You are on page 1of 9

Antwerpen in de vroegmoderne tijd: een prachtige parel in een woeste branding

Historische feiten

De Gouden Eeuw van Antwerpen

16e eeuw = ‘Gouden Eeuw’ van Antwerpen (belangrijkste, machtigste, prachtigste stad v.d. wereld)
 zowel economische als cultureel  bevolkingstoenamen
oorzaak:
1488 Bruggelinge komen in opstand (wegens streng bewind + hoge belastingen) tegen Maximiliaan van
Oosterwijk  hij wordt gevangen genomen  legt na vrijlating zware straffe op
- verbod jaarmarkten  schenkt dat recht aan Antwerpen
- raadde buitenlandse kooplui aan uit Brugge te vertrekken
Brugge was ook alsmaar moeilijker bereikbaar door de verzanding van het Zwin  Antwerpen makkelijk
bereikbaar via de Schelde

De Vlaaikensgang

 vlaai- en wafelhuis
- hoge gevels huizen  stadsgronden peperduur
- huizen van steen  vroeger hout = snel brand, 1546 groot deel van de stad in brand (verbod
houten huizen volgt daarna)
- stank = urine, uitwerpselen  geen riolering

De Onze-Lieve-Vrouwekathedraal

- Gotische bouwstijl
- steunberen = een plaatselijke versterking van een muur om de druk van gewelven en luchtbogen op
te vangen  in de gotiek werden ze ook als versiering opgevat
- spitsbogen  wijzen naar omhoog
- veel beeldhouwwerken
- immense grote geeft het idee dat de Kathedraal tot aan de hemel rijkt
- pronkjuweel van Antwerpen
- Latijnse kruis = grondplan Kathedraal
- kruisribgewelven (zie afbeelding)
- 57 vaste altaren – elke gilde/ambacht had er één
1566 = oproep tot de vernieling van Katholieke kloosters en kerken/Beeldenstormers
- Calvinisten (Protestanten) + opkomende stedelijke burgerij die zich wouden ontworstelen aan het
gezag van de kerk  vallen gewapend (zwaarden, knuppels, lansen) binnen en vernielen alles
(glasramen, beelden, schilderijen,…)
reden: strek gekant tegen de verering van heiligenbeelden + overdadige rijkdom in kerken omdat het
niet zou stroken met de bijbel en de 10 geboden  ze vinden dat de kerken somber moeten zijn
gevolg:
- verhouding tussen Katholieken en Protestant komt op scherp te staan in de stad
- Filips II stuurt Hertog van Alva naar Nederlanden om hardhandig op te treden tegen de Protestanten
 richt de rechtbank ‘de Raad van Beroerten’ op waarmee hij een heksenjacht houd
het stadhuis

- architect = Cornelis Floris de Vriendt


- 1540 begin bouw gotisch 
Probleem: Hertog van Gelre valt Antwerpen aan en de bouwmaterialen moeten plots aangewend
worden voor de verdediging van de stad
 1561 bouw wordt heropgestart – mode is verandert – gotiek was de kunst van gisteren, de
renaissance de kunst van de toekomst – er wordt dus verder gebouwd in renaissance stijl
 1564 einde werken stadhuis
- renaissance: Dorische, Ionische, sobere/monumentale karakter, roze marmer in de gevel, symmetrie
- gotiek: middenstuk = grotere uitbundigheid, de hang naar verticaliteit waardoor de symmetrie
doorbroken wordt
besluit: versmelting van het horizontalisme van de zuidelijke renaissance en het verticalisme van de
noordelijke gotiek
uiterlijk:
- middenstuk: triomfboog = grootheid, macht van het Antwerpse stadsbestuur
- links Vrouwe Justitia = rechtvaardigheid
hoofddeugden voor elke magistraat
- rechts Vrouwe Prudentia = wijsheid
- uithoeken – twee obelisken = fallussymbool (macht en kracht moest uitstralen)
- drie wapenschilden
 links = Hertog van Brabant
 midden = wapenschild van de Spaanse koning Filips II
 rechts = Markgraaf van Antwerpen
- grondniveau allemaal kleine poorten met typische Romeinse rondbogen  winkels

