan aan den gang houden. Want , men het gaarn zag of als de nood vereischt ? Ook kan
alzo het vuur boven in de Tooren geen luchtkriigt, men dezelve, op geenerleij wijze, langduuriger maa.
vooral wanneer dezelve met het Delzel L zo digt ge ken; daar , in tegendeel , zulks insgelijks, door deeze
maakt is dat er geen wind uit nog in kan koomen ; zo uitvinding gevoeglijk , en tot welk een trap men begeeri,
word van het hout of de koolen niet meer , dan het gee- geſchieden kan .
ne naast aan den Rooster H legt , aangekooken , en men De geenen die uitlandſche Zaaden , welke hardſchaa
lig
TRE . TRE , TRI
3708
lig zijn ', begeeren uit te broeijen , kunnen , door uniddel ricarpiis membranaceis compreffis .Linn. Spec. Plant.) wij
van deeze uitvinding , zich een bijzonder genoegen lee. weeten niets anders van deezen Boom dan dat dezelve
ren bezorgen ; inzonderheid , on dat zodanige Zaaden in Oostindien groeit, eenige gelijkheid metden Mijr.
en Gewasſen niet alleen een geitadige en eenpaarige warme thenbooın heeft , en veelat (ọt timmerhout word ge
te, maar ook een dikwils en rijkelijk beſproeijen verei- bruikt.
ſchen ; welk eenen andere voor alle Planten onvermijde. TREWIA , De- geſagtnaam van deezen Boom ſtrekt
lijk noodig is . Zulks beeft de ervaren Hovenier , PHILIP ter vereeringe van den vermaarden Heer Trew , Hof.
Miller , met zo veel iever tot volkomenheid gebragt , . raad en Lijf-Artz van zijne Keizerlijke Majeſteit, door
dat bij eindelijk den Kokosnooten , den Bonduc of Nikare wien , behalven andere geleerde Werken , de zo keurlijk
Boom , de Abrus , als ook het Hetsteragtige Braſiliaansch van den Heer EHRET le Londen getekende Planten ,
Gewas , dat een zoort van Scheeden draagt , naar die van niet minder fraaij , met levendige koleuren , intien deca
Turkſche Boonen gelijkende , dog met ſtekeltjes voor- den aan 't licht gegeeven zijn , bij welke Plaaten ookcen
zien ( Phaſeolus Braſilianus fruteſcens, lobis Villofis pun. dienste der Nederlandſche Lief hebbers , eene vertaaling
gentilus , maximus HERMANNI ) tot wasdom gebrage heeft ; van de beſchrijving in onze ſpraak is bezorgt, bij J. C.
gelijk in de Verhandelingen der Koninglijke Societeit PHILIPS te Amſt. in 1773. zeer keurig uitgevoert en ge.
van Londen is te leezen. Philos. Tranſaã . No. 403. p. drukt,
Kenmerken. De menigvuldige Meeldraadjes draagt
485 , &c.
TREKPLEI STERS, in 't latijn Veſicatoria , zijn 20- dit gewas in een driebladige Kelk , waar onder het
danige Pleisters die de huid opep trekken , zo als Spaan. vrugtbeginzel zit , dat een driezaadige Bcfie word.
Zoorten. Daar is maar eene zoort van dit Geſagt , 02
fchevlieg. Pleisters enz . ANEN , zie SPRINGHAANEN
TREK -SPRINGHA melijk ; de naakt.bloemige Trewia ; Trewia nudiflora; As.
bor racemoſa Malabarica fru & u triquetro. COMMEL. Flor.
XXIII . pag. 3497
n . TREKVOGE LEN. , zie ORNITHOLOGIA . Malab. 30.; Canchi. Burm. Flor. Ind 298.; ( Trewia
:: TREMOR , zie BEVING . LINN. Spec . Plant.)
TREPAAN , ook wel Panboor genoemt, in 't latijn : Plaats. Deeze Boom groeit in de zandige landſtree
Trepanum ; is een heelkundig Werktuig, dienende om de ken van Malabaar , en word aldaar Canchi genoemd, in
Hersenpan te doorbooren. Het beſtaat uit twee dee. , de Brachmanſche taal , Schivannit.
jen , als 't onderſte dat omgedraait word , en het boven. Beſchrijving. De Trewia is een zeer hooge Boom,
ſte dat omdraait. Het onderſte word Modiolus genoemt , : op zandige plaatzen van hetbovengemelde Gewest groei.
en is (weederlei, het ecne heeft een punt in ’t midden , jende , hebbende een dikke Stain ; zijndezo wel de Tak.
wordende in 't begin gebruikt en Trepanummasgenoemd; ken als Schors , aschgraauw van koleur. DeBladenzijn
het andere dat de naam van Trepanum foemina draagt , ſpits ovaal, zeer lang geſteeld en gelijken veel naar Po
is zonder punt. Het handvatzel of bovenſte hegt. van pulier-bladen . De Bloemen koomen ritswijze aan een
de Trepaan noemt men Manubrium .
gemeenen ſteel voort, uit drie bleekgroene Blaadjes , en
TREPANEEREN , in ’t latijn Trepanatio ; is een heel. cen meenigte Meeldraadjes beſtaande. Als de Bloemen
kundige Operatie , beſtaande in de doorbooring van.de opengaan , verliest de Boom alle zijne Bladen , die ten
Hersſenpan. Dit word werkſtellig gemaakt, ofom de tijde van de rijpwording der Vrugten weder uitſpruiten.
ſplinters ingevalle eener bersfenpar breuk uit de worde Deeze Vrugten zijn driezijdig , dik van vleesch , driezaa
te
Mening vanwel
es,, of
baalen de ſtof gedrukte
het Hersſe
om der nerHersfen
die dezelve drukt
bevattende.
vlies of de, ' denKragt. Men zegt , dat het afkookzel van de Wortel
te ontlasten ; of ook om eene pas begonne caries of door beltrijking een goed middel tegens het Voeteuvelof
1 beenbederf weg te neemen . En in gevalle van zwaare - - Podagra is.
n TRIANGULUM , zie DRIEHOEK .
wonden of kneuſingen , ſtelt men de Trepaa op zulk TRIA PIPERA , zie DRIE PEPERS.
eene plaats daar het of de kwetzuur of de Lijder zelf .
TRIA SANTALA , zie DRIE SANTELHOU
aanwijst; mits het gekneusde been niet waggele, en
niet te digt bij de ogen of in de Slaapen of geheel aan TEN .
't Agterhoofd gekwetst zij. Om deeze Operatie te vol- TRIBULUS AQUATICUS , zie WATERNOO
voeren , maakt men alvoorens een ovaale , kruislingre TEN .
of driehoekige in nijding , en (cheid de bekleedzelen en ; TRIBULUS TERRESTIS , zie AARDANGEL.
t pericranium behoorlijk van een ; waar na men 'tbloe . TRICHEOLI S , zie PHALANGOSIS .
den ſtilt , er dan met de mannelijke Trepaan zich den TRICHILIA , is de naam van een Plantengeſagt, 't
weg baant , tot zo lange draaijende en boorende als zich welk tot Kenmerken heeft , een Kelk die eenigermaaten
de ſpaandertjes rood vertoonen , waar na de wijfjes Treo vijftandig is , en vijf Bloemblaadjes heeft ; het Honing.
paan gebruikt word ; en voorts te werke gegaan naar ver. bakje dat cijlindrisch is , beftaat uit digt aan elkander ge
eisch der zaaken , zo ten aanzien om de wond te ſondee- voegde vezelen , zo lang als de Bloemkrans, draagende
ren , als de gedrukte deelen opteligten , de ſplinters in zijn mond de Meelknopjes. De Vrugt is een drie
wegteneemen enz. , moetende alles worden uitgevoerd kleppig Zaadhokje , met beſië agtige Zaaden vervult.
na vereisch der konst , en met de behoorlijke omzichtig . Zoorteri. De Heer Linnæus heeft drie zoorten van dit
heid en behendigheid een kundigen Heelmeester betaa. Kruidgewas , waar bij wij hier een vierde zoort uit het
mende; waar na het behoorlijke verband in de groote cou werk van de Heer JACQuin voegen.
yre chef of den driehoekigen band beſtaande, zorgvul. 1. Ruigbladige Trichilia ; Trichilia hirta ; Trichilis
dig om 't Hoofd gelegt word. Spondiodes. Jacq . Amer. 128.; Trichilia fubhirſuta & c.
TREURBOOM ; Arbor tristis Mijrtho fimilis. Bauh. Brown . Jam. 278.; Evonijmus caudice non ramoso. H.
Pin. 409.; Manja- Pumeram . Rheen. Mal. 1. p. 35 ; Sloan. fam . 171. Hiſt. 2. p 103. ( Trickilia foliispin
( Nij & anthes caule tetragono , foliis ovatis acuminatis, pe. natis (ubhirſutis. Linn. Sijft. Nat.)
2. Glad .
TRI, I TRL : 3709

2. Gladbladige Trichilia; Trichilid glabra; Trichilis JASMIJN , % . 3. pag. 1264.


foliis pinnatis glabris , foliolis extimis majoribus. Jace. TRIFOLIUM HEPATICUM , zie EDEL·LEVER
Amer. 129.; ( Trichilia foliis pinnatis glabris. LINN. KRUID .
Sijjt. Nat .) OLIUM
TRIFOLIUM LAGOPOIDES , zie HAASEPOOT ;
3. Drebladige Trichilia ; Trichilia trifolia ; Trichilia. %. 4. pag. 990.
kalefia. Loeff. Itin . 188.; Trichilia foliis ternatis . Jace. TRIFOLIUM LEPORINUM , zie HAASEPOOT .
Amer . p. 129. TRIFOLIUM ODORATUM , zie MELILOTE .
4. Endbloemige Trichilia ; Trichilia terminalis ; Tri. TRIFOLIUM SILIQUOSUM HUMILE , zie ML
chilia racemis terminalibus. Jacq. Amer. P. 130 .. LILO TE , 4. IV . pag . 2023.
Plaats. De eerſte zoort' is door de Heer Sloane in TRIFOLIUM SPINOSUM CRETICUM , zie FA
de Bosſchen van Jamaika gevonden , dezelve groeit ook GONIA , n . 1. pag . 714.
31 bij Karthagena. De tweede zoort is door de Heer Jac. TRIGONOMETRIA , ' zie DRIEHOEKSREKE .
QUIN in bergagtige Bosſchen omſtreeks de Stad Havana NING.
aangetrofl'en . De derde 2001t heeft deHeer LOEFLING - TRIL
in Zuid-Amerika in de landſtreek van Cumana gevon .
ING DER
TRILLROCH LEDEN , zie BEVING .
, zie ROCHEN .
den , alwaar de Spanjaarden haar Ceraſo macho , dat is TRIPELSTEEN , zie ALANA.
groote Kerſenboom noemen. De vierde 200rt is door de TRIPLARIS , is een Plantengeſlagt tot den Rang der
Heer JACQUIN bijKingst
januarij aan den on op
weg , bloeije
Jamaika , in de maand Driewi
nde waargenoonien . en dus (trijgini
rende,jvigen door deaHeer de Driema
)onderLOEFLA nnigenmtbehoo
NG genoe .
Beſchrijving. De eerſte soort is een Boompje van tien Kenmerken . Deze beſtaan in een groote verdeelde
voeten hoog, jazelfs ook wel wel laager voorkomen. Kelk ;geen Bloemkrans , maar drie Meeldraadjes met
de , hebbendeeen regte Stam in zeer weinige takken ver. ftreepswijze
deeld ; de Bladen zijn gevind , glad of wat ruig , over-van de Kelk.
Knopjes, binnen den eijronden grondſteun
hoeks aan de einden der Takken verſpreid ,met de vin Zoorten . De Heer LINNÆUS heeft maar eene zoort
blaadjes ovaalagtig ,ſtomp geſpitst, effenrandig, geſteeld , van dit Geſlagt, dog de Heer Jacquin heeft ereen
tweeduimen lang, de middelften allengskens grooter wor. tweede bijgevoegt, 't geen hij uit de Vrugt ontdekte ,
dende. De Bloemen zijn klein en reukeloos , groeijen ( ſchoon de Bloem niet van benn gezien was,) dat tot dit
EL aan risten , die met de Vrugten dikwils een half voet lang Geſlagt behoorde.
zijn . De Zaadhuisjes zijn bruinagtig , met drie fleuven 1. Pieramiodaale Triplaris ; Triplaris pijramidalis; Trip .
en bevatten doorgaans twee Zaaden . De Franſchen noe- larisſpicis ere&tis termina ijft. Nat.) Amer. 13.; ( Trip.
men hem Moinbin batard . laris americana. LINN. & libus.Jacq.
De tweedezoort is een zeer hooge takkige , Kroon . 2. Takbloemige Triplaris; Triplarisramifloribus; Trips
boom , die een zeer onaangenaamen ſtank uitgeeft. Hij leris rameis , aggregatis. Jacq. Amer. 14.
heeft gevinde, glanzige Bladen , die naar 'reind toe allengs Plaats. Beide de zoorten zijn door de Heer JACQUIN
vergrooten, en zeer korte Bloemtrosſen in de oxels der in de Bosſchen bij Karthagena , in de Spaanſche Westin .
Bladen . De Vrugten zijn ronde groenagtige Doosjes. · dien gevonden.
De derde zoort , zegt de Heer JACQUIN , die het gewas Beſchrijving. De eerſte zoort, is een fraaije regtop
op droogevelden van 't Eiland Kurasſau waarnam , is ſtaande. Boom , die den Stam eens mans langte hoog
een groote Boom van vijftien voeten hoog , hebbende ook heeft, met een ijle pieramiedswijze Kroon van horizon .
T: eene onaangenaame reuk . De Stam is , dikwils van den taale Takken , die naar boven allengs korter worden ,
grond af, zeer bezet met Takken . De Bladen , die ook loopende aan den top in een lange dunne Air uit. De
ovaalagtig , maar aan 't begin breed zijn , ſtaan drie aan Bladen zijn zeer groot, lancetswijze ovaal en geſpitst.
een Steeltje. De Bloemen zijn klein en wit ; de Zaad . De bruine Kelk bevat een glanzige . Noot met drie neue
huisjes rond en groen , met bruicagtige ftippen , bevat, ven.
tende enkele Zaaden . De tweede zoort is een Boom met uitgebreide Takken ,
De vierde zoort is een Boom van twintigvoeten hoog , die de Bladen ovaal ofrondagtig ovaal heeft, en aan de
met een uitgebreide kroon van Takken , die bijna op de Takken verzamelingen van korte digte Airen. De Kelk ,
grond neerhangen, en zeer gladde, gevindeBladen , heb die ruig is,niet haatrig, gelijk in de andere zoort, bevat
bende de Bloemtrosſen aan 't end der Takken . een ſpits- eijronde Noot met zes fleuven , die glad is
Kragt. Van de Wortel der derde soort, word door dog niet glinſterende.
de Slavinnen , in afkookzel gebruik gemaakt, tot afdrij- TRIPMADAM , is een Kruidgewas ook bekend on.
ving van de Vrugt. der de naam van klein Huislook , en ook wel kleine Dono
TRICHITES , is de naam die door eenige Natuurkun . derbaard genoemt; in't lacijo , Sedum minus; in ’t fransch
digen is gebruikt, om het vitriool mede te betekenen ,'t Trique-madame; in 't deensch litle Husz-Log ; enin 't
welk zich onder de gedaante van vezelen of haairtjes hoogduitsch , Hausz -Lauch.
rondsomme eenige aardens of ſteenen zet die pijriten be. Zoorten. Daar is maar eene zoort van dit Kruidgewas ,
onder het Geſlagt van het Huisloook behoorende; wor.
vatteden , welk naderhand tot vitriool zijn overge dende
gaan .
doorde Krudkundigen genoemt, als volgt. Semper.
TRICHOMANES , zie VROUWENHAAR . vivum 'minus alterum . Dodon . ; Vermicularis , vel Iliece .
TRICHOPHIJES , eertijds wierd ditwoord bij zom- bra major. LOREL ; Sedum minus tereti folium album .
mige Geneesheeren gebruikt, om eenmiddel medete be- Tournef. Inft. R. Herb. 262.; Sedum minus folio lon.
tekenen dat de haairen doet groeijen. giusculo tereti flore candido. J. Bauhin. 3. 690. ( Sedum
TRIFOLIUM zie KLAAVER . foliis oblongis obtufis teretiusculis fesfilibus patentibus ,
TRIFOLIUM COCHLEATUM , zie MEDICA panicula racemoſa. Linn. Hort. Cliff 177.)
TRIFOLIUM FRUTICANS DODONÆI ,zie : Plaats, Dit Kruid groeit van zelven op zommige vog .
VI Deel. Yуу tige
TRÍ. TRO. TRO .

ge ſteen en rotsagtige plaatzen en op oude muuren van den Bedaaren voor dat de kwaal geneezen is. De naa .
Neder- en Hoogduitschland , Vrankrijk , Engeland , enz. te oorzaak van dit lastig ongemak moet toegeſchreeven
Kweeking. De Tripmadam begeert een gemeene , goe worden, aan een krampagtige aandoening van alle de in het
de , liefst zandagtige en wat vogtige grond, en een ope- onder-ligbaam gelegenedeelen . Dedaar toe gelegenbeid
ne luchtige ſtandplaats. - Deszelfs vermeerdering ges gevende oorzaaken, zijn menigvuldige winden en opblaa.
ſchied zeer gemakkelijk door ſcheuring der wortelſprui. ſingen , welke niet alleen in de Darmen maar ook zon
ten ; ook door ſteeking der Takjes , in de maand maart tijds in de holligheid des Onderbuiks (mooren , en uit
of april . Men plant of ſteekt ze op vier a vijf duimen de hardlijvigheid haaren oorſprong neemen , Toc
diſtantie, en men moet de Stekken bij droog weer voga de geneezing deezer moeijelijke ziekte , is 't nodig dat
tig houden , tot dat ze wortel hebben gevat en aan het men boven al eerst openende clijsceeren appliceere, en
groeijen zijn . voorts carminariya of windbreekende middelen gebrui.
Gebruik. Het voornaamſte gebruik van dit Kruid bee ke.
Itaat om het als een toekruid des ſomers bij ſalaad te ee : TROMPET.BLOEM , is een Heestergewas 't welk
ten , dewijl het verkoelende is , en inzonderheid dien. ook wel, Indiaanſche of Amerikaanſche Jasmijn , ook
ftig voor Menſchen van een heet temperament. Ook ſcharlaaken Jasmijn word genoemd, in i fransch Fas.
legt men het zelve wel even als Agurken in azijn , om min d'inde ; in 't hoogduitsch, indianiſcher rotker fas,
bij gebraaden vleesch , gebalsken visch enz. te gebrui. mijn en in 't latijn Bignonia ; welke laacite naam er door
ken . Derzelver Geneeskundige kragten , koomen den Heer TOURNEFOR r aan is gegeeven , ter gedagtenis
volkoomen met die van het groote Huislook overeen . van den Abt BIGNON , Opziener der Boekerij van Lo.
TRISSAGO , zie CHAMÆDRIS . DEWIJK de XIV . Koning van Vrankrijk , om dat bij een
TRITICUM , zie WEIT. groot aanmoediger der geleertheid was.
5 TRITICUM TREMULENTUM , zie LOLIJK , Kenmerken . Ze heeft een pijpagtige Bloem , vit een
3. I. pag. 1856. Blad beſtaande, ' t welk zich aan den top openi , gelijk
TRITICUM VACCINUM , 'zie KOEWEITE , n. twee Lippen . Deeze Bloemen worden van Peulen ge.
1. pag. 1539. volgd , die in twee celletjes verdeeld zijn , en verſchei.
TRITUREEREN ; Trituratio; is een handgreep om den gevleugelde zaaden bevatten.
allerleij zoort van harde ſtoffen , als ſteenen , aardens, Zoorten. Daar zijn veelerleij zoorten van dit uit.
gedroogde wortelen , koraalea , fpecerijen , in een Vij. landsch Kruidgewas, waar van wij hier de voornaamſten
zel of Mortier lijn te ſtooten of te wrijven , en dus tot laaten volgen .
poeder te maaken . 1. Roode Trompet. Bloem met Esſchen -bladen ; Gelſemia
TROCAR , eene verkorting van het franſche woord num indicum flore phoeniceo. Ferr . Flor. cult.; Gelſemia
Troisquartz, in 't latijn Acus triquera ; is de naam van een num hederaceum indicum . CORNUT. Canad. 102.;Bigno
heelkundig Werktuig , uit een ſtaalen ſtift dat volkoonia americana fraxinifolio , flore amplisphoeniceo.Tourn.
men rond, en omtrent derdehalf duim lang is , beſtaan-. Enſt. R. Herbi 164 ) ; Bignonia fraxini folio , coccineo flor
de ; aan het bovenſte gedeelte is het zelve in een klein re minore. CATESB. Car . I.; ( Bignonia foliis pinnatis,
hege gevat , dat de gedaante van een peer heeft , en het foliolis inciſis, geniculis radicatis. Linn . Spec. Plant.)
Stift zelve , word aan het uiteinde , door een ſnijdend 2. Vierbladige laage Trompet-Bloem ; Bignonia american
driehoekigen punt bepaalt. Dit Stift zit in een zil- na capreolis donata , ſiliqua breviore. TOURn . Inft.; Cle
veren Canul , die van onderen open is , en ook van ona matis americana ſiliquoſa terraphijllos. Dod. A & . 71.; Clee
deren aan de kanten openingen heeft , om een gemakke- matis tetraphijlla americana, Boce. Sic. 31. ; ( Bignoniafo.
lijker uitlosting aan het vogt te geeven . - De Trocar liis conjugatis cirrhoſis; foliolis cordato-lanceolatis, foliis
word het meest gebruikt, tot aftapping des waters ait den imis fimplicibus. Linn. Spec. Plant.)
Onderbuik in waterzuchtige Lijders. Over dic 3. Geele Trompet Bloem met Esſchen -bladen : Bignonia
Werktuig moet men nazien , de werken van de Heeren americana arbor , flore luteo , fraxini folio. Plum. Spec.
Petit èn FOUBERT. 5 .; Clematis peruana , digitalis flore , folio fraxini.PLUKN.
TROCHILUS , zie KWIKSTAARTEN , 9, XXXI. Alm . 108 .; ( Bignonia foliis decompoſitis, foliolis incifis,
pag. 1700 . geniculis cirrhoſis. Linn. Spec. Plant.)
TROCHISCI , zie KOEKJES (ZUIKER.) 4. Blaauwe Trompet. Bloem of Cattalpa; Bignonia ame I

TROCHITES , zie ENCŘINUS. ricana, arbor , ſijringae coeruleae foliis, flore purpureo. 1
TROCHLIA , zie KATROL. CATESB. Car.; Kawara Fifagi. KEMPH.; ( Bignonia fo.
TROCHIJLUS, zie BLOEMZUIGERTJE. liis fimplicibus cordatis, caule ere&to, floribus diandris.
TROCHLODITES , zie NAGTMENSCHEN . LINN . Spec. Plant.
TROLLIUS , zie RANUNKEL (BOL- ). Plaats. Alle de opgenoemde , benevens de overige
TROMMELSLAGER, zie OMBER.VISSCHEN, n. zoorten deezer Gewasſen, groeijen natuurlijk in Virginien
V.org. 2365. en Kanada , enz.
TROMMELVISCH , zle STEKELBUIKEN , N. VI. Kweeking. Dezelve beminnen een goede losſe, wat
pag. 3538. vogtige grond , en een goede warme ſtandplaats tegens
TROMMELZUCHT ; Tijmpanites; is een ongemak een muur of ſtaket; dog de koude moet zeer maatig zijn
' t welk uit een allengskens voortkoomende opſpanning der of zij kunnen onze wintervorst niet verdraagen , inzonder.
Maag en Darmen en van 't benedenſte gedeelte des lig . heid de drie laatſte zoorten , zodat die s'wingers met ſtroo
haams voortſpruit; 20 dat niet alleen 't lighaam als een of matten , en op de wortelsmet lange paardemest moes
trommel word geſpannen en opgeblaazen, maar zelfs ten gedekt worden , als men dezelve buitenbuis overwin .
ook als men met een vinger daar op klopt, een geluid, teren wil. Doghet is beter ,dat menze geduurende den
van zich geeft. Doorgaans is deeze kwaal ook verge- winter in het Oranjehuis bewaart.
zelt metſcheurendepijnenomtrentdenNavel,diezela · Dezelvewordendoor inlegging derjongeTakken ofwel
door
TRO TRO.. 3771

door fteeking vermeerdert , 't geen in de maand april of ,, dat de Bloempjes zo klein zijn én zo digt in malkan .
maij geſchied. der zitten. Ik heb aan het onderzoek derzelven uu .
Gebruik. Deeze Kruidgewasſen worden alleen om ,, ren beſteed, en er mijne oogen , door vergrootgla .
derzelver aardige Bloemen bij ons voortgekweekt; in- , zen , dikwils mede vermoeid. "
zonderheid de eerſte zoort , welkers Bloemen een zeer De Heer LOEFLING ſchijnt daar in beter geſlaagd te
fraaije koleur hebben. zijn ; des ook onze Ridder de Kenmerken van deezen
TROMPET BOOM , is een geſagt van Boomen . Boom , mooglijk nooit in de Kruidtuinen van Europa
dat door de Heer JACQUIN , Cecropia is genoemd ; en 't gezien , van hem ontleend heeft. Dezelve heeft waar .
welk tot kenmerken heeft , een afvallende Bloemſcheede genomen , dat de Bladen daar van tot ſpijze ſtrekken
( Spatha). In de Mannetjes bevat hetzelve Katten , die voor de Dieren , die men Luijaards noemt. De veer.
uit tolagtige bijna vierhoekige ſchubben beſtaan ; in de kragtige gom , die men gemeenlijk gom van Caijenne
Wijfjes zijn het vrugtbeginzels, die deeze Katten zamen- noemt , zou van deezen Boom komen , naar 't gene Lin .
to
ſtellen, hebbende ieder een ſtijl en eenen als geſcheur. Næus , uit de beſchrijving van Condamine, heeft be .
FB
den ſtempel , en zaadhuisjes wordende , inet eene holligo greepen. Mantisſa alt. p. 499.
beid. Deeze gom of harst , volgens de landtaal Cahoutchou
2
De eenigſte zoort , bij PlukeneTius voerkomende genoemd, laatzich tot potten , flesſchen en andere va .
onder den naam van Surinaamſche Vijgen -Boom , met ge. ten vormen , die tegen 't water beſtand en niet breek.
ſnipperde Bladen , die van boven zeer ruuw , van onde. baar zijn . Aan de Rivier der Amazoonen is zulks door
ren met eene digte wolligheid bezet zijn , is al van ouds gedagten Heerwaargenomen . De Indiaanen van Mexiko
bekend. Men vind er , onder den naam van Ambaijba hadden dergelijke gom harst , waar van zij kaatsballen
der Braſiliaanen , een omstandige beſchrijving van bij Pi maakten ; dog de Boom , waar van dezelve kwam , Chif
so en MARCGRAAF. Sloane heeft hem afgebeeld , on- li genoemd , volgens HENRANDEZ , kan deeze niet zijn .
der den naam van de Paruina van Oviedus door Nie. Volgens PlukeneTIUS zou dezelve tot het Geſagt van
REMBERG beſchreeven, met een zeldzaame Hiſtorie , ber Liquidambar ſchijnen te behooren .
treffende de uitholling van den Stam , die , gelijk de vlier- TROMPETTERS , zie TABAKSP !JP - VISSCHEN .
takken, negts met een voos merg gevuld was , of groo . TROMPET VAN FALLOPIUS , zie EIJERLEI
tendeels hol ; weshalve Browne deezen Boom Coilota . DER.
palus tijtelt. - De Heer JACQUIN denzelven op nieuws in TROMPET VOGELS , zie RHINOCEROS- VO .
de Westindien waarneemende, ſpreekt er , onder den GELEN , n . I. pag. 3044.
Daam van Cecropia , aldus van . TRONK , zie CAUDEX .
2 Deeze Boom , door zijne zonderlingen geſtalte van TROPOEOLUM , zie KERSE (INDIAANSCHE.).
» verre genoegzaam kenbaar , groeit op de ineesten der TROPICI , zie KEERKRINGEN
Karibiſche Eilanden , en het nabuurige vaste land van TROS HIJACINTH , zie HIJACINTH.
Amerika, voornaamelijk in de Berg Bosichen ,tot de TROS -KERS , zie KERSSEBOOM .
n , hoogte van dertig of veertig voeren. De Stam en de TROS- OKERNOOT , zie OKERNOOTEBOOM ,
3 Takken , die hij weinig heeft , zijn op verſchillende 5. 6. pag. 2329 .
ni afftanden met ringen gezoomd , welke met dwarze TROT , zie DRAF.
» middelſchotten ſtrooken . Daar tusſchen zijn zij t'een TROTSCHE -LELIE , zie METHONICA .
> nemaal hol , zonder eenig merg ; weshalver de ſtuk. TROUWLOOSHEID ; Perfidia . De Trouwloosheid is
9)ken van den Stam, als men de middelſchotten weg eene allerafſchuwelijkſte en verregaande valschheid : die
» doet, niet kwaalijk naar kanonnen of mortieren en kragidadiger middelen te werk ſteli,en verborgener drijf.
de Takken naar bazuinen gelijken. Hieron noemen veeren in beweeging helpt, als de loos- en listigheid. Dee
hem de Franſchen Bois a Canons of Geſchutboom , de ze hebben om beſtierd te worden , niet anders dan be .
» Engelſchen Trompetboom . Zelden , echter, is de Stam fepenheid noodig , en beſeepenheid voldoet ook om
- een voet dik ; doorgaans veel dunner ; de Schors wit- hun te ontſnappen. Maar om de lagen der Trouwloosheid
» agtig hebbende. De Bladen komen meest omtrent tien te vermijden , moet men de doordringentheid zelven
», in getal , digt bij elkander , aan de enden der Takken zijn.
) voort. Als hij er nieuwen krijgt , gaan de ouden weg. Trouwloosheid is een inisbruik van het vertrouwen , op
» leder Blad is , voor zijne uitbreiding , met een kegel. de alleronvermijdelijkſte waarborgeng gerondvest, zodanig
un agtig geſpitstvlies dat aan de geheele zijde overlangs als de menſchelijkheid , de goede trouw , het gezag der
» gaapt en afvalt, bekleed. Zij zijn zeer groot, gena. wetten , de erkentenis, de vriendſchap , de banden des
» .veld , rondagtig , van boven ruuw , van onderen met bloed , enz. Hoe heiliger die regten zijn, hoe geruſter
As een grijze wolligheid bezet; hoewel de middelrib niet. ook het vertrouwen is , en diensvolgens hoeveiliger ook
temin , en de Aderen , ook aldaar ruuwagtig blijven. de Trouwloosbeid kan te werk geſteld worden. Men mis
» Zij hebben meer dan een voet middellijn en zijn ten trouwteen Medeburger minder als een Vreemdeling , een
balven in zevenen gedeeld , met ovaal. en ſtompagti. Vriend als een Medeburger, enz. Dus trapswijze word
ge, effenrandige kwabben , de middel te grootst , de de Trouwloosgeid afſchuwelijker en verfoeijelijker, na
» zijdelingſen allengs verkleinende ,de hoeken der ina maate het geſchonden vertrouwen meerder regt had , oin
» ſnijdingen ſtomp. Zij zitten op Steelen van ander. zich hier voor beveiligtte agten .
halven voet, die rond , geſtreept en ruuwagtig zijn. TRUFFELS, zie KAMPERNOELJE.
» Het waterige ſap , dat zij bevatten , word in de open TRUTTA , zie FOREL.
, lucht zwart , en maakt leelijke vlakken in 't linnen . TRUTTA ALPINA , zie BERG -FOREL .
Van den Boom geplukt, droogen zij aanſtonds uit , TRIJPELSTEEN , zie ALANA.
krullen om en worden broosch. De vrugtmaaking van TSANGOU . MANGHITS , is de naam van een Plant
deezen Boom is zeer moeijelijk waar te neemen , om op het Eiland Madagascar groeijende, zijnde een zoors
Yуу ? van
- 3712 TSA. TSE. TSH . TSI. FSI.

van Scolopendrum ; derzelver Bladen zijn lang en fmal, groeit zonder aan een Steeltje vast te zitten op de Takken
zittende aan weerskanten der takjes , en een ſterke balſami. tusſchen de Bladen , heeft de gedaante en dikte van een
que reuk verſpreidende. Aalbefie , en bevat een meenigte kleine roodagtigekorl
TSAPHAR ). Deeze naam is door eenigen aan die tjes. De Schrijvers van de Hortus Malabaricus, maaken
Cadmia gegeeven , welke DIOSCORIDES, Placitis , dat is er een zoort van Vijgeboom van , die zij noemen ,
Korstagtige noemt, om dat zij een zoort van korst aan cus malabarica , ribeſii forma & magnitudine.
de wanden der furnoiſen vormt. Serapio heefc zich ge: TSIEM - TANI, door Ralj Mixa pijriformis, osficu .
geweldig bedroogen , met te zeggen , dat de Cadmia een lo. trispermo genoemt, is een zeer hooge Boom op Mala
natuurlijk vourtbrengzel is . baar groeijende. Deszelfs Schors is verwarınende, en
TSE-KIN , is de naam van een zoort van Vernis , dat tot poeijergemaakt zijnde , als een goed middel voorge.
men in China op het porcelein ſtrijkt, om aan het zelve ſcoreeven tegens tusſchenpoozende koortzen , die uit
een bruine koleur te geeven , een bederf van vogten en overvloed van - Nijm ontſtaan.
TSE-SONG , is de Chineeſche naam , van een Boom TSJERIAM -COTTAM , in de Hortus Malab. ge
welke eenige overeenkomst met de Cijpresſen- en Jene . noemt, Fru &tus indicus , baccifera, fructu racemoſo, cuspida.
verboom heeft. Uit der Stain van deeze Boom die circa to , riberium fimili monopijreno. Dit is een alcoos groenend
anderhalf voet omtrek heeft , ſpruiten Takken voort die Heester , welke op Malabaar groeit , en wiens Vrugt zeer
zich in een grovt aantal anderen verdeelen , en als een veel na onze Aalbeſie gelijkt . De in water gekookce Bla
digt in een geſlooten braambosch vertoond , de Bladen den , verſchaffen een gorgelnat,dienſtig tegens het ge
zijn lang , final, Itcekende en bij rijer, iangs kleine Tak . zwollen tandvleesch , als mede om het zelve vaster ce
jes zittende , zom :ijds, vijf en ook wel zes in 't getal bij. maaken .
een . De Takjes waar aan deeze Bladen hangen , wor. - TSJEROE-KATOU , is de naam van een groote
den in 'e bijzonder aan het benedenite gedeelte der Tak . Boom op Malabaar ; deszelfs Stam is zeer dik , de 'Tak .
ken gevonden , het geheele bovenſte vertoond zich ken die talrijk zijn ſpreiden zich verre' uit ; het Hout
ever gelijk als Cijpres. je witagtig , zeer vast en met een dunne ſchors bedekt ;
De Schors van deeze Boom is oneffen en iets habbe- door in ſnijdinge laat hij roodagtige traanen vloeijen , die
Jig van een graauwbruine koleur op.zommige plaatzen kleeverig zijn , wel ruikende , buitengemeen ſcherp op
na het roode trekkende;hetHout is roodagtig wit , gelijk de tong , en welke door de hitte der Sor zwart worden.
als dat van de Jeneverboom , min of meer harsagtig ; de Deworcel is met een donkerverwige Schors bedekt, zon•
Bladen hebben behalven de reuk van de Cijpres , een der reuk , var een olieagtige ſcherpe en brandende ſmaak .
zeer bittere ſmaak met eene ſcherpheid vermengt. Ook bekoomt men door perzing uit deszelfs Bladen een
De Vrugten zijn groen , rond en iets dikker als de Je roodagtig Sap , dat zeer ſcherp en brandende is en blaa.
neverbeſien , hebben een ſterkereuk ; zij zitten door mide ren op het vel veroorzaakt.
del van lange ſteeltjes aan de Takken vast , en bevatten De Bloemen zijn vijfbladig , wit van koleur , wel rui.
iwee rosagtige Zaaden die klein zijn , bartgedaantig , en kende , ſcherp van ſmaak ; zij worden van een kleine lang.
even hard als druivekorrels. werpig ronde Vrugtgevolgt, die eerst groen is , vervol.
TSHINCA , is de naam eener zoort van Nagelboom gens blaauw , en wollig word naarmaate dezelveaan rijpt.
der Molukkiſche Eilanden , door Joh, Bop . à Stapel , Volkoomen rijp zijnde , is die zwartagtig blaauw en
Carijophillus ramoſus yel dentatus genoemt. Andere Hol . bevat een bruin mergagtig vleesch , dat zeer kleverig is:
landiche Schrijvers geeven aan deeze Plant de naam van ſcherp en brandende.. In 'einidden van dit vleesch zit een
Carijophillus regius , om dat de kleine Vorſten en Ede. Kern , welk een witagtige Amandel of Noo: omvat , die
len van de Molukkiſche Eilanden , dezelve zeer hoog zeer bitter , ſcherp en olieagtig van ſmaak is .
ſchatten . Deeze Boom groeit in alle de landſtreeken van Ma.
T'SJASKELA , is de naam van een Oostindiſche Boom labaar. De Heer COMMELIN noemt denzelven , Pruni.
onder het geſagt der Vijgeboomen behoorende ; desſelfs fera malabarica , fruitu racemoſo parvo , acri , fucco tina
Schors of Bast word op zommige plaatzen gebruikt om Eorio. Hort. Malab. Men kweekt dezelve in de landen
touwen tot het ſpannen van boogen te vervaardigen, die met rijst zijn bezaait om er de Vogels af te keeren ,
Men weet er ook een roode koleur uittetrekken die tot die ſchuw van deeze Boom zijn , ter oorzaake van deso
verwen word gebruikt. zelfs verderfelijke hoedanigheden. De Verwers ge. .
TSI.CHU. Dusdanig noemen de Chineeſen de Boon bruiken het ſap van de Vrugten met kalk vermengt, om
welke aan hun het vogt verſchaft waar van zij de Ver. hun katoen te verwen .
nis vervaardigen , die bij de Europiaanen in zulk een TSJEROE-POEAM . Arbor baccifera malabarenſibus,
groote agting is. Dit woord betekent in 't chineesch ramoja, tripetala , fručtu oblongo, tricocco calice excepto.
Olie-Boom , zijnde deeze naam aan denzelven gegeeven , COMM . Hort. Malab.; is een kein Boompje , wiens Scam
ter oorzaake van het na Olie gelijkende vogt , het welk binnenwaarts groen is , van buiten wit en met een zwarte
er door de inſnijdingen die men er aan maakt, uitvloeit ; agtige Schors bedekt ; hij ſpruit een groote meenigie
dit vogt druipt allengskens eveens als de terpentijn uit knoopagtige Takken uit . De Wortel is geelagtig, met een
de Pijnboonen; maar de Boom verſchaft er een grooter roodverwige Schors bedekt, van een onaangenaame reuk
hoeveelheid van , wanneer er inſnijdingen in worden ge. en ſmaak ; de Bladen zijn langwerpig, aan de einden pun.
maakt ; het gevolg hier van is evenwel , dat die kort tig , glad, donkergroen, van bovenen glimmende, enwola
daar na ſterft. Dit vogt word gekookt , om aan het zel. agrig van onderen. De Bloemen hebben drie Stamper.
ve zelfſtandigheid te geeven , enz. tjes. Deezen afgevallen zijnde , koomen er rondagtige
TSJELA, is de naam van een Boom op Malabar groei- Beſiën te voorſchijn, groenagiig graauw. van koleur,met
jende , welke zeer hoog word ;uit deszelfs Stam ſpruit een kleine Zaadkorrelojes vervult.
groote menigte Takken die zich kringswijze rondsom den TSJEROM -CARA. Frutex baccifera indica , floſculio
Boom Verſpreiden . De Vrugt die reuk nog Imaak heeft , ad foliorum exortum confertis , frutu dicocco. COMMEL
Hort,
TSI. TUB . TUB . 3713
* Hort. Malab.; is een Boompje op,Malabaar groeijende , 1. Tuberoos met enkele Bloemen ; Hijacinthus indicus ,
dat zeven aagt voeten hoog groeit; uit de Stam ſpruiten tuberoja radice. Clus. Hiſt. 1 .; Hijacinthus indicus tu
een groot aantal kleine Takken ,met regtuit ſteekende berofus flore narciſi. Bauh. Pin. 47. Hijacinthus indi.
doorns , voorzien ; de Worrel is roodagtig , aangenaam Cus tuberoſus, flore hijacinthi orientalis. Bauh. Pin. 37.;
ruikende en bitter; de Bloemen koomen uit de oxels der ( Poliantkes. Linn. Spec. Plant )
Bladen voort; zijn groenagtig , zonder reuk en in een 2. Tuberoos met dubbele Bloemen ; Hijacinthus indicus
klein groen Kelkje beſlooten , en in vijf puntige lobben tuberojus flore pleno. Boerh . Ind. Alt :
verdeelt ; in derzelver plaats koomen platagtige Befien , Plaats, Deeze Plant behoort natuurlijk in de Indien ,
metgroenkoleurig en bitterMerg vervuld. Die Beſiën van waar ze na Italien en andere warme Climaatenge.
bragt zijnde,
bevaiten twee langwerpige Zaaden , op eenige distantie Thans zeer wel tiert en in de open lucht groeit.
is dezelve zeer gemeen in de meeste Gewesten
de een van d'ander geplaatst.
TSIN , is de naam welke de Chineeſen aan een mine . van Europa . De Bollen van de eerſte zooit worden
raale zelfſtandigheid van een hooge koleur hebben gegee. doorgaans elke voorjaar in groote menigte van Genua
ven , veel na blauw vitriool gelijkende , 't welk in zomini. gebragt , van hun , die de Oranjeboomen ter verkoop
ge loodinijnen word gevonden , en dat men denkt eenige overbrengen. Dog gelijk reeds hebbe aangetekend , is
deelen van dat mineraal te bevatten . De Chineeſen gebrui. de tweede zoort veel zeldzaamer.
ken het om hun Porcelein mede blaauw te verven . Deeze Beſchrijving. De Tuberoos is een Plant die een Sten
zelfitandigheid word zegt men in den omtrek van Canton gel ter hoogte van drie tot zes voeten , uitſchiet. Dee .
en Peking gevonden. ze Stengel is rond , zonder Takken , van binnen hol. De
TSINGALAHA, is de naam diemen in 't eijland Ma. Bladen die weinig anders dan onder aan de Stengel koo.
dagaskar aan een zeer gevaarlijke Scorpioen geeft. Hij men , zijn imal , glad, helder groen , en zich in 'i breede
houd zich alcoos in de Moerasſen op ; hegt zich aan de uitſtrekkende. De Bloemen die klokswijze zijn en de ge
in de weiden loopende Beeſten en Honden vast , die hij daante van een kleine Lelie vertoonen , groeijen boven
door zijn ſteek dood en er 't bloed uitzuigt. aan de Stengel , zijn melkwit , en hebben, een zeer ſter
TSIOCATTI. Frutex baccifera , malabarenſis, fru &tu ke en aangenaaine reuk.
Kweeking. Deeze Planten worden vermenigvuldigd
29 calijculato , tttracocco , umbellato. COMM. Hort. Malab.
Deeze Boom die op Malabaar groeit , word niet hooger door afzetzels , of klijsters, genomen van de oude Bolo
als twaalf voet ; uit deszelfs Stam ſpruiten een menigtelen , die ze in groote menigte uitſchieten ; maar dewijl
kleineTakjes; deszelfs Hout is witagtig met een roodagti. ze nodig hebben voor de koude van onze winters ge.
ge Schorsbekleed ; de Wortel wit , bitter en geurig ; dedekt te worden , word deeze manier bij ons zelden ge
Bladen zijn. langwerpig rond , puntig en eenigzints ge- oeffend, omdat we jaarlijks met verſche ſterke Bollen ,
tand , dík , Atevig , glad , zwartagtig groen van boven , tot een zeer laagen prijs , van buiten 's lands konnen
en ligter groen van onderen. De Bloemen zijn geelvere voorzien wotden. Ik zal daarom voortgaan tot de kwee.
vig, zonder reuk , en aan 't bovenſte gedeelte der Takjes van de Bollen , die overgebragt worden.
De Bollen deezer Plant kooinen hier doorgaans aan in
zittende. De Beſiën zijn in den beginnegroenagtig , wor .
den vervolgens rijp wordende , rood, en hebben een zuur. februarij, 't welk volkomen vroeg genoeg is , om ze
aztige ſmaak; zij bevatten gemeenlijk vier niervorinige voor het eerſte ſaizoen te planten ; maar om eene agter.
kleine Zaadjes, die geen onaangenaaine bittere ſmaak volging van haare Bloemen te hebben , moeten ze op
hebben. Op Malabaar gebruikt men de decoctie uit de drie verſcheiden tijden gezet worden , de eerſte, in 't
Bloemen en het Zaad tot zuivering van het tandvleesch. laatst van februarij , of het begin van maar ; deeze
TSIO-TEI , noemen de Japanners een zoort van wilde bloeijen in 't laatst van meij , of ' begin van junij. De
Miirthenboom , met zeer lange Bladen ; volgens KÆM tweede moet gezet worden in 't begin van april; dee.
PHER is het dezelfde , als de gemeene ItaliaanſcheMijr; ze bloeit in julj. De derde moet gezet worden in ' t be.
thenboom van CASP. BAUHINUS . gin van meij , die bloeit in augustus of ſeptember, en
TSITSIHI, is de naain eener zoort van Inkhoorentje zommige derzelven duuren tot ocrober; door weik mit.
van een graauwagtige koleur , 't welk in hetEiland Ma, del wijdeeze welruikende Bloem vier of vijf maanden in
dagaskar word gevonden. Zij woonen in de holen der ſchoonheid konnen houden .
Boomen , en men heeft het nimmer zo ver met hun kun , Wanneer men voorzien is met Bollen , moet men een
nen brengen van ze te teminen . maatig warmen Broeibak gereed maaken , waarin men
TUBERCULUM , zie KNOKKEL . een partij kleine bloempotten moet zetten , gevuld met
TUBEROOS is de naain van een zeer fraaije en wel. verſche, ligte, vette aarde. Nadat men er dan de vui.
suikende uitlandſche Bloem , die in 't latijn Hijacinthus. ligheid, en verdorde bladen , en hairwortels heeft afge.
Tuberoſus word geroe.nt. nomen , als meede de klijsters (welke , indien menaan de
Kenmerken . Zij heeft een klijsteragtige Wortel, de bloeijende Bollen laat blijven , veel van haar voedzel uit.
Sieng ſtaat regt op , en is hier en daar met een bladagtig putten, en maaken , dat ze zeer zwak bloeijen ) moet
dekzel omringd ; de Bloemen zijn groot en Leliegewijze , men elken Bol in eene bijzondere potzetten , in agt nee .
zijnde veel langer en grooter , dan die der Hijacinthen mende dat de knop of het bovenſte deelvan den Bol maar
met bol -wortelen . effen met aarde bedekt is; want indien ze te diep begra.
Zoorten. Daar is hoofdzaakelijk maar een zoort van dit ven worden , mislukken ze zomtijds.
Gewas , zijnde die met enkelde Bloemen ; dog de Hr. Deeze moeten maar een weinig water hebben , tot
LA COURT een voornaam Liefhebber te Leiden, heeft dat ze boven den grond komen ; maar naderhand hebben
een dubbelde zoort uit het zaad van de enkelde geteeld , ze nodig dikwils daar mede verfrist te worden ; en wan.
zijnde zeerzeldzaam , en wordende nog bij enkele Lief neer de groene Bladen in groote toeneemen , moet men
hebbers gevonden ,aan wien ze door bovengemelde Heer zorg draagen haar lucht te geeven , naardat het weerheet,
is medegedeelt. ze te
en de Bak , waarin ze ſtaan, warm is ; want indien
Yуу 3 . fchie .
TUT. TUI .
3714

ſchielijk aangezet worden , doet dit haare Bloemſtengen van zo wel de koleur als zelfſtandigheid verſchile , nu
niet alleen zuer ſpillig en hoog opſchieten,
men zijn ininder in getal , en veel kleiner maar de Bloe maate de vrcendedeelen , welke er onder ,vermenge
dan wanneer Deeze Steenen zijn van het lijk gevormt zijn.
't welk door
ze harderbehandeld worden . Wanneer de Stengen groo. de sterkeſtroomen van hetwater word voorgedreeven,
ter worden , moet men de dekking ligten , en haar meer die het daarna langzaamer ſtroomende laat vallen , en die
vrije lucht geeven , en in het midden van meij is een lig. na dat het water geheel en al is weggeweeken , eene har.
te dekking met matien genoeg ; want dan moet men haar de zelfitandigheid , als die van een Steen , beeft aange.
ailengskens harden , om de open lucht te verdraagen . noomen .
Wanneer de bloemen beginnen open te gaan , moeten Men begrijpt hier uit zeer gemakkelijk , dat het Tuf
de potten onder dak gebragt worden ; want indien men ſteen zeer verſcheiden moet zijn , zo wel als het lijk
ze buiten laat ſtaan , doet de nattigheid de Bloemen waar van het zelve is gevorint; zomtijds is het pijpagtig,
ſchielijk verwelken ; maar indien ze voor nattigheid en ſpongieus en vol porien ; dan eens vast en ineengedron
ſterke hette der zon gedekt worden , blijven ze langen gen , meermaalen is het dik , en veeltijds ook zeer dun ;
tijd in ſchoonheid . dan eens vind men het met keijſteentjes en zand ver.
De Bollen , die laater in het faizoen gezet worden, mengt , en dikwils door oker en ijzeragtige deelen geko.
hebben minder hette nodig , zo dat , indien de Broeibak leurt; zomtijds is het kalkagtig , op een andere plaatsvan
haar maar wel boven den grond brengt , deheite der zon een leemagtigen aart. Ten aanzien van de gedaante en
naderhand genoeg is , mids dat het weer niet zeer koud zamenhang, verſchilt deeze Steen ook merkelijk; dik.
en nat is ; want indien het zodanig zijn mogt, moet wils word men er indrukſeler van vergaane plantgewas.
men nieuwe warmte in den ouden Bak brengen, of de ſen in ontwaar, inzonderheid vind dit plaats ten aanzien
potten in een nieuwen Bak brengen, om haar voort te van deTufſteen die te Langeroitze word gevonden en door
zetten ; anders bloeijen ze in dat ſaizoen niet. de Heer Schober is beſchreeven .
De zoort met dubbele Bloemen , word vermenigvuld Dewijl her inzonderheid aan de overſtroomingen der
door Klijsters ; zie hier de beste manier om dezelve voort. Rivieren is, dat de oorſprong der Tuffteen moet worden
tekweeken . toegeſchreeven , beſpeurt men ligtelijk , dat die Steen ver.
In het voorjaar neemt men de oude Bollen op eer die ſcheidene laagen of beddingen moec formeeren, die zich
beginnen uitteloopen , dan neemt men er alle de Klijs op zodanige plaatzen welke eertijds zijn overſtroomtge.
ters af. Als dan ze! men de ſterke en gezonde Bollen worden , onder den grond moeten uitftrekken. Men
op dezelfde wijze als boven ten aanzien van de enkelde vind zomtijds verſcheidene laagen Tuffteen de eene bo.
soorten is gemeld; dog de Klijsters plant men op de di. ven de anderen ; de tusſchenruimtens daar van zijn met
Itantie van omtrent vier duimen van malkander, in een aarde of ſteenen van een verſchillende zoort aangevult;
verſche Broeibak , en overdekt die met zeer vette aarde. dit koomt, omdat de oveutroomingen die de Tuffeen
Deeze Bak moet met Glasraamen gedekt zijn , die hebben voortgebragt, aanmerkelijke tusſchenpoofingen
'shagis wanneer het koud is met Rietinatten moeten be. hebben gehad . Op andere plaatzen vind men de laager
dekt worden ; dog den fomer naderende, neemt men de Tuffteen zonder eenige andere tusſehenleggende ſtoffer,
dekkingen weg , en men laat de Planten de vrije open de een op d'ander gepakt, en deezen onderſcheiden zich
lucht genieten tot in het volgende najaar , dat de wagten zomtijds door hunne verſchillende koleur , veroorzaakt
beginnen koud te worden , wanneermen ze gelijk te voo. doordien de Rivieren op verſchillende tijden , verſchei.
ren bedekt , tot er tijd toe dat de Bladen ten eenemaalen den zoort van gekoleurde aardens of Nijk met zich heb.
verdord zijn , als wanneer men eenige derzelven op . ben geneept en op die plaatzen doen vallen.
neemt, en de Bollen in droog zand in het Oradjehuis be- Zodanige plaatzen die bij ouds door de Rivieren zija
waart; maar de anderen laat men tot het volgende voor- overſtroomt geworden ,en alwaar zich den Tufſteen heeft
jaar in de Bakken blijven , zorgdraagende die als vooren gevormt, zijn na verloop van tijd met aarde overdekt
te bedekken , om de Bollen voor vorst te bawaaren , die , geworden , en men heeft er bouwlanden van gemaake;
indien ze daar niet voor , als ook voor te veel nattig. dog men is verpligt om dezelve vrugtbaar te doen zijn,
heid beſchermd worden , geheel vernield worden. den Tuffteen te verbrijzelen , om dat anderzintsde groei
Door deeze behandeling heeftde Heer LA COURT ee . der wortels zoude verbindert worden , inzonderheid
nige honderden van deeze Plantteffens in bloei gehad , wanneer het zich nabij de oppervlakte bevind ; maarwan .
en nog zeer veel jonge Bollen voor het volgende jaar neer het diep in de grond is , of dat de laag aarde die er
bewaard , zo dat hij door agtervolging der Bollen , al- over heen legt, een genoegzaame dikte heeft, als dan is
tijd een genoegzaam getal had om alle jaaren te bloeijen ; deezen arbeid overtollig.
want de Klijsters hebben twee jaar werk , eer ze Bloe. Men ziet door het bovengemelde, dat den Tufſteen
men voortbrengen, en de oude Bollen bloeijen niet weer zich op dezelfde wijze formeert als de bekorſtingen (ia
voor het derdejaar. cruſtationes), dat wil zeggen , door eene opeenpakking
Eigenſchappen. De Bol der Tuberoos heeft een al- van aardagtige, zandige en grove deelen , die door het
veegende , zamentrekkende, opdroogende, en ontbinden . water als tot een behag zijn gemaakt , en met het zelvo
de hoedanigheid. De reuk van de Bloemen is zeer aan. voortgedreeven.
genaam en ſterk , dog in een belooten vertrek , verwekt Den Tufſteen vast en in een gepakt zijnde , is het een
het aan zommige Menſchen hoofdpijn , en veroorzaakt bij zeer goedebouwſtoffe, inzonderheid voor verwulften,
de Vrouwen ook dikwils opſtijging. De Bloemen wor. om dat het buitengemeen ligt is ; daar bij hobbelig en
den van de Parfumeurs veel gebezigt, dog in de Genees. poreus zijnde verbind zichhetzelve zeerpaauw met kalk.
kunde zijn dezelve geheel niet in gebruik. Daar is eene zoort van Tuffteen die fijngemaalen zijn
TUFSTEEN ; Duiffteen ; Drijfſteen ; Tophus ; Lapis de , en onder Kalk vermengt, tot metzelen dient , in .
tophaceus. Dusdanig word een zoort van ligte, ſpongieu- zonderheid tot waterwerken ; zie CEMENT.
fe Steen genoemt, die gemeenlijk vol gaten is , en waar TUIMELAAR , zie DOLPHIJNEN 4. II. pag. 517.
TUI,

