Professional Documents
Culture Documents
PDF Intermediate Accounting Ifrs Edition Third Edition Donald E Kieso Jerry J Weygandt Terry D Warfield Ebook Full Chapter
PDF Intermediate Accounting Ifrs Edition Third Edition Donald E Kieso Jerry J Weygandt Terry D Warfield Ebook Full Chapter
https://textbookfull.com/product/intermediate-accounting-ifrs-
edition-donald-e-kieso/
https://textbookfull.com/product/intermediate-accounting-
ifrs-4th-edition-by-donald-e-kieso-donald-e-kieso/
https://textbookfull.com/product/intermediate-accounting-16th-
edition-donald-e-kieso/
https://textbookfull.com/product/intermediate-accounting-17th-
edition-donald-e-kieso/
Intermediate Accounting 17th Edition Donald E. Kieso
https://textbookfull.com/product/intermediate-accounting-17th-
edition-donald-e-kieso-2/
https://textbookfull.com/product/intermediate-accounting-
canadian-edition-donald-e-kieso/
https://textbookfull.com/product/intermediate-accounting-donald-
e-kieso-et-al/
https://textbookfull.com/product/intermediate-accounting-donald-
e-kieso-et-al-2/
https://textbookfull.com/product/intermediate-accounting-
volume-1-12th-canadian-edition-donald-e-kieso/
Intermediate Accounting:
IFRS Edition
Third Edition
While IFRS has achieved broad acceptance, not all countries have
adopted it. For example, U.S. companies still follow U.S. generally
accepted accounting principles (U.S. GAAP) in preparing their
financial statements. In fact, the differences between IFRS and U.S.
GAAP may provide certain companies with a competitive advantage,
so understanding these differences may be important in analyzing
company performance. In addition, the IASB and the FASB are
working together to converge their standards as appropriate.
Accordingly, we have included a Global Accounting Insights
section at the end of selected chapters, to highlight the important
differences that remain between IFRS and U.S. GAAP, as well as the
ongoing joint convergence efforts to resolve them. As a result,
students truly gain a global accounting education by studying this
textbook.
Jerry J. Weygandt
Madison, Wisconsin
Terry D. Warfield
Madison, Wisconsin
Author Commitment
Wiley Engage
Chapter 15 Equity
Chapter Preview
The Chapter Preview summarizes the major issues discussed in the
chapter, and provides students with a visual outline of the key topics.
Underlying Concepts
The Underlying Concepts highlight and explain major conceptual
topics throughout chapter.
What Do the Numbers Mean?
The “What Do the Numbers Mean?” boxes further students'
understanding of key concepts with practical, real-world examples.
Evolving issue
The Evolving Issue feature introduces and discusses a current topic
in the accounting industry in which the profession may be
encountering controversy or nearing resolution. The feature shows
how the key standard-setting organizations make decisions to adjust
to the changing global business environment.
Inleidende beschouwingen.
Reeds op den tweeden dag van onzen tocht bleek mij echter, dat op
mijne negers, die als roeiers en als dragers dienst deden, en wien ik
voor het verzamelen van dieren premiën had uitgeloofd, voor zoover
het spinnen gold, niet veel te rekenen zou vallen, want „een spin, 1
het verstandigste en slimste dier, mag niet gedood worden”,
voegden mijne roeiers mij toe, mij verwijtend aanziende, toen ik
tegen de tent van mijn boot een jacht op een snelloopende,
langpootige soort wilde beginnen, na reeds een der voor deze
brooze wezens medegenomen reageerbuisjes met spiritus te
hebben gevuld.
Enkele mijner zwarte roeiers, niet bestand tegen de macht van het
aardsche slijk, beloofden mij wel tegen een verhoogde premie in het
verzamelen van spinnen behulpzaam te willen zijn, doch tegenover
het meerendeel was ik genoodzaakt, door negeroogen onbespied,
mijn wreede jacht uit te voeren.
Het mag zeker bevreemding wekken, dat waar in den laatsten tijd
zooveel studie wordt gemaakt van de mondelinge overleveringen der
natuurvolken, en waar men tracht het oorspronkelijke in hunne
vertellingen van het door vreemden invloed bijgevoegde te
onderscheiden, nog zoo weinig aan de spinverhalen, de anansi-tori’s
der Surinaamsche negers, gedacht is. Men moet al zeer weinig
opmerkingsgave en weinig zin tot onderzoek hebben, om niet
spoedig bij eene kennismaking met het zwarte deel der
Surinaamsche bevolking tot de ontdekking te komen, welk een
belangrijke plaats de anansi-tori in het leven van den neger inneemt.