De Grote markt

- nummer 40 = oudste bewaarde barokke gildehuis in Antwerpen  wat je nu ziet = 1644


- gilde van de huidenvetters (iemand die van dierenhuiden een leren stof maakt) en schoenmakers
- waakte over hun leden
 respecteren van de regels
 prijsafspraken
 welzijn van zijn leden  bij tegenslag/ziekte/ongeval/overlijden boden ze hulp

de ondergang van Spanje

- 1575: Spanje maakt het staatsbankroet bekend  de vele oorlogen die het Spaanse rijk gevoerd
had, hadden zodanig veel geld gekost dat Koning Filips II zijn troepen niet meer kon betalen
- begin november 1576: Spaanse Furie vallen Antwerpen (een grote schatkist vol rijkdommen)
binnen
 huizen werden vernield/leeggeroofd/in brand gestoken, brave burgers/onschuldige
kinderen werden afgemaakt, vrouwen werden verkracht
 het stadhuis ging in vlammen op
Het Rubenshuis

Stijl: ene kant barok & andere kant renaissance


Geometrische patronen van rechthoeken en ovalen
Rustige vastheid
Buxushaagjes omsloten vele kruiden en planten
De tuin was een mini paradijs
Rubenshuis

De Carolus Borromeuskerk

Gebouwd tussen 1615 en 1621


Stijl: barok
Typisch product van de contrareformatie -> een poging van de Katholieke Kerk om het volk terug aan zich
te binden met pracht en praal
Weelderige versieringen & imposante stijl -> aandacht van voorbijgangers trekken
Decoraties uitgehouwen 39 schitterende plafondschilderingen door Rubens
Schild ‘IHS’ in het midden van de kerk ontworpen door Rubens (Jesus Hominum Salvator)
Kerk heette vroeger Sint-Ignatiuskerk
In 1719 was er brand in de kerk waardoor vele marmer- en schilderwerken verloren gingen
Spaanse edelman Ignatius van Loyola
 Nam dienst in het leger van Navarra -> zijn beide benen werden verwond door kanonskogel
 Tijdens zijn herstel las hij levensbeschrijvingen van Jezus en heiligen -> maakte diepe indruk op hem
& hij besloot om ‘soldaat van Christus’ te worden
 Ging op pelgrimstocht en kreeg een visioen van Christus: ‘Ik wil dat u ons dient’
 Richtte in de 16de eeuw (1539) de Jezuïetenorde op -> werd later heilig verklaard
Jezuïetenorde
 Katholieke kloosterorde die het speerpunt van de contrareformatie was
 Moest protestanten weer op het rechte pad brengen
 De ‘zending’ stond centraal bij de Jezuïeten
 Ze werkten in de maatschappij & probeerden actief de boodschap van Jezus te verspreiden
 De paus hief in 1773 de jezuïetenorde op
Carolus Borromeus
 Aartsbisschop uit Milaan, stond bekend om zijn liefdadigheid & vrijgevigheid
Bv. gaf geld bij hongersnood, stond zieken bij toen de pest uitbrak
De Sint-Nicolaasplaats

Sint-Julianusgasthuis:
- voor arme zieken, daklozen en landlopers
- voedsel, verzorging en onderdak (voor max. drie dagen)
Na deze drie dagen ging hij naar:
Het godshuis van de ‘meerseniers’
- gelegen op Sint-Nicolaasplaats
- ‘meerseniers’: beroepsgroep bezat in de middeleeuwen het monopolie op de kleinhandel van
gebruiksvoorwerpen (schoenmakers behoorden ook tot hen).
- gebouwd in 1386 voor de verarmde leden van de meerseniers (plaats voor 20)
- vernoemd naar Heilige Nicolaas (patroonheilige van de meerseniers)
- godshuis: wooncomplex gebouwd door ambachten of rijke heren
voor de ‘minder gestelden’  in ruil voor onderdak (voedsel en
soms kleding) moesten ze bidden voor het zielenheil van de stichters
en weldoeners van het godshuis (deze kochten daarmee een
plaatsje in de hemel)
- men kom op de overheid niet rekenen: ze vonden armen luierikken
die zorgden voor overlast. Twee oplossingen hiervoor: bedelarij verbannen of ze op bepaalde dagen
te laten bedelen
De Oude beurs

