You are on page 1of 445

Amy Butler Greenfield

Het volmaakte rood


Macht, spionage en de zoektocht naar de kleur van
passie
Vertal i ng Mei l e Sni jders
2005
DE BEZIGE BIJ AMSTERDAM
Copyri ght 2005 Amy Butl er Greenfi el d Copyri ght Nederl andse
vertal i ng 2005 Mei l e Sni jders Oorspronkel i jke ti tel A Perfect
Red. Empire, Espionage, and the Quest for the Color ofDesire
Oorspronkel i jke ui tgever HarperCol l i ns, New Y ork
Omsl agontwerp Marry van Baar Omsl agi l l ustrati e Man met rode
tulband, Jan van Eyck
Foto auteur Jerry Bauer Vormgevi ng bi nnenwerk CeevanWee,
Amsterdam Druk Hooi berg, Epe ISBN 90 234 1666 x NUR 680
www.debezi gebi j.nl
Voor mi jn fami l i e, thui s en i n het bui tenl and
Inhoud
VOORWOORD De kl eur van verl angen 9 EEN Het l ot van de
stoffenverver 13 TWEE De kl eur van de zon 27 DRIE Een oude kunst
44 VIER De ni euwe verfstof van de kei zer 55 VIJF Een
wi nstgevende kol oni e 63 ZES Eerste kenni smaki ng 79
ZEVEN Nal atenschap 97 ACHT Handel sgehei men 112 NEGEN
Pi ratenbui t 121 TIEN De wormbes 136 ELF Onder de l oep 155
TWAALF Een vreemde weddenschap 170 DERTIEN Spi on i n Oaxaca
179 VEERTIEN Andersons enorme stommi tei t 198 VIJFTIEN Rood en
revol uti e 214 ZESTIEN De race om rood 226 ZEVENTIEN
Kool teerkl eur 239 ACHTTIEN De cocheni l l erenai ssance 254
NAWOORD Goedkope kl eur 268 DANKWOORD 282
NOTEN 288 BIBLIOGRAFIE 315
VOORWOORD
De kleur van verlangen
Mensen kunnen meer dan een mi l joen verschi l l ende
ti nten onderschei den. We zi en de werel d dus i n een
cal ei doscoop van kl euren en hechten al s soort veel bel ang
en betekeni s aan kl eur. En de kl eur di e ons het meest
aanspreekt, i s rood. Een bewi js hi ervoor i s dat er i n al l e
tal en, waaronder het Nederl ands en het Engel s, veel
ui tdrukki ngen bestaan waari n 'rood' voorkomt. We l eggen
de rode l oper ui t, komen i n de rode ci jfers, stoppen voor
rood l i cht en zi en de rode draad i n een verhaal l open.
Afhankel i jk van onze pol i ti eke overtui gi ng zwaai en we
met de rode vl ag of vrezen we de rooi en. En
Engel ssprekenden houden ni et van red tape ('rood l i nt',
oftewel bureaucrati e) en besteden geen aandacht aan een
red herring (een 'rode hari ng', oftewel een
afl ei di ngsmanoeuvre).
Dergel i jke ui tdrukki ngen zi jn zel den ouder dan
dri ehonderd jaar. De kl eur rood wordt bi jvoorbeel d pas
si nds 1848 voor radi cal e pol i ti ek gebrui kt, terwi jl red tape
achtti ende-eeuws i di oom i s (offi ci l e documenten werden
i n Groot-Bri ttanni met rood l i nt samengebonden). Maar
rood i s al s concept di eper i n de mensel i jke psyche
gewortel d. Veel zoogdi eren hebben moei te om rood te
onderschei den, terwi jl mensenogen er jui st gevoel i g voor
zi jn. Onze affi ni tei t met rood l i jkt ons te zi jn i ngebakken.
Dat i s wel l i cht de reden waarom het woord voor 'rood' i n de
meeste tal en heel oud i s, ouder dan de namen voor de
andere kl euren, op zwart en wi t na. Rood, de kl eur van
bl oed en vuur, was er eerder dan bl auw, geel of groen.
Si nds onheugl i jke ti jden oefent rood een grote
aantrekki ngskracht ui t en i n veel cul turen was het een hei l i ge
kl eur. De Neanderthal ers smeerden hun doden i n met rode oker,
net al s de Cro-Magnonmensen, di e ook de wanden van hun grotten
met di t i jzerri jke mi neraal beschi l derden. In het oude Chi na was
rood de kl eur van het gel uk en een symbool van voorspoed en
gezondhei d. In de Arabi sche werel d werd het soms ui tgel egd al s
teken van de gunst van de goden en soms al s teken van
verdoemeni s, maar was het vooral een mannel i jke kl eur, di e
vuri ghei d en l evenskracht symbol i seerde. Ten zui den van de
Sahara was rood met veel status verbonden, terwi jl de kl eur i n
Egypte waarschuwde voor gevaar en was gewi jd aan Seth, de god
van de kwade krachten. Voor de oude Romei nen stond rood l i cht
voor goddel i jk vuur. Natuurvol ken kennen vaak magi sche
krachten toe aan de kl eur, zoal s het vermogen om dui vel s ui t te
bannen, zi ekten te genezen of het boze oog af te weren.
In een groot deel van de werel d staat rood voor de
gebeurteni ssen en emoti es di e tot de kern van het menszi jn
behoren: gevaar en moed, revol uti e en oorl og, gewel d en zonde,
verl angen en passi e, en het l even zel f. Geen wonder dat onze
di chters de kl eur rood bezi ngen. Robert Burns schri jft
bi jvoorbeel d: 'O mi jn l i ef i s al s een rode, rode roos.' Tennyson
waarschuwt dat de natuur 'rode tanden heeft, en rode kl auwen'.
En Emi l y Di cki nson schreef i n 1866: 'Op vri jdag proefde i k van het
l even. Een ci rcus trok l angs ons hui s - nog voel i k het rood.'
Het i s n di ng om aan kl eur betekeni s toe te kennen, maar
nog i ets heel anders om de kl eur zel f te maken. Dui zenden jaren
l ukte het kunstenaars ni et om het vl ammende scharl aken-of
di epe karmi jnrood te berei ken dat ze i n de natuur zagen. Het beste
rood dat ze kenden was oker, het pi gment van de Cro-
Magnonmens, dat een met oranje en brui n vervui l de kl eur
opl everde.
Nog voor de vi jfde eeuw voor Chri stus ontdekten schi l ders i n
Azi en Europa dat mi neral e ci nnaber of kwi ksul fi de, dat al s
verfkl eur 'vermi l joen' wordt genoemd, een veel bevredi gender
rood opl everde. Hoewel vermi l joen met veel effect werd toegepast
op schi l dersrol l en i n Chi na en de fresco's i n Pompei ', had het ook
nadel en: het was duur en gi fti g, en had de vervel ende nei gi ng om
zwart te worden al s het aan l i cht werd bl ootgestel d. Aangezi en
vermi l joen verui t de schi tterendste rode verfi s, werd het toch
dui zend jaar l ang veel gebrui kt en geroemd.
Stoffenververs hadden nog meer moei te om een stabi el en
hel der rood te vi nden, want hun rood moest bestand zi jn tegen
zonl i cht, zweet en een fl i nk aantal wasbeurten. Omdat oker en
ci nnaber al s texti el verf geen hel der rood opl everden, werd er naar
andere rode kl eurstoffen gezocht. De speurtocht had
al chemi sti sche trekken, want er werd i n het gehei m geprobeerd
om bl aderen, boombast, bl oed, stof en zel fs koemest tot bri l jante
rode kl eurstoffen te verwerken di e goudgel d opl everden.
De stoffenververs hadden meer succes dan de al chemi sten,
maar sl echts tot op zekere hoogte. Hoewel het hun l ukte om
goedkoop en eenvoudi g brui nrode en oranjerode kl eurstoffen te
maken ui t pl anten, bl eef echt rood een probl eem. Voordat i n de
negenti ende eeuw de syntheti sche kl eurstoffen werden
ui tgevonden, kon echt rood al l een worden gewonnen ui t exoti sche
substanti es vi a gehei me techni eken di e maar wei ni g
stoffenververs beheersten.
Omdat rode stoffen zel dzaam en duur waren en grote
symbol i sche waarde hadden, werden ze vooral gedragen door ri jke
en hooggepl aatste personen. Koni ngen, kardi nal en en de sjah van
Perzi droegen rood. In het kl assi eke Rome waren rood en status
bi jna synoni em, zodat de machti gste mannen van de stad
coccinati werden genoemd: zi j di e rood dragen.
Het was dus groot ni euws toen de Spaanse conqui stadores i n
1519 ontdekten dat de Mexi caanse Azteken op hun markten een
bi jzondere rode kl eurstof verkochten. De conqui stadores noemden
deze verfstof grana cochinilla, ofwel cocheni l l e, en brachten hem
over naar Europa, waar er het hel derste, krachti gste rood van
werd gemaakt dat de Oude Werel d ooi t had gezi en. Vol gens de
emi nente Engel se schei kundi ge Robert Boyl e l everde cocheni l l e
'een vol maakt vermi l joen' op. Een meester-verver gi ng nog een
stap verder en sprak over 'het beste verf-medi ci jn ter werel d'.
Cocheni l l e werd i n Europa de bel angri jkste rode kl eurstof en
Spanje verdi ende een fortui n met de verkoop aan stoffenververs
overal ter werel d.
Het eni ge probl eem voor Europa was dat de Spanjaarden hun
monopol i e op cocheni l l e zo goed bewaakten dat ni emand wi st wat
het preci es was. Was cocheni l l e di erl i jk, pl antaardi g of
mi neraal ? De knapste koppen van Europa braken zi ch er meer
dan twee eeuwen l ang het hoofd over.
De waarde van de ni euwe verfstof stond echter bui ten ki jf. In
een ti jdperk waari n er veel gel d vi el te verdi enen met texti el , was
cocheni l l e een goudmi jn. Andere l anden gi ngen over tot spi onage
en zeeroversprakti jken om het l ucrati eve Spaanse monopol i e te
breken. In Engel and, de Nederl anden en Frankri jk nam de
zoektocht naar cocheni l l e de vorm van een nati onal e krui stocht
aan. Koni ngen, fourni turenhandel aren, gel eerden, pi raten en
spi onnen maakten jacht op de meest begeerde kl eur op aarde.
De geschi edeni s van deze krankzi nni ge speurtocht naar
cocheni l l e bi edt een bl i k op een andere werel d: een werel d waari n
rood zel dzaam en kostbaar was, een bron van ri jkdom en macht
voor degenen di e de gehei men kenden. Om het rood te wi nnen
werden mannen zeerover of spi on en tartten ze de dood. Di t i s hun
verhaal .
EEN
Het lot van de stoffenverver
Zesti g ki l ometer ten westen van Fl orence, i n een
vruchtbaar dal ni et ver van de Mi ddel l andse Zee, l i gt het
serene, zonovergoten stadje Lucca. Hoewel bekend i n de
regi o vanwege de handel i n ol i jfol i e, meel en wi jn, i s het
moderne Lucca wei ni g meer dan een provi nci aal
marktcentrum. Toch getui gen de prachti ge pi azza's, de
romaanse kerken en mi ddel eeuwse torens van een
roemri jk verl eden. Achthonderd jaar gel eden was Lucca
een stad met een geduchte reputati e dankzi j de
gl anzende, i n edel -steenkl euren geverfde Lucchese zi jde
di e al s een van de wonderen van de derti ende eeuw werd
beschouwd. Hoewel vel en i n Europa de stof probeerden na
te maken, l ukte dat nooi t. Al l een de excl usi efste
handel shui zen verkochten Lucchese zi jde i n de vorm van
kunsti g geweven damast, gl adde tafzi jde of ri jk brokaat,
versi erd met Franse l el i es, gri ffi oenen, draken, pauwen
en zel fs hel e jachtscnes. Het waren stoffen voor
koni ngen en edel en.
Lucca was gunsti g gel egen op een doorgangsroute
tussen Rome en Noord-Europa, en kende l ang een
wel varend en vredi g bestaan. Maar net al s de meeste
Toscaanse steden werd Lucca gepl aagd door l angduri ge
fami l i eveten. Een daarvan ontaardde i n 1300 i n een
oorl og, di e tevens te maken had met een groter confl i ct
dat i n Toscane speel de en waarvoor veel mensen, onder
wi e Dante, op de vl ucht sl oegen. Al s ri jke stad i n een
roeri g gebi ed had Lucca regel mati g te l i jden onder
aanval l en van bi nnenui t en van bui tenaf. Het gewel d
berei kte een hoogtepunt i n 1314 toen een groep Lucchese
bannel i ngen zi ch bi j een Pi saans l eger aansl oot om de
stad te pl underen en zi jn vi janden te beroven, te
verkrachten en te vermoorden.
Veel stoffenververs en zi jdewevers vl uchtten naar het
neutral e Veneti , honderdvi jfti g ki l ometer van Lucca vandaan.
De Veneti aanse Grote Raad verschafte de vl uchtel i ngen
genereuze l eni ngen, maar daar waren ui teraard voorwaarden
aan verbonden, want de Veneti anen hadden vanui t hun
moerassi ge archi pel geen werel dri jk opgebouwd door hun gel d
over de bal k te smi jten. Ze waren ui t op het gehei m van de
Lucchese zi jde, en daarom moesten de vl uchtel i ngen hun
l eni ngen ni et i n gel d, maar i n Lucchese goederen en
gereedschappen terugbetal en.
Hoewel de berooi de vl uchtel i ngen deze voorwaarden vaak
accepteerden, pl eegden ze daarmee verraad aan hun stad en
ri skeerden ze de dood. De rest van hun l even stond er een pri js op
hun hoofd, want de Lucchese gi l den ei sten de dood van i nwoners
di e zi ch bui ten de stad met de zi jdehandel bezi ghi el den: mannen
werden gewurgd en vrouwen verbrand.
De draconi sche gi l denregel s waren een teken des ti jds, want
i n het Europa van de Renai ssance waren stoffen een zaak van
l even en dood. De texti el branche had ongeveer dezel fde status al s
de computeri ndustri e of bi otechnol ogi e tegenwoordi g. Het was
een kapi taal i ntensi eve, zeer concurrerende bedri jfstak met zo
veel i nvl oed dat de maatschappi j erdoor veranderde. Deze
veranderi ngen begonnen i n de Mi ddel eeuwen en kwamen na 1350
i n een stroomversnel l i ng. Edel en di e de pestepi demi e hadden
overl eefd, beschi kten dankzi j erfeni ssen over veel gel d, en
kl eedden zi ch steeds vaker vol gens de l aatste mode. Pas ri jk
geworden koopl i eden en rechtsgel eerden vol gden graag hun
voorbeel d. Ze wi l den ni et voor el kaar onderdoen i n de pracht en
ui tgebrei dhei d van hun garderobe, di e ri jker was dan di e van
hun grootouders, en hun hui zen waren eveneens extrava-ganter
i ngeri cht. Ook mensen van l agere afkomst kochten steeds meer
stoffen op markten en i n wi nkel s, en droegen zo hun steentje bi j
aan de opkomst van Europa.
Dankzi j de texti el i ndustri e ontstonden er ni euwe markten
en handel snetwerken, zoal s ook i n de speceri jenhandel
gebeurde, maar daarnaast deden er zi ch nog andere
bel angri jke ontwi kkel i ngen voor. Speceri jen werden
gewoonl i jk i n het Verre Oosten verbouwd en verwerkt, terwi jl
stoffen door de Europeanen zel f konden worden geproduceerd.
Daarom had de texti el i ndustri e een grotere i mpact op Europa.
Er werden ui tvi ndi ngen gedaan, zoal s ni euwe spi nmachi nes
en ni euwe bl eekmethoden. De arbei dsmarkt al s geheel kreeg
een ander aanzi en door de texti el . In de vi jfti ende eeuw
verdi enden honderddui zenden Europeanen, van nederi ge
schaapherders tot machti ge koopl i eden, hun brood i n deze
branche, en waren veel edel en afhankel i jk van de ri jkdom di e
erdoor ontstond.
Iedere stap van de texti el vervaardi gi ng werd door aparte
vakl i eden ui tgevoerd, zodat er soms een dozi jn verschi l l ende
mensen aan de producti e van n stuk stof werkte. Het l eger
gespeci al i seerde zi j de werkers ui t Lucca bestond bi jvoorbeel d
ui t haspel aars om de cocons af te wi nden, twi jners om de draad
te draai en, ontbasters om de zi jde te ontbasten of af te koken,
ververs om di e te kl euren, en wevers en scheerders om er stof
van te weven.
Voor wol - i n Europa de meestvoorkomende vezel - waren
nog meer speci al i sten nodi g. Nadat de schapen door
schaapherders waren grootgebracht en door scheerders waren
geschoren, werd de ruwe wol door wassers gerei ni gd en werden
de vezel s door kaarders met kaardenpl ankjes ui t el kaar
gekamd. De vezel s werden door spi nners met behul p van
spi nkl os en spi n-stok tot draad gesponnen, dat naar de wevers
gi ng, di e er stof van maakten. De wol l en stoffen moest ten
sl otte worden gefi ni sht, een proces waarbi j vol ders de stof
behandel den i n baden met water en vol l ers- of bl eekaarde, een
mi neraal dat het absorpti evermogen verhoogt. (Vaak werd het
mengsel met bl ote voeten i n de stof gestampt, maar
wel varende vol ders hi el den hun l aarzen aan en gebrui kten
hamers en een mol enrad.) De doornatte stof werd vervol gens op
een houten geraamte gehangen, het zogenoemde spanraam,
waarop hi j met spanhaken werd vastgezet en ti jdens het
drogen werd opgerekt tot de jui ste afmeti ngen. De nog vochti ge
stof werd verschi l l ende keren geborstel d en geschoren voor een
fi jnere, zachtere vl eug. De stof gi ng vervol gens naar de
ververs. Hoewel di e gewoonl i jk met geweven stoffen werkten,
verfden ze soms ook ongesponnen wol , wat kostbaarder was,
maar de fel ste en duurzaamste kl euren opl everde. Hi eraan
hebben we de ui tdrukki ng 'door de wol geverfd' overgehouden.
In de stoffeni ndustri e was al ti jd veel geschool de arbei d
nodi g, wel ke vezel er ook werd bewerkt. In veel streken was
texti el dan ook het voornaamste mi ddel van bestaan. Een
bl oei ende texti el i ndustri e betekende werk, en werk betekende
gel d i n de beurs en eten op tafel . Maar al s een bedri jf
kwakkel de of fai l l i et gi ng, werden de mensen hun hui s ui t
gezet en moesten ze honger l i jden. In Europa sti erven mensen
ten ti jde van de Renai ssance van de honger, een l ot dat toen
zeker ni et denkbeel di g was. Ti jdens de grote hongersnood van
1315 tot 1317, toen de oogst twee jaar achter el kaar mi sl ukte,
kwamen dui zenden mensen om. Ook i n de rest van di e
gruwel i jke eeuw en nog vel e generati es l ater l ei dden vel en een
kari g bestaan, wat de i nspi rati e vormde voor schokkende
vol ksverhal en over mensen di e van de honger hun hond, hun
schoenen en zel fs hun ki nderen opaten.
Wevers, ververs en andere texti el werkers l eefden i n
voortdurende angst voor een dergel i jk ei nde, want de
bedri jfstak was zeer concurrerend. De vakl i eden di e stoffen
van mi ndere kwal i tei t maakten, hadden de meeste l ast van
concurrenten, verdi enden wei ni g en verl oren snel hun baan
al s de zaken sl echt gi ngen, zoal s bi j vl agen het geval was. Wi e
de gehei men kende om stoffen van goede kwal i tei t te maken,
vergi ng het een stuk beter. Deze vakl i eden hadden mi nder
concurrenten en verkochten vooral aan de ri jke el i te, di e zi ch
ook i n moei l i jke ti jden l uxearti kel en kon veroorl oven.
Met l anden gi ng het net al s met de mensen di e er werkten.
Engel and, dat vooral ruwe wol en ongeverfde stoffen exporteerde,
werd aan het ei nd van de Mi ddel eeuwen al s een achterl i jke nati e
beschouwd. De Engel se l ei ders hoopten het succes van de
texti el i ndustri e aan de overkant van de Noordzee te kunnen
evenaren, want Hol l and was beroemd om zi jn l i nnen en
Vl aanderen om zi jn wol . Deze l anden waren op hun beurt jal oers
op Ital i , waar steden al s Lucca en Veneti prachti g sati jn,
brokaat en fl uweel i n een ri jk kl eurenpal et produceerden.
Vermogende Europeanen betaal den astronomi sche pri jzen voor
deze oogverbl i ndende Ital i aanse stoffen, di e al l een al werden
gedragen vanwege de status di e de kl eur verl eende.
Wi e tegenwoordi g door mi ddel van kl edi ng wi l l aten zi en dat
hi j succesvol i s, draagt een gri js of zwart pak, een bei ge overhemd
of een zwarte kri jtstreep. Onopval l ende kl euren hebben status.
Maar ti jdens de Renai ssance waren gri js en bei ge de kl euren van
de armoede, di e al l een werden gedragen door de armsten der
armen (en door nederi ge pri esters, monni ken en nonnen).
Wel varender boeren, handwerksl i eden en anderen ui t de
mi ddenkl asse droegen fl etse kl edi ng di e met goedkope, l okaal
geproduceerde verfstof was gekl eurd. Hoewel sommi ge verstoffen
een krachti g bl auw, geel , oranje of groen opl everden, verbl eekten
di e kl euren snel , vooral al s de drager i n de openl ucht werkte.
1
De
bri l jantste, duurzaamste, meest i ntense kl euren kwamen van
ge mporteerde verfstoffen, di e al l een de ri jken zi ch konden
veroorl oven. Fel gekl eurde kl edi ng was daarom een
statussymbool , waaraan zel fs anal fabeten met n oogopsl ag
konden afl ezen dat de drager tot de machti gen behoorde.
Kl eur werd des te meer met status geassoci eerd vanwege de
zogenoemde 'weel dewetten', di e voorschreven wat de
verschi l l ende standen mocht eten, dri nken en dragen. Deze
wetten werden door mi ddel eeuwse vorsten ui tgevaardi gd om
i jdel hei d en extravaganti e tegen te gaan (wat vol l edi g door de
Kerk werd onderschreven) en te zorgen dat ni emand zi ch
bel angri jker kon voordoen dan de monarch. In Neurenberg
mochten gewone burgers bi jvoorbeel d geen goud, fl uweel , parel s,
hermel i jn- of wezel bont dragen. Verder naar het zui den, i n
Si ena, was het dragen van sl ui ers, sl epen en pl ateauzol en aan
strenge regel s gebonden. En i n Engel and waren zi jde, ri ngen,
juwel en en knopen verboden voor burgers en handwerksl i eden
(knopen waren toen ni euw i n Europa en een echt modearti kel ).
Kattenbont mocht wel .
De weel dewetten schreven ook vaak voor wel ke kl euren men
mocht dragen, en fel gekl eurde kl edi ng was voorbehouden aan
edel en en ri jken. Een van de eerste van dergel i jke voorschri ften
dateert ui t de achtste eeuw, toen Karei de Grote beval dat boeren
zi ch i n het zwart en gri js di enden te kl eden, een
kl edi ngvoorschri ft dat l i jkt op de regel di e bestond i n het vi jfti en-
de-eeuwse Fl orence, waar vrouwel i jke l i jfei genen zi ch sl echts i n
ruwe wol l en stoffen mochten hul l en en ni et gezi en mochten
worden i n 'jassen, jurken of mouwen i n fel l e kl euren'. In het
mi ddel eeuwse Europa mocht rode (en ook wel paarse) kl edi ng
vaak ui tsl ui tend door de hoogste standen worden gedragen. Maar
over het al gemeen werd de kl eur het effi ci ntst geregel d door de
weel dewetten, di e een strenge grens stel den aan wat de onder- en
mi ddenkl asse aan kl edi ng mochten ui tgeven. Deze budgetten
waren zo beperkt dat er geen sprake kon zi jn van kl edi ng di e voor
veel gel d was geverfd.
Naarmate de eeuwen verstreken, kwamen er steeds meer
fel gekl eurde stoffen op de markt en werd het moei l i jker te
voorkomen dat mensen zi ch boven hun stand kl eedden. In 1583
mopperde een chagri jni ge El i zabethaanse schri jver: 'Er bestaat
tegenwoordi g zo'n wi rwar aan ni euwe kl edi ng en andere
modesnufjes [...] dat je ni et goed meer kunt zi en wi e van adel i s,
wi e het hoogste respect verdi ent, wi e een gentleman i s, en wi e
ni et.' Het l i jkt echter waarschi jnl i jk dat de verwarri ng vooral
beperkt bl eef tot de wel varende mi ddel ste en hoogste stand, want
kl ei ne boeren konden zi ch de beste en kl euri gste stoffen
eenvoudi gweg ni et veroorl oven. Vol gens een andere
El i zabethaanse schri jver kl eedden de boeren zi ch i n een
kl eurl oze tweedsoort di e medley werd genoemd en di e 'gri js en
roodbrui n' was, 'nooi t geverfd'.
De adel hul de zi ch daarentegen i n fel l e kl euren, vooral i n de
vi jfti ende en zesti ende eeuw. Hoewel sommi ge edel en tegen di e
gewoonte i n zwart droegen (fi jn, di epzwart was een dramati sche
en dure kl eur), was kakel bont de regel . Opzi chti ge gouden
stoffen, gemaakt van gevl ochten gouddraad, waren
voorbehouden aan mensen van koni nkl i jken bl oede, maar al l e
edel en waren dol op ri jkgekl eurde damasten en zi jden kl edi ng. In
heel Europa droegen hovel i ngen fel gekl eurde stoffen versi erd
met l overtjes, l i nten en kral en. In Ital i hul den de zonen van de
adel zi ch i n een veel kl euri ge broek met een wambui s en cape i n
contrasterende kl euren, een trend di e zi ch over het hel e
conti nent versprei dde. Zeer i n de mode waren opengesneden
mouwen en kni ebroeken i n al l erl ei fel l e kl euren, evenal s
weel deri ge fl uwel en stoffen met veel kl euri ge strepen. Ook
vorsten deden met de mode mee. Hendri k vi n was trots op zi jn
spectacul ai re garderobe, di e onder andere een groenfl uwel en
toga, een paars-met-gouden mantel en een aantal fel rood-met-
bl auwe wambui zen omvatte.
Zi j di e de zucht naar kl eur konden bevredi gen, hadden
handenvol werk en verdi enden een goede boterham. Maar
fel gekl eurde stoffen maken was geen eenvoudi ge mani er om ri jk
te worden. Stoffen verven was een moei l i jke, gevaarl i jke kunst,
waarvoor je stevi g i n je schoenen moest staan.
Ti jdens de Renai ssance gi ngen aspi rant-ververs jarenl ang i n de
l eer bi j een meester om het vak onder de kni e te kri jgen. Ze
maakten l ange dagen, vaak van zonsop- tot zonsondergang, en
het werk zel f was veel ei send en ui tputtend.
'De verver [...] pl oetert i n hi tte en rook/ om de wi spel turi ge
mens te pl ezi eren', al dus een zesti ende-eeuws gedi cht. Er staat
een i l l ustrati e bi j van een gespi erde stoffenverver di e met
opgerol de hemdsmouwen een natte l ap ui t een i ngemetsel de ketel
haal t. De afgebeel de rui mte staat vol rook en stoom, wat aangeeft
hoe gevaarl i jk het werk was. De stoffenververs en hun
l eerjongens werkten dagel i jks met hete ovens, kokend water,
bi jtende zuren, gi fti ge zouten en stomende vaten (zi e afbeel di ng
i ). Er gebeurden dan ook veel ongel ukken.
Te mi dden van deze gevaren probeerden de l eerjongens zi ch
de tal ri jke gehei men van het vak ei gen te maken. Voordat er
hal verwege de negenti ende eeuw syntheti sche kl eurstoffen
werden ui tgevonden, was de meeste kl eurstof afkomsti g van
pl anten. De kl euren di e ze opl everden, l eken vol strekt
wi l l ekeuri g: groene wede l everde bi jvoorbeel d een bl auwe kl eur
op, en paarse kattenstaart een brui ne. Van rode bl oesem kon een
stof geel of oranje worden - al s hi j al een duurzame kl eur
opl everde. Om de zaken nog i ngewi kkel der te maken zat de
kl eurstof bi j sommi ge pl anten i n de bl oemen en bi j andere i n de
bl aderen of wortel s. Ook op de hoeveel hei d kl eurstof was geen pei l
te trekken; di e was afhankel i jk van de pl ek waar de pl anten
groei den, de ti jd waari n ze geoogst werden en de snel hei d
waarmee ze daarna werden gebrui kt.
Maar er waren nog meer gehei men. Leerl i ng-ververs l eerden
al snel dat wei ni g kl eurstoffen van nature zo duurzaam waren
dat ze najaren van sl i jten en wassen hun kl eur behi el den. Voor
de meeste was een chemi sch bi ndmi ddel nodi g, zoal s azi jn,
kri mmetart, al ui n, i jzer of chroom. Di t werd een 'bi jtmi ddel '
genoemd omdat het de kl euren i n de stof hi el p 'bi jten'. Het was
moei l i jk om met bi jtmi ddel en om te gaan, vooral omdat ze bi j
dezel fde kl eurstof tot verschi l l ende kl euren l ei dden.
De temperatuur van het verfbad (het mengsel van water,
kl eurstof en andere i ngredi nten) en de ti jd di e de stof eri n
doorbracht, waren heel bel angri jk voor de kl eur. Ook het bad zel f
was van bel ang, want de metal en wand reageerde soms met de
kl eurstof.
De stoffenververs, de hi ghtech-speci al i sten van hun ti jd,
beschi kten naast de baden over een dui zel i ngwekkende
hoeveel hei d gereedschap. Toen i n 1394 bi j twee Toscaanse ververs
wegens schul den de i nventari s van hun bedri jf werd opgemaakt,
werden er bi jna honderd voorwerpen op de l i jst gezet, waaronder
vaten, wasborden, haspel s, weegschal en, tobbes, spaden en 'een
kl ei ne zeef om de wol ui t de kookpotten te vi ssen'. Hun
gereedschap was bi j el kaar vi erhonderd gouden fl ori jnen waard,
waar nog eens tweehonderd fl ori jnen aan kl eurstof en bi jtmi ddel
bi j werden opgetel d. Di t was een aanzi enl i jke som i n een ti jd
waari n je voor twi nti g fl ori jnen een kl ei ne boerderi j kon kopen.
Dat er zo veel ge nvesteerd moest worden, verkl aart de schul den
van de ververs, maar al l een door een dergel i jke i nvesteri ng kon
men tot de top van deze gecompl i ceerde branche behoren.
De beste ververs waren tevens kunstenaar en gel eerde, i n een
ti jd waari n kunst en wetenschap nog geen geschei den di sci pl i nes
waren. Ze voerden net al s moderne wetenschappers methodi sche
experi menten ui t en hechtten veel bel ang aan de
herhaal baarhei d van resul taten. Ze ontwi kkel den accurate tests
om de kwal i tei t van de i ngredi nten te control eren en fraude bi j
het verven van stoffen op te sporen. Toch was hun wetenschap
nog wei ni g nauwkeuri g. Omdat ze geen thermometer of
stopwatch hadden, was 'zi eden' of 'koken' een maatstafvoor de
temperatuur en 'de ti jd waari n je dri e paternosters kunt bi dden'
een maatstaf voor de ti jdsduur. Om een stof perfect te verven
vertrouwden de ververs mi nder op exacte formul es dan op
trai ni ng, ervari ng en een scherp kunstzi nni g i nsti nct.
Hoewel de beste ververs kl euren van zo'n zel dzame schoonhei d
maakten dat mensen er goudgel d voor overhadden, stonden ze
l aag op de maatschappel i jke l adder. Vanaf de Oudhei d werden ze
met achterdocht bekeken. 'De vi nger van de stoffenverver rui kt
naar rotte vi s,' schamperde de auteur van een oude Egypti sche
papyrus. 'Zi jn ogen zi jn rood van vermoei dhei d.' In Indi a werden
stoffenververs al s onrei n beschouwd.
Omdat ververs de ui terl i jke verschi jni ng van voorwerpen
veranderden, beschouwden de Gri eken hen al s gewi ekste fi guren
di e goed i n de gaten moesten worden gehouden (het Gri ekse
woord dolon, 'verven', had al s tweede betekeni s 'bedri egen'). De
onbui gzame Spartanen vonden hen zul ke opl i chters dat ze ni et
bi nnen de stad mochten verbl i jven.
Onder de Romei nen gi ng het beter met de stoffenververs. Ze
waren goed georgani seerd en pol i ti ek acti ef, en men gel oofde dat
ze werden beschermd door Mi nerva, de godi n van de wi jshei d.
Toch wi l den maar wei ni g mensen naast hen wonen, omdat ze
werkten met sti nkende stoffen al s uri ne, dat al s bl eekmi ddel
werd gebrui kt en een bel angri jk i ngredi nt van de kl eur bl auw
was. Om i n een stad de wi jk van de stoffenververs te vi nden
hoefde je dus je neus maar achterna te l open.
Na de val van Rome verl oren de ververs i n Europa gel ei del i jk
hun vakkenni s en status, en i n de Mi ddel eeuwen sti erf de kunst
bi jna hel emaal ui t. Het was aan een paar toegewi jde beoefenaars
en opdrachtgevers te danken dat di t ni et gebeurde. Ook
bel angri jk waren de monni ken en nonnen di e verhandel i ngen
over kl eurstoffen schreven. Zi j l egden de gehei men van het
kl eurmaken vast omdat ze de verfrecepten voor hun verl uchte
codi ces en mi ssal en voor het nagesl acht wi l den behouden.
De bel angstel l i ng voor het verven van texti el nam met de
krui stochten weer toe. De krui svaarders verbaasden zi ch over de
kl eurenri jkdom en zachthei d van de stoffen i n het
Mi ddenOosten, en vel en namen ze al s souveni r, geschenk of
handel sarti kel mee naar hui s. In Spanje en op Si ci l i werden
Arabi sche verfhandl ei di ngen i n het Lati jn vertaal d en moedi gde
de koni ng het maken van stoffen van goede kwal i tei t aan.
Ti jdens deze peri ode werd ook Lucca bel angri jk. In de el fde eeuw
kwamen joodse texti el werkers vi a Si ci l i en Zui d-Ital i naar deze
stad. Zi j brachten de gehei men van het verven van zi jde mee, een
kunst di e i n hun thui sl and i n het oosten veel verder was
ontwi kkel d dan i n Europa.
Al kregen de Europeanen i n de el fde eeuw weer respect voor de
kunst van de stoffenververs, de beroepsgroep werd nog steeds
gemi nacht. De Kerk, di e toch al wei ni g sympathi e had voor
mensen di e van handel l eefden, vond stoffenververs des te
onguurder omdat ze met zul ke smeri ge substanti es werkten.
Verfi jnde dames keken op hen neer vanwege hun vui l e
vi ngernagel s, en vol gens de derti ende-eeuwse grammati cus
John Garl and zouden vrouwen al l een voor het gel d met een
verver wi l l en trouwen. Ze waren al gemeen gehaat omdat hun
werkpl aatsen zo stonken en ze hun onwel ri ekende verfbaden i n
de ri vi er l oosden. In het twaal fde-eeuwse Engel and werd het
beroep zo afschuwel i jk gevonden dat i emand van wi e i n een
vereni gi ng van koopl i eden werd ontdekt dat hi j zi ch met stoffen
verven bezi ghi el d, meteen al s l i d werd ui tgesl oten.
De meni ng over stoffenververs begon i n de derti ende eeuw te
veranderen. De Europese texti el markt groei de en er was vraag
naar vakbekwame texti el werkers. Er werd gewedi jverd om de
beste ververs omdat het werk gecompl i ceerd was en de kl eur zo
veel waarde aan de stof toevoegde. Edward m deed zi jn best om
Vl aamse stoffenververs naar Engel and te l okken en Ital i aanse
steden al s Vol terra en Si ena steunden bui tenl andse
meesterververs di e bi nnen hun muren een ververi j begonnen.
Zoal s bl eek ui t de ervari ngen van de Lucchezen i n Veneti ,
probeerden steden ververs van el ders aan te trekken om de ei gen
texti el branche succesvol te maken. Wanneer een centrum van de
stoffenverfi ndustri e door een ramp werd getroffen, profi teerden
andere steden van het ongel uk van de ri vaal door de vertrekkende
vakl i eden over te nemen.
De stoffenververs maakten van hun gestegen status gebrui k
door zi ch net al s andere mi ddel eeuwse handwerksl i eden i n
gi l den of handel sgenootschappen te vereni gen. De gi l den stel den
regel s om de vakkundi gste l eden te beschermen. Het voornaamste
doel was te voorkomen dat pri js en kwal i tei t te veel onder druk
kwamen te staan door de ri val i tei t. Ze l egden vast hoe l ang, waar
en waarmee er gewerkt mocht worden en hoeveel l oon er werd
betaal d. Deze regel s verschi l den per stad. Om concurrenti e te
weren werd er ook een l eerl i ngensysteem opgezet, zodat ni et
i edereen zomaar het beroep kon ui toefenen.
In sommi ge streken l ukte het de stoffenververs ni et een ei gen
gi l de op te ri chten en werden ze de mi ndere l eden van een
machti g gi l de van wol koopl i eden of -wevers, di e vaak met i jzeren
vui st regeerden. Een van de beruchtste van deze gi l den, de Arte di
Cal i mal a i n Fl orence, l i et stof di e ni et vol gens de standaard was
geverfd verbranden en l egde de verver een boete op. Al s de
stoffenverver de boete ni et kon betal en (de opbrengsten waren
mager), l i et de Arte di Cal i mal a hem een hand afhakken.
Het behoeft geen betoog dat stoffenververs dus het l i efst hun
ei gen gi l den opri chtten. In Veneti , Lucca en veel andere
mi ddel eeuwse steden bestonden dergel i jke gi l den, di e goed l i epen
en bi jdroegen aan de statusverhogi ng van de l eden. In Londen
mocht het gi l de zel fs zwanen houden op de Theems, een voorrecht
dat ooi t al l een aan koni ngen was voorbehouden.
In de l oop van de ti jd gi ngen gi l den zi ch steeds meer
speci al i seren, en produceerden ze sl echts enkel e stofsoorten of
enkel e kl euren (of zel fs maar n soort stof of kl eur). Bl auw,
zwart en groen waren een gebrui kel i jke combi nati e voor gi l den,
evenal s rood, vi ol et en geel . Al s een stoffenverver werd betrapt op
het gebrui k van kl euren waari n hi j ni et gespeci al i seerd was,
werd hi j beboet en ui t het gi l de gegooi d.
Afhankel i jk van de verfstof di e ze gebrui kten, werden
stoffenververs ook onderverdeel d i n zi j di e 'gewone' en zi j di e 'l uxe'
stoffen verfden (plain en high dyers). Verui t de meeste waren
gewone ververs, di e i n Dui tsl and Schwarzfrber werden
genoemd, i n Frankri jk teinturiers en petit peint en i n Ital i arte
minore. Ze gebrui kten rel ati ef goedkope kl eurstoffen en
eenvoudi ge recepten. Di t was i nderdaad ni et meer dan rel ati ef,
want i n sommi ge steden waren aspi rant-ververs dri ejaar i n de
l eer en werkten ze daarna nog mi nstens vi jfjaar al s gezel i n de
werkpl aats van een meester. Het aantal meesters was door de
gi l den aan een maxi mum gebonden en om di e status te berei ken
moest de gezel een aantal strenge proeven afl eggen. Hi j moest
bi jvoorbeel d een 'meesterstuk' maken van 44 meter bl auw geverfd
l i nnen en eni ge ki l o's bl auw en groen geverfde wol l en draad.
Ververs van l uxe stoffen - Schnfarber i n Dui tsl and,
teinturiers en bon peint i n Frankri jk en arte maggiore i n
Ital i - waren gespeci al i seerd i n fi jne stoffen en zel dzame,
dure verfsoorten. Ze waren veel mi nder tal ri jk dan gewone
ververs, mede doordat ze vaak twee keer zo l ang i n de l eer
waren, en vesti gden zi ch al s onafhankel i jke meesters. Ze
waren ni et al ti jd vereni gd i n gi l den, maar kenden el kaar wel
persoonl i jk. Al s ze samenwerkten, waren ze vaak i n n kl eur
gespeci al i seerd. In Veneti , Genua, Marsei l l e en enkel e
andere steden vormden ververs van scharl akenrood
bi jvoorbeel d een ei gen gi l de.
Wat hun speci al i tei t ook was, de stofTenverversgi l den
waren een soort gehei me genootschappen di e de gehei men
van het vak bewaakten en voor bui tenstaanders verborgen
hi el den. Leden di e de regel van gehei mhoudi ng overtraden,
werden bestraft, ui t het gi l de gezet en bi j een ernsti g vergri jp
ui t de stad verbannen. Gi l den stel den standaards voor de
l eden, ontmoedi gden gemakkel i jke opl ossi ngen en verboden
het om dure i ngredi nten door goedkopere te vervangen.
Hi eri n waren de verversgi l den soms net zo meedogenl oos al s
de Arte di Cal i ma-l a: i n 1255 bepaal den de statuten van het
verversgi l de van Luc-ca bi jvoorbeel d dat l eden di e goedkope
rode verfstoffen gebrui kten en zo de reputati e voor
kwal i tei tszi jde van de stad op het spel zetten, een boete werd
opgel egd van honderd l i re of de rechterhand werd afgehakt.
Het i s geen toeval dat ze jui st i n verband met rode kl eurstof zo
streng waren. Hoewel Lucca ni et de eni ge Europese stad was waar
stoffen rood werden geverfd, was de stad beroemd om haar
scharl aken zi jde. De techni ek voor de producti e van deze stof was
een van de waardevol ste gehei men van de Lucchezen, zoal s de
sl uwe Veneti anen heel wel beseften toen ze de vl uchtel i ngen ui t
Lucca hun voorwaarden stel den.
Ook anderen wi l den di e gehei men ontraadsel en, want rood
was de begeerl i jkste kl eur van Europa en wi e het gehei m ervan
doorgrondde, kon een fortui n verdi enen. De Lucchese
stoffenververs werden ook i n Mi l aan, Fl orence, Bol ogna, Pi sa en
steden ten noorden van de Al pen verwel komd en ook daar l eerden
ze het gehei m van het scharl akenrood. Maar de zoektocht naar het
vol maakte rood gi ng verder. Iedere stad hoopte het al -
l erbegeerl i jkste rood te maken en probeerde zowel de Lucchese
methode al s de ei gen vakgehei men te verbeteren. Daardoor
ontstond een fel l e ri val i tei t, van ververs tegen ververs, steden
tegen steden en l anden tegen l anden, en een stri jd di e ui tei ndel i jk
over de hel e werel d werd ui tgevochten.
TWEE
De kleur van de zon
Op 3 februari 1587 kwamen i n de grote zaal van
Fotheri nghay Castl e dri ehonderd mensen bi jeen om een
koni ngi n onthoofd te zi en worden. Mari a Stuart was
betrapt bi j het beramen van een opstand tegen haar ni cht
El i zabeth 1 en na veel getal m ten sl otte wegens verraad ter
dood veroordeel d. De gasten di e het gel uk hadden om voor
de bl oederi ge gebeurteni s te worden ui tgenodi gd, namen
pl aats rond een i nderhaast opgebouwd, met zwart fl uweel
bekl eed podi um. Het publ i ek vi el sti l toen de gevangene
werd bi nnengel ei d.
Mari a was een l ange, i ndrukwekkende vrouw, di e
bekendstond om haar schoonhei d en haar gevoel voor
drama. Di e morgen was ze gekl eed al s een el egante non, i n
een l ang zwartsati jnen gewaad, afgezet met zwart fl uweel .
Om haar mi ddel had ze twee rozenkransen gebonden,
symbol en van het kathol i eke gel oof dat ze weer hoopte i n te
voeren i n het protestantse Groot-Bri ttanni . Haar
kastanjebrui ne haar was bedekt met een l ange wi tte
sl ui er. Maar toen ze op het podi um haar mantel en sl ui er
had afgel egd, had ze ni ets kl oosterachti gs meer, want
onder het zwart en wi t droeg ze een donkerrode fl uwel en
ui tstaande onderrok en een donkerrood sati jnen l i jfje. In
deze dracht naderde ze de gemaskerde beul en.
De verzamel de meni gte dacht bi j deze kl eurri jke
kl edi ng aan veel meer dan aan het bl oederi ge ei nde dat ze
te zi en zouden kri jgen. In het Engel and van de Tudors - en
i n de rest van Europa - was rood de kl eur van het
martel aarschap, van moed en van koni nkl i jk bl oed. Het
was dus een ui tdagende dracht voor i emand di e wegens
verraad was veroordeel d. Door di t tartende gebaar kreeg ze
des te meer waardi ghei d op het moment dat ze haar hoofd
op het bl ok l egde.
Rood was ri jk aan betekeni s en had veel presti ge i n het
Europa van de Renai ssance. Hoewel el ke kl eur een ei gen
symbol i sche waarde had (vol gens een popul ai r werkje stond
groen voor l i efde en bl i jdschap, en wees turkooi s op jal oezi e), kon
geen ervan i n bel ang en verschei denhei d wedi jveren met rood.
De vel e betekeni ssen waren ontl eend aan zeer verschi l l ende
bronnen, di e soms meer dan dui zend jaar oud waren.
Sommi ge betekeni ssen kwamen zel fs ui t de oude Hebreeuwse
cul tuur. In de joodse tradi ti e was rood een kl eur van enorme
betekeni s en compl exi tei t. Het symbol i seerde ni et al l een de mens
(Adam betekent 'rood' i n het Hebreeuws), maar ook de godhei d i n
de vorm van een brandend braambos. Fel rood was de kl eur van
het bl oedoffer en stond symbool voor de zonde di e met het offer
moest worden goedgemaakt. 'Al waren uw zonden al s
scharl aken, zi j zul l en wi t worden al s sneeuw,' l ui dt vers 1:18
vanjesaja. Rood had nog andere connotati es, di e te maken
hadden met ri jkdom, oorl og en seksuel e l i efde. In Hebreeuwse
teksten dragen ri jke mannen en dappere sol daten vaak rode
kl edi ng. In het Hoogl i ed worden de l i ppen van de brui d
vergel eken met 'scharl aken draad'. Net al s i n veel andere
cul turen werd rood i n de joodse cul tuur ook geassoci eerd met de
ul ti eme mani er om van schaamte bl i jk te geven, het bl ozen. Deze
i ngewi kkel de en soms tegenstri jdi ge wi rwar van betekeni ssen
behoorde tot de ri jke erfeni s di e de mens ui t de Renai ssance had
meegekregen en waarvan het merendeel vi a de bi jbel was
overgel everd.
Associ ati es met de kl eur rood werden ti jdens de Renai ssance
ook sterk be nvl oed door de kl assi eke cul tuur. Net al s voor de
joden was rood voor de oude Gri eken en Romei nen een goddel i jke
kl eur, di e promi nent aanwezi g was bi j huwel i jken,
begrafeni ssen en andere ri tuel en. De bi nnenkant van hei l i ge
tempel s en de standbeel den van Romei nse goden waren soms
rood geschi l derd. In de kl assi eke oudhei d werd rood ook
geassoci eerd met het grootste hemel l i chaam, de zon, di e door
kunstenaars werd afgebeel d al s een gl oei ende rode schi jf met
wi tte, roodachti g gel e en gouden stral en.
Bi j de Gri eken en Romei nen werd rood - eveneens zoal s bi j de
joden - met oorl og i n verband gebracht. De Gri ekse hi stori cus
Xenophon schreef dat de oorl ogszuchti ge Spartanen rode mantel s
het geschi ktst vonden voor de oorl og, mi sschi en omdat
bl oedvl ekken er mi nder zi chtbaar op waren, zodat ze onsterfel i jk
l eken. Later was de macht van de Romei nen voor een groot deel op
de i n scharl akenrood gehul de l egi oenen gebaseerd. In het gehel e
Romei nse Ri jk stond de rode tuni ek voor de man di e de
sol dateneed had gezworen en ni et meer onder de normal e wetten
vi el . Al s de bevel hebber hem daar opdracht toe gaf, mocht hi j
mensen doden zonder strafte hoeven vrezen.
Bi nnen de burgermaatschappi j profi teerde rood van de
associ ati e met purper, de kostbaarste verfstof i n de Oude Werel d.
Di t kei zerl i jke paars, dat werd gemaakt van de purpersl ak,
bestond i n fei te ui t een hel e reeks kl euren, waaronder di ep
scharl aken, karmi jnrood en vi ol ette ti nten. Voor mensen ui t de
kl assi eke oudhei d waren de i ntensi tei t en de gl ans van de kl eur
net zo bel angri jk, zo ni et bel angri jker, al s de kl eur zel f. Om
genoeg purper te kri jgen voor n enkel kl edi ngstuk moesten
stoffenververs dui zenden sl akken pl etten en di t maakte het tot
een berucht dure kl eurstof. In de vi erde eeuw, onder kei zer Di ocl e-
ti anus, kostte een pond van het beste purper 50 000 denari i en
was het dus l etterl i jk zi jn gewi cht i n goud waard. Mi nder dure
soorten kostten 16 000 denari i per pond, nog steeds een enorm
bedrag i n een ti jd dat steenhouwers 50 denari i per dag
verdi enden.
Vooral vanwege de kosten werd anti ek purper i n de kl assi eke
werel d een bel angri jk symbool van macht en presti ge. 'De offi ci l e
fasces van Rome, de takkenbundel samengebonden rond een bi jl ,
baant er paden voor,' schreef de gel eerde Pl i ni us i n de eerste eeuw
na Chri stus i n zi jn Naturalis historia. 'Het [purper] wordt
gebrui kt om zi ch van de gunst van de goden te verzekeren en
voegt l ui ster toe aan el k kl edi ngstuk.' Op feestdagen mochten
al l een senatoren en andere grote l ei ders het kei zerl i jk paars
dragen. Onder Cal i gul a, Nero en de kei zers ui t de vi erde eeuw was
het voorbehouden aan l eden van de kei zerl i jke fami l i e. Ondanks
deze beperki ngen gebrui kten vel e tot de el i te behorende
Romei nen het anti eke purper (of daarop l i jkende kl euren)
waarschi jnl i jk voor mi nder ceremoni l e doel ei nden. Vol gens
Pl i ni us werd een dubbel geverfde vari ant bi jvoorbeel d gebrui kt
'al s bekl edi ng voor eetbanken'.
De mode i n anti ek purper veranderde metterti jd. Aan het
begi n van de eerste eeuw gaven de Romei nen de voorkeur aan
purper dat naar rood nei gde, terwi jl de meest begeerl i jke ti nt
vi jfti g jaar l ater een mengsel was van scharl aken en purper-
zwarte kl eurstoffen, di e vol gens Pl i ni us 'de kl eur van geronnen
bl oed [opl everden], op het eerste gezi cht zwartachti g, maar tegen
het l i cht gehouden, gl i mmend'. Maar terwi jl de donkere soorten
purper meer status kregen, bl even scharl aken en karmi jn
presti gi euze kl euren i n het oude Rome. Hoewel ze vaak met
andere kl eurstoffen dan purpersl akken werd gemaakt, kregen ze
door de associ ati e met de kei zerl i jke kl eur meer gl ans en waarde.
De Romei nen waren vooral onder de i ndruk van de scharl aken
stoffen ui t Perzi en oostel i jker gebi eden, di e kennel i jk het werk
van hun ei gen stoffenververs wi sten te overtreffen.
Na de val van Rome bl eef rood i n het voormal i ge kei zerri jk
een kl eur van grote betekeni s. In veel Europese l egenden en
vol ksverhal en werd de kl eur met bovennatuurl i jke krachten
geassoci eerd, en rood zou veel l ater een symbol i sche waarde
kri jgen i n sprookjes (zoal s bi j Roodkapje of de vergi fti gde rode
appel van Sneeuwwi tje). In veel cul turen dacht men dat rood-
hari gen een speci al e band hadden met het bovennatuurl i jke en
dat rood draad heksen afschri kte. Ri jke ki nderen kregen een
hal ssnoer van rood koraal al s beschermi ng tegen zi ekten, en rode
stof zou keel pi jn en pokken tegengaan. Dergel i jk bi jgel oof berustte
waarschi jnl i jk meer op l okal e tradi ti es en het gel oof van dru den
dan op het Romei nse i dee van rood al s mysti eke, machti ge kl eur.
Dat schri jvers van IJsl and tot Ital i rood met woesthei d en moed
associ eerden, had ni et noodzakel i jkerwi js i ets te maken met de
heri nneri ng aan de Romei nse l egi oenen, maar waarschi jnl i jk
eerder met het fei t dat rood uni verseel met bl oed en de
bl oederi ghei d van oorl og i n verband werd gebracht.
Andere Europese i deen over rood werden wel rechtstreeks ui t
de kl assi eke werel d gerfd, en dat gol d nergens meer dan i n di e
meest Romei nse van al l e i nstel l i ngen, de rooms-kathol i eke Kerk.
Vanaf het ei nd van de twaal fde eeuw was rood een symbool voor de
kerkel i jke macht en nam de kerk een rood krui s op een wi t schi l d
tot embl eem. Rood werd offi ci eel ui tgeroepen tot het symbool van
het Pi nkstervuur en het bl oed van Chri stus. Ni et-offi ci eel werd
de kl eur verbonden met bel angri jke chri stel i jke concepten al s
martel aarschap, krui si gi ng en chri stel i jke naastenl i efde.
Mi ddel eeuwse kunstenaars beel dden Mari a afi n een rode of
bl auwe mantel en op de schi l den van krui svaarders stond vaak
een rood krui s.
Maar rood had ook negati eve connotati es, zoal s de kerkvaders
zi ch ongetwi jfel d bewust waren. Al s kl eur van het hel l evuur kon
rood zowel het dui vel se al s het goddel i jke symbol i seren - i deen
di e mi nstens teruggi ngen op de oude Hebreers en waarschi jnl i jk
nog verder. Zoal s i edereen wi st di e het Oude Testament l as, was de
zonde scharl akenrood. Daarom moesten prosti tuees i n sommi ge
steden een sjaal , cape of pl aatje met een rode kl eur dragen en
di enden joden en andere ui tgestotenen soms een kl ei n rood
merkteken op hun kl edi ng aan te brengen. Ook i n het Ni euwe
Testament werd rood met zonde i n verband gebracht. In het Boek
der Openbari ngen wordt de anti chri st voorgestel d al s een 'grote
rossi ge draak' di e zi ch vermei t i n het gezel schap van de 'vrouw i n
purper en scharl aken', de hoer van Babyi on, di e 'dronken i s van
het bl oed der hei l i gen en het bl oed der martel aren'.
Ondanks deze teksten decreteerde de paus i n 1295 dat
kardi nal en voortaan rode gewaden di enden te dragen. Het gi ng i n
fei te om een roodachti ge ti nt van het anti eke purper, dat de Kerk
tegen hoge kosten ui t Gonstanti nopel l i et komen, de eni ge pl ek
waar de oude Romei nse kl eur nog te kri jgen was. Maar ook
daaraan kwam een ei nde toen Constanti nopel i n 1453 door de
Turken werd veroverd. Het gehei m van het anti eke purper gi ng i n
de chaos verl oren. Kort daarop l i et de Kerk de gewaden i n een
Europese rode kl eur verven, di e was gemaakt van al ui n, i n de
Renai ssance een bel angri jk bi jtmi ddel voor kl euren. Vanaf dat
moment hul den kardi nal en zi ch i n scharl aken, zodat mi l i tante
protestanten de kathol i eke Kerk er l ater van beschul di gden de
hoer van Babyi on te zi jn, en de paus de anti chri st ui t de
Openbari ngen.
2
Voor de meeste Europeanen was het ni euwe 'kardi naal srood'
eenvoudi gweg een zi chtbare ui ti ng van de ti jdel i jke en geestel i jke
macht van de paus. Voor hen vertegenwoordi gde rood al l ang de
kl eur van koni ngen, deel s doordat anti ek purper i n mi ddel eeuws
Europa zo schaars was dat koni ngen het vaak moei l i jk konden
bemachti gen. In de eeuwen tussen de val van Rome en de val van
Constanti nopel beschi kten al l een de Byzanti jnse kei zers en de
hoogste kerkel i jke rangen over een bevredi gend aanbod van de
kl eurstof. Sommi ge Europese vorsten namen hun toevl ucht tot
goedkopere, met pl antenextracten gekl eurde stoffen, hoewel di e
ni et zo gemakkel i jk te onderschei den waren van de rossi ge
kl edi ng di e handwerksl i eden en boeren droegen. Rode stof, di e
veel te duur was voor het gewone vol k, was veel opval l ender en
extra aantrekkel i jk omdat hi j werd geassoci eerd met koni nkl i jke
deugden al s moed en succes i n de oorl og. Bi j mi ddel eeuwse
schri jvers staat rood ook symbool voor vuur, 'het nobel ste van de
vi er el ementen'. In heel Europa was rood vanaf de Mi ddel eeuwen
een teken van koni nkl i jke status, een kl eur di e ni et al l een voor
stoffen maar ook voor fami l i ewapens de voorkeur genoot.
Vorsten hadden een voorl i efde voor scharl aken- en
karmi jnrood, maar hoe deze kl euren er i n de Mi ddel eeuwen en
Renai ssance preci es ui tzagen, i s verre van zeker. Kl eurbel evi ng
i s berucht subjecti ef. Zel fs op i ndi vi dueel ni veau zi jn er
bi ol ogi sche en cogni ti eve verschi l l en i n de waarnemi ng,
verwerki ng en benami ng van kl euren. Iedereen zi et rood een
beetje anders. In de l oop van de ti jd verandert ook de kl eur di e bi j
een naam al s 'rood', 'groen', 'brui n' enzovoort hoort. De kl eur wordt
donkerder of l i chter, fl etser of jui st hel derder. Zo kan de betekeni s
van 'scharl akenrood' van pl aats tot pl aats, van eeuw tot eeuw, en
zel fs van mens tot mens verschi l l en.
Toch i s het mogel i jk om i n zi jn al gemeenhei d aan te geven wat
'scharl aken' en 'karmi jn' ti jdens de Mi ddel eeuwen en
Renai ssance ongeveer vertegenwoordi gden. Deze woorden
verwezen ni et per se naar een kl eur, zoal s tegenwoordi g. Voor
stoffenhandel aren en -bewerkers dui dden ze vaak op het gebrui k
van bepaal de soorten rode pi gmenten en stoffen. Bi j 'scharl aken'
gi ng het bi jvoorbeel d al ti jd om wol van de beste kwal i tei t di e met
een rode, van i nsecten gemaakte kl eurstof was geverfd. Deze
l everde i n een ander kl eurbad soms paarsi ge, gri jze, zwarte en
zel fs groene wol l en stoffen op, di e ni ettemi n i n het vak
'scharl aken' werden genoemd. Maar bui ten de texti el handel
werden de woorden 'scharl aken' en 'karmi jn' gebrui kt voor de
ri jke, vol l e, l i chtende rode kl euren di e bi j de Europeanen al si nds
de ti jd van de Romei nen gel i efd waren. De preci eze kl eur di e bi j
met de kl eurbenami ng werd geassoci eerd vari eerde met de ti jd,
maar 'karmi jn' betekende vaak 'rood dat naar paars nei gt', terwi jl
er bi j 'scharl aken' aan een wat hel derder kl eur werd gedacht.
Hoewel mi nder zel dzaam dan het anti eke purper waren
scharl aken en karmi jn al s kl eurstof ni ettemi n kostbaar en
konden vroeg-Europese vorsten er ni et al te kwi sti g mee omgaan.
Een kl ei ne hoeveel hei d van deze kl euren was echter vol doende om
van echt koni ngschap te getui gen. Van Karei de Grote werd
bi jvoorbeel d gezegd dat hi j scharl akenrode l eren schoenen droeg
toen hi j i n Rome tot kei zer werd gekroond. Latere vorsten, di e
meer goede rode kl eurstof konden kri jgen, gaven bl i jk van hun
koni nkl i jke waardi ghei d door zi ch van top tot teen i n de begeerde
kl euren te hul l en. Onder de vel e vorsten di e deze mode vol gden,
waren Ri chard n van Engel and, di e bi j zi jn kroni ng karmi jnrode
schoenen, broek en toga droeg, en koni ng Ferdi nand van Spanje,
di e zi ch l i et schi l deren i n preci es dezel fde scharl aken gewaden
al s di e van de Maagd Mari a di e boven hem zweefde.
Ter meerdere eer en gl ori e van de vorst mochten degenen di e
i n zi jn naam rechtspraken eveneens scharl aken en karmi jn
dragen. In Schodand, Engel and en het Hei l i ge Roomse Ri jk
droegen rechters een schi tterend scharl aken toga. De l eden van
het Engel se Hogerhui s waren eveneens i n scharl akenrood
gekl eed. In Frankri jk waren koni nkl i jke magi straten gerechti gd
een scharl aken toga te dragen, terwi jl de kansel i er van de koni ng
i n karmi jnrood gekl eed gi ng. In Veneti en Fl orence hoorden
scharl aken en karmi jnen mantel s tot de offi ci l e kl edi ng van
hoge bestuursfuncti onari ssen.
Ook hovel i ngen droegen soms scharl aken en karmi jn,
ondanks de enorm hoge pri js van kl edi ng i n di e kl euren. In de
vi jf-ti ende-eeuwse beschri jvi ngen van de garderobe van Hendri k
vi van Engel and kostte de goedkoopste scharl aken stof per meter
negen shi l l i ng: meer dan het maandl oon van een
meestermetsel aar. De duurste rode stoffen kostten twee keer
zoveel . In Vl aanderen en el ders i n Europa l agen de pri jzen
ongeveer even hoog.
Voor degenen di e zi ch dergel i jke ongehoorde sommen konden
veroorl oven, werd fi jne rode stof door de pri js jui st des te
aantrekkel i jker. In het fabel achti g ri jke Veneti paradeerden
jonge ari stocraten i n scharl akenrode wol l en mantel s, terwi jl
degenen di e de beste karmi jnrode zi jde droegen, zi ch naar men zei
a modo principe kl eedden - 'op de wi jze van een pri ns'. El ders i n
Ital i droegen de mannen van el i tecl ans al s de Medi ci , de d'Estes
en de Farneses al s vanzel fsprekend l uxe scharl aken en
karmi jnen stoffen, zo l i jkt het ten mi nste op de schi l deri jen van
renai ssanceschi l ders al s Domeni co Ghi rl andai o en Gi ovanni da
Ori ol o. Luxe rode stoffen werden ook door hooggepl aatste vrouwen
gedragen, zoal s Lucrezi a Panci ati chi , di e begi n zesti ende eeuw
trouwde met een tel g van een vermogende fami l i e van
Fl orenti jnse hoogwaardi ghei dsbekl eders. Op een portret van
Agnol o Bronzi no poseert ze sereen i n een schi tterende rode jurk,
met mouwen di e een feest zi jn van karmi jn en gesmokte
scharl aken zi jde (afb. 3).
Sommi ge ari stocrati sche fami l i es hul den hun voorouders
zel fs na hun dood nog i n majestei tel i jk rood door portretten i n
dure rode stoffen van hen te bestel l en. Het spectacul ai rste van
deze postume portretten werd i n de zesti ende eeuw geschi l derd
door Jacopo Pontormo. Het i s van een sombere Cosi mo de Medi ci ,
gekl eed i n hel der scharl aken (afb. 2). (Het val t moei l i jk te zeggen
wat Cosi mo zel f van di t portret zou hebben gevonden. Hi j was een
nuchtere banki er di e hal verwege de vi jfti ende eeuw een bekwaam
heerser van Fl orence werd en ooi t scepti sch opmerkte: 'Een heer
maak je al met twee meter stof.')
Ari stocraten waren ook om andere redenen dol op de kl eur
rood. Sommi ge hooggeboren fami l i es bedekten de wanden van
hun hui s met tapi jt waari n rode zi jde was meegeweven.
Dergel i jke tapi jten waren veel duurder dan schi l deri jen, en i n di e
ti jd ook stukken begeerl i jker. Op deze wandkl eden zag je i n rood
gehul de edel e dames en heren wandel en, dansen en jagen tegen
een veel keuri ge achtergrond. Op andere wandtapi jten, zoal s het
vi jfti ende-eeuwse tapi jt La dame a la licorne (De jonkvrouw met
de eenhoorn), dat voor de Franse edel man Jean l e Vi ste werd
gemaakt, was de achtergrond van millejleurs op zi ch een kl euri g
geheel van scharl aken en karmi jn. Er hi ngen overi gens ni et
al l een rode tapi jten aan de wand. Bi j de el i te l agen er ook op
vl oeren en tafel s weel deri ge rode kl eden, vaak ge mporteerd ui t
het Oosten. Rood was ook i n al l erl ei andere vormen popul ai r. In
kerken en kapel l en gl oei de het gebrandschi l derde gl as, en men
droeg ri ngen met robi jnen en andere rode edel stenen, di e werden
geacht de drager tegen het kwaad te beschermen en zi ekten van
het bl oed te genezen. Boeken waren vaak gebonden i n rode stof of
rood l eer. Federi go, de hertog van Urbi no, bestel de i n de vi jfti ende
eeuw een ri jke bi bl i otheek van Lati jnse boeken, waarop van hem
werd gezegd dat hi j 'al l e schri jvers een waardi ge gl ans verl eende
door hun werk i n scharl aken en zi l ver i n te bi nden'.
Zoal s de patri ci rskl asse van rood hi el d, zo genoot ook de
vermogende mi ddenkl asse ervan, zi j het i n beperkter mate.
Koopl i eden, rechtsgel eerden en wel gestel de kunstenaars
droegen soms scharl aken- en karmi jnrode kl edi ng, waarmee
ze af en toe zel fs de weel dewetten overtraden. In de Ghaucers
Canter-bury Tales verkl aart de ui tbundi ge Wi fe of Bath dat
motten en mi jten geen kans hebben om haar 'fl euri gste
scharl aken jurk' op te eten, aangezi en ze hem al ti jd aanheeft.
Mannen di e i n de Renai ssance maatschappel i jk succes
hadden, droegen graag een scharl akenrode hoed of muts.
Sommi gen hadden zel fs een scharl akenrode tul band op, zoal s
te zi en i s op een portret van Jan van Eyck ui t de vi jfti ende
eeuw (afb. 4). De fl amboyante tul band staat wel i swaar wat
vreemd boven de nuchtere trekken van Van Eycks zui ni g
ki jkende model (het gaat wel l i cht om een zel fportret), maar
voor renai ssancekoopl i eden en -kunstenaars was een
scharl aken tul band een goed mi ddel om zi chzel f aan te
pri jzen, een exoti sche mani er om te l aten zi en dat ze succes
hadden op de i nternati onal e markt en gel d hadden voor de
aantrekkel i jkste rode kl eurstoffen.
Di epe, ri jke rode kl euren waren ook popul ai r onder boeren,
maar vanwege de hoge kosten en de strenge weel dewetten
kregen zi j zel den de kans om rood te dragen. Ze konden zi ch
hoogui t oranjerode of rossi ge kl edi ng veroorl oven, di e, al s de
kl eur wat hel der ui tvi el , trouwens ook tegen de weel dewet of
het pl aatsel i jke gebrui k kon i ndrui sen. In sommi ge streken
had de bevol ki ng dui del i jk een hekel aan de weel dewetten; i n
Dui tsl and ei sten boeren bi jvoorbeel d i n 1525 ti jdens een
opstand onder andere het recht om rood dragen.
Terugki jkend vanui t een ti jd waari n rood
al omtegenwoordi g i s, val t het grote verl angen naar deze kl eur
mi sschi en moei l i jk te begri jpen. Maar ti jdens de Renai ssance
was deze begeerte maar al te reel - en nam toe naarmate de
wel vaart steeg. Het fei t dat hel derrode stoffen zel dzaam
bl even, maakte ze des te begeerl i jker.
Rode stoffen waren vooral zel dzaam omdat rode kl eurstoffen
schaars waren. Sl echts een handvol substanti es l everde een
rode kl eurstof op, en sommi ge, zoal s henna, waren ni et
geschi kt om kl edi ng mee te verven. Andere waren moei l i jk te
vervoeren en waren duur of gecompl i ceerd i n het gebrui k.
Zel fs de popul ai rste rode verfstof i n Europa, meekrap, had
ernsti ge tekortkomi ngen. Meekrap i s een van de oudste
bekende verfstoffen. Het werd al i n het oude Egypte en Chi na
gebrui kt en was waarschi jnl i jk het rood waarmee Gri ekse en
Romei nse kri jgsl i eden zi ch i nsmeerden. De sterke en
verhoudi ngsgewi js goedkope verfstof wordt gewonnen ui t de
wortel s van de mee-krappl ant, di e behoort tot de overvl oedi ge
wal strofami l i e (of Rubiaceae). Meekrap kan door i edereen
worden verbouwd, maar goed rood van meekrap maken i s een
preci es karwei tje, waar eni g gel uk bi j komt ki jken, omdat de
meekrapwortel sterk i n kwal i tei t verschi l t en de kl eurstof
gevoel i g i s voor al kal i tei t en temperatuur. De meeste soorten
meekraprood nei gen naar oranje, en stoffenververs kwamen
vaak ui t op koraal rood, roodbrui n en steenrood, di e vaak
goedkoper en makkel i jker met andere pl antaardi ge
kl eurstoffen konden worden gemaakt.
De eni ge stoffenververs di e wi sten hoe ze een consi stente
ri jk rode kl eur ui t meekrapwortel konden maken, woonden i n
het Ottomaanse Ri jk, i n Indi a en andere Azi ati sche l anden.
Deze kl eurstof, di e door Europeanen 'Turks rood' werd
genoemd, was het best te gebrui ken bi j katoenvezel , maar
katoen was zel dzaam i n het Europa van de Renai ssance. Het
i ngewi kkel de proces vergde rui m dri e maanden en meer dan
twaal f stappen, waarbi j onder andere ranzi ge ol i jfol i e,
koemest en bl oed aan het verfbad werden toegevoegd. Ondanks
deze onappeti jtel i jke i ngredi nten wi l den Europese ververs
zi ch de techni ek maar al te graag ei gen maken. Door de
compl exi tei t van het procd en de begri jpel i jke nei gi ng van
de stoffenververs ui t het Oosten om hun methoden gehei m te
houden, sl aagden ze daar pas i n de achtti ende eeuw i n.
Ondertussen waren de l agere en mi ddel ste standen heel
tevreden met het oranjerood van de meekrapwortel . Maar de
hoogste stand nam al l een genoegen met het presti -gi euzere
scharl aken of karmi jn.
Om aan het verl angen naar deze zel dzamer kl euren tegemoet
te komen maakten ververs gebrui k van kostbare stoffen al s
brazi el hout, de al gemene term voor een aantal tropi sche
hardhoutsoorten di e voorkwamen i n het Oosten. Van brazi el hout
kwamen di ep karmi jnrode en paarse kl eurstoffen, di e gewoonl i jk
al snel verbl eekten tot een modderi g paarsbrui n. Om di e reden
werd het 'bedri egl i jke brazi el hout' vaak vervl oekt al s een 'val se
kl eur'. De kl eurstof had bovendi en de nei gi ng om de texti el sti jf te
maken. Maar vanwege de schaarste aan goede verfstoffen bl eef
brazi el hout waardevol . Toen er i n Zui d-Ame-ri ka ni euwe soorten
waren ontdekt, werd de hel e streek tri omfantel i jk 'Brazi l i '
genoemd.
Een andere bel angri jke verfstof was orsei l l e, di e gemaakt
werd van een korstmos dat op rotsen aan de kust groei de. De
kl eurstof was bekend i n de kl assi eke oudhei d en werd eeuwenl ang
i n het Mi dden-Oosten gebrui kt. In 1300 ontdekte een Fl orenti jnse
koopman de formul e en deed daarna fantasti sche zaken met de
export van rode stoffen. Maar orsei l l e had net al s brazi el hout de
nei gi ng om te vervagen, wat veel kopers een ernsti g nadeel
vonden.
Een rode verfstof di e Europese stoffenververs voor nog grotere
probl emen stel de, was stokl ak, waarvan schel l ak werd gemaakt.
Stokl ak komt i n de natuur voor i n Indi a en Zui doost-Azi en
wordt gemaakt van de schi l dl ui s Laccifer lacca, di e op bomen een
pl akkeri ge hars ui tschei dt. De hars werd verzamel d met de
schi l dl ui s er nog i n. Hi j maakte vuurrode vl ekken op hout, maar
op texti el waren de resul taten mi nder. Europese stoffenververs
hadden moei te met deze dure, gomachti ge substanti e en maakten
er vooral gebrui k van om l eer te verven.
Ververs di e brazi el hout, orsei l l e en l ak ni et goed genoeg
vonden, gebrui kten rode verfstoffen di e hel dere, duurzame
kl euren opl everden: kermes van de kermesei k, en Pool s en
Armeens rood. Deze kl eurstoffen kwamen al l edri e van aan
stokl ak verwante i nsecten, en deden het veel beter op di erl i jke
vezel s al s wol en zi jde dan op pl antaardi ge vezel s al s katoen en
l i nnen.
Kermes van de kermesei k l evert si nds mensenheugeni s een
bel angri jk pi gment voor verfstoffen. Ten ti jde van het Romei nse
Ri jk was Spanje een vooraanstaande l everanci er; het l and
betaal de de hel ft van het tri buut dat het aan Rome verschul di gd
was i n de vorm van deze verfstof. Kermesschi l dl ui zen kwamen
voor i n warme, droge streken l angs de Mi ddel l andse-Zeekust en
i n het Mi dden-Oosten. Ze zaten op de bl aderen en takken van de
kermesei k en werden i n de l ente verzamel d. Er waren
verschi l l ende soorten, maar de schi l dl ui s di e de beste kl eur
opl everde en daarom het meest werd gevraagd, was de Kermes
vermilio. De i nsecten werden met stoom en azi jn gedood en
vervol gens gedroogd, gepl et, voor de verkoop verpakt en aan
stoffenververs rond de Mi ddel l andse Zee en verder verkocht.
Pool s rood, i n het Engel s St.John's blood, was afkomsti g van
het i nsect Margarodes polonicus. Er werden soms ti enden en
pacht mee betaal d i n de regi o waar het werd gekweekt, i n Oost-
Europa, Rusl and en Kl ei n-Azi . In Oost-Europa werden de
i nsecten gewoonl i jk i n juni en jul i verzamel d, vanaf de feestdag
van de hei l i ge Johannes - vandaar de naam St.Johns blood. In
tegenstel l i ng tot de kermesl ui s, di e i n de openl ucht gedi jt, l eeft de
Pool se schi l dl ui s op de ondergrondse wortel s van de
scl eranthuspl ant, zodat verzamel en een moei zaam karwei was.
Aangezi en er per pl ant sl echts ongeveer veerti g mi nuscul e
i nsecten op de wortel s zi tten, moesten er dui zenden pl anten
worden ui tgetrokken en schoongemaakt om vol doende verfstof te
verkri jgen. De grasachti ge bosjes werden vervol gens weer
gepl ant, maar vaak verdorden ze toch, zodat er ni euwe pl anten
gekweekt moesten worden en de kostbare verfstof nog duurder
werd. Maar de l ui zen l everden een prachti ge kl eur op, di e door
stoffenververs vaak meer werd gewaardeerd dan di e van de
kermesl ui s.
Ook Armeens rood was popul ai r. Het werd gemaakt van het
i nsect Porphyrophora hameli, een parasi et di e gedi jt op de wortel s
en stel en van bepaal de grassoorten i n Armeni , Azerbei dzjan,
Georgi , Turki je en Iran. Armeens rood was moei l i jk te oogsten,
evenal s de Pool se vari ant. De i nsecten kwamen i edere herfst
pl i chtsgetouw ui t hun ondergrondse schui l pl aats te voorschi jn,
maar sl echts kort. Bi j het verzamel en had men al snel de
verkeerde i nsecten te pakken. Maar al s de Armeense schi l dl ui zen
eenmaal waren verzamel d, gedood en verwerkt, was het rood
bi jzonder waardevol . Het was zeer gel i efd bi j de Assyri rs en
Perzen (de eerste vermel di ng van Armeens rood dateert ui t de
achtste eeuw voor Chri stus), maar was vanwege het hoge
vetgehal te l asti g te gebrui ken al s texti el verf. In het
mi ddel eeuwse Europa werd het door vel en al s de beste verfstof
beschouwd.
Moderne schei kundi gen hebben aangetoond dat de kl eur van
deze dri e van i nsecten afkomsti ge pi gmenten van nauw verwante
mol ecul en afkomsti g i s. Zel fs tegenwoordi g hebben experts
moei te om de kl eurstoffen met het bl ote oog van el kaar te
onderschei den. Ten ti jde van de Renai ssance l eken ze zo op el kaar
dat vaak dezel fde naam werd gebrui kt. Sommi gen i n de
Engel ssprekende werel d noemden ze al l e dri e grain, wat
teruggi ng op het Romei nse granum, dat 'korrel ' of 'zaad' betekent,
maar ook de benami ng was voor kermes. De gedroogde i nsecten
werden aanvankel i jk voor zaadjes van gedroogde bessen
versl eten, een opvatti ng di e l ang bl eef bestaan i n het Europa van
de Renai ssance.
3
De rode verfstoffen werden ook wel 'vermi l joen'
genoemd, naar het Lati jnse woord vermiculum, dat 'kl ei ne worm'
betekent - eveneens een verwi jzi ng naar een oud i dee over de
herkomst van de verfstof.
In de veerti ende eeuw raakte het woord 'kermes' i n zwang al s
term voor de kl eurstoffen. Het was afkomsti g van het Arabi sche
woord voor het i nsectenrood, kirmiz (hi erui t ontstond ook het
woord 'karmi jn'). Net al s vermi l joen betekende kirmiz 'worm',
hoewel waarschi jnl i jk sl echts wei ni g mensen zi ch daarvan
bewust waren. Het woord 'kermes' verwees aanvankel i jk al l een
naar het ge mporteerde Pool se en Armeense rood, maar werd i n de
zesti ende eeuw een al gemene aandui di ng voor al l e dri e de
i nsectenkl eurstoffen.
De soorten kermesrood werden soms samen met andere
verfstoffen gebrui kt om zwart, vi ol et en andere kl euren te maken,
maar al s kl eurstof om texti el di ep scharl aken- of karmi jnrood te
verven waren ze het waardevol st. Ze werden al s de edel ste
verfstoffen beschouwd en waren daarom duur, zoal s bl i jkt ui t de
pri jsl i jsten van twee Fl orenti jnse texti el ververi jen ui t de
Renai ssance. Bi j de ene ververi j kostte kermesverf bi jna twee keer
zoveel al s groene kl eurstof en meer dan dri e keer zoveel al s geel of
l i chtbl auw. Bi j de andere was het pri jsverschi l zel fs nog groter:
daar l agen de kosten om een stof fel scarlatto-rood te verven ti en
keer hoger dan di e voor hemel sbl auw.
Kermesrood was al ti jd kostbaar, maar i n sommi ge handen
werd het nog meer waard. Vooral de Veneti aanse stoffenververs
stonden bekend om hun prachti ge rode verstoffen. Al s
bel angri jke zeemacht beheerste Veneti de handel tussen Europa
en het Oosten. De stad handel de ni et al l een i n zi jde, speceri jen,
sl aven en edel metaal , maar ook i n kermes en andere
kwal i tei tspi gmenten voor de stoffenververi j. Door di t
meesterschap en de ri jkdom di e di t opl everde, werden de
Veneti aanse stoffenververs, onder wi e de vl uchtel i ngen ui t
andere steden, zoal s de Lucchezen en hun nakomel i ngen,
ge nspi reerd tot het ontwerp van al l erl ei opval l ende kl euren rood.
Iedereen was jal oers op hun di epste, schi tterendste rood, dat i n
Europa bekendstond al s 'Veneti aans scharl aken'. Overal
probeerden stoffenververs di t na te maken, zonder dat di t ooi t
l ukte - mi sschi en omdat ni emand eraan dacht arseni cum toe te
voegen, dat de Veneti anen gebrui kten om de hel derhei d van hun
kl eurstoffen te vergroten.
Dat de stoffenververs van Veneti ri jk en machti g werden,
was deel s te danken aan gehei mhoudi ng van het procd van het
Veneti aans scharl aken. Behal ve de gebrui kel i jke gi l denre-gel s
di e straf opl egden aan l eden di e gehei men pri jsgaven,
versprei dden ze enge verhal en om mensen te ontmoedi gen i n hun
ververi jen rond te hangen. Ui tei ndel i jk gi ngen deze verhal en een
ei gen l even l ei den. Er zou een wi tte geest rondwaren i n de
ververswi jk. En een spook met een zwarte cape en breedgerande
hoed jaagde met een bovennatuurl i jke l antaarn i n de hand op
mensen di e zo dwaas waren om na zonsondergang i n de buurt van
de ververi jen te komen.
Dergel i jke verhal en hi el pen l ange ti jd het gehei m van het
Veneti aans scharl aken te beschermen, maar vanaf het begi n van
de zesti ende eeuw verl oor Veneti terrei n al s centrum van de
texti el ververi j. Door de Turkse veroveri ng van Constanti no-pel i n
1453 gi ngen veel contacten met handel aren ui t het Mi dden-
Oosten verl oren. De voortdurende groei van het Ottomaanse Ri jk
baarde de Veneti aanse handel aren bovendi en veel zorgen. Nog
erger voor de Veneti anen was dat de Portugezen een ni euwe route
naar Indi hadden ontdekt, om Afri ka heen. Met deze ontdekki ng,
en wat l ater de ontdekki ng van Ameri ka door de Spanjaarden,
verschoof het zwaartepunt van de Europese handel van Veneti
naar het Iberi sch schi erei l and. Toen het gerucht Veneti berei kte
dat de Spaanse conqui stadores i n de Ni euwe Werel d een
spectacul ai re ni euwe kl eurstof hadden ontdekt di e mi nstens zo
hel der was al s Veneti aans scharl aken, moet dat de l aatste
druppel hebben gel eken.
Was het gerucht waar? Veneti - en heel Europa - wachtte
af.
DRIE
Een oude kunst
In de zesti ende eeuw gonsde het van de geruchten over
Ameri ka. De Spaanse ontdekki ngsrei zi gers zouden Chi na
hebben ontdekt, of Arcadi , of het paradi js zel f: een pl ek waar
mensen harmoni eus samenl eefden zonder gel d, pol i ti ek of
wetgevi ng. De bewoners van Ameri ka zouden Oudhebreeuws
spreken of afstammen van West-Goti sche koni ngen. Er werd
gesproken over 'bronnen van eeuwi ge jeugd', goud en zi l ver dat
op de stranden voor het oprapen l ag, en zeven gouden steden
vol onmetel i jke ri jkdommen.
Europeanen di e door dergel i jke verhal en naar de Ni euwe
Werel d werden gel okt, wachtte een zekere tel eurstel l i ng. Maar
ni et al l e geruchten over Ameri ka waren val s. Sommi ge
kl opten, zoal s het verhaal over de spectacul ai re rode kl eurstof.
De kl eur, di e afkomsti g was van de cocheni l l el ui s, speel de i n
het oude Mexi co een central e rol i n de cul tuur en het dagel i jks
l even.
De cocheni l l el ui s i s nauw verwant aan de schi l dl ui zen
waarvan kermes en Pool s en Armeens rood worden gemaakt,
di e al l e tot de fami l i e van de schi l dl ui s behoren. Schi l dl ui zen
zi jn bi j tui nl i efhebbers berucht om hun vraatzucht, want ze
kunnen i n een paar dagen een hel e kas of tui n kaal vreten.
Toch zi jn het kl ei ne i nsecten. De cocheni l l el ui s (genus
Dactylopius) meet i n het wi l d ongeveer eenderde van een
l i eveheersbeestje, en vari eert i n kl eur van zi l vergri js tot
roodzwart. Zes van deze i nsecten op een ri j passen makkel i jk op
de l engte van een papercl i p, mi ts ze er natuurl i jk ni et eerst
doorheen val l en.
Sommi ge schi l dl ui zen eten bi jna al l es, maar de cocheni l l e-
l ui s i s erg ki eskeuri g. Hi j eet al l een de ronde stekel i ge scheuten
van cactussen van de genera Opuntia. Deze cocheni l l e- of nopal -
cactussen zi jn i nheems op het Ameri kaanse conti nent.
Cocheni l l eni mfen steken meteen na het ontpoppen hun
snavel achti ge snui t i n de cactus om het sap op te zui gen.
Voor vrouwel i jke cocheni l l el ui zen bestaat het l even verder
ui t wei ni g meer. Ze hebben geen vl eugel s en brengen hun l even
op n pl ek door. Daar schei den ze een wasachti ge wi tte
substanti e ui t, waarmee ze een nest bouwen om zi ch daar te
voeden, ei eren te l eggen en te sterven. Een voorbi jganger zi et ze al
snel aan voor pl ukjes katoenpl ui s di e aan de stekel s van de cactus
zi jn bl i jven hangen. Voor de mannel i jke i nsecten, di e geri nger i n
aantal zi jn dan de vrouwtjes, i s het l even avontuurl i jker, want zi j
kri jgen vl eugel s, zodat ze vl i egend op zoek kunnen gaan naar een
wi jfje. Het vri jere bestaan heeft ook nadel en, want bi j het
ouderworden verschrompel t hun snui t, en ze l even sl echts hal f zo
l ang al s de vrouwtjes.
Al l e cocheni l l el ui zen zi jn parasi eten, maar de vrouwtjes zi jn
het schadel i jkst voor tui nen, aangezi en ze wei ni g anders doen
dan eten. Al s je ze hun gang l aat gaan, zui gen ze hun gastcactus
hel emaal droog. Gel ukki g voor de cactussen zi jn er veel di eren di e
de l ui zen eten. Al l erl ei rupsen, wormen, mi eren en andere
ongewervel de di eren zi jn grote vi janden van de Dactylopius, en
ook hagedi ssen, vogel s, mui zen en gordel di eren versmaden ze
ni et. Vooral de onbeweegl i jke vrouwtjes zi jn een makkel i jke prooi .
Maar ze hebben een gehei m wapen tot hun beschi kki ng: ze maken
karmi jnzuur, een stof di e schei kundi g gezi en tot de
antrachi nonen behoort en di e mi eren en enkel e andere di eren
onaangenaam vi nden. Met di t karmi jnzuur beschermt de
vrouwel i jke cocheni l l el ui s zi ch tegen de roofi nsecten, vogel s en
mi nuscul e parasi eten waar andere i nsecten van te l i jden hebben.
Karmi jnzuur heeft nog een andere ei genschap di e al
dui zendenjaar door mensen wordt gewaardeerd: het i s een
krachti ge rode kl eurstof. Al s je i n een vrouwel i jke cocheni l l el ui s
kni jpt, stroomt er een bl oedrode kl eurstof ui t. En al s je een l ap i n
deze kl eurstof dompel t en bi jtmi ddel toevoegt, bl i jft de texti el
eeuwenl ang rood.
Ni emand weet preci es wanneer de mensen voor het eerst
cocheni l l e begonnen te gebrui ken, maar archeol ogen hebben met
cocheni l l e geverfde stoffen van meer dan tweedui zend jaar oud
gevonden. De oudste vondsten zi jn afkomsti g ui t een
begraafpl aats i n Peru, en daarom menen sommi ge onderzoekers
dat het gebrui k van cocheni l l e om stoffen te verven i n Peru moet
zi jn ontstaan en zi ch van daarui t over Mi dden-Ameri ka heeft
versprei d. Andere onderzoekers denken dat de i ndi anen ui t het
oude Mexi co de eersten waren, of zi ch de kunst tenmi nste
onafhankel i jk van de Peruaanse i ndi anen ei gen hebben
gemaakt.
Wi e er ook met het gebrui k van cocheni l l e begonnen i s, er zi jn
vol doende aanwi jzi ngen dat de kweek ervan i n Mexi co een
hoogtepunt berei kte. In Mexi co komen veel di eren voor di e
cocheni l l el ui zen eten, en i n Peru maar wei ni g, wat erop wi jst dat
de Mexi caanse cocheni l l el ui zen en de di eren di e ze aten zi ch veel
l anger samen hebben ontwi kkel d.
Er wordt al ti jd gezegd dat de i ndi anenvol ken van het
Mexi caanse hoogl and, vooral i n de overl appende regi o's Mi xteca
en Oaxaca, een bel angri jke rol hebben gespeel d bi j de
ontwi kkel i ng van de cocheni l l eteel t. Maar ook vol keren di e i n de
buurt woonden, kunnen eraan hebben bi jgedragen. Lang gel eden
waren er prachti ge steden en tempel s i n het hoogl and, hoewel de
bevol ki ng i n grote meerderhei d van de l andbouw l eefde. De
mensen verbouwden ma s, bonen en pompoenen, gewassen
waarmee ze heel veel ervari ng hadden.
4
Daarnaast kweekten de
boeren van het hoogl and cocheni l l e. Ze cul ti veerden de i nsecten
op ei gen kwekeri jen, waar ze ze tegen roofi nsecten en vogel s
konden beschermen. Ze waren ook de eersten di e cocheni l l el ui zen
op omvang en kl eur kweekten.
In het oude Mexi co werden nauwel i jks di eren gefokt,
waarschi jnl i jk omdat daar wei ni ge geschi kte di eren
voorkwamen. De Mexi canen waren wel heel bedreven i n het
kweken van i nsecten, waaronder ni et al l een cocheni l l e, maar ook
een andere schi l dl ui s, de Llaveia, waarui t een wassoort werd
gewonnen di e werd gebrui kt voor cosmeti ca, medi ci jnen en l ak.
Waarschi jnl i jk kweekten ze ook Ameri kaanse honi ngbi jen,
vl i nders en verschi l l ende eetbare i nsecten.
Maar de cul ti vati e van cocheni l l e l everde de spectacul ai rste
en duurzaamste resul taten op. In de l oop der eeuwen l ei dde de
aandacht voor cocheni l l el ui zen van de Mexi caanse i ndi anen tot
een ni euwe soort cocheni l l el ui s, de Dactylopius coccus, een
vari ant van een i n de natuur voorkomende schi l dl ui s, zoal s door
DNA-onderzoek werd aangetoond. Het ni euwe i nsect was twee keer
zo groot al s de wi l de soort en produceerde veel meer kl eurstof, di e
vol gens sommi ge wetenschappers van een i ntenser rood was.
Maar de ni euwe soort had ook nadel en. De i n de natuur
voorkomende cocheni l l el ui s was dankzi j het katoenachti ge nest
bestand tegen de vri eskou op bi jna dri edui zend meter hoogte,
terwi jl de gedomesti ceerde sl echts een dunne l aag poederachti ge
was op zi jn rug had en daardoor ui termate kwetsbaar was voor de
el ementen. Hi j kon ni et tegen vorst of l angduri ge hi tte. Ook te veel
regen of vochti ghei d kon zi jn dood betekenen. Het l ui sje was zel fs
zo kwetsbaar dat een fl i nke stortbui op het verkeerde moment al
tot massal e sterfte kon l ei den.
Waar de Dactylopius coccus het meest van hi el d, was het
kl i maat waari n hi j was gekweekt: het warme, droge Zui d-
Mexi caanse hoogl and, waar het bi jna al ti jd tussen de 10 en 25
graden i s. Toch hadden ook de bewoners van het hoogl and moei te
om het de l ui sjes naar de zi n te maken. Vorst was zel dzaam i n de
val l ei en van het hoogl and, maar al s het een keer vroor, gi ng de
compl ete oogst i n n nacht verl oren. Zomerregens konden al
even verwoestend zi jn. Boeren l eerden hun oogst zorgvul di g te
pl annen. Voor de eerste regens verzamel den en verwerkten ze de
cocheni l l e. Ti jdens het stormsei zoen bewaarden ze een
verzamel i ng zwangere vrouwtjes, di e 'cocheni l l e-marfr&f'
werden genoemd, vei l i g i n een droog hoekje van het hui s, zodat ze
er het jaar daarop weer mee konden kweken. Sommi ge boeren
droegen de madres zel fs i n met pal mbl aderen bekl ede mandjes
zo'n derti g tot vi jfti g ki l ometer de bergen i n, waar ze de zomer i n
drogere omstandi gheden doorbrachten.
Zel fs al s het weer i deaal was, verei sten de l ui zen veel
aandacht. De nestjes met cocheni l l e-ei eren di enden zorgvul di g te
worden ui tgezet op cactusl oten en de jonge ni mfen moesten tegen
rovers worden beschermd. Ook de wi l de cocheni l l e moest worden
weggehouden om krui si ng te voorkomen, want dan zou de mi nder
geharde soort al snel het onderspi t del ven.
De cactussen hadden eveneens veel zorg nodi g. De meest
gebrui kte cactus was de Opuntia jcus-indica, en ook andere no-
pal cactussen kwamen i n aanmerki ng, maar ze waren al l e
vatbaar voor vorst en rotti ng. Al s ze ni et goed schoongehouden
werden, l i epen ze al snel een zi ekte of parasi et op. Omdat
cocheni l l el ui zen het best op jonge l oten gedi jen, snoei den de
boeren regel mati g hun cactussen om de groei te bevorderen. Ook
werden er ni euwe cactusl oten gepl ant, nadat ze netjes bi j de
knopen van de bestaande cactus waren, zodat het l i tteken weer
heel de. Anderhal f tot dri ejaar l ater kon de ni euwe cactus vei l i g
van cocheni l l e worden voorzi en.
Na het pl aatsen van de l ui zen duurde het dri e tot vi er
maanden voordat de cocheni l l e verzamel d kon worden. Er kon
twee, soms dri e keer per jaar worden geoogst, terwi jl er bi j kermes
en Pool s en Armeens rood maar n oogst per jaar mogel i jk was.
Cocheni l l e was bovendi en veel makkel i jker te verzamel en dan het
Europese rood, al bl eef het een vervel end karwei dat veel ti jd i n
besl ag nam. Voordat de oogst begon, werd er een wi tte kal koen
geofferd om Coqueel a, de god van de cocheni l l e, gunsti g te
stemmen. Vervol gens pakten de arbei ders hun stokken, veren en
bezems, en veegden ze de vrouwel i jke i nsecten i n hun kom van
hout of kl ei . Cocheni l l el ui zen en cactussen mochten ni et met de
hand worden aangeraakt, mi sschi en omdat men bang was voor
rotti ng of andere i nfecti es.
Na de oogst werden de i nsecten op matten ui tgesprei d en vi er
tot vi jf dagen i n de zon te drogen gel egd. Om het proces te
versnel l en droogden de boeren hun cocheni l l e ook vaak i n
stoombaden di e temazcalli werden genoemd. Bi j het i ndrogen
verl oren de i nsecten een derde van hun gewi cht. Er waren wel 70
000 i nsecten nodi g om een pond kl eurstof te maken.
Cocheni l l e kweken was zwaar werk, maar de oude Mexi canen
vonden het al l eszi ns de moei te waard. Lang voor de komst van de
Spanjaarden werd cocheni l l e op de markten gerui l d tegen vi s,
ma s, chi l i pepers en zout. Later speci al i seerde een groep
handel aren ui t het zui del i jk hoogl and zi ch i n de zel dzame
verfstof. De machti ge koopl i eden van de stad Nochi xtl an
ontwi kkel den bi jvoorbeel d een ui tgebrei de cocheni l l ehandel di e
zi ch ver naar het zui den ui tstrekte, tot i n het hui di ge Ni caragua.
De gecompl i ceerde, hoogontwi kkel de handel snetwerken hi el den
eeuwenl ang stand en berei kten hun hoogtepunt onder de
Azteken, een kri jgshafti g vol k dat i n de vi jfti ende eeuw en begi n
zesti ende eeuw over het grootste deel van Mexi co heerste.
De Azteken zi jn berucht om hun mensenoffers. Mi nder
bekend i s dat hun hoofdstad, Tenochti tl an, aan het begi n van de
zesti ende eeuw een van de grootste, properste en
i ndrukwekkendste steden ter werel d was. Di chtkunst, muzi ek en
ambachten waren er hoog ontwi kkel d, evenal s de kunst om
stoffen te weven en verfstof te berei den. De Azteken waren vooral
goed i n het verven van veren, waarvan ze er dui zenden
gebrui kten voor hun veel kl euri ge versi erde mantel s, schi l den en
hoofdtooi en. Veel van dat werk werd door vrouwen verri cht en i n
de gezi nnen werd gebeden dat de dochters goed zouden l eren
'veren i n verschi l l ende kl euren te verven, i n azuur, geel , roze,
l i chtbl auw en zwart', zo staat er i n een Azteekse bron te l ezen.
De Azteken waren net al s andere vol keren i n het oude Mexi co
dol op fel l e kl euren, en rood had een speci al e aantrekki ngskracht.
Een van hun woorden voor rood (tl apal l i ) was ook het woord voor
kl eur i n het al gemeen. Voor de Azteken was rood, net al s i n
sommi ge Europese cul turen, de kl eur van de zon. Verder
associ eerden de Azteken de kl eur met ri tuel en, bl oed, offeranden
en de dood. Hoewel ze verschi l l ende rode verfstoffen hadden,
waaronder een paar afkomsti g van zwak-kl eurende, op meekrap
l i jkende pl anten, een pl ant di e achi ote werd genoemd en het sap
van de nopal cactus, l everde cocheni l l e de fel ste kl euren op.
De Azteken noemden cocheni l l e nocheztli, of 'nopal bl oed' -een
veel zeggende naam gezi en het bel ang van de nopal cactus voor de
Azteekse i denti tei t en cul tuur. Van de bel angri jkste
producti ecentra ei sten ze gi ganti sche hoeveel heden cocheni l l e
al s tri buut. Vol gens sommi ge bronnen betaal den dorpen i n
Oaxaca en Mi xteca ten ti jde van de conqui stadores meer dan
honderd zakken cocheni l l e per jaar. Tegenwoordi g schatten
onderzoekers di t jaarl i jkse tri buut op negendui zend ki l o
cocheni l l e, of meer dan een mi l jard i nsecten. Een ander di stri ct
betaal de een deel van de schatpl i cht i n de vorm van met
cocheni l l e geverfde stoffen en l everde daarvoor 1800 l appen per
jaar.
De Azteken gebrui kten het cocheni l l etri buut op verschi l l ende
mani eren. Artsen vermengden de gemal en verfstof met azi jn en
smeerden er wonden mee i n. Ze schreven hem ook voor om tanden
te rei ni gen en aandoeni ngen van het hoofd, het hart en de maag
te verhel pen. Koks gebrui kten cocheni l l e om het ma s-gerecht
tamak en ander voedsel te kl euren, vrouwen om hun nek,
wangen, handen en borsten rood te maken. Prosti tuees verfden er
zel fs hun tanden mee rood.
De Azteekse stoffenververs gebrui kten de cocheni l l e
gewoonl i jk met al ui n al s bi jtmi ddel , zodat de kl eur goed aan de
texti el hechtte. Net al s het andere schi l dl ui srood hechtte
cocheni l l e zi ch beter aan de ei wi tten van di erl i jke vezel s dan aan
de ui t cel l ul ose bestaande pl antaardi ge vezel s. Veren en
koni jnenbont kwamen fel rood ui t het kl eurbad. Maar de Azteken
berei kten ook met katoen prachti ge, zi j het fl etsere resul taten.
Azteekse schri jvers i l l ustreerden hun kl eurri jke
geschi edeni ssen en stambomen onder andere met cocheni l l e al s
pi gment, en i n heel Mexi co gebrui kten ambachtsl i eden
cocheni l l e ter decorati e. Potten, pannen, manden, standbeel den,
danspal en en zel fs hui zen werden opgefl eurd met de fel l e rode
kl eurstof.
Cocheni l l e was al omtegenwoordi g i n het oude Mexi co. Het was
daarom geen wonder dat de conqui stadores begeri g naar de
verfstof keken toen ze er i n 1519 voor het eerst kwamen. Zel f
bezaten ze wei ni g en de fel l e kl euren waren voor hen een l uxe.
Ook hun l ei der, Hernan Corts, was arm, hoewel hi j aanspraak
kon maken op een adel l i jke ti tel . Hi j was i n 1506 i n de Ni euwe
Werel d aangekomen met wei ni g meer dan zi jn zwaard en zi jn
radde tong om zi ch te bewi jzen.
In de begi nti jd had Spanje sl echts een paar ei l anden i n het
Cari bi sch gebi ed veroverd. Toen Spanje besl oot zi ch ook Cuba toe
te ei genen, sl oot Corts zi ch i n 1511 bi j de veroveraars aan en won
zo de gunst van Di ego Vel asquez, di e gouverneur van het ei l and
werd. Maar Corts kreeg pas kans om beroemd (of berucht) te
worden toen Vel asquez hem i n 1518 de l ei di ng gaf over de
expedi ti e naar het vastel and.
Hoewel de Spanjaarden al eerder op het vastel and waren
geweest, was nog ni emand eri n gesl aagd daar een nederzetti ng te
vesti gen. En dat was preci es wat Vel asquez wi l de, want daarmee
kon zi jn l and permanent wettel i jk aanspraak maken op het
gebi ed. Maar Vel asquez had wei ni g zi n om i n vi jandi g gebi ed zi jn
l even op het spel te zetten. Hi j bl eef l i ever vei l i g i n Cuba, terwi jl
Corts i n zi jn opdracht en onder zi jn bevel de nederzetti ng vei l i g
zou stel l en.
Corts was zel f ui t op roem en bedacht kort nadat hi j i n Mexi co
was aangekomen een sl uwe, maar vol strekt l egal e mani er om de
macht naar zi ch toe te trekken. Hi j maakte van de l egerbasi s di e
hi j op het strand had i ngeri cht een offi ci l e Spaanse stad, di e hi j
Villa rica de la Vera Cruz noemde (Ri jke Stad van het Ware Krui s),
een naam di e werd afgekort tot Veracruz.
Vervol gens l i et hi j zi jn l egertje een gemeenteraad 'ki ezen' di e hi j
zel f aanwees, en di e hem meteen van Vel asquez' opdracht onthi ef
en hem benoemde tot l egeraanvoerder en opperrechter van
Veracruz. Onder de Spaanse wet was Corts nu ni et l anger
verantwoordi ng schul di g aan Vel asquez en hoefde hi j al l een nog
te gehoorzamen aan de Spaanse koni ng. En aangezi en di e
vi jfdui zend ki l ometer verderop zat, was Corts voorl opi g i n fei te
ei gen baas.
Ni et i edereen stond achter Corts' gedurfde stap, maar de
ni euwe opperrechter had wei ni g moei te om cri ti ci het zwi jgen op
te l eggen: ze werden eenvoudi gweg i n de boei en gesl agen.
