You are on page 1of 22

1

1 2 3 4

5 6 7 8

9 10
3

Tijdvak letter Symbool cijfer


De tien Tijdvakken
A. Grieken en Romeinen

B. Steden en Staten

C. Hervormers en ontdekkers

D. Pruiken en revoluties

E. Wereldoorlogen

F. Jagers en boeren

G. Ridders en monniken

H. Burgers en stoommachines

I. Vorsten en regenten

J. Televisie en computer

10

A. Zet de Tien Tijdvakken in de juiste volgorde van oudste (vak 1)


naar nieuwste periode (vak 10).

B. Combineer het juiste Tijdvak met het juiste symbool bv A7.

Probeer van elk icoontje uit te leggen waarom het bij die periode hoort.
4

………………………………………
Huiswerk;

1. Tientijdvakken in de juiste volgorde met de tijden opnoemen.

2. Lezen blz.3, 4 en 6 van het boekje

……………………………………………..
Bronnen (alles wat informatie geeft over het verleden)
 Ongeschreven
 Geschreven
 Primaire (uit de tijd Van het onderwerp zelf
 Secundaire (uit latere tijden)

3. Zoek van elke soort bron een afbeelding op Google afbeeldingen

A. Zoek informatie over de Tijd van Jagers en Boeren.


B. Zoek van elke soort bron een voorbeeld
C. Beantwoord bij elke soort bron de volgende vragen:
Wat voor soort bron is dit?
Uit welke tijd stamt deze bron?
Wat weet je van de maker van de bron?
Klopt de inhoud?
5

De eerste mensen waren (middel van bestaan= waar leef je van)


A) Jagers -> mannen, dieren vangen
6

B) Verzamelaars-> vrouwen en kinderen, bessen vruchten, wortels,


wormen enz zoeken

 Ze hadden geen vaste woonplaats (=nomaden)

 Ze woonden in grotten of tenten

 Ze hadden weinig bezittingen


 Ze leefden in groepen van ongeveer 20 personen

10.000 v. Chr. begin landbouwrevolutie


nieuw middel van bestaan landbouw
7

1. Veeteelt

2. Akkerbouw

Vaste woonplaats
8

 Ze verbouwen eigen voedsel als boeren


 Ze wonen in hutten
 Ze wonen in dorpen met groepen van ongeveer 200 personen

Opdracht:Maak een tijdbalk van de Tien Tijdvakken.


Verdeel de tijdbalk in even grote vakkenNoteer bij elk tijdvak de
bijbehorende jaartallenNoteer bij elk tijdvak de naam van een
man of vrouw uit die tijd
9

1. We denken dat Jagers en verzamelaars in kleine groepen


leefden. Leg uit waarom.
2. De mannen, niet de vrouwen gingen op jacht .Waarom?
A.Het leven van Jagers en verzzamelaars was saai. Noem
twee redenen waarom.
B. Noem twee redenen waarom het leven van Jagers en
verzamelaars spannend was.
C. Wat vind je zelf?

Gaat dit plaatje over Jager,verzamelaars of over boeren? Leg


uit?

Bezoek pehistorische grot van Font de Gaume


Prehistorie= De tijd voordat mensen konden schrijven.
10
11
12

Ontstaan boeren samenleving met steden (2000 mensen) in


Egypte. Wie waren die Egyptenaren?
De Egyptenaren geloofden in een leuker leven na de dood.
Voorwaarden:
13

A) Je moest goed geleefd hebben

Osiris = oppergod, God van de onderwereld.


Veer der waarheid en het hart
Anubis = begeleider van de doden
Amit de hellehond
Toth= god van de wijsheid

Ancron= ik geloof in leven na de dood


14

B) Je lichaam moest bewaard blijven= mummificeren

canopen= opbergplaats voor de ingewanden


15

De farao’s werden begraven in:


1. Mastaba’s

2. Piramide’s
16

de helling werd aangepast aan de hoogte

de sluitsteen

3. Dal der Koningen

Toet Anch Amon


17

Vloek van de farao?


18

Theseus en de Minotaurus
19
20
21

EINDE
22

You might also like