1
TUI. TUL , TUL. 3715
TUIMELAAR , zie DUIVEN pag. 553. 2. Degeele italiaanſche Tulp met hangende Bloemen ;
TUIMELVISCHJE , zie KARPERS 11. XXIII. pag.
Tulipa minor lutea italica. Bauh. Pin . 63 .; ( Tulipa fio.
5448 . re jubnutante foliis lanceolatis. LINN . Spec. Plane.)
TUIN , zie BLOEMPERK , BOOM , BOOMGAAR- 3. De turkſche Tulp met regt opſtaande Bloemen van
DE , HOF , LUSTHOF , PLANT , PLANTEN , veelerleij koleuren; Tulipa genusfere torum . Bauh. Pits.
SNOEIJKONST , TREKKASSEN , en meer andere 57 .; Tulipa turcarum . CORD. Hiſt. 213. ; ( Tulipa flore
Artijkels van dien aart. erecto , foliis ovato lanceolatis. Linn. Spec, Plent.)
TUIN -ALSSEM , zie ALSSEM. Oneindig zijn de Veranderingen , zo wel ten aanzien
TUIN-EPPE , zie EPPE . van de koleur als grootte van de derile 200st of turkſche
TUIN - KERSE , zie KERSE . Tulp, welke veranderingen door de Bloemisten en Lief
TUIN -KLOKJESBLOEM,zie KLOKJES.BLOEM , hebbers uit het Zaad zijn voortgekweekt, die ook aan
h. . pag. alle deeze Zoorten bijzondere naamen hebben gegeeven ,
TUIREKRAKOLLEN , zie KRAKOLLEN.
TUIN.LISC
al te veelvuldig om hier op te noemen , dog waar van
H , zie LISCH , 11. I. pag. 1851 . men gantſche lijsten gedrukt vind ; beſtaande derzelver
TUINMAN , Hovenier. Hier door verſtaat men een onderſcheid hoofdzaakelijk, in de buitengemeene ver .
Arbeider , die voor den Tuin zorg draagt , en dien be. ſcheidentheid van de fraaije koleuren der Bloeinen . Ze
werkt ; ook het opzigt over de mindere Arbeiders in den worden alle in twee Hoofdzoorten onderſcheiden , als in
Tuin is toevertrouwt. Omtrent de keuze van een T vroege en laate, of in vroeg. en laat-bloeijende. Ook on .
man moet men zeer omzigtig zijn , dewijl zulks van een derſcheid men ze 1. in ordinaire. 2. In Bagetten , die
groot belang in den Tuinbouw is. een hooge Bloemſtijl en groote Bloem maaken. En 3. in
Want dewijl het onbetwistlijk is , dat de Tuinen niet Bizarres, welke met verſcheiderhande koleuren geſtreept
dan door een geftadige cultuur in ſtaat zijn vermaak te vere of gevlamt zijn.
fchaffen , moet mer niet denken ze immer in die ſtaat Plaats. De beide eerſte zoorten groeijen op bergagtige
te zullen kunnen krijgen , indien zij niet door een werk. plaatzen in Zuid- Frankrijk , Italien , in de Apenniniſche
zaam en verſtandig Tuinman beſtierd worden . Gebergtens , enz. De derde soort groeit in Cappado .
TUIN -MISPEL , zie MISPELBOOM , M. 2. pag. cien , van waar men zegt dat dezelve in 't jaar 1959. in
2148 . Europa is gebragt.
TUIN -MUNTE , zie MUNTE , n. 2.pag. 2213
TUIN-RANUNKEL , zie RANUNKEL , n 4. pag. Wat er in de Tulpen vereischt word om
2893 . fraaij te zijn.
TUIN -RIDDERSPOOR , zie RIDDERSPOOR , 1. Dat de Bloem groot zij. 2. Dat de Bloemblaa
Tutor
I pag. 304 8 . den niet puntig maar lang rondagtig zijn , en niet aan de
TUIN -SCHARLEIJ, zie SCARLEI) , *. I. pag. kanten krullen, nog nederwaarts hangen. - 3. Dat 't
3226 . wit en de koleuren zuiver , en de ſtreepen en vlammen
TUIN.SLANG ,zieSERPENTEN , 5. IX.pag. 3353. wel geſneeden zijn. 4. Dar de koleuren en de Bloe.
TUIN- SPINNEN , zie SPINNEKOPPEN , 9. III. men zelfs , lang duuren en niet ras veranderen. -
5. Dat
pag. 3474 . de Bloeijſtijl bekwaam boog , en niet ſlap zij.
TULBAND , zie GEBAK , pag. 801 .
TULP , Turkſche Tulband ; in 't latijn , Tulipa ; in 't Kweeking van de vroege Tulpenk
griekksch , qugiwyo ; in 't turksch , Olé en Zambul ; in De Bollen van de vroegbloeijende Tulpen moeten in
't fransch , Tulipe ; in 't hoogduitsch , Tulpe en Narcis. het begin van ſeptember op een warm rabat, digt bij
sen Lelie. Zodanig word in die verſcheidene taalen een een muur , heining of hegge gezet worden , om dat, in
Bolgewas geroemd, wiens Bloem tot een groot vercier. dien ze niet voor de ſcherpe winden beſchut ſtaan , haa
ſel van de Tuinen , verſtrekt, en door der zelver optel . re Knoppen in het voorjaar gevaar loopen, om veel door
baare veranderingen in koleuren en wezentlijke fraaij. de pagt en morgen vorſten te lijden. Wil men ze fraaij
heid , van de aanbidders der Godinne FLORA met veel hebben, zomoet alle jaaren de grond vernieuwd worden.
zorgvuldigheid word gekweekt. De beste grond hier toe is , die , welke genooinen word
Kenmerken . De Tulp heeft een Leliebloem , meestal uit een ligte zandige weide, met vergaane boombladen ,
uit zes bladen beſtaande , maakende omtrentde gedaan. Benevens een vierdepart zee-zand , er onder vermengd.
te van cen Kruik. Het Stijltje , 't welk in het midden Hier vult men de Bedden omtrent tien duim dik mede ,
van de Bloem opkomt, en met Helmſtijltjes is omringd, 't welk voor deeze Bollen genoeg is; dewijl die niet die
word vervolgens een langwerpige Vrugt, die zich in drie per dan vier en op zijn hoogst vijf duimen behoeven ge .
deelen opent, in drie celletjes is verdeeld , en vol platte zette worden. De Afzetzels moeten niet onder de bloe
Zaadjes zitten , die op malkanderen in eene dubbele rije jende Bollen gezet worden, maar op een rabat op zich
Jeggen. Voorts heeft deeze Plart een rokkige Bol aan zelve , alwaar ze vrij digt bij malkander konnen geplaatst
het benedenſte gedeelte met haairwortels bezet. worden , inzonderheid indien ze klein zijn , maar deeze
Zoorten . Daar zijn eigentlijk drie Hoofd200rten van dit moeten opgenoomen worden wanneer haare Bladen ver.
Bloeingewas , waar van de twee eerſten weinig in aanmer. dorren , op dezelfde wijze als de bloeijende Bollen ; are
king koomen ; dog de derde zoort is die, waar van zo veeli derzints verrotten ze wanneer er nat weer op volgt, de.
vuldige en fraaij gecoleurde veranderingen worden ge. wijl ze zo hard niet zijn als de laat bloeijende, ook ver.
vɔnden , en daarde Parterres van deLiefhebbers geduu: menigvuldigen zeniethalf zo ſchielijk , als deeze , 20 dae
rende de maand maij zo heerlijk mede praalen. er veel meer oppasſens vereischt word om derselver Afi
1. De geele franfcheTulp met hangende Bloemen ; Tu . Zetzels te bewaren.
lipa minor lutea gallica. BAUH . Pin . 63. Sauv . Monfp. Wanneer deeze Tulpen in het voorjaar opkoomen ,
306.; ( Tulipa flore fubnutante, foliis lanceolatis. LINN. moet de grond , boven op de rabatten zagtelijk geroerd
Spec. Plat.)
3716 TUL, TUL
en van onkruid ſchoon gemaakt worden , en wanneer de pen , groeijen met haare Stengen tot verſcheidene boog.
Bloemknoppen voor den dag koomen , is het noodig de tens, zo dat er pauwlijks twee op eene gelijke boogie
zelve bij koud weer , inet natten te bedekken , want ge bloeijen . De Duck van Tob, die een van de eerſte Tube
bruikt men deeze voorzorg niet , 20 verſenzen veeltijds pen is , welke in 't voorjaar verſchijnt , is doorgaans zeer
de Knoppen door de koude, en brengen zeer onvolmaak- kort van steng , en zo zijn ook de andere zoorten , naar
te Bloemen voort , ook is dit zeer nadeeiig voor de Bol . maate dat ze vroeg voor den dag koomen , korter , dan
len , insgelijks het aſplukken van de Bloemen , zo ras die welke daar op volgen , en de laat bloeijende zoorten
a's ze bloeijen; om dat haare Bollen, die alle jaar op zijn alle merkelijk langer van Stengen , dan eene van de
nieuw voorkoomen , op dien tijd cot haare volkoomen yroog bloeijende, zo dat wanneer ze verward onder mal.
grootte niet zijn gekoomen, en daar door van haar be. maaken.
Kanderen ſtaan , ze geheel geen aangenaame vertooning
hourlijk voedzel worden beroofd .
Als het zeer warm weer is , wanneer deeze Bloemen
in bloei ſtaan , is het nodig dezelve op het beetst van den Kweeking van de laat bloeijende Tulpen.
dag met matten over hoepels gelegt, te bedekken ofwel zo De laat bloeijende Tulpen zijn zodanig menigvuldig in
als veele Liefhebbers om de netheid doen , met een ex. derzelver veranderingen , dat het vergeefsche moeite
pres daar toe vervaardigt Tentje van linnen; wanneer zoude zijn , gelijk ik reeds hebbe aangemerkt , zijne po.
het des nagts vriest , moet men ze ook op de voorzeide . gingen te werk te ſtellen om er eene lijst van te maaken.
wijze met matten bedekken , kunnende door hei in agt Deeze verkrijgt men doorgaans uit Bagetten , welk woord
neemen van 't een en ander' , lang in bloei bewaard wor. op alle zodanige Bloemen word toegepast, die uit zaad
den . Zodra de Bloemen verdord zijn , en de Zaadhuis. voortkomende van eene koleur zijn , en goede gronden
jes beginnen te zwellen , moeten ze net boven aan deen Klepels , of Helmſtijltjes hebben. Na verloop van
Stengen worden afgebrooken , om reden , dat wanneer tijd veranderen deezen tot verſcheiden fraaije ſtreepen ,
men ze in 't zaad laat (chieten , als dan de Bollen zeer evenredig , met de grond van haare voorgaandeeigenaar
benadeeld worden . tige koleur ; dog deeze grond moet ten eenemaalen ver
20 draa de Bladen verdord zijn , 't welk eerder ge dwijnen, anderzints word de Bloem niet voor ſchoon
beurt , dan dat de laate Bloemen hebben uitgebloeit , moe . en keurig gehouden.
ten de Bollen worden opgenooinen , en in een beſcha. De manier om deeze Bloemen uit zaad te vermenig.
duwde plaats op matten verſpreid worden , om te droo vuldigen , is , als volgt. Men moet zorgvuldig zijn in de
gen ; na welken tijd ze van haare vuiligheid moeten wore vekiezing van het zaad , zonder weik men geen goeden
den gezuiverd , en op een drooge plaats bewaard , daar uitſlag verwagten kan. Het beste zaad is, 't welk ge.
geen Ongedierte bij kan koomen, tot dat het Saiſoen wonnen is van Bagetten, die alle de goede eigenſchappen
weer daar is , om ze in de grond te zetten ; hier bij.dient hebben ; want het zaad van bonte Bloemen brengt zel .
men -in agt.te neemen , om elke zoort op zich zelfs te den.iets voort , dat waardig is.
bewaaren , want hier door word men in ſtaat geſteld , om De beste manier om goed zaad te krijgen , is een par.
ze in de tijd der planting volkcomen na zijn genoegen te tij te verkiezen van zulke Bagetten , als waar van gij zaad
ſchikken , dewijl het best is alle de Bollen van een wilt winnen , en zet ze op een ander bed , dan deBa.
en dezelfde zoort bij malkander te planten , en ze niet getten , in een hoek van den tuin , daar ze volkoomen
te ſchakeeren gelijk men doorgaans doet, met de meeſte aan de Son bloot Itaan , in agt neemende , om ze ten min.
andere zoorten van Bloemen ; want dewijl er weinige opften negen duim diep te planten ; want indien ze te on.
een en denzelven tijd bloeijen ; zo zullen wanneer de diep geplant worden, zijn haare Stengen onderhevig te
verſcheidene Bollen van eene zoort over een geheel Ra. verdorren , eer het zaad rijp is.
bat verſpreid ſtaan , dezelvemeer een zeer gemeene ver- Deeze Bloemen moeten altijd aan het weer blootſtaan ;
tooning maaken , terwijl wanneer er 20 of 30 Bollen van want indien ze met matten of eenige andere dekking be
dezelfde zoort bij malkander gezet worden , zij alle op ſchaduwd worden , zal zulks de rijpmaaking van haar zaad
den zelfden tijd bloeijen , en een aangenaame vertooning beletten. Ontrent het midden van julij (wat eer of wat
voor het gezigt opleveren . laater, naar dat het een warme ofkoele Somer is) is het zaad
Meu vind keurige Liefhebbers die om de verſcheiden goed , om gewonnen te worden , 't welk men weeten kan
zoorten van Tulpen, en andere Bloembollen , zo als Hij- aan de droogte van de Stengen, en het opengaan van de
acinthen , Tacetten, Jonquiljes , enz. op zich zelve te zaad-huisjes, wanneerhetkan afgeſneden,en in de Peulen
bewaaren, groote platte bakken hebben laaten vervaar. bewaard worden tot den tijd om het te zaaijen , zorgdraa.
digen, die inveele vakjes door middel van verſcheide- gende, om het in een drooge plaats te leggen ;anders is
ne tusſchenſchotjes zijn verdeelt , waar van ieder even het onderhevig te beſchimmelen , 't welk het zal doen
eens is genommerd. , als de verdeeling van de Bedden ,
bederven .
zo dat wanneer ze een lijst van hunne Bollen hebben ge- Een partij goed zaad gewonnen 'hebbende , is het de
maakt , en de nommers voor elke zoort op de Bedden beste tijd om te zaaijen omtrent het begin van ſeptem :
vast ſtaan , zij niets meer te doen hebben , wanneer ze ber , wanneer meneen partij ondiepe zaad-pannen of
hunne Bollen opneemen , dan elke zoort in die verdee. bakken moet verzorgen, die gaten moeten hebben in
ling te leggen , die met het zelfde nommer isgetekent, haarebodems , om er de nattigheid uit te laaten loopen.
als er bij elke zoort op het bed gezet was. Dit wint Deeze moeten gevuld worden met verſe zandige aarde,
veel moeite uit in het maaken van nieuwe nommers tel . waar op het zaadmoet gezaaid worden, zo geregeld als
kens wanneer men de Bollen opneemt, en ook beant. mogelijk is , opdat het niet op malkander legge. Dan
woord het buitengemeen aan het voorgeſtelde oogmerk , moet er wat van dezelfde ligte zandige aarde over geo
namelijk , om de verſcheidene zoortenop zich zelfs te zift worden, ontrent een halfduim dik. Deeze Bak.
bewaaren. ken of Pannen moeten gezet worden , daar ze de mor:
De onderſcheidenezoortenvan de vroeg- bloeijende Tul. gen.Son tot elf uuren hebben , in welke ſtandplaats
ZC
TUL : TUL : 3787
ze konnen blijven tot odober , wanneer ze in eene ope. onkruid af gèwied , en de Bedden met verſche aarde be
ner ſtandplaats moeten gebragt worden , alwaar ze den dekt worden , 't welk in den herfst ook moet herhaalt
geheelen dag bet voordeel van de Son konnen hebben , worden,
en voor noordewinden beſchut zijn , alwaar ze moeten Op deeze Bedden konnen de Bollen twee jaar blijven ,
blijven geduurende den winter ; maar in het voorjaar , geduurende welken cijd ze altijd ſchoon van onkruid ge
wanneer de Planten zijn opgekomen , moeten ze weer in houden , en in - de lence en herfst op nieuw aangeaard
haare eerſte ſtandplaats gebragt worden , en indien het moeten worden , op de wijze gelijk reeds gezegt is , na
droog weer is , moeten ze met water verfrischt worden , welken tijd de Bollen opgenomen , en op nieuwe Bedden
terwijl de Planten groen blijven ; maar zo ras als haa- geplant worden , vier duim van malkander , en ook zo
re toppen beginnen te verdorren , moet men ze niet diep , alwaar ze nog twee jaar kunnen blijven , geduu .,
meer geeven , op dat het de tedere Bollen niet doe'rot. rende welken tijd ze dezelfde kweeking moeten hebben ,
ten . Daarom moeten de Bakken , geduurende den So. als vooren. Daar na moeten de Bolien , groot genoeg
mer , in een beſchaduwde itandplaats gezet worden , maar zijnde, om te bloeijen , opgenomen , en op nieuwe Bed .
niet onder den drop van boomen . den geplant worden , op den gewoonen afſtand , en op
Deeze Planten hebben , wanneer ze eerst voor den dag dezelfde wijze als de oude Bollen . Wanneer ze bloei.
komen , zeer ſmalle grasſige bladen , zeer gelijk aan die jen , moeten zulke , die waardig zijn bewaard te wore
van de Vijens en koinen op met gebogen Kopjes , op den , met ſtokjes gelekent worden , en wanneer men de
dezelfde wijze als deeze, 20 dat die geenewelke er geen Bollen opneemt, van de andere afgeſcheiden worden ,
kennis van hebben , ze zouden uitbaalen voor gras, ter« om geplant te worden als Bagetten op andere Bedden ;
wijl ze zeer jong zijn , eer haare bladen wat meer geo maar men moet de andere niet verwerpen , voor dat ze
*2
pend zijn , 't welk zelden het eerſte jaar geſcbied ; wantze twee of drie jaar gebloeid hebben, om dat het onmoge
komen zelden voor den dag voor het midden van maart , lijk is in korter tijd net van derzelver waarde te oordee
en verdorren doorgaans ontrent het laatst van meij of len ; want veele , die in het eerſte bloeijen zich fraaij
het begin van junij, naar dat het warmer of kouder vertoonen , zullen naderhand verloopen , zo dat ze wet
weer is . nig waard zijn , en andere, die in hec eerst niet behaag.
De oppervlakte van de aarde in de Bakken moet ook den , zullen dikwils verbeteren , zo dat ze moeten be
van onkruid en mos gezuiverd , en er wat verſche aarde waard worden, tot dat men wel van baare waarde kan
over gezift worden , kort na dat baare bladen verdorren , oordeelen :
't welk van grooten dienst is voor de Bollen . Deeze Bak- Op deeze wijze zullen er jaarlijks veele zoorten van
ken moeten geduurig -Schoon van onkruid gehouden wor. nieuwe Bagetten gekweekt worden , waar uit altijd fraai
den ; ' t welk indien men daar in laat groeijen , zouden je Bloemen voortkoomen , welke de vrugt zijnde van ei.
deszelfs wortels , wanneer het uitgebaald word, de Bobo gen zaaijing , zeer veelwaarde zullen hebben , om dac
Sen ligtelijk uit den grond haalen . Op St. Michiel moet ze in geen andere banden zijn , 't welk den prijs van al
er weer nieuwe aarde op gedaan worden , en wanneer le Bloemen doet klimmen ; en het is alleen aan dee.
de winter aan koomt, moeten ze weer in de Son ge . ze manier van nieuwe Bloemen te kweeken toeteſchrij
bragt worden , gelijk le vooren , en op dezelfde wijze ven , de zeergedenkwaardige en aanmerkelijke Koophan. +

behandeld worden , tot dat haare bladen in het voorjaar del, die in de voorige eeuw met de Tulpen in Holland
'verdorren , wanneer haare Bollen voorzigtig moeten op wierd gedreeven ; als wanneer men voor een Tulp-Bol
genomen , en op Bedden met verſche zandige aardegeplant zo veel geld of waarde beſteedde, dat het bijna onbe
worden , onder welke tegels moeten gelegdworden , om grijpelijk is ;want wie zoude zonder 't getuigenis van waa.
de Bollen te beletten van naar beneden te ſchieten , 'twelk re Gedenkſchriften die zulks bevestigen , kunnen geloo
ze dikwils doen, wanneer er niets is, om ze te ſtuicen, ven , dat men voor eene Bol.500 tot 2000 guldens gaf?
en ze worden daar door vernield. De aarde van deze Weshalven ook veele Ambagislieden hun ambagt, deWe
Bedden moet ontrent vijf duim dik leggen op de tegels , vers bunne touwen , en de kleine Kooplieden of Win .
't welk genoeg is om deeze Bellen te voeden, terwijl ze keliers hunne Winkels verlieten , en zich op 't kweeken
jong zijn . en negocieeren van Tulpen leiden , waar door ook ver
De afſtand , dien men aan deeze jonge Bollen geeven ſcheidene in het eerſte begin rijk wierden. Dog deezen
moet, behoeft niet meer dan twee duiin te zijn , en ze handel ging op 't laatst zo grofen onbezonnen toe, dat
moeten niet meer , dan tweeduim diep geplant worden ; de Hueren Staaten van Holland bij Placaat van den 27
maar tegen het laatst van october is het dienſtig , de Bed. april 163? de Contracten aangaande de Tulpen gemaakt,
den te bedekken metwat verſche aarde , ontrent een daim vernietigden ; zie Caugroot Placaat - Boek ze Deel, blads.
dik , 'twelk de Bollen bewaart voor de vorst , en de mos 2363.
of het onkruid belet , om er over te groeijen, Indien Volledig berigt hebbende, op wat wijze deeze Bloemen
het een ſtrenge winter is , is het dienitig de Bedden te uit zaad te kweeken , blijft onsnu nog totvervullingvan
bedekken met Matten van Peulen -Atroo , om de vorst uit onzen taak over , aantewijzen , hoedanig’t best zodanige
den grond te houden , om dat deeze Bollen veel tederer Bollen te behandelen die Bagetten genoemtworden , op
zijn , terwijl ze jong zijn , dan na dat ze watgrooterzijn dat men er alle jaaren eenige bekooine, die 'tot fraai bon
geworden . te Bloemen veranderen .
In het voorjaar moet de oppervlakte van den grond Deeze Bollen moeten niet alleen alle jaaren in verſche
zagtelijk geroerd worden , om hem ſchoon te maaken , aarde verzet worden, maar ook een andere ſtandplaats.
eer de planten opkomen , en indien de lente droog is , worden gegeeven , als zij het jaar te vooren hadden.
moeten ze dikwils met water verfrist worden , geduuren- De beste bereiding van grond voor deeze Bollen is ,
de den tijd van haare groeijing ; maar men moet ze niet een vierde verſche aarde uit een goed weiland , een vier
veel teffens geeven , opdat het de reere Bollen niet doe de ter deegen vergaane bloembladen , een vierde zee.
rotten : wanneer de bladen verdord zijn , moet er het zand , en en vierde gezifte kalkpuin . Dit alles moet
ten
VI Decl. Z 22
3718 .
TUL , TUL ,

ten minſten zes ofagtmaanden onder malkander vermenigt het noemt geheel en al , zo verliezen zij dog nimmer
zijn geweest, eer men er gebruik van maakt , en dikwils haare ftreepen , ſchoon zij op zommige tijden veel fraaijer
geroert en en omgeſpit worden , om de deelen wel one bloeijen dan op andere , en de afzetzels veelcijds veel
der een te vermengen. Met deeze aarde moeten de Bed ſchooner zijn , dan de oude Bollen .
den , op de volgende wijze omtrent agttien duim gevuld Ten aanzien der kweeking van bonte Bloemen valt
worden; na dat de oude aarde tot de beoogde diepte uit niets meer waarteneemen , dan 't geen van de Bagetten.
het Bed is gegraaven , moet het zelve met omtrent tien is gezegt ; alleen uitgezondert , dat die met hooge hoe.
duim dik van de bereide aarde opgevuld worden , deeze pels en latten moeten overvulfd worden , waar over men
net gelijk gemaakt zijnde, trekt men ruitswijze lijnen een linnen kleed ſpant, dienende om dezelve bijdag voor
over het Bed , zcs duim van malkander ; op het midden de ſterke aandoeningen der Son te beſchaduwen , als me.
, punt van elk kruis zet men de Tuipbollen overend, en de tot beſcherming voorſterke winden , harde regens, en
na dat men het gantſche Bed op deeze wijze beplant morgenvorsíten. Verwaarloost men dit , blijven de Bloe.
heeft , moet er de aarde zodanig overheen gedaan wor. menmaar korten tijd in fieur , daar ze anders een gehee.
den , dat ze agt duim hoog van het benedenſte der Bol le maand lang in bloeij kunnen bewaard worden. Men
---

afgerekent , bedekt worden , bij deeze bewerking in agt vind Liefhebbers die groote raaien van ijzerwerk over
neemende, om de Bollen niet te benadeelen , en ook den hunne Tulpbedden hebben , zodanig gemaakt , dat ze
top van de Bedden wat afrondende te leggen , op dat door tusſchen twee Bedden onder de raamen kunnen doorgaan ,
die inijdel het water vrijelijk kunne afloopen. over welke raamen , ceerkleden zijn geſpanden op dat
· De Bedden waar op men de Tulpen plant , moeten er de Son , regen en vorst worde buiten gehouden ,
meer of min beneden de oppervlakte uitgeſpit worden , en men dus de Bloemen kan zien , zonder er de teerkle.
naar maate van de nattigheid of droogte van den grond ; den afteneemen of opierollen.
want het is volſtrekt noodzaakelijk , dat de Bollen zo · De Bloemen uitgebloeit zijnde , moeten er de koppen
hoog leggen , dat er het water nooit langbij ſtaan blijft ; worden afgebrooken , om te beletten , dat ze niet in 't zaad
dewijl zulks baar zeer ligt doet rotten. Heeft men dan ſchieten ; want neent men dit niet in agt , zo zallen den
een laage grond , die zeer nat is , zo is het dienſtig een , a zelve hec volgendejaar op verre na zo wel en tierig niet
twee duim dikie kalk-puin onder de aarde te leggen , bloeijen , dit doet ook haare Stengen eerer verdorren
waar door de overtollige nattigheid afloopt. Dog is de dan ze anders zouden doen , zo dat haare Bollen vroeg
grond droog , als dan moet de bodem van de Bedden in julijkunnen worden opgenomen , want men dient zor
ecn voet , of veertien duim beneden de oppervlakte zak. ge te draagen , dat ze niet lang in den grond moeten blij.
ken ; want in zodanige plaatzen behoeven de Bedden niet ven na dat haare Bladen verdort zijn . In het opneemen
meer dan vier of op zijn hoogst zes duim boven de opper . van de Bollen moet men vooral zorgdraagen om die niet
vlakte te zijn , ' t welk voor het nederzakken voldoende is . te kneuzen ofte kwetſen , dewijl zulks haar in groot ge
Den gantſchen winter heeft inen er niets aan op te pase vaar brengt om te verrotten ; en dit opneemen der Bollers
fen ; dewijl de Bollen zo diep geplant ſtaande, geen gee dient te geſchieden indien eenigzints moogelijk is , een
vaar loopen om door den vorst te worden aangedaan; dag of twee na dat het geregent heeft. De Bollen op•
maar in het voorjaar wanneer de Bladen boven de grond genoomen zijnde , moet men die van haare oude ſchil.
beginnen te koomen , moet de aarde boven op de Bed . len en alle zoort van vuiligheid zuiveren , en in eenebe.
den voorzigtig met de hand geroerd worden , om die van fchaduwde plaats op matten uitſpreiden , om te droogen ,
onkruid te zuiveren ; en wanneer de Bloemknoppen ont. Waar na men ze in een drooge plaats bergt , daar geen
luiken en te voorſchijn koomen , nioeten die voor de Ongedierte hoe genoemt kan bij koamen , in agt nee
vorst beſchermt worden , dewijl die anderzints onderhe. mende , om elke zoort bijzonder te houden ;dog ze moe
vig zijn , om kort na dat ze voor den dag zijn gekoomen , ten niet te veel buiten de lucht worden gehouden , en
te verzengen en te verdorren ; dog deeze dekking dient vooral niet op hoopen worden geſtapelt, want hier door
alleen in zodanige nagten te geſchieden , dat men gegron- ſchimmelen ze, en verrotten dan doorgaans wanneer zij
de vreeze voor vorst heeft ;dewijl zij op alle andere tij . in de grond geplant zijn.
den zo veel open lucht moeten genieten als doenlijk is, De Afzetzels van deeze Bollen , die niet groot genoeg
dewijl zij bij mangel hier van , pillig opſchieten , en zijn om het volgende jaar Bloemen voorttebrengen, moe
zeer kleine Bloemen voortbrengen. ten ook afzonderlijk bewaard worden , ieder zoort apart,
De Bagetten in bloei ſtaande, moet men zorgvuldiz Deeze moeten omtrent een maand vroeger in den herfst
paſpooren , of er eenige daar onder to: fraaije geftreep- geplant worden , als de bloeijende Bollen , en wel op bijzon .
te zijn verandert; dit merkende , moet men bij de zo. de Bedden in de Bloemkweekeriſ, op zodanige plaatzen
danigen een klein Stokje tot teken verſtrekkende, ſtee . daar ze niet veel voor het gezigt bloot ftaan . De aarde
ken , op dat ze van de andere Bagetten afgeſcheiden , en van deeze Bedden moet op dezelfde wijze bereid en ge.
het volgende jaar onder de bonte Bloemen worden ge- reed gemaakt worden als voor de bloeijende Bollen , dog
plant; dog hier bij moetzorgvuldig opgemerkt worden , men moet ze niet dieper dan vijf duim planten , ook kun.
of ze haare oorſpronkelijke of voorige koleur ten eene. nen ze veel digter bij malkanderen gezet worden , dan
maalen hebben verlooren ; insgelijks wanneer ze verdor. zodanige Bollen die reeds bloeijen .
ren, naauwkeurig na te gaan, of ze tot het laatſte toe fraaij TULPBOOM ; Tulpenboon; in ' latijn Liriodendron ,
blijven, en zich niet met de voorgaande koleuren be. zijnde deeze Genagtuaan afgeleid van de gedaante der
morst'verrooren ; in welke beide gevallen ze zeer on- Bloem , die een deele naar en Lelie , ten deele naar een
derhevig zijn , om het volgende jaar tot haar oorſpron . Tulp , of liever ook naar een Roos gelijke.
kelijke koleur wedertekeeren ; dog zijn haare ſtreepen Kenmerken. De Bloem beſtaat uit negen Bloemblade
onderſcheiden, en tot den grond' toe helder, en volhar- jes , welke in een driebladige Kelk zijn vervat, en zich
den zij hier in tor het laatſte toe , is er weinig gevaar 20danig uitbreiden dat die na een Tulp gelijkt. Het Stijl.
dat zij verloopen zullen ; want veranderen zij zo als menuje koomt uit het middenpunt van de Bloem voort, iszeevanr
TUL . TUL . 3719
zeer veele Helmftijltjes omringt , en word naderhand een ,, De' Tulpenboom grocie, overal , in de wildernisſen
pijnappelswijze Vrugt , die als uit fehubben is zamenge . „ van die Land. De Kuidkundigen noemen hein Lirio
hoopt. Voegt nog bij deeze kenmerken , dat de Bladen , dendron en den Tulpdraagende- Boom ; dewijl zijne
. meest hoekig zijn , het bovenſte gedeelte derzelven uit. „ Bloemen , zo wel wat de grootte als de koleur en het
gehold , als waare het meteen ſchaar ingeſneden , en in uitwendige fatſoen aangaat , eenigermaate naar de Tul
twee punten eindigende. „ pen gelijken . De Sweeden geeven er den naam van Ka.
Zoorten. Men heeft twee zoorten van dit buitenlandsch » noetra , of bij verkorting Knutra , dat is Kanoos-Boom ,
Gewas , als volgt. » om de gezegde reden , aan ; maar van de Engelſchen ,
1. Virginiſche of Tulpdragende Tulpboom ; Lirioden. „ in Penſilvanie, word hijalleenlijk Poplar , dat is Pope.
dron tulipifera ; _Tulipifera arbor virginiana. Herm. - lier, geheten. Men houd hem voor den boogiten en
Lugdbat. 612.; Tulipifera virginiana tripartito aceris fo. „ dikſten onder alle Boomen van Noord-Amerika, en
« lio , media lacinia velut abſcisja. PLUKNET. Alm . 379.; ,, wil dat hij onze grootſte Boomen in Europa in hoogte
一 ( Liriodendron foliis ovatis. Linn . Sijít. Nat. edit. 12. ) y, evenaare ; dog de witte Eicken en Dennen , zelfs hier
2. Tulpboom met lancetswijze bladen , na die van den „ te Lande , zullen hem niet veel wijken. 't Is onder
Laurierboom gelijkende ; Liriodendron liliifera ; Mag. „ tusſchen zeer bevallig in 't voorjaar, of in 't laatst van
nolia foliis orato-lanceolatis, ſubsus glaucis. Anon .; Mag . ,, meij , wanneer hij in volle bloeſem ſtaat , een zo groo
» , ten Boom , twee weeken lang , geheel met Bloemen
nolin laurifolio fubtus albicante. CATESB . Car. 1. p. 39. ;
Tulipifera virginiana , laurinis foliis , averfa parte rore » bedekt te zien . Zijn Loof heeft iets bijzonders , 't welk
coeruleo tin &tis , coni-baccifera. Plurnet. Alm . 379 .; » de Engelſchen deezen Boom , op eenige plaatzen , Oude
Sainpacca montana . RUMPR . Amb. II. p . 204.; (Lirioden . » Wijfs-Hembd doet noemen. Men gebruikt zijn Hout
dron foliis lanceolatis. Linn. Sijst. Nat. ed. 12 ). tot veelerleij timmerwerk , van het kleinſte af, tot
Plaats. De eerste zoort groeit in Virginien en ande- het grootſte toe. Daar worden Balken , Planken ,
re gewesten van Noord-Amerika , 20 wel op hooge als „ Ribben , Latten van gezaagd ; Hijsblokken , houten
Bakken , Lepels van gemaakt ; het dient tot Kisten ,
laage landen , dog , daar de grond zeer natis ,wil hij niet
wel voort. De tweede , in het hooge Gebergte der Ei. Kasſen , en allerleij Schrijnwerk. Ik heb een taame.
landen van Oostindien , dog zeldzaam. 's lijk groote Koornſchuur gezien , die met alles en ale
Beſchrijving. Van de eerſte zoort , vind men door den
les gebouwd was van een eenigen Tulpenboom . Een
beroemden Heer HERMANNUS , onder de naam van Vir. „ groot gebrek , echter , is er in , dat het , naamelijk ,
giniſche tulpdraagende-Boom , mooglijk allereerst, de af- , gelijk ons Vuuren Hout,door de nattigheid ſterk uit.
beelding uitgegeeven , dog alleen me: Bladen , hebben . zwelt en door de droogte dan wederom geweldig barst
de die Hoogleeraar er de Bloemen niet van gezien. Uit ;, en ſcheurt. Men heeft hettweederleij , geelagtig en wit
Zaaden , door den Oxfortfchen Hoogleeraar BOBARTUS van koleur. De Bast of Schors kan in ongemeen dune
aan hem gezonden , maakte zijn Ed. de gisfing , hoedanig , ne blaadjes , gelijk het Moskoviſche Glas, geſcheiden
de Vrugten mogten zijn ; maar dezelven kwamen niet op. » worden .
· Men had toen reeds, onder dien naam , in de Leidſche De Bloemen van deezen Boom zijn groenagtig , van
Akademie-Tuin een Boom van meer dan eensMans lang. buiten geel en rood , van binnen gevuld met een menig.
te, welke zedert tot een taamelijke grootte is gekomen , te van hoog geele of oranje koleurige Meeldraadjes. Zij
welig tierende in de vaste grond. Die , welken hij zo beltaan uit zes lange, ſmalle, aan 't end , ſpatelswijs’
groot als een Ockernooten -boom , in den jaare 1683 , op verbreekende Bloemblaadjes , die , in eene klokswijze
een Lustplaats buiten Londen gezien bad , en daar reeds figuur zamengevoegd , de grootte en figuur bijna van een
18 $
over de twintig jaaren was geweest , droeg ook geen kleine Tulp of van de Kievits- Eijer. Bioem hebben , dog
Bloem nog Vrugt . dikwils zich ook uitſpreiden als een Roos. De Kelk is
Men vind er thans , onder den naam van Liriodendron driebladig en valt eer af dan de Bloem , wier Meelknop.
met hoekige geknotte Bladen , een zeer ſchoone Afbeeluting jes , zeer ſmal, op zijde gehegt zijn aan de Meeldraad
van ,met de Bloem en Vrugt , in de uitmuntende Verza. jes , en deeze omringen een pieramiede van zaameng'e
meling der tekeningen van den Heer Ehret , door wijn hoopre Vrugtbeginzels, zonder Stijlen , maar ieder een
len den Roomsch Keiſerlijken Lijf-Arts Trew , en in ronden Stempel hebbende. Daar is geen Vrugthuisje ,
Pc Werk van WEINMANN eene taamelijke met de Bloem , de Zaaden zitten onder aan den gronditeun van een platte
dog die van CATESBY , thans ook in 't Werk van SE. Schub , bijna gelijk in de Pijnappelen zaamengevoegd ,
LIGMANN over de Vogelen , is niet zeer fraaij, hoe naar welker Pitten zij ook wel gelijken .
wel mooglijk niet minder naauwkeurig , wat de geſtal. De tweede soort, is ontleend van den Boom , dien
te der Bladen aangaat , welken Plukenetiys bij de RUMPHIus noemt, Berg • Sampacca of Wilden Sampaccao,
Bladen van Eſchdoorn , in drie kwabben verdeeld , met Boom , eigentlijk , volgens de Maleitſche Taal, Tsjam .
de middelſte als afgeſneeden , heeft vergeleeken . Ge pacca, een Gewas, daar men ook tamme Boomen van
zegde Catesby merkt aan , dat de bloem meer naar heeft, wier bloeſem ongemeen lieflijk ruikt. De Wilde.
die van de zogenoemde Kievits- Eijeren. Plant , dan naar Sampacca is hoog en regt van Stam ; de Bladen zijn van
Tulpen of Leliên zweemt. Uit zijne Afbeelding weet figuur als die der Perfikboomen en ſtijf; de Bloemen van
ik niet , wat oordeel daar over te vellen . Hij merkt negen Blaadjes, waar van drie het bekleedzel uitmaaken,
aan , dat het een zeer groote Boom word, hebbende zijn aan den Boom bleek geel ,dog afgebrooken worden zij
dikwils den omtrek van dertig' voeten. Dit moet men ras bruin , terwijl de onderſte helft wit blijſt, van reuk als
niet van de Kroor , maar van den Stam verſtaan, waar Mispelen. Het middelſtuk word een enkele Vrugt , van
uit de Wilden zo wel als de Europeaanen in Noord- groutte als een pruim , dog uit ſchubben zamengeſteld ;
Amerika , veelal hunne Kanoos of Schuiten maaken , zo dat de rijpe Vrugt in omtrent twintig huisjes van een
door den Stam ult te hollen , gelijk de Heer Kalm aan valt, ieder een platten , rooden Korrel verbergende.
van de eerſte zoort worden de gekneusde
merkt, ſpreekende er aldus van. Gebruik
2 2 2 2 Bla .
9720 TUM. TUN . TUP. TUR . TUR :

Bladen om 't hoofd gebonden , als een dienſtig middel oudheid, rijpheid en gelegenheid,aap of omtrentzoute
tegens de hooftdpijn aangepreezen . Veelen verbeelden of zoete Meeren , Wateren of Moerasſen , merkelijk
zich ook , dat de Bast der wortel tegens de koorts, van verſchillen in trap van brandbaarbeid , mineraalagtigheid,
geen minderdienst is dan de Kina. Aan de Paardenmet of lieverzwaveligheid, zoutigheiden plantaardigheid.
Wormen geplaagd , word het poeijer van de Bast of Eindelijk ſtaat hier nog te melden , dat de Turf of Veen
Schors droog ingegeeven. Aarde tot een wezentlijk bituinen kan overgaan ; ſchoon
Het hout der oudeBoomen van de tweede zoort geeft, men zulks , in dit ons Land , uit hoofde der geringe ini.
wanneer men er in kapt , een aangenaamen reuk , daarde neraale, zwavel- of vitriool.gronden , als daadlijk plaats
Indiaanen olien en zalven geurig inedemaaken ,zijnde dit hebbende , niet voor vast kunne ſtellen .
bet voornaainte gebruik dat men van deezen Boom heeft. Deeze bepaaling van de Turf of Veen . Aarde die op
TUMBOR , zie DUIVEN , pag . 553. proefondervindelijke gronden rust , hebben wij overge.
TUMOR , zie GEZWEL. noomen uit de Natuurlijke Hiſtorie van Holland waar me.
TUNETAANE , is het zelfde Gewas alswij op het ar. de deo kundigen en door Geleerden Heer J. Le Franc
tijkel THEUNIS-BLOEM hebben beſchreeven , zie al. van Berkheij zijne Landgenooten verrijki; en wijzijn
daar, ook wel verzekert , geen beter Leidsman te kunnen kics
TUNG -STEEN . De Sweeden geeven deeze naam , zen , om ten aanzien van het bereiden , nut en gebruik
aan een ijzer bevattende Steen of Ertz , 't welk na het van de Turf 'het voornaamſte en wetenswaardigſte aan
chrijſtalvorinige Tinertz gelijkt. Deeze zelfſtandigheid onze Lezers medetedeelen , die wij ook wat de groei.
is zeer zwaar en moeijelijk om te bewerken, nog hans jing , eigenſchappen en Aart van het Hollandſche De een
heeft men uit 't quintaal tot dertig ponden ijzer gekree. betreft, als te uitgebreid voor ons beſtek zijnde, na het
gen ; men heeft veei moeite om het tot ſmelting te bren . werk zelven verwijzen.
gen , met er boraks of vast loog zout bij te voegen ; maar
het vloeibaare zout van pis doet het zeer ſchicliik (mel. Van het Turfmaakenka
ten , als dan bekoomt men een zwarte Scorie . Men vind Het maaken en bereiden van Veen . Aarde tot kluiten ,
veelvuldige verſcheidenheden van die zeifitandigheid ; is zo oud als de bewooning des lands zelve , (zegtde Heer
daar zijn er van een roodagtige of vleesche oleur , geel BERKHEIJ die zulks uit PLINIUS en anderen getoond
en paarlokoleur , ook is dezelve verſcheiden ten aanzien heeft) dog.zedert,dat er eene, om zo te ſpreeken, bei
van deszelfs weefzel , men vind er nie van een zeer vaſte ſchaafder en geregelder , dog niet minder ſtaatzuchtige
zelfſtandigheid ziin , anderen die na Spat gelijken . Zie handelwijze , in zeden , wetten en gewoonten , onder
Esjai d'une nouwelle Mineralogie , 1758. s’Lands Inwooners. Itaod greep , dat er zedert ook aan de
TUNICA APONEURO'rica , zje APONEURQ . Turfkluiten , door eene geſchikter bereiding, een gere
TICUM . gelder vorm gegeeven wierd. Want daar de oudeLand
TUNICA CONJUNCTIVA , zie ADNATA. zaaten de Deen - aarde Negts met de hand tot Kluiten
TUNICA CORNEA , zie HOORNVLIES . kaeedden , en dezelven , onbelemmerd van alle lasten ,
TUNICA FARCIMINALIS , zie ALANTOIS. en kieſche zindelijkheid , onder burne hutten en ſchop
TUNICA, VILLOSA , zie FLUWEELE ROK. wen ſtookten , als een vrij geſchenk der Natuure; zo ver.
TUNIS.BLOEM , zie THEUNIS.BLOEM .. oorzaakte . de pracht en properheid naderhand , dat men
TUPHAS , zie JAMBOLONES. die nutte vaderlandſche Brandſtof, tot nette vierkante
TURBITH , zie THAPSIA. Kluiten , door middel van Werktuigen , bereidde; om
TURDUS , zie LIPVISSCHEN. ze dus bereid aan een zindelijk gemetzelde haardſtedete
TURDUS , zie LIJSTER . kunnen branden . En deeze wijze van bereiden , die ze.
TURDUS , zie BLAUW -MEREL . kerlijk voor het gebruik veel beter en gemaklijker vale,
TURF ; Veen -aarde ; in 't latijn T, urfa; Humuspalu . dan de eerſte , is allengs zo ſterk toegenoomen , dat zij
firis; Humns vegetabilis, lutofa; Torvena. De Turf is in geheel Europa, daarmen gebruik van het Veen maakt,
eene brandbaare, zwarte, aan een verbonden , weeke nagevolgd zij. Dat de eere der uitvindinge van betturf.
delfitof of Aarde ; die uit allerleie weeke deelen , van maaken der oude Vrieſen , Hollanders en Zeeuwen , hier
allerhande ontroopte Planten , zamenrot ; dog inzonder toe door de natuur en het vernuft opgeleid , toekomt,
heid uit Waterplanten , in de laage , en uit Landplan is onbetwistelijk ; dog bet valt niet ligt , den juisten tijd
ten , in de hooge Landen, en door den tijd tot Bedden aan te bepaalen , wanneer het maaken van vierkanteTurven,
groeit. Deeze Stoffe is, door de verandering en den het baggeren, trappen , enz. hier te lande in gebruik
grond, in zo verre van het weezen en de eigenſchap. gekoomen is ; dan , men doet de waarheid niet te kort,
pen der Planten ontaard , dat zij daarvan niets , dan ee. als mèn ſtelt, dat zulks tusſchen de jaaren duizend , en
ne fauwe en ontbindelijke vereeniging van Aarde, met elf of twaalf honderd is aangevangen. Men vind im
een gedeelte van haare natuureigen zouten , overhoud; mers , kort na die tijdperk , verſcheiden. ſchikkingen van
waar mede zij zich , met de aardſche en mineraale zelf. de Hollandſche Graaven deswegens gemaakt. Voeg
ſtandigheden , dermaate vereenigt, dat zij eene bijzon bier bij 't geen WINSEM IUS Chronique van Yriesland ,
dere brandbaarheid en zwaveligheid verkrijgt; die de bl. 158. meld , dat naamelijk de Woudlieden in Vries.
on ſoopte ftoffen gedroogt zijnde , in vast verbonden land , het geregelde turfmaaken in 't jaar 1215. uitgevon.
gloorende Koolen , en eindelijk tot Asſche, door het den zouden hebben. Anderen klimmen zelfs op rot het
vuur doet overgaan;waar op ze , ten laatſten , weder jaar 889; ten welken tijde men gewag gemaake vind van
keert totzuivere kalkagtige Asſche , Aardeen Zout , Mersch (Moergrond ) in eeneoverdrage aan GEROLFGraaf
a's tot het hoofdzaakelijke gedeelte vat dat element; van Vriesland; zie GOUDHOEVE Chronijcke, pag. 237.
waar in de voornaamſte ſtofwijkheid , van alle uit de aar- en M. SCHOOCKIUS tra &tat. de Turfis , Gron. 1638. pag.
de voorſpruitende lighaamen, beſtaat. Wijders kan de 14.7. Ook meenen zommigen , dat er in dien eigenſten
Veen aarde , naar geraaden der Planten zelve , baarer tijd, reeds elders Turf gemaakt wierd , door eenen Er
NA
TUR . TUR. 3721

