You are on page 1of 9

Lesvoorbereidingsformulier Fontys Hogeschool Kind en Educatie, Pabo Eindhoven

Bron: Didactisch model van Gelder


Student(e)
Bart Willemsen
Klas
1C
Stageschool Montessorischool
Plaats
Helmond
Vak- vormingsgebied: kunstzinnige orintatie
Speelwerkthema / onderwerp: oude reclameposter

Mentor
Datum
Groep
Aantal lln.

Peter van den Wildenberg


1-10-2015
6,7 en 8
31

Persoonlijk leerdoel:
Ik zorg ervoor dat er voldoende klaar ligt zodat de les organisatorisch goed in elkaar zit.
Ik ga ervoor zorgen dat ik het overwicht houd tijdens de activiteit dat ik als leider voor de klas sta.
Ik ga ervoor zorgen dat ik consequent de duidelijk handel naar de activiteit die de kinderen moeten doen.
Lesdoel(en):
Productdoel:
De kinderen kunnen met kleurgebruik een aantrekkelijke poster maken.
De kinderen kunnen aan de hand van een plaatje en een onderwerp een
passende poster maken.
Procesdoel:
De kinderen leren gebruik te maken van verschilleden technieken met
verschillende materialen:
- Stiften
- Kleurpotloden
- Gekleurd papier
- Lijm
- Schaar
- Karton
- Wit papier
- Verf
En kunnen dit omzetten tot een mooi geheel.

Evaluatie van lesdoelen:


De evaluatie van de leerdoelen vindt aan het einde van de les plaats wanneer we de
werken gaan nabespreken.
Tussendoor loop ik rond en kijk in bij de kinderen hoe het proces verloopt. Wanneer ik
merk dat het niet lukt sta ik bij door vragen aan de kinderen te stellen.

Beginsituatie:
De groep:
Groep 6,7 en 8 is een groep waarin de sfeer goed is. Er wordt elke dag hard gewerkt aan de dagelijkse taken, maar er is ook tijd voor leuke dingen. Er hangt een
goede sfeer in de klas. De klas is echter wel een groepjes groep. De klas heeft een aantal groepjes met vrienden die verdeeld zijn over de gehele groep. Er zitten 30
kinderen in de klas. 5 kinderen in groep 6, 4 kinderen in groep 7 en 11 kinderen in groep 8.
Voorkennis:
De kinderen weten welke uitvindingen zijn gedaan in de tijd van burgers en stoommachines. Ze weten hoe deze eruit zien en waar ze voor dienen.
Betrokkenheid:
omdat de kinderen zelf hun onderwerp mogen kiezen en verder zelf mogen weten op een paar eisen na hoe de poster moet worden.
Actualiteit:
De kinderen zijn bezig in het thema van burgers en stoommachines. Hier sluit de les goed op aan.
Lesverloop
Tijd
5 min

5 min

Leerinhoud Didactische handelingen


Leraar
Inleiding
Ik vertel aan de kinderen wat we gaan doen.
verhaal
We gaan een reclame poster maken van een
oude uitvinding alsof hij net is uitgevonden.

Leeractiviteit
leergedrag leerling(en)
De kinderen luisteren en mogen reageren en vragen stellen
als ze willen.

Materialen / Organisatie

De
uitvindingen

De kinderen kijken naar de presentatie. Ze mogen vragen


stellen en reageren op de plaatjes.

PowerPoint met
afbeeldingen van
uitvindingen.

Ik laat aan de kinderen zien welke uitvindingen


er zijn gedaan in de tijd van burgers en
stoommachines. Ik maak de uitvindingen
visueel voor de kinderen door er plaatjes van te
laten zien. Vervolgens laat ik een aantal
reclameposters zien die te maken hebben met
vroeger en nu.

45 min

Poster
maken

De kinderen gaan individueel een poster


ontwerpen en maken. Ze moeten een mooie
slogan verzinnen die bij het product past. verder
moet het product zelf ook op de poster te
vinden zijn. Ik loop rond om de kinderen
eventueel te inspireren en bij te staan in het
creatieve proces.

5 min

nabespreke
n

We leggen de werken allemaal bij elkaar neer


en gaan deze bekijken. Ik stel aan de kinderen
vragen over de werken en over de opdracht.
hoe is het gegaan? Wat valt jullie op aan de
werken.

