You are on page 1of 52

A.

Algemene bepalingen verkeerswetgeving


B. Bepalingen rijbevoegdheid en rijbewijzen

1. Met rijbewijs B mag je: auto + bromfiets en brommobiel besturen


2. Met rijbewijs B mag je 8passagiers + jezelf vervoeren (9 totaal).
3. Rijbewijs is 10 jaar geldig dus NIET onbeperkt
4. Rijden met kopie van rijbewijs of kentekenbewijs is altijd verboden, moet goed leesbaar
zijn
5. Rijontzegging wordt opgelegd door de officier van je justitie (op dat moment mag je
alleen fietsen
6. Rijverbod wordt opgelegd door de politie (dan mag je Geen voertuigen besturen)alleen
lopen
7. Minimumleeftijd om te beginnen met leren rijden 16 jaar
8. Haal je je rijbewijs op 17 jaar dan ben je 7 jaar lang een beginnende bestuurder
9. Haal je je rijbewijs op 18 jaar of ouder dan ben je 5 jaar lang een Beginnende bestuurder
10. De auto moet verzekerd zijn
a WA = verplicht (vergoedt alleen de schade van de tegenpartij)
b All-risk = alle risico (vergoedt eigen schade en van de tegenpartij)
c WA+Casco = alle risico (vergoedt eigen schade en van de tegenpartij)
11. De verantwoordelijkheid ligt altijd aan de bestuurder en de eigenaar van de auto
C. Inrichting, belading en slepen van voertuigen
1. Maximumlengte van personenauto = 12 meter
a. Welke aanhangwagens mag je besturen met je rijbewijs B?
b. Sommige aanhangwagens
c. Max hoogte incl. Lading is 4 meter
d. Het trekken van een beladen aanhangwagen heeft invloed op verlichting en
brandstof van uw auto.
2. Onder de 750 kilo (wit kenteken)
a. Aanhangwagens zwaarder dan 750 kilo?
b. Moet een eigen kenteken hebben (gele kenteken)
3. Als de lading langer dan een meter uitsteekt
a. Moet u een markeringsbord hebben (geen rode bord/vlaggen).
b. De lading aan de zijkant mag maximaal 20 cm uitsteken
c. De lading mag niet aan de voorkant uitsteken
d. De lading moet zodanig zijn vastgezet, dat deze bij plotseling remmen op ze plaats
blijft
e. Losse lading zoals puin, bladeren en zand moeten voorzien zijn van een net
f. Vaste lading zoals koelkast, stam van een boom dien je vast te binden
4. Het trekken van een beladen aanhangwagen heeft invloed op verlichting van uw auto .
D. Techniek, onderhoud en controle van voertuigen

1. Dieselauto
a. Na 3e jaar voor het eerste keer APK gekeurd worden
b. Na 3 jaar elke jaar APK keuren
2. Benzine/ elektrische
a. Na 4e jaar voor het eerste keer APK gekeurd worden
b. Na 4 jaar 2 keer 2 jaar pas APK keuren
3. Banden controleren voor aanvang van de rit
a. Het profiel van de banden moet minimaal 1,6 mm zijn (mag niet minder zijn)
b. Belangrijkste functie van het banden profiel is het snel afvoeren van water
c. Ventieldop (groen) daar zit stikstof in (kan beter tegen warmte en loopt langzamer
leeg)
4. Winterband
a. Advies 4 mm (winterband is niet verplicht)
b. Te herkennen aan
c. Advies om te gebruiken is bij temperatuur onder 7 graden
d. Bij hoge temperatuur (hoger dan 7c) langer remweg
5. Bandenspanning
a. Laag Bandenspanning = meer brandstof rijdt niet lekker en slijt sneller
b. Hoog Bandenspanning = minder grip op de weg
c. Controle bandenspanning voor aanvang van de rit
d. Controle moet regelmatig (1keer in de 2 maanden )
6. Kenteken moet Goed leesbaar zijn
a. Op het kentekenbewijs vind je maximumgewicht dat je mag trekken