Vel asquez bl eek echter een machti ge en onverzoenl i jke vi jand.
Toen Corts aan zi jn ambi ti euze campagne tegen de Azteken
begon, stuurde Vel asquez een l egertje achter zi jn afval l i ge
offi ci er aan, dat echter bi nnen de kortste keren door Corts werd
versl agen. Vel asquez gaf ni et op. Vi a zi jn vertegenwoordi gers i n
Spanje deed hi j een verzoek aan de koni ng om Corts wegens
verraad te l aten veroordel en. Corts had ondertussen zel f ook een
bri ef aan de koni ng geschreven, waari n hi j meedeel de dat hi j
geen verrader was, maar bezi g was i n naam van de koni ng een
werel dri jk te veroveren. En Mexi co, schreef hi j, was zo ri jk al s het
l and 'waarui t Sal omo het goud voor de tempel haal de'.
Corts l i et zi ch meer l ei den door zi jn wensen dan door de
werkel i jkhei d, want op dat moment had hi j met zi jn mannen ni et
meer dan een paar schermutsel i ngen meegemaakt i n een aantal
eenvoudi ge dorpjes l angs de kust. Maar kort daarop werden
Corts en zi jn mannen door de Azteekse vorst Monte-zuma
ui tgenodi gd om al s zi jn gasten de stad Tenochti dan te bezoeken.
Ze hoorden dat de stad enorme tri buten ui t het omri ngende
gebi ed ontvi ng. Toen Corts en zi jn metgezel l en op een dag i n het
pal ei s al l een werden gel aten, forceerden ze sti l l etjes de deur
naar de gehei me schatkamer van Montezuma. 'Corts en een
paar kapi tei ns gi ng eerst naar bi nnen,' schreef de conqui stador
Bernal Di az del Casti l l o eni ge jaren l ater, 'en ze zagen zo veel
gouden schi jven, schal en, juwel en [...] en andere grote
ri jkdommen dat ze vol l edi g i n vervoeri ng raakten en ni et meer
wi sten wat ze moesten zeggen.' Di az zel f'wi st zeker dat het de
al l ergrootste schat van de werel d was'.
Ni et al l een de gehei me kamer van Montezuma l ag vol
kostbaarheden, maar ook de markt van Tenochti tl an, waar een
overvl oed aan bont, met veren versi erde gewaden, aardewerk,
zout, honi ng en sl aven werd verkocht. De conqui stadores
zagen de stal l etjes gl i mmen van al het goud en zi l ver, en
schi tteren van al l e kl euri ge pi gmenten. Corts schreef aan de
koni ng: 'Er zi jn veel soorten gesponnen katoen, i n strengen
van i edere kl eur. Het l i jkt wel de zi jdemarkt van Granada,
al l een i s er hi er veel meer. Ze verkopen net zo veel verfstof al s
i n Spanje en al ti jd van de beste kwal i tei t.' Hi j dong naar de
gunst van de koni ng en had al l e reden om de pracht van de
werel d di e hi j wi l de veroveren te overdri jven, maar ook ui t de
meer bel angel oze versl agen van Bernal Di az del Casti l l o
spreekt de verbazi ng over al l e kl eurstoffen di e ze i n het Mexi co
van de Azteken aantroffen. Meer dan derti g jaar na de
veroveri ng heri nnert Di az zi ch nog hoeveel i ndruk de enorme
hoeveel hei d cocheni l l e op hem maakte di e te koop werd
aangeboden op de grote markt van Tl atel ol co, een voorstad van
Tenochti tl an. Net al s de andere veroveraars noemde hi j de
handel swaar grana, het Spaanse woord voor 'korrel ', dat
al l een voor de kostbaarste rode verfstoffen werd gebrui kt.
Al s bewi js van zi jn goede bedoel i ngen stuurde Corts een
paar schepen gepl underde bui t naar de koni ng. Ei nd oktober
1519 kwam het eerste schi p i n Spanje aan. Aan boord waren
vi jf Totonak-i ndi anen - dri e mannen en twee mei sjes -, di e
door de conqui stadores van de offerdood waren gered om ze
vervol gens naar de andere kant van de werel d te brengen. Er
waren ook honderden schatten aan boord: gouden hal sbanden
bezet met gouden bel l en en i ngel egd met edel stenen, grote
wi el en van goud en zi l ver, een hel m vol stofgoud, met veren
versi erde mantel s en boeken waarvan de beschi l derde
bl adzi jden waarschi jnl i jk schi tterden van het prachti ge
cocheni l l erood.
In Mexi co probeerden Corts en zi jn mannen ondertussen het
ri jk te veroveren waar de schatten vandaan kwamen. In 1521
kregen ze de Azteken op de kni en, gehol pen door een
pokkenepi demi e en een verbond met Tl axcal a, een cocheni l l e-
producerende streek di e de Azteken vi jandi g gezi nd was. De
overwi nnende conqui stadores en dui zenden Tl axcal a-bond-
genoten staken de door water omri ngde stad Tenochti tl an i n
brand en vermoordden de meeste i nwoners. Treurende Azteekse
di chter schreven:
De huizen hebben geen daken meer,
de muren zijn rood van 't bloed.
Wormen krioelen in de straten en op de pleinen,
en de muren zijn bloedbespat.
Het water is rood als een kleurbad,
en als we het drinken
smaakt het brak.
Rood was voor de Azteken de kl eur van de nederl aag geworden. De
conqui stadores dachten bi j rood al l een aan de ri jkdommen di e
hun wachtten.
VIER
De nieuwe verfstof van de keizer
De eerste l adi ng bui t di e i n Spanje aankwam, zorgde
voor veel sensati e. Nadat de goederen i n de haven i n
besl ag genomen waren door overhei dsdi enaren di e
Corts' grandi oze pl annen afkeurden, werden ze
doorgestuurd naar Val l adol i d, waar het Spaanse hof
van koni ng Karei v zetel de. De koni ng beval ook de
Totonaken di e met de schat waren meegekomen naar
Val l adol i d te brengen, warm aangekl eed i n fl uwel en
jassen, met gouden kousen en scharl aken mantel s,
al sof ze hoge edel en waren.
Het duurde weken voordat de Totonaken en de schat
i n Val l adol i d aankwamen, maar op 3 maart 1520
werden ze ui tei ndel i jk voorgestel d aan het Spaanse hof.
Ui t de wei ni ge versl agen van de gebeurteni s di e zi jn
overgel everd, bl i jkt dat het hof di ep onder de i ndruk
was. De aartsbi sschop was hevi g onthutst omdat 'de
l i chamen van de mannen doorboord waren en overal
sneden vertoonden'. Ook de juwel en, met veren versi erde
gewaden en beschi l derde boeken noodden tot
commentaar. 'Al s kunstenaars van deze soort ooi t
geni aal genoemd kunnen worden, dan deze
i nboorl i ngen wel ,' schreef de bekende gel eerde Petrus
Martyr aan de paus: 'Een grotere l ust voor het oog i s
naar mi jn meni ng ni et mogel i jk.'
Wat de koni ng ervan vond, was natuurl i jk het
bel angri jkst, want Corts wi l de vooral op hem i ndruk
maken. Maar het bl eek moei l i jk om zi jn aandacht te
trekken. Hoewel de veroveri ng van Mexi co l ater een
besl i ssend moment i n de geschi edeni s van de menshei d
werd gevonden, was het gebeuren voor Karei v sl echts
een bi jkomsti ghei d.
Karei was pas twi nti g, maar werd al s de grootste koni ng van
zi jn ti jd beschouwd. 'Hi j al l een i s koni ng der koni ngen op deze
aarde,' zei een Spaanse bi sschop. 'Hi j i s de kl ei nzoon en opvol ger
van meer dan zeventi g koni ngen.' Di t was overdreven, maar het
was waar dat Karei meer voorvaderen van koni nkl i jken bl oede
had dan wi e ook i n Europa. Zi jn grootouders van moederskant
waren Ferdi nand n en Isabel l a van Casti l i , di e samen over
Spanje heersten. En zi jn grootouders van vaderskant waren
Mari a van Bourgondi , erfgename van een groot deel van het ri jke
Noordwest-Europa, en kei zer Maxi mi l i aan i , een van de
grondl eggers van de macht van de Habsburgse dynasti e, di e nog
vi erhonderd jaar over Mi dden-Europa zou heersen.
5
Dankzi j deze i l l ustere voorouders erfde Karei hal f Europa.
Hoewel hi j dus al l es aan zi jn fami l i e te danken had, was deze
tevens een bron van veel el l ende. Vel en zagen veel goeds i n de
verbi nteni s tussen zi jn ouders (zi jn Vl aamse vader, Fi l i ps de
Schone, werd al s de mooi ste man van Europa beschouwd, en zi jn
moeder, Johanna van Casti l i , was voorbestemd om de Spaanse
kroon te erven), maar hun huwel i jk bl eek rampzal i g. Fi l i ps was
zi jn vrouw ontrouw en bestuurde haar l and op brute wi jze. Hi j
sti erf onverwachts toen Karei nog maar zes was. Sommi gen
beweerden dat Johanna haar man had vermoord, wat ni et
waarschi jnl i jk i s, hoewel Fi l i ps zi jn vrouw zeker hal fgek van
jal oezi e had gemaakt.
Na Fi l i ps' dood werd Johanna steeds somberder en gestoorder.
Veel l eden van de koni nkl i jke fami l i e van het Iberi sch
schi erei l and l eden vanwege i nteel t aan geesteszi ekten. Zi j
wei gerde het l i chaam van haar man te l aten begraven en maakte
een macabere rondrei s door Spanje met zi jn l i jkki st, di e ze tel kens
weer l i et openmaken. Daarna noemden de Spanjaarden haar
Juana la Loca, Johanna de Waanzi nni ge. Kort daarop werd ze voor
de rest van haar l even opgesl oten i n een kasteel i n Tordesi l l as.
Na de dood van zi jn vader en de opsl ui ti ng van zi jn moeder
werd Karei opgevoed door de tante van zi jn vader, Margaretha van
Oostenri jk, regentes van de Nederl anden. Met haar had hi j wel
gel uk, want Margaretha was een bi jzondere vrouw. Ze was
energi ek en gevat, een ervaren bestuurder en di pl omate, en een
goede voogdes voor haar neef.
Karei had de atl eti sche bouw van zi jn vader gerfd, maar ni et
di ens knappe ui terl i jk. In zi jn ki nderti jd stak Karei s onderkaak al
abnormaal ver naar voren, en tegen de ti jd dat hi j vol wassen
werd, was zi jn kaak zo enorm dat hi j moei te had om zi jn mond
gesl oten te houden. Een werkman zei i n 1518 tegen hem: 'Heer,
sl ui t uw mond, de vl i egen i n di t l and zi jn ondeugend.' Karei v
deed l ater zi jn best om zi jn vreemde onderkaak met een baard en
snor te camoufl eren, maar de 'Habsburgse kaak' zou veel van zi jn
nakomel i ngen bl i jven pl agen.
Karei had een sterk pl i chtsbesef en bezat aanl eg voor muzi ek.
Vol gens ti jdgenoten was hi j een opmerkel i jk goede zanger en hi j
genoot zo van zi jn spi netl essen dat het moei te kostte om hem bi j
het i nstrument weg te houden. Ondanks de probl emen met zi jn
kaak l eerde hi j ook fl ui t en verschi l l ende andere i nstrumenten
bespel en. Maar naarmate zi jn verantwoordel i jkheden toenamen,
had-Karei mi nder ti jd voor muzi ek. Kort voor zi jn vi jfti ende
verjaardag werd hi j hertog van Bourgondi . En op zi jn zesti ende,
toen zi jn grootvader Ferdi nand sti erf, werd hi j ui tgeroepen tot
koni ng van Spanje. Hi j regeerde al s Carl os 1 i n naam van zi jn
waanzi nni ge moeder, di e nog steeds i n Tordesi l l as zat opgesl oten.
Karei was jong en begaafd, maar een tel eurstel l i ng voor de
Spanjaarden. Later zou hi j een begenadi gd l i ngu st bl i jken (hi j
zou over zi chzel f hebben gezegd dat hi j Frans sprak met zi jn
ambassadeurs, Ital i aans met zi jn vrouwen, Dui ts met zi jn
stal jongens en Spaans met God), maar op zi jn zesti ende verstond
hi j nauwel i jks Spaans en sprak hi j het nog mi nder. Zi jn
advi seurs kwamen ui t Vl aanderen, Bourgondi en andere del en
van West-Europa, en tot tel eurstel l i ng van de Spanjaarden
benoemde hi j deze noorderl i ngen vaak op i nvl oedri jke posten.
Zi jn cul turel e smaak was ook meer Noord-Europees dan Spaans.
Het sobere Spaanse hof was geschokt door de bui teni ssi ge mani er
van doen van de jonge koni ng.
De Spanjaarden kwamen al snel tot de concl usi e dat de koni ng
i n zi jn hart ni et echt een van de hunnen was, en daar hadden ze
gel i jk i n. Hoewel Karei zi jn pl i cht jegens het l and van zi jn moeder
goed wi l de vervul l en, had hi j zi jn zi nnen gezet op een nog veel
grotere bui t: het Hei l i ge Roomse Ri jk, een gi ganti sch gebi ed dat
i n Vol tai res befaamde woorden 'noch hei l i g, noch Rooms, noch
een ri jk' was. De mi sl ei dende naam gi ng terug op mi ddel eeuwse
Franki sche en Germaanse vorsten di e zi chzel f beschouwden al s
de hoeders van het westel i jke chri stendom en de erfgenamen van
de Romei nse kei zerl i jke macht. Maar ten ti jde van Karei was het
Hei l i ge Roomse Ri jk ni et meer dan een verzamel i ng l osse
gebi eden di e versprei d l agen over heel Europa en waarvan de
Dui tse vorstendommen de kern vormden.
Karei s grootvader, kei zer Maxi mi l i aan i , had vel e jaren over
di t ri jk geheerst. Karei was geen vanzel fsprekende erfgenaam
van de kei zerskroon, aangezi en de kei zer werd aangewezen door
dri e aartsbi sschoppen en vi er ri jksvorsten, de zeven zogenoemde
'keurvorsten'. Toen Maxi mi l i aan i n 1519 overl eed, brak er een
fel l e stri jd om de kroon l os. De koni ng van Frankri jk was Karei s
voornaamste ri vaal . Andere koni ngen, onder wi e Hendri k vi n
van Engel and en de koni ng van Hongari je en Bohemen, toonden
eveneens bel angstel l i ng, maar na ui tgebrei d onderhandel en - en
fl i nke omkoopsommen - werd Karei ui tei ndel i jk tot opvol ger van
zi jn grootvader gekozen. Al s kei zer Karei v heerste hi j over het
grootste Europese ri jk si nds Karei de Grote. Het omvatte Spanje,
Oostenri jk, Dui tsl and, Zwi tserl and en de Nederl anden, en del en
van Frankri jk, Tsje-cho-Sl owaki je en Ital i .
Toen de negenti enjari ge Karei di t kei zerri jk eenmaal had
gewonnen, moest hi j het zi en vast te houden. Hoewel hi j bl i jk gaf
van veel tal ent al s staatsman en strateeg, was zi jn taak erg
l asti g, want de oneni ghei d i n zi jn versni pperde ri jk was groot.
Spanje was bi jvoorbeel d ni et meer dan een l os verbond van de
ri jken Casti l i , Aragon, Val enci a, Catal oni en Navarra, di e een
ei gen di al ect, ei gen tradi ti es en ei gen wetten hadden. In andere
del en van Karei s ri jk heerste zo mogel i jk nog meer verdeel dhei d.
Bi j el kaar l eken ze zo goed al s onbestuurbaar.
Bi nnen een jaar nadat Karei tot kei zer was gekozen, vond er i n
Spanje een opstand pl aats. Stad na stad had genoeg van de
bemoei eni s van de Kroon. Het kostte Karei bi jna twee jaar om het
l and weer onder control e te kri jgen en toen dat eenmaal was
gebeurd, brak er i n Dui tsl and een opstand ui t. Ondertussen vi el
Frankri jk de westgrens van zi jn ri jk aan, terwi jl Turki je i n het
oosten tegen hem oprukte.
Al sof deze moei l i jkheden nog ni et vol doende waren, werd
Karei met de Reformati e geconfronteerd, het meest tot tweedracht
l ei dende probl eem van zi jn ti jd. In 1521 vi el hi j ti jdens de ri jksdag
i n Worms de opstandi ge monni k Maarten Luther aan op zi jn
stel l i ngen, di e de kathol i eke Kerk en de macht van de paus
bekri ti seerden en voor veel beroeri ng zorgden. Toen Luther
wei gerde zi jn stel l i ngen te herroepen, deed Karei hem al s
gevaarl i jke ketter i n de ban. Hoewel Luther ui t Worms mocht
vertrekken, bezwoer de jonge kei zer het kathol i eke gel oof koste wat
het kost te verdedi gen.
Karei had te veel zorgen om de si tuati e bi nnen zi jn ri jk om
l ang na te denken over de veroverde gebi eden i n de Ni euwe
Werel d. Maar i n het voorjaar van 1520 rui mde hi j ti jd i n om de
Totonaken te ontvangen en de schat te beki jken di e Corts hem
had gestuurd. Naar het schi jnt was hi j van bei de zeer onder de
i ndruk. Omdat Karei bezorgd was dat de Totonaken zouden
wegkwi jnen i n de noordel i jke Spaanse wi nter, l i et hi j ze naar
Sevi l l a sturen, waar het kl i maat mi l der was. Hi j i nstrueerde zi jn
functi onari ssen om zi ch zeer i n te spannen om hen gel ukki g te
maken. Een van de Totonaken sti erf en de anderen gi ngen aan
boord van een schi p met bestemmi ng Cuba. Het i s ni et bekend hoe
het hun vergi ng nadat ze daar waren aangekomen. Ook i s het
dui ster wat er met de schat i s gebeurd, al i s wel bekend dat Karei
eni ge stukken ervan meenam toen hi j dat voorjaar ui t Spanje
vertrok.
Hoezeer Karei de bui t van Corts ook waardeerde, hi j
ondernam geen pogi ngen om het geschi l tussen hem en
Vel asquez op te l ossen. Hi j was bezi g met andere staatszaken en
l i et de kwesti e over aan de Raad van Casti l i , di e, zoal s
commi ssi es vaak doen, concl udeerde dat men over meer
i nformati e di ende te beschi kken al vorens men een besl ui t kon
nemen. Ondertussen mocht Corts doorgaan met zi jn veroveri ng
en omdat di e succesvol verl i ep, oordeel den de kei zer en zi jn
advi seurs ten sl otte i n zi jn voordeel . Kort nadat het ni euws van de
val van Tenochti tl an Europa had berei kt, werd Corts door Karei
aangestel d al s kapi tei n-generaal en gouverneur van Ni euw-
Spanje (di t was de offi ci l e Spaanse naam voor het gebi ed dat hi j
i n Mexi co had veroverd). Vel asquez kreeg een repri mande en er
werd een onderzoek i ngestel d naar zi jn gedrag.
Hoewel Karei argwanend tegenover vl ei ers stond (hi j zei l ater
tegen zi jn zoon dat hi j 'met vl ei ers even voorzi chti g moest zi jn al s
met vuur'), vond hi j het extra presti ge dat Corts' veroveri ng hem
bracht vast pretti g. Corts zel f zei tegen hem dat hi j nu kei zer was
van twee werel den. De ambi ti euze jonge vorst was ongetwi jfel d
bl i j met deze voorstel l i ng van zaken. Hi j had er i n el k geval
pl ezi er i n om l andkaarten van zi jn ni euwe Ameri kaanse
bezi tti ngen te verzamel en.
Het meeste pl ezi er had Karei echter i n het gel d dat erui t
voortkwam, gel d waarmee hi j zi jn posi ti e i n Europa kon
verstevi gen. In 1520 gebrui kte de kei zer een deel van Corts'
schatten om de koni nkl i jke vl oot te bekosti gen. Het jaar daarop
ontvi ng hi j nog een l ucrati eve zendi ng van Corts, waaronder een
tri buut i n goud voor de koni nkl i jke schatki st. Ook i n rest van de
jaren twi nti g van de zesti ende eeuw kwamen er geregel d
zendi ngen met Mexi caanse schatten ui t Mexi co.
Hoewel deze zeer wel kom waren, kwamen de extra i nkomsten
nog ni et i n de buurt van de sommen di e Karei nodi g had om aan
zi jn verpl i chti ngen i n Europa te vol doen. Om zi jn gel oof te
verdedi gen en zi jn ri jk bi jeen te houden had Karei gi ganti sch veel
gel d nodi g: voor sol daten, wapens en omkoopsommen. Hi j had al
bi jna een mi l joen gouden fl ori jnen ui tgegeven om kei zer te
worden van het Hei l i ge Roomse Ri jk -gel d dat hi j grotendeel s van
de Fuggers had gel eend, de vermogende Dui tse fami l i e di e ook de
banki er was geweest van zi jn grootvader Maxi mi l i aan. Karei zou
i n de l oop der jaren al l een nog maar meer bi j hen i n het kri jt
komen te staan, aangezi en zi jn mi l i tai re ondernemi ngen enorme
bedragen opsl okten.
De jonge vorst maakte zi ch onophoudel i jk zorgen over het gel d
dat hi j nodi g had om zi jn ri jk en, zoal s hi j het zag, het
chri stendom zel f te redden. 'Hoe i k ook spaar en schraap,' schreef
hi j, 'het l ukt vaak ternauwernood om de noodzakel i jke mi ddel en
te vi nden.' Hi j verhoogde wanneer hi j maar kon de bel asti ngen,
maar moest daarmee ui tki jken, omdat te veel verhogi ng tot
opstand kon l ei den. Meer gel d verdi enen aan de Ni euwe Werel d
was een vei l i ger strategi e. En om di e reden raakte hi j steeds meer
i n cocheni l l e ge nteresseerd.
Ni emand weet hoe de kei zer van de ni euwe rode verfstof op de
hoogte kwam. Mi sschi en had hi j zel f al een vermoeden toen hi j de
eerste scheepsl adi ng beschi l derde boeken en geverfde stoffen zag
di e Corts hem had gestuurd. Of hi j hoorde i ets over cocheni l l e vi a
een van zi jn raadgevers, of van de conqui stadores di e deze
schatten mee terugnamen naar Spanje.
Hoe de kei zer het ni euws ook vernam, hi j kon het zi ch ni et
veroorl oven om zo'n veel bel ovende bron van i nkomsten te
negeren. Rode kl eurstof was tensl otte veel gel d waard. Hi j kon di e
ui t Mexi co exporteren en i n Europa verkopen, wat Spanje en
hemzel f veel i nkomsten kon opl everen. Karei hoopte mi sschi en
ook dat de cocheni l l ekl eurstoffen een opl evi ng van de Spaanse
texti el i ndustri e teweeg zouden brengen. Er werd ui tstekende wol
gemaakt i n Spanje, maar de Ital i aanse staten l everden de beste
kwal i tei t en verkochten veel meer.
Vol gens de zesti ende-eeuwse Spaanse hi stori cus Antoni o
Herrera stuurde Karei i n 1523 een bri ef aan Corts over de
verfstof. Na een ui tgebrei de beschri jvi ng van de vel e ui tgaven en
zi jn grote behoefte aan gel d schreef Karei dat hi j had vernomen
dat er i n Mexi co een overvl oed aan grana was te vi nden. Hi j droeg
Corts op te onderzoeken of de verfstof naar Spanje gexporteerd
kon worden en Veel gel d voor de koni nkl i jke schatki st' kon
opl everen. In december van datzel fde jaar kreeg een hofdi gni tari s
di e naar Ni euw-Spanje was gestuurd de i nstructi e om na te gaan
hoeveel rode verfstof er werd geproduceerd en hoe Spanje daarvan
kon profi teren.
Het moet bi jna zeker hebben gel eken dat er veel te verdi enen
vi el , want ei nd 1523 kwam er een l adi ng cocheni l l e i n Spanje aan.
Ni emand weet of de verfstof door stoffenververs werd ui tgetest,
maar de hofdi gni tari ssen beschouwden de Mexi caanse verfstof
vanaf dat moment al s echte grana. Karei moet tevreden zi jn
geweest: zi jn vermoeden dat cocheni l l e veel gel d kon opl everen,
l eek bewaarhei d te worden. Maar de pl annen voor de ni euwe
verfstof zouden al snel worden gedwarsboomd. Karei kon van
cocheni l l e al l een een goudmi jn maken al s de conqui stadores di e
Tenochti tl an hadden veroverd meewerkten. En het zag er ni et
naar ui t dat ze dat zouden doen.
VIJF
Een winstgevende kolonie
Karei v was ni et de eni ge Spanjaard zonder gel d. Ook de
conqui stadores waren naarsti g op zoek naar i nkomsten.
Ook al waren ze naar Mexi co gekomen om God en het gel oof
te di enen, ze waren meestal tevens ui t op werel dse
bel oni ngen. De meeste conqui stadores wi l den roem, maar
ri jkdom was nog bel angri jker. Corts, di e de ondernemi ng
grotendeel s ui t ei gen zak fi nanci erde, betaal de zi jn
mannen geen sal ari s, maar had hun vol gens een oude
Spaanse tradi ti e een aandeel bel oofd i n de bui t, waarvan
Corts en zi jn mannen dachten dat di e aanzi enl i jk zou zi jn.
Hoe prachti g de conqui stadores de cocheni l l e ook
vonden, goud was het al l eropwi ndendst. Voor de
Europeanen van de Renai ssance was goud het
waardevol ste wat er bestond. Het werd i n Nubi en l angs de
Ni ger gewonnen, maar de hoeveel heden di e i n Europa
aankwamen, vol deden bi j l ange na ni et aan de behoefte
ti jdens de Renai ssance, want de Europese economi e,
i ncl usi ef de zeer bel angri jke texti el i ndustri e, groei de
enorm. Daardoor nam de koopkracht van het goud
spectacul ai r toe. Rond 1500 was een gouden munt ruwweg
twee keer zoveel aan goederen en di ensten waard al s een
eeuw daarvoor.
Nog voordat de veroveri ng van Mexi co was vol tooi d,
kregen of stal en de conqui stadores al kl ei ne hoeveel heden
Azteeks goud. Corts en zi jn mannen dachten dat het goud
voor het oprapen zou l i ggen al s ze Tenochti dan eenmaal
hadden veroverd,
en dat ze zo ri jk al s Mi das zouden worden. Maar toen de Azteekse
hoofdstad vi el , was er veel mi nder te hal en dan ze hadden
verwacht. Corts was onthutst toen hi j het geri nge aantal gouden
voorwerpen zag dat de versl agen Azteken kwamen i nl everen: een
hoopje armbanden, hel men en schi jven. 'Is dat al l es?' zei hi j
vol gens een ooggetui ge.
Bl i jkbaar. Het gerucht gi ng dat de vl uchtende Azteken goud
en juwel en i n hun voddi ge kl eren verborgen, maar toen Corts
zi jn bewakers opdracht gaf om hen bi j de stadspoorten te
foui l l eren, werd er wei ni g van waarde gevonden. Er was evenmi n
veel van waarde te vi nden i n de rokende pui nhopen van de ooi t zo
trotse pal ei zen en markten van de stad. De waarde van de bui t di e
de conqui stadores aan hun campagne overhi el den, bedroeg bi j
el kaar mi nder dan 200 000 peso - aanzi enl i jk meer dan er bi j de
twee voorgaande expedi ti es i n Ameri ka was bi nnengehaal d,
maar veel mi nder dan de conqui stadores hadden verwacht.
Het gel d gi ng er snel doorheen. Van het goud en de juwel en
gi ng 20 procent (de tradi ti onel e quinto, of de koni nkl i jke
bel asti ng van eenvi jfde van de waarde) rechtstreeks naar Karei v.
Corts hi el d eenvi jfde zel f en dan gi ng er nog een percentage naar
een aantal kapi tei ns. Gewone sol daten kregen mi nder dan vi jfti g
peso: ni ets eens vol doende om een ni euw zwaard te kp-pen.
Extra wrang was het dat de sol daten vaak grote schul den
gemaakt hadden terwi jl ze onder Corts di enden. Omdat de
expedi ti e een pri vate ondernemi ng was, moesten ze veel ui tgaven
zel f bekosti gen. Een aantal zaken kregen ze grati s, maar de
smeden, notari ssen, kl eermakers, apothekers en chi rurgi jns di e
de expedi ti e vergezel den, moesten ze zel f betal en. Tegen de ti jd dat
Tetochti tl an was i ngenomen, hadden sommi ge conqui stadores zo
veel schul den dat ze deze ni et konden afbetal en van hun aandeel
i n de bui t. Ui tei ndel i jk gaven Corts' l ui tenants deze mannen
twee jaar de ti jd om hun schul den te vol doen, maar toch hi el den
vel en aan al l e ontberi ngen en gevaren ui tsl ui tend schul den over.
De conqui stadores waren daarom bi tter tel eurgestel d i n hun
l ei der. Al snel verschenen er graffi ti op de wi tte muren van het
pal ei s dat Corts i n de tui nstad Coyocan voor zi chzel f had
opgei st. 'Mi jn geest bl i jft treuren totdat Corts al het goud
teruggeeft dat hi j heeft meegenomen,' schreef een conqui stador.
Corts had zoal s al ti jd goed i nzi cht i n de si tuati e, en wi st hoe
precai r di e voor hem was. Zi jn aanspraak op de macht, di e
offi ci eel was gebaseerd op zi jn juri di sche trucs i n Veracruz, hi ng
ui tei ndel i jk vooral af van de steun van zi jn mannen. En zi jn
mannen, di e ni et bel oond waren voor de veroveri ng, werden met
de dag bozer en rustel ozer. Om mui teri j te voorkomen stond hi j
hun toe om gel d of arbei d te ei sen van de overwonnen i ndi anen.
Di t deden ze vi a een systeem dat encomienda werd genoemd,
een term di e gewortel d i s i n de Reconqui sta, de veroveri ng van het
Moorse Spanje door het mi ddel eeuwse kathol i eke Casti l i . Ti jdens
deze eeuwenl ange krui stocht, di e i n 1492 (een paar maanden
voordat Col umbus naar Ameri ka vertrok) ei ndi gde met de
i nname van de Moorse stad Granada door de l egers van Casti l i ,
kregen de Casti l i aanse ri dders ti jdel i jke juri sdi cti e over de dorpen
di e ze op de Moren veroverden. Corts gaf ui tei ndel i jk aan
ongeveer de hel ft van de conqui stadores di e aan de sl ag om
Tenochti dan hadden deel genomen een encomienda i n beheer,
vooral aan degenen di e vanaf het begi n aan de veroveri ng van
Mexi co hadden meegedaan.
In Mexi co (en i n Spanje) werden mannen di e een encomi enda
bezaten encomendero's genoemd. Hun zeggenschap was aan
bepaal de beperki ngen gebonden. De encomendero's bezaten hun
l and en dorpen ni et, maar bestuurden ze i n naam van de koni ng.
Ze waren evenmi n ei genaar van de dorpel i ngen en mochten hen
ni et verkopen. Van encomendero's werd verwacht dat ze degenen
di e onder hun bestuur vi el en tot het kathol i eke gel oof bekeerden
en dat ze de orde handhaafden. In rui l voor deze pl i chten kregen
ze het recht om bel asti ng en arbei d van hun dorpen te ei sen.
Di t systeem van Spaanse oorsprong sl oot goed aan bi j de
eerdere Azteekse maatschappel i jke orde. Toen de conqui stadores
de Azteekse vorsten hadden versl agen, namen ze eenvoudi gweg
hun pl aats i n aan de top van de tri buutpi rami de. Om een vl otte
overgang te bewerkstel l i gen en voor een ononderbroken stroom
bel asti ngen te zorgen brachten ze nauwel i jks wi jzi gi ngen aan i n
het Azteekse systeem en vroegen ze net zo veel tri buut al s de
Azteken. Sommi ge producten waarmee de Azteken hun tri buut
betaal den, zoal s de veren van de quetzal-vogel , hadden voor de
Spanjaarden wei ni g waarde. Maar het goud, de sl aven, de parel s,
de honi ng en de ei eren di e ze ontvi ngen, waren bi jzonder wel kom.
Cocheni l l e had i n de tweede, waardevol l e groep moeten val l en.
Voor de conqui stadores stond rode kl edi ng, net al s voor andere
sol daten ui t di e ti jd, symbool voor moed i n de stri jd. Daarom werd
er zel fs op de bui tenposten van de Ni euwe Werel d goudgel d
betaal d voor fi jne stoffen di e met de beste rode kl eurstoffen waren
geverfd. (In 1520 schreef een Spaanse koopman tri omfantel i jk
aan zi jn compagnon i n Sevi l l a dat hi j derti en meter scharl aken
stof voor een kni ebroek had verkocht en 'dri e meter karmi jnrood
sati jn voor dri e peso contant'. 'Denk je eens i n: wat een pri js!'
voegde hi j eraan toe.) Ook i n andere opzi chten was cocheni l l e
i deaal om tri buten mee te vol doen, vooral omdat het product ook
erg geschi kt was voor de export. Er was i n Europa veel vraag naar
rode kl eurstof, en cocheni l l e was goed houdbaar, makkel i jk te
vervoeren en woog wei ni g i n verhoudi ng tot de opbrengst -
bel angri jke overwegi ngen voor een handel sgoed dat over l ange
afstanden vervoerd moest worden.
Cocheni l l e bood de conqui stadores dus een fantasti sche kans
om zi ch te verri jken. Maar ze maakten er geen gebrui k van. Ni et
al l een deden ze geen pogi ngen om de export van de kl eurstof op
poten te zetten, sommi gen namen zel fs ni et de moei te om het
cocheni l l etri buut dat hun toekwam te i nnen. Cocheni l l e bl eef i n
Ameri ka een waardevol handel sarti kel , maar tussen 1520 en
1540 werd er bi jna ui tsl ui tend door i ndi aanse koopl i eden en
afnemers i n gehandel d, en ni et door de Spanjaarden.
Ondertussen bl eef cocheni l l e i n Europa zo goed al s onbekend.
Waarom deden de conqui stadores ni ets met de cocheni l l e?
Waarschi jnl i jk had di t voor een bel angri jk deel te maken met hun
ambi ti es, di e waren gevormd door een expl osi ef en l angduri g
geschi l met hun koni ng over de vraag hoe de ri jkdommen van
Mexi co moesten worden gexpl oi teerd. Het duurde ti ental l en
jaren voordat de stri jd was besl echt en ondertussen werden de
Spanjaarden, onder wi e Karei zel f, geconfronteerd met een aantal
cruci al e vragen over de morel e posi ti e van het koni nkri jk. Wi e
di enden het meest van de ni euwe si tuati e te profi teren: de
veroveraars of de veroverden? Moest een koni ng de bel angen van
al zi jn onderdanen beschermen? En tot hoever rei kte de
koni nkl i jke macht preci es i n de werel d van de Renai ssance?
Het voornaamste strui kel punt i n di t geschi l tussen Karei v en de
conqui stadores betrof het encomi enda-systeem. Hoewel di t i n
Spanje reeds l ang bestond, werd er al hevi ge kri ti ek op
ui tgeoefend i n de ti jd dat Corts het i n 1522 i n Mexi co
i ntroduceerde. De kri ti ek kwam vooral van de kant van
domi ni caanse geestel i jken, di e Karei v en zi jn raadgevers kort
daarvoor hadden overtui gd dat het encomi enda-systeem
archa sch, onverstandi g en i mmoreel was.
De domi ni canen verzetten zi ch zo fel tegen de encomi en-da's
omdat ze i n de eerste jaren van de zesti ende eeuw zel f hadden
gezi en hoe sl echt het systeem i n het Spaanse Cari bi sch gebi ed
functi oneerde. In Spanje werden encomendero's di e hun macht
mi sbrui kten door de Kroon vervol gd, maar op de verafgel egen
Ameri kaanse ei l anden was dat bi jna onmogel i jk. De op goud
bel uste encomendero's schei dden de autochtone ei l andbewoners
van hun gezi nnen en dwongen hen kostbare metal en te zoeken i n
ri vi eren en beken. Indi anen werden gemartel d, ui tgehongerd en
verkracht, waardoor het zonni ge Cari bi sch gebi ed vaak een hel op
aarde was.
'Zegt u mi j, wel k recht hebt u om deze i ndi anen op zo'n wrede
mani er i n l i jfei genschap te houden?' vroeg een domi ni caanse
pri ester i n 1511 aan zi jn parochi anen i n Hi spani ol a. 'Zi jn het dan
geen mensen? Hebben ze geen rati onel e zi el ? Moet u hen ni et
l i efhebben zoal s uzel f?' Het was een oproep tot rechtvaardi ghei d
en genade, maar di e werd door de encomendero's genegeerd.
Ui tei ndel i jk drongen de fei ten over wat er i n het Cari bi sch gebi ed
gebeurde door tot Spanje, deel s dankzi j een andere domi ni caan,
Bartol om de Las Casas, di e de trouwste pl ei tbezorger voor de
i ndi anen was. Na zi jn terugkeer ui t het Cari bi sch gebi ed wi st Las
Casas door te dri ngen tot de kri ng van raadgevers van Karei v en
zo de pasgekroonde koni ng op de hoogte te stel l en van de
mi sstanden i n de encomi enda's.
Karei v was zeker bel ust op het Cari bi sche goud, maar vatte
ook zi jn taak al s verdedi ger van het gel oof ernsti g op. Het
mi snoegde hem te horen dat de conqui stadores de i ndi anen ni et
bekeerden, maar ui tzogen. Al s sl i m pol i ti cus stoorde hi j zi ch ook
aan de ongebrei del de zucht naar macht en ui terl i jk vertoon van
de encomendero's, di e hi j al s een bedrei gi ng van zi jn koni nkl i jke
autori tei t zag. Op aandri ngen van Las Casas besl oten Karei en
zi jn raadgevers i n 1520 de encomi enda af te schaffen. Bestaande
encomi enda's mochten hun termi jn ui tdi enen, maar er werden
geen ni euwe rechten meer verl eend.
Ondanks deze maatregel veranderde er wei ni g ten goede i n de
Spaanse kol oni es. Maatregel en konden nauwel i jks worden
afgedwongen en de hebzucht regeerde. De encomi enda's waren al
afgeschaft toen Corts Mexi co veroverde. Corts l i et zi ch zel den
door wetten tegenhouden en had dus zeker geen scrupul es bi j de
twi jfel achti ge maatregel en di e hi j nam om mui teri j te
voorkomen. Toen Karei vernam dat er toch encomi enda's werden
toegewezen, werd hi j woedend. Hi j schreef i n 1523 aan Corts: 'Al l e
i ndi anen di enen i n vri jhei d te l even, evenal s onze onderdanen i n
Casti l i , en al s u voordat u deze bri ef ontvi ng i ndi anen i n
encomi enda aan chri stenen hebt gegeven, di ent u di e op te
heffen.'
Corts wei gerde aan di t bevel gehoor te geven. Hi j betoogde
sl uw dat de afschaffi ng van het encomi enda-systeem tot chaos i n
het l and zou l ei den. 'De meeste Spanjaarden di e hi er komen, zi jn
van l age komaf,' schreef hi j. 'Ze zi jn gewel ddadi g en wreed.'
Al l een de sti mul ans van het encomi enda-systeem, gel ei d door de
ferme hand van Corts zel f, kon hen i n bedwang houden. Al s de
kei zer het advi es van Las Casas vol gde, zou Mexi co vol gens Corts
i n handen val l en van werel dvreemde pri esters, was al het
bekeri ngswerk voor ni ets geweest, kon er geen sprake meer zi jn
van ordel i jke i nni ng van tri buten en zou de Kroon i n de overzeese
kol oni e nauwel i jks nog gel d of zi el tjes kunnen wi nnen. Spanje
zou zi ch er mi sschi en zel fs geheel ui t moeten terugtrekken.
Vol gens Corts was het veel beter om het encomi enda-systeem te
behouden en het van bi nnenui t te hervormen.
Karei l i et zi ch ni et op andere gedachten brengen, tenmi nste
voorl opi g ni et. Maar er vi el wei ni g tegen Corts' pragmati sche
argumenten i n te brengen. Het was moei l i jk om encomi enda-
rechten af te schaffen al s ze eenmaal waren verl eend. Hoe moest
Spanje anders de conqui stadores betal en en het l and besturen dat
ze hadden veroverd? Zi ch bewust van zi jn l ege schatki st
aanvaardde Karei i n 1526 het encomi enda-systeem ui tei ndel i jk
toch al s een onpretti ge, doch onvermi jdel i jke real i tei t.
Maar Karei gi ng ni et i n op Corts' verzoek om de enco-mi enda-
rechten voor onbepaal de ti jd te verl enen en op de nakomel i ngen
van de bezi tter te l aten overgaan. De rechten bl even ti jdens de
jaren twi nti g van de zesti ende eeuw sl echts enkel e jaren gel di g.
Het effect van di t kortzi chti ge bel ei d was preci es tegenovergestel d
aan wat Karei wi l de berei ken. De encomendero's werden ni et
gesti mul eerd om hun gebi edjes op de l ange termi jn wi nstgevend
te maken - eerder het tegendeel . Ze zogen de steden en dorpen ui t,
en spendeerden de opbrengsten aan mooi e hui zen, snel l e paarden
en een l uxueus l even.
Het i s ni et hel emaal dui del i jk wat er ti jdens deze
wi l dwestperi ode met de cocheni l l ehandel gebeurde. Pl underende
veroveraars houden zel den een preci eze admi ni strati e bi j. Maar
omdat cocheni l l e een handel sgoed was waar al l een met gedul d,
kenni s van de markt, een zorgvul di ge admi ni strati e en
aanzi enl i jke i nvesteri ngen aan te verdi enen vi el , was het
waarschi jnl i jk ni et erg aantrekkel i jk voor de conqui stadores di e
zi ch i n de jaren twi nti g van de zesti ende eeuw probeerden te
verri jken. Ze mi sten de vaardi ghei d om de cocheni l l e di e ze al s
tri buut ontvi ngen, zel f op de markt te brengen. Waarschi jnl i jk
verkochten ze de kl eurstof voor een habbekrats aan pl aatsel i jke
autochtone handel aren. De conqui stadores werden vermoedel i jk
l i ever met andere handel sgoederen betaal d, zoal s tarwe en
honi ng, di e ze zel f konden eten. Maar het l i efst hadden ze
natuurl i jk goud, zi l ver of juwel en, di e hun ei gen gl ans hadden.
Hernan Corts zel f i s een goed voorbeel d. Hi j expl oi teerde
enorme encomi enda's, waaronder ook een aantal dorpen i n
Oaxaca di e grote hoeveel heden cocheni l l e al s tri buut aan de
Azteekse vorsten hadden betaal d. Corts hi el d van ri jke
scharl aken stoffen. Hi j had de l aatste bel egeri ng van
Tenochti tl an aangevoerd vanui t een tent met een scharl akenrood
bal daki jn, en vol gens een i nventari sl i jst ui t 1529 was hi j de trotse
bezi tter van een wambui s met fl uwel en scharl akenrode mouwen,
een beddensprei van scharl akenrode en ol i jfkl euri ge stof en
verschi l l ende kl edi ngstukken met scharl aken bel eg en
borduursel . Maar hi j had de dorpen ni et voor zi ch opgei st omdat
er cocheni l l e vandaan kwam. Corts had gemeend dat er veel goud
te hal en was, want dat had Montezuma hem vertel d. Ti jdens de
jaren twi nti g van de zesti ende eeuw ontvi ng Corts tri buten ter
waarde van 5000 peso van de dorpen, het merendeel i n de vorm
van ri vi ergoud dat door de dorpel i ngen was verzamel d. In twee
bri even ui t 1527 benadrukt Corts het bel ang van deze
goudtri buten voor zi jn i nkomsten, maar zegt hi j ni ets over
cocheni l l e.
De encomi enda's di e Corts expl oi teerde, waren beter dan di e
van eni ge andere conqui stador. De encomendero's hadden over het
al gemeen veel beschei dener rechten op tri buten, di e meestal na
een paar jaar kortzi chti g pl underen opdroogden. Maar zel fs
encomendero's di e ernsti ge fi nanci l e probl emen hadden, l i eten
zi ch waarschi jnl i jk ni et i n met de handel i n een
ondergewaardeerd product al s cocheni l l e. Ze gi ngen l i ever mee
met de expedi ti es naar Honduras, Guatemal a, Ecuador en
Panama om weer met het zwaard fortui n te zoeken. Want het was
nog steeds het ti jdperk van de Spaanse conqui sta, dat zi jn
dramati sche hoogtepunt berei kte met de veroveri ng van Peru i n
1532, toen Franci sco Pi zzaro en een kl ei n groepje Spanjaarden
profi teerden van een burgeroorl og onder de Inca's en ri jk werden
aan Peruaans zi l ver en goud.
Hoe gedurfd ook, Pi zarro's ondernemi ng betekende het
ei nde van een ti jdperk. Na Peru werd er nooi t meer zo'n ri jke
bui t bi nnengehaal d en waren er nog maar wei ni g
Spanjaarden berei d om hun l even te wagen voor zo'n onzekere
bel oni ng. Sommi gen waren de conqui sta al veel eerder moe
geworden. In 1527 schreef maestre Bal tasar, een barbi er en
chi rurgi jn op campagne i n Ecuador, aan zi jn broer i n
Panama: 'Ik bi d tot God dat i k [bi j jou] kon zi jn, al kostte het me
van bei de handen een vi nger, en de rekeni ng vereffenen, want
dat zou mi jn l even redden en i k zou veel ongel uk, honger en
ontberi ngen ontl open.' Hi j vroeg zi jn broer te proberen zi jn
vri jl ati ng te bewerkstel l i gen, 'want hoewel i k al l es gedaan
heb wat i k verpl i cht was te doen en getrouwd ben, houden ze
me al meer dan anderhal f jaar onder dwang vast'.
Andere conqui stadores dachten er net zo over al s maestre
Bal tasar. Tel eurgestel d over de conqui sta en vrezend voor hun
l even deden ze hun best om te worden teruggeroepen naar hun
basi s i n Panama of Mexi co. Sommi gen keerden zel fs terug
naar Spanje. Maar voor de meeste conqui stadores was
terugkeer naar Spanje een onaantrekkel i jk al ternati ef. Vaak
waren het verarmde mannen van het zwaard, tweede zonen
van tweede zonen, avonturi ers di e i n armoede waren geboren
en thui s ni ets te verwachten hadden. Ze waren beter afi n
Ameri ka, vooral al s ze een encomi enda bezaten, hoe armoedi g
ook, want er was al ti jd een kans dat ze hun bezi t konden
ui tbouwen tot een l andgoed dat zel fs i n Spanje respect zou
afdwi ngen.
Met deze gedachten i n het achterhoofd begonnen veel
conqui stadores i n de jaren derti g van de zesti ende eeuw de mani er
waarop ze gel d verdi enden aan hun l eengoed met andere ogen te
bezi en. Hi erbi j werden ze gehol pen door een bel angri jke wi jzi gi ng
i n het bel ei d van de Spaanse Kroon, di e zi ch voordeed kort nadat
Corts, de conqui stador der conqui stadores, zi jn macht was
kwi jtgeraakt.
Hoewel Corts zi jn bri even ondertekende met 'Uwer Majes-tei ts
zeer nederi ge di enaar en onderdaan, kussende de zeer Koni nkl i jke
voeten en handen van Uwe Hooghei d', twi jfel de Ka-rel al l ang aan
zi jn l oyal i tei t. De conqui stador beheerde voor hem een groot ri jk,
maar had de al armerende gewoonte om het recht i n ei gen hand te
nemen. In 1526 stel den Karei en zi jn Raad van Indi een
onderzoek i n naar Corts' gedrag al s gouverneur. Kort daarop ri ep
de raad i n Mexi co-Stad een hof van beroep i n het l even, dat Corts
al s hoogste burgerl i jke macht i n Ni euw-Spanje vervi ng.
Corts overl eefde het onderzoek en bl eef kapi tei n-generaal
van Ni euw-Spanje. De kei zer maakte hem marki es en hi j kreeg
zi jn encomi enda's i n eeuwi g bezi t, een voorrecht dat aan geen
enkel e andere encomendero werd verl eend. Toch was zi jn macht
tanende. Hi j l eefde nog tot 1547, maar zi jn l aatste jaren waren
bi tter, want hi j kreeg nooi t meer echte pol i ti eke macht. Hi j werd
genegeerd door de kei zer en zi jn raadgevers, en zi jn eerdere
di ctaten werden door het hof van beroep vervangen door ni euwe
wetten. Toen i n 1535 de eerste onderkoni ng van Mexi co werd
benoemd, was Corts zel fs geen mogel i jke kandi daat.
Ongetwi jfel d betreurden Corts' bondgenoten zi jn
machtsverl i es, maar veel Spanjaarden i n Ameri ka profi teerden
er jui st van. Nu Corts was geneutral i seerd, was Karei ei ndel i jk
berei d een al gemene ui tbrei di ng van encomi enda-rechten toe te
staan. Ei ndjaren 1520, begi njaren 1530 werden de encomi enda-
rech-ten eerst l evensl ang verl eend en mochten ze vervol gens door
de weduwe of de wees van de conqui stador worden gerfd. Hoewel
l atere afstammel i ngen geen erfrecht hadden, hoopten veel
encomendero's dat ook di t i n de l oop van de ti jd zou veranderen.
Door deze aanpassi ngen i n het kei zerl i jk bel ei d kreeg
Ni euw-Spanje meer stabi l i tei t. Maar ei ndjaren 1530
veranderde Karei zi jn aanpak. De veranderi ng had deel s met
pol i ti eke overwegi ngen te maken. Hi j was bang dat de
encomendero's op zi jn kosten ri jk en machti g zouden worden.
Maar hi j was ook bezorgd over de beri chten dat Mexi caanse
i ndi anen te l i jden hadden onder het encomi enda-systeem.
Deze zorgen werden door emi nente Spaanse gel eerden en
geestel i jken gedeel d.
Ze hadden zeker reden om bezorgd te zi jn, want de
Mexi caanse bevol ki ng ondergi ng een tragedi e van
onthutsende omvang. Mi l joenen sti erven aan westerse zi ekten
al s pokken en mazel en, en de sl echte behandel i ng door
encomendero's dreef het aantal sl achtoffers nog verder op. In
sommi ge di stri cten nam de bevol ki ng i n de vi jfentwi nti g jaar
na de conqui sta met de hel ft af. In andere sti erf zel fs go
procent van de bevol ki ng.
Een dergel i jke hol ocaust i s zel fs tegenwoordi g nog moei l i jk
te bevatten. Terwi jl de catastrofe zi ch i n de jaren derti g van de
zesti ende eeuw vol trok, begrepen maar wei ni g mensen wat er
gaande was. Toch raakten Karei en vel e andere Spanjaarden
verontrust door de verhal en over mi shandel i ng en dood di e
hen berei kten. Een aantal van de grootste Spaanse gel eerden
vroeg zi ch af of de i ndi anen ni et onrechtvaardi g werden
behandel d. Anderen twi jfel den zel fs aan het recht van de
Spanjaarden om Ameri ka te besturen. 'De kei zer i s ni et de baas
van de hel e werel d,' betoogde de popul ai re broeder Franci sco de
Vi tori a, di e de bel angri jke l eerstoel i n de theol ogi e aan de
Uni versi tei t van Sal amanca bekl eedde. 'En al was hi j dat wel ,
dan nog zou hi j ni et het recht hebben om het gebi ed van de
i ndi anen te veroveren, hun vorsten te doden, ni euwe aan te
stel l en en er bel asti ng te heffen.'
Karei v beval zi jn onderschi kten 'deze broeders het zwi jgen op
te l eggen', maar zi jn ei gen geweten kon hi j ni et geheel sussen.
Hoewel hi j ni et van pl an was om zi jn Ameri kaanse veroveri ngen
op te geven, raakte hi j er steeds meer van overtui gd dat hi j Gods
toorn had opgewekt door zi jn verantwoordel i jkhei d jegens de
i ndi anen ni et seri euzer te nemen. Karei was i n staat van kri ti ek
te l eren, wat opmerkel i jk i s voor een man i n zi jn verheven posi ti e.
Aan het begi n van de jaren veerti g van de zesti ende eeuw vroeg
hi j Franci sco de Vi tori a om advi es over het bel ei d ten aanzi en van
de i ndi anen. Hi j raadpl eegde ook Barto-l om de l as Casas, di e al
twi nti g jaar een onvermoei baar pl ei tbezorger voor de i ndi anen
was. Naar aanl ei di ng van hun meni ng, en een aantal pausel i jke
bul l en di e het Spaanse bestuur over de i ndi anen veroordeel den,
herschreven Karei en zi jn raadgevers i n 1542 de wetten voor
West-Indi . Met de Leyes Mievas (Ni euwe Wetten) werd het
encomi enda-systeem i n fei te afgeschaft.
Al s de Spanjaarden deze wetten hadden nagel eefd, zouden de
i ndi anen het een stuk beter hebben gekregen. Maar toen boze
Spaanse kol oni sten ei sten dat de Kroon ze weer zou afschaffen,
vreesde Karei een opstand en deed hi j water bi j de wi jn, zoal s hi j
i n de jaren twi nti g van de zesti ende eeuw ook bi j Corts had
gedaan. De Ni euwe Wetten werden aangepast en het encomi enda-
systeem werd opni euw i ngevoerd.
6
Toch was het voor de encomendero's i n sommi ge opzi chten een
Pyrrusoverwi nni ng. Ze behi el den dan wel het recht om tri buten
van de i ndi anen te vragen, maar al s gevol g van de demografi sche
catastrofe di e voor Karei de aanl ei di ng was om de Ni euwe Wetten
af te kondi gen, kregen ze steeds mi nder bi nnen. Bi j een aantal
encomendero's daal de de waarde van de tri buten di e ze ontvi ngen
tussen 1520 en 1540 met de hel ft. De sterfteci jfers bl even sti jgen
en hel e dorpen verdwenen van de kaart. De meeste encomendero's
beseften dat het i nnen van tri buten ni et l anger de jui ste methode
was om snel ri jk te worden. Ze moesten na twee generati es van
bestuur een mani er zi en te vi nden om hun encomi enda's op de
l ange termi jn wi nstgevend te maken.
Maar aan de expl oi tati e van cocheni l l e dachten ze ni et. Dat
achtten de Spanjaarden beneden de waardi ghei d van een
edel man, en hun reputati e was voor hen van al l esoverheersend
bel ang.
Het was makkel i jker gezegd dan gedaan om een encomi enda te
verbeteren, vooral omdat de encomendero's geen ei genaar waren
van hun gebi eden, maar ze i n brui kl een hadden. Ze konden er wel
hui zen of mol ens op bouwen en het l and voor akkerbouw of
veeteel t gebrui ken. Soms kregen encomendero's of andere
Spanjaarden de kans om het l and te kopen, en zetten ze een
l andgoed op dat voor al ti jd fami l i ebezi t bl eef, waardoor ze ook aan
de l ange termi jn dachten en mi nder genei gd waren om meteen
al l es van waarde te pl underen.
Of ze hun l andgoederen nu i n ei gendom hadden of al l een al s
encomi enda beheerden, de conqui stadores begonnen zi ch steeds
meer met handel bezi g te houden. Het probl eem was wi nst te
maken zonder hun reputati e al s heer van stand te bezoedel en.
Tegen deze ti jd beschouwden ze zi chzel f al s hidalgos, al s edel en,
en het fei t dat ze hun posi ti e door veroveri ng en ni et door
geboorterecht hadden verworven, maakte hen des te
vastbesl otener om de Spaanse gedragsregel s voor de hogere kl asse
i n acht te nemen. Net al s de hoge adel van het oude Spanje
vermeden ze al l es wat naar l i chamel i jke arbei d ri ekte. De eni ge
aanvaardbare werkzaamheden waren goud of zi l ver zoeken, vee
houden of l andbouw bedri jven, maar dan moesten de i ndi anen en
knechten wel het vui l e werk doen.
Deze werkzaamheden waren mede aanvaardbaar voor de
conqui stadores, omdat ze er bekend mee waren. Het gi ng om
techni eken, di eren en gewassen di e ze ui t Spanje kenden en di e
daar een zekere achti ng genoten.
De meeste bewonderi ng onder l andbouwers genoten
degenen di e grote wel varende l andgoederen bezaten en tarwe,
sui kerri et, drui ven, vl as of andere Europese gewassen
verbouwden di e de Spanjaarden naar Mexi co hadden
overgebracht. Wi e i ndi aanse gewassen verbouwde, genoot
mi nder aanzi en, waardoor de producti e van cocheni l l e
Spanjaarden i n Ameri ka nauwel i jks aansprak. De expl oi tati e
van cocheni l l e bl eef hun dan ook een raadsel .
En het was een raadsel dat maar wei ni g Spanjaarden
wensten op te l ossen. De eni ge mani er om i ets over
cocheni l l eteel t te weten te komen was bi j de i ndi anen te rade te
gaan. In Europa bestond ni ets wat erop l eek. Er werden wel
schi l dl ui zen verzamel d vanwege hun rode kl eur, maar de
teel t gi ng heel anders i n zi jn werk dan di e van cocheni l l e en
was i n Spanje onbekend. Voor de meeste Spaanse kol oni sten
kon er geen sprake van zi jn de i ndi anen te raadpl egen, want ze
vermeden i n de regel si tuati es waari n zi j de l eerl i ngen waren
en de i ndi anen de meesters. Het i s ook mogel i jk dat de
i ndi anen Spanjaarden di e ni euwsgi eri g naar cocheni l l e
waren met een kl ui tje i n het ri et stuurden. Ze wi l den
waarschi jnl i jk net al s de schi l dl ui sexpl oi tanten i n Europa
het gehei m van de kl eurhandel tot hun ei gen kri ng beperken.
De conqui stadores hi el den zi ch dus nauwel i jks met
cocheni l l e bezi g, zel fs ni et met de handel . Ook i n gebi eden
waar al eeuwen cocheni l l e werd geteel d, hi el den ze l i ever
schapen of koei en of verbouwden ze Europese gewassen. In
Oaxaca deed Corts geen moei te om regel mati g het
cocheni l l etri buut te i nnen dat de steden si nds de ti jd van de
Azteken betaal den. Hi j hi el d zi ch nooi t met de
cocheni l l ehandel bezi g. Hi j l i et zi jn onderdanen i n het
cocheni l l egebi ed van Oaxaca tarwe verbouwen, vee houden en
zi jderupsen kweken toen ze geen goud meer konden vi nden. En
hi j i nvesteerde het meest i n andere gebi eden, waar hi j
Mexi caanse en Afri kaanse sl aven en enco-mi enda-arbei ders
i nzette om naar zi l ver te zoeken, sui kerri et te pl anten en
graanmol ens te bouwen.
De conqui stadores hadden dus veel mi nder bel angstel l i ng
voor de Mexi caanse verfstof dan voor gl i nsterend edel metaal of de
wol l i ge vacht van enorme kudden schapen. De kwal i tei ten di e de
Spanjaarden zo waardeerden i n de rode kl eur, zoal s de associ ati e
met status en ceremoni eel , trots en waardi ghei d, waren i roni sch
genoeg de bel angri jkste redenen waarom ze hun handen ni et
wensten vui l te maken aan de cocheni l l ehandel , l aat staan aan
de teel t van de schi l dl ui zen.
Karei en zi jn raadgevers deden ni ets om hi er veranderi ng i n
aan te brengen. Nadat ze begi njaren 1520 i nl i chti ngen hadden
i ngewonnen over de cocheni l l eteel t en nauwel i jks reacti es van
conqui stadores hadden ontvangen, l i eten ze de zaak rusten.
Hoewel de koni nkl i jke bri even di e de onderkoni ngen van Mexi co
tussen 1530 en 1550 ontvi ngen veel i nstructi es voor handel en
l andbouw bevatten, werd cocheni l l e nergens genoemd.
Maar er bl eef een i ndi aanse markt voor de verfstof bestaan.
Inheemse handel aren gi ngen gewoon door met de handel ,
ondanks de conqui sta en de verwoestende epi demi en di e erop
vol gden. Ze kochten i n bi j encomendero's di e snel baar gel d
wi l den zi en voor de cocheni l l e di e ze al s tri buut ontvi ngen, en bi j
i ndi anen di e de schi l dl ui zen waren bl i jven kweken. In de
Spaanse archi even zi jn nauwel i jks sporen van deze handel te
vi nden, maar we weten dat i ndi aanse koopl i eden cocheni l l e op de
markt verkochten, en er vermoedel i jk ook over grote afstanden i n
bl even handel en.
In het begi n waren de kl anten van deze handel aren
waarschi jnl i jk eveneens i ndi anen: ni et al l een schi l ders,
stoffenververs en koks, maar ook marskramers, di e de verfstof i n
kl ei ne hoeveel heden i n stal l etjes of op straat verkochten.
Hal verwege de jaren derti g van de zesti ende eeuw kwamen er
steeds meer Spaanse handel aren naar Ni euw-Spanje. In
tegenstel l i ng tot de conqui stadores, di e zi ch door het feodal e
verl eden l i eten i nspi reren, hadden deze koopl i eden en hun
agenten een scherp oog voor de mogel i jkheden van ni euwe
handel sarti kel en al s cocheni l l e. Vanaf begi n jaren 1540, en
mi sschi en wat eerder, kochten ze de verfstof van i ndi aanse
handel aren en stuurden ze regel mati g kl ei ne hoeveel heden naar
Europa. Na een rei s van bi jna vi jfdui zend ki l ometer werden de
verschrompel de en kurkdroge zwarte cocheni l l el ui zen, kl ei ner
dan peperkorrel s, ui tgel aden i n de grote Spaanse havenstad
Sevi l l a.
ZES
Eerste kennismaking
Sevi l l a, beroemd om zi jn bl oei ende si naasappel bomen en berucht
om zi jn smeri ge straten, werd i n 1503 aangewezen al s offi ci l e
havenstad voor de handel op Ameri ka. Op koni nkl i jk bevel
begonnen en ei ndi gden al l e rei zen naar de Ni euwe Werel d i n deze
stad en werden al l e Ameri kaanse handel sgoederen, waaronder
cocheni l l e, daar ontscheept en geregi streerd.
Dat de Spaanse Kroon een offi ci l e haven aanwees was
begri jpel i jk, want central i sati e maakte het voor de ambtenaren
van de Kroon makkel i jker om de handel op Ameri ka te
admi ni streren en te bel asten. Maar Sevi l l a was een wei ni g voor de
hand l i ggende pl aats voor de overzeese handel . De stad l i gt bi jna
honderd ki l ometer l andi nwaarts, aan de Guadal qui vi r, een
modderi ge, ondi epe ri vi er, di e berucht was vanwege de
zandbanken. Toch bood Sevi l l a een aantal voordel en ten opzi chte
van andere, aan de Atl anti sche Oceaan gel egen steden met
di epere havens. Het was er vei l i g voor pi raten, de l i ggi ng i n het
graanri jke Andal usi was i deaal voor de bevoorradi ng van
schepen en er bevonden zi ch een aantal bel angri jke, sterk
ontwi kkel de markten.
Werel dwi jshei d was een bel angri jk aspect van het l even i n
Sevi l l a.
l
Quien no ha visto Sevilla, no ha vislo maravilla,' zei den de
Spanjaarden: 'Wi e Sevi l l a ni et heeft gezi en, heeft een wonder
gemi st.' De stad was i n 1248 op de Moren veroverd en hoewel zeer
Spaans en kathol i ek, vertoonde ze overal de sporen van
vi jfhonderd jaar Arabi sch bestuur. Het koni nkl i jk pal ei s werd
opgefl eurd door Moorse tegel s, de ommuurde pl ei nen van de stad
werden koel gehouden door Moorse fontei nen en de muzi ek was
van een opzwepend Moors ri tme. Zel fs de kathedraal van Se vi l l a,
de zetel van de Spaanse i nqui si ti e, vertoonde Moorse i nvl oeden,
want de kerktoren, de beroemde Gi ral da, was ooi t de mi naret van
de grote moskee.
Toen Sevi l l a tot offi ci l e havenstad voor de handel op de
Ni euwe Werel d werd ui tgeroepen, werd de sfeer er nog kosmo-
pol i ti scher. De stad stroomde vol bui tenl anders en Spanjaarden
di e hoopten te profi teren van de grootste economi sche
ondernemi ng van hun ti jd. Sevi l l a werd 'het ni euwe Babyl oni '
genoemd en groei de ui t tot de decadente hoofdstad van een ni euwe
gouden eeuw. In de straten en l angs de haven vermengden
handel aren, zeel ui en sol daten zi ch met hoeren, zwervers en
moordenaars. Er waren tal l oze bedel aars di e zi ekten of
krankzi nni ghei d voorwendden om hun brood te verdi enen. En er
opereerde een tal ri jke en gevari eerde broederschap van di even,
onder wi e de cortabolsas of beurzensni jders, de capeadores, di e
mantel s stal en, en de devotos di e het (vreemd genoeg) op
rel i gi euze prenten hadden voorzi en.
Maar Sevi l l a had ni et al l een vanwege de di even de reputati e
van een corrupte stad. Ook de vrouwen gaven reden tot zorg, want
terwi jl de mannen van Sevi l l a i n drommen naar de Ni euwe
Werel d trokken, bl even de vrouwen, moeders en zusters achter om
i n hun afwezi ghei d de zaken waar te nemen. Vel en maakten van
de vri jhei d gebrui k om zel f i nvesteri ngen te doen, onroerend goed
te kopen en bedri jven te l ei den. In 1525 werd van Sevi l l a gezegd
dat het 'een stad i n vrouwenhanden' was, wat al s teken van
moreel verval werd beschouwd. Maar de schande van de
Sevi l l aanse vrouwen verbl eekte bi j di e van de handel aren. Tot
verontwaardi gi ng van de aartsbi sschop deden zi j zaken naast de
kathedraal en op regenachti ge dagen kwamen ze zel fs i n het
schi p van de kerk bi jeen. In 1598 zouden ze naar een ni euw
gebouw gaan dat speci aal voor de handel was gebouwd, maar tot
di e ti jd bl even de gel dwi ssel aars i n de tempel , tot consternati e
van vrome gel ovi gen.
Ook de gel ovi gen waren overi gens n met het ri tme van de
handel , di e voor een groot deel werd bepaal d door het komen en
gaan van het scheepsverkeer op de Guadal qui vi r. In de eerste
hel ft van de zesti ende eeuw was er geen regel mati g vaar-schema,
maar tel kens al s een konvooi schepen zi ch voorberei dde op een
rei s naar de Ni euwe Werel d, gonsde de stad van de acti vi tei t.
Scheepsti mmerl ui voerden reparati es ui t, kapi tei ns
rekruteerden bemanni ngsl eden en koopl ui stuurden hun
agenten erop ui t om provi and i n te sl aan voor de rei s en l adi ng te
vi nden. Gezouten kabel jauw, scheepsbeschui t, wi jn, ol i e, touw,
buskrui t, i jzerwaren, papi er, schoenen, was, kaas, rol l en stof en
andere zaken werden door stuwadoors aan boord van de
vertrekkende schepen gel aden. Al s de schepen waren vertrokken,
keerde de stad terug naar het normal e ri tme, om weer te
versnel l en al s de schepen bel aden met exoti sche l adi ng ui t
Ameri ka terugkeerden.
Maar voor Sevi l l i anen di e ervan droomden ri jk te worden aan
de Ni euwe Werel d, vi el en de opbrengsten i n de eerste jaren tegen.
Hoewel de conqui stadores Spaanse schepen en de goederen di e ze
brachten graag zagen komen, waren ze wei ni g genei gd om de
schepen voor de terugrei s vol te l aden met handel sgoederen. Nog
erger was het voor de koopl i eden dat de conqui stadores de
gewoonte hadden om zo veel mogel i jk hout, i jzer en kanonnen van
de schepen af te sl open, omdat daar veel vraag naar was i n de
Ni euwe Werel d. Spaanse schepen di e i n Ameri ka aankwamen,
werden dus vaak ui tei ndel i jk al s schroot verkocht. Omdat er zo
een tekort aan schepen ontstond, l i eten Sevi l l i aanse koopl i eden
ui terst gammel e gal joenen opkal efateren voor de rei s naar
Ameri ka. Deze overl aden en onderbe-mande wrakken l eden vaak
schi pbreuk, waarbi j i edereen grote verl i ezen l eed. Pas i n de jaren
veerti g van de zesti ende eeuw vermi nderde deze scheepscri si s en
vonden de ri jkdommen van Ameri ka vri jel i jk hun weg naar
Sevi l l a.
Het l eeuwendeel van de Ameri kaanse schatten bestond ui t
zi l ver ui t de recent ontdekte mi jnen, met name de i mmense en
l egendari sche mi jn bi j Potosi . Maar de Spaanse kol oni es
exporteerden ook andere handel sgoederen, zoal s sui ker, parel s,
i ndi go, hui den, tal k en cocheni l l e. Tabak was een ni euw product.
Omdat het nog onbekend was i n Europa, waren er nog geen
tabaksexperts of vaste handel sroutes, en het duurde l ang voordat
tabak roken overal i ngang vond. Cocheni l l e werd daarentegen al
snel massaal door Sevi l l i aanse koopl ui verhandel d. De stad was
al heel l ang een centrum voor de handel i n kermes en andere rode
verfstoffen. Handel aren maakten ongetwi jfel d gebrui k van de
contacten di e ze al i n deze bedri jfstak hadden om de cocheni l l e
snel aan stoffenververs i n andere l anden te kunnen l everen.
Spanje was vri jwel zeker het eerste l and waar stoffenververs
met cocheni l l e werkten, maar mochten de Spaanse ververs
hebben gehoopt het spul voor zi chzel f te kunnen houden, dan
werd di e hoop al snel de bodem i n gesl agen. Hoewel er i n steden
al s Segovi a, Tol edo en Granada prachti ge stoffen werden
gemaakt, werd de Spaanse texti el i ndustri e conti nu gepl aagd door
een gebrek aan vakl i eden. De Kroon zette bedel aars en zwervers
onder dwang aan het werk i n de wol i ndustri e, maar het gebrek
aan vakkundi ge texti el werkers bl eef. De si tuati e werd nog erger
toen zi ch i n Spanje na 1550 een fl i nke i nfl ati e voordeed en de
pri jzen gi ganti sch stegen. Vanwege het tekort aan
arbei dskrachten en de economi sche cri si s maakte de Spaanse
texti el i ndustri e sl echts beperkt gebrui k van cocheni l l e. De
Sevi l l i aanse koopl ui verkochten de kl eurstof daarom i n het
bui tenl and, vooral aan de kwal i tei tsververs i n Ital i , di e al ti jd op
zoek waren naar ni euwe veel bel ovende kl euren rood.
Ni et al l e stoffenververs waren enthousi ast over de nog ni et
beproefde kl eurstof. In 1543 bepaal de het verversgi l de van Genua
bi jvoorbeel d dat 'het ni euwe mengsel dat i ndi aanse kermes wordt
genoemd' ni et gebrui kt mocht worden om zi jde te verven. Maar
vel en experi menteerden maar al de graag met cocheni l l e.
Evenal s de koopl ui i n Ni euw-Spanje begrepen de Ital i aanse
stoffenververs hoe waardevol een ni euw product kon zi jn i n hun
door moordende concurrenti e gepl aagde bedri jfstak. In bekwame
handen kon cocheni l l e wi nstgevende gehei men opl everen, en
ververs waren beducht voor concurrenten di e hun een stapje voor
waren. In heel Ital i begonnen stoffenververs sti l l etjes proeven te
nemen met 'kermes en poeder van Spanje'.
Een van de eerste stoffenververs di e de ei genschappen van
de cocheni l l e onderzocht, was Lapo da Di acceto ui t Toscane, di e
aan het begi n van de jaren veerti g van de zesti ende eeuw voor
het eerst zi jde probeerde te verven met cocheni l l erood, wat een
prachti ge, l evendi ge kl eur opl everde. In 1537 was er i n Mexi co
ook een dergel i jke pogi ng ondernomen, waar de conqui stadores
toen wei ni g i n hadden gezi en. In Ital i , waar de producti e van
l uxe texti el een zaak was van het hoogste staatsbel ang, vol gde
meteen een enthousi aste reacti e. Cosi mo i l Grande,
groothertog van Toscane en hoofd van de Medi ci fami l i e,
verkl aarde zi ch berei d Da Di acceto's experi menten te
fi nanci eren. De stoffenverver zette zi jn proeven i n het gehei m
voort, onder beschermi ng van de naam van de Medi ci .
Bui ten het gebi ed van de Medi ci waren ook andere
Ital i aanse stoffenververs druk bezi g te experi menteren.
Omdat de Ve-neti anen de bel angri jkste handel aren i n
kermesrood waren en Veneti aanse stoffenververs
bekendstonden om de scharl aken stoffen di e daarmee werden
gemaakt, had de stad al l e reden om argwanend te reageren op
de ni euwe verfstof, di e de status quo kon bedrei gen. Maar
Veneti aanse koopl i eden en stoffenververs waren ni et beroemd
geworden door hun ogen te sl ui ten voor ni euwe
ontwi kkel i ngen. Ze hadden geruchten gehoord dat cocheni l l e
het ui tstekend deed op zi jde en wi l den nu zel f zi en of de
i ndi aanse verfstof een kl eur kon opl everen di e hun
Veneti aanse scharl aken evenaarde.
In 1543 kwamen een ondernemende zi jdekoopman en een
vooraanstaande burger naar het Veneti aanse zi jdegi l de met
dri e soorten cocheni l l everfstof: uchimillia, cochimeia en
panucho -waarschi jnl i jk genoemd naar de pl aatsen waar de
cocheni l l e vandaan kwam. In 1543 was cocheni l l e overi gens
i n Europa nog zo ni euw dat er geen vaste naam voor was. Pas
l ater i n de zesti ende eeuw zou de verfstof grana cochinilla of
cocheni l l e gaan heten.
7
De twee mannen verkl aarden voor het
gi l de dat de dri e soorten grana afkomsti g waren 'ui t het West-
Indi van zi jne Kei zerl i jke Majestei t' Karei v. Ze wi l den dat het
gi l de de monsters zou testen, 'om de goede kwal i tei t ervan te
beoordel en en vast te stel l en dat het werkel i jk kermes i s'.
Het verzoek was ni et ui tzonderl i jk, want het ui tproberen van
ni euwe verfstoffen, l everanci ers en verftechni eken was
standaardprakti jk voor de Veneti aanse texti el gi l den. Maar het
zi jdegi l de gi ng bui tengewoon snel te werk bi j het testen van de
cocheni l l e, mi sschi en omdat de Mexi caanse verfstof al erg
bel angri jk werd gevonden. Dezel fde dag nog gaven gi l denmees-
ters dri e strengen zi jde aan een meesterverver om deze te
prepareren, want de maandag daarop zou de proef offi ci eel
begi nnen en zouden de strengen worden geverfd. Ondertussen
werd de cocheni l l e geweekt i n dri e bakken water, di e achter sl ot en
grendel i n een kast i n het gi l denhui s werden bewaard.
Dri e dagen l ater, op maandag 12 februari , begon de proef. Zes
meesterververs, onder wi e de man di e de zi jde had geprepareerd,
kwamen naar het gi l denhui s, waar ze de dri e strengen el k i n een
ander verfbad met cocheni l l e dompel den. Toen de strengen droog
waren, vergel eken de ververs ze met een kl os van het fi jnste
karmi jnrood, di e op de gewone mani er was geverfd. Ze sneden
draden l os van de stal en en deden de brandproef om meer over de
ei genschappen aan de weet te komen. Toen al l e proeven achter de
rug waren, verkl aarden de mees-terververs onder ede dat de dri e
cocheni l l emonsters een kl eur hadden opgel everd di e even goed
was al s di e van het beste tradi ti onel e kermesrood.
Hun verkl ari ngen, di e samen met de geverfde stal en zi jde en
monsters cocheni l l e i n het gi l denarchi ef werden weggeborgen,
waren ui tsl ui tend op rechtstreekse zi ntui gl i jke waarnemi ng
gebaseerd. Maar i n de twi nti gste eeuw kwamen wetenschappers
na anal yse op mol ecul ai r ni veau tot soortgel i jke concl usi es. Het i s
tot op de dag van vandaag ni et preci es dui del i jk hoe deze zeer
compl exe verfstoffen zi jn samengestel d, maar schei kundi gen zi jn
het erover eens dat de pi gmenten di e ze bevatten nauw aan el kaar
verwant zi jn. De kl eur van kermes wordt bi jvoorbeel d veroorzaakt
door kermeszuur en geel kermeszuur, waarvan de chemi sche
structuur l i jkt op di e van het voornaamste bestanddeel van
cocheni l l e, karmi jnzuur. Er zi tten ook sporen van kermeszuur i n
cocheni l l e. Pool se kermes, di e een mengsel van kermeszuur en
karmi jnzuur bevat, l i jkt nog meer op karmi jnzuur. En Armeens
rood heeft een chemi sche samenstel l i ng di e bi jna i denti ek i s aan
di e van cocheni l l ekl eurstof.
Het was bel angri jk dat cocheni l l e zo op Pool s en Armeens rood
l eek, want di e kl eurstoffen waren al zeer i n trek bi j texti el -ververs
ui t de Renai ssance. Het hoge karmi jnzuurgehal te l everde een
di eper, gl anzender rood op dan met kermeszuur werd berei kt,
vooral op zi jde, de meest l uxueuze van al l e stoffen.
Cocheni l l e had dri e voordel en ten opzi chte van Pool s en
Armeens rood. In de eerste pl aats bevatte het karmi jnzuur dat de
cocheni l l el ui zen produceerden veel mi nder l i pi den dan dat van
de pl ompe kl ei ne Armeense i nsecten, waarvan het vet opl oste i n
het verfbad en op de zi jden draden een l aagje achterl i et dat
vol l edi ge absorpti e van de verfstof bel emmerde.
8
In de tweede
pl aats kon cocheni l l e een paar keer per jaar geoogst worden en
veel effi ci nter worden verwerkt dan Pool s en Armeens rood. En
i n de derde pl aats l everde de Ameri kaanse cocheni l l e een veel
krachti ger kl eurstof op dan het Europese rood. Cocheni l l e kostte
per gram ongeveer evenveel al s kermes en Pool s rood, maar was
ti en keer zo krachti g. Vergel eken met Armeens rood was cochi l l e
zel fs derti g keer zo sterk - wat de stoffenververs desti jds verstel d
moet hebben doen staan.
Cocheni l l e was, met andere woorden, het meest vol maakte
rood dat Europa ooi t had gezi en. Er kon ni et al l een prachti g
scharl aken- en karmi jnrood mee worden gemaakt, maar ook een
zachte kl eur roze, di e heel kwetsbaar l eek, maar zeer duurzaam
was. Bi nnen een paar jaar maakten topververs i n Veneti ,
Mi l aan, Fl orence, Lucca en Antwerpen er dagel i jks gebrui k van
en pasten ze de verfstof toe i n ni euwe gehei me formul es, di e ze
gebrui kten om ri jk fl uweel , gl ad sati jn en sti jve tafzi jde te verven.
Al snel overwonnen de ververs ui t Genua hun afkeer van
'i ndi aanse kermes'. Bang om kl anten kwi jt te raken di e met
cocheni l l e geverfde stoffen wi l den, stonden ze i n 1550 het gebrui k
van de verfstof toe.
Maar ni et i edereen l i et zi ch overtui gen om tot het
cocheni l l ekamp toe te treden. Een aantal Fransen ri ep hun
l andgenoten op de verfstof te boycotten, omdat cocheni l l e i n hun
ogen een bui tenl andse l uxe was di e het l and te veel goud en zi l ver
kostte en de markt voor Franse meekrap bedi erf. In Veneti
verzetten veel koopl i eden zi ch tegen de ni euwe verfstof ui t angst
dat de handel i n Europese kermes, waarmee ze zi ch al zo l ang
bezi ghi el den, er schade van zou ondervi nden. Voornamel i jk
vanwege di t verzet verbood de Veneti aanse overhei d i n de jaren
vi jfti g en zesti g van de zesti ende eeuw het gebrui k van cocheni l l e
om wol te verven. Maar dergel i jke verboden hadden wei ni g effect.
Resul taten waren voor stoffenververs bel angri jker dan
overhei dsmaatregel en, en cocheni l l e l everde superi eure kl euren
op.
Tegen 1580 moesten zel fs de grootste tegenstanders van
cocheni l l e toegeven dat de verfstof een daverend succes was. Ni et
al l een i n Sevi l l a, maar ook i n Rouaan en Antwerpen waren grote
voorraden cocheni l l e aanwezi g en er bestonden l evendi ge
markten i n ti ental l en andere Europese steden, waaronder Genua,
Fl orence, Marsei l l e, Nantes en Lyon. Aan het ei nde van de
zesti ende eeuw had zel fs Veneti zi ch tot de cocheni l l e bekeerd en
voeren er Veneti aanse gal ei en, zwaar bel aden met de verfstof, op
de Adri ati sche Zee. Koopl i eden, banki ers en hoge di pl omaten
specul eerden op de hoeveel hei d cocheni l l e di e jaarl i jks i n Sevi l l a
aankwam, want dat was de bel angri jkste graadmeter voor de pri js
van de kl eurstof.
Hoe bel angri jk cocheni l l e voor de Europese markten was,
bl i jkt ook ui t de kartel s di e werden gevormd om een
monopol i eposi ti e te verwerven. Di t was op regi onaal ni veau al
zorgel i jk, maar i n 1585 sl aagden twee fami l i es van koopl i eden, de
Cappo-ni ui t Fl orence en de Mal uenda ui t Burgos, er samen i n een
cocheni l l ekartel te vormen dat een groot deel van Europa
omspande. Het kartel begon, zoal s de meeste manoeuvres i n de
verfstoffenbranche, met een gehei me operati e. De twee fami l i es
waren er op sl i nkse wi jze achter gekomen dat de jaarl i jkse vl oot
met ui tzonderl i jk wei ni g cocheni l l e ui t Ni euw-Spanje was
vertrokken, waarop ze hun agenten i n Spanje, Ital i , Frankri jk en
Vl aanderen opdracht gaven om al l e verfstof i n di e l anden op te
kopen. Toen ze het merendeel van de voorraden en een fl i nk
gedeel te van de ni euwe l adi ng ui t Ameri ka i n handen hadden,
maakten ze de verfstof stukken duurder. Aanvankel i jk waren
handwerksl i eden en kl ei ne koopl i eden nauwel i jks berei d om nog
cocheni l l e te kopen, maar degenen di e ervan l eefden (en
vol doende gel d hadden om de pri js te kunnen betal en) gaven
ui tei ndel i jk toe. Totdat er i n 1586 weer een cocheni l l evl oot naar
Spanje kwam, waren Europese texti el makers aan de genade van
de Gapponi en Mal uenda overgel everd, di e fl i nk verdi enden aan
hun monopol i e.
Dat deze handel shui zen zo veel succes hadden met hun kartel ,
was te danken aan het fei t dat cocheni l l e rond 1585 onmi sbaar
was geworden voor de producti e van stoffen van de hoogste
kwal i tei t. Vanaf 1550 wi l den modebewuste ri jken vaak
ui tsl ui tend rode stoffen di e met cocheni l l e waren geverfd. De
vraag nam i n de daaropvol gende decenni a enorm toe en ker-
mesrood werd naar de marge van de texti el markt verbannen. De
roodfl uwel en pri esterkazui fel , de roodsati jnen mouwen van de
fat, de zi jden draperi en van de edel man en de roodbroka-ten rok
van de gravi n werden nog ui tsl ui tend met cocheni l l e gekl eurd.
De opkomst van cocheni l l e i s des te opmerkel i jker gezi en de
popul ari tei t van zwart al s modekl eur i n de zesti ende eeuw, een
sombere trend di e veel te maken had met de kei zer, di e het l and
waar de cocheni l l e werd geproduceerd al s het zi jne had opgei st.
De vader van Karei v, de hertog van Bourgondi , begon i n de
vi jfti ende eeuw zwart te dragen om zi ch te onderschei den van zi jn
kl eurri jke hovel i ngen. Opdat men zi ch ni et i n zi jn status zou
vergi ssen, droeg hi j ui tsl ui tend de fi jnste en duurste stoffen.
Karei v kl eedde zi ch naar zi jn voorbeel d en l i ep gedurende het
grootste deel van zi jn regeerperi ode i n chi que zwarte kl edi ng met
een sti jve wi tte pl ooi kraag. Waarschi jnl i jk wi l de hi j met zi jn
kl edi ng ook bl i jk geven van de zware godsdi ensti ge
verantwoordel i jkhei d di e hi j droeg al s verdedi ger van het
kathol i eke gel oof.
Al s bel angri jkste Europese vorst stond Karei i n het centrum
van de bel angstel l i ng. Al l es wat hi j deed of zei was de moei te van
het opmerken en ui tei ndel i jk navol gen waard. Al snel werden
zwarte kl edi ng en wi tte pl ooi kragen, de 'Spaanse mode', ni et
al l een door de Spaanse adel gedragen, maar door al l e
modebewuste ari stocraten van Europa. Ook andere neutral e of
gedekte kl euren raakten i n, een veranderi ng di e dui del i jk te
merken i s aan de beschri jvi ngen van de garderobe van El i zabeth i
van Engel and. Haar vader, Hendri k VIII, kl eedde zi ch i n vol l e
kl eurenpracht. Zel f droeg ze i n haar jeugd scharl aken- en
karmi jnrood, maar na haar troonsbesti jgi ng i n 1558 kl eedde ze
zi ch vooral i n het wi t, zwart en goud, en i n gedekte kl euren al s
gri js, perzi k en oker.
Ondanks al deze veranderi ngen i n de mode bl eef er veel
vraag naar rode verfstoffen van goede kwal i tei t. Dat kwam
ni et al l een doordat ze soms samen met andere verfstoffen
werden gebrui kt om de beste kwal i tei t zwarte stof te maken,
maar ook omdat rood bi jzonder popul ai r bl eef i n de hoogste
kri ngen. Hoeveel status zwarte kl edi ng ook genoot, de drager
werd vooral van veraf nog wel eens aangezi en voor een arme
man of boetel i ng. Sommi ge edel en, vooral vrouwen, kl eedden
zi ch om dergel i jke gnante vergi ssi ngen te vermi jden van top
tot teen i n het scharl aken- en karmi jnrood. Anderen droegen
een zwart-met-wi t kostuum, maar met een accent van
kostbaar rood.
Ook Karei v behoorde tot de vel en di e hun zwarte kl edi ng
met rood verfraai den, zoal s te zi en i s op een beroemd portret
ui t 1548 van Ti ti aan, de grootste col ori st van zi jn ti jd (afb. 5).
Op di t schi l deri j, dat werd geschi l derd ter gel egenhei d van de
kei zerl i jke overwi nni ng op de protestanten bi j Mhl berg, zi jn
rood en zwart de domi nante kl euren. Karei s zwart-met-gouden
wapenrusti ng contrasteert met de schi tterend rode vederbos,
rode sjaal en rode sjerp. Zi jn donkere oorl ogsros draagt een rode
vederbos en een rood-met-gouden zadel kl eed, en Karei ment
zi jn paard met rode teugel s. Ook vandaag de dag nog wordt
deze combi nati e van zwart, rood en goud met macht en
ri jkdom geassoci eerd, te meer omdat het een portret op ware
grootte i s. Karei was zo i ngenomen met het schi l deri j dat hi j er
Ti ti aan de vorstel i jke som van dui zend gouden kronen voor
betaal de.
Ook andere vorsten hi el den ervan hun zwart-met-wi tte
kl edi ng te contrasteren met rood. Zo beval El i zabeth i soms al
haar hofdames zi ch i n het rood te kl eden, zodat haar ei gen zwart-
met-wi tte jurk des te meer opvi el . Om dezel fde reden l i et ze haar
bedi enden een scharl aken l i vrei dragen, een mode di e vorsten en
pretendenten nog eeuwen zouden handhaven.* Zel fs i n de
democrati sche Vereni gde Staten zagen George Washi ngton en
andere promi nente burgers hun bedi enden bi j voorkeur i n het
scharl akenrood. In het Engel and van El i zabeth droegen
hovel i ngen di e de aandacht van de koni ngi n wi l den trekken ook
wel rood sati jn en fl uweel . Edel en di e echt hel emaal bi j de ti jd
wi l den zi jn, verfden hun baard i n een bi jpassende kl eur.
Mensen van de hoogste standen poseerden i n hun zwart-met-
wi tte ensembl e ook graag voor een rode achtergrond. Bi j Frans i
van Frankri jk, Karei s voornaamste ri vaal , werd op een van zi jn
eerste portretten al s koni ng, i n een kostuum van zwart, wi t en
goud, de koni nkl i jke i ndruk versterkt door een karmi jnrood doek
met ri jk brokaat al s achtergrond te gebrui ken. In het zwart
gekl ede edel en l i eten zi ch op vergel i jkbare wi jze vereeuwi gen
tegen een scharl akenrode achtergrond. Deze methode om een
i ndruk van l uxe en ri jkdom te wekken werd vooral met succes
toegepast i n de schi l deri jen van Antoon van Dyck, bi j wi e de
gol vende scharl aken achtergronden de geportretteerde soms
drei gden te overspoel en. Vaak waren de extravagante draperi en
een i l l usi e, want al l een de al l erri jksten beschi kten over zo veel
peperdure rode stof. Maar tot opl uchti ng van de mi nder
gefortuneerden had Van Dyck, net al s veel andere schi l ders, een
vaste col l ecti e van dergel i jke achtergrondkl eden i n zi jn studi o,
waarmee de geportretteerden er ri jker ui tzagen dan ze ei genl i jk
waren.
Edel en di e zi ch wel veel l uxe konden veroorl oven, omri ngden
zi ch met scharl aken- en karmi jnrode tapi jten, gordi jnen en
kussens, waardoor de woni ngen van zul ke i n het zwart gekl ede
renai ssancefi guren vaak een bont geheel vormden. Si r Wi l l i am
Ceci l , de offi ci l e secretari s van koni ngi n El i zabeth, vol gde
mi sschi en wat kl edi ng betreft de sobere Spaanse mode, maar
thui s op Hatfi el d House sl i ep hi j i n een met karmi jnrood fl uweel
omhangen hemel bed.
Zel fs op rei s dosten de edel en zi ch i n het rood. De pri ns van
Ebol i , een i nvl oedri jke vertrouwel i ng van Karei s zoon Fi l i ps, reed
i n een ri jtui g gecapi tonneerd met gl anzend, met cocheni l l e
geverfd sati jn, getrokken door paarden di e behoorden 'tot de beste
di e er i n Spanje te vi nden zi jn'. De gravi n van Carl i sl e, de vrouw
van de Engel se ambassadeur i n Rusl and, kwam i n 1663
vergezel d van trompetters, trommel aars en tweehonderd sl eden
i n Moskou aan, i n een met rood fl uweel gecapi tonneerd ri jtui g.
Ook mi nder verheven i ndi vi duen, zoal s koopl ui en
notari ssen, hul den zi ch graag i n ri jke rode gewaden. Di t i s
bi jvoorbeel d te zi en aan het portret dat Ti ti aan i n 1568 schi l derde
van de sl uw ki jkende Veneti aanse kunsthandel aar Jacopo Strada
(afb. 6). Strada draagt een zwart wambui s met gl anzende roze
zi jden mouwen, een dui del i jk teken van fi nanci eel wel sl agen en
maatschappel i jk succes. Hoewel Strada en andere wel varende
koopl ui zi ch dankzi j de cocheni l l e-i mport meer rode kl edi ng
konden veroorl oven dan ooi t tevoren, waren rode stoffen van goede
kwal i tei t nog steeds zel dzaam en verl eenden ze de drager nog
al ti jd status.
Voor sommi ge koopl i eden waren i n cocheni l l e geverfde
stoffen ni et al l een een mani er om te l aten zi en hoe ri jk ze waren,
maar ook een mi ddel om ri jk te worden. De meeste handel i n
texti el di e met cocheni l l e was geverfd, vond pl aats bi nnen
Europa, maar Europese handel aren exporteerden ook kl ei ne
hoeveel heden van de beste met cocheni l l e geverfde wol naar het
Mi dden-Oosten, Indi a en Ameri ka. Waarschi jnl i jk werden er ook
met cocheni l l e geverfde stoffen naar Afri ka gexporteerd, waar
rode texti el een begerenswaardi g rui l arti kel was i n de
sl avenhandel en i emands vri jhei d of zel fs zi jn l even kon kopen.
De cocheni l l e werd i n Europa vooral al s texti el verf gebrui kt,
maar er waren ook andere toepassi ngen. Net al s de i ndi anen ui t
Mexi co zag men i n Europa mogel i jkheden voor het gebrui k al s
cosmeti ca. Het opmaken werd een ware kunst. In het Engel and
van koni ngi n El i zabeth gol d een kri jtwi tte gel aatskl eur met fel
cocheni l l erood geverfde l i ppen al s het toppunt van schoonhei d.
Cocheni l l e werd ook door kunstschi l ders al s pi gment
gebrui kt, meestal voor karmi jnl ak. Lak was een al gemene term
voor pi gmenten di e werden gemaakt door een kl eurl oos
anorgani sch bi ndmi ddel te mengen met een doorschi jnende
verfstof, zodat deze gebrui kt kon worden om mee te schi l deren.
Rode l ak werd ook gemaakt van meekrap, schel l ak of
verschi l l ende soorten kermes. Si nds kort bestaat er een
betrouwbare methode waarmee museumconservatoren kunnen
zi en wel ke verfstoffen er i n een schi l deri j zi jn gebrui kt. Hoewel
veel schi l deri jen nog onderzocht moeten worden en de resul taten
ni et al ti jd eendui di g zi jn, bl i jkt ui t de eerste anal yses dat
cocheni l l e veel l ater door kunstschi l ders werd gebrui kt dan door
stoffenververs. Cocheni l l everf brak pas echt door aan het ei nd
van de zesti ende eeuw en i n de zeventi ende eeuw, bi j meesters al s
Ti ntoretto, Vermeer, Rembrandt, Rubens en Van Dyck. Ook
Vel asques en andere Spanjaarden maakten er gebrui k van. In
l ater eeuwen schi l derden onder anderen Canal etto, La Tour,
Gai nsborough, J.M.W. Turner en Seurat met cocheni l l e-verf.
Soms maakten schi l ders verf van texti el di e met cocheni l l e
was gekl eurd. Ze kookten de l apjes i n l oog en voegden al ui n toe om
de rode kl eurstof l os te weken. Maar het rood was hel derder al s het
pi gment zel f werd gebrui kt. 'Koop wat goede cocheni l l e, een gram
of vi jfti en vol staat,' raadde een schi l dersboek aan. 'Maal de
i nsecten tot een fi jn poeder, doe er zo veel druppel s wi jnsteenzuur
bi j dat het net vochti g wordt en kl eur geeft.' Er moest wat water
worden toegevoegd. 'Schraap vervol gens met een mes een heel
kl ei n beetje al ui n door de ti nctuur [...] en u kri jgt een fi jn
karmi jnrood.' Hi erna moest het mengsel i n een schone pot worden
gegoten en snel worden gebrui kt, 'want di t i s een kl eur di e er
al ti jd het edel st ui tzi et al s hi j snel wordt gebrui kt; hi j bederft al s
hi j l ang staat'.
Deze l aatste waarschuwi ng doet vermoeden dat cocheni l l e-
verf om te schi l deren mi nder duurzaam was dan texti el verf van
cocheni l l e. Cocheni l l el ak was redel i jk stevi g op ol i eschi l deri jen
al s er vol doende pi gment i n het medi um werd opgel ost, maar had,
evenal s andere l aksoorten, de nei gi ng te vervagen al s hi j aan
l i cht werd bl ootgestel d. Verf van goede kwal i tei t kon eeuwen op
kl eur bl i jven, terwi jl verf van sl echte kwal i tei t bi nnen een paar
maanden al fl ets werd. Voor aquarel verf was cocheni l l e nog
mi nder duurzaam; er trad al bi nnen een paar dagen, of zel fs
uren, kl eurverl i es op. Sommi ge schi l ders deden daarom veel
moei te om de beste pi gmentsoorten ui t te zoeken, maar nog vaker
maakten ze deze zel f, naar hun ei gen hoge maatstaven. Deze i jver
werd op l ange termi jn vaak bel oond. De coche-ni l l everf di e
Rembrandt voor zi jn Joodse bruidje gebrui kte, geeft al meer dan
dri e eeuwen di epte en extra schoonhei d aan de rode rok van het
brui dje (afb. 7). Mi nder zorgvul di ge kunstenaars (Turner i s een
beroemd voorbeel d) zagen hun met cocheni l l e geschi l derde
zonsondergangen soms voor hun ogen verbl eken.
Kunstenaars di e hun ei gen verf maakten, kregen het advi es
om cocheni l l e bi j de pl aatsel i jke drogi st of apotheker te kopen, wat
doet vermoeden dat cocheni l l e tevens al s medi ci jn werd gebrui kt.
Franci sco Hernandez, een zesti ende-eeuwse arts di e Ni euw-
Spanje had bezocht, advi seerde zi jn l andgenoten i n zi jn handboek
van Ameri kaanse medi ci jnen, De materia medica, cocheni l l e op
de Mexi caanse mani er te gebrui ken. 'Opgel ost i n azi jn en
toegedi end met behul p van een kompres werkt cocheni l l e
genezend op wonden en worden hart, hoofd en maag erdoor
versterkt; de tanden worden er bui tengewoon goed door gerei ni gd.'
In Europa werden kl eurstoffen al heel l ang al s medi ci jn
gebrui kt. In het Lati jn (ti jdens de Renai ssance de taal van de
medi sche wetenschap) betekende het woord pigmentum zowel
'pi gment' al s 'geneesmi ddel ', en veel stoffen, waaronder
verschi l l ende soorten kermesrood, werden zowel gebrui kt om te
kl euren al s om te genezen. Cocheni l l e paste daarom keuri g i n de
Europese farmaceuti sche tradi ti e en zou daar nog eeuwenl ang
deel van bl i jven ui tmaken.
Cocheni l l e werd voor al l erl ei kwal en voorgeschreven en
apothekers hadden vaak net al s de meeste ververs hun ei gen
gehei me formul es voor het gebrui k ervan. Behal ve het gebrui k
dat door Hernandez wordt aangeprezen, werd cocheni l l e ook al s
anti depressi vum beschouwd. In het zeventi ende-eeuwse Herball
(krui denboek) van Gerard, een i n brede kri ng geraadpl eegde
medi sche tekst, stond dat het 'goed was tegen mel anchol i sche
zi ekten, waanvoorstel l i ngen, zuchten, smart, en verdri et met een
dui del i jke oorzaak, aangezi en het de mel anchol i sche
l i chaamssappen purgeert'. Cocheni l l e werd ook aangeprezen al s
zweetopwekkend en koortsverl agend mi ddel , en ter voorkomi ng
van i nfecti es. Dat i s mi sschi en de reden waarom Karei n van
Engel and, toen hi j i n 1680 op zi jn doodsbed l ag, met behul p van
een kl i steerspui t een mengsel kreeg toegedi end van cocheni l l e,
kaneel , heemstbl aderen, vi ool tjes, steenzout en anti moon.
Dergel i jke krankzi nni ge remedi es waren i n de mode; voordat de
koni ng zi jn l aatste adem ui tbl i es, bestreken de doktoren zi jn
voeten nog met pek en dui venmest.
De achtti ende-eeuwse Engel se gezi nsgi ds The country house-
wife's family companion schreef ook bi j geel zucht cocheni l l e voor.
Li jders aan deze zi ekte moesten de cocheni l l e mengen met
kri mmetart en Veneti aanse zeep 'en dri e keer per dag een hal ve
drachme [twee gram] i nnemen'. Di t moet zeer onaangenaam
hebben gesmaakt, maar waarschi jnl i jk beter dan het al ternati ef,
waarbi j men 'een week l ang el ke morgen negen l evende l ui zen i n
een wei ni g bi er' moest i nnemen. Een smakel i jker
cocheni l l emi ddel wordt beschreven door Lorenzo da Ponte, de
l i bretti st van Mozarts Le nozze di Figaro, Don Giovanni en Cosifan
tutte. Onderweg naar Bol ogna kantel de het ri jtui g van Da Ponte
en werd hi j hal fdood naar een herberg i n de buurt gedragen. De
herbergi erster l egde hem i n bed en bracht hem 'een gl as
ui tstekende chi anti ' en een 'verfi jnde en zeer krachti ge
cocheni l l el i keur di e al l een i n Fl orence wordt gemaakt'. Deze
l i keur was vol gens Da Ponte zo krachti g dat hi j mi nder dan dri e
uur l ater al i n staat was zi jn rei s voort te zetten.
Cocheni l l e werd ook i n andere soorten eten en dri nken
gebrui kt, en ni et al l een voor medi ci nal e doel ei nden. Aan het
begi n van de negenti ende eeuw werd cocheni l l e regel mati g door
bakkers toegepast om 'de appel en krui sbes sterker te l aten bl ozen
dan de kers en de prui m'. Maar het i dee dat cocheni l l e een
geneeskrachti ge werki ng had bl eef bestaan, al thans i n sommi ge
kri ngen. In dezel fde peri ode deed men i n de Vereni gde Staten bi j
psychi atri sch pati nten cocheni l l e i n het eten vanwege de
kal merende werki ng di e eraan werd toegeschreven.
Hoewel cocheni l l e dus ook al s make-up, verf en geneesmi ddel
werd gebrui kt, bl eef de texti el i ndustri e het bel angri jkst voor de
handel . Ui tei ndel i jk werd de verfstof over de hel e werel d
verhandel d. Cocheni l l e werd i n Veneti aanse gal joenen naar Con-
stanti nopel vervoerd en van daarui t door koopl i eden verder
verkocht i n Turki je en het gebi ed rond de Kaspi sche Zee, waar de
kl eurstof zeer gezocht was en werd gebrui kt om prachti ge stoffen
en tapi jten te maken. Ook koopl i eden ui t Frankri jk, Spanje,
Hol l and en Vl aanderen brachten cocheni l l e naar het Oosten,
zodat de stof onder ambachtsl i eden i n Cai ro en Perzi eveneens i n
gebrui k kwam. Cocheni l l e werd zel fs popul ai r op de Fi l i ppi jnen,
waar de verfstof naartoe werd gebracht door Spaanse gal joenen,
di e i n de jaren zeventi g van de zesti ende eeuw handel begonnen te
dri jven tussen Acapul co en Mani l l a.
Vanui t de Fi l i ppi jnen kwam de cocheni l l e ui tei ndel i jk i n Chi na
terecht en werd daar yang hong genoemd, 'bui tenl ands rood'.