De kinderen pakken de materialen die ze nodig hebben. Ze


maken een ontwerp voor hun poster en gaan deze
uitwerken. Ze mogen gebruik maken van het volgende:
- Stiften
- Kleurpotloden
- Gekleurd papier
- Lijm
- Schaar
- Karton
- Wit papier
- Verf
- Evt. aanvullingen van de kinderen zelf
De kinderen beantwoorden de vragen en reageren op
anderen.

Stiften
Kleurpotloden
Gekleurd papier
Lijm
Schaar
Karton
Wit papier
Verf

Persoonlijke reflectie
Wat wilde ik?
- Ik zorg ervoor dat er voldoende klaar ligt zodat de les organisatorisch goed in elkaar zit.
- Ik ga ervoor zorgen dat ik het overwicht houd tijdens de activiteit dat ik als leider voor de klas sta.
- Ik ga ervoor zorgen dat ik consequent de duidelijk handel naar de activiteit die de kinderen moeten doen.
Wat deed ik:
- Vertellen over de uitvindingen die gedaan zijn in de tijd van burgers en stoommachines.
- De opdracht toelichten
- Kinderen in tweetallen verdelen
- Rondlopen om te kijken of de opdracht serieus aan werd gepakt
Wat betekende dit voor mij?:
Aan het organisatorische deel van de les had ik nog beter over na moeten denken. De materialen lagen op een plek die niet fijn was,
namelijk op een klein bureau vooraan in het lokaal. Ook bijvoorbeeld met verfgebruik had ik beter na moeten denken. Wie gaf de verf aan
de kinderen? Waar wordt de verf gepakt? etc. zijn vragen die ik mezelf moest stellen. Ik moet de stappen die ik zet beter vooruit denken.
Het overwicht bewaren was daarbij niet gelukt. Tijdens mijn uitleg waren er een aantal verstoringen door kinderen die grappig probeerde te
doen. Ik vond wel dat ik juist handelde op een reactie van een leerling. mijn vraag was: wat is er allemaal uitgevonden in de tijd van de
burgers en stoommachines? Waarop een leerling antwoorde: veel! Ik heb vervolgens duidelijk gemaakt dat ik dit een raar antwoord vond
en niet vond horen in een bovenbouw groep. Het overwicht verliep op een moment erg goed. Toen ik de kinderen vertelde dat de opdracht
individueel gedaan moest worden, wilde de kinderen liever in tweetallen. Ik heb vervolgens samen met de kinderen afgesproken dat het
een prima idee was maar dat het resultaat daardoor ook kwalitatief goed moet zijn. Beide teamleden moeten bovendien actief bezig zijn
met de opdracht. doordat ik met de kinderen meedenk en meega in voorkeuren had ik in dit geval het overwicht heel goed in handen. Een
persoonlijke groei op het gebied van het overwicht behalen compromis sluiten. Tijdens de opdracht verliep het goed en nam ik de leiding
over aanvullingen van kinderen over de opdracht. Ze wilde bijvoorbeeld het doen over de zaklamp i.p.v. de uitvindingen die ik had
gevonden. Wanneer het plan van de kinderen goed was ben ik mee gegaan met hun idee. Hierin heb ik consequent en duidelijk gehandeld.

Hoe nu verder:
- Meer nadenken over de stappen die volgen op het organisatorische gebied.
- Vooraf duidelijk benoemen welk gedrag ik verwacht van de kinderen.
- Wanner ik iets verwacht consequent daarop handelen.
- Met de kinderen in gesprek gaan over veranderingen in de opdrachten, daarbij afspraken maken met de kinderen.

Feedback mentor (inclusief handtekening)


Datum: 5-4-2016
Leuke les weer Bart!
Goede en eerlijke reflectie. Nu weet ik vanuit ons nagesprek waarom je van een individuele uitwerking over bent gegaan op tweetallen,
alleen mis ik het in je reflectie. Hierin kan je namelijk laten zien dat je, zonder je overwicht te verliezen, wel mee kan gaan met de kinderen.
Dat is de balans die in een bovenbouw zo belangrijk is. Iets wat je dus goed aanvoelde, maar wat je hier niet gebruikt om te laten zien hoe
je jezelf ontwikkelt rondom dat leerdoel. Dit spreekt zeker voor je groei.
Peter.
Inmiddels mentors feedback bijgevoegd in de reflectie!

