Pneumatiek

Opdracht 2.38
Opdracht 2.38, vervolg
■ Wat gebeurt er met de zuiger als je
de schakelaar omhoog zet en
pompt….
■ Wat gebeurt er met de zuiger als je
de schakelaar omlaag zet en
pompt….
■ Dat levert de volgende resultaten
op:
De schakelaar
omhoog:
■De bovenste leiding wordt afgesloten
door de schakelaar
■ De lucht wordt door de onderste leiding
geleid
■ de zuiger wordt omhoog gedrukt
De schakelaar
omlaag:
De onderste leiding wordt afgesloten
■

door de schakelaar
■ De lucht wordt door de bovenste leiding
geleid
■ de zuiger wordt omlaag gedrukt
Opdracht 2.39
Bij opdracht 2.39 heb je in plaats van 1 nu 2
cilinders op de schakelaar aangesloten, en wel
op de volgende manier:
Opdracht 2.39, vervolg
■ Wat gebeurt er nu met de zuigers
als je de schakelaar omhoog zet
en pompt….
■ Wat gebeurt er nu met de zuigers
als je de schakelaar omlaag zet en
pompt….
■ Dat levert de volgende resultaten
op:
De schakelaar
omhoog:
De bovenste leiding wordt afgesloten
■

door de schakelaar
■ De lucht wordt door de onderste leiding
geleid
■ de zuigers worden nu allebei omhoog
gedrukt
De schakelaar
omlaag:
De onderste leiding wordt afgesloten
■

door de schakelaar
■ De lucht wordt door de bovenste leiding
geleid
■ de zuigers worden nu allebei omlaag
gedrukt
Opdracht 2.41
1. Beide bestaan uit cilinders, zuigers en leidingen
2. Pneumatisch werkt met lucht, hydraulisch werkt
met vloeistof
3. De sissende geluiden van ontsnappende lucht
4. 1 – licht
2 – veilig
3 – geen milieuvervuiling bij defect
5. Niet zo sterk als hydraulisch
6. Leveren meer kracht
7. 1 – duurder
2 – zwaarder
3 – bij defect vervuilend