Professional Documents
Culture Documents
WikiWoordenboek
A - B - C - D - E - F - G - H - I - J - K - L - M - N - O - P - Q - R - S - T - U - V - W - X - Y
- Z
Nederlands
A
aandacht vestigen op
aandeel hebben in
aandringen op
aanleiding geven tot
in aanmerking komen voor
aanmerking maken op
(zich) aanpassen aan
zich aansluiten bij
aanspraak maken op
aansprakelijk zijn voor
aanzet geven tot
aanzetten tot
aanzitten aan
abonneren op
acht slaan op
afbrengen van
afgaan op
afgeven op
afhangen van
afhankelijk zijn van
afhelpen van
afkomen op
afleiden uit
afrekenen met
afstammen van
afstand doen van
afzien van
akkoord gaan met
antwoorden op
attent zijn op
B
bang zijn van
bang zijn voor
baseren op
beantwoorden aan
bedacht zijn op
(zich) bedienen van
begerig zijn naar
begiftigd zijn met
beginnen aan
beginnen met
behoefte hebben aan
behoren bij
behoren tot
bekend zijn met
(zich) bekommeren om
belangstelling hebben voor
(zich) bemoeien met
benieuwd zijn naar
berusten in
besluiten tot
bestaan uit
bestand zijn tegen
bestemd zijn voor
betrappen op
betrokken zijn bij
beveiligen tegen
bevreesd zijn voor
bevriend zijn met
bevrijden van
bewegen tot
bewust zijn van
bezeten zijn van
bezig zijn met
in het bezit zijn van
bezorgd zijn over
bezorgd zijn om
bezuinigen op
bidden tot
bijdragen tot
blij zijn met
boos zijn op
breken met
C
commentaar hebben op
commentaar leveren op
condoleren met
concluderen uit
confronteren met
D
danken voor
dankbaar zijn voor
deelnemen aan
deelneming betuigen met
delen in
delen door
denken aan
denken om
denken over
dienen tot
dol zijn op
dwepen met
dwingen tot
E
(het) eens zijn met
eindigen met
eindigen op
eindigen om
(zich) ergeren aan
ervaren zijn in
ervaring hebben met
F
feliciteren met
focussen op
G
gebrand zijn op
gebrek hebben aan
gebruik maken van
gebukt gaan onder
gediend zijn van
geïnteresseerd zijn in
gek zijn op
gek zijn van
geloven in
gelukkig zijn met
gelukkig zijn van
gemunt hebben op
genieten van
geschikt zijn voor
geven aan
geven om
gevolgd worden door
gewend zijn aan
gewoon zijn aan
gluren naar
grenzen aan
goed zijn in
gokken op
grenzen aan
H
handig zijn in
handig zijn met
haperen aan
hechten aan
hekel hebben aan
herinneren aan
op de hoogte stellen van
op de hoogte zijn van
hopen op
(zich) houden aan
houden van
huilen om
hunkeren naar
I
informeren naar
ingaan op
(zich) inlaten met
zich inleven in
instaan voor
intekenen op
interesse hebben voor
invloed hebben op
K
kampen met
kans hebben op
kennismaken met
kijken naar
kijk hebben op
klagen over
kritiek hebben op
kwaad zijn op
kennen van
krijgen van
L
lachen met
lachen om
(zich) lenen voor
leren van
letten op
lijden aan
lijden onder
lijken op
luisteren naar
leven van
letten op
liggen aan
M
mankeren aan
meedingen naar
meedoen met
medelijden hebben met
medeplichtig zijn aan
mikken op
N
(zich) neerleggen bij
neigen naar
nieuwsgierig zijn naar
noodzaken tot
O
onderdoen voor
onderhandelen over
onderwerpen aan
ongerust zijn over
onkundig zijn van
ontbreken aan
ontdoen van
ontfermen over
ontkomen aan
ontlenen aan
ontsnappen aan
ontstaan uit
(zich) onttrekken aan
onverschillig zijn voor
(zich) opdringen aan
opgaan in
opgewassen zijn tegen
opheffen van
ophouden met
opkomen voor
opmaken uit
opwegen tegen
opzien tegen
overgaan in
overgaan op
overgaan tot
overhalen om
overhand hebben op
overtuigd zijn van
overtuigen van
overwinning behalen op
P
passen bij
passen op
plezier hebben in
plezier hebben van
pochen op
(een) poging doen om
(een) poging doen tot
prat gaan op
profiteren van
praten over
Q
R
raden naar
reageren op
recht hebben op
redden van
rekenen op
rekening houden met
(zich) rekenschap geven van
(zich) richten tot
rijk zijn aan
ruiken naar
S
(zich) schamen over
(zich) schamen voor
scheiden van
schelden op
schelen aan
schelen in
schieten op
in zijn schik zijn met
schrikken van
slaan op
slagen in
slagen voor
slecht zijn in
smachten naar
smaken naar
smeken om
snakken naar
solliciteren naar
specialiseren in
spijt hebben van
spotten met
in staat zijn tot
staren naar
steekt in
stemmen op
sterven aan
steunen op
stikken in
stoppen met
(zich) storten op
streven naar
strijden tegen
strijden voor
strijdig zijn met
in strijd zijn met
T
tegengesteld zijn aan
teleurgesteld zijn in
terugkomen op
tevreden zijn met
tevreden zijn over
toelaten tot
toeleggen op
toevoegen aan
toezien op
trakteren op
trek hebben in
treuren om
trots zijn op
trouw zijn aan
trouwen met
twijfelen aan
U
uitbarsten in
uitgaan van
uitgeven voor
uitkijken naar
uitkijken op
uitkijken voor
uitkomen op
uitleven op
uitlopen op
uitzien naar
V
vatbaar zijn voor
vechten met
vechten tegen
verantwoordelijk zijn voor
verdacht zijn op
verdenken van
zich verdiepen in
verdriet hebben om
vergelijken met
(zich) vergissen in
(zich) verheugen in
(zich) verheugen op
(zich) verhouden tot
(zich) verkijken op
verlangen naar
verleiden tot
verlegen zitten om
verliefd zijn op
verliezen van
verlossen van
veroordelen tot
verontrust zijn over
verrast door
verschillen van
verslaafd zijn aan
verstand hebben van
versteld staan van
verstoken zijn van
vertrouwen stellen in
vertrouwen op
vervreemden van
vervreemd zijn van
vervuld zijn van
verwijzen naar
verzoeken om
(zich) verzoenen met
verzot zijn op
vluchten voor
voelen voor
voldoen aan
volharden in
volstaan met
voorafgaan aan
voorbereiden op
voorkeur geven aan
voorkeur hebben voor
voorsprong hebben op
voortgaan met
voortkomen uit
voortvloeien uit
vooruitlopen op
voorzien in
voorzien van
vragen naar
vragen om
vragen over
vrijspreken van
vrijstellen van
verhuizen naar
W
waarschuwen voor
wachten op
(zich) wagen aan
waken over
walgen van
wanhopen aan
wedden om
wedden op
wemelen van
wenden tot
wennen aan
(zich) werpen op
(zich) wijden aan
wijken voor
wijten aan
wijzen naar
wijzen op
worstelen met
X
Y
Z
zeker zijn van
zin hebben in
zinnen op
zoeken naar
zorgen voor
zorgen maken over
zuiveren van
zweren bij
zwichten voor
Privacy
Desktopweergave