Basisplan
Les:

reclame voor oude uitvindingen

Groep:
Bron/Methode:

6, 7 en 8
Eigen ontwerp

Datum:

31 maart 2016
De kinderen zijn nu bezig met
geschiedenis in de tijd van burgers en
stoommachines. In deze tijd werden
veel nieuwe uitvindingen gemaakt. de
leerlingen bekijken uitvindingen uit
deze tijd. Ook krijgen ze posters te zien
die in die tijd gangbaar waren. Hierdoor
inspireren de kinderen zich om tot
zelfontworpen reclameposters te komen
van uitvindingen van vroeger.

Betekenis
Wat zijn de inhouden en
associatiemogelijkheden?

Vorm
Met behulp van welke beeldaspecten
kunnen de inhouden vorm krijgen?

Materiaal
Welk materiaal is daarvoor geschikt,
welke mogelijkheden biedt het?

Beschouwing
Vanuit welke beelden kan het kind
betrokken worden bij het onderwerp?

Ruimtesuggestie op het vlak


plaatsing van figuren op het vlak met
daarbij, overlapping, plaatsing
objecten, grootteverschil figuren. Er
moet nagedacht worden hoe en waar je
de dingen op het vlak plaatst,
Kleur er wordt gebruik gemaakt van
kleur en sfeer. De poster moet wel
interessant worden voor de kijker.
Textuur met textuur diepte
aangeven op het platte vlak. De
uitvinding moet er als het ware uit
springen.
Compositie opbouw, ordening,
evenwicht en betekenis. De kinderen
gaan een poster maken met daaraan
een betekenis: adverteren.
Verschillende soorten Papier:
Om op te tekenen en gekleurd papier
om op het blad te plakken.
Stiften en Kleurpotlood om contrast
te krijgen tussen kleur en sfeer.
Lijm om het andere soort papier op het
blad te plakken.
Verf om kleur aan en sfeer aan te
brengen op de poster.
De kinderen bekijken een lijst van
uitvindingen die in de tijd van burgers
en stoommachines zijn uitgevonden. Ze
bekijken plaatjes van de uitvindingen
en krijgen visueel te zien hoe de
uitvindingen eruit zien. Vervolgens zien
ze verschillende soorten reclameposters
die ook ongeveer uit die tijd komen.

Onderzoek
Hoe kan het kind materialen en
beeldende aspecten verkennen?

Door verschillende kleuren door elkaar


heen te gebruiken krijg je een mooie
opvallende kleur.
Door gebruik te maken van papier op
papier te plakken krijg je diepgang in
de poster.
Door kleurpotlood en stift met elkaar te
mengen krijg je interessante
contrasten.
Door gericht voorwerpen en tekst op
het platte vlak te plaatsen krijg je
diepte of een centrale compositie.

Werkwijze
Welke aanwijzingen over gebruik van
materiaal en gereedschap, en welke
vaardigheden?

Reflectie

1. De kinderen kiezen een uitvinding


en gaan hier een reclameposter van
maken. Maak gebruik van pakkende
vormen en uitnodigende kleuren.
2. Ze verzinnen een slogan en plaatsen
deze op de poster.
3. Ze zorgen dat de uitvinding en de
slogan op een centrale plek worden
geplaatst.
4. De kinderen maken gebruik van
opvallende kleuren om de poster
opvallend te maken.

OGP3 Format voor toelichting lesontwerp


Domein: BVO

B1. Leerdoelen stellen


3.4 passend leerinhouden
vanuit leerlijnen
3.11 Leerprocessen
observeren en registreren

Welke keuze(s) heb je in dit


opzicht gemaakt?
Ik heb de volgende leerdoelen bij
de les opgesteld:
Productdoel:
De kinderen kunnen met
kleurgebruik een aantrekkelijke
poster maken.
De kinderen kunnen aan de
hand van een plaatje en een
onderwerp een passende poster
maken.
Procesdoel:
De kinderen leren gebruik te
maken van verschilleden
materialen:
- Stiften
- Kleurpotloden
- Gekleurd papier
- Lijm
- Schaar
- Karton
- Wit papier
- Verf
En kunnen dit omzetten tot een
mooi geheel.

B3. Leeractiviteiten
begeleiden
2.6 Samenwerking,
zelfredzaamheid

Ik heb tijdens de verwerking van


de opdracht rondgelopen en ben
ingegaan op ideen. De
kinderen wilde buiten de
uitvindingen die ik heb bedacht
en gevonden andere kiezen om
hun product over te maken. Ik
ben met de kinderen gaan kijken
naar goede slogans en ideen
over de plaatsing van hun
product. Ik heb niks voor de
kinderen besloten ik heb alleen
gestuurd naar eigen idee.

