Professional Documents
Culture Documents
Inhoud
0
Inhoud
A. Grammatica
1. Hebben et zijn 3
2. Les verbes séparables et inséparables 8
3. La construction de la phrase 12
4. La subordonnée 17
5. La subordonnée relative 25
6. Les pronoms et adverbes pronominaux 27
7. La voix passive 39
9. Révisions 50
B. Dossier: De arbeidsmarkt
1. Inleiding 53
1.
2. Welke werkgever? Welk werk? 54
Het verschil tussen kmo’s en multinationals: Gesprek met Xavier
De Poorter
3. De zoektocht naar de gedroomde job: Lanceer uw campagne 59
4. E-rekrutering: Gesprek met Valérie de Bailly, werkzaam bij 61
Hobsons
5. Heb alle troeven in handen! 65
A. Het belang van talen: Gesprek met Sabine de Leeneer, 65
gedelegeerd bestuurder
van Management Information
B. Een stage lopen 68
6. Woordenschatlijst 71
7. Scripts van de luistervaardigheden 76
8. Kruiswoordraadsels 79
9. Oefeningen: vertaal 80
10. Solliciteren: extra voorbeelden en oefeningen 81
1
C. Handelcorrespondentie 102
121
D. Op de werkvloer
Onthaal 122
Tips voor beginners 124
Vergaderen 125
Conflicten op het werk? 128
Stress en werkomgeving 129
Fouten op het werk 133
Pesten op het werk: een onderschat probleem 135
Zeg het met een tekening 138
Lichaamsbeweging voor werknemers 140
Motiveren 141
Creëren een goed werkklimaat 144
Hoe bereid je een onderhandeling voor? 146
E. Luistervaardigheid 149
F. Bibliografie
2
1. CHOIX DE L’AUXILIAIRE « HEBBEN » OU « ZIJN »
REGLE GENERALE : la plupart des verbes forment les temps composés du passé avec
l’auxiliaire HEBBEN, notamment tous les verbes transitifs (a), réfléchis (b) et réciproques
…………………………………
ou ………………………………
ou……………………………….
3
Remarque
Généralement, la particule (naar, tot, binnen, buiten, mee, terug, weg, in, uit,…)
accompagnant le verbe de mouvement exprime indirectement la destination ou le point de
départ : l’auxiliaire sera ZIJN
Remarque
4
3. Avec les verbes …………………../…………………../……………………../
………………………./ ……………………../ zijn/ beginnen (si transitif : hebben)/ zakken
(voor)/ slagen (in-voor) / naderen/ lukken /mislukken
Remarque
Les verbes composés formés à partir d’un des verbes de ces 3 catégories se conjuguent
également avec ZIJN
Ex.
terugkomen Hij is gisteravond teruggekomen
binnenblijven Ze is binnengebleven
4. VERGETEN HEBBEN lorsqu’il s’agit d’un oubli par distraction (qc de matériel que
l’on n’a pas avec soi)
5
OEFENINGEN : Les temps
2. Hebben of zijn ?
6
16. De vader van Piet is wat zenuwachtig omdat zijn zoon nog niet met zijn huiswerk
_________ begonnen.
17. Mijn vrienden _______ naar Rotterdam gegaan maar er waren veel
verkeeropstoppingen op de snelweg.
18. Verleden week ________ haar zoon ziek geweest na een voetbalwedstrijd in de
regen.
19. Wat jammer dat ik alweer mijn favoriete televisieprogramma_________ gemist.
20. Vanmorgen was ik zo moe dat ik tijdens de les in slaap ______ gevallen.
21. Het socialisme _______ tijdens de laatste presidentsverkiezing in Frankrijk
gewonnen.
22. Vannacht ______ er zoveel regen gevallen dat men vreest voor wateroverlast als
het zo doorgaat.
23. De kinderen ______ tijdens het verjaardagfeestje van Marieke zoveel gesnoept
dat zij nu geen trek meer in hun warme maaltijd hebben.
24. Toen ik scholier was, ____________ mijn vriendinnen vaak op mijn hart getrapt
met hun opmerkingen over mijn gewicht.
25. Ik __________ het al lang gezien ; je hebt geen zin meer om door te gaan met je
studie.
7
2. LES VERBES À PARTICULES SÉPARABLES ET
INSÉPARABLES
(SCHEIDBAAR EN ONSCHEIDBAAR WERKWOORDEN)
Un verbe à particule se compose d’un verbe de base précédé d’un mot (la particule)
qui peut être :
un adverbe
Exemples : voorbereiden, langslopen, binnenkomen, buitenstappen
une préposition
Exemples : oppassen, meegaan, aankomen
un substantif
Exemples : toneelspelen, lesgeven
un adjectif
Exemples : voorbijgaan, goedkeuren.
Remarque
Les verbes commençant par -be-, ge-, ont-, er-, her-, ver-: il ne s’agit
pas ici de particules mais de préfixes toujours inséparables.
8
Caractéristiques des verbes à particule séparable ou inséparable
Accentuation
- verbes inséparables :
Exemples : achter’halen, onder’vragen, aan’vaarden
- verbes séparables :
Exemples : ‘meekomen, ‘oprapen, ‘afkeuren
Comportement de la particule
Remarque
9
VERBES INSEPARABLES
Voldoen : satisfaire
10
8. Waarom (‘aankleden) je je niet sneller ?
11
3. LA CONSTRUCTION DE LA PHRASE (DE ZINSBOUW)
1e partie 2e partie
= S V P T C L ou PTAL
Les compléments sans préposition précèdent souvent les compl avec préposition.
L'attribut du sujet, alles et nodig vont le plus possible à la fin de la proposition, avant l'infinitif :
12
ex: Ik heb gisteren die stoelen niet nodig gehad.
Ik ben gisteren in de klas ziek geweest.
Jan heeft haar (gisteren op kantoor) alles gegeven.
- CDI sans prép + CDV: Ik geef mijn vriend een boek. (ordre préférentiel)
- CDV + CDI avec prép : Ik geef een boek aan mijn vriend.
(3)
Ze hebben hem gisteren een brief gestuurd
ze vanmorgen
haar toen
u
Les pronoms se placent le plus près possible du verbe et sont suivis par les compléments de
temps.
13
(5) c.o.d. temps manière lieu
Ik ben hem gisteren met de auto naar Gent gebracht
(7)
Ik zal morgen het pak niet brengen
het pak morgen wel
al
nog
meteen
toch
waarschijnlijk
ook niet
nog niet
14
OEFENINGEN : La construction de la phrase
15. op gisteren week kwamen Oma bezoek. een voor thuis Opa en
15
2) Construis les phrases en commençant par les mots soulignés
16
4. LA PROPOSITION SUBORDONNÉE
1. Généralités
ex : Als je morgen wil komen, moet je vandaag vroeg naar bed gaan.
ex : Hij komt morgen terug. Hij heeft ons gezegd dat hij morgen terugkomt.
17
2. Discours indirect
Dans le discours indirect, nous utilisons des P2. Il y a donc rejet du verbe, même
quand c’est une question.
L'action se
L'action se
passe maintenant dans la
passe MAINTENANT dans
subordonnée ou dans
la proposition principale.
le futur immédiat.
18
L'action se L'action se passe dans
passe MAINTENANT dans le futur dans la
la proposition principale. subordonnée.
L'action se
L'action se passe dans
passe MAINTENANT dans
le passé.
la proposition principale.
19
L'action se passe DANS LE L'action se passe dans
PASSE dans la proposition le passé dans la
principale. subordonnée.
bien que,
concession (al)hoewel/ofschoon quoique Hoewel het regent, gaan we wandelen.
bien que,
al ! structure 1 quoique Al regent het, we gaan wandelen.
condition als / indien si Wat zullen we doen indien hij weigert?
tenzij à moins que We gaan wandelen, tenzij het regent.
20
but opdat ! 2 pour que Hij stak de straat over, opdat hij ons niet
zou ontmoeten
(om ... te + inf.) pour +inf. Hij stak de straat over om ons niet te
ontmoeten.
comparaison zoals comme Zoals hij het ons heeft geschreven, komt hij
morgen terug.
hoe comp…, hoe Hoe meer hij gisteren dronk, hoe dommer hij
comp…3 plus…, plus…
ook werd.
temps wanneer / als 4 quand Als/Wanneer het weer mooi was, gingen ze
fietsen.
nu(dat) maintenant que Nu(dat) het niet meer regent, kunnen we vertrekken
21
telkens als chaque fois que Telkens als ze elkaar ontmoeten, hebben ze ruzie.
daar /
aangezien vu que, comme Daar het weer slecht was, zijn we thuisgebleven.
hoe…ook avoir beau Hoe hij ook probeerde, het lukte hem niet.
structure
wie/wat ook qui/quoi que… Wie u ook bent, u wacht in de rij als de anderen.
22
Exercices
4. Moeder zegt hem : 'Ik zal je hulp belonen met een reep chocolade'.
23
9. De jongen antwoordt : 'Ik heb mijn les niet geleerd'.
5. vraag van kwaliteit goede af duurder. dan goedkope of minder schoenen die me zijn die Ik zijn
7. vanzelf een weer komt bij weggooit, terug. je die je boemerang Als
9. zanger stond, in ingediend. het De klacht van privéleven heeft de een krant wie
11. speelt, kans de je Hoe om met te hebt meer je winnen. meer hoe lotto
12. wel als ik weet won. de ik wat lotto Je doen met zou
13. dieren bij zwanger Wat drachtig. heet, heet bij mensen
24
5. LA SUBORDONNÉE RELATIVE
(DE RELATIEVE BIJZIN)
1. Formes.
Les principaux pronoms relatifs sujets ou C.O.D. sont :
2. Emplois.
DIE = qui, que
Die est le pronom relatif le plus fréquent. Il s'emploie chaque fois que l'antécédent n'est pas un nom
neutre singulier.
Exemple : De vrouw, die aankomt, is mijn secretaresse.= La femme qui arrive est ma secrétaire.
WAT= ce que
WIE= qui
- Lorsqu'il y a une préposition, on emploie WIE au lieu de DIE quand l'antécédent est une
personne.
4. Mijn ouders wonen in een flatgebouw _____ in een klein straatje staat.
10. Mia draagt een grote schaal_____ vol met koekjes getast is.
26
6. LES PRONOMS ET ADVERBES PRONOMINAUX
(INTERROGATIFS, PERSONNELS, DÉMONSTRATIFS)
INTRODUCTION
Dans le cas ci-dessus, en sont des adverbes, mais ils remplacent aussi un
substantif (devoir, table, examen) et ils ont une fonction de pronom. Ce sont
donc des Adverbes Pronominaux.
27
Comment remplacer un complément ?
2. Un complément prépositionnel
+MET =
+TOT =
+NAAR (direction) =
=
ER +NAAR (autres cas) =
+VAN (origine) =
+VAN (mouvement vers le bas) =
+VAN (autres cas) =
+ROND/OM (= autour de) =
28
Avant de passer aux différents types d'adverbes pronominaux, insistons encore sur le
a) une négation
b) un ou des compléments
c) un attribut
d) un adverbe
29
Règle 1 : La NEGATION, les COMPLEMENTS, L'ATTRIBUT et
L'ADVERBE s'intercalent entre ………………………………………ER se
placera immédiatement ………………………………..et la PREPOSITION
se placera ………………..
- lk koop ………………………………..…………………
30
Règle 3 : La préposition se place juste ……………… qui peut contenir :
-………………………………..…………………………
-………………………………..…………………………
-………………………………..…………………………
- Hij denkt………………………………..…………………………
- ………………..………
- Hij zegt dat hij nooit over het probleem heeft gesproken.
-…………………………………………………………………..…………………
ADVERBE nodig
COMPLEMENT
31
- Heb je die krant nu toch nodig voor je cursus ?
- Ja, ik heb………………………………
EXEMPLES
6. Hij zal die auto op het plein parkeren. (Infinitif sans 'te')
7. Hij denkt die auto op het plein te parkeren. (Infinitif avec 'te')
8. Hij heeft die auto niet op het plein geparkeerd. (Participe passé)
10. Hij zegt dat hij het boek in de kast neerlegt. (Subordonnée)
32
Négation Bezig RV Verbe
Pron. Pers. ER Compl. Adverbe PREPOSITION Klaar conjugué
Attribut Nodig Infinitif
Complément Participe passé
Part. séparable
1.Hij gaat ER niet NAARTOE
REMARQUE :
Quand la phrase commence par 'ER' (sujet apparent), le 'ER' de l'adverbe pronominal
est supprimé.
33
2. L’adverbe pronominal démonstratif : HIER/ DAAR + PREPOSITION
………………………………
- Hij spreekt met deze mensen. --> Hij spreekt met hen/ deze.
- Hij speelt met die kinderen. --> Hij speelt met hen/ die.
34
Ceci signifie que l'adverbe pronominal démonstratif PEUT mais ne DOIT PAS être
scindé, contrairement à l'adverbe pronominal personnel qui doit être scindé dans
certains cas.
Comment poser une question à partir d'un verbe qui demande une préposition ?
- A quoi penses-tu ?
- A qui penses-tu ?
Waar ..................................................................................................
Waar ..................................................................................................
35
-A quoi invitait-il toujours ses amis ?
............................................................................................................
............................................................................................................
5. Remarque
36
OEFENINGEN : Les adverbes pronominaux
37
Ze hebben me op dat feestje uitgenodigd
Hij won 10.000 euro met pokeren
38
7. LA VOIX PASSIVE
1. Introduction
En néerlandais, le passif se forme à l’aide des auxiliaires ZIJN et WORDEN. Deux règles
simples sont à retenir :
S COD
REMARQUE :
Lorsque le sujet de la phrase active est pronom personnel, il prendra à la voix passive la
forme du pronom personnel complément accentué.
39
- Vandaag koop ik die auto =
NB : Si 'ze' (3° personne pluriel) est le sujet de la voix active, alors il n'y aura pas de
complément d'agent à la voix passive.
