You are on page 1of 9

HELP,

Ik heb een

TAALKNOBBEL
Stel, je bent supergoed in wiskunde. Mooi is dat. Technische projecten, wis- en
natuurkunde, ict, dáár houd je van. Maar dan moet je nog net zo goed Nederlands
doen. En Engels, Duits, Frans. Al die taalvakken. Help!

Pfff… IK HEB een TAALKNOBBEL!

Maar… bestaat die taalknobbel eigenlijk wel? We gaan op onderzoek uit!

Hoe ga je aan het werk met deze lessenserie?

De lessenserie bestaat uit 3 lessen.

Maak een Word-document aan waarin je alle uitwerkingen / opdrachten


typt.

Noem dit document “taalknobbel-Thijmen”

1
Les 1 (25 maart) Knobbels op je hoofd
Laten we bij het begin beginnen: wat is een talen- of wiskundeknobbel?
Lees de teksten.

Talenknobbel

De talenknobbel is de algemeen ingeburgerde term voor iemand die veel (en goed)
talen spreekt, in de zin van ‘Hij heeft een talenknobbel’. Het begrip vindt z'n
oorsprong in de gedachte die er vroeger was dat iemands karakter af te lezen was
aan de vorm van het hoofd.

De talenknobbel is een veronderstelde knobbel bij één van de ogen. Iemand die daar
een knobbel heeft, leert dan zogezegd gemakkelijk (vreemde) talen. Het idee is dat
op deze plek de bekwaamheid voor het leren van talen en het taalgevoel zich nestelt:
als de cognitieve capaciteit om snel en gemakkelijk talen aan te leren goed
ontwikkeld is, redeneerde men, dan moet dat deel van de hersenen waar deze
capaciteit zich bevindt ook goed ontwikkeld en dus groot zijn. Daarom dacht men dat
er dan ook wel een zichtbare bult aan de buitenkant kon zijn.

Sinds de ontwikkeling van de neurowetenschap (onderzoek naar de hersenen)


gelooft men niet meer dat sterk ontwikkelde delen van de hersenen ook aan de
buitenkant zichtbaar zijn.

Wiskundeknobbel

Men zegt dat iemand een wiskundeknobbel heeft als die persoon een bijzonder talent
voor wiskunde heeft.

Er zijn wel aanwijzingen dat wiskundig begaafde mensen een andere werking van de
hersenen bezitten. Zo zou bij kinderen met wiskundetalent een betere samenwerking
te zien zijn tussen de linker- en rechterhersenhelft dan bij kinderen zonder specifieke
aanleg voor wiskunde. Ook is gebleken dat de rechterhersenhelft van wiskundig
begaafde leerlingen uitzonderlijk actief is bij de verwerking van informatie. Dit
verschil in hersenen uit zich echter niet in een uitwendig zichtbare knobbel.

Bron: Wikipedia, 28 maart 2013.

2
Wetenschappelijk onderzoek
Oké, dus je krijgt geen bult op je hoofd als je toevallig goed bent in wiskunde. Maar
zou het zo zijn dat de ene persoon beter is in taal en de ander in wiskunde? En komt
dat dan doordat je hersenen daar al extra goed in zijn? Oftewel, krijg je een
talenknobbel van een knappe taaljuf op de basisschool, of van je ouders?

Als ik dat wil weten, hoe kan ik dat dan onderzoeken?

Opdracht 1
1. Geef je mening over deze vraag: ‘Krijg je een talenknobbel van een knappe
taaljuf op de basisschool, of van je ouders?’. Bedenk of je zelf goed bent in taal (of
niet) en hoe dat zo gekomen is.
2. Stel, je bent onderzoeker en je wilt weten of een talenknobbel echt bestaat.
Hoe zou je dat doen? Schrijf in maximaal vijf zinnen op hoe jij een ‘talenknobbel’ zou
willen onderzoeken.
1 Ik denk van je ouders omdat ik zelf (al zeg ik het zelf) best goed in talen
ben en dat is niet zo omdat ik zo’n studie nerd ben.
Ik heb het namelijk van mijn ouders (denk ik) omdat zij er ook best goed in
zijn.
Ik denk dus dat ik het heb geërfd.
2 Ik zou eerst een paar personen zoeken die heel goed zijn in talen.
Dan check je of zij een bultje of bult hebben op hun hoofd die permanent
is.
Maar dat is een grapje, maar echt.
Ik zou zeg maar een test maken (net zoals de corona test) met een
bepaald stofje die reageert op een talen knobbel.

