You are on page 1of 9

Wat is Geschiedenis?

Hoofdstuk 1 – Wat verstaan we onder geschiedenis?


Geshiedenis Geshiedenis
Plantages (Wereld) oorlogen:
Verledentijd Slavernij
Tot slaafgemaakten Historicus
Ruilhandel: Ze gaven vb suiker voor een pak Russische Revolutie
bonen
Landbouw Contract Arbeiders: Analfabeten, Chinezen-
Hindustanen- Javanen
Immigranten Mishandeling: Tot slaafgemaakten werden
mishandeld.
Inheemse: Eerste bewoners van een land. Ontwikkeling: Hoe alles
Oorspronkelijke bewoners van een land.
Autochtone
Herondekkingen: Landen herondekte andere Cultuur: Eetgewoontes, Taal, Klederdracht,
gebieden land Feestdagen,
Slavenhandel Historie: Zijn verhaal
Prehistorie: Vrede
Onafhankelijkheid: 25 november, 2022-1975 Kolonie:
Emancipatie: Afschaffing van de slavernij Goveneur:
Industrialisatie: Werken in fabrieken werken Gezondheiszorg:
en bedrijven
Communisme: Een land waar iedereen gelijk Capitalisme:
is, niemand is rijker dan andere landen.
Verleden Heden
Toekomst Bronnen/Sporen
Vaderlandse Liefde/ Nationalisme Chauvinisme
Kolonisator (Moederland)
Dictatuur Democratie
Staatstoezicht – Periode van 10 jaar dat de tot Autonomie-
slaafgemaakten ter vergoeding nog moisten
werken
Wetenschap Emancipatorisch
Gebeurtenissen Oorzaken
Gevolgen

Pre  Voor
Prehistorie (Emancipatorisch) De periode voor de komst van de Europeanen.
Orale geschiedenis, Toneelstukken, Rots tekeningen, Liedjes
Definitie van Geschiedenis  Geschiedenis is niet alles wat gebeurd is, maar de voorstelling of
het beeld dat wij ons vormen wat vroeger gebeurd is (alles is teveel en te ruim)
Stelling  Geschiedenis is alles dat gebeurd is  Fout – Omdat alles is te veel en te ruim, en we
weten niet al alles gebeurd is.
Deze voorstelling vormen wij ons door bestudering van Bronnen of sporen die het verleden ons
heeft nagelaten  (Bron – Skelet, Krant, Sieraden)
Bronnen/Sporen  Zijn nagelaten sporen uit het verleden (overblijfselen) deze vertellen ons
nog iets over de historische werkelijkheid.
Het “werkelijke gebeurde” verleden
|
Sporen uit het verleden (Bronnen)
|
Voorstelling (Beeld) die wij ons vormen over het verleden

“Werkelijke Gebeuren staat tussen aanhalingstekens omdat we niet zeker weten als het echt is
gebeurd.

Bronnen of Sporen kunnen zijn:


1. Schriftelijke stukken  Al het geschrevene dat ons is nagelaten – vb. Kranten, boeken,
tijdschriften, brieven, gedichten, Pamfletten.

2. Materiële resten  Van materie, stoffelijk, tastbaar – vb. Gebouwen, Monumenten,


Skeletten, Sieraden, Voorwerpen, Wapens, Uitingen van beeldende kunst (Standbeeld,
Borstbeeld, Kopbeeld)

3. Overleveringen  Wat aan ons is overgedragen, wat wij hebben overgenomen van onze
voorouders. – vb. Culturen (eetgewoontes, klederdrachten, godsdiensten), Gewoonten
(groeten, tradities) normen en waarden, kennis, spreekwoorden (odo’s), Taal, Plaatsnamen