NARUS, van waarzijn Turf, Einárs- Turf zoude genoemt uit de Hoofd-Ingelanden , Poldermeesters, Opzieners,
zijn. Dog het zij hier mede zo 't wil, het ſtuk is van zo Molenaars, enz. verkiest, die alles behoorlijk in agt
veel aanbelang niet, dat hetder moeite waardig zij, de moeten neemen. Kortom , de tegenwoordige ſtaat en wij.
twijffelagtigeOudheid deswegens ten naauwſten te raad- ze van veenen word, metzo veci omzigtigheid , door
plegen. Dit althans is zeker , dat het maaken en berei- de wijze zorg der Heeren Heemraaden nagegaan en be.
den van vierkante Turven , na den jaare 1200 , in Hol. paald , dat men weinig of geen onbeil van de nieuwge.
Jand en Vriesland alieede gemeen bekend was , gelijk booren Veepwateren , zo als oudtijds , heeft te wagten ;.
men uit veele Schrijvers kan afleiden . Zie onder ande te minder , daar men , van de onnutte Stoffe der Pola
ren Junir Batavia, Cap. XV. en S.v. Leeuwen Batav. ders, daadelijk , een goeden zwaaren Ringdijk Naar ;
illuftr. pag. 384. Ook is het niet minder zeker , dat die, kort na de ontveening , in ſtaat is , .om het water
men, met het toeneemen van de Inwooners, en den tegenſtand te bieden , en 't vereischte getal van Molens ,
buitenlandſchen handel, den konst allengskens verbeterd ter droogmaakinge, te draagen.
en tot meerder winst en voordeel aangelegd heeft , want Als nu bet Plan , volgenseen naauwkeurig Octroi, ge.
2 in den jaare 1380 , verkogt men de Turf aireede, en be reed is , vangt ieder Veenbaas, naar zijn genoegen ,
taalde in die dagen , voor vijftig manden , ten hoogſten aan , met het Veenen en Turf.maaken. Men begint dic
vijftig ſtuivers. Veenen gemeenlijk half maart , of in het begin van april,
Men begon toen van tijd tot tijd privilegien tot het en ſtaakt hetzelve veelal omtrent Sint Jacob , of vrij laa .
Veenen te geeven ; en dewijl 't water hier en daar de ter , daar inhoud van he: Octroi. Elk Veender perkt..
plaats van 't Veen vervulde, 20 wierden de Staaten en zijn Land af , in verſcheiden langwerpige vierkante troo.
Graaven wel draa bedagt , om ook , aan de andere zijde , ken , meest van twee roeden breed ; en dit gedaan zijn .
het Veenen te bepaalen ; waar van wij het eerſte aane de , {cheid men de eene freek of ſtrook , die men door.
merkelijk voorbeeld vinden , in den voornag van Phi. gaads een ſtaal noemt , van de andere af; en dao zijn ,
LIPS VAN LEIDEN van edelen leidſchen Geſlagte ; en het nog ruuwe Veenen , dat is, de bovenkorst , metGras
die in zijn tijd , behalven andere aanzienlijke Ampten , en Planten begroeid , bedekt nog het eigentlijke Turf
ook Raad was van Willem , Hertog van Beijeren , bij. yeen . Als deeze afperking, die men zijpen of veuren.
genoemd den Dubben. Deeze Edele Heer leefde, in het noemt, verrigt is , begint men het ruig af te maajen , of
midden der veertiende eeuw , en noeg in die dagen al den Veengrond, door middel van ſchuppen, van zijne
voor , dat.men , om den Turf te ſpaaren , en in het Land groene weiden af beteelden grond te ontblooten ; 't welk
te houden , den uitvoer moest verbieden, en het plan men noemt con. Veen inſteeken , of een Veen ontginnen.
ten van Bosſchen aanmoedigen , zie Van Zurk Co. De dus afgeſtooken Stoffen , pleeg men oudtijds op hoo.
dex Batayus, pag. 727. Dus zijn er ook , in den jaare pen , of in nabijgeleegen Slooten , die reeds uitgeveend
1536. op eene dagvaart der Staaten van Holland , voor. waren , te werpen ;.Maar heder word die grond , volgens
Nagen gedaan , tot het neemen van eene Reſolutie , dat ordre aan het Odroi verknogt, dadelijk vervoerd naar
men letten moest op 't deluen van den Turuen , om te ſchue de plaats , daar men de Ringdijk of eenige bepaalde ka- ;.
wen poellen, ende ooick , dat door het baggeren van de dens leggen moet.. Door dit welbedagte middel, maakt
Meeren , die te zeer ontgront worden & c. In laatere dagen men ongevoelig , en zonder zwaare kosten , een ſterken
zijn er ten aanzien van zoortgelijke voorſlagen , nog Dijk ; die anders naderhand, niet zonder veel moeite ,
verſcheidene ſchikkingen omtrent het Veenen gemaakt. en nietzelden met bijkans onoverkomelijke zwarigheden ,
Wanneer men ( vervolgt de Heer BERKRETJ) hier te gelegd kan worden . Zommige Veenlieden , echter, laa.
lande , namelijk in Holland, eene Streek of Polder vero ten dien grond veelal op het paastę Itaal werpen , om er
veenen wil , moeten de Ingelanden zich eenſtemmig hun Turf hooger op te droogen ; dan dit geſchied Negts,
vervoegen , tot het Hooge Heemraadſchap , waar onder in het begin van 't veenen ; wanneer er nog geen genoeg
die Polder of dat diſtriktbehoort; en naar gegeeven re. zaam getal Slooten is, om die Stofgereedlijk te vervoe
den van verzoek , het conſent van O&roi yan welgemel. ren. Aangaande de hoeveelheid of de diepte , tot wel .
de Heeren Heemraaden afwagten ; die dan , naar maate ke men den gemelden bovengrond afſteekt , dit verſchilt
dat:zulks den waterſtaat des Lands voor of nadeelig zij , zeer veel , en hangt af van de hoogte van het bedde,
het verzoek wijslijk afNaan , of, nanaauwkeurig onder, of de diepte van het Veen ; welke diepte , bevoorens,
zoek , omzigtig toeſtaan ; en aan de Verveenders een Re: door een grondboor , onderzogt en bepaald word. De
glement deswegens ter band ſtellen , 't welk hen bepaalt , boor, hier toe in de Veenen gebruiklijk, is een lang ij.
hoe zich daar in te gedraagen. Ten dien einde word er zer , 't welk van onder eene holte als eene boorgroef
door den geprivilegieerden Landmeeter eene Kaarte op. heeft, en van boven met eenen bouten of ijzeren dwars . "
gemaakt, waar in de platte grond , en de bedijking , bene. kruk voorzien is , waar door ze rond gedraaid kan woró
vens. de te ontgrondene Veen -ſtreeken , en aanſtaande den ; zijnde , uitgezonderd de lengte , volkomen gelijk
Slooten , bij gedeelten zijn afgeperkt, met eene juiste aan die zoort van booren , welken de Timmerlieden een
aanwijzing der plaatzen , langs welken de Ringdijk ge. Avezaar noemen. Wanneer men de diepte , tot welke
legd moet worden. Men bepaalt insgelijks de breedte , de bovengrond weggenomen of de zooden afgeſtooken
de hoogte, als mede in alle gedeelten de tonnenrond moeten worden , bepaald heeft, houd men vervolgens;
doceerende glooijing, van den Dijk ; en geeft voorts agt bij het inſteeken van een nieuw Veeoland, deeze orde.
op.den peil der wateren , die gemeenlijk in Rhijnland ge. Men vangt aan met eene ſtrook , die, of tegen eene
iteld word , op drie voet boven den Amſterdamſchen Sloot legt, of , zulks niet zijnde, gelijk al veeltijds ge
peil; - naar welkenmen gewoon is,het Rhijnlandsch boe. beurt , begint men in eene afgeperkte ſtrook, ofeen ſtaal,
zemwater te calculeeren. Wijders worden de Ring.loo. dat tusſchen twee anderen in ligt; en het uitgeſtooken
ten , Wateren , Vaarten , en allerleie andere bijzonder. vuil , of de bovengrond , word op dewederzijdſche ſtroo .
heden , die , na de ontveening , eene overſtrooming kun. ken geworpen en verſpreid, datmen ook Veen ſchoonmag
men voortkomen , gade geſlaagen ; ten welken eindemen ken noemt. Als deeze opgeworpen grond genoegzaam
2 22 3 droog
3722 TUR .“ TUR ,
droog is, word dezelve overal beſtrooid , met droog Door middel van dit werktuig , breekthijde vasteen bar.
bladriet, 't welk daar omſtreeks overvloedig groeit; en , de bonken , die niet gemaklijk van een te ſcheiden zijn ;
bij mangel van dat , gebruikt men er ook ilegt hooi toe.waar uit dande naam van Bonker ontleend is, Dog in.
Men legedit tot zulk eene dikteop elkander, dat de bay. gevalle het Veen op zich zelve mengbaar genoeg is, maakt
ger , die er vervolgens op geworpen moet worden , aan men geen gebruik van dit werktuig ; en de kluiten worden
den ondergrond niet konnehegten ; 't welk veroorzaakt, dan ilegts, al trappende met de voeten, in den bak,
dat er aan de meeste Turven , aan het eene einde , veel door een gekneed. Het tweede werktuig , dat de Bon
van dit bladriet , of droog hooi, ingedroogd , te vinden ker gebruikt , noemde men oudtijds de Truifelſchop,
is . maar nu draagt het , in onze Hollandſche Veenen , den
Dit werk voltrokken zijnde , ziet men het Veen bloot naam van de Raffelſchop. Deeze ſchup is geheel van
liggen , en alsdan brengt men , naast de plaats daar men hout , en in alle opzichten gelijk aan de meeste houten
baggeren of het Veen ontginnen zal , een grooten houten bagger -ſchuppen ; de ſteel is regtſtandig aan de ſchup uit
bak; die meest al twaalf voeten in ' t vierkant behaat , een ſtuk abeelen of esſchen-hontgewerkt; dog het holle
en wel twee voet hoog is ; zo dat een knap Kaerei den gedeelte van die ſchup heeft dit bijzondere, dat het ,
zelven, des noods, wel eens gebruikt , om er in over met langwerpige holle gootjes of raffels uitgeſchaafd zij;
te vaaren ; waar toe hij echter niet geſchikt is. Deeze juist zo als men , in ouwerwetſche huizen , aan de bed .
bak moet dienen , tot een verzamelplaatze, om er het ſteden en deuren , veele met ribbetjes uitgeſchaafde ko.
gebaggerde Veen in temengen , en uit te werken ; ten lommen ziet ; deeze ribbetjes geeven den Arbeider dit
dien einde ſtaan de zijplanken , als aan een trog, ſchuins , gemak , dat de Nijk er zeer ligt en gelijklijk afglijde; 't
en bet vierkant van den bodem is kleener dan de boven . welk anders in gladde vlakke gewerkce ſchuppen , al vrij
fte omtrek ; op dat de menger het Veenollijk te gereeder. Aerk aankleeft. Voorts is er om bet agtereinde van zulk
kunne onderſcheppen. Als deeze bak op zijne plaats ge. eene ſchup , een ſpaanen boegzel gewerkt; om er des te
bragt is , voegt zich een Baggerman , dien men Veentrek. grooter hoeveelheid dede op te konnen ſcheppen , en
ker noemt, zo nabij denzelven , dat hij dien met zijn te gelijk voor te komen , dat de weeke modder, in het
itok en Bagger-beugel bereiken kan. Deeze ſtaat , om opſcheppen , niet overvloeie. De Bonker , met dit
op het bolle Veen een vasten ſtand te hebben , op eene werktuig voorzien , fchept daar mede telkensmodder uit
lange zwaare plank , die hij ligt en verſchikt , naar maa. den bak, en werpt dien , met eene zekere handgreep ,
te hij voortga; ook lige 'hij die zomtijds weldwars over het lijk van een ſpreidende, van zich ,op het met bladriet
de geheele greppel; en wanneer het Veen er zo verre of Negt booi bedekte Land. Hier mede houd hij van tijd
uitgetrokken is , dat de sloot vol water geraake , en verol tot tijd aan, tot dat het Land op eene zekerehoogte be
breede, dan heeft men vlotten bij de hand , waar op men , dekt is. Deeze hoogte weet hij op het oog , of peilt
. het eene einde van de plank legt, terwijl het andere op dezelve door een , met kerven afgeperkt, ſtokje, dat een
ħet Land ſteunt. De Veentrekker, hier op ſtaande, derde werktuig is , waar van zich deeze Arbeider bedient.
heeft een langen fterken ſtok, aan welks einde een regt. Dan dit peilen word naderhand ook door den Veenbaas
ftandigen ijzeren beugel, gehegt is ; die doorgaans drie żelven gedaan ; die hier toe nog een ander zoortvan ſtok
voeten , of iets meer , in de rondte beſlaat , en tegen je heeft, aan welks einde een ander korter ſtokje is ,
over den bout, waar mede hij aan den ſtok verbonden waar op de juiste maat van den Bagger of den Turf ſtaat.
word , met een ſcherpen ſnijdenden kant uitgeklonken is. Dit korſte fokje drukt bij , met het langſte , hier en daar
Onder aan den beugel is een digt gebreid Net , met le door het Veen heen ; en draagt vervolgens zorg , dat de
dere bandjes , aan gaatjes in den beugel gehegt; in alles modder , daar die te hoog- ligt, wat nedergewerkt word ;
gelijk aan de alom bekende Baggerbeugels ; dan in de dan dit peilen geſchied meest, als hetwater reedswat van
Veenen noemt men dit werktuig een Trekbeugel. het Veen afgeſijpeld is. De rekening , welke men door:
De gemelde Arbeider , dus toegerust, ſtrekt den beu- gaans op dit peilen maakt , is , dat het Veen drie duimen
gel van zich af, en drukt den ſcherpen kant in het Veen ; krimpt, wel te verſtaan , als hetgetrapt is ; dus word een
vervolgens legt hij het oppereiende van den ſtok op een Turf, die, nat zijnde , tien duimen was, als bij droog
halven lederen kolder, het Baggerleder genoemd ;datomis , een Turf van zeven duimen , op de gewoone maat ,
zijne ſchouderen gegespt is , en meestal op de linker , evenwel kan dit , naar geraade der vastheid ofbolheid
dog zomtijds ook op de regter ſchouder rust , naar dat van het Veen , merkelijk verſchillend zijn.
de Arbeider lings of regts baggere . Indiervoege ftaaride , e . Op deeze wijze word de Veen -modder gebaggerd , ge
haalt hij den beugel met eene tegendrukkendekragt naar mengd , mitsgaders op het Land te droogen gelegd ; en
zich toe, tot dat hij , op het gevoel , beſpeurt , dat zijn terwijl de Veentrekker en de Bonker , van afſtand totafo
net vol is. Dan haalt hij het Veen op , zwaait den beu. ſtand, geſtadig voortwerken , zo word er tevens eene
gel over den bak , keert hem vaardig om , en werpt er Sloot gemaakt, tot op de diepte daar het Deen ligt: '!
het Veen in , mot eene ligte en handige ſchudding. Zo welk men gemeenlijk tot op de klai , op tien a twaalf
dra is er in deezen bak geen genoegzaame hoeveelheid voeten rekent. Dus ontſtaan er , van ſtreek tot ſtreek ,
Veens geworpen, of een tweede Arbeider, dien men den nieuwe nooten , op die naastgelegen plaatzen , daar men
Bonker noemt, ſtaat voor den bak , om het Veen behoor. weder Veen inſteeki; 't welk op de eigenſte wijze als ge
lijk met water te mengen , of , zo het nat genoeg is uit meld is , voortgaat ; en op die manier houd men ſteeds
zich zelve , dadelijk op het Land te werpen. Deeze in 't oog , dat men , hoe zeer men aanhoude met Veen te
Arbeider heeft tweederleie, of, zo men wil, wel drie baggeren , en hoe zeer het water in de plaats kome ,
werktuigen , waar van hij zich bedient. Het eene, omaltoos Land heeft om het Veen op te droogen ; tot dat
het Veen te mengen , is een werktuig , dat uit eene ij- men eindelijk , het Land van tijd tot tijd uitgeveend raa.
szeren klouw , met negen of tien platte tanden , omtrent kende , hoe langs hoe meer aan het bij 't Oaroibepaal:
ceen voet lang , of iets meerder beſtaat; en deeze klouw de Voorland naderê, en aldaar het laatſte Veen drooge
is gehegt aan een ſtok , van ongeveer vijf a zes voeten. Zo dra als nu de waterplas begint toete neemen , enLahet
nd
TUR, TUR . 3723

Land dermaate vermindert, dat men , langs de voor: tijds wel zonder. Deezenſtok laatbij in 'ewater glijden,
noemde afgegreppelde ſtrooken , niet meer baggeren druko dien vast op den Klai- of Zand-bodem ; en , zich
kan , dan bedient men zich van baggerſchuiten , die voor over tegen den ſtok ſchoorende , begint hij , aan
men bij de hand heeft , om daar op en in te baggeren , de ſmalle zijde van 't ſtaal, eindelings af, lings ofrechts ,
en den Veen-modder dus naar het drooge Land te vervoe- naar verkiezing , het Veen ſchuin aan te trappen ; zo
ren . Deeze Baggerſchuiten zijn hier toe in diervoezen dat , zijne toonen nederwaards, gevolglijk de planten
gemaakt, dat het vooren agtereinde veel hooger geboegd der voeten , en dus ook de Treeborden , ſchuins tiaan;
is, dan het middenhol, waar in de Bagger geworpen waar door dan , als 't ware, een ſchuine wal , die het uit
word; zeiſs ſtaat het middelſte boord van de ſchuit, die kalven van 't Veen belet, gemaaktword. Zulk een wal
men Baggerpraam en Baggerbok noemt, meest altijd onder maakt hij , of het geheele itaal in 't vierkant langs , of
water , waar door de modder week gehouden word ;' hij doethet veelal bij poozen , naargeraadevan den voort
terwijl de hoog geboegde voor en agter ſtevens, door gang. Dit verrigt zijnde, begint hij , daar bij geëindigd
een dwarsſchot gehoipen, den praam voor 't zinken be- had; de lengte van een Treebord regtſtandig te rug itaan
hoeden , en in ſtaat ſtellen , om dezwaarte van het Veen , de ; en treed zijlings af, met korte en kragtoeffenende
Ltd te kunnen draagen ; even zo alsmen eenegelaaden ſchuit , ſchreeden , telkens op den afſtand der breedte van een
tusſchen twee anderen , vlot houd. Men gebruikt nu treebord , zo dat de linker voet , als bij dien verzet ,
en dan ook wel andere ſchuiten of fchouwen , zo als er niet breeder afſtappe, dan de breedte van een halftrees
eene in het weluitgevoerd plaatje , in den Tegenwoordi. bord , en de regter ,als hij dien aantreed , juist de plaats
gen Staat der Nederlanden , (die in elks handen is , ) is van den eerſten tred vervulle ; even zo als men met het
afgebeeld ; dan dit doet men fleges uit behulp ; en de al " verzetten van de voeten een afſtand afmeet, met dit on
daar getekende ſchuit is geen regte Baggerbok. Beter derfcheid , dat zulks hier zijdelingsgeſchied , zonder over
ħebbe ik in Print gezien , de wijze van baggeren, met die ſtappen. Op deeze wijze geftadig zijlings aftrippelen.
Schuiten , 't welk meest altijd dus geſchied ; dat er eene de, vervolgt hij lings en regts , tot aanhet einde van het
plank ligge, met het eene einde op het Land, en met' ftaal; daar hij dan , agteruitgaande, voorts weer aan.
het andere op den baggerbok ; terwijl de Veentrekker vangt , tot dat het gantſche ſcaal afgetrapt zij , 't welk at
midden op de plank Ataande, ruim en gemaklijk , in een vrij gaauw toegaat, en , paar maate dathetſterk droogt ,
vasten ſtandbaggert, op de dezelfdemanier, en met een ook wel door meerder Trappers in 't verband geſchied .
dergelijken Trekbeugel, als boven beſchreeven is. Dani Deeze arbeid , ſchoon er ook hier en daar Vrouwen toe
buiten deezen heefthij veelal nog een grooter Beugel en gebruikt worden , is , uit hoofde der geſtadige en gelijk.
Baggertuig bij zich , dat op dezelfdewijze gemaakt is als werkende beweeginge, een der zwaarſte, die in het vee.
de Trekbeugel;dog er daarin van verſchilt , dat de cirkel een plaats heeft ; te meer , dewijl het altoos zonder be.
:, : veel grooter, en het net zo veel ruimer zij. Dit Baggerdi hulp van ſtok of ſteun geſchied ; waarom men veelal zien
tuig , welks cirket wel zes a zeven voet in de rondte besl zal , dar de Trappers, met de hand en arm , op de heu.
Naat, noeint men den Flodder-beugel, om datdezelvege- pen aan de dijen leunen ; evenwel kan een knap werkman
bruikt word in het ruime water, daar het Veen , door ongemeen veel Veen op een dag plat treeden . Wanneer
den eerstgemelden Beugel, bijna is afgeveend. Men feept het Veen dus voor de eerſte reize afgetrapt is , word dit
dien Flodder-beugel , aan een zeer langen ſtok geklon. werk vervolgens tot drie , vier a vijf keeren berhaald ;
ken , over den diepen grond , langs de Klai heen ; om en als het vlak en vast genoeg is , laat men het ook al ,
daar mede het oneffen , nog vast zijnde, Deen , af te naar dat het nog vogtig zij , nog wel wat droogen. De
ſcheuren en op te visſchen. Buiten deeze werktuigen , gemeene proef, dat het genoeg getreeden is, beſtaat
di zijn mij geene andere bekend , die tot het Veentrekken hier in , dat bet niet meer barst; en om dit te beletten ,
dienen ; mogelijk geeft men er elders andere naamen aan , houd men met dit treeden zomtijds zo ſterk a'an , dat men
en misſchien zijn er nog eenigekleene verſchillendheden nage en dag doorwerkt ;'zelfs word het op de zondagen
SA
in het behandelen , maar het hier voorgeſtelde behelst, ' wel toegeſtaan. 1:
wat de voornaamſte Hollandſche Veenen betreft , het Op het werk van den Trapper , volgt dat van den Turf.
hoofdzaakelijke, dat daar omtrent aanmerking verdient. stikker of Riemer! Dezelve komt insgelijks met Treebor.
Na dat men het Veen , op voorſchreeven wijze , tot den aan de voeten op het Veen , en heeft een werktuig
ejene gelijke vlakte over her Land verſpreid heeft, laat ini de hand , dar men den Stikker , de Stikſchup , en 't
men het zo lang droogen , dat men er , met behulp van Steekijzet, of ook Riemijzer noemt. Deeze ſchup beſtaat
een plankje , lugtig op ſtaan kan . Tot dit droogen be. uit een breed ſcherp plat ijzer, 't welk , ongeveer, der.
paalt men den tijd korter of langer , naar dat het weder tien duimen lang is ; zo dat, als het ijzer in het Veen
droog of nat zij ; vier of vijf goede drooge com.erſche da ſteekt, (dat men op tien duimen ingedroogd rekent ,)
23
gen kunnen die verſpreide Veen dikwils in ſtaat brengen ,' deszelfs dikker boveneinde, waar mede dit werktuig aan
om eene verdere bewerking te kunnen ondergaan ; waar een houten ſteel verbonden is, drie duimen , of iets
op de Veenbaas zijn Volk daar heenen zend; en na zelf meer , boven het Veen , 't welk anders, door de dikte
de droogte beproefd en gepeild te hebben , komt er de der fchup, barfien zou , uitſteekt ; onderaan loopt dee.
Trapper of Trapſter op ; dus noemt men de zulken , die ze ſchup zeor scherp en rondagtig , tot een zeker fpitzig
het Veen gelijk trappen , dat op de volgende wijze ge middelbogtje , zamen. Derzelver breedte is ruina elf a
fchied. De Trapper bind aan beide de voeten , op de twaalf duimen; den houten ſteel maakt men doorgaans
zelfde wijze als men deſchaatzenaanbind , een plat plank. 20 lang , dat het werktuig , onder de hand van den Ar..
je , dat men 't Treebord noemt , van ruim anderhalf voet beider , inet gemak regiſtandig nedergedrukt kan worden ;
lang, en ruim zes duimen breed. Met deeze Plankjes en is dus verſchillende, naar de lengte des porſoons ,die
of Treeborden ſtapt hij op het Veen , en vervoegt zich er mede werken moet. Ten deezen gebruike is er,aan
aan 'tbegin van het ſtaal, met een langen , dikken, ſter. het oppereinde van den ſteel, als aan alle andere graa
ken Atok , van onderen met een pols voorzien , of zom- ven of ſchuppen , een dwarskruk ; maar dezelve is veel
grco .
3724 TUR . TUR .

grooter , dan in die Gereedſchappen ; meestal van ruim hij, op die manier, aan het einde van deviereerſte reier
een voet , of zo groot, dat hij wederzijds , door eene gekonien is, vervolgt hij op nieuw , met de naastgelegen
breede vuist , kan gevat worden . De Stikker gaat , met Turven ; plaatzende telkens een Turf in de breedte op
dit werktuig voorzien , even als de 'l'rapper , aan het be, (wee onderſten , die in de (inalte liggen ; dit noemtmen
gin van 't ſtaal, en druk aldaar de beſchreeven ſchup regt. Turf-opbreeken of op Koarden - zetten , en de Arbeider of
ſtandig in het Veen , beginnende op den ſcherpen hoek , Arbeiders verkrijgen den naam van Opbreekers en Kaarde
die ſchuintrappende gemaakt is ; vervolgende in een reg . zeiters.
te lijn , zijdvaards af , en hier uit onſtaan die driekante Wanneer deeze gemelde Turyen behoorlijk droog ge
Aukken , welken men veelal onder de Turyen vind. Dee , worden zijn , dan begintment op nieuw aldus. De Kaar.
ze rei afgeſtooken zijnde , begint bij weer, op zulk een dezetter plaatst zich aanvanglijk voor zijne eerſte opge.
afſtand, als de breedte van een natten Turf , op zijn broken rei , legt de Turven , die nu boven liggen, op
einde , vereischt ; die veelal op zeven , agt ofnegen dui hunne oude plaats, op den grond ; en ſtapelt diegeenen,
men geſteld word , naar geraade der vastheid of bolheid welken onder lagen , er weder boven op , tot dat deeze
van het Deen , welke bepaaling van de keurigheid van bovenſten insgelijks drooger worden . Dan vangt bij ee .
den Veenbaas afhangt; dog waarin men meest altijd ee . ne andere wijze van Itapelen aan ; voegt de twee dubbe.
de en dezelfde bepaalde maat houd. Wanneer de Stik . le eerſte ſtapels bijeen , en brengt , van tijd cot tijd , zijn
ker volgens deeze maat , de Scikſchup in het Veen ſtapel in 't verband booger , zomtijds tot de hoogte van
gedrukt heeft , haalt hij dezelve regifiandig op , en zeven Turven , dog zelden hooger; waar door dan te
guſtadig zijdelings aftreedende , drukt bij die weder vens de paden breeder worden. Als nu de Turf,
door het Veen , vervangende geduurig de afſnijding die geftadig om en weder om ſtapelen , eene volkomen , of
de eerſte ſtikking gemaakt heeft. Hier mede houd zulk de dus ver vereischce droogte gekreegen heeft, en tot
een Arbeider , geſtadig zijlings afſtikkende , aan , tot zijn gewoonen vorm ingekrompen is , brengt men de.
dat hij op het einde van het Veenſcaal komt; daar hij dan zelve eindelijk bijeen , en ſtapelt ze op tot groote vier.
te rug treed , en op nieuw eene doorſnijding maakt, ag.
kante .of wel ronde hoopen , die , naar men 't verkiest,
ter de eerſte , en zo vervolgens, agter de tweede , der.
van vijftig ' cot honderd tonnen bevatten. Men dekt ze
de en vierde afſteeking, blijvende al geſtadig afſtikken ;
vervolgens rondsom met bladriet , hooi of ſtroo , 20
cot dat hij eindelijk , ſteeds lings en regts agteruit wer.
digt en glooiend toe, dat er de regen niet gemakke.
kende , aan het einde komt . Dan ligt het Veen aan rie.
lijk door kan dringen. Dit beet men den Turf op ſteu
men , waarom deeze Arbeider elders ook Riemer genoemd pels of ſtapels zetten ; en , om de gelijkheid die deeze
word. Dog naauwlijks ligt het Veen dus aan dwarſerie, hoopen ., met een Hooiſchelf hebben, zegt men ook
men , of die eigenſteStikker, welke het Veen overdwars wel Turfſchelven zetten, Het gebeurt bij vogtige for
op evengelijke ſtrooken heeft afgeſtooken , keert zich nu mers wel eens, dat de Turven nietgemaklijkdroogen
op zijde, en vervolge denzelfden arbeid , in de lengte van willen ; in zulk een geval maakt men eene andere zoort
het Veen ſtaal; ſnijdende dwars door de eerſte afgeſtikte van ſtapels, welken men Otters noemt. naar de gelijk
Reuven heen ; waar door het Veen dan aan vierkante ſtuk . heid eener zoorte van ſchuine afdammingen van dien
ken of ruiten , net als een langwerpig dambord , is afge- naam , hoedanigen men in de cingels van sommige Ste.
deeld, die elk afzonderlijk een aanſtaande Turf uitmaa. den ligt. Volgens deeze manier van ſtapeling , ſchikt
ken. Deeze doorſnijding van dit Veen , cot vierkante men de Turven indiervoegen, dat ze bij vermindering
tukken , kan nergensklaarder bij vergeleken worden , dan en enkel opgeſtapeld worden , met eene lange ho.te ; dat
bij een ſtuk broods, dat men aan dobbelſteenen ſnijd ; is, men maakt twee van elkarderen vrij wijd afleggen
met dit onderſcheid, dat , daarmen ſnijdendehetſcherp de grondNagen van Turven, en ſcapelt ze allengsmeer
van het mes paar zich coehaalt, hier integendeel het ſcherp en meer binnenwaards, tot dat zij in den top zamenko
er van boven regtſtandig ingedrukt word ; dat met zulk ee. men , en een gewelf formeeren ; even als een Metſelaar
ne juistheid geſchied , als of het wiskundig afgemeeten een rioel uit de vuist metzel . Wanneer nu zodanig een
ware; ten blijke,hoe de oeffening regelmaatig leeri werken. gewelf begonnen is , ſtapelt men al voort , tot zulkeene
Als die ſtikken verrigt is, laat men de afgeſtooken lengte als men wil , meestal bet geheele Land langs ;daar
Turvenandermaal droogen;al mede met agtgeeving op na bedekt men het gewelfmet bladriet, en laat den Turf
het weder ; en wanneer de Turf droog genoeg is om be- droogen. Is hetwijders dat de Turf bevroozen geraakt
handeld te worden , begint men die , op de volgende wij. is , dan berst bij, en word kruimelig ; dit noemt men
ze , op te neemen , en op een te ſtapelen; om zedusnog Steuveling-turf, en het Veenvolk geeft ook dien daam
'fterker, en voor de laatſte reize te laaten droogen. Een aan het Itof of de ſteuveling , die van den Turf, onder
perſoon , 't zij vrouw of man , veelal ook een jongen , 't bearbeiden, afruid ; het welk_men in de Steden en ele
gaat ter zelfder plaatſe, daar menmetbaggeren en ſtikken ders Mollem , Turf-meuluw of Turf -mot noemt.
begonnen was; deeze voegt zich aldaar vlak voor het mid . Als nu de Turf , na dit alles, zijne vereischte droogte
den der vier eerſte Turfriemen ofreien ; neemt de ewee verkreegen heeft, word dezelve, door daar coegebouw.
buitenſte Turven op , en legt die dwars overde twee an. de vaartuigen , praamen en vlotten , naar de ſchuuren
dere reien ; indiervoegen, dat de bovenſte Turf midden vervoerd. Dit noemt men den Turf-Schuuren; waar in
op de twee halve gedeelten van den onderſten ligge , juist het dubbelzinnig ſpreukje ontleend is , datde Hollanders
zo als een Metſelaar de ſteenreien in 't verband op een zo zindelijk zijn , dat zij hunne Turven ſchuuren; zin
Detſelt; dan , dewijl de op den grond liggende Turven , ſpeelende op het ſchuuren of glad maaken van ein en ko
met hunne ſmalſte zijde boven ſtaan, zo bedektde lang- perwerk; dan men bedoelt hiermedede Schuuren ,waar
ſte zijde der opgenomen Turven al:oos overdwars.cwee in de Turf verzameld word; elders draagen zij ook den
sſtaande Tuurven . Dus voortwerkende , ſtapelt hij, in ee . naam van Lootjen. Deeze Schuuren , bier en daar in de
en gang , die twee reien op elkander , en maakt zich Veenen gebouwd, zijn op die wijze gemaakt, dat zij
SOVERS een paadje om langs te kunnen gaan. Wanneer overal Jucht hebben ; men timmert zeer lange en ruime
hou.
TUR , TUK 3725

houten Lootlen , met rieten daken bedekt;, die, zo se wijze van Turfmadken door middel van afſteeken
van vooren als op zijde, met breede latten , of ſmalle en (tikken ; 't welk , met behulp van een langen ſtok ,
planken , als een rafterwerk , overdwars berpijkerd wor- waar aan eene ijzere ſteekſchup is , met welke de ſtikker
den ; men vind ze in het reetsgemelde plaatje zeer juist de Turfreien afdeelt, verrigt word. Hier bij komtnog
afgebeeld. Indeeze Lootſen , Schuuren ofMagazijnen , een anderWerkman , die ze, onder de gemelde afgeperk
vergadert men den -Turf bijeen ; en dezelve word ernog te reepen , met eene ſpaade , van den bodem afſteeki ,
lang in bewaard , of men voert ze , naar het belang ver , en dadelijk omkeert; wanneer de Turf terſtond door
eischt, of het vermogen van den Veenbaas toelaat, kort handlangers afgehaald en te droogen gezet word. Deeze
daar na ter vertieringe overal heenen. Hier toe heeft handelwijze van Turfmaaken is in die Gewesten zeer ge
men al weder eene bijzondere zoort van vaartuigen , die meen , om dat men er veel meer drooge en hooge Vee
Jang en ſmal, en zodanig gebouwd zijn , dat zij een nen vind , dan in Holland ; echter word de Turf ook al
grooten eplast, door middel van daartoe gemaakte plan- daar, indienmen tot op het water komt, en natte Vee
ken en ſchotſels , draagen konnen , die daarenboven met nen heeft , insgelijks op de Hollandſche wijze gemaakt.
korte masten voorzien zijn , en een breed gaffel-zeil Eenige verſchillende benaamingen der Arbeiders , en
voeren . Deeze vaartuigen draagen den naam van Turf- der Werktuigen , maaken in de zaak zelve geen weezen .
· Gikers ; om dat het hol van zodanig een fchuit, voor. lijk onderſcheid ; en dus is ' t niet noodig , breeder hier
heen , door gezwooren eikers gemeeten moet zijn , op op ſtaan te blijven. Er zijn , buiten deeze gemelden ,
dat men weere hoe veel Turf de fchuit taaden kan , ten ook nog andere manieren van Turf te maaken, bekend ,
einde.'s Lands Imposten niet gefraudeerd worden ; waar waar omtrent nog een kort woord in deezen genoeg zal
om zij ook een bepaalde maat moeten houden ; thans be zijn. Hier toe behoort het maaken van Piagge-turf,
houd men dat formaat, om gereedelijk door de Verlaa• uit de korſten der Hei-landen ; welke afgeſpitte Hei-kor.
ten en Sluizen te kunnen vaaren. Zij pleegen ook Samº ſten , na dat er de groene ſpruiten afgeſtooken zijn , op
mereuzen genoemd te worden ; en deezen naam vind ik hun kant gezet , en aan groote platte Turyen verdeeld
nog heden in de Plakkaaten gemeld ; dog dan verſtaat worden; eene wijze van Turfmaaken , die nog heden in
men er buitenlandſche Vaartuigen door, en wel bijzon . Drenthe , Westphalen , en elders plaats heeft. In Vries
der Vrieſche , die nu Tjalken of Turf -pleiten genoemd land plag men oudtijds , en zo ik wel meen , nog heden,
worden ; en ook nog aan eene zekere maat en grootte ook koe-mest en paarde-mest , met laagen , tusſchen
bepaald zijn ; maar de eerstgemelde naam van Turfeiker ſtroo , hooi, riet en andere drooge ruigte, te !aaten rot
grijpt meer ſtand. De overige groote Vaartuigen, die ten ; en daarna die vermengde Stof aan vierkante ſtuk .
Turf voeren , zijn allen van buiten deeze Provintie, ken af te ſteeken , om zevervolgens tot brandbaare Ture
en voeren geen Hollandſchen Turf door het Land. ven te droogen ; en dit noemde men Schocken . Deeze
Tot dus ver , met alle naauwkeurigheid, het Veenen eigenſte manier heeft ook nog hier en daar in Holland ,
en Turfbereiden , uit het water , beſchreeven hebbende , Braband en elders, plaats , en waszelfs al van oudsbe.
ftaat ons nog , met een kort woord, het bereiden van kend in eenige Oosterſche Landen. Immers 't komtons,
drooge Turven te melden. Deezen noemt men Steek-tur- op het voetſpoor veeler taal- en oudheidkundigen , niet
yen , om dat zij negts met een ſpadeof graaf uit den droo ongegrond voor, te denken , dat er op her branden van
gen grond geſtooken worden ; en ze zijn niets arders , zulke Turven , uit mest gemaakt, gedoeld word , als wij
dan het overſchot van een uitgeveenden Polder ; die , Ezechiel IV. 12. leezen , Gij zult eenen gerſten -koek eeten ,
na dat hij wederom droog gemaalen is , hier en daar ende die zult gij met (dat is op of over) drek van des Men .
5 nog eenige oneffen onafgeveende bonken vertoont. Het ſchen afgank bakken; en dit bevel , op het verzoek van
droogen , het ſtapelen , het ſchuuren gefchied allezius den Propheet , ter zaake der onreinigheid , vs. 15. aldus
op dezelfde wijze , als van het natte Veen gemeld is. verzagt vinden; Ziet, ik hebbe u runderen-mest gegeven
Het eenige onderſcheid beſtaat hier in , dat deeze Turf. voor · menſchen -drek, 20 zult gij u brood daar mede ( dat is
stoffe niet gebaggerd , nog plat getreeden word , en dat daar op of daar over) bereiden (of bakken .) Men kan hier
men dezelve, met de platte ſpade, na dat zij geriemd afreemen , dat het bereiden van brandbaare ſtof, uit
en gerind is , van den grond afſteekt, veelal op die groot. mest , om er vunr medetemaaken , om daar mede of daar
te daar zij in blijft, waarop men niet heel kiesch valt, op te bakker., al van ouds in Paleſtina en Egijpte bekend
dewijl die Turf in zich zelven droog genoeg is , om zo was ; en mogelijk is dat gebruik wel van daar in onze Ge .
daadelijk , als men wil , geſtapeld te worden . Voorts westen overgebragt, zo 't niet de nood geweest zij , die
agt men deezen Turf minder , dan den gebaggerden 't hier en elders ingevoerd heeft. Even zo maakt men
Deen -turf; om dat hij niet zelden met zand en katte -klai ook wel brandbaare Zurven , van de verrotte run derLeer.
$ gemengd is ; waarom er ook een mindere Impost op dien touwers , dat op verſcheiden plaatzen hier te Lande nog
Turf ſtaat, of dat men twee ton voor eene rekent , dat ſtand houd ;dan de eene en andere zoorten dier brandbaare
veelal karremaat heet ; om dat er in de droogmaakerijen, gevormde Slukken , ſchoon zij ook den naam van Tur
daar geene Vletten of Praamen plaatshebben , tot het ver. ven draagen , behooren niet tot onze Veen -turven .
voeren naar de Schuuren , karren gebruikt worden , wel .
ke ruim die maat houden. Op die eigenſte wijze als de Nut'en Gebruik van de Turf enz.
ze Steek -turven , uit den grond der droogmaakerijen , zo Wat aangaat het nuttige gebruik der Turven , ( vervolgt
worden ook de Zand -turven , uit de beddingen , die men de Heer BerkheIJ ,) om er een vuur van teontſteeken ,
'onde onze zanderijen vind , gemaakt en afgeſtooken ; en de koolen in dekeuken tot het bereiden van ſpijzen te
insgelijks is het ook gelegen met de Hei-turven ; en wat bezigen ; mitsgaders tot het ſtooken van vuuren , ten
de Plagge-turven betreft , derzelver behandeling ſtaat aan dienſte van allerleie Fabrieken , Handwerken , Konſten
de keuze van don Landman of Duinmaaier, die ze , naar en Wetenſchappen ; is zo algemeen bekend , dat er nie.
zijn genoegen , groot of klein afſteekt. In de Groniger mand in ons Land zij, die in dit opzicht onkundig is van
Brandſtoffe. Om echter ons
en eenige Vrieſche ſtreeken , heeft men nog eene an de. bet nut en gebruik deezerАааа
VI Deel onder.
3726 TUR : TUR

onderwerp in dit geval met een gepast uitſtapje een wei. bijzonderheden van het gebruik der Turven ; hiertoebei
Dig te vervrolijken, zal 't hier niet kwalijk voegen, bij hoort onder anderen de uitvinding der Metſelaaren ; die,
deeze gelegenheid te gedenken aan de wonder koddige toen er eene wijze van luchtigerbouwtrant in zwang gela
Sinne-vonck , op den Hollandſchen wonder veen -brand , raakte , om , volgens het ſpreekwoord ,ligt en digt te
door ADRIAAN VAN DEVenne dien beroenden Graveer. timmeren , ook noodzaaklijk bedagt moesten zijn , om
dervande Plaatjes, in het werkvan den Ridder J. Cats, de ligtere Muuraadjen met geen last , van geenmeerge.
Vergun ons , dat wij het zaaklijkſte, het nut en gebruik wigt te bezwaaren , dan zij draagen konden . Bij die gele.
van den Turf , onze oude en hedendaagſche Hollanders genheid heeft men 't goed geoordeeld , de binnen en bo.
betreffende , uit het bijzondere tractaatje van dien (naak, ven-muuren met Turven op te metzelen ; vooral de zule
ſchen Schrijver, dat niet in aller handen is , met een wei. ken , die op geen vasten ondermuur gegrondvestkunnen
nig verbetering en agterlaating van ſtuitende regelen , worden. Men bedient zich veelal van deeze zoort van
overneemen . Dus vangt hij aan: Turfmuaren , op Buiten plaatzen , er in lugtige vertrek
ken ; alwaar ze ook weezenlijk van groot nut zijn. De
Wonder Holland , in 't bijzonder ! vogtigheid van ons klimaat log heeft er zo veel gemeen.
Wonder boven ! Wonder onder ! ſchap mede , dat al het vogt in den Turf trekt; waar
Wonders wonder ! Wonder blijck ! door men dan gemeenlijk drooge muuren heeft; en in zo
Wonder ! klein en groot gelijck ! verre is deeze uitvinding , niet tegenſtaande het gebrek ,
Waarde pronck van and're Rijcken , dat zulke Turfmuuren wel wat berſten , inderdaad puttig
Daar veel Waarde voor moet wijcken ; te noemen. Dit eigeníte nut kan men ook van den Turf
Doel vol Eer , vol Recht , vol Macht , trekken , wanneer men in de eene of andere kamer een
Land vol Kunst, vul Trou , vol Wagt ! vogtigen grond heeft; en die vogtigheid uit den grond
Steun voor Vrijheid , vol Genuchten ! in eene linnen of boeken -kas oplaat ; in zulk een geval
Wei vol Vee , en Tuin vol Vruchten , is er geen beter middel , dan eene laag, 't zij Vrieſche of
Vack vol Boter , Kaes , en Bier , Hollandſche Turven , onder zulk eene kas te leggen, en die
Rack vol Vis , en vol Revier ! nu en dan te verwisſelen ; want de oplaande vogtigheid
Holl', noit hol , zo lang uit Modder trekt er gretig in . De uitvinding van Strijkijzers, on
Werd geba gert Veen , en Flodder ; het lipnen te ſtrijken , is mede eene bijzonderheid, die,
Uit het water haalt men Brandt ; fchoon nu vrij gemeen , nogthans niet zeer oud,en eerst
En van de Asſe maakt men Landt. door het gebruik van den Hollandſchen Turf in zwang
Daarom zal ik ſchrijven durven gekomen is. Oudtijds lag men Nege een plat ijzer , met
Dicht ontvoncken op de Turven ; een handvatzel, hoedanig een onze Kleermaakersnogge .
Stutters tegen Winter.ſtoot , bruiken , en een Persijzer noemen , in het vuur te hee
Groot gerief in groote nood. ten ; en men was , na verloop van weinig tijds, gedood.
Turven Stof heeft in-zaam waarde ; zaakt, telkens dit ijzer op nieuw in het vuur te zetten ;
Lucht , en Vijer , en Vogt , en Aarde. dan nu legt men een ofmeer gloorende Turfkoolen in een
Turven wijzen (wel bekent) koperen bak , van onderen met eene ijzeren plaat be.
Eenmaal ijder Element; klonken ; en van boven gedekt met een dekzel, 't welk
Turven , dienen Rijk , en Arment , met twee ſtaaven een houten handvatzel onderſteunt ,
Om te backen , of te warmen . en waar door het Strijkijzer gemaklijk over het linnen ,
Turven , ſwart, en (waar en digt , als anderzins , om het zelve te ſtrijken , geſchoovenword.
Strecken verr' , en branden licht. Dit werktuig is , mijns weetens , nergens zo gemeen be
Turven kragt ontraeuwt de ſpijfe , kend , en gebruikelijk , als in Holland ; dewijl de engel
Zo als 't lekker best wil prijſen. ſche koolen te zwarten aanſlag afgeeven , en de houtskool.
Turven geven ook cieraat gloed te ligt uitdooft ; de Engelſchen bedienen zich mee
Als de disch beſchoteld ſtaat. rendeels van een gloeiend ijzer, dat zij in eenen koperen
Turven doen de bleecken blooſen of ijzeren koker ſteeken . Van nog laater tijd is eene ,
Schoner dan de fomer-Roſen . zo ik mij niet bedriege, gebeel pieuwe uitvinding , wel.
Turven - damp, en heete vlam ke mij bijzonder behaagt , en die ik niet wel kan palaa
Maakt verkleumde ſpieren klam ; ten te melden , om dat zij nuttig en voordeelig is. Een
Turven -glomſel, in een tesje , ieder , die zich des winters in de ſtraalen van eeneVeen .
Warmt de ſtoof van 't oude Besje. ſon verwarmt , weet , dat men gewoon is , de Turven
Turven zijn ook aangenaam indiervoegen op een ce ſtapelen ,dat de onderſten de bo
In het Kinder-bedgekraam ; venſten onderſteunen ; waar uit dan volgt , dat zodanig
Bij de Turven , onder 't praten , een Turfvuur , wanneer 's begint door te branden , en te
.Leegt de Drinkert kan ep vaten. verteeren , zeer ligt inſtort. De bovenſte Turf drukt als
Turven droogen , door haar roock , dan den onderſten , en maakt het vuur doof, of het
Vieijs , en Haring , Salmen dock. word in de asſchegedompeld . In zulk een geval kan men
Turven vollen Hollands Mijnen , het vuur niet gemaklijk herſtellen , zonder een geheel
Schoon zij ſchijnen te verdwijnen. nieuw aan te leggen ; en 't valt bezwaarlijk , een luchtig
Turven telt men tegen goud, houtje , op een half vergaan Turfvuur , te doen ontbran.
Daar men Hollands magt door houdt. den . Om dit ongemak nu eenigzins voor te komen ,
Dies moet Turf voor altoos proncken heeft men holle vierkante ijzeren kistjes uitgevonden,
Boven Hout en andere voncken ! die juist het formaat van een Turf hebben , en aan alle
zijden met drie groote ronde gaten doorlugtig zijn . Wane
Wat nu verderbetreft eenige min algemeen bekende neer men twee of driezulke yzeren Turyen , ( om zo te
)
{pree.
TUR . TUR . 37047

3 fpreeken ,) heeft, legtmen dezelčen tot een grondNag, van heete Vuurmanden , kopere Bedpannen , dooveKog.
> en ſtapelt er de eigentlijke Turyen op. Deeze doorbran . len , en het lang zitten voor de Vuurmand, met de ſcha.
dende, maaken het ijzer heet , de asſche valt door de delijke gevolgen daar van , hen ontſnapt ſchijnt; naast.
gaten heen , en het vuur behoud altoos eene zekere ge. denkelijk gebruikt men in Vrankrijk , naar welksgewoon.
regeldheid ; des men er daadelijk nieuwe Turyen , op te die Verhandelingen over de Opvoeding tog geſchikt zijn,
kunne ſtapelen , zonder veel met de tang in 't vuur te geene Vuurmanden. De Hooggeleerde en beroemde
roeren. De hette van het ijzer ontvonkt ook terſtond Profesſor Petrus CAMPER , wiens Verhandeling, naar
de nieuwe Turven ; en men kan , zo men 't verkiest , met den aart onzer Landen , geſchikter voorkomt, [chijnt dit
veel gemak een houten blokje , of ander brandhout , op beter opgemerkt te hebben , vermits hij vooral een luchtig
een vasten grondſag ſtapelen. Hier toe pleegen onze en open vuur, en kamer, naar onsklimaat ingerigt, aan
Voorvaderen, dat ook nog bij eenige ouwerwetſche Lie beveelt. 't Waare wenſchelijk , dat alle Moeders, Ba.
den in gebruik is , eene zoort van ſtandaarden , of zo ge- kers en Minnen , deeze onze aanmerkingen in agt naa.
noeincie vuurpaadjes te houden ; dan deeze nieuwe uit- men , en dit ſtuk met ernſtige oplettenheid behandelden ;
vinding gevale mij beter. Ook is derzelver nuttigheid bij als mede dat onze Vrouwen , die reden en vernuft wil.
hel arme Gemeen zeer wel bekend , dat zich voorlang len gebruiken , zich en haare jonge Dogters , tegen dit
reeds bediend heeft van ſteenen , waar van ook de ge misbruik verhardden ; met maar maatig wel geglommen
melde nieuwe yzeren Turyen ontleend zijn ; en dus heeft en doorbrand vuur in de testen te leggen , die wel met
de ſpaarzaame nooddruft medegewerkt , om een zuinig zuivere asſche te rekenen , en dat gebruik zelf te maa.
put en net uit te vinden . eigen , door zich een geheelen winter en Comer agter een
Bij alle deeze uicvindingen , betrekkelijk tot het nute aan heete ſtooven te gewennen. Men zou zeer veele
tige gebruik onzer Vaderlandſche Turyen', zouden wij, toevallen in Kerken , Huizen en Gezelſchappen voor,
buiten het algemeene gebruik van houten Stooven , en komen ; en zijne Kinderen , door den tijd , ruim zo veel
Iteenen Vuurtesten, nog kunnen voegen , de voor eeni. aan ons klimaat gewennen, als zij er nu van ontaarten .
ge jaaren uitgevonden koperen kantoor- of reis Stooven; Ondertusſchen misprijzen wij een gematigd en beſchei
en daar benevens gewag maaken van de koperen Bed. den gebruik hier van niet , als het maartot geen door.
pannen , Doofpotten , Haardjes , en zeer veel andere naand misbruik overgaat. Wie weet , of men met heet
huishoudelijke Gereedſchappen , welken tot het gebruik gemaakt zand , in ijzeren testen , niet eene goede en min .
van Turven en Turfkoolen dienen ; maar deeze Gereed. der nadeelige warmte zou kunnen verkrijgen ? In Duisch .
導 ſchappen zijn zo overvloedig bekend , dat het overtollig land , immers, is dit zeer goed op Postwagens bevonden ;
zoude zijn , om elk in 't bijzonder te melden . Egter kan daar heet Zand , flegts in zakken gebonden , geen be
het niet ongevoeglijk geagt worden, hier in 't voorbij. naauwden damp , zelfs in beſlooten plaatzen , veroor.
gaan nog aan te merken, dat er evenwel, hoe algemeen zaakt ; dan dit geeven wij maar als een bedenking op ,
en eenigermaáte nuttig het gebruik der Stooven en Bed- en ſtappen er voorts van af, uit vreeze dat wij, met dit
pannen geagt worde , er een gantsch nadeelig uitwerk- heerſchend misbruik aan te toonen , de Vaderlandſche
zel mede gepaard gaat ; 't welk wij uit dien hoofde ook Sexe mogte verſtooren ,
billijk wraaken . Te meer , daar een aanzienlijk getal Van het Roet door het branden der Turf in de Schoor.
onzer Vaderlandſche Vrouwen , en zelfs veelen , die an ſteenen zich verzamelende , word ( zegtde Heer BERRE
ders.èene uitſteekende reinheid in agt neemen , en zeer heij mijns weetens weinig , of bijkans geen gebruik van
oplettend op haare gezondheid zijn , zich dermaste aan gemaakt, dat onze bijzondere opmerking waardig is. In
het gebruik van heete ſtooven , en het warmen van Bed. de huishouding agt men het uitneemend , om er Tin med
den gewennen , dat zij er haare gezondheid aan opoffe. de te ſchuuren; en met ſpoeling vermengd , neemt het
ren . 't Is ongeloovelijk, hoe nadeelig veel Turfkoolen , den zwaaren roest van't ijzerwerk weg. Zommige Vee .
vooral van Regte Turven , en rookende koolen , inzon: houders gebruiken het wel , als een geneesiniddel voor
derheid in kopere Bedpannen , voor het cedere en aan : het Vee , om het zelve te doen purgeeren ; ook heeft
doenlijke zenuwgeſtelder Sexe is. Ik zou met welge. men Roet , in de chans heerſchende ongeſteldheden
gronde redenen kunnen aantoonen , dat veelerleije toe onzer Runderen , opgegeeven , als een beſlisſend hulp.
vallen van pijn in 't hoofd , vliegende benaauwdheden , middel; dog zonder doorſtraalende blijken van door.
flaauwten , zwakheden, en kwijnende ziekten , zelfs in gaande uitwerkzelen. Intusſchen word het door er .
beſlooten vertrekken , doodlijke toevallen , uit dit mis. vaaren Veebouwlieden , vrij algeineen , onder de hulp
bruik voortſpruiten ; enzo ik mij wilde uitlaaten over middelen tegen zommige ziektens van het Vee erkend.
morſige Wijven , en Nordige verkleumde Besjes , 't zou Er zijn ook eenige Boomplanters, die het Roet als ee .
weinigmoeite zijn , te doen zien , hoeontellijke aller ne bijzondere goede mesting voor de Wijngaarden aan.
nadeeligſte toevallen , die tot ontſteekingen overgaar., prijzen , en het zelve ten dien einde rondsom de wor
de gevolgen van dit misbruik zijn. Men gewent er de telen dier Vreugdeboomen werpen , dan de onder.
$4 jonge Meisjes en Kinderen gan , van de geboorte af ; die vinding , gelijk Schoock en DeGNER wel aanmerken
tedere Wigtjes krijgen zeer dikwils toevallen van ſtui. heeft doen zien , dat het Roet , alhoewel het eene olija
pen en flauwten , die alleen door de onagtzaamheid van agtige vettigheid bezitte , veel eer eene ſchadelijke , ja
geen welgeglommen vuur , of wel van te veel in de Ba- doodelijke hette en ſcherpigheid , met de fappen der
kermand te zetten , veroorzaakt worden. 't Is onze zaak Wijngaarden vermengt, die dezelve geheel doorvreet of
niet, om de voortreffelijke Verhandelingen van de Hee, verſchroeit. Voor 't overige weet men ten overvloede ,
ren BALLAXERD en des Essarts , de laatſte door den dat de aanſlag van den Turfrook en het Roet zeer nut.
fchranderen Jo. Grashuis vertaald , benevens die van tig is voor hetrooken van allerlei Vleesch , Spek , Has
andere Vernuften ,te beoordeelen; dan die Heeren ver sing, Bukking , Salm , enz. waar mede wij, als oordee .
ſchoonen mij, dat het mij voorkomt, dat het misbruik lende de bijzondereheden daar omtrent bekend genoeg )
tons
A aaa 2
3728 TUR . TUR .

