You are on page 1of 15

ARCHIEF

N.V. UITGEVERS MIJ CLSEVIER

ELSEVIER'S
GELLUSTREERD MAANDSCHRIFT
OORSPRONKELIJK

NEDERLAND-

SCHE KUNST IN WOORD EN BEELD


R E D A C T I E : F. LAPIDOTH, MR. L. J. PLEMP
DUIVELAN D EN PH. ZILCKEN

VAN

* * * * * * * *

JAARGANG XII

JANUARI-JUNI

DEEL XXIII * *

MCMII * * * *

AMSTERDAM UITGEVERS-MAATSCHAPPY ELSEVIER"


64 N. Z. V O O R B U R G W A L * MCMII

* * * * * * * *

'

'

'

'

'

STI'DIF. HIJ OKAVW EN WINDERIG

dat mij daareven uit de pen kwam : 'n


Noordsch godenlied.
Het is, meen ik, voor de eerste maal, dat
de schoonheid van Afrika's kust is vertolkt
door een kunstenaar uit het noorden. Met
Henricus' werk voelen wij mede, wijl hij
die schitterende natuur van het zuiden gezien
heeft door zijn, door ons temperament. Xiet

alleen lijnen hebben hem getroffen, maar kleur,


diepe, breede, massale bondels kleur. Die
heeft hij weten te herscheppen voor ons oog,
de tintelende kleuren van Tunis harmonisch
weergevend in zijn pastels.
Laten wij den Nederlandschen kunstenaar
eere brengen voor wat hij deed. Hij is dat
waard !

Wij zullen in de volgende bladen trachten


DKRNE FRAXSCHE f f f
die
belangstelling nog te doen toenemen
f T t f f f MEDAILLES.
DOOR H. f. DE DOMPIERRE door kortelijk te bespreken den arbeid der
DE CHAUFEPI. f f f t T f voornaamste Fransche medailleurs.

Meer en meer neemt ook in ons vaderland


de belangstelling toe in de kunst van den
medailleur; waar in het midden der 19'^ eeuw,
ja twintig, tien jaren geleden niemand zich
bekommerde om de vraag of een medaille
mooi of leelijk was, begint men nu bewondering te krijgen voor de fraaie voortbrengselen dezer herlevende kunst.
12

WEER.

Een enkel woord ter inleiding vooraf.


Wat is een gedenkpenning: Het is een
stuk metaal goud, zilver, brons, tin, waardoor
een of ander feit uit de geschiedenis of uit
het particulier leven wordt herdacht en voor
eeuwig aan de vergetelheid wordt ontrukt;
om een reden te hebben een gedenkpenning
te slaan moet er iets te Am&v/Xrw zijn.
Wanneer dus in stad of land veel gebeurt,

dan kan de medailleerkunst bloeien wan- in 1901 ter eere van het tweehonderdjarig
neer buiten op de slagvelden of op de bestaan van het koninkrijk Pruisen.
wijde zee de legers en vloten overwinning op
Wij deden voor de curiositeit beide stukken
overwinning behalen, wanneer voordeelige eens afbeelden om te doen zien welke munten
tractaten worden gesloten dan kunnen die mooier zijn: de stukken die 300 jaar vr
heugelijke feiten in metaal worden gememo- Christus werden geslagen in de heerlijke stad
reerd, wanneer in de steden vorsten of voor- Syracuse of die welke 1900 jaar na Christus
name burgers hun beeltenis willen vereeuwigen in het Athene aan de Spree zijn vervaardigd.
of wanneer vrienden en bewonderaars hun
De eigenlijke gedenkpenning in den gewonen
leermeesters willen eeren dan is er stof voor zin van het woord ontstond met de herleving
penningen.
van de kunst in Itali gedurende een paar
honderd jaar bloeide de
Men moet nooit uit
medaille als een heerlijk
het oog verliezen, dat
kunstwerk te Florence,
een medaille is een in
Veneti, Urbino, om te
metaal gebracht stuk
blijven doorleven in het
geschiedenis uit het
uitschland der 15de en
openbaar of particulier
i6'l eeuw, het Frankrijk
leven, het heeft dus
der 1 7<'<; eeuw en vooral
een ernstig monumen:N DRACHMENSTIK.
ook in onze Nederlandtaal karakter.
sche gouden eeuw.
Voor de oude Grieken
In de IS'IL' eeuw verviel de kunst, biocide
waren hun munten eigenlijk hunne gedenkpenningen ; wanneer een landsvorst in de weder op onder Napoleon, sleepte haar bestaan
Olympische spelen eene overwinning behaalde voort in de veertig, vijftig jaar na Napoleon's
kwam op de munten de kar waarin hij den val, om ongeveer i860 in Frankrijk met groote
wedstrijd gewonnen had, wanneer in den kracht te herleven.
Wat is de oorzaak van dat plotseling ontoorlog tegen Karthago de Syracusanen overspringende nieuwe lewinnen, wordt de Lyven dat zich na [870
bische leeuw als hermet nog grooter kracht
innering op hun munontwikkelt? Vooreerst
ten gebracht, wanneer
is het de aanleg der
dezelfde Syracusanen
Fransche kunstenaars,
later den Atheners de
die meer dan elders
bekende gevoelige negroote beeldhouwers
derlaag
toebrengen,
zijn en die dus van
worden de wapenen,
zelf
tot deze zeer aan
die men als prijs stelde
DUITSCHLAM). VIIF MARKS'I'l'K.
het beeldhouwen verin kampstrijden, ingesteld ter eere dier zegepraal, op de munten wante kunst kwamen, dan ook de meer en
meer verbreide gewoonte om beroemde tijdvereeuwigd.
Ook een ander feit nog doet de munt genooten in metaal te eeren, want dit moet
hebben een monumentaal karakter: men men nooit uit het oog verliezen: er kan
brengt er namelijk steeds de beeltenissen op dan alleen sprake zijn van bloei, van hoog
der goden, stroomnymphen, stamhelden, zoo ontwikkelde kunstenaars wanneer er wvw^ is.
Wij wezen er op, dat juist beeldhouwers
b.v. in Syracuse de bronnymph Arethusa.
Eerst later worden de munten uitsluitend licht zullen overgaan tot het maken van
gestempelde betaalmiddelen, meest getooid medailles, een woord om deze gedachte toe
met de beeldenaars der landsvorsten. Tot op te lichten. De kunst der oude Nederlandsche
onzen tijd echter worden er vooral in Duitsch- stempelsnijders was geheel anders dan die der
land, Gedachtenismunten'' geslagen, zoo b.v. moderne Franschen, hun kunst was eng ver-