Lees nu de onderstaande tekst.

3
Onderzoek naar talenknobbel, doe mee!

Zoals iedereen weet, leren sommige mensen een vreemde taal beter dan anderen.
Waarom is dat zo? Wij willen het weten en hebben jou daarvoor nodig – of je nu
goed bent in taal of niet!

Als taalkundigen doen we aan de Universiteit Leiden onderzoek naar ‘talenknobbel’.


De eerste stap van ons experiment is een taalaanlegtest. Hiermee kijken we welke
strategieën je gebruikt om vreemde talen te leren. De test duurt 45 minuten.

Zodra we voldoende kandidaten hebben (+/- 100) gaan we met behulp van een MRI-
scanner onderzoeken hoe de verschillende strategieën gerepresenteerd worden in
de structuur en functionaliteit van de hersenen. Het MRI onderdeel duurt ongeveer 2
uur en de vergoeding daarvoor bedraagt 20 euro.

Als je ons wilt helpen met het onderzoek naar de 'talenknobbel', meld je dan aan bij
Olga Kepinska.

Opdracht 2

Je hebt de tekst ‘Onderzoek naar talenknobbel’ gelezen. Begrijp je de hele tekst?

1. Zoek de betekenis van de onderstaande woorden en schrijf de betekenis op.

taalkundigen: Beoefenaar van de taalwetenschap.

taalaanlegtest: Hiermee kijken ze welke strategieën je gebruikt om


vreemde talen te leren.

Strategieën: Hoe je het aanpakt.

MRI-scanner: Een machine die met een sterke magneet en radiogolven


bepaalde signalen in het lichaam opgewekt.

functionaliteit: Is de bepaalde geschiktheid van iets.

2. Beschrijf in het onderstaande schema precies hoe dit onderzoek wordt


aangepakt.

Stap Wat/hoe? Doel Hoe lang?

1 Taalaanlegtest
45 min.
Hiermee kijken ze welke
strategieën je gebruikt om
vreemde talen te leren.

2 Het MRI onderdeel Ongeveer 2

4
uur.
Onderzoeken hoe de
verschillende strategieën
gerepresenteerd worden in
de structuur en functionaliteit
van de hersenen.

5
Les 2 (27 maart) De talenknobbel in beeld
Bekijk deze filmpjes:

Deze jongen heeft ECHT een talenknobbel, dat kan niet anders!
http://www.youtube.com/watch?v=CQettw8c9BY
(Je hoeft niet het hele filmpje te bekijken.)

Opdracht 3
Let op, deze ‘polyglotter’ (zo noemen we iemand die vele talen spreekt) spreekt ook
Nederlands. Hij vertelt dat hij de taal vooral leerde van cd’s en boeken.
1. Welk Nederlands woord heeft hij waarschijnlijk uit een boek gebruikt? (oftewel:
welk woord gebruiken wij zelf niet zo vaak)?
Ofschoon.

2. Waarom ging hij Afrikaans studeren?


Hij wilde kijken hoe Nederlands was getransformeerd naar een andere taal.
Hij vond het proces erg interessant.

Willem Wever heeft ook onderzoek gedaan.


http://www.willemwever.nl/televisie/aflevering/11994

3. Schrijf zelf, op basis van dit filmpje, in maximaal vijf zinnen het antwoord op de
vraag: ‘Waar zit de talenknobbel?’
Hoewel sommigen mensen zeggen dat de talenknobbel bij het oog zit is
dat niet zo.
Hij zit namelijk in de linkerhersenhelft daar zit bij de meeste mensen het
taalcentrum.
Bijna iedereen heeft er een.

4. Heb jij een knobbel? Heb jij een talenknobbel of een knobbel ergens anders
voor? Of met andere woorden: is er iets waar jij heel goed in bent. Formuleer in 1

6
alinea hoe dit geldt voor jou. Stel deze vraag thuis aan een gezinslid. Schrijf ook daar
een alinea over .

Alinea 1
Ik denk eerlijk gezegd dat ik een talenknobbel heb want ik ben namelijk erg goed in
talen. Ik kan het bijv. veel makkelijker begrijpen of leren.
Een voorbeeld daarvan is Nederlands, ik kan het goed leren en gebruiken. Ik kan ook
goed Engels.

