You are on page 1of 6

Hoofdstuk 5 – 17e eeuw

Historische context
Nederlandse maatschappij in de zeventiende eeuw.
- In tegenstelling tot andere landen was Nederland een Republiek: Republiek der Zeven
Verenigde Nederlanden met 7 onafhankelijke gewesten.
- Internationale handel zorgde voor veel welvaart.
- De Republiek werd bestuurd door rijke, machtige regentenfamilies. Ze hadden veel invloed op
de cultuur, in tegenstelling tot landen waar koningen aan de macht stonden.
Internationale economische ontwikkelingen.
Handel over zee:
- Graan- en houthandel Oostzee die in stapelmarkten in Amsterdam werd bewaard om verder te
verhandelen.
- Walvisvaart – gevangen voor hun vet om kaarsen van te maken.
- Handel met Azië (VOC 1602) en Amerika (WIC 1621).
Protestantse en katholieke geloofsopvatting.
Afscheiding protestanten van de Rooms-Katholieke Kerk door de overtollige rijkdommen van de
Kerk. De protestanten wilden terug naar de kern van hun geloof.
Protestanten:
- Gericht op de Bijbel.
- Afschaffing rituelen en bijgeloof.
- Sobere kerken.
De Republiek als centrum van de wetenschap.
- Opkomst wetenschap door toenemend interesse in het menselijk lichaam. Er is geen koning
om alles te bepalen, dus mensen konden vrij hun interesses uiten.
- Ruimte voor vernieuwde ideeën.
- Nieuwe universiteiten --> aantrekkelijke plek om te gaan wonen voor mensen met kennis.

Kunsthistorische context
Protestantse visie op kunst en schoonheid.
- Protestantse kerkgebouwen waren sober door afzien van overtollig bijgeloof.
- Dans werd afgekeurd --> te losbandig.
- Er werd weinig muziek gecomponeerd door de alleen toestaande Bijbelse muziek.
- Kunst was ‘ter lering en vermaak’. Er zat een wijze les in waar je je aan moest houden.

Klassieke visie op kunst en schoonheid.


Theater
- Beschrijvingen tragedie van de Griekse Aristoteles, hier moet een toneelstuk aan voldoen.
Architectuur
- Ideeën van Vitrivius --> klassieke oudheid.
Wetenschappelijke visie op kunst en schoonheid.
- Nauwkeurige waarneming door de natuur heel goed te analyseren.
- Eerbetoon aan de wetenschap van God --> kunst moest laten zien hoe mooi God de natuur
heeft geschapen.
Kunstenaars en het economisch succes.
Nieuwe kopers door toenemende rijkdommen van burgers.
- Rijke burgers die hun rijkdom wilden laten zien door portretten van zichzelf te laten
schilderen.
- Stadsbesturen.
- Wetenschappers hadden kunstenaars nodig om de nieuwe kolonies in kaart te brengen.
Er kwam dus steeds meer vraag naar kunst, waardoor er specialisatie ontstond.
- Genres (portretten, schutterstukken, landschappen, stillevens etc.)
- Eigen stijl om zich te onderscheiden van de andere kunstenaars.

- Kunstenaars werd gezien als een mannenberoep, waarbij Judith Leyster een uitzondering was.
Invloed ontdekkings- en handelsreizen.
- Meereizende kunstenaars die flora en fauna van overzeese gebieden vastlegden.
o Tekeningen en prenten.
o Landkaarten van de nieuw-veroverden gebieden.
- Nieuwe genres, zoals zeestukken. Deze lieten zien dat Nederland een land was om trots op te
zijn. Deze waren dus belangrijk voor burgers en stadsbesturen.
- Stillevens met exotische invloed, zoals specerijen, speciaal fruit of andere souvenirs.
- Delfts blauw --> imitatieporselein van het mooie, dure, Chinees porselein.
Invloed ontwikkelingen wetenschap en techniek.
- Landkaarten gemaakt door cartografen, zodat ze de meest actuele kennis van de wereld tot hun
beschikking hadden.
- Toneelmachines, waarmee je speciale effecten in het theater kan maken.
Rariteitenkabinetten en encyclopedische verzamelingen.
- Bijzondere en exotische voorwerpen.
- Thuis tentoonstellen op goed-ziende plekken, om rijkdom uit te stralen --> vaak bewaard in
rariteitenkabinetten.
- Je kon met deze exotische producten laten zien dat je een man/vrouw van de wereld was, een
wereldburger.
- Bron van kennis voor de opkomende wetenschappen.

