gérondif

door te hebben en ayant

door te zijn en étant
door te dansen en dansant
door te duwen en poussant
door te kijken en regardant
door te ontmoeten en rencontrant
door te sluiten en fermant
door te spreken en parlant
door te vertellen en racontant
door te luisteren en écoutant
door te werken en travaillant
door te zoeken en cherchant
door te stichten en fondant
door te ontslaan en licenciant
door te argumenteren en argumentant
door te vinden en trouvant
door te verhogen en augmentant
door te verlagen, te verminderen, te en baissant ; en diminuant
laten dalen
door aan te werven, door in dienst te en embauchant ; en engageant
nemen
door te schreeuwen, door te roepen en criant ; en appelant
door te herhalen (een tweede keer en révisant
leren), bij het herhalen (een tweede keer
leren)
door me te vergissen en me trompant
door je te vergissen en te trompant
door zich te vergissen en se trompant
door ons te vergissen en nous trompant
door u te vergissen en vous trompant

door me te haasten en me dépêchant

door je te haasten en te dépêchant
door zich te haasten en se dépêchant
door ons te haasten en nous dépêchant
door u te haasten en vous dépêchant

door te (be)eindigen en finissant ; en terminant

door te kiezen en choisissant
door te vermageren en maigrissant
door te verdikken en grossissant
door (in) te vullen, bij het invullen en remplissant
door na te denken en réfléchissant
door te slagen en réussissant
door te vertrekken, bij het vertrekken en partant ; en s'en allant
door te bedienen, bij het bedienen en servant
door te slapen, al slapend en dormant
door naar buiten te gaan, bij het en sortant
buitengaan
door te liegen en mentant
door te voelen, bij het voelen en sentant

door te krijgen en recevant

door te moeten en devant

door te antwoorden en répondant

door te horen, bij het horen en entendant
door te beweren en prétendant
door terug te geven en rendant
door me te begeven en me rendant
door je te begeven en te rendant
door zich te begeven en se rendant
door ons te begeven en nous rendant
door u te begeven en vous rendant
door te verdedigen en défendant
door te verkopen en vendant
door te verliezen en perdant
door te verwarren en confondant
door naar beneden te gaan, bij het naar en descendant
beneden gaan
door zich te ontspannen en se détendant
door u te ontspannen en vous détendant

door af te drogen en essuyant

door te betalen en payant
door te reinigen en nettoyant
door te versturen en envoyant
door te beginnen, bij het beginnen en commençant
door te eten en mangeant
door te beschermen en protégeant
door te herhalen (een tweede keer en répétant
zeggen)
door te hopen, hopend en espérant ; espérant
door te wegen, bij het wegen en pesant
door op te staan, bij het opstaan en se levant ; en me levant ; en te
levant ; en nous levant ; en vous
levant
door te kopen en achetant
door te werpen en jetant
door te gaan en allant

door te (be)dekken en couvrant

door te openen, bij het openen en ouvrant
door te schenken, bij het schenken en offrant
door te ontdekken, bij het ontdekken en découvrant
door te lijden, bij het lijden en souffrant
door vast te houden en tenant
door te onthouden en retenant
door te komen en venant
door te verkrijgen en obtenant
door te ontvangen en accueillant
door te sterven en mourant
door te lopen, al lopend en courant

door te weten en sachant

door te willen en voulant
door te zien, bij het zien en voyant

door te vrezen en craignant

door te klagen en me plaignant ; en te plaignant; en
se plaignant; en nous plaignant; en
vous plaignant
door te doven en éteignant
door te nemen, bij het nemen en prenant
door te begrijpen en comprenant
door te zetten en mettant
door te beloven en promettant
door toe te laten en permettant
door op te lossen en résolvant ; en solutionnant
door te drinken, bij het drinken en buvant
door te produceren en produisant
door te vertalen en traduisant
door te bouwen, bij het bouwen en construisant; en bâtissant
door te zwijgen en me taisant ; en te taisant; en se
taisant ; en nous taisant; en vous
taisant
door te zeggen en disant
door te verbieden en interdisant
door te lezen en lisant
door te lachen, bij het lachen en riant
door te leven en vivant
door te doen en faisant
door te geloven en croyant ; en pensant
door te kennen en connaissant
door te schrijven en écrivant
door te overtuigen en convainquant
door te volgen en suivant
door te besluiten en concluant