You are on page 1of 2

OGP3

Format voor sterkte-zwakte-analyse bij lesontwerp


Domein: Taal Rekenen/ wiskunde OJW BVO*
*omcirkel wat van toepassing is

Voor een meer uitgebreide beschrijving van de standaarden en criteria, zie


bladzijde 2 van de OGP3-opdracht. Of via
https://www.fontys.nl/pabo/denbosch/competentieprofiel/Propedeusefase/index.html

Sta bewust stil bij jouw doelen voor de groep, zoals geformuleerd in de
overdenking van de groep
Denk in je antwoorden aan de terugkoppeling naar zowel (vakspecifieke) theorie
als praktijk

B1. Leerdoelen stellen


De student kiest in zijn lesontwerp
voor passende leerdoelen (proces- en
product) die aansluiten bij leerlijnen en
het bestaande onderwijsprogramma
van de stagegroep.

Wat ging goed?

Wat mag beter?

Ik heb tule gebruikt voor mijn


lesdoelen

Ik heb niks te verbeteren


op mijn lesdoelen.

Ik heb mijn mentor gevraagd of


dit een les op niveau is.
Ik heb een duidelijk onderscheid
gemaakt tussen product- en
procesdoelen.

B3. Leeractiviteiten begeleiden


De student toont aan dat hij in staat is
om in de lesuitvoering coperatieve
werkvormen te hanteren. De student
toont aan dat hij leerlingen hulp biedt
bij het leerproces, rekening houdend
met de kenmerken van de groep. Hij
bevordert de samenwerking tussen
leerlingen en de redzaamheid van
individuele leerlingen.

Ik heb veel rondgelopen en


geholpen waarbij nodig.
Sommige kinderen kwamen niet
vooruit en ik ben toen vragen
gaan stellen zoals: Welke
emotie wil je uitdrukken? Waar
denk je aan bij die emotie?
Vaak gaven ze dan het
antwoord zelf al en konden ze
aan de slag.

A3. Leiding geven aan het


groepsproces
De student toont dat hij samenwerking
leren tijdens de onderwijsactiviteiten

Sommige kinderen gingen door


de klas lopen en zelf verf
pakken terwijl ik had
afgesproken dat ik dat voor ze

Sommige kinderen
gingen meteen heel
ijverig aan de slag en
heb ik dus minder op
gelet. Na een tijdje ging
ik bij een meisje kijken
dat al heel lang heel erg
ijverig bezig was en
toen zag ik pas dat zij
realistisch aan het
schilderen was in plaat
van abstract. Toen kon
ik niet veel meer aan
doen. De volgende keer
moet ik mijn aandacht
hierin beter verdelen.
En meisje was begon
telkens maar niet met
schilderen en bleef heel
precies met potlood

bevordert en laat expliciet zien dat hij


kinderen aanspreekt op gedrag, hen
positief stimuleert en zicht houdt op
alle groepjesleerlingen.

A4. Interactie aangaan met de groep


De student toont aan dat hij vanuit een
onderzoekende houding gesprekken
voert met de leerlingen door actief te
luisteren. De student evalueert de
onderwijsactiviteiten met kinderen en
hij geeft feedback aan leerlingen op
het samenwerkingsproces en/of op de
gestelde doelen.
B2 Leeractiviteiten ontwerpen
De student toont in het ontwerp aan
dat hij coperatieve werkvormen
hanteert.
De student maakt zichtbaar dat hij
voor aanvang van de lesactiviteiten
benodigde materialen en leermiddelen
klaar zet.

zou pakken. Ik sprak ze hier dan


op aan en heb het toen zelf voor
ze gepakt.
Ook kinderen die heel
luidruchtig waren heb ik
aangesproken en waren hierna
stiller.
Aan het eind van de les heb ik
alle schilderijen gevalueerd.
Heb de kinderen gevraagd
welke schilderijen bij elkaar
horen op basis van kleur, op
basis van compositie, op basis
van techniek enz.

tekenen. Ik sprak haar


hier een aantal keer op
aan. Toch ging ze niet
schilderen. Ik wist na
een tijdje niet meer wat
ik moest doen om haar
wel te laten schilderen.
Dit moesten we snel
doen omdat er niet veel
tijd meer over was. Hier
had ik meer tijd voor
moeten nemen.

Ik had in de ochtend alle verf al


gehaald en de kwasten al
verzameld.

Mijn mentor moest mij


erop wijzen dat ik alles
in de kleine pauze al
klaar moest zetten
omdat ik anders niet op
tijd klaar ben.

You might also like