ons niet verder zullen ophouden ; ons vernoegende met wijlen eene aschkluit aantreffen , er nietdoor mooger
het zaaklijkſte en nuttigſte , betreffende deezen aanNag aangedaan worden ; want als dan is de asſche voorzommi.
van den Rook , gemeld te hebben ; weshalven wij dit ge Planten zeer nadeelig , daar zij integendeel zeer voor.
onderwerp hier mede laaten berusten , en overgaan om deelig is , wanneer men ze ter deegen heeft vermengd.
nog met één woord gewag te maaken , van bet nut dat Het is op eenige zeer vette Klaigrondenook dienſtig,
de Turf -meuluw en de Asſche kan toebrengen. dat men er wanneeer de grond is geſpit of geploegd , en
De Turf-meuluw , Molm of het Turf-mot, dat niets bet zaad er onder geëgd word , dunnetjes agter de Egge
anders is , dan het afbrijzelende gruis van gedroogden asfche overſtrooit , om dat de asſche dus doende, daa.
Turf, word voornaamlijk op tweeërleije wijze gebruikt. delijk werkt met den grond , waar in het zaad geworpen
Als deeze Molm nog met veel kluiten gemengd is, word word; dan hier toe diende men de asſche bevoorens wel
zij door de Broodkakkers , op het platte Land en elders , te ziften. De eene en andere wijze van Klai of andere
nog wel gezogt , om er den Öven mede te ſtooken , ten hooge vaste gronden door asſche te verbeteren is , aldus
welken einde men dezelve met Houtzaagzel vermengt ; bij de Brabanders in gebruik , en kan , des noodszijnde ,
maar kieſche Broodbakkers wraaken dit gebruik, om den hier te lande mede gemakkelijk nader beproefd worden.
zwaveligen zwarten damp, die de Meuluw in den Oven Dit althans kan ik deswegens (zijn de woorden van den
aanſlaat. Een tweede gebruik van dit ſtof is , dat nien geleerden Berkunj) door eigen ondervinding zeggen ,
het zelve in Tuiner , op de Paden , en ook wel op de dat de Asſche , fchoon wij ze hier als zeer nuttig voor ge .
Bedden werpt , om ze aan te hoogen, of om den grond melde gronden opgeeven , nogtans voor allerleije gewas.
te verbeteren ; dog veele , en wel de ervarenſte Tuiniers , ſen niet even dienſtig is. Aan en om de wortelen van
beminnen de Turf -meuluw tot dat oogmerk niet. Want, Vrugtboomen gedolven , doet zij eenige. Boomen kwij.
behalven dat dit gruis zeer lang onder de Aarde klonte . nen ; dog voor Moeskruiden , Boonen , Haver , Garst,
rig blijft, word er vrij veel onkruid door in de Tuinen en inzonderheid Aardappelen , dat voedzaame brood der
gevoerd ; evenwel heeft mij de ondervinding doen zien , Armen , is zij ongemeen goed ; de laatsgemelde Plantbe
dat de Turf-meuluw een voordeelige uitwerking op de mint zelfs de Asſche dermaate , dat de ſchellen der Aardap,
Aarde heeft, als de grond klaiagtig, hard en ſchraalis; pelen , als er liegts een kleen ſtukje wortel aanblijft , op
vermits zijde vaste Klai aarde , bij droogte , luchtig houd , de Aschſtaalen weelig groeijen. Dit opinerkende, heb
en ſchraaler gronden , door den tijd , eene vaster en ik Aardappelen geplant , op een zuivere Aschſtaal, van
zwarter Aarde bijbrengt. Wijders bediend men zich van één jaar oud , en een gelijk getal , in gemeene Tuin.
de Turfameuluw , vooral de grove , met een goeden uit- aarde; en toen ze rijp waaren , bevond ik , dat zij even
fag , om er tedere Planien , des. winters , onder te dek- zo wel groeijden , als in de aarde ; ja zelfs waaren de
ken. Ook kan de Turf-meuluw nog wel tot goede Aare Planten weeliger., dog de wortels wel wat ſchraaler en
de bereid worden , als zij eenigen tijd lang, tusſchen zeer verdeeld ; waar uit men ten klaarſten kan bezeffen ,
vogtige Mestſtaalen , of ook wel tusſchen Turf-asſche, van hoe veel dienst onze Asſche , voor deeze zo nutte
en daar mede vermengd , gelegen heeft. Zommigen ag . Plant zoude zijn , bijzonder op onzen tweeden grondaard,
)
ten ze ook niet onnut, en andere gebruiken dezelve tot de Zandlanden. En , om dit gezegde met leevendige
het voortteeled van Bolgewasſen ; bijzonder Anjelieren ; voorbeelden te verſterken , het meermaals gemelde Kat.
ook word ze gezogt , om ze in eene groeve te leggen , wijk verleent ons hier van eene voortreffelijke proeve.
om Broeibakken op te ſtellen ; ftaande houdende, dat er Zijn Excellentie, de Hoog Ed. Hooggbooren Heer, BA
niet veel Mieren , Pieren , of Aardwormen in huisves. RON VAN WASSENAAR , Heer dier aloude Heerlijkbeid,
ten , waar aan ik egter twijffele ; en misſchien is dit maar benevens zijn Hoog Edelens Doorlugtige Gemalione ,
eene biigeloovigheid. beiden met een rech: vaderlandſchen ijver bezield , om
De Turf-meuluw dus beſchouwd hebbende , komtdaar zelfs de dorre Duinen in vrugtbaare Streeken te verande
benevens het nut der Turf-asſche hier nog in aanmerking. ren; hebben op verſcheiden plaatzen in 't Duin, de Stru
Door Scheikundige proeven, blijkt het ten vollen ,dac ellen , tevens met het Mors der Duinkorſte, doen ver
deeze Asſche veel zouts, eene gestende kalkagtige ſtof- branden , en daar na die Asſche , met het Zand vermengd
fe, en aarde bezit ; eigenſchappen zeer nuttig om zom- zijnde , er Aardappelen op laaten planten , die ik aldaar,
mige gronden te verbeteren en te mesten. met eigen oogen , vrij voordeelig heb zien groeijen. Dit
In een ſchraale , drooge en zeer vaste zoort van Klai. en 't geen wij zo even vermeld hebben , zamengenomen ,
grond , zal men de Turf-asſche van een ongemeen nut geeft mij gegronde redenen , om mijnen Vaderlanderen
bevinden ; om dat zij de fijneaarddeelen , waar uit inee- het nuttige gebruik der Turf -asſche aan te beveelen ; ten
rendeels de Klai beſtaat, door haare zoute en kalkagri. minſten hun te raaden, om te beproeven , in hoeverre
ge of vol lucht zijnde deeltjes, aan 't gesten kan helpen ; het voor onze Zandgronden voordeelig zoude zijn ; le
terwijl ze tevens aan de Klai eene weekheid en ſlibberig: meer , dewijl wij, uit hoofde van den genoegzaamen
heid toebrenge , waar door dezelve op ver na zo vatbaar Veemist voor Klai-landen , overvloedige Asſche genoeg
verbeteringe
niet is voor droogte en hitte , als de vaste Klai op zich tot van onze Duin en Geest-gronden zou
żelve. 't Komt er maar voornamelijk op aan , dat er om- den kunnen bekomen ; waare het dan al niet om Aarde
zigtig agt gegeeven worde op de hoeveelheid der Asſche, appelen voort te teelen , ze zullen ten minſten goed
die het land vereischt , het welk naauwkeurig moet on- Houtgewas kunnen voortbrengen , en waar van de ge
derzogt worden. Ook 'moet de asſche er niet dik , maar melde Katwijker Streeken , en ook de Hillegommer Dui.
gelijkelijk en effen overſpreid worden ; op verre na zo nen , ten overvloede getuigenis draagcn.
dik niet , als men , bij zwaare mestingen met Vecomest , In de Veengronden kan de Asſche ook van put zijn ;
doet , om geene al te ſterke gesting te verorzaaaken . Ook om , door derzelver vermenging , een aangehoogden en
moet zij noodwendig wel een half ſpit diep , omgeſpit , vaster grond te bekomen ; wel bijzonder zou ze insge.
en door de aarde, niet bij kluiten , maar fijn en veree lijks van dienst zijn in de doogmaakerijen , om de brak
nigt , gemengd worden ; op dat de wortelen , die zom. Weid en zwaveligheid , welken die gronden gemeenlijk
Da
TUR, TUR . 3729
na hunne opdrooging uitdampen , te maatigen . Kort tot bais , langs de ſtraaten rijden , en door een ratel of
om , de Turf en Hout, of andere Asfche., is van zeer anderzins hunne komst aankondigen . Straks koomen de
veel nut , voor alle zoorten van gronden , hoe genoemt , Dienstbooden in de buurt, waar zij zich bevinden , met
als men ſlegts agt geeft op den aart dier gronden zelven , hunne aschpotten , die de Ascblieden in de Karren ledi.
en oplettend is omtrent het geen , waar in die gronden gen , on hunne laading vervolgers na der Steden Asche
gebrekkig ,en waar in zij goed zijn ; welk Asſche
aangaande ſchuiren of Staalen te vervoeren. Hier word deezehoogen
een opmerkzaam Landbouwer oeffening
, doortijd en bijeen vergadert om ze voorts , tot al vrij een
, en ,
door de natuur zelve , best onderweezen kan worden. prijs , in Braband , alwaar ze genoegzaam alle naar toe
Wat nu verder in de tweede plaats aangaat, het ge gevoerd word , te kunnen verhandelen . Om die Asſche
bruik van Asſche, door menging met anderen Mest , dic zuiver te houden , en voor te komen , dat dezelve met
is van eene algemeene nuttigheid voor allegronden , van geene andere Vuilnis , van eenig belang vermengd wor
wat aart ze ook mogen zijn. Men kanze tot zeer groot de , 20 volgt er kort agter de gemelde Aschkar , eene
voordeel vermengen , met Vee-mest , mec afgevallen Bla. andere open Kar met Paard , door een Vuilnis -man ge
der , met Modder , en allerleije andere Vuilnis; want teid. Deeze werpt in zijne Kar de modder, uit geuten
door dien haare zouten met den Veemest kragtig wer: en rioelen , ſtroo , groente en allerleije vuilnis , die aan de
ken , de Boombladeren of ander Ruig , ſterker doen rotter, huizen uitgeworpen word , en veelal in manden, tonnen ,
en met Modder eene leemige Aarde voortbrengen , zo potten , enz . tegen zijne aankomst gereed ſtaan. Deeze
bezeft men ligt, dat ze in dit geval van een algemeen naauwkeurigheid heeft men echter wel voornamelijk op
put moet weezen .
onze 'grootſte Steden toe te pasſen ; in de kleine Steden
Het beste en beproefdſte middel , om op die wijze den vermengt men Asſche en Vuilnis, van wat zoort ook ,
Mest te verbeteren , en tevens te vermeerderen , is het door elkander, dog deeze Asſche zal bij de Brabanders
volgende. Men legge op den grond, waar op men zijn zekerlijk van veel minder waarde zijn. Dus word er in
Mestſtaal verkiest te maken , eerst eene laag van Vee onze Hollandſche Steden en Vlekken veelal eene rein
mest of verdorde Bladeren , en daar op eene laag Asſche, heid in agt genomen , die inen in andere Landen ſchaars
20 dik en effen , als de hoeveelheid der Stoffen toelaat ; zal vinden , en echter voordeelig is.
voortswerpt men op die Asſche wederom Bladeren , Ruig Zie daar het hoofdzaakelijke , dat wij, met betrekkin.
of Vee-mest, en vervolge wederom met Asſohe, zo hoog ge:tot eenige bijzonderheden , wegens het nut en gebruik
of breed als men wil ,, dog hoe -hooger, hoe beter , om der Turfſtoffen, niet voorbij konden ; 't welk wij met
datzulks de gesting en broeijing bevordert. Zodanig dit ziprijke Vaersje van CONSTANTYN Huygens , dat
een ſtaal moet , op zijn minst , één ſomer en één winter wij tot hier coc beſpaard hadden , zullen beſluiten .
door blijven liggen ; kan het zijn twee ſomers, of , om
den tijd naderte bepaalen , twee jaaren ,hoeouder hoe be- Addimus hoc etiam ad patriæ miracula terre ,
ter , en tevens bij droogte, dikwerf nat gemaakt worden. Est uti corrodi patiens, & viscera , nobis
Dus tijd gehad hebbende, om uit te werken , kan het in 't • Vulnus alit Venis Epicoeco carpitur igni.
voorjaar , of op andere tijden , naar dat men zijne Lan Epigramm . Lib. 7...
den of Gronden mesten wil, op de gemeene wijze , met
veel vrugts gebruikt worden, ter aankweekinge van aller Dat in deeze zin vertolkt kan worden...
1,8 leie Geboomte, Moes-kruiden , Veld-gewasſen , en zelfs Voeg bij 's Lands wond'ren , hoe zelfs d'Aarde ,
ter verbetering van Weilanden . in 't Ingewand
3 Deeze Turf-asſche maakt nog daarenboven een onge. Doorknaagt , uit blinde liefde om ons , verteert,
meen goeden Mest , als men ze , op de voorgeſchreeven verbrand.
manier, aan laagen vermengt, te rotten legt, tusſchen Met recht draagt Holland roem op de dad'ren van
opgebaggerd Kroos, Flab en allerleije Waterplanten ; met zijn Veenen ;
deeze Stoffen een langen tijd te zamen gelegen hebben Nu de Elementen zich voor 't Vaderland veree.
de , brengt zij niet alleen Mest , maar ook eene vette nen ! 2
zwarte veenagtige Aarde voort ; en ze kan zelfs door den
tijd tot brandbaar Veen verwandelen . TURKEIJ-COCK , zie KALKOEN.
3 Van hoe veel nut deeze Turf-asſche , 20 op zich zel . TURKOIS ; Turquoiſe ; Turcoides ; Turchefia ; Calats ;
ve , als met vermenging van andere Vuilnis zij , kan men Jaspis aerisufa; is een blaauw ondoorſchijnend Edelge .
wijders eenigermaate afneemen , 'uit het geen er plaats iteente , dus genoemt , om dat mede uit Turkijen word
heeft, omtrent de Aschen Vuilnisſtaalen ; die men in gebragt.
of aan onze groote Steden ontmoet; nadien de aldaar ver. De Juweliers onderſcheiden de Turkoiſen , in Ooſter
gaderde Stoffen , en inzonderheid de Asſche, gemeenſche en Westerſche ; volgens verbaal van den grooten
lijk tot zulk een hoogen prijs verkogt worden , dat men Reiziger Tavernier , worden de eerſtgenoemden in
Perſien nabij de ſtad Nacabour , drie dagreizen van Me.
de onkosten , die er tot de afhaaling der Asfche en Vuilnis
gemaakt worden , rijkelijk vergoed vind ; welk aflaalen ched , gevonden ; dat zijn die welke men Turkoiſen van
van Turf-asſche en Vuilnis, hier noh een kort woordje de oude rots poeint ; volgens den zelfden Schrijver
vereischt . worden er vijf dagreizen van de eerſtgenoemde plaats
De goede orde , en de reinheid , heeft in de Holland. af, ook Turkoiſen gevonden , die op verre na zo veel
îche Steden in gebruik gebragt , zekere Keuren , en door nietgeagt worden , en het zijn deezen , welke men Tur.
de Overheid aangeſtelde beampte Opzigters , over de koiſen van de nieuwe rots noemt.
Asfche en Vuilnis, met verbod aan de Burgerij , van de. Diensvolgens worden de Oosterſchen uit Perlien , In
zelve in's StadsWateren te werpen. Deeze Opzichters dien en Turkijen gebragt ; de Westerſche koomen uit
hebben onder zich Aschlieden , die met eene daar toe ge- verſcheidene plaatzen van Europa, Duitschland, Bohee
ſchikte , groote houte Karre , met één Paard , van huis men , Hongarijen , Sileſien , enz.
Аааа 3 De
TUR . TUR .
730
De Turkos fers verſchillen ten aanzien van derzelver TURKSCHE -BOON , zie BOON ( TURKSCHE-).
koleur ; de ſchoonſten en meest geagiſten zijn hemels . TURKECHE-BIJVOET, zie DRUIVEKRUID .
blaauw , de anderen ligter blaauw ; ook zijn er van een TURKSCH CITROENKRUID ; zie MELISSE
groenagtig blaauwe verf , een weinig na het geele trek. ( TURKSCHE-).
kende. TURKSCHE EEND , zie EENDEN 1. VI . pag.
De Heer REAUMUR heeft in eene Verhandeling , te 586.
vinden in de Mem . de l'Acad. des Sciences de l'année TURKSCHE HAAGDIS , zie HAAG DISSEN , Mhe
1715.willen bewijzen ,dat de Turkoiſen niet anders zijn XIII. pag. 907.
dan Dieren -beenderen in de grond bedolven , en welke TURKSCHZ HAZELNOOT, zie HAZELAAR ,
door een ontbinding van koper, zijn gekoleurd geworden. n. 7. pag. 1009.
Die geleerde Natuurkenner onderſteund zijn gevoelen , · TURKSCHE HONDEN , zie HONDEN ,pag. 1088 .
door Beenderen en Tanden bij Simore in Neder- Lan . TURKSCHE KOORNBLOEM , zie KOORN
guedocq gevonden , die natuurlijk geen blaauwe koleur BLOEMEN , n. 3. pag, 1595 .
hebben , zo als de Turkois ; maar welke die koleur ver- TURKSCHE MELISSE , zie MELISSE (TURK
krijgen , na dat men ze in de open lucht hebbende laaten SCHE- ).
droogen , onder een moffel legt om ze in een Oven heet TURKSCHE ORANJEAPPEL , zie ORANJE
te maaken. Door dat middel ontwimpelt men de koleur BOOM , n . 23 en 24 , pag. 2450.
van die Beenderen , maar men moet dezelve met zorge - TURKSCHE PAARDEN , zie PAARDEN, pag .
vuldigheid behandelen , want aan een al te ſchielijk en 2506.
te hevig vuur blootgeſteld zijnde , ſchilferen ze af. TURKSCHE-WEIT ; Indiaanſche Tarw ; Maijs, is
1

Men verzekert dat een Chimist Jan.CASSARIUs gé. de naam van een Indiaanſch Graangewas , wiens körrels
noemt , het geheim bezat, om op een konſtige wijze eenige gelijkheid met de Tarw hebben , waar van zij
de beenderen van de Mammoth die in Rusland ge haaren naam heeft onleent.
vonden worden , te koleuren ; en de beroemde Henc- Kermerken . De geheele Plant beeft de gedaante van
kel ſchijnt het zelfde geheim bezeten te hebben. Men Riet. De mannelijke Bloemen koomen van dezelfde
ziet inderdaad dat het zamenweefzel van een groot Plant ver van de Vrugt voort, meest in een Air boven
aantal zogenoemde Turkoiſen , het zelfde als die van op den Steng groeijende; de vrouwelijke Bloemen koo.
been of tand, zo wel als deeze laatſten , uit ſchilfers de men uit de Vleugels der Bladen voort, en zijn van drie
eene op d'andere leggende, zijn zamengeſteld. De Heer of vierbladen omringt, die digt aan de Vrugt vast zitten ,
Hill verzekert ook , door konse nagemaakte Turkos
Sen vervaardigt te hebben , die het oog van Juweliers
tot dat ze rijp zijn. gtaande voor 1

Zoorten . Daar zijn hoofdzakelijk vier zoorten van dit


bedroogen ; zie zijne aantekeningen op THEOPHRASTUS. Gewas, wiens grootſte verſchilbeſtaat in de koleur der
Uit alle die proefondervindingen heeft men zeer te Graanen wanneer die rijp zijn.
onregte beſlooten , dat de Turkoiſen niets anders dan : 1. Gemeene Turkſche Weit , met geele graanen ; Maijs
beenderen en tanden van Dieren waaren ; dit is ten ee- granis aureis. Tournef.
nemaalen mis , en wij zullen doen zien , dat de opregte 2. Turkſche-Weit, met ' witte graanen ; Maijs grants
Turkoiſen , geenzints beenderen zijn , maar als regte Stec. albicantibus. Tournef.
nen moeten worden aangemerkt. - De Heer MORTIMER 3. Turkſche Weit, met roode graanen ; Maijs granis
Secretaris van het Kon. Genoodſ, te Londen , heeft aan rubris. TOURNEF.
dat Genoodſchap een Turkois vertoond, waar in geheel 4. Turkſche-Weit, met violet koleurde graanen ; Maijs
en al het beenagtig weefzel , 't welk in de Turkoijen van granis violaceis. Tourner.
Languedocq beſpeurt wierd , nietwas te vinden ; het was Plaats. Deeze Plant groeit natuurlijk in de Indien ,
een waare Steen in de gedaante van een tepel, gelijken Turkijen , enz.
de naar de tepels van die zoort van Bloedſteen , welke Kweeking. Bij ons word zelden dit Koorn vermenig
men om die rede Hematites botrijites noemt. vuldigt, dan alleen als eene aardigheid in de tuinen van
Het ſtuk Turkois't welk de Heer MORTIMER aan de zommige Liefhebbers; dog in Amerika, inzonderheid in
Kon. Soc. vertoonde, was 12 duimen lang en 53 breed , de Engelſche Kolonien verſtrekt zijtoteen van de groot
en op zommige plaatzen 23 duimen dik ; de kanten waar ſte levensmiddelen , en word daarmet de uiterſte zorg.
mede dezelve aan de rots had vast gezeten ,was oneffen vuldigheid op de volgende wijze gekweekt.
ep ruuw , maar de oppervlakte of bovenzijde, was als In het voorjaar ſpitten zij den grond wel om , en na
bezaait met gladde en effene tepeltjes. dezelve wel toebereid te hebben , trekken ze een lija
De Ridder Hans Sloane bezat in zijne verzameling dwars over de geheele breedte van het ſtuk lands, dat
ook diergelijke verſcheidene ſtukken Turkois , waar van ze voorneemens zijn te beplanten. Als dan werpen ze
een onder anderen die uit China was gebragt , 3 dui. kleine heuveltjes van aarde op , omtrent drie voet van
men lang , 23 duimen breed ,en bij de 13 duimen dik was. malkander , in elk van welk ze twee of drie graankot.
Behalven dat bezát hij ook ', zogenoemde Turkoiſen , Tels leggen, die omtrent een duim dik met aarde bedek
of eerder blaauw gekoleurd been , die uit Languedocq kende ; dit gedaan zijnde , verſchuiven ze de lijn vier voet
en Spanjen kwaamen. Zie de Transa &t. Philos.n . 482. verder, gaande even eens voort over het geheele ſtuk
art. 17. lands, zo dat de rijen vier voet van malkander zijn , en
De Steen die wij Turkóis noemen , was bij de Ouden de heuveltjes in de rijen drie voet.
bekend onder de naam van Calais of Callais. Eenigen Indien men in 't zaaijen van dit Koorn , in agt neemtde
zijn van gedagten , dat PLINIUS dezelve onder de naam Graanen van eenerlei koleur op een veld op zich zelve te
van Boreas heeft willen betekenen , waar van hij zegt leggen , en ergeene graanen van andere koleuren omtrent
dat de koleur gelijkt was aan die van de morgen.lachiin legt , zullen ze weer Graanen van dezelfde koleur voort
den herfst ; de Grieken bebbenze iestats d'Eestovo brengen ; maar indien men verſcheidenkoleuren beurte lings
>
genoemt,
TUR . TUR . 3731
lings in rijen legt, zullen ze vermengen , en een meng. vastzitten , en van boven verdeeld zijn in oljf deelen,
zel van alle de zoorten in dezelfde rijen , en dikwils aan Onder den Bloemkelk zijn twee Bladen , die van onde .
een en dezelfde Air voortbrengen. Ja inen verzekert, ren aan malkander zitten , en den Kelk omringen . Uit
dat ze zich met malkanderen vermengen , op den afſtand het middenpunt van de Bloemkelk komt het Stijlte voort,
zelfs van drie a vier roeden , mits dat er geen hooge 't welk cot onderen toe in drie deelen is verdeeld , en
beiningen of gebouwen tusſchen beiden zijn , die het be van vijf Helmſtijltjes is omringd. Dit Stijltje word ver.
letten . volgens een bijna bolronde Vrugt , welke in drie vakjes
Voorts heeft men met 't kweeken van dit Gewas wei- is afgeſcheiden , die met rondagtige Zaadjes zijn vervuld ,
nig moeite; alleen dient men haar door den grond dik. welke met dunnę draadjes aan de Moederkoek gehegt
wils té roeren van onkruid ſchoon te houden, en wan . zijn.
neer de Stengen tot een zekere hoogte zijn opgegroeid , Zoorten. Daar zijn twee zoorten van dit Genagt, als
! de aarde tegens elke Plant optehoogen , ' t welk indien volgt .
na een regenbui word gedaan , dezelvezeer veel verſterkt, 1. Heesteragtige Turnera met Olmen -blad ; Turnera
1 en deo grond rondsom haare wortels een langen tijd fruteſcens ulmifolia. Pium . Noy. Gen. 15. MART. Cent.
vogtig houd. 1. 49. ( Turnera foliis ferratis , petiolis fioriferis. Linn.
Het Koorn tot rijpheid gekoomen zijnde , ſnijden ze Spec. Plant.)
de Stengen digt bij den grond af , en na er de Koorn , 2 , Heesteragtige Turnera met lange puntige Bladen ;
airen afgelezen te hebben , verſpreiden ze de Stengen Turnera fruteſcensfoliolongiore & mucronato. Mart. Cent.
Om hard en droog te worden . 49.; Helanthemoides. BAUH. 2. pag . 260.; Cistusurtice
wil men dit Graan bij ons kweeken , zo is de beste folio, flore luteo, vasculis trigonis.Sloan. Jam. 86. Hift.
tijd om het zelve te zaaijen in het begin van april , wan , P. 202. Raj . Dendrol. 492 .
neer het vast weer is ; want indien het te vroeg word : Plaats. ' Beide de zoorten zijn door de Hr.HOUSTON
gezaait , bederven dikwils de koude nagten en het nat in verſcheidene Gewesten van Amerik agevonden ;groe.
weer , 't zaad ; en indien het te laat word gezaait , en jende, zegt hij, vijf of zes voet hoog , kunnende tot
het najaar ongunstig is , komt het zelden tot rijpheid. regelmaa :ige Heeſters opgeleid worden. Beide de zoor
Voor dat men het zaad zaait moet de grond ter de- ten , brengen geele Bloemen voort , die uit de voetſteen
gen geploegt en gehakt, en de rijen van Koorn vier of len van de Bladen voortſpruiten , en ten minſten negen
vijf voet van malkander gezet worden , en omtrent twee maanden duuren , 's welk ze bij de Liefhebbers wel een
re
voer van een in de rijen , zodanig dat de grond dik- plaats in de Stookkas waardig maakt.
wils met een ſchoffel kan geroerd worden , door welke Kweeking. Deeze Gewasſen kunnen gemakkelijk ver.
middel het onkruid ten eenemaalen word vernielt ; en menigvuldigt worden , door haar zaad vroeg in het voor.
indien men dit in agt neemt terwijl de Planten jong jaar in een Broeibak te zaaijen , en wanneer de Planten
zijn , zo is het niet nodig zulks te herhaalen , wanneer ze twee duim hoog zijn , moeten ze in kleine potten ver.
eenige hoogte hebben gekreegen ; want als dan beletten plant , en in een Broeibak met run gezet worden , in ago
de Planten de groeijing van het onkruid , door den gee neemende, om ze vogtig te houden en te befchaduwen ,
heelen grond te overſchaduwen . - ' tot dat ze wortel hebben gevat ; tegcás de winter zet
Gobruik. In zodanige landen daar de Turkſche Weit men ze in de Stookkas, alwaar ze warm moeten gehou .
van natuuren te huis hoort, verſtrekt zij aan de Inwoo- den en dikwils bevogtigd worden ; dog foiners moeten ze
ners tot de voornaamſte Spijs , tot het bakken van brood , veel lucht hebben , dewijl ze anderzints te ſpillig op
enz. De gedroogde Stengen dienen om Tenten , enz. fchieten , en weinig Bloeinen voortbrengen. Dog wan .
mede te dekken , tot welk eindeze zeer nuttig zijn voor neer de Planten groot zijn geworden, kunnen ze harder
de Inwooners der warme Gewesten van Amerika ; 'ins . behandelt , en als dan in de drooge Stookkas worden ge
gelijks om hun Vee te voeden, terwijl die Stengen nog plaatst , alwaar ze in een maatige trap van warmte on .
groen zijn , waar toe ze het ook dikwils gebruiken , derhouden wordende , wel zullen tieren en uitneemend
wanneer ander Voeder ſchaars is. bloeijen .
+
Bij ons verſtrekt dit gewas tot geen't minſte huishou. TURREA , is de naam van een nieuw Planten-Ge.
delijk gebruik ; dog het koomt mij zeer waarſchijnlijk fagt , waar van de volgende kenmerken worden opge.
voor , dat het in ons land met een goed gevolg zoude geeven . Uit een klokswijze eenbladige kleine Kelk , die
kunnen gekweekt worden , op zodanige plaatzen , daar vijftandig is, komt eon Bloem voort , uit vijflange ſmal?
de Boomen niet willen Naagen , zo als bij voorbeeld in le Blaadjes beſtaande, in't midden van een pijpagtigHo.
ligte zandige gronden , daar de Inwooners dikwils ge. ningbakje voorzien , binnen welks mond tien zeer korte
brek hebben aan hard voedzel voor hun Vee ; zullende Meeldraadjes, met eijronde knopjes zitten. Het Vrugt
in gemelde landen , dit Koorn zeer wel Naagen , en het beginzel dat rondagtig is, heeft een draadigen Stijl , mec
gebrek van Boonen misſchien beter , dan eenige andere eenen dikken Stempel . Het Vrugthuisje is roodagtig,
Plart , vervullen . en beſtaat uit vijf Befën , die twee nieragtige Zaaden
TURKSCH LEDER , zie MARROQUIN. bevatten .
TURKIJN , zie ORANJEBOOM , n . 24.pag. 2450 . Zoorten . De eenigte Zoort van dit Geſlagt word ge
TURNERA . Dusdanig is een uitheemſch Plantenge. noemd , groene Turrea ; Turrea virefcens ; Mantiſ. alt.
' geſlagt door Vader Plumrer genoemt , ter eere van Dr. p. 150.; ( Turræa. Linn . Gen. Plant. )
Turner , een vermaard Engelsch Geneesheer , die ten Plaats. Dit Plantgewas of Boom word in verſchei.
tijde van Koninginne ELISABET , leefde, en een Kruid. dene oorden van Oostindien van zelfsgroeijende gevon .
boek in 't licht heeft gegeeven , waar in hij veele nutti. den .
ge Planten in afgebeeld en beſchreeven heeft. Beſchrijving. De Turrea is een donker groene Boom ,
Renmerken . Deeze zijn trechterswijze Bloemen, uit vijf met zeer kort geſteelde Bladen , die lancetswijs ovaalen
Bladen beſtaande, die aan den Kelk welke eenbladig is, effenrandig zijn , dog uitgerand, van onderen bleeker,
zon.
3732 TUR . TUS . TUT. TWA . TWE . TWE

zonder Stoppeltjes ; de Bloemen koomen met kleine Mh XX . pag . 3197,


Aairtjes uit de Oxels der Bladen voort ; zijnde :geel TWEEVLAKKIGE KREKEL , zie KREKELEN,
van koleur , met eenige kleine Blaadjes tusſchen de.. 9. XVII . pag. 1640.
zelve. TWEEVLAKKIGE LIPVISCH, zie LIPVIS
TURTUR , zic TORTELDUIF. SCHEN , 1. XXII . pag. 1847 .
TURUNDO , zie PENEVILLUS . TWEEVLAKKIGE SPINNEKOP
KOPPEN , M. XXVI. pag 3476.
OP , zie SPINNE
TUSCH , zie INKT ( CHINEESCHE .).
TUSSCHENBEENIGE SPIEREN , in 't latijn In . TWEEVLAKKIGE SPRINGHAAN , zie SPRING .
teroſJei muſculi ; dusdanig worden vier paar Spieren geo : HAANEN , n . XXXIV. pag . 3499.
noemd, die tusſchen de Beenderen van den Metacarpus TWEEVLAKKIG MESTKEVERTJE , zie MEST
en Metatarſus aan de Handen en Voeten , hun oorſprong KEVERTJES , n. III. pag . 2089.
nemen, en welke de eerſte order uitmaaken van die Spie, TWEEVLEUGELIGE HAFT , zie HAFTEN , 1 .
ren , die de Vinger-geleedingen af- of aanbrengen VI . pag. 996:
TUSSCHENBEENIGE VATEN , in latijn Interos. TWEEVLEUGELIGE INSECTEN . Door Tweco
fea vafa ; zijn de Aderen en Slagaderen , die aan de vleugelige Infe&ten , verſtaat men zodanige Gekorvene
tusſchenbeenige banden , tusſchen de beide pijpen , aan Diertjes, die in plaats van vier Vleugels zo als wel het
bet middelſte der hand en voet zich bevinden. grootſte aantal van Inleden mede voorzien zijn , er maar
TUSSCHENPOOZIGE KOORTS , zie FEBRIS twee hebben. De meeſte deezer Diertjes (zegt de Hr.
INTERMITTENS. ten uiterſten laſtig
HOUTTUIJN in zijne Nat. Historie) zijn
TUSSILAGO , zie HOEFBLAD. en nadeelig. Hoe groot een ongemak de Horfels en Vlie
TUSSIS , zie HOEST. gen toebrengen aan de Rendieren , Runders en Paarden ;
TUTIA ; Ogniet; anders ook wel Cadmia fa& itia welk een ſchade de zogenoem.dezwarte Vliegen doen aan
genoemd, is het zelve als op 't artijkel NIET' is be. de Bloemen van het Vrugtgeboomte, iswerelkundig. Om
ſchreeven ; zie aldaar. na niet te ſpreeken van de Muggen ,die een -ijNijke plaag
TWAALFDOORNIGE KRAB , zie KRABBEN , voor Menſchen en Dieren zijn , overden gantſchen aard.
m . XXXVIII . pag, 1623 . boodem. De Maskers ondertusſchen , of Wormpjes, die
TWEEBAK of Biſcuit , zie GEBAK , pag . 791. uit de eijeren voortkomen , welken deeze Vliegen in de
TWEEBANDIG SCHILDPADJE , zie SCHILD- Huid der Runderen , in de Ingewanden of in het Ge
PADJES , * . V. pag . 3293. darmte van de Paarden , in de Neusgaien van het Wol
TWEEBLAD , zie OPHRITS . en Hoornvee , of ook in de Keel der Herten en van an
TWEEHOOR NIG , zie BICORNIS . dere Dieren , brengen , doen wel het grootſte nadeel.
TWEEHOOR NIGE BIJE , zie HONINGBIJ , A. Die der Muggen en van veele Langpooten of Schoenlap.
X. pag. 1120 . pers , leeven in 't water; die der Vliegen ,in 't algemeen,
TWEEHOORNIGE, RHINOCEROS , zie RHI. in vleesch dat .begint te rotten , in itinkende Kringen ,
NOCEROS II . pag . 3043. in de afgang van Menſchen en andere vuiligheden.
TWEEHOORNIGE RHINOCEROS -VOGEL , zie Deeze Maskers, nu , zijn in Gelagte aanmerkelijk
RHINOCEROS-VOGEL , n. I. pag. 3045. verſchillende. De meeſten gelijken naar weeklijvige
TWEEJAARIG , zie BIENNIS . 2
Maden , of Wormpjes zonder Pooten , wier Kop niet
TWEEJAARIGE PLANTEN , zie PLANT. boornagtig is , maar zo zagt als het overige des Ligo
TWEEKOLEURIGE KERNBIJTER , zie KERN . haams , en geen beſtendige figuur heeft , wordende dik
BIJTERS n . XXXII. pag . 1481. of dun , lang of kort , naar de beweeging , welke erbet
TWEELINGEN , dusdanig worden twee kinderen Wormpje mede maakt. Dikwils wordmen geen Oogen
genoemd, die door dezelfde Moeder op een tijd wor- aan den Kopgewaar , maar dezelve is altoosmeteen Bek
den gedraagen , en dus korten tijd de een na d'ander ter voorzien, die zomtijds eenvoudig de gedaante van een
wereld koomen . Zuiger heeft, zomtijds met Haakjes, of met een zoost
TWEEOOGIG HAFT , zie HAFTEN , n . II. pag. van Pijltje , gewapend is . Aangezien deeze Maskers,
996 . meeſtendeels', geen Pooten hebben , zo doen zij niet dan
TWEEPUKKELIGE ST . JANS -VLIEG , zie St. kruipen ; het welk op een bijzondere manier geſchied.
JANS-VLEGEN , *. XVII.pag . 1263. Zij doen de agterſte Ringen , het Voorlijf op zijneplaats
TWEESCHILLIG , zie BIVALVIS. blijvende, in de breedte zwellen , en in de langte in.
TWEESLAGTIG , zie HERMAPHRODITUS. krimpen. Het agter-end des Lighaams, dus, een wei
TWEESLAGTIGE DIEREN , of Dieren van beider. nig vooruit gebragt zijnde, zetten zij het zelve vast, en
leij leven , die namelijk zowel in het water als op 't land rekken het Voorlijf uit; het welke vastgezet zijnde, zij
woonen ; zie RIJK DER DIEREN . op nieuws het Agterlijf doen vorderen. Men begrijpt
TWEESLAGTIGE PLANTEN , zie PLANT , pag. hier uit ligtelijk , dat, hoe langer een Worm is, hij
2727 . op deeze manier, een zo veel grooter ſtap of Icbreede
TWEESTIPPIGE SPINNEKOP , zie SPINNE- maakt . De korte Wormen cf Maden zijn doorgaansvlug
KOPPEN , n. VI. pag. 3474. in beweeging dog traag van gang , niettegenſtaande zom .
TWEESTAARTIGEPISSEBEDDEN , zie PIS- migen een zoort van Tepeltjes onder aan het lijf heb
SEBEDDEN , 4. VIII. pag. 2713. ben, die de plaats bekleeden van Pooten , en waar door
TWEETANDIGE MIÉR , zie MIEREN , M. XII. zij in het kruipen zeer geholpen worden.
pag . 2112 . In de eerſte ſtaat, of die van Worm , ondergaan dee.
TWEEVINGERIGE MIERENEETER , zie MIE . ze Inſecten geene werwisſeling van Huid , gelijk de Rup:
RENEETERS , m. I. pag . 2117. Jen ; maar , wanneer zij tot volwasſenheid zijn gekomen ,
TWEEVLAKKIGE HOOGRUG , zie SALMEN , gaat het grootſte deel , even als veelen van die, in den
grond,
TWE TW .. 3733

grond, om te veranderen. Het Masker , in den grond ger aangevoegd geweest te zijn , en vervolgens ontplooit te
kroopen , neemt een eijronde figuur aan ; de Huid word worden.
bruin en ' hard , en dus bekwaam om een Tonnetje te form De Geſtaltewisſeling der Inſecten van deezen Rang ,
meeren , dat van genoegzaame ſtevigheid is , ſchoon niet welke ik beſchreeven heb, is dikwils in veertien dagen of
door het Infect geweeven ofgemaakt. In 't eerst week zijn drie weeken voleindigd , maar zomtijds duurt dezelve
de en naar een wit Eijtje gelijkende, kan men er geen Lig. langer ; het geen van het verſchil der zoorten , en van het
haamsdeelen aan onderſcheiden ; maar , na verloop van meer of min warme ſaizoen , afhangelijk is. Daar zijn
3 eenige dagen , word dit Bolletje harder, en neeint al. Ook eenige verſchillendheden in de manieren , op wel.
lengs degedaante van een Pop , Paapje of Nimf aan ; 20: ken deeze kleine Diertjes te werk gaan . De meeſten ver«
danig dat zich , eindelijk , daar aan alle de Leden van het bergen zich , gelijk ik gezegt heb , tot de verandering in
volmaakte Inſect vertoonen , welken alleenlijk de ſtee- den grond ; dog daar zijn er , ſchoon van het zelfde Ge.
74 vigheid ontbreekt. Wanneer zij die'bekoomen hebben , Nagt zijnde , die zulks niet doen . Onder de Vliegen ,
opent het Inſect wel haast zijne gevangenis, doende hec bij voorbeeld , vind men verſcheidene , die in de oper
bovenſte deel , als een kalotje , daar af ſpringen , het Jucht blijven , en aldaar tot Tonnetjes worden . De Ton
welk zich dikwils in tweën ſcheid . Dus geſchied , in netjes van de meesten komen na aan de figuur van een
algemeen , de verandering der Infecten van deezen Eij,maar anderen hebbenze aan 't ééne end (pits uitloo.
Rang , waar in ik mij , omtrent eenige bijzonderheden pende , en in zommigen gelijkt het Tonnetje t'eenemaal
wat verder zal uitbreiden. naar een Worm .
De Maskers hebben , zo wel als de andere Inſecten , Het Inſect , uit zijn Tonnetje te voorſchijn komende ,
zekere openingen op zijde , die men Luchtſtippen noemt. is nog week en vogtig , en verkrijgt door het opdroogen
Van vooren zijn er doorgaans twee , en twee anderen , in weinig tijds , de itevigheid zijner Lighaamsdeelen ,
veel grooter , aan het agterite gedeelte. Deeze laatſten die tot den volmaakten ſtaat vereischt word; gelijkerwijs
verſchillen wonderbaarlijk in de bijzondere Geſlagten, jade vliegende Inſecten in 't algemeen . Ook is het Man.
zelfs in bijzondere Zoorten. Zomwijlen zijn zij onbe. Detje hier doorgaars, kleiner dan het Wijfje. In de Mug.
dekt en eenvoudig , als gewoonlijk ; zomwiilen ſchijnt gen , en eenige zoorten van Langpooten of Schoenlappers ,
ieder opening, van binnen , drie kleine Gaatjes te be. onderſcheid het zich daar van doorzijnegelpluimde Sprie.
vatten of drie Luchtſtipjes ,welke in een holligheid , van
ten , gelijk veel Nagi- Kapellen ,
taamelijke diepte , vervat zijn. In anderen word men gę. In een groot deel deezer Infecten geſchied de Paaring,
waar , dat de agterſte Luchtſtippen een verheven rand op 't oog , wel als gewoonlijk ; doordien het Wijfje , aan
hebben, welke dienen kan om de lijmige en half vloeibaa. haar agterſte, van het Mannetje met zijnen Nijptang ge
se ſtoffen , waar in veole.deezer Inſecten leeven , af te vat en vaſtgehouden word ; maar bij naauwkeurige be
weeren , dat de opening daar door niet verſtopt worde. ſchouwing word men gewaar , dat het Wijfje het mee
In eenigen (teeken de-Luchtſtippen ver uit, en maaken ſte daar toe doet. Zij , immers, ſteekt van agteren een
een zoort van Hoorntjes , die aan 't end breeder en open vleefchig tepeltje uit, het welke in het Mannetje moet
zijn , geevende dus toegang aan de lucht. Dus beſtaat dringen , om -deszelfs Teelllid in te neemen , dat verho
re
het met de Wormpjes der Muggen , die in 't water len blijft. In zommige zoorten legt het Wijfje honder.
leeven , en in de Maskers, van verſcheide Schoenlap. den van Eijtjes , dog in anderen maar zeer weinig , die,
pers gaan deeze agterfte Luchtſtippen met vleeſchi. gelijkerwijs in de Kapellen , oneindig ten opzigt van de
ge bijhangzels, die zomwijlen zeer lang zijn , verge. gedaante verſchillen. Men vind onder deeze Inſecten ,
zeld. die leverdige jonge Wormpjes voortbrengen , gelijk ee
In deeze Luchtſtippen heeft een aanmerkelijke ver- nige Vliegen , enz.
andering plaats , terwijl het Inſect overgaat tot zijnen De Geſtalte der Tweevleugeligen koomt veel al met
volmaakten ſtaat. De Dop , waar in het zelve, middeler- verſcheidene andere zoorten van Inſecten overeen . Hun
wijl, beſlooten is , heeft zo wel Luchſtippen als het Mas. Lighaam , naamelijk , beſtaat uit drie voornaame deelen ;
ker ; men telt er twee of vier van vooren , en twee van te weeten , Kop , Bors!ſtuk en Agterlijf. Boven en be
agteren aan ; maar dikwils verliezen de Maskers , die aan halven de twee groote netswijze Oogen ; hebben, zij
-'tagter-end een zoort van Hoorntjes hadden , derzelve allen , uitgenomen de Muggen en eenigen ,misſchien ,
t'eenemaal, wanneer zij Popper worden, en , die er onder de Schoenlappers , drie kleine gladde Oogjes agter
geen hadden , worden daar mede voorzien. Zo ziet op den Kop. De Sprieten zijn in zommigen , gelijk de
:
men kleine Tonnetjes der Tweevleugeligen , waar van Vliegen van een bijzonder maakzel, grootelijks van dat
eenigen (wee of vier Hoorntjes van vooren hebben , en der Sprieten in andere Infecten verſchillende; in eenigen
andere eenige Hoorntjes van agteren . bij deMannetjes zeer aartig gepluimd ; waar van de Mug.
Dit gedeelte der Geſtaltewisſeling ſchijnt niet zon . gen een zeer bekendbewijsopleveren.
der veel moeite te kunnen geſchieden ; dog is , als men Onder alle de Lighaamsdeelen is in het maakzel van
het wel begrijpt , zeer eenvoudig. Men moet de Huid den Bek wel het grootte verſchil tusſchen de Genagten
van het Wormpie, die het harde Bekleedzel zalworden , der Tweevleugeligen ; weshalve de Kenmerken , voornaa.
aanmerken als een wijden Overrok of Hans- op , waar mi melijk , daar van worden afgeleid . Zommigen , gelijk
iemand zijn hoofd en armen , als ook de beenen te rug de Horſels, ſchijnen er in 't geheel geen te hebben ;
haalde , om daar mede omwonden te zijn , als met een men word alleenlijk , voor aan den Kop , drie zwarte
ſak . Op dergelijke manier trekt het Wormpje de uit. Stipjes gewaar , dog die tot het inneemen van voedzel
ſteekzels van zijne Huid naar binnen ; die tevens ver. niet bekwaam ſchijnen te zijn. Ook leeven deeze maar
dwijnen of verdroogen ; zo dat men niets daar van ge. weinig tijds, en niet langer , waarſchijnlijk , dan tot de
waar word aan het Tonnetie . Die Hoornen of bijhang. Paaring er Voortteeling vereischt word. Anderen , in
zels , in tegendeel , welke zich aan de Tonnetjes eerst tegendeel, hebben een zeer blijkbaaren Snuit of Zui.
openbaaren
VI. Deel.
, ſchijnen voor been als tegen bet Lighaam ger, die uitermaate lang is en regt , gelijk in de Muggen
Bbbb en
3734 TWE . TWE :
en Roofvliegen , dog in zommigen buigzaam of geknakt; yat bebben op de allergladle Oppervlakter. „ Die (zeg
dus eenigermaate naar de Tromp van een Oliphant ge- hij ) , in welken deeze puntjes ſtomp geworden wax
lijkende . Het Inſect kan denzelven uitrekken , inkor- y ren , zouden zich dan in 't zelfde geval bevinden ; en
ten en op verſcheiderleij manieren buigen. Veelerleij > dat gedagte Kusſentjes niet het cenigſte Werktuig ter
Infecten van deezen Rang hebben dergelijken Spuit , die , dien einde zijn , blijkt uit de Bijën, die zonder dee.
inet (wee Tanden of Nijpers vergezeld is in de Bremſen, ze Kusſentjes niet te minder wel langs glas loopen ."
en als met een Scheede toegedekt in eenige weinige Mein. ſur les Inf.Tom . IV. Part. 1 , p. 334. Ołtavo. Zij
Vliegen , wier meeſte zoorten deezen Snuit eenvoudig en nu het een of’t andere , dan het één zo wel als 't ande,
bloot hebben , verbergende hein alleenlijk in een Spleetje re , gelijk waarſchijnlijkst is , plaats heeft; men kan van
voor aan den Kop. In de Staande Vlieg is hij zeer lang , die aanhegting ofkleeving geen groot denkbeeld opmaa,
en beſtaat uit twee ſtukken , die van binnen , tusſchen de , ken , wanneer men den vluggen voortgang , der Plie.
Klepjes , als met Borſtelhaartjes voorzien zijn. In de gen bij voorbeeld , op dergelijke Oppervlakten , over.
Langpooten word de plaats van Snuit door zekere Baarde weegt.
jes , die zich bijna als Lippen vertoonen , bekleed. Het merkwaardigſte deel , eindelijk , van het Borst.
Een aanmerkzaan Liefhebber der Natuurlijke Hiſto- ſtuk , is de oorſprong der Wieken . Zij zitten aan het
rie, begrijpt wel baast de reden dier groote verſchillende bovenſte gedeelte, en zijn gemeenlijk glasagtig door
heden , in ' t maakzel van een werktuig , 20 noodig ſchijnende, gelijk een dun blaadje Moskovisch -glas. Op
tot het onderhoud des levens. De Bremjen , Muggen , de Wieken der Muggen , word men eenige Schubben
Roof vliegen , en vliegende Luizen , die op het bloed aazen tjes of Pluimpjes gewaar, naar het dons der Kapel.
van leevende Menichen en Dieren , het welk zij door ' len gelijkende , dog uitermaate klein , en alleenlijk langs
de Huid uitzuigen , hadden een langen , ſterken , ſpitlen de ribbetjes geplaatst. In de Oxel der Wieken is ze.
Snuit noodig , om het vel, dat in veelen hard en dik is , ker Werktuigje, dat in alle die van deezen Rang gevon,
te kunnen doorbooren. In de Vriegen wederoin , en verden word, en in geene anderen ; weshalve het tot een
ſcheide anderen , die voedzel hialun uit weeke enzom- onderſcheidend Kenmerk der Tweevleugeligen dient. Zij
tijds vloubaare ftofon , (20 als haar voorkomen ,) was hebben Balanciers, Helteres , die geknotst zijn , agter
een eenvoudige Snuit genoegzaam . De Slaande Viieg , ieder Wiek één , onder een ſchubbetje , dat daar toe be
die op de bloemen aast , zal een Snuir uit borſtelhaair , hoort ; zege LINNÆUS .
ties , om zich daar eenigzins aan vast te houden , noo- Het latijnſch woord , door hem gebruikt , betekent
dig zijn geweest. die Stokken met lood aan 't end , met welken de Koor.
Ointrent het Borstſtuk valt weinig bijzonders aante- dedanſers balanceren , gelijk men zegt ; dat is , hun lig.
merken , dan dat het in zoimigen zo verbeven is , dat haam in evenwigt houden. „ Het ziin kleine Roedjes
het Infuck zich daar door als gebochel) vertoont. Dic (zegt REAUMUR , ) met het eene end op 't Borstſtuk
is blijkbaar in de Muggen en Schoenlappers. In't alge. ingeplant , en wier andere end uitloopt in een hoofdję
meen beeft het van vooren een uitſtcerend puntje , waar dat in zommige Vliegen de figuur van een vergroot
op de Kop ronddraait als op een Spil. Het heeft, aan glasje , in andere bijna die van ven langwerpig balletje,
ieder zijde , twee luchtgſtippen . De Pooren die er ten in anderen van een lepeltje heeft. Het hoofdje is
getale van zes , gelijk gewoonlijk , aangehecht zijn , heb . altoos groot naar het ſceltie te rekenen en maakt dus
bon in zominigen een bijſter groote langte ; gelijk in de als den kop van een hamer. SWAMMERDAM noeinde
Muggen en anderen , deswegen Lingpooten genoemd. 95 ook het voorſte gedeelte een Haper, en van dien naam
Haar onderſte deel , het welk den Voet uitmaakt , be- zou ik mij alzo lief, als van dien van Onrust , bedienen.
ſtaat in allen uit vijf Leedjes, waar van het laatſte of » Zommige Autheuren hebben aan deeze twee deelen
uiterſte, in de meeſten , mettwee Klauwtjes of Haakjes den naam gegeeven van Tegenwigojes , en zich ver:
is voorzien . beeld, dat zij eenigermaate met de Balanceer-Stokken
Dat de Inſecten van deezen Rang bekwaamer dan de > der Koordedanſeren overeenkwamen ! De Vliegen
meeſte anderen zijn , om langs de oppervlakten van zeer houden , wel is waar , dikwils deeze Werktuigjesbij
gladde lighaamen ; Glas bij voorbeeld , niet alleen wan. na evenwijdig aan de Wieken , en beweegenze met
neer die loodreze ſtaan , gelijk de venſterglaſen of glas . groote vlugheid ; maar het Tegenwigje is zo klein
raamen , in 't algemeen ; maar zelfs aan den onderkant bij de zwaarte van 't Lighaam te vergelijken , en bij
van ſchuins of vlakleggende Spiegels te loopen ; willen de uitgeſtrektheid der Wieken , dat ik niet zie , hoe
zommigen toeſchrijven aan het werktuiglijk gestel van dezelve tot dat einde zouden kunnen ſtrekken. Dit
dit uiterſte Lid der Pooten . Zij hebben aldaar zekere » Lighaamsdeel zal zekerlijk zijn gebruik hebben , dog
Kusſentjes of Sponsjes, die zich zouden kunnen hegten het is beter edelmoediglijk te erkennen, dat wij daar
aan de oneffenheden , welken er , zelfs in de meest ge. is van onkundig zijn , dan er iets aan toe te ſchrijven,
polijſle Oppervlakten, door het Mikroskoop te onidek- ' t welk met deszelfs kleinheid onbeſtaanbaar is. Ik
ken zijc ; of mooglijk haar werk op de zelfde manier heb Vliegen gezien , die dezelve bij herhaaling , dog
verriglen a's die lederen Zuigers , waar medemen de > vrij langzaam , bewoogen ; terwijl door haar ſuiker
Jongens zomwijlen eenen uit de ſtraat ziet haalen. Het „ ingezoogen werd met haar Snuitje .
terſte evenwel, is waarſchijplijker, om dat deeze Kus. De Balanciers van de Muggen zijn digt aan de in
fentjes, welken er juder Poot twee aan’i end heeft , rond, planting der Wieken , en zeer gemakke ijk om te zien;
S

agtig en met een menigte van fijne haairties bezet zijn . die van verſcheide andere Vliegen zijn een weinig meer
9

HOMBERG heeft Vliegen gezien , die langs de glasruiten ,, verborgen , en niet juist op even dezelfde ſtandplaats;
niet langer konden loopen , en meende dat het zodanige ,, veele Vliegen met een kort Lijf , gelijk die blaauwe
waaren , die door ouderdom de gemelde haartjes ver. „ welke inen Vleeschyreeters noemt, hebben de Onrus.
looren badden . RSAUMUR verbeelde zich , dạt de uiter, 35 ten , wederzijds , taainelijk digt aan ' t agreſte van het
de punten van de Klaauwtjes , die ontzaglijk fiju zijn . Borsſtyk , daar hetzelvegewrichtis aan hetAgterlijf,In
TWE. TIJA. TIJD . 3735