Deze gel ei del i jke veroveri ng van de werel d maakte de
cocheni l l e tot een vroeg voorbeel d van werkel i jk werel dwi jde
handel swaar. De verfstof was zo popul ai r dat Vol tai re er sati ri sch
over schreef i n zi jn Candide. Al s Candi de zi ch afvraagt hoe er i n
een vol maakte werel d syfi l i s kan bestaan, l egt dokter Pan-gl oss
ui t dat de gevreesde zi ekte ui tei ndel i jk di ent voor de bestwi l van
de mens. Syfi l i s komt i mmers ui t Ameri ka en zonder Ameri ka, zo
concl udeert Pangl oss tri omfantel i jk, 'zouden er geen chocol a en
cocheni l l e zi jn'.
Hoewel wei ni g l ezers van Vol tai re waarschi jnl i jk zo
opti mi sti sch waren al s Pangl oss, l eek cocheni l l e voor vel en een
geschenk van de natuur, een vol maakt handel sgoed dat God aan
de mens had gegeven om er zi jn voordeel mee te doen. Het kwam
geen moment bi j hen op dat de verfstof mi sschi en een cul turel e
erfeni s was, te danken aan de Mexi caanse i ndi anen, di e er na vel e
generati es l ange i nspanni ngen i n gesl aagd waren een
schi l dl ui sstam te kweken di e een vol maakt rood opl everde. Aan
het begi n van de twi nti gste eeuw begonnen bi ol ogen pas te
vermoeden wel k een grote rol de oude vol ken van Mexi co hadden
gespeel d bi j het kweken van Dactylopius coccus.
Ten ti jde van de Renai ssance wi sten de Europeanen ni ets van
de cul turel e oorsprong van cocheni l l e al s kl eurstof. Ze waren er
ook ni et erg i n ge nteresseerd. Het gi ng erom dat cocheni l l e de
beste rode verfstof was di e er bestond. Maar of ze di t i n Europa nu
toegaven of ni et, de werel dwi jde tri omf van cocheni l l e had
mi nder met hun i nspanni ngen te maken dan met
dui zendenjaren i nventi vi tei t van Mexi caanse i ndi anen. En de
Europese koopl i eden di e met veel moei te aan de enorme vraag
naar de verfstof probeerden te vol doen, zouden daarvoor opni euw
op het i ni ti ati ef van de i nheemse bevol ki ng van Mexi co moeten
vertrouwen.
ZEVEN
Nalatenschap
Een van de Europeanen di e cocheni l l e al s een
begerenswaardi g goed beschouwden, was Fi l i ps n, de zoon en
erfgenaam van Karei v. Cocheni l l e betekende voor Fi l i ps gel d,
en aan gel d had hi j, net al s zi jn vader, dri ngend behoefte.
Fi l i ps, een sti l l e, gewetensvol l e man, besteeg de troon i n de
schaduw van zi jn vaders fi nanci l e ondergang. Hoewel Karei
er ti ental l en jaren l ang i n gesl aagd was de omvang van zi jn
schul den verborgen te houden, was hi j tegen het ei nd van zi jn
regeerperi ode zi jn i nkomsten tel kens al een jaar van tevoren
kwi jt aan afbetal i ngen. Om zi jn schul den af te betal en
confi squeerde hi j regel mati g zi l verzendi ngen ui t de Ni euwe
Werel d, waar hi j overhei dsobl i gati es voor teruggaf. Maar
ui tei ndel i jk kon het ri jk zi jn enorme mi l i tai re ui tgaven,
gefi nanci erd met l eni ngen van banki ers di e i n de mi l joenen
dukaten per jaar l i epen, ni et meer opbrengen. Toen Karei i n
1552 een verpl etterende nederl aag l eed tegen de protestantse
vorsten van Dui tsl and, zegden de banki ers hun l eni ngen op.
Onder zware druk kl opte Karei bi j de Sevi l l i aanse koopl i eden
aan om gel d, maar zi jn schul den waren zo gi ganti sch dat het
bancai re systeem van de stad al snel bezweek. In 1557 moest de
Spaanse Kroon zi chzel f fai l l i et verkl aren.
Karei was tegen di e ti jd echter geen koni ng meer. Gegri efd
door zi jn fi nanci l e en mi l i tai re mi sl ukki ngen, gehandi capt
door ji cht en moe van het regeren, trad Karei i n 1556 af ten
gunste van zi jn zoon. Maandenl ang was het aftreden van de
grote vorst, di e zi ch i n het l andel i jke kl ooster van Si nt
Hi rony-mus te San Y uste terugtrok, i n Europa het gesprek
van de dag. Het l eek ongel ofel i jk dat de machti gste man van
Europa monni k werd. Het gerucht gi ng dat hi j een begrafeni s
voor zi chzel f had gehouden ter bei ndi gi ng van zi jn l even al s
koni ng.
Zoal s vaker het geval i s, bl eken de geruchten ni et te kl oppen.
Het was waar dat Karei zi ch i n een kl ooster had teruggetrokken
om na te denken over het l even na de dood, maar hi j had geen
gel ofte gedaan en zi ch geenszi ns afgesl oten voor de geneugten
van het werel dse l even. Zi jn ri jk gemeubi l eerde hui s op het
kl oosterterrei n hi ng vol weel deri ge tapi jten en schi l deri jen van
onder anderen Ti ti aan. Hi j werd er door vi jfti g mensen bedi end,
onder wi e muzi kanten, koks, een brouwer, een barbi er en een
kl okkenmaker. Speci al e koeri ers voorzagen hem van exoti sch
eten en hi j werd dagel i jks verwend met oesters, ol i jven, ansjovi s,
koud bi er en pal i ngtaart. Hoewel zi jn arts dergel i jke ri jke
gerechten afkeurde, bl eef Karei ervan geni eten totdat hi j i n
september 1558 op achtenvi jfti gjari ge l eefti jd aan koorts
overl eed. Fi l i ps zette ondertussen de hei l i ge stri jd voor zi jn vader
voort - en probeerde zi jn schul den af te l ossen.
Vond Fi l i ps het vervel end om i n deze rol gedwongen te
worden? Het tegendeel l i jkt het geval . Fi l i ps, di e achtentwi nti g
was toen zi jn vader afstand deed van de troon, werd vanaf
jeugdi ge l eefti jd op zi jn verantwoordel i jkheden al s kei zer
voorberei d. Hi j was voor zi jn vader al s regent van Spanje
opgetreden en had een kort, ongel ukki g en ui tei ndel i jk ki nderl oos
huwel i jk achter de rug met bloody Mary Tudor van Engel and.
Fi l i ps was zo onder de i ndruk van zi jn ontzagwekkende vader
dat hi j vooral bang was ni et aan zi jn hoge maatstaven te kunnen
vol doen. Zi jn gevoel van tekortschi eten moet fl i nk zi jn
toegenomen toen hi j er ni et i n sl aagde i n zi jn vaders pl aats tot
kei zer van het Hei l i ge Roomse Ri jk te worden gekozen. Zi jn broer
Ferdi nand werd i n zi jn pl aats kei zer en erfde de bezi tti ngen van
de Habsburgers i n Mi dden-Europa. Fi l i ps was vastbesl oten zi ch
i n de overgebl even gebi eden (Spanje, Portugal , de Nederl anden,
del en van Ital i en Noord-Afri ka en Spaans Ameri ka) een
waardi g en i l l uster zoon te tonen. Hi j zette zi jn vaders stri jd tegen
het protestanti sme voort en vocht om de gerfde gebi eden te
behouden.
Net al s voor zi jn vader was oorl og voor Fi l i ps een kostbare
zaak. Hi j l egde zi jn onderdanen zware bel asti ngen op om de
kosten te bestri jden en de koni nkl i jke schatki st aan te vul l en, di e
meer dan l eeg was geraakt door de campagnes van zi jn vader.
Zoal s ook zi jn vader had ervaren, was het heffen van hoge
bel asti ngen verre van eenvoudi g. Het was veel makkel i jker om
gel d ui t Ameri ka te hal en, vooral nadat Fi l i ps i n de jaren zesti g
van de zesti ende eeuw de i neffi ci nte konvooi en tussen Ameri ka
en Spanje had vervangen door een goedgeorgani seerd systeem
van jaarl i jkse zi l vervl oten. Er stroomde i n di e peri ode jaarl i jks
gemi ddel d 600 000 peso i n de koni nkl i jke schatki st dankzi j de
zi l vermi jnen i n Mexi co en Peru, di e ti jdens Karei s heerschappi j
nog nauwel i jks i ets hadden opgel everd. In de jaren negenti g van
de zesti ende eeuw, aan het ei nd van de regeerperi ode van Fi l i ps
11, zou Spanje er zel fs 2 mi l joen peso per jaar door bi nnenkri jgen.
De opbrengsten waren zo gi ganti sch dat ze de afgunst van
andere Europese vorsten wekten, maar voor Fi l i ps bl eef er een
tekort. 'Ni et al l een zi jn al mi jn i nkomsten verkocht of bel eend,'
schreef hi j i n 1565, 'maar i k ben ook grote sommen gel d schul di g
en heb nog veel meer nodi g om mi jn gebi eden te onderhouden.'
Sol daten waren duur en een maand l ang sl ag l everen kostte soms
evenveel al s de hel e jaarl i jkse zi l vervl oot.
Fi l i ps probeerde net al s zi jn vader andere exportproducten te
vi nden voor Ameri ka. Het voornaamste was cocheni l l e, ei nd
jaren 1560 na zi l ver het bel angri jkste exportproduct ui t Ni euw-
Spanje. Er werd jaarl i jks ni et mi nder dan 80 000 ki l o schi l dl ui s
geoogst, waarvan waarschi jnl i jk het grootste deel naar Sevi l l a
werd verscheept. De Sevi l l i aanse autori tei ten schatten de waarde
van de cocheni l l e-i mport op ongeveer 250 000 peso per jaar.
De Kroon, di e zowel i n Spanje al s i n Ameri ka hoge bel asti ngen
hi ef op de verfstof, verdi ende er dus goed aan. Een kwart van de
i mportwaarde van cocheni l l e bestond ui t koni nkl i jke
bel asti ngen, waaronder de alcabala (omzetbel asti ng), de averia
(een bel asti ng waarmee Fi l i ps' vl ootsysteem werd bekosti gd) en
de almojarifazgo (i n- en ui tvoerbel asti ng). De Kroon hi ef i n
Spanje ook bel asti ng op de verdere verkoop van de verfstof.
Deze fei ten waren zeker bekend bi j Fi l i ps, een geboren
bureaucraat di e ni et al l een al l e staatspapi eren zel f l as, maar i n
de marges ook fouten van de secretari ssen corri geerde. Onder de
i ndruk van de ci jfers en zi ch bewust van de sti jgende vraag naar
cocheni l l e, zocht hi j naar mani eren om de cocheni l l eproducti e i n
Ni euw-Spanje verder op te voeren. In jul i 1568 vroegen hi j en zi jn
raadgevers de pasbenoemde onderkoni ng, Marti n Enri -quez de
Al manza, om i nformati e te verzamel en over de
cocheni l l eproducti e en -handel . Ze wi l den vooral weten 'hoeveel
cocheni l l e er jaarl i jks i n Ni euw-Spanje wordt geoogst, wi e de
cocheni l l e verzamel en, en hoeveel er i n het l and zel f voor wordt
betaal d'.
Voor i emand van Fi l i ps' koni nkl i jke status, di e vanui t zi jn
Spaanse kastel en een werel dri jk bestuurde, l eek het verhogen van
de cocheni l l eproducti e een kwesti e van i nformati e verzamel en en
decreten ui tvaardi gen. Maar hi j ontdekte net al s zi jn vader dat
het moei l i jk was om Ni euw-Spanje zi jn wi l op te l eggen.
Onderkoni ng Enri quez was al zwaar bel ast met andere taken en
stuurde Fi l i ps 11 pas i n de jaren zeventi g van de zesti ende eeuw
een rapport over de cocheni l l e. Tegen di e ti jd had de onderkoni ng
zi ch er al bi j neergel egd dat de Spaanse kol oni sten wei ni g
bel angstel l i ng hadden voor de producti e van de verfstof.
Hoewel Enri quez di t ni et zei , was di t gebrek aan
bel angstel l i ng voor cocheni l l e ongewoon. De Spaanse
conqui stadores hadden mi sschi en aanvankel i jk hun neus
opgetrokken voor de expl oi tati e van i nheemse producten, maar
l atere Spaanse kol oni sten probeerden er wel degel i jk gel d mee te
verdi enen. Neem bi jvoorbeel d de verbouw van cacao, di e evenal s
cocheni l l e i nheems was i n Ameri ka. In de decenni a na de
conqui sta gebrui kten de Spaanse kol oni sten net al s de l okal e
bevol ki ng cacaobonen al s rui l mi ddel , maar de chocol a di e de
Azteken van de bonen maakten, l ustten ze ni et
9
Ze l eerden de
drank echter gel ei del i jk waarderen, vooral al s het bi ttere,
krui di ge spul met sui ker werd gezoet. Ze begonnen ook i n te zi en
hoe bel angri jk cacao en chocol a waren voor de i nheemse markt i n
Ameri ka, en kregen bel angstel l i ng voor de verbouw. Aan het ei nd
van de zesti ende eeuw bezaten Spaanse kol oni sten tal l oze
cacaopl antages i n Mexi co en Guatemal a, en i n de daaropvol gende
eeuw zouden ze hun acti vi tei ten nog verder ui tbrei den.
Al s de Spanjaarden van het ei nd van de zesti ende eeuw berei d
waren om cacao te verbouwen, een gewas dat i n Europa
nauwel i jks bekend was, waarom dan geen cocheni l l e, di e per pond
meer waard was dan chocol a en veel meer i n trek was bi j
koopl i eden over de hel e werel d? Wel l i cht had di t te maken met de
kwetsbaarhei d van de cocheni l l el ui s zel f. Het di ertje i s extreem
gevoel i g voor kl i maatveranderi ngen en heeft veel te l i jden van
predatorsen en zi ekten. Daarom was de kweek ongeschi kt voor de
Spaanse kol oni sten, di e vooral grootschal i ge, kapi taal i ntensi eve
ondernemi ngen opzetten en sl aven of l aagbetaal de arbei ders
tewerkstel den.
Cacaopl anten konden redel i jk goed worden verbouwd met di t
systeem. Ze werden op enorme pl antages verzorgd door goedkope
i nheemse arbei dskrachten of ui t Afri ka ge mporteerde sl aven, en
l everden zo een behoorl i jke wi nst op. Maar kol oni sten di e op deze
mani er probeerden cocheni l l e te verbouwen, verl ei d door het
voorui tzi cht van fl i nke opbrengsten, hadden wei ni g succes. Een
onverwachte storm of wat nachtvorst kon al het ei nde betekenen
van de schi l dl ui zen, di e bovendi en voortdurend door
schi mmel zi ekten en parasi eten werden bedrei gd.
Al s ze er al i n sl aagden een redel i jke oogst bi nnen te hal en, was de
opbrengst ongewi s, want de pri jzen van cocheni l l e vari eerden
enorm van jaar tot jaar.
Grootschal i ghei d werkte ni et bi j de cocheni l l eteel t. De
schi l dl ui zen l eken het best te gedi jen op kl ei ne perceel tjes di e
werden gexpl oi teerd door n gezi n, dat vaak wel vol doende
gedul d en aandacht kon opbrengen. Maar ri jke Spanjaarden
hadden geen bel angstel l i ng voor kl ei nschal i ge ondernemi ngen
en arme Spanjaarden waren onvol doende op de hoogte van de
cocheni l l eteel t om er een wi nstgevend bedri jf van te maken.
Indi aanse boeren, di e i n dui zenden kl ei ne cactustui ntjes
cocheni l l e teel den, produceerden het grootste deel van de
Mexi caanse verfstof di e over de hel e werel d werd verhandel d - en
ni et al l een i n de zesti ende eeuw, maar gedurende de hel e peri ode
van Spaanse overheersi ng (afb. 9).
Ei genl i jk hadden de i ndi anenvol ken van het zui del i jk hoogl and
van Oaxaca en Mi xteca al s eersten moeten profi teren van de
enorme vraag naar cocheni l l e i n Europa. In di e streek werd
waarschi jnl i jk de eerste wi l de cocheni l l e gekweekt en werd l ater
onder de Azteken de meeste verfstof geproduceerd. Maar toen de
vraag naar cocheni l l e ui t Europa begon toe te nemen, werd de
reacti e van Oaxacanen en Mi xteken negati ef be nvl oed door de
aanwezi ghei d van de Spanjaarden.
Vel en van hen waren domi ni caanse mi ssi onari ssen di e vanaf
ei nd jaren 1520 naar Ni euw-Spanje trokken. Vol gens twee
zeventi ende-eeuwse Spaanse versl agen l eerden de
mi ssi onari ssen de i ndi anen nopal te pl anten en cocheni l l e te
kweken, een verhaal dat ongetwi jfel d heel bevredi gend was voor
Spaanse l ezers, maar waar ni ets van kl opte. Natuurl i jk wi sten de
Mexi caanse i ndi anen veel meer van cocheni l l e dan de net
gearri veerde domi ni caanse fraters. Hoewel de domi ni canen de
autochtone bevol ki ng soms aanmoedi gden om cocheni l l e te tel en
(en een deel van de wi nst af te dragen voor evangel i sati ewerk),
dachten ze meer te kunnen verdi enen met zi jderupsen, di e i n de
jaren derti g van de zesti ende eeuw i n de provi nci e werden
i ngevoerd. Aangemoedi gd door de mi ssi onari ssen wi jdden
dui zenden i ndi anen i n de jaren veerti g en vi jfti g van di e eeuw
zi ch aan de zi jdeproducti e. Anderen werden hi ertoe gedwongen
door Spaanse encomendero's, di e net al s de domi ni canen meer i n
zi jde zagen dan i n cocheni l l e. Hoewel er i n di e peri ode i n Oaxaca
en Mi xteca meer cocheni l l e werd geproduceerd dan voorheen,
werd de opbrengst daarvan overschaduwd door di e van zi jde. De
zi jdeproducenten kochten waarschi jnl i jk een groot deel van de
verfstof op om daarmee hoogwaardi ge gekl eurde stoffen voor de
i nternati onal e markt te produceren. De hoeveel hei d cocheni l l e
di e i n deze regi o werd geproduceerd, was hoe dan ook onvol doende
om aan de Europese vraag te vol doen.
Waar kochten de Spaanse koopl i eden dan hun cocheni l l e? Het
i s bekend dat er l everanci ers zaten i n Mi choacan, Jal i sco en
Y ucatan, maar i n di e gebi eden werd wei ni g cocheni l l e
geproduceerd. In Y ucatan, waar het heel droog en warm i s, was de
oogst bi jvoorbeel d al ti jd erg mager. Veel i ndrukwekkender waren
de oogsten rond Puebl a, een stadje op honderdvi jfti g ki l ometer ten
noordwesten van Oaxaca. Puebl a l ag aan de bel angri jkste
kol oni al e weg tussen Mexi co-Stad en de offi ci l e haven van
Ni euw-Spanje, Veracruz, zodat koopl ui di e daar cocheni l l e
kochten deze betrekkel i jk makkel i jk konden exporteren.
Er i s i n de archi even wei ni g te vi nden over de eerste jaren van
de grote Europese vraag naar cocheni l l e, maar waarschi jnl i jk
kwam een groot deel van de verfstof di e i n de jaren veerti g en
vi jfti g van de zesti ende eeuw i n Puebl a werd verhandel d ui t de
noordel i jker gel egen stadstaat Tl axcal a. De Tl axcal a waren een
trots en patri otti sch vol k dat meer vri jhei d genoot dan de andere
vol keren i n Ni euw-Spanje. Di t kwam deel s doordat Tl axcal a voor
de komst van de conqui stadores het eni ge stuk van Mexi co was dat
ni et door de Azteken was veroverd. De Tl axcal a werden de
erfvi janden van de Azteken. Montezuma zei tegen de Spanjaarden
dat hi j ze best kon versl aan, maar dat hi j de voorkeur gaf aan een
l ange, nooi t ei ndi gende oorl og, om zi jn sol daten te trai nen en zi jn
pri esters aan mensel i jk offermateri aal i n de vorm van gevangen
Tl axcal aanse kri jgers te hel pen. Het l ag dus voor de hand dat de
Tl axcal a ti jdens de con-qui sta de grootste bondgenoten werden
van de Spanjaarden en met dui zenden kri jgers hi el pen het ri jk
der Azteken te veroveren. Zonder hul p van de Tl axcal a zou Corts
daar vri jwel zeker ni et i n zi jn gesl aagd. Ui t erkentel i jkhei d
verl eende Corts de Tl axcal a een zekere mate van
onafhankel i jkhei d. Ze werden al s eni g i ndi anenvol k rechtstreeks
door de Spaanse Kroon geregeerd en ni et door de encomendero's. In
hun gebi ed waren encomi enda's ni et toegestaan en het werd
Spanjaarden ontraden zi ch er te vesti gen.
Toch was de onafhankel i jkhei d van de Tl axcal a betrekkel i jk.
Ze waren wel i swaar geen tri buut verschul di gd aan de
encomendero's, maar moesten de Spaanse overhei d, de Kerk en het
l eger wel andere vormen van bel asti ng betal en. De hoogste
bestuursambtenaren van de provi nci e waren Spaans en er
vesti gden zi ch, ondanks het ontmoedi gi ngsbel ei d, nog heel wat
andere Spanjaarden di e veel i nvl oed kregen. Ni ettemi n waren de
Tl axcal a vri jer dan de meeste i nheemse vol keren i n Mexi co en
profi teerden ze van hun rechtstreekse band met de Kroon. Ze
stuurden zel fs gezanten naar Spanje om bi j Karei v garanti es voor
hun vri jhei d te vragen. De Tl axcal aanse gezanten waren
vol l eerde di pl omaten en sl uwe zakenl i eden, di e mogel i jk zel fs met
Spaanse koopl i eden de mogel i jkheden van de cocheni l l e-handel
bespraken.
Maar de opkomst van de cocheni l l ehandel na de conqui sta had
wei ni g te maken met de di pl omati eke bedrevenhei d van de
Tl axcal a. Een decreet van een ambtenaar van de Kroon i n Ni euw-
Spanje, dat de Tl axcal a i n de jaren derti g van de zesti ende eeuw
opdroeg cocheni l l e te produceren, l i jkt evenmi n van grote i nvl oed
te zi jn geweest. Dat de Tl axcal a zi ch massaal met cocheni l l e zi jn
gaan bezi ghouden, l i jkt voornamel i jk te danken te zi jn aan hun
rel ati eve onafhankel i jkhei d. Zi j hoefden mi nder te gehoorzamen
aan de ei sen van de Spanjaarden, di e wei ni g bel angstel l i ng
hadden voor de cocheni l l eteel t, en konden zo snel en enthousi ast
reageren op een steeds grotere vraag naar cocheni l l e i n Europa.
Ti jdens de heerschappi j van de Azteken kweekten ze al op kl ei ne
schaal cocheni l l e en i n de jaren veerti g van de zesti ende eeuw,
kort nadat Europese stoffenververs de verfstof seri eus waren gaan
gebrui ken, brei dden ze producti e enorm ui t. Aan het begi n van de
jaren vi jfti g van de zesti ende eeuw produceerden de Tl axcal a
jaarl i jks grote hoeveel heden cocheni l l e voor de Europese markt.
De opbrengsten waren enorm. In 1554 schatte een aantal
Spaanse koopl i eden i n Mexi co dat de handel van de Tl axcal a i n
Puebl a Ni euw-Spanje jaarl i jks 100 000 peso opl everde - een stuk
mi nder dan het zi l ver, maar desondanks voor een
l andbouwproduct een enorm bedrag. Een l andarbei der i n Spanje
verdi ende i n di e ti jd n peso per week. Met dergel i jke opbrengsten
gi ng het cocheni l l ehandel aren op al l e ni veaus voor de wi nd. Op de
l okal e en regi onal e markt bl even i nheemse handel aren het
bel angri jkst, terwi jl de export ui t Mexi co en de verkoop i n Spanje
aan Spaanse koopl i eden was voorbehouden.
Ook i nheemse cocheni l l eproducenten verdi enden fl i nk.
Vol gens de Tl axcal aanse cabildo, de raad van i ndi aanse
notabel en di e toezag op het dagel i jks bestuur van de provi nci e,
verdi enden ze zel fs te veel . Bang dat het succes van de handel tot
soci al e onrust zou l ei den, verbood de raad i n 1552 de
cocheni l l eteel t. Di t verbod haal de waarschi jnl i jk wei ni g ui t, want
negen maanden l ater, i n maart 1553, wi jdde de raad een hel e
vergaderi ng aan het cocheni l l eprobl eem.
Naar de offi ci l e notul en van de vergaderi ng te oordel en
beschouwden de raadsl eden de verfstof al s de bron van al l e kwaad
i n Tl axcal a. Zi j waren, zoal s de meeste hoge Tl axcal a, tot het
kathol i eke gel oof bekeerd en zagen met l ede ogen aan hoe co-
cheni l l eboeren 'op zondag en andere hei l i ge dagen aan hun
cocheni l l e werken, en ni et l anger naar de kerk gaan voor de mi s,
zoal s de hei l i ge Kerk ons beveel t'. Nog erger was dat ze 'pul que
kopen en dronken worden'.
10
Wat de raad betreft gedroegen ook de
cocheni l l ehandel aren zi ch abomi nabel . Ni et al l een werkten ze op
zondag, ze moedi gden bovendi en cocheni l l everkoopsters aan om
te veel te dri nken, zodat ze wi l l i g werden om met hen te zondi gen,
hoewel de raad ui t overwegi ngen van zedel i jkhei d ni et aangaf op
wel ke mani er.
Wat de raad het meest stoorde, was dat de Tl axacaanse
cocheni l l eproducenten onvol doende ontzag hadden voor hoger-
gepl aatsten. De nouveaux ri ches gi ngen op een gegeven moment
naast hun schoenen l open - een verschi jnsel van al l e ti jden. 'Hi j
di e vroeger aan i emand toebehoorde, heeft geen respect meer voor
zi jn voormal i ge heer en meester,' schreef de raad.
Cocheni l l eboeren van eenvoudi ge afkomst kl eedden zi ch boven
hun stand, dronken te veel en kochten arti kel en di e vroeger al l een
edel en zi ch konden veroorl oven, zoal s de beste Azteekse chocol a,
'heel di k, met veel cacao eri n'. Om bl i jk te geven van hun ni euwe
status wei gerden sommi gen van de ni euwe ri jken zel fs
ui tstekende chocol a te dri nken, omdat ze di e te zwak en wateri g
vonden. De raad merkte verontwaardi gd op dat sommi gen de
chocol a zel fs 'op de grond gi eten [...] en denken daarmee veel
i ndruk te maken'.
Na een dergel i jke onbeschofthei d kon de raad al l een maar
concl uderen dat de soci al e orde i n Tl axcal a op i nstorten stond.
Geen enkel e Tl axcal a van l agere afkomst l eek nog te berusten i n
zi jn l ot. 'Iedereen i s nog al l een maar met zi jn cocheni l l ecactussen
bezi g,' schri jft de raad. 'Ze wi l l en ni et l anger hun akkers
bebouwen, di e ui t l ui hei d worden verwaarl oosd.' Di e
verwaarl ozi ng zou vol gens de raad afschuwel i jke consequenti es
hebben: 'Veel akkers veranderen i n grasl and en er staat ons een
hongersnood te wachten.'
De vrees van de raadsl eden was overdreven. In Tl axcal a
drei gde hel emaal geen hongersnood, maar ui t hun
apocal ypti sche angst bl i jkt wel hoezeer de soci al e orde bi j de
Tl axcal a door de cocheni l l eteel t was verstoord. De raad was zi ch er
tegel i jkerti jd van bewust dat de cocheni l l ehandel machti ge
pl ei tbezorgers had en dat ni et al l een gewone i ndi anen, maar ook
veel edel en er gel d aan verdi enden. Het was di e groep van
bel anghebbenden di e het verbod van de raad op de teel t van
cocheni l l e tot een dode l etter maakte. De raad gaf sti l zwi jgend toe
dat het verbod ni et vi el na te l even en besl oot tot een beschei dener
koers. Nu werd de Tl axcal a verboden om meer dan ti en nopal -
cactussen per persoon te pl anten.
Negen maanden l ater rapporteerde de raad dat naar
aanl ei di ng van di t verbod 'een grote hoeveel hei d
cocheni l l ecactussen' was verni eti gd. Maar de marktkrachten
bl eken sterker. De vraag ui t Europa nam al l een nog maar toe,
zodat de regel van maxi maal ti en cactussen al snel even wei ni g
effecti ef bl eek al s het verbod ui t 1552. De Tl axcal a waren trots op
hun pol i ti eke vri jhei d, maar wi l den desondanks graag profi teren
van wat de Spaanse koopl i eden te bi eden hadden, al raakten ze
daardoor al l engs meer gebonden aan een werel dwi jde markt
waarover ze geen control e hadden.
Een dui vel s di l emma wel l i cht, maar de Tl axcal a voeren er
wel bi j. Gewone Tl axcal a zouden nog ti ental l en jaren l ang mooi e
kl eren dragen, di kke chocol a dri nken en tonnen cocheni l l e voor
de Europese markt produceren.
Voor een groot deel dankzi j de Tl axcal a nam de hoeveel hei d
cocheni l l e di e i n Sevi l l a aankwam hal verwege de zesti ende eeuw
spectacul ai r toe: van 22 500 ki l o i n 1557 tot 77 500 ki l o i n 1574.
Maar Tl axcal a bl eef ni et l ang het bel angri jkste centrum van de
cocheni l l eproducti e. Tegen het ei nd van de zesti ende eeuw werd
de stadstaat, ondanks de bel often, overspoel d door Spaanse
veehouders en werden Tl axcal aanse dorpen en nopal -kwekeri jen
verwoest door koei en en ossen van Spanjaarden. De Tl axcal aanse
cocheni l l eboeren kregen ook steeds meer concurrenti e van boeren
ui t Mi xteca en Oaxaca i n het zui den, di e na zware tegensl agen i n
de zi jde-i ndustri e i n de jaren zeventi g van de zesti ende eeuw weer
al s vanouds cocheni l l e kweekten.
Aan het begi n van de zeventi ende eeuw was Oaxaca-Stad, i n
het Spaans ook wel Antequera genoemd, het ni euwe centrum van
de cocheni l l eproducti e geworden. Voor het ei nd van de eeuw had
de provi nci e Oaxaca, waartoe onder de Spaanse overheersi ng ni et
al l een de Oaxaca-val l ei maar ook een groot deel van Mi xteca
behoorde, zo ongeveer een monopol i e op de cocheni l l eproducti e.
Ti jdens de rest van de Spaanse kol oni al e peri ode bl eef Oaxaca
verui t de bel angri jkste producent.
Oaxaca-Stad werd ri jk van de cocheni l l ehandel , zodat er rond
het l evendi ge pl ei n i n het stadscentrum prachti ge hui zen en
weel deri ge tui nen konden verschi jnen. Nog een teken van de
voorspoed van de stad waren de vel e kerken, zoal s het magni fi eke
domi ni caanse compl ex van Santo Domi ngo. Er gl i nsterde zo veel
bl adgoud i n het hoge mi ddenschi p van de kerk dat het bi j
bi nnenkomst l eek al sof men een enorme vergul de juwel enki st
betrad. Naast de kerk bevond zi ch een groot domi ni caans
kl ooster, waar een vreedzame broedergemeenschap hui sde.
Vanui t de sti l l e gangen hadden de broeders een adembenemend
ui tzi cht door de zi jramen, di e een kader vormden voor de hoge
bergen van Oaxaca, op een mani er di e een re-nai ssanceschi l deri j
waardi g was.
Maar hoewel er veel zi chtbare bewi jzen waren van de
voorspoed di e de cocheni l l e de stad had gebracht, waren er ook
mensen di e vonden dat de schi l dl ui shandel een al l esbehal ve
gunsti ge i nvl oed had op de i nheemse bewoners. Een Spaanse
geestel i jke i n Oaxaca schreef een kl acht di e al s twee druppel s
water l eek op di e van de raad van de Tl axcal a: de i ndi anen
kweekten vol gens hem cocheni l l e i n pl aats van eetbare gewassen,
ze kochten eten en andere l evensbehoeften i n de stad en werden
dronken van het gel d dat ze aan de cocheni l l e verdi enden. Ook i n
de twi nti gste eeuw was een aantal geschi edkundi gen van
meni ng dat de cocheni l l ehandel een verwoestende ui twerki ng
had op het l even van de oorspronkel i jke bewoners van Mexi co, en
dat de i ndi anen daardoor aan de i nternati onal e markt en i n het
bi jzonder aan de Spaanse koopl i eden werden ui tgel everd.
Had de cocheni l l eteel t werkel i jk zul ke verschri kkel i jke
gevol gen? Ui t recent onderzoek bl i jkt dat de i nheemse bewoners
van Oaxaca jui st enorm van de producti e van de verfstof
profi teerden.
Een aanwi jzi ng dat de cocheni l l eproducti e wel degel i jk een
posi ti eve i nvl oed had, i s het fei t dat de meeste i ndi anen vri jwi l l i g
aan de teel t begonnen en de cocheni l l e voor ei gen rekeni ng aan
andere i ndi anen of handel sagenten verkochten. Hoewel Spaanse
ambtenaren soms onder dwang probeerden de producti e te
verhogen, had di t zel den succes. In de jaren zeventi g van de
zesti ende eeuw beval onderkoni ng Enri quez de i ndi anen
bi jvoorbeel d cocheni l l e te kweken i n al l e gebi eden di e er geschi kt
voor l eken, maar de resul taten van di t bevel waren ni et
onverdeel d gunsti g. In 1597 werd een soortgel i jke
dwangmaatregel ui tgevaardi gd, toen Fi l i ps 11 zi jn ambtenaren
i n Ni euw-Spanje opdracht gaf om 'de i ndi anen met al l e wetti ge en
gerechtvaardi gde mi ddel en te dwi ngen' nopal en cocheni l l e te
kweken. Kort daarop stel de provi nci egouverneur Gonzal o Gmez
de Cervantes voor de i ndi anen i n cocheni l l eproducerende
gebi eden mi nstens vi jfentwi nti g nopal cactussen per persoon te
l aten onderhouden. Dergel i jke opgel egde maatregel en hadden
echter wei ni g succes. De Kroon had voortdurend gebrek aan baar
gel d en beschi kte dus ni et over de mi ddel en om bevel en van de
koni ng, l aat staan di e van provi nci al e autori tei ten, af te
dwi ngen.
De producti e van cocheni l l e werd dan ook het effecti efst
bevorderd door de marktwerki ng. In pl aats van hen te sl aan met
de stok van voorschri ften en quota hi el den de Spaanse koopl i eden
de i ndi anen de worst van het kredi et voor, di e door vel en van hen,
al l ang gewend aan deel name aan de i ngewi kkel de markt, greti g
werd aanvaard.
Het i s een raadsel hoe en wanneer di t kredi etsysteem voor de
cocheni l l eteel t i s ontstaan. Koopl i eden i n Mexi co betaal den i n de
jaren zesti g van de zesti ende eeuw al voorui t voor zi jde, maar
waarschi jnl i jk ontstond het kredi etsysteem voor de
cocheni l l eteel t al voor 1550. Aanvankel i jk keurden de Spaanse
autori tei ten het af en werd het bi j de wet verboden, maar het
systeem hi el d bl i jkbaar stand en werd rond het begi n van de
zeventi ende eeuw de norm. De spi l ervan werd gevormd door
l okal e functi onari ssen, vaak van hoge geboorte, di e door de
fai l l i ete Spaanse Kroon ni et meer voor hun di ensten werden
betaal d en daarom behoefte hadden aan andere i nkomsten. Zi j
kregen van Spaanse koopl i eden gel d te l een om di t vervol gens
voor een peri ode van zes tot acht maanden weer aan i ndi aanse
cocheni l l e-boeren ui t te l enen, di e hun l eni ng na een bepaal de
ti jd terugbetaal den i n de vorm van cocheni l l e. Al s de
functi onari ssen de cocheni l l e hadden verzamel d, verkochten ze
deze aan de Spaanse koopman di e hun het gel d had gel eend.
Al s deze 'cocheni l l ebanki ers' hun i ndi aanse boeren met zorg
kozen en i n de oogstti jd met strenge hand de betal i ngen i nden
konden ze hun schul d gewoonl i jk terugbetal en en daarnaast nog
veel wi nst maken. Na verl oop van ti jd werd de functi e van
cocheni l l ebanki er een van de popul ai rste van Spanje. En ook de
koopl i eden trokken voordeel ui t deze regel i ng, doordat ze werden
ontheven van de pl i cht om zel f dui zenden l eni ngen aan i ndi anen
te verstrekken.
Hoewel Spaanse ambtenaren en koopl i eden dui del i jk het
meest van di t systeem profi teerden, was het voor de i ndi anen
zeker ni et ongunsti g. De cocheni l l el eni ngen waren een van de
wei ni ge vormen van kredi et waarover ze konden beschi kken.
Vaak gebrui kten ze het gel d om een sti er of een mui l ezel te kopen,
di e ze zi ch anders nooi t hadden kunnen veroorl oven. De vaste
cocheni l l epri js di e i n de contracten werd geboden, l ag gewoonl i jk
onder di e van de markt, maar al s de cocheni l l eboeren eenmaal
hun schul den hadden afbetaal d, konden ze de rest van de oogst
verkopen aan wi e ze wi l den. Ui t de greti ghei d waarmee ze de
cocheni l l econtracten tekenden, bl i jkt dat de i ndi anen deze
voorwaarden redel i jk vonden, of al thans aanvaardbaar. Af en toe
kl aagden ze bi j de Spaanse autori tei ten over functi onari ssen di e
te hardhandi g op terugbetal i ng van de cocheni l l el eni ngen
aandrongen, maar ze kwamen zel den met de beschul di gi ng dat ze
een l eni ng tegen hun wi l hadden moeten aangaan. Het aantal
kl achten van i ndi anen van wi e de kredi etaanvraag werd
afgewezen, was veel groter.
De i ndi anen di e deel namen aan het kredi etsysteem
teel den gewoonl i jk cocheni l l e op ei gen grond of op l and dat aan
het hel e dorp toebehoorde. Al s bi jverdi enste naast akkerbouw
voor ei gen gebrui k was di t een aantrekkel i jke mani er om wat
baar gel d i n handen te kri jgen. In tegenstel l i ng tot de meeste
vormen van betaal de arbei d onder de Spanjaarden hoefden de
i ndi anen ui t Oaxaca er hun dorp en gezi n ni et voor te verl aten
of rechtstreeks voor hun overwi nnaars te werken, wat al s een
vernederi ng werd ervaren. Ze konden het werk gewoon thui s
doen, i n gezel schap van hun ki nderen en fami l i el eden.
Hal verwege de zesti ende eeuw waren veel i nheemse
gemeenschappen door de verwoestende i nvl oed van zowel het
Spaanse bestuur al s de besmettel i jke zi ekten ui t Europa
i ngestort. Hel e cul turen waren weggevaagd. Maar i n gebi eden
waar cocheni l l e werd geteel d, waar mensen hun brood konden
verdi enen terwi jl ze di cht bi j hun verwanten bl even,
weerstonden gemeenschappen vaak de druk. In dorpen waar
cocheni l l e werd geteel d, bl even de taal , de tradi ti es en de
cul tuur vaak nog eeuwenl ang gehandhaafd, wat tevens een
verkl ari ng i s voor de cul turel e en taal kundi ge di versi tei t van
Oaxaca, di e tot op de dag van vandaag i s bl i jven bestaan.
Cocheni l l e bevredi gde het verl angen naar kl eur i n
Europa, maar voorzag i n Mexi co nog veel di epere behoeften.
Voor de Mexi caanse i ndi anen was cocheni l l e meer dan een
prachti ge verfstof: het was een l evende nal atenschap van hun
voorouders, een geschenk dat heden en verl eden verbond, een
bron van kracht i n de stri jd om i n fysi ek en cul tureel opzi cht
te overl even.
ACHT
Handelsgeheimen
Het i s ni et gemakkel i jk om een werel dri jk te besturen. Dat moet de
Spaanse Kroon tenmi nste hebben geconcl udeerd bi j zi jn pogi ngen
om greep te kri jgen op de bezi tti ngen i n Ameri ka. Voor het
bestuur over di t conti nent bestond een gi ganti sch apparaat van
ambtenaren, rechters en raden; i n andere Europese l anden
verbaasde men zi ch vaak over de omvang en rei kwi jdte van deze
bureaucrati e. Maar zel fs met di t machti ge ambtenarenapparaat
kon de regeri ng het ri jk ni et al ti jd haar wi l opl eggen.
Cocheni l l e was geen ui tzonderi ng op deze regel . Het
kredi etsysteem was een veel effecti evere sti mul ans voor de
cocheni l l eproducti e gebl eken dan de di recti even di e met gewel d
door de Kroon waren opgel egd. De cocheni l l ehandel bl eek ook i n
andere opzi chten moei l i jk te regul eren. Op aandri ngen van Fi l i ps
i i en zi jn opvol ger, Fi l i ps m, probeerden
overhei dsfuncti onari ssen i n Ni euw-Spanje regel s voor de handel
op te stel l en, marktfraude te bestri jden en een koni nkl i jk
monopol i e te vesti gen, waarbi j het steeds de bedoel i ng was om
meer i nkomsten voor de Spaanse schatki st te genereren. Maar
steeds opni euw merkten ze dat er al l een i ets berei kt kon worden
al s de bevol ki ng, i n het bi jzonder de machti ge koopl i eden van
Ni euw-Spanje, eraan meewerkte.
Ei nd zesti ende eeuw handel den dui zenden mensen i n Ni euw-
Spanje i n cocheni l l e. Vaak waren het kl ei ne handel aren -
i ndi anen, mesti ezen, mul atten of negers - di e van stad tot stad
trokken om goedkoop cocheni l l e i n te kopen en deze ti jdens de
wekel i jkse markten bi j opbod te verkopen. Al s ni et-bl anken
hadden ze wei ni g i nvl oed en de Kroon kon hard tegen hen
optreden zonder vrees voor een reacti e. En hard optreden deed
men. In 1580 verbood onderkoni ng Enri quez negers en mul atten
nog l anger i n cocheni l l e te handel en. Al l een i ndi anen i n di enst
van Spanjaarden hadden voortaan dat recht.
De grote Spaanse koopl i eden waren een ander verhaal . Zi j
beschi kten over genoeg kapi taal en moed om zi ch met de ri skante,
maar zeer l onende export van cocheni l l e bezi g te houden en
gi ngen een rechtstreekse confrontati e met de Spaanse
ambtenaren ni et ui t de weg al s ze meenden onbi l l i jk te worden
behandel d. Bl i jkbaar waren ze het wel eens met het
di scri mi nerende verbod op cocheni l l ehandel door ni et-bl anken
dat Enri quez i n 1580 ui tvaardi gde, waarschi jnl i jk omdat hun
agenten daardoor mi nder concurrenti e hadden. Het i s ook
mogel i jk dat sommi gen (ten onrechte) dachten dat de wet de
voortdurende fraude kon bestri jden, di e het grootste probl eem i n
de cocheni l l ehandel vormde.
Vanaf de ti jd van de conqui sta en ook al daarvoor, onder de
Azteken, was de handel het terrei n van bedri egers en opl i chters,
omdat cocheni l l e zoveel opbracht. Met kl ei ne hoeveel heden kon al
veel wi nst gemaakt worden, zodat ook kl ei nschal i ge fraude
l onend was. Daarom werd er op al l e ni veaus van de handel en op
al l e markten gefraudeerd: i ndi aanse boeren bedrogen i ndi aanse
handel aren, di e Spaanse koopl i eden bedrogen, di e afnemers i n
Europa bedrogen, di e consumenten i n Europa bedrogen.
Er werden al l erl ei trucs gebrui kt. Er waren verkopers di e
cocheni l l e van sl echte kwal i tei t al s eerstekl as verfstof aanboden,
wat vooral goed werkte bi j onervaren kl anten. Andere handel aren
knoei den met de weegschaal . Er waren ook bedri egers di e i ets met
de cocheni l l e zel f ui thaal den. De eenvoudi gste mani er om di t te
doen was om er zand, kri jt of kl ei ne steentjes doorheen te mengen,
maar er werden ook geraffi neerdere techni eken toegepast, waarbi j
bi jvoorbeel d echte schi l dl ui skorrel s van een dun l aagje rode oker,
meel , ongebl uste kal k en as werden voorzi en. Sommi ge verkopers
probeerden ook het gewi cht te vergroten door de schi l dl ui zen i n
heet water te doden en ze te verpakken voordat ze hel emaal droog
waren. Dergel i jke cocheni l l e begon ti jdens de rei s naar Europa te
rotten en werd onbrui kbaar voor stoffenververs.
In Europa werd er regel mati g gekl aagd over di t soort
opl i chteri j. In 1552 verkl aarde een verver bi jvoorbeel d voor de
Veneti aanse senaat dat 'de ni euwe i ndi aanse kermes' vaak was
versneden, waardoor 'de kl euren na korte ti jd vervagen, sl echt
worden en afschuwel i jk zi jn om aan te zi en'. Of er vaker met
cocheni l l e werd geknoei d dan met het oudere kermesrood, bl i jft
een open vraag. Veel verfstoffen werden tensl otte door gi l den en
overhei d gecontrol eerd en daar waren ongetwi jfel d goede redenen
voor. Toch maakten i ndi aanse handel aren, Spaanse koopl i eden en
ambtenaren zi ch zorgen, want al s de reputati e van cocheni l l e al s
handel sproduct te zeer werd aangetast, vi el er wei ni g meer aan te
verdi enen.
Al eerder had de Tl axcal aanse raad van notabel en speci al e
functi onari ssen aangestel d om toezi cht te houden op de
cocheni l l ehandel en te control eren of er bi j het afwegen
standaardgewi chten werden gebrui kt. Kort na de kl acht i n
Veneti , i n 1554, vroegen vi er Spaanse koopl i eden het
stadsbestuur van Mexi co-Stad om het versni jden van cocheni l l e
te onderzoeken en ertegen op te treden. Het jaar daarop advi seerde
de hoofdonderzoeker, na veel getui gen over de mal versati es te
hebben gehoord, dat voortaan al l e cocheni l l e eerst door
functi onari ssen van de Kroon zou worden ge nspecteerd en
verzegel d. Kopers en verkopers van versneden cocheni l l e zouden
worden bestraft. Al s de koper of verkoper toeval l i g ook nog
mesti es, zwart of i ndi aans was, advi seerde de onderzoeker voorts
een straf van honderd zweepsl agen i n het openbaar.
De onderkoni ng van Mexi co nam deze aanbevel i ngen over en
verhi ef ze tot wet, maar deze wet werd nauwel i jks gehandhaafd.
Cocheni l l e had geen hoge pri ori tei t voor de Kroon en er waren
onvol doende ambtenaren met de taak bel ast. De functi onari ssen
konden fraude ook sl echt herkennen, deel s omdat er verschi l van
meni ng was over de beste methode om de schi l dl ui zen te doden en
te drogen. De meesten vonden dat i n de zon drogen het beste was.
De vol gens deze methode gemaakte verfstof werd vanwege zi jn
poederachti g zi l veren gl ans plateada of blanca genoemd en gol d
al s topkwal i tei t. Maar omdat drogen i n de zon, al s het op de jui ste
mani er gebeurde, weken kon duren, experi menteerden de boeren
met goedkopere techni eken. Voor jaspeada (gemarmerd) werd de
cocheni l l e geroosterd, voor negra (zwart) werden de l ui zen op een
hete pl aat gedood en bi j denigrida ('van zwart ontdane') i n
dampende ketel s gekookt. Andere soorten cocheni l l e werden
gedood met azi jn, rook of zwavel damp. Het was ondui del i jk wel ke
waarde de zo geproduceerde cocheni l l esoorten ten opzi chte van
el kaar hadden.
Toen cocheni l l e bel angri jker werd voor de koni nkl i jke
schatki st, begon de Kroon zi ch steeds meer met de producti e te
bemoei en. In 1572 verbood onderkoni ng Enri quez al l e
verwerki ngsmethoden op drogen i n de zon na. Een maand l ater
ri ep hi j een ni euwe functi e bi j de Kroon i n het l even, di e van juez
de grana, 'beoordel aar van cocheni l l e'. Deze beoordel aar kreeg de
opdracht om een ni euw, strenger i nspecti esysteem op te zetten.
Hi j zetel de i n Puebl a, i n di e ti jd de bel angri jkste
cocheni l l eopsl agpl aats van Ni euw-Spanje. Onder het ni euwe
regi me moest al l e cocheni l l e op de openbare markten van Puebl a
i n het bi jzi jn van de beoordel aar worden gecontrol eerd al vorens
naar Spanje gexporteerd te mogen worden. Al s een zak cocheni l l e
was goedgekeurd, werd deze i n een houten ki st verpakt, di e
vervol gens werd di chtgespi jkerd, van een offi ci eel stempel
voorzi en en i n een openbaar pakhui s opgesl agen. In de offi ci l e
haven Veracruz mochten kapi tei ns al l een cocheni l l e meenemen
di e i n offi ci l e, gestempel de ki sten werd aangeboden, samen met
i nspecti erapporten en ontvangstbewi jzen di e i n Sevi l -l a door
koopl i eden en douanebeambten werden gecontrol eerd.
Het was een prachti g, grondi g systeem, dat moei l i jk te
omzei l en was door zwendel aars. Maar de meeste
cocheni l l ehandel aren waren erop tegen - ni et omdat ze oneerl i jk
waren, maar omdat ze vonden dat de Kroon er te veel macht door
kreeg. Ze waren het oneens met de ei s dat hun cocheni l l e na
i nspecti e i n een openbaar pakhui s werd opgesl agen. Ze wi l den dat
de beoordel aar de cocheni l l e bi j hen kwam i nspecteren, waarna
zi j de verzegel de cocheni l l e thui s i n een afgesl oten rui mte
mochten bewaren.
Deze koopl i eden waren zo machti g, sterk en goed vereni gd dat
onderkoni ng Enri quez na het aannemen van de oorspronkel i jke
wet al snel aan hun ei sen moest toegeven. Vanaf december 1572
mochten koopl i eden verzegel de cocheni l l e maxi maal vi er dagen
i n hun ei gen opsl agpl aats bewaren, waarna de ki sten naar
Veracruz moesten worden vervoerd. Deze veranderi ng bood
mogel i jkheden voor al l erl ei vormen van fraude, zodat Enri quez
de oorspronkel i jke wet i n 1580, tegen het ei nde van zi jn
bestuursperi ode, opni euw i nvoerde. Tegen di e ti jd had hi j ook
extra beoordel aars aangestel d voor andere
cocheni l l eopsl agpl aatsen, wat de kwal i tei t van de gexporteerde
cocheni l l e ten goede kwam, ook al werd het humeur van de
Spaanse koopl i eden erdoor op de proef gestel d.
Koopl i eden en overhei dsbeambten bl even nog l ang na
Enri quez' bestuursperi ode over de cocheni l l eregel s ruzi n. De
functi onari ssen van de Kroon vonden de koopl i eden sl uwe
opl i chters di e wei gerden de koni ng te geven wat hem toekwam. En
de koopl i eden vonden de ambtenaren bemoei al s di e hen met
arbi trai re regel s op kosten jaagden.
Wat de koopl i eden de meeste zorgen baarde, waren de
herhaal de pogi ngen van de Kroon om een koni nkl i jk monopol i e te
verwerven op cocheni l l e, waarmee zi j geheel bui tenspel gezet
zouden worden. In Spanje en veel andere Europese l anden ei ste de
Kroon vaak monopol i erechten op handel sgoederen op, vooral bi j
schaarse en kostbare producten. Koni nkl i jke functi onari ssen
beheerden deze monopol i es ni et al ti jd zel f, maar verkochten ze
door. De excl usi eve rechten op de Spaanse handel i n sl aven
werden bi jvoorbeel d i n 1595 aan een Portugese handel aar
verkocht. In i eder geval kon een vorst goed gel d verdi enen aan een
monopol i e en het bezi t ervan was dan ook erg aantrekkel i jk voor
de bankroete Spaanse Kroon.
Van 1560 tot het begi n van de zeventi ende eeuw probeerde de
Kroon verschi l l ende keren een monopol i e te kri jgen op cocheni l l e,
het eni ge l andbouwproduct i n Ni euw-Spanje dat daarvoor i n
aanmerki ng kwam. Maar deze pl annen stui tten steeds weer op
l ogi sti eke probl emen en tegenstand van koopl i eden. Pas i n 1618
wi st de Kroon een gedeel tel i jk monopol i e op de verfstof te
verkri jgen. Vol gens de ni euwe wet moesten de koopl i eden van
Ni euw-Spanje hun cocheni l l e aan agenten van de koni ng
verkopen. De Kroon ei gende zi ch daarmee de vol l edi ge export
vanui t Ni euw-Spanje toe en hoopte daar zo'n 100 000 peso per jaar
aan te verdi enen.
De koopl i eden zagen hun broodwi nni ng i n gevaar komen en
verborgen hun cocheni l l e, l ogen tegen functi onari ssen van de
Kroon over de werki ng van het beoordel i ngssysteem en dreven de
pri jzen torenhoog op. De functi onari ssen van de Kroon trokken de
wet i n 1622 weer i n en moesten eni gszi ns zuur toegeven dat 'de
cocheni l l ehandel aren veel sl uwer zi jn en er veel meer van af
weten dan wi j'. In de daaropvol gende jaren probeerde de Spaanse
overhei d af en toe het koni nkl i jk monopol i e op cocheni l l e weer
van stal te hal en, maar de hoogste bestuursambtenaren i n
Ni euw-Spanje waren er steevast op tegen. Zi j meenden dat met de
stri jd di e tussen 1618 en 1622 had pl aatsgevonden afdoende was
bewezen dat het ti jdverspi l l i ng was te proberen een monopol i e i n
te stel l en al s de handel aren zi ch daar ni et i n schi kten.
Maar hoewel het de Kroon ni et l ukte een koni nkl i jk monopol i e
op cocheni l l e te verkri jgen, had het Spaanse ri jk al s geheel wel
een monopol i e op de producti e van de verfstof. Aan het begi n van
de zeventi ende eeuw werd er jaarl i jks voor 500 000 peso aan
cocheni l l e i n Spanje ge mporteerd. Om de l ucrati eve handel i n
Spaanse handen te houden moest de Kroon zi en te voorkomen dat
andere l anden de verfstof zel f gi ngen maken.
Naar het voorbeel d van Veneti en andere grote
handel scentra i n verfstoffen was cocheni l l e i n Spanje een soort
staatsgehei m. Er bestond geen twi jfel over dat ni euwsgi eri ghei d
en i ndi screti e zouden worden bestraft. De Kroon vertrouwde deel s
op bestaande Spaanse wetten waarbi j het bui tenl anders werd
gemaakt de pl aatsen te berei ken waar cocheni l l e werd
geproduceerd. Er mocht bi jvoorbeel d al l een met offi ci l e
toestemmi ng naar Ameri ka worden gerei sd, en di e toestemmi ng
was voor ni et-Spanjaarden onmogel i jk te kri jgen. Hoewel mensen
soms wel een mani er vonden om het systeem te omzei l en (door i n
Spanje of i n een Spaanse kol oni e te gaan wonen, met een
Spanjaard te trouwen, voor een Spaans bedri jf te gaan werken of
papi eren te verval sen), werden bui tenl anders di e te veel
bel angstel l i ng voor cocheni l l e toonden scherp i n de gaten
gehouden en zo nodi g gedeporteerd.
Bovendi en voerde Fi l i ps n een wet i n di e het bui tenl anders
ui tdrukkel i jk verbood i n de verfstof te handel en. Zo werd
bui tenl andse koopl i eden ni et al l een een waardevol
handel sarti kel ontnomen, maar bovendi en een redel i jk excuus
om de cocheni l l ekwekeri jen i n Ni euw-Spanje te bezoeken.
Aanvankel i jk werden bui tenl anders di e de wet overtraden sl echts
bestraft met i nbesl agname van hun goederen, maar vanaf 1614,
toen Fi l i ps 111 een strenge wet tegen al l e bui tenl andse handel
aannam, gol d daarvoor de doodstraf.
De Spaanse Kroon vaardi gde vaak draconi sche wetten ui t di e
men ni et kon handhaven, maar de wet ter beschermi ng van het
werel dwi jde monopol i e op cocheni l l e bl eek wel degel i jk effecti ef,
vooral wat betreft l evende schi l dl ui zen. Di t kwam deel s doordat de
functi onari ssen van de Kroon beseften wel ke bel angen ermee
gemoei d waren en daarom i jveri g vervol gden. Maar het hi el p
ongetwi jfel d ook dat de Kroon i n deze stri jd de vol l edi ge
medewerki ng genoot van de Spaanse koopl i eden i n zowel Ameri ka
al s Spanje. De Spanjaarden streefden zonder ui tzonderi ng naar
het behoud van het cocheni l l emonopol i e voor hun l and, want het
bezi t van de superi eure verfstof was een zaak van nati onal e trots
geworden.
Het i s hoe dan ook verbazi ngwekkend dat het Spanje l ukte zo'n
kl ei n di ertje al s de cocheni l l eschi l dl ui s zo goed te bewaken. Er
werkte overi gens nog een factor i n het voordeel van Spanje: dat
cocheni l l e zo kwetsbaar was. Het was moei l i jk om de Dacty-lopius
coccus op rei s i n l even te houden, want hi j kon ni et tegen hi tte,
kou, regen of andere pl otsel i nge veranderi ngen. Bovendi en
waren de techni eken om botani sche en zol ogi sche speci mens te
verzamel en nog pri mi ti ef - en zouden ze dat tot de negenti ende
eeuw bl i jven. De meeste verzamel aars stuurden eenvoudi gweg
opgezette di eren of gedroogde pl anten terug naar hui s, of ze deden
hun best om l evende col l ecti es te vervoeren i n ki sten en kratten,
waar een kwetsbaar i nsect al s cocheni l l e ni et tegen kon. Al s
schi l dl ui zen op een dergel i jke mani er werden verstuurd, zouden
ze ni et eens de l andsgrens hal en.
Maar hoewel het bui tenl anders door koni nkl i jke edi cten,
Spaanse opl ettendhei d en de kwetsbaarhei d van het product zo
goed al s onmogel i jk werd gemaakt om cocheni l l e i n Mexi co te
stel en, bood het vervoer van de verwerkte verfstof over de
Atl anti sche Oceaan naar Sevi l l a wel kansen voor roof. Zel fs de
meest ervaren Spaanse kapi tei n was bang voor deze rei s, want de
vi jand kon i eder moment toesl aan. De di chter-avonturi er John
Donne schreef:
Pirats, which doe know
Thai there come weak shipsJraught with
Cutchannel,
The men board them.
[Pi raten di e weten
dat er zwakke schepen komen, gel aden met cocheni l l e,
de mannen gaan aan boord.]
Deze pi raten waren moedi g, sl uw en vast van pl an om het
Spaanse monopol i e te breken en de cocheni l l ehandel overzee
voor zi chzel f op te ei sen.
NEGEN
Piratenbuit
John Donne had zi jn beschri jvi ng van cocheni l l epi raten ui t de
eerste hand. De man di e i n zi jn l atere l even een beroemd theol oog
en zogeheten metaphysical poet werd, l ei dde i n zi jn jeugd een
avontuurl i jk l even. In de zomer van 1597 vertrok de
vi jfentwi nti gjari ge 'Jack' Donne, zoal s hi j toen werd genoemd,
onder l ei di ng van Robert Devereux, graaf van Essex, met een
grote vl oot van meer dan dui zend koppen voor een expedi ti e tegen
de Spaanse vl oot.
De rei s zou i n veel opzi chten sl echt verl open. De onstui mi ge
jonge Essex, de l i evel i ng van de bejaarde koni ngi n El i zabeth, had
gehoopt de met schatten bel aden Spaanse vl oot aan te val l en bi j
de Azoren, waar de Spanjaarden een bel angri jke
bevoorradi ngshaven hadden, maar door sl echt weer, verkeerde
besl i ssi ngen en tekortschi etend i nl i chti ngenwerk kwam er ni ets
van terecht. Donne beschreef de rampzal i ge expedi ti e i n
di chtvorm voor een vri end:
Lightning was all our light, and it rain'd more
Than if the Sunne had drunke the sea before.
[Bl i ksem was ons eni ge l i cht, en 't regende
meer dan al s de zon de zee had opgedronken.]
Hi j besl oot:
Compar'd to these stormes, death is hut a
qualme, Heil somewhat lightsome, and
the Bermuda calme.
[Vergel eken bi j deze stormen l i jkt de dood een wi ndsti l te,
de hel al l een maar hi nderl i jk en Bermuda kal m.]
Het eni ge l i chtpuntje i n de expedi ti e deed zi ch voor toen Essex en
zi jn mannen dri e schepen ui t Havana i n het oog kregen di e op de
rest van de Spaanse vl oot waren achtergebl even. De Engel sen
veroverden de schepen, waarvan de rui men vol cocheni l l e bl eken
te zi tten. Essex kwam een maand l ater met deze bui t i n Pl ymouth
aan, waar de Engel se autori tei ten eerst stomverbaasd en
vervol gens opgetogen waren toen ze begrepen dat ze meer dan 27
ton van de rode verfstof i n handen hadden gekregen. Het was de
grootste cocheni l l ebui t van de eeuw, vol gens koni ngi n El i zabeth
vol doende 'om ons koni nkri jk nog vel e jaren te kunnen di enen'.
In de ti jd dat Essex zi jn beroemde bui t veroverde, l agen de
Spaanse transporten vanui t Ameri ka al een eeuw l ang onder
vuur van pi raten. De Spanjaarden probeerden zi ch tegen deze
aanval l en te beschermen door kustversterki ngen aan te l eggen,
te patroui l l eren i n de Cari bi sche wateren en de Spaanse
vrachtschepen ui t Ameri ka al l een i n gewapende konvooi en te
l aten varen. Maar de zeerovers werden steeds brutal er.
Geen pl ek l eek vei l i g voor de Spaanse gal joenen. Het Cari bi sch
gebi ed bestaat ui t tal l oze ei l anden met verborgen i nhammen en
was daarom een pi ratenparadi js. Ook de wateren rond de Azoren
waren aantrekkel i jk voor al l erl ei avonturi ers. Zel fs de Spaanse
kust was kwetsbaar. Het jaar voordat Essex de cocheni l l ebui t
veroverde, was hi j de havenstad Cadi z bi nnengeval l en, waar hi j
de muren had gesl oopt en de hui zen i n brand gestoken.
De fel hei d van dergel i jke aanval l en was deel s te wi jten aan
het fei t dat veel pi raten, ook Essex zel f, zi chzel f al s stri jders i n
een hei l i ge oorl og zagen. Voor de protestanten was Spanje de
personi fi cati e van het mi l i tante kathol i ci sme en een bedrei gi ng
voor i edereen di e afweek van het kathol i eke gel oof. Vol gens Essex
was Spanje 'een onbeschaamde, wrede en usurperende nati e [...],
een vi jand van de vri jhei d van het chri stendom'. Wetend dat het
Spaanse l eger werd bekosti gd met het goud ui t Ameri ka
betoogden veel protestanten dat zeeroveri j ni et mi nder dan een
godsdi ensti ge pl i cht was. Ze waren geen zeerovers, vonden ze,
maar boekani ers of pi raten. Hi ermee bedoel den ze dat ze een
offi ci l e, op papi er vastgel egde opdracht hadden van een l and dat
met Spanje i n oorl og was.
Essex werkte met een dergel i jke opdracht van zi jn ei gen
l and, het El i zabethaanse Engel and, een van de
onverzoenl i jkste vi janden van Spanje. Voor de Engel se
protestanten had de stri jd tegen Spanje een persoonl i jk
karakter: ze kenden Fi l i ps n al al s echtgenoot van hun ei gen
koni ngi n Mary Tudor (Bl oody Mary). Hoewel Fi l i ps afstand
had genomen van de rabi ate vervol gi ng van andersdenkenden
door zi jn vrouw, associ eerden de Engel sen hem toch vooral met
de terreur van Bl oody Mary, waari n dri ehonderd hoge
protestanten wegens ketteri j op de brandstapel waren bel and.
Na de dood van Mary Tudor, di e werd opgevol gd door haar
protestantse zuster El i zabeth i , bl eef Fi l i ps II proberen de
zaken i n Engel and naar zi jn hand te zetten. Samen met het
Vati caan smeedde hi j een compl ot om El i zabeth te vermoorden
en Engel and zo weer tot een kathol i eke nati e te maken.
Al voordat Fi l i ps n i n 1588 zi jn Armada tegen Engel and
i nzette, vreesden de Engel se protestanten hem al s geen ander.
Ze probeerden hem daarom te verzwakken door zi jn
Ameri kaanse l evensader te treffen. 'Al s u hem i n West-Indi
raakt,' zo schreef de geograaf Ri chard Hakl uyt i n een advi es
aan koni ngi n El i zabeth, 'dan raakt u zi jn oogappel , want al s u
hem zi jn goud en zi l ver afneemt, zul l en zi jn l egers al snel i n
het ni et verdwi jnen, zi jn doel en onberei kbaar zi jn, zi jn macht
en kracht verzwakken, zi jn trots worden geknakt en zi jn
ti ranni e worden versl agen.' Zonder de Ameri kaanse schatten
was Fi l i ps vol gens Hakl uyt 'zo kaal al s Aesopus' trotse kraai ';
ontdaan van zi jn gl anzende veren 'wordt hi j al snel het
mi kpunt van spot voor de hel e werel d'. Di t beel d was
natuurl i jk bedoel d om de Engel sen moed i n te spreken. Veel
Engel sen beschouwden hun l and al s het ni euwe Isral , en
meenden dat een overwi nni ng op Spanje was voorbeschi kt.
El i zabeth was op haar hoede voor de kracht van de
Spanjaarden en aarzel de dan ook om Fi l i ps openl i jk de oorl og
te verkl aren. Maar ze wi st maar al te goed wat een bedrei gi ng
hi j voor haar macht betekende en moedi gde de boekani ers dus
fl i nk aan. Tussen 1570 en 1577 voeren ten mi nste derti en
verschi l l ende Engel se kapersvl oten naar het Cari bi sch gebi ed
en i n de daaropvol gende decenni a nog eens ti ental l en.
Het val t nog te bezi en of deze avonturi ers i n de eerste
pl aats door protestantse sympathi en werden gemoti veerd. 'De
beste mani er om God te di enen i s de Spanjaarden te treffen,'
schreef een chi rurgi jn op een van deze expedi ti es, maar veel
kapers werden voornamel i jk door hebzucht gedreven. Hoe ze
zi ch ook noemden - pi raten, kapers, boekani ers, zeerovers ze
haal den een ri jke bui t bi nnen. Hoewel pi raten soms
schri kbreuk l eden, met l ege handen terugkwamen of door de
Spanjaarden werden terechtgestel d, konden succesvol l e
avonturi ers jarenl ang l even van de opbrengsten van n
enkel e Spaanse bui t.
Er waren natuurl i jk aanzi enl i jke verschi l l en tussen de
ene bui t en de andere. Al s de bemanni ngsl eden van een
pi raten-boot met veel moei te en gevaar voor ei gen l even een
Spaans gal joen veroverden en vervol gens ontdekten dat er
sl echts voor Ameri ka bestemde gereedschappen en meubel en
aan boord waren, voel den ze zi ch beetgenomen. Ze wi l den
Ameri kaanse schatten i n de vorm van goud, zi l ver en juwel en
- of cocheni l l e, een bui t di e i n de l oop van de zesti ende eeuw
steeds popul ai rder werd.
Aan het begi n van de zesti ende eeuw nog onbekend en
onbemi nd bi j pi raten, werd cocheni l l e l ater, toen de vraag naar de
verfstof i n Europa enorm toenam, een van de voornaamste
doel wi tten. Een van de vel e vri jbui ters di e werden ge ntri geerd
door het handel sgoed was de l egendari sche Engel se pi raat
Franci s Drake, de 'gesel van Ni euw-Spanje'. Al s zoon van een
wever besefte hi j hoe bel angri jk de stoffenhandel was en hoeveel
wi nst, macht en presti ge ermee te behal en vi el . Vol gens een
beschri jvi ng ui t 1577 hoopte Drake vuri g veel cochinillo bi nnen te
hal en toen hi j dat jaar met de Pelican (di e l ater zou worden
omgedoopt i n de Golden Hind) vertrok voor een rei s rond de
werel d.
In de ti jd van Drake was het ni et al l een voor zeekapi tei ns,
stoffenververs en koopl i eden, maar ook voor staten heel
bel angri jk om cocheni l l e i n te kopen. Europese vorsten en hun
raadgevers begonnen de verfstof al s een essenti eel economi sch
goed te beschouwen, onontbeerl i jk voor de wel vaart van hun l and.
Zonder cocheni l l e konden ze hun concurrenten op handel sgebi ed
nooi t versl aan, nooi t i ets voorstel l en i n de wi nstgevende
texti el werel d. Het ene jaar hadden koopl i eden zo veel cocheni l l e
dat ze deze naar compagnons el ders konden exporteren, terwi jl de
verfstof twee jaar l ater soms zo schaars was dat stoffenververs er
ook voor de hoogste pri js ni et aan konden komen. Deze
onvoorspel baarhei d kon zel fs voor de stabi el ste texti el handel
ernsti ge consequenti es hebben, terwi jl ze voor l anden di e zi ch nog
moesten vesti gen i n het l uxe deel van de markt rampzal i g kon
zi jn.
Vooral voor protestanten was het fei t dat de Spanjaarden de
aanvoer van cocheni l l e i n handen hadden reden tot grote
ongerusthei d, ni et i n het mi nst omdat ze de verfstof al s pol i ti ek
wapen gebrui kten i n een hei l i ge oorl og tegen hen. In 1586 verbood
Fi l i ps 11 de Spaanse koopl i eden verder handel te dri jven met de
protestantse opstandel i ngen i n Hol l and en met Engel and, de
bondgenoot van Hol l and. Het verbod was een bot wapen dat al l e
Spaanse goederen gol d, maar vooral het embargo op cocheni l l e
kwam hard aan. De Hol l anders en Engel sen waren geschokt dat
de cocheni l l eaanvoer werd stopgezet, maar ui tei ndel i jk l ukte het
hun een behoorl i jke hoeveel hei d cocheni l l e van handel aren i n
Frankri jk te betrekken. Het verbod maakte het echter moei l i jker,
gevaarl i jker en duurder om aan de verfstof te komen, en de
kwetsbaarhei d van de protestanten ten opzi chte van de Spaanse
macht werd er des te groter door.
Di t was voor zuur voor de Hol l andse en Engel se protestanten.
De Hol l anders konden er wei ni g tegen doen, omdat ze i n di e ti jd
een stri jd op l even en dood voerden tegen Spanje, een
onafhankel i jkhei dsstri jd di e al hun gel d en mankracht vergde.
De Engel sen waren toen op zee al de meest gevreesde vi jand van
Spanje. De Engel se kapers vonden cocheni l l e al voor 1586, toen het
verbod werd i ngestel d, een begeerl i jke bui t, maar ri chtten zi ch
daarna dubbel zo hard op de cocheni l l ekaapvaart. Al s Spanje
cocheni l l e al s wapen kon gebrui ken, redeneerden ze, waarom
konden zi j dan hun ei gen wapens ni et gebrui ken om aan
cocheni l l e te komen?
De Spaanse konvooi en di e de cocheni l l e naar Sevi l l a brachten,
waren een prachti g doel wi t voor de Engel se kapers, di e vaak ni et
meer dan twee l i chte schepen onder hun bevel hadden. Met
regel mati ge tussenpozen staken goedgeorgani seerde konvooi en
van een stuk of twaal f grote schepen de Adanti sche Oceaan over,
gescorteerd door twee tot acht gewapende oorl ogsschepen, vaak
gi ganti sche stri jdgal joenen van wel 500 ton, vergel eken waarbi j
de meeste pi ratenboten i n het ni et verzonken.
Omvang was echter ni et al ti jd een voordeel . De
pi ratenschepen waren l i chter en wendbaarder dan de zware
gal joenen en haal den achterbl i jvers van het Spaanse konvooi met
gemak i n. Omdat de Spaanse kapi tei ns en zeel ui wi sten dat hun
l even gewoonl i jk werd gespaard al s ze zi ch vreedzaam overgaven,
vochten ze zel den terug. Soms hoefden de Engel se kapers een
achtergebl even Spaans schi p maar i n te hal en en een of twee
waarschuwi ngsschoten te l ossen, of ze konden het i nnemen.
Ook de strakke organi sati e van het konvooi ensysteem had
nadel en. De Spaanse Kroon had de routes en afvaarti jden van de
konvooi en graag gehei m wi l l en houden, maar voor de cordi nati e
van het systeem, waar heel Spaans Ameri ka gebrui k van maakte,
moesten de konvooi en vol gens een vast ti jdschema varen, dat van
jaar tot jaar hetzel fde bl eef. De Engel se pi raten hadden al snel
door hoe de Spaanse schepen preci es voeren en gebrui kten di e
i nformati e om ze te kunnen aanval l en.
In de jaren tachti g van de zesti ende eeuw schreef de Engel se
avonturi er John Chi l ton bi jvoorbeel d dat er i n apri l al ti jd schepen
vol gel aden met cocheni l l e en andere goederen ui t Puerta de
Cabal l os i n Honduras vertrokken. Vervol gens beschreef hi j heel
preci es hun route l angs Jamai ca naar Havana, waar ze wachtten
op andere schepen di e zi ch bi j het konvooi aansl oten om
gezamenl i jk naar Spanje te vertrekken. Andere i nformanten
beri chtten over de vl oot di e van Veracruz naar Havana voer en di e
nog meer cocheni l l e aan boord had dan de schepen ui t Puerta de
Cabal l os. Ze beschreven ook de route van de verzamel de vl oot di e
van Havana naar Sevi l l a overstak.
Toen i n 1586 het Spaanse embargo tegen Hol l and en Engel and
werd afgekondi gd, l agen Engel se kapers voor de kust van
Honduras te wachten op de schepen ui t Puerta de Cabal l os.
Andere Engel se boekani ers, onder wi e veel vooraanstaande
fi guren al s Essex, concentreerden zi ch op de Azoren en de wateren
rond het Iberi sch schi erei l and, waar nog meer bui t te hal en vi el .
Voorjaar 1589 veroverde een Engel se vl oot een Spaans schi p met
14 000 ki l o cocheni l l e aan boord, waarschi jnl i jk meer dan 10
procent van de hel e jaaroogst. Later dat jaar kaapte de graaf van
Cumberl and voor de kust van Spanje een Spaans schi p waari n
zeshonderd zware ki sten met de verfstof werden aangetroffen. Het
jaar daarop maakten de beroemde kapi tei n si r John Hawki ns en
andere kapers nog meer cocheni l l e bui t.
In de ti en jaar di e vol gden, kaapten de Engel sen een
ontzagwekkende hoeveel hei d cocheni l l e van Spaanse schepen. In
1591 beschri jft Robert Fl i cke hoe hi j bi j de Azoren een Spaans
schi p ontdekte 'en nog voor het donker veroverde, de Conception,
gel aden met hui den, cochenillio en ruwe zi jde, met Franci sco
Spi nol a al s kapi tei n'. Het jaar daarop veroverden Engel se kapers
nogmaal s 23 ton cocheni l l e, een van de vel e schatten aan boord
van de Madre de Dios, een kraak van 1600 ton. En i n 1597 haal de
Essex zi jn enorme cocheni l l ebui t i n de Azoren bi nnen: 25 000 ki l o
i n totaal .
Cocheni l l e was een van de waardevol ste producten di e een
kaper kon bui tmaken. In de jaren tachti g en negenti g van de
zesti ende eeuw was de verfstof 57 tot 88 shi l l i ng per ki l o waard,
afhankel i jk van de kwal i tei t en beschi kbaarhei d. De waarde van
Essex' bui t werd aanvankel i jk op 80 000 pond getaxeerd, een
gi ganti sche som i n een ti jd dat 80 pond per jaar voor een
protestantse geestel i jke vol doende werd geacht om van te l even.
Cocheni l l e was zo waardevol dat el k schi p dat het aan boord
had gevaar l i ep beroofd te worden. Engel se pi raten stal en ni et
al l een cocheni l l e van Spanje, maar pl underden ook schepen van
andere nati es. Fransen, Hol l anders en Fl orenti jnen hadden
eveneens onder de Engel se kapers te l i jden, maar pi kten zel f ook
graag een Engel se l adi ng cocheni l l e i n al s ze de kans kregen.
Toch waren de Spanjaarden het voornaamste doel wi t van de
Engel se pi raten en di e l everden ook de grootste cocheni l l ebui t op.
De Spanjaarden werden ten sl otte genoodzaakt ni euwe methoden
i n te voeren voor het vervoer overzee. Koopl i eden verdeel den hun
l adi ng cocheni l l e over verschi l l ende schepen om de kans te
vergroten dat ten mi nste een deel van de l adi ng Sevi l l a haal de.
En de Spaanse autori tei ten stel den hun ook de navios de aviso ter
beschi kki ng, de snel l e koeri ersschepen di e met onregel mati ge
tussenpozen de Atl anti sche Oceaan overstaken en normaal
gesproken geen l adi ng mochten meenemen.
Maar tegen 1590 wankel de Spanje onder de Engel se
kapersprakti jken. Di e wi nter noteerden Europese banki ers dat
Engel se pi raten verschi l l ende keren een bui t hadden veroverd op
de Spanjaarden van 'meer dan 9000 ki l o cocheni l l e [...] en ook nog
goud en zi l ver. Di t i s voor handel aren een ernsti g verl i es en het
val t te vrezen dat Sevi l l a zi ch er ni et zonder fai l l i ssementen
doorheen zal sl aan.' Ook de koopl ui i n Mexi co hadden het zwaar te
verduren. 'God de Heer behoede ons al l en voor verl i es,' schreven de
banki ers, ontnuchterd door het ni euws.
De banki ers waren gewend om i n dukaten, fl ori jnen en peso's
te denken en zagen de Spaanse verl i ezen dus vooral i n fi nanci eel
perpecti ef. Voor andere Europese l anden had de stri jd om de
cocheni l l e ook een symbol i sche waarde. Wi e cocheni l l e had, bezat
de kl eur van mi l i tai re macht en kei zerl i jke gl ori e, wat voor het
protestantse Engel and van di epgaande betekeni s was. Zel fs
Thomas Gage, een i n Engel and geboren kathol i eke pri ester di e i n
Spaans Ameri ka woonde, kon het ni et l aten op te scheppen over de
prestati es van zi jn geboortel and. De Engel sen 'ri chten zi ch op
schepen ui t Ameri ka met een ri jke l adi ng cocheni l l e aan boord,
di e ze meer dan de Spanjaarden zel f gebrui ken om hun kl edi ng en
mantel s te verven,' zei hi j aan het begi n van de zeventi ende eeuw
tegen een Spaanse edel man. Door hun koene optreden konden de
Engel sen 'vol vreugde i n het rood l open, stral end al s de zon'. Gage
beweerde enthousi ast dat ze 'meer scharl aken dragen dan wel k
l and ter werel d ook'.
Gage overdreef ongetwi jfel d, maar ni et veel . Hi j vertol kte de
gevoel ens van zi jn l and. Dat de Engel sen i n staat waren Spaanse
schepen van hun cocheni l l el adi ng te beroven en di e voor hun
ei gen i ndustri e te gebrui ken, was een zaak van grote
patri otti sche trots.
Al s de Engel sen een Spaans schi p hadden veroverd, was de stri jd
nog maar voor de hel ft gestreden. De cocheni l l e moest ook nog
vei l i g naar Engel and worden overgebracht (of naar een ander
l and waarvan ze een kaperbri ef hadden). De veroveraars
probeerden het bui tgemaakte schi p vaak i n zi jn geheel naar de
basi s terug te sl epen. Ze zetten dan een Engel se bemanni ng op het
Spaanse schi p, waar ook een handjevol gevangengenomen
scheepsl i eden en passagi ers op achterbl eef. Di t was een
prakti sche maatregel . De schepen waren ni et al l een waardevol ,
maar de l adi ng was ook te omvangri jk om op een andere mani er te
worden thui sgebracht. De bui tgemaakte schepen haal den de
thui shaven ni et eens al ti jd. Sommi ge vergi ngen i n een storm of
l i epen op de rotsen. Zo vergi ng een van de bui tgemaakte
cocheni l l eschepen van de graaf van Cumber-l and i n 1589 voor de
kust van Cornwal l . Soms probeerden de gevangengenomen
Spanjaarden ervandoor te gaan. Robert Fl i cke beschreef i n 1591
hoe een cocheni l l eschi p dat hi j had veroverd de ochtend erop 'toch
weer drei gde te ontsnappen, met vol l e zei l en, zodat wi j gedwongen
waren het opni euw na te jagen. Al s wi j ni et ook vol de wi nd i n de
zei l en hadden gekregen, was het ons te vl ug afgeweest.' Soms
moest een bui tgemaakt schi p worden opgegeven. Het Spaanse
schi p dat Fl i cke voor de tweede keer wi st te achterhal en, l i ep een
l ek op, en toen dui del i jk werd dat het door hozen ni et te redden
vi el , l i et Fl i cke het achter op zee 'met dri enhal ve meter water i n
het rui m, een l adi ng meubel en en zevenenveerti ghonderd
hui den' (hi j zorgde er echter wel voor dat de tweenveerti g ki sten
coche-nillio en zi jde werden overgehevel d voordat hi j wegzei l de).
Kapi tei ns di e eri n sl aagden hun bui tgemaakte schepen vei l i g
naar Engel and te sl epen, kregen ook i n de thui shaven met
al l erl ei compl i cati es te maken. Al l e kapi tei ns di enden hun bui t
aan te geven bi j het admi ral i tei tshof, dat aan vel en kaperbri even
had verstrekt i n naam van koni ngi n El i zabeth. De machti ge,
corrupte hofdi gni tari ssen di e bi j de admi ral i tei t werkten,
bepaal den of de cocheni l l e al dan ni et op wetti ge wi jze was
bui tgemaakt. Al s de bui t wetti g was, had het hof recht op 10
procent en ei ste de douane nog eens 5 procent. De koopl i eden en
hovel i ngen di e de expedi ti e hadden gefi nanci erd, verwachtten
eveneens een behoorl i jk rendement op hun i nvesteri ng. Al s de
koni ngi n een van de fi nanci ers was (zoal s vaak het geval was),
moesten de kapers er extra op toezi en dat zi j een fl i nke wi nst kreeg
toebedeel d.
Al s de fi nanci ers tevreden waren gestel d, bl eef er voor de
kapers gewoonl i jk wei ni g meer dan eenderde van de
cocheni l l ebui t over. Vaak kwam di t neer op een aanzi enl i jke som,
maar kapers wi l den di kwi jl s meer. Om hun wi nstmarge te
vergroten schatten ze hun bui t te l aag i n voor de admi ral i tei t en
smokkel den ze de cocheni l l e aan wal zonder hem i n te kl aren. Al s
ze werden betrapt, nam het admi ral i tei tshof al hun goederen i n
besl ag en zette de daders soms i n de gevangeni s. Een soortgel i jk
l ot wachtte kapers di e neutral e koopvaardi jschepen aanvi el en of
een cocheni l l eschi p bui tmaakten zonder daartoe eerst opdracht te
hebben ontvangen. Vaak hadden dergel i jke i nbesl agnames
mi nder te maken met wat er i n werkel i jkhei d was voorgeval l en
dan met de wens van het hoofd van de admi ral i tei t om zo veel
mogel i jk aan zi jn functi e te verdi enen. Ook de pol i ti ek speel de een
rol . Het hoofd van de admi ral i tei t had al l e reden om expedi ti es
waari n hi j zel f had ge nvesteerd goed te keuren, en expedi ti es di e
door zi jn vi janden waren gefi nanci erd onwetti g te verkl aren.
Om vervel ende vragen van het admi ral i tei tshof en de Engel se
douane te omzei l en brachten sommi ge kapers hun l adi ng ni et
naar Engel and, maar naar de Barbari jse kust van Afri ka. De
havens daar waren berucht vanwege de mosl i mpi raten di e er
hun basi s hadden, maar het waren tevens kosmopol i ti sche
pl aatsen waar koopl ui goederen i n- en verkochten zonder vragen
te stel l en over de herkomst. Cocheni l l e was er zeer gewi l d en een
enkel e l adi ng vond tal van kopers. Het was dan ook l asti g om te
bepal en waar de vi a de Barbari jse havens ge mporteerde
cocheni l l e preci es vandaan kwam, zoal s de rechtmati ge
ei genaars di e hun l adi ng wi l den terugvorderen al snel
ontdekten. Maar de omgang met de Barbari jse zeerovers hi el d ook
voor de kapers ri si co's i n. Soms werden kapi tei ns
gevangengenomen, bedrogen of ontvoerd voor l osgel d. Om di e
reden brachten de meeste Engel se kapers hun l adi ng l i ever naar
een van de thui shavens, al kregen ze daar dan met de
admi ral i tei t en de douane te maken.
Hoewel het admi ral i tei tshof offi ci eel het hoogste gerechtshof
voor de Engel se kapers was, kwam El i zabeth af en toe zel f
tussenbei de om over het l ot van een l adi ng cocheni l l e te
besl i ssen. Di t gebeurde bi jvoorbeel d met de grote bui t di e de graaf
van Essex i n 1597 i n de wacht sl eepte. El i zabeth, al s al ti jd
wi spel turi g, gaf aanvankel i jk bl i jk van groot ongenoegen toen
Essex naar Engel and terugkeerde. Ze was woedend dat hi j ni et de
hel e Spaanse vl oot had veroverd. Essex, di e even gri l l i g kon zi jn
al s zi jn vorsti n, vertrok op hoge poten bi j het koni nkl i jk hof en
bl eef wekenl ang op zi jn l andgoed mokken. Maar de koni ngi n kon
ni et l ang boos bl i jven op haar favori et. Dri e maanden daarop
verl eende ze hem een ui tzonderl i jk voorrecht: Essex kreeg
terstond 7000 pond al s aandeel i n de bui t van cuccinelloe en
mocht het overgebl even deel kopen voor een vri endenpri js. In di e
peri ode l ag de pri js tussen de 66 tot 88 shi l l i ng per ki l o, terwi jl
Essex sl echts 40 shi l l i ng betaal de. Bovendi en beval de koni ng dat
er i n de daaropvol gende twee jaar geen cocheni l l e meer i n het
koni nkri jk mocht worden i ngevoerd, zodat Essex een monopol i e op
de verfstof kreeg.
Ti jdens dezel fde opwi ndende peri ode bestel de Essex,
doordrongen van de propagandawaarde van schi l deri jen aan het
fl amboyante Engel se hof, een ni euw portret bi j Marcus Ghee-
raerts de Jongere, een schi l der di e werkte i n een grootse
Ital i aanse sti jl . Het i s ondui del i jk wanneer di t schi l deri j, dat
tegenwoordi g i n de Nati onal Portrai t Gal l ery i n Londen hangt,
preci es i s geschi l derd. Mogel i jk dateert het van voor Essex'
vertrek naar de Azoren i n pl aats van daarna. In dat geval had
Gheeraerts een voorui tzi ende bl i k, want hi j beel dde Essex afi n
het rood en purper van de hoogste orde van Engel and, de Orde van
de Kousenband. De donkere mantel i s naar achteren gesl agen en
Essex staat i n zi jn vol l e l engte voor de ki jker, i n schi tterend
scharl akenrood.
Voor ti jdgenoten was Essex i nderdaad de 'scharl aken man', de
kei zer van de Engel se cocheni l l emarkt. Maar hi j bl eek ni et
dankbaar voor de gunsten van de koni ngi n. Bi jna vi er jaar nadat
zi j hem de cocheni l l ebui t had toebedeel d, kwam hi j i n opstand
tegen haar hof. De opstand werd snel neergesl agen en Es-sex werd
door zi jn scharl akenrood gekl ede col l ega's aan het hof ter dood
veroordeel d wegens hoogverraad.
Essex gi ng i n het zwart gekl eed naar zi jn terechtstel l i ng,
maar vol gde daar toch het voorbeel d van Mary Tudor door met de
kl eur rood van zi jn adel l i jke afkomst en vechtersmental i tei t te
getui gen. Op het stro naast het executi ebl ok zei hi j een gebed, trok
vervol gens zi jn zwartsati jnen wambui s ui t en stond i n een
scharl aken vest voor de meni gte, tot op het l aatst een moedi g
man.
De grote bui t van Essex i n 1597 vormde het hoogtepunt van de
cocheni l l ekaapvaart. Twee jaar na Essex' dood sti erf El i zabeth.
Haar opvol ger, Jacobus 1, sl oot vrede met Spanje en wees el ke
vorm van pi rateri j af. Toen de kapers geen offi ci l e steun meer
genoten, werd er opeens veel mi nder cocheni l l e bui tgemaakt op
zee. De vi jandel i jkheden werden l ater i n de zeventi ende eeuw
wel i swaar hervat, maar Engel se pi raten en boekani ers sl aagden
er zel den meer i n zo veel cocheni l l e bui t te maken al s ti jdens de
El i zabethaanse peri ode.
Het val t moei l i jk te zeggen of di t onhandi ghei d was of gewoon
pech. Kapers van andere nati onal i tei ten vergi ng het nauwel i jks
beter. De Bal ti sche staten en Ital i aanse vorstendommen waren
ni et berei d of i n staat de grote Spaanse vl oten aan te val l en.
Frankri jk, aan het begi n van de zesti ende eeuw nog de grootste
vi jand van Spanje op zee, had ti jdens de verl ammende
burgeroorl og daar zo veel terrei n verl oren dat het ni et meer i n
staat was een doel mati ge acti e te organi seren. De eni ge pogi ngen
om nog cocheni l l e te bemachti gen bestonden ui t hal fbakken
smokkel prakti jken rond de Azoren en de Kaapverdi sche Ei l anden.
Al l een de Hol l anders vormden een geduchte tegenstander
voor de Spanjaarden. Zi j waren onafhankel i jk geworden van
Spanje en bl even hun voormal i ge overheersers gedurende het
grootste deel van de zeventi ende eeuw aanval l en op zee. In 1628
sl aagden ze er zel fs i n voor de kust van Cuba de gehel e Spaanse
vl oot ui t Veracruz te veroveren, di e ongetwi jfel d ri jk bel aden was
met cocheni l l e. De Hol l andse geuzen bl eken ook bedreven i n het
kapen van cocheni l l e voor de kust van Honduras, waar ooi t de
Engel sen op de l oer hadden gel egen. Ze hadden zo veel succes dat
de Spaanse koopl i eden vanaf 1625 gedwongen waren hun
cocheni l l e l angs andere, mi nder gunsti ge routes te vervoeren.
Maar de Hol l anders bl even een bedrei gi ng voor de Spaanse
handel i n cocheni l l e, ni et i n het mi nst doordat ze zel f ook op grote
schaal cocheni l l e smokkel den.
Toch konden ook de geuzen ni et vol doende cocheni l l e
bemachti gen om i n de behoeften van hun l andgenoten te
voorzi en. In de jaren twi nti g en derti g van de zeventi ende eeuw
was de verfstof zo schaars dat al l een meesters al s Rembrandt zi ch
cocheni l l el ak konden veroorl oven en de meeste schi l ders het met
goedkopere en somberder kl euren rood moesten doen. Cocheni l l e
was ni et de eni ge verfstof di e de Hol l anders moesten ontberen,
want door de stri jd met Spanje en de handel sprobl emen di e
daarui t voortvl oei den waren ook i ndi go, campche en andere
exoti sche verfstoffen erg duur. Om di e reden begonnen de
Hol l andse schi l ders, ooi t beroemd om hun kl euri ge bl oem-
sti l l evens, nu monochroom te schi l deren. Ze gebrui kten al l een
nog fl etse kl euren: een gri js zeegezi cht, een sti l l even met bl eke
kazen, een geheel i n brui n geschi l derd banket.
Naarmate de Hol l andse koopl i eden en zeevaarders i n de l oop
van di e eeuw machti ger werden, hadden schi l ders en
stoffenververs mi nder moei te om aan cocheni l l e te komen. Maar
er was nooi t genoeg verfstof om aan de vraag te vol doen. Ook i n
andere l anden werd gekl aagd over het cocheni l l etekort.
Vooral i n Engel and en Frankri jk was de behoefte aan de
verfstof ni jpend, want i n deze l anden probeerde de overhei d de
texti el i ndustri e op te vi jzel en en meer presti ge te geven. Vooral de
Engel sen spanden zi ch i n om aan hun status van underdog te
ontkomen en cocheni l l e speel de daarbi j een bel angri jke rol .
Hoewel Engel and vol gens een overhei dsfuncti onari s bekendstond
om 'de beste wol en de beste stoffen ter werel d', l i et het verven van
de stoffen veel te wensen over. In fei te verl i eten de meeste stoffen
het l and ongeverfd om te worden afgewerkt i n techni sch meer
gevorderde l anden, di e vervol gens de meeste wi nst opei sten. Om
aan deze betreurenswaardi ge si tuati e een ei nd te maken
ontwi kkel den Engel se stoffenhandel aren en staatsl i eden
verschi l l ende i ni ti ati even om de kunst van het stoffenverven i n
hun l and te verbeteren, di e echter door het gebrek aan verfstoffen
al s cocheni l l e i n Engel and wei ni g resul taat opl everden. Na het
vredesverdrag van Jacobus i werd er weer met Spanje gehandel d,
maar aan het begi n van de zeventi ende eeuw maakten de hoogste
bestuursraden van Engel and zi ch zorgen over de schaarse i mport
van cocheni l l e, net al s trouwens de Fransen en Hol l anders.
Tegen di e ti jd begreep i edereen dat de kaapvaart ni et de
opl ossi ng was. Zel fs de grootste cocheni l l ebui t was al ti jd
bi nnen de kortste keren opgebrui kt. Essex' enorme vangst was
al s sneeuw voor de zon verdwenen. Met smokkel en of l egal e
handel vi el er evenmi n aan de gewenste grote hoeveel heden
cocheni l l e te komen. Men moest de verfstof dus ergens anders
gaan zoeken.
De meeste kans, dacht men, boden de ni euwe kol oni es di e
i n Noord-Ameri ka en het Verre Oosten waren gesti cht, zoal s
Ni euw-Frankri jk, Ni euw-Hol l and, Ni euw-Engel and,
Vi rgi ni a en Batavi a. Met wat gel uk zou men daar cocheni l l e
vi nden, of andere verfstoffen di e net zo goed waren. Vooral de
Engel se kol oni sten waren opti mi sti sch over hun kansen.
Vol gens een traktaat ui t 1609 was er 'ongetwi jfel d goede hoop
dat er cochinell wordt gevonden' i n Vi rgi ni a.
Deze opti mi sten hadden een probl eem: ze wi sten ni et
preci es hoe cocheni l l e erui tzag. De Spanjaarden bewaakten
het gehei m van hun verfstof zo zorgvul di g dat de i nwoners
van andere l anden er sl echts naar konden gi ssen. Wat was
cocheni l l e preci es? Een pl ant of een di er? Hoe werd de stof
geproduceerd? Meer dan een eeuw l ang braken de sl i mste
geesten zi ch het hoofd over deze vragen. Al s ze zel f cocheni l l e
wi l den bemachti gen moesten de concurrenten van Spanje
daarop het antwoord vi nden.
TIEN
De wormbes
Voor Europeanen was het bestaan van Ameri ka - een enorm
ei l and i n een zee waarvan men dacht dat di e l eeg was - een grote
i ntel l ectuel e schok. Noch Ptol omaeus, noch eni ge andere denker
ui t de Oudhei d of zel fs de bi jbel had ooi t ook maar de geri ngste
aanwi jzi ng gegeven dat een dergel i jk l and zou bestaan. En er
werden tel kens ni euwe schokkende ontdekki ngen gedaan, want de
ontdekki ng van Ameri ka stel de de Europeanen voor dui zenden
onverkl aarbare wonderen. Ze waren verbi jsterd over de pl anten,
de di eren en zel fs over de bewoners van de Ni euwe Werel d.
Cocheni l l e was een van de waardevol ste van deze
wonderbaarl i jke raadsel s. Na verl oop van ti jd bl eek het ook een
van de l angstdurende. De zesti ende-eeuwse koopl i eden en
stoffenververs di e er al s eersten mee te maken kregen, hadden
nooi t gezi en hoe het spul groei de of werd geoogst, en konden
sl echts gi ssen naar de oorsprong van de ruwe, gedroogde
korrel tjes.
Al l ereerst werd i n de bi jbel en de kl assi eken naar i nformati e
over de verfstof gezocht. Al zei den deze boeken ni ets over Ameri ka,
voor de renai ssancewerel d bl even ze de basi s van al l e kenni s.
Vooral de bi jbel was boven i edere twi jfel verheven: wi e twi jfel de
was een ketter. En al bevatten de geschri ften van de ouden dan af
en toe een fout, ze l eken nog al ti jd betrouwbaarder dan de
observati es van fei l bare mannen ui t de ei gen ti jd. Aan het begi n
van de zesti ende eeuw werden de bi jbel en de anti eken i nzake al l e
Ameri kaanse fenomenen geraadpl eegd en werden de
curi osi tei ten ui t de Ni euwe Werel d vergel eken met equi val enten
ui t de oudhei d. De papegaai en ui t de Ni euwe Werel d werden
vergel eken met de vogel s di e door de grote Romei nse natural i st
Pl i ni us werden genoemd, en de i nheemse bevol ki ng van
Hi spani ol a werd afgezet tegen het vol k i n Vergi l i us' Gouden
Eeuw.
Het was ni et moei l i jk i ets te vi nden dat met cocheni l l e kon
worden vergel eken. In het werk van Pl i ni us en andere kl assi eke
auteurs stond veel over rode verfstof i n het al gemeen, vooral over
de ri jke rode verfstof di e ze grana noemden. En dus concl udeerde
men dat hun beschri jvi ngen ook op de Mexi caanse verfstof van
toepassi ng waren. Tensl otte waren grana en cocheni l l e bi jna
hetzel fde, zo zei den de koopl i eden ui t Sevi l l a en de stoffenververs
ui t Veneti .
Maar het probl eem was dat de oude teksten het ni et eens
waren over de oorsprong van de verfstof. Vol gens sommi ge
kl assi eke teksten was grana di erl i jk, vol gens andere pl antaardi g.
Om de verwarri ng nog groter te maken hadden de meest
gerespecteerde kl assi eke fi l osofen, Pl i ni us en de arts Di oscori des
ui t de eerste eeuw na Chri stus, van wi e de geschri ften i n de
Renai ssance zeer werden bewonderd, zel f ook ni et besl oten of
grana pl antaardi g of di erl i jk was. Nu eens hadden ze het over
zaden of bessen, dan weer over wormen of sl akken. Pl i ni us l eek te
gel oven dat ten mi nste n soort grana van een bes kwam di e i n
een worm veranderde (en di e hi j 'wormbes' noemde), een i dee dat
i n de Renai ssance vol strekt gel oofwaardi g was. De anti eken
gel oofden dat er ui t modder spontaan wormen ontstonden en dat
rottend vl ees vl i egen voortbracht. Het was daarom ni et moei l i jk te
gel oven dat een bes i n een worm kon veranderen en omgekeerd.
Wi e zi ch tot de bi jbel wendde voor een opl ossi ng van het
probl eem, werd tel eurgestel d. Hoewel de Vul gaat het woord
'vermi l joen' ('kl ei ne worm') gebrui kte om de kl eur van grana te
beschri jven en zo het i dee van een di erl i jke oorsprong bevesti gde,
deed de bi jbel geen defi ni ti eve ui tspraak. De oude boeken spraken
el kaar dus tegen, maar verkl ei nden het onderzoeksterrei n. Wi e de
meest gezaghebbende bronnen had geraadpl eegd, had dri e
mogel i jkheden voor de oorsprong van cocheni l l e tot zi jn
beschi kki ng. Ofwel de verfstof was di erl i jk, waarschi jnl i jk
afkomsti g van een sl ak of 'worm' (een al gemene term, waaronder
veel i nsecten vi el en en ook de di eren di e we tegenwoordi g al s
wormen kennen). Ofwel hi j was pl antaardi g, gemaakt van zaden
of bessen. Ofwel hi j bestond ui t een combi nati e van de twee en was
afkomsti g van 'wormbessen'.
Wel ke theori e was jui st? Een vraag al s deze l i et men al si nds
eeuwen aan geestel i jken over, di e tekstuel e di screpanti es met
el kaar i n overeenstemmi ng probeerden te brengen door er
ei ndel oos onder el kaar over te debatteren vol gens vaste
l ogi caregel s, met de Hei l i ge Schri ft al s ul ti eme autori tei t.
Rechtstreekse observati e en experi menten tel den ni et mee en
werden ontmoedi gd.
Maar Europa veranderde, zi j het l angzaam. Nog voordat
Gol umbus aan zi jn expedi ti e begon, werden er veel kl assi eke
geschri ften teruggevonden di e een ni euwe ki jk op de werel d
boden. Door de ui tvi ndi ng van de drukpers werden deze boeken
door een veel breder publ i ek gel ezen. Tegel i jkerti jd kreeg men
door de opkomst van de gi l den steeds meer respect voor de prakti jk
van de ambachten, waardoor ook de bel angstel l i ng voor techni ek
en experi menteren onder gel eerden toenam.
Di t proces van i ntel l ectuel e veranderi ng werd versnel d door
de ontdekki ng van Ameri ka, want de oude teksten l eken met el k
ni euw curi osum dat i n Sevi l l a aankwam meer tekort te schi eten.
In Ameri ka vond je vol gens een Spanjaard al l erl ei 'zaken [...]
waarvan Pl i ni us of Ari stotel es nog nooi t had gehoord'. Zo aan
hun l ot overgel aten kwam een aantal mensen tot de concl usi e dat
hun ni euwsgi eri ghei d naar het werel dse l even al l een kon worden
bevredi gd door zel fde zaken te observeren.
Bi j deze mensen had het streven om op hun zi ntui gen te
vertrouwen zel den tot gevol g dat ze met de bi jbel of de Kerk
braken. Heel soms l ei dden nauwgezette observati es tot rel i gi eus
scepti ci sme, maar de meeste natuurfi l osofen ni euwe sti jl (di e we
l ater wetenschappers zouden noemen) gel oofden dat
natuuronderzoek hen di chter bi j God zou brengen. Dat dachten
zeker ook de Spanjaarden, di e i n de zesti ende eeuw de meest
waarhei dsgetrouwe versl agen over de Ni euwe Werel d schreven.