De

Oude Beurs:
- Dagelijks bezocht door honderden kooplieden van over heel Europa
- Elke dag open
- Kopen, verkopen, schulden aangaan, kredieten afsluiten, contracten onderhandelen, wisselbrieven
innen
- Één van de belangrijkste financiële centra in de wereldeconomie van de 16e eeuw
- De beurs werd na een tijd te klein door de economische groei
 er werd in 1534 een Nieuwe Beurs gebouwd

de Nieuwe Beurs:
- Grote hal
- Mooie architectuur
De aanleidingen van de val van Antwerpen:
- Antwerpen had zich na de Spaanse Furie bij de Pacificatie van Gent aangesloten
 dat was een anti-Spaans verbond tussen de verschillende gewesten van de Nederlanden, onder
leiding van Willem van Oranje
 hun eisen waren dat de Spaanse troepen de Nederlanden moesten verlaten en dat de Nederlandse
edellieden het bestuur moesten overnemen
 godsdienstkwestie zorgde voor onenigheid (calvinisten en katholieken), dus kwam er een
godsdienstvrijheid
- 1577: calvinistisch bewind greep de macht
 riep de ‘Antwerpse republiek’ uit
 calvinisme werd officiële godsdienst (verzet tegen Spaans gezag)
- 1579: Antwerpen voegde zich bij de Unie van Utrecht
 tegenstander van de katholieke Unie van Atrecht (zuidelijke Nederlanden)
 brachten leger op been om de Spanjaarden te verjagen
- 1581: de Unie van Utrecht zette Filips II af met het ‘Plakkaat van Verlatinge’
 Antwerpen is onafhankelijk
 godsdienstvrijheid (katholiek zijn is niet goed, lijkt dat je Spaansgezind bent)
- door de aansluiting bij de Unie van Utrecht werd Antwerpen de hoofdstad van de opstandige
Nederlandse gewesten
 werd één van de voornaamst doelwitten van de Spanjaarden
- Alexander Farnese: zoon van de hertog van Parma, werd in 1582 door Filips II (zijn oom) benoemd
tot landvoogd over de Nederlanden, wilde Vlaamse en Brabantse steden terug in de pas laten lopen
 geen militair geweld
 kustgebieden van de Scheldemonding veroveren (handel was immers belangrijk en hierdoor zou
Antwerpen dus geen inkomsten meer hebben)
- 1584: de troepen van Farnese omsingelden Antwerpen en sloten de Schelde af
 graanvooraden raakten op,…
 dit duurde 14 maanden
- 17 augustus 1585: de buitenburgemeester Filips van Marnix van Sint-Aldegonde tekende de
overgave
 Antwerpen werd heroverd door de Spanjaarden
 de Gouden Eeuw kwam ten einde

Na de val van Antwerpen:


- heel wat inwoners probeerden naar het noorden te vluchten
 daar waren alle godsdiensten geaccepteerd en waren ze niet onder gezag van de Spanjaarden

de pagador:
- de betaalmeester
- betaalt het soldij uit van de Spanjaarden die in Antwerpen gelegerd zijn

de pagaddertoren:
- het torentje van de Oude Beurs
- ‘pagadder’ betekent nu ‘klein kind’ (dialect)
- 16e eeuw: meer dan 40 pagaddertorens verspreid over de
stad
- torens maakten deel uit van luxueuze
patriciërswoningen, ontsproten uit het trappenhuis van de
woning
- statussymbool
- uitkijkpost (vensters aan alle kanten)
 zicht op de Schelde of de stad

verhaal

schoenmaker overleden bij


de geboorte

Franceso vertelt het verhaal. Hij was een drukker in de 17de eeuw
Giacomo werd geboren in 1535 in Genua. Hij wordt zeeman/handelaar en komt zo in het begin van de 16de
eeuw in Antwerpen terecht. In 1560 leert hij Anna kennen. Hij mocht van Jacob alleen met Anna trouwen
onder twee voorwaarden.
- verplicht in Antwerpen blijven
- in de leer gaan als schoenmaker
Renaat/Renato werd gedoopt in de Onze-Lieve-Vrouwekathedraal. Na hem komen ook nog Martha en
Julia. Ook de begrafenis van Jacob vindt daar plaats. Zijn begravenis wordt deels gefinancierd door de
gilden van de schoenmakers waar Jacob toe behoorde.