In de Muggen en Schoenlappers zijn deeze Werktuig: Oxels de Wieken , met weinig moeite waar te t.ee
jes zeer blijkbaar ; dog in veele andere Inſecten , van dels meu - is. 3
zen Rang,moet men die opzoeken omze te vinden. Diko · TIJACA MARUM , zie JACA .
wils zijnze als met een klein Wiekje bedekt, dat men TIJD , Tempus. Door Tijd verftaat men eine opvola
onder de inplanting vind van de Wiek , als naar het ging van verſchijnzelen in de weereld , of wel eene duur.
ftompje van een geknotte Wiek gelijkende. Het is een zaamheid of wijze van zijn , door zekere perioden en naa
hard , witagtig vliesje, gedraaid en omgekruld, zo dat ten aangeweezen , en wel inzonderheid door de bewec
het eene holligheid maakt die naar een lepeltje gelijkt. ging en ſchijnbaare loop der Son .
E!
In de infecten , die dic Lighaamsdeel hebben , is gemeen . Zie hier de verſchillende gevoelens van de Wijsgee.
lijk de Onrust geplaatst onder he: lepeltje ; welksgebruik ren over de Tijd ,
ons niet bekender is . Zommige hebben het zelve ver. De Heer Locke merkt aan ,' dat het algemeen denk.
geleeken blį een hamertje oftrommelſtok , dat op het ge. beeld van Tijd , word verkreegen , door de beſchouwing
melde Vliesje zoude ſpeelen, en waar door het gonzend van eenig gedeelte eener oneindige duurzaamheid , in
IS geluid , ' t welk veelen derzelven maaken , zoude ver welgeſchikte maaten verdeeld ; en het denkbeeld van ee
oorzaakt worden ; dog , waar aan moeten wij hetzelve nige bijzondere Tijd of langte van duurzaamheid , 20
dan in de Hommels en andere Viervleugeligen , in wel. als bij voorbeeld een dag , een uur , enz . word verkree .
ken dat geluid fierker is , toeſchrijven ? Ondertusſchen gen , met zekere lighaamen gadeteſlaan , die zich inge
is de Onrust aan de Inſecten van deezen Rang zo bij- volge geregelde perioden beweegen , en die zo als het
zonder eigen , dat men daar aan , met zekerheid kan te fchijni , even ver de een van d'ander zijn afgelegen .
weeten komen , of de Infecten maar twee Wieken heb . Dwijl wij ons na goevinden zo dikwils wijwillen , die
ben ; het welk anders , zomtijds, zich niet zo gemakke . langtens ofmaaten van Tijd kunnen verbeelden , of here
lijk laat ontdekken. In de Muggen , wederom , die een haalen , zo kunnen wij ons ook eene duurzaamheid vero
20 Iterk gebrom maaken , ontbreeken de lepelswijze beelden , in welke niets omgaat , waar in niets wezent
Vliesjes t'eeneinaal . lijk beſtaat , enz. dusdanig is het dat wij ons het denk.
Tot dus verre heb ik (zegt REAUMUR , ) deeze beeld vormen , van't geen men overmorgen , toekoomende
„ fchulpswijze Vliesjes gevonden aan alle Vliegen , met jaar enz. noemt.
», twee Wieken , die Snuitjes hebben , welke naar de Zommige der hedendaagſcheWijsgeeren , bepaalen de
» Snuitjes van de groote Vleeschyreeters gelijken ; bij Tijd te zijn , de duurzaamheid van een zaak waar van
; voorbeeld in de gewoone Vliegen der vertrekken ; in de beſtaanbaarheid niet zonder begin is , nog zonder ein
die van dezelfde geſtalte wier Lijf groen is ; enz. Om de ; dit onderſcheid de Tijd van de Eeuwigheid. Zie
kort te gaan , alle zoorten van Vliegen met een kort EEUWIGHEID.
12 lijf , in welke ik deeze Wiekjes heb opgezogt, heb . ARISTOTELES en de Peripatetiſche Wijsgeeren , zeg.
ben mij die voor 't gezige gebragt. Maar deeze Wiek- gen , dat de Tijd is , mumerus motus ſecundum prius Eee
„ jes zjjn niet van een zelfde gedaante in verſchillende posterius; of eene menigte deelen van beweeging , wel.
> zoorten. Het bovenſte ſchulpje der Vliegen , wier ke voorbijgaan , en zich de een den ander in een geſta
Lijf gebronst groen is , is niet omgeboogen, gelijk dige vloed opvolgen , daar bij eene onderlinge overeen
3 dikwils dat der groote blaauwe Vliegen ; het formeert komst hebben , voor zo veel de eenen de voorſte en de
j , een waare Schulp , zo wel als het onderſte ; zijnde anderen de agterſte zijn.
deeze beiden door een zeer ſmal deel aan elkander Hier uit zoudevolgen , dat de Tijd niet anders dan de
1 gevoegd . In verſcheide' Vliegen , en vooral in de beweeging zelven is, of ten minſten de duurzaamheid
, groote Vleeschvreeters , gaat de rand van de groote van de beweeging , aangemerkt als verſcheidene deelen
of onderſte Schulp aan de zamenvoeging des Lighaams hebbende , waar van de eenen geduurig de anderen op:
,, met het Borstſtuk; deeze Schulp dekt de Onrust en volgen ; maar volgens dat grondbeginzel, zoude de Tijd
de laatſte Luchtſtip. Zou dit daar van wel het gebruik of wel de tijdelijke duurzaamheid, geen plaats vinden ten
,, zijn ? Het ſchijnt dat zijde beweeging van de Onrust aanzien van zodaanige lighaamen , welke niet in bewee:
» zou moeten tegenhouden ; maar misſchien belet zij ging zijn ; nogthanskan niemant ontkennen ofdie lighaa .
dezelve alleenlijk zich te zeer te verheffen ”.
9 men beſtaan in de Tijd , of wel hebben eene beurte
Nade beſchouwing der declen van het Borstſtuk , gaan lingſche duurzaamheid.
wij over tot die van het Agterlijf het welk uit verſcheide Om deeze zwaarigheid te ontwijken , bepaalen de Epi.
Ringen zamengeſteld is , die ieder twee Luchtſtippen heb- cutisten de Tijd te zijn , een zoort van Vloed of op.
ben ,aan elke zijde één , iets laager dan de zamenvoeging volging , van de beweeging verſchillende, en in een oir
van het bovenſtemet het onderſtegedeelte. De Ringen des eindige menigte van deeltjes beſtaande, die zich geduu•
agterlijfs, namelijk , zijn in deeze Inſecten niet cirkelrond rig en de eene voort na d'andere opvolgen ; dog andere
of van een ſtuk , maar beſtaan uit twee halve Ringen , die Wijsgeeren verwerpen dit denkbeeld , als een eeuwig en
op de zijden van het Lijf in elkander ſchieten. Dit maak van God onafhankelijk wezen , vastſtellende ; het is
zel geeft meer vrijheid aan het Agterlijf, om zich uit te ook zo , hoe zal men een Tijd bevatten van voor de be
zetten, wanneer het vol is met Eijeren. De dikte en ſtaanbaarheid van dingen die aan vloed of opvolging
langte verſchilt in de bijzondere Geſagten en Zoorten, onderhevig zijn ? En behalvan dat zoude men moeten
ja zelfs in die van bijzondere Sexen , ongemeen . In de zeggen , waar in eigentlijk die vloed beſtaat, of het een
Muggen en Schoenlappers is het Agterlijf zeer lang en ne zelfſtandigheid dan een toeval is.
dun,dat in de Vliegen en anderen geen plaats heeft. Verſcheidene Wijsgeeren onderſcheiden de Tijd in
DeKenmerken derInſecten van deezenRang zijn dan een onafhangelijke Tijd en in betrekkelijke of blijkbaare
zeer blijkbaar ; te weeten , dat zij maar twee Wieken Tijd.
hebben , waar van het bewijs , uit de Onrusten , Ha. De onafhangelijke Tijd, is de Tijd in zich zelver, be.
2

mertjes of Tegenwigtjes , bij het Gewricht of in de ſchouwd , zonder eenige deminſte overeenkomst met
B bb b 2 do
TIJD , TIJD .
3736
de lighaamen te hebben , nog met derzelver beweegin . zens. Dog het koomthier maar op de wetepſchap der
gen; die Tijd loopt altoos gelijk en eenpaarig , dat wil voorledene tijden aan , de konst om die tijden te mee.
zeggen , dat hijnimmer ſneller nog langzaamer voort. ten , en de tijdſtippen , ( epocha's) vast te itellen, enz.
rolc, maar dat alle de trappen van zijn verlooping , om en het is deeze wetenſchap die men Tijdrekenkunde of
20 te ſpreeken , gelijkformig of onveranderlijk zijn. Chronologie noemt.
De betrekkelijke of blijkbaare Tijd is de maat van eeni. Hoe verder af de Tijden zijn, hoe onzekerJer er ook
ge duurzaamheid , gevoelig of blijkbaar gemaakt , door den maat van is ; ook is het inzonderheid op deChrono.
middel van eenige beweeging. Dewijl de altoos , egaale logie der eerſte tijden , dat de geleerdíte Mannen zich heb .
en gelijkforinige vloed of voortſtrooming der Tijd , or- ben toegelegt. FONTENÉLle in de éloge de M. BIAN
ze linnen niet aandoet , en dat er in die vloed niets is , CHINI , vergelijkt die eerſte tijd , bij een ruim dag verwoest
dat ons de Tijd zelve onmiddelijk kan doen kennen , Paleis , waar van de afgevallene brokken verwardelijk
moet men noodwendig zijn tovluge tot eenige beweeging onder een zijn gemengd , en waar van zelfs de meeste
neemen , door welker middel wijdehoeveelheid van Tijd der bouwſtoffen zijn verſtrooit. Hoe meer er nu van
kunnen bepaalen , de deelen der Tijd inet de ruimte ver; deeze ſtoffen ontbreekt , hoe mogelijker het ook is on
gelijkende welke de beweeging doorloopt; Daarom is met de overgebleevene materiaalen , verſchillende ont
het, dat gelijk wij oordeelen , dat de Tijden egaal zijn , werpen uitredenken en af te beelden , die ten eenemaa
wanneer zij verloopen , terwijl een lighaam 'twelk in ge. len van malkanderen verſchillen. Dusdanig is de toe.
lijkformige beweeging is gelijke ruintens doorloopt, geſtand waar in wij de oude Geſchiedenis vinden . Dog wat
lijkelijk oordeelen wij dat de Tijden gelijk zijn wanneer nog meer is , niet alleen ontbreeken de materiaalen in
zij verloopen , terwijl de Son , Maan en andere Hemel . groot aantal, door de menigte van Schrijvers die ver
lichten , haare gewoone loopen voleindigen , die aan on looren zijn gegaan , maar wat nog het ergſte is ,de Schrij
ze ſinnen altoos gelijkformig ſchijnen . vers.die tot ons zijn overgebleeven , weerſpreeken dik
Maar dewijl de verlooping der Tijd niet kan verhaast werf de een d'ander.
nog vertraagd worden , in plaats dat alle de lighaamen , In dat geval moet men zo goed of kwaad als men kan
zich dan eens rasſer en dan eens langzaamer beweegen , dezelve overeenbrengen , of wel beſluiten , eene keus te
en dat er misſchien geen volkoomen eenpaarige bewee doen , die men altoos kan vermoeden min of meer wil.
ging in de gantſche Natuur is te vinden, zo zijn eeni- lekeurig te zijn. Alle de Chronologiſche naſpooringen die
ge Schrijvers van gedagten , datmen niet kan beſluiten , wij tot bier toe gehad hebben , zijn niet anders dan
dat de onafhangelijke tijd , iets is , dat wezentlijk en in meer ofmin welgelukte zamenvoegingen , van die onge .
der daad van debeweeging is afgezondert ; want voor een (chikte mareriaalen . En wie kan ons verzekeren , dat
ogenblik veronderſtellende , dat de Hemelen en Starren 'i getal van die zamenvoegingen uitgepu: is ? Ook zien
zedert de Schepping zonder beweeging waaren geweest , wij genoegzaam alle dag nieuwe Chronologiſche Sijſte.
volgt daar dan uit , dat de loop der Tijd opgehouden of ma's te voorſchijn kooinen . Daar zijn , zegi het woors
geſtoort was geworden en zoude deduurzaamheid dier denboek van Moreri , zeventig verſchillende gevoelens
kaat van rust , niet gelijk geweest zijn aan de Tijd wel over de Chronologie , zedert het begin der wereld tot op
zedert de
keDewijl Schepping is verloopen.
de onafhangelijke Jesus Christus. Wij zullen ons vergenoegen hier al.
Tijd eene hoeveelheid is, wet- leen de beroemſte Schrijvers optenoemen. Deeze zijn
ke op een alcoos gelijkformige wijze voortloopt, en die JULIUS AFRICANOS , Denis , EUSEBIUS , S. CIJRILLUS ,
zeer eenvoudig van aart is , zo bieden de Wiskundigen Beda , SCALIGER , Petarius , UsserIUS , MARSHAM ,
die de verbeelding door de allereenvoudig te voelbaare VOSSIUS , PAGIUS , Pezron , DESVICNOLES , FRERET
grootheden aan, en in 't bijzonder door regte linien en en NEWTON :, quæ nomina ! en met welke zwarigheden
kringen , met welke de onafhangelijke Tijd veel overeen gaat de oude Chronologie niet verzeld ! dewiji die na den
komst ſchijnt te hebben , wat derzelver opvolging , ge . arbeid van 20. veel groote Mannen , nog zo duiſter
lijkheid van deelen , enz.betreft. blijft , dat men er de zwarighesten eerder van heeft ge
Om de waarheid te zeggen , is het niet volſtrekt no zien dan opgelost. Het is een zoort van wijduitge
dig de Tijd door de beweeging te meeten ; want de ſtanda ſtrekte perſpectief, die men niet kan uitoogen , en waar
yastige en beurtelingſe terugkomst van eene zaak welke van de grond met dikke wolken is bezet , door welke
bij gelijke ver van malkanderen afgelegene tusſchenpoo . men van diſtantie tot diftantie een weinig licht ontwaar
fingen gebeurt , of zich openbaart, zo als bij voorbeeld , word.
het verwelken van een Plant, enz , kunnen het zelfde Indien , zegt een hedendaagsch Schrijver , het enkel
uitwrogten
maar op eenige bijzondere voorvallen aankwam , zoude
De Heer. Locke maakt melding van een Volk in A- men niet verwondert zijn , die groote Mannen zozeer
merika , welke de gewoonte heeft om de jaaren door de de een van den ander te zien verſchillen ; maar het be.
aankomst en het vertrek der Vogels te tellen . treft de wezentlijkſte ſtukken van de gewijde en onge.
TIJDELOOSE , zie COLCHICUM . wi;de Geſchiedenisſen ; zo als het getal der jaaren die ze.
TIJDREKENKUNDE; Chronologia; betekent in 't dert de Schepping zijn verloopen ; de onderſcheidingvan
algemeen de Geſchiedenis der Tijd. Dit woord is van twee de heilige en burgerlijke jaaren onder de Jooden ; het
griekſche woorden afkomstig , xpors , tijd , en Aogos , verblijf der Israëliten io Egijpten ; de Chronologie der
Richters , die der Koningen van Juda en Israël ; het be.
redevoering
In tempore, zegt NEWTON , quæ ad ordinem fuccesfio- gin der jaaren van de Gevangenis ; die der zeventig wee
nis, in ſpatio quo ad ordinem hitus locantur univerſa. Dat ken van Daniel ; de Geſchiedenis van Judith en Es
treffelijke Tafereel, ' t welk tot een bewijs verſtrekt, dat THER ; de geboorte , zending en dood van den Zaligmaa.
de Wiskundigen ook zomtijds kunnen ſchilderen , koomt ker , enz. De oorſprong van het Chirieesche Rijk ; de
eenigermaate met het denkbeeld van LEIBNITS overeen, Dijnaftien van Egijpten ; het tijdſtip der Regeering van
welke de Tijd bepaalt te zijn , de orde der opvolgende we. SESOSTRIS ; bet begin en eind van 't Astirisch Rijk; de
Chro
TIJD. TIJG. TIJG. 373 7

Chronologie der Babijloniſche Koningen ; die der Me JOHNst . Quadr. 84. Bont. Fav. 52. Raj. Quadr. 105 .
den ; der opvolgers van ALEXANDER , enz. zonder van De Tijger is bij de Ouden niet zeer bekend geweest ,
ཀླུ die der heldbaftige fabelige tijden te ſpreeken , waar in ten minſte niet duidelijk beſchreeven , of men heeft er
E, de zwarigheden zich in een nog vrij grooter aantal be. de Luipaarden en dergelijke Koofdieren mede verward .
vinden . Mem. de litt. & d'hiſt. par M. l'Abbé D'AR- Het verſchil der Schrijveren beſtaat niet alleen in de ge.
TIGNI . daante der Vlakken , die zommigen zeggen rond te zijn ,
De aangehaalde Schrijver, benyit daar zeer oordeel. anderen langwerpig ; maar ook in de grootte. STRABO
kundig uit, dat het vrugteloos zoude zijn , zich afte. maakt hem zo groot als een Paard en eens zo groot als
Nooven met die verſchillende Sijſteina's te vereenigen , de Leeuw. Zommigen geeven hem een korten Hals , ge
of er nieuwe te verſinnen. Het voldoet , zegt hij , er lijk aan andere Dieren , die hun voedzel niet van den
eer te kiezen en die te volgen , dit gevoelen koomt ons grond haalen ; anderen in tegendeel vertoonen zijn Hals
voor met dat der beroemſte Geleerden overeen te koo. vrij lang. Daar zijn er ook , die , in deeze twijfeling, zich
men , die wij over deeze ſtoffe hebben geraadpleegd. verbeelden, dat de Tijger maar een zoort van Luipaarden .
Neemt, bij voorbeeld , het Sijítema van USSERIUSdat he . zij , en anderen denken , of de gedaante der Vlakken ook
C dendaagsch veel gevolgt word , of wel dat van Peta. , veranderen zou kunnen . Onder dit alles ſchjnt er geen
VIUS , in zijn tasionarium Temporum . Dog men moet op : reden te zijn , om dit Dier te ontkennen , waar van Ges
$ lettend zijn , de oude Geſchiedenis ſchrijvende de > Nerus de Afbeelding gegeeven en ALDROVANDUS de
Schrijver te noemen, die men in de Chronologie volgt, om . Huid gezien heeft, die met langwerpige Vlakken , als
daar door bijzijne Lezers verwarring voor te koomen; ſtriemen van 't geesſelen met roeden ,was getekent;
want volgens zekere Autheuren , is er van't begin der gelijk Johnston Tab .LIV .daar van de Afbeelding geeft ,
wereld tot op Jesus CHRISTUS 3743 jaaren verloopen , dog dezelve is, gelijk die van BONTIUS , zo de Heer.
en 0934 volgens anderen , 't welk een onderſcheid van BRISSON aanmerkt, gebrekkelijk in de gedaante van den
3194 jaaren maakt. Dit onderſcheid moet zich over den Kop.
gantſchen tusſchentijd verſpreiden , inzonderheid over De meeſte Schrijvers ſpreeken ook van den Tijger als.
de deelen van die tusſchentijd ., welke het naast bij de een zeer gemeen Dier , daar ondertusſchen PLINIUS ver
Schepping der wereld koomen . haalt , dat men te Rome , alwaar de praalzugt en liefheb .
Het zoude van weinig nut zijn , hier in 't breede de ge. berij der Kampgevegten een menigte wilde Dieren deed .
dagten der Chronologisten te willen voordraagen , en de verzamelen , de Tijgers zeer zeldzaam vond. Hij zegt ,
min of meer ſterke bewijzen waar op zij dezelve hebben dat AUGUSTUS, bij de inwijding van het Theater van
doen berusten. Wji wijzen onze Lezers.dienaangaande ,, Marcellus, na de Pantherdieren bij honderden vertoond.
na haare Werken zelf. te hebben , eenen Tijger zien liet , die in een hok beſloo .
De Tijdrekenkunde word in drie zoorten verdeeld , als ten was. En tot geluk van 't Menschdom zijn deeze Die.
1. in Astronomiſche of Starrekundige. 2. In Politiſche of ren niet zeer gemeen op den Aardbodem . VIRGILIUS
Burgerlijke ; en 3. in Hiſtoriſche of Geſchiedkundige noemt den Tijger een allerwreedst en allervlugst Roof.
Tijdrekening: dier , en de berigten der Hedendaagſchen leeren ons ,
De eerſte bemoeid zich om de Tijd , volgens de loop dat er geen zo verſcheurende is , ten opzigt van den
der Starren , waar onder de Son , Maan en andere He. Mensch , gelijk ook het Mannetje dikwils zijn eigen Jong.
mellichten mede worden begreepen , op . 't nauwkeurig . om 't leven brengt ; waarſchijnlijk een voorzorg der Na.
Ite aftemeeten en te bepaalen . tuur, op dat dit wreede Roofdier niet te veel zou
De tweede of Politiſche Tijdrekening , zoekt en be. voortteelen .
paald de Tijd alleen maar ten naaſten vij , echter zoda. De Tijger heeft omtrent de grootte van een Leeuw .
nig , dat ze van de heel nauwkeurige Astronomiſche wei. Zijn Kop gelijkt veel naar die van een Kat ; de Oogen
nig afwijkt. Deeze word van zommigen weer verdeeid zijn geelagtig en vlammende; het gelaat is verraderlijk
in drie Hoofddeelen , als 1. Waar ir. gehandelt word van de Tanden zijn ſterk , ſcherp en Mijdende. Verwon
de Tijds- Termijnen , waar van de Tijdrekeningen ziju be. derlijk is zijne vlugheid in 't klimmen en ſpringen , ter
gonnen geworden , of moeten begonnen worden. 2. wijl hij altoos op de Pooten neerkomt, gelijk de Kalten ,
Waar in gehandelt word van de Perioden of Tijdkringen . en van de lange, kromme Nagelen , die hij daar aan.
En ten derden , van de vergelijking der verſchillige Tijd. heeft, weet hij zich zeer wel te bedienen tot het vast
Rekeningen. houden van zijne Prooij. Geen Gedierte is veilig voor
De Hiſtoriſche Tijdrekening , eindelijk , bepaald de zijne roofzugt; hij tast zelfs Olijphanten aan , en ſcheurt.
Tijdſtippen waar in , of wanneer deeze of geene merk- derzelver Tromp zomtijds af. Indien hij deeze , ofandere
waardige Gebeurtenisſen zijn voorgevallen. groote Dieren , in de Rug weet te vatten , zo hebben zij ,
TIJGER , is een woest , verſcheurend Dier , waarvan geen ander middel , om zich te redden , dan zich't on..
twee zoorten zijn , die bij de Heer Linnæus de tweede derst boven te keeren , ten einde hein door hunne zwaar .
en vierde van zijn Katten -Geſagt uitmaaken. Zie hier te te verpletteren ofdood te drukken ; dog zijne taaiheid
de beſchrijving van beiden , voornamelijk ontleend, uit maakt , dat hij dikwilsweder onder hun van daan kruipt ,
de treffelijke Natuurlijke Hiſtorie van den Hr. M. HOUT . en dan , met verdubbeling van woede aanvallende, word,
TUIN . hij er zekerlijk meeſter van.
1. Tijger. De naam dien dit Dier in alle hedendaag. De Heer Klein verhaalt een zonderling geval, dat
ſche taalen van Europa voert , is zekerlijk van den griek- men in de Keurvorſtelijke Diergaarde, te Dresden , mer .
ſche naam Tigris afkomſtig , dien de Latijnen zonder eenen Tijger had . 't Was daar de gewoonte , om , op ze ..
eenige verandering hebben overgenoomen. In't ſpaansch , kere dagen , het eene Dier na het andere uit de bewaar.
italiaansch en fransch , noemt men het Tigra of Tigre, plaats te laaten , om de Hokken te reinigen , en , wan

en in 't hoogduitsch , ſweedsch en engelsch Tiger; Ti. neer zij , na dat dit geſchied was , er weder in gekomen.
gris. Gesner. Quadrup. 436. ALDROVAND. Digit. IOL. waaren , deed men de valdeuren toe. Door groote ona,
B bbb 3 agt .
3738 TIJG . TJIG .
agtzaamheid bleef, op zekeren dag , een Tijger buiten , hem ontvangen , en in dit gevaarlijke ogenblik hem zo.
en de Oppasſer , die iets in de Tuin te doen nad , werd darig weeten te treffen , dat er zelden iemand beſcha.
aanſtonds van denzelven aangevallen. In dit uiterſte ge.. digd word . De Keizerlijke Jaagers zijn hier zeer behendig ,
vaar had hij moeds genoeg , on den Keel van ' Dier te en de Grooten van China niet alleen , maar ook de Vorſten
grijpen met zijne linkerhand, die hij toekneep , terwijl van Tartarie , ſtellen er eer in , op de Tijger.jagttegaan.
hijmetden regter Arm hetzelve on ’i Lijf vatie, en dus Men vermijd echter, zorgvuldig, dit Dieropeenenge
ſtijf tegen zijne Borst aandrukte, zo dat het zijne Tan. plaats aan te tasten; want het ſpringt met verwoedheid
den nog Klaauwen tegen hem gebruiken konde. Indien op een Man te Paard aan , en verſchcurt ofverworgt hem
gevaarlijken ſtaat bleef hij ongevaar vier of vijf minuu- in een oogenblik ; vlugtende dan weg , zo gezwind, dat
ien , tot dat hij eindelijk , op zijne kragten niet langer men het Dier niet kan agterhaalen. Hier uit blijkt , dat
betrouwende , het Dier met al zijn vermogen van zich de aart der Tijgeren ook veel overeenkomst met dien der
ſtiet; ' t welk daar op zich weder naar den hoek begaf, Katten heeft.
daar het verſchoolen was geweest , en hij , gelijk men De Tijgers zijn , 20 wel als de Leeuwen , tembaar ,
ligt begrijpen kan , draalde niet , om door de deur uit dog men kan er nooit op vertrouwen , dewijl ze bij de
den Tuin te vlugten . eerſte gelegentheid blijken geeven van hunnen wreeden
De Woonplaats van den Tijger is in Aſia zegt Lin aart. Pater Labat verhaal , dat de Heer Brue , Die
NÆUS ; men vind hem in Aſia en Afrika , 2o BRISSON rekteur en Kommandant-Generaal der Kompagnie van
melt, en , volgensdeezen laatſten ,zou in Braſil een Dier Senegal , een jongen Tijger bij zijnen Leeuw opgevoed
huisvesten , waar aan de Portugeezen den eernaam gee. hebbende , alle moeite daar toe vrugteloos aanwendde.
ven van den Kuninglijken Tijger. Deeze is een van de De ſchrik voor ſlagen alleen belette de uitwerkingen
grootſte , zegt hij , hebbende van 't end van den Bek , der kwaadaartigheid van dit Dier. Hij bediende zich van
iot aan't begin van de Staart , de langte van vier voe. een zweep , met een bel daar aan , om 'tzelve te kaftij.
ten negen duimen ; de hoogte is omtrent drie voeten ; den , en, dewijlhij niet ſpaarzaam daar in was, nam de.
de Staart derdehalf voet lang en de Kop veertien duimen. Triger , 20 dra hij'c geluid van de bel hoorde , de vlugt ,
Op de Rug is de koleurvaal , aan de Zijden bleek graauw , en ſprong , indien de deur geſooten was , ten venſter
aan den Buik wit; over het geeheele Lijfmet lange zwar. uit. LOPEZ had een jonge Tijger opgevoed met Geiten.
te Vlakken geſtreept. Dus zoude dan deeze zoort van melk , en dezelve volgde hem, als een Hondje , naa , dog
Katten in alle Wereldsdeelen , buiten Europa, huisves. geen ander Mensch zou dien , zonder gevaar , hebben
ten ; dog die van de Kaap der Goede Hope , welke van kunnen aanraaken . Ook vrat die op zekeren dag , den
Kolbe Wolf-Tijger en van Brisson Tigre-Barbet ge . Hond van zijnen Meeſter op ; bij eene andere gelegen.
noemt word, oin dat hij dik gekruld Haair als de Krul. heid verſcheurde hij een kostelijk Paard, des men , uit
of Waterhond heeft, ſchijnt veel eer tot de Luipaarden vreeze voor erger toevallen, beſloot, dit Dier van kant
of Panthers te behooren . te maaken. DeReiziger Philips verhaalt , dat het Volk
In de algemeene Historie der Reizen word ons ver . van Kaap Corſe hem een jongen Tijger, die getemd was ,
Hok , daar
haald , dat in China de Tijgers niet alleen zeer talrijk , vereerde. Men deed hem eerst in een houten
maar ook van ongemene grootte, en bij uitſtek wreed hij gevoed werd met Ingewand van Vogelen , willende
zijn. 't Is ongelooflijk hoe veel Menſchen zij daar doo . geen ander voedzel dan Vleesch gebruiken. De Blanken
den en verſinden. Men meld, dat zij zich trocpswijze konden hunne Hand tusſchen de traliên doorſteeken en
houden , en dat er onder zijn , grooter dan een kalf van ' inet hem ſpeelen , maar op 't zien van een Neger wierd
een jaar oud. Een Geeſtelijke had er zulk een over een hij verwoed . PHILIPS ſtak hem dikwils de Hand in
muur zien ſpringen , die een Mans langte hoog was , den Bek en greep zijn Tong , zonder dat hij hem beet.
neemende een Varken , van omtrent honderd ponden Dog 't komt mij voor , dat dit een Luipaard zal geweest
zwaar op zijn Rug , en gaande daar mede over den muur zijn.
heen , naar een nabuurig Bosch ; 't is te begrijpen dat Geinelde Heer Brue wilde eens de proef neemen , hoe
men in de Dorpen van dat Land , die open leggen , in een Zwijn zich tegen den Tijger verweeren zouw kun.
den winter , wanneer het deeze Dieren aan ſpijze ont. nen . Hij deed een grooten Beer vasthouden , en alle de
breekt , niet zeer veilig woonen moet ; dewijl men geen andere Varkens naar het end van 't Eijland , waar op het
andere beſchutting dan de muuren daar tegen heeft , en Fort St. Louis legt , hebbende doen jagen , liet hij den
dus genoodzaakt is , de deuren en venſters altijd te lui. Tijger op dit Varken los. Het Dier ſcheen in 't eerst
ten ; want het eenigſte geluk voor deeze Menſchen is , weinig vrecze te hebben voor den Tijger ; want, na dat
dat de Tijgers niet voor’i vallen van den avond , op roof het eenige beeten met den Bek en ſagen met de Klaau .
uitgaan . Hun geſchreeuw bij nagt beneemt dikwils den wen van den Tijger ontvangen had , ging het zitten in
Naap aan de Dorpelingen , die zich van deeze woeden . een hoek van 't Fort, en geduurende een langen tijd be.
de Dieren omringd en als belegerd vinden . haalde er de Tijger geen voordeel op. Eindelijk , ech
Hoe wreed de Tijgersook in Tartariezijn , men merkt ter , werd de Beer zo digt beſprongen , dat hij verſchrikt
aan , dat zij zij zich zeer verſchrikt toonen , wanneer zij zijnde , begon te gieren, en daarop kwamen alle zijne
vervallen in 't midden van een troep Jagers, die hun ſpits Makkers als dol toeloopen , maakende den Tijger zo be
bieden. In plaats dat een Hertebeest zich veel bewee- naauwd , dat hij, om zijn Huid , en misſchien om zijn
ging geeft , en alle poogingen aanwend , om er tusſchen leeven te behouden , genoodzaakt was in het Fort te
door te ontkoomen; gaat de Tijger op zijn gat zitten , ſpringen , alwaar de Varkens hem niet volgen durfden.
en houd langduurig het geblaf der Honden en 't geſnor In de Verzameling van de Rooins Keijzerlijke Akade.
der pijlen , die in zine Vagt ſmooren , uit. Wanneer, mie der Natuur-Onderzoekeren vind men de Ontleedkun.
eindelijk, zijne grimmigheid ten top ſtijgt, ſchiet bij dige Beſchrijving van een Tijger, door den Hr.WOLFS.
eensklaps met zulk een vlugheid , als of hij maar een TRIGEL . De Darmen waren veel korter dan in den Mensch
{prong deed , op de Jagers toe, die met gevelde Speeren en veele andere Dieren , hebbende niet meer dan drie:
maal
TIJG. TIJP. TIJR . 3739

maal de langte van het Lijf ; in de dikke Darmen werden yen is het lijf gantsch geelagtig , met zwarte vlakken ge
geen Celletjes of Beurſen gevonden , waar uit men af. tekent , waar van zommigen zodanig geſchikt zijn, datzij
leid , hoe de Tijgers zo veel aan Buikloop onderhevig als eene Roos verbeelden . Van onderen is ' t I.ijf wit .
zijn . Voor 't overige vond men de Ingewanden des Buiks agtig , ook met z'varie Vlakken . Het Haair is in vol .
t'eenemaal gelijk aan die der Katoen. De Mile was zo wasſenen kort, in de Jongere langer en een weinig ge
groot niet als die van den Leeuw , en 't zelfde viel om kruld .
trent het Hart aan te merken. De Longen vond men in BRISSON en LINNæus merken dit Dier alleen aan , als
een groote menigte kleine Lobbetjes verdeeld en zeer in de nieuwe wereld huisvestende, dog voigens LABAT
rood van zelfſtandigheid , gelijk de Nieren. Het Agter zijn in Aſia ook cen 200rt van Luipaarden , met een bij
brein was even als in den Koning der Dieren , van de uitſtek fraaije Vage , die bij onder den naam van Onca's
Herſener afgeſcheiden door een beenig Uitſtek . Veel beſchrijft , en prijst wegens hunne vlugheid. De Perſiaa .
uitgeſtrektheid had die holte ,welkemen doorgaans noemt pen , zegt hij, neemen ze , voor of agter zich , mede op
de derdeholligheid van het Brein . De Spieren , inzon- hunne Paarden , toc de Jagt der Rhee. Bokken , en laaten
derheid die van den Slaap des Hoofds, waaren zeer ſterk , het Dier , wanneer zij zulk een Beest in't gezigt hebben ,
en voorzien met overvloed van Zenuwen , gelijk er ook los , dat dan hetzelve , dikwils, als in een ogenblik be.
t
een menigte zich in de Spieren van de Staart verſpreidde, (pringt en de Keel afbijt. Indien de Rhee- Bok den Tij.
die uit zevenentwintig Werveien beſtond. Aan het Bek. ger ontſnapt, zo is dit Dier vol ſpijt, moetende door de
keneel werden verſeheide Uitpuilingen waargenomen , Jaagers geſtreeld en gevleid worden , eer zij het weder
die ſcheenen te trekken tot ſterker aanhegting van de op hun Paard zetten. Men ziet lige , dat dit Dier de fa.
Kaakſpieren. De Ogen ſtonden zo ver niet van elkan. guara niet zijn kan , 't welk in wreedheid zo men wil ,
der , als in de Leeuw ; voor ' t overige kwamen de Been: den Luipaard overtreft, en de Menſchen zo wel aantasc
deren in gedaante en hardheid veel 07treen met die van als de Beeren ; of de Perfiaanen moeſten een bijzondere
dic Dier ; de Nagelen waaren ook eveneens en de Tare manier hebben , om het dien wilden aart te doen aflege
den zaagswiize , als die der Katten . gen .
De Negers in Afrika , zegt men , dat ook het vleesch De Onca's van Afrika , zegt dezelfde Reiziger , zijn
van Tijgers eeten . Het haair der Lippen word bij zo leerzaam niet ; misſchien om dat de Negers zich niet
hun voor een doodelijk vergifr gehouden . Om die re. toeleggen om ze op de Jagt af te riglen Zij hebben de
den laat de Koning van Congo de geenen , die hem een grootte omtrent van een Windhond . De Kop is rond ,
Tijgerhuid zonder Knevels brengen , zvaar ſtraffen . de Keel wijd , en de Bek met ſcherpe Tanden bezeti
Men verhaalt , dat het , onder (pijzen gemengúzinle , dog in'ı gelaat van deeze Dier. openbaart zich geen de
een zoort van dolheid veroorzaakt , die in de dood ein . mitte ſchijn van wreedheid , hoewel zij een weinig woest
digt. De Mandarijns in Chin gebruiken deeze Huiden , zijn van aarı . Zij naderen de Dorpen en de Perken , daat
zonder den Kop of Staart daar at te doen , om in open . Lammeren of Schaapen en andere Beelten zich bevinden ,
baare Plegtigheden hunne Draagſtoelen toc te dekken , niet dan bij nagt ; nen heeft riooit gehoort , dat een Onci
en aan 'tHof worden dezelven , in den winter , tot Over . Mannen , Vrouwen of Kinderen had aangetast ; buiten
kleeden der Zetels gebruikt. Doorgaans zijn dezelven dico ſinaakt hem alles ; dog het Dicr heeft niet goeds dan de
rosagtig geel , met lange bruine of zwarte ítreepen ; 'cis Vagt , die keurlijk gevlake is , met zeer hooge koleuren .
inderdaad , van het allerkostbaarſte en fraaiſte Bont. Men wil dat dit de zwarte Tijger zij van BRISSON ,
II . Amerikaanſche Tijger ; Onca : ( Pardus , live Lijnx dien de Braſiliaanen Jaguareta noemen , en zo wel in
braſilienſis. RAJ. Quadrup. 168. ) De Braſilianen geeven Guajana als in Braſil huisvest; dog het ſchijnt mij toe ,
den naam van faguara aan een Dier , 't welk de Portugee dat zij merkelijk verſchillen. Want die heeft de grootte
fen Onze noemen , en dat , wegens zijne zwarte vlak van een één-jaarig Kalf; het haair is over 't geheele Lijf ,
ken , naar den Los zweemt; dog waar van het , door de glimmend zwart, golfswijze geichaduwd, net vlakken ,
langte van zijn Staart, zo Ragus aaninerkt , grootelijks die gitzwart zijn , er door verſpreid ; gelijkende anders
verſchilt. Hetgeheele Lighaamsgeſtel is als dat van een t'eenemaal naar den Amerikaanſchen Tijger; zo de Heer
Kat , de Nagelen zijn halfmaanswijze en zeer ſcherp ; Brisson aantekent.
de Oogen blaauw en glinſteren in 't donker als vuur. TIJPHA , zie LISCH -DODDE. .

Bij HERNANDEZ , die het den Mexicaanſchen Tijger TIJPHLE , zie BLINDVISCH
noemt, is van dit Dier een goede Afbeelding, dog de TIJPHOMANIA , is eene ziekte der Hersſenen , waar
beste in de Hiſtorie van de Akademie der Wetenſchap. in de geene die er door aangetast zijn niet kunnen Naa
pen van Parijs , en het ſchijnt niet te verſchillen van dat pen , icooon zij er veel begeerte toe hebben ; zij leggen
Dier , 't welk bij SEBA , Tab. XXXII. No. 7 en 8 , is af- met gelooten oogen , ſpreeken misſelijke wartaal, en be
gebeeld , dog dezelve behoorde tot een ander werelds . weegen geftadig armen en beenen , raakt men ze aan ,
deel . doen zij terſtont de oogen open , zetten een dwars
De Heer Brisson beſchrijft deezen Amerikaanſchen ſtuursch gezigt en vallen op nieuw weder in een 20010
Tijger , oinitandig. De langte zijns Lighaams, zegt hij , van Nuimering, welke geſtoort word door eco menigte
van 'rend van den Snoet tot aan 't begin van die Staart , is van naare denkbeelden en gedagten .
viervoeten ; die van de Staart twee en een halve voet ; Het woord Tijp ?onania is gevorint van het griekſche
die der Voorpooten , van de Borst af tot aan 't end der Tijphos, rook , en Mania, krankzinnigheid. Deeze ziek ,
Vingeren , anderhalfven voet ; der Agterpooten , van den te word ook wel Coma Vigilgenoemt , zie op dat artikel.
Buik tot aan 't end der Vingeren , een voet en tien duimen . TIJPHONIA , zie KiKVORSCHEN , 1. VIII. pag.
Zijn Kop is dik ; de ogen klein en vlammende ; de Oo. 1504 .
ren klein en rond afgeſneeden. Aan de Voorpooten vijf , TIJROMORPHITES, is de naam welke eenige Na
aan de Agterpooten vier Klaauwen. De Knevels aan den muurkun:ligen aan een Stcen hebben gegeeven , die na
Bek gelijken volkomen naar die van een kat. Van bo rottige Kaas gelijkt.
TI ) .
3740 TIJR . TZA , TZI, TZO. TZT. U. UFE . UIL .

· TIJROTARICHUS , was bij de Romeinen de naam


van een gemeene ſpijs of grofvoedzel , waar mede zich de
Landlieden geneerden , en dat uit Kaas en gezouten Krui.
den was zamengesteld. Cicero gebruikt dikwils dit woord
in zijne Brieven aan ATTICUS, om een ſchraalen disch
te betekenen . Dus zege bij , lit. XIV . epist. 16 , aan zijn
Vriend ; " ik ga heden bir Poetuş zeer zobertjes avond. U.
,, maalen ” . Ipje antern eo die in Poeti noſtri tijrotari.
chium imminebam. Zie ook epist. XVI, XVII & XX
f.um.
TZANATL , is de naam van een Amerikaanſche Vo.
gel door NIEREMBERG beichreeven . Hij zegt dat die Vo . U is de twintigſte Letter en vijfde Vocaal of klinklet.
gel met groote en ſchoone Vederen van een verwonder. ter van het nederduitſche Alphabeth; bij de Romeinen
lijk fraai groen , al zo ſterk glimmende als in de Paauw , had deeze letter tweederleij verſchillende betekenisſen;
bedektis ; het bovenſte van zijn Vleugelen is zwart, het zomtijds was het een klinkletter , en zomtijds een me
onderſte donker groen ; zijn Kop is met een zeer fraaije deklinker.
Kam verciert ; zijn Hals en Keel zijn ſcharlaaken rood , Onze Voorouders het latijnſche Alphabeth overnes
de Slagpennen uit de Vleugels zijn zeer lang , en ſchit. mende , vonden er de U , die, en als vocaal en als conſon .
terende door de aangenaame verſcheidentheid van der. nant wierde gebruikt ; en dat tweeledig gebruik heeft lan
zelver koleuren . De Iridianen gebruiken de vederen gen tijd in onze ſchrijfwijze plaats gevonden. Het tijd.
van deezen Vogel om de afbeeldzels van hunne Goden ſtip 't welk de onderſcheiding tusſchen de vocaal U en de
mede te vercieren . Raj. Onithol.p. 303 . conſonnant V heeft voortgebragt, is nog van zulk een
TZANPAU , dusdanig noemen de inwooners van A. jongen datum , dat onze meeſte Woordenboeken de woor.
merika een Vogel die de Spanjaarden wegens de lieflijke den die met een U en V beginnen , onverſchillig onder
heid van derzelver gezang in kooitjes houden. Het heeft malkanderen plaatzen .
de grootte van een Stern ; zijn Borst en Buik zijn wit , UFELTJES, zie GEBAK , pag. 801 .
zwart en graauw gemengelt; zijn Rug met wit , zwart en UILEN , in die Geſagt zijn Roofvogelen begreepen ,
bruin geſpikkelt. RAJ. Ornithol. die bij nagt vliegen , gelijk de Vledermuizen , en over
: TZICATLIN , is volgens verhaal van Nieremberg dag Naapen of zich ſchuil houden , wordende anders
1. II. c . 7. een zeer ſchoone Slang uit Zuid -Amerika ; door het klein Gevogelte , 't welk in ' t donker hunne
dezelve heeft dedikte van een pink , en is negen a tien prooij is , vervolgd en , raar oogenſchijn , uitgejoud.
duim lang , voorts met roode en witte banden die mal . MOEHRING had dezelve in 't voorſte van zijnen Rang
kanderen kruisſen , geſtreept ; deeze Slang doet niemant der Scherpvogelen geplaatst , Klein in't agterſte Gelid
leed ; zijn naam betekend de Slang der Mieren om dat van zijn Geſlagt van Roofvogelen. De Heer Brisson
bij in gezelſchap van de Mieren leeft, en misſchien hun maakt er , wegens de Vederen , die 't Grondſtuk van den
tot voedzel gebruikt. Bek in plaats van met Waſch bedekken , zijn tweede Af.
TZINITZIAN, is de naam van een Amerikaanſche deeling van , welke uit twee Geſagten beſtaat, waar
Vogel , allerheerlijkst ſchoon door de verſcheidenheid van het eene , voor op den Kop, Vederbosjes, als Oo
en rijkheid zijner koleuren. Hij heeft de dikte van ren uitſtekende , heeft, het ander niet.
een kleine Duif waar na zijn Kop en Hals ook volkoo . Zij hebben altemaal zeer wijde Oorgaten , zegt hij,
men gelijkt ; zijn Bek is kort , haairig, en van een blee. met een Klapvlies van de Huid overdekt. De Kop is
ke koleur , zijn Keelen een gedeelte van de Buik , zijn dik , rond , en gelijkt veel naar die van een kat. De
rood , maar het onderſte van de Rug bij de Staart , kring der Oogen beſtaat uit Vederen , die gebaard zijn
pronkt met een luiſterrijke mengeling van zeer ſchoon met pluimpjes van elkanderen afgezonderd. Deeze Ve
azuureblaauw en ſatijn -wit ; de Staart is van boven deren komen van de Oogen , als een algemeen midden
groen , van onderen zwart ; de Vleugels zijn zwart en af , ſtrekkende zich in 't ronde uit , en maaken ter we
wit gewolkt; zijn Schoften zijn verwonderlijk fraaij derzijde van den Kop een kring , wiens omtrek door ſtij
groen ; zijn Pooten en Voeten zijn graauw . Deeze ve gekrulde pluimen is bepaald. De buitenſte Vinger
Vogel is zeer gemeen aan de oevers van de Zuidzee , kan agterwaardsdraaijen , en doet dan den dienst van ag.
leeft van Planten en kruiden , en zingt nimmer; maat ter-Vinger; weshalve men hun gemeenlijk twee agter
zijne fraaiheid maakt dat men ze in kouwen houd. De Vingeren toeſchrijft. LINNÆUS geeft voor Kenmerken
Indiaanen gebruiken de Vederen tot verſcheidene din op , dat de Bek haakswijze is , (zonder wasch) , aan den
gen, waar mede zij hun opſchikken. RAJ. Ornithhol. grondſteun bedekt met borstelagtige Vederen ; de kop
TZOPILOTLE , zie MENSCHEN -EETER . dik , de Ooren en Oogen groot; de Tong in tweeën ge
TZTACTZON , is de naam van een zoort van Ame . pleeten .
rikaanſche Eendvogel , aanmerkenswaardig door de Alle deeze Vogelen worden van hem begreepen onder
ſchone mengeling der koleuren van zijn Kop, welke het den geſlagtnaam van Strix , die van het ijzelijk ſchor ge .
oog de purperkoleur, het blauw , groen en wit , met luid , dat zij maaken , afkomſtig ſchijnt te zijn , zo oo
een ſatijnen weerſchijn , aanbied; zijn Lighaam is ge- VIDEUS wil, eſt illis Sirigibus nomen , fed nominis hue
Ichakeerd met wit , zwart en grijs; zijn Beenen zijn jus caufa , quod horrenda Aridere Note Tolent. Libr. 6.
sood ; de Pooten zijn geſchikter om te zwemmen dan te Falt. Brisson heeft de geene die de gemelde vederbos.
Joopen ; ook word hij gemeenlijk in de Meiren van Mexi. jes op den Kop hebben , geplaatst in't Gelagt der Aho.
ko gevonden, nes of Oor-Uilen , in 't Fransch Hibou , in 'ı nederduitsch
Schuifuit ; de anderen in 't gelageder Striges , in 't fransch
Chathuant, in't nederduitsch Kat Uilen ; want deezege.
lijken
)
UIL . .UIL . 374.1

Tijken meest naar een Kat. Linnæus ', echter, maalt was het'haairen de beenderen in de maag in kleine ge
ook een onderſcheiding tusſchen de geoorde of Hoorn-Ul. deelten verzameld , wanneer hij die ten bek uitwierp.
len en ongehoornde , geevende van de eerſten vijf, van Riviervisch
Bij gebrek vanander voedzel, eet hij alle zoosten
middelbaare
van
beenderen
de anderen zes zoorten op , als volgt: , kleine en ; na de
I. Schuifuit, in ’t latijn Bubo;( Strisc capite auricular op dezelfde wijze als die der Muiſen gebrooken , en in
corpore rufo. Linn. Faun. Suéc.) Deezen Uil vind men de maag gekookt te hebben , bragt hij die in de keel, en
in 'e algemeen bij de Schrijvers onder den naam van B. wierp ze uit. Hij wilde niets-drinken ; 'tgeen ik ook
bo, die ze wel als 't fransch Hibou , het hoogduitsch Httó waargenomen heb in eenige Roofvogels , die bijdag vlie
huij of Hulu , ' het engelsch Oile en 'tnederduitsch Vil; gen. Zij mogen het zonder drinken ftellen ; dogwan
van het getier dat deeze Vogels maaken , even als Kievit neer zij gemaklijk water kunnen bekomen , zullen zijhet
en Koekkoste van hun geroep , ſehijnt geformeerd te zijn neemen maar als ſteelswijze, en zich verſchuilende".
De Hebreen noemden ze Kos , de Grieken Bijas; dog Deeze Vogels worden , van wegens hunne zonderlin
in die beide taalen zijn verſcheiderleij zoorten van Uilen ge gedaanie , in de Menagerien gehouden. In Frankrijk
bekend geweest, naar hunne uitwendige gedaante. De is deeze zoort zo talrijk niet als die van andere Uilen ,
gehoorndeofOor.Uilen, in 't algemeen, worden in 't fransch en het is niet zeker , dat zij een gantsch jaar door daar
Duc of Hertog genoemt , en deeze zoort dien wij Schuif- te lande blijven ; zij bouwen nogthans, zomtijds hun nesc
uit noemen , voert den naam van grand Duc of grooten in holle boomen, dog meermaalen in de ſpleeten der roto
Hertog fe n , of de holen van hooge en oude wallen. Het Nest
3 De Schuifuit,zegt de Heer Brisson , ſchijnt in 'teerſte deezer Uilen haalt omtrent drie voeten over kruis ge
voorkoomen, zo groot en ſterk als de gemeene Arend , meeten , en is zamengeſteld uit dunne takkjes van droog
dog is , in de daad , veelkleiner , en de evenredigheden hout, doorvlogten met leenige wortels van planten , en
van het Lijf zijn geheel en al verſchillende; de Pooten , van binnen met bladeren bedekt. Men vind doorgaans
het Lijf en de Staart zijn veel korter dan die der Aren . maar één of twee , en zeldzaam drie eijeren in dienest ;
den ; de Kop is veel grooter, maar de Wieken zijn veel de koleur deezer eijeren is omtrent gelijk de Pluimadie
korter ; haalende uitgeſpreid zijnde , negts omtrent vijf dezer Vogelen ,en zijn grooter dan Hoender- eijeren. De
voeten , Jongen zijn zeer vraatagtig , en de Ouden zeer afgerigt
1 - Deeze Uil is gemaklijk te kennen door zijne grooté, door op de Jagt , die zij in ſtilte volbrengen , en veel vaardi
zijn vervaarlijken Kop ', de diepe hoolen waar in zijn ge dan inen zou denken , dat hunne zwaarlijvigheid toe.
Ooren ſtaan , ' en door twee pluimen boven op den Kop , liet. Zij vegten dikwils met Buizerts, en behaalen veel
die twee en een halven duim hoog zijn ; door zijnen kor: tijds de overwinning ; zich meester maakende van den
ten , zwarten en krommen Bek ; door zijn groote, pal. buit, door den overwonnen Vijand gevangen. Zij kun.
ſtaande en doorſchijnende Oogen , groote zwarte Oog. nen het daglicht beter verdraagen dan andere Nagtvo.
appelen , omringd met een oranjekoleurigen kring ; door ge's ; want zij gaan vroeger in den avond uit , en kee
zijn gelaat omzet met hariren , of liever kleine witte los- ren laater in den morgenſtond t'hais.
brangende vederen , die uitloopen in een omkring van an- De Schifuit ziet inen zomtijds aangevallen door een
dere kleine gekrulde vederen ; door zijn zwarte , zeer ganſchen hoop Kraaijen , die hem navliegen , en bij dui.
is bei fterke en veel gekromde Nagelen ; door zijn Pluimadie zenden omringen, hij ſtaat hun aanval uit , maakt groo
die donker rood is, met zwart en geele vlekken van bo . ' ter geſchreeuw dan zij doen , en verſtrooit ze eindelijk,
ven , en geel van onderen met zwarte vlekken , en ge ! dikniaals den een of ander uit den hoop mede neemende ,
dwarsſtreept met bruine randen op eene verwarde wijze ; als het daglicht aanbreekt. Schoon hunne vleugels
door zijne Pooten bedekt met een dik dors , en roodag. korter zijn , dan die der meeſte Vogelen van een hooge
N tige vederen tot aan de Nagelen ; en eindelijk door zijn vlugti, zweeven zij echter tot eene aanmerkelijke hoog.
ut veelvuldig fchrikkelijk ſchreeuwen , Huihou , Houhozi, te , boven al in de ſcheemering ; dog zij vliegen door
Bouhou , Pouhou. į gaars laag, en niet tot cen verren afſtand op andere tij.
" Hij heeft zijnewoonplaats in de rotzen , of oude ver den van den dag.
Jaate toorens in 't gebergte geleegen . Hij koint zeldzaam Men bedient zich van deezen Uil, waar men Valken
honey in de vlakten neder , en rust niet gaarne op geboomte , houd , om den Kuikendief te lokken , en na beneden te
6
maar veel liever op afgeleegene Kerken en oude Kaſtee. doen daalen . Men maakt een Vosſenſtaart aan den Uib
len . Ziin prooi beſtaat doorgaans in jonge Haazer, Konij- vast , om daar door zijne gedaante te zeldzamer te doen
nen , Mollen en Muizen , welke laatſte hij geheelinnokt , worden. Hij vliegt digt bij den grond langs, gaat in ' t
hij verteert het vleeschagtige gedeelte , ontlast zich van veld zitten zonder op een boom te rusten; de Kieken .
het haair , de beenderen , de huid , door'tzelve, bij klei- dief , die hem op eenen afitand gewaar word , ſchiet bij
ne balletjes uit te braaken. Hij eet ook Vledermuizen , hem neder , niet om aan te vallen ofte vegten , maar als
Slangen , Haagdisſen , Padden , Kikvorſchen , en voed 't waare om zich over hem te verwonderen , en blijft er
er de Jongen mede ; deeze opkweekende is hij zo onver, lang genoeg zitten om door den Jager geſchooten , of
moeid in't jaagen , dat het nest van voorraad ruim en rij: door de Roofvogels, die men op hem los laat, gevangen te
kelijk voorzien is , en hij zamelt meer bij een dan eenige worden . De meeſte Kweekers van Phaiſanten hou.
9
andere Roofvogel. den ook een deezer Vogelen , dien ze altoos plaatzen bij
Ik heb tweemaalen , zegt de Heer FRISSA , eenige van een kouw op een kruk in eene open plaats , ten einde
deeze Uilen leevende gehad , en langen tijd gehouden. Roeken en Kraaijen zich rondsom hem verzamelen , en
Ik gaf hun vleesch en osſenlever te eeten , waar van zij zij een grootgeral kunnen ſchieten van deeze Tchadelijke
zomtijds groote ſtukken van in Nokten. Wanneer men Vogelen, die de jonge Phaiſanten zeer ontrusten ; en op
deezen Vogel Muizen voorwierp ,dan verbrak hij met zijn dat de Phaiſanten niet verſchrikken , fchiet ien de Kroaj.
bek de ribben en andere beenderen , enzwolg de een na jen met een windroeri
den ander' in , zomtijds tot vijf toe . In weinig uuren Ten opzigte van de inwendige deelen deezer Vogels ,
VI Decl. Cccc, heeft
書 UIL VIL
heeft men opgemerkt ,dat de Tong kort en vrij breed is, 'tmidden brengenop deeze beſchrijving ; betreffendedo
de maag ruim , het Oog beſlooten in een kraakbeenigen Vederen, die aan den wortel van den Bek beginnenen
rok van gedaante als een kap , en de Harfenen bedekt niet bij de Ooren , 't welk men veelligi zou houden voor
met een enkel dekzel , dikker dan dat van andere Vo. een kenmerk, om deezen Amerikaanfchen Vogel aan te
gelen , die, gelijk de viervoetige Dieren , twee vliezen zien , als eene ſtandhoudende verſcheidenheid opleve.
hebben welke het Brein overdekken. rende, in de zoort van den grooten Hoorn -Uil; en dat ,
Het blijkt dat er indeeze zoort eene eerſteverſchei. deeze verſcheidenheid zo welin Europa als Amerika ge.
denheid is, welke eene tweede ſchijnt in te Nuiten . Bei. yonden wordende, niet alleen beſtendig maar algemeen
de worden ze gevonden in Italie , en zijn aangeweezen is , en een bijzonder gezin in deeze zoort. - Wij
door ALDROVANDUS. De eene mag den naam draagen kunnen zien uit de afbeeldingen van drie groote Hoorn
van den Hoorn Uil met zwarte Wieken , en de tweede Uilen , gegeeven door ALDROVANDUS , dat in de eerſte
de Hoorn -Uil met kaale Pooten genoemt worden . De alleen , dat is geemene groote Hoorn -Uil, de vederen van
cerstgemelde is , in geenerlei opzigt , onderſcheiden van de Ooren voortkoomen ; en dat in de andere , welke ech .
den Gemeenen grooten Hoorn -Uil , dan alleen in de koleu . ter verſcheidenheden zijn , in Italie gevonden , de vede.
ren , die donkerder of zwarter zijn op de Wieken , den ren van deeze Hoorns niet voortkoomen bij de Ooren ,
Rug en Staart ; en de laastgenoemde , welke , door de maar aan de wortel van den Bek , even als in den Vigo
bruinder koleur , deezen geheel gelijkt , is enkel onder- giniſchen grooten Hoorn -Uil , door EDWARS beſchreeven .
fcheiden door de kaalheid aan de Dijen en Pooten , waar Het blijkt, derhalven , dat de Heer Klein al te voors
op men negts weinig vederen vind ; ook hebben ze bei- baarig was in zijne bepaaling , wanneer bij zegi , datdeco
den , dunner en zwakker Dijen dan de gemeene groote ze groote Virginiſche Hoorn -Uil een geheel onderſcheide
Hoorn -Uil. zoort van de Europiſche uitinaakt:dewijl de Hoornvede.
Behalven deeze twee verſcheidenheden , die men in ren aan den wortel van den Bek ſtaan ,daar die in onzen
onze Landſtreek aantreft , zijn er andere in afgelegene Hoorn -Uil bij de Ooren een begin neemen . Had hij de af
Landen . De witte Laplandſche Hoorri-Uilo.et zwarte plek. beeldingen van ALDROVANDUS,en die van EDWARDS met
ken , door LINNÆUS , als een onderſcheide zoort aange. elkander vergeleeken , bij zou bevonden hebben , datdit
merkt , ſchijntalleen eene verſcheidenheid uitte maaken , zelfde onderſcheid , ' t welk negts eene verſcheidenheid
door de koude noordſche luchtreek veroorzaakt . Het' oplevert , 20 wel in Italie als in Virginie voorkomt; en dat
is eene doorgaande en bekende waarneeming , dat de incea in 't algemeen de Hoorn - vederen in deeze Vogelen niec
ſte viervoetige Dieren , in zeer koude gewesten , natuur. juist bij de Ooren een begin neemen , maar veel eer bo
lijk wit vallen , ofwitworden. Dit zelfde mag men zeg. ven de Oogen , en bij het bovenſte gedeelte van het
gen van ecne groote menigte Vogelen. Deeze Uil in gronditu des Beks.
de Laplandſche gebergten gevonden , is wit , met zwarte Voor wij van dit onderwerp afſtappen , zal het der
vlakken , en verſchilt in koleur alleen van den gemeenen moeite waardig en hier de plaats zijn, ten aanzien van
grooten Hoorn -Uit; en men bebbe denzelven , over zulks de Vogelen , die bij nagt op roof uitgaan , aan te mere
degis aan te merken , als eene enkele verfcbillenheid in ken , dat hunne Oogen eene zo tedere gevoeligheid heb.
deeze 200rt . ken , dat ze door de helderheid van den dag verbiiſterd
Deeze Vogel, zounin hitte als koude vreezende , worden door de Sonneſtraalen geheel verdonkerd worden. Zij
gevonden op het vaste Land in 't Noorden en in 't Zuin verlangen een zagler en gemaatigder licht , gelijk dat der
den , en niet alleen treft men er dezelfdezoort aan , maar morgen en avond-ſchemering, Dan komen zij uit hunne
ook de verſcheidenheden van die zoort. De Facurutu ſchuilhoeken te voorſchijn , om op de jagt te gaan , of
van Braſil , door MARCGRAAF beſchreeven , is volſtrekt liever roof te zoeken ; en bier in Daagen zij geluk .'
dezelfde Vogel als onze gemeene groote Hoorn -Vil ; die kig ; want zij vinden op dien tijd , andere Vogels en
uit het Land van Magellaan verſchilt niet genoeg van kleine Diertjes in Naap, of zich daar toe gereed maa
onzen Europiſche Schuifuit , om eene onderſcheidene kende.
zoort opteleveren. Dit zelfde mag men zeggen van den Nagten , wanneer de Maan {chijnt , zijn voor hun
Uil, door den Schrijver van de Reize na Hudſons. Baaij fchoone dagen, dagen van vermaak , dagen van over. '
beſchreeven. Hij noemt dien gekroonden Uil, en zegt vloed ; op welke zij verſcheide uuren agter een jaagen ,
dat dezelve zeer gemeen is in de Landen omſtreeks Hud . en grooten voorraad verzamelen. Min gelukkig is voor
Cons-Baaij, datheteene zeer zonderlinge Vogel is , wiens hun de tijd van donkere Maan ; dewijl zij dan één uur
Kop ontrent de grootte heeft van een Kattenkop, dat in de morgen en avondſchemering hebben om voedzel te
het geen inen zijne Hoorns noemt vederen zijn , die bo. zoeken ; want wij moeten ons niet verbeelden , dat heç
ven den Bek uitkoomen , waar ze met wit gemengd gezigt deezer Vogelen , het geen zo volkomen diense
zijn , en allengskens bruinagtig rood worden met zwarte doet bij flaauw licht, het zonder licht in 't geheel kan (tel.
vlekken . Jen , en in den ſtik donkerſten nagt zien. Wanneer de nagt
Dezelfde aanmeking gaat door ten opzigte van den Uil , gekoomen is , houden zij niet op met zien , en verſchil
door den Heer EUWARDS beſchreeven , onder den paam len ten deezen opzigte van andere Dieren , als Haazen ,
van den Virginiſc? en Arends.Uil. Ik maakte zegt hij, Wolven en Herten , die 'savonds uigaan na de wouden ,
eene tekening van deezen Uil , toen ik dien levend om ſpijze te zoeken of te rooven. Deeze Dieren zien ,
» bij mij te Londen had ; en ik bezit een anderen opgee in de daad , beter bij dag dan ' s nagts , terwijl het gezigt
» zetten , mij uit Hudſons- Baaij gebragt , welke mij toe . der Nagtvogelen over dag dermaate verdonkerd is , dat
fcheen van dezelfde zoort van den Virginiſchen tewee. zij genoodzaakt zijn zich op de plaats te houden zonder
si zen , zijnde van dezelfde grootte , alleen door eenige uit te gaan ; en worden zij hier toe gedwongen , zij wa.
» ſchaduwen van koleur verſchillende. De vederen , gen het niet ver , en doen negts korte en laage vlugten ,
die de Hoorns uitmaakten , namen haar begin aan den uit vrees van zich te zullen beſchadigen . Andere Vogels
wortel van den Bek”. Ik zal eene aanmerking in bupne vrees en verleegep toeſtandbemerkende , vliegen
toe ,
. UIL . UIL . 3743

