You are on page 1of 2

Woordenlijst bij Nederlands op niveau

(Werk)woorden met prepositie


uit de frequentieklasse 3000–4000

A O
aandringen op onderbrengen bij/in
aangewezen zijn op onderhandelingen voeren met
aanspraak maken op zich ontdoen van
achterblijven bij oordelen over
afkomen op opdragen aan
afstemmen op/met opkijken naar/van
zich afzetten tegen opmaken uit
akkoord gaan met overeenkomen met
overhandigen aan
B
baat hebben bij P
belasten met pleiten voor
beschuldigen van prikkelen tot
profiteren van
C putten uit
combineren met samenwerken met
schelden op/over
G smijten met/naar
gepaard gaan met stammen uit
stilstaan bij
H strijden met/tegen
een hekel hebben aan struikelen over

I T
interesse hebben in/voor terugbrengen naar/tot
zich inzetten voor toekomen aan
een toelichting geven op
L toeschrijven aan
likken aan toevertrouwen aan
toezicht houden op
M
medelijden hebben met U
medewerking verlenen aan uitkijken naar
meedoen aan/met uitlopen op
meegaan (met)
V
N verdenken van
neerkomen op verdrietig zijn over
neigen tot zich verheugen op

1 van 2
Woordenlijst bij Nederlands op niveau

verleiden tot W
verlossen van waken voor
vermoeien met wenken naar
zich verontschuldigen voor wijten aan
verschuiven naar worstelen met
vertrouwd zijn met
vervallen tot
volstaan met
voortvloeien uit
vrijen met

2 van 2

You might also like