E. Gebruik gordels en helmen; zitplaats passagiers

1. Gordel is verplicht
a Voor en achterin
b Voor alle inzittende
c Strak over het lichaam en moet vast
d Vanaf 1.35m mag een kind een autogordel gebruiken (driepunt gordel)
e Een zwangere bestuurder moet een autogordel gebruiken (driepunt gordel)
f Vanaf 12 jaar is het kind Verantwoordelijk voor het dragen van de gordel
g Autogordel mag niet los worden gemaakt zolang je in de auto zit
h Niet meer personen vervoeren dan aantal gordels
2. Hoofdsteun
a. Voor alle inzittende belangrijk (Niet alleen Voor Bestuurder)
b. Moet gelijk zijn aan de bovenkant van het hoofd
c. Zo klein mogelijk ruimte tussen het hoofd en de hoofdsteun
3. Zitting verhoging gebruiken als een deel van de autogordel tegen de hals van het kind gaat
F. Milieubewust en energiezuinig rijden
1. Toerental bepaalt de Schakelmoment
a Tussen 2000 – 2500 toeren schakel je het beste
b Lage toeren verbruik je minder brandstof
c Hoge toeren verbruik je meer brandstof
d Schakelen beter bij een hoger versnelling
e Lage versnelling verbruik je meer brandstof
f Hoge versnelling verbruik je minder brandstof
2. Brandstof kan worden verminderd door cruise control te gebruiken
3. Brandstof kan worden verminderd door de juiste bandenspanning
4. Rijden met skybox verbruikt meer brandstof omdat je auto zwaarder wordt en wind tegen krijgt.
5. Rijden met open ramen verbruikt meer brandstof.

G. Risico's in verband met de toestand van de bestuurder


1. Medicijnen
a Geel sticker = Dit geneesmiddel kan de rijvaardigheid beïnvloeden.
b Een RODE = Bij gebruik van dit geneesmiddel Geen voertuigen besturen (strafbaar)
c Informatie/bijwerking staat in de bijsluiter

2. Gebruik van drugs/alcohol verlaagt je reactievermogen


a Binnen 5 jaar rijervaring 0.2%o
b Langer dan 5 jaar rijervaring 0.5 %o
c 1 glas bier duurt 1.5 uur in je bloed
d Niets helpt alcohol uit je bloed
e Jenever heeft evenveel alcohol als glas bier
f Elke hoeveelheid kan de rijvaardigheid beïnvloeden
g Ambtenaren mogen jou controleren
h Bij alcohol gebruik ben je niet verzekerd
i Maximaal gevangenisstraf is 6 maanden
j Blaastest mag niet worden geweigerd, weigeren is een misdrijf
3. Drugs
a Alle drugs hebben invloed op de rijvaardigheid
b Rijden met drugs is een misdrijf

J. Risico's in verband met de aanwezigheid en het gedrag van ander


verkeer
1. Vrachtauto
a. Ruimte geven (ook bij kruispunten)
b. Achter de vrachtauto invoegen
c. Groot verkeer gaat voor bij versmallingen die niet geregeld zijn door borden
2. Motor
a. Niet goed zichtbaar (hoor je vaak wel maar ziet hem te laat)
b. Bij File ruimte geven (tussen de auto’s)
3. Bus
a. Alleen Binnen de bebouwde kom bij een bushalte voor laten gaan
b. Alle auto bussen
4. Brommobiel kom je tegen.
a. Binnen en buiten de bebouwde kom
5. Als jij wordt ingehaald of een tegenligger haalt in
a. Beter je snelheid verminderen
6. Volgafstand 2 seconde (ruimte tussen de voertuigen)
a. Voorbeeld snelheid 100km per uur (100/2+5= 55 meter)
7. Reactietijd is 1 seconde (reactie van de bestuurder)
8. Centrifugale kracht = de draai van de motor wordt groter bij hoger snelheid
9. Anticiperen = ver vooruitkijken
10. Bestuurders mogen tijdens het rijden geen mobil vasthouden
a. Niet bellen
b. Geen bericht lezen/ versturen

L. Handelen bij ongevallen en pech onderweg


1. De Mens is verantwoordelijk voor de ongevallen
2. Vluchtstrook alleen bij nood:
a Zorg altijd voor je eigenveiligheid
b Plaats van het ongeval beveiligen (gevaardriehoek)
c Waarschuw overig verkeer
d Verleen alleen de NOODZAKKELIJKE eerste hulp
e Noodnummer 112
f Gevaardriehoek op 30m afstand plaatsen of waarschuwingslichten

