You are on page 1of 7

3.

De sociale piramide: Egypte, een standenmaatschappij


Egypte had een ingewikkelde economie en een bestuur dat steeds
meer uitbreidde. Hierdoor groeiden de verschillen tussen
Egyptenaren in rijkdom, macht en aanzien. Het beroep bepaalde
hoeveel macht en aanzien iemand had. Kinderen namen meestal
het beroep van hun ouders over. Soms was het mogelijk om
hogerop te komen, bijvoorbeeld door te leren schrijven.

De slaaf, een werktuig van mensenvlees


Plotseling merkte ik dat iemand om me heen sloop. Hij
leek wel een schim uit een angstdroom. In zijn gezicht was er op de plaats van zijn neus
een groot gat. Zijn oren waren afgesneden en zijn lichaam was graatmager. Toen ik die
man goed opnam, zag ik dat hij gespierd was. Zijn lichaam was vol littekens van zwarte
lasten of schurende touwen. Zijn handen waren grof en vol eeltknobbels. Het was een
weggelopen slaaf uit de kopermijnen. Uit de Riman Sinuhe, de Egyptenaar van Mika

Waltari.

Waaraan kan je merken dat het lichaam van de slaaf sporen van hard werkt draagt?
....................................................................................................................................................
....................................................................................................................................................
Welke andere merkwaardige dingen vallen op aan het lichaam van de slaaf? Hoe kan je dit
verklaren?
....................................................................................................................................................
....................................................................................................................................................
Waarom zou hij weggelopen zijn uit de kopermijnen? .............................................................
....................................................................................................................................................

Een dagje uit het leven van een Egyptische priester


Ik ben priester Hor. Ik woon en werk al vele jaren in het
tempelcomplex. Mijn dag begint met een frisse duik in het heilige
meer. Ik moet me grondig wassen, de goden houden van reinheid.
Ik moet ook mijn nagels knippen, mijn hoofd kaal scheren, mijn
mond spoelen en mijn lichaam insmeren met olie. Ik mag geen leer
dragen, alleen linnen is toegestaan. Enkel wanneer ik alle
reinheidsvoorschriften heb uitgevoerd, mag ik de tempel
betreden. Gewone mensen zijn vies en mogen hier niet binnen.
In het heiligdom van de tempel nemen de priesters een belangrijke taak van de farao
over: we maken het godenbeeld wakker, we wassen, zalven en kleden het. We hopen dat
we de god hiermee tevreden stemmen.

17
Ondertussen worden in het open tempelhof graan en vee van de boeren ingezameld. De
bakkerij, de brouwerij en de slagerij bereiden hiermee een feestmaal. In de
offerandezaal offeren de priesters de maaltijd aan de goden. De goddelijke krachten
mogen niet verslappen! Gelukkig eten ze niet alles op. Zo kan ik ook mijn buikje rond
eten. Tijdens de offers lezen we spreuken voor en zingen en dansen we. Als alle offers en
rituelen goed zijn uitgevoerd is mijn dag geslaagd. De goden zijn ons dan goedgezind en
ze zullen de cyclus van de natuur in stand houden.

Waarom mochten de gewone mensen de tempel niet betreden? .............................................


Markeer in de tekst de taken van de priester.
Hoe hielden de Egyptenaren hun goden tevreden? ...................................................................
....................................................................................................................................................
Waarom is het zo belangrijk dat de goden tevreden zijn? .......................................................
....................................................................................................................................................

De Egyptische samenleving was een samenleving met verschillende lagen en standen ook wel
standensamenleving genoemd. Dit is een samenleving waarbij de bevolking in verschillende groepen
of standen is opgedeeld, elk met hun eigen rechten en plichten. Dit wordt ook de standenpiramide
genoemd.

Je stand werd grotendeels bepaald door je geboorde. In bijzondere gevallen kon je van stand
veranderen (verheven worden in de adel, toetreden tot de geestelijkheid, vervallen in slavernij), maar
dat was eerder uitzonderlijk. Aan de top van de sociale piramide vonden we de goden, nauw gevolgd
door de farao en zijn familie.