zoe , en beledigen hun van alle kanten. De Nagtvogel deren , die aan den wortel rosagtig, aan den top witage
zit ſtil , ' verbijſtert , hoort de beweeging en het ge- tig, en , 20 overlangs als dwars geſtreept zijn metbruin ,
ſchreeuw , en geeft er geen antwoord op dan met een De vier buitenſte Staartpennen zijn rosagtig met bruine
zeer gemeene houding, en het belachlijk draaijen van den dwarsſtreepen ; de zes Pluimen , die de oren maaken
kop , de vogen en het lighaain, Hij dult zelf dat men zijn in 'tmidden overlangs bruin , aan de buitenkant rosi
bem beſpringe en bijte , zonder zich te verweeren . De agtig , aan de binnenkant wit met bruine vlakken ; de
kleinſte Vogeltjes , de zwakſte zijner Vijanden , zijn de Veders , aan den wortel van den Bek en om de Oogen,
ſtoutite en hardnekkigfte in het plaagen. Het is zijn niet gebaard maar pluimig ; de Oogkring is helder
op deeze begekking en natuurlijken afkeer , dat men de geel.
kunst om Vogels met Huitjes te lokken , en met den Lijm . Men vind deezen Uil door geheel Europa , zelfs ook
ſtang te vangen , gegrond heeft. Het is genoeg een Nagt. in de Noordelijke deelen, gelijk de meeſte anderen. Hü
vogel ergens te plaaczen , of zijn ſtem na te bootſen , om onthoud zich in de Bosſchen , in holle Boomen en ver
Vogels te lokken , ter plaatze waar de lijmſtangen liggen. laten of vervallen Gebouwen; dog meest op Gebergten
Om in deeze vangst wel te Naagen , moet men ten min . en verheven plaatzen. Men maakt van deezen inzonder:
ſten één uur voor Sonnen ondergang beginnen ;wantwan- heid gebruik tot het vangen van Roofvogelen , gelijk
neermen langer wagt , zullen dezelfde kleine Vogeltjes, Valken , Buizerts, Sperwers en Havikken . De Dagvo
die bij dag met de grootſte ſtoutheid den Nagtvogelko gels vallen dikwils op de Nagtvogels aan , wanneer zij
men tergen , van hem met de grootſte verlegenheid weg dezelve over dag zien , en de Uil, daar op geleerd zijn.
vliegen , zo ras de duiſterheid hein toelaat zich te be- de , maakt zich zo wel door zijn geſchreeuw als door het
weezen , en zijne kragten te werk ſtellen . klappen met zijn Bek , kenbaar. Alles hangt in deezen .
II. Laplandſche Uil; Bubo Scandiaca ; (Strix capite derhalven af , van den Uil, en den bekwaamen toeſtel
auriculata , .corpore albido. Linn. Faun . Suec.) Gelijk van het Nest. Door middel van Kat -Uilen , Boom- en
de groote Europiſche graauwe of rosſe Hoorn -Úil ook in Steen Uilen , die kleinder zijn , vangt men Raven , Kraai.
2 Sweeden gevonden word , zo heeft men er bevon dien , jen en allerlei klein Gevogelte .
een witten , die in de Laplandſche Alpen buisvest , en Nog beſchrijfc de Heer BRISSON drie vreemde Rans.
door zijne Hoornen , alleenlijk van den witten Kai-Uil Uilen , die in gedaante weinig van den Europiſchen ver
verſchilt , behalve dat hij de grootte heeft van een Kal- fchillen . De een , genoemt de Anerikaanſche, dien
8 koen. Het Lijf is , op een witten grond , geheel met Feuillèe afbeeld , is van boven donker aschgraauw ,
zwarte vlakken geſprenkeld. van onderen roestkoleur , dog aan de Staart wit. Hij
III. Virginiſche Uil; Apo; No&tua aurita minor. Ca- onthoud zich in Zuid -Amerika. De Braſiliaanſche, Cao
Tesb. Car. 1. p. 7. tab. 7.; (Strix capite aurito , corpore fu- hure genoemd , is van boven bleek -bruin roestkoleurig
pra ferrugineo fubtus cinereo, alis pun &tis quinque albis. met witte vlakken, van onderen witagtigtig met bruine
Linn. Sijft. Nat.) Deeze Hoorn.Uil was volgens het be. vlakken. Een Mexikaanſche , dien men Tecolotl noemt
rige van deHeer EDWARDS,weinig kleiner dan de grootſte in dat Land , is over't geheele Lijf bruin en zwart ge .
Hoorn -Vil die men Arend -Uil of Schuifuit noemt. Zijn mengeld , en heeft groote Oogen van goudkoleur ;
Kop vertoonde zich niet kleiner dan de Kop van een Kat , weshalve hij yan NIEREMBERG Bubo Oculaurus genoemo
en de langte der Vlerk was vijftien duimen; de Bek was word.
zwart en haakig als die der Valken ; de Oogen waaren V. Boom -Uiltje ; Scops. ALDROV. Ornith . libr. VIII.
zeer groot en hadden breede Ringen van een glinſteren- cap 4. Raj. Av. 25.; ( Strix capite auriculato , pennafo.
de goudkoleur, in zwarte kringen ſtaande , rondom wel litaria. Linn. Sijft. Nai.) Zie BOOM -UILTJE . pag.
ken het Aangezigt oranjekoleurig was , met helder bruin 251 .
gemengd , dog met witte Streepen van boven. De Ve. VI. Groote Nagt- Uil; Aluco; ( Strix capite lavi , cor .
1
deren , die de Hoornen maaken , namen haar begin aan pore ferrugineo , iridibus atris, remigibus primoribus, fere
den wortel van den Bek ; zijnde in 't eerst wit , dog wor• tatis. Linn. Faun. Suec . ) Onder de ongehoornde Ưilen.
dende opwaards roodagtig bruin , met zwarte tippen. Van vind men ook verſcheide zoorten , die echter naauwlijks
agteren was deeze Vogel donker bruin of graauw , dog verſchillen dan in koleur en grootte. Linnæus heeft er
met eenige witte plekken op de Vlerken , veroorzaakt in Sweeden agt verſcheidenheden van aangetekent, waar
door de tippen der oranjekoleurige Vederen ; die zich van deeze een is , die Brisson betrekt tot zijne Ulula
van de Rug zijdewaarts uitſtrekten. Aan de Keel was of Hulote , zijnde de derde zoort van zijn Kat. Uilen Geo
hij witagtg en verder langs de Borst ligt aschgraauw , ſagt, waar in bij elf zoorten of verſcheidenheden heeft.
met zwarte ſtreepen , en hier en daar eenigen weerſchijn Deeze , die een der grootſten is , heeft de dikte omtrent
van helder bruin , meest naar de zijden toe. Aan den van een Hoen, zijnde, van den top des Hoofds tot aan
Hals had hij zwarte Vlakken op een roodagtigen grond. 't end van de Staart, veertien en een half duim volgens
De Vederen der Pooten waaren , tot aan de Klaauwen de maat, welke naar zulk een opgezetten Vogel, in 't
toe, witagtig of bleek ascł graauw . Kabinet van REAUMUR , is genoomen. De Kop is onbe.
IV . Rans.Uil; Otus ſive Afo. Bell. Ay. 26.6. Al- ſchoft groot , en zeer dik gepluimd. Van boven is de
DROVAND. Ornith. libr. VIII. cap. 3. Will. Ornith. koleur aschgraauw , met witagtige en zwarte vlakken gra
ET
64. Ras. Av. 25. FRISCH. Av. ALBIN. Ay. II. ; (Stris mengeld ; van onderen wit, met zwarte Streepen over
capite auriculato pinnis ſenis. Linn. Faun . Suec. 47.) 'In langs en dwars ; de Staartpennen met zwart en asch
dikte ſchijnt deeze Vogel een Kraaij te evenaaren, daar graauw ros , overdwars geſtreept. De Oogen ſtaan in
bij weezentlijk niet grooter is dan een Aakſter. Zijne Kringen van Pluimen welker Baardjes op een aardi
langte is dertien en een half , de hoogte ruim elf dui. ge wijze van elkander afgezonderd zijn. De Oogkrin
men ,boven
Van en de Wieken bebben omtrent drie voeten vlugts.
is de koleur cierlijk , uit bruin , rosagtig en
genwit.
tig zijn donker hazelnootkoleurig en de Bek groenage
wit gemengd ; van onderen is zijn Lijf gedekt met Ve. VII. Steen -Uil; Bubo funerea ; Ulula flammeata .
Cc cc 2 FRISCB
3744 UIL . . UIL.

Frisch . Av.; ( Strix capite lævi, corpore fusco, iridibús melt zomtijds onder 't vliegen; gelijk zominige Dufven
flavis. Linn. Faun. Suec.) Deezen , waar van JOHNSO doen ; 't welk zonder twijfel de Normandiers heeftdoen
Ton op Tab. XIX.cwee Afbeeldingen gegeeven heeft, zeggen, dat de Kerk-Uil vliegtmet dePooten om hoog;
die zeer Negt zijn , is door Frisch naauwkeurig getrof. maar zij bedriegen zich; want alle Vogels vliegen met
fen. De Switzers noemen hem gemeenlijk Noxua Sax. de Pooten oin laag , gelijk de Visſchen mer den Buik om
atilis , en de Duitſchers Stain-Eule, dat is Steen -Uil. Jaag zwemmen , als zij gezond en ongekwetst zijn. In
Zommigen
daar hebben
hij echter niet hem ookdan
grooier grooten Nagt.Uil genoemt,
de voorgaande is. De zijn
te vanMaag vind men Kluiten
Hoender-eijeren , dieofBallen, zommige
de overblijfzels ziintergroot.
van het
Engelſchen noemen hem groote grauwe of bruine Uil , en Aas , beſtaande in Vel , Haair , Veders en Gebeente ,
de Franſchen grande Chouette. Hij houd veel in oude ge. alles als tot een bal zaamengekneed . Want de Uilen zijn
bouwen huis , waar van de Naam . niet minder gulzig dan andere Roofvoogelen , en nok.
BRISSON beſchrijft zodanig eenen Uil, uit het Kabi. ken groote brokken vleesch , afgeſcheurd van Rotten en
net van ReAUMUR , die over 't gantſche Lijf uit den wit Vogeltjes , ja zelts wel Muizen en ander Gedierte , ge.
ten- rosagtig was , met langwerpige bruine vlakken ; de heeiin ; weshalve het niet te verwonderen is, dat daar
Slagpennen van buiten ros met bruine dwarsſtreepen van in hunne Maag,
> veel onverteerd overblijve; en de
van binnen even als het Lijf; de Staartpennen rosagtig, Natuur heeft hun de bekwaamheid gegeeven , om zulks,
met bruin overdwars geſtreept. Tot deezen betrekt bij wanneer het in de Maag de gedaante van een Bal heeft
de twee zoorten , van LINNUS in Sweeden opgemerkt , aangenoomen , met gemak weder te kunnen uitbraaken ,
waar van de eene als boven , de Oogkringen geel , de en zich kwijt maaken ; even gelijk alle Vogels , die gehee.
andere dezelyen oranjekoleurig heeft. Hij voegt er le Visſchen intlokken , derzelver graaten weder uitwer.
nog die bij , waar van de Heer LINNÆUS thans de tien: pen .
de zoort gemaakt heeft , onder den naam van Ulula . a Decze . Uiten vliegen , gelijk de Sperwers , zeer zagt,
Eene Verſcheidenheid is er van hem onder de Sweeds zo dat men geen geklapper van hunne Wieken hoort.
ſche Uilen aangetekend , daar hij tegenwoordig niet van Men zietze zomtijds bij avond in de Kerken zweeven ;
ſpreekt, en die mooglijk tot deeze zoort zal te betrekken dog in ' t algemeen baaten zij het -licht , gelijk de Vle .
zijn ; te weeten de kat.Uil die over't geheele Lijf geel derinuizen , en , over dag vliegende , ſchijnen zij verle.
is , en wel zo hoog geel , dat Rudbeck-er de tekening ge te zijn , kruipende dan dikwils door ſchoorſteenen in
van gemaakt heeft , onder den naam van Strix tota het een of andere vertrek , ja vliegende zelfs tegen de
flammea , dat is Vuitrig roode Uil. Men noemt hun Menſchen aan , en laatende zich met de Handen zeer ge*
gemeenlijk Kerk-Uil, en zomtijds ook wel Lijk -Uil , Wulkelijk grijpen ; 't welk dan zomeijds als een voorle.
om dat zijne verſchijning , bij 't gemeene Volk , dikwils ken van ieinands aanitaande dood gehouden word , wan
word aangemerkt als een voorteken van iemands dood. neer men 't van agteren beſchouwt. In de heldere Maa
Men geeft er in 'l fransch om die reden , dik wils den neſchijt ziet menze zelden vliegen.
naain aan van Effraije en Freſaije of Prejaije, en ook VII . Witte. Dag -Uil; Nijītea; ( Striè capite lævi,
wel van Chouette -Blanche, ' of witte Kai- Uil, tot on: corpore albido, maculis lunatis diftantibus ſulcis. Linn.
dasſcheiding van den graauwen ; want de regte wit- Faun. Suec .) De Heer Edwads verhaalt , dat , men zegt
ten vind men meest in 't Noorden , gelijk wij ſtraks. zien . deezen Uil een Dag.Vogel te zijn in de noordelijke dee
zaven van Amerika , alwaar hij het geheele jaar door blijft en
Deeze Uii, die ongevaar de grootte van een Duif aast op witte Patrijzen ; weshalven deeze hem ook in 't
heeft, word door den Heer BRISSON , onder der naam latijn de witte Dag
van kleine Kat-Uil , beſchreeven ; : als zijnde van boven te witte Uil noemt.Uil, in 't engelsch eu fransch de groot.
Deeze Vogel , immers , is grooter
rosagtig , met golfswijze ſtreepjes grijs en bruin , en wit.. zelfs dan de Schuifuit, 20 - de Heer BRISSON aanmerkt;
te ſtippen daar tusſchen verſpreid , van onderen wit, met dog dit, geloof ik, ſteunt op het zeggen van EDWARDS,
zwarte ſtippen of ongevlakt. Hier uit blijkt , dat de wit- dat de Vlerk zestien duimen lang zij ; als wanneer de
tekoleur in deeze zcortdeoverhand welheeft ,dog dat langte van den geheelen Vogel, volgens de Afbeelding,
de geele of roodagtige ſtreepen , die er zo fraaij op af. wel twee Voeten zijn zoude ; maar dit is zekerlijk engel.
fteeken , den naam van vuurkoleurig daar aan hebben ſche mait , en maakt geen twee Parijsſche voeten ; ter.
kunnen geeven ; terwijl anderen hem de witte-Uil noe. wijl ook uit de Afbeelding van den Amerikaanſchen
mea . Schuifuit , welken EDWARDS op de voorgaande Plaat
Deeze ſchijnt zeldzaam te zijn in Sweden , dog men geeft, klaar blijkt , dat deezen een weinig kleinerzij..
vind hem in Vrankrijk menigvuldig , 't welk niet zo zeer Ook zegt EDWARDS , dat hij nabij de grootiten komt van
te vorworderen is , dewijl hij , als een regte Kerk -Uil , dit Gelagt. LINNAUS , die deezen aanmerkt den zelf.
zijn woonplaats gemeenlijk in diepe gaten , die er aan den te zijn als de groote witte Laplandſche Uil, die in
de Toorens en Kerken zijn , welken men in Vrankrijk de Bergen bijna ongevlakt of ſpierwit gevonden word ;
veel meer heeft dan in Sweeden . Hij maakt geen Nest , zegt , dat hij de dubbele groote heeft van een Haan . Zulk
gelijk andere Vogelen , maar legt zijne Eijeren op de een was door hem gevonden , op de Hofſtede van den
bloote Steenen , of in eenige vuiligheid . Derzelver ge. Raadsbeer en Graaf KROONSTAD , zijnde wel wit , dog
tal is vijf en de figuur zeer langwerpig , waar in zij van hier en daar met bruine ſtreepen en ſtippen getekent.
die der andere Uilen , welke volkoomen rond zijn , ver- Die van de Hudſons-Baaij is een ongemeen ſchoo
ſchillen. Over dag blijft hij gemeenlijk in zijn gat , Naa« ne Vogel, door zijne ſneeu -witheid , zijnde echter
pende rege op de pooten , met den Kop voorover ge. hier en daar , dog inzonderheid op de Vlerken , met
boogen en den Bek in de vederen verſchoolen , ſnore zwarte bruine vlakken getekent. Hij heeft, naar even
kende.gelijk een Mensch ; des avonds komt hij van tijd redigheid van het Lighaam , den Kop zo groot niet als
tot tijd , aan den ingang van 't gat, om te zien ofhet nog de andere Uilen , dog rond van boven . De Oogen heb.
dag zij , en , zodra het donker is , komt hij er uit en tui. ben helder geele Kringen, omringd det cirkels van ftij.
ve
UIL UIL -3745
5 ve , witte Haairen , die den geheelen Bek bijna bedek dat ieder Veder met vijf of zes bruine Banden getekent
ken . 't Schijnt, dat hij alleenlijk een Inwooner van de zij. . De Wieken zijn bruin , met witte vlakken dunne
noordelijke deelen des Aardkloors zij , wordende ook op tjes overſpreid ; dewijl de bruine Slagpennen aan de
Ysland gevonden, en in Sweeden , alwaar ook de gemei. Kauten , met rondagtigewitte vlakken zijn getekent. De
de witte Patrijzen overvioedig zijn , llarfang genoe.nt. Staart een voet lang , foal, bruin , met negen of twaalfwit .
De Heer EDWARDS beeld ons 103 een zonderlingen agtige Banden ointingd. De Kop aschgraauw , met zaa .
Uil af van de Huiſons-Baai, dico bij de kleine Sperwer. mengehoopte ſtippen of golfjes gedekt; aan de zijden
Uil noemt , om dat dezelve de grootte van een Sperwer vuilwit. De beide Ooghoeken zwart ; van de Ooren af,
heeft, en , op gelijke manier als die , Jagt maakt op ta. daalt een langwerpige zwarte vlak neder tot aan de On
melijk groot Gevogelte , inzonderheid witte Patrijzen , derkaak , allengs verlinallende , waar aan volgt een der .
gelijk de grootte witte.Uil. Deeze is zelfs zo ſtout , dat gelijke aschgraauwe vlak , dunnetjes zwart gegolfd, en
hij digt bij een Vogelaar , die met zijn Snaphaan uitgaat , verder een andere zwarte vlak , gelijk aan de eerſte , waar
te loeren zit ; maakende zich zomtijds van den geſchoo- mede zij van onderen te zamenloopi . De Kin of Keel is
ten Vogel meester , eer dat de Man er bij kan komen . met een kleine zwarte vlak gedekt. De Beenen zijn
Hier uitis dan blijkbaar , dat deeze ook op klaaren dag aschgraauw gevederd , met bleeke ſtreepen ; de Nagelen
zijn prooi belaagt , tegen den aart der meeſte Uilen. De zeer ſcherp , en bleek zwartagtig van koleur.
Amerikaanen , bij de Hudſons-Baai, noemen hem Copa- LINNÆUS zegt , dat deeze Vogel , de grootte van een
sacoch . Rave heeft, terwijl hij den Steen -Uil met goudgeele
Zijn Wieken en Staart zijn naar evenredigheid van het Oogkringen, die in Noord-Sweeden huisvest, bij den
Lijf, langer dan in anderen van die Geſagt. De Kop Koekkoek vergelijkt. In dat geval komthij overeen met
is donkerbruin , dog aan de zijde met een keine witte de grootſte der gewoone Nagt-Uilen , die Noctua major
ſtreep. De Rug en Vleugels zijn ook bruin , met witte gnoemt worden bij de Schrijvers. Indien het de aan
vlakken ; de Buik is wit , met bruine dwarsſtreepen ; de gehaalde is van Ray , zou hij in ’t fransch Hulote hee
Staart heeft helder bruine ſtreepen , op een donkeren ten , in ' t engelsch Owl , in 't hoogduitsch Eule , in 't
" grond. De Ogkringen zijn oranjekoleur ; gelijk ook de nederduitsch Uil, wegens het naare huilende geluid ,
Buk ; de Nayelen zwartagtig aan de punter .. dat hij maakt. De gewoone naam van deezen , echter ,
IX . Kras-Uil; Stridula ; (Strix capite lævi , corpore is Kai-Uil, in 't hoogduitsch Kautz of Kautzlien , wel.
ferrugineo , remige tertia longiore. Linn. Faun . Suec.) ke laatſte naam noglans meer op den volgenden ſchijnt
Deeze Uit voert bij de Schrijvers in 't algemeen , den te pasſen.
naam Strix . Brisson houd hem voor den geineenen Kat- De Kat- Uilen muizen ſterk , en men vind in hunne
Uil ', in 't fransch Chathilantgeno, int , in i engelsch brui. Neſter een menigte Ongediert ; weshalven de Boeren
ne- Uit , Leech -Owl of Ivy Owl, en wegens zijn gee hun gaarn in de Schuuren en Stallen zien huisveſten .
ſchreeuw , Schreech- Owb , geli k wij hem om die reden , Zij legger twee eijeren , en , als men die met Hoender
Kras- Vil noemen , De Duitſchers noemen hein , zegt of Duiven -Eijeren verwisſelt, gaan zij , even als de
bij, Kinder- Melcker, Brand -Eule en Stock-Eule. JOHNS- Kraaijen , niettemin met broeden voort; dog , zo draa
11 TON geeft er een Afbeelding van , onder den naam van zij bemerken dat het hun eigen Jongen niet zijn , vree
Strix , dog die van 't Mannetje en Wijfie , bij FRISCH , ten zij die op. Zo de Uil met een Kat aan ' t vegten
zijn veel naauwkeuriger, onder den naain van Nottua raakt , gelijk zomwijlen gebeurt , ſcheiden zij niet van
major of groote Nagt-Uil. elkander , tot dat een van beiden dood gebleeven zij.
Zijn grootte is omtrent als een Duif ; de langte veer- Ook zijn deeze Dieren , hoe zeer in gedaante van den
tien , de hoogte dertien duimen . De Wieken hebben Kop en levensmanier naar elkander gelijkende , alcoos
twee voeten en agt duimen vlugts. De eerſte der Slaz. bitiere Vijanden .
pennen is de kortſte, de vierde de langſte , en zijn als XI. Klein Kat.Uiltje ; Bubo Pasſerinz: ( Strix capite
een zaag gebaard. Van boven is de ko'eur uit den ros . lævi, remigibus albis ; Inaculis quinque ordinun. Linn.
ſen roestkoleurig , het midden der Vederen zwartagtig ; Fain. Suec.) Dit is de kleinſte onder de ongehoornde ,
van onderen wit, met ros roustkoleurig genengeld , en gelijk het Boom -Uiltje onder de gehornde of Oor Uilen .
met zwartagrize ſtreepen overlangs en dwars gebandeerd ; Men vind hem ook , bij de Schrijvers onder den naam
de Slag- en Staartpennen over:lwars gestreept met bruin van Noctua minor en minima voorgeſteld . BRISSON noemt
en ros . De Oogkringer blaauwagtig ; de Bek geelagtig hem , in'c fransch , la petite Chouette ofia Cheveché. En .
groen . Zodanig, iminers, was dekoleurvan een Kras: WARDS heeft er , onder den naain van little Owl , een
L. Uil , dien bij in het Kabinet van ReAUMUR bad. Dee. fraaie Afbeelding van gegeeven , en Frisch een zeer
ze Uilen zijn in de Bosſchen van Europa geineen . naauwkeurige , onder den titel van Noaua minima five
X. Kat.Uil ; Ulula. Gesn . Av.773 . Aldrov. Ornith. Funerea , dat is , allerkleinſte of Lijk-Uil. Klein noeme
lib. VIII. cap. 6. Will. Orn. 68. RAJ . Ar . 26 .; (Strix deezen Nostra parva , ailc iiparia; om dat men er gebruik
capite lævi , corpore fupra fusco, albo maculato ; rearici. van maakt tot het vangen van klein Govogelte , gelijk
bus fasciis albis. Linn. Farin. Suec.) 't Is niet te ver. Mosſchen en dergelijken ; waar op ook de toenaam van
wonderen , zegt de Heer HOUTTUIN , d.ut Brisson dee . Pasſerina Nuit.
De grootte is omtrent als een Merel of zwarte Lij
zen betrokken heeft tot de Steen - Uilen , die de zevende
zoort zijn van LINNÆUS, daar de Sweedſche Heer zelfs fter, zegt LINNÆUS. Het Lijf van boven geheel asch
twijfelt, of hij van die niet maar door Sexe of Ouder. graauw bruin , met witagtige ſtippen , van onderen t'ee
dom verſchille. Deeze, zegt hij , vind men iusſchen Pi . nemaal witagtig, met langwerpige vlakken. De Wie.
thow en Lulow , Steeden van Weſtrobothnie . Het Lijf ken van onderen met witte vlakken , op vijf rijën ge
is van boven bruin , met grootageige witte vlakken be: ſchikt, waar van de buitenſten de kleinſten zijn . De Dek.
ſprenkeld ; van onderen is de geheele Vogelvuilwit, met vederen der Wieken , zo boven als onder wit , en van
bruine ſtreepen overdwars , eevigermaate gegolfd ; zo buiten op de Wieken witagtige ſtippen , in vijf of zes
C c cc 3 rij:
3746 UIL. UIT

rijën. De Staart heeft vier witte dwarsſtreepen. De Kop uit , en gezouten zljnde , maakte hij er een poeljer van ,
ismet een menigte witte ſtippen getekent , aan de zijden 't welk, met Bevergeil tot een zalfje bereid zijnde, hem
wit. De Bek geel met zwarte Haairijes; de Pooten wit- diende om zijn Lighaam te beſtrjiken ;dit eenigen tijd ge
agtig , van onderen geel, met zwarte Nagelen . daan hebbende , was hij geneezen . Men ziet ligtelijk dat
LINNÆUS zegt , dat dit Kat Uiltje in holle Boomen er grooter blijken noodig zouden zijn , om de geneezen
huisvest, maar BRISSON , die er een in 't Kabinet van RE. dekragten van die Asch te ſtaaven!
AUMUR had , ſchrijſt er oude Gebouwen tot eene woon. UITADEMING ; Expiratio; betekend , wanneer de
plaats aan toe. Hicrom heb ik’t liever hetklein Kat•Viltje te vooren ingeademde lucht , te gelijk met een beſpeur.
dan Steen -Uiltje genoemt, als welke benaming met het baaren longendamp, door de kragt van zekere Spieren,
zeggen van den eerstgemelden , die hetzekerlijk in Swee . bij het te zaamvallen der Longen , naar buiten gedree
den waargenomen heeft , weinig ſtrooken zoude. ven word. Het gewoon en gemakkelijk ademen behoeft
De Heer Brisson beſchrijft , behalven de gemelde geene aanzetting van Spieren , en beſtaat enkel daar in ,
Kanadaſche, nog drie vreemde Nagt-Uilen uit Zuid- A. dat het Diaphragma of Middelrif naar zijne rust (nelt,
merika , die altemaal ongehoornd zijn. Twee derzelve , of tot zijn gebogen toeſtand te rug keert. Wanneer de
uit Mexico , waar van de eene aldaar Chichiatli, de an. uitademing met eenige heftigheid , 'tzij onder 't ſpreeken
dere Tolchiquatli genoemd word , hebben in 't aanzien , of hoeften verzeld gaat , zo werken de onderbuikſpieren
door de dikheid hunner vederen , omtrent de grootte van op de Kraakbeer en der Ribben , en op het zwaardsge .
een Hoen. De koleur is uit zwart, wit , geel en ros, gewijze kraakbeen van 't Borstbeen. De ſterk aangezet.
gemengeld. De andere , die , volgens Feuillée te Co. le Vitademing bevordert zomtijds den Stoelgang, en het
qimbo gevonden word , zweemt naar onze groute Nagt. Kinderbaaren .
Uit , dog het Lijf is grijs vaal , met witte Viakken ge- UITARBEIDING , zie ELABORATIO.
ſprenkeld, de Buik en Staart vuil wit. Men vind dee. UITBLUSSING , zie EXTINCTIO.
zen van klein genoemt Konijn -Uil, welken naain die UITBOTTEN , zie BOTTEN .
Pater er aan gegeeven had , om dat hij zich verbeeldde, UITBROEJEN , is een woord van den Tuinbouw ,
dat dezelve holen in het aardrijk maakte , als de Konij- 't geen wil zeggen , doormiddel eener broeijende warm
nen ; hebbende er zulk een , bij Coquimbo in Chili , ge te, deaarde en lucht zodanig te verwarmen , dat de Zaa.
vangen in de ingang van een Gat, 't welk zo diep was , den en Planten in een tijd , wanneer de natuurlijke
dat hij er geen grond van peilen konde. Dit word ech warmte nog niets uitvoert , voor den dag koomen er
ter met reden , als een zeer nietig bewijs aangemerkt. groeijen. Zie BROEIBAK , BROEIKAS , BROEI.
Het Vleesch van deezen Uil , zegt Feuillée , ſmaak. KONST en TRERKAS.
te den Matroos, die den Vogel op at , zeer lekker , zo UITDAMPING , zie EVAPORATIO.
hij mij verzekerde. Obſervat . Phijfiques. pag. 562. edit. UITDROOGING , zie EXSICCATIO.
de 1714. Ik weet niet of men te Athenen , alwaar eer UITDRUKKING , zie EXPRESSIO .
tijds de Nagt-Uilen zeer menigvuldig waaren , gelijk in UITDRIJVENDE MIDDELEN , zie EXPELLEN
het bekende Spreekwoord , Noługs Athenas blijkt , der. TIA .
gelijk gekruik van deeze Vogels maakte ; dog dit is riet UITDIJZEL , zie EXCREMENTUM.
onwaarſchijnlijk ; want te Rome,en op andere plaatzen UITGERAND , zie EMARGINATUS.
van Italie , eet het gemeene Volk , nog hedendaags, al- UITGROEIJING , zie EXCR ESSENTIA .
lerleij Roofvogelen , die men er zelfs ter Markt brengt. UITHOOSEN , wil zeggen , een houte Schop , of
't Is zeker datzij door de Israëlitiſche Wetveroordeeld Hoosvat gebruiken , om het Water, dat door een regen,
waaren. Niettemin zegt Rabbi Moses , in zijne Aphoris. of anderzins in den Tuin is gekoomen , op plaatzendaar
men , dat het Vleesch der Haviks. en Uilen - Pullen goed het ſchade doet , uit te baleiën, of weg ie ſcheppen.
is van ſmaak , het Hart verſterkt , en veel dienst doet UITLANDSCHE-GEWASSEN , zie PLANT , 7 .
aan de genen die Melankolijk en Krankzinnig zijn. Ook 91. 2.pag. 2727 .
hebben de oude Geneesheeren hun Vleesch aangepree- UITLEDIGING , zie EXERETIO.
zen , als een zeer goed middel tegen de lammigheid. Hun UITLEGGEN ; een Boom aan een Heining uitleg.
Bloed heeft inzonderheid veel gerugts gemaakt , tot ge- gen , is een ſpreekwijs van den Tuinbouw . Dit is het
neezing der Aamborſtigheid ; dog Galenus dreef reeds leggen van een Boom tegen een ſchutting aan weerskan
den ſpot met dit geneesmiddel. Niet minder zeldzaam ten , zo dat men de Takken niet bij een , maar van
zal het voorkoomen , dat de Eijeren der Kat-Uilen , malkander bind, op zich zelve , en even ver van een
week gekookt zijnde, gegeeten , de Dronkaats een walg 20 dat ze niet verward zijn ondermalkander, en zo dat
doen krijgen van den Wijn. En , wal de Asch belangt, men met het opſag var een oog alle de deelen kan zien ,
die dooreen buisje
in de Keel zou moeten geblazen wor- waar uit hij beſtaat.
den , om de verzweering te doen doorbreeken , die bin . UITLOOGING , zie ELIXIVATIO .
nen in de Keel haare zitplaats heefs ; merkt ETMULIER UITNIJPEN , is 't uiterſte van de grove gegroeide
aan , dat allerleij Asch , met Honing gemengd , tot rijp . ſpruiten der Perſikboomen , in demaanden van maij, junij,
maaking der Gezwellen dient. Even 't zelfde kan van of julij , af te nijpen , ofte breeken ; om daar niets aan
de Gal en 't Vet gezegd worden. te laaten , dan drie, of vier duimen langte , op datze
In de Verzameling der Duitſche Akademie van Na. dus inet de nagel zijnde gebrooken , (want men moet er
tuur Onderzoekers, Ephemerid. Naturæ Curios. Cent. 2 . het mesniet in zetten , alzo die looten als glas afbreeken )
Ann. VI., vind men een bijzondere waarneeming van weder drie , of vier anderen van middelmaatige grootte,
Doctor PAULLINI , die ons yerhaalt, dat een Jongman in de plaats van een te dik lot zoude voortbrengen ; en
zedert eenigen tijd lam geweest zijnde , te raad kreeg , men door dit middel meer vrugthout heeft,want de grove
een Kat Uil, of liever Kerk-Uil , voor 't vuur te laa. takken geeven er geene , of weinigen. Dus heeft men
ten droogen. Hij plukte hem , deed er de Ingewanden er drie , of vier in de plaats van een , die zeer grof en
Jang
UIT . UIT. 3747
lang zouden geweest zijn , en die 't volgende jaar zou worden , en wel dikwils door Menſchen die in het ſtof
den moeten op zes en zeven duimen geſneeden worden. der vergetelheid leefden .
Men moe: de kleine takjes niet Uitnijpen. Ik zegge de eerſtelingen , want men dient aantemer:
UITPERSSING , zie EXPRESSIO. ken , dat al't geen wij't nuttigſte en aanmerkelijkſte in
UITPLUKKEN . Dit is een Tuinmans woord , de Konſten en Wetenſchappen bezitten , geenzints in
waar mede men het afplukken van groejende Vruch . die ſtaat van volkomenheid oorſpronkelijk is gevonden ,
ten betekend , op dat de anderen des te grooter groe. als waar toe wij het in onze dagen gevordert zien. Geen
jen . zints , alle die dingen zijn in een ruuwe toeſtand ontdekt ,
UITRANDING , zie EMARGINATUS. en ongevoelig bijtrappen tot eene meerdere volkoomen .
UITROEIJEN , zegt men van Planten , of Boonen ; heid gebragt. Dit ſchijnt ten minſten te blijken , ten aan
die men met geweld uit den grond haalt ; dus zegt men , zien van de uitvindingen waar van wij hebben geſproo
roeijt deezen Boom uit, hij deugt niet meer. Deeze Plant ken ; en dit is 't geen men kan bewijzen door die van het
is te goed om ze uit te roeijen , enz. Glas , het Kompas , de Drukkonst , de Uurwerken , de
UIROEIJING , zie EXTIRPATIO . Molens, de Telescoopen, en zo veele anderen.
UITSLAG , zie EXANTHEMATA. Ik ga met ſtilzwijgen zodanige ontdekkingen in de
UITSNIJDING , zie EXCISIO. Wetenſchappen voorbij , welke door de bewerkingen der
UITSPRUITZEL ; of Spruiten ,zijn de kleine Sprui. voorgaande eeuwen hebben kunnen bereid ofin gereedo
ten , die de oude Koolen na den winter maaken , war- heid gebragt worden ; dat onderwerp zoude van een al
neer ze beginnen te bloejen , en zaad te geeven ; dee. te uitgeſtrekt onderzoek zijn . Ik zal ook geen melding
ze Spruiten geſtooft , maaken een lekker eeten. maaken , van zodanige gewaande hedendaagſche ontdek
UITSTEEKZEL , zie EXTUBERATIO. kingen , welke niet anders dan oude gevoelens bevatten ,
UITTEELEN , is een woord van den Landbouw ; op nieuw onder luiſterrijkegedaantensaangebooden. Dus
willende zeggen , dat men , zonder te mesten , menig. danige naſpooringen zouden behalven dat ,weinig aan be .
maal vrugten op een Land zet , en dus de vettigheid toogingen onderworpen zijn ; ik zalmij vergenoegen met
der aarde met teelen uithaalt , en ze onvrugtbaar maakt. aantemerken , om niet buiten de kring der Konſten en
, UITTEERENDE KOORTS , zie KOORTS . Wetenſchappen te treeden , dat inen een min of meer
UITTEERENDE ZIEKTE , zie. TEERING. der lang vervolg van tijd heeft noodig gehad , om de
UITTREKKEN , Extranere ; is een woord der Chi Uitvindingen te verbeteren en tot meerder volmaakt.
mie ; 't geen betekent, door middel van vogt, de kragt heid te brengen , welke Uitvindingen in de onbeſchaaf
uit zekere natuurlijke lighaamen te haalen , 't welk als de eeuwen , oorſpronkelijk 't voorbrengzel van 't geval,
dan in dat vogt overgaat. of wel van 'twerktuiglijk vernuft was.
. UITTREKKING , zie EXTENSIO. Laurens Coster en GUTTTEMBERG vonden enkel
UITVINDING. Het woord Uitvinding word in 't al. uit , om beweegbaare letters in 't verhevene op metaal te
gemeen toegepast , op al het geen men uicvind, en nut- ſnijden. Het was Schoeffer welke deeze Uitvinding
tigs en aan merkenswaardigs, in de Konsten , Wetenſchap- verbeterende, het geheim ontdekte, om de letters te gie
pen en Handwerken ontdekt. Deeze uitdrukking is taa. ten ; en een ieder weet, tot welk een trap van grooter
melijk overeenkoomende met die van Ontdekking. volmaaktheid deeze Wetenſchap zedert de tijd van
章 Wij zijn de Uitvindingen verſchuldigt aan den tijd , Schoeffer is gebragt.
aan het enkel geval , aan gelukkige en onverwagte tijds . Of het Goisa geboortig van Melfi zij , of wel de En .
gelegenheden aan een werktuiglijk inſtinct, aan hetge- gelſchen , Franſchen , of Portugeſen , die in de twaalfde
duld van den arbeid , en aan derzelver toevlugten. eeuw het gebruik van 't Kompas hebben gevonden , doet
Het is geenzints aan de onderzoekingen van Men- niets ter zaake ; maar zeker is het , dat die Uitvinding in
ſchen , die men fraaije Geeſten noemt , nog aan beſpiege. het zelfde geval is als de Drukkonst. In't begin droeg
lende Vernuften , dat wij de nuttige Uitvindingen ver- men er geen andere kundigheid van dan om de met
ſchuldigt zijn , welkemen in de dertiende en veertiende zeilſteen aangeſtreekene naald op kork geplaatst , op de
eeuwen onidekte. Zij waaren enkel het voortbrengzel oppervlakte van het water te leggen ; vervolgens is men
van dat werktuiglijk inſtinct , waar mede de Natuur zom- zoverre gekoornen , van ze in een doosop een ſpilte han.
mige Menſchen , onafhankelijk van de wijsgeerte, mede gen ; en eindelijk heeft men dezelve gehegt aan een roos
begiftigd. De Uitvinding om het verzwakte gezigt van van bordpapier, op welke men een cirkel heeft getrok .
Oude Menſchen door Brillen te hulpe te koomen , be . ken in 32 gelijke deelen verdeelt , om de 32 treeken
boort tot het einde van de dertiende eeuw . Men is het der Wind aantewijzen, met nog een evenmiddelpunti.
zelve , zegt men , aan ALEXANDER SPINA verſchuldigt. ge cirkel , in 360 graaden verdeeld , en welke dient, om
De Venetiaanen bezaten in die zelfde eeuw het geheim de hoeken en de miswijſingen van het Kompas aftemee
om zogenoemde chrijftallen Spiegels te vervaardigen. Het ten.
gebakken Aardewerk 't welk aan Europa tot Porcelein De Uitvinding van de Wind- Molens , misſchien uit
verſtrekte , wierd te Faenza gevonden , waar van de fran . Afien van oorſprong, heeft geen luiſterrijken opgang ge.
ſche naam van dit aardwerk Faijence, ontwijffelbaar af. maakt, als doen de Wiskunde dit zo nuttige Werktuig ,
komſtig is. De Molensdie door behulp van dewind wer. 't welk ten eenemaalen van de beſpiegelende kundigheid
ken,zijn omtrent van dien zelfden tijd. De Uitvinding van der zainengeſtelde beweegingen afhangt, tot meerder vol
bel Papier uit tot brij of een pap gemaakt linnen , hoort maaktheid had gebragt.
tot het begin van de veertiende eeuw te huis. CORTUSIUS Hoe veele eeuwen zijn er zedert CTESEBIUS, die waar .
ſpreekt van een zekeren Pax , dic er te Padua de eerſte ſchijnlijk het eerſte Uurwerk met raderen vervaardigde,
fabricq van aanleide, meer dan een eeuw voor de Uitvin. en omtrent het jaar 613 van Romen bloeide , verlonpen ,
ding van den Drukkonst. Dusdanig is het , dat de eerſte- om de Horlogies en Uurwerken tot meerder volmaakt
lingen der Wetenſchappen gelukkiglijk zijn ontdekt ge. heid te brengen , tot aan het laatſte uurwerk in Enge .
land
3748 UIT . ' . UIT .

land door GRAHAM gemaakt, of in Vrankrijk door für anders, dan met zweet, traanen en bloed beſproeit. De
Lien Le Roi ? Heeft nogthans eenen Huijghens , ee . Uitvinder van een geheim dat tot nut van 't Menſchelijk
nen LEIBNITZ, en zo veele anderen er zich niet in geoe. leven verſtreke , als om een voorbeeld te ſtellen , zoude
fent ? zijn de oplosſing van de Steen in den Blaas , genootin
Ik zoude omtrent het zelfde kunnen zeggen van de mers aanvankelijk het genoegen van door geene knaagin.
Telescoopen of Verrekijkers , zedert ZACHARIAS JAN gen gefolteerd te worden, die onafſcheidelijlijk zijn van
sen , die men verzekert in 1618. de eerite Verrekijker zodanige Overwindingen , welke door misdaaden bezoe .
te hebben gemaakt, tot op den Engelfchen Konítenaar delt, onſchuldig bloed plengt. Door de uitvinding van
Dollon en den kundigen van Dijk te Amſterdam , die het Kompas en de Drukkonst, heeft de waereld zich
ons zedert tien jaaren met de Achromatijke Telescoo. als wijder uitgebreid , en is daar bij beſchaafder en ver
pen hebben beſchonken . lichter geworden. Dat men de geſchiedenisſen doorloo
Maar wie kan twijffelen aan het onderſcheid van Dia . pe ; de eerſte Vergoodingen , zijn ten aanzien van de
manten.te Nijpen , in die tijd doe het ongevaar drie eeue Uitvinders gedaan , het Menschdom aanbad die als hung
wen geleden , bij enkel toeval door Louis de BERGUEN ne zichtbaare Goden .
wierd uitgevonden , vergeleken bij de ſchoonheid der Na dit alles behoeft men zich niet te verwonderen ,
roosſteenen en briljanten, welke de Juweliers heden dat zij gevoelig zijn en roen draagen , op de eer van
ten dage uitvoeren ? Het gebruik en de veelvuldige hunne ontdekkingen ; dit is het laatſte waar van zich de
oeffeningen , zijn hunne Leermeeſters geweest , om alle Mensch kan ontdoen. Thales na gevonden te hebben
moogelijke ſchicteringen door het nijpen , aan de Dia : in welke reden de diameter der Son , ſtaat met de Cirkel
manten mederedeelen , terwijl hunne oogen en handen door dat Hemellicht rondsomme de Aarde beſchreeven ,
hun tot kompas dienden . Het is ingevolge de 47 Propo- maakt die ontdekking aan een zijner landgenooten be
fitie van het eerſte Boek van Euclides, dat zij de kun . kend , deezen bied hem tot vergelding aan, al wat hij maar
digheid hebben verkreegen, om aan dat Edelgeſteentens zoude eisſchen ;dog Thales verzogt hem om niets anders
die verrukkelijke evenredigheid in het Nijpen medecedee dan aan hem de eer van zijne ontdekking te laaten. Die
len , 't welk door deszelfs ruiten , driehoeken , facetten Wijze van Griekenland was arm en met hooge jaaren be
en ſchuinfe kanten , die Steenen voortbrengt, welke men laaden , dog met dat alles ongevoelig voor geld , winst ,
Briljanten noemt, die door deszelfs luiſter en ſchittering, en alle andere voordeelen , behalven aan de onregevaar
het gezigt als benevelen. digheid , die hem zijn wel verdiende roein zoude heb.
Dusdanig hebben gelukkige Stervelingen , die eene ben kunnen beneemen.
volkoomene kundigheid in de Werktuigkunde hebben Voor het overige , zullen de zodanigen , die door hun
gehad , hun voordeel gemaakt , van de ruuwe ſchetſen ne doordringentheid , werkzaambid , vernuft , en ſtudien ,
der eerſte Uitvindingen, en dezelve door hun vernuft Onderzoekingen bij Waarneemingen weeten te voegen ,
allengskens tot die trap van volmaaktheid doer ſteige- een doordringende beſpiegelende Kundigheid ,bij de Be
ren, waar in wij die in onzen leeftijd zien bloeijen . oeffeningen, onophoudelijk de Uitvindingen en reedsge
Schoon de tijd de Geſchenken voortbrengt , waar me. daane ontdekkingen , verrijken , en daar bij den roem
de zij ons zo gulhartig verrijkt, kan echter het vernuſt, wegdraagen , van er nieuwe te bereiden.
't tijdſtip van derzelver mededeeling vervroegen. Hoe UITVOERING , zic OPERATIE .
veele eeuwen zijn er na malkanderen verloopen , geduu . UITWAASSEMING. . Wij kunnen niet beter doen ,
rende welke de Merſchen de Zijde hebben vertreeden , dan onze Lezers hier omtrent metedeelen , de verhan,
voor dat zij er 't gebruik van kenden , om er hunnen op deling van den kundigen Dublinſchen Hoogleeraar HUGH
ſchik uit te vervaardigen ? Ongetwijffeit bewaart de Na. HAMILTOn over de natuur der Uitwaasfeming met de
tuur nog ſchatten van even gelijke waarde ,die zij voor opheldering van verſcheidene natuurkundige verſchijn.
ons tot op het ogenblik ſpaart , dat wij die het minst zijn zelen in de Lucht, het Water , en kookende Vogten ,
verwagtende ; laaten wij aandagtig weezen , om door vlijt oorſpronkelijk te vinden in de Philofop. Tranfa & . vol. LK .
en naſpooringen ons bekwaam te maaken , er ter gepas. pag. 146. enz.;waar na wij dit Artikelzullen beſluiten,
ter tijd , nut en voordeel van wegtedraagen. met de Uitwaasfeming als eene der grootſte ontlaſtingen
Dikwerf verſpreid eene Uitvinding groot licht over des Menſchelijken lighaams te beſchouwen , metaanwij.
de zodanigen die dezelve voorafgaan , en niet zelden zing van de verregaande ongemakken welke uit de bes
over de geenen die er op volgen. Ik beweere niet , dat lein mering van die Uitwarsſeming voortvloeijen.
de Uitvinding altoos door zich zelven vrugtbaar zij ; de Ik denk (zegt de Hr. HAMILTON ) dat de Uitwaaiſe.
wijduigeftrekste waterſtroomen , brengen niet altoos de ming verklaard moet worden , uit een beginzel, het welk,
eene d'andere voort ; maar de de Uitvindingen die geen zo verre mij bekend is, tot dus verre ter opheldering
Analogie ofovereenkomst met malkanderen hebben , zijn van dit gemeene maar ſteeds verwonderlijk verſchijnzel
om die reden geenzints onvrugtbaar , dewijlzij de huip, riog niet gebruikt is geworden , en waar mede alle de
middelen vermenigvuldigen , en onder ontelbaare mid tegenwerpingen tegen vorige oplosſingen ingebragt, ten
deler weder le voorſchijn koomen , die den arbeid van eenemaale afgeſneeden, en der zaake een volledig licht
den Mensch te gemoet treeden en dezelve verkorten . bijgezet kan worden.
Dog niets heeft vleiender vermoogen, en verſtrekete. In alle de verklaaringen , welke ik geleezen hebbe,
vens tot grooter genoegen , als zodanige Uitvindingen , ſpeelen het vuur , de warmte,de verdunning en uitzetting ,
waar in de vordering en verbetering der Wetenſchappen waar door de waterige dampen onderſteld worden eere
tot nut van 'tMenschdom verſtrekt. Zodanige Uityiiza mindere zoor:gelijke of verge ijker.de zwaarte te krijgen
dingen behaalen dat voordeel boven de onderneemingen dan de Lucht, de hoofdrol, en zijn , zo niet de eenige ,
der Staatkunde , dat zij het algemeene welzijn bevor- , ten minſten de voornaamſte oorzaaken van derzelver
deren , zonder wie het ook mag zijn te benadeelen. De opklimming. De Heer Nieuwentyt, en anderen ,
Luiſterrijkſte Overwinningen en Zegepraalen,worden niet onderítelden , dat de deeltjes,vuur , zich met die van
het
UIT. UIT . 3749

het water verbindende, klompjes of kleine Lighaam . gen ; en dit moet geſchieden door die verſchijnzels, in
pjes , ligter dan de luchtmaakten . En Doctor Halley derzelver verſcheiden omſtandigheden met elkander te
dagt, dat de deeltjes water , door de werkingder warm- vergelijken , waar in zij , bevonden wordende over eea
te , coc holle balletjes gemaakt wierden , die alleenlijk te kooien , als uitwerkzels van dezelfde zoort beſchouwd,
met eene zeer fijne ſterk uitgezette lucht gevuld , zoor. en aan dezelfde oorzaak toegeſchreeven moeten worden .
telijk ligter wierden dan de buitenlucht. Dit laatſte is . Door welke middelen deoorzaaken , welkerbeſtaan reeds
het meest aangenomen gevoelen geworden , gelijk de beweezen is , algemeener en onze kennis uitgeſtrekter
ſchrandere Natuuronderzoeker DeSAGULIERS ons berigt, zal worden . Nu, gelijk de ophouding der water-deel
in zijne Verhandeling , in den Jaare 1729. in de Philo. tjes in de lucht , van zout-deeltjes in de wateren des
ſophical Tranſactions uitgegeeven ; waar in hij deze twee Oceaans , en van andere zwaare Lighaamen in de Vloei.
vorige gevoelens onderzoekt, en zijn eigen poogt te be- ſtoffen , die dezelve ontbinden , verſchijnzels van de :
wijzen . Hij ſchrijft de opklimming der waterige vog. zelfde zooit ſchijnen te zijn , zo kunnen wij redelijker
ten daar aan toe , dat zij tot een veerkragtigen damp ge . wijze dezelfde oorzaak voor dezelve onderſtellen ; en dac
maakt , en door de trappen der warmte , daar de Lighaa. geen , 't welk wij uitwaasfeming noemen , is niet anders
men in de verſchillende jaargetijden aan onderhevig zijn , dan eene trapswijze ontbinding van het water in de lucht.
ijler worden dan de lucht is. Maar , op dat men niet denke , dat dit eene loutere on.
Dit gevoelen vind ik , is , door volgende Natuurkun . derſtelling is , zal ik de waarheid daar van tragten te be.
digen , al zo ſterk aangetast als een der vorigen . De wijzen , door de natuur van de (melting of ontbinding
Hr. Clare heeft, in zijn werk over de beweeging der in het algemeen te beſchouwen , en deszelfs eigenſchap .
Vloeiſtoffen verſcheiden zwaarigheden daar tegen inge. pen en uitwerkzels met die der witwaasfeming te verge.
bragt ; gelijk de Hr. ROWNING insgelijks gedaan heeft lijken.
in zijn zamenſtelzel van na : uurlijke Wijsgeerte; die zegt, Door ſmelting of ontbinding , verſtaa ik , die nauwe vera
dat de oorzaak van het opklimmen der dampen , bij deWijs. eeniging der deeltjes van een Lighaam met die van eene
geeren veel betwist , maar nog niet vastgeſteld , is. En hij Vloeiſtof, waar door het geheeleene eenßigtige malaſchijnt,
erkent , dat hij geen wezentlijk beginsel in de Natuurkun-
%0 doorſchijnende als de vloeiſtof voor die vereeniging was,
de vinden kail , waar uit dit verſchijnzel verklaard kan en dus volhors te blijven , tot dat eenige uitwendige oore
worden. zank daar eene verandering in voortbrenge. De Natuur
Ik zal de tegenwerpingen , door die Heeren gemaakt , der ontbinding is door ſcheikundige Schrijveren op deeze
niet herhaalen , maar ik moet de vrijheid verzoeken , om wijze verklaard . Wanneer de dee cjes van eenig Lig
de twee volgende daar bij te voegen , dewelke, onder haam door eene Vloeiſtof omring van malkanderen min.
.
verſcheiden anderen , die men ſteeds mag aandringen , der ſterk dan van de Vloeiſtof aangetrokken worden ,
nog niet gebezigd zijn . ſcheiden zij zich van den anderen af, voegen zich bij die
Voor eerst , indien de hitte of warmte de eenige oor . van de Vloeiſtof, en blijven daar in hangen .
zaak der uitwaasfeming was , dan moest het water in een Dus worden verſcheiden Zouten in water ontbonden ,
beſlooten warme plaats meer uitwansſemen, dan wanneer gediſtilleerde Oliën in Wijngeest, Goud in Konings-wa
het blootgeſteld word voor een geduurige omloop van ter , Kwik , Zilver , en andere Meraalen in andere zuu.
lucht, maar in eene kouderplaats; het welk ſtrijdig is met re Geesten .
de ondervinding. En het ſchijnt inderdaad met veel rede te zijn , dat
Ten anderen. De uitwrasfeming van het water is zo men de aantrekking tusſchen de kleine deeltjes der Lig :
verre af , om van deszelfs meerdere of mindere ijlheid haamen , ( daar wij zo veele voorbeelden van hebben .)
door de warmte af te hangen , dat dezelve voortgaat ; als de oorzaak van derzelver vereeniging , welke wij in
ſchoon het water door de koude van de luchtverdist is ; de Soluties ondervinden , aanmerke. Ik zal thans de
want het water word trapsgewijze door de koude ver . voornaame eigenſchappen daar van melden , voor zo ver.
dikt tot op het oogenblik dat het bevriest ; en dewijl het re ik zulks noodig zal agten tot het oogmerk , daar ik
uit waasjemt zelfs dan , wanneer het tot hard ijs bevroo. deze've toe meen te gebruiken .
zen is , zo moet het ook in alle mindere trappen van In demeeste gevallen zal eene ontbindende Vloeiſtof,
koude uitwaasſemen . Nu, de Hr. Boyle een ſtuk ijs in of een Menſtruum , een Smelcvoge , zo als de Scheikun
cene ſchaal in evenwigt hebbende gebragt , liet het in een digen het noemen , Negrs een zeker gedeelte van het in .
vriezende nagt in de open lucht bangen , en bevond den gedompeld lighaam opneemen , of ſmelten , en zo men
volgenden morgen , dat het zeer aanmerkelijk van zijne er dan meer van het zelve lighaam bijdoet , zal het preci
zwaarte door de uitwaasſeming verlooren had. piteeren of op den bodem nedervallen , en dan word het
Ile zoude gedagt hebben , zegt hij , dat zulk een ten vogt gezegd gefatureerd of verzadigd te zijn van het lig
uiterſten hard en koud Lighaam in de heldere lucht van een haam , 't welk daar in geſmolten is; ondertusſchen kan
vriezende Nagt zo fterk zoude uitgewaalfemd hebben ? Na een vogt, 't welk geſatureerd is met een lighaam van ee.
dien tijd hebben anderen dit zelfde verſchijnzel, dikwils ne zoort , andere lighaamen van verſchillende zoorten
waargenoomen ; en gelijk dit eene onoplosſelijke tegen ontbinden , en alle derzelver deeltjes met malkanderen
werping is tegen alle de uitleggingen , waar in de ijlheid ophouden , of daar mede vereenigd blijven .
tot de voornaame, zo niet de eenige oorzaak der uit- Als eenig ſmeltvogt een lighaam geheel onthonden
waasſeming word gemaakt , zo moeten wij onze toevlugt heeft, zal het zo doorſchijnend blijven, als het te vooren
tot eenig ander beginzel neemen , om dit verſchijnzel te was , waar van de oorzaak kan aangeweezen worden uit
verklaaren . het geen de Ridder I. Newton door proeven ontdekt
Gelijk de Schepper geenemeer oorzaaken in zijne wer. heeft; dat namelijk de deeltjes der lighaamen van een
ken bezigt , dan volſtrekt noodig is , zo is het de zaak zeker maakzel of groote moeten zijn om eenige weer.
eener gezonde Natuurkunde , de verſchijnzels zo veel ſtuiting van licht of ſtraalbuiging op hunne oppervlak.
moogelijk , totalgemeene welbekende oorzaaken te bren- tens te kunnen maaken ; daar hij ook de rede uit afleid , waar .
VI Deel. Dddd
UIT. UIT .
3750