3. Leder betrokken bij een ongeval


a Mag de plaats van het ongeval niet verlaten
b Moeten zich legitimeren
4. Bij blikschade rij je verder naar een parkeer plaats
5. Bij pech plaats de auto op de vluchtstrook of in de berm
6. Plaats voor de bestuurder en passagier is achter de vangrail
7. De auto niet verplaatsen bij een ongeval, waar gewonden zijn betrokken
8. Je mag niet aan het slachtoffer aan komen die pijn heeft
9. Bloeding
a Laat het slachtoffer liggen
b Breng het gewonde lichaamsdeel zo veel mogelijk omhoog
c Druk onmiddellijk recht op de wond
d Steekt er iets uit de wond niet verwijderen
e Gebruik handschoenen, verband of een schone kledingstuk (doek)
10. Auto te water
a Blijf kalm
b Probeer meteen de auto te verlaten
c Zet alle lichten aan
d Eerst je zelf redden dan passagiers
e Kinderen neem je mee op schoot

Veiligheidshamer
Plaatsen rechts naast de stoel van de bestuurder
De zijruit inslaan in de hoek

Gordel mee afsnijden

M. Voor laten gaan op kruispunten


1. Gelijkwaardig kruispunt
a. Bestuurders van rechts gaan voor
b. Rechtdoor gaande verkeer gaat voor afslaande verkeer
c. Korte bocht gaat voor de lange bocht
2. Ongelijkwaardig kruispunt
a. Haaientanden moeten voorrang verlenen
b. Rechtdoor gaande verkeer gaat voor afslaande verkeer
c. Korte bocht gaat voor de lange bocht
O. Voor laten gaan van gehandicapten en voetgangers

1. Zwak verkeer (altijd voorlaten gaan)


a. Voetganger met krukken
b. Voetganger met rollator
c. Voetganger met blinde stok ( wanneer ze aangeven )

P. Voor laten gaan van voorrangsvoertuigen, militaire colonnes,


trams en uitvaartstoeten.
1. Voorrangsvoertuigen
a. Politie
b. Ambulance Met bijzonder signalen
c. Brandweer
d. Bloed vervoer
2. Militaire colonne
a. Eerste voertuig 2 blauwen vlagen
b. Laatste groene vlag
3. Uitvaartstoet
Q. Bijzondere manoeuvres
1.
a. Parkeren
b. Wegrijden
c. Omkeren
d. Achteruitrijden
e. Invoegen/ uitvoegen
f. Van rijstrook wisselen

3. Bij het uitvoeren van bijzonder manoeuvres ben je verplicht


a. Moet van kort duur zijn
b. Geen gevaar of hinder veroorzaken
c. Alle weggebruikers voorrang verlenen

R. Plaats op de weg en voorsorteren

1. Zoveel mogelijk Rechts aan houden


2. Links afslaan, Tegen de AS van de weg voorsorteren
3. Onderbroken lijn (mag je er op voorsorteren)
4. Doorgetrokken lijn (mag je niet gebruiken)
1. Bij file mag een mortorijder tussen de autos door rijden
a. Als de rijbaan bestaat uit meer dan 2 rijstrooken
b. Alleen tussen de 2 meeste linker rijstroken
c. Mag als de snelheid niet meer is dan 45km/u
d. Motor mag niet meer dan 10 km sneller rijden dan de auto’s
2. Gevaar
a. Motor is beperktzichtbaar en snelheidsverschil met de autos vaak te hoog

T : 068 194 04 23 – 020 789 59 28 E-mail : info@atlastheorie.nl W : www.atlastheorie.nl


T. Snelheid

T : 068 194 04 23 – 020 789 59 28 E-mail : info@atlastheorie.nl W : www.atlastheorie.nl


U. Stilstaan en parkeren

1. Stilstaan is:
a. Instappen en uitstappen
b. Laden en lossen
2. Parkeren is:
a. Kaart lezen, bellen, weg vragen …….
V. Tekens en signalen
1. Claxonneren(toeteren) mag alleen bij
dreigend gevaar
2. Verdrijvingvlak mag je niet gebruiken
W. Gebruik van lichten tijdens het rijden
X. Verkeersborden
Y. Uitleg over verkeerslichten en aanwijzingen
Z. verkeerstekens op het wegdek
Uitleg verkeersborden
2
Bij welke bord moet u tegenliggers verwachten? Welke bord gee£ een eenrichtingsweg aan?

