You are on page 1of 2

OGP3 Format voor toelichting lesontwerp

Domein: Rekenen/ wiskunde

B1. Leerdoelen stellen


3.4 passend leerinhouden
vanuit leerlijnen
3.11 Leerprocessen
observeren en registreren

Welke keuze(s) heb je in dit


opzicht gemaakt?

Waarom heb je deze keuze(s)


gemaakt?

Bij de activiteit heb ik de volgende


leerdoelen opgesteld:
Productdoel:
de kinderen kunnen na de les de
omtrek en de oppervlaktes van
complexere figuren berekenen.

De kinderen zijn gebleven bij


het onderdeel omtrek en
oppervlakte. Dit sluit mooi aan
bij het onderwerp meten
meetkunde. Omdat de
zwakkere rekenaars nog wat
moeite hebben met dit
onderwerp ga ik ervoor zorgen
dat de sterke rekenaars de
zwakkere helpen. Als je kijkt
naar de ijsbergmetafoor dan
hebben de kinderen al een
aantal stapjes gehad. Ze
hebben de verschillende
lengtes gehad: cm, dm, m etc.
verder weten de kinderen dat
lengte X breedte de oppervlakte
is en dat de zijde bij elkaar
opgeteld de omtrek is. Ze
hebben dit nog niet met
complexere vormen gedaan
dus dit heeft mij doen besluiten
om hiermee te oefenen.

Procesdoel:
de kinderen leren naar elkaar te
luisteren en om sommen d.m.v.
denkstappen aan elkaar uit te
leggen een som te berekenen.

B3. Leeractiviteiten
begeleiden
2.6 Samenwerking,
zelfredzaamheid

A3. Leiding geven aan het


groepsproces
1.1 zicht op groepjes
leerlingen
1.3 effectieve
leerkrachtcommunicatie

A4. Interactie aangaan met


de groep
3.13 feedback aan leerlingen

De kinderen leggen aan de hand


denkstappen aan elkaar uit wat
ze doen. Ik zit erbij en kan
eventueel aansturen en
begeleiden.

Ik heb ervoor gekozen om de


sterke met de zwakke met
elkaar te combineren omdat ze
dan beide het beste resultaat
uit elkaar kunnen halen. De
zwakke leert denkstappen te
hanteren en de sterke kan
kijken of hij de stof goed
hanteert. Ik heb ervoor
gekozen om pas in te grijpen
als ik merk dat het mis gaat.

Ik heb de vraag aan de kinderen


voorgelezen. Vervolgens kregen
ze even de tijd om met elkaar te
overleggen en de omtrek en de
oppervlakte te berekenen.
Vervolgens keken we de
uitkomsten na. Ik zit erbij om de
samenwerking te begeleiden en
eventueel te sturen.

Omdat ik erbij zit en de


denkstappen en samenwerking
goed kan overzien kan ik
ingrijpen wanneer het iets
minder gaat en er individueel
gewerkt werd. Daar kan ik op
anticiperen door samenwerking
te stimuleren.

Bij het bekijken van de uitkomsten


vraag ik hoe de samenwerking
tussen de kinderen verliep.

Door dit te doen kan ik kijken of


de leerkoppels ook echt samen
hebben gewerkt en niet
individueel.

B2 Leeractiviteiten
ontwerpen
3.6 werkvormen en
groeperingsvormen
4.5 leeromgeving inrichten

Ik heb gekozen om leerkoppels te


vormen met een sterke rekenaar
en een zwakke rekenaar. Verder
heb ik een PowerPoint gemaakt
met daarop duidelijke plaatjes van
de opdracht.

Ik heb hiervoor gekozen omdat


de leerkoppel zoals hierboven
al beschreven het beste uit
elkaar kunnen halen. De
zwakke rekenaar leert van de
sterke rekenaar denkstappen te
gebruiken. De sterke rekenaar
leert zijn kennis mondeling en
op en goed manier over te
brengen op de zwakke
rekenaar.

You might also like