Waarom heb je deze


keuze(s) gemaakt?
Ik heb ervoor gekozen om het
kleurgebruik te nemen omdat
er een van de beeldaspecten
terug moest komen in de les.
Mijn mentor heeft mij
aangeraden om vooral de
kleur centraal te stellen omdat
ze bij de beeldende werken
veel werken met kleur. Verder
heb ik ervoor gekozen dat de
kinderen een poster na
moesten maken omdat je dan
een geheel krijgt dat in de tijd
van burgers en
stoommachines past. Voor het
materiaal gebruik heb ik geen
speciale keuze gemaakt. de
materialen waren ter
beschikking in het
materialenhok.

Omdat deze opdracht veel


creativiteit vereist en er nou
eenmaal kinderen zijn die dat
lastig vinden ben ik door de
klas gaan lopen. Er waren bij
sommige vragen over de
keuze van de uitvinding waar
het over moest gaan. hierin
heb ik de kinderen erg vrij
gelaten. Wanneer het een
goed plan was een geen
onzin uitvinding zoals bijv.
cornflakes ben ik akkoord
gegaan met de voorstellen.
Hiermee verhoog je de
motivatie en de creativiteit.
Verder vonden sommige
kinderen het lastig om een
slogan te verzinnen. Ik heb ze
hiermee met een sturende
vraag en kritische blik
geholpen: waarom zou ik jou
product moeten kopen? Zou
jij het product kopen met die
slogan?

A3. Leiding geven aan het


groepsproces
1.1 zicht op groepjes
leerlingen
1.3 effectieve
leerkrachtcommunicatie

A4. Interactie aangaan met


de groep
3.13 feedback aan
leerlingen

B2 Leeractiviteiten
ontwerpen
3.6 werkvormen en
groeperingsvormen
4.5 leeromgeving inrichten

Mijn eerste plan was om de


kinderen een individuele poter te
laten maken. Al snel gaven de
kinderen al vrij snel aan dat ze
samen wilde werken aan een
poster. Met enkele eisen die we
samen hebben opgesteld ben ik
akkoord gegaan met het
voorstel. De volgende afspraken
zijn gemaakt:
- Beide personen hebben te
allen tijde een actieve
serieuze rol.
- Een poster met zn tween
moet een grote poster
worden.
- Het kwalitatieve niveau moet
hoog zijn, dus geen
afrafelingen.

Ik heb ervoor gekozen om in


te gaan op de vraag of er met
zn tween gewerkt mocht
worden. Hierdoor krijg je dat
de kinderen meer motivatie
krijgen als ze iets mogen
terwijl het eigenlijk niet de
bedoeling was. Door de eisen
hoger te stellen heb ik er ook
meer aan als het eindproduct
kwalitatief beter is. Ik heb er
dus voor gekozen om met de
kinderen te communiceren om
een compromis te sluiten. Ik
heb ook gekeken of de
kinderen tweetallen hadden
gemaakt die passen in de
groep en de sociogram zodat
het eindproduct kwalitatief
goed wordt.

Ik heb tussendoor aan de


kinderen die een idee hadden
bedacht waarvan ik mijn twijfels
had besproken hoe ze verder
konden met iets wat meer
richting de opdracht lag. Een
slogan als: kijk ons product, heb
je geld koop het! Vond ik geen
goede slogan die bij de opdracht
past. Ik heb tijdens deze
situaties feedback aan de
kinderen geven. De opdracht is
nog niet volbracht en loopt nog.

Omdat ik bij sommige


uitwerkingen van de opdracht
mijn twijfels had, ben ik erbij
gaan zitten en heb ze
uitgelegd dat de bedoeling
waarschijnlijk goed was maar
niet bij de opdracht passend
was. Omdat je met de
kinderen bespreekt dat ze
creatief bezig zijn maar dat
het nog niet helemaal is zoals
het moet zijn, worden de
kinderen niet gedemotiveerd
en gaan ze door. Ik heb
zoveel mogelijk geprobeerd
om vragen te stellen om ze op
weg te duwen naar een
gewenst resultaat.

De opdracht is klassikaal
besproken. De kinderen hebben
zich opgedeeld in tweetallen of
individuen. Ze zijn vervolgens
aan de opdracht begonnen.

In eerste instantie was het een


individuele opdracht maar
zoals hierboven al verteld is
heb ik met de kinderen
afgesproken dat ze als ze
wilde in tweetallen mochten
werken. Hiermee kwam een
coperatief element in de
opdracht.

You might also like