A. B. A. B.

3 Welke bord geeft een eenrichtingsweg aan? 4 Bij welke bord is bet verboden
naar links of rechts te gaan ?

A.
tB. C.
t +
A. B.

5 Welke bord geeft een splitsing van 6 Wie moet je bij dit bord voor laten gaan?
de autosnelweg aan ?

A. Alleen bestuurders van


motorvoertuigen op de kruisende weg

B. Alle bestuurders en voetgangers


op de kruisende weg

C. Alle bestuurders op de kruisende weg

A. B. C.

7 Welke baken geeft aan dat u over 160 met


een spoorwegovergang tegenkomt?
8 Als je dit bord tegen komt waar
jou je dan rekening mee ?
A. Overstekende bromfietsers

B. Bromfietser moeten hier het


fiets/bromfietspad op

C. Bromfietsers kunnen hier vanaf het


fiets/bromfiets de rijbaan op rijden
A. B. C.
10
U ziet dit bord langs de kant van de weg, Aan welke markering kunt u zien dat u een
rijdt u hier op een autosnelweg?
vrachtauto zonder aanhangwagen inhaalt ?

7�1 I
- Ja

- Nee A B
11 Wat geeft dit bord aan? 12 Welke voertuigen mogen geen
gebruik m aken van deze rijstrook?
A. Splitsing A. Langer dan 2 meter

B• Einde doorgaande
B. Hoger dan 2 meter
rijbaan C. Breder dan 2 meter

13 Welke bord heeft te maken


met voorrang ?
14
Door sneeuwval is alleen de omtrek van
bet bord zichtbaar, welk bordt geeft aan
dat u voorrang moet verlenen ?
A. Alleen bord A
B. Alleen bord B
C. Bord A en B

A B
A. B. C.

15 Welk Bord geeft de bebouwde 16 Welke bord geeft een gesloten verklaring
kom aan? aan voor alle motorvoertuigen ?

Helmond

A. B. A. B.
17 Wat betekent dit bord? Welk bord geeft een adviessnelheid aan?

A. Einde bebouwde kom


.......... ... .. ..•,•.....
50
...... A.
..::... .:--.. .-:.
Alleen bord A
B. Einde maximumsnelheid
B.
.... .:. .•...
Alleen bord B
C. Het einde van alle door
borden aangegeven
:: ·-:-.-:: km/h C. Bord A en B
verboden A B

19 Welke bord geeft een splitsing aan? 20


Welk bord geeft een steile helling aan?

tttr rttA B A B
21 22 Geeft dit bord een verplichte
rijrichting aan?
Welke bord waarschuwt voor een rotonde?

- Ja

- Nee
A B
Welk bord geeft een verbod om stil te
24
Bij welk bord mag u iemand laten
23 staan ? uitstappen?

p
taxi
A B A B
25 waarmag je niet stil gaan staan ? 26
Hinnen maximaal hoeveel met van een
voetgangersoversteekplaats mag je niet
A. Langs een gele onderbroken streep parkeren?

B. Op een fietsstrook A. 3 Meter

C. Op de rijbaan van een voorrangsweg B. 5 Meter


buiten de bebouwde kom
C. 7Meter

27 28 Wat betekent dit bord?