3. Emploi de « er »
En règle générale, on emploie la voix passive avec ER quand le COD est indéterminé, ce qui
signifie qu’il n'est pas précédé :
Remarque 1
Certains pronoms indéfinis tel que: alles - iedereen - alle(n), sont toutefois considérés comme
déterminés :
Ik verkoop alles in de stad
40
En néerlandais, il est conseillé d'éviter le plus possible l'emploi de MEN (=on) et d’utiliser la
construction passive avec ER quand c'est possible, c'est-à-dire, quand le COD est
indéterminé. En outre, quand le sujet est MEN à la voix active, il n'y a pas de compl. d'agent
à la voix passive.
- On donne toujours des articles aux pauvres élèves. (Traduire à la voix passive)
-.....................................................................
Rappel :
Dans le cas où le COD de la phrase est déterminé par :
- un article défini (de/het)
- un adjectif possessif
- un adjectif démonstratif
41
Il ne faut jamais employer la forme avec ER.
Par contre, si la phrase active ne comporte pas de COD, alors on emploie la forme
passive avec ER.
Remarques :
1. Les verbes qui se construisent avec 'ZIJN' ne se mettent pas à la voix passive.
2. Les verbes réfléchis et réciproques ne se mettent pas à la voix passive
42
Le passif avec les auxiliaires de mode
Pour mettre au passif une phrase dans laquelle se trouve un auxiliaire de mode [kunnen,
moeten, mogen, willen], il suffit d'employer la même construction qu'avec le futur simple :
l’auxiliaire du futur étant remplacé par l'auxiliaire de mode.
43
......................................................................
EN RESUME
MARCHE A SUIVRE POUR METTRE UNE PHRASE AU PASSIF
1. Temps ?
- OUI: Alors l'auxiliaire de mode prend la seconde place dans la phrase. L'auxiliaire du
passif se trouve dans le RV sous la forme de l'infinitif. Il est accompagné du participe passé
du vb principal de l'active.
- NON: Alors une forme de 'worden/zijn' occupe la seconde place. Le verbe principal de
l'active se retrouve dans te RV sous la forme d'un participe passé.
3. Le COD ?
44
OEFENINGEN A : La voix passive
45
8. TABLEAU RÉCAPITULATIF DES DIFFÉRENTS
PRONOMS/ADJECTIFS
u u
je je
ze zich
we
je je
ze hun
46
Il faut cependant remarquer que :
Pour désigner des objets ou des animaux, on ne peut pas employer les pronoms
ONS est suivi d'un nom neutre et singulier - ONZE est utilisé dans les autres cas.
47
Cas similaires :
- Le même professeur =
- La même année =
En français, les pronoms possessif sont : le mien, la nôtre, les leurs ...
HEN – HUN - ZE
2) ……………………..
Ex. :………………………………………………………………..
48
- HUN quand il est ……………………..
Ex. ………………………………………………………………..
Oefeningen
49
9. REVISIONS
Hij heeft veel bewondering voor zijn broer. Hij kan altijd rekenen op zijn broer. =
(Il admire beaucoup son frère sur qui il peut toujours compter.)
Het beste zou kunnen gebeuren. Het beste zou zijn om voor alle tests te slagen. =
La meilleure chose qu'il puisse se passer serait de réussir tous les tests.
Ik heb onlangs een boek gelezen. Een boek gaat over fantastische dieren. =
(J'ai lu un livre récemment qui parle d'animaux fantastiques.)
Mijn neven wonen vlak naast de supermarkt. Wonen naast de supermarkt is handig. =
(Mes cousins habitent juste à côté du supermarché, ce qui est pratique.)
50
2. Remplace les éléments en gras par un adverbe pronominal personnel ou par un
pronom personnel
1) Ik hou veel van die nieuwe film. ____________________________
2) Ze drinken water bij hun spaghetti. ____________________________
3) Bent u al naar Ameland gegaan ? ____________________________
4) Elke avond luistert haar nicht naar muziek. ____________________________
5) Je bent nooit zeker van je job ! ____________________________
6) Elke dag wacht ik op de trein in het station.___________________________________
7) Praat ze nog met dat meisje ?_____________________________________
8) Nu antwoord ik altijd op haar mails._______________________________________
9) Heb je al boeken van deze auteur gelezen?_______________________________
10) Gisteren zaten mijn ouders naast onze leraar in de bioscoop
!_______________________!
3. Die-dat-wie-wat?
51
B. De arbeidsmarkt
52
I. lnleiding
1
Eechaudt L., Brooijmans B., Engelen N., Tien op Tien, Namur, Editions Erasme, 2006, p. 91 - 119.
53
II. Welke werkgever? Welk werk? Het verschil tussen kmo’ s en multinationals:
Gesprek met Xavier De Poorter
1. Luister.
Kleine en grote ondernemingen worden vergeleken op vier verschillende punten. Vul deze in
de linkerkolom in en leg uit in welke mate de kleine en de grote ondernemingen op die gebieden
verschillen.
54
b. Vul in
55
(9) In kleine ondernemingen wordt vaak …………………… met de baas.
(10) Ik ben erin …………………dat project tot een goede einde te brengen.
56
b. Vul het juiste voorzetsel in.
57
(8) Dites qu’il ne doit vraiment pas attendre.
3. Spreekoefeningen
a. Debat
De klas wordt verdeeld in kleine groepjes. Elke groep moet op de volgende vragen
antwoorden en zijn mening aan de andere groepen voorstellen.
b. Persoonlijke bijdrage
De klas wordt verdeeld in kleine groepjes. Elke groep moet één multinational of één kmo
voorstellen aan de klasgenoten en op de volgende vragen antwoorden.
58
(5) Zou je graag in die onderneming willen werken? Verklaar je antwoord.
A. Leestekst
59
(3) lk ben op zoek ........ de gepaste baan
(4) Hij nam contact op ........ de kandidaten.
(5) Dat zal ........ veel problemen leiden.
(6) Uitzendkantoren spelen een belangrijke rol ........ de arbeidsmarkt.
(7) Mijn moeder zal me helpen ........ het zoeken naar een job.
(8) Hij verliet het bedrijf omdat er geen zicht ........ promotie was.
(9) Dat moet aansluiten ........ je interesse.
(10) Internet is een schat ........ informatie.
60
D. Spreekoefeningen
Debat
(1) Wat zijn de voor- en nadelen van de volgende middelen om een baan te
vinden?
A. Luister.
1. Antwoord op de vragen.
werkzoekenden?
(4) Waarom werven sommige bedrijven enkel nog via het internet aan?
61
(5) Wat moeten de werkzoekenden bijgevolg doen in hun zoektocht naar werk?
(9) Welke rubriek hebben veel bedrijven op hun eigen site gecreëerd?
(1) la presse
(3) le conseil
(5) le service
(6) la solution
B. Woordenschatoefeningen
(1) Door te zakken voor mijn examen, stelde ik mijn ouders .....
a. aan
b. uit
c. teleur
2. Vervang de onderstreepte woorden door andere woorden met dezelfde betekenis. Pas
de zin aan indien nodig.
63
(9) Dites qu'ils se font concurrence.
C. Spreekoefeningen
1. Debat
64
V. Heb alle troeven in handen!
A. Het belang van talen: Gesprek met Sabine de Leeneer, gedelegeerd bestuurder van
Management Information
1. Luister.
(5) Een foute interpretatie van bepaalde woorden kan tot grote culturele verschillen
leiden.
(6) Een taal kun je alleen onder begeleiding leren.
(7) Op internet kun je enkel tegen betaling taallessen volgen.
(8) Door veel te chatten in een vreemde taal loop je risico fouten te maken
(9) Je kunt een taal leren door te ontbijten in de taal van je keus
(10) Een taal leren wordt vaak als een last beschouwd.
65
2. Woordenschatoefeningen
a. Vul het juiste werkwoord in. Pas de vorm aan indien nodig.
aan bod komen - veroorzaken- versteld staan- letten - toelaten - betekenen - zorgen -
onderschatten- aannemen- leiden
66
c. Geef een synoniem en maak er een zin mee.
(1) aannemen
(2) het onderricht
(3) oppassen
(4) de sollicitant
(5) zorgen voor
67
3. Spreekoefeningen
a. Debat
Ga je akkoord met de volgende stellingen? Verklaar je mening en vergelijk met die van je
klasgenoten.
(4) Je zal versteld staan hoe snel je een taal kunt leren door alleen op de televisie
b. Brainstorming
De klas wordt verdeeld in kleine groepjes. Elke groep moet drie middelen bedenken waardoor
de studenten meer gemotiveerd zijn én meer gemotiveerd blijven om vreemde talen te leren.
Daarna stelt elke groep zijn oplossingen voor aan de andere groepen.
1. Leestekst
68
69
b. Vertaal de volgende uitdrukkingen.
70
VI Woordenschatlijst voor de teksten
71
II HET VERSCHIL…
het verschil la différence
verschillen différer
de kmo (de kmo's) la PME
de onderneming l’entreprise
het vertrouwen la confiance
de afwisseling l'alternance
de voldoening la satisfaction
de bevoegdheid la compétence
nauwgezet précisément
omschrijven (omschreef- omschreven) décrire
een functie invullen remplir une fonction
de keerzijde van·de medaille le revers de la médaille
de prullenmand la poubelle, le bac à papier
leegmaken(maakte leeg -leeggemaakt) vider
lossen <> laden décharger <> charger
betrokken worden bij être concerné par
uitwerken élaborer
zijn stem laten horen faire entendre sa voix, donner son
avis
hemelsbreed énorme
scheiden (scheidde- gescheiden) séparer
een strategie uitstippelen définir une stratégie
doorlopen(doorliep - doorlopen) parcourir
de behoefte le besoin
72
III DE ZOEKTOCHT NAAR DE GEDROOMDE JOB: LANCEER UW
CAMPAGNE
Uitkijken naar avoir vue sur, aspirer à
woorden in daden omzetten transformer les mots en actes
doorbrengen (bracht door - doorgebracht) passer
bij iets aansluiten correspondre à
de aanwerving l'embauche
inschatten estimer, évaluer
de zoektocht la démarche de recherche
op een presenteerblaadje aanbieden offrir sur un plateau
bevorderen promouvoir
een vaste job bemachtigen obtenir un emploi permanent
enerzijds...anderzijds d'une part ...d'autre part
een schat aan un trésor de...
de oproep l'appel
afgestudeerd zijn avoir terminé ses études
het gebrek aan le manque de
lukraak au hasard
zich ontplooien s’épanouir
de vaardigheid la compétence
bemachtigen obtenir
de uitzendbureau l’agence d’intérim
73
V HEB ALLE TROEVEN IN HANDEN
A. Het belang van talen: Gesprek met Sabine de Leener, gedelegeerd bestuurder van
Management Information
onderschatten Sous-estimer
de talenkennis la connaissance des langues
op de voet volgen suivre de près
de voertaal la langue véhiculaire
de informatica l'informatique
bij uitstek par excellence
te werk gaan se mettre au travail
met behulp van à l'aide de
de geluidscassette(-s) la cassette audio
versteld staan van être étonné de
het taalonderricht l’enseignement des langues
verstrekken dispenser, procurer
aan bod komen entrer en ligne de compte
belang hechten aan attacher de l'importance à
de avondles(-sen) le cours du soir
de stoomcursus le cours intensif
ontbreken (ontbrak - ontbroken) manquer
74
de stage is afgelopen le stage est terminé
een diploma behalen obtenir un diplôme
de stageplaats un endroit de stage
de bezoldiging le salaire, la rémunération
de onkostenvergoeding l'indemnisation des frais
opzij de côté
de instelling l’institution
talrijker plus nombreux
de schatting l’évaluation, l’estimation
zich storten in se lancer dans
75
VII. Scritps van de luistervaardigheden
76
77
78
VIII. Kruiswoordraadsel
1 2
6 7
10
11 12
13
14
15
16 17
18
19
20
Horizontaal Verticaal
3. synoniem van bedrijf 1. variatie
5. bemiddelaar tussen werkzoekenden 2. steun, hulp
en werkgevers 4. de afkorting voor een vereniging zonder
8. collaboreren winstoogmerk
9. taal gebruikt in officiële situaties 6. wat je kan doen en waarderen dankzij je vorige
10. tip, raadgeving jobs
13. permitteren 7. slechter inschatten dan de werkelijkheid
15. krijgen 11. beter maken
16. opwekken, stimuleren 12. definiëren
17. goed gebruikbaar voor iets 14. een functie die vacant is
19. wat iemand kan doen 18. de afkorting van besloten vennootschap met
beperkte aansprakelijkheid
20. als een werkgever iemand in dienst
neemt
79
IX. Oefeningen : vertaal
1. Le travail dans une petite et moyenne entreprise diffère sans aucun doute à plusieurs égards de
celui exercé dans une multinationale.
2. Dans le cadre de mes études, je dois suivre un stage linguistique de 4 semaines.
3. Me référant à votre annonce du .... dans ... je me permet de solliciter un emploi de … dans votre
entreprise.
4. Nous accordons une très grande importance à la connaissance pratique des langues étrangères.
5. Quels sont les avantages et inconvénients de choisir une PME plutôt qu'une multinationale ?
6. Dans une petite entreprise, tu es concerné par toutes les étapes du processus de production.
7. Au bout de trois de formations, plusieurs possibilités se présentent aux jeunes diplômés : un
stage, l'intérim, une carrière à l'étranger ou travailler comme indépendant.
8. Avoir travaillé quelques années à l'étranger peut être un atout car la perfection des connaissances
en langues et la connaissance d'une autre culture peuvent être déterminants pour postuler pour un
emploi.
9. Actuellement, les moyens de recherche pour un emploi sont de plus en plus nombreux. Si dans
les grands journaux on trouve encore des offres d'emploi, il faut admettre qu'Internet a de plus en
plus la cote. A côté des sites web des sociétés et institutions, nationales et internationales, privées
et publiques, il y a de plus en plus d’offres d'emploi sur le web.
80
X. Solliciteren
Inhoudstafel
Inleiding
1. De sollicitatiebrief
Wat staat erin ?
Hoe ziet hij eruit ?