waarom zommige lighaamen niet, anderen wel, door. in het water moet gehouden worden , zonderwelke kragt
fchijnende zijn ; en hij merkt ook aan , dat de ondoor het zelve altoos poogen zoude naar deoppervlakte te rije
fchijnendſte lighaamen , gelijk als Metaalen , in een zuur zen en te ontkoomen. Maar nu, dat er wezentlijk zulk
fmelevogt ontbonden , en daar door tot hunne uiterſte eene aantrekkings-kragt tusichen luchten water beſtaat,
en kleinste deeltjes gebragt zijnde , de doorſchijnendheid kan uit de volgende proefneeming, dour de gemelde
van het menſtruum niet wegneemen . Heeren gedaan , duideliik blijken.
· Hier uit nu kunnen wij bepaalen , wat onderſcheid er Laat een Florentijnsch olie.flesje bijna gevuld worden
is tusſchen vermenging , en ſmelting of ontbinding ; want, met water , dat vooraf zo veel mogelijk van lucht be
Indien een Lighaain tot poeder gebragt, en in een vloeie roofd is ; laat deopening van dat flesje toegehouden wor.
ſtof, die het zelve kan ontbinden , geworpen word , 20 den , tot dat de hals in een vat gemeen water gedompeld
zal de vloeiltof , wanneer het een met het ander omge- worde , dan zal een bel lucht naar het bovenst gedeelte
geſchud word , wat ondoorſchijnend blijven , tot dat de van de fles , dat is te zeggen naar den bodem , opklim .
geheele ſmelting is volbragt , of tot dat het geen over. men '; laat alles eenige dagen in dezen ſtaat blijven, en
blijft op den bodem nederzinkt. Want in die gevalzijn gij zule dan zien , dat het water de geheele bellucht, 20
de deelijes niet teritond tot hunne uiterſte kleinheid ge. dezelve niet te groot is geweest , na zich genoomen,
bragt , gelijk zij in eene fineling altoos zijn . Ik denk en de fles geheel gevuld heeft ; maar zo de bel al te groot
derhalven , dat wij de doorſchijr:endheid van een twee. was , zal een gedeelle daar van overblijven , want het
Nagtig voge , dat is van een vogt , 't welk deeltjes van water zal , na eenigen tijd geen lucht meer neemen ,
een ander lighaam in zich bevat , als het kenmerk eener als zijnde dan genoegzaam van dezelve geſatureerd, of
waare ſinelting kunnen ſtellen ; terwijl inen zodanig een daar inede belaaden . Het is opmerkelijk , dat een ge.
vogt altoos , daar decze doorſchijnendheid ontbreekt , deelte van ingeflooten lucht in den beginne vrij ſchielijk
alleenlijk in een ſtaat van vermenging moet beſchouwen , in het water dringe , en dat het geen laater overblijftniet
gelijk als wanneer het water en de lucht zich in ſchuiin dan zeer langzaam vermindert. Deeze Proefneeming
of in een wulk of dikke nerel vertoonen , in welke ge- toont , dat het water van zijne lucht beroofd , de lucht
va'len dic Lighaamen alleenlijk in een ſtaat van vermen . trapsgewijze weder in zijne pooren wil opneemen , juist
ging en geen van beiden gelinolten zijn. op dezelfde wijze als een klomp of hoop droogeſuiker,
Nat dit over den art der Solutien in 't algemeen voor het water in zijne poren opneemt; dit zal in 't eerstzeer
af te hebben laaten gaan , koom ik nu tot het bewijs van ſchielijk , maar naderhand zcer langzaam , toegaan. Wij
' t geen ik mij voorſtelde , en om het zelve wel op te maa . hebben derhalven reden om te beſluiten , dat dezelfde
ken , zal ik zoort van aantrekking tusſchen het water en de lucht plaats
Eerſtelijk toonen , dateraltoos eene wederzijdſche aan. heeti , als er is tusſchen het water en eenig droog poreus
trekking is tusſchen de deeltjes van twee Lighaamen , lighaam , dat het zeive indrinkt of opneemt.
welker een het ander ontbind. Gelijk het water eene aanmerkelijke hoeveelheid luchts
Vervoigens zal ik de eigenſchappen en uitwerkzels van bevat , zo bevat de lucht ook zelfs , wanneer wij dezel.
gemeene finelt-ontbindingen met die der uitwaasfeming ve zuiver en droog agten , een goed gedeelte water ; ge.
vergelijken , op dat het, uit de nauwkeurige overeen. lijk blijkt uit de voguzheid , welke wij door droog zout
koms: dezer verſchijnzelen blijken moge , dat zij natuur van Wijnſteen uit dezelve trekken , in zo verre , dat dit
lijke uitwerkzels van dezelfde zooit zijn , en bij gevolg zout daar door geheel vloeibaar word. Nu , naardien ,
aan het zelfde beginzel toegeſchreeven en uit de zelfde de lucht eene ongelijkſlagtige, of vermengde vloeiſtof
oorzaak afgeleid moeten worder. Hier uit zal ik derhalo is , deeltjes van een ander lighaam in zich bevattende ,
ven het opklimmen der dampen , en verſcheiden ande en des niettegenſtaande eene volmaakte doorſchijnendheid
re verſchijnzels van den Dampkring , duidelijk ophel. behoudende , het welk het kenmerk van eene waare ont .
deren . binding in andere gevallen is , waarom zouden wij dan
• Eindelijk zal ik er eenige waarneemingen wegens de uit de overeenkomst niet mogen beſluiten , dat het in
oprijzing der waaſein uit kookende vogten bijvoegen , dit geval insgelijks eene waare ontbinding van het water
en toonen, waar in dit van de gemeene uitwaasſeming ver• in de lucht aanduid ? Inzonderheid als wij in aanmerking
fchiit . neemen , dat er nauwelijks twee vloeiſtoffen zijn , die
1. Ik moet dan eerst toonen , dat er wezenlijk eene aan, het zij van zelven , of door middel van een derde lig.
trekkende kragt tusſchen de deelijes van het water en de haam , niet zo volkoomen in malkanderen ingelijfd kun.
lucht is. Het is welbekend , dat alle waters eene aan. nen worden, dat geen derzelver gezegd kan worden in
merkelijke hoeveelheid van lucht bevatten , welker veer, het ander geſmolten of ontbonden te zijn . Maar de
krazt bedwongen word , coor middel van welkeveerkragt waarheid hier van kan verder beveſtigt worden , doorde
men haar anders van het water , door het zelve te koo. eigenſchappen van gemeene ontbindingen met dievan de
ken , en onder een ontvanger te plaatzen , dien men uit. uitwaasfeming te vergelijken ; het welk ik nu in verſchei.
poinpt , van zijnc lucht kan berooven. Degroote Boer : den voorbeelden zal doen zien .
HAAVE heeft in zijne Elementa Chemia , duor eene fraaije II . Voor eerst ; wanneer een lighaam in een vloeiſtof
Proefnceming getoond, dat de lucht , uit het water , door is gedompeld , die hetzelve ontbind , bij voorbeeld een
het kooken , los gemaaki , en tot zijn gewoonen ſtaat brok zout in water , zien wij dat het zout ras begiul te
heriteld , cene grootere ruimte behaat , dan die van het ſınelten , en met deszelfs deelties het water , daar het
water is, waar in zij te voren bevat was . Nu , dewijl van omringd word , te bezwangeren ; het water zal zich
het bekend is, dat de deeltjes van zulk een zwaar lig. dan dik en belaaden vertoonen, en zo het in rust biijft,
Haam als Goad in Korings-water, door hunne aantrekking zal de ſmeling zeer larigzaa voortgaan , maar zo he:
met de deelties dier vloeiſtoffe, worden opgehouden , geroert of geſchudl word, zal het zoutras geheel geſmol.
ſchijnt het redelik te onderstellen , dat zulk een ligt en ten zii . Hoe nauwkeurig koomt dit overeen met het
veerkraglig lighaam als de lucht door eene gelijke kragt geen Doctor HALLEY aanmerkt in het berigt wegens ee.
ne
UIT . UIT. 3750

ae proeve , over de uitwaasſeming van het water in een mag) op eene-zigtbaare wijze voor het oog , even als wij
beſlooten plaars genoomen ; zie Philos. Tranfaat n. 892. die in andere vloeiſtoffen zien. Dezelfde trillende gol.
” Dezelfde Waarneemingen , zegt hij, toonen insgelijks vende beweeging vertoont zich nog duidelijker , wanneer
eene zonderlinge hoedanigheid in de uitwaasſemingen van wij warm water door een vergrootglas beſchouwen , waar
het water , namelijk van zich te hegten aan de oppervlak door de dampen , die in de lucht omvloren, vergroot wore
te , daar zij uit voorkomen , welke oppervlakte zij als den , en van deze zoort van refraktie ſchijni de dikkering
met een vlies van de dampige lucht bedekken , waar door der Sterren voort te koomen , met dit verſchil alleen ,
de uitwaasjemningen dan in veel minder hoeveelheid op- dat de waterige ſtraalbuigende deeltjes geduurende den
rijzen . ” Hier zien wij , dat de lucht, die op hetwater dag in een ſtaat van ontbinding overgaande , (terwijlde
in rust ligt , dik en metwaterige deeltjes belaaden ſchijnt, dampen reeds ontbonden zijn ,) door de koude van den
en dan gaat de uitwaasfeming zeer traag voort , juist ge. nagt beginnen te precipiteeren , en tot deeltjes weder te
lijk het water , 't welk dik en belaaden zijnde , en in keeren , die groot genoeg zijn om ſtraalbuigingen in het
rust blijvende , het zout zeer langzaam doet ſmelten. Hij licht der Sterren te veroorzaaken .
merkt ook , bij dezelfde gelegenbeid , aan , dat de uit. Ten derden ; de warmte bevordert, en de koude ſtuit
waasjemning ſterk bevorderd word door een ſtroom van in zekere maate , of verhindert beide ontbinding en uit.
verſche lucht, die over de uitwiasſemende oppervlakte waasſeming. Zeer heet water zal het zout eerder, en
vloeit , en dit , twijfel ik niet, gebeurt om dezelfde re. in grootere hoeveelheid {melten , dan koud water , en
den , waarom de ſmelting 20 ſterk bevorderd word door zo men eene ſterke pekel in heet water maakt , zal dat
fcnudding, waar door geduurig nieuwe deeltjes der vloei. water , koud geworden zijnde , een gedeelte van deszelfs
ſtof onmiddelijk op het ſineltend lighaam gebragt wor. zout , dat te voren geſmolten , en met het zelve verec
den, in de plaats van die , die alreede gefatureerd zijn. nigd was , los laaten ; en het zelve zal in kleine deeltjes
Ten anderen ; werpt in een glas van helder koud water , op den bodem vallen , of tot krijſtallen ſchieten. Juist
een brok van eenige zoort van zout, dat daar in ſmelten op dezelfde wijze zal het water ſterker uitwaasjemen in
kan , en , na dat het eenige tijd geſtaan heeft, zo ſchud eene warme dan in eene koude lucht ; en de wateri.
het glas een weinigje, of roer het water zagtjes met een ge dampen, geduurende de warinte van den dag in de
breijnaald , of dergelijk een dun lighaam , en hetwater , lucht opgehangen , valien des nagts neder , en formeeren
it welk met het zout gefatureerd is , zal onder het overige zich zelven tot druppels Dauw , of , vertoonen zich
water oprijzen in gekrulde wrongen of lange groeven , zo de nagt zeer koud is , den voigenden morgen als
waar doorhet water wat ondoorſchijnend zal worden , Rijp. En even eens, wanneer in een heeten dag , eene
dewijl dit te weeg brengt, dat het licht van een voorwerp files met eenig zeer koud vogt gevuld , en aan de lucht
door het zelve gezien , in verſchillende rigtingen gebo blootgeſteld word , zo zal zich , ſchoon de lucht zelfs
gen word , en hierom zal het voorwerp ook eene tril. zeer droog ſchijnt , wel haast een dauw buiten op defies
lende beweeging hebben , en dit zal aanhouden , tot dat vertoonen; want de lucht, rondom de fies , koud wor..
alle de deelen van het water even veelbezwangerd zijn , dende , zal zich van een deel haarer vogtigheid ontdoen ,
waar na de doorſchijnendheid herſteld word. Gelijk de dewelke naar de oppervlakte van het glas zal aangetrok
water-deeltjes; die met zout bezwangerd zijn , van de ken worden. En om dezelfde reden word er een dauw .
overigen in digtheid verſchillen , zo moeten zij, ter geformeerd aan de binnen zijde der glazen venſters van
wijl zij te zainen vermengen eenige buigingen in de licht. eeu warın vertrek , dat aan deszelfs buiten zijde voor ee .
Itraalen maaken , en dit veroorzaakt die ſchijnbaare tril . ne koude lucht is blootgeſteld. En bier uit kunnen wij
Jing van het voorwerp, dewelke ophoud , zodra het wa. opmaaken , dat, dewiji er zulk eene geduurige of ſter.
ter dezelfde digtheid krijgt. Dezelfde vertooning zai ke uitwansſeming in koud weler niet plaats heeft als in
zich doen zien wanneer men eenige andere twee vogten , heet weder , de lucht, in het eerſte, doorgaans ook hela
van verſchillende digtheden , en die zich geheel met den derer zal zijn dan in het laatste.
anderen inliiven , te zamen vermengt. Warmte fchijnt de ontbinding te bevorderen , om dat
Op dezelfde wijze vertoont zich de rook of waasſem zij de lighaamen uitzet, om dat zij derzelver poren ver
uit de pijp van eene kookende kecel in de lucht oprij. wijderd , en de zamenkleevende aantrekking van de deel.
zende, in gedraaide wrongen , en maakt de lucht ondoor. ties verminderd , zodat een lighaam , heet zijnde , het
Schijnende , maar zodra die rook of damp ailerwegen , ontbind-vogt gereeder in zijne porer aanucent , ofge.
door het vertrek verſpreid zijn , is de doorſchijnendbeid maklijker laat indringen , en zijne deeltjes minder ſterk .
werer herſteid. Dus ook ſchijnc, in eene ſtille heete te zamen hangende , dan terwijl zijkoud zijn , verlaaten
ſonneſchijn , wanneer wij langs een nat ſtuk grond zien , malkander gereeder, en verbinden zich met de deeltjes
de lucht en ijder voorwerp door dezelve beſchouwd , der vloeiſtof, daar zij door aangetrokken worden , en
eene trillende beweeging te hebben , gelijk aan die , om dezelfde reden moet warmte de uitwaasfeming der
welke wij waarneemen in een voorwerp , gezien door vloeiſtoffen bevorderen,
eenige andere twee vloeiſtoffen , die zich werkelijk te Ten vierden. De hoeveelheid van een geſmolten lig .
zamen vermengen . haam , of een uitgewaasſemd vogt, in een gegeeven tijd ,
Nu , gelijk de dampen hier in groote menigte oprij . hangt , het overige gelijk zijnde, van de hoegrootheid
zen , en de lucht maar een weinig beweeging heeft, zo der oppervlakten af. Dus is een lighaam , tot poeder
worden die deelen van dezelve , die ſterk bezwangerd gemaakt, cer geſmolten , dan warneer het in zijn geheel
zijn met wateragtige deeltjes , trapsgewijze met eene in 's vogt geworpen word. En dus is de rook , of de
drooger lucht , en die van eene verſchillende digtheid waasſem , het welk niet anders is dan water, door hit
is , vermengd ; waar door ſtraalbuigingen en die ſchijn. te tot zeer kleine deeltjes gebragt , eerder verſpreid , en
baare trillende beweeging van het voorwerp veroorzaakt met de luchtvereenigd, dan water in deszelfs gewoone ,
worden. En in dit vertoont zich de ſmelting ofontbin . gedaante . dat
ding van het water in de lucht , ( als ik het zo noemen Ten vijfden . De Scheikundigen neemen waar , als
Dddd 2
UIT UIT .
3754

als zee-zout, ammoniak-zout, of ſalpeter in water, of deze vloeiſtoffen ingedronken , eigentlijk geſprooker
6 ( nticele oliën in wijn-geest ontbonden worden , eeni- in dezelve ontbonden is , en derhalven, dat eenigevloei.
ge trap van koude door deonmiddelijke werking van het ſtof , die uitwaasſemt, of die door de lucht ingedronken
imelten word voortgebragt, en hoe vaardiger de ſmel. word , eigenlijk geſprooken , door dezelve ook ontbon
ting coegaa , hoe grooter de koude is . En door geſtampt den word . En op dit beginzel mogen wij zeggen , dat
ijs , of liever ſneeuw , (welker deelen eene grootere op het water door droog ſal tartari uit de luchtword getroko
pervlakte belaan , in geest van ſalpeter te ſmelten, is ken , om dat het eene grootere overeenkomst met dat 2000
een trap van koude voortgebragt , die het kwikzilver deed dan met de lucht heeft.
bevriezen . In de werking van uitwaasfeming word ins . Ik zoude zo lang , en misſchien zo verveelende , niet
gelijkskoudevoortgebragt, want indien men wijngeest geweest zijn in de ſinelting en uitwaasfeming met malkan.
of voorloop, die dezelfde maatiging met de luchtheb . der te vergelijken , zo het mij niet tevens eene goede ge
ben , met de veer van een pen ligtelijk over de Bal van legenheid verſchafte, om zommigen der verſchijnzelen,
een 'Thermometer ſtrijkt, zal dezelve vallen als de gees. op te helderen , welke ik eerst bedoelde in aanmerking te
ten uitwasſemen, en hoe ſchielijker zij uitwaasſemen , neemen. Welke verklaaringen ik denk dat gereedelijk
hon meer de Thermometer daalen zal. En dit zelfde zal aangenoomen zullen worden , 20 ik gelijk hebin de groo
gebeuren, als men water in plaats van geesten gebruikt, te zaak, die ik bedoelde te bewijzen. En inderdaad ,
miis dat deszelfs uitwaasfeming door een ſterken vloed als wij beſchouwen hoe naauwkeurig de ſmelting en uito
van lucht bevorderd worden . En dus heb ik ijs zien maa . waasfeming in derzelver verſcheidene vertooningen, ei.
ken , enkelijk , door herhaalde uitwaa sjemingen van voor. genſchappen, en uitwerkzeien overeenkomen , denk ik,
loop. dat wij verzekerd kunnen zijn , dat zij natuurlijke wer
Deze laatſte waarneeming toont eene zeer opmerkelij . kingen van dezelfdezoort zijn , en dat het geen wij uito
ke overeenkomst tusſchen de ſmelling en uitwaasſeming . waasfeming noemen , niets meer is dan eene trapswijze
Hoe de koude in het een en ander geval worde voortge. ontbinding of ſinelting van het water in de lucht , door de
bragt , kan ik niet zeggen , maar ik verzoek vrijheid van zelfde middelen voorigebragt en bevorderd , te weeten
dit fastuin te gebruiken , om daar reden mede te geeven aantrekkings warınıe en beweegings middelen , daar alle
van iets ,dat de meeste Menſchen , geloof ik , wel opge. ontbindingen door uitgewerkt worden.
merkt hebben . Nu zal ik eenige verſchijnzels van den Dampkring
Wanneer wij Eau de la Reine , of eenigen anderen uit dit beginzel poogen te verklaaren , het welk ſteeds
vluggen geest , over onze hand ſtrijken , zullen wij den veriler bevestigd zal worden , zo het bevonden word te
zelven veel kouder voelen dan water , ſchonzijbeiden beantwoorden aan het oogmerk , daar het op toegepast
dezeifde warmte ofkoude hebben , en zich beiden even word .
koud zullen doen voelen , als wij onzen vinger drar in Het laagse gedeelte der lucht door het gewigt van den
ſteeken . De reden daar van is , dat de geest veel ſchie . Dampkring tegen de oppervlakte van he : wacer gedrukt
lijker uitwaasfemende, dan het water , daar door een groo. wordende , en door derzelver beweeging geduurig over
ter trap van koude voortbrengt , en dus zal Æther , op het zelve ſtrijkende , heeft hier door eene gelegenheid om
dezelfde wijze gebezigd , veel kouder aandoen , dan deze deelties , welken die lucht raakt , aan te trekken ,
andere geesten , om dat dezelve ſchielijker uitwaas en dezelve van het overige des waters af te ſcheiden.
Cemt. En naardien de oorzaak der ſmelting , in dit geval , de
Ten zesders. Het is bekend, dat fpiritus vini realifica iterkere aantrekking van de water-deeltjes tot de lucht.
tus , of overgehaalde wijngeest , wel van lucht gezui . deelties , dan tot malkanderen is , zo moeten die , welke
verd, een zoote bobbel lucht in een veel korter tijd reeds ontbonden en opgenoomen zijn , door de aantrek.
zal indriaken dan het water zal doen , en ik heb zelf de king van eene drooge lucht , die boven hen is , nog al .
waurheid hicr van door eene proefbevonden. Dit toont , geduurig hooger gevoerd worden , en dus zullen zijzich
dat er eene ſterker aantrekking, of verwandſchap , 20 verſpreiden , al geſtadig klimmende en de onderſte lucht
als de Scheikundigen het uitdrukken , tusſchen den wijn. daar door in ſtaat ſtellende om zich met nieuwe water.
geest en de luchi, dan cusſchen het water en de lucht deeltjes te beladen , zonder gefatureerd te worden. Dus
is . zullen ijs en ſneeuw , zo wel uitwaasfomen als water ,
Ten zevenden. Indien wij een lighaam werpen in ee. dewijl deszelfs deeltjes aangetrokken en ontbonded wore
nig menflruum , of finelevogt , dat het zelve ontbind , en den door lucht , die ſterk tegen derzelver oppervlakten
daar naderhand een ander bijdoen , daar dit ſmelovogt ee. gedrukt word , want ſchoon de warmte de (meiting en
ne grootere verwantſchap mede heeft, dan met het eer uitwaasfeming beiden bevordert, vinden wij echter niet,
fte , zal het dit tweede lighaam onibinden , en het eerſte dat tot de eene of andere eenige merkelijke crap daar van
loslaaren, het welk dan precipiteeren , en op den bodem volſtrekt noodzaaklijk is .
van het vat nedervallen zal. Op dezelfde wijze , als wij Op deze wijze moeten de waterige dampen opklimmen ,
met wel overgehaalde wijngeest eene gelijke hoeveelheid ſchoon wij de lucht zelfs in eene volſtrekte rust onder
van klaar regen. of rivier water vermengen , zullen dee. ſtelden , het welk ik niet denk dat ooit voikoomen waar
ze vogten , (Jie zich zo gereedelijk in malkanderen inlij. is. Maar de ontbinding van het water in de lucht , en
ven ) eene grootere verwardſchap tot malkander beb. de opklimming der dampen word groocelijks bevorderd
bende, dan iot de lucht , welke zij bevatten , een goed door de beweeging der winden , die verſche en drooge
gedeelte van de lucht los laaten , dewelke naar boven rij. lucht brengende in de plaats van die welke reeds met
zen , of zich in kleine bellen op den bodem of tegen de vogi belaaden is, de dampen hooger doen klimmen , en
zijden van het vat zeten zal Waar uit ik opmaak, dat allerwegen verſpreiden. Indien wij nu onderſtellen , dat
de lucht in deze vogten op dezelfde wijze bevat is , als de Dampkring ſteeds dezelfde maariging ten opzigte van
de deeltjes van een lighaain in deszelfs (inelt- ofontbinde bitte en koude, en dezelfde ijſheid of digtheid , behield,
vogt bevat worden , en gevolgelijk, dat de lucht, door Zo zoude alle uitwaasſeming, zodra de lucht eenmaalge.
Sattle
UIT . * UIT. 3753

fatureerd was , volſtrektelijk ophouden , en de dampen derd , en haare deeltjes door de kragt der Winden teza.
die reeds opgereezen waren , zouden blijven hangen. men gedreeven zijn , zullen zij met droppels te zamen.
1
Want eene vloeiſtof zal , terwijl zij dezeltie maatiging loopen , zwaar genoeg om als Regen neer te vallen'; zom.
3
behoud , de deeltjes van een lighaam , 't welk zijoni: tijds zijn de Wolken bevroozen , voor dat haare deel.
bonden heeft , nooit loslaaten, Wij moeten derhalven , tjes tot druppels vergaderd worden , en dan vallen kleine
5
overweegen , welke de oorzaaken mogen zijn , die zom- ſtukjes van dezelve ,, door de koude verdikt en zwaarer
tijds te weeg brengen , dat de lucht het water, ' welk geworden zijnde , in dunne Vlokken van Sneeuw neder ,
zij reeds ontbonden heeft, laat vallen , waar door een welke Vlokken duidelijk blijken , ſtukjes van een bevro.
geduurige omloop van uitwaasfeming onderhouden word. zen Wolk te zijn. Maar zo de deeltjes in druppels ge .
2
En dit zal ik coonen , dat door de geduurige beurtwisſe. formeerd worden voor dat zij bevroozen zijn , vallen zij
ling van hitte en koude , van verdikking en ijlerwor. in de gedaante van Hagel-leenen neder.
ding , daar de Dampkring aan onderhevig is , word uit. Als de lucht met dampen vervuld is , en daar koomt
学 gewerkt. een koude Wind op , gelijk dikwils gebeurt aan Zee , zo
Wat de uitwerkzels van hitte en koude betreft , ik word de ontbinding dier dampen geltuit , zij houden op
heb reeds getoond , dat de eerste de uit waasjeming be. in een ſtaat van ontbinding te zijn , en daar worden Wol.
, vordert , en de laatſte dezelve vertraagt , en eenigermaa. ken in het laagergedeelte van den Dampkring geformeerd ,
te belet , gelijk dit in andere ontbindingen even eens dewelke dat geen maaken, het welk wij Mist ofNevel,
plaats heeft; daar ik eene opheldering van heb gegeeven of Zee-vlam noemen . Dit gebeurt dikwils in een kou.
$ in de dampen , die geduurende de hitte van den dag, op den ogtend , maar als de Son eenigen tijd opgeweest is ,
getrokken worden , en door de koude des nages nederval. 20 ontbind de warine lucht weder die waterige deeltjes,
5
len , en tot dauw -druppels zamenloopen. Wij weeten en het weder klaart op.
door de Sneeuw , die zo lang op de toppen der Bergen blijſt In een heeren ſomeredag is de lucht, over natte moe .
liggen , en door de getuigenisſen, der Reizigers , die de rige gronden liggende , rijkelijk verzadigd van waterige
zelve overgetrokken zijn , dat de bovenſte deelen van den uitwaasfemingen , maar de lucht na fonnen -ondergang
Danpkring veei kouder zijn dan de onderſte. Nu ſchoon koeier wordende, is niet langer in ſtaat om alle die ont
de dainpen in de onderſte deelen van den Dampkring eerst bonden dampen te behouden , maar moet een gedeelte
opgetrokken worden , en daar in veel overvloediger zijn , daar van laaten zamenloopen in zeer kleine zigtbaare deel
kunnen zij daar echter geene Wolkev formeeren , om dat tjes , dewelke die Misten formeeren , die in een ſomer.
de warmte , die haare ontbinding heeft bevordert , ook ſchen avond uit natte gronden fchijnen op te rijzen. De
te weeg brengt, dat zij ontbonden blijven. Maar als zij dampen naast bij den grond dikker en overvloediger zijn
door de Winden in de bovenſte deelen opgevoerd zijn , de , worden eerst door de koude aangedaan , en vervol.
1: alwaar dezelfde warmte , niet meer plaatsheeft , dan zal gens die , dewelke dunner en hooger zijn ; zo dat de Mist
de koude lucht niet meer in ſtaat zijn , om al dat water , in 't eerst laag zal zijn , maar naderhand hooger ſtijgen ;
dat ontbonden opgenoomen , en naar boven gevoerd is , maar daarenboven verkrijgen die gronden , en het water
in een ſtaat van ontbinding te houden , en zij zal een ge. dit zij bevatten , zulk eene hitre van de Son , dat zij de.
deelte daar van in zeer kleine deelljes laaten zamen- zelve een tijd lang behouden en aan de luche , die daar
loopen , dewelke malkanderen weinig aantrekkende, en aanraakt mededeelen zullen , zo dat de dampen een tijd
mec lucht doormengd zijnde , Wolkevi formeeren zullen, lang na Connen ondergang zullen vervolgen inet op ie
die dezelfde vertooning zullen maaken , als waasſen of rijzen , en eerst zigtbaar worden , na dat zij een wei.
rook , en oin dat de zwaarte hunner deeltjes niet in ſtaat nigje in de koudur lucht gevorderd zijn . Die koude diko
23 zal zijn om den weerſtand te overwinnen , welken zij ke ogtend Dauwen of Nevels, daar ik nu van melt , gaan
door de lucht nederdaalende , moeten aantreffen. Warit dikwils vergezeld van eene zeer ligie fijne Regen ; want
wanneer lighaamen zeer fijn gedeeld worden , 20 zullen wij zien dan de druppels in hunne eerſte formatie , en
derzelver hoeveelheden ſtof, meerdere plaats bellaan' , dat zijn dan zodanig , als men doorgaans ontmoet , wanneer
is te zeggen , de oppervlakten van alle diekleine deeltjes men hooge Bergen overtroki , zo dat de Regen.drop .
met malkander zullen grooter zijn , dan die van de ver. pen zeer klein ſchijnen te 2017, a's zij eerse tot Wolken
bonden lighaamen , dewijl nu de zwaarte der lighaamen geformeerd worden . Maar, door de beweegiise der lucht
evenredig is met de fof , of malla ; en de wederſtand, voortged :eeven zijn le , zullen waarſchijnlijk zommigen
dien zij ontinoeten van de nppervlakten afbangt, zo ziet derzelver , in hunne nederdaaling malkanderen aanraa .
men , dat dezelfde zwaarte onder eene oppervlakte min. ken , en tot een droppel van een grooter maakzel zamen ..
der wederſtand moet aantreffen, dan onder tien duizend loopen , en hoe verder zij vallen moeten , hoe meer hun .
oppervlaktens , die , terwijl zij , aile te zamen genoo . ne grootte zal toeneemen , voor datzijop den grond koo:
men , dezelfde zwaarte behouden , nu onvergelijkelijk men . En , om deze reden , zi'n de droppels, die des
grooter vlak beſlaan. Dus moeten zeer kleine deelojes fomers uit hooger Wolken vallen doorgagnis grooter dan
eindelijk grooter wederſtand vinden , dan hun gewigt zij des winters
kan overwinnen. De verſchillende hoogiens, waar op hangen . Het iszijninsgelijksdikwilswaar
, als wanneer de Wolken veel laager
genoomen , dat de
de Wolken geformeerd worden , hangen af van de hoe. Regendruppels , die in de Dondervlaagen vallen , mer.
veelheid dampen , en de trappen van bitte in de bovenſte kelijk grooier zijn dan andere. De reden bier van kan
deelen van den Dampkring. Want de dampen zullen zijn , dac de Blixem , uit een Wolk barſtende , en zich zel.
altoos opklimmen , tot dat zij zulk eene koude of zuik ven grootelijks verſpreidende, de lucht ſchielijk van haa.
eene ijle lucht aantreffen , dat dezelve niet in ſtaat is , re plaats beweeg , welke lucht derhalven , met groote
alics , wat naar boven koomt , in een ſtaat van onthin . kragt naar haare plaats moet te rug keeren , en hier door
ding te houden ; nierom zijn de Wolken des comers door zullen de warerige deeltjes in de Wolken ſterk geroerd
gaands hooger dan in den winter. Als de Wolken door en tegen elkander geworpen worden, waar door zij groo •
eene geduurige toevoeging van dampen , veel vermeer . ter druppels dan op andere tijden zullen inaaken . Ofmise
Ddd 3 ſchien
UIT. UIT
3754

ſchien kan men zeggen , dat als een Wolk met Blixem , ren kant , als de Dampkring van een ijler tot een digter
dat het zelfde is als ele&trieke ſof, gevuld is , de wateri• ſtaat overgaat , zal dezelve in ſtaat zijn , het nederval.
ge deeltjes , even als andere ge-eleürizeerde lighaamen ,' len van het water te ftuiten , en zommige der Wolken ,
malkanderen afitooten zullen , maar dat zij van dee. die te voren geformeerd waren , wederom geheel of ge.
ze afitootende ſtoffe ſchielijk beroofd wordende , door deeltelijk te ontbinden , waar door derzelver deeltjes
hunne wederzijdſche aantrekking met eenige ſnelheid gevolgelijk minder bekwaam zullen zijn om tot droppels
naar malkanderen loopen zullen , en derhalven in groo . zaam te loopen en als Regen neer te vallen . En dit word
tere droppeis dan naar gewoonte vereenigen. doorgaands door de ondervinding bevestigd , dat de ijle
Als de Wind uit het zuiden waait , is de lucht doorgaans en verdikte ſtaaten van den Dampkring opzigtelijk van
warm , en word vervuid met waterige dampen , die zij Regen en helder weder vergezeld gaan, ſchoon ditop
ontbonden lieefe . Maar in een kouder klimaat overge . alle tijden niet gebeurt , want de lucht kan , al is zij ver
voerd , kan zij daar dezelfde hoeveelheid ontbonden dam. dund , op zulk of zuik een tijd , weinige waterige dampen
pen als te voren niet ophouden , en moet gevolgelijk ee. in zich hebben ; om dat zij daar al een goed deel van heeft
nigen daar van laaten vallen. Deeze precipiteeren der. laaten vailen ; zo ook , aan den anderen kant , kan de
haiven en hierom is een zuidelijke Wind doorgaans vog- , lucht, ſchoon digt en zwaar , op zulk een tijd zeerveel
tig. Aan den anderen kart , als de Wind uit den noor- met water beladen zijn , waar door haar gewigt vermeer.
den , of een ſtreek die daar nabij koomt waait , zo kan derd word ; en inderdaad dit moet het geval zijn , na dat
de lucht, naardien zij , zeer koud is , geen groot gedeel het lang helder weder geweest is , zo dat wij als dan Re.
te waterige danıpen in haar voorig verblijfonebonden heb- gen kunnen hebben voor dat de Dampkring tot een ijler
ben , en derhalven is zij in een warmer land koomende , ſtaat overgaat.
gereed om meer dampen te ontbinden en op te neemen. Op dit beginzel , kunnen wij , denk ik , reden geeven
En , te dezer oorzaak , worden de noordelijke Winden, van de veranderingen in het weder , die gemeenlijk bij
20 zij lang aanhouden , bevonden zeer droog en ſchrom- het rijzen en daalen van de kwik in de Berometer voor
pelende te zija , en gaan gemeenlijk van helder Weder vallen , en dit gaat veel beter , dan dat men zegge , dat
vergezeid . als de lucht ijler en ligter word , dezelve de Wolken en
Deeze ſchijnen de voornaame uitwerkzels van hitte en Dampen volgens de wetten der water-weegkunde zowel
koude te zijn , die te weeg brengen , dat de lucht de wate« niet kan ophouden , en dezelve daarom in Regen -drup
rige dampen ontbind , of opneemt, en los laat of preci. pels moet laaten nedervallen ; want als de lucht ijler
piteert , en ingevolge waar van wij de veranderingen van word , zullen de Wolken , ſchoon zij in een laager ge
het Weder zomtijds bemerken , zonder dat er eenige ver- deelte van den Dampkring zakken , daar echter worden
andering in de hoogte van den Barometer beſpeurt word. opgehouden en ik zie niet waarom haare deeltjes daar meer
Maar verdikking en ijlwording moeten ook een gelijk tot druppels zouden zamenloopen , dan in een hooger ge
uitwerkzel hebben, namelijk van meer water in luchtte deelle , ten zij zij eenig bijkoomend water krijgen , uit
ontbinden , of te weeg brengen , dat een gedeelte van de verdunde lucht , die nu dezelfde hoeveelheid water
't geen reeds ontbonden was , tot water wederkeert en niet meer bevatten kan , op de wijze zo als ik ſtraks vero
!

precipiteert. Het ſchijnt redelijk te onderſtellen dat een klaard heb.


dikke lucht waar in de deeltjes zeer nabij malliander lig. Als de Dampkring ſterk met water geſatureerd is en
gen , beter in ſtaat zal zijn om eene grootere hoeveel kouder of ijler word , dan hij te voren was , zullen wij
heid water op te neemen en in zich te behouden , dan de. bemerken , dat de laager lucht een gedeelte van het wa.
zelfde lucht in eene grootere ruimte verſpreid of metan. er, dat zij bevattede, begint los te laaten ; water valt
dere woorden , eene ijlere lucht. Maar wij hebben ee. Ongevoelig naar de grond, of hangt aan de muuren der
ne duidelijke proefneeming ten bewijze , dat dit inderdaad huizen , of andere lighaamen , die daar voor bloot ſtaan ,
zo is. Want als een Ontvanger gedeeltelijk ledig gepompt waar door alles zich dan bellaagen en nat vertoopt . En
is , zien wij dat de ijl geworden of verđunde lucht, het zo de vogtigheid zich zet aan de gladde oppervlakten van
water dat zij bevattede, laat vallen , welk water in koude lighaamen , gelijk als Marmer of andere Steenen ,
kieine deeitjes zamenloopende, zich als waasſen , als weiker pooren dezelven niet kunnen indrinken , legt zij
damp of rook , op den bodein nedervallende , vertoont. daar een zoort van dauw over , en dan worden deze lig
Wanneer men daar de lucht weder inlaat , zal dezelve haamen gezegd te sweeten,
met vogten belaaden met geweld in den Ontvanger bar- Op dezen tijd zal de Hijgrometer , door de vogtigheid
ften , en die dampen welke zij in de nog ijlere lucht van aangedaan nat wijzen , en , gelijk wij daar uit bemerken ,
den Ontvanger niet kan ophouden , tegen denzelven als dat de lucht geſchikt is om het water, dat zij bevat , los
water plaatzen , tot dat de Ontvanger bijna vol lucht te laaten , zo mogen wij dan gemeenlijk Regen verwag .
is. ten . Maar zo de lucht weder warm of digt word , zal
Deeze Proeven bewijzen , dat de lucht , als zij ver, zij op nieuws in ſtaat zijn , om het water , dat zij te vo .
dund is , zo veel opibonden water niet kan bevatten , ren had los gelaaten , te ontbinden, of op te neemen ,
als zij in een meer verdikten ſtaat kan doen. En hier uit en de vogtigheid , die op de lighaamen , daar voor bloot.
mogen wij bclluiten , dat , wanneer de Dampkring fterk geiteld , verſpreid was , zal verdwijnen, de Vogtwijzer
gefatureerd is met water, en van een dig:er toteen ijier zal droog tekenen , en wij kunnen als dan opmooij weder
ſtaat overgaat , de hoogere en koudere gedeeltens van hoopen .
denzelven inzonderheid beginnen zullen met een gedeel . Ik heb te voren waargenoomen , dat , zo eene fles met
te van het ontbonden water te laaten vailen , welk water een zeer koulvogi gevuld , en voor de warme lucht bloot
of nieuwe Wolken zal formeeren , of de grootte en het geſteld word , zich ſchielijk een dauw op derzelver op.
getal der deeltjes , die te voren geformeerd waren , ver- pervlakte zal formeeren door de vogtigheid , die dekou.
meerderen , en door het een en ander dezelve geſchikter de lucht nederlegt. Nu , indien wij onderſtellen , dat
maaken , om als Regen neer te vallen. Aan den ander dit lighaain ſteeds denzelfden trap van koude behoud,
ter
UIT. UIT. 3755

terwijl de lucht daar over gaat , zal de dauw op deszelfs klimmen en omvloeijen der waterige dampen , en de ver.
oppervlakte ſteeds vermeerderen , en met kleine ſtraal ſchillende verſchijnzelen in den Dampkring daar uit voort
tjes water langs deszelfs zijden nedervloeijen. Dit ſchijnt vloeijende , het welk een groot bewijs is ter bevesti.
juist het geval te zijn van de Bergen, welker toppen in ging der waarheid, daar ik eerſt mede begon , en wel.
de kouder gedeeltens van den Dampkring rijzen , en die ke ik vooraf op zich zelve beweczen heb , namelijk ,
daaroin zelve kouder zijn dan de lucht in het algemeen dat de Uitwaasfeming alleenlijk een bijzonder soort van
Want terwijl de Wind de laager gedeeltens van den ſmelting of ontbinding is.
Dampkring , die de warmſte , en meest inet voge bcladen Maar hier moet ik in ' t voorbijgaan zeggen , dat ik meen.
zijn , tegen de zijden der Bergen aanvoert, zo moet hij de de eerſte te zijn geweest , die deze waarheid niet negts.
daar geituit wordende in zijn vaart , noodzaakelijk op betoogd , maar zelfs vermoed had. De Hr, Abt Nol .
kliminen , en over de toppen der Bergen voortgaan, en let, gelijk ik , na het eindigen van mijneVerhandeling
bijgevolg moet deeze lucht in haaren voortgang over de eerst bemerkt heb , heeft reeds gegist, of het nier wel
zijden en toppen der Bergen , veel kouder geworden zijn . dus met de zaak mogt wezen , dog , ſchoon bij het enkel
de , een groot gedeelte der waterige dampen , die zij be . bij die gisſing gelaaten , er geen gebruik daar van gemaakt
vattede, los laaten. Deze dampen zullen als een daauw heeft, moet ik , ter mijrer regtvaardiging herhaalen ,
of waasſem op de oppervlakten der Bergen precipiteeren , dat ik zelfs die gisſing nooit gehoord had.
al waar dit vogt door de aardagtige deelen zal ingedronken De uitwaasfeming en linelung , ziet men duidelijk ,
wor len , of tusſchen de ſpleeten en klooven der Rollen dat van dezelfde oorzaak voorikome!), te weeten , de
A vloeijen, alwaar het verzameld naderhand in Wellen en aantrekking, die tusſchen de kleine deeltjes der verſchil.
Fonteinen te voorſchijn koomt, en de oorſprong van Ri. lende lighaamen plaats heeft, door welk middel de Na.
vieren word , welke men weet , dat haare geboorte in tuur zo veele andere gewrogren uitwerkt. Er waar
1 Burgarrige Landen krijgen ; en bier uit ziet men , datmen lijk , op dit beginzel , Tchijnt de lucht beter geſchikt oin
% Beeken en kleine Riviertjes nabij Bergen hebben kan , een algemeen ontbind. of (meit vogt te zijn dan eenige
1 ſchoon er geen Regen vaile , of Wolken hangen . Maar vloeiſtof , welke wij kennen , oin dat derzelver deelties ,
de nattigheid , welke de lucht doorgaands op de Bergen malkanderen niet aantrekkende , meerdere vrijheid heb.
12 nederlegt, moet sterk toeneemen door de Wolken , die ben , om zich zelven met de kleine deeltjes van andere
daar tegen aangetreeven en opgehoop : worden , want lighaamen te vereenigen , die zij allen aantrekken , en
als dan zullen haare deelties, tegen malkanderen gedrukt, in gevolge waar van wij den Dampkring beiaaden vinden
in kleine Regen - truppels nedervallen . Daarenboven met lighaamen van allerhande zoort.
weet men , dat de Bergen door hunne aantrekkende kragt, De deeltjes der vlugge geesten , die door de warmte
de Woken rundom zich verzamelen en ophouden , in ge. zo gemaklijk en zo ſterk worden uitgezet, ſchijnen maar
volge w218 van wii dikwils zien , dat de Wolken rond. Aauwelijk te zaam te hangen , en kunnen derhalven door
on de Bergen in rust blijven , terwijl de andere door de lucht gereed aangetrokken worden , en ſchieliiker
den Winu zagjes viorigedroeven worden , en dit is uitwaasſemen ; dan andere vogten. De deelijes der rcuke
de oorzaak, dat Landen , in de nabuurſchap van hooge geevende lighaamen ſchiinen ſterk aangetrokken te wor•
Bergen liggende, aan mecigvuldige Regens onderhevig den door de lucht , dewijl zij zo ſchielijk door dezelve
.
zijn . verſpreid zijn , en de Kanfer, dat een zeer vlug lighaam
Dus heb ik getoond, hoe het opſtijgen van waterige is , kan geheel in de luch: ontbonden worden , zonder
dampen , en derzelver ſtandvastige omloop , door weder dat er iets van overblijve, De lucht heeft overvloed van
om in vogtigheid, in Mist, of Regen -druppels neer te vitrioliſche , en andere zuuren , gelijk blijkt uit het
vallen , voortſpruit uit het ontbindend vermogen van de roesten van het yzer , dat voor dezelve bloot gelegt word.
lucht, doorde beurtwisſelende opvolging van hitte en kou. Zij heeft ook overvloed van zwavelagtige, falpeteragti.
de , van ijlheid en digtheid , aangezet. Want wij weer ge , en andere ontbrandbaare deeltjes, gelijk blijkt uitde
ten bij ondervinding , dat de hitte en koude , welke wij menigvuldige vuurige Luchtverhevelingen , die daar in
voelen , de lucht zo viel ijler ofzo veeldigter niet maakt, geformeerd worden. In een woord , de Dampkring kan ,
of de eerſte kan de uitwaasfeming der Vloeiſtoffen ſteeds gelijk Profeſſor BUERHAAVE aanmerkt, als een mengel.
vermeerderen , de laatſte virminderen. Nu hangt, in. klomp van alle zoorten van ſtof beſchouwd worden. En
derdaad , den ſtaat van den Dampkring in het algemeen bier kan men aanmerken , dat de verſcheidene vloeiſtof.
ten opzigt van deszelfs ijlheid en digtheid af van de bitte fen , die in de lucht onthonden worden , waarſchiinliik
en koude , welke wij hier beneden ondervinden. Deze oor. medewerken in de fijne uitvloeizelen , die van de vlug .
zaaken derhalven , naarmaate zij in verſchillende trappen ge lighaamen worden afgeroomen , le ortbinden en weg
plaats hepben , zullen deeze verſchillende ſtaaten van den te voeren . De lucht vinden wij , is noodzaa's lijk voor
Dampkring , ten opzigte van droogte en vogtigheid , wel. de behoudenis van het dierlijk leeven , maar wanneer
ke wij in de verſcheidene veranderingen van het Weder zij twee of driemaalen door de Longen van een Dier is
ondervinden , te weeg brengen. Hier koomen de Win- gegaan , word zij onbekwaam voor de ademing , en een
den bij , als welke veel tot de droogte en nattigheid toe. Dier in zulk een lucht belooten , zal ras ſterven. Of
brengen door den Dampkring heeter of kouder te maa : de lucht eenige ſtof,' tot levens-onderhoud noodig in on .
ken , dien te verdikken of te verdunnen , en door de ont. ze longen nederlegge, kan ik niet zeggen . Maar wij
binding van het water in de lucht te bevorderen , door kunnen , dunke mij zeker zijn , dat een der ooginer
deeze twee vloeiſtoffen met elkander te vermengen , of ken , daar het ademaalen toe dienen moet, is om ons
zo de lucht reeds met waterige dampen gejatureerd is van die vogtigheid , en andere uitwaasſemende ſtoffen ,
door de deelties in de Wolken zaam ie drukken , en de . die geſtadig uit de Longen uitwaasſemen , te onilasten.
zelve dus ant druppels te doen overgaan . En dus kun . Nu , gelijk de lucht niets van haare veerkragt verliest ,
nen wij, uit de beken le eigenſchappen der (melting , op met door de Longen te gaan , zo zoude zij ſteeds ge
eene voldoende wijze rekenſchap geeven voor het op. ſchikt blijven tot die oogmerken in de dierlijke huishou
ding,
3756 UIT . UIT .