Ben je verplicht je rijbewijs te inzage
aan een agent te geven wanneer deze ZONE
A. Parkeerschijf zone
daarom vraagt?
- Ja B • Parkeerzone
v ergunninghouders
B max 2h C. Parkeergelegenheid voor het
- Nee onmiddellijk laden en lossen

29 Waar is parkeren op de rijbaan van 30


een voorrangsweg toegestaan?
wat is maximale geldigheidsduur
van een rijbewijs
A. Alleen binnen de
bebouwde kom A. lOjaar
B• Alleen buiten de
B. 15 jaar
bebouwde kom

C. Binnen en buiten de
bebouwde kom
C. Onbeperkt

31 U rij dt met een fotokopie van uw


rijbewijs is dat een geldig document?
32 Je bent 18 jaar en haalt voor eerst een
rijbewijs hoelang ben je een
beginnende bestuurder?
- Ja A. ljaar
B. Sjaar
- Nee C. 7jaar
33 34
U heeft zojuist uw rijbewijs B gehaald, Je rijbevoegdheid is ontzegd, mag je
wat mag u besturen? rijles nemen ?
A. Auto - Ja
B. Auto en bromfiets
- Nee
C. Auto, bromfiets en brommobiel

35 pe politie co�troleert, wat moet


Je dan laten z1en?
36
Je kentekenbewijs is niet goed
leesbaar, mag je aaarmee njden ?
A. Alleen rijbewijs - Ja
B. Alleen kentekenbewijs
C. Rijbewijs en kentekenbewijs - Nee

3 7 Wat kan een WA-verzekering van een 38


motorrijtuig na een ongeval vergoeden? Wie is er strafbaar als er op de weg
een wedstrijd wordt gehouden?
A. Alleen de schade van het eigen
B.
voertuig A. Alleen de bestuurder

C• Alleen de schade van de B. Alleen de eigenaar


tegenpartij
C. De bestuurder en de eigenaar
De schade van het eigen voertuig
en die van de tegenpartij

39 Wat is de maximaal lengte van


depersonen auto?
40 U hebt alleen rijbewijs B, welke
aanhangwagens mag u trekken ?
A. 5 Meter A. Alle aanhangwagen
B. 7 Meter B. Sommige aanhangwagens
C. 12 Meter
C. Geen aanhangwagens
41 Moet de bestuurder van de 42 De lading van uw aanbangwagen
gesleepte auto in bet bezit zijn steekt aan de voorkant uit, mag u
van een geldige rijbewijs? zo gaan rijden ?

- Ja - Ja

- Nee - Nee

43 Wat vanaf welke toegestane maximum 44 U rijdt met te lage bandenspanning,


massa moet een aanbangwagen een wanneer is dat van inv loed op bet
eigen kenteken bebben ? brandstofverbruik?

I 92-HXK ·91 :: Meer dan 750 kg


Meer dan 1500 kg
A.
B.
Alleen bij lage snelheid
Altijd
C. Meer dan 1750 kg
C. Alleen bij hoge snelheid

45 Wat is bet gevolg van te lage


bandenspanning?
46 Wat is bet belangrijkste gevolg
van te boge bandenspanning?

A. Alleen bij een slechter wegligging A. Minder grip op het wegdek

B. Alleen een hogere brandstofverbruik


B. Een hoger brandstofverbruik

C. Een slechtere weg ligging en hoger


C. Meer slijtage aan de buitenkant
brandstofverbruik

47 Je rijdt met te lage bandenspanning


beeft bet invloed op de wegligging?
48 Hoe diep moet de profiel van de
banden minimaal zijn?

- Ja A. 1,6mm
B. 2,6mm

- Nee C. 3,6 mm
49Wat is de minimale profiel diepte die 50
Wanneer moet een personenauto met
voor winterbanden wordt geadviseerd ? een dieselmotor voor de eerste keer
APK worden gekeurd?

A. 2mm A. Voor het einde van het le jaar


B. 3mm B. Voor het einde van het 2e jaar
C. 4mm C. Voor het einde van het 3e jaar

51
Waar is de dodehoek?
52 Wat is bet belangrijkste oorzaak
van aquaplaning?
A. deel 1
A. Snelheid
B. deel 2
B. Spoorvorming
C. deel 3
C. Bandenspanning

53 met
Uw personenauto is voorin uitgerust
twee airbags, op welke zitplaatsen
54
moet de autogordel gedragen worden? Hoe lang moet een kind zijn om gebruik
te mogen maken van de autogordel ?