Vooraleer je hem post.
Online solliciteren kan dat ?
3. Het sollicitatiegesprek
Bereid je voor op je gesprek
De eerste indruk
Het gesprek
Opdracht
81
Inleiding
Daar sta je dan, met een diploma op zak. De schooltijd is voorbij, tijd voor real life … Werk zoeken
is de eerste opdracht. Maar waar begin je nu te zoeken? Zowel in de gedrukte media als op het
internet kan je je zoektocht starten. Sites van bedrijven, de site van de VDAB, de krant, de
streekkrant, Jobat kunnen je al een heel eind op weg helpen. Hier vind je allerlei werkaanbiedingen.
Je kan reageren op een vacature maar je kan ook spontaan solliciteren. D.w.z. dat je niet op een
advertentie reageert maar ‘uit jezelf’ solliciteert.
1. De sollicitatiebrief
Een goede voorbereiding is een absolute must. Soms is vooraf naar het bedrijf opbellen een slimme
zet. Niet alleen blijkt hieruit jouw interesse maar je kan bovendien slimme vragen stellen. De
antwoorden hierop kunnen aanknopingspunten zijn voor je sollicitatiebrief en je CV.
Wanneer je reageert op een advertentie is het belangrijk deze aandachtig te lezen. Wat houdt het
werk in? Welke werknemer zoekt het bedrijf?
Vroeger werd de brief hand geschreven. Vandaag is typen de norm.
82
In de eerste alinea vertel je op welke manier je voldoet aan datgene dat er verwacht wordt. Je
studierichting, je werkervaring via stages, vakantiejobs, …
In de tweede alinea leg je uit waarom je solliciteert. Hier motiveer je waarom je zo graag in dit
bedrijf zou werken.
De brief eindigt met een slotzin waarin je zegt bereid te zijn tot een persoonlijk gesprek. Je verwijst
ook naar je CV in bijlage.
Gouden regel
Als er een e-mailadres bij de vacature staat, staat het bedrijf open voor antwoorden via e-mail.
Indien er geen e-mailadres staat, stuur je je motivatiebrief en cv het best per post
83
Vermijd afkortingen en symbolen. Smileys zijn helemaal uit de boze, want een sollicitatiebrief is
geen chatbox
Je sollicitatiebrief zet je in de e-mail zelf, je CV stuur je als bijlage mee. Benoem het document met
jouw naam.
Hou het kort en simpel. Beantwoord zoveel mogelijk vragen die in de vacature stonden.
TIP
Gebruik nooit de BC (Blind Copy) om je brief naar verschillende bedrijven te versturen. Bedrijven
hebben dit vlug door en voelen zich hierdoor niet persoonlijk aangesproken.
84
Tips bij het opstellen van een CV.
- Wees altijd eerlijk. Een ontdekte leugen kan je duur komen te staan
- Gebruik actief taalgebruik als je voorbeelden geeft. Vb. Ik gaf leiding aan… Ik organiseerde
…
- Schrijf afkortingen voluit. Vb. Vrij Technisch Instituut
- Vermijd gaten in je CV. Als je bv. Werkloos bent geweest, vermeld dan andere zaken
waarmee je bezig was.
- Persoonlijke gegevens
Je naam en voornaam
Woonplaats en telefoonnummer
e-mailadres
Je geboorteplaats- en datum
Burgerlijke staat
Je nationaliteit
Rijbewijs, al dan niet eigen wagen
- Studies
Vermeld je hoogst behaalde graad. Maak duidelijk dat je een diploma behaald hebt. Is dit niet zo,
dan vermeld je tot welk studiejaar je school hebt gevolgd.
- Ervaring
Hieronder schrijf je je ervaring op. Jobs, stages, vakantiewerk, weekendwerk, bijscholingen, …
- Talenkennis
Voeg dit alleen toe als je meerdere talen kent. Vergeet niet te melden hoe goed je een taal kent
(noties, basiskennis, goede kennis, heel goede kennis, moedertaal).
- Computerkennis
Vermeld duidelijk met welke programma’s je kan werken.
- Vaardigheden
Benadruk die vaardigheden die noodzakelijk zijn voor de job. Geef concrete voorbeelden, feite
- Hobby’s
Vermeld deze enkel als ze belangrijk zijn voor de job. Vb je solliciteert in de bouw en je schrijft
dat je in je vrije tijd graag renoveert.
85
- Referenties
Dat zijn de gegevens van een persoon waar je bv nog voor gewerkt hebt. Je toekomstige
werkgever kan dan contact opnemen om meer informatie te krijgen over jou. Vraag die persoon
wel vooraf of je hem/haar mag opgeven als referentie.
3. Het sollicitatiegesprek
Het cv en de sollicitatiebrief zijn belangrijke visitekaartjes maar het hart van de selectieprocedure
blijft het sollicitatiegesprek. Dit gesprek kan je vergelijken met een verkoopsgesprek. Hierin krijg
je de kans om je vaardigheden in de verf te zetten. De manier waarop je een sollicitatiegesprek
aanpakt, kan doorslaggevend zijn om aangeworven te worden.
Voor je naar het sollicitatiegesprek stapt, verdiep je je best in de wereld van het bedrijf waar je
straks hoopt te werken. Stap je onvoorbereid naar het gesprek dan kan dit de indruk geven dat je
niet echt geïnteresseerd bent, en dat wil je natuurlijk vermijden. Verzamel dus zoveel mogelijk
informatie over het bedrijf waar je op gesprek moet. Je vindt die informatie: op de bedrijfssite, in
de advertentie zelf, in brochures, jaarverslagen, volg ook de actualiteit op de voet, want ook daarin
verschijnt mogelijk info over het bedrijf… Zorg ervoor dat je een juist beeld hebt van de job
waarvoor je solliciteert. Wanneer de advertentie niet voldoende informatie bevat, bel dan gerust
naar het bedrijf.
Denk ook eens na over de volgende vragen.
86
Bereid je dus maar voor op allerhande vragen.
De eerste indruk
De eerste indruk is super belangrijk. Je hebt dan ook maar één kans om een goede eerste indruk te
maken. Hier volgen enkel tips die je hierbij kunnen helpen.
Kom op tijd
Niemand houdt van te laat komen of excuses. Vertrek op tijd. Te vroeg zijn kan echt geen kwaad.
Laatkomers op een sollicitatiegesprek kunnen het helemaal schudden. Maar let wel op dat je niet
buiten adem en stinkend naar het zweet binnen komt hollen.
Spreek duidelijk
Articuleren is de opdracht. Let ook op dat je niet te veel praat. Op het juiste moment tussenkomen,
en vooral: goed luisteren, dat zijn heel belangrijke elementen om een goede eerste indruk te
maken.
Maak oogcontact
Dit is wat moeilijk als je wat nerveus bent maar kijk je gesprekspartner aan en toon belangstelling.
Dat straalt zekerheid uit.
Het gesprek
87
Kennis over het bedrijf
Laat in het gesprek voelen dat je het bedrijf kent. Dit komt positief over.
Humor
Een grapje maken, kan zeker. Humor kan een wapen zijn in de strijd naar de job. Opgelet geen
schunnigheden!
Verkopen!
‘Waarom zouden we jou kiezen ?’ is een veel voorkomende vraag. Hier scoor je met een
verkoopspraatje, je goede kwaliteiten dus in de verf zetten.
Afsluiten
Maak duidelijke afspraken over het verdere verloop van de procedure. Wie belt wie, wanneer …
Bedank voor het gesprek.
Hier zijn enkele vragen die u in een sollicitatiegesprek onder de een of andere vorm zult krijgen.
Bereid u op deze vragen voor en train erop totdat er niet de minste aarzeling is.
88
13. Bespreek kort je opleiding.
14. Beschrijf jezelf.
15. Vertel eens over een moeilijke situatie die je tot een goed einde hebt gebracht.
16. Waarom zouden we jou moeten aannemen?
17. Zou je vakanties en/of weekends werken?
18. Hoe ga je om met een woedende klant?
19. Welke verloning heb jij in gedachten?
20. Wanneer ging je verder dan wat minimum nodig was voor de realisatie van een bepaald
project?
21. Wat is jouw grootste mislukking?
22. Naar wie kijk je op? Waarom?
23. Wat motiveert jou?
24. Beschrijf een situatie waarin je niet akkoord ging met je baas.
25. Hoe ga je om met druk?
26. Wat zijn jouw carrièredoelstellingen?
27. Wie of wat krijgt je 's ochtends uit bed?
28. Wat zouden je collega's over jou zeggen?
29. Als ik nu naar je baas zou bellen en zou vragen op welk vlak je nog kan verbeteren, wat zou
hij antwoorden?
30. Ben je een leider of een volger?
31. Wat maakt je gelukkig?
32. Wat zijn je hobby's?
33. Vertel eens over je leiderschapservaringen.
34. Wat maakt je oncomfortabel?
35. Hoe zou je iemand ontslaan?
36. Wat vind je het leukst/minst leuk aan het werk in deze sector?
37. Zou je bereid zijn om meer dan 40 uren per week te werken?
38. Welke belangrijke vragen heb ik volgens jou niet gesteld?
39. Welke vragen heb jij voor ons?
Opdracht
Kies één vacature op internet en print die. Jij kiest de vacature die het best bij jouw profiel past.
Stel, je kreeg een uitnodiging om op sollicitatiegesprek te gaan betreffende die vacature.
1. Bereid dit gesprek schriftelijk voor a.d.h.v. je cursus.
89
2. Daarnaast stel je een CV op.
3. Na de voorbereiding volgt een rollenspel.
Bijlage 1 Sollicitatiebrief
Siemen De Nolf
Kwekkerstraat 118
8870 IZEGEM
Sollicitatie vloerder-tegelzetter
In Het Nieuwsblad van 12 april jongstleden zag ik de vacature waarin u een vloerder-tegelzetter
zoekt voor Roeselare en omgeving. Voor deze functie wil ik graag in aanmerking komen.
In het VTI van Izegem volgde ik de opleiding bouw waarna ik in avondschool mij specialiseerde in
het bevloeren van trappen en terrassen. Ik werk nu al 9 jaar voor een Gentse bouwonderneming waar
ik ervaring opdeed als vloerder van natuursteenvloeren en als lijmer van vloer- en wandtegels. Ik
was er de enige vloerder-tegelzetter waardoor ik erg zelfstandig kan werken.
Graag kom ik u in een persoonlijk gesprek overtuigen van mijn keuze en motivatie voor uw bedrijf.
Siemen De Nolf
90
Bijlage 2 CV
Curriculum Vitae
Personalia
Naam: Siemen De Nolf
Adres: Kwekkerstraat 118 8870 Izegem
GSM: 0466 66 66 66
E-mail: siemendn@hotmail.com
Geboortedatum: 23 december 1986
Geboorteplaats: Izegem
Geslacht: Man
Burgerlijke staat: Gehuwd
Nationaliteit: Belg
Opleidingen
Ervaring
Jobstudent
2013-2015: Kelner in restaurant ‘Rockfort” te Brugge
Taken: Bestellingen opnemen en opdienen - achter bar werken -helpen in de keuken
Stage
2015: 3 maanden stage bouwbedrijf ‘the sky’, Ardooie
Taken: Metselen, stellingenbouw
2014: dagstages 30 weken bouwbedrijf ‘hup hup’, Lendelede
Taken: Metselen
Werkervaring
01/09/2015 – heden: ‘De Gentse bouwers’
Taken: vloerder van natuursteenvloeren, lijmer van vloer- en wandtegels
Talenkennis
Nederlands: moedertaal
Frans: vloeiend begrijpen, schrijven en spreken
Engels: vloeiend begrijpen, schrijven en spreken
Computerkennis
91
Interesses
muziek
volleybal
Chiro (4 jaar leiding)
Referenties
2. Werk verder aan uwe talen. België is niet alleen een drietalig land maar voert daarbij
ook veel uit en heeft dus ook veel contacten met het buitenland. Vaak maakt een goede vreemde
talenkennis het verschil tussen kandidaten.
3. Solliciteer niet alleen in uw eigen streek en aarzel niet een baantje te kiezen waar u
ergens een flat voor moet huren. Geef niet de indruk dat u slechts dicht 'bij moeder' wil werken.
4. Pluis de kranten uit en onderhoud contacten met mensen en instellingen die u kunnen
helpen.
6. Bereid u degelijk voor op het sollicitatiegesprek, verzamel informatie over het bedrijf
en de functie, verzorg uw kleren: netjes staat altijd goed.
7. Wees uzelf tijdens het onderhoud, gedraag u niet brutaal maar ook niet overdreven
schuchter. Het onderhoud is geen mondeling examen: het is dus niet verboden zelf vragen te
stellen.
8. Analyseer het gesprek achteraf: wat ging goed, wat niet ? Probeer te weten waarom u de
baan niet kreeg (eventueel telefonisch). Zo leert u bij.
9. Geef nooit op ! Honderd sollicitatiebrieven waarvan veel niet beantwoord worden en tien
gesprekken zonder gunstig gevolg zijn geen reden tot wanhoop. Een werkloze Engelsman vond
een betrekking na 470 brieven. "De aanhouder wint!", zoals het spreekwoord luidt.
10. Vergeet vooral niet een kleine attentie voor de mensen die u hielpen (in de vorm van een
cadeautje, bij voorbeeld) of ze te bedanken ... zelfs als u de baan niet kreeg. Dankbaarheid in
woorden of daden uitgedrukt is een te zeldzaam product in onze maatschappij.
92
Een gunstig antwoord op een sollicitatiebrief: voorbeeld
93
CA/CL: Een afspraak per telefoon bevestigen – voorbeeld 1
94
CA/CL: Een afspraak per telefoon bevestigen – voorbeeld 2
Aspraak met de personeelschef
95
96
EO : Sollicitatiegesprek
Vous êtes demandeur d’emploi et vous avez un Vous êtes réceptionniste à l’accueil du siège
RDV avec le manager de la section logistique: social de Belgacom.
97
l’expérience ? Et dans le domaine de la
logistique ?