want aan die der goudsmeden en metaal-ciseleurs, zij sneden zelf de


stempels, terwijl de modernen het model boetseeren, twee, driemaal
grooter dan de uit te
voeren penning; wanneer dit relief gevormd
is, wordt het in handen
O. ROTY.
gesteld van den techDE FRAN'SCIIE REPUBLIEK.
nicus, die de reduceer(VOORZIJDE.)
machine bedient en van
het groote model een kleiner relief maakt
op de grootte van het gevraagde stuk, daarmee wordt de stempel
vervaardigd. Ken moderne medaille ondergaat dus drie soorten
van behandeling. De
kunstenaar boetseert het
model, de technicus aan
de reduceer-machine
verkleint het en maakt
de stempels, de arbeider
aan de Munt slaat de
O. KOTY.
stukken. Vele betreuren DE FRANSCIIK REPUBLIEK.
(ACHTERZIJDE.)
dat men niet meer den
ouden weg van stempels
maken volgt, maar wanneer men billijk zijn
wil, moet men niet dezelfde eischen stellen aan
een gedenkpenning der 17de en der 19de eeuw.
Het zijn twee geheel andere soorten kunstwerken, hoewel hun grondbeteekenis dezelfde is.
Plaatsen wij ons thans voor het werk van
den grootmeester der Fransche medailleurs:
Roty. In 1846 werd Roty te Parijs geboren,
in 1864 ging hij de Ecole des Beaux Arts
bezoeken. Oorspronkelijk legde hij zich toe
op de schilderkunst maar spoedig reeds trok
de beeldhouwkunst hem het meest aan. In
1875 kreeg hij de eerste Prix de Rome voor
een relief voorstellend eenen herder die op
de rotsen van dc Thermopylae een opschrift
poogt te ontcijferen. Na drie jaren in Rome
te zijn geweest keerde hij te Parijs terug,
waar men hem met werk en eer overstelpte
terwijl hij vele van de franken die hij zelf
ontwierp zag toestroomen, voor zijnen onverpoosden en wakkeren arbeid.

Die franc vormt een goed uitgangspunt


om Roty's werk te leeren waardeeren. De
kunstenaar wilde vr alles met de banaliteit
der gewone muntvoorstellingen breken, hij
wilde niet Marianne gelauwerd of gehelmd
altijd maar door weer herhalen, maar plaatste
een mooie slanke vrouwengestalte te midden
van een veld, met wijden worp het zaad
strooiende in de open groeven der velden.
Roty wilde hiermede Frankrijk, beschaving
en ontwikkeling zaaiende, voorstellen. Roty is
een echt vaderlander in zijn hart en diep leed
hij onder 1870 en zijn gevolgen, aardig symboliseerde hij den vernieuwden bloei van zijn
land in 1895, (p. 67) *) aan de voorzijde de kop
der Fransche Republiek een traan nog in het
oog, aan de keerzijde de fransche haan vroolijk
kraaiende, terwijl de zon het braak liggende
land beschijnt waarop de ploeg voor den
arbeid gereed ligt. Deze beide stukken toonen
reeds aan hoe wars deze kunstenaar van het
banale is, hij is een denker, die door zijn
genie de meest gewone allegorin omwerkt
in mooie gedachten.
Zoo b.v. de Campbell medaille (60) waar
hij te huldigen had eenen beroemden Engelschen philoloog. Nu zou men vroeger, en zelfs
nu nog, er al licht toe komen om een Minerva,
of Homerus of het Parthenon te ontbieden
ter opluistering van de keerzijde ; oneindig
mooier en smaakvoller echter deed Roty, hij
plaatste op den penning een eenvoudig antieke
bank waarnaast een laurierboom staat, terwijl
Grieksche handschriften op de bank liggen;
uitstekend is hier getypeerd de kalme, rustige
ernst van den Philoloog. Zeer mooi ook is
de symboliek van een penning gewijd aan
de Fransche ,,Club Alpin" (62).
Te midden van gletchers en dennenwouden
rust een gracieuse genius, die in de hand
vooruitgestrekt houdt een edelweisz, aan de
keerzijde wijst een kloeke vrouw aan den
bergstijger den weg. Uit den aard der zaak
nemen in de allegorin aan de keerzijde de
symbolische vrouwen en kinder (genius) figuren
*) Daar het natuurlijk onmogelijk was om alle besproken stukken te reproduceeren, verwijzen de nummers naar
,.Les Medailles et plaquettes modernes". Kleinmann. Haarlem 18991901. De meeste stukken zijn hier verkleind
gereproduceerd.