ding, die van de beurtlingſche uitſpanning en zamen- en zii , die de proefneeming aanſchouwden, ten vol.
trekking der Longen in de ademhaling afhangen. En len overtuigd waren , dat de ingellooten lucht niets van
derhalven geloof ik , dat de lucht hier door voornaam- haare veerkragt verlooren had , Ichoon zij volſtrekt on
lijk onbekwaam word voor de ademhaaling , om dat zij bekwaam voor de inademing was geworden , ſtelde ik
geſatureerd is met die vogtigheid en andere uitwaasſe. het Dier , 't welk ik niet noodig oordeelde langer te maro
mende ſtoffen welken zij in de Longen ontmoet , en om telen , in vrijheid , en het herſtelde ras.
dat zij dus haar vermogen verliest van die uitwaasfemin . De ingeademde lucht dient dan , (ten allerminſten dient
gen te ontbinden , op te neemen en weg te voeren , mede) om de Longen van haare overtollige vogcigheid
waar door dezcive dan geduurig aangroeijen, en de Long te ontlasten ; maar is het niet waarſchijnlijk , dat in de
belemineren , zo dat een Dier, in zulk eene lucht be ſtandvastige en vaardige uitwaasfeming dier vogtigheid
Nooten , misſchien zal ſterven op dezelfde wijze , ſchoon van de Longen , eenige trap var koude worde voortge
niet zo ſchielijk , als of het verdronken waare geweest. brage , gelijk dit in andere uitwaasfemingen plaats heeft?
En gelijk dit eene nieuwe wijze van verklaaren is , en dat deeze koude , te gelijk niet de verſchelucht, die
gelijk inen altoos vastgeſteld heeft, dat Menſchen en ingeademd wordt , kan dienen om de Longen , en dus
Dieren , in een zeker beſtek van lucht beſooten , ſtier ook het bloed dat door dezelve gaai , te verkoelen ?
ven , om dat de lucht haare veerkragt, door de herhaal. De lucht is niet minder noodzaaklijk eer onderhouding
de inademing verloor , zo houde ik mij verpligt , de van het vuur, dan 100 die van het dierlijk leven , want
proefneeming bij te brengen , waar mede ik ecne ver. het vuur zal niet lang aanhouden te branden zonder een
klaaring , welke ik anders bijna als een gevolg mijner vo . omloop van verſche lucht ; het welk ik niet denk , dat
rige ophelderingen zoude kunnen geeven , buiten allen geſchied , door iets bij het voedzel van het vuur te voe.
tegenſpraak geſteld heb. De lucht, ſchoon in water , en gen , (want dat koomt mij niet noodig voor ,) maar op
zelfs in kookend water voor handen zijnde , verliese haare deze wijze uitgewerkt te worden. De lucht , die een
veerkragt niet ; deze bedenking, gevoegd bij dien welke mij. lighaam , dat op 't vuur ligt omringt , word heet, en zoor
ne vorige aanmerkingen aan elk oplectend Lezer voor den telijk ligter dan de lucht, die daar wat verder af is. Die
geest gebragtmoeten hebben , deeden mij de gegeeven ver. heete lucht moet derhalven opklimmen , en alle de kleine
klaaring ,als van zeive blijkbaar vastſtellen, totdat ik , door deeltjes van verſchillende zoorten medevoeien , die nu
de tegenkantingen van zommigen beſloot, de volgende van het brandend lighaam worden afgenoomen, en die
proef te werk te ſtellen. Ik benoot in een Ontvanger, van anders op deszelfs oppervlakte zouden hebben blijven lig.
agt duimen middellijos, en twaalf duiinen hoog, op een gen , en hier door de fijne ſlingeringen der brandende ſtof.
zagt 1tuk geölied leder ſtaande , een vrij groot Kuiken , fe , daar de natuur van het vuur gedeeltelijk in beſtaat ,
en bond den Ontvanger op de tafel vast. De Ontvan . belet en geltuit hebben . Indien derhalven het vuur in
ger had van boven een gat , en door het zelve ging een een benoten plaats bepaald word , alwaar geen omloop
glazen Buis, aan beide enden open , rondom het gat, yan verſche lucht kan zijn , zo zal de lucht daar naast
waar door hij in den Ontvanger liep met wasch beſmeerd, bij ; geſatureerd zijnde met de deeltjes die uit de bran
zo dat er geen lucht dan door de glazen Buis konde in . dende ſtoffe voortkomen , niet in ſtaat zijn om daar meer
dringen , maar het onderste gedeelte van die Buis ſtond van te bergen , en derhalven moet het vuur uitgaan , ge
in een glas met water , 't welk blaauw gekoleurd was , doofd , als 't ware in zijn eigen asch en waterdeeltjes.
men zal het oogmerk van dat koleuren wel haast zien . En dit is de reden , dat het vuur ſterker brand , wanneer
Omtrent een uur, na dat het Kuiken beſlooten was ge. de lucht met kragt daar opgeblaazen word , want deeze
weest, wierd het zeer ongemaklijk , het gaapte wijd , en lucht neemt de asch weg , zodra zij op de opperviakte
adeinde met veel moeite , en een half uur laater ſcheen van het brandend lighaain geformeerd word , en bevei
het bijna op het punt om den geest te geeven . De binnen ligt dus de deeltjes , die even te voren vuur gevat heb.
zijde van den Ontvanger was inen bedekt met eene vog. ben , voor het geen hunne lingerende beweeging kan be.
tigheid of dauw , die op zommige plaatzen metdruppels lommeren of Ruiten. Deze lucht zal eok het vuurſchic
federiiep. Nu , zo de befroren lucht in den Onevanger lijk door de brandſtofverſpreiden , door de deeltjes, die
door de ademing van hetKuiken iets van haare veerkragt reeds aangeſtooken zijn te brengen onder die , welke nog
verlooren had , konde zij chans zo ſterk niet drukken op niet aangeſtooken zijn . En misfchien zal de beweeging
de oppervlakte van het water in het glas onder den Onis van de lucht die fine uitwaasfemingen in de brandende
vanger bevat , als zij in het eerst deed , de buiten lucht Roffe bevorderen , waar door derhalven , het vuur in al.
derhalven , haaren gewoonen wederſtand niet vindende, le derzelver deelen word voortgeplant.
vo
zoude door de Buis ingedrongen zijn , en het water ne- Schoon de deeltjes der Vloeiſtoffen , iri gemcene uit.
derdrukkende , door het overige zijn doorgegaan, en waasfeming in den Dampkring opklimmen door het aan
met bobbels weder opgekoomen . Maar zo iets gebeur. trekkend en ontbindend vermogen van de lucht , zullen
de niet , want zodra de Ontvanger vast gemaakt was , de dampen echter , in eenige bijzondere gevallen door
klom het water uit de Buis omtrent een vijfde van een eene andere oorzaak in de lucht oprijzen . Want in zom
duim boven het water in het glas , en bleef den geheelen mige plaatzen brengt deAarde dikwils heete veerkrag.
tiid der proefneeming op die hoogte ſtaan , behalven dat tige dampen voort , die door middel haarer veerkrage in
het , bij ijdere ademing van het Kuiken , omtrent een de lucht oprijzen , en mineraale deeltjes van verſchillen
tiende van een duim , rees en daalde , welke Ningerin . de zoorten met zich voeren. Gisting doet ook veerkrag .
igen van het water in de buis ik bemerkte dat traagerwier. tige dampen geboren worden , die zich zelven in de lucht
den, en door eene grootere ruimte van de Buis geſchie. verſpreiden. En de water-deeltjes , heet genoeg gewor:
deden , tegen den laatſten tijd . Waar uit blijke, dal den zijnde, verkrijgen ecne terugdrijvende kragt, de .
het Kuiken toen telkens meer lucht , bij ijdere inade. welke hen de oppervlakte des waters doet verlaaten , en
ming ophaalde, dan het in den beginne deed. Na dat in de lucht opvoert. Maar alle deeze dampen verliezen
alles ineer dan anderhalf uur op dien -voet geduurd had , Fas die veerkragt, daar zij eerst door opſteegen , en
wors
UIT ." UIT. 3757

worden dan geſtuit, en in de lucht opgehouden door dat die van den bodem opklimmen , bemerkte ik , dat steeds
zelfde vermogen , het welke alle die dampen , die, zon. kleiner wierden , naarmaate zijdeoppervlakte naderen ,
der veerkragt in de gemeene uitwaasjeming oprijzen , en die kleine belletjes, die eenigen tijd, voor dat zij op.
doet hangen blijven . Dat de deeltjes van de waasſem rijzen , aan den bodem vast zitten , verdwijnen dikwils
die van heet water oprijst, met eene terugſtootendekragt geheel, voor dat zij de oppervlakte bereiken. Het welk
begaafd zijn , blijkt duidelijk, als het water in een be . tooni , dat , 20 de ſtof welke zij beratten , of eenig
Nooten vat gekookt word ; want dan wordt de waasſem gedeelte daar van , de hitte , die zij te voren had, vera
20 uitermaate veerkragtig , dat , zo inen geene gepaste liest, dezelve tot water overgaat. Als het water 'twelk
voorzorg gebruikt, het zelve de ſterkſte vaten zou doen zo aanſtonds gekookt heeft, in een glas geſort en gezet
ſpringen. In dit geval krijgt het kookend water , door word onder den Ontvanger van eene Luchtpomp , daar
de kragt van de bellooten waasſem ſterk gedrukt worden- men de lucht vervolgens uit haalt, zo ſchijnt hetwater
de , meer hilte , dan het in een open vat zoude krijgen ; ſterker te kooken , dan op het vuurgedaan had, en de bel.
want wanneer zelfs water in de openluchtword gekookt , len rijzen geheel niet van den boden op , maar breeken
word het wat heeter , als de Dampkring zwaar, dan of uit andere deelen van het water te voorſchijn , bijzonder
hij ligt is , het welk toont , dat de drukking op kookend lijk omtrent het middelſte gedeelte , daar wijonderſtel.
water deszelfs bitte vermeerdert , de reden van welk ver. len kunnen , dat het water heetst is. ' In dit geval kan
fchijnzel men thans genoeg begrijpt. geene fijne vloeiſtof onderſteld worden door den bodern
Maar de opmerkelijkſte vertooning , die het kookend van het vat op te koomen ; maar de warmte , welk het
water vergezelt , beſtaat in die groote bellen of bobbels , water in den Ontvanger behoud , zal deszelfs deeltjes
die aanhouden van den bodem op te rijzen , terwijl het eene genoegzaame veerkragt geeven, om de drukking van
water reeds kookt en lang , na dat al de lucht daar uit de weinige lucht , die in den Ontvanger overblijft te
gedreeven is. De groote BOERHAAVE heeft in zijne Ele. overwinnen , en dezelve to bellen uit te zetten . En
menta Chem . Part. II. door verſcheiden bewijzen ge. dat deze bellen uit waasſem beſtaan , blijkt duidelijk
23
toond , dat die bobbels niet van de lucht in het wa. in deze zelfde proef, want zodra zij beginnen op te
ter voorikoomen , en ten opzigt van derzelver oorzaak klimmen , is de Ontvanger met waasſem vervuld, de.
ſchijnt hij van het zelfde gevoelen te zijn als STAIRS welke door de koude verdikt zijnde , overvloedig langs
toc wiens Werk hij wijst, dat zij te weeg gebrage wor. deszelfs wanden in water nedervloeit. Na dat een
den door eenig werkzaam vuur , dat in het water huis . vat -inet water zo lang gekookt had , dat alle de lucht
vest . MARIOTTE, wien hij insgelijks te dezer gelegen . bellen daar uit gedreeven waren , hield ik op deszelfs
heid aanhaalt , noemt deze bobbels blieningen , en on. mond een groot glas , dat ik tot in het water neder.
derſtelt, dat zij geformeerd kunnen worden, door ee. drukte. De bellen , die onder het glas opſteegen ,
nige zoule deeltjes in het water , dewelke heet ge. bleeven in deszelfs bovenſte gedeelte , en drongen
worden zijnde , op dezelfde wijze werken als het aurum het water , 't welk daar te voren in was , te rug , waar
fulminans. Ik vind , dat het een aangenoomen gevoelen op de veerkragtige ſtof in het glas het zelve tegen de zij
is , dat deze bellen voortgebragt worden door eenige fij. den , van het vat wierp , en met geweld in een groote bob.
ne veerkragtige vloeiſtof, van het vuur door den bodem bel naar boven in het glas ſteeg, waar op de waasſem
van de ketel doorgevoerd. Ik begrijp evenwel , dat ee aan de oppervlakte ſterk toegenoomnen ſcheen te zijn. Nu,
ne vloeiſtof, zo fijn , dat zij geredelijk door den bodem dit tooni , dat de ſtof in deze ' bellen , vervat , geheel
van de ketel kan gaan , het water insgelijks iigt žou door. 'doorſchijnende, en eene zeer ijle en gelijknagtige vloei.
trekken , zonder zo veele opſchudding in hetzelve te ſtof zijnde , zich naderhand vertoont als waasłem , die
inaaken , en hierom heb ik , voor eenigen tijd beginnen met lucht vermengd is. Maar mij dagt , ik zoude
te vermoeden , dat deze bellen alleenlijk voortgebragt eene meer beſitrende proefneening hebben , zo ik de uit.
wierden door een veerkragtige waasſem , op de wijze 20 waasfemingen van zeer heete waasſem onder kookend
als ik nu beſchrijven zal. water geleid , konde waarneemen. Ik nam derbalven
De deeltjes op de oppervlakte van het water zullen , een Æolipila , en na dat dezelve zo lang gekookthad ,
Jang voor dat het kookt, door middel van de afſtooten tot dat al de lucht uit het water , dac dezelve bevattede,
de kragt , welke de bitte onder hen invoert , in waasſein was uitgedreeven , dompelde ik , zonder dezelve van
oprijzen , en zich zelven in de lucht inwikkelen , die hen het vuur te neemen , de pijp in een vat water, dat juist
gereedelijk zal ontvangen. Maar deze deeltjes ,die door kookte , en onmiddelijk klom de waasſem , welke uit de
het gewigt van den Dampkring, en van het opliggend pijp van de gemelde Æolipila uittrok, in zeer groote
water, tegen den bodem gedrukt worden , zullen een bellen door het water op , en gaf het eene vertooning ,
grooten trap van hitte krijgen , om hen zo veerkragtig als of bet geweldig kookte. Toen hield ik een glas met
te maaken , dat zij in ſtaat zullen zijn , om dezen weder koud water op zulk eene wijze , dat de pijp of de koo •
ſtand te overwinnen , en zich zelven in eene grootere kende Æolipila daar in gedompeld was. In 't eerst ver
ruimte uittebreiden . Nu dewijl de hitte het water uit toonden zich geene van die groote bellen , want de waas.
zet , en deszelfs deeltjes malkanderen naar hunne verſchil. Tem toen door het koud water verdikt zijnde , wierd daar
Jende trappen afſtooten , zo mogen wij, redelijkerwijze mede , onder een zeer ongemeen geraas', vermengd ,
onderſtellen , dat die deeltjes , om dat zij den bodem van maar zo . dra het water in het glas zeer heet was ge
den kecel onmiddelijk aanraaken , eindelijk zulk een trap worden , hield dat geraas op , en de waasſem nu niet
van hitte krijgen , dat zij kragts genoeg hebben , om de langer verdikt zijnde , klom in groote bellen op , en
drukking , welke zij uitſtaan , te overwinnen , en zich gaf het water eene vertooning als of het geweldig kook .
haastig tot die groote bellen uit te zetten , die door het te.
water , als het ſterk kookt , opklimmen . Ik heb on- Deze Waarneemingen en Proeven ſchijnen ons de na.
langs eenige waarneemingen en proeven gedaan , die dit tour dier bellen , die door het kookend water opklim.
gevoelen
VI Deel
kragtig ſchijnen te begunſtigen. Deze bellen , men , ten vollen te ontdekken. En hier uit, denk ikdat,
Eee .
UIT. UIT.
3758
dat wij de reden kunnen opmaaken , waarom eenige bekend , dat water in een belooten vat gekookt, waa
vloeiſtof in een open vat , ſegts eenen zekeren trap van in het ſterk gedrukt word door de veerkragtige waasſen ,
bitte kan verkrijgen , tot dat zij kookt, en naderhand ; die daar niet uit kan , veel beeter zal worden , dan als of
al kookt zij nog zo lang niet heeter kan worden ? En het in de open lucht wierd gekookt , 20 dat , indien het
waarom verſchillende vogten , verſchillende trappen gelooten vat kwam te barſten , of eensklaps geopend
van hitte in het kooken krijgen kunnen ? De deelen wierd , ik vastelijk denk , dat de geheele masſa van het
der vloeiſtof , die naast bij den bodem zijn , worden water zich zelve onmiddelijk tot waasfem uitzetten , en
in 't eerst heet; en daar uitgezet en ligter wordende , met groot geweld uithet vat vliegen zoude.
klimmen zij op, en veranderen van plaats met de kotia Ik vleije inij , dat deze Proeven , en de Waarneemin .
dere en zwaardere deelen ; het welk die inwendige gen op dezelve gegrond , nieuw , en voor mijdoor geen
beweeging veroorzaakt , die wij in de vozten bemer . anderen Natuurkundigen beſchreeven zijn . Ik heb de.
ken , terwijl zij warmer worden . Onderwijl word het zelve daarom willen voegen bij mijne ontdekkingen over
geheel ſteeds heketer, tot dat de deeltjes, welke de ho de uitwaasfeming , daar zij een natuurlijk verband mede
dem onmiddelij aanraaken , zulk een trap van hitte krij : hebben .
gen , als noodig is , om hen eene afſtootende kragt te gee.
yen , bekwaam om het gewigt van den Dampkring , het Uitwaasfeming van het Menſchelijke Lighaam .
gewigt der opliggende vloeiſtof , en de taaiheid van der- De ongevoelige uitwaasfeming , zegt de Hr. BUCHAN ,
zelver deeltjes, te overwinnen . En dan zullen zij ſchie. word gemeenlijk voor de grootſte der ortlastingen des
lijk tot bellen van waasſem uitgezet worden , en vaardig menſchelijken lighaams gehouden . Zij is de gezondheid
naar boven opklimmen , zonder deze bitte aan de om van zo groot belang , dat wij zo lange zijgeregeld en ge
de vloeiſtoffe mede te deelen . Want, gelijk de fchikt haar gang gaat,door weinige ziektens aangetastzul.
ringenlen
ze bel een trap van hitte bebben , welkedie der vloei . len worden ; dog word zij opgeſtopt, het geheele geſtel
ftof maar weinig overtreft , en die juist genoeg is om haar raakt in wanorder. Echter word op dit zoort van ontlasting,
in een ſtaat van uitzetting te houden , zo zouden zij , in. wijl ze minder gevoelig is dan eene der anderen , door
dien zij haare bitte verlooren , door dezelve aan de vloei gaans de minſte acht gellagen. Hier door is het dat wij
ftof mede te deelen , allen verdwijnen , eer zij de opper . zo meeniginaal geheel onverhoeds door felle koortzen ,
vlakte bereikten ; of, zo de gehecie vloeiſtof zo heet verkouwdheeden , zipkingen enz . aangetast worden .
wierd als de bellen , zouden zij even als deeze , geheel Het is een waar zeggen , dat verkouwdheeden meer Men .
in veerkragtige waasſem veranderd worden , en derhals Schen wegneemen dan de pest. De meeste Lijders diemen
ven kan de vloeiſtof niet heeter worden , dan zij is op "behandeld , hoord men hunne kwaal toeſchrijven aan kou
dien tijd als de bellen beginnen op te koomen. de die zij gevat , ligt geagt of verzuimd hebben. Om dee
Dat deze bellen inderdaad heter zijn dan de andere 'ze reede zullen wij, in plaats van naauwkeurig den aart der
deelen der vloeiſtof, ontdekte ik door de volgende proef. uitwaasfeming , haar verſchil in de onderſcheidene jaar
neeming. Een tinnen vat, van omtrent negentien dui. getijden , luchtſtreeken , lighaamsgeſtellen enz uit te vor.
mer middellijns , wierd op 't vuur gezet , zo dat het wa. [chen , alleenlijk tragten de gemeenſte oorzaaken , die
ter aan de eene zijde alleenlijk geweldig kookte , maar dezelve doorgaans belemmeren en opſtoppen , aan te wij.
de beweeging , hier uit geboren , deed al het water door zen , teffens met de middelen om zich voor dezelve te
bet vat omvloeijen , en derhalven moest al het water, hoeden , of ten minſten haare kwaade uitwerkzelen in tijds
na dat het vat eenigen tijd had ſtaan kooken, denzelfden tegen te gaan . Het verzuim van eene behoorlijkeoplet.
trap van hitte gekreegen hebben. Toen hield ik een tenheid hier omtrent , kostjaarlijks veele duizenden Men :
Kwik-'Thermoineter met eene Schaal van FAHRENHEIT , [chen het leeven .
in het water , ter plaatze , daar dezelve juist buiten het Eene van de gemeenſte oorzaaken van verſtopte uit.
bereik der bellen was. Die Thermometer kloin daar niet waasfeming, of hetvatten van koude in deeze landſtree.
hooger, dan tot 211. maar toen ik denzelven onder de ken is de veranderlijkheid des weders , of geſteldheid van
bellen hield , daar zij dikst opkwamen , rees hij tot 212. den dampkring. Geen land is er, waar die verandering
het welk gemeenlijk de middel hitte van kookend water gen menigvuldiger zijn dan in dit land. Degraaden van
gereekend word , ſchoon het eer de bitte ſchijnt te zijn hitte en koude, zijn niet alleen bij ons , in de onder.
van den waasſem in de bellen bevat; en derhalven is de. fcheidene jaargetijden zeer verſchillende, maar ze gaan
zelve wat grooter dan de hitte , die het water, zonder dikwils binnen den tijd van weinige, ja zelfs van een en .
in waasſem over te gaan , kan verkrijgen. De hitte van kelen dag , van het eene uiterſte tot het andere. Dat zo.
het water was toen zo groot niet, als die zomtijds is , danige veranderingen op de uitwaasfeming merkelijken
want 'de Dampkring was toen zeer ligt , en de Barome- invloed hebben moeten, is een iedereen klaarblijkelijk.
ter ſtond op 29 duimen . Het beste middel om het lighaam tegen de veranderin .
Uit het geen gezegd is , volgt , dat de trappen van des weders te barderi, is dagelijks uittegaan. Die gees
hitte, noodig om deze bellen in eenige vloeiſtoftedoen nen welke zich het meest binnenshuis houden , zijn de
oprijzen , en dezelve te doen kooken , grooter zal zijn , vatbaarſte voor verkouwdheeden. Zodanige lieden maao
paar maate de vloeiſtof ſterker gedrukt word , en der ken zich zelven zo week en teder , dat ze deminſte ver.
zelver deelen taaijer en lijmiger zijn. En dit , vinden wij, anderingen in den dampkring gewaar worden , en hunne
koomt naauwkeurig met de ondervinding overeen . Want pijnen , hoesten , benauwde borſten enz , maaken hen tot
wijngeest, die eene zeer ligte ras verdunde , en geenzins een zoort van levendige Weerglazen,
lijinige vloeiſtof is , zal mec minder hitte kooken , dan het Natte kleederen , ſtoppen door hunne koude niet al
water doet. Maar Kwik , welke deelen zwaarer zijn , leen , de uitwaasfeming , dog derzelver vogtigheid in het
en Olie of Pik , welks deelen lijmiger zijn dan die van lighaam intrekkende, vermeerderd grootelijks het gevaar.
water , zal een veel hooger trap van hitte noodig heb. Het allerſterkst geſtel is niet beſtand , tegen de ongemak.
ben om te kooken , dan het water behoeft. En het is ken die uit natte kleederen optſtaan ; dagelijks ſpruiten
daar
UIT . UIT. 3759

daar uit koortzen ; verkouwdheeden en veele andere ge- gaans de Lieden over het vatten van koude hoort klaa .
vaarlijke ziektens voort , bij jonge , gezonde en ſterke lie- gen , wanneer ze van bed veranderd zijn. Waren zij zorg.
den . vuldig , nooit in een bed dan het geene dikmaal gebruikt
Menſchen die veel uitgaan , kunnen niet altoos vermij. wierd , te ſlaapen , zij zouden er geene kwaade gevolgen
den nat te worden . Dog het gevaar hier van , kan mer. van gewaar worden .
kelijk verminderd zo niet geheel weggenomen worden , Tedere en zwakke perſoonen , mogen met regt vrees
door ten eerſten van kleeding te veranderen ; is hier toe zen bij hunne Vrienden te huisvesten , wanneer ze aldaar
geene gelegenheid , men moet zich zo lang in beweeging op die zo wel beſpaarde bedden te Naapen gelegd wor .
houden , tot ze droog zijn. Veele lieden echter zijn zo den , waar door met oogmerk om hun beleeftheid te bewij
verre van deeze voorzorge te gebruiken , dat zij dikwijls zen , hun een wezentlijk nadeel toegebragt word. Ieder
met hunne natte kleederen , in het veld gaan zitten of die de gezondheid zijner Vrienden ter harte neemt , be.
leggen , zomtijds geheele nagten in dezelve Daapen. De hoorde die bedden , welke bij tot hun gebruik ſchikt, van
menigvuldige doodelijke gevolgen , welke wij uit dit ge- tijd tot tijd dezelve ofte beſlaapen , ofte doen beſlaapen ,
drag zien voortkomen , behoorden eenen iegelijken er luchten en droogen. In Herbergen, waardezelve ineest
van af te ſchrikken . alle nagten benaapen worden , is niets anders noodig dan
Natte voeten zelve , veroorzaaken dikwils gevaarlij. de kamers frisch en warm en het bedde.linnen droog te
ke ziektens , hier uit ontſtaan niet zelden , alle zoorten houden .
van kolijken , ontſteekingen der borst enz . De gewoon- Vogtige huizen , brengen mede niet zelden dezelve on.
te zeker maakt zulks minder gevaarlijk , echterbehoord gemakken te weeg ; om deeze redenen dienen de geene
men het zo veel mogelijk te vermijden. Inzonderheid be, welke bouwen , ſteeds zo veel mogelijk de droogſte plaat
hooren ten deezen opzigte , lieden niet aan natte klee. zep uit te kiezen ; een Huis het welk op eene vogtige en
deren of voeten gewoon , of de zodanige die zwakkelijk moerasſige plaats gebouwd is , zal altoos de gezondheid
zijn , zeer omzigtig te zijn. zijner bewoonderen , nadeelig zijn. De vloeren der be.
다.
De avond- of.nagt-lucht ſtremt dikwijls de uitwaasſe. nedenſte verdiepingen alle dier Huizen , welke op geen
ming , in den ſomer zelfs. De dauw, die na heete dagen zeer droogen grond geplaatst zijn , behooren altoos bo
het ſterkſte valt , maakt de nagten gevaarlijker dan wan- ven , nooit in dien grond gelegd te worden . Bediendens
neer het koel weder is. Hierom is in heete landen de en anderen, welke verpligt zijn in kelders of gezonke .
avond-dauw veel ſchadelijker , dan in gemaatigde lucht- ne vertrekken te huisvesten , blijven zelden lange ge
Itreeken . zond ; men behoorde nogthans op de gezondheid zijner Be
: Naar een heeten dag , is het zeer aangenaam de koe- dienden , zo wel als op zijne eigene acht te geeven.
le en frisſche avondalucht te ſcheppen ; dog een ieder Niet is gemeener , dan dat lieden om eenige geringe
die zijn gezondheid lief heeft , behoord dit vermaak te moeite en ongemak te vermijden , hun leeven waagen in
mijden. De uitwerkſelen des avond -dauws, zijn wel Huizen , die eerst vars gemetzeld , bepleisterd of geverwd
is waar , trapswijze en bijna onbemerkbaar ; des niet te zijn ; zodanige Huizen zijn niet alleen gevaarlijk door
min zijn ze zeer te vreezen ; en het is voor alle Arbei. hunne vogligheid , maar ook door den reuk der kalk ,
ders , Reizigers en alle lieden die zich over dag ſterk ver- verwe , enz. De aanborſtigheid , teering en andere longo
bit hebben, zeer raadzaam dezelve zorgvuldig te ver- kwaalen , met welke lieden die dagelijks dit zoort van
mijden . Hoe ſterl.er de uitwaasfeming geweest is , hoe ſtoffen bewerken , doorgaans behebt zijn ,zijn de genoeg .
gevaarlijker ze zijn. Door bier op , in landen die plat en zaame bewijzen van het nadeel , 't geen dezelve der ge.
moerasſig alwaar dus bij gevolg de dauw en de uitdampin- zondheid toebrengen.
gen ſterker zijn, geen agt te geeven , worden veele Ar: De Huizen worden dikwijls vogtig gemaakt , door ee
beiders en Werklieden door afgaande koortzen , ontſtee- ne ontijdige zindelijkheid , ik meen , door de ſchadelij
kingen der keele enz , aangetast. ke gewoonte , van kamers , even voor men in dezelve
Het Naapen in vogtige bedden , mist zelden de uitwaas. Gezelſchap ontfangt, te wasſchen en te ſchrobben . In
21
Seming te ſtremmen . Bedden worden vogtig , het zij door zulk een Kamer looptmen ligt gevaar koude te vatten ,
niet gebruikt te worden , het zij door in vogtige plaatzen ſchoon men er zich ook maar een korten tijd in opbou
of kamers in welke geen vuur geſtooktword, geplaats de. Lieden die zwak en teder zijn , behooren zich hier
te zijn. Niet is nadeeliger voor Reizigers , dan dit; voor inzonderheid te wagten , ſterke Lieden zelve loo.
ſchoon men zulks doorgaans op alle plaatſen, daar brand . pen in de open lucht veel minder gevaar , dan in dierge
ſtoffen ſchaars zijn , ontmoet. Als een Reiziger nat en lijke vertrekken , en hoe meer iemand gewoon is in droo .
koud in een herberg komt , kan een goed vuur, verwar. ge Huizen te zijn , hoe gevaarlijker vogtige Huizen en
menden drank en droog bed hem wel ras berſcellen , daar natte vertrekken , voor hem zijn zullen.
eene koude kamer en vogtig bed in tegendeel de reeds Dog niets ſtremt zo zeer de uitwaasfeming, dan een
geſtremde uitwaasfeming nog verder opſtoppen , en de ſchielijke overgang van hitte tot koude. Zelden zal men
gevaarlijkſte gevolgen na zich Neepen . Die Herbergen koude vatten , ten zij men bevoorens verhit geweest zij.
waar men dus negt gehuisvest is , behooren de Reizi. De Hitte verdunt het bloed , verſnelt deszelfs omloop .
gers als de pest te ſchuwen ; geen Mensch hoe ſterk ook , en vermeerdert.de uitwaasfeming ; dog word dit alles ſchie
is beſtand tegen de daar uit ontſtaande gevaaren. lijk geſtremd , zo moeten daar uit noodzaakelijk kwaade
Dog het is in de Herbergen alleen niet , dat men vog . gevolgen voortſpruiten. Arbeidslieden , kunnen zeker.
tige bedden vind. In veele Huisgezinnen vind men er lijk niet altoos vermijden , te zeer verhit te worden ; dog
11 die alleen bij huisvesting van Vreemdelingen gebruikt het is in hunne magt zo dra zij met werken uitſcheiden ,
worden. Alle zoorten van linnen -en bedde-goed wor: hunne kleederen aantetrekken , op een drooge plaats uite
den niet gebruikt zijnde , vogtig ; hoe is het dan mogelijk , terusten , en het ſlaapen in het open veld te vermijden ,
dat die niet boven twee ofdriemaals'jaars beflaapen wor: Wierden alleenlijk deeze gemaklijke regelen in agt geno.
1 den , anders zijn zouden dit is de reden dat men door men , zulks zoude aan veele dier nuttige Lieden der Maat.
Eeee 2 ſchap :
5760 UIT. UIT .
ſchappij , het leeven beſpaaren . Niets ſteld den Mensch meer aan verkouwdheid bloot,
Het is onder Werklieden zeer gemeen , wanneer ze dan het al te warm ſtooken hunner wooningen ; die zich
zeer verhit zijn , ſchraale en koude dranken , zelfs in daar aan gewennen , woonen in een zoort van Broei
vrij groote maat , tedrinken. Dit nogthans is bij uitſtek kasſen , uit welke zij kwaalijk hunne Nabuuren zel.
gevaarlijk. Dorst is voorzeker zwaar te lijden, en de ve kunnen gaan bezoeken , als ten gevaare buns lee.
trek om dezelve te lesſchen , is veeltijds ſterker dan de re. vens.
den , en brengt ons tot het doen van iets , 't geen onsci- Schoon er geene andere dan deeze reden alleen was ,
gen oordeel zelve af keurt. leder Boer weet zeer wel , om de huizen niet boven maatig warm te ſtooken, was
dat indien hij zijn Paard wanneer het zeer verhit is , den zulks genoeg ; dog daar en boven kan het in geen buis.
buik vol koud water liet drinken , en het vervolgens op waar in het heet is, gezond zijn , de bitte berooft de
ſtal zette of ſtil ſtaan liet , het zelve daar door ſter- lucht van haare veerkragt , en maakt ze onbekwaam tot
ven , ten minſte bedorven raaken zouden . Hij draagt uitzetting der Long , en tot de ademhaaling; hier uit
dieshalver zorge daar voor. Met hoe veel in eer reden onſtaan zo veele teeringagtige en longziektens, onder de
dan , diende hij niet hier omtrent zich zelven in acht te werklieden in ſmederijen, glasblaazerijen , enz.
neemen . Er zijn zomtijus lieden zo onzinnig , van zich heet
Men kan op veelerlei manieren den dorst lesſchen ; zijnde , in koud water te dompelen en te baden . Koort.
zonder groote teugen van koude drank in te zwelgen. De zen nice alleen maar zelfs Dolheid , zijn meermaalen
velden brengen eene verſcheidenheid van zuuragtige Plan de gevolgen van dit uitzinnig gedrag geweest. Dit dolo
ten en Vrugten voort , bet kauwen van welke alleen in lemans werk verdient geene verdere ernſtige aanmerkin .
Naat is, den dorst te vernaan. Herhaalde reizen den gen , wij zullen deeze eindigen , met eenen iederen aan
mond vol water te neemen , en na het zelve er eenigen te beveelen , zich zo veel mogelijk voor allen ſchielijken
tijd ingehouden te hebben , weder uit te ſpuwen, is hier overgang van hitte tot koude te mijden, en het lighaam
ook genoegzaam toe in ſtaat. Een ſtuk brood langzaam 20 veel doenlijk ſteeds in eene eenpaarige getemperdbeid
et met eenige mondvollen watergekauwden doorgefikt te houden; of indien dit niet altoes geſchieden kan, het
zal zeer wel en op een veilige wijze den dorst lesſchen . lighaam ten minſte trapswijze te verkoelen.
Voor iemand die zeer verhit is , is een mond vol brande." Veele Menſchen zullen zich mogelijk inbeelden dat
wijn of andere diergelijke drank het beste, wanneerzulks eene te ftipte nauwkeurigheid bier omtrent , bep week
te bekomen is. Dog wanneer iemand de dwaasheid gehad en teder maaken zoude. Dit is zo verre van ons oog .
heeft, van zeer warm zijnde , koude dranken te drinken , merk , dat het voornaam te middel , het geen wij tot vera
moet hij voor al zich zo lange in beweeging en warm hou. boeding hier van aanraaden , beſtaat, in het lighaam te
den , tot dat die drank medein zijn maag warm geworden harden, door middel van het zelve dagelijksaan de lucht
is . te gewennen .
Het zoude verveelend zijn , alle de kwaadeuitwerkzels UITWAS , zie EXCRESSENTIA .
van koude dranken , wanneer het lighaam verhit is , op UITZINNIG . Deeze ſchimpende bijnaam word
te tellen . Een oogenblikkelijken dood is meermaalen twee zoorten van Menschen gegeeven ; voor eerst aan
het gevolg er van geweest. Doorgaans ten minſten ſpruit de zodanigen , die wezentlijk het gebruik van hunne
er heeschheid , ontſteeking derkeel , en verſcheidenerleij finnen en reden hebben verlooren ; en ten tweeden aan
zoorten van koortzen uit voort. Ook is het geenzins vei. die , welke zich eveneens gedraagen , als of zij er van
Jig als een zeer warm is , rauwe vrugten , ſalade , of beroofd waaren . Een Uitzinnige is niet alcoos een Gek;
diergelijken te eeten ; deezen zijn wel niet zo zeer gevaar hij is dikwils bekwaam aan een ander een goede raad te
lijk , als koude dranken , echter zijn ze nadeelig en te ver. bruik
geevenvan
, dogte onbekwaam om er ten zijnen eigen nutte ge
maaken . Niets is gemeener dan een ver .
mijden .
In een warme kamer te zitten heete dranken drinken , ſtandig Man te zijn , die zich als een Gek gedraagt.
tot zo lange dat zich de zweetgaten openen , en zich vers ULCUS TELEPHIUM , zie CHEIRONIUM UL.
volgens eensklaps in de koude te begeeven , is mede ten
uiterſten gevaarlijk. Verkouwdheid , hoest en ontſtee . ULK , zie BUNTZING.
kingen der borst, zijn bier van de gewoone gevolgen . ULMUS, zie YPENBOOM .
Niets echter is gemeender! Veele Menſchen naar geduu. ULMARIA , zie REINETTE.
rende een geruimen tijd zich met het drinken van warme ULNA , zie ELLE .
dranken bezig gehouden tehebben , rijden in den kouden ULTRAMARIN , zie AZUR - STEEN.
nagt of avond twee of drie uuren verre, blijven zomtijds ULULA , zie UILEN .
den geheelen Dagt opzitten , of zwerven langs de ſtraa . UMBELLA , zie KROONBLOEM .
ten om . UMBILICUS , ' zie OMPHALOS.
Niet min gevaarlijk is het , in eene warme kamer zich UMBO , zie DISCUS.
bij een open venſter neder te zetten. Veel beter is het ISSCH
UMBRĂ , zie OMBERVISSCHEN , H. IV. pag.
geheel in de open lucht te zitten , dan zo dat men op ee. 1365.
nig bijzonder deel des lighaams togt vatte. Menigmaal UMBRA , zie SCHADUW .
ontſtaan hier uit heete koortſen en teeringen . Het Naa . UNCER , zie BALANCE .
pen met open venſters is niet min gevaarlijk , zulks dient UNCIA SEMIS , zie LOOD .
nuoit zelfs in het heetſte van den fomer niet te geſchie . UNDELETUS , zie MEANDRITES .
den . Menigmaal hebbe ik Werklieden gezien , die zich UNDOSUS PULSUS , word genoemt, wanneer de
door in hunne onderkleederen en voor open venſters te Pols ongelijk Naat. Zie POLS .
zitten , doodelijke ziektens op den hals gehaald hadden . R : UNGUIS , zie NAGEL .
Dus raade ik eenen ieder hunger zich bier voorzorgvul. * UNGUIS LAPIDEUS , zie ONIJCHITES .
dig te wagten. - UNGUIS ODORATUS , zte BLATTA BIJSAN .
TIA. UN :
UNI. UPA. UPU. URE. URF. URI. URO. USU . 3761
UNGULA , zie KLAUW . lau , is veertien dagen ; als men bij voorbeeld van
UNICORNU , zie EENHOORN . dinsdag begint aan te teilen , zo moet die op den derden
UNICORNU FOSSILE , zie EENHOORN (GE• dinsdag ſtiptelijk betaald worden. In Augsburg en Neu .
GRAAVEN-). remberg doet Ufo 15 dagen. - Daar zijn plaatzen daar
UNIVERSITEITEN , zie HOOGESCHOOLEN . Ufo voor de tijd van twee maanden word genoomen ,
UNSTER , zie WEEGSCHAAL . ook wel een maand na dato. - In Portugal en Italie ,
UPA MONTANA , zie BERG-HOPPE. is Ufo op Amſterdam , Antwerpen en Hamburg , twee
UPUPA , zie HOPPEN . maanden na dato ; en van die Sieden na Portugal en Ita.
URENS , zie CAUSTICUS . lie insgelijks. Engeland , Braband , Vrankrijk en Vlaan .
URF , zie KARPERS , 1. XVIII. pag. 1447. deren hebben op die wijze een maand na dato over en
URIA , zie PAPPEGAAI-DUIKEREN weer, — Een halve Uſo word gemeenlijk agt dagen na
UR- HAHN , zie OUWERHAAN . zigt door verſtaan , als wanneer ſtiptelijk op den agtſten
URINA , zie PIS . dag na dat de wisſelbrief gepreſenteerd en geaccepteerd
URINARIUS , zie MEATUS . is , moet betaald worden . Bij voorbeeld , men preſen .
UROGALLINA , zie BERKHOEN . teert de Wisſelbrief op woensdag , in gevalle hij geaccep.
UROGALLUS , zie OUWERHAAN . teerd word , begint men van donderdag te tellen , en be.
UROMANTIA , dit woord gevormt van ouper, pis, taald den naastkomenden Donderdag (tiptelijk. – Dop
en førteid , voorzegging ; betekend dewetenſchap om pio Ufo of a deux Ulances, betekent dubbelde Uſo of
door middel van de pisdetegenswoordige toeſtand eener maand
tweemaalis ,nadato. Ik ſtel bij voorbe maande
dan maakt doppio Ufo-twee eld
, datn.ufoeen
ziekte te bepaalen , en er de te gebeurene toevallen van USTILAGO , zie BRAND .
te voorzeggen; dit deel van deSemeiologia , tot zijn regte eigent.
middelmaat gebragt ,van alle de buitenſporigheden derlijkUSUC APIO , isg een
gebruikneemin latijns
betekend woord
; chmen 't welk
verſtaat er doorde
gekweekt, inzonderheid ten aanzien van kwaadaartige verkrij ging van eigendom van iets , door middel vaneen
geſtadi onverhindert
ziektens en koortzen , die men Rotkoortzen noemt, kan de wetg bepaalt
en . Lib. 3. ff.de , geduur
bezit ufurpat endeeen tijdIndoor
. &ufucap. te.
van veel nut zijn. Verſcheidene Schrijvers hebben aan
dezelve de gelijk betekenende naamen vanUrocriſia, gendee l was preſcriptiogenbij, de
niet tekunnen verkrij
Romeinen , eenverbod
als mede ſpeciaal
Belet, van
uit
Uroſcopia , enz. gegeeven. Urocriſia is gevormt van
çõpor ,pis, en vanresis, oordeel,en betekendnade kragte van het welk , de bezitter , dievan de tijd van pres
letter hetoordeel dat men over de ziektens draagtdoor fcriptiegebruikmaakte,wierdin berbezitgemaintineerd,
met een volkoome en volleedige zekerheidHijpot
de beſchouwing der pis. Uroſcopia is zamengeſteld van le actie van den Eigena ar en alle regt van tegensde rēe .
heeken.
būpov , en van een afſtamzel van het werkwoord PHÉTTO Diensvolgens heerscht tusſchen de Uſucapio en Preſcrip.
ET peab, ik beſchouwe , letterlijk betekend het de eenvou. tio een aanmerkelijk onderſcheid , 't welk men kan ver.
dige beſchouwing der pis. handelt vinden in Inſtit. Lib. II, Tit. 6. Dog zedert dat
URSUS , zie BEER . Keiſer JUSTINIAAN de Uſucapio in de Preferiptio heeft
URSUS MARINUS , zie ROB , 3. I. P. 3061. vervormt , betekenen die twee woorden het zelfde. En
URTICA , zie NETEL . kel dient men aan te merken , dat men van de uitdrukking
URTICA INERS, zie NETEL (DOOVE-). Uſucapio in regten meer gebruik gemaakt vind , om cor .
URUBU , zie MENSCHENEETÈR . poreele zaaken uittedrukken , en van dat van Preſcriptio
URUCU , zie ORLEANE . voor de incorporeele zaaken en middelen om zich te kwij.
USO , Uſage of Uſance, zijn franſchę woorden , ten, van Obligatien , Adien ; Servituten en andere dus:
die een aangenoomen Gebruik betekenen , in 't fransch danige regten meer.
un uſage reçuo In 't algemeeen word er in 't ſtuk van UTENSILIA , zie GEREEDSCHAPPEN .
Wisſelbrieven die tijd door begreepen , die men ge. UTERUS , zie BAARMOEDER .
woon is toeteſtaan tot derzelver betaalinge , welke tijd UTTER , zie OTTER,
begint te loopen of van den dag van de acceptatie van de UVA CORINTHIACÆ , zie KORINTHEN ,
Brief of van den dag van de daar in geſtelde datum , en UVA CRISPA , zie KRUISBESIEN.
is korter of langer naa het gebruik en gewoonte op de UVA QUERCINA , zie EICKEN DRUIF ,
plaats. De gemeenſte in de Duitſche Steden , als Frank. UVULÀ , zie HUIG.
fort, Straatsburg , Weenen , Keulen , Leipſich en Bres UVULARIA , zie MUISEDOORN.
Bericht aan den BINDER , wegens het plaatzen der
1
PLAATEN

Plaat H tegens over Bladzyde 3182.


XLIX 3216 .
L 3246 .
I 3268 .
LI 3296 .
LII 3306.
K 3360.
LIII 3416 .
L* 3420 .

M 3428.
LIV 3432 .
LV 3432 .
LVI 3560.
LVII 3592 .
LVIII 3614.
!!I

N. 3626 .
LIX -
3646.
LX 3688 .
O 3704
P 3705.
3706.
o

Te L E E UW ARDEN,
Ter Drukkerije van H. A. DE CHALMO T. 1775.
Te Leeuwarden by H. A. DE CHALMOT is gedrukt en to
bekoomen.

1. VOLKOOMEN NEERLANDSCH KOOKKUNDIG WOORDENBOK , of de FRIESCHE KEU .


KENMEID en VERSTANDIGE HUISHOUDSTER , onderwijzende op eene duidelijke en ſmaakelijke
wijze , het bereiden van allerleij Spijzen , zo wel in de Vaſten als op andere tijden : Namelijk het braaden 20
wel aan 't Spit als in de Pot van allerleij zoorten van Vleesch , Gevogelte en Wild. Hoedanig veelerleij
zoort van Vleesch en Gevogelte te vullen , en met Oeſters te ſtooven ; het maaken van allerleij zoort van
Schotel en andere Paſteijen. Om op een gemakklijke wijze grove en fijne korſten tot Pafleijen en Taarten
zelfs in 't heelte van den ſomer ie inaaken . Hoedanig allerleij Vleesch op diverſemanieren te ſtooven ; wel.
ſinaakende Ragouts in zoorten te bereiden. Varkens, Lams, Kalver en Schaape- Carbonaden op de rooſter te
braaden en te looven . Hoedanig in de herfstijd het Vleesch en Spek , zo tot rooken als peekelen te behande.
len. Het maaken van Rolpens , Hoofd vleesc! , Varkens-zwaard Rolletjes, Runder.Worſten , Varkens Saufij.
zen , Sauſijzen de bologne, enz. Hoedanig a'lerleij Sauzen , als onder anderen Siepelo, Chalotte. , Mostert.
Petercelie , Zuurling , Robert- en Eijer ſauſen te vervaardigen , Potagie , Soepen en Moefen van allerleij zoort ,
als onder anderen Soepe-maigre , Soepe de Canard , franſche- Soep ,Siepel Soep, enz. Potagie van Kalfsvieesch, van een
Kalkoen , van Hoenders, Rundvleesch, Schapevleeschenz. Groenmoes , Aalmoes, Kalvermoes enz.te vervaardigen . Om
yeelerleij Soepen voor zieke Menſchen gereed te maaken ; Soep koekjes, of Tabletten van Bouiljon , te vervaar.
digen , die men op reis mede neemt , jaaren lang kunnen duuren , en waar mede men in ſtaat is altoos lekkere
ſoep te hebben . Allerleij Vleesch en Gevogelte met geleij en a la Daube te bereiden ; veele zoorten van Frie
cadellen 20 wel van Vlcesch als Visch buitengemeen ſmaakelijk gereed te maaken , insgelijks fricasſées van
Hoenders , Duiven , enz. Ook Hachées van Vleesch en Visch. Allerleij ſmaakelijke bereidingen van Visch;
als onder anderen Kroefte.foep , aangelegde Snoek , omgekeerde Arminiaan van Baars , en veelvuldige anderen.
Hoedanig de verſchillende zoorten van groenters te ſtoover en fmaakelijk gereed te maaken ; het inleggen en
drvogen van allerleij Groentens en Vrugten, als erwten , boonen , parcelein , kool , endivie , agurken , enz. Om
droogrozzijn , drooge-mostert en mostert-koekjes te bereiden, waar van men ten allen tijde goede azijn en mostert
kan gereed maaken , zeer gerieffelik om op reis mede te neemen . Veelvuldige bereidingen van Eijeren ; om
ſmaakelijke Eijeroſtruiven van diverſe zoorten en a !lerleij zoort van finaakelijke Kaasjes te vervaardigen ; zo wel
van Schaape als andere melk , insgelijks Roomkaasjes, Eijerkaasjes enz. Om allerleij gebak , als Waaffelen op
verſcheiderhande wijzen , Appelkoekjes, Sprits, Keugels, Bignets , Boter.gebak , Keekſen , Bollebuisjes, Tarw .
koekjes, Eijerſchotels, Knijp wafeltjes , Oeblien, en een menigte andere zoorten gereed te maaken ; voorts
Engelſche- , Gebakkene- , Frieſche- , Rijst en Roggenbroods. Poddingen . Het maaken van allerleij zoort van Taar.
ten, als onder anderen , appel , Pruime , Abricoofe , Kersfe , Amandel-, Giers. , Rijsto, Citroen ., Kervela ,
Spinagie., en Zuurkool Taarten , insgelijks lekkere Confituur- en Roum - Tarteletjes. Oin allerleij zoort van natte
en dionge Confituuren gereed maaken; als Geleijen in zoorten , confijte Nooten , Pruimen , Abricoofen , Kersfen ,
Aalbe hiën , halve Oranje, Oranjeſnippels en meer anderen ; insgelijks om allerleij Vrugten in brandewijn te confij.
ten. Het maaken van Citroenpap en geleij van Hertshoorn, tot verſterking van zieke Menſchen. Allerleij lekkere
bereidingen uit Room , als verſcheide zoorten van verkwikkende Room.pappen , gebrande-Rooi , gegees,felde-Room ,
ſneeuw Room , Italiaanjche -Room , enz. Allerleij Viaden , als van Eijeren , Kruisbeſien , Aalbeſiën , Citroen enz.
te vervaardigen ; insgelijns Compotten van Appelen , Peeren , Perfiken , Abricoofen , Kruisbefien , Citroen , Kerso
sen , enz Allerleij finaakelijk 2'sikergobak , Banket , Marſepeinen en zoorten van Marmeladen gereed te maa .
ken ; insgelijks Tabletten van allerleij Vrugten. Om Wijn van roode en witte Aalbefiën te maaken die lekker van
ſmaak en ſterk is , daar bij hoe ouder hoe beter word ; insgelijks on Cijder en Appeldrank te bereiden die voor
geen geineene Riinzewijn behoeft te wijken ; beproefde Voorſchriften , om witte en geele Meed uit boning
te kooken. Om Limonade, Orſeade, Ratafia van Kersſen en Frambooſen , Kweewater , Perſico en een menigte
andere aangenaame en verkwikkende liqueurs en dranken te bereiden. Middel om suur en vuilſmaakend Bier
met weinig moeite weer goed te krijgen. De Boter in de ſterkſte vorst ( meudig te hebben , en ſterkſmaakende
weer lekker te doen worden . Om roode wijn en andere vlakken , met weinig moeite uit het Tafelgoed te
kriigen enz.; alles uit ineer dan een dertigjaarige ondervinding opgeſteld , door Mej. CATH. ZIERIK HOVEN ,
2 deelen in 8vo de prijs is . 28 Stuiv.
NB. Met vrijheid durft men dit Werkje als volk oomen in zijn zoort 1anprijzen , het geen ook de ondervinding aan
die geene welke er gebruik van willen maaken , sal leeren ; bijzonder heeft men zich beoeffent, om alles klaar
en duidelijk te maaken , en zulks met 30 weinig omſlag als doenlijk was; daar bij .s het zeer gemakkelijk
te gebruiken , dewijl alles op de letter ſtaande , inen daar door in een ogenblik kan vinden het geen men
begeert te weeten .
II. P. CAMPER Aanmerkingen over de Inëntinge der Kinderziekte met waarneemingen bevestigd , met
kop . platen , in 8vo , de prys is 22 Stuiv. Dit zo nutrig Werkje handelt; I. Over den Aart der Kinder.
derziekte , en haar beloop in Menſchen van verſchillende Jaaren. II. Over de uitwerking der Ziekte in
byzondere geſtellen, en ziektens. III. Over de keuze der voorwerpen , en tyden. IV. Of men inềnten zal
in een huis, daar de natuurlyke beſmettinge is , en de zulke die waar ſchynełyk , ſchoon niet zeeker , beſmet
zyn ? V. Over de tekenen , of men al eens de Pokjes gehad heeft. vi. Over de moogelykheid van twee .
maal de Kinderziekte te krygen. VII. Over de veelheid van Pokpuissen , of men die door konst kan ver
minderen ? VIII. Over de rede, waarom de Inênting zomwylen niet vat. IX. Over de Inëntingen , die
met
met geene uitbotting geſchieden. X. Over de voorbereiding. XI. Over de Specifica, of byzondere Genees
middelen. XII. Over het Voedzel , de Lucht, Koude , enz. XIII. Over de verkiezing der Stoffe , en
haare uitwerking. xiv. Over de veelheid der Pokſtoffe. XV. Over de gevoegligſte plaats tot Iriënting.
XVI. Over de Werkcuizen , met welke de Inënting best gedaan word. XVII. Over de waare teekens van
gevat te hebben. XVIII. Over de teekenen van wel gevat te hebben, maar geene uitbolting te zullen kreie
gen. XIX . Over de tekenen van nier gevat te hebben. XX. Over de inanier om gemakkelykst de veran
deringen der inentingen op te merken . XXI Over het beloop der Ziekte na de inenting. . XXII . Over
de verandering in het water. XXIII. Over de Etterkoorts , en Napokken. XXIV. Over het zwellen van
het Aangezigt, en Banden , Kwyling , enz. XXV. Over de ontſtekingen der Oogen . XXVI Over de onto
ſteeking der Keel , en Hoest. XXVII. Over de Ettergezwellen onder den arın , en langduurige Zweeten der
ingeënte plaatzen.
III P. Camper Lesſen over de thans zweevende Veeſterfte , waar in den aart , yoortgang en verſchillen .
deuickomſten deezer ziekte op het allernauwkeurigſte word beſchreeven , benevens de dienſtige middelen op.
gegeeven om dezelve te hulp te koomen , met een daar toe behoorende koperen plaat ; in gr. 8vo ais
Stuivers.

IV. It aade Friel'che Terp , ofte Kronyk der Geſchiedenisſen van de VRYE FRIESEN ; in hun oor .
ſprong , opkomst en voortgang ; als mede in derzelver Landbeſtiering, Wapenhandel , Krygsdaaden , We
tenſchappen , vereenigde voorvallen , yver voor de Vryheid, Afgodery, Godsdienst en Landitreek ; By een
geſtelt voor de Liefhebbers der Vryheid, als een korte jaarteller of Chronologie , beginnende met der jaare
313 voor de Geboorte van Chriſtus. Tweede druk. Onder de Zinſpreuk. Een Vries weigert niet yoor de
Vryheid , zelyen in den dood te gaan, in 8vo a 24 St.
V. Leeuwarder Apotheek , volgens de Galeniſche
en Chymiſche wyze , door den arbeid van 't Genoodſchap
der Artzen dier Stede opgemaakt en nagezien , en door de Agtbaarheid der Magiftrrat bekragtigd. Zevenda
druk. kost ing. 10 Stuiv .
VI. ¥. A. Erneſti Chriſtelyke Leerredenen ter Verbeerlykinge van God en Jeſus Chriſtus en ter bevorde.
ring van het inwendig Chriſtendom . gr. 8vo. a 36 it.
VII. De Waarheid en Godlykheid van den Chriftelyken Godsdienst , verdedigt door J. Aug. Noe /lelt Dr.
der H. Godgeleertheid , en Hoogleeraar te Halle, naar den tweeden en derden druk uit het Hoogduitsch ver .
taald . Met eene Voorrede over den tegenwoordigen toeſtand van het Chriſtendom en het Ongeloof, en de
goede hoop welke nogthans voor het Chriſtendon overſchiet. Benevens een Brief van den Schryver aan de
Studenten die geen eigentl
, Godgel
yke eerden van Profesſie tragten te worden , over de algemeené noodzaak.
lykheid om den Godsdienst te onderzoeken , en de voordeelen , welke den Godsdienst in 't byzonder vanhun
kan verwagten , 2 deelen in gr 8vo. Dit ſchoone werk vind men na waarde beoordeelt in de Boekzaal van No.
vember 1774. als mede in een der eerſte Stukjes van de Nederlandſche Bibliotheek van 1775. kocs 3 Guld.
VIII. KERKELYKE WETTEN VAN VRIESLAND , geëxtrabeerd uit 's Lands en Synodale Reſolutien enz.
Tweede druk , geheel verbeterd, tot den jaare 1771 aangevuld , en met een volledig Register voorzien. Als
mede de Kerken Ordeningen der Gereformeerde Nederlandſche Kerken in de Nationaale Synoden gemaakt ; be.
nevens die door de Provincien van Gelderland , Holland , Zeeland en Utrecht aangenoomen en in byzondere
Vergaderingen bepaalt zyn , enz. Behelzende I. Ada ofte Handelingen der verzamelingen der Nederlandſche
Kerken die onder 't Kruis zitten , en in Duitschland ende Ooſtvriesland verſtrooit zyn , gehouden tot Einbden den s
Oaober 1571. II. Acta, ofte Handelingen van de Provinciaale Synode der Kerken van Holland en Zeeland , ge.
houden binnen Dordrecht, den 16 yuny begonnen en den 18 geëindigt in 't jaar 1574. III . Acta , ofte Handeline
gen des Nationaalen Synode, der Nederlandſche , Duitſche en Walſche Kerken, 30 wel Inlandſche als Uitheemſche ,
gehouden tot Dordrecht, begonnen den 2 fuuy ende voleind den 18 deszelven maands, Anno 1578. Acta des Na.
tionaalen Synode , gehouden tot Middelburg in Zeeland, begonnen den 29 May en geëindigt den 21 Juny 1581.
V. Kerken Ordeningen der Nederlandſche Gereformeerde Kerken van beide taalen , geftelt in den Nationalen Sy .
node , te zamengeroepen en gehouden by last van zyn Exellentie in 's Gravenhage den 10 Funy , Anno 1586. VÍ.
Brief des Graafs van LEYCESTER , waar door hy de uitſchryving of convocatie des voorgaanden Nationaalen Synode
gedean heeft. VII. Convocatie brief aan de Kerken van Holland gefchreeven . VIII. Approbatie des voorgaanden
Synode by zyn Exellentie van Lexcester gedaar. IX . Kerken Ordeninge by hun Ed. Mog . de Heeren Staaten
van Utrecht, Anno 1590 gemaakt en gearreſteert. X. Kerken Ordeninge gemaakt by eenige Polityken en Ecclefi
altyken in den Hage , in February Anno 1591. XI. Acta , ofte Handelingen des Provinciaalen Synode van Zeeland ,
by authoriſatie van hun Ed. Mog . de Heeren Staaten , gehouden binnen Middelburg den 1 February 1519. XIL
Kerken ordeninge gejteltin de NationaaleSynode derGereformeerde Kerken, te zamen beroepen en gehouden door
ordre van de H. Mog. Heeren Staaten Generaal der Vereenigde Nederlanden , binnen Dortrecht in den jaare
1618 en 1619 , en na verandering van eenige weinige Poinkten goedgevonden en gearreſteert by de Ed. Mog
Heeren Staaten des Furſtendons Gelderland en het Graafſchap Zutphen . In groot 8vo. a 2 Guid ,

.
4

|
1
1
1 ".
i

You might also like