Stijlen & stromingen


Stijlkenmerken Nederlandse kunst zeventiende eeuw.
Barok was de belangrijkste kunststroming van Europa
- Katholiek Zuid-Europa:
o Uitbundig.
o Religieuze onderwerpen, zoals verhalen uit de Bijbel.
o Veel versieringen, je weet bijna niet waar je bij een schilderij moet kijken, zoveel is er
te zien.
- Protestantse Nederlanden:
o Soberder, weinig kleur/versieringen.
o Minder vaak Bijbelse onderwerpen en meer wereldlijke onderwerpen.
- Kenmerken Nederlandse barokschilderkunst:
o Dynamische scènes, nadruk op de actie.
o Focus op het moment suprême.
o Diagonale composities.
o Grote licht-donker contrasten.
o Gedetailleerde stofuitdrukking met precieze textuur.

- Genres in de schilderkunst.
o Genrestukken (met een tafereel uit het dagelijks leven met een moraliserende
boodschap).
o Portretten.
o Schutterstukken.
o Landschappen.
o Stillevens.
o Zeestukken.

- Barokmuziek.
o Duidelijke hoofdmelodie, de teksten werden beter verstaanbaar.
o Protestantse kerk richtte zich op psalmen, in Nederland werd er daarom ook weinig
muziek gecomponeerd.
o Burgers musiceren zelf.
 Liedboeken om thuis muziek te maken.
 Collegium musicum(vereniging)2 om samen te componeren.

- Theater.
o Toneel werd door burgers in rederijkerskamers beoefend.
o Daarna kwamen er Schouwburgen voor professioneel theater.
o Schouwburgerregenten vroegen schrijvers om nieuwe toneelstukken te schrijven:
kluchten, tragedies en spektakelstukken.
- Dans.
o Dans werd losbandig gevonden, maar als je het deed volgens vaste, formele regels
(zoals aan het hof), werd het goedgekeurd.
o ‘tussendansen’ --> pauzemoment waarin het verhaal werd verduidelijkt.
o Dansvoorstellingen, met mythologische en allegorische verhalen die werden
uitgebeeld.
o Pantomimespel, een voorstelling met gebaren, gezichtsexpressie en
lichaamsbeweging.
o Mannen en vrouwen dansen, het was uitzonderlijk omdat in veel andere landen er
geen vrouwen op het toneel mochten staan.
o Rijke burgers dansen zelf, omdat aan het Franse hof immers ook werd gedanst. Met
dans konden burgers hun aanzien vergroten.
Hollands classicisme
- Architectuurstijl geïnspireerd op de klassieke oudheid en de Italiaanse renaissance. Gebouwen
in deze stijl moesten de macht en welvaart van de Republiek laten zien.
- Kenmerken:
o Symmetrie.
o Harmonische proporties.
o Pilastergevels.
o Gebruik van natuursteen.
o Klassieke maatvoering zoals de gulden snede.

Hoofdstuk 8 – eerste helft 20e eeuw


Historische context
Traditionele maatschappelijke waarden ter discussie.
- Eerste helft 20e eeuw was veelbewogen.
o Twee wereldoorlogen.
o Grieppandemie.
o Economische crisis.