eene groote plaats in,


andermaal weder moet
de wijze waarop Roty
worden verheerlijkt de
deze figuren weet aan
heilbrengende
kracht
te wenden is zoo uiterst
der Vin Coca Mariani",
smaakvol en ver van
een kleine genius ligt
het banale. Wij zien b.v.
tegen een vrouw aanop eene plaquette ter
gedrukt, die voor hem
eere van den Hooghet gezondheid en kracht
leeraar Chirurg Gosselin
brengende vocht in(61) eene ernstige vrouschenkt (76).
wengestalte, de ChirurTallooze kleine gegie, zitten, terwijl naast
vleugelde en ongevleuhaar uitgestrekt een lijk
gelde knapengestalten
O. ROTY. DE GEVANGENIS VAN FKESNES.
ligt. De electriciteit is
bewegen zich op Roty's
(VOORZIJIJK.)
een naakte vrouw die
penningen, wij noemen
van de aarde opstijgt, (47) twee vrouwen om- slechts die op de medaille welke men aanbood
helzen elkander verpersoonlijkend de spoorweg- aan Cambon, nieuw benoemd Gouverneur-Geverbinding van Algiers met Constantine (58), neraal van Algiers (72), een klein gevleugelde
een andere gestalte weder is geplaatst aan de genius werpt, geleund op het wapenschild der
keerzijde eener medaille gegoten ter eere van stad Lyon, kushandjes naar een in zee verdwijGeorges Duplessis den conservator van het nend schip, dat den nieuwen Gouverneur naar
prentenkabinet te Parijs. Het is een jonge vrouw Algiers voert. Met deze symboliek is een
aandachtig prenten beschouwend (54). Mooi grappig geval gebeurd: De Tsaar zou Parijs
is ook het motief van twee medailles, de een bezoeken en o.a. te Versailles een tooneelop de Kamer van Koophandel te Parijs (14) voorstelling bijwonen, nu moest dat feit
de ander op den prefect van politie; op beide worden vereeuwigd door eene medaille, maar
zit eene vrouw in een studeervertrek; in de het was kort dag. Gelukkig dacht men toen
kamer van koophandel heeft zij graphische aan de Cambonmedaille en deze werd ten
tabellen voor zich terwijl ver in het verschiet spoedigste voor deze gelegenheid in orde
door de ramen het gebouw van de Kamer gemaakt. De jonge genius bleef vriendelijk
zichtbaar is, vooral aardig is de symboliek zijn kushandjes werpen maar nu niet meer
op die waar de prefect van politie Loze naar Cambon op zijn schip, maar naar het
gehuldigd wordt. De vrouwengestalte is in gouden letters in het luchtruim prijkende
half omgewend voor een bureau gezeten woord Russie" (227). Men moet zich weten
en staart naar buiten waar de St. Chapelle te behelpen.
en de daken van het
Soms ook worden
Palais de Justice zichtdie vrouwen en genin
baar zijn, zij schijnt aanin verband gebracht met
dachtig te luisteren naar
het werkelijke leven,
de geluiden, die uit de
zoo zien wij eene jonge
groote stad opstijgen.
vrouw personifieerende
Zij
vertegenwoordigt
Frankrijk, staan voor
den scherpen blik, het
den honderdjarigen Chealtijd luisterend oor en
vreul, die oud ter neder
de waakzaamheid van
zit gedoken in zijn leude politie. Het opschrift
ningstoel (56).
zegt dan ook: regarde,
Uiterst aangrijpend is
coute, veille". Smaakdeze verbinding der
voller allegorie is wel
allegorie op den peno. ROTY. E GEVANGENIS TE FRESNES.
niet denkbaar.
Een
ning geslagen bij den
15

dood van Carnot.


Aan de voorzijde ligt
de doode uitgestrekt
op de baar omringd
door kransen en
bloemtakken, naast
hem een treurende
vrouwengestalte, aan
de keerzijde dragen
zes allegorische in
lange treurkleederen
gehulde
gesluierde
vrouwen de baainaar het Pantheon.
Zoo zien wij op
j).

DITIIS.

loopen en gaat hij vrij heen in de armen


zijn kindje dragend terwijl zijn vrouw hem
begeleidt en de gevangenis ver op den
achtergrond blijft liggen als een benauwde droom. Dank zij de gezonde inrichting der tijdelijke gedwongen woning, zijn
zijn krachten toegenomen en is zijn geest
helder en frisch geworden. Er zijn wel eenige
bedenkingen te maken tegen dit stuk, hoe
mooi ook de details zijn, hoe werkelijk hoog
de stemming die er uit spreekt moge zijn,
is het inderdaad te veel schilderij. Het is
een hoogst modern stuk, wanneer men aan
de voorzijde die drie gestalten ziet alle den
rug toewendend aan den beschouwer, dan
doet dat niet aangenaam aan,
ook de perspectief aan de
keerzijde is voor een medaille
niet gewenscht.

eene medaille geslagen bij


de herdenking van het vijftigjarig bestaan der Fabriek van
Christofle, den chef der firma
in een leuningstoel gezeten
terwijl een jonge vrouw hem
een zilveren vaas voorhoudt.
Smaakvol zijn hier ook de
genin, die de zijvlakken
vullen. De keerzijde dezer
medaille brengt ons in het
gewone leven zelf. Wij zien
er twee werklieden, die bezig
zijn aan het verzilveren en
ciseleeren.
Ook geheel in het gewone
ROTY. DOOI) V A N CARNOT.
leven staat een touchant mooie
(VOOR/.IJDK.)
plaquette weergevend een
moeder, die haar kind eng aan de borst getoch goed
drongen houdt. Het is de Maternir."
doen kan.
Op een der latere penningen van Roty
Een opmerzien wij een geheel drama afspelen. Het king nog die
is een stuk geslagen op de in 1898 ge- ons van zelf
opende gevangenis te Fresnes Les Rungis. tot de bespreDe voorzijde is in drien verdeeld, in de
king van
eerste afdeeling zien wij den gevangene som- Roty's porber en ter neder gedrukt in zijn cel zit- tretten brenten ; in doffe wanhoop heeft hij de handen gen zal: het
voor de oogen geslagen. In het middenvak is de vorm
zien wij hem opgewekt en ijverig werken. der medailles,
In het derde deel zit zijn vrouw in het ,,par- wij zijn door
loir" terwijl zij haar bb omhoog houdt als alle eeuwen
troost en bemoediging voor den gekerkenden heen gewend
vader. Aan de keerzijde is de straftijd afgeaan ronde
16

Wanneer wij de Renaissance medailles doorzien zullen wij inderdaad dit schilderen in metaal niet vinden,
daar is meer eenvoud, meer
grootheid nog.
En toch heeft dit schilderen in metaal zijn bekoring,
de hier onderstaande medaille is wel niet van Roty
maar is een bizonder geslaagd
voorbeeld, hoe een genre
stukje in het matte zilver

. ..

!':

i -

(ACHTERZIJDE.)

penningen, alleen vinden wij in Itali lang- geconstateerd, de moderne medailleur heeft
werpig vierkante plaquetten, Roty zegt dat heel wat anders te overwinnen dan zijn oudere
hij die nog nooit gezien had toen hij in 1880 Italiaansche en Nederlandsche collegas: daar
zijn eerste plaquette maakte. De vierkante was het f de schilderachtige Florentijnsche
vorm voldoet uitstekend maar brengt weder dracht f de veldheers mantel f de priesterstola, nu is het
andere vraag < de gekleede jas!
punten met zich.
Wanneer men
In ouden tijd
een officier heeft
bij de ronde
weer te geven
vormen sprak
kan men ten
het van zelf dat
minste met den
men de omburnou, de nesschriften om de
tels
effect bejakoppen heen
gen,
wanneer
een
zette de keerpriester te conzijde kon men
terfijten is met
dan voorzien
de wijde priesvan de een of
terkleeding, de
andere spreuk,
werkman heeft
nu is het op
O. ROTY. 50-IAKIG 1IKSTAAX DER FIRMA CIIRISTOFI.E.
zijn losse kiel
een vierkant
stuk vrij wel onmogelijk om rond het hoofd om de schouders maar de ambtenaar, de
de namen en titels te zetten, men plaatst nu gewone burgermijnheer ? Meesterlijk heeft
meest naam en data terzijde en eronder de Roty en de nader te bespreken Chaplain die
bizondcre verklaring van hulde of de op- moeilijkheden overwonnen.
Als portretten zien wij verder Cambon (72)
somming der categorin vereerders die mede
met het wat arrogant fransch ambtenaarde medaille aanboden.
Van het uiterste belang is ook de vorm achtige in zijn gelaat, de gedistingueerde
der letters. Wanneer zooals in Itali en onze kop van Hennessey (63) enz. Wij zouden
Nederlandsche provincin de medailleerkunst deze opsomming kunnen voortzetten, maar
bloeit zijn de letters voortreffelijk, zij vormen memoreeren alleen nog de beide oude lieden,
een harmonisch geheel met de voorstellingen; portretten van Boulanger en zijn echtgenoote
wanneer de kunst vervalt worden ook zij slechter, (52), en de over elkander geplaatste koppen
men vergelijke eens de afschuwelijke letters van Roty's ouders (59). Niet alleen de
op de medailles der Utrechtsche munt vr mannenportretten van Roty vragen bewon1900, met de opschriften der Fransche pen- dering, ook de vrouwen: vooral het beeld
ningen ! Een medaille is een zeer klein zijner eigen vrouw (46), hoe zacht en nobel
kunststuk dat bestemd is om in de hand te ligt het kopje niet in het een weinig concave
worden genomen desnoods zelfs door vergroot- grondvlak, de naam is er achter gegraveerd
glazen te worden bezien, de kleinste mis- en het touchante opschrift zegt: Ik heb
vatting n in voorstelling n in lettervormen uw beeld, o geliefde vrouw, in het metaal
n in verhouding van de verschiilende onder- gegrift opdat ik u altijd jong voor oogen hebben zou." Merkwaardig is het, dat als men
deden ergert en hindert dus.
Wij komen thans tot Roty's portretten die deze vrouwengestalten: zijn vrouw en madebizonder mooi en gelijkend zijn, daar is de moiselle Taine b.v. vergelijkt met de vrouwentypische kop van Chevreul met zijn van rimpels koppen op de Renaissance-medailles: een
doorploegd gelaat, zijn verwarde haren (56) Pas- Lsotta de Rimini van Matteo de Pasti, een
teur met zijn hoog ernstig geniaal voorkomen Johanna Albizza een Nonnina Strozza het
(66). voortreffelijk is hier de behandeling van verschil zoo betrekkelijk gering tusschen de
kalotje en jas, want, en dit mag wel eens worden Italiaansche vrouwen der 14'^ en 15d_- eeuw
XXIII. Elseviers Xo. i.

17

Jules Clement Chaplain is geboren te


Mortagne (Ome) 12 Juli 1839. In 1859 kwam
hij op de Ecole des Beaux Arts, waar hij de
leerling werd van Joufroy en Oudin. Oudin
is een der baanbrekers geweest op het gebied
der nieuwe richting in de medailleerkunst en
vervaardigde zelf zeer mooie gedenkpenningen
(1 en 2). Chaplain kreeg ook eenen tweeden
en eersten Prix de Rome, in 1864 vertrok hij
naar Rome na bekroond te zijn voor een
relief dat als onderwerp had: Mercurius
doet een panther drinken", waar haalt men
toch z.ulke onderwerpen van daan!

O. ROTY.

SIR JOHN l'Ol'l'. IIKNN'KSY.

en de Fransche vrouwen der ic/'e eeuw is.


Noch het type, noch de wijze van weergeven
door den kunstenaar verschilt veel, bij beiden
de groote eenvoud van lijnen, dezelfde zuiverheid van trekken.
Bij die vrouwenbeeltenissen vervalt de
moeilijkheid der kleeding, want losse kragen,
kanten fichus en de mooie naaktheid der hals
zelf geven den kunstenaars gemakkelijke
motieven aan, Ter loops zij er hier even aan
herinnerd, dat er een Nederlandsche penning
bestaat waar de medailleur wel op bijzonder
geniale wijze de kleedingsmoeilijkheid heeft
opgelost. De voorzijde vertoont de naast
elkander geplaatste beeltenissen van prins en
prinses Hendrik. De prinses draagt om den
hals een hooge japon met een ruche versierd,
de prins is gedecolteerd of draagt ten
minste noch uniformjas noch dito gekleede.
Dit is voorzeker een geniale wijze om deze
eigenaardige moeilijkheden uit den weg te
ruimen!
Wij verlaten thans Roty, die hoewel reeds
ouder wordend en klagend over zijn oogen,
nog menig mooi werk voor de Fransche kunst
zal kunnen scheppen. Chaplain vinden wij in
een somber atelier in de Rue Mazarine ; Roty's
atelier was boven in een allerliefst huis in
Auteuil, waar de heerlijke lucht ruim binnenstroomde en prachtig licht den arbeid van
den kunstenaar vergemakkelijkt. Met atelier
van Chaplain is in een der sombere achter
in het Institut de France gelegen vertrekken.
18

Vier jaar bleef hij in Rome en exposeerde


na zijn terugkomst veel op tentoonstellingen
en in de salons. Ook hij kreeg den regen
traditioneele Fransche eerbewijzen: medailles,
legioen van Eer, lidmaatschap van het Instituut
enz. Gedurende korten tijd was hij Directeur
van de porceleinfabriek te Svres, maar
spoedig keerde hij terug tot de medailles en
daar deed hij wel aan, want Chaplain is een
groot kunstenaar, zijn portretten staan zeker
even hoog als die van Roty, in zijn symboliek en allegorin is hij n in de gedachte
n in de uitvoering zwakker.
Onder de portretten noemen wij de voortreffelijke beeltenis van Jules Garnier met zijn

.). C. CHAPLAIN.

r.RKARI).

waaiende haartooi (43), van Jules Simon (19)- door fatsoenlijke gelaatsuitdrukking, de eerlijke
met zijn goed ernstig gelaat, van den vicaire oogen en sympathieke trekken.
general Louis Legrand met zijn gefigeerde
Ook de vrouwenportretten van Chaplain
priestergelaat (23) van
zijn zeer mooi, zoo
Charles Roux den
de naast elkander
depute van Marseille
geplaatste
meisjes(25), van Delaunay
busten van Anna en
den schilder (21), van
Germaine en van
Jules Ferry den staatsHlne en Anna de
man (30), van Joseph
Brancovan, (26 en
28), zoo het karakBertrand en Paul Tiltervolle portret van
laux (35 en 33) de
Laetitia Raphael (22),
beroemde geleerden.
waarbij zoo uitsteOnlangs werd zeer
kend is partij getrokverdienstelijk
door
ken van het avondChaplain in metaal
toilet,
dat zich heergeerd de oud Goulijk
om
den mooien
verneur-Generaal Van
hals drapeert, terwijl
der Wijck (286).
een bonten sortie de
Een drietal portretschouders omgeeft en
ten verdient eene biin haar harige don1. C. CHAPLAIN. MADAME UARTET.
zondere vermelding,
zigheid afsteekt tegen
vooreerst dat van
zachtheid
van
het
vleesch
van armen en
de
Camille Se (25) een uiterst gedistingueerde
hals.
Jeanne
Julia
Bartet
de
beroemde
comeen sympathieke kop; voortreffelijk is hier de
dienne
van
het
Theatre
Frangais
is
ook
door
wijze van behandeling van haar en baard,
dezen kunstenaar geconterfeit (34), voor allen
ook de kleeding is prachtig.
mooi is het portret
Dan Grard,de vice
van Maria Gortcharector der Universiteit
cow Stourdza (40)
gehuld in zijn statig
onze afbeelding geeft
ambtelijk gewaad (37).
maar een zwak beeld
De handen liggen
van de groote schoonleunend op een boek,
heid van dit stuk.
houding, gelaatsuitMen moet zich in
drukking, alles is even
het algemeen wel
smaakvol en volkowachten om de momen in harmonie met
derne medailles te
geheel de persoonbeoordeelen naar relijkheid. Bizonder
productin,
hoe goed
mooi doet ook op
die
ook
zijn;
nooit
deze plaquette het in
kan
men
wedergeven
een der bovenhoeken
het effeet, dat bereikt
geplaatste kijkje op
wordt door het relief
de Sorbonne.
der stukken en door
In de derde plaats
de kleur van het meis de aandacht overJ. C. CHAPLAIN. JEAXNK MATHILDE CLAUDE
taal f het zacht wit
waard het portret van
Casimir Prier (39). Uitstekend is weergege- van het matte zilver f het streng bruine
ven het eigenaardige, wat platte hoofd van van het brons.
Evenmin als
beschouwer dit vergeten
dezen Franschen staatsman met de door en
19

moet, mag' het wel den kunstenaar in herinnering worden gebracht dat hun grondstof
#z^a/ is en dat sommige voorstellingen,
eigenlijk genrestukjes", zich weinig leenen
tot het overbrengen op metaal. Als voorbeeld
geven wij hier weer een medaille van Chaplain. Geslagen voor de Socit Franchise des
habitations a bon march"; de grondgedachte
is wel aardig. In plaats van te geven een reeks
arbeiderswoningen die stijf naast elkander staan,
zooals b. v. op een Nederlandsche medaille
van i860, geslagen ter eere van Hogendijk
van Domselaar, die te Tiel 70 woningen voor
den ambachtsstand stichtte, zien wij het gevolg

F. VKRNON.

CI.KMKNXF. DE VliRNOX.

van een goede woning: een gelukkig gezin,


waar moeder de vrouw de soep opschept en
de vader, van zijn werk teruggekeerd, zijn
bb spelende opheft; en toch heeft deze
voorstelling op metaal bijna iets ridicuuls, ook
al wil men nog niet zeggen, dat het er wel
wat van heeft of de gelukkige vader zijn
kindje uit de soepterrine gehaald heeft. Toch
kunnen eenvoudige zachte motieven wel op
medailles aangenaam aandoen; wij zagen de
genin bij Roty en vooral bewonderen wij
ook de zachte kinderportretten bij Chaplain.
Wij geven als voorbeeld een allerliefste
penning, waar de kunstenaar zijn vier kinderen
20

op vereeuwigde, bovenaan staat Maurice een


twee-jarig kaasbolletje, wiens bavetje artistiek
om het halsje is gedrapeerd, dan daar rechts
onder Suzanne, oud vier jaar; de door een
lintje opgehouden haren vallen sluik langs
het hoofdje, neus en mond zijn pedant naar
voren gestoken, dan Marcel die in 1879 zijnen
vader met zijn verschijning kwam verheugen
en die in 1886 als een fatsoenlijk Fransch
jongetje wordt afgebeeld, eindelijk onderaan
een oudste meisje Louise, een niet mooi kind,
maar juist dat niet mooi" zijn dezer kinderen
is de groote verdienste van dit werk en van
heel den kunst-arbeid van Chaplain, hij flatteert nooit maar geeft eenvoudig en waar
weder zooals hij de menschen ziet en begrijpt.
Waar Roty eerst uitvoerige schetsen voor
zijne medailles pleegt te teekenen,' vangt
Chaplain terstond met boetseeren aan. Voor
de portretten werkt hij eerst naar photografie,
dan naar het model zelf.
Even moeten wij hier een tusschenbedenking invoegen. Wij wezen er op, dat om
goede medailles te krijgen er 7-riMg" moet
zijn en nu is het ongelukkig welke verkeerde
gedachten het groote publiek soms over het
maken van een gedenkpenning heeft. Stel
ge ontdekt, dat een professor over vier weken
25 jaar lang zijn gulden lessen zal hebben
uitgestort over zijn leergierig gehoor, hoe zal
ik hem dan eeren, wel de medailles zijn nog
al in de mode, dus als wij hem eens in metaal
lieten vereeuwigen z<2#r /iy ; - <"/
zVfc 7' ;/z<?r/(''?z, ik heb nog een photografie
van 10 jaren geleden, die snel opgezonden, en
dan zal over vier weken alles wel in orde zijn.
Zonder poseeren, naar een oude photografie
een medaille maken, dat zou een Roty of
Chaplain niet kunnen 1 Het maken van
een goede portret-medaille kost tijd en ernstig
poseeren is noodig wanneer men ten minste
het levendige ware beeld wil zien van den
te huldigen persoon; er moet dus over de
geheimzinnigheid worden heengestapt en de
professor moet tijden vooruit poseeren, en
praten met den kunstenaar opdat deze hem
leert begrijpen. Doch wij dwalen af.
Chaplain's ideen neergelegd in de allegorin op de keerzijde zijn minder geslaagd,
zeiden wij; n groote uitzondering is er

J. C. CHAPLAIN.

GOF.DKOOl'E WONINCKX.

echter. Aan onzen kunstenaar werd opgedragen om na Carnot's dood een


penning te slaan op de verkiezing
van Casimir Prier. Op diep gevoelde wijze concipieerde hij de
keerzijde van dit stuk; in plaats
van te vervallen tot zware symboliek plaatste hij eenvoudig eene
in treurgewaad gekleede vrouw, die
den sluier van haar bedroefd gelaat
terugslaat en het stembiljet in de
urn werpt. Aldus wordt gepersonifieerd het treurende Frankrijk,
dat den opvolger van den gevallen
Carnot kiest.
De andere keerzijden zijn minder;
de voorstelling van Madame Bartet (34). die
voor het Theatre Frangais staat, terwijl uit de
wolken een genius haar een krans aanbiedt,
is niet mooi, evenmin de medaille van Helene
Bibesco (31), waar een genius boven een
piano zweeft, bloemen strooiende. De Mercurius die boven de haven van Marseille
zweeft (medaille op Roux) (25), de Apollo"
op den penning van Delaunay (21), pakken
ons niet zooals Roty's mooie en fijn gevoelde
voorstellingen.
Het verschil van beiden op dit punt is
gelijk aan dat wat er bestaat tusschen iemand
die wel een lief" vers maakt en den werkelijken dichter.
Naast deze beide groote figuren op het
gebied der medailleerkunst staat Vernon een
jonge kunstenaar, leerling van Tasset. Tasset

zelf is een uitstekend artist die o.a. den heer


Reuchlin uit Rotterdam zeer verdienstelijk op
een medaille bracht (317). Hij heeft zich de
laatste jaren echter voornamelijk toegelegd
op het bedienen der reduceer machine, en
is er in geslaagd zijne machine schier tot volmaaktheid te brengen. Wanneer de Fransche
moderne medailles zoo bewonderenswaardig
zijn, dan is dat voor een deel ook aan hem
te danken, de medailleurs toch geven hem
hun model, hij reduceert dat en maakt de
stempels.
Vernon dan, geboren in 1859, kwam op
twintigjarigen leeftijd op de Ecole des Beaux
Arts, in 1887 kreeg hij den prix de Rome
voor het onderwerp Jason het gulden vlies
veroverend " Vooral zijne portretten zijn mooi,
hij maakte de beeltenis van zijne
moeder en tante, hoe mooi is niet
in de door ons afgebeelde plaquette
de behandeling van de onderdeden
van dat oude gezicht, zonder eenigszins te idealiseeren heeft hij voortreffelijk den goeden kalmen berustenden ouderdom weten te treffen.
Over heel Vernon's werk o. a.
een zeer mooie plaquette Rosa (100)
een jong meisjes kopje, ligt een
groote zachtheid. Hij maakte nog
een herinnerings-medaille om uit
te reiken bij de eerste communie:
Christus aan een jong meisje den
ouwel reikend.

r~

T. TASSKT.

JHR. 1 IT Tl I RWCIILIN.

21

Reeds wezen wij op


de vraag naar medailles
in Frankrijk, maar niet
alleen wordt het meer
en meer gebruik om
groote mannen aldus te
eeren ook doop-, huwelijks- en verlovingsmedailles worden veel gemaakt en gevraagd, verder geven de eerste communie en kerkelijke
feestdagen
aanleiding
tot het koopen van penningen. Zoo kan er
geen congres worden
gehouden of men maakt