4. Orale (Mondeling) bronnen en beeld (alles dat je ziet) bronnen 


Orale bronnen – vb. Vertellingen, Interviews, Lezingen
Beel bronnen – vb. Videoclips, Films, Plaatjes, Tekeningen (Petrogliefen), Schilderijen
Wat voor soort bron Leg uit!
1. Lammens  Schriftelijk stuk – Wat verteld je dat het om een schriftelijk stuk gaat?
Boekvorm, Aantekeningen
2. Bureau volks lectuur  Overleveringen – Wat vertelt je dat het om overleveringen
gaat? Odo’s
3. Ajax  Orale bronnen  Wat vertelt je dat het om een orale bron gaat? Interview
4. Roos  Schriftelijk stuk  Wat vertelt je dat het om een schriftelijk stuk gaat?
Gedicht, Poëzie
Verschillende soorten bronnen
1. Anjisa  Materiele rest
2. Foto  Beeld bron
3. Rots tekenen  Petroglief  Beeld bron
4. Kaart  Schriftelijk stuk
5. Krant  Schriftelijk stuk
6. Brief  Schriftelijk stuk
7. Hoe duur is suiker?  Schriftelijk stuk, is een boek
8. Pijl en boog  Materiele rest, is tastbaar en een wapen
9. Albina  Overlevering, naam van een plaats
10. Nederlands  Overlevering, het is een taal.
Een andere indeling die bij bronnen wordt gehanteerd is de volgende:
Primaire  1e  Hiertoe worden gerekend alle bronnen die op een zo direct mogelijke
wijze gegevens over het verleden vertellen
 Meestal zijn deze bronnen afkomstig uit de periode van de gebeurtenis waar ze naar
verwijzen of vlak erna
Secundaire  2e  Deze bronnen ontlenen hun gegevens aan primaire bronnen en zijn
vaak in een latere periode ontstaan.
 Bij secundaire bron is er altijd sprake van interpretatie
Ontlenen  wegnemen
Interpretatie  denk wijzen of ziens wijzen
Een overeenkomst tussen een primaire en secundaire bron is beide geven informatie over het
verleden.
Opmerking: Een secundaire bron kan een primaire bron worden, als bijvoorbeeld de primaire
bron verloren gaat door brand, vernieuwing, waterschade, inkt vlekken. \
Soorten wetenschappen:
1. Archeologie  Wetenschap die zich bezighoudt met opgravingen en de bestudering
daarvan.
 Andere naam voor Archeologie is Oud kunde
Archeoloog  Benjamin Mitrasingh
2. Geologie  Is de wetenschap die inzicht verschaft in de verschillende aardlagen en
daardoor in het geologisch tijdvak, waarin een samenleving bestond. Hierdoor kan
men iets te weten komen over klimatologische omstandigheden.
Klimaat  is constant, over groot-gebied.
Weer  is veranderlijk, over klein-gebied.
3. Antropologie  Wetenschap die oude culturen bestudeerd.

4. Polynologie  Onder bepaalde omstandigheden kunnen ze duizenden jaren


geconserveerd blijven. Pollen onderzoek is bij archeologisch onderzoek van groot
belang, omdat men gegevens krijgt over klimatologische en weer omstandigheden in
een bepaalde periode.
 Pollen  Stuifmeel korrels

5. C-14  C-14 bevat radioactieve stoffen, bij het afsterven van een organisme
verminderd de hoeveelheid C-14. Door middel hiervan kan men te weten komen
hoelang geleden een mens, dier of plant heeft geleefd.

6. Paleontologie  Deze wetenschap houdt zich bezig met het ontstaan en de


ontwikkeling van het leven op aarde.