Non mais vous avez fait des jobs d’étudiants
depuis que vous avez 16 ans.
Où ? Dans quels domaines ?
Vous expliquez :
Caissier dans un magasin pendant 2 ans. Travail
administratif dans une entreprise de marketing
pendant 3 ans. Vendeur dans un magasin de
télécommunication pendant les dernières
vacances d’été. Stage dans une entreprise de
transport.
Pourquoi postuler pour cette fonction/ ce poste ?
Car cela correspond bien à mon profil :
Dynamique, ouvert au monde de la
communication et proactif
Langue maternelle ? Connaissances en langues ?
Parlez-vous le néerlandais ? L’anglais ?
Langue maternelle : français mais je parle
couramment le néerlandais et sais me débrouiller
en anglais.
Savez-vous écrire le néerlandais sans faute?
L’écrit est moins bon que l’oral mais ça va plus
ou moins.
Pouvez-vous parler de votre expérience en tant
que stagiaire ? Où avez-vous fait vos stages ?
Comment cela s’est-il passé ?
J’ai fait mon stage dans une entreprise de
transport à Anvers. C’est là que j’ai appris le
néerlandais. J’ai eu une bonne note du patron. Il
était content de moi.
Parlez-moi de vos hobbys ?
Vous expliquez :
Je cours/nage/fais du football. J’aime lire/aller au
cinéma/écouter de la musique. J’aime les
animaux et la nature.
Une dernière question : donnez-moi une qualité
et un défaut de votre personnalité.
Je suis courageux mais parfois je suis un peu
trop lent.
Vous remerciez et dites que l’entretien est
terminé. Votre secrétaire lui téléphonera dans qq
jours pour donner des nouvelles.
Vous remerciez et saluez.
Vous saluez.
98
CA/CL: Eerste werkdag in de productieafdeling
99
100
Antwoord op de volgende vragen in verband met de bovenstaande tekst.
101
C. Handelscorrespondentie
102
1. Presentatie
1.1.1 Voorbeeld 1
La lettre ci-dessous est envoyée par un Institut belge d’enseignement et de recherche à une
société commerciale en Flandres. Elle possède les principales caractéristiques d’un courrier
administratif/ commercial de base :
Solocato NV Heidestraat, 27
3700 TONGEREN
22 maart 2020
Geachte Heer,
Met hoogachting,
J.M. Defays
Lorsqu’il n’y a pas d’en-tête, l’adresse de l’expéditeur est placée dans le coin supérieur gauche
de la page. L’adresse ne contient aucune ponctuation. Le nom de lieu s’écrit en majuscule et
dans la langue officielle de la commune.
Si vous devez placer une abréviation par rapport au nom de l’entreprise vous pouvez soit
l’écrire en majuscules, soit en minuscule avec ou sans point. Le plus courant étant en
majuscules et sans points.
Si vous connaissez le nom de la personne à qui vous écrivez, celui-ci doit figurer en première
ligne de l’adresse. Indiquez soit l’initiale du prénom (De heer P. Namen), soit le prénom
entier (De heer Patrick Namen), mais évitez De heer Namen.
b. On utilise Mevrouw pour une femme mariée et Mejuffrouw pour une femme
qui n’est pas mariée. Si l’on ne connait pas l’état civil de la personne on
utilise Mevrouw.
Si vous ne connaissez pas le nom de la personne à qui vous écrivez, vous pouvez adresser
votre courrier à une fonction au sein de l’institution/l’entreprise (De Verkoopsdirecteur, De
Boekhouder) ou à un département (Verkoopsafdeling, Boekhoudingsafdeling). Enfin, si vous
ne savez rien de l’institution/l’entreprise à laquelle vous écrivez, et si vous ne savez pas à
quelle personne ou quel département adresser votre courrier, vous pouvez simplement
l’adresser à l’institution/l’entreprise elle-même (cf. modèle de lettre ci-dessus).
- Nom du bâtiment
- Nom du pays
104
De datum
On écrit la date à droite de la page, à droirsous l’adresse du destinataire (elle doit évidemment
être précédée d’un espace). Si vous mentionnez des références, la date sera notée sur la même
ligne à l’extrémité droite de la lettre (cf. 1.1.2 Voorbeeld 2).
La date comprend l’année, puis le mois, puis le jour indiqués en chiffres (11-03-29) ou le
jour (en chiffre), puis le mois (en lettre), puis l’année (en chiffre). Le lieu s’inscrit à côté
de la date.
Rappel : les mois de l’année sont : januari, februari, maart, april, mei, juni, juli, augustus,
september, oktober, november, december.
De inleidingszin
Est utilisée lorsque ni le nom ni la fonction du destinataire ne sont mentionnés dans l’adresse.
De aanhef = l’appellation
Si vous ne connaissez pas le nom de votre correspondant, vous utiliserez la formule neutre
(Mijne here, Geachte heer, Geachte mevrouw, Geachte mejuffrouw). Les formules mijnheer
et meneer ne sont pas à conseiller dans l’appellation d’une lettre.
Si vous ne savez pas si votre correspondant est une femme ou un homme vous utiliserez
les formules : Geachte heer, geachte mevrouw ou Geachte heer, mevrouw ou Geachte
heer of mevrouw ou De heer, mevrouw. Il est déconseillé d’utiliser simplement
Geachte ou Beste (informel).
Si vous connaissez le nom de votre destinataire, mais qu’il ne s’agit pas de quelqu’un que
vous connaissez personnellement, vous emploierez la formule Geachte+titre+nom (sans
initiale, ni prénom, ni titre le précédant) : Geachte mevrouw Reyers, Geachte heer
Vanstraat,…
Si vous connaissez bien votre destinataire, vous pouvez éventuellement n’utiliser que
son prénom : Geachte Stefaan,…
Dans des lettres moins formelles ou dans le courrier électronique vous pouvez également
utiliser Beste + prénom ou groupe de personnes si vous connaissez le(s) personne(s): Beste
mevrouw Vandevelde, Beste collega’s,…
Il est à noter que le titre n’est ici pas écrit avec une majuscule et que l’appellation ainsi que la
formule de politesse ne sont pas suivie d’une virgule (en Belgique). Aux Pays-Bas, la virgule
est bien présente. L’important est de rester cohérent, ou vous en mettez après l’appellation et
après la formule de politesse, ou vous n’en mettez pas du tout.
105
De inhoud/de brieftekst
Le texte de la lettre contient la communication proprement dite ; il faut aller au fait par des
phrases concises, pour ne pas abuser du temps précieux de votre correspondant. Il est important
d’être clair et de diviser le texte en paragraphes.
De slotformule
La formule de politesse est séparée du corps de la lettre par un espace et est alignée à gauche,
sur le reste de la lettre. Elle est suivie ou non d’une virgule (cf. point 5. De
aanhef/l’appelation).
Les formules de politesse les plus fréquentes sont Met vriendelijke groet(en), Hoogachtend
et Met hoogachting (ces deux derniers étant plus formel).
De ondertekening
Tapez toujours votre nom, et si cela est pertinent, votre fonction sous votre signature
manuscrite. Même si vous êtes convaincu que votre écriture est facile à lire, des lettres telles
que le a, le e, le o, le r et le v peuvent facilement être confondues.
Votre signature doit contenir suffisamment d’informations (nom, prénom, titre, fonction,
…) pour que votre correspondant ne soit pas dans l’embarras lorsqu’il rédigera sa réponse
(il doit pouvoir identifier votre sexe et, si nécessaire, votre fonction).
S’il y a plusieurs signataires, leurs noms peuvent être écrits l’un à la suite de l’autre. S’il n’y
a qu’une personne qui signe pour plusieurs personnes, vous utiliserez mede namens en dessous
du nom et fonction de la personne.
106
1.1.2 Voorbeeld 2
Heidestraat, 27
3700 TONGEREN
Tel . : 012 65 43 92
Fax. : 012 65 43 02
E-mail :
solocato@telenet.be
www.solocato.be
Uw bericht van uw kenmerk ons kenmerk
20-03-22 JMD/ISLV MD/JV
We staan tot uw dienst voor alle verdere inlichtingen of voor een eventuele bestelling
uit te voeren.
Hoogachtend
Maria Delmotte
Maria Delmotte
i.o.v. Jan Verhagen
Verkoopsdirecteur
107
La lettre ci-dessus est la réponse de la société commerciale en Flandres à l’Institut
d’enseignement et de recherche à Liège. Elle contient quelques autres caractéristiques
d’un courrier administratif/ commercial, telles que la présence d’un en-tête (het
briefhoofd) et de références (de kenmerken). Ici, les références sont les initiales
correspondant aux signataires du courrier, Jan Verhagen et son assistante Maria
Delmotte.
De aanvangformule
La première phrase fera référence à l’événement qui occasionne votre lettre ; dans
ce cas-ci, il s’agit d’une demande de votre correspondant.
De slotzin
La dernière phrase précise l’impression que vous laissez et invite à une suite;
elle est donc importante.
Signifie “pour, de la part de” et est utilisée par une personne rédigeant et signant un
courrier au nom de son supérieur hiérarchique. D’autres abréviations peuvent
également être utilisées telles que : b.a. (‘bij afwezigheid’/’en l’absence de’), p.p.
(‘per procuratie’).
De functie
De bijlage
108
- La formulation explicite de l’objet du courrier (ex. Betreft : Onbetaalde
factuur), juste sous les références, précédée et suivie d’un espace. Cela vous
permet de faire l’économie d’un paragraphe d’introduction.
L’information que la copie a été envoyée à un/des tiers (kopie aan : …) se trouve en
bas du courrier et est suivi du/des nom(s) du/des destinataire(s) tiers. Elle se trouve
juste en-dessous des annexes s’il y en a et est précédée et suivie d’un espace.
Les adresses sur les enveloppes sont rédigées de la même manière que l’adresse du
destinataire sur la lettre elle-même. Vous pouvez également utiliser les abréviations
correspondantes aux différents titres dans les adresses sur les enveloppes mais il est
quand même préférable de les écrire en entier. Voici quelques exemples d’abréviations
:
Mevrouw
→Mevr. ou Mw.
De heer → Dhr.
(leo.roet@vandooren.be) Datum:
109
Onderwerp: TAA
Beste Joris
Ik hoor van Sonja dat de volgende facturen van TAA al betaald werden:
Stuur a.u.b. een e-mail aan TAA (Mv. Anita GOORS) als je dat nagekeken hebt. (Geef ook
de datum van betaling op)
Hartelijk dank
Leo
Geachte mevrouw,
Onze boekhouder Leo De Roet bevestigt dat de volgende facturen vorige maand betaald
werden:
Uit onze boeken blijkt inderdaad dat deze bedragen op 15 augustus 2010 overgemaakt
Vriendelijke
groeten,
Joris
Kamerlink
Verantwoordelijke factureerafdeling
Vando
oren
110
N.V.
Hemel
weg 24
2800 Mechelen
Tel: 015 34 90 91
Fax: 015 34 90 92
Joris.kamerlink@vand
ooren.be
http://www.vandooren.
be
Dans un e-mail interne, comme nous le voyons dans l’exemple ci-dessus, on trouve
des formules moins formelles telles que Beste Joris voire parfois même Dag Joris (si
vous connaissez très bien la personne) comme appellation et Hartelijk dank comme
formule de politesse, ainsi que l’utilisation du tutoiement.
Ondertekening
La signature contient généralement plus d’informations que dans une lettre (adresse,
numéros de téléphone et de fax, site internet, …)
NB : Comme dans les lettres, les adresses électroniques ou les sites internet, ne sont
pas soulignés.
D’une manière générale, et bien que le courrier électronique ait tendance à être plus
informel que le courrier papier, il convient d’appliquer les mêmes principes que pour
toute autre forme de correspondance commerciale.
a. En général, le style et les conventions utilisés pour le courrier électronique sont les
mêmes que pour les lettres et les faxes. Par exemple, vous pouvez utiliser des
appellations telles que Geachte mevrouw Stass ou Geachte meneer Vandermeulen
et des formules de politesse comme Met vriendelijke groet ou Vriendelijke groeten.
Cependant, si vous connaissez bien votre correspondant ou si vous échangez une
suite de plusieurs messages avec la même personne, l’appellation et la formule de
politesse ne sont pas nécessaires.
111
b. Ne confondez pas messages personnels et messages professionnels. Dans un
message professionnel, il convient d’appliquer les mêmes règles d’écriture que
dans une lettre : écrivez de manière claire, concise, cohérente, soignée et
courtoise. Utilisez le ton approprié à votre destinataire et au but de votre
message.
d. Évitez d’écrire des mots/phrases entiers en lettres majuscule. L’effet perçu est
généralement négatif (comme si vous éleviez la voix dans une conversation).
Si vous voulez mettre l’accent sur un mot en particulier, placez-le entre deux
astérisques (*dringend*).
e. Soyez bref et allez droit au but. Les gens reçoivent beaucoup de courriers
électroniques liés à leur travail, d’où l’importance de la concision.
f. Si possible, n’abordez pas plus d’un point par message. Cela vous aidera à
rester bref et facilitera la réponse, ainsi que l’archivage, à votre
correspondant.
g. Les abréviations utilisées dans les lettres telles que m.b.t. (met betrekking
tot) ou n.a.v. (naar aanleiding van) sont également utilisées dans les
courriers électroniques.
h. Les émoticônes sont souvent utilisés dans les courriers électroniques informels.
Ils servent à exprimer des émotions que les mots seuls ne pourraient que
partiellement traduire. D’une manière générale, il vaut mieux les éviter dans
des courriers professionnels.
2. Inhoud
Pour qu’un courrier (papier ou électronique) soit efficace, il doit contenir très
exactement ce que l’expéditeur a besoin de communiquer et ce que le destinataire a
besoin de savoir, ni plus ni moins, et ces éléments d’information doivent être articulés
de manière logique et cohérente.
