Artikel

SINGULAR • PLURAL
• Het meisje • De meisjes
• De jongen • De jongens

• Een meisje • Meisjes

• Een jongen • Jongens

• Geen meisje • Geen is onveranderlijk!

• Geen jongen
 Het of de?

• het boek, het kopje, de computer, de stoel, de

tafel, de vrouw, het kind, het land, de taal, de
docente,…

• Of een woord ‚het‘ of ‚de‘ als artikel (lidwoord)

heeft, moet je leren of opzoeken. Je kan het niet
zien aan het woord, maar in 90 %: „der/die“
(Duits) = „de“ (Nederlands)
 Meervoud
• Meervoud op -s
het meisje • de meisjes
de dochter • de dochters
de vakantie • de vakanties

de pinda • de pinda´s
de auto • de auto´s
de baby • de baby´s
 Meervoudsvormen
• Meervoud op –en
• De vrouw • De vrouwen
• De boom • De bomen
• De man • De mannen
• De kat • De katten
• De poes • De poezen
• De brief • De brieven
 Uitzonderingen
• De stad • De steden
• Het kind • De kinderen
• Het ei • De eieren
• De mogelijkheid • De mogelijkheden
 Negatief
• Ik kom uit Nederland • Ik kom niet uit
Duitsland
• Ik spreek Nederlands • Ik spreek geen Chinees

• Ik dans flamenco • Ik dans geen tango

• Ik dans (Nomen)
• Ik dans niet (Verb)
 Maak negatief
• Hij heeft schoenen • Hij heeft geen schoenen

• Hij gaat naar school • Hij gaat niet naar school

• Zij draagt een bril • Zij draagt geen bril

• Zij leest een boek • Zij leest geen boek

• Zij schrijft • Zij schrijft niet