Alinea 2
Ik heb de vragen gesteld aan mijn mede moeder: Esther.
Esther denkt dat zij een grammaticaknobbel heeft.
Zij is namelijk erg goed in spelling/interpunctie.
Dat merk je ook want er is bijna geen dag dat je niet wordt verbeterd door Esther.
Daarom verbetert zij ook boeken voor een uitgeverij naast haar normale werk
(Nederlands Huisartsen Genootschap).

Les 3 (31 maart)

De talenknobbel nog een keer in beeld

En in dit filmpje zie je BN’er Victoria Koblenko, die erg goed is in talen. Maar hoe
komt dat? https://www.npostart.nl/pavlov/29-11-2012/NPS_1208964
Het filmpje duurt een half uur, maar het is erg interessant! Je kunt de informatie zeker
gebruiken voor je slotopdracht (volgende pagina). Lees die slotopdracht eerst even
door, dan kun je bij Pavlov aantekeningen maken.

Slotopdracht
Je schrijft een tekst over de talenknobbel. Dit is jouw uitgangspunt: De talenknobbel
bestaat wel/niet. In de tekst beschrijf je wat een talenknobbel is, of de talenknobbel
dus wel bestaat en hoe men probeert te onderzoeken waar de talenknobbel in de
hersenen zit. Je gebruikt de teksten en filmpjes uit dit document, maar je mag ook
extra informatie opzoeken. De tekst moet 250-350 woorden zijn.

Bovenaan de tekst zet je:


Naam:
Aantal woorden:

Vergeet de titel niet, maak een tekst met inleiding, kern, slot, duidelijke alinea’s en
zinnen die netjes beginnen met een hoofdletter en eindigen met een punt. Laat
iemand anders je spelling nog even nakijken…? Plaatjes erbij zijn welkom! Je levert
de slotopdracht in met de andere opdrachten die je gemaakt hebt.

Veel succes!

7
Naam: Thijmen Lambour Aantal woorden: 350 (precies )

Taalknobbel
Een talenknobbel, wat is dat nou eigenlijk?
Weet jij het?
Ik had zelf nog nooit van een talenknobbel gehoord, ik dacht zelfs dat het slecht was. Nou, ik
ben er in ieder geval nu wel achter gekomen, dus nu jij nog.

Er is niet alleen een talenknobbel maar ook een wiskundeknobbel, een grammaticaknobbel,
een natuurkundeknobbel, enzovoort. Een talenknobbel is eigenlijk best ingewikkeld, mensen
twijfelden zelfs of hij wel bestond. Ik zelf geloof daar wel in, hij zit namelijk in de
linkerhersenhelft en daar zit ook het taalcentrum. Mijn enige twijfel is of het talenknobbel is
of dat het taalknobbel is??

Ik denk dat ik zelf wel een taalknobbel heb, want ik ben er namelijk erg goed in. Waardoor
dat komt? Nou ik zelf denk dat ik het heb geërfd. Mijn ouders zijn er namelijk ook HEEL erg
goed in. Het kan erg chill zijn, bijvoorbeeld als ik dit soort opdrachten moet maken en ik hulp
nodig heb. Maar of ik ook een wiskundeknobbel heb……….

Als je een talenknobbel hebt dan ben je heel goed in talen leren en begrijpen. Als je een
grammaticaknobbel hebt dan ben je goed in grammatica. Als je een wiskundeknobbel hebt
ben je goed in wiskunde, enzovoort. htp://www.youtube.com/watch?v=CQettw8c9BY,
deze jongen heeft bijv. een talenknobbel. Wat ook met een talenknobbel te maken
heeft, is je uitspraak. Of je hebt talent of niet. Maar ook al heb je een talenknobbel en
je doet er niets mee dan heb je er NIETS aan.

We weten dus nu wat een talenknobbel betekent maar waar komt het woord
vandaan? Het woord was gevormd uit de theorie dat je iemands karakter kan aflezen
door een bult/bultje bij je oog. Naar mate de wetenschap zich verbeterde kwamen we
erachter dat het helemaal geen echt bultje was, het was iets in de hersenen. Of de
taalknobbel nog over een paar jaar bestaat of dat het dan allemaal robots zijn die je
helpen zullen we helaas een tijdje nog niet weten.

De talenknobbel is dus eigenlijk een soort extra kennis.


Sommigen mensen hebben hem sommigen niet.
Conclusie: je moet er maar mee geboren zijn!!!!

8
9

You might also like