You are on page 1of 45

Leesbundel

Een reisje
door de tijd

Inhoudstafel:

Prehistorie………………………………………………………………………………………………………………….………. 2-15

Oudheid: Egyptenaren……………………………………………………………………………………………………….. 16-23

Oudheid: Grieken en Romeinen…………………………………………………………………………………………. 24-27

Middeleeuwen…………………………………………………………………………………………………………………….28-35

De Nieuwe Tijden………………………………………………………………………………………………………………..36-39

De Nieuwste Tijden……………………………………………………………………………………………………………..39-43

Onze Tijd……………………………………………………………………………………………………………………………..44-45

1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
Het vuur is samen met de werktuigen een van onze belangrijkste
uitvindingen geweest.

De mens gebruikte het vuur lang voor hij het zelf kon maken. De
ontdekking om zelf vuur te maken gebeurde waarschijnlijk
toevallig, tijdens het maken van werktuigen. De Homo erectus
was de eerste die zelf vuur kon maken.

14
15
16
Hoe zag hun woning eruit ?

Egyptenaren woonden vaak aan de rand van de woestijn en op hoog gelegen


stukken land. Dit om geen last te hebben van de jaarlijkse overstroming van de
Nijl.
Alle huizen werden van kleisteen gebouwd. (Dat is klei, die door de warmte van
de zon hard is geworden.) Alle beroepen leefden door elkaar heen. Het platte
dak gebruikte men soms als koele slaapplaats. Egyptenaren hadden eenvoudige
meubels. Ze werden door timmerlieden met de hand gemaakt. Hele arme mensen
zaten op matjes en kussentjes of maakten hun meubels zelf. Bij de stoelen was
het zitvlak gemaakt van gevlochten touw. Ze hadden geen kasten, maar
bewaarden al hun spullen in kisten. De keuken had meestal geen echt dak omdat
hier op een open vuur gekookt werd. Een badkamer was er niet. De mensen
wasten zich in de Nijl of in kleinere rivieren of kanalen. Soms was er een kleine
voorraadkelder onder de keuken.
De rijkeren woonden wel in een groter huis , een villa. Deze had veel
bijgebouwen. Zij hadden wel een badkamer met bad en wc.
De farao woonde in een paleis.
een Egyptische stad

Welke dieren leefden er toen ?

Zoals je op de vorige prent ziet , was het favoriete lastdier van de Egyptenaar
de kameel en de dromedaris. Deze werden vooral door handelaars gebruikten
die door de woestijn trokken van stad naar stad om hun waren te ruilen of te
verkopen.
De boeren hadden ook geiten voor hun melk en hun vlees. De ossen waren last-
en trekdieren bij het werk op het land.
De goden werden dikwijls als dier afgebeeld. Daarom waren deze dieren “heilig”.
Je mocht deze dieren geen pijn doen en zeker niet opeten.
Koeien , stieren ,krokodillen en katten waren heilige dieren. Soms hadden ze een
eigen tempel en kregen ze voedsel dankzij de offers die de mensen brachten.
Ook de goden werden soms als een dier voorgesteld.

17
dierenmummie de kat was een heilig dier

de god Anubis een scarabee/mestkever

Welke werktuigen werden er in Egypte gebruikt ?

De Egyptenaren gebruikten papyrusriet om gebouwen op te tekenen, om


verkopen of zo op te schrijven, om op te tekenen, schilderen.

De stengels van het papyrusriet worden gekapt. Midden: De rietstengels worden in reepjes
gesneden.

18
De strookjes papyrusriet worden kruislings neergelegd, aangestampt en gedroogd.

De Egyptische timmerlui maakten houten schepen. Maar er waren ook kleine


boten uit papyrusriet.

Er was weinig hout in Egypte.


Ook gebruikten de Egyptenaren liever brons en goud in plaats van ijzer.
De waterklok is een uitvinding van dit volk. Op aardepotten werd de tijd gemeten
door te kijken hoe hoog het water stond. Geleerde priesters deden dit door
middel van een zonnewijzer. De Egyptenaren hadden een kalender van 365 dagen.

Met een merkhet konden ze het noorden en het zuiden aangeven door zich naar
de poolster te richten. Zo konden ze ook de uren ’s nachts berekenen door naar
de sterren te kijken.