 Petroglief  Rots tekening

Hoofdstuk 2 Geschiedenis is belangrijk om de volgende redenen:


1. We leven uit de fouten van onze voorouders, om deze fouten niet meer te maken.
2. We gaan het heden beter begrijpen.
3. We gaan begrip hebben voor elkaar.
4. Vaderlandse liefde (Nationalisme)
Nationalisme / Vaderlandsliefde  Liefde hebben voor je eigen land, volk en cultuur.
Welke ministerie noemt vrije dagen uit?
- Ministerie van Binnenlandse zaken.
- Bronto Somohardjo is huidige minister van daar.
Waarom bestuderen wij het verleden?
1. Het verleden bepaald het heden en het heden heeft invloed op de toekomst.
2. Om iets te leren, m.a.w om het verleden beter te begrijpen.
De geschiedenis kent vier grote gebieden:
- Politiek gebied  te maken met bestuur beleid.
- Economisch gebied  te maken met geld.
- Sociaal gebied  te maken met mensen.
- Cultuur gebied  te maken met taal, dans, gerechten etc.
Tot wat blijkt het bestuderen van geschiedenis? Het bestuderen van geschiedenis blijkt tot het
verkrijgen van kennis en inzicht over je verleden en volk.
 De geschiedenis maakt gebruik van geschreven en ongeschreven bronnen.
Wies een Historicus? Is een sociaalwetenschapper, die het verleden bestudeerd en die probeert
het verleden zo waarheidsgetrouw weer te geven.
Waarheidsgetrouw  Zoveel als mogelijk de waarheid.
Waarom noemen we een Historicus een Sociaal wetenschapper? Omdat de mens centraal
staat tijdens zijn onderzoek.
Enkelvoud Meervoud Betekenis
Historicus Historici
Medicus Medici Geneesmiddel
Chemicus Chemici Studie van de chemie / scheikunde
Technicus Technici Bezighouden met techniek.
Politicus Politici Zich bezighouden met politiek, DNA, president
Musicus Musici Artiesten/ Muziekanten
Ethicus Ethici Filosoof
Logica Logici Gebruiken voor personen die de logica beoefenen bestuderen, of
beheersen
Optica Optici Bestudering van het oog
Hoe gaat een Historicus te werk? Leg uit stap voor stap:
1. Verzameld, Selecteert, Verwerkt.
2. De Historicus moet objectief proberen te blijven (Nelson Mandeila – dichtstbij objectief)
3. Historicus heeft geen vaste werkplaats, hij kan overal werken zolang hij ze documenten
etc. heeft
Historici jaren ’30 (1930) vorige eeuw Historici jaren ’70 (1970) vorige eeuw
 Europa centrisch  Emancipatorisch/ Nationalistisch
 Schrijven negatief  Schrijven positief
 Vertekend beeld  Juist/ werkelijk beeld
 Economische aspecten (geld)  Sociaal – Culturele aspecten (mensen)
Noem 3 Surinaamse Historici:
Historici Historicais
 Andre Loor  Mildred Caprino
 Dew Baboeram 
 Hans Ramsoedh 
 Eric Jagdew 
 Eugene Gessel 
 Maurits Hassan khan 
 Jerry Egger 

Anjisa
Het binden v. Hoofdtooi
Het klaarmaken v. Rasgulla
Nederlands
Skelet
Pijl en boog
De ware tijd
Radio 10
Jarikaba
STVS
Kwakoe monument
Baba en Mai
Kathedraal
Kwasi-Bita geneesmiddel

2022  eeuw, helft 1788  eeuw, helft


1970  eeuw, helft 1650  eeuw, helft
1820  eeuw, helft 1945  eeuw, helft

Hoofdstuk 3 Feiten, Meningen en Vooroordelen


Archeoloog  Een wetenschapper die opgravingen doet en bestudeerd, wat hij heeft gevonden.
 Archeoloog zijn studie of wetenschap  Archeologie of Oudheidkunde
 Surinaamse Archeoloog  Benjamin Mitrasingh; Massagraaf in Commewijne gevonden
Orale bronnen  Zijn niets anders dan mondelinge overleveringen.
- Het afnemen van interviews, vertelling, band opname zonder beeld.
Nut van Orale bronnen  Uit orale bronnen haal je datgene wat je niet vindt in een geschreven
bron.
Voordelen v. Orale bronnen Nadelen v. Orale bronnen
- Wat men zegt staat vaak genoeg niet in - Soms laten mensen informatie bewust of
een boek onbewust achter gelaten.
- Onbekende feiten - Soms weet je niet als de persoon de
waarheid verteld.
- Andere visie - Je kan niet altijd mensen vinden om te
interviewen over een bepaald onderwerp.
- Je kan het onderwerp soms beter - Soms zijn er wel mensen om te
begrijpen dan wanneer het op papier staat interviewen, maar ze zijn bang om de info
prijs te geven (te vertellen).
- Je kan meerdere mensen interviewen over - Opname banden kunnen verloren gaan,
hetzelfde onderwerp. waardoor je de info kwijt ben.

