You are on page 1of 28

Kasper Ossenblok

 Libertarisme?

 Argumenten voor Libertarisme


◦ Vrijheidsargument
 Kapitalisme en vrijheid
◦ Argument op basis van rechten
 Nozick’s entitlement theory

 Libertarisme in de politiek
◦ Welvaartstaat
◦ Weinig libertairen
 Versus egalitair liberalisme

 Pro minimale staat, vrije markt, kapitalisme

 Contra welvaartstaat, belastingpolitiek,


staatsbemoeienis
 Contract argument (Gauthier)

 Instrumentele argumenten
◦ Utilitarisme
◦ Efficiëntie en beschermen van vrijheden tegen de
overheid (Hayek)

 Intrinsieke argumenten, op basis van


◦ Vrijheid (Hayek, Narveson, Nozick)
◦ Individuele eigendomsrechten (Nozick)
 “A free society releases the energies and
abilities of people to pursue their own
objectives. It prevents some people from
arbitrarily suppressing others” (Friedman &
Friedman 2007, 60).

 Welvaartstaat (belastingen) beperkt de


vrijheid
 Welvaartstaat =>conflict vrijheid X gelijkheid
 Libertaire vrijheid: kenmerken
◦ Vrijheid als non-interference
◦ Algemeenheidsprincipe: gelijke vrijheid voor iedereen

 Libertarisme =
“the principle that each agent has a right to
maximum equal empirical negative liberty, where
empirical negative liberty is the absence of forcible
interference from other agents when one attempts
to do things.” (Peter Vallentyne, 2010, 1)
X is (is niet) vrij van Y om Z te doen (niet te
doen, te worden, niet te worden)
(MacCallum, 1967: 102)

Libertaire interpretatie:
In een systeem waar eigendom herverdeeld
wordt, zijn personen (X) niet vrij van externe
dwang (Y) om te doen met hun eigendom
waartoe ze in afwezigheid van die dwang in
staat zouden zijn (Z).
=> Vrije markt
 Vrije markt (eigendomsrecht) beschermt vrijheid:
Zo is mijn buurman (X) door zijn eigendomsrecht
vrij van overheidsinterventie (Y) om op
zondagmiddag te genieten van zijn sauna (Z).

Vrije markt (eigendomsrecht) beperkt ook vrijheid:


Ik (X) ben niet vrij van externe dwang (in casu
overheidsinterventie d.m.v. politie) (Y) om te
genieten van de sauna van mijn buurman (Z).
 Kapitalistische vrijheid veronderstelt absolute
eigendomsrechten
 Kapitalistische vrijheid is vrijheid gedefinieerd
als ‘uitoefenen en beschermen van de eigen
rechten’
 Wie geen rechten heeft, kan ook niet in
zijn/haar vrijheid aangetast worden!!

 => Rechtvaardiging van eigendomsrechten:


Nozick
Vrije markt als meest rechtvaardige vorm van
verhouding staat – markt
 Belastingen zijn ‘onrechtvaardig’, schending
van onvervreemdbare morele rechten van
mensen
 ‘Individuals have rights, and there are things
which no individual or group can do to them
(without violating these rights). So strong and
far-reaching are these rights that they raise
the question of what, if anything, the state
and its officials may do.’ (Nozick, 1974: ix)

 Deontologische, anti-consequentialistisch
1. Justice in initial rights
2. Justice in initial acquisition
3. Justice in transfer
4. Justice in prevention and rectification
1. Justice in initial rights: self-ownership

◦ Individuele rechten over de eigen persoon: rights of


use, control, transfer and enforcement

◦ ‘Zelfbeschikking’
 beschikken over de eigen talenten
 beschikken over de producten van het gebruik van
mijn talenten

◦ Nozick verzet zich tegen de egalitaristische idee dat


getalenteerde wordt ‘gebruikt’ zoals bij Rawls en
Dworkin.
1. Justice in initial rights: self-ownership

◦ 2 intuïtieve argumenten:
 Versus slavernij
 Versus herverdelen van lichaamsdelen (oogballen)

◦ 2 fundamentele argumenten:
 Separateness of individuals
 Mensen behandelen als doel in zichzelf
1. Justice in initial rights: self-ownership

• … existence of distinct individuals who are not resources for


others…

• There are only individual people, different individual people


with their own individual lives. Using one of these people for
the benefit of others, uses him and benefits others. … To use
a person in this way does not sufficiently respect and take
account of the fact that he is a separate person, that his is the
only life he has. He does not get some overbalancing good
from his sacrifice, and no one is entitled to force this upon
him – least of all a state or government that claims his
allegiance … and that therefore scrupulously must be neutral
between its citizens.
Anarchy, State, and Utopia, p. 33.
2. Justice in initial acquisition
◦ Natuur als oorsprong van alle eigendom
◦ Tragedy of the commons (Hardin, 1968)
◦ Lockean proviso: enough and as good for others
 Quid schaarse wereld?
◦ Nozickean proviso:

