Liste de vocabulaire

UNITÉ 2 : PRÉSENTER UNE ENTREPRISE

L'entreprise
la dénomination sociale de offciële naam van een bedrijf
de officiële naam van een bedrijf
la raison sociale (personenvennootschappen)
la forme juridique de rechtsvorm
un dirigeant een bedrijfsleider
diriger une entreprise leiden
un fondateur een oprichter
fondateur, fondatrice stichtend
fonder une entreprise een bedrijf oprichten
le secteur d'activité de sector
le chiffre d'affaires de omzet
une société een bedrijf, een vennootschap
une société d'investissement een investeringsmaatschappij
un fonds d'investissement een investeringsfonds
investir investeren
un(e) actionnaire een aandeelhouder
une agence de presse een persagentschap
financier, financière financieel
valoriser à waarde toekennen van
un groupe een groep, concern
un groupe de luxe een groep gespecialiseerd in luxeproducten
un fabricant een fabrikant
fabriquer fabriceren, vervaardigen
des chaussures (f) schoenen
des sandales (f) sandales
une paire (de sandales) een paar (sandalen)
une semelle een (schoen)zool
concevoir ontwerpen
la gérance de zaakvoering
gérer beheren, managen
une réorganisation een herorganisatie, reorganisatie
réorganiser herorganiseren, reorganiseren
conquérir (de nouveaux marchés) (nieuwe markten) veroveren
remettre de l'ordre de orde herstellen
compter tellen
s'appuyer sur zich baseren op
le credo de overtuiging, de principes
des matériaux naturels (m) natuurlijke materialen
séduire verleiden
le milieu de mode de modewereld
écouler van de hand doen, verkopen
la diversification de (product)differentiatie

1
diversifier differentiëren, verscheidenheid brengen
les produits cosmétiques de cosmetica(producten)
produire produceren
des biens (m) goederen
des services (m) diensten
un exercice hier: een boekjaar
une participation een (winst)deling
en échange de in ruil voor
détenir (in handen) hebben
une action een aandeel
créer oprichten
appartenir toebehoren
attirer aantrekken
le siège (social) de (hoofd)zetel
atteindre bereiken
un collaborateur een medewerker
un géant een gigant, groot bedrijf
une multinationale een multinational
un impôt een belasting
une petite et/ou moyenne entreprise (PME) een kmo
un président-directeur général (PDG) een CEO
une société anonyme (SA) een nv
een besloten vennootschap (met beperkte
une société à responsabilité limitée (SRL) (B) aansprakelijkheid) (bv)
une société à responsabilité limitée (SARL) een besloten vennootschap (met beperkte
(FR) aansprakelijkheid) (bv)
la taxe à la valeur ajoutée (TVA) de btw
être situé gelegen zijn
être implanté gevestigd zijn
la cible de doelgroep
le public cible het doelpubliek
s'adresser à zich wenden tot
se composer de bestaan uit
l'effectif (m) het personeelsbestand
employer tewerkstellen
réaliser (un chiffre d'affaires) (een omzet)realiseren, boeken
une perte een verlies
un bénéfice een winst
le pouvoir d’achat De koopkracht
s'élever à bedragen
être de bedragen
passer de … à … gaan van … naar …
augmenter de stijgen met
diminuer de dalen met
Les secteurs de l'économie
le secteur primaire de primaire sector
exploiter ontginnen, exploiteren

2
les ressources naturelles (f pl) de natuurlijke hulpbronnen/ rijkdommen
l'agriculture de landbouw
les conditions climatiques (f pl) de klimatologische omstandigheden
les céréales (f pl) de graangewassen
la culture de teelt, kweek
la vigne de wijnstok
l'élevage de veeteelt
laitier, laitière melk-, zuivel-
le rendement het rendement, opbrengst
un excédent een overschot
causer veroorzaken
la surproduction de overproductie
la forêt het bos, de bosbouw
la menuiserie de houtbewerkerij
la pêche de visserij
artisanal,e ambachtelijk
un marin-pêcheur een zeevisser
les richesses (f pl) du sous-sol de bodemschatten
abondant, abondante overvloedig
une mine een mijn
le charbon de steenkool
une région minière een mijnstreek
l'industrie lourde de zware industrie
se reconvertir zich aanpassen, overschakelen
le secteur secondaire de secundaire/ industriële sector
un artisan, une artisane een ambachtsman
une entreprise moyenne een middelgrootbedrijf
une société anonyme (SA) een naamloze vennootschap (nv)
een besloten vennootschap (met beperkte
une société à responsabilité limitée (S.A.R.L.) aansprakelijkheid) (bv)
een besloten vennootschap (met beperkte
une société à responsabilité limitée (S.R.L.) aansprakelijkheid) (bv)
une multinationale een multinational
la transformation de verwerking
les matières premières (f pl) de grondstoffen
les biens (m pl) d'équipement de kapitaalgoederen
les biens (m pl) de consommation de consumptiegoederen, verbruiksgoederen
le commerce extérieur de buitenlandse handel
l'industrialisation de industrialisering
une source d'énergie een energiebron
une implantation een vestiging
une zone portuaire een havengebied
un oléoduc een oliepijpleiding
un gazoduc een gaspijpleiding
une centrale électrique een elektriciteitscentrale
un robot een robot
un ouvrier, une ouvrière een arbeider

3
la main-d'oeuvre de arbeidskrachten
qualifié, e gekwalificeerd, geschoold
la formation professionnelle de beroepsopleiding
la mise à jour het actualiseren, het updaten
l'industrie de base de basisindustrie
la métallurgie de metaalnijverheid
la sidérurgie de staalindustrie
une restructuration een herstructurering, reorganisatie
une compression de personnel een personeelsinkrimping
l'industrie de transformation de verwerkende industrie, de veredelingsindustrie
la construction automobile de auto-industrie
l'électroménager de industrie van elektrische huishoudapparatuur
abaisser doen dalen, verlagen
les coûts de fabrication de fabricagekosten
le bâtiment et les travaux publics (B.T.P.) de sector openbare gebouwen en werken
une fluctuation een fluctuatie, schommeling
les pouvoirs publics de overheid
une branche een tak, branche
l'expansion de uitbreiding, groei
un engrais een mest(stof)
une matière plastique een kunststof, plastic
un excédent à l'exportation een exportoverschot
traiter behandelen, bewerken
un aliment een voedingsmiddel
un produit laitier een zuivelproduct
l'industrie de pointe de spitsindustrie, topindustrie
la haute technologie de hightech(nologie)
une position dominante een overheersende/ zeer belangrijke positie
aéronautique luchtvaarttechnisch, vliegtuigbouw-
spatial, e ruimte(vaart)-
le secteur tertiaire de tertiaire/ dienstverlenende sector
(non) marchand (niet) verhandelbaar, (non-)profit-
une assurance een verzekering
une profession libérale een vrij beroep
la distribution de distributie, levering
la vente par correspondance de postorderverkoop
le libre-service de self-service, zelfbediening
évoluer zich ontwikkelen
un supermarché een supermarkt
un hypermarché een hypermarkt
casser les prix de prijzen breken
un petit commerçant een kleine middenstander
une galerie marchande een winkelpromenade
un centre commercial een winkelcentrum, winkelcomplex
un grand magasin een warenhuis
Action/situation présente

4
en ce moment op dit moment
actuellement tegenwoordig, op het ogenblik
de nos jours tegenwoordig
à l’heure actuelle tegenwoordig, vandaag de dag
d’habitude gewoonlijk
généralement in/over het algemeen