Demandez-vous quel est l’objectif de ce courrier, et quelle est la réponse que vous
souhaitez obtenir. Notez soigneusement tous les éléments que vous souhaitez inclure
dans le courrier avant d’en commencer la rédaction, ensuite parcourez vos notes et
vérifiez que vous avez bien inclus toutes les informations nécessaires, que ces
informations sont pertinentes par rapport à votre objectif, et qu’elles sont organisées
de manière logique et cohérentes.
112
A titre d’exemple, voici le plan correspondant à la lettre en page 107 :
Geachte… De aanhef
Hoogachtend De slotformule
Le premier paragraphe (voire la première phrase) d’un courrier est très important
car il donne le ton du courrier en question et crée la première impression. D’une
manière générale, il est de bon ton de remercier votre correspondant pour son
courrier (s’il s’agit d’une réponse), de vous présenter ainsi que votre
institution/entreprise (si nécessaire), d’énoncer l’objet du courrier et de formuler
son objectif.
Exemple :
Exemple:
113
Exemple :
Wij staan tot uw dienst voor alle verdere inlichtingen of voor een eventuele bestelling
uit te voeren.
Ik verwijs naar…
Hierbij stuur ik u de documenten die mij gevraagd werden naar aanleiding van…
114
… pour annoncer de bonnes nouvelles :
Naar aanleiding van uw brief spijt het ons u te moeten informeren dat …
U voorstel past echter niet in ons beleid, zodat wij het moeten afwijzen
Waarschijnlijk heeft onze brief d.d. … u niet bereikt; daarom zijn wij zo vrij, ons
probleem in korte te herhalen.
Ongetwijfeld hebt u door uw drukken bezigheden nog geen tijd gevonden om ons
probleem te onderzoeken. Mogen wij u vriendelijk verzoeken, er thans enige aandacht
aan te besteden, en ons uw standpunt mee te delen zodra het u schikt?
Naar aanleiding van onze brief d.d. … zou het ons aangenaam zijn, uw standpunt te
vernemen.
Wij hebben nog geen antwoord ontvangen op ons schrijven van… Wilt u zo goed zijn,
Hoewel wij vorige maand reeds aandrongen op een spoedig antwoord, hebben wij nog
geen bericht ontvangen.
115
Wij wachten thans dringend op uw antwoord.
Bij gebrek aan antwoord binnen vijf dagen zullen wij veronderstellen dat u akkoord
gaat.
Onze talrijke brieven bleven tot dusver onbeantwoord. Daarom hebben wij ondertussen
zelf de volgende beslissingen getroffen: …
U brief d.d. … hebben wij goed ontvangen. Het is ons echter niet geheel duidelijk, op
welke punten u van ons een antwoord verwacht. Het zou ons aangenaam zijn, indien u
ons wat nadere uitleg zou willen verschaffen. Wij zullen niet nalaten, zo spoedig
mogelijk gevolg te geven aan uw bericht.
Hartelijk dank voor u brief van … . Vooraleer wij hier nader op ingaan, zouden wij
graag meer bijzonderheden vernemen. Dit zal ons in de gelegenheid stellen uw brief zo
snel mogelijk te beantwoorden.
Uw brief van … (kenmerk: …) bereikte ons vandaag. Toch kunnen wij voorlopig geen
antwoord verstrekken, bij gebrek aan voldoende gegevens. Wij hopen u binnenkort van
dienst te kunnen zijn.
Ondanks uw tweede brief van … hebben wij nog steeds niet begrepen in welke richting
u onze tussenkomst verlangt. Voorlopig kunnen wij er dus geen gevolg aan geven.
Het is voor mij/ ons mogelijk om… Het is voor mij/ons onmogelijk om… Het zou
116
…pour justifier quelque chose:
te wijten aan…
omdat…
NB1: te danken aan est normalement utilisé pour introduire un élément positif alors
que te wijten aan est utilisé pour introduire un élément négatif.
NB2 : Si vous ne souhaitez pas spécifier la cause d’un événement, vous pouvez utiliser
les expressions : Vanwege diverse omstandigheden, Vanwege onvoorspelbare
omstandigheden, door onbegrijpelijke omstandigheden.
… pour remercier:
Ik dank u voor…
In naam van onze Raad van Bestuur sta ik erop, u onze gemeende dank uit te drukken.
Ik zou u dan ook willen verzoeken een gunstig gevolg aan mijn verzoek te willen geven.
117
Hierbij stuur ik u de documenten die mij gevraagd werden naar aanleiding van…
Hoogachtend
Met hoogachting
118
2.2.2 Afkortingen
Les abréviations, acronymes et autres initiales sont bien commodes car ils permettent
de gagner du temps, que ce soit lors de la rédaction ou de la lecture d’un message.
Mais pour que cela fonctionne, il faut qu’ils aient la même signification pour
l’expéditeur et pour le destinataire.
Certains ne posent pas trop de problèmes, car ils sont internationalement utilisés,
comme les
« Incoterms » (contraction des mots anglais International Commercial Terms), qui sont
des termes commerciaux dont la réglementation est édictée et publiée par la Chambre
de Commerce
Internationale à Paris. Exemples : CIF (Cost, Insurance and Freight), DDU (Delivered
Duty Unpaid),…
D’autres sont un peu plus embêtants car ils varient suivant la langue ou le pays
(OTAN/ NAVO (Noord-Atlantische Verdragsorganisatie), UE/EU (Europese
Unie), ONU/VN (Verenigde Naties), TVA/BTW (Belasting op de toegevoegde
waarde).
119
Contrairement à certaines autres langues où les abréviations sont moins utilisées dans
le courrier plus formel, en néerlandais, vous pouvez utiliser une panoplie
d’abréviations tant dans le courrier formel que dans le courrier un peu moins formel.
En voici une liste non-exhaustive mais certainement utile :
120
D. Op de werkvloer
121
Onthaal
Begeleiding van nieuwkomers kost tijd en energie, maar heeft positieve gevolgen voor de hele
onderneming. De motivatie van de nieuwe medewerker stijgt, de inburgering verloopt sneller en
de werksfeer is prettiger.
Een Britse studie van Begbies Traynor illustreert dat de begeleiding beter kan. Enkele
bevindingen:
Aan 12% van de ondervraagde nieuwkomers werd de toegang tot het bedrijf geweigerd omdat
de veiligheidsmensen geen nieuwkomer hadden verwacht.
Meer dan 50% van de nieuwelingen werd de eerste dag aan zijn lot overgelaten. Bijna 50% kreeg
geen bureau en geen opleiding tijdens de eerste week.
26% van de respondenten gaf na 1 maand zijn job op omdat ze slecht werden behandeld door
hun nieuwe baas.
Voor
Lijstje. In elke onderneming zijn er een aantal praktische zaken te bespreken en te
regelen. Maak een lijstje en gebruik dit voor elk onthaal. Denk aan arbeidskledij,
toegangsbadges of sleutels, persoonlijke kast in de kleedkamer, een e-mailadres,...
Aankondiging. Breng je medewerkers op de hoogte van de nieuwkomer en bespreek
dit met hen. Geef bijvoorbeeld aan hoe hun relatie is tot de functie van de nieuweling.
Delegeren. Schakel je medewerkers in bij het onthaal en leg uit wat je van hen verwacht.
Vraag hen bijvoorbeeld of zij hem tijdens de pauzes kunnen opvangen.
Peter of meter. Overweeg of het zinvol is een 'peter' of 'meter' aan te stellen. Dat is een
collega-werknemer die speciale aandacht besteedt aan de aanpassing van de nieuwe
medewerker in de eerste dagen en weken.
Programma. Stel een kennismakingsprogramma op. Overlaad het niet en las regelmatig
pauzes in. Wees ook niet bang voor herhaling van informatie
Tijdens
Rondleiding. Leid de nieuwkomer rond in je bedrijf.
122
Arbeidsreglement en contract. Overloop het arbeidsreglement en de
arbeidsovereenkomst met de nieuweling. Bijvoorbeeld: arbeidsduur,
arbeidsomstandigheden, nuttige telefoonnummers, wat in geval van ziekte, hoe verlof
aanvragen, veiligheidsvoorschriften, ...
Informatie. Geef info over belangrijke projecten, de bereikbaarheid van het bedrijf met
het openbaar vervoer, carpooling, de parkeermogelijkheden, de fietsstalling, ...
Werkplek. Zorg dat hij grondig kennismaakt met zijn eigen werkplek en al even aan de
slag kan, al dan niet onder begeleiding.
Na
Evaluatie. Bespreek enkele weken nadien of hij zich al aangepast heeft. Geef hem de
kans om vragen te stellen over wat nog onbekend of onduidelijk is.
123
Tips voor beginners
Als leider heb je een andere positie dan als collega. Te sterke persoonlijke banden maken het
moeilijk om knopen door te hakken. Neem dus wat afstand van je vroegere collega's. Lunch
bijvoorbeeld niet elke middag met hen.
Geef aan wat jouw rol als leidinggevende zal zijn, welke doelen je wil bereiken en hoe je te werk
gaat. Licht ook toe wat jij van je medewerkers verwacht.
Laat je medewerkers hun eigen manier van werken vinden, ook al weet je precies hoe ze iets
moeten aanpakken en wil je ze graag helpen.
Doe geen dingen die een medewerker moet doen. Pak alleen de meest noodzakelijke
werkzaamheden op en delegeer zoveel mogelijk.
6. Wees nieuwsgierig
Toon belangstelling en wees nieuwsgierig. Zo krijg je een beter inzicht in de achtergrond van
problemen en kan je adequater ingrijpen als er iets fout gaat.
Accepteer alvast dat je fouten gaat maken en dat je soms maatregelen zal moeten nemen die
onpopulair zijn. Dan heb je minder last van stress eens het zover is.
8. Stel je buigzaam op
Hou niet te sterk vast aan je eigen ideeën. Als je merkt dat je medewerkers grote weerstand
hebben tegen je aanpak of dat je plan niet lukt, stel je dan flexibel op en gooi het over een andere
boeg.
124
9. Gun jezelf de tijd om te leren
Accepteer dat het even duurt voordat je alle regels van het nieuwe spel kent en het leidinggeven
goed aanvoelt. Maak jezelf niet onzekerder dan je al bent en neem de tijd om te leren. Als je wil
weten hoeveel inwerktijd gebruikelijk is, ga dan eens praten met je voorganger.
Over goed management valt meer te vertellen dan enkele tips. Als dat je wenselijk lijkt, kan het
goed zijn om een managementtraining te volgen.
Vergaderen
Wat loopt er zoal fout tijdens het vergaderen? Bedrijfspsychologe Kate Keenan geeft vijf veel
voorkomende fouten.
Verkeerde redden
Vaak roepen mensen een vergadering bijeen terwijl er betere alternatieven zijn. Ze vergaderen
omdat het bijeenroepen van mensen steun biedt en een vertrouwde manier is om iets te doen.
Vergaderingen vormen ook een prachtig alibi om beslissingen uit te stellen, of om zelf geen
verantwoordelijkheid te moeten nemen.
Verkeerde attitude
Als de aanwezigen de vergadering niet naar waarde schatten, zal ze tot niks leiden. Iemand met
een verkeerde attitude stuurt bijvoorbeeld een vervanger die niet op de hoogte is van wat er
besproken wordt, komt niet opdagen, bereidt de vergadering niet voor, neemt telefoontjes aan
tijdens de vergadering, heeft de verkeerde documenten bij...
125
Slechte omstandigheden
Het is moeilijk om efficiënt te vergaderen als de ruimte oncomfortabel is. Na verloop van tijd is
dat nog het enige waarover wordt gepraat.
Voorbeelden van gebrekkige structuur: de vergadering blijft maar duren, tot iedereen zich
verveelt of uitgeput raakt, een onderwerp wordt meerdere keren besproken terwijl andere niet
aan bod komen, de aanwezigen weten niet wat de bedoeling is...
Slechte leiding
Maak een agenda met de punten die aan bod zullen komen en stuur die naar de deelnemers. Je
kan naast elk punt ook de tijd zetten die eraan besteed mag worden.
Stel de agenda zo op dat eerst de eenvoudige thema's aan bod komen en later de meer
ingewikkelde en belangrijkste. Als de deelnemers in het begin 'ja' hebben geknikt, vergroot de
kans dat ze dit later in de vergadering ook zullen doen. Bovendien voelen ze zich meer betrokken
als je eerst met de lichte thema's begint.
Nodig niet te veel mensen uit. Minder is meer: 2 tot 3 mensen komen vaak tot betere resultaten
dan 10 of 12 mensen.
Als je met visuele middelen werkt, let er dan op dat iedereen ze kan zien.
Maak naamkaartjes en denk na wie je naast wie plaatst. Een dominante ruziezoeker plaats je
het best naast een rustig persoon. Zo kan hij minder invloed uitoefenen.
O Verwelkom de aanwezigen en herinner hen nog even aan het doel van de vergadering.
Bijvoorbeeld: "Ons kantoor is overvol. Doel van deze vergadering: een manier vinden om ons
kantoor te herverdelen."
O Duid iemand aan om tijdens de vergadering notities te nemen en achteraf een helder verslag te
schrijven.
O Als er buitenstaanders aanwezig zijn, geef je de aanwezigen het best de kans om zichzelf voor
te stellen.
O Je eigen houding is van belang. Als je gelooft dat de vergadering iets zal opleveren en dit
geloof toont, dan worden ook de anderen enthousiast.
Je aan de tijd houden
O Begin op tijd, ook alsnog niet iedereen er is.
126
O Verhinder dat er tijd verspild wordt. De tijdsindeling die naast elk discussiepunt in de agenda
staat, kan je hierbij helpen.
O Las bij lange vergaderingen verschillende korte pauzes in.
O Hou op tijd op, of zelfs eerder, als de zaak is afgerond.
De discussie sturen
O Hou je aan de agenda en leid de vergadering telkens terug naar haar doel. "Het lijkt me niet
verstandig om hier verder op in te gaan, laten we niet vergeten waarom we hier zitten, …
O Zie erop toe dat iedereen een bijdrage levert en aandachtig blijft.
Als je merkt dat iemand voor zich uit zit te staren, kan je hem opnieuw bij de discussie betrekken.