A. Alleen op de zitplaatsen voorin


A. lm
B. Alleen op de zitplaatsen achterin B. 1,25 m
C. Op de zitplaatsen voor en achter in C. 1,35 m

55 U heeft geen kinderzitje, u wilt een kind van 56 Op welke wijze kunt u brandstof besparen ?
2 jaar oud meenemen, is dit toegestaan?
A. Door altijd alle versnellingen
te blijven gebruiken
A. Nee, <lit is niet toegestaan
B. Door de banden op de
B. Ja, <lat mag altijd juiste spanning te houden
C. Ja, maar alleen als het kind achterin zit C. Door de motor warm te laten
draaien voor het weg rijden
57 U rijdt met extra gewicht in uw 58
auto, waar heeft dit invloed op? Wat is het nadeel van de cruise controle?

A. Langer remweg en meerbrandstofverbruik


A. Brandstofverbruik neemt toe
B • Alleen langer remweg
B• De oplettendheid neemt a£
C. Langer remweg en de reactietijd
wordt langer

59 Hoe kunt u vrandstofgebruik


verminderen ?
60 wanneer wordt brandstofverbruik
hoger?
A. Door de cruisecontrole te gebruiken

B. Door de motor te laten warmdraaien A. Als je veel rijdt met een constante snelheid
C.
voor het wegrijden

Door zolang mogelijk in eenlage


B • Als je veel rijdt met wisselende snelheid
versnelling te blijven rijden

61 wat kan het brandstofverbruik


aanmerkelijk verhogen?
62 Welk effect heeft het roken van
een joint op je reactievermogen?

A. De airco A. Je reactievermogen blijft gelijk


B. De cruise controle B • Je reactievermogen gaat omhoog
C. Navigatie C. Je reactievermogen gaat omlaag

63 U rijdt met medicijnen op die de


rijvaardigheid beinvloe<fen, 64 Kunnen kleine hoeveelheden
alcohol de riivaardigheid
is dat strafbaar? beinvloeden.
- Ja
- Ja
- Nee
- Nee
65 Wat kan de afbraak van alcohol
66 Wanneer neem de vermoeidheid
in je bloed versnellen? toe tijdens bet autorijden

A. Niets A. Aan het begin van de rit


B. Koffie drinken B. Aan het einde van de rit
C. Veel water drinken C. Aan het begin en het einde van de rit

67 Na een aanrijding klaagt de


bestuurder over pijn in zijn nek,
68 U komt als eerst bij een ongeval,
wat doet u als eersfe?
wat is in bet ?

A. De bestuurder in de auto laten zitten A. 112 bellen


B. De bestuurder uit de auto halen en B. Zorgen voor het slachtoffer
plat neerleggen
C. Zorgen voor de eigenveiligheid

69 70U bent betrokken bij een aanri " ding


Moet men na een ongeval de plaats met gewonden, ma� u de slach l offer
van bet ongeval direct beveihgen? wat drinken geven

- Ja - Ja

- Nee - Nee

71 sneeuwen,
U rijdt overdag en bet begint te
wafkunt bet 6este doen?
72 Het begint te sneeuwen, waarmee
moet rekening worden gehouden?
A. Langzamer gaan rijden
A. ABS werkt niet goed meer
B. Mistachterlicht aanzetten
B. De remweg wordt !anger
C. Grootlicht aanzetten zodat
C. De stuurbekrachtiging
tegenligger u eerder kunnen zien
73 isHetdeiskans
twee graden boven nul, waar 74 Op welk wegen is het risico op
ongelukkenltet grootst?
op gladheid door ijsvorming ?

A. Op parkeerplaatsen A. Binnen een erf


B. Op rotondes B. wordt
Wegen waar 50 en 80 km/uur
gereden
C. Op viaducten C. Snelwegen

75 Jong beginnen bestuurders zijn vaker


bij een ongeval betrokken. Wat is de
76 Bij welke temperatuur begint de
werking van de winterbanden ?
belangrijkste reden?

A. Zij onderschatten de risico in het verkeer


A. Bij een temperatuur onder de 0 °C
B. Zij rijden vaker in oude minder
onderhouden auto'sin het verkeer B. Bij een temperatuur onder de 7 °C
C. Zij worden vaak af geleid doorhard
C. Bij een temperatuur onder de 14 °C
muziek in de auto

77 Wat bepaalt de minimale volgafstand


die u moet aanhouden?
78 Wat is de belangrijkste oorzaak van
motorongevallen?