Mensen gingen traditionele maatschappelijke waarden ter discussie brengen, en er kwamen nieuwe
ideologieën ter bloei.
- Socialisme.
o Onvrede onder de arbeiders --> arbeidersklasse profiteerde niet mee door de enorme
welvaart van de industrialisatie, zij verloren vaak juist hun baan. Ook moesten ze
vechten in het leger, waar ze het niet mee eens waren.
o Collectief is belangrijk --> gelijke verdeling van goederen en diensten.
o WOI leidt tot eerste socialistische revolutie: Oktoberrevolutie --> het aftreden van de
tsaar en een eerlijkere verdeling van macht en geld.
- Nationalisme.
o Ieder land wilde de grootste en sterkste zijn door overtollig liefde voor eigen land.
o Beschermen van eigen tradities en opdringen aan anderen.
- Nationaalsocialisme.
o Ontstaan na WOI in Duitsland door onvrede over Verdrag van Versailles.
o Uit het fascisme afgeleid: nazisme.
o Hitler verheerlijkten zijn eigen, Germaanse ras en voerden rassenleer uit bij andere
burgers, zoals de Joden.
Politieke, economische en maatschappelijke invloed WOI en WOII.
- Politiek: wantrouwen, minder samenwerking.
- Economie: crisis. Er was veel geld nodig die niet betaald kon worden, waaronder de niet te
kunnen betalen herstelbetalingen van Duitsland.
- Maatschappij: geen geloof meer in vooruitgang. Er was weinig over van de grootmachten in
Europa.
Verandering maatschappelijke positie vrouwen.
- Eerste feministische golf.
o Opkomst feminisme.
o Strijden voor het vrouwenkiesrecht --> vrouwenbewegingen.
- Meer arbeidsparticipatie door oorlog, mannen moesten naar het front en de vrouwen gingen de
fabrieken in.
Introductie nieuwe media.
- Burgers informeren van ontwikkelingen over de wereld en in het land.
- Versterking van het nationale gevoel door de verbondenheid die tv bracht.
- Bereik van een groot publiek: de massa. De moderne nieuwe media worden daarom ook
massamiddelen.
- Nieuwe media als propaganda (bewust eenzijdige of foutieve informatie verspreid) in vooral
Rusland en Duitsland.

Kunsthistorische context
Ideologische achtergronden modernisme.
- Maatschappelijke veranderingen hadden invloed op de kunst.
- Afzetten tegen bestaande tradities en regels in verschillende kunstdisciplines.
Deze kunstenaars noemen we ook wel avant-garde kunstenaars.
- Bijdragen aan een nieuwe toekomst. Door de crisissen zochten kunstenaars manieren om zich
bij te kunnen dragen aan een betere wereld --> universele taal (o.a. abstracte kunst).
Verandering rol kunstenaar.
- Maatschappelijk betrokken, soms in opdracht om bij te dragen aan de ontwikkeling van een
nieuwe staat of ideologie --> jagers van verandering.
- Maar ook waren er kunstenaars die zich richten op gevoelens en emoties. Zij keerden zich
naar de binnenwereld (gevoel) en niet naar de industriële samenleving die gecreëerd is.
Invloed machthebbers op kunst.
- Sovjet-Unie.
o Kunst die idealen communistische staat uitdraagt: constructivisme.
o Kunst moest realistisch zijn.
- Duitsland.
o Vernietiging van moderne kunst.
o Tentoonstelling Entartete kunst --> kunst was niet goed als het niet de trots en
onoverwinnelijkheid liet zien van het Germaanse volk.
o Kunst als propaganda, om mensen eraan te herinneren hoe groot en machtig het
Germaanse rijk is.
Invloed psychologisch onderzoek en expressietheorieën op kunst.
- Nieuwe theorie van psychiater Sigmund Freud.
o Wegdrukken driften en emoties.
- Expressionisten: regels staan directe expressie in de weg. Regels zijn te beperkend. Ze
ontworpen een eigen stijl die anders was dan dat ze geleerd hadden.
Andere culturen als inspiratiebron.
- Culturen van verre landen.
o Keerzijde industriële vooruitgang: verlies contact met zichzelf én de natuur.
o Andere culturen hadden nog geen industriële revoluties gehad, en ze wilden de
puurheid van kunst, ze lieten zich inspireren door deze culturen.
- Smeltkroes van culturen.
o Uitwisseling verschillende muziekstijlen (in New Orleans).
o Jazz muziek

Samenwerking over de grenzen van kunstdisciplines.


Er werd over de grenzen van kunstdisciplines heengegaan, waarbij er gezocht werd naar
samenwerking. Regels stonden namelijk de kunst in de weg.
- Ontwikkeling Gesamtkunstwerk.
o Operavorm waarin alle kunstvormen in harmonie zijn verenigd.
- Les Ballets Russes.
o Samenwerking van avant-garde kunstenaars.

You might also like