Onder hen waren veel pri esters di e hoopten dat ze betere
mi ssi onari ssen voor de i nheemse vol keren van Ameri ka werden
al s ze meer i nzi cht hadden i n wat ze i n Ameri ka zouden
aantreffen. Anderen, zowel pri esters al s l eken, wi l den
eenvoudi gweg God eren door de werel d te beschri jven di e Hi j had
geschapen.
Deze mannen zouden ni et graag tegen de bi jbel i n gaan,
maar zagen er geen bezwaar i n om te twi jfel en aan de
ui tspraken van de kl assi eke fi l osofen al s di e i n tegenspraak
waren met wat zi j met hun ei gen zi ntui gen waarnamen.
Tel kens weer benadrukten ze het bel ang van de ei gen
waarnemi ng. 'Wat i k heb gezegd, l eren ze ni et i n Sal amanca,
Bol ogna of Pari js,' schreef Gonzal o Fernandez de Ovi edo, een
huursol daat di e een van de beste vroege beschri jvi ngen van de
fl ora en fauna van de Ni euwe Werel d gaf. Hoewel Fernandez
de Ovi edo de Naturalis histo-ri a van Pl i ni us bewonderde, wees
hi j erop dat zi jn ei gen boeken, i n tegenstel l i ng tot di e van
Pl i ni us, ni et op bri even en bi bl i otheekonderzoek waren
gebaseerd, maar op 'het zware werk, de ontberi ngen en de
gevaren ti jdens de tweentwi nti g jaar waari n i k God en mi jn
koni ng i n West-Indi heb gedi end'.
Voor Fernandez de Ovi edo en veel andere Spaanse
natuuronderzoekers was rechtstreekse waarnemi ng
rel evanter dan de meest gel i efde kl assi eke tekst. Maar het was
ni et eenvoudi g om de Ni euwe Werel d te beschri jven. De
Ameri kaanse fl ora en fauna l eken zi ch ni et te l aten
categori seren en Spanjaarden konden nauwel i jks de woorden
vi nden om het l and te verkl aren. Ze werden ook beperkt door
het ni veau van de technol ogi e van hun ti jd en door het zware
bestaan i n de kol oni n. De Spaanse natuuronderzoekers
konden ei genl i jk al l een beschri jven wat ze met het bl ote oog
zagen. Er bestonden wel al pri mi ti eve vergrootgl azen, maar
di e waren duur en breekbaar, en werden i n de zesti ende eeuw
zel den of nooi t door Spanjaarden i n de Ni euwe Werel d
gebrui kt. De Spaanse natuuronderzoekers gebrui kten ook
bi jna nooi t een meedat of weegschaal . Ze hi el den het bi j grove
vergel i jki ngen: di eren zi jn 'i ets groter dan een koni jn' of'van
het formaat van een hui skat'.
De beschri jvi ngen van de natuur waren zel den vol l edi g of
hel emaal correct, zel fs ni et di e van de meest toegewi jde
natuuronderzoeker. Wat betreft de cocheni l l e begonnen de
omi ssi es en fouten bi j Fernandez de Ovi edo zel f. In zi jn Historia
natural (1526) geeft hi j al s eerste een gedetai l l eerde beschri jvi ng
van de nopal cactus, maar cocheni l l e noemt hi j ni et. In zi jn
ui tgebrei dere Historia general (1535) schri jft hi j dat hi j de
sappi ge nopal -vrucht een keer heeft gegeten, waarna zi jn uri ne
bl oedrood werd. 'Ik was ervan overtui gd dat al l e aderen i n mi jn
l i jf waren geknapt,' schreef hi j. Hi j was erg opgel ucht toen een
ervarener vri end ui tl egde dat di t een onschul di g verschi jnsel
was.
Fernandez de Ovi edo schreef l ater i n zi jn Historia general
over een andere rode kl eurstof, 'een ui tstekende kl eur, van heel
goed karmi jn', di e i n de vorm van rode brokken op pl ei nen en
markten werd verkocht. Er werden schi l deri ngen mee gemaakt
en vrouwen besmeerden hun gezi cht ermee. Hoewel Fernandez de
Ovi edo ni et vertel t waar de kl eurstof vandaan kwam, had hi j het
vri jwel zeker over cocheni l l e. Mi sschi en vanwege zi jn eerdere
kenni smaki ng met het sap van de cactus kwam Fernandez de
Ovi edo tot de concl usi e dat de verfbrokken gemaakt waren van de
vrucht van de nopal cactus.
Andere Spaanse bronnen werden bl i jkbaar mi sl ei d door het
ui terl i jk van de verfstof. Aan het begi n van de jaren veerti g van
de zesti ende eeuw schreef Tori bi o de Benavente, een franci scaner
frater di e ook wel 'Motol i ni a' werd genoemd, dat er i n Tl axcal a
'zeer goede cocheni l l e' werd geproduceerd, en hi j kende vol doende
Nahuatl om de verfstof met de i nheemse naam nocheztli aan te
dui den. Toch dacht hi j dat de verfstof van een boom afkomsti g
was en vergel eek hi j de cocheni l l ekorrel s met kori anderzaad.
Franci sco Lpez de Gmara, di e zi ch op Motol i ni a's werk baseerde,
schreef i n zi jn popul ai re versl ag van de conqui sta, Hispania
victrix, dat i n de jaren vi jfti g van de zesti ende eeuw werd
gepubl i ceerd, dat cocheni l l e werd gemaakt van de
'nuchtl i vrucht'.
Pas derti g jaar na de conqui sta opperde een Spanjaard voor het
eerst op schri ft dat cocheni l l e ni et van een vrucht of pl ant
afkomsti g was, maar van een di er. In 1554 schreef een hoogl eraar
aan de Uni versi tei t van Mexi co, Franci sco Cervantes de Sal azar,
dat hi j op de nopal cactus beestjes had aangetroffen, 'kl ei ne
wormachti ge wezentjes, di e al s ze i n vuur worden gedood, fi jne
grana opl everen, de beste di e er i s'. Maar met zi jn beschri jvi ng
kwam er nog geen ei nde aan de di scussi e over de oorsprong van
cocheni l l e, want hi j schreef tevens dat de cactus de wormen op een
of andere mani er 'i n de ei gen bl oemen kweekte', wat de
mogel i jkhei d openl i et dat cocheni l l e geen echte worm was, maar
zoi ets al s de 'wormbes' van Pl i ni us.
Men bl eef naar de oorsprong zoeken, want tegen di e ti jd was
cocheni l l e een van de waardevol ste exportarti kel en van Ni euw-
Spanje, zodat vel en ni euwsgi eri g waren. De eerste Spanjaard di e
op schri ft een correcte beschri jvi ng gaf, was de franci scaner
frater Bernardi no de Sahagun, di e met hul p van autochtone
stamoudsten ti ental l en jaren werkte aan een wonderbaarl i jk
gedetai l l eerd versl ag van de oude Mexi caanse cul tuur. In de jaren
zeventi g van de zesti ende eeuw schreef hi j over de Mexi caanse
schi l dl ui s: 'Cocheni l l e i s een i nsect, een worm. De nopal cactus i s
zi jn broedpl aats. Hi j l eeft op de nopal en komt daarui t al s een
kl ei ne vl i eg, een kl ei n i nsect.' Sahagun maakte ui tgebrei de, zi j
het ni et geheel accurate i l l ustrati es van het i nsect bi j het
verhaal , en portretten van mannen di e met cocheni l l e
schi l derden of brokken cocheni l l ekl eurstof verkochten.
Sahaguns beschri jvi ng van de cocheni l l e overtrof di e van zi jn
ti jdgenoten i n preci si e en detai l l eri ng, maar werd nauwel i jks
gel ezen. In 1577 werd het boek i n besl ag genomen door Fi l i ps 11,
di e wei ni g op had met ongeautori seerde versl agen van de Ni euwe
Werel d. Hoewel hi j zi jn onderdanen ni et met zoveel woorden
verbood om gegevens over cocheni l l e te publ i ceren, zag hi j l i ever
dat i nformati e over het Spaanse overzeese ri jk door
functi onari ssen van de Kroon werd verzamel d en beheerd. Na
kenni smaki ng met Sahaguns ri jk ge l l ustreerde manuscri pt
kwam Fi l i ps bl i jkbaar tot de concl usi e dat het boek geen
bedrei gi ng was, maar een kunstvoorwerp. Hi j schonk het
manuscri pt i n 1579 weg al s koni nkl i jk huwel i jkscadeau. Voor
geschi edkundi gen van tegenwoordi g i s Sahaguns werk de
bel angri jkste bron over het l even en de cul tuur van de Azteken di e
er bestaat, maar het bl eef eeuwenl ang ondergewaardeerd en
nauwel i jks gel ezen i n de boekenkast l i ggen. Pas i n de
negenti ende eeuw werd het gedrukt.
Omdat ze geen kenni s konden nemen van Sahaguns boek,
bl even sommi ge Spanjaarden i n de zesti ende eeuw bi j hun
meni ng dat cocheni l l e van een zaad, vrucht of wormbes
afkomsti g was. Maar ui tei ndel i jk won de waarnemi ng het. Jos de
Acosta, een vooraanstaand jezu etenmi ssi onari s en
natuuronderzoeker, schreef i n zi jn Historia naturaly moral de las
Indias (1590): 'Op de nopal cactus worden zekere wormen geboren
di e vastzi tten aan de cactus en zi jn voorzi en van een dun
dekl aagje.' Kort daarop verkl aarde de geschi edkundi ge Antoni o de
Herrera dat 'cocheni l l e i ets l evends i s, een soort ronde worm zo
groot al s een l i nze'. Hi j voegde eraan toe dat de 'cocheni l l ewormen'
nakomel i ngen verwekten al s ze eenmaal hun vol l edi ge omvang
hadden berei kt. Ni euwe wormen waren 'al s mi jten, en ze
zwermen ui t over de gehel e boom'.
Deze gezaghebbende versl agen werden al snel door andere
bevesti gd en samen besl echtten ze de di scussi e over de oorsprong
van cocheni l l e, tenmi nste voor gel etterde Spanjaarden. Aan het
begi n van de zeventi ende eeuw gi ng men er i n Spanje van ui t dat
de verfstof di erl i jk en ni et pl antaardi g was. Voor de rest van
Europa bl eef het een open vraag.
Een deel van het probl eem was het gebrek aan i nformati e.
Vanwege de hoge drukkosten, de Spaanse censuur en andere
bel emmeri ngen i n het ui tgeven van boeken i n di e ti jd, vonden
veel versl agen van de Ni euwe Werel d nauwel i jks een
l ezerspubl i ek. Spaanse ui tgaven verschenen er wei ni g, l aat
staan vertal i ngen, en sommi ge manuscri pten, zoal s dat van
Sahagun, werden pas eeuwen l ater gedrukt. En i n de boeken di e
wel werden gel ezen, zoal s Fernandez de Ovi edo's Historia general
en Lpez de Gmara's Hispania victrix, stond dat cocheni l l e van
een pl ant afkomsti g was. De eni ge zesti ende-eeuwse 'bestsel l er'
waari n cocheni l l e al s een worm werd beschreven, was de Historia
natu-raly moral de las Indias van Acosta, een werk dat kort na de
oorspronkel i jke publ i cati e i n Spanje i n 1590 ook i n het Ital i aans,
Nederl ands, Frans, Dui ts en Engel s verscheen.
Geconfronteerd met deze tegenstri jdi ge versl agen begon men
zi ch bui ten Spanje af te vragen of de Spanjaarden met opzet
verwarri ng sti chtten om hun monopol i e te beschermen. Zel fs
onderzoekers di e een groot aantal bronnen konden raadpl egen en
zi ch daardoor bewust waren van de toenemende
overeenstemmi ng onder de Spanjaarden dat cocheni l l e een worm
was, wi sten ni et wat ze ervan moesten denken.
De pri nci pes van open communi cati e en openhei d van zaken
werden wel steeds bel angri jker voor de wetenschap, maar wat de
texti el handel en stoffenververi j betrof, was gehei mhoudi ng
si nds l ang de regel , en door eeuwen van i nternati onal e ri val i tei t
waren de mensen gecondi ti oneerd om schi jnbaar waardevol l e
i nformati e van concurrenten met argwaan te bejegenen. Voor de
meeste Europeanen l eek het zeer wel mogel i jk - waarschi jnl i jk
zel fs - dat de Spanjaarden hel emaal ni et dachten dat cocheni l l e
van een worm afkomsti g was, maar dat ze een samenzweri ng op
touw hadden gezet en met veel bl uf probeerden hen te bedri egen
ofte mi sl ei den.
Vol wantrouwen jegens de oppermachti ge Spanjaarden
besl oten natuuronderzoekers i n andere Europese l anden dat ze de
waarhei d over cocheni l l e ui tei ndel i jk zel f moesten ontdekken. Di t
was een hercul estaak, want vol gens de Spaanse wet was het
verboden om i nformati e te verzamel en i n Mexi co, en de eerste
mi croscopen, di e wei ni g meer waren dan vergrootgl azen, waren
te zwak om met behul p van een paar korrel tjes verfstof de
oorsprong ervan te kunnen vaststel l en. Ui t wanhoop probeerden
Engel se, Franse en Nederl andse natuuronderzoekers de
natuurl i jke hi stori e van cocheni l l e af te l ei den ui t de verhal en
van ontdekki ngsrei zi gers, koopl i eden en zeel ui ui t ei gen l and. Ze
meenden dat hun l andgenoten betrouwbaarder waren dan de
verachtel i jke Spanjaarden. Vel en hadden al betrouwbare
i nformati e verschaft over andere aspecten van Spaans Ameri ka,
zoal s de vertrekti jden van de Spaanse vl oot.
Maar hoe betrouwbaar deze l andgenoten ook waren al s het
gi ng om de scheepvaart of het Spaanse bel ei d, hun i nformati e
over cocheni l l e was mi sl ei dend. Het verhaal van koopman Ro-
bert Tomson, een van de eerste ni et-Spanjaarden di e een
beschri jvi ng van cocheni l l e geeft, i s een goed voorbeel d. Voor de
vooraanstaande Engel se geograaf Ri chard Hakl uyt, di e aan het
ei nd van de zesti ende eeuw zi jn rei sverhal en publ i ceerde, l eek
Tomson de perfecte getui ge. Tomson had jaren i n Sevi l l a gewoond
en gewerkt (waar hi j hei mel i jk protestant was gebl even), was met
een Spaanse getrouwd en wi st veel over de handel met Spaans
Ameri ka. Bovendi en had hi j al s gehi spani seerde koopman i n
1555 toestemmi ng gekregen om naar Ni euw-Spanje te rei zen,
waar hi j de Ameri kaanse raadsel s zel f had kunnen observeren.
Hi j was dus goed ge nformeerd - tenmi nste, zo dachten
Hakl uyt en zi jn l ezers. Maar Tomson had nooi t toestemmi ng
gekregen om i n zi jn eentje i n Mexi co rond te dwal en, noch had hi j
ooi t de kans gehad om zel f l evende cocheni l l e te zi en. Toch sprak
hi j met gezag over het onderwerp. Cocheni l l e was vol gens hem
'geen worm of vl i eg, zoal s sommi gen zeggen, maar een bes di e op
het vel d aan bepaal de bosjes groei t, en wordt gepl ukt i n de ti jd van
het jaar dat hi j ri jp i s'. Veel Europeanen, onder wi e Hakl uyt, di e
zorgde dat het verhaal wi jd en zi jd bekend werd, namen zi jn
verzi nsel s voor kenni sgevi ng aan, al l een al omdat ze ni et van een
Spanjaard afkomsti g waren. Engel se kol oni sten werd geadvi seerd
i n hun kol oni n goed te zoeken naar de 'cocheni l l ebes' en naar
andere pl anten of vruchten di e gebrui kt konden worden om
stoffen te verven.
Nog een man van acti e di e het i dee hi el p versprei den dat
cocheni l l e van bessen werd gemaakt, was de Franse
ontdekki ngsrei zi ger Samuel de Ghampl ai n. Champl ai n voer i n
1599 al s jonge man naar Mexi co en het Cari bi sch gebi ed, maar
kreeg net zomi n al s Tomson de gel egenhei d om Ni euw-Spanje
verder te verkennen dan de kuststrook. Ook hi j l i et zi jn
verbeel di ng de vri je l oop. Na zi jn terugkeer ui t de Ni euwe Werel d
beri chtte Champl ai n aan de Franse koni ng dat cocheni l l e
'afkomsti g i s van een vrucht ter grootte van een wal noot, di e
vanbi nnen vol zaad zi t. Men l aat hem ri jpen totdat voornoemde
zaden droog zi jn, waarna hi j al s ma s wordt afgesneden en
gedorst om de zaden l os te sl aan, di e vervol gens weer worden
gezaai d om meer te kri jgen.' De bel angri jkste bel ei dsmakers i n
Frankri jk l i eten zi ch door di t vreemde versl ag be nvl oeden. Het
vi el ook i n de smaak bi j de koni ng en werd l ater doorgegeven aan
de vi ce-ad-mi raal van de Franse mari ne.
Dankzi j Tomson en Champl ai n - en de sfeer van achterdocht
di e de verstandhoudi ng tussen Spanje en de buurl anden
kenmerkte - raakten veel mensen i n Europa ervan overtui gd dat
cocheni l l e van een pl ant afkomsti g was. Maar toen er i n de l oop
van de zeventi ende eeuw steeds meer Spaanse geschri ften
verschenen waari n de verfstof van di erl i jke oorsprong werd
genoemd, begonnen Europeanen di e i n de gel egenhei d waren de
rel evante teksten te raadpl egen zi ch af te vragen of het ni et toch
waar kon zi jn. In de jaren derti g van de zeventi ende eeuw was de
di recteur van de West-Indi sche Compagni e, Johannes de Laet, een
van de eerste ni et-Spanjaarden di e zi ch publ i ekel i jk achter de
meni ng van de Spaanse natuuronderzoekers schaarden. De Laet
kende het werk van Acosta en Herrera, en vol gens hem was
cocheni l l e 'een di er, of l i ever gezegd een i nsect'.
In de l oop van de vol gende decenni a bekeerden ook andere
emi nente fi l osofen zi ch tot De Laets zi enswi jze. Toch bl even vel en
nog gel oven dat cocheni l l e van zaad of bessen was gemaakt. In
1636 werd Engel se kol oni sten door de di recti e van de Provi dence
Isl and Company geadvi seerd 'cocheni l l e te pl anten' op de
Bahama's, naast gewassen al s gember en ri jst. In de Hi s-toi re
gnral e des drogues ui t 1694 noemt de schri jver Pi erre Pomet
cocheni l l e 'cactuszaad'. Veel mensen vonden het i dee dat
cocheni l l e een i nsect was tegen het gezond verstand i ndrui sen.
'Het i s onmogel i jk, en ook ongel oofwaardi g, dat het medi ci jn dat
"cochi neel " wordt genoemd, ui t vl i egen of eni g ander beest met
vl eugel s, een kop of poten zou kunnen bestaan,' schreef een
Hol l andse koopman en amateurgel eerde i n 1704. Vol gens zi jn
berekeni ng bevatte een pond cocheni l l e ni et mi nder dan 102400
korrel tjes. 'Waar vi nd je mensen genoeg,' vroeg hi j, 'om op de
jui ste ti jd van het jaar al deze i nsecten te vangen, en ze al l e
afzonderl i jk van kop, poten, vl eugel s etc. te ontdoen?' Het was
vol gens hem dus overdui del i jk dat cocheni l l e 'een vrucht of
ui tgroei sel van een of andere pl ant' moest zi jn.
Anderen verzoenden de twee tegenovergestel de meni ngen
met el kaar door i n de i mmer popul ai re 'wormbes' te gel oven. Zo
ook Thomas Johnson, ui tgever van een gerenommeerde
botani sche verhandel i ng, di e i n 1633 schreef dat op de
nopal cactus 'bepaal de ui twassen groei en di e na verl oop van
ti jd i n i nsecten veranderen, en dat deze ui tgroei sel s de
hooggewaardeerde cocheni l l e zi jn waarmee i n de vorm van
grana stoffen worden geverfd'.
De Engel se pi raat Wi l l i am Dampi er kwam aan het ei nd
van de zeventi ende eeuw met een meer ui tgewerkte versi e van
de wormbestheori e. 'De "cochi neel " i s een i nsect,' schreef hi j,
'maar wordt geboren ui t een cactus, de moedervrucht.' Om de
verfstof te oogsten sprei dden de i ndi anen vol gens Dampi er een
l i nnen kl eed onder de cactus, schudden ze aan de ui tl opers, 'en
l aten de arme i nsecten dermate schri kken dat deze rap
wegvl i egen [...], maar door de hi tte van de zon raken ze zo van
streek dat ze meteen dood neerval l en op het kl eed dat voor dat
doel l i gt ui tgesprei d, waarop de i ndi anen ze nog eens twee of
dri e dagen l aten l i ggen, tot ze door en door droog zi jn'. Wi l de
cocheni l l e, de kl ei nere en mi nder waardevol l e vari ant van de
gedomesti ceerde schi l dl ui s, kwam vol gens Dampi er ook van
een cactusvrucht, maar bestond i n tegenstel l i ng tot
gedomesti ceerde cocheni l l e ui t zaad dat 'bi j het mi nste
schudden of aanraken' ui t de ri jpe vrucht vi el .
Dampi er was kennel i jk heel tevreden met di t creati eve
compromi s, maar daarmee was de controverse over de oorsprong
van cocheni l l e nog geenszi ns opgel ost. De di scussi e bl eef
gedurende de hel e zeventi ende eeuw doorwoeden. Het was het ene
woord tegen het andere, want bi j ontstenteni s van veri fi eerbare
i nformati e over de verfstof trokken mensen afhankel i jk van hun
persoonl i jke vooroordeel parti j voor Acosta en Herrera of voor
Tomson en Champl ai n.
Di t debat over cocheni l l e l ei dde nergens toe, maar op andere
fronten werd ondertussen wel voorui tgang geboekt. Aan het begi n
van de zeventi ende eeuw werd er i ets opzi enbarends ontdekt over
de chemi sche ei genschappen van de verfstof. Hi erbi j l i ep de
Hol l andse al chemi st en ui tvi nder Cornel i s Drebbel voorop.
Drebbel , omstreeks 1572 i n Al kmaar geboren, was i n di verse
opzi chten een kl eurri jke fi guur. Al s ui tvi nder bouwde hi j rond
zi jn vi jfenderti gste een 'perpetuum mobi l e' dat grote sensati e
wekte i n het Europa van hal verwege de zeventi ende eeuw. Later
bouwde hi j de eerste onderzeeboot. Tot verbazi ng van dui zenden
Londenaren di e l angs de oever van de Theems stonden te ki jken,
voer zi jn met l eer bekl ede boot met twee roei ers aan boord dri e uur
l ang onder water. De zuurstof voor de bemanni ng maakte Drebbel
waarschi jnl i jk door sal peter te branden, een proces waarvan hi j
ook de ui tvi nder was. De Hol l andse di pl omaat en gel eerde
Constanti jn Huygens, vader van de astronoom Chri sti aan
Huygens, schreef bewonderend over Dreb-bel s 'bi jzondere
mechani sche i nstrumenten'. De Engel se natuur- en
schei kundi ge Robert Boyl e noemde hem 'de terecht beroemde
mechani cus en chemi cus', en de gel eerde baron Von Lei bni z sprak
over 'l e fameux Drebbel '.
Maar zel fs Drebbel s bewonderaars beschouwden hem ni et al s
een echte natuurkundi ge. Natuurkundi gen waren voor hen
mensen di e zi ch bezi ghi el den met de theoreti sche kant van wat
tegenwoordi g 'wetenschap' wordt genoemd. Hoewel ze soms
prakti sche experi menten ui tvoerden, werden ze i n de eerste
pl aats bewonderd om de i deen di e ze i n l ezi ngen en
verhandel i ngen voor het voetl i cht brachten. Drebbel ri chtte zi ch
bi jna ui tsl ui tend op het bouwen van en sl eutel en aan machi nes
en behoorde daarom tot een andere, mi nder verheven
beroepsgroep: hi j was 'werktui gkundi ge' - een 'ordi nai re
mechani cus', zoal s Isaac Newton l ater zou zeggen.
Zi jn tegenstanders spraken mi nachtend over de enorme
verschei denhei d aan projecten waarmee Drebbel zi ch bezi ghi el d.
Ti jdens zi jn l even bouwde Drebbel ti ental l en, zo ni et honderden
machi nes, waaronder ni et al l een het bekende perpetuum mobi l e
en de onderzeeboot, maar ook een zi chzel f opwi ndende kl ok, een
ni euw soort schoorsteen, een zel fspel end spi net, een
zel fregul erende oven en een broedmachi ne voor ki ppen- en
eendenei eren. Zi jn cri ti ci vonden datje i emand di e zul ke di verse
machi nes bouwde, ni et seri eus kon nemen.
Nog erger was dat Drebbel een wei ni g verheven
bel angstel l i ng aan den dag l egde om te verdi enen aan zi jn
ui tvi ndi ngen. Hi j was i n Hol l and begonnen al s l eerjongen bi j een
graveur en had i n 1595 de jongere zuster van zi jn l eermeester
getrouwd. Een jaar of ti en l ater verhui sde hi j met zi jn jonge gezi n
naar Engel and, waar hem de gunst van de koni ng ten deel vi el .
Toch bl eef hi j zi jn verdere l even op de rand van de armoede
verkeren, vol gens sommi gen vanwege de extravagante smaak
van zi jn vrouw. Omdat Drebbel al ti jd behoefte had aan extra
i nkomsten, maakte hi j speel goed voor koni ng Jacobus 1 en
ontwi erp hi j vuurwerkvoorstel l i ngen en bewegende beel den van
Romei nse goden voor di ens hof. Bi j de begrafeni s van koni ng
Jacobus l i ep Drebbel i n de rouwstoet ni et tussen de groten van
zi jn ti jd, maar naast 'Baston l e Peer, de danser' en verschi l l ende
'acteurs en komedi espel ers' di e aan het hof voor vermaak zorgden.
Omdat Drebbel s ui tvi ndi ngen zi jn eni ge bron van i nkomsten
waren, was hi j ni et erg genei gd om anderen i n zi jn techni ek i n te
wi jden. Tot op de dag van vandaag weet ni emand preci es hoe zi jn
perpetuum mobi l e en onderzeeboot werkten. Al s hi j stoffenverver
van beroep was geweest, zou ni emand zi ch hebben verbaasd over
zi jn nei gi ng tot gehei mhoudi ng, maar omdat hi j i n een vakgebi ed
werkte dat bi nnen de opkomende wetenschap vi el , waar openhei d
een kenmerk was van betrouwbaarhei d, kreeg hi j veel kri ti ek te
verduren. Vooraanstaande natuurkundi gen, van wi e vel en ni et
l eefden van hun ui tvi ndi ngen, maar van een pri v-vermogen of
op kosten van een vri jgevi ge beschermheer, waren pri nci pi eel op
gehei mzi nni ghei d tegen en noemden Drebbel een charl atan.
Drebbel s bel angstel l i ng voor de al chemi e maakte zi jn
reputati e er ni et beter op. Hi j publ i ceerde ni et al l een een
al chemi sche verhandel i ng, maar aanvaardde op een gegeven
moment ook een aanstel l i ng al s al chemi st aan het hof van
Bohemen. De al chemi e, voor de zeventi ende eeuw nog een
achtenswaardi g vak, was i n Drebbel s ti jd een dubi euze di sci pl i ne
geworden. Het i s waar dat een aantal seri euze gel eerden er nog
steeds bel angstel l i ng voor had, zoal s Isaac Newton, di e zi ch
ti ental l en jaren met al chemi e bezi ghi el d en er veel over schreef,
maar zel fs de pl ei tbezorgers van de al chemi e moesten toegeven
dat er wel erg veel opl i chters en gekken i n deze tak van
'wetenschap' opereerden. Wi e zi ch ermee i nl i et was daarom
eni gszi ns verdacht, wat een van de redenen was waarom
wetenschapshi stori ci l ater Newtons al chemi sche bel angstel l i ng
probeerden te verdoezel en. Het was ongetwi jfel d vanwege Drebbel s
banden met de al chemi e dat hi j door een aantal i nvl oedri jke
ti jdgenoten werd ui tgemaakt voor 'tovenaar' en 'magi r'.
Drebbel heeft gewoontegetrouw geen gegevens nagel aten over
zi jn proefnemi ngen met cocheni l l e, dus ni emand weet hoe hi j een
ongebrui kel i jke ei genschap van de verfstof ontdekte: de grote
affi ni tei t met ti n. Vol gens een van de eerste mel di ngen ontdekte
hi j di t geheel toeval l i g. Drebbel kookte kort na zi jn aankomst i n
Engel and, vermoedel i jk i n 1606 of 1607, een opl ossi ng van
cocheni l l e en water om di e i n een thermometer te gebrui ken. Di t
l everde, al s verwacht, een donkere karmi jn-paarse vl oei stof op.
Hi j l i et deze bi j het raam afkoel en, onder een fl esje koni ngswater,
een mengsel van sal peterzuur en geconcentreerd zoutzuur. Toen
di t fl esje om een of andere reden brak, kwam er zuur op de
vensterbank terecht, waar het bl eef si ssen en borrel en, en ten
sl otte i n het bakje met cocheni l l ewater bel andde. Tot Drebbel s
verbazi ng werd de donkere vl oei stof meteen hel der
scharl akenrood.
Na verder onderzoek ontdekte Drebbel dat er i ets van het ti n
van het kozi jn i n het zuur was opgel ost en dat het ti n samen met
het zuur de kl eurveranderi ng had bewerkstel l i gd. Hi j
experi menteerde vervol gens met een ti nl egeri ng en verschi l l ende
zuren al s bi jtmi ddel , wat tot spectacul ai re resul taten l ei dde.
Gewone recepten voor cocheni l l e, waari n meestal al ui n al s
bi jtmi ddel werd gebrui kt, l everden al hel dere en l evendi ge
scharl aken ti nten op, maar met Drebbel s recept werd het rood nog
hel derder. Het werd een scharl aken kl eur zo fel al s ni emand ooi t
eerder had gezi en.
Was Drebbel s ontdekki ng werkel i jk een ongel uk? Vol gens de
emi nente schei kundi ge Robert Boyl e, di e Drebbel s schoonzoon
kende, was Drebbel met cocheni l l e gaan experi menteren omdat
hi j daartoe opdracht had gekregen. 'Bepaal de koopl i eden vroegen
hem om de verdere ui twerki ng van een methode om een fi jn rood,
of l i ever gezegd scharl aken te maken, di e men i n Hol l and eni ge
ti jd eerder bi j toeval op het spoor was gekomen en di e de
ontdekkers geen wi ndei eren had gel egd.' De koopl i eden hoopten
dat het Drebbel zou l ukken een soortgel i jk rood te maken, maar
vol gens Boyl e ontdekte hi j een nog betere kl eur. Hoe gel oofwaardi g
Boyl es verhaal ook kl i nkt, er zi jn wei ni g bewi jzen voor. Ni et
al l een ontbreken de gegevens over Hol l andse concurrenten, er
zi jn ook geen aanwi jzi ngen dat koopl i eden ooi t gel d aan Drebbel s
ontdekki ng hebben verdi end.
Maar ook het verhaal over het ongel uk met het koni ngswater
heeft nadel en. Koni ngswater i s een gevaarl i jke chemi sche stof,
di e met grote omzi chti ghei d di ent te worden behandel d. Zou
Drebbel een fl esje van di t spul op zo'n gevaarl i jke pl aats al s een
vensterbank hebben l aten staan? Of experi menteerde hi j al s
al chemi st mi sschi en bewust met cocheni l l e?
Ti n en koni ngswater werden i n de al chemi e vaak gebrui kt, en
vol gens veel oude al chemi sche teksten was de Steen der Wi jzen
(di e gewone metal en i n goud veranderde en di e de bezi tter
wi jshei d, onsterfel i jkhei d en zal i ghei d gaf) ei genl i jk een rood
poeder of een rode vl oei stof. Daarom waren al chemi sten zeer
ge nteresseerd i n rode kl eurstoffen. Mogel i jk was Drebbel dus
bezi g met al chemi sche proefnemi ngen op het moment dat hi j zi jn
ontdekki ng deed. Toen hi j zi jn cocheni l l eopl ossi ng
scharl akenrood zag worden, meende hi j wel l i cht de Steen der
Wi jzen te hebben gevonden - en al l e ri jkdom di e daarmee gepaard
gi ng-
Ri jk zou Drebbel echter nooi t worden. In 1607 begon hi j een
ververi j i n Stratford-on-Bow, een paar ki l ometer ten oosten van
Londen, di e kennel i jk geen groot succes werd. Drebbel bezat geen
ondernemersgeest. Maar de ververi j l everde wel i ets anders op,
want met behul p daarvan vond hi j twee aantrekkel i jke
huwel i jkskandi daten voor zi jn dochters: Abraham en Jo-hannes
Si bertus Kufl l er, twee broers ui t Hol l and, di e net al s Drebbel naar
Engel and waren gemi greerd om hun tal ent voor de wetenschap
te ontpl ooi en.
De broers waren di ep onder de i ndruk van de vel e
ui tvi ndi ngen van Drebbel , vooral van zi jn scharl aken kl eurstof.
Abraham trouwde i n 1623 met Drebbel s dochter Anne, en
Johannes Si bertus trouwde vi er jaar l ater met Catheri na. De
gebroeders hadden meer aanl eg voor het zakenl even dan hun
schoonvader en zorgden dat het cocheni l l erecept veel gel d
opl everde. Tegen 1627 waren de mensen opgetogen over de
scharl aken stoffen van de Kuffl ers. 'Ze zi jn mooi er en goedkoper
dan de kl euren di e nu gewoonl i jk worden gemaakt.' Na Drebbel s
dood i n 1633 reorgani seerden de broers de ververi j i n Stratford-
on-Bow, waarna het bedri jf al snel goed l i ep. Later begonnen de
broers ook een ververi j i n Hol l and, waar eveneens scharl aken
stoffen werden gemaakt.
De Kuffl ers probeerden Drebbel s techni ek op al l e mogel i jke
mani eren gehei m te houden, maar overal waren texti el ververs
nu ni euwsgi eri g naar de methode om de hel dere scharl aken stof
te maken. Ui tei ndel i jk ontdekten de meest toegewi jde ververs dat
ti n het bel angri jke i ngredi nt was. Mi sschi en kwamen een paar
er zel fs al ti jdens Drebbel s l even - door spi onage of door ei gen
experi menten - achter hoe ze het ni euwe scharl aken moesten
maken. In de jaren zesti g van de zeventi ende eeuw gebrui kten
veel vooraanstaande texti el ververs i n Europa ti n en cocheni l l e
om de kl eurstof te produceren.
De kl eur van de Kuffl ers, di e 'Bow-verf, 'Hol l ands rood' of
'Kuffl ers kl eur' werd genoemd, veroverde Europa
stormenderhand. Afhankel i jk van de preci eze samenstel l i ng van
het ti n, de cocheni l l e en andere i ngredi nten l everden de recepten
al l erl ei ti nten hel der scharl aken op, van een di ep kersrood tot een
zeer i n het oog spri ngende, fl uorescerende kl eur. De hel derste
soorten rood 'zaten vol vuur', al dus een waarnemer, en waren 'van
een oogverbl i ndende hel derhei d'. Vol gens Robert Boyl e en veel
ti jdgenoten was Drebbel eri n gesl aagd een 'vol maakte kl eur
scharl aken' te maken.
Overal waar Drebbel s scharl aken te zi en was - i n koni nkl i jke
gewaden, rechterl i jke toga's, mi l i tai re sjerpen - was het de
al l eropval l endste kl eur. Edel en en ri jke koopl i eden waren er
opgetogen over, te meer omdat de mode van het Spaanse zwart
snel aan het verdwi jnen was vanwege de gl ori euze verschi jni ng
van de Zonnekoni ng, Lodewi jk xi v. Lodewi jk was dol op
fl amboyante kl euren, van zi jn schi tterende, met goud versi erde
mantel s tot zi jn rode i nstappers met hoge hak, en de rest van
Europa vol gde zi jn voorbeel d.
In Engel and, waar het l osbandi ge hof van Karei n, di e na de
Restaurati e aan de macht was gekomen, sterk werd be nvl oed
door de Franse voorkeur voor fel l e kl euren, di ende Drebbel s
scharl aken nog een ander, seri euzer doel . Kort voor de
Restaurati e waren onder Ol i ver Cromwel l rode uni formjassen
i ngevoerd i n het Engel se l eger. Cromwel l had gesti pul eerd dat de
stoffen daarvoor ui t Gl oucestershi re moesten komen, een gebi ed
dat befaamd zou worden om zi jn wol l en, met cocheni l l e en ti n
geverfde stoffen. De l agere rangen i n het l eger kregen kl edi ng di e
met meekrap of andere mi nder duurzame verfsoorten waren
gekl eurd, terwi jl de uni formen van Bri tse offi ci eren de twee
daaropvol gende eeuwen van scharl aken stoffen ui t
Gl oucestershi re werden gemaakt. De kl eur was daarom opval l end
aanwezi g bi j vel e voor de Bri tten bel angri jke vel dsl agen, van
Cul l oden tot Waterl oo - en maakte Bri tse offi ci eren i n 1775 ti jdens
de Ameri kaanse Vri jhei dsoorl og tot een makkel i jk doel wi t voor de
scherpschutters bi j Lexi ngton en Concord.
Maar hoewel de hel dere kl eur een nadeel was i n di chtbegroei d
terrei n, werd Drebbel s rood ook voor andere mi l i tai re uni formen
gebrui kt. De uni formjassen van de Russi sche kei zerl i jke garde
werden er bi jvoorbeel d van gemaakt, en de ki l ts van Schotse
sol daten. Van de scharl aken wol ui t Gl oucestershi re werden ook
l akense stoffen en dekens gemaakt. Bovendi en waren de ni euwe
scharl aken stoffen bel angri jk i n de pel shandel , want de i ndi anen
van Noord-Ameri ka gaven er i n rui l beverhui den voor, di e i n
Europa werden gebrui kt voor mutsen.
Verder maakten tapi jtwevers gebrui k van het ni euwe
scharl aken. Een van de eerste bedri jven di e het gehei m van de
kl eur doorgrondden was Gobel i ns i n Pari js. Het ni euwe
scharl aken was zo opval l end dat sommi ge Pari jzenaars
fl ui sterden dat het ni et door mensenhanden gemaakt kon zi jn en
dat de verfmees-ters bi j Gobel i ns een pact met de dui vel hadden
gesl oten.
Wat men ook van dergel i jke verhal en wi l de gel oven, vaststond
dat cocheni l l e door Drebbel s ontdekki ng waardevol l er was
geworden dan ooi t. De oorsprong van de verfstof bl eef tot vel er
frustrati e echter een raadsel . Gel ukki g was er net i n di e ti jd een
ni euw i nstrument verschenen dat het wetenschappel i jke
di l emma kon verhel pen: de mi croscoop. Maar ook di e zou tot
controverses l ei den.
ELF
Onder de loep
Terwi jl ontdekki ngsrei zi gers i n Noord-Ameri ka en Azi aan
het begi n van de zeventi ende eeuw naarsti g naar de
'cocheni l l ebes' speurden, werd Europa opgeschri kt door een
ni euwe vi ndi ng: de mi croscoop, waarmee voorwerpen bekeken
konden worden di e onzi chtbaar waren voor het bl ote oog. Er
was heel l ang aan de ontwi kkel i ng van het i nstrument
gewerkt. De werki ng van de l ens, het bel angri jkste onderdeel
van de mi croscoop, werd al rond het jaar 1000 door de
Arabi sche wi skundi ge Al hazen beschreven, maar de eerste
echte mi croscopen verschenen pas ei nd zesti ende, begi n
zeventi ende eeuw. Van de astronoom Gal i l ei i s bekend dat hi j
i n 1614, toen hi j zi ek te bed l ag, aan een bezoeker vertel de hoe
hi j van een van zi jn beroemde tel escopen een ge mprovi seerde
mi croscoop had gemaakt di e hem i n staat stel de 'vl i egen di e
zo groot l i jken al s l ammeren' te beki jken.
De eerste mi croscopen waren nog heel pri mi ti ef. Het
apparaat van Gal i l ei , dat een hol l e en een bol l e l ens had, was
groot en onhandel baar, en had een zeer beperkt gezi chtsvel d.
Maar andere ui tvi nders, onder wi e Gornel i s Drebbel ,
ontdekten al snel dat de mi croscoop veel compacter en
krachti ger werd door n enkel e bol l e l ens te gebrui ken (een
enkel voudi ge mi croscoop) of een aantal bol l e l enzen tegel i jk
(een samengestel de mi croscoop). Tot verbazi ng van
natuurfi l osofen al om brachten deze i nstrumenten een geheel
ni euwe werel d aan het l i cht. Onder de mi croscoop werden
vl ooi en even omvangri jk en hari g al s wi l de zwi jnen, en
ti jmzaadjes zo groot al s mel oenen. In zui ver regenwater bl eek
zi ch een compl ete di erentui n van nooi t eerder waargenomen
krui pende en wri emel ende beestjes te bevi nden.
In de ban van deze vreemde mi ni atuurwerel d publ i ceerde de
Engel se experi menteel onderzoeker Robert Hooke i n 1665 zi jn
boek Micrographia, waari n achtenderti g gravures van al l edaagse
zaken stonden afgebeel d, zoal s vi ssenschubben, schi mmel s en
l ui zen, gezi en door een mi croscoop. Hooke was een ui tstekend
tekenaar, net al s de Londense archi tect Chri stopher Wren, di e met
hem samenwerkte. De Micrographia bevatte prachti ge
tekeni ngen; vooral de l ui s van rui m vi jfti g centi meter groot was
een wonder om te zi en. Het boek werd een wetenschappel i jk succes
en een popul ai re sensati e. Ook i n andere l anden, waar men de
Engel se tekst nauwel i jks kon l ezen, was de Micrographia zeer
gevi erd.
Hoe sensati oneel Hookes tekeni ngen ook waren, ze werden al
snel overtroffen door di e van zi jn Hol l andse ti jdgenoot Anto-ni e
van Leeuwenhoek. Van Leeuwenhoek had i n tegenstel l i ng tot de
meeste grote gel eerden van zi jn ti jd wei ni g onderwi js genoten en
had daarom geen vol l edi ge toegang tot de gel eerde kri ngen van
zi jn ti jd. Hi j werd i n 1632 geboren al s zoon van een
handwerksman en ontvi ng zi jn vroegste schol i ng waarschi jnl i jk
geheel i n de prakti jk. Al s jonge man gi ng hi j i n de l eer bi j een
l akenhandel aar van wi e hi j het vak l eerde. Ui tei ndel i jk kl om Van
Leeuwenhoek op tot l ager ambtenaar bi j de gemeente Del ft, zi jn
geboortestad, maar hi j bl eef, i n de woorden van een kenni s, 'een
vreemde voor de l etteren. Hi j kende geen Lati jn, Frans of Engel s of
andere moderne taal behal ve zi jn ei gen.' En zel fs i n zi jn
moedertaal , het zeventi ende-eeuwse Nederl ands, maakte hi j veel
schri jf- en grammati cafouten. Ook soci aal was hi j waarschi jnl i jk
onhandi g.
Maar wat betreft de mi croscoop was Van Leeuwenhoek een
meester. Ni emand weet hoe zi jn bel angstel l i ng voor de vi ndi ng
ontstond, maar wel l i cht begon hi j door te experi menteren met de
zwakke vergrootgl azen di e l akenhandel aren gewoonl i jk
gebrui kten om fouten i n de stof op te sporen. In verrassend korte
ti jd werd Van Leeuwenhoek een vol l eerd l enzensl i jper en
gl asbl azer. Hoewel hi j ui tsl ui tend mi croscopen met n l ens
bouwde, waren ze de beste van zi jn ti jd, beter dan de
samengestel de mi croscopen met verschi l l ende l enzen. Van
Leeuwenhoek bezat ni et het tekental ent van Hooke en Wren en gaf
kunstenaars daarom opdracht om de beel den di e hi j waarnam ui t
te tekenen, maar wi e de resul taten zag, moest zi ch wel verbazen.
Het werd snel dui del i jk dat Van Leeuwenhoeks mi croscopen wat
betreft hel derhei d en kracht hun gel i jke ni et kenden. Met een van
zi jn l enzen, di e zi ch nu i n het Uni versi tei tsmuseum i n Utrecht
bevi ndt, konden voorwerpen van sl echts 0,00075 mi l l i meter di k
worden waargenomen.
11
Pas i n de negenti ende eeuw wi st i emand
opni euw een l ens van di e sterkte te maken.
Ui t vrees zi jn precai re posi ti e i n de toenmal i ge
wetenschappel i jke werel d kwi jt te raken wei gerde Van
Leeuwenhoek zi jn kenni s over l enzen met anderen te del en. Zi jn
techni eken worden zel fs tegenwoordi g nog ni et geheel doorgrond.
Wel sprak hi j ui tgebrei d met vri enden en col l ega's over zi jn
waarnemi ngen. Een zo'n col l ega, een arts ui t Del ft, was zo onder
de i ndruk van Van Leeuwenhoeks resul taten dat hi j ze i n 1673
aan de Royal Soci ety i n Londen stuurde.
De Royal Soci ety bestond toen pas ti en jaar, maar gol d al al s
een van de bel angri jkste wetenschappel i jke i nstel l i ngen van
Europa. Net al s de Acadmi e Royal e des Sci ences i n Frankri jk en
de Accademi a dei Li ncei i n Ital i bevorderde de Royal Soci ety de
moderne wetenschap, een experi mentel e benaderi ng van kenni s,
en open contacten en samenwerki ng tussen wetenschappers. De
Royal Soci ety was onder de i ndruk van Van Leeuwenhoeks werk
en vroeg om meer waarnemi ngen. In 1680 werd Van Leeuwenhoek
tot zi jn grote vreugde unani em door de Bri tse wetenschappel i jke
vereni gi ng tot l i d gekozen. Tot zi jn dood i n 1723 zou Van
Leeuwenhoek regel mati g corresponderen met de gentl emen
phi l osophers van de Soci ety, onder wi e Ro-bert Hooke, di e al l een
om Van Leeuwenhoeks bri even te kunnen vertal en Nederl ands
l eerde.
In de vi jfti g jaar dat Van Leeuwenhoek met mi croscopen
werkte, deed hi j een enorm aantal ontdekki ngen. Hi j was de
auteur van de eerste gepubl i ceerde beschri jvi ngen van de
structuur van rode bl oedcel l en, spermatozoa en vel e bacteri n,
van het copul eren van vl ooi en, de voortpl anti ng van
graankl anders en de parthenogenese van bl adl ui zen. Zi jn
geni al e arbei d werd door medewetenschappers geprezen. In de
ogen van vel en was deze ontdekker van het gehei me l even van de
mi croscopi sche werel d 'de grote man van de eeuw', zoal s
Constanti jn juni or Huygens i n 1680 schreef. Maar Van
Leeuwenhoek maakte ook fouten - en een van zi jn grootste fouten
betrof de cocheni l l e.
In de zomer van 1685 vroeg de ari stocrati sche Engel se
schei kundi ge Robert Boyl e aan Van Leeuwenhoek of hi j met zi jn
sterke mi croscoop cocheni l l e wi l de onderzoeken. Boyl e was een
van de opri chters van de Royal Soci ety, di e zeer veel
bel angstel l i ng had voor het cocheni l l edebat. In 1668 had de
Soci ety i n het bl ad van de vereni gi ng, Philosophical Transactions,
een arti kel gepubl i ceerd waari n stond dat cocheni l l e een i nsect
was dat werd voortgebracht door een 'vrucht di e de "stekel peer"
wordt genoemd'. Vol gens het arti kel konden er wel l i cht even
waardevol l e i nsecten gekweekt worden ui t andere
'kl eurstofgevende pl anten', al s men deze 'krui den, houtsoorten,
bessen of andere vruchten' droogde, kookte, en onder de jui ste
omstandi gheden l i et rotten. Er vol gden meer arti kel en over
cocheni l l e, maar twi nti g jaar l ater was de Soci ety nog steeds ni et
tot een defi ni ti eve concl usi e gekomen. Ongetwi jfel d hoopte Boyl e
dat Van Leeuwenhoeks vaardi ghei d met de mi croscoop het debat
zou kunnen besl echten.
In augustus 1685 antwoordde Van Leeuwenhoek op Boyl es
verzoek. Hi j schreef dat hi j cocheni l l e al eni ge mal en ui t ei gen
bewegi ng door de mi croscoop had onderzocht, en dat hi j al vorens
aan zi jn antwoordbri ef te begi nnen nogmaal s goed had gekeken
om zeker te zi jn van zi jn waarnemi ngen. 'In al l e geval l en,'
schreef hi j, 'kreeg i k hetzel fde resul taat.' Cocheni l l e was dui del i jk
'de vrucht van een boom, di e meer dan honderd heel kl ei ne oval e
zaadjes i n zi ch draagt, of produceert; om el k zaadje zi t weer een
vl i es'. Na het ui terl i jk van de 'zaadjes' tot i n detai l besproken te
hebben concl udeerde hi j: 'Om ons de i nterne structuur van
cocheni l l e voor te stel l en, kunnen we deze het best met een
gedroogde zwarte krent vergel i jken.'
Hoe kon een expert al s Van Leeuwenhoek zi ch zo vergi ssen?
Ti jdens zi jn l even bestudeerde hi j meer dan zesti g soorten
i nsecten en el f spi nachti gen. Hi j was ook heel ni euwsgi eri g naar
zaden en onderzocht ze vaak onder zi jn mi croscoop. Hi j had beter
dan wi e dan ook i n staat moeten zi jn cocheni l l e i n de jui ste
categori e te pl aatsen.
Mi sschi en was de mi croscoop di e hi j gebrui kte het probl eem.
Zeventi ende-eeuwse mi croscopen waren ei genzi nni ge
i nstrumenten. Ook de dagboekschri jver en toegewi jde ama-
teurgel eerde Samuel Pepys kocht er een, maar merkte tot zi jn
ontstel teni s dat hi j er ni ets door kon zi en. Na veel verstel l en zag
hi j al l een schaduwachti ge beel den, di e totaal ni et l eken op de
preci eze i l l ustrati es i n Hookes Micrographia. Zel fs Van
Leeuwenhoeks geavanceerde en veel geroemde mi croscopen
waren verre van onfei l baar. Hoe gewel di g zi jn l enzen ook waren,
er zaten bel l etjes, strepen en andere onvol komenheden i n, zoal s
i n al het zeventi ende-eeuwse gl as. In de meeste l enzen zaten ook
putjes van het sl i jpen, waardoor het beel d verder werd vertekend.
Daarnaast zorgden kl eurdi spersi e en de bol l i ng van de l ens zel f
voor vertekeni ng. Onderzoekers moesten met al deze
beel dverstori ngen rekeni ng houden al s ze door de mi croscoop
keken. Ze moesten ni et al l een observeren, maar ook
i nterpreteren. En hun i nterpretati e werd vaak be nvl oed door wat
ze van tevoren dachten te vi nden. Mogel i jk was Van Leeuwenhoek
er zo van overtui gd dat hi j een zaadje gi ng bestuderen dat hi j
ni ets anders meer kon zi en.
Ook speel de mee dat cocheni l l e een ongebrui kel i jk
onderzoeksobject voor Van Leeuwenhoek was. Al s hi j i nsecten
onderzocht, had hi j het l i efst l evende speci mi na, of ten mi nste
exempl aren di e net dood waren. De vl ooi en di e hi j bekeek, kwamen
van zi jn ei gen hui shoudster, di e ook haar bl oed afstond. Zi jn
bacteri n haal de hi j ui t het ri ool vl akbi j, ui t zi jn ei gen mond en
zel fs ui t zi jn po. 'Ik heb vaak geprobeerd mi croscopi sche di ertjes te
ontdekken i n mi jn speeksel , maar vergeefs,' schreef hi j ooi t aan de
Royal Soci ety. 'Maar toen i k een korrel achti ge substanti e van
tussen mi jn tanden onderzocht, aangel engd met nu eens wat
regenwater, dan weer wat speeksel [...], ontdekte i k daari n tot
mi jn verwonderi ng een groot aantal mi nuscul e bewegende
di ertjes.' Cocheni l l e was dood en gedroogd, en l everde dus ni et
zul ke l evendi ge resul taten op al s Van Leeuwenhoeks andere
mi croscopi sche di ertjes. Het was l asti g om cocheni l l e te
prepareren, want de gedroogde korrel tjes moesten eerst een paar
uur i n water of azi jn worden geweekt om ze groter en
doorschi jnender te maken. Bovendi en waren veel schi l dl ui sjes
door de l ange rei s ui t Mexi co ui t el kaar geval l en, waardoor de
waarnemi ng verder werd bemoei l i jkt.
Hoewel het dus moei l i jk was om onder de mi croscoop preci es te
zi en waarui t cocheni l l e bestond, was het toch ni et onmogel i jk.
Waar Van Leeuwenhoek al l een maar zaadjes waarnam, had zi jn
ti jd- en l andgenoot Jan Swammerdam al dui del i jk gezi en dat
cocheni l l e van di erl i jke oorsprong was.
De meeste mi croscopi sten, onder wi e Van Leeuwenhoek,
onderzochten een grote verschei denhei d aan l evensvormen, maar
Jan Swammerdam bestudeerde een groot deel van zi jn l even
ui tsl ui tend i nsecten. In de zeventi ende eeuw waren i nsecten,
waarvan men dacht dat vel e spontaan ontstonden, een
sl echtgedefi ni eerde zol ogi sche categori e, di e ni et al l een vl i egen,
spri nkhanen en kevers omvatte, maar ook wormen, sl akken,
ki kkers en vol gens sommi ge gel eerden ook krokodi l l en. Al s
preci eze, zorgvul di ge mi croscopi st zette Swammerdam veel van
dergel i jke mi svatti ngen recht.
Swammerdams preci si e bl i jkt dui del i jk ui t zi jn beschri jvi ng
van cocheni l l e, di e hi j ergens voor 1680 opstel de. Na zorgvul di g
onderzoek vergel eek hi j cocheni l l e met de l arven van bi jen. Hi j
zag restanten van poten aan hun l i jfjes. Maar deze bevi ndi ngen
gaf hi j ni et aan andere gel eerden door. Swammerdam werd
gepl aagd door depressi es en voel de zi ch sl echt op zi jn gemak bi j
anderen, ook bi j zi jn gel eerde ti jdgenoten. En hi j was een
perfecti oni st. In pl aats van regel mati g bri even te schri jven over
zi jn onderzoeksresul taten bewaarde hi j bi jna al l es, ook zi jn
waarnemi ngen van cocheni l l e, voor zi jn magnum opus, de By-bel
der natuure. Hel aas sti erf Swammerdam aan mal ari a voordat hi j
zi jn boek kon publ i ceren. Al s gevol g van rechtszaken en andere
tegensl agen duurde het nog zesti g jaar voordat de Bybel der
natuure een groot publ i ek berei kte, en toen waren veel van zi jn
onthul l i ngen al gemeengoed onder gel eerden.
Anders dan Swammerdam begrepen Van Leeuwenhoek en
zi jn col l ega's van de Royal Soci ety wel hoe bel angri jk het was om
onderzoeksresul taten te publ i ceren. Zi j vonden communi cati e
onmi sbaar voor de ni euwe wetenschap. Al s een
wetenschappel i jke ontdekki ng ni et werd gepubl i ceerd, kon ze ni et
worden besproken of geveri fi eerd. Di t streven naar openhei d had
natuurl i jk grenzen. Leden van de Royal Soci ety di e bang waren
dat ri val en met hun revol uti onai re vondsten aan de haal zouden
gaan, beschreven deze soms i n gehei mschri ft. Andere l eden
wei gerden hun ontdekki ngen (vooral i n de chemi e of al chemi e) te
del en met de Royal Soci ety al s geheel , en beperkten zi ch tot een
kri ng van vertrouwde col l ega's bi nnen de grotere groep. Toch
hi el p de Royal Soci ety, net al s soortgel i jke vereni gi ngen i n
Frankri jk en Ital i , een ni euw i deaal van openhei d verbrei den,
waari n frequente ui twi ssel i ng van i nzi chten en resul taten
centraal stond. Robert Boyl e keek bi jvoorbeel d al ti jd rei khal zend
ui t naar bri even van Van Leeuwenhoek en raadde zi jn Hol l andse
col l ega graag ni euwe onderzoeksgebi eden aan. Door deze prakti jk
zou Van Leeuwenhoek ui tei ndel i jk met andere ogen naar
cocheni l l e gaan ki jken.
Kort nadat Boyl e Van Leeuwenhoeks arti kel over cocheni l l e
had ontvangen, l i et hi j hem vi a zi jn correspondent i n Hol l and
weten 'heel tevreden' te zi jn met zi jn concl usi e dat cocheni l l e een
soort zaad was. Maar, zo beri chtte hi j verder, hi j had onl angs van
een gouverneur van Jamai ca vernomen dat cocheni l l e 'van een
vi jgenboom komt di e, al s hi j gaat rotten of verteren, wormen of
cocons produceert di e i n vl i egen veranderen'. Omdat de
gouverneur zo zeker l eek te weten dat 'cocheni l l e ei genl i jk het
achterdeel of de staart van deze vl i eg i s', vroeg Boyl e of Van
Leeuwenhoek de verfstof nogmaal s wi l de onderzoeken.
Ook al stoel de de beschri jvi ng van de gouverneur op pure
fantasi e, ze l ei dde tot een doorbraak voor Van Leeuwenhoek. Nu
hi j wi st waarnaar hi j moest zoeken, merkte hi j bi j verder
mi croscopi sch onderzoek van cocheni l l e wel sporen op van
pootjes, vl eugel s en kopjes di e van de korrel tjes waren l osgeraakt.
Hi j beri chtte dat er 'ni ets behal ve het bi nnenste deel van de bui k'
van de i nsecten was overgebl even. In september 1685 schreef hi j
dat het bewi js onweerl egbaar was: 'El k korrel tje i s een deel van
een beestje.' Twee jaar l ater mel dde hi j dat bi j verder onderzoek
van cocheni l l e aan het l i cht was gekomen dat de korrel s ei genl i jk
'vrouwtjes met een l i jfje vol ei eren' waren.
Bei de versl agen werden wi jd en zi jd gepubl i ceerd, eerst i n het
Nederl ands i n 1687 en nog voor 1690 i n het Frans en Lati jn. Van
Leeuwenhoek voegde echter geen i l l ustrati es bi j zi jn
onderzoeksversl ag, een omi ssi e di e zi jn grootste ri vaal , Ni col aas
Hartsoeker, de kans gaf om hem de l oef af te steken.
Ni col aas Hartsoeker werd geboren i n 1566 en was dus rui m
twi nti g jaar jonger dan Van Leeuwenhoek. Zi jn vader was een
remonstrants predi kant. Hartsoeker was van jongs af aan
ge nteresseerd i n de wetenschap en i n mi croscopen. Op zi jn
zesti ende had hi j Van Leeuwenhoek een bezoek gebracht dat hem
zeer had ge nspi reerd. In zi jn l atere l even vond de
maatschappel i jk gesl aagde Hartsoeker Van Leeuwenhoek maar
een l omperi k. Deze meni ng verkondi gde hi j des te vaker omdat
Van Leeuwenhoek hem (en i eder ander) steeds de baas bl eef i n het
l aboratori um. Hoewel Hartsoeker er ni et tegen opzag te verkl aren
dat hi j degene was di e de spermatozoa had ontdekt i n pl aats van
Van Leeuwenhoek, zei hi j te wal gen van veel ontdekki ngen van
zi jn ri vaal . Na het beri cht dat Van Leeuwenhoek al twee weken
l ang dezel fde kousen droeg om des te beter het vui l tussen zi jn
tenen te kunnen bestuderen, schreef Hartsoeker dat zi jn ri vaal
'de meest groteske onderzoeken ter werel d' ui tvoerde. Toen Van
Leeuwenhoek zi jn ei gen ui twerpsel en had onderzocht en
opgetogen schreef dat deze 'prachti g bewegende mi croscopi sche
di ertjes' bevatten, reageerde Hartsoeker geschokt.
Al s uni versi tai r geschool de, ambi ti euze onderzoeker
besteedde Hartsoeker zi jn ti jd l i ever aan verhevener (en
hygi ni scher) zaken. Hi j gaf l es aan de keurvorst van Pal ts en
Peter de Grote en vervul de l ater een eredoctoraat i n de fi l osofi e
aan de Uni versi tei t van Hei del berg. Hi j publ i ceerde boeken over
hoogstaande onderwerpen al s natuurkunde, wi skunde en l i chten
kl eurtheori e. In de peri ode dat hi j over deze onderwerpen schreef,
deed hi j ook voor het eerst mi croscopi sch onderzoek naar
cocheni l l e.
Zoal s Hartsoeker ui teraard bekend was, werkten fi l osofen al
si nds de Mi ddel eeuwen aan theori en over het l i cht. Vol gens de
mi ddel eeuwse kerkel i jke l eer stond begri p van het l i cht gel i jk aan
begri p van God. Voor mi ddel eeuwse gel eerden l eek het
vanzel fsprekend dat kl eur een verstori ng was van puur 'wi t' l i cht,
maar ni emand wi st preci es hoe di e verstori ng optrad. Pas i n de
jaren zesti g van de zeventi ende eeuw begon Isaac Newton, de
bri l jante zoon van een boer ui t Li ncol nshi re, eni gszi ns vat te
kri jgen op het verband tussen l i cht en kl eur. Ti jdens een
verl ofperi ode van Cambri dge Uni versi ty ontdekte Newton dat
l i cht dat door een pri sma vi el , werd opgespl i tst i n de
samenstel l ende del en en dat de verschi l l end afgebogen kl euren
een regenboog opl everden. Bi j verdere experi menten zag Newton
dat deze regenboog, al s hi j door een tweede, onder een hoek van 180
graden gepl aatst pri sma werd gel ei d, weer puur 'wi t' l i cht werd.
Newton kwam tot de concl usi e dat 'wi t' l i cht daarom ni ets meer
was dan 'een heterogeen mengsel van op verschi l l ende mani eren
brekende stral en'. Dat wi l zeggen: l i cht bestond ui t al l e kl euren
tegel i jk.
Nadat Newton zo een revol uti e i n het onderzoek naar l i cht had
ontketend, ri chtte hi j zi jn aandacht op gekl eurde voorwerpen.
Hi eri n was hi j mi nder succesvol . Hi j stel de dat de kl eur van een
voorwerp afhankel i jk was van het absorpti e- en
refl ecti evermogen voor afzonderl i jke kl euren van het spectrum:
al s een voorwerp oranje l i cht absorbeerde, maar bl auw afstootte,
zou het voor onze ogen bl auw l i jken. Deze hypothese was voor zi jn
ti jd geavanceerd maar sl echts ten del e jui st, en Newtons
natuurkundi ge verkl ari ng van de reden waarom deze
gedi fferenti eerde absorpti e en refl ecti e zi ch voordeed, zat er
vol l edi g naast.
Pas i n de negenti ende eeuw begonnen gel eerden te begri jpen
hoe verschi l l ende l i chteffecten, zoal s breki ng, i nterferenti e,
refl ecti e en verstrooi i ng, gezamenl i jk kl eur bewerkten i n een
voorwerp. Later ontdekten wetenschappers de chemi sche en
atomi sche factoren achter dergel i jke fenomenen. Een groen bl ad
i s bi jvoorbeel d groen omdat het chl orofyl produceert, dat een
mol ecul ai re structuur heeft di e bi nnenkomende rode en vi ol ette
stral i ng absorbeert en groene refl ecteert. Toch hebben veel groene
vogel s ui tsl ui tend geel pi gment i n hun veren. We zi en ze al s
groen omdat de fysi eke structuur van de veren l i chteffecten
veroorzaakt al s dunne-l aag-i nterferenti e en verstrooi i ng,
waardoor er bl auw aan het geel wordt toegevoegd.
Zoal s ui t deze voorbeel den bl i jkt, i s vaak moei l i jk preci es te
zeggen hoe kl eur ontstaat. In de zeventi ende eeuw zochten de
meeste gel eerden, onder wi e Newton, naar n al gemene
verkl ari ng voor al l e waargenomen l i chtverschi jnsel en; ze
streefden naar n grootse, al l esomvattende l i chttheori e. Di t was
onmogel i jk, maar er werd vol passi e aan gewerkt, ni et i n het
mi nst omdat vel en tevens veel bel angstel l i ng hadden voor de
al chemi e. Ook Newton beschouwde zi chzel f al s een adept en stopte
er veel energi e i n. Het i s mi sschi en geen toeval dat hi j
geobsedeerd was door de kl eur karmi jnrood. In zi jn
aantekenboeken staan veel recepten voor rode kl eurstoffen en i n
zi jn hui s had hi j karmi jnrode gordi jnen, karmi jnrode kussens,
een karmi jnrode bedombouw en zel fs een karmi jnrode zi tbank.
Robert Boyl e, di e zi ch net al s Newton i n de voorhoede van het
onderzoek naar gekl eurde voorwerpen bevond, beoefende eveneens
de al chemi e en had eveneens speci al e bel angstel l i ng voor de
kl eur rood. Mi sschi en was hi j daarom ook zo ge nteresseerd i n
Van Leeuwenhoeks onderzoek naar cocheni l l e.
Newton, Boyl e en andere emi nente gel eerden benaderden de
kl eurenkwesti e met behul p van de zogenoemde 'corpuscu-l ai re
theori e': het i dee dat al l e materi e ui t kl ei ne deel tjes bestaat di e
bepal end zi jn voor de ei genschappen ervan. Van Leeuwenhoek
gel oofde bi jvoorbeel d dat er 'peperdeel tjes' bestonden di e bedekt
waren met stekel tjes, en dat deze een scherpe sensati e op de tong
veroorzaakten, zodat het eten al s 'heet' werd ervaren. Ook de kl eur
van voorwerpen zou door deel tjes of corpuscula worden bepaal d.
Maar het was ondui del i jk hoe dat preci es i n zi jn werk gi ng.
Sommi ge gel eerden meenden dat de corpuscul a een onregel mati g
oppervl ak hadden, waardoor het l i cht dat erop vi el werd
gerefl ecteerd of veranderd. Anderen dachten dat de corpuscul a
doorzi chti ge l aagjes waren, of mi sschi en een 'onei ndi ghei d aan
gekl eurde bol l e spi egel tjes'.
Ni col aas Hartsoeker was de man di e deze spi egel tjestheori e
had bedacht. Net al s veel andere zeventi ende-eeuwse gel eerden
meende hi j dat de mi croscoop de werki ng van kl eur op corpus-
cul ai r ni veau zou onthul l en, en hi j was er zeker van dat zi jn
spi egel tjestheori e erdoor bevesti gd zou worden. Maar hi j wi st dat
di t pas mogel i jk zou zi jn al s 'we de mi croscoop sterk verbeteren',
zoal s Robert Hooke schreef. Ondertussen besl oot Hart-soeker de
mi croscoop te gebrui kten om een ander, wat groter object te
onderzoeken dat mi sschi en l i cht kon werpen op het raadsel van de
kl eur: een korrel cocheni l l e.
Voor Ni col aas Hartsoeker was cocheni l l e 'de fundamentel e
basi s' van de kl eur rood. De verfstof was 'even sterk en
duurzaam al s het gebrandschi l derde gl as dat men i n de
kerken zi et, en houdt zi jn kl eur eeuwenl ang vast zonder te
veranderen'. Onder de mi croscoop zag hi j dui del i jk dat het om
een i nsect gi ng. 'Ik heb er vel e geopend,' schreef hi j i n zi jn
Essai de dioptri-que, een verhandel i ng over l i cht di e i n 1694
werd gepubl i ceerd, 'en i k ontdekte dat het grootste deel tjokvol
kl ei ne ei tjes zat, di e een bui tengewoon rood sap afgaven toen i k
ze brak.' Bi j zi jn beschri jvi ng stond een gravure afgedrukt van
een vergrote cocheni l l eschi l dl ui s di e erui tzag al s een op zi jn
rug l i ggend geri bbel d ovaal met twee kl ei ne oogjes (zi e
afbeel di ng 10).
Met de publ i cati e van de eerste afbeel di ng van het
'cocheni l l e-i nsect' had Hartsoeker Van Leeuwenhoek ei ndel i jk
de l oef afgestoken. Maar Hartsoekers gravure en beschri jvi ng
waren wei ni g gedetai l l eerd. Zo wei ni g dat ze de vel en i n
Europa di e nog steeds meenden dat cocheni l l e een zaadje was,
ni et konden overtui gen. Maar Hartsoekers mi croscopen
konden ni et verder vergroten. Hi j moest verder onderzoek
overl aten aan de verachtel i jke Van Leeuwenhoek.
Van Leeuwenhoek l i et zi ch bi j zi jn onderzoek nooi t
i nti mi deren of opjagen door Hartsoeker. Pas i n 1704 stuurde
hi j opni euw een arti kel over cocheni l l e aan de Royal Soci ety.
Di t arti kel werd onmi ddel l i jk i n Philosophical Transactions
gepubl i ceerd, want Van Leeuwenhoeks onderzoeksresul taten
waren bel angwekkend.
In eerdere arti kel en had Van Leeuwenhoek zi ch
aangesl oten bi j de verkl ari ng van de Jamai caanse gouverneur
dat cocheni l l e-i nsecten 'van wormen afkomsti g' waren. Maar
met verbeterde mi croscopen en techni eken kon Van
Leeuwenhoek i n 1704 i n de cocheni l l e-ei tjes zel f ki jken, een
adembenemende prestati e, aangezi en ze sl echts ongeveer
0,001 mi l l i meter l ang waren. Tot Van Leeuwenhoeks
verbazi ng bevatte el k ei tje een mi ni atuur-cocheni l l e-i nsectje:
een 'ongeboren ani mal cul a' met pootjes di e 'ordentel i jk
opgevouwen' tegen het l i jfje l agen. Hi j kwam zo tot de concl usi e
dat cocheni l l e-i nsecten ni et ui t wormen voortkwamen, en
zeker ni et ui t rottende cactusbl oemen, zoal s sommi ge
aanhangers van de wormbestheori e gel oofden. Cocheni l l e-
i nsecten droegen hun jongen i n hun bui k, schreef hi j, en
'brengen hun ei gen gel i jkeni s voort'.
Om di t te bewi jzen stuurde Van Leeuwenhoek ti en
gedetai l l eerde i l l ustrati es aan de Royal Soci ety (afb. 11). In
het mi dden was n enkel e korrel cocheni l l e afgebeel d, enorm
vergroot. Het was de romp van een vrouwel i jke schi l dl ui s, vol
pl ooi en en schubben en gel i jkend op een fantasi evol
ui tgesneden stuk koraal of een vreemde schel p di e door de zee
was opgeworpen. Naast de central e gravure waren er
gedetai l l eerde tekeni ngen te zi en van cocheni l l e-ei tjes en het
'ovari um of ei ernest'. De overi ge i l l ustrati es waren van
verschi l l ende 'ongeboren ani mal cul a^)', met kopjes, gel ede
pootjes en zel fs een sl urfje - waarvan Van Leeuwenhoek
terecht veronderstel de dat di t 'het i nstrument i s waarmee het
voedsel opneemt'.
De tekeni ngen, gemaakt door Van Leeuwenhoeks
i ngehuurde kunstenaars, waren rondui t wonderbaarl i jk.
Hoewel de afgebeel de di ertjes verbazi ngwekkend kl ei n waren,
hadden de kunstenaars ze zeer exact weergegeven. Voor vel en
vormden ze het defi ni ti eve bewi js dat cocheni l l e een i nsect
was.
Maar anderen waren mi nder overtui gd. Rond di e ti jd
wantrouwden veel mensen pri nci pi eel al l e bewi jzen di e met de
mi croscoop waren verkregen. Het was tensl otte bekend dat het
i nstrument tal l oze tekortkomi ngen vertoonde en dat er zel fs
i n de beste handen fouten mee werden gemaakt. Bovendi en
waren mi croscopi sten vaak querul anten, genei gd om hun
vondsten te overdri jven tenei nde hun ri val en te sl i m af te zi jn.
Sommi gen werden zel fs rondui t l eugenaars genoemd. Zo
verkl aarde Hartsoeker i n 1710 op schri ft dat Van Leeuwenhoek
nog geen dui zendste had gezi en van de di ngen di e hi j beweerde
te hebben waargenomen. Van Leeuwenhoek betaal de hem i n
1715 met gel i jke munt terug door i n een bri ef aan de Royal
Soci ety te verkl aren dat Hartsoeker 'het zi ch heeft veroorl oofd
onwaarheden te debi teren en een enorme ei gendunk heeft'.
In fei te l i jkt Van Leeuwenhoek een eerl i jke, zi j het koppi ge
man te zi jn geweest. Hi j maakte soms fouten, maar gaf deze toe en
herstel de ze bi j tal l oze gel egenheden. Waarschi jnl i jk was het
Hartsoeker di e, verteerd door jal oezi e, opzettel i jk l oog om zi jn
wetenschappel i jke reputati e op te vi jzel en. Maar jui st Van
Leeuwenhoeks werk werd door ti jdgenoten het vaakst met scepsi s
besproken. Omdat hi j ni et berei d was anderen deel genoot te
maken van zi jn mi croscopi sche techni ek (wat op zi ch al verdacht
l eek), konden maar wei ni g mensen zi jn resul taten veri fi ren,
zodat zi jn beschri jvi ngen van de mi nuscul e beestjes pure fantasi e
l eken voor degenen di e dergel i jke wonderen nooi t zel f hadden
waargenomen.
Sl echts enkel e gel eerden hadden de mogel i jkhei d om de door
Hartsoeker beschreven eenvoudi ge vorm van cocheni l l e door de
mi scroscoop waar te nemen; de rest had er nog mi nder van gezi en.
Al l een al de enorme preci si e van Van Leeuwenhoeks tekeni ngen
wekte argwaan. Hoe kwam hi j aan zul ke nauwkeuri ge detai l s?
Het was ook verdacht dat hi j van meni ng was veranderd. Hi j had
toch eerder gezegd dat cocheni l l e van een bes afkomsti g was? Hoe
kon hi j dan nu zo zeker zi jn van zi jn gel i jk? Onder ni et-
wetenschappers l egden Van Leeuwenhoeks concl usi es zel fs nog
mi nder gewi cht i n de schaal .
In pl aats van te bewi jzen dat cocheni l l e een i nsect was, bewees
Van Leeuwenhoeks arti kel ui t 1704 al l een maar dat de meeste
mensen geen vertrouwen hadden i n de mi croscoop, vooral ni et al s
daarmee een controversi l e kwesti e al s de herkomst van
cocheni l l e moest worden besl echt. Maar al s mi croscopen ni et te
vertrouwen waren, hoe moest de controverse dan worden opgel ost?
Ni et, zo bl eek, door een ni euw apparaat of door techni sche
vi ndi ngen, want de mi croscoop werd pas i n de negenti ende eeuw
substanti eel verbeterd, toen door ni euwe techni eken om l enzen te
maken de chromati sche aberrati e werd teruggebracht. Nee, de
di scussi e werd gesl oten dankzi j een weddenschap - een
weddenschap di e werd aangegaan door een man met het brei n van
een gel eerde, de behendi ghei d van een di pl omaat en de
koel bl oedi ghei d van een beroepsgokker.
Indezemiddeleeuwseminiatuurroerentextielverversmetlange
stokkenaandachtigrodestoffendooreenverfbad.Dekuipstaatop
eenovenwaarinhetvuurfelbrandt.(Mettoestemmingvande
BritishLibrary,RoyalMs15E.IIIf.269)
OpditportretvanCosimoilVecchio,degrondleggervandeMedici-
clan,ishetgebruikvanroodalskleurvandemachtgoedtezien.
ZijnnaamgenootCosimoilGrandeboodaanhetbeginvanI540
beschermingaandeeersteEuropesestoffenververdiemet
cochenilleexperimenteerde.
(ErichLessing/ArtResource,NewYork)
DeweeldewetlietdeFlorentijnsepatricirvrouwLucreziaPanciatichi
toeomdezespectaculaireRenaissancejurkvanscharlakenrodeen
donkerekarmijnrodezijdetedragen. (Scala/ArtResource,NewYork)
Karei V kleedde zich vaak in sober Spaanse zwart, maar hij
voegde voor het effect rode accenten eraan toe, wat in heel
Europamodezouworden.OpditschilderijvanTitiaanzijnzwart
en rood de dominante kleuren, een combinatie die macht en
rijkdom
illustreert. (ErichLessing/ArtResource,NewYork)
Voor kooplieden en kunstenaars uit de Renaissance was de
scharlakenrodetulbandeengoedmiddelomzichzelfaanteprijzen:
een exotische manier om te laten zien dat ze succesvol waren op
de internationale markt en geld hadden voor de mooiste rode
kleurstoffen.
(NationalGallery,Londen)
Op die schilderij van Titiaan toont de kunst- en
antiquiteitenhandelaar Jacopo Strada zijn schatten in een
wambuis met glanzend roze armen.Welvarende kooplieden
kondenzichmeerrodestoffenveroorlovendanooittevoren.
(ErichLessing/ArtResource,NewYork)
Decochenilleinderodejurkvanhetbruidjeopditschilderijvan
Rembrandtzorgtvoorextradiepteenschoonheid.Nietalleschilders
kondenzichdeverfstofveroorloven,maarmeesterschildersmet
genoeggeldmaaktenhunfelstekleurenroodmetpigmentendie
vancochenillewarengemaakt. (RijksmuseumAmsterdam/Bridgeman
ArtLibrary)
Hetverzamelenvancochenillewaseennauwkeurigkarweiwaarbij
deinsectenmetstokkenenborstelsvandenopalcactuswerden
geveegd.Indezezeventiende-eeuwseillustratiewordthetwerk
dooreenindiaaneneenSpanjaardsamengedaan,terwijl
normaliterbijnaallecochenilledoorindianenwerdgekweekten
verzameld.(ArchivoGeneraldeIndias)
DecochenillehandelwasgeconcentreerdindeMexicaanse
provincieOaxaca,waardeverfstofdoorinheemsefamilieswerd
geproduceerdenverwerkt.Cochenillewasheelbelangrijkvoorhet
voortbestaanvanhuneconomieenhuncultuur.
NicolaasHartsoekerpubliceerdein1694deeersteafbeeldingvan
eenvergrote,opzijnrugliggendecochenilleluis:geribbeldovaal,
mettweekleineoogjes.(MettoestemmingvandeBritishLibrary,
537K.I9)
DankzijzijnwonderbaarlijkeffectievemicroscopenwasVan
LeeuwenhoekzijnrivaalHartsoekerdebaas.InI704publiceerde
hijdetotdantoemeestgedetailleerdeafbeeldingenvan
cochenilleluizen.(TheRoyalSociety)
Meerdandrieeeuwenlang
wascochenillevoor-Europeaneneenonmisbaarbestanddeelvoor
deproductievanluxerodestoffen,zoalshetrijkeFranseweefselop
dezeafbeelding. (VictoriaandAlbertMuseum,Londen/Art
Resource,NewYork)
SirJosephBanksgebruiktezijnpositiealsonofficiledirecteurvan
deRoyalBotanicalGardensomdebotanischetoekomstvanhet
Britserijkuittestippelen,maarzijngeheimeplannen
om in Australi en India cochenille te introduceren, liepen uit op
eenramp.
(AgnewandSons,Londen/BridgemanArtLibrary)
TWAALF
Een vreemde weddenschap
Gokken i s zo oud al s de menshei d, maar zel den was de cul tuur er
zo van doortrokken al s ti jdens de Verl i chti ng. Terwi jl fi l osofen
het i dee verbrei dden van een rati oneel en ordel i jk uni versum
dat door vl i jti g en zorgvul di g onderzoek kon worden doorgrond,
werd i n de maatschappi j al s geheel de chaoti sche werel d van het
gokken en wedden om hoge bedragen een mani er van l even. In de
zeventi ende eeuw openden de eerste grote Europese gokhui zen
hun deuren en tegen de achtti ende eeuw waren er i n zo'n beetje
el ke pl aats gokgel egenheden te vi nden. Mensen ui t al l e
maatschappel i jke l agen - handwerksl i eden, sol daten, edel en en
vorsten - verspeel den hun gel d met dobbel en, tri k-trak en
kaarten.
In Frankri jk, waar Versai l l es zel f bekendstond al s ce tripot,
'di e goktent', zetten adel l i jke vrouwen i edere avond aan de
kaarttafel mi l joenen i n. 'In de modi euze Londense Brooks's Cl ub',
schreef Horace Wal pol e, 'worden bi j i edere worp dui zenden
wei den en korenvel den i ngezet en gaan er evenveel dorpen
verl oren al s bi j de aardbevi ngen di e Hercul aneum en Pompeji
verwoestten'. Ook i n kl ei nere gokgel egenheden verl oren mensen
hel e erfeni ssen ti jdens een potje kaart, een fei t dat een Franse
vader er i n 1769 toe bewoog zi jn stadsbestuur te vragen 'een
ei nde te maken het gokspel dat al zo l ang i n onze stad bestaat.
Mi jn ki nderen brengen me aan de bedel staf.'
Er waren nog andere mani eren om te gokken dan het spel .
In de achtti ende eeuw zetten mensen enorme bedragen i n bi j de
meest onbenul l i ge weddenschappen. In 1735 wedde graaf de
Buckeburg bi jvoorbeel d om een grote som gel d dat hi j
achterstevoren te paard van Londen naar Edi nburgh kon ri jden
(het i s onbekend of hi j i n di t dubi euze streven sl aagde). De graaf
van Artoi s wedde met Mari e Antoi nette dat het hem zou l ukken i n
twee maanden een pal ei s te bouwen (hi j huurde negenhonderd
arbei ders i n, di e hi j 24 uur per etmaal l i et doorwerken, en wi st zo
i n 64 dagen het hui s Bagatel l e te real i seren). 'Er i s ni ets, hoe
tri vi aal of bel achel i jk ook, waarom ni et gewed kan worden,'
verkl aarde een Londense krant i n 1754. En dat gebeurde dan ook:
om een hardl oopwedstri jd, het weer van komende di nsdag, een
duel . Sommi gen sl oten zel fs een weddenschap af over de herkomst
van cocheni l l e. Di t deed bi jvoorbeel d Mel chi or de Ruusscher i n
1725.
Zoal s het een gokker betaamt, i s Mel chi or de Ruusscher een
schi mmi ge fi guur i n de geschi edeni s van de cocheni l l e. De eni ge
i nformati e di e we over hem hebben, komt ui t een boek dat hi j i n
1729 publ i ceerde, de Natuerlyke historie van de couchenille,
waari n hi j zi jn weddenschap en de ui tkomst ervan beschri jft. Ui t
de i nl ei di ng bl i jkt dat De Ruusscher een Hol l ander was en
waarschi jnl i jk i n Amsterdam woonde; i n een eerdere fase van
zi jn l even had hi j 'vel e jaren i n Spanje gewoond'. Ook staat vast
dat hi j een vermogend man was. Hel aas vermel dt het boek verder
nauwel i jks detai l s over De Ruusschers l even. Het i s ni et dui del i jk
of hi j, zoal s veel Europeanen, al s koopman naar Spanje was
gegaan of er het l even van een heer l ei dde of anderszi ns.
Maar hoe wei ni g fei ten er ook i n de Natuerlyke historie staan,
het i s een karaktervol werk. Door de mani er waarop De Ruusscher
zi jn verhaal vertel t, en door het fei t dat hi j de moei te nam om het
op te schri jven, weten we dat hi j een groot l ezer en schri jver was,
di e een prachti ge bi bl i otheek bezat of daar ten mi nste gebrui k
van kon maken. Het i s ook dui del i jk dat hi j gepassi oneerd en
vri jgevi g was, en veel goede vri enden had. Maar ui t zi jn boek
bl i jkt vooral dat hi j een man van zi jn ti jd was. Al s typi sche
vertegenwoordi ger van de Verl i chti ng gel oofde hi j i n de ni euwe
wetenschappel i jke i deal en van vri je i nformati e-ui t-wi ssel i ng en
samenwerki ng. Hi j was vast van pl an om al s onderzoeker en al s
gokker tegen el ke pri js de grenzen der kenni s te verl eggen.
Ti jdens zi jn verbl i jf i n Spanje was De Ruusscher tot de
overtui gi ng gekomen dat cocheni l l e van di erl i jke oorsprong was.
Hi j had verschi l l ende 'grote navi gators' over de verfstof
ondervraagd, di e hem al l en hadden verzekerd dat cocheni l l e van
l evende beestjes werd gemaakt. Terug i n Amsterdam merkte hi j
dat daar 'veel mensen de tegenovergestel de meni ng zi jn
toegedaan; zi j denken dat het een vrucht of het zaad van een pl ant
i s'. Om aan de verwarri ng een ei nde te maken bracht De
Ruusscher de kwesti e ter sprake bi j vri enden di e net al s hi j i n de
wetenschap ge nteresseerd waren. De vri endel i jke di scussi e
draai de al snel ui t op een verhi t debat tussen De Ruusscher en
een van de vri enden, dat op een gegeven moment zel fs i n een
handgemeen drei gde te ontaarden. Om de zaak te sussen kwamen
de twee mannen tensl otte overeen het geschi l op een fatsoenl i jke
mani er te besl echten: ze besl oten naar de zeden van hun ti jd een
weddenschap aan te gaan. Ze benoemden vi er onafhankel i jke
schei dsrechters om de fei ten te beoordel en. Om te wi nnen moest
De Ruusscher met onweerl egbare bewi jzen komen dat cocheni l l e
van di erl i jke oorsprong was. De som waarom werd gewed was
gi ganti sch en bedroeg het hel e vermogen van De Ruusschers
vri end.
De Ruusscher had Hartsoekers Essai de dioptrique gel ezen en
bezat een mi croscoop waarmee hi j cocheni l l e had onderzocht.
Maar hi j begreep meteen dat hi j met de mi croscoop nooi t de
overwi nni ng zou behal en. Bewi jzen di e al l een met behul p van
een mi croscoop waren verkregen, waren te controversi eel en
subjecti ef. Al s De Ruusscher door het i nstrument keek, zag hi j
een i nsect, maar al s zi jn tegenstander het deed, zag hi j een
zaadje. Om de weddenschap te wi nnen moest De Ruusscher een
andere strategi e vol gen.
De Ruusscher ri ep de hul p i n van een Spaanse vri end: don
Pedro Gri stbal de Reynoso, een ri dder van de gerespecteerde en
i nvl oedri jke Orde van Santi ago. Don Pedro kende veel bel angri jke
mensen i n Oaxaca, i n di e ti jd de voornaamste cocheni l l e-
exporterende regi o van Ni euw-Spanje. Hi j had ook een zoon,
Marti n, di e op het punt stond om af te rei zen naar Ni euw-Spanje.
De Ruusscher schreef don Pedro en vroeg hem of zi jn zoon 'zo goed
zou wi l l en zi jn om bi j aankomst de nodi ge getui genverkl ari ngen
af te nemen tenei nde vast te stel l en of cocheni l l e een kl ei n l evend
beestje i s'. Al s hi j zi jn stel l i ng ni et wetenschappel i jk kon
bewi jzen, l ukte het mi sschi en wel met rechtsgel di ge
getui genverkl ari ngen.
Don Pedro en zi jn zoon bel oofden De Ruusscher te hel pen, en
toen de jonge don Marti n i n Mexi co aankwam, schreef hi j zi jn
vaders vri enden i n Oaxaca met het verzoek om een
getui genverkl ari ng over cocheni l l e af te l eggen. Hi j was eerl i jk
over zi jn bedoel i ngen: hun verkl ari ngen waren bestemd voor
bui tenl anders di e meenden dat cocheni l l e van een pl ant
afkomsti g was. De hoogste vertegenwoordi ger van de Kroon i n de
regi o, corregi dor of magi straat don Juan Bauti sta Fortuno, kreeg
ook een bri ef, en hi j zegde toe te getui gen. Di t deden ook een ti ental
andere i nwoners van Oaxaca, onder wi e verschi l l ende l agere
functi onari ssen van de Kroon en een i ndi aanse cacique, of
opperhoofd, di e afkomsti g was ui t een dorp i n de buurt waar
cocheni l l e werd geteel d.
Al s De Ruusscher om wat l evende cocheni l l el ui zen had
gevraagd, zou geen van deze mannen, zel fs ni et zi jn goede vri end
don Pedro, ook maar een vi nger hebben ui tgestoken om hem te
hel pen. Ze wi sten al s Spanjaarden maar al te goed dat de export
van l evende cocheni l l e verboden was en bovendi en het
l andsbel ang ernsti g kon schaden. Het verzamel en van
getui genverkl ari ngen l eek hun echter onschul di g, mi sschi en
omdat zi j evenzeer al s De Ruusscher waren be nvl oed door het
ni euwe wetenschappel i jke i deaal van bel angel oze
kenni sui twi ssel i ng over natuurfenomenen. Ontwi kkel de
achtti ende-eeuwers vonden gehei mhoudi ng i ets mi ddel eeuws,
i ets achterl i jks zel fs. Openhei d was het kenmerk van de werkel i jk
moderne gentl e-man.
Don Pedro's vri enden dachten zonder veel ri si co detai l s over
de oorsprong van cocheni l l e te kunnen verstrekken. Hoewel de
Spaanse Kroon de onderdanen zeker ni et aanmoedi gde om
i nformati e over de verfstof door te geven aan bui tenl anders, was
di t ni et met zoveel woorden verboden. Censuur was onnodi g, zo
verkl aarde de corregi dor don Juan Bapti sta i n zi jn getui geni s,
omdat het cocheni l l emonopol i e werd gegarandeerd door de
teerhei d van de i nsecten zel f. Al s een bui tenl ander probeerde een
doos met l evende i nsecten Mexi co ui t te smokkel en, zouden ze
bi nnen een paar dagen sterven - dat meende de corregi dor
al thans. Gezi en deze natuurl i jke beschermi ng zagen de
Oaxacanen er geen kwaad i n om te vertel l en waarvan cocheni l l e
werd gemaakt, vooral ni et al s een vri end van een vri end daarmee
een di scussi e kon wi nnen.
Hoewel het veel werk was om offi ci l e getui genverkl ari ngen
te l aten opstel l en, waren de corregi dor en andere hoge
functi onari ssen ni ettemi n berei d om hun vri end don Pedro i n
deze erezaak bi j te staan. Vanaf 13 oktober 1725 verzamel den ze
verkl ari ngen van anderen en l egden ze zel fverkl ari ngen onder
ede af.
De getui gen hadden al l en ui tgebrei d met cocheni l l e te maken
gehad, al s handel aar, boer of ambtenaar. Een paar Spanjaarden
handel den al twi nti g jaar i n cocheni l l e en de i ndi aanse boer
kweekte de l ui zen al zi jn hel e l even - ook zi jn voorouders hadden
al ti jd i n de cocheni l l eteel t gewerkt. In aanwezi ghei d van een
ambtenaar van de Oaxacaanse overhei d en verschi l l ende
notari ssen somden de mannen de bel angri jkste punten i n hun
ei gen woorden op: cocheni l l e was van l evende beestjes gemaakt,
'ze hebben ogen, een mond, pootjes en kl auwtjes', ze baarden
l evende nakomel i ngen. De getui gen beschreven verder i n detai l
hoe cocheni l l e werd gekweekt en geoogst, en i n wel ke opzi chten
wi l de cocheni l l e verschi l de van de gedomesti ceerde soort. Het
l eed geen twi jfel , zei den ze, dat bei de soorten cocheni l l e van
di ertjes waren gemaakt. 'Denken dat cocheni l l e ni et ui t l evende
beestjes bestaat,' getui gde de corregi dor, 'i s zoi ets al s twi jfel en
aan het bestaan van de zon.'
Ei nd oktober deden ze acht getui genverkl ari ngen en zes
ondersteunende geschri ften toekomen aan don Marti n, di e deze
doorstuurde naar zi jn vader i n Spanje. Don Pedro zond de
documenten vervol gens weer aan De Ruusscher, di e ze i n de
herfst van 1726 ontvi ng. Kort daarop vergaderde De Ruusscher
met zi jn vri end en de vi er onafhankel i jke schei dsrechters om hun
geschi l formeel te besl echten. De Ruusscher en zi jn vri end zetten
hun argumenten ui teen, de schei dsrechters onderzochten de
bewi jzen di e door de opponenten waren aangedragen.
De Ruusschers vri end was met een mi croscopi sch bewi jsstuk
gekomen: 'het vruchtje of zaadje' waarvan cocheni l l e was
gemaakt, compl eet met 'wol l i g omhul sel '. Ook De Ruusscher had
een mi croscopi sch bewi jsstuk, om aan te tonen dat cocheni l l e een
i nsect was.
Het l i jkt erop dat de schei dsrechters De Ruusschers
bewi jsstuk overtui gender vonden, maar de getui geni ssen ui t
Oaxaca gaven de doorsl ag. Dat De Ruusscher over zo'n groot
aantal schri ftel i jke bewi jzen beschi kte, werkte zeker i n zi jn
voordeel . Bi j Europese gerechtshoven waren sl echts twee
ooggetui genverkl ari ngen nodi g om de waarhei d vast te stel l en.
Daarom was er des te meer reden om 'van de zekerhei d van een
zaak overtui gd te zi jn al s deze wordt bevesti gd door een pl echti ge
eed van acht mensen en herbevesti gd door zes anderen [...] Hoe
kan i emand met gezond verstand denken dat al di e verschi l l ende
mensen gedwongen werden om een val se verkl ari ng af te l eggen?'
Om ook de l aatste twi jfel omtrent de betrouwbaarhei d van zi jn
getui gen weg te nemen l egde De Ruusscher ui t wel ke
vri endschapsbanden er bestonden tussen zi jn ei gen vri end, don
Pedro, en de acht Oaxacanen. Hi j benadrukte het fei t dat de
getui gen mannen van stand waren i n Oaxaca. 'Denkt u dat deze
mensen ui t de hoogste kri ngen dergel i jke getui genverkl ari ngen
zouden opschri jven, ondertekenen en bevesti gen met een val se
eed?'
In een werel d waari n heren nog op hun woord te vertrouwen
waren, l egde di t argument veel gewi cht i n de schaal . De
schei dsrechters besl oten unani em dat De Ruusschers
argumenten de doorsl ag gaven en verkl aarden op schri ft dat de
coche-ni l l ekorrel s oorspronkel i jk 'kl ei ne l evende di ertjes' waren
geweest. Maar met de weddenschap wi l den ze ni ets te maken
hebben. 'Om de vri endschap tussen de parti jen te bevorderen en
el ke reden tot een breuk te voorkomen,' schreven ze, gaven ze De
Ruusscher en zi jn opponent het advi es om een cl ausul e aan de
verkl ari ng toe te voegen waari n hun weddenschap ni eti g werd
verkl aard. Nu De Ruusscher gel i jk had gekregen, was hi j berei d
af te zi en van al l e aanspraken op het fortui n van zi jn vri end -
ongetwi jfel d tot di ens grote opl uchti ng.
Op aandri ngen van anderen beschreef De Ruusscher de zaak
i n zi jn Natuerlyke historie. Hi j deed ni et al l een versl ag van het
geschi l , compl eet met de namen van de schei dsrechters en
getui gen, maar voegde ook kopi en toe van al l e documenten di e
hi j ui t Oaxaca had l aten overkomen. Om een zo breed mogel i jk
publ i ek te berei ken werd het geheel ui tgegeven i n een dri etal i ge
edi ti e: van al l e bewi jsstukken was ni et al l een i n de
oorspronkel i jke Spaanse versi e, maar ook een Franse en een
Nederl andse opgenomen. De Ruusscher hoopte dat zi jn boek
vol doeni ng zou schenken aan 'mi nnaars van de waarhei d en
l i efhebbers van bui teni ssi g onderzoek'. Hi j wi l de hen overtui gen
van de waarhei d, zoal s hi j eerder de schei dsrechters had wi l l en
overtui gen.
In de Natuerlyke historie bl even veel vragen over cocheni l l e
natuurl i jk nog onbeantwoord. De voornaamste betrof de
voortpl anti ng van de cocheni l l eschi l dl ui s, een kwesti e di e zeer i n
de bel angstel l i ng stond i n Europa. De eni ge Oaxacaanse getui ge
di e zi ch hi erover ui tsprak was de corregi dor, di e verkl aarde: 'Al s
[de cocheni l l eschi l dl ui s] groei t, stri jkt er keer op keer een kl ei ne
vl i nder op neer.' Vol gens de i ndi anen, zo verkl aarde hi j verder,
waren dergel i jke vl i nders verantwoordel i jk voor de bevruchti ng.
Zowel hi j al s De Ruusscher was scepti sch over deze theori e. Voor
hen l eek het natuurl i jk dat soortgenoten met soortgenoten
paarden. Hoe kon een vl i nder dan een cocheni l l ei nsect
bevruchten?
Maar het woord 'vl i nder' was waarschi jnl i jk ni et meer dan een
foute Spaanse vertal i ng. Een document ui t 1777 vermel dt dat de
Mi xteken de mannel i jke cocheni l l eschi l dl ui s dahuayitz
noemden, wat l etterl i jk 'vl i egende echtgenoot' betekent. Bl i jkbaar
wi sten de i ndi aanse boeren heel goed hoe het zat: de mannel i jke
cocheni l l eschi l dl ui s was een i nsect dat van cactus naar cactus
vl oog om vrouwtjes te bevruchten.
Maar i n Europa vormde het fei t dat het cocheni l l emannetje zo
verschi l de van het vrouwtje een bel angri jk strui kel bl ok. Heel wat
gezaghebbende gel eerden meenden dat het mannel i jke
cocheni l l e-i nsect ni et bestond. Vol gens een Oaxacaanse
onderzoeker, Juan Manuel Mari scal , werden de vrouwel i jk
cocheni l l e-i nsecten bevrucht door de i nbreng van een 'goddel i jke
substanti e'. Hi j schreef zel fs een gedi cht waari n hi j de eeuwi ge
maagdel i jkhei d van de cocheni l l e-i nsecten prees. Soortgel i jke
theori en werden door Europese mi croscopi sten gepropageerd,
zoal s Van Leeuwenhoek. Nadat hi j terecht had vastgestel d dat de
gexporteerde cocheni l l e geheel ui t vrouwel i jke i nsecten bestond,
concl udeerde hi j dat de vrouwel i jke cocheni l l e zi ch zonder hul p
van mannetjes voortpl antte. Op wel ke mani er dat gebeurde kon
hi j ni et zeggen. 'Deze opvatti ng,' zo schreef hi j, 'mag mi sschi en
vreemd l i jken en wel l i cht geen gel oof vi nden bi j hen di e
vol houden dat er geen di eren kunnen worden verwekt zonder
copul ati e tussen een mannetje en een vrouwtje.'
De detai l s van de voorpl anti ng van het cocheni l l e-i nsect
bl even tot de negenti ende eeuw voor de meeste Europeanen een
raadsel , evenal s trouwens de vraag hoe het cocheni l l e-i nsect zi ch
tot de rest van het di erenri jk verhi el d. In de negenti ende eeuw
bl eef een aantal natuuronderzoekers vol houden dat cocheni l l e
ei genl i jk 'hetzel fde i s al s het di ertje dat wi j het l i eveheersbeestje
noemen'. Er werd ook verhi t gedebatteerd over de preci eze rel ati e
tussen gedomesti ceerde cocheni l l e en wi l de vari anten. Pas i n
1903 kreeg de gedomesti ceerde soort de wetenschappel i jke naam
di e ze tegenwoordi g heeft: Dactylopius coccus.
Hoewel met de publ i cati e van de Natuerlyke historie de
controverse rond cocheni l l e ni et i n al l e opzi chten was opgel ost,
l everde De Ruusscher een i ndrukwekkende prestati e: met zi jn
boek verdween de mi svatti ng dat cocheni l l e pl antaardi g van
oorsprong zou zi jn defi ni ti ef van het toneel . De voor het
gerechtshof afgel egde getui geni ssen ui t Oaxaca, pl us de ui tl eg
van De Ruusscher, maakten eens en voor al ti jd dui del i jk dat
cocheni l l e van di erl i jke herkomst was. Na de Natuerlyke historie
betoogden gel eerden i n Europa ni et l anger dat cocheni l l e ui t
zaadjes bestond.
'Het i s mi sschi en de eerste keer,' schreef de grote Franse
gel eerde Raumur i n 1738, 'dat een besl ui t over een bi ol ogi sche
kwesti e wordt gevel d door een rechtbank.'
DERTIEN
Spion in Oaxaca
Door de weddenschap van De Ruusscher begreep heel
Europa nu waar cocheni l l e vandaan kwam, maar het
cocheni l l e-i nsect zel f bl eef een raadsel . Meer dan eeuw l ang
hadden ontdekki ngsrei zi gers ui t Frankri jk, Groot-
Bri ttanni en de Nederl anden de werel d vergeefs naar de
verfstof afgezocht. De 'ongetwi jfel d goede hoop' dat er i n
Vi rgi ni a cocheni l l e zou worden gevonden, bl eek een i l l usi e,
en ook i n Ni euw-Nederl and en Ni euw-Frankri jk werd
zonder succes gezocht. In 1714 concl udeerde een Engel sman
somber: 'Cocheni l l e i s al l een i n Mexi co te vi nden.'
Er werden evenmi n echte vervangers voor cocheni l l e
gevonden, ondanks enthousi aste beri chten van het
tegendeel . Si r Wal ter Ral ei gh was een van de eersten di e
grote verwachti ngen wekten. Hi j beweerde i n de jaren
negenti g van de zesti ende eeuw i n tropi sch Guyana
'verschi l l ende bessen di e prachti g roodbrui n en karmi jn
kl euren' te hebben gevonden. Meer dan een eeuw l ater
kwamen er nog steeds van dergel i jke beri chten bi nnen. In
de jaren vi jfti g van de achtti ende eeuw verkondi gde de
Zweedse consul i n Tri pol i bi jvoorbeel d dat hi j i n Noord-
Afri ka een kever had ontdekt di e 'ui tstekende i nkt afgeeft i n
water, nauwel i jks mi nder dan de beste cocheni l l e'. Maar
dergel i jke verhal en l everden nooi t i ets reel s op, zeker ni et
i ets wat l eek op echt cocheni l l erood.
Ontmoedi gd door di t gebrek aan succes ondernam men i n de
achtti ende eeuw een aantal pogi ngen om cocheni l l e van de
Spanjaarden te stel en met het doel het i nsect i n ei gen l and te gaan
kweken. Sommi gen stel den zel fs voor de hel e cocheni l l eteel t naar
Europa te verhui zen. Vol gens een Ital i aanse schri jver was het
kl i maat i n Si ci l i gekni pt voor cocheni l l e. Maar het gi ng Veneti
en andere Ital i aanse steden i n economi sch opzi cht mi nder goed.