De Egyptenaren waren erg goed in wiskunde.

Dit was nodig voor de bouw van hun tempels


en graven / piramides.

De Egyptenaren hadden hun eigen cijfers.

19
De Egyptenaren waren ook bezig met geneeskunde. Ze kenden en maakten
medicijnen tegen verschillende ziektes. Hiervoor gebruikte men geneeskrachtige
kruiden uit de natuur. Ze voerden dan ook rituelen uit en brachten offers
om hulp aan de goden te vragen.

Omdat de Egyptenaren hun doden mummificeerden , wisten ze ook veel van het
menselijk lichaam. Ze wisten dat het hart belangrijk was voor de bloedsomloop.
Zij namen de polsslag van de patiënt , net zoals de dokters nu.

De recepten van medicijnen werden door de artsen opgeschreven. Er zijn


recepten voor oogziektes gevonden , tegen rimpels en haaruitval terug gevonden.
De dokters spalkten ook gebroken benen of armen.

Wat aten de Egyptenaren ?

Het voedsel van de arme mensen bestond uit brood, bier, groenten en wat
verse of gedroogde vis. Iets rijkere mensen aten dadels, granaatappels, vijgen,
vlees (vooral rundvlees), gevogelte en dronken wijn van dadels of druiven.
Het slechte gebit van sommige mummies wijst erop, dat de Egyptenaren (te) veel
zoetigheid aten. Vlees of vis was moeilijk lang te bewaren, daarom droogde men
de vis in de hete zon. Daarna werd de vis in as weggelegd .

20
Hoe waren de Egyptenaren gekleed ?

De Egyptenaren droegen het liefst linnen stoffen, soms gebruikten ze ook wol. .
Er zijn verhalen bekend dat deze stoffen ook nog eens gebleekt werden voor een
extra wit resultaat. Na het wassen legde men de kleding vervolgens in de zon.
Naast het bleken kenden de Egyptenaren ook het verven van kleding. Het
belangrijkste schoeisel was de sandaal. Sandalen werden gemaakt van
plantaardige grondstoffen zoals palmbladeren, grassoorten, bies of papyrus. Ze
werden waarschijnlijk niet gemaakt in werkplaatsen maar door de vrouwen thuis.

Arme mensen droegen simpele kleding rijke man met halskraag een rijke vrouw met
van grof linnen . met edelstenen . een jurk van koningslinnen.

De Egyptenaren droegen pruiken en juwelen. Ze gebruikten ook make- up.

rijke en arme Egyptenaar Ze droegen pruiken en make-up. De jongens hadden een plukje haar,
de meisjes hadden vlechtjes.

De rijke Egyptenaren zetten bij een feest een kleine piramide vet op hun hoofd.
In het vet zat parfum en als het vet smolt
dan roken hun haren goed en blonken ze.

21
Letterkunde

Er zijn uit het oude Egypte papyrusrollen gevonden met teksten over wiskunde,
liedjesteksten en recepten.

Het schrift van de Egyptenaren : hiërogliefen. Hiërogliefen zijn eigenlijk een


soort pictogrammen die klanken weergeven. Het zijn alleen medeklinkers , dus
moest je soms wel raden wat het woord juist was. De archeologen hadden het
heel moeilijk om dit schrift te ontcijferen. Rot iemand in de woestijn de steen
van Rosetta ontdekte. Hierop stond een verhaal in hiërogliefen , in het Grieks en
nog een andere taal. Zo kon men de hiërogliefen ontcijferen.

de steen van Rosetta

de steen van Rosetta

22
Werk en vrije tijd.

De vrouwen mochten gaan werken maar ze moesten niet. Vele vrouwen werkten
als vroedvrouw, zangeres, muzikant, priesteres of als marktkoopvrouw . Er
waren ook vrouwelijk farao’s.
Alle boeren waren knechten van de farao en waren verplicht op een bepaald stuk
grond te werken. Ze konden zelf een stukje land kopen of pachten (huren).
Boeren woonden meestal in dorpjes op verhoogde stukken land, met een
hoofdman en een raad van oudsten om de orde te handhaven. Twee keer per jaar
kwamen ambtenaren op bezoek. De eerste keer om de oogst te schatten en alle
dieren te tellen. De tweede keer om de belasting te innen. Dat was meestal de
helft van de hele opbrengst en het werd altijd in natura betaald. (Ze betaalden
met graan, honing, leer of vlas, omdat er nog geen geld was). Omdat elke dag
dezelfde soort dingen werden geruild, wisten ze heel goed wat alles waard was.
De zeelui op de koopvaardijschepen op de Nijl werden in graan betaald. Elke dag
gingen ze aan land om dat te ruilen voor eten of spullen. ( ruilhandel)