Giacomo slaagt uiteindelijk ook voor de meesterproef en behoord dan officieel tot de schoenmakersgilde.
Hij krijgt dus de meestertitel van schoenmaker. Het dwong respect af bij de mensen. Het was het ultieme
bewijs dat je iets kon, dat je iemand was.

Het geluk kan niet op voor het gezin, Anna vertelde op een ochtend in augustus 1570 dat ze terug zwanger
was van een jongetje (Renaat).

Giacomo was heel naïef als het op de Spaanse Furie aan kwam. Hij was er rotsvast van overtuigd dat de
Spanjaarden rechtschapen katholieke burgers geen haar zouden krenken. Het naderde onheil drong pas
tot hem door toen de Spanjaarden al in de straat stonden. Hij geeft Anna de opdracht om zo snel mogelijk
naar het Italiaanse schip ‘La Sirena’ te vluchten met de kinderen (Renaat, Martha, Julia). Zelf griste vlug nog
wat geld bij elkaar en nam Andreas op zijn arm.

Op het moment dat hij aankomt bij de grote Markt ziet hij dat Martha, Renaat, Julia dood op de grond
liegen. Anna werd daar eerst verkracht door een klein dik mannetje (later de Pagadder) en daarna terwijl
Giacomo toe keek vermoord.

Peter Paul Rubens


 Was de meester van Francesco
 Was diplomaat & had voor de hertog van Mantua gewerkt -> sprak vele verschillende talen
 Goedhartig man & Francesco had veel bewondering voor hem
 Was grootste barokschilder -> kreeg vele bestellingen en had een hoop personeel om hem te
helpen -> Francesco mocht ook in zijn atelier werken
 Francesco moest vaak voor hem naar de Plantijndrukkerij

Balthasar Moretus
 Eigenaar van de Plantijndrukkerij & goede vriend van Rubens
 Ontving Francesco altijd hartelijk & was steeds benieuwd naar nieuwe prenten van Rubens
 Streefde naar beste typografische kwaliteit
De Spaanse soldaten hadden Giacomo’s gezin vermoord (buiten Andreas) tijdens de Spaanse Furie. Die
roverij ging enkele dagen door. Hij kon dus nergens naartoe totdat Gerard (protestant) hem hulp bood.
Gerard bracht hem naar een ondergrondse protestantse kapel. Ze kregen daar eten en onderdak. Op raad
van de gilde ging Giacomo naar Sint-Julianusgasthuis en naar Het godshuis van de ‘meerseniers’.

Giacomo en Andreas vestigden zich in een klein appartementje op de Sint-Nicolaasplaats. Ze gingen


meermaals per dag naar de kapel om te bidden voor hun weldoeners. Giacomo twijfelde aan zijn geloof.
Hij voelde zich meer thuis in de kapel van de protestanten, die hem hadden geholpen dan bij de
katholieken, die zijn stad hadden vernield.

Giacomo steunde het calvinistische bestuur (hij was immers protestants geworden)
Hij twijfelde om naar de Noordelijke Nederlanden te gaan, hij had namelijk helemaal niets meer (geen geld,
…)
 besloot geld te stelen en dan te vertrekken:
- wandelde op een ochtend langs de beurs en zag de man die zijn gezin vermoord had (varkensogen)
- hij volgde de man naar binnen
- vroeg aan iemand wie de man was  pagador (Vicente Cabrón)
- de man raadde Giacomo aan niet te stelen maar hij luisterde niet
- Giacomo ging elke dag naar de beurs om de man te observeren  de pagador ging altijd nog eens
binnen na het sluiten van de beurs
- Hij vertelde Andreas (intussen al een tiener) het plan, Andreas wilde meekomen, maar mocht niet
Uitvoering van het plan:
- Verstopt achter zuil op het plein
- Sloop naar de pagador en duwde zijn mes tegen zijn rug
- Pagador vechtte opeens terug, Giacomo viel op de grond en liet het mes vallen
- De pagador gaf hem een slag op zijn gezicht, pakte het mes en doodde hem

You might also like