You are on page 1of 9

woensdag 20 mei

Tine Truijen

Goedemorgen! Hoe gaat het met jullie? .

Hieronder vind je wat we gaan doen vandaag + het huiswerk voor dit weekend.

Let op!! Morgen = GEEN les.

Lees eerst alles even door, zodat je weet wat er komt.

10u – 12u: ONLINE LES IN ZOOM

Ga naar deze link.

Meeting ID: 885 4485 4671

Password: 074336

Ik wacht op jullie in onze online klas.

Problemen? Stuur mij een e-mail (tine.truijen@kuleuven.be).

We simuleren het klaslokaal online in Zoom. Soms werken we in groep. Jullie zullen allemaal
op ‘mute’ staan. Dat wil zeggen dat je niet kan spreken. Als je wil spreken, klik je op ‘raise
hand’ (klik eerst op ‘participants’).

Soms verdeel ik jullie in kleinere groepjes of duo’s (in ‘Breakout Rooms’) om samen te spreken
en oefenen. Ik kom “op bezoek” in de groepjes om te controleren of er problemen of vragen
zijn. Heb je een probleem of vraag? Klik op ‘Ask for Help’ en dan ‘Invite Host’  Ik kom!

Wil je meer weten over wat jij allemaal als student kan doen in Zoom? Klik hier.
1) Introductie thema politiek

Spreken (per 3)

Bingo!

o Volg in Zoom en op de Powerpoint.

woord 1 woord 2 woord 3 woord 4


wetten volksvertegenwoordigers federale regering provincieraden
democratie parlement Vlaamse gemeenteraden
gemeenschap
dictatuur premier gewesten raadsleden

Quiz!

o Volg met je laptop in Zoom.


o Ga met je mobiele telefoon naar www.kahoot.it. Vul de code in die ik je geef en schrijf je
naam.
2) Structuurwoorden

o Volg op de Powerpoint in Zoom.


o We maken samen oefening 2 p. 52-53.
o Per 2: beslis wie student A en wie student B is
o Student A opent dit document
o Student B opent dit document

3) Woordenschat politiek

4) Herhaling: spreekoefeningen misdaad


12u – 13u: Start alvast met je huiswerk! 

Reminder: morgen is er GEEN les. Ik zie jullie graag terug op maandag 


HUISWERK

Maandag 25 mei = test misdaad + ER + (on)scheidbare werkwoorden

1) Grammatica

o Lees alvast de structuurwoorden van reden, oorzaak, gevolg en doel op p. 55-


56.
o Maak de combinatie-oefening op p. 54 en controleer op p. 69.
o Heb je vragen? Post ze in dit Google docs document.

2) Woordenschat

o Bekijk de woordenlijst van het thema politiek (syllabus p. 151-159).


o Maak oefeningen 1 en 2 p. 161.
o Wil je nog meer woorden oefenen? Dat kan ook met draaikaartjes op
Quizlet in het Engels en in het Frans. Het wachtwoord is VZS2018:
- onderwijs: Engels / Frans
- misdaad: Engels / Frans
- politiek: Engels / Frans
- relaties: Engels / Frans
o Heb je vragen? Post ze in dit Google docs document.

3) Schrijven

o Heb je schrijfoefening 4 al gemaakt en geüpload? (zie lesplan van gisteren)


o Schrijfoefening 5: politiek
o Schrijf een gestructureerde tekst van minimaal 150 woorden.
o Gebruik minimaal 5 nieuwe structuurwoorden.
o Inspiratie: Vind jij politiek interessant? Waarom (niet)? Volg jij de politiek (en hoe)?
Zou jij zelf graag in de politiek gaan? Waarom (niet)? Hoe is de politieke situatie in
jouw land? Wat zou jij veranderen als je in de Leuvense gemeenteraad zou zetelen of
als jij een politicus in jouw land was? Ben jij al eens gaan betogen of heb je dat al
eens willen doen? Tegen wie/wat? Waarom? …
o Upload je schrijfoefening op Mijn ILT onder de titel
“Schrijfoefening5_VoornaamAchternaam”.