A process normally giving rise to a permanent


bequeathable property right in a previously unowned
thing will not do so if the position of others no longer
at liberty to use the thing is thereby worsened
(Nozick, 1974: 178)
3. Justice in transfer
◦ A just distribution is simply whatever distribution
results from people’s free exchange
◦ E.g. Wilt Chamberlain
 Herverdeling >< vrijheid
 Uitkomst is inherent rechtvaardig

4. Justice in prevention and rectification


1. People own themselves
2. The world is initially unowned
3. You can acquire absolute rights over a
disproportionate share of the world, if you
do not worsen the conditions of others
4. It is relatively easy to acquire absolute rights
over a disproportionate share of the world
5. Once private property has been
appropriated, a free market in capital and
labour is morally required.
 Minimal state
◦ Bescherming van eigendomsrecht, negatieve
vrijheid en vrije markt.
◦ Geen publiek onderwijs, gezondheidszorg,
publieke diensten, overheidssubsidies voor
cultuur of marktinterventie

 Belang van ambitie en vrije keuze


 Geen rekening met “omstandigheden”
◦ Verschil in talenten
◦ Verschil in sociale afkomst

 Utopia!
1. Kritiek op ‘Justice in initial rights’
◦ Quid non-agents?
◦ Wat is de relevantie van ‘formal self-ownership’?
 Self-ownership: mensen moeten hun eigen leven kunnen
inrichten
 ‘Substantive self-determination’ meer fundamenteel?
 To equalize the substantive control each person
possesses, in the form of equal liberties and resources.
 E.g. Van Parijs: real freedom = self-ownership + equal
opportunities (resources and capacities)
◦ Niet-eigenaars:
 Geen self-determination
 Hulpmiddel voor anderen
◦ Self-determination -> liberale regimes
2. Kritiek op ‘Justice in initial acquisition’

 Empirische kritiek
◦ Oorspronkelijk toeëigening:
 Op basis van macht en geweld
 Herverdeling na oneigenlijke toeëigening
 Nozick: Rawlsiaans verschilprincipe?

 Principiële kritiek:
◦ Wat betekent ‘slechter af zijn’ dan voorheen?
 Focus op materiële positie
 geen rekening gehouden met vrijheid, instemming.
 Legitimiteit van ‘first-come, first-served’?
 Principiële kritiek (vervolg)
◦ Lockean proviso in schaarse wereld = iedereen
gelijk/egalitair deel van de natuurlijke hulpbronnen
 kiezen voor datgene in het voordeel is van de minst
bedeelden…
 iedereen moet kans hebben op minstens an equal share of
the value of the world’s natural resources
 Iedereen minstens een basisinkomen geven
 Wereld als collectief eigendom

◦ Left-libertarianism
 Self-ownership + egalitarian world-ownership
 Mogelijkheid tot collectief eigendom, herverdeling, compensatie
in het voordeel van mensen zonder eigendom
‘De eerste die, nadat hij een stuk grond had omheind,
op het idee kwam te zeggen: “dit is van mij” en
mensen aantrof die simpel genoeg waren om hem te
geloven, was de werkelijke grondlegger van de
politieke samenleving. Hoeveel misdaden, oorlogen,
moorden, hoeveel ellende en verschrikkingen zou
diegene het menselijk geslacht niet hebben bespaard,
die de palen had uitgetrokken of de greppel
gedempt en die tot zijn medemensen zou hebben
geroepen: hoed je ervoor om naar die bedrieger te
luisteren; jullie zijn verloren als je vergeet dat de
vruchten van iedereen zijn, en dat de aarde niemand
toebehoort!’[1]
 [1] ROUSSEAU (1755), geciteerd in Lemaire, T. (1980), Het vertoog over de ongelijkheid van Jean-
Jacques Rousseau of de ambivalentie van de vooruitgang., Ambo, Baarn: 69
VALLENTYNE, P. e.a., Why left-libertarianism is not incoherent, indeterminate, or irrelevant:
a reply to Fried, in Philosophy and Public Affairs, 33 (2005) 2: 212.
 Welvaartstaat is inherent onrechtvaardig
 Slippery slope argument
◦ Hoe kunnen we ooit volledig gelijke kansen
creëren?!
 Genetisch manipuleren, organen herverdelen, gelijke
opvoeding
 Ondraaglijke staatsinterventie

 Laat ons geen rekening houden met ‘circumstances’


 Velen delen de liberaal egalitaire intuïties:
endowment insensitive and ambition sensitive

 New right…. kritiek op de mogelijkheden van


de welvaartstaat om aan deze intuïties
tegemoet te komen.
◦ Harde werkers draaien op voor anderen
◦ Installeert passiviteit onder armen, werklozen
◦ Wantrouwen t.a.v. effectiviteit van de overheid
= empirische argumentatie
?

You might also like