A. De lengte vaan uw voertuig


A. Slecht onderhoud van de motor

B. De weersomstandigheden
B. Slecht waarneembaar bij kruispunten

C.
C.
Voorrangsfouten door motorrijders
Het merk banden dat gemonteerd is

79 Hoe snel moet een motorvoertuig


kunnen en mogen rijden om gebruik te 80 U wilt bier 90 kfuur gaan rijden, mag dat?

kunnen maken van de auto snelweg?

A. 50 km per uur
- Ja
B. 60 km per uur

C. 70 km per uur
- Nee
81 Voor welke maximum snelheid
is deze weg ingericht ?
82 U rijdt hier 30 km/u, mag dat ?

ZONE
A. 60 km per uur
8

- Ja
B. 80 km per uur
C. 100 km per uur - Nee

83 Welke weg is ingericht voor een 84 Op deze weg is het voeren van
verlichting aanbevolen, welke
maximum snelheid van 80
verlichting moet u dan voeren ?

A. A. Grootlicht
B. B. Dimlicht
C. Stadslicht

8[anneer mag je deze licht gebruiken? 86


Wat moet je doen voor dat je een tunnel
A. Allen s 'nachts wanneer je geen inrijdt?
tegemoetkomende verkeer hebt

B. Altijd A. Dimlicht aanzetten


B. Dimlicht uitzetten
C. Alleen wanneer het zicht door
mist minder is dan 50 mete C. Waarschuwingslichten aanzetten

87 richting
U wilt inhalen, wanneer moet u
aangeven?
88 U neemt de tweede afslag, waar
geeft u richting aan naar rechts

A. Voor dat u gaat inhalen A. Bij punt A


B. Als u terug gaat naar uw eigen weg helft
C. Voor dat u gaat inhalen en als u terug gaat B. Bij punt B
naar uw eigen weg helft
89 90 Wat is de kleur van de tijdelijk
Waar mogen geluidssignalen ter afwending markering op het wegdek?
van dreigende gevaar worden gegeven?
A.
A. Alleen binnen de bebouwde kom
B.
Wit

B. Alleen buiten de bebouwde kom


Blauw
C.
C. Binnen en buiten de bebouwde kom
Geel

91 Je krijgt geen voorrang, mag je een 92 Moet je hier rechtdoor rijden?

geluidssignaal geven ?

Ja - Ja

- Nee - Nee

93 Je wilt bij dit bord gaan keren, 94 In welke situatie mag u rechts af?
mag dat?

- Ja A.
B.
- Nee

95 Bij welk bord mag u rechtdoor 96


rijden?

®
Alleen bard A A. Alleen bard A
CV Alleen bard B
Bord A en B
B. Alleen bard B
C. Bord A en B
A B A B
97 welke bord kunt u aantreffen bij een
versmalling van de vluchtstrook?
Wat geeft dit bord aan ?


A. Alleen bordA A. Einde of versmalling van de
vluchtstrook
B. Alleen bordB
B. Einde maximumsnelheid
C. BordA enB
C. Einde van door borden
aangegeven verboden
A B

99
U ziet geen verkeer naderen,
moet u stoppen ? 100 Kunt u bier eerst een bocbt
naar recbts verwacbten ?

- Ja Ja
- Nee - Nee

101 van
Door sneeuwval is alleen de vorm
bet bord zicbtbaar, welke 102 Welk bord beeft te maken met
voorrang?
soort bord is dit?

A. Een waarschuwingsbord A. Alleen bordA


B. Een informatiebord B. Alleen bordB
C. Een voorrangsbord C. BordA enB
A B

103 U wilt bier acbteruitrijden, mag


dat? 104 Waar moet u bier rekening mee
bouden?dat?

