You are on page 1of 1

Hoe de dialogen instuderen via deze invuloefeningen?

Principes:
1. De dialoog heeft een “kapstokfunctie”. Alle nieuwe leerstof (grammatica,
vocabularium, communicatieve wendingen) wordt eraan “opgehangen”. Je vindt er de
basis van het hele hoofdstuk. Opdat de dialoog zijn “kapstokfunctie” goed zou kunnen
vervullen, is het belangrijk dat je hem heel vaak herhaalt : hoe vaker, hoe beter!
Eigenlijk zou je hem bijna uit het hoofd moeten kennen : dit is in principe de meest
gunstige situatie. De invuloefeningen proberen je daarin een beetje te begeleiden.

2. Je vindt voor elke dialoog 3 invuloefeningen. De twee eerste zijn beduidend langer
dan de derde. Elke invuloefening ondervraagt een ander aspect van de dialoog (hoewel
niet altijd systematisch hetzelfde aspect).
Bvb. (maar dit is niet altijd zo!) :
- invuloefening 1 ondervraagt vooral de nieuwe woordenschat,
- invuloefening 2 de werkwoordsvormen,
- invuloefening 3 de voorzetsels en voornaamwoorden.
Als je alle invuloefeningen doorlopen hebt, heb je aandacht gehad voor elk element
van de leerinhoud.

Hieronder vind je een mogelijk werkschema om de oefeningen optimaal te benutten.


1. Dag 1
- Lees grondig, d.w.z. langzaam en woord voor woord, de dialoog.
- Lees best luidop.
- Ga na of je elk woord begrijpt. Heb aandacht voor de “kleine woordjes” : ze
staan er niet zomaar! Begrijp je wat ze betekenen?
- Leg de eerste invuloefening naast je. Gebruik alleen de rechterkolom (Nederlandse
vertaling). Vertaal de dialoog naar het Nederlands. Vergelijk jouw vertaling met
wat er staat in de rechterkolom.

2. Dag 2
- Lees opnieuw de dialoog, langzaam en luidop. Heb aandacht voor elk woord.
- Maak nu de eerste invuloefening.
- Vergelijk je antwoord (opnieuw woord voor woord!) met de dialoog in je
handboek. Wees streng voor jezelf : neem een rode balpen en duid alles aan wat
verkeerd is.
- Verbeter je fouten in het groen.

3. Dag 3
- Lees opnieuw de dialoog, langzaam en luidop.
- Maak nu de tweede invuloefening.
- Vergelijk je antwoord (woord voor woord) met de dialoog in je handboek.
- Wees streng voor jezelf en duid alle fouten duidelijk aan.
- Verbeter je fouten.

4. Dag 4
- Lees de dialoog nogmaals, langzaam en luidop.
- Bekijk je fouten van de vorige twee invuloefeningen.
- Maak de laatste invuloefening en verbeter.

5. Dag 5 (of 5, 6 en 7) : herhaal (respectievelijk) de invuloefeningen 1, 2 en 3 mondeling.

You might also like