Slaven kwamen meestal uit het buitenland. Ze werden erg slecht behandeld. Ze
werden vaak geketend en ze moesten letterlijk slavenarbeid doen. De Israëlieten
bijvoorbeeld moesten helpen met het bouwen van grote gebouwen die het idee
waren van farao Ramses II. Slaven die wegliepen werden ook altijd teruggehaald.

Egypte werd geregeerd door de farao. Hij werd geholpen door hofambtenaren
en edellieden. Deze kregen hun inkomen uit de belastingen dat het volk betaalde.
Hieronder had je priesters en priesteressen, die de tempel van de farao leidde.

slaven werken aan een piramide

handelaren en zeelui

23
24
KLEDIJ
De Romeinse kledij was vrij eenvoudig. Thuis droegen de mannen een tuniek, maar als ze
uitgingen, drapeerden ze zich met een toga, een wollen doek van meer dan 5 meter lang die in
plooien langs het lichaam neerviel. Het uiteinde van de toga werd op de linkerarm gedragen,
zodat de rechterarm vrij bleef. De vrouwen kleedden zich in een wijde, tot op de voeten
hangende stola. Daarboven droegen ze een soort kapmantel.

25
26
27
De Middeleeuwen

28
Ten aanval!
We zagen reeds dat men in de middeleeuwen kastelen ging bouwen om zich goed te kunnen
verdedigen tegen vijanden. Ondanks de stevigheid van de kastelen werd er toch vaak geprobeerd
om hier binnen te dringen.
Ga naar http://www.schooltv.nl/beeldbank/clip/20031127_riddersenkastelen02

Het gewone leven in een kasteel


Ga naar http://www.schooltv.nl/beeldbank/clip/20031127_riddersenkastelen03

Ridders
Ga naar http://www.schooltv.nl/beeldbank/clip/20050614_middeleeuwen07

29
Ga naar: http://www.schooltv.nl/beeldbank/clip/20050614_middeleeuwen0

Op straat in de middeleeuwen
Ga naar http://www.schooltv.nl/beeldbank/clip/20050614_middeleeuwen05

30
31
Ga naar: http://www.schooltv.nl/beeldbank/clip/20120530_middeleeuwen02

32
33
34
35
De Nieuwe Tijden

36
37
38
39
De Nieuwste Tijden

Lees eerst p. 39

40
41
42
Technische revolutie
James Watt, een Engelsman, vond de ………………………………………………………… uit. Vanaf het einde van de
18de eeuw konden daarmee vlot allerlei machines worden aangedreven. De fabrieken ontstonden. Maar
aangezien veel machines het werk van de mensen overnamen, ontstond er natuurlijk werkloosheid. Wie
toch werk vond, moest tevreden zijn met een laag loon. Er waren immers arbeiders genoeg. Om de kostprijs
van de producten laag te houden begonnen de fabrieken met massaproductie. Dat deed men vooral door
bandwerk en door het werken in ploegverband. België was één van de eerste Europese landen waar talrijke
fabrieken werden gebouwd. Vooral steenkool en metaal uit Luik en Henegouwen en textiel uit Vlaanderen.
Het aantal landbouwers verminderde. Vele arbeiders trokken naar de steden om in er in de industrie te
werken.
43
Onze Tijden

44
Aantal onderwerpen die in deze tijd zeker aan bod komen:
 Fastfood
 Energietekort
 Verkleining van de afvalberg
 Multiculturaliteit
 Transport: auto’s, treinen, vliegtuigen, …
 Technologie: gsm, computer, robots, …
 Ruimtereizen
 Coronavirus

45

You might also like