' A. Dat je tijdig links


- Ja moet rijden

B• Dat inhalende
- Nee bestuurders
kunnen afsnijden
105 Welke voertuig kun je herkennen 106
aan deze reflector ?
welk bord geeft de bebouwde
kom aan?

e
A. Autobussen A. AlleenbordA
B. Motorrijtuigen met een SQ -� ---� B. AlleenbordB
beperkte snelheid
C. BordA enB
C. Voertuigen voor het vervoeren A. B.
van gevaarlijk stoffen

107 Kunt u bier voetgangers


verwachten ? 108 Geef dit bord een verplichte
rijrichting aan ?

- Ja Ja
- Nee - Nee

109 Wat geeft dit bord aan? 110 Je gaat richting Arnhem, wat
kom je als eerst tegen?

A.

: lll r
Spoorweg
A. Splitsing
B. Viaduct
B. Einde doorgaande C. Wegversmalling

111 Wanneer is bier bet risico groot


dat wil oversteekt ?
112 Wanneer is bier bet risico groot
dat wil oversteekt ?

A. Bij daglicht A. Bord A


B. Bord B
B. Bij donker C. Bord C
B C
113 Wat geeft dit bord aan? 114 Welk bord �eeft een steile
helling aan'l

A. Dat u hier niet mag afslaan A. Bord A


B. Dat u een wegversmalling
nadert
B. Bord B
C. Dat u tegenligger moet
verwachten
A B

115 Waar kun je dit bord


verwachten? 116 Waar waarschuwt dit bord voor ?
A. Alleen binnen de
bebouwde kom
A. Slipgevaar
B• Alleen buiten de B. Steenslag
bebouwde kom
C. Ijzel of sneeuw
C. Binnen en buiten de
bebouwde kom

117 Wat betekent dit bord? 118 U ziet dit bord, wanneer moet u bier

rekening mee houden met slipgevaar?

A. Gevaarlijkkruispunt
met zijweg links
A. Alleen bij regen
B. Voorrangskruispunt B. Direct na dit bord
met zijweg links C. Na 15 meter

119 Waar moet je bier rekening mee


houden?
120 U wilt 40 km/u rijden, mag dat?

A. Een !anger remweg


- Ja
Kans op slipgevaar
Een !anger remweg - Nee
en kans op slipgevaar
fmodder
121 Wat geeft dit bord aan? 122 Bij welk bord bent u verlicht
om linksaf te slaan?

A. Voetgangersoversteekplaats A.
I""==--
Bord A
B. Spelendekinderen � B. Bord B
C. Voetpad -.;;;;;;;;===-
C. Bord A en B

Moet je hier bromfietser op


de rijtiaan verwachten? 124 Geeft dit bord minimum
snelheid aan?

- Ja - Ja

tt - Nee - Nee

125 Wordt u hier gewaarschuwd


voor landbouwtractoren? 126 Mag hier een fiets met
trapondersteuning rijden?

- Ja - Ja
- Nee
- Nee
Antwoorden
1- B 2- Bord A en B
3-C 4-A
5-C 6-C
7- B 8-C
9-NEE 10-A
11-A 12-C
13-C 14-A
15- B 16-B
17-C 18-B
19-A 20-A
21- B 22-NEE
23- B 24- Bord A en B
25- B 26- B
27-JA 28-A
29-A 30-A
31-NEE 32- B
33-C 34-NEE
35-C 36-NEE
37- B 38-C
39-C 40- B
41-JA 42-NEE
43-A 44- B
45-C 46-A
47-JA 48-A
49-C 50-C
51-A 52-A
53-C 54-C
55-A 56- B
57-A 58- B
59-A 60- B
61-A 62-C
63-JA 64-JA
65-A 66- B
67-A 68- C
69-JA 70- NEE
71-A 72- B
73- B 74- B
75-A 76- B
77- B 78- B
79- B 80-JA
81-C 82-JA
83- B 84- B
85- B 86-A
87-C 88- B
89-C 90-C
91- NEE 92-JA
93-JA 94- B
95-C 96-A
97- B 98-A
99-JA 100- NEE
101- C 102- C
103- NEE 104- B
105- B 106- B
107- JA 108- NEE
109- A 110- B
111- B 112- A
113- C 114- A
115- C 116- C
117- B 118- B
119- C 120- JA
121- C 122- B
123- JA 124- NEE
125- NEE 126- JA

succes

You might also like