"Steven, wat vind jij van dit voorstel? Heb je er nog iets aan toe te voegen?"
Maak gebruik van de ervaring van de aanwezigen. "Inge, jij hebt zo'n situatie al eens
meegemaakt. Wat waren jouw ervaringen toen?"
Doe zelf voorstellen. Door ideeën te opperen stimuleer je mensen om creatief na te denken. "Zou
het een goed idee zijn om…?"
Omgaan met wanordelijk gedrag
O Maak duidelijk dat persoonlijke aanvallen niet kunnen. "Wat jammer dat je zo'n negatieve toon
in deze vergadering brengt!"
O Herhaal het doel of maak een toepasselijk grapje om de vergadering weer op koers te brengen.
"Dit onderwerp gaat jullie kennelijk zeer ter harte. Laten we de zaken nog even op een rijtje
zetten."
Omgaan met afleidingsmanoeuvres
127
Verifieer tijdens de vergadering bij elk punt of er overeenstemming is. "Vinden jullie je allemaal
in dit besluit, wil iemand nog iets toevoegen voor we verdergaan, …"
Wordt er overeenstemming bereikt, formuleer dan onmiddellijk een conclusie. "Wat punt 1
betreft vindt iedereen het dus het beste om…"
Zet op het einde van de vergadering de punten waarover overeenstemming is bereikt en de punten
waarover de meningen nog verschillen op een rijtje.
Stel vragen. Zo kom je niet alleen te weten of je zelf alles goed begrepen hebt maar ook of de
anderen het begrijpen.
O Formuleer afspraken zodat iedereen duidelijk weet wat hij na de vergadering moet doen en
tegen wanneer.
O Vat de vergadering samen om helemaal zeker te zijn dat iedereen achter de genomen
beslissingen staat. "Ik ga nu de vergadering kort samenvatten. We kwamen bij elkaar om het
ruimteprobleem op kantoor te bespreken. Ten eerste hebben we besloten dat de receptie een
geschiktere plaats is voor naslagwerken dan het kantoor. Ten tweede…"
O Zorg dat de persoon, die het verslag van de vergadering maakt, het zo snel mogelijk naar alle
deelnemers stuurt. Zo weten de aanwezigen wat er tijdens de vergadering werd besloten, welke
afspraken er werden gemaakt en wat hen tegen wanneer te doen staat.
Conflicten op het werk kunnen ons behoorlijk hinderen. Als coach merk ik dat mensen van hoog
tot laag in organisaties het moeilijk vinden om met conflicten om te gaan. Ik onderscheid daarbij
globaal mensen die conflicten vermijden en mensen die juist steeds in een conflict terecht
schijnen te komen. In beide gevallen kan het de sfeer verzieken en kan je gedemotiveerd raken,
hetgeen zijn weerslag kan hebben op de organisatie.
Bij het beter leren omgaan met conflictsituaties is het belangrijk dat je er op een andere manier
naar leert kijken: een conflict is vaak niets anders dan het hebben van een andere mening, visie
of opvatting over een bepaald onderwerp. Het constructief uitwisselen daarvan kan juist nieuwe
creatieve ideeën opleveren.
Omdat de meeste bedrijven echter geen cultuur hebben van wederzijds feedback geven en het
expliciet maken van gemeenschappelijke doelen, dreigen vruchtbare meningsverschillen meestal
uit te lopen op schijnbaar onoplosbare conflicten. Partijen worden hierdoor uit elkaar gedreven
en voor je het weet is er sprake van een vicieuze cirkel.
128
Dergelijke negatieve vicieuze cirkels zijn te doorbreken als de spelers meer dezelfde taal gaan
spreken, d.w.z. gemeenschappelijke doelen nastreven en op eenzelfde open wijze met elkaar
communiceren. Dit is echter niet eenvoudig. Er zijn vaak wel gemeenschappelijke doelen binnen
een bedrijf, maar deze zijn niet expliciet voor iedereen. Daarnaast wordt er vaak niet op een open
manier – d.w.z. positief kritisch- met elkaar gecommuniceerd.
Om beter met conflictsituaties te leren omgaan is het daarom ook van belang dat er regelmatig
op het werk feedbacksessies worden georganiseerd, al dan niet onder externe begeleiding.
Belangrijk is dat zowel manager als medewerker zich committeert om iets met de uitkomsten te
doen. Door het rangschikken van de uitkomsten kunnen vervolgens weer gemeenschappelijke
doelen worden geformuleerd. Het mag duidelijk zijn dat deze wijze van communiceren de
medewerkers dichter bij elkaar brengt en de werksfeer aanzienlijk kan verbeteren.
Het vergt wel de nodige oefening, maar het levert een heleboel positieve uitkomsten op!
Stress en werkomgeving
129
Werknemers kampen tegenwoordig veel meer met verstandelijke en emotionele belasting dan met
fysieke. Dat komt door hogere opleiding, verregaande mechanisering en automatisering.
Stress lijkt niet zozeer veroorzaakt te worden door die hoge belasting, maar meer door de
psychosociale omstandigheden waaronder gewerkt moet worden. Een mens is tegen veel zaken
goed bestand, en kan ook, mits goed gemotiveerd, in ongunstige omstandigheden nog steeds goed
presteren zonder daarbij stress te ervaren. Een stimulerende en uitdagende omgeving helpt
daarbij.
Epidemie
Dat stelt prof. dr. Gaillard in zijn boek 'Stress, productiviteit en gezondheid'. Daarin maakt hij
onder andere duidelijk hoe de huidige epidemie van psychische arbeidsongeschiktheid is
ontstaan. Ook laat hij zien aan welke voorwaarden een werkomgeving zou moeten voldoen om
mensen onder een hoge belasting te laten werken zonder dat zij daar negatieve gevolgen van
ondervinden.
Geen computer
Stress kan beter begrepen worden als duidelijk is hoe verstand en emotie op elkaar inwerken.
Een mens is immers geen computer, die zonder morren en emoties eindeloos lang, op elk moment
van de dag of de nacht, saaie of juist ingewikkelde, dezelfde of steeds verschillende taken kan
vervullen.
Controle
De mate waarin een werknemer het gevoel heeft controle te hebben over zijn leven en werk speelt
een grote rol bij het ontstaan van stress. Zo is lawaai beter te verdragen als iemand zelf invloed
heeft op de mate en duur ervan. Wie weinig steun krijgt van van leidinggevende en collega's
loopt een groter risico op stress. Om spanningsklachten te voorkomen moet de werknemer dus
invloed hebben op de werkomstandigheden. Bijvoorbeeld werk- en rusttijden, werktempo,
indeling van werkzaamheden, maar ook zaken als temperatuur, frisse lucht, radio aan of uit etc.
Ontplooiing
Werk dient ook mogelijkheden tot ontplooiing te bieden, een plek waar training en opleiding een
blijvend belangrijke rol spelen.
Terugkoppeling
Ook terugkoppeling van informatie over het eigen functioneren is een belangrijke voorwaarde
om goed te kunnen functioneren. Deze terugkoppeling dient uit diverse hoeken te komen, van
machines en mensen, van collega's en chefs, van binnen en buiten het bedrijf.
Herstel
Volgens Gaillard kost het twee uur bijkomen nadat er een uur is overgewerkt! Langdurige
verstoring van het evenwicht tussen werken, ontspannen en slapen kan leiden tot chronische
stress. Daarom is het van belang dat mensen kunnen werken in een omgeving waarin ze controle
hebben op het moment waarop ze zich kunnen gaan ontspannen.
Coaching
Werknemers kunnen hun stressbestendigheid ook vergroten met behulp van individuele
coaching, of door het volgen van een training op het gebied van stressbestendigheid, persoonlijke
effectiviteit of communicatieve vaardigheden.
Werkgevers kunnen erbij gebaat zijn de werkomgeving te laten doorlichten door een deskundige
adviseur op het gebied van stressmanagement. Deze zal bij de screening van een werkomgeving
niet alleen letten op de technische mogelijkheden, maar ook op de psychosociale
omstandigheden.
Ontwerp
Een eventueel nieuw ontwerp voor de werkomgeving zal niet alleen uitgaan van wat technisch
en organisatorisch mogelijk is, maar ook rekening houden met de vaardigheden en behoeften van
de werkende. De ontwerper van de ideale werkomgeving houdt dus rekening met een breed scala
aan aspecten waarin techniek en mens in één visie gezien worden.
131
Tien tips om stress op het werk te voorkomen
https://www.jobat.be/nl/art/10-makkelijke-anti-stress-tips-voor-op-je-werk
Ga je soms met tegenzin naar het werk? En kom je ’s avonds uitgeput en futloos thuis? Dan is
stress waarschijnlijk de grote boosdoener. Met deze tips is vervelende werkstress voltooid
verleden tijd.
1. Kleine voorsprong
Ben je altijd juist op tijd op je werk? Dan begin je ongetwijfeld gehaast aan je dagdagelijkse
taken. De oplossing: vertrek een kwartiertje vroeger. Hoe minder je je ’s morgens moet haasten,
hoe minder stress je hebt tijdens je werkdag.
2. Heerlijke lekkernijen
Als je geconcentreerd aan het werk bent, sla je ongetwijfeld weleens een maaltijd over. Dat is
het slechtste wat je kunt doen. Als je niet voldoende eet, daalt je bloedsuikerspiegel pijlsnel en
voel je je gestresseerd. Leg dus snacks zoals gedroogd fruit, noten of proteïnerepen op je bureau
zodat je op tijd en stond een gezond hapje eet.
3. Schouderklopje
Niets zo goed voor je zelfvertrouwen als een leuk complimentje. En dat kun je ook aan jezelf
geven. Heb je een moeilijke taak tot een goed einde gebracht? Zeg dan luidop dat je geweldig
werk geleverd heb. Zo boost je je zelfvertrouwen, wat helpt om je stress onder controle te houden.
4. 10 minuten piekertijd
Staat je hoofd op ontploffen? Zonder je dan tien minuten af. Schrijf op waar je je zorgen om
maakt, waarom je zo piekert en bedenk het ergste doemscenario dat je je kunt voorstellen.
Uiteindelijk zal je beseffen dat het nooit zover zal komen. Zo kun je weer rustig aan het werk.
5. De e-mailgekte
Elk jaar worden maar liefst 5,5 triljoen e-mails verstuurd. Geen wonder dat je inbox ontploft.
Minder e-mails lezen en beantwoorden, vermindert de stress. Een tip: schrijf een antwoord in het
onderwerp zodat je geen nieuw bericht moet opstellen. En gebruik de regel van drie: als je drie
keer heen en weer hebt gemaild over één onderwerp en je begrijpt er nog steeds niets van, gebruik
dan je telefoon.
7. Droom weg
Stress kan makkelijk de bovenhand nemen, al zijn je zorgen vaak kleiner dan ze lijken. Om dat
te onthouden kun je een foto van een sterrenhemel, een prachtig strand of een lekkere cocktail
op je bureau leggen. Als je naar de foto kijkt, verlaagt je stressniveau in een mum van tijd.
8. To do-lijstjes
Durf je al eens een opdracht vergeten? Dan is een to do-lijstje je redding. Maak in het weekend
een lijst met alle opdrachten voor de komende week en teken langs elk item een vierkantje. Zo
kun je elke keer iets afvinken.
132
9. Collega-vrienden
Samen sta je sterk. Dat is op het werk niet anders. Stel voor om met je collega’s één keer per
week te praten over werkproblemen. Denk samen na over hoe je werkprocessen kunt
optimaliseren, hoe je de productiviteit kunt verhogen en hoe je onderlinge relaties kunt
versterken.
10. Waarom?
Vraag je je wel eens af waarom je dit werk ook alweer doet? Hang foto’s van je partner, kinderen,
huisdier of jezelf op. Als de stress weer de kop opsteekt, denk je aan enkele mooie herinneringen.
In een mum van tijd ben je weer klaar om erin te vliegen!
(dt/em) - Bron: Reader’s Digest
Iedereen maakt fouten, maar soms zijn de consequenties zo vervelend dat je ze liever zou
verzwijgen. Niet doen: wie verantwoordelijkheid neemt en spijt betuigt, presteert uiteindelijk
beter.
'Vuurrood werd ik toen ik mijn fout ontdekte,’ vertelt Mirjam (31), advocaat bij een klein
advocatenbureau. ‘Ik nam een vonnis door van een paar maanden terug, en ontdekte dat ik een
eis van de tegenpartij totaal over het hoofd had gezien: twee procent over bepaalde kosten. Tot
mijn grote schrik bleek dat uit te komen op een bedrag van 400 duizend euro. Terwijl ik mijn
cliënten juist had verteld dat ze geld krégen van de tegenpartij. Het ergste was dat ik de termijn
om in hoger beroep te gaan had laten verstrijken. Ik had een groot probleem.’
Vroeg of laat overkomt het ons allemaal: we maken een fout op ons werk. De meeste vergissingen
zijn klein en alledaags. U maakt een typefout, gooit iets weg of vergeet een afspraak. Toch
kunnen de gevolgen van zo’n vergissinkje groot zijn. U verwisselt twee dossiers en vertelt de
verkeerde patiënt dat hij aan een ernstige ziekte lijdt. U drukt een toets iets te lang in en ziedaar:
in plaats van 2 bureaustoelen worden er 222 afgeleverd. Wat de fout ook mag zijn, u zult een
manier moeten vinden om ermee om te gaan.
Foutencultuur
Hoe u uw probleem aanpakt, hangt niet alleen af van uw persoonlijkheid. Ook uw werkomgeving
speelt een grote rol. Dr. Cathy van Dyck, onderzoeker aan de Vrije Universiteit, doet onderzoek
naar zogenaamde ‘foutenculturen’: de manier waarop binnen organisaties wordt omgegaan met
blunders. Sommige bedrijven hebben een open foutencultuur, waarbinnen het relatief
133
gemakkelijk is om voor uw fout uit te komen. Uw baas accepteert dat er nu eenmaal dingen
misgaan, en richt zijn energie op het herstellen van de schade en het voorkomen van dezelfde
fout in de toekomst.