Hoewel er nog steeds superi eure kl eurstoffen werden gemaakt,
ontbrak het er aan de wi l en de mi ddel en om een dergel i jk pl an ten
ui tvoer te brengen. Al l een de Fransen en Bri tten hadden
vol doende macht om met eni g succes tegen Spanje te kunnen
samenspannen, en voor hen was cocheni l l e ui tsl ui tend een
kol oni aal product. 'Het zou erg de moei te waard zi jn om het op de
Ameri kaanse ei l anden te gaan kweken,' schreef Di derot i n 1753 i n
zi jn Encyclopdie. Hi j merkte tevens op dat het kl i maat op Sai nt-
Domi ngue, Marti ni que en andere Franse bezi tti ngen i n het
Cari bi sch gebi ed heel geschi kt was voor de kweek van cocheni l l e.
De Bri tten koesterden soortgel i jke i deen wat betreft hun ei gen
tropi sche en subtropi sche kol oni n.
Voor deze kol oni al e mogendheden was cocheni l l e onderdeel
van een groter streven naar ontwi kkel i ng van de ei gen kol oni n.
Vol gens het conventi onel e mercanti l i sti sche denken di enden de
kol oni n nutti g en wi nstgevend gemaakt te worden door er
grondstoffen voor het moederl and te produceren. Soms waren di e
i nheems i n de kol oni e; de pi jnbomen van New Eng-l and l everden
bi jvoorbeel d ui tstekende masten op voor Bri tse mari neschepen.
Maar pl anters en koopl i eden hi el pen de natuur een handje door
l ucrati eve ni euwe gewassen i n de kol oni n i n te voeren. Een
aantal zeventi ende-eeuwse Engel se avonturi ers was bi jvoorbeel d
van pl an om al l erl ei gewassen ui t Europa en het Mi dden-Oosten
i n Vi rgi ni a te pl anten, waaronder 'si naasappel s, ci troenen,
amandel en, ani jszaad, ri jst, komi jn, katoen, karwi jzaad, gember
[en] grote hoeveel heden sui kerri et, waarvoor het kl i maat en de
bodem ten zeerste geschi kt zi jn'.
Het kl i maat van Vi rgi ni a was er hel emaal ni et zo geschi kt
voor, maar kol oni n op warmere pl ekken boden de kol oni al e
dromers wel vol doende gel egenhei d om hun grootse pl annen i n
prakti jk te brengen. Tegen de achtti ende eeuw waren Jamai ca en
Barbados de krenten i n de Bri tse pap. De ei l anden l everden
jaarl i jks enorme hoeveel heden sui ker op en daarnaast nog i ndi go,
gember en katoen. De grootste tri omf vi el echter de Fransen te
beurt: hun kol oni n i n het Cari bi sch gebi ed produceerden naast
ui tstekende i ndi go, cacao en koffi e ook gi ganti sche hoeveel heden
van de goedkoopste sui ker ter werel d. Omdat di t hun ni et
vol doende was, verschaften ze zi ch i n het gehei m ook kaneel ,
peper en andere krui denpl anten ui t het Verre Oosten, di e ze
overal ter werel d i n Franse kol oni n i nvoerden.
Voor de Engel se en Franse kol oni sten l eken de mogel i jkheden
onbegrensd. Ze veranderden de natuur en de werel d naar ei gen
i nzi cht. Maar zel fs de meest opti mi sti sche kol oni st voorzag grote
probl emen al s het gi ng om de overpl anti ng van cocheni l l e naar
een ander gebi ed. Hoewel de meeste Europese l anden tegen 1600
het favori ete voedsel van het i nsect hadden weten te bemachti gen
(opunti a's waren te bezi chti gen i n botani sche tui nen i n Ital i ,
Dui tsl and, de Nederl anden en Engel and, en groei den i n Spanje i n
het wi l d), was het cocheni l l e-i nsect zel f veel l asti ger over te
pl aatsen.
Zel fs de bekendste botani st ter werel d, Carol us Li nnaeus,
sl aagde er ni et i n l evende cocheni l l eschi l dl ui zen te pakken te
kri jgen. Li nnaeus, befaamd om zi jn bi nomi nal e cl assi fi cati e
naar gesl acht en soort, di e we tegenwoordi g nog steeds gebrui ken,
was tevens een fervent voorstander van onafhankel i jkhei d van
zi jn geboortel and, Zweden. Het stoorde hem erg dat zi jn
l andgenoten hun met moei te verdi ende zi l vergel d ui tgaven aan
cocheni l l e, thee, tabak en andere bui tenl andse producten. Hi j
vond dat ze kl eurstof moesten maken van i nheemse pl anten,
Zweedse berendrui f moesten roken i n pl aats van tabak, en thee
moesten dri nken van de Linnea borealis, een al ti jdgroen gewas
dat Li nnaeus i n het noorden had ontdekt. Maar de Zweden zagen
wei ni g i n deze vervangers (zel fs Li nnaeus' ei gen zoon gaf toe dat
hi j de Zweedse groene thee 'behoorl i jk wal gel i jk' vond). Vol gens
Li nnaeus was er dus maar n al ternati ef: de Zweden moesten i n
ei gen tui n en kas tropi sche gewassen gaan verbouwen. Hi j
stuurde zi jn studenten de werel d i n met i nstructi es om
botani sche schatten al s cocheni l l e voor hun l and op te sporen.
Maar hoewel Li nnaeus heel wat l eerl i ngen had, sl aagde
sl echts n van hen eri n cocheni l l e te vi nden. In 1755 ontdekte
Dani l Rol ander een waarschi jnl i jk wi l de vari ant van het
i nsect i n de Nederl andse kol oni e Suri name. Hi j maakte een
soort terrari um i n een gl azen stol p, waar hi j een cactus vol
schi l dl ui zen i n bewaarde, en dankzi j de ui tzonderl i jke zorg
di e hi j aan de i nsecten besteedde, overl eefden de meeste de rei s
terug naar het Zweden. Hi j stuurde de cactus naar Li nnaeus'
kas, maar de grote botani st was zel f ni et aanwezi g. Een van de
tui nmannen van Li nnaeus ontfermde zi ch erover, maar i n de
meni ng dat het een smeri g, van ongedi erte vergeven
exempl aar was besl oot hi j het meteen goed schoon te maken.
Toen de tui nman zorgvul di g i eder schi l dl ui sje van de
cactus had verwi jderd en gedood, verscheen Li nnaeus. Hi j
besefte de ramp meteen en was wanhopi g. Vol gens ei gen
zeggen kreeg hi j 'een verschri kkel i jke mi grai neaanval ' toen
hi j zo al l e hoop vervl ogen zag. 'Ik wi l nooi t meer een woord over
"cocci onel l a" zeggen, er nooi t meer aan denken of aan
heri nnerd worden,' schreef hi j l ater aan een col l ega. Dani l
Rol ander vergi ng het nog sl echter; de rei s naar Suri name
kostte hem zi jn l i chamel i jke en geestel i jke gezondhei d. Hi j
raaskal de tegen i edereen dat hi j 'aan een Suri naamse strui k
parel s had ontdekt di e l evensel i xer bevatten'. Hi j werd nooi t
meer de oude en sti erfl ater al s bedel aar.
Was het mogel i jk om cocheni l l e i n het l and van herkomst
te bemachti gen en l evend met de bui t terug te keren? Het l ot
van Rol ander l eek op het tegendeel te wi jzen en er bestond dan
ook wei ni g ani mo om i n zi jn voetsporen te treden. Hoe
gefasci neerd de Europeanen ook waren door cocheni l l e, sl echts
wei ni gen waren desperaat genoeg om hun l even ervoor te
wagen.
Behal ve Rol ander l i jken al l een de Fransen seri eus geprobeerd
te hebben ti jdens deze peri ode de hand te l eggen op cocheni l l e.
Hun expedi ti e vond een generati e eerder pl aats dan Rol anders
rei s, en werd waarschi jnl i jk op touw gezet op i ni ti ati ef van
Raumur, di e de koni ng aan het begi n van de achtti ende eeuw
had voorgestel d een gehei me expedi ti e te organi seren om het
cocheni l l e-i nsect i n Mexi co te bemachti gen. Vol gens De
Ruusschers i nformanten i n Oaxaca sl aagden Franse spi onnen
eri n de jui ste soort cocheni l l e te bemachti gen, maar tot frustrati e
van de Fransen en opl uchti ng van de Oaxacanen sti erven de
i nsecten voordat ze Marti ni que berei kten. Na deze ramp maakte
de Franse Kroon geen pl annen meer om cocheni l l e te
bemachti gen en ri chtte men zi ch l i ever op mi nder gevaarl i jke en
kansri jker ondernemi ngen.
Pas i n de jaren zeventi g van de achtti ende eeuw werd de oude
cocheni l l edroom i n Frankri jk weer ni euw l even i ngebl azen door
Ni col as-Joseph Thi ery de Menonvi l l e, di e i n 1739 werd geboren i n
een Lothari ngse fami l i e van advocaten en rechters. Hi j werd
gedwongen om vol gens de fami l i etradi ti e rechten te studeren,
maar vl uchtte na zi jn afstuderen naar Pari js om zi ch aan zi jn
grote passi e te wi jden: de natuurl i jke hi stori e. Onder l ei di ng van
een van de gebroeders Jussi eu, de emi nente Franse botani sten
van zi jn ti jd, bestudeerde hi j de natuur. Hi j bl eek tal ent voor
botani e te hebben en oogstte veel l of van zi jn l eraren.
Maar l of was voor Thi ery ni et genoeg. Hi j was gepassi oneerd,
vaderl andsl i evend, ni et wei ni g i jdel , en hoopte voor Frankri jk -
en voor zi chzel f - grote daden te verri chten. Zi jn ambi ti e werd
ongetwi jfel d aangewakkerd door het besef dat het Franse
kol oni al e streven zi ch op een di eptepunt bevond. Frankri jk werd
vernederd door Groot-Bri ttanni ti jdens de Zevenjari ge Oorl og
(door Bri ts-Ameri kaanse kol oni sten de 'Franse en Indi aanse
Oorl og' genoemd) en verl oor veel kol oni al e bezi tti ngen. Met het
vredesverdrag dat i n 1763 werd getekend, raakte het een groot
deel van zi jn bezi tti ngen i n Noord-Ameri ka en Indi a kwi jt.
Si ndsdi en waren de Fransen doordrongen van de noodzaak om het
onderste ui t de kan te hal en i n de paar kol oni n di e hun nog
restten.
In de jaren zesti g en zeventi g van de achtti ende eeuw, toen
Thi ery i n Pari js botani e studeerde, wi jdden Franse gel eerden en
regeri ngsvertegenwoordi gers zi ch met herni euwde energi e aan
pl annen voor de kol oni n. De Franse mari ne voerde i n naam van
de koni ng een ongevenaard aantal rei zen ui t en kreeg opdracht
om i n het gehei m naar zel dzame pl anten te zoeken di e verbouwd
konden worden i n de versprei de Franse bezi tti ngen i n het
Cari bi sch gebi ed, de Indi sche Oceaan en Afri ka. De Franse
avonturi ers sl aagden vaak met veel durf en fl ai r i n hun
opdrachten, tot vreugde van Fransen overal ter werel d.
Hoewel Thi ery vertrouwder was met de sal ons en
boekenstal l etjes van Pari js dan met zeerei zen en i nternati onal e
spi onage, spraken de gedurfde expedi ti es hem zeer aan. Al s
moedi g man had hi j al snel zi jn zi nnen op een ei gen opdracht
gezet. Aanvankel i jk was het doel daarvan hem nog ni et dui del i jk,
tot hi j i n een boek van de gel eerde Abb Raynal over cocheni l l e
l as. 'De al ti jd dure cocheni l l e,' schreef Raynal , 'zou
bel angstel l i ng moeten wekken bi j de nati es di e de Ameri kaanse
ei l anden cul ti veren.'
Ge ntri geerd deed Thi ery verder onderzoek. Zel fs een l eek moet
het zi jn opgeval l en hoe bel angri jk de verfstof was voor de Franse
texti el i ndustri e, l aat staan i emand met zi jn bel angstel l i ng. De
garderobes van adel l i jke Pari jzenaars, mannen en vrouwen,
hi ngen vol kl edi ng gemaakt van zi jden en wol l en stoffen di e met
cocheni l l e waren geverfd (afb. 12). De tapi jten van de Gobel i ns-
fabri ek, di e i n heel Europa de muren van ari stocrati sche hui zen
si erden, waren beroemd om hun cocheni l l er-ood. Zel fs de
kardi nal en van Frankri jk getui gden i n scharl aken pracht van
het bel ang van de verfstof. Al s het Thi ery zou l ukken de
cocheni l l e naar een Franse kol oni e over te pl anten, zou hi j
Frankri jk ni et al l een bevri jden van de vernederende
afhankel i jkhei d van Spanje voor rode verfstoffen van
topkwal i tei t, maar zou dat ook een grote sti mul ans voor de Franse
i ndustri e en de Franse kol oni n betekenen.
Het was Thi ery dui del i jk wel ke l evenstaak hi j voor zi ch had:
hi j moest cocheni l l e zi en te bemachti gen voor zi jn gel i efde
vaderl and. Hi j l i et zi ch ni et ontmoedi gen door de gedachte dat di t
streven hem wel eens zi jn l even of verstand zou kunnen kosten.
Het l i jkt Thi ery, di e een groot gevoel voor drama had, jui st te
hebben aangesproken dat hi j zi jn l even i n de waagschaal stel de.
Hi j was doof voor fami l i e en vri enden di e probeerden hem de
waanzi nni ge ondernemi ng ui t het hoofd te praten. Thi ery was
i jdel en soms arrogant, maar vooral erg koppi g: al s hi j zi ch
eenmaal voor een zaak i nzette, gi ng hi j door tot het bi ttere ei nde.
Ui tei ndel i jk gaven zi jn fami l i el eden het op en bel oofden ze de rei s
mede te bekosti gen.
Maar Thi ery had meer gel d nodi g en kl opte daarom bi j de
Franse overhei d aan. Hi j wi erp al zi jn charmes i n de stri jd,
vertel de de Franse mari ne wat hi j van pl an was en vroeg offi ci l e
steun van de Kroon, i ncl usi ef een sti pendi um. Na eni g
del i bereren besl oot de mari ne Thi ery's pl annen hei mel i jk te
steunen omdat de nati e er veel voordeel ui t kon trekken. Ze
bel oofden hem zesdui zend livre onkostenvergoedi ng bi j aankomst
op Sai nt-Domi ngue, het Cari bi sche ei l and waar hi j zi jn expedi ti e
zou begi nnen, en de pl ek waar hi j de eerste Franse
cocheni l l epl antage zou sti chten al s hi j sl aagde.
De kol oni e Sai nt-Domi ngue, di e l ater Ha ti genoemd zou worden,
bestond ui t het oostel i jke derde deel van het veel gepl aagde ei l and
Hi spani ol a, dat door de eerste conqui stadores nog met het paradi js
was vergel eken. Maar het ei l and had enorm te l i jden gehad van
gewel d, hebzucht en zi ekten, en de conqui stadores waren verder
getrokken. Rond 1600 was Hi spani ol a een achtergebl even kol oni e
en Franse boekani ers ontmoetten wei ni g weerstand toen ze zi ch
aan de ge sol eerde oostel i jke kust vesti gden. In 1697 droeg Spanje
het bezette deel van het ei l and offi ci eel aan Frankri jk over. Sai nt-
Domi ngue was toen nog wei ni g meer dan oerwoud, maar onder
Frans bestuur werd de kol oni e een school voorbeel d van wat er met
een ambi ti euze overpl anti ngscampagne te berei ken was. De
Franse kol oni sten pl antten sui ker, koffi e, i ndi go, cacao en katoen
i n de ri jke, donkere aarde, en i mporteerden dui zenden Afri kaanse
sl aven om de ni euwe gewassen te verzorgen. In de herfst van 1776,
toen Thi ery zevenenderti g jaar oud was, voer hi j naar Sai nt-
Domi ngue, op dat moment de ri jkste kol oni e van West-Indi .
Natuurl i jk was de ri jkdom ongel i jk verdeel d, want 90 procent van
de hal f mi l joen bewoners was sl aaf.
De ri jke bl anke pl anters van Sai nt-Domi ngue l ei dden een
bi jzonder l uxueus l even. Indol enti e en genotzucht waren aan de
orde van de dag. 'Het i s i n overeenstemmi ng met de waardi ghei d
van een ri jk man,' schreef een bewoner, 'om vi er keer zoveel
sl aven te bezi tten al s hi j nodi g heeft.' Maar hoe decadent Sai nt-
Domi ngue ook was, bezoekers ui t Europa vonden het een
provi nci aal s gat. De steden werd regel mati g getei sterd door
branden en aardbevi ngen, en hoewel er enkel e i mposante hui zen
boven het pui n ui tstaken, bestonden ze verder bi jna geheel ui t
modderi ge, onverharde straten en krakkemi kki ge houten
optrekjes van een verdi epi ng hoog. Vol gens Thi ery, di e net ui t
Pari js kwam, was Port-au-Pri nce, de hoofdstad van Sai nt-
Domi ngue, 'ni ets meer dan een verzamel i ng vi ssershutten'.
Hoe onpretti g het er ook was, Thi ery vond al snel een
onderkomen waar hi j kon ui trusten na de 'vervel ende en
vermoei ende zeerei s' en kon nadenken over het vol gende deel van
zi jn expedi ti e. Hoe kon hi j tot Ni euw-Spanje doordri ngen? Di t was
een probl eem. Na 1700 was de door i nteel t gepl aagde Habs-burgse
l i jn ui tgestorven en was de Spaanse kroon overgegaan op een
mi ndere tak van de Franse Bourbons. Hoewel Frankri jk nu veel
i nvl oed had aan het Spaanse hof, was Spanje onafhankel i jk
gebl even en was het Spaanse bel ei d jegens bui tenl anders i n de
Ameri kaanse kol oni n i n fei te onveranderd.
12
Fransen al s Thi ery
mochten al l een naar Ni euw-Spanje rei zen met een offi ci eel
paspoort van de Spaanse autori tei ten en daar was heel moei l i jk
aan te komen. Maar ook met een paspoort mocht er maar beperkt
worden gerei sd en werd men voortdurend i n de gaten gehouden.
Aanvankel i jk hoopte Thi ery sti ekem de grens over te steken
tussen Sai nt-Domi ngue en Hi spani ol a, de Spaanse kol oni e
waarui t de rest van het ei l and bestond, om van daarui t te
proberen naar Mexi co over te steken. Het was geen fantasti sch
pl an, vooral ni et omdat Thi ery nauwel i jks Spaans sprak.
Gel ukki g deden zi ch al snel andere methoden voor om naar
Ni euw-Spanje te rei zen. 'Ik wei fel de nog steeds over de
verstandi gste koers, toen er [...] aan al l e twi jfel een ei nde kwam,'
schreef Thi ery l ater i n een versl ag van zi jn avonturen. 'Ik vernam
dat een koopman ui t Port-au-Pri nce op het punt stond een
bri ganti jn naar Havana te sturen om een schi p op te hal en dat
daar i n de buurt schi pbreuk had gel eden.' De Spaanse
autori tei ten maakten dui del i jk dat de bri ganti jn al l een de haven
bi nnen mocht om het beschadi gde schi p op te hal en en dat de
passagi ers ni et van boord konden. Hoewel Thi ery er dus wei ni g
mee zou opschi eten, rook hi j een kans. Hi j nam meteen contact op
met de Franse kol oni al e autori tei ten en vroeg het bel oofde gel d.
Sai nt-Domi ngue had gebrek aan l i qui de mi ddel en en kon hem
sl echts vi erdui zend l i vre geven i n pl aats van zesdui zend, maar
di t bedrag vol stond.
De bri ganti jn Dauphin vertrok op 21 januari 1777 met Thi ery
aan boord naar Havana. In Thi ery's bagage zaten 'een aantal
fi ol en, fl esjes, dozen en ki sten i n al l e soorten en maten' en een
Frans paspoort waari n hi j al s arts en botani st werd omschreven.
De beti tel i ng 'arts' was overdreven. Hoewel Thi ery een di pl oma i n
de geneeskunst had, was hi j al s dokter onervaren. Maar de
vermel di ng i n zi jn papi eren bl eek cruci aal voor zi jn pl annen.
Toen de Dauphin twee weken l ater voor de kust van Havana voor
anker gi ng, werd Thi ery pl otsel i ng ernsti g zi ek -dat beweerde hi j
al thans. Hi j schreef aan de gouverneur van Cuba dat hi j al s arts
ook wi st wat hem scheel de: hi j had 'scheepskoorts', di e al l een kon
genezen al s hi j aan l and werd gebracht. De gouverneur was onder
de i ndruk van Thi ery's optreden, zi jn medi sche kenni s en de
schi jnbare ernst van de kwaal , en gaf hem toestemmi ng om de
stad bi nnen te gaan.
De el i te van Havana was al snel onder de i ndruk van de jonge
Fransman, di e zo zwak en zo rad van tong was en zo'n dramati sche
i ndruk maakte. Tegen de ti jd dat Thi ery hel emaal was genezen,
was hi j de l i evel i ng van de soci ety van Havana. Hi j di neerde bi j
ari stocraten en gi ng naar de opera. En hi j deed zi jn best om
Spaans te l eren.
Een paar weken l ang cul ti veerde hi j het contact met zi jn
ni euwe vri enden. Toen besl oot hi j dat het ti jd werd om er di screet
op te zi nspel en dat hi j Ni euw-Spanje wi l de bezoeken. Om
achterdocht te vermi jden speel de hi j de Fransman: 'Ik deed al sof
i k vanwege mi jn l ange verbl i jf i n Havana en de beperkte rui mte
di e mi j al s botani st werd toegekend, vol l edi g i n de put zat en al sof
i k l eed aan ennui, veroorzaakt door de onbetrouwbare en gri l l i ge
aard van mi jn karakter, zoal s vaak, zonder veel recht, aan de
Fransen wordt toegeschreven.' De strategi e werkte perfect.
Bezorgd om hun metgezel en wel l i cht geamuseerd door zi jn
vreemde gedrag bezorgden Thi ery's vri enden hem een paspoort
waarmee hi j van Havana naar Veracruz mocht rei zen.
Veracruz, de grootste haven van Ni euw-Spanje, was de gouden
trechter waardoor de ri jkdommen van Mexi co naar Europa
stroomden. Maar ondanks al l e pakhui zen vol schi tterende waren
bl eef de stad een kol oni al e bui tenpost. Er was geen ri jk cul tureel
l even, zoal s i n Havana, zo ontdekte Thi ery al snel .
Hoewel hi j er na aankomst, ei nd maart, door veel i nwoners warm
werd ontvangen, was de gouverneur van de stad, don Fernan
Pal aci o, mi nder gastvri j. Vol gens Thi ery was hi j onbel eefd en
'keek hi j zuur'. Hoewel hi j de Fransman toestemmi ng gaf om i n de
stad te verbl i jven en pl anten ui t de buurt te onderzoeken, nam hi j
zi jn paspoort i n en wei gerde hi j di t terug te geven. Vervol gens gaf
hi j zi jn sol daten opdracht om hem goed i n de gaten te houden.
Thi ery was dus gestrand i n Veracruz, zonder te weten waar of
hoe hi j cocheni l l e moest bemachti gen - maar hi j was wi js genoeg
om daar zi jn mond over te houden. Om don Fernan mi nder
achterdochti g te maken vei nsde hi j vol l edi g op te gaan i n de
pl aatsel i jke fl ora. 'Of i k nu op het vel d was of i n de stad, i k had
al ti jd pl antjes i n mi jn hand,' schreef hi j, 'en was ofwel bezi g ze
door een vergrootgl as te bestuderen, ofwel ze met de grootste
omzi chti ghei d te determi neren.'
Hoewel de pl antenstudi e sl echts een dekmantel was, kwam er
een fortui nl i jke ontdekki ng ui t voort. De i nwoners van Veracruz
hadden jarenl ang de wortel van de jal appepl ant, di e verwant i s
aan dagschone en een sterk purgerende werki ng heeft, tegen hoge
kosten ge mporteerd ui t de stad Jal apa, op tachti g ki l ometer van
Veracruz. Thi ery l i et hun, tot opl uchti ng van hun i ngewanden
en hun portemonnee, zi en dat er ook pl aatsel i jk jal appewortel s te
vi nden waren. 'Door deze ontdekki ng werd i k een bekendhei d i n de
stad,' schreef Thi ery. 'Men beschouwde mi j al s een ui tzonderl i jk
personage.'
Nog geni etend van zi jn l okal e roem bezocht Thi ery het hui s
van twee pl aatsel i jke koopl i eden, di e hi j verschi l l ende soorten
cocheni l l e met el kaar hoorde vergel i jken. Ze waren het erover
eens dat de beste soort ui t Oaxaca-Stad kwam, bi jna dri ehonderd
mi jl ten zui dwesten van Veracruz. Thi ery begon mani eren te
bedenken om ernaartoe te mogen rei zen. Hoewel hi j angstval l i g
vermeed Oaxaca al s rei sdoel te noemen, wekten zi jn pogi ngen om
een paspoort te kri jgen om door het Mexi caanse bi nnenl and te
rei zen de achterdocht van don Fernan. De don waarschuwde de
onderkoni ng van Ni euw-Spanje, de hoogste vertegenwoordi ger
van de Kroon i n de kol oni e, di e Thi ery beval Mexi co met het
eerstvol gende schi p te verl aten. Di t zou ongeveer dri e weken l ater
ui t Veracruz vertrekken.
Thi ery zorgde ervoor zi ch ni et meer dan oppervl akki g
versl agen te tonen toen hem het bevel van de onderkoni ng werd
voorgel ezen, maar naderhand i n zi jn onderkomen werd hi j door
wanhoop overmand. 'Je hebt gefaal d i n een ondernemi ng di e je
bent aangegaan tegen het advi es van je vader, vri enden en
anderen i n, een ondernemi ng waarvoor je vi er jaar l ang ni ets dan
pani ek, chagri jn, zel fkasti jdi ng, harde arbei d en al l e mogel i jke
gevaren hebt ondergaan,' verweet hi j zi chzel f. Hoe kon hi j de
Franse mari ne met l ege handen onder ogen komen? En zi jn ei gen
fami l i e? Vol afschuw stel de hi j zi ch zi jn thui skomst voor. 'Ni ets
dan schande, vernederi ngen, hoon en mi nachti ng staan je te
wachten,' zei hi j tegen zi chzel f. De tegensl ag i nspi reerde hem tot
ni euwe daden: i n de dri e weken di e hem nog restten, zou hi j
proberen i n het gehei m naar Oaxaca te rei zen, de cocheni l l e te
bemachti gen en ongemerkt terug te keren naar Veracruz.
Het was een waanzi nni g pl an, dat wi st Thi ery zel f ook. De
bel emmeri ngen waren zo goed al s onoverkomel i jk. Hi j moest i n
mi nder dan dri e weken zonder paspoort of l andkaart zeshonderd
mi jl rei zen. Bovendi en sprak hi j nog steeds sl echts 'pover Spaans'
en kende hi j ni et n woord van de i nheemse tal en ui t de streek.
Al s hi j gevangen werd genomen, zou hi j al s spi on worden
terechtgestel d.
Maar di t l ot l eek Thi ery beter dan het al ternati ef. 'Zonder
succes terugkeren,' schreef hi j, 'was vresel i jker dan de dood zel f.'
Snel begon hi j pl annen te maken voor de rei s. Om de Spanjaarden
op een dwaal spoor te brengen zei hi j dat hi j zi jn l aatste dri e weken
zou doorbrengen bi j dona de Bouti l l oz, een weduwe di e i n Medel l i n
de Bravo woonde, een dorpje een paar ki l ometer ten zui den van
Veracruz. Omdat de dame i n kwesti e i n aanzi en stond en eerder
bl i jk had gegeven van grote genegenhei d jegens Thi ery, werd er
geen bezwaar gemaakt. In de hoop dat er geen nadere
i nl i chti ngen werden i ngewonnen, kl om Thi ery 's nachts over de
stadsmuur en begon hi j, nog voor zonsopgang, aan de voettocht
naar Oaxaca. Om ni et te veel te hoeven dragen had hi j sl echts een
paar bezi tti ngen bi j zi ch: gel d, een tas en een rozenkrans. Al s
vermommi ng droeg hi j het haarnet en de breedgerande hoed di e
i n de mode waren onder Spaanse heren. Hi j dacht onderweg wel
voedsel en water te zul l en vi nden.
In de daaropvol gende dagen maakte Thi ery zo veel mogel i jk
ki l ometers. Hi j stak ri vi eren over, pl oeterde door bossen en l i ep i n
de vol l e zon over verschroei de vl akten, 's Nachts sl i ep hi j i n
herdershutten of een kl ei ne herberg. Ter verkl ari ng van zi jn
armzal i ge Spaans deed hi j al sof hi j een Catal aanse arts was,
afkomsti g ui t de grensstreek met Frankri jk, een verkl ari ng
waarmee i edereen tevreden l eek. Toen hi j bi j een kl ooster op zo'n
vi jfti g mi jl van Veracruz de weg vroeg, vertel de hi j de onderpri or
dat hi j een rei zende arts was, op pel gri msrei s naar de kerk van
Nuestra Senora de l a Sol edad i n Oaxaca-Stad. Di t verhaal , i n
combi nati e met de vrome i ndruk di e Thi ery maakte en de
genereuze donati e van aal moezen, werkte pri ma. De onderpri or
gaf Thi ery bi j het afschei d gedetai l l eerde i nl i chti ngen -
'aanwi jzi ngen di e mi jl voor mi jl , dorp voor dorp, zo gedetai l l eerd
waren,'jui chte Thi ery, 'dat een generaal met een l eger op mars
erop had kunnen vertrouwen.'
Thi ery had al een Mexi caanse gi ds en een paard i ngehuurd en
vorderde nu snel i n de ri chti ng van Oaxaca. Hi j l i et zi ch ni et
tegenhouden door het verschri kkel i jke weer of de
vampi ervl eermui zen di e zi jn paard aanvi el en, maar bl eek wel
vatbaar voor het voorui tzi cht van een l i efdesavontuur. Terwi jl hi j
op een morgen i n een i ndi aanse woni ng ei eren met brood zat te
eten, trof hem 'de vol kmaakte schoonhei d van de meesteres des
hui zes', di e 'ni ets anders aanhad dan een met stroken afgezette
moussel i nen onderrok met een roze koord en een hemd dat de
schouders bl oot l i et'. Onder de i ndruk van haar charmes haal de
Thi ery een gouden munt te voorschi jn om haar gunsten te kopen,
maar bedacht toen i n wel ke gevaarl i jke si tuati e hi j zi ch bevond:
'Jezel f zo verl i ezen i n een vreemd l and, zonder vri enden, zonder
steun, omri ngd door tal l oze gevaren? Toegeven aan wel l usti ge
gevoel ens? Scheer je weg, dwaas!' Zuchtend l i et hi j de verl ei di ng
achter zi ch en gi ng weer op pad.
Thi ery werd bel oond toen hi j een paar dagen l ater het stadje
Gal l ati dan berei kte, want hi er trof hi j voor het eerst cocheni l l e
aan. Hi j zag een tui n met nopal cactussen, hi el d sti l , deed al sof hi j
i ets verstel de aan zi jn sti jgbeugel en knoopte een gesprek aan met
de i ndi aanse ei genaar van de tui n. Toen de i ndi aan zei dat hi j
cocheni l l e teel de, deed Thi ery al sof hi j verbaasd was, 'maar mi jn
verbazi ng was echt toen hi j me er wat van l i et zi en, want i n
pl aats van het rode i nsect dat i k had verwacht, kwam hi j met een
met wi t poeder bedekt beestje aanzetten'. Thi ery dacht dat hi j een
verschri kkel i jke vergi ssi ng had begaan. Was di t poederi ge
i nsectje werkel i jk de grondstof voor de kl eurstof di e hi j zo
begeerde? Ten sl otte kwam hi j op het i dee om het i nsect op een
stukje papi er stuk te kni jpen. Toen hi erop een purperrode vl ek
verscheen, was hi j 'dronken van gel uk en verbazi ng'. Hi j was er
nu zeker van dat hi j zi ch op het jui ste spoor bevond. Hi j wi erp de
i ndi aan een paar munten toe, besteeg zi jn paard en gal oppeerde
weg.
Kort daarop berei kte Thi ery - weer al l een en te voet - de
bui tenwi jken van Oaxaca-Stad, waar hi j een kamer nam i n een
mi serabel e herberg. In de vui l e, vol l e keuken zag hi j honden,
bedi enden, ki nderen, een l epral i jder en 'acht katten di e de borden
afl i kten'. Hi j besl oot ergens anders te gaan eten. Maar hoewel hi j
zi jn onderkomen wei ni g bevredi gend vond, was hi j opgetogen
over de l i ggi ng en het kl i maat van Oaxaca. Het l eek 'eeuwi g l ente'
i n deze stad. Nog verheugder was hi j over de no-pal pl antages
rondom Oaxaca, di e ri jk waren aan cocheni l l e. Maar hoe kreeg hi j
een voorraad nopal en cocheni l l e mee zonder achterdocht te
wekken?
Onvervaard schafte Thi erry zi ch bi j pl aatsel i jke
ambachtsl i eden manden aan. Hi j raakte bevri end met een aantal
i nwoners en ontdekte al snel een cocheni l l ekwekeri j, waar hi j
cactussen aantrof 'zo afgel aden met cocheni l l e, dat er ni et n
schi jf van de nopal verwi jderd kon worden zonder dui zenden
i nsecten te verpl etteren'. Na al l es eerst goed te hebben voorberei d
gi ng Thi ery om dri e uur 's morgens sti ekem naar de
cocheni l l ekwekeri j, vergezel d door twee i nheemse bedi enden ui t
de herberg. Hi j zei de bedi enden bui ten voor de poort te wachten,
l i ep de kwekeri j bi nnen en wekte de bejaarde zwarte boer di e er de
ei genaar van was. Hi j stel de zi ch voor al s arts di e bezi g was een
gecompl i ceerd geval van ji cht te behandel en, zei dat hi j no-
pal bl aderen en cocheni l l e nodi g had om zi jn pati nt te genezen en
bood hem een goede pri js.
De boer zei dat hi j mocht pakken wat hi j nodi g had. Thi ery
verzamel de 'de acht mooi ste takken, van el k zesti g centi meter
l ang, zeven of acht bl aderen i n l engte, maar zo vol
cocheni l l el ui zen dat ze er hel emaal wi t van zagen'. Nadat hi j ze
i n zi jn manden had gedaan, betaal de hi j de boer een gul l e som i n
goud. Hi j sl eepte de manden vervol gens naar bui ten, naar de
bedi enden, en ze vertrokken 'al s de bl i ksem'.
'Ik had het gevoel dat i k het Gul den Vl i es had bemachti gd en
dat de woedende draak di e het bewaakte me di cht op de hi el en zat,'
schreef hi j l ater. Hi j was vastbesl oten met zi jn bui t te
ontsnappen. De bedi enden kregen een fl i nke bel oni ng, nadat hi j
hun op het hart had gedrukt de zaak gehei m te houden.
Vervol gens vul de hi j de overi ge manden met andere pl anten,
zette ze i n acht grote houten ki sten di e hi j eerder i n Oaxaca had
gekocht en gi ng op weg naar Veracruz.
Hoewel de terugrei s vol gevaren was en hi j bi jna gesnapt
werd door pl aatsel i jke beambten, wi st hi j de havenstad heel hui ds
te berei ken. Hi j sl aagde er zel fs i n nog meer nopal bl ade-ren vol
cocheni l l e te bemachti gen voor i n zi jn ki sten. Hi j pakte de nopal
i n handdoeken en zo overl eefden de cocheni l l el ui zen de rei s. Na
twi nti g l ange dagen kwam Thi ery aan op de pl ek waar hi j zi jn
rei s was begonnen, i n zi jn onderkomen i n Veracruz.
Ongel ofel i jk genoeg verbaasden de i nwoners van Veracruz
zi ch ni et over zi jn verdwi jni ng en pl otsel i nge terugkomst met al
zi jn houten ki sten. Het verhaal dat Thi ery had vertel d voordat hi j
vertrok, werd vol l edi g gel oofd. Vri end en vi jand meende dat hi j de
hel e ti jd i n Medel l i n de Bravo bi j dona de Bouti l l oz was geweest,
daar de baden had bezocht en pl anten had verzamel d. Er wachtte
echter nog n beproevi ng. Voordat Thi ery aan boord van het
schi p kon gaan dat hem naar Havana en vervol gens naar Sai nt-
Domi ngue zou brengen, moesten zi jn ki sten en manden door
pl aatsel i jke douanebeambten worden ge nspecteerd, wat hi j 'met
eni ge vrees' tegemoet zag.
Op de dag van vertrek verscheen Thi ery bi j zonsopgang i n de
haven. 'Ik had erop gerekend dat l ui aards op di t uur nog l agen te
sl apen, dat de sol daten en offi ci eren, moe van hun nachtdi enst,
i n di epe rust i n hun hangmat l agen,' schreef hi j. Maar al s Thi ery
gehoopt had ongemerkt te kunnen ontsnappen, had hi j het mi s.
Zi jn pl antenverzamel i ng was zo omvangri jk dat hi j twi nti g
dragers had moeten i nhuren, en deze stoet was ni et onopgemerkt
gebl even. Een poosje nadat ze de haven hadden berei kt, 'kwamen
er sol daten, zeel i eden en handel aars aangel open om de pl anten te
beki jken di e de Franse botani st meenam'.
Het spel l eek ui t, maar Thi ery raakte ni et i n pani ek. Hi j bood
de ki sten onmi ddel l i jk, op nonchal ance wi jze, ter i nspecti e aan,
en deze houdi ng redde hem. 'De offi ci er van de wacht
compl i menteerde mi j met mi jn onderzoek en mi jn verzamel i ng
krui den. De beambten keken er met stomme verbazi ng naar,
maar waren toch zo bel eefd om geen van de ki sten te onderzoeken,'
schreef hi j l ater. 'Het hoofd van het kantoor, tevreden over mi jn
berei dhei d om de spul l en te l aten i nspecteren, zei dat i k door
mocht.'
Na zi ch op deze mani er door de douane te hebben gebl uft had
Thi ery al l een de thui srei s nog voor de boeg - en di e was
verschri kkel i jk. Hi j bracht bi jna dri e maanden op zee door en zi jn
schi p l eed verschi l l ende keren bi jna schi pbreuk i n stormen en
zware zeegang. Ondanks zi jn grote zorgzaamhei d begonnen de
cactussen en cocheni l l el ui zen ti jdens de ongebrui kel i jk l ange
rei s te rotten i n de vochti ge zeel ucht.
Tegen de ti jd dat Thi ery op 4 september 1777 Sai nt-Domi n-gue
berei kte, was een groot deel van de cocheni l l el ui zen dood. Maar er
waren er nog genoeg i n l even om hem te verzekeren van een
hel denontvangst door de bevol ki ng van Port-au-Pri nce. 'De
gouverneur verwel komde mi j al l ervri endel i jkst en
al l erhoffel i jkst,' schreef Thi ery. 'Hi j gaf opdracht om mi j de
verschul di gde tweedui zend l i vres te l aten ui tbetal en [...] en
bezorgde mi j een aanstel l i ng i n zi jn bestuur, met een sal ari s van
dui zend kronen per jaar.'
Thi ery werkte hard om di t sal ari s te verdi enen. Nadat hi j van
zi jn Mexi caanse odyssee was herstel d, zette hi j een koni nkl i jke
tui n op bi j het pal ei s van de gouverneur-generaal i n Port-au-
Pri nce. Daar vertroetel de hi j de nopal cactussen en de cocheni l l e
di e hi j ui t Mexi co had meegebracht, i n de hoop deze te
vermeni gvul di gen en te verdel en onder de pl anters van Sai nt-
Domi ngue. Di t bl eek l asti ger dan Thi ery had verwacht, want i n de
zware regens i n Ha ti spoel de de cocheni l l e van de cactussen en
rotten de cactussen zel f weg. Bovendi en waren er heel wat di eren,
zoal s vraatzuchti ge mi eren, di e het op de schi l dl ui sjes hadden
voorzi en. Nog erger was dat Thi ery op een gegeven moment
ontdekte dat er op Sai nt-Domi ngue al een wi l de cocheni l l esoort
bestond, di e overi gens net zomi n al s de andere wi l de soorten
commerci l e waarde had. Al l een door conti nue waakzaamhei d
kon hi j voorkomen dat de wi l de soorten zi ch vermengden met de
schi l dl ui zen ui t Oaxaca di e hi j met zo veel moei te had
bemachti gd.
Door di t saai e werk werd Thi ery's karakter zwaar op de proef
gestel d - zwaarder dan toen hi j i n l evensgevaar was. Hoewel hi j
zeer was i ngenomen met zi jn ti tel botaniste du roi, wi l de het met
de cocheni l l e sl echt l ukken. De voorraad schi l dl ui sjes nam
ondanks al zi jn moei te maar heel l angzaam toe. 'Mi jn verbl i jf i n
deze kol oni e wordt met de dag kwel l ender,' schreef hi j.
'Naast het harde werken doen zi ch tel kens weer ni euwe
probl emen voor.'
Thi ery's gezondhei d en gemoed hadden te l i jden onder de
dagel i jkse sl eur. Hi j werd i n Port-au-Pri nce berucht om zi jn
l asti ge karakter en gewel ddadi ge ui tbarsti ngen. Vooral de
suggesti e dat hi j de cocheni l l e van Spanje had gestol en, wekte zi jn
woede. Hoewel Thi ery ongetwi jfel d een 'bi opi raat' was, zoal s we
tegenwoordi g mi sschi en zouden zeggen, hi el d hi j vol dat hi j
rechtvaardi g had gehandel d tegenover de mensen i n Mexi co. Hi j
had ni ets gestol en, zei hi j, want voor i edere cactustak en
schi l dl ui s di e hi j had meegenomen, had hi j de boeren i n Oaxaca
gul betaal d. Hi j reageerde daarom zeer verontwaardi gd al s
Spanjaarden en andere vi janden hem een di ef noemden.
Ni et al l een de Spanjaarden, maar ook de zwarte sl aven i n
Sai nt-Domi ngue waren het voorwerp van Thi ery's bi ttere woede.
Tegenover i ndi anen was hi j arrogant, maar over mensen van
Afri kaanse afkomst sprak hi j met veni jn; hi j noemde hen 'het
meest perfi de vol k' dat er bestond. Het i s ni et bekend of hi j i n zi jn
cocheni l l etui n met zwarte sl aven werkte, maar i n dat geval zal
hi j hen zeker hebben bel asterd en onderschat, want hi j was er
vast van overtui gd dat Afri kanen en hun afstammel i ngen van
nature l ui , vul gai r en onwetend waren. Een dergel i jke houdi ng
was gemeengoed onder de Franse bovenl aag op Sai nt-Domi ngue
en vormde mede de aanl ei di ng tot de opstand van de zwarte
bevol ki ng i n 1791, een van de bl oedi gste sl avenopstanden i n de
geschi edeni s. Na derti en jaar stri jd wonnen de zwarten en werden
ze onafhankel i jk van Frankri jk. Ze noemden hun ni euwe nati e
'Ha ti ', een afl oop di e sl avenei genaren overal ter werel d de
stui pen op het l i jf joeg.
Tegen de ti jd dat deze revol uti e zi ch vol trok, was Thi ery ni et
meer i n l even. In 1780, voordat zi jn gepl oeter i n de koni nkl i jke
tui n van Sai nt-Domi ngue i ets had kunnen opl everen, kreeg hi j
een 'mal i gne koorts' en sti erf hi j i n Port-au-Pri nce. Zi jn opvol gers
probeerden zi jn werk dapper voort te zetten, maar het ontbrak
hun aan Thi ery's kenni s en i nzet, en al snel gi ngen er steeds meer
i nsecten dood. Bi nnen korte ti jd veranderde Thi ery's tui n i n een
woesteni j en was er geen spoor meer te bekennen van de cocheni l l e
di e hem meer waard was geweest dan zi jn ei gen l even.
VEERTIEN
Andersons enorme stommiteit
Na het verschei den van Thi ery de Menonvi l l e bl eef er wei ni g
meer over van het Franse streven om cocheni l l e i n handen te
kri jgen. Maar Thi ery's Don Qui chot-achti ge expedi ti e was ni et
geheel vergeefs gebl eken. Na zi jn terugkeer ui t Mexi co had hi j een
rei sversl ag geschreven, en l ater nog een verhandel i ng over het
kweken van cocheni l l e, waari n hi j de kenni s had verwerkt di e hi j
had opgedaan ti jdens zi jn gepl oeter om de schi l dl ui s i n Sai nt-
Domi ngue te tel en. In 1787 verzamel den Thi ery's col l ega's en
vri enden deze geschri ften en publ i ceerden ze i n een boek, Trait
de la culture du nopal et de l'ducation de la cochenille, dat al snel
i n Pari js werd herdrukt.
Ongetwi jfel d hoopten deze col l ega's dat het boek andere
Fransen zou i nspi reren om Thi ery's gedurfde ondernemi ng na te
vol gen. Maar het ti j zat ni et mee. Tegen de ti jd dat het werd
gepubl i ceerd, was de Franse Revol uti e ui tgebroken. De Franse
staatskas was ui tgeput door de kol oni al e oorl ogen en de steun aan
de Ameri kaanse onafhankel i jkhei d. Er was geen sou meer over
voor ni euwe expedi ti es naar Mexi co. Tot ontstel teni s van
patri otti sche Fransen overal ter werel d werd Thi ery's boek i n
pl aats daarvan voor het eerst gebrui kt door hun aartsvi jand:
Groot-Bri ttanni .
Terwi jl het Anci en Rgi me aan het ei nd van de achtti ende
eeuw afbrokkel de, nam de macht van Groot-Bri ttanni toe. In
Londen, de grootste stad van Europa, woonden ongeveer 700 ooo
mensen. De Bri tse fabri eken brei dden zi ch ui t en exporteerden
texti el , i jzerwaren en wapens over de hel e werel d. De Bri tse
mari ne werd al s de beste ter werel d beschouwd en de Bri tse Kroon
was bezi g het werel dri jk te vormen 'waar de zon nooi t ondergaat'.
De Bri tten waren wel i swaar derti en kol oni n kwi jtgeraakt aan de
Ameri kaanse opstandel i ngen, maar er waren nog heel veel
bezi tti ngen over. De Bri tse Kroon bezat ni et al l een Canada en een
fl i nk aantal Cari bi sche ei l anden, maar regeerde ook, samen met
de Bri tse East Indi a Company, over een groot deel van Indi a. En
Groot-Bri ttanni zou kort daarop bovendi en aanspraak maken op
Austral i en Ni euw-Zeel and.
Nu de Bri tten de Fransen hadden i ngehaal d met de omvang
van het ri jk dat ze bestuurden, wi l den ze hun ook de l oef afsteken
met de opbrengst van de kol oni n. Ge nspi reerd door de Franse
expedi ti es maakten Bri tse gel eerden, ondernemers en pol i ti ci i n
de jaren tachti g van de achtti ende eeuw nog ambi ti euzere
pl annen om commerci eel waardevol l e gewassen te bemachti gen
en deze op geschi kte pl aatsen i n hun ri jk te gaan verbouwen.
Van deze pl annenmakers had Joseph Banks, een heer ui t
Li ncol nshi re, de grootste ambi ti es. Hi j werd i n 1743 geboren, was
ri jk, had goede connecti es en een ongevenaarde energi e. Hi j was
door een van Li nnaeus' beste l eerl i ngen opgel ei d i n de botani e en
had van 1768 tot 1771 al s wetenschappel i jk observator op de
Endeavor van kapi tei n James Cook deel genomen aan de expedi ti e
op de Sti l l e Zui dzee. Banks was teruggekeerd met een grote
verzamel i ng verbazi ngwekkende vondsten. Hi j had meer dan
derti gdui zend speci mi na van pl anten en di eren aan de rei s
overgehouden, waaronder meer dan dui zend i n de Europese
wetenschap onbekende soorten. Deze speci mi na, en zi jn
dramati sche verhal en over kangoeroes, schi pbreuken en
ei l andromances hadden hem beroemd gemaakt - beroemder,
vol gens vel en, dan kapi tei n Cook zel f.
Door zi jn reputati e trok Banks al snel de aandacht van de
Bri tse koni ng George 111, di e graag met hem sprak over
mogel i jkheden om de l andbouw te verbeteren. De vri endschap
met de koni ng l egde Banks geen wi ndei eren. In 1773 benoemde de
monarch hem tot de onoffi ci l e di recteur van de Royal Botani -cal
Gardens i n Kew. Later verl eende hi j Banks de adel l i jke ti tel van
baronet (waarop een jal oerse ti jdgenoot Banks al s 'een ordi nai re
vl ei er van de koni ng' beti tel de). Toch werd Banks bl i jkbaar ni et
al l een door de koni nkl i jke fami l i e, maar ook door zi jn col l ega-
gel eerden gerespecteerd. Zi jn Londense hui s op Soho Square 32,
waar hi j veel van zi jn Austral i sche schatten tentoonstel de, werd
een ontmoeti ngspl ek voor al l erl ei natuuronderzoekers, en zi jn
wel voorzi ene bi bl i otheek een bron van kenni s voor gel eerden di e
zi ch wei ni g boeken konden veroorl oven. In 1778 werd hi j op de
betrekkel i jk jeugdi ge l eefti jd van vi jfenderti g jaar tot voorzi tter
van de Royal Soci ety gekozen, wat hi j zou bl i jven tot zi jn dood
rui m veerti g jaar l ater.
Na zi jn rei s naar de Sti l l e Zui dzee had Banks i n 1772 nog
IJsl and bezocht, maar tegen de ti jd dat hi j tot voorzi tter van de
Royal Soci ety werd benoemd, waren de dagen van de grote
expedi ti es getel d. In gedachten bl eef hi j echter rei zen. Vanui t zi jn
twee commandocentra i n Kew en op Soho Square zond hi j
botani sten, zaden, stekjes en handl ei di ngen naar Bri tse
bezi tti ngen over de hel e werel d. Hi j bouwde een ni euw werel dri jk
op door (onder andere) te proberen nootmuskaat, krui dnagel en
opi um i n Indi a, Chi nese thee i n het Cari bi sch gebi ed, en tabak,
cacao en koffi e i n Austral i te l aten verbouwen. De meeste van
deze pl annen faal den - soms op spectacul ai re wi jze, zoal s i n 1787,
toen Banks aan Wi l l i am Bl i gh opdracht gaf om met zi jn schi p, de
Bounty, broodvruchtbomen van Tahi ti over te brengen naar West-
Indi , waar ze al s goedkope voedsel bron voor de sl aven op de
sui kerpl antages gebrui kt konden worden. De opdracht l i ep ui t op
de beruchtste mui teri j i n de Engel stal i ge werel d.
Maar naast deze mi sl ukki ngen kende Banks ook vel e
successen. Met zi jn ambi ti e, doorzetti ngsvermogen en charme
was hi j een man met wi e i n bi nnen- en bui tenl and rekeni ng werd
gehouden. Hi j bl eek een sl eutel fi guur bi j al l erl ei soorten
projecten, zoal s de sti chti ng van een Bri tse kol oni e i n Austral i .
Al s het kl opt dat 'men een l and de grootste di enst bewi jst door een
nutti ge pl ant aan zi jn cul tuur toe te voegen', zoal s Banks'
ti jdgenoot Thomas JefFerson schreef, dan bewees Banks Groot-
Bri ttanni wel een heel grote di enst. Tegen de jaren tachti g van de
achtti ende eeuw stonden er dui zenden ni euwe pl anten i n de
Royal Gardens i n Kew. En Banks' steven om door mi ddel van de
botani e de Bri tse handel te bevorderen was over de hel e werel d
bekend.
Banks was een van de grote bri efschri jvers van zi jn ti jd. Veel
van zi jn pl annen ontvouwde hi j i n zi jn omvangri jke
correspondenti e en zo, door mi ddel van een bri ef, kwam hi j ook
voor het eerst i n contact met James Anderson. Anderson, een
amateurwetenschapper di e al s arts i n di enst was bi j de East Indi a
Com-pany i n Madras, l i et Banks i n december 1786 weten dat hi j
onl angs 'op zout gras, het gewone voedsel voor paarden hi er, een
cocheni l l e-i nsect aantrof. Anderson schreef dat hi j de i nsecten
onder een vergrootgl as had onderzocht en dat ze i n wi jn en water
een goede rode kl eur opl everden. Hi j had een kwekeri j opgezet van
verschi l l ende soorten opunti acactussen, di e toen al l ang waren
i ngevoerd i n Indi a, i n de hoop de i nsecten 'op de Mexi caanse
mani er' te cul ti veren. In de bri ef had Anderson enkel e gedroogde
i nsecten meegestuurd.
Banks' eerste reacti e op deze bri efi s ni et bewaard gebl even,
maar hi j was vri jwel zeker opgetogen over Andersons ontdekki ng.
Aan het ei nd van de achtti ende eeuw waren de Bri tten met 90 ton
per jaar een van de grootste gebrui kers van cocheni l l e zonder zel f
toegang te hebben tot de producenten i n Oaxaca. Ze betaal den
Spaanse koopl i eden zo'n 200000 pond per jaar voor de verfstof,
wel ke kosten aanzi enl i jk zouden dal en al s ze i n Indi a zel f
cocheni l l e konden tel en.
Ook de di recteuren van de East Indi a Gompany waren
enthousi ast toen ze over Andersons ontdekki ng hoorden, want ze
verwachtten een gevoel i ge kl ap voor Spanje en fl i nke wi nsten voor
zi chzel f. Zi ch terdege bewust van het bel ang van cocheni l l e voor
de Bri tse texti el i ndustri e i n het al gemeen en voor de
vervaardi gi ng van rode l egeruni formen i n het bi jzonder,
beschouwden ze cocheni l l e al s 'een arti kel van het grootste bel ang
voor onze fabri kanten [...] een medi ci jn dat op het gebi ed van
waarde di rect vol gt op goud en zi l ver'. Samen met Banks keken ze
rei khal zend ui t naar een professi onel e anal yse van Andersons
speci mi na.
Hel aas voor al l e betrokkenen bl eek Andersons
'cocheni l l ei nsect' waardel oos. In jul i 1787 tekenden de
di recteuren de verschri kkel i jke resul taten van het onderzoek op.
De Indi ase kever had sl echts 'een vui l e vl ek' opgel everd en was
vol gens een reeks deskundi gen 'vol komen nuttel oos voor verven
i n wel ke kl eur dan ook'.
Na deze ui tspraak koos de East Indi a Company, bang dat de
commerci l e bel angen van Groot-Bri ttanni schade hadden
opgel open, voor een andere opstel l i ng. De compagni edi recteuren
beval en Anderson ogenbl i kkel i jk een ei nde te maken aan zi jn
pogi ngen om het i nsect te kweken en te domesti ceren, ui t vrees
dat de Indi ase kever 'gebrui kt kan worden om echte cocheni l l e te
versni jden, tot groot nadeel van de consument'.
Deze epi sode, hoe gnant voor Anderson ook, betekende ni et
het ei nde van zi jn omgang met de ondernemende Banks. Hoewel
de Indi ase kever waardel oos was gebl eken, droeg Banks de
ontdekker geen kwaad hart toe. Hi j schreef jui st aan Anderson dat
de geschi edeni s hem 'de kans had gegeven om gebrui k te maken
van een omstandi ghei d di e zi ch waarschi jnl i jk nooi t zou hebben
voorgedaan [...] al s u mi j ni et met uw bri even had vereerd'. De
'omstandi ghei d' waar Banks op doel de, was een ni euw pl an voor
de overpl anti ng van cocheni l l e. Banks, di e onder de i ndruk was
van Andersons i ni ti ati ef en energi e, had een pl an bedacht
waari n de dokter ui t Madras een rol kreeg toebedeel d. Anderson
zou moeten hel pen het Mexi caanse i nsect naar het Indi ase
subconti nent over te brengen.
Het i dee om i n een Bri tse kol oni e cocheni l l e te gaan kweken was
voor Banks ni et geheel ni euw. Hi j was een van de eerste Engel se
wetenschappers di e de verhandel i ng van Thi ery de Menonvi l l e
had gel ezen, en wel l i cht i nspi reerde Thi ery's voorbeel d hem om
i n 1787 het i nsect i n Austral i te l aten kweken. Hi j had gehoord
dat nopal cactussen en cocheni l l el ui zen i n Brazi l i i n het wi l d
voorkwamen en gaf commodore Arthur Phi l l i p, commandant van
de eerste vl oot, opdracht om ui t te varen naar dat l and, en
vervol gens verder te koersen naar Botany Bay i n Austral i .
(Banks wi st dat gecul ti veerde en wi l de cocheni l l e ni et preci es
hetzel fde i nsect waren, maar begreep kennel i jk ni et hoe
bel angri jk di t onderschei d was.) Phi l l i p verzamel de i n Ri o de
Janei ro speci mi na van cactussen en schi l dl ui zen, di e hi j 'samen
met achthonderd mi sdadi gers, onder wi e tweehonderd vrouwen'
naar Austral i overbracht.
Wat er met Phi l l i ps' cactussen en schi l dl ui zen gebeurde, i s
een goed voorbeel d van de gevaren di e de botani sche
experi menten i n de kol oni n met zi ch meebrachten, gevaren di e
men i n di e ti jd onvol doende overzag. In een ni euwe omgevi ng
gedragen exoti sche soorten zi ch vreemd en onvoorspel baar: soms
sterven ze massaal , soms versprei den ze zi ch i n een razend
tempo. De wi l de cocheni l l e di e op Banks' aanwi jzi ngen i n
Austral i werd gekweekt, sti erf al snel ui t, maar de
nopal cactussen gedi jden en overwoekerden, samen met verwante
opunti asoorten, na eni ge ti jd een gebi ed van 250 000 vi erkante
ki l ometer i n het oosten van Austral i , zodat di t onbrui kbaar werd
voor l andbouw en veeteel t. Pas i n de jaren twi nti g, toen ter
bestri jdi ng van de nopal pl aag de Zui d-Ameri kaanse mot
Cactoblastis cacto-rum, werd i ngevoerd, waarvan de l arven zi ch
met de nopal cac-tus voedden, werd de opunti awoeker ei ndel i jk tot
staan gebracht.
13
(De mot werd daarna el ders zel f een pl aag. Hi j
werd i n het Cari bi sch gebi ed ui tgezet om de opunti agroei tot
staan te brengen, maar sprong over naar Fl ori da, waar hi j nu
zel dzame i nheemse cactussoorten bedrei gt.)
Banks zette zi jn pl annen ondertussen door, zi ch ni et bewust
van de ongewenste gevol gen van zi jn botani sche programma's.
Tegen 1788 werkte hi j aan een omvangri jk project om i n andere
del en van het Bri tse ri jk cocheni l l e te gaan kweken. Aanvankel i jk
wi l de hi j het i nsect i n Bri ts West-Indi i nvoeren, maar hi j besl oot
dat de arbei dskosten daar te hoog l agen. Indi a vond hi j veel
geschi kter, ni et al l een vanwege de l age l onen, maar ook omdat hi j
daar hul p kon verwachten van de berei dwi l l i ge dr. Anderson.
Banks wi st ook dat de di recteuren van de East Indi a Gompany
zi ch waarschi jnl i jk ontvankel i jk zouden tonen voor zi jn i deen.
Dat voorjaar nam de di recti e op zi jn aandri ngen een resol uti e aan
om zi jn project te steunen, en de 'Commi ssi e van Gehei mhoudi ng'
van de compagni e reserveerde tweedui zend pond om met de
ui tvoeri ng te begi nnen.
Maar de bureaucrati e en het postsysteem van di e ti jd waren
ui terst traag (soms duurde het meer dan een hal fjaar voordat een
bri ef ui t Londen i n Indi a werd bezorgd), zodat Anderson pas begi n
1789 te weten kwam wat de compagni edi recti e en Banks van hem
verwachtten. Op aanwi jzi ng van Banks had de East Indi a
Gompany rond di e ti jd aan verschi l l ende scheepskapi tei ns een
verzegel de opdracht meegegeven om 'het i nsect en de pl anten te
verkri jgen'. Om de mi ssi e gehei m te houden mochten de kapi tei ns
de opdracht al l een openen al s ze op weg naar Indi a toeval l i g ook
Zui d-Ameri ka aandeden. Banks l i et ook twee nopal cactussen di e
hi j i n Kew had gekweekt aan Anderson bezorgen. En hi j stuurde
hem een exempl aar toe van Thi ery de Menonvi l l es verhandel i ng
over de kweek van cocheni l l e, want vol gens Banks' pl an zou
Anderson de cocheni l l el ui zen di e de kapi tei ns wi sten te
bemachti gen gaan verzorgen.
Autocrati sch al s al ti jd besl oot Banks dat Anderson pas over
zi jn aandeel i n de pl annen ge nformeerd hoefde te worden al s de
kapi tei ns eri n sl aagden de i nsecten naar Indi a te brengen.
Zi jn orders, di e al s extra vei l i ghei dsmaatregel ni et aan Anderson
zel f, maar aan de gouverneur van Madras ter hand waren
gestel d, bl even tot di e ti jd verzegel d, evenal s di e van de kapi tei ns.
Sommi gen vonden al dat gehei mzi nni ge gedoe overdreven,
maar vol gens Banks was het essenti eel . Al s presi dent van de
Royal Soci ety, een i nstel l i ng di e veel deed om de vri je
ui twi ssel i ng van i deen te sti mul eren, had Banks een zeker
bel ang bi j wetenschappel i jke openhei d, maar zi jn pl an om
cocheni l l e te bemachti gen was geen wetenschappel i jke
ondernemi ng, maar een compl ot tegen de Spaanse
handel sbel angen en daarom was di screti e onontbeerl i jk. Al l een
met crypti sche bevel en en verzegel de opdrachtbri even kon Banks
hopen de Zui d-Ameri kaanse ambtenaren om de tui n te l ei den en
de tegenwerki ng van Bri tse di pl omaten di e de fragi el e vrede met
Spanje wi l den handhaven ui t de weg te gaan.
Hel aas voor Banks opende de gouverneur van Madras de
verzegel de opdracht en gaf hi j hem l ang voordat de cocheni l l e
arri veerde aan Anderson. De arts was zi ch ni et bewust van
Banks' bedoel i ng om hem voorl opi g ni ets te vertel l en, en
reageerde bui tengewoon enthousi ast op het pl an. Onafhankel i jk
van Banks had hi j ongeveer hetzel fde bedacht en hem daar zel fs
al over geschreven, maar zi jn bri ef berei kte Banks pas nadat de
Commi ssi e van Gehei mhoudi ng haar besl ui t had genomen.
'Zouden de beste gekl eurde i nsecten hi ernaartoe gestuurd
kunnen worden,' had Anderson i n maart 1788 geschreven, 'dan
neem i k het op mi j om het voor de Spanjaarden bi nnen l uttel e
jaren onrendabel te maken verder nog maar n pond cocheni l l e
ui t Mexi co te exporteren.' Nadat Anderson Banks' opdracht en de
nopal cactussen ui t Kew had ontvangen, zette hi j meteen een
ni euwe, nog grotere nopal kwekeri j op voor de nog te ontvangen
Mexi caanse cocheni l l e. Omdat hi j ook een zware
verantwoordel i jkhei d droeg al s hoofd van de gezondhei dsdi enst
i n Madras, vaardi gde hi j een andere arts i n Indi a, Andrew Ber-
ry, af om toe te zi en op de aanl eg en het beheer van deze pl antage.
Anderson meende dat Banks hem vol l edi g vertrouwde en
schreef hem en de East Indi a Company daarom zi jn eerl i jke
meni ng over het pl an, waarbi j hi j de zwakheden ni et onvermel d
l i et. Hoewel Banks de scheepskapi tei ns had opgedragen hun
cocheni l l e i n Brazi l i te hal en, zoal s ook commodore Phi l -l i p had
gedaan, vroeg Anderson zi ch af of ze i n dat l and de jui ste soort
zouden vi nden, want hi j had gehoord dat 'de cocheni l l e di e daar
wordt gekweekt van veel mi ndere kwal i tei t i s dan de Spaanse
grana'. In al zi jn oprechthei d had Anderson ook i ets op te merken
over Banks' 'terughoudendhei d en gehei mzi nni gdoeneri j'. Hi j was
jui st voorstander van de grootst mogel i jke wetenschappel i jke
openhei d en stel de voor gebrui k te maken van de wervende kracht
van de publ i ci tei t. Hi j was er zeker van dat ze snel l er en
makkel i jker de hand zouden l eggen op het Mexi caanse i nsect al s
de East Indi a Company er openl i jk een bel oni ng voor ui tl oofde.
Anderson schreef een compagni emedewerker i n Cal cutta met het
advi es om 'dui zend pond voor sylvester [wi l de cocheni l l e] en
ti endui zend voor grana fina [gedomesti ceerde cocheni l l e] ui t te
l oven en af te wachten of we ni et spoedi g een voorraad kri jgen
gel everd'.
Anderson was er zo zeker van dat publ i ci tei t tot succes zou
l ei den en wi l de andere gel eerden zo graag over zi jn cocheni l l e-
onderzoek vertel l en, dat hi j zonder Banks' toestemmi ng zi jn hel e
correspondenti e met hem publ i ceerde, i ncl usi ef een kopi e van de
gehei me resol uti e van de East Indi a Company. Di t deed hi j i n een
reeks pamfl etten di e vanaf 1788 i n Madras verschenen en een
breed l ezerspubl i ek vonden i n het Bri tse ri jk en daarbui ten.
Anderson stuurde zel fs een pamfl et aan een Spaanse botani st i n
Mani l l a. Toen Banks van Andersons i ndi screti e hoorde, werd hi j
wi theet. 'Al s de Spanjaarden speci al e maatregel en nemen om te
voorkomen dat het i nsect ui t hun Ameri kaanse bezi tti ngen kan
worden meegenomen,' schreef hi j i n 1791, 'dan zal dat te wi jten
zi jn aan Andersons enorme stommi tei t.'
Of het nu aan Andersons stommi tei t l ag of ni et, het l ukte
l ange ti jd geen enkel e Bri tse scheepskapi tei n om aan cocheni l l e te
komen. Ontmoedi gd ri chtte Banks zi ch op een keur van andere
projecten, waaronder de sti chti ng van een kol oni e i n Austral i , de
cul ti veri ng van exoti sche pl anten i n Kew en het fokken van
schapen voor koni ng George m. Pas i n december 1792 sl aagde een
van Banks' agenten er ei ndel i jk i n i n Ri o de Janei ro l evende
cocheni l l el ui zen te bemachti gen. Ze kwamen i n februari 1793 i n
goede staat i n Londen aan, maar bezweken vervol gens i n Banks'
kas toen het verwarmi ngssysteem het begaf.
Anderson werkte net al s Banks ook aan andere projecten,
zoal s de zi jderupscul tuur di e hi j i n Madras hoopte i n te voeren.
Ti jdens zi jn experi menten met de cactuskwekeri jen was hi j ook op
het i dee gekomen om nopal te gebrui ken al s mi ddel om
scheurbeuk te genezen (waar de Bri tse mari ne erg onder l eed),
een zi ekte di e wordt veroorzaakt door gebrek aan vi tami ne G.
Anderson was zeker ni et de eerste di e i ets tegen deze vresel i jke
aandoeni ng vond. De Hol l anders namen al si nds de zesti ende
eeuw op l ange rei zen ci trusvruchten mee en een Bri tse
chi rurgi jn had i n 1757 een soortgel i jke remedi e voorgestel d,
maar de vruchten van de nopal cactus bl eken een wel kome
aanvul l i ng op het Bri tse scheepsvoedsel . Vol gens een zeeman di e
op Kaap de Goede Hoop voer, was 'dokter Andersons ui tstekende
nopal de gel i jke van el ke groente di e i k ooi t heb gegeten i n soep,
hooggeprezen i n curry's en i n gekookte vorm zeer goed van
smaak'.
Hoe vl ei end dergel i jke compl i menten ook waren, het moet
Anderson hebben dwarsgezeten dat zi jn cactuskwekeri j ni et
gebrui kt werd waarvoor ze was aangel egd: de teel t van cocheni l l e.
Maar i n 1795, zeven jaar nadat Banks zi jn oorspronkel i jke pl an
had gel anceerd, kwam er ei ndel i jk een zendi ng l evende
cocheni l l e i n Indi a aan - ni et, zo bl eek, door Banks' kui peri jen,
maar al s regel recht gevol g van Andersons 'stommi tei t'.
De cocheni l l e was afkomsti g van een Bri tse offi ci er, Nei l son,
di e Andersons pamfl etten had gel ezen toen zi jn regi ment i n
Madras was gestati oneerd. Na een aanstel l i ng el ders werd hi j
nogmaal s naar Indi a overgepl aatst en toen het schi p dat hem
daarnaartoe bracht begi n 1795 Ri o de Janei ro moest aandoen om
rantsoenen i n te sl aan, besefte hi j, zoal s hi j l ater aan Anderson
schreef, dat di t 'een goede gel egenhei d was om u te brengen
waarnaar u zo zeer verl angde'. Terwi jl Nei l son onder bewaki ng
een ui tstapje maakte bui ten Ri o, ontdekte hi j een no-pal kwekeri j
waar een cocheni l l evari ant werd geteel d. Later keerde hi j er
zonder begel ei ders terug en zei tegen de kwekers dat hi j een
amateurbotani st was en een paar van hun cactussen wi l de
hebben. 'Ik kreeg ze heel makkel i jk, zonder dat er vragen werden
gestel d,' schreef hi j, omdat de Brazi l i anen dachten dat hi j 'ze
al l een wi l de omdat i k ni euwsgi eri g was'. Nei l son smokkel de net
al s Thi ery de Menonvi l l e de pl anten en i nsecten aan boord van
zi jn schi p, maar een groot aantal sti erf ti jdens de zeerei s. Toch
had Nei l son toen hi j maanden l ater, i n mei 1795, ei ndel i jk i n
Indi a aankwam, nog steeds een paar pl anten met
cocheni l l el ui zen erop.
Nei l son had verwacht zi ch i n Madras te zul l en ontschepen,
maar zi jn schi p bracht hem veel verder naar het noorden, naar
Cal cutta. Wel i swaar tel eurgestel d dat hi j de cocheni l l e ni et
persoonl i jk aan Anderson kon overhandi gen, vertrouwde hi j de
i nsecten toe aan Andersons vri end, Wi l l i am Roxburgh, opzi chter
van de botani sche tui n van Cal cutta. Nei l son en Roxburgh
wi l den meteen wat van de i nsecten aan Anderson sturen, maar
het weer en de wi nd zaten tegen, de voorraad was maar kl ei n en de
gevaren van de rei s waren zo groot dat het beter l eek de cocheni l l e
eerst i n Cal cutta te l aten gedi jen. Ze schreven Anderson om
toestemmi ng te vragen, en zetten de i nsecten ui t op verschi l l ende
nopal cactussen, waaronder de soort di e Banks vanui t Kew had
opgestuurd.
Maar di t had rampzal i ge gevol gen. Ei nd mei schreef
Roxburgh overstuur aan Anderson: 'Hel aas zi jn negen van de
ti en cocheni l l e-i nsecten gestorven omdat ze afkeri g zi jn van al l e
dri e de pl anten di e u voor ze hebt gecul ti veerd.' Nei l sons
cocheni l l e l eek ten dode opgeschreven.
Roxburgh merkte echter op een gegeven moment dat een
aantal schi l dl ui zen zi ch thui s l eek te voel en op een cactus di e de
Bengaal se nopal , of neeg-penny, werd genoemd. Deze was l ang
gel eden ui t Ameri ka i n Indi a ge mporteerd en kwam i n veel
di stri cten i n het wi l d voor. Al snel begonnen deze schi l dl ui zen
zi ch i n een gewel di g tempo voort te pl anten. Ei nd juni beri chtte
Roxburgh opgewekt aan Anderson en zi jn assi stent Berry: 'We
hebben er dui zenden di e het heel goed doen.' Hi j stuurde twee
dozen stekken van de Bengaal se nopal , 'met een overvl oed aan
i nsecten', naar Madras.
De cocheni l l e kwam vei l i g aan en gedi jde op de i ngeburgerde
cactus, waar i n di e streek veel heggen van waren gemaakt.
Anderson verheugde zi ch bi j het voorui tzi cht zo'n doodgewone
pl ant te kunnen gebrui ken om het zel dzame i nsect te kweken. Hi j
meende dat de East Indi a Company daardoor 'zel fs het kaal ste,
droogste en onvruchtbaarste l and' goed zou kunnen benutten.
Het eni ge verontrustende was dat Roxburgh had gemerkt dat
Nei l sons cocheni l l e 'sl echts derti g dagen nodi g had om de
verschi l l ende stadi a te doorl open' - een snel l e voortpl anti ngs-
cycl us di e erop wees dat het i nsect dat Nei l son had meegebracht
geen gedomesti ceerde schi l dl ui s was, maar een wi l de soort.
Anderson had terecht getwi jfel d aan de Brazi l i aanse cocheni l l e,
maar hi j nam de kwesti e fi l osofi sch op. Ni et gepl aagd door kenni s
van de evol uti etheori e of de wetenschap dat de domesti cati e van
wi l de cocheni l l e i n Mexi co honderden, zo geen dui zenden jaren
had geduurd, meenden Berry en hi j dat de kwal i tei t van de
voorraad met de jui ste zorg en voedi ng enorm zou verbeteren.
Een hal ^aar nadat Nei l sons cocheni l l e i n Madras was
aangekomen, l eek Andersons hoop te worden bewaarhei d. Berry
beri chtte dat er met hun schi l dl ui zen al betere resul taten werden
behaal d dan met de wi l de Ameri kaanse soorten. Hi j had een
aantal proeven gedaan op texti el en schatte i n dat Nei l sons
cocheni l l e ongeveer tweederde van de kl eurstof opl everde van
Mexi caanse cocheni l l e van topkwal i tei t, en aanzi enl i jk meer dan
de andere syl vester-soorten. In december 1795 stuurde Ber-ry
monsters aan de gouverneur van Madras: 'Met groot genoegen doe
i k u hi erbi j stukken kasjmi eren en fl anel l en stof toekomen di e
zi jn geverfd met hi er gekweekte cocheni l l e, wel ke i n hel derhei d
en kl eur ni et onderdoen voor het beste scharl aken.' Banks kreeg er
i n Engel and steeds meer vertrouwen i n dat de Indi ase cocheni l l e
snel een ei nde zou maken aan het Spaanse monopol i e.
In de l ente van 1796 moesten Berry en Anderson echter
toegeven dat er zi ch onvoorzi ene probl emen voordeden bi j de
kweek van Nei l sons cocheni l l e. De i nsecten bl eken over een
enorme eedust te beschi kken en versl onden al l e Bengaal se no-
pal s i n de omtrek. 'Het gevaar drei gt dat ze al hun voedsel
verni eti gen en zo aan hun ei nde komen,' schreef Berry bezorgd.
In jul i versprei dden de i nsecten zi ch vol gens Anderson
razendsnel en 'waar ze geweest zi jn, zi jn de [Bengaal se nopal s]
dermate aangetast of verwoest, dat de mensen di e een tui n
hebben en een aanval op hun verschi l l ende gewassen en
groenten vrezen, de opunti a ui t hun heg kappen, vol gens
hetzel fde pri nci pe dat een l and wordt verwoest bi j de naderi ng
van een machti ge vi jand'. Di t was vol komen onnodi g, schreef
Anderson, omdat de i nsecten ui tsl ui tend Bengaal se nopal s
vraten, maar hi j vreesde dat Nei l sons cocheni l l el ui zen zouden
sterven al s hun voedsel bron ui t de Indi ase tui nen verdween.
Nog vervel ender vond Anderson al l e moei te di e het kostte om
gegadi gden te vi nden voor de teel t van het hongeri ge i nsect.
Ondanks de gegarandeerd hoge pri js di e de East Indi a Company
voor cocheni l l e bood, hadden Bri tse l andei genaren net zomi n al s
eerder de Spaanse conqui stadores zi n om zi ch met zo'n vreemd
product i n te l aten. De paar Bri tten di e wel aan de
schi l dl ui zenkweek begonnen, waren ni et genei gd er zel f veel
werk voor te verzetten. In ten mi nste n geval l i et de
l andei genaar 'ki nderen van zeven tot negen jaar' voor hem
werken.
'Ik weet dat het u pl ezi er zal doen te vernemen dat de i nl andse
jeugd zo goed tewerk i s gestel d,' schreef hi j aan Anderson.
Indi ase l andei genaren hadden zo mogel i jk nog mi nder trek i n
de cocheni l l eteel t. Daar stoorde Anderson zi ch het meest aan,
want hi j was vooral voorstander geweest van de i nvoer van de
schi l dl ui s omdat hi j meende dat arme Indi ase boeren ervan
zouden profi teren. Hi j had ni et verwacht dat Indi rs van hogere
kasten de cocheni l l ecul tuur zouden omarmen, want zi j waren, zo
verkl aarde hi j, 'te edel en del i caat om zi ch met handwerk bezi g te
houden'. Maar hi j begreep ni et waarom wevers, wi nkel i ers,
bedi enden en kappers ni et i n de ri j stonden om op een ei gen l apje
grond cocheni l l e te gaan tel en. Het was dui del i jk dat ze daar ni ets
voor voel den.
Een van Andersons correspondenten vertrouwde hem i n 1796
toe: 'Ik heb nog van ni emand, Europeaan of i nl ander, gehoord dat
hi j werkel i jk cocheni l l e i s gaan kweken, anders dan om zi ch te
amuseren of ui t ni euwsgi eri ghei d.' Hoewel de schi l dl ui zen nu
overal i n het wi l d voorkwamen, schreef hi j, l eek geen enkel e
Indi r zi n te hebben om ze te oogsten, ondanks het fei t dat hi j al l es
gedaan had wat i n zi jn vermogen l ag 'om de i nl anders ervan te
overtui gen hoe waardevol di t kan zi jn en hoeveel ze eraan kunnen
verdi enen'. Nergens i n Indi a was men ge nteresseerd. De Indi rs
zagen evenmi n al s de Bri tten i ets i n di t onbekende product en
wi l den er l i ever geen ti jd of gel d i n steken. Bovendi en hadden ze
geen zi n om met de pri kkel i ge l okal e nopal cactus te werken, di e
veel meer stekel s had dan de soort di e de Mexi canen voor hun
cocheni l l e gebrui kten.
De ti jd zou l eren dat ze zi ch terecht bi j de gebaande paden
hi el den. De East Indi a Company verscheepte i n 1797 bi jna
tweedui zend ki l o cocheni l l e naar Engel and, en i n 1798 bi jna
twi nti gdui zend ki l o, maar het product was mi nder wi nstgevend
dan de voorstanders hadden gehoopt. Berry's i nschatti ng dat de
l ui zen tweederde van de verfstof bevatten van de beste
Mexi caanse soort, bl eek wel heel opti mi sti sch. Latere schatti ngen
kwamen ui t op mi nder dan eenderde - wat normaal was voor een
wi l de soort, maar rampzal i g bl eek voor de berekeni ngen van de
East Indi a Company.
Vanwege de tegenval l ende resul taten verl aagde de East Indi a
Company i n 1798 de gegarandeerde pri js voor Nei l sons
cocheni l l e. Maar zel fs tegen een l agere pri js had de compagni e
moei te met de verkoop van het product, dat i n Europa al gemeen
werd beschouwd al s 'ni et erg ri jk aan kl eurstof en van veel
mi ndere kwal i tei t dan de cocheni l l e ui t Ni euw-Spanje'. In 1807
l egden de compagni edi recteuren zi ch er ui tei ndel i jk bi j neer dat
de teel t en export van Indi ase cocheni l l e de opbrengst overtrof, en
dus verl i esgevend was. Ze besl oten het zi nkende schi p te verl aten
en schaften de pri jsgaranti e af, zodat er voor Nei l sons cocheni l l e
geen markt meer was. Hoewel de schi l dl ui zen zi ch i n het wi l d
bl even voortpl anten, werd de commerci l e producti e zo goed al s
sti l gel egd.
Met deze gi ganti sche mi sl ukki ng waren de Bri tse dromen
over de rode verfstof nog ni et ten ei nde. Voor zi jn dood i n 1809
stel de Anderson de East Indi a Company nogmaal s voor een grote
bel oni ng ui t te l oven voor echte Mexi caanse cocheni l l e. Ook Banks
was nu bekeerd tot het i dee van publ i ci tei t en deed een soortgel i jk
voorstel . De raad van di recteuren van de East Indi a Company
l oofde hi erop tweedui zend pond ui t voor degene di e het
waardevol l e i nsect met succes i n Indi a zou weten te i ntroduceren.
Maar i n 1820 had nog ni emand di t gel d opgestreken. Joseph
Banks, op zevenenzeventi gjari ge l eefti jd nog steeds acti efi n
wetenschappel i jke en kol oni al e kri ngen, werd l angzaam gevel d
door de ji cht di e hem al jaren kwel de. Ondanks al zi jn
i nspanni ngen was het de Bri tten ni et gel ukt het kunststuk van
Thi ery de Menonvi l l e te herhal en, en dus bl eef de cocheni l l e
vei l i g bi nnen de grenzen van het Spaanse ri jk.
Maar terwi jl Banks op Soho Square te mi dden van zi jn
weel deri ge botani sche verzamel i ng op sterven l ag, was ook het
Spaanse ri jk op sterven na dood. De i nwoners van Lati jns Ameri ka
waren bi jna dri e eeuwen door de Spanjaarden overheerst en
droomden nu van onafhankel i jkhei d. In de ene na de andere
provi nci e begonnen ze hun vri jhei d te bevechten. En i n de chaos
van de revol uti onai re stri jd kwam het Spaanse
cocheni l l emonopol i e meer dan ooi t i n gevaar.
VIJFTIEN
Rood. en revolutie
De meeste achtti ende-eeuwse Europeanen meenden dat de
Spanjaarden de werel dvoorraad cocheni l l e i n handen hadden. In
Mexi co keken ze daar i ets anders tegenaan, zo val t tenmi nste af te
l ezen ui t het werk van de gel eerde Jos Antoni o Al zate y Rami rez.
Al zate, di e rond 1729 werd geboren, wordt ook wel de
'Benjami n Frankl i n van Mexi co' genoemd. Net al s Frankl i n, di e
hi j zeer bewonderde, had Al zate zi jn l even l ang bel angstel l i ng
voor het ui tgeversvak, was hi j enorm ni euwsgi eri g naar hoe de
werel d i n el kaar zat en brandde hi j van verl angen om zi ch nutti g
te maken voor zi jn l and. Hi j was van ri jke Mexi caanse fami l i e en
werd tot pri ester gewi jd, maar had vooral bel angstel l i ng voor
wetenschappel i jk onderzoek en schri jven. Hi j zette tal l oze
verhandel i ngen op zi jn naam, was l i d van di verse Spaanse
wetenschappel i jke genootschappen en de Franse Acadmi e
Royal e des Sci ences, en ri chtte dri e wetenschappel i jke
ti jdschri ften op, waarvan het l aatste, de Gazeta de Literatura, het
succesvol st was.
In de Gazeta en i n zi jn verhandel i ngen besprak Al zate tal
van verschi l l ende onderwerpen, van archi tectuur en
natuurkunde tot de trek van papegaai en, de werki ng van de
bl i ksemafl ei der en de behandel i ng van schorpi oensteken. Hi j
was het meest ge nteresseerd i n botani e, l andbouw en de
i ndustri e van zi jn l and, Mexi co - of Ni euw-Spanje, zoal s het toen
gewoonl i jk werd genoemd. Cocheni l l e, dat aan al deze
onderwerpen raakte, was een vanzel fsprekend onderwerp voor
hem. In 1777 schreef hi j Memoria sobre la grana, het meest
compl ete boek over de bi ol ogi e en cul ti vati e van cocheni l l e dat
ooi t was verschenen. Het werd l ater i n de Gazeta herdrukt en
bevesti gde ni et al l een Al zates status al s man van de wetenschap,
maar ook al s Mexi caanse patri ot. Hi j zei dat hi j over cocheni l l e
schreef 'ui t l i efde voor mi jn l and, de nati e di e de eni ge bezi tter i s
van deze schat'. Hoezeer de Spanjaarden ook dachten dat de
cocheni l l el ui s van hen was, Al zate schreef gepassi oneerd dat 'de
Voorzi eni ghei d di t kl ei ne di ertje ui tsl ui tend voor Ni euw-Spanje
heeft bestemd'.
Hoewel Al zate dus vond dat de cocheni l l e aan Mexi co
toebehoorde, was hi j geen revol uti onai r. Hi j ageerde ni et, zoal s
Frankl i n, ten behoeve van de onafhankel i jkhei d, en toen hi j i n
1799 sti erf, hoorde Mexi co nog steeds bi j Spanje. Al s veel
ti jdgenoten i denti fi ceerde Al zate zi ch mi nder met Spanje, het
centrum van het ri jk, dan met zi jn thui sl and i n Ameri ka. 'De
goddel i jke Voorzi eni ghei d heeft gewi l d dat i k hi er werd geboren,'
schreef hi j. Vanui t het gevoel een goddel i jke opdracht te hebben
werd hi j het boegbeel d van de Mexi caanse wetenschap en
trotseerde daarbi j vaak de onverschi l l i ghei d en spot van de
Spanjaarden. Hoewel Al zate greti g het werk van zi jn Europese
col l ega's l as, ergerde hi j zi ch aan hun neerbui gende houdi ng
tegenover de bewoners van Ameri ka en wees hi j hun al ti jd meteen
op eventuel e fouten i n hun beschri jvi ng van Ameri kaanse
fenomenen. Ongetwi jfel d genoot hi j van de verontwaardi gi ng di e
ontstond toen hi j zi ch kri ti sch ui di et over de aanpak van een door
de koni ng ui tgezonden Spaanse botani sche expedi ti e en tegel i jk
vol l of was over de botani sche kenni s van de oude Mexi canen.
Ook veel ti jdgenoten van Al zate vonden het Iberi sche
superi ori tei tsgevoel nogal vermoei end. De eerste tweehonderd
jaar waren hooggeboren kol oni al en i n Ni euw-Spanje nog trots op
hun Spaanse afkomst, maar dat gevoel bekoel de met de
verarmi ng van het moederl and. Spanje was bi j l ange na ni et
meer de grootste macht van Europa. Het l and was stukgebeukt
door al l e mi l i tai re nederl agen en zonk weg i n armoede en
despoti sme. De zonen van ri jke Mexi canen di e voor hun opl ei di ng
of om Europese fi nesse op te doen naar Spanje rei sden, vonden
daar wei ni g koni nkl i jke gl ori e meer. Geen wonder dus dat l eden
van de el i te i n Mexi co en andere Spaans-Ameri kaanse gebi eden
zi ch vanaf hal verwege de zeventi ende eeuw Americano's
begonnen te noemen.
Veel van deze Ameri cano's waren voorstander van
bestuurl i jke hervormi ngen. Sommi ge patri otten wensten
beschei den veranderi ngen, zoal s wetten di e handel aren van
ei gen bodem bevoordeel den boven di e ui t Spanje, of een sterke
Ameri kaanse vertegenwoordi gi ng i n de raden di e het kol oni al e
bel ei d bepaal den. Radi cal ere geesten wi l den onder i nvl oed van
de geest van onafhankel i jkhei d di e na de Ameri kaanse en Franse
revol uti es door de westerse werel d waande, l i ever hel emaal met
Spanje breken.
Toen Napol eon Spanje bi nnenvi el , kwam het tot een
ui tbarsti ng. In 1807 stuurde de kl ei ne kei zer, di e toen al bi jna
hal f Europa had veroverd, zi jn l eger naar Portugal . Het jaar
daarop trok hi j Spanje bi nnen, waar hi j snel de bel angri jkste
steden veroverde. Met overtui gi ngskracht, bedrog en gewel d
dwong de Franse i ndri nger de zwakke Spaanse koni ng Karei en
zi jn pummel achti ge zoon Ferdi nand, di e het al l ange ti jd met
el kaar aan de stok hadden, tot aftreden, waarna Napol eon zi jn
broer Jozef tot 'koni ng van Spanje en Indi ' benoemde.
De broers Bonaparte hoopten ongetwi jfel d van de opbrengsten
van de Spaanse ri jk te geni eten. Maar al s ze gedacht hadden vol op
cocheni l l e te kunnen bemachti gen, werden ze tel eurgestel d,
want de economi sche depressi e van de jaren tachti g van de
achtti ende eeuw en de Europese oorl ogen di e vol gden hadden van
al l e overzeese handel een zware tol gei st, ook van de
cocheni l l ehandel . Zeerei zen waren gevaarl i jker geworden en
thui smarkten onzekerder, zodat koopl i eden op zoek gi ngen naar
vei l i ger i nvesteri ngen.
Bi nnen deze sombere transadanti sche context had de co-
cheni l l e-i ndustri e nog met speci fi eke ei gen tegensl agen te
kampen, zoal s de catastrofal e hongersnood di e Mexi co van
1785 tot 1787 tei sterde en veel i ndi aanse cocheni l l eboeren het
l even kostte of te veel verzwakte om te kunnen werken. De
i ndustri e werd ook zwaar getroffen door veranderi ngen i n het
Spaanse kol oni al e bel ei d, waaronder de afschaffi ng i n 1786
van het handel skredi etsysteem waarmee de teel t van
cocheni l l e en andere producten werd gefi nanci erd.
Bovendi en was de Europese markt l asti g geworden voor de
cocheni l l ekoopl i eden. In het ti jdperk van de gui l l oti ne gol den
scharl aken mantel s en karmi jnrode ovei jassen al s smakel oos
of zel fs gevaarl i jk. Saai e kl edi ng was popul ai r: gri jzi ge jassen,
vaal brui ne broeken en wi tbati sten jurken. Al s mensen al rood
droegen, dan was het het prol etari sche rood van de tricolor en
de bonnet rouge, een kl eur di e met redel i jk gepri jsde Franse
meekrap kon worden gemaakt i n pl aats van de dure
bui tenl andse cocheni l l e. Hoewel l uxere stoffen een comeback
maakten toen Napol eon aan de macht kwam, was er toen nog
maar wei ni g van de cocheni l l e-i ndustri e overgebl even. In het
jaar dat Napol eon Spanje bi nnenvi el , bedroeg de producti e
wei ni g meer dan 130 ton, eenderde van wat er i n de jaren
zeventi g van de achtti ende eeuw werd geproduceerd.
Toch had Napol eon graag de hand gel egd op de beperkte
voorraad cocheni l l e. Door hem was ri jke, kei zerl i jke kl edi ng
weer mode geworden en hi j begreep beter dan de meeste
anderen hoe bel angri jk de verfstof was voor de Franse
texti el i ndustri e, maar zi jn vi janden waren vast van pl an om
hem deze bui t te ontfutsel en. De Bri tse mari ne, op zee
oppermachti g, vi el Franse schepen aan op de Atl anti sche
Oceaan en zorgde ervoor dat maar wei ni g verfstof Napol eon
berei kte. En tot ontstel teni s van de di ctator drei gde Spanje, dat
hi j een makkel i jk te veroveren bui t had geacht, ui t zi jn greep
te ontsnappen. Veel Spanjaarden hadden zi ch vanaf het begi n
koppi g tegen Jozefs bestuur verzet en een al l i anti e met
Engel and gesl oten om de i ndri nger te verdri jven. De oorl og di e
Napol eon snel en makkel i jk had gehoopt te wi nnen, sl eepte
zi ch zes jaar l ang voort. Deze verschri kkel i jke, wanhopi ge ti jd
werd door de grootste Spaanse schi l der van di e ti jd, Franci sco
Goya, verbeel d i n een seri e gruwel i jke etsen, Los desastres de
l a guerra. Onder Napol eon was Spanje voor sol daten en
burgers n groot bl oedbad geworden.
Ook Spaans Ameri ka bel eefde tumul tueuze en
verschri kkel i jke ti jden. Veel Spaanse Ameri kanen wei gerden el
rey Josef al s l egi ti eme heerser te erkennen. De meesten
verwi erpen ook het gezag van de Spaanse junta di e zei namens de
verbannen koni ng Karei en zi jn zoon Ferdi nand te regeren. De
Spaanse Ameri kanen probeerden zi ch zo goed en zo kwaad al s het
gi ng zel f te besturen totdat de orde i n Europa was herstel d. In de
meeste provi nci es l ei dde di t tot al gemene pol i ti eke oneni ghei d. De
conservati even probeerden de status-quo te handhaven, de
l i beral en vroegen om nog drasti scher hervormi ngen en de
radi cal en bewapenden zi ch voor een compl ete revol uti e.
De revol uti onai re stri jd i n Mexi co werd gel ei d door twee
chari smati sche pri esters. De eerste, Mi guel Hi dal go, was een
excentri eke kapel aan van goede afkomst di e vi ool speel de,
verboden boeken l as en gokte. In 1810 begon hi j een verwoestende
campagne om Mexi co van Spanje l os te maken. Hi j moedi gde zi jn
i ndi aanse parochi anen aan om ni et al l een Spanjaarden aan te
val l en, maar bl anke Mexi canen i n het al gemeen. Zo bracht hi j i n
Centraal -Mexi co een rassenoorl og op gang waari n dui zenden
mensen de dood vonden en bi jna de hoofdstad werd i ngenomen.
Het Mexi caanse l eger, dat i n handen was van conservati even,
nam hem i n 1811 gevangen en l i et hem executeren.
Hi dal go's opvol ger, Jos Mari a Morel os, een mesti es en
pri ester, verafschuwde de pol i ti ek van de rassenhaat. De opstand
veranderde onder Morel os van aard. Het werd ni et al l een een
gevecht om zi ch van de Europese overheersers te ontdoen, maar
ook een campagne voor rassengel i jkhei d. 'Wi j zi jn al l en gel i jk,' zei
hi j tot zi jn vol gel i ngen. 'Er i s geen reden voor sl averni j, want de
kl eur van je gezi cht verandert ni ets aan de kl eur van je hart of je
gedachten.' Bovendi en vond hi j dat 'de ki nderen van een boer of
straatveger dezel fde opl ei di ng horen te kri jgen al s de ki nderen
der ri jken' en dat 'el ke burger met een gerechtvaardi gde kl acht
toegang hoort te hebben tot een rechtbank di e hem aanhoort en
beschermt tegen macht en wi l l ekeur'. Vanwege di t streven naar
gel i jkhei d en rechtvaardi ghei d, maar ook omdat Morel os een
moedi ge, verstandi ge man met gevoel voor humor was, kozen
vel en zi jn kant. In de herfst van 1812 was zi jn l eger heer en
meester over een groot deel van zui del i jk Mexi co, waaronder
Oaxaca.
Morel os was zi ch er zeer wel van bewust dat hi j met Oaxaca
ook de cocheni l l eproduce i n handen had, want di e was nog
steeds i n deze streek geconcentreerd. Maar bi nnen een paar
maanden na zi jn veroveri ng van Oaxaca-Stad stortte de handel i n
de verfstof i n, vooral omdat de cocheni l l ehandel aren, di e nauwe
banden met Spanje hadden en soms zel f ook Spanjaard waren,
l i ever de stad verl i eten dan onder opstandel i ngen te moeten
l even. Zonder handel aren berei kte de verfstof de werel dmarkt
ni et en l everde hi j geen gel d op. De producti e daal de naar het
l aagste ni veau i n meer dan een hal ve eeuw. De van cocheni l l e
verstoken Europeanen vochten om de paar scheepsl adi ngen di e
hen berei kten, waardoor de pri js van de verfstof torenhoog opl i ep.
Napol eon had al veel eerder begrepen dat Frankri jk
waarschi jnl i jk nog geen fracti e zou ontvangen van de cocheni l l e
waaraan het behoefte had. In 1810, het jaar dat Hi dal go zi jn
gewapende opstand begon, l oofden de kei zer en zi jn mi ni ster van
Bi nnenl andse Zaken, de schei kundi ge Jean-Antoi ne Chap-tal ,
een bel oni ng van 20 000 l i vre ui t voor wi e van Franse meekrap
een goede vervanger van cocheni l l e wi st te maken.
Deed i emand een pogi ng om di e pri js i n de wacht te sl epen?
Dat i s ni et bekend, maar Napol eon en zi jn mi ni sters hadden al
snel dri ngender zaken aan hun hoofd. Hoewel de kei zer i n 1810 op
het hoogtepunt van zi jn macht was, werden zi jn krachten ook toen
al aangetast door de 'Spaanse zweer'. Zi jn l ot werd bezegel d door de
rampzal i ge besl i ssi ng om i n 1812 Rusl and aan te val l en. Terwi jl
de overbl i jfsel en van de Grande Arme met kapotgevroren tenen
hui swaarts strompel den, rukte i n Spanje de Engel se generaal
Wel l i ngton op met zi jn Bri tse troepen, gesteund door Spaanse
guerri l l ero's. In de zomer van 1813 trok het Franse l eger zi ch
terug over de Pyreneen. Napol eons l eger bl eef nog aan al l e
kanten aanval l en, maar het ri jk stortte i n en i n 1815 l eed
Napol eon zi jn l aatste nederl aag bi j Waterl oo.
Tegen de ti jd dat de kei zer naar Si nt-Hel ena voer om zi jn
dagen verder al s eenzame bannel i ng te sl i jten, had Ferdi nand
zi ch stevi g op de Spaanse troon ge nstal l eerd. Zi jn onfortui nl i jke
vader bl eef i n bal l i ngschap, maar de bevol ki ng van Spanje en
Spaans Ameri ka was tevreden en vormde weer een eenhei d.
Morel os werd i n Mexi co gevangengenomen, ui t het pri esterambt
gezet en gexecuteerd. Na zi jn dood gi ng de opstand door, maar i n
afgezwakte vorm. Ook el ders i n het Spaanse Ri jk nam de rebel l i e
af.
Het l eek erop dat de oude orde was herstel d. Maar de
nati onal i sti sche verl angens en revol uti onai re passi e l i eten zi ch
ni et zo makkel i jk het zwi jgen opl eggen. Hoewel veel Spaanse
Ameri kanen bl i j waren dat de chaos en opstand voorbi j waren,
hadden ze wei ni g zi n om zi ch weer te l aten knechten door Spanje
en de Bourbons. Mi sschi en dat er een compromi s berei kt had
kunnen worden al s Ferdi nand tot hervormen berei d was geweest.
Maar Ferdi nand, di e door Napol eon werd omschreven al s een man
'di e zonder n i dee i n zi jn l ege hoofd vi er vol l edi ge maal ti jden per
dag verorbert', hi el d koppi g vast aan het absol uti sti sche i deaal .
Onder protest van l i beral en i n Spanje en Ameri ka had hi j al l e
hervormi ngen afgeschaft di e i n de napol eonti sche ti jd waren
i ngevoerd en regeerde hi j al s autocraat.
Di e si tuati e kon ni et l ang bl i jven duren. In 1817 hadden de
Ameri kaanse revol uti onai ren een ni euwe l ei der gevonden i n
Si mn Bol i var, een moedi ge Venezol aanse ari stocraat di e
Ferdi nand al s ti ran bestempel de. Bol i var begon een ni euwe
campagne voor de onafhankel i jkhei d van Zui d-Ameri ka. Zi jn
l eger behaal de schi tterende overwi nni ngen op de Spaanse troepen
en Ferdi nand moest vol afgri jzen toezi en hoe het ene na het
andere l and aan zi jn greep ontsnapte.
In Mexi co waren het vreemd genoeg de l oyal e conservati even
di e de doorsl ag gaven i n de l osmaki ng van Spanje. Tot 1820
hadden ze vi erkant achter het Spaanse bestuur gestaan en had
hun l eger de revol uti onai ren op afstand gehouden. Maar toen
Spanje zei fi n handen van anti kl eri kal e l i beral en vi el , sl oeg de
conservati eve meni ng om. Vol afgri jzen bi j de gedachte van verre
door goddel oze radi cal en te worden bestuurd besl oten de
conservati even een al l i anti e aan te gaan met de revol uti onai ren
i n ei gen l and. De commandant van het Mexi caanse l eger, kol onel
Augusti n de Iturbi de, di e ooi t tegen Morel os en zi jn
opstandel i ngen had gevochten, bundel de zi jn krachten met di e
van de Mexi caanse guerri l l al ei ders en samen versl oegen ze de
Spanjaarden.
Op 12 augustus 1821 tekende een Spaanse vertegenwoordi gi ng
het Verdrag van Grdoba, waarmee Spanje het bestuur offi ci eel
aan Mexi co overdroeg. De cocheni l l e en al l e andere schatten i n
Ni euw-Spanje behoorden nu ui tsl ui tend de Mexi canen toe. Zo
l eek het al thans. Maar de overwi nni ng was, i n el k geval wat de
cocheni l l e betreft, van korte duur, want ti jdens de chaoti sche
jaren van de opstand waren de schi l dl ui zen over de Mexi caanse
grens ontsnapt.
Aanvankel i jk baarde de ontsnappi ng van de cocheni l l el ui zen de
Mexi canen wei ni g zorgen, want de versprei di ng begon kl ei n en
vri j onschul di g. Ergens tussen 1811 en 1820 werd de cocheni l l e i n
Guatemal a i ngevoerd, waar de bevol ki ng zi j aan zi j met de
Mexi canen tegen de Spanjaarden vocht. Na de onafhankel i jkhei d
koos Guatemal a net al s de rest van Mi dden-Ameri ka voor
aansl ui ti ng bi j Mexi co, wat betekende dat cocheni l l e een
excl usi ef Mexi caans product bl eef. Maar i n 1823 maakten
Guatemal a en de andere Mi dden-Ameri kaanse gewesten zi ch l os
van Mexi co. In n kl ap waren de Guatemal teekse
cocheni l l eproducenten concurrenten van Mexi co geworden.
Al eerder, aan het begi n van de zeventi ende eeuw, was er
onder l ei di ng van de graaf van l a Gmara gedomesti ceerde
cocheni l l e i n Guatemal a ge mporteerd, maar door spri nkhaan-
pl agen, zware regenval en gebrek aan ervaren arbei ders was de
voorraad schi l dl ui zen bi nnen twi nti g jaar weggekwi jnd.
Ongetwi jfel d hoopten de negenti ende-eeuwse Mexi canen dat de
l aatste overpl anti ng eveneens zou mi sl ukken en dat i n
Guatemal a al l een de i nferi eure wi l de cocheni l l e zou overbl i jven
di e overal i n Mi dden-Ameri ka voorkwam. Maar de
Guatemal teekse nopal kwekeri jen deden het goed en brei dden zi ch
l angzaam ui t. In 1827 exporteerde Guatemal a 7 ton cocheni l l e en
dri e jaar l ater rui m 20 ton. Hoewel deze hoeveel heden i n het ni et
vi el en bi j de 200 ton di e Oaxaca i n di e peri ode jaarl i jks
produceerde, sl oegen de Mexi caanse cocheni l l eboeren Guatemal a
met bezorgde ogen gade.