4) Lezen

o Lees de tekst “Schaf de stemplicht af” p. 200

Extra’s (optioneel)

o Extra luisteroefening “ooggetuigen” (syllabus p. 143).


o Het videofragment vind je hier .
o De sleutel vind je op de laatste pagina van dit lesplan.

o Zoek & bekijk een goede misdaadfilm of –serie. Of een podcast! Tips nodig? Kijk in de
Culturele Survivalgids (ook op Mijn ILT) of hier. Persoonlijke aanraders: de serie GR 5 en de
podcast Blankenberge tapes.
o Wil je nog meer weten over de politieke structuur van België?
o Wil je de video van de bingo thuis nog eens rustig bekijken? Klik dan hier.
o Wil je de quiz later nog eens thuis spelen? Klik dan hier.
o Lees de tekst “België, een federale staat” p. 190-192
o Kijk naar deze video’s:
 Belgium for dummies
 Ivan de Vadder legt de Belgische staatsstructuur uit aan kinderen
 Nederlanders doen een poging om de Belgische staatsstructuur uit te
leggen
o (Optioneel) Doe eens een stemtest:
 https://mnmstemtest.vrtnws.be/#/
 https://destemvandejeugd.hln.be/#!/

o Bekijk dit document op Google Docs met tips om je nuttig of net heel nutteloos bezig te
houden tijdens de komende weken. Heb je zelf nog andere tips en/of suggesties? Schrijf ze er
gerust bij!

Bedankt en tot maandag!

Geniet van jullie extra lange weekend 

Jullie docente,

Tine
Correctie extra luisteroefening ‘Ooggetuigen’ (syllabus p. 143)

1)

o spannends
o diefstal
o betrouwbaar
o herinnering
o veiligheid
o achtervolgt
2)

o de manier waarop de vraag gesteld wordt


o mensen in de buurt
o informatie die ze zelf niet gezien hebben, maar gehoord hebben van anderen
3) Details geven over het gezicht van een persoon. Ze hebben hier de woordenschat niet voor en
onthouden een gezicht als een geheel.

4) Zwakke relatie: de zekerheid van een persoon voorspelt niet hoe juist de beschrijving zal zijn.

5) Ooggetuigen zijn niet altijd even betrouwbaar. We moeten voorzichtig zijn met hun getuigenissen
in rechtzaken.

Correctie luisteroefening ‘Gijzeling in Brussel’ (syllabus p. 123)

1. Omdat er geen slachtoffers gevallen zijn. Alles is zonder bloedvergieten verlopen.


2. Hij is een bijzonder zware crimineel met 6 veroordelingen op zijn strafblad waaronder 1
moord.
3. - 3.30u: de politie is binnengevallen.

- De politie heeft de dader overmeesterd.

- De gijzelaar is bevrijd.

4. geweld - schoten - weerstand - gewonden


5. - Het belang van de slachtoffers moet vooropgesteld worden.

- De risico’s moeten goed ingeschat worden.

6. Hij was aan het slapen. De politie heeft hem verrast in zijn slaap.
7. Ze hebben met hem gepraat en geprobeerd hem te overtuigen.
8. De gijzelnemer heeft geen specifieke eisen gesteld.
9. Een ruzie over de kinderen.
10. De dader ligt in het ziekenhuis onder strikte politiebewaking.

De gijzelaars zijn in het ziekenhuis om uit te rusten. Zij kunnen het ziekenhuis verlaten als ze
dat willen.
Test 1 CORRECTIE

Geef een synoniem voor het onderstreepte woord. Let op de vorm.


1. Mag ik even je notities? – Nee, ik vind dat je zelf aantekeningen moet maken.
2. Serge heeft een interessante carrière. Zijn loopbaan is gestart bij het leger en nu is hij de
directeur van een talenschool!

Geef een antoniem van het onderstreepte woord. Let op de vorm.

1. Weet je al of je die fantastische job aan het ILT gaat aanvaarden, of ga je hem toch weigeren ?
2. Je moet een nette tekst aan de leerkracht geven, maar je maakt best eerst een versie in het klad .

Vul de juiste prepositie in.