In andere bedrijven is het maken van fouten taboe. In zo’n foutencultuur zijn werknemers bang
om afgerekend te worden op hun missers. Wanneer u weet dat een fout u uw baan kan kosten,
denkt u wel twee keer na voordat u opbiecht dat die belangrijke klant is weggelopen door uw
schuld. Sterker nog: u zult al uw energie steken in het verbergen van uw blunder.
Afschuiven en piekeren
Het nadeel van vermijdingsstrategieën is dan ook dat het veel energie kost om te voorkomen dat
uw fout ontdekt wordt, uitvluchten te bedenken of eindeloos in de verdediging te gaan. Het kan
u zelfs doodongelukkig maken. Bovendien leidt het u af van de oplossing van uw probleem.
Beter kunt u dus iets dóén met uw fout. Een handleiding in zes stappen.
Stap 1: Erken dat u een fout heeft gemaakt. U hoeft zich niet te schamen voor die fout, want het
kan iedereen overkomen. Denk dus: ‘O jee, ik heb een mailtje naar de verkeerde persoon
gestuurd,’ in plaats van: ‘Wat een stommeling ben ik, ik schaam me dood.’
Stap 3: Laat merken dat het u spijt en dat u ervan wilt leren, vooral aan diegene die de dupe is
van uw fout. Wees daarbij oprecht en geef blijk van uw gevoel. Zeg bijvoorbeeld: ‘Ik heb per
ongeluk twee dossiers verwisseld, en daardoor heb ik u de verkeerde diagnose gegeven. Het spijt
me vreselijk. Ik zal voortaan beter controleren of ik het juiste dossier voor me heb’ in plaats van:
‘Tja, dat soort dingen gebeuren nu eenmaal.’
Stap 4: Zoek actief naar een oplossing. Wanneer u de verantwoordelijkheid accepteert voor uw
fout, accepteert u ook verantwoordelijkheid voor het oplossen van de gevolgen. Bel bijvoorbeeld
naar de fabrikant van de 222 bureaustoelen en informeer naar de mogelijkheid om de 220 stoelen
die ten onrechte besteld zijn, te retourneren. Of informeer bij het kantoor naast u of ze toevallig
stoelen nodig hebben.
Stap 5: Leer van uw fout door deze te analyseren. Verspil geen energie aan vragen als: wie of
wat kan ik de schuld geven, hoe voorkom ik dat iemand erachter komt, en hoe kan ik mezelf
verdedigen als iemand er wel achter komt? Beter kunt u zich afvragen wat er misging, in hoeverre
134
u verantwoordelijk bent, en hoe u ervoor zorgt dat de negatieve gevolgen zo klein mogelijk
blijven.
Stap 6: Voorkom herhaling. Wat had u anders of beter kunnen doen, zodat het niet was gebeurd?
Wat kunt u in de toekomst doen om herhaling te voorkomen?
Ook uit het onderzoek van Cathy van Dyck van de vu blijkt dat het loont om fouten te kunnen
toegeven (en herstellen). Ze gaf twee groepen proefpersonen verschillende instructies voor een
computertaak. Proefpersonen van de ene groep werd verteld dat ze zo min mogelijk fouten
mochten maken. Deelnemers van de andere groep kregen te horen dat het niet erg was als ze
fouten maakten, en dat missers juist nuttige informatie kunnen opleveren voor nieuwe ideeën en
strategieën.
Beide groepen maakten evenveel fouten op de taak. Maar proefpersonen die mochten falen,
herstelden daar maar liefst 90 procent van. Ze probeerden meer strategieën en mogelijkheden uit
en raakten niet van hun stuk wanneer ze een fout maakten.
Kortom: als u verantwoordelijkheid neemt en leert van uw fouten, heeft dat een positief effect op
uw prestaties in de toekomst. Uit eerder onderzoek van Van Dyck bleek dan ook dat bedrijven
met een open foutencultuur betere resultaten hebben dan bedrijven waar falen taboe is. Juist door
te accepteren dat fouten onvermijdelijk zijn en te focussen op oplossingen, krijgt een werkgever
betere, verantwoordelijker werknemers.
En Mirjam? Die kwam er wonderbaarlijk goed vanaf. De advocaat van de tegenpartij bleek net
zo onoplettend te zijn als zijzelf: ook hij had de twee procent over het hoofd gezien. Zonder te
weten wat hen boven het hoofd hing, kwamen Mirjams cliënten zelf tot een schikking met de
tegenpartij, in hun eigen voordeel. Om herhaling te voorkomen, heeft ze haar bureau vol
gehangen met post-its: ‘Niet uitstellen!’ ‘Laat een zaak geen grafzaak worden!’ ‘Handel snel!’
Pesten op het schoolplein kennen we allemaal wel. Maar hoe ziet pesten op het werk eruit? Een
definitie van pesten zou kunnen zijn: ‘pesten is een herhaaldelijk voorkomende gebeurtenis van
onrechtmatig gedrag dat zich uit door middel van handelingen, woorden, daden, gebaren of in
geschrifte uit’.
135
Geïsoleerd
Pesten op het werk gebeurt door een of meer werknemers en is gericht tegen een individu.
Het slachtoffer wordt bedreigd en krijgt permanent kritiek. Vaak wordt ook het privéleven erbij
betrokken. Het slachtoffer raakt geïsoleerd; collega's praten niet meer met hem en hij wordt vaak
volledig genegeerd.
Des te meer wordt er over hem geroddeld. Hij wordt uitgelachen, bijvoorbeeld als hij fouten
maakt. Ook op het werkvlak wordt de situatie onhoudbaar: het slachtoffer krijgt alleen nog maar
werk zonder echte betekenis of verantwoordelijkheid. Op fysiek vlak wordt het slachtoffer soms
bedreigd. Dit kan ook seksueel zijn.
Gevolgen
De consequenties voor de geleverde prestaties op het werk zijn ernstig. Pesten maakt mensen
ziek. Flink ziek. Slachtoffers voelen zich machteloos, verliezen hun zelfvertrouwen en durven
uiteindelijk niet meer naar het werk te gaan. In ernstige gevallen raakt de werknemer depressief
of krijgt hij zelfmoordideëen.
Fysiek kan het slachtoffer last krijgen van slapeloosheid, hoofdpijn, rugpijn, buikpijn, angsten
en huilbuien. De waardigheid en mentale integriteit van de persoon die gepest wordt, raakt flink
beschadigd.
Maar liefst 52 procent van de slachtoffers presteert beduidend slechter door de stress die het
pesten veroorzaakt. Als gevolg daarvan verandert 12 procent van werk. Bovendien is 28 procent
drukker met het mijden van de pestkop, dan met werken. Voor de werkgever zijn dit dure
consequenties.
Ingrijpen
Niet alleen vanuit financieel oogpunt is het belangrijk dat er wordt ingegrepen. Ook voor de
overige werknemers is het beter, omdat de werksfeer eronder lijdt. Dat leidt ook weer tot slechtere
werkprestaties. Werkgevers zijn verplicht een reeks preventiemaatregelen te nemen sinds de
‘Wet over de bescherming tegen geweld, pesterijen en ongewenst seksueel gedrag op het werk’
van 11 juni in 2002.
Sommige bedrijven hebben een bedrijfspsycholoog in dienst, die de werknemer bij kan staan.
Dat is belangrijk bij het voorkomen dat een werknemer een burn-out krijgt of overspannen raakt.
Want als dat eenmaal gebeurt, is de weg van herstel langdurig en kost het de maatschappij veel
geld.
Slachtoffer
Wat kan het slachtoffer doen? Allereerst is het belangrijk dat het slachtoffer erkent dat hij wordt
gepest. Erkenning is een eerste pijnlijke stap. Voor sommige slachtoffers speelt het pesten hun
hele leven een rol. Ze zijn van de pesterijen van het schoolplein overgestapt naar de pesterijen
op het werk. Het is alsof de daders ruiken wat de zwakke plek is van hun slachtoffer.
Het doel van pestgedrag is het destabiliseren van het slachtoffer. Het is daarom belangrijk dat het
slachtoffers dit juist voorkomt. Soms is de spanning echter zo hoog opgelopen, dat rationeel
136
nadenken niet meer kan en een time-out nodig is. Professionele hulp kan nodig zijn om de
psychische weerstand weer op te bouwen.
Het is belangrijk dat het slachtoffer zich niet laat meeslepen door het pestgedrag. Het beste is een
onverschillige houding. De lol gaat er voor de daders op die manier snel vanaf. Tegelijkertijd
moet het slachtoffer steeds op de hoede zijn voor fouten. Want fouten zullen een ideale aanleiding
zijn voor de daders om zich uit te leven.
Isolement
Het is belangrijk om het sociale isolement te doorbreken. Alleen moeten lunchen in een kantine
werkt zeer ondermijnend voor het zelfvertrouwen. Iemand die gepest wordt moet toch proberen
aansluiting te vinden bij andere collega’s. Op die manier wordt de werksfeer minder beladen en
angstig. Overplaatsing aanvragen naar een andere afdeling is een natuurlijke uitweg. Wel bestaat
de kans dat verhalen niet ook al daar terecht zijn gekomen.
Waarom?
Waarom wordt iemand een pestkop? Het lijkt een uitwas van het biologische principe 'the
survival of the fittest' te zijn. De sterksten overleven ten koste van de zwakkere broeders. Dit
speelt zich al op familieniveau af: zelfs daar is één van de kinderen het zwarte schaap. Deze krijgt
structureel de schuld van problemen en ruzies.
Daarnaast verbroedert het gevoel van ‘wij met z’n allen tegen die ander’. Collega’s voelen zich
verbonden door deze gemeenschappelijke samenzwering. Uiteraard zijn ze stiekem trots dat zij
niet tot de zwakkere broeders behoren.
Tenslotte geeft het pesten de daders simpelweg plezier. Het ‘leukt’ het saaie bestaan op kantoor
een beetje op. De daders staan geen moment stil bij de immense schade die het bij de ander
veroorzaakt. Zodra er ook maar een moment van identificatie met het slachtoffer zou zijn, zou
dat het einde van het pesten betekenen.
Anders
Deze identificatie wordt voorkomen, doordat het slachtoffer vaak ‘iets’ heeft waardoor hetanders
is dan de pestkoppen. Denk bijvoorbeeld aan een verschil in etnische afkomst of een lichamelijk
gebrek. Op die manier verkoopt de pestkop rationeel aan zichzelf, dat het aan het slachtoffer ligt.
Dit externaliseren verklaart waarom een dader zover kan gaan.
Pesten is een ernstig probleem dat zeer ondermijnend voor de persoon in kwestie is. Zeker als er
ook al in de jeugdjaren sprake was van pesten. Het is van groot belang dat de werkgevers hun
verantwoordelijkheid nemen, zodat de negatieve spiraal wordt doorbroken.
De daders moeten worden aangesproken op hun destructieve gedrag. Als dit niet tijdig gebeurt,
kunnen de consequenties ernstig zijn. Voor de werkgever zal het een financiële strop betekenen.
Voor de persoon in kwestie heeft het ernstige psychische gevolgen en in sommige gevallen zelfs
letterlijk een einde aan de strop tot gevolg.
137
Zeg het met een tekening
138
139
Lichaamsbeweging voor werknemers
Positieve trend
Voor het eerst sinds jaren is vanaf 2003 een positieve trend zichtbaar: het aantal Nederlanders
dat voldoende beweegt is licht toegenomen (van 45 naar 48%). Ook de sportdeelname is de
afgelopen jaren licht gestegen.
Risicogroepen
Ondanks de positieve trend zijn er diverse bevolkingsgroepen waar de situatie relatief ongunstig
is en blijft: jeugdigen, jongvolwassenen, ouderen, chronisch zieken, niet werkenden, mensen met
overgewicht en mensen van niet Nederlandse herkomst. Deze groepen verdienen de komende
jaren extra aandacht.
Grote verschillen tussen werknemers in hoeveelheid beweging (inclusief het woon-werk verkeer)
is de belangrijkste bron van dagelijkse lichaamsbeweging van de Nederlandse werknemer. De
agrarische beroepen, vissers en dergelijke, evenals de ambacht-, industrie-, transportberoepen
halen meer dan de helft van hun lichamelijke activiteit uit het werk. Werknemers in
administratieve functies daarentegen halen slechts 6% van hun lichamelijke activiteit uit het
werk. De hoeveelheid lichaamsbeweging die men op het werk heeft, speelt dan ook een grote rol
bij het al dan niet behalen van de beweegnormen voor veel werknemers.
TNO Arbeid heeft aangetoond dat sportende werknemers minder vaak en vooral korter
verzuimen dan hun niet sportende collega’s. Dit geldt vooral voor werknemers die zittend werk
doen. Over een periode van 4 jaar verzuimen sporters gemiddeld 25 dagen korter dan niet sporters
en zelfs ruim 50 dagen korter dan werknemers die nooit gesport hebben.
Bedrijfsfitness
Bedrijfsfitness kan in belangrijke mate bijdragen aan de weerbaarheid van medewerkers door
vermindering van stress en verlaging van het ziekteverzuim. Door lichamelijke inspanning met
sporten moet er een geestelijke en mentale ontspanning ontstaan waardoor de werknemer beter
in zijn vel zit en daardoor uiteindelijk ook minder verzuimd.
140
Minder ziekteverzuim
Gezonder, fitter en actiever personeel
Minder klachten van rug, nek, schouders en armen Minder psychische klachten en burn-out
Voorkomen RSI klachten
Betere werksfeer, denk aan teambuilding
Positief imago van de organisatie
Motiveren
Wat is motivatie?
In de Van Dale staat motivatie omschreven als "het geheel van factoren (ook
aandriften en beweegredenen) waardoor gedrag gestimuleerd en gericht wordt. Maar wat
wil dat concreet zeggen?
De gemakkelijkste manier om uit te leggen wat motivatie is, is duidelijk maken wat het zeker
niet is. Motivatie is geen karaktereigenschap of persoonlijk kenmerk. Het is dus niet zo dat
sommige mensen het wel hebben, en anderen niet. Wat is het dan wel? Motivatie is de bereidheid
om zich in te spannen -in dit geval- voor het bedrijf.
