You are on page 1of 4

Lesvoorbereidingsformulier Fontys Hogeschool Kind en Educatie, Pabo Eindhoven

Bron: Didactisch model van Gelder


Student(e)
Mentor
Klas
PEhv14E
Datum
18-03-2015
Stageschool
Groep
5/6
Plaats
Aantal lln 32
Vak- vormingsgebied: Levensbeschouwing
Speelwerkthema / onderwerp: Pesten
Persoonlijk leerdoel: Structuur aanbrengen in de les.
Lesdoel(en): De leerlingen:
Evaluatie van lesdoelen: Ik behandel de les klassikaal ik geef verschillende beurten
- Uiten hun gevoelens over pesten in een gesprek
zodat niet steeds dezelfde leerlingen aan de beurt zijn. Hierdoor hoor ik dus van iedereen
- Leven zich in in het jongentje uit de film
hoe hij/zij erover denkt en wat hun mening is over het onderwerp. Achteraf bespreek ik
- Vertellen over eigen ervaringen
met de leerlingen wat nou de belangrijke punten waren, waar we over hebben gepraat en
- Praten met elkaar over het onderwerp pesten
is er ook een conclusie uit gekomen?
- Luisteren naar elkaar en reageren op elkaar
Dit sluit aan bij kerndoel 37:
De leerlingen leren zich te gedragen vanuit respect voor
algemeen aanvaarde waarden en normen.
Beginsituatie: In de eerste 2 weken dat ik in deze groep stage liep heb ik een klimaatschaal en een sociogram afgenomen. In de sociogram werd duidelijk dat er 2
leerlingen 16 x negatief werden gekozen. Zij liggen dus niet goed in de groep. In de klimaatschaal kwam gemiddeld een positief cijfer naar voren, dat wil zeggen dat de
meeste leerlingen zich op hun gemak voelen in de groep. Helaas zijn er een aantal kinderen die aangeven dat; ze zich niet op hun gemak voelen in de groep, er vaak
gepest word, het gevoel hebben dat ze niet bij de groep horen en het gevoel hebben dat ze niet aardig gevonden worden door de rest van de leerlingen.
De leerlingen hebben vaker les gehad in levensbeschouwing. Dit ging vooral over verschillende cultuur, religie, familie, ruzie en vriendschap. De leerlingen hebben dus
nog niet eerder een levensbeschouwelijk gesprek gehad over pesten dit schooljaar.

Lesverloop
Tijd 60

Leerinhoud

5 minuten

Instructie

Didactische handelingen
Leraar
Ik laat het filmpje over bram zien.

Leeractiviteit
leergedrag leerling(en)
De leerlingen kijken naar het filmpje

Ik vertel heel duidelijk dat iedereen iets mag


zeggen maar alleen als je je vinger opsteekt
kom je aan de beurt. Lukt het niet om serieus
mee te doen zet ik iemand aan het werk
(kieskast op een stil werkplek)

De kinderen beantwoorden de vragen

Materialen / Organisatie
YouTube
Digibord

20 minuten Kern

De kinderen denken na over het gevoel


De kinderen vertellen over eigen ervaringen

Stap 1. Ik vraag wat Bram voor zijn verjaardag De kinderen luisteren naar elkaar
kreeg? Wie was Bram zijn vriendin? Wat ging
Bram doen in de pauze? Wat zie Bram toen er
met het autootje gegooid werd? Ik geef de
kinderen een beurt die zijn/haar vinger
opsteekt. Dit zijn de feiten die voorkomen uit
het verhaal zodat iedereen dezelfde basis heeft
om over te praten.
Stap 2. Ik vraag hoe Bram zich gevoeld zou
hebben?
Hoe zat hij in de klas na de pauze? Wat deed
hij toen ze zijn autootje afpakten?
Stap 3. Ik vraag naar de eigen ervaringen.
2 minuten

Afsluiting

Stap 4. Ik sluit het gesprek af met; Wat zou


Bram het beste kunnen doen? Hierdoor pak ik
weer terug naar het verhaal uit het filmpje.

De kinderen denken na over wat je kunt doen op dat


moment

Verantwoording:
Ik heb ervoor gekozen om aandacht te besteden aan het onderwerp pesten omdat er in de sociogram en in de klimaatschaal
duidelijk werd dat er een aantal leerlingen zich niet op hun gemak voelt in deze groep. Ook hebben zij aangegeven dat er vaak
gepest word. Gelukkig heeft ruim het merendeel aangegeven dat er vrijwel nooit gepest word, maar dat neemt niet weg dat de
leerlingen die er wel last van hebben hiermee moeten blijven rondlopen en er niks aan gedaan wordt.
Vandaar dat ik een filmpje heb laten zien van een jongentje dat gepest wordt op school. Na het bekijken van het filmpje heb ik de
leerlingen een aantal vragen gesteld over het filmpje. Hierbij worden dan de feiten besproken zodat iedereen hetzelfde beeld heeft
en dezelfde feiten heeft voordat er over de gevoelens wordt gepraat. Na de feiten heb ik vragen gesteld over de gevoelens van het
jongentje in het filmpje. Dit heb ik gedaan zodat de leerlingen zich zouden inleven in het kind en na gaan denken hoe iemand zich
op zon moment zou voelen. Daarna vraag ik naar eigen ervaringen. Ik vraag niet te veel door op gevoelens maar laat de kinderen
vertellen wat ze zelf graag kwijt willen. Hierdoor ontstaat er een open sfeer waardoor niemand bang is om iets te zeggen. Om het
gesprek af te sluiten ben ik terug gegaan naar het jongentje in de film en gevraagd wat hij nou het beste zou kunnen doen.
Tijdens het gesprek heb ik iedereen een beurt kunnen geven. Zo heeft dus ook iedereen deel kunnen nemen aan het gesprek en
zijn/haar mening kunnen geven. Achteraf heb ik besproken wat de belangrijke onderwerpen zijn van dit gesprek zodat we het met
de hele groep nog een kort samenvatten. Ook heb ik gevraagd of er een conclusie is uitgekomen en dat was dan; Je maakt iemand
heel verdrietig en boos doos bewust (uit jaloezie) spullen van hem/haar kapot te maken.

Persoonlijke reflectie.
Het was een erg positieve les. De leerlingen waren erg betrokken bij het filmpje en er ontstond een open en vertrouwelijke sfeer. De
leerlingen reageerden op een positieve manier op elkaar en luisteren ook naar elkaars verhalen. De lesdoelen zijn behaald en in de
evaluatie is naar voren gekomen dat iedereen goed mee heeft gedaan en met respect naar elkaar heeft geluisterd. De volgende keer kan
ik misschien het gesprek wat korten houden en zorgen dat we niet te veel van het onderwerp afdwalen.
Feedback mentor 18-03-2015
Datum:
Voor je de les begint waar gaat het over? niet benoemd leerlingen gaan er blanco in. De kinderen gaan een filmpje kijken moeten
ze tijdens het kijken in ergens op letten? De vragen die je achteraf aan de kinderen stelt zijn prima wat heb je gezien? (vooraf afspraken
gemaakt wat wil ik zien tijdens de les)
Je laat de kinderen aan het woord en vraagt goed door. Je reageert op wat ze zeggen, de kinderen voelen zich gehoord. Zo ontstaat er een
open sfeer en dat is nodig bij het voeren van dit gesprek. Tip: Al leerlingen voorbeelden geven laat ze dan alleen de situatie beschrijven
(geen namen noemen).

You might also like