Waar bij alle gebeurtenissen des levens, die voor den geest afleiding
vragen, boeiende lectuur of inspannende arbeid en studie onze
gedachten een andere richting kunnen geven, daar heeft de Neger
zijn lange anansi-tori’s, die hem na volbrachten arbeid aangenaam
bezig houden, die hem in oogenblikken van droefheid tot troost zijn,
en die hem gedurende de kwellingen van het lastige insektenheir in
de oerwouden verlichting geven.
Aan het einde van den avond verzocht ik een der aanwezigen, ook
eens een anansi-tori te willen vertellen, waarop een 15-jarig
negerinnetje naar voren trad, zich zonder eenigen schroom voor de
horen van de phonograaf 4 neêrzette en met mooie zeggingskracht,
die bij ons allen bewondering wekte, zonder haperen haar „Boen no
habi tangi” 5 ten beste gaf.
Toch was het weder mijn ijverige tochtgenoot en goede kenner van
den Surinaamschen neger, C. van Drimmelen, die mijn wenschen
bevredigde en die in den Javaansch-Maleischen tolk M. H. Nahar te
Paramaribo den man vond met genoeg belangstelling voor
negerfolklore om, geheel belangeloos, zijn tijd en zijn krachten aan
dit onderwerp te wijden.
Om anansi heen groepeeren zich talrijke andere dieren, die voor het
meerendeel tot de inheemsche fauna van Guyana behooren en na de
overbrenging der vertellingen door de negerslaven gaandeweg voor
Afrikaansche dieren in de plaats zijn getreden, terwijl er ook nog nu en
dan dieren in voorkomen, die in de herinnering hunner afstammelingen
aan het oude vaderland zijn blijven voortleven, zooals bijv. de Olifant,
die in Amerika niet voorkomt, en toch in de Surinaamsche
negervertellingen enkele malen optreedt.
In het algemeen kan gezegd worden, dat de neger er, evenals andere
natuurvolken, van houdt, in het licht te stellen, dat de zwakke en
hulpelooze schepselen [205]geschapen zijn, om over de sterkere te
zegevieren—niet door kracht, maar door knapheid en listigheid. De
neger acht deze eigenschappen hooger dan brute kracht. Kleine en
nietige dieren winnen het in zijn eenvoudige vertellingen steeds van de
groote en sterke, en dat hij dit motief zoo gaarne in zijne mondelinge
overleveringen behandelt, mag hieraan worden toegeschreven, dat het
Zwarte Ras, dat steeds onderdrukt is geweest, dat zoo lang als
minderwaardig tegenover het blanke werd beschouwd, en in de
Afrikaansche wildernis tegen zoovele wilde en gevaarlijke dieren heeft
moeten strijden, geleerd heeft, dat kundigheden en list eigenschappen
zijn, waarmede hij het in zijn strijd tegen zijn medemensch en tegen de
omringende dierenwereld het verst kan brengen.
Dat de neger licht geneigd is, in dit opzicht sterk te overdrijven, dat er
een tikje verdorvenheid in zijne streken schuilt, en dat hij geveinsdheid
als een schoone eigenschap heeft leeren kennen en listigheid als een
onschatbaar middel in zijn strijd tegenover de dieren en tegen de
hebzucht van zijn blanke overheerschers heeft leeren waardeeren, is
zeker niet te verwonderen.
Het was zeker geen gemakkelijke taak, die M. H. Nahar op zich had
genomen, om het noodige materiaal voor de kennis van de
Surinaamsche neger-folklore bijeen te brengen. Terwijl het reeds zeer
moeielijk is, om uit den vloed van woorden, nu eens zacht gefluisterd,
dan weêr met kracht uitgestooten, overal den zin goed te begrijpen, het
vereischt bovendien een ongewoon taalgevoel, om in een
Nederlandsche vertaling den eigenaardigen verhaaltrant der negers
behoorlijk weêr te geven 7.
Beter in dit opzicht is het verhaal uit de geschiedenis van Vriend Spin,
dat de Heer A. G. Fernandes te Paramaribo mij verschafte, en waarop
ik later nog de bijzondere aandacht moet vestigen.
Waar het allerminst mijne bedoeling is, door deze opmerking op den
arbeid van Nahar kritiek uit te oefenen, meende ik haar den lezer toch
niet te mogen onthouden, opdat hij wete, welke waarde uit een zuiver
folkloristisch oogpunt aan Nahar’s bundel mag worden toegekend.
Deze woorden gelden natuurlijk niet voor het meerendeel der lezers van
dezen bundel, wien het meer om den inhoud, dan op den juisten vorm
van de vertelling te doen is.