In de psychologie bestaat geen allesomvattende motivatietheorie. Maar er is wel sprake van een
drietal aspecten die in de meeste definities aan bod komen: motivatie zorgt ervoor dat gedrag
'geactiveerd wordt', 'richting krijgt' en 'volgehouden of juist gestopt wordt'.
Je werk goed doen is niet alleen een kwestie van weten en kunnen. Je moet het ook willen. En
dat heeft te maken met kennis en vaardigheden. Bereid zijn met motivatie, toewijding en
zelfvertrouwen.
Een gemotiveerde werknemer zal bijna altijd beter presteren. Maar, motivatie kan ontsporen. Te
weinig motivatie leidt tot traagheid en slordigheid. Te veel motivatie resulteert in het zichzelf
niet meer kunnen relativeren. Alles moet wijken voor de eigen mening. En dat is ook niet
productief.
141
Hetzelfde riskeer je door te een te grote emotionele betrokkenheid. Overenthousiaste
werknemers vergeten wel eens dat ook het verstand z'n nut heeft, met alle gevolgen vandien.
In een heleboel bedrijven worden mensen 'gestraft' wanneer een bepaalde taak niet naar behoren
wordt uitgevoerd. Nu hoef je geen bolleboos te zijn om te weten dat straffen eerder demotiverend
dan motiverend werkt. Straf als motivatiefactor heeft zijn beste tijd wel gehad. En terecht.
Brullen is niet de enige demotiverende factor. Pas je de volgende punten toe, dan heb je binnen
de kortste keren gegarandeerd een radeloos en uitgeblust team.
bij een stel overbodige regels. Wijk er onder geen enkel beding vanaf.
Zorg voor een onduidelijke organisatiestructuur. Wie doet wat, wie moet verantwoording
afleggen aan wie? Eigenlijk weet je het zelf niet.
Nu duidelijk is wat je best niet doet om je medewerker te motiveren, de evidente vraag: wat
motiveert hem dan wel? Een werknemer kan dan wel slaafs uitvoeren wat van hem
gevraagd wordt -omdat de baas dat wil, of omdat hij flink betaald wordt- maar de motivatie
komt in dat geval niet van binnenuit.
Motivatie die van buitenaf komt heet extrinsieke motivatie, en met extrinsieke motivatie alleen
kom je er niet. Naast extrinsieke motivatie bestaat er immers ook zoiets als
'intrinsieke' motivatie, motivatie die vanuit de medewerker zelf komt. Die motivatie komt neer
op 'een aangenaam gevoel van gedrevenheid', en weegt veel zwaarder door dan de uiteindelijke
beloning. Innerlijke gedrevenheid is veel intenser dan iets doen omdat er een leuke beloning
tegenover staat. Als je innerlijk gedreven bent, vind je ook de job op zich leuk.
Motiveren is mensenwerk
Het is niet voldoende dat je de kennis en vaardigheden van je personeel kan inschatten. Je moet
ook interesse hebben voor hun karakter, geschiedenis, zelfs hun ontwikkelingen op persoonlijk
vlak. Dat wil zeggen dat je als manager op regelmatige basis met je personeel moet praten. Je
moet belangstelling tonen voor zaken die niet meteen iets met het werk te maken hebben. Naast
de medewerker is ook de mens belangrijk. Ontdek je hoe die functioneert, dan sta je al een heel
eind verder. Motiveren is dus mensenwerk.
142
Motiveer vanuit jezelf
Motiveren is maatwerk
Je kent je medewerkers. Je weet wat hun vaardigheden zijn, en je begrijpt de mens achter de
werknemer. Dan komt het erop neer in te spelen op die kennis. Iedereen heeft erkenning en
waardering nodig, maar terwijl voor de ene een schouderklopje voldoende is, wil een ander een
-letterlijk- meer uitgesproken appreciatie. De ene medewerker vindt het prettig om een
takenpakket te hebben dat niet wijzigt, terwijl een andere werknemer net afwisseling opzoekt.
Motiveren is niet alleen mensenwerk, maar ook maatwerk.
143
Creëer een goed werkklimaat
Daarnaast is een goede werksfeer uiteraard van cruciaal belang. Niet alleen is die noodzakelijk
voor het welzijn van de medewerkers, hij zorgt er ook voor dat werknemers merkbaar meer
'aankunnen' en dat hun prestaties toenemen.
Je weet welk vlees je in de kuip hebt en de goede werksfeer is een feit. Tijd om werk te maken
van de juiste randvoorwaarden. Een eerste randvoorwaarde is ervoor te zorgen dat een
medewerker op de juiste plaats in het bedrijf zit. Kan hij zijn ei kwijt? Past zijn functie bij zijn
persoonlijkheid en interesses? Ook hier doet communicatie wonderen.
Wat nog? Zorg dat je werknemer over voldoende keuzevrijheid beschikt. Hoe meer vrijheid hij
heeft, hoe meer kans z'n intrinsieke motivatie krijgt om zich te ontwikkelen en te manifesteren.
Logisch: geef je je medewerker meer keuzevrijheid, dan kan hij ook meer oplossingen bedenken
en aandragen. Gevolg: hij voelt zich verantwoordelijk en krijgt een groter gevoel van voldoening.
Een derde randvoorwaarde is visibiliteit. Zorg dat iedereen z'n bijdrage duidelijk 'zichtbaar' is.
Een mens is ijdel en ziet graag het resultaat van z'n persoonlijke inzet. Net zoals hij daarvoor
graag een schouderklopje krijgt.
144
Tips en trucs
Tot slot nog even kort samengevat waar je precies op moet letten als je je
medewerkers wil motiveren.
Werknemers hebben verschillende noden. Behandel hen niet allemaal op dezelfde manier.
Meer nog, besteed tijd en aandacht om erachter te komen wat voor iedere medewerker belangrijk
is. Dit stelt je in staat de objectieven, de betrokkenheid en de beloning af te stemmen op de
persoonlijke behoeften.
Werknemers kunnen bijdragen tot een aantal beslissingen dat hen ook raakt: het bepalen van
werkdoelstellingen, het kiezen van benefits, het oplossen van productiviteits- en
kwaliteitsproblemen...
Link beloning aan prestatie
Het moet duidelijk zijn voor de werknemer dat een goede prestatie ook effectief iets oplevert.
Zolang het verband tussen beloning en prestatie -zelfs al is het er- niet duidelijk is, zal het
resultaat alleen maar negatief zijn.
Zorg dat de beloning evenredig is aan de inspanning
145
Hoe bereid je een onderhandeling voor?
Hoe bereid je een onderhandeling voor? We geven een checklist die je kan helpen.
1. Diagnose stellen
Inhoud
Klimaat
o Welk soort sfeer verwacht je aan de onderhandelingstafel?
o Is een goede relatie met de tegenpartij belangrijk voor de toekomst?
o Met welk soort mensen heb je te doen en wat is hun onderhandelingsstijl?
o Welke sfeer wil je creëren tijdens de onderhandeling? Gebruik je voornamen, humor, ga je
samen lunchen,…?
Machtsbalans
o Wat zijn je sterke en zwakke kanten en wat zijn die van de tegenpartij?
o Op welke punten ben je van de tegenpartij afhankelijk, op welke vlakken zijn zij afhankelijk
van jou?
o Wat zijn voor jou en voor de tegenpartij de gevolgen als je niet tot een overeenkomst komt?
o Verwacht je bepaalde manipulatie? Zo ja: hoe ga je ermee om?
o Wat zijn de bevoegdheden van je tegenspelers
Welke resultaten wil je behalen? Waar mikken de tegenspelers op? Heb je alternatieven voor de
resultaten die je beoogt?
146
Met welke oplossingen neem je genoegen en met welke net niet? Wie is aanwezig tijdens de
onderhandeling en wie doet wat?
Hoe kan je door te onderhandelen een resultaat bereiken dat zowel voor jou als voor de
andere partij bevredigend is? We geven vijf tactieken om tot zo'n win-win-oplossing te
komen.
Er is pas sprake van een onderhandelingssituatie als beide partijen verschillende standpunten
hebben. Hoe ga je om met het verschil in standpunt?
Je kan je koppig opstellen, door niets toe te geven. Dit is echter niet verstandig, want als je niets
toegeeft, geeft de ander ook niet toe en kom je niet tot een win-win-oplossing.
Je kan je héél toegeeflijk opstellen; je geeft de ander snel zijn zin. Dit is ook geen goed idee,
want daardoor ontstaat er een win-verlies-oplossing, in jouw nadeel.
Je moet een middenweg kiezen: niet koppig, niet te toegeeflijk, maar vasthoudend. Je doet pas
wat water bij de wijn als je merkt dat de andere partij die bereidheid ook heeft. Door vasthoudend
te zijn, laat je zien dat je je standpunt niet zómaar prijsgeeft.
2. Machtsevenwicht bewaren
Omdat beide partijen afhankelijk zijn van elkaar, hebben ze allebei macht. Dit betekent dat je de
ander kan beïnvloeden. Hoe ga je om met je macht?
Je kan agressie tonen. Iemand die in een onderhandeling agressief is, die dreigt, stelt zich
arrogant op en daagt uit. Dat is niet verstandig want je moet samen verder.
Een andere mogelijkheid is: je niet verweren. Ook dat is een slechte aanpak want iemand die
zich niet verweert laat de ander niet merken dat hij macht heeft. Je moet je macht gebruiken om
de ander te doen inzien dat hij afhankelijk is van jou.
De goede manier om met je macht om te gaan is: een machtsevenwicht bewaren. Je accepteert
niet dat de ander de baas wil spelen. Als de ander dat wél doet, laat je hem merken dat hij óók
afhankelijk is van jou.
Ook al heb je een verschillend standpunt, dat wil nog niet zeggen dat je onvriendelijk en
geïrriteerd moet doen. Deze fout wordt vaak gemaakt door onervaren onderhandelaars:
onvriendelijk, negatief en onberekenbaar doen omdat je met een tegenstelling zit.
147
Het andere uiterste is dat je slijmerig en te persoonlijk wordt. Een onderhandeling is een zakelijke
tegenstelling, die je zakelijk moet benaderen.
Je houdt de sfeer goed door interesse te tonen in het standpunt van de ander en je positief en
vriendelijk op te stellen. Verder is het belangrijk het 'wij-gevoel' te benadrukken. Je moet er
immers samen uitkomen.
Het spreekwoord "Alle wegen leiden naar Rome", geldt zeker voor onderhandelen. De weg
waarlangs je tot een win-win-oplossing komt, noemen we procedure.
Flexibel zijn in de procedure betekent dat je open staat voor vragen en ideeën van de ander,
zonder meteen toe te geven. Het betekent óók dat je zelf actief blijft zoeken naar wegen om tot
een win-win-oplossing te komen.
"Zacht van buiten, hard van binnen". Daarmee typeer je het profiel van de effectieve
onderhandelaar. De effectieve onderhandelaar is vasthoudend wat zijn standpunt betreft, en
accepteert niet dat de ander de baas speelt. Verder houdt hij de sfeer goed, onderzoekt hij ideeën
van de ander, en komt hij zelf met ideeën op de proppen.
De naïeve onderhandelaar is koppig en wil geen duimbreed toegeven. Daarnaast wil hij de baas
spelen, gedraagt hij zich geïrriteerd en staat niet open voor ideeën van de ander. Gevolg: de
onderhandeling mislukt! Er ontstaat géén win-win-oplossing omdat er geen
recht gedaan wordt aan de uitgangspunten van onderhandelen: tegengestelde belangen én van
elkaar afhankelijk!
148
E. Luistervaardigheid
149
Eerste nieuwsbericht
(Taalnet 1 plages 01-05)
Bericht 1:
Waar precies?
Zijn er slachtoffers?
Bericht 2:
Bericht 3:
Waarom?
Bericht 4:
150
Waar gebeurde het precies?
Bericht 5:
Hoe was het weer gisteren?
Bericht 1
Bericht 2
Bericht 3
Bericht 4
Bericht 5
151
Tweede nieuwsbericht
(Taalnet 1 plages 06-10)
Bericht 1:
Bericht 2:
Bericht 3:
Bericht 4:
Bericht 5:
152
2. Wat voor weer krijgen we vannacht?
3. Wat voor weer krijgen we morgen?
4. Hoeveel graden wordt het morgen ongeveer?
Bericht 1
Bericht 2
Bericht 3
Bericht 4
Bericht 5
Derde nieuwsbericht
(Taalnet 1 plages 11-15)
Bericht 1:
Bericht 2:
Bericht 3:
Bericht 4:
1. Wat is MacDonald’s?
2. Wat kun je daar doen?
3. Waar wilde de keten een restaurant bouwen?
4. Waar staat die toren en wie bouwde hem?
5. Bent u er al op geweest? Wanneer? Met wie?
6. Wie zei dat dit niet kon, en waarom?
7. Houden de Fransen van de fastfoodketen? Waarom (niet)?
Bericht 5:
154
6. Waar meldde G.H. zich bij de politie?
7. Hoe reageerde hij toen hij het goede nieuws hoorde?
8. Wat zei en beloofde hij?
Woorden en definitie Woorden Vertalingen
1.Een (……..) fortuin = erg veel geld A. eerlijke
155
Verbind beide kolommen om uitdrukkingen te vormen. Vertaal.
156
F. Bibliografie
Manuels
- Eechaudt L., Brooijmans B., Engelen N., Tien op Tien, Namur, Editions Erasme, 2006.
- Godin P., Ostyn P., Vanparys J., Taalnet 1, Waterloo, Wolters Plantyn, 2007.
Sites internet
- Elsevier.be in :
http://www.elsevier.nl/web/Stijl/Gezondheid/74767/Pesten-op-het-werk-een-
onderschat-probleem.htm [3 juillet 2011]
- Loopbaan.be in :
- https://www.jobat.be/nl/art/10-makkelijke-anti-stress-tips-voor-op-je-werk
- Taaladvies.net in: