You are on page 1of 23

behaalt : Obtenir

Zoiets : Quelque chose comme

Evenwicht : Équilibre
In staat zijn : Être en état, être en mesure
Sterktes : Forces Verlangens : Désirs
Zwakheden : Faiblesses
Boos : Fâché
In functie van anderen mensen
Bedoelingen : Intentions
Behandelen : Traiter

Gebruik maken van : Faire usage de


Onthouden : Retenir
Het verdrag: Le traité
Het gedrag : Le comportement
Het bedrag : Le montant
bedragen

gedrag Voorbeeldfunctie : Fonction d’exemple


verdrag
Tot stand komen : Être établi, élaboré
Bedoeling : L’intention
Doelstelling : L’objectif
doelstellingen
Versterken : Le renforcement
Op touw zeggen : Mettre sur pied
bedoeling

Zekerheid : La certitude, sécurité


Veiligheid : La sécurité (danger)
veiligheid

zekerheid

Imago : Image de marque


Beeld : Image de quelqu’un (impression)
Opstapelen : Empiler, entasser
imago Oplopen : Encourir

beeld

Beleid : La stratégie qu’on mène. La gestion de…


Politiek : La politique
politiek

beleid

Betrekken : Impliquer
Betreffen : Concerner Bijeenroepen : Convoquer Spoedvergadering : Réunion d’urgence

betreffen

betrokken

Trouwen : Épouser
Vertrouwen : Faire confiance
vertrouwd

trouwen

De Raad van Europa : Le conseil d’Europe


Een gelijke vertegenwoordiging : Représentation égale
Afgehandeld : Cloturé
Terminer Conclure Négocier Entretenir Collaborer Récupérer

Déclarer - Désigner Prévoir


riep

uit.
voorziet

onderhoudt

afgerond

Onderhandelt

sloot

af
Onmisbare : Indispensable
woelig : Houleux
stabile

Zorgen : Soins Een toename : Une augmentation Aangezien : Vu que


Kraakt in haar voeren : Commence à déborder Tegenover : Par rapport à Belanden : Attérir
Beschikbaar : Disponible Opnames : Admissions
Gevreesd wordt : On craint que…
Tot nu toe : Jusqu’à maintenant
Bezet : Complets, occupés Uittekenen : Dessiner, élaborer
De toestroom : L’affluence Leiden : Mener
Houden aan : Persister Door : Dû à
Terwijl : Pendant que ou tandis que Tel : Compte
Onbeschikbaar : Non disponible Blijven : Continuer - Rester
Personeelsuitval : Chute des membres du personnel (absents) De drempel : Le seuil
Besmetting : Contaminations Overschrijven : Dépasser
Uitleggen : Expliquer
Lijken : Sembler
In zicht : En vue Het hoofd : Le chef
Toch : Quand même
Reproductiegetal : Coefficient de reproduction Staat niet in steen gebeiteld : N’est pas gravé dans la pierre
De waarde : La valeur
Lichtpunt : Point de lumière
Wijsen op : Indiquer Derdepikcampagne : La campagne de la troisième dose
Lichte groei : Une légère croissance Dreef : Entamé
Pas als : Seulement quand Leeftijdsgroep: Catégorie d’âge
Krimpen : Rétrécir Maatregelen : Mesures
Het geval : Le cas Ze maken deel uit van : Ils font partie de
Afdelingen : Départements Alsmaar kleiner : De moins en moins
Heel : Entier/Entière Bereiken : Atteindre
BSO: Beroeps secondair
onderwijs
Enseignement professionnel

ASO : Algemeen secondair onderwijs : Secondaire général Lagere opleiding : In voege gaan : Entré en vigueur
Verklaringen : Explications Pas : Seulement
Stak - opsteken : Allumer Aangestuurd : Provoqué Formation plus basse
Kwetsbare : Vulnérable Het gedrag : Le comportement
Minstens : Au moins Blijken : S’avérer Voorstander : Partisans
Bundel : Rassembler Doorgeven : Transmettre Ontraden : Déconseiller
Gokken : Pari Afhelpen : Aider à laisser tomber Accijnsaanpassing : Adaptation des accises
Gebruik : Utilisation Inzetten op : Miser sur Goedkoop : Bon marché Toegang : Accès
Tijdspanne : Période Even : Un instant Meen : Estimer
Een duik : Une plongée Merken : Remarquer Laagdrempelige : Accès facile
Verminderen : Diminuer
Flinke : Forte
Gemiddeld : En moyenne
Terwijl : Alors que
Per onderwijsvorm : Par forme d’enseignement
Vergeleken met : Comparé à
Verschijnen : Apparaître Er de brui aan geven : Abandonner
Ondanks : Malgré Sindsdien : Depuis lors Zorgwekkend : Inquiétant Herval : Rechute
Slikken : Avaler Zakken : Descendre Zorgen voor : Causer Inzetten op : Miser sur
Dat blijkt uit : Ca ressort de/ d’après Voorschrijven : Prescrire Bijwerkingen : Effets secondaires Daarnaast : À part ça
Onafhankelijke : Indépendant Toeschrijven : Attribuer Angststoornissen : Des troubles Al : Même si
Opmerken : Remarquer Daling : Diminution d’angoisse Meteen - Dadelijk -
Hoewel : Bien que Aantal : Nombre Gedeeltelijk : Partiel Onmiddellijk : Immédiatement
Aantonen : Démontrer Deels : Partiellement Aangesloten : Affilié
Doormaken : Traverser Stijgende : Croissant Kortsondig : Brièvement
Grijpen : S’agripper/prendre Afgelopen : Écoulé/Passé
Leden : Membres De gevolgen : Les conséquences
Tonen : Montrer
Aantonen : Démontrer
Aanbevelen : Recommandé

You might also like