Maar het storendst vonden de Mexi canen dat ook Spanje
cocheni l l e was gaan produceren. Aan het begi n van de
negenti ende eeuw had een aantal Spanjaarden di e voorzagen dat
hun l and Mexi co zou kwi jtraken, stappen ondernomen om i n
Spanje zel f cocheni l l e te tel en. Een pogi ng daartoe i n 1806 was
mi sl ukt, maar i n 1820 had een functi onari s van de Kroon i n
Veracruz, een ui t Mal aga afkomsti ge Spanjaard, een l adi ng met
cocheni l l e bedekte nopal cactussen naar Cadi z gestuurd. Daar
had het hoofd van de pl aatsel i jke Soci edad econmi ca de ami gos
del pai s, een netwerk van amateurgel eerden di e Spanje en het ri jk
met rati onel e mi ddel en wi l den verbeteren, zi ch over de i nsecten
ontfermd. Al snel had de cocheni l l e zi ch zodani g
vermeni gvul di gd dat er voorraden naar Sevi l l a, Mal aga, Val en-
ci a en Murci a konden worden gestuurd, en er grati s
cocheni l l el ui zen ui tgedeel d konden worden aan i eder di e ze
wenste te cul ti veren.
Hoewel de Spaanse regeri ng het pl an ni et had bedacht, stond
ze er vol l edi g achter. Na het verl i es van de Ameri kaanse
bezi tti ngen stond Spanje, dat nog steeds herstel l ende was van de
ontberi ngen van de napol eonti sche oorl ogen, er i n economi sch en
psychol ogi sch opzi cht sl echt voor. Ei nd 1825 was het kol ossal e
Spaanse ri jk, dat zi ch had ui tgestrekt van Cal i forni tot Kaap
Hoorn, vol l edi g ui t el kaar geval l en. Een paar stukjes, meest
ei l anden, waren nog i n Spaanse handen. Voor de Spanjaarden
was het opzetten van een ei gen cocheni l l eteel t een mani er om nog
i ets van de vergane gl ori e te redden.
Maar ondanks grote i nspanni ngen kwam de
cocheni l l eproducti e op het Iberi sch schi erei l and nooi t echt tot
bl oei . De cactussoort waar de cocheni l l e het best op gedi jde,
was wel i swaar reeds l ange ti jd i ngeburgerd i n Spanje, maar
di t schi jnbare voordeel l ei dde nergens toe, want veel
Spanjaarden waren gestel d geraakt op de vruchten di e de
cactussen opl everden, en wi l den di e ni et opofferen aan een
parasi et al s cocheni l l e. De producti e werd ook gehi nderd door
het Spaanse kl i maat, dat extremer was dan dat van Oaxaca. De
Spaanse verfstof bl eef schaars, krachtel oos en duur. Al s
cocheni l l eproducent kon Spanje zi ch ni et meten met
Guatemal a, l aat staan Mexi co.
Hoewel de Mexi canen een overwel di gende voorsprong
hadden, was het bestaan van een Spaanse cocheni l l e-
i ndustri e, hoe wei ni g deze ook voorstel de, een reden tot zorg.
Spanje was wat betreft de versprei di ng van cocheni l l e i n el k
geval de zwakke schakel i n de keten. Andere Europese ri val en,
di e al eeuwen probeerden cocheni l l e te bemachti gen, hoefden
ni et l anger de oceaan over te steken om de schi l dl ui zen te
vi nden, maar konden nu ook i n al l erl ei pl aatsen l angs de
Spaanse Mi ddel l andse-Zeekust terecht. En Spanje, dat fataal
verzwakt was door het verl i es van zo veel overzeese gebi eden,
had ni et de kracht of de wi l om de i nsecten goed te beschermen.
Tegen 1827 was de cocheni l l e overgestoken naar Sardi ni en
Corsi ca en mi sschi en ook naar het vastel and van Ital i .
Vol gens een bron werd rond di e ti jd zel fs geprobeerd de teel t i n
Frans Senegal i n te voeren.
Ook de ni euwe Vereni gde Staten hoopten van het
scharl aken i nsect te profi teren. In 1821, twee jaar nadat
Spanje Fl ori da formeel aan de Vereni gde Staten had
overgedragen, hi el d een voormal i ge West-Indi sche pl anter
genaamd Peter Stephen Ghazotte de Ameri kanen voor dat het
ni euwe gebi ed 'gezi en de bodem en het kl i maat goede
voorui tzi chten bi edt voor koffi e, cocheni l l e en cacao'. Maar
Fl ori da noch eni g ander gebi ed op het vastel and van de
Vereni gde Staten was warm genoeg voor deze tropi sche
gewassen. Zel fs i n de warme zui del i jke streken van de vs was
al l een de wi l de cocheni l l e sterk genoeg om te overl even.
(Tegenwoordi g i s deze vol op aanwezi g i n Fl ori da, Ari zona en
veel andere staten.)14 Maar de droom van een ei gen
cocheni l l e-i ndustri e i n de Vereni gde Staten was moei l i jk ui t
te bannen. Toen de Ameri kanen i n de jaren derti g en veerti g
van de negenti ende eeuw eerst Texas en vervol gens het
grootste deel van Mexi co veroverden, kwamen de pl annen weer
even tot l even, waarna ze al snel moesten wi jken voor de
kl i matol ogi sche werkel i jkhei d.
Landen met kol oni n i n tropi sche streken hadden gegronder
reden om op wi nst te hopen. Bri tse overhei dsdi enaren en
ontdekki ngsrei zi gers bl even di verse pogi ngen doen om cocheni l l e
i n te voeren i n Indi a, Afri ka en West-Indi . In de jaren derti g van
de negenti ende eeuw brachten de Fransen een hoeveel hei d i n
Spanje gekochte nopal en cocheni l l el ui zen over naar Frans
Noord-Afri ka. Vi jfti en jaar l ater i ntroduceerden ze het i nsect
eveneens op het Cari bi sche ei l and Guadel oupe. Ook de Portugezen
waren erop gebrand hun ei gen voorraad rode verfstof te
bemachti gen. Ei nd jaren derti g van de negenti ende eeuw
begonnen ze cocheni l l e te cul ti veren op Madei ra, het Portugese
ei l and voor de kust van Afri ka waar het weer i deaal l eek voor het
i nsect.
Tot opl uchti ng van de Mexi canen had geen van deze pogi ngen
veel succes en waren de meeste zel fs regel rechte mi sl ukki ngen.
Maar Mexi co kon ni et eeuwi g gel uk bl i jven hebben. Hal verwege de
negenti ende eeuw zou de producti e van cocheni l l e enorm
toenemen, wat voor een deel te danken was aan een Nederl andse
spi on, een Guatemal teekse di ctator en een schi mmel genaamd
Uncinula necator.
ZESTIEN
De race om rood
De Nederl anders bezaten si nds de zeventi ende eeuw een enorm
kol oni aal ri jk, maar hadden nooi t veel bel angstel l i ng voor de
cocheni l l eteel t gehad. Al s ze ni euwe l anden verkenden, keken ze
wel al ti jd of er cocheni l l e te heden vi el , en ze veroverden graag
Spaanse schepen met de verfstof aan boord, maar ze maakten
waarschi jnl i jk nooi t ui tgebrei de pl annen om l evende cocheni l l e
naar hun kol oni n te smokkel en voor ei gen teel t. Ze vonden de
handel i n gedroogde cocheni l l e het voordel i gst en het meest i n
overeenstemmi ng met hun handel sgeest. Vooral i n de
zeventi ende eeuw verdi enden Hol l andse koopl i eden er goed aan.
Aan het ei nd van de achtti ende eeuw begonnen de
Nederl anders te twi jfel en aan hun kol oni al e bel ei d. De Fransen
en Bri tten, di e i n hun kol oni n zowel pl antages expl oi teerden al s
handel dreven, waren de machti gste spel ers i n het kol oni al e vel d
en l agen ver voor op de Nederl anden. In een pogi ng om hun succes
te evenaren sti chtten de Nederl anders botani sche tui nen i n hun
verafgel egen kol oni n, met het doel om waardevol l e i nheemse
pl anten te kweken di e i n de verschi l l ende gebi edsdel en
gecul ti veerd konden worden. Pas i n de negenti ende eeuw zetten
de Nederl anders hun zi nnen echt op cocheni l l e -en toen ze dat
eenmaal gedaan hadden, stel den ze ook al l es i n het werk om er
een succes van te maken.
De Nederl anders wi l den cocheni l l e gaan tel en op Java, een
ei l and van weel deri ge regenwouden en verfi jnde tempel s dat al
twee eeuwen l ang de basi s van de Hol l andse macht i n Oost-In-di
vormde. In de zeventi ende en achtti ende eeuw was de kol oni e
vooral een handel spost van de Oost-Indi sche Compagni e. In pl aats
van zel f pl antages op te zetten l i et de compagni e Javaanse vorsten
ri jst, koffi e, peper en andere handel sarti kel en l everen di e ze
werel dwi jd exporteerde. Maar toen de Oost-Indi -sche Compagni e
i n 1799 fai l l i et gi ng, vi el het bestuur van Java rechtstreeks toe
aan de Nederl andse regeri ng, di e de kol oni al e overheden
aanmoedi gde om economi sche hervormi ngen door te voeren, zoal s
de aanpl ant van ni euwe gewassen op het ei l and. In di e ti jd
produceerden Javaanse boeren al een aantal van de bel angri jkste
exportarti kel en ter werel d, waaronder ri jst, i ndi go, sui ker, peper,
tabak, geel wortel en katoen. Om de tegenval l ende opbrengsten ui t
de kol oni n op te vi jzel en besl oten de Nederl anders op Java naast
de andere ni euwe gewassen ook cocheni l l e te gaan cul ti veren.
Het pl an dat de Nederl anders maakten om
cocheni l l eschi l dl ui zen te bemachti gen, behel sde een
werel dwi jde i ntri ge waarvan sommi ge detai l s i n raadsel en zi jn
gehul d. Het pl an werd waarschi jnl i jk hal verwege de jaren
twi nti g van de negenti ende eeuw bedacht. De Nederl andse
overhei d stuurde een spi on naar de Spaanse havenstad Cadi z.
Deze vond er na verl oop van ti jd werk al s l os arbei der i n een
nopal kwekeri j, waar hi j zo veel mogel i jk l eerde over de
cocheni l l ecul tuur. Hi j woonde i n totaal twee jaar i n Cadi z.
In december 1827 stuurde Nederl and al s vol gende fase van
het pl an het oorl ogsschi p Leije naar Cadi z. Terwi jl het schi p op
een donkere nacht i n de kal me haven l ag, werden er door de spi on
en andere Nederl anders tweenzeventi g met cocheni l l e bedekte
nopal cactussen en meer dan zeshonderd stekken aan boord
gesmokkel d. De Leije vertrok de vol gende morgen naar Java, met
ni et al l een de spi on, maar ook de opzi chter van de nopal kwekeri j
van Cadi z aan boord, want deze had i n rui l voor een rui me
bel oni ng met de Nederl anders samengewerkt.
Ti jdens de l ange rei s, de l angste di e ooi t met cocheni l l e werd
gemaakt, moeten er heel wat i nsecten zi jn omgekomen. Maar de
Nederl anders hadden er i n Spanje zoveel gestol en dat er toen de
Leije i n augustus 1828 i n Java aankwam, nog een paar i n l even
waren. Deze werden naar een speci al e tui n i n Bui tenzorg
gebracht, een stadje i n het heuvel l andschap ten zui den van de
kol oni al e hoofdstad Batavi a (nu Jakarta), waar de opzi chter ui t
Cadi z ze verzorgde. In oktober 1829 toonde hi j zi jn eerste
cocheni l l eoogst en ontvi ng hi j een gouden medai l l e van de
regeri ng.
Kort daarop besl oot het kol oni al e bestuur de producti e van
cocheni l l e ui t te brei den i n het kader van het cul tuurstel sel , een
onschul di ge naam voor een hardvochti g arbei dssysteem dat i n de
jaren derti g van de negenti ende eeuw door gouverneur-generaal
Johannes van den Bosch werd i ngevoerd. Om de Javaanse export
concurrerender te maken op de werel dmarkt werden Javaanse
boeren gedwongen om voor een kari g l oon op ni euwe
overhei dspl antages te werken en werden parti cul i ere
ondernemers aangemoedi gd om een gel i jksoorti g repressi ef ar-
bei dsbel ei d te voeren op hun ei gen nopal pl antages.
In vergel i jki ng met koffi e, ri jst en andere bel angri jke
producten vormde cocheni l l e sl echts een beschei den onderdeel
van het cul tuurstel sel . Hoewel er wei ni g gegevens zi jn over
speci fi eke mi shandel i ng van cocheni l l earbei ders, l i jkt het
waarschi jnl i jk dat ze het even zwaar te verduren kregen al s de
andere arbei ders onder het stel sel . Het systeem was vanaf het
begi n hardvochti g, maar werd i n de jaren veerti g van de
negenti ende eeuw echt meedogenl oos. De Javaanse arbei ders
ontvi ngen zo wei ni g l oon dat ze hun gezi nnen ni et konden voeden
en kregen geen ti jd om de gewassen te verbouwen di e hun vanouds
tot voedsel di enden. Hal verwege dat decenni um sti erven
honderddui zenden Javanen aan honger en zi ekte. De
overgebl evenen l eden conti nu ontberi ngen.
Toch was het cul tuurstel sel vol gens de meeste Nederl anders
een groot succes. Hoewel sommi ge kol oni sten, bezorgd over de
enorm gestegen sterfteci jfers onder Javanen ei ndjaren veerti g,
begi n jaren vi jfti g van de negenti ende eeuw, campagne voerden
om het cul tuurstel sel te hervormen, waren maar wei ni g pl anters
en bestuursambtenaren berei d om i ets te doen wat de ni euwe
wel vaart op Java i n gevaar kon brengen. Ondertussen wi sten de
mensen i n Nederl and prakti sch ni ets van wat er i n hun naam
werd mi sdaan. De mi sstanden onder het cul tuurstel sel kwamen
pas i n 1860 aan l i cht, toen Eduard Douwes Dekker, een ontevreden
bestuursambtenaar di e schreef onder het pseudoni em Mul tatul i
(Lati jn voor 'i k heb veel gel eden'), zi jn roman Max Havelaar
publ i ceerde.
De Max Havelaar i s een onevenwi chti g verhaal , vol vreemde
wendi ngen i n de taal en de pl ot, maar de corrupti e op Java werd er
met zoveel vuur i n veroordeel d dat het boek i n Nederl and ni et
genegeerd kon worden. Al l een al de opdracht voor i n het boek
l ei dde tot veel opwi ndi ng, want daari n wendde Douwes Dekker
zi ch rechtstreeks koni ng Wi l l em m: 'Aan U durf i k met
vertrouwen te vragen of het Uw wi l i s dat daargi nds Uw meer dan
derti g mi l joen onderdanen worden mi shandel d en ui tgezogen i n
Uwen naam?' Het publ i ek ei ste een verkl ari ng en de Nederl andse
overhei d l i et daarop een reeks hervormi ngen doorvoeren di e i n
1882 ui tei ndel i jk tot afschaffi ng van het cul tuurstel sel l ei dden.
Vr de publ i cati e van de Max Havelaar wi sten wei ni g
mensen i n Nederl and ook maar i ets van de tragedi e op Java, en
hi el den degenen di e er wel i ets van wi sten vol dat het Javaanse
sterfteci jfer ni ets met het Nederl andse bel ei d te maken had. Zi j
wezen l i ever op het fei t dat de kosten voor de agrari sche producti e
aanzi enl i jk waren gedaal d, zodat export en wi nst tot een
ongevenaard ni veau waren gestegen. 'De geni al e [gouver-neur-
generaal Van den Bosch], di e deze bron van voorspoed en wel vaart
voor het moederl and heeft geschapen, kan ni et vol doende
geprezen worden,' schreef een commentator hal verwege de
negenti ende eeuw.
Geconfronteerd met vragen over het wel zi jn van de Javaanse
arbei ders zei den de Nederl andse kol oni al e ambtenaren en
ondernemers dat de i nl andse arbei ders geen andere mi ddel en
hadden om i n hun bestaan te voorzi en. Typerend waren de
gedachten van H. van Bl ommestei n, di e op Java woonde en een
doorsl aggevende rol speel de i n de ui tbrei di ng van de
cocheni l l eproducti e op het ei l and. 'Men zou veronderstel l en dat
[...] de Javaan door hogere l onen zou worden aangespoord,' schreef
Bl ommestei n, 'maar wi e dat denkt, kent de Javaan ni et. Hi j l aat
zi ch al l een door bevel en tot werken aansporen.' Het Nederl andse
handboek voor cocheni l l ekwekers dat Monod de Froi de-vi l l e rond
di e ti jd schreef, i s doordrongen van een soortgel i jke fi l osofi e. 'De
Javaan i s [...] doci el en onderdani g,' schreef hi j i n 1847, 'maar
verward en afkeri g van werk dat hi j ni et kent of waarvoor
i nspanni ng i s verei st.' Hi j verzekerde zi jn l ezers meteen dat de
Javaan met 'nauwl ettend opzi chterschap' het werk kon verri chten
dat nodi g was om een cocheni l l epl antage wi nstgevend te
expl oi teren.
Monod de Froi devi l l e meende dat de Javaanse cocheni l l e
een prachti ge toekomst had. Hi j negeerde het hoge sterfteci jfer
onder de arbei ders di e voor het cul tuurstel sel werkten en
ri chtte zi jn aandacht op opwekkender stati sti eken. Na een
aantal onzekere begi njaren l everde cocheni l l e i n de jaren
veerti g van de negenti ende eeuw wi nst op voor de
ondernemers en de Nederl andse overhei d. 'De pri js sti jgt en
sti jgt,' schreef Monod de Froi devi l l e met pl ezi er. Hi j voorzag
dat Java een grotere cocheni l l eproducent zou worden dan
Mexi co.
Twee jaar na de publ i cati e van Monod de Froi devi l l es
handl ei di ng was het aantal Javaanse arbei ders dat
gedwongen i n de cocheni l l eteel t werkte fl i nk gestegen en werd
er jaarl i jks rui m 36 ton geoogst, waarvan het meeste naar
Chi na en Nederl and werd gexporteerd. Maar tot frustrati e
van veel Nederl andse ondernemers en kol oni al e ambtenaren
werd tegel i jk dui del i jk dat cocheni l l e nooi t een van de grote
Javaanse exportproducten zou worden.
Zoal s de Spanjaarden al eeuwen eerder hadden ontdekt,
gedi jde het Mexi caanse i nsect zel den al s het met behul p van
dwangarbei d op grote pl antages werd gecul ti veerd. Voor co-
cheni l l ekweek was gedul d en aandacht nodi g, en di e houdi ng vi el
bi jna ui tsl ui tend te verwachten van expl oi tanten van
kl ei nschal i ge kwekeri jen, di e er zel fbel ang bi j hadden om de
verfstof te produceren. Di t gol d voor Mexi co, maar des te meer voor
Java, waar het regenachti ge kl i maat nog grotere i nspanni ngen
vergde. Om de cocheni l l e tegen de zware moessonregens te
beschermen moesten de l ui zen onder een afdak worden geteel d.
Monod de Froi devi l l e advi seerde een gecompl i ceerd bamboedak
met verstel bare l ouvres, maar boeren gebrui kten ook wel
eenvoudi ge strooi en afdaken. Geen van deze methoden bl eek
hel emaal te vol doen: ze kostten meer ti jd, arbei d en materi aal , en
maakten de Javaanse cocheni l l eproducti e dus duurder.
Het natte kl i maat was ook i n andere opzi chten nadel i g voor
cocheni l l eproducenten. De nopal cactussen kwi jnden weg i n de
vochti ge l ucht en de schi l dl ui zen bl even onvol groei d. De
Javaanse cocheni l l e gol d net al s de Spaanse al s van mi ndere
kwal i tei t dan de Mexi caanse. De korrel s waren kl ei ner en
brachten mi nder op.
Maar wat de Nederl anders de meeste zorgen baarde, was dat
de cocheni l l epri js jaar na jaar verder daal de omdat er steeds meer
concurrenten op de markt verschenen.
Terwi jl de Nederl anders op Java een cocheni l l ecul tuur
probeerden op te zetten, nam de werel dproducti e spectacul ai r toe.
In Mexi co werd i n de jaren meteen na de onafhankel i jkhei d
wei ni g cocheni l l e gexporteerd, maar i n de jaren derti g van de
negenti ende eeuw produceerden de Oaxacaanse boeren meer dan
ze i n l ange ti jd hadden gedaan. In het topjaar 1839 oogsten ze
rui m 400 ton, de grootste opbrengst i n meer dan een hal ve eeuw.
Di t totaal werd echter snel overtroffen door wat er i n
Guatemal a werd bi nnengehaal d. In de jaren twi nti g van de
negenti ende eeuw sti mul eerde de Guatemal teekse overhei d de
cocheni l l eproducti e met bel asti ngvoordel en, maar pas onder de
chari smati sche maar meedogenl oze di ctator Rafael Carrera - zel f
ooi t cocheni l l earbei der - begon de werkel i jke opmars van de
Guatemal teekse cocheni l l e. In de jaren na zi jn aantreden i n 1838
herni euwde de overhei d haar i nspanni ngen ten behoeve van de
schi l dl ui zen, want cocheni l l e was het bel angri jkste product van
het l and geworden. Di t i ngri jpen had spectacul ai re resul taten:
tussen 1830 en 1845 vertwi nti gvoudi gde de cocheni l l eexport tot
meer dan 450 ton per jaar. De meeste cocheni l l e werd door kl ei ne
boeren en kl ei nschal i ge gemeenschappen geproduceerd.
De kwal i tei t van de Guatemal teekse cocheni l l e was gel i jk
aan de Mexi caanse en er werd net zo veel voor betaal d. Het
merendeel werd aan Groot-Bri ttanni verkocht, dat l agere
i mporttari even rekende voor di t kl ei ne l and. Van deze
regel i ng profi teerden bei de parti jen: de Bri tse fabri eken
kregen een betrouwbaar aanbod van de verfstof en de
Guatemal teekse boeren een gegarandeerde afzetmarkt voor
hun oogsten. Tegen 1850 was Guatemal a goed voor dri ekwart
van de Bri tse cocheni l l e-i mport. Een jaar l ater werden al l e
records gebroken toen het l and 900 ton van de verfstof
exporteerde, meer dan twee keer het Mexi caanse totaal .
Bi nnen n korte generati e was Guatemal a de grootste en
machti gste l everanci er van cocheni l l e geworden.
Toch moest ook Guatemal a oppassen. Aan de overkant van
de Adanti sche Oceaan won Spanje terrei n i n de cocheni l l erace.
Hoewel de producti e op het Spaanse vastel and mager bl eef,
bl eken de Spaanse Canari sche Ei l anden met hun ri jke
vul kani sche grond en mi l de, zonni ge kl i maat i deaal voor het
i nsect.
15
De ei l anden, di e voor de kust van het tegenwoordi ge Marokko
l i ggen, zi jn al si nds de Oudhei d bekend i n Europa. In de
negenti ende eeuw werd er vooral de werel dberoemde 'kanari ewi jn'
geproduceerd, maar hal verwege de jaren twi nti g van de
negenti ende eeuw i ntroduceerden de ondernemende
amateurwetenschappers van de Soci edad Econmi ca er
cocheni l l e. Ze stuurden een pakket met l evende cocheni l l e aan
Sabi n Berthe-l ot, de di recteur van de botani sche tui n op het
grootste ei l and, Teneri fe. Berthel ot kweekte snel meer i nsecten en
stuurde monsters naar de andere ei l anden. Ondertussen besl oot
de Spaanse overhei d, di e begon i n te zi en dat de Canari sche
Ei l anden mi sschi en het verl i es van Oaxaca konden goedmaken,
el ders op Teneri fe nog een kweekstati on op te zetten om een en
ander te bespoedi gen. Vanwege deze i nspanni ngen, en di e van
Berthel ot, kon er aan het begi n van de jaren derti g van de
negenti ende eeuw rui mschoots cocheni l l e worden i ngekocht op
Teneri fe, Gran Canari a, Fuerteventura, Lanzarote en Hi erro.
Op dat punt stui tte het project op dezel fde moei l i jkheden al s
veel andere pogi ngen om cocheni l l e te kweken. De bewoners van
de Canari sche Ei l anden waren vanwege het droge kl i maat gestel d
op de sappi ge vruchten van de nopal en stel den hun cactussen
dus ongaarne ter beschi kki ng van de verwoestende
cocheni l l eschi l dl ui s. De meeste ei l anders l i eten zi ch zel fs ni et
overhal en door de geboden bel asti ngvoordel en en de pri jssteun
van de Spaanse overhei d, en bl even i n de jaren derti g en veerti g
van de negenti ende eeuw drui ven verbouwen voor de zoete
kanari ewi jn. Daarom bl eef de cocheni l l eproducti e fl i nk achter bi j
di e van het regenachti ge Java. Het omsl agpunt kwam i n 1853,
toen de wi jngaarden werden verwoest door de schi mmel Uncinula
necator (meel dauw). Omdat ze geen wi jn meer konden maken,
schakel den de ei l anders op cocheni l l e over om te overl even. In
1855 produceerden de Canari sche Ei l anden al meer dan 450 ton
per jaar.
Het aanbod van cocheni l l e was nog nooi t zo groot geweest. De
total e producti e van de verfstof vervi ervoudi gde tussen 1830 en
1850, berei kte bi jna 1000 ton per jaar en bl eef verder sti jgen.
Voor consumenten was di t prachti g ni euws, maar voor
producenten was het verontrustend.
Cocheni l l e, een l uxeproduct met vari abel e oogsten, was si nds
de zesti ende eeuw berucht om zi jn wi spel turi ge markt.
Cocheni l l eboeren hadden al vaker peri oden van zwakke pri jzen
moeten doormaken, dus sl oegen de meesten zi ch zel fs toen de
cocheni l l epri jzen i n de jaren derti g en veerti g van de negenti ende
eeuw een hi stori sch di eptepunt berei kten dapper door de
moei l i jke ti jd heen. Ze meenden dat de pri jzen net al s i n het
verl eden snel weer zouden aantrekken.
Hel aas voor de cocheni l l eboeren speel den er ni euwe
overwegi ngen, di e ni et al l een de aanbodzi jde, maar ook de
vraagzi jde betroffen. Scharl aken en karmi jn begonnen hun
aantrekki ngskracht te verl i ezen. Na de Franse Revol uti e waren
rode zi jden en fl uwel en stoffen ui t de mode geraakt. In Europa en
Ameri ka l eken mannen zi ch er ni et meer aan te wi l l en wagen,
behal ve voor archa sche of geri tual i seerde kl edi ng, zoal s een
l egeruni form of de toga van een rechter of een l i d van het
Hogerhui s. Mogel i jk was de dal i ng van de cocheni l l epri jzen i n de
jaren derti g en veerti g van de negenti ende eeuw deel s te wi jten
aan de afnemende popul ari tei t. Maar mannen waren ook i n de
eerste decenni a van de negenti ende eeuw, toen cocheni l l e schaars
en duur was, al steeds mi nder genei gd om rood te dragen.
Bel angri jker was mi sschi en de ui tbundi ghei d van de kl eur zel f.
Hi j werd geassoci eerd met ari stocrati sche overdaad en was
daarom mi nder geschi kt voor een ti jdperk waari n burgerl i jke
waarden steeds bel angri jker werden.
Een ti jdl ang werd de vraag naar rood vooral door vrouwen
bepaal d, di e aan het ei nd van het napol eonti sche ti jdperk weer
fel l e kl euren droegen. Maar ei nd jaren 1830 raakte de kl eur rood
ook bi j vrouwen ui t de grati e. Het werd een kl eur waarbi j men de
wenkbrauwen optrok, want naarmate de associ ati e met
mannel i jke kracht verdween trad de eeuwenoude verbi ndi ng met
passi e en seksual i tei t weer naar de voorgrond.
Voor de vroege Vi ctori anen waren al l e kl euren rood verdacht,
maar het vl ammende rood van het soort dat Drebbel ui tvond,
vonden ze het al l erergst. Scharl aken deed hen denken aan zonde,
vooral i n seksuel e zi n - een oude associ ati e di e i n di e peri ode met
kracht ni euw l even werd i ngebl azen. In 1843 waarschuwde een
Londens Ladies' Handbook dat al l een 'neutral e, gedekte kl euren'
acceptabel waren, zel fs voor haar- en hoedl i nten. 'Vl ammende,
opzi chti ge kl euren' di enden 'speci aal vermeden te worden'. Dames
di e geen zi n hadden om voor de scharl aken vrouw ui t de
Apocal yps door te gaan, hi el den zi ch aan dat advi es.
Wat 'opzi chti ghei d' preci es i nhi el d, was natuurl i jk subjecti ef,
zoal s ook wordt gesuggereerd i n Villette van Charl otte Bront, een
roman gebaseerd op de ei gen ervari ng van de schri jfster i n het
Brussel van begi n jaren veerti g van de negenti ende eeuw. Al s
Paul Emanuel i n het boek Lucy Snow verwi jt dat ze 'een keer i n
een scharl aken mantel ui tgi ng', verbetert ze hem
verontwaardi gd: 'Hi j was ni et scharl aken, maar roze, bl eekroze
zel fs, en i ngetogener dankzi j de zwarte kant.' Maar voor de
verhi tte zi ntui gen van monsi eur Paul gaat het ni et om de exacte
kl eur van de jurk. Een kl eur di e ook maar zweemt naar
scharl aken i s 'ui tdagend en fri vool ' en vol l edi g ongeschi kt voor
een respectabel e vrouw ui t de betere kri ngen.
De verbi ndi ng tussen scharl aken en zonde werd verder
vereeuwi gd door de publ i cati e van The Scarlet Letter i n 1850 (i n
het Nederl ands vertaal d al s De rode letter), geschreven door
Natha-ni el Hawthorne. Het boek speel t i n het zeventi ende-eeuwse
New Engl and en maakt gebrui k van puri tei nse opvatti ngen over
kl eurensymbol i ek, maar geeft er een Vi ctori aanse draai aan. De
puri tei nen bestraften gemeenschapsgenoten di e regel s
overtraden i nderdaad door hen een l etter te l aten dragen (een A
voor adultery, overspel i ghei d, een B voor bl asfemi e, een D voor
dronkenschap), maar deze werden gewoonl i jk van effen rode of
soms ook een andersgekl eurde stof gemaakt. De l etter di e Hester
Prynne draagt, van ri jk scharl aken gemaakt en 'prachti g
geborduurd en versi erd', was met zi jn fel l e kl euren en vergul de
ri jkdom een door en door Vi ctori aanse vi ndi ng. In Hawthornes
vaardi ge handen wordt Hester Prynnes scharl aken l etter (en
Di mmesdal es bl oederi ge equi val ent) een vast onderdeel van de bi j
rood behorende i conografi e, waardoor scharl aken voor al ti jd
verbonden werd met overspel .
Hoewel Vi ctori anen scharl aken kl edi ng dus meden, hadden
cocheni l l eproducenten nog steeds vol doende reden om op een
comeback van hun rood te hopen. Asceten en puri tei nen hadden
tensl otte eerder geprobeerd de kl eur te verbi eden, en het was
steeds gebl eken dat de mensel i jke voorkeur voor rood ni et vi el
tegen te houden.
De mode werd na 1850 i nderdaad wat kl euri ger, vooral voor
vrouwen, maar bepaal de ti nten rood bl even nog verboden. Hoewel
de pozi e van Emi l y Di cki nson schi tterde van een rush of
cochineal (wervel i ng van cocheni l l e), was de verfstof a tint too red
(een ti nt te rood) voor de meeste van haar buren i n New Eng-l and.
Vol gens Londense modevoorschri ften was fel rood 'vul gai r en ni et
gepast' en hoorde 'een dame di e ook maar eni ge aanspraak op
goede smaak wi l de maken, geen karmi jn- of scharl akenrode
japon te dragen, of een fel l e Schotse rui t'. Maar de modebl aden di e
scharl aken- en karmi jnrood afkeurden, hadden wel waarderi ng
voor mi nder schokkende rode ti nten. Ze meenden dat dames,
vooral getrouwde, wel gepaste donkerrode, steenrode of
kastanjerode kl euren konden dragen, en di e meni ng werd door
vel en i n Europa en Ameri ka gedeel d. In combi nati e met de
opkomst van de cri nol i nerok, waarvoor meters stof nodi g waren,
droeg deze voorkeur voor donkerrode ti nten begi njaren 1850 bi j
aan de herl evi ng van de cocheni l l ei ndustri e.
Ni et al l een vrouwen, maar ook mannen droegen weer co-
cheni l l erood, zi j het voor mi nder zi chtbare kl edi ng. Emi nente
fi guren al s Jefferson Davi s, presi dent van de Geconfedereerde
Staten ti jdens de Ameri kaanse Burgeroorl og, hadden een
voorkeur voor cocheni l l ekl euri ge nachthemden. Andere mannen
droegen roodwol l en ondergoed. Vrouwen di e i n het openbaar nooi t
i ets opval l enders dan een fl ets kastanjebrui ne jurk zouden
dragen, droegen daar soms een fel rode wol l en onderrok onder.
De vraag naar cocheni l l e werd ook opgevi jzel d door de
Vi ctori aanse voorl i efde voor de neogoti sche sti jl di e ri jke kl euren
en een weel deri ge i nri chti ng van het hui s verei ste. Negenti en-
de-eeuwse woonkamers vertoonden een overdaad aan zware
l eunstoel en, Turkse bankstel l en en di vans, bekl eed met pl uchen,
vaak met cocheni l l e geverfde stoffen, waar voorheen vooral kal e
houten stoel en hadden gestaan. Ook erg i n de mode waren ri jke
rode draperi en, tafel kl eden, 'val l etjes', kussens en
schoorsteenmantel kl eedjes, waarvan er meer werden gemaakt
naarmate de Industri l e Revol uti e vorderde. Door deze extra
toepassi ngen bl eef de cocheni l l e wi nstgevend, ondanks de enorme
sti jgi ng van het aanbod.
Aan het begi n van de jaren vi jfti g van de negenti ende eeuw
bedroeg de pri js van cocheni l l e nog maar een kwart van wat er i n
1820 voor betaal d werd, maar nog steeds werden sommi ge mensen
er ri jk aan. Terwi jl Oaxacanen zi ch terecht bekl aagden over het
verdwi jnen van hun l ucrati eve monopol i e, genoten pl anters
el ders van de wi nsten di e ze maakten op het ni euwe product.
Vooral op de Canari sche Ei l anden brak er dankzi j de
cocheni l l eteel t een ni euwe peri ode van wel vaart aan. Een ne-
genti ende-eeuwse schri jver merkte op: 'Extravagante overdaad
was i n de mode; men zette enorme, vaak nuttel oze gebouwen neer
[...] en de ei l anders stortten zi ch i n een orgi e van verkwi sti ng
dankzi j de fortui nen di e ze te verwachten hadden.' Ook i n
Guatemal a l eefden veel cocheni l l etel ers er goed van. Een bezoeker
di e zi ch verbaasde over de wel vaart i n Amati tl an, een bel angri jk
cocheni l l egebi ed, schreef dat de stad was omri ngd door
'ui tgestrekte cactusvel den, di e zi l ver gl i nsterden onder een
kostbare l aag cocheni l l e'.
Overal ter werel d was de vraag naar rood zo groot dat veel
cocheni l l eboeren er pri ma van l eefden, hoewel er werel dwi jd vi er
keer zoveel cocheni l l e werd geproduceerd al s voorheen. De meeste
producenten moeten hebben gedacht dat hun handel al ti jd zou
bl i jven bestaan. Al s het aanbod op een of andere mani er beheerst
kon worden of er ni euwe markten voor de verfstof werden
aangeboord, bestond zel fs de hoop dat de pri jzen op een dag nog
fl i nk zouden sti jgen. Ni emand kon bevroeden dat de cocheni l l e-
i ndustri e door toedoen van een Engel se onderzoeker van amper
twi nti g jaar een kl ap zou opl open di e ze nooi t meer te boven zou
komen.
ZEVENTIEN
Koolteerkleur
Veel ui tvi nders zwoegen ti ental l en jaren l ang zonder
resul taat, terwi jl andere op jeugdi ge l eefti jd al i ets
geni aal s ontdekken. Er zi jn er echter maar heel wei ni g
di e al op zo'n jeugdi ge l eefti jd succes hebben al s Wi l l i am
Henry Perki n, di e achtti en was toen hi j een ontdekki ng
deed waardoor een revol uti e i n de texti el i ndustri e zou
ontstaan.
Perki n werd geboren i n 1838 en groei de op i n het
beruchte Londense East End, di cht bi j de van zi ekten
vergeven Shadwel l Docks, een wi jk di e Vi ctori aanse
hervormers tot wanhoop dreef. Maar ni et i edereen di e i n
Shadwel l woonde, l eed onder di ckensi aanse armoede.
Perki ns vader had een succesvol ti mmerbedri jf en kon
zi ch zowel een groot hui s al s een pri v-opl ei -di ng voor
zi jn zoon Wi l l i am veroorl oven.
Wi l l i am kon goed tekenen en schi l deren, en zi jn vader
hoopte dat hi j archi tect zou worden. Maar ook de
wetenschap zat hem i n het bl oed. Net al s zi jn grootvader,
een l eerbewerker ui t Y orkshi re di e tevens aan al chemi e
deed, was hi j gefasci neerd door chemi cal i n. Toen een
vri end hem op zi jn twaal fde een paar kri stal l i sati e-
experi menten l i et zi en, nam hi j zi jn besl ui t. 'Ik zag i n de
schei kunde i ets wat de bezi gheden waarmee i k mi j tot dan
toe had bezi ggehouden verre oversteeg,' schreef hi j l ater.
'Ik was erg onder de i ndruk van de mogel i jkhei d om
ni euwe ontdekki ngen te doen. Mi jn keuze stond vast: i k
besl oot zo mogel i jk schei kundi ge te worden en begon
meteen fl esjes chemi cal i n te verzamel en en
experi menten ui t te voeren.'
Wi l l i ams vader was berei d een opl ei di ng i n de schei kunde te
bekosti gen, maar was di ep tel eurgestel d over de keuze van zi jn
zoon. Al s archi tect zou Wi l l i am een veel bel ovende toekomst
tegemoet zi jn gegaan. Schei kunde was een ni emandsl and dat
zowel door zakenmensen al s door wetenschappers gewantrouwd
werd. Het probl eem was deel s dat schei kunde ui t de al chemi e l eek
te zi jn voortgekomen. Ondanks seri euze i ntel l ectuel e prestati es
van schei kundi gen al s Antoi ne-Laurent Lavoi si er en Jo-seph
Pri estl ey bl eef deze wetenschap tot ver i n de negenti ende eeuw
verdacht vanwege de associ ati e met de al chemi e.
Een andere moei l i jkhei d met schei kunde was dat het vak zi ch
bewoog tussen theori e en prakti jk, met het voorspel bare resul taat
dat er voor de meeste mensen i ets aan ontbrak. Fabri kanten
beschouwden schei kundi gen al s dromers en amateurs. Ze namen
hen zel den i n di enst, want ze gaven de voorkeur aan mensen met
een prakti scher opl ei di ng. Academi ci vonden de band tussen
schei kunde en i ndustri e jui st beneden hun waardi ghei d. Ze
dul dden de onwel ri ekende l aboratori a en rommel i ge
experi menten van schei kundi gen al l een al s di e absol uut
noodzakel i jk waren om hun theori en te bewi jzen. Sommi ge
uni versi tei ten l i eten het l aboratori umgedeel te van de
schei kunde zel fs hel emaal achterwege, omdat ze meenden dat een
l ab afbreuk zou doen aan de reputati e van hun i nstel l i ng. Andere
uni versi tei ten voorzagen sl echts i n zeer beperkte
l aboratori umfaci l i tei ten, geschi kter voor de amateural chemi e
di e door Per-ki ns grootvader werd bedreven dan voor seri eus
wetenschappel i jk onderzoek.
Maar Wi l l i am Perki n had het gel uk di cht bi j het Royal Col l ege
of Chemi stry te wonen, di e jonge schei kundi gen al s een van de
wei ni ge Engel se academi es een ui tstekende
l aboratori umopl ei di ng te bi eden had. Het col l ege was i n 1845
opgeri cht en genoot de steun van de echtgenoot van koni ng
Vi ctori a, pri ns Al bert, di e zeer onpopul ai r was bi j de Bri tten,
maar dankzi j zi jn steun en aanmoedi gi ng van doorsl aggevend
bel ang bl eek voor al l erl ei techni sche i ni ti ati even i n zi jn ni euwe
vaderl and. In di e ti jd l i ep Dui tsl and voorop i n de exacte
wetenschappen en pri ns Al bert hoopte het wetenschappel i jk
ni veau i n Groot-Bri ttanni op gel i jke hoogte te brengen. Hi j hi el p
het ni euwe Col l ege of Chemi stry opri chten en bemi ddel de
persoonl i jk bi j de koni ng van Prui sen om daar de emi nente Dui tse
schei kundi ge August Hofmann al s di recteur te kunnen
benoemen.
Hofmann, een i nspi rerende l eraar, was vol gens al l e versl agen
een gewel di ge keus. Toen Perki n zi ch i n 1853 P vi jfti enjari ge
l eefti jd bi j het Col l ege of Chemi stry i nschreef, trof hi j er een sfeer
aan waari n hi j zi ch vol komen thui s voel de. Hoewel de schei kunde
een gevaarl i jke di sci pl i ne was (een aantal van Hof-manns
studenten l i ep brandwonden of oogl etsel op, en ook Hofmann zel f
raakte meer dan eens gewond), was het werk fasci nerend.
Hofmann moedi gde zi jn studenten aan om ni euwe ontdekki ngen
te doen, waarbi j hi j vaak zel f het voorbeel d gaf. El ke ontdekki ng
l eek tot ni euwe i nzi chten te l ei den. In zi jn l atere l even heri nnerde
Perki n zi ch nog l evendi g de dag dat Hofmann aan het desti l l aat
van een student een al kal i toevoegde en 'meteen een prachti g
scharl akenrood zout verkreeg'. Hofmann wendde zi ch daarop tot
zi jn studenten en ri ep: 'Heren, ni euwe substanti es drijven gewoon
i n de l ucht.'
Perki n, hoewel beschei den van aard, was ni ettemi n bi jzonder
kundi g en bl onk ui t i n deze sti mul erende omgevi ng. Hi j doorl i ep
de opl ei di ng i n twee jaar en werd op de ongebrui kel i jke l eefti jd van
zeventi en jaar benoemd tot onderzoeksassi stent i n Hofmanns l ab,
een bel angri jke baan. Hoezeer Perki n het ook waardeerde om zi j
aan zi j te werken met zi jn mentor, hi j vond het jammer dat hi j zo
wei ni g ti jd overhad voor ei gen onderzoek. Daarom ri chtte hi j voor
zi chzel f een l aboratori um i n op de zol der van zi jn vaders hui s i n
Shadwel l . Daar werkte hi j ti jdens vakanti es en i n zi jn vri je uren
aan experi menten om syntheti sche ki ni ne te maken, een typi sch
Vi ctori aans onderzoeksproject.
In Perki ns ti jd was ki ni ne de eni g bekende remedi e voor
mal ari a, de door muggen overgebrachte zi ekte di e gepaard gaat
met koorts en koude ri l l i ngen en di e overal ter werel d endemi sch
i s i n warme, moerassi ge gebi eden. Groot-Bri ttanni , dat over de
hel e werel d kol oni n bezat, had grote behoefte aan ki ni ne. In
Indi a was het bi jna onmogel i jk om al s kol oni st te werken zonder
ki ni ne. Maar het medi ci jn was schaars en duur. Het werd
gewonnen ui t de ki naboom, di e i n verafgel egen gebi eden i n de
Zui d-Ameri kaanse Andes groei de. De Bri tten deden een
wanhopi ge pogi ng om de ki naboom ui t Zui d-Ameri ka te stel en,
maar net al s met cocheni l l e sl aagden ze er ni et i n de jui ste soort
te pakken te kri jgen.
Vol gens August Hofmann was er nog een andere mogel i jkhei d
om aan ki ni ne te komen: het mi ddel zou i n het l aboratori um ui t
kool teer kunnen worden samengestel d. Kool teer was een
bi jproduct van de gasl i chti ndustri e, di e i n di e ti jd fl oreerde. De
Bri tse fabri kanten hadden al l een maar l ast van het vi es
rui kende kool teer en gaven het grati s weg aan i eder di e het
hebben wi l de. De stroperi ge zwarte vl oei stof was een favori et
onderzoeksobject voor Hofmanns studenten, omdat hi j al l erl ei
compl exe chemi cal i n bevatte, waarvan vel e gi fti g waren, zoal s
tol ueen, benzeen en naftal een.
Vooral naftal een had Hofmanns aandacht, aangezi en de
chemi sche formul e van naftyl ami ne, een van de deri vaten, sterk
op di e van ki ni ne l eek. In 1849 meende hi j dat deze stof
betrekkel i jk makkel i jk i n ki ni ne kon worden omgezet.
In zi jn al gemeenhei d had Hofmann gel i jk met zi jn beweri ng
dat ki ni ne ook i n het l ab gemaakt kon worden, maar di t was veel
moei l i jker dan hi j besefte en het zou nog ti ental l en jaren duren
voordat i emand daari n sl aagde. Ondanks het fei t dat
naftyl ami ne en ki ni ne ui t soortgel i jke atomen bestonden, bl eek
ui t l ater onderzoek dat de mol ecul ai re structuur sterk verschi l de
en dat omzetti ng daardoor onmogel i jk was. Hal verwege de
negenti ende eeuw, toen er nog wei ni g bekend was over de
structuur van mol ecul en, l eek Hofmanns theori e zeker ni et
onaannemel i jk voor veel schei kundi gen, onder wi e Perki n, di e
ti jdens de paasvakanti e van 1856 probeerde op zi jn zol derl ab
syntheti sche ki ni ne te berei den.
Perki n begon, mi sschi en omdat de resul taten van eerdere
experi menten met naftyl ami ne tel eurstel l end waren geweest,
met tol u di ne, een ander deri vaat van kool teer met een chemi sche
samenstel l i ng di e l eek op di e van ki ni ne. Maar zi jn experi ment
mi sl ukte: i n pl aats van het begeerde medi ci jn kreeg hi j een
nuttel oos roodbrui n poeder. Perki ns l i et zi ch ni et ui t het vel d
sl aan en herhaal de het experi ment met ani l i ne, eveneens een
kool teerderi vaat. Di t l everde een ondui del i jk bezi nksel op, l ater
door hem omschreven al s een 'vol komen zwart product', dat geen
enkel e posi ti eve ei genschap l eek te hebben.
Op di t punt zouden de meeste van Perki ns
medeschei kundi gen er de brui aan hebben gegeven. Maar i n
pl aats van de zwarte vl oei stof door de gootsteen te spoel en
zui verde en droogde Perki ns hem. Om redenen di e onopgehel derd
bl i jven, maar di e wel l i cht te maken hadden met zi jn eerdere
tekenopl ei di ng, besl oot hi j de kl eurei genschappen van het
bezi nksel te beproeven. Op zi jde l everde het een gl i mmende ti nt
l i l a op, di e Perki n 'Tyri sch paars' noemde en di e l ater bekend werd
al s 'Perki ns mauve'.
Hoewel Perki ns mauve een ni euwe ontdekki ng was, waren er
al eerder syntheti sche kl euren ontdekt. In 1771 was er van i ndi go
en sal peterzuur pi cri nezuur gemaakt, dat op zi jde een hel dergel e
kl eur opl everde, en si ndsdi en hadden schei kundi gen nog
verschi l l ende andere kl eurstoffen samengestel d. Maar voordat
Perki n zi jn mauve ontdekte, werden syntheti sche kl eurstoffen
nog ni et i n grote hoeveel heden aangemaakt, ook al omdat ze vaak
te kostbaar of teer waren om ze met eni g succes i n de handel te
brengen. Deel s om di e reden zagen veel schei kundi gen, onder wi e
Hofmann, kl eur al s een curi osi tei t, of op z'n best al s een i ndi cati e
voor andere, i nteressantere chemi sche ei genschappen. Perki ns
was geni aal i n de zi n dat hi j begreep dat zi jn paarse kl eurstof een
revol uti e kon veroorzaken i n de texti el i ndustri e, al s hi j
tenmi nste een mani er kon vi nden om hem grootschal i g te
produceren.
Met hul p van vri enden en fami l i e ri chtte Perki n i n zi jn
vaders tui n een groter l ab i n om de berei di ngswi jze van de
kl eurstof te perfecti oneren. En hi j stuurde stal en mauve
texti el aan een texti el verffabri ek i n Schotl and, met de vraag of
men dacht dat de kl eurstof commerci eel gexpl oi teerd kon
worden. De ei genaar van de fabri ek, Robert Pul l ar, schreef een
bemoedi gend antwoord: 'Al s uw ontdekki ng de stoffen ni et te
duur maakt, dan i s zi j besl i st een van de waardevol ste di e er i n
l ange ti jd zi jn gedaan. Voor al l erl ei producten i s er veel
behoefte aan deze kl eur. Voor zi jde bestaat deze op di t moment
i n het geheel ni et en katoenvezel kan al l een tegen hoge kosten
mauve worden geverfd.'
Vanwege di t antwoord besl oot Perki n het Royal Col l ege of
Chemi stry vaarwel te zeggen en al zi jn ti jd aan de expl oi tati e
van zi jn mauve te wi jden. Di t wekte de woede van Hofmann, di e
vond dat zi jn beste studenten zi ch met wetenschap di enden
bezi g te houden en ni et voor het bedri jfsl even mochten werken.
Mi sschi en vond hi j handel vernederend, een vooroordeel waar
veel mensen van zi jn stand aan l eden. Maar het kan ook zi jn
dat Hofmann zi ch zorgen maakte om het wetenschappel i jke
i deaal van openhei d, waar mensen al s Mel chi or de Ruusscher
en James Anderson eerder voor hadden gepl ei t. Hofmann vond
dat uni versi tai r onderzoekers vri jel i jk resul taten hoorden ui t
te wi ssel en, zodat de menshei d i n het al gemeen ervan kon
profi teren, terwi jl commerci eel schei kundi gen de zaken ten
behoeve van hun ei gen portemonnee gehei mhi el den. Of
mi sschi en vreesde Hofmann ook voor Perki ns vei l i ghei d, want
kort daarvoor was een andere favori ete student van hem al s
chemi cus voor een bedri jf gaan werken en daar bi j een brand
om het l even gekomen. Hoe dan ook, Perki n schreef l ater: 'Hi j
l eek hi er gergerd over en sprak ontmoedi gende woorden,
waardoor i k het gevoel kreeg een onjui ste besl i ssi ng te nemen
en mi jn toekomst te vergooi en.'
Perki n was echt ontdaan door Hofmanns reacti e, di e een
bevesti gi ng was van zi jn grote angst dat hi j door academi sche
schei kundi gen met de nek zou worden aangekeken al s hi j voor
het bedri jfsl even gi ng werken. Di t was een verschri kkel i jk
voorui tzi cht voor een jongeman di e zo van zui ver
wetenschappel i jk onderzoek hi el d al s Perki ns. Maar al s zoon
van een selfmade man ui t East End besefte Perki n ook maar al
te goed wat hi j en zi jn fami l i e te wi nnen hadden bi j een
commerci eel succes. Bovendi en was hi j koppi g en Hofmanns
gebrek aan vertrouwen l i jkt hem ui tei ndel i jk zel fs te hebben
aangemoedi gd. Hi j was vastbesl oten zi jn ui tvi ndi ng te gel de te
maken en bl eef met vol l edi ge steun van zi jn fami l i e de
i ndustri l e mogel i jkheden van zi jn mauve kl eurstof
onderzoeken. Wi l l i ams oudere broer onderbrak zi jn studi e
bouwkunde om al s partner met hem samen te werken en zi jn
vader i nvesteerde het grootste deel van zi jn spaargel d i n de
ondernemi ng.
Ze hadden dus bui tengewoon veel vertrouwen i n de
ontdekki ng van deze jongen van nog geen twi nti g, en Wi l l i am
Perki n bl eek di t ui tei ndel i jk ten vol l e waard. Hi j werkte
achtti en uur per etmaal en ontdekte al snel een goedkopere
mani er om de mauve kl eurstof te berei den, betere methoden
om de kwal i tei t consi stent te maken en een ni euw bi jtmi ddel
om de kl eurstof aan katoen te l aten hechten - i nnovati es di e
naar de meni ng van l atere wetenschappers opval l ender waren
dan de ontdekki ng van mauve zel f. Er was honderd ki l o kool
nodi g voor vi jfentwi nti g gram kl eurstof, maar n druppel
daarvan was al vol doende om honderd ki l o katoen te kl euren,
zodat de kl eurstof toch kosteneffecti ef was.
Ei nd 1857 werd Perki ns kl eurstof door een Londense
fabri ek i n producti e genomen. Door een gel ukki g toeval was
mauve de modekl eur van dat moment. De eerste di e de kl eur
droeg, was het grote Franse modevoorbeel d kei zeri n Eugni e.
Zi j werd nagevol gd door koni ngi n Vi ctori a. Hoewel hun zi jden
japonnen ni et met syntheti sche maar met natuurl i jke
kl eurstoffen waren geverfd, veroverde Perki ns mauve al snel
de werel d, om preci es de redenen di e Robert Pul l ar had
genoemd: het was een fel l e, duurzame kl eur, di e voor veel
verschi l l ende soorten stoffen kon worden gebui kt. In
september 1859 zag je overal mauve. 'Paarsgestreepte mantel s
vul l en cal ches, verstoppen taxi 's, kri oel en op stoomschepen,
wemel en op stati ons en vl i egen het pl attel and op al s
evenzovel e trekvogel s ui t een paars paradi js,' schreef een
Engel se journal i st. Perki n een 's' te veel gevend besl oot hi j: 'De
apotheose van het paars van Perki ns l i jkt nabi j.'
Andere schei kundi gen, jal oers op Perki ns succes, probeerden
hem te i mi teren. De kl euren di e ze maakten, waaronder Lyons
blue, Brittannia violet en iodine green, vonden greti g aftrek. Het
duurde l anger voordat schi l ders de ni euwe kl euren gi ngen
gebrui ken, want i n ol i e- en waterverf vervi el en de kl euren vaak
snel . Op doek veranderden gerani umroze l ak en vi ol ette verfi n
l i chtbl auw en l avendel wi t, zoal s onder andere bl i jkt ui t
schi l deri jen van Vi ncent van Gogh en Paul Gaugui n.
Al s texti el verf waren de ni euwe kl eurstoffen soms ni et
mi nder onbetrouwbaar, maar daar waren de ei sen ni et zo streng.
Aan het ei nd van de negenti ende eeuw di ende een jurk een paar
sei zoenen mooi te bl i jven; hi j hoefde geen eeuwen mee te gaan. En
i n andere opzi chten waren de voordel en voor de tex-ti el ververs
dui del i jk. Syntheti sche kl euren waren makkel i jker i n het
gebrui k, hechtten snel l er, gaven consequentere resul taten en
boden een grotere keuze aan ti nten dan ooi t tevoren. Het
bel angri jkst was dat ze vaak goedkoper waren dan natuurl i jke
kl euren, zodat kostenbewuste texti el ververs al l een al om di e
reden op syntheti sche overschakel den.
Schei kundi gen wi sten zi ch nu van kl anten verzekerd en
haastten zi ch dan ook om al l erl ei ni euwe kl euren op de markt te
brengen, waaronder veel ti nten rood. Vreemd genoeg werd het
eerste syntheti sche rood waarschi jnl i jk gemaakt door August
Hofmann, dezel fde di e zo fel gekant was tegen Perki ns mauve.
Perki ns zal het wel heel bevredi gend hebben gevonden dat zi jn
vroegere mentor na het succes van mauve i n syntheti sche
kl euren ge nteresseerd was geraakt. In 1858 kondi gde Hof-mann
i n een vakbl ad zi jn ontdekki ng van een 'karmi jnkl eur-pri nci pe'
aan, hoewel hi j verder geen bel angstel l i ng had voor de
commerci l e ontwi kkel i ng van karmi jn.
Wel werden kort daarop verschi l l ende andere rode
kl eurstoffen i n producti e genoemen. In 1859 creerden Franse
schei kundi gen de stof fuchsi ne, een karmi jnkl eur di e ook wel
solferino of magenta werd genoemd, ter ere van de nederl aag di e
het Ital i aanse republ i kei nse l eger van Gari bal di het Oostenri jkse
l eger bi j de pl aats Magenta had toegebracht, waarbi j veel bl oed
werd vergoten. Ook deze ni euwe kl eur werd door kei zeri n Eugni e
gedragen en genoot enorme popul ari tei t. Haar onderrok van
sol feri no kasjmi er en bi jpassende 'Gari bal di -bl ouse' gol den al s
zeer el egant. Perki n maakte ook een ei gen magenta kl eurstof en
een ni euwe kl eur di e vermillionette werd genoemd.
Hofmann prees de l evendi ghei d van deze syntheti sche rode
kl euren en voorspel de i n 1862 dat Engel and al snel 'ui t teer
gedesti l l eerd karmi jn naar het cocheni l l eproducerende Mexi co'
zou sturen. Het zou ni et preci es zo l open al s hi j dacht, maar de
cocheni l l eproducerende l anden hadden zeker reden tot zorg.
Cocheni l l e was i n de i nternati onal e handel bi jna dri e eeuwen
l ang de bel angri jkste rode verfstof geweest, maar nu l eek de
defi ni ti eve neergang te zi jn i ngezet.
In de ti jd dat Hofmann zi jn voorspel l i ng deed, di enden de eerste
tekenen van een cocheni l l ecri si s zi ch al aan. Tussen 1858 en 1862
daal de de pri js van cocheni l l e i n Engel and met bi jna eenderde tot
het l aagste ni veau dat men ooi t had gezi en. In Frankri jk, waar
schei kundi gen met nog meer i jver ni euwe kl eurstoffen op de
markt brachten, gi ng het nog sl echter. In dezel fde peri ode zakte
de pri js van een ki l ogram cocheni l l e daar tot bi jna de hel ft, van 15
naar 8 franc. Na deze pl otsel i nge pri jsdal i ng bl even de pri jzen
een paar jaar hetzel fde, maar de si tuati e was hopel oos voor de
producenten.
Het kol oni al e Java stopte al s eerste met de producti e. Nog voor
het de cri ti ci van het cul tuurstel sel was gel ukt
bel ei dswi jzi gi ngen doorgevoerd te kri jgen, werd cocheni l l e een
margi naal product, dat door de pri jsdal i ngen ni et l anger
wi nstgevend geteel d kon worden. Tegen 1860 l agen de kosten om
Javaanse cocheni l l e te produceren bi jna dri e keer zo hoog al s de
opbrengsten. Geconfronteerd met deze verwoestende ci jfers en de
voortdurende druk om het systeem te hervormen en humaner te
maken, besl oot de Nederl andse regeri ng i n 1865 de cul ti vati e van
cocheni l l e stop te zetten.
In Mexi co, Guatemal a en op de Canari sche Ei l anden, waar de
kosten van de cocheni l l eproducti e een stuk l ager waren, bl eef de
verfstof wi nstgevend, maar was de pri jsdal i ng toch een bron van
grote zorg. Aanhangers van samenzweri ngstheori en dachten
dat het verhaal over ni euwe verfstoffen een truc van specul anten
was om de cocheni l l emarkt te mani pul eren. Anderen gel oofden
wel i n het bestaan van syntheti sche kl euren, maar dachten dat de
pri js voor cocheni l l e wel weer zou aantrekken, aangezi en geen
enkel e kunstmati ge kl eur zi ch met het schi tterende
cocheni l l erood kon meten. Maar toen de cocheni l -l epri jzen
hal verwege de jaren zesti g van de negenti ende eeuw nog steeds
ni et waren herstel d, raakten veel producenten i n pani ek. In
Guatemal a daal den de grondpri jzen i n cocheni l l epro-ducerende
gebi eden scherp, er werden tal l oze rechtszaken gevoerd en veel
mensen konden hun schul den ni et meer betal en. Ook i n Oaxaca
en op de Canari sche Ei l anden waren er steeds meer tekenen van
neergang en ontberi ngen. Maar boeren di e al zo veel jaren i n de
cocheni l l eteel t hadden ge nvesteerd, wi l den en konden vaak ni et
op andere gewassen overschakel en. Ze deden het eni g mogel i jke:
ze bl even cocheni l l e tel en en probeerden zo veel mogel i jk te
produceren ter compensati e van de i nkomstendervi ng door de
l age pri jzen.
Nog i n 1870 l ag de cocheni l l eproducti e i n Oaxaca en
Guatemal a nauwel i jks l ager dan voorheen. In Oaxaca werd
jaarl i jks 225 ton cocheni l l e geoogst en Guatemal a exporteerde 680
ton per jaar. Op de Canari sche Ei l anden overtroffen de cocheni l l e-
boeren zi chzel f door tussen 1855 en begi n jaren 1870 de producti e
te verzesvoudi gen. Tegen het ei nde van deze peri ode bedroeg de
jaaroogst van de ei l anders vaak 2250 tot 2750 ton cocheni l l e:
ongeveer dri e keer de producti e van de rest van de werel d bi j
el kaar.
Deze grootschal i ge overproducti e had natuurl i jk gevol gen.
Maar pas hal verwege de jaren zeventi g van de negenti ende eeuw,
toen er een ni euwe generati e syntheti sche rode kl eurstoffen op de
markt verscheen, werden de cocheni l l eproducenten echt tot
wanhoop gedreven.
De eerste van deze ni euwe rode kl eurstoffen was al i zari ne, een
exacte chemi sche repl i ca van het acti eve bestanddeel van de rode
verfstof meekrap, di e i n 1869 gel i jkti jdi g door Perki n en
schei kundi gen van de Dui tse verfstoffenfabri kant BASF werd
ontdekt. Het duurde eni ge jaren voordat de ni euwe kl eur de markt
berei kte, maar toen dat gebeurde, werd Europa er
stormenderhand door veroverd. Al i zari ne was puurder, hel derder
en goedkoper dan natuurl i jke meekrap en bovendi en de eerste
syntheti sche kl eurstof di e l i chtecht en waterbestendi g was. De
ni euwe kl eur verwoestte ni et al l een de markt voor meekrap, maar
ook di e voor cocheni l l e. Hoewel al i zari ne een mi nder ri jke kl eur
opl everde dan cocheni l l e, bl eek de verfstof voor veel mensen een
aanvaardbaar al ternati ef, vooral omdat hi j veel goedkoper was.
Na al i zari ne werd er ongeveer el ke twee jaar een ni euwe rode
kl eurstof i n producti e genomen. Na eosi ne, roccel l i ne en andere
syntheti sche rode kl eurstoffen werd i n 1878 Biebrich scarlet op de
markt gebracht, een Dui tse kl eurstof di e al s wol verf bi jna
vol maakt met cocheni l l e overeenkwam. Naarmate er tel kens
betere, ri jkere en goedkopere ni euwe rode kl eurstoffen werden
ontdekt, werd de bodem onder de cocheni l l emarkt weggesl agen.
In Guatemal a daal de de cocheni l l e-export tussen 1870 en 1877
van 450 tot 225 ton. De neerwaartse spi raal vi el ni et te stui ten en
vanaf 1884 bedroeg de export mi nder dan een hal ve ton per jaar.
Vanaf 1890 werd er bi jna geen cocheni l l e meer geproduceerd i n
Guatemal a. Veel cocheni l l eboeren gi ngen onder druk - en soms
dwang - van de overhei d tegen een kari g l oon i n de bl oei ende
koffi e-i ndustri e werken.
Op de Canari sche Ei l anden, waar de meeste boeren ni ets
anders konden produceren voor de export, stortte de economi e
vol l edi g i n. Herenhui zen en openbare gebouwen bl even hal f
vol tooi d achter, ten sl achtoffer aan de pl otsel i nge armoede op
de ei l anden. Omdat de ei l anders geen andere mi ddel en van
bestaan hadden, bl even ze i n de jaren tachti g van de
negenti ende eeuw cocheni l l e produceren, terwi jl ze er
nauwel i jks van konden l even. Een paar boeren gi ngen tot i n de
twi nti gste eeuw door, maar de meesten schakel den greti g over
op de bananenteel t toen i n de jaren negenti g van de
negenti ende eeuw daarvoor een l ucrati eve exportmarkt werd
ontwi kkel d.
In Oaxaca bl eek het l asti ger om de economi e te redden. Di t
l ag deel s aan het kl i maat, waari n behal ve nopal cactussen
wei ni g wi l de groei en, maar deel s ook aan de cul tuur.
Cocheni l l e behoorde i n Oaxaca al zo l ang tot het dagel i jks
l even dat het onvoorstel baar l eek om zi ch er ni et meer mee
bezi g te houden. Sommi ge Oaxacanen zochten noodgedwongen
werk bi j de spoorwegen of i n de mi jnen, of probeerden andere
producten te verbouwen, zoal s tabak en katoen. Maar i n de
jaren zeventi g en tachti g van de negenti ende eeuw bl even veel
boeren koppi g schi l dl ui zen tel en en aan het begi n van de
twi nti gste eeuw cul ti veerde en exporteerde een handvol
Oaxacaanse dorpen nog steeds cocheni l l e.
Deze l aatste cocheni l l e-exporteurs bl even overei nd
dankzi j het fei t dat voor texti el , voedsel , cosmeti ca, medi ci jnen
en ol i everf nog mondjesmaat van de verfstof werd afgenomen.
Hoewel er i n l aboratori a een groot aantal prachti ge ti nten rood
was gecreerd, was er nog geen exacte vervangi ng voor
cocheni l l e gevonden en deze sectoren dul dden om
verschi l l ende redenen geen andere stof.
Terwi jl de meeste consumenten snel overschakel den op
texti el di e met syntheti sche kl eurstof was gekl eurd, bl eef er
een kl ei ne, maar trouwe kl antenkri ng bestaan voor
ouderwetse verfstoffen al s cocheni l l e. Soms kwam di t door
staatsi ngri jpen. In 1903 verbood de regeri ng van Perzi
bi jvoorbeel d de i mport en het gebrui k van chemi sche
verfstoffen om de tradi ti onel e ambachtel i jkhei d en kwal i tei t
van de Perzi sche tapi jten te kunnen behouden. El ders kozen
kl anten ui t zi chzel f voor cocheni l l e, vaak omdat ze wi sten dat
deze verfstof bepaal de voordel en had di e de syntheti sche
kl euren ni et bezaten. In tegenstel l i ng tot veel ni euwerwetse
kl euren was cocheni l l e bi jvoorbeel d vol l edi g watervast en
zel fs waterafstotend. Bi j met cocheni l l e geverfde stof bl even
regendruppel s al s parel tjes op het oppervl ak l i ggen i n pl aats
van de texti el meteen te doorweken.
En i n tegenstel l i ng tot veel syntheti sche kl eurstoffen bracht
cocheni l l e de gezondhei d ni et i n gevaar. Al i n de jaren zesti g van
de negenti ende eeuw kl aagden mensen di e de ni euwe kl eurstoffen
di rect op de hui d droegen over ui tsl ag of andere aandoeni ngen, en
i n de jaren zeventi g en tachti g nam het aantal kl achten verder
toe. Vooral hel derrode kl euren al s fuchsi ne gol den al s gevaarl i jk.
Er werd naarsti g gezocht naar de oorzaken van de toxi sche
werki ng. Vooral arseenzuur, dat werd gebrui kt bi j de producti e
van fuchsi ne en andere syntheti sche verfstoffen en dat op de
geverfde texti el sporen arseen achterl i et, werd onderzocht. Hoewel
de stoffen na grondi g wassen gewoonl i jk vei l i g gedragen konden
worden, werd di e stap vaak achterwege gel aten, aangezi en de dure
kl edi ng daardoor snel verbl eekte. Men droeg ni euwe kl eren l i ever
meteen ui t de wi nkel , zodat het arseen i n de hui d brandde al s de
stof vochti g werd door regen of zweet.
In kranten en medi sche vakbl aden werd fel gedebatteerd over
de vraag of het bi jtende arseen kwaad kon. De meeste
stoffenververs ri epen dat het maar om mi nuscul e doses gi ng en
dat de kl euren op zi ch onschadel i jk waren. Om di t te bewi jzen
voerde een Londense schei kundi ge zi jn koni jnen een week l ang
haverkorrel s di e met magenta en andere sterke kl eurstoffen
waren geverfd, wat de di eren geen merkbaar kwaad l eek te doen.
Maar veel onderzoekers bl even ervan overtui gd dat de
verfstoffen gevaarl i jk waren. Ze wezen op een verhaal over
verfstoffa-bri eken i n Frankri jk en Zwi tserl and, di e
waterbronnen i n de buurt met arseen hadden vergi fti gd.
Nadat verschi l l ende mensen aan vergi fti gi ng waren
gestorven, moesten de fabri eken sl ui ten. Aangezi en de kwesti e
nooi t echt werd besl i st, zorgden voorzi chti ge mensen dat ze
hun kl eren goed wasten of gi ngen ze weer natuurl i jke
verfstoffen al s cocheni l l e gebrui ken.
Ook i n de voedsel -, cosmeti sche en farmaceuti sche
i ndustri e bl eef er dankzi j de angst voor vergi fti gi ng eni ge
vraag naar cocheni l l e bestaan. Hoewel de goedkope, vrol i jk
ogende syntheti sche kl eurstoffen toch wel hun weg naar deze
branches vonden, gebrui kten fabri kanten van l uxeproducten
nog steeds cocheni l l e om tegemoet te komen aan bezorgde
kl anten. Cocheni l l e werd ook i n l evensmi ddel enwi nkel s
verkocht, was i n veel keukens te vi nden en werd voor
ki ndervoedsel gebrui kt. De verfstof werd aangeprezen al s een
duurder, maar vol komen onschadel i jk al ternati ef voor de
agressi eve syntheti sche rode kl euren. Hoewel nog maar
wei ni g mensen i n de geneeskrachti ge werki ng ervan
gel oofden, bl eef cocheni l l e nog ti ental l en jaren een
standaardkl eurstof i n apotheken. Cocheni l l e werd i n 1906 i n
The Raihvay Children van Edi th Nesbi t genoemd al s kl eurstof
waarmee het gl azuur van Perks' verjaardagstaart roze werd
geverfd: 'Je weet natuurl i jk hoe je di t doet. Je kl opt het wi t van
ei eren, roert er poedersui ker door en voegt een paar druppel s
cocheni l l e toe.' En nog i n 1930 gaf Noel Coward de kl eurstof
een rol l etje i n zi jn toneel stuk Private Lives: al s El yot Chase
hoort dat zi jn vrouw Si byl haar l i ppensti ft kwi jt i s, advi seert
hi j haar 'ui t de keuken wat cocheni l l e te vragen'.
Maar tegen de ti jd dat Private Lives i n het Londense West
End werd opgevoerd, hadden de syntheti sche kl euren al l ang
het pl ei t besl echt. Ze waren watervast en betrouwbaar,
bevatten ni et l anger arseen en werden door deskundi gen al s
onschadel i jke, goedkope vervangers voor natuurl i jke
kl eurstoffen beschouwd. Toen de angst voor vergi fti gi ng
eenmaal gesust was, waren nog maar wei ni g consumenten
berei d om extra te betal en voor met cocheni l l e geverfde
stoffen. Rond 1900 was de vraag naar cocheni l l e tot een
di eptepunt gedaal d. Bi jna geen texti el fabri kant gebrui kte de
stof nog, en zel fs de beroemde Bri tse redcoats van het Bri tse
l eger werden voornamel i jk met syntheti sche kl euren geverfd.
Ook de betere voedsel - en cosmeti cafabri kanten stopten met
het gebrui k van cocheni l l e i n het vertrouwen dat syntheti sche
kl euren vei l i g waren. Zel fs kunstschi l ders l i eten het erbi j zi tten.
Er waren er mi sschi en nog een paar di e met verf op basi s van
cocheni l l e bl even schi l deren, maar de meesten gebrui kten
syntheti sche kl euren, di e goedkoop waren, makkel i jk
verkri jgbaar en mi nder genei gd te verbl eken dan cocheni l l e. Tot
de paar overgebl even kl anten behoorden artsen en
wetenschappers, di e kl ei ne hoeveel heden van de verfstof kochten
al s bi ol ogi sche kl eurstof, al s i ndi cator voor de zuurgraad en voor
andere medi sche doel ei nden. Het gi ng echter om een kl ei n aantal
kl anten, waarvan over de hel e werel d sl echts een handjevol
cocheni l l e-boeren kon bestaan.
Cocheni l l e, di e ooi t andere rode kl eurstoffen van de markt had
gevaagd, drei gde nu zel f aan concurrenti e ten onder te gaan. De
verfstof had i n de moderne werel d geen betekeni s meer en
stevende snel op total e verdwi jni ng af. Maar cocheni l l e was i n
meer dan n opzi cht een Renai ssancekl eur en bl eek nog een
l aatste rol te kunnen spel en.
ACHTTIEN
De cochenillerenaissance
De opkomst van de syntheti sche kl euren betekende een
di epgaande veranderi ng i n de wi jze waarop kl euren werden
gemaakt. Landen hoefden ni et l anger zel dzame i nsecten of
bomen te stel en of kol oni n i n de tropen te bemachti gen.
Wetenschappel i jke vi ndi ngri jkhei d was nu de bel angri jkste
vari abel e - pl us een fl i nke voorraad steenkool of aardol i e, want
daarmee konden er i n fabri eken waar ook ter werel d schi tterende
kl euren worden vervaardi gd.
Zo veranderde de i nternati onal e stri jd om de macht over kl eur
en kwamen er ook andere wi nnaars. De l ucrati eve verf-
stoffenhandel was eeuwenl ang i n handen geweest van kol oni al e
grootmachten al s Spanje en Groot-Bri ttanni . Zi j overheersten i n
dat opzi cht Dui tsl and, een arme congl omerati e van versprei de
vorstendommetjes met wei ni g gel uk i n de kol oni al e l oteri j. Maar
i n de ni euwe werel d van de i ndustri l e schei kunde l agen de
kansen voor Dui tsl and beter. Het l and was ri jk aan steenkool ,
bl onk ui t op wetenschappel i jk gebi ed en had l ei ders di e berei d
waren i n onderzoek te i nvesteren.
De resul taten van het Dui tse programma voor i ndustri l e
ontwi kkel i ng waren rondui t spectacul ai r. Aan het begi n van de
jaren zesti g van de negenti ende eeuw produceerde Dui tsl and
nauwel i jks syntheti sche kl eurstof en mi nder dan twi nti g jaar
l ater had het l and al l e Europese concurrenten achter zi ch
gel aten. In 1881 maakte Dui tsl and bi jna de hel ft van al l e
syntheti sche kl eurstoffen ter werel d. Het Dui tse marktaandeel
bl eef sti jgen en werd, mede dankzi j de octrooi wetgevi ng,
onaantastbaar.
Al si nds de Renai ssance bestonden er octrooi en op
ui tvi ndi ngen, maar het was al ti jd erg moei l i jk geweest ze te
handhaven. Pas ei nd achtti ende, begi n negenti ende eeuw werden
er i n veel westerse l anden ni euwe octrooi wetten aangenomen
waarmee i nbreuk op patenten makkel i jker kon worden
opgespoord en voor de rechter gebracht. Ook de verbeterde
communi cati e-en vervoersmogel i jkheden droegen daaraan bi j.
Hal verwege de negenti ende eeuw was het octrooi recht i n veel
bedri jfstakken, waaronder de texti el ververi j, van vi taal bel ang
geworden.
Met het octrooi recht werd een zekere mate van openhei d van
de texti el ververs verwacht. Om beschermi ng te kunnen geni eten
moesten ze vol doende over hun gehei me techni eken onthul l en om
de octrooi ambtenaren ervan te overtui gen dat ze i ets ni euws en
waardevol s hadden ontdekt. Veel texti el ververs moeten zi ch daar
i ntu ti ef tegen hebben verzet. Gehei mhoudi ng was tensl otte l ang
de hoeksteen van de texti el verfbranche geweest, zozeer zel fs dat
i ndi screti e door mi ddel eeuwse stoffenverversgi l den i n Lucca en
el ders met verbanni ng en zel fs de dood werd bestraft. Maar de
openhei d di e door de octrooi wetten werd afgedwongen, had ook
voordel en. In de negenti ende eeuw genoten texti el ververs en hun
bedri jven een mate van beschermi ng di e zel fs de meest
draconi sche gi l denregel s nooi t hadden kunnen garanderen. Met
een octrooi konden stoffen-ververi jen ex-werknemers,
bedri jfspi onnen of wi e dan ook voor de rechter dagen al s hun
verfformul es of -techni eken werden ge mi teerd. Het ti jdperk van
de rechtszaak was aangebroken.
De verffabri eken i n Dui tsl and waren zi ch terdege bewust van
de voordel en van octrooi en. De Dui tse octrooi wetten waren de beste
ter werel d, met een ui tstekend evenwi cht tussen beschermi ng
van de bestaande rechten van ui tvi nders en sti mul eri ng van
ni euwe vi ndi ngen. Het Dui tse patentsysteem had een
protecti oni sti sche i nsl ag, want Dui tse octrooi aanvragen werden
bevoordeel d ten opzi chte van bui tenl andse. De Bri tse en
Ameri kaanse octrooi wetten waren veel coul anter ten opzi chte
van bui tenl andse ondernemi ngen, di e patenten konden kri jgen
zonder ze ooi t toe te passen. Di t werkte i n het voordeel van Dui tse
bedri jven, di e honderden verfoctrooi en aanvroegen i n Groot-
Bri ttanni en de Vereni gde Staten, en vervol gens wei gerden di e te
gebrui ken. De Bri tse en Ameri kaanse verfi ndustri e kwi jnde weg
onder al deze beperkende octrooi en, zodat Bri tse en Ameri kaanse
texti el fabri kanten afhankel i jk werden van de i mport van Dui tse
texti el verf.
Dankzi j een sl i mme toepassi ng van het octrooi recht,
wetenschappel i jke vi ndi ngri jkhei d en een wi js gebrui k van
grondstoffen bouwde Dui tsl and dus een grote voorsprong op. Rond
1900 produceerde Dui tsl and vi ervi jfde van al l e syntheti sche
kl eurstoffen di e er op de werel d werden gemaakt. Geen concurrent
kwam ook maar i n de buurt. Zwi tserl and was goed voor ongeveer
een ti ende van de werel dproducti e en het overgebl even ti ende
kwam voor rekeni ng van l anden al s Groot-Bri ttanni , Frankri jk
en de Vereni gde Staten, di e ver achterbl even i n de chemi sche
wedl oop. Bovendi en l i ep Dui tsl and voorop bi j het
kl eurstoffenonderzoek, waarui t ni euwe categori en producten
voortkwamen, zoal s parfums, medi ci jnen en de eerste pl asti cs di e
van kool teer werden gemaakt.
Zel fs Wi l l i am Perki n, het Bri tse wonderki nd van de verf-
stoffeni ndustri e, kon de ontwi kkel i ngen i n Dui tsl and ni et
bi jhouden. Gefrustreerd door de harde ei sen van de zakenwerel d
en het Engel se octrooi systeem, dat zi jn ontdekki ng onvol doende
beschermde, verkocht Perki n i n 1873 zi jn fami l i ebedri jf. Op de
opmerkel i jk jonge l eefti jd van zesenderti g jaar trok hi j zi ch terug
i n een l uxe l andhui s. Hi j was geen mi l jonai r, maar dankzi j het
vermogen dat hi j met zi jn verffabri ek had verdi end (ongeveer
100000 pond) hoefde hi j ni et meer te werken. Hi j had thui s wel een
l aboratori um en bl eef wetenschappel i jke arti kel en publ i ceren,
maar hi j hi el d zi ch ni et meer met de commerci l e kant bezi g. En
daar l eek hi j geen spi jt van te hebben. Hi j propageerde mati ghei d
en vegetari sme en besteedde veel ti jd aan fami l i e, kerk en
l i efdadi ghei d. De bri l jante chemi cus, di e i n Groot-Bri ttanni al s
geni e gol d, was ook een toegewi jd tromboni st en
amateurgoochel aar. Vol gens zi jn neef 'was hi j i n zi jn el ement al s
hi j ki nderen vermaakte op school feestjes'.
Hoezeer Perki n ook genoot van zi jn sterk vervroegde pensi oen,
hi j maakte zi ch zorgen dat Groot-Bri ttanni zoveel terrei n verl oor
aan Dui tsl and i n de branche di e hi j zel f mi n of meer had
opgebouwd. Nog voordat hi j zi jn fabri ek verkocht, zag hi j al
tekenen van deze machtsverschui vi ng. Zi jn oude mentor, August
Hofmann, had i n de jaren zesti g van de negenti ende eeuw het
Royal Col l ege of Chemi stry verl aten voor een l eerstoel i n de
chemi e aan de Uni versi tei t van Berl i jn. En Hofmann was ni et de
eni ge. In het daaropvol gende decenni um keerden ook andere
Dui tse schei kundi gen di e i n Engel and werkten terug naar hun
vaderl and, met medenemi ng van hun experti se. Aan het ei nd
van de negenti ende eeuw waren de Dui tse onderzoeksi nsti tuten
zo geavanceerd dat twee zoons van Perki n di e hem i n de
schei kunde wi l den opvol gen, naar Dui tsl and gi ngen voor een
hogere opl ei di ng i n de chemi e.
Veel nati es stoorden zi ch aan de Dui tse domi nanti e i n de
chemi sche i ndustri e, vooral de Bri tten, di e met spi jt
terugdachten aan hun vroegere voorsprong. Maar i n 1906, toen
een aantal wetenschappers zi ch i n Londen verzamel d hadden
voor een gal adi ner ter ere van Perki ns ontdekki ng vi jfti g jaar
eerder, verzekerde de Dui tse chemi cus Carl Dui sberg de gasten
dat ze zi ch geen zorgen hoefden te maken. Al s hoofd van Bayer, de
grootste chemi sche fabri ek van Dui tsl and, meende Dui sberg dat
de chemi sche i ndustri e i n Dui tse handen vei l i g was: 'Engel and
heeft een hoogontwi kkel de steenkool - en i jzeri ndustri e. Zi jn
texti el i ndustri e, zowel het spi nnen al s het weven, i s
ongevenaard. En Engel and heeft meer kol oni al e bezi tti ngen dan
wel k ander l and ook. Sl echts i n de kool teer-kl euri ndustri e moet
Engel and genoegen nemen met een tweede pl aats... Waarom mag
Dui tsl and op di t gebi ed nu ni et eens de eerste pl aats i nnemen?'
Zeker, waarom ni et? Het antwoord werd dui del i jk toen kort
daarop de Eerste Werel doorl og ui tbrak. Tegen di e ti jd was de
chemi sche i ndustri e zo stevi g i n handen van de Dui tsers dat de
geal l i eerde l anden voor kl eurstoffen bi jna geheel van Dui tsl and
afhankel i jk waren en er, zodra de oorl og begon, een cri si s ui tbrak
i n de texti el i ndustri e. Er waren nauwel i jks kl eurstoffen van
ei gen bodem en de meeste waren onstabi el en onbetrouwbaar, wat
het moreel bi nnen de geal l i eerde l anden geen goed deed. Maar het
zou nog erger worden, want door de voorsprong i n de chemi e was
Dui tsl and ook beter dan andere l anden i n staat om gi fgas te
produceren.
In 1914 begon het Dui tse l eger met ui terst gehei m onderzoek
naar traangas, waarbi j vooraanstaande wetenschappers en
kl eurstofschei kundi gen werden i ngeschakel d, onder wi e Carl
Dui sberg van Bayer. Toen de onderzoeksgroep na proeven tot de
concl usi e kwam dat traangas ni et krachti g genoeg was voor
oorl ogsdoel ei nden, haal de een jonge hoogl eraar, Fri tz Haber, zi jn
col l ega's over tot het gebrui k van chl oor, een veel gevaarl i jker
chemi sche stof di e vaak i n de Dui tse verfi ndustri e werd
toegepast. Na ui tgebrei d onderzoek door Haber en consorten l i et
het Dui tse l eger i n apri l 1915 bi j l eper een wol k geel groen
mosterdgas boven de geal l i eerde l i ni es ontsnappen, di e vooral
Frans-Al geri jnse en Canadese troepen trof. Hun l ongen werden
verwoest en ze sti kten i n de l oopgraven. Zi j waren de eerste
sl achtoffers van de moderne chemi sche oorl ogvoeri ng.
Na l eper haastten de geal l i eerden zi ch om de Dui tsers i n te
hal en. Al snel produceerden zi j ook gi fgas dat ze i nzetten op het
sl agvel d. Maar vanwege de voorsprong di e de Dui tse
kl eurstoffeni ndustri e voor de oorl og had, l ag Dui tsl and ook ver
voor met de producti e van gi fti ge stoffen. Verfbedri jven al s Bayer,
Hoechst en Badi sche werden oorl ogsmachi nes van de Dui tse
kei zer en l everden enorme hoeveel heden gi fgas af. Ze
produceerden ook andere stri jdmi ddel en di e nauw verwant waren
aan de chemi cal i n ui t de verfi ndustri e: expl osi even.
Aan het ei nd van de oorl og was er van de Dui tse voorsprong op
het gebi ed van i ndustri l e chemi e wei ni g meer over. De
Vereni gde Staten, Groot-Bri ttanni , Frankri jk, Japan, Rusl and
en Ital i hadden ten behoeve van de chemi sche oorl ogvoeri ng
gehei me l aboratori a en fabri eken gebouwd en daari n een
gi ganti sche producti e berei kt. Na de oorl og bl even deze fabri eken
en l aboratori a bestaan. Hoewel Dui tsl and een bel angri jke
producent van kl eurstoffen en andere chemi sche producten bl eef,
was de concurrenti e enorm toegenomen, ook doordat de
geal l i eerden i n het kader van het Verdrag van Versai l l es
aanspraak maakten op de hel ft van de aandel en i n de Dui tse
verfi ndustri e en bepaal de rechten op Dui tse kl eurstofoctrooi en.
De geal l i eerde fabri kanten merkten echter al snel dat de
octrooi cl ausul es i n het Verdrag van Versai l l es ni et het
verwachte voordeel opl everden. Ook i n de twi nti gste eeuw was de
stof-fenververi j nog met gehei mzi nni ghei d omgeven. De verei ste
openhei d voor de octrooi wet was ni et absol uut en Dui tse
stoffenververs, en hun col l ega's el ders, aarzel den om al hun
beroepsgehei men aan de octrooi raad te onthul l en. De Dui tse
verfpatenten bevatten dan ook ni et al l e detai l s di e een fabri kant
nodi g had om wi nst te maken. Na de oorl og betaal den geal l i eerde
fabri kanten de Dui tse fabri eken soms voor l i centi es en advi es om
ten vol l e van hun experti se te kunnen profi teren.
Toch maakten ondernemers ui t de geal l i eerde l anden i n
toenemende mate gebrui k van doorbraken di e door ei gen
schei kundi g onderzoek waren berei kt. Veel schei kundi gen waren
hun carri re begonnen i n de oorl ogsi ndustri e en hi el den zi ch pas
na 1918 met de producti e van verfstof bezi g. Na de oorl og
verbeterden sommi ge geal l i eerde l anden hun octrooi -wetten
zodani g dat de ei gen i ndustri e werd bevoordeel d, zoal s de Dui tse
octrooi wetten l ange ti jd hadden gedaan.
Maar ook met de octrooi wetgevi ng waren stoffenververs nog
bezorgd over i ndustri l e spi onage, en ri val i tei t bl eef de regel i n
de moderne kl eurenhandel . De ri val i tei t verhevi gde nog toen i n
de jaren twi nti g het aantal bedri jven i n de chemi sche
kl euri ndustri e fl i nk toenam. Tal l oze fabri eken ui t de
oorl ogsperi ode begonnen i n vredesti jd verf te produceren. De
Europese en Ameri kaanse markt werd overspoel d met
syntheti sche kl eurstoffen. Om ti jdens deze peri ode van
recordproducti e de pri jzen l aag te houden zochten de chemi sche
fabri eken naar ni euwe kl anten. Di t deden ze ni et al l een i n het
Westen, maar ook i n andere del en van de werel d.
Ten mi nste si nds de jaren negenti g van de negenti ende eeuw
werden er op de soeks i n het Mi dden-Oosten en de bazaars i n Azi
naast cocheni l l e en i ndi go ook syntheti sche kl eurstoffen
aangeboden. Maar consumenten i n Azi , Afri ka en Zui d-Ameri ka
gebrui kten i n de jaren twi nti g nog vooral natuurl i jke
kl eurstoffen. Di t l ag deel s aan een gebrek aan aanbod. De meeste
syntheti sche stoffen werden i n het Westen verkocht, zodat er
maar een beperkte hoeveel hei d voor de rest van de werel d
overbl eef. En door de transportkosten waren deze duurder dan
natuurl i jke kl eurstoffen di e i n de ni et-westerse l anden zel f
werden gemaakt. Ook de tradi ti e speel de een rol . Vooral de
bewoners van l andel i jke, verafgel egen gebi eden hi el den zi ch
l i ever aan de oude methoden.
De westerse bedri jven achtten deze regi o's ri jp voor
ontwi kkel i ng. Om hun afzet vei l i g te stel l en en rechtstreekse
concurrenti e te vermi jden deel den ze de werel d al snel op i n een
reeks kartel s. Franse bedri jven werd bi jvoorbeel d de overhand
gegund i n Lati jns Ameri ka, en Dui tse i n het Verre Oosten. Toen de
zaken tot onderl i nge tevredenhei d geregel d waren, overspoel den
deze bedri jven de ni euwe markten met syntheti sche kl eurstoffen.
Eerst l angzaam, maar daarna steeds snel l er drongen deze
kl eurstoffen door tot i n de bi nnenl anden van Azi , Zui d-Ameri ka
en Afri ka, waar ze werden verkocht voor een pri js di e zel fs i n zeer
arme streken betaal baar was. Bi nnen enkel e ti ental l en jaren
werd de nog resterende handel i n cocheni l l e en andere
natuurl i jke kl eurstoffen weggevaagd door de syntheti sche
kl euren. Zel fs i n afgel egen dorpen i n het bergachti ge Oaxaca l i ep
de tradi ti onel e verfkunst het gevaar voor al ti jd te verdwi jnen.
Ver voor de Eerste Werel doorl og waren cocheni l l eboeren al een
zel dzaamhei d i n Oaxaca. In 1909 mel dde de Fransman Lon
Di guet dat hi j grote moei te had om i n Oaxaca nog acti eve
cocheni l l eboeren te vi nden. 'De nopal kwekeri jen zi jn de een na de
ander verdwenen,' schreef hi j. Al l een bi j het stadje Ocotl an, een
ki l ometer of derti g van Oaxaca, vond hi j ten sl otte 'een paar
mi serabel e nopal pl antages di e nog door autochtonen worden
onderhouden'.
Di guet was i n een aantal opzi chten te pessi mi sti sch. Aan het
begi n van de twi nti gste eeuw werd er i n verder afgel egen dorpen
ook nog cocheni l l e geproduceerd, en vol gens een andere bron
werden er zel fs i n 1932 nog kl ei ne hoeveel heden cocheni l l e ui t
Oaxaca ui tgevoerd. Maar Di guet had gel i jk met zi jn opmerki ng
dat de i ndustri e op sterven na dood was. Hoewel er nog een
beperkte markt voor cocheni l l e bestond, waren de Oaxacanen ni et
meer opgewassen tegen de concurrenti e van producenten ui t
andere del en van de werel d, vooral de Canari sche Ei l anden. Het
was i roni sch genoeg hun l angduri ge ervari ng di e hun de das
omdeed. Omdat de Dactylopius coccus i nheems was i n Mexi co,
kwamen daar ook veel natuurl i jke vi janden van de schi l dl ui s
voor. Op de Canari sche Ei l anden en i n andere
cocheni l l eproducerende gebi eden bestonden dergel i jke vi janden
ni et. Voor Oaxacanen was de cocheni l l eteel t daarom l asti ger,
duurder en ri skanter dan voor andere toppro-ducenten.
Na verl oop van ti jd zakte ook de l okal e markt voor Oaxa-
caanse cocheni l l e i n. Vanaf de jaren negenti g van de negenti ende
eeuw, zo ni et eerder, werd een gedeel te van het Oaxa-caanse
texti el met fuchsi ne, magenta en andere syntheti sche
kl eurstoffen gekl eurd i n pl aats van met cocheni l l e. Het gebrui k
van syntheti sche kl euren nam na de Eerste Werel doorl og al l een
nog maar toe. De voornaamste reden was waarschi jnl i jk dat ze
mi nder duur waren. De Oaxacanen moesten hun brood verdi enen
en het was makkel i jker en goedkoper om de ni euwe kl eurstoffen
en voorgel deurd garen te gebrui ken dan zel f texti el te verven.
Maar door deze omschakel i ng gi ng de kenni s van de tradi ti onel e
wi jze van texti el verven bi j de meeste Oaxacanen ui tei ndel i jk
verl oren.
Zel fs i n 1947 stond er echter nog i n een Ameri kaanse rei sgi ds
over Mexi co dat er Oaxacanen waren di e wol l en poncho's rood
verfden met cocheni l l e, al was deze 'over het al gemeen vervangen
door ani l i nekl eurstoffen'. Maar tegen di e ti jd was cocheni l l e snel
bezi g te verdwi jnen. Ni et l ang na de verschi jni ng van deze
rei sgi ds kreeg een Mexi caanse wetenschappel i jke expedi ti e di e op
zoek was naar monsters van Dactylopius coccus i n het ene na het
andere dorp te horen dat de cocheni l l eteel t al l ang gel eden was
stopgezet. Met hul p van Lauro Rami rez, een Zapoteekse boer di e
twee jaar eerder al s l aatste i n zi jn dorp met de cocheni l l eteel t was
gestopt, werden er ui tei ndel i jk bi j het gehucht San Agusti n
Amatengo nog cocheni l l el ui zen gevonden op wi l de cactussen.
Om de Oaxacaanse cocheni l l e-i ndustri e voor ui tsterven te
behoeden deden de l eden van de Mexi caanse expedi ti e wat de
concurrenten van Mexi co ooi t i n Madras en op Ha ti en Java
hadden gedaan: ze kweekten een voorraad cocheni l l e i n een
botani sche tui n en gaven vervol gens popul ati es door om el ders
verder gecul ti veerd te worden. Aanvankel i jk werd er wei ni g
geproduceerd en werd er mondjesmaat l evende cocheni l l e
versprei d onder vertrouwde kwekers. Er werden ook monsters van
de kant-en-kl are verfstof naar Mexi caanse ambachtsl i eden
gestuurd om de kunst van het verven met natuurl i jke
kl eurstoffen l evend te houden.
Aan het ei nd van de jaren zesti g l eek Mexi co een grootschal i ge
herl evi ng van het cocheni l l egebrui k tegemoet te gaan. In Noord-
Ameri ka en Europa nam de vraag naar de verfstof toe al s gevol g
van de trend om natuurl i jke producten te gebrui ken. Zel fs na een
ui tbraak van sal monel l avergi fti gi ng i n New Y ork, di e
ui tei ndel i jk door een besmette l adi ng cocheni l l e ui t Peru bl eek te
zi jn veroorzaakt, vermi nderde het enthousi asme voor de verfstof
ni et, deel s omdat syntheti sche kl euren steeds meer i n verband
werden gebracht met een nog gevreesdere zi ekte: kanker.
Wetenschappers dachten dat de arbei ders di e i n de syntheti sche
kl eureni ndustri e werkten het grootste ri si co l i epen, maar
vol gens sommi ge onderzoeken hadden ook consumenten een
verhoogde kans op kanker, vooral door rode kl eurstoffen. Aan het
begi n van de jaren zeventi g berei kte de ongerusthei d een
hoogtepunt toen ui t Russi sch onderzoek bl eek dat amarant, dat i n
de Vereni gde Staten al s Red no. 2 en i n Europa al s E123
bekendstaat, al s i ngredi nt i n voedsel of medi ci jnen
kankerverwekkend was. Toen ratten di e aan amarant waren
bl ootgestel d kwaadaardi ge tumoren bl eken te ontwi kkel en,
verbood de Ameri kaanse keuri ngsdi enst voor voedsel en
medi ci jnen FDA i n 1976 het gebrui k van deze kl eurstof. Cri ti ci
vonden dat de overhei d overhaaste concl usi es trok, maar de
ongerusthei d omtrent syntheti sche rode kl euren nam i n de
daaropvol gende ti en jaar verder toe. Sommi ge onderzoekers en
consumentengroeperi ngen zagen ni et al l een een verband met
kanker, maar ook met astma, ADHD, hyperacti vi tei t en al l erl ei
andere kwal en.
Fabri eken zochten vanwege deze gezondhei dsri si co's naar
andere, natuurl i jker al ternati even. Cocheni l l e werd al snel
popul ai r al s kl eurmi ddel dat, voorzover bekend, vol komen vei l i g
was, goed mengde met andere i ngredi nten en l ang houdbaar
bl eef. Al l een of i n combi nati e met andere natuurl i jke
kl eurstoffen konden er verschi l l ende soorten rood, paars, roze en
oranje van worden gemaakt voor de voedsel - en cosmeti ca-
i ndustri e. Tegen 1990 was er een heuse renai ssance i n het
gebrui k van cocheni l l e ontstaan en werd er werel dwi jd weer bi jna
vi jfhonderd ton van geproduceerd.
Si ndsdi en neemt de producti e verder toe. De meeste export
gaat naar de Vereni gde Staten, Europa en Japan, waar fabri eken
ui t de gedroogde i nsecten karmi jnzuur extraheren. Hoewel
karmi jnzuur tegenwoordi g ook l angs syntheti sche weg gemaakt
kan worden, i s di t te i ngewi kkel d om kosteneffecti ef te kunnen
zi jn. Cocheni l l el ui zen zi jn nog steeds de meest economi sche
makers van di t zuur, en daarmee i s de teel t van deze di ertjes ook
de eni ge commerci eel i nteressante mani er om de kl eurstof te
produceren.
Cocheni l l e wordt vri j van i nsectendeel tjes al s vl oei stof of
poeder verkocht en op Europese eti ketten aangedui d al s E120,
maar ook al s 'cocheni l l e-extract', 'karmi jn', 'karmi jnzuur' of
gewoon al s 'kl eurstof toegevoegd'. De stof wordt i n al l erl ei
producten gebrui kt: i n snoep, i jsl ol l y's, worstjes, yoghurt,
frui tsap, roomi js, appel moes, puddi ng, kaas, hoestsi roop, rouge,
l i ppensti ft, oogschaduw en campari .
Si nds het begi n van deze heropl evi ng van cocheni l l e i s de
producti e i n Mexi co toegenomen, maar wi e op een vol l edi g herstel
van de i ndustri e had gehoopt, werd tel eurgestel d. De
concurrenti e i s fel , want ook i n andere del en van de werel d
haasten boeren di e kansen rui ken zi ch om aan de vraag naar de
verfstof te kunnen vol doen. De Canari sche Ei l anden, Bol i vi a,
Chi l i , Zui d-Afri ka en nog enkel e l anden exporteren cocheni l l e,
maar Peru heeft verui t het meest van de renai ssance
geprofi teerd.
Hoewel de Peruanen si nds de oudhei d wi l de cocheni l l e
verzamel en, kweken ze pas vanaf hal verwege de negenti ende
eeuw gedomesti ceerde schi l dl ui zen. In 1870 was de total e
producti e nog te verwaarl ozen en het had geen verbazi ng gewekt
al s de cocheni l l ecul tuur ti jdens de grote cocheni l l ecri si s van dat
decenni um geheel verdwenen was. Maar de Peruaanse
cocheni l l ecul tuur overl eefde de cri si s. Door de zeer l age l onen,
het gunsti ge kl i maat en de afwezi ghei d van natuurl i jke vi janden
van cocheni l l el ui zen wi sten de Peruanen i n het mi dden van de
twi nti gste eeuw de magere resten van de i nternati onal e coche-
ni l l emarkt i n handen te kri jgen. Toen de vraag i n de jaren
zeventi g weer toenam, bevonden ze zi ch i n de beste posi ti e om er
snel aan te vol doen.
Peru produceert nu al eni ge jaren 80 procent of meer van al l e
cocheni l l e ter werel d. De jaarl i jkse export bedroeg de l aatste jaren
bi jna 1000 ton en de branche brei dt zi ch steeds verder ui t.
Geschat wordt dat er i n afgel egen Peruaanse streken zo'n 40 ooo
gezi nnen van cocheni l l e l even. Vel en verzamel en de i nsecten i n
de bergen. Maar zel fs i n Peru kent de cocheni l l ehandel
probl emen, waarvan de onberekenbaarhei d van de
i nternati onal e cocheni l l emarkt de voornaamste i s. De
cocheni l l epri jzen fl uctueerden enorm de afgel open derti g jaar.
Al l een al i n de jaren negenti g schommel de de pri js tussen de 12
en 90 euro per ki l o. Si ndsdi en i s de pri js gezakt.
Het voornaamste probl eem van de cocheni l l e-i ndustri e aan
het begi n van de eenentwi nti gste eeuw l i jkt overproducti e te zi jn,
doordat er te snel te veel mensen i n de cocheni l l ebranche zi jn
gestapt. Omdat er aan de verwerki ngskant mi nder concurrenti e
i s en meer wi nst gemaakt kan worden (de kl eurstof i s aanzi enl i jk
meer waard dan de schi l dl ui zen), brei dt een aantal
cocheni l l eproducerende l anden, waaronder Peru, de branche ook
i n deze ri chti ng ui t. Fabri kanten i n Noord-Ameri ka en Europa
kopen de verfstof nu vaak rechtstreeks al s poeder of vl oei stof i n
deze l anden.
Maar i n het Westen i s sprake van een toenemende weerstand
tegen cocheni l l e, vooral i n de Vereni gde Staten, waar artsen
hebben ontdekt dat cocheni l l ekl eurstoffen bi j een beperkt aantal
mensen l evensgevaarl i jke al l ergi sche reacti es kunnen
veroorzaken. Vegani sten, vegetari rs en
di erenrechtenorgani sati es protesteren tegen het gebrui k van de
schi l dl ui zen en wi jzen erop dat bi eten en rode kool ook al s
kl eurstof kunnen worden gebrui kt. Ook fabri kanten van kosjere
etenswaren zi jn ni et gerust op de verfstof. De pri js van cocheni l l e
i s nu tot beneden de 10 euro per ki l o gezakt en het i s ni et dui del i jk
wanneer di e zi ch zal herstel l en.
Dat i s verschri kkel i jk ni euws voor Peru, maar de reacti e i n
Mexi co, het oude cocheni l l ecentrum, i s gemati gder. De
tegenwoordi ge cocheni l l e-export van Mexi co val t i n het ni et bi j
di e van vroeger eeuwen, ondanks de i nspanni ngen van mensen
al s Ignaci o dei R10 Duenas, een gepensi oneerde i ngeni eur di e
zi ch met aanstekel i jk enthousi asme op de herl evi ng van de
cocheni l l ecul tuur i n Oaxaca heeft gestort. Oaxaca bevi ndt zi ch
wel i swaar i n de voorhoede van de Mexi caanse
cocheni l l eproducti e, maar de i ndustri e i s nog steeds geen
bel angri jke factor i n de regi onal e economi e.
Doordat cocheni l l e weer beschi kbaar i s i n Oaxaca, werd wel de
eeuwenoude texti el cul tuur ni euw l even i ngebl azen en aan een
vol gende generati e doorgegeven. Toen de kunst van het
texti el verven met natuurl i jke producten bi jna was verdwenen,
probeerden ambachtel i jke wevers al s Isaac Vasquez, een Zapoteek
ui t het stadje Teoti dan del Val l e, de oude techni eken weer op te
pakken. Vasquez kl eurt wol met cocheni l l e, i ndi go ui t
Tehuantepec en kl eurstoffen di e van mos, de zoete acaci aboom en
andere natuurl i jke materi al en zi jn gemaakt. Hi j kreeg
bekendhei d met stoffen, di e over de hel e werel d worden verkocht.
In zi jn werkpl aats thui s verft Vasquez tegenwoordi g nog steeds
met cocheni l l e.
Ook andere fami l i es i n Teoti dan werken met natuurl i jke
kl euren, zoal s Fi del Cruz en zi jn vrouw Mari a Lui sa Mendoza, di e
met hun kl ei ne ki nderen aan de rand van de stad wonen. Cruz
l eerde al s ki nd al weven, maar raakte pas al s jonge man i n de
jaren negenti g ge nteresseerd i n verfstoffen al s cocheni l l e.
Omdat er geen l eraren waren, haal den zi jn vrouw en hi j hun
kenni s ui t boeken en vertrouwden ze op wat er bi nnen de fami l i e
nog aan kenni s l eefde. Aanvankel i jk mi sl ukte er veel , maar na
verl oop van ti jd wi sten ze de gehei men van de kl eur te
doorgronden.
Ze betrekken hun cocheni l l e van verschi l l ende Mexi caanse
l everanci ers, onder wi e de Ri o Duenas nopal kwekeri j i n Santa
Mari a Coyotepec. Mendoza maal t de schi l dl ui zen tot een fi jn
poeder met haar stenen vi jzel of metate en Cruz gooi t dat i n een
bubbel end verfbad op een gasvl am. Om het rood te fi xeren en te
i ntensi veren roert hi j er wat al ui n, acaci avruchten en vers
geperste l i moenen doorheen. Ze l aten de wol uren i n het stomende
verfbad weken. Af en toe trekt Cruz de strengen ui t het bad
omhoog en l aat ze weer terugval l en. Hi j wacht gedul di g tot de
kl eur hem beval t. Aan een l i jn di e achter hem dwars over de
verharde bi nnenpl aats i s gespannen, hangen de scharl aken
strengen wol te drui pen di e hi j eerder heeft geverfd. De stoffi ge
hori zon en de kammen van de bergen op de achtergrond worden
door de fel gekl eurde wasl i jn i n tween gesneden.
De met cocheni l l e geverfde garens van de fami l i e Cruz zi jn
di eper en ri jker van kl eur dan moderne garens, maar voor veel
Oaxacanen bl i jft deze ri jkdom bui ten berei k, want Mexi caanse
cocheni l l e i s soms wel veerti g keer zo duur al s een soortgel i jke
hoeveel hei d syntheti sche kl eurstof. Het kost ook veel meer ti jd om
van schi l dl ui zen kl eurstof te maken. En omdat maar wei ni g
i mporteurs, toeri sten of pl aatsel i jke wi nkel i ers berei d zi jn zo veel
meer te betal en voor een natuurl i jke kl eur, gebrui ken de meeste
ambachtsl i eden i n Oaxaca syntheti sche kl euren.
Toch staan de fami l i e Cruz en Isaac Vasquez ni et al l een. Er
zi jn meer goede Oaxacaanse stoffenververs di e, ondanks de hoge
kosten, gebrui kmaken van i n de streek geproduceerde cocheni l l e
en andere natuurl i jke kl eurstoffen. In de i ngewi kkel de patronen
van hun wol l en kl eden en tapi jten gl oei en de stroken cocheni l l e
al s rood vuur op al s een teken van een ui tstervende kunst di e
behouden bl eef, al s een tal i sman van de gl ori edagen van wel eer.
NAWOORD
Goedkope kleur
Perki ns ontdekki ng van syntheti sch mauve vormde de toegang
tot de moderni tei t, het openi ngssal vo van een chemi sche
revol uti e di e ni et al l een kl eurstoffen voortbracht, maar ook
syntheti sch texti el , kunstmest, expl osi even en pl asti cs. Onze
kl edi ng, voedi ng, oorl ogen en mani er van l even werden erdoor
be nvl oed, en ook onze kl eurwaarnemi ng ondergi ng een
i ngri jpende veranderi ng, di e zo subti el , maar zo al l esomvattend
was dat we nu bi jna vergeten zi jn dat fel l e kl euren eeuwenl ang
een symbool waren van bevoorrechti ng en hoge afkomst.
Di t oude gevoel voor kl eur bestond nog wel , zi j het i n
afgezwakte vorm, op het moment dat de fabri ekskl euren de werel d
voor het eerst i n i edere gewenste ti nt konden verven, en zorgde
ervoor dat de ni euwe syntheti sche kl eurstoffen des te
enthousi aster werden ontvangen. Vooral vrouwen waren
geestdri fti ge kl anten. Het was gedaan met de i ngetogenhei d di e
i n de jaren veerti g van de negenti ende eeuw door modebl aden
werd gepropageerd. Voortaan wedi jverden dames ui t de betere
standen om zo opval l end en kl euri g mogel i jk voor de dag te
komen. In de jaren zesti g van de negenti ende eeuw l i chtten sal ons
en bal zal en op van de smaragdgroene, fel bl auwe en magentarode
hoepel rokken. In Engel and en Frankri jk l i ep de kl eurkoorts zo
hoog op dat er werd teruggegrepen naar de vi jfti ende-eeuwse
mode van verschi l l ende kl eurbanen bi nnen n kl edi ngstuk. Om
de ni euwe kl eurstoffen goed tot hun recht te l aten komen werden
mouwen, l i jfje en rok van dri e of vi er verschi l l ende stroken stof
gemaakt.
Ook de Pari jse mode om het haar met de ni euwe kl eurstoffen
te verven gi ng terug op de Renai ssance. De popul ai rste ti nt (a l a
kei zeri n Eugni e) was rossi g bl ond. Opval l end genoeg kreeg het
woord 'kl eurl oos', dat tot dan toe een synoni em was geweest voor
'bl eek', i n di e ti jd een ni euwe, mi nder gunsti ge betekeni s en gi ng
het 'l evenl oos, duf, saai ' betekenen.
De kl euri ge ni euwe mode had ni et al l een enthousi aste
aanhangers, maar ook tegenstanders. 'Wi e opzi chti ge kl edi ng
met veel opschi k draagt, gaat sl echt gekl eed,' schreef een
Ameri kaans eti quetteboek i n 1866. 'Mensen van goede afkomst en
opvoedi ng' di enden gedekte kl euren te dragen. Nadrukkel i jker en
gedetai l l eerder kri ti ek op de ni euwe kl eurgekte kwam van de
Franse fi l osoof Hi ppol yte Tai ne. Ti jdens een zondagswandel i ng i n
het Londense Hyde Park i n de jaren zesti g van de negenti ende
eeuw was hi j verbaasd vrouwen te zi en i n 'krankzi nni g fel vi ol et
[...] kl aproosrode zi jde, grasgroene, met bl oemen versi erde jurken,
[...] azuurbl auwe sjaal s, gouden stri kken en fel paarse
handschoenen'. Dat de vrouwen i n kwesti e respectabel e dames
waren, vond hi j des te schokkender. Dergel i jke kl edi ng was
vol gens Tai ne dui del i jk di e van 'een parvenue of een vrouw van
l i chte zeden'.
Modebewuste Ameri kaanse en Europese dames en heren
trokken zi ch ni ets van Tai ne en andere cri ti ci aan en bl even
hal verwege de jaren zeventi g van de negenti ende eeuw
opval l ende kl edi ng dragen. Hun zel fvertrouwen groei de i n de
wetenschap dat de ni euwe kl euren duur waren en dat al l een
wel ge-stel den zi ch deze konden veroorl oven.
Op een gegeven moment daal de de pri js van de ni euwe
kl eurstoffen verrassend snel en werden ze ook betaal baar voor
consumenten voor wi e fel l e kl euren l ang een onberei kbare l uxe
waren geweest. Vanaf ei nd jaren 1870 konden ook mensen onder
aan de economi sche l adder zi ch i n de l ang verboden kl euren
verl usti gen en ze droegen ze zo vaak ze konden. Vooral rood was
favori et. 'De goedkopere magenta en scharl aken stoffen zi jn bi j de
arme arbei dende kl asse heel popul ai r al s ondergoed, kousen en
bel egsel ,' schreef het Bri ti sh Medi cal Journal . Al l i epen de
kl eurstoffen soms ui t of l i eten ze gi f achter op de hui d, de
arbei derskl asse was er ni et mi nder gek op. Ze wi l de meer kl eur,
vooral rood. Hoe fel l er, hoe beter.
Ni et al l een de arbei derskl asse wi l de vuurrode kl euren.
Ook andere groepen di e zi ch op grond van voorschri ften of de
hoge pri js nooi t fel l e kl euren hadden kunnen veroorl oven,
kregen nu de kans. Di t was ni et al l een i n Europa en Ameri ka
het geval , maar ook i n verder afgel egen streken, zoal s i n
Turkestan, waar regeri ngssol daten aan het begi n van de
twi nti gste eeuw hun bl auwe uni formbroeken wi l den
vervangen door fel rode, een kl eur di e ze met mi l i tai re gl ori e
associ eerden. Een jonge troonpretendent di e van hun
verl angen hoorde, doorzocht de staats-voorraadkamers en
vond daar rode stoffen waar hi j kekke broeken van l i et maken.
De troepen waren er zo bl i j mee dat ze hem terstond trouw
zwoeren.
In Noord-Ameri ka waren de geestdri fti gste kl anten de
i mmi granten ui t Zui d- en Oost-Europa, di e i n groten getal e
naar de Vereni gde Staten trokken i n de ti jd dat syntheti sche
kl euren overal i n zwang raakten. Vel en kochten enthousi ast
jurken of andere kl edi ng i n fel l e kl euren, vaak omdat di e i n
hun thui sl and met status werden verbonden. Het vi el de
schri jvende pers op dat de ni euwe kl euren vooral bi j joodse
i mmi granten greti g aftrek vonden en sommi gen schreven
kri ti sch, anderen enthousi ast over de 'raci al e voorl i efde' voor
kl eur.
Zowel i n Europa al s i n Noord-Ameri ka werden fel l e
kl euren ook geassoci eerd met mensen van Afri kaanse en
Azi ati sche afkomst en met i nheemse vol ken van andere
conti nenten. Mogel i jk had dat deel s een taal kundi ge oorzaak.
In het Engel s werd het bi jvoegl i jk naamwoord colored vanaf
het begi n van de zeventi ende eeuw voor ni et-bl anken gebrui kt,
en ook de termen 'roodhui d' en 'geel ras' dateren mi nstens ui t
het begi n van de negenti ende eeuw. Toch l i jkt het erop dat fel l e
kl euren, vooral i n kl edi ng, tot hal verwege de negenti ende
eeuw veel meer met ri jke bl anken werden geassoci eerd dan
met eni ge andere groep. Pas toen cocheni l l e en andere fel l e
kl euren steeds goedkoper werden, kreeg fel gekl eurde kl edi ng,
en vooral rood, een raci al e connotati e.
Een van de vroegste werken waari n fel gekl eurde kl edi ng
ui tdrukkel i jk verbonden werd met ras, was de novel l e Carmen
ui t 1845
van
Prosper Mri me, waarop Bi zets gel i jknami ge
opera i s gebaseerd. De naam 'Carmen' i s bi jna synoni em met
het Franse woord voor karmi jn, de kl eur di e cocheni l l e
opl evert. Vanaf het begi n i s dui del i jk dat Carmen een
zi geuneri n i s, wat voor de meeste mensen i n di e ti jd betekende
dat ze tot een apart, donker en mi nderwaardi g ras behoorde.
('Ze hebben een heel donkere tei nt,' verkl aarde Mri me i n het
nawoord van zi jn boek, 'vandaar de naam cal (zwarten)
waarmee ze zi chzel f vaak aandui den. [...] Hun ui terl i jk i s
al l een te vergel i jken met dat van een wi l d di er.') Carmen i s
wi l d, sl i m, gepassi oneerd, en draagt rood - op een provocerende
mani er. Al s ze i n Sevi l l a voor het eerst de hel d don Jos onder
ogen komt, i s ze gekl eed i n 'een heel korte rode rok waaronder
ze, dui del i jk zi chtbaar, wi tzi jden kousen vol gaten draagt, en
pi epkl ei ne schoentjes van maroki jnl eer, gesl oten met
vuurrood l i nt'. Don Jos i s geschokt. 'In mi jn l and zou i edereen
een krui s sl aan al s hi j een vrouw i n dergel i jke kl edi ng
tegenkwam.' De korte rode rok maakte enorm veel i ndruk op
Mri mes l ezers, onder wi e Bi zet, di e Carmen i n zi jn opera
preci es zo gekl eed wi l de zi en al s Mri me had beschreven.
In 1857 bracht een Frans handboek rood nog expl i ci eter i n
verband met ras door te stel l en dat 'vrouwen met gi tzwart
haar en een zeer donkere hui d beter geen rood kunnen dragen,
aangezi en deze kl eur hun tei nt nog donkerder maakt en hun
het ui terl i jk van mul ati nnen geeft'. Terwi jl fabri eken i n de
daaropvol gende decenni a steeds meer syntheti sche
kl eurstoffen afl everden, werden fel l e kl euren steeds sterker
met bepaal de rassen geassoci eerd. Vanaf de jaren tachti g van
de negenti ende eeuw gol den 'schreeuwende kl euren' i n Groot-
Bri ttanni al s 'oosters' en al s 'ongeschi kt voor mensen, al l een
voor ni kkers ui t Marga-te'. Een soortgel i jke houdi ng bl eef tot
di ep i n de twi nti gste eeuw i n Europa en Noord-Ameri ka
bestaan.
In het Westen werd het verband tussen fel l e kl euren en ras
versterkt doordat veel gekl eurde mensen, net al s andere
bevol ki ngsgroepen di e l ange ti jd geen fel l e kl euren hadden
mogen dragen, zi ch extra door de ni euwe kl eurstoffen
aangetrokken voel den. Deze passi e voor kl eur verbaasde de Afro-
Ameri kaan-se wetenschapper W.E.B. Du Boi s ni et. 'De werel d
probeert gekl eurde mensen en hun ki nderen voortdurend met
l el i jkhei d te omri ngen,' schreef hi j i n 1924. 'Is het vreemd dat ze
di e compenseren met fel gekl eurde kl edi ng? Dat ze proberen hun
ui tgehongerde zi el te bevredi gen met een overdadi g gebrui k van
zi jde en kl eur?' Hi j gaf toe dat ze 'wel l i cht hun doel ni et berei ken
of voorbi jschi eten [...] maar wel zeg i k dat oude vri jsters ui t New
Engl and di e zi ch al s vormel oze sl onsjes i n saai e, val e kl edi ng
hul l en, ni et het recht hebben om deze ki nderen van de zon te
kl ei neren en te bel edi gen'.
Hoewel Du Boi s begri p had voor het verl angen naar
fel gekl eurde kl edi ng, wi st hi j heel goed dat opzi chti ge kl eren
soci aal ni et acceptabel waren en dat di t vooroordeel ni et al l een
l eefde onder 'oude vri jsters ui t New Engl and'. De afkeer van kl eur
was wi jdverbrei d en l angduri g. De hoogste kl assen i n Europa en
Noord-Ameri ka gi ngen daari n voorop. Zi j waren fel l e kl euren
ei ndjaren 1870 steeds mi nder chi c gaan vi nden, jui st omdat deze
bi nnen het berei k waren gekomen van zwarten al s Du Boi s en
anderen di e tot de mi nder bevoorrechte standen behoorden.
Voordat de syntheti sche kl euren werden ui tgevonden, waren
er ook peri oden geweest dat fel l e kl euren ui t de mode waren. Maar
zel fs i n ti jden van mi nder aandacht bl eef kl eur voor de meeste
mensen een symbool van ri jkdom en macht. De el i te raakte op een
gegeven moment al ti jd ui tgekeken op subti l i tei t en eenvoud,
waarop de kl eur weer terugkwam. Door de ui tvi ndi ng van
syntheti sche kl euren werd di t patroon voorgoed doorbroken.
Kl euren werden er goedkoop door, i n l etterl i jke en i n fi guurl i jke
zi n, en daarom vonden de hogere kri ngen ze vul gai r. Jui st door
hun al omtegenwoordi ghei d verl oren kl euren aan standi ng.
Om ni et met het gewone vol k te worden geassoci eerd
droegen de hogere standen na 1880 zel den nog fel l e kl euren.
Zel fs de kl eur van de l i vrei en van koetsi ers, l akei en en
pal freni ers werd mi nder fel . Een Bri tse kl eermaker vertel de
i n 1894 dat de kl edi ng van bedi enden vroeger erg opzi chti g
was, met veel scharl aken en gel e stoffen en i ngewi kkel d kant-
en bi eswerk, een mode di e tot hal verwege de negenti ende eeuw
duurde. Maar recentel i jk was het vol gens hem chi c geworden
om 'een donkerkl euri ge l i vrei te hebben, onopval l end i n sti jl ,
rusti g gemaakt'.
Hoewel sportkl edi ng voor de bovenkl asse nog wel vaak fel
van kl eur was en di t ook onontbeerl i jk werd geacht voor
mi l i tai re uni formen, jachttenues en andere archa sche
kl edi j, werd formel e kl edi ng i n fel l e kl euren zel dzaam. Al s er
al sprake was van fl euri ghei d, zoal s bi j de opval l ende art
nouveau-jurken van Paul Poi ret en El sa Schi aparel l i 's
knal roze ui t de jaren derti g, werd daarmee nog wel de
aandacht getrokken, maar di e aandacht was ni et
noodzakel i jkerwi js posi ti ef. Fel l e kl euren werden ni et l anger
automati sch geassoci eerd met bevoorrechti ng of ri jkdom,
maar werden steeds meer al s ri skant, verdacht of zel fs grof
gezi en.
In een opmerkel i jk korte peri ode raakten al l e l agen van de
maatschappi j doordrongen van di t vooroordeel tegen kl eur. Al
snel vermeed i edereen di e zi ch fatsoenl i jk wi l de voordoen
fel l e kl euren, of men nu arm of ri jk, zwart of wi t, autochtoon
of al l ochtoon was. Ingeburgerde Ameri kaanse i mmi granten
tot wi e het was doorgedrongen dat kl eurri jke kl edi ng ni et
al l een onbeschei den stond, maar bovendi en vooral door
ni euwkomers werd gedragen, beperkten zi ch i n hun
ui tbundi ghei d en spoorden hun mede-i mmi granten aan zi ch
'mi nder al s zonnebl oemen dan al s vi ool tjes' te kl eden. Op
i ndi aanse kostschol en di enden de ki nderen fl etse ti nten gri js,
zwart, bl auw en wi t te dragen. Onderwi jsi nstel l i ngen al s het
Hampton Insti tute en Fi sk Uni versi ty waarschuwden zwarte
studenten voor 'opzi chti ge kl edi ng' en advi seerden hun 'l i ever
te wei ni g kl eur dan te veel ' te l aten zi en.
Veerti g jaar l ater gol den deze kl eurtaboes nog steeds, zoal s
bl i jkt ui t de roman Quicksand (1928) van Nel l a Larsen. Hel ga
Crane, de zwarte hel di n van Quicksand, i s een l erares di e vreemd
en zel fs i ndecent wordt gevonden omdat ze op haar zwarte school
gekl eed gaat i n 'koni nkl i jk bl auw, ri jk groen en donkerrood'.
Vol gens de andere docenten en het school bestuur zi jn fel l e
kl euren vul gai r en hoort ze zwart, brui n of mari nebl auw te
dragen. In tegenstel l i ng tot eerdere kl edi ngvoorschri ften voor
zwarten, di e vaak van bui tenaf waren opgel egd, waren deze
regel s, di e ook i n werkel i jkhei d bestonden, afkomsti g van de
zwarte gemeenschap zel f, di e bang was dat de opzi chti ghei d van
n van hen de groep al s geheel een sl echte naam zou bezorgen. De
zwarte modejournal i ste E. Azal i a Hackl ey advi seerde i n 1916
'zel fbeheersi ng' te tonen i n kl eur en sti jl om respect te verdi enen.
In het ni euwe ti jdperk van terughoudendhei d vroeg vooral de
kl eur rood om zel fbeheersi ng van de drager, van wel ke etni sche
achtergrond deze ook was. Het was dui del i jk de verrader-l i jkste
kl eur van al l emaal , waarmee ui terst di screet di ende te worden
omgegaan. Rood i n de jui ste ti nt, op de jui ste ti jd en i n de jui ste
mate gedragen door de jui ste mensen, kon een compl i ment
opl everen, maar een te fel l e rode kl eur gaf al snel aanl ei di ng tot
negati ef commentaar, vooral al s de stof goedkoop was of de
kl edi ng te veel bl oot l i et. Mannen werden voor prol eet ui tgemaakt
en vrouwen voor 'ni et zui ver', zo ni et erger. Kl asse en etni sche
achtergrond waren van grote i nvl oed op het oordeel . Bi j een
bl anke vrouw ui t de hogere standen gi ng een scharl akenrode jurk
mi sschi en voor 'opzi enbarend' door, terwi jl een vrouw van l agere
afkomst i n dezel fde jurk voor een ti ppel aarster werd versl eten.
Een rode jurk al s teken dat een vrouw een echtbreekster, hoer
of avonturi erster was of dat ze seksueel zou ontsporen, werd een
vast gegeven i n boeken en fi l ms. Hoewel het i dee dat gevaarl i jke
vrouwen rood dragen van l ang gel eden dateert, maakten vooral
schri jvers, musi ci en beel dend kunstenaars van ei nd
negenti ende begi n twi nti gste eeuw er gebrui k van. Van
kl assi ekers al s Whartons The Age of Innocence, Bi zets Carmen en
popul ai re fi cti e al s The Diary of a Mobody en Dinner at Antoine's
tot de waanzi nni ge dames op het omsl ag van pul pbl aden ui t de
jaren derti g en veerti g - de vrouw i n het rood zorgde steevast voor
probl emen.
In toneel stukken en fi l ms werd de rode jurk ht embl eem van
de pi n-up of de vei l e vrouw. Betty Grabl e, Mari l yn Monroe en
Bri gi tte Bardot droegen er een. Tal l oze Hol l ywood-fi l ms, van
Coney Island tot Dial M for Murder gebrui kten de rode jurk al s
symbool van hei mel i jke passi e en al s teken dat de ki jker i ets
schandal eus te wachten stond. Een van de bekendste was Gone
with the Wind, waari n Scarl ett O'Hara door Rhett Butl er wordt
gedwongen een rode jurk te dragen om te l aten zi en dat ze een
onruststookster i s, een vrouw met een even scharl aken reputati e
al s haar naam. Injezebelvan Wi l l i am Wyl er, een fi l m met Bette
Davi s ui t 1938, draai t de pl ot om de krankzi nni ge besl i ssi ng van
een jonge schoonhei d ui t New Orl eans om naar een soci etybal een
knal rode jurk te dragen. In A Streetcar Named Desire fl onkert de
roodsati jnen jurk van Bl anche Duboi s op het scherm ten teken
van haar i nstabi l i tei t en promi scue verl eden.
De brutal e, doortrapte vrouw i n het rood komt i n fi l ms en
boeken vaak sl echt aan haar ei nde: ze wordt verl aten of verstoten
of ze gaat dood. Om een dergel i jk l ot te vermi jden deden vrouwen
er desti jds beter aan geen rood te dragen, zeker al s ze ni et tot de
hogere standen behoorden.
Al s rood en andere hel dere kl euren gevaarl i jk waren, wat droegen
de mensen dan wel ?
De meesten hi el den zi ch voor de vei l i ghei d aan gedekte
kl euren. Gri js, wi t en pastel ti nten raakten ei nd negenti ende eeuw
erg i n de mode en begi n twi nti gste eeuw kwam bei ge daar bi j. Deze
kl euren bl even heel l ang een vei l i ge keuze. Zel fs i n de
psychedel i sche jaren zesti g, toen fel gekl eurde stoffen de grootste
herl evi ng doormaakten si nds de jaren zeventi g van de
negenti ende eeuw en er een ei nde kwam aan een eeuwl ang door
mode en pol i ti ek opgel egde kl eurcensuur, werden er veel gedekte
ti nten gedragen. Ook i n onze ti jd zi jn ze nog favori et bi j de hoogste
kl assen en hen di e daarbi j wi l l en horen.
Van al l e kl euren di e popul ai r werden toen rood ui t de grati e
raakte, zi jn zwart en bl auw de dui del i jkste wi nnaars.
Bl auw was tot het ei nd van de Mi ddel eeuwen een
verwaarl oosbare, onpopul ai re kl eur, maar won snel terrei n toen
bl auw gebrandschi l derd gl as, bl auw emai l en bl auwe
kl eurstoffen dankzi j techni sche verni euwi ng en ui tbrei di ng van
het handel snetwerk sterk werden verbeterd. Deze ni euwe kl euren
bl auw werden gel i efd bi j de el i te en tegen de vi jfti ende eeuw was
hel derbl auw, de kl eur van l api s l azul i , een edel e kl eur geworden.
Li chtbl auw was een kl eur di e met handwerksl i eden, arbei ders en
bedi enden i n verband werd gebracht.
Na de Franse Revol uti e gi ng de popul ari tei t van bl auw met
sprongen omhoog. De mi nder fel l e ti nten, zoal s hemel sbl auw,
gri jsbl auw en mari nebl auw, werden met republ i cani sme,
romanti ek, mel anchol i e, trouw en fatsoen geassoci eerd en waren
bi j mensen ui t al l e soci al e l agen i n trek. Omdat ze ni et onnodi g de
aandacht trokken en daardoor aansl oten bi j de ei sen van het
Vi ctori aanse fatsoen, werden ze al l een maar popul ai rder
naarmate de eeuw voortschreed.
Aan het begi n van de twi nti gste eeuw had de voorkeur voor
bl auw stevi g postgevat i n de westerse maatschappi j. Ui t
opi ni epei l i ngen en wetenschappel i jk onderzoek kwam bl auw
steevast al s favori ete kl eur van Europese en Noord-Ameri kaanse
vol wassenen ui t de bus. Hal verwege de twi nti gste eeuw, zo ni et
eerder, was bl auw ook i n veel ni et-westerse nati es de favori ete
kl eur geworden. Dat bl auw heel popul ai r was voor kl edi ng bl i jkt
dui del i jk ui t de opkomst van de spi jkerbroek, di e i n de jaren derti g
i n Vogue al al s chi que mode werd gepresenteerd, maar l ater door
de hel e werel d werd gedragen.
Onze voorl i efde voor bl auw i s tot op de dag van vandaag
bl i jven bestaan. De kl eur wordt ni et, zoal s rood, al s opdri ngeri g
ervaren, en dat i s voor veel mensen een deel van de
aantrekki ngskracht. Bl auw i s koel , i ngehouden, vreedzaam, ni et
overheersend. Ni emand stoort zi ch eraan. Ui t onderzoek bl i jkt dat
mensen di e ni et van bl auw houden zi ch er zel den aan ergeren.
Al s een kl eur al neutraal kan zi jn, dan l i jkt bl auw daar de meeste
aanspraak op te maken.
Toch waren er ook i n de negenti ende eeuw al mensen di e dat
neutral e saai vonden. Voor hen vormde zwart het i deal e
tegenwi cht. De kl edi ng van geestel i jken, sobere protestanten en
sol i de handel aren was al eeuwenl ang zwart, en daarom werd de
kl eur, net al s bl auw, i n het Westen al s moreel hoogstaand
ervaren. Maar i n tegenstel l i ng tot bl auw had zwart ook een
dramati sche en paradoxal e kant, want het was tevens de kl eur
van de dood, en vaak van de magi e, de zonde en de dui vel . Zel fs i n
de rati onel e, wetenschappel i jke negenti ende eeuw had zwart i ets
si ni sters en dui vel s.
Si nds de ti jd van Fi l i ps de Goede en Karei v was zwart i n
Europa een bel angri jke modekl eur geweest. Pas i n de negenti ende
eeuw werd het zwarte kostuum het uni form van de westerse man.
Ni et i edereen kon zi ch vi nden i n de mani er waarop deze kl eur
de show stal : 'De armoede van di t kostuum i n vergel i jki ng met de
ri jkdom, schi tteri ng en eenvoud van de vrouwenkl edi ng wordt
steeds schokkender,' schreef het Franse modebl ad Lai Gnie de la
mode i n 1862. Schokkend of ni et, mannen bl even zwarte pakken
kopen, omdat soberhei d en waardi ghei d extra gewaardeerd
werden i n di t ti jdperk van burgerl i jke waarden en kapi tal i sti sch
ondernemerschap. Door zi ch i n het zwart te kl eden getui gden
mannen van een ernst waaraan zi j di e de gri l l i ge mode najoegen
ni et konden ti ppen. Het zwarte kostuum had ook een seksuel e
l adi ng, want het benadrukte de verschi l l en tussen mannen en
jonge vrouwen, di e meest wi tte of gekl eurde jurken droegen. Het
zwarte pak al s symbool van mannel i jkhei d bl eek zo aantrekkel i jk
dat deze mode op veel pl aatsen bi jna uni verseel werd. In
Engel and werd i n de jaren tachti g van de negenti ende eeuw door
mannen ui t al l e soci al e l agen zwart gedragen, en ni et al l een i n
de stad. Vol gens Thomas Hardy zag een stoet boeren en
pl attel anders 'even zwart al s een Londense meni gte'.
Vrouwen deden er veel l anger over om zi ch tot de zwarte mode
te bekeren. Er waren natuurl i jk ui tzonderi ngen. Vaal -zwarte
jurken, goedkoop en onopval l end, werden geschi kt geacht voor
vrouwel i jke bedi enden. Vol gens een damesbl ad was een
eenvoudi ge zwarte jurk ook 'de steun en toeverl aat van de vrouw
met een beperkt i nkomen' di e het zi ch ni et kon veroorl oven de
mode te vol gen. 'Het i s een bi jzonder nutti g kl edi ngstuk, omdat
het bi j zo veel verschi l l ende gel egenheden kan worden gedragen.'
Zwart was ook de kl eur van de rouw. Weduwen gi ngen tot
mi nstens een jaar en een dag na het verschei den van hun
echtgenoot i n het zwart gekl eed, en vaak nog veel l anger.
Modebewuste dames kozen soms ook zwart omdat de kl eur hen
gewoon aansprak. Ze droegen overdadi ge jurken van zwart
fl uweel , zwart sati jn en zwarte kant, hun wespentai l l es
i ngesnoerd door l ange ri jen bl i nkende gi tzwarte knopen. Vaak
hadden ze dan nog een wi t accent aan de hal s, zoal s mannel i jke
hovel i ngen en geestel i jken eeuwenl ang hadden gedragen. Zoal s
het zwarte kostuum heel snel de regel werd voor beter gesi tueerde
mannen, zo werd dure zwarte kl edi ng vanwege de associ ati e met
drama, maar ook met waardi ghei d en macht, standaardbedi ng
voor vrouwen. Vrouwen konden zi ch ermee di stanti ren van de
meute i n pastel ti nten zonder bang te hoeven zi jn voor de
fronsende bl i kken waarop fel l e kl euren al s rood i n toenemende
mate konden rekenen.
Hoewel zwart dus veel i ngetogener was dan rood, kon het ook
eroti sch zi jn, en zel fs op een gevaarl i jke mani er, zoal s bl i jkt ui t
het verhaal van madame Vi rgi ni e Gautreau. Deze beruchte
Franse schoonhei d l i et i n 1883 haar portret schi l deren door John
Si nger Sargent. Ze was gekl eed i n een l aag ui tgesneden zwarte
jurk, di e werd opgehouden door sl echts n dun bandje gl i tterstof;
het andere was van haar schouder gegl eden terwi jl ze een
verl ei del i jke pose aannam. Toen Sargent het schi l deri j het jaar
daarop onder de ti tel Madame X op de Pari jse Sal on tentoonstel de,
waren de bezoekers geschokt. Ze zagen i n de combi nati e van
zwart, een di ep decol l et en een afgezakt bandje een ui terst
verontrustende verbeel di ng van zedel ooshei d en schaamtel oze
werel dwi jshei d. Het schi l deri j werd werel dberoemd, maar de
l aatste resten van Gautreaus reputati e vervl ogen en Sargents
veel bel ovende carri re werd er bi jna door bei ndi gd.
Vrouwen di e een dergel i jk debacl e wi l den vermi jden, droegen
mi nder gedurfde zwarte jurken. Maar hoe di screet het ook werd
gedragen, ri jk zwart had een eroti sche l adi ng, en deel s om di e
reden werd de kl eur zo popul ai r bi j de modebewuste el i te van voor
de Eerste Werel doorl og.
Ti jdens de oorl og werd zwart een ti jdl ang bi jna
al omtegenwoordi g, want bi jna i edereen i n Europa was wel om
i emand i n de rouw. In di e peri ode werden de ui tgebrei de
rouwregel s van het Vi ctori aanse ti jdperk gel ei del i jk afgeschaft.
Tegen het ei nd van de oorl og waren de rouwjurken van vrouwen
di e een di erbare hadden verl oren korter en eenvoudi ger, en soms
werd zel fs hel emaal geen zwart meer gedragen. Na de oorl og werd
zwart steeds mi nder met rouw geassoci eerd en droegen steeds
meer vrouwen de kl eur omdat ze hem chi c vonden staan. Het
keerpunt was de kl ei ne zwarte jurk di e hal verwege de jaren
twi nti g mode werd. Deze mode werd gepopul ari seerd door zwart-
wi tf l ms en modeontwerpers al s Coco Ghanel en El sa
Schi aparel l i . De kl ei ne zwarte jurk, zo schreef Vogue i n 1926,
werd 'een soort uni form voor vrouwen met smaak'. Tachti g jaar
l ang was hi j bi jna conti nu i n de mode.
Zwart i s ook voor andere kl edi ng een bel angri jke modekl eur
gebl even i n het Westen. In het bedri jfsl even, de kunstwerel d en
de hi gh soci ety i s men gek op zwart. Het i s jaar najaar een van de
meest verkochte kl euren. Zwart i s zowel vei l i g al s gedurfd en
wordt nog steeds geassoci eerd met de donkere sensual i tei t van
Madame X, terwi jl het de drager tevens beschermt tegen de
gri l l en van de mode. Voor voorzi chti ge consumenten en vooral
voor de soci al e bovenl aag werd zwart een van de bel angri jkste
kl euren, een mani er om zi ch boven de meute te verheffen en te
l aten zi en dat men te chi c i s voor de l aatste hardroze of
pastel groene modekl euren. De ul ti eme non-kl eur zwart heeft zo
rood vervangen al s de kl eur van de macht.
Bl auw en zwart tri omfeerden, rood bl eef achter. Het i s i nmi ddel s
twee eeuwen gel eden dat rood boven aan de kl eurenhi rar-chi e
stond. Hoewel de kl eur nog steeds popul ai r i s i n Lati jns Ameri ka,
i s di t veel mi nder het geval i n Noord-Ameri ka en Europa, waar
rood i n enqutes over favori ete kl euren tussen de derde en vi jfde
pl aats ei ndi gt. In de rest van werel d i s rood nog mi nder popul ai r.
Vreemd genoeg l i jkt de associ ati e van rood met communi sme
en soci al i sme wei ni g i nvl oed te hebben op de popul ari tei t van de
kl eur. In conservati eve en kapi tal i sti sche l anden wordt rood soms
zel fs meer gewaardeerd dan i n l i nkse of communi sti sche l anden.
Mi sschi en houdt de popul ari tei t van de kl eur zo wei ni g verband
met pol i ti ek omdat rood ook met zo veel andere machti ge i deen,
groepen en bewegi ngen wordt geassoci eerd.
Pol i ti ek heeft dan mi sschi en geen grote rol gespeel d i n de
tel oorgang van rood, voor kl asse gel dt dat wel , al thans i n het
Westen. Rood, vooral van de hel dere, brandweerauto-achti ge
soort, heeft nog steeds te l i jden van de uppercl ass smaakmakers
ui t de negenti ende en het begi n van de twi nti gste eeuw, di e het
een pl atvl oerse, vul gai re kl eur vonden. Voor i nformel e kl edi ng of
een sporttenue i s rood aanvaardbaar, maar bi j formel e
gel egenheden wordt de kl eur al s ongepast en ui tdagend
beschouwd. Vrouwen i n hogere functi es di e van scharl akenrood
houden, zul l en di e kl eur ni et snel dragen al s ze naar een
bel angri jke vergaderi ng moeten. En door mannen wordt kl eur bi j
formel e gel egenheden meestal hel emaal vermeden.
Hoewel de reputati e van rood dus tegenwoordi g ni et erg
gunsti g i s, bl i jft i ets van de oude associ ati e met macht en
presti ge voortbestaan. Rood i s ni et l anger een l uxe, maar bl i jft
voor machti ge mensen vaak een bel angri jke kl eur. Het gaat
daarbi j meestal om vrouwen, en i n di e zi n heeft de
femi ni seri ng van rood de kl eur een di enst bewezen. Naarmate
vrouwen meer macht kregen, nam ook de status van rood toe.
Vooral i n de Vereni gde Staten heeft power red een ware
wederopstandi ng bel eefd si nds begi n jaren tachti g, toen
Nancy Reagan er beroemd mee werd. Journal i sten droegen op
persconferenti es rode jurken of dassen om de aandacht van
presi dent Reagan te trekken, en rood werd steeds vaker
gedragen door vrouwen i n hogere functi es. Ook tegenwoordi g
dragen vrouwen met status, energi e, gel d of succes nog graag
rood. Het i s een betere kl eur dan zwart om bl i jk te geven van
macht en zel fverzekerdhei d, want al l een echt sterke vrouwen
durven een kl eur te dragen waarmee ze ri skeren er goedkoop
ui t te zi en al s ze zi ch mi nder zeker voel en.
Rood heeft ons ook nog op tal l oze andere mani eren i n de
greep. In vol komen verschi l l ende l anden al s Chi na, Indi a, de
Vereni gde Staten, Austral i en Brazi l i hebben mensen
opmerkel i jk genoeg mi n of meer dezel fde associ ati es bi j rood.
Mensen beschouwen rood overal al s de kl eur van passi e,
energi e, hi tte en opwi ndi ng. Of we het nu l euk vi nden of ni et,
onderzoek toont aan dat we gevoel i g zi jn voor rood. Rode
l i ppensti ft, rode l i chten, rode sportauto's, rode
ui tverkoopbordjes, rode vl aggen: ze spri ngen i n het oog,
vragen om aandacht. Al s we ze zi en, moeten we wel reageren:
ons hart gaat er snel l er van kl oppen, we gaan i ntenser
ademhal en. En dat bewi jst dat rood ons nog steeds i n het bl oed
zi t, al i s het cocheni l l eti jdperk ook defi ni ti ef voorbi j.
Dankwoord
Waarom een boek over cocheni l l e? Dat i s een redel i jke vraag. Mi jn
grootvader en overgrootvader waren texti el ververs, dus
mi sschi en zi t kl eur me gewoon i n het bl oed. Maar i k dacht zel den
aan cocheni l l e, totdat i k begi n jaren negenti g i n Oxford studeerde
en voor mi jn afstudeerscri pti e onderzoek deed naar de
verbrei di ng van chocol a i n Europa.
Voor di t onderzoek moest i k naar het Archi vo de Indi as i n
Sevi l l a, waar i k erg heb genoten, want i s het een magi sche pl ek.
Het archi ef i s gehui svest i n een koopmansbeurs ui t de
Renai ssance en gel egen aan een el egant pl ei n, naast de
gi ganti sche goti sche kathedraal met zi jn Moorse mi naret en de
gekanteel de muren van de Real es Al cazares, de koni nkl i jke
pal ei zen. Er bevi nden zi ch daar zo'n 80 mi l joen pagi na's archi ef
di e betrekki ng hebben op de Spaanse kol oni n, waaronder bri even
van Col umbus, Corts en de Habsburgse koni ngen.
In dat archi ef bracht i k eni ge weken aan een houten bureau
met ui tzi cht over de bi nnenpl aats door om de enorme zwarte
regi sterboeken van vroeg-zeventi ende-eeuwse vl oten door te
spi tten op het woord 'chocol a'. Omdat chocol a een betrekkel i jk
ongewoon l uxearti kel was, kwam het zel den i n de regi sters voor.
Maar bi j het doorbl aderen van de eeuwenoude handschri ften zag
i k keer op keer, bl adzi j na bl adzi j, de woorden grana en grana
cochinilla, ter vermel di ng van de l adi ngen donkerrro-de verfstof
di e over de Adanti sche Oceaan naar Sevi l l a waren verscheept.
Pas toen i k ui t mi nder academi sche bronnen had vernomen dat
cocheni l l e na zi l ver het bel angri jkste exportarti kel van Ni euw-
Spanje was, begon i k te begri jpen hoe bel angri jk de verfstof
desti jds voor het Spaanse Ri jk was geweest.
De deadl i ne voor mi jn scri pti e was nabi j en i k kon me dus ni et
veroorl oven l ang aan i ets anders dan chocol a te denken, maar i k
wi st dat i k op een dag meer over cocheni l l e te weten wi l de komen.
Ik kon nauwel i jks gel oven dat i ets zo kostbaars bi jna door de
moderne werel d vergeten was.
In de wi nter van 2000-2001 kwam het onderwerp cocheni l l e
weer bi j me op. Thui s i n Massachusetts l ag al maandenl ang
sneeuw en het weerberi cht kondi gde om de paar dagen ni euwe
bui en aan. Toen i k op een gri jze dag ti jdens di e wi tte wi nter naar
de rozerode gerani ums op de vensterbank van mi jn keuken zat te
staren, dacht i k opeens: Al s dat nu eens het eni ge rood was dat we
op de werel d hadden? En op dat moment begreep i k i nsti ncti ef dat
mensen ooi t enorm naar kl euren moeten hebben verl angd. Ik kon
me zel fs voorstel l en dat ze berei d waren er hun l even voor te
geven. Dat zette me weer aan het denken over cocheni l l e, en zo
begon i k i n bi bl i otheken naar gegevens te zoeken om te zi en of er
een verhaal i n zat. En wat voor verhaal bl eek dat ui tei ndel i jk te
zi jn - een verhaal over meer dan vi er eeuwen verl angens,
ri val i tei t en kol oni al e ri jken, met de kl eur rood al s mi ddel punt.
Bi j het vertel l en van di t verhaal werd i k door veel mensen
gehol pen en i k ben bl i j dat i k hen hi er kan bedanken. Al s i k
ondanks al hun hul p toch fouten heb gemaakt, l i gt de schul d
geheel bi j mi j.
In de eerste pl aats ben i k dank verschul di gd aan de hi stori ci
en andere onderzoekers van wi e i k werk heb gel ezen voor de
research voor di t boek. Vooral de arti kel en van R.A. Donki n en
Raymond Lee waren onmi sbaar. Een hi stori cus aan wi e i k extra
veel dank verschul di gd ben, i s professor si r John El l i ott, de
supervi sor van het onderzoek dat mi j naar het archi ef i n Sevi l l a
bracht. Hi j ontsl oot ni euwe werel den voor me. Ik ben hem vooral
dankbaar voor de zorgvul di ge l ezi ng van vel e hoofdstukken van
di t boek, des te meer omdat zi jn ei gen geschri ften een toonbeel d
van gel eerdhei d en el eganti e zi jn. Ook wi l i k l ady El -l i ott graag
bedanken voor haar vri endel i jkhei d en gastvri jhei d.
Ik had het gel uk bi j het werk aan het boek ook door
verschi l l ende Oaxacanen te worden gehol pen. Dr. Al ejandro de
Avi l a Bl omberg, de di recteur van de heerl i jke Oaxacaanse Jardi n
Et-nobotani co hi el p op al l erl ei mani eren bi j di t project, ni et i n
het mi nst doordat hi j me erg i nspi reerde met zi jn total e i nzet voor
het Oaxaca van vroeger, van nu en van de toekomst. Hi j bracht me
i n contact met andere onderzoekers, wees me op nutti ge boeken en
gaf me zi jn arti kel en en manuscri pten te l ezen. Al s i k Oaxaca
bezocht, was hi j de vri endel i jkhei d zel ve en gaf hi j me het gevoel
dat i k geen vreemdel i nge was, maar een wel kome vri endi n. Ook
de hul p van Eri c Mi ndl i ng van Manos de Oaxaca heb i k zeer
gewaardeerd. Hi j was een bi jzondere gi ds, di e vanaf het begi n
bl i jk gaf van een ontspannen houdi ng, gevoel voor humor en veel
l i efde voor de streek. Eri c stel de me voor aan don Ignaci o del Ri o
Duenas, een mede-cocheni l l efanaat, di e me mi jn eerste l evende
Dactylopius coccus l i et zi en en me een i nsi derrondl ei di ng gaf i n
Tl apanochestl i , zi jn nopal -kwekeri j en museum i n Santa Mari a
Coyotopec. En vi a Eri c ontmoette i k ook Fi del Cruz en Mari a Lui sa
Mendoza, di e me verwel komden i n hun workshop en me i n
Teoti tl an del Val l e l i eten zi en hoe i k met cocheni l l e kon verven.
Veel l of wi l i k ui ten voor de toegewi jde medewerkers van de
bi bl i otheken en archi even di e i k ti jdens het werken aan di t boek
heb geraadpl eegd, waaronder de Bri ti sh Li brary, de Bodl ei an, de
Koni nkl i jke Bi bl i otheek, de bi bl i otheken van Harvard Uni -
versi ty (vooral de Houghton Li brary, Lamont Li brary, Wi de-ner
Li brary en de Ernst Mayr Li brary van het Museum of
Comparati ve Zool ogy), de bi bl i otheken van Wel l esl ey Col l ge,
Mi ddl ebury Col l ege en Brandei s Uni versi ty, en het Mi nuteman
Li brary System. Speci al e dank gaat ui t naar Jodi e Randal l ,
bi bl i othecaresse van de Jardi n Etnobotani co, en de medewerkers
van de Wal tham Publ i c Li brary, vooral Tom Jewel l , Kate
Tranquada en de onvermoei bare Mari al i ce Wade, de supervrouw
van Interl i brary Loan Requests.
De grootste steunpi l aar van di t boek, en een wervel wi nd van
enthousi asme, vri endel i jkhei d, scherpzi nni ghei d en humor was
Ti na Bennett. Ze begel ei dde me bi j de eerste pl annen voor het
boek, gaf wi jze advi ezen terwi jl i k het boek schreef en reageerde
enthousi ast op el k concept dat i k haar opstuurde. Haar hul p was
van onschatbare waarde. Daarnaast ben i k dank verschul di gd
aan haar gewel di ge assi stente Svedana Katz en de andere
behul pzame medewerkers van Jankl ow & Nesbi t, vooral Ceci l e
Barendsma, Kate Schafer en Cul l en Stanl ey.
Terry Karten en Jane Lawson, mi jn redacteuren, ben i k
bui tengewoon dankbaar voor hun vertrouwen i n di t boek en i n
mi j. Naar aanl ei di ng van onze gesprekken deed i k tel kens ni euwe
i nzi chten op en hun i nvoel ende commentaar op het manuscri pt
hi el p me het boek dui del i jker te zi en. Al s al l e goede redacteuren
haal den ze meer ui t me dan i k wi st dat er i n me zat. Ik dank ook de
vel e andere medewerkers van HarperCol l i ns en
Transworl d/Doubl eday di e me hi el pen di t boek de wi jde werel d i n
te sturen.
Graag bedank i k ook Robbert Ammerl aan van De Bezi ge Bi j,
di e i n het pl an voor het boek gel oofde; Ni ck Cai stor van de BBC, di e
me aan Al ejandro voorstel de; Toby Greenberg, di e fantasti sch
werk l everde op het terrei n van beel dresearch; Vi cki Hai re, di e
zeer zorgvul di g het manuscri pt perskl aar maakte; dr. Jo Ki rby,
di e me op de hoogte hi el d van recente ontdekki ngen over het
gebrui k van cocheni l l e i n de schi l derkunst; professor Jean Lee,
di e naar mi jn i deen over cocheni l l e en kol oni al e ri jken l ui sterde
en goede advi ezen gaf; dr. Jason Lemon, door wi ens proefschri ft i k
een beter i nzi cht kreeg i n het encomi enda-systeem; dr. Sarah
Lowengard, met wi e i k geestrdi fti ge vi rtuel e conversati es voerde
over kl eurgeschi edeni s; Tom Rei ss, di e me een prachti g verhaal
over een rode broek vertel de dat i n zi jn vol gende boek, The
Ori ntal i st, zal komen te staan; dr. El i zabeth Snoddy Gul l ar, di e
me haar conferenti ebi jdrage over Isaac Vasquez toestuurde;
Hester Vel mans, di e een Nederl ands versl ag over de i nvoeri ng
van cocheni l l e op Java voor me vertaal de; de artsen Robert Sands,
Cynthi a Sl ater, Howard Marton en Carol yn Krei nsen, di e zorg
droegen voor mi jn gezondhei d; het personeel en de facul tei t van
het Mi ddl ebury Col l ege Sci ence Center, di e me toestemmi ng
gaven om gebrui k te maken van het schei kundi g l ab; en de Bri tse
Marshal l Schol arshi p Commi ssi on, di e het onderzoek fi nanci erde
dat me de eerste keer naar Sevi l l a bracht.
Voor hun antwoorden op verschi l l ende vragen bedank i k
Davi d Austi n van Abi mel ech Hai nsworth, mevrouw G. Brewer
van het Nati onal Army Museum i n Londen, Sarah Burge van
de Soci ety of Dyers and Col ori sts, professor J.C.R. Chi l ds van de
Uni versi ty of Leeds, Jon Cul verhouse van Burghl ey House,
Val eska Hi l bi g van het Smi thsoni ans Nati onal Museum of
Ameri can Hi story, en Eri ka Ingham van de Nati onal Portrai t
Gal l ery. Voor hun opmerki ngen over rood en mode dank i k
Jenny Xi a, Li nda McCrerey en Ai mee Fi tzgeral d. De
medewerkers van de l i jst Natural Dyes op Y ahoo waren een
bron van kenni s over de prakti sche aspecten van het
texti el verven. Ze gaven me goede advi ezen toen i k zel f met
cocheni l l e experi menteerde.
Nancy Werl i n, di e de eerste hoofdstukken van di t boek l as
en van wi js en enthousi ast commentaar voorzag, ben i k
dankbaar voor haar hul p. Patri ce Ki ndl en Di ane Davi s
pl aatsten aanmoedi gende kanttekeni ngen bi j het voorwoord.
Speci al e dank gaat ui t naar Resa Nel son, getal enteerd
schri jfster en goede vri endi n, di e op een bel angri jk moment
het hel e manuscri pt l as en nutti g advi es gaf. Veel dank ben i k
ook verschul di gd aan de andere vri enden di e me bl even
aanmoedi gen terwi jl i k di t boek schreef, vooral Carol yn en Ted
Col ton, Mary Jo Fernan-dez, Li sa Fi rke, Kathi Fi si er, Rona
Gofstei n, Shi ram Kri shna-murthi , Ben en Li nda Labaree en
Jenny Turner. Dona Vaughn, di e de publ i cati e van di t boek
hel aas ni et meer heeft mogen meemaken, was een zeer
gewaardeerde hul p.
De meeste dank ben i k verschul di gd aan mi jn fami l i el eden.
Steve Butl er stuurde aanmoedi gi ngen ui t Dui tsl and en Jonathan
Butl er en Val eri e Grabi el reageerden zeer enthousi ast toen ze van
het boek hoorden en gaven goedgeti mede rei sadvi ezen. Stephen
en Sarah Greenfi el d zorgden voor een hartel i jk wel kom i n Groot-
Bri ttanni , en Ruth en Grace Greenfi el d bedol ven me onder hun
charmes. Pat en Bert Greenfi el d vertel den me fami l i everhal en
over cocheni l l e, hi el pen me met Hebreeuws en voorzagen me van
thee, maal ti jden en l i efdevol l e zorg ti jdens mi jn onderzoek i n
Londen.
Mi jn ouders, Cri spi n en Barbara Butl er, hi el pen op tal l oze
mani eren. Ze l azen hoofdstukken, stel den schi tterende vragen en
pepten me op met hun enthousi asme en l i efdevol l e aandacht.
Mi jn vader speel de voor al chemi st en hi el p me Drebbel s 'ongel uk'
i n het l ab na te bootsen. Hi j fungeerde al s pri v-we-
tenschapsconsul ent en wi st een aantal zel dzame bronnen voor
me op te sporen. Van mi jn moeder, di e gouden handen heeft met
kl edi ng en stoffen, l eerde i k mi jn l even l ang over texti el en kl eur.
Door me te l aten toeki jken terwi jl zi j de stukjes van een qui l t
neerl egde voor ze deze aan el kaar sti kte - en het sti ksel l ostornde
al s het ni et mooi genoeg was - l eerde ze me ook het een en ander
over de kunst van het schri jven.
Maar het fi jnste vond i k het om di t schri jfavontuur te kunnen
del en met mi jn man, Davi d Greenfi el d. In de rui m dri e jaar dat
di t boek deel ui tmaakte van ons l even heeft hi j el k hoofdstuk ten
mi nste dri e keer gel ezen, me op mi jn onderzoeks-rei zen
vergezel d, me gehol pen met de verfexperi menten, chemi sche
schema's opgestel d en aan heel wat gesprekken over cocheni l l e
deel genomen. Hi j stel de de jui ste vragen, gaf wi jze advi ezen en
gel oofde vanaf het begi n i n Het volmaakte rood en i n mi j. Hi j i s
een conti nue bron van kracht en vreugde.
Noten
Voorwoord: De kl eur van verl angen
9 tinten onderscheiden: Burnham et al ., 162; Gerri tsen, 68, 70. 9
radicale politiek, red tape: Oxford English Dictionary, s.v. red; Barnhart,
898-99. 9 mensenogen: E. Thompson, 145-46,160-65.
9 woord voor 'rood': Berl i n en Kay, 1-3, 25-28.
10 oude culturen en rood: Brunel l o, 6-12; Wi l l i ams, 76-79; Chenci ner,
290-91;
Donki n, 'Spani sh red', 5; Brunel l o, 38-46; Gage, Color and
culture, 26; Brunel l o, 23.
10 'O, mijn lief: Burns, i n Al l i son et al ., 576. 10 'rode tanden':
Tennyson, i n i bi d., 763. 10 'Op vrijdag': Di cki nson, Letters, deel
2,452.
10 cinnaber. Gettens et al ., 159-68.
11 sjah van Perzi. Donki n, 'Spani sh red', 5; Brunel l o, 74.
12 'een volmaakt vermiljoen': Boyl e, 4:183.
12 'het beste ver/medicijn ter wereld': Bemi ss, 76.
Een: Het l ot van de stoffenverver
13 Lucca: Edl erde Roover, 'Bcgi nni ngs', 2907-08; Meek, 31-34; Scott,
150-52;
Green, 53-54; De Franci sco, 1031-32; Mol a, 42-44.
14 het belang van de textielindustrie. Spufl ord, 162-73,
202
! Pounds, 400-
401, Brau-
del , 2:312-13, Le GofF, 294; en Mol a, appendi x B. In de
Mi ddel eeuwen was de term 'speceri jen' breder dan
tegenwoordi g, en vi el en er ook moei l i jk verkri jgbare
verstoffen en bi jtmi ddel en onder. In dat opzi cht waren de
mi ddel eeuwse speceri jcnhandel en texti el i ndustri e nauw
met el kaar verbonden.
15 zijde: Edl er de Roover, 'Manufacturi ng', 2915-22.
15 wol: Ibi d.; Gi es en Gi es, City, 98-101,103; Munro, 'Texti l e
VVorkers', 28-31.
16 'door de wol geverfd': Gi es en Gi es, City, 103.
16 sterfte door voedselgebrek: Pl ei j, 100-117.
17 concurrentie tussen landen: Barron en Saul , 12-13; Power, 8-15.
17 kleur en status: Cheval i er, 2066-67, 2073-75; Gi es en Gi es,
Village, 98-99.
18 weeldewetten: Greenfi el d, 111; Hughes, 69-100; Bal dwi n, 47-
48; Cheval i er,
2074; Pastoureau, Blue, 86-88.
18 jassen of jurken:]. Gage, Life, 196.
19 'Er bestaat tegenwoordig': Phi l i p Stubbes, i n Ashel ford, Elizabeth,
108. 19 grijs en roodbruin: Gefl rey Whi tney, i n Donki n, 'Spani sh
red', 6.
19 kleurige kleding van de adel: J. Gage, Life, 198; Eri ckson, 228; Scott,
151; Laver,
78-79, 86.
20 'De verver': Gefl rey Whi tney, i n Donki n, 'Spani sh red', 6. 20
gevaren van textielverven: Lei x, 'Gui l ds', 14.
20 bijtmiddelen: De chemi sche werki ng van bi jtmi ddel en i s vri j
gecompl i ceerd,
aangezi en ze verbi ndi ngen aangaan met de kl eurstof en
het texti el . Zi e Baker, 207-27.
21 'een kleine zeef. Brunel l o, 157.
21 waarde inventaris textielververij: Ibi d.; J. Gage, Life, 64.
21 'de tijd waarin je': Rosetti , 145.
22 'De vinger van een': Brunel l o, 41. 22 In India: Ibi d., 65.
22 Griekse en Romeinse textielververs: Sandberg, Red, 22; Brunel l o, 92,
104, 111-14.
22 Na de val van Rome. Lei x, 'Dyes', 19; Brunel l o, 122.
23 stoffenverven in de Middeleeuwen: Wescher, 18:219; Brunel l o, 122-
23, '33~4>
146-47; Edl er de Roover, 'Begi nni ngs', 2907; Le GofT, 59-
62; Gi es en Gi es, City, 103; Pastoureau, Jsus, 79-80.
24 Artedi Calimala: Lei x, 'Gui l ds', 11.
24gilden, onderverdeling stoffenververs: 'Swans', 33; Pastoureau,
Blue, 69-72; Lei x, 'Gui l ds', 14-15; Hi l l s, 186; Brunel l o, 151-52;
Bom, 210.
25 'meesterstuk': Lei x, 'Gui l ds', 14.
25 statuten van het ververversgilde van Lucca: Brunel l o, 135-40.
Twee: De kl eur van de zon
27 terechtstelling Maria Stuart: Fraser, 534-39; Ashel ford, Elizabeth,
32.
28 rood en de oude Hebreeuwse cultuur. Genesi s, 2:i g;Jesaja, 1:18; 2
Samul , 1:24;
Spreuken, 3i :2i ;Jeremi a, 4:30; Nahum, 2:3; Y oung, s.v.
scarlet. Het oud-Hebreeuws kende verschi l l ende woorden
voor rood, maar deze werden i n Lati jnse en Engel se bi jbel s
ni et al ti jd consequent vertaal d. 28 'scharl aken draad':
Hoogl i ed, 4:3.
28 klassieke cultuur en rood: Brunel l o, 38-46, 106-10; J. Gage, Color
and culture, 25-
26; Pastoureau, Blue, 15; Dupont, 123-24; Born, 211; Sandberg,
37.
29 Spartanen rode mantels: Xenophon, i n Santosuosso, 86.
29 keizerlijk paars: Munro, 'Medi eval Scarl et', 13-15; Rei nhol d,
43-50.
29 'De officile fasces': Pl i ny, 3:249.
30 'als bekleding voor eetbanken': Ibi d., 3:255. 30 'de kleur van geronnen bloed':
Ibi d.
30 bovennatuurlijke krachten: Chenci ner, 291-92.
31 woestheid en moed: J. Gage, Color and culture, 25-26; Born, 213;
Donki n, 'Insect
dyes', 855.
31 de Kerk en rood: J. Gage, Color and culture, 80-89; Chenci ner, 291-92;
Pastoureau, 'Ceci est mon sang', 47-50; Pastoureau, Blue, 92-94. 31
'grote rossige draak': Openbari ngen, 12:3.
31 'dronken van het bloed': Ibi d., 17:6.
32 kardinaalsrood: Jardi ne, Worldly goods, 120-22; Sandberg, 62;
Brunel l o, 124.
33 'het nobelste van de vier': Si ci l e, 33.
33 scharlaken- en karmijnrood: Hi l l s, 176-78; Munro, 'Medi eval
scarl et', 17-18,59-
60; Rosetti , 5-6, 94; Oxford English Dictionaiy, s.v. crimson en scarlet.
34 Karei de Grote: Laver, 52-53.
34 magistraten, bestuursfunctionarissen: Si ci l e, 34; Roche, 40;
Norwi ch, 94-95; Pastoureau, Jsus, 131; Fri ck, 103-4; Hi l l s,
177-79.
34 vijftiende-eeuwse beschrijvingen: Munro, 'Medi eval scarl et', 61-66.
35 a modo principe". Mari n Sanudo, i n Hi l l s, 176.
35 'Een heer maak je': Cosi mo de' Medi ci , i n Hal e, 26. Een
scharl aken toga van 'twee l engtes' topkwal i tei t stof was het
offi ci l e kostuum van de l eden van de Fl orenti jnse Si gnori a
(Fri ck, 103-4).
35 aristocraten en rood: McCorquodal e, 52-53; Del marccl , 30-53;
'Ruby', Larous-
se.
36 'alle schrijvers': Vespasi ano, i n Battl es, 71. 36 'Jleurigste scharlaken
jurk': Chaucer, 273.
36 scharlakenrode tulband: Jardi ne, Worldly goods, 31.
37 het recht om rood te dragen: Laver, 86.
37 meekrap: Buchanan, 52-53; Li l es, 102-15.
38 'Turks rood': Li l es, 111.
38 brazielhout: Brunel l o, 25; Wescher, 622; Bhmer, 180-83. 38
'bedrieglijke brazielhout', 'valse kleur': Bol ton, i n Wal ton, 334.
38 orseille. Brunel l o, 96, 133.
39 sloklak: Donki n, 'Spani sh red', 11; Bhmer, 208-9; Bemi ss,
218.
39 kermes van de kermeseik Brunel l o, 97; Donki n, 'Insect dyes', 859-
63; Bhmer, 205-6; Sandberg, 60.
39 St.John's blood: Donki n, 'Insect dycs', 853-58; Brunel l o, 153.
40 Armeens rood: Bhmer, 207-8; Donki n, 'Insect dyes', 849-53.
40 Moderne scheikundigen: Bhmer, 212-14; Atasoy, 196.
40 grai n, vermiljoen, kermes: Geschi edkundi gen breken zi ch het
hoofd over de
preci eze hi stori sche betekeni s van deze termen. Mol a
(109-11) betoogt dat met grain kermes van de kermesei k
werd bedoel d, en met 'kermes' Armeens rood en St. John's
bl ood. Di t l i jkt vooral op te gaan voor veerti ende- en
vi jfti ende-eeuwse Ital i aanse texti el ververs. Maar
stoffenververs van andere nati onal i tei ten waren vaak
mi nder preci es, en gebrui kten de termen door el kaar. Zi e
Munro, 'Medi eval scarl et', 17-18, 59; Donki n, 'Insect dyes',
849-63; Rosetti , 5-6, 94; Cardon, 'Les "vers"', 1-17.
41 de prijs van kermesrood: Brunel l o, 164; Stal ey, 152.
42 'Venetiaans scharlaken', spookverhalen: Hi l l s, 176; McNei l , 50-56;
Rosetti , 108;
Lane, 348-52;
Brunel l o, 183-84. 42 verloor
Veneti terrein: Brunel l o,
195-96.
Dri e: Een oude kunst
44 geruchten over Amerika: Mori son, 99-102, 106; El l i ott, Old world,
19-27.
44 biologische beschrijving cochenille: Fl ores Fl ores en Tekel enburg,
169-72; Don
ki n, 'Spani sh red', 11, 14; Bom, 215-16.
45 Karmijnzuur. Donki n, 'Spani sh red', 15; Ei sner et. al . 1039; de
Avi l a, 'El i n-
secto', 32-33.
46 teelt en gebruik cochenille: Wouters en Rosari o-Chi ri nos, 237-55;
Donki n,
'Spani sh red', 14-15, 33-35; Fl ores Fl ores en Tekel enburg,
170; de Avi l a, 'El i nsecto', 29.
46 mas, bonen en pompoenen: Pi perno en Fl annery, 2101-3.
47 domesticatie cochenille-, de Avi l a, 'El i nsecto', 29, 35-36; Donki n,
'Spani sh red',
12, 17, 23; Spores, 80-81; Di amond, 157-75; en de Avi l a,
bri ef aan de auteur, 16 apri l 2004.
47 kenmerken gedomsticeerde insecten: Fl ores Fl ores en Tekel enburg,
172, 175; Don
ki n, 'Spani sh red', 14-15; Born, 216.
48 cochenille-madres: Donki n, 'Spani sh red', 17. 48 zorg voor
cochenille en cactus: Ibi d., 12-16.
48 verzamelen cochenille: Lee, 'Cochi ncal producti on', 467; Loera
Fernandez, 7.
Waarschi jnl i jk werd er i n de zaai ti jd ook een kal koen
geofferd (zi e San-chez Si l va, 99); Donki n, 'Spani sh red',
17.
49 70000 insecten: Born, 216; Lee, 'Cochi neal producti on', 451.
49 handelsnetwerken: Markman, 71-75; Gay, 34; Lee,
'Cochi neal producti on', 453; Donki n, 'Spani sh red', 23.
49 De Azteken: Cl endi nnen 16-19, 216-23; Smi th, i ^fca, 263-
72; Donki n, 'Spani sh red', 5-7; Wouters en Rosari o-
Chi ri nos, 237-55.
49 'veren in verschillende kleuren': Sahagun, 9:88.
50 tlapalli: Donki n, 'Spani sh red', 5.
50 'nopalbloed': Ibi d., 12.
50 cochenilletribuut: Berdan en Durand-Forest, 30, 39-40;
Berdan en Anawal t, 102,106,108,110,112; Dahl gren,
Mixteca, 228-31; Donki n, 'Spani sh red', 21. De bronnen over
de tri buten verschi l l en wat betreft het soort en de
frequenti e van de cocheni l l ebetal i ngen. Voor mi jn
schatti ngen gebrui k i k de ci jfers ui t de Matricula de Tributos
(130 zakken per jaar), di e het mi dden houden tussen de
l age getal l en i n Codex Mendoza (65 zakken) en het zeer
hoge maar sl echt gedocumenteerde aantal (400 zakken)
dat el ders wordt genoemd. Het i s ni et bekend hoe zwaar
een zak (talega) was, maar Dahl gren de Jordan betoogt dat
deze zo'n 70 ki l o gewogen moet hebben, omdat di t na de
conqui sta het gebrui kel i jke gewi cht was voor de zakken
grana.
50 gebruik cochenille door Azteken: Donki n, 'Spani sh red', 21; Castel l
Y turbi de,
156-58; Lee, 'Cochi neal producti on', 453; J.E. Thompson,
82; Thomas, 291; Donki n, 'Spani sh red', 20, Sahagun,
9:87-88; Haude, 240-70. De oude Mexi canen verfden
waarschi jnl i jk wi l de zi jde, bont, veren en di eren-haar (de
Avi l a, 'Threads of Di versi ty', Unbroken thread, 125).
51 Corts'expeditie naar Mexico: Thomas, 199-204, 669-670; Lpez de
Gmara,
1-165;
Innes
> 3
8
"
8
7; Marks, 19-24, 36-39, 65-67.
5 2 'waaruit Salomo': Corts, 29. De bri ef was offi ci eel
al komsti g van de gemeenteraad en het gerechtshof van de
muy rica Villa de la Vera Cruz, maar hi stori ci denken dat hi j
ei genl i jk door Corts werd geschreven.
53 'Cortes en', 'wist zeker': Di az, Historia, 1 1341; Di az, Truehistory, 2:84-
85.
53 markt Thomas, 297-98.
53 'Er zijn': Corts 104.
53 grana: Di az, Historia, 1:331.
53 geplunderde buit, Totonaken: Thomas, 219-22; 348-49.
54 verovering van Tenochtitlan: Ibi d., 490,523-27.
54 De hui zen hebben: Len-Porti l l a, 137.
Vi er: De ni euwe verfstof van de kei zer
55 de koningen de Totonaken: Thomas, 341, 344-45.
55 'de lichamen': aartsbi sschop van Cosenza, i n Wagner, 362.
55 'Als kunstenaars': Petrus Martyr, 83; Thomas, 348.
56 'Hij alleen is': bi sschop Rui z de l a Mota, i n Thomas, 337.
56 Johanna van Castili: Habsburg, 26-27.
57 'Heer, sluit uw mond': Thomas, 347.
57 'Habsburgse kaak': Domi ngucz Orti z, 17; Barzun, 96.
57 aanleg voor muziek: Tyl cr, 21.
58 begenadigd lingust Ibi d., 20. In een andere versi e, di e veel l ater
werd opge
tekend door l ord Chesterfi el d ui t Engl and, zegt Karei : 'Met
God spreek i k Spaans, met vrouwen Ital i aans, met
mannen Frans en met mi jn paard Dui ts.'
58 Karei en Spanje. Tyl er, 20-21; Brandi , 84-85.
58 Karei en het Heilige Roomse Rijk. Tyl er, 48; Habsburg, 76;
Brandi , 99-112, 130-3
1
-
60 'zich zeer in te spannen': Thomas, 350. 60 wat er met de schat is
gebeurd: Ibi d., 354. 60 geschil lussen Corts en Velasquez: Ibi d., 352-54.
60 'met vleiers': Karei v, i n Brandi , 486.
60 keizer van twee werelden: El l i ott, 'Ol d Worl d', 84; Thomas, 441.
60 landkaarten: Fernandez Al varcz, 71.
61 Mexicaanse schatten: Ibi d., 73; Parry, Empire, 118-19; Herrera,
25; Tyl er, 248. 61 Kareis schulden: Tyl er, 20, 234-36; Domi ngucz
Orti z, 47.
61 'Hoe ik ook': Karei v, i n Brandi , 219.
62 Spaanse textielindustrie-. Phi l l i ps, 202-4. 62 'veelgeld voor':
Herrera, 7:24-25.
62 instructie om na te gaan: Chi pman, 99-100.
62 lading cochenille kwam in Spanje aan: Ibi d.; Donki n, 'Spani sh red', 23.
Vi jf: Een wi nstgevende kol oni e
63 salaris, buit: Lockhart en Otte, 39, 43-45; Thomas, 149-50.
63 goud: Bernstei n, 68-69, 100-11.
64 'Is dat alles?': Thomas, 527. 64 200000peso: Ibi d., 547.
64 minder dan vijftig peso: Ibi d.
64 grote schulden: Lockhart en Otte, 39; Thomas, 545.
65 'Mijngeest': Thomas, 544-45.
65 encomienda: Ibi d., 577; Hi mmcri ch y Val enci a, 6-7; Parry, Empire
100-101;
Si mpson, 12-14, t-24. De eni ge mensen di e vol gens de wet
ei gendom konden zi jn, waren degenen di e voor de komst
van de Spanjaarden sl aven waren van i ndi anen, en
degenen di e de Spanjaarden zonder aanl ei di ng hadden
aangeval l en en kri jgsgevangen waren gemaakt.
66 nauwelijks wijzigingen: Lemon, 112-14,
1
62-64.
6 6 'drie meter karmijnrood': Hernando de Castro, i n Lockhart en
Otte, 37.
6 7 encomendero's in hel Caribisch gebied: Si mpson, 18-28; Parry,
Westlndies, 10-11;
Las Casas, 24-25.
68
l
egt u mij': Montesi nos, i n Hanke, Justice, 17. 68 encomienda af
te schaffen: Si mpson, 54-55.
68 'Alle indianen': Karei v, i n i bi d., 59-60.
69 'De meeste Spanjaarden': Ibi d., 60-61. Zi e ook Corts, 279-80.
69 Karei aanvaardde het encomienda-systeem: Parry, Empire, 180.
69 encomendero's zogen dorpen uit Lemon, 152-53.
7 0 verkochten vooreen habbekrats: Schol es, Spanish conqueror, 19-20;
Lemon, 176-80. 70 baldakijn, inventarislijst uit ij2g: Thomas, 519,524;
Schol es, Spanish conqueror,
11-12.
70 Corts en Oaxaca: Ri l ey, xi , 110; Marti nez, 1:435,437-38-
71 'Ik bid tot God': Bal tasar, i n Lockhart en Otte, 41.
72 Cortes zijn macht kwijt: Thomas, 596-602.
72 'Uwer Majesteits': Corts, 159, 280, 337.
73 uitbreiding encomienda-rechten: Si mpson 114-15; Parry, Empire, 88.
73 Miljoenen stierven: Parry, Empire, 213-19; Hi mmeri ch y
Val enci a, 135. Onderzoekers verschi l l en van meni ng over
de omvang van de Ameri kaanse bevol ki ng ten ti jde van de
eerste contacten, en dus ook over de sterfte di e daarop vol gde,
maar i edereen i s het erover eens dat het aantal doden enorm
hoog was.
73 'De keizer is niet': Vi tori a, i n Si mpson, 127.
74 'deze broeders het zwijgen': Fernandez Al varez, 73.
74 Nieuwe Wetten: Parry, Empire, 183-84; Si mpson 127-38.
7 5 tribuutontvangsten en massale sterfte-. Hi mmeri ch y Val enci a, 71-
72.
75 het land: Semo, 101-3.
76 aanvaardbare werkzaamheden: Parry, Empire, 50, 102-4.
76 cochenille-exploitatie een raadsel: Donki n, 'Spani sh red', 44. 76
conquistadores hielden liever schapen en koeien: Gi bson, 150; Zarate
253-56. 76 Corts en cochenille: 'Rel aci n', 184-85; Lee, Cochineal
production, 456; Schol es, Spanish conqueror, 18-26. Corts was ni et
de eni ge. Ui t een tri buutl i jst ui t 1536 bl i jkt dat sl echts n
van de vel e dorpen en steden di e onder de Spaanse Kroon
vi el en - Guaxuapa (vol gens Donki n waarschi jnl i jk het
tegenwoordi g Huajapan i n Oaxaca) - cocheni l l e ei ste al s
jaarl i jks tri buut. Deze cocheni l l e werd samen met andere
tri buutgoederen verkocht om de Spaanse functi onari s di e de
l ei di ng had over het stadje een sal ari s te kunnen betal en.
Van andere dorpen i n Oaxaca di e voor de komst van de
Spanjaarden cocheni l l e kweekten of verhandel den, zoal s
Guaxol oti tl an, Macui l schi l en Texupa, werden al l een
gouden schi jven en goudstof al s tri buut gei st (Schol es,
'Tri butos', 201, 204, 209-10; Donki n, 'Spani sh red', 53-54).
77 instructies over handelen landbouw. Lee, 'Cochi neal producti on',
456.
77 indiaanse markt: Bronnen over de i ndi aanse handel i n
cocheni l l e zi jn zeer schaars, zi e Sahagun, 10:77;
Fernandez de Ovi edo, Historia general, 2:8; en Donki n,
'Spani sh red', 18-i g.
Zes: Eerste kennismaking
79 officile havenstad: Parry, Empire, 54-58.
79 'Qui en no ha vi sto': Crow, 69.
80 'het nieuwe Babyloni': Pi ke, Enterprise, 32.
80 broederschap van dieven: Pi ke, Aristocrats, 193-196.
80 'een stad in vrouwenhanden': Perry, 14-16.
80 handelaren in de kathedraal: Pi ke, Enterprise, 29; Defourneaux, 81-
82.
81 het ritme van de handel in Sevilla: Defourneaux, 75-79.
81 scheepscrisis: Parry, Empire, 121.
82 Sevilliaanse kooplui en kermes: Lorenzo Sanz 561.
82 Spaanse textielindustrie en inflatie: Phi l l i ps en Phi l l i ps, 202-4,
282-83; EHi ott, Imperial Spain, 189-91. Er i s een ui tgebrei de
l i teratuur over de Spaanse i nfl ati e; zi e EUi ott, Imperial
Spain, 192-99, voor een ui tstekend overzi cht.
82 'het nieuwe mengsel': Mol a, 121.
83 'kermes en poeder': katoen- en zi jdegi l de Perugi a, i n Mol a, 121.
83 da Diacceto: Ibi d.
84 drie soorten cochenilleverfstof. Ibi d.; Donki n, 'Spani sh red', 14.
84 'uit het West-Indi': Mol a, 122.
84 testen nieuwe verfstoffen door gilden: Lei x, 'Gui l ds', 15-16.
84 proef in Veneti. Mol a, 122-24.
85 brandproef. Ibi d., 123.
85 vergelijking cochenille en kermes op moleculair niveau: Bhmer,
207-12; Mol a, 111-12; Lee, 'Ameri can cochi neal ', 206;
Sandberg, Red dyes, 66; Atasoy, 196. De empi ri sche
formul es voor deze zuren zi jn C
l6
H
K1
0
8
(kermeszuur),
C
l6
H
lo
0
7
(geel kermeszuur) en C
M
H
ai
,O
l3
(karmi jnzuur).
Kermeszuur Geel kermeszuur
H H
H
H, I
"O O H-C-H O
Glucopyranosr,1{!<L C H
C ^c^ ^c" ^o"
i II II i
H C C _,C H
o "c Cc'
I II I O O H
H'
Karmijnzuur
86 topververs, ververs uit Genua: Mol a, 121-22.
86 tegenstand tegen cochenille: Lee, 'Ameri can cochi neal ', 215; Mol a,
124-30.
86 'Na deze wrede behandeling': Bhmer, 207-208.
8 7 daverend succes: Lorenzo Sanz, 1:583-88; Lee, 'Ameri can
cochi neal ', 208-13.
8 7 kartel Capponi en Maluenda: Lorenzo Sanz, 1:573-75; Rui z
Marti n, cxxvi i -vi i i .
8 8 cochinille onmisbaar geworden: Hofenk-De Graafl f, 75.
Ondanks een verdri evoudi gi ng van het cocheni l l eaanbod
tussen 1557 en 1574 steeg de gemi ddel de pri js: een teken
dat de vraag groter was dan het aanbod. Ik heb de pri js
van cocheni l l e berekend door gebrui k te maken van de
cocheni l l epri jsi ndex van Lorenzo Sanz (1: 556-57) enj.
Nadal Ol l ers schatti ngen van de i nfl ati e i n deze peri ode
(zoal s besproken i n El l i ott, Imperial Spain, 94)-
88 zwart in Bourgondien Spanje". Hol l ander, 367; Steel e, 20.
89 neutrale of gedekte kleuren: Arnol d, 1-9, 90-91.
89 Titiaan: Brown, Painting in Spain, 47; Vasari , 275-76.
90 hofdames, scharlaken livrei: Arnol d, 5, 56-57; Eri ckson, 228-29;
Baumgarten,
128-30.
90 baard in een bijpassende kleur. Eri ckson,
228-29. 90 van Dyck. Jones en
Stal l ybrass, 45-46.
90 Shakespeare: Wood, 260
91 Cecil: Ni coi son, 143.
91 'tot de beste die': Boyden, 120.
91 gravin van Carlisle: Hi ckman, 138-39.
92 slavenhandel:
Foster 57, 66-69. 92
gebruik ah cosmetica:
Hi bbert, 36.
9 2 betrouwbare methode: Ki rby en Whi te, 56, 66-67,7*73i Bal i ,
65-66; Ki rby,
bri ef aan de auteur, 26 apri l 2004.
93 'Koop wat goede': John Smi th, i n Harl ey, 137.
93 neiging te vervagen, Rembrandt, Turner. Ki rby et al ., 67; Van de
Weteri ng, 240-41; Townsend, 67-68; Fi ndl ay, 134-35.
93 drogist of apotheker. Smi th, i n Harl ey, 137.
94 'Opgelost in azijn': Hernandez, 1:306-7.
94 pi gmentum: Harl ey, 8.
94 'goed was tegen melancholische ziekten':
Gerard, 1343. 94 zweetopwekkend en
koortsverlagend: Wri ght, 635. 94 Karei 11:
Shapi ro en Shapi ro, 22.
94 'en drie keer', 'negen levende luizen': El l i s (i nternet).
95 'uitstekende chianti', 'verfijnde en zeer krachtige': Da Ponte, 286.
Confectio alehermes (kermesl i keur) werd i n de negende eeuw
door Arabi sche artsen al s medi ci jn gebrui kt en l ater
overgenomen door Europese doktoren. Eeuwenl ang werd
deze drank gemaakt van kermes van de kermesei k,
Armeens rood of St. John's bl ood, maar vanaf de
zeventi ende eeuw gebrui kten art-
sen en apothekers cocheni l l e. Zi e Donki n, 'Insect dyes',
862; Gerard, 1343; Wri ght, 635. 95 'de appel en de kruisbes':
Bl egborough, 2. 95 psychiatrisch patinten: Beam, 24.
95 over de hele wereld verhandeld'. Donki n, 'Spani sh red', 38-39.
96 yang hong: Ibi d.
96 'zouden er geen chocola': Vol tai re, 24.
96 begonnen biologen pas te vermoeden: Donki n, 'Spani sh red', 14.
Zeven: Nal atenschap
97 schulden van Karei P. Tyl er, 242-58; El l i ott, Imperial Spain, 206-
11, 231.
9 8 het aftreden en de dood van Karei II Tyl er, 269-75, Fernandez
Al varez, 178-83.
98 Filips I I : El l i ott, Imperial Spain, 249-51; Kamen, Philip I I ,
71-72; Parry, Empire, 229-30.
99 zilveropbrengsten: Hami l ton, 32-35; El l i ott, Imperial Spain, 184.
Al l e ci jfers zi jn
i n pesos ensayados, di e el k ui t 450 maravedi bestaan; het ci jfer
voor cocheni l l e hi eronder i s i n dezefde muntsoort berekend.
99 'Met alleen zijn al': Fi l i ps 11, i n Kamen, Philip of Spain, 87. 99 de
hele jaarlijkse zilvervloot: Parker, 126.
9 9 omvang en waarde van de cochenille-export: Parry, Empire, 106;
Hamnett, Politics,
10; Lee, 'Cochi neal producti on', 457-62; Chaunu en
Chaunu, 6(2):g8o; Lorenzo Sanz, 1:550, 556. Er i s verschi l
van meni ng over de waarde van de cocheni l l e-export,
vooral omdat de pri jzen van jaar tot jaar enorm
verschi l den. Het genoemde ci jfer van 250000 peso i s
afkomsti g van een Mexi caanse onderkoni ng en sl ui t goed
aan bi j de gegevens di e werden verzamel d door Chaunu
en Chaunu en Lorenzo Sanz.
1 00 koninklijke belastingen: Hoberman, 187-92; Hari ng, Trade
and navigation, 59-95; Lee, 'Ameri can cochi neal ', 219.
100 secretarissen corrigeerde. El l i ott, Imperial Spain, 250.
1 0 0 'hoeveel cochenille er jaarlijks': 'Instrucci n a Marti n
Enri quez', i n Hanke, Los Virreyes, 1:197.
101 cacao: Hoberman, 121-24.
101 weinig succes voor Spaanse kwekers: Donki n, 'Spani sh red', 28.
De eerste verhal en over Spanjaarden di e cocheni l l e
probeerden te kweken, dateren van de jaren 1550
(Lockhart et al ., Actas, 82).
102 kleinschalige ondernemingen: Donki n, 'Spani sh red', 28.
102 reactie van Oaxacanen en Mixteken: Ibi d., 23-25; Lee, 'Cochi neal
producti on',
457; Borah, Silk, 23-26. 102 leerden de missionarissen de indianen:
Herrera, 9:154; Burgoa, geci teerd i n Spores, 123.
103 Michoacan, Jaliseo en Tucatan: Donki n, 'Spani sh red', 22-23;
Lee, 'Cochi neal producti on', 464.
103 Puebla: Donki n, 'Spani sh red', 24.
103 Tlaxcala: Ibi d., 24-25; Gi bson, 14-15, 79,164-81; Lockhart et.
al., Actas, 2.
104 een decreet van een ambtenaar. De enorme sti jgi ng van de
cocheni l l eproducti e bi j de Tl axcal a, en dus ook de enorme
toename van het gebrui k i n Europa, worden soms
toegeschreven aan di t decreet, dat ti jdens de tweede au-
diencia van Ni euw-Spanje van kracht werd, maar tot
dusver zi jn er geen bewi jzen voor een producti esti jgi ng
meteen na de overeenkomst, di e van de jaren 1530 dateert.
In Europa wi st men voor 1540 wei ni g over de kl eurstof en
vol gens gegevens van de raad van Tl axcal a (Lockhart et.
al ., Actas, 83) steeg de producti e pas vanaf 1544 of 1545.
1 05 waarde van de cochenillehandel van de Tlaxcala in Puebla: Lee,
'Cochi neal producti on', 457; Hami l ton, 397. Zi e ook
Gi bson, 149.
105 verbod raad op cultiveren cochenille: Lockhart et. al ., Actas, 79.
105 'op zondag en andere' Cabi l do, 3 maart 1553, i n Lockhart et.
al ., Actas, 81.
105 'pulque kopen': Ibi d.
106 met hen te zondigen: Ibi d., 82.
106 'Hij die vroeger aan iemand toebehoorde': Ibi d., 81.
106 'heel dik, met veel cacao': Ibi d., 82.
106 'op de grond gieten': Ibi d., 82.
106 'Iedereen is nog alleen maar': Ibi d., 81.
107 'eengrote hoeveelheid cochenillecactussen': Cabi l do, 18 december
1553, i n Lockhart et al ., Actas, 89.
1 07 spectaculaire toename import cochenile in Sevilla: Lorenzo Sanz, 1:
550-51.
1 0 8 Oaxaca-Stad werd rijk Gi bson, 152-53; Borah, 29-30;
Sanchez Si l va, 97; Donki n, 'Spani sh red', 25-26.
1 0 9 verschrikkelijke gevolgen cochenilleteelt Sanchez Si l va, 99;
Hamnett, 9-23.
109 'de indianen met alle wettige': Recopilacin, lib. 4, tit. 17, ley 7. Zi e ook
Lee,
'Cochi neal producti on', 464; Donki n, 'Spani sh red', 24.
109 kredietsysteem cochenille. Baskes, 9-38; Hamnett, 9-23. Er
werden soortgel i jke kredi etsystemen ontwi kkel d voor de
producti e van tarwe, katoen, papri ka en noten, maar
boeren hadden de meeste baat bi j het cocheni l l esysteem
(Baskes, 20-21). Baskes denkt dat het systeem ui t de jaren
1580 stamt, maar Sarabi a Vi ejo {Don Luis, 412-13) merkt op
dat de Spaanse autori tei ten al vanaf 1550 het verstrekken
van voorschotten aan i ndi anen voor de cocheni l l eteel t
probeerden te verbi eden.
110 niet ongunstig voor indianen: Baskes, 62-92.
111 cochenille en de inheemse cultuur. Ibi d., 12-15, 18-20.
Acht: Handel sgehei men
113 verbod Enriquez uit 1580: Lee, 'Cochi neal producti on', 462.
113 fraude. Gi bson, 149-150; Gmez 176-80; Donki n, 'Spani sh red',
18.
114 'de kleuren vervagen': Mol a, 127.
114 onderzoek uit 1554: Gi bson, 150; Lee, 'Cochi neal producti on', 457,
468.
115 methode om de schildluizen te doden en te drogen: Gmez, 174-76;
Donki n, 'Spani sh red', 17-18.
115 juez de grana: Lee, 'Cochi neal producti on', 468-71. 117
monopolie van de Kroon: Parry, Empire, 240; Hoberman, 126. 117
gedeeltelijk monopolie uit 1618: Lorenzo Sanz, 1:570; Hoberman, 126-
27. Vol gens Lee ('Ameri can cochi neal ', 219) schatte de Kroon
de nettowi nst i n 1596 op 100000 dukaten, een som di e
gel i jkstond aan ongeveer 138000 peso of 83 000 pesos ensayados.
117 'de cochenillehandelaren veel sluwer': Hoberman, 127.
117 500000 peso aan cochenille. Chaunu en Chaunu, 6 (2):g8o.
118 Spaanse wetten tegen buitenlanders: Hari ng, Tradeand navigation,
96-122; Recopi-lacin, lib. 9. til. 27, ley 6-7.
119 Pi rats, whi ch doe know: Donne, 238.
Negen: Pi ratenbui t
121 expeditie van Essex: Bri gden, 340; Monson, 2:28-30; Lacey,
192-93; Lee, 'Ameri can cochi neal ', 212; Donne, 41.
121 Li ghtni ng was al l our: Donne, 252-53.
122 'om ons koninkrijk': Calendar of State Papers, Domestic, Elizabeth, 5:18.
1 2 2 Spaanse kustversterkingen, konvooien: Parry, Empire, 252-57;
Andrews, 64-70.
123 'een onbeschaamde, wrede': Essex, i n Hammer, 246. 123
boekaniers: Kel sey, 11-12, 217; Lenman, 85.
123 om Elizabeth te vermoorden: Eri ckson, 318-19; Isral , 155-68.
123 'Als u hem in West-Indi raakt': Hakl uyt, Original writings, 2:249.
124 Engelse kapersvloten: Lenman, 83; Andrews, 156-57.
124 'De beste manier om God te dienen': Bri gden, 278-79.
125 hoopte Drake vurig: Kel sey, 78.
[25 Het verbod was een bot wapen: Lorenzo Sanz, 1:587.
126 Spaanse konvooien: Parry, Empire, 134-35.
126 waarschuwingsschoten: Lenman, 86.
127 John Chilton: Chi l ton, i n Hakl uyt, Voyages, 9:367-68.
127 buit i^8g-i^go: Lee, 'Ameri can cochi neal ', 213; Kl arwi l l ,
2:190; Calendar of State Papers... Simancas, 4:562-63; Calendar of
State Papers, Domestic, Elizabeth, 2:695.
128 'de Conception'-. Fl i cke, i n Hakl uyt, Voyages, 7:59.
128 Madre de Dios: Wi l l i amson, 96-98.
128 waarde van cochenillebuit: Great Bri tai n, Hi stori cal
Manuscri pts Commi ssi on, De L'Isle, 2:311; Lockyer, 111.
128 Engelse piraten plunderden ook schepen van andere naties-. Lee,
'Ameri can cochi neal ', 214.
128 navi os de avi so: Lorenzo Sanz, 1:572-73; Lee, 'Ameri can
cochi neal ', 214.
128 'meer dan gooo kilo cochenille'-. Kl arwi l l , 2:201-2.
129 'richten zich op schepen uit Amerika': T. Gage, 155.
130 graaf van Cumberland: Monson, 1:235-36.
130 'toch weer dreigde te ontsnappen'-. Fl i cke, i n Hakl uyt, Voyages,
7:59-60.
131 admiraliteit en investeringen: Qui nn, 1:220-21; Lenman, 85.
131 Barbarijse kust. Great Bri tai n, Hi stori cal Manuscri pts
Commi ssi on, Sackville, 1:158-60, 344; Calendar of State Papers,
Domestic, Elizabeth en James, Add. (i 58o-i 625):587-
132 uitzonderlijk voorrecht Calendar of State Papers, Domestic, Elizabeth en
James, 5:18, 134; Great Bri tai n, Hi stori cal Manuscri pts
Commi ssi on: De L'Isle, 2:311; Harri son, 322, 325.
133 veel minder cochenille buitgemaakt Lee, 'Ameri can cochi neal ', 213-
14.
133 Hollanders bleven overheersers aanvallen: Parry, West Indies, 49-
50; Lee, 'Ameri can cochi neal ', 214; Sl ui ter, 165-71.
134 ook indigo, campche erg duur. Isral , Dutch Republic, 559-60.
134 'de beste wol': G.B. Parks, 40-41.
135 bestuursraden van Engeland: Lee, 'Ameri can cochi neal ', 216-17.
135 grootste cochenillebuit opgebruikt Ui t de archi even bl i jkt ni et
preci es wat er met de cocheni l l e van Essex gebeurde, maar
gezi en zi jn bi jzonder sl echte fi nanci l e omstandi gheden
en de pl otsel i nge dal i ng van de cocheni l l epri js zal hi j de
verfstofsnel van de hand hebben gedaan. In 1601 was de
pri js weer bi jna op het oude ni veau en daarna zou hi j snel
sti jgen. (Voor co-cheni l l l epri jzen, zi e Lee, 'Ameri can
cochi neal ', 221.)
135 'ongetwijfeldgoede hoop': R. Johnson, 22. Zi e ook Montchresti en,
322-24.
Tien: De wormbes
137 curiositeiten uit de Nieuwe Wereld vergeleken met El l i ott, Old
World, 41; Grafton, 55-
137 wormbes-. Pl i ny, 4:408-9; 7:8-9. Het woord dat Pl i ni us
gebrui kte was scoleci-um, dat door Rackham i n de tweede
sel ecti e wordt vertaal d al s worm berry. In een i nvl oedri jke
edi ti e van Gerards Herball ui t de jaren 1630 werd cut-chonele
een soort scol eci um genoemd, en vertaal d al s maggot berrie
(Gerard, I342-43)-
138 Maar Europa veranderde: Grafton, 116-19; Crombi e, 2:122-25
138 'zaken [...] waarvan Plintus': Cervantes, 104.
139 dichter bij God: El l i ott, Old World, 29-31.
139 'Wat ik heb gezegd': Fernandez de Ovi edo, Historia general, 1: 39-
40.
139 'het zware werk': Ibi d., 1:11.
139 Spanjaarden konden nauwelijks woorden vinden: El l i ott, Old World, 17-
20.
140 'iets groter dan een konijn': Fernandez de Ovi edo, Historia general,
2:54-55.
140 'Ik was ervan overtuigd': Ibi d., 1:265-67.
140 'een uitstekende kleur': Ibi d., 2:8.
140 'zeergoede cochenille': Motol oni a, 218, 248, 280.
141 'nuchtlivrucht': Lpez de Gmara 2:144; Thomas 792.
141 'kleine wormachtige wezentjes': Cervantes, 105; De passage
waar het om gaat, l ui dt en lasJlores... cria unos comogusanitos ('i n
de bl oemen ... verwekt [de nopal ] een kl ei n wormachti g
wezen'). De vertal i ng di e wordt gegeven i n Donki n,
'Spani sh red', 44, i s i ncorrect.
141 'Cochenille is een insect': Sahagn, 11:239. Over wat er met
Sahaguns tekst gebeurde, zi e Browne, 26-35.
1 42 bleven sommige Spanjaarden bij hun mening. Bi jji mnez (1:9)
val t cocheni l l e bi jvoorbeel d i n de categori e 'bomen', en ni et
i n 'di eren'. Hernandez (1:306-7) schreef i n de jaren 1570
dat cocheni l l e een worm was, maar ui t zi jn beschri jvi ng
bl i jkt dat hi j waarschi jnl i jk dacht dat deze door de
cactuspl ant werd verwekt.
142 'Op de nopalcactus': Acosta, 183.
142 'cochenille iets levends': Herrera, 9:154. Soms gebrui kt
Herrera het woord semilla, oftewel 'zaadje', voor cocheni l l e
di e net i s ui tgekomen. In fi guurl i jke zi n betekent di t
woord ni et meer dan 'afstammel i ngen', en het werd tot i n
de negenti ende eeuw i n di e zi n gebrui kt door mensen di e
heel goed wi sten dat het om een i nsect gi ng. Herrera
bedoel t het bl i jkbaar fi guurl i jk, want i n zi jn bespreki ng
van jonge cocheni l l e gebrui kt hi j de woorden semilla en
hijuelos ('kl ei ne ki nderen' en 'nakomel i ngen') door el kaar.
144 Robert Tomson: Tomson, i n Hakl uyt, Voyages, 9:338-9.
144 'geen worm of vlieg': Ibi d., 9:358.
145 cochenillebes en naar andere: Ibi d., 7:247.
145 'afkomstig is van een vrucht': Champl ai n, 1:43. Vol gens
sommi ge hi stori ci i s Champl ai n nooi t i n Mexi co geweest,
tenmi nste ni et op de mani er zoal s hi j beweerde. Ook wordt
betwi jfel d of Champl ai n di t versl ag (dat de Discours bref
wordt genoemd) zel fheeft geschreven.
145 Franse marine. Grant, 3-4; Bi shop, 37-38.
145 'een dier, of liever gezegd': l aet, 229.
145 eminente filosofen: Li ster, i n Philos. Trans., 86:5060; Ray, 2: 1465.
146 Providence Island Company, Pomet: Calendar of State Papers, Colonial
Series (1574-1660), 162, 225; Pomet, 30.
146 'Het is onmogelijk'-. Amsterdams koopman, i n Philos. Trans.,
292:1614.
146 'bepaalde uitwassen groeien': T. Johnson, i n Gerard, 1512.
146 'De "cochineel" is een insect': Dampi er, 247-48.
147 Drebbels uitvindingen: Ti eri e, 37-71; Harri s, 3,149-81.
148 'bijzondere mechanische instrumenten': Huygens, i n Ti eri e, 28.
148 'de terecht beroemde', 'lefameux Drebbel': Hoyl e en Von Lei bni z,
i n Harri s, 207.
148 'werktuigkundige' (Engeneere), 'ordinaire mechanicus' (Vul gar
Mechani ek): Harri s, 194; Newton, i njardi ne, Ingenious pursuits,
61.
149 'Baston le Peer, de danser': Harri s, 194. Zi e ook Ti eri e, 4, 89;
Harri s, 128, 186-87.
149 alchemie, 'tovenaar', 'magir': Ti eri e, 27. Zi e ook Ti eri e, 6, 34;
Harri s, 141-42; Boas, 21.
150 een van de eerste meldingen: Beckmann, 1:402-3. Vol gens
Jaeger (92-93) wordt Drebbel s rol bi j de ontwi kkel i ng van de
scharl aken kl eurstof overdreven. Andere onderzoekers zi jn
het daar ni et mee eens en wi jzen erop dat Drebbel s
ti jdgenoten, onder wi e Robert Boyl e en Ni col as de Pei resc,
de ontdekki ng geheel aan hem toeschri jven.
150 'Bepaalde kooplieden vroegen hem': Boyl e, i n Ti eri e, 77.
151 alchemisten: Roberts, 55. Zi e ook Boas, 175; Roberts, 54-55,
99; Dobbs, 23-24.
151 een ververij: Ti eri e, 78; Harri s, 192.
151 Abraham Kuffler. Ti eri e, 28-29. Abraham enjohannes
schreven de ontdekki ng van de de techni ek voor het maken
van het fel l e cocheni l l escharl aken (Color Kufflerianus) toe aan
hun schoonvader; hun rol betrof vol gens ei gen zeggen
ui tsl ui tend de commerci l e expl oi tati e van de kl eurstof
(Harri s, 193).
152 'Z* zijn mooier en': Pei resc, i n Ti eri e, 77.
152 textielververs in Europa: Ti eri e, 77-82.
152 'zaten vol vuur': Bemi ss, 186.
152 'volmaakte kleur scharlaken': Boyl e, 4:183.
152 Z
onne
kning. Steel e, 22-23.
153 militaire uniformen: E.H. Edwards, 15-16; Fi scher, 122;
Chenci ner, 65; Car-man, 40; Mann, 9. Ook vr de tweede
hel ft van de zeventi ende eeuw droegen Engel se sol daten
soms rode uni formjassen, maar i n het New Model Army
van Cromwel l zou de kl eur standaard worden.
153 pelshandel: 'Wool Trade Cl oth' (i nternet).
153 Gobelins: Ti eri e, 78-79; Beckmann, 1:403.
El f: Onder de l oep
155 'vliegen': Gi ovanni du Pont, 'Rel azi oni dei Vi aggi ',
geci teerd i n Cl ay and Court, 11.
156 Mi crographi a: Jardi ne, Ingeniouspursuits, 42-45; Ruestow, 22.
156 Van Leeuwenhoeks opleiding en tekortkomingen: Ruestow, 164-66.
156 'een vreemde voor': Mol yneux, i n i bi d., 164.
157 vergrootglazen die lakenhandelaren: Schi erbeek, 24. 157 0,00075
millimeter. Ruestow, 14-15, 19.
157 Royal Society: Schi erbeek 24-25, 30; Ruestow 149-154, 163, 169.
158 gentl emen phi l osophers: Van Leeuwenhoek, i n
Ruestow, 162; Jardi ne, Ingenious pursuits, 92.
158 'degrote man van de eeuw': Huygens, i n Schi erbeek, 35.
158 Boyle vroeg Van Leeuwenhoek. Van Leeuwenhoek, Letters, 7:137-38.
158 'een vrucht die de "stekelpeer'"-. Philos. Trans., 40:796-97.
159 'In alle gevallen': Van l eeuwenhoek, Letters, 5:273. 159 zestig
soorten: Schi erbeek, 134,181.
159 eigenzinnige instrumenten: Jardi ne, Ingenious pursuits, 42-44;
Ruestow, 17-19; Wi l son, 220-21.
160 vlooien, bacterin: Ruestow, 156.
160 'Ik heb vaak geprobeerd': Van Leeuwenhoek, i n Philos. Trans.,
197:646. 160 korreltjes moesten eerst geweekt. Van Leeuwenhoek,
Letters, 5:273. 160 Jan Swammerdam: Swammerdam, 182; Ruestow;
120-25; Cobb, 125; Van Leeuwenhoek, Letters, 7:155, n. 23.
160 insecten slechtgedejinieerde categorie: Ruestow, 105-7.
161 grenzen openheid Royal Society: Jardi ne, Ingenious pursuits, 316-23.
162 'heel tevreden': Van Leeuwenhoek, Letters, 7:142-43.
162 'niets behalve het binnenste': Van Leeuwenhoek, Letters, 7:145.
