Ademhalingsstelsel

 Zuurstoftherapie

 Aërosoltherapie
Zuurstoftherapie
 Zuurstofbril
 Zuurstofmasker
 Zuurstofsonde
 Gairdner-box
 Incubator
Zuurstofbril
Zuurstofmasker
Zuurstofsonde
gairdnerbox
Incubator
Gevaren van
zuurstoftoediening

 ROP = rethinopathy of
prematurity
retrolentale fibroplasie
 BPD = bronchopulmonaire
dysplasie
Verpleegkundige taak bij
zuurstoftoediening
 Ademhalingswegen vrijmaken
 Zuurstof bevochtigen
 O2-bril en O2-masker reinigen
 Controle drukpunten
 Voeding: frequent kleine
hoeveelheden
 Observeren
Aërosoltherapie:
toedieningsmogelijkheden
 Vernevelaar
 Dosis-aërosol
Vernevelaar
Aandachtspunten
vernevelaar
 Geen specifieke AHtherapie
 Duurt lang
 Uitleg geven, vertrouwd maken
 Kleine kinderen op schoot
 Grote kinderen “controleren”
 Vernevelvloeistof opwarmen
Dosis-aërosol zonder
hulpstuk
 > 7 jaar
Controle inhoud dosis-
aërosol
Dosis-aërosol met kleine
inhalatiekamer
 Spacer, aërotube
Dosis-aërosol met grote
inhalatiekamer
 Babyhaler : 0 – 5 jaar
 Dosis-aërosol met grote
inhalatiekamer
 Volumatic : vanaf 5 jaar
Dosis-aërosol met grote
inhalatiekamer
 Aerochamber
Dosis-aërosol met grote
inhalatiekamer
 Aerochamber
 Poederinhalatoren : > 7
jaar
 Diskhaler > 7 jaar
Poederinhalatoren
 Diskus
Piekstroom