18
19
4. De Egyptische schriften – de ontcijfering ervan
4.1. De Steen van Rosetta
Tijdens Napoleons veldtocht in Egypte stuitte het Franse
leger in 1799 op een grote steen met allerlei mysterieuze
tekens. De steen bleek de sleutel te bevatten tot het
raadselachtige schrift van de oude Egyptenaren, de
hiërogliefen. Met de Steen van Rosetta (genoemd naar een
havenstad in de buurt) als woordenboek leerden
onderzoekers de duizenden jaren oude Egyptische verhalen
over farao’s, de boekhouding van graanzakken,
liefdesgedichten en magische dodenboeken te ontcijferen.
Na nader onderzoek stelde het onderzoeksteam van
Napoleon vast dat de spectaculaire steen versierd was met
drie soorten teksten: het onderste deel in het Grieks, het
middeldeel in demotisch en het bovenste in hiërogliefen.
Het was een dankwoord aan Ptolemaeus V voor gunsten die
hij aan een priester had verleend. De drie schriften gaven
dezelfde tekst weer en daardoor konden de hiërogliefen
ontcijferd worden.
De naam van Ptolemaeus V stond in een cartouche. Een
cartouche is een afzonderlijke ruimte waarin hiërogliefen
passen. De term is afkomstig uit het Frans en betekent
'kogelhuls', omdat het daarop lijkt. In een cartouche wordt
meestal een naam geschreven. In het oude Egypte mocht dat
alleen maar de naam van de farao zijn. Cartouches kunnen
rechtop staan of ook plat liggen.

Jean-François Champollion deed er ongeveer 2 jaar over om het schrift te


ontcijferen. Na de ontcijfering van de steen ging hij ook met andere beschreven
voorwerpen aan de slag.

4.2. Drie Egyptische geschriften


Een ingewikkelde vorm van beeldschrift met o
verschillende tekens. Het werd opzettelijk
gehouden zodat weinig mensen het konden geb
schrijvers hun speciale positie behielden. De te
geschreven worden van links naar rechts, van
links of van boven naar beneden.

20
Voor zakelijke contracten, brieven en verhalen werd dit
schrift gebruikt. Het was een snel geschreven versie van het
hiërogliefenschrift dat altijd van rechts naar links liep. (Dit
schrift stond niet op de Steen van Rosetta)

Deze vorm van schrift was de snelste en werd dikwijls


gebruikt voor juridische stukken.
juridisch = ______________________________________
________________________________________________
(Zoek op in een (online) woordenboek.)

4.3. Het beroep van schrijver

De opleiding was zwaar. Vanaf de leeftijd van negen moest je ongeveer 5 jaar
oefenen. Dit was hard omdat de leerlingen kinderen van hun leeftijd zagen spelen
in de velden.
De schrijver stond aan de top van de maatschappij, hij kon het ver schoppen en hij
kon rekenen op gezag, vrijstelling van belastingen en dienstplicht en
onsterfelijkheid door zijn geschriften.

Bestudeer onderstaande raadgevingen van een vader aan zijn zoon:

Het beroep van schrijver is het mooiste ter wereld. Zelfs als kind wordt hij gegroet. Hij is zijn
eigen baas. Geen enkele schrijver heeft voedsel of goederen te kort.
De smid zijn vingers zijn als krokodillenhuid en hij stinkt erger dan viseieren. De kleren van
de pottenbakker hangen in flarden om zijn lijf en zijn besmeurd met klei. De schoenlapper
moet bedelen om klanten en hij leeft tussen stinkende huiden die hij voor zijn vak nodig heeft.
De wasbaas zit elke dag aan de oever van de rivier waar de krokodillen op hem loeren...
Cheti, een schrijver (ca. 2100 v.C.)

- Welke andere beroepen worden vermeld? Duid aan met fluo.


- Wat zijn de voordelen van schrijver zijn? Onderstreep met groen.
- Wat zijn de nadelen van de andere beroepen? Onderstreep met rood.
- Is dit een objectieve of een subjectieve bron? Verklaar.

21
22
23

You might also like