Welke onderzoeker hield zich veel met orale bronnen? De Amerikaanse historicus Richard
Price.
Hij schreef een boek, wat is de titel? Zijn boek is getiteld “First Time, the Historical Vision of
an Afro-American People. “Fesi Ten”
- Jaar van uitgave  1983 ; 20e eeuw, 2e helft
- Waarover schreef hij? De Saramacaaners en hun cultuur.
Archief  Is een gebouw waar belangrijke documenten worden bewaard.
 Surinaams Archief  NAS  Nationaal Archief van Suriname

 Locatie v. NAS  Mr.Jaggernath Lachmon straat.

 Minsterie waaronder NAS valt  Minesterie van Binnenlandse Zaken

 Huidige Minister v. Binnenlandse Zaken  Bronto Somohardjo

 Wat staat aan het hoofd van een Archief? Een Nationale Archivaris

 Nationale Archivaris v. Suriname  Rita Tjien Fooh – Hardjomohammed

Een archief moet voldaan aan de volgende eisen:


1. Goeie vochtigheidsgraad en een bepaalde temperatuur.
2. Goed getrainde personeel.
3. Stofvrije ruimtes.
4. Goede Depots (opslagruimtes)
 Feiten  Zijn gebeurtenissen die vast staan ; Een ware gebeurtenis (Je kunt ze niet
veranderen).
Een Historische feit  We spreken van een historische feit als dit gebeurde invloed heeft
uitgeoefend op de verdere geschiedenis.
Historische feiten :
- Slavernij
- 8 decembermoord  15 kritische Surinamers werden gedood.
- Contract Arbeider
- Politiek Staatkundige onafhankelijkheid
- Binnenlandse overleg

 Mening  In een mening geeft iemand zijn eigen opvatting over een bepaalde gebeurtenis,
zaak of persoon. Een mening verschilt van persoon tot persoon.
Verschil tussen een feit en een mening
Een feit kan je niet veranderen (staat vast) Een mening verschilt van persoon tot persoon
(kan veranderen)

 Vooroordelen  Is ook een mening, maar dan niet in overeenstemmingen met de


werkelijkheid (Het berust niet altijd op de waarheid)
Hoe herken je een vooroordeel? Bij vooroordelen generaliseerd men vaak  Iedereen, alle,
grote groepen mensen onder kam scheren.
Wanneer kunnen vooroordelen gevaarlijk zijn? Ze kunnen leidden tot oorlogen, spanningen,
ruzies. Wanneer men met opzet een scheiding in een gemeenschap brengt op basis van politieke
kleur, huidskleur, of bevolkingsgroep (etnische groep), kan dit gevaar met zich meebrengen.
Johan Adolf Pengel  Voorzitter van Nationale Partij Suriname (NPS)
- Straat, Internationale Vliegveld, een monument – benoemd naar hem .
Standplaatsgebondenheid  Jouw denken en handelen hebben te maken, met jou persoonlijke
ervaring.
Tijd

Land Mileu

Polietieke
Cultuur
opvatting

Mens

Sociale
Sexe
Achtergrond

Opvoeding Opleiding

Sociale achtergrond verdeeld in:


1. Arm
2. Middenklasse
3. Rijk
Orzaken en Gevolgen  Als er geen oorzaak is dan is er geen gevolg, als er geen gevolg is dan
zal er ook logisch geen oorzaak kunnen zijn.

NOG NIET KLAAR MET LEERSTOF !!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!

You might also like