PELAJARAN II

Kijk naar de tekst !

Dit is een man. Dit is een vrouw.

Hij staat. Zij zit.
Hij staat naast een stoel. Zij zit op een stoel.
_____________________________________________________________________
Kalimat di atas merupakan kalimat sederhana yang terdiri dari subyek, predikat dan
obyek. Terdapat bilangan “een” yang diikuti kata benda, menunjukan benda tersebut
tunggal dan belum dikenal sebelumnya.
_____________________________________________________________________

Dit is ook een vrouw.

Zij zit ook op een stoel.
Zij heeft een boek in haar hand.

Dit zijn vier vrouwen.

Een vrouw zit voor de tafel.
Twee vrouwen zitten naast de tafel.
Een vrouw staat achter de tafel.
Op de tafel ligt een boek.
Het boek is open.

Dit zijn vijf mannen.

Een man zit voor de tafel.
Op de tafel ligt een boek.
Een man staat achter de tafel.
Een man zit achter de tafel.
De hand van de man ligt op het boek.

_____________________________________________________________________

Latihan membedakan subyek orang tunggal dan jamak yang mempengaruhi

pengunaan kata untuk predikat (kata kerja)
_____________________________________________________________________

Catatan: Dalam mempelajari bahasa Belanda, kamus merupakan hal yang penting
untuk mengetahui arti kata dan terjemahan kata, sama pentingnya dengan
mempelajari tata bahasa.

1
 Di bawah ini kita dapat mempelajari penggunaan kata kerja yang disesuaikan dengan
penggunaan subyek pada kalimat dengan masa waktu sekarang.

GRAMATICA

Pronomen

Singularis Pluralis

Ik wij/we

Jij/je (informeel) Julie (informeel)

U (formeel) U (formeel)

Hij (man) Zij/ze (man /vrouw)

Zij/ze (vrouw)

Verbum presens 1
Singularis

Ik werk begrijp kom woon spreek (subyek + stam)

Jij/je werkt begrijpt komt woont spreekt (subyek + stam + t)

U werkt begrijpt komt woont spreekt (subyek + stam + t)

Hij werkt begrijpt komt woont spreekt (subyek + stam + t)

Zij werkt begrijpt komt woont spreekt (subyek + stam + t)

Pluralis

Wij werken begrijpen komen wonen spreken (subyek + stam + en)

Jullie werken begrijpen komen wonen spreken (subyek + stam + en)

Zij werken begrijpen komen wonen spreken (subyek + stam + en)

Bentuk singularis dan pluralis dalam kata ganti sebagai obyek adalah :
Mij, me hem (‘ m) het ons
Jou, je, u haar (d’r) Julie, Je
Hen, ze
Catatan : Dalam Bahasa Belanda kata benda berada di belakang keterangan atau frasa,
dalam bahasa Indonesia kata benda di depan keterangan atau frasa.

2
Kata Bilangan (Het Getal)

Dalam bahasa Belanda dikenal kata : bilangan genap (even getal) dan kata bilangan ganjil
(oneven getal), dan kata bilangan pecahan (decimaal).3

Mari kita menghitung :

1 een 11 elf 21 eenentwintig

2 twee 12 twaalf 22 tweeentwintig
3 drie 13 dertien 23 drieentwintig
4 vier 14 veertien 24 vierentwintig
5 vijf 15 vijftien 25 vijfentwintig
6 zes 16 zestien 26 zesentwintig
7 zeven 17 zeventien 27 zevenentwintig
8 acht 18 achtien 28 achtentwintig
9 negen 19 negentien 29 negenentwitig
10 tien 20 twintig 30 dertig

40 veertig untuk 80 bukan achtig tapi tachtig

50 vijftig 81 eenentachtig
60 zestig 82 tweeentachtig
70 zeventig

100 honderd 1000.000 een miljoen

205 tweehonderd vijf 1000.000.000 een miljard
2000 tweeduizen 1000 duizen

Catatan : untuk menyebut 1500 ada dua cara : vijftienhonderd atau duizenvijfhonderd.
Untuk menyebut 1993 ada dua cara : negentienhonderd drieennegentig atau
negentien drieennegentig

Bilangan bertingkat

Pertama eerste ke sebelas elfde

Kedua tweede ke duapuluh twintigste
Ketiga derde ke tiga puluh dertigste
Keempat vierde keseratus honderdste
Kelima vijfde keseribu duizenste
Keenam zesde
Ketujuh zevende
Kedelapan achtste
Kesembilan negende
Kesepuluh tiende

3
Lilie Suratminto. Belajar Bahasa Belanda untuk Studi Hukum. Pustaka Jaya: Jakarta, ,22-24.

3
Kosakata :

Senin Maandag utara noord

Selasa Dinsdag selatan zuid
Rabu Woensdag barat west
Kamis Donderdag timur oost
Jumat Vrijdag barat laut noord west
Sabtu Zaterdag timurlaut noord oost
Minggu Zondag baratdaya zuid west
Tenggara zuid oost

Luister naar de cassette!

1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20
21 22 23 24 25 26 27 28 29 30
10 20 30 40 50 60 70 80 90 100

abcdefghijklmnopqrstuvwxyz

Voorbeeld:
Mijn naam is Groot. G r o o t
Dit is een boek. B o e k
Ik woon in Nijmegen. N i j m e g e n
Mijn postcode is 6525 EW. 65 25 EW
Mijn telefoonnummer is 024-3612057. 0 24 36 12 0 57

Dosen memperdengarkan kaset yang berisi percakapan untuk di praktekan oleh

mahasiswa agar dapat mengadakan percakapan dengan kawannya sebagai lawan bicara.
________________________________________________________________________

Luister naar de tekst !

Van Vliet Goedemiddag

Mulder Goedemiddag. Mulder. (Mulder memperkenalkan diri)
Van Vliet Van Vliet. Spreekt U al een beetje Frans?
Mulder Ja, een beetje. En U?
Van Vliet Oh nee, ik niet. Maar ik moet Frans leren.
Ik ga voor mijn werk naar Parijs.
Mulder Oh ja? Dat is interessant. Ik ook.
Ik moet naar een congres. Wat doet u?
Van Vliet Ik ben directeur, van een bank.
En u, wat is uw beroep?
Mulder Ik ben ook directeur, van een fietsen fabriek.
Ik reis veel naar Frankrijk
Van Vliet Nou, succes met de cursus!
Mulder U ook!