1. Het hernieuwde succes van de lerarenopleiding is te danken aan een geslaagde


reclamecampagne.

2. In deze cursus bereiden we je voor op het toelatingsexamen geneeskunde.

3. Hij doceert aan de universiteit van Maastricht.

4. Hij is zich niet bewust van zijn fout. Je gaat het hem toch eens moeten zeggen.

Vul een passend woord in. Soms zijn meerdere woorden correct. De tekst moet wel logisch blijven.

Zesdejaars uit het basisonderwijs hebben meer problemen met wiskunde, blijkt uit een nieuw
onderzoek. Vlaams minister van Onderwijs gaat de zaak verder bekijken.

De testen wiskunde werden in mei 2016 bij 5.421 leerlingen uit 190 scholen in heel Vlaanderen
afgenomen . In die test komen/kwamen verschillende wiskunde-onderdelen, zoals getallen en
bewerkingen of meten en meetkunde, aan bod. In 2002 en 2009 werden de eindtermen wiskunde ook al
onderzocht. In vergelijking met de vorige meting hebben de leerlingen slechtere resultaten voor bijna
alle testen rond getallen en bewerkingen.

Nog een andere vaststelling: kwetsbare jongeren (lagere socio-economische status, thuistaal niet
Nederlands) hebben het moeilijker om de eindtermen, de minimumdoelen, te behalen. Leerlingen die
thuis veel boeken hebben (meer dan 100), presteren beter. Meisjes behalen in het algemeen minder
vaak de eindtermen dan jongens. Minister Crevits zal morgen met verschillende onderwijsexperts
samenzitten om te kijken welke maatregelen er genomen kunnen worden.

Vul een uitdrukking (of een deel van een uitdrukking) in, die te maken heeft met de werkwoorden
kennen, weten, onthouden of vergeten.
 Weet je wat ik gisteren te weten ben gekomen ? Ik heb gelezen in een tijdschrift dat de kinderen
van de koning het Frans en het Nederlands perfect onder de knie hebben, maar ze spreken de
talen wel door elkaar. "Je prends mon boekentas", zeggen ze bijvoorbeeld. Koningin Mathilde wil
hen dat afleren: "Ik vind het belangrijk dat ze in één taal spreken en de talen niet door elkaar
halen", zei ze.
 - Elke: ”Ik heb geen zin om al de woorden van het thema onderwijs te studeren!”
- Kevin: “Ik ken ze bijna allemaal uit het hoofd/vanbuiten dus voor mij is dat geen
probleem!”
- Elke: “Ja, jij wel, jij kan gemakkelijk studeren. Ik heb echt een slecht geheugen, ik vergeet
altijd alles!”
- Kevin: “Ja, dat is waar! Gisteren moesten we ons inschrijven voor de barbecue, maar jij wist
zoals gewoonlijk van toeten noch blazen .”

Kies een werkwoord dat in de zin past en zet het in de juiste vorm. Kies uit: demonteren,
demotiveren, herdenken, heruitzenden, ontwikkelen, ontbreken, vermageren, versmallen.

1. Zijn auto was zo beschadigd dat hij in de garage volledig moest worden gedemonteerd en
opnieuw in elkaar gezet.

2. Hij hield van honden maar toen hij 30 was, ontwikkelde hij er een allergie voor en kon hij ze dus
niet meer als huisdier houden.

3. Op Allerheiligen en Allerzielen herdenken katholieke gelovigen alle overledenen. Ze bezoeken


dan vaak de graven en brengen ook bloemen mee.

4. Ze heeft al jaren zo’n complexen over haar neus dat ze aan een plastische chirurg gevraagd heeft
om hem te versmallen.

Selecteer het werkwoord dat je niet kunt gebruiken. Voorbeeld: een boek bekijken / bezoeken ->
'bezoeken' want je kan een boek niet bezoeken.

Een brief  begeleiden (beantwoorden kan wel)

Een winkel  heruitgeven (heropenen kan wel)

Een afspraak  verleren (verzetten kan wel)

Een huis  benoemen (beveiligen kan wel)

You might also like