162 'vrouwtjes': Ibi d., 7:149-50. Zi e ook Van Leeuwenhoek, Opera omnia.
162 Hartsoekers bezoek aan Van Leeuwenhoek: Ruestow, 22-23.
163 spermatozoa: Schi erbeek, 95; Ruestow, 23.
163 'de meest groteske onderzoeken': Hartsoeker, i n Ruestow, 163.
163 'prachtig bewegende': Van Leeuwenhoek, i n Schi erbeek, 78;
Ruestow, 163.
164 'een heterogeen mengsel': Newton, i n Zol l i nger, 18-19.
164 Newtons hypothese slechts ten dele juist: A.E. Shapi ro, 98-102.
164 verschillende lichteffecten: Zol l i nger, 35-38; P. Parks, 160-61.
165 de alchemie-. M. Whi te, 96; Jardi ne, Ingenious pursuits, 325-31.
165 corpusculaire theorie: Trusted, 37-53; Jardi ne, Ingenious pursuits, 94-
96; A.E.
Shapi ro, 100, 130. 165 'oneindigheidaan':
Hartsoeker, 49-50. 165 'we de microscoop stak verbeteren':
Hooke, i n A.E. Shapi ro, 104.
166 'defundamentale basis', 'even sterk', 'Ik heb er vele geopend': Hartsoeker, 52.
167 'ongeboren animalcula': Van Leeuwenhoek, i n Philos. Trans., 292:1618-
28.
1 6 8 'het zich heeft veroorloofd': Van Leeuwenhoek, i n
Schi erbeek, 38. Zi e ook Ruestow, 284-85; Wi l son, 220-25.
168 scepsis: Ruestow, 152-53; Schi erbeek, 37-39, 68.
Twaalf: Een vreemde weddenschap
170 ce tri pot: Rei th, 65.
170 'worden er duizenden weiden': Wal pol e, i n Porter, London, 178.
170 'een einde te maken': Fabre, 3:552.
171 'Er is niets': The connoisseur, i n Rei th, 63.
171 'velejaren in Spanje': De Ruusscher, 3.
172 'grote navigators': Ibi d., 3-5.
172 het hele vermogen: Beckmann, 1:398.
173 'zogoed zou willen zijn': De Ruusscher 5.
174 binnen een paar dagen sterven: Ibi d., 142-43.
174 'ze hebben ogen': Ibi d., 19.
175 'Denken dat cochenille': Ibi d., 136-37. 175 'het vruchtje of zaadje':
Ibi d., 43.
175 'van de zekerheid van een zaak',: Ibi d., 39.
175 'Denkt u dat deze mensen': Ibi d., 41.
176 'kleine levende diertjes': Ibi d., 43.
176 'Om de vriendschap tussen de partijen': Ibi d. Vol gens Beckmann
(1:398) decl areerde De Ruusscher de kl ei ne ui tgaven di e hi j
deed om de bewi jzen boven tafel te kri jgen en een versl ag te
publ i ceren. 176 'minnaars van de waarheid': De Ruusscher, 35.
176 'Als [de cochenilleschildluis]groeit': Ibi d., 21.
177 dahua yi tz: De Avi l a, 'Al zate', 27. Dahuayitz i s een
Spaanse transcri pti e van de Mi xteekste term, di e
tegenwoordi g accurater wordt getranscri beerd al s
(n)dahuayits(i).
177 'goddelijke substantie': Ibi d., 27-28.
177 'Deze opvatting': Van Leeuwenhoek, i n Philos. Trans.,
292:1619-20. Zi e ook Bel l , 22.
178 'hetzelfde is als': Philos. Trans., 193:502; Donki n, 'Spani sh red',
45. 178 'Het is misschien de eerste keer': Raumur, 4:89.
Dertien: Spion in Oaxaca
179 'Cochenille is alleen in': Calendar of State Papers, Colonial Series,
American and West Indies (1714-15), 60. Vol gens zi jn versl ag
teel den South Carol i na en Georgi a i n 1757 nog 'grote
hoevecl hei den cocheni l l e', maar deze i nformati e kl opte
ni et (Transactions, 6:14).
179 'verschillende bessen': Ral ei gh, 95.
179 'uitstekende inkt': Koerner, fJnnaeus, 135.
180 Italiaanse schrijver. Donki n, 46.
180 'Het zou erg de moeite waard': Di derot, 3:560.
180 'sinaasappels, citroenen': R. Johnson, 22.
181 grootste triomf voor de Fransen: Ott, 6; Drayton, 75.
181 opuntia's in Europa: Donki n, 'Spani sh red.' 40-42.
182 'behoorlijk walgelijk': Koerner, Linnaeus, 151; Koerner, 'Purposes',
125-26.
182 'een verschrikkelijke migraineaanval': Li nnaeus, i n Bl unt, 201,
en Koerner, Linnaeus, 150.
182 Danil Rolander. Bl unt, 183; Koerner, Linnaeus, 86-87, 148.
183 Franse spionnen: De Ruusscher, 142-43. Zi e Thi ery, Trait,
ci v, voor Rau-murs bel angstel l i ng voor cocheni l l e.
183 Thiery de Menonville: Thi ery, Trait, c-ci . Thi ery schreef een
gedetai l l eerd versl ag over zi jn zoektocht naar cocheni l l e.
Er bestaan twee versi es van, di e engi szi ns van el kaar
verschi l l en, waarschi jnl i jk omdat Thi ery ti jdens het
overschri jven het manuscri pt aanvul de. De eerste versi e,
di e Thi ery aan een Franse functi onari s stuurde di e zi jn
expedi ti e fi nanci erde, bevi ndt zi ch tegenwoordi g i n de
Archi ves Nati onal es i n Frankri jk. Er wordt ui tvoeri g ui t
navertel d door Angel es Sarai ba Russel l i n zi jn arti kel 'En
busqueda de l a grana cochi ni l l a' (waarnaar hi er wordt
verwezen al s Thi ery/Sarai ba). De tweede versi e, met
commentaar van zi jn col l ega's op Ha ti , werd i n 1786
gepubl i ceerd al s Trait de la culture du nopal et de l'-ducation de la
cochenille (waarnaar wordt verwezen al s Thi ery). Deze
versi e werd aan het begi n van de negenti ende eeuw i n het
Engel s vetaal d door John Pi nkerton (waarui t i k i n
gemoderni seerde vorm ci teer met verwi jzi ng naar
Thi ery/Pi nkerton).
184 De Franse marine. Drayton, 76-77.
184 'De altijd dure cochenille': Raynal , i n Thi ery, ci i i ; en
Edel stei n, 'Spani sh red', 1.
184 de garderobes van Parijzenaars: Roche, 134-37.
185 geliefde vaderland: Thi ery/Pi nkerton, 757, 783.
185 zesduizend Ywrc: Ibi d., 753.
185 Saint-Domingue: Morcau, 15; Ott, 3-9.
186 'Het is in overeenstemming': Morcau, 22. Ui t de context bl i jkt
dat Moreau 'sl aven' bedoel t waar hi j over 'bedi enden'
spreekt.
186 'niets meer dan': Thi ery/Pi nkcrton, 756.
186 'vervelende zeereis': Ibi d., 753.
187 'Ik weifelde nog steeds': Ibi d.
187 'een aantal fiolen': Ibi d.
188 'Ik deed alsof ik': Ibi d., 766-67.
189 'keek hij zuur': Ibi d., 773.
189 'Of ik nu op het veld was': Thi ery/Pi nkerton 775.
189 'Door deze ontdekking': Ibi d., 775.
190 Je hebt gefaald in een
onderneming': Ibi d., 788. 190 'pover
Spaans': Ibi d., 790.
190 'Zonder succes terugkeren': Ibi d., 789.
191 'aanwijzingen die mijl': Ibi d., 799.
191 'de volmaakte schoonheid': Ibi d., 801.
192 Gallatitlan: Gal l ati dan i s op geen enkel e l andkaart van
Oaxaca te vi nden. Een hi stori cus meent dat Thi ery
mi sschi en i n Jayacatl an i s geweest, di cht bi j San Juan del
Rey (Sarai ba, 26).
192 'maar mijn verbazing':
Thi ery/Pi nkerton, 818. 192
1dronken van geluk': Ibi d.
192 'acht katten', 'eeuwig lente': Thi ery/Sarai ba, 17.
193 'zo afgeladen met cochenille': Thi ery/Pi nkerton, 824.
193 zwarte boer. Vol gens de wetten van de Spaanse Kroon
mochten zwarten en mesti ezen geen cocheni l l e verkopen
en waarschi jnl i jk geen nopal -kwekeri jen bezi tten, terwi jl
Thi ery deze boer de ei genaar noemt en er verderop i n zi jn
versl ag nog een zwarte boer voorkomt van wi e hi j
cocheni l l e koopt. (Zi e Sarai ba, 26.) 193 'de acht mooiste takken':
Thi ery/Pi nkerton, 826. Zi e ook Thi ery/Sarai ba, 23-
193 'als de bliksem': Thi ery/Sarai ba, 23.
193 'Ik had het gevoel': Thi ery/Pi nkerton, 826.
1 9 4 'met enige
vrees': Ibi d., 853.
194 'Ik had erop
gerekend': Ibi d.
194 'kwamen er
soldaten': Ibi d.
194 'De officier van de wacht': Ibi d.
195 'Degouverneur verwelkomde mij':
Ibi d., 875. 195 koninklijke tuin:
Moreau, 199; Thi ery, xx.
195 'Mijn verblijf: Thi ery/Sarai ba, 25-26.
196 van Spanje had gestolen:
Thi ery/Pi nkerton, 875. 196 'het meest
perfide volk': Ibi d., 797, 845.
196 'maligne koorts': Thi ery, cxi i i .
197 geen spoor meer. Ibi d., l vi , l xxxi v-xci i ; Donki n, 'Spani sh red',
46.
Veertien: Andersons enorme stommiteit
199 Britten genspireerd door Franse: Drayton, 80, 109-10.
i gg Joseph Banks: De gezaghebbende bi ografi e i s Sirjoseph Banks
van H.B. Carter.
200 'een ordinaire vleier': Si r James E. Smi th, i n Mi l l er, 22.
200 William Bligh: Drayton, 114, 119.
201 'degrootste dienst': Jefl erson, geci teerd i n MacKay, 49.
201 'op zout gras':]. Anderson aanj. Banks, 3 december 1786,
i n Anderson, Letters [1788], 1.
201 go ton, 200000 pond: Bancroft, i n Bel l , 32-33.
202 'een artikel van': T. Morton aan C.N. Whi te, 10 apri l 1788,
i n Anderson, Letters (1789), 4-5.
202 'een vuile vlek': R. Cl erk aan Court ofDi r., 31 jul i 1787, i n
Anderson, Letters [1788], 27.
202 'gebruikt kan worden': Ibi d.
202 'de kans had gegeven': J. Banks aanj. Anderson, 10 apri l
1788, i n Anderson, Letters {1789), 3.
203 commodore Arthur Phillip: Carter, 232;J. Cox aanj.
Anderson, 27 november 1787, i n Anderson, Letters [1788],
28.
203 exotische soorten: Sti l i ng, 40-43; Brutsch en Zi mmerman,
156-57.
204 arbeidskosten te hoog.]. Banks, i n T. Morton aan C.N.
Whi te, 10 apri l 1788, i n Anderson, Letters (1789), 4-5.
204 resolutie, tweeduizend pond. T. Morton aan C.N. Whi te, 10
apri l 1788, i n Anderson, Letters (1789), 4-5.
204 'het insect en de planten': Ibi d.
205 gouverneur of Madras: Drayton, 120.
205 'gouden de beste gekleurde':]. Anderson aanj. Banks, 1
maart 1788, i n Anderson, Letters [1788], 28.
206 'de cochenille die daar':]. Anderson aan C.N. Whi te, 6
februari 1789, i n Anderson, Letters [ 1789), 19.
206 'terughoudendheid en geheimzinnigdoenerij', 'duizendpond':].
Anderson aan kol onel Kyd, 10 jul i 1789, i n i bi d., 31.
206 Spaanse botanist: Carter, 276.
206 'Als de Spanjaarden':]. Banks aan T. Morton, 17 november
1791, i n Drayton, 120.
207 Banks' levende schildluizen bezweken: Carter, 275-76.
207 'dokter Andersons nopal':]. Stevens, 2 november 1795, i n
Anderson, Letters, (1796), deel 1, 7.
208 'een goede gelegenheid was' 'Ik kreeg ze heel': R. Nei l son aanj.
Anderson, 8 mei 1795, i n Anderson, Account, 1. Zi e ook
Fontana, 5-7.
QO8 'helaas zijn negen van de tien': W. Roxburgh aan J. Anderson,
25 mei 1795, i n Anderson, Account, 4.
209 'Bengaalse nopal': Ibi d.; W. Roxburgh aan A. Berry, 17 juni
1795, i n Anderson, Account, 7. Donki n schri jft (i n 'Spani sh
red', 49) dat het om Opuntia monacantha gi ng.
209 'We hebben er duizenden': W. Roxburgh aan A. Berry, 20 juni
1795, en C. Smi th aan W. Roxburgh, 20 juni 1795, i n
Anderson, Account, 8.
209 'zelfs het kaalste': J. Anderson aan l ord Hobart, 22 jul i 1795,
i n i bi d., 9.
209 'slechts dertig dagen': W. Roxburgh aan A. Berry, 20 juni
1795, i n i bi d., 8. Ui t een l ater versl ag (Fontana, 9) bl i jkt dat
di t eerder veerti g dagen was, wat overeenkomt met wat we
weten over de l evenscycl us van wi l de cocheni l l e i n
Ameri ka.
209 met de juiste zorg en voeding: A. Berry aan l ord Hobart, 23
maart 1796, i n Anderson, Communications, etc., 10-11.
210 'Met groot genoegen': A. Berry aan l ord Hobart, 8 december
1795, i n Anderson, Communications from October, 33.
210 Banks kreeg meer vertrouwen in: Carter, 276.
210 'Het gevaar dreigt': A. Berry aan l ord Hobart, 23 maart
1796, i n Anderson, Communications, etc., 12-13.
210 'en waar ze geweest zijn':]. Anderson aan l ord Hobart, 26 jul i
1796, i n Anderson, Letters (1796), deel 1,10.
2 1 0 'kinderen van zeven': S. McMorri ce aanj. Anderson, 6
september 1796, i n i bi d., 18.
211 'te edel en delicaat':]. Anderson aan A. Watson, 14 september
1796, i n i bi d., 21-23.
211 'Ik heb nog van niemand', 'om de inlanders':]. Duncan aanj.
Anderson, 23 september 1796, i n i bi d., deel 2, 27.
211 veel meer stekels had: W. Roxburgh aan A. Berry, 20 juni
1795, i n Anderson, Account, 8.
211 winstgevendheid Neilsons cochenille
1
. Transactions, 6:87-90.
212 'niet erg rijk aan': Mi l burn, i n Donki n, 'Spani sh red', 49.
212 prijsgarantie: Transactions, 6:89. De pri jsgaranti e werd i n een
paar jaar ti jd i n fases afgeschaft.
212 tweeduizend pond beloning. Transactions, 6:90; Drayton, 301.
Vijftien: Rood en revolutie
214Jos Anontio Alzate: Cody, 445-48; 'Al zate', DSB.
215 'uit liefde voor mijn land': Al zate, Gazeta (5 februari 1794), 202.
215 'de Voorzienigheid': Al zate, i n Cody, 447.
216 Amcri canos: Parry, Empire, 335-41.
216 Napoleon, Jozef en Spanje: Schom, 462-66.
217 specifieke eigen tegenslagen: Vol gens Hamnett en Contreras
Sanchez zi jn epi demi en en hongersnoden, de
afschaffi ng van het kredi etsystem (riparti-miento) en
veranderi ngen i n het Spaanse fi scal e bel ei d de
voornaamste oorzaken van de neergang van de
bedri jfstak. Baskes toonde aan dat vanwege de al gemene
mal ai se i n de handel tussen Europa en Ameri ka de
neergang al was begonnen voordat deze gebeurteni ssen
pl aatsvonden.
217 tri col or, bonnet rouge: Laver, 148-53,158-59; Ri bi ero,
211-14; Steel e, 34-35, 38-40. De trend om zi ch eenvoudi ger
te kl eden begon al voor de Franse Revol uti e, vooral voor
mannen, maar door de revol uti e raakte deze mode i n een
stroomversnel l i ng.
217 130 ton: Baskes, 203-04.
218 Hidalgo, Morelos: Krauze 91-117; Parry, Empire, 348-54.
218 'Wij zijn allen gelijk': Morel os, i n Krauze, 112.
219 prijs van de verfstof torenhoog: Baskes, 178, 204.
219 beloning van 20000 livre: Edel stei n, 'Hi stori cal Notes', 33-34.
220 'die zonder n idee': Napol eon, i n Schom, 462.
221 Mexicanen verslaan de Spanjaarden: Parry, Empire, 355-58.
2 2 1 cochenille in Guatemala: R.L. Woodward, 378; MacLeod,
172-73; Donki n, 'Spani sh red', 30-31.
2 2 2 cochenille in Spanje. Donki n, 'Spani sh red', 42, 46-47;
MacKay, 'Agents of Empi re', 45.
223 cochenille in Sardini, Corsica, Itali, Senegal: Donki n, 'Spani sh red',
47, 49.
224 'gezien de bodem': Chazotte, 7.
224 Texas: Brunel l o, 265-66; Heers, 16.
224 India, Afrika, West-Indi: Donki n 'Spani sh red', 49-50.
224 Noord-Afrika, Guadeloupe. Bl anchard, 53; Heers, 16-21;
Donki n, 'Spani sh red', 47. Op het Franse ei l and Bourbon
(dat tegenwoordi g Runi on heet) voor de kust van
Madagascar beweerde men ook cocheni l l e te kweken,
maar di e beri chten werden fel betwi st. Zi e Bel l , Notices, 34-
42.
224 Madeira: Nobrega, 342; Donki n, 'Spani sh red', 48.
Zesden: De race om rood
227 Nederlandse plantages: Drayton, 71.
227 Nederlandse economische hervormingen: El son, 39, 72-73.
227 cochenille bemachtigen voor Java: Van Deventer, 2:401; Born, 222.
2 2 8 cultuurstelsel (cul ti vati on system): Donki n, 'Spani sh
red', 50; El son, 42-44, 99-127-
229 U durf ik met vertrouwen': (l aatste bl adzi jde Max Havelaar
van Mul tatul i ) Douwes Dekker, i n Ki ng, 41. Over
Mul tatul i , zi e Ki ng, 11-12.
229 hervormingen en afschaffing cultuurstelsel: Day, 330-37.
229 'Degeniale [gouverneur-generaal]': van Hoevel l , i n El son, 100.
230 'Men zou veronderstellen': Bl ommestei n, i n El son, 439; Van
Deventer, 2:401.
230 'De Javaan is': Monod de Froi devi l l e, 281.
230 'Deprijs stijgt en': Ibi d., 208.
230 36 ton: Donki n, 'Spani sh red', 50-51.
2 3 1 louvres, afdak. Monod de Froi devi l l e, 241-46; Donki n,
'Spani sh red', 51.
231 Javanse cochenille van mindere kwaliteit Born, 224.
231 Mexico: Baskes, 203-5.
231 Guatemala: Woodward, 44, 59, 379-80; McCreery, 113-
28; Born, 223; Donki n, 'Spani sh red', 30-31.
2 3 2 Canarische Eilanden: Bl anchard, 52; Nobrega, 342;
Donki n, 'Spani sh red', 47; Davi es, 359.
234 begonnen hun aantrekkingskracht te verliezen: Perrot, 31-32.
235 'neutrale, gedekte': Ladies' Hand-book [1843], 36. Zi e ook
Laver, 168-70; Bront, 480-81.
235 Vi l l ette: Bront, 480-81.
235 'prachti g geborduurd': Hawthorne, Scarlet letter, 52-59
(De rode letter). Zi e ook Earl e, Punishments, 86-90. Hawthorne
dacht si nds 1844 na over het central e thema van The scarlet
letter (Gal e, 441).
236 'rush of cochineal', 'a tint too red': Di cki nson, Poems, 3:1305
(nr. 1489/1463); 2:944 (nr. 1083/1463). Het l aatste
gedi cht werd rond 1865 geschreven, maar de metafoor - If
the Tune drip too much/Have a tint too red!Pardon the Cochineal [al s de
mel odi e te overvl oei end en een ti nt te rood i s, vergeef dan
de cocheni l l e] - weerspi egel t een houdi ng tegenover
cocheni l l e di e vanaf de jaren 1840 al gemeen was. Zi e ook
Di cki nson, Poems, 1:150 (nr. 150/60) en 2:738 (nr.
786/748).
236 'vulgair en niet gepast', 'een dame': How to Dress, 6; Science, 18.
236 voorkeur voor donkerrode tinten, crinolinerok. How to Dress, 6;
Science, 18; Perrot, 101; Laver, 178-88.
2
3SJefferson Davis: Cooper, 538.
237 'Extravagante overdaad': Stone, 1:258.
237 'uitgestrekte cactusvelden': Morel et, i n Donki n, 'Spani sh red', 31.
Zeventien: Koolteerkleur
239 'Ik zag in de scheikunde': Perki n, i n Mel dol a, 65. Zi e ook
Garfi cl d, 16-19; Read, 6-7.
240 scheikunde verdacht. Mel dol a, 65; Bensaudc-Vi ncent en
Stengcrs 97-99; Freemande, 39-43.
2 4 0 Royal College, Hofmann: Haber,Mneleenth century, 68-69;
Kendal l , 71; Gar-fi el d, 25-27.
241 'meteen een prachtig': Perki n, i n Kendal l , 72. Het zout i n
kwesti e was orto-ni trofenal .
241 kinine. Kendal l , 72; Mel dol a, 65; Drayton, 208-11;
Garf el d, 33; Morgan, 53-
243 'volkomen zwart product'-. Perki n, i n Garf el d, 36.
243 'lyrischpaars'-. Kendal l , 74.
243 synthetische kleuren: Bal l , 206-10; Garf el d, 44.
244 'Als uw ontdekking': Pul l ar, i n Kendal l , 75.
244 'Hij leek hier gergerd over': Perki n, i n i bi d. Zi e ook Mel dol a, 40,
66.
2fjinancile steun familie: Mel dol a, 66.
245 Perkins innovaties: Gwynant Evans, 62; Kendal l , 76; Garfi el d,
56-59.
246 'Paarsgestreepte mantels': Bal l , 214.
246 schilders: Ibi d., 228.
246 'karmijnkleurprincipe': Hofmann, i n Garfi el d, 74.
247fuchsine, synthetische kleuren rood: Del amare en Gui neau, 98-
99; Garfi el d, 74-75; McCl el l an, 2:283.
247 'uit teer gedestilleerd karmijn': Hofmann, i n Garfi el d, 77.
247 cochenilleprijzen in Engeland en Frankrijk. McCreery, 348; Garfi el d,
81.
247 Java: El son, 134-35, 43-
248 Mexico, Guatemala, Canarische Eilanden: McCreery, 128-29;
Woodward, 379-81; Davi es, 359; Cal dern, 40; Donki n,
'Spani sh red', 47; Schwcppe en Roosen-Runge, 268.
249 alizarine. Garfi el d, 92-97; Bal l , 220-21; Brunel l o, 287.
249 Bi ebri ch scarl et, nieuwe rode kleurstoffen: Del amare en
Gui neau, 102; Brunel l o, 301.
249 Guatemala: Woodward, 379-83,430-32.
250 Canarische Eilanden: Davi es, 359-70; Stone, 1:233.
250 Oaxaca: Chassen en Marti nez, 54-70; Di guet, 89-
90, Wri ght, 636-38, Donki n, 'Spani sh red', 31-32.
251 Perzie: Chenci ncr, 269. Wetten tegen het gebrui k van
syntheti sche kl eurstoffen bl eken op den l ange duur
zel den effect te sorteren.
251 cochenille watervast en -afstotend: Davi es, 359; DuCane, 6.
251 gevaren voor de gezondheid, arseen: Travi s, 343-65; Garfi el d, 83-
84, 100-108.
252 angst voor synthetische stoffen in medicijnen, make-up, voedsel: Garfi el d,
103-4,
I2
3-
252 Je weel natuurlijk': Nesbi t, 113.
252 'uit de keuken wat': Coward, 15.
252 onschadelijk vervangers: De mani er waarop syntheti sche
kl eurstoffen werden goedgekeurd voor consumenten,
verschi l de van l and tot l and. In de Vereni gde Staten
werden er bi jvoorbeel d na de opri chti ng van de Food and
Drug Admi ni strati on (FD A) i n 1906 wetten i ngevoerd om
het gebrui k van gevaarl i jke kl eurstoffen aan banden te
l eggen. Deze wetten verhoogden de vei l i ghei dstandaard
en namen de angst bi j het publ i ek weg.
253 redcoats: Schweppe en Roosen-Runge, 280.
Achttien: De cochenillerenaissance
25 4 opkomst van Duitsland, octrooiwetgeving: Bensaude-Vi ncent
en Stengers, 185; Chemi cal Soci ety, 14-19; Read, 28;
Haber, Mneteenth century, 69,120,128, 198-204.
256 William Perkin: Garfi el d, 95-97, 119-22.
257 'was hij in zijn element': 'Centenary', 4.
257 'Engelandheejl een': Dui sberg, i n Mel dol a, 52-53.
2 5 8 Eerste Wereldoorlog;. Haber, Cloud, 24-27,34-35, I84-
98;J.A. Johnson 189-94; Haber, igoo-iggo, 208-10.
259 geallieerde fabrieken, herstelbetaling en patenten: Haber, igoo-igjo,
218-20, 248-49. Het Verdrag van Versai l l cs ei ste nog
meer concessi es van Dui tsl and op kl eurgebi ed, maar deze
ei sen werden l ater afgezwakt.
260 markten in Azi, Afrika en Latijns-Amerika: Chenci ner, 268-69;
Haber, igoo-'93> 275-77; Bensaude-Vi ncent en Stengers,
196.
261 'De nopalkwekerijen': Di guet, 89.
261 Oaxacaanseproducenten: Ibi d., 89-90; Wri ght, 636-37;
Donki n, 'Spani sh red', 31-32.
2 6 1 Oaxacaanse handwerkslieden: Wal l ert, 59-82; De Avi l a,
appendi x bi j 'Thre-ads of Di versi ty' (ms).
262 'over het algemeen vervangen': Terry, 850.
262 Mexicaanse expeditie: Wri ght, 'A Thousand Y ears', 637-38.
2 6 3 angst voor kanker. Schweppe en Roosen-Runge, 269;
Uni ted States, 109-18; Gonzal ez Carranca, 47-48; Henkei
(i nternet).
263 asthma, ADHD: Voor een l i jst arti kel en i n
gezaghebbende vakti jdschri ften di e syntheti sche rode
kl eurstoffen i n verband brengen met verschi l l ende
gezondhei dsprobl emen, zi e
http://www.fei ngol d.org/research_adhd.html .
2 6 3 renaissance in het gebruik van cochenille-. Fl ores Fl orcs en
Tekel enburg, 168; Oki e; Seay.
264 Peru: Fl ores Fl ores en Tekel enburg, 168; Emmett, 94;
Donki n, 'Spani sh red', 36; Kaste (i nternet).
2 6 5 cochenilleprijzen, overproductie. Fl ores Fl ores en
Tekel enburg, 169; Emmett, 94; Kaste (i nternet).
265 allergische reacties: 'Common food dye' (i nternet).
265 vegetarisch en kosjer. Seay.
265 Ignacio del Rio Duenas: Senor del Ri o, gesprek met de auteur,
29 november 2003.
266 Isaac Vasquez: Een goede beschri jvi ng van het l even en werk
van Isaac Vasquez i s bi jvoorbeel d te vi nden i n 'A natural dye
i nnovator' van El i zabeth Snoddy Cuel l ar.
266 familie Cruz: Fi del Cruz en Mari a Lui sa Mcndoza, gesprek
met de auteur 29 november 2003. The Colors of Casa Cruz van John
M. Forcey i s het beste boek over hun werk.
267 weinig bereid meer te betalen voor een natuurlijke kleur. Voor meer
over de economi sche aspecten van de Oaxacaanse
texti el i ndustri e en de ui twerki ng op de bevol ki ng van
Teoti tl an del Val l e, zi e Stephen, 87-155.
Nawoord: Goedkope kl eur
268 mode uil de jaren 1860: Pri cc, 135-36; Laver, 190; Nunn, 153-
56; Gcrnshei m, 54-55-
269 kleurloos (col orl ess): Van Dale, Oxford English Dictionary.
269 ' Wie opzichtige kleding': Marti ne, 49.
269 'krankzinnigfel violet': Tai ne, i n Byrde, 62-63.
270 'Degoedkopere magenta': British Medical Journal, i n Garfi cl d, 106.
270 Turkestan: Ik ben voor di t verhaal dank verschul di gd aan
Tom Rei ss. Het komt ui t het net verschenen Een reiziger uit de
Orint.
270 militaire glorie: Het duurzame verband tussen rood en het
l eger - en l ater de communi sti sche stri jd - i s mi sschi en een
verkl ari ng voor het fei t dat zo veel l anden de kl eur voor hun
vl ag gebrui ken.
270 'raciale voorliefde': 'Col ors for Men', i n Josel i t, 92.
270 col ored, 'roodhuid', 'geel ras': Van Dale, Oxford English Dictionary.
271 '%e hebben een heel donkere': Mri me, 108.
271 'een heel korte rode rok', 'In mijn land': Ibi d., 42.
271 'mouwen met gitzwart haar': Auguste Debay, i n Perrot, 102.
272 'schreeuwend', 'oosters', 'ongeschikt': Jerome, 60.
272 Een soortgelijke houding. Voor een voorbeel d, zi e A. Edwards,
58.
272 'De wereld probeert gekleurde mensen': DuBoi s, 54.
273 Britse kleermaker, 'een donkerkleurig livrei': Hol di ng, 80.
273 'minder als zonnebloemen': 'VVhat our gi rl s can do', i n Josel i t,
183. De opmerki ng komt ui t een joodse publ i cati e (1895) voor
mei sjes, maar het streven gol d ook voor andere
i mmi grantengroepen.
274 Op indiaanse kostscholen: Lomowai ma, 90-91. In di t versl ag van
de Chi l occo
Indi an School i n Okl ahoma staat dat rode trui en i n de
hogere jaren waren toegestaan, hoewel vol gens een oud-
student sommi ge l eraren wei gerden l es te geven al s de
studenten met een rode trui aan deze ni et meteen
ui ttrokken.
274 'opzichtige kleding', 'liever wat te': Mrs. M.F. Armstrong, i njosel i t,
180.
274 'koninklijk blauw': Larscn, 17-18.
274 'opzienbarend': F. Whi te, 60.
275 omslag van pulpbladen: Stewart, 54-59.
2 7 6 blauw: Pastoureau, Blue, 51-55, 62-63,79> '4 166-70.
Burnham, 209-10; Byrne (i nternet); Sharpe, 51. Pastoureau
denkt dat bl auw al vanaf 1600 domi nant werd (Blue, 85 en
Jsus, 110), maar zi jn bewi jzen daarvoor zi jn ni et
overtui gend. Het onderzoek van Roche naar Pari jse
garderobes van voor de revol uti e (129-141) geeft aan dat rood
aan het ei nd van de achtti ende eeuw popul ai rder was dan
bl auw, hoewel ambachtsl i eden en wi nkel i ers wel de
voorkeur gaven aan bl auw.
277 'De armoede van dit kostuum': La Gnie de la mode, i n Steel e, 95.
277 negentiende-eeuws zwart: Harvey, 129-223; Steel e, 64-66, 81-
96; Hol l ander, 374-83; Laver, 169-70; Edel man, 32, 33;
Mendes 7-10.
278 'even zwart als een Londense menigte': Hardy, i n Ashel ford, Art of
dress, 302-3.
278 'de steun en toeverlaat': The Lady's Magazine, i n Mendes, 9.
279 Madame X: Mount, 74-91; Davi s, 128,182-88.
279 'een soort uniform voor': Vogue, i n Edel man, 14. Zi e ook Mendes,
10-11.
280 rood bleef achter. Choungouri an, 1203-6; Byrne (i nternet);
Pastoureau, Blue, 170-74; Komar en Mel ami d (i nternet).
280 communisme en socialisme: In een onl angs gehouden i nternet-
enqute (zi e Komar) kozen verhoudi ngsgewi js ongeveer
evenveel Ameri kanen voor rood al s Russen en Turken dat
deden. Ze gaven er i n veel grotere getal e de voorkeur aan dan
Chi nezen. Hoewel rood de kl eur i s van het communi sme,
heeft de Chi nese overhei d de kl eur i n het verl eden
bekri ti seerd al s symbool van prerevol uti onai re decadenti e,
vooral i n kl edi ng.
281 Naruy Reagan: Rubenstei n, 219.
281 vrouwen met status: 'Resul ts' (i nternet).
281 opmerkelijk genoeg dezelfde associaties: Byrne (i nternet); Osgood et
al ., 329.
281 vragen om aandacht Ei seman, 19-20; Sharpe 81-85.
Een keuze uit de bibliografie
Acosta, Josc de. Historia naturaly moral de las Indias (1590), red. Edmundo
O'Gorman. Repri nt, Mexi co, 1962 Adams,
Ri chard. Prehistorie Mesoamerica, herz. ed., Norman:
Uni versi ty of
Okl ahoma Press, 1991 Al l i son, Al exander W., et
al , red. Norton Anthology of Poetry, herz. ed., New
Y ork: Norton, 1975 Al zate y Rami rez, Jos Antoni o.
"Mcmori a sobre l a grana" (1777), Gazeta de literatura, 1794
"Al zate y Rami rez, Jos Antoni o." Dictionaiy of Scienlific Biography, red.
Charl es
Coul ston Gi l l espi e, New Y ork: Scri bners, 1970
Anderson, James. An Account of the lmportation of American
Cochineal Insects into Hindostan, Madras, 1795
- Communications, etc. Madras [1795-96]
- Communicationsfrom October the ist, until the i2th of December 1795, Madras
[1796]
- Letters, 2 dl n., Madras, 1796
- Letters on Cochineal Continued, Madras, 1789
- Letters to Sirjoseph Banks ... on the Subject of Cochineal Insects, Madras,
1788 Andrews, Kenneth R. The Spanish Caribbean: Trade and
Plunder, 1530-1630, New
Haven: Y al e Uni versi ty Press, 1978 Arnol d, Janet.
Queen Elizabeth's Wardrobe Unlock'd, Leeds: Maney, 1988
Ashel ford,Jane. The Art of Dress: Clothes and Society, 1500-1914, New
Y ork: Abrams, 1996
- Dress in theAge of Elizabeth /, Londen: Batsford, 1988
Atasoy, Nurhan, et al . Ipek: The Crescent and the Rose: Imperial Ottoman Silks
and
Velvets, Londen: Azi muth, 2001 Baker, J. R. Principles of
Biological Microtechnique, New Y ork: Wi l ey, 1958 Bal dwi n,
Frances E. Sumptuaiy Legislation and Personal Regulation in England,
Bal -ti more: Johns Hopki ns Uni versi ty Press, 1926
Bal l , Phi l i p. Brighl Earlh: Art and the Invention of Color, New Y ork:
Farrar, 2001 Barnhart, Robert K., red. Chambers Dictionaiy of
Etymology, New Y ork: H. H. Wi l son, 2000
Barron, Carol i ne, en Ni gel Saul , red., England and the Low Countries in
the Lak
MiddleAges. New Y ork: St. Marti n's, 1995 Barzun, Jacques.
From Dawn to Decadence: 500 Tears of Western Cultural Life, New
Y ork: HarperCol l i ns, 2000 Baskes,Jcremy Al an. Indians,
Merchants, and Markets: A Reinterpretation of the Re-partimiento and Spanish-
Indian Economie Relations in Colonial Oaxaca, 1750-1821, Stanford: Stanford
Uni versi ty Press, 2000 Battl es, Matthew. Library: An Unquiet
History, New Y ork: Norton, 2003 Baumgarten, Li nda. What Clothes
Reveal: The Language of Clothing in Colonial and Federal America, New
Haven: Col oni al Wi l l i amsburg Foundati on/Y al e Uni versi ty
Press, 2002 Beam, Al ex. GracefuUy Insane: Life and Death inside
America 's Premier Mental Hospi-
tal, New Y ork: Publ i c Affai re, 2003 Beckmann, John. A
History of Inventions, Discoveries, and Origins (1783-1805), vi erde druk,
vcrt. Wi l l i am Johnston, 2 dl n. Londen, 1846 Bel l , John. Notices
of Cochineal, Including a Correspondence which Took Place in the
Newspapers, on the Subject, in 1828, Cal cutta, 1838 Bemi ss, El i jah.
TheDyer's Companion (1815), derde druk, New Y ork: Dover, 973
Bensaude-Vi ncent, Bernadctte, en Isabel l e Stengers. A History of
Chemistiy,
vert. Deborah van Dam, Cambri dge, MA: Harvard
Uni versi ty Press, 1996 Berdan, Frances, enjacquel i ne de
Durand-Forest, red., Matricula de Tributos,
Graz: Akademi sche Druck- und Verl agsanstal t, 1980
Berdan, Frances, en Patri ci a Ri effAnawal t, red., The Essential
Codex Mendoza,
Berkel ey: Uni versi ty of Cal i forni a Press, 1997 Berl i n,
Brent, en Paul Kay. Basic Color Terms: Their Universality and Evolution,
Berkel ey: Uni versi ty of Cal i forni a Press, 1969 Bcrnstei n,
Peter L. The Power of Gold: The History of an Obsession, New Y ork: Wi l ey,
2000
Bi shop, Morri s. Champlain: The Lift of Fortitude, New Y ork: Knopf,
1948 Bl anchard, mi l e. "Cocheni l l e." In Dictionnaire universel
d'histoire naturelle, red.
Dessal i nes D'Orbi gny, 4(2): 49-54, Pari js, 1883
Bl egborough, Ral ph. An Address to the Governors of the Surrey Dispensaty,
Londen, 1810
Bl unt, Wi l fred. The Complete Naturalist: A Life of Linnaeus, New
Y ork: Vi ki ng, i 97i
Boas, Mari e. The Scientific Renaissance, 1450-1630, New Y ork: Harper,
1962 Bhmer, Haral d. Koekboya: Natural Dyes and Textiles, vert.
Lawrence E. Fogel -berg, Ganderkersee: REMHB-Verl ag, 2002
Borah, Woodrow. Silk Raising in Colonial Mexico, Berkel ey: Uni versi ty of
Cal i -
forni a Press, 1943 Born, Wol fgang. "Scarl et." Ciba Review 7
(maart 1938): 206-27 Boyden, James M. The Courlier and the King:
Ruy Gomez de Siha, Philip II, and the
Court of Spain, Berkel ey: Uni versi ty of Cal i forni a Press, 1995
Boyl e, Robert. The Works of Robert Boyle, red. Mi chael Hunter en
Edvvard B.
Davi s, 14 dl n. Londen: Pi ckeri ng and Chatto, 1999-2000
Brandi , Karl . The Emperor Charles V: The Growth and Destiny of a Man
and of a
World-Empire, vcrt. C.V. Wedgwood, New Y ork: Knopf,i 939
Braudcl , Fernand. Civilization and Capitalism: ith-i8th Century, vert.
Si an Reynol ds, 2 dl n., Berkel ey: Uni versi ty of Cal i forni a
Press, 1992 Bri gdcn, Susan. New Worlds, Lost Worlds: The Ruk of the
Tudors, New Y ork: Vi ki ng, 2000
Bront, Charl otte. Villette (1853), red. Herbert Rosengarten en
Margaret
Smi th, Oxford: Cl arendon Press, 1984 Brown, Jonathan.
Painting in Spain, 1500-1700, New Haven: Y al e Uni versi ty Press,
1998
Browne, Wal den. Sahagun and the Transition to Modemity, Norman:
Uni versi ty
of Okl ahoma Press, 2000 Brunel l o, Franco. The Art of Dyeing in
the History of Mankind, vert. Bernard Hi c-
key, Vi cenza: Neri Pozza Edi tore, 1973 Brutsch M.O., en H.
G. Zi mmermann. "Control and Uti l i zati on of Wi l d Opunti as."
In Agro-Ecology, Cultivation, and Uses of Cactus Pear, red. Gi usep-pe
Barbera, Paol o Ingl ese en Eul ogi o Pi mi enta-Barri os, 155-66,
Rome: FAO, Vereni gde Nati es, 1995 Buchanan, Ri ta. A Dyer's
Garden, Lovel and, Col o.: Intcrweave Press, 1995 Burgoa,
Franci sco. Geograjica descripcin, 2 dl n., Mexi co, 1674 Burnham,
Robert W., et al . Color: A Guide to Basic Facts and Concepts, New
Y ork: Wi l ey, 1963 Byrde, Penel opc. Mneteenth-Century Fashion,
Londen: Batsford, 1992 Byrne, Mari e. "Cul ture and
Communi cati ons: Si mi l ari ti es of Col or Meani ng Among
Di verse Cul tures." Journal of Global Issues and Solutions, (BWW
Soci ety), jul i 31, 2003,
http://bwwsoci ety.org/journal /html /col or.htm. Cal dern,
Franci sco R. El Repblica Restaurada: La Vida Econmica, Hi stori a
Moderna de Mxi co, red. Dani l Cosi o Vi l l egas, Mexi co Ci ty:
Hcrmcs,
1965
Calendar of State Papers, Colonial Series, red. W. Noel Sai nsbury, J. W.
Fortescue,
et al ., Londen, 1860-Calendar of State Papers, Domestic Series, of the
Reigns of Edward VI, Mary, Elizabeth and James /, red. Robert Lemon
en Mary A. E. Green, 12 dl n. Londen, 1856-72
Calendar of State Papers relating to English affairs preserved in ... the Archives of
Siman-
cas, red. Marti n A.S. Hume, 4 dl n. Londen, 1892-99 Cardon,
Domi ni que. "Texti l e Research: An Unsuspected Mi ne of
Informati on on Some Ei ghteenth-Century European Texti l e
Products and Co-l our Fashi ons around the Worl d." Textile Hislory
29 (voorjaar 1998): 93-102
- "Les 'vers' du rouge: i nsectes ti nctori aux uti l i ss dans
l 'Anci en Monde au
Moyen-Age." Cahiers d'histoire et dephilosophie des sciences 28 (1990):
1-178 Carman, W.Y . A Dictionaiy ofMiltary Uniform, New Y ork:
Scri bner, 1977 Carter, Harol d B. Sirjoseph Banks, 1743-1820, Londen:
Bri ti sh Museum, 1988 Castel l Y turbi de, Teresa. Colorantes
Naturales de Mxico, Mexi co: Industri as Resi stol , 1988
"The Centenary of a Great Di scovery: Si r Wi l l i am H. Perki n's
Mauve." Suppl ement Manchester Guardian, 7 mei 1956 Cervantes de
Sal azar, Franci sco. Mxico en 1554 (1554), tweede druk, Mexi co
Ci ty: Edi ci ones de l a Uni versi dad Naci onal Autnoma,
1952 Champl ai n, Samuel . Works (c. 1602-1632), red. H.P.
Bi gger, 6 dl n. Toronto:
Champl ai n Soci ety, 1922-36 Chassen, Franci e R., en Hctor
G. Marti nez. "El desarol l o econmi co de Oaxaca a fi nal es del
Porfi ri ato." In Lectoras Histricas del Estado de Oaxaca, red. Mari a
de l os Angel es Romero Fri zzi , 4:47-72, Mexi co Ci ty:
Insti tuto Naci onal de Antropol ogi a, 1986-90 Chaucer,
Geoffrey. Canterbuty Tales, vert. Nevi l l Coghi l l , New Y ork:
Pengui n, 2003
Chaunu, Huguette, en Pi erre Chauna. Soille et l'Atlantique. 8
dl n., Pari js: SEV-PEN, 1955-59
Chazotte, Peter Stephen. Facts and Observations on the Culture of Virus,
Olives, Capers, Almonds, &c. in the Southern States, and of Coffee, Cocoa and
Cochineal, in East Florida, Phi l adel phi a, 1821 Chemi cal Soci ety. The
Life and Work of Professor William Henry Perkin, Londen:
Chemi cal Soci ety, 1932 Chenci ner, Robert. Madder Red: A
History of Luxury and Trade: Plant Dy es and Pigments in World Commerce and
Art, Ri chmond, Surrey: Curzon Press, Cau-casus Worl d Seri es,
2000 Cheval i er, A. "Medi eval Dress." CibaReview 57 (juni 1947):
10-16 Chi pman, Donal d E. Nuno de Guzxnan and the Province of Panuco in
New Spain,
1518-1533, Gl endal e, Ca.: Arthur H. Cl ark, 1967
Choungouri an, A. "Col or Preferences and Cul tural Vari ati on."
Perception and
Motor Skills 26 (1968): 1203-6 Cl ay, Regi nal d S., en Thomas H.
Court. The History of the Microscope, Londen: Gri f n, 1932
Cl endi nnen, Inga. Aztecs: An Interpretation, Cambri dge:
Cambri dge Uni versi ty Press, 1991
Cobb, Matthew. "Readi ng and Wri ti ng The Book ofNature:Jan
Swammerdam
(1637-1680)." Endeavour 24 (2000): 122-28 Cody, W. F. "An
Index 10 the Peri odi cal s Publ i shed byjos Antoni o Al zate y
Rami rez." Hispanic American Historical Review 33 (August 1953): 442-
75
- "Common Food Dye Can Cause Severe Al l ergi e Reacti on." 3
november,
1997. Uni versi ty of Mi chi gan News and Informati on
Servi ces, http://www.umi ch.edu/
~newsi nfo/Rel eases/i 99i /nov97/rnoi 97. html , 25 jul i 2001
Contreras Sanchez, Al i ci a del Carmen. Capital Comercialy Colorantes
en laNueva
Espana, Zamora, Mi choacan: Uni versi dad Autnoma de
Y ucatan, 1996 Cooper, Wi l l i am J.Jefferson Davis, American, New
Y ork.: Knopf, 2000 Corts, Hernan. Letters jrom Mexico, vert.
Anthony Pagden, New Haven: Y al e
Uni versi ty Press, 1986 Cossi o Si l va, Lui s. "La Agri cul tura."
In Historia Modema de Mexico: El Porfiri-ato: La Vida Econmica, red. Dani l
Cosi o Vi l l egas, Mexi co: Hermes, 1974 Coward, Noel . Private Lives: An
Intimate Comedy in ThreeActs, Londen: Hei ne-mann, 1930
Crombi e, A. C. Medieval and Early Modern Science, 2 dl n. Garden
Ci ty, NY: Doubl eday, 1959
Crosby, Al fred W. Ecological Imperialism: The Biological Expansion of
Europe, goo-
igoo, Cambri dge: Cambri dge Uni versi ty Press, 1986 Crow,
John A. Spain: The Root and the Flower: An Interpretation of Spain and the
Spanish People, derde druk, Berkel ey: Uni versi ty of Cal i forni a
Press, 1985 Dahl gren de Jordan, Barbro. La grana cochinilla, Mexi co
Ci ty: Porrua, 1963
- La Mixtecay su cultura e historica prehispanicas. Mexi co Ci ty: Imprenta
Uni vcr-
si tari a, 1954
Dampi er, Wi l l i am. A New Voyage round the World, Londen, 1697
Da Ponte, Lorenzo. Memoirs (1823-27), red. Arthur Li vi ngston,
vert. El i sabeth
Abbott, New Y ork: New Y ork Revi ew of Books, 2000. Davi es, P.N.
"The Bri ti sh Contri buti on to the Economi e Devel opment of the
Canary Isl ands, wi th Speci al Reference to the i gth Century." In
VI Colo-quio de Historia Canario-Americana, red. Franci sco Moral es
Padrn en Vi -cente Suarez Gri mn, 355-70, Las Pal mas, 1987
Davi s, Deborah. Strapless: The Rise of John Singer Sargent and the Fall of
Madame
X, New Y ork: Pengui n, 2003. Day, Cl i ve. The Policy and
Administration of the Dutch in Java, New Y ork: Mac-mi l l an, 1904
de Avi l a B., Al ejandro. "El i nsecto humani zado: Bi ol ogi a y
mexi cani dad en l os textos de Al zate y sus contemporaneos
acerca de l a grana." In Jos Antoni o de Al zate, Memoria sobre la
naturaleza, cultivoy beneficio de la grana (1777) 19-53, Mxi co Ci ty:
Archi vo General de l a Naci n, 2001
- "Threads of Di versi ty: Oaxacan Tcxti l cs i n Context."
Gepubl i ceerd al s
"Threads ofDi versi ty" i n The Unbroken Thread: Conserving the Textile
Tradi-tions of Oaxaca, red. Kathryn Kl ei n, 87-151, Los Angel es: Getty
Conserva-ti on Insti tute, 1997 Defourneaux, Marcel i n. Daily Life in
Spain in the Golden Age, vert. Newton
Branch, Stanford: Stanford Uni versi ty Press, 1979 De
Franci sco, Grete. "The Veneti an Si l k Industry." Ciba Review 2Q
(januari 1940): 1027-1035
Del amare, Fran^oi s en Bernard Gui neau. Colors: The Story of Dyes and
Pigments,
vert. Sophi e Hawkes, New Y ork: Abrams, 2000 Del marcel ,
Guy. Flemish Tapesby, vert. Al astai r Wei r, New Y ork: Abrams, 1999
Deventer, S. van Bijdragen tot de kennis van het landelijk stelsel op Java, 3 dl n.
Zal t-
bommel , Nederl and, 1865-1866 Di amond, Jared. Guns, Germs,
and Steel: The Fates of Human Societies, New Y ork: Norton, 1997
Di az del Casti l l o, Bernal . Historia verdadera de la conquista de la Nueva
Espana (c. 1555), red. Mi guel Len-Porti l l a. 2 dl n. Madri d: Hi stori a
16,1984
- A True History of the Conquest of New Spain, red. A.P. Maudsl ey, 5 dl n.
Londen,
Hakl uyt Soci ety, 1908-16 Di cki nson, Emi l y. The Letters of Emily
Dickinson, red. Thomas H. Johnson, 3 dl n. Cambri dge, MA:
Bel knap-Harvard, Uni versi ty Press, 1958
- The Poems of Emily Dickinson, red. R.W. Frankl i n. 3 dl n., Cambri dge,
Mass.:
Bel knap-Harvard Uni versi ty Press, 1998 Di derot, Deni s.
Encyclopdie ou Dictionnaire raisone des sciences, des artes, et des
mtiers (1751-80), 35 dl n. Stuttgart: Frommann, 1966 Di guet,
Lon. "Hi stoi re de l a cocheni l l e au Mexi que." Journal de la Socit des
Americanistes de Paris 3 (1906): 75-99 Dobbs, Bettyjo Teeter.
Alchemical Death and Resurrection: The Significance ofAl-chemy in the Age of
Newton, Washi ngton, D.C.: Smi thsoni an Insti ti tuti on Li brari es,
1990
Domi nguez Orti z, Antoni o. The Golden Age of Spain, iji6-i6jg, vert. James
Ca-
sey, New Y ork: Basi c Books, 1971 Donki n, R.A. "The Insect
Dyes of Western and West-Central Asi a." Anthro-pOS"]2 (1977):
847-68
- "Spani sh Red: An Ethnogeographi cal Study of Cochi neal and the
Opunti a
Cactus." Transactions of the American Philosophical Society 67
(September 977): 3-84
Donne, John. The Complete English Poems, red. Davi d Campbel l , Londen:
Everyman-Random, 1991 Drayton, Ri chard. Nature's
Government: Science, Imperial Britain, and the "Improve-
ment" of the World, New Haven: Y al e Uni versi ty Press, 2000
DuBoi s, W.E.B. "Di uturni Si l enti ." TheEducation of Black People: Ten
Critiques,
igo6-ig6o, red. Herbert Aptheker. Amherst: Uni versi ty of
Massachusetts Press, 1973
DuCane, Fl orence. The Canaiy Islands, Londen, 1911
Dupont, Fl orence. Daily Life in Ancient Rome, vert. Chri stopher
Woodal l . Oxford: Bl ackwel l , 1993 Earl e, Al i ce Morse. Curious
Punishments of Bygone Days (i8g6), Bedford, Mass.:
Appl ewood Press, 1995 Edel man, Amy Hol man. Ihe Little
Black Dress, New Y ork: Si mon & Schuster, 1997
Edel stei n, S.M. "Hi stori cal Notes on the VVet-Processi ng
Industry: 1. How Napol on Ai ded the Earl y Dyei ng
Industry of France." American Dyeslujf Reporter 43 (1954): 33-
34
- "Spani sh Red: Thi ery de Menonvi l l e's Voyage a Guaxaca."
American Dye-
stuff Reporter 47 (januari 1958): 1-8 Edl er de Roover,
Fl orence. "The Begi nni ngs and the Commerci al Aspects of the
Lucchese Si l k Industry." CibaReview 80 (juni 1950): 2907-14
- "The Manufacturi ng Process." Ciba Review 80 (juni 1950):
2915-22 Edwards, Anne. The Reagans: Portrait of a Marriage, New
Y ork: St. Marti n's,
2003
Edwards, E.H. "Maki ng the Redcoat: Bri ti sh Army Uni form
Manufacture."
Military lllustrated 81 (februari 1995): 15-16. Ei seman,
Leatri ce. Pantone Guideto Communicating with Color, Sarasota, Fl a.:
Grafi x Press, 2000. Ei sner, Thomas, Stephen Nowi cki ,
Mi chael Goetz en Jcrrol d Mei nwal d. "Red Cochi neal Dye: l ts
Rol e i n Nature." Science 208 (30 mei 1980): 1039-42
El l i ott, J. H. Imperial Spain, 1469-1716, New Y ork: Pengui n, 1990
- The Old World and the New, 1^)2-1650, Cambri dge: Cambri dge Uni versi ty
Press, 1970
El l i s, Y Vi l l i am. The Countiy Housewife's Family Companion, Londen,
1750
http://www.s0i l andheal th.0rg/03s0r/0302hsted/030205el l i s-
030205 di seases.html , 2 jul i 2003 El son, R.E. Villagejava Under
the Cultivation System, 1830-1870, Sydney: Al l en and Unwi n, 1994
Ernmett, Suzi e. "Pri ce Sl ump Makes Producers See Red."
Farmers Weekly, 3 mei 2002, 94
Eri ckson, Carol l y. The First Elizabeth, New Y ork: Summi t Books,
1983 Fabre, Dani l . "Fami l i es: Pri vacy versus Custom." In A
History of Private Life, red. Phi l i ppe Ari s en Georges Duby, 3: 531-
69, Cambri dge, Mass.: Bel knap-Harvard, 1989 Fernandez
Al varez, Manuel . Charles V: Elected Emperor and Hereditary Ruler,
vert. J.A. Lal aguna, Londen: Thames and Hudson,i g75
Fernandez de Ovi edo y Val ds, Gonzal o. De la nalural historia
de las Indias, To-l edo, 1526
- Historia generaly natural de las Indias (1535), red. J. Prez de Tudel a
Bueso, Bi -
bl i oteca de Autores Espanol es. 5 dl n., Madri d, 1950
Fi ndl ay, Vi ctori a. Color: A Natural History of the Palette, New Y ork:
Bal l anti ne, 2002
Fi scher, Davi d Hackett. PaulRevere's Ride, New Y ork: Oxford
Uni versi ty Press, 1995
Fl ores Fl ores, V., en A. Tekel enburg. "Dacti Dyc
Producti on." In Agro-Eco-logy, Cultivation, and Uses of Cactus Pear,
red, Gi useppe Barbcra, Paol o Ingl ese en Eul ogi o
Pi mi enta-Barri os, 167-85. Rome: FAO, Vereni gde Nati es,
1995
Fontana, Ni col a. Mernoir on the Bengal Cochineal, Londen, 1779
Forcey, John M. The Colors of Casa Cruz Oaxaca, Mexi co: Impresos
Arbol de Vi da, 1999
Foster, Hel en Bradl ey. New Raiments of Self: AJrican-American Clothing
in the
Antebellum South, New Y ork: Berg, 1997 Fraser, Antoni a. Mary,
Queen of Scots, New Y ork: Del acorte, 1969 Freemantl e, Mi chael .
"Cambri dge Marks 300 Y ears of Chemi stry," Chemical
and Engineering News 80 (12 augustus 2002): 39-43 Fri ck,
Carol e Col l i er. Dressing Renaissance Florence: Families, Fortunes, and Fine
Clothing, Bal ti more: Johns Hopki ns Uni versi ty Press, 2002
Gage, John. Color and Culture: Practice andMeaningfrom Antiquity to
Abstraction, Boston: Bul fi nch Press, 1993
- Color and Meaning: Art, Science and Symbolism, Berkel ey: Uni versi ty
ofCal i for-
ni a Press, i ggg
- Life in Italy at the Time of the Medici, New Y ork: Putnam, 1968
Gage, Thomas. The English-American: A New Survey of the West Indies
(1648), red.
A. P. Newton, Londen, 1928 Gal e, Robert L. A Nalhaniel
Hawthome En<yclopedia, New Y ork: Greenwood Press, 1991
Garfi el d, Si mon. Mauve: How One Man Invented a Color Thai Changed the
World,
New Y ork: Norton, 2001 Gay, Jos Antoni o. Historia de Oaxaca
(1881), Mexi co Ci ty: Edi tori al Porrua, 2000
Gerard,John. The Herball, red. Thomas Johnson. Londen, 1633
Gernshei m, Al i son. Vtctorian and Edwardian Fashion:A Photographic
Survey, New Y ork: Dover, 1963
Gerri tsen, Frans. Theory and Practice of Color: A Color Theory Based
on Laws of Per-ception, tweede druk, vert. Ruth de Vri endt,
New Y ork: Van Nostrand,
'983
Gettens, Rutherford J., Robert L. Fel l er en W. T. Chase.
"Vermi l i on and
Ci nnabar." Artists' Pigments: A Handbook o/Their History and
Characleristics, 2:159-82, Washi ngton, D.C.: Nati onal Gal l ery of
Art, 1986 Gi bson, Charl es. Tlaxcala in the Sixteenth Century, New
Haven: Y al e Uni versi ty Press, 1952
Gi es, Frances, en Joseph Gi es. Life in a Medieval Village, New
Y ork: Harper, I990
Gi es, Joseph, en Frances Gi es. Life in a Medieval City, New Y ork:
Crowcl l , i g6g Gi l l espi e, Charl es Coul ston, red. Dictionaiy
ofScientific Biography, New Y ork: Scri bner's, 1970
Gmez de Cervantes, Gonzal o. La vida economicay social deNueva
Espana alfina-lizarelsiglo XVI (c. 1599), red. Al berto Mari a
Carreno, Mexi co Ci ty: Jos Porra, 1944
Gonzal ez Carranca, Jos Antoni o. "Pi ntando ropa para l a
Uni n Europea."
Negocios, november 2003, 47-48 Grafton, Anthony. New
Worlds, Ancient Texts: The Power ofTradition and the Shock
ofDiscovery, Cambri dge, Mass: Bel knap-Harvard Uni versi ty
Press, 1992 Grant, W.L. Voyages of Samuel de Champlain, 1604-1618.
Ori gi nal Narrati ves of
Ameri can Hi story. New Y ork: Barnes and Nobl e, 1952
Great Bri tai n. Hi stori cal Manuscri pts Commi ssi on. De Visie
Manuscripts, red. C.L. Ki ngsford. Londen: HMSO, 1925-26
- Sackville Manuscripts, red. A.P. Newton, et al . Londen: HMSO,
1940-66 Green, Loui s. Castruccio Castracani: A Study on the Origins and
Character of a Four-
teenth-Century Italian Despotism, Oxford: Cl arendon, 1986
Greenfi el d, Kent Roberts. Sumptuary Law in Nmberg, Bal ti more:
Johns Hop-
ki ns Uni versi ty Press, 1918 Gwynant Evans, John. "The
Ti nctori al Arts Today." In Perkin Centenary Landen: 100 Years of
Synthetk Dyestuffs, 57-82. Londen: Pergamon Press, 1958 Haber,
L.F. The Chemical Industry, igoo-igjo, Oxford: Cl arendon, 1971
- The Chemical Industry during the Nineteenth Century, Oxford: Cl arendon,
1958
- The Poisonous Cloud: Chemical Warfare in the First World War, Oxford:
Cl aren
don, 1986
Habsburg, Otto van. Charles V, vert. Mi chael Ross, Londen,
Wei dcnfi el d, I970
Hakl uyt, Ri chard. The Original Writings & Correspondence of the Two
Richard Hak-
luyts, red. E.G.R. Tayl or, 2 dl n., Londen: Hakl uyt Soci ety,
1935 Hakl uyt, Ri chard. The Principal Navigations, Voyages, Traffiques,
and Discoveries of
the English Nation, 12 dl n. Gl asgow: MacLehose, 1903-1905
Hal e,J. R. Florence and the Medici, Londen: Phoeni x, 1977
Hami l ton, Earl J. American Treasureand the Price Revolution in Spain,
1501-1650,
New Y ork: Octagon Books, 1965 Hammer, Paul E.J. The
Polarization of Elizabethan Politics: The Political Career of Robert Devereux, 2nd
Earl of Essex, 1585-1597, Cambri dge: Cambri dge Uni versi ty Press,
1999
Hamnett, Bri an R. Politics and Trade in Southern Mexico, 1750-1821,
Cambri dge:
Cambri dge Uni versi ty Press, 1971 Hanke, Lcwi s. The Spanish
Struggleforjustice in the Conquest of America, Phi l adel -phi a: Uni versi ty
of Pcnnsyl vani a Press, 1949
- Los Virreyes espanoles en America durante elgobiemo de la Casa de Austria:
Mxico,
Bi bl i oteca de autores espanol es, 5 dl n., Madri d: Atl as,
1976-. Hari ng, C. H. The Spanish Empire in America, New Y ork: Oxford
Uni versi ty Press, 1947.
- Trade and Navigation between Spain and the Indies in the Time of the
Hapsburgs
(1918), Gl oucester, MA: Smi th, 1964 Harl ey, R.D.
Artists' Pigments, c. 1600-1835: A Study in English Documentaiy
Sources, tweede druk, Londen: Butterworth Sci enti fi c, 1982
Harri s, L.E. The Two Netherlanders: Humphrey Bradley and Cornelis Drebbel,
Lei den: Bri l l , 1961
Harri son, G.B. The Life and Death of Robert Devereux, Earl of Essex, New
Y ork:
Henry Hol t, 1937 Hartsoeker, Ni col aas. Essay de dioptrique,
Pari js, 1694 Harvcy, John. Men in Black, Chi cago: Uni versi ty of
Chi cago Press, 1995 Haude, Mary El i zabeth. "Identi fi cati on of
Col orants on Maps from the Earl y Col oni al Peri od of New
Spai n." Journal of the American Inslitute of Conserva-tion 37 (1998): 240-
70 Hawthorne, Nathani el . The Scarlet Letter, Col umbus, Ohi o
State Uni versi ty Press, 1962
Heers, Jacques. "La bsqueda de col orantes." Historia Mexicana,
jul i -septem-ber 1961, 1-27
Henkei , John. "From Shampoo to Cereal : Seei ng to the
Safety of Col or Ad-di ti ves." FDA Gonsumer, december 1993,
U.S. Food and Drug Admi ni stra-ti on,
http://vm.cfsan.fda.gov/~dms/cos-221.html , 9 september
2003 Hernandez, Franci sco. De materia medica Novae Hispaniae.
Cuatro libros sobre la materia mdica de Nueva Espana. (1571-76), red.
Raquel Al varez Pel aez en Fl orenti no Fernandez Gonzal ez,
4 dl n. Madri d: Doce Cal l es, 1998 Herrera y Tordesi l l as,
Antoni o. Historia general de los hechos de los castellanos en las islasy
tierra firme del mar ocano, red. Antoni o Bal l esteros- Beretta en
Mi -guel Gmez del Campi l l o, 17 dl n., Madri d: La Real
Academi a de l a Hi stori a, 1934-57
Hi bbert, Chri stopher. The Virgin Queen: Elizabeth I, Genius of the Golden
Age, Rea-
di ng, MA: Addi son-Wesl ey, 1991 Hi ckman, Kade. Daughters
of Britannia: The Lives and Times of Diplomatic IVives,
New Y ork: Morrow-HarperCoIl i ns, 1999 Hi l l s, Paul . Venetian
Colour: Marble, Mosaic, Painting, and Glass, 1250-1550, New Haven: Y al e
Uni versi ty Press, 1999
Hi mmeri ch y Val enci a, Robert. The Encomenderos of New Spain, 1521-1555,
Aus-
ti n: Uni versi ty of Texas Press, 1991 Hoberman, Loui sa
Schcl l . Mexico's Merchant Elite, 1590-1660: Silver, State, and
Society, Durham, N.C.: Duke Uni versi ty Press, 1991 Hofenk-
De Graaff, Judi th H. "The Chemi stry of Red Dyestuffs i n
Medi eval and Earl y Modern Europe." Cloth and Clothing in
Medieval Europe: Essays in Memory of Professor E. M. Cartis-Wilson, red.
N.B. Harte en K.G. Ponti ng. Londen: Hei nemann
Educati onal Books, 1983 Hol di ng, T.H. Uniforms of British Army,
Navy and Court (1894), Londen: Mul l er, i 9
6
9
Hol l ander, Anne. Seeing through Clothes, New Y ork: Vi ki ng, 1978.
How to Dress with Taste, Londen: Y Vard and Lock, 1855
Hughes, Di ane Owen. "Sumptuary Law and Soci al Rel ati ons i n
Renai ssance Ital y." In Disputes and Settlements: Law and Human
Relations in the West, red. John Bossy, Cambri dge: Cambri dge
Uni versi ty Press, 1983, 69-100 Innes, Hammond. The
Conquistadors, New Y ork: Knopf, 1969 Isral , Jonathan. "The Dutch
Republic: lts Rise, Greatness, and Fall, 1477-1806, New
Y ork: Oxford Uni versi ty Press, 1995 Jaeger, F.M.
Comelis Drebbel en zijne tijdgenooten, Groni ngen, 1922 Jardi ne,
Li sa. Ingenious Pursuits: Building the Scientiftc Revolution, New
Y ork: Doubl eday, 1999
- Wordly Goods: A New History of the Renaissance, New Y ork: Doubl eday,
1996 Jerome,Jerome K. ThreeMen inaBoat( 1889), Londen:
Pengui n, 1957 Ji mnez de l a Espada, Don Marcos. Descripcin
universal de las indias, Bi bi l i ote-
ca de autores espanol es, Madri d: Atl as, 1971 Johnson,
Jeffrey Al l an. Ihe Kaiser's Chemists: Science and Modernization in Imperial
Germany, Chapel Hi l l : Uni versi ty of North Carol i na Press,
1990 Johnson, R. "Nova Bri tanni a" (1609). In Tracis and Other
Papers Relating Princi-pally to the Origin, Settlement, and Progress of the Colonies
in North America, red. Peter Forcc, deel 1, New Y ork: P. Smi th, 1947
Jones, Anne R., en Peter Stal l ybrass. Renaissance Clothing and the
Materials of
Memory, Cambri dge: Cambri dge Uni versi ty Press, 2000
Josel i t, Jenna Wci ssman. A Perfect Fit: Clothes, Character, and the
Promise of America, New Y ork: Henry Hol t, 2001 Kamen, Henry.
Philip of Spain, New Haven: Y al e Uni versi ty Press, 1997 Kaste,
Marti n. "A Bi g Market for Bug Dye." AH Things Considered, 18 juni
2003, Nati onal Publ i c Radi o,
http://www.npr.org/di spl ay_pages/featu-res/feature_i 302796.html ,
31 jul i 2003 Kel scy, Harry. Sir Francus Drake: The Queen's Pirate, New
Haven: Y al e Uni versi ty Press, 1998
Kendal l , James. Great Discoveries by Toung Chemists, New Y ork:
Crowel l , 1953 Ki ng, Peter. Multatuli, New Y ork: Twayne, 1972
Ki rby, Jo, Davi d Saunders en John Cupi tt. "Col orants and
Col our Change." In Early llalian Paintings: Techniques and Analysis,
red. Tonni e Bakkeni st, 65-76, Maastri cht: Li mburg
Conservaon Insti tute, 1997 Ki rby, Jo, en Raymond Whi te.
"The Identi fi cati on of Red Lake Pi gment DyestufTs and a
Di scussi on of thei r Use." National Gallery Technical Bulletin '7
0996): 58-60
Kl arvvi l l , Vi ctor von, red. The FuggerNews-Letters. 2nd series, vert.
L.S.R. Byrne,
New Y ork, Putnam, 1926 Koerner, Li sbet. Linnaeus: Nature
andNation, Cambri dge: Harvard Uni versi ty Press, 1999
- "Purposes of Li nnaean Travel : A Prel i mi nary Research
Report." In Visions
ofEmpire: Voyages, Botany and Representations of Nature, red. Davi d
Phi l i p Mi l -l er en Peter Hanns Rci l l , 117-152, Cambri dge:
Cambri dge Uni versi ty Press, 1996
Komar, Vi tal y, en Al ex Mel ami d. "Survey Resul ts." The Most
Wanted Paintings on the Web. Di a Center for the Arts,
http://www.di acenter/km/survey resul ts.html , 31 jul i 2003
Krauze, Enri que. Mexico: Biography of Power: A History of Modem Mexico,
1910-
1996, vert. Hank Hei fetz, New Y ork:
HarpcrCol l i ns, 1997 Lacey, Robert. Robert, Earl of
Essex, New Y ork: Atheneum, 1971 The Ladies' Hand-
book of the Toilet, Londen, 1843
Laet, Joannes de. Novus orbis, seu descriptionis Indiae Occidentales,
Lei den, 1633 Lane, Frederi c C. Venice: A Maritime Republic,
Bal ti more:Johns Hopki ns Uni versi ty Press, 1973
Larsen, Nel l a. Quicksand and Passing, red. Deborah McDowel l , New
Brunswi ck, NJ: Rutgers Uni versi ty Press, 1986 Las Casas,
Bartol om de. A Short Account of the Destruction of the Indies (1552),
vert. Ni gel Gri ffi n, Londen: Pengui n Books, 1992 Laver,
James. Costume and Fashion:A Concise History, edi ti e Worl d of Art, New
Y ork: Thames and Hudson, 1995 Le Goff,Jacques. Time, Work,
and Culture in the Middle Ages, vert. Arthur Gol d-
hammer, Chi cago: Uni versi ty of Chi cago Press, 1982 Lee,
Raymond L. "Ameri can Cochi neal i n European Commerce,
1526-1625." Journal ofModern History 23 (1951): 205-24
- "Cochi neal Producti on and Trade i n New Spai n to 1600."
TheAmericas 4
(1947-48): 449-73
Leeuwenhoek, Antoni van. The Collected Letters of Antoni van
Leeuwenhoek (Alle de brieven van Antoni van Leeuwenhoek), red. Grard
van Ri jnberk et al . Amsterdam: Swets & Zei tl i nger, 1939-.
- Opera Omnia, Seu Arcana Naturae. Lei den, 1719-30
Lei x, Al fred. "Dyei ng and Dyers' Gui l ds i n Medi aeval
Craftsmanshi p." Ciba Review 1 (september 1937): 10-16
- "Dyes of the Mi ddl e Ages." Ciba Review i (September 1937): 19-21
Lemon, Jason Edward. "The Encomi enda i n Earl y New Spai n."
Ph.D. di ss.,
Emory Uni versi ty, 2000 Lenman, Bruce P. England's Colonial
Wars, 1550-1688: Conjlicls, Empire and National Identity, New Y ork: Pearson,
2001 Len-Porti l l a, Mi guel , red. The Broken Spears: TheAztec Account of
the Conquest of
Mexico, Boston: Bcacon Press, 1962 Li l es,J. N. The Art and Craft
ofNatural Dyeing: Traditional Recipes for Modem Use,
Knoxvi l l e: Uni versi ty of Tennessee Press, 1990 Lockhart,
James, Frances Berdan en ArthurJ. O. Anderson, red., The Tlaxca-
lan Actas: A Compendium of the Records of the Cabildo of Tlaxcala, Sal t Lake
Ci ty: Uni versi ty ofUtah Press, 1986 Lockhart, James, en Enri que
Otte. Letters and People the Spanish Indies: Sixteenth
Century, Cambri dge: Cambri dge Uni versi ty Press, 1976
Lockyer, Roger. The Early Stuarts: A Political History of England, New Y ork:
Longman, 1989
Loera-Fernandez,Jos Manuel . iQu es la Grana del Carmin? Cochinilla Fina,
Mexi co: Tl apanochcstl i Lomawai ma, K. Tsi ani na. They Called It
Prairie Light: The Story of Chilocco Indian
School, Li ncol n: Uni versi ty of Nebraska Press, 1994 Lpez de
Gmara, Franci sco. Historia general de las Indias con la conquista de Mxicoy
delaNueva Espana (Hispania victrix, 1551-52^, red. P. Gui bel al de en E. M.
Agui l era, 2 dl n., Barcel ona: Edi tora de l os Ami gos del Ci rcul o del
Bi bl i ofi l o, 1954
Lorenzo Sanz, E. Comercio de Espana con America en la poca de Felipe 11,
2 dl n., Val l adol i d: Servi ci o de Publ i caci ones de l a
Di sputaci n Provi nci al , 1979-1980
Mabberl ey, D. J. The Plant-Book: A Portable Dictionary of the Vascular Plants,
New
Y ork: Cambri dge Uni versi ty Press, 1997 McCl el l an,
El i sabeth. Historie Dress in America, 1607-1870. 2 dl n., New Y ork: Arno,
1977
McCorquodal e, Charl es. Bronzino, New Y ork: Harper, 1981
McCreery, Davi d. Rural Guatemala, 1760-1840, Stanford: Stanford
Uni versi ty Press, 1994
Mackay, Davi d. "Agents of Empi re: The Banksi an Col l ectors and
Eval uati on of New Lands." In Visions of Empire: Voyages, Botany and
Representations of Nature, red. Davi d Phi l i p Mi l l er en Peter Hanns
Rei l l , 38-57, Cambri dge: Cambri dge Uni versi ty Press, 1996
MacLeod, MurdoJ. Spanish Central America: A Socioeconomic History, 1520-1720,
Berkel ey: Uni versi ty of Cal i forni a Press, 1973 McNei l ,
Wi l l i am H. Venice: The Hinge of Europe, 1081 -1797, Chi cago: Uni versi ty
of Chi cago Press, 1974
Mann, J. The Cloth Industiy in the West ofEnglandfrom 1640 to 1880,
Oxford: Cl a-
rendon Uni versi ty Press, 1971 Markman, Charl es. Prehispanic
Settiement Dynamics in Central Oaxaca, Mexico: A Viewfrom the Miahnatlan
Valley, Nashvi l l e: Vanderbi l t Uni versi ty Publ i ca-ti ons i n
Anthropol ogy, nr. 26,1981 Marks, Ri chard Lee. Corts: The Great
Adventurer and the Fate of Aztec Mexico,
New Y ork: Knopf, 1993 Marti ne, Arthur. Martine's Hand-Book
of Etiquette (1866), Bedford, Mass.: Ap-
pl ewood Books, 1996 Marti nez, Jos Lui s, red. Documentos
Cortesianos, 3 dl n., Mexi co Ci ty: Uni versi -
dad Naci onal Autnoma de Mxi co, 1990 Meek, Chri sti ne.
Lucca, 1369-1400: Politics and Society in an Early Renaissance City-
State, Oxford: Oxford Uni versi ty Press, 1978 Mel dol a,
Raphael , Arthur G. Green, et al ., red., Jubilee of theDiscovery of Mauve
and of the Foundation of the Coal-Tar Colour Industry by Sir W.H. Perkin,
Londen: Perki n Memori al Commi ttce [1906/1907] Mendes,
Val eri e. Black in Fashion, Londen: V and A Publ i cati ons, 1999
Mri mc, Prosper. Carmen, vert. Edmund H. Garrett, Boston,
1896 Mi l l er, Davi d Phi l i p. "Joscph Banks, Empi re, and Centers
of Cal cul ati on i n Late Hanoversi an Londen." In Visions of Empire:
Voyages, Botany and Repre-sentations of Nature, red. Davi d Phi l i p Mi l l er
en Peter Hanns Rei l l , 21-37, Cambri dge: Cambri dge Uni versi ty
Press, 1996 Mol a, Luca. The Silk Industry of Renaissance Venice,
Bal ti more: Johns Hopki ns
Uni versi ty Press, 2000 Mol l on, John. "Seei ng Col or." In
Colour: Art and Science, red. Trevor Lamb en
Jani ne Bourri au, 127-50, Cambri dge: Cambri dge Uni versi ty
Press, 1995 Monod de Froi devi l l e, L. "Bi jdragen tot de kenni s
van de JV/>a/-kul tuuren Cochenille-tee\t op Java." Tijdschrift voor
Nederlandsch Indig (1847): 207-84 Monson, Wi l l i am. The Naval
TractsofSir William Monson, red. Mi chael Op-
penhei m, 5 dl n., Londen: Navy Records Soci ety, 1902-14
Montchresen, Antoi ne de. Traict de l'oeconomiepolitique (1615), Pari js:
Ri vi re, 1920
Moreau de Sai nt- Mry, Mdri c-Loui s-El i e. A Civilization That
Perished (1797-1798), vert. Ivor D. Spencer, Lanham, Md.:
Uni versi ty Press of Ameri ca, '985
Morgan, G.T. Hqfinann Memorial Lecture, Londen: Macmi l l an, 1936
Mori son, Samuel . The European Discovery of America: The Northern
Voyages, New
Y ork: Oxford Uni versi ty Press, 1971 Motol i ni a. Memoriales (c.
1550), red. Edmundo O'Gorman, Mexi co Ci ty: Uni -
versi dad Naci onal Autnoma de Mxi co, 1971 Mount,
Charl es Merri l l . John Singer Sargent: A Biography, New Y ork: Norton,
1955
Munro,John H.A. "The Mcdi eval Scarl et and the
Economi cs of Sartori al Spl cndor." In Textiles, Towns, and
Trade: Essays in the Economie History of Late-Medieval England and the
Low Countries, 13-70. Vari orum Col l ected Studi es Seri es: cs
442. Brookfi el d, VT: Vari orum, 1994
- Texti l e Workers i n the Mi ddl e Ages." In Textiles, Towns, and Trade:
Essays in
the Economie History of Ijite-Medieval England and the Low Countries, 28-
35. Vari orum Col l ected Studi es Seri es: cs 442. Brookfi el d, VT:
Vari orum, 1994 Nesbi t, Edi th. The Railway Children (1906),
Oxford: Oxford Uni versi ty Press, I99
1
Ni col son, Adam. Gods Secretaries: The Making of the King James Bible,
New Y ork:
HarperCol l i ns, 2003 Nobrega, Gerardojos de. "On the
Cul ti vati on of Cochi neal ." Pharmaceutical
Journal and Transactions 8 (1848-49): 342-48
Norwi ch,JohnJul i us, red. Britain's Heritage, Londen: Rai nbow,
1993 Nunn, Joan. Fashion in Costume, 1200-1980, New Y ork:
Schocken, 1984 Oki e, Susan. "Col ori ng i n Food, Makeup Ti ed to
Al l ergi e Attacks." Washington Post, 9 december 1997 Osgood, C.E.,
et al . Cross-Cidtural Universals of Afflective Meaning, Chi cago: Uni versi ty
of Il l i noi s Press, 1975 Ott, Thomas O. The Haitian Revolution, 1789-
1804, Knoxvi l l e: Uni versi ty of
Tennessee Press, 1973 Oxford English Dictionary, tweede druk,
New Y ork: Oxford Uni versi ty Press, 989
Parker, Geoffrey. Philip II, Boston: Li ttl e, Brown, 1978
Parks, George Bruner. Richard Hakluyt and the English Voyages,
tweede druk,
New Y ork: Frederi ck Ungar, 1961 Parks, Peter. "Col our i n
Nature." In Colour: Art and Science, red. Trevor Lamb enjani ne
Bourri au, 151-74, Cambri dge: Cambri dge Uni versi ty Press,
1995
Parry, J.H. The Spanish Seahome Empire, Berkel ey: Uni versi ty of
Cal i forni a Press, 1966
Parry, J.H., Phi l i p Sherl ock, en Anthony Mai ngot. A Short History
of the West
Indies, vi erde druk, New Y ork: St. Marti n's, 1987
Pastoureau, Mi chel . Blue: The History of a Color, vert. Markus I.
Cruse, Pri ncc-ton: Pri nceton Uni versi ty Press, 2001
- "Ceci est mon sang: l e Chri sti ani sme medi val et l a coul eur
rouge." In Le
pressoir mystique, red. Dani l e Al exandre-Bi don, 43-56, Pari js:
Cerf, 1990 -Jsuschez le teinturier, Pari js: Lopard d'Or, 1997
Perrot, Phi l i ppe. Fashioning the Bourgeoisie: A History of Clothing in
the Mneteenth Century, vert. Ri chard Bi envenu, Pri nceton:
Pri nceton Uni versi ty Press, 1994
Perry, Mary El i zabeth. Gender and Disorder in Early Modern Seville,
Pri nceton:
Pri nceton Uni versi ty Press, i ggo Petrus, Martyr. Epitome de
Pedro Martir de las islas recientemente descubiertas bajo el reino de don Carlosy de
las costumbres de los habitanies (1520), Mexi co Ci ty: Juan Pabl os, 1973
Phi l l i ps, Carl a Rahn, en Wi l l i am D. Phi l l i ps. Spain's Golden Fleece:
Wool Production and the Wool Tradefrom the Middle Ages to the Mneteenth
Century, Bal ti mo-re: Johns Hopki ns Uni versi ty Press, 1997
Philosophical Transactions of the Royal Society ofLondon, Londen: Royal
Soci ety of Londen,1665
Pi kc, Ruth. Aristocrats and Traders: Sevillian Society in the Sixteenth Century,
Ithaca:
Cornel l Uni versi ty Press, i g72 - Enterprise and Adventure: The
Genoese in Seville and the Opening of the New World,
Ithaca: Cornel l Uni versi ty Press, i g66 Pi perno, D.R., en
K.V. Fl annery. "The Earl i cst Archacol ogi cal Mai ze mays L.)
from Hi ghl and Mexi co: New Accel erator Mass Spectromctry
Dates and Thei r Impl i cati ons." Proceedings of the National Academy of
Sciences of the United States of America 98 (13 februari 2001): 2101-2103
Pl ei j, Herman. Dreaming of Cockaigne: Medieval Fantasies of the Perfect Life,
vert.
Di ane Webb, New Y ork: Col umbi a Uni versi ty Press, 2001
Pl i ny the El der. Natural History, vert. H. Rackham, Loeb
Cl assi cal Li brary, g
dl n., Londen: Hei nemann, i g4g-52 Pomet, Pi erre.
Histoiregnrale des drogues, 2 dl n., Pari js, i 6g4 Porter, Roy. Londen: A
Social History, Cambri dge, MA: Cambri dge Uni versi ty Press, i gg4
Pounds, N.J.G. An Economie History of Medieval Europe, tweede
druk, Londen: Longman, 1994
Power, Ei l een. The Wool Tradein English Medieval History, Oxford: Oxford
Uni versi ty Press, 1941 Pri ce,Jul i us M. Dame Fashion, Londen,
1912
Qui nn, Davi d Beers, red. The Roanoke Voyages, 1584-1590, 2 dl n.,
New Y ork: Dover, 1991
Ral ei gh, Wal ter. The Discoverie of the Large, Rich, and Bewtiful Empyre of
Guiana
(i 5g6), New Y ork: Da Capo, i g68 Ray,John. Historia
Plantarum, 3 dl n. Londen, 1686-1704 Read, John. "The Li fe and
Work of Perki n." In Perkin Centenary Londen: 100
Tears of Synthetic Dyestuffs, 1-31. Londen: Pergamon Press, 1958
Raumur, Ren-Antoi ne Ferchaul t de. Mmoirespour servir a
l'histoire des
insectes, 6 dl n. Pari js, 1734-1742 Recopilacin de leyes de los reynos de
las Indias (1791), 3 dl n., Madri d: Grafi cas Ul tra, i g43
Rei nhol d, Meyer. History of Purple as a Status Symbol in Antiquity,
Brussel : Lato-mus, i g7o
Rei th, Gerda. The Age of Chance: Gambling in Western Culture, New
Y ork: Rout-l edge, 1999
"Rel aci n de vari os puebl os de l a Nueva Espana que en
deposi to y enco-mi enda teni a Hernan Corts" (1537). In
Cartasy Otros Documentos de Hernan Corts, red. Mari ano Cuevas,
183-87, Sevi l l a, 1915 "Resul ts of the Roper/Pantone
Consumer Col or Preference Study" (1995). Pantone,
http://www.pantone.com/al l about-
eol or/al l aboutcol or.asp ?ID=34, 25 mei 2001 Ri bei ro,
Ai l een. Dress in Eighteenth-Century Europe, 1715-1789, New Haven:
Y al e
Uni versi ty Press, 2000 Ri l ey, G. Mi chael . Femando Corts and
the Marquesado in Morelos 1522-1547, Al -
buquerque: Uni versi ty of New Mexi co Press, 1973 Roberts,
Gareth. The Mirror of Alchemy: Alchemical Ideas and Images in Manuscripts
and Booksfrom Antiquity to the Seventeenth Century, Toronto: Uni versi ty of
Toronto Press, 1994 Roche, Dani l . The Culture of Clothing: Dress and
Fashion in the Ancien Rgime,
vert. Jean Bi rrel l , Cambri dge: Cambri dge Uni versi ty
Press, 1994 Rosetti , Gi oanventura. The Plictho of Gioanventura
Rosettv Instructions in the Art of the Dyers Which Teaches the Dyeing ofWoolen
Cloths, Linens, Coltons and Silk by the GreatArtAs WellAs the Common (1548),
vert. Si dney M. Edel stei n en Hector C. Borghetty, Cambri dge,
MA: MIT Press, 1969 Rubenstei n, Ruth P. Dress Codes: Meanings and
Messages in American Culture,
Boul der: Westvi ew Press, 1995 "Ruby." Larousse Dictionaiy of
World Folklore, red. Al i sonjones, New Y ork: Larousse, 1995
Ruestow, Edward G. The Microscope in the Dutch Republic: The Shaping of
Disco-
very, New Y ork: Cambri dge Uni versi ty Press, 1996
Rui z Marti n, F., red. Lettres Marchandes changes entre Florence
et Medina el
Campo, Pari js: SEVPEN, 1965 Ruusscher, Mel choi r de.
Natuerlyke historie van de couchenille, beweezen met authen-tique documenten:
Histoire naturelle de la cochenille, justifie par des documens authen-tiques,
Amsterdam: H. Uytwerf, 1729 Sahagn, Bernardi no de.
Florentine Codex: General History of the Things of New Spain (c. 1570), vert.
C.E. Di bbl e en A.J.O. Anderson, 12 boeken, Santa Fe, School of
Ameri can Research, 1950-63 Sanchez Si l va, Carl os. Indios,
comerciantes,y burocracia en la Oaxaca poscolonial, 1786-1860, Oaxaca,
Mexi co: Insti tuto Oaxaqueno de l as Cul turas, Uni -versi dad
Autnoma Beni tojuarez de Oaxaca, 1998 Sandberg, Gosta. The
Red Dyes: Cochineal, Modder, and Murex Purple, Ashevi l l e,
NC: Lark Books, 1997 Santsuosso, Antoni o. Soldiers, Citizens,
and the Symbob of War: From Classical Greece to Republican Rome, 500-167 B.C.,
New Y ork: Westvi ew- Harper, 1997
Sarabi a Vi ejo, Mari a Justi na. La granay el artii tcnicas tintreas en Mxicoy
Am-rica Central, Sevi l l a: Escuel a de Estudi os Hi spano-Ameri canos,
1994
- Don Luis de Velasco, Virrey de Nueva Espana, 1550-1564, Sevi l l a: Escuel a de
Estu
di os Hi spano-Ameri canos, 1978 Sarai ba Russel l , Angcl es.
"En busqueda de Ia grana cochi ni l l a: Thi ery de Menonvi l l e en
Oaxaca, 1777." Aceroos: Boletin de los archivosy bibliotecas de Oaxaca 5
(najaar 2001): 13-26 Schi erbeek, Abraham. Measuring the Invisible
World: The Life and Works of Antoni
van Leeuwenhoek, New Y ork: Abel ard-Schuman, 1959 Schol es,
France V. The Spanish Conqueror as a Business Man, Al buquerque:
Uni versi ty of New Mexi co Press, 1957
- "Tri butos de l os Indi os de l a Nueva Espana, 1536." Boletin delArchivo
General
delaNacin 7 (apri l 1936): 185-226 Schom, Al an. Napoleon
Bonaparte. New Y ork: HarperCol l i ns, 1997 Schweppe, Hel mut,
en Hei nz Rooscn-Runge. "Carmi ne: Cochi neal Carmi -ne and
Kermes Carmi ne." Artists' Pigments: A Handbook of Their History and
Characteristics, deel 1, New Y ork: Oxford Uni versi ty Press, 255-83
- The Science of Dressfor Ladies and Gentlemen, Londen: Groombri dge,
1857 Scott, Phi l i ppa. The Book of Silk, Londen: Thames and
Hudson, 1993 Seay, El i zabeth. "Why Do They Cal l Frui t Punch
Bugjui ce? Here's One
Possi bi l i ty." Wall Street Journal, 15 mei 1997 Semo, Enri que.
The History of Capitalism in Mexico: lts Origins, 1521-1763, vert.
Li di a Lozano, Austi n: Uni versi ty of Texas Press, 1993
Shapi ro, Al an E. Fits, Passions, and Paroxysms: Physics, Method, and
Chemistry and Newlon's Theories of Colored Bodies and Fits of Easy Reflection,
New Y ork: Cambri dge Uni versi ty Press, 1993 Shapi ro, Arthur
K., en El ai ne Shapi ro. The Powerfiil Placebo: FromAncient Priest
to Modem Physician, Bal ti more: Johns Hopki n Uni versi ty
Press, 2001 Sharpe, Deborah T. The Psychologe of Color and Design,
Totowa, NJ: Li tdefi el d, 975
Si ci l e. Le Blason des couleurs (c. 1400), Pari js, 1860
Si mpson, Lesl ey Byrd. The Encomienda in New Spain, Berkel ey:
Uni versi ty of
Cal i forni a Press, 1966 Sl ui ter, Engel . "Dutch-Spani sh
Ri val ry i n the Cari bbean Area, 1594-1609."
Hispanic American Historical Review 28
(1948): 165-96 Smi th, Mi chael E.
TheAztecs, Londen: Bl ackwel l , 1996
Snoddy Cul l ar, El i zabeth. "A Natural
Dye Innovator Who's Made a Di fi e-
rence: Isaac Vasquez Garci a.", 2002 Spores, Ronal d. The
Mixtecs in Ancient and Colonial Times, Norman: Uni versi ty
of Okl ahoma Press, 1984 SpufTord, Peter. "Trade i n
Fourtccnth-Century Europe." In The New Cambridge Medieval History,
red. Mi chael Jones, 6: 155-208, New Y ork; Cambri dge
Uni versi ty Press, 1996
Stal ey, Edgcumbe. The Guilds of Florence, Londen: Mcthuen, 1906
Steel e, Val eri e. Paris Fashioti: A Cullural History, Oxford: Oxford
Uni versi ty Press, 1988
Stephen, Lynn. Zflpotec YVomen, Austi n: Uni versi ty of Texas
Press, 1991 Stewart, Doug. "Guys and Mol l s." Smithsonian,
augustus 2003, 54-59 Sti l i ng, Peter. "A Worm That Turned."
Natural History 109 (juni 2000): 40-43 Stone, Ol i vi a M. Tenerife and
lts Six Satellites; or, the Canary Islands Past and
Present, 2 dl n. Londen, 1887 Swammerdam, Jan. The Book of
Nature (1737-38), vert. Thomas Fl oyd, Londen, 1758
"The Swans of the Londen Dyers." Ciba Review 1 (september 1937):
33 Tayl or, Lonn. The Star-Spangled Banner: The Flag that Inspired the
National Anthem,
New Y ork: Harry Abrams, 2000 Terry,J. Phi l i p. Terry's Guide
to Mexico, herz. cd., Hi ngham, Mass., 1947 Thi ery de Menonvi l l e,
Ni col as-Joseph. Trait de la culture du nopal el de l'duca-
tion de la cochenille dans les colonies Franfaises de l'Amrique, Cap-
Fran^ai s, 1787 - "Travel s to Guaxaca i n 1777." In A General
Collection of the Best and Most Inte-resting Voyages and Travels, red. John
Pi nkerton, 13:753-875, Londen, 1810-4
Thomas, Hugh. Conquest: Montezuma, Corts, and the Fall of Old Mexico, New
Y ork: Si mon and Schuster, 1993 Thompson, Evan. Color
Vision: A Study in Cognitive Science and the Philosophy of
Perception, Londen: Routl edge, 1995 Thompson, J. Eri c. Mexico
before Cortez, New Y ork: Scri bner's, 1933 Ti eri e, Gerri t. Comelis
Drebbel, Amsterdam: H.J. Pari s, 1932 Ti mmons, Wi l ber H. Morelos
of Mexico. El Paso: Texas Western Col l ege Press, I9
6
3
Townsend,Joyce. Turners Painting Techniques, Londen: Tate Gal l ery,
1993 Transactions of the Agricultural and Horticultural Society of India, deel
6, Cal cutta, 839
Travi s, Anthony S. "Poi soned Groundwater and Contami nated
Soi l : The Tri bul ati ons and Tri al of the Fi rst Major
Manufacturer of Ani l i ne Dyes i n Basel ." Environmental History 2
(1997): 343-65 Trustcd, Jenni fer. The Mystery of Matter, New Y ork:
St. Marti n's, 1999 Tyl er, Royal l . The Emperor Charles the Fiflh.
Londen: Al l en and Unwi n, 1956 Uni ted States House of
Representati ves. Commi ttee on Interstate and Forei gn
Commerce. Hearings on Color Additives. 86th Cong., 2nd sess., H. Rep.
7624 en S. Rep. 2197. Washi ngton, D.C.: GPO, 1960 Vasari ,
Gi orgi o. Lives of IheArtists. A Selection, vert E.L. Seel ey. New Y ork:
Noonday-Farrar, 1957
Vol tai re. Candide (175K), New
Y ork: Worl d, 1947
Wagner, Henry R. "Transl ati on of a Letter from the Archbi shop of
Cosenza
to Petrus de Acosta [March 7, 1520]." The Hispanic American
HisioricalReview 9 (apri l 1929): 361-63 Wal l ert, Ari e. "The
Anal ysi s of Dyestuffs on Hi stori cal Texti l es from Mexi co." In
The Unbroken Thread: Conserving the Textile Traditions of Oaxaca, red.
Kathryn Kl ei n, 57-85, Los Angel es: Getty Conservati on
Insti tute, 1997 Wal ton, Penel ope. "Texti l es." In English Medieval
Industries, red. John Bl ai r en
Ni gel Ramsey, 319-54, Londen: Hambl edon, 1991
Wescher, H. "Dyei ng i n France before Col bert." Ciba Review 18
(februari 1939): 618-25
Weteri ng, Ernst van de. Rembrandt: ThePainterat Work, Berkel ey:
Uni versi ty of
Cal i forni a Press, 2000 Whi te, Fl orence. How to Dress Well
on a Small Allowance, Londen, 1901 Whi te, Mi chael . Isaac Newton:
The Last Sorceror. Readi ng, Mass.: Addi son-Wesl ey, 1998
Wi l l i ams, C.A.S. Outlines of Chinese Symbolism and Art Motives,
Rudand, Vt.: Tuttl e, 1974
Wi l l i amson, G.C. George, Third Earl of Cumberland, Cambri dge:
Cambri dge
Uni versi ty Press, 1920 Wi l son, Cathcri ne. The Invisible World
Early Modern Philosophy and the Invention of
the Microscope, Pri nceton: Pri nceton Uni versi ty Press, 1995
Wood, Mi chael . Shakespeare, New Y ork: Perseus, 2003 Woodward,
Jr., Ral ph Lee. Rafael Carrera and the Emergence of the Republic of
Guatemala, 1821-1871, Athens, Georgi a: Uni versi ty of Georgi a
Press, 1993 "Wool Trade Cl oth i n the Col l ecti on of NMAI -
Texti l e Termi nol ogy Gl ossa-ry." Nati onal Museum of the
Ameri can Indi an, http://web8si .edu/
wool trade/gl ossary.shtml , 14 maart 2003 Wouters, Jan, en
Noemi Rosari o-Chi ri nos. "Dye Anal ysi s of Pre-Col umbi an
Peruvi an Texti l es wi th Hi gh-performance Li qui d
Chromatography and Di ode-Array Detecti on." Journal of the
American Institute of Conservation 31 (1992): 237-55
Wri ght, N.P. "A Thousand Y ears of Cochi neal : A Lost but
Tradi ti onal Mexi can Industry on l ts Way Back." American
Dyestuff Reporter 52 (1963): 635-39
Y oung, Robert. Analytical Concordance to the Holy Bible, achtste
druk, Londen: Lutterworth, 1939
Zarate, Bartol om de. "Rel aci n descri pti va del Val l e del
Oaxaca" (1544). In Cartasy Otros Documentos de Hernan Corts, red.
Mari ano Cuevas, 253-56, Sevi l l a, 1915
Zol l i nger, Hei nri ch. Color: A Multidisciplinary Approach.
Wei nhei m: Wi l ey-vcH,i g99
1 Op schi l deri ngen ui t de Mi ddel eeuwen en de Renai ssance,
zoal s di e i n de Trs riches heures du Dtic de Beny, l i jkt het soms of
boeren fel gekl eurde kl edi ng dragen, maar daari n wordt ni et
zozeer de werkel i jkhei d weergegeven al s wel het fei t dat ri jke
opdrachtgevers zi ch dure pi gmenten konden veroorl oven en van
de kunstenaar verwachtten dat ze di e gebrui kten. Mensen van de
l agere standen droegen mi sschi en af en toe bi j speci al e
gel egenheden kl eurri jke kl edi ng, maar de fel ste kl euren, zoal s
door de ri jken werden gedragen, l agen bui ten hun berei k.
2 De Europese l anden moesten eeuwenl ang het meeste al ui n ui t
het Mi dden-Oosten betrekken, maar i n 1460 ontdekte een neef van
de paus enorme al ui nafzetti ngen bi j Tol fa, i n de pausel i jke staat
zel f. Deze ontdekki ng droeg enorm bi j aan de ri jkdom van de Kerk
en de kardi nal en kl eedden zi ch i n fel l er rood dan ooi t tevoren.
3 Deze betekeni s van grain i s nu archa sch.
4 Ui t recente archeol ogi sche vondsten - de vroegste op di t gebi ed
tot nu toe - bl i jkt dat er i n Oaxaca vi er- tot achtdui zend jaar voor
Chri stus al ma s en pompoen werd verbouwd.
5 De kei zer l i et onder andere de Spaanse Ri jschool te Wenen en de
Wi ener Sangerknaben opri chten. Tot zi jn vel e afstammel i ngen i n
het Hui s van Habsburg behoort ook aartshertog Frans Ferdi nand
(1863-1914), di e werd vermoord, wat de aanl ei di ng was voor de
Eerste Werel doorl og.
6 In de herzi ene versi e van de Ni euwe Wetten bl even een aantal
beperki ngen gehandhaafd. Encomendero's konden bi jvoorbeel d
geen arbei d meer van de i ndi anen ei sen. Bovendi en waren hun
tri buutquota aan strengere regel s gebonden. Maar i n fei te
hadden de encomendero's gewonnen.
7 Het i s ni et dui del i jk waar de term 'cocheni l l e' preci es vandaan
komt. In de zesti ende eeuw schreef een Spanjaard dat het woord
teruggaat op het Lati jnse woord coccus, dat 'scharl aken kl eurstof
betekent, maar het werd ook wel i n verband gebracht met het
Lati jnse woord voor 'scharl akenrood', coccineus. In het Spaans
betekent cochenille l etterl i jk 'kl ei n varkentje' en wordt ni et al l een
de cocheni l l eschi l dl ui s, maar ook de erop gel i jkende stofl ui s zo
genoemd.
8 mcense schi l dl ui zen soms wel 50 procent l i pi den, een ongewoon
hoog percentage, dat i n het l aboratori um verbazi ngwekkende
resul taten opl evert. In 1990 verzamel de Bhmer een hoeveel hei d
Armeense schi l dl ui zen en bakte ze i n een oven op het l ab. 'Na deze
wrede behandel i ng,' schri jft hi j, 'hi ng er een pretti ge geur van
pasgebraden vl ees op de afdel i ng en i n de gang.'
Wi l l i am Shakcspeare was een van degenen di e een scharl aken
l i vrei droegen; hi j kreeg net al s andere koni nkl i jke acteurs
vi erenhal ve meter scharl akenrode stof om zi jn offi ci l e kostuum
te l aten maken voor de kroni ng vanjacobus I, de opvol ger van
El i zabeth.
9 Vol gens een vroege conqui stador zag de chocol adedrank erui t
al s afval water of, wanneer er rode kl eurstof bi j werd gedaan, al s
mensenbl oed.
10 Pul que i s een al cohol houdende drank berei d ui t het sap van
de agave, di e si nds onheugel i jke ti jden door Mexi caanse
i ndi anen wordt gemaakt.
11 De meeste l enzen werden met de hand gesl epen, maar deze
werd waarschi jnl i jk handmati g tot zi jn hui di ge vorm gebl azen.
12 De troonopvol gi ng i n Spanje door een Bourbon i n de persoon
van koni ng Fi l i ps v l ei dde tot de Spaanse Successi eoorl og, di e pas
i n 1713 werd bei ndi gd. Hoewel Fi l i ps aan de macht bl eef, ei ste de
oorl og een zware tol van Spanje. Het l and verl oor veel
grondgebi ed, gel d, macht en was na de oorl og bl i jvend verzwakt.
13 In Zui d-Afri ka, waar de ge mporteerde opunti a eveneens
begon te woekeren, bl eek de cocheni l l eschi l dl ui s (een wi l de soort,
Dactylopius opun-tiae) het effecti efste bestri jdi ngsmi ddel .
14 In sommi ge staten zi jn er zel fs zo veel wi l de
cocheni l l eschi l dl ui zen dat ze al s ongedi erte worden beschouwd.
15 Dc ei l anden werden i n de Oudhei d genoemd naar de wi l de
honden (i n het Lati jn canes) waar het ei l and berucht om was.
Later werd de kanari e, een i nheems zangvogel tje, weer naar de
ei l anden vernoemd.

You might also like