op zijne plaquette : ,,De


Bron", een drinkend
meisje.
Ook Daniel
Dupuis maakte zeer
mooie portretten.
Ten slotte willen wij
nog een tweetal medailleurs noemen: Patey,
chef van het atelier
der Munt aan de Quai
Conti te Parijs en
Legastelois. Patey heeft
een zeer groot talent,
zijn plaquette met de
portretten van zijn vader
A. PATKY. BKSTITRBARE LUCHTBALLONS.
en moeder is uitnemend fraai (192), ook
herinnerings-draagteekens voor de leden, zoo het door ons afgebeelde stuk geeft een bemaakte Vernon een lief insignetje voor het in wijs van zijne groote gaven.
1900 gehouden internationaal medisch congres,
Te herdenken was de uitvinding der balaan de voorzijde zien wij een vrouwen-figuurtje, lons dirigeables" nu zien wij Icarus die zijn
de medische wetenschap, met een slip van zoon Daedalus de vleugels aangespt, de zitharen mantel beschermend een lampje dat tende figuur van den vader naast de slanke
dreigt uit te gaan. De keerzijde vertoont een staande gedaante van den zoon doet uitmooi gezicht op Parijs.
stekend.
Wij onthielden ons tot nu toe van toeAan de keerzijde wijst eene zittende vrouspelingen op toestanden ten onzent maar wengestalte naar een in het luchtruim
kunnen toch niet nalaten het volgende, ken- zwevenden ballon. Van Legastelois geven wij
merkend voor den stand der
een meisjesportretje. Hoe
ontwikkeling in deze materie
lief en smaakvol dat kopje
binnen onze landsgrenzen,
ook is, toch geeft ze eene
mede te deelen.
bedenking, eene bedenking
Niet lang geleden zou er
trouwens, die bij Ie Nid en
een groot internationaal conla Source ook reeds rees.
gres in Amsterdam zijn, men
Wij zetten voorop, dat de
stelde toen aan de Nedermedaille, dus ook de plalandsche regelings-commissie
quette, een of ander feit hervoor, om ook tens een
denkt, hetzij dat het geldt
smaakvol penninkje als souom een gebeurtenis in de
venir te doen maken maar
geschiedenis der volkeren te
men wilde niet; dat was,
herdenken, of een bewijs
zoo zeide men, een liefvan vereering van vrienden
hebberij om over te laten
te even of eenvoudisr
o
o
voor kippententoonstellers en
slechts een familielid te eeren
LEGASTELOIS. JONG MEISJE.
zangvereenigingsleden! maar
maar dan heeft het stuk
niet voor wetenschappelijke
toch altijd een basis, en dit
mannen!!!
mist Legastelois' meisjeskopje en dat voelt
Noemen wij nog den zeer talentvollen men des te meer daar er geene inscriptie
Daniel Dupuis wiens Nest" wij reeds af- op staat, wie is dat meisje ? Is het misschien
beeldden, dezelfde groote gratie vinden wij de verpersoonlijking der lente?
22

artiest, die zijn onderwerp concipieert, zijn


model boetseert, overwegend boven dat der
machine. In ons vaderland begint gelukkig
ook deze gedachte en waardeering door te
dringen en wij hopen dat spoedig voorbij is
de tijd, dat men de medaille terugwijst naar
kippententoonstellingen en zangwedstrijden!

J. C. CHAPLAIN'.

G. KN K. WA1.L0N.

Hier staat men op de grens van het gebied van den medailleur, hij moet zich niet
te los maken van de grondgedachte: gedenkpenning.
' Ook vinden sommige jongere artisten het
wenschelijk om de onmogelijkste vormen aan
hun stukken te geven: happen er uit, armen
die over den rand steken, groote blokken
met onzinnige vormen en relief, een angstig
zoeken naar originaliteit en naar nieuwheid.
Dergelijke uitersten mogen wel eens het
naderend verval van eene kunst aankondigen
doch te veel vrees behoeft men daarvoor in
Frankrijk nog niet te hebben. Wanneer men
na eeuwen zoo ver, b.v. als wij nu van de
Italiaansche Renaissance afstaan, terug zal
zien op dien bloei der medailleerkunst, dan
zal men het land gelukkig roemen waar
zooveel werkelijk groote mannen konden
worden gehuldigd door zulke hoogstaande
kunstenaars, want als wij nu terugdenken aan
de Renaissance dan zien wij, dat vele dier
mannen, die op de gedenkpenningen prijken,
de geschiedenis met bloed plachtten te
schrijven, terwijl de breede trits mannen als
Chevreul, Pasteur, Delaunay,Garnier, Bertrand,
Grard, Jules Simon, enz. enz., heel andere
diensten aan de menschheid en de wereldontwikkeling bewezen hebben.
Ten slotte eene opmerking nog: wij hopen
onze lezers te hebben kunnen overtuigen,
dat het maken van penningen niet is een
daad der kunstnijverheid, maar der vrije kunst,
wel is een der termen in het vormingsproces
de machine, maar toch is de rol van den

N HET LAND DER KHMERS.


DOOR J. A. N. PATIJN. f f f f

Er zijn plaatsen op de wereld die een


geheimzinnige aantrekkingskracht voor me
hebben, zonder dat ik altijd weet te zeggen
waarom. Het kan zijn om een beschrijving
die ik er van gelezen heb, of door platen,
en zoowel de afstand waarop ze gelegen
zijn, als de klank van den naam is van
invloed.
Een dier plaatsen was de oude tempelbouwval die bekend staat als Angkor Wat.
Lang voordat mijn pad mij naar de rijken
van Achter-Indi voerde had ik een verlangen
gehad naar dit in de binnenlanden van Cambodja verscholen wonder, met zijn weelde
van beeldhouwwerk, zijn in de muren uitgebeitelde ,,apsara's" of hemelsche figuren, dansende vrouwebeelden, wier betoovering men
nog heden voelt in de eenzaamheid der omgeving, nagalm van de oude beschaving der
Khmers. Ik herinner me een artikel in de
Revue des Deux Mondes van iemand die na
het zien cner afbeelding niet rustte voordat
hij de plaats bereikt had waar sints ongeveer
acht eeuwen de oorspronkelijke apsara's dansen in het schemerlicht der Angkorsche
gaanderijen.
Het plan tot een dergelijk bezoek stond
bij mij vast sints de omstandigheden me in
die buurt gebracht hadden. Ik zou Bangkok
in de tweede helft van December 1900 verlaten en dacht mijn reis oostwaarts via Saigon
te maken, \an uit welke plaats Angkor Wat
gedurende den regentijd binnen een week
te bereiken is. Ik had mijn biljet voor de
reis per Dona," van Bangkok naar Saigon,
reeds genomen, toen ik vernam dat een
23

You might also like